CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 382
CRIV 51 COM 382
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
09-11-2004
09-11-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BELANG
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annemie Turtelboom à la
ministre de l'Emploi sur "la modification de la
réglementation relative aux chantiers temporaires
et mobiles" (n° 4096)
1
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de aanpassing van de
reglementering inzake tijdelijke en mobiele
werkplaatsen" (nr. 4096)
1
Orateurs: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
l'Emploi sur "les licenciements chez Opel et
Volkswagen" (n° 4193)
4
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "de ontslagen bij Opel en
Volkswagen" (nr. 4193)
4
Orateurs: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Camille Dieu à la ministre de
l'Emploi sur "la remise en cause des garanties
existantes en matière de fouille dans les
entreprises" (n° 4197)
7
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Werk over "het ter discussie stellen van de
bestaande waarborgen inzake het fouilleren in
bedrijven" (nr. 4197)
7
Orateurs: Camille Dieu, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Camille Dieu, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Nathalie Muylle à la ministre de
l'Emploi sur "le travail saisonnier et occasionnel
dans l'agriculture et l'horticulture" (n° 4226)
9
Vraag van mevrouw Nathalie Muyle aan de
minister van Werk over "het seizoen- en
gelegenheidswerk in de land- en tuinbouwsector"
(nr. 4226)
9
Orateurs: Nathalie Muylle, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nathalie Muylle, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi sur "les contrôles relatifs à la volonté de
travailler des demandeurs d'emploi" (n° 4271)
11
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "de controles op de
arbeidsbereidheid van werkzoekenden" (nr. 4271)
11
- Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi
sur "le nouveau système de suivi des chômeurs"
(n° 4279)
11
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van
Werk over "het nieuwe systeem van opvolging
van werklozen" (nr. 4279)
11
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur
"le contrôle et l'accompagnement des chômeurs"
(n° 4288)
11
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "de controle en de begeleiding van
werklozen" (nr. 4288)
11
Orateurs: Annemie Turtelboom, Greet van
Gool, Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Greet van
Gool, Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Greet van Gool à la ministre de
l'Emploi sur "le recours au chômage temporaire
pour cause de force majeure dans le cadre de
grands chantiers publics"(n° 4278).
21
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "de inroeping van tijdelijke
werkloosheid ten gevolge van overmacht bij grote
openbare werken"(nr. 4278).
21
Orateurs: Greet van Gool, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greet van Gool, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
9
NOVEMBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
9
NOVEMBER
2004
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.12 heures par Mme Pierrette Cahay-André, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.12 uur door mevrouw Pierrette Cahay-André, voorzitter.
Stef Goris (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik zou u willen vragen om
mijn vraag nr. 4198, agendapunt nummer 4, te laten vallen omdat
dezelfde vraag blijkbaar al gesteld is tijdens de vorige zitting. Dat is
aan mijn aandacht ontsnapt en daarom wil ik de minister de last
ontnemen om hetzelfde antwoord tweemaal te geven. Tenzij natuurlijk
het antwoord gewijzigd zou zijn; in dat geval wil ik mijn vraag wel
stellen. Ik vermoed echter dat dit niet het geval is en ik neem vrede
met het antwoord dat u tijdens de vorige vergadering gegeven heeft.
01 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de aanpassing van de
reglementering inzake tijdelijke en mobiele werkplaatsen" (nr. 4096)
01 Question de Mme Annemie Turtelboom à la ministre de l'Emploi sur "la modification de la
réglementation relative aux chantiers temporaires et mobiles" (n° 4096)
01.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, tijdens de
Ministerraad van Raversijde op 20 en 21 maart werd de
langverwachte versoepeling van het koninklijk besluit betreffende de
tijdelijke en mobiele werkplaatsen met de omstreden verplichte
aanstelling van een veiligheidscoördinator aangekondigd. De
speerpunten waren de vereenvoudiging van de aanstelling van de
veiligheidscoördinator, alsmede de administratieve vereenvoudiging
voor bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 500 vierkante
meter. Een en ander moet leiden tot een betere toepassing van de
veiligheidscoördinatie en een prijsvriendelijker beleid voor bouwheren
en -vrouwen.
De vooropgestelde timing was 1 januari 2005. Vorige week hebt u in
commissie geantwoord dat u die timing zal halen. Maar een aantal
van die plannen zou niet onmiddellijk beantwoorden aan de
doelstellingen die in Raversijde werden afgesproken. Zo zou de aard
van de vereiste ervaring van de aannemers om de rol van
veiligheidscoördinator op zich te kunnen nemen, veel te ruim zijn,
waardoor aannemers haast onmogelijk de functie van
veiligheidscoördinator kunnen uitoefenen. Het gevolg is dat er nog
steeds een externe veiligheidscoördinator moet worden aangesteld.
Bovendien zal het versoepelde regime voor bouwwerken met een
oppervlakte kleiner dan 500 vierkante meter, niet van toepassing zijn
op alle soorten bouwwerken, zoals initieel bedoeld was. In het
ontwerp van koninklijk besluit zou er worden gesproken van
burgerlijke bouwwerken. Dat zijn, volgens van Dale, alle bouwwerken
01.01 Annemie Turtelboom
(VLD): D'ici au 1er janvier 2005,
l'arrêté royal relatif aux chantiers
temporaires et mobiles devrait être
assoupli. La désignation du
coordinateur de sécurité ainsi que
les procédures administratives
pour les chantiers d'une superficie
de moins de cinq cents mètres
carrés devraient être simplifiées.
Des problèmes se posent toutefois
à cet égard. L'expérience exigée
des entrepreneurs pour qu'ils
puissent être désignés en qualité
de coordinateur de sécurité serait
telle que quasiment aucun
entrepreneur ne peut satisfaire à
ces critères. Par ailleurs, le régime
assoupli pour les petits chantiers
ne serait pas applicable aux
chantiers ordinaires.
Quelle réglementation de principe
le projet de texte prévoit-il
actuellement en matière de
coordination de la sécurité des
chantiers d'une superficie
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
die geen militaire bouwwerken zijn. Dat betekent dat gewone
bouwwerken niet onder de soepele regel vallen.
Die twee opmerkingen maken mij bezorgd over het voorliggende
ontwerp van koninklijk besluit en het politiek akkoord dat terzake in
Raversijde werd bereikt.
In de marge heb ik nog enkele opmerkingen ontvangen over de
complexiteit van de ontwerptekst, die nogal moeilijk is, waardoor een
aantal mensen hinder ondervindt. Er zal een sterke communicatie
moeten opgezet worden omtrent dit nieuwe ontwerp van koninklijk
besluit. Vandaar dat ik u een aantal vragen wou stellen.
Wat is de principeregeling inzake de veiligheidscoördinatie voor
bouwwerken onder 500 m² die momenteel in de ontwerptekst staan?
Klopt het dat aannemers een vereiste beroepservaring van tien jaar
moeten bezitten inzake al de soorten tussenkomende bouwactiviteiten
vooraleer ze de rol van veiligheidscoördinator kunnen invullen? Dit is
veel, omdat ze dan een expertise moeten hebben in alle mogelijke
domeinen van de bouw, van ruwbouw tot de afwerking. Dit zullen
bijzonder weinig aannemers kunnen voorleggen. Klopt het dat het
versoepelde regime uitsluitend van toepassing zal zijn op burgerlijke
bouwwerken in plaats van op alle soorten bouwwerken en dat de
regeling niet onmiddellijk een administratieve vereenvoudiging met
zich meebrengt? Als u bevestigend antwoordt op deze vragen, is er
dan een mogelijkheid om de criteria bij te sturen, want ik denk dat ze
niet in de filosofie liggen van hetgeen er in de nieuwe tekst zou
moeten komen.
Welke zijn de financiële en andere voordelen voor de bouwheren als
een dergelijke regeling ingang vindt? Zal de minister afstappen van
deze voornemens en de regeling herschrijven tot een tekst die beter
overeenkomt met de geest van de afspraken die gemaakt werden op
de Ministerraad in Raversijde? Zal de timing van 1 januari
gerespecteerd worden?
inférieure à cinq cents mètres
carrés? Est-il exact que les
entrepreneurs doivent pouvoir
justifier d'une expérience
professionnelle de dix ans dans
tous les secteurs de la
construction? Le régime assoupli
s'applique-t-il exclusivement aux
chantiers civils? Est-il exact que la
réglementation ne va pas de pair
avec une simplification
administrative immédiate? Le texte
pourra-t-il encore être adapté afin
qu'il soit conforme aux accords
pris lors du Conseil des ministres
de Raversijde? Le calendrier sera-
t-il respecté?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Er werd over gewaakt dat
de uitgewerkte regeling helemaal overeenstemt met de beslissing die
in Raversijde werd genomen. Het hoofddoel is inderdaad, zoals u
reeds zei, het aantal ernstige en andere arbeidsongevallen op een
werf te verminderen. Tegelijk moet de preventie echter goedkoper en
gemakkelijker dan heden ten dage.
De nieuwe eisen en krachtlijnen van de nieuwe regelgeving zijn, ten
eerste, eenvoud en transparantie van de regelgeving. Die regelgeving
is op sommige vlakken nog steeds erg complex, dat weet ik. Dat
kunnen we enkel ondervangen door een heel bevattelijke folder uit te
geven, wat we ook gaan doen. Die folder moet bouwheren - en -
vrouwen - heel eenvoudig, in een notendop, uitleggen wat de regeling
is. Het wetgevend werk vraagt nu eenmaal soms een meer
technische benadering, wat het minder toegankelijk maakt voor vele
mensen.
Er is natuurlijk ook een versoepeling van de te strenge eisen waaraan
aannemers moeten voldoen. We zullen de grens van 25.000 euro,
waaronder voor de aannemer aparte criteria gelden, laten vallen. Er
zijn bovendien vereenvoudigde eisen gesteld aan de persoon die voor
de veiligheidscoördinatie instaat. Ten slotte is er ook minder
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: La réglementation
élaborée est conforme aux
décisions prises à Raversijde.
Tout d'abord, il y a lieu de
simplifier et de rendre plus
transparente la réglementation
parfois un peu complexe. Un
dépliant compréhensible va
expliquer brièvement la
réglementation. En outre, nous
avons assoupli les exigences trop
strictes auxquelles les
entrepreneurs doivent satisfaire.
La limite de 25.000 euros est
supprimée, les exigences
imposées aux coordinateurs de
sécurité sont simplifiées et un
certain nombre d'instruments de
coordination sont également
simplifiés ou supprimés.
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
papierwerk, en dus een lagere kostprijs, door de vereenvoudiging en
afschaffing van een aantal coördinatie-instrumenten.
Het is inderdaad zo dat aannemers die de coördinatie op zich nemen
10 jaar relevante beroepservaring moeten hebben. Dan heb ik het
over de grote aannemer die grote en belangrijke werken doet. Iemand
die bijvoorbeeld de pleisterwerken komt doen kan men niet vragen de
volledige veiligheidscoördinatie op zich te nemen. Iemand die
bijvoorbeeld de ruwbouwwerken doet, via onderaanneming met heel
wat - al of niet ervaren - werknemers, kan men dat wel vragen.
Degene die de eindverantwoordelijkheid heeft en in relevante werken
een zekere ervaring heeft opgebouwd neemt de coördinatie op zich.
Dat was zo voorzien en het lijkt me vrij logisch dat het op die manier
wordt geregeld.
Voor alle duidelijkheid geef ik de reden van die op het eerste gezicht
misschien vreemde omschrijving voor welke bouwwerken het geldt.
Dat is omdat het in principe geldt voor alle bouwwerken onder de 500
m², behalve voor diegene die bijzonder kunstig of risicovol zijn. Het
gaat dan bijvoorbeeld over een watertoren. Dat is minder dan 500 m²,
maar we willen die toch niet onder de nieuwe regeling laten vallen.
Het gaat alleen om dergelijke zaken. Voor iedere normale mens die
een huis bouwt is het allemaal geregeld. Het zijn de
watertorenachtigen die we willen uitsluiten.
