CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 401
CRIV 51 COM 401
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
23-11-2004
23-11-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "le financement des ateliers protégés"
(n° 4298)
1
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de financiering van de
beschutte werkplaatsen" (nr. 4298)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "les services d'inspection" (n° 4299)
4
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de inspectiediensten"
(nr. 4299)
4
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Josée Lejeune à la ministre de
l'Emploi sur "la problématique du manque d'offre
dans le système des titres-services" (n° 4375)
6
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Werk over "het gebrekkige aanbod in
het stelsel van de dienstencheques" (nr. 4375)
6
Orateurs: Josée Lejeune, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Josée Lejeune, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "l'entreprise de services" (n° 4408)
8
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de dienstenonderneming"
(nr. 4408)
8
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "le Maribel social" (n° 4416)
11
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de sociale Maribel"
(nr. 4416)
11
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
l'Emploi sur "les premiers emplois pour les
groupes à risque" (n° 4443)
12
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "de startbanen voor
risicogroepen" (nr. 4443)
12
Orateurs: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
l'Emploi sur "la conversion des ALE en
entreprises de services" (n° 4445)
15
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "de verandering van PWA
naar dienstenonderneming" (nr. 4445)
15
Orateurs: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de l'Emploi sur "le plan social Sabena"
(n° 4476)
18
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Werk over "het sociaal plan Sabena"
(nr. 4476)
18
Orateurs: Servais Verherstraeten, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Servais Verherstraeten, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
23
NOVEMBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
23
NOVEMBER
2004
Voormiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.01 uur.
Voorzitter: de heer Hans Bonte.
Les questions et les interpellations commencent à 11.01 heures.
Président: M. Hans Bonte.
01 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de financiering van de
beschutte werkplaatsen" (nr. 4298)
01 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "le financement des ateliers protégés"
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik draag mijn vraag over het probleem van de beschutte
werkplaatsen al een tijdje met me mee.
Ik heb mijn vraag een paar weken geleden ook al gesteld aan de
minister van Sociale Zaken die mij een antwoord heeft gegeven
waardoor ik dacht dat het probleem was opgelost. Ik heb dat
antwoord in mijn kinderlijk geloof aan de sector doorgegeven die mij
liet weten dat mijn optimisme niet helemaal terecht was en dat het
probleem van de beschutte werkplaatsen nog niet helemaal was
opgelost.
Ondertussen is het koninklijk besluit waarnaar minister Demotte in zijn
antwoord verwees gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3
november. Er zijn echter een aantal zaken die niet helemaal kloppen.
De sociale secretariaten moesten voor eind oktober hun aangifte voor
het derde kwartaal van 2004 doen. Op dat ogenblik was het koninklijk
besluit nog niet gepubliceerd en hadden zij nog geen officiële kennis
van de wijzigingen die op 1 juli 2004 retroactief van kracht werden. De
vrees in de sector is groot dat er nieuwe bijpassingen nodig zullen
zijn. Mevrouw de minister, heeft uw dienst een zicht op het aantal
sociale secretariaten dat reeds met deze nieuwe regeling rekening
heeft gehouden? Als veel sociale secretariaten hiermee rekening
hebben gehouden, zou het aantal bijpassingen dat moet gebeuren
miniem kunnen zijn. Dat zou mij geruststellen.
Ten tweede, het KB bepaalt ook dat althans nieuwe mindervalide
werknemers die in een beschutte werkplaats werken niet langer een
werkloosheidsuitkering ontvangen, zoals dat vroeger wel het geval
was.
Dat was de onderliggende aanleiding voor de reeks vragen die ik
daaromtrent reeds heb gesteld. Volgens mij - u zult mij verbeteren als
01.01 Greta D'hondt (CD&V):
J'ai déjà interrogé le ministre
Demotte à ce sujet, et il m'avait
répondu que le problème était
réglé. Or, le secteur me signale
qu'il n'en est rien.
Si l'arrêté royal auquel M. Demotte
faisait référence dans sa réponse
a entre-temps été publié, un
certain nombre de problèmes
subsistent. Les secrétariats
sociaux devaient déposer leur
déclaration pour le troisième
trimestre de 2004 avant la fin du
mois d'octobre, mais l'arrêté royal
n'étant pas encore publié à cette
date, ils n'étaient pas au courant
des modifications qui s'applique-
raient rétroactivement à partir du
1
er
juillet. Je crains que cette
situation ne débouche sur une
nouvelle série d'adaptations.
La ministre peut-elle me
communiquer le nombre de
secrétariats sociaux ayant déjà
tenu compte des modifications
apportées? Si tel devait être le cas
pour la grande majorité des
secrétariats, je serai rassurée.
L'arrêté royal supprime le cumul
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
ik mij vergis - is dat geen neutrale situatie voor de
tewerkstellingskansen en de financiering van de beschutte
werkplaatsen. Is dat geen vorm van besparing, mevrouw de minister?
Werd de sector hierover geconsulteerd? Is de sector het daarmee
eens?
Ten derde, in het antwoord dat ik gekregen heb op 19 oktober, stelde
de minister dat de dotaties sociale Maribel gestort waren zoals
bepaald in het KB van 18 juli 2002. Op dat moment dacht ik dat het
probleem opgelost was, maar dat was te optimistisch. Het KB bepaalt
namelijk, in artikel 7, dat de stortingen uiterlijk op 5 juli moeten
gebeuren. Volgens de informatie waarover ik beschik, gebeurde dat
pas op 30 augustus. Een sector die het financieel niet onder markt
heeft, kunnen wij niet vragen dat hij voor wettelijke verplichtingen
kredieten voorschiet. Dat is mijn bekommernis.
Mevrouw de minister, klopt dat? Hoe is dat kunnen gebeuren? Ik dring
er vooral op aan dat zulks in de toekomst absoluut vermeden zou
worden, want leningen en kaskredieten zijn zeer duur en rekening
houdend met de financiële marge van de sector is dat niet te
verantwoorden.
Ten vierde wil ik het hebben over de storting van de bedragen die
moeten dienen om het gewaarborgd minimummaandinkomen te
dekken. De minister heeft me geantwoord dat de storting een
vertraging had opgelopen, omdat de RSZ niet in het bezit was van de
gegevens. Normalerwijs pas ik bij dat soort antwoord. Ik heb dat
echter gecheckt. Men bevestigt me het tegendeel en stelt dat op 2 à 3
uitzonderingen na in Brussel de rest van de sector de gegevens tijdig
had ingediend. Wegens 2 à 3 hardleerse instellingen mag men niet de
hele sector, die het reeds financieel moeilijk heeft, op zijn geld laten
wachten. Kunt u verduidelijken op welke manier een en ander in de
toekomst zal verlopen, mochten de enkele hardleerse instellingen,
naar verluidt in de Brusselse regio, hun gegevens met vertraging
blijven indienen?
Ten slotte kom ik tot de indexering van het plafond voor vermindering
voor de lage lonen. Als ik me niet vergis, had de Ministerraad beslist
dat een automatisme zou worden ingesteld, zodat het plafond voor de
vermindering voor de lage lonen automatisch geïndexeerd wordt. De
wetgever zou niet langer een initiatief hoeven te nemen maar wel de
Koning, in de feiten de minister. Indien de KB's voor die financieel
zwakke sector niet tijdig verschijnen, is de situatie zeer ernstig.
Er zou terzake een onderzoek gebeuren naar wat nog schortte om het
automatisme helemaal toe te passen. Mevrouw de minister, hoever
staat het met dat onderzoek?
des allocations de chômage avec
un emploi dans un atelier protégé.
Je pense que la mesure n'est pas
neutre en ce qui concerne l'emploi
dans les ateliers protégés et le
financement de ces derniers.
Cette mesure ne dissimulerait-elle
pas une forme d'économie? Le
secteur a t-il été consulté avant
son adoption?
Dans sa réponse du 19 octobre, le
ministre Demotte m'a assurée que
les dotations du Maribel social
avaient été versées comme le
prévoit l'arrêté royal du 18 juillet
2002. L'article 7 de cet arrêté royal
prévoit que ces versements
doivent être effectués pour le 5
juillet mais en réalité, ils n'ont été
exécutés que le 30 août. On ne
peut quand même pas demander
à un secteur en proie à des
problèmes financiers d'avancer
ces sommes. Comment cela a-t-il
pu arriver et comment va-t-on
éviter de telles situations à
l'avenir?
Le versement du revenu minimum
garanti accuserait du retard parce
que l'ONSS n'aurait pas reçu
toutes les données à temps. Il
ressort toutefois d'une enquête
menée auprès du secteur, qu'à
quelques exceptions près, tous les
ateliers protégés ont introduit leurs
données dans les délais. Un
secteur entier ne doit quand même
pas faire les frais de la
nonchalance de certains.
En ce qui concerne l'indexation du
plafond de la réduction pour les
bas salaires, le Conseil des
ministres avait décidé qu'elle serait
appliquée automatiquement.
L'arrêté royal en la matière n'est
toutefois pas prêt à temps. Quel
est l'état d'avancement de ce
dossier?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb er vandaag geen
zicht op hoeveel secretariaten met de nieuwe regeling
rekeninggehouden hebben omdat de RSZ die gegevens nog niet
heeft. Die gegevens worden nog volop verwerkt. Ik wil wel zodra die
gegevens er zijn ze aan u bezorgen.
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: J'ignore combien de
secrétariats sociaux ont tenu
compte des modifications puisque
l'ONSS ne dispose pas encore de
ces chiffres. Je les transmettrai à
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Sowieso, zelfs in gevallen waarin secretariaten nog geen rekening
hebben kunnen houden met de nieuwe regeling, zouden de gevolgen,
als die al ongunstig zouden zijn, minimaal zijn omdat enkel in het
geval dat de structurele lastenverlaging niet volledig kon worden
aangerekend, er een beperkt ongunstig effect is. Bovendien zal dat
via een gecorrigeerde aangifte bijna onmiddellijk kunnen worden
rechtgezet. Ik weet dat dit na de feiten is en ik vind het jammer dat het
zo moet gebeuren maar gelukkig is de schade, zeg maar, niet al te
groot.
De sector zelf ziet, in ieder geval volgens de communicatie aan mijn
kabinet, geen grote problemen in de afschaffing van de cumul van de
werkloosheidsuitkeringen en de tewerkstelling in een beschutte
werkplaats, in die zin dat dit niet echt een besparing is omdat de
werknemers die onder dergelijke cumulmaatregel vielen of toch de
meesten voor het merendeel nu vallen onder de toepassing van
SINE. Zelfs nieuwe werknemers zullen daar onder vallen. Het gaat
dus eigenlijk om het vervangen van een oud systeem door een nieuw
systeem waarbij niet voor 100% iedereen die vroeger onder het oude
stelsel viel ook in het nieuwe zal vallen. Er zullen er een paar uitvallen;
er zullen er een paar bijkomen in het nieuwe systeem. Maar nergens
gaat het om een besparingsmaatregel. U zult niet één cent in de
begroting terugvinden die wij zo hebben kunnen besparen.
Wat uw derde vraag betreft, artikel 7 van het koninklijk besluit van 18
juli 2002 is niet van toepassing op de dotaties aan die beschutte
werkplaatsen voor het tweede semester van 2004 omdat die dotaties
hun rechtsbasis vinden in de bepalingen die zijn opgenomen in de
programmawet van 9 juli 2004.
Dat is de reden, maar normaal gezien zou het wel zo zijn geweest.
