IC406_FIN.doc

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
TVA sur certains dvd" (n° 4358)

Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de BTW op welbepaalde dvd's" (nr. 4358)

Orateurs: Marleen Govaerts, Hervé Jamar

Sprekers: Marleen Govaerts, Hervé Jamar

Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le paiement
d'avances aux communes pour la taxe
additionnelle à l'impôt des personnes physiques"
(n° 4391)

Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het uitbetalen van voorschotten met betrekking
tot de aanvullende personenbelasting aan de
gemeenten" (nr. 4391)

Orateurs: Hagen Goyvaerts, Hervé Jamar

Sprekers: Hagen Goyvaerts, Hervé Jamar

Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
réévaluation de la valeur de construction des
anciens bâtiments de la gendarmerie figurant
dans l'AR du 9 novembre 2003" (n° 4402)

Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de herschatting van de bouwwaarde van de
voormalige rijkswachtgebouwen, die op grond van
het KB van 9 november 2003 werd vastgesteld"
(nr. 4402)

Orateurs: Jean-Claude Maene, Hervé Jamar

Sprekers: Jean-Claude Maene, Hervé Jamar

Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'abandon du dossier de construction d'un
nouveau palais de justice à Dinant" (n° 4423)

Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het niet-uitvoeren van de plannen voor de
bouw van een nieuw gerechtsgebouw in Dinant"
(nr. 4423)

Orateurs: Jean-Claude Maene, Hervé Jamar

Sprekers: Jean-Claude Maene, Hervé Jamar

Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'adaptation
du régime des revenus définitivement taxés (RDT)
à l'égard des contribuables qui recueillent des
dividendes d'une filiale établie dans un autre Etat
membre de l'Union européenne" (n° 4413)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aanpassing van het stelsel van de definitief
belaste inkomsten (DBI) ten aanzien van
belastingplichtigen die dividenden ontvangen van
een dochteronderneming die in een andere EU-
lidstaat is gevestigd" (nr. 4413)

Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Hervé Jamar

Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Hervé Jamar

Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la volonté
du gouvernement belge de baisser les accises"
(n° 4444)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het voornemen van de regering om de accijnzen
te verlagen" (nr. 4444)

Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Hervé Jamar

Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Hervé Jamar

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN

EN DE BEGROTING

MARDI

NOVEMBRE

2004

Après-midi

______

van

DINSDAG

NOVEMBER

2004

Namiddag

______

De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door de heer Bart Tommelein, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.33 heures par M. Bart Tommelein, président.

De voorzitter: Mevrouw Verhaert is er vandaag niet. Haar vraag nummer 4435 vervalt.

01 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"de BTW op welbepaalde dvd's" (nr. 4358)

01 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la TVA

sur certains dvd" (n° 4358)

01.01 Marleen Govaerts (VLAAMS BELANG): Mijnheer de

staatssecretaris, naar aanleiding van de pas uitgebrachte dvd-box van
het Live Aid-concert van 1985 vraagt Bob Geldof aan de regering om
geen BTW te heffen op de opbrengst van die dvd's. De volledige
opbrengst moet naar Afrika gaan.

De regering van Ierland, het land waar Bob Geldof vandaan komt, met
minister Ahern en de Britse regering met minister Brown kondigden al
aan de BTW te zullen afstaan voor het goede doel. Hier int de Staat
het op een na hoogste BTW-tarief, namelijk 21%. Zweden heft nog
meer BTW.

Wat is de minister van plan met dergelijke dvd's die louter op
liefdadigheid berusten en waarvan de opbrengsten volledig naar het
goede doel zouden moeten gaan? Zal de minister die welbepaalde
dvd-box vrijstellen van BTW?

Worden nog andere, dergelijke initiatieven in de toekomst vrijgesteld
van BTW? Hoe zullen we dat te weten komen?

Is dat eventueel besproken op de Europese Top van vorige week
waar minister Reynders aanwezig was?

01.01 Marleen Govaerts

(VLAAMS BELANG): Bob Geldof
demande aux gouvernements de
ne pas percevoir de TVA sur les
recettes du récent DVD de Live
Aid afin de faire profiter ainsi
l'Afrique de l'entièreté des
recettes. Le gouvernement
britannique a déjà annoncé qu'il ne
percevrait pas de TVA. Ce DVD
au bénéfice de l'Afrique sera-t-il
également exonéré de la TVA
dans notre pays et cette mesure
sera-t-elle également applicable à
d'autres initiatives?

01.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter,

mevrouw, er werden twee vragen gesteld.

Getroffen ter uitvoering van artikel 13 van de zesde BTW-richtlijn zijn,
overeenkomstig artikel 44, §2, 12°, van het BTW-Wetboek, van
belasting vrijgesteld de leveringen van goederen verricht door
instellingen, bedoeld in artikel 44, §2, 11°, van hetzelfde Wetboek, die
geen winst beogen en doeleinden van humanitaire en filantropische
aard nastreven, wanneer deze leveringen worden verricht in
samenhang met werkzaamheden ter verkrijging van financiële steun
die uitsluitend ten eigen bate worden georganiseerd.

01.02 Hervé Jamar, secrétaire

d'Etat: Le Code de la TVA prévoit
l'exonération de la TVA pour les
biens livrés par des organismes
sans but lucratif et poursuivant des
objectifs humanitaires.

Si des objets sont vendus à des
fins caritatives à des prix plus
élevés que la valeur réelle, le
paiement est davantage considéré

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Anderzijds, wanneer in het algemeen naar aanleiding van een
sensibiliseringscampagne een beroep wordt gedaan op de
vrijgevigheid van het publiek en ter gelegenheid daarvan voorwerpen
met een geringe waarde worden aangeboden tegen prijzen die niet in
verhouding staan tot de waarde van het voorwerp, merkt de
administratie de naar aanleiding van deze verkoop ontvangen
sommen eerder aan als een gift uit humanitaire overweging evenals
de betaling van een prijs voor het betreffende goed. Noch in het ene
noch in het andere vermelde geval, is BTW verschuldigd. Het spreekt
evenwel voor zich dat de betrokken vereniging geen recht op aftrek
geniet van de aan haar verstrekte leveringen en diensten met
betrekking tot de aangeboden goederen.

Uit hetgeen voorafgaat, blijkt dat de door u opgeworpen suggestie
geen grondslag vindt in de Europese en de nationale BTW-
regelgeving.

comme un don que comme une
vente. Dans ce cas, la TVA n'est
pas due non plus.

Bien entendu, l'association n'a pas
droit à la déduction des fournitures
et des services.

Les législations européennes ou
nationales n'offrent aucun fonde-
ment pour la suggestion de Mme
Govaerts.

01.03 Marleen Govaerts (VLAAMS BELANG): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb eigenlijk niet goed
begrepen wat u wil zeggen.

Zal de BTW worden doorgestort naar het goede doel of niet? Ja of
neen? Ik heb het echt niet begrepen. De heer staatssecretaris heeft
wel gezegd dat bepaalde artikelen die geen winstgevend doel hebben
zijn vrijgesteld van BTW. Ik heb echter niet echt begrepen of de dvd-
box van het Live Aid-concert van belasting werd vrijgesteld. Zal de
BTW worden doorgestort naar het goede doel, zoals in Engeland en
in Ierland is gebeurd?

01.03 Marleen Govaerts

(VLAAMS BELANG): Je n'ai pas
compris. La TVA sur le DVD de
Live Aid sera-t-elle ou non versée
à l'association caritative?

01.04 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Madame, je pense avoir

répondu à la question. Il n'est pas de notre compétence d'effectuer
des versements à la TVA. La TVA se paie sur les biens qui sont
transmis. En Angleterre, il y a effectivement eu une exception. En
effet, le taux y a été ramené à 17,5% mais le fonctionnement était
différent. Ainsi, le Trésor anglais a décidé de faire une exception pour
la manifestation de Bob Geldof.

Sommes-nous à même, au niveau fiscal, de faire des exceptions pour
les restos du coeur, Oxfam, etc.? Nous devons quand même garder
une certaine ligne de conduite. En effet, en tout état de cause, si l'on
se réfère à l'heure actuelle à notre législation et à la législation
européenne, il n'est pas possible d'opérer de la sorte. Cela n'est
envisageable que dans un cas bien défini, comme en Angleterre.

