CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 354
CRIV 51 COM 354
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
19-10-2004
19-10-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Alain Courtois à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le corps de
sécurité" (n° 3607)
1
Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps" (nr. 3607)
1
Orateurs: Alain Courtois, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice, Miguel Chevalier
Sprekers: Alain Courtois, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie,
Miguel Chevalier
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. François Bellot à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le renforcement de
l'équipe des juges de Dinant par un magistrat
instructeur" (n° 3814)
3
- de heer François Bellot aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
versterking van de groep rechters te Dinant met
een onderzoeksmagistraat" (nr. 3814)
3
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "un juge d'instruction
supplémentaire pour le tribunal de Dinant"
(n° 3920)
3
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "een
bijkomende onderzoeksrechter voor de rechtbank
van Dinant" (nr. 3920)
3
Orateurs:
François Bellot, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
François Bellot, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de M. Miguel Chevalier à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
calcul de l'ancienneté des magistrats" (n° 3691)
5
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
berekening van de anciënniteit van magistraten"
(nr. 3691)
5
Orateurs:
Miguel Chevalier, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Miguel Chevalier, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Alain Courtois à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le Conseil
central de surveillance pénitentiaire et les
commissions de surveillance" (n° 3712)
6
Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
Centrale Toezichtsraad voor het
Gevangeniswezen en de commissies van
toezicht" (nr. 3712)
6
Orateurs: Alain Courtois, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Alain Courtois, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Martine Taelman à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'accord de coopération en matière d'adoption"
(n° 3828)
8
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de samenwerkingsovereenkomst inzake adoptie"
(nr. 3828)
8
Orateurs:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. François Bellot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la détresse
du greffe de Namur" (n° 3813)
11
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
ontreddering op de griffie van Namen" (nr. 3813)
11
Orateurs:
François Bellot, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
François Bellot, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
prescription des dossiers répressifs fiscaux"
(n° 3840)
12
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
verjaring van fiscale strafdossiers" (nr. 3840)
12
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la problématique du curateur des biens
mobiliers" (n° 3843)
13
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de problematiek van de curator over
roerende goederen" (nr. 3843)
13
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les règles à suivre lors de l'établissement des
listes d'experts" (n° 3807)
16
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de regels te hanteren bij de opmaak van de
lijsten van deskundigen" (nr. 3807)
16
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'affectation de la caserne militaire de
Poelkapelle" (n° 3808)
17
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de bestemming van de legerkazerne te
Poelkapelle" (nr. 3808)
17
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arriéré actuel au sein des maisons de justice"
(n° 3809)
18
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de huidige achterstand van de
justitiehuizen" (nr. 3809)
18
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Interpellation de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la lutte contre la fraude sociale" (n° 436)
20
Interpellatie van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
tot de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de aanpak van de sociale fraude" (nr. 436)
20
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
frais de justice en matière répressive" (n° 3909)
22
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
gerechtskosten in strafzaken" (nr. 3909)
22
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
collaboration des parquets avec le Comité P"
(n° 3889)
25
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
samenwerking tussen de parketten en het Comité
P" (nr. 3889)
25
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le langage
utilisé dans les jugements et les autres actes
judiciaires" (n° 3926)
28
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
taalgebruik in vonnissen en andere gerechtelijke
akten" (nr. 3926)
28
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'envoi d'une
copie du jugement en matière pénale" (n° 3932)
30
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
toesturen van een afschrift van het vonnis in
30
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
strafzaken" (nr. 3932)
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Interpellation et questions jointes de
31
Samengevoegde interpellatie en vragen van
31
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les incessantes
évasions à la prison de Nivelles" (n° 446)
31
- de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
aanhoudende ontsnappingen uit de gevangenis
van Nijvel" (nr. 446)
31
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les nouvelles évasions
à la prison de Nivelles" (n° 3933)
31
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de nieuwe
ontsnappingen uit de gevangenis van Nijvel"
(nr. 3933)
31
- Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les nouvelles
évasions de l'établissement pénitentiaire de
Nivelles" (n° 3966)
31
- mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de nieuwe
drievoudige ontsnapping uit de gevangenis van
Nijvel" (nr. 3966)
31
Orateurs: Bart Laeremans, Tony Van Parys,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice, Valérie De Bue
Sprekers: Bart Laeremans, Tony Van Parys,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie, Valérie De Bue
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
dépenses de personnel des magistrats, greffes et
parquets" (n° 3910)
38
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsuitgaven van de magistraten, griffies
en parketten" (nr. 3910)
38
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
effectifs et les dépenses de personnel de
l'administration centrale du département de la
Justice" (n° 3925)
40
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsbezetting en de personeelsuitgaven
van de centrale administratie van het departement
Justitie" (nr. 3925)
39
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Valérie De Bue à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
transfert de la compétence du règlement collectif
de dettes du tribunal de première instance vers le
tribunal de travail" (n° 3940)
41
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
overheveling van de bevoegdheid inzake de
collectieve schuldenregeling van de rechtbank
van eerste aanleg naar de arbeidsrechtbank"
(nr. 3940)
41
Orateurs: Valérie De Bue, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers:
Valérie De Bue, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de l'Emploi et au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la lutte contre les
auteurs et les pourvoyeurs de spywares"
(n° 3955)
42
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Werk en aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de strijd tegen de
ontwerpers en de verkopers van spywares"
(nr. 3955)
42
Orateurs:
Colette Burgeon, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Colette Burgeon, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
19
OCTOBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
19
OKTOBER
2004
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.06 heures par M. Alfons Borginon, président.
De vergadering wordt geopend om 10.06 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
01 Question de M. Alain Courtois à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le corps de
01 Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps" (nr. 3607)
01.01 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, ma question avait en fait été rédigée au mois de septembre
mais vous savez que des événements et quelques publications dans
la presse la rendent à nouveau d'actualité. Je la posais, comme je le
fais d'ailleurs pratiquement tous les mois et demi, pour savoir où en
est la situation du corps de sécurité, particulièrement à Bruxelles. Je
me suis encore renseigné la semaine dernière: la situation à Bruxelles
n'est quand même pas très facile pour les magistrats puisqu'ils
attendent des heures avant que les détenus soient amenés dans les
salles d'audiences.
De plus, il y a toute la problématique des communes qui ont des
établissements pénitentiaires ou un palais de justice dans leur zone.
Ces communes sont obérées de certains agents de police qui feraient
mieux d'être ailleurs.
Depuis quelque temps, on a posé des questions relatives à ce corps
de sécurité pour connaître son importance en termes de membres,
pour savoir comment les cadres allaient être remplis. Nous savons
qu'il y a à Bruxelles une situation particulière où, forcément, les gens
ne veulent pas venir car le travail à accomplir est beaucoup plus
important.
Bref, monsieur le président, je souhaiterais apprendre de Mme la
ministre de la Justice où on en est dans ce corps de sécurité. Quel
est le nombre d'agents de sécurité en fonction? Quelle est la
répartition par zone de police et qu'en est-il plus spécifiquement pour
la situation à Bruxelles?
Qu'en est-il de la procédure de recrutement? La ministre avait
souligné lors d'une précédente interpellation la façon dont on allait
recruter les agents: j'aimerais savoir où on en est. L'objectif annoncé
au mois de mars dernier lors d'une précédente interpellation sera-t-il
enfin atteint?
01.01 Alain Courtois (MR): De
magistraten moeten uren wachten
voordat de gedetineerden de
rechtszaal worden binnengeleid.
Daarnaast is er nog de
problematiek van de gemeenten
met een gevangenis of een
gerechtsgebouw binnen hun zone.
Wat is de huidige stand van zaken
in verband met het
veiligheidskorps? Over hoeveel
agenten in functie beschikt het?
Hoe zijn deze laatsten over de
onderscheiden politiezones
verdeeld? Hoe is het meer
specifiek in Brussel gesteld?
Volgens welke procedure verloopt
de werving?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Le corps de sécurité est
constitué aujourd'hui de 161 membres parmi lesquels 111 ont entamé
01.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het veiligheidskorps telt 161 leden,
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
leur formation en date du 6 septembre dernier. Cette formation durera
46 jours ouvrables, ce qui signifie qu'elle se terminera le 16
novembre. Les zones de police qui bénéficient de l'apport du corps de
sécurité sont au nombre de 26, à savoir: Andenne, Anvers, Arlon,
Basse-Meuse, Bruges, Bruxelles-Capitale-Ixelles, Bruxelles-Midi,
Dendermonde, Dinant, Gant, Hasselt, Hoogstraeten, Huy, Ypres,
Louvain, Malines, Mons, Namur, Nivelles, Audenaerde, Charleroi,
Tongres, Turnhout, Tournai, Tubize et Verviers. Si nécessaire, je
peux vous transmettre un tableau précis de la répartition du personnel
au sein des zones.
Dans le cadre du débat contradictoire entre le gouvernement et les
zones de police et qui s'est conclu en 2003, la non-existence du corps
de sécurité a été prise en compte et compensée financièrement par
une dotation complémentaire fédérale aux zones de l'ordre de cinq
millions d'euros. Une fois le corps de sécurité pleinement
opérationnel, l'affectation de ce montant fera l'objet d'un réexamen.
Ceci interviendra vraisemblablement en 2006.
Je précise également que les 30 et 31 mars derniers, le
gouvernement a décidé un apport complémentaire de cent membres
pour le corps de sécurité en 2006.
Il est donc bel et bien question pour moi d'un corps de sécurité
puisque comme je viens de le dire, 161 personnes en font d'ores et
déjà partie. Les inscriptions pour un nouveau recrutement via le Selor
ont été clôturées le 18 septembre dernier. Il s'agit d'un recrutement
d'assistants de sécurité adjoints, organisé spécifiquement pour
Bruxelles et ouvert aux non-militaires.
Les lauréats entreront en service dans le courant du premier
semestre 2005.
Pour votre information, se sont portés candidats à cet examen 831
néerlandophones et 1.625 francophones; pouvaient se porter
candidats, les titulaires d'un diplôme de l'enseignement secondaire
supérieur issus de la vie civile.
A l'issue de ce concours, nous espérons pouvoir disposer d'une
réserve de recrutement nous permettant de compléter, en outre,
l'ensemble du cadre, comme je viens de le souligner.
Nous ne procédons plus actuellement à un recrutement au sein du
personnel militaire. Ce dernier ne nous permet pas, en effet, de
couvrir les besoins inhérents à Bruxelles.
waarvan er 111 op 6 september
jongstleden een opleiding van 46
werkdagen hebben aangevat.
26 politiezones kunnen op de
diensten van het korps rekenen. Ik
kan u een tabel met de verdeling
van de getalsterkte bezorgen.
Met de afwezigheid van het
veiligheidskorps werd financieel
rekening gehouden door middel
van een aanvullende federale
dotatie van 5 miljoen euro aan de
zones.
De regering besliste onlangs het
veiligheidskorps met 100 leden uit
te breiden.
Op 18 september werden de
inschrijvingen voor een nieuwe
werving van adjunct-stadswachten
voor Brussel door SELOR
afgesloten.
De geslaagden voor het examen
zullen in de loop van de eerste
helft van 2005 in dienst treden.
We werven geen personeel meer
onder de militairen omdat deze
niet geschikt zijn om de typisch
Brusselse problemen het hoofd te
bieden.
01.03 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, je remercie Mme
la ministre pour sa réponse dont je me permets de demander une
copie. Je répète simplement qu'il ne s'agit pas ici de susciter la
polémique mais de faire en sorte que les magistrats puissent juger les
détenus en temps voulu.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mijnheer Chevalier, mag ik eerst de samengevoegde vragen van de heren Bellot en
Wathelet aan bod laten komen? De heer Wathelet moet om 11 uur het Forum bijwonen.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.04 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik trek vraag
nr. 3690 in omdat zij reeds door een andere spreker werd gesteld en
de minister een antwoord heeft verstrekt.
02 Questions jointes de
- M. François Bellot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le renforcement de
l'équipe des juges de Dinant par un magistrat instructeur" (n° 3814)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "un juge d'instruction
supplémentaire pour le tribunal de Dinant" (n° 3920)
02 Samengevoegde vragen van
- de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de versterking van
de groep rechters te Dinant met een onderzoeksmagistraat" (nr. 3814)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "een bijkomende
onderzoeksrechter voor de rechtbank van Dinant" (nr. 3920)
02.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, tout d'abord, je vous remercie d'anticiper
ces questions en raison de l'agenda de M. Wathelet qui participe au
forum institutionnel.
J'ai pu lire tout récemment dans la presse votre intention de renforcer
l'équipe de magistrats de l'arrondissement judiciaire de Dinant en
charge de l'affaire Fourniret par un magistrat instructeur, nommé
parmi les juges du siège dinantais. Vous n'êtes pas sans savoir qu'il
existe déjà une surcharge de travail quotidienne au palais de justice
de Dinant. Dès lors, est-il dans les intentions de Mme la ministre de
procéder au remplacement du juge dinantais nommé magistrat
instructeur, afin que les affaires couramment traitées par ce magistrat
désigné ne traînent pas, notamment les affaires en référé dont le
nombre est en moyenne de huit par mois?
02.01 François Bellot (MR):
Volgens persberichten zou u van
plan zijn het team van magistraten
van het gerechtelijk
arrondissement Dinant, dat met de
zaak Fourniret is belast, uit te
breiden met een
onderzoeksmagistraat, die onder
de leden van de Dinantse zetel
zou worden benoemd. Zal u in de
vervanging van die Dinantse
rechter voorzien, zodat de zaken
die de betrokkene doorgaans
behandelt niet blijven aanslepen?
02.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je vous
remercie ainsi que les autres membres et Mme la ministre de bien
vouloir traiter cette question plus tôt que prévu.
J'apprends par la presse que le président du tribunal de première
instance de Dinant aurait réclamé l'arrivée d'un juge d'instruction
supplémentaire un troisième pour décharger d'autres dossiers le
juge Bernard Claude en charge de l'affaire Fourniret. On peut le
comprendre.
A la suite de cette information, mes questions sont les suivantes.
Confirmez-vous cette information? Avez-vous donné écho à cette
demande? J'ai cru lire une réponse affirmative à cette question mais
je vous saurais gré de me le confirmer.
Sur quelle base ce troisième juge d'instruction interviendra-t-il? Est-ce
une affectation temporaire? Est-ce une nomination, une situation
transitoire?
Dans le même sens de ce que M. Bellot vient de dire, il semblerait
que le juge pressenti pour cette place soit déjà titulaire de
nombreuses audiences M. Bellot a cité des chiffres. Sera-t-il
remplacé? Dans l'affirmative, de quelle manière?
Plus généralement, on peut aisément comprendre que ce dossier
important et complexe mobilise un grand nombre de forces et de
02.02 Melchior Wathelet (cdH):
Naar verluidt vraagt de voorzitter
van de rechtbank van eerste
aanleg van Dinant dat een derde
onderzoeksrechter zou worden
aangesteld teneinde rechter
Bernard Claude, die met het
dossier Fourniret is belast, te
ontlasten. Klopt dat bericht en wat
zijn uw intenties in verband met
dat verzoek? Zal die derde
onderzoeksrechter tijdelijk of voor
een overgangsperiode worden
aangesteld of betreft het een
benoeming? Zal u in de
vervanging voorzien van de
rechter die voor die post wordt
benaderd? Zo ja, op welke
manier? Hoewel voor het dossier
Fourniret heel wat middelen
moeten worden ingezet, is het
zaak de gerechtelijke achterstand
niet te laten oplopen.
Moeten we niet op zoek naar een
structurele oplossing voor de
problemen van de hoven van
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
personnes supplémentaires. Cependant, il est important de replacer
ce dossier particulier dans le cadre plus large de l'aggravation de
l'arriéré judiciaire engendré par le traitement de certains dossiers
relevant potentiellement de cours d'assises. Ainsi, les affaires Dutroux
et Cools ont nécessité l'affectation de longue durée de quatre
magistrats supplémentaires, ce qui a aggravé l'arriéré judiciaire,
comme le rappelle le rapport de fonctionnement de la cour d'appel de
Liège notamment.
La problématique des cours d'assises est identique dans toutes les
cours d'appel. Une réflexion ne pourrait-elle avoir lieu à ce sujet? Je
lance une piste. Ne conviendrait-il pas d'envisager une solution
structurelle telle que la constitution d'une réserve de magistrats
disponibles auxquels il pourrait être fait appel pour le traitement
d'affaires "hors du commun", notamment celles qui relèveraient
potentiellement de cours d'assises?
assisen? Zouden we niet een
reserve van magistraten kunnen
samenstellen die met de
behandeling van "buitengewone"
dossiers zou worden belast?
02.03 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Wathelet, je vous informe que j'ai marqué mon accord sur la création
temporaire d'un troisième cabinet d'instruction à Dinant dans le cadre
de l'affaire Fourniret afin de renforcer l'équipe de magistrats du
tribunal de première instance. J'ai également autorisé la désignation
d'un juge de complément supplémentaire dans le ressort de la cour
d'appel de Liège afin qu'il puisse être affecté en fonction des besoins
à Dinant.
En outre, l'équipe administrative sera, elle aussi, renforcée. Ainsi, une
délégation de greffiers adjoints et le recrutement d'un employé
interviendront sous peu. L'équipe administrative du parquet sera
également renforcée via le recrutement d'un employé supplémentaire.
Comme vous le savez, dès mon entrée en fonction, mon attention a
été attirée par la problématique rencontrée par les cours d'assises. Il
est vrai que nous avons vécu deux procès exceptionnels qui ont mis
grandement à contribution la cour d'appel de Liège et ont
certainement entraîné un retard dans le traitement des autres affaires.
Vous savez également que je souhaite qu'une réflexion relative à la
réforme de la cour d'assises soit menée afin d'éviter qu'un arriéré
judiciaire ne s'y développe. J'ai également abordé cette question,
notamment lors de la conclusion du protocole d'accord avec la cour
d'appel d'Anvers où une réponse structurelle a été mise en place.
Dans le cadre des discussions qui ont commencé avec le premier
président de la cour d'appel de Liège, cet aspect problématique a
également été abordé. J'aimerais ici aussi pouvoir dégager une
solution structurelle. Toutefois, cette solution structurelle ne peut être
dégagée qu'au niveau du ressort de la cour d'appel. Dans l'état actuel
de la législation, il n'est pas possible de créer une réserve de
magistrats; nous devons travailler avec les magistrats de
complément. C'est ainsi que dans le ressort des cours d'appel de
Mons et de Liège, tous les juges de complément sont nommés sur la
base de l'article 100, ce qui permet de renforcer la mobilité et donne
au premier président une latitude pour répondre à des besoins
particuliers soit pour traiter des affaires hors du commun soit, comme
vous l'évoquez mais aussi plus pratiquement, pour pallier les
absences pour cause de maladie de longue durée.
02.03 Minister Laurette Onkelinx
Ik heb inderdaad ingestemd met
de tijdelijke oprichting van een
derde onderzoekskabinet te
Dinant en met de aanwijzing van
een extra toegevoegde rechter.
Ook voor het administratief
personeel komt er versterking.
Mijn bijzondere aandacht gaat
naar de problemen van de hoven
van assisen. We moeten nagaan
hoe we kunnen voorkomen dat
daar een gerechtelijke achterstand
ontstaat. Die vraag kwam in het
protocolakkoord met het hof van
beroep te Antwerpen aan bod en
er werd een structurele oplossing
aan gegeven.
Ook voor het probleem bij het hof
van beroep te Luik moet een
structurele oplossing worden
aangedragen. Krachtens de
bestaande wetgeving is het echter
niet mogelijk een reserve van
magistraten samen te stellen.
Het is voorts mijn plicht de
beperkte middelen waarover mijn
departement beschikt op een
billijke en doeltreffende manier te
beheren.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Je reste évidemment très attentive aux demandes formulées par les
autorités judiciaires, mais il m'appartient aussi de gérer au mieux nos
ressources limitées afin de répondre de manière équitable et
adéquate aux besoins exprimés.
02.04 François Bellot (MR): Merci, madame la ministre, j'ai obtenu
les informations que je souhaitais.
02.05 Melchior Wathelet (cdH): Merci, madame la ministre.
J'entends qu'une réponse structurelle a été apportée à Anvers. A
l'occasion, pourriez-vous me l'expliquer?
Pour Liège comme pour Anvers, cela ne pourra donc se faire que
dans le cadre d'un protocole. Et cela ne peut se faire que de cour
d'appel à cour d'appel?
02.05 Melchior Wathelet (cdH):
In Antwerpen werd een structurele
oplossing uitgewerkt. Zou u mij
daarover bij gelegenheid meer
inlichtingen kunnen verstrekken?
Kunnen de protocollen enkel
tussen hoven van beroep worden
gesloten?
02.06 Laurette Onkelinx, ministre: Comme je viens de le dire, nous
avons réglé le problème actuel de manière pragmatique.
02.07 Melchior Wathelet (cdH): Oui, avec les magistrats de
complément.
02.08 Laurette Onkelinx, ministre: Avec des magistrats de
complément, de nouveaux juges d'instruction, du personnel
administratif, des greffiers, etc. Nous avons donc voulu répondre très
concrètement à ce problème.
Pour ce qui concerne les cours d'assises en général, je vais lancer
prochainement un groupe de travail, puisque des questions se posent
au sujet de la cour d'assises: faut-il la maintenir oui ou non; faut-il la
maintenir telle quelle ou prévoir des modifications? De ce groupe de
travail, nous tirerons des conclusions qui pourraient permettre
d'apporter un amendement du gouvernement à ce que l'on appelle la
proposition de loi "grand Franchimont" qui est actuellement à l'étude
au Sénat.
Enfin, pour le moment, la possibilité de travailler via une réserve de
recrutement des magistrats n'existe pas. Donc, nous travaillons
autrement.
02.08
Minister
Laurette
Onkelinx: De huidige oplossing is
pragmatisch: indienstneming van
toegevoegde rechters, nieuwe
onderzoeksrechters, administratief
personeel en griffiers.
Binnenkort zal een werkgroep
worden opgericht die zich zal
beraden over een eventuele
hervorming van de assisenhoven.
