CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 368
CRIV 51 COM 368
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
26-10-2004
26-10-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "l'état de la situation en ce qui
concerne l'objectif de création de 200.000
emplois" (n° 3834)
1
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de stand van zaken met
betrekking tot het 'objectief 200.000'" (nr. 3834)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Martine Taelman au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le système des 'intempéries' dans le secteur de
la construction" (n° 3705)
3
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het systeem van 'slecht weer' in de
bouwsector" (nr. 3705)
3
Orateurs: Martine Taelman, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Martine Taelman, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "le système de formation en
alternance" (n° 3835)
4
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "alternerend leren-
werken" (nr. 3835)
4
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "les avantages accordés aux
travailleurs âgés et chômeurs âgés" (n° 3836)
6
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "voordelen voor oudere
werknemers en oudere werklozen" (nr. 3836)
6
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Trees Pieters à la ministre de
l'Emploi sur "la coordination de la sécurité"
(n° 3857)
9
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Werk over "de veiligheidscoördinatie"
(nr. 3857)
9
Orateurs: Trees Pieters, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Trees Pieters, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- Mme Zoé Genot à la ministre de l'Emploi sur
"l'avis de la commission paritaire des entreprises
de nettoyage sur la proposition de directive
Bolkestein" (n° 3928)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "het advies van het paritair comité voor de
schoonmaakondernemingen over het voorstel van
richtlijn-Bolkestein" (nr. 3928)
10
- Mme Annemie Turtelboom à la ministre de
l'Emploi sur "l'incidence de la directive relative aux
services dans le marché intérieur sur le secteur
du nettoyage" (n° 4011)
10
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "de impact van de richtlijn
betreffende de diensten op de interne markt op de
schoonmaaksector" (nr. 4011)
10
Orateurs: Zoé Genot, Annemie Turtelboom,
Freya Van den Bossche
, ministre de l'Emploi,
Greta D'hondt
Sprekers: Zoé Genot, Annemie Turtelboom,
Freya Van den Bossche
, minister van Werk,
Greta D'hondt
Question de Maggie De Block à la ministre de
l'Emploi sur "la transposition en droit belge de
l'accord-cadre européen du 16 juillet 2002"
(n° 3974)
14
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de omzetting van het
Europees kaderakkoord van 16 juli 2002 in
Belgisch recht" (nr. 3974)
14
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de l'Emploi sur "l'adaptation de la loi anti-
harcèlement" (n° 3998)
16
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de aanpassing van de
anti-pestwetgeving" (nr. 3998)
16
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
l'Emploi sur "les observateurs affectés à des
lignes de bus et de tram" (n° 4018)
19
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "de lijnspotters" (nr. 4018)
19
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
l'Emploi sur "l'épargne-temps" (n° 4019)
21
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "tijdsparen" (nr. 4019)
21
Orateurs: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de l'Emploi sur "l'harmonisation des statuts des
ouvriers et des employés" (n° 4031)
23
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de eenmaking van het
statuut arbeiders-bedienden" (nr. 4031)
23
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de l'Emploi sur "la suppression du contrôle
communal des chômeurs" (n° 4048)
26
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Werk over "de afschaffing van de
gemeentelijke stempelcontrole" (nr. 4048)
26
Orateurs: Colette Burgeon, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Colette Burgeon, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de l'Emploi sur "l'engagement de
92 nouveaux inspecteurs pour les différents
services d'inspection sociale" (n° 3839)
28
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "de aanwerving van
92 nieuwe inspecteurs voor de verschillende
sociale inspectiediensten" (nr. 3839)
28
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de l'Emploi sur "la mission du facilitateur
dans le cadre du contrôle des chômeurs"
(n° 3949)
30
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "de taak van facilitator
in de controle op de werklozen" (nr. 3949)
30
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de l'Emploi sur "le congé d'adoption"
(n° 3950)
31
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "het adoptieverlof"
(nr. 3950)
31
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche
, minister van Werk
Question de M. Hans Bonte à la ministre de
l'Emploi sur "l'échec de la Politique de l'emploi à
Bruxelles et l'exécution des engagements pris à
cet égard au sein de la conférence sur l'emploi"
(n° 4135)
32
Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister
van Werk over "het falend Brussels
werkgelegenheidsbeleid en de uitvoering van de
gemaakte afspraken hieromtrent in de schoot van
de werkgelegenheidsconferentie" (nr. 4135)
31
Orateurs: Hans Bonte, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Hans Bonte, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
26
OCTOBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
26
OKTOBER
2004
Voormiddag
______

De vragen en interpellaties vangen aan om 10.13 uur.
Voorzitter: Hans Bonte.
Les questions et les interpellations commencent à 10.13 heures.
Président: M. Hans Bonte.
01 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de stand van zaken met
betrekking tot het 'objectief 200.000'" (nr. 3834)
01 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "l'état de la situation en ce qui
concerne l'objectif de création de 200.000 emplois" (n° 3834)
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, uw voorganger op het departement van Werk wist dat ik het
aantal jobs zou blijven optellen tot we aan de beoogde 200.000 jobs
zijn. Of dat in plus of in min is, zullen we op dat moment wel merken.

Iedereen weet dat ik enorm bekommerd ben om tewerkstelling. Ik
weet echter ook dat het niet zo is dat, omdat de overheid werk wenst,
er in de realiteit ook werk is. Daarom gruwelde ik destijds ook zo bij
de heel voluntaristische boodschap van 200.000 jobs.

Niettemin is het goed dat wij de stand van zaken inzake
werkgelegenheid en de evolutie ervan regelmatig opvolgen. Ik weet
dat er gedurende de eerste helft van het jaar problemen zijn geweest
om de juiste cijfers te geven, omwille van de problemen die er waren
met de multifunctionele aangifte en de verwerking ervan op de
diensten van de RSZ. Ondertussen zijn de problemen van de baan. Ik
ben er dus van overtuigd dat u mij nu de juiste cijfers zal kunnen
geven over de tewerkstelling en het aantal tewerkgestelden op de
data die ik in mijn vraag heb vermeld, namelijk vanaf juni 2003 tot het
meest recente, beschikbare cijfer.
01.01 Greta D'hondt (CD&V):
Nul n'ignore que je suis quelque
peu sceptique au sujet du
message volontariste lancé par le
gouvernement à propos de la
création de 200.000 nouveaux
emplois. Les emplois ne se créent
pas à la simple demande des
autorités publiques.

En raison de problèmes liés à la
déclaration multifonctionnelle, le
ministre Vandenbroucke n'était
pas en mesure de nous fournir des
chiffres exacts en matière
d'emploi. A présent, ces
problèmes
sont résolus. La
ministre Van den Bossche
dispose-t-elle des chiffres en
matière d'emploi à partir de juin
2003?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw D'hondt, de meest recent beschikbare cijfers van de RSZ
gelden voor de laatste twee kwartalen van 2003, dus vanaf juni. In
december zal ik de eerste cijfers met betrekking tot het eerste en het
tweede kwartaal 2004 krijgen. Als u wil, zal ik u die alsdan
automatisch bezorgen.

Ik beschik over drie categorieën cijfergegevens in verband met de
laatste kwartalen van 2003. De evolutie van het aantal
arbeidsplaatsen gaat van 3.184.043 in het derde kwartaal, naar
3.180.687 in het vierde kwartaal. Het aantal werknemers daalt van
3.115.216 tot 3.112.692. De evolutie van het arbeidsvolume in
voltijdse equivalenten stijgt van 2.606.399 naar 2.665.539. U weet
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Les chiffres les plus
récents de l'ONSS couvrent les
deux derniers trimestres de
l'année 2003. En décembre, je
recevrai les premiers chiffres pour
les premiers trimestres de
l'année 2004. Je pourrai alors les
faire parvenir à Mme D'hondt.

Le nombre d'emplois a diminué de
3.184.043 unités au troisième
trimestre à 3.180.687 unités au
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
ongetwijfeld dat de klassieke papieren aangifte wordt vervangen door
de multifunctionele aangifte, waardoor de statistieken niet volledig
vergelijkbaar zijn, maar toch grotendeels. Ik heb ook de cijfers van de
RSVZ voor de zelfstandigen. In 2003 waren er 856.665 zelfstandigen,
waarvan er 640.047 zelfstandig in hoofdberoep waren. Dat is een
flinke stijging ten opzicht van 2002. Toen waren er 508.317. Het
aantal arbeidsplaatsen en het aantal werknemers is dus gedaald in
die twee kwartalen. Het aantal voltijdse equivalenten kent een lichte
stijging. Vooral het aantal zelfstandigen in hoofdberoep is enorm
toegenomen. Dat is toch wel de meest opvallende vaststelling.
quatrième trimestre. Quant au
nombre de travailleurs, il a
diminué de 3.115.216 à 3.112.692.
Le volume de travail exprimé en
équivalents temps-plein a
augmenté de 2.606.399 à
2.665.539. Comme la déclaration
classique a été remplacée par la
déclaration multifonctionnelle, les
statistiques sont comparables en
grande partie, mais pas
complètement.

En 2003, on dénombrait 856.665
travailleurs indépendants, dont
640.047 à titre principal. En 2002,
on en dénombrait 508.317 à titre
principal. On observe donc une
hausse considérable dans ce
secteur.
01.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, bedankt voor
uw antwoord.

De cijfers bevestigen natuurlijk mijn veronderstelling. Het aanvoelen
van iedereen die de cijfers volgt, is dat er zich een daling voordoet
inzake tewerkstelling bij het beschouwen van het derde en vierde
kwartaal van 2003. Niets laat veronderstellen ­ ik zou zelfs zeggen,
integendeel ­ dat het cijfer anders zou zijn voor het eerste en tweede
kwartaal van 2004. Wij zullen uw officiële cijfers afwachten, maar
iedereen die de tewerkstelling op de voet volgt, weet dat er zich nog
een verslechtering heeft voorgedaan in vergelijking met de cijfers van
de werkloosheid. Als we de bevolking in dit land vergelijken met de
cijfers van de werkloosheid, dan weten we wat wij te verwachten
hebben, ook voor het eerste en het tweede kwartaal van 2004.

Dat noopt mij ertoe de regering te zeggen, niet als oppositietaal maar
werkelijk vanuit de bekommernis over werkgelegenheid, dat er
gewerkt moet worden in plaats van voluntaristisch gepraat worden. Er
moeten werkelijk maatregelen komen, geen dertig maar wel een paar
die beklijven. Ik hoop en ik reken er zelfs op dat de contacten die
aangekondigd zijn met de sociale partners en met de regering
werkelijk op zeer korte termijn zullen resulteren in een aantal
afspraken die het economische en sociale klimaat moeten dienen ten
gunste van de werkgelegenheid. Ik denk dat het tijd is om met beide
voeten op de grond te komen en voor sommigen misschien onzacht
te landen. Het geloof dat bergen verzet, kan niet zonder daden. Mij
heeft men altijd geleerd: het geloof zonder de werking is dood. Dat
voluntaristisch geklets over werkgelegenheid brengt dus eigenlijk
niets op.

In de marge wil ik ook mijn bekommernis uiten. Ik heb wel begrip voor
het feit dat de overschakeling van bij wijze van spreken de lei en de
griffel naar een multifunctionele aangifte wellicht met kinderziekten
gepaard gaat. Maar nu begint het toch vrij lang te duren.

Het verbaast mij dat wij tussen oktober en november nog geen
gegevens hebben met betrekking tot het eerste kwartaal van 2004.
01.03 Greta D'hondt (CD&V):
Les chiffres confirment une
baisse. Rien n'indique que les
chiffres seront meilleurs pour les
deux premiers trimestres de 2004.
Chacun sait que la situation s'est
encore détériorée entre temps,
comme le montrent déjà les
chiffres du chômage.

Rien ne sert de tenir de mâles
propos, il faut des mesures
drastiques. J'espère que les
contacts avec les partenaires
sociaux déboucheront sur des
actes qui donneront au climat
économique et social une
impulsion en faveur de l'emploi. La
foi déplace des montagnes mais il
n'en faut pas moins agir.

Je comprends que le passage à la
déclaration multifonctionnelle
n'aille pas de soi mais les
problèmes sont de bien longue
durée. J'avais pourtant cru
comprendre qu'une solution était
en vue. Je m'étonne que les
chiffres du premier trimestre de
2004 ne soient pas encore
disponibles. Pour mettre une
politique en oeuvre, il faut disposer
de chiffres.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Men had mij nochtans verzekerd, zowel naar aanleiding van een
vraag die ik hier stelde als naar aanleiding van informatie die ik zelf
heb ingewonnen, dat de problemen voorbij waren en dat men een
inhaalbeweging zou doen voor de voorbije kwartalen, zodat men
vanaf het eerste en tweede kwartaal van 2004 zou kunnen volgen.
Het verwondert mij dus heel sterk dat wij nu, einde derde kwartaal,
nog geen cijfers over het eerste kwartaal van 2004 hebben. Om een
beleid te kunnen voeren, is het nodig over materiaal en gegevens te
beschikken. Ik vind dit bijzonder erg.
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw D'hondt, naar
aanleiding van uw vraag heb ik ook moeten vaststellen dat die cijfers
nog niet beschikbaar zijn. Ik heb een nota gestuurd naar Frank
Robben van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid om hem te
vragen wat er precies aan de hand is en om er iets aan te doen.
Zowel u als ik kunnen minder goed ons werk doen als wij niet tijdig
beschikken over de noodzakelijke cijfergegevens. Gezien de evolutie
van de werkloosheidscijfers in het begin van 2004 zullen wij inderdaad
wellicht geen gunstige evolutie moeten verwachten. Op dat vlak geef
ik u gelijk.
01.04 Freya Van den Bossche,
ministre: J'ai adressé un courrier à
M. Robben, de la Banque
Carrefour de la Sécurité sociale,
pour lui demander ce qui se
passe. Nous devons en effet
disposer de chiffres pour
travailler. Je confirme par ailleurs
qu'il ne faut pas escompter
d'évolution positive pour le début
de 2004 en ce qui concerne
l'emploi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het systeem van 'slecht weer' in de bouwsector" (nr. 3705)
02 Question de Mme Martine Taelman au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
système des 'intempéries' dans le secteur de la construction" (n° 3705)
02.01 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, iedereen kent het systeem van slecht weer in de
bouwsector. Dit systeem laat toe dat arbeiders wanneer het weer echt
niet geschikt is om te werken, kunnen gaan stempelen. Sedert 1
oktober 1999 moet elke bouwvakker in het bezit zijn van een
genummerde stempelkaart met het mooie nummer C3.2A. Hij moet
deze kaart steeds bij zich hebben en kunnen voorleggen bij controle
op de werf door de RVA en de Sociale Inspectie. De werkgever is
verplicht om elke eerste dag tijdelijke werkloosheid van de maand
omwille van economische redenen of slecht weer voor elke
werknemer te melden aan de RVA. Deze verplichte melding moet
gebeuren binnen de twee werkdagen om fraude zoveel mogelijk uit te
schakelen. Tot tevredenheid van de bouwsector werd recent een
elektronisch systeem opgestart: de werkgever kan nu haast
onmiddellijk elektronisch aangeven of er gewerkt wordt en door wie.
Uiteraard is België niet groot en als het slecht weer is, gebeurt het
vaak dat dit in Vlaanderen of België overal zo is, waardoor men
nergens kan werken en alle bouwfirma's plat liggen. Wanneer zij dit
dan elektronisch willen aangeven, blijkt het systeem niet bestand te
zijn tegen de hoeveelheid aangiften en crasht het wel eens. Soms zijn
de werkgevers de hele dag bezig opnieuw te proberen hun aangifte te
doen. In het beste geval lukt dat dan, in het slechtste niet en moeten
zij alsnog het oude systeem met de aangetekende zending
toepassen, omdat zij anders het risico lopen te laat te zijn. Dat is
natuurlijk enerverend en in plaats van tijdbesparend, tijdrovend.

Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van het probleem? Is er
02.01 Martine Taelman (VLD):
Par mauvais temps, les
travailleurs du bâtiment peuvent
aller pointer. Depuis le 1
er
octobre
1999, tout travailleur du bâtiment
doit pouvoir produire un document
C3.2A en cas de contrôle de
l'ONEm et de l'inspection sociale
sur le chantier. L'employeur est
tenu de signaler à l'ONEm le
chômage temporaire pour raison
économique ou pour intempérie à
partir du premier jour. Pour éviter
la fraude, obligation lui est faite de
le faire dans les deux jours
ouvrables. Le système de
déclaration électronique ne résiste
toutefois pas à un afflux de
déclarations et ne fonctionne pas
comme il conviendrait. Les
employeurs sont dès lors parfois
tenus d'envoyer leur déclaration
en dernière extrémité par envoi
recommandé.

Le ministre est-il au courant du
problème Le système sera-til
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
een aanpassing mogelijk aan het systeem, waardoor dit aan de
verwachtingen kan voldoen en mits eventuele versterking van de
informaticatoepassing? Zo ja, binnen welke termijn mogen we dit
verwachten?
adapté? Si oui, quand?
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Taelman, ik heb
naar aanleiding van uw mondelinge vraag meteen een onderzoek
gevraagd aan de leiding van de RVA. Er blijken inderdaad problemen
te zijn geweest op één dag, ongeveer half september, waarop op
hetzelfde moment te veel werkgevers hebben ingelogd op het
systeem. Het systeem laat vandaag toe dat 20 werkgevers
tezelfdertijd ingelogd hebben. De 21
e
wordt in een wachtrij geplaatst.