Ce genre de décision ne relève d'ailleurs pas uniquement de notre
département, mais plutôt du ministre du Budget ou du gouvernement
car il s'agit de sommes attribuées autrement. On a parfois tendance à
considérer, peut-être à juste titre, que la politique fiscale permet de
faire oeuvre sociale, ce dont je me réjouis. Mais on ne peut pas non
plus ne faire que cela. Il faut parfois adopter une ligne de conduite. En
effet, il faut craindre que, si l'on procède de cette manière pour une
telle manifestation, ce système ne s'étende à beaucoup de
manifestations. Des déductions fiscales sont déjà prévues pour les
dons faits au bénéfice d'associations reconnues. Ainsi, si vous avez
versé 50 euros aux "Amis des aveugles", vous pouvez déduire cette
somme dans votre déclaration fiscale. Une réglementation, des
reconnaissances et des agréments existent dans un cadre défini.

01.04 Staatssecretaris Hervé

Jamar: In Engeland werd er
inderdaad een uitzondering
toegestaan maar dan op een
andere manier.

We moeten rekening houden met
de grenzen van onze mogelijk-
heden. Tot mijn groot genoegen
kunnen we soms via ons fiscaal
beleid sociale noden verlichten,
maar dit is niet altijd mogelijk. We
moeten onze beleidslijnen vast-
leggen. Als we een uitzondering
toestaan, bestaat het gevaar dat
we overspoeld worden met
aanvragen voor nog meer
uitzonderingen. Op die wijze wordt
de norm geheel uitgehold.

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Si nous sommes contraints de travailler avec les pays étrangers pour
avoir des dérogations sur telle ou telle manifestation à objet plus ou
moins social et humanitaire, je crains fort que nous soyons assaillis
de demandes et que le taux, en soi, n'ait plus aucune raison d'être.

Voilà, madame, la réponse que je peux vous donner. Même si, dans
l'absolu, votre proposition pourrait se justifier, elle est toutefois
difficilement applicable dans le cadre d'une politique globale.

01.05 Marleen Govaerts (VLAAMS BELANG): Mijnheer de

voorzitter, ik noteer dat ons land de BTW zal houden en niet zal
doorstorten, zoals in Engeland en in Ierland is gebeurd. Dat is
genoteerd.

01.05 Marleen Govaerts

(VLAAMS BELANG): J'entends
bien que la Belgique va conserver
la TVA et ne va donc pas la verser
à l'association caritative.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"het uitbetalen van voorschotten met betrekking tot de aanvullende personenbelasting aan de
gemeenten" (nr. 4391)

02 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le

paiement d'avances aux communes pour la taxe additionnelle à l'impôt des personnes physiques"
(n° 4391)

02.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BELANG): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, uit een aantal commentaren
in de geschreven pers blijkt dat het voorschottensysteem voor de
stortingen van de aanvullende personenbelasting aan de gemeenten
er niet komt. Dat is een zeer opmerkelijke vaststelling omdat de
minister van Financiën het systeem al een paar keer had
aangekondigd in het Parlement. Dit systeem had in 2005 moeten
ingaan. De steden en de gemeenten weten ondertussen al wat het is
om onder de regeringen van Verhofstadt I en II te werken. De
schepen van Financiën van de stad Leuven die hier aanwezig is zal
dat ook wel weten. Dit is slecht nieuws voor de steden en gemeenten,
tenzij u straks het tegendeel bewijst, mijnheer de staatssecretaris.
Vandaag lijden de steden en gemeenten in elk geval onder het grillige
verloop van de maandelijkse, onvoorspelbare stortingen van de
aanvullende personenbelasting. De gemeenten ontvangen het geld
drie maanden nadat de laatste belastingaanslag is gevestigd en een
maand nadat de belastingplichtigen het teveel hebben teruggegeven
of het saldo van hun personenbelasting hebben vereffend. Vroeger
waren ook de stortingen van de opcentiemen op de onroerende
voorheffing zeer grillig. Dat is ondertussen wat veranderd omdat het
Vlaams Gewest het voorschottensysteem in 2001 heeft ingevoerd.
Bijgevolg lag het in de lijn van de verwachtingen dat er ook voor de
aanvullende personenbelastingen vaste voorschotten zouden komen.
Een concreet voorstel had het over zes gelijke maandelijkse
stortingen in de eerste jaarhelft met een definitieve afrekening later op
dat jaar.

Mijnheer de staatssecretaris, die voorschottenregeling gaat blijkbaar
niet door. Klopt deze informatie? Wat was de reden om hier alsnog
van af te zien? Ik kijk met belangstelling uit naar uw antwoord.

02.01 Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BELANG): On nous
avait annoncé qu'à compter de
2005, les communes recevraient
une avance sur les additionnels à
l'impôt des personnes physiques.
Aujourd'hui, nous apprenons qu'il
n'en sera jamais rien. C'est
étonnant puisque le ministre
Reynders a annoncé cette mesure
à plusieurs reprises. En outre,
c'est une mauvaise nouvelle pour
les villes et communes qui
continuent de pâtir de versements
capricieux et imprévisibles.

Cette information est-elle exacte?
Dans l'affirmative, pourquoi est-il
renoncé au régime des avances?

02.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Namens minister Reynders kan 02.02 Hervé Jamar, secrétaire

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ik het volgende antwoord verstrekken.

Naast de talrijke maatregelen die ik vanaf 2000 ten gunste van de
gemeenten heb getroffen, zoals onder meer de versnelde
terugbetaling tussen 1 augustus 2000 en 18 januari 2001 van 272,68
miljoen euro aan achterstand in de doorstorting van de aanvullende
gemeentebelasting op de personenbelasting, de vermindering van de
administratiekosten op de inning van de aanvullende
gemeentebelasting van 3% tot 31 december 2001 naar 1% vanaf 1
januari 2003 - het gaat hier om de wet van 10 december 2001 -, de
toekenning vanaf 2001 met betrekking tot aanslagjaar 2000 van
renteloze voorschotten om de gevolgen voor de gemeenten van de
vertragingen in het incohieringsritme op te vangen, de opheffing van
de vrijstelling in hoofde van de naamloze vennootschap Belgacom
van alle belastingen en taksen ten gunste van de provincies en
gemeenten en de verhoging van de aanvullende belastingen voor
grensgemeenten op de in België vrijgestelde inkomsten van
grensarbeiders, heb ik inderdaad ook meegedeeld dat werd
onderzocht of een permanent systeem van voorschotten inzake
gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting kon worden
ingevoerd.

Naar aanleiding van de begrotingsopmaak 2005 heeft de regering
beslist dat dit onderzoek moet worden voortgezet met als bedoeling te
komen tot een systeem dat zowel voor de gemeenten als voor de
federale overheid aanvaardbaar is. Dit betekent dus niet dat definitief
wordt afgezien van een dergelijk systeem, maar alleen dat het niet
vanaf 1 januari 2005 zal kunnen worden toegepast. In afwachting van
de eventuele invoering van zulk een systeem ben ik evenwel bereid
om zonodig ook in 2005 renteloze voorschotten aan de gemeenten
toe te kennen. Daardoor zullen de gemeenten tijdens de eerste helft
van 2005 maandelijks ongeveer dezelfde bedragen ontvangen als
tijdens de vorige jaren.

d'Etat: A partir de 2000, différentes
mesures en faveur des communes
ont déjà été mises en oeuvre, à
commencer par le remboursement
accéléré de 272,68 millions
d'euros d'arriérés d'additionnels à
l'impôt des personnes physiques.
Ensuite, il y a eu la réduction de 3
à 1% des frais administratifs de
perception de la taxe additionnelle,
suivie, à partir de 2001, de l'octroi
d'avances sans intérêt pour pallier
les retards accumulés dans le
rythme de recouvrement. Ensuite,
il y a eu la suppression de la
dispense, dont bénéficiait
Belgacom, de toutes les taxes
dues aux provinces et aux
communes. Enfin, il faut évoquer
la majoration de la taxe
additionnelle à l'impôt des
personnes physiques pour les
communes frontalières.

