IC381_FIN.doc

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BELANG

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances et au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation par des résidents en Belgique de
véhicules immatriculés à l'étranger" (n° 4046)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën en aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "voertuigen die door in België
verblijvende personen gebruikt worden en in het
buitenland ingeschreven zijn" (nr. 4046)

Orateurs: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances

Sprekers: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën

Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
déclaration de Gand des receveurs de
l'Enregistrement" (n° 4179)

Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verklaring van Gent van de ontvangers
der Registratie" (nr. 4179)

Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances

Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën

Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le régime
des travailleurs frontaliers dans le cadre de la
convention entre la Belgique et la France"
(n° 4219)

Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
grensarbeidersregeling tussen België en
Frankrijk" (nr. 4219)

Orateurs: Roel Deseyn, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances

Sprekers: Roel Deseyn, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën

Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le financement des contrats 'Plan
drogue'" (n° 4173)

Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de financiering van de
drugplancontracten" (nr. 4173)

Orateurs: André Frédéric, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: André Frédéric, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Olivier Chastel au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la décision de justice relative au
litige de 27.000.000 euros entre l'Etat fédéral et la
province de Hainaut" (n° 4194)

Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de rechterlijke
beslissing inzake de betwisting van
27.000.000 euro tussen de federale Staat en de
provincie Henegouwen" (nr. 4194)

Orateurs: Olivier Chastel, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Olivier Chastel, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN

EN DE BEGROTING

MARDI

NOVEMBRE

2004

Matin

______

van

DINSDAG

NOVEMBER

2004

Voormiddag

______

La séance est ouverte à 10.10 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.

01 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances et au vice-premier

ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation par des résidents en Belgique de véhicules
immatriculés à l'étranger" (n° 4046)

01 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en aan de

vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "voertuigen die door in België
verblijvende personen gebruikt worden en in het buitenland ingeschreven zijn" (nr. 4046)

01.01 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, ma question

s'adressait initialement aussi à votre collègue de l'Intérieur, M.
Dewael. Nous savons bien en Belgique que plusieurs dizaines de
milliers de véhicules immatriculés à l'étranger circulent sur notre
territoire. Il arrive assez fréquemment qu'ils soient conduits par des
résidents belges. La plupart du temps, il s'agit aussi de véhicules
utilitaires immatriculés au nom d'une société dans un Etat où la
législation sociale et fiscale est plus favorable que dans le nôtre.

Cette matière est en principe codifiée par l'arrêté royal du 20 juillet
2001, qui fixe différentes règles et les exceptions aux règles
principales d'immatriculation. Dès lors, en fonction de ces éléments,
un résident belge ne peut conduire un véhicule immatriculé à
l'étranger que dans le seul cas où, étant salarié à l'étranger, il utilise le
véhicule mis à sa disposition par son employeur, pour lequel il a
préalablement obtenu une attestation de l'administration de la TVA
belge. Cette attestation doit se trouver à bord du véhicule. Il appartient
au ministre des Finances, c'est-à-dire à vous-même, de détailler les
conditions de l'usage du véhicule.

Le véhicule qui n'est pas utilisé dans les conditions de l'arrêté royal
doit être immatriculé en Belgique et, donc, soumis aussi à la taxe de
circulation. Cette immatriculation génère bien évidemment
l'acquittement de la TVA et des taxes annexes.

Certains pays comme le Grand-Duché de Luxembourg contrôlent de
plus en plus les firmes qui y sont établies afin de repérer les
comportements fiscaux répréhensibles. Cela me semble devoir
ressortir à la bonne organisation et la bonne collaboration fiscale entre
différents pays. Cependant, de simples particuliers profitent de la
liberté de circulation en Europe sans respecter - on peut parfois croire
qu'ils agissent par ignorance - les règles en application sur leur lieu de
résidence. Outre le problème du manque pour le Trésor public,
puisqu'il n'y a évidemment pas acquittement de la TVA ni des taxes

01.01 Eric Massin (PS):

Krachtens het koninklijk besluit
van 20 juli 2001, mag een
Belgische ingezetene een voertuig
dat in het buitenland ingeschreven
is enkel gebruiken wanneer hij als
loontrekkende in het buitenland
werkt en voor de uitoefening van
zijn beroep gebruik maakt van een
voertuig dat door zijn werkgever
ter beschikking wordt gesteld. Hij
moet voorafgaandelijk beschikken
over een attest uitgereikt door de
Belgische BTW-administratie. De
gedetailleerde voorwaarden voor
het gebruik van het voertuig
worden bepaald door de minister
van Financiën. Indien niet aan die
voorwaarden is voldaan, moet het
voertuig in België worden
ingeschreven.

Een aantal landen, waaronder het
Groothertogdom Luxemburg,
onderwerpen de op hun
grondgebied gevestigde bedrijven
aan een steeds scherper toezicht
om fiscaal laakbare praktijken op
te sporen. Sommige particulieren
leven de regels die in hun
verblijfplaats gelden, echter niet
na. Niet alleen ontsnappen zij
aldus aan de BTW en
aanverwante heffingen, maar ook

09/11/2004

CRIV 51

COM 381

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

connexes, les conducteurs bénéficient aussi d'une quasi-impunité
relativement au Code de la route, étant donné que des poursuites
internationales sont très difficiles à entamer à cet égard.

C'est d'ailleurs la raison pour laquelle cette question était dirigée vers
votre collègue, M. Dewael. Si les documents doivent être dans le
véhicule, c'est bien évidemment pour qu'on puisse vérifier si le
véhicule est en ordre.