Voor de correctie van het vierde kwartaal van 2003 heeft de RSZ mij
op 5 november 2004 de nodige gegevens bezorgd. Ik heb aan mijn
administratie gevraagd om die gegevens onmiddellijk in een
ministerieel besluit te laten verwerken. Na advies van de Inspectie van
Financiën en het akkoord van de minister van Begroting, zullen de
nodige betalingen hoe dan ook worden verwerkt. Sowieso kon de
RSZ de rekeningen niet afsluiten alvorens over alle gegevens te
beschikken.
Het koninklijk besluit dat voorziet in de indexering van het plafond
voor de vermindering van de lage lonen is in voorbereiding en zal
zeker op tijd worden afgewerkt. Het belangrijkste dat ik kan afleiden
uit al uw vragen en opmerkingen is dat de regeling vandaag veel te
complex is. Dat is ook de reden waarom mijn voorganger, de heer
Vandenbroucke, alsook minister Demotte aan de RSZ hebben
gevraagd na te denken over en voorstellen te doen voor een
vereenvoudiging die eigenlijk ook moet zorgen voor een aantal
structurele oplossingen waardoor de problemen die zich thans
voordeden, niet meer zouden mogen voorkomen.
l'auteur de la question dès qu'ils
m'auront été communiqués. Les
conséquences resteront limitées
même si les secrétariats n'en ont
pas tenu compte et une
déclaration corrigée permettra de
rectifier immédiatement certains
éléments.
Le secteur ne s'oppose pas à la
suppression du cumul d'alloca-
tions de chômage avec un emploi
dans un atelier protégé. Il s'agit
d'une opération totalement neutre
sur le plan budgétaire, il n'est pas
question d'économies.
L'article 7 de l'arrêté royal du 18
juillet 2002 ne s'applique pas aux
dotations des ateliers protégés
parce que celles-ci trouvent leur
fondement légal dans la loi-
programme du 9 juillet 2004.
L'ONSS m'a communiqué les
données nécessaires à
la
correction du quatrième trimestre
de 2003. J'ai demandé à mon
administration d'intégrer le plus
vite possible ces données dans un
arrêté ministériel.
L'arrêté royal relatif à l'indexation
du plafond en vigueur pour la
réduction des cotisations
patronales pour les bas salaires
est en préparation et sera prêt en
temps voulu.
La réglementation actuelle est
manifestement trop complexe. J'ai
donc demandé à l'ONSS de
réfléchir à sa simplification.
01.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal dit
nogmaals meedelen aan de betrokken sector. Ik denk dat wij geen
andere betrokkenen zien dan degenen die met uw kabinet contact
opnemen en degenen die ik ken.
01.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
ferai parvenir au secteur la
réponse fournie par la ministre.
L'administration n'aurait pas
encore terminé d'intégrer les
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik verzoek u evenwel aandacht te schenken aan de verwerking van
de gegevens. Het komt mij immers vreemd voor dat de administratie
nu nog bezig zou zijn met de verwerking van de gegevens. Uit de
informatie waarover ik beschik, blijkt duidelijk dat men reeds
beschikte over 98%, om niet te zeggen 99%, van de gegevens
betreffende die sector. Slechts de gegevens omtrent twee of drie
beschuttende werkplaatsen waren nog niet binnen.
Het is mogelijk dat die twee of drie laattijdige nu nog verwerkt moeten
worden, maar ik vind het niet erg kies dat die 98% of 99% andere
moeten wachten op die drie.
Ik ben blij als u zegt dat de sector akkoord gaat wat betreft de in het
koninklijk besluit ingeschreven afschaffing van die cumul. Mijn
persoonlijke ongerustheid zal dan waarschijnlijk niet gefundeerd zijn,
hoewel natuurlijk die besparing niet terug te vinden is in de begroting -
dat klopt. Het feit echter dat bepaalde mensen daardoor iets minder
gemakkelijk voor tewerkstelling in beschutte werkplaatsen in
aanmerking zullen komen, dàt is eigenlijk mijn vrees. De wetenschap
is namelijk dat mensen die niet in een beschutte werkplaats
terechtkunnen, ook heel weinig andere kansen in de reguliere
arbeidsmarkt hebben. Dat is spijtig genoeg nog altijd het geval.
Misschien moeten we daarover een andere keer debatteren. Het is
voor mensen met enige vorm van handicap zeer moeilijk. Op dat vlak
is het al jaren ter plaatse rust. Wij slagen er niet in dat aantal in de
reguliere arbeidsmarkt te verhogen. Ik neem er akte van dat u zegt
dat dit niet stuit op verzet van de sector. Zij kennen hun zaken het
best, dus ik zal daarop zeker geen commentaar meer geven.
Tot slot nog dit, mevrouw de minister. U zei dat u de gegevens pas op
3 november ontving. Welnu, ik hoop dat het koninklijk besluit, dat
moet volgen nadat u over alle gegevens beschikt, zo snel mogelijk
wordt uitgevaardigd en dat de betalingen vervolledigd kunnen worden.
Ik zal uw antwoord nogmaals bezorgen aan de betrokken sector en ik
hoop dat ik niet meer moet terugkomen op deze aangelegenheid.
données nécessaires au
versement des montants pour le
revenu mensuel minimum garanti
mais selon les informations dont je
dispose, 98% des ateliers
protégés ont envoyé leurs
données à temps. Je vous pose la
question: peut-on faire attendre
ces 98% à cause des 2% restants
qui sont en retard?
La suppression du cumul des
allocations de chômage et d'un
revenu lié à un emploi au sein d'un
atelier protégé est peut-être une
mesure neutre du point de vue
budgétaire mais elle compliquera
probablement les choses pour
certaines personnes qui cherchent
une place dans un atelier protégé.
Et c'est dommage car il s'agit de
personnes qui ne réussissent pas
à trouver du travail sur le marché
du travail ordinaire.
En ce qui concerne la correction
concernée, j'espère que l'arrêté
ministériel sera prêt dans les
meilleurs délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de inspectiediensten" (nr. 4299)
02 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "les services d'inspection" (n° 4299)
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn
uiterste best doen om binnen de timing te blijven. Ik meen dat de
problematiek de minister voldoende bekend is. Ik heb mij gebaseerd
op een aantal toch alarmerende publicaties die de voorbije weken
terzake verschenen zijn. Ik heb mijn vraag ook een beetje gespiegeld
aan de besluiten van de werkgelegenheidsconferenties van
Gembloux en Raversijde, het punt F van de speciale Ministerraden,
waarbij de versterking van de inspectiediensten aangekondigd werd.
Daar werd gezegd dat de Inspectie van de Sociale Wetten zou
versterkt worden met 29 sociale controleurs en 8 sociale inspecteurs
en dat ook de medische inspectie zou versterkt worden met een
aantal mensen. Ik heb de cijfers in mijn schriftelijke samenvatting
opgesomd. Na de Ministerraad in Raversijde heeft toenmalig
staatssecretaris Van Brempt een aantal teksten verspreid over haar
FARAO-plan, waarin ook aangekondigd werd hoeveel mensen er
02.01 Greta D'hondt (CD&V):
Lors des Conseils des ministres
extraordinaires de Gembloux et de
Raversijde, le gouvernement avait
décidé de renforcer les services
d'inspection. Or, il me revient
aujourd'hui que les inspections
technique et médicale disposent
de quatre inspecteurs à plein
temps de moins. Selon les
services d'inspection, pas moins
de 67 inspecteurs supplémen-
taires seraient nécessaires. Les
entreprises risquent de recevoir la
visite d'un inspecteur une fois tous
les 8,7 ans.
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
zouden bijkomen voor de technische en medische Inspectie. Maar
nu kom ik tot de gegevens die mij verontrusten vandaag stellen wij
vast dat de technische en medische inspectie 4 fulltime inspecteurs
minder telt dan 4 jaar geleden. Er zijn er 4 minder, in tegenstelling tot
de beloofde 14 extra. Eigenlijk, volgens de administratie, zijn er zelfs
67 extra nodig.
Een van de redenen voor de afname van het personeel zou zijn dat,
nadat er heel wat medewerkers werden aangeworven na de
Innovation-brand, eens het geheugen wat begint te verzwakken,
blijkbaar ook de capaciteit van de inspectiediensten begint te
verzwakken.
Wat mij vooral bekommert, is wat men mij intern, vanuit de
inspectiediensten, bevestigt: vandaag, november 2004, moeten
bedrijven eigenlijk maar rekening houden met 1 kans op 8,6 jaar dat
er een inspecteur bij hen zou binnenvallen.
Dat is wel heel erg. Ik vind het heel erg dat de belastingen daar niet
binnenvallen. Daardoor missen we geld dat we hard nodig hebben in
dit land. Ik vind het ook heel erg dat de medische en de technische
inspectie niet binnenvallen omdat de veiligheid en de gezondheid van
de werknemers ook heel belangrijk zijn. Dit heeft immers ook een
impact op de omgeving. Wat binnen de muren gebeurt, heeft ook
gevolgen op wat buiten de muren gebeurt. Mevrouw de minister,
hoever staat het nu met het engagement van Gembloux en
Raversijde? Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk ik het
vind dat wij kunnen beschikken over een goede medische en
technische inspectie. Wanneer zal dit terug worden opgekrikt?
Qu'en est-il en ce qui concerne la
mise en oeuvre des engagements
pris à Gembloux et à Raversijde?
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw D'hondt, er is inderdaad afgesproken om de
inspectiediensten te versterken. De afgesproken aanwervingen
gebeuren ook, maar het klopt dat er vandaag minder mensen in
dienst zijn dan begin dit jaar. Dat heeft te maken met, u haalde het
zelf aan, de pensioneringen.
De mensen die met pensioen gaan, moeten allemaal worden
vervangen. Ik heb daarop zowel mondeling als schriftelijk
aangedrongen bij de directie van de FOD. Het directiecomité van de
FOD komt samen op 28 november. Ik heb hen vrij duidelijk laten
weten dat ik op dat moment een positieve beslissing verwacht om alle
mensen die met pensioen zijn gegaan daadwerkelijk te vervangen.
U hebt ongetwijfeld gelijk als u daarop zou antwoorden dat men dit
vroeger had kunnen zien aankomen. Ik heb in ieder geval nu het
signaal gegeven en ik hoop dat daarop bijzonder snel zal worden
gereageerd.
Door de band genomen hebben bedrijven inderdaad de kans om om
de 8,6 jaar een bezoek te krijgen van de inspectie, maar ik wil daarop
twee zaken antwoorden om een en ander in het juiste kader te
plaatsen.
Ten eerste, inspectie is maar één element in de detectie en preventie
van problemen. Zelfs als inspecteurs elk jaar langskomen, zullen zijn
niet in staat zijn om alle problemen te voorkomen of te detecteren. In
02.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Les services d'inspection
seront en tout cas renforcés.
Plusieurs personnes sont en effet
parties à la retraite. J'ai insisté
auprès du comité de direction du
service public fédéral pour qu'elles
soient remplacées le plus
rapidement possible et j'attends
l'avis favorable que le comité
devrait rendre à ce propos lors de
sa réunion du 28 novembre.
D'un point de vue statistique, les
entreprises ne reçoivent la visite
de l'inspection que tous les 8,6
années. L'inspection ne constitue
toutefois qu'un élément de la
détection et de la prévention des
problèmes; il ne faut pas oublier le
rôle des conseillers en prévention
et des coordinateurs de sécurité,
entre autres. Par ailleurs, les
inspections sont autant que
possible ciblées, en fonction d'un
index d'inspection.
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
ons land is het natuurlijk zo dat de comités voor preventie en
bescherming goed werken en dat het optreden van
preventieadviseurs en veiligheidscoördinatoren minstens zo belangrijk
is, eigenlijk heel erg cruciaal, om ongevallen te voorkomen. Gelukkig
kunnen wij bogen op zo'n goede bescherming, vooraleer men moet
overgaan tot inspectie.
