CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 353
CRIV 51 COM 353
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
19-10-2004
19-10-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la déductibilité des
vêtements de protection des motocyclistes pour
les déplacements entre le domicile et le lieu de
travail" (n° 3491)
1
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
aftrekbaarheid van motorkledij voor het woon-
werkverkeer" (nr. 3491)
1
- Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "la suppression de la
déductibilité fiscale des vêtements destinés aux
motocyclistes" (n° 3494)
1
- mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
afschaffing van de fiscale aftrek van motorkledij"
(nr. 3494)
1
- M. Walter Muls au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la déductibilité des
vêtements de protection pour motocyclistes à titre
de frais professionnels" (n° 3550)
1
- de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de aftrekbaarheid
van de kledij van motorrijders als beroepskosten"
(nr. 3550)
1
- M. Hans Bonte au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la circulaire modifiant
la déductibilité fiscale des vêtements de
protection pour motocyclistes dans le cadre des
déplacements du domicile au lieu de travail"
(n° 3587)
1
- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de omzendbrief
tot wijziging van de fiscale aftrekbaarheid van
veiligheidskledij voor motorrijders in het kader van
het woon-werkverkeer" (nr. 3587)
1
- M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la déductibilité des
équipements en matière de sécurité liés à
l'utilisation d'une motocyclette pour les
déplacements professionnels" (n° 3987)
1
- de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
aftrekbaarheid van de veiligheidsuitrusting van de
bestuurders van gemotoriseerde beroepshalve
gebruikte tweewielers" (nr. 3987)
1
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Magda De
Meyer, Walter Muls, Benoît Drèze, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances, Hans Bonte, Luk Van Biesen
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Magda De
Meyer, Walter Muls, Benoît Drèze, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Hans Bonte, Luk Van Biesen
Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'utilisation
de Tax-on-web" (n° 3992)
6
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het gebruik van Tax-on-web" (nr. 3992)
6
Orateurs: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Miguel Chevalier au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "un tarif
réduit de TVA sur les vêtements de protection des
motocyclistes et sur les pneus de motocyclette"
(n° 4012)
7
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"een verlaagd BTW-tarief op beschermkledij voor
motorrijders en op motorbanden" (nr. 4012)
7
Orateurs:
Miguel Chevalier, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Miguel Chevalier, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la régression, malgré
les écobonis, de la part du marché des bouteilles
en verre dans la vente de boissons" (n° 3514)
9
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de dalende
verkoop van drank in glas ondanks de ecoboni"
(nr. 3514)
9
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'instauration des
écoboni" (n° 3515)
9
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
invoering van de ecoboni" (nr. 3515)
9
Orateurs: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
12
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
12
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
concertation entre l'administration fiscale et le
secteur agricole sur les forfaits" (n° 3537)
"het overleg tussen de belastingadministratie en
de landbouwsector over de forfaits" (nr. 3537)
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
suppression des pièces de 1 et 2 eurocents"
(n° 3581)
14
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
afschaffing van de muntstukken van 1 en
2 eurocent" (nr. 3581)
14
Orateurs: Karine Lalieux, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Karine Lalieux, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
biocarburants" (n° 3595)
18
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
biobrandstoffen" (nr. 3595)
18
Orateurs: Muriel Gerkens, Hervé Jamar
Sprekers: Muriel Gerkens, Hervé Jamar
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "une
éventuelle franchise postale pour le renvoi des
déclarations fiscales" (n° 3492)
21
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
eventuele portvrijdom voor het indienen van de
belastingaangiften" (nr. 3492)
21
Orateurs: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Sprekers: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
bâtiment du SPF Finances à Maaseik" (n° 3575)
22
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het gebouw van de FOD Financiën in
Maaseik" (nr. 3575)
22
Orateurs: Marleen Govaerts, Hervé Jamar
Sprekers: Marleen Govaerts, Hervé Jamar
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'augmentation des accises sur le charbon"
(n° 3879)
24
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de accijnsverhoging op steenkool"
(nr. 3879)
24
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Hervé
Jamar
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Hervé
Jamar
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
modalités de 'tax-on-web'" (n° 3493)
26
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
gebruiksvoorwaarden van 'tax-on-web'" (nr. 3493)
26
Orateurs: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Sprekers: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le
traitement des demandes de ruling" (n° 3637)
28
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
afhandeling van rulingaanvragen" (nr. 3637)
28
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Hervé Jamar
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Hervé Jamar
Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les accises
sur le fuel lourd" (n° 3666)
30
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
accijnzen op zware stookolie" (nr. 3666)
30
Orateurs: Nathalie Muylle, Hervé Jamar,
Hagen Goyvaerts
Sprekers: Nathalie Muylle, Hervé Jamar,
Hagen Goyvaerts
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la navette
entre la tour des Finances et le bâtiment 'North
Galaxy'" (n° 3682)
32
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
pendeldienst tussen de Financietoren en het
gebouw 'North Galaxy'" (nr. 3682)
32
Orateurs: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Sprekers: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de la réforme fiscale en ce qui
concerne les revenus 2004
- exercice
d'imposition 2005 (IPP)" (n° 3847)
33
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
gevolgen van de belastinghervorming voor de
berekening van de personenbelasting voor de
inkomsten 2004 ­ aanslagjaar 2005" (nr. 3847)
33
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Jacques Chabot, Hervé Jamar
Sprekers: Jacques Chabot, Hervé Jamar
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
19
OCTOBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
19
OKTOBER
2004
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.05 heures par M. Carl Devlies, président.
De vergadering wordt geopend om 10.05 uur door de heer Carl Devlies, voorzitter.

De voorzitter: Collega's, op vraag van de leden van de commissie open ik de vergadering. Ik moet
voorzitter de Donnea verontschuldigen die in het buitenland is. De heer Goris zal deze namiddag wel
aanwezig zijn en de commissie voorzitten.

Wij hebben een gevulde agenda met een veertigtal punten. Over het eerste onderwerp, de aftrekbaarheid
van motorkledij, hebben wij acht vragen. Er zijn twee vraagstellers, met name de heren de Donnea en
Deseyn, verontschuldigd. Van de zes andere zijn er momenteel drie aanwezig.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aftrekbaarheid van motorkledij voor het woon-werkverkeer" (nr. 3491)
- mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
afschaffing van de fiscale aftrek van motorkledij" (nr. 3494)
- de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de aftrekbaarheid
van de kledij van motorrijders als beroepskosten" (nr. 3550)
- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de omzendbrief tot
wijziging van de fiscale aftrekbaarheid van veiligheidskledij voor motorrijders in het kader van het
woon-werkverkeer" (nr. 3587)
- de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de aftrekbaarheid
van de veiligheidsuitrusting van de bestuurders van gemotoriseerde beroepshalve gebruikte
tweewielers" (nr. 3987)
01 Questions jointes de
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déductibilité des
vêtements de protection des motocyclistes pour les déplacements entre le domicile et le lieu de
travail" (n° 3491)
- Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la suppression de la
déductibilité fiscale des vêtements destinés aux motocyclistes" (n° 3494)
- M. Walter Muls au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déductibilité des vêtements
de protection pour motocyclistes à titre de frais professionnels" (n° 3550)
- M. Hans Bonte au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la circulaire modifiant la
déductibilité fiscale des vêtements de protection pour motocyclistes dans le cadre des déplacements
du domicile au lieu de travail" (n° 3587)
- M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déductibilité des
équipements en matière de sécurité liés à l'utilisation d'une motocyclette pour les déplacements
professionnels" (n° 3987)
01.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, op onze eerste werkdag sinds de start
van het nieuwe parlementaire jaar zullen wij het hebben over de
aftrekbaarheid van motorkledij voor het woon-werkverkeer. Mijnheer
de minister, ik meen dat het op 9 juli jongstleden was, op een van de
01.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Juste avant les
vacances parlementaires,
l'administrateur général des
Impôts et du Recouvrement a
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
laatste dagen van de parlementaire werkzaamheden voor het reces,
dat uw administrateur-generaal van de belastingen en de
invorderingen een rondzendbrief heeft gestuurd naar uw diensten. De
geschreven pers heeft daar wat aandacht aan besteed en heeft
daaraan de nodige ruchtbaarheid gegeven rond 20 augustus, dus in
volle vakantieperiode. Waarvoor de komkommertijd allemaal goed
kan zijn.

De inhoud van die omzendbrief betrof de mededeling dat de kosten
voor de motorkledij, zoals daar zijn: het motorpak, de handschoenen,
de laarzen ­ de uitzondering was de valhelm ­ niet langer als
beroepskosten beschouwd kunnen worden. Op zich vond ik dat nogal
een merkwaardige beslissing omdat sinds jaar en dag motorkledij
onder de categorie specifieke kledij valt en als een soort verlengstuk
wordt beschouwd van het koetswerk en bijgevolg in aanmerking
kwam voor fiscale aftrekbaarheid. Bovendien zou ik verwachten dat
wanneer zo'n maatregel genomen wordt dat niet alleen zuiver fiscaal
bekeken wordt maar ook in een ruimer kader, zijnde de problematiek
van de verkeersveiligheid. Het feit dat een motorrijder aangepaste
kledij draagt kan immers in geval van een ongeval ­ daar zijn
tientallen voorbeelden van ­ het verschil maken tussen leven en
dood. Nu, wij weten ondertussen wel dat u ­ begin september, na
overleg met motorrijderverenigingen ­ die rondzendbrief hebt
ingetrokken.

Niettegenstaande die ontwikkeling had ik alsnog graag geweten wat
de aanleiding is geweest om een dergelijke maatregel te nemen en op
welke basis die maatregel werd gemotiveerd. Het overleg met de
motorvereniging hebt u georganiseerd na de feiten. Ik had liever
gezien dat dat vooraf was gebeurd. Ik had ook graag geweten of u
daarover voorafgaandelijk overleg hebt gepleegd met de minister van
Mobiliteit. Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord daarover.
envoyé aux services concernés
une circulaire précisant que les
coûts des vêtements de protection
des motocyclistes ne seraient plus
considérés comme des frais
professionnels. Après avoir
consulté les associations de
motocyclistes, le ministre a retiré
cette circulaire début septembre.

Quels étaient le motif et la
justification de cette dernière
initiative? Les associations de
motocyclistes n'avaient pas été
consultées préalablement. Le
ministre de la Mobilité l'a-t-il été?
01.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, tijdens
de vakantieperiode werd via een rondzendbrief beslist om de fiscale
aftrek voor motorkledij af te schaffen. Dat is volgens ons een slechte
zaak voor de verkeersveiligheid, want veilige motorkledij kan bij een
ongeval inderdaad het verschil maken tussen leven en dood. Het is
onze mening dat de overheid het dragen van goede veiligheidskledij
juist zou moeten promoten in plaats van te ontmoedigen. De vele
fileproblemen op onze wegen zorgen ervoor dat motorrijden trouwens
weer in de lift zit. Dat is op zichzelf geen slechte zaak, op voorwaarde
dat de motorrijders inderdaad de nodige veiligheidsvoorzorgen
nemen. Goede beschermende kledij is daarvan een onderdeel.
Vandaar stond de overheid tot op heden de fiscale aftrek toe voor
beschermende kledij in het kader van het woon-werkverkeer. In artikel
53, 7° van het WIB '92 wordt vastgelegd dat beroepskledij inderdaad
als beroepskosten kan worden afgetrokken, in tegenstelling tot kledij
die men draagt in het privé-leven. Het is dan ook een logisch gevolg
dat, als men naar het werk gaat met een motorfiets, ook de
beschermende kledij als beroepskledij wordt erkend. Dat was ook het
geval tot de rondzendbrief van 9 juli 2004. Daarin wordt uitdrukkelijk
gezegd dat kledijkosten van motorrijders, pak, handschoenen en
laarzen, niet als beroepskosten mogen worden beschouwd en de
helm daarentegen wel. Wij vroegen ons af waar de logica zat.

Daarmee wordt volgens ons een fout signaal gegeven door de
overheid. Beschermende kledij voor motorfietsers is volgens ons erg
01.02 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Au cours des vacances,
une circulaire a annoncé la
suppression de la déduction
fiscale des vêtements de
protection destinés aux
motocylcistes dans le cadre des
déplacements entre le domicile et
le lieu de travail. Cette
suppression est préjudiciable à la
sécurité routière, dès lors que le
port de vêtements de protection
peut faire la différence entre la vie
et la mort en cas d'accident. Par
ailleurs, de plus en plus de
personnes se déplacent à moto en
raison des embouteillages. Avant
la circulaire du 9 juillet 2004, les
vêtements de protection étaient
reconnus comme vêtements
professionnels. Ensuite, seul le
casque l'a encore été. Où est la
logique?

Les autorités publiques donnent
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
belangrijk. Al te veel jongeren zijn na een ritje in short en T-shirt het
slachtoffer geworden van heel zware tot dodelijke ongevallen.
Onlangs nog had een goede kennis van mij een zwaar motorongeluk:
dankzij de beschermende kledij die hij droeg, is hij nu nog onder ons
en hebben zijn twee kindjes nog een vader.

Ik heb vernomen dat er ondertussen overleg is gebeurd met de
motorrijdersverenigingen en dat de minister bereid was om de
maatregel terug te draaien. Ik had hier ook graag in de commissie
voor de Financiën de bevestiging van dat voornemen gehoord.

Ik vroeg mij af of niet kan worden overwogen om een
promotiecampagne te voeren voor het dragen van beschermende
kledij voor motorrijders en of wij zelfs niet tot de verplichting zouden
moeten opleggen dergelijke kledij te dragen vooraleer iemand op een
zware motor gaat rijden.
un mauvais signal en prenant de
telles décisions. En effet,
actuellement déjà, trop de jeunes
ne portent pas de vêtements de
protection pour rouler à moto.

Le ministre retirera-t-il la
circulaire? Lancera-t-il une
campagne de promotion pour le
port de vêtements de protection ?
Ne faut-il pas en faire une
obligation?
01.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik begin met
een kleine persoonlijke noot. Ik moest een paar jaar geleden in de
zomer eens een zaak pleiten bij een politierechter en ben er
binnengekomen met mijn helm in de hand. Na de zitting werd ik
berispt door de politierechter, niet omdat ik met een helm de
zittingzaal binnenkwam, maar omdat ik een gewoon kostuum aanhad.
Dat was inderdaad properder dan het motorpak. De politierechter
vertelde dat hij zelf eens met veertig per uur in gewone kledij op een
tramspoor was gesukkeld en gevallen. Het gevolg wat dat zijn
achillespees zeer zwaar beschadigd was, waardoor hij geruime tijd
arbeidsongeschikt is geweest. Vandaar de invalshoek bij mijn vraag,
aansluitend bij vorige vraagstellers.

Als wij het dragen van beschermende kledij fiscaal gaan
aanmoedigen door het aftrekbaar te maken, bestaat de kans dat zeer
veel mensen die voor het woon-werkverkeer gebruikmaken van hun
motor inderdaad de best mogelijke kledij zullen aanwenden. Als wij
dat zouden ontmoedigen, zou dat betekenen dat, als men ten val
komt, zelfs aan een lage snelheid, men minstens brandwonden of
schaafwonden zou oplopen. Die kleine lichamelijke letsels
veroorzaken arbeidsongeschiktheid. Mijn idee was het fiscaal aan te
moedigen: het betekent een kleine uitgave en die staat tegenover de
hoge kosten voor de gemeenschap als iemand in de invaliditeit
terechtkomt na een val zonder beschermende kledij.

Gezien het feit dat u ondertussen maatregelen hebt genomen om de
rondzendbrief waarbij de aftrekbaarheid werd beknot te herroepen,
had ik nog drie specifieke vragen.

Ten eerste, wanneer heeft u aan uw administratie de opdracht
gegeven die voormelde circulaire te herroepen?

Ten tweede, zal de beschermende motorkledij verder beschouwd
worden als het verlengde van het koetswerk van de motor en dus
onder dezelfde aftrekregels vallen?

Ten derde, - en daar zou een mogelijk interpretatieprobleem kunnen
rijzen -: hoe zal u de term beschermende motorkledij definiëren? Op
dit ogenblik is alleen de helm wettelijk verplicht als beschermende
kledij.
01.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
Alors que je devais récemment
plaider une cause devant le juge
de police, celui-ci m'a très
justement fait une observation
parce que j'étais entré dans la
salle d'audience le casque à la
main mais en complet veston. Les
vêtements de protection sont
essentiels pour les motocyclistes.

La déductibilité fiscale du port de
vêtements de protection
encouragera les motocyclistes à
porter les vêtements les plus
adéquats. Lorsque la protection
vestimentaire n'est pas adaptée, le
risque de lésions corporelles est
bien plus grand en cas d'accident
et partant, les charges plus
élevées pour la sécurité sociale.

Quand la circulaire instaurant des
restrictions à la déductibilité fiscale
de l'utilisation de la moto pour les
déplacements entre le domicile et
le lieu de travail a-t-elle été
retirée? Les mêmes mesures
fiscales seront-elles applicables au
port de vêtements de protection?
Que faut-il entendre exactement
par `vêtements de protection'? A
ce jour, seul le casque est
obligatoire.
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.04 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'essentiel ayant déjà été dit, je serai bref.

Monsieur le ministre, j'ai appris, il y a quelques semaines, que vous
aviez passé un accord avec le secteur. Cet accord vise à revenir sur
la déductibilité fiscale dont il est question. Quelques jours auparavant,
autrement dit mi-septembre, j'avais déposé une proposition de loi qui
poursuit le même objectif mais qui me semble être plus indiqué
qu'une circulaire qui pourrait être modifiée par l'un de vos éventuels
successeurs au gré de différents aléas.

Nous aurons, bien entendu, l'occasion de revenir sur cette proposition
de loi en temps opportun.

Je vous remercie, monsieur le ministre, pour votre attention.
01.04 Benoît Drèze (cdH): Met
de sector werd afgesproken dat er
op de fiscale aftrekbaarheid zou
worden teruggekomen. Mij dunkt
dat een wet meer garanties zou
bieden dan de geplande
omzendbrief, en in deze derhalve
een meer aangewezen
regelgevend instrument is.
01.05 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, soms moet ik
een reactie geven op initiatieven van mijn administratie maar het is
een vraag van de commissie voor de Financiën, niet alleen in de
Kamer maar ook in de Senaat, om de fiscale administratie wat
autonomie te geven.