Par ailleurs, j'ai également fait
analyser la possibilité d'instaurer
un système permanent d'avances
en matière d'additionnels à l'impôt
des personnes physiques. Lors de
la confection du budget 2005, le
gouvernement a décidé que cette
analyse n'était pas terminée. Nous
n'avons donc pas rejeté cette
option mais nous ne pourrons
appliquer le système à partir du 1

janvier 2005. En attendant,
j'octroierai également en 2005 des
avances sans intérêt aux
communes.

02.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BELANG): Mijnheer de

voorzitter, ik neem akte van het antwoord van de staatssecretaris. Het
budget voor 2005 van deze regering is een virtuele begroting. Daarom
kan ik begrijpen dat er geen centen te vinden waren om dat te
betalen.

Ik stel vast dat wordt teruggegrepen naar de bestaande formule,
evenwel in vaste voorafbetalingen. Van een structureel systeem
inzake de voorschotten is geen sprake in de onmiddellijke toekomst.
Dit betekent dat de gemeenten niet anders zullen kunnen dan
opnieuw gaan lenen bij banken. Dit is zeker niet gunstig voor vele
steden en gemeenten die bij de begrotingsopmaak worstelen met een
aantal minderinkomsten tengevolge van federale beslissingen.

02.03 Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BELANG): Il ne faut
manifestement pas fonder trop
d'espoirs sur le budget virtuel
2005. Les communes devront une
fois de plus contracter des
emprunts en raison d'une décision
prise au niveau fédéral.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

réévaluation de la valeur de construction des anciens bâtiments de la gendarmerie figurant dans l'AR
du 9 novembre 2003" (n° 4402)

03 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"de herschatting van de bouwwaarde van de voormalige rijkswachtgebouwen, die op grond van het
KB van 9 november 2003 werd vastgesteld" (nr. 4402)

03.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, en 1998, la

réforme des polices a débouché sur la création d'une police intégrée
à deux niveaux. La Belgique compte désormais près de 196 zones de
police locale. Outre les multiples impacts sur le plan de l'organisation
policière et de l'approche de la criminalité, cette réforme comprend
également un volet relatif aux bâtiments des anciennes brigades de
gendarmerie. Et comme rien n'aura été simple dans cette réforme, le
transfert des quelque 405 complexes immobiliers concernés par le
régime de transfert fixé par l'arrêté royal du 9 novembre 2003 aux
zones de police pluricommunales ou monocommunales semble aussi
devoir poser quelques menus problèmes.

Personne n'ignore les crispations, principalement budgétaires, qui ont
accompagné la mise en place des zones de police. Si la situation
financière de la majorité des zones s'est améliorée, elle reste encore
extrêmement fragile pour nombre d'entre elles, essentiellement
rurales. Je fais une petite parenthèse pour souligner combien il est
excessif de dire que les petites zones de police ne fonctionnent pas
bien. Ceux qui viennent du monde rural savent qu'on peut affirmer le
contraire: dans nombre de petites zones, les choses fonctionnent
bien. Je tenais à le souligner. En fonction de ce passé récent, il aurait
sans doute été utile de prendre toutes les garanties pour que la
dernière étape ou presque de la réforme, à savoir le transfert des
bâtiments, se fasse de manière harmonieuse et sans précipitation. On
sait que cela n'a pas trop souvent été le cas dans les étapes
précédentes.

Monsieur le ministre, vous n'ignorez pas que dans de nombreuses
zones on s'interroge encore sur la manière dont on a calculé la valeur
de rachat de certains bâtiments. Si je prends l'exemple de la zone
Houille-Semois que je connais particulièrement bien, la valeur d'un
bâtiment d'une ex-brigade de gendarmerie qui accueillait huit
gendarmes par le passé a été réévaluée, après contestation, à 40%
de la valeur figurant dans l'arrêté royal du 9 novembre 2003. On en
arrive aujourd'hui encore à un montant de plus de 470.000. Pour un
bâtiment qui hébergeait huit personnes, cela me semble gigantesque.
Cette nouvelle estimation avait été signalée bien avant l'adoption de
l'arrêté, sans qu'il en soit tenu compte. Le collège de police de la
même zone a sollicité des devis pour la construction de bâtiments
neufs présentant le même volume et pouvant accueillir le même
nombre de personnes. Résultat: le montant nécessaire pour avoir du
neuf représente moins de 50% de la valeur fixée dans l'arrêté royal.

Je crois savoir que de nombreuses autres zones devraient opter pour
la même voie, en soulignant que si dans certaines zones on semble
être confronté à des surévaluations, d'autres zones et tant mieux
pour elles! semblent devoir faire d'intéressantes opérations
immobilières; je pourrais vous en donner quelques exemples.
Toujours est-il que certaines zones ont fait le choix d'abandonner des
bâtiments. Je ne sais pas ce qu'on va en faire. Il serait intéressant de
connaître les options qui seront prises par le ministre.

03.01 Jean-Claude Maene (PS):

De hervorming van de
politiediensten van 1998 omvat
eveneens een onderdeel met
betrekking tot de voormalige
gebouwen van de rijkswacht. De
bij het koninklijk besluit van 9
november 2003 geregelde
overheveling van die gebouwen
naar de politiezones lijkt evenwel
problemen te doen rijzen.

Het is algemeen bekend dat de
invoering van de politiezones tot
heel wat onderhuidse spanningen
heeft geleid. De laatste fase van
die hervorming de overheveling
van de gebouwen had op een
harmonieuze en niet overhaaste
manier kunnen plaatsvinden, maar
dat was niet het geval.

In tal van zones plaatst men
vraagtekens bij de wijze waarop
de waarde van de gebouwen werd
berekend. In de zone Houille-
Semois, bijvoorbeeld, is de waarde
van een gebouw waarin acht
rijkswachters waren gehuisvest
met 40 procent gestegen, zijnde
een bedrag van 470.000 euro, in
vergelijking met wat in voornoemd
koninklijk besluit van 2003 werd
bepaald. Voor een dergelijk
gebouw is dat een enorm bedrag!
Men had daarop gewezen voordat
het besluit werd goedgekeurd,
maar zonder resultaat. Het
politiecollege heeft vervolgens
overwogen nieuwe even grote
gebouwen voor evenveel
personen te bouwen; de prijs
ervan bedraagt minder dan 50
procent van de waarde die in het
koninklijk besluit werd vastgesteld!

In bepaalde zones heeft men de
waarde van de gebouwen te hoog
ingeschat, terwijl men in andere
zones interessante vastgoed-
transacties kan doen. In sommige
zones werd beslist die gebouwen

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le but annoncé était d'achever entièrement la procédure de transfert
pour la fin 2004. Je voudrais savoir si le ministre garde cet objectif ou
s'il va, sans fétichisme pour les échéances, accepter de réexaminer
certaines situations. C'est la raison pour laquelle je souhaiterais
également connaître le nombre de contestations introduites par les
zones et le montant global des recettes que vous attendez de
l'opération, tel qu'il devrait être inscrit au budget.

niet te gebruiken; wat zal ermee
gebeuren? Wat zijn uw
beleidskeuzes terzake?

Bedoeling was dat de gebouwen
tegen eind 2004 zouden worden
overgedragen. Blijft die termijn
behouden of wordt een en ander
opnieuw bekeken? In hoeveel
gevallen werd de schatting betwist
en wat is de verwachte opbrengst?

03.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Cette question me fait d'autant

plus plaisir que j'ai également présidé un collège de police et que j'ai
été confronté à la même problématique que vous.

L'article 1

de l'arrêté royal du 9 novembre 2003 prévoit que les zones

de police pouvaient contester la valeur de construction estimée et
plusieurs zones ont fait usage de cette possibilité. Une procédure
assortie de délais était prévue dans ce fameux article 1

. Je n'ai pas

la possibilité de la recommencer. Il y a eu 40 contestations de zones
en Wallonie, pour 92 bâtiments concernés, et 22 contestations de
zones en Flandre, pour 33 bâtiments concernés.

