CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 384
CRIV 51 COM 384
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
09-11-2004
09-11-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BELANG
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la publicité des
banques auprès des jeunes" (n° 3751)
1
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
reclamecampagnes van de banken gericht op
jongeren" (nr. 3751)
1
Orateurs: Colette Burgeon, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Colette Burgeon, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Dominique Tilmans à la
ministre de l'Emploi sur "l'utilisation de plus en
plus fréquente de l'image de la cocaïne à des fins
publicitaires" (n° 3869)
2
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Werk over "het cocaïnegebruik dat
steeds vaker voor reclamedoeleinden in beeld
wordt gebracht" (nr. 3869)
2
Orateurs: Dominique Tilmans, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Dominique Tilmans, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
Question de M. François-Xavier de Donnea au
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "le budget consacré à la recherche" (n° 4062)
4
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over
"het budget voor onderzoek" (nr. 4062)
4
Orateurs: François-Xavier de Donnea, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: François-Xavier de Donnea, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les économies
au sein des institutions scientifiques fédérales et
des grands musées" (n° 4184)
7
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
besparingen in de federale wetenschappelijke
instellingen en de grote musea" (nr. 4184)
7
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "Uradex et
l'octroi de droits aux artistes-interprètes" (n° 4188)
11
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "Uradex en de uitkering
van rechten aan uitvoerende kunstenaars"
(nr. 4188)
11
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les tarifs
divergents pour le raccordement au réseau de
l'électricité, du gaz et de l'eau" (n° 4215)
14
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
uiteenlopende aansluitingstarieven voor
elektriciteit, gas en water" (nr. 4215)
14
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Luk Van Biesen au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'arrêté royal du
12 octobre 2004 portant exécution de
l'article 129bis du Code des sociétés et sur une
17
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het koninklijk
besluit van 12 oktober 2004 tot uitvoering van
artikel 129bis van het Wetboek van
17
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
initiative législative relative au dépôt des comptes
annuels" (n° 4283)
vennootschappen en over een wetgevend initiatief
in verband met de neerlegging van de
jaarrekening" (nr. 4283)
Orateurs: Luk Van Biesen, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers:
Luk Van Biesen, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
9
NOVEMBRE
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
9
NOVEMBER
2004
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.10 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.10 heures par M. Paul Tant, président.
01 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la publicité des banques auprès des jeunes" (n° 3751)
01 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de reclamecampagnes van de banken gericht op jongeren" (nr. 3751)
01.01 Colette Burgeon (PS): Madame la ministre, les banques ont
reçu, fin juin, une circulaire de l'Association belge des banques (ABB)
fixant des balises pour la publicité destinée aux mineurs d'âge.
Les nouvelles dispositions, fruit de discussions menées au sein du
Conseil de la consommation à votre demande, stipulent notamment
que la publicité doit être claire sur la nature du produit ou du service
bancaire ainsi que sur son prix, qu'elle ne peut pas inciter les mineurs
d'âge à exiger de leurs parents qu'ils achètent un produit ou un
service ni remettre en question l'autorité et le jugement des parents. Il
est aussi interdit, dans ce nouveau code de conduite, de suggérer
que la possession de certains produits ou services génère un
avantage pour son détenteur.
Cependant, pendant les vacances, de nombreux enfants, dont les
miens, ont reçu de la part de Dexia une invitation à ouvrir un compte à
vue auprès d'elle.
Le problème est, qu'une fois de plus, on se trouve face à un
marketing bancaire agressif (gagner un an d'argent de poche, bons
de réduction, crédits d'appel, gsm gratuits, réductions auprès de
certains commerçants) alors que ces avantages sont interdits dans le
code de conduite.
Madame la ministre, face à ces agissements excessifs dérogeant aux
principes du code de conduite que les banques ont elles-mêmes
élaboré, n'y aurait-il pas lieu de contrôler ces campagnes, voire
éventuellement émettre des avertissements ou même sanctionner la
01.01 Colette Burgeon (PS):
Veel kinderen ontvingen tijdens de
vakantie een uitnodiging van Dexia
om een zichtrekening te openen.
De voorgestelde voordelen zijn
verboden volgens de gedragscode
betreffende de voor minderjarigen
bestemde reclame van de banken.
Moeten die campagnes niet
worden gecontroleerd, moet
hiervoor niet worden
gewaarschuwd en moet de
aangeklaagde bank niet worden
bestraft?
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
banque incriminée?
01.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
madame Burgeon, il m'est difficile de juger si les pratiques de Dexia
sont conformes ou non au code de bonne conduite. Je crois savoir
que la publicité de Dexia était adressée aux parents (pour les enfants
de moins de 12 ans) et aux enfants de plus de 12 ans. Le code
interdisant de s'adresser directement aux enfants de moins de 12
ans, selon moi, la campagne de Dexia ne serait pas contraire au code
de bonne conduite. Toutefois, des vérifications s'imposent.
Comme vous le soulignez très justement, il est essentiel que les
codes soient contrôlés par les autorités publiques. La direction
"Contrôle et Médiation" est chargée d'un tel contrôle. Elle peut émettre
un avertissement et même sanctionner si l'avertissement n'est pas
respecté.
Si vous me communiquez les documents relatifs à cette campagne de
promotion, je demanderai à mon administration de vérifier la
conformité au code de bonne conduite.
Il existe également un autre moyen de contrôle. Depuis le 2 novembre
dernier, un nouveau service de médiation en matière bancaire est en
place. Il est tout à fait possible de demander l'avis de ce service sur
les pratiques que vous visez.
Je suis et je resterai très attentive au bon respect de ce code de
bonne conduite.
01.02 Minister Freya Van den
Bossche: Dexia lijkt zijn schrijven
rechtstreeks tot de kinderen vanaf
12 jaar te hebben gericht, en tot de
ouders van de jongere kinderen.
De Algemene Directie Controle en
Bemiddeling ziet erop toe dat de
gedragscode wordt nageleefd en
kan een waarschuwing formuleren
of zelfs een sanctie opleggen.
Als u mij de documenten
overmaakt, zal ik mijn
administratie vragen na te gaan of
zij met de gedragscode
overeenstemmen.
Bovendien kan men sinds 2
november het advies vragen van
de ombudsdienst van de banken,
die zij samen met de consumenten
hebben opgericht.
01.03 Colette Burgeon (PS): Madame la ministre, une seule petite
remarque. Il me semble que la limite de 12 ans, c'est peu, même si, à
cet âge-là, on a déjà envie d'avoir un nouveau gsm ou de bénéficier
de crédits d'appel. Mais je peux comprendre que les banques fassent
pression pour que l'on abaisse encore la limite d'âge. Cela leur
permettrait de s'adresser directement aux enfants.
Comme vous l'avez suggéré, je vous ferai parvenir les documents
dont question.
01.03 Colette Burgeon (PS): De
leeftijdsgrens van twaalf jaar is
laag. Ik zal u de documenten
bezorgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Dominique Tilmans à la ministre de l'Emploi sur "l'utilisation de plus en plus
fréquente de l'image de la cocaïne à des fins publicitaires" (n° 3869)
02 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Werk over "het cocaïnegebruik dat
steeds vaker voor reclamedoeleinden in beeld wordt gebracht" (nr. 3869)
02.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, je souhaite
effectivement interroger Mme la ministre sur la problématique de
l'usage de cocaïne à des fins publicitaires. On constate en effet que la
presse n'hésite pas à recourir à l'illustration de la cocaïne et à ses
effets de mode de consommation, notamment le "snif" dont on parle
très souvent pour le moment pour capter et accrocher les jeunes, ce
qui semble particulièrement dangereux. Il en va de même pour le
consommateur adulte, mais c'est la problématique des jeunes qui
m'inquiète particulièrement.
Ces images participent à la mise en valeur de la drogue et à ses
02.01 Dominique Tilmans (MR):
Onlangs uitte de vzw Infor-
Drogues haar bezorgdheid over
het feit dat de pers en de
reclamemakers er niet voor
terugdeinzen het cocaïnegebruik
in beeld te brengen om de
consumenten, met name de
jongeren, te lokken.
Wat is uw standpunt hierover?
Hebt u initiatieven genomen om
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
modes de consommation, ce qui est tout à fait déplorable. Il est
important d'adopter une attitude positive en réaction à ces méthodes
commerciales dangereuses.
J'aimerais demander à Mme la ministre quel est son point de vue par
rapport à cette consommation. Quelle initiative est-elle prête à mettre
en oeuvre concernant ces pratiques? A-t-elle déjà pris position en la
matière ou compte-t-elle en adopter de nouvelles?
dergelijke praktijken een halt toe te
roepen?
02.02 Freya Van den Bossche, ministre: Sur le fond, je partage
votre indignation. Pour être vue, la publicité se fait remarquer mais
tout n'est pas pour autant permis ni acceptable. Le Jury d'Ethique
publicitaire a été saisi d'une plainte sur ce type de publicité en 2002.
Sa réponse a été très claire: ce type de publicité n'est pas admissible.
Il a donc exigé le retrait immédiat des affiches.
Selon mes informations, le Jury d'Ethique publicitaire n'a pas été saisi
de plaintes concernant des publicités plus récentes, et donc pas sur
les publicités que vous visez. Comme vous le savez, tout le monde
peut porter plainte auprès du Jury. Il y a aussi bien sûr la Direction
Contrôle et Médiation du SPF Economie qui est chargée de contrôler
la bonne application de la loi. Là, le consommateur à protéger au
sens de la loi est le consommateur le moins averti, sans esprit critique
peut-être, qui, vis-à-vis de ce qui lui est présenté avec habileté, ne
peut voir les pièges de la publicité. Là aussi, tout citoyen peut porter
plainte auprès de l'inspection économique.
