CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 351
CRIV 51 COM 351
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
04-10-2004
04-10-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les membres du personnel mis en
disponibilité de l'IBPT" (n° 3541)
1
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de op non-actief staande werknemers van
het BIPT" (nr. 3541)
1
Orateurs: Roel Deseyn, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Roel Deseyn, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur
"le retrait immédiat du permis de conduire"
(n° 3744)
3
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Mobiliteit over "de onmiddellijke intrekking van het
rijbewijs" (nr. 3744)
3
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur
"l'évaluation de la nouvelle loi relative à la
circulation" (n° 3577)
3
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Mobiliteit over "de evaluatie van de nieuwe
verkeerswet" (nr. 3577)
3
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Bart Tommelein au ministre de la
Mobilité sur "la demande de duplicata d'une
plaque minéralogique endommagée" (n° 3589)
7
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Mobiliteit over "de aanvraag van een
duplicaat van een beschadigde nummerplaat"
(nr. 3589)
7
Orateurs: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "la proposition d'instaurer un
permis de conduire 'par étapes'" (n° 3680)
9
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "het voorstel om een
rijbewijs 'in stappen' in te voeren" (nr. 3680)
9
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Marie Nagy au ministre de la
Mobilité sur "la position de la Belgique en ce qui
concerne la discussion sur les émissions du
transport aérien qui aura lieu à l'Assemblée
générale de l'OACI" (n° 3660)
11
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Mobiliteit over "het standpunt van België ten
aanzien van de discussie over de uitstoot van het
luchtvervoer die zal plaatsvinden tijdens de
Algemene Vergadering van de ICAO" (nr. 3660)
11
Orateurs: Marie Nagy, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Marie Nagy, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Mobilité sur "une double tarification
pour les voyages de groupe" (n° 3685)
13
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Mobiliteit over "twee tarieven voor
groepsreizen" (nr. 3685)
13
Orateurs: Servais Verherstraeten, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Servais Verherstraeten, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "l'intégration tarifaire pour les
transports en commun" (n° 3727)
14
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de tariefintegratie voor het
openbaar vervoer" (nr. 3727)
14
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Mobilité sur "l'aéroport de Courtrai-Wevelgem"
(n° 3745)
15
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Mobiliteit over "de luchthaven van Kortrijk-
Wevelgem" (nr. 3745)
15
Orateurs: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de de M. Olivier Maingain au ministre de
la Mobilité sur "les marges de sécurité à l'aéroport
18
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "de veiligheidsmarges
18
04/10/2004
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
de Bruxelles-National" (n° 3786)
op de luchthaven van Brussel-Nationaal"
(nr. 3786)
Orateurs: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Mobilité sur "la réalisation d'un cadastre de bruit
réel comme préalable à un plan de répartition
équitable de vols à l'aéroport de Bruxelles-
National et la problématique de la sécurité mise
en exergue par un bureau de consultance
néerlandais" (n° 3787)
21
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "het opmaken van een
echt geluidskadaster als voorwaarde voor een
billijk spreidingsplan voor de vluchten op de
luchthaven van Brussel-Nationaal en de
problematiek van de veiligheid aangekaart door
een Nederlands consultingbedrijf" (nr. 3787)
21
Orateurs: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
la Mobilité sur "l'interdiction d'accès aux parkings
couverts pour les voitures équipées au LPG"
(n° 3800)
24
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Mobiliteit over "het toegangsverbod
tot overdekte parkeerterreinen voor wagens op
LPG" (nr. 3800)
24
Orateurs: Simonne Creyf, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Simonne Creyf, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
4
OCTOBRE
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
4
OKTOBER
2004
Namiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 14.08 uur.
Voorzitter: mevrouw Karine Lalieux.
Les questions et les interpellations commencent à 14.08 heures.
Présidente: Mme Karine Lalieux.
01 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de op non-actief staande werknemers van het BIPT"
(nr. 3541)
01 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les membres du personnel mis en
disponibilité de l'IBPT" (n° 3541)
01.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, nogmaals
proficiat met uw ambt.
Ik heb een vraag over het personeelskader van het BIPT, een instituut
waarvan men niet kan zeggen dat het overbemand is, maar waar er
blijkbaar na bepaalde reorganisaties nog een probleem was met of
personeel dat moest worden gedetacheerd naar andere diensten. Uit
de vorige vragen bleek tijdens de discussie dat er in mei van dit jaar
nog steeds 47 mensen waren aan wie nog geen jobinvulling was
aangeboden. Zij stonden op non-actief, wat veel geld kost, want die
mensen werden fulltime doorbetaald.
In dit verband had ik graag geweten wat de actuele stand van zaken
is. Zijn er mensen met een fulltime betrekking die nog niet opnieuw
voor honderd procent zijn ingeschakeld volgens hun gekozen
werkregime?
Wanneer werd de laatste van die werknemers in een andere functie
geplaatst? Wij hadden van uw voorgangster begrepen dat dit tegen
vandaag toch een feit zou zijn. Wanneer werd het project van
herinvulling van de jobinhoud afgerond?
Naar welke diensten werden zij overgeplaatst en wat is daarbij de
verhouding tussen het BIPT en andere diensten?
Welke bijscholingsprogramma's hebben de 47 werknemers gevolgd?
Daarover was ook nogal wat discussie, niet het minst over de
kostprijs. De vorige keer hebben we fikse bedragen gehoord van de
ministers. Als totale kosten voor 2003 werd gesproken over een
01.01 Roel Deseyn (CD&V): Bien
que le personnel de l'IBPT ne soit
pas trop nombreux, une
réorganisation a entraîné des
détachements vers d'autres
services. Le 12 mai 2004, 47
personnes étaient toujours en
disponibilité. Cette formule est
coûteuse: pour 2003, le coût
s'élèverait à 3.165.000 euros au
total.
Quel est exactement l'état de la
situation? Tous les travailleurs
bénéficient-ils entre-temps du
régime de travail de leur choix? A
quand remonte le dernier
détachement? Vers quels services
les 47 travailleurs ont-ils été
détachés? Où l'IBPT se situe-t-il à
cet égard par rapport à d'autres
services? Quels programmes de
formation continuée ont-ils été
suivis? Quel est le coût total pour
les pouvoirs publics?
bedrag van meer dan 3.165.000 euro. Kan er nu worden afgeklokt?
Wat zal het volledige project hebben gekost?
Met andere woorden, ik had graag een stand van zaken gehad in
verband met het personeelskader.
01.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer Deseyn, graag zou ik u de
volgende informatie willen geven.
Eerst wil ik uw informatie corrigeren. Op 12 mei 2004 was er geen
enkele niet-actieve ambtenaar meer. Het cijfer van 47 niet-actieve
ambtenaren heeft wel degelijk bestaan, maar dat was de stand van
zaken vastgesteld door mijn administratie op 18 februari.
Sinds 1 april zijn alle gewezen ambtenaren van de dienst Kijk- en
Luistergeld overgeplaatst, met uitzondering van 2 ambtenaren. Een
ambtenaar geniet een vrijwillige loopbaanonderbreking en de ander
heeft langdurig ziekteverlof. De ambtenaren zullen onmiddellijk na het
beëindigen van hun loopbaanonderbreking of langdurig ziekteverlof
worden overgeplaatst.
Sommige ambtenaren werden ter beschikking gesteld van de federale
overheidsdiensten. Een ambtenaar is reeds sinds meerdere jaren ter
beschikking van Financiën gesteld, een andere ambtenaar van
Sociale Zaken sinds februari 2003. Anderen werden ter beschikking
gesteld van de griffies van verschillende rechtbanken. Ze voeren er
administratieve taken uit. De tijdens de huidige legislatuur
gerealiseerde overplaatsingen werden uitvoerig in het Belgisch
Staatsblad van 30 januari, 2 april en 9 april 2004 bekendgemaakt.
Een wijziging van sommige overplaatsingen werd gerealiseerd in juli,
meer precies op 5 juli 2004 en bekendgemaakt op 13 juli.
De vraag over de opleidingen is zonder voorwerp voor de 47 bedoelde
ambtenaren gezien zij taken uitvoeren waarvoor geen specifieke
voorkennis is vereist. Deze ambtenaren kunnen, zoals alle
ambtenaren, uiteraard opleidingen volgen met toestemming van de
diensten waar de ambtenaren zijn aangesteld.
Ambtenarenzaken beheert niet de dossiers van het personeel dat
behoort tot het BIPT.
Onze taak bestond erin de ambtenaren opnieuw aan het werk te
zetten. Volgens mij zijn wij hierin tijdens de huidige legislatuur binnen
een redelijke termijn geslaagd.
01.02
Christian Dupont,
ministre: Les informations dont
dispose M. Deseyn sont fausses.
Plus aucun fonctionnaire n'était en
disponibilité en date du 12 mai
dernier, le chiffre de 47 personnes
se rapportait à la situation au 18
février 2004.
Quasi tous les fonctionnaires du
service de la Redevance radio-TV
sont détachés depuis le 1
er
avril.
Une personne est en interruption
volontaire de carrière et une autre
est en congé de maladie de
longue durée. Elles aussi seront
immédiatement déplacées par la
suite.
Certains fonctionnaires ont été mis
à la disposition des services
publics fédéraux. Un agent
travaille au SPF Finances depuis
quelques années déjà, un autre
aux Affaires sociales depuis l'an
dernier. D'autres encore ont été
mis à la disposition des greffes
des tribunaux, où ils effectuent des
tâches administratives.
Les mutations opérées sous la
législature actuelle ont été
publiées au Moniteur belge les 30
janvier 2004, 2 avril 2004 et 9 avril
2004. Des modifications ont été
apportées le 5 juillet 2004 et
publiées le 13 juillet 2004.
Etant donné que les 47
fonctionnaires accomplissent des
tâches qui ne requièrent aucune
connaissance préalable
spécifique, la question concernant
la formation est sans objet. Tous
les fonctionnaires peuvent
évidemment suivre des formations
avec l'autorisation de leur service.
Le département de la Fonction
publique ne gère pas les dossiers
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
du personnel de l'IBPT. Notre
tâche consistait à remettre les
fonctionnaires au travail, ce que
nous avons réussi à faire dans des
délais raisonnables au cours de la
législature actuelle.
01.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor de
informatie.
Het is goed dat de hoge kosten van 2003 niet meer worden herhaald.
Dat doet mij in 2004 plezier. Het stemt mij tevreden dat het project
reeds in het voorjaar tot een goed einde kon worden gebracht. Wij
beschikten op heden nog niet over informatie terzake. Ik zal mij wat
de kosten voor 2004 betreft tot uw bevoegde collega wenden.
01.03 Roel Deseyn (CD&V): Il
faut se réjouir de ce que les
dépenses élevées de 2003 ne se
répéteront plus et que le projet a
déjà pu être mené à bonne fin au
printemps 2004. Je m'adresserai
au ministre compétent pour
m'informer sur les frais pour 2004.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de onmiddellijke intrekking van het
rijbewijs" (nr. 3744)
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de evaluatie van de nieuwe verkeerswet"
(nr. 3577)
02 Questions jointes de
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "le retrait immédiat du permis de conduire" (n° 3744)
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "l'évaluation de la nouvelle loi relative à la
circulation" (n° 3577)
02.01 Guido De Padt (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, beide vragen waarover ik het wil hebben, zijn al een beetje
oudbakken omdat met betrekking tot beide items al een aantal
verklaringen werd afgelegd in de pers. Dit heeft natuurlijk te maken
met het feit dat onze commissiewerkzaamheden ietwat hebben
stilgelegen. Wij hebben daardoor niet direct na de feiten onze vragen
kunnen stellen. Dit neemt niet weg, mevrouw de voorzitter, dat we
volgens mij de gedachtewisseling nog eens mogen overdoen. Ik wil
het even hebben over de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs en
de evaluatie van de nieuwe verkeerswet.
We hebben een tijdje geleden vernomen dat het Arbitragehof de
mogelijkheid voor de parketten om het rijbewijs in te trekken voor een
periode van een maand ongedaan heeft gemaakt. Deze periode kon
overigens tot twee maal toe worden verlengd. Het Arbitragehof heeft
geoordeeld dat dit niet kan omdat in geen beroep bij een rechter
wordt voorzien indien de maatregel wordt verlengd met een tweede of
een derde termijn. De parketten zullen bijgevolg niet langer de
mogelijkheid hebben om tot een intrekking over te gaan.
Ik heb ook al vastgesteld dat in bepaalde arrondissementen de
parketten iets vlugger rijbewijzen intrekken. Ik werd vorige week door
iemand opgebeld die werd geverbaliseerd omdat hij 71 kilometer per
uur reed in een zone waar men maar 50 kilometer per uur mag rijden.
Het ging om een vrachtwagenbestuurder die onmiddellijk werd
geconfronteerd met het feit dat zijn rijbewijs werd ingetrokken voor 15
dagen. Hij heeft mij gevraagd wat hij hiertegen kon doen.
02.01 Guido De Padt (VLD): En
vertu de la nouvelle loi sur la
circulation routière, les parquets
peuvent procéder au retrait
immédiat du permis de conduire
pour une durée d'un mois,
renouvelable deux fois. La Cour
d'arbitrage a annulé cette
compétence des parquets en
l'absence de possibilité de
recours.
Le retrait immédiat par le parquet
est-il indispensable dans la
nouvelle loi sur la circulation
routière? Le ministre fera-t-il le
nécessaire pour permettre aux
parquets de tout de même
prononcer encore le retrait du
permis de conduire? Sera-t-il
prévu une possibilité de recours
pour le conducteur?