Dat is al vervelend, maar voeg daaraan toe dat wanneer er 10
minuten niets gebeurt met die lijn zij automatisch wordt afgesloten en
dan heeft men het resultaat dat er nu en dan de verbinding van
iemand die aan het wachten is zomaar wordt afgesloten. Dat kan dus
niet. U hebt een probleem blootgelegd dat inderdaad bestaat. Wat
gaan wij nu doen? Een voorlopige oplossing is een soort van
monitoringsysteem, een opvolgsysteem, waardoor wanneer er meer
dan 20 werkgevers inloggen er een signaal gaat naar de RVA die aan
de SmalS-MvM vraagt tijdelijk de toepassing te verruimen zodat er
tijdelijk wat werknemers op het systeem kunnen. Dat is natuurlijk
maar een oplossing ad hoc. Voorlopig kunnen wij ons daarop
beroepen omdat wij nog maar één dag echt problemen hebben
gehad. Ik denk trouwens dat het niet zo vaak zal voorkomen. Maar
structureel is het natuurlijk slimmer het programma te herschrijven.
Daar is men nu mee bezig. De eerste test is al voor eind november
voorzien. Afhankelijk van hoe die test verloopt, wordt het systeem
onmiddellijk nadien of na de nodige aanpassingen toegepast.
02.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Selon l'ONEm, des
problèmes sont survenus pendant
une journée à la mi-septembre. Le
système ne peut traiter que vingt
déclarations à la fois et la vingt-et-
unième est placée en attente. Si
rien ne survient sur la ligne, elle
est automatiquement coupée
après dix minutes. C'est
inacceptable.

A titre provisoire, nous recourons
à un système de suivi. Lorsque
plus de vingt employeurs se
manifestent, un signal est envoyé
à l'ONEm qui peut alors donner
accès au système à un nombre un
peu plus élevé. Les problèmes
n'ayant jusqu'ici pas excédé la
journée, cette solution peut
provisoirement être maintenue.

Structurellement, le programme
est actuellement réécrit. En
fonction des résultats d'un test qui
aura lieu fin novembre, le nouveau
système sera mis en oeuvre sur-
le-champ ou après avoir été
adapté.
02.03 Martine Taelman (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik denk dat dit positief is. Wij zullen dat uiteraard
opvolgen in november.
02.03 Martine Taelman (VLD):
Les mesures me semblent
positives. Nous serons attentifs au
dossier en novembre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "alternerend leren-werken"
(nr. 3835)
03 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "le système de formation en
alternance" (n° 3835)
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, het alternerend
leren en werken, en dan vooral het gedeelte werken, is al lang een
zorgenkind. Ik heb naar aanleiding van de beleidsverklaring daarvoor
in mijn betoog aandacht gevraagd. Op het terrein is immers geen
beterschap te zien in het aanbod van werk aan jongeren die gekozen
hebben voor het stelsel van alternerend leren-werken. Precies omdat
het over jongeren gaat die schoolmoe zijn, is het een probleem
wanneer men die jongeren geen werk kan aanbieden. We geven ze
dan eigenlijk bijna een toegangsticket voor de structurele
03.01 Greta D'hondt (CD&V):
Depuis début 2004, la formation
en alternance (formation/emploi)
ressortit à la réglementation
relative au premier emploi. Dès
lors, les jeunes qui recourent à ce
système sont assujettis à l'ONSS
l'année qui suit celle au cours de
laquelle ils ont atteint l'âge de 18
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
werkloosheid, terwijl ze nog schoolplichtig zijn.

Vanuit die bekommernis heb ik begin dit jaar mijn bezorgdheid geuit
zowel bij uw voorganger, minister Vandenbroucke, als bij minister
Demotte, minister van Sociale Zaken, in verband met de
regeringsbeslissing om vanaf begin dit jaar de regeling voor
alternerend leren-werken te integreren in de startbaanregeling. Dat
houdt in dat voor jongeren die toch werk vinden binnen het stelsel van
alternerend leren-werken, in tegenstelling met voorheen, wel
bijdragen voor de sociale zekerheid moeten worden betaald. Dat
betekent voor de werkgevers die die jongeren nog willen
tewerkstellen, dat ze duurder werden. Het gaat weliswaar om een
sterk verminderde bijdrage. Een ander punt is dat die jongeren
bijdragen moeten betalen zonder dat daarvoor een recht wordt
geopend. Ik heb er geen probleem mee dat zij een bijdrage moeten
betalen. Ik ben daar eigenlijk zelfs voorstander van. Het is wel zo dat
daartegenover geen enkel recht staat.

Minister Vandenbroucke heeft mij toen geantwoord dat er op dat
ogenblik, februari van dit jaar, een onderzoek bezig was. Het
onderzoek spitste zich vooral toe op de vier belangrijkste sectoren: de
pensioenen, de ziekte, de kinderbijslag en de werkloosheid. Op basis
van de resultaten van dat onderzoek zou minister Vandenbroucke
contact nemen met zijn collega, minister Demotte, die ik ook in
commissie had ondervraagd, zodat zij gezamenlijk een voorstel
konden doen tot aanpassing van de regeling zoals die begin dit jaar
tot stand was gekomen. Op die manier konden de bijdragen van de
deeltijds leerplichtigen, die socialezekerheidsbijdragen betalen, in
overeenstemming worden gebracht met de sociale rechten.

Mijn vraag is nu, ongeveer acht maanden later, waar we staan.
Mogen we binnenkort een regeling verwachten die inderdaad vastlegt
dat degene die bijdragen betaalt ook rechten in de sociale zekerheid
opent?
ans. Dans ce cadre, les
employeurs paient une cotisation
réduite, alors que les jeunes
travailleurs doivent y aller de leur
poche sans acquérir de droits.

En février 2004, le ministre
Vandenbroucke m'a promis qu'il
étudierait la nouvelle situation
s'agissant des pensions, de
l'assurance maladie-invalidité, des
allocations familiales et du
chômage. En concertation avec le
ministre Demotte, il formulerait
ensuite une proposition
d'adaptation de la réglementation.

Quel est l'état d'avancement de ce
dossier? La réglementation
permettra-t-elle désormais aux
jeunes concernés d'acquérir des
droits?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik
ben het volmondig eens met het principe. Wie bijdragen betaalt moet
rechten opbouwen. Dat is nogal wiedes.

Ik heb het antwoord van de NAR nagelezen. Ik was, in alle eerlijkheid,
een beetje teleurgesteld in hun antwoord. Ze hebben zich immers op
twee manieren beperkt. Ze geven namelijk alleen advies over het
toekennen van pensioenrechten en bovendien gaat het dan nog
alleen over leerlingen uit het industrieel leerlingenwezen. Dat is dus
een beperking zowel naar de groep als naar het vlak waarop men
rechten kan opbouwen.

Het onderzoek van de administratie waarover mijn voorganger sprak,
is inderdaad afgerond. Daardoor hebben wij meer zicht op hetgeen
bestaat en op hetgeen zou moeten gebeuren. Vooraleer daarover
overleg te plegen met mijn collega Demotte lijkt het mij zinvol om
diepgaand te overleggen met de Gewesten, niet alleen omdat er
verschillende systemen bestaan, maar ook omdat ik de indruk krijg,
op basis van eerste contacten en aftoetsingen, dat ook de visie op dat
thema nogal verschillend is. Ik zou daar graag de neuzen zo veel
mogelijk, of toch in die mate dat het nodig is om een systeem federaal
te maken, in dezelfde richting willen krijgen om dan samen met mijn
collega van Sociale Zaken een voorstel te doen. Ik vermoed dat dit mij
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je souscris au principe
selon lequel une personne qui
paye des cotisations doit pouvoir
acquérir des droits.

La réponse que j'ai reçue du CNT
est décevante dès lors qu'elle n'a
trait qu'aux droits en matière de
pension et, de surcroît,
uniquement en ce qui concerne
les élèves de l'apprentissage
industriel.

L'étude à laquelle s'est référé mon
prédécesseur est terminée, mais
je souhaite par ailleurs organiser
une concertation avec les
Communautés et les Régions. Je
constate qu'il y a des points de
vue et des systèmes différents et
je souhaite d'abord accorder les
violons. Le ministre des Affaires
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
dus toch nog wel enkele maanden zal kosten.
sociales et moi-même déposerons
ensuite une proposition. Il faudra
encore attendre quelques mois.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, uw antwoord ontgoochelt mij. In februari stonden wij met
minister Vandenbroucke aan de vooravond van een regeling. U zegt
nu dat u daarover nog met de Gewesten en de Gemeenschappen
moet praten. Ik heb daarmee geen enkel probleem, integendeel zelfs,
als dit het stelsel van alternerend leren en werken beter op de rails
kan zetten en er ook voor kan zorgen, door het engagement van
Gemeenschappen en Gewesten in hun deel van onderwijs en
tewerkstelling, dat dit beter op mekaar afgestemd wordt. Ik zou
daarmee heel blij zijn.

Overleg met de Gemeenschappen en de Gewesten is evenwel echt
niet nodig om aan mensen die federaal sociale zekerheidsbijdragen
betalen ook rechten toe te kennen. Het ene heeft niets te maken met
het andere. Het verbeteren van het systeem van alternerend leren en
werken is één zaak. Ik juich het toe als u op dat vlak initiatieven zou
nemen. U moet echter ook consequent een regeringsbeslissing of de
gevolgen ervan toepassen. De regering heeft namelijk beslist dat die
regeling onder de starbanenovereenkomst valt. Daaraan zijn voor de
werkgevers verplichtingen verbonden wat bijdragen aan de sociale
zekerheid betreft. Compleet nieuw is dat ook die jongeren bijdragen
aan de sociale zekerheid zullen moeten betalen. Dat logisch
nadenken en de gevolgtrekkingen van de beslissingen, die bepalen
dat wie betaalt ook rechten krijgt, moet niet overlegd worden met de
Gemeenschappen. Dat is een federale bevoegdheid.

Mevrouw de minister, ik had gehoopt dat dit acht maanden later toch
geregeld zou zijn, al was het maar door te zeggen dat de
pensioenrechten vanaf dan zullen ingaan, al was het maar, zoals het
ook bepleit wordt, door te zeggen dat de gewerkte tijd meetelt voor de
wachttijd van de jongeren, als ze de school verlaten. Dit zou reeds
een teken zijn dat zij niet voor niets betaald hebben.

Iik ben eerlijk gezegd bijzonder sterk ontgoocheld. Ik vrees dat ik niets
anders zal kunnen doen dan interpelleren en een motie indienen. Ik
meende uit het antwoord, zowel van minister Vandenbroucke als van
minister Demotte te mogen afleiden dat er vandaag, acht maanden
later, een oplossing zou zijn, maar als dat nog maanden zal duren,
dan kan ik werkelijk niets anders doen dan interpelleren en een motie
indienen.
03.03 Greta D'hondt (CD&V):
Votre réponse est décevante. Il y a
huit mois, l'ancien ministre M.
Vandenbroucke m'a laissé
entendre que la mise en place
d'une nouvelle réglementation était
imminente!

Si je ne suis pas opposée à une
concertation avec les
Communautés et les Régions - il
est évidemment préférable
d'harmoniser le système de la
formation en alternance avec le
travail -, celle-ci n'est pas
nécessaire. L'octroi de droits
idoines aux personnes qui payent
des cotisations aux autorités
fédérales peut parfaitement être
réglé par ces dernières.

Le régime de pension doit voir le
jour, ne fût-ce que pour éviter de
donner aux intéressés qu'ils
cotisent pour rien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "voordelen voor oudere
werknemers en oudere werklozen" (nr. 3836)
04 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "les avantages accordés aux
travailleurs âgés et chômeurs âgés" (n° 3836)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag
handelt over een concrete situatie, maar ik wil er meteen mee
aantonen waarom wij, terecht meen ik, pleiten voor aanpassingen,
zeker voor de toekomst, die loopbanen meer flexibel maken, in die zin
dat men niet meer aan 22 of 23 jaar of misschien jonger, bij een
04.01 Greta D'hondt (CD&V):
Actuellement, on plaide tous
azimuts pour des emplois plus
flexibles. Il est dès lors
anachronique que les droits
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
werkgever moet starten en de loopbaan daar ook moet beëindigen.
Men zal niet noodzakelijk meer in dezelfde sector moeten blijven
werken en evenmin onder hetzelfde statuut van arbeider of bediende
of als werknemer in de openbare sector.

Als dat voldoende tot ons is doorgedrongen dan moeten de
beleidsvoerders daaruit de nodige consequenties trekken. Wij moeten
ervoor zorgen dat voordelen of rechten van het ene statuut of van de
ene loopbaan gemakkelijker transporteerbaar worden naar een ander
stelsel. Ik vraag dus naar een geheel van voordelen voor oudere
werknemers en werklozen. Immers, om recht te hebben op bepaalde
voordelen moet men nu lang genoeg gewerkt hebben, maar dan wel
als loontrekkende. Zo komen wij natuurlijk in de problemen omdat een
werkzoekende ouder dan vijftig jaar, die een gemengde loopbaan
heeft en die bijvoorbeeld eerst in de openbare sector gewerkt heeft en
nadien naar de privé-sector overstapt, het - naar verluidt althans -
moeilijker heeft om nog met dezelfde voordelen opnieuw op de
arbeidsmarkt te komen en dezelfde interesse te wekken bij de
werkgevers, dan iemand die heel zijn leven in de privé-sector gewerkt
heeft, omdat voor een voldoende lange loopbaan, alleen de jaren in
de privé-sector in aanmerking worden genomen, maar niet de jaren in
de openbare sector.

Ik geef een voorbeeld. Oudere werknemers of werklozen die een
loopbaan moeten bewijzen van 36 jaar om van bepaalde voordelen te
genieten, vragen zich af waarom een gemengde loopbaan van 36
jaar, dus in de openbare sector en in de privé-sector, onvoldoende is,
terwijl 36 jaar in de privé-sector, wel voldoende is?

Klopt dat, mevrouw de minister? En als het klopt ­ wat ik vrees ­
moeten wij daaraan dan niets doen? Het is toch niet meer van deze
tijd dat een persoon, ondanks het feit dat hij gedurende 36 jaar heeft
gewerkt, voor bepaalde voordelen niet in aanmerking komt omdat hij
een gemengde loopbaan heeft opgebouwd in de openbare sector en
als loontrekkende.
constitués dans une carrière ne
puissent pas être conservés dans
une autre.

Les fonctionnaires statutaires qui
passent dans le secteur privé
rencontrent ce problème, leurs
années de service dans le secteur
public n'étant pas prises en
considération dans le secteur
privé.

La ministre va-t-elle s'employer à
résoudre cette question?
04.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, hier
geldt opnieuw het basisprincipe dat voordelen worden toegekend
wanneer er een bijdrage werd betaald. Het komt concreet hierop neer
dat indien arbeidsdagen zouden gedefinieerd worden als dagen
waarop minstens een minimumloon wordt betaald en waarvoor RSZ-
afhoudingen voor de sector werkloosheid gebeurden, er voor
statutaire ambtenaren vanzelfsprekend geen bijdrage voor de
werkloosheid werd betaald omdat zij in principe hun job niet konden
verliezen. Zij kunnen die periode dus niet laten meetellen in de
berekening. Eigenlijk hangt het gewoon samen met dat feit dat zij
geen bijdrage betaalden. Voor contractuelen is dat vanzelfsprekend
anders. In sommige gevallen kan een deel van de statutaire
tewerkstelling van ambtenaren wel worden geregulariseerd en worden
er retroactief bijdragen betaald. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de
periode om de toegang tot de werkloosheid te bewijzen maximum
twee jaar is. Dan wordt die periode er gewoon bijgeteld. Hier en daar
kan er dus een mouw aan gepast worden, maar als iemand bijna zijn
hele loopbaan lang statutair ambtenaar is geweest en dan switcht, zal
hij daarop inderdaad geen recht hebben.

Het punt dat u aanhaalt is belangrijk. Hoe verzoenen wij het principe
dat voordelen worden toegekend aan degenen die bijdragen betalen,
04.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le problème provient de
la nature des cotisations que
paient les fonctionnaires
statutaires et les salariés du
secteur privé. Les statutaires ne
pouvant normalement pas être
licenciés, ils ne paient pas de
cotisations pour l'assurance-
chômage. Les fonctionnaires
contractuels en paient quant à
eux.

Celui qui ne paie pas les mêmes
cotisations ne jouit bien
évidemment pas des mêmes
droits. C'est pourquoi la période
concernée ne peut pas être prise
en considération. Il arrive que la
situation puisse être régularisée
mais seulement à titre
exceptionnel et pas pour ceux qui
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
enerzijds, met het principe dat wij de arbeidsmobiliteit zo hoog
mogelijk willen maken, veel groter dan vandaag, in het licht van de
nieuwe loopbaan die wij willen creëren, anderzijds. Mochten u of
andere commissieleden daarvoor suggesties hebben, dan hoor ik die
graag. Volgens mij is het alvast niet evident om die principes in dit
geval te verzoenen.
ont déjà derrière eux toute une
carrière dans les services publics.

La discussion sur la possibilité de
concilier cette différence en
matière de paiement de
cotisations avec la nouvelle
conception de la carrière est
importante mais délicate. Les
suggestions sont dès lors les
bienvenues.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, suggesties
hebben wij daarvoor alleszins. Het warm water moet hier niet meer
worden uitgevonden. Wij hebben dit een aantal jaren geleden
geregeld voor het weliswaar beperkt aantal ambtenaren-statutairen
die de openbare sector wilden verlaten. Wij hebben dat ook geregeld
met terugwerkende kracht, op het ogenblik dat het leger zich vrij
massaal terugtrok uit Duitsland.

Er bestaan reeds voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor
het regelen van de bijdragen. Daarvoor moet er niets meer worden
uitgevonden.

Mevrouw de minister, een 50-plusser die zich aanbiedt bij de VDAB
moet daar vaststellen dat hij niet met hetzelfde rugzakje naar de
werkgever kan, alleen omdat hij in zijn jonge jaren in het leger heeft
gezeten. Dat kan toch niet het geval zijn op een moment dat men 50-
plussers moet motiveren. U weet dat de zeer vroege uittreding zich
vooral in de openbare sector voordoet en niet in de privé-sector. Het
kan niet dat zij niet met hetzelfde rugzakje kunnen vertrekken. De
overheid is hun werkgever geweest. De overheid moet dus bereid zijn
om die last op zich te nemen. Dat kan toch niet anders. Ik ken heel
wat concrete gevallen van 50-plussers die nog willen werken, maar
aan wie ik niet uitgelegd krijgt dat zij niet dezelfde voordelen zullen
genieten als bijvoorbeeld de bouwvakker, de textielarbeider of de
metaalbewerker.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Le
demandeur d'emploi de plus de
cinquante ans issu du secteur
public n'a pas le même acquis que
le travailleur du secteur privé. Il
faut résoudre ce problème si l'on
veut motiver ces gens à rester
actifs sur le marché de l'emploi.