De belangrijkste vereenvoudigingen, en daarmee gepaard gaande
financiële tegemoetkomingen, zijn dat voor kleine bouwwerken niet
telkens een beroep moet worden gedaan op de
veiligheidscoördinator, dat het coördinatiedagboek wordt afgeschaft,
dat er een vereenvoudigd veiligheids- en gezondheidsplan gevraagd
wordt en dat het postinterventiedossier heel beperkt is gehouden. Dat
heeft vanzelfsprekend een weerslag op het financiële aspect. Ik zou
eens kunnen proberen om een raming te maken wat dat financieel
zou kunnen betekenen. Men kan het natuurlijk niet helemaal
vastleggen. Dat zijn echter de belangrijkste kosten- en
tijdsbesparende maatregelen die er inzitten.
De timing zal in principe nog steeds kunnen standhouden. Zodra ik
alles terugkrijg van de Raad van State zal ik het onmiddellijk
ondertekenen en dan kan het nog steeds op tijd en volgens dezelfde
timing van start gaan.
Les entrepreneurs qui se
chargeront de la coordination
globale devront en effet justifier
d'une expérience professionnelle
de dix ans, ce qui me semble
logique.
Dans la réglementation, il est
question de "chantiers civils", la
simplification ne s'appliquant pas
aux bâtiments spécialisés ou à
risques. Songeons, par exemple,
aux châteaux d'eau qui
nécessitent assurément
l'intervention d'un coordinateur de
sécurité.
Un certain nombre de
simplifications ont été opérées - la
suppression du journal de
coordination, la simplification du
plan de sécurité et de santé ainsi
que du dossier d'intervention
ultérieure
- qui permettront
certainement de réaliser des
économies.
Je pense pouvoir respecter les
délais.
01.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, een wetgeving is inderdaad steeds een stuk technischer.
Er moet dus inderdaad een begrijpelijke folder komen. Dat is ook een
zeer goede zaak. In die folder wordt dan zowel aan de bouwheren als
aan de mensen in de sector heel duidelijk weergegeven wat de
nieuwe regeling inhoudt. Die foldercampagne kan misschien wel voor
beide dienen, maar we mogen ook niet vergeten dat er in de sector
heel wat mensen daarmee te maken zullen hebben. Er zijn
bijvoorbeeld alle kleine aannemers. Mijn bekommernis gaat uiteraard
ook uit naar de bouwheer, maar mijn grootste bekommernis gaat
uiteraard uit naar de mensen in de sector omdat hierbij toch een
veelvoud van aannemers betrokken is.
Mijn bekommernis is de volgende. Ik ben gerustgesteld door het
antwoord dat u geeft, maar ik zou toch willen vragen dat we er ook
voor zorgen dat het juridisch juist is. U geeft het voorbeeld van de
01.03 Annemie Turtelboom
(VLD): Une brochure synoptique
serait la bienvenue.
La réponse de la ministre me
rassure, mais il est nécessaire que
le contenu juridique de l'arrêté
royal soit en adéquation avec
l'objectif du gouvernement,
condition sine qua non pour
pouvoir éviter les abus.
Je comprends qu'un entrepreneur
qui veut aussi assumer la fonction
de coordinateur de sécurité doit
disposer d'expérience, mais le
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
watertoren. We kunnen allemaal begrijpen dat dit een verhoogd risico
inhoudt, dat het geen 500 m² is en dat er daar misschien nog een
coördinator nodig is. Zoals ik het nu hoor staat er in het ontwerp van
koninklijk besluit "alle burgerlijke bouwwerken". Ik heb er de van Dale
bij gehaald. Daar staat dat burgerlijke bouwwerken alles is dat niet
militair is. Dat betekent dus dat gewone woningen daar juridisch
gezien nog wel onder zouden vallen. Als u het bedoelt zoals u het hier
nu zegt, dan kan ik mij daar grotendeels in vinden.
Ik ben echter vooral bekommerd dat bijvoorbeeld een
veiligheidscoördinator zegt dat hij de job van veiligheidscoördinator
nog steeds belangrijk vindt en dat hij vindt dat het ook moet gelden
voor kleine werven. Hij mag geen juridisch element hebben om op
een bepaald moment te zeggen dat hetgeen in de folder van de
minister van Werk staat zeer goed is, maar dat hij een juridische
wettekst heeft waarmee hij het voor de rechtbank kan halen.
Dat is mijn eerste bekommernis.
Ten tweede, u maakte een opmerking over de aannemers en de tien
jaar relevante werkervaring. Wat ik verneem dat in het ontwerp van
koninklijk besluit staat, staat er ook in. Een aannemer moet tien jaar
relevante ervaring hebben in alle werken. Dat betekent dus dat de
ruwbouwaannemer ook tien jaar relevante ervaring zou moeten
hebben in het leggen van vloeren, in het plaatsen van kranen en in
bij wijze van spreken het schilderen van muren alvorens hij het kan
doen. Hij moet dus relevante ervaring hebben in al die verschillende
domeinen.
Zoals u het hier uitlegt, kan ik er mij voor 95% in vinden. Opnieuw
moeten we op dat punt gewoon nagaan of de tekst van het ontwerp
van koninklijk besluit juridisch gezien vertaalt wat u bedoelt.
Deze twee punten zijn mijn bekommernis. Ik ben weliswaar
grotendeels gerustgesteld door uw antwoord. Toch zou ik willen
vragen om de tekst nogmaals te bekijken, opdat er geen fouten in
zouden voorkomen. Het zou immers voor iedereen een bijzonder
slecht signaal zijn, mochten er nadien toch twee of drie artikelen
opduiken die de geest van de wet onderuit zouden halen.
texte de l'arrêté royal doit refléter
l'esprit des décisions. Voilà ma
préoccupation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de ontslagen bij Opel en
Volkswagen" (nr. 4193)
02 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "les licenciements chez Opel et
02.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, toen het nieuws
heet van de naald was, op 14 oktober, nadat de ontslagen bij Opel
bekendgemaakt waren - dus op de dag van de beleidsverklaring - heb
ik al even de kans gehad om u daarover te kunnen aanspreken. Ik wil
nu, in de commissievergadering, van u echter een iets omstandiger
antwoord krijgen.
Op die dag, 14 oktober, hebben wij vernomen dat er bij Opel 300
mensen ontslagen worden. Het gaat vooral om mensen met een
tijdelijk contract.
02.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Trois cents emplois minimum vont
disparaître chez Opel Anvers, a-t-
on appris en octobre, et six cents
postes au moins sont menacés
chez Volkswagen Forest.
Les problèmes survenus chez
Ford Genk ont donné lieu à la
création d'une cellule d'emploi. Un
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Opel was niet de eerste in de rij. Daarvoor stonden ook al bij
Volkswagen 200 jobs op de tocht en 400 mensen bij Volkswagen
zouden geplaatst worden bij de toeleveringsbedrijven. Er zouden dus
samen minstens 600 ontslagen vallen, en dat is dan nog een
onderschatting. Vorig jaar hebben we dan ook nog Ford Genk
meegemaakt. In de automobielindustrie heeft men het echt wel heel
moeilijk.
Naar aanleiding van vorig jaar en Ford Genk werd door de regering
beslist dat er een tewerkstellingscel zou worden opgericht om de
mensen die ontslagen werden te begeleiden naar nieuwe jobs. Op 14
oktober hebt u al, op mijn vraag of een tewerkstellingscel een goed
idee was, bevestigend geantwoord.
De tewerkstellingscel is een van de maatregelen om de ontslagen
werknemers op te vangen en te begeleiden. Hebt u al contact
opgenomen met de twee betrokken bedrijven, namelijk Volkswagen
en Opel, om na te gaan of er in die bedrijven interesse is voor de
oprichting van een tewerkstellingscel en of dat ook nodig is? Ik heb
namelijk van Opel vernomen dat het bedrijf vrij goed samenwerkt met
een uitzendbureau en dat Opel vraagt om mensen mee te helpen
plaatsen, maar ik weet niet of dat voldoende is. Dat is mijn eerste
vraag.
Ten tweede, voorziet het koninklijk besluit ook in een maatregel van
loonkostenvermindering bij de heraanwerving van personeelsleden
die ontslagen zijn naar aanleiding van een herstructurering. Het is op
zich wel positief dat die werknemer dan een soort van rugzak kan
meenemen van loonkostenvermindering als hij aan de slag kan gaan
bij een andere werkgever. Alleen is die maatregel, dacht ik, enkel
bedoeld voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst wordt
opgezegd of van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd zonder
opzeggingstermijn. Het is mij dan ook niet duidelijk of mensen met
een tijdelijk contract, zoals die mensen met een interim-contract, ook
in aanmerking kunnen komen voor die positieve maatregel om hen te
helpen om nieuw werk te vinden. Zo ja, hebt u daarvoor ook al met de
betrokken bedrijven aan tafel gezeten? Zo neen, welke andere
maatregelen zult u eventueel nemen om daar iets aan te doen? Ik
verneem dat de Vlaamse regering in elk geval al aan tafel is gaan
zitten en een werkgroep heeft opgestart om het nodige te doen vanuit
het Vlaamse niveau. Ik verwacht dan toch ook dat u, als minister van
Werk, uw verantwoordelijkheid opneemt in die zaak.
Ik wil graag horen welke voorstellen u overweegt en of het koninklijk
besluit, met de maatregelen die bestaan, van toepassing is op de
werknemers van Opel en Volkswagen.
arrêté royal dispose que les
travailleurs licenciés dans le cadre
d'une restructuration peuvent
bénéficier d'une réduction des
charges salariales lorsqu'ils sont
réengagés. Une telle cellule
d'emploi sera-t-elle également
mise sur pied chez Opel et
Volkswagen, de telle sorte que
cette mesure puisse aussi profiter
à leurs travailleurs licenciés?
La réduction des charges
salariales ne s'applique pas aux
travailleurs temporaires. Cette
disposition ne pourrait-elle être
revue? En effet, le secteur
automobile recourt de plus en
plus aux contrats temporaires,
aussi ces licenciements ne
peuvent-ils être assimilés à une
restructuration, selon la lettre de la
loi. Toutefois, c'est bien d'une
restructuration qu'il s'agit dans la
pratique.
Le ministre s'est-t-elle déjà
concertée avec les entreprises
concernées? Le gouvernement
flamand a déjà constitué un
groupe de travail chargé du suivi
de ce dossier.
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Voorzitter, mevrouw Lanjri,
ik ben uiteraard absoluut voor tewerkstellingcellen. Dat heb ik al
gezegd. Ik vind het op zich een prima concept. Alleen, als federaal
minister ben ik er enkel bij betrokken wanneer een onderneming een
aanvraag doet tot erkenning als onderneming in herstructurering. Dat
is tot nu toe niet gebeurd, door geen enkele van die ondernemingen.
Bovendien gaat het oprichten van zo'n tewerkstellingcel uit van de
onderneming in samenwerking met de sociale partners en de
openbare dienst voor arbeidsbemiddeling.
02.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je suis résolument en
faveur des cellules pour l'emploi,
mais l'initiative doit bien venir de
l'entreprise elle-même. Cette
matière ne relève toutefois pas de
ma compétence.
Les travailleurs engagés sous les
liens d'un contrat temporaire
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Het komt erop neer dat het totaal niet mijn bevoegdheid is. Ten
eerste, ik kan het proces niet initiëren en ten tweede, zelfs al heeft
een minister er iets mee te maken, dan is het minister
Vandenbroucke als men het aan Vlaamse kant bekijkt en niet ik.
Ik kan en mag mij daarmee niet inlaten. Het spreekt voor zich dat ik
enkel de verantwoordelijkheid kan en mag nemen voor die zaken
waarvoor ik als federaal minister bevoegd ben. Dat betekent
vanzelfsprekend niet dat ik het geen prima idee zou vinden mocht het
zover komen, al ligt het initiatief bij het bedrijf en al is het zelfs voor
een gewestminister moeilijk terzake een initiatief te nemen, al kan die
vanzelfsprekend wat volgens mij ook gebeurt enige omkadering
bieden.