La nouvelle loi relative à la police
de la circulation routière sera
évaluée cet automne. Est-il exact
que le montant des amendes sera
De wet voorziet hierin, maar betrokkene had wellicht een aantal
redenen waarom hij zo snel reed. Het was trouwens ook geen
vrachtwagen van meer dan 7,5 ton, omdat dan, vanaf 10 kilometer te
veel per uur, het rijbewijs kan worden ingetrokken. Ik heb hem
moeten zeggen dat de wet daarin voorziet. De man wordt nu
geconfronteerd met het feit dat hij mogelijk zijn betrekking zal
verliezen, omdat een werkgever niet altijd gediend is met een
chauffeur die plots vijftien dagen niet meer op de baan mag. Ik heb
daarbij een aantal vragen, mijnheer de minister.
Ten eerste, acht u de mogelijkheid tot onmiddellijke intrekking van het
rijbewijs door het parket een onontbeerlijk element voor de uitvoering
van de nieuwe verkeerswet? Denkt u eraan stappen te zetten opdat
het parket kan blijven doorgaan met de onmiddellijke intrekking? Zo
ja, welke stappen? Wordt in dat geval voorzien in een
beroepsmogelijkheid voor de chauffeur?
Mevrouw de voorzitter, ik kom thans tot mijn volgende vraag over de
evaluatie van de nieuwe verkeerswet.
Sinds het begin van dit jaar zijn de nieuwe verkeerswet en de
bijhorende verkeersboetes van kracht. Het is ons niet onbekend dat
deze wet al vaak het onderwerp was van soms verhitte discussies.
Om hieraan een einde te stellen, nam de federale regering zich voor
om de nieuwe wet in het najaar van 2004 te evalueren, om na te gaan
of de wet daadwerkelijk bijdraagt tot veiliger verkeer en of de hogere
verkeersboetes verantwoord zijn.
Wij hebben vernomen, mijnheer de minister, dat u van plan bent de
afgesproken evaluatie uit te voeren. Blijkbaar is er zelfs sprake van
om de verkeersboetes inkomensgerelateerd te maken.
Ik beschouw dit op zijn minst als verbazingwekkend, omdat daarvan
noch bij de geplande evaluatie van de verkeerswet, noch in het
federaal regeerakkoord van mei 2003, noch in de aanloop van de
parlementaire behandeling van de nieuwe verkeerswet sprake is
geweest.
Ik heb de volgende vragen. Ten eerste, is uw voornemen om de
verkeersboetes inkomensgerelateerd te maken ook het standpunt van
de federale regering? Ten tweede, is het de bedoeling om dit, indien
het zou worden doorgevoerd, toe te passen op alle verkeersboetes,
ongeacht of ze worden gevormd via onmiddellijke inning, minnelijke
schikking of op bevel van de politierechter? Ten derde, op basis van
welke elementen meent u de hoogte van een inkomen te kunnen
bepalen? Als het inkomensgerelateerd maken van verkeersboetes ter
sprake kan komen bij de nakende evaluatie, is er dan ook ruimte voor
andere aspecten, zoals de door het regeerakkoord in het vooruitzicht
gestelde buitengerechtelijke afhandeling van verkeersboetes?
déterminé en fonction des revenus
du contrevenant? De quelles
amendes s'agit-il en l'occurrence?
Comment compte-t-on organiser
ce système dans la pratique?
Le règlement extrajudiciaire des
amendes fera-t-il également l'objet
d'une évaluation dans ce cadre?
02.02 Minister Renaat Landuyt: Mevrouw de voorzitter, collega's, wat
de problematiek van de intrekking van het rijbewijs betreft, dit is geen
nieuwigheid in de nieuwe verkeerswet. Ik denk dat het systeem al
bestaat sinds de jaren `90. Wat wel gewijzigd werd door de nieuwe
verkeerswet, is de termijn van 15 dagen. Die werd verlengd tot een
02.02 Renaat Landuyt, ministre:
La Cour d'arbitrage a estimé qu'un
retrait de permis de plus d'un mois
ne constitue plus une mesure de
sécurité, mais une sanction. Les
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
maand. Het Arbitragehof oordeelde dat men in geval van een termijn
van langer dan een maand nog moeilijk kan spreken van een
veiligheidsmaatregel, maar dat het dan veeleer een straf is. Het
Arbitragehof is van oordeel dat bij een strafsanctie de rechten van
verdediging moeten worden gevrijwaard.
Het Arbitragehof zegt dus dat er op een of andere manier in een
verhaal voor de rechter moet worden voorzien zodra men spreekt
over termijnen van langer dan een maand.
Ik kom nu aan uw specifieke vragen. De intrekkingmogelijkheid van
het rijbewijs, en zelfs een ruime intrekkingmogelijkheid van het
rijbewijs, is een essentieel element van de nieuwe verkeerswet, die de
bedoeling had om streng en snel te kunnen optreden. Vooral het
aspect dat het rijverbod hier direct volgt op de inbreuk is een niet te
onderschatten effect dat men doelbewust nastreefde bij het opstellen
van de nieuwe verkeerswet in dit Huis.
Dit brengt mij bij het antwoord op uw tweede vraag. Ook daar is mijn
antwoord "ja". Ik heb de intentie om stappen te ondernemen om deze
mogelijkheid te vrijwaren. Tot op heden is de toestand zo dat de
intrekkingmogelijkheid zoals zij vroeger bestond in elk geval voort
bestaat. Om alle misverstanden te vermijden heb ik de intentie om zo
vlug mogelijk de ruime termijnen, zoals opgenomen in de
verkeerswet, op een voor het Arbitragehof billijkere wijze te
installeren. Dit zou er dan kunnen in bestaan dat we, zodra er een
verlenging is van de intrekking van het rijbewijs, in een procedure
voorzien waardoor de mensen zelf naar de politierechter kunnen
stappen om hun bezwaren te uiten.
Dit gezegd zijnde, wil ik de concrete stappen uiteraard meedelen. Uw
eerste vraag houdt verband met uw tweede vraag. In de slotvraag van
uw vraag nr. 3577 over de evaluatie van de verkeerswet, vraagt u hoe
het staat met de buitengerechtelijke afhandeling van de
verkeersboetes. Welnu, er ligt een wetsontwerp klaar om in deze
commissie te worden behandeld, in verband met het gerechtelijk
bevel tot betaling. De regering heeft in dat verband al een
voorontwerp goedgekeurd. Ik maakte toen evenwel nog geen deel uit
van de regering. Ik zal dat ontwerp hier verdedigen en eventueel
samen met u verbeteren.
In ieder geval werd er een wetsontwerp goedgekeurd dat het de
politierechter mogelijk maakt verkeersboetes die niet direct geïnd
kunnen worden, op vlottere wijze te innen, dus zonder de zware
procedure waarin gebruikelijk is voorzien voor een politierechter. Op
dat wetsontwerp kan een amendement worden ingediend, ertoe
strekkend in een vlottere procedure te voorzien wat betreft de
intrekking van het rijbewijs. Alles staat dus op zijn plaats om zeer snel
te reageren op het arrest van het Arbitragehof.
De evaluatie van de verkeerswet zal inderdaad eerder dan gepland
gebeuren. In dat verband worden nu reeds inspanningen gedaan om
de nodige objectieve cijfers in verband met het effect van de
verkeerswet bijeen te zoeken. Daarnaast leggen wij nu reeds
contacten met diverse organisaties om die evaluatie grondig te
kunnen uitvoeren. Zoals u weet, luidt een van de veelgehoorde
opmerkingen dat vele organisaties die dagelijks bezig zijn met
droits de la défense doivent dès
lors être préservés.
Le retrait du permis constitue une
mesure sévère que nous
souhaitons maintenir et je prends
dès lors des initiatives dans ce
sens. Les délais plus étendus
seront instaurés à brève échéance
selon des modalités plus
équitables pour la Cour
d`arbitrage, par exemple une
procédure permettant à l'intéressé
de s'adresser au juge de police.
Un projet de loi sur l'injonction
judiciaire de payer a été élaboré. Il
doit permettre une meilleure
perception des amendes. L'avant-
projet a été établi par mon
prédécesseur. Les amendes
routières qui ne peuvent faire
l'objet d'une perception immédiate
pourront désormais être perçues
plus facilement, par l'intermédiaire
du juge de police. Un
amendement à ce projet de loi
suffit pour faciliter également la
procédure de retrait du permis.
En ce qui concerne l'évaluation de
la loi relative à la circulation
routière, nous sommes occupés à
collecter toutes les données et à
établir des contacts avec
différentes organisations.
L'université de Liège a en effet
réalisé une étude sur la perception
des amendes en fonction des
revenus. Étant donné que j'avais
déposé, il y a cinq ans environ,
une proposition de loi visant à
calculer toutes les amendes en
fonction des moyens financiers du
contrevenant, on s'est adressé à
moi pour obtenir un commentaire.
L'étude n'a toutefois pas encore
été officiellement présentée par la
ministre de la Justice.
En tout cas, je suis favorable à
cette méthode pour des amendes
très lourdes. D'autres pays, tels
que la Finlande, ont également
mis en place des systèmes
pratiques en la matière. Du reste,
verkeersveiligheid, hun deskundigheid als miskend achten bij de
opstelling van de verkeerswet.
In ieder geval zijn wij nu reeds voorbereidingen aan het treffen om op
grondige wijze de evaluatie samen met het zogenaamde middenveld
te kunnen maken.
Over het punt inzake verkeersboetes op basis van het inkomen is er
in de maanden augustus en september enige beroering geweest in de
media. De aanleiding daartoe was een studie van de universiteit van
Luik in verband met boetes naar financiële draagkracht in het
algemeen, een studie waarin er sprake is van een rechtsvergelijking
tussen diverse stelsels in andere Europese landen, en een
vergelijking met bestaande voorstellen die ooit werden ingediend.
Gelet op het feit dat ik ooit, meer dan 5 jaar geleden reeds, een
wetsvoorstel heb ingediend in verband met boetes naar financiële
draagkracht maar dan in het algemeen gesteld werd ik daarover
ondervraagd. Het is, als ik mij niet vergis, de bedoeling van de
minister van Justitie die studie van de universiteit van Luik nog op een
behoorlijker wijze dan via een perslek bekend te maken. Het zal allicht
een basis vormen om in algemene zin over boetes naar draagkracht
te discussiëren; ook in het Parlement. In ieder geval is het mijn
intentie om in de discussie bij de evaluatie van de nieuwe verkeerswet
ook over verkeersboetes naar financiële draagkracht te praten.
In die studie, die nog niet officieel is bekendgemaakt, worden diverse
systemen beschreven in het buitenland, waar men zich vooral richt op
de fiscale aanslag die mensen ontvangen om aan de hand daarvan
de boete te bepalen. U begrijpt dat zo'n systeem in verband met
verkeersboetes enkel kan ingevoerd worden in het geval van zeer
zware boetes en dat dit enkel kan als het op een zeer eenvoudige
wijze wordt ingevoerd zoals dat, naar het schijnt, bestaat in Finland.
Dat gezegd zijnde, wil ik er wel op wijzen dat reeds vroeger, in het
algemeen maar ook in het kader van de verkeerswet, er binnen de
regering altijd een akkoord is geweest om wat al te zware boetes
betreft sociale correcties op een of andere manier te kunnen
doorvoeren. Maar nogmaals, ook hier is het goed niet vooruit te lopen
op de evaluatie van de verkeerswet die eraan komt.
les corrections sociales pour les
amendes lourdes ont toujours fait
l'objet d'un consensus au sein du
gouvernement.
02.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
uitgebreid antwoord. Als ik het goed begrijp, neemt u zich voor, wat
het rijbewijs betreft, de toelating aan de parketten die nu reeds
bestaat, om het rijbewijs onmiddellijk in te trekken voor 15 dagen, te
bestendigen. Wanneer er een verlenging zou komen zou u in een
beroepsmogelijkheid voorzien. Er zou dus afgestapt worden van de
mogelijkheid het rijbewijs onmiddellijk in te trekken voor de langere
duur van 1 maand. Heb ik dat goed begrepen? Noteer ik dat zo?
Men mag, mijns inziens, niet de wet van de machtigste opleggen aan
de autobestuurder. Men stelt immers vast dat men geen verhaal - ook
geen sociale correctie - heeft tegen de intrekking van het rijbewijs
door het parket. In bepaalde sociaal te corrigeren gevallen zou het
parket of een rechtbank van oordeel kunnen zijn dat een intrekking
van het rijbewijs voor een kortere periode van toepassing kan zijn.
02.03 Guido De Padt (VLD): Le
retrait pour une période de quinze
jours reste donc d'application,
mais le retrait immédiat pour une
période d'un mois est abandonné?
Aujourd'hui, l'intéressé ne dispose
d'aucune possibilité de recours, ce
qui n'est pas correct. Vous feriez
preuve d'une approche positive en
prévoyant la possibilité d'un
recours devant le tribunal en cas
de prolongation du retrait.
Le VLD participera avec
enthousiasme à l'élaboration du
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Het zou getuigen van een positieve visie, mijnheer de minister, mocht
u de maand intrekking zo laten en slechts bij een verlenging in de
procedure voor de rechtbank voorzien. De huidige situatie zou dus in
stand worden gehouden. Het Arbitragehof baseert zich wellicht op de
30 of 31 dagen dat men zijn rijbewijs kwijt is zonder dat er enige vorm
van gerechtelijke controle op mogelijk is.
Ten tweede, wat de buitengerechtelijke afhandeling betreft, is de VLD
"parti pris". Onze fractie heeft tijdens deze legislatuur een
wetsvoorstel ingediend. We zullen enthousiast onze medewerking
verlenen aan het uitwerken van het wetsontwerp, evenwel niet zonder
na te laten een aantal punten op hun merites te beoordelen.