De conclusies van die studie
zullen het mogelijk maken de
zogenaamde "Grote Franchimont"-
wet te wijzigen.
02.09 Melchior Wathelet (cdH): Je remercie la ministre. Nous
mettrons peut-être sur la table des pistes possibles.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
berekening van de anciënniteit van magistraten" (nr. 3691)
03 Question de M. Miguel Chevalier à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le calcul
03.01 Miguel Chevalier (VLD): Mevrouw de minister, op 30 juni
2004 werd door het Arbitragehof een uitspraak gedaan die vooral
financiële gevolgen heeft voor de magistraten die vroeger het ambt
van advocaat uitoefenden. Voor het arrest werd voor de berekening
van de geldelijke anciënniteit van magistraten de ervaring aan de
balie in aanmerking genomen verminderd met de eerste 4 jaren,
03.01 Miguel Chevalier (VLD):
La Cour d'arbitrage a estimé le 30
juin que la différence de régime
d'ancienneté entre les magistrats
qui ont été avocats dans le passé
et ceux qui ont d'abord travaillé
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
terwijl ervaring in de privé-sector of als zelfstandige, voor iemand die
bijvoorbeeld handelsrechter werd, vanaf het begin werd in rekening
gebracht werd.
Het Arbitragehof heeft in een arrest van juni 2004 echter beslist dat dit
verschil in behandeling niet redelijk verantwoord is en dat het een
schending inhoudt van het gelijkheidsbeginsel.
Deze uitspraak heeft natuurlijk gevolgen op financieel vlak aangezien
vele magistraten in een hogere weddeschaal terechtkomen wanneer
deze vier jaar worden toegevoegd aan hun anciënniteit. Bovendien
zou er ook retroactief achterstallig loon uitbetaald dienen te worden.
Ik had van de minister graag een antwoord gehad op de vraag of zij
eventueel een oplossing wil bieden aan deze uitspraak van het
Arbitragehof en welk tijdsschema zij voorziet om oplossingen en
gelden ter beschikking te stellen van de magistraten.
dans le secteur privé n'est pas
raisonnablement justifiée. Dès
lors, les quatre premières années
d'expérience comme avocat au
barreau seront désormais aussi
prises en compte pour le calcul de
l'ancienneté. De nombreux
magistrats seront donc insérés
dans une échelle barémique
supérieure et des arriérés de
traitement devront être payés avec
effet rétroactif. De quelle manière
la ministre pense-t-elle pouvoir
supporter les conséquences
financières de cette nouvelle
situation ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik nam
kennis van het arrest van het Arbitragehof van 30 juni 2004. Dit arrest
vernietigt gedeeltelijk artikel 365, §2, eerste lid, littera d van het
Gerechtelijk Wetboek van de wedden van de magistraten van de
gerechtelijke orde.
Ik heb mijn administratie reeds instructies gegeven zodat het arrest
van het Arbitragehof gevolgd wordt. Mijn administratie bereidt een
omzendbrief voor die naar alle magistraten zal worden gestuurd zodat
ze hun rechten op een herberekening van de anciënniteit voor de
weddenschaal kunnen doen gelden.
In het kader van de opmaak van de begroting 2005, waarmee men
nog steeds bezig is, heb ik de nodige kredieten aangevraagd zodat
deze regularisatie ook effectief kan gebeuren.
Tot slot is mijn administratie ook belast met de voorbereiding van een
voorontwerp van wet tot aanpassing van het artikel 365, §2, eerste lid,
littera a om het in overeenstemming te brengen met het arrest 116
van het Arbitragehof.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai déjà donné des
instructions à mon administration
en vue de l'exécution de l'arrêt de
la Cour d'arbitrage. Une circulaire
sera envoyée à tous les magistrats
afin qu'ils puissent faire valoir leurs
droits à un nouveau calcul de leur
ancienneté. J'ai demandé les
crédits nécessaires à cet effet
dans le cadre du budget 2005.
Mon administration prépare
également une adaptation de
l'article 365 du Code judiciaire afin
de le mettre en conformité avec
l'arrêt de la Cour d'arbitrage.
03.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
korte vraag gesteld, en ik heb van mevrouw de minister ook een kort
maar zeer duidelijk en verhelderend antwoord gekregen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 3693 van de heer Marinower wordt uitgesteld.
04 Question de M. Alain Courtois à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le Conseil
central de surveillance pénitentiaire et les commissions de surveillance" (n° 3712)
04 Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen en de commissies van toezicht" (nr. 3712)
04.01 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, j'avais été interpellé par un article de "La Libre Belgique" du
23 septembre qui faisait état des difficultés rencontrées dans le cadre
de la collaboration entre le Conseil central et les commissions de
surveillance auprès des prisons. Cet article faisait surtout référence à
04.01 Alain Courtois (MR): In
een artikel in de krant La Libre
Belgique van 23 september
jongstleden werd gewezen op de
gebrekkige samenwerking tussen
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
la commission de surveillance de la prison de Nivelles dans laquelle
des incidents se sont passés par la suite.
Cet article fait état d'un manque de collaboration entre le Conseil
central et les commissions de surveillance et notamment celle de la
prison de Nivelles, dont les membres se plaignent de courrier qui
n'aurait pas été suivi, de rapports adressés qui n'auraient pas été
suivis, etc. On évoque la problématique de la limite d'âge fixée à 60
ans pour pouvoir faire partie de ces organes. Le président de la
commission de Nivelles évoque également le flou qui a régné à la
suite de la dissolution des anciennes commissions administratives, ce
qui a encouragé certains gardiens à avoir, je cite "un comportement
navrant".
En outre, cet article fait état du pouvoir ou du manque de pouvoir réel
d'un directeur de prison et je cite la déclaration d'un directeur: "Le
directeur est le patron des détenus mais le patron des gardiens, c'est
l'administration pénitentiaire. Et à l'intérieur des établissements, les
syndicats ont tout à dire. En dépit du manque de formation, certains
surveillants font un travail admirable." Heureusement, allez-vous me
dire!
Mes questions sont donc les suivantes:
1. Les informations reprises dans "La Libre Belgique" sont-elles
correctes?
2. Comment s'organise la collaboration entre ce Conseil central et la
commission de surveillance?
3. La limite d'âge de 60 ans sera-t-elle revue à la hausse?
4. Enfin, où en sommes-nous dans la formation des agents
pénitentiaires? Ce problème a déjà été évoqué dans le cadre de la
discussion sur le projet Dupont.
Au vu de l'actualité de la prison de Nivelles, je pense que ces
questions méritent réponse.
de Centrale Toezichtsraad voor
het Gevangeniswezen en de
Commissies van Toezicht, en
meer bepaald de Commissie bij de
gevangenis van Nijvel.
Voor leden van die organen geldt
een leeftijdsgrens van 60 jaar. De
voorzitter van de Commissie bij de
gevangenis van Nijvel vestigt de
aandacht op de onduidelijkheid die
ontstaan is na de opheffing van de
vroegere Bestuurscommissies, en
die sommige
gevangenbewaarders kennelijk
heeft aangezet tot wat de
voorzitter "betreurenswaardig"
gedrag noemt. In het artikel wordt
verder nog gesteld dat een
gevangenisdirecteur onvoldoende
reële macht heeft over het
gevangenispersoneel.
Klopt die informatie? Hoe wordt de
samenwerking tussen de Centrale
Toezichtsraad en de Commissie
van Toezicht georganiseerd? Zal
de leeftijdsgrens van 60 jaar
worden opgetrokken? Wat is de
stand van zaken met betrekking
tot de opleiding van de
penitentiaire beambten?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Courtois, comme vous le savez, mon prédécesseur est l'auteur de la
réforme au terme de laquelle le Conseil supérieur de politique
pénitentiaire et les commissions administratives ont été remplacés
par deux nouveaux organes: le Conseil central de surveillance
pénitentiaire et les commissions de surveillance. Il s'agit d'un arrêté
royal du 4 avril 2003.
Cette réforme a fait l'objet d'un certain nombre de critiques parmi
lesquelles, je cite, le manque d'indépendance des nouvelles
structures par rapport au ministre de la Justice, l'inaccessibilité des
commissions aux personnes âgées de plus de 60 ans, etc. J'ai pris
connaissance de ces critiques lorsque j'ai pris mes fonctions en tant
que ministre de la Justice. Je me suis alors attelée à la rédaction d'un
projet de nouvel arrêté pour tenter de répondre à ces critiques. C'est
ainsi qu'il est maintenant notamment prévu de conférer au Conseil
central et aux commissions de surveillance une entière indépendance
par rapport à l'administration pénitentiaire et au ministre de la Justice,
d'élargir le nombre de membres du Conseil central et des
commissions afin d'en assurer un meilleur fonctionnement, de porter
la limite d'âge de 60 à 70 ans, de prévoir des indemnités de
déplacement pour les membres de ces organes et, enfin, d'assurer
aux commissions un secrétariat indépendant de l'administration
04.02 Minister Laurette Onkelinx:
Er is kritiek gekomen op de
beslissing van mijn voorganger om
de Hoge Raad voor Penitentiair
Beleid en de Bestuurscommissies
te vervangen door de Centrale
Toezichtsraad voor het
Gevangeniswezen en de
Commissies van Toezicht.
Daarom heb ik de voorbereiding
van een nieuw ontwerpbesluit ter
hand genomen, teneinde ervoor te
zorgen dat de Centrale
Toezichtsraad en de Commissies
van Toezicht volledig onafhankelijk
kunnen werken van de
penitentiaire administratie en de
minister van Justitie. Voorts wordt
het ledental van die organen
verhoogd, wordt de leeftijdsgrens
opgetrokken van 60 naar 70 jaar,
wordt er een reiskostenvergoeding
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
pénitentiaire.
L'inspecteur des finances avait rendu un avis négatif en raison de
l'absence de crédits réservés à ces organes. La réforme avait
effectivement été lancée sans qu'un crédit ait été prévu. Cela étant
dit, des crédits nécessaires sont maintenant prévus dans le cadre du
budget 2005.
Je peux vous donner quelques exemples pour vous prouver que j'ai
immédiatement voulu démontrer ma volonté que les commissions de
surveillances et le Conseil central travaillent en totale indépendance.
Alors que l'arrêté royal prévoit que le ministre de la Justice peut
assister aux réunions du Conseil et présider la séance, j'ai toujours
laissé au Conseil central une entière indépendance dans son
fonctionnement. Dans le même souci de garantir l'indépendance, j'ai
veillé à ce que le secrétariat du Conseil central soit assuré par un
fonctionnaire du SPF Justice qui n'est pas membre de l'administration
pénitentiaire.
L'article de presse auquel vous faites référence fait état, par ailleurs,
du silence du Conseil central lorsque celui-ci est interrogé par des
commissions de surveillance. Vous comprendrez que je ne puis ni
confirmer, ni infirmer cette affirmation qui concerne une institution qui,
justement, doit être indépendante de ma fonction.
Enfin, pour ce qui est du dossier de formation, une note de principe a
déjà été rédigée. Nous sommes d'avis qu'il faut arriver à une
formation de trois mois pour les agents pénitentiaires; c'est une
première étape. Leur programme pourrait alors comprendre des
sujets essentiels comme l'approche des autres cultures, des
comportements psychotiques, de la toxicomanie, du stress, de la
gestion des conflits, de la self-défense, etc. Si tout le monde est
d'accord, il s'agirait d'un système alterné, formation théorique/stage
dans les prisons, guidé par le principe que l'agent doit recevoir cette
formation avant d'aller sur le terrain. Des formations tout aussi
spécifiques seraient prévues pour les autres catégories de personnel.
toegekend en krijgen de
commissies een secretariaat dat
onafhankelijk is van de
penitentiaire administratie. De
inspecteur van Financiën had een
negatief advies uitgebracht omdat
er geen kredieten uitgetrokken
waren voor die organen. Dat geld
staat nu wél ingeschreven op de
begroting 2005.
Ik heb altijd getracht de
onafhankelijkheid van die organen
te vrijwaren.
In het door u genoemde
krantenartikel staat ook dat de
Centrale Toezichtsraad niet
antwoordt op de vragen van de
Commissies van Toezicht. Die
bewering betreft een instelling die
onafhankelijk van de minister van
Justitie moet werken, en ik kan dat
dus ontkennen noch bevestigen.
In verband met de opleidingen
werd alvast een principenota
opgesteld.
04.03 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, je remercie Mme
la ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 3737 van de heer Van den Eynde wordt ingetrokken.
05 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
samenwerkingsovereenkomst inzake adoptie" (nr. 3828)
05 Question de Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'accord de coopération en matière d'adoption" (n° 3828)
05.01 Martine Taelman (VLD): Mevrouw de minister, u zult zich
herinneren dat ik in juni al een vraag heb gesteld over de
inwerkingtreding van de nieuwe adoptiewet. U hebt toen, indien ik mij
dat goed herinner, geantwoord dat u een aantal technische problemen
zag in de wet en dat u nog verbeteringen wenste aan te brengen.
Ik stel daarover nu opnieuw een vraag, niet omdat ik een slecht
karakter heb, maar omdat mensen op het terrein mij signaleren dat
05.01 Martine Taelman (VLD):
La nouvelle loi sur l'adoption ne
peut entrer en vigueur qu'après la
conclusion d'un accord de
coopération avec les
Communautés. Le fait qu'un tel
accord n'a pas encore été signé
est source d'insécurité juridique.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
bepaalde notarissen afraden om nog adoptieprocedures te starten,
omdat men verwacht dat de nieuwe wet op 1 januari in werking zal
treden en dat er wel eens problemen zouden kunnen zijn in de
overgangsfase.
Het is daarom belangrijk dat er duidelijkheid komt over het lot van de
wet.
Het is bekend dat de wet pas in werking kan treden nadat er een
samenwerkingsovereenkomst werd gesloten met de
Gemeenschappen. De decreten zijn aangepast en de
onderhandelingen gevoerd, maar het samenwerkingsakkoord werd
niet ondertekend. Het feit dat het samenwerkingsakkoord niet
ondertekend werd, veroorzaakt rechtsonzekerheid bij mensen die nu
in een adoptieproces zitten. Maar er zijn ook, zoals ik al zei, bepaalde
notarissen die tot voorzichtigheid aanmanen.
Dat noopt ons tot een dringend inzicht in de overgangsmaatregelen
die nodig zijn om de lopende adoptie op een wettelijk aanvaardbare
wijze af te handelen, waarbij er zich een verschillende regeling
opdringt voor wie adopteert via adoptiediensten en voor wie adopteert
op zelfstandige basis.
Mevrouw de minister, daarom heb ik de volgende vragen voor u.
Welke zijn de wijzigingen die u eventueel wilt aanbrengen aan de
tekst van het samenwerkingsakkoord, dat zo goed als rond was?
Welke wijzigingen wilt u eventueel aanbrengen in de bestaande
teksten?
Er was een akkoord om de nieuwe wetgeving van start te laten gaan,
zoals ik al zei, op 1 januari 2005. De vraag die dus nogmaals rijst,
luidt: komt die datum in het gedrang? Zo ja, welke nieuwe datum van
inwerkingtreding wordt in het vooruitzicht gesteld?
Wanneer zullen de overgangsmaatregelen bekendgemaakt worden
voor de mensen die zich op het moment van de inwerkingtreding van
de nieuwe adoptiewet in het midden van een adoptieprocedure
bevinden? Ik vraag dat omdat die mensen ook rechtszekerheid
moeten krijgen.
La loi doit en principe prendre effet
le 1
er
janvier 2005. Cette échéance
est-elle compromise? Des
mesures transitoires sont-elles
prévues?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Taelman, ik zal
antwoorden op uw twee eerste vragen tegelijk.
Er hebben inderdaad belangrijke onderhandelingen plaatsgevonden
tussen de federale staat en de Gemeenschappen met het oog op een
samenwerkingsakkoord ter uitvoering van de wet van 24 april 2003 tot
hervorming van de adoptie.
Om de zaken evenwel correct voor te stellen, sta ik erop u te
informeren dat ikzelf het initiatief heb genomen om zo snel mogelijk
tot die onderhandelingen over te gaan en dat dankzij het grondige
werk van mijn administratie snel vooruitgang is geboekt.
Tijdens de grondige lezing van de wet in het kader van die
onderhandelingen, zijn evenwel verscheidene tekortkomingen van de
wet aan het licht gekomen. Meer nog, reeds ten tijde van de
parlementaire besprekingen die voorafgingen aan de goedkeuring van
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Au cours des
négociations menées entre l'Etat
fédéral et les Communautés au
sujet de l'accord de coopération,
des lacunes ont été relevées dans
la loi. La nécessité d'une loi de
réparation s'est fait sentir dès
l'amorce de la discussion
parlementaire. Les avis du Conseil
d'Etat ont été ignorés en 2003.
L'initiative que j'ai prise au début
de la législature témoigne de mon
engagement dans ce dossier. Je
souhaite modifier certains aspects
de la loi dans les plus brefs délais.
Le projet d'accord de coopération
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de wet, werd aangekondigd dat er een reparatiewet zou moeten
komen. Verscheidene adviezen van de Raad van State zijn in 2003 in
de wind geslagen. Ik verwijs tevens naar de kritische bespreking in
het Rechtskundig Weekblad van 22 november 2003.
Mijn initiatief van bij het begin van deze legislatuur getuigt van mijn
inzet voor het dossier.
Mijn wens om de wet zo snel mogelijk te hervormen op bepaalde
punten, doet dat evenzeer. Het wetsontwerp zal er onder meer op
gericht zijn verhaal mogelijk te maken tegen een weigering van
bepaalde kandidaten. Het zal van bepaalde formaliteiten afwijken in
het belang van het kind. Het zal een gelijke behandeling van
gehuwden en wettelijk samenwonenden instellen. Het zal de
procedurevorm veranderen, aangezien bij adoptie geen tegenpartij
bestaat en dus een contradictorische procedure niet mogelijk is.
Het ontwerp van samenwerkingsakkoord zal normaal niet ten gronde
moeten worden aangepast. De voorstellen tot wijziging van de wet
hebben immers geen betrekking op de elementen die in dat akkoord
geregeld zullen worden.
Wat de inwerkingtreding van de wet betreft, is het duidelijk dat 1
januari 2005 niet langer een realistische datum is. Ik beoog mijn
wetsontwerp te laten opnemen in de volgende programmawet, opdat
de wet zo snel mogelijk in werking zou kunnen treden. Ik beoog 1
september 2005, mits deze datum eveneens realistisch is voor de
Gemeenschappen. Ik heb een vergadering met mijn collega-ministers
volgende week, 26 oktober 2004.
De ontwerpen van koninklijk besluit zullen onmiddellijk na
goedkeuring van de nieuwe wet, aan de Raad van State worden
voorgelegd. Deze ontwerpen zijn reeds afgewerkt, maar of ze in hun
huidige vorm behouden kunnen blijven zal vanzelfsprekend afhangen
van de resultaten van het parlementaire werk, met name van de
definitieve inhoud van de adoptiewet.
Ik herhaal dat ik niet de remmende, maar net de trekkende kracht ben
geweest voor dit samenwerkingsakkoord. Iedereen weet dat een
reparatiewet er best zo snel mogelijk komt en niet pas na jaren
onzekerheid voor de burger die ongetwijfeld met hiaten
geconfronteerd zal worden. U moet trouwens ernstig blijven: er
bestaat vandaag geen juridische leemte. De oude adoptiewet blijft
voorlopig van toepassing. Mijn enige doelstelling bestaat erin om zo
snel mogelijk een werkbare wet te hebben die het belang van het kind
centraal stelt.
ne doit pas être adapté sur le fond.
La date du 1er janvier 2005 n'est
plus réaliste pour l'entrée en
vigueur de la loi. Je souhaite voir
insérer mon projet de loi dans la
prochaine loi-programme et
j'envisage dès lors la date du 1
er
septembre 2005, du moins si les
Communautés sont en mesure de
la respecter. Une réunion est
prévue à ce sujet le 26 octobre
2004.
Les projets d'arrêté royal seront
soumis au Conseil d'Etat après
adoption de la loi. Ces projets sont
déjà terminés mais le texte définitif
dépend du travail parlementaire
concernant la loi sur l'adoption.
Il n'y a pas de vide juridique à
l'heure actuelle. L'ancienne loi sur
l'adoption reste d'application pour
l'instant. Je compte disposer, dans
les meilleurs délais, d'une loi
opérationnelle, centrée sur l'intérêt
de l'enfant.
05.03 Martine Taelman (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw uitgebreid antwoord. Het is belangrijk dat er nu tenminste
duidelijkheid is over wat er staat te gebeuren.
Ik heb er wel mijn bedenkingen bij dat een zo belangrijk onderwerp
via een programmawet wordt geregeld. Ik denk dat de commissie
voor de Justitie reeds heeft bewezen heel vlug te kunnen werken, ook
buiten dergelijke wetten. Misschien valt er toch wel eens over na te
denken om dat ook op die manier te doen.
05.03 Martine Taelman (VLD):
Voilà au moins qui est clair. Le fait
que cette matière importante soit
réglée par la voie d'une loi-
programme me laisse toutefois
sceptique. La commission de la
Justice a prouvé qu'elle est
capable de travailler vite. Peut-être
faudrait-il chercher dans ce sens.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
L'incident est clos.
06 Question de M. François Bellot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la détresse
06 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
ontreddering op de griffie van Namen" (nr. 3813)
06.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, il me revient qu'un appel de détresse a été lancé par le
greffe du tribunal de Namur à la suite de conditions de travail difficiles:
matériel informatique insuffisant dans des locaux vétustes, mais plus
particulièrement un manque criant de greffiers. Cette absence de
renforts est d'autant plus étonnante que plusieurs rédacteurs ont
réussi l'examen de greffier et n'ont à ce jour toujours pas reçu leur
nomination.
Mme la ministre pourrait-elle m'apporter des précisions quant à
l'amélioration du cadre de travail du greffe de Namur? Entre-t-il dans
vos intentions d'effectuer ces nominations afin de renforcer l'équipe
de greffiers présente à Namur?
