CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 346
CRIV 51 COM 346
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mercredi
woensdag
29-09-2004
29-09-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Carl Devlies à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
corps de sécurité" (n° 399)
1
Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps" (nr. 399)
1
Orateurs: Carl Devlies, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice, Francis Van den Eynde
Sprekers: Carl Devlies, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie,
Francis Van den Eynde
Motions
5
Moties
5
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les auteurs mineurs d'infractions à caractère
sexuel" (n° 3526)
5
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "minderjarige daders van seksueel misbruik"
(nr. 3526)
5
Orateurs: Yolande Avontroodt, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Yolande Avontroodt, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Interpellation de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
perquisitions effectuées dans les locaux de
l'Exécutif des musulmans" (n° 412)
8
Interpellatie van de heer Tony Van Parys tot de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de huiszoekingen bij de Moslimexecutieve"
(nr. 412)
8
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Eric Libert à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le pécule de
vacances des magistrats" (n° 3580)
12
Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
vakantiegeld van de magistraten" (nr. 3580)
12
Orateurs: Eric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice, Servais Verherstraeten
Sprekers: Eric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie,
Servais Verherstraeten
Question de Mme Marleen Govaerts à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
prétendue implication de ressortissants
néerlandais établis dans la région frontalière
belge du Limbourg dans des faits criminels"
(n° 3654)
15
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de beweerde betrokkenheid van Nederlandse
inwoners van de Belgische grensstreek in
Limburg bij criminele feiten" (nr. 3654)
15
Orateurs:
Marleen Govaerts, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Marleen Govaerts, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le traitement
des plaintes" (n° 3665)
17
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
klachtenbehandeling" (nr. 3665)
17
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'aide
financière aux victimes d'actes intentionnels de
violence" (n° 3698)
19
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
financiële hulp aan de slachtoffers van
opzettelijke gewelddaden" (nr. 3698)
19
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
dossier répressif et l'identité d'une personne
tenue à une obligation de déclaration auprès de la
CTIF" (n° 3697)
22
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het strafdossier en de identiteit van een persoon
gehouden tot een melding bij de CFI" (nr. 3697)
21
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le rapport au
sujet du Pacte international relatif aux droits civils
et politiques et le suivi des recommandations
émises par le Comité des droits de l'homme de
l'ONU" (n° 3707)
23
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
verslag betreffende het Internationaal Verdrag
inzake burgerrechten en politieke rechten en het
gevolg dat aan de aanbevelingen van het Comité
voor de Mensenrechten van de UNO wordt
gegeven" (nr. 3707)
23
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
vente par l'Organe central pour la saisie et la
confiscation des véhicules saisis" (n° 3711)
24
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
verkopen door het Centraal Orgaan voor de
inbeslagneming en de verbeurdverklaring van in
beslag genomen voertuigen" (nr. 3711)
24
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Olivier Maingain à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
délinquance juvénile" (n° 3715)
27
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
jeugddelinquentie" (nr. 3715)
27
Orateurs:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
manque de personnel à la cellule 'mariages de
complaisance' du parquet d'Anvers" (n° 3688)
29
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
personeelstekort bij de cel schijnhuwelijken van
het Antwerps parket" (nr. 3688)
29
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MERCREDI
29
SEPTEMBRE
2004
Matin
______
van
WOENSDAG
29
SEPTEMBER
2004
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.19 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.19 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps" (nr. 399)
01 Interpellation de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le corps
01.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de wet van 25 februari 2003 tot oprichting van de
veiligheidskorpsen strekt ertoe de lokale politiezones zoveel mogelijk
te ontlasten van taken zoals gevangenisvervoer en bewaking van
justitiegebouwen, zodat de lokale politiekorpsen zich maximaal
zouden kunnen concentreren op hun eigenlijke politietaken.
Die wet was mede het gevolg van afspraken die de federale regering
gemaakt had met de steden en gemeenten om een oplossing te
zoeken voor de gigantische meerkosten van de politiehervorming en
om de intussen peperduur geworden politie zo efficiënt mogelijk in te
zetten.
De wet werd algemeen goed onthaald zowel door meerderheid en
oppositie. De regering werd wel opgeroepen werk te maken van de
uitvoering van de wet. Ministers Flahaut en Verwilghen waren zeer
optimistisch over de uitvoering van de wet, vermits ze beiden in de
commissiebesprekingen te kennen gaven dat ze onverwacht veel
respons hadden gekregen van de militaire gemeenschap. Het was
inderdaad de bedoeling in de eerste plaats te rekruteren bij militair
personeel en vervolgens bij statutair personeel van de overheid.
Nadien zou er voor opleiding gezorgd worden in de politiescholen.
Tijdens de bespreking van het wetsontwerp in de commissie liet
toenmalig minister Verwilghen weten dat er jaarlijks ongeveer 650.000
manuren worden gepresteerd door politiemensen voor transfers en
bewaking. Dat komt overeen met ongeveer 600 fulltime equivalenten.
Indien het veiligheidskorps deze taak zou overnemen van de
politiediensten, dan zou het ook logisch zijn dat dit veiligheidskorps
dezelfde getalsterkte zou kennen, namelijk 600 eenheden. Blijkbaar
loopt een en ander verkeerd bij de praktische uitvoering en stijgt de
druk op de lokale politiekorpsen. Ik heb van op het terrein
verschillende signalen gekregen. Een en ander houdt ook verband
met de overbevolking van onze gevangenissen. Het principe was dat
01.01 Carl Devlies (CD&V): La
police locale doit encore assurer le
transport des détenus et la
surveillance des palais de justice
malgré la loi du 25 février 2003
créant le corps de sécurité. La
surpopulation des prisons
complique la situation. Le nombre
de prestations en heures-homme
consacrées à des missions de
surveillance dans la zone de police
de Louvain a plus que doublé
entre 2001 et 2003. Le corps de
sécurité pourrait constituer une
solution et serait en tout cas moins
onéreux.
Quel est l'effectif actuel du corps
de sécurité et combien de
personnes suivent-elles
actuellement une formation? Dans
quelle zone de police les agents
sont-ils actifs? Les zones de
polices peuvent-elles récupérer le
surcoût engendré par l'absence
d'un corps de sécurité auprès des
autorités fédérales? Recrute-t-on
encore parmi le personnel
militaire? Pourrait-on également
faire appel aux fonctionnaires du
niveau D?
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de begeleiding van de gevangenentransporten zou gebeuren door de
lokale politie indien het betrekking had op een verplaatsing van de
lokale gevangenis naar de lokale rechtbank. Verplaatsingen tussen
verschillende gevangenissen zouden echter begeleid worden door de
zogenaamde nationale transfers.
Blijkbaar wordt men nu geconfronteerd met overbevolking van
gevangenissen, wat tot gevolg heeft dat gevangenen die worden
overgeplaatst van de ene gevangenis naar de andere om daar de
volgende dag voor de rechtbank te verschijnen, niet kunnen worden
opgevangen in die gevangenissen en dat zij worden teruggestuurd.
Dit heeft tot gevolg dat de lokale politie de volgende dag, op het
moment dat de gedetineerde voor de rechtbank van een ander
rechtsgebied moet verschijnen, de begeleiding op zich moet nemen.
Voor een grote rechtbank als bijvoorbeeld Antwerpen kan dit voor
gevolg hebben dat op de rechtbank politieagenten van verschillende
politiekorpsen, bijvoorbeeld Hasselt, Gent of Leuven, aanwezig zijn.
Dat is een noodsituatie die het gevolg is van een zeer slechte
organisatie van Justitie en van het gevangeniswezen. Dit verhoogt
natuurlijk ook de druk op de plaatselijke politiekorpsen die
voortdurend meer uren moeten presteren voor transfers van
gevangenen van het ene gerechtelijke arrondissement naar het
andere, wat absoluut niet de bedoeling is. Bovendien dienen de
aanwezige politieagenten vaak vele uren te wachten. Het gebeurt dat
een zitting pas in de namiddag plaatsvindt, zodat verschillende
mensen een hele dag verliezen.
Ik heb bijvoorbeeld de cijfers van de politiezone Leuven voor de
bewakingsopdrachten voor Justitie. Ik zal u zo dadelijk een kopie
overhandigen. Uit deze cijfers blijkt dat in het jaar 2001, 6.813 uren
werden gepresteerd aan bewakingsopdrachten.
In het jaar 2002 ging het reeds om 10.817 uren en in het jaar 2003 om
14.054 uren aan bewakingsopdrachten voor Justitie. Op twee jaar tijd
is dat meer dan een verdubbeling van het aantal uren voor
bewakingsopdrachten. Dat legt natuurlijk een zware druk op het
politiekorps.
Ik ben dan ook zo vrij een aantal vragen te stellen met betrekking tot
de veiligheidskorpsen, want zij zouden inderdaad een oplossing
kunnen brengen om een en ander efficiënter en goedkoper te
organiseren. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de dure politie
zich moet bezighouden met opdrachten die niet tot haar kerntaak
behoren.
Daarom had ik graag vernomen, mevrouw de minister, hoeveel
personeelsleden momenteel zijn aangeworven in het kader van het
veiligheidskorps en hoeveel er momenteel in opleiding zijn in de
politieschool. In welke politiezones worden deze personeelsleden
momenteel ingeschakeld? De inschakeling van het veiligheidskorps
maakt deel uit van de overeenkomst die werd gemaakt tussen de
regering en de Vereniging van Steden en Gemeenten rond de
federale dotatie voor de lokale politiezones. Kunnen de politiezones
die door het uitblijven van de veiligheidskorpsen hun kosten verhoogd
zien, deze kosten terugvorderen van de federale overheid?
Wordt er momenteel nog gerekruteerd bij het militair personeel? Wat
is de situatie van de rekrutering bij de federale overheid? Blijkbaar
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
komt enkel het niveau C in aanmerking voor de veiligheidskorpsen.
Zou het niet beter zijn ook het niveau D te incorporeren? Opdrachten
van de veiligheidskorpsen kunnen naar mijn aanvoelen ook worden
uitgevoerd door mensen van niveau D.
Dan zou u uw rekruteringsmogelijkheden aanzienlijk kunnen
uitbreiden. Tot zover, mevrouw de minister, enkele vragen met
betrekking tot de situatie in de rechtbanken en de gevangenissen en
de gevolgen daarvan voor de lokale politie, een situatie die toch wel
zorgwekkend is.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, tot vandaag
de dag behoren 161 leden tot het veiligheidskorps. Vijftig ervan zijn
ex-militairen en zijn operationeel, 111 leden uit de Selor-reserve
niveau C zijn bezig met de opleiding. Deze is op 6 september 2004
begonnen en zal 46 werkdagen duren. Er zijn 26 politiezones die de
steun van het veiligheidskorps genieten: Andenne, Antwerpen, Arlon,
Juprelle, Brugge, Brussel-Hoofdstad,
Elsene, Brussel-Zuid,
Dendermonde, Gent, Dinant, Hasselt, Hoogstraten, Huy, Ieper,
Leuven, Mechelen, Mons, Namur, Nivelles, Oudenaarde, Charleroi,
Tongeren, Turnhout, Tournai, Tubize en Verviers. Ik kan u een
precieze tabel ter beschikking stellen met de personeelsverdeling
binnen deze zones. In het kader van het tegenstrijdig debat dat in
2003 door de regering en de politiezones werd gefinaliseerd werd er
met het niet bestaan van het veiligheidskorps rekening gehouden. Dit
niet bestaan werd door een bijkomend bedrag van ongeveer 5 miljoen
euro gecompenseerd.
Zodra het veiligheidskorps volledig operationeel is, zal de affectatie
van dat bedrag het voorwerp maken van een nieuw examen. Dat zal
waarschijnlijk in 2005 gebeuren in het kader van de toekomstige wet
inzake de financiering van de lokale politie.
Zodra in al het personeel is voorzien, zal die specifieke steun worden
herbekeken. Dat is gepland voor 2005 in het kader van de
voorbereiding van de wet inzake de financiering van de lokale politie.
Ik wil ook verduidelijken dat de regering op 30 en 31 maart heeft
beslist om in 2006 110 extra agenten aan het veiligheidskorps toe te
kennen.
De Brusselse toestand heeft tot een specifieke rekrutering genoopt.
De inschrijvingen voor een nieuwe Selor-rekrutering zouden op 18
september afgesloten worden. Het gaat om de rekrutering van
adjunct-veiligheidsassistenten die toegankelijk zal zijn voor de niet-
militairen. De laureaten zullen begin volgend jaar in dienst treden.
Op dit ogenblik is er geen rekrutering meer binnen het militair
personeel, omdat hiermee niet kan worden beantwoord aan de
specifieke behoeften in Brussel. Ik wil ook verduidelijken dat de
regering op 30 en 31 maart heeft beslist om 100 andere agenten voor
het korps in 2006 aan te werven. Een nieuw examen zou in de
toekomst kunnen worden georganiseerd, alleen voor hen of om het
kader in 2006 aan te vullen of bij eventuele intrekkingen of verlies van
personeel.
Ik overhandig u een specifieke tabel.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le corps de sécurité
compte actuellement 161
membres, dont 50 anciens
militaires qui sont opérationnels,
111 suivent une formation. Le
corps de sécurité apporte son
appui à 26 zones de police. Je
puis procurer la liste à M. Devlies.