In aansluiting op de publicatie van de administratieve omzendbrief van
9 juli 2004 waarbij de door de motorrijders te dragen beroepskosten
nader werden bepaald, werd een aantal reacties geuit door de
motorfietsfans en door verschillende representatieve
motorrijdersorganisaties. Op 1 september had ik met deze een
opbouwend onderhoud waarbij ik mijn standpunt omtrent de door
motorrijders als dusdanig gedragen beroepskosten heb meegedeeld.
Laat mij er eerst aan herinneren dat het gebruik van een motorfiets
voor beroepsdoeleinden geenszins fiscaal bestraft wordt vermits in
tegenstelling tot de kosten van een personenwagen inzonderheid de
beperking van de aftrek van de kosten tot 75% of tot 15 eurocent per
kilometer niet van toepassing. Er is dus een speciale toestand voor de
motorrijders in vergelijking met de gebruikers van andere
vervoermodi.

Wat betreft de kledijkosten, motorpak, schoenen en dergelijke meer
kan worden aangenomen dat als die kledij overwegend een
elementair onderdeel vormt van de veiligheid van wie ze draagt, het
veiligheidsaspect voorrang heeft op het zuivere kledingaspect. De
algemene regel van artikel 49 van het Wetboek van de
Inkomstenbelasting heeft dan de overhand op de voorschriften van
artikel 53, 7° van hetzelfde wetboek zodat de betrokken
veiligheidskledij aanleiding kan geven tot aftrekbare beroepskosten.

Dat is bijvoorbeeld het geval voor erkende beschermende
motorpakken, handschoenen of schoenen of voor reflecterende
jassen of bovenkledij Het spreekt voor zich dat kledij die men strikt
om comfortredenen draagt, zelfs in leder, of om in de mode te zijn,
geen aanleiding kan geven tot een aftrek van de beroepskosten.

Ik heb mijn administratie verzocht om de inhoud van de
administratieve rondzendbrief van 9 juli opnieuw te onderzoeken en
de administratieve commentaar, in de zin van wat voorafgaat, aan te
passen. Die verduidelijkingen zijn onmiddellijk van toepassing, ook
voor de eventueel lopende geschillen. Ik heb mijn administratie ook
verzocht om met de vertegenwoordigers van de verschillende
01.05 Didier Reynders, ministre:
Les associations de motocyclistes
ont réagi à la circulaire du 9 juillet
2004 comportant une description
plus précise des frais
professionnels des motocyclistes.
Je les ai rencontrées le 1
er
septembre à ce sujet.

L'utilisation de la moto pour les
déplacements entre le domicile et
le lieu de travail n'est nullement
découragée fiscalement. En effet,
pour l'utilisation de la voiture dans
le cadre des déplacements
précités, le plafond de la
déductibilité fiscale est fixé à 75
pour cent ou à 15 centimes par
kilomètre. Ce plafond n'est pas
d'application pour l'utilisation de la
moto.

Si l'on considère que le port de
vêtements de moto spécifiques ­
combinaison de protection,
casque, chaussures
­ est
nécessaire à la sécurité du
motocycliste, l'aspect sécuritaire
prend le pas sur l'aspect
vestimentaire et la disposition
générale de l'article 49 du Code
des impôts sur les revenus est
applicable, de sorte que les
investissements consentis par les
motocyclistes pour ces vêtements
spécifiques peuvent être
considérés comme des frais
professionnels déductibles.

Cette règle s'applique entre autres
aux combinaisons de moto
protectrices agréées, aux
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
organisaties voor motorrijders overleg te plegen, om tot een duidelijke
omschrijving te komen van de kledij en de toebehoren die als
beschermende kledij kunnen worden beschouwd en die als
beroepskosten mogen afgetrokken worden.
chaussures et aux gants de
protection et aux vestes
réfléchissantes.

L'administration adaptera la
circulaire du 9 juillet 2004 sur la
base des informations que je vous
livre aujourd'hui. Ces précisions
sont même immédiatement
applicables aux litiges en cours.
Les associations de motocyclistes
seront consultées pour la
description précise de tous les
vêtements et accessoires à
considérer comme vêtements de
protection.
Je voudrais préciser à M. Drèze que je ne suis pas opposé à ce que
l'on essaie d'avancer sur un texte légal en la matière. En ce qui
concerne la définition exacte des types de vêtements de sécurité, il
faudra probablement rester dans le cadre d'une circulaire, même
après précision dans un texte légal.

Je crois que l'administration a voulu interpréter de manière très stricte
un texte d'une réforme fiscale précédente qui limitait la déductibilité
des vêtements. Ici, j'ai simplement tenté de réintroduire la notion de
sécurité. Je crois qu'elle doit primer sur l'exception qui avait été
introduite en matière de vêtements professionnels, mais je suis tout à
fait ouvert à un débat parlementaire sur un texte légal qui confirmerait
cela.
Ik zie er geen been in dat men
probeert werk te maken van een
wettekst hierover. De precieze
definitie van de onderscheiden
types van beschermende kleding
zal wellicht bij omzendbrief
vastgesteld moeten worden, ook al
wordt een en ander nader
omschreven in een wettekst, die
dan in het Parlement besproken
zou kunnen worden. Mij dunkt dat
de veiligheid hier de voorrang
moet krijgen boven de
uitzondering die werd ingevoerd
met betrekking tot beroepskleding.
01.06 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. U hebt natuurlijk verduidelijkingen gevraagd
aan uw administratie. Is er een tijdskader daarvoor? Is dat voor de
komende weken of zal dat langer aanslepen? En hoe zit het met de
fietsers? Die hebben toch ook een helm en beschermende kledij. Kan
men dat ook als de verlenging van het koetswerk beschouwen en
wordt dat bijgevolg ook fiscaal aftrekbaar? Zal dat al dan niet door de
fiscale administratie in de verduidelijkingen worden opgenomen?
01.06 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Quand le
ministre pense-t-il obtenir ces
précisions de ses services?
Le casque et les vêtements de
protection des cyclistes seront-ils
aussi fiscalement déductibles? En
sera-t-il fait mention dans l'ajout?
01.07 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
De voorzitter: Inmiddels is de heer Bonte aangekomen.
01.08 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, gelieve mij te
verontschuldigen voor mijn laattijdigheid.
01.09 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
01.10 Didier Reynders, ministre: Le président a précisé que je
demande à mon administration d'agir le plus vite possible.

Ik zal aan de commissie en aan de verschillende secretariaten een
kopie overmaken van de correctie van de rondzendbrief. Dat zal zeer
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
snel gebeuren. Misschien werd die kopie zelfs al bezorgd, dat weet ik
niet.

Daarnaast wil ik nog zeggen dat dezelfde regels ook voor de fietsers
kunnen gelden. Volgens mij is dat normaal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Omtrent het volgende agendapunt, de samengevoegde vragen van de heren Chabot en Van
Biesen, is er een klein probleem. De heer Chabot heeft laten weten dat hij ons later zal vervoegen. De
vraag is dus, mijnheer Van Biesen, of u bereid bent om uw vraag later te stellen. U heeft evenwel het recht
om uw vraag onmiddellijk te stellen.
01.11 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, hoewel deze
vragen werden samengevoegd is de inhoud ervan in belangrijke mate
verschillend. Ik zou mijn vraag over tax-on-web dus nu willen stellen.
De voorzitter: Aldus geef ik het woord aan de heer Van Biesen voor zijn vraag over tax-on-web.
02 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
gebruik van Tax-on-web" (nr. 3992)
02 Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'utilisation
de Tax-on-web" (n° 3992)
02.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, vanaf dit jaar
wordt aan de accountants en fiscalisten de mogelijkheid geboden om
de aangiften van hun klanten via tax-on-web in te dienen. Vele
accountants, collega's van mij, beklagen zich echter over de duur van
de indieningprocedure, die gemiddeld ongeveer dertig minuten per
klant in beslag neemt.

Deze kantoren beschikken ook over diverse computerprogramma's
die de verschuldigde belastingen kunnen berekenen, allerlei bijlagen
bij de aangifte kunnen voegen en het aangifteformulier in pdf-formaat,
dat de administratie ter beschikking stelt, kunnen afdrukken. Zij doen
dat eerst, om daarna de aangifte met tax-on-web in te dienen. Het feit
dat tax-on-web alleen een indieningmogelijkheid is, maar geen
berekeningswijze en geen wijze waarop zij hun aangiften kunnen
voorbereiden, is voor hen niet echt relevant. Zij gebruiken daarvoor
immers andere tools.

Deze boekhoudkantoren zouden graag hun aangiften in bulk indienen
volgens een door de administratie vastgelegde methode. Zij verwijzen
in die zin naar de BTW-administratie, die ontwikkelaars van
boekhoudprogramma's toelaat bepaalde modellen en/of bestanden in
te dienen na voorafgaande goedkeuring door de administratie. Het
hoeft geen betoog dat dergelijke tegemoetkoming vanwege de
administratie voor deze kantoren een enorme tijdsbesparing en dus
ook een kostenbesparing zou meebrengen.

Graag vernam ik dan ook van de heer minister of hij een mogelijkheid
ziet om tegemoet te komen aan deze vraag vanwege een heel groot
aantal boekhouders, accountants en fiscalisten.
02.01 Luk Van Biesen (VLD):
Les experts-comptables et les
comptables peuvent introduire la
déclaration fiscale de leurs clients
par le biais de Tax-on-web.
L'opération prend environ 30
minutes par client. C'est très long
et les experts-comptables
devraient aussi pouvoir introduire
les déclarations groupées, selon
une méthode à définir par
l'administration.

Le ministre peut-il accéder à cette
demande?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
Biesen, de uitbreiding 2004 van tax-on-web voor de
belastingplichtigen die eveneens deel II van de aangifte voor
02.02 Didier Reynders, ministre:
En 2004, Tax-on-web s'est élargi
aux contribuables qui doivent
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
personenbelastingen moeten indienen, heeft ertoe genoodzaakt dat
een instrument werd ontwikkeld om de elektronische indeling van
aangiften door mandatarissen mogelijk te maken. Het was een
tweede evolutie, niet alleen voor deel II maar ook voor vele
mandatarissen.

Er werd bij de ontwikkeling ervan in de eerste plaats aandacht
geschonken aan het veiligheidsaspect, zowel voor de
belastingplichtige zelf als voor de mandataris. Er is in deze materie
overleg gepleegd met de belanghebbende actoren uit het betrokken
milieu. Het is niettemin evident dat de toepassing een aantal eerste
ervaringen oplevert die voor verbetering vatbaar zijn, eventueel op de
wijze zoals u ze schetst in uw vraag. Wij moeten overleg plegen met
de verschillende actoren om misschien enkele nieuwe aanpassingen
te doen voor 2005 en de volgende jaren.

Voor 2005 bestaat de grote uitdaging van tax-on-web vooral in de
volledige migratie en aanpassing ervan aan de nieuwe
informaticastandaarden van de FOD Financiën. De volgende jaren zal
onze informatica evolueren.

In een tweede fase zal worden bekeken welke verbeteringen mogelijk
zijn. Dat onderzoek zal rekening houden met de kritiek die werd
geformuleerd en reeds gesignaleerd door enkele boekhoudkantoren
die zich niettemin zeer lovend uitspreken over het bestaan van de
toepassing die hun ook een aantal voordelen oplevert, al was het
maar de mogelijkheid om, gelet op de hun toegestane termijn, de
indiening van aangiften van hun klanten beter te spreiden in de tijd.

Ik moet bevestigen dat wij tot een overleg moeten komen met de
verschillende actoren en mandatarissen, misschien de vereniging van
boekhoudkundige beroepen, om nog enkele verbeteringen aan tax-
on-web in 2005 en misschien in 2006 aan te brengen. Ik heb aan
staatssecretaris Jamar gevraagd om dat te doen.
également remplir la partie II de la
déclaration. Il a, avant tout, été
tenu compte de la sécurité. C'est
pourquoi une concertation est
organisée avec le secteur.

Après une seconde concertation,
certains points pourront bien sûr
être modifiés pour l'avenir.

L'adaptation de Tax-on-web aux
nouveaux fichiers informatisés du
SPF Finances constitue le défi
majeur pour 2005. Ensuite, nous
prendrons en considération les
critiques qui ont été formulées, de
manière à apporter certaines
améliorations. Une concertation
aura lieu à cet effet avec les
intéressés. J'en ai parlé au
secrétaire d'Etat, M. Jamar.
02.03 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u in
ieder geval voor uw antwoord, dat volgens mij soms een beetje in
tegenspraak is met de kritiek die werd geformuleerd in de plenaire
vergadering. De boekhouders en fiscalisten werden nogal vlug
afgeschilderd als mensen die eigenlijk maar een taak hebben,
namelijk zo weinig mogelijk fiscale opbrengsten te genereren voor de
Staat. Ik denk dat het antwoord van de minister bevestigt dat men de
boekhouders als partners moet zien bij de correcte inning en aangifte
van de belastingen. Dat is volgens mij een belangrijke evolutie.
02.03 Luk Van Biesen (VLD): La
réponse du ministre confirme qu'il
faut considérer les comptables
comme des partenaires dans le
cadre d'une bonne perception de
l'impôt, alors qu'ils ont été
dépeints plus souvent qu'à leur
tour négativement dans le passé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"een verlaagd BTW-tarief op beschermkledij voor motorrijders en op motorbanden" (nr. 4012)
03 Question de M. Miguel Chevalier au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "un tarif
réduit de TVA sur les vêtements de protection des motocyclistes et sur les pneus de motocyclette"
(n° 4012)
03.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in de zomerperiode is er nogal wat commotie ontstaan rond
de rondzendbrief van de administratie. Op dat ogenblik heb ik geen
vraag over deze kwestie willen indienen omdat ik wist dat het slechts
03.01 Miguel Chevalier (VLD):
Au cours de l'été, une circulaire de
l'administration des Finances a
suscité l'émoi en remettant en
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
over een rondzendbrief van de administratie ging en niet over een
beslissing van de minister zelf. Bovendien weet ik dat de minister en
zijn partij gehecht zijn aan het motorrijden op zich en de motorrijders
een bijzonder warm hart toedragen. Omdat ik gezien had dat vandaag
een aantal vragen geagendeerd stond inzake die rondzendbrief wilde
ik een ander aspect ervan belichten, gebaseerd op een resolutie die
vorig jaar werd ingediend door een oud-collega, de heer Jeholet, en
die ging over het BTW-tarief op beschermende kledij voor
motorgebruikers.

Ik weet natuurlijk dat dit een Europese kwestie is en dat zij Europees
geregeld zou moeten worden maar wij hebben vorig jaar een resolutie
ingediend opdat de minister zou aandringen op Europees niveau om
de BTW-herschaling inzake beschermende kledij, helmen ­ en
eventueel ook uitgebreid tot motorbanden, omdat dat alles toch
essentieel deel uitmaakt van de bescherming van de gebruiker van
een motorfiets ­ daar aan te kaarten. Omdat het enkel op Europees
niveau kan geregeld worden, door de zesde richtlijn van de Raad, van
17 mei 1977, moet de Europese Commissie wel worden
aangesproken.

Ik heb zelfs eens nagetrokken hoe de situatie is binnen Europa. Ik
heb vastgesteld dat bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk een
nultarief geldt voor de aankoop van motorhelmen. Ik meen dus dat er
wel een opening is binnen de Europese richtlijnen, vooral ook omdat
ik gelezen heb dat de Europese commissie BTW-verlagingen
incalculeert voor alle domeinen die gericht zijn op specifieke
veiligheidsmaatregelen en op het verhogen van de algemene
veiligheid van de burger in Europa. Ik weet natuurlijk dat daar
onmiddellijk een prijskaartje aan verbonden wordt maar ik meen, ten
eerste, dat veiligheid primordiaal is en ten tweede, dat de reductie van
ongevallen lagere kosten zou betekenen voor de sociale zekerheid.
Bovendien heb ik het vermoeden ­ omdat ikzelf een zeer regelmatig
gebruiker ben van de motor en omdat ik ook heel veel collega's ken
die met de motor rijden ­ dat de vermindering van het BTW-tarief ­
wat impliceert: een vermindering van de kostprijs van de kledij en van
de aankoopprijs van beschermend materiaal ­ een stimulans zou zijn
voor een grotere aankoop bij de gebruikers. Automatisch zou er dan
ook geen negatieve invloed zijn op de staatsinkomsten.

Nu wil ik de minister vragen of hij het idee van een BTW-verlaging
voor motorkledij en motorbanden genegen is en of hij overweegt het
ter sprake te brengen bij zijn Europese collega's ministers?
cause le taux de TVA applicable
aux vêtements de protection et
aux casques destinés aux
motocyclistes.
Cette question ne peut être réglée
qu'au niveau européen. Dès lors
que l'Union européenne prône une
réduction de la TVA pour tous les
achats qui renforcent la sécurité,
j'estime qu'une réduction de la
TVA applicable aux casques
destinés aux motocyclistes ainsi
qu'aux pneus de motocyclette est
envisageable. Une telle réduction
stimulerait la vente et garantirait
ainsi des recettes à l'État. Un
renforcement de la sécurité
profiterait également à la sécurité
sociale.

Le ministre envisage-t-il une
réduction? A-t-il déjà abordé cette
question au niveau européen?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Chevalier, ik heb daarover een vraag gesteld op het Europees niveau.
U weet dat het probleem van de verlaging van de BTW zich op het
Europese vlak bevindt. Men moet er tot unanimiteit komen op basis
van een voorstel van de Europese Commissie. Een lidstaat kan een
verlaagd tarief alleen invoeren voor zover het gaat om een goed of
een dienst opgenomen in de beperkte lijst van bijlage A van de zesde
richtlijn. Motorbanden, noch beschermende kledij voor motorrijders
zijn opgenomen in de huidige bijlage A en kunnen op dit ogenblik dan
ook niet genieten van een verlaagd tarief.