06.01 François Bellot (MR): De
griffie van de rechtbank van
Namen heeft aan de alarmbel
getrokken om de moeilijke
werkomstandigheden aan te
klagen: onvoldoende computer-
materiaal in verouderde kantoren
en vooral een nijpend gebrek aan
griffiers.
Het uitblijven van versterking wekt
verbazing te meer omdat
verscheidene opstellers die
geslaagd zijn voor het examen van
griffier nog steeds niet zijn
benoemd.
Wat werd er gedaan? Bent u van
plan die mensen te benoemen?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je pense
qu'il faut préciser que le cadre des greffes des tribunaux de première
instance est déterminé par la loi. C'est la loi du 20 juillet 1998. Le
cadre du tribunal de première instance de Namur prévoit un greffier
en chef, deux greffiers chefs de service, dix greffiers et six greffiers
adjoints, soit dix-neuf greffiers. Relativement au manque que vous
qualifiez de criant de greffiers, je puis vous exposer la situation telle
qu'elle se présente au sein dudit greffe: à ce jour, l'effectif des
greffiers est de 20 unités, soit une unité en surnombre par rapport au
cadre légal, puisqu'un greffier supplémentaire est attaché audit greffe
depuis 1998 consécutivement à la nomination d'un juge de
complément. Dans ces conditions et vu le contexte budgétaire difficile
dans lequel les priorités doivent s'inscrire, aucune nouvelle
nomination ne saurait être envisagée.
Par rapport au cadre légal, la situation ne me semble pas alarmante.
Quoi qu'il en soit, une révision du cadre ne pourrait être envisagée
que d'une manière globale et à la suite d'un examen de la charge de
travail dans tous les greffes. Dans des circonstances particulières,
des délégations aux fonctions de greffier adjoint ou de membre du
personnel administratif, peuvent être accordées à la suite d'un
examen approfondi de la situation et des besoins du greffe,
moyennant l'autorisation des autorités budgétaires du contrôle.
À cet égard, la situation du greffe du tribunal de première instance de
Namur a fait l'objet, en septembre 2004, d'un rapport par le service
SPF Justice auprès de l'inspection des Finances, laquelle, après
examen de la situation globale du greffe, a rendu un avis défavorable
à l'octroi d'une délégation aux fonctions de greffier adjoint en faveur
d'un rédacteur du greffe.
06.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het aantal griffiers is bij wet
vastgelegd. Voor de rechtbank van
eerste aanleg van Namen zijn er
dat negentien. Momenteel werken
er twintig griffiers, wat dus een te
veel is. Een nieuwe benoeming is
dan ook uitgesloten.
Het aantal griffiers kan alleen
maar in het algemeen worden
herzien.
In bijzondere omstandigheden kan
er na een grondig onderzoek van
de situatie tijdelijk personeel
worden aangesteld. Betreffende
de toestand van de griffie van de
rechtbank van eerste aanleg van
Namen werd in september 2004
een negatief advies uitgebracht
over de tijdelijke aanstelling van
adjunct-griffiers.
Tot slot verduidelijk ik dat de
benoeming tot de functie van
griffier alleen kan worden
overwogen als het wettelijk
personeelsbestand niet voltallig is
en in dit geval is er geen vacante
betrekking.
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Enfin, je préciserai que la nomination à un poste de greffier ne peut
s'envisager que pour autant qu'il y ait une place vacante au cadre
légal, et ce indépendamment de la question de savoir si du personnel
en place est lauréat de l'examen de candidat greffier ou candidat
secrétaire. En l'espèce, il n'y a aucune place vacante audit greffe et
un seul membre du personnel administratif du greffe concerné est
lauréat dudit examen.
06.03 François Bellot (MR): Je n'ai rien à ajouter, sauf que j'avais
pris connaissance de l'appel de détresse, qui avait été largement
répandu dans la presse régionale, d'ailleurs.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
verjaring van fiscale strafdossiers" (nr. 3840)
07 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la prescription
07.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de correctionele rechtbank van Brugge heeft nog niet zo lang
geleden, op 22 september, in een dossier van fiscale fraude waar het
ging over BTW, accijnzen, invoerrechten, enzovoort, moeten
vaststellen dat de feiten verjaard waren.
Nu zijn er in Brussel een aantal belangrijke geruchtmakende dossiers
die daar ook liggen en waarin het onderzoek eigenlijk volledig is
afgelopen. Ik verneem dat de onderzoekers, die enorm veel tijd en
werk in die dossiers gestoken hebben, ten zeerste gedemotiveerd
worden omdat zij vaststellen dat er verder niets met die dossiers
gebeurt. Daar dreigt ook verjaring en dus blijkt al hun werk nutteloos
te zijn.
Naar ik verneem zou het vooral fout lopen op het niveau van het
parket dat belast is met de vervolging van die fiscale misdrijven.
Ik had dan ook graag van de minister vernomen wat de oorzaken zijn
van het niet goed verlopen van de strafvordering in fiscale
strafrechtelijke dossiers in Brussel. Ik had ook graag vernomen van
de minister welke maatregelen zij van plan is te nemen om dat te
remediëren.
07.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le 22 septembre 2004, le tribunal
correctionnel de Bruges a dû
constater la prescription des faits
dans une affaire de fraude fiscale.
A Bruxelles, une pile de dossiers
est laissée à l'abandon. C'est
particulièrement démotivant pour
les enquêteurs. L'Etat risque
également de perdre des sommes
considérables. Le problème se
situe au niveau du parquet de
Bruxelles. Que s'y passe-t-il?
Quelles mesures la ministre
compte-t-elle prendre?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Uit de informatie die mij werd
overgemaakt door de verantwoordelijken van het Brusselse parket
kan ik niet afleiden dat aldaar een aantal belangrijke dossiers gewoon
blijft liggen.
Tijdens het jaar 2003 werden op vordering van het parket zeven
vonnissen uitgesproken door de correctionele rechtbank in dossiers
van zware fiscale fraude. In twintig andere dossiers werd de
eindvordering opgesteld met het oog op de behandeling door de
raadkamer. In twee zaken werd rechtstreeks gedagvaard.
In de loop van 2004 werden tot nu toe reeds twaalf vonnissen
gewezen door de correctionele rechtbank. Dertien dossiers zijn nog in
behandeling. Acht dossiers zijn momenteel hangende voor de
raadkamer. Nog zeven andere zaken zullen zeer binnenkort aldaar
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les informations qui
m'ont été transmises par le
parquet de Bruxelles ne révèlent
pas que des dossiers importants
soient laissés en suspens. En
2003 et 2004, un nombre très
important d'affaires de fraude a
été traité. Le phénomène des
carrousels TVA a ainsi pu être
considérablement réduit.
S'agissant de la quotité forfaitaire
d'impôt étranger (QFIE), cinq
dossiers se trouvent en phase
finale. En ce qui concerne les
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
behandeld worden. Al deze dossiers betreffen zaken aangaande
BTW-carrousels, kasgeldvennootschappen en algemene fraude op
de inkomstenbelasting. Het fenomeen van de BTW-carrousels werd
trouwens sterk teruggedrongen ingevolge de grote inspanningen die
samen werden geleverd door de fiscale administratie, de
politiediensten, het parket en de rechtbank.
De Brusselse parketmagistraten die thans de fiscale dossiers
behandelen houden zich in het bijzonder bezig met fraude in het
kader van de forfaitaire buitenlandse belasting, FBB, de
kasgeldvennootschappen, de BTW-carrousels en het witwassen.
Momenteel zijn vijf dossiers in de eindfase van het onderzoek beland
inzake FBB-fraude. Inzake de kasgeldvennootschappen werden
reeds twee veroordelingen uitgesproken. Er lopen nog meer
onderzoeken dienaangaande waarbij nauw wordt samengewerkt met
de centrale dienst voor de bestrijding van de georganiseerde
financiële en economische delinquentie.
In het verleden werden door het College van procureurs-generaal en
door de procureur-generaal te Brussel diverse initiatieven genomen
ter ondersteuning en ter bevordering van een meer efficiënte
behandeling van de economische, financiële en fiscale dossiers. Een
voorbeeld daarvan is het expertisenetwerk voor dergelijke dossiers.
Binnen dit netwerk wordt momenteel zelfs gewerkt aan de opstelling
van een vademecum ten behoeve van de parketmagistraten in
financiële dossiers. Daarnaast is er nog een stuurgroep bij het parket-
generaal te Brussel waarbij een magistraat in het bijzonder werd
belast met het toezicht op en de ondersteuning van de financiële
sectie. Ik meen dan ook dat momenteel vanuit de magistratuur
voldoende waarborgen voorhanden zijn voor een adequate werking
van deze belangrijke sectie van het Brusselse parket. Ik zie dan ook
geen onmiddellijke reden om wat dan ook te remediëren.
sociétés de liquidités, trois
condamnations ont déjà été
prononcées et des enquêtes
supplémentaires sont en cours.
07.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar uitgebreid antwoord. De cijfers lijken natuurlijk
indrukwekkend, maar het zou nuttig zijn dat we die cijfers kunnen
vergelijken met het totale aantal fiscale strafdossiers dat in Brussel is
aangevat. Ik zal in die zin een schriftelijke vraag aan de minister
stellen.
07.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
En effet, les résultats sont
impressionnants. Je réitérerai ma
question par écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de problematiek van de curator over roerende goederen" (nr. 3843)
08 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la problématique du curateur des biens mobiliers" (n° 3843)
08.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, er is een foutje geslopen in de agenda. Daar
staat vermeldt "de problematiek van de curator over onroerende
goederen" terwijl mijn vraag handelt over de problematiek van de
curator over roerende goederen.
Overeenkomstig artikel 1154, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek heeft
de curator over roerende goederen dezelfde bevoegdheden als de
curator over een onbeheerde nalatenschap maar dan alleen ten
aanzien van het geld, het huisraad en de roerende goederen
08.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Selon la jurisprudence
francophone des juridictions
supérieures de Bruxelles et selon
les banques, les comptes
bancaires faisant partie d'une
succession ne sont pas de la
compétence d'un curateur
administrant des biens mobiliers.
Mais les jurisprudences inférieure
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
gevonden in de verblijfplaats van de overledene waar de vrederechter
is opgetreden. Er werd met andere woorden een
uitzonderingsregeling in het leven geroepen om, in het geval van zeer
kleine nalatenschappen, de verkoop van beperkte roerende goederen
vlot te laten verlopen en om een onnodige bezetting van het sterfhuis
te voorkomen. Dat is dan ook de reden waarom waarden die niet in
de woongelegenheid worden aangetroffen niet onder die regeling
vallen.
Wat stellen wij nu vast? De Franstalige hogere rechtspraak in Brussel
en ook de banken stellen dat de bankrekeningen dan ook niet onder
de wettelijke bevoegdheden van de curator over roerende goederen
kunnen vallen omdat tegoeden op bankrekeningen schuldvorderingen
zijn die niet geïncorporeerd zijn in een effect. Daar staat tegenover dat
bepaalde rechtspraak en ook de rechtsleer in Antwerpen stellen dat
bankrekeningen wel degelijk onder de bevoegdheden van de curator
over roerende goederen zouden vallen. Ingevolge die interpretatie zou
er dan ook geen plafond zijn op de bedragen waarover de
aangestelde curator die over een soepele vereffeningregeling
beschikt, beheersbevoegdheid zou hebben.
Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat de aansprakelijkheid van de
banken in gedrang komt wanneer de curator eventuele banktegoeden
opvraagt, die actief beheert, of ze besteedt in het raam van zijn
opdracht. Indien er immers later erfgenamen opduiken, zouden zij
zich op de onbevoegdheid kunnen beroepen om eventueel een
schadevergoeding te vorderen. De banken achten zich op dit ogenblik
ingedekt wanneer de vrederechter in zijn beschikking tot aanstelling
van een curator over roerende goederen expliciet vermeldt contra
legem weliswaar dat de curator ook de bevoegdheid heeft over de
banktegoeden. In andere gevallen weigeren banken die bevoegdheid
te erkennen en leidt dat tot rechtsgeschillen waarvan de afloop
eigenlijk naargelang van de regionale rechtspraak voorspelbaar is.
Bent u op de hoogte van die rechtsonzekerheid die tot ongewenste
conflicten leidt tussen de banken en de curatoren?
Bent u van oordeel dat een wetswijziging zich opdringt om tegemoet
te komen aan zowel de zekerheid die de banksector vraagt als aan de
curatoren die een maatschappelijk noodzakelijke opdracht te
vervullen hebben en dat moeten kunnen doen tegen een aangepaste
vergoeding binnen een duidelijk afgelijnde verantwoordelijkheid wat
banktegoeden en bankkluizen betreft.
Indien u, mevrouw de minister, van oordeel bent dat een wetswijziging
zich opdringt, bent u dan van oordeel dat de soepele
vereffeningregeling gehandhaafd kan blijven wat die banktegoeden en
bankkluizen betreft, ongeacht het bedrag?
et supérieure de l'arrondissement
d'Anvers ne partagent pas cet
avis.
La ministre est-elle informée de
cette insécurité juridique qui est à
l'origine de litiges opposant
banques et curateurs? Une
modification de la loi ne s'impose-
t-elle pas dans ce domaine? Peut-
on maintenir un régime de
liquidation souple en matière
d'avoirs bancaires et de coffres,
indépendamment du montant?
08.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, uit de
juridische publicaties die ik heb kunnen raadplegen, heb ik in ieder
geval niet kunnen afleiden dat er een zodanige rechtsonzekerheid
bestaat dat een wetgevende ingreep nodig is.
Er bestaat inderdaad een controverse over de vraag of artikel 1154
van het Gerechtelijk Wetboek de curator van de roerende goederen
machtigt om aan een bank de gelden op te vragen van de rekeningen
waarvan de overledene titularis was en waarvan in zijn woning een
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je ne considère pas que
l'insécurité juridique soit telle
qu'elle justifierait une modification
de la loi. Il y a effectivement une
controverse en ce qui concerne la
compétence du curateur de
requérir des fonds placés sur les
comptes d'un défunt mais,
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
spoor werd gevonden.
In de gepubliceerde vonnissen wordt op deze vraag meestal
bevestigend geantwoord door te stellen dat bankrekeningen een
bijzondere vorm van roerende waarden zijn.
In een artikel dat in het Tijdschrift voor Vrederechters van 1998 werd
gepubliceerd, wordt deze zienswijze betwist, omdat een uittreksel uit
een bankrekening slechts een bewijs vormt van banktegoed, maar op
zich niet de titel daarvan.
généralement, quand on a affaire
à une petite succession, on opte
pour une liquidation simple et peu
onéreuse du patrimoine mobilier.
En pratique, pour les montants
jusqu'à 1.240 euros maximum, on
applique donc un régime de
liquidation souple. Je suis
évidemment ouverte à toute
proposition susceptible d'améliorer
la procédure de liquidation des
petites successions.
Cela figure dans un article de Pierre Moreau: "Le curateur aux
meubles et les scellés", paru dans "Le Journal des juges de paix" de
1998, p. 481.
Dat staat in een artikel van Pierre
Moreau, met als titel "Le curateur
aux meubles et les scellés", dat
gepubliceerd werd in het Tijdschrift
van de Vrede- en Politierechters
(1998), blz. 481.
De auteur is het echter eens met de gegeven praktische oplossing die
een extensieve interpretatie aan de wettekst geeft en die het best
beantwoordt aan de doelstelling van de wet. Die doelstelling bestaat
erin dat op een eenvoudige en goedkope wijze heel het roerend
vermogen van een kleine nalatenschap wordt vereffend.
Het feit dat de wet alleen een kleine erfenis beoogt houdt volgens de
auteur wel in dat de curator alleen voorwerpen en bedragen van
geringe waarde kan vereffenen. Er bestaat in die zin een vonnis van
de rechtbank van eerste aanleg te Brussel van 12 oktober 1999.
U kunt dit lezen op de website van de FOD Justitie. Een soepel
vereffeningsregime bestaat mijns inziens dus al, maar natuurlijk enkel
voor bedragen tot maximaal 1.250 euro zoals voorzien in artikel 1154
van het Gerechtelijk Wetboek.
Ik ben evenwel bereid elk voorstel te bestuderen dat de werking van
de vereenvoudigde procedure van vereffening van kleine
nalatenschappen zou verbeteren.
08.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik noteer dat u van oordeel bent dat
banktegoeden, in de mate dat de tegoeden op rekening beperkte
bedragen zijn, onder de bevoegdheid van de curator over roerende
goederen zouden vallen.
Ik heb hier rechtspraak en rechtsleer bij mij waaruit wel degelijk blijkt
dat de lagere en hogere rechtspraak in Antwerpen stellen dat eender
welke bedragen die zich op die rekeningen bevinden onder die
bevoegdheid zouden kunnen vallen.
Er is wat dit betreft volgens mij een duidelijk standpunt of een
wetswijziging nodig. Ik kan mij immers voorstellen dat het
problematisch kan zijn indien men een vereenvoudigd
verefffeningsregime gaat toepassen op een bankrekening waarop
enorme bedragen staan. Ik noteer echter dat u van oordeel bent dat
dit enkel betrekking kan hebben op tegoeden op rekeningen van
minder dan 1.250 euro.
08.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Je prends acte du fait
que la ministre limite l'application
du régime de liquidation souple
aux montants de 1.240 euros
maximum. Ce n'est, en effet, pas
le cas dans la jurisprudence
anversoise. J'estime dès lors qu'il
s'indique de modifier la loi.
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de regels te hanteren bij de opmaak van de lijsten van deskundigen" (nr. 3807)
09 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les règles à suivre lors de l'établissement des listes d'experts" (n° 3807)
09.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, ik heb
een korte vraag over de opmaak van de lijsten van deskundigen.
Conform artikel 991 van het Gerechtelijk Wetboek maken de hoven
en de rechtbanken lijsten van deskundigen op "volgens de regels die
de Koning bepaalt".
Er bestaat echter nog steeds geen koninklijk besluit dat die regels
vastlegt. Er bestaan bij de meeste rechtbanken officieuze lijsten, maar
die stemmen niet overeen met artikel 991 van het Gerechtelijk
Wetboek.
De waarde van deskundigen en de verslagen die zij opmaken, is
nochtans niet te onderschatten. De rechter gelast deskundigen
vaststellingen te doen of een technisch advies te geven in vaak heel
belangrijke zaken. Heel vaak volgt de rechter het advies in zijn of haar
vonnis. Het kan dan ook niet dat men zich al te vaak moet behelpen
met officieuze lijsten die niet correct of up-to-date zijn en waarin soms
valse deskundigen schuilen.
Mevrouw de minister, ik heb dan ook volgende concrete vragen voor
u.
Ten eerste, erkent u dat de uitvoerende macht de regels voor het
opstellen van de lijsten van deskundigen tot op heden niet heeft
vastgelegd?
Ten tweede, acht u het belangrijk dat de uitvoerende macht hiervan
dringend werk maakt? Zo ja, op welke manier kan er te werk gegaan
worden?
09.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le pouvoir exécutif n'a
jamais arrêté de règles en ce qui
concerne l'établissement de listes
d'experts par les cours et
tribunaux. La ministre reconnaît-
elle ce problème et n'estime-t-elle
pas nécessaire d'y remédier
rapidement?
09.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Lahaye-Battheu, op uw
eerste vraag kan ik u het volgende antwoorden. Het is juist dat het
koninklijk besluit waarvan sprake in artikel 991 van het Gerechtelijk
Wetboek dat de regels moest vastleggen aan de hand waarvan de
jurisdicties de lijsten van deskundigen opmaken, nooit werd
goedgekeurd.
Met betrekking tot uw tweede vraag ben ik van mening dat het
inderdaad wenselijk is dat er op termijn lijsten van deskundigen
worden opgemaakt waarbij rekening wordt gehouden met de
objectieve criteria die iedereen kent.
Dat is echter niet het meest problematische aspect van de expertise.
Er moet daarentegen voorrang worden gegeven aan het in werking
stellen van een chirurgische hervorming van de regels die het werk
van de deskundigen organiseert, teneinde dat werk sneller en
bijgevolg efficiënter te laten verlopen.
Het recent verschenen verslag van de justitiedialogen van de hand
09.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'arrêté royal qui fixe ces
règles n'a effectivement jamais été
adopté, mais je partage votre
opinion quant à la nécessité de
disposer de critères objectifs en la
matière. Je souhaite toutefois
accorder la priorité à l'instauration
d'un certain nombre de nouvelles
règles simples organisant le travail
des experts eux-mêmes. Il est
également souhaitable que le juge
organise une réunion préparatoire
préalable à l'expertise.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
van de heren Fred Erdman en Georges de Leval bevat voorstellen die
op dit vlak bijzonder interessant zijn.
Ik ben van plan om in dit opzicht op zeer korte termijn een hervorming
voor te stellen. De filosofie hiervan zal bestaan uit het invoegen van
enkele nieuwe en eenvoudige regels op centrale plekken die
overeenstemmen met de sleutelmomenten van de expertise.
Bovendien moet er een echt beheer van de expertise worden
verzekerd door de rechter. Het beleggen van een voorbereidende
vergadering vóór de expertise is eveneens een bijzonder interessante
piste. Meer algemeen moet men proberen om de catalogus van de
goede praktijken, die op dat vlak zeer talrijk zijn, te implementeren.
09.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, ik
noteer dat u stelt dat het wenselijk is om op termijn dergelijke lijsten
op te maken. Ik zou u willen vragen om daarmee niet lang te wachten.
U zegt dat het probleem van de deskundigen ruimer is dan alleen die
lijsten. Die lijsten, die met een eenvoudig koninklijk besluit in het leven
kunnen worden geroepen, zouden toch een goede aanzet zijn om
goede deskundigen aan te stellen in rechtszaken, waardoor een
goede rechtsbedeling tot stand komt.
Ik ben er zelf niet echt van overtuigd dat de artikelen in het
Gerechtelijk Wetboek die het deskundigenonderzoek regelen, lacunes
zouden bevatten. Zij worden vandaag de dag alleen niet strikt genoeg
toegepast.