Selon moi, et me basant sur ce qui a déjà été décidé concernant ce
type de publicités, l'exemple que vous avez cité n'est pas admissible.
02.02 Minister Freya Van den
Bossche:
Ik ben even
verontwaardigd als u. Drugs
gebruiken om producten te
verkopen is ontoelaatbaar. De jury
voor eerlijke praktijken inzake
reclame deelt die mening. In 2002
heeft de jury een klacht over dit
soort van reclame ontvangen. Elke
burger kan klacht indienen bij de
JEP.
De Algemene Directie Controle en
Bemiddeling van de FOD
Economie moet controleren of de
wet goed wordt toegepast.
02.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, il faut faire preuve d'une grande vigilance par rapport à ces
pratiques. Il ne faut pas se contenter de porter plainte. Je pense en
particulier au public jeune qui est visé et qui est excessivement
fragile. Si on banalise la drogue, alors que nous sommes déjà
confrontés aujourd'hui à la problématique des joints, on va entraîner
les jeunes vers une consommation progressive. La commission de la
Santé examine actuellement la problématique de l'alcool pour les
jeunes et des alcoopops. Pourquoi ne pourrions-nous pas avoir une
réflexion similaire sur le sujet qui nous préoccupe? Ne pourriez-vous
pas avoir une attitude beaucoup plus avant-gardiste et prendre des
mesures qui iraient l'encontre de toute forme de publicité pour la
cocaïne, les drogues en général, quels que soient les publics
auxquelles ces publicités sont destinées. Je pense ici bien entendu en
particulier aux émissions et aux évènements destinés aux jeunes. En
la matière, il faudrait, me semble-t-il, être beaucoup plus proactif que
de simplement porter plainte. Il faut prévenir ce genre de situation.
02.03 Dominique Tilmans (MR):
Het volstaat niet dat klacht wordt
ingediend. Waarom treedt u niet
kordater op en verbiedt u dit soort
reclame niet? Hier moeten we pro-
actief optreden.
02.04 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
madame Tilmans, les publicités pour la drogue sont déjà interdites.
Les outils dont nous disposons nous permettent déjà de lutter contre
cette problématique. Dans ce cadre, il est important d'inciter les
associations à porter plainte. Si aucune ou peu de plaintes sont
déposées, peu de choses changeront. Nous ne pourrons intervenir
qu'après les faits et ce sera trop tard. Les campagnes publicitaires
seront, pour ainsi dire, déjà terminées. Nous devons mettre l'accent
sur le fait que cette manière d'agir est inadmissible. Il est donc
02.04 Minister Freya Van den
Bossche: Reclameboodschappen
in verband met drugs zijn reeds
verboden. Het is dus belangrijk dat
we de verenigingen ertoe
aanzetten klacht in te dienen.
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
intéressant je le répète d'inciter les associations à porter plainte.
02.05 Dominique Tilmans (MR): En quelque sorte, on reporte le
problème sur le dos des associations. Peut-être pourrions-nous être
plus proactif en la matière et prendre des initiatives.
02.05 Dominique Tilmans (MR):
U schuift het probleem door naar
de verenigingen!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. François-Xavier de Donnea au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le budget consacré à la recherche" (n° 4062)
03 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over "het budget voor onderzoek" (nr. 4062)
03.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, vous vous rappellerez et vous le savez encore
mieux que moi que le sommet de Barcelone de mars 2002 fixait à
3% le pourcentage du PIB de l'Union européenne à consacrer à la
recherche en 2010. Vous savez également que le rapport établi par
M. Kok, ancien premier ministre hollandais, démontre ou en tout cas
affirme qu'il sera très difficile d'atteindre l'objectif de la déclaration
de Lisbonne dont l'objectif de Barcelone était une déclinaison.
Le rapport de M. Kok souligne que l'économie de la zone euro
redémarre après trois années de croissance apathique mais ce, de
façon particulièrement atone. Cela s'explique notamment je ne vais
pas vous citer toutes les raisons telles que l'insuffisance de cohésion
sociale, les problèmes liés au marché du travail, etc. par le fait
qu'on n'a pas suffisamment investi dans la croissance de la
productivité, dans la modernisation de l'appareil de production et dans
l'innovation des produits. Il est évident qu'il faut investir dans le capital
humain, améliorer la compétence des salariés; c'est une condition
essentielle.
Par ailleurs, le rapport souligne qu'il existe un fossé considérable
qui ne cesse de s'élargir entre l'Union européenne et les Etats-Unis,
tant dans le montant des ressources affectées à la recherche que
dans l'efficacité de la recherche. Les Etats-Unis dépensent plus mais
sont également beaucoup plus efficaces que nous dans l'utilisation de
chaque dollar ou de chaque euro dépensé.
Le rapport préconise des investissements supplémentaires importants
en Recherche & Développement et en formation du capital humain, si
l'on veut se rapprocher de l'objectif de Barcelone, donc de Lisbonne.
Au vu de ce qui se passe en Belgique et à la lecture de la déclaration
du premier ministre à la Chambre concernant les choix budgétaires, il
semble que l'on ne s'inscrive pas exactement dans la direction
indiquée par le sommet de Lisbonne, confirmée à Barcelone, et dont
la nécessité est également réaffirmée dans le rapport de M. Kok.
Quelles sont les mesures prises à ce jour depuis mars 2002 par le
gouvernement pour essayer d'atteindre l'objectif fixé à Barcelone,
sachant que les Communautés et les Régions ont également un rôle
important à jouer? Il est clair que de nombreuses mesures incitatives
peuvent et doivent continuer à être prises au niveau fédéral, ce non
seulement par le ministre de l'Economie, qui a la recherche dans ses
compétences, mais également par le ministre des Finances et toute
03.01 François-Xavier de
Donnea (MR): Op de Top van
Barcelona van maart 2002 werd
beslist dat tegen 2010 3 % van het
BBP naar onderzoek moet gaan.
In België gaat het niet echt de
goede kant op.
Welke maatregelen werden sinds
maart 2002 genomen?
Welke weg moet ons land nog
afleggen om de 3 %-doelstelling te
halen?
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
une série d'autres ministres qui, directement ou indirectement,
peuvent contribuer à stimuler la recherche et le développement. Quel
est le chemin que la Belgique doit encore parcourir pour atteindre
l'objectif des 3%?
03.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, monsieur
de Donnea, j'aimerais pouvoir nous comparer aux Etats-Unis quant
au pourcentage du PIB consacré à la recherche. Je sais ce qui a été
dit par M. Kok dans son rapport intermédiaire qu'il a déposé devant la
Commission européenne et traitant de l'objectif des 3% du sommet
de Barcelone. C'est peut-être une des seules comparaisons qui
puissent être établies avec les Etats-Unis dans une partie de ma
réponse.
À la première question portant sur les mesures prises à ce jour pour
atteindre l'objectif fixé à Barcelone, je voudrais répondre en soulignant
les efforts importants consentis par le gouvernement en termes
d'incitations fiscales à la recherche et au développement, entre autres
l'exonération de 50% du précompte professionnel. Il s'agit de la
première mesure structurelle prise par notre pays pour abaisser le
coût des chercheurs. Avec ses différents volets (secteur académique,
extensions et partenariats avec le secteur privé, qui est essentiel pour
réaliser des progrès), cet effort représente en année pleine un coût
fiscal récurrent de l'ordre de 70 millions d'euros. Si ce montant ne
peut pas être pris en compte dans le pourcentage de recherche
publique à atteindre, il va permettre cependant d'augmenter
sensiblement les dépenses de recherche, en particulier au niveau des
2% que doit atteindre le secteur privé, en renforçant le lien industries-
universités par les partenariats. D'ailleurs, il est absolument
nécessaire de continuer dans cette voie, à savoir les partenariats
entre privé et public qui font justement la différence aux Etats-Unis.
En outre, la mise en oeuvre des travaux du "High Level Group 3%",
mis sur pied par mon prédécesseur, a été accélérée. C'est ainsi que
les cinq sous-groupes de travail institués doivent me remettre leurs
propositions concrètes avant le printemps 2005, ce qui devrait me
permettre d'intégrer déjà certaines recommandations pour les choix à
opérer dans la préparation du budget 2006. Il y a donc une
accélération dans l'agenda.
Vous demandez, dans votre deuxième question, quel chemin la
Belgique doit encore parcourir pour y arriver. La Belgique consacre
aujourd'hui 2,17% de son PIB en dépenses totales de recherche
selon les chiffres officiels de 2001. Mes services préparent en ce
moment une mise à jour de ce chiffre et les prévisions établies
laissent entrevoir une sensible amélioration de l'ordre de 2,3 à 2,4%.
D'après les estimations de notre Bureau du plan, selon le modèle
Hermès, une croissance annuelle de 7,5% des dépenses belges de
recherche devrait permettre d'atteindre l'objectif de 3% en 2010. Cette
évolution est proche de celle observée durant la période de 1993-
2001 qui était de l'ordre de 7,2%. On devrait raisonnablement y arriver
grâce aux efforts que je viens de décrire en termes de fiscalité et de
meilleure orientation budgétaire. En tout état de cause, il faudra rester
extrêmement vigilant sur ce point car, comme vous, je suis d'avis que
les 3% sont obligatoires. J'attache énormément d'importance à
l'évaluation à mi-terme faite par Wim Kok pour la Commission
européenne. Je crois que ce sera pour la Belgique, comme pour toute
03.02 Minister Marc Verwilghen:
Er werden verscheidene
maatregelen getroffen. De kosten
voor vorsers werden verminderd
via een vrijstelling van de
bedrijfsvoorheffing ten belope van
50%. Daardoor zal er meer geld
uitgegeven kunnen worden, meer
bepaald wat de 2% betreft die de
privé-sector moet bereiken door
de banden tussen universiteiten en
industrie nauwer aan te halen. Er
werden vijf subwerkgroepen
ingesteld bij de "High Level Group
3%". Ze zullen tegen de volgende
lente concrete voorstellen
aanreiken.