Wat de eventuele herziening van de tarievenstructuur betreft, beschikt
alleen de Commissie over een initiatiefrecht. Onder voorbehoud van
de arbeidsintensieve diensten, de zogenaamde bijlage K, heeft zij
03.02 Didier Reynders, ministre:
Un Etat membre ne peut accorder
de réductions du taux de TVA qu'à
une liste très réduite de biens. Les
casques moto et les vêtements de
sécurité n'y figurent pas. Seule la
Commission européenne peut
décider de revoir la structure
tarifaire et actuellement, elle
n'envisage pas de le faire en ce
qui concerne les accessoires moto
parce qu'elle pense que des
baisses de tarif pourraient aboutir
à un déplacement des marchés et
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
sinds 1 januari 1993 dit recht slechts één keer uitgeoefend, namelijk
op 23 juni 2003, middels document 397. Het bedoelde voorstel bevat
evenmin enige verwijzing naar de goederen die in uw vraag worden
beoogd. Hiervoor is een onderliggende reden de ontegensprekelijke
vrees van de Commissie dat zo'n tariefverlaging aanleiding zou
kunnen geven tot de verplaatsing van markten en tot ongelijke
concurrentievoorwaarden die de goede werking van de
Gemeenschap in het gedrang zouden kunnen brengen. Dat is dus de
motivatie van de Europese Commissie en niet de motivatie van de
Raad. De Commissie onderstreept dat gevaar ook in haar
zogenaamde non-paper van 29 februari 2004 inzake de verlaagde
BTW-tarieven. Ik denk dat dat het geval is voor sommige goederen of
diensten. Het is misschien niet zo erg voor enkele aspecten van de
veiligheid voor motorrijders, maar wij zullen wel zien. Er zijn
gesprekken aan de gang daarover.

Zoals algemeen geweten, heeft het bedoelde voorstel tot actualisering
en modernisering van de bijlage A niet de vereiste eenparige
goedkeuring gekregen. Sedert begin dit jaar wordt deze moeilijke en
gevoelige discussie dan ook voortgezet tijdens de diverse Ecofin-
raden. Er zal een Ecofin-raad zijn op het einde van deze week. Bij die
gelegenheid zal ik uw suggestie ter sprake brengen en u in kennis
stellen van de eventuele reactie. Tot nu toe is er echter geen akkoord
van de vijfentwintig lidstaten, maar wij proberen vooruitgang te
boeken. Er zijn verschillende voorstellen van België. Dat is het geval
voor woningen, schoolgebouwen, horeca-kosten en enkele elementen
van de veiligheid van motorrijders. Tot nu toe is er echter nog geen
echt voorstel van de Commissie daarover. Er is ook zeker geen
unanimiteit daarover binnen de Raad.
à l'émergence de conditions
concurrentielles déloyales.

La proposition visant à actualiser
la liste de ces biens n'a pas été
adoptée à l'unanimité. Cette
question sera à l'ordre du jour des
conseils Ecofin. Lors du plus
prochain conseil, je la soulèverai
puis informerai la Commission de
la réaction du conseil.
03.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik heb de indruk dat de minister nog
inspanningen wil leveren op dat vlak. Het gaat hier immers niet alleen
om het plezier van het motorrijden, maar om een aantal andere
aspecten: de veiligheid, de kosten voor de sociale zekerheid en
natuurlijk ook het milieuaspect, waarover men voortdurend de mond
vol heeft. Dat zijn voldoende punten om dit punt en andere punten die
met veiligheid te maken hebben, op de agenda van de Europese
Ministerraad te plaatsen.
03.03 Miguel Chevalier (VLD):
Le ministre a dit qu'il avait
l'intention d'inscrire ce point à
l'ordre du jour du Conseil des
ministres de l'UE et je lui en suis
reconnaissant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Marie-Christine Marghem.
Présidente: Marie-Christine Marghem.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de dalende verkoop
van drank in glas ondanks de ecoboni" (nr. 3514)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de invoering
van de ecoboni" (nr. 3515)
04 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la régression, malgré les
écobonis, de la part du marché des bouteilles en verre dans la vente de boissons" (n° 3514)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'instauration des
écoboni" (n° 3515)

La présidente: Mme Ghenne avait également introduit une question (n° 3846) sur le même sujet.
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Cependant, Mme Ghenne est excusée.
04.01 Carl Devlies (CD&V): De invoering van de ecoheffingen en de
ecoboni heeft blijkbaar niet het bedoelde effect, eerder het
tegenovergestelde. Het onderzoeksbureau GFK becijferde, op basis
van het aankoopgedrag van 3.000 huisgezinnen, dat in de maanden
april, mei en juni van dit jaar het marktaandeel van water en
frisdranken in herbruikbare flessen significant daalde. AC Nielsen
onderzocht de verkoop van waters in alle verkoopkanalen,
supermarkten, discounten, kruideniers, en komt tot gelijkaardige
conclusies.

In een eerste reactie liet het kabinet van de minister weten nog niet
over verkoopcijfers van drankverpakkingen te beschikken. Nochtans
hebben we in de regeringsverklaring vastgesteld dat u wel degelijk
maatregelen hebt genomen om deze situatie proberen te verhelpen.
Het zijn wel eenzijdige maatregelen, vermits het gaat om een
verhoging van de heffing met 50%, die een bijkomende opbrengst van
130 miljoen euro met zich meebrengt. We zijn verwonderd over de
snelle maatregelen, vooral omdat de wet uitdrukkelijk bepaalt dat een
evaluatie, een prijsaanpassing in principe slechts jaarlijks kan
gebeuren. In concreto zou dit ten vroegste in april 2005 kunnen zijn.

Ik had daar graag uw standpunt over gekend, alsook een antwoord op
de volgende vragen.

Beschikt u ondertussen over cijfergegevens omtrent de verkoop van
drankverpakkingen, en welke zijn uw conclusies?

Als u enerzijds de heffingen verhoogt, is het dan anderzijds uw
bedoeling om bijkomende boni toe te kennen om de accijnzen te
verlagen of om andere maatregelen te nemen om het verschil tussen
de twee verpakkingsvormen te vergroten en op die manier het gedrag
van de consument te beïnvloeden?
04.01 Carl Devlies (CD&V):
Selon les calculs du bureau
d'études GfK, la part de marché
des bouteilles réutilisables a
sensiblement diminué en avril, en
mai et en juin. Les écobonis et les
écotaxes ne produisent donc pas
l'effet escompté.

Le gouvernement a annoncé une
augmentation de 50 pour cent de
l'écotaxe. Je m'étonne de la
diligence avec laquelle cette
mesure a été annoncée,
premièrement parce que le
gouvernement a affirmé ne pas
disposer de chiffres de vente et
deuxièmement parce que la loi ne
prévoit une évaluation et une
adaptation des prix qu'une fois par
an
. Ne faut-il, dès lors, pas
attendre jusqu'en avril 2005?

Le gouvernement dispose-t-il
malgré tout de données chiffrées?
Les écobonis seront-ils également
adaptés, comme les écotaxes?

04.02 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
zoals collega Devlies zegt, kennen we via de beleidsverklaring sinds
vorige week een aantal nieuwe intenties in verband met het verhogen
van de ecotaks. U poogt hiermee 130 miljoen euro extra in de
Staatskas te krijgen. Om de consument te motiveren om meer drank
in herbruikbare, glazen, verpakkingen te kopen, werden de
herbruikbare verpakkingen goedkoper gemaakt, en de niet-
herbruikbare verpakkingen kregen een bijkomende heffing van 0,10
euro per liter. Heel de wetgeving had als doel een fiscaal neutrale
operatie te zijn. De minderinkomsten die gegenereerd werden door de
BTW- en accijnsverlagingen, moesten gecompenseerd worden door
de opbrengsten van de verpakkingsheffing.

Zoals collega Devlies heeft aangehaald, uit een onderzoek 3
maanden na de invoering van de ecoboni, blijkt dat het marktaandeel
van de herbruikbare verpakkingen ­ dus van de glazen flessen ­ is
gedaald in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. Voor de
waters betreft de daling 0,8%: 8,8% vorig jaar ten opzichte van 8% dit
jaar. Voor de frisdranken is er een daling van 0,5%: 5,4% vorig jaar
ten opzichte van 4,9% dit jaar. Deze cijfers tonen aan dat het
omgekeerde van wat de wet beoogde werd gerealiseerd.

Op het moment van de bekendmaking van die cijfers eind augustus
04.02 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): En augmentant
l'écotaxe, le gouvernement
escompte une recette de 130
millions d'euros.

Il ressort d'une enquête que la part
de marché des emballages
réutilisables a diminué. Je
suppose que le gouvernement a
entre-temps déjà fait procéder à
une évaluation. Le ministre va-t-il
adapter les écobonis en fonction
des données dont il dispose?
Qu'adviendra-t-il s'il s'avère que
les mesures ne sont pas neutres
sur le plan fiscal, contrairement à
l'objectif recherché qui était de
compenser les diminutions de TVA
et d'accises.


CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
2004, was er nog geen evaluatie gebeurd. U heeft deze evaluatie
beloofd tegen oktober. We zijn ondertussen al de twintigste oktober
en bijgevolg neem ik aan dat u al over meer informatie beschikt. Het
zou wel eens kunnen dat u die informatie heeft gebruikt om uw
intentie in de beleidsverklaring te stofferen. Bijgevolg had ik u
daarover een aantal vragen willen stellen.

Ten eerste, bent u bereid om de ecoboni grondig aan te passen op
basis van de gegevens waarover u nu beschikt, met name de
evaluatiegegevens? Bent u bereid die ecoboni grondig bij te sturen en
zo ja, in welke zin?

Ten tweede, welke maatregelen zult u nemen wanneer zou blijken dat
deze operatie fiscaal niet neutraal is?

Ten derde, welke bijkomende ­ en al dan niet wetgevende ­
maatregelen zult u nemen om te voorkomen dat deze wet niet een
maat voor niets is geweest? Wat is het resultaat van uw overleg
daaromtrent met uw collega van Leefmilieu?

Tot zover mijn vragen, mevrouw de voorzitter. Ik ben benieuwd naar
het antwoord van de Minister.

La présidente: Mme Ghenne recevra sa réponse par écrit.
04.03 Minister Didier Reynders: Mevrouw de voorzitter, het concept
van milieutaksen op draagverpakkingen werd ingevoerd in 1993 in het
kader van de voltooiing van de federale staatsstructuur. Het was dus
de vorige stap ter bevordering van de federale staatsstructuur. Dit
strookt volgens mij niet echt met milieubescherming, maar het moet
gezegd zijn dat die milieutaksen een keuze waren. Het is overigens
de reden waarom ik mij genoodzaakt zag om dit averechts effect
teniet te doen. Deze wet had een averechts effect op het economisch
welzijn van ons land door de betaling van 15 Belgische frank of 37
eurocent per drankverpakking, ongeacht de inhoud, de inhoudsmaat
of het materiaal van die verpakking.

Ik heb dit doorgevoerd via een wetsontwerp voor ecoboni met twee
duidelijk gescheiden concepten. Ten eerste, het gebruik van
milieuvriendelijkere verpakkingen en ten tweede, de verlaging van
sommige taksen op die dranken die lijden onder oneerlijke
concurrentie ten opzichte van de buurlanden.

Het kwam er dus op aan de consument aan te sporen meer
milieuvriendelijke verpakkingen te gebruiken en hem ervan te
overtuigen via een voordeliger prijsbeleid zich in België te
bevoorraden in plaats van in de buurlanden. De gewoonten van de
consument worden natuurlijk beïnvloed door de prijs van het gebruikt
product, maar de consument kan daar geen rekening mee houden als
de conditionering van het artikel hem thuis problemen oplevert.
Bejaarden zien er altijd tegen op, ongeacht de prijs van het artikel, om
drank aan te schaffen in zware verpakkingen. Ook de kans dat
kinderen zich kwetsen aan glazen flessen weegt door bij de keuze
van drankverpakkingen.

Wat er ook van zij, volgens de fiscale gegevens waarover ik beschik
en slechts vijf maanden na de invoering, en zonder rekening te
houden met het feit dat nog in de maand juli 2004 een belangrijke
04.03 Didier Reynders, ministre:
Les écotaxes sur les emballages
de boissons ont été instaurées en
1993 dans le cadre de
l'achèvement de la structure
fédérale de l'État. Dès lors que les
taxes étaient perçues sans tenir
compte du contenu ou des
emballages, elles avaient un effet
pervers sur l'économie.

C'est pourquoi mon projet de loi
sur les écobonis reposait sur deux
concepts clairement distincts :
l'utilisation d'emballages
respectueux de l'environnement,
d'une part, et la réduction de la
taxe sur les boissons faisant l'objet
d'une concurrence déloyale des
pays voisins, d'autre part.

Nous encourageons le
consommateur à utiliser des
emballages respectueux de
l'environnement et à
s'approvisionner en Belgique plutôt
qu'à l'étranger, mais l'attitude du
consommateur est assez
conditionnée.

Cinq mois après la mise en oeuvre
de la mesure, les données fiscales
ne sont pas mauvaises.
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
wijziging aangebracht werd op het vlak van de inning van de
verpakkingsbijdrage, ben ik niet van mening dat de begrotingsoperatie
negatief zou kunnen uitvallen. Globaal gezien compenseren de
ontvangsten uit verpakkingsbijdragen het verlies aan inkomsten door
de BTW- en accijnsverlagingen op alcoholvrije drank.

Bovendien dient ook rekening gehouden te worden met het feit dat de
nieuwe wet, in artikel 401bis, bepaalt dat de minister van Financiën er
jaarlijks mee belast wordt de milieu-, economische en budgettaire
gevolgen van de toepassing van de wet in te schatten. We zijn bezig
met een dergelijke evaluatie die zal leiden tot nieuwe aanpassingen
van de programmawet, na ­ het dient gezegd ­ een overleg met alle
collega's, eerst en vooral in de Ministerraad, zoals dat gebruikelijk is.
Globalement, les recettes des
cotisations d'emballage
compensent la baisse des recettes
par la réduction de la TVA et des
accises sur les boissons non
alcoolisées. L'article 401bis
m'oblige d'évaluer chaque année
les effets de l'application de la
nouvelle loi sur l'environnement,
l'économie et le budget. Après
concertation en Conseil des
ministres, l'évaluation amènera à
modifier la loi-programme.
04.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel vast dat u
zelf nogal kritisch wordt over dat systeem van ecotaksen en ecoboni
en dat u zelf bedenkingen maakt bij de mogelijke beïnvloeding van de
consument. Betekent dat dan dat u bij de verhoging van de heffing en
de berekening van de 130 miljoen euro uitgaat van ongewijzigd
gebruik van de consumenten? Moet ik daaruit concluderen dat het
een soort belastingverhoging is die er enkel toe strekt de inkomsten
van de Staatskas te stijven.
04.04 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre doute même de l'influence
potentielle sur l'attitude du
consommateur. J'en déduis que la
hausse des impôts ne sert qu'à
alimenter les caisses de l'Etat.
04.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
bedankt voor uw antwoord. Op basis van de cijfers waarover u nu
blijkbaar beschikt, beweert u dat deze operatie fiscaal neutraal is, dat
de inkomsten niet in het nadeel zijn van de Staat. Ik wil u best
geloven, maar het is toch wat in tegenstrijd met de verkoopcijfers.
Hoe zou zich dat dan uitbalanceren? Bovendien meen ik me te
herinneren dat er nog een begeleidende campagne zou komen. U zou
daar nog over communiceren. Wat zijn uw plannen daaromtrent?
Komt die informatiecampagne er nog, wat is er precies van aan?
04.05 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): L'opération
devait être fiscalement neutre,
mais les chiffres des ventes
indiquent le contraire.

Peut-on encore espérer la
campagne d'information?
04.06 Minister Didier Reynders: Zoals ik reeds gezegd heb, gaan we
eerst naar een nieuwe aanpassing van de programmawet. De
ecoboni leidden tot een belastingsverlaging in vergelijking met 1993 in
de normale toepassing in 2001. De ecoboni vormen dus een forse
verlaging van de belastingen. We gaan verder met een begroting in
evenwicht. Na vijf maanden is het zeer moeilijk om een evaluatie te
maken, maar wij zullen maatregelen nemen in de volgende
programmawet.
04.06 Didier Reynders, ministre:
Les écobonis constituent une
réduction d'impôt considérable. Le
budget est en équilibre mais, si
cela s'avère nécessaire, nous
prendrons des mesures dans le
cadre de la prochaine loi-
programme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
overleg tussen de belastingadministratie en de landbouwsector over de forfaits" (nr. 3537)
05 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la concertation
entre l'administration fiscale et le secteur agricole sur les forfaits" (n° 3537)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, artikel 342, § 1,
alinea 2 van het wetboek van Inkomstenbelastingen bepaalt dat de
belastingadministratie in overleg met bedrijfsgroeperingen forfaitaire
grondslagen van aanslagen kan vaststellen. Dit betekent dat de
bedrijfsgroeperingen en de administratie na grondige besprekingen
het eens zijn met de toe te passen forfaits. Dit jaar hebben deze
besprekingen niet tot een voor beide partijen aanvaardbaar resultaat
geleid. Naar verluidt is het de eerste keer in de afgelopen 20 jaar dat
05.01 Carl Devlies (CD&V): Le
Code des impôts sur les revenus
prévoit que l'administration fiscale
peut arrêter, en accord avec les
groupements professionnels
intéressés, des bases forfaitaires
de taxation. Cette année, il n'a pas
été possible de dégager un
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
dit zich voordoet voor het forfait van de landbouwers.

Dit leidde er schijnbaar toe dat de administratie meende op eigen
houtje zijn normen te moeten opleggen aan alle landbouwers die niet
over een boekhouding beschikken. Deze normen houden stijgingen in
tot 30 procent en meer, terwijl de landbouwers zich ten gevolge van
de slechte prijsvorming vandaag in een zeer penibele economische
situatie bevinden.

Mijnheer de minister, graag had ik van u een antwoord gekregen op
de volgende vragen.

Ten eerste, werd hieromtrent overlegd door de administratie met de
minister, die in dit dossier toch de politieke verantwoordelijkheid
draagt?

Ten tweede, waarom werden de besprekingen na het reces niet
hervat, om zo toch nog een akkoord te bereiken?

Ten derde, vindt u dat het eenzijdig vaststellen van dergelijke normen
verenigbaar is met de beginselen van behoorlijk bestuur?
consensus sur les forfaits
applicables aux agriculteurs. Par
voie de conséquence,
l'administration fiscale a imposé
des normes à tous les agriculteurs
qui ne tiennent pas une
comptabilité. Concrètement, cela
signifie une augmentation des
normes jusqu'à 30 pour cent et
plus, alors que la situation du
secteur agricole n'est tout de
même pas florissante.