Inzake uw vraag over de tijdelijke arbeidsovereenkomsten, is het niet
zo dat de voordelen als ik ze zo mag noemen die bij collectief
ontslag van toepassing zijn, daar gelden. Dat is eenvoudig omdat het
einde van het contract daar op voorhand gekend is en niets te maken
heeft met het collectief ontslag. Die regeling kan dus absoluut niet op
hen van toepassing zijn. Het enige wat wel op die werknemers van
toepassing is, zijn de al bestaande kortingen en fiscale voordelen, of
het nu gaat om de algemene lastenverlaging of om een verlaging voor
een doelgroep, zoals voor de groep met lage lonen. Dat is natuurlijk
wel op hen van toepassing. Eventueel, als een aantal werknemers
nog vrij jong is wat volgens mij het geval is kunnen zij als starter
nog een en ander aan voordelen hebben. De voordelen voor de
mensen die collectief ontslagen worden, gelden evenwel niet voor
mensen met een tijdelijk arbeidscontract.
connaissent la date d'expiration de
leur contrat et les mesures
prévues en cas de licenciement
pour cause de restructuration ne
leur sont en effet pas applicables.
Ils bénéficient
souvent de
réductions d'impôts et d'avantages
fiscaux tout autres.
02.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ten eerste, u
hebt waarschijnlijk in uw partij geleerd niet over de bevoegdheden van
een andere minister te spreken en dat u zich daaraan wil houden.
Maar niets weerhoudt u ervan om uw collega en partijgenoot eens te
polsen over wat er kan gedaan worden voor die werknemers? U zegt
wel dat het uw bevoegdheid niet is, maar uiteindelijk gaat het over
werknemers in ons Gewest, in onze regio. Ik hoop dat u toch wat
verantwoordelijkheid voelt opkomen en dat u toch minstens informeert
bij uw collega, Vlaams minister Vandenbroucke, naar wat er kan
gebeuren.
Ten tweede, u zei dat zelfs mocht de vraag worden gesteld, de
huidige maatregelen niet gelden voor tijdelijke contracten. Dat is
natuurlijk de regelgeving die er nu is. Maar wat ik wilde vragen of
insinueren is dat die wetgeving een stuk zou worden aangepast.
Waarom? Omdat precies in die sectoren, in de automobielindustrie en
ook soms in andere sectoren, de voorbije jaren veel meer wordt
gewerkt met tijdelijke contracten, precies met de bedoeling om, bij
herstructureringen, mensen makkelijker aan de deur te zetten als het
moet omdat dat inderdaad mensen zijn die zogezegd slechts een
tijdelijk contract hebben.
Vroeger zouden deze mensen gewoon in vast dienstverband werken,
maar omdat dat veel moeilijker is, neemt men die mensen aan met
een tijdelijk contract. Op den duur zijn er dus bijna geen mensen meer
met een vast contract omdat de bedrijven zich willen indekken. Dit is
een mentaliteit die men in andere landen, in andere vestigingen van
Opel en in de hele automobielindustrie trouwens, steeds meer ziet.
Men werft tegenwoordig steeds tijdelijke krachten aan van wie het
contract telkens wordt verlengd, precies met deze bedoeling. Naar de
02.03 Nahima Lanjri (CD&V): La
ministre pourrait peut-être
envisager une solution
coordonnée au problème avec le
ministre flamand compétent en la
matière qui, du reste, est membre
de son parti.
Le ministre ne pourrait-il pas
adapter l'arrêté royal afin que les
contrats à durée déterminée
tombent également sous cette
réglementation favorable? Des
gens travaillent souvent plusieurs
années consécutives sous des
contrats à durée déterminée. Les
mentalités ont changé: avant, ils
auraient certainement obtenu un
contrat à durée indéterminée.
Dans la pratique, il s'agit donc
clairement de restructurations
lorsque ces personnes sous
contrat à durée déterminée sont
licenciées.
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
letter van de wet is dit geen bedrijf in herstructurering, maar volgens
de geest van de wet wel. Het heeft te maken met alles wat in het
buitenland gebeurd is.
U zou dit dan ook als herstructurering moeten beschouwen in plaats
van alleen de letter van de wet te beschouwen en ervan uit te gaan
dat het om tijdelijke contracten gaat, want dan zullen we in veel
bedrijven heel wat mensen aan de deur zien staan. Er zijn mensen
met een tijdelijk contract dat jaar in jaar uit verlengd wordt omdat men
geen mensen meer durft aan te werven omwille van de zware lasten
die men moet dragen, ook als het moeilijker gaat. Ik veronderstel dat
iedereen wel weet, na al wat er is gebeurd bij Opel en Volkswagen,
dat het om herstructurering gaat, ook al heeft het niet die titel.
Ik hoop dan ook, mevrouw de minister, dat u deze zaak opnieuw zal
willen bekijken. U weet hoe moeilijk de automobielsector het heeft en
ik hoop dus dat u met uw Vlaamse collega rond de tafel zult
plaatsnemen om daarover te praten. Het is heel positief dat u binnen
dezelfde partij allebei bevoegd bent voor werk. U kan het dan ook wat
gecoördineerder aanpakken. Uw collega heeft ook op uw stoel
gezeten dus hoop ik dat u deze wetgeving zult aanpassen. Tien jaar
geleden zouden de jonge mensen die nu aan de deur staan een vast
contract gehad hebben. De mentaliteit en de tijdsgeest zijn evenwel
zonder meer veranderd. Ik hoop, mevrouw de minister, dat u hierop
toch welwillend zult ingaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de Mme Camille Dieu à la ministre de l'Emploi sur "la remise en cause des garanties
existantes en matière de fouille dans les entreprises" (n° 4197)
03 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister van Werk over "het ter discussie stellen van de
bestaande waarborgen inzake het fouilleren in bedrijven" (nr. 4197)
03.01 Camille Dieu (PS): Madame la présidente, madame la
ministre, il y a quelques semaines, un article paru dans "De Tijd"
faisait mention de la volonté du ministre de l'Intérieur, M. Dewael, de
modifier les conditions dans lesquelles les entreprises peuvent
procéder à la fouille de leurs travailleurs ou de toute autre personne
franchissant les portes de l'entreprise, ceci à la demande de la FEB et
des entreprises de gardiennage, semble-t-il.
Pour rappel, la loi du 7 mai 2004 parue au Moniteur en juin 2004 et
qui modifie la loi de 1990, a notamment pour objet de prévenir les
abus en la matière et de garantir le respect de la vie privée. C'est
ainsi que le contrôle des vêtements et des biens personnels n'est pas
permis, sauf exceptions. Ces exceptions sont listées. Il faut, par
exemple, que l'entreprise soit reprise sur une liste qui a été décidée
par arrêté ministériel, que les biens soupçonnés d'être volés le soient
aussi, que le soupçon relatif au vol de ces biens soit finalement de
nature à mettre en péril la sécurité de l'entreprise et puisse porter
atteinte à la sécurité nationale. Il y a d'autres conditions prévues par la
loi, comme, par exemple, la fouille par quelqu'un du même sexe ou
une palpation superficielle des vêtements et des biens.
Ces contrôles, qui font l'objet de conditions cumulatives, sont
renforcés par des CCT (n° 68 et n° 81) relatives à la surveillance par
les caméras.
03.01 Camille Dieu (PS):
Volgens "De Tijd" zou de minister
van Binnenlandse Zaken blijkbaar
op vraag van het VBO en de
bewakingsfirma's overwegen om
de voorwaarden te wijzigen
waarop ondernemingen hun
werknemers en iedere bezoeker
kunnen laten fouilleren.
De wet van 7 mei 2004 heeft
vooral tot doel misbruik van die
controles te voorkomen en de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer te garanderen. Zo is
het controleren van kleding en
persoonlijke bezittingen niet
toegestaan op een aantal in een
lijst opgesomde uitzonderingen na.
Bovendien zijn de controles
onderworpen aan cumulatieve
voorwaarden en worden ze
verscherpt door collectieve
arbeidsovereenkomsten betreffen-
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Le champ couvert est donc déjà fort large. Il va de soi que l'on ne peut
accepter des modifications à ladite loi qui seraient de nature à porter
atteinte à un droit fondamental garanti par la Constitution européenne
des droits de l'homme.
Mes questions sont les suivantes:
- Avez-vous connaissance de problèmes particuliers qui justifieraient
une modification de la loi?
- Cette problématique a-t-elle fait l'objet d'une discussion au sein du
gouvernement? Si oui, quelles modifications envisagez-vous?
- Ne pensez-vous pas que les partenaires sociaux devraient être
consultés avant de modifier cette loi?
- Ne pensez-vous pas qu'il faille demander l'avis du Conseil national
du travail?
de camerabewaking.
Wijzigingen aan voormelde wet
zijn onaanvaardbaar als die een
door de Europese verklaring voor
de rechten van de mens
gegarandeerd grondrecht
aantasten.
Welke problemen in het bijzonder
rechtvaardigen een wijziging van
de wetgeving?
Heeft de regering deze
problematiek besproken? Zo ja,
welke wijzigingen worden dan
overwogen?
Moeten de sociale partners niet
voor elke wetswijziging worden
geraadpleegd?
Moeten we niet het advies van de
Nationale Arbeidsraad inwinnen?
03.02 Freya Van den Bossche, ministre: Madame la présidente, je
sais que M. Dewael est favorable à un assouplissement des
conditions permettant de fouiller les travailleurs. Vous avez cité la loi
existante. Les arguments invoqués par le ministre Dewael pour
modifier cette loi sont, d'une part, le terrorisme international et, d'autre
part, le sentiment d'insécurité.
Vous me demandez si j'ai connaissance, en tant que ministre de
l'Emploi, de situations spécifiques qui justifieraient cette modification.
Ma réponse est négative. Je ne connais pas d'entreprises ou de
secteurs où les problèmes de sécurité ou, comme M. Dewael le dit,
des sentiments d'insécurité seraient plus importants qu'auparavant.
Par ailleurs, cela ne fait pas partie des compétences de la ministre de
l'Emploi de juger de l'aspect de sécurité général mais je vous avoue
que je n'ai pas l'impression, sur la base des éléments en ma
possession, qu'il soit nécessaire de modifier la loi.
Vous m'interrogez sur les partenaires sociaux. Si M. Dewael dépose
un projet, ce sera de toute façon soumis au CNT pour avis. Les
partenaires sociaux auraient donc l'occasion de nous donner un avis.
Mais, à l'heure actuelle, il n'est pas certain que la loi sera modifiée ni,
le cas échéant, de quelle façon elle le sera. On peut s'attendre à deux
tendances opposées au sein du CNT. J'attends de voir comment les
choses évoluent car il est un peu trop tôt pour me prononcer. Mais je
le répète, je n'ai pas l'impression que cette modification soit
nécessaire et qu'une telle proposition ferait l'unanimité au sein du
CNT.
03.02 Minister Freya Van den
Bossche: Ik weet dat minister
Dewael voorstander is van een
versoepeling van de voorwaarden
waaronder werknemers kunnen
worden gefouilleerd. De redenen
die hij daartoe aanvoert, zijn het
internationale terrorisme en het
onveiligheidsgevoel.
Als minister van Werk ben ik niet
op de hoogte van specifieke
situaties die een wetswijziging
zouden kunnen rechtvaardigen,
noch van bedrijven of sectoren
waar het onveiligheidsgevoel zou
zijn toegenomen.
Bovendien behoort het beoordelen
van het veiligheidsaspect in het
algemeen niet tot mijn
bevoegdheid. Op grond van de
elementen waarover ik beschik,
lijkt een wetswijziging mij niet
vereist.
Indien een wetsontwerp wordt
ingediend, wordt het in ieder geval
voor advies aan de NAR
voorgelegd en krijgen de sociale
partners de mogelijkheid zich
erover uit te spreken. Binnen de
NAR zouden dan wellicht twee
tegenovergestelde strekkingen
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
kenbaar worden. Dit gezegd
zijnde, is het nog te vroeg zich
over deze materie uit te spreken.