Lors du débat entre le
gouvernement et les zones de
police, il a été tenu compte de
l'absence du corps de sécurité.
Cette situation sera compensée
par un montant supplémentaire de
quelque 5 millions d'euros. Dès
que le corps de sécurité sera
pleinement opérationnel,
l'affectation de ce montant sera
réexaminée, probablement en
2005, lors de l'examen de la loi
relative au financement de la
police locale.
Le gouvernement a décidé
d'élargir le cadre du corps de
sécurité en recrutant 110 agents
supplémentaires en 2006. Les
lauréats de la nouvelle procédure
de recrutement d'assistants de
sécurité adjoints organisée par
Selor, qui est actuellement en
cours, entreront en service au
début de l'année prochaine. On ne
recrute actuellement pas parmi les
militaires, cette mesure ne
permettant pas de couvrir les
besoins spécifiques à Bruxelles.
Je vous communique un tableau.
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank mevrouw
de minister voor haar antwoord en ook voor de specificatie inzake de
verdeling van de vijftig leden die momenteel reeds presteren in het
kader van het veiligheidskorps.
Het gaat wel over een zeer beperkt aantal, vijftig, hoewel de
doelstelling zeshonderd zou moeten zijn. U bent ook niet zo duidelijk
met betrekking tot de toekomstige evolutie. Ook niet zo duidelijk is de
dotatie die de gemeenten zouden krijgen als compensatie voor het
laattijdig totstandkomen van het veiligheidskorps. In feite zou die
dotatie voortdurend moeten worden herberekend op basis van de
reële kosten van de korpsen, maar bij mijn weten gebeurt dat niet.
U hebt ook niet gereageerd op de concrete situaties die ik u heb
geschetst en die zich voordoen in gevangenissen en bij rechtbanken.
Ik begrijp dat dit moeilijk is, maar ik heb het gevoel dat er toch een
groot disfunctioneren is van onze gevangenissen en van Justitie.
Justitie zou dringend bijkomende middelen moeten kunnen verkrijgen
binnen de federale begroting. Wij weten dat de federale begroting met
grote problemen kampt en dat er voor het jaar 2004 een groot deficit
is voor de federale overheid. De prognose voor de toekomst is zeer
negatief, zelfs indien er voldoende economische groei is. Veronderstel
dat de economische groei zou verminderen, dan zou de toestand
catastrofaal kunnen worden. Ik denk dat Justitie een kernopdracht is
voor de overheid en dat u binnen de federale regering maximale
inspanningen moet doen om voldoende middelen voor Justitie te
mobiliseren.
Volgens de gegevens die we nu van op het terrein - uit de
gevangenissen en de rechtbanken - krijgen, rijzen er echter toch wel
ernstige problemen. Ik zou dan ook een oproep aan u willen doen om
het probleem in zijn geheel aan te pakken, zeker wat betreft de
veiligheidskorpsen, waarvoor u een concrete wet hebt die u in
uitvoering kan stellen. Ik verzoek u deze zo snel mogelijk uit te
voeren.
Er is nog één detail. De uitbreiding naar het niveau D voor de
aanwerving van ambtenaren van de federale overheid zou misschien
ook een oplossing kunnen zijn om de rekruteringsbasis te verbreden.
Daarop hebt u niet geantwoord. Het is een concrete suggestie die wij
u doen.
01.03 Carl Devlies (CD&V):
Cinquante, c'est très peu: l'objectif
était de six cents.
La réponse de la ministre n'est
pas très claire en ce qui concerne
l'évolution future et la dotation aux
communes en raison de la mise
en service tardive du corps de
sécurité. En outre, elle n'a pas
répondu à propos de la situation
dans les prisons et dans les
tribunaux. La justice étant une
mission de base des pouvoirs
publics, il convient en tout cas de
prévoir d'urgence des moyens
supplémentaires au budget.
Enfin, la ministre n'a pas réagi à
ma suggestion de faire également
appel aux fonctionnaires de niveau
D.
01.04 Minister Laurette Onkelinx: Het is niet noodzakelijk. Wij
hebben 50 operationele leden en 111 mensen in opleiding. Wij
kunnen daarover echter een gesprek voeren met minister Dupont.
01.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Il n'est pas nécessaire
d'élargir la base de recrutement: il
y a déjà 50 membres effectifs et
111 candidats sont en formation.
Le cas échéant, votre proposition
pourrait être transmise à mon
collègue M. Dupont.
01.05 Carl Devlies (CD&V): Wij zullen de suggestie ook doen aan
minister Dupont.
01.05 Carl Devlies (CD&V): Je
soumettrai ma suggestion au
ministre Dupont.
01.06 Minister Laurette Onkelinx: Ik dank u voor uw steun.
01.07 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
voorzitter, ik wil het even hebben over de werkzaamheden. Ik merk
dat de minister van Justitie de kabinetsraad heeft verlaten. Mag ik
haar vragen of de kabinetsraad achter de rug is en met andere
woorden of de minister van Buitenlandse Zaken hier is of niet?
(...)
Dan zal ik helaas mijn interpellatie (nr. 433) moeten terugtrekken
omdat ik in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen moet
zijn.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Carl Devlies et Tony Van Parys et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Carl Devlies
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
recommande au gouvernement
- d'accélérer la procédure de recrutement pour les besoins du corps de sécurité et de prévoir une
augmentation suffisante de la dotation fédérale aux zones de police qui sont actuellement chargées
d'assurer le transfert des détenus et la surveillance des palais de justice;
- de permettre aux fonctionnaires de niveau D de participer à la procédure de recrutement d'agents de
sécurité."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Carl Devlies en Tony Van Parys en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Carl Devlies
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie,
beveelt de regering aan
- de rekruteringsprocedure voor het veiligheidskorps te versnellen en te voorzien in een voldoende
verhoging van de federale dotatie aan de politiezones voor die zones die momenteel moeten instaan voor
het gevangenenvervoer en de bewaking van de justitiepaleizen;
- de rekrutering van de veiligheidsbeambten open te stellen voor ambtenaren van niveau D."
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Valérie Déom.
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Valérie Déom.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
02 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "minderjarige daders van seksueel misbruik" (nr. 3526)
02 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les auteurs mineurs d'infractions à caractère sexuel" (n° 3526)
02.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, recent vond een congres, een colloquium plaats over
misbruik, mishandeling en verkrachting bij kinderen. Uit gegevens van
de politie blijkt dat bijna de helft van de gemelde verkrachtingen over
minderjarigen gaat.
Mevrouw de minister, ik wil nu de aandacht vestigen op buitenlands
onderzoek en op een noodkreet van, onder meer, het Antwerpse
02.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Ma question m'est inspirée
par un signal de détresse en
provenance de l'hôpital anversois
Middelheim dont la section
psychiatrique est confrontée à un
nombre croissant d'auteurs de
délits sexuels âgés de moins de
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
ziekenhuis Middelheim. U weet dat er daar een dienst
jeugdpsychiatrie is die geconfronteerd wordt met een stijgend aantal
minderjarige daders van seksueel misbruik. Het hoeft geen betoog
dat er extra aandacht moet gaan naar die jonge delinquenten en in
het bijzonder naar hun opvang omwille van het feit dat zij daders van
seksueel misbruik zijn en omdat zij nog zo jong zijn en dit uiteraard
een hypotheek legt, niet alleen op hún verdere leven, maar toch ook
op de samenleving.
Buitenlands onderzoek zegt dat 50% van de daders van seksueel
geweld jonger is dan 25 jaar. Dit zijn echter nog geen minderjarigen,
maar 50% van de daders is jonger dan 25 jaar en een overgrote
meerderheid heeft reeds feiten gepleegd vóór zijn meerderjarigheid,
tijdens de minderjarigheid dus.
Mevrouw de minister, daarom heb ik twee concrete vragen. Hebt u
cijfermateriaal inzake de problematiek van seksueel misbruik van
minderjarigen door minderjarigen? Het gaat uiteraard niet alleen over
minderjarige slachtoffers. Ik kan mij voorstellen dat er ook
meerderjarige slachtoffers zijn.
Wilt u extra aandacht, dit betekent uiteraard middelen, uittrekken voor
de begeleiding en de behandeling van daders van seksueel misbruik
en in het bijzonder minderjarige daders? Een deel daarvan is
bevoegdheid van de Gemeenschappen. Er zijn gespecialiseerde
centra, maar die kampen vandaag de dag met grote financiële
moeilijkheden. Ik heb daarover ook reeds vroeger vragen gesteld. Ik
weet dat dit een gedeelde bevoegdheid met de Gemeenschappen en
met Volksgezondheid is.
18 ans. Des études réalisées à
l'étranger montrent en outre que la
moitié des auteurs de violences
sexuelles ont moins de 25 ans et
que bon nombre d'entre eux
avaient déjà commis des délits
avant l'âge de la majorité.
La ministre dispose-t-elle de
statistiques? Dégagera-t-elle des
moyens pour étudier le problème?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Avontroodt, wat uw eerste vraag betreft, in 1998 werden 84
minderjarigen veroordeeld wegens seksueel misbruik gepleegd op
minderjarigen. In 1999 waren het er 86, in 2000 84, in 2001 72 en in
2002 60. Ik wens evenwel te benadrukken dat het onderdeel van de
databank van het centraal strafregister dat betrekking heeft op
minderjarigen, onvolledig is. Niet alle rechtbanken maken immers
systematisch alle veroordelingsberichten met betrekking tot
minderjarigen over. De omvang van het aantal dossiers dat ontbreekt
is onbekend. Deze cijfers hebben dus slechts een indicatieve waarde.
Bovendien werden enkel de dossiers geteld die expliciet vermelden
dat het slachtoffer minderjarig is.
Wat uw tweede vraag betreft, uit de informatie die mij werd bezorgd,
blijkt dat het beleid van de jeugdparketten erin bestaat dat in
dergelijke ernstige dossiers steeds de jeugdrechter de zaak
behandelt. Met betrekking tot de maatregelen die worden getroffen
om deze specifieke problemen te verhelpen, verwijs ik eerst en vooral
naar het wetenschappelijk onderzoek betreffende de risicotaxatie bij
jeugdige plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het doel
van dit onderzoek, dat nog loopt tot 30 november 2004, is te komen
tot een valide, betrouwbare en gestandaardiseerde wijze om uitspraak
te doen over de kans op recidive van seksueel grensoverschrijdend
gedrag bij 12 tot 18-jarigen, alsook een indicatie te geven voor het
bepalen van de meest optimale maatregel.
De materie van seksuele agressie heeft tevens het voorwerp
uitgemaakt van diverse maatregelen, enerzijds om dergelijke
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En 1998, 84 mineurs ont
été condamnés pour abus sexuels
sur des mineurs. Au cours des
années suivantes, ce nombre a
été respectivement de 86, 84, 72
et 60. Le casier judiciaire central
étant toutefois incomplet en ce qui
concerne les auteurs mineurs, ces
chiffres ne constituent qu'une
indication. En outre, seuls les cas
où la victime est également
mineure ont été comptabilisés.
Dans des cas aussi graves, les
parquets de la jeunesse ont
toujours recours au juge de paix.
Une étude scientifique visant à
évaluer le risque chez les jeunes
auteurs d'abus sexuels sera
menée jusqu'au 30 novembre
2004. En outre, des mesures ont
été prises afin de sanctionner plus
sévèrement les atteintes à
l'intégrité physique et d'améliorer
l'accompagnement des personnes
qui en sont victimes. Je renvoie
également à la note-cadre relative
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
aantastingen van de fysieke integriteit strenger te beteugelen en,
anderzijds, om de slachtoffers beter te begeleiden in elke fase van de
procedure bij hun opvang door de politiediensten, de medische en
sociale diensten en de diensten voor slachtofferonthaal bij de
parketten. Ik verwijs tevens naar de integrale en geïntegreerde
aanpak van seksuele delinquentie, zoals die is omschreven in de
kadernota integrale veiligheid, goedgekeurd door de Ministerraad op
30 maart 2004. Hierin wordt gesteld dat zowel ten opzichte van
mogelijke daders als van slachtoffers moet worden opgetreden. Op
preventief vlak zijn vorming en informatie nodig om de weerbaarheid
te verhogen. Potentiële slachtoffers moeten worden geïnformeerd
over de risico's.
Daartoe kunnen specifieke sensibilisatieacties worden georganiseerd.
Op repressief vlak is een effectieve maatschappelijke reactie
noodzakelijk via bemiddeling, begeleiding, bestraffing en therapie met
het oog op responsabilisering en het voorkomen van recidive. Ook de
opvang van slachtoffers verdient alle aandacht. Enerzijds moet de
politie ervoor zorgen dat slachtoffers psychologisch niet worden
weerhouden een klacht in te dienen. Anderzijds moet worden voorzien
in voldoende psychologische of therapeutische hulp.