Het verheugt me, mijnheer de minister, dat u het middenveld zult
betrekken bij de evaluatie van de verkeerswet. Ik neem aan dat u ook
de magistratuur bedoelt. Vanuit die hoek - we zijn beiden jurist - krijg
ik nogal wat vragen over de toepasbaarheid en de toepasselijkheid
van de nieuwe verkeerswet.
Boetes volgens financiële draagkracht is wellicht een ideologische
discussie. Ik ben hier hoegenaamd niet voor te vinden omdat men op
die manier een aantal inkomensgroepen en sociale groepen van de
maatschappij "demoniseert". De strafwet moet voor iedereen én op
gelijke basis gelden. De huidige verkeerswet voorziet reeds in de
mogelijkheid om sociale correcties toe te passen afhankelijk van de
sociale situatie. Naar verluidt werkt dit systeem naar behoren. Voor de
VLD mag dat zo blijven.
projet de loi instaurant la
possibilité d'un règlement
extrajudiciaire. J'applaudis à
l'initiative du ministre d'associer la
société civile à l'évaluation de la loi
relative à la police de la circulation
routière. Je présume que les
magistrats y seront également
associés: ils ont en effet une
bonne intelligence de l'application
concrète de cette loi.
Je m'oppose aux amendes
calculées en fonction des moyens
financiers dont disposent les
contrevenants. Cette approche a
pour effet de diaboliser inutilement
une partie de la population. Il est
logique que des corrections
sociales soient apportées. Il me
semble qu'on procède déjà de la
sorte, non sans succès d'ailleurs.
02.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer De Padt, ik wil voor de
volledigheid nog een aantal zaken zeggen.
Wat betreft de intrekking van het rijbewijs, denk ik dat wij de
strengheid van de nieuwe verkeerswet moeten behouden maar
tegelijk rechten van verdediging moeten organiseren. U zult mij dus
niet ervoor horen pleiten om de mogelijkheden van de procureur bij
onmiddellijke intrekking te beperken tot vijftien dagen. Ik denk dat de
oorspronkelijke termijn van één maand behouden kan blijven. We
moeten niettemin in mogelijkheden voorzien, opdat de betrokkenen
hierop kunnen reageren voor een onafhankelijke instantie, in casu
uiteraard de politierechter.
Wat betreft de evaluatie door het middenveld, zou ik de gerechtelijke
macht nooit middenveld durven te noemen. Ik ga echter akkoord om
hen te betrekken bij de evaluatie en gebruik te maken van hun
wijsheid.
Ten slotte, voorstanders van het systeem van boetes naar financiële
draagkracht wijzen erop dat de gelijke toepassing van de strafwet
inhoudt dat de straf gelijk moet worden aangevoeld. Een boete van
500 euro voelt anders voor iemand die 2.000 euro per maand
verdient, dan voor iemand die 5.000 euro per maand verdient. Dat is
duidelijk een discussiepunt.
02.04 Renaat Landuyt, ministre:
En ce qui concerne le retrait du
permis, je souhaite maintenir la
sévérité de la loi relative à la
circulation routière tout en
préservant les droits de la
défense. S'il n'est pas question de
modifier la durée du retrait, le
recours auprès du juge du tribunal
de police doit toujours rester
possible.
Il va de soi que j'associerai les
magistrats à l'évaluation de la loi
relative à la circulation routière. Je
n'aurais toutefois jamais osé les
qualifier de "représentants de la
société civile".
Enfin, je constate que l'adaptation
des amendes aux moyens
financiers du contrevenant donne
matière à discussion entre
partisans et opposants.
02.05 Guido De Padt (VLD): Ik rond af door te zeggen dat dat
laatste inderdaad duidelijk een discussiepunt is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de minister van Mobiliteit over "de aanvraag van een
duplicaat van een beschadigde nummerplaat" (nr. 3589)
03 Question de M. Bart Tommelein au ministre de la Mobilité sur "la demande de duplicata d'une
03.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, wanneer de
nummerplaat van een voertuig beschadigd is, kan de eigenaar een
nieuwe nummerplaat aanvragen bij de Dienst Inschrijving Voertuigen,
de DIV. De aanvraag van de nieuwe nummerplaat moet evenwel
steeds vergezeld zijn van het exemplaar van de beschadigde
nummerplaat.
In de praktijk betekent zulks dat een automobilist gedurende een
aantal dagen zonder nummerplaat zit, zijnde de tijd die nodig is voor
aanmaak en verzending van de nieuwe nummerplaat met hetzelfde
nummer. Dat neemt minimum vijf werkdagen in beslag. Wie zijn
wagen nodig heeft voor zijn werk bijvoorbeeld, wordt dus gedwongen
om gedurende vijf dagen op het document staat "thuis te blijven"
maar ik veronderstel dat men bedoelt dat betrokkene zijn wagen niet
mag gebruiken. Voor vele mensen is dit een grote bron van
Kafkaiaanse ergernis. Het gaat hier niet altijd om zwaar beschadigde
of volledig onleesbare nummerplaten. Soms wordt bijvoorbeeld de
nummerplaat gewoon afgekeurd bij de keuring. Een mogelijke
oplossing zou erin kunnen bestaan de vereiste te laten vallen om de
aanvraag voor een nieuwe nummerplaat te laten vergezellen van de
te vervangen nummerplaat. De betrokken automobilist zou dan nog
enkele dagen mogen blijven rijden met de beschadigde nummerplaat,
om dan gewoon zijn oude nummerplaat binnen te brengen wanneer
hij zijn nieuwe nummerplaat kan afhalen aan het provinciaal loket van
de DIV. Vereenvoudiging is iets wat wij hoog in het vaandel voeren,
maar het botst nogal vaak tegen weerstand vanwege de administratie.
Mijnheer de minister, kan er werk worden gemaakt van deze
eenvoudige vereenvoudiging?
03.01 Bart Tommelein (VLD):
Lorsqu'une plaque minéralogique
est endommagée et illisible, le
conducteur peut en demander un
nouvel exemplaire à la Direction
de l'Immatriculation des Véhicules
(DIV). La demande de nouvelle
plaque doit néanmoins toujours
être accompagnée de la plaque
endommagée. La durée de
confection et d'envoi d'une
nouvelle plaque est de cinq jours
ouvrables. Au cours de cette
période, le conducteur ne peut
utiliser son véhicule.
Pourquoi ne renonce-t-on pas à
l'obligation d'accompagner la
demande de nouvelle plaque de
l'exemplaire endommagé ? Le
conducteur pourrait, dans ce cas,
continuer à utiliser son véhicule et
remplacer après quelques jours
son ancienne plaque par la
nouvelle auprès de l'une des
antennes provinciales de la DIV.
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mevrouw de voorzitter, collega's, ik
ben ervan overtuigd dat wij een en ander moeten kunnen
vereenvoudigen. Ttrouwens, een van de vereenvoudigingen inzake de
DIV is het feit dat men er in Oostende veel dichter bij is dan iemand
die bijvoorbeeld in Brugge woont. Dat is een beslissing uit het
verleden die ik niet meer kan corrigeren. Blijkbaar kan men het
eenvoudiger oplossen door de nummerplaat niet op te sturen, maar
zelf even langs te gaan. Dat moet wel gebeuren tijdens de werkuren
en men moet ervoor naar Oostende waar het niet altijd mooi weer is.
De vereiste om de oude nummerplaat werkelijk te zien op de
betrokken dienst is een essentieel gegeven op het vlak van de
veiligheid. Precies de originele nummerplaat is het element om te
verhinderen dat men al te zeer misbruik maakt van de nummerplaat.
Die vereiste laten vallen is op dit punt een risico. Thans worden de
methodes inzake inschrijving, herinschrijving en bewaking van de
nummerplaat echter herzien. De DIV is immers de meest bekende
dienst en de dienst die het dichtst bij de burger zou moeten staan. Hij
03.02 Renaat Landuyt, ministre:
La procédure de demande de
plaque auprès de la DIV a déjà été
simplifiée ces dernières années,
notamment par l'installation
d'antennes provinciales. On
gagnerait déjà du temps
aujourd'hui en n'envoyant pas la
plaque endommagée, mais en la
présentant à l'une de ces
antennes provinciales.
Si la DIV tient à rentrer en
possession de l'ancienne plaque,
c'est pour des raisons évidentes
de sécurité. Cette obligation doit
dès lors être maintenue.
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
is zowat het uithangbord van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit.
Ik beschouw het zeker als een prioriteit om de werking van de DIV
van naderbij te bekijken. Nogmaals, deze dienst zal wel in Oostende
blijven.
Toutes les procédures
d'application à la DIV sont
actuellement à l'examen en vue de
leur simplification plus avant. Cette
direction est en effet une vitrine
très visible du SPF Mobilité.
03.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, zoals u weet
ben ik verkozen voor de hele kieskring West-Vlaanderen en niet
alleen voor Oostende, net zoals u trouwens. Ik ben uiteraard niet
boos, want voor Oostendenaars schept dit heel wat minder
problemen. Ik kan begrijpen dat de vereiste om vooraleer men begint
met de aanmaak van een nieuwe nummerplaat men eerst de oude
gezien moet hebben, noodzakelijk is voor de veiligheid. Als men de
nieuwe nummerplaat echter niet zou afleveren vooraleer de oude
binnen is, maar wel reeds begint met de aanmaak ervan, dan neemt
men volgens mij toch weinig risico's, zeker nu de nummerplaten
kunnen worden afgehaald in provinciale kantoren. Vroeger was dit
niet het geval en werden alle nummerplaten afgeleverd door
"Cantersteen".
Met een beetje goede wil van de dienst zelf zou men dergelijke kleine
ongemakken - maar voor individuele personen toch grote
ongemakken - kunnen vermijden.
03.03 Bart Tommelein (VLD): Je
puis comprendre que la DIV, pour
des raisons de sécurité, souhaite
se voir remettre l'ancienne plaque
d'immatriculation avant d'en
délivrer une nouvelle. On pourrait
cependant gagner du temps en
confectionnant déjà le nouvel
exemplaire sans qu'on n'ait vu
l'ancienne plaque. L'échange
pourra alors avoir lieu au moment
de la restitution de l'ancienne
plaque, par la poste ou au guichet.
03.04 Minister Renaat Landuyt: Bij de aanvraag van een nieuwe
nummerplaat moet men de oude nummerplaat niet tonen. Men krijgt
alleen de nieuwe in ruil voor de oude. We zouden dus ervoor moeten
zorgen dat de mensen niet naar het bureau moeten gaan om de
aanvraag te doen.
Men heeft de beschadigde nummerplaat dus nog niet gezien als de
nieuwe geproduceerd wordt. Naar aanleiding van uw vraag wil ik
zeker nagaan of de aanvraagprocedures eenvoudig kunnen worden
gehouden. Ik wil ook de mensen duidelijk maken dat zij op die manier
eenvoudig tijd kunnen winnen.
03.04 Renaat Landuyt, ministre:
Voilà une suggestion intéressante.
03.05 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
dit antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "la proposition d'instaurer un
04 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "het voorstel om een
rijbewijs 'in stappen' in te voeren" (nr. 3680)
04.01 Annick Saudoyer (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, l'apprentissage de la conduite automobile est une étape
fondamentale dans la vie de tout citoyen. D'ailleurs, j'ai pu apprendre
par la presse que vous vous y intéressiez de très près.
La sécurité routière étant également une de mes préoccupations
principales, j'ai moi-même déposé, l'année dernière, une proposition
de résolution visant à introduire une épreuve supplémentaire de
04.01 Annick Saudoyer (PS): De
rijopleiding is niet langer weg te
denken uit onze maatschappij en u
volgt deze problematiek van nabij.
Ook ik ben erg met
verkeersveiligheid begaan. Om die
reden diende ik een voorstel van
resolutie in dat ertoe strekt tijdens
maîtrise automobile dans le cadre de l'examen pratique du permis de
conduire. Cette épreuve permettrait d'apprendre aux futurs
conducteurs à acquérir des comportements et des techniques
destinés à éviter ou, le cas échéant, à gérer des situations
dangereuses.
De plus, le caractère obligatoire de cette épreuve de conduite
défensive inciterait probablement les compagnies d'assurances à
faire un geste pour diminuer la prime de l'assurance RC automobile
des jeunes conducteurs qui reste d'ailleurs très exorbitante.
J'ai bien noté votre souhait d'instaurer l'obtention du permis de
conduire suivant plusieurs étapes. Les candidats au permis devraient
se soumettre à des restrictions en attendant d'affiner leurs
compétences sur la route. Si je peux partager l'idée générale, il me
semble intéressant de réfléchir à la teneur de ces restrictions.
Suivant vos déclarations dans la presse - je pense notamment à votre
idée d'un permis qui serait, durant une période donnée, valable
uniquement en semaine et donc en dehors du week-end -, cette
restriction permettrait de négocier une diminution du coût des
assurances. Vous visez sans doute les sorteurs du samedi soir qui
sont majoritairement des jeunes qui prennent le volant dans une
ambiance festive et quelquefois insouciante.
Mais le week-end, d'autres jeunes doivent se rendre sur leur lieu de
travail. De plus, un grand nombre d'entre eux, étudiants dans le
supérieur, vivent la semaine loin de leur domicile et comptent profiter
de leur retour en province, les samedis et dimanches, pour peaufiner
leur conduite avec le véhicule de leurs parents.
A mon sens, cibler les jeunes est une généralisation abusive. Si ce
sont les jeunes conducteurs qui sortent du samedi soir au dimanche
matin que vous visez, pourquoi ne pas autoriser la conduite au
minimum pendant la journée?