Ik noteer echter vooral dat we in de toekomst het koninklijk besluit dat
die lijsten in het leven roept, mogen verwachten.
09.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): J'espère que la ministre
n'attendra pas trop longtemps
avant de mettre en oeuvre les
réformes prévues. Le travail des
experts est, en effet, essentiel
pour la qualité de l'instruction.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de bestemming van de legerkazerne te Poelkapelle" (nr. 3808)
10 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'affectation de la caserne militaire de Poelkapelle" (n° 3808)
10.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, er is in
Vlaanderen een tekort aan instellingen waar men specifiek
geïnterneerden kan opvangen. Ik vertel hier niets nieuws. In het
zoeken naar extra opvangplaatsen voor geïnterneerden in Vlaanderen
liet u, mevrouw de minister, begin dit jaar weten dat er een
mogelijkheid bestond dat bestaande gebouwen en vooral militaire
sites omgebouwd zouden worden tot gesloten instellingen. In het
kader daarvan werd begin februari 2004 een bezoek gebracht aan de
militaire sites in het Vlaamse Gewest die potentieel konden worden
opgewaardeerd. Vijf kazernes kwamen in aanmerking voor deze
opwaardering: de kazernes van Brasschaat-Oost, Zedelgem,
Tervuren, Verviers en de DOVO-kazerne te Poelkapelle.
Onlangs zou er beslist zijn dat er een nieuw centrum komt in
Vlaanderen, namelijk Antwerpen Linkeroever - met een vraagteken -
en dat het centrum van Paifve in Wallonië zou uitgebreid worden.
Mevrouw de minister, wil dit zeggen dat u de denkpiste om militaire
sites om te vormen tot gesloten instellingen verlaten heeft?
10.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La ministre a annoncé en
début d'année que plusieurs sites
militaires seraient transformés en
centres fermés pour internés. L'un
de ces sites est la caserne SEDEE
de Poelkapelle. Nous apprenons à
présent qu'un nouveau centre sera
aménagé en Flandre. La ministre
n'a-t-elle plus l'intention de
convertir des sites militaires et
qu'adviendra-t-il dès lors de
Poelkapelle?
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Hiernaast had ik graag concrete informatie gehad over de toekomst
van de kazerne te Poelkapelle, West-Vlaanderen, vanwaar ik
afkomstig ben. U had op 10 maart 2004 een brief gericht aan de
burgemeester van Langemark-Poelkapelle met de melding dat het
dossier aan uw administratie werd doorgestuurd. U zou spontaan
contact opnemen met de burgemeester. Tot op heden is er geen
bericht meer gekomen en is men dus in het ongewisse over de
mogelijkheid dat de kazerne van Poelkapelle zou worden omgevormd.
Kan u hieromtrent meer duidelijkheid verschaffen?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de FOD
Justitie bezocht twee legerkazernes in samenspraak met de diensten
van de Regie der Gebouwen. De verslagen die hierop volgden tonen
aan de het niet opportuun is om de militaire sites die ons zijn
voorgesteld door de FOD Landsverdediging aan te wenden voor de
opvang van zogeheten geïnterneerde personen. Om tegemoet te
komen aan de opvang van die personen ben ik van plan om, in het
kader van het meerjarenplan voor Justitie, in Vlaanderen een
instelling op te richten, meer bepaald een ziekenhuis volgens het
campusmodel, en om voor Wallonië de instelling van sociale defensie
te Paifve te renoveren. Het is dus uitgesloten dat de kazerne van
Poelkapelle wordt aangewezen om geïnterneerden op te vangen.
De werkgroep onder voorzitterschap van professor Cosijns formuleert
na een eerste reflectie dienaangaande de volgende aanbevelingen
voor de uitbouw van het ziekenhuis volgens campusmodel. Het dient
aan te sluiten bij de bestaande psychiatrische zorgverlening, zowel
ambulant als residentieel. Ook de nabijheid van opleidingscentra
wordt aanbevolen. Men denkt aan universiteiten, zowel voor de
rekrutering van personeel als voor het aanbieden van een relevant
opleidingsaanbod. De lokalisatie ligt liefst centraal in Vlaanderen en er
wordt bij voorkeur rekening gehouden met de eisen van deze
doelgroep, zoals herkomst, doorstroming en het onderhouden van
contacten met familie en externe instanties.
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En collaboration avec la
Régie des Bâtiments, le SPF
Justice a visité deux casernes
militaires. Il ressort du rapport que
celles-ci ne conviennent pas pour
l'accueil d'internés. C'est pourquoi
je compte faire construire en
Flandre un nouvel établissement
basé sur le modèle du campus. En
Wallonie, l'établissement de
défense sociale de Pfaive sera
rénové.
En ce qui concerne l'extension du
campus hospitalier, le groupe de
travail recommande d'être attentif
au rattachement avec l'unité de
soins psychiatriques existante, à la
proximité de centres de formation
et au caractère central de sa
situation.
10.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik
neem akte van het antwoord van de minister en zal de informatie
doorgeven dat er geen sprake meer van is dat de militaire site ooit in
aanmerking zou komen.
10.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je ferai savoir aux
intéressés que la caserne de
Poelkapelle n'entre pas en ligne
de compte pour l'accueil de
personnes internées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de huidige achterstand van de justitiehuizen" (nr. 3809)
11 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arriéré actuel au sein des maisons de justice" (n° 3809)
11.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, deze vraag sluit eigenlijk aan bij een vraag die
ik in mei aan u heb gesteld over het sociaal onderzoek dat door een
vrederechter wordt bevolen. Ik heb u gevraagd waarom vrederechters
tot vandaag geen beroep kunnen doen op de maatschappelijk
werkers van de justitiehuizen en verplicht zijn de betrokkenen te
verwijzen naar een dure expert, in tegenstelling tot de jeugdrechter,
de kortgedingrechter en de onderzoeksrechter, die wel een beroep
11.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): En mai dernier, j'ai
demandé à la ministre pourquoi
les juges de paix ne peuvent faire
appel aux travailleurs sociaux des
maisons de justice, alors que
d'autres juges le peuvent. La
ministre avait répondu qu'elle ne
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
kunnen doen op het advies en de vaak heel gefundeerde
maatschappelijke verslagen van de maatschappelijk werkers van de
justitiehuizen.
U hebt mij geantwoord dat u op de hoogte was van deze ongelijkheid
in de behandeling van de rechtsonderhorigen. U hebt echter gezegd
dat u de achterstand van sommige justitiehuizen niet wilde vergroten
door deze bijkomende opdracht op te leggen. U hebt ook gezegd dat
u uw administratie de opdracht had gegeven een plan uit te werken
om de achterstand aan te pakken.
Ik heb vandaag de volgende concrete vragen. Welke justitiehuizen
hadden toen eigenlijk te maken met achterstand? Hoe groot was die
achterstand?
U hebt gesproken over een plan dat zou worden uitgewerkt om de
achterstand van de justitiehuizen aan te pakken. Wat houdt dat plan
in en wordt het uitgevoerd?
Zijn er vandaag nog justitiehuizen die kampen met achterstand? Zo
ja, welke en wanneer moet de achterstand zijn weggewerkt?
Ik heb ook het antwoord gelezen dat u half september hebt gegeven
aan collega Wathelet, die een concrete vraag over het justitiehuis van
Verviers had gesteld. Mijn vraag is echter algemener en sluit aan bij
de vraag die ik in mei heb gesteld over de maatschappelijke
onderzoeken die door de vrederechters moeten worden bevolen als
er discussie is over het verblijfsrecht van de kinderen.
souhaitait pas aggraver l'arriéré
des maisons de justice en leur
imposant cette mission
supplémentaire. Un plan serait
toutefois élaboré pour remédier à
cet arriéré.
Quelle était à l'époque l'ampleur
de l'arriéré au sein des maisons
de justice? Le plan évoqué par la
ministre a-t-il déjà été mis à
exécution? Dans quelles maisons
de justice est-on toujours
confronté à un arriéré et quand
celui-ci sera-t-il résorbé?
11.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw,
ik heb, naar aanleiding van uw vraag, de administratie inderdaad
gevraagd een overzicht te geven van de achterstand inzake het
uitvoeren van burgerrechtelijke opdrachten en een plan uit te werken
ten einde de achterstand aan te pakken. In samenspraak met de
regionale directeurs van de justitiehuizen werd een werkgroep
opgericht die de problematiek van de burgerrechtelijke opdrachten
dient in kaart te brengen. Gezien de complexiteit van deze materie, is
dat plan nog te weinig uitgewerkt om het reeds nu te bespreken. Ik
heb de opdracht gegeven dit prioritair te behandelen. De werkgroep
zal zijn nota voorleggen in december.
Ik geef u de lijst van de justitiehuizen met meer dan tien wachtende
dossiers. Ik vermeld hier het aantal dossiers dat niet is afgewerkt
nadat de vooropgestelde termijn is verlopen. Wanneer de rechtbank
geen datum geeft, wordt het dossier als in achterstand beschouwd
zodra drie maanden zijn verlopen sinds het mandaat.
De justitiehuizen waar meer dan tien dossiers op de wachtlijst staan,
zijn Brussel Franstalig 49, Eupen 12, Huy 11, Namen 27, Verviers 66,
Antwerpen 21, Brugge 24, Brussel Nederlandstalig 15, Dendermonde
12, Gent 37, Kortrijk 31, Leuven 28 en Oudenaarde 13. Zoals u ziet,
gaat het in sommige huizen over een aanzienlijke achterstand en
dient er eerst duidelijk te worden nagegaan hoe dat kan worden
verholpen alvorens ze nieuwe opdrachten van de vrederechter op zich
nemen.
Soms kan een burgerlijke opdracht langer duren om redenen die
vreemd zijn aan de werking van het justitiehuis. Het kan bijvoorbeeld
11.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai chargé mon
administration de dresser un bilan
de l'arriéré en matière d'exécution
de missions civiles et de
développer un plan de résorption
de cet arriéré. Un groupe de travail
a été constitué pour définir le
problème. Le plan n'est pas
suffisamment avancé pour qu'on
puisse en parler dans le détail,
mais il sera traité en priorité. Le
groupe de travail présentera une
note en décembre.
Plus de dix dossiers sont en
souffrance dans les maisons de
justice suivantes : Bruxelles,
Eupen, Huy, Namur, Verviers,
Anvers, Bruges, Termonde, Gand,
Courtrai, Louvain et Audenarde.
Certaines maisons de justice sont
confrontées à un arriéré
considérable. Il arrive qu'une
mission civile se prolonge parce
que plusieurs parties doivent être
entendues, par exemple dans le
cas de familles recomposées, ou
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
gaan om dossiers waarin verscheidene partijen worden bevraagd -
nieuw samengestelde gezinnen, grootouders - of om dossiers die
weliswaar tijdig zijn opgestart maar waarbij om redenen van niet-
bereikbaarheid van de betrokken partijen, bijvoorbeeld verlof, een
onderzoek meer dan drie maanden in beslag neemt. Met dergelijke
nuanceringen werd in de cijfergegevens alsnog geen rekening
gehouden. Het gaat om een telling volgens de voormelde criteria die
door de werkgroep moeten worden verfijnd en genuanceerd.
parce que certaines parties sont
inaccessibles. Ces nuances n'ont
pas été prises en considération
dans les données.
11.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, ik dank
u voor uw antwoord.
Ik noteer dat de werkgroep tegen december met een globaal plan zal
komen om de achterstand aan te pakken. Ik hoop dat de bijkomende
opdrachten, en meer bepaald de sociale onderzoeken bevolen door
de vrederechters, dan ook in het plan zullen worden opgenomen.
Ik zal in januari op het dossier terugkomen.
11.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Etant donné que le groupe
de travail proposera un plan global
en décembre, je reviendrai sur ce
dossier en janvier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Interpellatie van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu tot de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "de aanpak van de sociale fraude" (nr. 436)
12 Interpellation de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "la lutte contre la fraude sociale" (n° 436)
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, eind maart vond de superministerraad over
veiligheid en justitie plaats, waar onder andere werd beslist tot een
strengere aanpak van de zware sociale fraude. Op de Ministerraad
van Gembloux werd de nota "Respect voor sociale solidariteit"
goedgekeurd, waarvan een belangrijk onderdeel de hervorming van
het sociaal strafrecht is. Doel is dat er een eenvormige regeling komt,
waarbij duidelijk is wanneer er strafrechtelijk opgetreden wordt en in
welke gevallen er een burgerrechtelijke of administratieve afhandeling
aangewezen is.
De parketten zullen zich volgens dat plan toespitsen op vijf soorten
zware sociale misdrijven, meer bepaald: het in het zwart tewerkstellen
van minstens vijf personen; het tewerkstellen van minstens drie
buitenlandse werknemers zonder de nodige vergunningen; het
uitbuiten van werknemers die het slachtoffer zijn van mensenhandel;
zware arbeidsongevallen en ziektes veroorzaakt door het niet naleven
van de wetgeving op het welzijn op het werk en het verhinderen van
sociale inspecties.
Die misdrijven zullen strafrechtelijk worden vervolgd. Dat wil zeggen
dat die misdrijven onderzocht zullen worden door het parket en
doorgestuurd naar de correctionele rechtbank, die boetes en
gevangenisstraffen kan uitspreken. Op dit moment zijn er te veel
inbreuken die door de strafrechter worden afgehandeld, terwijl
administratieve sancties even doeltreffend zouden zijn. Het eigenlijke
strafrecht zou dan ook moeten voorbehouden worden voor ernstige
inbreuken, met de nadruk op de vijf vermelde misdrijven. Om dat
efficiënt te laten verlopen, wordt in elk van de 27 correctionele
rechtbanken een kamer opgericht die gespecialiseerd is in het sociaal
strafrecht.
12.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Lors des Conseils des
ministres spéciaux du printemps, il
a été décidé de durcir la lutte
antifraude, l'objectif étant
d'élaborer finalement une
réglementation uniforme qui
permette de déterminer clairement
les cas dans lesquels il est
opportun de suivre une procédure
pénale, civile ou administrative.
Conformément à ce plan, les
parquets se concentreront sur la
lutte contre les pratiques ou
phénomènes suivants : employer
au noir cinq personnes au moins,
employer des étrangers sans les
autorisations requises, exploiter
des travailleurs victimes de la
traite des êtres humains,
provoquer des accidents ou
maladies graves parce qu'on n'a
pas respecté la législation sur le
bien-être au travail et entraver le
travail de l'inspection sociale. Ces
délits feront l'objet de poursuites
pénales et le tribunal correctionnel
en sera saisi.
Au sein de chacun des 27
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
U bevestigde eerder al in antwoord op een vraag van mij dat die 27
kamers een feit zullen zijn in 2005, volgend jaar dus al. Concreet zal
elke rechtbank beschikken over een kamer die gespecialiseerd is in
het sociaal strafrecht, die zal worden voorgezeten door een
magistraat die een specifieke permanente opleiding zal moeten
volgen om zijn of haar kennisniveau op peil te houden.
In de kleine rechtbanken zal die magistraat ook nog andere zaken
behandelen; in grotere rechtbanken zal de magistraat zich misschien
moeten beperken tot het voorzitten van die kamer die gespecialiseerd
is in sociaal strafrecht.
In antwoord op mijn vraag van 29 juni hebt u letterlijk gezegd dat er in
geen bijkomend budget voorzien is, noch voor personeel, noch voor
technische middelen om die wijzigingen door te voeren. Zoals u toen
stelde, gaat het immers alleen om het benoemen van een rechter die
zich in een bepaalde materie zal specialiseren.
Het voorontwerp van wet werd naar de Raad van State gezonden. Die
formuleerde begin juli een advies. U hebt gezegd dat uw administratie
de nodige verbeteringen zou aanbrengen en dat de tekst na de
vakantie in tweede lezing zou worden voorgelegd aan de
Ministerraad.
Ik kom dan ook terug op mijn vraag van toen, mevrouw de minister,
meer bepaald op de volgende concrete punten.
Wanneer zal de tekst van het voorontwerp van wet voorgelegd
worden aan de Ministerraad voor een tweede lezing?
Op welke manier zal de opleiding georganiseerd worden die de
voorzitter van de in sociaal strafrecht gespecialiseerde kamer moet
volgen? Hoe ziet u dat concreet? Zal het mogelijk zijn in die
permanente opleiding te voorzien zonder dat er een budget voor
uitgetrokken wordt?
Hoe verantwoordt u dat u voor die bijkomende belangrijke opdracht
aan de rechtbanken geen bijkomende middelen noch personeel
verschaft?
Op welke manier zult u de magistratuur en het griffiepersoneel bereid
en enthousiast maken voor deze bijkomende opdracht op een
ogenblik dat heel wat rechtbanken reeds personeel te kort hebben om
de reeds toegewezen taken naar behoren te vervullen?
Kunt u duidelijkheid verschaffen over een precieze timing? U spreekt
over 2005, betekent dit januari, of het einde van het jaar? Wanneer
zullen de rechtbanken van eerste aanleg concrete instructies krijgen
over deze nieuwe opdracht en het installeren van de gespecialiseerde
correctionele kamers?
tribunaux correctionnels sera
créée une chambre spécialisée
dans le droit pénal social. La
ministre avait annoncé que ce
serait chose faite avant 2005 mais
le budget supplémentaire
indispensable pour réaliser ce
changement n'a pas été prévu. On
se limiterait à nommer un juge qui
se spécialisera dans cette matière.
Le Conseil d'Etat a émis un avis
sur l'avant-projet de loi au mois de
juin. Quand le texte sera-t-il
soumis au Conseil des ministres
pour une seconde lecture?
Comment la formation en vue de
la spécialisation en droit pénal
social va-t-elle être organisée ?
Peut-elle l'être sans budget
supplémentaire? Comment le
personnel des tribunaux va-t-il être
encouragé à remplir ces
missions?
Quand les chambres spécialisées
vont-elles être installées et quand
les tribunaux vont-il recevoir des
instructions concrètes à ce sujet?
12.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
de Raad van State heeft inderdaad advies verstrekt. Met de steun van
mijn medewerkers werkt de administratie aan de aanpassing van het
wetsontwerp zodat het voor tweede lezing kan worden voorgelegd
aan de Ministerraad. De tekst zou voor het einde van de maand klaar
moeten zijn.
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Mon administration se
penche actuellement sur
l'adaptation de ce projet de loi. Le
nouveau texte devrait être prêt à la
fin du mois.
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
De Hoge Raad voor de Justitie zal de beroepsopleiding voor de
voorzitter van de gespecialiseerde kamer conform het Gerechtelijk
Wetboek uitwerken. Deze permanente opleiding zal ten laste worden
genomen door het budget "opleiding der magistraten" van het
departement.
De oprichting van deze gespecialiseerde correctionele kamer vereist
geen bijkomende menselijke of technische middelen. Het gaat over
een andere organisatie; die meer systematisch is en waarvoor geen
uitbreiding van het kader, noch van de magistratuur, noch van de
griffies, noodzakelijk is.
Ik deel geenszins het standpunt van de spreker dat dit een nieuwe
opdracht is. Het gaat immers over het inrichten of herinrichten van
een correctionele kamer bij de rechtbank van eerste aanleg.
Wat de timing betreft, heb ik altijd de wens uitgedrukt dat deze
gespecialiseerde kamers in 2005 geïnstalleerd zouden zijn. Om
redelijk te blijven, heeft men het best over september 2005.
La formation professionnelle du
président de la chambre
spécialisée sera définie par le
Conseil supérieur de la Justice.
Les frais y afférents seront
supportés par les moyens
dégagés pour la formation des
magistrats du département.
La création de cette chambre
n'exige pas de moyens
complémentaires. Il s'agit
simplement d'une restructuration
et de la réorganisation d'une
chambre correctionnelle au sein
du tribunal de première instance.
Les chambres spécialisées seront
probablement installées en
septembre 2005.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor het antwoord.
Mevrouw de minister, ik blijf het moeilijk hebben met uw standpunt dat
voor deze opdracht geen bijkomend personeel nodig is. Mogelijks is
het geen nieuwe opdracht. Feit is echter dat ze thans slechts zeer
beperkt wordt uitgevoerd. Ik betreur dat voor de uitbreiding geen
bijkomende mensen en middelen worden vrijgemaakt. De rechters,
het griffiepersoneel en het personeel van het parket die dergelijke
zaken zullen moeten behandelen, zullen een aantal taken waarin ze
thans tijd steken niet meer kunnen uitvoeren. Ik vrees voor problemen
indien de minister haar standpunt terzake niet wijzigt.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je ne suis pas d'accord
avec la ministre lorsqu'elle dit que
des fonds supplémentaires ne
seront pas nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gerechtskosten in strafzaken" (nr. 3909)
13 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les frais de
13.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister, ik
heb een vraag ingediend met betrekking tot de gerechtskosten in
strafzaken met de bedoeling te weten te komen wat de huidige stand
van zaken is. Ik wou u vragen welk bedrag van de, afgerond, 67
miljoen euro, bestemd voor gerechtskosten in strafzaken voor 2004,
op 1 oktober 2004 reeds was opgebruikt? Hoeveel procent betekent
dit van het totaal van deze kredieten voor 2004? Welk bedrag is er
nog beschikbaar voor 2004? Welke bedragen voorziet men nog te
moeten betalen in oktober, november en december 2004? Hoe zullen
deze betalingen kunnen gebeuren? Welke maatregelen worden
overwogen en hoe zal men de betaling van experts, vertalers en
tolken verzekeren?
Dan specifiek voor de problematiek van het afluisteren van de
telecommunicatie. Welk bedrag van de voor 2004 uitgetrokken
13.01 Tony Van Parys (CD&V):
Quelle part du budget des frais de
justice en matière pénale était-elle
déjà dépensée le 1
er
octobre
2004 ? Quelle somme reste-t-il
pour le reste de l'année? Quelles
obligations de paiement sont-elles
encore prévues pour le dernier
trimestre de l'année? Quelles
mesures sont-elles envisagées
afin de garantir le paiement des
experts, des traducteurs et des
interprètes?