Il y a eu une confusion importante entre la valeur de construction et la
valeur vénale. Le transfert des bâtiments et terrains est gratuit. En
vue d'un traitement équitable des zones de police, un mécanisme de
correction a été prévu. La valeur de construction estimée des
bâtiments transférés a été comparée à une valeur théorique à laquelle
chaque zone avait droit en fonction du nombre d'ex-gendarmes
transférés à la zone. Ce système de solidarité entre les zones
prévoyait que si l'estimation de la valeur de construction des
bâtiments transférés dépassait la valeur théorique, les zones
concernées devaient rembourser la différence au fonds créé dans ce
but, et ce sur un étalement de 20 ans. Si l'estimation de la valeur de
construction était inférieure à la valeur théorique, les zones recevaient
la différence, également sur un étalement de 20 ans. Les zones
avaient également le droit de refuser le transfert de bâtiments dont
elles n'avaient pas besoin le cas échéant.

A ce jour, nous ne sommes pas en mesure de fournir les données
des montants à recevoir ou à payer. La Régie des Bâtiments doit
encore actualiser le tableau qui reprend tous ces renseignements.
Les procédures prévues dans l'arrêté royal touchent à leur fin, ce
n'est qu'au moment où chaque dossier sera terminé que ce tableau
pourra être finalisé.

Je souhaiterais que le transfert de ces bâtiments se fasse au plus vite
afin que les zones de police qui ont accepté le transfert des bâtiments
puissent enfin en devenir propriétaires et ainsi les gérer en pleine
connaissance de cause.

Voilà la réponse que je pouvais vous donner, tout en étant conscient
que c'est un débat qui, à lui seul, pourrait appeler plusieurs heures
d'échanges, ce que nous ferions bien volontiers après. C'est une
question très délicate qui pourrait également appeler le concours du
ministre de l'Intérieur puisque je crois qu'il est aussi concerné par la
matière.

03.02 Staatssecretaris Hervé

Jamar: Op grond van artikel 1 van
het koninklijk besluit van 9
november 2003 konden de
politiezones de geschatte
constructiewaarde betwisten en
een aantal deden dat ook. Het
koninklijk besluit schrijft de te
volgen procedure voor, met
inbegrip van de na te leven
termijnen, en ik kan die niet
opnieuw beginnen. In Wallonië
waren er veertig betwistingen voor
92 gebouwen, in Vlaanderen 22
voor 33 gebouwen.

De constructiewaarde mag niet
met de verkoopwaarde worden
verward. De overdracht gebeurt
gratis, maar er werd voor een
correctiemechanisme gezorgd: de
geschatte constructiewaarde werd
vergeleken met een theoretische
waarde per zone, op grond van het
aantal overgedragen rijks-
wachters. Indien de schatting de
theoretische waarde overstijgt, zal
de zone het verschil terugbetalen.
Indien ze lager uitvalt, ontvangt de
zone het verschil. De zones
kunnen ook afstand doen van de
overdracht van gebouwen die ze
niet nodig hebben.

Op dit ogenblik zijn noch de
positieve, noch de negatieve
bedragen gekend. De in het
koninklijk besluit voorgeschreven
procedure is nog niet beëindigd.
Pas wanneer de dossiers zijn
afgehandeld, zal de Regie der
Gebouwen de tabel met die
inlichtingen kunnen bijwerken.

Ik hoop dat dat zo snel mogelijk
zal gebeuren, zodat de zones die

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de overdracht van de gebouwen
hebben aanvaard, er eigenaar
kunnen van worden.

Over dit ingewikkelde dossier is
het laatste woord nog niet
gevallen. Wellicht kunnen we de
minister van Binnenlandse Zaken
bij de bespreking ervan betrekken.

03.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour votre réponse. Je prends note du fait que, d'après les
chiffres que vous nous donnez, il y a un tiers de contestations, ce qui
est relativement important. Cela semble montrer que l'on a peut-être
agi avec précipitation dans quelques dossiers ou vraiment de façon
tout à fait légère, ce qui m'inquiète; autrement, je ne pense pas que
l'on aurait eu tant de contestations.

Je prends également note du fait que le dossier n'est pas totalement
finalisé et qu'il reste donc des espoirs pour certaines zones. J'espère
que tout cela pourra aller dans le bon sens.

03.03 Jean-Claude Maene (PS):

In één geval op drie is er dus
betwisting. Dat bewijst dat men
misschien overhaast te werk is
gegaan. Vermits het dossier nog
niet afgesloten is, blijft er nog hoop
voor een aantal zones. Ik hoop dat
het goed afloopt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre des Finances sur

"l'abandon du dossier de construction d'un nouveau palais de justice à Dinant" (n° 4423)

04 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"het niet-uitvoeren van de plannen voor de bouw van een nieuw gerechtsgebouw in Dinant" (nr. 4423)

04.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, j'en viens à la problématique du palais de justice de Dinant.
L'état de ce palais de justice est déclaré de manière unanime comme
préoccupant et non-conforme à la législation relative à la salubrité, à
la sécurité et au bien-être au travail. Les conditions de travail y sont
quasi inacceptables: bâtiment vétuste, fuites d'eau récurrentes,
égouttage déficient, cabinets et bureaux proches de l'insalubrité,
chute fréquente d'éléments de la toiture, plus de 500 m² de déficit de
surface nécessaire pour les différents services, pas d'accès pour les
personnes à mobilité réduite, problèmes de stationnement et de
circulation, absence d'emplacements de parking pour les véhicules
cellulaires ou ceux de la police. Ça fait bel effet au milieu de Dinant.

La situation du palais de justice de Dinant demande d'urgence une
réaction. En effet, même la presse, locale, nationale et internationale
hélas, vu la publicité faite par l'affaire Fourniret, donne une image un
peu tristounette, si je peux m'exprimer ainsi, de l'état de notre justice
ou en tout cas de la justice belge et de ses bâtiments.

Si j'en crois la réponse fournie par la ministre de la Justice à cette
question, il apparaît que ce sont des motifs essentiellement financiers
qui sont à la base de la disparition de ce dossier du plan pluriannuel
des bâtiments judiciaires arrêté lors du Conseil des ministres des 30
et 31 mars derniers. Il faut savoir que ce dossier était quasiment
terminé, qu'on avait reçu toutes les autorisations sur le plan
urbanistique, que tous les agréments administratifs avaient été réunis.
C'est donc un dossier quasiment bouclé qui semble devoir être versé
aux oubliettes alors que par ailleurs on semblerait vouloir faire

04.01 Jean-Claude Maene (PS):

Het gerechtsgebouw van Dinant
bevindt zich in een erbarmelijke
staat. De arbeidsomstandigheden
zijn onaanvaardbaar slecht:
bouwvallige gebouwen, water-
lekken, ongezonde kantoren,
parkeerproblemen, onvoldoende
ruimte voor de diensten (er is
500m² te weinig), enz. Kortom, het
is vijf voor twaalf en er moet
dringend ingegrepen worden,
temeer daar de pers - die vaak in
het gerechtsgebouw aanwezig is
om de zaak-Fourniret te volgen -
op die manier een negatief beeld
ophangt van het Belgische
gerecht.

Volgens de minister van Justitie
werd om financiële redenen beslist
het dossier uit het meerjarenplan
voor de gerechtsgebouwen, dat op
de Ministerraad van 30 en 31
maart jongstleden goedgekeurd
werd, te lichten. Dat is hoogst
betreurenswaardig, temeer daar
het dossier technisch klaar was:

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

quelque chose à Namur, là où personne ne semble être demandeur
et où, en tout cas, on en est au stade zéro aujourd'hui d'après les
différentes informations que j'ai pu obtenir.

On s'est beaucoup interrogé sur ce dossier, et notamment sur le fait
de savoir s'il n'y aurait pas un autre mode de financement
envisageable. On me parle notamment de contrats de promotion.
Toujours est-il qu'il serait dommage aujourd'hui de jeter aux oubliettes
un dossier qui était complètement terminé. On aurait pu passer à la
phase d'exécution pour peut-être privilégier d'autres dossiers qui, eux,
sont au stade zéro.