Pourquoi n'est-on pas parvenu à
conclure un accord cette année?
Que pense le ministre du principe
selon lequel l'administration fiscale
peut déterminer unilatéralement
les forfaits?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Devlies, de besprekingen
die met de betrokken beroepsgroeperingen werden gevoerd met het
oog op het vaststellen van de forfaitaire grondslagen van aanslag voor
de taxatie van de landbouwers voor het aanslagjaar 2004, inkomsten
2003, hebben inderdaad niet tot een globaal akkoord geleid. Ik heb de
administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit
gemachtigd om de landbouwwinsten van de betrokken
belastingplichtigen volgens de gewone regels vast te stellen.

De taxatienormen voor de landbouwers zijn evenwel opgenomen in
de eerste aflevering van de handleiding forfait, uitgave 2004. De
belastingplichtige die volgens deze normen wensen te worden belast,
stemmen door dit feit uit vrije wil in met de gezamenlijke
toepassingsregels van deze norm. Ze kunnen derhalve geen
aanspraak maken op een vermindering van deze winst wegens
andere beroepsverliezen of kosten dan die waarvan de aftrek
uitdrukkelijk is vooropgesteld. Ik heb ook informele onderhandelingen
gehad met de verschillende vertegenwoordigers van de sector. Ik heb
mijn administratie een aanpassing voor de melksector gevraagd. Ik
zal dus nog enkele nieuwe aanpassingen doen en ik zal een kopie
hiervan aan de commissie bezorgen.
05.02 Didier Reynders, ministre:
Aucun accord global n'a en effet
été conclu pour l'exercice
d'imposition 2004 en ce qui
concerne les bases forfaitaires
pour la taxation des agriculteurs.
Les normes de taxation
applicables aux agriculteurs
figurent toutefois dans le premier
fascicule du Manuel de taxation
forfaitaire, édition 2004. Le
contribuable qui souhaite être taxé
sur la base de cette norme
souscrit aux règles d'application
communes de cette norme et ne
peut dès lors pas prétendre à une
réduction de ce bénéfice en raison
d'autres pertes professionnelles
ou d'autres coûts que ceux dont la
déduction est explicitement
prévue.

Entre-temps, j'ai demandé une
adaptation pour le secteur laitier. Il
est possible que d'autres
adaptations soient encore
opérées.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik stel vast dat aanpassingen mogelijk zijn. Het is, mijns
inziens, niet meer dan normaal vermits de economische situatie in
deze sector slecht is.

Ik blijf betreuren dat men er niet in geslaagd is op basis van
onderhandelingen tot een regeling te komen zoals dat de voorbije
twintig jaar steeds gebeurd is. Deze beslissing houdt voor de meeste
05.03 Carl Devlies (CD&V): Je
me félicite de ce que des
modifications soient encore
possibles. Je regrette toujours
qu'un accord global n'ait pu être
conclu. Le ministre exagère
toutefois lorsqu'il déclare dans
certaines interviews que les
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
landbouwers belastingverhogingen in die kunnen oplopen tot 30% en
meer. Rekening houdend met de moeilijke toestand waarin vele
landbouwers zich bevinden, zal dit bijzonder negatieve gevolgen
hebben.

Mijnheer de minister, ik heb krantenartikels gelezen waarin u zegt dat
dit soort belastingforfaits een verkapte vorm van staatssteun is.
Volgens mij gaat dit erg ver. In het verleden waren deze forfaits die
rekening hielden met de concrete economische omstandigheden
waarin het landbouwbedrijf zich bevond, een geëigend antwoord op
de specifieke situatie van de landbouwsector. Men gaat de slechte
weg op ten opzichte van deze sector die het reeds bijzonder moeilijk
heeft.
forfaits fiscaux pour certains
secteurs professionnels
constituent en réalité une forme
d'aide de l'Etat déguisée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

La présidente: La question n° 3566 de M. Jean-Marc Delizée est reportée à une prochaine réunion. Mme
Govaerts nous rejoindra tout à l'heure.
06 Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
suppression des pièces de 1 et 2 eurocents" (n° 3581)
06 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
afschaffing van de muntstukken van 1 en 2 eurocent" (nr. 3581)
06.01 Karine Lalieux (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, j'avais déposé cette question il y a un mois et demi. Elle
n'est donc plus totalement à jour. Mais j'aimerais bien vous entendre
à cet égard, car elle était basée sur des déclarations que vous aviez
faites dans la presse. Vous y déclariez vouloir supprimer les pièces
d'un et deux eurocents pour diverses raisons qui étaient: le coût au
Trésor public, la manipulation de ces pièces par les commerçants et
le mécontentement relatif des consommateurs envers ces piécettes.

Après l'exposé de ces arguments négatifs, les Classes moyennes ont
déclaré qu'elles s'opposaient à l'élimination de ces piécettes. En tout
cas, beaucoup de grands commerçants et de patrons de grandes
surfaces n'étaient pas tous d'accord à ce sujet. Plusieurs grandes
surfaces tiennent à ce que le consommateur bénéficie du prix juste.
Cela me paraît normal. En outre, les syndicats craignent une
augmentation des prix consécutive à l'élimination de ces piécettes.
Les associations de consommateurs se sont prononcées également
plutôt contre ce retrait et se sont demandé pourquoi le Conseil de la
consommation n'avait pas été saisi de cette question, même si cela
ne relève pas de vos compétences. J'ai interpellé votre collègue sur
ce problème. Il est beaucoup moins chaud que vous quant à la
disparition de ces piécettes. Le Conseil de la consommation s'est
demandé pourquoi il n'était pas saisi à propos de cette question,
puisqu'il réunit l'ensemble des partenaires, des patrons aux syndicats
en passant par les consommateurs.

Le débat a, en effet, eu lieu. Ceci dit, il faut savoir que le problème du
prix juste subsiste. Un médecin conventionné doit, par exemple,
demander la somme exacte. Pour citer le cas de mon médecin, s'il
faut lui payer 27 centimes, et qu'elle demande plus en arrondissant au
nombre supérieur, elle n'est plus conventionnée. Arrondir au montant
inférieur? Elle l'avait fait pendant une certaine période. Mais je vous
assure que, lorsque l'on est médecin conventionné généraliste dans
06.01 Karine Lalieux (PS): Ik
heb deze vraag intussen al ruim
een maand geleden ingediend,
maar ik had toch nog graag uw
antwoord hierop gehoord. U heeft
verklaard dat u de muntstukjes
van 1 en 2 eurocent wil afschaffen
omdat ze te duur en te onhandig in
het gebruik zijn, en omdat de
consument er niet blij mee is.

Alleen wijzen alle neuzen kennelijk
niet dezelfde kant op. De
handelaars en supermarkten
willen niet afstappen van de
exacte prijzen, en de vakbonden
vrezen prijsstijgingen. De Raad
voor het Verbruik vindt het
merkwaardig dat hij hier niet in
gekend werd, en uw bevoegde
collega is ook al minder opgezet
met de mogelijke verdwijning van
die kleinste euromuntjes.

Het probleem van de juiste
prijsstelling geldt bijvoorbeeld ook
voor artsen die de overeenkomst
tussen geneesheren en
ziekenfondsen hebben
ondertekend, en die de
overeenkomst de facto zouden
schenden door hun erelonen naar
boven af te ronden. Naar beneden
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
un quartier défavorisé, on a parfois envie de garder les deux
centimes. C'est la même chose pour le boulanger ou lorsque l'on
achète un journal. Il y a aussi des achats uniques et pas seulement
dans les grands magasins. J'espère que nos commerces de quartier
subsisteront et que l'on pourra continuer à y acheter au prix le plus
juste.

En même temps, il me semble que la manière dont vous vouliez
arrondir était assez floue. Ainsi, vous disiez que, si l'on payait
électroniquement, on aurait le prix juste et il serait possible d'arrondir
via une note globale.

Monsieur le ministre, voici mes questions très précises.

Existe-t-il des projections en termes de conséquences sur le volume
d'emplois? Car la production de pièces d'un et deux cents concerne
55% de l'emploi dans la trésorerie publique.

Le système qui sera proposé pour réduire, voire supprimer l'usage de
ces piécettes est-il examiné par le Conseil de la consommation? Je
pense que la réponse est oui.

Quelles sont les garanties réelles que l'on pourra avancer pour
s'assurer que les prix n'augmentent pas? Des contrôles pourraient-ils
être envisagés? Cette mesure ne devrait-elle pas être encadrée par
une refonte du contrôle des prix? Mais cette question s'adresse plutôt
au ministre de l'Economie.

Le calcul d'une éventuelle hausse de l'inflation avance le chiffre de
0,1% au maximum. Pourtant, d'autres sources - comme les syndicats
- parlent d'un risque de 0,4%. Pouvez-vous écarter cette estimation?

Enfin, quelle serait la praticabilité de la chose par rapport à tous les
modes de paiement?

Voorzitter: Carl Devlies
Président: Carl Devlies
.
afronden is ook geen oplossing,
althans niet voor de handelaars.

Daarnaast zijn uw voorstellen
nogal vaag. Volgens u zou er met
elektronische betaalmiddelen nog
altijd met gepast geld betaald
worden, en zou het totaalbedrag
afgerond kunnen worden.

Heeft men de gevolgen van die
maatregel voor de
werkgelegenheid, meer bepaald
bij de Schatkist, terdege
ingeschat? Heeft de Raad voor het
Verbruik zich over de mogelijke
afschaffing of het verminderd
gebruik van deze muntstukjes
gebogen? Hoe gaat u garanderen
dat een en ander niet tot
prijsstijgingen zal leiden? Moet die
maatregel niet gekoppeld worden
aan een herziening van de
prijscontroleregeling? Volgens
sommige berekeningen zal de
inflatie toenemen met 0,1 à 0,4 %.
Is dat een realistische schatting
volgens u? Is dit haalbaar ten
opzichte van de andere
betaalmethoden?

06.02 Didier Reynders, ministre: Madame Lalieux, vous utilisez
souvent le même terme, à savoir "suppression". Je voudrais vous
confirmer - je l'ai déjà dit à plusieurs reprises - que je n'ai proposé à
aucun moment - et je ne propose toujours pas - de supprimer les
pièces de 1 et 2 centimes. Il y en a 700 millions en circulation dans
notre pays. Entre la suppression et le maintien de 700 millions
d'unités, il y a quand même une légère différence.

Ce que j'ai proposé, et la décision a été transmise à la Monnaie
royale, c'est de ne plus fabriquer de nouvelles pièces en 2005. Nous
allons terminer les séries de fabrication prévues en 2004, voire celles
qui ne pourront peut-être pas se faire en 2004 et qui seront reportées
en 2005. Il n'y aura pas de nouveau programme en 2005. Je répète
qu'il ne s'agit pas du tout de supprimer les pièces de 1 et 2 centimes
mais simplement de ne pas continuer, pour l'instant, à les fabriquer,
surtout quand on voit le volume de pièces déjà en circulation.

Ce que je conseille surtout, notamment aux associations de
consommateurs et aux consommateurs qui souhaitent s'en défaire,
c'est d'en emporter sur soi; c'est la meilleure façon de les utiliser. Je
06.02 Minister Didier Reynders:
Ik heb nooit voorgesteld de
munten van 1 of 2 cent, waarvan
er in ons land 700 miljoen in
omloop zijn, af te schaffen.

Wel stelde ik voor in 2005 geen
nieuwe munten meer aan te
maken. De Koninklijke Munt zal de
voor 2004 geplande
productiereeksen afwerken, maar
er komen geen nieuwe
programma's. De aanmaak ervan
wordt gewoon stopgezet, omdat er
al zoveel in omloop zijn.

Om ervoor te zorgen dat men die
muntjes ook echt gebruikt, moet
men ze eerst en vooral bij zich
hebben. De meeste klanten
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
ne veux pas faire de test dans cette commission afin de voir qui en a,
mais je sais que tous ceux qui défendent le dossier, à force de le
demander, finissent par en prendre avec eux.

La première chose que l'on constate, c'est que, si les commerçants
remettent la monnaie et font le change en centimes, très peu de
consommateurs arrivent avec le compte exact. Le problème, c'est
que ces pièces finissent probablement dans des tirelires, des tiroirs,
des fonds de voiture, dans des vêtements, je ne sais pas où, mais, en
tout cas, ne se retrouvent pas en circulation.

Si vraiment un grand nombre d'associations sont tellement favorables
à l'utilisation des pièces de 1 et 2 centimes, ce que je leur demande,
c'est de les utiliser. J'ai eu l'occasion de présider une entreprise
publique de chemins de fer; quand on fermait une gare avec moins de
15 voyageurs par jour, on recevait des pétitions de plusieurs milliers
de personnes. J'ai toujours commencé par leur écrire: "Prenez le
train, ce serait la meilleure façon d'éviter le problème". Ici, c'est un
peu la même chose! Beaucoup de personnes nous disent qu'elles
souhaiteraient utiliser ces pièces mais ne le font pas. Le premier
appel que je veux lancer, et je suis heureux que cela provoque un
débat, c'est de se munir de pièces de 1 ou 2 centimes quand on doit,
par exemple, payer son médecin; cela me paraît une assez bonne
formule.

Deuxième élément, en termes de mode de paiement, il est clair que
d'autres modes de paiement permettent de payer de manière tout à
fait précise. J'ai entendu certains se demander comment on allait
payer les allocations sociales ou les salaires. On en paie de moins en
moins en cash. En fait, on utilise des virements; je ne demande
évidemment pas qu'on les arrondisse. De plus, les paiements par
monnaie électronique peuvent se faire au compte exact. Je ne vois
pas en quoi cela pose une quelconque difficulté.

Troisième élément, pour ce qui est de la problématique des arrondis,
je ne demande aucun arrondi en la matière. Je rappelle simplement, y
compris aux grands patrons qui ont l'air de vous préoccuper lorsqu'il
s'agit de grandes surfaces, que je ne vois pas en quoi, sur le prix
global dans une grande surface, il n'est pas possible de faire un
arrondi, et peut-être même de le faire à la baisse. Ce serait un geste
vis-à-vis de la clientèle qui me paraîtrait très utile et probablement
apprécié par les consommateurs.

Cela étant, je ne demande évidemment pas que l'on arrondisse en
quoi que ce soit des prix individuels. Comme vous le savez, je suis
opposé à la contrainte en la matière. J'ai dû me battre pendant des
mois pour que l'on n'impose pas le double affichage pendant une
certaine période entre euros et francs belges. Je ne veux rien imposer
en matière d'arrondis. Je dis simplement qu'arrondir le prix global ne
serait peut-être pas une mauvaise formule dans nombre de
commerces. Nous verrons si la pratique ira dans ce sens. Je vous
répète qu'il y a en tout cas suffisamment de pièces sur le marché pour
ne pas entraîner une production supplémentaire.

Pour ce qui est, enfin, de la production par la Monnaie royale, celle-ci
mettra tout en oeuvre pour développer d'autres types d'activités. Il est
évident que nous n'allons pas produire en très grand nombre des
pièces qui ne reviennent pas en circulation pour maintenir de l'emploi,
hebben geen gepast geld, zodat
de handelaar wisselgeld terug
moet geven. Die stukjes belanden
wellicht in een spaarvarken of zo,
maar ze worden niet terug in
omloop gebracht.

De verenigingen die ijveren voor
het gebruik van die muntjes,
moeten ze dan ook maar
gebruiken. Destijds was ik
voorzitter van een overheidsbedrijf
van de spoorwegen. Tegen
beslissingen om een station met
minder dan vijftien reizigers te
sluiten, werd toen ook door
duizenden geprotesteerd. Deze
reacties zijn daarmee
vergelijkbaar. Er zijn heel veel
mensen die zeggen dat ze die
muntjes willen gebruiken, maar
slechts een enkeling gebruikt ze
echt. Ik roep iedereen dus op om
die muntjes bij zich te hebben, om
de dokter te betalen bijvoorbeeld.

Er zijn natuurlijk andere manieren
om het juiste bedrag te betalen,
bijvoorbeeld langs elektronische
weg of via een overschrijving. Op
dat vlak zie ik dus geen probleem.

Ik vraag niet dat men bedragen
zou gaan afronden, maar zie ook
niet in waarom de supermarkten,
bijvoorbeeld, niet zouden mogen
afronden, ook naar beneden toe.
Dat zou zijn nut hebben en ook de
klanten zouden daar best tevreden
mee zijn.

Ik ben hoe dan ook tegen een
verplichting tot afronding. Ik denk
alleen dat het voor veel
handelszaken niet slecht zou zijn
de totaalprijs af te ronden. Maar
momenteel zijn er genoeg
muntstukken op de markt.

De Koninklijke Munt kan zich op
andere activiteiten richten. We
gaan geen munten slaan om de
werkgelegenheid in stand te
houden, want dan zouden we
Belgische franken zijn blijven
produceren!
Ik heb de regering dan ook op
andere activiteiten gerichte
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
sinon nous aurions pu continuer à fabriquer des francs belges et les
stocker quelque part, probablement à la Monnaie royale, pour garantir
l'emploi des personnes qui y travaillaient.

Pour ma part, j'ai déposé sur la table du gouvernement une autre
analyse portant sur les autres types d'activités vers lesquels
s'orienter. Je vous signale, par exemple, que nous allons frapper
6 millions de pièces de 2 euros en commun avec le Grand-Duché de
Luxembourg à la Monnaie royale de Belgique, alors que le Grand-
Duché fait normalement frapper ses pièces ailleurs. Nous avons fait
rapatrier vers la Belgique 6 millions de pièces supplémentaires de 2
euros.

Bien entendu, il y a des pièces ou des médailles de nature
commerciale qui se développent de plus en plus. Ainsi, nous avons
frappé des pièces de 10 euros pour commémorer l'année Simenon.
Nous avons fait la même chose pour Hergé. Elles se vendent d'une
manière extraordinaire et cela apporte une qualification plus
importante aux travaux de la Monnaie royale.