Disposez-vous d'une évaluation précise du nombre de véhicules
immatriculés à l'étranger dont le propriétaire a sa résidence en
Belgique? Connaissez-vous le nombre d'attestations délivrées par
l'administration de la TVA aux résidents belges utilisant un véhicule
immatriculé à l'étranger? Disposez-vous ces données pourraient
être importantes et intéressantes du nombre de cas d'infractions
constatées ces dernières années? Enfin, existe-t-il une coordination
structurelle entre les différents services concernés à savoir l'AFER,
l'ISI, l'administration de la TVA mais aussi les polices fédérales et
locales pour ce type de problématique?

blijven verkeersovertredingen
nagenoeg ongestraft, aangezien
internationale vervolging erg
moeilijk is.

Beschikt u over een schatting van
het aantal in het buitenland
ingeschreven voertuigen waarvan
de eigenaar in België verblijft?

Heeft u kennis van het aantal door
de administratie van de BTW
afgegeven attesten?

Kan u ons meedelen hoeveel
inbreuken de jongste jaren werden
vastgesteld?

Bestaat er een structurele
coördinatie tussen de diverse
betrokken diensten en de politie?

01.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur

Massin, pour ce qui concerne les premières statistiques, mon
administration ne dispose pas de chiffres sur le nombre de véhicules
immatriculés à l'étranger dont le propriétaire a sa résidence en
Belgique. Je vous engage dès lors à interroger mon collègue en
charge de la Mobilité, compétent en matière d'immatriculation des
véhicules, sans vous donner de garantie sur le fait que la DIV dispose
de ce genre de statistiques. Mais elle pourrait peut-être envisager de
se renseigner en cette matière.

En ce qui concerne le nombre d'attestations délivrées par
l'administration ayant la taxe sur la valeur ajoutée dans ses
attributions aux résidents belges utilisant un véhicule immatriculé à
l'étranger et le nombre de cas d'infractions constatées ces dernières
années, mon administration dispose de statistiques complètes pour
l'année 2002. A cette période, 2.594 attestations ont été délivrées et
223 demandes d'attestation ont été refusées.

Mon administration ne dispose pas, pour l'ensemble d'une année, de
statistiques plus récentes mais les chiffres de 2003 vous seront
communiqués dès qu'ils seront disponibles.

De la même manière, une coordination entre les différents services
concernés par la problématique de l'immatriculation des véhicules a
été mise en place. L'administration des Douanes et Accises ainsi que
la police fédérale et les services de contrôle du SPF Mobilité et
Transports sont chargés du contrôle des résidents belges circulant
sous immatriculation étrangère.

S'il est constaté que le résident belge ne dispose pas de l'attestation
de TVA, l'administration précitée est systématiquement avertie. En
outre, lorsqu'il refuse de délivrer l'attestation au résident belge,
l'inspecteur principal du bureau de contrôle TVA est chargé d'avertir
son collègue des douanes. Celui-ci est chargé de dresser un procès-
verbal en matière d'immatriculation des véhicules ainsi que de taxe de
circulation et de taxes annexes et d'avertir ensuite les administrations

01.02 Minister Didier Reynders:

Mijn administratie beschikt niet
over cijfers aangaande het aantal
in het buitenland ingeschreven
voertuigen waarvan de eigenaar in
België verblijft. Daarvoor dient u
zich tot de minister van Mobiliteit
te wenden.

Voor 2002 heeft de administratie
van de BTW 2.594 attesten
afgegeven en 223 aanvragen om
een attest afgewezen.

De cijfers voor 2003, het laatste
volledige jaar, zullen u worden
meegedeeld zodra ze beschikbaar
zijn.

Er werd een coördinatie tussen de
betrokken diensten opgezet. Het
bestuur van Douane en Accijnzen,
de federale politie en de
controlediensten van de FOD
Mobiliteit en Vervoer, zijn met de
controle van de Belgische
ingezetenen die met een vreemde
nummerplaat rijden, belast. Als
een chauffeur niet over het attest
van de BTW beschikt, wordt de
administratie daarvan op de
hoogte gebracht. Indien het attest
geweigerd wordt, worden de
douanediensten verwittigd. Ze
stellen vervolgens een proces-
verbaal op.

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

concernées.

Le système a été mis en place à la suite des débats que nous avions
eus concernant les plaques luxembourgeoises. Je vous rappelle que,
dans ce cadre, le premier ministre luxembourgeois avait reconnu lui-
même à la tribune du Parlement luxembourgeois qu'il s'agissait de
fraudes. Nous avions donc lancé la procédure en invitant les
automobilistes concernés à se mettre en règle en attendant que les
mesures soient prises, notamment par une réaction des procureurs
généraux, ce qui a été fait, d'où le système que je viens de décrire.

Je vous signale enfin que deux affaires sont pendantes devant la
Cour de justice européenne, à savoir les affaires C-151/04 et C-
152/04 en matière d'immatriculation des véhicules. La question
préjudicielle porte sur l'obligation d'immatriculation d'un véhicule en
Belgique, dans la situation où l'administration refuse de délivrer
l'attestation en l'absence de liens de subordination entre l'utilisateur
belge et l'entreprise étrangère qui lui met le véhicule à disposition.
Dès lors, avant la décision de la Cour de justice européenne, une
action du type de celle menée au Grand-Duché de Luxembourg paraît
prématurée mais j'apprécie évidemment les efforts renouvelés du
Grand-Duché de Luxembourg pour lutter contre la fraude fiscale, en
particulier en matière d'immatriculation de véhicules.