Je souhaiterais connaître en tous les cas les intentions du ministre
pour ce dossier particulier. Je souligne combien l'image donnée par
notre justice est déplorable, sans parler des conditions de travail de
tous les jours de tous ces fidèles serviteurs de notre justice.

alle stedenbouwkundige adviezen
en vergunningen waren er. Moet
zo'n dossier nu in de vergeethoek
terechtkomen, opdat alle aandacht
naar het gerechtsgebouw van
Namen zou kunnen gaan, waar-
voor er geen enkele aanvraag is
en waarvan het dossier nog maar
net in de steigers staat? Heeft
men rekening gehouden met
mogelijke andere financierings-
modaliteiten, zoals bijvoorbeeld
een promotieovereenkomst?
Kortom, wanneer denkt u dat het
probleem in Dinant geregeld zal
zijn?

04.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Je vous remercie pour cette

question légitime qui doit évidemment donner lieu à une réponse mais
qui doit également être nuancée je vais y venir.

Le site Remacle à Bouvignes a été prévu pour l'implantation du
nouveau palais de justice de Dinant et le regroupement des services
des Finances dispersés dans la ville vous pouvez déjà constater
l'intérêt conjoint des ministres de la Justice et des Finances de voir
aboutir ce dossier dans les meilleurs délais. La Régie des Bâtiments a
introduit un dossier pour la demande de certificat d'urbanisme n°2.
Les plans montraient les grandes lignes du projet. La ville de Dinant a
émis un avis favorable sur le projet en date du 15 mars 2004 mais le
certificat d'urbanisme a été refusé par la Région wallonne le 13
octobre dernier. C'est là où le bât blesse.

Vous avez très exactement dit que toutes les concertations et
procédures nécessaires avaient été mises en oeuvre mais, en tout
état de cause, nous constatons qu'en date du 13 octobre dernier la
Région wallonne a refusé le certificat d'urbanisme en dépit de tous les
avis préalables positifs! Par conséquent, à ce stade, aucun cahier des
charges n'est rédigé.

Le plan pluriannuel "Justice" 2005-2008, établi par notre collègue de
la Justice, ne reprend pas le projet de Dinant. Les crédits
d'investissement ordinaires prévus au budget de la Régie des
Bâtiments sont insuffisants pour mener à bien ce type de grand projet.
Néanmoins, nous examinerons toutes les possibilités pour réaliser ce
projet via un financement alternatif. Les solutions possibles sont un
emprunt ou une procédure de promotion. Ceci doit faire l'objet d'un
accord au sein du Conseil des ministres.

Pour ce qui concerne le projet de construction d'un centre
administratif du service Finances à Dinant, nous attendons à ce jour
les dernières modifications du programme des besoins du
département des Finances, qui permettront au service compétent de
la Régie des Bâtiments d'établir des plans corrects. Etant donné le
refus du certificat d'urbanisme n°2, nos services devront adapter
l'esquisse en tenant compte des remarques formulées. Ce certificat
est une nécessité pour l'obtention du permis d'urbanisme afin de
mener à bien le projet.

04.02 Staatssecretaris Hervé

Jamar: Er bestaan plannen om
het nieuwe gerechtsgebouw van
Dinant op het Remacle-terrein te
Bouvignes te bouwen en er tevens
de diensten van Financiën te
vestigen. De stad Dinant heeft een
gunstig advies verleend maar het
Waals Gewest heeft op 13 oktober
2004 geweigerd het stedenbouw-
kundig attest toe te kennen.
Zonder het stedenbouwkundig
attest kan men geen stedenbouw-
kundige vergunning bekomen.

De gewone investeringskredieten
op de begroting van de Regie der
Gebouwen volstaan niet maar ik
zal naar de middelen voor een
alternatieve financiering zoeken.

Wat de bouw van een
administratief centrum voor de
diensten van Financiën betreft
wacht ik nog op de laatste
wijzigingen van het programma
aan de hand waarvan de Regie
der

Gebouwen de correcte

plannen zal kunnen opstellen.

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Voilà l'état de la question, monsieur Maene. Le problème s'est posé, à
tort ou à raison - je n'ai pas vu le dossier sur le plan urbanistique - le
13 octobre, date couperet avec l'avis négatif rendu par la Région
wallonne.

Cela dit, vous avez cité Namur. Les intérêts cumulés de la Justice et
des Finances, en l'occurrence, feront en sorte que, le plus rapidement
possible, un beau dossier ressortira de terre. C'est en tout cas le
souhait que nous formulons.

04.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour cette réponse qui me satisfait pleinement.
Manifestement, on cherche des solutions pour Dinant. Je suis
heureux qu'on puisse également concrétiser quelque chose pour
Namur. Cela me paraissait moins urgent, mais je pense que notre
province le mérite. Néanmoins, je voulais quand même m'inquiéter
par rapport à l'information sur le certificat d'urbanisme et interpeller
les quelques parlementaires régionaux qui ne m'en avaient pas parlé.

04.03 Jean-Claude Maene (PS):

Ik zal de gewestelijke parlements-
leden over deze weigering
aanspreken.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur

"l'adaptation du régime des revenus définitivement taxés (RDT) à l'égard des contribuables qui
recueillent des dividendes d'une filiale établie dans un autre Etat membre de l'Union européenne"
(n° 4413)

05 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"de aanpassing van het stelsel van de definitief belaste inkomsten (DBI) ten aanzien van
belastingplichtigen die dividenden ontvangen van een dochteronderneming die in een andere EU-
lidstaat is gevestigd" (nr. 4413)

05.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, entre

le 1

février 2004 et le 16 juin 2004, le site internet du service public

fédéral Finances a publié un avis annonçant que "dans le cadre de la
transposition de la directive 2003/123 du Conseil du 22 décembre
2003 modifiant elle-même la directive 90/435 du Conseil du 23 juillet
1990 concernant le régime fiscal commun applicable aux sociétés
mères et filiales d'États membres différents, la Belgique adaptera
avant le 1

janvier 2005 l'article 205, §2 du Code des impôts sur les

revenus afin de se mettre en conformité avec la directive précitée"
tout en précisant que la modification s'appliquera à partir de l'exercice
d'imposition 2005 (c'est-à-dire les revenus 2004) aux dividendes
alloués ou attribués par une société filiale établie dans un État
membre de l'Union européenne, comme la directive lui recommandait
de le faire.

Monsieur le secrétaire d'État, quelles raisons justifient-elles que l'avis
publié entre le 1

février et le 16 juin 2004 sur le site du SPF

Finances ait été retiré le 16 juin alors que de nombreux contribuables
continuent à recueillir des dividendes en provenance de sociétés
établies dans d'autres États membres? Pourriez-vous également me
préciser pourquoi la modification annoncée ne vaut qu'à dater de
l'exercice d'imposition 2005 (revenus 2004)? La Commission
européenne a-t-elle marqué son accord sur cette limitation dans le
temps? N'est-on pas déjà en retard?

En outre, n'estimez-vous pas qu'il y a urgence à ce que les
contribuables connaissent les conditions dans lesquelles ils pourront

05.01 Melchior Wathelet (cdH):

Tussen 1 januari en 16 juni 2004
stond op de website van de FOD
Financiën een bericht dat België
artikel 205 §2 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992
zal wijzigen teneinde het in
overeenstemming te brengen met
de Europese richtlijn.

Waarom verdween dit bericht op
16 juni 2004 van de site? Waarom
is de aangekondigde wijziging pas
geldig vanaf het aanslagjaar
2005? Moet men de belasting-
plichtigen niet onmiddellijk op de
hoogte brengen van de
voorwaarden waaronder ze het
DBI-stelsel kunnen genieten?
Heeft U dringende maatregelen
genomen en, zo ja, dewelke?

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

bénéficier du régime des RDT (régime des revenus définitivement
taxés) pour l'exercice d'imposition 2005 relativement aux dividendes
recueillis en provenance de sociétés établies dans d'autres États
membres de l'Union européenne depuis le 1

janvier 2004? En effet,

je rappelle que cela concerne les revenus 2004 et donc des revenus
qui pour certains ont déjà été perçus. Si des mesures urgentes
doivent être prises, quelles seront-elles? L'administration a-t-elle
donné des instructions en vue de se mettre en conformité avant la
modification législative qui je l'espère va bientôt intervenir?