La présidente: Nous avons ainsi une demi-réponse!
03.03 Camille Dieu (PS): Madame la présidente, je remercie la
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Nathalie Muyle aan de minister van Werk over "het seizoen- en
gelegenheidswerk in de land- en tuinbouwsector" (nr. 4226)
04 Question de Mme Nathalie Muylle à la ministre de l'Emploi sur "le travail saisonnier et occasionnel
dans l'agriculture et l'horticulture" (n° 4226)
04.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, enkele weken geleden heb ik u geïnterpelleerd over de
aanpassingen die nodig waren in het kader van de seizoens- en de
gelegenheidsarbeid. De beslissingen daarover waren reeds genomen
op de Ministerraad van 26 mei 2004.
In dat dossier werden heel wat stappen vooruit gezet, zeker wat
betreft het onbeperkt aantal dagen voor de werkgevers die er nu zijn
en ook op het vlak van de toepassing van de interim-arbeid. Dat zijn
twee heel positieve stappen.
Mevrouw de minister, vandaag zijn er echter nog altijd enkele
pijnpunten. Twee heel specifieke subsectoren, namelijk de
witloofsector en de champignonsector, kennen problemen. Vandaag
is voor die sectoren niet in een totaaloplossing voorzien.
Mevrouw de minister, de witloofsector is een heel specifieke sector,
die een heel grote, technische kennis vereist. Er werd al een stap
vooruit gezet op het vlak van het aantal dagen, die nu onbeperkt zijn
voor de werkgever. Er is dus al een oplossing voor de witloofsector
door de invoering van het onbeperkt aantal dagen voor de werkgever.
Door het heel specifieke en heel technische aspect van de
witloofsector blijft er echter nog altijd een beperking van 65 dagen per
werknemer. Het is erg moeilijk voor witlooftelers om arbeiders op te
leiden in een periode van 65 dagen en daarbij ook nog eens
voldoende rendement uit hun arbeid te halen.
Daarom stond in het advies van de Nationale Arbeidsraad van
afgelopen zomer, met goedkeuring van de sociale partners, de vraag
voor een uitbreiding naar 100 dagen voor de werknemers in de
witloofsector.
Een tweede subsector die het erg moeilijk heeft, is de
champignonteelt. Mevrouw de minister, ik ben mij er echt van bewust
dat de toepassing van de seizoensarbeid in de champignonteelt een
stap vooruit is. Als u de champignonteelt echter enigszins kent, dan
weet u dat daar vandaag ook heel wat reguliere arbeid is. Bij de
reguliere arbeid is het heel moeilijk om te concurreren met landen uit
het Oostblok, voornamelijk Polen, waar de arbeidsvoorwaarden heel
wat lager liggen. We zien nu dat 70% van de champignonteelt in
België uit Polen komt.
04.01 Nathalie Muylle (CD&V):
De judicieuses décisions ont déjà
été prises en Conseil des
ministres, le 26 mai, concernant le
travail saisonnier et occasionnel
dans l'horticulture. Des problèmes
subsistent malgré tout pour la
culture du chicon et des
champignons. Pour le secteur de
la culture du chicon, l'extension de
65 à 100 jours demandée par le
CNT pour les travailleurs n'est pas
possible. Or les 65 jours sont
insuffisants en raison de la
technicité de cette culture et de la
formation étendue qu'elle exige. Il
n'y a pas eu de réduction des
cotisations ONSS pour les
travailleurs réguliers dans la
culture des champignons. Ce
secteur pâtit de la concurrence de
certains pays, comme la Pologne.
Le ministre est-il dès disposé à
prendre en considération les
demandes du secteur et à se
concerter avec les intéressés?
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Ook voor deze subsector werd afgelopen zomer een voorstel
gelanceerd, dat ook was goedgekeurd door de sociale partners. Er
werd een vermindering van de RSZ voorgesteld voor de
champignonteelt.
Mevrouw de minister, er werd stappen vooruit gezet. Nog twee
subsectoren, met name de witloof- en de champignonsector, kennen
echter problemen. Bent u bereid om de komende weken gesprekken
aan te gaan met deze sectoren aangaande de genoemde punten, die
nog moeten worden behandeld en die echt heel noodzakelijk zijn voor
het overleven van deze twee subsectoren?
04.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw de voorzitter, er is
inderdaad voor de algemene regel van 65 dagen gekozen en niet voor
de veel ingewikkeldere voorstellen die werden gedaan, om de
eenvoudige reden dat, ten eerste, wat eenvoud in de regelgeving niet
slecht is en, ten tweede, dit ook de controle vergemakkelijkt. Dat is
een mooi samengaan van beide - versoepeling en makkelijker
controleren en we kunnen dit op een efficiënte manier doen.
Sowieso kunnen in de witloofsector alle RSZ-verminderingen worden
toegepast die voor andere sectoren en voor andere werkgevers
gelden. Er is niet alleen de structurele lastenverlaging, maar ook lage
lonen, doelgroepwerknemers enzovoort. Eigenlijk kunnen zij daarvan
hier en daar al gebruikmaken. Ik besef dat de concurrentie met Polen
niet eenvoudig is. Wellicht zijn wij het erover eens dat dezelfde
omstandigheden creëren inzake loon- en arbeidsvoorwaarden als in
Polen, uiteraard ook niet kan. Er zal altijd een relevant verschil blijven
bestaan.
Wat de champignonsector betreft moet toch worden gezegd dat die er
plots een stuk beter voor staat, omdat men daar voordien geen
gebruik kon maken van gelegenheidsarbeid en nu wel. Ik begrijp dat
het misschien nog steeds moeilijk blijft om te concurreren met
lageloonlanden. Ik wil gerust nagaan welke de mogelijkheden zijn om
andere maatregelen te nemen dan deze inzake gelegenheidsarbeid.
Op dat punt wil ik immers werkelijk voor eenvormigheid en makkelijke
controle gaan. Het wordt zeker niet gemakkelijk om een aantal dingen
te doen, maar ik sta zeker open voor suggesties die steek houden.
04.02 Freya Van den Bossche,
ministre: On a opté pour
l'application de la règle générale
des 65 jours pour le travail
occasionnel. Il s'agit d'un
assouplissement qui,
simultanément, facilite le contrôle.
Les réductions de cotisations à
l'ONSS peuvent être appliquées
dans le secteur de la culture des
chicons comme dans d'autres
secteurs. Elles sont d'ailleurs déjà
pratiquées ça et là.
Le secteur de la culture des
champignons peut à présent
recourir au travail occasionnel. Il
s'agit déjà d'un progrès. La
concurrence de la Pologne dans le
domaine de la culture des
champignons est gênante mais il
n'est pas question pour autant
d'instaurer les mêmes conditions
de travail que dans ce pays.
Toutes les suggestions pour la
mise en oeuvre de mesures
appropriées sont néanmoins les
bienvenues.
04.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik wil nog even duidelijk zijn. Wat de witloofsector
betreft, gaat het louter om een uitbreiding van de 65 dagen. De
witloofsector is daarvoor heel specifiek, in die zin dat hij zeer
technische arbeid vraagt. Wat de champignonteelt betreft, klopt dat.
Inzake de toepassing van de seizoenarbeid hebben we daar een
grote stap vooruit gezet. De champignonteelt is binnen de tuinbouw
wel de sector die de meest reguliere werknemers tewerkstelt, omdat
dit een heel jaar doorgaat. Vandaar ook dat we daar met een zeer
sterk concurrentieel nadeel blijven zitten. Ik weet dat we dit niet
kunnen evenaren en het is zeker niet mijn bedoeling dit te vragen,
maar ik hoop toch, mevrouw de minister, dat de komende weken
daarover nog gesprekken met de sector zullen worden gevoerd. Zo
kunnen we ervoor zorgen, zeker met RSZ-verminderingen en
04.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Pour la culture des chicons, il
s'agit uniquement de l'extension
du système des 65 jours. La
grande difficulté rencontrée par le
secteur de la culture des
champignons est qu'il nécessite la
main-d'oeuvre la plus régulière de
tout secteur horticole. J'espère
dès lors que des négociations
pourront être menées avec les
intéressés.
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
dergelijke, dat er oplossingen worden gevonden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vragen van mevrouw Lahaye-Battheu - nrs. 4242, 4243 en 4244 - worden uitgesteld.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de controles op de arbeidsbereidheid
van werkzoekenden" (nr. 4271)
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van Werk over "het nieuwe systeem van opvolging van
werklozen" (nr. 4279)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de controle en de begeleiding van
werklozen" (nr. 4288)
05 Questions jointes de
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "les contrôles relatifs à la volonté de travailler
des demandeurs d'emploi" (n° 4271)
- Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi sur "le nouveau système de suivi des chômeurs"
(n° 4279)
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "le contrôle et l'accompagnement des chômeurs"
(n° 4288)
05.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, de nieuwe procedure om de arbeidsbereidheid van
werkzoekenden te toetsen heeft vooral de bedoeling om misbruiken,
die er in de werkloosheidsverzekering zijn, weg te werken zodat het
systeem op termijn leefbaar en betaalbaar blijft. Ik heb dit ook gezegd
in de plenaire vergadering. Het is niet de bedoeling een heksenjacht
op werklozen uit te lokken.
Vanaf 1 juli is de RVA begonnen met het rondsturen van brieven naar
langdurig werklozen onder de 30 jaar. Nadien zal dit systeem worden
uitgebreid. In die brief worden de betrokkenen ervan verwittigd dat ze
ten vroegste drie maanden na ontvangst van de brief worden
opgeroepen voor een evaluatiegesprek. Tijdens dat evaluatiegesprek
zal men nagaan of zij op de juiste manier werk zoeken en of ze
voldoende werk zoeken. De eerste werkzoekenden hebben zich in de
laatste week van oktober aangeboden.
Wat stellen we vast bij de resultaten die op zijn minst markant te
noemen zijn? In totaal werden er 38.841 mensen verwittigd uit de
doelgroep van 95.917 werklozen. 3.007 personen werden uitgenodigd
voor een gesprek. Van die gesprekken waren er 864 voorzien in
oktober. Wat bleek tot algemene verbazing? Bijna de helft van de
opgeroepen, 404 om precies te zijn, kwamen niet opdagen. Amper
20% was afwezig met een geldige reden. Opmerkelijk is dat de
afwezigen voor 22,52% uit Vlaanderen komen, 5,95% uit Brussel en
71,53% uit Wallonië.
Bij jongeren die wel kwamen opdagen, is gebleken dat 27% van de
jonge Belgische werklozen onvoldoende inspanningen levert om aan
werk te geraken. In Vlaanderen bedraagt dit percentage 38,33%, in
Wallonië 23% en in Brussel 18%. We kunnen ons de vraag stellen of
dit hogere cijfer voor Vlaanderen te maken heeft met het feit dat er
minder Vlaamse werklozen ongewettigd afwezig waren bij het
evaluatiegesprek. Dit is een interpretatie die ik bewust wil maken.
Los van de cijfers die ik daarnet heb gegeven, blijkt dat er zich een
05.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Le 1
er
juillet, l'ONEM a
commencé à envoyer des lettres
aux chômeurs de longue durée de
moins de 30 ans. Parmi les 864
personnes convoquées pour un
entretien en octobre, 404 ne se
sont pas présentées. 71,53%
d'entre elles habitent en Wallonie.
Les jeunes qui se sont présentés
semblaient ne pas déployer assez
d'efforts dans la recherche d'un
emploi. Ils représentent 38,33%
parmi les jeunes Flamands.
Les chiffres les plus récents
traduisent-ils une tendance
analogue en ce qui concerne la
réponse à la convocation et
l'assiduité dans la recherche d'un
emploi? Pourquoi autant de
Wallons n'ont-ils pas répondu à
l'appel? Comment le Ministre
compte-t-il s'y prendre pour mieux
faire connaître le nouveau
système de suivi au public cible?