De zaken C-151/04 en C-152/04
zijn aanhangig bij het Europees
Hof van Justitie. De prejudiciële
vraag draait rond de verplichte
inschrijving van een voertuig in
België, wanneer de administratie
weigert een attest uit te reiken
omdat er geen band van
ondergeschiktheid bestaat tussen
de Belgische gebruiker van het
voertuig en het buitenlandse
bedrijf. Het lijkt me daarom
voorbarig tot een actie naar het
Luxemburgse voorbeeld over te
gaan zolang het Europese Hof van
Justitie geen beslissing heeft
genomen. Anderzijds stel ik de
vernieuwde inspanning van het
Groothertogdom om de fiscale
fraude te bestrijden natuurlijk op
prijs.

01.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour

votre réponse. Je répliquerai néanmoins brièvement. J'interrogerai
donc, comme vous m'y invitez, le ministre de la Mobilité pour
connaître l'évaluation du nombre de véhicules immatriculés à
l'étranger et dont le propriétaire a sa résidence en Belgique.
Cependant, j'ai quelques doutes quant au résultat de ces statistiques.
Pour 2002, celles-ci sont présentes. Je comprends qu'un certain
nombre d'attestations, de demandes aient été refusées.

Le plus important est évidemment de disposer de statistiques sur le
nombre d'infractions constatées et donc sur les poursuites qui
auraient été entamées dans le cadre de la coordination entre les
services, puisque la coordination entre les services dépend de votre
administration. Il faut y ajouter la coordination avec les services qui
dépendent du ministère de la Justice. En effet, si des majorations,
des amendes peuvent être infligées par vos services, des poursuites
pénales peuvent éventuellement aussi être ordonnées à l'encontre
des auteurs de ces infractions. Par rapport à cela, il faut malgré tout
se montrer ferme, d'autant plus que nous disions qu'il s'agissait d'une
fraude. Mais à présent, le Grand-Duché de Luxembourg reconnaît
aussi qu'il s'agit d'une fraude.

01.03 Eric Massin (PS): Ik dank

de minister voor zijn antwoord. Ik
zal de minister van Mobiliteit dus
vragen hoeveel voertuigen van
een in België verblijvende
eigenaar in het buitenland zijn
ingeschreven.

We moeten voor alles beschikken
over statistische gegevens in
verband met het aantal
overtredingen en vervolgingen die
ingesteld werden in het kader van
de coördinatie tussen de diensten
die onder de bevoegdheid van uw
administratie valt. Daarbij komt
nog de coördinatie met Justitie.
Uw diensten zijn bevoegd voor de
boetes, maar een overtreding kan
ook strafrechtelijke gevolgen
hebben. We moeten streng
optreden want het gaat immers om
fraude. Het Groothertogdom
Luxemburg erkent dit trouwens
ook.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de M. Jean-Jacques Viseur au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la

déclaration de Gand des receveurs de l'Enregistrement" (n° 4179)

02 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over

"de verklaring van Gent van de ontvangers der Registratie" (nr. 4179)

09/11/2004

CRIV 51

COM 381

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

02.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur

le ministre, les relations entre l'Enregistrement et le Cadastre n'ont
pas toujours été très claires et les tensions entre les deux sont
incontestables.

Monsieur le ministre, mon attention a été attirée par la réunion des
receveurs de l'administration de l'Enregistrement qui a eu lieu à Gand
dans le courant du mois de juillet. Cette réunion a abouti à la
publication d'une déclaration dans laquelle ils demandent avec
insistance:
- que le collège des chefs de service de l'administration du Cadastre,
de l'Enregistrement et des Domaines prenne ses distances avec les
méthodes de travail "impulsives" des fonctionnaires de la future
administration Documentation patrimoniale;
- qu'aucune initiative ne soit prise tant que la description, le partage et
l'organisation concrète des tâches ainsi que la description des
fonctions et le statut des fonctionnaires ne soient fixés;
- que la nouvelle méthode de travail soit adaptée en vue de préserver
l'expertise du receveur de l'Enregistrement, afin que celui-ci conserve
la responsabilité finale en matière d'évaluation inhérente à la fonction
à laquelle il est nommé par arrêté royal;
- qu'une réelle réflexion entre les services compétents de
l'administration centrale et un groupement représentatif des receveurs
soit engagée, afin de déterminer la méthode de travail idéale et
pratique pour organiser la collaboration avec les agents de
l'administration du Cadastre dans les opérations d'estimation;
- que la formation des agents soit assurée par les centres de
formation professionnelle.

Monsieur le ministre, je souhaiterais vous poser les questions
suivantes.

1. Quelle suite a-t-elle été réservée à cette déclaration de Gand par le
collège des chefs de service de l'administration du Cadastre, de
l'Enregistrement et des Domaines? Une réflexion entre les services
compétents de l'administration centrale et un groupement
représentatif des receveurs a-t-elle été engagée? Si oui, quels en
sont les éventuels résultats?

2. Sur quelle base légale le transfert du contrôle de la base de
perception immobilière en droits d'enregistrement et de succession a-
t-il eu lieu?

Ce transfert est-il conforme aux articles 189 du Code des droits
d'enregistrement et 111 du Code des droits de succession, qui
attribuent en la matière une compétence personnelle et exclusive aux
receveurs de l'administration de l'Enregistrement? Le transfert de
l'ensemble de ces tâches de l'administration du Cadastre vers
l'Enregistrement, sans apport de personnel supplémentaire, ne
risque-t-il pas de compromettre la mission fiscale des bureaux de
l'enregistrement?