Voilà où nous en sommes! Il n'y a aucune intention de supprimer des
pièces. Elles existent. Elles restent dans le circuit. Je souhaiterais
simplement qu'on les utilise. A cet égard, j'ai eu une attaque très
virulente d'un représentant d'une association de consommateurs. Je
répète que les pièces de 1 et de 2 centimes, c'est un peu comme
l'intelligence: pour pouvoir les utiliser, il faut en emporter avec soi. De
nombreuses personnes me font part de leur souhait de maintenir
cette activité, ce produit, cette capacité de payer le compte juste. Or,
je constate que, dans les commerces, peu de personnes paient le
compte juste. Donc, ces pièces sont frappées et mises en circulation
essentiellement pour permettre aux commerçants de rendre la
monnaie mais jamais ou très peu pour que des clients viennent en
apporter. Si les associations de consommateurs, les organisations
syndicales et bien d'autres intervenants peuvent m'aider à convaincre
nos concitoyens de les utiliser, on aura accompli un grand pas.
denkpistes voorgesteld. Zo zullen
we bijvoorbeeld 5 of 6 miljoen
stukken van 2 euro slaan in
samenwerking met het
Groothertogdom Luxemburg, dat
dit normaal elders liet doen. En
dan zijn er nog de
herdenkingsmunten en -medailles,
zoals die voor het Simenon-jaar of
voor Hergé, die vlot over de
toonbank gaan.

Het is dus geenszins de bedoeling
de muntjes van een en twee
eurocent af te schaffen. Ze zijn er
en ze zullen in omloop blijven. Ik
zou willen dat ze worden gebruikt,
dat de mensen ze meenemen als
ze gepast willen betalen. Als de
consumentenverenigingen, de
vakbondsorganisaties en andere
instellingen mij helpen de burgers
ervan te overtuigen om ze te
gebruiken, hebben we een grote
vooruitgang geboekt!
06.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Je suis contente qu'il ne soit pas question
de suppression, car il en était beaucoup question dans la presse.
06.03 Karine Lalieux (PS): Ik
ben blij dat er geen sprake is van
afschaffing zoals de pers had
doen uitschijnen.
06.04 Didier Reynders, ministre: Vous ne trouverez pas une
déclaration de ma part - peut-être de votre part ou d'organisations -
parlant de suppression. J'ai toujours parlé de l'arrêt de la fabrication
en 2005.
06.04 Minister Didier Reynders:
Ik heb het er nooit over gehad, ik
heb alleen iets laten vallen over
het stopzetten van de productie
ervan.
06.05 Karine Lalieux (PS): Certes, mais vous n'avez pas répondu
officiellement ici! Nous lisons effectivement les articles de presse et si
le Conseil de la consommation s'est saisi d'office de la question ­ ce
ne sont quand même pas que des guignols, il n'y a pas que la FEB
qui soit sérieuse à mes yeux! ­, cela signifie qu'un problème se posait
au niveau du langage que vous avez utilisé par rapport à ces
piécettes.

Voici ce qui me pose problème dans le débat. Si on paie via Proton,
on aura le compte juste; si on ne paie pas via Proton, le compte sera
supérieur ou inférieur. Si on est dans un grand magasin, on pourra
06.05 Karine Lalieux (PS): Toch
zijn er bij uw verklaringen
problemen gerezen, want de Raad
voor het Verbruik heeft zich erover
gebogen.

Wat in dit debat een probleem
doet rijzen, is dat men met Proton
met gepast geld zal kunnen
betalen, en in de overige gevallen
niet. In een grootwarenhuis zal
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
arrondir alors que le petit commerçant ne pourra pas arrondir car il
aura besoin de ces centimes. Ce système me paraît inégalitaire.
men de prijzen kunnen afronden,
terwijl de kleine winkelier de
centiemen nodig zal hebben. Dat
lijkt mij de ongelijkheid in de hand
te werken.
06.06 Didier Reynders, ministre: Sauf à emporter des pièces avec
soi si on veut payer en cash. Que ce soit pour payer 100, 50 ou 2
cents, si vous n'avez pas de cash sur vous, vous ne savez pas payer
en cash. Donc, prétendre qu'une personne qui ne paie pas par
monnaie électronique ne pourra donner le compte exact, c'est partir
de l'idée que cette personne ne viendra pas avec la monnaie
suffisante pour faire ses achats.

Il ne faut pas avoir une quantité de pièces sur soi. La crainte c'est de
se trouver avec un prix qui pourrait être d'1, 2, 3, 4 ou de 6, 7, 8 ou 9
cents. Il suffit d'avoir avec soi quelques pièces d'1 cent ou de 2 cents
et on vous rendra la monnaie.
06.06 Minister Didier Reynders :
Als u geen cash geld bij heeft, kan
u niet contant betalen, ongeacht
het bedrag! Beweren dat als men
niet elektronisch betaalt, men niet
met gepast geld kan betalen,
betekent dat men niet voldoende
geld bij zich heeft om zijn
aankopen te doen.

Men hoeft niet een groot aantal
muntstukken bij te hebben. Enkele
muntjes van één of twee cent
volstaan en men zal u teruggeven.
06.07 Karine Lalieux (PS): Il me semble naturel que le commerçant
rende toujours la monnaie pour le prix juste. Il n'y a pas de raison que
le commerçant n'ait pas dans sa caisse ou ne puisse pas aller à la
banque chercher des pièces pour remettre correctement au
consommateur.
06.07 Karine Lalieux (PS): Het
spreekt vanzelf dat de winkelier
gepast teruggeeft. Er is geen
reden waarom hij niet voldoende
geld in kassa zou hebben of niet
naar de bank zou kunnen gaan om
gepast te kunnen teruggeven.
06.08 Didier Reynders, ministre: Il semble naturel aussi que la
circulation de monnaie se fasse dans les deux sens. Quand un
instrument monétaire ne circule plus, venant des consommateurs
vers les commerçants, c'est que cet instrument pose problème.

Je conseille d'avoir sur soi 2 pièces de 2 cents ou 4 pièces d'1 cent et
on peut toujours donner le compte juste.
06.08 Minister Didier Reynders:
Het spreekt ook vanzelf dat het
geldverkeer in beide richtingen
plaatsvindt. Een monetair
instrument dat niet langer van de
consumenten naar de handelaars
circuleert, doet problemen rijzen.
06.09 Karine Lalieux (PS): Je conseille quand même aux
commerçants de continuer à pouvoir rendre le compte juste. Faire le
prix juste pour le consommateur, ça me semble quand même
beaucoup plus normal. On a toujours fait comme cela et j'espère que
ceci va continuer.
06.09 Karine Lalieux (PS) Ik
raad de handelaars niettemin aan
gepast terug te geven. Het lijkt mij
normaal dat men de consument
de juiste prijs aanrekent. Men
heeft dat altijd gedaan en ik hoop
dat dat zo zal blijven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
biocarburants" (n° 3595)
07 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
biobrandstoffen" (nr. 3595)
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à la suite du Conseil des ministres des 16 et 17 janvier 2004,
le gouvernement s'est engagé à promouvoir le biodiesel avec l'objectif
d'atteindre 2% des carburants utilisés en 2005.
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De regering heeft zich ertoe
verbonden biodiesel te promoten
zodat die tegen 2005 2 procent
van de gebruikte brandstoffen zou
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
L'article 16 de la directive 2003/96 fixe le montant de défiscalisation
applicable par les Etats membres aux biocarburants.

J'ai interrogé différents ministres à ce sujet au printemps 2004. En
effet, plusieurs ministres sont compétents en la matière. A l'époque, le
ministre des Finances m'avait répondu qu'il était nécessaire de
connaître les indications de la commission européenne Taxud en
matière d'interprétation des aides d'Etat autorisées afin de connaître
les limites d'actions visant à encourager le biocarburant issu de
cultures belges et, en tout cas, européennes.

La ministre Laruelle, que j'avais également interrogée, m'avait
répondu que la piste privilégiée était la faisabilité d'un appel d'offres
tel qu'il se fait en France, ce qui aurait l'avantage de privilégier le
recours à des productions européennes.

Monsieur le ministre, pourriez-vous me dire si les indications de la
commission Taxud ont été données et comment elles se situent par
rapport à la piste belge privilégiée? La Belgique a-t-elle gardé cette
piste d'appel d'offres? Pourriez-vous me donner des indications sur le
montant de défiscalisation qui serait appliqué ainsi que sur le timing
des mesures qui restent à prendre sachant que tout doit être
transposé, en principe, pour le 31 décembre 2004?

J'ai également interrogé le ministre Tobback quant aux mesures qui
relèvent de sa compétence.
uitmaken. In het voorjaar van 2004
antwoordde de minister van
Financiën mij dat de aanwijzingen
van de Europese Commissie
inzake de interpretatie van de
toegelaten staatssteun moesten
worden afgewacht. Kan u mij
zeggen of die aanwijzingen reeds
gekend zijn en hoe zij zich tot de
Belgische aanpak verhouden?
Blijft België bij de optie van de
offerteaanvraag? Kan u mij een
idee geven van het bedrag van de
toe te passen belastingverlaging
en van de timing van de te nemen
maatregelen, wetende dat alles in
principe vóór 31 december 2004 in
nationaal recht moet zijn omgezet?
07.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je
voudrais faire une petite remarque. En effet, je remplace ici le ministre
des Finances qui vient de nous quitter. Lorsque je m'exprimerai à la
première personne, imaginez-vous, chers collègues, que c'est M.
Reynders qui vous répond. En effet, les questions sont nombreuses
et il me sera plus facile de lire les textes comme ils m'ont été remis
que de les transposer à la troisième personne.

Madame Gerkens, je voudrais tout d'abord resituer le contexte dans
lequel nous nous situons à l'heure actuelle.

La promotion au niveau européen des biocarburants relève de deux
directives européennes, à savoir la directive 2003/96 du 27 octobre
2003, restructurant le cadre communautaire de taxation des produits
énergétiques et de l'électricité, laquelle est de ma compétence, et la
directive 2003/30 du 8 mai 2003 visant à promouvoir l'utilisation de
biocarburants ou autres carburants renouvelables dans les transports,
laquelle est de la compétence du ministre ayant l'environnement dans
ses attributions.

Je rappelle également que les différents Conseils des ministres ont
décidé de promouvoir les biocarburants et qu'à cet effet le ministre de
l'Environnement était chargé de transposer dans le droit belge la
directive 2003/30, qu'une défiscalisation des biocarburants devait être
prévue, mais de la même manière que le système qui avait été utilisé
pour les carburants à basse teneur en soufre, à savoir dans un cadre
budgétaire neutre.

Cette défiscalisation devait être effectuée en s'inspirant de la méthode
utilisée en France, à savoir par le biais de quotas ressortissant à des
appels d'offres européens. Vous y avez également fait allusion.
07.02
Staatssecretaris Hervé
Jamar: Tijdens de opeenvolgende
Ministerraden werd beslist de
biobrandstoffen te promoten.
Daartoe werd de minister van
Leefmilieu gelast de richtlijn
2003/30 in Belgisch recht om te
zetten. Er zou in een
belastingverlaging voor
biobrandstoffen worden voorzien,
weliswaar in een budgettair
neutraal kader.
Om een dergelijk systeem op
poten te kunnen zetten moet ik op
de hoogte zijn van het maximale
percentage dat de verschillende
economische operatoren in 2005
op de markt moeten brengen en
moet ik weten over welke
hoeveelheden benzine en
stookolie het zal gaan. Tot slot
moeten de door de lidstaten
toegekende vrijstelling en
belastingvermindering aangepast
worden aan de
prijsschommelingen van de
grondstoffen. Deze laatste
bepaling maakt het nog veel
moeilijker de biobrandstoffen
belastingvrij te maken zonder de
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20

La directive 2003/30 prévoit dans son article 3 que: "Les États
membres devraient veiller à ce qu'un pourcentage minimal de
biocarburants et autres carburants renouvelables soient mis en vente
sur leur marché et fixent à cet effet des objectifs nationaux indicatifs.
En outre, une valeur de référence pour ces objectifs est fixée à 2%,
calculés sur la base de la teneur énergétique de la quantité totale
d'essence et de gasoil mis sur le marché pour le 31 décembre 2005
au plus tard".

Pour pouvoir mettre en oeuvre un système de défiscalisation dans un
cadre budgétaire neutre, il faut que je connaisse le pourcentage
global que les différents opérateurs économiques seront obligés de
mettre sur le marché en 2005 ainsi que la quantité d'essence et de
gasoil qui sera concernée. De cette manière, nous pourrons fixer le
taux de l'accise à appliquer sur l'essence et le gasoil d'origine fossile
afin de compenser la non-imposition à l'accise des bioéthanols et des
biodiesels qui seront offerts à la consommation. Pour connaître ces
quantités, nous devons nous baser sur l'obligation qui devrait être
reprise dans la disposition légale de la transposition de la directive
2003/30. Je m'excuse d'être fort technique et réglementaire, mais il
n'y a pas moyen de faire autrement.

Enfin, il y a également lieu de savoir que l'article 16 de la directive
2003/96, qui fixe les modalités d'application de la défiscalisation,
prévoit que l'exonération et la réduction de taxation appliquées par les
États membres sont modulées par l'évolution des cours des matières
premières afin que les réductions, et c'est important, ne conduisent
pas à une surcompensation des coûts additionnels liés à la production
des produits émanant de la biomasse. Cette dernière disposition
ajoute donc un degré de complexité élevé à la mise en place d'un
système de défiscalisation dans un cadre budgétaire neutre.

Je rappelle également qu'en France, le système des quotas et le
cahier des charges pour le lancement des appels d'offres européens
dont vous avez parlé sont de la compétence du ministre de
l'Agriculture ainsi que de l'Économie.

Voilà l'état réglementaire et contextuel de ce dossier relativement
complexe mais à but éthique et environnemental important.
begroting te bezwaren.
In Frankrijk vallen het quotastelsel
en het bestek voor het uitschrijven
van een Europese offertevraag
waarnaar u verwees onder de
bevoegdheid van de minister van
Landbouw en zijn collega van
Economie.
07.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Ce dossier devient effectivement
de plus en plus technique dans sa réalisation comme dans son
explication. Le ministre Verwilghen que j'ai également interrogé
semble dire que, pour sa part, tout est fait et que la balle est
désormais dans le camp du ministre des Finances et du ministre de
l'Environnement. Par contre, à vous entendre, vous avez encore
besoin de certaines données pour pouvoir adopter les mesures
fiscales favorisant l'utilisation de ce carburant. J'espère avoir un jour
la réponse du ministre Tobback. Sa présence en réunion semble
difficile à obtenir.

Avez-vous entre vous un calendrier vous permettant d'être prêts le 31
décembre ou cette date est-elle illusoire, vu le travail encore à faire et
les avis demandés aux différents conseils?
07.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Zowel de uitwerking van als de
uitleg over dit dossier schijnen
alsmaar ingewikkelder te worden.
Voor minister Verwilghen schijnt
alles in kannen en kruiken te zijn.
U heeft blijkbaar echter nog een
aantal gegevens nodig. Heeft u
samen een timing opgesteld,
zodat u tegen 31 december klaar
kan zijn, of is die datum
onhoudbaar? Er is immers nog
een lange weg te gaan en de
verschillende raden werden om
advies verzocht.
07.04 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Cette date doit rester un 07.04 Staatssecretaris Hervé
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
repère, un idéal à atteindre. Il faut tout de même garder à l'esprit ce
qui a été décidé. Il doit exister une coordination entre les trois
ministres et au sein du Conseil des ministres. Nous sommes
effectivement quelque peu bloqués dans l'attente de ces données
complémentaires que nous ne cessons de demander, sans lesquelles
nous ne pouvons avancer si nous voulons atteindre l'objectif neutre
de la défiscalisation. Les services du cabinet ne cessent de travailler
dans ce sens. La coordination doit être la meilleure et la plus continue
possible pour atteindre l'objectif fixé le plus rapidement possible si
pas à cette date exacte. Cela dit, je me refuse à dire que cette date
ne vaut plus rien.
Jamar: Dat blijft de streefdatum.
Het klopt dat dit dossier enigszins
geblokkeerd is, omdat de
bijkomende gegevens waar we
onophoudelijk om vragen, er maar
niet aankomen. Zonder die
informatie kunnen we niet voort,
wanneer we willen dat de
belastingvrijstelling een
nuloperatie wordt.
07.05 Muriel Gerkens (ECOLO): J'espère que ce gouvernement va
se mettre autour de la table avec tous ses membres qui ont des
compétences en la matière. Je trouve dommage d'avoir perdu tout ce
temps, de mai à maintenant, en tout cas pour les mesures qui
dépendent des compétences du ministre de l'Environnement.
07.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik hoop dat alle leden van de
regering die terzake bevoegd zijn,
samen rond de tafel gaan zitten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "une
éventuelle franchise postale pour le renvoi des déclarations fiscales" (n° 3492)
08 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
eventuele portvrijdom voor het indienen van de belastingaangiften" (nr. 3492)
08.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les contribuables sont tenus, en vertu de l'article 305 du
Code des impôts sur les revenus, de remettre chaque année, une
déclaration à l'administration fiscale.

Sur le plan de l'équité, le système actuel m'incite à poser des
questions.

1. Puisque le renvoi de la déclaration est une obligation légale, est-il
normal d'obliger le citoyen à affranchir l'envoi de ce document?

2. Cette procédure n'est-elle pas contraire au principe de bonne
administration?

3. Ce système ne crée-t-il pas une discrimination entre les
contribuables qui rentrent leur déclaration par voie électronique et
ceux qui ont la version papier?

4. Votre département a-t-il déjà pris contact avec La Poste pour
pouvoir assurer à court ou moyen terme une franchise postale pour le
renvoi des déclarations? Ce système de franchise postale sera-t-il mis
en place et dans quels délais? Sera-t-il étendu à toutes les
déclarations fiscales y compris celles de la TVA?
08.01 Jacques Chabot (PS): De
belastingplichtigen moeten jaarlijks
een aangifte bij de fiscale
administratie indienen. Op het vlak
van de billijkheid, roept het huidige
systeem enkele vragen bij mij op.
Aangezien het verplicht is de
aangifte terug te sturen, vraag ik
mij af of het normaal is dat de
burger die omslag moet frankeren.
Is die procedure niet in strijd met
het principe van behoorlijk
bestuur? Veroorzaakt dit systeem
geen discriminatie tussen de
belastingplichtigen die hun
aangifte via elektronische weg
indienen en zij die de papieren
versie hebben? Heeft uw
departement al contact
opgenomen met De Post om er op
korte of middellange termijn voor
te zorgen dat de aangiften portvrij
kunnen worden teruggestuurd?
Zal dit systeem van portvrijdom
worden ingevoerd en binnen welke
termijn? Zal dit systeem naar alle
fiscale aangiften, waaronder ook
de BTW-aangifte, worden
uitgebreid?
08.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, le
contribuable confronté au dépôt de sa déclaration peut opter pour
08.02
Staatssecretaris Hervé
Jamar: De belastingplichtige kan
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
diverses méthodes: il peut la faire compléter par son service de
taxation, la déposer lui-même auprès de ce service, la déposer dans
la boîte aux lettres, l'envoyer par pli postal ou la transmettre par voie
électronique. C'est d'ailleurs dans cette voie et chacun en est
conscient, que nous devons de plus en plus nous diriger, dans le
cadre du dossier "tax-on-web".