Quelle part des crédits prévus
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
kredieten voor het afluisteren van telecommunicatie was op 1 oktober
2004 reeds opgebruikt? Deze vraag slaat zowel op de Zoller-
Malicieux als op de telefoontap. Welk bedrag is nog beschikbaar voor
2004? Welke bedragen voorziet men nog te moeten betalen in
oktober, november en december? Wat is op 1 oktober 2004 de
betalingachterstand bij de telecomoperatoren? Ten slotte, waarom
heeft het Parlement het evaluatierapport over de afluisterwet 2003
nog steeds niet ontvangen?
pour l'écoute de
télécommunications était-elle déjà
dépensée le 1
er
octobre 2004?
Quelle somme reste-t-il pour le
restant de l'année? Quelles
sommes doivent-elles encore être
payées au cours du dernier
trimestre de l'année? À combien
s'élevait le retard de paiement des
opérateurs de télécommunications
le 1
er
octobre? Pourquoi le
Parlement n'a-t-il toujours pas
reçu le rapport d'évaluation de la
loi sur les écoutes?
13.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, au 1
er
octobre 2004, 65.252.072 ont été utilisés sur les 74.834.000
prévus à savoir les 67.311.000 de crédit initial plus les 7.523.000
du premier feuilleton d'ajustement.
Pour répondre à la deuxième question, 87,2% des crédits ont déjà été
utilisés. Pour 2004, 9.581.928 sont encore disponibles. Pour les
dépenses relatives aux mois d'octobre, novembre et décembre, le
service des frais de justice ne possède pas encore d'informations sur
la quantité de factures ou d'ordres traités et exécutés par les parquets
et les tribunaux qui lui seront transmis.
Troisième question: les greffes disposent pour l'instant de provisions
suffisantes pour effectuer les paiements jusqu'à la fin de l'année,
étant donné que celles-ci continuent d'être complétées chaque mois
et que le service des frais de justice examine la situation actuelle de
ces provisions. Comme je viens de le dire, ce service dispose encore
de 9.581.928 pour pouvoir liquider les factures et les compléments
de provision des greffes jusqu'à la fin de l'année.
En plus du crédit déjà disponible, un transfert administratif au sein de
la Direction générale de l'organisation judiciaire est encore prévu
avant la fin de l'année, afin que le service des frais de justice dispose
du budget nécessaire. Le budget de frais de justice pourra disposer
d'une part de la provision interdépartementale de 2 millions d'euros
inscrite lors du contrôle budgétaire.
Quatrième question: jusqu'au 1
er
octobre, 15.194.665 ont été
acquittés dans le cadre des écoutes téléphoniques (écoutes et
"Zoller-Malicieux"). Sur ce montant, 13.913.703 ont été acquittés par
les greffes - il s'agissait des provisions disponibles - et 1.280.962
par le service des frais de justice pour des factures d'un montant
supérieur à 1.250, voire 2.500 pour certaines autres factures. Cette
note a été transmise le 24 septembre 2002 au greffe.
Un crédit de 5.600.000 a été prévu pour payer les factures
d'écoutes téléphoniques qui s'élèvent à plus de 1.250, voire 2.500
selon les cas.
Le montant en question représente le paiement des factures
transmises directement pour paiement à notre service par les
instances judiciaires.
13.02 Minister Laurette Onkelinx:
Er was een bedrag van
74.834.000 euro uitgetrokken en
daarvan werd 62.252.072 euro
uitgegeven, namelijk 67.311.000
van het oorspronkelijk krediet, plus
de 7.523.000 euro van het eerste
aanpassingsblad.
Op uw tweede vraag antwoord ik
dat 87,2% van de kredieten al
werden aangewend. Voor 2004 is
er nog een bedrag van 9.581.928
euro beschikbaar.
Ten derde beschikken de griffies
nog over voldoende reserves om
de betalingen tot het einde van het
jaar te verrichten.
De dienst Gerechtskosten zal over
de nodige begrotingskredieten
beschikken na de overheveling
van een gedeelte van de
interdepartementale provisie van 2
miljoen euro waarin ter
gelegenheid van de
begrotingscontrole werd voorzien.
Ten vierde: tot 1 oktober werd
15.194.667 euro uitgegeven in het
kader van de telefoontap. Van dat
bedrag werd 13.913.703 euro
uitbetaald door de griffies en
1.280.962 euro door de dienst
Gerechtskosten, voor facturen
hoger dan 1.250 euro. Er werd een
krediet van 5.600.000 euro
uitgetrokken voor de betaling van
de facturen hoger dan 1.250 euro.
Binnenkort betaalt de dienst
gerechtskosten een bedrag van
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Cinquième question. Un montant d'environ 2 millions d'euros,
correspondant à des factures qui lui ont été transmises, sera
prochainement acquitté par le service des frais de justice. En ce qui
concerne les dépenses relatives aux mois d'octobre, novembre et
décembre, le service des frais ne dispose pas encore d'information
sur la quantité de factures qui doivent encore lui être transmises par
les tribunaux.
Plusieurs raisons peuvent expliquer le ralentissement des paiements.
Il doit être tenu compte des factures devant encore être évaluées par
les magistrats requérants avant d'être liquidées via les tribunaux et/ou
transmises au service des frais de justice pour liquidation. Des
factures se retrouvent dans les dossiers répressifs au lieu d'être
envoyées aux parquets ou au parquet fédéral afin d'y être évaluées.
Enfin, des factures n'ont à ce jour pas encore été transmises au
greffe par les différentes instances, en vue d'être acquittées.
Comme vous le constatez et comme vous le savez par ailleurs ,
l'évaluation des factures restant à acquitter reste difficile en raison du
nombre d'interlocuteurs judiciaires. J'ai demandé à mon
administration de se baser sur les mois d'octobre, novembre et
décembre 2003 pour effectuer une projection. J'ai particulièrement
insisté auprès du directeur général de l'ordre judiciaire pour que
toutes les mesures soient prises pour acquitter les factures restant
dues.
Sixième question. Le service de politique criminelle prépare la
rédaction du septième rapport d'évaluation de la loi du 30 juin 1994.
Les données reçues des services de police première phase
concernant l'application des mesures d'écoute ont été transmises fin
juin 2004 à ce service. Ensuite, les formulaires d'évaluation, avec les
données des services de police via les premiers présidents des cours
d'appel, ont été transmis aux différents juges d'instruction. Cette
évaluation par ces juges est essentielle pour le volet qualitatif du
rapport.
Mon objectif est également de compléter ce rapport avec un volet
relatif aux frais de justice liés à la loi en question. Mes services m'ont
assurée que le rapport serait tout à fait terminé pour le 1
er
décembre
prochain. Pour les années à venir, j'ai demandé que tout soit fait pour
que l'on dispose du rapport dans le courant du mois de juillet.
ongeveer 2 miljoen euro uit. De
dienst beschikt overigens nog niet
over informatie in verband met de
uitgaven voor de maanden
oktober, november en december.
De achterstand in de betalingen is
te wijten aan de vertraging
waarmee de facturen worden
doorgestuurd. Dat heeft te maken
met de moeilijkheid ze te
evalueren wegens het aantal
betrokkenen.
De dienst voor het strafrechtelijk
beleid werkt aan het zevende
evaluatieverslag van de wet van
30 juni 1994. Op 1 december
eerstkomend zal het worden
afgerond. Het is mijn bedoeling er
een bijlage over de
gerechtskosten in verband met de
wet in kwestie aan toe te voegen.
13.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou de
minister willen vragen of zij mij de geschreven versie van het
antwoord kan bezorgen, omdat er natuurlijk heel veel cijfers in terug
te vinden zijn. Met de snelheid van de lectuur van het antwoord is het
niet altijd makkelijk om die onmiddellijk te registreren.
Ik zal in eerste instantie op basis van de studie van het document mijn
conclusies trekken. Ik stel op dit ogenblik alleszins drie zaken vast.
Voor de gerechtskosten in het algemeen blijkt de problematiek
bijzonder acuut. We stellen vast dat reeds 65 miljoen is uitgegeven
van de in totaal beschikbare 74 miljoen. Op het einde van het jaar
dreigen we opnieuw in een situatie te komen waarbij rekeningen van
experts, tolken en vertalers niet meer zullen kunnen worden betaald.
Het probleem van het afluisteren van telefoongesprekken is nog
aanzienlijker. Het budget voor het volledige jaar is reeds bijna volledig
opgebruikt. Er zijn ook belangrijke facturen die nog moeten worden
13.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je vais encore examiner la
réponse détaillée de la ministre. Je
constate que le règlement des
frais de justice reste un problème
criant. On a déjà dépensé 65
millions sur un budget total de 74
millions. A la fin de l'année, nous
risquons de ne plus pouvoir
honorer les factures.
S'agissant des coûts des mises
sur écoute téléphonique, la
situation est plus grave encore,
pour autant que ce soit possible.
On a déjà presque entièrement
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
betaald. Het is daarbij bijzonder jammer dat het Parlement nog altijd
niet over het rapport beschikt inzake de evaluatie van de afluisterwet,
omdat het voor ons een absoluut cruciaal document is om ons beter
inzicht te verschaffen in de problematiek.
Hoe dan ook blijkt in beide aangelegenheden dat de middelen waarin
was voorzien, onvoldoende dreigen te zijn. Naar mijn aanvoelen kan
dat niet. Ik zal alle cijfers nog eens grondig bestuderen om meer
gedetailleerde conclusies te kunnen trekken.
dépensé le budget et il faut encore
payer des arriérés. Je regrette
aussi que nous n'ayons toujours
pas reçu l'évaluation de la loi sur
les écoutes téléphoniques. Les
moyens risquent une nouvelle fois
d'être insuffisants, ce qui n'est pas
acceptable.
13.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai
transmis la réponse écrite à M. Van Parys. Il le verra, toutes les
dispositions ont été prises pour ne pas aboutir à une situation de
rupture de paiement.
Pour ce qui concerne le futur, mais nous aurons l'occasion d'en
discuter lors de l'examen de la loi-programme, diverses dispositions
seront prises pour contenir l'explosion des frais de justice que nous
connaissons depuis plusieurs années.
13.04 Minister Laurette Onkelinx:
Uit het schriftelijk antwoord dat ik
heb bezorgd, blijkt dat al het
nodige werd gedaan om ervoor te
zorgen dat de betalingen niet
worden onderbroken.
In de programmawet is voorts een
aantal maatregelen met het oog
op de toekomst opgenomen.
13.05 Tony Van Parys (CD&V): Ik neem akte van de verklaring van
de minister van Justitie. Echter, elk jaar opnieuw herhaalt zich
hetzelfde verhaal. Naar aanleiding van de bespreking van de
begroting en de begrotingsaanpassing waren er reeds maatregelen
genomen om de problematiek aan te pakken. Wij stellen vast dat die
maatregelen niet volstaan en dat eens te meer, zodra de maand
oktober of november eraan komt, men blijkbaar de rekeningen niet
kan betalen. Het gaat hier niet om fundamentele hervormingen of
bijkomende investeringen; het gaat over de core business van Justitie
die nog steeds ondergefinancierd is.
13.05 Tony Van Parys (CD&V):
Le même problème se produit
chaque année. Lors de
l'ajustement budgétaire, des
mesures sont certes prises, mais
ne suffisent généralement pas, de
sorte qu'à partir des mois
d'octobre ou de novembre, des
problèmes de paiement se posent.
Il ne s'agit pourtant pas de
missions spéciales ou nouvelles,
mais bien du core business du
ministère de la Justice. Il est
question d'un sous-financement
structurel.
13.06 Laurette Onkelinx, ministre: Cela n'empêche pas de gérer
sérieusement les moyens disponibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
collaboration des parquets avec le Comité P" (n° 3889)
14 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
samenwerking tussen de parketten en het Comité P" (nr. 3889)
14.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, à plusieurs reprises, lorsque je me suis inquiétée auprès du
Comité P du suivi de certains dossiers de violences policières, que ce
soit à l'égard de personnes résidant dans certaines communes ou de
personnes ayant subi des expulsions violentes, celui-ci a du mal à me
répondre à cause des problèmes de collaboration qui, semble-t-il, se
posent avec certains de vos services.
Je m'inquiète donc du manque de collaboration dont font preuve les
parquets à l'égard du Comité permanent de contrôle des services de
14.01 Zoé Genot (ECOLO): De
parketten blijken maar weinig
bereid met het Comité P samen te
werken. Dat verontrust me. In een
brief in verband met een
onderzoek naar mishandeling naar
aanleiding van een uitwijzing in
2001, legt het Comité P me uit dat
het het parket om inlichtingen
verzocht en dat het in 2003 en
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
police qui se trouve dès lors paralysé dans ses missions d'enquête
prévues par la loi organique du 18 juillet 1991. En effet, en réponse à
l'un de mes courriers concernant une enquête qu'il effectuait sur des
mauvais traitements subis lors d'une expulsion d'un étranger en 2001,
le Comité P m'a informée en août dernier qu'il était confronté à un réel
problème de collaboration avec le parquet compétent.
Dans son courrier, le Comité m'explique qu'il a demandé des
renseignements au parquet afin de mener adéquatement sa mission
d'enquête, qu'il a envoyé des rappels en 2003 (les 27 janvier, 5 mai, 8
octobre) et le 8 avril 2004 et que le parquet lui a finalement envoyé
copie d'un dossier incomplet le 7 juillet 2004, soit plus d'un an et demi
après le premier rappel et plus de trois ans après les faits.
Sans entrer dans les détails du dossier, le Comité P m'a fait savoir
qu'après analyse de ce dossier, complétée par des informations
récoltées depuis avec énergie et conviction, il a été contraint de
constater que la situation est encore plus kafkaïenne qu'il ne pouvait
le craindre.
C'est assez interpellant car le Comité P n'est en général pas habitué à
ce genre de langage.
Lorsqu'on relit ses rapports annuels des années 2000 et suivantes, le
Comité P concluait qu'il ne pouvait mener sa mission à bien que si
toutes les parties concernées assumaient pleinement leurs
responsabilités dans le respect de la loi organique et des obligations
qu'elle impose, notamment sur le plan de la communication d'office
de certaines informations. Il insistait sur le fait que toutes les
informations puissent circuler au maximum entre les différents
services.
Il existe donc à l'heure actuelle de réelles difficultés pour le Comité
Permanent P d'accéder aux informations dont il a besoin pour
assumer en toute connaissance de cause les responsabilités qui lui
sont conférées par le parlement.
De manière globale, les constatations du Comité P sont les suivantes.
Premièrement, le prescrit clair et explicite des obligations portées par
la loi du 18 juillet est méconnu.
Les informations ne sont pas communiquées d'initiative au Comité P,
mais seulement à sa demande expresse, et quand elles lui sont
communiqués à sa demande expresse, il n'est pas rare qu'elles
soient incomplètes ou impliquent de devoir demander des
renseignements complémentaires, ce qui rend la mission du Comité P
complexe, multiplie ses démarches et les retarde.
Qu'allez-vous faire, madame la ministre, pour remédier concrètement
à cette situation problématique qui rend difficile, voire inefficace,
l'action du Comité P, organe de contrôle démocratique? Je suppose
que vous avez déjà, lors de réunions de travail, abordé ce problème
qui n'est pas neuf avec les parquets. Quels en sont les résultats? Que
comptez-vous faire pour améliorer la transmission des informations
entre Comité P et parquets?
2004 een herinneringsbrief
stuurde; het parket bezorgde op 7
juli 2004 een kopie van een
onvolledig dossier, dat is meer dan
anderhalf jaar na de eerste
herinnering en meer dan drie jaar
na de feiten.
Uit de jaarverslagen die het
Comité sinds 2000 publiceerde,
blijkt dat het ernstige
moeilijkheden ondervindt om de
inlichtingen te verkrijgen die het
nodig heeft om de opdrachten te
vervullen die het Parlement en de
wet aan dat Comité hebben
toevertrouwd.
Volgens het Comité wordt de
informatie niet vrijwillig verstrekt,
maar alleen op zijn uitdrukkelijke
vraag. Bovendien is ze vaak
onvolledig.
Hoe denkt u dit probleem te
verhelpen en de uitwisseling van
informatie tussen het Comité P en
de parketten te stroomlijnen?
14.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame, effectivement, la
question que vous évoquez m'est bien connue et je l'ai d'ailleurs moi-
14.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik ken dit probleem maar al te
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
même mise à l'ordre du jour d'une réunion avec le Comité permanent
P ainsi que le Comité R, lors d'une séance de travail tenue au siège
de ces institutions au lendemain de mon entrée en fonction. Il y fut
notamment question des relations du Comité P avec les autorités et
instances judiciaires et de l'exécution des missions de tâches
judiciaires par le service d'enquête P.
Cette réunion fut aussi l'occasion d'évoquer les obligations
d'information du Comité P, notamment à l'égard du Centre pour
l'égalité des chances, qui a un rôle dans le cas d'espèce que vous
évoquez. Il s'agit d'un cas individuel avec quelques autres, et qui est
loin de concerner tous les arrondissements judiciaires du pays.
À cet égard, il faut évoquer, outre la charge de travail bien connue au
sein de divers parquets, la difficulté et la longueur de certaines
enquêtes judiciaires, ce qui fut le cas dans le dossier que vous
abordez. En l'espèce aussi, il peut surprendre que le Comité P ne soit
pas au courant d'une enquête menée en partie par son service
d'enquête. C'est pourtant ce que prévoit expressément la loi du 18
juillet 1991, et il faut se réjouir, toujours dans le cas d'espèce (même
s'il m'est avis que la règle est scrupuleusement respectée au sein de
cette institution), que le Comité ne s'immisce pas dans les enquêtes
judiciaires menées par son service d'enquête.
Le dossier présentait plusieurs facettes, il y eut plusieurs plaintes
déposées auprès d'autorités ou d'instances différentes par des
plaignants individuels ou institutionnels. L'enquête fut pour partie
menée par la police fédérale, par le service judiciaire
d'arrondissement et par le service d'enquête P. Une partie de
l'information était disponible auprès de la section D du parquet
concerné; une autre faisait partie d'une information judiciaire clôturée;
une autre encore d'une instruction. Ainsi, le Comité n'a pu solliciter
des informations complémentaires1 qu'après avoir pu analyser les
données disponibles auprès de son service d'enquête, données
auxquelles il fut autorisé à accéder.
Lors d'une récente réunion de représentants des cabinets de
l'Intérieur et de la Justice avec le comité P, la question fut de nouveau
évoquée dans sa généralité. Le comité a précisé que la situation
s'améliorait sensiblement. Je sais aussi que le comité P, après une
certaine léthargie, a renoué des contacts avec l'autorité judiciaire en
vue d'améliorer les échanges d'informations, et cela dans le
prolongement de deux initiatives prises par le procureur général de
Mons, plus particulièrement en charge des questions de police pour le
Collège des procureurs généraux.
Plusieurs parquets ont également fourni des efforts substantiels pour
répondre aux demandes répétées du comité P à propos d'affaires
parfois relativement anciennes.
Quelques problèmes pratiques subsistent encore dans l'échange
d'informations, notamment parce que les numéros de notice ou
d'identification ne correspondent pas entre les institutions. Les
recherches sont dès lors laborieuses quand l'un ou l'autre élément
d'identification du dossier manque.
Je ne doute pas que l'on y trouvera des solutions pratiques à brève
échéance et pour l'avenir. Je reste évidemment attentive à cette
goed. Reeds de dag na mijn
aantreden als minister heb ik het
op de agenda van een vergadering
met de Comités P en I gezet.
Sommige parketten kampen niet
alleen met een aanzienlijke
werklast, vaak is het onderzoek
ook lang en moeilijk, wat in het
dossier in kwestie het geval was.
Het kan u verbazen dat het Comité
P, in tegenstelling tot de
bepalingen van de wet van 18 juli
1991, niet op de hoogte is van een
onderzoek waaraan zijn Dienst
Enquêtes meewerkte. Anderzijds
moet toch wel worden
onderstreept dat het Comité zich
aan de regels houdt en zich niet
mengt in de gerechtelijke
onderzoeken die door zijn Dienst
Enquêtes worden gevoerd.
Vermits verscheidene partijen bij
verschillende instanties klacht
indienden en het onderzoek door
de federale politie, de gerechtelijke
dienst arrondissement en de
Dienst Enquêtes van het Comité P
werd gevoerd, kon slechts een
deel van de informatie bij het
betrokken parket worden
verkregen. Het Comité kon pas
om bijkomende informatie
verzoeken na analyse van de
gegevens waarover de Dienst
Enquêtes beschikte en waartoe
het Comité toegang had.
Het Comité heeft onlangs
toegelicht dat de situatie
evolueerde, en heeft opnieuw
contact opgenomen met de
gerechtelijke autoriteiten met het
oog op een betere
gegevensuitwisseling, in het
verlengde van twee initiatieven van
de procureur-generaal te Bergen,
die voor het College van
Procureurs-generaal belast is met
politiekwesties.
Verscheidene parketten hebben
ook grote inspanningen gedaan
om de vele verzoeken van het
Comité P met betrekking tot soms
al oudere dossiers te
beantwoorden.
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
problématique et veillerai à chaque occasion à inviter les différents
partenaires à respecter le devoir d'information.
14.03 Zoé Genot (ECOLO): Je suis heureuse d'apprendre que la
ministre, dès son entrée en fonction, a pu comprendre les problèmes
qui se présentaient, que d'autres réunions ont pu se tenir. Mais on
constate quand même qu'un certain nombre de difficultés subsistent.
Bien sûr, des petites améliorations techniques comme un numéro
mieux utilisé, etc. peuvent faciliter le travail. Mais je pense aussi
qu'il faut vraiment que des instructions claires soient données pour
que ces informations circulent plus rapidement.
Les problèmes traités par le comité P, qui sont notamment relatifs à
des violences policières, doivent l'être rapidement et de manière
coordonnée pour ne pas générer une crise de confiance vis-à-vis de
cette institution et des parquets. On a vu qu'une série de procès ont
abouti, ce qui a redonné espoir à un certain nombre de plaignants.