Het spreekt voor zich dat voor deze aanpak de verschillende partners,
Gemeenschappen, Gewesten en de federale overheid, hun krachten
moeten bundelen. Het gaat hierbij vooral om dezelfde partners als
deze die zijn betrokken bij de samenwerkingsakkoorden op het vlak
van seksuele delinquentie door meerderjarigen, maar ook om
partners van het nationaal actieplan inzake geweld tegen vrouwen en
het nationaal forum voor slachtofferhulp.
à la sécurité intégrale, approuvée
par le Conseil des ministres du 30
mars 2004.
La prévention, la
responsabilisation des auteurs, les
mesures visant à éviter la récidive
et l'accueil des victimes sont
cruciaux. Il s'indique dès lors que
les Communautés, les Régions et
les autorités fédérales unissent
leurs forces.
02.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw uitvoerig antwoord. Ik noteer dat u op 30 november 2004 de
afronding van de studie verwacht. Mijnheer de voorzitter, ik neem aan
dat die aan uw commissie zal worden bezorgd.
02.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Je prends note de ce que
les résultats de l'étude seront
connus le 30 novembre et je
présume que cette étude sera
communiquée aux commissaires.
De voorzitter: Dat hoop ik samen met u.
02.04 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de minister, ik stel u
dan formeel de vraag of deze studie aan het Parlement zal worden
bezorgd.
02.05 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal een toelichting geven over
het onderzoek.
02.05
Laurette Onkelinx,
ministre: Je présenterai cette
étude.
02.06 Yolande Avontroodt (VLD): Maar het hele onderzoek zal toch
aan het Parlement worden bezorgd?
02.06 Yolande Avontroodt
(VLD): Je vous demande de nous
fournir l'étude dans son intégralité.
02.07 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal dat onderzoeken.
02.07
Laurette Onkelinx,
ministre: J'envisagerai cette
possibilité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
De voorzitter: De heer Van den Eynde trekt zijn interpellatie nr. 433 in.
03 Interpellatie van de heer Tony Van Parys tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de huiszoekingen bij de Moslimexecutieve" (nr. 412)
03 Interpellation de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
perquisitions effectuées dans les locaux de l'Exécutif des musulmans" (n° 412)
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, er hebben huiszoekingen plaatsgevonden bij het
Executief van de moslims op 16 september.
Wij hebben in deze commissie al gesproken over het financieel
beheer van de gelden die de overheid en het ministerie van Justitie
aan het Executief bezorgen. Er zijn reeds herhaaldelijk vragen gesteld
over het financieel beheer, onder meer na de opmerkingen van de
Inspectie van Financiën bij de begrotingen die werden ingediend door
het Executief. Ik denk aan het onderzoek dat het Rekenhof heeft
gevoerd, waaruit bleek dat er onvoldoende verantwoordingsstukken
waren om een aantal uitgaven te verantwoorden. De Federale
Overheidsdienst, uw eigen administratie, heeft in 2002 trouwens
geweigerd om de laatste schijf uit te betalen van de subsidies wegens
een aantal onregelmatigheden.
Het tweede element van mijn interpellatie is het labiel statuut van het
huidige Executief. Het huidige Executief beschikt sinds 31 maart niet
meer over een mandaat, want dat mandaat is op 31 maart verstreken.
Het huidige Executief is niet meer representatief voor de
Nederlandstalige moslimgemeenschap na het ontslag van
verschillende Nederlandstalige leden van het Executief. Ook het
probleem van de screening die destijds plaatsvond, blijft bestaan,
waaruit blijkt dat er ernstige vragen gesteld kunnen worden bij de
democratische instelling van sommige leden van het Executief.
Het derde element is het gegeven dat wij net voor het reces de wet
hebben goedgekeurd in het Parlement houdende de oprichting van
een commissie die belast is met de hernieuwing van de organen. De
CD&V-fractie, heeft haar medewerking daaraan verleend. Ik denk dat
de dingen die vandaag gebeuren, aantonen dat het absoluut dringend
en noodzakelijk is dat er op korte termijn algemene verkiezingen
worden georganiseerd, zodanig dat er een nieuw, legitiem Executief
tot stand kan komen. Daaromtrent heb ik een aantal vragen.
Ten slotte heb ik een ook aantal vragen in verband met het
subsidiedossier-2004.
De vragen zijn de volgende.
Ten eerste, in verband met de huiszoeking zelf. Waarin bestond de
klacht? Op welke misdrijven heeft het onderzoek betrekking? Heeft
het onderzoek betrekking op de aanwending van overheidssubsidies?
Over welke begrotingsjaren loopt het onderzoek? Tegen wie is het
onderzoek gericht? Voor welke begrotingsjaren werd de laatste schijf
van 10% van de subsidies niet uitgekeerd? Wat was de reden van de
niet-toekenning van de laatste schijf voor de respectievelijke
begrotingsjaren?
Ten tweede, ik heb ook vragen in verband met het statuut van het
03.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le 16 septembre, la justice a
perquisitionné les bureaux de
l'Exécutif des musulmans. Quel
était l'objet de ces perquisitions?
Qui était visé? S'agissait-il de
contrôler l'affectation des fonds
publics? Ce n'est en effet pas la
première fois que la gestion
financière de l'Exécutif est mise en
cause. L'administration a d'ailleurs
refusé de verser la dernière
tranche des subsides. Pour quels
exercices budgétaires cela s'est-il
fait et pourquoi?
Par ailleurs, le mandat de
l'Exécutif actuel n'est plus valable
depuis mars et la communauté
musulmane néerlandophone n'est
plus suffisamment représentée
après la démission de certains
membres. Quelle est la mission de
l'Exécutif actuel et de quelles
compétences et responsabilités
est-il encore revêtu? Comment va-
t-on garantir la représentation
proportionnelle de la communauté
musulmane néerlandophone?
Notre groupe a soutenu la création
d'une commission qui sera
chargée du renouvellement des
organes de l'Exécutif car il est
important que de nouvelles
élections aient lieu rapidement.
Cette commission est-elle déjà
constituée et dans l'affirmative, qui
en fait partie? Le dossier de
subside 2004 doit-il être revu?
Qu'adviendra-t-il des 300.000
euros qui devaient servir à
l'organisation d'élections? Quid
des 100.000 euros destinés à
couvrir les charges du passé? Eu
égard à l'instruction, il faudra
commencer par vérifier si les
moyens ont été correctement
utilisés dans le passé.
L'indemnisation pour la nomination
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
huidige Executief. Wat is precies de opdracht van het huidige
Executief? Wat zijn zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden?
Ten derde, over de nieuwe wet, welke uitvoering werd gegeven aan
de wet tot oprichting van de commissie belast met de hernieuwing van
de organen van de islamitische eredienst? Is die commissie op dit
ogenblik samengesteld? Zo ja, hoe is die samenstelling? Hoe zal de
vertegenwoordiging van de Nederlandstalige moslimgemeenschap in
het nieuwe Executief worden gegarandeerd?
Ten slotte heb ik een aantal vragen over het subsidiedossier 2004.
Is er aanleiding om het subsidiedossier 2004 met betrekking tot de
volgende punten te herzien? Mevrouw de minister, 300.000 euro werd
voorbehouden voor de organisatie van de verkiezingen. Ik ga ervan
uit dat de verkiezingen in 2004 niet georganiseerd zullen kunnen
worden, waardoor het bedrag voor 2004 niet moet worden toegekend.
Gelet op het gerechtelijk onderzoek dient vooraf te moeten worden
uitgemaakt of de gelden in het verleden behoorlijk werden aangewend
vooraleer er bijkomende middelen worden toegekend. Wat zal er
gebeuren met de 100.000 euro die waren ingeschreven voor de lasten
van het verleden? Ten slotte, kan het bedrag van de vergoeding voor
de coördinator gehandhaafd blijven, indien de coördinator niet
aangesteld is? Werd hij aangesteld?
d'un coordinateur est-elle encore
nécessaire?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de media
hebben gewag gemaakt van verschillende huiszoekingen die door
een Brussels onderzoeksrechter waren bevolen. Volgens de media
zouden onder meer de burelen van het Executief van de Moslims van
België onderzocht zijn geweest.
De procureur des Konings van Brussel heeft mijn diensten per brief
van 13 januari 2003 op de hoogte gebracht dat er gerechtelijke
inlichtingen werden ingewonnen betreffende het financieel beheer van
het Executief. Een kopie van de begroting van 2001 en de
boekhoudkundige documenten die hierop betrekking hadden, werden
opgevraagd.
Per brief van 13 februari 2004 heeft de procureur des Konings
eveneens een kopie van de begroting van het Executief voor de jaren
2000, 2002, 2003 en 2004 opgevraagd, alsook de boekhoudkundige
stukken die betrekking hebben op de uitgaven in de voormelde jaren.
Ik beschik niet over andere informatie met betrekking tot de
rechtszaak.
Zoals u wellicht weet, mijnheer Van Parys, wordt de laatste schijf van
de subsidie pas uitbetaald na een controle door mijn diensten van de
bewijsstukken die door het Executief worden ingediend. Wat de jaren
1999, 2000, 2001 en 2002 betreft, werd de laatste schijf niet
uitbetaald, omdat het overgrote deel van de uitgaven werd geweigerd
deels omdat ze betrekking hadden op voorgaande jaren, deels omdat
de toegestane bedragen van de verschillende uitgavencategorieën
werden overschreden.
Het huidig Executief werd aangesteld bij koninklijk besluit van 18 juli
2003 voor een mandaat dat op 31 mei 2004 een einde nam. Dat
besluit werd niet verlengd. Gelet op de continuïteit van de openbare
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le procureur du Roi de
Bruxelles m'a fait savoir en janvier
2003 que des informations
judiciaires étaient collectées à
propos de la gestion financière de
l'Exécutif. Une copie du budget
2001 fut demandée à l'époque. En
février 2004, le procureur réclama
également une copie des budgets
des années 2000, 2002, 2003 et
2004. Je ne dispose pas
d'informations plus détaillées sur
cette enquête. La dernière tranche
de subventions n'a pas été versée
pour les années 1999, 2000, 2001
et 2002, soit parce que les
dépenses se rapportaient à des
années antérieures, soit parce que
les montants autorisés dans les
diverses catégories de dépenses
étaient dépassés. Le mandat de
l'actuel Exécutif a pris fin le 31 mai
2004. L'Exécutif peut toujours
prendre les décisions nécessaires
à la gestion quotidienne de
l'institution, sur la base du principe
de la continuité de l'administration
publique. Une commission a été
chargée, aux termes de la loi du
20 juillet 2004, du renouvellement
des organes du culte musulman.
Un arrêté ministériel du 27
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
diensten kan het Executief immers nog steeds de noodzakelijke
beslissingen inzake het dagelijks beheer van de instelling nemen.
De wet van 20 juli 2004 heeft de oprichting van een commissie belast
met de hernieuwing van de organen van de islamitische eredienst
toegestaan. Een ministerieel besluit dat op 27 september 2004
gepubliceerd werd, stelt de samenstelling ervan vast. Zoals
voornoemde wet vaststelt, omvat zij twee magistraten emeritus,
namelijk de heer Lucien Francois en de heer Raymond Decoux, twee
vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap, namelijk de heer
Hassan Bousetta en mevrouw Ayse Ocen en een deskundige
aangesteld door de minister van Binnenlandse Zaken, die
gespecialiseerd is in de problematiek van de kiesverrichtingen, met
name de heer Jacques Thierry.
Wat de vertegenwoordiging van de Nederlandstalige
moslimgemeenschap binnen het nieuwe Executief, komt het toe aan
de nieuwe algemene vergadering, die uit de algemene verkiezingen
zal ontstaan, om na te denken over een organisatie die beter aan het
federale schema van de staat is aangepast. Als minister bevoegd
voor de erediensten, en met eerbiediging van het principe van niet-
inmenging van de Staat in zaken van eredienst, zal ik op dit punt aan
deze vergadering een constructieve dialoog voorstellen.
De commissie belast met de hernieuwing van de organen van de
islamitische eredienst beschikt over een subsidie van 300.000 euro
om de verkiezingen te realiseren. Het bedrag van 300.000 euro zal ter
beschikking van de commissie worden gesteld. Zij moet de regels van
de openbare comptabiliteit respecteren.
Inzake de 100.000 euro waarnaar u verwijst en die de lasten van het
verleden dekken, werd een akkoord op het niveau van de regering
gerealiseerd. Het Rekenhof heeft op 11 mei 2004 zijn visum verleend.
Tot nu toe heeft het Executief aan mijn administratie nog geen
document bezorgd waaruit de aanwerving van een coördinator zal
blijken. Anderzijds blijft de begroting 2004 van 726.000 euro,
ongewijzigd.
septembre définit la composition
de cette commission: deux
magistrats émérites, deux
représentants de la communauté
musulmane et un expert du
ministère de l'Intérieur, spécialisé
dans l'organisation de scrutins. Il
revient à l'assemblée générale qui
résultera de ces élections de
veiller à une représentation
proportionnelle des musulmans
néerlandophones. La commission
dispose d'un budget de 300.000
euros pour l'organisation des
élections. La Cour des comptes a
autorisé la subvention de 100.000
euros pour couvrir les charges du
passé. Jusqu'ici, l'Exécutif n'a
fourni à mon administration aucun
document attestant l'engagement
d'un coordinateur. Le budget 2004
est inchangé.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister is
bijzonder karig met de informatie over het onderzoek en het voorwerp
van het onderzoek. Ik meende dat er geen bezwaar kon bestaan
tegen de mededeling van de misdrijven waarop het onderzoek
betrekking heeft en tegen wie klacht werd ingediend. In andere
dossiers werd via de procureur des Konings geregeld meegedeeld
wat het voorwerp was van het onderzoek. Ik wil dus vragen aan de
minister om deze informatie ter beschikking te stellen.