Puisque le pouvoir public était leur
employeur, il lui appartient
d'assumer les charges.
De voorzitter: Mevrouw de minister, u wordt op uw wenken bediend, wat betreft de suggesties.
04.04 Minister Freya Van den Bossche: Niet helemaal, mijnheer de
voorzitter, want ik ben van oordeel dat wie bijdragen betaalt, de
voordelen toegekend moet krijgen en dat wie ze niet betaalt, niet
dezelfde voordelen kan krijgen. Als we een beetje logisch zijn en
verder willen gaan dan hier en daar een deel van de periode wat
regulariseren, dan moeten er natuurlijk ook bijdragen worden
gevraagd. Het zou toch al te gek zijn voor die grote groep van
statutairen die veelal toch wel bij de werkgever blijven. Dat is
trouwens de essentie om statutair ambtenaar te worden. Ik ben echt
op zoek naar een maatregel die ook fair is ten aanzien van de
contractuelen die wel die bijdrage van hun loon zien aftrekken. Ik
begrijp uw zorgen, maar ik heb de juiste oplossing nog niet gevonden.
04.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Il n'en demeure pas
moins vrai que ceux qui ne paient
pas les mêmes cotisations ne
peuvent bénéficier des mêmes
avantages. Par ailleurs, une
adaptation des cotisations
témoignerait d'un manque de
correction vis-à-vis des
fonctionnaires statutaires. Je
comprends les préoccupations de
Mme D'hondt, mais je n'ai pas
encore trouvé la solution miracle.
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, voor de ambtenaren, statutair of contractueel, is er geen
verschil, tenzij wat de pensioenen betreft. Het netto-inkomen van de
statutaire ambtenaar is hetzelfde als van de contractuele. Voor de
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Le
revenu net d'un fonctionnaire
statutaire est identique à celui d'un
contractuel, alors que ce dernier
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
maandelijkse wedde moet men het dus niet meer doen. Het enige
verschil zit nog in de pensioenen. Wie heeft er dan voordeel? De
werkgever, met name de overheid. Het is de overheid die haar
verantwoordelijkheid moet nemen. De werknemer statutaire
ambtenaar heeft niet gezien dat er geen bijdragen zijn betaald, want
zijn nettoloon is hetzelfde.
paie davantage de cotisations. Les
intéressés ne se rendent donc
même pas compte de la situation.
04.06 Minister Freya Van den Bossche: Misschien wel even duidelijk
maken wat ik bedoel. Bij de federale overheid start een contractueel
in weddenschaal 10 en blijft daarin. Een statutair die een carrière
opbouwt, springt bijvoorbeeld naar weddenschaal 13, hetgeen
uiteraard gepaard gaat met een hoger nettoloon. Men krijgt slechts
toegang tot die loopbaan om de sprong van weddenschaal 10 naar 13
te kunnen maken, mits statutair te worden. De zaken zijn dus wel iets
complexer dan wat u daarnet uitlegde.
04.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Celle-ci est toutefois plus
complexe que cela. Ainsi, le
traitement des contractuels
demeure constant alors que celui
des statutaires peut évoluer vers
une échelle barémique supérieure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik merk dat mevrouw Lahaye-Battheu niet aanwezig is, we hebben er ook niets van
vernomen. Ik geef het woord aan mevrouw Pieters.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Werk over "de veiligheidscoördinatie"
(nr. 3857)
05 Question de Mme Trees Pieters à la ministre de l'Emploi sur "la coordination de la sécurité"
(n° 3857)
05.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, tijdens het
conclaaf van 20 en 21 maart 2004 te Oostende heeft de Ministerraad
een beleidsnota goedgekeurd die de staatssecretaris voor Veiligheid
en Welzijn op het werk, de toenmalige staatssecretaris Kathleen Van
Brempt, had opgesteld in verband met de reglementering van de
veiligheidscoördinatie in de bouwsector. Tot op dit ogenblik is dit dode
letter gebleven. Ik lees in de regeringsverklaring van 14 oktober 2004
op pagina 26 voor de zoveelste keer dat de vereenvoudigde
regelgeving inzake veiligheidscoördinatie voor kleinere bouwwerken in
werking zal treden. De beroepsorganisaties hekelen het uitblijven van
enig initiatief.

Mijn vraag is of de administratie deze maatregel, ofwel het dossier
van mevrouw Kathleen Van Brempt, wel wil uitvoeren. Daarom vraag
ik aan de minister van Werk om zo spoedig mogelijk een ontwerp van
besluit voor te stellen tot uitvoering van die beleidsnota van de
Ministerraad van Oostende op 20 en 21 maart 2004. Deze tekst moet
voorgelegd worden aan het sociaal overleg in de Hoge Raad voor
preventie en bescherming op het werk. De bouwsector heeft steeds
het beginsel van de verplichte veiligheidscoördinatie op grote
bouwplaatsen gesteund. Daar kunnen de gelijktijdige en
opeenvolgende activiteiten van verschillende bedrijven inderdaad
extra risico's betekenen. Deze moeten dan maximaal geneutraliseerd
worden met specifieke preventiemaatregelen. De bouwsector heeft
zich, net zoals wij in deze commissie nog ten tijde van een van de
voorgaande ministers, bevoegd voor het welzijn op het werk, namelijk
Mevrouw Onkelinx, altijd verzet tegen de buitensporigheden van een
reglementering die veiligheidscoördinatoren verplicht voor alle bouw-
en renovatiewerken en vooral voor deze waarvoor, zodra twee
afzonderlijke aannemers aan het werk zijn in gelijk welke
uitvoeringsfase, een veiligheidscoördinator moet worden ingezet.
05.01 Trees Pieters (CD&V):
Lors du conseil des ministres
extraordinaire qui s'est tenu à
Ostende en mars dernier, le
gouvernement a approuvé une
simplification de la réglementation
relative aux coordinateurs de
sécurité dans le secteur de la
construction. Or, cette
simplification n'a toujours pas été
mise en oeuvre à ce jour. Il en a
pourtant été fait explicitement
mention dans la récente
déclaration gouvernementale. Je
demande à la ministre Van den
Bossche de s'atteler à cette mise
en oeuvre dans les meilleurs
délais. Elle doit élaborer un projet
d'arrêté en concertation avec le
Conseil supérieur pour la
protection et la prévention au
travail. Le secteur de la
construction se plaint depuis
longtemps du caractère excessif
de la réglementation initiale
imposant la présence d'un
coordinateur de sécurité pour tous
les travaux de construction et de
rénovation. Cela n'a aucun sens
de vouloir aller plus loin que la
directive européenne en la
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Ikzelf heb steeds gepleit voor een reglementering die rekening houdt
met de geest van de Europese richtlijn en die niet strenger is dan
deze richtlijn.

Mevrouw de minister, ik zou u willen vragen hoe ver u staat met de
reglementering. Het is duidelijk geworden - wat de regering
meermaals heeft bevestigd - dat de huidige reglementering niet
aangepast is aan de risicopreventie op kleine bouwplaatsen.
matière.

Qu'en est-il de la simplification de
la réglementation initiale?
05.02 Minister Freya Van den Bossche: Het ontwerpbesluit is op 1
oktober ingediend bij de Hoge Raad voor preventie en bescherming
op het werk. De Hoge Raad heeft twee maand de tijd om advies te
verstrekken. Hierbij moet nog een maand extra gerekend worden voor
de Raad van State. De bedoeling is dat alles in werking treedt op 1
januari 2005 of omstreeks die datum. Dus, we zitten eigenlijk op
schema.
05.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le projet d'arrêté a été
soumis le 1er octobre 2004 au
Conseil supérieur pour la
protection et la prévention au
travail. Le Conseil dispose d'un
délai de deux mois pour formuler
un avis. Il convient encore
d'ajouter à ce délai le délai d'un
mois dont dispose le Conseil
d'Etat pour rendre son avis. La
simplification de la réglementation
pourrait entrer en vigueur pour le
1er janvier 2005.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Ik zal dit volgen, mevrouw de minister.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Je
continuerai à suivre ce dossier de
près.
De voorzitter: Daar twijfelen wij niet aan, mevrouw Pieters.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Questions jointes de
- Mme Zoé Genot à la ministre de l'Emploi sur "l'avis de la commission paritaire des entreprises de
nettoyage sur la proposition de directive Bolkestein" (n° 3928)
- Mme Annemie Turtelboom à la ministre de l'Emploi sur "l'incidence de la directive relative aux
services dans le marché intérieur sur le secteur du nettoyage" (n° 4011)
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk over "het advies van het paritair comité voor de
schoonmaakondernemingen over het voorstel van richtlijn-Bolkestein" (nr. 3928)
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de impact van de richtlijn betreffende
de diensten op de interne markt op de schoonmaaksector" (nr. 4011)
06.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, nous avons déjà eu l'occasion de beaucoup discuter,
principalement en commission de l'Economie, de la fameuse directive
Bolkestein visant à libéraliser les services suivant le principe du pays
d'origine. Principe assez inquiétant, puisque toute entreprise agréée
dans son pays pourrait prester des services dans d'autres pays. Et
nous connaissons les différences d'agréments, de pratiques sociales
existant d'un pays à l'autre. Ici, nous avons un exemple de plus d'un
nouveau secteur qui prend connaissance avec angoisse de cette
directive Bolkestein. Il s'agit des entreprises de nettoyage et de
désinfection (la commission paritaire 121) qui, à la lecture de cette
proposition de directive relative aux services dans le marché intérieur,
considèrent qu'une des conséquences de l'application de cette
directive serait que les employeurs, prestataires de services,
06.01 Zoé Genot (ECOLO): De
sector van de schoonmaak- en
ontsmettingsbedrijven, die van het
paritair comité 121 afhangt, maakt
zich zorgen over de richtlijn-
Bolkestein. Een van de mogelijke
gevolgen van die richtlijn is
immers dat buitenlandse
werkgevers zouden ontsnappen
aan de verplichting de
werknemers een eindejaarspremie
te betalen. Voor de bepalingen van
verordening 1408/71 EG
betreffende de toepassing van de
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
étrangers, échapperaient à l'obligation d'octroi d'une prime de fin
d'année aux travailleurs.

La proposition de directive Bolkestein prévoit, en effet, la dérogation
du pays d'origine pour les dispositions du règlement 1408/71 CE
relatif à l'application des régimes de sécurité sociale. Etant donné les
dérogations prévues en cas d'occupation simultanée sur le territoire
de plusieurs Etats et en cas de détachement pendant 12 mois, il est
très facile d'échapper à l'application des charges sociales en
Belgique. C'est l'avis que nous adresse le secteur du nettoyage.
J'aurais aimé connaître vos réactions à ce sujet. Pouvez-vous
confirmer cette lecture de la directive faite par la commission paritaire
121?

D'autres secteurs sont également inquiets: les secteurs de la
pharmacie, de la construction ainsi que celui des professions
libérales. De plus en plus de secteurs vont se rendre compte, en
prenant connaissance de cette directive, des conséquences en
matière de dumping social, environnemental que cette dernière peut
représenter. Aussi aurais-je voulu vous demander d'alerter l'ensemble
des commissions paritaires et de leur demander d'examiner les
conséquences sociales et en matière d'emploi de l'application de
cette directive dans le marché intérieur. Je pense que cela pourrait
s'avérer intéressant.
socialezekerheidsstelsels, zou
immers het afwijkende beginsel
van het land van oorsprong
gelden.

Klopt die interpretatie van de
richtlijn?

Ik stel voor dat u alle paritaire
comités zou waarschuwen en dat
u ze zou vragen de sociale
gevolgen en de gevolgen voor de
werkgelegenheid van die richtlijn
voor de interne markt te
bestuderen.
06.02 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, naar aanleiding van de richtlijn betreffende de diensten
op de interne markt maakt de sector van de schoonmaak- en
ontsmettingsondernemingen zich zorgen over mogelijke oneerlijke
concurrentie. Ofschoon de sector de principes van deze richtlijn
onderschrijft, laten de verantwoordelijken in een algemeen schrijven
weten te vrezen voor destabiliserende gevolgen. De
schoonmaaksector is een arbeidsintensieve sector, die hoofdzakelijk
met laaggeschoolden werkt. Zij schermen vooral met de arbeidskost,
die 90 procent van de verkoopprijs uitmaakt. De richtlijn erkent wel het
principe van de toepassing van de minimumregels van de
arbeidsvoorwaarden in het land van bestemming zodat het inkomen
van de gedetacheerde buitenlandse werknemers in principe
gelijkwaardig is aan dat van de Belgische werknemers. Voor de
eindejaarspremie waarop de werknemers recht hebben als ze werken
voor een Belgisch schoonmaakbedrijf geldt dat echter niet. Omdat
buitenlandse werkgevers aan deze verplichting kunnen ontsnappen,
vreest de sector niet alleen oneerlijke concurrentie, maar ook een
mogelijke delokalisatie van Belgische bedrijven die op deze manier
aan de eindejaarspremie hopen te ontsnappen.

Daarom kreeg ik graag van u een antwoord op de volgende vragen.

Ten eerste, klopt het dat de eindejaarspremie niet in aanmerking
wordt genomen voor het betalen van het loon van gedetacheerde
buitenlandse schoonmakers zodat oneerlijke concurrentie kan
ontstaan ten opzichte van Belgische bedrijven? Zo ja, kunnen
maatregelen worden genomen opdat de eindejaarspremie toch in
aanmerking wordt genomen voor het bepalen van het inkomen van de
gedetacheerde buitenlandse werknemers of dat althans de negatieve
gevolgen ervan op concurrentieel vlak worden geneutraliseerd? Zult u
deze aangelegenheid te berde brengen bij het bepalen van een
Belgisch standpunt ten aanzien van de richtlijn betreffende de
06.02 Annemie Turtelboom
(VLD): Le secteur du nettoyage
dans notre pays se fait du souci à
propos de la prochaine entrée en
vigueur de la directive Bolkestein.
Il redoute essentiellement une
déstabilisation du marché. Le
revenu des travailleurs étrangers
détachés doit en principe être le
même que celui des travailleurs
belges mais la prime de fin
d'année semble faire exception à
cette régle. Etant donné que les
employeurs étrangers peuvent
échapper à l'obligation de
paiement de la prime de fin
d'année, le secteur du nettoyage
belge craint non seulement que
s'installe une situation de
concurrence déloyale mais aussi
que des entreprises belges soient
délocalisées.

Est-il exact que la prime de fin
d'année n'est pas incluse dans le
calcul du salaire des travailleurs
étrangers détachés? Le projet de
directive
peut-il encore être
modifié pour que la prime soit bel
et bien prise en considération? La
Belgique va-t-elle soulever cette
inégalité au moment de la
discussion du projet? Une
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
diensten op de interne markt zonder daarbij te raken aan de
algemene principes van de richtlijn waarmee ook de
schoonmaaksector zich uitdrukkelijk akkoord verklaart? Zult u tijdig
overleg plegen met de schoonmaaksector en de sector van correcte
informatie voorzien om op die manier mogelijke misverstanden over
een dreigende delokalisatie te voorkomen?
concertation sera-t-elle organisée
avec le secteur du nettoyage
belge?
06.03 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, la
prime de fin d'année est prévue généralement par convention
collective. Elle fait donc partie de la rémunération des travailleurs.
Dans la mesure où les travailleurs étrangers sont détachés en
Belgique, ils doivent respecter la réglementation belge.

En l'état actuel, la prime de fin d'année étant incluse dans les
conditions salariales, il n'y aurait pas, en cas de détachement, de
concurrence déloyale entre ces entreprises et les entreprises
étrangères. Néanmoins, la directive "services" rend les contrôles plus
difficiles à réaliser. C'est sur ce point que le gouvernement belge est
particulièrement attentif.

Il faut savoir que dans sa version actuelle, la proposition de directive
touche l'ensemble des conditions salariales. De manière générale,
elle prévoit que ce sont les conditions salariales du pays
d'établissement de l'entreprise qui doivent être respectées.
Néanmoins, la directive exclut de son champ d'application les cas de
détachement. Par conséquent, les entreprises qui détachent des
travailleurs en Belgique doivent respecter les conventions collectives
sectorielles rendues obligatoires lorsqu'elles prévoient l'octroi d'une
prime de fin d'année.

Actuellement, elles doivent conserver à disposition les documents
permettant de contrôler le respect du droit belge. Dans le cas de
situations transnationales qui ne sont pas des cas de détachement, la
directive précise que les travailleurs d'une entreprise étrangère
exerçant une activité en Belgique, doivent être soumis aux lois du
pays où l'entreprise est établie.

Par ailleurs, la directive "services" priverait les inspections du travail
des instruments de contrôle en privilégiant la collaboration entre les
institutions de contrôle des différents pays de l'Union européenne.

La problématique de la directive est à l'étude tant au niveau des
autorités publiques que des partenaires sociaux. Le risque est en effet
très grand que, telle qu'elle, la directive menace notre modèle social.
En effet, en rendant les contrôles très difficiles ou en privilégiant le
lieu d'établissement de l'entreprise, on ouvre tout grand la porte à un
dumping social ainsi qu'à un nivellement par le bas des acquis
sociaux.

Cette directive ne concerne pas uniquement les sociétés en cas de
détachement et, de manière plus générale, de relations
transnationales, mais elle s'applique bien à l'ensemble des
dispositions légales, réglementaires et conventionnelles prévues dans
le droit du travail belge. Le cadre d'application de cette directive est
donc très large. Par conséquent, il n'y a pas lieu de saisir toutes les
commissions paritaires sur cette question. En outre, leur consultation
représenterait un travail considérable alors que la récolte
d'informations supplémentaires à ce sujet n'offre pas beaucoup
06.03 Minister Freya Van den
Bossche: De eindejaarspremie is
meestal bij collectieve
overeenkomst bepaald. Ze
behoort dus tot het loon van de
werknemers. Detachering is
uitgesloten uit het
toepassingsbereik van de richtlijn.
Ondernemingen die werknemers
in België te werk stellen, moeten
dus de verplichte sectorale
collectieve overeenkomsten
naleven en een eindejaarspremie
uitbetalen als die erin is
opgenomen. In de andere gevallen
zegt de richtlijn dat de werknemers
van een buitenlandse
onderneming die actief is in België
onderworpen zijn aan de wetten
van het land waarin de
onderneming is gevestigd.