A chaque méthode correspond un coût: timbres, déplacement,
installation internet, frais de connexion. Nous ne pensons pas que l'on
puisse, à l'heure actuelle, considérer qu'il y ait une discrimination en
fonction de la méthode choisie.

La franchise postale pour le renvoi de la déclaration à l'impôt a été
abandonnée en 1982, suite à une décision du Conseil des ministres,
pour des raisons budgétaires. Cette matière relève de la compétence
de notre collègue du Budget. A cette époque, je n'étais pas
personnellement contribuable et je n'en ai pas le souvenir, mais je ne
pense pas que l'évolution des technologies et le souhait de notre
service fédéral, qui est de tendre vers une déclaration informatique et
vers une informatisation de cette déclaration, soient de nature à
inciter le renvoi par poste.

Depuis 1982, nous fonctionnons de la sorte. Le ministre du Budget n'a
pas donné, à ce stade, de signes permettant de croire qu'on irait vers
cette exonération ou vers la franchise, raison pour laquelle je me
bornerai à cette réponse même si je suis conscient, d'un point de vue
social, que votre question relève du meilleur sentiment.
uit verschillende methodes kiezen
om zijn aangifte in te dienen. We
moeten meer en meer streven
naar aangifte via elektronische
weg. Elke methode heeft zijn
kostenplaatje. Portvrijdom voor het
terugsturen van de
belastingaangifte werd in 1982 om
budgettaire redenen afgeschaft
ingevolge een beslissing van de
Ministerraad.

Het systeem werkt al zo sedert
1982. De minister van Begroting
heeft in dit stadium geen
aanwijzing gegeven dat er kan op
wijzen dat die vrijstelling of
portvrijdom er zou komen.
08.03 Jacques Chabot (PS): Il est vrai que ce système a été
appliqué jusqu'en 1982 et qu'il devient de moins en moins utilisé.
Mais, par souci d'équité, il est encore utilisé par ceux qui n'ont pas les
moyens d'accéder aux autres systèmes permettant le renvoi de la
déclaration fiscale.
08.03 Jacques Chabot (PS): Het
klopt dat dit systeem tot 1982 werd
toegepast. Steeds minder mensen
versturen hun aangifte met de
post. Het is een kwestie van
billijkheid aangezien het nog
steeds gebruikt door de mensen
die niet de middelen hebben om
andere systemen voor het
terugsturen van de
belastingaangifte aan te wenden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"het gebouw van de FOD Financiën in Maaseik" (nr. 3575)
09 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
bâtiment du SPF Finances à Maaseik" (n° 3575)
09.01 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ten gevolge van het Copernicusplan is
er geen plaats meer voor een aantal regionale contactcentra van de
overheidsdienst Financiën, onder andere in Maaseik en
Maasmechelen.

Uit Maaseik heb ik een bijna dramatische oproep gekregen.
Waarschijnlijk hebt u die ook allemaal gekregen. De inwoners van
Bree, Maaseik, Kinrooi, Dilsen-Stokkem en Meeuwen-Gruitrode
kunnen voortaan enkel in Bree terecht voor de afhandeling van hun
09.01
Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Le plan
Copernic prévoit la fermeture de
quelques centres de contact
régionaux du SPF Finances, entre
autres à Maaseik et à
Maasmechelen. Les habitants de
Maaseik devront s'adresser à Bree
et ceux de Maasmechelen à Genk.
Quelles sont les intentions du
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
financiële verplichtingen. Het gebouw in Bree zou een huurgebouw
zijn, terwijl het gebouw in Maaseik eigendom is van het ministerie of
van het Rijk.

Mijn vraag aan de minister van Financiën is dan ook welke
bestemming het leeggekomen gebouw in Maaseik zal krijgen.
Hoeveel huur moet de Staat betalen voor het gebouw in Bree?

Kunnen we hier spreken over een sanering of over een efficiënter
beleid? Het personeel zal immers mee moeten verhuizen. Ook de
belastingplichtigen, dus de klanten van het gebouw, zullen meer
kilometers moeten afleggen, waardoor er weer meer verkeer zal zijn,
met alle gevolgen vandien. Ook de middenstand van Maaseik en van
Maasmechelen, waar een zelfde verhuis zich voordoet, maar dan
naar Genk, ziet het contactpunt met zijn 56 personeelsleden en zijn
dienstverlening, niet graag vertrekken.
ministre en ce qui concerne le
bâtiment de Maaseik? Quel est le
montant du loyer du bâtiment de
Bree? Peut-on parler en l'espèce
d'une gestion plus rationnelle? Le
personnel sera en effet transféré
aussi et devra donc parcourir
davantage de kilomètres, tout
comme les contribuables.

09.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, de Regie
der Gebouwen kreeg tot op heden nog geen opdracht om de nodige
prospectie te doen met betrekking tot de herhuisvesting te Bree van
de diensten van Financiën uit Maaseik. Tot nu toe kreeg de Regie der
Gebouwen enkel de opdracht de verspreide diensten van Financiën in
de provinciehoofdplaatsen zo veel mogelijk te groeperen.

De Regie der Gebouwen deelt mede dat, indien zou worden beslist
een aantal regionale centra van Financiën te centraliseren te Bree,
een van de opties erin bestaat om een gebouw te huren. Het
eventueel zelf financieren van de bouw van een kantoorgebouw of het
aanspreken van een promotor zijn andere mogelijkheden. Het is
onmogelijk momenteel een huurprijs of een bouwkost te bepalen,
zonder dat een gedetailleerd behoefteprogramma voorhanden is.

Indien het gebouw te Maaseik zou worden verlaten, zal worden
nagegaan of het nog dienstig kan zijn voor het huisvesten van een
andere overheidsdienst. Mocht dat niet het geval zijn, dan zal het
worden verkocht.

Ik wens eraan toe te voegen dat in deze fase van de
Coperfinherstructurering het ontwerp van het directiecomité van de
FOD Financiën aan de commissie van Financiën van de Kamer werd
voorgelegd alsook aan de vertegenwoordigers van de vakorganisatie
van het personeel, teneinde in ruime mate standpunten te kunnen
uitwisselen over de materie. Uiteraard kan een definitieve keuze niet
worden gemaakt zonder alle binnengekomen reacties aan een
grondig, voorafgaand onderzoek te onderwerpen.

Bovendien dient er te worden aangestipt dat, zodra een bepaald
ontwerp zal worden aangenomen, het slechts trapsgewijs en
geleidelijk zal worden uitgevoerd, met als eindpunt 2010-2012.

Tot slot bevestig ik dat de Federale Overheidsdienst Financiën
openstaat voor de ontwikkeling van een partnerschap met de
gemeentebesturen, teneinde de noodzakelijke voeling met de burgers
te kunnen waarborgen.
09.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'Etat: La Régie des Bâtiments n'a
actuellement été chargée que de
regrouper autant que possible les
services des Finances dans les
chefs-lieux de province. On ne sait
pas encore quelle sera l'affectation
des bâtiments éventuellement
inoccupés, ni comment sera logé
le nouveau service centralisé.

Le projet du SPF Finances a été
soumis à la commission des
Finances et aux organisations
syndicales du personnel. Avant la
conclusion de ce projet, chaque
partie devra avoir réagi.
L'opération ne se clôturera qu'en
2010-2012. Le SPF Finances
souhaite agir en partenariat avec
les administrations communales
afin de garder le contact avec le
citoyen.
09.03 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, er is dus nog geen definitieve beslissing
dat men zou verhuizen van Maaseik naar Bree. Of heb ik het verkeerd
09.03 Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Aucune
décision définitive n'a donc encore
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
begrepen? De burgemeester en de gemeenteraad waren zeer
ongerust en dachten dat het reeds definitief beslist was. Maar dat is
blijkbaar niet waar. Er kan blijkbaar nog overleg zijn met de
gemeenten. Ze voelen zich immers verlaten.
été prise. Les intéressés seront
contents car Maaseik est
aujourd'hui déjà une ville désertée.

09.04 Staatssecretaris Hervé Jamar: Er is geen definitieve beslissing.
09.05 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Er is geen definitieve
beslissing. Wanneer komt die definitieve beslissing er? Komt die er
pas in 2010 of in de loop van dit jaar?
09.06 Staatssecretaris Hervé Jamar: Ik ben geen profeet.
09.07 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Het kan dus nog een
tijdje blijven duren. Ze kunnen daar nog een tijdje blijven zitten.
09.08 Staatssecretaris Hervé Jamar: Ja, dat kan.
09.09 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Die mensen zullen blij
zijn, want ze voelen zich verlaten. Ze zijn reeds de trein kwijt. Het
leger en de rijkswacht zijn er weg. Binnenkort is er nies meer in
Maaseik en is het een verlaten stad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw Van der Auwera heeft mij verzocht om haar vraag nu te stellen, omdat zij nog in
een andere commissie wordt verwacht. Is er bezwaar tegen dat ik haar nu het woord geef voor het stellen
van haar vraag? (Neen)
10 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-eerste minister en minister van
Financiën over "de accijnsverhoging op steenkool" (nr. 3879)
10 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'augmentation des accises sur le charbon" (n° 3879)
10.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, wij herinneren ons het koninklijk besluit
van 29 februari 2004 waarbij een bijzondere accijns werd ingevoerd
op steenkool, bruinkool en cokes in België. Het accijnstarief van 8,6
mWatt euro per ton is door iedereen verschuldigd, ook door
particuliere gebruikers.

Naar aanleiding van onderzoeken van gegevens blijkt dat die
particuliere gebruikers veelal oudere personen zijn, tussen 70 en 90
jaar en jonge gezinnen, meestal met jonge kinderen, uit sociaal-
economisch en financieel zwakke milieus. De Belgische federatie der
brandstofhandelaars richtte dan ook aan de minister een schrijven
om, zoals bepaald in de Europese richtlijn, in een uitzondering te
voorzien uit sociale overwegingen. Er werd door de minister geen
antwoord op dat schrijven gegeven.

Evenmin gaf de minister een concreet antwoord op de schriftelijke
parlementaire vraag van de heer Mathot. De minister gaf aan
persoonlijk niet gekant te zijn tegen een uitzondering, maar verwees
naar de opmerkingen van sommige milieuorganisaties die de hoge
vervuilingsgraad van kolen als brandstof aanklagen.

Mijn vragen zijn dan ook de volgende.
10.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Le droit d'accise spécial
prélevé sur la houille, le lignite et
les cokes touche essentiellement
les personnes âgées et les
ménages à faible revenus. Le
secrétaire d'Etat n'a pas répondu à
la demande de la Fédération belge
des distributeurs de combustibles
qui souhaitait que soient prévues
des exceptions pour raisons
sociales, conformément à une
directive européenne. La question
de M. Mathot n'a pas non plus
reçu de réponse concrète.

A combien s'élèvent les recettes
des accises sur le charbon
ménager? Les exceptions pour
raisons sociales sont-elles
autorisées ? Il ne s'agit finalement
que de 200 tonnes, consommées
par 100.000 familles, un chiffre qui
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25

Wat is het bedrag aan accijnsinkomsten uit huisbrandkolen? Volgens
mij moet een evaluatie op dit ogenblik mogelijk zijn, wetende dat de
kolen traditioneel in de zomer verkocht worden, omdat de particuliere
koper dan kan profiteren van verminderde zomerprijzen om zijn
winterprovisie aan te leggen.

Bent u niet van oordeel dat een uitzondering uit sociale overwegingen
verantwoord is, gezien de geringe jaarlijkse verbruikte hoeveelheid
van 200 ton door die 100.000 gezinnen, wat slechts leidt tot een
beperkt aandeel van de globale CO
2
-emissie in België?

Ik heb die vraag enkele weken geleden ingediend. Ik heb daarbij ook
vermeld dat het verbruik van huisbrandkolen al jaren structureel daalt,
zodat er voor de toekomst geen sterke verslechtering in milieueffect
of toename in belastinginkomen te verwachten valt.

Wij herinneren ons de mededelingen in de pers van afgelopen week,
waarin duidelijk wordt gesteld dat, gezien de hoge stookolieprijzen,
het verbruik van huisbrandsteenkolen stijgt en dat die stijging vooral
te situeren is in Limburg en in Charleroi. Wij menen dat, ondanks de
geringe stijging die er op dit ogenblik te noteren valt gezien het feit dat
die huisbrandsteenkolen hoofdzakelijk hoogwaardig antraciet
steenkolen zijn, ook op dat vlak het milieu niet catastrofaal te lijden
heeft. Ook Europa is begaan met het milieu, maar toch voorziet
Europa in uitzonderingen uit sociale overwegingen. Dan moet dat toch
ook voor België te overwegen zijn.

Bent u dan niet van oordeel dat de accijnsinvoer, zoals die op dit
ogenblik geldt, voor die gezinnen leidt tot een negatieve compensatie
van het BTW-voordeel?

Voorziet u in een uitzondering? Tegen wanneer kan die verwacht
worden?
diminue d'ailleurs d'année en
année. La légère augmentation de
la consommation de charbon à
cause de la hausse des prix du
carburant n'a rien de
catastrophique. La houille est
constituée d'anthracite de qualité
supérieure et n'a pas d'effet
désastreux sur l'environnement.

Le droit d'accise spécial ne va-t-il
pas de pair, pour ces ménages,
avec une compensation négative
de l'avantage en matière de TVA?

10.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, ik heb de
eer het geachte lid in te lichten over het feit dat, in tegenstelling tot wat
ze verklaart in haar vraag, ik zowel geantwoord heb op het schrijven
van de Belgische Federatie van Brandstofhandelaars als op de
parlementaire vraag van de heer volksvertegenwoordiger Alain
Mathot. Betreffende de precieze vragen die gesteld werden, vindt u
hieronder de elementen van antwoord.

Op het einde van de maand augustus 2004 bedroegen de inkomsten
van accijnzen voor steenkool en cokes 594.900 euro. Zoals ik, in mijn
hoedanigheid van staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de strijd tegen de fiscale fraude, heb toegelicht in mijn
schrijven van 16 december 2003 aan voormelde federatie, spreekt het
voor zich dat ik geen voorstander ben van een heffing op steenkool,
vooral dan een heffing die een aantal precaire gezinnen zou kunnen
schaden.

Deze heffing werd echter in het leven geroepen om als antwoord te
dienen aan degenen die menen dat steenkool de meest
milieuverontreinigende energie is. Het is inderdaad paradoxaal te
moeten vaststellen dat België de Europese Unie verzocht heeft
slechts een BTW-tarief van 12% te mogen toepassen en dit ook
verkregen heeft, terwijl het tarief dat krachtens de Europese
10.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'Etat: J'ai bien répondu au
courrier de la Fédération belge des
distributeurs de combustibles,
ainsi qu'à la question de M.
Mathot.

Fin août, les recettes provenant
des accises sur la houille, le lignite
et les cokes s'élevaient à 594.900
euros. Je ne suis pas partisan de
l'accise sur le charbon car elle
peut affecter les ménages
économiquement vulnérables.
Cette accise a été instaurée parce
que le charbon est considéré
comme la source d'énergie la plus
polluante.

Il est surprenant que l'Europe ait
autorisé la Belgique à appliquer un
taux de TVA de 12 pour cent, alors
que la législation européenne
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
wetgeving van toepassing is, het normale tarief is, hetzij 21%, om
daarna aan dat tarief een accijns te koppelen die de BTW-verlaging
totaal tenietdoet.

Rekening gehouden met het feit dat de Europese richtlijn werd
omgezet via twee koninklijke besluiten die het onderwerp zullen
uitmaken van een wetsontwerp van bekrachtiging, zal ik in die
bekrachtigingswet een voorstel van bepaling invoeren die een
vrijstelling van accijnzen mogelijk maakt voor steenkool voor
huishoudelijk gebruik. Zo kunnen de Wetgevende Kamers hun advies
uitspreken over dit ontwerp.
prévoit le taux de 21 pour cent.

Je proposerai l'insertion dans la loi
de confirmation d'une disposition
exonérant le charbon à usage
domestique des accises.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
modalités de 'tax-on-web'" (n° 3493)
11 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
gebruiksvoorwaarden van 'tax-on-web'" (nr. 3493)
11.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, cette question
aurait dû être posée au mois de juin et j'apprends qu'un collègue a
posé une question à peu près sur le même sujet. Monsieur le
ministre, par avance, veuillez m'excuser si certaines questions font
double emploi. Mais, puisque je suppose que vous avez préparé une
réponse, je vais répéter ces questions.

Selon certains, des documents fournis par des organismes tiers ne
peuvent être joints à la déclaration électronique. Cette information est-
elle exacte? Si oui, le principe constitutionnel d'égalité est-il respecté?
En effet, ne s'agit-il pas d'une discrimination vis-à-vis de ceux qui
déclarent sur un support écrit?

Est-il exact que le contribuable ne peut plus modifier sa déclaration en
ligne après l'envoi? Dans l'affirmative, quelles sont les possibilités
offertes aux citoyens pour signaler une modification souhaitée? Peut-il
le faire par voie électronique? Ce système sera-t-il amélioré à
l'avenir? Dans quel délai?

Une fois que la déclaration est envoyée, il n'y a plus moyen de faire
un calcul dans "tax-on-web". Quelles en sont les raisons? Cette
situation est-elle provisoire? Par ailleurs, est-il exact que le logiciel de
calcul lié à "tax-on-web" contient encore quelques erreurs?

Les contribuables devant payer un supplément craignent d'être
enrôlés plus rapidement s'ils envoient leur déclaration par voie
électronique. Est-ce exact?
11.01 Jacques Chabot (PS):
Klopt het dat documenten van
derden niet bij de elektronische
aangifte kunnen worden gevoegd?
Zo ja, wordt het grondwettelijke
gelijkheidsbeginsel geëerbiedigd?

Klopt het dat de belastingplichtige
zijn on-line aangifte na verzending
niet meer kan aanpassen? Zo ja,
hoe kan de burger de
belastingdienst van een wijziging
op de hoogte brengen?

Waarom kan men na de
verzending geen berekeningen
meer maken in Tax-on-web? Klopt
het dat het aan Tax-on-web
verbonden rekenprogramma nog
enkele fouten bevat?