Ten tweede, wij proberen natuurlijk de inspecties zo gericht mogelijk
te doen. Daartoe bestaat een inspectie-index. Op basis van heel
objectieve parameters die gehaald kunnen worden uit bijvoorbeeld
verslagen van de comités, de jaarlijkse actieplannen of
inspectieverslagen uit het verleden, worden de bedrijven geselecteerd
waarvan de inspectie vermoedt dat zij wel eens een loopje zouden
kunnen nemen met de veiligheidseisen. Zij worden dan ook extra
gevolgd. Wij proberen dus een beetje slim te inspecteren.
Ik meen dat u meer dan gelijk had, wat de grond van uw vraag betreft.
Ik heb dan ook meteen in die richting opdracht gegeven aan de
diensten om de gepensioneerden te vervangen, want het is niet
omdat wij gericht inspecteren en ervoor zorgen dat er goed systeem
is aan de basis, dat wij niet moeten zorgen voor voldoende
inspecteurs.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
aanwezigheid van goede veiligheidscoördinatoren en adviseurs
binnen de ondernemingen, betekent, mijns inziens, niet dat er geen
inspecteurs moeten zijn. Het ene vult het andere aan.
Ik hoop, mevrouw de minister, dat er spoed zal worden achtergezet.
Samen met u volg ik deze problematiek van nabij. Mocht het nodig
zijn - hopelijk niet - kom ik hierop later terug.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): En
tout cas, il faut faire vite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, u blijft aan het woord voor een meer algemene vraag (nr. 4300) over de
superministerraden.
02.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vermoed dat
ik u gelukkig maak met de mededeling dat ik deze vraag voorlopig
intrek. Deze problematiek heeft te maken met de programmawet.
Mochten na de bespreking van de programmawet een aantal punten
onduidelijk blijven, zal ik niet nalaten een aangepaste vraag te stellen.
Op dit ogenblik is het zinloos de vraag te stellen omdat een aantal
punten - u hoort me niet zeggen tot mijn tevredenheid - in de
programmawet zijn opgenomen.
02.04 Greta D'hondt (CD&V): Je
retire provisoirement ma question
sur les super Conseils des
ministres (n° 4300), ce thème
étant abordé dans la loi-
programme.
03 Question de Mme Josée Lejeune à la ministre de l'Emploi sur "la problématique du manque d'offre
dans le système des titres-services" (n° 4375)
03 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Werk over "het gebrekkige aanbod in het
stelsel van de dienstencheques" (nr. 4375)
03.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, le gouvernement a beaucoup misé sur la réforme du
système des titres-services pour atteindre les objectifs chiffrés qu'il
s'est fixés en matière de création d'emplois. En réalité, sur les 60.000
nouveaux postes attendus d'ici la fin de la législature, près de la
03.01 Josée Lejeune (MR): De
hervorming van het stelsel van de
dienstencheques is een succes.
De vraag blijft almaar toenemen.
Het grote publiek heeft ingezien
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
moitié sont prévus dans le cadre des emplois de proximité.
Aujourd'hui, moins d'un an après l'entrée en vigueur du nouveau
dispositif, plus de 9.000 emplois ont déjà été créés. C'est donc une
réussite. La demande ne cesse de croître. Visiblement, le grand
public a parfaitement compris qu'on lui proposait désormais une
alternative valable à l'embauche non déclarée.
Madame la ministre, qu'en est-il de l'offre? Il se dit désormais que les
recrutements sont de plus en plus difficiles et les listes d'attente
s'allongent: 80 particuliers à Bruxelles, 120 en Wallonie et 40 en
Flandre. Au vu des chiffres du chômage, cette situation doit nous
alerter. Quel est le défaut du système? Qu'est-ce qui empêche le
travailleur de sortir du travail au noir dans ce secteur?
Faut-il parler de fatalité devant cette sorte d'engourdissement dans la
fraude sociale? Certains professionnels de l'intérim évoquent quant à
eux des raisons strictement matérielles. Le titre-service ne serait pas
assez rentable pour le travailleur et les avantages extralégaux
seraient méconnus. Madame la ministre, envisagez-vous d'intervenir
par ce biais? Pour ma part, j'estime que la flexibilité du travailleur doit
être stimulée. Certains refusent également de s'engager trop loin de
leur domicile. Sur ce point, on constate une différence avec les titres
ALE. N'y a-t-il pas là matière à les encourager financièrement à élargir
leur zone de recherche d'emploi?
Madame la ministre, je voudrais connaître votre sentiment sur cette
problématique.
dat die regeling een volwaardig
alternatief voor zwartwerk
betekent.
Hoe zit het met het aanbod? Naar
verluidt vindt men almaar
moeilijker gegadigden. Welke
tekortkomingen vertoont het
systeem? Hoe komt het dat
mensen niet willen stoppen met
zwartwerk?
Volgens beroepsmensen uit de
uitzendsector, zouden de
dienstencheques de werknemers
onvoldoende opleveren en zouden
de werknemers onvoldoende
weten dat zij ook recht hebben op
bijkomende voordelen.
Sommigen weigeren al te ver van
huis aan de slag te gaan. Zou men
hen er financieel niet moeten toe
aanmoedigen binnen een ruimere
actieradius naar werk te zoeken?
03.02 Freya Van den Bossche, ministre: Comme vous venez de
l'indiquer, madame, ce projet est en phase de croissance. Le système
recueille un grand succès, tant chez les utilisateurs dont plus de
100.000 ont déjà été inscrits que dans les entreprises parmi
lesquelles plus de 1.000 sièges ont déjà été reconnus.
Grâce au système des titres-services, certaines entreprises ont réussi
à résorber largement leur liste d'attente et à attirer de nouveaux
clients. On constate des douleurs de croissance comme, par
exemple, le fossé entre la demande, toujours en augmentation, et
l'offre insuffisante mais ce fossé s'amenuise de jour en jour.
Je ne parlerai pas d'une fatalité, d'une sorte d'engourdissement dans
la fraude sociale. Pour moi, c'est tout le contraire puisque plus de
10.000 travailleurs ont déjà trouvé le chemin vers les titres-services et
en sont en général très satisfaits. En tout cas, on constate très peu
d'insatisfaction au sujet du salaire. Les salaires bruts varient entre
1.400 euros et 1.615 euros par mois. Cette variation dépend du
secteur. La rémunération nette dépend évidemment de la situation
familiale du travailleur mais est intéressante.
En outre, s'y ajoutera à partir du 1
er
janvier 2005 une rémunération
nette supplémentaire par l'introduction d'un bonus "crédit emploi".
Lors des sessions d'information organisées par les ALE, on mettait
toujours en évidence les avantages sociaux en matière de protection
sociale et de développement des droits de pension. Par ailleurs, le
travailleur apprécie grandement la flexibilité relative aux heures de
travail.
03.02 Minister Freya Van den
Bossche: Er gaapt inderdaad een
kloof tussen de almaar toe-
nemende vraag en het
ontoereikende aanbod. Die kloof
verkleint echter met de dag.
Meer dan 10.000 werknemers
hebben de weg naar de
dienstencheques al gevonden.
Slechts weinigen onder hen zijn
ontevreden over de bezoldiging.
De brutolonen schommelen tussen
1.400 en 1.615 euro per maand.
Bovendien zal vanaf 1 januari
eerstkomend een aanvullende
nettovergoeding worden
uitgekeerd, en dit dankzij de
invoering van een werkbonus.
Het
probleem is dat de
werkzoekenden die snelgroeiende
markt niet goed kennen; vraag en
aanbod van werknemers moeten
op elkaar worden afgestemd. Dat
kan enerzijds gebeuren via een
intensievere begeleiding van de
werknemers in de PWA's, en
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Le problème est plutôt que les demandeurs d'emploi connaissent
encore mal ce marché en pleine croissance. Il faut absolument mieux
harmoniser la demande et l'offre de travailleurs. Cela peut se faire,
d'une part, en demandant une guidance et un accompagnement
encore plus intensif des travailleurs actuels dans des ALE au marché
des titres-services et, d'autre part, en demandant, en concertation
avec les ministres régionaux compétents et les services de placement
régionaux, une attention particulière pour ce secteur spécifique.
Comme je l'ai déjà indiqué, l'éventuel incitant financier est constitué
par le bonus "crédit emploi" à partir du 1
er
janvier 2005 et par la
protection sociale solide liée au statut de travailleur. Outre la
rémunération nette, le travailleur bénéficie également de l'avantage
important de la protection sociale et des possibilités en matière de
formation. Je suis donc disposée à examiner en compagnie des
acteurs quel programme de formation spécifique nous pouvons
mettre au point pour ce secteur et quels efforts nous pouvons livrer
afin de mieux informer les candidats travailleurs des avantages du
système.
anderzijds via overleg met de
ministers en de gewestelijke
bemiddelingsdiensten.
De werknemer ontvangt niet alleen
een nettovergoeding, hij kan ook
op sociale bescherming en
opleiding rekenen. Wat dit punt
betreft, ben ik bereid te
onderzoeken welke specifieke
opleidingsprogramma's mogelijk
zijn en welke inspanningen kunnen
worden gedaan om de kandidaat-
werknemers beter te informeren.
03.03 Josée Lejeune (MR): Je voudrais remercier Mme la ministre
pour sa réponse et vous soumettre une expérience personnelle. A
l'heure actuelle, il faut plus ou moins cinq semaines pour trouver un
travailleur dans le cadre des titres-services. Je parle de la province de
Liège et de la ville de Liège en particulier. Je pense qu'il y a un vrai
problème, que l'information n'est pas très claire, qu'il y a un manque
de concertation de la part des différents services. Le gouvernement a
peut-être intérêt à suivre ce dossier avec une vigilance et une
attention toutes particulières pour essayer d'atteindre les objectifs qu'il
s'est fixés.
Je voudrais également attirer l'attention de la ministre sur le fait que
dans le cadre des agences locales pour l'emploi, les travailleurs
avaient droit à une certaine somme pour couvrir les frais de
déplacement et que dans le cadre des titres-services, il n'y a aucun
frais de déplacement. Pour le travailleur prêt à travailler dans ce
système, il y a une perte. Il faudrait donc réfléchir à une solution pour
ces travailleurs.
03.03 Josée Lejeune (MR): Op
dit ogenblik duurt het in de
provincie Luik ongeveer vijf weken
om via het systeem van de
dienstencheques een werknemer
te vinden ; de informatie is niet erg
duidelijk en er is een gebrek aan
overleg tussen de betrokken
diensten.
Bovendien ontvingen de
werknemers van de PWA's een
terugbetaling voor hun reiskosten;
bij
het systeem van de
dienstencheques is dat niet het
geval. Daarvoor moet een
oplossing worden gevonden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de dienstenonderneming"
(nr. 4408)
04 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "l'entreprise de services" (n° 4408)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op het terrein is het bij de oprichting van een
dienstenonderneming niet altijd zo rechtlijnig af te bakenen wie
initiatief zal nemen, namelijk een lokaal bestuur of meerdere
gemeenten samen, dan wel een OCMW. Veel hangt dikwijls af van de
mensen op het terrein, van de dynamiek die bij de ene een beetje
groter is dan bij de andere.