Uit wat de minister meedeelt, met name dat de procureur des Konings
van Brussel een aantal gegevens en documenten vanaf 2000 tot en
met 2004 heeft opgevraagd, leid ik af dat het onderzoek niet alleen
betrekking heeft op de vorige, maar ook op de huidige
moslimexecutieve. Dat toont aan dat ook de documenten over het
financieel beheer van de huidige moslimexecutieve het voorwerp
uitmaken van het onderzoek. Dat is een belangrijk element, omdat de
vraag rijst of er zich, gelet op het feit dat de huidige moslimexecutieve
nog steeds bevoegdheden inzake het financieel beheer van middelen
afkomstig van de overheid heeft volgens het principe van de
continuïteit, en gelet op het onderzoek daarnaar, geen preventieve
03.03 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre est particulièrement
avare d'informations à propos de
l'enquête judiciaire. Je déduis des
informations demandées que
l'enquête ne concerne pas
uniquement l'ancien Exécutif mais
aussi l'actuel. En vertu du principe
de continuité, l'Exécutif peut
toujours gérer ses ressources
propres. N'est-il pas nécessaire de
prendre des mesures préventives
compte tenu de l'enquête
judiciaire?
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
maatregelen opdringen naar de huidige moslimexecutieve in verband
met het beheer van de financiële middelen. Aangezien de minister
aanwijzingen heeft dat er een gerechtelijk onderzoek loopt naar de
wijze waarop de middelen worden beheerd, is het in het kader van
een goed bestuur absoluut noodzakelijk dat preventieve maatregelen
worden genomen, om te voorkomen dat er zich in de toekomst nog
malversaties zouden voordoen. Ik meen dat ik nu wel de kwalificatie
"malversaties" mag gebruiken, vermits er een gerechtelijk onderzoek
is.
Ik stel vast dat ondertussen de commissie werd samengesteld. Ik kan
mij daarover verheugen, aangezien er nu een reëel perspectief op
verkiezingen is. Ik weet niet of de minister zich kan uitspreken over
een datum of periode waarbinnen de verkiezingen zullen worden
georganiseerd.
Ik wil alleen nog een concreet punt aanhalen. De minister zegt dat zij
over geen gegevens beschikt dat de moslimexecutieve een
coördinator heeft aangesteld. Nochtans was dat een belangrijk
element van de begroting 2004. In de begroting 2004 was immers een
vergoeding ingeschreven voor de coördinator. In het kader van een
goede controle over de financiële middelen en vermits de
moslimexecutieve geen coördinator aanstelt, moet worden nagegaan
wat er met de gelden is gebeurd die in de begroting waren
ingeschreven voor de coördinator. Zo niet dreigen daar opnieuw
financiële problemen. Ik zou daaromtrent bij gelegenheid nadere
informatie willen van de minister. Ik neem aan dat zij die op dit
ogenblik niet kan geven.
Mijnheer de voorzitter, dat waren een aantal elementen van reactie op
het antwoord van de minister.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre: Pour ce qui concerne la date des
élections, celle-ci ne peut pas encore être précisée avec certitude.
Vous savez qu'un projet de loi a été adopté en première lecture à
propos des enquêtes de sécurité menées par la Sûreté de l'Etat. Ce
projet de loi a fait l'objet d'un examen par la commission de la
Protection de la vie privée et également par le Comité R. Nous
travaillons pour intégrer les remarques que nous avons reçues des
deux côtés afin de venir en seconde lecture si possible la semaine
prochaine au gouvernement, ce qui nous permettra de transmettre le
projet au Conseil d'Etat puis de vous le soumettre en urgence.
03.04
Minister Laurette
Onkelinx: De datum van de
verkiezingen kan nog niet met
zekerheid gepreciseerd worden.
Het wetsontwerp betreffende de
veiligheidsonderzoeken uitgevoerd
door de Staatsveiligheid werd
aangenomen in eerste lezing en
verzonden naar de Commissie
voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer en naar
het Comité I. We zijn bezig hun
opmerkingen in het ontwerp te
integreren alvorens het voor een
tweede lezing aan de regering
voor te leggen. Vervolgens gaat
het naar de Raad van State en
daarna zal het u worden
overgezonden voor een
urgentieprocedure.
03.05 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, dat betekent
dat het huidige Executief nog gedurende een relatief lange periode
zijn bevoegdheden zal kunnen uitoefenen, gelet op het feit dat er
maar verkiezingen zullen kunnen georganiseerd worden nadat de wet
inzake de screening als ik het zo mag zeggen zal zijn
03.05 Tony Van Parys (CD&V):
Quand les élections seront-elles
organisées? L'Exécutif actuel
n'ayant pas désigné de
coordinateur, il convient de vérifier
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
goedgekeurd. Tot dan zal Het huidige Executief voort kunnen
functioneren. De vraag is: welke maatregelen worden genomen in de
overgangsperiode inzake het financiële beheer van het Executief,
wetende dat terzake een gerechtelijk onderzoek loopt? Moet men het
financiële beheer niet onttrekken aan het huidige Executief omdat er
aanleiding is te twijfelen aan het behoorlijk beheer van de financiële
middelen? Voor een behoorlijk bestuur lijkt mij dat bijna evident te
zijn.
ce qu'il est advenu des moyens
inscrits précédemment au budget
de 2004.
03.06 Laurette Onkelinx, ministre: La présomption de l'innocence
est aussi un principe fondamental de l'état de droit.
03.06
Minister
Laurette
Onkelinx: Het vermoeden van
onschuld is eveneens een
fundamenteel beginsel in een
rechtsstaat.
03.07 Tony Van Parys (CD&V): Ja, maar de goede aanwending van
de overheidsmiddelen is ook een belangrijk uitgangspunt van de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
03.07 Tony Van Parys (CD&V):
Cela signifie que l'Exécutif actuel
va continuer à exercer ses
compétences pendant une période
encore relativement longue.
Quelles mesures seront-elles
prises au cours de la période
transitoire? Ne convient-il pas de
retirer la gestion financière à
l'Exécutif, à présent qu'on a des
raisons de douter de l'utilisation
appropriée des moyens?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 3690 de M. Miguel Chevalier est reportée.
04 Question de M. Eric Libert à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le pécule de
04 Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
vakantiegeld van de magistraten" (nr. 3580)
04.01 Eric Libert (MR): Monsieur le président, madame la ministre,
ma question a trait à une catégorie socioprofessionnelle à ce point
importante que l'on peut dire qu'elle constitue l'épine dorsale d'un
pays par l'importance de la mission qui lui est confiée. Il s'agit en effet
d'appliquer au quotidien une législation dont on peut dire, et pour le
moins, qu'elle est de plus en plus complexe et ce, dans des
conditions que l'on pourrait presque qualifier, sur le plan financier, des
plus précaires, en tout cas au regard de l'importance de leurs
responsabilités, d'une part, et au regard de la comparaison que l'on
peut faire avec la rémunération de leurs collègues européens, d'autre
part. Vous savez que les magistrats belges sont les moins bien payés
de toute l'Europe, à l'exception de leurs collègues grecs.
Dans de telles conditions, il me semble qu'il convient dès lors d'être
soucieux de leur verser la rémunération qui leur revient. Or, il faut
constater que ce n'est malheureusement pas le cas et vous
comprendrez que nous ne pouvons, en aucune manière, l'accepter.
Ainsi, la presse a relayé le mécontentement de 650 magistrats belges
qui attendent que leur soit payé le pécule de vacances auquel ils ont
04.01 Eric Libert (MR): De
magistraten vormen een erg
belangrijke sociaal-professionele
groep door de rol die zij in onze
maatschappij vervullen. Zij moeten
immers een steeds ingewikkelder
wordende wetgeving aan de
dagdagelijkse realiteit toetsen.
Hun financiële verloning staat
echter niet in verhouding tot de
verantwoordelijkheid die ze dragen
en ook in vergelijking met hun
Europese collega's stellen ze het
financieel veel minder goed.
Het is in die context dat bijna 650
Belgische magistraten u voor het
gerecht zouden gedaagd hebben
om de uitbetaling van het
vakantiegeld waarop ze recht
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
droit. C'est ainsi que des magistrats néerlandophones auraient déjà
lancé une citation en justice à votre encontre - peut-être l'avez-vous
déjà reçue - et serait sur le point d'être suivie par des magistrats
francophones.
Lesdits magistrats seraient, en effet, les seuls à ne pas avoir reçu
l'augmentation du pécule de vacances qui était pourtant prévue par la
réforme Copernic, alors que l'article 363 alinéa 1
er
du Code judiciaire
stipule très clairement que les magistrats de l'ordre judiciaire
reçoivent les mêmes indemnités, allocations et rétributions
complémentaires que les fonctionnaires de l'ordre administratif et ce,
dans la même mesure et les mêmes conditions et alors que, détail
piquant, les greffiers de ces magistrats reçoivent, eux, le pécule dont
question.
A une question orale qui vous a été posée le 19 mai dernier, vous
avez répondu que cette matière avait trait au statut social des
magistrats et qu'une étude menée sur le sujet par le premier président
de la cour du travail de Liège était en cours. Pouvez-vous, dès lors,
nous livrer les conclusions de cette étude et nous dire si la prime
prévue par la réforme Copernic sera, in fine, versée aux magistrats?
hebben te bekomen.
De bedoelde magistraten zouden
de enigen zijn die de verhoging
van het vakantiegeld zoals
nochtans opgenomen in de
Copernicushervorming nog niet
gekregen hebben. Artikel 363,
eerste lid, van het Gerechtelijk
Wetboek bepaalt evenwel duidelijk
dat de magistraten van de
rechterlijke orde in dezelfde mate
en onder dezelfde voorwaarden in
aanmerking komen voor de
toelagen, vergoedingen en
uitkeringen die aan de
bestuursambtenaren toegekend
worden. Pikant detail: de griffiers
van deze magistraten ontvangen
wel het kwestieuze vakantiegeld.
U heeft ons reeds gezegd dat
deze kwestie verband houdt met
het sociaal statuut van de
magistraten en dat de eerste
voorzitter van het arbeidshof te
Luik deze aangelegenheid
momenteel onder de loep neemt.
Tot welke conclusies is de eerste
voorzitter gekomen? Zullen de
magistraten de premie die deel
uitmaakt van de
Copernicushervorming uiteindelijk
ontvangen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Libert, je confirme que les départements de la Justice, du Budget et
des Finances ont été cités par environ 650 magistrats
néerlandophones. Cette affaire sera effectivement introduite au début
octobre devant le tribunal de première instance de Bruxelles. Je vous
propose de ne pas échanger d'arguments dans cette enceinte. Cela
doit se passer devant les cours et les tribunaux; je ne vous répondrai
donc pas en termes de droit. Je vous confirmerai seulement que la
réforme Copernic, initiée sous l'ancienne législature, n'avait à
l'époque pas prévu que les primes soient également octroyées aux
magistrats.
Dernièrement, j'ai envoyé un courrier à chaque magistrat expliquant
que je travaillais actuellement, avec le concours de plusieurs d'entre
eux, sur l'élaboration d'un statut social des magistrats qui fait
cruellement défaut et que la question des moyens pour compléter
leurs revenus au moyen de la prime Copernic se trouvait sur la table
des discussions dans le cadre du budget 2005. A ce propos, je tiens
d'ailleurs à préciser que le montant global représente 6,3 millions
d'euros et non 6,3 milliards d'euros comme l'a indiqué M. Chevalier
dans sa question écrite. Cette somme je le répète fait
actuellement l'objet des discussions gouvernementales, ce qui
04.02
Minister
Laurette
Onkelinx: De departementen
Justitie, Begroting en Financiën
werden inderdaad door 650
Nederlandstalige magistraten voor
de rechtbank van eerste aanleg te
Brussel gedaagd. Ik zal me dan
ook niet uitspreken over de
juridische kant van de zaak.
In de Copernicushervorming werd
geen gewag gemaakt van het
toekennen van premies aan de
magistraten.
Ik werk aan een sociaal statuut
voor de magistraten. In het raam
van de begrotingsbesprekingen
2005 wordt nagegaan hoe hun
inkomen eventueel met de
Copernicuspremie kan worden
aangevuld. Daar is een
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
permettra, peut-être, de l'accorder aux magistrats, dans le cadre du
budget 2005. Pour le reste, l'action judiciaire suit son cours devant les
cours et tribunaux.
totaalbedrag van 6,3 miljoen euro
mee gemoeid. De rechtsvordering
volgt de gewone procedure voor
de hoven en de rechtbanken.
04.03 Eric Libert (MR): Madame la ministre, mon intention n'était
pas d'engager un débat juridique. Ma question était fort simple.