05.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,

monsieur Wathelet, à question technique, réponse technique! L'avis,
dont la teneur a été rappelée par vous-même, a été publié à la
demande expresse des services de la Commission européenne.
Dans un courrier du 10 décembre 2003, les services de la
Commission ont signifié à la Belgique qu'ils prenaient acte du fait que
le gouvernement belge acceptait leur point de vue selon lequel l'article
205, §2 du Code 92 n'est pas conforme à la directive 90/435 en ce
sens qu'il ne permet pas la déduction des dividendes distribués par
une filiale établie dans un autre Etat membre de la partie des
bénéfices de la société mère constituée en certaines dépenses non
déductibles.

Quant aux modalités, la lettre susvisée précise que les services de la
Commission peuvent accepter que la modification souhaitée soit
effectuée dans le cadre de la transposition dans le droit belge de la
directive 2003/123 du Conseil du 22 décembre 2003 modifiant la
directive 90/435 du Conseil du 23 juillet 1990 concernant le régime
fiscal commun applicable aux sociétés mères et filiales d'Etats
membres différents, mais au plus tard le 1

janvier 2005 et à la

condition que l'administration compétente informe, avant le 1

février

2004, les contribuables belges, par exemple, par un message publié
sur le site web du SPF Finances et ce, du fait qu'elle n'appliquera plus
la disposition en cause dans la mesure où elle est contraire au droit
communautaire.

Comme vous le relevez, l'avis a été publié à partir du 30 janvier 2004
et maintenu pendant plusieurs mois sur la page d'accueil du site du
SPF Finances à la rubrique reprenant les nouveautés placées sur le
site. Je confirme si nécessaire que le retrait de cet avis résulte
uniquement de la mise à jour périodique de cette rubrique d'actualité
par le gestionnaire du site et que l'intention du gouvernement reste
bien entendu d'adapter les dispositions de l'article 205, §2 du Code 92
à la directive 90/435 et de transposer en droit interne la directive
2003/123.

A cet effet, comme annoncé dans l'avis, l'entrée en vigueur des
dispositions modificatives de l'article 205, §2 du Code 92 est prévue à
partir de l'exercice d'imposition 2005, compte tenu des termes
prérappelés de la décision de la Commission européenne du 10
décembre 2003. De la sorte, la non-limitation de la déductibilité à titre
de RDT des dividendes visés par la directive sera déjà applicable aux
dividendes perçus au cours de la période imposable se rattachant à
l'exercice d'imposition 2005, en évitant de la sorte une application
rétroactive des mesures modificatives aux déclarations à l'impôt des
sociétés relatives à l'exercice d'imposition 2004, lesquelles doivent
déjà avoir été souscrites dans la plupart des cas.

05.02 Staatssecretaris Hervé

Jamar: In een brief van 10
december 2003 meldt de
Commissie dat ze nota heeft
genomen van het feit dat de
Belgische regering haar standpunt
aanvaardt, dat luidt dat artikel 205,
§ 2, WIB 92 niet conform is met de
richtlijn 90/435/EEG. De
commissie verklaart zich ook
akkoord met het feit dat de
wijziging doorgevoerd wordt in het
kader van de omzetting in Belgisch
recht van de Europese richtlijn.

Het advies werd op 30 januari
2004 bekendgemaakt en bleef
maanden op de website van de
FOD Financiën staan.

De inwerkingtreding van de
wijzigingsbepalingen is gepland
voor het belastingjaar 2005.

Deze maatregelen worden
opgenomen in een voorontwerp
van wet dat voornoemd artikel in
overeenstemming moet brengen
met de Europese richtlijn.

Een ontwerp van KB werd
eveneens opgesteld teneinde de
wijzigingen die door de richtlijn
2003/123/EG werden ingevoerd,
om te zetten.

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Les services de la Commission européenne n'ont pas émis de
remarque concernant le contenu de l'avis publié sur le site du SPF
Finances mentionnant cette entrée en vigueur.

Quant aux mesures elles-mêmes, elles font l'objet d'un avant-projet
de loi visant à adapter l'article 205, §2 afin de mettre ces dispositions
en conformité avec la directive 90/435 du Conseil du 23 juillet 1990 en
ce sens que la limitation, à concurrence de certaines dépenses non
admises, de la déductibilité à titre de RDT ne s'appliquera plus aux
dividendes susceptibles d'être déduits à ce titre et qui tombent dans le
champ d'application de cette directive.

Par ailleurs et pour terminer , un projet d'arrêté royal a également
été rédigé afin de transposer au niveau des articles 106 et suivants de
l'arrêté royal Code 92 organisant la renonciation à la perception du
précompte mobilier, les modifications introduites par la directive
2003/123 du Conseil du 22 décembre 2003. Une entrée en vigueur
par phases successives est prévue à cette fin, conformément aux
dispositions de la directive.

Cette réponse est peut-être fastidieuse et technique mais il était
important que cela soit dit.

05.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le secrétaire d'Etat, je

vous remercie pour votre réponse. Néanmoins, il y a quelque chose
que je ne comprends pas. En décembre 2003, la Commission vous
indique par courrier que vous ne devez pas modifier l'article 205, §2,
que vous pouvez le faire dans le cadre de la transposition de la
directive et ce, pour le 1

janvier 2005.

Cependant, si tel est le cas, cela concernera des revenus 2004. Vous
devez donc en informer le contribuable belge par le biais d'un avis sur
le site internet par exemple. C'est d'ailleurs ce qui a été réalisé peut-
être un peu tard étant donné que cela date du mois de février mais
cela respecte les délais du 1

février 2004 jusqu'au 16 juin 2004.

Mais, le 17 juin 2004, celui qui se rendait sur le site du SPF Finances
n'a pas été informé. Il en est de même pour ceux qui se rendront sur
le site jusqu'au 31 décembre 2004. Or, cela se rapporte à des
revenus de 2004! Je ne comprends donc pas la justification du retrait
de cette mention sur le site alors qu'elle avait toujours pleinement ses
effets et que cela répondait toujours à une demande de la
Commission d'avertir le contribuable par le biais d'un site internet
jusqu'au 31 décembre de cette même année!

05.03 Melchior Wathelet (cdH):

Ik begrijp niet waarom het bericht
van de site werd verwijderd
aangezien het nog volledig van
kracht was op dat ogenblik en het
aan een vraag van de Commissie
beantwoordde.

05.04 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Il s'agit de l'actualisation des

nouveautés. Cette mention est restée plusieurs mois. La gestion du
site est telle que d'autres informations apparaissent. Je crois que les
personnes ou les sociétés concernées par cette mention ont pu avoir
accès pendant plusieurs mois à cette information et à mon avis, ils
s'y intéressaient.

Si on entre dans le droit pur, il faut savoir que la publication par site,
par brochure ou que sais-je encore, n'est pas encore un mode de
communication légal comme une parution au Moniteur belge. C'est
très bien de le faire mais il faut qu'un site reste lisible. Si on garde sur
une durée d'une année toutes les nouveautés ou toutes les
interprétations fiscales sans nettoyer le site avec les informations les
plus récentes, on risque d'aboutir à un site totalement illisible. Le

05.04 Staatssecretaris Hervé

Jamar: Het was enkel de
bedoeling een en ander te
actualiseren. Een site moet
leesbaar blijven en informeren via
dit kanaal is nog niet wettelijk
verplicht. We hebben de periode
nageleefd die door de Commissie
is opgelegd.

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gestionnaire du site a donc estimé qu'après 4 ou 5 mois, ceux qui
étaient concernés par cette législation avaient été susceptibles d'être
informés. C'est une question d'appréciation de fait.

05.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, dans ce cas il

y a quand même une situation spécifique. En effet, une sorte d'accord
a été passé avec la Commission. C'était donc la contre-partie
demandée par cette dernière pour accepter que l'article 205 ne soit
pas modifié et qu'une adaptation ait lieu dans le cadre de la
transposition de la directive. Toutefois, elle demandait que l'annonce
de cette adaptation figure sur le site. Si on avait voulu une véritable
protection juridique du contribuable belge, il était possible de modifier
l'article 205 dès le début de cette année.

05.06 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: (...) Là on se situe en juin

2004. Cela a été fait durant la période temps de imposée par la
Commission.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nr. 4436 van de heer Arens wordt uitgesteld. Vraag nr. 4440 van de heer de Donnea
wordt uitgesteld.