02.01 Jean-Jacques Viseur

(cdH): De betrekkingen tussen de
administraties van de Registratie
en het Kadaster zijn niet altijd heel
duidelijk en er is ontegenzeglijk
sprake van een gespannen
verhouding.

Op 1 juni jongstleden hebben de
ontvangers van de administratie
van de Registratie in Gent een
verklaring opgesteld waarin zij
vragen dat het college van de
dienstchefs afstand zou nemen
van de "impulsieve"
werkmethoden van de
toekomstige administratie
"Patrimoniumdocumentatie", dat
geen enkel initiatief zou worden
genomen voordat de organisatie
van de taken, de omschrijving van
de functies en het geldelijk statuut
van de ambtenaren zijn
vastgesteld, dat de nieuwe
werkmethode de uiteindelijke
aansprakelijkheid van de
ontvanger van de Registratie op
het stuk van de schatting zou
vrijwaren, dat de centrale
administratie en een
representatieve groep van
ontvangers zich zouden beraden
over de werkmethode en de
samenwerking met de ambtenaren
van de administratie van het
Kadaster voor de schattingen, en
ten slotte dat beroepscentra voor
hun opleiding zouden instaan.

Ik zou willen weten welk gevolg
aan die verklaring van het college
van de dienstchefs werd gegeven.
Heeft dat beraad tussen de
diensten van de centrale
administratie en een
representatieve groep van
ontvangers plaatsgevonden, en
met welke eventuele resultaten?
Op welke wettelijke basis berust
de overheveling van de controle
op de onroerende grondslag voor
de berekening van de registratie-
en successierechten? Strookt een
en ander met de artikelen 189 van
het Wetboek van
Registratierechten en 111 van het
Wetboek der Successierechten,
die die bevoegdheid aan de

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ontvanger toevertrouwen?

Komt de fiscale opdracht van de
diensten der Registratie niet in het
gedrang, wanneer die zonder
bijkomend personeel de taken van
het Kadaster moeten overnemen?

02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur

Viseur, depuis l'entrée en vigueur et l'entrée en service d'ailleurs
des administrateurs des piliers "sécurité juridique" et "mesurage et
évaluation" en mai 2003, le collège des chefs de service de
l'administration du Cadastre, de l'Enregistrement et des Domaines
n'existe plus. Cela ne les empêche pas d'encore se réunir, mais ça,
c'est une autre démarche.

Après la déclaration de Gand, différents contacts ont été pris avec les
receveurs de l'Enregistrement, durant les mois de juin et juillet 2004,
en présence des deux administrateurs que je viens d'évoquer. Des
rencontres ont été organisées pour les receveurs de l'Enregistrement
et les collaborateurs du Cadastre, à qui incombe la tâche de soutien
dans les évaluations immobilières. Ensuite, différentes réunions ont
eu lieu avec les syndicats représentatifs et reconnus ainsi qu'avec les
représentants des receveurs. Enfin, un groupe de contact a été mis
sur pied avec les receveurs, au sein duquel chaque province est
représentée. Ce groupe de contact travaille en collaboration avec
l'administration centrale afin d'effectuer un travail dans une ambiance
critique mais, si possible, constructive. Les résultats de ce groupe
sont encourageants. Cela a en effet permis de faire collaborer
plusieurs services et d'aplanir certaines difficultés ou malentendus.

Le receveur la dénomination actuelle étant inspecteur principal de
l'Enregistrement peut déléguer le contrôle des valeurs immobilières,
comme toutes autres tâches, à des collaborateurs. Cette possibilité
de délégation est réglée par les instructions administratives.
L'inspecteur principal reste bien entendu exclusivement compétent
pour ordonner une éventuelle expertise de contrôle en application des
articles 189 et suivants du Code des droits d'enregistrement et des
articles 111 et suivants du Code des droits de succession.

Le fait de déléguer un certain nombre de tâches n'empêche pas cette
compétence exclusive.

Enfin, le transfert à l'Enregistrement de certaines tâches, auparavant
exécutées par le Cadastre, s'accompagne de la collaboration du
personnel du Cadastre dans les bureaux de l'Enregistrement. Le
transfert s'intègre dans une gestion centralisée de la documentation
patrimoniale. Cette collaboration est continuellement fluctuante en
fonction des contraintes de travail, des disponibilités et de la
dispersion géographique. De plus, le soutien que les collaborateurs
du cadastre apportent au receveur, dans le cadre du contrôle de la
valeur vénale immobilière, optimalise la mission fiscale des bureaux
de l'Enregistrement. Donc, en matière d'apport de personnel, il est
évident que les services du Cadastre viennent renforcer les bureaux
de l'Enregistrement chaque fois que des missions nécessitent ce
renforcement.

02.02 Minister Didier Reynders:

Toen de bestuurders van de pijlers
"rechtszekerheid" en "meting en
evaluatie" in mei 2003 in dienst
traden, hield het college van de
diensthoofden van de
administratie van het Kadaster, de
Registratie en de Domeinen op te
bestaan, wat hen blijkbaar niet
belet nog te vergaderen!