04.03 Eric Libert (MR): Het lag
niet in mijn bedoeling een juridisch
debat aan te gaan.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Vous avez quand même
développé quelques arguments juridiques.
04.04 Minister Laurette
Onkelinx: U voerde toch een
aantal juridische argumenten aan.
04.05 Eric Libert (MR): Je peux vous en avancer d'autres. J'espère
d'ailleurs qu'ils pourront vous aider dans le cadre de l'action que vous
menez.
Ma question était factuelle. Je souhaitais savoir s'il entrait dans vos
intentions de payer à ces magistrats le pécule qui leur revient.
Je me permets, madame la ministre, d'attirer votre attention sur un
point. Il est vrai qu'en droit, il ressort clairement d'une analyse directe
et non-interprétative de la Constitution et de la loi qu'il n'appartient pas
au gouvernement fédéral, fût-ce pour des raisons budgétaires, de
soustraire les magistrats en tant que membres de l'ordre judiciaire au
bénéfice des traitements qui leur sont octroyés par la loi. A partir du
moment où vous dites que la loi vous oblige à payer mais que vous ne
le faites pas pour des raisons budgétaires, vous vous inscrivez en
porte-à-faux par rapport à cette loi.
04.05 Eric Libert (MR): Ik wilde
weten of u al dan niet van plan
bent die magistraten het
vakantiegeld waarop zij recht
hebben, te betalen.
Het klopt dat, in rechte, uit een
rechtstreekse en niet-
interpretatieve analyse van de
Grondwet en de wet blijkt dat de
federale regering niet kan
beslissen dat de magistraten, die
van de rechterlijke orde deel
uitmaken, geen recht hebben op
de wedde die hun bij wet werd
toegekend, ook niet om
budgettaire redenen. Wanneer u
dus zegt dat u wettelijk verplicht
bent die bedragen te betalen,
maar dat u dat om budgettaire
redenen niet doet, wijkt u af van de
wet.
04.06 Laurette Onkelinx, ministre: Vous m'avez mal comprise. J'ai
dit que le ministre de la Justice du gouvernement précédent avait
estimé que la prime Copernic ne devait pas être octroyée aux
magistrats. Je vous ai dit également que j'estimais qu'un complément
de rémunération d'un montant équivalent à la prime Copernic pourrait
être proposé aux magistrats et que cette proposition était sur la table
dans le cadre des discussions du budget 2005. Je n'ai rien dit d'autre.
04.06 Minister Laurette
Onkelinx: U heeft me verkeerd
begrepen. Ik heb gezegd dat de
minister van Justitie van de vorige
regering meende dat de
Copernicuspremie niet aan de
magistraten moest worden
toegekend. Ik ben van oordeel dat
we de magistraten een
weddeverhoging ten bedrage van
de Copernicuspremie zouden
kunnen voorstellen. Dat voorstel
wordt in het raam van de
begrotingsbesprekingen 2005
bestudeerd.
04.07 Eric Libert (MR): Permettez-moi de vous répondre qu'il
n'appartient pas au gouvernement d'émettre une appréciation, fût-elle
budgétaire, dès lors que la loi fixe le traitement des magistrats. Si le
gouvernement persiste dans cette position, son refus réitéré et
insistant de payer la prime Copernic constitue une lourde atteinte aux
dispositions constitutionnelles et légales, ainsi qu'au principe de
04.07 Eric Libert (MR): De
regering heeft terzake geen
enkele, ook geen financiële,
beoordelingsbevoegdheid, aan-
gezien de wedde van de
magistraten bij wet wordt
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
légalité et par conséquent au statut des magistrats de l'ordre judiciaire
ainsi qu'aux stagiaires judiciaires.
De plus, madame la ministre, - et c'est sur ce point que je voudrais
attirer plus précisément votre attention une telle violation
constituerait une faute manifeste au sens des articles 1382 et 1383 du
Code civil. La responsabilité du gouvernement serait alors ipso facto
engagée et les magistrats pourraient prétendre à des
dédommagements pour les préjudices subis.
vastgesteld. Indien de regering bij
haar standpunt blijft, betekent die
herhaalde en volgehouden
weigering de magistraten de
Copernicuspremie te betalen, een
ernstige schending van de
grondwettelijke en de wettelijke
bepalingen. Zodoende zet de
regering het legaliteitsbeginsel op
de helling en treedt ze het statuut
van de magistraten van de
rechterlijke orde en van de
gerechtelijke stagiairs met voeten.
Een dergelijke schending zou
trouwens betekenen dat er sprake
is van schuld in de zin van de
artikelen 1382 en 1383 van het
Burgerlijk Wetboek. De regering
zou daarvoor ipso facto
verantwoordelijk worden gesteld
en de magistraten zouden een
schadeloosstelling kunnen eisen
voor de schade die hen werd
berokkend.
04.08 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
misschien kan de collega wanneer wij straks nog eens een
amendement indienen, dat wel goedkeuren. Vorige keer hebt u het
afgekeurd, nog niet zo lang geleden, en nu komt u een totaal andere
taal spreken. Uw stemgedrag komt niet overeen met wat u vandaag
zegt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Wij gaan proberen onze agenda af te werken. Er zijn nog heel wat vragen af te handelen
deze voormiddag. Ik denk dat wij het tempo toch wat moeten verhogen.
05 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
beweerde betrokkenheid van Nederlandse inwoners van de Belgische grensstreek in Limburg bij
criminele feiten" (nr. 3654)
05 Question de Mme Marleen Govaerts à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
prétendue implication de ressortissants néerlandais établis dans la région frontalière belge du
Limbourg dans des faits criminels" (n° 3654)
05.01 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in de Limburgse grensstreek met Nederland
leeft het algemeen gevoel dat er een soort van vermeende
betrokkenheid is van Nederlandse inwoners in Limburg bij
drugscriminaliteit en het witwassen van drugsgeld. In de krant wordt
gesuggereerd en de mensen voelen het ook zo aan dat de Belgische
politie nalatig zou zijn in die zaken.
Bent u op de hoogte van de beweerde en geïnsinueerde feiten? Zo ja,
zijn de politie en het gerecht op de hoogte van het aantal en de
identiteit van de buitenlanders die in het Nederlandse grensgebied
wonen en die strafbare feiten hebben gepleegd in het buitenland? Is
05.01 Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Le quotidien
"Het Nieuwsblad" fait état de
l'implication de Néerlandais
habitant la région frontalière dans
des dossiers de criminalité liée à
la drogue et dans des opérations
de blanchiment à l'étranger. On
parle également de négligence de
la part de la police belge.
La police et la justice sont-elles
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
het in dat geval mogelijk dat buitenlandse criminelen die verdacht
worden van moord in hun eigen land dat artikel verscheen naar
aanleiding van een moord op een Nederlander hier met rust gelaten
worden omdat zij in België geen strafblad hebben, zoals beweerd
wordt in het bewuste artikel?
Welke maatregelen werden reeds overwogen of uitgevoerd om die
situatie het hoofd te bieden? Is er, nog steeds in de veronderstelling
dat de beweerde feiten juist zijn, samenwerking tussen uw diensten
en de politiediensten die ressorteren onder de minister van
Binnenlandse Zaken?
Of zijn de beweringen in dat krantenartikel uit de lucht gegrepen?
informées? Y a-t-il une
collaboration? Est-il possible que
la police s'abstienne d'inquiéter les
intéressés parce qu'ils n'ont pas
de casier judiciaire en Belgique?
Quelles mesures prend-on? Les
affirmations relayées dans cet
article seraient-elles totalement
dénuées de fondement?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
het bewuste krantenartikel sterk genuanceerd en gerelativeerd dient
te worden, daar waar deels gesuggereerd wordt dat niet weinig
Nederlanders die in Belgisch Limburg een grote woning betrekken,
gezochte criminelen zouden zijn.
Dat gezegd zijnde, tonen de parketten van Hasselt en Tongeren een
verhoogde belangstelling voor de gestelde problematiek. Dat is niet
nieuw. In de loop van 2003 en 2004 werden meerdere dossiers
lastens Nederlandse onderdanen inzake witwaspraktijken opgestart,
waarbij meerdere onroerende goederen, voertuigen en grote
geldsommen in beslag werden genomen.
Lokale en federale politie werken goed samen in dergelijke dossiers.
Politie en gerecht worden automatisch geïnformeerd omtrent de op te
sporen personen waarvoor de Nederlandse autoriteiten een
internationaal Europees aanhoudingsmandaat hebben
uitgeschreven. Die personen worden dan geseind. Dat laat toe om
maatregelen te treffen wanneer er aanwijzingen zijn dat zij zich op
Belgisch grondgebied bevinden.
Omtrent Nederlandse onderdanen die ginder veroordeeld zijn en die
zich in België komen vestigen, bestaat er geen systematische
gegevensuitwisseling. Dat probleem heeft zich ook voorgedaan bij de
zaak-Fourniret. Naar aanleiding van verschillende mondelinge en
schriftelijke vragen, heb ik al uitgelegd dat ik van plan was om een
nauwere samenwerking met de buurlanden op te zetten wat de
wederzijdse toegang tot het nationale strafregister betreft.
Momenteel loopt er een pilootproject met Frankrijk, Spanje en
Duitsland waarbij België zich in de komende maanden concreet zal
aansluiten. Dit project zal waarschijnlijk in de toekomst ook openstaan
voor andere lidstaten waaronder Nederland.
Ik steun ook het werk van de Europese Commissie inzake de
interconnectie van nationale strafregisters en het oprichten van een
Europees register van veroordelingen. Het doel op korte termijn is een
onmiddellijke toegang te bieden tot alle gerechtelijke antecedenten
van een persoon verblijvend in de Europese Unie.
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il est suggéré dans
l'article en question que de
nombreux Néerlandais occupant
une villa dans la région frontalière
seraient des criminels recherchés.
Il convient de nuancer et de
relativiser sérieusement ces
affirmations.
Les parquets de Hasselt et de
Tongres ont ouvert en 2003 et
2004 plusieurs dossiers relatifs à
des opérations de blanchiment à
charge de Néerlandais. Des biens
immobiliers, des véhicules et
d'importantes sommes d'argent
ont été saisis.
La coopération entre les polices
locale et fédérale est bonne.
Lorsque les Pays-Bas décernent
un mandat d'arrêt international, les
intéressés font immédiatement
l'objet d'un avis de recherche. Si
des indices laissent penser qu'ils
se trouvent sur le territoire belge,
des mesures sont aussitôt prises.
Il n'existe pas, toutefois,
d'échange systématique de
données concernant des
condamnations prononcées aux
Pays-Bas à charge de personnes
s'établissant dans notre pays.
Je projette d'initier avec les pays
limitrophes de la Belgique une
collaboration plus étroite en
matière d'accès réciproque au
casier judiciaire national et je
soutiens le projet de la
Commission européenne tendant
à instaurer une interconnexion des
casiers judiciaires nationaux, ainsi
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
qu'un registre européen des
condamnations.
05.03 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het verheugt mij dat u al veel stappen hebt
ondernomen en nog onderneemt om meer samen te werken met het
buitenland. Het kan natuurlijk niet dat er zich hier criminelen komen
vestigen en er daartegen niets wordt ondernomen.
Ik ben blij dat er een goede samenwerking is met Binnenlandse
Zaken en met de buurlanden.
05.03 Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Je me réjouis
que la ministre entreprenne des
démarches afin de favoriser une
collaboration plus étroite avec nos
voisins et collaborer
fructueusement avec le SPF
Intérieur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
klachtenbehandeling" (nr. 3665)
06 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le traitement
06.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, enige tijd
geleden konden wij met zijn allen kennis nemen van het jaarverslag
2003 van de Hoge Raad voor Justitie met daarin het afzonderlijke
hoofdstukje over de klachtenbehandeling. Ik denk dat de lezing van
dat hoofdstuk vlug leert dat er vandaag een heel groot verschil
bestaat tussen, enerzijds, de praktijk zoals ze bestaat en, anderzijds,
de doelstelling die de wetgever zich voor ogen had gesteld bij de
oprichting van de Hoge Raad voor Justitie. Die doelstelling bestond er
toch duidelijk in de klachten van de burger inzake de Justitie te
centraliseren bij de Hoge Raad, meer bepaald bij de advies- en
onderzoekscommissie. Dit had op zijn beurt weer als bedoeling een
duidelijk beeld te krijgen van hoe de burger de werking van de Justitie
nu precies ervaart en om vervolgens aanbevelingen te kunnen doen
om de efficiëntie te verhogen. Een verdere lezing van dat verslag leert
mij dat het orgaan Hoge Raad voor de Justitie en specifiek het orgaan
voor de klachtenbehandeling eigenlijk bij de burger niet gekend is. In
2003 heeft de Hoge Raad nauwelijks 288 klachten behandeld.
Wanneer we dan even kijken zien we dat de FOD Justitie tussen
5.000 en 6.000 klachten ontvangen en behandeld zou hebben. Verder
lees ik ook dat er heel wat andere instanties zijn die klachten
ontvangen van de burger. Denken wij maar aan uw kabinet zelf, de
OCMW's, de griffies, advocaten, notarissen, vrederechters, parketten,
auditoraten, zowat iedereen.