De richtlijn, met een uitgebreid
toepassingsbereik, heeft
betrekking op alle bepalingen van
het Belgisch arbeidsrecht. Daarom
wordt ze zowel door de overheid
als de sociale partners
bestudeerd. Ons sociaal model
loopt een groot risico, want door
de controles heel moeilijk te
maken en de plaats waar de
onderneming is gevestigd te laten
primeren, zetten we de deur
wagenwijd open voor sociale
dumping.

We moeten dus niet bij alle
paritaire comités aankloppen. Het
heeft niet veel zin hierover
bijkomende inlichtingen in te
winnen.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
d'intérêt.

Voor mevrouw Turtelboom voeg ik er nog aan toe dat de onrust in de
schoonmaaksector ­ als die zou bestaan ­ wellicht te wijten is aan
onvoldoende klaarheid omtrent het huidige ontwerp van richtlijn. Ik
meen dat wij die klaarheid moeten brengen. Ik vermoed dat dan ook
een groot deel van de onrust zal verdwijnen. Ook in die sector is
echter, net als in vele andere sectoren, waakzaamheid geboden in
verband met deze specifieke richtlijn. Er zijn echter misverstanden die
wij ondertussen wel al uit de wereld kunnen helpen, zeker wat betreft
een aantal gevolgen op het vlak van loon.
L'émoi dans le secteur du
nettoyage est sans doute dû à un
manque de clarté dans le texte de
l'actuel projet de directive. Cet
émoi se dissipera dans une large
mesure si certaines imprécisions
ou malentendus disparaissent.
Quoi qu'il en soit, la vigilance reste
de mise en ce qui concerne ce
projet de directive.
06.04 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, j'apprécie la
réponse de la ministre qui montre l'attention portée aux difficultés qui
pourront se présenter lors de l'application de cette directive, tout
particulièrement en matière de contrôle. On le voit, les secteurs ne
sont pas directement menacés dans le sens où les lois sociales
doivent être respectées, mais si on ne peut pas contrôler l'application
de ces lois sociales, celle-ci reste relativement fictive.

De plus, un volet de la directive me paraît, à terme, inquiétant, à
savoir le fait que toute une série de formalités administratives
pourraient être considérées comme des tracasseries "injustifiables".
Je crains qu'une partie de notre organisation sociale puisse être très
rapidement accusée de tracasseries administratives, ce qui
reviendrait à mettre plus largement en cause le travail effectué par
nos différentes commissions paritaires.

Je suis contente d'entendre qu'une collègue du VLD s'inquiète à
présent de cette directive Bolkestein. J'espère qu'elle pourra relayer
auprès de notre nouveau ministre de l'Economie, M. Verwilghen,
toutes ses inquiétudes. En effet, j'ai l'impression, à la lecture de l'avis
rendu par la Belgique, qu'elle ne tient pas toujours pleinement compte
de l'ensemble des dangers présentés par cette directive. Très
souvent, le milieu patronal, tout d'abord, s'inquiète - on l'a vu dans le
milieu du transport ­ des dispositions de ce type avant de s'adapter.
Par exemple, le secteur des camions et des transporteurs a, dans un
premier temps, compris qu'il n'allait plus être concurrentiel. Dans un
deuxième temps, il a fait appel à des travailleurs étrangers.
06.04 Zoé Genot (ECOLO): Al
worden de sectoren niet
rechtstreeks bedreigd, toch blijft
de toepassing van de sociale
wetgeving enigszins beperkt indien
men er geen toezicht op kan
houden.

Bovendien zouden de
administratieve vormvereisten als
onrechtvaardige haarkloverij
kunnen worden beschouwd, wat
het werk van de verschillende
paritaire comités in het gedrang
zou kunnen brengen.

Ik hoop dat mijn collega van de
VLD haar ongerustheid aan de
minister van Economie kenbaar
zal maken. Ik heb de indruk dat
men zich in België niet altijd ten
volle van het gevaar bewust is.
Vaak maken de werkgevers zich
zorgen ­ zoals wij in de
transportsector hebben kunnen
vaststellen ­ en passen zij zich
nadien aan door buitenlandse
werknemers in dienst te nemen.
06.05 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Genot, u merkt dat men nooit de moed mag opgeven als het gaat
over collega's van andere partijen.

Mijn opmerking was vooral gericht op het aspect van de
eindejaarspremie.
06.06 Greta D'hondt (CD&V): ... kan verschrikkelijk lang duren.
06.07 Annemie Turtelboom (VLD): Mijn opmerking was vooral
gericht op het aspect van de eindejaarspremie. Wij weten allemaal
dat er met de inspanningen van de overheid inzake de
dienstencheques in de dienstensector en dan vooral in de
schoonmaaksector een stijgende vraag is naar goede krachten. Ik
ben blij dat u klaarheid kunt scheppen over de huidige richtlijnen. Ik
merk dat u zegt dat de inspectie moeilijker wordt. Dit is een
06.07 Annemie Turtelboom
(VLD): Voilà une réponse
rassurante, qui prouve également
que le contrôle de l'application de
la directive revêtira une
importance capitale.
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
eigenaardige contradictie, want u zegt dat de regels ongewijzigd
blijven, maar toch wordt de inspectie moeilijker. Dit is een beetje
ironisch, want ondanks die goede regels wordt de controle toch
moeilijker.

Ik heb ook onthouden dat u zei dat het probleem door de overheid en
de sociale partners wordt bestudeerd. Ik weet niet of er een bepaalde
timing geldt? Ik reken dat erop dat u dit verder volgt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Intussen hebben we het bericht gekregen dat mevrouw Lahaye-Battheu straks nog
langskomt voor het stellen van haar drie vragen. Zij kon hier echter niet voor half twaalf zijn.

Het volgende punt van onze agenda is de vraag van de heer Van Campenhout. Hij heeft die echter vorige
week al beantwoord gekregen.
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de omzetting van het
Europees kaderakkoord van 16 juli 2002 in Belgisch recht" (nr. 3974)
07 Question de Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "la transposition en droit belge de
l'accord-cadre européen du 16 juillet 2002" (n° 3974)
07.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, dit is een korte
vraag.

Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloux op 16 en 17 januari
werd overeengekomen om telethuiswerk een volwaardige plaats te
geven op de arbeidsmarkt. Het telethuiswerk stuit evenwel nog op
een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten
om een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen,
aangepast aan de realiteit van de mogelijkheden van thuiswerk en
met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming
van de privacy. Vooral op het vlak van de arbeidsongevallen en het
ARAB situeren zich nog enkele knelpunten. De regering kwam
overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook om een aantal
telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.

Evenwel werd op 16 juli 2002 een kaderakkoord over telewerk
ondertekend tussen de Europese sociale partners. Naar aanleiding
van dat kaderakkoord vragen de sociale partners dat de intenties
concreet vorm zouden krijgen en dat die bepalingen van het
kaderakkoord binnen de drie jaar zouden worden omgezet in de
interne rechtsorde. Dat betekent concreet dat het kaderakkoord tegen
juli 2005 zou moeten worden omgezet in Belgische rechtsregels.
Vandaar dat ik op tijd de nodige vragen stel.

Ten eerste, zult u de nodige maatregelen nemen, opdat het Europees
kaderakkoord inzake telewerken tijdig zou worden omgezet in de
Belgische rechtsregels?

Ten tweede, welke specifieke punten zullen moeten worden
aangepast of aangevuld, uitgaande van de bestaande wettelijke
regeling op basis van de wet op de huisarbeid van 1996?

Zult u een wettelijk initiatief nemen of het initiatief overlaten aan de
sociale partners, die eventueel via een collectieve
arbeidsovereenkomst een regeling kunnen uitwerken? Hoe ziet u dat?
07.01 Maggie De Block (VLD):
Lors du Conseil des ministres de
Gembloux, il avait été convenu de
conférer au télétravail une place à
part entière sur le marché de
l'emploi. Des problèmes pratiques
et juridiques continuent toutefois
de se poser. Le gouvernement
avait convenu d'examiner une
série de points d'achoppement et
de lancer quelques projets de
télétravail dans le secteur public.

Les partenaires sociaux
européens ont toutefois signé le
16 juillet 2002 un accord-cadre qui
devait être transposé en droit
belge d'ici à juillet 2005. La
ministre prendra-t-elle les mesures
nécessaires à cet effet? Quels
points de la loi de 1996 relative au
travail à domicile doivent-ils être
adaptés? La ministre prendra-t-
elle elle-même une initiative ou
attendra-t-elle une CCT?
Adaptera-t-elle son initiative aux
décisions de Gembloux? Quel
calendrier a-t-il été fixé?
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Zult u dat initiatief koppelen aan de voorgestelde bijsturing van het
wettelijk kader inzake telewerken ingevolge de beslissingen van de
bijzondere Ministerraad van Gembloux?

Welke concrete timing stelt u voorop?
07.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de
Europese sociale partners zijn het engagement aangegaan om een
akkoord te implementeren via CAO voor 16 juli 2005. Het akkoord dat
ze zijn aangegaan is niet bindend, maar ik ga ervanuit dat, als men
zo'n akkoord sluit, men dat ook wil uitvoeren. De overheid heeft
daarin voorlopig geen regelgevende taak. Het akkoord is neergelegd
bij de NAR op vraag van ABVV en ACV. Tot op heden is er geen CAO
om dat kaderakkoord om te zetten. Voor alle duidelijkheid, we hebben
eigenlijk nog tijd tot d de zomer van 2005 om te wachten op dergelijke
CAO.

Nu, de vraag is niet zozeer welke punten moeten worden aangepast,
wel wat men zou kunnen doen, aangezien het niet bindend is. Heel
grote veranderingen ten aanzien van onze bestaande wetgeving
zullen er niet zijn, mijns inziens. Als u dat graag wil, kan ik wel een
overzicht bezorgen met een gedetailleerde vergelijking van Europese
voorstellen en onze wetgeving. Dan ziet u waar de nuances soms
verschillend zijn. Ik stuur u dat dan wel op, want het lijkt mij veel te
gedetailleerd om daarop in te gaan.

Wat kunnen de sociale partners opnemen in de CAO? Waar liggen de
grootste krachtlijnen? Ten eerste, is dat de verbetering van de
informatie die aan telewerkers moet worden verschaft. Ten tweede, is
er de verplichting voor de werkgever om te waken over de
bescherming van gegevens die worden verzonden via elektronische
weg. Ten derde, is dat wellicht ook de inschrijving van een algemeen
principe van gelijkheid tussen de telewerker en de werknemer in de
onderneming zelf. Ik vermoed dat dit de drie belangrijkste headlines
zijn van wat er zou moeten gebeuren.

U vraagt wat er gebeurt als we geen CAO krijgen met daarin een
aantal maatregelen. Dan zal de overheid haar verantwoordelijkheid
opnemen en bekijken wat wij moeten en kunnen doen. Sowieso zijn
er een aantal reglementaire wijzigingen inzake het ARAB die nog
worden uitgevoerd einde dit jaar. Dat kon ook perfect zonder de
sociale partners voor de voeten te lopen. Wat de arbeidsrechtelijke
aanpassingen aangaat, oefenen we nog even geduld. Het zou ook
jammer zijn dat wij nu al vooruit zouden lopen op een aantal goede
voorstellen of beslissingen in de CAO, waardoor we eigenlijk dubbel
werk zouden doen. Ik beloof u dat we bij ontstentenis van dergelijke
CAO samen zullen bekijken wat de overheid zelf moet doen.
07.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Les partenaires sociaux
européens se sont engagés à
transposer l'accord-cadre pour le
16 juillet 2005, par le biais d'une
CCT. Cet accord n'est pas
contraignant. Aucune compétence
réglementaire n'est donc
actuellement dévolue aux pouvoirs
publics. L'accord-cadre a été
soumis au CNT à la demande des
syndicats. Il n'existe pas encore de
CCT mais il reste pour cela
jusqu'à l'été 2005.

L'actuelle législation ne requerra
pas d'importantes modifications.
Je me propose de vous fournir une
comparaison détaillée entre les
avantages européens et notre
législation. Ces aménagements
portent sur l'amélioration de
l'information à l'intention des
télétravailleurs, la protection par
l'employeur des données
transmises électroniquement et
l'instauration du principe d'égalité
entre les télétravailleurs et les
autres travailleurs de l'entreprise.
Les modifications au RGPT seront
encore apportées dans le courant
de 2004. En ce qui concerne les
aménagements dans le cadre du
droit du travail, nous ne voulons
pas anticiper une éventuelle CCT.
En l'absence d'une telle
convention, le gouvernement se
saisira de la question en temps
opportun.
07.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, dank u voor dit
antwoord. Ik wilde u zeker geen dubbel werk laten doen, maar vermits
dit tijdens de Ministerraad belangrijk genoeg werd geacht om te
bespreken, heb ik het ene maar aan het andere gekoppeld. Ik dacht
dat u dit in zijn geheel zou bekijken. Ik zou ook graag die lijst krijgen.
Ik weet niet via welke weg u dat zal doen.
07.04 Minister Freya Van den Bossche: Via elektronische weg
misschien, hoewel wij niet weten hoe veilig dit is.
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
07.05 Maggie De Block (VLD): De bescherming van elektronisch
verstuurde gegevens is natuurlijk ook actueel in de geneeskunde, in
samenwerkingsverbanden. Ik heb daar vorige week nog een
bijscholing over gevolgd. Elektronisch is dat allemaal wel mogelijk,
maar de wettelijke regelingen zijn nog niet helemaal up-to-date. Daar
moet misschien ook nog werk van worden gemaakt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de aanpassing van de anti-
pestwetgeving" (nr. 3998)
08 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "l'adaptation de la loi anti-
harcèlement" (n° 3998)
08.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, dit dossier is zeer onderhevig aan erfenisrecht. Die
wetgeving is er gekomen onder uw voorgangster, mevrouw Onkelinx;
ze is overgeërfd door een andere voorgangster, mevrouw Van
Brempt, en ze is nu in uw korf beland. Ik weet niet of u gelukkig gaat
worden met die erfenis, maar ik denk dat het te laat is om ze te
weigeren.

Op 7 juli presenteerde de toenmalige staatssecretaris Van Brempt het
evaluatieverslag van de wet van 11 juni betreffende de bescherming
van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel
gedrag op het werk - kortweg de antipestwet - in deze commissie.
Naar aanleiding van dit evaluatieverslag bracht de Nationale
Arbeidsraad op 1 juni een verdeeld advies uit. Werknemers en
werkgevers waren het evenwel eens over het feit dat de bestaande
wetgeving nog enkele bijsturingen behoefde. Daartoe werden door
beide partijen concrete voorstellen geformuleerd.

Vanuit de VLD hebben wij steeds aangedrongen op een evaluatie en
aanpassing van de wet. Het preventiedeel werd door ons niet in vraag
gesteld, maar enkele van onze prioritaire punten van kritiek hadden
betrekking op het afstappen van de omgekeerde bewijslast en de
vervanging ervan door een gedeelde bewijslast, het onmogelijk
maken van het inroepen van ontslagbescherming door werknemers
die vrezen om een andere reden dan het pesten op het werk
ontslagen te worden en het nakomen van de belofte aan de bedrijven
dat de implementatie van de antipestwet geen extra kosten met zich
zou brengen.

De toenmalige staatssecretaris, die dacht dat zij nog lang op die stoel
zou blijven zitten, erkende in haar repliek de noodzaak van een
algemene risicoanalyse. Zij toonde zich eigenlijk geen tegenstander
van het debat over de bewijslast omdat zij meende dat die bewijslast
zoals ze in de wet is opgenomen toch een gedeelde bewijslast is. Zij
wees erop dat deze bewijslast misschien in de wetgeving nog beter
zou moeten worden gespecificeerd. Ik citeer haar.

De toenmalige staatssecretaris was absoluut voorstander van een
herevaluatie. Als termijn voor een standpuntbepaling omtrent de
richting waarin de wet en de koninklijke besluiten zouden moeten
worden aangepast, stelde ze het volgende voorop. Ik citeer: "Ik denk
dat het najaar, ik wil mij niet vastpinnen op september, oktober,
08.01 Maggie De Block (VLD):
Le 7 juillet, la secrétaire d'Etat
Van Brempt a soumis le rapport
d'évaluation de la loi anti-
harcèlement du 11 juin 2002 à la
présente commission. Le 1
er
juin,
le CNT a émis un avis partagé.
Employeurs et travailleurs
estiment que des aménagements
s'avèrent nécessaires.

Le VLD ne remet pas la prévention
en cause, mais il a des critiques à
formuler concernant l'abandon du
renversement de la charge de la
preuve, la mesure visant à rendre
impossible le recours à la
protection contre le licenciement,
et les éventuels coûts
supplémentaires à la charge des
employeurs.

La secrétaire d'Etat a reconnu la
nécessité de procéder à une
analyse générale des risques, elle
a souligné que la question de la
charge de la preuve devait encore
être davantage précisée et qu'elle
était favorable à une nouvelle
évaluation. Elle a également
souligné l'importance d'une
communication claire afin d'éviter
dans toute la mesure du possible
les malentendus. L'adaptation de
la loi s'avère nécessaire. La
secrétaire d'Etat proposait de s'y
atteler pour l'automne 2004.

La ministre de l'Emploi partage-t-
elle les vues de son
prédécesseur? Quelles initiatives
concrètes compte-t-elle prendre et
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
november" ­ oktober is bijna voorbij en november komt eraan ­ "een
moment mag zijn waarop voorstellen gelanceerd worden over
aanpassingen aan de pestwet op basis van de evaluatie en de pistes
zoals die door de collega's en mezelf in de commissie zijn
aangegeven".

Zij onderstreepte het belang van duidelijke communicatie en hoopte
dat die het aantal misverstanden over de bestaande wet zeker zou
verminderen. Ik heb daarover ondertussen geen communicatie meer
gezien, maar misschien is mij dat ontsnapt.

Intussen ruilde de staatssecretaris het federaal niveau in voor het
Vlaamse en wordt de minister van Werk, u, belast met het dossier
van de antipestwet. Niettemin blijft het probleem op de werkvloer
bestaan en dringt zich een concrete aanpassing van de bestaande
wetgeving op.

Mijn concrete vragen zijn de volgende.