Op uw tweede vraag kan ik
antwoorden dat België momenteel
in totaal 2,17 percent van zijn BBP
besteedt aan wetenschappelijk
onderzoek. Mijn diensten werken
aan de actualisering van dit cijfer
en schatten dat het tot ongeveer
2,3 of 2,4 percent is gestegen.
Volgens de ramingen van het
Planbureau stijgen onze
onderzoeksuitgaven jaarlijks met
7,5 percent. Als we dit ritme
volhouden halen we in 2010 de
doelstelling van 3 percent. De
fiscale en budgettaire
inspanningen moeten deze
evolutie nog versterken.
De doelstelling van 3 percent is
een resultatenverbintenis die
zowel voor België als voor de
Europese Unie geldt. Dit verklaart
meteen het belang van het
tussentijdse verslag van de heer
Kok. Ik volg dit dossier dan ook
van zeer nabij.
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
l'Union européenne, un devoir absolu.
03.03 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
remercie le ministre pour ses explications. Je crois qu'il a mis le doigt
sur un point important: l'essentiel de l'effort doit être fait par le secteur
privé. Le secteur public est plus ou moins dans les normes. En
Belgique, le secteur privé n'est pas à jour en la matière. C'est la
raison pour laquelle les mesures incitatives à prendre dépendent
essentiellement du fédéral. Bien sûr, les Communautés donnent des
subsides aux universités, les Régions peuvent donner certains
subsides en matière de recherche à des entreprises. Mais, si l'on veut
créer un climat vraiment déterminant pour le développement des
efforts de recherche au niveau privé, c'est un nouvel état d'esprit qu'il
faut créer, notamment par des mesures fiscales et d'autres, ce qui
dépend encore essentiellement du fédéral, d'une part, et de l'Union
européenne, d'autre part.
C'est la raison pour laquelle je pense que la commission de
l'Economie mais aussi celle des Finances devraient peut-être
conjuguer leurs efforts pour organiser un grand débat sur cette
question au parlement. C'est une initiative qui dépend de vous et de
moi et non du gouvernement. Je vous remercie, monsieur le ministre,
et je vous encourage à poursuivre la détermination qui est la vôtre en
la matière.
03.03
François-Xavier de
Donnea (MR): Vermits de privé-
sector thans het leeuwendeel voor
zijn rekening dient te nemen ben ik
van oordeel dat de federale
overheid, net als Europa trouwens,
de bedrijven via fiscale en
budgettaire maatregelen ertoe
moet aanzetten het onderzoek
verder te ontwikkelen.
Volgens mij moeten de
commissies voor het Bedrijfsleven
en voor de Financiën hun krachten
bundelen en samen een debat aan
deze problematiek wijden.
03.04 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur de Donnea, je vais vous
donner une information complémentaire. Je reçois toujours la même
question émanant du secteur des entreprises privées: que peut-on
faire pour élargir la dispense des 50% du précompte personnel en
matière privée? C'est ce qu'ils demandent.
Si on ouvre cette porte, je vous garantis que pas mal d'entreprises
privées utiliseront cette possibilité pour engager des jeunes
scientifiques afin de pouvoir innover dans leurs entreprises, en même
temps que pour contribuer à l'agenda de Lisbonne.
03.04 Minister Marc Verwilghen:
Ter aanvulling preciseer ik dat de
privésector vraagtekens plaatst bij
de manier waarop de vrijstelling
ten belope van 50% van de
bedrijfsvoorheffing in de
privésector zal worden uitgebreid.
Ik ben de mening toegedaan dat
een dergelijke maatregel de
bedrijven in staat zal stellen jonge
wetenschappers in dienst te
nemen.
03.05 François-Xavier de Donnea (MR): Je suis d'accord avec
vous. Indépendamment des aspects fiscaux auxquels vous avez fait
brièvement allusion, il me semble aussi très important de penser à
des mesures visant à réformer le marché des capitaux pour
augmenter la disponibilité du capital à risque pour les start-ups.
Mais c'est un autre débat, et je ne vais pas le poursuivre aujourd'hui.
Nous en sommes simplement à une question parlementaire, et non
pas à une interpellation ou à un débat global. En tout cas, je vous
remercie pour vos explications.
03.05 François-Xavier de
Donnea (MR): Op dat punt ben ik
het met u eens. Afgezien van de
fiscale aspecten, pleit ik ook voor
een hervorming van de
kapitaalmarkt teneinde meer
risicokapitaal ter beschikking van
startende bedrijven te stellen. Dat
is echter een andere discussie.
Le président: Monsieur le ministre, je présume que vous avez bien
entendu la suggestion de M. de Donnea. Je me tiens volontiers à
votre disposition dans le cas où vous voudriez organiser un débat sur
ce thème.
Dans la situation que connaît notre pays, c'est une suggestion, si je
puis me permettre, qui me paraît vraiment très importante. Si vous
acceptez cette initiative, vous êtes le bienvenu dans notre
commission, monsieur le ministre.
De
voorzitter: Mijnheer de
minister, de commissie is bereid in
te gaan op de nuttige suggestie
van de heer de Donnea om aan dit
thema een debat te wijden.
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de besparingen in de federale wetenschappelijke instellingen en de grote
musea" (nr. 4184)
04 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les économies au sein des institutions scientifiques fédérales et des
grands musées" (n° 4184)
04.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, sta me toe
nog een opmerking te formuleren in verband met het debat dat zonet
werd gevoerd.
Ik ben voorzitter van het Adviescomité voor wetenschappelijke en
technologische vraagstukken. Het thema van de 3%-norm op het vlak
van onderzoek en ontwikkeling is precies een van de punten die wij dit
jaar specifiek op onze agenda willen plaatsen. Ik hoop dat wij dan
zullen kunnen rekenen op de belangstelling en de medewerking van
collega de Donnea en uiteraard ook op de medewerking van de
minister.
Ik wilde dat nog even in herinnering brengen, omdat het Adviescomité
wetenschappelijke en technologische vraagstukken een eerder
onbekende instelling is. Het is een commissie die niet onmiddellijk
inspeelt op de politieke actualiteit, maar precies werd opgericht om de
fundamentele vraagstukken inzake wetenschap, technologie en
onderzoek te behandelen.
Mijnheer de voorzitter, ik zeg dat even terzijde, omdat er volgens mij
inderdaad een rol is weggelegd voor het Parlement en voor het
Adviescomité voor wetenschappelijke en technologische
vraagstukken.
04.01 Simonne Creyf (CD&V):
Je préside le comité d'avis des
questions scientifiques et
technologiques, qui ne se
préoccupe pas tant de l'actualité
politique que du débat
fondamental sur la qualité de nos
institutions scientifiques et
culturelles. Pour atteindre l'objectif
des 3 %, j'espère pouvoir compter
sur la coopération des collègues et
sur le soutien du ministre.
De voorzitter: Het debat zal in een of andere commissie plaatsvinden. Uw commissie lijkt mij het meest
aangewezen. Ik zou niets liever zien dan dat u met diverse collega's van verschillende politieke strekkingen
zou overleggen om samen een initiatief te nemen, vooral wanneer we erin zouden slagen daarbij de
partijpolitieke grenzen te overstijgen.
04.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, deze vraag ligt
in het verlengde van het vorige. Het is meer een concretisatie van de
inspanningen die het federale niveau levert op het vlak van onderzoek
en ontwikkeling, en meer bepaald op het vlak van wetenschappelijke
investeringen.
Wij zullen wellicht volgende week of over twee weken de begroting
kunnen bespreken. Nog vóór wij alle documenten in ons bezit
hadden, konden wij al de verklaring lezen van de heer Philippe
Mettens, voorzitter van de programmatorische Federale
Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, het vroegere DWTC, waarbij hij
stelt dat de federale wetenschappelijke instellingen en de grote
musea zullen moeten besparen op personeel en werkingskosten.
De heer Mettens zou eveneens verklaard hebben dat de federale
regering 45 van de 175 miljoen euro voor ruimteonderzoek zou
schrappen. De schrapping van 45 miljoen euro zou betekenen dat
België zich onttrekt aan het convenant met het Europees
04.02 Simonne Creyf (CD&V):
Est-il exact, comme l'a déclaré M.
Mettens, que les institutions
scientifiques fédérales et les
grands musées devront largement
réduire leurs dépenses de
personnel et de fonctionnement?
Est-il exact que le gouvernement a
l'intention de supprimer 45 des
175 millions d'euros consacrés à
la recherche environnementale?
La Belgique se soustrairait-elle à
la convention avec l'ESA? Ces
initiatives ont-elle été prises après
concertation avec les institutions ?
Comment les économies
pourraient-elles être conciliées
avec l'objectif des 3 % pour la
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ruimteagentschap ESA. Concreet betekent het dat zelfs indien België
de jaarlijkse bijdrage niet betaalt, de ESA dat mag beschouwen als te
verwachten inkomsten en België bij niet-betaling intresten zal moeten
betalen op het bedrag -zoals in het convenant bepaald - dat men op
dat ogenblik niet betaald heeft.
Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat de federale
wetenschappelijke instellingen en de grote musea moeten besparen
op personeels- en werkingskosten?
Is het correct dat 45 miljoen euro geschrapt wordt in het kader van het
Europees Ruimteagentschap ESA?
Hoeveel bedragen de besparingen van de diverse instellingen? Werd
hierover voorafgaandelijk overleg gepleegd?
Hoe passen de besparingen in het streven naar de 3%-norm voor
onderzoek en ontwikkeling. Zopas hebben we nog gehoord dat de
minister dat percentage absoluut wenst te bereiken.
Recherche et le Développement?
04.03 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, voorafgaandelijk
merk ik het volgende op. Het begrotingsdebat dat we in de commissie
zullen voeren en dat betrekking heeft op de materies waarvoor ik
bevoegd ben, zal reeds de gelegenheid bieden om de kwestie van de
3% te bespreken. Dat mag niet beletten dat de aangelegenheid wordt
aangesneden in de commissie die voorgezeten wordt door mevrouw
Creyf. De materie is belangrijk genoeg om dat te doen, vooral omdat
het een Europees engagement is. Dikwijls vragen wij het Parlement
Europese richtlijnen om te zetten in Belgisch recht. Dikwijls wijzen we
erop dat Europa een bepaalde richting wenst in te slaan, die België
mee heeft ondertekend. Ik weet niet hoeveel keer ik de woorden
"pacta sunt servanda" reeds heb uitgesproken.
Dat wil zeggen dat we een akkoord dat we op het internationale forum
hebben gesloten, ook moeten invoeren in de Belgische wetgeving.
Wat dat betreft, heb ik geen moeite met het debat. Het lijkt mij een
van de absolute motoren. Ik ben terug uit een land waar men
bijzonder veel inspanningen heeft geleverd op het vlak van innovatie
en onderzoek. Men heeft elke inspanning die ook maar enigszins het
wetenschapsbeleid in een beter daglicht stelt, tot een goed einde
willen brengen. Men weet immers dat het een draaiende motor is van
de economie. Ik meen dat dat mutatis mutandis ook voor ons land
opgaat.
Ik kom nu tot de verklaringen van de heer Mettens. Het is niet de
eerste keer dat ik van de voorzitter van de federale dienst voor
Wetenschapsbeleid vrij ongelukkige verklaringen lees. Ik veronderstel
dat de man zich misschien aangetrokken voelt om zijn materie te
verdedigen. Ik heb daar geen moeite mee, maar dat moet wel op een
correcte manier gebeuren. De vaststellingen die hij heeft gemaakt,
deel ik absoluut niet. Vandaar mijn antwoord op uw vier vragen.
In het kader van de begroting 2005 heeft de regering besloten om de
Belgische bijdrage voor de Europese Ruimtevaartorganisatie, ESA, te
verminderen met 45 miljoen euro. Die beslissing is geen besparing,
maar enkel een overbrenging naar de dienstjaren 2006 tot 2009. Met
andere woorden, België zal zijn Europees engagement ten opzichte
van de ESA nakomen door over de jaren 2006 tot 2009 het bedrag
04.03 Marc Verwilghen, ministre:
Le débat budgétaire nous
permettra d'examiner la question
des trois pour cent. Bien entendu,
ce débat a également sa place au
sein de la commission présidée
par Mme Creyf. La politique
scientifique est un moteur qui fait
tourner l'économie et mérite donc
qu'un débat approfondi lui soit
consacré.
La déclaration de M. Mettens est
malheureuse. Je ne souscris pas à
ses constatations.
En 2005, la Belgique réduira sa
contribution à l'ESA de 45 millions
d'euros. Ce montant sera utilisé
pour les années 2006 à 2009 et ne
constitue donc pas une économie.
De cette manière, la Belgique ne
rompt pas l'engagement qu'elle a
pris vis-à-vis de l'ESA.
L'ESA accordera à la Belgique un
prêt avec une charge minimale
d'intérêts. A compter de l'année
2005, les contributions seront
versées à l'ESA à un rythme plus
élevé.
L'enveloppe budgétaire destinée
aux institutions fédérales a été
réduite d'un petit million d'euros.
Toutefois, les institutions
bénéficiaires ne le remarqueront
pas parce que la dispense de la
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
van 45 miljoen euro te recupereren in vier schijven van elk 11,25
miljoen euro. Zo is het ook genotifieerd. We doen daarmee niets
nieuws. Er zijn heel wat Europese landen die dezelfde techniek ook
toepassen.
De regeringsbeslissing zal ESA ertoe brengen namens en lastens
België een lening te sluiten voor de niet-ontvangen bedragen. De
POD Wetenschapsbeleid zal met de ESA onderhandelen over de
meest passende formule om de rentelast van de lening te
minimaliseren. Vanaf het dienstjaar 2005 zullen de vastgelegde
tussenkomsten aan de ESA in een sneller tempo worden doorgestort
en zal het aandeel van de eerste schijf worden verhoogd. Ik heb de
minister van Begroting verzocht zijn controlediensten van die
handelswijze in te lichten, zodat de bedragen beschikbaar zijn bij het
begin van het dienstjaar. Ook dat is een belangrijke stap voorwaarts.
Voor de federale wetenschappelijke instellingen werd de
personeelsenvelop met 949 000 euro verminderd, maar die besparing
heeft geen impact op de aanwerving van personeel, omdat de
maatregel tot vrijstelling van 50% van de bedrijfsvoorheffing voor de
onderzoekers, assistenten en de postdoctorandi, die op 1 juni 2004 in
werking trad, bijkomende aanwervingmogelijkheden van ongeveer 1
miljoen euro oplevert, rekening houdend met lineaire
besparingsmaatregelen qua personeel voor het geheel van de
federale departementen. Die operatie past alvast niet in de context die
door de heer Mettens wordt geschetst.
Dotaties aan de instellingen zijn niet verminderd; er zijn zelfs
verschillende kredieten toegekend. Ik haal er u drie aan bij wijze van
voorbeeld: krediet van 360 000 euro voor een bijkomende studie over
de beveiliging van de instellingen, een krediet van 595 000 euro voor
het onderhoud van de airconditioning en de verwarming van de
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, de Koninklijke
Bibliotheek, het Algemeen Rijksarchief en de Koninklijke Musea voor
Kunst en Geschiedenis en tot slot een krediet van 2,2 miljoen euro
voor de digitalisering van het patrimonium van die instellingen.
Conclusie is dus dat de beslissingen van het conclaaf de
doelstellingen waartoe we ons in Barcelona verbonden hebben,
namelijk om tegen 2010 in België 3% van het bruto binnenlands
product aan wetenschappelijk onderzoek te besteden, niet in gevaar
brengen. Dat is iets waarover ik absoluut wil waken, ik heb dat ook
daarstraks meegedeeld aan collega de Donnea. Ik antwoord u
hetzelfde. Voor mij is het een absoluut te bereiken doelstelling en
daarvoor zal alles veiliggesteld moeten worden.
moitié du précompte professionnel
pour les assistants chercheurs et
les post-doctorants compensera
complètement la mesure.
Les dotations aux institutions n'ont
pas diminué : 360.000 euros sont
disponibles pour assurer la
sécurité des institutions et 595.000
euros ont été dégagés pour
l'entretien des diverses institutions.
En outre, nous avons prévu un
crédit de 2,2 millions d'euros pour
la numérisation du patrimoine des
institutions.
Les décisions du conclave
budgétaire ne mettent pas en péril
l'objectif visé, à savoir consacrer
d'ici à 2010 trois pour cent du PIB
à la recherche scientifique.
04.04 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, eigenlijk hoor ik
een bevestiging van wat ik aangebracht heb.
Wat de spreiding van de tussenkomsten aan de ESA tussen 2006-
2009 betreft, hoor ik niets nieuws: de investeringen worden
opgeschoven naar de toekomst. Er zijn leninglasten aan verbonden
en het zal België meer kosten dan wanneer het zijn engagementen
was nagekomen. Ik stel dus vast dat men investeringen opschuift
naar de toekomst.
Ten tweede geeft u toe dat er een vermindering is van het budget van
de federale wetenschappelijke instellingen voor personeels- en
04.04 Simonne Creyf (CD&V):
J'entends confirmer ici les
déclarations de M. Mettens : la
contribution à l'ESA est reportée,
ce qui vaudra à notre pays de
payer des intérêts.
La déduction fiscale des
paiements anticipés constitue une
mesure favorable aux institutions
mais le ministre gomme aussitôt
cet avantage en leur imposant des
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
werkingskosten. U voegt eraan toe dat het gecompenseerd wordt
door een andere maatregel, namelijk de fiscale aftrek van de
voorafbetalingen. Ik stel dus vast, mijnheer de minister, dat u met de
ene maatregel iets aan de instellingen geeft, maar omdat ze een
fiscaal voordeel gekregen hebben, krijgen ze anderzijds minder voor
hun personeel. Wat u dus aan de heer de Donnea geantwoord heeft,
klopt niet. U hebt het over een positieve maatregel voor het
wetenschappelijk personeel. Overigens is de door minister Moerman
destijds aangekondigde uitbreiding van de maatregel met 6 maanden
uitgesteld, als ik me niet vergis. We hebben dat toch in de
regeringsverklaring van de eerste minister kunnen lezen?
Kortom, de uitbreiding van de maatregel tot de ruimere
wetenschappelijke wereld wordt uitgesteld en er worden bedragen in
mindering gebracht, omdat fiscale voordelen werden toegekend.