06.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Il
ressort du rapport annuel du
Conseil supérieur de la Justice
que la pratique n'est pas toujours
en adéquation avec les objectifs
du législateur. La commission
d'avis et d'enquête du Conseil
supérieur de la Justice reçoit
beaucoup moins de plaintes de
citoyens que prévu, alors qu'un
grand nombre de plaintes
continuent d'aboutir auprès du
SPF Justice et d'autres instances.
06.02 Minister Laurette Onkelinx: En volksvertegenwoordigers.
06.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Iedereen ontvangt zo wat klachten,
niemand weet het van elkaar. Het gevolg is dat de klachten worden
doorgestuurd en de burger het gevoel heeft dat hij van het kastje naar
de muur wordt gestuurd. Ik denk dat dit een heel slechte situatie is.
De burger heeft eigenlijk al een slecht gevoel. Precies daarom komt
hij met een klacht. Dan krijgt hij uiteindelijk dikwijls zelfs geen
antwoord op zijn klacht. Ik denk dat dit dringend verholpen moet
worden, te meer daar die klachtenbehandeling toch wel van
goudwaarde is. Precies om die reden denk ik dat het in de toekomst
belangrijk en goed zou zijn als die klachtenbehandeling
geprofessionaliseerd, maar vooral ook gecentraliseerd zou worden.
Vandaar, mevrouw de minister, dat ik vier vragen voor u heb.
06.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Le
traitement des plaintes devrait être
effectué de manière plus
professionnelle et être davantage
centralisé.
Combien de plaintes le cabinet et
le SPF Justice traitent-ils chaque
année? Quelles plaintes sont les
plus fréquentes? Des
enseignements sont-ils tirés de
ces plaintes au niveau de la
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Ten eerste, hoeveel klachten hebben uw kabinet en de administratie
FOD Justitie per jaar te behandelen? Ten tweede, kunt u daar een
soort klachten detecteren die het vaakst voorkomt? Ten derde, is er in
een terugkoppeling naar het beleid voorzien wat de inhoud van de
klachten betreft? Ten vierde, welke initiatieven zult u nemen om te
komen tot een meer effectieve centralisatie van de klachten over de
werking van het gerecht? Tot daar mijn vragen.
politique mise en oeuvre par le
département? Comment
procédera-t-on à une
centralisation effective?
06.04 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Claes, ik moet toegeven
dat ik geen telling bijhoud van de klachten die mij via mijn kabinet
toegestuurd worden. Ik kan u wel meedelen dat wanneer de klachten
verband houden met de werking van de gerechtelijke orde, ik de
klagende persoon uitnodig om zijn klachten aan de Hoge Raad voor
de Justitie te richten zodat de Hoge Raad die klachten kan
behandelen. Daarenboven is het begrip klacht zeer rekbaar. Ik krijg
talrijke brieven van personen die over diverse zaken klagen. Het is
dus niet evident een klacht bij de juiste instantie te krijgen.
Wat het departement Justitie betreft, ontvangt de stafdienst Juridische
Zaken van de FOD geregeld talrijke klachten die de burgers
rechtstreeks sturen of ook brieven die doorgestuurd worden door het
kabinet van de Koning, door mijn kabinet, door andere diensten, of
door een andere FOD. Het voorwerp van die klachten is zeer
uiteenlopend. De stafdienst Juridische Zaken onderzoekt de klachten
en geeft steeds antwoord aan de klagers, maar met strikt respect voor
het grondwettelijk principe van de scheiding der machten en zonder
tussenbeide te komen inzake de grond van de zaak. De stafdienst
Juridische Zaken stuurt de klachten geregeld naar de bevoegde
dienst of autoriteit binnen of buiten de FOD zoals het parket-
generaal die ratio locae bevoegd is; naar de Hoge Raad voor de
Justitie, enzovoort.
Bij het behandelen van de klachten waakt de stafdienst Juridische
Zaken erover dat zij niet de rol aanneemt van juridisch raadgever,
maar zij helpt de burger om zo snel en zo adequaat mogelijk de juiste
weg aan te geven. Cijfermatig ontving men 4.386 klachten in 2000;
3.265 in 2001; 2.743 in 2002; 2.146 in 2003 en 668 in 2004. Zoals
gezegd is de aard van de klachten zeer uiteenlopend. Ik kan u een
tabel bezorgen die mijn administratie heeft opgesteld, waarin de
meest gebruikte sleutelwoorden voorkomen die gebruikt worden in de
klachten. Zij verschaft eveneens een reeks beschouwingen over
verschillende vragen.
06.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Les plaintes que je reçois
par l'intermédiaire du cabinet ne
font pas l'objet d'un comptage.
Lorsqu'elles concernent la justice,
je demande au plaignant de
s'adresser au Conseil supérieur de
la Justice. La notion de "plainte"
est par ailleurs élastique.
Le service d'encadrement Affaires
juridiques du SPF reçoit aussi
régulièrement des plaintes qui lui
sont adressées directement ou par
l'entremise du cabinet du Roi, de
mon cabinet, d'autres services ou
d'autres SPF. Il est toujours
répondu aux plaignants mais le
SPF respecte strictement le
principe de la séparation des
pouvoirs. Il transmet de
nombreuses plaintes aux
instances compétentes et oriente
les citoyens. Il a reçu 4.386
plaintes en 2000, 3.265 en 2001,
2.743 en 2002, 2.146 en 2003 et
668 en 2004. L'administration a
dressé un tableau des mots clés
qui apparaissent le plus
fréquemment dans ces plaintes.
La question est: faut-il un bureau central des plaintes? J'y réfléchis.
Des propositions existent et sans dévoiler déjà tout le travail réalisé
par MM. Erdman et Delevalle, je peux vous dire que la création d'un
bureau central des plaintes en fait partie.
Cela va-t-il faire double emploi avec le travail du Conseil supérieur de
la Justice? Le travail de ce Conseil est-il suffisamment connu? Faut-il
aller plus loin dans les missions du Conseil supérieur de la Justice?
Toutes ces questions sont sur la table. Nous y réfléchissons mais je
ne vais pas vous donner une réponse définitive aujourd'hui puisque
ces questions font l'objet des travaux de réflexion que je mène pour le
moment avec mon équipe.
Cela m'arrangerait bien, à la limite en tout cas, comme à vous - je
De vraag rijst of er geen centraal
klachtenbureau moet worden
opgericht. Men moet er echter
voor zorgen dat er geen
overlapping is met de Hoge Raad
voor de Justitie; men zou immers
ook kunnen overwegen de
bevoegdheden van die Raad uit te
breiden. Er moet een einde
worden gemaakt aan het enorm
hoog aantal klachten en aan de
onmogelijkheid om daaraan het
nodige gevolg te geven.
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
pense - et à l'ensemble des institutions, d'en finir avec ce nombre
inouï de plaintes que nous recevons et auxquelles nous pouvons
difficilement donner la réponse attendue par le plaignant. Je le répète,
il faut analyser la situation en fonction des rôles et missions déjà
dévolus notamment au Conseil supérieur de la Justice.
06.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister uiteraard voor haar antwoord.
De cijfers zijn wat ze zijn, maar het stemt me wel gelukkig dat er
verder wordt nagedacht over en gewerkt aan de essentiële vraag in
deze kwestie, met name of een centraal bureau nodig is. Mevrouw de
minister, ik ben van mening dat dit wel nodig is. Dit centraal bureau
moet volgens mij in de toekomst dichter bij de mensen staan. Ware
het trouwens niet aangewezen om een dergelijk bureau te creëren op
het niveau van de justitiehuizen. Ieder gerechtelijk arrondissement
heeft zo'n justitiehuis, het is gekend bij de burger en het is
laagdrempelig.
Volgens mij kunnen de burgers makkelijker terecht bij een justitiehuis.
De klachten zouden daarna ook beter gecentraliseerd kunnen
worden. Men zou eventueel nog een stap verder kunnen gaan door
eenvoudige klachten onmiddellijk te behandelen op dat niveau. Op die
manier is de burger onmiddellijk geholpen. Als blijkt dat het gaat om
een zware klacht over de werking van het gerecht, dan kan worden
doorverwezen naar de Hoge Raad voor de Justitie.
Dit is mijn persoonlijke mening.
06.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
me réjouis que la question de la
nécessité d'un bureau central soit
examinée. J'estime qu'un tel
bureau est nécessaire et doit être
plus proche des gens. Il devrait
peut-être être créé dans le cadre
des maisons de justice. Il serait
alors aisé de centraliser les
plaintes et, si elles sont simples,
de les traiter sur place.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'aide
financière aux victimes d'actes intentionnels de violence" (n° 3698)
07 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
financiële hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden" (nr. 3698)
07.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, lors de la séance du 13 janvier 2004, je vous ai interrogée
sur les réformes envisagées de la commission pour l'Aide financière
aux victimes d'actes intentionnels de violence, suite au rapport de la
Cour des comptes.
Dans votre réponse, vous avez montré votre préoccupation pour la
question et avez annoncé différentes initiatives en la matière. Je
m'adresse donc à nouveau à vous pour savoir où en sont ces projets,
après que 9 mois se soient écoulés.
La loi du 22 avril 2003, entrée en vigueur au début de cette année, a
élargi le cadre du secrétariat de la commission à 14 personnes, une
procédure de sélection des candidats était d'ailleurs en cours. Je
souhaiterais savoir si, aujourd'hui, ce cadre est complet.
Depuis le 1
er
janvier 2004, il est également prévu que le Roi peut, afin
d'augmenter le nombre des commissaires effectifs et d'en faciliter le
recrutement, désigner de nouvelles catégories de membres.
Cette possibilité a-t-elle déjà été exploitée ou le sera-t-elle
07.01 Marie Nagy (ECOLO): Ik
heb u negen maanden geleden al
aan de tand gevoeld over uw
plannen betreffende de
hervorming van de Commissie
voor financiële hulp aan
slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden ingevolge de
rapporten van het Rekenhof. Is het
tot 14 personen uitgebreide
personeelsbestand van het
secretariaat nu voltallig? Werd
gebruik gemaakt van de
bevoegdheid van de Koning om
het aantal effectieve
commissarissen op te trekken?
Heeft de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer al advies uitgebracht
over de eventuele toegang van de
Commissie tot het rijksregister?
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
prochainement? Et si c'est le cas, dans quelle proportion?
Vous vous déclariez aussi favorable à permettre l'accès de la
commission au registre national. Dans ce but, un avis a été demandé
à la commission pour la Protection de la vie privée. Cet avis a-t-il été
rendu? Quelle en est sa substance? Et que comptez-vous faire,
madame la ministre, pour y donner suite?
En ce qui concerne la préoccupante question de l'arriéré de la
commission dans le traitement des dossiers, ma première inquiétude
concerne l'entrée en vigueur, ce 1
er
janvier, des lois du 26 mars et du
22 avril 2003. En effet, comme le soulignait Mme la ministre, ces deux
lois élargissent, à raison, le champ d'application de cette politique
publique à trois nouvelles catégories de personnes. Après 9 mois
d'application de ces dispositions, je m'interroge sur leurs
répercussions éventuelles sur l'arriéré que connaît déjà la
commission. Mme la ministre dispose-t-elle d'une évaluation chiffrée
en la matière?
En outre, toujours en ce qui concerne cet arriéré, vous souhaitiez
étudier avec l'aide de la commission et du secrétariat élargi, la
manière de prendre en compte ce problème et les solutions à y
apporter. Mme la ministre peut-elle me dire si ces concertations ont
eu lieu, ce qui a été décidé et quelles sont les mesures concrètes et
exceptionnelles qui seront prises pour mettre un terme le plus
rapidement possible à cet arriéré?
Enfin, Mme la ministre mentionnait, suite à ma précédente
intervention, qu'en matière d'aide urgente, le président et le vice-
président s'étaient vu octroyer la compétence de siéger seuls afin
d'accélérer la procédure d'urgence. A ce propos, je souhaiterais
savoir si vous disposez d'une évaluation. Ces nouvelles compétences
ont-elles permis de diminuer le délai de décision d'octroi. Si c'est le
cas, dans quelle mesure?
Je remercie Mme la ministre pour les réponses qu'elle apportera à
mes questions.
Hebt u reeds vooruitgang geboekt
in het overleg met de Commissie
en het uitgebreid secretariaat en in
het zoeken naar mogelijke
oplossingen om de achterstand
weg te werken? Heeft het
toekennen van de bevoegdheid
aan de voorzitter en de
ondervoorzitter om de
vergaderingen over dringende hulp
alleen te leiden geholpen om de
beslissingstermijn in te korten? Zo
ja, in welke mate?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, Mme
Nagy m'a posé cinq questions. Je lui donnerai donc cinq réponses.
Tout d'abord, depuis le 1
er
janvier de cette année, le cadre du
secrétariat de la commission est effectivement fixé à 14 personnes.
Toutefois, à ce jour, le secrétariat ne compte que 13 personnes. Afin
de compléter ce cadre au plus vite, une note a été envoyée au service
du personnel du SPF Justice.
A côté des avocats et fonctionnaires qui composaient au départ la
commission, peuvent dorénavant être nommées des personnes qui
justifient d'au moins 5 ans d'expérience professionnelle utile en
matière d'estimation ou d'évaluation du préjudice physique ou
psychique résultant d'une infraction.