06 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la volonté

du gouvernement belge de baisser les accises" (n° 4444)

06 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"het voornemen van de regering om de accijnzen te verlagen" (nr. 4444)

06.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, vous

permettrez que je m'adresse au ministre parce qu'il est directement
concerné. Ma question a trait à une séance plénière qui s'est déroulée
le jeudi 28 octobre dernier dans le cadre des questions d'actualité.
Vous m'aviez annoncé, monsieur le ministre, que vous introduiriez
une discussion au sein du Conseil des ministres des Finances de
l'Union européenne concernant la volonté du gouvernement de
réduire les accises sur les produits pétroliers en Belgique suite à
l'annonce faite par le premier ministre sur la question.

Je vous rappelle, monsieur le ministre, que vous aviez pris
l'engagement lors du Conseil des ministres des Finances du 21
octobre dernier de ne pas prendre de mesures unilatérales suite à la
hausse des prix du baril. L'annonce faite par le premier ministre était
déjà en désaccord avec cet engagement.

Vous m'aviez confirmé le 28 octobre qu'effectivement vous vous étiez
engagé ainsi avec vos autres partenaires du Conseil Ecofin à ne
prendre aucune mesure unilatérale, et vous m'aviez confirmé
également que vous aviez tendu la perche à M. le ministre Sarkozy. Il
avait proposé, lui, de permettre aux États de prendre des mesures
unilatérales suite à la hausse du prix du baril, mais vous avez suivi les
autres ministres des Finances et vous vous êtes engagé
politiquement, vu qu'il n'y a aucune obligation légale issue du traité, à
ne prendre aucune mesure unilatérale en cette matière.

Or, on apprend par la presse que lors de la réunion des ministres des
Finances de ce mardi 16 novembre, ceux-ci se sont engagés une
nouvelle fois à mener des politiques coordonnées en réaction à

06.01 Melchior Wathelet (cdH):

Ik richt me tot de minister, wie
deze vraag rechtstreeks aan-
belangt. Na de verklaringen van de
premier over een daling van de
accijnzen op aardolieproducten,
kondigde u op 28 oktober aan dat
u die aangelegenheid op de Raad
van ministers van Financiën van
de Europese Unie zou aankaarten.
Tijdens de Raad van 21 oktober
ging u echter de politieke
verbintenis aan geen eenzijdige
maatregelen te zullen nemen.
Tegelijkertijd verwierp u het
voorstel van uw toenmalige Franse
collega, die de lidstaten wilde
toelaten maatregelen te nemen
om het hoofd te bieden aan de
stijging van de olieprijzen.

Tijdens de vergadering van de
ministers van Financiën van 16
november 2004, werd afgesproken
dat terzake een gecoördineerd
beleid zou worden gevoerd, maar
dat wel nationale maatregelen
konden worden genomen ten
voordele van de minstbedeelden.

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'envolée des prix du pétrole. Il n'y a donc que la possibilité de
mesures unilatérales en faveur des catégories les plus pauvres. Dans
le même temps, le projet de loi-programme, tel qu'adopté en Conseil
des ministres, entérine le projet d'instaurer le système du cliquet
inversé qui permettrait d'utiliser les recettes supplémentaires de la
TVA sur les produits pétroliers pour une réduction d'accises.

Monsieur le ministre, nous nous demandons quelle est la logique de
cette décision. D'une part, vous souhaitez coordonner vos politiques
avec vos partenaires ministres européens et, d'autre part, vous
décidez d'accorder des exceptions à caractère exceptionnel quand le
besoin s'en fait sentir.

Je suis satisfait de ce que le gouvernement soit attentif à ne pas
s'enrichir sur le dos des consommateurs suite à la hausse du cours
du pétrole. Malheureusement, c'est déjà le cas. En 2004, les recettes
supplémentaires de TVA dues à l'augmentation du prix du pétrole
augmenteront, et c'est le dernier chiffre que j'ai, à hauteur de 87
millions d'euros. Or, le gouvernement repousse l'utilisation de cette
mesure pour une hausse future des cours plutôt que pour l'utilisation
des recettes supplémentaires de la TVA effectuées en 2004.

Le premier ministre annonce de manière spectaculaire vouloir geler
les accises sur le pétrole mais cette décision ne prendra effet que lors
d'une hausse ultérieure, sans égard à la hausse actuelle. La hausse
que nous avons connue, il y a quelques semaines, n'était-elle pas
suffisante pour prendre ce type de mesure?

Par ailleurs, je m'étonne que cette question n'ait fait l'objet d'aucune
discussion au sein du Conseil des ministres Ecofin, contrairement à
l'engagement que le ministre des Finances avait pris devant moi ce
28 octobre.

Enfin, j'imagine que c'est un souci de cohérence qui pousse le
gouvernement à d'abord prendre comme première mesure, en juillet
2003, la décision d'instaurer un mécanisme de cliquet sur les accises,
pour ensuite instaurer une autre mesure de cliquet inversé, seize
mois plus tard! Où est la logique?

En résumé, nous manifestons ici notre étonnement par rapport à une
mesure annoncée par le gouvernement, manquant à la fois de bon
sens, de responsabilité et de sens de la cohésion au niveau
européen.

Tegelijkertijd bekrachtigt het
ontwerp van programmawet dat
door de Ministerraad werd
goedgekeurd de invoering van een
omgekeerd cliquetmechanisme,
waardoor de extra BTW-
inkomsten op aardolieproducten
kunnen worden gebruikt om de
accijnzen te verminderen.

Ik heb dus de indruk dat u
enerzijds probeert een Europees
gecoördineerd beleid te voeren en
dat u anderzijds uitzonderings-
maatregelen aanneemt. Het
verheugt me dat de regering geen
extra inkomsten wil halen uit de
stijging van de olieprijzen. Ik wijs
er echter op dat zulks hoe dan ook
het geval is, aangezien de extra
BTW-inkomsten die uit die
prijsstijging voortvloeien voor 2004
al 87 miljoen euro bedragen. De
bevriezing van de accijnzen die
door de eerste minister wordt
aangekondigd, geldt echter enkel
voor latere prijsstijgingen. Is de
bestaande prijsstijging dan geen
voldoende reden om maatregelen
te nemen?

Ondanks de belofte van de
minister van Financiën werd deze
materie niet binnen de Ecofin-
ministerraad besproken.

In juli 2003 voerde de regering een
cliquetmechanisme op de
accijnzen in; vandaag kondigt zij
een omgekeerd
cliquetmechanisme aan. Ik begrijp
de logica niet van een redenering
die niet getuigt van gezond
verstand, verantwoordelijkheidszin
of samenhang op Europees
niveau.

06.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Lors de l'Eurogroupe du 20

octobre dernier, le ministre français des Finances a prononcé un
plaidoyer visant à stopper l'hémorragie provoquée par le
renchérissement des prix des produits pétroliers sur les marchés
internationaux. Il a proposé de redistribuer le surplus des recettes
TVA acquises à la suite des augmentations en cascade des prix.

Toutefois, lors de l'Ecofin du 21 octobre, la Commission européenne
a souhaité, si une mesure devait être prise en ce domaine, qu'il ne
soit pas accepté de mesures unilatérales d'un Etat membre mais une
mesure structurée au niveau de tous les Etats membres de l'Union

06.02 Staatssecretaris Hervé

Jamar: Tijdens de Eurogroep van
20 oktober jongstleden stelde de
Franse minister van Financiën
voor het teveel aan BTW-
inkomsten ten gevolge van de
hogere olieprijzen te herverdelen.
Tijdens de Ecofin-ministerraad van
21 oktober gaf de Europese
Commissie evenwel de voorkeur
aan een gestructureerde maat-

23/11/2004

CRIV 51

COM 406

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

européenne. C'est la raison pour laquelle le gouvernement belge a
inscrit dans le projet de loi-programme une disposition légale
permettant, si le besoin et l'urgence s'en faisaient sentir, de prendre
une mesure rapide permettant de venir en aide à la population. Il va
de soi que cette mesure ne serait prise qu'après concertation avec la
Commission européenne, c'est important.