Wanneer een of meer gemeenten samen in het kader van de
dienstencheques beslissen om een dienstenonderneming op te
starten, dan kunnen de gemeenten daarvoor een beroep doen op de
moeilijk te plaatsen werkzoekenden en de rechthebbenden op
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Si
une commune décide, seule ou
non, de créer une entreprise de
services, elle pourra engager
comme travailleurs des
demandeurs d'emploi difficiles à
placer et des bénéficiaires du
revenu d'intégration. Les mesures
SINE permettent de bénéficier en
même temps d'une allocation et
d'une réduction de charges
sociales. Depuis peu, les CPAS
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
leefloon als werknemers. Wij weten allemaal die discussie hebben
wij in deze commissie meerdere keren gevoerd dat het afhangt van
de mix van werknemers die er in de dienstenonderneming is of dat
financieel haalbaar is.
Via de SINE-maatregelen kan er tegelijkertijd een uitkering en een
sociale lastenvermindering genoten worden. Tot voor kort kon die
SINE-maatregel alleen niet gebruikt worden door de OCMW-diensten
die zich in de sociale economie lanceerden. Recentelijk kan dat wel,
wat ik persoonlijk een goede zaak vind. Dat is daarmee rechtgezet.
Daarmee wordt ook voor een deel de neutraliteit van de
initiatiefnemer tot de oprichting van een dienstenbedrijf gerealiseerd.
De reden van mijn vraag is de volgende. Het inzetten in het kader van
de tewerkstelling met dienstencheques van rechthebbenden op het
leefloon, volgens artikel 60, §7, met verhoogde federale toelage, blijft
tot vandaag alleen mogelijk binnen een sui generis afdeling van het
OCMW of van OCMW-verenigingen of van een OCMW-vereniging die
enkel dienstenchequeactiviteiten in haar statutaire doelstellingen
opneemt. Dienstenondernemingen opgericht door een gemeente of
meerdere gemeenten samen, kunnen dus geen beroep doen op
tewerkstelling volgens artikel 60, §7, met die verhoogde federale
toelage.
Dat bij de OCMW's de stap gezet is naar gelijkheid in het kader van
de SINE-maatregelen, daarover ben ik zeer tevreden.
Mevrouw de minister, ik heb de volgende twee vragen.
Welke argumenten blijven rechtvaardigen dat de SINE wel
toepasselijk gemaakt is voor de OCMW's, maar dat artikel 60, §7,
met verhoogde federale tegemoetkoming, niet op de gemeenten van
toepassing is?
Wilt u maatregelen overwegen of nemen opdat artikel 60, §7 met
verhoogde federale toelage, ook van toepassing zou kunnen zijn op
dienstenondernemingen die opgericht worden door gemeenten of
samenwerkingsverbanden van gemeenten?
actifs dans l'économie sociale
peuvent aussi bénéficier de ces
mesures.
Toutefois, l'engagement de
bénéficiaires du revenu d'intégra-
tion en mettant à profit une
subvention fédérale majorée aux
termes de l'article 60, paragraphe
7, ne reste jusqu'à présent
possible qu'au sein d'une section
sui generis du CPAS ou d'un
CPAS qui reprend uniquement des
activités de chèques-services
dans ses objectifs statutaires. Les
communes ne peuvent donc pas y
faire appel. La ministre envisage-t-
elle de prendre des mesures pour
remédier à cette situation?
04.02 Minister Freya Van den Bossche: De administratie van
Oostende is overeengekomen dat door de minister van Sociale
Economie erkende OCMW-diensten die aan sociale inschakeling
doen, toegang kunnen krijgen tot de SINE-maatregel bij aanwerving
van moeilijk te plaatsen werkzoekenden en leefloongerechtigden. De
toegang tot die verhoogde staatstoelage wordt geregeld door het KB
van 14 november 2002 en valt onder de bevoegdheid van de
staatssecretaris van Sociale Economie. Het toepassingsgebied wordt
geregeld via het MB dat de uitbreiding van sociale inschakeling naar
de OCMW-initiatieven moet regelen en dat hoort ook de
staatssecretaris van Sociale Economie toe. Volgens mijn informatie
wordt het ministerieel besluit zeer binnenkort trouwens in het Belgisch
Staatsblad gepubliceerd.
De toegang tot de SINE-maatregel, wat tot mijn bevoegdheid behoort,
werd geregeld door het KB van 21 september 2004, waardoor zowel
PWA's als erkende OCMW-diensten met ingang van 1 juni onder het
toepassingsgebied van SINE vallen. Sinds de publicatie op 1 oktober
04.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Les services CPAS
agréés par le ministre de
l'Economie sociale peuvent bénéfi-
cier de la mesure SINE lorsqu'ils
embauchent des demandeurs
d'emploi difficiles à placer et des
bénéficiaires du revenu d'intégra-
tion. La procédure qu'ils doivent
suivre est définie par l'arrêté royal
du 14 novembre 2002; son champ
d'application sera défini par un
arrêté ministériel qui sera publié
sous peu au Moniteur belge. Tout
cela est de la compétence de la
secrétaire d'Etat à l'Economie
sociale.
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
hebben alle PWA's hun SINE-attestering ook ontvangen. Voor de
toekenning van SINE-attesten aan erkende OCMW-diensten wachten
we eventjes op de afronding van de erkenningsprocedure, die is
opgestart door de staatssecretaris van Sociale Economie. Na afloop
van die erkenning worden de OCMW-diensten opgenomen in de lijst
van initiatieven die in aanmerking komen voor de sociale
tewerkstelling van leefloongerechtigden en gerechtigden op sociale
steun met verhoogde staatstoelage en krijgen zij ook automatisch via
mijn administratie een SINE-attest.
Voor zover de door gemeenten opgerichte diensten niet zijn
opgenomen in de door de staatssecretaris van Sociale Economie
aangehouden lijst in principe kan dat kunnen zij enkel een beroep
doen op sociaaltewerkgestelden zonder verhoogde staatstoelage. Ik
zal niet nalaten mijn collega Van Weert te vragen om te onderzoeken
of de mogelijkheid bestaat om door gemeenten erkende diensten ook
op te nemen in de lijst van sociale inschakelingsinitiatieven die in
aanmerking komen voor sociaaltewerkgestelden met verhoogde
staatstoelage.
Een eventuele erkenning door de staatssecretaris van Sociale
Economie in het kader van de verhoogde staatstoelage zou niet
automatisch voor gevolg hebben dat die initiatieven ook over een
SINE-attest beschikken, omdat de huidige SINE-reglementering dat
op dit moment niet toelaat. Dat is ook niet zo afgesproken in
Oostende.
Je suis compétente pour la
mesure SINE, qui a été incluse
dans l'arrêté royal du 21
septembre 2004. Pour ce qui
concerne l'octroi d'attestations
SINE à des services CPAS
agréés, nous attendrons la clôture
de la procédure d'agrément. Une
fois inclus dans la liste des
initiatives approuvées, ces
services recevront automatique-
ment une attestation SINE. Les
services qui n'auront pas été
intégrés dans la liste ne pourront
faire appel qu'à des employés
sociaux sans intervention majorée
des pouvoirs publics. Je
demanderai tout de même à la
secrétaire d'Etat Van Weert s'il
n'est pas possible d'inclure
également dans la liste les
services agréés par les
communes.
Il n'y a pas de lien automatique
entre le droit à une intervention
publique accrue et une attestation
SINE. Ce n'est d'ailleurs pas ce
dont nous sommes convenu à
Ostende.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, wat de SINE-
maatregel en de beperkingen ervan betreft, heb ik geen vragen. Ik
vind het natuurlijk een goede zaak dat die werd uitgebreid tot de
OCMW's. Ik zal de kunstmatige opsplitsing tussen de diverse
departementen en ministerposten natuurlijk nooit leren. Bij de
bespreking van de programmawet zal dat ook ter sprake komen.
Sociale economie zorgt voor volwaardig werk, ik kan dat niet genoeg
herhalen, en dat valt ook onder de minister van Werk. De regering
heeft beslist, om redenen die haar eigen zijn, dat op te splitsen maar
ik verlies wat dat betreft de pedalen. Ik zal terzake ook een vraag
stellen aan uw collega, de staatssecretaris van Sociale Economie.
Mevrouw de minister, volgens mij is de maatregel niet neutraal voor
een lokale overheid gemeenten of OCMW's - die in deze
problematiek op het terrein een initiatief neemt en de aanwervingen
doet gelet op de financiële vergoeding die men ervoor krijgt. Indien in
een gemeente het OCMW de meest dynamische en creatieve partij
is, is dat leuk meegenomen. Indien dat niet het geval is en de
gemeente de taak op zich neemt om een dienstenbedrijf op te richten,
mag dat financieel niet bestraft worden als hetzelfde doelpubliek
tewerkgesteld wordt. Dat is het probleem. Men mag de lokale werking
van een dienstenonderneming niet laten afhangen van eventuele
lokale en soms politieke strubbelingen. Op gemeentelijk niveau, zeker
als er bestuurd wordt door coalities, is het geen uitzondering dat de
OCMW-voorzitter een andere politieke tendens of gevoeligheid heeft
dan het gemeentebestuur en vice versa. Voor het welslagen van
dienstenondernemingen moet men zorgen voor een zo groot
04.03 Greta D'hondt (CD&V):
L'extension de la mesure SINE
aux CPAS est une bonne chose.
Mais je m'interroge sur la réparti-
tion artificielle des compétences:
pourquoi l'économie sociale, dans
le cadre de laquelle est pourtant
fourni de l'excellent travail, ne
relève-t-elle pas de la ministre de
l'Emploi?
Dans ces conditions, le fonction-
nement local d'une entreprise de
services est tributaire des
péripéties locales, voire même
parfois politiques. Les communes
et les CPAS devraient pouvoir
faire appel aux mêmes mesures et
avantages. Je vais interroger la
Secrétaire d'Etat Van Weert à ce
sujet.
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
mogelijke neutraliteit.
Ik herhaal dat ik staatssecretaris Van Weert terzake zal ondervragen.
Ik blijf hopen dat het over een vergetelheid gaat, die men nog niet
heeft rechtgezet. Ik hoop dat, omdat ik het geld nodig heb.
04.04 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw D'hondt, de
oplossing voor gemeenten is dat ze zich via de mogelijkheid die
gecreëerd werd, waardoor regio's buurt- en nabijheidsdiensten
erkennen, als dusdanig laten erkennen waardoor ze automatisch wel
recht hebben. Dat is mijn suggestie aan de gemeenten. Op die
manier hebben ze er wel weer recht op. Dat is een oplossing, evenwel
niet via ons georganiseerd.
04.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Les communes peuvent
faire reconnaître des services de
proximité afin que ces initiatives
jouissent des mêmes privilèges.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, ik kan getuigen dat die oplossing werkt.
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mocht het niet
werken, zou het geen oplossing zijn!
Willen we dienstenondernemingen maximale kansen geven, moeten
we er, mijns inziens, voor zorgen dat ze niet afhankelijk zijn van een
politieke meerderheid. Dienstenondernemingen moeten kunnen
worden opgericht, ook al staat slechts een deel van het
gemeentebestuur achter het project. Ik geloof in
dienstenondernemingen, omdat ze lokale werkgelegenheid
tewerkstelling voor laaggeschoolden kunnen genereren en tegelijk
mobiliteitsproblemen kunnen opvangen. Te veel obstakels moeten
zeker vermeden worden.
Ik herhaal dat ik de staatssecretaris zal vragen of zij bereid is dat te
regelen.
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Je
persiste à dire que les entreprises
de services ne doivent pas
dépendre d'une majorité politique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de sociale Maribel" (nr. 4416)
05 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "le Maribel social" (n° 4416)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik houd mijn
vraag aan, omdat ik na een vlugge lezing van de programmawet geen
aanzet van antwoord op mijn vraag heb gevonden. Misschien zal de
minister mij straks antwoorden dat ik het verkeerd voorheb.