Interviendra-t-on comme il se doit
à l'égard des personnes qui ne
donneront pas suite aux appels de
l'ONEM? Le Ministre envisage-t-il
des aménagements pour
augmenter le taux de réponse?
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
probleem stelt inzake het zoekgedrag van werklozen naar een nieuwe
job en de begeleiding bij deze zoektocht. We moeten dit zoekbedrag
eens bekijken. In antwoord op mijn vraag in de plenaire vergadering
liet u al weten dat jongeren die een tweede maal ongewettigd niet
komen opdagen in eerste instantie een schorsing zullen krijgen van 4
weken. U heeft ook al gezegd dat de maatregel nog vrij onbekend is
ook al hebben de vakbonden daarover al wat informatievergaderingen
gehouden. Zij zeggen echter zelf dat er bijzonder weinig volk op deze
vergaderingen afkomen.
Mevrouw de minister, ik had u graag een aantal vragen gesteld.
Tonen de meest recente cijfers een gelijkaardige evolutie aan inzake
afwezigheden en het niet voldoende zoeken naar een nieuwe job?
Hoe kan u de grote afwezigheid in het Waals landsgedeelte
verklaren? Het gaat over percentages die boven 70% zitten voor
Wallonië en slechts 22% voor Vlaanderen. Dit is toch wel een
markant verschil.
Welke maatregelen gaat u treffen om deze nieuwe procedure een
grotere bekendheid te geven bij het doelpubliek. Het is uiteindelijk de
initiële bedoeling dat de evaluatiegesprekken goede gesprekken
worden die de betrokkenen verder kunnen helpen.
Zal u erop toezien dat er correct wordt opgetreden tegen
werkzoekenden die geen of onvoldoende gevolg geven aan de
oproep van de RVA?
Overweegt u een bijsturing van de operationalisering van het nieuwe
systeem om de respons van werkzoekenden te vergroten?
05.02 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, een paar maanden geleden werd een nieuw systeem
voor opvolging van werklozen ingevoerd. Dit systeem legt de nadruk
op begeleiding van werklozen en beoogt enerzijds zoveel mogelijk
mensen aan het werk te helpen en, anderzijds het ten onrechte
ontvangen van werkloosheidsvergoedingen uit te sluiten. Tegenover
een recht op uitkering staat immers de plicht om actief op zoek te
gaan naar werk en beschikbaar te blijven voor de arbeidsmarkt. In het
nieuwe systeem wordt vooral nagegaan of de betrokkene voldoende
inspanningen levert om werk te vinden. Dit gebeurt in verschillende
fasen.
Momenteel is de eerste fase aan de gang waarbij 25-jarigen die
vijftien maanden werkloos zijn, opgeroepen worden voor een gesprek
bij de RVA. Hierover bestaat echter nog heel wat onduidelijkheid en
bijgevolg ook ongerustheid.
Uit de cijfers die u onlangs hebt aangehaald in plenaire vergadering,
blijkt dat heel wat mensen niet komen opdagen voor het gesprek. Zij
kunnen daarvoor een geldige reden hebben, onder meer omdat ze
werk hebben of ziek zijn. Het kan echter ook dat zij de maatregel
onvoldoende kennen en niet op de hoogte zijn van de gevolgen. De
sanctie is nochtans niet gering. Wie na de tweede oproep niet komt
opdagen wordt vier weken geschorst. Bovendien blijkt bij de kantoren
van de RVA nogal wat onduidelijkheid te bestaan en weten zij niet
altijd welke procedures moeten gevolgd worden. Ten slotte blijft het
05.02 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Le nouveau système de
suivi des chômeurs vise à procurer
un emploi à un maximum de
personnes en les accompagnant
et à éviter que des allocations
soient abusivement perçues. Ainsi,
on vérifie si l'intéressé fait preuve
de l'assiduité requise dans la
recherche d'un emploi.
Actuellement, des jeunes âgés de
moins de 25 ans, inactifs depuis
plus de 15 mois, sont conviés à
un entretien à l'ONEM. Des
statistiques révèlent que beaucoup
parmi eux ne se présentent pas à
cette entrevue, pour un motif
valable ou non. Les agents de
l'ONEM ne connaissent pas
toujours les procédures à suivre.
De plus, l'offre d'emplois est
souvent mince, les formations sont
peu nombreuses et
l'accompagnement est insuffisant.
Comment ce système a-t-il été
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
feit dat er geen groot aanbod aan jobs is en dat het aanbod aan
opleidingen en begeleidingen dikwijls ontoereikend is.
Mevrouw de minister, ik kom tot mijn vragen.
Ten eerste, op welke manier werd de maatregel bekendgemaakt?
Werden de gevolgen ervan op voldoende en begrijpelijke manier
uitgelegd? Werd overlegd gepleegd met de RVA en de vakbonden
om de informatieverstrekking te verbeteren?
Ten tweede, kregen de RVA-kantoren duidelijke en eenvormige
richtlijnen? Wordt nagegaan of de maatregel in alle kantoren op
dezelfde wijze geïnterpreteerd en toegepast wordt?
Ten derde, wordt voldoende rekening gehouden met het zeer lage
jobaanbod in bepaalde streken? Quid met het overleg met
Gemeenschappen en Gewesten over de uitbreiding van het aanbod
van opleiding en begeleiding?
présenté? Se concerte-t-on pour
améliorer la communication? Les
agents de l'ONEM ont-ils reçu des
directives précises? Vérifie-t-on si
celles-ci sont appliquées partout?
Est-il tenu compte de l'offre
d'emploi restreinte dans certaines
régions? L'extension de l'offre de
formations et l'accompagnement
des chômeurs font-ils l'objet d'une
concertation avec les
Communautés et les Régions?
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, als CD&V pleiten wij, en ikzelf niet het minst, al gedurende
geruime tijd voor wat wij de contractualisering noemen. Dit wil zeggen
dat iedere werkzoekende zo snel mogelijk na het moment dat hij
werkzoekend wordt, een werkelijke, geïndividualiseerde
trajectbegeleiding aangeboden krijgt, uiteraard met de plicht om dit op
de meest positieve manier te aanvaarden en erop in te gaan. Ik twijfel
er niet over dat wanneer we zeggen dat iemand werkzoekend is, die
dan ook effectief werk zoekt, ook op het moment dat er onvoldoende
werk is. Wanneer men ook vaststelt dat een aantal mensen toch met
een aantal handicaps tegen de arbeidsmarkt aankijkt, dan is een
aanbod naar begeleiding in alle mogelijke vormen ook een bindend
onderdeel van de contractualisering.
Hier kom ik tot de vraag of de bedenking die ik de voorbije maanden
en jaren al een paar keren in deze commissie heb geuit. Ik weet dat
dit niet in de eerste plaats een federale bevoegdheid is, maar ook hier
zou er, denk ik, sprake van contractualisering moeten zijn. Alle
overheden zouden met hun bevoegdheid moeten samenwerken zodat
het aanbod volledig zou zijn. Dit betekent natuurlijk ook dat wanneer
wij ons op de piste van meer responsabilisering begeven, zowel van
degenen die het aanbod moeten doen als van de werkzoekenden, dat
dit onderdeel natuurlijk ook correct ingevuld moet worden.
Mijn vraag is dan ook, mevrouw de minister, of er momenteel
voldoende verbintenissen zijn om de categorieën van werkzoekenden,
zowel in Vlaanderen, Brussel als Wallonië, werkelijk een aanbod te
doen. Pas wanneer we dit kunnen verzekeren, kunnen we met recht
en rede negatief sanctioneren. Dan pas kunnen we de positieve
sanctionering, met name het aanbod waarop moet worden ingegaan,
hanteren.
Daarnaast heb ik deze vraag gesteld vanuit mijn bekommernis bij de
eerste cijferresultaten van de oproepingen van oktober bij de jongste
categorie van werkzoekenden. Hoewel het om voorlopige en eerste
cijfers gaat, toch zetten zij een tendens, ook bij de publieke opinie. Ik
ben daar enorm bekommerd om. Ik denk dat we hierover samen
moeten overleggen, maar misschien kan u ons hier al antwoorden
geven. Als dit de tendens is, dan aarzel ik niet om te zeggen dat dit
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Le
CD&V plaide depuis un certain
temps déjà en faveur d'une
contractualisation par laquelle
chaque demandeur d'emploi
devrait accepter un
accompagnement individualisé.
Évidemment, il faut pour cela que
l'offre d'emploi et
d'accompagnement soit suffisante.
Tous les pouvoirs doivent s'y
employer. La responsabilisation du
demandeur d'emploi suppose
également une responsabilisation
du côté de l'offre. Des sanctions
justifiées ne peuvent être prises
que s'il y a une offre. Prend-on
suffisamment d'engagements du
côté de l'offre?
Les premiers chiffres concernant
les convocations du mois
d'octobre donnent à l'opinion
publique une image négative.
Même en Flandre, un quart des
personnes convoquées ne se sont
pas présentées, sans raison
valable. Cette tendance est-elle
confirmée par les chiffres plus
récents? Peut-être n'y a-t-il plus de
communication claire depuis la
scission entre l'ONEM et les
services de placement régionaux.
La contractualisation signifie
l'ouverture maximum de l'offre
d'emploi à ce groupe de jeunes
demandeurs d'emploi, ce qui n'est
possible que moyennant une
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
niet kan. Het kan niet, en ik neem dan de cijfers voor Vlaanderen die
nog het meest positief zijn, dat ruim één vierde van de opgeroepen
min-dertigjarigen, zonder geldige reden niet komen opdagen. Ik
elimineer dan al degenen die een geldige reden hadden. Dit kan niet.
Dit kan niet in hoofde van de werkzoekenden. Dit kan niet en ik vrees
dat we in de voorbije jaren, met de opsplitsing tussen de RVA,
enerzijds, en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling,
anderzijds, wellicht geen eenduidige signalen gezonden hebben over
wat je aanmoet met een uitnodiging en in hoeverre er niet op
reageren sanctioneerbaar is.
Het is, mijns inziens, nog onvoldoende doorgedrongen dat er niet
alleen het positieve aanbod is maar ook de mogelijkheid tot optreden
indien werklozen alleen in theorie werkzoekend zijn, maar dit in de
praktijk niet bewijzen.
Mevrouw de minister, mijn vraag is drievoudig.
Ten eerste, beschikt u over nog recentere cijfers dan deze die reeds
gepubliceerd werden? Bevestigen zij de tendens of is een kentering
vast te stellen?
Ten tweede, quid met de verzekering dat het aanbod aan werk zo
maximaal mogelijk zal worden opengetrokken naar deze groep? Ik
heb steeds beklemtoond dat bij "contractualisering" niet alleen de
werkzoekende en de overheid, maar ook het economisch leven
verantwoordelijkheid moet opnemen. Het werkaanbod moet
opengetrokken en maximaal aangeboden worden. Krijgt u voldoende
signalen en verzekering vanuit Wallonië, Brussel en Vlaanderen dat
er voldoende aanbod is voor de groep die wordt opgeroepen? Indien
er geen werk is ik denk vooral aan Brussel en Wallonië moet deze
groep tenminste kunnen rekenen op degelijk aanbod aan opleiding en
begeleiding zodat deze groep klaargestoomd is voor de arbeidsmarkt
tegen het moment dat het hopelijk ook in Brussel en Wallonië
beter gaat. In Vlaanderen waar het economisch nog een ietsje beter
gaat, moet zowel het aanbod aan jobs als de opleiding en begeleiding
voldoende aanwezig zijn.
Ten derde en met meer aandrang dan een drietal weken geleden,
beschikken we over eenduidige instrumenten om ongeacht de
woonplaats de Westhoek of Antwerpen, Aalst of Brussel, La
Louvière of Namen om een gelijke behandeling te waarborgen met
hetzelfde positief aanbod, maar ook met dezelfde strengheid indien
nodig ten aanzien van degenen zo zullen er altijd blijven bestaan -
die niet ingaan op het aanbod?
bonne collaboration entre les
demandeurs d'emploi, les
autorités et le monde économique.