Deelt u, wat de problematiek van de antipestwet betreft, dezelfde
inhoudelijke inzichten als uw voorgangster? Welke concrete
initiatieven omtrent communicatie werden ontwikkeld voor het
bedrijfsleven, teneinde misverstanden over de wetgeving weg te
werken? Zult u de timing van uw voorgangster, najaar 2004,
respecteren om concrete voorstellen uit te werken voor een
aanpassing van de wetgeving? Zult u initiatieven nemen om tot een
grote risicoanalyse te komen en, met andere woorden, te
onderzoeken hoe de welzijnswet en de antipestwet meer met elkaar in
overeenstemming kunnen worden gebracht?

Zult u het probleem van de tegengestelde bewijslast aanpakken en
het principe aanpassen om te komen tot een feitelijk en wettelijk
bepaalde gedeelde bewijslast? Bent u van plan om een initiatief te
nemen om in een blijvende herevaluatie van de antipestwet te
voorzien? Welke concrete termijnen stelt u voorop? Zult u globale
onderhandelingen opstarten tussen de werkgevers en externe
preventiediensten om de tarifering duidelijk te stellen en zo de kosten
voor de bedrijven enigszins beheersbaar te maken? Wat is de huidige
stand van zaken in het aantal lopende zaken bij de
arbeidsrechtbanken inzake de antipestwet? Het antwoord op deze
laatste vraag mag u mij ook schriftelijk meedelen; daarmee heb ik
geen problemen.
quel est le calendrier prévu? Va-t-
elle examiner comment concilier la
loi sur le bien-être et la loi anti-
harcèlement? Des dispositions
légales régleront-elles la question
de la charge de la preuve
partagée? Procédera-t-on a une
nouvelle évaluation et, dans
l'affirmative, quand? Des
négociations seront-elles
engagées entre les employeurs et
les services externes de
prévention afin de fixer la
tarification? Qu'en est-il pour ce
qui est des tribunaux du travail?
De voorzitter: Dank u, mevrouw De Block, voor deze waslijst vragen.
08.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw De Block, net zoals mijn voorgangster ga ik uit van de
evaluatie die werd uitgevoerd zoals in de wet werd bepaald. Ook onze
visie is vanzelfsprekend heel gelijklopend. De evaluatie werd in de
kamercommissie besproken op 7 juli. Sedertdien zijn er geen
concrete initiatieven voor het bedrijfsleven gekomen, omdat wij
allemaal verwachten dat de wet zal worden aangepast. Het zou gek
zijn om twee kort na elkaar georganiseerde campagnes te voeren. Wij
kunnen beter wachten op de definitieve aanpassing en deze alsdan
voor eens en voor altijd duidelijk meedelen.

Een van de belangrijkste communicatievormen zal de "best practices"
zijn. Waar wordt het echt op een goede manier toegepast? Waar
08.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je me base sur
l'évaluation. Nous voyons les
choses de la même manière. La
campagne d'information sera
lancée après l'adaptation définitive
de la loi. Nous voulons être
prudents et recueillons dès lors
des informations
complémentaires. Nous avons
l'intention de formuler des
propositions concrètes au
printemps 2005. Il faut conserver
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
slagen wij erin om de krachtlijnen van de wet, die wij toch zullen
houden, zo goed mogelijk in de praktijk te brengen, met zo weinig
mogelijk miserie?

Ik wil in dit dossier sowieso niet over een nacht ijs gaan. Voorjaar
2005 is een realistische timing om te spreken over concrete
voorstellen. Wij zijn op dit moment nog een aantal inlichtingen aan het
inwinnen en wij zijn een aantal mogelijkheden informeel aan het
toetsen. Ik wil hoe dan ook deze mogelijkheden informeel toetsen
alvorens met een voorstel op de proppen te komen, precies om te
vermijden dat wij de bal opnieuw zouden misslaan. Wij moeten ervoor
zorgen dat alles wat goed is in die wetgeving overeind blijft en dat de
bescherming overeind blijft, maar dat er waar nodig ­ dat moet in
overleg gebeuren ­ eventueel aanpassingen worden aangebracht.

Ik kom tot uw vraag over de risicoanalyses. De ondernemingen zijn
inderdaad verplicht om die uit te voeren. Hoe zij die uitvoeren en
organiseren is natuurlijk hun verantwoordelijkheid. Zij zouden
daarvoor een beroep kunnen doen op de steun en de expertise van
externe preventiediensten. Dat kan, maar het moet niet.

De omgekeerde bewijslast, waarvan sprake, is in werkelijkheid een
gedeelde bewijslast, al was het maar omdat de klacht gemotiveerd
moet zijn en de eiser een belang moet aantonen. Pas nadat hij een
vrij degelijk bewijs van het belang heeft aangeleverd ­ een loutere
bewering is niet voldoende ­, komt de bewijslast bij de verweerder te
liggen. We zouden in werkelijkheid dus kunnen spreken van een
gedeelde bewijslast.

Hoe vaak moeten we evalueren? We moeten evalueren telkens het
Parlement, het middenveld of in dit geval ook de belanghebbenden,
de sociale partners, de indruk heeft dat de wet niet meer beantwoordt
aan een bestaande, maatschappelijke nood. Laten we dus geregeld
evalueren, maar niet noodzakelijk een blijvende evaluatie inschrijven
in een wet. Dan zal er immers misschien ook worden geëvalueerd op
momenten dat het niet noodzakelijk is. Het kan niet de bedoeling zijn
dat we meer rompslomp hebben, maar wel dat we vaak genoeg
evalueren. Over de essentie van uw voorstel ben ik het dus wel met u
eens.

U haalde een aantal problemen inzake tarifering aan. Die wil ik eens
rustig en in alle eerlijkheid bekijken en onderzoeken, zonder daarover
nu al te oordelen.

In antwoord op uw laatste vraag merk ik op dat het wel belangrijk is
dat uit het evaluatieverslag, waarin vijftien vonnissen vervat waren,
blijkt dat slechts drie vonnissen in eerste aanleg aanleiding hebben
gegeven tot een schadeloosstelling. Elk van de drie vonnissen werd
achteraf in beroep ongedaan gemaakt.

Opvallend is ook dat de rechter in zeven gevallen een gedeelde
verantwoordelijkheid naar voren schuift. Beide partijen hebben
namelijk deel aan de problemen. Er is slechts één geval bekend
waarin de klager werd veroordeeld voor misbruik van de procedure.
Dat betekent natuurlijk dat we iets moeten doen, maar dat de situatie
gelukkig niet zo vervelend is als door sommigen initieel werd
gevreesd. Misschien nog belangrijk om daarbij te vermelden, is dat
het Arbeidshof in Brussel wel een vonnis heeft geveld waarin ontslag
les aspects positifs de la loi et les
adaptations doivent être apportées
dans le cadre d'une concertation.

L'analyse des risques est
obligatoire pour les entreprises. Il
leur appartient d'en définir les
modalités. Elles peuvent faire
appel à un service de prévention
externe.

Plutôt que de renversement de la
charge de la preuve, il convient de
parler de charge de la preuve
partagée étant donné que la
plainte doit être motivée et que le
demandeur doit pouvoir justifier
d'un intérêt. Ce n'est que
lorsqu'est apportée la preuve de
cet intérêt que la charge de la
preuve incombe au défendeur.

A chaque fois que le Parlement, la
société civile ou les partenaires
sociaux estiment que la loi ne
répond plus aux besoins de la
société, elle doit être évaluée.
Cette évaluation ne doit toutefois
pas être consignée dans un texte
de loi. Je ferai examiner la
question de la tarification.

Quinze jugements ont été
prononcés par les tribunaux du
travail. Trois dossiers ont
débouché sur l'octroi de
dommages et intérêts en première
instance, mais cette décision a été
annulée en appel. Dans sept cas,
le tribunal a constaté une
responsabilité partagée et dans un
cas un abus de procédure. La
situation n'est donc pas aussi
inquiétante qu'on aurait pu le
craindre. Dans un cas de
licenciement pour motif grave
d'harcèlement sexuel au cours
d'une procédure de recrutement,
la cour du travail de Bruxelles a
estimé que l'action était justifiée.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
om dringende reden wegens ongewenst seksueel gedrag tijdens een
aanwervingsprocedure als gerechtvaardigd werd beschouwd.
08.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord.

Ik merk dat u het dossier al heeft overgenomen, hoewel u de
maatregelen of aanpassingen waartoe u wil komen, meer dan een
half jaar vooruitschuift. Ik zal in het voorjaar van 2005 dan ook
terugkomen op mijn vraag.

Wat betreft de risicoanalyses, het probleem was niet dat ze niet
werden gemaakt. Ze werden echter niet conform gemaakt. Zo zijn ze
natuurlijk moeilijk te vergelijken. Appelen, peren en citroenen kunnen
moeilijk met elkaar worden vergeleken. De moeilijkheid was dat de
risicoanalyse op een conforme manier door de bedrijven zou moeten
worden gemaakt.

Over de tarifering werd ­ dat wist u ­ bij de bespreking van de wet
gezegd dat er geen bijkomende kosten zouden komen. Dat heeft uw
toenmalige voorganger, mevrouw Onkelinx, gezegd en herhaald in de
commissie. Het zou geen meerkosten opleveren. Nu blijkt toch dat het
meerkosten oplevert voor de bedrijven. Daaraan moet dus worden
gesleuteld.

U wil waken over de beginselen van de wet, over de bescherming van
de werknemers en het recht om te reageren als zij zich ongelijk
behandeld voelen. Dat onderschrijven wij, maar wij zouden toch graag
hebben dat er zo snel mogelijk werk van wordt gemaakt.
08.03 Maggie De Block (VLD):
La ministre a pris le dossier en
mains, mais les mesures sont
reportées de six mois. Lors des
analyses de risques, il s'est avéré
qu'elles n'étaient pas conformes.
En ce qui concerne la tarification, il
avait été affirmé lors de l'examen
de la loi qu'il n'y aurait pas de
coûts supplémentaires. Or, il
apparaît à présent qu'il y a certains
surcoûts. Il convient de remédier
au plus vite à ce problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de lijnspotters" (nr. 4018)
09 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "les observateurs affectés à des
lignes de bus et de tram" (n° 4018)
09.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, in Antwerpen, en trouwens ook in Gent en in andere steden
in Vlaanderen, zijn er lijnspotters actief. Dat zijn een soort van
stadswachten die toezicht houden op de trams en bussen van De Lijn.
Zij hebben heel veel succes, want na vijf jaar ziet men zelfs dat men
ook in het buitenland geïnteresseerd is in die experimenten en dat
men ze ook wenst over te nemen. Men komt hier kijken om ze ook
over te nemen in andere landen.

Er rijst nu een probleem omdat die Lijntoezichters vroeger
gefinancierd werden via het PWA-statuut. Dat was een vrij voordelig
statuut. In Antwerpen waren er 45 mensen tewerkgesteld. Dat was op
zich dan ook een tewerkstellingsproject. Via dat kanaal stroomden er
ook mensen door naar andere vormen van tewerkstelling.

Er dreigt nu een probleem te ontstaan. De overschakeling van PWA
naar Activabanen heeft meerkosten. Die bedraagt, in totaal voor
Antwerpen, ongeveer 150.000 euro. Men komt er niet uit wie die
meerkosten moet betalen. De Lijn wil daarvoor niet betalen, alhoewel
het in andere steden wel door De Lijn gefinancierd wordt. De stad
Antwerpen wil ook niet betalen. Zij zegt dat ze blijft bij het gedeelte dat
09.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Dans plusieurs villes, les
observateurs affectés à certaines
lignes s'avèrent très efficaces.
Auparavant, ces postes étaient
financés par le biais du statut ALE.
La conversion en des emplois
Activa engendre des coûts
supplémentaires, ce qui donne
dès lors lieu à des discussions
comme, en l'occurrence, entre De
Lijn et la ville d'Anvers.

La ministre est-elle au courant de
ces problèmes? Est-elle disposée
à y apporter une solution
financière? Les ALE restants
peuvent-ils rester actifs après le
1
er
janvier 2005? La ministre a-t-
elle prévu des moyens pour les
remplacements et les nouvelles
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
ze vroeger reeds financierde. De Lijn zegt dat ze andere investeringen
heeft gedaan met betrekking tot veiligheid. Er blijft dus een discussie
tussen deze twee bestaan. Dat leidt ertoe dat zo'n waardevol project
dreigt niet voortgezet te kunnen worden.

Mijn vragen zijn de volgende.

Ten eerste, bent u op de hoogte van het probleem? Ik neem aan dat
zij u waarschijnlijk ook gecontacteerd hebben.

Ten tweede, in hoeverre bent u bereid om mee naar een oplossing te
zoeken, eventueel ook financieel, om het verschil tussen die twee
mee te kunnen overbruggen?

Ten derde, van de 45 PWA'ers zijn er nu nog 20 tot 25 actief. De
anderen zijn ondertussen reeds gestopt of hebben ander werk. Kan
dat, voor degenen die nu nog in het PWA-stelsel zitten, nog
voortgezet worden? Ik las dat in een brief van minister Dewael. Ik wil
uw bevestiging, want u bent bevoegd voor dat domein. Kunnen zij
voortgaan in het PWA-statuut? De nieuwkomers, de vervangers en
degenen die nu pas beginnen, zouden dan via activa opgevangen
moeten worden. Dat kost meer. Kunt u, vanuit uw bevoegdheid,
middelen uittrekken om dat probleem op te lossen.
arrivées?
09.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, het
koninklijk besluit voorziet in een maximale omzetting van die PWA-
stadswachten naar Activa's in 2005. Het is echter geen absolute
verplichting. Het moet dus niet verplicht. Dat kan ik u bevestigen. Dat
blijkt ook uit het verslag aan de Koning. Ik haal er een paar stukjes uit
aan zodat u zeker gerustgesteld bent. Daar staat dat bij de
onderhandelingen van de veiligheidscontracten 2004-2005 maximaal
wordt overgeschakeld naar het nieuwe statuut door het PWA-
stadswachtstatuut alleen te behouden voor individuele werknemers
die nu reeds in een PWA-statuut werken en die daar willen blijven. Zij
mogen zelf kiezen.

Geleidelijk aan worden wel de huidige diverse stelsels vervangen door
één stelsel. Op termijn is dat een vereenvoudiging.

U weet wellicht ook dat de federale overheid fors tussenkomt in de
subsidiëring wanneer de lijnspotters via Activa worden tewerkgesteld.
Eigenlijk heeft men er dus baat bij dat te doen. De doelgroep is die
van de langdurig werkzoekende werklozen. Er is de activering van de
uitkering: voor wie jonger is dan 45 jaar gaat het om 900 euro per
maand en voor wie ouder is om 1.100 euro per maand. En er is nog
de tussenkomst van Binnenlandse Zaken voor maximaal 420 euro per
voltijdse werknemer.

Om u gerust te stellen: het hoeft niet per se, maar het kan. Het is de
bedoeling dat wij op termijn naar dat ene systeem gaan en ik meen
ook dat het systeem vrij aantrekkelijk gemaakt is, en terecht.
09.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'arrêté royal prévoit la
conversion en un maximum
d'emplois Activa, mais ce n'est
pas indispensable en soi. L'objectif
est d'aboutir progressivement à un
système unique, plus simple. Les
subsides proviennent des autorités
fédérales. Le système a été rendu
attractif.
09.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb heel
duidelijk gezegd dat ik weet dat wie er nu inzitten, eventueel zullen
kunnen blijven. Maar dat gaat slechts over de helft. Voor meer dan de
helft van die andere PWA'ers die er nu nog niet zijn en wier plaatsen
opnieuw moeten ingevuld worden dreigt er dus wel een probleem,
want er zijn wel meerkosten. Gaat u nog iets doen aan die
09.03 Nahima Lanjri (CD&V): Il y
a des coûts supplémentaires pour
les nouveaux collaborateurs.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
meerkosten, nu voor de helft, maar dat aantal zal nog toenemen
naarmate er anderen wegvallen? Hoe gaat u dat probleem oplossen?
Ik weet dat voor diegenen die er nu, gelukkig, nog inzitten, het
probleem minder prangend is. Maar op termijn zal dat probleem wel
rijzen.
09.04 Minister Freya Van den Bossche: Ik zal dat nagaan voor u. Bij
mijn weten is de Activa-regeling een vrij voordelige regeling. U
betwijfelt dat heel sterk maar laat mij dat eens rustig bekijken.
09.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Je dois vérifier cela.
09.05 Nahima Lanjri (CD&V): U noemde andere cijfers.
09.06 Minister Freya Van den Bossche: De cijfers die ik noemde,
bewijzen dan weer het tegendeel. Wellicht zijn zowel uw cijfers als
mijn cijfers correct en moeten wij eens gaan rekenen of het in het
totaal voordeliger is of niet en hoeveel voordeliger het dan is. Ik zal
dat nagaan.
09.07 Nahima Lanjri (CD&V): Kunt u mij dat schriftelijk en zo snel
mogelijk bezorgen?
09.08 Minister Freya Van den Bossche: Zeker.
De voorzitter: Men moet het bekijken in termen van het aantal uren
dat mensen beschikbaar zijn. In het PWA-stelsel is men 52 uur
beschikbaar waarvoor men een vergoeding krijgt, terwijl de Activa-
werknemers 1/3 of halftijds of voltijds kunnen werken. Als men het per
uur bekijkt, is de Activa-regeling voordeliger, als men het globaal
bekijkt, per werknemer, is ze nadeliger.
Le président: Il faut tenir compte
du nombre d'heures pendant
lesquelles les travailleurs sont
disponibles. Dans le cadre du plan
Activa, les emplois sont moins
coûteux par heure, mais plus
coûteux par travailleur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "tijdsparen" (nr. 4019)
10 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "l'épargne-temps" (n° 4019)
10.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, in het
regeerakkoord is er sprake van dat er een voorstel zou worden
gedaan aan de sociale partners in verband met tijdsparen. Het gaat
over een tijdsregeling waarbij elke werknemer en ook ambtenaar
ongebruikte vakantiedagen of gepresteerde overuren kan sparen om
nadien, op een later tijdstip, op te nemen.