Mevrouw de minister, men signaleert mij dat, terwijl de werkgevers uit
de social-profitsector tot nu toe konden rekenen op de voorafbetaling
van de sociale Maribel, de regering van plan zou zijn om dat vanaf
januari 2005 pas na verloop van een maand te betalen. Klopt dat? Het
verwondert mij, want dan zou ik daarover iets vinden in de
programmawet en de begroting. Ik stel mijn vraag, omdat de
ongerustheid groot is.
U kunt zeggen dat de maatregel snel vergeten is en dat het iedere
maand wordt terugbetaald, maar ik kan hier herhalen wat ik voor de
sector van de beschutte werkplaatsen heb gezegd. In die bedrijven
telt soms elke euro. Er is twee maanden verschil tussen
voorafbetaling of terugbetaling. Voor de ondernemingen uit die sector
is dat financieel niet neutraal.
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Le
gouvernement aurait l'intention de
ne payer le Maribel social à partir
de janvier 2005 qu'après
l'expiration d'un délai d'un mois
alors que le secteur est habitué à
recevoir un versement anticipé.
Cette information est-elle exacte?
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
05.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw D'hondt, de dotaties worden twee keer per jaar gestort aan
de fondsen voor de sociale Maribel. Vandaag gebeurt dat uiterlijk de
vijfde werkdag van de maand januari en de laatste werkdag van de
maand juni.
Wat zullen wij doen om het budgettair evenwicht in de sociale
zekerheid te vrijwaren, ermee rekening houdend dat in de afgelopen
jaren redelijk wat bedragen aan niet-gebruikte middelen telkens
werden teruggevorderd? Wij hebben beslist om vanaf 2005 de
dotaties maandelijks te storten voor 90%. Het resterende saldo van
10% zal in de loop van de maart van het jaar daarna worden gestort.
Volgens onze berekening houdt dat niet in dat de werkgevers uit de
social-profitsector het geld dat zij nodig hebben voor de financiering
van hun jobs later zullen ontvangen, net omdat er in de fondsen van
de sociale Maribel in de meeste gevallen nog altijd een voldoende
financiële marge ter beschikking is om een normaal betalingsritme
aan de werkgevers aan te houden.
Desondanks zijn de werkgevers- en werknemersorganisaties in de
social-profitsector vanzelfsprekend niet opgezet met de maatregel. Ik
begrijp dat. Samen met mijn collega Demotte heb ik de sociale
partners uitgenodigd om een alternatief voorstel uit te werken dat hun
beter ligt, maar natuurlijk hetzelfde doel moet nastreven, namelijk het
budgettair evenwicht van de sociale zekerheid vrijwaren en een stukje
ertoe bijdragen. Wij verwachten trouwens die voorstellen over een
aantal weken.
05.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Actuellement, les
dotations pour le Maribel social
sont versées le cinquième jour
ouvrable du mois de janvier et le
dernier jour ouvrable du mois de
juin. A partir de 2005, 90% des
dotations seront versées
mensuellement. Le solde de 10%
sera versé dans le courant du
mois de mars de l'année suivante.
Cette formule permet de
conserver l'équilibre budgétaire et
de maintenir une marge financière
suffisante dans la plupart des
fonds du Maribel social,
permettant ainsi aux employeurs
d'assurer un rythme de paiement
normal. Je comprends toutefois
qu'il s'agisse d'une matière
délicate pour le secteur. C'est
pourquoi M. Demotte et moi-
même avons invité les partenaires
sociaux à élaborer une proposition
de substitution.
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, wij zullen
waarschijnlijk volgende week daarover praten, want de maatregel is
niet neutraal. U zegt zelf terecht "in de meeste gevallen". Ik pleit er
dus niet voor dat de fondsen spaarbanken worden - daarvoor zijn zij
niet opgericht -, maar de social-profictsector en de Maribel zijn zeer
nuttige instrumenten gebleken voor het behoud en het creëren van
werkgelegenheid.
Ik pleit er dus voor en ik zal dat volgende week met nog veel meer
overtuiging doen om zeer beducht te zijn vooraleer er aan de
instrumenten gewijzigd wordt. Niet alle fondsen zijn spaarbanken. Er
zijn er ook andere.
Ik ben blij dat u de sector om alternatieven hebt gevraagd. Misschien
zullen we daar volgende week bij de bespreking of in de plenaire
vergadering al wat meer over weten. Ik zal daaromtrent volgende
week in discussie gaan met u, want de zaak ligt mij en overigens ook
de voorzitter, zoals hij wel weet, na aan het hart.
05.03 Greta D'hondt (CD&V):
Les fonds du Maribel social
constituent des instruments utiles
pour le maintien et la création
d'emplois et il est préférable de ne
rien y changer. Je discuterai
volontiers des autres solutions
avec la ministre la semaine
prochaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de startbanen voor
risicogroepen" (nr. 4443)
06 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "les premiers emplois pour les
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, in verband met 06.01 Nahima Lanjri (CD&V):
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
de startbanen voor risicogroepen is er onlangs een wijziging
aangebracht. Uit het evaluatieverslag van de Nationale Arbeidsraad
blijkt dat er op 5 maart 2004 onvoldoende cijfermateriaal aan de NAR
werd bezorgd. Er staat ook in dat de federale administratie
Werkgelegenheid vanaf 1 januari 2004 geen cijfergegevens over
startbanen meer bijhoudt. Dat vind ik toch een heel eigenaardige
zaak. Toch hoop ik dat u een antwoord kunt geven op mijn vragen.
Door het koninklijk besluit van 3 mei 2003 tellen bepaalde groepen
jongeren dubbel voor de berekening van de verplichting aan de
ondernemers 3% jongeren aan te werven in het kader van de
startbanen. Dat geldt, enerzijds, voor jongeren van buitenlandse
afkomst die wel of niet bruggepensioneerden vervangen en,
anderzijds, om gehandicapte jongeren. Die twee groepen jongeren
tellen dus dubbel. Die wijziging is er gekomen op vraag van de sociale
partners ter gelegenheid van het vorige interprofessioneel akkoord en
ook - dat bewijst nog eens het nut van cijfers - omdat gebleken is dat
toen de verplichting van 3% jongeren er eenmaal was, allochtonen en
gehandicapten echt ondervertegenwoordigd waren in die 3%. Daar
wou men iets aan doen. Vandaar die dubbeltelling.
Ik kom tot mijn vragen. Ten eerste, hoe komt het dat de administratie
geen gegevens meer bijhoudt over startbanen? Wie houdt die dan wel
bij? Want het lijkt mij wel echt nodig om het systeem te kunnen
evalueren en eventueel bij te sturen.
Ten tweede, kunt u aangeven, mevrouw de minister, of die maatregel
- de dubbeltelling van allochtone en gehandicapte jongeren - werd
nageleefd en in welke mate dat inderdaad geleid heeft tot meer
aanwervingen? Kunt u mij de cijfers daarvan geven? Hoeveel
allochtonen worden er nu bereikt, zowel in absolute cijfers als in
procenten? En hoeveel gehandicapten? Ziet men daar een duidelijke
stijging tegenover vroeger of niet?
Ten derde, welke andere maatregelen overweegt u om de
tewerkstelling van moeilijke doelgroepen - vooral dus allochtone
jongeren - te bevorderen? Ik meen dat ik in dat verband mag
verwijzen naar de vraag die ik eind september aan u gesteld heb over
de werkgroep inzake de tewerkstelling van migranten. Die is intussen
van start gegaan. U had mij beloofd dat u mij schriftelijk op de hoogte
zou houden van de werkzaamheden van die werkgroep. Daar ik van u
schriftelijk nog niets ontvangen heb, wil ik die vraag opnieuw
mondeling stellen. Misschien bent u het vergeten? Ik denk dat, want
de werkgroep is toch al een tweede keer bijeengekomen.
Dat zijn mijn drie vragen. Ik hoop dat u er mij heel concreet op kunt
antwoorden.
Une modification a été apportée
récemment à la réglementation
relative aux emplois d'insertion
professionnelle pour les groupes à
risque. Le rapport d'évaluation du
Conseil national du travail
comporte trop peu de chiffres. Je
m'étonne également de ce que le
SPF n'actualise plus ses chiffres
depuis le début de cette année. A
la demande des partenaires
sociaux, les jeunes d'origine
étrangère et les jeunes affectés
d'un handicap comptent double
depuis l'arrêté royal du 3 mai
2003.
Qui procède à l'actualisation des
chiffres? Le double comptage a-t-il
contribué à augmenter l'emploi?
Quelles autres mesures la ministre
envisage-t-elle pour les groupes-
cibles difficiles? Qu'en est-il des
activités du groupe de travail en ce
qui concerne l'emploi chez les
immigrés?
06.02 Minister Freya Van den Bossche: De FOD houdt inderdaad
geen gegevens meer bij over startbanen omdat de banenplannen
vereenvoudigd zijn vanaf 1 januari. Om de administratieve overlast
voor de werkgevers te verminderen moeten ze geen kopie van de
startbaanovereenkomst meer zenden naar de FOD. De gegevens
worden sowieso via de kwartaalaangifte aan de RSZ en RSZPPO
meegedeeld. De gegevens zijn dus wel beschikbaar, zij het dat wij er
niet op de oude manier over beschikken omdat we de administratieve
vereenvoudiging hebben doorgevoerd.
06.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le SPF ne tient plus de
chiffres à jour en raison de la
simplification administrative. Les
données parviennent désormais à
l'ONSS par trimestre. La double
prise en compte constitue un
stimulant supplémentaire mais il
est très difficile d'évaluer le succès
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Wat uw tweede vraagt betreft, die dubbeltelling is zegt mijn gezond
verstand en hoor ik hier en daar een extra stimulans voor
werkgevers, maar het succes van de maatregel is heel moeilijk te
meten. Waarom precies? Ten eerste weten we niet hoeveel
gehandicapten of allochtonen er voor 1 juli 2003 in het
startbanenstelsel zaten. Ten tweede, de antidiscriminatie- en
privacywetgeving verhindert het opzetten van een aantal
systematische adequate statistieken. Problemen om het specifieke
doel van statistieken te bereiken zijn dat de werkgever bij aanwerving
niet mag kijken naar afkomst en, ten tweede, dat we bij kruising van
aangiftegegevens en rijksregister enkel gegevens krijgen over
allochtonen met een niet-Belgische nationaliteit. De genaturaliseerde
allochtonen vinden we dus niet terug. Ten derde, de jongere zelf mag
beslissen om op zijn startkaart te laten vermelden dat het gaat om
een jongere van buitenlandse afkomst. Dat is natuurlijk ook altijd een
afweging van de jongere zelf, om dat al dan niet te doen. Het is ook
de werkgever zelf die beslist of hij bij aangifte aan de RSZ en de RSZ-
PPO vermeldt dat de jongere een startbaankaart "buitenlandse
afkomst" op zak heeft. Dat is overigens natuurlijk alleen maar
interessant voor de werkgever met een startbaanverplichting, dus
voor iemand die meer dan vijftig mensen in dienst heeft. Dat betekent
natuurlijk dat het moeilijk zo niet onmogelijk is om statistieken bij te
houden die de effectiviteit van die maatregel aanduiden. Bovendien
maar daar ik kan ik u binnenkort meer informatie over geven is het
zo dat door de invoering van het DMFA de
werkgelegenheidsstatistieken bij de RSZ een beetje vertraging
hebben opgelopen waardoor ik nog geen cijfers heb over het aantal
aangiftes van startbaankaarten met vermelding buitenlandse afkomst.