Monsieur le ministre, ne pensez-vous pas qu'interdire aux jeunes
conducteurs de rouler tout le week-end, aurait comme dérive de
contrecarrer leur apprentissage de la conduite? Quand envisagez-
vous de pouvoir diminuer le coût des assurances?
het praktische rijexamen een
bijkomende proef op te leggen, in
verband met het vermijden of het
omgaan met gevaarlijke situaties.
Aangezien het om een verplichte
proef gaat, zou die maatregel de
verzekeraars ertoe aanzetten de
premie BA voor de jonge
chauffeurs, die trouwens
onbetaalbaar is, te beperken.
U zou het behalen van het rijbewijs
in een aantal fazen willen opdelen.
De kandidaat-chauffeurs zouden
zich aan bepaalde beperkingen
moeten onderwerpen tot hun
rijvaardigheid voldoende is
aangescherpt. U bent bovendien
van oordeel dat een rijbewijs dat,
bijvoorbeeld, uitsluitend in de week
geldig is, de verzekeringspremie
zou kunnen drukken. U denkt
wellicht aan de uitgaanders van
zaterdagavond, die lichtzinnig
achter het stuur plaatsnemen. Er
zijn echter ook jongeren die in het
weekend met de auto naar het
werk gaan. Voorts zijn er ook de
studenten, die in de week vaak ver
van huis verblijven en van het
weekend gebruik maken om
bijkomende rijervaring op te doen.
Uw maatregelen ten aanzien van
jongeren schieten volgens mij hun
doel voorbij. Indien u de
feestvierders die tot in de vroege
uurtjes doorgaan wil aanpakken,
waarom mag er dan overdag niet
met de wagen worden gereden?
Staat een verbod om tijdens de
weekends te rijden het succes van
de rijopleiding van de jongere niet
in de weg? Tegen wanneer
verwacht u een oplossing voor de
hoge verzekeringspremies?
04.02 Renaat Landuyt, ministre: Madame la présidente, chère
collègue, il n'entre nullement dans mes intentions de pénaliser les
jeunes. C'est la raison pour laquelle la préparation d'un forum des
jeunes est en cours sur la sécurité routière afin précisément d'éviter la
discussion au sujet d'une sécurité routière qui serait tournée contre
les jeunes. Je veux une sécurité routière pour les jeunes.
Nous n'avons fait aucune généralisation en la matière. Cependant, il
convient de se baser sur des statistiques neutres et objectives. Pour
04.02 Minister Renaat Landuyt:
Het ligt zeker niet in mijn bedoeling
alleen de jeugd aan te pakken.
Daarom wordt een jongerenforum
in dat verband voorbereid. We
gaan dus niet uit van een
veralgemening.
Anderzijds moeten we ons op
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
la Belgique, avec le système de délivrance actuel, l'analyse des
statistiques 2001 nous indique que les jeunes âgés de 18 à 29 ans
représentent 39% des conducteurs de voiture qui décèdent dans les
30 jours suivant un accident ou sont gravement blessés. Les jeunes
âgés de 18 à 24 ans représentent 22% des conducteurs de voiture
impliqués dans un accident grave.
Ce pourcentage monte à 34% durant les trois nuits du week-end. Il
est également vrai que les autres tranches d'âge sont concernées par
ces statistiques. Ainsi les tranches d'âge 25-34 ans et 35-64 ans
représentent respectivement 30% et 33% des accidents graves.
Je n'ai pas l'intention d'interdire aux jeunes conducteurs de rouler
durant tout le week-end. J'ai simplement suggéré de parler avec les
jeunes de ce problème. C'est la raison pour laquelle nous établissons
des contacts avec les organisations de jeunesse. Nous devons
entamer un débat sur la problématique du permis de conduire par
étapes. Ainsi, il pourrait être envisagé d'interdire aux jeunes de
conduire la nuit durant le week-end. Une telle décision doit bien
entendu faire l'objet d'une discussion préalable. Le principe réside
dans la nécessité d'acquérir un peu d'expérience en matière de
conduite automobile la nuit.
Cela dit, j'en viens au coût des assurances. Les assureurs m'ont fait
savoir que le coût des contrats pour les jeunes augmente en raison
du fait que la période à risques se situe le week-end durant la nuit.
C'est à cause de cette période que les primes d'assurances ont été
augmentées. Par conséquent, si on pouvait établir un système de
permis par étapes ou même un permis à points, on pourrait obtenir
une forme de base objective en vue de passer un accord avec les
assureurs et ainsi arriver à une diminution des primes d'assurance.
neutrale en objectieve statistieken
baseren. Uit de statistieken van
2001 blijkt dat in België 39% van
de chauffeurs die binnen de dertig
dagen na een ongeval overlijden
of die zwaar gewond raken,
jongeren tussen 18 en 29 zijn. De
jongeren tussen 18 en 24 maken
22% uit van de chauffeurs die bij
een ernstig ongeval betrokken
raken.
Dat percentage loopt op tot 34%
tijdens weekendnachten. Maar ook
de andere leeftijdscategorieën zijn
goed vertegenwoordigd in de
statistieken: de 25-34-jarigen zijn
goed voor 30% van de zware
ongevallen, de 35-64-jarigen voor
33%.
Ik ben niet van plan jongeren te
verbieden tijdens het weekend met
de auto te rijden, maar ik wil wél
met hen praten. Dat debat moet in
fasen gevoerd worden. We
zouden hen bijvoorbeeld wel
kunnen verbieden te rijden tijdens
weekendnachten. Een dergelijke
beslissing moet met de
betrokkenen doorgepraat worden.
Het principe is dat ze rijervaring
moeten opdoen 's nachts.
Verzekeringscontracten voor
jongeren worden steeds duurder,
omdat de weekendnachten de
risicoperiodes blijven.
Met een rijbewijs met punten of in
stappen heb je een objectieve
basis voor een prijsvermindering.
04.03 Annick Saudoyer (PS): Madame la présidente, je tiens tout
d'abord à remercier M. le ministre pour sa réponse. Elle me
réconforte dans le sens où je constate une volonté d'aider les jeunes
sans les catégoriser, le but étant de diminuer le nombre des
accidents. Il est évident que les accidents se produisent souvent le
week-end durant la nuit.
Monsieur le ministre, j'espère que vous prendrez en considération
l'idée d'une épreuve de maîtrise automobile. En effet, certaines
assurances ont déjà décidé de diminuer la prime de la RC lorsque le
jeune participe à une formation de maîtrise automobile.
04.03 Annick Saudoyer (PS): U
vergeet hopelijk toch niet dat ze
ook nog moeten bewijzen dat ze
een voertuig kunnen besturen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "la position de la Belgique en ce qui
concerne la discussion sur les émissions du transport aérien qui aura lieu à l'Assemblée générale de
l'OACI" (n° 3660)
05 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "het standpunt van België ten
aanzien van de discussie over de uitstoot van het luchtvervoer die zal plaatsvinden tijdens de
Algemene Vergadering van de ICAO" (nr. 3660)
05.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le
ministre, l'Assemblée générale trisannuelle de l'Organisation de
l'Aviation Civile internationale a lieu actuellement. A son menu figure
une résolution dont les conséquences pourraient s'avérer
dramatiques pour l'environnement. Selon les dernières informations
données récemment par le directeur de la DG Transport à la
commission des Transports du Parlement européen, le secteur aérien
serait responsable à lui seul de 14% des émissions de CO
2
dans
l'Union européenne. C'est encore beaucoup plus que tout ce qu'on
avait imaginé jusqu'à présent.
De surcroît, le secteur aérien a été exclu du champ d'application du
protocole de Kyoto. Le protocole indique que la maîtrise des ces
émissions doit être réglée dans le cadre de l'OACI. Or, à l'heure
actuelle, rien ou presque n'est entrepris au niveau international voire
national pour aller dans ce sens, c'est-à-dire la réduction des
émissions du secteur aérien.
Depuis plusieurs années, le débat sur la manière de remédier à cette
situation avance au niveau européen. La discussion se déroule
également dans le cadre de l'OACI. En 1996, celle-ci a adopté une
sorte de manuel d'utilisation des taxes et des charges qui fixe des
balises à ses Etats membres. En juin dernier, le Conseil de l'OACI,
instance qui assure la gestion journalière de l'organisation, a proposé
un texte relatif aux émissions dans la perspective de la réunion de
l'assemblée actuelle, où seront représentés les 188 membres de
l'organisation. Le texte a été rédigé par le président du conseil, le
Docteur Kotaite. L'Union européenne n'y voyait pas de problème. Cela
n'a pas été le cas des Etats-Unis qui semblent être à la base d'une
lettre de protestation signée par 21 des 36 Etats membres du Conseil.
Cette lettre propose des amendements qui risquent d'empêcher
définitivement les membres de l'OACI de pouvoir encore prendre la
moindre mesure pour réduire les émissions produites par le transport
aérien. En outre, ils restreindraient également la capacité de l'Union
européenne à mettre en place un système de marché des droits
d'émissions.
Huit Etats européens représentés au sein du conseil de l'OACI ont
protesté contre cette position mais ils ont été mis en minorité. Par
conséquent, dans la perspective de l'Assemblée, le président Kotaite
a préparé une proposition qui donne largement raison à la lettre
pilotée par les Etats-Unis. Tout dépendra donc de l'attitude des Etats
européens lors de cette réunion et, en particulier, de leur volonté
d'exprimer une réserve la plus nette possible à l'égard de la
proposition sur la table. Si l'un d'entre eux devait se montrer hésitant
sur cette question, cela pourrait avoir des conséquences dramatiques
05.01 Marie Nagy (ECOLO): De
luchtvaart valt niet in het
toepassingsgebied van het Kyoto-
protocol, maar zou niettemin goed
zijn voor 14% van de CO
2
-uitstoot
in de Europese Unie.
De Algemene Vergadering van de
Internationale Organisatie voor de
Burgerluchtvaart (ICAO) houdt
momenteel haar driejaarlijkse
bijeenkomst. In 1996 keurde de
ICAO een handboek inzake taksen
en belastingen goed waarin
krijtlijnen getrokken worden voor
de ICAO-lidstaten, en in juni
jongstleden nam de organisatie
een tekst aan met betrekking tot
de uitstoot. 21 van de 36 lidstaten
hebben
een protestbrief
ondertekend, waarvan het initiatief
kennelijk uitgaat van de Verenigde
Staten, en dat dreigt nu elk
voorstel tot beperking van de
uitstoot door de luchtvaart in de
kiem te smoren. Acht lidstaten
hebben tegen die gang van zaken
geprotesteerd, maar zij vormen
een minderheid. Wat is het
Belgische standpunt hierover?
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
et inciter les Etats-Unis à ne pas remettre en question leur position.
M. le ministre peut-il m'indiquer quelle est la position de la Belgique
dans le cadre de cette discussion?
A l'heure actuelle, d'après mes informations, la Belgique ne fait pas
partie des huit Etats européens qui se sont exprimés contre les
propositions d'amendements défendues part les Etats-Unis. Est-ce
vrai? Si oui, comment expliquer cette attitude? Que va faire le ministre
pour y remédier le plus rapidement possible?
05.02 Renaat Landuyt, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, madame Nagy, la première chose que j'ai faite, c'est
m'informer. On m'a expliqué que la Belgique ne fait pas directement
partie des 36 membres du Conseil mais qu'elle est représentée par le
groupe A10 réunissant l'Irlande, le Benelux, l'Autriche et la Suisse. Ce
groupe est actuellement présidé par l'Irlande qui fait partie des huit
États européens signataires de la lettre d'opposition.
Pour être clair, la position de la Belgique est la même, il n'y a pas de
doute à avoir sur ce plan-là. La seule chose, c'est que la position
européenne puisqu'on peut vraiment parler d'une position
européenne est minoritaire. Pour le moment, elle cherche à
s'organiser pour présenter un front uni et obtenir le meilleur
compromis possible.
05.02 Minister Renaat Landuyt:
België maakt niet rechtstreeks
deel uit van de ICAO-Raad, maar
is wel lid van de ABIS-groep
(Oostenrijk, Benelux, Ierland en
Zwitserland), die momenteel door
Ierland wordt voorgezeten. Ierland
is een van de acht Europese
landen die de protestbrief hebben
ondertekend. België verdedigt
hetzelfde standpunt. Europa, dat
een minderheidsstandpunt
verdedigt, streeft
naar de
totstandkoming van een verenigd
front om op die manier tot een zo
goed mogelijk compromis te
komen.
05.03 Marie Nagy (ECOLO): Si je vous comprends bien, monsieur le
ministre, la position actuelle de la Belgique consiste à soutenir les huit
pays européens qui ont exprimé leurs réserves au sein du comité au
sujet de la position défendue notamment par les Etats-Unis. Pour le
moment, la Belgique s'aligne-t-elle sur une position européenne de
refus unanime ou cette position est-elle plus nuancée?
05.03 Marie Nagy (ECOLO): Sluit
België zich aan bij het Europees
standpunt waarbij een en ander
eenparig wordt afgewezen of
neemt ons land een
genuanceerdere houding aan?
05.04 Renaat Landuyt, ministre: Selon mes informations, nous
sommes unanimes sur ce point mais nous sommes minoritaires.
05.04 Minister Renaat Landuyt:
Wij nemen ter zake een eenparig
standpunt in, maar zijn in de
minderheid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Mobiliteit over "twee tarieven voor
groepsreizen" (nr. 3685)
06 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Mobilité sur "une double tarification pour
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil u eerst feliciteren met uw nieuwe
bevoegdheden. Welcome back, ik zou bijna zeggen welcome home.
Als het langs de andere kant is, dan vrees ik dat de beste stropers
goede boswachters zijn. Of is het omgekeerd, ik weet het niet.