Over het tijdsparen lezen wij opnieuw allerlei dingen in de
beleidsverklaring van Verhofstadt. Daarin wordt het tijdsparen
voorgesteld als een van de dertig maatregelen in het kader van de
eindeloopbaanproblematiek. Er staat dat naast het bestaande
tijdskrediet en binnen welomschreven krachtlijnen bepaalde extra
legale verlofdagen of extra gepresteerde uren die vrijwillig tijdens
drukkere periodes gepresteerd werden, kunnen worden opgenomen
op een later tijdstip.

Er wordt ook over gesproken de keuze te laten aan oudere
werknemer tussen het ontvangen van dubbel vakantiegeld of een
eindejaarspremie, ofwel extra vakantiedagen.

Mijn vragen zijn de volgende.
10.01 Nahima Lanjri (CD&V):
L'épargne-temps est mentionnée
dans l'accord de gouvernement et
constitue l'une des trente mesures
visées dans la déclaration de
politique fédérale afin de résoudre
la question de la fin de carrière.

Des modalités ont-elles déjà été
fixées? Les partenaires sociaux
peuvent-ils être associés à
l'élaboration de ces modalités?
L'épargne-temps sera-t-elle
intégrée dans les régimes
existants? Va-t-on créer une
branche distincte au sein de la
sécurité sociale pour ces régimes?
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22

Hebt u dat voorstel over het tijdsparen al verder uitgewerkt? Hebt u
daarvan al modaliteiten bepaald? Zo ja, welke?

Hoe uitgewerkt zult u dat voorstel voorleggen aan de sociale
partners? Of zult u aan de sociale partners zelf de volledige vrijheid
laten om het verder uit te werken?

Een uur dat nu al worden overgewerkt, kan dat over vijf of tien jaar
worden opgenomen? Of zal er tegen dan omgerekend worden wat
een uur kost of nog waard is, waardoor men ermee misschien minder
vakantiedagen kan kopen in de toekomst?

Zal het tijdsparen geïntegreerd worden in de huidige systemen van
tijdskrediet en andere, of zal het een apart stelsel worden?

De volgende vraag hebben wij ook al in andere vergaderingen
gesteld. Komt er nu een aparte sociale zekerheid voor die speciale
verloven zoals tijdkrediet, tijdsparen, ouderschapsverlof en dergelijke
meer? Bent u van plan om daarvoor iets uit te werken?
10.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Lanjri, voor alle
duidelijkheid, elk van die dertig densporen, dus ook ook dat van
tijdsparen, moet met de sociale partners besproken worden. Het zijn
niet meer dan denksporen. Er is dus zeker geen uitgewerkt
regeringsvoorstel over het tijdsparen op dit moment.

Het volgende is wel duidelijk. De regering en ikzelf vinden het niet
opportuun om het tijdsparen te integreren in een tijdkrediet. Met een
eenvoudig voorbeeld kan ik dat wellicht uitleggen. Een jonge vrouw
met een kindje dat behoorlijk ziek is, heeft bijvoorbeeld niet voldoende
aan haar zorgverlof. Wanneer het zorgverlof, het ouderschapsverlof
en zo meer volledig geïntegreerd zijn in het tijdsparen, zou die vrouw
wel eens onvoldoende tijd gespaard kunnen hebben om echt voor dat
kind te kunnen zorgen, om er tijd voor op te nemen. Dat moeten wij
vermijden.

De themaverloven zoals ouderschapsverlof en zorgverlof moeten hoe
dan ook apart blijven bestaan, dus buiten de tijdspaarrekening. Zo
niet ontstaan er perverse effecten. Mensen met gebrek aan
kapitaalkracht of met een te kleine hoeveelheid gespaarde tijd,
zouden dan geen gebruik meer kunnen maken van vandaag
bestaande verloven die echt wel essentieel zijn.

Wat we ook doen met tijdsparen, het moet bovenop de bestaande
themaverloven komen. Het gaat dan inderdaad over de verwerking
van bijvoorbeeld overuren of meer gewerkte dagen voor iemand die
wat minder vakantiedagen opneemt. Waarop kunnen die mensen
later eventueel recht krijgen? Vinden de sociale partners het wel of
niet interessant om te komen tot een loopbaan op maat op die
manier?

Meer uitgewerkt dan wat ik nu zeg, is er nog niet. Dat is vrij normaal,
want het is een vrij nieuw voorstel en het is afwachten wat de sociale
partners erover denken.

Wij willen op basis van hun eventuele opmerkingen komen tot een
systeem van tijdsparen.
10.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Les trente pistes de
réflexion seront soumises aux
partenaires sociaux. L'épargne-
temps n'a pas encore fait l'objet
d'une proposition élaborée du
gouvernement. J'estime qu'il n'est
pas opportun d'intégrer l'épargne-
temps dans un régime de crédit-
temps. Il se pourrait en effet
qu'une personne n'ait pas épargné
suffisamment de temps pour
pouvoir bénéficier d'un crédit-
temps. Les congés thématiques
ne doivent pas être intégrés dans
le régime de crédit-temps. Il faut
attendre les observations des
partenaires sociaux.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
10.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijn derde vraag is nog niet
beantwoord.
10.04 Minister Freya Van den Bossche: Ik ben er geen voorstander
van, tenzij uit wat nu wordt afgesproken in het sociaal overleg over de
eindeloopbaanproblematiek, blijkt dat het noodzakelijk is om alles
goed te laten functioneren. Voorlopig heb ik geen aanleiding of
voldoende redenen om dat te doen.
10.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Je ne suis pas favorable
à la création d'une branche
distincte au sein de la sécurité
sociale, sauf s'il ressortait de la
concertation sociale que cette
mesure est nécessaire au bon
fonctionnement du système.
10.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord.

Als ik sprak over het eventueel integreren dan bedoel ik daarmee
zeker niet vervangen. Integreren betekent voor mij gewoon deel
uitmaken van een coherent geheel, zodat op dezelfde kaart zowel het
ouderschapsverlof als het tijdsparen kan worden gecumuleerd. Dat is
ook duidelijker voor een werkgever. Ik bedoelde niet het af te schaffen
of te vervangen, want dat zou perverse effecten hebben.
10.05 Nahima Lanjri (CD&V):
Une `intégration' n'implique pas
nécessairement un remplacement
ou une suppression. De telles
mesures auraient des effets
pervers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de eenmaking van het
statuut arbeiders-bedienden" (nr. 4031)
11 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "l'harmonisation des statuts des
ouvriers et des employés" (n° 4031)
11.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, in een
interview op 16 en 17 oktober jongstleden hebt u een aantal
denkpistes aangegeven betreffende de eenmaking van het statuut
arbeiders en bedienden. Ofschoon de sociale partners volgens de
motie van aanbeveling ingediend door volksvertegenwoordigers van 6
toenmalige meerderheidspartijen op 30 april 2000 die werd
goedgekeurd door de Kamer, 6 jaar de tijd kregen om het probleem
aan te pakken, hebt u nu enkele concrete denkpistes klaar.

U toont zich onder andere voorstander van de invoering van een
technische werkloosheid voor bedienden naar analogie van de
arbeiders. U erkent expliciet dat die mogelijkheid het bedrijven
mogelijk maakt om kosten af te wimpelen op de overheid. Het VBO
heeft enkele jaren geleden evenwel al gewezen op het feit dat de
kostprijs hiervan niet mag worden onderschat. Daarenboven wilt u
werk maken van de afschaffing van de carenzdag voor arbeiders. Er
moet wel opgemerkt worden dat die problematiek in een aantal
sectoren al een oplossing heeft gekregen.

Algemeen pleit u voor een verbeteringen aan het arbeidersstatuut,
zodat we geleidelijk tot een eenheidsstatuut kunnen komen. Men kan
hieruit afleiden dat u pleit voor een eenheidsstatuut op basis van een
eenzijdige verbetering van het arbeidersstatuut in plaats van het naar
elkaar doen toegroeien van de statuten. Het zou eigenlijk neerkomen
op een nivellering naar boven.

Ik ben eigenlijk heel blij dat een minister daar zeer concrete stellingen
11.01 Maggie De Block (VLD):
Bien que la Chambre ait adopté
une motion de recommandation
qui laisse six ans aux partenaires
sociaux pour résoudre le problème
de l'harmonisation du statut des
ouvriers et des employés, la
ministre a déjà lancé quelques
pistes de réflexion dans la presse.
Elle est ainsi favorable à
l'instauration du chômage
technique pour les employés et
elle reconnaît que les entreprises
pourront rejeter les coûts, qui,
selon la FEB, sont considérables,
sur les autorités fédérales. La
ministre veut également supprimer
le jour de carence pour les
ouvriers bien que ce problème ait
déjà été résolu dans certains
secteurs.

Il ressort du discours de la ministre
qu'elle plaide en faveur d'un statut
unique basé sur une amélioration
unilatérale de statut d'ouvrier,
c'est-à-dire d'un nivellement par le
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
aan vastknoopt. Ik heb er dus op zichzelf niets tegen, behalve dat wij
ons afvroegen wat het prijskaartje zal zijn dat daaraan vast hangt.
Wanneer we mogen refereren aan de beleidsverklaring van de eerste
minister, moeten we daarenboven rekening houden met de
concurrentiepositie en de loonnorm van de Belgische bedrijven. Met
de voorstellen die u in het vooruitzicht stelt, lijkt u wel vooruit te lopen
op de onderhandelingen tussen de werkgevers- en de
werknemersorganisaties. Het is dan de vraag of onderhandelingen
nog wel in een serene sfeer kunnen verlopen door een dergelijke
stellingsname.

Ik had dus opnieuw een hele waslijst vragen.

Wordt het voorstel over de technische werkloosheid dat u lanceert,
door de hele regering gedragen? Ik hoop van wel, maar ik wil het nog
eens horen.

Volgens welke precieze technische modaliteiten wenst u de
technische werkloosheid voor bedienden in te voeren?

Is er door uw kabinet een raming gemaakt van het prijskaartje dat
hieraan vasthangt voor de overheid?

Zullen de meerkosten in rekening worden gebracht bij de bepaling
van de loonnorm en de andere maatregelen die moeten genomen
worden in het kader van een interprofessioneel akkoord?

Op welke manier wilt u de meerkosten van deze maatregel voor de
overheid gefinancierd zien?

Hoe zult u de hogere kostprijs voor de Belgische ondernemingen
opvangen, teneinde hun concurrentiepositie niet te verslechteren?

Bent u van mening dat de invoering van een eenheidsstatuut louter
gebaseerd mag zijn op maatregelen die voor zowel de arbeiders als
de bedienden het beste van de twee werelden verenigen? Of ziet u
dat toch enigszins anders?

Denkt u niet dat u met het openbaar maken van de voorstellen al een
zekere spanning creëert in het overleg en de onderhandelingen
tussen werkgevers en werknemers?
haut.

Je me félicite qu'un ministre
s'exprime concrètement en ce
sens pour la première fois mais je
me soucie du coût de l'opération.
La compétitivité et les normes
salariales de nos entreprises
doivent également nous
préoccuper. Je me demande en
outre si les positions de la ministre
ne compliqueront pas des
négociations sereines.

Le gouvernement souscrit-il en
bloc à l'instauration du chômage
technique pour les employés?
Quelles sont les
modalités exactes? Que coûtera
cette mesure aux autorités
publiques? Le surcoût sera-t-il pris
en compte lors de l'élaboration de
la norme salariale et des diverses
mesures dans le cadre de l'accord
interprofessionnel? Comment le
surcoût sera-t-il financé?
Comment la ministre parera-t-elle
au coût plus élevé pour les
entreprises? Estime-t-elle que le
statut unique ne devrait être basé
que sur les mesures les plus
favorables de chacun des statuts?
Les propositions de la ministre ne
créeront-elles pas des tensions
autour de la table des
négociations?
De voorzitter: Mevrouw de minister, alvorens u het woord te verlenen, wil ik erop wijzen dat er in deze
commissie twee wetsvoorstellen hangende zijn, enerzijds, tot afschaffing van de carenzdag en, anderzijds,
tot verhoging van de opzegtermijnen voor arbeiders. Mevrouw De Block, u zegt dat deze wetsvoorstellen
werden ingediend vanuit het perspectief van de nivellering naar boven, terwijl ik het liever sociale
vooruitgang noem. Dat betekent dat wij op verschillende golflengtes zitten wat appreciatie betreft. We
hebben echter afgesproken te wachten op wat het sociaal overleg dit najaar zal brengen en deze
wetsvoorstellen op basis van de resultaten van dit overleg opnieuw te activeren. Ik zeg dit alleen maar ter
aanvulling.
11.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw De Block, u vraagt
of de sfeer minder sereen wordt door het lanceren van een aantal
denkpistes. Deze zomer was de sfeer weinig sereen toen
verschillende werkgeversorganisaties het enige vurige pleidooi na het
andere hielden. Zij wisten immers dat noch de overheid noch de
werknemers daarin zouden kunnen meestappen. Er werden tevens
grote stellingenoorlogen georganiseerd. Dat leek mij niet sereen,
11.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le climat était loin d'être
serein l'été dernier.

Mes propositions reflètent
clairement la volonté du
gouvernement de réfléchir à des
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
maar wel begrijpelijk in aanloop van een heet najaar.

Ik spreek in de voorwaardelijke wijs, ik lanceer een aantal pistes en
doe een aantal suggesties die duidelijk maken dat de regering ook
van haar kant bereid is bijvoorbeeld na te denken over systemen die
zijzelf ooit heeft ingevoerd maar die nu misschien anders kunnen. De
regering wil ook een aantal zaken op voorhand duidelijk stellen. Als
sociale partners bijvoorbeeld aan de regering zeggen dat zij haar
handen moet afhouden van de verschillende statuten omdat zij dat
zelf willen regelen, mogen zij dat. Ik ben daarmee blij, maar dan
moeten zij dat ook eindelijk eens doen. Wanneer zij het weerom niet
doen, zullen wij het zelf doen of zal u het als Parlement doen.

Dat is de boodschap die de regering heeft willen geven. Het is
volgens mij ook aan de regering om duidelijk te zijn en om aan de
sociale partners duidelijk te maken welke richting zij aan de zaken wil
geven indien de sociale partners er niet in zouden slagen tot een
oplossing te komen. Wij houden misschien hier en daar een wortel
voor de neus. Wij zeggen bijvoorbeeld bereid te zijn na te denken
over de tijdelijke werkloosheid voor bedienden. Dat zou volgens mij
immers een serieuze verlichting kunnen betekenen voor de bedrijven.
U hebt het er de hele tijd over dat het de bedrijven meer zal kosten en
dat het voor hen slechter zal worden. Als wij zorgen voor een
eenheidsstatuut zal dat helemaal niet zo zijn.

U vraagt waarom wij dat zeggen. Wij zeggen dat om de vrees om aan
te werven een beetje te temperen waardoor men sneller zal durven
aanwerven en een kleinere economische groei zich zelfs al sneller zal
vertalen in jobs. Wij zeggen dat dus niet zomaar. Wij willen aangeven
dat ook wij bereid zijn over zaken na te denken die tot voor kort
misschien taboe waren voor een regering. Ik hoop dat onze intentie
door de sociale partners niet wordt uitgelegd als een voorafname op
debatten. Dit zou onheus zijn. Het is gewoonweg een verduidelijking
van een standpunt dat reeds eerder door de eerste minister op
voortreffelijke wijze werd vertolkt.

Het was de bedoeling statuten naar elkaar toe te laten groeien omdat
dit de mobiliteit verhoogt en zorgt voor een sociale vooruitgang. De
budgettaire ramingen moeten er pas komen op het ogenblik dat er
concrete voorstellen worden gedaan en dit liefst door de sociale
partners. Wanneer zij er niet uit geraken, zullen er voorstellen door
ons worden gedaan. Wij moeten hier volgens mij eindelijk eens
vooruitgang boeken. De regering moet, liever dan de gemakkelijke
weg te kiezen en te zeggen dat het enkel aan de sociale partners is,
ook een aanzet geven en zeggen dat zij bereid is het zelf te doen als
de sociale partners er niet in slagen. Dit is een oud zeer. Iedereen
kent het al heel erg lang. Het zou mij niet verbazen indien de
wetsvoorstellen die hier nu voorliggen al de zoveelste zijn in een lange
rij wetsvoorstellen. Ik denk dat iedereen weet dat er eindelijk iets moet
gebeuren.
systèmes qu'il a lui-même
instaurés. Si les partenaires
sociaux ne veulent pas que le
gouvernement touche au statut, il
faudra qu'ils élaborent eux-mêmes
un système, à défaut de quoi le
gouvernement ou le Parlement
s'en chargera.

Le système de chômage
temporaire des employés
soulagera sans conteste les
entreprises. Nos propositions
visent à atténuer les craintes
qu'inspire le recrutement. J'espère
que les partenaires sociaux
n'interpréteront pas notre intention
comme une anticipation du débat.
Nous ne faisons que préciser la
position que le premier ministre a
déjà brillamment exprimée.

Nous voulons un rapprochement
des statuts, de manière à accroître
la mobilité et à stimuler le progrès
social. Des estimations
budgétaires suivront seulement
lorsqu'il y aura des propositions
concrètes. Il appartiendra alors
aux partenaires sociaux de jouer
mais, s'ils passent leur tour, nous
prendrons la main et formulerons
des propositions. Il faut que des
progrès soient enfin réalisés. Les
propositions de loi à l'examen ne
sont probablement pas les
premières.
De voorzitter: Bij mijn weten dateert dit al van 1985.
Le président: La discussion
remonte déjà à 1985.
11.03 Minister Freya Van den Bossche: Dat was een zeer mooie
afsluiter van de voorzitter op mijn repliek.
11.04 Maggie De Block (VLD): Ik ben hier nog niet van 1985. Ik ben 11.04 Maggie De Block (VLD):
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
hier maar van in 1999, maar ik heb ze ook al een paar keer zien
passeren in de coulissen. Wij zijn eigenlijk nooit tot concrete
besprekingen gekomen. Vorige keer is er ook verwezen naar het
komende interprofessionele akkoord. Toen heeft de commissie in
consensus besloten om daarop te wachten en te kijken tot welke
concrete maatregelen de sociale partners zouden komen.

U zegt dat u tot sociale vooruitgang wil komen. Ik denk dat het statuut
van arbeiders en bedienden een veelal achterhaalde indeling is die
een sociale discriminatie inhoudt. Als men het heeft over het naar
elkaar doen toegroeien van statuten dan moet terzake sprake zijn van
tweerichtingsverkeer. De prijs zal immers enorm verzwaren als men
het geheel naar boven wil halen.