Wat de digitalisering en de veiligheid betreft, kunnen we vaststellen
dat u inderdaad alleen uw engagementen nakomt.
Ik kaart het veiligheidsprobleem reeds tien jaar aan. Er gebeurden
ook allerlei onderzoeken. Onder andere de Koning Boudewijnstichting
leverde serieuze inspanningen en investeringen terzake. Ik ben blij
dat nu de nodige kredieten komen voor de digitalisering en de
veiligheid. In globo stemt het mij ongelukkig dat er wel besparingen
zijn en geen vooruitgang.
Ik wil ook niet teveel vooruitlopen op de besprekingen van volgende
week en de week erna. Tijdens die besprekingen zullen we een en
ander waarschijnlijk meer in een globale context kunnen bekijken.
économies. Par contre, le fait que
des crédits soient disponibles pour
la numérisation du patrimoine et
pour la sécurité est positif.
04.05 Minister Marc Verwilghen: Ik wil antwoorden met de volgende
drie beschouwingen. Ten eerste, mevrouw Creyf vraagt me of er een
schrapping komt van 45 miljoen euro in de middelen voor de ESA,
wat ze terecht haalt uit de verklaring van de heer Mettens. Ik toon
aan dat er van een schrapping geen sprake is. Mevrouw Creyf schrijft
in haar vraagstelling dat de federale regering 45 miljoen van de 175
miljoen euro voor ruimteonderzoek zou schrappen. Ik zeg het
nogmaals: van schrappen is geen sprake. Ik bevestig uw stelling niet.
De terugbetaling wordt gespreid over vier jaar, maar dat is niet nieuw.
Die techniek werd in het verleden reeds toegepast. De ESA is
trouwens ook niet steeds bij machte om het bedrag dat werd
vooropgesteld, ook op te nemen. Dat bleek al meer dan eens uit de
praktijk.
Ten tweede, ik ben het ook niet eens met de stelling van mevrouw
Creyf dat er een besparing werd doorgevoerd waardoor de
personeelsenvelop wordt verminderd, met minder aanwervingen tot
gevolg. Ook dat is onjuist. Vanaf 1 juli 2004 trad de operatie van de
50% in werking. Het ging om een bedrag van 1 miljoen euro, 5% meer
dan de 949.000 euro die op het budget werd geschrapt. Dat had geen
verlies van jobs tot gevolg, integendeel, er kon meer aangeworven
worden. Dat is de tweede vaststelling die ik wil onderstrepen.
Ten derde, ik ben tevreden dat men het belang van beveiliging inziet.
Het is een oud zeer daarin hebt u ongetwijfeld gelijk, mevrouw Creyf
en dat zal het ook blijven. Ik hoop alleen dat de werkzaamheden die
nu mogelijk worden, ons zullen toelaten om praktische schikkingen te
treffen die inderdaad een echte nieuwe beveiliging toelaten. Daartoe
04.05 Marc Verwilghen, ministre:
Il n'est nullement question d'une
suppression des crédits ESA mais
simplement d'un étalement des
paiements sur une période de
quatre ans.
Je ne suis pas non plus d'accord
avec l'affirmation selon laquelle
des économies sont réalisées.
Aucun emploi n'a été supprimé et
il a même été possible
d'augmenter le rythme des
recrutements.
Du personnel supplémentaire et
de nouveaux équipements
techniques seront mis à
disposition pour la sécurité.
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
werd 360.000 euro vastgelegd voor een heel specifiek doel, dat bijna
in het verlengde ligt van de vaststellingen die gemaakt werden door
de Koning Boudewijnstichting. Dat betekent dat er zowel meer
personeel als technische apparatuur ter beschikking wordt gesteld in
de instellingen waarover we het hier hebben.
04.06 Simonne Creyf (CD&V): Ik wil enkel opmerken dat het debat
over deze aangelegenheid ongetwijfeld zal worden voortgezet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "Uradex en de uitkering van rechten aan uitvoerende kunstenaars" (nr. 4188)
05 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "Uradex et l'octroi de droits aux artistes-interprètes" (n° 4188)
05.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is niet de eerste keer dat wij het hebben over Uradex en
de rechten van de uitvoerende kunstenaars. Ook collega Liesbeth
Van der Auwera stelde hierover nog niet zo lang geleden een vraag
maar dan voornamelijk wat de jeugdhuizen betreft.
Mijn vraag is van algemene aard. Uradex, de vennootschap die in
België de rechten beheert van de uitvoerende kunstenaars, blijkt
ernstig in gebreke te blijven. Dat is niet nieuw. De Tijd publiceerde op
19 juni 2004 een artikel van de hand van Krista D'Haeseleer, hoofd
van de Dienst Controle op de beheersvennootschappen bij de FOD
Economie. Er zou een enorme achterstand zijn in de verdeling van de
uitkeringen voor de uitvoerende kunstenaars. Deze toestand bestaat
al jaren en de rekening van Uradex dikt aardig aan terwijl de
uitvoerende artiesten tevergeefs wachten op hun rechten geïnd als
billijke vergoeding. Het is duidelijk dat Uradex tekortschiet. De
verdeling naar de artiesten gebeurt niet alleen heel traag maar ook te
weinig. De inning van de billijke vergoedingen verloopt eveneens
weinig efficiënt. Krista D'Haeseleer vertelde in het krantenartikel dat
als er in deze toestand geen verandering kwam voor het einde van
het jaar zij de beheersvennootschap in gebreke zou stellen en de
vergunning zou intrekken.
Ik meen te hebben begrepen uit een aantal contacten die ik de laatste
dagen heb gehad met mensen die de kunstenaars en hun rechten
volgen dat u als voogdijminister de bewuste vennootschap officieel in
gebreke hebt gesteld en daarbij dreigt de erkenning in te trekken. Er
werd te dien einde een rechtszaak ingeleid. Ik wil dus bijkomend
vragen of dit klopt. Hoeveel heeft Uradex al geïnd? Ik heb intussen
vernomen dat dit 50 miljoen euro, ongeveer 2 miljard Belgische frank,
zou zijn. Hoeveel heeft Uradex al doorgestort? Hoe wordt het
ontvangen saldo beheerd? Het blijkt dat er onvoldoende werd
doorgestort. Zullen er verwijlintresten worden aangerekend in geval
van laattijdige doorstortingen aan artiesten? Wat bent u van plan te
ondernemen om Uradex aan te zetten tot de activiteiten die het
behoort uit te oefenen, namelijk de billijke vergoedingen innen en
verdelen? Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat Uradex dit naar
behoren doet? Zult u Uradex officieel in gebreke stellen of zult u nog
andere zaken doen?
Dit is niet de eerste keer. Uradex bestaat al sinds 1974, eerst als
05.01 Trees Pieters (CD&V): Il
existe depuis de nombreuses
années un retard énorme en
matière d'attribution des droits aux
artistes-exécutants. Aussi la
direction de l'office de contrôle des
sociétés de gestion veut-elle
mettre la société Uradex en
demeure avant la fin de l'année et
lui retirer sa licence. Est-ce exact?
Quelle somme la société Uradex
a-t-elle déjà perçue et quel
montant a-t-elle reversé?
Comment est géré le solde? Y a-t-
il des intérêts de retard en cas de
versements tardifs? Que compte
faire le ministre pour améliorer la
perception et l'attribution des
indemnités équitables des
artistes? Que fera-t-il si Uradex ne
remplit pas ses obligations?
En outre, l'incertitude est grande
en ce qui concerne les tarifs de
l'indemnité équitable à partir de
2005 et des négociations doivent
être menées d'urgence à ce sujet.
Par qui seront-elles menées? Que
se passera-t-il si Uradex perd sa
licence et quelles peuvent en être
les conséquences pour les
négociations?
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
VZW, en sinds 1989 als commanditaire vennootschap. Tot 1989 zou
Uradex minstens 60% van de geïnde sommen die aan haar werden
gestort als reservefonds hebben aangelegd. In 2004 blijkt dat met
meer dan 99% van de nieuw ontvangen bedragen, 50 miljoen euro,
dezelfde weg wordt opgegaan. Uradex blijkt dus niet aan haar
proefstuk toe te zijn maar kent een zeer lange geschiedenis inzake
het niet verdelen van rechten die zij moet doorstorten.
Daarbij komt nog eens dat er een grote onduidelijkheid heerst over de
tarieven voor de billijke vergoeding vanaf 2005. Op het eind van dit
jaar loopt het akkoord af dat van toepassing is op het hele sociaal-
culturele leven in Vlaanderen. Op 28 oktober protesteerde de
Vlaamse Jeugdraad nog tegen die billijke vergoedingen. Daarop zou
vanuit Vlaanderen een signaal gekomen zijn, via sp.a-voorzitter
Stevaert en de bevoegde minister Anciaux, dat gedurende haar
huidige regeerperiode de Vlaamse regering er borg voor zou staan
dat de billijke vergoeding financieel en administratief ten laste zou
worden genomen van de Vlaamse regering. Er doen dus enorm veel
geruchten de ronde, maar in elk geval moet er een evaluatie komen
voor het eind van dit jaar.
Er zijn dus dringend onderhandelingen nodig over een koninklijk
besluit met eventueel nieuwe tarieven. De beheersvennootschappen
hebben reeds voorstellen geformuleerd. Billijk zijn die alleszins niet,
integendeel; ze zullen elk muzikaal en artistiek initiatief in de kiem
smoren. De Vlaamse Jeugdraad vraagt in haar advies van 6 oktober
om dringend werk te maken van die onderhandelingen.