L'offre d'emploi actuelle est-elle
suffisante à Bruxelles et en
Wallonie? Une pénurie est-elle
compensée par une offre
d'accompagnement et de
formation appropriée? Les
demandeurs d'emploi sont-ils tous
traités de la même manière dans
le pays?
05.04 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw de voorzitter,
collega's, bij het begin van mijn antwoord wens ik de cijfers te
herhalen en waar mogelijk reeds te kaderen.
Het gaat om 0,9% van de doelgroep. Ik ga akkoord met mevrouw
D'hondt dat deze gegevens statistisch nog niet relevant zijn. Het cijfer
geeft wel een tendens aan die wij allemaal betreuren. Zelfs met een
kentering - waarop ik hoop - kunnen we nu reeds een aantal evoluties
ontwaren die ons zorgen moeten baren.
Van de 864 uitnodigingen tot evaluatiegesprekken van de doelgroep
hebben 460 mensen of 53% positief gereageerd door naar het
05.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Les chiffres indiquent une
tendance que je déplore: 404 des
864 demandeurs d'emploi invités
ne se sont pas présentés et 170
d'entre eux seulement avaient un
motif valable. En Flandre, 21,6%
des demandeurs d'emploi
convoqués étaient absents sans
motif valable; en Wallonie, ce
pourcentage était de 30,4%.
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
gesprek te komen, maar, 404 of 47% bleven afwezig. Van de 404
hadden 170 of 42% een geldige reden en 58% had geen geldige
reden. Uiteindelijk werden 233 verbintenissen aangegaan tot het
volgen van een actieplan. Dat is iets meer dan de helft van de
mensen die uitgenodigd zijn, 51% om precies te zijn. Er is in voorzien
dat in de opstartfase de facilitatoren iets meer tijd krijgen en bijgevolg
iets minder mensen per dag zien dan in een latere fase. Zij moeten
immers ervaring ontwikkelen om dergelijke gesprekken te voeren.
Er wordt verwezen naar de verhouding afwezigen in elk Gewest, in
verhouding tot het aantal verstuurde uitnodigingen in dat Gewest. In
Vlaanderen was 38% afwezig, in Wallonië 50%. Dit zegt echter niets
over de geldige reden van afwezigheid. De statistieken zullen meer
verfijnd moeten worden. Binnenkort bezorg ik u mooi uitgesplitste
statistieken terzake. Wat betreft het aantal afwezigheden zonder
geldige reden, in verhouding tot het aantal verstuurde uitnodigingen,
haalt Vlaanderen 21,6% en Wallonië 30,4%. Dit betekent dat
respectievelijk een vijfde tot een vierde en een derde van betrokkenen
zonder geldige reden afwezig blijft.
Dit kan uiteraard niet door de beugel. Tegenover rechten staan
immers ook plichten. We beschikken over een heel goed en solidair
systeem waarbij werkenden bijdragen zodat degenen die werkloos
worden, een beroep kunnen doen op een uitkering. Voorwaarde moet
absoluut zijn dat men werkwillig is en werk zoekt. Het allerminste wat
men kan doen is ingaan op de uitnodiging tot gesprek om uit te
maken of er nood aan begeleiding is. Gisteren heb ik de heer Baeck
hierover aangesproken omdat de cijfers me echt zorgen baren. Het is
een probleem, maar de heer Baeck gaf een deel van de oplossing. Hij
stelde dat vroeger in het oude systeem 30% van de mensen nooit een
aangetekend schrijven kwam afhalen. Dat betekent dat een hele grote
groep - het is onvoorstelbaar, maar het is de realiteit- nooit een
aangetekend schrijven afhaalt, misschien uit angst dat het om
schulden gaat of omdat ze bang zijn van het onbekende. Een aantal
mensen is ook sociaal ongeletterd en weet niet waar en hoe een
aangetekend schrijven moet worden in ontvangst genomen.
Hij vermoedt dat pas op het moment dat ze voor de eerste keer geen
uitkering meer krijgen dus na vier weken schorsing hun frank valt.
Wanneer die personen nooit een aangetekende brief afhalen en heel
veel brieven ongeopend laten, beseffen pas wat er gebeurt indien ze
geen uitkering meer ontvangen. Dan pas zullen zij bij de vakbond
aankloppen. De vakbonden signaleren mij dat ze sommige personen
heel moeilijk kunnen bereiken. Er is een harde kern, die groter is dan
wij allemaal denken, die niemand kan bereiken. Dat staat los van hun
bereidheid om te werken of niet. Noch de RVA, noch de vakbonden
bereiken die groep personen.
Wanneer die personen geen uitkering meer krijgen, komen ze wel bij
ons. Dat geeft nieuwe statistieken: hoeveel personen bereiken we op
dat moment en wie zijn ze. Dat is ook relevant! Gaat het om personen
die totaal ontmoedigd zijn geraakt of personen die diep in de
problemen zitten, financieel of andersoortig, waardoor ze geen
aangetekend schrijven durven af te halen?
De volgende vraag luidt: wat doen we eraan. Het is in ieder geval
goed dat we die groep eindelijk bereiken. Voor alle duidelijkheid, ik
vind net als u allen dat zulks niet kan. Mensen moeten ingaan op een
Au cours de la phase de
démarrage, les agences de
l'ONEM disposeront de plus de
temps pour leurs entretiens avec
les chômeurs de manière à
pouvoir acquérir l'expérience
nécessaire.
Dans l'ancien système, 30% des
recommandés restaient à La
Poste, leurs destinataires n'allant
jamais les chercher. Il s'agit de
personnes qui sont découragées,
endettées ou socialement
illettrées. Si elles persistent à ne
pas aller chercher les
recommandés qui leur sont
adressés, elles ne percevront plus
leur allocation. Elles se mettront
alors probablement en rapport
avec un syndicat.
En Flandre, 38% des demandeurs
d'emploi qui se sont présentés se
sont engagés à suivre un plan
d'action. En Wallonie, ce
pourcentage était de 23%. Ces
chiffres ne tiennent pas compte
des efforts fournis précédemment
par les intéressés pour trouver du
travail.
Les services de l'ONEM
s'adressent aux demandeurs
d'emploi en usant d'un langage
clair quoique les syndicats aient
quelques remarques à formuler au
sujet des lettres adressées aux
chômeurs. La première lettre
avertit le chômeur que, dans les
trois mois, il sera invité à un
entretien avec l'ONEM. La
deuxième lettre lui est envoyée dix
jours avant cet entretien. S'il omet
de se présenter à l'entretien, un
recommandé lui est envoyé. Et s'il
n'en tient aucun compte, son
allocation est suspendue. Les
premières suspensions seront
exécutées au cours des deux
prochaines semaines.
Les chômeurs de longue durée
sont convoqués en premier lieu.
C'est la catégorie la plus difficile:
soit ils ont un profil peu
intéressant, soit ils n'ont pas
cherché activement du travail. Je
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
uitnodiging om te zien of begeleiding nodig is.
Wat de verbintenissen tot het volgen van een actieplan betreft, in
Vlaanderen heeft 38% van de aanwezigen dergelijke verbintenis
aanvaard. In Wallonië gaat het om 23%. De percentages werden niet
opgesplitst in een categorie van personen die geen werk hebben
gezocht en er hun voeten aan hebben geveegd zo zullen er wel zijn
, in een categorie van personen die wel werk hebben gezocht, maar
ondoelmatig, en in een categorie van personen die wel werk hebben
gezocht, maar er nooit zullen vinden wegens hun te oninteressant
profiel. Die laatste groep personen zou eigenlijk eerst een opleiding
moeten volgen. Er zijn dus verschillende categorieën; een belangrijk
deel - niet allemaal - van die personen heeft inderdaad niet gezocht.
Hoe informeren wij vandaag de betrokkenen? Eerst is er de
verwittigingsbrief van de RVA. Ik heb die gezien en vind de taal vrij
duidelijk, maar de vakbonden hebben daar een aantal opmerkingen
bij gemaakt. Zij vrezen dat de betrokkenen de brief misschien niet
altijd begrijpen. Wij nodigen hen dan ook uit om suggesties te doen
om de brief naar hun normen begrijpelijker te maken, al werd die ook
speciaal door taalambtenaren op de RVA herwerkt om heel
toegankelijk te zijn.
Het probleem was mij in eerste instantie niet duidelijk op dat vlak.
In de verwittigingsbrief staat dat zij binnen de drie maanden zullen
worden uitgenodigd. Dan komt er een tweede brief waarin staat dat zij
binnen de tien dagen op een afspraak moeten zijn. Gaan ze er dan
niet op in en hebben ze geen geldige reden, dan worden zij
uitgenodigd via een aangetekend schrijven. Pas als ze daarop ook
niet ingaan, worden ze vier weken geschorst. Laten we zeggen dat de
groep die niet ingaat op de uitnodiging steeds kleiner wordt naarmate
men verder gaat in de procedure. We zullen pas over een tweetal
weken bij de eerste schorsingen aankomen. Het zal interessant zijn
om dan de cijfers te bekijken.
Ik weet niet of het een verklaring is, maar het kan de cijfers toch een
beetje duiden. Mensen worden opgeroepen afhankelijk van de duur
dat zij al werkloos zijn en zij die al het langst werkloos zijn, worden nu
het eerst opgeroepen. Ik denk dat dit de "moeilijkste groep" is, de
groep die ofwel het minst gemakkelijk aan de bak geraakt omdat ze
op dit moment het minst goede profiel heeft ofwel niet of onvoldoende
naar werk heeft gezocht. Ik verwacht dan ook dat die cijfers gaan
verbeteren, niet zozeer omdat dat vanzelf gaat komen of omdat wij
dat kunnen regelen, maar omdat wij, naarmate wij verder gaan dit jaar
binnen deze cohorte, bij mensen zullen uitkomen die het minst lang
werkloos zijn. Bij hen is de kans groter dat ze het minst ontmoedigd
zijn of het meeste hebben gezocht in vergelijking met degenen die het
langst werkloos zijn. Ik verwacht nog wel verandering in de cijfers,
maar we mogen alvast niet negeren wat de cijfers van vandaag
aantonen.
Het is misschien ook belangrijk om te weten, in het licht van uw
vragen, dat de gewestelijke plaatsingsdiensten op de hoogte worden
gebracht door de RVA van alle werkzoekenden aan wie een
verbintenis tot actieplan is aangeboden. Volgens dat actieplan moeten
die mensen trouwens verplicht contact opnemen met de gewestelijke
plaatsingdienst, maar zij hebben zelf ook een aparte lijst, wat het net
m'attends à ce que les chiffres
s'améliorent dès lors qu'on
convoquera plus tard les
personnes qui sont au chômage
depuis moins longtemps. Ce qui
ne signifie pas pour autant que
nous puissions ignorer la situation
actuelle.
L'ONEM communique aux
services de placement régionaux
les noms de tous les demandeurs
d'emploi à qui un plan d'action a
été offert. Il incombe par ailleurs
au chômeur lui-même de
contacter le service de placement
régional.
Lors de l'évaluation, un inventaire
de l'offre d'emploi régionale est
également dressé. Une uniformité
totale est difficilement réalisable.
Le vade-mecum prévoit également
qu'il peut être tenu compte de
circonstances particulières,
comme des événements familiaux.
Nos travaux préparatoires offrent
une certaine garantie d'uniformité
mais celle-ci n'est pas absolue. Il
ne faut pas perdre de vue que les
gens et les mentalités diffèrent.
Une coordination nationale et
régionale a été mise au point. En
outre, des réunions sont
organisées au niveau national afin
d'harmoniser les procédures et de
comparer les statistiques. Il est
difficile d'imposer des chiffres,
mais l'attention peut être attirée
sur les excès. Cette méthode de
travail devrait entraîner une sorte
d'autorégulation.
L'administration centrale organise
une "task force" hebdomadaire.
Des modifications s'avéreront en
effet parfois nécessaires. M.
Baeck encouragera certainement
des changements de
comportement sur la base des
premières statistiques.