Cette expérience peut être acquise dans le cadre de l'exercice d'une
fonction académique, d'une fonction médicale mais également au
sein d'une entreprise d'assurances, d'un service du SPF Justice ou
encore dans un service agréé par l'autorité compétente pour l'aide
sociale aux justiciables ou pour le secteur de la santé mentale.
07.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Het personeelsbestand
van het secretariaat telt
momenteel maar 13 mensen.
Er werd een oproep tot
kandidaatstelling gedaan en een
benoemingsprocedure opgestart
om nieuwe commissieleden aan te
stellen.
Ik ben voor de toegang van de
Commissie tot het rijksregister. De
Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer
heeft nog geen advies uitgebracht.
Op 9 september 2004 bedroeg het
aantal verzoekschriften 856 tegen
900 vorig jaar. De Commissie
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Un appel aux candidats a été lancé. Les candidatures devaient être
rentrées pour le 15 juin dernier. Une série d'interviews a été menée.
La procédure de nomination suit actuellement son cours et les
nouveaux membres de la commission issus de cette nouvelle
catégorie seront nommés prochainement. La proportion des
nouveaux membres de cette nouvelle catégorie n'a pas été fixée. Elle
dépendra de la comparaison objective des titres et mérites des
candidats qui est en cours actuellement.
Je me suis effectivement prononcée en faveur de l'accès au registre
national par la commission. L'avis de la commission pour la Protection
de la Vie privée n'a pas encore été rendu.
Pour ce qui concerne l'incidence de l'extension du champ
d'intervention de la commission, nous pouvons relever qu'en date du
9 septembre, la commission était déjà saisie de 856 requêtes pour un
total de 900 l'année dernière.
Toutefois, je voudrais souligner que la commission aura annuellement
de plus en plus de décisions à rendre, davantage que le nombre fixé
par la Cour des comptes en fonction du personnel disponible. Les
efforts du personnel permettent ainsi d'équilibrer le nombre de
décisions rendues avec le nombre des requêtes introduites. Ainsi, en
2003, la commission a rendu 994 décisions, alors que 900 requêtes
avaient été introduites.
L'augmentation effective du cadre du secrétariat et le renouvellement
de la commission permettront d'augmenter cette capacité de
traitement tout en garantissant la qualité des décisions.
Pour ce qui concerne le traitement des demandes d'urgence, je puis
vous informer de ce que l'on ne constate pas d'augmentation
significative de leur nombre pour cette année. Par contre, eu égard à
la nouvelle compétence attribuée aux présidents, le délai de
traitement a été considérablement réduit. Les présidents de chambre
peuvent organiser des audiences supplémentaires à court terme et en
fonction des besoins. En 2003, 129 décisions concernant une aide
d'urgence ont été rendues. Cette année, le président siégeant seul a
déjà rendu 192 décisions.
neemt jaarlijks meer beslissingen.
In 2003 nam de Commissie 994
beslissingen.
Er is geen significante toename
van het aantal vragen om
noodhulp. De behandelingstermijn
daarentegen werd aanzienlijk
ingekort. In 2003 werden 129
uitspraken inzake het toekennen
van noodhulp gedaan, dit jaar
deed de alleenzetelende voorzitter
er reeds 192.
07.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie
Mme la ministre pour ses réponses. Cependant, celle relative au
nombre de requêtes en souffrance me semble restée vague.
07.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
dank u voor uw antwoorden. Eén
punt blijft echter onduidelijk: het
aantal hangende verzoeken.
07.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je ne possède pas sous les yeux
le chiffre des affaires qui font partie de l'arriéré judiciaire. Je me
permettrai de vous le communiquer. Simplement, pour le moment,
elles sont manifestement prises en charge: 994 décisions pour 900
requêtes, donc 94 décisions de plus que l'encours! Mais je vous
transmettrai les informations par écrit.
07.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik heb nu geen cijfers
over de achterstand, maar ik zal
ze u bezorgen. Die verzoeken
worden op dit ogenblik behandeld:
voor 900 verzoeken werden 994
uitspraken gedaan, dat wil zeggen
94 meer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het strafdossier en de identiteit van een persoon gehouden tot een melding bij de CFI" (nr. 3697)
08 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
dossier répressif et l'identité d'une personne tenue à une obligation de déclaration auprès de la CTIF"
(n° 3697)
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, bepaalde uitoefenaars van vrije beroepen
waaronder banken, hebben meldingsplicht bij de Cel Financiële
Informatie wanneer er vermoedens zijn van transacties waarmee
witwasoperaties zijn gemoeid. Zodra de CFI sterke aanwijzingen
heeft, geven zij dit door aan het parket, dat het dan op zijn beurt kan
doorgeven aan de onderzoeksrechter.
Die wet werd door de jaren heen uitgebreid, net als de meldingsplicht.
Vroeger waren het enkel de grote bankinstellingen, nu een rits
zelfstandigen. Anderzijds werd ook het aantal misdrijven dat men
diende te melden, uitgebreid. Waar vroeger voornamelijk grote
financiële instellingen meldingsplichtig waren, zijn het nu ook vele
zelfstandigen die een veel nauwer contact hebben met hun cliënteel.
Bij hen rijst soms de vrees dat zij bij melding het slachtoffer zouden
kunnen worden van wraakneming, zeker in het licht van het feit dat
het soms toch ook over misdrijven gaat in verband met terrorisme of
financiering daarvan. Toch willen zij zich hoe dan ook op de wet
afstemmen en hoe dan ook die melding doen. De vrees die mij werd
vertolkt, mevrouw de minister, heeft er betrekking op dat zodra zij de
melding doen, hun naam in het strafdossier komt en de rechtstreeks
betrokkenen dan ook kunnen vaststellen wie hen als het ware aan de
galg heeft gepraat.
Is het juist dat de identiteit van de meldingsplichtige aan de CFI wordt
opgenomen in het strafdossier? Welke beschermingsmogelijkheden
zijn er uit hoofde van de meldingsplichtige? Bestaat er een
mogelijkheid om op basis van de huidige wetgeving dit te regelen,
zodat de identiteit via het strafdossier niet bekend wordt? Welke
stappen kunnen beroepsbeoefenaars hiertoe ondernemen?
08.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Certaines catégories
professionnelles sont tenues de
faire une déclaration auprès de la
Cellule de traitement des
informations financières (CTIF)
lorsqu'elles soupçonnent un de
leurs clients de procéder à une
opération de blanchiment. S'il y a
des indices suffisants, la CTIF
transmet le dossier au parquet.
L'obligation de déclaration et le
champ d'application de la loi ont
été élargis au fil des ans. Les
groupements professionnels
concernés craignent toutefois des
représailles. La loi du 12 janvier
2004 a élargi la liste aux délits liés
au terrorisme et à son
financement.
L'identité du déclarant figure-t-elle
dans le dossier pénal? Quelles
démarches le déclarant peut-il
entreprendre pour se protéger?
08.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de CFI is
zich bewust van het risico, verbonden aan het aangeven, en voegt
nooit de verklaring bij de dossiers die zij overmaakt aan het parket.
De professionele gegevens van de aangever verschijnen dus niet als
dusdanig in de aangifte. Bijkomende financiële, fiscale en/of
gerechtelijke informatie vervolledigen de aanvankelijke aangifte en
laten toe om de oorsprong ervan verborgen te houden.
In zijn verklaring bij de CFI, evenals wanneer hij eventueel als getuige
wordt gehoord, kan de aangever zich beperken tot het opgeven van
zijn professionele adres, veeleer dan zijn privé-adres. Hij kan zich
eveneens beroepen op de bepalingen van de wet van 8 april 2002
over de anonieme getuigen en verzoeken om geheel of gedeeltelijk
anoniem te blijven. De wet van 7 juli 2002 heeft een commissie
opgericht ter bescherming van de getuigen, bevoegd voor de opmaak
van reële beschermingsprocedures als de bescherming van
gegevens van de burgerlijke stand, registratie van in- en uitgaande
gesprekken en alarmprocedures.
De eerste maatregel die de aangever moet nemen bestaat erin een
klant noch enige derde in kennis te brengen van het feit dat er een
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La CTIF ne joint jamais la
déclaration aux dossiers qu'elle
transmet au parquet. Dans la
déclaration à la CTIF ou dans la
convocation en tant que témoin, le
déclarant peut se limiter à fournir
son adresse professionnelle. Il
peut également invoquer les
dispositions de la loi du 8 avril
2002 relative aux témoins
anonymes. En vue de protéger les
témoins, la loi du 7 juillet 2002 a
créé une commission chargée de
définir de véritables procédures de
protection.
L'article 19 de la loi du 11 janvier
1993 n'oblige pas le déclarant à
informer le client ou un tiers de la
déclaration faite à la CTIF.
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
aangifte bij het CFI gebeurde. Dit is trouwens verplicht door artikel 19
van de wet van 11 januari 1993.
Er moet nota worden genomen van het feit dat er wordt gepraat op
het niveau van de Europese Unie, in het kader van de derde richtlijn
over het witwassen, met het oog op het inschrijven van een bepaling
met betrekking tot de bescherming van de aangevers. België
ondersteunt dit project met kracht. Het behoort momenteel aan het
CFI en de gerechtelijke autoriteiten om de nodige maatregelen te
nemen om de veiligheid van degenen die een verklaring afleggen, te
garanderen. Het is onze bedoeling om de vertegenwoordigers van het
CFI, de gerechtelijke en politionele autoriteiten samen te brengen,
met het oog op het vastleggen van de praktische maatregelen die
zullen toelaten om de veiligheid van de aangevers te verzekeren.
La Belgique souscrit pleinement à
l'inscription d'une disposition
relative à la protection des
déclarants dans la troisième
directive européenne anti-
blanchiment.
La CTIF et les autorités judiciaires
peuvent prendre les mesures
nécessaires en vue de garantir la
sécurité des déclarants. Nous
allons réunir les représentants de
la CTIF, les autorités judiciaires et
de police, afin de définir les
mesures de sécurité pratiques.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor haar duidelijk antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le rapport au
sujet du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et le suivi des recommandations
émises par le Comité des droits de l'homme de l'ONU" (n° 3707)
09 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
verslag betreffende het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het gevolg
dat aan de aanbevelingen van het Comité voor de Mensenrechten van de UNO wordt gegeven"
(nr. 3707)
09.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, conformément à l'article 40 du Pacte international relatif aux
droits civils et politiques du 16 décembre 1966, le gouvernement
belge a rendu compte au Comité des droits de l'homme des Nations
unies, dans son quatrième rapport périodique, de l'application et du
respect du Pacte par la Belgique.
La Belgique et la Ligue belge de droits de l'homme ont été
auditionnées sur ce sujet par le Comité des droits de l'homme à
Genève les 12 et 13 juillet 2004.
Ce comité a émis le 12 août 2004 une série de critiques et de
recommandations à l'égard de la Belgique. Parmi celles-ci, il est
demandé au gouvernement belge que le texte du quatrième rapport et
les observations émises par le Comité soient rendus publics et
diffusés largement en Belgique.
Pourriez-vous m'indiquer quelles mesures concrètes vont être mises
en oeuvre par le gouvernement afin d'assurer la publicité demandée?
Quelles actions concrètes envisagez-vous afin de répondre aux
critiques et recommandations du Comité à court et à moyen termes?
Je remercie Mme la ministre pour les réponses qu'elle apportera à
mes questions.
09.01 Marie Nagy (ECOLO):
Overeenkomstig artikel 40 van het
Internationaal Verdrag inzake
burgerrechten en politieke rechten
heeft België zijn 4
e
periodieke
verslag uitgebracht over zijn
toepassing van de bepalingen van
het Verdrag. Op 12 en 13 juli 2004
heeft het UNO-Comité van de
rechten van de mens België en de
Belgische Liga voor de rechten
van de mens in Genève gehoord.
Op 12 augustus 2004 heeft dit
Comité een aantal opmerkingen
en aanbevelingen geformuleerd.
Het vroeg onder meer dat het
Belgische verslag en de
opmerkingen van het Comité
openbaar zouden gemaakt
worden.
Hoe zal de regering de gevraagde
openbaarheid garanderen? Wat
zal u ondernemen om aan de
opmerkingen en aanbevelingen
van het Comité gevolg te geven?
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Pour ce qui concerne la
présentation du quatrième rapport de la Belgique au Pacte
international relatif aux droits civils et politiques qui s'est déroulée à
Genève les 12 et 13 juillet derniers, après deux jours d'audition de la
délégation belge et d'échange de vues avec les membres du Comité
des droits de l'homme, celui-ci a transmis ses observations finales
aux autorités belges le 12 août dernier. Celles-ci contiennent des
aspects positifs et, je cite: "des principaux sujets de préoccupation et
des recommandations". Dès réception, les observations ont été
adressées par mes soins à tous les départements fédéraux et aux
entités fédérées concernées.
Quant à la question de la publicité du rapport belge et des
observations du Comité, elle est non seulement assurée par les
Nations unies via leur site internet mais aussi par notre SPF Justice,
également via son site. En effet, ce site contient plusieurs rapports en
matière de droits de l'homme. A titre d'exemple, le troisième rapport
de la Belgique sur le Pacte international relatif aux droits civils et
politiques et les observations du Comité de l'époque figurent sur ce
site.