Klopt het dat het dossier van
belastingplichtigen die bijkomende
belastingen moeten betalen,
sneller wordt ingekohierd indien zij
van de elektronische aangifte
gebruik maken?
11.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je
remercie M. Chabot pour sa question. Elle rejoint en partie une
question posée par M. Luc Van Biesen.

Le dossier "tax-on-web" est un dossier nouveau. L'année dernière
nous avons eu quelque 57.688 déclarations électroniques. Le chiffre
est en augmentation très nette, ce qui laisse augurer une évolution
positive. Néanmoins, ce système demande encore beaucoup de
travail à beaucoup d'égards. La question de M. Chabot vient donc à
point nommé puisque nous sommes en train d'établir les statistiques
11.02
Staatssecretaris Hervé
Jamar: Uw vraag sluit gedeeltelijk
aan bij die van de heer Van
Biesen.

Vorig jaar werden 57.688
elektronische aangiftes ingediend.
Ook al is er nog heel wat werk aan
het systeem, toch zit de formule
duidelijk in de lift, wat een
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
qui seront communiquées d'ici peu.

Je vais maintenant répondre plus spécifiquement aux quatre
questions posées par M. Chabot.

Premièrement, il est exact qu'à l'heure actuelle, aucun document
fourni par un organisme tiers ne peut être joint à la partie I de la
déclaration électronique. La version 2004 de "tax-on-web" permet
cependant aux personnes qui remplissent la partie II d'envoyer
certaines annexes avec la déclaration électronique. Un certain
nombre d'annexes standardisées sont mises à la disposition du
contribuable sur le site Finform ­ il s'agit d'un projet global
d'uniformisation des documents fiscaux. Eventuellement, le
contribuable peut aussi convertir lui-même des annexes en format
PDF à partir de fichier Word ou Excel ou créer des annexes
directement en format PDF et les joindre à sa déclaration
électronique. Ces possibilités sont mentionnées à la section intitulée
"pourquoi choisir tax-on-web?" et ce, à la page d'accueil du site de
cette application.

En tout état de cause, les pièces justificatives que le contribuable ne
peut joindre à la déclaration doivent évidemment être conservées et
être présentées sur simple demande de l'administration. Dès lors, je
ne crois pas que l'on puisse considérer qu'il y ait discrimination par
rapport à un support écrit. J'ajouterai qu'il faut avoir une approche
relativement pratique de la situation. L'administration est invitée à
faire preuve de la plus grande souplesse mais elle le fait d'initiative.
Je me suis rendu personnellement dans plusieurs centres où l'on
travaillait sur ces dossiers. Je peux vous confirmer que les
fonctionnaires travaillant sur ces dossiers le font avec énormément de
souplesse et de nuances. Lorsqu'un document manque ou lorsqu'une
petite difficulté surgit, le problème est résolu en parfaite collaboration
avec le contribuable dans les heures ou les jours qui suivent.

Deuxièmement, il est exact que le contribuable ne peut modifier sa
déclaration fiscale "tax-on-web" après envoi.

Cela étant, aussi bien pour la déclaration électronique que pour la
déclaration sur papier, il est toujours loisible au contribuable de
signaler une modification de sa déclaration au service de taxation par
les voies habituelles, y compris en envoyant un courrier électronique à
l'adresse e-mail de son service.

Pour la troisième question, procéder à une simulation du calcul
d'impôt dans le cadre de "tax-on-web" n'est possible que si la
déclaration n'a pas encore été introduite. La possibilité d'effectuer une
simulation à l'impôt des personnes physiques après soumission de la
déclaration sera envisagée pour l'exercice 2005, de même que, d'une
façon plus générale, la mise à disposition permanente de tout
internaute de ce programme de simulation. Il faut préciser ici que
cette simulation est une estimation et n'est pas la version définitive du
calcul d'impôt que le contribuable recevra immanquablement via son
avertissement-extrait de rôle.

Quant à la quatrième et dernière question, la réponse est négative.
L'enrôlement des déclarations électroniques se déroulera selon
l'échelonnement normal des travaux d'enrôlement.
positieve ontwikkeling laat
verhopen.

Op dit ogenblik kan inderdaad
geen enkel document van derden
bij deel I van de elektronische
aangifte worden gevoegd. De
versie 2004 van Tax-on-web laat
echter wel toe bepaalde bijlagen
bij de elektronische aangifte te
voegen, zij het dan in deel II. Op
de website Finform zijn bepaalde
standaardbijlagen beschikbaar in
het kader van een globaal project
tot uniformering van de fiscale
documenten. Onder de hoofding
"Waarom kiezen voor Tax-on-
web?" worden verscheidene
technische mogelijkheden
uiteengezet.

De bewijsstukken die niet bij de
aangifte kunnen worden gevoegd,
moeten door de belastingplichtige
worden bewaard. Er is dus geen
sprake van discriminatie. De
administratie wordt verzocht de
grootste soepelheid aan de dag te
leggen, wat zij trouwens sowieso
al doet.

Na verzending kan de
belastingplichtige zijn aangifte
inderdaad niet meer aanpassen op
Tax-on-web.

De belastingplichtige kan de
belastingdienst via de gebruikelijke
wegen of via e-mail altijd een
wijziging van zijn aangifte
(elektronisch of op papier) melden.

Wat de derde vraag betreft, kan
enkel een simulatie van de
berekening in het kader van Tax-
on-web plaatsvinden vóór de
indiening van de aangifte. De
mogelijkheid om dat daarna te
doen, zal worden overwogen voor
2005, net als de permanente
terbeschikkingstelling van dat
programma voor de internauten. Ik
preciseer dat het om een raming
gaat en dat de belastingplichtige
de definitieve versie in zijn
aanslagbiljet zal ontvangen.

Het antwoord op de laatste vraag
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Monsieur Chabot, je suis à votre disposition pour toute précision
complémentaire car c'est un dossier qui peut effectivement donner
lieu à beaucoup de débats et auquel nous portons le plus grand
intérêt.
luidt ontkennend. De inkohiering
van de elektronische aangifte zal
volgens het normale tijdschema
geschieden.

Ik blijf tot uw beschikking voor
aanvullende toelichtingen ; het
gaat immers om een zeer
belangrijk dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
afhandeling van rulingaanvragen" (nr. 3637)
12 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
traitement des demandes de ruling" (n° 3637)
12.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
staatssecretaris, sinds begin 2003 is er een algemeen systeem
ingevoerd van voorafgaande beslissingen inzake fiscale dossiers,
beter bekend als het rulingsysteem.

Uit een aantal gegevens blijkt dat sinds de invoering van dit systeem,
meer dan anderhalf jaar geleden, 213 van de 473 aanvragen door de
betrokken diensten onbeantwoord bleven. Dat blijkt uit een bericht in
de fiscale pers, dat de status weergaf tot 30 juni 2004.

De termijn waarbinnen de fiscale administratie, of de dienst voor
voorafgaande beslissingen, een dossier zou moeten beantwoorden,
bedraagt drie maanden. In de praktijk wordt vastgesteld dat zij die wel
een antwoord kregen daarop gemiddeld 166 dagen moesten wachten.
Dat is natuurlijk heel wat langer dan de vooropgestelde drie maanden.
Ik weet ook wel dat de fiscale administratie die termijn mag wijzigen,
maar dat geldt natuurlijk evenzeer voor de belastingplichtige, die een
antwoord kan eisen binnen de drie maanden. Het is dus een mes dat
aan twee kanten snijdt.

Een ander element in de afhandeling van de rulingaanvragen is het
succes van de ruling. Sinds de aanvang van het systeem in 30 juni
2004 waren er slechts 473 rulingaanvragen, wat neerkomt op
gemiddeld 26 dossiers per maand. Dat lijkt een beetje vreemd, want
er zijn in dit land ongeveer 300.000 vennootschapsaangiften per jaar.

Ondertussen hebben wij ook het jaarverslag 2003 van de dienst
voorafgaande beslissingen gekregen. Ik heb het document nog niet
helemaal in detail doorgelezen, maar de tabellen die ik heb gezien,
bevestigen min of meer de cijfers die ik zojuist gaf. Het jaarverslag
beperkt zich natuurlijk wel tot 31 december 2003. Op pagina 24 lees
ik in de tabel `aard van de beslissingen' dat er voor 2003 295
aanvragen waren. Over slechts 68 daarvan werd een beslissing
genomen. Zeven aanvragen zijn onontvankelijk verklaard. Twintig
dossiers zijn verzaakt. Er blijft dus een saldo open van 200 dossiers.
Bijgevolg vond ik het toch nuttig, mijnheer de staatssecretaris, om de
minister daarover een aantal vragen voor te leggen. Ik heb ze u
bezorgd en overloop ze voor de volledigheid van het verslag.

Kunt u de initieel geciteerde cijfers ­ 473, geactualiseerd tot 30 juni
12.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Le système de
ruling
, un système général de
décisions anticipées dans des
dossiers fiscaux, a été mis en
place début 2003.

La presse spécialisée en matière
de fiscalité nous apprend qu'au 30
juin 2004, 213 des 473 demandes
étaient toujours sans réponse. Or,
le délai de réponse à un dossier
est de trois mois. Dans la pratique,
il a fallu patienter pendant 166
jours en moyenne. Au 30 juin
2004, on ne dénombrait que 473
demandes de ruling, ce qui est
curieux pour un pays où 300.000
déclarations de sociétés sont
remises chaque année. Le rapport
annuel 2003 du service des
décisions anticipées confirme ces
chiffres.

Pourquoi de nombreux dossiers
sont-ils restés sans réponse? Que
fait le ministre pour que les
demandes de ruling puissent être
traitées dans un délai raisonnable?
Comment s'y prendra-t-on pour
mieux faire connaître le système
de ruling dans les entreprises?
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
2004 ­ bevestigen? Wat zijn de oorzaken van het grote aantal
onbeantwoorde dossiers? Wat zijn de oorzaken van de lange
antwoordtermijn? Welke maatregelen denkt u op korte termijn te
nemen opdat uw diensten de afhandeling van rulingaanvragen
zouden afwerken binnen een redelijke termijn? Wat gaat u
ondernemen om de mogelijkheden van de rulingregeling bij de
vennootschappen een grotere bekendheid te geven?
12.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, de in uw vraag vermelde cijfergegevens blijken uit de
motivatie die werd verstrekt bij het verzoek tot spoedbehandeling van
het koninklijk besluit van 13 augustus 2004, houdende de oprichting
van de dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken bij de FOD
Financiën. Op 16 september 2004 waren 283 van de 514 ingediende
aanvragen behandeld, maar de gemiddelde beslissingstermijn is wel
opgelopen tot 174 kalenderdagen.

Een voorafgaande beslissing kan slechts totstandkomen als alle
vereiste informatie en gegevens in het bezit zijn van de FOD
Financiën. Naar aanleiding van de vraag om uitleg van de heer
Schouppe over het succes van de fiscale ruling voor
vennootschappen ­ tijdens de namiddagvergadering van de plenaire
vergadering van de Senaat op donderdag 27 mei 2004 ­ heb ik er
reeds op gewezen dat het dikwijls gaat over ingewikkelde situaties
waarvoor bijkomende informatie is vereist en waarvoor meestal een
vergadering met de aanvrager, eventueel in samenwerking met
meerdere bevoegde diensten, moet worden georganiseerd.

Toen heb ik er eveneens op gewezen dat de antwoordtermijn van drie
maanden een richttermijn is die wordt nagestreefd. Gelet op de
complexiteit van de aanvragen en het onderzoek van bijkomende
elementen en informatie die pas na het indienen van de aanvraag
worden verstrekt, is het begrijpelijk dat die termijn, vaak met akkoord
van de aanvrager, dikwijls niet kan worden gehaald. Bovendien
hebben sommige aanvragen betrekking op zeer principiële materies
waarop niet altijd een pasklaar antwoord voorhanden is en waarvoor
overleg met de diensten, die met gelijkaardige thematiek worden
geconfronteerd, of met de hogere overheid vereist is. Het feit dat
sommige beslissingen wegens de voormelde redenen lang op zich
laten wachten, is trouwens de reden waarom de gemiddelde
behandelingsduur groter is geworden.

Voor de technische behandeling van de aanvragen om voorafgaande
beslissingen wordt dikwijls een beroep gedaan op dezelfde kleine
kern ambtenaren die ook met andere prioriteiten te maken hebben,
zoals het beantwoorden van parlementaire vragen, het opstellen van
aangifteformulieren en het verlenen van advies.

Zoals reeds gezegd, werd bij koninklijk besluit van 13 augustus 2004
de nieuwe dienst voor voorafgaande beslissingen in fiscale zaken
opgericht. Het college van leidinggevenden van die dienst, dat
eerstdaags zal worden samengesteld op basis van de kandidaturen
die tot 8 september 2004 mochten worden ingediend, zal prioritair de
nodige maatregelen treffen om de dienst efficiënter en sneller te laten
functioneren.

Wat de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag tot
voorafgaande beslissing betreft, ben ik van mening dat het systeem
12.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'Etat: Au 16 septembre 2004, 283
des 514 demandes introduites
étaient traitées mais le délai de
décision s'est élevé à 174 jours
calendrier en moyenne.

Une décision anticipée ne peut
être prise que lorsque le SPF
Finances dispose de toutes les
données. J'ai déjà indiqué, en
réponse à une question que
m'avait posée M. Schouppe lors
de la séance plénière du Sénat le
27 mai 2004, que des informations
supplémentaires étaient souvent
nécessaires et qu'il fallait
généralement organiser une
réunion avec le demandeur.

Un délai de trois mois pour
répondre n'est qu'un objectif que
nous nous sommes fixé. Il va de
soi que les demandes complexes
accroissent la durée moyenne de
traitement. Pour le traitement
technique des demandes, nous
faisons appel à un petit nombre de
fonctionnaires qui ont également
d'autres tâches à accomplir.

Par arrêté royal du 13 août 2004,
un nouveau service chargé des
Décisions anticipées en matière
fiscale a été créé. Le collège de ce
service prendra par priorité les
mesures nécessaires pour
accélérer et rendre plus efficace le
fonctionnement de ce service.
Le système de la décision
anticipée est suffisamment connu
des contribuables. Le secteur
privé y prête l'attention requise
dans des publications et des
séminaires.
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
intussen voldoende is gekend bij alle geïnteresseerde
belastingplichtigen en dat daartoe derhalve geen nieuwe initiatieven
moeten worden genomen. Overigens wordt door de privé-sector met
publicaties of seminaries aan het nieuwe stelsel reeds de nodige
aandacht besteed.
12.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de staatssecretaris voor zijn uitgebreid antwoord. Er is een
aantal goede intenties. De bemanning van de diensten is in het
verleden een probleem geweest. De minister heeft aangegeven dat
dat zal verbeteren. Er blijft nog het probleem van de antwoordtijd.
Ondertussen is die opgeschoven van 166 naar 174 dagen. Wij
kunnen alleen hopen dat de afhandeling in de toekomst zal verkorten
en dat er een optimale werking komt. Indien er daar een probleem
mocht rijzen, dan zullen wij daarop terugkomen.
12.03 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Par le passé,
des problèmes de personnel se
sont posés dans ce service, mais
le ministre a laissé entendre que
les choses s'amélioreraient.
Toutefois, le délai de réponse, qui
est passé de 166 à 174 jours,
continue de faire problème.
J'espère que ce service finira par
fonctionner de façon optimale et
que le délai de réponse sera
réduit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
accijnzen op zware stookolie" (nr. 3666)
13 Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
accises sur le fuel lourd" (n° 3666)
13.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, zoals iedereen ondertussen wel weet veroorzaken
de hoge olieprijzen aanzienlijke meerkosten voor alle bedrijven
werkzaam in de land- en tuinbouw. Dit was ook een van de elementen
die deze zomer werden aangebracht in het crisisplan voor de land­ en
tuinbouw. De kosten om hun gebouwen te verwarmen is enorm en die
kosten zijn enorm sterk toegenomen.

In het verleden kregen de bedrijven in bovenvermelde sectoren
steeds enkele toegevingen. In artikel 4 van het koninklijk besluit van
29 februari 2004 staat: "In afwijking van artikel 16, § 3 van de wet van
22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake
minerale olie, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 februari
2004, geniet de zware stookolie die onder de belastingcontrole wordt
gebruikt voor de land-, bos- en tuinbouwwerkzaamheden en de
zoetwatervisteelt vrijstelling van accijnzen voor de periode van 1
januari 2004 tot en met 31 december 2004".

De situatie is vandaag niet anders dan een jaar geleden. Ik hoorde op
de radio dat de olieprijzen reeds de 55 dollar overschreden hebben.
Bovenvermelde sectoren hebben het vandaag nog steeds moeilijk.

Mijnheer de staatssecretaris, daarom stel ik deze vraag. Zal die
regeling verlengd worden voor het jaar 2005? Zo ja, zal dit jaarlijks
gebeuren of zal dit permanent gebeuren zoals de sector reeds
meermaals aan minister Reynders gevraagd heeft?
13.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Le secteur agricole et horticole
ressent douloureusement les
effets de la hausse constante des
prix pétroliers. Auparavant, il
pouvait encore compter sur une
certaine clémence de la majorité
sous la forme d'une exonération
des accises. L'arrêté royal du
29 février 2004 prévoyait une
exonération pour l'ensemble de
l'année 2004. Le régime va-t-il être
maintenu en 2005 ? Le ministre
envisage-t-il un régime permanent
pour que le secteur agricole et
horticole ne reste pas chaque
année dans l'incertitude, en
attendant une prolongation?
13.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Muylle, ik heb eer u mee te delen dat de accijns die geheven wordt op
zware stookolie met minder dan 1% zwavel geregeld wordt door
13.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'Etat: L'exonération des accises
pour le fuel lourd, réservée aux
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
artikel 7 §1 g) van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de
structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, gewijzigd door
artikel 3, 6° van het koninklijk besluit van 29 februari 2004 tot wijziging
van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de
accijnstarieven inzake minerale olie. Dit tarief bedraagt dus sinds 5
maart 2004, datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, 15
euro per duizend kilo, bestaande uit 13 euro gemene BLEU-accijns en
uit 2 euro autonome Belgische accijns.