Mijnheer de minister, ik heb vernomen dat de NMBS blijkbaar twee
06.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La SNCB pratique deux
tarifs pour les voyages en groupe.
Le tarif vert est le tarif normal. Le
tarif orange est plus élevé et
s'applique aux lignes dont la
capacité est plus faible et l'offre
tarieven toepast met betrekking tot groepsreizen. Enerzijds is er een
groen tarief. Dat zou overeenstemmen met de vroegere normale prijs
voor groepsreizen. Anderzijds is er nu ook een oranje tarief. Dat zou
duurder uitvallen dan het groene tarief. Dat oranje tarief zou
bijvoorbeeld vanuit de Kempen tot aan de Kust ongeveer 2,5 euro
meer kosten. Mijnheer de minister, dat staat los van het gegeven dat
ik het merkwaardig vind dat de NMBS oranje tarieven duurder maakt
dan groene tarieven.
Volgens mijn inlichtingen zou het zo zijn dat de duurdere tarieven daar
worden toegepast waar er minder capaciteit is. Meestal is er echter
minder capaciteit waar er ook te weinig aanbod is. Vraag en aanbod
hebben voor een stuk met mekaar te maken. Creëert men aanbod,
dan komt de vraag soms ook vanzelf. Meestal zijn dan de perifere
streken in ons land voor een stukje de dupe. Ze zijn zelfs twee maal
de dupe. Enerzijds is er een beperkt aanbod en anderzijds is er een
hogere prijs.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook volgende concrete vragen. Op
welke concrete lijnen geldt het groene tarief en op welke verbindingen
geldt het oranje tarief?
Vindt u de ongelijke behandeling gerechtvaardigd? Zo niet, welke
stappen wenst u te ondernemen in verband met dat dubbele tarief?
réduite. Les Belges qui habitent
dans la périphérie sont donc
doublement désavantagés. Dans
leur cas, l'offre de trains est limitée
et les tarifs sont plus élevés.
Sur quelles lignes s'appliquent les
tarifs vert et orange? Cette double
inégalité de traitement se justifie-t-
elle? Que compte faire le ministre
pour y remédier?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, collega's, ik heb een poging gedaan om een
eenvoudige uitleg te krijgen over de groene tarieven en de oranje
tarieven. Dat is blijkbaar niet zo eenvoudig te geven omdat het zeer
flexibel toegepast wordt.
Het groene tarief wordt toegepast als de bezettingsgraad van de trein
lager is dan 60%. De bezetting van de treinen wordt geëvalueerd op
basis van dagelijkse tellingen. De bezettingsgraad hangt af van het
tijdstip, het uur van de dag, en soms ook van de bestemming, zoals u
reeds aangaf. Het oranje tarief is inderdaad een korting van 50% in
plaats van 70%.
Er zit een logica in. Men wil de groepsreizen en de daaraan
verbonden korting richten op tijden waar er minder drukte is. Tijdens
de spitsuren zal men dus zeker nooit een groen tarief krijgen. Het
groene tarief is eerder voor de daluren. Deze logica wordt wellicht ook
toegepast omdat sommige lijnen vlugger of minder vlug aan hun 60%
bezetting geraken. Tot daar zit er dus een logica in.
Als u nu vraagt naar mijn standpunt daaromtrent, dan zeg ik u dat er
oranje tarieven en groene tarieven zijn, maar dat er niets beter is dan
rode tarieven, dat wil zeggen gratis. We kunnen dat echter niet
zomaar overal realiseren.
Na de beleidsverklaring start de discussie over de
beheersovereenkomst. In het kader van die discussie zullen wij
uiteraard pleiten voor meer eenvoudige tarieven die minder flexibel
zijn en waarop de mensen kunnen inspelen. Dit bestaat in Vlaanderen
nu reeds bij De Lijn.
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Les tarifs de groupe sont
appliqués très flexiblement en
fonction du taux d'occupation des
trains. Le tarif vert comprend une
réduction de 70 pour cent et
s'applique lorsque le taux
d'occupation est inférieur à 60
pour cent. Ce taux d'occupation
est mesuré sur la base de
comptages journaliers effectués à
divers moments de la journée et
pour diverses destinations. Le tarif
orange accorde une réduction de
50 pour cent.
La SNCB cherche ainsi à déplacer
les voyages en groupe vers les
heures creuses. Toutefois, le taux
d'occupation de 60 pour cent est
moins vite atteint sur certaines
lignes que sur d'autres.
Ce point sera abordé lors de la
discussion du contrat de gestion.
Nous préconiserons des tarifs plus
simples appliqués avec moins de
flexibilté.
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, het lijkt
mij inderdaad logisch dat er voor spitsuurtreinen geen extra kortingen
zijn. De beheersovereenkomst zal echter pas over enige tijd
toepasbaar zijn op het terrein. Daarom zou ik willen voorstellen om,
als er geen eenvormigheid van tarificatie op korte termijn mogelijk zou
zijn, de discriminaties in het aanbod inzake groepstarieven in
bepaalde regio's onmiddellijk te laten wegvallen. Van mij mogen dit
rode of gratis tarieven zijn, als ze maar betaalbaar zijn voor de
belastingbetaler. Discriminaties zou ik in elk geval wegwerken.
06.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il est logique que la
SNCB n'accorde pas de
réductions supplémentaires durant
les heures de pointe. S'il n'est pas
possible d'aboutir à une
uniformisation des tarifs à court
terme, il y a lieu de mettre fin dès
maintenant à la discrimination
touchant la périphérie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de tariefintegratie voor het
openbaar vervoer" (nr. 3727)
07 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "l'intégration tarifaire pour les
07.01 Guido De Padt (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, in de marge van de trein-tram-busdag van 19 september
2004 verklaarde uw Vlaamse collega-minister van Mobiliteit, Kathleen
Van Brempt, zich uitgesproken voorstander van één ticket voor trein,
tram, bus en metro. Minister Van Brempt zou dit voorstel op de
eerstvolgende interministeriële conferentie op tafel leggen. Vanuit
onze fractie steunen wij het idee volledig om de verschillende vormen
van openbaar vervoer beter op elkaar af te stemmen, niet alleen door
een uniform ticketsysteem, maar ook op het vlak van de
dienstregelingen.
De vorige regeerperiode waren de geesten bij de directie van de
NMBS blijkbaar nog niet echt rijp voor dit idee. Niet zozeer de
technologie, maar de verdeelsleutel voor de opbrengsten tussen de
verschillende vervoersmaatschappijen bleek toen een struikelblok.
Vandaar de volgende vragen.
Wat is het standpunt van de federale minister van Mobiliteit omtrent
één gezamenlijk ticket voor trein, tram en bus?
Ten tweede, is hierover reeds overleg gepleegd met de bevoegde
ministers van de deelregeringen?
Ten derde, wat is de houding van de huidige NMBS-directie omtrent
een uniform ticketsysteem voor de NMBS en De Lijn? Acht de NMBS
dit voorstel wenselijk en haalbaar?
Ten vierde, zal de tariefintegratie aan bod komen in het nieuwe
beheerscontract tussen de Staat en de NMBS? Zo ja, binnen welke
termijn acht de minister dit voorstel uitvoerbaar?
07.01 Guido De Padt (VLD): La
ministre flamande de la Mobilité,
qui est favorable à un billet unique
pour le train, le tram, le bus et le
métro, placerait ce point à l'ordre
du jour de la prochaine conférence
interministérielle. Le VLD
préconise l'uniformité du système
de billets et une harmonisation
plus poussée des horaires.
Une concertation a-t-elle eu lieu à
ce sujet? Quel est le point de vue
du ministre et celui de la SNCB?
L'intégration tarifaire sera-t-elle
abordée dans le nouveau contrat
de gestion? Dans quel délai cela
est-il réalisable?
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mevrouw de voorzitter, collega's,
mijnheer De Padt, mijn persoonlijk standpunt is hetzelfde als dit van
de Vlaamse minister van Mobiliteit. Dat is overigens ter sprake
gekomen in een gezamenlijk debat dat we met diverse organisaties
hebben gevoerd. Dit gezegd zijnde, blijft het een technisch iets
07.02 Renaat Landuyt, ministre:
Mon point de vue personnel est
identique à celui de ma collègue
flamande, mais la réalisation
technique de cette idée s'avère
moeilijker uit te werken verhaal.
In ieder geval, om de technici een duidelijk kader aan te geven, ben ik
er ook voorstander van dat wij in de Interministeriële Conferentie voor
Mobiliteit een eenduidig standpunt formuleren zodat we aan de
diverse operatoren en instellingen onder onze bevoegdheden
dezelfde opdrachten kunnen geven en nog meer dan nu wordt
gekeken hoe een en ander op elkaar af te stemmen is.
Tariefintegratie is een punt dat we meenemen naar de
onderhandelingen over de beheersovereenkomst.
très difficile. Aussi adopterons-
nous une position unique lors de la
conférence interministérielle, pour
que les techniciens disposent d'un
cadre de travail précis. Par
ailleurs, il sera aussi question de
l'intégration tarifaire lors des
négociations sur le contrat de
gestion.
07.03 Guido De Padt (VLD): Dank u wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Mobiliteit over "de luchthaven van Kortrijk-
Wevelgem" (nr. 3745)
08 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Mobilité sur "l'aéroport de Courtrai-Wevelgem"
08.01 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het dossier van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem is een
vervolgverhaal. Het is eigenlijk een internationale luchthaven, maar
jammer genoeg de enige in België die niet beschikt over gratis
verkeersleiders of expliciete steun van de federale overheid via
Belgocontrol. Dat heeft zo zijn historische redenen, gezien de
structuur van het management van de luchthaven, dat jarenlang
expliciet was voorbehouden voor een intercommunale. Daardoor was
Kortrijk-Wevelgem in vroegere samenwerkingsakkoorden niet
opgenomen in de lijst van erkende luchthavens. Luchthavens die in
die lijst zijn opgenomen, kunnen aanspraak maken op bepaalde
faciliteiten vanwege de federale overheid. Het beheerscontract zelf is
overigens aan revisie onderworpen.
Toch heeft de vorige minister van Mobiliteit - ik wens u trouwens ook
te feliciteren met uw vernieuwd ambt - in antwoord op vorige
parlementaire vragen bepaalde engagementen voorgespiegeld of
toch gunstige perspectieven geboden voor de luchthaven Kortrijk-
Wevelgem. Een belangrijk moment was eind juli 2004, toen toenmalig
minister Anciaux zei dat er een belangrijke vergadering zou volgen,
waarna er meer duidelijkheid zou zijn over die kwestie.
Ondertussen zijn er ook, zoals u goed zult weten, belangrijke
engagementen van de provincie West-Vlaanderen en van het
Vlaamse Gewest in verband met renovatie.
Graag had ik vandaag van u concreet het volgende geweten.
Wat is de balans na die zomervergaderingen omtrent de luchthaven
van Kortrijk-Wevelgem?
Zal de federale overheid die verkeersleiding ter beschikking stellen? U
weet dat het om beperkte kosten gaat. Het zou amper gaan om 1,5
tot 2 miljoen oude Belgische franken op jaarbasis voor het
personeelskader.
08.01 Roel Deseyn (CD&V):
L'aéroport international de
Wevelgem est le seul à ne pas
disposer gratuitement de
contrôleurs aériens de
Belgocontrol parce qu'il n'a pas
été inclus dans l'accord de
coopération conclu entre les
autorités fédérales et les Régions.
Le contrat de gestion entre
Belgocontrol et les autorités est
d'ailleurs en cours de discussion
actuellement.
Le ministre Anciaux avait pourtant
esquissé des perspectives
favorables et promis une
concertation fin juillet 2004. La
province de Flandre occidentale et
la Région flamande ont entre-
temps pris des engagements en
vue de la rénovation de l'aéroport.
Qu'est-il ressorti des réunions qui
ont eu lieu cet été? Les autorités
fédérales mettront-elles des
contrôleurs à disposition, ce qui
est relativement peu coûteux? Un
accord a-t-il été atteint avec le
ministère de la Défense nationale?
Wevelgem sera-t-il inclus dans le
nouveau contrat de gestion? Les
autorités fédérales prendront-elles
leurs responsabilités en ce qui
concerne les prescriptions de
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Er moesten ook akkoorden zijn met Defensie. Wat is het resultaat van
die gesprekken?
Hoe staat het met de onderhandelingen over het nieuw
beheerscontract? Kan Kortrijk-Wevelgem worden opgenomen in de
lijst, met alle voordelen die daaraan verbonden zijn?
Na de aanslagen van 11 september 2001 moeten alle luchthavens,
ook de kleinere, voldoen aan strengere veiligheids- en
uitbatingsvoorwaarden. Ook de federale overheid draagt volgens mij
terzake een verantwoordelijkheid ten opzichte van alle luchthavens op
zijn grondgebied. Kleinere luchthavens in het Waalse landsgedeelte,
zoals Spa en Saint-Hubert, kunnen wel over faciliteiten beschikken.
Daarom kan terecht gesproken worden van een discriminatie, die om
velerlei redenen, zeker ook budgettaire, door de federale overheid
dringend moet worden verholpen.
Ik ben zeer benieuwd naar uw reactie.
sécurité et d'exploitation? Des
aéroports wallons de plus petite
envergure disposent bien, en effet,
de telles facilités dans ce
domaine.
08.02 Minister Renaat Landuyt: Mevrouw de voorzitter, collega's,
mijnheer Deseyn, ik zal zeer voorzichtig antwoorden omdat ik de
toestand aan het verkennen ben. Ik ken het vliegveld van Kortrijk-
Wevelgem toevallig relatief goed. Ik werd reeds uitgenodigd om de
toestand ter plaatse te gaan bekijken om na te gaan of er sinds mijn
jeugd al veel veranderd is.