Mijnheer de minister, ik wil u dan ook het volgende vragen.
De onderhandelingen moeten dringend opgestart worden. Wanneer
onderneemt u een actie daartoe?
Wie zal aan die onderhandelingen deelnemen?
Wat zou er gebeuren als Uradex zijn vergunning verliest? Welke
gevolgen zou die situatie hebben voor de onderhandelingen die
eventueel in het verschiet liggen?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, het uitgangspunt is dat wij eigenlijk hetzelfde standpunt delen,
met name dat de werkwijze van Uradex een onaanvaardbare
werkwijze is.
De vraag die u stelt, omvat eigenlijk twee delen.
Op het eerste deel kan ik het volgende antwoorden. Volgens de
informatie waarover de dienst voor controle van de
beheersvennootschappen van het auteursrecht en de naburige
rechten beschikt, blijft Uradex CVBA in gebreke om over te gaan tot
de verdeling aan de rechthebbenden, zowel van de geïnde rechten
met betrekking tot de privé-kopieën als met betrekking tot de billijke
vergoeding.
Sinds de oprichting van de beheersvennootschap werd een bedrag
van 30.890.905 euro dus niet de 50.000.000 euro waarover u sprak
aan rechten geïnd, terwijl daarvan slechts een bedrag van
425.571 euro aan de rechthebbenden is verdeeld. Dat is dus eigenlijk
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
La méthode de travail d'Uradex
est en effet inadmissible. Depuis la
création de cette société de
gestion, près de 31 millions
d'euros ont déjà été perçus sous
forme de droits, alors que
seulement 425.571 euros ont été
distribués aux ayants droit. Uradex
a déjà été interpellée à plusieurs
reprises à ce sujet par le service
de contrôle, et en décembre 2002,
la société s'est vu soumettre un
plan relatif à la répartition des
droits entre 2002 et 2010. Uradex
ne s'y conforme toutefois pas. La
société a donc été citée à
comparaître le 23 septembre 2004
pour qu'un administrateur
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
een peulschil in vergelijking tot het geïnde bedrag.
De betrokken beheersvennootschap werd door de controledienst
daarover herhaaldelijk geïnterpelleerd en is meerdere malen in
gebreke gesteld, tot nu toe zonder bevredigend resultaat. De
betrokken beheersvennootschap heeft aan de controledienst in
december 2002 een plan voorgelegd, inhoudende de verdeling over
de periode 2002 tot 2010 van de rechten. Dat plan is door de
vennootschap zelf ook niet nageleefd geweest.
Daarom is Uradex CVBA door de Belgische Staat op 23 september
2004, dus vrij onlangs, gedagvaard voor de rechtbank van eerste
aanleg te Brussel, onder andere voor de aanstelling van een
voorlopige bewindvoerder. Dat dossier volgt de geëigende
gerechtelijke weg. De informatie die door de vennootschap in het
kader van die gerechtelijke procedure zal worden verstrekt, zal
bepalen of de intrekking van de vergunning aan de orde is. Ik wil eerst
die beveiligende maatregel van de voorlopige bewindvoerder horen,
om na te gaan wat noodzakelijk is.
Voor uw vraag met betrekking tot de verwijlintresten moet verwezen
worden naar de bepalingen van het gemeen recht, waarop artikel
1153 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is.
Op de door Uradex CVBA aan de rechthebbende uitgekeerde
sommen kunnen intresten verschuldigd zijn op voorwaarde van
aanmaning door de rechthebbenden. Zij hebben er dus alle belang bij
om de aanmaning uit te sturen.
Zo kom ik tot het tweede deel van uw vragen. Wat betreft de billijke
vergoeding moet ik het volgende meedelen: de eerste vergadering
van de commissie artikel 42 auteurswet over de herziening van de
akkoorden inzake billijke vergoeding voor de periode na 31 december
2004 vond plaats op 22 april 2004. Ondertussen zijn er al
verschillende vergaderingen geweest waar de ontwikkelingen van de
verschillende sectoren worden besproken. De organisaties die deel
uitmaken van voornoemde commissie zijn voor de sociaal-culturele
sector wat betreft de zijde van de beheersvennootschappen Simil en
Uradex en van de zijde van de organisaties die de debiteurs
vertegenwoordigen zijn dit de Vereniging voor Vlaamse Cultuurcentra,
Confédération des entreprises des secteurs sportifs et sociaux-
culturels en de Federatie van de Werkgevers van het Sociaal-
Cultureel Werk en ten slotte de Vereniging van de Belgische Steden
en Gemeenten.
Wat betreft de gevolgen van een eventuele intrekking van de
machtiging van Uradex, uw laatste vraag, kan ik verwijzen naar artikel
67 van de auteurswet waarin staat dat de intrekking gevolg heeft na
verloop van twee jaar, te rekenen vanaf de kennisgeving van de
intrekking. Daarin moeten we de wettelijke bepalingen volgen zoals ze
in de wet van 1994 zijn opgenomen.
provisoire soit désigné. Uradex
pourrait par ailleurs se voir retirer
son autorisation. Les ayants droit
peuvent du reste exiger des
intérêts de retard.
La première réunion de la
commission sur la révision de la
rémunération équitable a eu lieu le
22 avril 2004 et depuis lors,
plusieurs autres réunions ont été
organisées. Outre SIMIM et
Uradex, la Vereniging Vlaamse
Cultuurcentra a participé aux
négociations, de même que la
CESSoC, la FWSCW et l'Union
des villes et communes belges.
L'autorisation d'Uradex peut lui
être retirée deux ans après l'avis
de retrait. C'est ce que prévoit la
loi relative aux droits d'auteur.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, het doet mij
plezier dat ik de juiste cijfers krijg want er wordt wat met cijfers
gejongleerd. Het is goed dat we weten wat er nu geïnd is en wat er
uiteindelijk verdeeld is. Het resultaat is echter dat we niet ver staan.
Het is natuurlijk goed dat de Staat een voorlopig bewindvoerder heeft
aangesteld en Uradex aanmaant zijn plichten te vervullen. De
05.03 Trees Pieters (CD&V): Je
me réjouis de ces chiffres
adaptés, mais il n'y a guère de
raisons de se féliciter pour le
reste. La désignation d'un
administrateur provisoire constitue
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
verwijlintresten kunnen mits aanmaning door de rechthebbenden
verkregen worden. Het is goed dat dit hier gezegd wordt, dat de
rechthebbenden hun rechten moeten uitoefenen. Ik sta echter toch
een beetje verbaasd dat u zegt dat de intrekking van de machtiging
pas na twee jaar kan, als ik het goed begrepen heb. Ik denk ook dat
dit een wet is die door u als wetsontwerp is ingediend, als minister van
Justitie. Vergis ik mij nu?
un élément positif mais il est
étonnant que l'autorisation ne
puisse être retirée qu'après deux
ans.
05.04 Minister Marc Verwilghen: Het is een wet van 1994, een wet
die behandeld is in het Parlement en waarvan de vooraanstaande
rapporteur toen de heer De Clerck was. De heer Wathelet was toen
minister van Justitie. Ik herinner mij dit debat nog levendig. Artikel 67
van de auteurswet. De heer Wathelet was toen minister van Justitie.
05.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je me souviens du débat animé à
ce sujet, mais la loi en dispose
ainsi.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Ik vind het wel een lacune in de wet
dat men een machtiging pas na twee jaar kan intrekken. Dat we nog
twee jaar zo moeten aanmodderen, dat is toch ongehoord. We
beschikken over een dergelijk reservefonds, maar daarmee doen we
niet wat men er moet mee doen. Ik hoop dat u als voogdijminister op
uw strepen staat en dit dossier volgt. Ik van mijn kant zal het ook
volgen.
05.05 Trees Pieters (CD&V):
Dans ce cas, la loi présente une
lacune.
05.06 Minister Marc Verwilghen: Nog één kort antwoord, mijnheer de
voorzitter. Het is erg voor een fysiek persoon als hij onder voorlopig
bewindvoerderschap wordt geplaatst, laat staan voor een
handelsvennootschap die een beheersvennootschap is. Ik moet u
eerlijkheidshalve zeggen dat dit zo erg is als onder curatele te worden
gesteld.
Ik kan niet vooruitlopen op wat de uitspraak zal zijn van de rechtbank,
maar als ik het verschil zie tussen wat geïnd en wat uitgegeven werd,
dan kan ik mij toch moeilijk van de indruk ontdoen dat dit geen
verstrekkende gevolgen zal hebben.
05.06 Marc Verwilghen, ministre:
La désignation d'un administrateur
provisoire constitue tout de même
quelque chose de très sérieux
pour une société.
De voorzitter: Gezien de specifieke situatie is het misschien verkieslijker de verlengde minderjarigheid te
overwegen, mijnheer de minister.
05.07 Minister Marc Verwilghen: Dat komt bijna op hetzelfde neer,
mijnheer de voorzitter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de uiteenlopende aansluitingstarieven voor elektriciteit, gas en water"
(nr. 4215)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les tarifs divergents pour le raccordement au réseau de l'électricité,
du gaz et de l'eau" (n° 4215)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, Test-Aankoop heeft een en ander gepubliceerd waaruit blijkt
dat de tarieven om een nieuwe woning aan te sluiten op elektriciteit,
gas en water zeer sterk uiteenlopen van regio tot regio. Test-Aankoop
vreest dat die grote tariefverschillen te wijten zijn aan
distributienetbeheerders die hun monopolie zouden misbruiken.