J'espère que les autres dossiers traités par le comité P pourront, eux
aussi, aboutir. Il en reste encore toute une série qui "moisissent".
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
taalgebruik in vonnissen en andere gerechtelijke akten" (nr. 3926)
15 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le langage
utilisé dans les jugements et les autres actes judiciaires" (n° 3926)
15.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het wantrouwen van de burger ten opzichte van justitie blijkt
uit tal van in het verleden gevoerde en gepubliceerde studies en ook
uit het recent verschenen rapport van de heer Erdman en de heer de
Leval. Dit is een item waaraan u trouwens hard wilt werken. Dit
wantrouwen kent tal van oorzaken, maar een factor is volgens mij het
taalgebruik dat gehanteerd wordt in vonnissen, in arresten, kortom, al
de gerechtelijke akten. Wellicht trap ik een open deur in als ik zeg dat
er een juridisch jargon wordt gebruikt waarvan de burger niets of
weinig begrijpt. Dit is niet evident, want een burger wendt zich niet met
volle plezier tot de rechtbank. Hij wendt zich tot de hoven en
rechtbanken om een oplossing te krijgen voor zijn geschil. Wanneer
hij dan de taal die wordt gebruikt niet begrijpt, dan kan hij de indruk
krijgen dat de geboden oplossing voor zijn geschil niet de juiste is. Dit
maakt dat er een communicatieprobleem ontstaat tussen Justitie en
de burger. Dit draagt mijns inziens bij tot het bestaande wantrouwen.
Wij komen hier op een essentieel element in het gebeuren rond dat
wantrouwen. Hieromtrent wil ik u vandaag de volgende drie vragen
stellen.
Ten eerste, zult u het initiatief nemen om afspraken te maken met de
universiteiten die de opleiding rechten aanbieden, om een verhoogde
aandacht rond communicatievaardigheden en taal binnen de opleiding
te waarborgen?
Ten tweede, zult u het initiatief nemen om met de Hoge Raad van
Justitie afspraken te maken rond een verhoogde aandacht rond
communicatievaardigheden en taal bij de opleiding en het aanwerven
van magistraten?
15.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Certaines études ont montré que
le langage juridique employé dans
les procès renforce la méfiance
que nos concitoyens nourrissent à
l'égard de la justice. Ce n'est pas
de gaieté de coeur qu'ils se
tournent vers les cours et
tribunaux dont ils attendent qu'ils
résolvent leur problème. Et ils ont
souvent l'impression, ne
comprenant pas le langage de la
décision judiciaire qu'ils ont
rendue, qu'ils y ont apporté une
solution inadéquate.
La ministre envisage-t-elle de
passer avec les universités des
accords portant sur
l'apprentissage d'aptitudes
communicationnelles et de
compétences langagières? A-t-elle
l'intention de faire de même avec
le Cconseil supérieur de la Justice
pour ce qui regarde la formation et
le recrutement de magistrats?
Veillera-t-elle à ce qu'on accorde
plus d'importance à la
communication et au langage
dans l'évaluation des magistrats?
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ten derde, bent u van plan om het initiatief te nemen om bij de
evaluatie van magistraten meer gewicht te geven aan de
communicatievaardigheden en de taal?
15.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik kan de
vaststelling van mevrouw Claes bijtreden. Het gevoel van
gerechtigheid hangt inderdaad af van een correct begrip van de
verschillende akten en van de juridische beslissingen, welke de
draagwijdte ervan ook moge zijn.
Om de procedures in elke stap van hun verloop optimaal te begrijpen,
heb ik beslist om verschillende initiatieven te nemen. Zo acht ik het
nuttig om te verplichten dat de akten van rechtsingang of de betekenis
van de beslissingen alle inlichtingen bevatten die nuttig zijn om de
uitspraken en de gevolgen ervan correct te interpreteren. Zo wens ik
bijvoorbeeld dat in een uitspraak duidelijk wordt aangegeven of er al
dan niet in beroep kan worden gegaan.
Inzake de vereenvoudiging van de juridische taal publiceerde
l'association syndicale des magistrats in 2003, in opdracht van de
Koning Boudewijnstichting, een uitstekend vademecum, getiteld "Dire
le droit et être compris". Dit werk dat elke magistraat bij de hand zou
moeten hebben heeft de ondertitel "Comment rendre le langage
judiciaire plus accessible?".
Er staan ontzettend veel eenvoudige voorbeelden in van hoe de
formulering van sommige beslissingen in geruime mate
vereenvoudigd kan worden. Ik betreur het dat er geen
Nederlandstalige versie van dit werk voorhanden is. Ik zal ervoor
zorgen dat die er binnen afzienbare tijd komt.
Om op uw vraag te antwoorden, stel ik hierbij dat de Hoge Raad voor
de Justitie eveneens betrokken moet worden bij de initiatieven die ik
in dit verband zal nemen. De Hoge Raad is op dit ogenblik
verantwoordelijk voor de opleiding van magistraten en heeft me zijn
belangstelling reeds betoond om dit in gezamenlijk overleg te
bekijken.
Het is ook zo dat de vereenvoudiging van juridisch taalgebruik kan
worden aangewend als criterium bij de evaluatie van magistraten.
Toch ben ik er niet van overtuigd dat de universiteiten in deze fase al
moeten worden ingeschakeld.
Zoals ik reeds zei is de Hoge Raad voor de Justitie bevoegd voor de
beroepsopleiding van magistraten en zijn de balies dat voor de
vorming van de advocaten. Bovendien denk ik niet dat juridische
termen kunnen worden vervangen maar het is wenselijk dat de
rechtszoekende een lexicon kan raadplegen met specifieke
terminologie zoals in Frankrijk trouwens het geval is.
15.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je suis d'accord avec
Mme Claes. Le sentiment que
justice a été rendue dépend d'une
compréhension correcte des actes
et des décisions juridiques.
En 2003, l'Association Syndicale
des Magistrats a publié l'excellent
vade-mecum «Dire le droit et être
compris. Comment rendre le
langage judiciaire plus accessible»
que tout magistrat devrait avoir à
portée de main car il explique
clairement et simplement
comment simplifier les
formulations dans le langage
juridique. Je veillerai à ce qu'une
version néerlandaise soit publiée
prochainement.
Le Conseil supérieur de la Justice
est disposé à mener des
concertations concernant la
formation des magistrats.
L'utilisation d'un langage juridique
plus simple peut constituer un
critère lors de l'évaluation des
magistrats.
Je ne suis toutefois pas
convaincue qu'il faille faire appel
aux universités dès à présent. Le
Conseil supérieur de la Justice est
compétent pour la formation
professionnelle des magistrats, les
barreaux le sont pour celle des
avocats. Par ailleurs il me semble
que les termes juridiques ne
peuvent pas être remplacés. Il faut
toutefois donner la possibilité au
justiciable de consulter un
glossaire contenant la terminologie
spécifique. Cette possibilité existe
déjà en France.
15.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister uiteraard voor haar antwoord. Het stemt mij gelukkig dat zij
mijn bezorgdheden ter zake deelt. Ik neem nota, mevrouw de
minister, van de verschillende initiatieven die u ter zake plant en die u
blijkbaar in samenspraak met de Hoge Raad voor de Justitie zal
voeren. Ik hoop uiteraard dat u ter zake vrij vlug uw initiatieven kan
omzetten in wetgevend werk. Ik denk dat we hier te maken hebben
15.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
me réjouis de constater que la
ministre partage ma
préoccupation. J'espère que les
initiatives prévues pourront être
rapidement concrétisées. Il s'agit
là d'une étape cruciale dans la
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
met een essentieel punt waarmee Justitie het vertrouwen van de
burger kan terugwinnen.
reconquête de la confiance des
citoyens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
toesturen van een afschrift van het vonnis in strafzaken" (nr. 3932)
16 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'envoi d'une
copie du jugement en matière pénale" (n° 3932)
16.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijn vraag heeft inderdaad
betrekking op de afschriften van de vonnissen en arresten in
strafzaken. In feite gaat ze over de toepassing van artikel 792 van het
Gerechtelijk Wetboek, een artikel dat voorschrijft dat de griffiers
verplicht zijn om binnen de acht dagen na de uitspraak van een
vonnis bij gewone brief het afschrift van het vonnis toe te sturen aan
de advocaten of aan de partijen. Het woord "of" is hierbij van belang.
De praktijk heeft me geleerd dat in het merendeel der gevallen alleen
een afschrift wordt verzonden naar de advocaten van de partijen, dus
niet aan de partijen zelf. Dat lijkt me niet logisch, want uiteindelijk gaat
het toch om een geschil van een burger. Ik had het in mijn vorige
vraag reeds over het wantrouwen van de burger in Justitie en ik denk
dat dat ook toepasbaar is in deze materie en in deze vraagstelling. Als
we de betrokkenheid van de burger in Justitie willen verhogen is het,
denk ik, goed dat de burger ten minste zelf rechtstreeks op de hoogte
wordt gebracht van een uitspraak, een uitspraak die het liefst van al
ook is opgesteld in een vlot leesbare taal.
Even terzijde wil ik ook dit zeggen: ik heb dienaangaande een
wetsvoorstel tot aanpassing van artikel 792 van het Gerechtelijk
Wetboek ingediend, zodanig dat in de toekomst zowel de advocaten
als de partijen steeds een afschrift van het vonnis ontvangen.
Dezelfde redenering kan mijns inziens ook worden toegepast in
strafzaken, maar daarbij is er discussie over de toepasbaarheid van
artikel 792 van het Gerechtelijk Wetboek. Volgens een aantal auteurs
is dat artikel wel degelijk van toepassing in strafzaken en zij baseren
zich daarbij, enerzijds, op de aanvullende werking van artikel 2 van
het Gerechtelijk Wetboek en, anderzijds, op het algemeen beginsel
van de strafvordering inzake de waarborgen van de rechten van
verdediging. De praktijk leert ons echter, indien ik juist ben ingelicht,
dat de griffies niettemin instructies zouden krijgen om artikel 792 van
het Gerechtelijk Wetboek beperkend te interpreteren en dus niet toe
te passen in strafzaken.
Vandaar mijn vraag aan u, mevrouw de minister. Overweegt u de
griffiers de opdracht te geven artikel 792 van het Gerechtelijk
Wetboek ruim te interpreteren, zodanig dat het in de toekomst ook
van toepassing zou zijn in strafzaken?
16.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
En vertu de l'article 792 du Code
civil, les greffiers sont tenus
d'adresser dans les huit jours à
toutes les parties ou à leurs
avocats une copie du jugement,
par courrier ordinaire. Dans la
pratique, toutefois, seuls les
avocats sont informés dans la
plupart des cas, ce qui ne favorise
guère la confiance des citoyens en
la justice ni leur engagement
personnel. J'ai déjà déposé une
proposition de loi tendant à faire
en sorte qu'une copie soit toujours
envoyée aux avocats et aux
parties.
Certains auteurs considèrent que
l'article 792 s'applique aussi en
matière pénale. Les greffiers ont
toutefois été priés d'interpréter cet
article 792 de manière restrictive
et de ne pas l'appliquer en matière
pénale. La ministre envisage-t-elle
de recommander aux greffiers
d'interpréter largement la notion de
`jugement' de l'article 792?
16.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik kan
meedelen dat de kwestie van het toezenden van de rechterlijke
uitspraak aan de partijen vervat zit in het wetsontwerp-Franchimont,
dat momenteel door de commissie voor de Justitie van de Senaat
wordt onderzocht. In het voorziene artikel 318 is opgenomen dat de
griffier binnen de vijf dagen na de uitspraak een afschrift van het
vonnis stuurt aan het openbaar ministerie, aan alle partijen en, in
voorkomend geval, aan hun advocaten. De termijn van vijf dagen zal
16.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le point évoqué par Mme
Claes est contenu dans le projet
de loi Franchimont, que la
commission de la Justice du Sénat
examine actuellement.
L'article 318 de ce projet dispose
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
niet voorgeschreven worden op straffe van nietigheid en zal geen
invloed hebben op de termijn die vastgesteld is voor de aanwending
van rechtsmiddelen.
Dienaangaande is wel bepaald dat de verplichting tot toezending niet
geldt voor de uitspraken gedaan door de politierechtbank inzake
verkeersmisdrijven waarbij zich geen burgerlijke partijen hebben
gesteld. Desbetreffend kan ik u meedelen dat deze voorgestelde
regeling mij lijkt tegemoet te komen aan het dubbele doel dat men
zich moet stellen: een grotere transparantie voor de rechtszoekende
zonder onoverkomelijke administratieve en budgettaire lasten.
Ik geef er dan ook de voorkeur aan deze wettelijke regeling af te
wachten in plaats van interpretatieve richtlijnen te geven aan de
griffies, die een enorme kost met zich mee brengt.
que le greffier envoie dans les cinq
jours après le prononcé une copie
du jugement au ministère public,
à toutes les parties et, le cas
échéant, à leurs avocats. Le terme
ne sera pas prescrit à peine de
nullité et n'influera pas sur le délai
de recours. L'obligation de
notification ne s'appliquera pas
aux décisions du tribunal de police
en matière d'infractions routières
lorsque personne ne s'est
constitué partie civile.
Les dispositions proposées
favorisent la transparence sans
donner lieu à des charges
administratives et budgétaires, me
semble-t-il. Je préfère attendre les
dispositions légales plutôt que
d'adresser maintenant de
coûteuses directives
interprétatives aux greffes.
16.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik dank u voor uw antwoord,
mevrouw de minister. Ik noteer dat deze kwestie het voorwerp
uitmaakt van het artikel 418 van het wetsontwerp Franchimont waarbij
het, al ik u goed begrijp, de bedoeling is om in de toekomst ook in
strafzaken het afschrift van het vonnis toe te sturen, onder meer aan
de partijen. Ik denk dat wanneer dit gerealiseerd zou kunnen worden
het al een hele stap vooruit zou zijn, wat betreft de betrokkenheid van
de burger bij justitie.
16.03 Hilde Claes (sp.a-spirit):
L'envoi d'une copie aux parties à
un procès pénal constituerait un
grand pas en avant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde interpellatie en vragen van
- de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de aanhoudende
ontsnappingen uit de gevangenis van Nijvel" (nr. 446)
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de nieuwe
ontsnappingen uit de gevangenis van Nijvel" (nr. 3933)
- mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de nieuwe
drievoudige ontsnapping uit de gevangenis van Nijvel" (nr. 3966)
17 Interpellation et questions jointes de
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les incessantes évasions
à la prison de Nivelles" (n° 446)
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les nouvelles évasions à
la prison de Nivelles" (n° 3933)
- Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les nouvelles évasions
de l'établissement pénitentiaire de Nivelles" (n° 3966)
17.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, op zondag 10 oktober zijn op klaarlichte dag
drie zeer zware criminelen probleemloos kunnen ontsnappen uit de
gevangenis van Nijvel op de wijze van de Daltons in de 19
de
eeuw
waarbij een touwladder over de gevangenismuur werd gegooid en
waarbij de dieven met het grootste gemak in de auto van de
handlangers konden ontsnappen zonder dat ze zelfs maar ter plaatse
17.01 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Le 10 octobre 2004, trois
criminels se sont évadés dans des
conditions invraisemblables de la
prison de Nivelles. Le dénommé
Ben Allal en avait fait de même
récemment. La ministre a annoncé
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
werden gevat. Nadien zou een van de drie gevat zijn. Dit feit gebeurde
echter op een onwaarschijnlijke manier. Het straffe is dat de beruchte
gangster Ben Allal op dezelfde manier ontsnapte. Het was ook niet
zijn eerste keer dat hij uit de gevangenis van Nijvel ontsnapte. Hij had
dat voordien nog gedaan. Er is dus een resem van ontsnappingen uit
de gevangenis van Nijvel. De blamage voor Justitie is dus enorm,
mevrouw de minister.
U bent hierover reeds ondervraagd op 15 september. De grote
mankementen van de gevangenis zijn toen al uitvoerig belicht. Ik ga
dat niet herhalen. U hebt toen wel een heel aantal maatregelen
aangekondigd. Het minste waarvoor u toen had kunnen zorgen,
mevrouw de minister, was een verhoogde waakzaamheid. Er zou een
hogere alertheid moeten zijn voor mogelijke ontsnappingen. Het
personeel zou aanwezig moeten zijn op de wandelkoer. Men zou de
gevangenen veel intensiever moeten bewaken. Dat is blijkbaar niet
gebeurd. De gevangenen zijn van de wandelkoer met behulp van een
kniptang door een aantal omheiningen geraakt en daarna met een
touwladder over de muur geklommen. Dat zijn geen zaken die men in
twee seconden doet. Als men normaal alert is, zou men toch een en
ander kunnen voorkomen, maar dat is niet gebeurd. Die mensen zijn
met het grootste gemak bijna kunnen buitenstappen uit de
gevangenis.
In die omstandigheden is het natuurlijk gemakkelijk om alle
verantwoordelijkheid bij andere ministers te leggen. Wij hebben
allemaal gezien dat u verontwaardigd was. U hebt de
verantwoordelijkheid bij minister Reynders gelegd en zelfs bij minister
Dewael, maar u bent zelf natuurlijk verantwoordelijk voor die
bewaking en ook voor het toezicht van de vordering van de
werkzaamheden. Uit onder meer het artikel in Le Soir blijkt dat precies
de werkzaamheden voor de beveiliging ertoe hebben geleid dat de
ontsnapping werd vergemakkelijkt.
Mevrouw de minister, klopt het dat de werkzaamheden de
ontsnapping daadwerkelijk hebben vergemakkelijkt? Klopt het dat
bepaalde tuigen zoals kniptangen, zoals De Morgen suggereert,
zouden kunnen zijn bemachtigd door de gevangenen ten gevolge van
de werken? Hoe is de vergemakkelijking gebeurd? Waarom werden
geen extra veiligheidsmaatregelen en bewakingsmaatregelen
getroffen tijdens deze werken? Dat lijkt toch wel onvoorstelbaar. Hoe
komt het dat die ontsnapping niet ter plaatse werd opgemerkt? Het
gebeurde nochtans op klaarlichte dag. Hoe lang na de feiten
gebeurde de vaststelling? Waar waren de bewakers op het moment
van de feiten? Was er wel voldoende bewaking aanwezig? Werd er
iets met de camera opgenomen? Waarom werd daarop niet
onmiddellijk gereageerd? Hoe lang duurde het voor de politie
aanwezig was? Is er nog een achtervolging ingezet? Heeft iemand de
handlangers gezien, of is dit op klaarlichte dag toch in het verborgene
gebeurd? Tot welke veiligheidsmaatregelen had men vooraf besloten
na de ontsnapping van Ben Allal? Kan de minister de notulen
voorleggen van de verschillende besprekingen hierover? Wat was er
reeds gerealiseerd ter voorbereiding? Hoe stond het met de
bijkomende camerabewaking die was beloofd, maar die blijkbaar nog
niet in werking was hoewel al geplaatst? Hoe komt het dat bepaalde
diensten zoals de dienst Gebouwen hun verantwoordelijkheid niet
hadden opgenomen? Waren zij voldoende bij het overleg betrokken
en gebrieft? Is de minister van Justitie zelf niet verantwoordelijk voor
des mesures par le passé, mais il
semble qu'on n'ait même pas
accru la vigilance à Nivelles. La
ministre est responsable du
contrôle et de la surveillance des
détenus.
Les travaux ont-ils facilité les
évasions? Pourquoi les évasions
n'ont-elles pas été constatées sur
place? Quand la police s'est-elle
rendue sur les lieux? Quelles
mesures a-t-on prises après
l'évasion de Ben Allal? Qu'en était-
il de la surveillance
supplémentaire par caméra?
Pourquoi le service des Bâtiments
n'a-t-il pas pris ses
responsabilités? La ministre n'est-
elle pas elle-même responsable
du contrôle de la bonne exécution
des mesures et des travaux
prévus?
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
het toezicht op de vlotte uitvoering van de geplande werken en
maatregelen en van de gemaakte afspraken? Is het niet te
gemakkelijk om die zaken af te schuiven op uw collega's, mevrouw de
minister?
17.02 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is
ongetwijfeld zo dat de opeenvolgende ontsnappingen uit de
gevangenis van Nijvel een blamage betekenen voor Justitie. In de
media hebben we vastgesteld dat de minister van Justitie zich erg
boos gemaakt heeft naar aanleiding van de laatste ontsnapping. Dit
volstaat natuurlijk niet, omdat de minister van Justitie zelf
verantwoordelijk is voor de beveiliging van de gevangenissen en voor
de uitvoering van de straf. In het nog niet zo verre verleden moesten
ministers trouwens ontslag nemen wanneer er gevangenen
ontsnapten. Maar in het verleden golden natuurlijk...
17.02 Tony Van Parys (CD&V):
Les évasions à répétition à
Nivelles sont une honte. Il s'agit de
dangereux criminels. Quel est
l'état d'avancement des dossiers
des détenus évadés? Quelles
mesures supplémentaires la
ministre a-t-elle prises? Qu'en est-
il de la note relative aux évasions?
Qu'en est-il du plan pluriannuel
concernant les prisons ? Il semble
que l'on n'investisse que lorsque
des incidents se produisent.
17.02 Minister Laurette Onkelinx: (...)
Le président: Moi, je me souviens d'un cas!
Ik herinner mij nog dat wij hier op een dag allemaal buiten stonden.
17.04 Tony Van Parys (CD&V): Waarschijnlijk heb ik een slecht
geheugen, maar inderdaad, voorzitter, wij hebben samen op een
bepaald ogenblik een dergelijk moment meegemaakt, waarop
politieke verantwoordelijkheden werden gesteld en politieke
consequenties werden getrokken.
17.05 Laurette Onkelinx, ministre: En règle générale, s'il y avait eu
à chaque fois une démission après une évasion, vous ne sériez pas
resté plus que cinq jours au département de la Justice.
17.05
Minister
Laurette
Onkelinx:
Als er na elke
ontsnapping een ontslag was
gevallen, zou u niet langer dan vijf
dagen op het departement zijn
gebleven.