Wij hebben dit gemerkt bij de onderhandelingen met de
politiediensten. Het prijskaartje is veel groter gebleken dan
aanvankelijk werd aangenomen. Wij weten allemaal dat dit tot een
aantal moeilijkheden heeft geleid. Wij kunnen allemaal een waslijst
met verzuchtingen opmaken, maar dit moet ooit eens worden betaald.

Ik denk niet dat het de bedoeling is om dit lang in de tijd te spreiden.
We weten dat hierover al lang wordt gepraat, bijna 20 jaar. Er is
hierover al veel inkt gevloeid, maar het zal moeten worden betaald
door de overheid. De logische vraag is dan hoe men dit zal
financieren. Bovendien rijst de vraag of dit de concurrentiepositie van
onze bedrijven niet in het gevaar zal brengen. Ik denk dat hierover in
alle openheid moet kunnen worden gesproken. Ik denk niet dat wij
zover van mekaar zitten, mijnheer Bonte. U spreekt over een
nivellering naar boven en over sociale vooruitgang. Ik ben het
daarmee eens.
Je suis membre du Parlement
depuis cinq ans seulement et j'ai
pourtant déjà vu passer les
propositions plusieurs fois. Aucune
discussion concrète n'a toutefois
jamais été menée. Lorsqu'on a
renvoyé à l'accord
interprofessionnel, la commission
a décidé d'attendre les mesures
des partenaires sociaux.

Par ailleurs, je pense que la
distinction entre les statuts
d'ouvrier et d'employé est
dépassée et constitue une
discrimination. La réciprocité est
toutefois de mise. Si l'on veut
niveler vers le haut, il faut en payer
le prix. Les négociations avec les
services de police ont montré que,
finalement, la facture doit toujours
être payée par quelqu'un. Il
convient en outre de se demander
si la compétitivité de nos
entreprises n'est pas mise en péril.
Un débat ouvert est nécessaire. Je
pense d'ailleurs que mon opinion
n'est pas très éloignée de celle de
M. Bonte. Je parle moi aussi de
progrès social.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Question de Mme Colette Burgeon à la ministre de l'Emploi sur "la suppression du contrôle
communal des chômeurs" (n° 4048)
12 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Werk over "de afschaffing van de
gemeentelijke stempelcontrole" (nr. 4048)
12.01 Colette Burgeon (PS): Madame la ministre, selon les cas, le
chômeur doit se présenter deux fois par mois - normalement le 3 et le
26 - ou une fois par mois - le 7 - au contrôle tel qu'il est organisé dans
la commune de sa résidence habituelle. L'accord de gouvernement
mentionne que ce qui subsistait du contrôle du chômage sera
supprimé, afin d'activer la recherche des demandeurs d'emploi de
longue durée et de mieux les préparer aux demandes du marché du
travail.

Dans le cadre de l'activation du comportement de recherche, le
gouvernement a également décidé de renforcer le contrôle de la
disponibilité des chômeurs pour le marché de l'emploi. La mise en
place du nouveau système doit se faire par phases, afin de permettre
le développement systématique de l'accompagnement de tous les
demandeurs d'emploi, et doit être synchronisée avec la suppression
de l'article 80. Celui-ci sera ainsi suspendu, dans une première phase,
pour le groupe-cible des moins de 30 ans - soit le premier groupe
concerné par l'accompagnement et l'entretien à l'ONEM -, puis pour
celui des moins de 40 ans et, enfin, pour celui des moins de 50 ans.
12.01 Colette Burgeon (PS):
Volgens het regeerakkoord zal wat
nog van de werkloosheidscontrole
overblijft, worden afgeschaft. Met
die maatregel zou men de
langdurig werkzoekenden willen
activeren.

De gemeenten stellen zich een
aantal vragen bij die afschaffing.
Zal de controle geleidelijk worden
afgeschaft, parallel met de
schorsing van artikel 80? Wanneer
verdwijnt ze helemaal? Wanneer
worden de gemeenten daarvan op
de hoogte gebracht? Wanneer zal
u de maatregelen betreffende de
aangifte en de controle van de
periodes van werkloosheid
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Après juillet 2007, on évaluera le système.

Les communes s'interrogent sur l'entrée en vigueur de la suppression
du contrôle communal. Doit-on comprendre que la suppression du
pointage se fera progressivement, soit au même rythme que le
contrôle de la disponibilité et la suspension de l'article 80? Si oui, à
quelle date précise le pointage pour le premier groupe-cible sera-t-il
supprimé? Quand les communes seront-elles informées? Dans la
négative, quand comptez-vous abroger les mesures relatives à la
déclaration et au contrôle des périodes de chômage?
opheffen?
12.02 Freya Van den Bossche, ministre: La suppression du
pointage communal est complètement indépendante de l'introduction
progressive de la mesure du contrôle de la disponibilité du chômeur
pour le marché de l'emploi.

La suppression du contrôle du chômage est désormais reprise dans
la loi-programme. Dans le texte du projet de cette loi-programme, on
prévoit encore deux petits contrôles communaux: la validation des
cartes de contrôle des employés à temps partiel - une fois par
trimestre - et la délivrance d'un certificat de séjour aux sans-emploi
qui seront choisis chaque mois par échantillonnage - pour vérifier s'ils
ne séjournent pas à l'étranger.

Il est aussi prévu que le Roi déterminera la date de l'entrée en vigueur
de la suppression du contrôle du chômage, mais il sera difficile de
supprimer ledit contrôle au milieu de 2005. Ce serait trop tôt, car cela
représente de nombreux problèmes techniques, surtout pour les
Régions. En effet, on ne pourrait plus donner de taux de chômage
valables, fondés sur les bases de données des bureaux de placement
régionaux, si on allait trop vite sans résoudre les problèmes avant de
supprimer le contrôle du chômage.

Cette année, plusieurs groupes techniques de travail se sont réunis
avec des représentants de l'ONEM, du DAB, du FOREM, du BGDA,
de la Banque-Carrefour. Le problème majeur est que les services de
placement régionaux doivent réécrire tous leurs programmes
informatiques. Ils auront besoin d'au moins six mois pour mener à
bien cette tâche. Ce n'est qu'après ces six mois que nous pourrions
envisager véritablement la suppression du contrôle du chômage.
12.02 Minister Freya Van den
Bossche: De afschaffing van de
gemeentelijke stempelcontrole
staat los van de geleidelijke
invoering van het toezicht op de
beschikbaarheid van de werkloze
voor de arbeidsmarkt. Ze staat
ingeschreven in de
programmawet. Enkel de kaarten
van de deeltijdse werknemers
zullen nog eenmaal per trimester
worden afgestempeld en er zal bij
wijze van steekproef aan de
werklozen een verblijfsattest
worden uitgereikt.

Het wordt moeilijk de
stempelcontrole midden 2005 af te
schaffen. Indien we de controle te
snel afschaffen, beschikken we
immers niet langer over
betrouwbare werkloosheidscijfers:
die zijn immers gebaseerd op de
databanken van de gewestelijke
diensten voor arbeidsbemiddeling.
Pas na afloop van de zes
maanden die de gewestelijke
diensten nodig hebben om hun
computerprogramma's te
herschrijven, behoort de
daadwerkelijke afschaffing van de
stempelcontrole tot de
mogelijkheden.
12.03 Colette Burgeon (PS): Je trouve dommage qu'un problème
de chiffres et d'informatique ôte de la dignité aux gens. A certains
endroits, ils font la file, complètement meurtris et, parfois, les files se
prolongent à l'extérieur. À l'heure actuelle, le temps est encore
clément, mais, déjà, faire la file, se montrer ainsi sur une place... Je
le vis tout près de chez moi, je trouve cela désolant.

Vous me dites "on pourrait envisager", ce n'est donc même pas
encore certain. Il y a aussi le problème technique et administratif des
communes qui doivent organiser ou, disons, désorganiser tout ce
pointage. Quand vous me dites "on pourrait envisager", cela me fait
peur.
12.03 Colette Burgeon (PS): Ik
betreur dat de waardigheid van de
mensen enigszins aangetast wordt
door een cijfer- en
computerprobleem. Wanneer u
zegt dat de daadwerkelijke
afschaffing "tot de mogelijkheden
behoort", dan vind ik dat een nogal
onrustwekkende uitspraak.
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
12.04 Freya Van den Bossche, ministre: N'ayez plus peur: je le
ferai. Ce que je ne peux pas vous dire, c'est à quelle date
exactement. Je ne peux pas aller plus vite que les Régions. Elles ont
besoin de leurs statistiques, de leurs chiffres, pour évaluer le nombre
de chômeurs et je le comprends tout à fait. Ce ne sont donc pas que
des problèmes informatiques, ce sont des problèmes de chiffres,
nécessaires pour pouvoir mener une politique d'emploi. Dès qu'elles
auront terminé, j'agirai. C'est pour cela que l'on donne déjà la
possibilité au Roi de supprimer le contrôle chômage à un moment qui
n'est toutefois pas encore défini. Ce sera, selon moi, le jour où toutes
les Régions seront prêtes. C'est aussi à nous et aux parlementaires
de faire en sorte que les choses aillent vite dans les Régions.
12.04 Minister Freya Van den
Bossche: Laat mij u geruststellen:
ik zal er werk van maken, maar ik
kan niet sneller te werk gaan dan
de Gewesten.
12.05 Colette Burgeon (PS): Vous avez dit que ce ne serait pas
avant le milieu de l'année 2005. A mon avis, il ne faut donc rien
espérer avant l'été 2005.
12.06 Freya Van den Bossche, ministre: Non, mais je connaîtrai
plus ou moins les dates après la conférence interministérielle sur
l'emploi, à l'agenda de laquelle ce thème important est prévu. J'en
saurai un peu plus dans quelques semaines.
12.06 Minister Freya Van den
Bossche: Ik zal er meer over
kunnen vertellen na afloop van de
interministeriële conferentie voor
werkgelegenheid.
12.07 Colette Burgeon (PS): Merci de me tenir informée.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Werk over "de aanwerving van
92 nieuwe inspecteurs voor de verschillende sociale inspectiediensten" (nr. 3839)
13 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de l'Emploi sur "l'engagement de
92 nouveaux inspecteurs pour les différents services d'inspection sociale" (n° 3839)

De voorzitter: Mevrouw Lahaye-Battheu, in ruil voor het tijdverlies dat het later stellen van uw vragen ons
gekost heeft, verzoek ik u zo beknopt mogelijk te zijn,
13.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijn
vragen zijn tamelijk beknopt, dus ik denk wel dat ik het kort zal
kunnen houden. Mijn excuses overigens voor de vertraging.

Mevrouw de minister, inzake mijn eerste vraag, over de aanwerving
van de nieuwe inspecteurs, hebt u half september aangekondigd dat
de procedure van aanwerving bezig was. Die aanwervingen gebeuren
in het raam van de aanpak van de sociale fraude, zoals het
zwartwerk. U hebt nog twee andere remedies in dat verband
aangehaald: het systeem van de dienstencheques en een beter
informatie-uitwisseling tussen de diensten.

Inzake die inspecteurs heb ik de volgende concrete vragen. Ten
eerste, hoever staat het met de procedure van aanwerving? Wanneer
zullen die mensen effectief aan de slag kunnen? In welke
buitendiensten zullen zij aan het werk gaan? Hoeveel inspecteurs zijn
bestemd voor Vlaanderen, hoeveel voor Wallonië?

Ten tweede, er wordt een zware investering gedaan in een
informaticasysteem dat nu proefdraait. Wanneer zal de aanpassing
voltooid zijn zodat de databanken van de verschillende inspecties op
elkaar aangesloten zullen zijn? Wat is de kostprijs daarvan?
13.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): A la mi-septembre, la
ministre avait annoncé que le
recrutement de vingt-deux
nouveaux inspecteurs dans le
cadre de la lutte contre la fraude
fiscale était en cours. Où en est
actuellement cette procédure? A
quels services seront affectés les
nouveaux inspecteurs? Combien
seront affectés en Flandre et
combien en Wallonie?
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29

De voorzitter: Dat was voorbeeldig kort.
13.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Lahaye-Battheu,
voor de sociale inspectie ­ dus voor de FOD Sociale Zekerheid, een
bevoegdheid van minister Demotte ­ komen er 25 sociale controleurs,
12 sociale inspecteurs, en 2 strategische analisten. Voor toezicht
inzake de sociale wetten komen er 29 sociale controleurs en 8 sociale
inspecteurs. Voor de studiedienst van de FOD komen er 2 juristen.
Als u wil, geef ik u schriftelijk de hele lijst, want ik heb zoveel
informatie voor u dat het moeilijk wordt alles ineens te noteren. Voor
toezicht op het welzijn op het werk komen er 5 artsen, 2 ingenieurs, 3
industriële ingenieurs, 2 licentiaten scheikunde en 2 psychologen.

Wanneer zullen die mensen in dienst treden? Voor de 29 sociale
controleurs zal dat nog in december 2004 zijn. De tweede proef is
intussen zo goed als afgerond. Voor de 8 sociale inspecteurs gebeurt
dat deels in januari. Dan begint de wervingsprocedure. De rest start in
april via de bevorderingsprocedure. De juristen beginnen ook in
januari. Voor de geneesheren en de ingenieurs heeft Selor nog geen
examen georganiseerd. Ik schrijf een brief naar Selor om toch aan te
dringen op enige spoed omdat men nogal lang talmt met die twee
examens. De industriële ingenieurs zijn al gestart: een deel in juli en
een deel nu in het najaar. De licentiaten scheikunde zijn ook al in juli
gestart. De psychologen zijn gestart in september en oktober. Ik meen
dat wij dus vrij goed zitten. De meesten zullen dus eind 2004 aan de
slag zijn en enkelen hier en daar begin 2005.

Inzake de verdeling over de directies, noem ik als u wil per gemeente
op wie waar terechtkomt, maar misschien is het eenvoudiger als ik u
dat gewoon schriftelijk meegeef.

Ten slotte, is er binnen de sociale inspectie het Oasis­project, het
data-warehousing-project, om gerichte controles te doen. Die
databank is volgens mijn informatie sinds kort in productie genomen.

Er is ook een informaticaplatform dat onder mijn bevoegdheid valt,
naast dat onder minister Demotte. Het heet Genesis en wordt
geïmplementeerd in het raam van de betere samenwerking van de
sociale inspectiediensten. Het moet vooral toelaten de
controleprocessen van de vier grote inspectiediensten op elkaar af te
stemmen en via e-government-toepassingen beter te laten
voorbereiden om de dossiers sneller en efficiënter af te werken.

Er zitten twee modules in dat platform. De eerste module is er een
waarbij de inspectiediensten zicht krijgen op elkaars geopende en/of
afgehandelde dossiers ­ een soort synthetisch kadaster, zeg maar,
van de onderzoeken. Die module wordt al op 1 januari 2005 in gebruik
genomen, dus heel binnenkort.

De tweede module wordt een jaar later in gebruik genomen. De
bedoeling hiervan is dat inspectiediensten op een geïntegreerde,
gebruiksvriendelijke en beveiligde manier allerlei databanken kunnen
raadplegen die hun eigen controleproces kunnen vergemakkelijken,
verrijken en ondersteunen. Het gaat over DMFA, Dimona en het
Rijksregister. De kostprijs van het volledige project wordt geraamd op
3 miljoen euro.
13.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je communiquerai par
écrit à Mme Lahaye-Battheu les
chiffres relatifs aux inspecteurs qui
sont entrés en service et à ceux
qui doivent encore être recrutés.
Certains occupent déjà leurs
fonctions, d'autres les occuperont
en décembre ou dans le courant
de l'année prochaine. En ce qui
concerne les médecins et les
ingénieurs, le Selor doit encore
lancer une procédure d'examen.
Je demanderai au Selor de faire
diligence.

Le projet de banque de données
OASIS, qui doit permettre d'opérer
des contrôles ciblés, est déjà en
production. M. Demotte est
compétent en la matière.

Il y a par ailleurs aussi la plate-
forme informatique Genesis qui
relève de ma compétence et qui
doit permettre d'harmoniser les
processus de contrôle des quatre
grands services d'inspection. Elle
comprend deux modules.

Le premier module, qui constitue
une sorte de cadastre synthétique
des études, sera opérationnel au
1
er
janvier 2005. Le second, dans
le cadre duquel est prévue la
consultation efficace de diverses
banques de donnée (DFMA,
Dimona, Régistre National), le
sera un an plus tard.

Le coût de l'ensemble du projet se
monte à 3 millions d'euros.
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
13.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Zou ik de lijst met
de gegevens kunnen krijgen?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Werk over "de taak van facilitator
in de controle op de werklozen" (nr. 3949)
14 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de l'Emploi sur "la mission du facilitateur
dans le cadre du contrôle des chômeurs" (n° 3949)
14.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, veel jonge werklozen hebben de
oproepingsbrief van de RVA gekregen. Dat is de eerste fase van de
procedure ter activering van het zoekgedrag naar werk. Zij werden
hierbij uitgenodigd voor een onderhoud met een van de honderd
twintig facilitatoren. Voor de regio Ieper-Roeselare bijvoorbeeld, mijn
regio, werd evenwel slechts een facilitator aangesteld.

Daarbij heb ik de volgende vragen. Welke verdeelsleutel werd
eigenlijk gehanteerd bij het aanstellen van de facilitatoren? Waar
zitten zij verspreid? Zijn er voldoende facilitatoren voor het aantal
dossiers? Meent u dat zij de werkdruk zullen aankunnen? Welke
criteria werden bepaald ter beoordeling van de dossiers? Zijn dat de
criteria die wij gekregen hebben in het kader van dat controlesysteem
of werden er specifieke criteria opgesteld? Kunt u mij daarover iets
meer vertellen?
14.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): De nombreux jeunes
chômeurs ont déjà été invités par
l'ONEm à participer à un entretien
avec un facilitateur. Quelle clé de
répartition a été utilisée lors de la
désignation de ces facilitateurs?
La région Ypres-Roulers s'est vue
attribuer un seul facilitateur.