De consument of de huisbewoner of huiseigenaar heeft eigenlijk geen
06.01 Simonne Creyf (CD&V):
Les tarifs du raccordement d'une
nouvelle habitation au réseau de
distribution d'électricité, de gaz et
d'eau varient sensiblement d'une
région à l'autre. Test-Achat
soupçonne que ces écarts sont
dus au fait que les gestionnaires
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
keuze. Wie een nieuw gebouw laat optrekken of wie opnieuw een
aansluiting moet hebben, moet zich voor zijn aanvraag tot aansluiting
wenden tot de beheerder van het net dat zijn, eventueel toekomstige,
gemeente bedient. Dat geldt voor elektriciteit. Hetzelfde geldt ook voor
de aansluiting op gas en water.
Volgens de berekeningen van Test-Aankoop zou het verschil tussen
het goedkoopste en het duurste aansluitingstarief voor elektriciteit
222% bedragen. Dat is dus niet niets. Men moet ook rekening houden
met het feit dat mensen dus niet kunnen kiezen.
Mijnheer de minister, ondertussen hebben wij ook informatie
gekregen over het efficiëntierapport van de CREG. In dat
efficiëntierapport heeft de CREG het ook over de grote verschillen
tussen de intercommunales op het vlak van efficiëntie en op het vlak
van prijs. Het een en ander is natuurlijk wel interessant omdat de
CREG de komende weken de tariefvoorstellen voor zijn
distributienetbeheerders voor 2005 moet beoordelen en eventueel
moet bijsturen.
U zal nu misschien zeggen dat heel die distributie een gewestelijke
materie is, maar het gaat hier onder meer ook over verschillen tussen
regio's. Het gaat over zaken waar volgens mij de CREG bevoegd is,
bijvoorbeeld om tarieven te controleren en bij te sturen. Daarom meen
ik toch dat ik deze vraag aan u kan stellen. De vraag is de volgende.
Hoe zal u optreden tegen dit schijnbaar misbruik van de
monopoliesituatie van die distributienetbeheerders? Op welke manier
kan men ten aanzien van cliënten en consumenten een meer
gelijklopend en toch redelijker en rechtvaardiger tarief garanderen?
Welke middelen heeft de CREG precies in dezen, wat betreft de
aansluitingstarieven, om op te treden? Heeft de CREG tot nu toe deze
middelen gebruikt, of niet?
Dan was er nog een specifieke vraag die vooral op Wallonië
betrekking heeft en wat mij in de verslaggeving van Test-Aankoop
toch wel in zekere mate heeft verrast. Elke residentiële afnemer heeft
in Wallonië recht op een gratis standaardaansluiting op het gasnet,
wanneer de te overbruggen afstand beperkt is tot 8 meter. Er moet
enkel worden bijbetaald als de afstand groter is. Men zegt dat in
Wallonië dit reglement veelvuldig met voeten wordt getreden. Ook
hier zult u mij misschien zeggen dat dit toch iets is voor Wallonië en
voor de Waalse regulator, maar toch ook hier rijst de vraag of het kan
dat akkoorden die Gewesten hebben afgesloten, niet worden
nageleefd. Dit zijn mijn vragen.
des réseaux de distribution
abusent de leur monopole car
quiconque fait construire une
maison est tenu de demander son
raccordement au gestionnaire de
réseau qui dessert la commune où
est située cette maison. La
différence entre le tarif le plus
élevé et le tarif le plus bas peut
atteindre 222 %. Dans son rapport
d'efficacité le plus récent, la CREG
a constaté qu'il existe de grandes
disparités tarifaires entre les
différents gestionnaires de réseau.
Comment le ministre compte-t-il
lutter contre ces abus éventuels
de monopole? Comment peut-il
garantir que l'évolution des tarifs
soit plus uniforme à l'avenir?
Quels sont les moyens
d'intervention de la CREG ?
Intervient-elle à suffisance?
La règle qui veut que chaque client
aie droit à un raccordement
standard gratuit au réseau de
distribution de gaz lorsque la
distance entre son habitation et le
réseau ne dépasse pas huit
mètres, est souvent négligée en
Wallonie. Les consommateurs
lésés disposent-ils d'un recours à
cet égard? Les gestionnaires de
réseaux remboursent-ils l'argent
indûment perçu?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik deel uw mening als u zegt dat de liberalisering van de gas-
en elektriciteitsmarkt door de concurrentie eigenlijk zou moeten leiden
tot de scherpste prijs-kwaliteitverhouding die enigszins mogelijk is. Dit
wil zeggen dat ofwel de prijs scherp is, ofwel dat de dienstverlening
van hoge kwaliteit is: een van beide en liefst nog beide samen die als
doelstelling moeten worden bereikt.
Uw vragen een en twee zal ik samen beantwoorden. Ik wil eerst iets
zeggen over het wettelijk kader inzake de tariefvoorstellen. Dat
bestaat uit twee koninklijke besluiten: een koninklijk besluit van 22
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
La libéralisation du marché de
l'énergie doit permettre d'arriver au
meilleur rapport qualité-prix. Les
arrêtés royaux du 22 décembre
2000 et du 11 juillet 2002
prévoient que les tarifs de
raccordement doivent permettre
au gestionnaire du réseau de
distribution de couvrir ses frais
réels, augmentés d'une marge
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
december 2000 tot instelling van de tarieven voor de aansluiting op de
distributienetten van elektriciteit en het koninklijk besluit van 11 juli
2002. Daarin gaat het over de algemene tariefstructuur, de
basisprincipes en procedures inzake tarieven voor de aansluiting op
de distributienetten en het gebruik ervan. Deze koninklijke besluiten
bepalen dat de tarieven moeten worden opgemaakt in functie van drie
zaken: ten eerste, de kosten; ten tweede, de door de
distributienetbeheerder te verlenen dekking voor de reële kosten en,
ten derde, dit moet vermeerderd worden met een billijke winstmarge.
In het tariefvoorstel dat de distributienetbeheerder opmaakt en aan de
CREG voorlegt, moeten die drie elementen terug te vinden zijn.
Deze tariefmethodologie impliceert dat er een verschil zal zijn per
distributienetbeheerder, omdat niet iedere distributienetbeheerder
evenveel kosten maakt. De CREG ontvangt jaarlijks de
tariefvoorstellen van de distributienetbeheerders en keurt deze goed
of af. De CREG heeft verschillende mogelijkheden om in te grijpen in
het tariefproces. Ik zou hier toch wel duidelijk willen onderstrepen dat
de bevoegdheden van de CREG op dit vlak vrij belangrijk zijn. Ik
begrijp dus ook dat u mij die vraag stelt, want zelfs indien het een
gewestelijke materie is, is hier de positie die door de CREG wordt
ingenomen, toch heel specifiek.
Hoe kan ze ingrijpen op dat tarificatieproces? Ten eerste, de CREG
kan meer inlichtingen over dat tariefvoorstel opvragen aangaande
onduidelijkheden bij de kosten. In een tweede fase kan de CREG
weigeren het voorgelegde tariefvoorstel goed te keuren. Dit kan
wanneer de kosten onredelijk hoog liggen of onvoldoende verklaard
worden. Voor de distributienetbeheerder blijft dan de mogelijkheid
open om een gewijzigd voorstel in te dienen. Ten derde, de
Commissie kan beslissen om voorlopige tarieven op te leggen als ze
beslist om het voorstel niet goed te keuren.
Deze maatregelen bestaan specifiek voor de tarieven en doen geen
afbreuk aan andere middelen die de CREG heeft om op te treden
zoals de sancties die voorzien zijn in de federale elektriciteitswet en
de mogelijkheid administratieve geldboetes op te leggen. Door deze
middelen krijgt de CREG een duidelijk beeld van de tarieven en kan
ze de nodige invloed uitoefenen op de tarificatieprocedure. Bij inbreuk
op de regels inzake de bescherming van de economische
mededinging en misbruik van een monopoliesituatie kan de CREG
bovendien samenwerken met de Dienst Mededinging. De CREG
beschikt over een Directie Marktcontentieux die door de wet specifiek
met dit doel opgericht werd. Ik vraag dus niet meer dan dat de CREG
in deze ook haar bevoegdheden zou uitoefenen in de mate dat ze
dezelfde vaststellingen doet als u.
Uw derde vraag betreft een bepaling die ingeschreven werd in een
besluit van de Waalse regering van 4 december 2003, betreffende de
openbare dienstverplichtingen binnen de gasmarkt. De tekst van dit
besluit luidt, ik citeer:
bénéficiaire équitable. Les
gestionnaires de réseaux de
distribution doivent soumettre leur
proposition tarifaire chaque année
à la CREG. Etant donné que les
frais ne sont pas les mêmes pour
tous les gestionnaires, les tarifs de
raccordement peuvent en effet
varier.
La CREG peut dès lors intervenir
de plusieurs manières: elle peut
demander des informations
complémentaires, elle peut rejeter
la proposition en raison de coûts
déraisonnables ou injustifiables et
demander à l'administrateur de
formuler une nouvelle proposition
et, enfin, elle peut rejeter la
proposition et imposer elle-même
un tarif.
En cas d'infraction aux règles en
matière de concurrence
économique et d'abus lié à une
position monopolistique, la CREG
peut coopérer avec le Service de
la concurrence. La CREG dispose
à cet effet d'un département
spécifique, à savoir la Direction du
contentieux du marché.
Si ce que Mme Creyf explique
concernant les raccordements au
réseau du gaz en Wallonie se
vérifiait, il s'agirait effectivement
d'une infraction à une disposition
légale du gouvernement de la
Région wallonne. Celui-ci est
compétent pour traiter
d'éventuelles infractions.