Pas na de begrotingscontrole zullen wij, in het kader van de
beheersovereenkomst met Belgocontrol, kunnen bekijken wat er
eventueel kan worden gedaan.
Die onderhandelingen moeten nog worden opgestart. Vandaag kan ik
u spijtig genoeg geen standpunt meedelen. Ik zit enorm op mijn
honger in verband met de vergadering waarnaar collega Anciaux
reeds had verwezen. Deze vergadering heeft pas vorige week
plaatsgevonden. Ik heb terzake nog geen verslag ontvangen.
08.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je répondrai avec une grande
circonspection à la question de M.
Deseyn étant donné que j'explore
toujours le dossier. Je connais
relativement bien l'aéroport de
Wevelgem et j'irai prochainement
me rendre compte de la situation
sur place. Nous n'examinerons les
mesures possibles dans le cadre
du contrat de gestion avec
Belgocontrol qu'après le contrôle
budgétaire. Les négociations
doivent encore avoir lieu et je ne
puis donc encore prendre position.
La réunion évoquée par mon
prédécesseur n'est intervenue que
la semaine dernière et je ne
dispose encore d'aucun rapport.
08.03 Roel Deseyn (CD&V): U begrijpt, mijnheer de minister, dat ik
en met mij heel de streek, op onze honger blijven zitten. Alle
streekactoren, zoals het streekplatform Rebak, hadden dit als een
belangrijke hefboom opgenomen in de totale visie en het werd ook
opgenomen in het charter met de Vlaamse overheid. Dit dossier
sleept al een hele tijd aan. Wij kunnen ook allerminst van een
modelstaat spreken als we zien dat verslagen over een dergelijk
belangrijke vraag niet klaar zijn. U spreekt van voorzichtigheid, ik heb
het eerder over een overdreven voorzichtigheid gezien de beperkte
budgettaire impact. Ik betreur dat dergelijke beslissingen zo lang
aanslepen.
08.03 Roel Deseyn (CD&V): Le
ministre fait preuve d'une
prudence excessive car l'incidence
budgétaire est réduite. En matière
de personnel, il était question
précédemment d'un équivalent
temps plein. Les intéressés
considèrent ce dossier comme un
levier important. L'absence pour
l'instant du rapport d'une réunion
importante prouve par ailleurs que
nous ne vivons pas dans un Etat
modèle.
08.04 Minister Renaat Landuyt: Voor de volledigheid en ter correctie,
het volgende; De budgettaire impact is wel relatief groot omdat men
08.04 Renaat Landuyt, ministre:
L'impact budgétaire est
met 1.5 miljoen oude Belgische frank moeilijk 6 tot 8 personeelsleden
kan betalen en zeker niet personen met de kwaliteiten als die van het
personeel van Belgocontrol.
relativement important. La somme
de 1,5 à 2 millions d'anciens
francs belges ne permet pas de
payer six à huit agents de
Belgocontrol.
08.05 Roel Deseyn (CD&V): Men sprak vroeger over een fulltime
equivalent. Omwille van allerlei technische redenen is dit misschien
opgedreven.
08.06 Minister Renaat Landuyt: Om die reden mag u de technische
regels in dergelijke verslagen niet onderschatten. Ik zou een hele
hoop technische regels kunnen voorlezen waaraan het vliegveld zou
moeten en kunnen voldoen en al de investeringen die daarvoor nodig
zijn. Voor een goede verkeersleiding zouden nog een groot aantal
technische voorwaarden moeten worden vervuld.
Het is niet zo eenvoudig als het stellen van een vraag.
08.06 Renaat Landuyt, ministre:
S'il n'y a pas encore de rapport,
c'est notamment en raison des
règles techniques qui sont très
complexes.
08.07 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, we zullen de evolutie volgen met wellicht andere eenvoudige
vragen. Het is belangrijk dat we in het belang van de hele streek
samen aan de kar duwen.
08.07 Roel Deseyn (CD&V): Je
continuerai à poser des questions
sur ce dossier.
08.08 Minister Renaat Landuyt: Een bericht voor de streek: "De
nachtvluchten zijn nog niet voor morgen".
08.09 Roel Deseyn (CD&V): De buurtbewoners zullen u dankbaar
zijn, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Roel Deseyn.
Président: Roel Deseyn.
09 Question de de M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "les marges de sécurité à
09 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "de veiligheidsmarges op de
luchthaven van Brussel-Nationaal" (nr. 3786)
09.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, une étude
récente du bureau néerlandais Airport and Aviation Consultancy,
commandée par la BIAC en vue d'évaluer les effets du plan de
dispersion des nuisances, s'est inquiétée de l'utilisation intensive de la
piste 02 depuis la mise en exécution du nouveau plan de dispersion
voulu par votre estimé mais néanmoins pas regretté prédécesseur.
L'étude constate que dans la plupart des aéroports, les pistes utilisées
dans le cadre d'un système préférentiel de pistes sont de qualité
semblable du point de vue de la longueur, de la pente, des
installations de guidage, etc. Les pistes les plus courtes ne sont
utilisées que quand le vent impose leur utilisation. L'étude préconise à
cet égard que dans les conditions actuelles d'équipement, les
composantes de vent latéral et de vent arrière devraient être limitées
09.01 Olivier Maingain (MR): Uit
de studie die op vraag van BIAC
door Airport and Aviation
Consulting werd uitgevoerd, blijkt
dat de rugwindcomponten,
waarvoor de norm nu 15 knopen
is, voor de banen 02/20 tot nul
knopen zouden moeten worden
beperkt. Bovendien zouden die
banen als noodbanen moeten
fungeren in geval van zuiden- en
noordenwind, en zouden ze niet
systematisch mogen worden
gebruikt, omdat zulks ten nadele
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
à respectivement 15 et 0 noeud(s) pour le choix de la piste 02/20. Or,
actuellement, le plan de dispersion prévoit une composante de vent
latéral de 15 noeuds et de 15 noeuds de vent arrière pour les
atterrissages par cette piste 02.
L'étude considère aussi qu'il est préférable de considérer les pistes
02/20 comme des pistes de secours, à utiliser par vent de nord et de
sud respectivement, et que celles-ci ne fassent pas partie du PRS
(Preferential Runway System) de réduction de bruit. Or, actuellement,
la piste 02 est préférentielle les mardis, jeudis et samedis de 3 heures
à 7 heures et un samedi sur deux de 7 heures à 23 heures, la piste 20
étant préférentielle toutes les nuits de 23 à 3 heures et le dimanche
de 6 à 17 heures. Pour ce bureau d'études, cette utilisation excessive
diminue les marges de sécurité. Par ailleurs, l'utilisation de la piste 02
à l'atterrissage avec la 07 droite au décollage formerait une
combinaison indésirable parce que ces deux pistes se croisent.
L'étude relève - et c'est un élément très important - que 97 % des
accidents en vol ont lieu en phase d'approche d'atterrissage. Or, le
plan de dispersion, dans son point relatif à la phase d'approche à
l'atterrissage par la piste 02, survole des zones densément peuplées.
Comme c'est connu, je ne vais pas rappeler les communes ainsi
survolées. Par contre, il faut bien le reconnaître, les terrains survolés
en phase d'approche par les pistes 25L et 25R ont été déclarés pour
une large part non habitables.
Cette étude vient confirmer ce qui avait déjà été dit, si vous avez pu
en prendre connaissance, lors des travaux de la commission, et des
nombreuses questions avaient été posées en termes de sécurité. La
composante de vent a été un argument souvent soulevé; les pilotes,
quand ils ont été entendus devant la commission, ont attiré l'attention
sur ce problème. Tout cela est resté, malheureusement, de la part de
votre prédécesseur, sans conséquences. N'est-il pas temps d'enfin
tirer les conclusions qui sont ainsi confirmées par cette étude d'un
bureau indépendant et de revoir très concrètement le plan de
dispersion?
Vous me répondrez que c'est en discussion dans le cadre d'un autre
dossier qui fait l'actualité, mais je dirais presque "indépendamment".
Indépendamment de cet autre débat d'actualité quand bien même
on trouverait une solution à cet autre débat , on ne peut concevoir
que l'on maintienne des mesures dûment contestées par les autorités
veillant au respect des mesures de sécurité dans tous les aéroports
du monde.
van de veiligheid gaat.
Nog volgens AAC is de combinatie
landen op baan 02 en opstijgen
van baan 07 evenmin raadzaam,
omdat die banen elkaar kruisen.
Tot slot wijst de studie erop dat
97% van de ongevallen zich
voordoen tijdens de naderingsfase
voor het landen. Volgens het
spreidingplan worden tijdens die
fase voor het landen op baan 02
dichtbevolkte gebieden
overvlogen; anderzijds moeten we
toegeven dat voor het landen op
de banen 25L en 25R
onbewoonbaar verklaarde
gebieden worden overvlogen.
Welke besluiten trekt de minister
uit de studie van Airport Aviation
Consulting (AAC)? Los van het
andere debat dat heden woedt, is
het ogenblik niet aangebroken om
het spreidingsplan te herzien?
09.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Maingain, le rapport du bureau d'études hollandais AAC Airport
Aviation Consulting a été commandé par BIAC à titre privé et
n'engage en aucune manière le gouvernement fédéral. En matière de
sécurité aérienne, le gouvernement fédéral suit les mesures
"Eurocontrol Safety Record Requirements", implémentées par
Belgocontrol et le DGI.
L'étude a pour objet principal d'examiner les critères de vents arrière
et transversaux optimaux pour sélectionner une piste préférentielle de
09.02 Minister Renaat Landuyt:
De federale regering is
hoegenaamd niet gebonden door
het verslag van AAC dat BIAC
bestelde. De studie strekt er
voornamelijk toe de optimale
criteria van rug- en dwarswinden
te bestuderen die een maximale
theoretische benutting van de
luchthaven moeten mogelijk
l'aéroport. Le principal souci des auteurs de l'étude était d'identifier les
composantes de vent permettant une capacité théorique maximale de
l'aéroport. Par conséquent, les objectifs de dispersion des nuisances
sonores n'ont pas été considérés.
L'étude conclut que les composantes de vent de 7 noeuds de vent
arrière et de 20 noeuds de vent latéral peuvent être utilisées pour les
pistes 07 et 25, moyennant différentes conditions en termes
d'équipement et de communication. La direction générale Transport
aérien, qui a donné un avis négatif pour l'implémentation directe est
actuellement en train de vérifier dans quelles mesures Belgocontrol et
BIAC ont entre-temps rempli les différentes conditions avant de
pouvoir augmenter ces composantes de vents pour ces pistes.
Les critères actuels pour les pistes 02 et 20 sont basés sur une étude
officielle de la DGTA et ne seront pas modifiés. Enfin, je rappelle que
ces composantes de vents servent uniquement de critères de
sélection préférentielle des pistes. La décision de demander une autre
piste dans le cas où ces limites seraient dépassées revient au pilote.
Le bureau d'études hollandais recommande également de ne pas
utiliser la combinaison "décollage" sur la piste 20 et "atterrissage" sur
la piste 25R pendant la journée pour des raisons de capacité et non
de sécurité.
Cette combinaison est actuellement utilisée le jour, uniquement le
dimanche avant 16 heures, soit lorsque la capacité le permet. Par
ailleurs, Belgocontrol dispose toujours de la possibilité d'utiliser une
autre combinaison de pistes si la demande vient à dépasser la
capacité. Cette procédure a été approuvée par Belgocontrol sous
certaines conditions restrictives dans son "Safety assessment" et a
été validée ensuite par son DGI suivant la procédure officielle.
Lors de l'élaboration du plan de dispersion, seules huit combinaisons
de pistes sur l'ensemble des configurations étudiées ont été retenues
après une étude de sécurité ou "safety case". Ce "safety case"
effectué par Belgocontrol en conformité avec les normes
réglementaires consiste en une analyse des risques et la prise de
mesures d'atténuation de ces risques le cas échéant. En
conséquence, toutes les opérations effectuées aujourd'hui atteignent
le niveau de sécurité requis.
maken. De spreiding van de
geluidshinder kwam in deze studie
niet aan bod.
De studie komt tot het besluit dat
de componenten van 7 knopen
rugwind en 20 knopen zijwind
kunnen gebruikt worden voor de
banen 07 en 025 in functie van de
gebruikte uitrusting en
communicatiemiddelen. De
huidige criteria voor de banen 02
en 20 zijn gebaseerd op een
officiële studie van het Directoraat-
generaal van de Luchtvaart
(DGLV) en blijven ongewijzigd.
AAC beveelt verder aan overdag
om capaciteits- en dus niet om
veiligheidsredenen af te zien van
de combinatie "opstijgen" via baan
20 en "landen" via baan 25R.
De procedure voor de huidige
gebruikmaking van die combinatie
werd goedgekeurd door
Belgocontrol.
Bij de uitwerking van het
spreidingsplan werden uiteindelijk
slechts acht banencombinaties
geselecteerd uit het geheel van de
onderzochte configuraties, na een
onderzoek van de
veiligheidssituatie door
Belgocontrol. Daardoor wordt
thans voor alle vliegbewegingen
het vereiste veiligheidsniveau
bereikt.
09.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le ministre, on se demande
pourquoi BIAC aurait commandé cette étude si toutes les conditions
de sécurité étaient à ce point assurées. On se demande pourquoi tout
d'un coup, prise d'un petit scrupule, BIAC va chercher l'étude d'une
autorité indépendante, d'un expert extérieur. J'étudierai les aspects
plus techniques de votre réponse. Vous me dites qu'en somme, tout
ce qui existe pour le moment a été validé par les autorités
compétentes et ne pose donc pas de problème en termes de sécurité.