Zodra ik die gegevens heb kan ik ze u vanzelfsprekend wel
doorspelen. Alleen de interessante statistieken die echt de effectiviteit
van de maatregel zouden moeten kunnen aantonen kunnen we niet
maken in de huidige stand van de wetgeving.
De werkgroep Migranten is inderdaad al samengekomen. Waarom
hebt u daar nog geen verslag van gekregen? Omdat natuurlijk door
de uitspraak van het Arbitragehof, waardoor zoals u weet een deel
van de antidiscriminatiewet werd vernietigd, de medewerkers, zowel
de mijne als die van minister Dupont, in de eerste plaats hebben
gewerkt aan praktische oplossingen op dat vlak. Ze zijn nu de hele tijd
bezig met het zoeken naar praktische oplossingen voor het oplossen
van de wet als men het zo zou kunnen zeggen. Zodra dat hoofdstuk is
afgerond kunnen ze ook weer naar andere, zeg maar structurele,
ingrepen kijken op de arbeidsmarkt. Ze hebben zich de laatste weken
echt gefocust ik vermoed dat u dat begrijpt op de uitspraak van
het Arbitragehof.
de cette mesure. Ainsi, nous
ignorons combien de jeunes
d'origine étrangère et de jeunes
handicapés bénéficiaient précé-
demment du régime des
conventions de premier emploi. De
plus, la législation sur la non-
discrimination et sur le respect de
la vie privée empêche, à juste titre,
la tenue de statistiques en la
matière.
Les statistiques relatives à l'emploi
accusent un certain retard pour
l'instant à l'ONSS, à la suite de
l'introduction de la déclaration
multifonctionnelle (DMFA). Il est
impossible, dans l'état actuel de la
législation, de calculer les
statistiques précises. Il n'existe
pas encore de procès-verbal écrit
de la réunion du groupe de travail
car, depuis que la Cour d'arbitrage
a rendu son arrêt, les
collaborateurs s'activent à
rechercher des solutions aux
problèmes posés par la loi sur la
non-discrimination. Lorsqu'ils en
auront fini, ils envisageront des
interventions structurelles et
provisoires sur le marché de
l'emploi.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag naar
cijfers is ingegeven door de stelling dat elk beleid moet kunnen
worden geëvalueerd. U antwoordt mij dat u de cijfers in het kader van
de administratieve vereenvoudiging niet meer rechtstreeks kan
opvragen, maar dat u ze krijgt via de RSZPPO. Dat vind ik geen
probleem, zolang de administratie of u als bevoegde minister ook een
zicht krijgt op die cijfers, zodat u ze, wanneer het Parlement daarom
vraagt, kan geven. Hoe u ze te pakken krijgt, maakt mij niets uit,
zolang we hier maar een evaluatie kunnen maken. Ik hoop dus dat de
cijfers die u via de RSZPPO of via die kaarten ontvangt, in het
Parlement kunnen worden geëvalueerd.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Toute politique doit pouvoir faire
l'objet d'une évaluation. Heureuse-
ment, l'ONSS fournira des chiffres.
Je m'étonne que la ministre
déclare qu'il n'y avait pas
d'évaluation auparavant, car je
dispose bel et bien de chiffres. Il
se pourrait que j'aie obtenu ces
chiffres des partenaires sociaux.
Si la loi relative à la protection de
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Ten tweede, u zegt dat het moeilijk te meten is, omdat het vroeger
ook niet werd gemeten. Dat verbaast mij enorm. Ik heb daarvan
immers wel cijfers. Ik weet dat de overheid met de vorige
startbanenplannen, vóór de invoering van de dubbeltelling, op twee
jaar tijd 85.000 jobs had gecreëerd in het algemeen. Van die jobs was
ik durf het cijfer niet uit het hoofd te geven minder dan 1%
toegewezen aan migranten. Ik heb de cijfers misschien via de sociale
partners gekregen, dat weet ik niet meer, maar ik heb ze. De cijfers
zijn er dus wel degelijk. Het is ook goed dat ze er zijn, zodat we
kunnen vergelijken of we vooruitgaan.
U zegt ook dat er een probleem is met de wet op de privacy.
Uiteindelijk stemt u echter uw beleid daar toch ook gedeeltelijk op af.
U zegt dat een gehandicapte of een persoon van buitenlandse
afkomst dubbel zal worden geteld. Nu weet ik niet of een werkgever
van oordeel kan zijn dat iemand voor hem dubbel moet tellen, zonder
dat die persoon daar zelf iets aan te zeggen heeft. Dat lijkt mij raar.
Als u in uw beleid redeneert dat mensen met een vreemde
nationaliteit of mensen van allochtone origine dubbel moeten worden
geteld, dan is er toch niet direct een probleem met de wet op de
privacy? Dat kunt u trouwens vergelijken u bent nog schepen van
Onderwijs geweest in Gent met het doelgroepenbeleid in het
onderwijs, waar u ook polste naar de afkomst van ouders en
grootouders. Ik zie dus niet direct een probleem, zolang de
dubbeltelling niet wordt misbruikt, maar met het oog op het beleid
wordt gebruikt.
Ik zou erop willen aandringen dat u mij binnenkort, zodra u ze
binnenhebt, de gegevens via de kaarten waarop een en ander staat
vermeld, of via de RSZPPO bezorgt, evenals een evaluatie van de
dubbeltelling.
Voor het overige, ik heb er alle begrip voor dat de werkgroepen nu
dringend andere zaken moesten afhandelen. Ik reken er niettemin op
dat zij zo snel mogelijk van start gaan met andere kwesties. We
kunnen nog heel veel discussiëren over integratie, over respect, over
de problemen in Vlaanderen, over de problemen naar aanleiding van
buitenlandse gebeurtenissen en over de problemen van de jongeren.
Elke politieke partij is daar volop mee bezig, de ene minister al wat
meer dan de andere. Het blijkt ook een thema te zijn dat heel goed
scoort in de media. Alleen zie ik dezelfde ministers niet altijd
oplossingen voor het probleem aanbieden. Mevrouw de minister, ik
heb het niet over u. Ik vraag evenwel om, in plaats van altijd over het
probleem te blijven spreken, er iets aan te doen. Het enige wat telt, is
dat we zorgen voor een toekomst voor allochtone jongeren. Vooral
jongeren vormen vaak het probleem.
Die toekomst kan men bieden via economische integratie, via werk.
De overheid - niet alleen de overheid, maar ook de overheid - kan
daaraan een belangrijk steentje bijdragen, onder meer via de
startbanen.
la vie privée pose problème, il
convient de faire en sorte que la
politique soit en adéquation avec
cette loi. J'insiste pour que le
double comptage soit rapidement
évalué. Je comprends que le
groupe de travail soit aujourd'hui
investi d'une autre tâche
prioritaire. D'autres ministres
parlent beaucoup de ce problème,
mais n'apportent aucune solution.
L'intégration économique peut être
réalisée, entre autres, par le biais
des conventions de premier
emploi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de verandering van PWA naar
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
dienstenonderneming" (nr. 4445)
07 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "la conversion des ALE en entreprises
07.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u weet dat de verandering van PWA naar
dienstenonderneming op het terrein voor wat implementatieproblemen
zorgt. Er bestaat pas sinds september een vademecum om die
omschakeling te begeleiden. Er was ook een opleiding voor de PWA-
beambten beloofd. Ik heb er weet van dat er per keer twaalf cursisten
worden opgeleid. Ik vrees dat dit echter een processie van
Echternach dreigt te worden aangezien het heel lang zal duren
vooraleer alle PWA-beambten een opleiding hebben gekregen om te
weten hoe zij de omschakeling van PWA naar dienstenonderneming
moeten doen. Bovendien blijkt dat de PWA-beambten niet altijd de
meest geschikte personen zijn om die omschakeling te doen. De
mensen die bijvoorbeeld in de raad van bestuur zetelen, moeten
uiteindelijk ook beslissingen nemen. Ik vraag mij af of vanuit uw
departement die opleiding of eventueel informatievergaderingen niet
kunnen worden georganiseerd voor de leden van de raad van
bestuur.
Zoals u weet, was de oprichting van een PWA een verplichting voor
elke gemeente en dus ook voor de kleinere gemeenten en dorpen.
Die verplichting bestaat echter niet voor de dienstenonderneming.
Men ziet nu dat het gevolg daarvan is dat de dienstenonderneming
vooral snel is gegroeid waar er een groot aanbod van werknemers is.
Dit is dus vooral het geval in de grotere steden waar er trouwens echt
wachtlijsten zijn. De omschakeling naar dienstenonderneming gebeurt
niet in de kleinere dorpen en gemeenten omdat, wanneer men dat
gaat berekenen, blijkt dat dit onleefbaar en onrendabel is. Ook de
privé-sector, met name de uitzendbureaus, gaan daarop niet in omdat
ook zij zeggen dat het voor hen niet rendabel is. Zij vestigen zich dus
alleen maar in de grotere centrumsteden waar ze zien dat dit leefbaar
is.
Ik heb de volgende vragen. Hoe zal men ervoor zorgen dat de
mogelijkheid voor particulieren om een beroep te doen op die
dienstencheques overal bestaat? Hebt u weet van wat ik u hier vertel?
Hoeveel PWA-ambtenaren hebben op dit ogenblik die opleiding reeds
gekregen? Bent u eventueel van plan om in te gaan op mijn voorstel
om opleidingen of informatievergaderingen in te richten voor leden
van de raad van bestuur? In hoeveel gemeenten zijn er intussen
dienstenondernemingen en is met andere woorden de omschakeling
van PWA naar dienstenonderneming gebeurd? In hoeveel kleinere
gemeenten schat u dat er geen omschakeling zal komen en dat er
dus een lacune zal ontstaan voor zowel PWA-werklozen als mensen
die daarop een beroep deden? Wat zult u doen? Kunt u eventueel
sturend optreden? Kunt u bijvoorbeeld niet de verplichting opleggen
dat er overal een dienstenonderneming moet worden opgericht? Kunt
u die verplichting ook niet opleggen aan de uitzendsector zodat deze
niet alleen gaat lopen met de baten maar ook de lasten moet dragen?
07.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Lors de la reconversion des ALE
en entreprises de services, on a
promis une formation à chaque
agent ALE. Mais il faudrait aussi
prévoir quelque chose pour les
administrateurs. L'ALE était une
obligation pour chaque commune.
Ce n'est pas le cas de l'entreprise
de services. Nous observons dès
lors une croissance rapide dans
les grandes villes tandis que dans
les petites communes, la
reconversion ne se fait pas parce
qu'elle n'est pas rentable. Le
secteur du travail intérimaire réagit
de la même manière.
Que compte faire la ministre pour
que tous les particuliers puissent
profiter de ces services? Combien
d'agents ALE ont-ils déjà bénéficié
d'une formation? La ministre
organisera-t-elle des réunions
d'information pour les
administrateurs? Combien de
communes ont-elles déjà effectué
la reconversion? Combien de
communes n'effectueront-elles
pas cette reconversion? La
ministre peut-elle intervenir de
manière plus directive dans ce
secteur et dans le secteur du
travail intérimaire?
07.02 Minister Freya Van den Bossche: De angst die u heeft, is
volgens mijn informatie niet gerechtvaardigd, in die zin dat er door de
RVA sinds 1 januari 2004 verschillende opleidingen zijn ingericht ten
behoeve van de PWA-beambten. Sommige daarvan zijn al voltooid,
andere zijn volop aan de gang. Een andere groep is gepland voor de
07.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Si je me fonde sur les
informations en ma possession,
les réserves formulées par l'auteur
de la question sont injustifiées.