Fin avril 2004, les autorités
fédérales ainsi que les Régions et
les Communautés ont conclu un
accord de coopération relatif à
l'élargissement de l'offre de
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
iets gemakkelijker en meer controleerbaar maakt.
Bij de evaluatiegesprekken wordt rekening gehouden met het
werkaanbod in de streek. Het is heel moeilijk om honderd procent te
garanderen dat alles perfect eenvormig gebeurt. Facilitatoren zijn
mensen. Zij hebben wel een vademecum en een opleiding gehad,
maar de ene mens blijft toch anders dan de andere.
Ten tweede voeg ik daaraan toe dat in het vademecum staat dat
rekening kan worden gehouden met de omstandigheden waarin
iemand zich bevindt, of het nu om een uitzonderlijke familiale
omstandigheid gaat dan wel om de mate van werkaanbod in de
streek. Daardoor zou men een eenvormige manier van toepassing
moeten krijgen, maar het is heel moeilijk om dat na te gaan omdat er
met zoveel factoren wordt rekening gehouden. Ik denk en ik heb
daarover een bevestiging gevraagd aan de heer Baeck dat al die
voorbereidingen en vademecumvorming een zekere garantie bieden,
maar nooit op een waterdichte manier omdat het natuurlijk blijft gaan
over mensen die iets moeten toepassen. Ik denk dat dit op de ene
plek anders gebeurt dan op de andere plek omdat de mentaliteit kan
verschillen of omdat mensen kunnen verschillen.
Sowieso is er in zowel nationale als gewestelijke coördinatie voorzien.
Dat moet ervoor zorgen dat we fouten die af en toe kunnen
gebeuren snel kunnen rechtzetten. Er is ook een nationale
bijeenkomst van alle werkloosheidsbureaus om na te gaan of de
procedures op dezelfde manier worden gevolgd. Daar worden ook de
cijfers met iedereen besproken. Stel dat de cijfers in het ene bureau
heel erg anders zijn dan in het andere bureau, dat ze bij de ene
facilitator heel anders zijn dan bij de andere, dan wordt daarover ook
gesproken. Er wordt dan gevraagd naar een mogelijke uitleg. Zonder
dat men kan streven naar een cijfer men kan niet zeggen dat men
naar een bepaald cijfer streeft kan men wel zeggen dat bepaalde
verschillen die vandaag zouden bestaan, te groot zijn en dat dit niet zo
gezond is. Daarna zal iedereen wel beseffen wie te fanatiek in de ene
richting of te laks in de andere richting een aantal regels toepast.
Dat zou toch voor een beetje autoregulering moeten kunnen zorgen.
Er is bovendien een wekelijkse taskforce op het niveau van het
hoofdbestuur om de zaken zoveel mogelijk in de hand te houden. Er
werden inderdaad een aantal veiligheden ingebouwd om voor de
eenvormigheid te zorgen, maar bijsturing zal soms nodig zijn. Dat is
ook wat de heer Baeck me gisteren zei. Op basis van de eerste
statistieken zal hij het deels bijsturen en de mensen, op basis van de
soms aanzienlijk verschillende cijfers, proberen duidelijk te maken dat
het niet zomaar kan, dat de logica soms een beetje zoek is. Hij
verzekerde me dat er ook gedragswijzigingen uit zouden voortvloeien.
Is het aanbod aan opleidingen wel voldoende? Wel, eind april 2004
werd er een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale
overheid en de Gewesten en Gemeenschappen over een uitbreiding
van het aanbod aan opleidingen en begeleidingen. We moeten
natuurlijk blijven nagaan en toetsen of dit aanbod voldoende is.
Gelukkig komen wij regelmatig bijeen om die zaken te bekijken. Het is
inderdaad heel moeilijk om iemand te straffen als positieve motivatie,
namelijk via een opleiding meer werkkansen geven - en omgekeerd -
niet mogelijk is. De twee moeten samengaan. Het is niet mijn
bevoegdheid om dat te garanderen, maar voor een deel is het wel
formation et d'accompagnement.
Nous vérifions régulièrement si
cette offre est suffisante. Les
sanctions sont sans effet en
l'absence de motivation positive. Il
relève de ma responsabilité
d'établir le lien entre les deux. La
concertation reste nécessaire.
Le Comité d'évaluation, composé
des différentes autorités et des
organisations patronales et
syndicales, procède à une
évaluation tous les six mois. Lors
de sa première réunion de janvier
2005, il pourra probablement tirer
d'importantes conclusions en ce
qui concerne l'offre. Le nombre de
chômeurs qui pourront suivre un
parcours d'accompagnement est
encore imprécis.
Le collège des fonctionnaires
dirigeants de l'ONEM et les
services de placement régionaux
peuvent constamment émettre un
avis. Par ailleurs, une concertation
entre l'ONEM et les organisations
syndicales et patronales est
régulièrement organisée.
J'attends les premières
propositions d'adaptation dans les
jours ou les semaines à venir. Il
est souhaitable d'adapter en
temps voulu la procédure aux
besoins.
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
mijn verantwoordelijkheid. We zullen er in ieder geval samen blijven
over overleggen.
Het volledige systeem wordt op drie manieren geëvalueerd. Ten
eerste, is er volgens het samenwerkingsakkoord om de zes maanden
een evaluatie door het evaluatiecomité dat is samengesteld uit die
verschillende overheden, samen met werkgevers- en
werknemersorganisaties. De eerste evaluatie zal in januari zijn en ik
denk dat we er belangrijke conclusies zullen kunnen trekken over de
vraag of het aanbod wel toereikend is. Hoeveel mensen zo'n traject
gaan volgen is nu nog koffiedik kijken. Misschien zullen we hier en
daar moeten bijsturen.
Een tweede vorm van evaluatie is het college van leidende
ambtenaren, zowel van de RVA als van gewest- en
gemeenschapsinstellingen. Zij hebben ten allen tijde de mogelijkheid
om een gemotiveerd advies uit te brengen, met voorstellen tot
aanpassing.
Ten derde, is er het regelmatig overleg tussen de RVA en de
vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties om
conclusies te trekken uit de statistieken.
In alle eerlijkheid verwacht ik de eerstkomende dagen of weken al een
aantal suggesties voor aanpassingen, zij het van de modaliteiten, dan
wel van de rol van bijvoorbeeld de Gewesten. Ik verwacht de eerste
voorstellen tot aanpassing op heel korte termijn. Ik denk ook dat het
goed is dat we telkens, op basis van de behoeften of noden die het
Parlement en de ambtenaren ontwaren, trachten de procedure
daaraan te passen. Het is ook de eerste keer dat we zoiets doen. We
moeten onze ogen dan ook open houden om op tijd conclusies te
trekken en bij te sturen.
05.05 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw uitgebreid en duidelijk antwoord. U kwantificeert en zet er
duidelijke doelen op. U geeft een heel duidelijke timing en zegt wat,
wanneer en met wie u zult overleggen. Ik ben heel blij met uw
uitgebreid en omstandig antwoord.
Ik denk dat het van belang is dat we de cijfers van heel nabij blijven
volgen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het systeem werkt en dat
we mensen helpen. Wat het verschil in vraag en aanbod betreft, heb
ik in onze commissie al eens verwezen naar een onderzoek in het
Antwerpse waaruit bleek dat er 5.000 openstaande vacatures zijn
waarvoor men niet de goede profielen vindt. Het is volgens mij op
termijn de bedoeling zo goed mogelijk profielen te krijgen van de
werklozen en uit te vissen waar de hiaten zitten. We moeten in
samenwerking met de Gewesten en de Gemeenschappen nagaan
hoe we kunnen bijsturen, zodat het verschil tussen vraag en aanbod
op termijn kleiner wordt. Het is immers op zichzelf vrij hallucinant dat
er met zoveel werklozen uiteindelijk nog jobs open blijven staan.
De regionale verschillen blijf ik nog altijd met vrij veel argwaan
bekijken. Uit de cijfers van de transmissie van gegevens bleken er
toch nog altijd grote regionale verschillen te bestaan. Ik weet dat het
een vrij kleine steekproef was, maar er zijn toch opnieuw tendensen
die we goed moeten volgen. We moeten daarover eerlijk zijn
tegenover mekaar en niet vrezen om het signaal te geven dat we dat
05.05 Annemie Turtelboom
(VLD): La ministre a donné une
réponse claire et détaillée. Il
importe de suivre de près
l'évolution des chiffres, car en fin
de compte, le système devra
fonctionner. Il y a lieu de tendre à
une meilleure adéquation de l'offre
et de la demande. Il convient
d'examiner avec les régions et les
communautés quelles corrections
pourront être apportées. Il est en
effet hallucinant qu'en dépit du
taux élevé de chômage, certains
emplois demeurent vacants.
Je reste méfiante quant aux
différences régionales. Il convient
de suivre de près les tendances
qui se dessinent et d'affirmer
clairement qu'on ne peut pratiquer
une politique de deux poids, deux
mesures. L'argument selon lequel
la nature du marché de travail
diffère, n'est à mes yeux pas très
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
niet tolereren. Men moet overal met dezelfde maten en gewichten
werken.
Het argument dat de arbeidsmarkt anders gestructureerd is, vind ik in
het debat niet zo belangrijk. Als iemand kan bewijzen dat hij werkelijk
goed op zoek is naar een job en de pech heeft in een regio te wonen
met weinig werkgelegenheid, zal hij niet het gevaar lopen op een
schorsing. Dat zal ook wel uit de gesprekken blijken. We kunnen dat
misschien aangrijpen om te kijken hoe wij de mobiliteit bij werklozen
kunnen verhogen en hen ertoe brengen om dertig of veertig kilometer
verderop waar er wel meer werkgelegenheid is, een job te zoeken. De
aard van de arbeidsmarkt mag niet worden ingeroepen om niets te
doen aan eventuele grote verschillen tussen regio's of om een en
ander niet nauwkeurig te volgen, integendeel.
Hoe dan ook, ik dank u vooral voor uw omstandig antwoord.
pertinent. Lorsqu'une personne
habite dans une région où l'offre
d'emploi est faible, mais fait
beaucoup d'efforts pour trouver du
travail, l'entretien le révèlera. Il
convient cependant d'examiner
comment la mobilité des
chômeurs pourra être améliorée.
05.06 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw duidelijk en omstandig antwoord. Ik denk dat u een heikel
punt hebt aangeraakt, met name de nood aan goede uitleg en
informatie. Dat is een bekommernis die ik met u deel. Ik heb het in het
verleden ook al vaak meegemaakt. Wij kunnen het ons eigenlijk niet
voorstellen hoe moeilijk het voor sommige mensen is om brieven te
lezen. Zij hebben vaak ook angst om brieven te openen die van een
officiële instantie komen. Het gaat dan zelfs nog niet om
aangetekende brieven. Ze verdwijnen vaak gewoon op de schouw tot
er iemand langskomt om de brief te openen en te lezen. Zelfs al gaat
het om brieven met positief nieuws, mensen hebben vaak een heel
grote angst om die brieven te lezen of te openen.
Ik blijf dus benadrukken dat er onderzocht moet worden of wij niet op
een andere manier, eventueel via de media, kunnen wijzen op het
belang van het gevolg geven aan die oproepen. Als men pas later
reageert, op het ogenblik dat men overgaat tot de schorsing, dan is
het natuurlijk veel te laat en dan komt er voor de betrokkenen
rompslomp bij. Voorkomen is ook hier beter dan genezen. U hebt het
zelf ook al gezegd, het gaat om de mensen die wellicht het moeilijkst
een job vinden. Het gaat vaak om laaggeschoolden en allochtonen.
Zij hebben vaak echt moeite om die brieven te lezen en te begrijpen.
Het overleg met de vakbonden is een goede zaak, maar misschien
kan ook eens onderzocht worden of men niet op een andere manier
wat meer ruchtbaarheid en bekendheid kan geven aan die maatregel.