Na de verklaring van Gent, werd
met de ontvangers der Registratie
contact opgenomen. In juni en juli
2004 werden voor de ontvangers
der Registratie en de
medewerkers van het Kadaster
bijeenkomsten georganiseerd,
waarop die beide bestuurders
aanwezig waren. Daarnaast
werden ook vergaderingen met de
vakbonden en de
vertegenwoordigers van de
ontvangers belegd. Tot slot werd
een contactgroep opgericht die in
een kritische maar opbouwende
sfeer met het hoofdbestuur
samenwerkt. Zo is men erin
geslaagd meerdere diensten te
doen samenwerken en de
problemen of misverstanden uit de
weg te ruimen.

De ontvanger

voortaan

hoofdinspecteur der Registratie
kan de controle van onroerende
waarden aan medewerkers
overdragen, op grond van
administratieve onderrichtingen.
Op grond van de artikelen 189 en
volgende van het Wetboek der
registratierechten en 111 en
volgende van het Wetboek der
successierechten blijft hij bevoegd
voor de controleschatting. De
overdracht van bepaalde taken
staat die exclusieve bevoegdheid
niet in de weg.

Bij het overhevelen van

09/11/2004

CRIV 51

COM 381

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

opdrachten van het Kadaster naar
de Registratie, in het kader van
een gecentraliseerd beheer van de
patrimoniumdocumentatie, werkt
het personeel van beide
administraties samen als de
opdracht dit vereist. Door de steun
die de ontvanger van de
medewerkers van het Kadaster
krijgt, wordt de fiscale opdracht
van de Registratiekantoren
optimaal ingevuld.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de

grensarbeidersregeling tussen België en Frankrijk" (nr. 4219)

03 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le régime des

travailleurs frontaliers dans le cadre de la convention entre la Belgique et la France" (n° 4219)

03.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, we hebben in deze commissie al enkele keren van
gedachten gewisseld over de grensarbeidersregeling tussen België en
Frankrijk.

In dit verband verwijst u telkens naar de ruimere context van de
onderhandeling over een dubbelbelastingverdrag tussen België en
Frankrijk en tussen de respectievelijke overheden, waar in het recente
verleden heel wat wissels zijn gebeurd op ministerieel niveau. Zeker
langs Franse kant waren er verschillende wissels op Binnenlandse
Zaken. Wellicht is dat ook de verklaring waarom een en ander wat
heeft aangesleept.

De minister heeft altijd verklaard dat een regeling slechts tot stand
kon komen voor de grensarbeid indien deze was opgenomen in een
globaal akkoord. Als we zien wat de economische impact is die een
dergelijke onzekerheid creëert als men niet echt tot een
overeenkomst kan komen over de grensarbeid of als men daarover
niet duidelijker kan communiceren dreigt de situatie voor bepaalde
grensregio's nogal problematisch te worden.

In dit verband had ik de minister graag volgende vragen voorgelegd.

In welke fase zitten de onderhandelingen met Frankrijk? Is een
akkoord over het dubbelbelastingverdrag nakend? Misschien
belangrijker, als een globaal akkoord niet meteen tot de
mogelijkheden behoort op korte termijn, kan men dan het deel over
de grensarbeiderregeling niet apart onderhandelen of apart onder de
loep nemen?

Het zou ook goed zijn mocht u als bevoegd minister uw preferenties
daaromtrent op tafel leggen. Welke oplossing verkiest u voor het
grensarbeiderstatuut? Kunt u dat communiceren? Zult u dat als
insteek gebruiken voor de onderhandelingen? Er zou een soort
spreidingsplan in de tijd zijn. Men sprak van de piste van vijftien jaar.
Men zou ook kunnen zeggen dat men voor de mensen die nu in deze
situatie verkeren binnen dezelfde context, met een zelfde statuut

03.01 Roel Deseyn (CD&V): La

réglementation relative au travail
frontalier pose problème dans les
négociations avec la France
relatives à la convention visant à
éviter les doubles impositions. Le
ministre a toujours déclaré qu'une
réglementation pour les
travailleurs frontaliers ne pourrait
être élaborée que dans le cadre
d'un accord sur l'ensemble de la
convention susmentionnée, mais
l'insécurité persistante a une
incidence économique négative
dans certaines régions
frontalières.

Où en sont les négociations avec
la France? Un accord sur une
convention visant à éviter les
doubles impositions est-il
imminent? Un accord se bornant
au travail frontalier peut-il
éventuellement être conclu? À
quelles solutions le ministre
donne-t-il la préférence en ce qui
concerne le statut des travailleurs
frontaliers? Envisage-t-on la
suppression de ce statut, assortie
d'un plan de répartition sur quinze
ans des conséquences négatives
pour les travailleurs frontaliers
français?

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

werkt, maar dat men geen nieuwe mensen meer aanvaardt. Ik meen
dat er verschillende mogelijkheden tot spreiding voorhanden zijn die
toch een zekere planning in die grensregio's mogelijk maken.

03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Deseyn, de Belgische en de Franse onderhandelaars hebben eind
oktober opnieuw vergaderd. Deze vergadering heeft echter niet tot
een akkoord kunnen leiden. Een beperkt aantal bijzonder complexe
en gevoelige problemen, waaronder de wijziging van de
grensarbeidersregeling, blijft inderdaad in beraad. Ik zal spoedig
contact opnemen met mijn Franse ambtsgenoot, de heer Sarkozy, om
na te gaan of een volledig akkoord kan worden bereikt. In het
tegenovergestelde geval zullen de onderhandelingen waarschijnlijk
worden onderbroken.