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
nabije toekomst. Er zijn nu al 486 PWA-beambten die de
starteropleiding hebben gevolgd. Deze opleiding is intussen
beëindigd. De opleiding "Beheer van een dienstenonderneming" loopt
nog. Er zijn 641 PWA-beambten die deze cursus volgen. Bovendien
zijn er ook nog eens 10 nieuwe inschrijvingen bijgekomen voor deze
laatste opleiding.
Daarnaast zijn er voor de leden van de raad van bestuur van een
VZW PWA geen specifieke opleidingen gepland, maar begin
september zijn die bestuurders in het bezit gesteld van het uitgebreide
vademecum waarin alle informatie staat. Zij zijn begin dit jaar ook
uitgenodigd op de door de RVA georganiseerde nationale en
provinciale infosessies bij de lancering van het nieuwe systeem van
dienstencheques. Zij hebben ook drie omzendbrieven betreffende de
materie gekregen en zij hebben heel wat nuttige informatie gekregen
op het moment van de erkenning van hun PWA als
dienstenonderneming van het secretariaat van de Adviescommissie
Erkenningen.
Wat de informatie betreft, zitten we volgens mij heel goed. Bovendien
zitten we ook goed op schema.
Op basis van RVA-statistieken worden alle gemeenten vandaag
bestreken door erkende ondernemingen. De dekking geldt voor het
hele grondgebied, maar er moet wel worden gezegd dat een aantal
ervan nog niet actief is. Er zijn bijvoorbeeld een aantal
ondernemingen, uitzendbureaus bijvoorbeeld, die een erkenning
hebben aangevraagd voor een veel groter grondgebied dan de plek
waar zij gevestigd zijn. Dat is meteen ook de reden waarom het hele
grondgebied bestreken wordt. Op die manier kunnen zij hun
toegelaten activiteiten uitoefenen over het grondgebied dat zij hebben
opgegeven, wat voor hen natuurlijk ook interessant is.
De RVA heeft alleen gegevens over de erkenningen. Wij kunnen nu
niet peilen hoeveel van die erkende ondernemingen ook
daadwerkelijk actief zijn en op welke plekken zij al actief zijn geweest.
Dit laatste is voor mij onmogelijk om te weten.
L'ONEM organise des formations
depuis le 1
er
janvier 2004. Déjà
486 agents ALE ont suivi la
formation pour débutants et 641
agents suivent actuellement une
formation en gestion d'une
entreprise de services. Dix
nouvelles inscriptions ont encore
été enregistrées. Aucune
formation spécifique n'est prévue
pour les membres du conseil
d'administration qui ont déjà reçu,
début septembre, un vade-
mecum détaillé. Au début de
l'année, ils ont été invités à une
séance d'information organisée
par l'ONEM à l'occasion du
lancement du nouveau système
des chèques services. Ils ont
également reçu trois circulaires
sur les matières concernées ainsi
que les informations nécessaires
au moment de la reconnaissance
de leur ALE comme entreprise de
services.
Selon des statistiques de l'ONEM,
toutes les communes sont
actuellement couvertes par des
entreprises reconnues. L'ONEM
dispose de chiffres à propos des
reconnaissances mais nous ne
savons pas quelle entreprise est
déjà active ni où elle l'est.
07.03 Nahima Lanjri (CD&V): U heeft cijfers gegeven over het
aantal mensen dat momenteel in opleiding is. Kunt u mij zeggen
wanneer alle PWA-beambten hun opleiding zullen hebben beëindigd?
Mijn informatie dateert van september.
Wat de leden van de raden van bestuur betreft, ben ik blij dat er sinds
september toch al een en ander is gebeurd.
U heeft het over een dekking over het hele grondgebied. In de praktijk
klopt dit niet. Ik spreek vanuit de praktijk en dan meer bepaald
kleinere gemeenten waar de burgemeesters nog niet bezig zijn met
de omschakeling van PWA naar dienstenonderneming.
Ik heb ze zelf daartoe aangezet en heb ze er informatie over gegeven.
Maar in heel wat gemeenten is dat er nog niet. Zij zullen bijvoorbeeld
ook niet weten of er een interim-kantoor is in een nabije grootstad dat
de hele regio kan omvatten. Zij voelen dat niet, noch aan hun
gebruikers, noch aan hun werklozen, want daar is helemaal geen link
mee. Dat bedoel ik. Ik vind dat er goede zaken zijn, die men zeker
07.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Nous détenons à présent les
chiffres concernant les formations.
Quand les agents ALE
termineront-ils leur formation? Les
informations aux termes des-
quelles il y aurait un large taux de
couverture sont incorrectes car,
dans bien des communes, il n'y a
rien. Auparavant, il existait un
système obligatoire très
accessible. À présent, les
personnes d'Essen vont devoir se
rendre à Anvers. Il n'y a aucune
collaboration entre les bureaux
d'intérim.
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
niet overboord mag gooien, maar vroeger was er een verplichting
waardoor men eigenlijk een lagere drempel had. Als men toen een
poetsvrouw wilde hebben, ging men naar het PWA-kantoortje in zijn
gemeente en kon men informatie krijgen. Nu moet iemand die
bijvoorbeeld in Essen woont helemaal naar Antwerpen. Ik zie de
mensen dat echt niet doen. Die drempel is echt wel veel verhoogd. Er
is helemaal geen samenwerking met bijvoorbeeld de interim-kantoren
die, zoals u beweert, een groter gebied zouden bedekken. Ik meen
dat daar iets aan gedaan moet worden.
De voorzitter: Het staat de minister vrij daar wel of niet nog op te antwoorden.
07.04 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Lanjri, ik zal er op
antwoorden en ook ingaan op een vorige suggestie die u hebt
gedaan.
Ten eerste, eind dit jaar zullen alle ambtenaren die het hebben
aangevraagd een opleiding hebben gevolgd. Waarom alleen zij die
het hebben aangevraagd? Omdat niet iedereen werkt met
dienstenondernemingen, natuurlijk.
Ten tweede, - dat houdt verband met uw vorige vraag, waar u de
vergelijking maakte met het onderwijs waar de moedertaal kan
worden gevraagd is het de keuze van elke ouder om in te vullen wat
hij wenst in te vullen. Zelfs als de moedertaal, zoals in Gent vaak het
geval is, bijvoorbeeld Turks is, mag de ouder "Nederlands" invullen en
kan de school daar niets tegen inbrengen. Ook in deze geldt exact
hetzelfde: het hangt af van wie het formulier invult en wat die persoon
wel of niet wenst in te vullen op het formulier.
07.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Tous les fonctionnaires
qui ont introduit une demande
bénéficieront d'une formation pour
la fin de l'année. Quant aux
formulaires, tout dépend de la
façon dont ils sont remplis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Werk over "het sociaal plan Sabena"
(nr. 4476)
08 Question de M. Servais Verherstraeten à la ministre de l'Emploi sur "le plan social Sabena"
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, na het faillissement van Sabena heeft de
regering een sociaal plan uitgewerkt met de sociale organisaties. Dat
sociaal plan werd trouwens geloofd in het rapport van de
parlementaire onderzoekscommissie terzake. Ik meen dat dit plan
noodzakelijk en goed was, maar nu doen er zich blijkbaar problemen
voor met betrekking tot de uitvoering en de interpretatie ervan.
Er was voorzien in brugpensioenregelingen, activeringspremies en
compensatiepremies. In het licht van de uitvoering en de interpretatie
zijn er blijkbaar betwistingen ontstaan, waardoor de Belgische Staat
gedagvaard werd voor de arbeidsrechtbank. Er zouden problemen
zijn met betrekking tot de brugpensionering. Die zou enkel worden
toegekend aan ex-werknemers die vóór 7 november 2002 de leeftijd
van 50 jaar hadden bereikt en niet aan zij die tijdens de duur van de
CAO deze leeftijd bereikten. Er zouden ook problemen zijn met de
activeringspremies, die slechts naar rata van het arbeidsregime
worden uitgereikt, en er waren ook problemen met de uitbetaling van
compensatiepremies.
08.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): A la suite de la faillite de
la Sabena, le gouvernement a
élaboré un plan social en concer-
tation avec les organisations
sociales. Aussi indispensable et
valable qu'il fût, le plan a néan-
moins donné lieu à quelques
problèmes d'exécution et d'inter-
prétation. Il prévoyait des régimes
de prépension, des primes
d'activation ainsi que des primes
compensatoires. Ces mesures ont
suscité des contestations,
entraînant une citation de l'Etat
belge devant le tribunal du travail.
Ce dernier a rejeté un certain
nombre d'actions et il n'a pas été
tendre pour le gouvernement
précédent dans sa motivation.
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Mevrouw de minister, ik weet ondertussen dat de arbeidsrechtbank
ook een aantal vorderingen heeft afgewezen, maar in haar motivering
was de arbeidsrechtbank striemend voor de vorige regering, die haar
boekje ver te buiten zou zijn gegaan.
Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, onderschrijft u de kritiek en het motiverend gedeelte van
dit vonnis? De regering deed onder meer de belofte om een CAO af
te sluiten en het brugpensioen toe te kennen aan al wie tijdens de
geldigheidsduur van de CAO 50 jaar werd, terwijl hiertoe minstens
vereist was dat deze werknemers tot hun vijftigste aan de slag bleven.
Dat betekent dat men van de curatele de toezegging nodig had voor
een indienstneming. Is die toestemming gevraagd en kan die
toestemming a posteriori verkregen worden van de curator?
Ten tweede, klopt het dat de activeringspremies slechts pro rata het
arbeidsregime werden uitbetaald? Waar vinden wij dit terug in het
sociaal plan, mevrouw de minister?
Ten slotte, zijn de compensatiepremies ondertussen volledig
uitbetaald? Zo neen, wat is de reden van het uitblijven van de
betalingen?
Le ministre souscrit-il aux critiques
et aux attendus du jugement? Le
gouvernement a-t-il demandé aux
curateurs l'autorisation d'octroyer
la prépension aux travailleurs
ayant atteint l'âge de 50 ans
durant la période de validité de la
CCT et qui ont pu rester en
fonction jusqu'à cet âge? Cette
autorisation peut-elle être obtenue
a posteriori du curateur? Quelles
dispositions du plan social pré-
voient que les primes d'activation
sont payées au prorata du régime
de travail? Les primes compensa-
toires ont-elles été intégralement
payées à ce jour?
08.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Verherstraeten, mag ik, alvorens in te gaan op uw concrete
vragen, eerst herinneren aan de context waarbinnen het sociaal plan
werd gesloten? Die context houdt immers duidelijk verband met de
antwoorden die ik zal geven op uw vragen.
Begin november 2001 was het faillissement van de NV Sabena
nakend. Toen het duidelijk werd dat het onmogelijk was om de
activiteiten voort te zetten, onder andere gelet op de houding van de
hoofdaandeelhouder Swissair, rees op een heel acute manier het
probleem van de sociale begeleiding van werknemers die hun werk
dreigen te verliezen. Normaal gezien is die materie het sociaal plan
het voorwerp van gesprekken tussen werkgevers en werknemers
via hun werknemersorganisaties. De regering had hier niet hoeven
tussenbeide te komen. Nog voor het faillissement heeft de federale
regering echter de beslissing genomen, gelet op de specifieke situatie
de Belgische Staat was bijvoorbeeld medeaandeelhouder van de
NV Sabena , om op een actieve manier tussenbeide te komen in de
zoektocht naar nieuw werk. Het gaat dus om een eenzijdige, vrijwillige
daad van de federale overheid, zonder een wettelijke of contractuele
verplichting daartoe. De regering was van bij de start betrokken bij die
onderhandelingen over een mogelijk sociaal plan.