Il faudrait alors fixer un jour une procédure réalisée par des autorités
réellement indépendantes.
En tout cas, à moins de trouver que ce bureau d'études est farfelu et
complètement fantaisiste, je ne peux comprendre qu'il soit amené à
faire ces constatations - parfois beaucoup plus critiques que ce que
vous laissez entendre, monsieur le ministre, notamment sur la
09.03 Olivier Maingain (MR):
Waarom heeft BIAC dan een
studie besteld, als er geen
onzekerheid is over de veiligheid?
De veiligheidsmaatregelen moeten
door een geheel onafhankelijk
orgaan gehomologeerd worden.
Daarnaast is de studie op
sommige punten kritischer dan u
zegt. Er is een
capaciteitsprobleem, maar ook de
zichtbaarheid vormt een probleem.
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
combinaison de la piste 02 et de la 07 pour laquelle il fait état de
problèmes non seulement de capacité mais également de visibilité et
d'usage des vents et que cette étude soit par ailleurs et tout à coup
dénuée de sens.
On devrait être capable un jour de faire appel à une autorité
indépendante qui répond à des questions de sécurité telles que les
pilotes eux-mêmes en ont déjà relevées. Les pilotes ont déjà dit qu'on
leur imposait la piste 02/20 dans certaines conditions de composantes
de vent. Bien entendu, vous dites qu'ils ont toujours la possibilité de
demander de changer ou d'utiliser d'autres pistes. On sait bien que
cela ne se fait pas aussi aisément. Les pilotes ont donc déjà attiré
l'attention sur les dangers de l'utilisation de ces pistes par certaines
conditions de vent mais on ne veut rien entendre. Je constate qu'il
s'agit d'un dialogue de sourds. Je ne sais pas jusqu'où on le
poursuivra. J'espère qu'il ne faudra pas constater une catastrophe
pour que cette absence de dialogue se résolve en la volonté de
rechercher une solution optimale sur le plan de la sécurité.
09.04 Renaat Landuyt, ministre: Je n'ai rien à dire sur les intentions
de BIAC. Je constate seulement qu'elle a demandé cette étude pour
observer les possibilités d'augmenter les normes de vent.
09.05 Olivier Maingain (MR): Ils l'ont demandé car ils savent qu'il y
a des craintes du côté des pilotes. Ils cherchent peut-être eux-mêmes
à se mettre à l'abri en disant qu'ils ont dûment averti les autorités par
une étude compétente.
09.05 Olivier Maingain (MR):
Om alle verantwoordelijkheid te
ontlopen verwoordt BIAC in feite
de bezorgdheid van de piloten
over een aantal zaken.
09.06 Renaat Landuyt, ministre: Si vous êtes mieux informé que
moi, il n'est pas nécessaire de me poser des questions.
09.07 Olivier Maingain (MR): Il peut être utile que vous sachiez
pourquoi une autorité qui dépend de vous et c'est le cas de BIAC
et c'est cela le paradoxe...
09.08 Renaat Landuyt, ministre: (...)
09.09 Olivier Maingain (MR): Vu les relais que vous comptez au
sein de ce puissant organisme, vous avez tout à fait la possibilité de
savoir pourquoi BIAC a commandé cette étude. Vous savez très bien
qui préside, qui est administrateur délégué, qui représente l'Etat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "la réalisation d'un cadastre de bruit
réel comme préalable à un plan de répartition équitable de vols à l'aéroport de Bruxelles-National et la
problématique de la sécurité mise en exergue par un bureau de consultance néerlandais" (n° 3787)
10 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "het opmaken van een echt
geluidskadaster als voorwaarde voor een billijk spreidingsplan voor de vluchten op de luchthaven van
Brussel-Nationaal en de problematiek van de veiligheid aangekaart door een Nederlands
consultingbedrijf" (nr. 3787)
10.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la déclaration gouvernementale qui lie l'ensemble des
10.01 Olivier Maingain (MR): In
de regeringsverklaring staat te
partenaires de la majorité prévoit clairement ce qu'il en est de
l'élaboration d'un cadastre du bruit, de manière détaillée, commune
par commune, quartier par quartier, sur une période de référence
suffisamment longue pour pouvoir déterminer la réalité des nuisances
sonores subies par les populations. Autrement dit, la volonté était de
sortir de ce qui a toujours été vendu ou présenté comme étant ce qui
était acceptable par certains, à savoir un modèle théorique du bruit
alors que la volonté de la déclaration gouvernementale était de vérifier
sur le terrain ce qu'il en était des nuisances sonores réellement
subies par les populations.
Cette demande n'est en soi nullement injustifiée. En effet, pour s'en
rendre compte, il suffit de lire sérieusement les différents arrêts du
Conseil d'Etat rendus à la suite notamment de recours d'habitants
concernant le plan de répartition élaboré par votre prédécesseur.
Ainsi, l'arrêt du Conseil d'Etat du 17 mars dernier insiste sur la
nécessité de l'adoption d'un tel cadastre dans un délai rapproché. Si
le plan provisoire de votre prédécesseur n'a pas été annulé, c'est
parce qu'il existe un engagement visant à établir un cadastre réel du
bruit.
Les mesures de bruit effectuées sur le réseau de sonomètres de
l'Institut bruxellois de gestion de l'environnement ont montré des
écarts très importants entre les prévisions du cadastre théorique de
bruit du plan de dispersion et la réalité sur le terrain, même si
malencontreusement, sous l'actuel gouvernement régional, d'aucuns
ont cru utile de ne plus poursuivre ces relevés par sonomètres. Les
écarts constatés jusqu'à présent par les sonomètres de l'IBGE vont
tous dans le sens d'une sous-évaluation manifeste des nuisances
sonores puisque, en tous points, le nombre de passages bruyants
d'avions se révèle, au minimum, 3 à 4 fois supérieur aux prévisions.
A ce constat s'ajoutent encore d'autres aspects contenus dans le
cadastre prévisionnel de bruit qui vont tous dans le sens d'un manque
d'objectivation et d'une minimisation des effets des vols de nuit sur la
santé des riverains de l'aéroport.
En outre, le fait que les relevés sonométriques démontrent une
fréquence moyenne de vols de nuit supérieure à la moyenne annuelle
lors de l'utilisation de certaines routes, le cadastre provisoire apparaît
bien comme un outil inadapté.
On sait bien que des passages d'avion ne sont considérés sur la base
du cadastre théorique que pour des valeurs élevées de bruit
supérieures à 70 dB. Je rappelle que l'Organisation mondiale de la
Santé considère, dans ses recommandations, que tout bruit supérieur
à 45 dB, fenêtres fermées, dans une habitation la nuit est considéré
comme une atteinte à la santé. L'intensité des pics de bruit n'est donc
pas suffisamment prise en compte par ce modèle théorique. De plus,
ce modèle théorique ne prend en compte que les moyennes de bruit
et de fréquence de passage calculées sur base annuelle alors que
celles-ci occultent les situations de très fortes expositions.
Le 10 septembre dernier, vous n'avez répondu que partiellement dans
"Le Soir", me semble-t-il, à une question d'un journaliste francophone
relative à l'élaboration de ce cadastre. Vous avez laissé entendre que
vous disposiez de données d'informations sur le bruit autour de
lezen dat men ter plaatse wil
nagaan hoe groot de geluidshinder
werkelijk is voor de bevolking. De
Raad van State heeft op 17 maart
2004 aangedrongen op het
opstellen van een geluidskadaster.
Metingen hebben evenwel
uitgewezen dat er zeer grote
verschillen zijn tussen de
theoretische modellen en de
realiteit, en dat de werkelijke
geluidsoverlast daarbij onderschat
wordt.
Het voorlopige kadaster lijkt
ongeschikt. Het houdt enkel
rekening met waarden van meer
dan 70 dB, terwijl de
Wereldgezondheidsorganisatie
ervan uitgaat dat een
geluidsniveau van 45 dB al
schadelijk is voor de gezondheid.
In dit theoretische kadaster wordt
enkel gekeken naar gemiddelde
geluidswaarden en gemiddelde
aantallen overvliegende toestellen
op jaarbasis. Piekbelastingen
worden daardoor weggemoffeld.
Hoe ver is men intussen
gevorderd met de uitwerking van
het objectieve geluidskadaster?
Zal dat kadaster in nauwe
samenwerking met de Gewesten
worden opgesteld? Met welke
instrumenten zullen de metingen
worden uitgevoerd en
geregistreerd? Hoe weerlegt u
bovenstaande kritiek, die berust
op wetenschappelijke analysen?
Hoe zal u de gevolgen van het
spreidingsplan voor de
volksgezondheid en het milieu
opnieuw evalueren? Wat is de
stand van zaken in verband met
het isolatieprogramma, ook al mag
dat niet beschouwd worden als de
alleenzaligmakende oplossing
voor het probleem?
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Bruxelles, sans d'autres précisions.
En conséquence, pouvez- vous me faire savoir, monsieur le ministre,
- quel est l'état actuel de la procédure d'élaboration du cadastre
objectif de bruit, conformément à la déclaration gouvernementale?
- si ce cadastre sera bel et bien réalisé contradictoirement, c'est-à-
dire en étroite collaboration avec les Régions concernées?
- quels sont les instruments sonométriques qui seront déployés pour
assurer le relevé? Quel en sera le placement, quel sera leur nombre,
afin de permettre la représentativité?
- quelles réponses formulez-vous eu égard aux critiques exposées ci-
dessus qui reposent sur des analyses tout à fait scientifiques?
- comment comptez-vous procéder à une réévaluation des effets du
plan de dispersion sur la santé publique et sur la qualité de
l'environnement autour de l'aéroport et y associerez-vous les
Régions?
- qu'en est-il du programme d'isolation acoustique?
10.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, monsieur Maingain, l'état actuel du cadastre de bruit est le
suivant. Nous disposons d'un cadastre complet validé par des
mesures pour l'année 2003. Par complet, j'entends que le cadastre
consiste en des cartes avec des moyennes de bruit, des cartes avec
des fréquences de dépassement de l'ordre de 70 décibels et des
tableaux reprenant le nombre de personnes concernées par ces
mesures de bruit ou ces fréquences.
Par ailleurs, il existe un cadastre simulé pour les décisions prises le
28 février 2004 qui implémentent le plan de dispersion. Bien entendu,
ce cadastre simulé, utilisé pour estimer l'impact de l'implémentation,
n'était pas validé par des mesures parce qu'une projection n'était pas
nécessaire. Le Conseil d'Etat a d'ailleurs confirmé, dans son arrêt du
17 mars 2004: "Le dossier contient un cadastre de bruit 2004 établi
par BIAC le 25 février 2004 et qui porte notamment sur le nombre de
survols des différentes communes proches de l'aéroport. Ce cadastre
représente la situation future sur la base de l'utilisation simulée des
pistes et des routes, et pas seulement des pistes ainsi que le précise
l'acte critiqué. S'il est vrai que ce cadastre est fondé sur l'utilisation
simulée, encore faut-il rappeler que l'acte critiqué établit une situation
provisoire dans l'attente de l'élaboration d'un cadastre réel du bruit".
Actuellement, un cadastre complet est en cours de réalisation. Il sera
validé par des mesures pour les quatre premiers mois de
l'implémentation du plan de dispersion. Le cadastre complet pour
toute l'année 2004 ne sera prêt que dans le courant du deuxième
trimestre 2005.
En outre, la commission d'avis dans laquelle toutes les Régions sont
représentées analyse et compare les mesures utilisées pour la
validation du cadastre du bruit. Ainsi, les Régions sont associées au
développement de ce cadastre.
Pour l'instant, 37 sonomètres sont actifs autour de l'aéroport sur les
différents couloirs de flux. Il y en avait six en plus, mais
apparemment, on a dû suspendre leur fonctionnement pour des
raisons budgétaires. Il va de soi que seuls les sonomètres stables
10.02 Minister Renaat Landuyt:
Het kadaster is volledig voor 2003.
Na de instelling van het
spreidingsplan op 28 februari
2004, werd een theoretisch
kadaster opgemaakt, maar het
werd niet door metingen
gevalideerd omdat het een
projectie is. De Raad van State
heeft bevestigd dat het door BIAC
opgemaakte geluidskadaster op
simulaties gebaseerd was en dat
het een voorlopige situatie weergaf
in afwachting van een echt
geluidskadaster. Er wordt
momenteel aan het volledige
kadaster gewerkt en dat van 2004
zal slechts in het tweede kwartaal
van 2005 klaar zijn. De Gewesten
nemen deel aan de validatie van
het geluidskadaster via de
adviescommissie waar ze
aanwezig zijn. In de omgeving van
de luchthaven zijn momenteel 37
sonometers operationeel, 6
andere toestellen werden om
budgettaire redenen buiten
werking gesteld.
Als men rekening houdt met de
natuurlijke isolatie stemmen de
maatregelen overeen met hetgeen
de WHO voorschrijft. Er wordt
rekening gehouden met pieken
van meer dan 70 dB. De gevolgen
voor de gezondheid werden
gemeten aan de hand van een
wetenschappelijk verslag. Ik verzet
peuvent être utilisés pour la validation.
La science doit être pratiquée par les scientifiques. Comme je viens
de le dire, la commission d'avis se penche systématiquement sur les
questions de la validation des simulations et des mesures.
Je vais maintenant aborder les trois points que vous avez soulevés.
Premièrement, les contours de fréquence utilisent 70dB comme
critère, en tenant compte de l'isolation naturelle. Ce critère est fondé
sur des recommandations de l'OMS.
Deuxièmement, les pics de bruits sont intégrés dans le calcul des
moyennes. Dans les études de santé, les pics de plus de 70 dB sont
évalués.