Comme vous le signalez si bien dans votre question, il doit s'agir
d'une mesure exceptionnelle prise à un moment crucial pour notre
population. Et qui dit mesure exceptionnelle suppose une mesure ne
suivant pas le système suivi en régime normal, ce régime normal
étant remis en place lorsque l'exception n'a plus aucune raison d'être.

Il y a lieu aussi de tenir compte du fait qu'au moment de ces
discussions, le prix maximum autorisé à la pompe du gasoil routier
était de 1,0023/litre, alors que, quelques semaines auparavant, il
était de 0,85/litre. Depuis lors, le prix de ce carburant est descendu à
0,9320/litre, et ce depuis le 9 novembre. Les éventuelles mesures à
prendre souffrent donc moins, vous le constaterez comme moi, d'une
certaine urgence. Nous pouvons tous nous réjouir de cette nouvelle
baisse.

En ce qui concerne le système actuel de cliquet, faut-il rappeler qu'il
émane d'une disposition de la loi-programme du 5 août 2003 dont le
but était de répondre aux accords de Kyoto ratifiés au mois de mai
2002, par lesquels la Belgique s'était engagée à réduire, d'ici 2010,
les émissions de gaz à effet de serre de 7,5% par rapport au niveau
de 1990? Le gouvernement avait décidé de suivre une double voie: la
première, incitant les divers secteurs à adopter des technologies plus
efficaces en matière énergétique, la seconde en opérant en matière
de transport un glissement radical des coûts fixes vers les coûts
variables.

Le but du système cliquet est donc d'augmenter la taxation des
carburants en compensation de la diminution de la taxe
compensatoire des accises, le coût réel de l'opération devant
conduire les automobilistes à moins utiliser leur véhicule et donc à
polluer moins.

Il faut tenir compte du fait qu'arrêter le système cliquet normal mis en
place nuirait, sur le plan budgétaire, à la suppression programmée et
effective de la taxe compensatoire des accises.

C'est la raison pour laquelle le gouvernement a prévu un système de
cliquet inversé qui permet seulement, en fait, de ne pas percevoir la
TVA supplémentaire engendrée par les hausses de prix. La
philosophie n'est donc pas la même que pour le cliquet dit normal.

Enfin, je me dois de signaler que je ne mets pas les autres ministres
des Finances européens devant le fait accompli - c'est Didier
Reynders qui s'explique en l'occurrence - puisqu'il s'agit d'une mesure
préventive qui permet d'enclencher le moment venu un mouvement
visant à ne pas percevoir la TVA engendrée par la hausse du prix, et
ce en accord avec ce qui sera décidé au niveau européen.

En définitive, monsieur Wathelet, ce qu'il faut retenir, c'est la
différence de philosophie et de contexte au moment où ces décisions
de cliquet dit normal ou de cliquet dit inversé ont été retenues par le

regel op het niveau van alle
Europese lidstaten.

De Belgische regering heeft dan
ook een bepaling in het ontwerp
van programmawet opgenomen
waardoor zij snel maatregelen kan
treffen indien dit nodig of dringend
is. Een dergelijke maatregel zou
vanzelfsprekend pas na overleg
met de Europese Commissie
worden aangenomen en zou als
uitzondering gelden. Het spreekt
voor zich dat het gewone stelsel
opnieuw zou worden ingesteld van
zodra de uitzonderingsmaatregel
geen bestaansreden meer heeft.

In de week voor de besprekingen
was de maximumprijs van diesel
van 0,85 euro/liter naar 1,0023
euro/liter gestegen. Sindsdien
daalde de prijs ervan weer naar
0,9320 euro/liter.

Het cliquetmechanisme waarin de
programmawet van 5 augustus
2003 voorzag was een reacties op
het Kyoto-akkoord en in het
bijzonder op de door België
aangegane verbintenissen inzake
de uitstoot van broeikasgassen.
De door de regering gekozen weg
bestond er in de overgang naar
doelmatiger technologieën inzake
energie aan te moedigen en een
radicale verschuiving van de vaste
kosten naar de variabele kosten
inzake vervoer te laten
plaatsvinden. Het cliquet-
mechanisme strekte ertoe het
gebruik van voertuigen te
beperken via een verhoging van
de belasting op brandstoffen om
de vermindering van de
accijnscompenserende taks goed
te maken.

Op begrotingsniveau zou het
beëindigen van het normale
cliquetstelsel de geplande en
feitelijke afschaffing van de
accijnscompenserende taks in het
gedrang brengen. De regering
heeft dan ook in een omgekeerd
cliquetmechanisme voorzien dat
de mogelijkheid biedt de uit de
prijsstijgingen voortvloeiende extra

CRIV 51

COM 406

23/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ministre et le gouvernement, toujours en concertation préalable avec
la Commission européenne, puisque c'était là aussi une de vos
questions essentielles.

BTW niet te innen

Het gaat om een preventieve
maatregel waartoe in overleg met
de ministers van Financiën van de
EU zal worden beslist zo dat nodig
mocht blijken.

Uiteindelijk kaderen het normale
cliquetsysteem en het omge-
keerde cliquetsysteem in een
verschillende filosofie en een
verschillende context. De minister
en de regering hebben na overleg
met de Europese Commissie voor
die maatregelen gekozen.

06.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, j'en

arrive à la même conclusion que le 28 octobre quand j'avais posé
cette question au ministre: en s'engageant le 21 octobre auprès des
autres ministres des Finances à ne pas prendre de mesures pour
répondre à la hausse du prix du baril, alors que le ministre Sarkozy,
comme vous l'avez rappelé, avait fait des propositions en ce sens, le
ministre des Finances s'est trouvé pieds et poings liés face aux
instances européennes. Il n'a pas pu répondre à la hausse du prix du
baril qu'on a connue. La meilleure preuve, c'est que le premier
ministre s'est rendu compte il y a quelques semaines que la situation
était vraiment critique, étant donné que c'est lui-même qui est monté
au créneau pour dire que le prix du baril était tel qu'il fallait prendre
des mesures, qu'il fallait trouver des solutions. C'est alors qu'on s'est
rendu compte que le ministre des Finances s'était engagé auprès de
ses homologues européen quelques jours plus tôt, le 21 octobre, à ne
rien faire.

À l'heure actuelle, il est toujours pieds et poings liés, en tout cas sur le
plan politique. Comme vous l'avez dit vous-même, en cas de hausse
abrupte qui permettrait au cliquet inversé d'entrer en application, il
faudrait encore une concertation avec la Commission. Cela veut dire
que ce système reste tout à fait hypothétique.

Faire passer dans les médias une communication indiquant qu'on a
trouvé une solution à toute future hausse du prix du baril, c'est faux,
parce que cela reste hypothétique et parce que l'on restera pieds et
poings liés dans le cadre de l'accord conclu entre les ministres des
Finances européens, ce 21 octobre, ce qui nous a déjà empêchés de
prendre les mesures nécessaires lors de la précédente hausse du
prix du baril intervenue il y a quelques semaines.

06.03 Melchior Wathelet (cdH):

Ik betreur dat de minister van
Financiën zich er tegenover zijn
Europese ambtgenoten toe
verbonden heeft geen enkele
maatregel te nemen om op de
stijging van de olieprijzen in te
spelen. Hij beschikt thans over
geen enkele speelruimte meer ten
aanzien van de Europese
instanties. Vervolgens was de
eerste minister verplicht zelf op de
stijging van de olieprijzen te
reageren. Het is trouwens bij die
gelegenheid dat men heeft
vastgesteld dat de minister van
Financiën die verbintenis op 21
oktober was aangegaan.

In geval van plotse stijging van de
olieprijzen, zal over de toepassing
van het cliquetsysteem nog
overleg met de Commissie
moeten worden gepleegd.

Die maatregel blijft dus erg
onzeker en zou aan de media niet
als een oplossing voor elke
toekomstige verhoging mogen
worden voorgesteld.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Aan de agenda staat thans vraag nr. 4451 van de heer Van Campenhout. Hij is evenwel niet
aanwezig. Deze vraag wordt dus geschrapt.

De vragen nrs. 4458 van de heer Delizée, 4461 van de heer Mayeur en 4471 van de heer Verherstraeten
worden uitgesteld.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.27 uur.