17.06 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dat is telkens
opnieuw zo. De minister van Justitie wordt altijd wat zenuwachtig als
ik een aantal vragen stel. Ik apprecieer haar omwille van haar
temperament. Het is op die manier wat leuker debatteren in de
commissie voor de Justitie. Maar de minister van Justitie kan toch
moeilijk ontkennen dat de opeenvolgende ontsnappingen in Nijvel
bijzonder vervelend zijn en minstens aanleiding moeten zijn tot het
stellen van vragen in het Parlement.
De verantwoordelijkheid van de minister van Justitie is terzake zonder
meer duidelijk. Ik wil haar dan ook de vraag stellen: hoe is zoiets
mogelijk geweest? Het is inderdaad niet de eerste keer. Het gaat om
criminelen die zware criminele feiten hebben gepleegd en hen niet
afzonderen brengt een aantal risico's met zich. Ik wil dan ook aan de
minister van Justitie de vraag stellen wat op dit ogenblik de stand is
van het onderzoek naar het opsporen van diegenen die ontsnapt zijn.
Welke maatregelen heeft de minister van Justitie genomen om zulke
feiten te voorkomen? En wat is de opvolging geweest van de
uitvoering van de ontsnappingsnota die de minister in augustus met
de gevangenisdirecteurs heeft afgesloten? Het probleem was
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
inderdaad zo groot dat er een zogenaamde ontsnappingsnota werd
opgesteld waarin verschillende elementen van preventie en reparatie
zijn opgenomen. Ik zou graag terzake een omstandig antwoord van
de minister krijgen.
Specifiek voor Nijvel is mijn vraag de volgende. Wat is nu de stand
van uitvoering van het meerjarenplan voor de gevangenissen? Er is
een meerjarenplan opgesteld. Wat is daarin de positie van de
gevangenis van Nijvel? Of investeert men alleen wanneer er zich
incidenten voordoen? Zo voel ik dat op dit ogenblik aan. Er is een
ontsnapping, er is een incident, en dan gaat men hier en daar een
aantal maatregelen nemen om een aantal problemen op te lappen.
Wat is de stand van zaken van het meerjarenplan voor de
gevangenissen en in welke maatregelen wordt daarin specifiek
voorzien voor de gevangenis van Nijvel?
17.07 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, je ne vais pas m'étendre plus avant sur les conditions et le
contexte des évasions, j'en viens immédiatement à mes questions.
La prison de Nivelles a déjà fait l'objet de premiers travaux de
sécurisation mais ceux-ci semblent encore être loin d'être finalisés.
Dans quel délai peut-on espérer cette finalisation?
Compte tenu du contexte d'évasions antérieures, pourquoi n'avez-
vous pas envisagé plus tôt le transfert des détenus les plus
dangereux de Nivelles vers d'autres prisons? Que pensez-vous de
l'idée de mettre en place des quartiers de haute sécurité en vue
d'isoler certains détenus particulièrement dangereux?
Je m'interroge aussi sur la formation des gardiens. Ceux-ci sont-ils
suffisamment préparés pour faire face à la gestion de détenus
particulièrement dangereux? Quelles mesures envisagez-vous à cet
égard puisque, dans sa déclaration de politique fédérale, le
gouvernement souhaite intégrer les résultats des tables rondes sur
les prisons, en particulier pour ce qui est de la formation des agents
pénitentiaires? Pouvez-vous déjà nous exposer les résultats de ces
tables rondes?
Dans le cadre de la surveillance des visites, les procédures sont-elles
optimales? Les mesures que vous envisagiez dans ce domaine lors
des précédentes évasions telles que la prise d'empreintes ou un
cachet invisible à l'oeil qui peut-être lu lorsqu'il est exposé aux rayons
d'une lampe UV sont-elles en cours de réalisation?
17.07 Valérie De Bue (MR):
Wanneer zullen de
beveiligingswerkzaamheden aan
de gevangenis van Nijvel zijn
afgerond? Waarom hebt u er niet
eerder aan gedacht de
gevaarlijkste gevangenen naar
andere gevangenissen over te
plaatsen? Zijn de bewakers
voldoende opgeleid en wat zijn de
resultaten van de
rondetafelgesprekken die hierover
werden georganiseerd? Verloopt
het bezoek volgens optimale
veiligheidsprocedures?
17.08 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de
drievoudige ontsnapping op 10 oktober jongstleden uit de gevangenis
van Nijvel bracht inderdaad met zich mee dat men nazicht doet van
de veiligheid binnen onze gevangenissen. Ik wil er meteen al aan
herinneren dat de veiligheid van een penitentiaire instelling een
dubbele dimensie heeft zoals het rapport van de commissie-Dupont
ook terecht onderstreept. De veiligheid heeft een passieve dimensie,
de infrastructuur, en een actieve dimensie, een contact tussen het
personeel en de gedetineerden. Ik denk dat het essentieel is dat men
deze realiteit voor ogen houdt want men moet aan beide dimensies
werken. Men mag in geen geval één van beide vergeten. De
verbetering van de infrastructuur van bepaalde gevangenissen is
noodzakelijk maar men mag andere aspecten zoals de sensibilisering
17.08
Laurette Onkelinx,
ministre: Après l'évasion du 10
octobre 2004, nous contrôlons
actuellement la sécurité de nos
prisons. La sécurité d'un
établissement pénitentiaire revêt
une dimension passive
-
l'infrastructure - et une dimension
active - les contacts entre le
personnel et les détenus. Il
importe d'améliorer ces deux
dimensions.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
van het penitentiair personeel of de praktische organisatie van de
bezoeken - het gaan en komen van de gedetineerden bijvoorbeeld
daarbij niet uit het oog verliezen want dat zijn eveneens essentiële
veiligheidswaarborgen.
Hierna de gevraagde precisering over de ontsnapping van 10 oktober.
Op het moment van die ontsnapping was het personeelskader
compleet en in dienst. Het feit dat er in de gevangenis werken aan de
gang waren heeft op zich de ontsnapping niet gemakkelijker gemaakt.
De directie van de gevangenis van Nijvel had aan de
verantwoordelijken van de politiezone nadrukkelijk om bijkomende
patrouilles gevraagd. Op het moment van de ontsnapping werd alarm
geslagen en de politie werd onmiddellijk gewaarschuwd. De politie
van Nijvel en van Waterloo kwamen respectievelijk 10 en 11 minuten
na het alarm ter plaatse. De drie ontsnapte gevangenen waren echter
nergens meer te bespeuren. Het personeel werd ondervraagd en
deelde aan de onderzoekers de informatie mee waarover men
beschikte, met name de cassettes met de beelden die door de
bewakingscamera van de ontsnapping werden gemaakt. Eén van de
drie ontsnapten werd nog diezelfde avond, op 10 oktober, opgepakt
en terug opgesloten.
Au moment de l'évasion à
Nivelles, le cadre du personnel
était au complet. Les travaux
effectués dans cet établissement
n'ont pas facilité l'évasion en soi.
La direction de la prison avait
demandé expressément des
patrouilles supplémentaires aux
responsables de la zone de police.
Lorsque l'évasion est survenue, le
personnel de la prison a déclenché
l'alarme. Mais quand la police de
Nivelles et la police de Waterloo
sont descendues sur les lieux,
respectivement dix et onze
minutes plus tard, les trois détenus
étaient introuvables. La police a
alors interrogé le personnel qui lui
a remis les cassettes contenant
les images de l'évasion
enregistrées par la caméra de
surveillance. Et le soir même, elle
a réussi à intercepter et
réincarcérer un des détenus
évadés.
Quant à l'amélioration de la formation du personnel pénitentiaire,
sécurité dite "active", vous savez qu'il s'agit là - je l'ai souvent répété -
d'une de mes grandes préoccupations. J'ai déjà répondu à une
question tout à l'heure à ce propos. Le projet de création d'une école
pénitentiaire n'est pas nécessairement retenu dans le cadre du
budget de l'année 2005, les moyens budgétaires sont limités. Nous
allons par contre nous attacher à développer la formation de base du
personnel en passant à un programme plus élaboré qui devrait
s'étendre sur trois mois au lieu des quatre semaines actuelles.
En ce qui concerne les aspects de sécurité dite passive, c'est-à-dire
au niveau de l'infrastructure, au sein des établissements
pénitentiaires, je puis vous apporter les précisions suivantes.
Au niveau de la prison de Nivelles d'abord, après l'évasion de Nordine
Benallal au mois d'août dernier, un inventaire des travaux de
sécurisation à réaliser a été dressé. Voici l'état de ce dossier. Certains
travaux ont débuté et ont même parfois été achevés:
- un filet anti-projectiles a été placé autour du préau (travail achevé au
moment de l'évasion du 10 octobre);
- placement de plaques en métal sur le grillage du préau afin d'éviter
le cisaillement de ce dernier (terminé);
- placement d'une concertina (fils de fer barbelé) sur le grillage du
préau (en cours de réalisation).
La Régie des Bâtiments a par ailleurs été chargée de réaliser des
travaux de sécurisation à l'arrière du bâtiment de la prison de Nivelles.
Les contacts nécessaires ont été pris, les dossiers préparés. Vous
connaissez comme moi les procédures en vigueur au niveau des
marchés publics: rédaction d'un cahier de charges, adjudication et
libération des fonds. Elles doivent naturellement être respectées, ce
Het plan voor de oprichting van
een gevangenisschool wordt niet
noodzakelijk in aanmerking
genomen in het kader van de
begroting 2005, maar wij streven
naar de uitwerking van een
programma voor een
basisopleiding dat zich uitstrekt
over drie maanden in plaats van
de huidige vier weken.
Wat de infrastructuur betreft, werd
in de gevangenis van Nijvel gestart
met sommige van de
beveiligingswerken die na de
ontsnapping van Nordine Benallal
in kaart werden gebracht.
Sommige van die werken zijn zelfs
al achter de rug. Gelet op de
procedure inzake de
overheidscontracten, zullen de
werken voor de beveiliging aan de
achterkant van het gebouw,
waarmee de Regie der Gebouwen
werd belast, in november
aanvangen. De Inspectie van
Financiën van de Regie heeft een
negatief advies uitgebracht in
verband met de uitbreiding van het
systeem van camerabewaking.
Volgende week zal daarover een
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
qui demande un peu de temps. Le lancement des travaux est prévu
pour le mois de novembre.
En ce qui concerne l'extension de la surveillance par caméra à
l'arrière du bâtiment qui doit être réalisée par la Régie des Bâtiments,
l'inspection des Finances a donné un avis négatif. J'ai déjà pris
contact avec mon collègue en charge de la Régie des Bâtiments; une
réunion est prévue la semaine prochaine à ce sujet.
Une collaboration étroite entre la Justice et la Régie des Bâtiments
est nécessaire. J'ai naturellement mis en oeuvre mon pouvoir
d'initiative pour signaler à la Régie des Bâtiments les problèmes
existants. J'ai mis ces différentes questions à l'ordre du jour du
Conseil des ministres qui a suivi l'évasion du 10 octobre.
Enfin, comme vous le savez, j'ai immédiatement demandé que
certains détenus soient transférés vers d'autres établissements
pénitentiaires pendant la durée des travaux. En outre, des agents
pénitentiaires effectueront une surveillance renforcée des préaux aux
heures de promenade. Les prestations actuelles des services de
police de la zone Nivelles-Genappe seront en outre renforcées. Une
surveillance accrue de l'arrière du bâtiment sera effectuée pendant la
durée des travaux par le biais de rondes aléatoires toutes les heures,
jour et nuit, tous les jours de la semaine.
vergadering plaatsvinden. Ik heb
die diverse punten laten
agenderen op de Ministerraad die
na de ontsnapping van 10 oktober
heeft plaatsgevonden.
Ten slotte heb ik onmiddellijk
gevraagd dat sommige
gedetineerden voor de duur van
die werken zouden worden
overgeplaatst en het toezicht door
de penitentiaire beambten en de
politiezone zal worden verscherpt.
Alle gevangenissen zijn thans uitgerust met het controlesysteem der
vingerafdrukken. Er zal weldra een brief worden gestuurd naar alle
penitentiaire directies om dit controlesysteem effectief te activeren.
Wat de UV-controle tijdens de bezoeken betreft, werd besloten om
het uit te breiden tot alle penitentiaire instellingen. Alle arresthuizen
hebben het nodige materieel ontvangen. De strafinstellingen zullen
ten laatste deze week bediend worden. Teneinde u volledig te
informeren wens ik hierover nog te preciseren dat de gedetineerde
een stempel krijgt en na het bezoek wordt gecontroleerd. De
bezoeker ontvangt dus geen stempel, maar na zijn bezoek wordt zijn
hand eveneens gecontroleerd met de UV-lezer om na te gaan of het
niet om een gedetineerde gaat. Op deze wijze gebeurt er dus een
dubbele controle.
Betreffende de medische centra en de ontvangst in de hospitalen, het
volgende. Het medisch centrum van Brugge is steeds operationeel
gebleven en het nodige personeel is aanwezig. Er is niettemin
voorzien in een versterking van de verpleegkundigen, vier personen,
teneinde de uurroosters van de chirurgische afdeling te kunnen
uitbreiden. Lantin heeft een functie als polikliniek en niet als medisch
centrum. Het is dus essentieel dat de werken aan het CMC van Sint-
Gillis beëindigd worden zodat de overbrenging van gedetineerden
naar hospitalen wordt beperkt. De toewijzingsprocedure eindigde op
15 oktober en de werkzaamheden zullen in de loop van november
kunnen beginnen. Er werd tussen september 2003 en maart 2004 een
pilootproject uitgevoerd in de gevangenis van Andenne. Het project
gaf een afdoend resultaat. De veralgemening van het storen van de
gsm's voor alle penitentiaire instellingen wordt thans bestudeerd met
de diensten van de minister van Economie.
Toutes les prisons sont
actuellement équipées d'un
système de vérification des
empreintes digitales qui sera
bientôt opérationnel. Les
établissements pénitentiaires
recevront également le matériel
nécessaire aux contrôles UV cette
semaine au plus tard. Grâce à ce
système, les détenus se voient
attribuer un cachet avant les
visites à l'issue desquelles
détenus et visiteurs sont ensuite
contrôlés.
Le centre médical de Bruges n'a
jamais cessé d'être opérationnel et
dispose d'un personnel en nombre
suffisant. Néanmoins, quatre
infirmiers viendront renforcer
l'effectif. Lantin est une
polyclinique et non un centre
médical. Lorsque les travaux au
CMC de Saint-Gilles seront
terminés, peu de détenus seront
encore transférés vers des
hôpitaux. Les travaux
commenceront en novembre.
Un projet-pilote concernant les
perturbations causées par les
téléphones portables a été mené à
Andenne de septembre 2003 à
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
mars 2004. Les conclusions de ce
projet sont analysées en
collaboration avec le cabinet de
l'Economie.
Le plan pluriannuel "infrastructures prisons" est en cours d'adaptation
suite aux décisions prises dans le cadre de la réalisation du budget
2005.
Enfin, je ne suis guère favorable à la mise sur pied de quartiers de
haute sécurité. Le régime pénitentiaire peut en effet suffisamment
être modalisé et adapté à la situation de chaque détenu. Il n'est donc
pas nécessaire de s'orienter vers la création de tels ghettos au sein
des prisons.
Ingevolge de beslissingen inzake
de begroting voor 2005 wordt het
meerjarenplan voor de
gevangenisinfrastructuur op dit
ogenblik aangepast.
Ten slotte ben ik geen voorstander
van de inrichting van afdelingen
met verscherpte beveiliging,
omdat het gevangenisbeleid
wellicht op de situatie van iedere
gedetineerde kan worden
afgestemd.
17.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor haar antwoord. Er worden eens te meer allerlei
zaken aangekondigd. We zullen dat met de nodige interesse volgen.
Mevrouw de minister, het blijft een feit in dit dossier dat het niet
anders kan dan dat de bewaking gefaald heeft. Het is te gemakkelijk
om te stellen dat de politie reeds na tien minuten ter plekke was, maar
dat de vogel was gaan vliegen. De bewaking zelf is het
allerbelangrijkste element. De politie komt slechts in tweede linie. De
bewaking moet resultaten kunnen voorleggen en mag zoiets niet laten
gebeuren. Op dit punt heb ik onvoldoende antwoord gekregen.
Er zijn maar twee verklaringen mogelijk. Ofwel is alles gebeurd in de
fameuze dode hoek, een van de dode hoeken van de gevangenis van
Nijvel, waar men geen controle over heeft. Dit is manifest een falen.
Na de ontsnapping van Ben Allal wist men reeds dat de risico's groot
zijn. Een bijkomende camera had volstaan. Dat iedereen weet hoe de
vrije markt functioneert voor dit soort werken is geen afdoend
antwoord. In noodgevallen kan de directie nog altijd zelf een extra
camera gaan aankopen en tijdelijk installeren om eventuele dode
hoeken te bewaken. Blijkbaar is dit niet gebeurd.
Ofwel was het helemaal geen dode hoek en kon de plaats gefilmd
worden of rechtstreeks door bewakers worden in het oog gehouden,
maar heeft men zijn plicht niet gedaan door niets te zien of door in
slaap te vallen. In beide gevallen is er een duidelijke
verantwoordelijkheid van Justitie. Ik begrijp niet, mevrouw de minister,
waarom u dat niet grondiger hebt laten onderzoeken.
In uw antwoord brengt u geen duidelijkheid over wat er exact met de
bewaking is fout gelopen. U zegt wel dat het personeelskader
compleet is. Een omheining doorknippen en een touwladder over de
omheining gooien is een operatie die ettelijke minuten in beslag
neemt. Dat niemand van de bewaking hiertegen direct optreedt, is
een duidelijk falen. U hebt daaruit kennelijk niet de nodige lessen
getrokken, mevrouw de minister.
17.09 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Nous suivrons de très près
la mise en pratique des mesures
annoncées. Il est cependant d'une
importance capitale que la
surveillance dans les prisons soit
efficace, et nous soupçonnons que
cette efficacité fait terriblement
défaut.
17.10 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag
beschikken over de schriftelijke neerslag van het antwoord van de
17.10 Tony Van Parys (CD&V):
Je souhaiterais aussi consulter
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
minister omdat het nogal snel werd voorgelezen en het interessant is
om de precieze draagwijdte van het antwoord van de minister te leren
kennen.
Ik stel vast dat in deze aangelegenheden telkens post factum
initiatieven worden genomen. Er doet zich een ontsnapping voor, dat
herhaalt zich en op dat ogenblik neemt men een aantal initiatieven.
Het zijn puur reactieve initiatieven. Men verplaatst gevangenen, zoals
ene mijnheer Fourniret, nadat er een aantal andere gedetineerden zijn
ontsnapt, in plaats van beleidsmatig de beslissingen te nemen die
zich opdringen om de veiligheid te garanderen.
Ik zou aan de minister willen vragen mij het meerjarenplan te
bezorgen inzake de investeringen in de gevangenissen 2004-2008 en
de stand van zaken van de uitvoering. In de voorlopige documenten
die terzake bestonden, was er voor Nijvel inzake
beveiligingsinitiatieven alleen sprake van een derde prioriteit. Dat is de
laagste prioriteit en dan nog voor wat men noemt "le broyage des
communications gsm". Dat was het enige veiligheidsinitiatief dat in de
voorlopige versie van het meerjarenplan van het gevangeniswezen
2004-2008 was opgenomen. Ik zou graag beschikken over het
definitieve meerjarenplan en de stand van zaken betreffende de
uitvoering ervan.
une version écrite des
renseignements détaillés fournis
par la ministre. Je regrette en
outre que la ministre, plutôt que de
mener une politique de prévention,
ne soit passée aux actes qu'après
une série d'évasions. Les
initiatives sont d'ailleurs trop
limitées. Qu'en est-il du plan
pluriannuel définitif?
17.11 Minister Laurette Onkelinx: (...)
17.12 Tony Van Parys (CD&V): Ik vraag aan de minister van Justitie
de mededeling van dat document, voorzitter.
De voorzitter: Ik heb uw vraag genoteerd en het antwoord van de minister. Ik neem aan dat zij moet
confereren met de eigenaar van het document.
17.13 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, je remercie Mme
la ministre pour sa réponse. Il est vrai que la réaction a été rapide
mais il est dommage de devoir réagir en situation de crise. Compte
tenu de l'urgence et du nombre d'évasions, je regrette également que
l'on ne puisse aller plus vite dans les procédures de marchés publics.
J'ai pris bonne note de vos réponses et de vos intentions, notamment
en matière de formation. J'espère que nous n'aurons plus à faire le
point dans le futur mais que nous pourrons constater des résultats
concrets sur le terrain.
17.13 Valérie De Bue (MR):
Gelet op de dringende noodzaak
en het aantal ontsnappingen,
betreur ik de traagheid van de
procedures voor de toekenning
van overheidsopdrachten.
Ik neem nota van uw voornemens
en hoop dat wij concrete resultaten
zullen kunnen vaststellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik kijk even naar de klok en ik heb nog vier vragen van mensen die hier aanwezig zijn. Als
we tot half een zouden doorwerken moet het lukken om die vier vragen te behandelen. Bent u beschikbaar,
mevrouw de minister?(Ja)
18 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsuitgaven van de magistraten, griffies en parketten" (nr. 3910)
18 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
dépenses de personnel des magistrats, greffes et parquets" (n° 3910)
18.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
vraag over de personeelsuitgaven van de magistraten, de griffies en
de parketten. De vraag luidt als volgt: welk deel van de
18.01 Tony Van Parys (CD&V):
Quel montant des dépenses de
personnel de la magistrature était
er
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
personeelsuitgaven van de magistratuur werd op 1 oktober 2004
reeds opgebruikt? Hoeveel procent betekent dit van het totaal van de
kredieten voor 2004? Welk bedrag is nog beschikbaar en welke
bedragen voorziet men nog te moeten betalen in oktober, november
en december 2004? Hoeveel benoemingen van magistraten zijn er
gepland in deze periode? Hoe zullen de betalingen kunnen gebeuren,
welke maatregelen worden overwogen en hoe zal men de betaling
van de magistraten garanderen?