Gelet op de grote terughoudendheid in Frankrijk ten aanzien van een
eventuele wijziging van de grensarbeidersregeling is het hoogst
onwaarschijnlijk dat de Franse tegenpartij instemt met een wijziging
van die regeling indien ze geen voldoening haalt omtrent de andere
punten die het voorwerp zijn van de onderhandelingen. Het toevoegen
van een "avenant" aan het huidige Belgisch-Franse verdrag dat
uitsluitend het probleem van de grensarbeiders behandelt, lijkt mij
bijgevolg uitgesloten.

Ik zal toch proberen dit te realiseren. Ik zal op 15 november contact
opnemen met mijn Franse collega naar aanleiding van een
Eurogroep-vergadering. We zullen dan zien of het mogelijk is om al
dan niet door te gaan. Vanaf het begin van de onderhandelingen heeft
de Belgische delegatie voorgesteld om de grensarbeidersregeling,
namelijk de belastingheffing voor grensarbeiders in hun woonstaat, af
te schaffen. Indien het verdrag in die zin wordt gewijzigd, zal deze
wijziging gepaard gaan met overgangsmaatregelen voor de Franse
grensarbeiders die in België zijn tewerkgesteld. Zij zouden gedurende
een aantal jaren, bijvoorbeeld 15 jaar - ikzelf heb voorgesteld "ten
minste 15 jaar - in Frankrijk belastbaar blijven. Wij moeten komen tot
een evenwicht tussen de onderhandelaars. Dit is het geval met
Nederland, Duitsland en Luxemburg. Tot nu toe kon geen akkoord
worden bereikt met Frankrijk. Ik zal nog een laatste poging doen voor
deze onderhandelingsperiode.

Als dit onmogelijk is, moeten wij schorsen.

03.02 Didier Reynders, ministre:

Aucun accord n'a pu être dégagé
au cours de la réunion organisée à
la fin du mois d'octobre entre les
négociateurs belges et français. Je
vais prendre rapidement contact
avec mon homologue français
pour voir si un accord complet
peut être conclu. Si cela n'est pas
possible, les négociations seront
probablement suspendues.

Il est peu probable que les
Français acceptent une
modification de la réglementation
relative aux travailleurs frontaliers
s'ils n'obtiennent pas satisfaction
en ce qui concerne les autres
points des négociations. Si la
conclusion d'une convention se
bornant au problème des
travailleurs frontaliers me semble
impossible, j'essayerai néanmoins
d'y parvenir lors de ma rencontre
avec le ministre français le 15
novembre.

D'emblée, la délégation belge a
proposé de supprimer l'imposition
dans l'État de résidence des
travailleurs frontaliers. Si la
convention franco-belge devait
faire l'objet d'une modification en
ce sens, une réglementation
transitoire serait prévue pour les
travailleurs frontaliers français.

03.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, dank u voor uw

antwoord. Het zal wellicht niet de laatste poging zijn, maar het zou
toch bijzonder jammer zijn mocht deze onderhandelingsfase worden
onderbroken. De Fransen hebben het recht een aantal vragen en
eisen rond de grensarbeidersregeling te formuleren, maar belangrijk
voor ons is dat dit zeker niet negatief hoeft te zijn, integendeel.

Ik heb u vroeger reeds meegedeeld dat het aantal Franse
werknemers in de bedrijven, bijvoorbeeld in Zuid-West-Vlaanderen,
kritische percentages aanneemt. Dat wil zeggen dat als zij niet
voorhanden zouden zijn, zij niet zouden kunnen worden vervangen
door het aanbod op onze eigen Vlaamse arbeidsmarkt. We vinden ze
niet en het ziet er niet naar uit dat wij ze de komende jaren zullen
vinden. We vinden ze evenmin in de aangrenzende Waalse regio's. In
die zin denk ik voor dit specifieke luik dat onze noden in hoge mate
compatibel zijn met de Franse vragen. Het blijft voor mij dan ook een

09/11/2004

CRIV 51

COM 381

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mysterie waarom over dat luik niet tot een overeenkomst kan worden
gekomen. U zult proberen om dat luik er eventueel uit te lichten en dat
is een verheugende communicatie. Ik hoop dat er de volgende
maanden met collega Sarkozy, met wie er toch goede banden zijn
geweest in vorige beleidsdomeinen, in deze context kan worden
voortgewerkt wat de belastingverdragen betreft.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Door de afwezigheid van verschillende leden die vragen hebben ingediend, zijn wij aan het
einde gekomen van onze vragen aan minister Reynders.

De bespreking van de vragen en interpellaties wordt onderbroken van 10.31 uur tot 11.45 uur.
La discussion des questions et interpellations est interrompue de 10.31 heures à 11.45 heures.

04 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "le financement des contrats 'Plan drogue'" (n° 4173)

04 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de financiering van de drugplancontracten" (nr. 4173)

04.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, comme vous le savez, 29 villes et communes bénéficient
depuis 2001 de ce qu'on appelle un "Plan drogue". Les objectifs de ce
plan sont connus. Il s'agit de la prévention des nuisances publiques
liées à la drogue et de la coordination locale des actions en matière
de toxicomanie.

(Brouhaha)

Monsieur le président, il est difficile de parler en même temps que
tout le monde!

04.01 André Frédéric (PS):

Sedert 2001 zijn negenentwintig
steden en gemeenten opgenomen
in een drugpreventieplan voor de
coördinatie van lokale acties tegen
verslaving.

Le président: Je voudrais que les caucus particuliers se fassent dans le couloir.

04.02 André Frédéric (PS): Maintenant, je peux apercevoir le

ministre. Il est plus facile de communiquer ainsi.

Le président: Vous avez raison monsieur Frédéric.

04.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, je vous remercie

pour cette discipline.