Ook de eenvormigheid van de toepassing is zeer belangrijk. Het is
zeer goed dat daarover gewaakt wordt en dat u dit verder opvolgt.
Ten slotte, wat het aanbod aan werk en opleiding betreft zijn de zaken
niet altijd evident en speelt ook niet altijd uw bevoegdheid. Het is
echter goed dat er blijvend overleg is en dat deze aangelegenheid
wordt opgevolgd.
05.06 Greet van Gool (sp.a-
spirit): La nécessité d'une
communication transparente et
d'une information compréhensible
constitue un point épineux.
Certains éprouvent des difficultés
à lire des documents officiels et
craignent même de les ouvrir. Il
s'agit souvent de personnes peu
qualifiées ou d'allochtones. Il faut
dès lors leur faire comprendre par
le biais des médias l'importance
des convocations. L'uniformité de
l'application est tout aussi
importante. Je me félicite qu'il y ait
une concertation au sujet de l'offre
d'emploi et de formation.
05.07 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, in tegenstelling tot de collega's blijf ik ook na het antwoord
ongerust. Ik zeg dit misschien iets scherper dan de anderen, precies
omdat ik heel erg overtuigd ben van het recht op een
werkloosheidsvergoeding voor wie werkelijk op zoek is naar werk,
maar geen werk vindt. Ik ben ook heel erg doordrongen van het feit
dat solidariteit een zaak is van rechten en plichten.
05.07 Greta D'hondt (CD&V):
Cette réponse ne me rassure
guère car je ne suis pas
convaincue que c'est la complexité
des lettres qui pose problème
puisqu'il est question ici, non de
personnes âgées de cinquante
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Mevrouw de minister, ik ben niet overtuigd dat het voor deze categorie
gaat over de ingewikkeldheid van de brieven. We hebben het hier
over 18- tot 30-jarigen. Of zij nu van Vlaams-Vlaamse afkomst zijn of
van etnisch-allochtone afkomst, dit zijn mensen die voor meer dan
90% leerplicht hebben gehad tot 18 jaar. Dit zijn niet de mensen
ouder dan 50 jaar die onder de schulden zitten en bang zijn om een
aangetekende brief te openen. Dit is de jongste categorie. We moeten
ons daarvan heel goed bewust zijn.
Het is omdat het de jongste categorie is dat mijn bekommernis groot
is. De ervaring heeft mij geleerd dat, als we zouden hebben
gesproken over 40- tot 50-jarigen, men een totaal ander beeld zou
krijgen. Men krijgt dan ook mensen die nog geen aanzet gekregen
hebben om de Nederlandse taal voldoende te leren, in het geval van
Vlaanderen. Inzake deze categorie is mijn bezorgdheid echter groot.
Ik kan alleen maar hopen dat de cijfers bijdraaien naargelang wij
meer mensen van de doelgroep hebben gezien. Ik bekijk het hier. Ik
neem de cijfers op 1 november zoals ze ook officieel op de website
stonden.
Er is het deel dat als resultaat "aanwezig positief" kreeg. Het totaal
voor het land bedraagt 21,18%. Dat zijn zij waarvan de facilitator bij
het eerste gesprek zegt dat er goede inspanningen geleverd zijn, zelfs
al is er geen resultaat. Voor het land bedraagt dat 21%. Voor
Vlaanderen bedraagt dat 16,67%. We moeten als Vlamingen dus heel
nederig zijn in dit geval. In Wallonië is er 22,44% waarvan de
facilitator zegt het goed was. In Brussel bedraagt het 28%.
Vlaanderen scoort hier dus het slechtst.
Er is het deel dat als resultaat "aanwezig met een verbintenis" kreeg.
Men zegt daar dat het niet goed was, maar dat men een nieuwe
verbintenis sluit. Dat bedraagt voor het land 26,97%. Voor Vlaanderen
bedraagt het daar 38,33%, Wallonië 23% en Brussel 18%.
Vlaanderen scoort daar dus het beste.
Dit betekent nog altijd dat als ik de optelsom maak van zij die afwezig
waren met een geldige reden, de aanwezigen en de aanwezigen met
een verbintenis - men moet eens een kans krijgen - ik voor
Vlaanderen nog altijd maar uitkom op 71%. Dit wil zeggen dat 29%
zijn kat heeft gestuurd. Voor Wallonië is dit 35% en voor Brussel
slechts 20%. Dit laatste cijfer verbaast mij enorm. Immers, de
problematiek in Brussel is enorm en er is daar sprake van een
concentratie van heel veel allochtonen en probleemgroepen. Om die
reden verwondert mij dit vrij positieve resultaat.
Mevrouw de minister, dit is niet goed. Ik hoop dat de
Gemeenschappen, in casu VDAB, FOREM en BGDA, daarvan
doordrongen zijn. Wij gaan een vierde tot een derde van de
werkzoekenden onder de 30 jaar moeten sanctioneren omdat ze niet
zijn opgedaagd. Dit is natuurlijk geen goede oplossing. Ik hoop dat
men ervan doordrongen is dat men die mensen moet opvissen. Als
het niet anders kan moet men die personen negatief sanctioneren,
maar voor deze toestand moet alle hens aan dek worden geroepen.
Als we dit aanvaarden wat gaan we dan doen met de categorie van
de dertigers tot vijftigers die kinderen hebben en met nog andere
problemen te kampen hebben. Hoe erg het ook is, maar hieruit blijkt
het deficit van de begeleiding van werkzoekenden in de voorbije jaren
ans, mais de jeunes qui ont
presque tous fréquenté l'école
jusqu'à 18 ans. En Flandre, 29%
des chômeurs ne réagissent pas
du tout aux convocations. En
Wallonie, ce pourcentage est de
35% et, à Bruxelles, il est de 20%.
Le VDAB, le FOREM et l'ORBEM
doivent absolument se convaincre
que cette situation n'est pas bonne
puisque cela signifie qu'une
proportion située entre un quart et
un tiers des jeunes devrait être
sanctionnée. Nous devons tout
mettre en oeuvre pour remettre
ces jeunes sur les bons rails car si
nous les abandonnons à leur sort,
que ferons-nous des travailleurs
âgés? A l'évidence, il y a un
manque d'accompagnement. En
pratique, on observe une situation
désastreuse dans ce domaine.
CRIV 51
COM 382
09/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
en uiteraard ook voor een deel hun onwil om te werken. Ik hoop dat in
het geval van die kleine 30% met wie men een verbintenis is
aangegaan, niet louter sprake zal zijn van een administratieve
verbintenis. Men mag die mensen niet loslaten. Men moet hen bijna
wekelijks roepen.
Ik heb onlangs de cijfers bestudeerd van de VDAB. Wat betekent een
trajectbegeleiding? Hoeveel keer komen die mensen op een jaar? Dat
is bedroevend. Dit is geen verwijt want het is waarschijnlijk het gevolg
van een gebrek aan middelen. Zo kan dit echter niet langer. Als men
de groep waarmee men een verbintenis is aangegaan, drie maanden
loslaat dan is dat niets waard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Werk over "de inroeping van tijdelijke
werkloosheid ten gevolge van overmacht bij grote openbare werken" (nr. 4278)
06 Question de Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi sur "le recours au chômage temporaire
pour cause de force majeure dans le cadre de grands chantiers publics" (n° 4278)
06.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, het is nu al
twee jaar geleden dat er gestart is met de heraanleg van de Leien in
Antwerpen. Heel wat ondernemers en zelfstandigen die daar en in de
onmiddellijke omgeving gevestigd zijn, ondervinden hinder. Er zijn er
ook heel wat die een merkelijk inkomensverlies lijden, soms zelfs in
die mate dat zij gedwongen worden om hun werknemers te ontslaan.
In tijden van economische crisis en hoge werkloosheid is dat een
spijtige zaak en zal men alles in het werk moeten stellen, opdat
werkgevers die drastische stap niet zouden moeten zetten. Een
mogelijke oplossing voor het probleem zou erin kunnen bestaan
dergelijke grote openbare werken te beschouwen als overmacht,
zodat de betrokken werknemers in tijdelijke werkloosheid geplaatst
kunnen worden. Een gelijkaardige maatregel is al toegepast bij de
crisis in de toeristische sector naar aanleiding van de gebeurtenissen
van 11 september 2001.
Graag vernam ik wat uw standpunt is met betrekking tot het probleem
en of u overweegt om ook hier tijdelijke werkloosheid toe te laten.
06.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les indépendants établis
sur les "leien", les grands
boulevards d'Anvers subissent un
grave préjudice en raison des
nuisances causées par les
travaux. Dans certains cas, le
manque à gagner les contraint
même à licencier du personnel.
Une solution possible consisterait
à qualifier les travaux publics de
force majeure, ce qui permettrait
au personnel de bénéficier du
régime du chômage temporaire.
Quelle est la position de la ministre
à ce sujet?
06.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw de voorzitter,
vanzelfsprekend zijn ontslagen niet de bedoeling van grootse
wegenwerken.
De wegenwerken in Antwerpen zijn uitzonderlijk groot. Hoewel de
werken vlot verlopen, komt toch een behoorlijk aantal ondernemers in
de problemen, natuurlijk ook wegens de lengte van de werken.
Er is een interne richtlijn van de RVA die tijdelijke werkloosheid
wegens overmacht zou kunnen aanvaarden bij wegenwerken. Dat is
bijvoorbeeld mogelijk als de winkel moeilijker toegankelijk is voor het
publiek, als de vraag daalt en als de personeelsleden onmogelijk nog
kunnen worden tewerkgesteld. Ter verduidelijking, het zou erop
neerkomen dat degenen voor wie er wel nog werk is, ook al is het
deeltijds werk, niet tijdelijk werkloos kunnen worden. Ingeval de winkel
volledig ontoegankelijk is, kan het voltallige personeel wel tijdelijk
werkloos worden.
06.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Une directive interne de
l'ONEM permet de considérer
certains travaux publics comme
des cas de force majeure. Je
pense que cette mesure
s'applique aux chantiers d'Anvers.
Je contacterai l'Unizo afin qu'il
puisse en informer ses membres.
09/11/2004
CRIV 51
COM 382
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Ik vind dat de werken in Antwerpen absoluut onder die regeling vallen.
Dat betekent heel concreet: wanneer werkgevers een beroep willen
doen op tijdelijke werkloosheid, dan kan dat. Zij moeten voorafgaand
een aangifte doen bij de directeur van het werkloosheidsbureau. De
directeur heeft natuurlijk een appreciatierecht en kan de overmacht
laten onderzoeken door een RVA-inspecteur. Hij neemt een
beslissing over elk individueel geval, afhankelijk van de motivatie
enzovoort.
Er is dus een oplossing voor ondernemers die nood zouden hebben
aan zo een regeling. Ik zal ook Unizo contacteren en vragen om haar
leden daarover in te lichten, zodat iedereen er zo snel mogelijk van op
de hoogte is.
06.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik ben erg
blij met uw antwoord, omdat er nu toch wel een concrete oplossing is
voor een nijpend probleem.
Ik heb onlangs nog een werkgever ontmoet die een zaak heeft op de
Leien. Hij had vier werknemers in dienst, waarvan hij er drie heeft
moeten ontslaan. De vierde zou hij nu ook moeten ontslaan, maar
voor die persoon is de ontslagpremie wegens vijftien jaar dienst
ontzettend hoog. Ik denk dat, als er inderdaad de mogelijkheid
bestaat om tijdelijke werkloosheid in te roepen, dat zeker en vast een
oplossing zal zijn.
Ik had graag nog een bijkomende vraag gesteld. Wilt u in die zin
eventueel ook wat richtlijnen sturen naar de RVA om die aanvragen
van de betrokken werknemers welwillend en met toepassing van de
richtlijn te onderzoeken? (De minister knikt bevestigend)
06.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): La réponse positive de la
ministre me réjouit. Va-t-elle inviter
l'Onem à traiter les demandes des
travailleurs avec bienveillance et
dans le respect de la directive? (La
ministre acquiesce)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La réunion publique de commission est levée à 11.29 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.29 uur.