Krachtens de Richtlijn 2003/96/EG van 27 oktober 2003 tot
herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van
energieproducten en elektriciteit die de wettelijke basis vormde voor
de omzetting ervan in het Belgisch recht in de vorm van voormeld
koninklijk besluit van 29 februari 2004, kan de vrijstelling van die
accijns evenwel vastgesteld worden krachtens artikel 15, § 3 dat stelt
dat de lidstaten een tot een nultarief verlaagd belastingniveau kunnen
toepassen op energieproducten en elektriciteit die worden gebruik
voor de landbouw, de tuinbouw, de visteelt en de bosbouw.

Sinds 1993, het jaar van het openstellen van de grenzen en van de
invoering van de grote Europese markt, werd die vrijstelling van
accijns op zware stookolie bestemd voor de verwarming van serres in
het kader van intensieve groenten- en fruitteelt steeds jaarlijks
verleend, rekening houdend met de economische moeilijkheden van
die economische marktdeelnemers.

Ik zal dus, zoals in de jongste jaren, bij de Ministerraad een ontwerp
van koninklijk besluit indienen op basis van artikel 11 van de
algemene wet voor douane en accijnzen en voorstellen om akkoord te
gaan met de verlenging met één jaar van de accijnsvrijstelling op
zware stookolie met minder dan 1 procent zwavelgehalte die
uitsluitend bestemd is voor gebruik in de landbouw, de tuinbouw, de
visteelt en de bosbouw.
utilisateurs du secteur agricole,
forestier et horticole et du secteur
de la pêche, est accordée chaque
année depuis l'ouverture du
marché européen en 1993. Et ce
sera toujours le cas. Je vais
d'ailleurs soumettre un arrêté royal
au Conseil des ministres. La
mesure sera dès lors prolongée
pendant une année
supplémentaire.
13.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik raadpleeg even de commissieleden. Ik denk dat er nog ruimte is voor twee mondelinge
vragen voor de middagschorsing. De eerste die aan de beurt komt is de heer Chabot, maar ik richt mij even
tot de heer Goyvaerts en mevrouw Govaerts met de vraag of zij ermee akkoord gaan dat ook de tweede
vraag van de heer Chabot nog voor de middag zou worden gesteld omdat de heer Chabot deze namiddag
niet aanwezig kan zijn op de vergadering.
13.04 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): De heer Chabot heeft
nog één vraag?
De voorzitter: Hij heeft nog twee vragen. Zijn eerste vraag komt onmiddellijk aan bod. Ik vraag het akkoord
van de commissieleden dat hij ook zijn tweede vraag zou mogen stellen.
13.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Blijft de vragenronde
beperkt tot zijn twee vragen en sluiten we dan af? De rest is voor deze
namiddag?
De voorzitter: Ja, de rest is voor deze namiddag.
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
14 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la navette
entre la tour des Finances et le bâtiment 'North Galaxy'" (n° 3682)
14 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
pendeldienst tussen de Financietoren en het gebouw 'North Galaxy'" (nr. 3682)
14.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les services centraux de votre département commencent à
quitter la tour des Finances pour s'installer au "North Galaxy". Afin
d'offrir aux agents la possibilité de prendre un repas, il me revient
qu'une navette serait organisée entre le "Galaxy" et le restaurant
actuel de la Santé publique. Cette solution, qui a le mérite d'exister,
suscite néanmoins quelque inquiétude. C'est pourquoi je vais vous
poser les questions suivantes:

Est-il exact que cette solution est proposée à titre provisoire jusqu'en
juin 2005?
Quel est le coût de cette opération?
Quelles sont les raisons qui justifient le refus de la compensation
horaire?
N'est-ce pas discriminatoire puisque, à Anvers, étant donné les
difficultés automobiles temporaires, vous aviez accordé une telle
compensation?
Une solution spécifique aux personnes handicapées est-elle
envisagée? Si oui, laquelle?
Jusqu'à quand le restaurant de la tour des Finances sera-t-il ouvert?
Comment le personnel sera-t-il reclassé?
Quelle sera la destination de l'actuelle tour des Finances lors de sa
réouverture en 2008?
14.01 Jacques Chabot (PS): De
centrale diensten van uw
departement zijn bezig te
verhuizen van de Financietoren
naar het gebouw "North Galaxy".
Kan u in detail uiteenzetten welke
maatregelen getroffen werden om
het personeel in de gelegenheid te
stellen een middagmaal te
nuttigen?
14.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Merci, monsieur Chabot, voici
une question qui vient à point nommé à l'heure de l'apéritif, puisque
vous parlez de restaurant. Je vais donc tenter de répondre au mieux à
toutes ces questions intéressantes. Elles nous intéressent d'autant
plus que ce fameux bâtiment "Galaxy" va concerner une multitude
d'agents des Finances. Je crois donc que votre question est vraiment
opportune.

Premièrement, une navette est mise à disposition du personnel du
service Finances provenant de la tour des Finances ayant déjà
déménagé au "North Galaxy" et ce, jusqu'au 30 avril 2005, date à
laquelle le restaurant du "North Galaxy" sera opérationnel.

Deuxièmement, l'estimation actuelle est de +/- 90.000 euros pour des
navettes prévues jusqu'au 30 avril 2005.

Troisièmement, l'attribution de six points de crédit en compensation
du temps nécessaire pour effectuer le déplacement au restaurant de
la Santé publique n'a pas été acceptée pour deux raisons: d'une part,
elle n'a pas de base réglementaire; de l'autre, elle risquerait d'être
discriminatoire envers des agents affectés dans des résidences où il
n'y pas de restaurant. A cet égard, nous pouvons signaler que les
mesures appliquées à Anvers portent essentiellement sur un
aménagement des plages fixes et qu'aucune compensation horaire
n'a été prévue.

Quatrièmement, les personnes handicapées bénéficient de véhicules
spécialement adaptés à leur handicap via la STIB. Celle-ci est déjà au
courant que certaines personnes handicapées doivent être prises en
14.02 Staaatssecretaris Hervé
Jamar: Het personeel van de
administratie van Financiën dat
reeds van de Financietoren naar
het gebouw "North Galaxy" is
verhuisd kan gebruik maken van
een pendeldienst.
De gehandicapte personeelsleden
beschikken over speciaal aan hun
handicap aangepaste voertuigen
van de MIVB. De Financietoren
heeft geen restaurant. Het
personeel kan in de onmiddellijke
omgeving of in het restaurant van
Volksgezondheid gaan eten.
Als de Financietoren zoals
gepland in 2008 gerenoveerd is
zal de administratie van Financiën
in twee grote Brusselse centra
ondergebracht zijn: in de
welbekende Financietoren en in de
"North Galaxy".
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
charge pour leurs déplacements, et a déjà adapté ses trajets et
horaires en conséquence.

Cinquièmement, la tour des Finances ne comporte pas de restaurant.
Le personnel a la possibilité d'aller manger dans les environs
immédiats ou dans le restaurant de la Santé publique - laquelle Santé
publique ne relève pas de notre compétence-, mais c'est à titre
indicatif que je communiquais cette importante possibilité.

Sixièmement, lors de la fin de la rénovation de la tour des Finances,
prévue pour 2008, des services du SPF Finances situés dans la
Région Bruxelles-Capitale, autres que ceux installés au "North
Galaxy", s'installeront dans cette tour rénovée, de sorte que l'on
pourra avoir deux grands centres Finances à Bruxelles: la tour des
Finances que l'on connaît et le "North Galaxy".

Voilà la réponse plus ou moins globale que je pouvais donner à M.
Chabot.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de la réforme fiscale en ce qui concerne les revenus 2004 - exercice d'imposition 2005
(IPP)" (n° 3847)
15 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
gevolgen van de belastinghervorming voor de berekening van de personenbelasting voor de
inkomsten 2004 ­ aanslagjaar 2005" (nr. 3847)
15.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la réforme fiscale prendra ses pleins et entiers effets pour
l'impôt des personnes physiques pour l'exercice d'imposition 2005,
c'est-à-dire celui qui concerne les revenus de 2004. Il me revient que
certaines inquiétudes subsistent, tant dans les services extérieurs
qu'à l'administration centrale. Je voudrais donc vous poser les
questions suivantes.

Une individualisation est prévue pour l'exercice 2005 tant en ce qui
concerne les revenus que les dépenses. Au niveau des revenus
immobiliers que devra déclarer chacun des conjoints? La déclaration
sera-t-elle établie sur base du droit patrimonial ou non? Quelle sera la
méthode adoptée? Quels seront les moyens mis à disposition de
l'administration fiscale pour informer correctement le contribuable à
ce sujet?

Que se passera-t-il au niveau des intérêts? Comment devront être
déclarés les intérêts tant en ce qui concerne la déduction ordinaire
que la déduction complémentaire? Chacun des conjoints devra-t-il
déclarer la moitié des intérêts ou faudra-t-il tenir compte de la quotité
relative au droit patrimonial? Ou s'agira-t-il d'une autre base?

Les conditions relatives à la déduction complémentaire seront-elles
revues et individualisées? Quelles sont les instructions données à vos
services à ce sujet?

L'individualisation entre conjoints concerne-t-elle aussi les contrats
d'assurance vie et les amortissements en capital? Si oui, cela signifie-
t-il que l'arrêt Orban de la Cour de cassation ne trouvera plus à
15.01 Jacques Chabot (PS): De
belastinghervorming zal ten volle
in werking treden voor de
inkomsten van 2004. Er is in een
individualisering voorzien voor het
aanslagjaar 2005, zowel wat de
inkomsten als de uitgaven betreft.
Wat zal elk van de echtgenoten
moeten aangeven met betrekking
tot de onroerende inkomsten? Zal
de aangifte al dan niet op grond
van het vermogensrecht worden
opgesteld? Welke methode zal
worden toegepast? Welke
middelen zullen ter beschikking
van de fiscale administratie
worden gesteld om de
belastingplichtigen ter zake correct
in te lichten? Wat zal er gebeuren
met betrekking tot de interesten?
Ongeacht de regeling waarvoor
wordt gekozen, zal met de diverse
fiscale administraties contact
worden opgenomen? Welke
inlichtingen zullen terzake aan de
belastingplichtigen worden
verstrekt en binnen welke termijn?
Wat ten slotte de diverse
inkomsten betreft, wat zal elke
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
s'appliquer dans la nouvelle réforme fiscale? Ou au contraire, quel
que soit le droit de propriété de chacun des conjoints, ceux-ci
pourront-ils continuer à répartir le montant des amortissements en
capital entre eux comme ils le souhaitent? Quel que soit le régime
adopté, des contacts sont-ils pris entre les différentes administrations
fiscales, par exemple le cadastre, pour l'établissement de la quote-
part du revenu cadastral entre conjoints mais aussi en ce qui
concerne les droits d'enregistrement et les droits de succession?
Quelles informations seront fournies au contribuable à ce sujet et
dans quels délais? Vos services ont-ils déjà été informés à ce sujet?

Enfin en ce qui concerne les revenus divers, que devra déclarer
chacun des conjoints en cas de plus-value éventuelle pour la vente
d'immeubles bâtis et non bâtis?
echtgenoot moeten aangeven in
geval van een eventuel
meerwaarde voor de verkoop van
bebouwde en onbebouwde
onroerende goederen?
15.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
monsieur Chabot, merci de cette question importante et technique à
la fois. Je ne pourrais qu'y apporter une réponse tout aussi technique
et relativement réglementaire.

Je voudrais rappeler le principe de base suivant lequel la logique du
Code des impôts sur les revenus consiste, comme son intitulé
l'indique, à taxer le bénéficiaire de revenus et non le titulaire d'un
capital.

L'axe pivot qui soutient la réforme fiscale IPP, introduit dans la loi du 8
août 2001, réside dans l'article 127 du Code qui prévoit expressément
que lorsqu'une imposition commune est établie, il est tenu compte,
lors de la détermination de l'ensemble des revenus nets de chaque
contribuable:
1. de la quote-part de ses revenus professionnels telle qu'elle est
fixée après application des articles 86 à 89;
2. des revenus divers visés à l'article 90, 1° à 4°, qu'il réalise ou qui lui
sont attribués: bénéfices ou profits occasionnels, prix ou subsides ou
rentes alimentaires;
3. des revenus propres en vertu du droit patrimonial non visés aux
points 1 et 2;
4. de 50% de la totalité des autres revenus des deux contribuables.

Dans une note que nous avons adressée à l'administration, le 10
septembre dernier, nous avons attiré l'attention de celle-ci sur les
principes sur lesquels s'appuie la réforme fiscale, à savoir celui
découlant de l'article 127 du Code des impôts sur les revenus 1992
qui en constitue le pivot.

L'application du principe directeur de la réforme constitue d'ailleurs la
solution globalement la plus avantageuse pour les contribuables dès
lors que, statistiquement, le régime de communauté légale qui est de
loin le plus répandu implique, pour de nombreux revenus, la
répartition 50/50. Au vu de la modification fondamentale intervenue
dans le Code des impôts sur les revenus au niveau de l'article 127,
j'invite par ailleurs l'administration à faire preuve de souplesse pour
les solutions qui découlent de situations héritées du passé. Je
souhaite, en effet, assurer une transition souple des régimes dans la
taxation des ménages.

Au cas où des adaptations législatives devaient s'avérer
indispensables pour régler certaines questions, il va de soi que je
15.02
Staatssecretaris
Hervé
Jamar: Het basisprincipe bestaat
erin de begunstigde van
inkomsten en niet de bezitter van
een kapitaal te belasten. Wanneer
een gemeenschappelijke aanslag
wordt gevestigd, wordt rekening
gehouden met het aandeel van de
beroepsinkomsten zoals dat is
vastgesteld na toepassing van de
artikelen 86 tot 89, met de diverse
inkomsten als bedoeld in artikel
90, 1° tot 4°, die hij verwerft of die
hem worden toegekend; met de
niet in de punten 1 en 2 beoogde
eigen inkomsten overeenkomstig
het vermogensrecht en met 50%
van het geheel van de overige
inkomsten van beide
belastingplichtigen.

De toepassing van het richtsnoer
van de hervorming is, globaal
genomen, het voordeligst voor de
belastingplichtigen. Statistisch
gezien is het immers zo dat het
stelsel van de wettelijke
gemeenschap ­ dat het meest
verspreid is ­ voor heel wat
inkomens op de 50/50- verdeling
neerkomt. We moeten er
overigens voor zorgen dat de
stelsels voor de belasting van de
gezinnen vlot op elkaar aansluiten.
Desgevallend zullen daaromtrent
wetgevende initiatieven worden
genomen.
Wanneer een gemeenschappelijke
aanslag wordt gevestigd en de
intresten van een
van de
echtgenoten boven zijn
onroerende inkomsten uitstijgen,
zal het saldo op de onroerende
CRIV 51
COM 353
19/10/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
prendrai les initiatives nécessaires en la matière. Ceci pourrait
notamment permettre de diminuer les interrogations pouvant
apparaître à la lecture conjointe de l'article 11 et de l'article 127 du
Code des impôts sur les revenus.

Cela étant, j'attire également votre attention sur les points suivants.
Lorsqu'une imposition commune sera établie et que les intérêts de
l'un des conjoints excéderont ses revenus de biens immobiliers, le
solde sera imputé sur les revenus immobiliers de l'autre autre
conjoint. Par ailleurs, lorsque la répartition 50/50 n'est pas applicable,
les conditions relatives à la déduction complémentaire d'intérêts
seront envisagées pour chaque conjoint individuellement, sachant
cependant que lorsqu'une imposition commune sera établie au nom
des deux conjoints, la déduction sera imputée proportionnellement sur
l'ensemble des revenus nets des deux contribuables.

En ce qui concerne les primes d'assurance vie, j'invite aussi
l'administration à me formuler des propositions visant à assurer une
transition s'inscrivant dans la logique de la réforme fiscale qui a pour
objectifs un décumul intégral ainsi qu'une réduction de la charge
fiscale.

Pour ce qui est de fixer les quotes-parts du revenu cadastral entre
conjoints, cette matière relève de la compétence de l'administration
de la fiscalité des entreprises et des revenus. Je ne perçois pas dans
l'état actuel des choses l'opportunité que le cadastre établisse lui-
même la répartition du revenu cadastral entre les conjoints.

Les plus-values sur immeubles bâtis ou non bâtis, qui sont
imposables comme revenus divers, seront attribuées comme le
prévoit l'article 127, 3° ou 4° conformément au droit patrimonial.

Enfin, les contribuables seront informés de la manière de compléter la
déclaration fiscale par le biais des explications qui y sont
habituellement jointes. De plus, des circulaires administratives
accessibles également aux contribuables seront publiées en temps
utile, notamment sur le site internet du SPF Finances, et des
campagnes d'information seront réalisées, comme cela se fait
habituellement ces dernières années.

Excusez-moi si j'ai été un peu long et technique, mais la question tout
à fait légitime demandait une réponse relativement précise.
inkomsten van de andere
echtgenoot worden aangerekend.
Wanneer de 50/50-verdeling niet
van toepassing is, zullen de
voorwaarden met betrekking tot de
bijkomende intrestaftrek voor elke
echtgenoot afzonderlijk worden
onderzocht. Wanneer echter voor
beide echtgenoten een
gemeenschappelijke aanslag
wordt gevestigd, zal de aftrek
proportioneel op het totale netto-
inkomen van de beide
belastingplichtigen worden
aangerekend.
Wat de
levensverzekeringspremies
betreft, vraag ik de administratie
voorstellen te formuleren waarbij
de logica van de
belastinghervorming wordt
gevolgd. De bedoeling daarvan
was enerzijds voor een volledige
decumulatie en anderzijds voor
een vermindering van de
belastingdruk te zorgen.
De vaststelling van de quota van
het kadastraal inkomen voor beide
echtgenoten is een bevoegdheid
van de administratie van de
ondernemings- en
inkomensfiscaliteit. De
meerwaarden op bebouwde of niet
bebouwde onroerende goederen,
die als diverse inkomsten
belastbaar zijn, zullen
overeenkomstig het
vermogensrecht worden
toegekend volgens artikel 127, 3°
of 4°.
Tot slot zullen de
belastingplichtigen zoals
gewoonlijk de nodige informatie
voor het invullen van hun
belastingaangifte in de bijgaande
toelichting kunnen vinden.
Bovendien zullen tijdig
administratieve circulaires worden
gepubliceerd, die ook door de
belastingplichtigen kunnen worden
geraadpleegd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 12.06 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.06 uur.
19/10/2004
CRIV 51
COM 353
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36