Plus sérieusement, nous savons qu'un budget de 1.417.950,96 est
annuellement alloué à ces contrats. Comme pour les années
précédentes, un arrêté royal est nécessaire pour exécuter cette
décision en 2004. Monsieur le ministre, à la demande d'un certain
nombre de villes et communes, j'ai interpellé le ministre de l'Intérieur
la semaine dernière qui m'a précisé que toutes les démarches avaient
été effectuées mais qu'il manquait simplement votre approbation du
projet d'arrêté. L'inspection des Finances aurait rendu un avis
favorable sur le texte le 16 décembre 2003.

Je suis certain que vous êtes conscient du problème auquel nous
sommes confrontés: les villes et communes, bénéficiant pour l'instant
de ce plan drogue, fonctionnent sans aucune base légale et sans
contrat depuis le 1

janvier 2004. Par ailleurs, les 70% de subsides

versés chaque année pour le fonctionnement n'ont pu être liquidés

04.03 André Frédéric (PS): Voor

dit plan wordt jaarlijks
1.417.950,96 euro begroot en voor
de uitvoering ervan in het jaar
2004 moet nog een koninklijk
besluit worden aangenomen.

Enkele dagen geleden verklaarde
de minister van Binnenlandse
Zaken dat hij uw goedkeuring van
dit besluit afwachtte; op 16
december 2003 zou de Inspectie
van Financiën over deze tekst een
gunstig advies hebben uitgebracht.

Omdat er nog geen tekst is,
werken de betrokken instanties
sedert 1 januari 2004 zonder

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aux communes. Etant donné l'incertitude ambiante, je voudrais
pouvoir rassurer les villes et communes travaillant dans le secteur et
connaître vos intentions, monsieur le ministre, au sujet de ce petit
problème.

wettelijke grondslag, terwijl 70%
van de jaarlijkse subsidies niet aan
de gemeenten kunnen worden
uitgekeerd.

De betrokken steden en
gemeenten verkeren in
onzekerheid. Hoe zal het dossier
evolueren?

04.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, je ne

peux malheureusement pas être optimiste pour le moment. En effet,
selon l'administration du Budget, contrairement à ce que semble avoir
affirmé le ministre de l'Intérieur dans sa réponse du 18 octobre, les
moyens nécessaires à cette mesure que je soutiens pleinement et
que j'ai d'ailleurs encore stimulée récemment ne sont pas
disponibles.

Pour l'instant, l'audit en cours au fonds de sécurité ne dit pas
clairement que les moyens sont suffisants. Nous sommes en train de
terminer l'audit. S'il ressort de ce dernier que les moyens existent en
suffisance, plus aucun problème ne se posera mais si l'audit
démontre que les moyens sont insuffisants le dossier reviendra au
gouvernement pour qu'il dégage une solution et trouve les moyens
permettant de continuer en supprimant, si nécessaire, d'autres
mesures. Tout dépend maintenant de cet audit. Les résultats seront
connus dans les semaines à venir, mais ce n'est pas si évident. On va
de toute façon essayer.

En résumé, si l'audit donne un résultat positif, on dispose des moyens
et on peut avancer sans rien changer. Si les moyens ne sont pas
suffisants dans le fonds de sécurité, le dossier doit revenir au
gouvernement qui étudiera comment résoudre le problème.

04.04 Minister Johan Vande

Lanotte: Ik kan daarover helaas
nog niet optimistisch zijn. De
lopende audit van het
veiligheidsfonds moet aantonen of
de fondsen aanwezig zijn. Indien
er geen geld is, moet de regering
een andere oplossing vinden.

04.05 André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse.

J'entends bien que la volonté du ministre est d'assumer les
engagements pris à l'égard des villes et communes développant ce
type d'actions extrêmement importantes contre l'évolution de la
toxicomanie problématique à laquelle nous sommes tous confrontés
et de trouver les moyens nécessaires! Est-ce bien ce que je dois
comprendre, monsieur le ministre? (Signe d'approbation du ministre)

04.05 André Frédéric (PS): Ik

begrijp dat de minister de
verbintenissen tegenover de
steden en gemeenten wil
nakomen. (Teken van bevestiging
van de minister)

04.06 André Frédéric (PS): Je vous remercie.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la décision de justice relative au litige de 27.000.000 euros entre l'Etat fédéral et la
province de Hainaut" (n° 4194)

05 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de rechterlijke beslissing inzake de betwisting van 27.000.000 euro tussen
de federale Staat en de provincie Henegouwen" (nr. 4194)

05.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, avant le congé de

la Toussaint, j'avais posé une question à votre collègue M. Demotte

05.01 Olivier Chastel (MR): Op

11 maart bevestigde het hof van

09/11/2004

CRIV 51

COM 381

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

au sujet d'un litige de 27 millions d'euros entre l'État fédéral et la
province de Hainaut et une décision de justice qui a été prise
récemment. En effet, M. Demotte est compétent pour les litiges
concernant les anciennes compétences de l'État fédéral, ce litige
portant sur les compétences d'enseignement, en l'occurrence
d'enseignement secondaire et de promotion sociale. Il porte sur près
de 16 millions d'euros et concerne des subventions et traitements dus
par l'État fédéral et son ancien département de l'Éducation nationale à
la province de Hainaut.