Troisièmement, l'impact sur la santé a été estimé sur la base d'un
rapport scientifique. Je ne suis pas opposé à approfondir les
recherches en association avec les Régions.
En ce qui concerne l'exécution du programme d'isolation acoustique,
cette mesure faisait partie du projet d'accord que le gouvernement
fédéral a proposé aux Régions. Il faut malheureusement que j'attende
la poursuite du dossier DHL pour pouvoir répondre avec certitude à
cette question.
me evenwel niet tegen nieuw
onderzoek. Over het
geluidsisolatieprogramma bestaat
er een voorstel van akkoord. Ik
wacht de verdere evolutie van het
DHL-dossier af om deze vraag
met zekerheid te kunnen
beantwoorden.
10.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour avoir apporté à cette question des réponses plus
détaillées et plus volontaires que son prédécesseur, qui s'abritait
invariablement derrière le modèle théorique dont tout le monde sait
qu'il est totalement insatisfaisant.
Monsieur le ministre, je relève que vous avez un bilan pour l'année
2003. Je suppose que ce bilan peut être communiqué, à savoir les
différentes cartes dont vous avez fait état. Si je vous écris pour avoir
connaissance du bilan, je suppose que je recevrai une réponse
positive et j'en serai très heureux.
Je note également avec satisfaction que vous constatez en effet que
le Conseil d'Etat, tout en disant que l'on peut travailler à titre provisoire
sur la base d'un cadastre simulé, exige qu'un cadastre réel soit établi.
Enfin, en ce qui concerne la méthode scientifique, j'émets une réserve
au sujet des pics de bruits et de la limite à partir de laquelle on
considère qu'il y a dépassement de la norme OMS. Vous considérez
que cette limite se situe à 70 dB; d'autres sont plus restrictifs. Je
continue à penser qu'il y a de nuit en tout cas , atteinte à la santé à
partir de 45 dB. J'estime que cela mériterait d'être pris en compte
dans la méthode scientifique.
Vous nous annoncez le bilan pour 2004 dans le deuxième trimestre
2005. Cela me semble fort éloigné. On pourrait au moins obtenir le
bilan du premier semestre 2004 dans le courant du deuxième
semestre 2004. On pourrait avoir une période de références
partagées. Soyons de bon compte. Je sais que tout est dans tout en
politique mais si le cadastre du bruit fait apparaître qu'il y a vraiment
10.03 Olivier Maingain (MR): Ik
kan me er alleen maar over
verheugen dat uw antwoorden een
stuk vollediger zijn dan die van uw
voorganger. Ik veronderstel dat de
resultaten voor 2003 kunnen
voorgelegd worden. U bevestigt
trouwens dat we volgens de Raad
van State voorlopig kunnen
werken op grond van het
theoretische kadaster, maar dat er
hoe dan ook een echt moet
komen. Over de
wetenschappelijke methode blijkt
er onenigheid bestaan, onder
meer over de grenswaarde van 70
dB en die van 45 dB die door de
WHO wordt aanbevolen. Als uit
het kadaster blijkt dat er
overdreven geluidshinder is
moeten we niet wachten tot 2005
om hiertegen iets te ondernemen.
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
ce que tout le monde sait des excès de nuisances sonores, il n'y a
aucune raison d'attendre encore jusqu'au deuxième trimestre 2005
pour envisager de corriger la réalité sur le terrain! Sinon, c'est
vraiment dire aux gens que l'on se moque d'eux!
10.04 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, j'aimerais
vérifier ce dernier point, car cela doit durer jusqu'à la mi-2005. Je
veux toutefois souligner qu'un problème se pose pour déterminer un
bon cadastre de bruit en 2004: six sonomètres ne fonctionnent pas à
cause de problèmes budgétaires, et il s'agit des six sonomètres de la
Région bruxelloise!
10.04 Minister Renaat Landuyt:
Ik zal dit laatste punt nagaan. De
zes geluidsmeters van het
Brusselse Gewest functioneren
echter niet en dit bemoeilijkt het
opmaken van een objectief
geluidskadaster.
10.05 Olivier Maingain (MR): Il est exact qu'à partir du début juillet,
la nouvelle majorité à la Région de Bruxelles -- vous voyez l'erreur de
changer de majorité à la Région de Bruxelles! -- a cru utile de retirer
des sonomètres. Merci de le souligner, j'en ferai bon usage au
Parlement régional.
10.05 Olivier Maingain (MR): Ik
stel het op prijs dat u hierop de
aandacht vestigt. Ik zal dit
aankaarten in het gewestelijk
parlement.
Le président: On aura sans aucun doute suffisamment de temps dans les jours à venir pour traiter cette
question en long et en large.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit over "het toegangsverbod tot
overdekte parkeerterreinen voor wagens op LPG" (nr. 3800)
11 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité sur "l'interdiction d'accès aux parkings
couverts pour les voitures équipées au LPG" (n° 3800)
11.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb
ondertussen gemerkt dat ik niet de enige ben die rond LPG vragen
stelt. Ik ben echter wel de enige die de vraag aan u heeft gericht,
mijnheer de minister.
Ik zal het niet hebben over LPG als milieuvriendelijke brandstof, maar
wel over een aspect van mobiliteit, te weten al dan niet kunnen
parkeren. Meer bepaald gaat het over het niet mogen parkeren in
overdekte parkeerterreinen, van wagens op LPG.
Veiligheid is belangrijk, maar ik denk dat er op dit vlak veel
vooroordelen bestaan die onterecht zijn. Zo is de technologie inzake
LPG ernstig veranderd en verbeterd. De plaatsing van LPG-
installaties kan enkel nog gebeuren door erkende installateurs met
een certificaat. Er zijn de bijkomende verplichte technische controles.
Voor een nieuwe wagen bijvoorbeeld moet men reeds naar de
verplichte keuring na twee jaar, dit in tegenstelling tot andere nieuwe
wagens die pas na vier jaar verplicht naar de autokeuring moeten. Er
is ook een verplichte keuring van de gasinstallatie, om de zes jaar,
waarbij tank en leidingen onder druk worden gezet en waarbij de hele
installatie integraal wordt gekeurd.
Ondanks al deze maatregelen, technologisch en op het vlak van
veiligheid, blijven LPG-wagens geweerd uit ondergrondse parkings.
Mijnheer de minister, vindt u dit verbod nog gerechtvaardigd? Wat is
de wettelijke basis van dit verbod? Nu blijkt er daarover nogal wat
11.01 Simonne Creyf (CD&V):
Les véhicules équipés au LPG
sont devenus de plus en plus sûrs,
ces dernières années: le
placement des réservoirs est
strictement réglementé, les
voitures doivent être présentées
au contrôle technique après deux
ans au lieu de quatre et les
réservoirs LPG eux-mêmes font
l'objet d'un contrôle approfondi
tous les six ans. Malgré ce gain de
sécurité très considérable, l'accès
aux parkings souterrains reste
interdit à ce type de voitures. Cette
interdiction se justifie-t-elle
toujours aux yeux du ministre?
La confusion la plus totale entoure
d'ailleurs le fondement légal de
cette interdiction. Récemment, le
ministre de l'Environnement, M.
Tobback, s'est montré favorable,
dans les médias, au LPG et à la
levée de l'interdiction de garer les
voitures roulant au LPG dans les
verwarring te bestaan. In een interview in "Knack" zei minister
Tobback, bevoegd inzake leefmilieu, dat er volgens hem geen
wettelijke bepalingen meer zijn die de toegang van wagens die rijden
op LPG tot overdekte parkeerterreinen, verbieden. Ik dacht dus dat
het opgelost was. Volgens de Federatie van Butaan en Propaan zou
in Vlaanderen alleen in Vlaanderen sinds 2002 een wetgeving
bestaan waarbij dat verbod zou zijn opgeheven, maar zouden de
nodige uitvoeringsbesluiten nog moeten worden genomen in het
kader van de Vlarem-wetgeving. In Brussel en Wallonië zou het
verbod nog van kracht zijn. Op een vraag van collega Gerkens hoorde
ik minister Dewael echter antwoorden dat alleen hij terzake bevoegd
is. Alleen het federaal niveau is terzake dus bevoegd.
Mijnheer de minister, in uw hoedanigheid van minister en van jurist
kunt u misschien uiteindelijk klaarheid brengen in dit dossier.
Ten slotte, mijnheer de minister, nog dit. Voor zover u ervan overtuigd
zou zijn dat voornoemd verbod niet meer gerechtvaardigd is, bent u
dan bereid een initiatief te nemen tot overleg?
parkings couverts. Par ailleurs, le
ministre Patrick Dewael a indiqué il
y a peu, en réponse à une
question parlementaire, que ce
point relève de la compétence
exclusive du ministre fédéral de
l'Intérieur. M. Landuyt envisage-t-il
de prendre une initiative dans ce
dossier?
11.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, de minister van Mobiliteit is bevoegd voor de reglementering
inzake de installaties. Deze reglementering werd reeds medio 2001
verstrengd, waardoor de vroegere argumentatie voor een eventueel
verbod op het binnenrijden van voertuigen achterhaald is.
De stand van zaken op dit moment is de volgende. De minister van
Binnenlandse Zaken is inderdaad bevoegd wat betreft de werking van
de brandweer. Het is immers de brandweer die de attesten aflevert
aan de parkinguitbaters. Daar zit wellicht de knoop. De plaatselijke
brandweer moet de veiligheid kunnen garanderen. Hij kan die
veiligheid garanderen in de mate dat hij rekening houdt met het hoge
veiligheidsniveau dat de installaties nu reeds bereiken. Om dit te
kunnen krijgen, is het best dat hij daaromtrent de nodige
geruststellingen krijgt van de minister van Binnenlandse Zaken of dat
de daarvoor benodigde regels worden aangepast. Mijn voorganger
heeft de minister van Binnenlandse Zaken hieromtrent reeds een
positief advies gegeven. De minister van Mobiliteit heeft reeds
bevestigd dat hieraan, wat zijn bevoegdheid en zijn zicht op de zaak
betreft, geen veiligheidsrisico's meer verbonden zijn.
11.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le ministre fédéral de la Mobilité
est compétent en ce qui concerne
la réglementation relative à
l'installation et au contrôle des
réservoirs à LPG dans les
voitures. La réglementation a été
renforcée au milieu de l'année
2001, de sorte que l'interdiction de
garer ces véhicules dans les
parkings souterrains est
aujourd'hui dépassée.
Les services d'incendie sont du
ressort du Ministre de l'Intérieur.
Les services locaux fournissent les
certificats de sécurité donnant
accès aux parkings souterrains
locaux; ils reçoivent leurs
directives du ministre de l'Intérieur.
L'ancien ministre fédéral de la
Mobilité a informé M. Dewael qu'à
la suite du renforcement de la
réglementation, l'interdiction des
parkings souterrains aux véhicules
munis d'une installation LPG ne se
justifie plus.
11.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, als ik het goed begrijp, is de minister van Binnenlandse
Zaken bevoegd. Wat hij echter ook zou beslissen, het blijft de
brandweer die het toegangsverbod autonoom zou kunnen handhaven.
Klopt dat?
11.03 Simonne Creyf (CD&V):
Les services d'incendie locaux
peuvent-il continuer à refuser cet
accès de leur propre initiative?
11.04 Minister Renaat Landuyt: De minister van Mobiliteit kan in het
kader van de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing
11.04 Renaat Landuyt, ministre:
C'est le ministre de l'Intérieur qui
CRIV 51
COM 351
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
bevestigen dat er geen gevaar meer is. Hij heeft dat gedaan. Het is nu
aan de minister van Binnenlandse Zaken om richtlijnen uit te
vaardigen - ik weet niet uit het hoofd of hij daarvoor een regel moet
aanpassen - waarmee men kan rekening houden om te bepalen waar
het veilig is.
Wij zouden er nog voor kunnen zorgen dat er opnieuw een sticker
wordt geplaatst met de erkenning dat alles conform is geïnstalleerd.
Dat is echter weer een gevoelig debat. De uitbaters van parkings die
zich meestal in gebouwen bevinden, willen immers de zekerheid
hebben dat het op een correcte wijze werd geïnstalleerd. Men moet
dat op een vlotte manier kunnen attesteren. Men werkt nu met een
sticker vooraan, maar dat blijkt niet blijvend te zijn. We moeten dus in
overweging nemen eventueel opnieuw een duidelijke sticker
achteraan de wagens te plaatsen zodat ook de controle in de parking
vlot zou kunnen verlopen.
Ik begrijp echter wel dat Binnenlandse Zaken het veiligheidsrisico in
acht neemt. Oorspronkelijk had men immers vastgesteld dat het
minder veilig was. Nu zijn wij zo geëvolueerd dat wij kunnen zeggen
dat het even veilig is. Daarin wil men nu gecontroleerd versoepelen. Ik
denk dat er al veel parkings zijn die vandaag geen verbod meer
hebben.
leur adresse des directives. Dans
le cadre de mes compétences, je
pourrais envisager de faire
apposer un autocollant sur les
véhicules qui répondent aux
normes de sécurité les plus
strictes afin de rassurer les
exploitants de parkings
souterrains.
Je comprends bien évidemment la
sévérité avec laquelle les services
d'incendie contrôlent la sécurité
dans les parkings.
11.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, in de mate dat
u daarin uw bevoegdheid kan laten gelden hoop ik dat u daarin
initiatieven neemt - bijvoorbeeld via een sticker van herkenning -
zodat wij in dit dossier vooruitgang kunnen boeken.
11.05 Simonne Creyf (CD&V):
J'invite le ministre à aller de l'avant
dans ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.39 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.39 heures.