Pourront-ils traiter les dossiers
dans les délais? Sur quels critères
se base-t-on lors de l'examen des
dossiers?
14.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, er
zijn 100 facilitatoren, waarvan 26 in Vlaanderen, 58 in Wallonië en 16
in Brussel. Er zijn ook een 15-tal coördinatoren. De verdeling over de
verschillende werkloosheidsbureaus van de RVA is gebeurd in functie
van het aantal werkzoekenden van de doelgroep die men op dat
moment benadert, afhangend van het specifieke
werkloosheidsbureau. Als er in uw regio slechts een facilitator is
toegewezen, mevrouw Lahaye-Battheu, dan is dat wellicht goed
nieuws voor de 20- tot 30-jarigen in uw regio want dat betekent dat de
werkloosheid er een stuk minder groot is dan in heel wat andere
regio's.

Op basis van de berekeningen van de RVA zijn die 115 personen
voldoende om de dossiers tijdig te kunnen afhandelen. Het is dus echt
op basis van hun prognoses dat we tot de aanwerving van precies dat
aantal mensen zijn overgegaan. Om u een idee te geven, het
volgende. Van de eerste doelgroep ontvingen er in Vlaanderen 11.539
personen een brief, in Wallonië 20.634 personen en in Brussel 6.240
in Brussel. Dat schetst al duidelijk de verhoudingen. Hieruit blijkt dat
er, zeker bij jongeren, een veel grotere werkloosheid is in Wallonië en
vooral in Brussel, in verhouding tot het totale bevolkingscijfer. Men zal
dit eigenlijk ook altijd terugvinden in de verdeling. Volgens mij is dat
de enige logische manier is om te werk te gaan, wetende dat de
werkdruk uiteraard hoger zal zijn waar er meer werklozen zijn.
14.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Cent facilitateurs ­ 26 en
Flandre, 58 en Wallonie et 16 à
Bruxelles
­ et quinze
coordinateurs ont été engagés. Ce
nombre a été déterminé sur la
base des projections de l'ONEm.
Les facilitateurs sont répartis en
fonction du nombre de
demandeurs d'emploi. Si un seul
facilitateur a été recruté dans votre
arrondissement, on peut en
conclure que ce dernier recense
peu de jeunes chômeurs.

En Flandre, 11.539 personnes ont
été invitées à participer à un
entretien avec le facilitateur. A
Bruxelles, ils étaient 6.240 et en
Wallonie, 20.634. Les facilitateurs
ont été engagés selon la même
répartition.
14.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor haar duidelijk antwoord.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Werk over "het adoptieverlof"
(nr. 3950)
15 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de l'Emploi sur "le congé d'adoption"
(n° 3950)
15.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, dit is
een vraagje dat verband houdt met de interpretatie. Mij werd
gevraagd of in volgend concreet geval adoptieverlof van toepassing
is.

Het gaat om een nieuw samengesteld gezin. Een man wil de zoon
van zijn vrouw uit een eerder huwelijk en van wie de biologische vader
spoorloos is, erkennen. Die jongen krijgt met andere woorden de
rechten en plichten van een eigen kind van die man in geval van
adoptie. Is in dergelijke situatie het adoptieverlof van toepassing? Kan
de man die de zoon adopteert, hoewel hij al jaren een feitelijk gezin
uitmaakt met de moeder en de zoon zelf, een beroep doen op
adoptieverlof? Kent u identieke situaties die in het verleden al
aanleiding hebben gegeven tot interpretatie of onduidelijkheid? Acht u
het noodzakelijk om maatregelen te nemen om hier bijvoorbeeld
enige verduidelijking te brengen?
15.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La réglementation en
matière de congé d'adoption prête
parfois à confusion. Envisageons
le cas concret d'un homme qui
adopte l'enfant de sa nouvelle
épouse. A-t-il droit au congé
d'adoption? La ministre a-t-elle
connaissance d'autres cas de ce
type? Précisera-t-elle la
réglementation?
15.02 Minister Freya Van den Bossche: In de wet staat dat de
werknemer die in het kader van adoptie een kind in zijn gezin onthaalt
en die met het oog op de zorg voor dat kind recht heeft op
adoptieverlof. Daarin wordt heel expliciet verwezen naar de adoptie en
de doelstelling van het onthaal van het kind. Ze refereren duidelijk aan
de inschrijving in het bevolkingsregister. Vaak zul je meemaken dat
zo'n kind al ingeschreven is in het bevolkingsregister, wellicht op
naam van en enkel van de moeder. Als er iemand wordt toegevoegd
aan het gezin, zal die daar geen specifiek verlof voor kunnen
opnemen, omdat je maar een keer een kind inschrijft in het
bevolkingsregister. Ingeval u weet hebt van mensen bij wie er
moeilijkheden zijn qua interpretatie of onduidelijkheden, wil ik dat
gerust bekijken. Ik denk zelf dat het wettelijk vrij duidelijk is geregeld
en dat het criterium vrij objectief is.
15.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Il est tenu compte, pour
une adoption, de l'inscription au
registre de la population. Dans le
cas évoqué par Mme Lahaye-
Battheu, l'inscription précède de
loin l'adoption. Par conséquent,
l'intéressé n'a pas droit au congé
d'adoption. La législation est claire
sur ce point mais je reste à votre
disposition pour examiner les cas
ambigus.
15.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, dat
was ook mijn interpretatie van het concrete geval. Adoptieverlof is
eigenlijk bedoeld om mensen de tijd te gunnen het kind te onthalen,
zich aan te passen aan het kind en omgekeerd. In het geval dat ik heb
voorgelegd, blijkt dat men al jaren samen een feitelijk gezin vormt,
zodat er op adoptieverlof geen beroep kan worden gedaan. Ik wilde
dat nog eens horen van de minister zelf.
15.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La réponse de la ministre
clarifie les choses.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik wil de leden die aanwezig zijn meedelen dat de vergadering van morgennamiddag niet
kan doorgaan wegens ziekte van de staatssecretaris.

Daarmee komen we aan het laatste punt van de agenda. Ik heb zelf ook een vraag ingediend.
16 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Werk over "het falend Brussels
werkgelegenheidsbeleid en de uitvoering van de gemaakte afspraken hieromtrent in de schoot van de
werkgelegenheidsconferentie" (nr. 4135)
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
16 Question de M. Hans Bonte à la ministre de l'Emploi sur "l'échec de la Politique de l'emploi à
Bruxelles et l'exécution des engagements pris à cet égard au sein de la conférence sur l'emploi"
(n° 4135)
16.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik zal bondig
zijn. Ingevolge het falen met betrekking tot DHL is er thans heel wat te
doen omtrent de manier waarop de regio Vlaams-Brabant en meer
specifiek de rand rond Brussel, kampt met economische tegenslagen.
Er wordt ook nagedacht over de manier waarop dit kan worden
verholpen.

Uit een zeer recente analyse die in opdracht van het provinciebestuur
en in samenwerking met een aantal universitaire instanties werd
gemaakt, blijkt zeer duidelijk dat men de economische ramp ten
gevolge van het faillissement van Sabena absoluut niet te boven is
gekomen. Dat blijkt, onder andere, uit lagere economische groeicijfers
in de luchthavenregio in vergelijking met de rest van Vlaanderen, wat
absoluut uitzonderlijk is als men naar de voorbije veertig of vijftig jaar
kijkt. Er is een toename van de werkloosheid, inclusief de structurele
werkloosheid. Telkens worden we ook geconfronteerd ­ begrijpe wie
begrijpen kan ­ met de aanwezigheid van knelpuntvacatures,
vacatures die ook door luchthavengebonden bedrijven niet worden
ingevuld, terwijl men op een boogscheut van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest vertoeft waar maar liefst 85.000
uitkeringsgerechtigde werklozen zitten.

Het is al langer bekend dat de doorstroming vanuit Brussel naar
bedrijven op Vlaams grondgebied problematisch is. Recent werd de
vinger nogmaals op de wonde gelegd, onder andere in een artikel in
Knack waarin andermaal wordt aangetoond dat de bemiddelings- en
begeleidingsdiensten voor werklozen in onze hoofdstad allesbehalve
goed functioneren. Ik heb als lokaal verantwoordelijke recent bewijs
geleverd gezien ­ iets dat we al lang aanvoelen ­ dat Brusselse
werklozen, een beetje hopeloos op zoek naar steun en begeleiding,
zich steeds meer inschrijven in de werkloosheidskantoren en VDAB-
kantoren van de regio, van Vilvoorde bijvoorbeeld. Dat aantal groeit.

Ik heb hetzelfde probleem kunnen vaststellen toen een analyse werd
gemaakt van de evolutie van het cliënteel van Instant A, een sociaal
interim-kantoor dat een samenwerking is tussen twee privé-
interimkantoren en een door de Vlaamse regering erkende VZW die
tot doel heeft toe te werken naar risicojongeren in termen van
werkloosheid. Dat zijn dus de min-30-jarigen, die meestal andere
problemen dan enkel het werkloos zijn cumuleren. Het Instant A-
kantoor in Vilvoorde blijkt echter ook steeds meer als brug te
functioneren naar de tewerkstelling in zowel de rand als in Brussel.
Dat is toch wel heel alarmerend. Op die manier worden de 85.000
werkzoekenden in Brussel immers achtergesteld op het vlak van
ondersteuning. Dat geldt zeker voor jongeren, die ook in onze
hoofdstad en masse werkloos zijn. Ook voor hen zijn de cijfers
alarmerend. Ze worden op die manier gedwongen om in de rand te
gaan leven.

De kwestie heeft dus een lang debat nodig, maar nog veel meer heeft
ze concrete beslissingen nodig teneinde de bestrijding van de
werkloosheid in de hoofdstad succesvol te kunnen aanpakken. Ook
moeten deze beslissingen toelaten om op een efficiënte manier de
brug te kunnen maken naar werklozen in de hoofdstad en in de rand
16.01 Hans Bonte (sp.a-spirit):
La faillite de la Sabena laisse
encore des traces dans la région.
Il est toutefois étonnant de
constater qu'il y a pénurie de main
d'oeuvre pour certaines fonctions
alors que Bruxelles, si proche,
compte 85.000 chômeurs.

Les conséquences des problèmes
qui se posent sur le marché de
l'emploi à Bruxelles sont
directement ressenties dans la
périphérie flamande. Les agences
de travail intérimaire, les boutiques
d'emploi et les organismes qui
proposent des cours de
néerlandais enregistrent un afflux
croissant de demandeurs d'emploi
bruxellois.

Quelles décisions ont été prises
dans le cadre de la conférence sur
l'emploi qui s'est tenue au
printemps 2004, dans le but
notamment de redynamiser le
fonctionnement du marché de
l'emploi à Bruxelles. Ces décisions
ont-elles été mises en oeuvre?
Est-il prévu d'organiser une
nouvelle conférence
interministérielle pour mieux
accorder les politiques des
autorités régionales compétentes?

Au niveau de Bruxelles, bien des
choses doivent changer:
harmonisation des banques de
données de l'ORBEM avec celles
des autres régions, investissement
accru dans les cours de langue,
développement d'instruments
adaptés aux groupes cibles et
convocation plus fréquente des
demandeurs d'emploi. Mme Van
den Bossche est-elle disposée à
évoquer ce dossier avec son
homologue bruxellois?
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
rond Brussel.

Mevrouw de minister, derhalve heb ik een paar vragen.

Ten eerste, graag wil ik nog eens worden geïnformeerd over de
engagementen die inmiddels werden genomen, ook door de
Brusselse beleidsverantwoordelijken, in het kader van de
Werkgelegenheidsconferentie van 2004. Wat werd daar op de
agenda gezet en welke engagementen werden er genomen?

Ten tweede, een logische vraag is hoe ver het staat met de uitwerking
van de engagementen. Meer specifiek wou ik weten wat de precieze
kalender is van de Interministeriële Conferentie. Ik herinner mij vaag
dat op een bepaald moment ook een tijdstip zou worden afgesproken
waarop de engagementen van de Werkgelegenheidsconferentie
zouden worden geëvalueerd. Daarvan is de timing mij op dit moment
onbekend. Daarom stel ik dus deze vraag.

Ten derde, ik weet dat uw bevoegdheden op dat vlak relatief zijn,
maar een federale minister van Werk kan misschien toch een beetje
als hefboom functioneren om een aantal knelpunten weg te werken, in
samenspraak met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik zie vier
knelpunten.

Ten eerste, de BDGA zou effectief moeten beschikken over de
vacatures in Vlaanderen. Het is absurd dat men in Brussel de
vacatures van bijvoorbeeld DHL of Aviapartner niet kent. Men stelt
dan achteraf vast dat er nauwelijks Brusselaars werken. Ik wil dus
pleiten voor het effectief zoeken naar de mogelijkheid om de
databanken te koppelen en de fiches aan te sluiten op de juiste
plaats.

Ten tweede, de eentaligheid van de Brusselse werkzoekenden is een
zeer dominant gegeven. Men kan daaruit veel lessen trekken, ook
voor het onderwijsbeleid en het remediërend taalonderwijs in de
hoofdstad. Ik vermoed dat dit niet direct uw bevoegdheid is, maar er
zou in elk geval meer en beter moeten worden geïnvesteerd in
taallessen in de hoofdstad.

Ten derde, ook in de hoofdstad is er een behoefte aan instrumenten
op maat voor specifieke doelgroepen. Ik heb verwezen naar Instant A,
in Vlaanderen een bekend begrip, en dat zijn diensten bewezen heeft
op het vlak van tewerkstellingskansen voor laaggeschoolden en
risicogroepen in de jeugdwerkloosheid.

Ten vierde, er moet meer werk worden gemaakt van de oproeping
van werkzoekenden. Ik hoor zeer veel dat men als werkzoekende
nooit iets hoort van de begeleidingsdiensten.

Mevrouw de minister, dit was een uitgebreide vraag, die ik u toch wou
stellen om de problematiek onder uw aandacht te brengen, op een
moment dat een aantal belangrijke knopen zullen worden doorgehakt.
16.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer Bonte, ik zal in de
mate van het mogelijke zo concreet mogelijk vanuit deze stoel
trachten te antwoorden. In het samenwerkingsakkoord tussen de
regionale ministers van Werk staat een aantal maatregelen die in
grote lijnen voor oplossingen zouden moeten kunnen zorgen. De
16.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'accord de coopération
qu'ont conclu les ministres
régionaux de l'Emploi apporte de
nombreuses solutions aux
26/10/2004
CRIV 51
COM 368
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
uitwisselingssystemen voor niet-ingevulde vacatures en cv's van
werkzoekenden zijn uw voornaamste zorg en terecht. De databanken
zouden terecht moeten kunnen worden samengevoegd.

U haalt ook het probleem van de eentaligheid aan. Dat is zeker juist.
Aan het onderwijs kan ik echter niets doen. Ik mag mij bovendien niet
uitspreken over de bevoegdheden van andere ministers en zeker niet
wanneer ze zich in een andere regering bevinden. Ik denk dat betere
taalopleidingen de werkgelegenheid wel ten goede zouden komen.

Er wordt daarin ook gesproken over de stages, de regio-
overschrijdende opleidingen, de bevordering van de interregionale
mobiliteit, de opmaak van een gecoördineerd actieplan van Brussel
Rand, de structurele samenwerking tussen de publieke
bemiddelingsdiensten. Dat laatste is ook belangrijk bij sluitingen en
herstructureringen van ondernemingen met een regio-overschrijdende
dimensie. DHL is daarvan een mooi voorbeeld. Ik denk dat dat niet
gemakkelijk wordt, gezien de cultuur die nu hier en daar heerst. Wij
moeten dat echter doen.

Door de wissels in de regionale regeringen en de heropstart is er nog
geen uitvoering gegeven aan het akkoord. Ik zal op informele manier,
gelet op mijn beperkte bevoegdheid op het terrein, eens toetsen wie
waarmee bezig is en in de mate van het mogelijke personen
samenbrengen zonder evenwel mijn visie op te dringen. Later kan ik
dat misschien formeel in de interministeriële conferentie onder de
aandacht brengen. Ik zal nu reeds het signaal geven dat het een
belangrijk thema is, dat van nabij moet worden gevolgd. Ik zal het
thema met enige voorzichtigheid maar toch nauwgezet in het oog
houden.
problèmes évoqués par M. Bonte.
Je songe notamment aux
instruments d'échange pour les
vacances d'emploi qui restent à
pourvoir et pour les curriculum
vitae de demandeurs d'emploi.

Je ne puis intervenir en ce qui
concerne les éventuels problèmes
relatifs aux cours de langue. Je
me garde bien de me prononcer
sur des matières relevant de la
compétence de mes collègues
ministres, surtout lorsque ceux-ci
font partie d'un autre
gouvernement.

Autres pistes de coopération: les
formations transrégionales, la
promotion de la mobilité
interrégionale, un plan d'action
coordonné pour la périphérie et
une coopération structurelle des
services publics de placement.

Les gouvernements régionaux
viennent seulement de se pencher
sur la question, si bien que
l'accord n'a pas encore été mis en
oeuvre. Je veux bien vérifier l'état
d'avancement du dossier et
examiner comment je pourrai,
dans la mesure du possible,
donner de nouvelles impulsions au
dossier. Cet engagement pourra
ultérieurement être formalisé dans
le cadre d'une conférence
interministérielle.
16.03 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, bedankt voor
uw antwoord.

Ik wil gewoon het volgende meegeven. Wij zijn met zijn allen in het
politiek systeem geëngageerd in de ambitie om zo snel mogelijk de
werkloosheid terug te dringen. Het is zonneklaar dat, indien wij
daadwerkelijk efficiëntere bruggen zouden slaan tussen de hoofdstad
en de rand rond de hoofdstad - wetende dat er knelpuntvacatures zijn
en dat daar een zeer groot arbeidspotentieel is -, wij op dat vlak ook
relatief snel tot positieve resultaten kunnen komen in termen van
arbeidsmarktresultaten.

Ik dring erop aan dat u, eventueel inderdaad langs informele weg,
toch zeer ongeduldig zou zijn.
16.03 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Dès qu'un certain nombre de
problèmes auront été réglés, je
pense que nous pourrons
rapidement aboutir à des résultats.
Je demande à la ministre de se
montrer particulièrement
impatiente.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

La réunion publique de commission est levée à 12.10 heures.
CRIV 51
COM 368
26/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.10 uur.