La province de Hainaut avait assigné l'État fédéral le 23 décembre
1994. En mars 1998, le tribunal de première instance avait donné
gain de cause à la province de Hainaut; l'État fédéral avait interjeté
appel. Le 11 mars dernier, il y a un peu plus de six mois, la cour
d'appel de Bruxelles a confirmé le jugement rendu en première
instance. Le délai de six mois pour se pourvoir en cassation étant
écoulé depuis le 11 septembre, il n'y a plus de démarche à
entreprendre dans le chef de l'État belge. À la date de ce jugement,
les intérêts judiciaires s'élèvent à plus de 11 millions d'euros, ce qui
porte à 27 millions d'euros la somme due par l'État fédéral à la
province de Hainaut. Il ne s'agit pas d'une petite somme.

Comme je l'ai dit, j'avais interpellé, avant le congé, le ministre
Demotte qui actait le jugement et qui a témoigné du fait qu'il avait
envoyé deux lettres - l'une à votre département, l'autre à celui de M.
Verwilghen dont l'objet était l'attitude que doit adopter l'État fédéral
et donc le gouvernement pour le règlement de ce litige. J'insiste sur le
fait que les intérêts judiciaires qui courent coûtent évidemment
beaucoup d'argent à l'État: on évoque en effet le montant de 12.000
euros d'intérêts par jour - ce qui est assez impressionnant -, 15
millions d'anciens francs belges par mois pour tout mois écoulé sans
prise de décision et sans décision favorable quant à une
indemnisation de la province de Hainaut. Cela peut avoir des
incidences sur le budget de l'État.

Alors que le ministre Demotte m'a dit ne pas avoir reçu de réponse de
votre part aux deux courriers qu'il vous a envoyés, puis-je savoir
quelle est l'attitude que vous suggérez au gouvernement en la
matière?

beroep te Brussel het vonnis dat
de rechtbank van eerste aanleg
uitsprak in het voordeel van de
provincie Henegouwen, die in
proces lag met de federale Staat.
Inzet van het geding was een
bedrag van ongeveer 16 miljoen
euro. De gerechtelijke interest
bedraagt inmiddels 11 miljoen
euro.

Ik heb hierover al een vraag
gesteld in de commissie voor de
Sociale Zaken (vraag nr. 4069,
Beknopt Verslag van de Kamer
van volksvertegenwoordigers, nr.
379, 27 oktober 2004, blz. 15), en
bij die gelegenheid antwoordde
minister Demotte mij dat hij twee
brieven gestuurd had, een aan uw
departement en een aan de heer
Verwilghen, om op de betaling aan
te dringen, want de interest tikt
door en zou intussen oplopen tot
12.000 euro per dag!

Wat gaat de minister hieraan
doen?

05.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Il s'agit donc d'un dossier

évoquant une charge du passé. En effet, M. Demotte nous a envoyé
un courrier à ce propos mi-septembre 2004. Comme vous l'avez
expliqué, il s'agit du recouvrement par la province de Hainaut de
certaines subventions; je ne reviendrai donc pas là-dessus.

L'assignation date de 1994 et la cour d'appel a confirmé, en 2004, le
jugement rendu en premier ressort en 1998.

Ainsi, l'Etat fédéral a été condamné à payer à la province un montant
de 16 millions d'euros, augmenté des frais de justice et des intérêts. Il
y a une discussion sur les intérêts, notamment sur le fait de savoir à
quelle date ils commencent à courir. Nous avons demandé l'avis de
l'avocat à la Cour de cassation qui nous a déconseillé de nous
pourvoir en cassation. La décision est donc définitive.

Le dossier est à l'examen au sein de mon administration qui doit
notamment préparer une délibération ou un deuxième feuilleton

05.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Wij hebben medio
september inderdaad een brief
van de heer Demotte ontvangen.

Er is discussie over de datum
waarop de interest begint te lopen.

Er werd in een budget voorzien,
maar dat is ontoereikend, en mijn
administratie stelt momenteel een
tweede algemene
aanpassingsblad op teneinde dat
bedrag te kunnen betalen.

CRIV 51

COM 381

09/11/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'ajustement général. En effet, dans le cas de tels litiges, il y a un
budget au ministère de la Politique scientifique pour les dossiers qui
datent d'avant 1988. Mais il est clair que ces crédits ne seront pas
suffisants et qu'il faudra un deuxième feuilleton d'ajustement général
en 2004, dans lequel on augmente ces crédits. Cette augmentation
sera compensée par la diminution d'autres crédits. Ce deuxième
feuilleton est en préparation et devrait passer dans les semaines qui
viennent.

05.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Au-delà de la technique budgétaire que vous
venez d'évoquer, est-ce que j'entends bien que l'Etat fédéral, par
votre intermédiaire, prend la décision de payer rapidement à la
province de Hainaut ce qu'il lui doit?

05.03 Olivier Chastel (MR): Moet

ik daaruit afleiden dat de federale
overheid beslist heeft eerdaags te
betalen?

05.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Nous allons payer car nous

avons été condamnés.

05.04 Minister Johan Vande

Lanotte: Betalen moeten we, want
we zijn veroordeeld.

05.05 Olivier Chastel (MR): Vous pourriez simplement dire que les

moyens ne sont pas disponibles pour l'instant et qu'on laisse courir les
intérêts judiciaires. Je trouve que c'est une mauvaise technique mais
cela n'est pas impossible.

05.06 Johan Vande Lanotte, ministre: Nous ne l'avons jamais fait.

05.06 Minister Johan Vande

Lanotte: En wij hebben de zaken
nooit laten aanslepen.

05.07 Olivier Chastel (MR): Je vous remercie, monsieur le ministre.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La discussion des questions et interpellations se termine à 11.56 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 11.56 uur.