"Pour un raccordement individuel, seul le coût de la portion du
branchement individuel éventuellement nécessaire pour compléter le
raccordement standard vers le réseau est à charge du client".
Indien die bepaling met voeten getreden wordt, is dat een inbreuk op
de wettelijke bepaling zoals die uitgevaardigd is door de Waalse
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
overheid, op basis van de hierboven geciteerde passage. Daar kan ik
niets aan doen. Het is puur een bevoegdheid van het Waalse Gewest.
Bijgevolg zou de vraag wat dat aspect betreft, eigenlijk aan die
overheid gesteld moeten worden. U hebt wel gelijk dat u het punt in
kwestie aanhaalt.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil u danken
voor uw positieve antwoord. Ik vind het in die zin positief dat u het
ermee eens bent dat er inderdaad strenger op moet worden toegezien
dat er geen misbruik wordt gemaakt van monopolieposities en dat er
inderdaad ook strenger moet worden nagegaan of er geen
overtreding is van de wet op de mededinging.
Tussen haakjes, mijnheer de minister, wat de mededinging betreft,
dat is waarschijnlijk een andere noot die wij samen nog eens zullen
moeten kraken, in een ander debat. In elk geval, ik begrijp dat u zeker
onze zorg deelt inzake redelijke concurrentiële tarieven voor wie een
aansluiting neemt op gas, elektriciteit en water.
06.03 Simonne Creyf (CD&V):
Je constate avec plaisir que le
ministre partage mon inquiétude
en ce qui concerne les tarifs de
connexion équitables et
transparents. Je lui demande de
continuer à contrôler de près le
respect de la législation sur la
concurrence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het koninklijk besluit van 12 oktober 2004 tot uitvoering van artikel 129bis
van het Wetboek van vennootschappen en over een wetgevend initiatief in verband met de
neerlegging van de jaarrekening" (nr. 4283)
07 Question de M. Luk Van Biesen au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'arrêté royal du 12 octobre 2004 portant exécution de l'article 129bis
du Code des sociétés et sur une initiative législative relative au dépôt des comptes annuels" (n° 4283)
07.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 15 oktober jongstleden verscheen het koninklijk besluit
van 12 oktober tot uitvoering van het artikel 129bis. De
vennootschappen moeten namelijk hun jaarrekening binnen de 30
dagen na goedkeuring van de algemene vergadering en ten laatste
zeven maanden na de datum van de afsluiting, indienen bij de
Nationale Bank.
Enkel wanneer men overmacht bewijst, kan men uitstel krijgen, maar
dat is niet vanzelfsprekend, en zeker niet vrij van formaliteiten. In feite
is de termijn van zeven maanden voor de gewone middenstander, en
in het verlengde daarvan uiteraard ook voor zijn boekhouder of
accountant ik laat in het midden welke titel hij ook mag dragen
werkelijk te kort.
Het komt erop neer dat de indiening moet gebeuren midden in de
grote vakantie ofwel nog voordien, wanneer de gewone boekhouder al
meer dan zijn handen vol heeft met de veelheid van verplichtingen die
hem worden opgelegd. Naar mijn aanvoelen zou er een reglementair
en zelfs wetgevend initiatief moeten komen om deze problematiek
aan te pakken. Minimaal zou daarbij geregeld moeten worden dat er
in een langere overgangsperiode wordt voorzien. Thans bedraagt de
overgangstermijn amper 14 dagen, en dan moet men nog overmacht
bewijzen. Men zou ook de wettelijke termijn van zeven maanden en
het begrip passende sancties, zoals opgenomen in de preambule van
het koninklijk besluit van 12 oktober jongstleden, kunnen herbekijken,
ten minste voor de kleine vennootschappen.
07.01 Luk Van Biesen (VLD):
Les sociétés doivent déposer leurs
comptes annuels auprès de la
Banque nationale dans les trente
jours suivant leur adoption et au
plus tard sept mois après la date
de clôture. Un report ne peut être
accordé qu'en cas de force
majeure. Les amendes afférentes
au dépôt tardif des comptes sont
loin d'être insignifiantes.
Le délai de sept mois est en réalité
trop court pour le commerçant
moyen et son comptable. Le dépôt
des comptes annuels doit être
opéré juste avant ou pendant les
grandes vacances, ce qui n'est
pas réalisable pour la plupart des
comptables.
Je plaide pour une prolongation de
la période de transition et de la
période de sept mois ainsi que
pour une révision de la sanction
appropriée en cas de dépôt tardif.
Une mesure particulière doit
également être prise en faveur des
09/11/2004
CRIV 51
COM 384
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Ik wil er sterk op aandringen om bijzondere maatregelen te treffen
voor het jaar 2004, ten behoeve van de kleine vennootschappen. Men
kan bijvoorbeeld rekening houden met het feit dat de termijn voor de
fiscale aangifte voor deze vennootschappen ook verlengd was tot 30
september. Het is vrij logisch dat de boekhouder en zijn cliënt,
meestal eenmansvennootschappen en dergelijke, dit in dezelfde
periode doen, namelijk in de periode voor eind september 2004.
Mijnheer de minister, worden de nodige reglementaire en wetgevende
initiatieven genomen om dit toch niet kleine probleem, zeker niet voor
de boekhouders, voor het jaar 2004 op te lossen?
petites sociétés pour 2004. Le
ministre est-il disposé à prendre
des initiatives légales en ce sens?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Biesen, u hoort mij niet zeggen dat dat probleem niet de moeite
waard is om over te spreken, integendeel. Ik ken de bekommernis. U
zult het echter toch wel met mij eens zijn dat de indiening van de
jaarrekeningen geenszins beschouwd mag worden als een
vervelende formaliteit. Volgens mij is dat essentieel voor een goede
structurering van het economisch verkeer.
In het kader van de beginselen inzake cooperate governance,
deugdelijk bestuur, is het overigens noodzakelijk dat de informatie ten
aanzien van zowel de aandeelhouders als de steekhouders zo
spoedig mogelijk bekendgemaakt wordt en alleszins ook zo dicht
mogelijk na de afsluiting van het boekjaar waarop de jaarrekening
betrekking heeft, zoniet riskeert men een uitholling van de
informatieplicht en dus ook voor een stuk de controleplicht, wat
volgens mij in de eerste plaats nefast is voor de onderneming zelf.
Wat betreft artikel 129 van de vennootschapswet, werd door de
regering inderdaad voorzien in een bijkomende termijn van 15 dagen
om alsnog overmacht in te roepen voor de niet-indiening van de
rekening, en dat omdat het koninklijk besluit van 12 oktober 2004
gepubliceerd werd nadat de normale termijn om overmacht in te
roepen reeds verstreken was voor het boekjaar-2002. In het
algemeen beschikt men over een termijn van vijftien dagen na de
verstrijking van de indieningstermijn om uitstel te vragen en in principe
zou dat ook voldoende moeten zijn.
Maar ik ben het met u eens dat de uiterste datum voor de indiening
van de jaarrekeningen veel beter gekoppeld zou worden aan de
uiterste datum voor de fiscale aangifte, want dan gebeuren de twee in
één inspanning. Ik zal daarover met mijn collega, de minister van
Financiën, overleggen. Dat overleg is trouwens opgestart om na te
gaan welke de opties daarvan zijn. Ik kan daarin niet alleen handelen.
Mocht ik daartoe in staat zijn, dan zou ik wellicht sneller een
beslissing kunnen nemen. Ik begrijp de hoogdringendheid, en
vandaar werd dat overleg ook in hoogdringendheid opgestart.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le dépôt des comptes annuels ne
peut être considéré comme une
ennuyeuse formalité, c'est
essentiel pour la structuration des
échanges économiques. Vider de
son contenu le devoir
d'information et en partie le devoir
de contrôle est néfaste pour
l'entreprise elle-même en premier
lieu.
L'arrêté royal du 12 octobre 2004
ayant été publié alors que le délai
habituel pour invoquer la force
majeure était déjà dépassé pour
l'année comptable 2002, le
gouvernement a effectivement
prévu un terme supplémentaire de
quinze jours. Toutefois, le délai
normal de quinze jours doit suffire
en principe.
Il serait effectivement préférable,
j'en conviens, que la date limite de
dépôt des comptes annuels soit
liée à la date limite pour la
déclaration fiscale. Je me
concerterai avec le ministre des
Finances à ce sujet. Je
comprends l'urgence.
07.03 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, gaat die
hoogdringendheid ook over het aspect van de kleine
vennootschappen voor het jaar 2004?
07.03 Luk Van Biesen (VLD):
Cela s'applique-t-il aussi aux
petites sociétés pour l'exercice
2004?
07.04 Minister Marc Verwilghen: Dat zal daarover ook gaan.
07.05 Luk Van Biesen (VLD): Worden er geen boetes opgelegd
voor het jaar 2004?
CRIV 51
COM 384
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
07.06 Minister Marc Verwilghen: Het gaat over beide, maar we
proberen een spoedige oplossing te zoeken die voor kleine
ondernemingen in het begin misschien gefragmenteerd is. Wij hopen
dat nog voor 2004 te kunnen doen.
07.06 Marc Verwilghen, ministre:
Nous essayons de trouver
rapidement une solution,
également pour les petites
entreprises. Espérons que nous y
arriverons encore pour l'exercice
2004.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van vragen en interpellaties eindigt om 15.18 uur.
La discussion des questions et des interpellations se termine à 15.18 heures.