Op 6 november 2001, dus vóór het faillissement, waren er
onderhandelingen over het brugpensioen. Bij die onderhandelingen
was de werkgever, de NV Sabena, aanwezig en was de federale
regering waarnemer. Deze onderhandelingen hebben geleid tot de
CAO brugpensioen vanaf 50 jaar. Het was een volwaardige
ondernemings-CAO, die werd gesloten tussen werkgever en
werknemers.
In de daaropvolgende uren volgde het faillissement van de NV
Sabena. De avond van 7 november 2001, na het faillissement,
08.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Normalement, le plan
social se négocie entre les
employeurs et les organisations
syndicales, sans que le gouverne-
ment ait à intervenir.
En tant que coactionnaire, le
gouvernement fédéral a décidé sur
une base volontaire, avant même
la faillite, de participer activement
à la recherche de nouveaux
emplois. Le 6 novembre 2001,
avant le prononcé de la faillite, les
prépensions ont fait l'objet de
négociations auxquelles la Sabena
a participé en tant qu'employeur.
Ces négociations ont abouti à la
conclusion pour l'entreprise d'une
CCT à part entière comprenant un
système de prépensions à partir
de 50 ans.
La faillite de Sabena a été
prononcée dans les heures qui ont
suivi ces négociations, Le 7
novembre 2001, après la faillite,
ont démarré les négociations
relatives aux autres points du plan
social, en l'absence de
l'employeur, Sabena. Le jeudi 8
novembre 2001, le projet de plan
social était prêt. N'ayant pas été
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
werden de besprekingen over de rest van het sociaal plan aangevat,
waarbij de werkgever niet meer betrokken was. Die besprekingen
leidden uiteindelijk, enige uren later, tot het ontwerp van sociaal plan
van donderdag 8 november 2001. Dat document werd niet officieel
ondertekend door de partijen die het sloten, zijnde de regering en de
vakbonden. In tegenstelling tot gewone sociale akkoorden hebben
ook de vakbonden het ontwerp niet ter goedkeuring voorgelegd aan
hun achterban. Zij hebben deze laatste louter geïnformeerd daarover.
Het was dus geen sociaal akkoord in de gewone betekenis van het
woord.
Twee werkdagen later, maandag 12 november 2001, was er een
nieuwe vergadering tussen vertegenwoordigers van de regering en
vertegenwoordigers van de werknemers om een aantal preciseringen
af te spreken voor de concrete uitvoering van het sociaal plan.
Ook op dinsdag 13 november 2001 zijn er nog een aantal
vergaderingen geweest. De afspraken die daarop werden gemaakt
over de manier waarop de federale regering haar aanbod op
begeleiding zou realiseren, werden vastgelegd in het proces-verbaal
van deze vergaderingen, dat samen moet worden gelezen met het
ontwerp van sociaal plan.
De daaropvolgende maanden heeft de federale overheid het plan op
een heel concrete en correcte manier uitgevoerd.
Ik kom tot de vragen en begin met de laatste vraag. In totaal werd
68.812.557 euro uitbetaald aan ex-Sabéniens in het kader van het
sociaal plan. De activeringspremie werd uitbetaald aan 7.882
werknemers. Samen met de toeslag bij de activeringspremie waarop
sommige werknemers recht hadden, gaat het over een totaal bedrag
van meer dan 54 miljoen euro. De compensatiepremie die beperkt
was tot de werknemers die een zekere anciënniteit hadden
opgebouwd werd uitbetaald aan 4.297 werknemers, goed voor meer
dan 12,7 miljoen euro.
Van de 7.882 werknemers die een vergoeding vanuit het sociaal plan
ontvingen, zijn er 31 die de wijze van uitvoering van het plan hebben
betwist bij de arbeidsrechtbank. De hoofdeis van de ex-werknemers
was de premies van het sociaal plan integraal uitbetaald te krijgen en
niet naar rata van de arbeidstijd. Het spreekt voor zich dat deze
mensen bijna allemaal niet-voltijdse tewerkgestelden waren. De
afspraken terzake waren zeer duidelijk. Voor de deeltijdse
werknemers wordt de premie "geproratiseerd" op basis van de
arbeidstijd. Dat is de normale manier van werken bij
opzegvergoedingen en extra afscheidspremies.
Wat de brugpensioenen betreft, wijst mijn administratie me erop dat
de CAO Brugpensioen wel degelijk is gesloten tussen werkgever en
werknemer. De regering heeft nooit beloofd dat iedereen die tijdens
de geldigheidsduur van de CAO de 50 jaar bereikte ook daadwerkelijk
met brugpensioen zou kunnen gaan. Men moet immers de vereiste
leeftijd bereikt hebben op het ogenblik van het ontslag. Op het
ogenblik van het ontslag was dit de autonome bevoegdheid van de
curatoren. De regering heeft de curatoren wel verzocht om te
onderzoeken in hoeverre werknemers die bijna 50 jaar waren in
dienst konden worden gehouden tot ze de brugpensioenleeftijd
hebben bereikt. De curatoren hebben het voorstel afgewezen, wat
signé officiellement par le
gouvernement et les syndicats, il
ne constituait pas un accord social
au sens strict du terme.
Le 12 novembre 2001, les
représentants du gouvernement et
des travailleurs se réunissaient
pour discuter de quelques points
précis dans le cadre de l'exécution
concrète du plan social. Le 13
novembre 2001, les accords
conclus à propos du mode d'action
du gouvernement fédéral en
matière d'accompagnement,
étaient inscrits au procès-verbal
de ces réunions. Ils doivent être
lus conjointement avec le projet de
plan social.
Au cours des mois suivants, l'Etat
fédéral s'est attelé à la mise en
oeuvre concrète et correcte de ce
plan. Au total, 38.812.557 euros
ont été versés à des anciens
travailleurs dans le cadre du plan
social et 7.782 travailleurs ont reçu
la prime d'activation. Si on y ajoute
le supplément dont cette prime a
été majorée, on en arrive à plus de
54 millions d'euros. La
compensation qui n'était accordée
qu'aux travailleurs comptant une
certaine ancienneté a été versée à
4.297 travailleurs. Le montant total
ainsi alloué s'élève à plus 12,7
millions d'euros. 31 des 7.882
travailleurs ayant reçu une
indemnité au titre du plan social
ont contesté son mode d'exécution
devant le tribunal du travail. La
demande principale de ces
anciens travailleurs était le
versement intégral des primes du
plan social. Tous ces travailleurs,
ou presque, n'étaient pas
employés à temps plein. Pour les
travailleurs à temps partiel, la
prime est répartie au pro rata du
temps de travail accompli, ce qui
constitue d'ailleurs la procédure
normale pour l'octroi d'indemnités
de préavis et de primes de départ
octroyées en sus.
La CCT prépensions a été
effectivement conclue entre
employeur et travailleurs. Pour
CRIV 51
COM 401
23/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
hun goed recht was.
De regering heeft geprobeerd om de ontgoocheling bij de
werknemers zo goed mogelijk op te vangen door ze een vergelijkbaar
voordeel toe te kennen.
Binnen het sociaal plan wordt zo aan 158 werknemers een
brugpensioen toegekend, goed voor een totaalbedrag van ongeveer 2
miljoen euro.
De kritiek van het vonnis dat het sociaal plan niet vermeldt welke
instantie de premies van het sociaal plan zou uitbetalen, is
vanzelfsprekend correct. Gelukkig is dat een opmerking die niet van
groot belang is voor de werknemers. Het klopt inderdaad dat in de
nacht dat het sociaal akkoord werd gesloten, er terzake nog geen
duidelijkheid was. Belangrijk is natuurlijk dat de regering korte tijd later
het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen belast heeft met die
opdracht.
Een andere kritiek van de rechter, te weten dat in het sociaal plan een
hoofdstuk "herplaatsing" was opgenomen, terwijl dat natuurlijk de
federale bevoegdheden overschrijdt, moet men misschien zien in de
omstandigheden waarin het akkoord werd gesloten. Belangrijk daar is
dat de federale overheid haar engagementen van het sociale plan is
nagekomen. Met de Gewesten, die natuurlijk bevoegd zijn op dat vlak,
is er een akkoord gesloten over het opstellen van
tewerkstellingscellen, waarvoor iedere werknemer is uitgenodigd. Ook
heeft de federale overheid gezorgd voor financiële ondersteuning van
outplacement voor die werknemers. Met andere woorden, de federale
overheid heeft hier en daar meer gedaan dan zij moet doen, maar
gezien die specifieke situatie leek mij dat nog zo gek niet.
recevoir une indemnité, il faut avoir
l'âge requis au moment du
licenciement. Les curateurs
pouvaient statuer sur ce point en
toute autonomie. Le gouverne-
ment leur a demandé d'examiner
la possibilité de garder en service
jusqu'à l'âge de la prépension des
travailleurs de près de cinquante
ans. Les curateurs ont rejeté cette
proposition. Le gouvernement a
tenté de répondre au désap-
pointement des travailleurs en leur
accordant un avantage
comparable.
Dans le cadre du plan social, 158
travailleurs bénéficieront de la
prépension, pour un montant total
de quelque 2 millions d'euros.
La critique selon laquelle le plan
social ne précise pas quelle
instance paie la prime du plan
social est fondée mais ce point n'a
pas grande importance pour les
travailleurs. Le gouvernement a
confié cette tâche au Fonds de
fermeture des entreprises.
La présence dans le plan social
d'un chapitre "replacement" est
liée aux circonstances dans
lesquelles l'accord a été conclu.
Les autorités fédérales ont honoré
les engagements découlant du
plan social. Un accord a été
conclu avec les Régions,
compétentes en la matière, sur la
création de cellules pour l'emploi.
Les autorités fédérales ont
également prévu d'apporter leur
soutien financier à l'outplacement
de salariés.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Mevrouw de minister, uiteraard zijn er heel wat
gemeenschapsmiddelen naar die werknemers gegaan. Maar ik deel
uw mening dat dat inderdaad meer dan nodig is, gelet op de
voorgeschiedenis van het hele dossier. U haalt terecht aan dat het
sociaal plan geen sociaal akkoord betrof.
Inzake de activeringspremies, wanneer ik de tekst van het sociaal
plan lees een tekst die wij ter beschikking hebben gekregen van de
federale regering , vind ik daar nergens in terug dat er pro rata wordt
08.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): D'importants moyens
communautaires devaient être
attribués à ces travailleurs. Le plan
social n'était en effet pas un
accord social. Il n'est dit nulle part
dans le texte du plan social que
les primes d'activation sont
attribuées au pro rata.
On applique une fraction pour les
travailleurs à temps partiel, mais
23/11/2004
CRIV 51
COM 401
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
uitgekeerd. Het kan natuurlijk zijn dat er inderdaad wat
opzegvergoedingen en dies meer betreft, pro rata wordt uitgekeerd,
en dat men voor deeltijdse werknemers dan uiteraard de breuk
toepast. Ik vind dit echter niet terug in de tekst van het sociaal plan
dat wij destijds van de regering hebben gekregen. Daar komt
waarschijnlijk ook het standpunt van die 31 vandaan.
Ik heb nog geen antwoord gekregen op de vraag of het klopt dat alle
compensatiepremies nog niet zijn uitbetaald. Wat is daarvan de
reden? Wij zijn ondertussen immers al enige tijd verder.
cette mesure ne figure pas dans le
texte que nous avons reçu du
gouvernement.
Je n'ai pas obtenu de réponse à
ma question relative au paiement
des primes de compensation.
08.04 Minister Freya Van den Bossche: Alles werd betaald, mijnheer
Verherstraeten.
08.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Tous les paiements ont
été effectués.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.16 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.16 heures.