Wat de personeelsuitgaven van de griffies en de parketten betreft,
heb ik een gelijkaardige vraag. Welk bedrag werd op 1 oktober 2004
reeds opgebruikt van de kredieten voor 2004? Welk bedrag is nog
beschikbaar voor 2004 en welke bedragen voorziet men nog te
moeten betalen in oktober, november en december 2004? Hoeveel
benoemingen van griffie- en parketpersoneel zijn er nog te
verwachten in deze periode?
déjà épuisé au 1
er
octobre 2004?
Quel montant est encore
disponible pour le reste de l'année
2004? Combien de magistrats
seront encore nommés en 2004?
Comment seront effectués les
paiements?
Quel montant des dépenses de
personnel des greffes et des
parquets était déjà épuisé au
1
er
octobre 2004? Quel montant
est encore disponible pour l'année
2004? Combien de membres du
personnel seront encore nommés
aux greffes et aux parquets cette
année?
18.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega, wat
betreft de personeelskredieten voor de magistratuur was op 1 oktober
2004 reeds 163.019.473 euro opgebruikt. Dit bedrag
vertegenwoordigt 78,2% van de aanvaarde kredieten voor 2004. Het
nog beschikbare bedrag voor 2004 bedraagt dus 45.577.527 euro.
Tot het einde van het jaar zijn er nog betalingen voor een totaal
bedrag van 44.068.622 euro voorzien. Voor oktober en november zijn
nog 39 benoemingen van stagairs gepland en 33 benoemingen in de
magistratuur.
Wat betreft de personeelskredieten van de griffies en parketten was
op 1 oktober 2004 reeds 224.064.494 euro opgebruikt. Dit bedrag
vertegenwoordigt 80,3% van de aanvaarde kredieten voor 2004. Er
blijft dus nog een bedrag van 54.839.506 euro beschikbaar voor de
uitgaven van 2004. De nog uit te voeren betalingen worden geraamd
op 52.883.371 euro. Voor oktober en november is voorzien in 58
benoemingen.
De conclusie is dus dat de nog beschikbare kredieten toereikend zijn
om het geheel van de nog te verwachten personeelsuitgaven, zowel
voor de magistratuur als voor de griffies en de parketten, te
verzekeren. Er dienen bijgevolg geen bijzondere maatregelen te
worden genomen.
18.02
Laurette Onkelinx,
ministre: S'agissant des dépenses
de personnel de la magistrature au
1
er
octobre 2004, 163 millions
d'euros ont déjà été utilisés, soit
78,2% du total. Pour l'année 2004,
il reste encore 45,5 millions
d'euros, suffisamment donc pour
effectuer les paiements prévus. En
octobre et en novembre, on
prévoit 39 nominations de
stagiaires et 43 nominations au
sein de la magistrature.
Le 1
er
octobre, 224 millions
d'euros des crédits pour le
personnel des greffes et des
parquets avaient été dépensés.
Près de 55 millions d'euros sont
encore disponibles pour effecuter
des paiements d'un montant total
de 52,8 millions d'euros. Il sera
procédé à 58 nominations en
octobre et en novembre.
Les crédits encore disponibles
sont donc suffisants pour couvrir
les dépenses de personnel.
18.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord en zou graag een kopij ervan bekomen, omwille van de
vele cijfergegevens die erin vervat zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsbezetting en de personeelsuitgaven van de centrale administratie van het departement
Justitie" (nr. 3925)
19 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
effectifs et les dépenses de personnel de l'administration centrale du département de la Justice"
(n° 3925)
19.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, dit is een gelijkaardige vraag. In verband met de
personeelsbezetting en de personeelsuitgaven van de centrale
administratie van het departement Justitie, had ik graag vernomen
hoeveel van het voor 2004 vooropgestelde bedrag, op 1 oktober 2004
reeds werd opgebruikt? Hoeveel is dat van het totaal van de kredieten
voor 2004? Welk bedrag is nog beschikbaar voor 2004? Welke
bedragen zal men nog moeten betalen in oktober, november en
december 2004? Is het kader van het personeel van de centrale
administratie volledig ingevuld? Hoeveel functies per directoraat-
generaal zijn niet ingevuld? Welke functies per directoraat-generaal
zijn niet ingevuld? gebeuren er dit jaar nog aanwervingen?
19.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le montant, fixé pour 2004, des
dépenses de personnel de
l'administration centrale était déjà
épongé au 1
er
octobre. Quel
montant est encore disponible en
2004? Quelles dépenses la
ministre pense-t-elle devoir
encore effectuer cette année-ci?
Le cadre du personnel a-t-il été
complété à 100 %? La ministre
peut-elle nous donner un aperçu,
par direction générale, des
fonctions qui n'ont pas encore été
conférées? Procédera-t-elle
encore à des recrutements avant
la fin de l'année?
19.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Van Parys, op 1 oktober
2004 werd voor de personeelskredieten van de centrale administratie
reeds 26.843.013,76 euro aangewend van een totaal toegestaan
krediet van 37.759.000 euro. Er blijft dus nog 10.915.986,24 euro
beschikbaar voor het jaar 2004. Procentueel betekent zulks dat er
reeds 71,09% van de toegestane kredieten werd aangewend. Die
cijfers zijn trouwens een goede taaloefening voor mij.
U bent ervan op de hoogte dat het oude kader niet meer het
referentiepunt is voor de invulling van alle noodzakelijke functies. Het
mechanisme van de personeelsenveloppe laat immers toe met de
toegekende middelen de noodzakelijke veranderingen en
aanpassingen aan te brengen. Elk jaar wordt dan een operationeel
kader goedgekeurd dat voldoet aan de operationele behoeften.
Hoewel de inspecteur van financiën vraagt elke functie op jaarbasis te
begroten traden niet alle nieuwe agenten in dienst bij het begin van het
budgettaire jaar 2004, te weten op 1 december 2003. Bovendien zijn
er knelpuntberoepen waarvoor geen bekwame agenten gevonden
werden. Ook is de FOD Justitie afhankelijk van het bestaan bij SELOR
van reserves, alsmede van de reserves van de supplementaire
proeven die in de FOD Justitie georganiseerd worden. De functies die
niet kunnen worden ingevuld in 2004 worden dan het volgende jaar
ingevuld.
De toepassing van het ankerprincipe op het vlak van de machtiging tot
uitbetaling verplicht ons echter om prioritair een deel van de nog
beschikbare budgettaire middelen ter beschikking te stellen voor de
meest dringende werkings- en investeringskosten. Daartoe wordt in de
volgende dagen een juiste inschatting gemaakt van de nog te betalen
bedragen in 2004. Enkele aanwervingen die konden doorgaan in
november worden doorgeschoven naar december 2004, de start van
het budgettaire jaar 2005. In elk geval zal het personeelsplan 2004
volledig kunnen uitgevoerd worden.
19.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Au 1
er
octobre, 26,8
millions d'euros sur un crédit
consenti de 37,7 millions d'euros
avaient déjà été utilisés.
L'ancien cadre n'est plus le point
de référence pour ce qui est de
pourvoir les fonctions
nécessaires. Un cadre
opérationnel est approuvé chaque
année. Mais tous les nouveaux
agents n'entrent pas en service au
début de l'année budgétaire. Pour
certaines professions où il y a
problème, nous n'avons pas
trouvé d'agent disponible. De plus,
nous dépendons des réserves
constituées au Selor. Les
fonctions qui n'ont pas pu être
conférées en 2004 le seront
l'année prochaine.
Le principe de l'ancre nous oblige
à affecter en priorité une partie
des moyens encore disponibles
aux frais de fonctionnement et
d'investissement les plus urgents.
Il sera procédé dans les prochains
jours à une estimation des
montants restant à payer en 2004.
Certains recrutements seront
reportés jusqu'au début de
l'année budgétaire 2005. Le plan
du personnel pour 2004 pourra
être totalement mis en oeuvre.
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
19.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik zou ook hier het schriftelijke
antwoord van de minister willen vragen. Ik kreeg echter geen
antwoord op het zeer concrete tweede deel van mijn vraag: hoeveel
en welke functies per directoraat-generaal zijn niet ingevuld? Ik geloof
dat het essentiële informatie is voor het Parlement om te weten welke
functies al of niet ingevuld zijn in de administratie van het departement
Justitie en wanneer deze zullen ingevuld worden mochten ze nog niet
ingevuld zijn.
19.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je n'ai pas obtenu de réponse à la
seconde partie de ma question.
Combien de fonctions et
lesquelles n'ont-elles pas été
pourvues par direction générale?
19.04 Laurette Onkelinx , ministre: Je pourrais faire application du
Règlement de la Chambre qui dit qu'il ne convient pas de poser des
questions relatives à des statistiques. Mais c'est avec plaisir que je
demanderai que l'on me fasse parvenir les chiffres et que je les
transmettrai.
19.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Het Reglement van de
Kamer bepaalt dat vragen met
betrekking tot statistische
gegevens niet ontvankelijk zijn,
maar ik zal u niettemin het
cijfermateriaal bezorgen.
De voorzitter: Mijnheer Van Parys, die cijfers zullen u dus bezorgd worden.
19.05 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil een
volledig overzicht van alle functies die al dan niet ingevuld zijn. Als dat
geen informatie is waarover wij kunnen beschikken, dan is er
natuurlijk een fundamenteel probleem. Ik vertrouw er echter op dat
die informatie binnen de kortste keren ter beschikking gesteld zal
worden, zoals door de minister aangekondigd.
19.05 Tony Van Parys (CD&V):
Je demande un aperçu complet de
toutes les fonctions qui n'ont pas
été pourvues.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Question de Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
transfert de la compétence du règlement collectif de dettes du tribunal de première instance vers le
tribunal de travail" (n° 3940)
20 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
overheveling van de bevoegdheid inzake de collectieve schuldenregeling van de rechtbank van eerste
aanleg naar de arbeidsrechtbank" (nr. 3940)
20.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, madame la vice-
première ministre, le 28 juillet 2004, un projet de loi a été déposé afin
de transférer la compétence du règlement collectif de dettes du
tribunal de première instance vers le tribunal du travail. Le projet de loi
prévoit que le transfert entrera en vigueur en septembre 2005.
Comment envisagez-vous ce transfert en moyens humains et
logistiques? Comptez-vous étendre le cadre des magistrats du
tribunal du travail ainsi que celui des greffiers et des employés?
Le tribunal du travail a une vocation sociale. Il doit éviter tout arriéré,
ce qui est le cas actuellement. Pourra-t-il l'éviter à l'avenir si ce
transfert a lieu sans moyens humains ou informatiques
supplémentaires? Mon collègue Pierre-Yves Jeholet avait posé une
question à ce sujet le 29 mars 2004. Vous avez répondu que vous
attendiez les remarques et observations des cours et tribunaux du
travail et de leurs greffes. Quelles sont ces remarques et votre
réponse à celles-ci?
20.01 Valérie De Bue (MR): Er
bestaat een wetsontwerp dat de
bevoegdheid voor de collectieve
schuldenregeling in september
2005 van de rechtbank van eerste
aanleg naar de arbeidsrechtbank
overdraagt. Hoe zullen de
personele en logistieke middelen
worden overgedragen? Bent u van
plan de personeelsformatie van de
arbeidsrechtbank uit te breiden?
Kan de arbeidsrechtbank
voorkomen dat enige achterstand
optreedt, wanneer die
bevoegdheid wordt overgedragen
zonder dat voor het nodige
personeel en informaticamaterieel
wordt gezorgd?
Welke opmerkingen formuleerden
de arbeidshoven en rechtbanken
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
en hun griffies? Hoe luidde uw
antwoord?
20.02 Laurette Onkelinx, ministre: Le projet de loi déposé à la
Chambre prévoit effectivement le transfert de compétences pour les
nouvelles affaires au 1
er
septembre 2005. Le transfert définitif de
l'ensemble des dossiers actuellement pendants devant le juge des
saisies n'est prévu quant à lui que pour le 1
er
janvier 2007.
Comme vous le relevez, j'ai interrogé l'ensemble des juridictions et les
greffes des tribunaux et des cours du travail du Royaume au sujet de
ce transfert. J'ai également interrogé tous les greffes et les tribunaux
de première instance qui traitent ce contentieux à l'heure actuelle. La
comparaison des informations m'a amenée à prévoir un renforcement
des greffes pour tous les tribunaux du travail. C'est ainsi que chaque
greffe se verra attribuer un employé de greffe supplémentaire afin de
traiter ce contentieux particulier.
Dans certains arrondissements où ce contentieux génère une charge
de travail plus importante, l'adjonction d'un greffier adjoint et/ou d'un
employé de greffe supplémentaire sera possible. Les moyens
budgétaires nécessaires ont été prévus à cet effet. Toujours sur la
base de ces informations et eu égard à la nature même de ce
contentieux qui exige une bonne gestion administrative, je suis
persuadée qu'un renforcement du cadre des magistrats n'est pas
nécessaire.
Je précise enfin, que dans le cadre de cette nouvelle mission légale,
les juridictions du travail seront intégrées dans le projet Phénix en
temps utiles. Étant très attachée aux juridictions du travail que j'ai
d'ailleurs très souvent fréquentées en tant qu'avocate, je suis
déterminée à tout mettre en oeuvre pour que ce transfert se déroule
dans les meilleures conditions. Je reste en tout état de cause à
l'écoute des demandes particulières qui pourraient m'être adressées
en raison de circonstances particulières.
20.02 Minister Laurette
Onkelinx: De inlichtingen van de
arbeidsgerechten en de griffies
enerzijds en van de rechtbanken
van eerste aanleg anderzijds
werden naast elkaar gelegd. Op
grond van die vergelijking besliste
ik alle griffies van de arbeidshoven
en rechtbanken een bijkomende
bediende toe te wijzen. In de
arrondissementen waar de
arbeidsdruk aanzienlijk zwaarder
wordt, komt daar nog of een
adjunct-griffier, of een extra
bediende bij. De nodige
begrotingsmiddelen werden
uitgetrokken. Het is niet nodig de
personeelsformatie van de
magistraten uit te breiden.
De arbeidsgerechten zullen tijdig
bij het Phenix-project worden
betrokken. Ik ben vastbesloten
alles in het werk te stellen opdat
die bevoegdheid in de best
mogelijke omstandigheden zou
kunnen worden overgedragen.
20.03 Valérie De Bue (MR): Le souci des gens du terrain concerne
un renforcement des moyens. J'espère que les renforcements
proposés répondront à leurs besoins.
20.03 Valérie De Bue (MR): Ik
hoop dat die
personeelsversterking zal
volstaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Colette Burgeon à la ministre de l'Emploi et au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique sur "la lutte contre les auteurs et les
pourvoyeurs de spywares" (n° 3955)
21 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Werk en aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over "de strijd tegen de ontwerpers en de
verkopers van spywares" (nr. 3955)
21.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, madame le
ministre, vous n'ignorez pas que nos ordinateurs sont régulièrement
victimes d'un fléau face auquel les usagers des autoroutes de
l'information n'ont pas de parade réellement efficace; il s'agit des
spywares. Rien ne différencie en apparence ces programmes des
logiciels classiques à part leur propension à la gratuité. Les spywares
sont pourtant les représentants d'un nouveau "business model" dans
21.01 Colette Burgeon (PS):
Spyware of spionagesoftware is
software die gemaakt is om
persoonlijke gegevens te
ontfutselen over de gebruikers van
de software en die gegevens
(zonder uitdrukkelijke en
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
lequel les produits et services s'échangent contre une parcelle de vie
privée. Après le scandale provoqué en 1999 par la découverte d'un
spyware dans le très populaire Internet Explorer de la société
Microsoft, les abus se sont multipliés.
Rappelons qu'un spyware ou "logiciel espion" est un programme ou
un sous-programme conçu dans le but de collecter des données
personnelles sur ses utilisateurs et de les envoyer à son concepteur
ou à un tiers via internet ou tout autre réseau informatique sans avoir
obtenu au préalable une autorisation explicite et éclairée des
utilisateurs. Ils sont téléchargés sur internet ou sur cd-rom d'un
magazine informatique à l'insu de l'utilisateur.
Depuis quelques mois, les agressions dont sont victimes les
ordinateurs connectés à la toile sont d'une ampleur sans précédent et
font perdre une énergie et un temps précieux à leurs utilisateurs ainsi
qu'un manque à gagner évident aux entreprises, sociétés et
administrations ainsi attaquées.
Les spywares commerciaux interagissent de manière visible avec
l'utilisateur en gérant l'affichage de bannières publicitaires ciblées, en
déclenchant l'apparition de fenêtres pop-up voire en modifiant le
contenu des sites web utilisés afin, par exemple, d'y ajouter des liens
commerciaux. Ce sont les spywares les plus courants.
Une nouvelle tendance encore plus contestable est apparue depuis
peu et concerne l'utilisation du navigateur "Internet Explorer". Certains
spywares cherchent à s'installer automatiquement sur le poste de
l'internaute au moyen de la technologie "Active X" lors de la visite de
certaines pages web et modifient de manière quasiment irrémédiable
le navigateur.
Pour la première fois, à ma connaissance, des instances
gouvernementales, et non des moindres puisqu'il s'agit des autorités
fédérales américaines, ont décidé d'intenter une action en justice pour
freiner la prolifération des logiciels espions. La commission fédérale
pour le commerce, la FTC, a annoncé ce 12 octobre qu'elle avait
demandé à un tribunal fédéral d'ordonner la fermeture des deux
principaux pourvoyeurs de ces logiciels pour atteinte à la législation
sur le commerce. La procédure en cours vise les sociétés "Seismic
Entertainment Productions" dans le New Hampshire et "Smartbot.Net"
en Pennsylvanie ainsi que le propriétaire de ces deux sociétés.
Madame la ministre mes questions sont les suivantes.
- La Belgique va-t-elle emboîter le pas des autorités fédérales
américaines et donc intenter une action en justice contre les auteurs
et les pourvoyeurs de logiciels espions?
- A-t-on déjà identifié sur le sol belge ou européen des sociétés de ce
type? Si oui, lesquelles?
- La Belgique va-t-elle saisir la Commission européenne afin qu'une
action similaire à celle des autorités fédérales américaines soit menée
à l'échelon européen?
voorafgaande toestemming van de
gebruiker) door te sturen aan de
makers van de spyware of aan
derden. Sinds enkele maanden
heeft dit verschijnsel ongekende
proporties aangenomen, met alle
gevolgen van dien qua tijdverlies
voor de internetgebruiker en
inkomstenderving voor bedrijven
en besturen.
Voor het eerst hebben
regeringsinstanties, in casu de
Amerikaanse federale regering, nu
beslist in rechte op te treden om
de wildgroei van spyware tegen te
gaan.
Zal de Belgische overheid
eveneens een aanklacht indienen
tegen de makers en aanbieders
van spyware?
Zijn er dergelijke bedrijven actief
op Belgisch grondgebied? Zo ja,
om welke bedrijven gaat het?
Zal België de zaak voorleggen aan
de Europese Commissie, opdat in
navolging van de Amerikaanse
autoriteiten in rechte zou worden
opgetreden?
21.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, madame
Burgeon, la "Federal Trade Commission" américaine a intenté une
21.02 Minister Laurette Onkelinx:
De Amerikaanse overheid heeft
19/10/2004
CRIV 51
COM 354
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
action en justice à l'encontre d'un pourvoyeur de spywares. En
l'espèce, la même personne émettait ces logiciels espions puis
proposait aux internautes la solution pour les éliminer au prix de 30
euros.
Le service "Veille sur Internet" qui dépend de la Direction générale
"contrôle et médiation" du SPF Economie n'a pas connaissance pour
le moment de plainte similaire en Belgique, ni que des sociétés
émettrices de ce type de message aient été identifiées
Pour autant qu'un logiciel espion cause des changements ou
collectionne des données sur un PC, la pratique est évidemment
sanctionnable par l'article 550bis du Code pénal quant à l'installation
du logiciel et la collecte de données sans autorisation et par l'article
314bis du Code pénal relatif au secret des communications et des
télécommunications, ainsi que par l'article 103ter-E de la loi du 21
mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques
autonomes.
Le FCCU (Federal Computer Crime Unit de la police fédérale) n'est
pas au courant de l'existence de telles sociétés sur le territoire belge
ou européen.
Il est intéressant de favoriser toutes les mesures de prévention en la
matière et de responsabiliser, comme vous l'avez dit justement, les
utilisateurs avec quelques conseils:
- éviter de télécharger certains logiciels gratuits; on ne fait que le
répéter;
- faire régulièrement une mise à jour de leur système d'exploitation
pour détecter les failles de sécurité;
- mettre en place un logiciel antivirus qui peut détecter les spywares
ou un logiciel supplémentaire anti-spywares;
- un logiciel "firewall" permet de détecter, d'intercepter et de bloquer
l'envoi de données pour un spyware qui serait quand même installé
sur le PC.
een aanklacht ingediend tegen
een aanbieder van spyware die
spionagesoftware op het internet
zette en vervolgens aanbood de
software weer te verwijderen -
tegen betaling van 30 euro.
De ploeg "Internetbewaking" van
de FOD Economie is momenteel
niet op de hoogte van een
soortgelijke klacht.
Op spionagesoftware die
gegevens wijzigt of verzamelt,
zouden de bepalingen van artikel
550bis van het Strafwetboek van
toepassing zijn, wat het installeren
van de software en het zonder
daartoe gerechtigd te zijn
verzamelen van gegevens betreft,
evenals de bepalingen van artikel
314bis van het Strafwetboek over
het geheim van communicatie, en
van artikel 103ter van de wet van
21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige
economische overheidsbedrijven.
De FCCU (Federal Computer
Crime Unit) van de federale politie
heeft niet kunnen vaststellen dat
er dergelijke bedrijven actief zijn
op Belgisch of Europees
grondgebied.
Preventie is de boodschap, en de
gebruikers moeten op hun eigen
verantwoordelijkheid gewezen
worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Ik denk dat we om drie uur de resterende vragen kunnen behandelen want de minister heeft
eerst een vergadering van het kernkabinet.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.31 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.31 heures.