Les observations relatives au quatrième rapport belge et ce rapport
seront également mis en ligne très prochainement.
Enfin, il convient de relever que plusieurs ONG belges ont participé à
l'exercice. En effet, le projet de rapport du gouvernement belge leur a
été communiqué en son temps et à la suite de cette transmission,
elles ont rédigé un contre-rapport, également transmis au Comité.
Une délégation d'ONG s'est rendue sur place à Genève afin d'être
auditionnée par le Comité juste avant la présentation du rapport
belge.
En ce qui concerne les actions menées afin de répondre aux
observations du Comité, les conclusions de ce dernier donnent une
année à la Belgique pour préparer sa réponse. Pour ce faire, un
groupe de travail reprenant les départements fédéraux et les entités
fédérées est appelé à se réunir dès ce vendredi 1
er
octobre. Ce
groupe aura également pour tâche de proposer à chaque entité
concernée de prendre les mesures afin d'assurer un suivi effectif aux
observations formulées par le Comité des droits de l'homme des
Nations unies.
09.02 Minister Laurette
Onkelinx: België heeft zijn vierde
verslag over het Internationaal
Verdrag inzake burgerrechten en
politieke rechten inderdaad op 12
en 13 juli in Genève voorgesteld.
Op 12 augustus heeft het Comité
van de rechten van de mens ons
zijn opmerkingen bezorgd. Deze
opmerkingen bevatten positieve
elementen en ook
"bekommernissen en
aanbevelingen". Ik heb ze bij
ontvangst overgemaakt aan de
federale instanties en aan de
deelstaten.
De internetsite van de UNO en de
site van onze FOD Justitie staan
garant voor de openbaarheid van
het Belgische verslag en van de
opmerkingen. Het vierde verslag
en de opmerkingen zullen weldra
on-line ter beschikking staan. Ik
voeg hier nog aan toe dat de
Belgische NGO's aan de oefening
hebben meegewerkt en een
alternatief verslag hebben
opgesteld.
We beschikken over één jaar om
een antwoord te geven op de
opmerkingen van het Comité. Op
1 oktober 2004 komt een
werkgroep bijeen die is
samengesteld uit
vertegenwoordigers van het
federale niveau en van de
deelstaten. Er zal voor elk
bestuursniveau naar een passend
antwoord op de opmerkingen van
het Comité gezocht worden.
09.03 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie la ministre. Je regarderai
le site internet pour voir à quel moment ce rapport sera rendu public.
On reviendra sans doute sur le suivi des recommandations.
09.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
dank u. Ik zal de sites consulteren
om te zien wanneer het verslag
erop verschijnt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la vente
par l'Organe central pour la saisie et la confiscation des véhicules saisis" (n° 3711)
10 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
verkopen door het Centraal Orgaan voor de inbeslagneming en de verbeurdverklaring van in beslag
genomen voertuigen" (nr. 3711)
10.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, madame la 10.01 Melchior Wathelet (cdH):
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
ministre, selon le directeur de l'Organe central pour la saisie et la
confiscation (OCSC), le service ne serait plus en droit de vendre des
véhicules saisis légalement depuis qu'une directive européenne
environnementale je vous épargne le numéro , mise en oeuvre par
les Régions, prévoit que les épaves définies comme étant des
véhicules sans documents de bord ne peuvent plus être vendues et
doivent être détruites dans des centres agréés.
Parmi ces épaves se trouvent des véhicules de grande valeur
marchande dont les documents ne sont pas nécessairement perdus
mais qui ne peuvent être présentés dans la mesure où il se trouvent
chez les prévenus, chez les enquêteurs, les juges ou ailleurs encore.
Toujours est-il que la direction centrale des Domaines refuse
d'autoriser la vente des ces véhicules.
En conséquence, selon un article paru dans le journal "Le Soir" le 16
septembre dernier, la ministre de la Justice paierait à l'heure actuelle
la fourrière pour 300 véhicules. L'Etat est donc doublement perdant
étant donné qu'il doit assumer le montant de la fourrière qui est assez
conséquent et qu'il ne peut pas vendre ces véhicules.
Quel le coût pour l'Etat fédéral de ce stockage?
Quelles mesures pourriez-vous prendre pour remédier à cette
situation?
Est-il possible, le cas échéant, d'obtenir des fabricants des voitures de
nouveaux documents de bord afin de permettre la revente?
A défaut, ne serait-il pas opportun de soumettre la question au comité
de concertation de l'Etat fédéral/Régions afin que ces dernières, tout
en gardant l'esprit des décrets "environnement", les adaptent
légèrement afin de permettre la vente des véhicules en question?
Het Centraal Orgaan voor
Inbeslagneming en
Verbeurdverklaring zou volgens
zijn directeur niet langer het recht
hebben wettelijk in beslag
genomen voertuigen te verkopen,
want een Europese richtlijn die
door de Gewesten ten uitvoer
werd gelegd, bepaalt dat
voertuigen zonder
boorddocumenten in erkende
centra moeten worden vernietigd.
In geval van inbeslagneming zijn
de documenten van die voertuigen
waarvan sommige met een grote
handelswaarde niet altijd zoek,
maar bevinden zij zich soms bij de
onderzoekers of de rechter.
Volgens de pers zou het ministerie
van Justitie thans echter moeten
opdraaien voor het stallen van 300
voertuigen. De overheid zou er
dus tweemaal aan verliezen: zij
mag die voertuigen niet verkopen
maar moet wel de kosten voor het
stallen ervan ophoesten.
Hoeveel kost het stallen van die
voertuigen aan de overheid? Hoe
zal u die situatie verhelpen? Zou
men geen nieuwe documenten
kunnen verkrijgen waardoor die
voertuigen wel kunnen worden
verkocht? Zo neen, kan die
kwestie worden voorgelegd aan
het Overlegcomité opdat de
Gewesten die regel zouden
aanpassen en de verkoop van die
voertuigen mogelijk zouden
kunnen maken?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, il s'agit
d'un imbroglio intéressant.
Il est vrai que la transposition d'une directive européenne par les
différents gouvernements régionaux peut présenter on le sait, ce
n'est pas nouveau une série de difficultés, notamment en ce qui
concerne la vente de certains véhicules saisis. Avec la transposition
de la directive, la définition donnée à un véhicule hors d'usage est,
entre autres, celle d'un véhicule qui ne dispose plus d'une ou
plusieurs attestations, soit du certificat d'immatriculation, du certificat
de conformité ou du certificat de visite.
L'Organe central pour la saisie et la confiscation a, dès le départ,
conclu un protocole d'accord avec le service des Domaines du SPF
Finances en vue de l'aliénation des biens saisis. Récemment,
l'administration des Domaines a décidé, unilatéralement, de ne plus
10.02 Minister Laurette
Onkelinx: Dit is een weliswaar
interessant ingewikkeld kluwen.
De omzetting van een Europese
richtlijn door de Gewesten kan
immers dergelijke problemen
veroorzaken.
De omschrijving van een voertuig
dat "buiten gebruik" is luidt: een
voertuig dat niet meer beschikt
over het inschrijvingsbewijs, het
conformiteitsattest en het
schouwingsbewijs.
Het Centraal Orgaan voor
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
vendre de véhicules provenant de l'Organe central.
Les débats vont reprendre très vite avec le SPF Finances. Les
magistrats de parquet sont également sensibilisés pour que les
documents de bord soient aussi saisis en cas de saisie d'un véhicule.
Les véhicules ne seront donc pas considérés comme hors d'usage et
devront être vendus. Autrement dit, on va essayer d'arriver à une
unité de vues entre les différents services fédéraux en tenant compte
des réalités régionales, qui varient d'une Région à l'autre, pour
pouvoir être plus efficace en la matière.
Inbeslagneming en
Verbeurdverklaring heeft een
akkoord gesloten met de
administratie der domeinen van de
FOD Financiën met betrekking tot
de vervreemding van in beslag
genomen goederen. Die
administratie heeft onlangs echter
beslist niet langer voertuigen
afkomstig van het Centraal
Orgaan te verkopen. Zij baseert
zich daartoe op die definitie van de
voertuigen die "buiten gebruik"
zijn, maar heeft daarbij geen
rekening gehouden met de
uitzondering die geldt voor de
voertuigen waarover een
gerechtelijk onderzoek wordt
gevoerd of die in beslag werden
genomen. Het Centraal Orgaan
moet de boorddocumenten dus
vragen aan de magistraten,
waardoor de voertuigen langer
moeten worden gestald, hetgeen
extra kosten meebrengt.
Die extra kosten zijn vrij relatief in
verhouding tot de totale kosten
voor het stallen van de voertuigen.
De overheid verliest er echter niet
twee keer bij, want de opbrengst
van de verkoop van in beslag
genomen voertuigen komt de
eigenaar van het voertuig toe.
Enkel in geval van
verbeurdverklaring van dat bedrag
vloeit dat geld naar de overheid.
Wij zullen daarover met de FOD
Financiën overleg plegen. Men zal
de magistraten er ook attent op
maken dat zij de
boorddocumenten in beslag
moeten nemen. Wij zullen dus
trachten te komen tot een
eenvormige aanpak door de
federale diensten.
10.03 Melchior Wathelet (cdH): Bien entendu, le produit de la vente
d'une voiture ne tombe pas dans l'escarcelle du ministère de la
Justice, ce serait trop beau pour vous. Si j'entends bien votre
réponse, il existe une différence entre la Région de Bruxelles-Capitale
et la Région flamande, d'une part, et la Région wallonne, d'autre part,
en ce sens que la législation wallonne ne comprend pas cette
exception pour les véhicules saisis. Il y aurait donc là une piste à
explorer pour la Région wallonne.
10.03 Melchior Wathelet (cdH):
Er bestaat een verschil tussen het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
het Waals Gewest, waar de
wetgeving geen uitzondering voor
in beslag genomen voertuigen
toelaat. Wellicht is dat een te
onderzoeken mogelijkheid.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Olivier Maingain à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
11 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
jeugddelinquentie" (nr. 3715)
11.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, dans un article du journal "La Capitale" du 30 août, vous
expliquez les grandes lignes de la réforme que vous désirez engager
et qui concerne la délinquance juvénile. Je dois dire que vous avez le
sens de la communication car vous avez réservé à chaque quotidien
un pan précis de vos orientations politiques. Et vous savez ce qu'il
faut dire à chaque quotidien.
11.02 Laurette Onkelinx, ministre: Cela vous convient? Il ne s'agit
pas d'une critique?
11.03 Olivier Maingain (MR): Pas du tout. Au contraire! Chacun
reçoit les informations qui lui convient suivant son lectorat, par
exemple.
Le président: Mme la ministre dispose d'une liste.
11.04 Olivier Maingain (MR): Oui. Mme la ministre sait ce qu'il ne
faut pas dire à la "Libre Belgique", à "La Capitale", etc.
11.05 Laurette Onkelinx, ministre: Sur ce sujet, vous avez tout à
m'apprendre. En la matière, je suis quelqu'un de simple.
11.06 Olivier Maingain (MR): J'en reviens à vos déclarations dans
le journal "La Capitale" du 30 août. Vous y disiez vouloir
responsabiliser les parents, et c'est bien sûr souhaitable. Vous disiez
vouloir infliger de fortes amendes aux parents qui ne se
présenteraient pas aux convocations judiciaires lorsque leurs enfants
commettent certains actes. Vous disiez que les parents pourraient se
voir imposer le suivi d'un stage parental qui leur rappellerait comment
éduquer correctement leurs enfants.
Pourriez-vous m'expliquer en quoi consisterait ce stage parental?
Cette piste de stage parental est-elle déjà concrétisée? Des éléments
sont-ils déjà réunis pour savoir qui organisera ce stage parental?
Quels seront les critères retenus? Suffira-t-il de ne pas avoir répondu
aux convocations des autorités judiciaires pour être automatiquement
dirigé vers ce stage parental?
Vous évoquez aussi la création ou en tout cas l'envoi des jeunes
délinquants vers des centres spécialisés. Disposez-vous de
statistiques sur le nombre de mineurs de plus de 16 ans qui ont fait
l'objet d'un dessaisissement et purgent une peine de prison pour la
première fois.
11.06 Olivier Maingain (MR): In
het kader van de hervorming die u
inzake jeugddelinquentie plant,
heeft u aangekondigd dat u van
plan bent ouders
verantwoordelijker te maken, forse
boeten op te leggen aan de ouders
die zich niet aanmelden wanneer
zij opgeroepen worden en in
voorkomend geval het volgen van
een "oudersstage" op te leggen.
Wordt die denkpiste bevestigd?
Wie zou die stage organiseren?
Op basis van welk criterium?
Daarenboven heeft u het over een
gespecialiseerd centrum voor
primaire delinquenten ouder dan
16 jaar. Hoe staat het daar nu
mee? Beschikt u over statistische
gegevens over het aantal
minderjarigen van meer dan 16
jaar die het voorwerp zijn geweest
van een onttrekking en voor de
eerste keer een gevangenisstraf
uitzitten?
11.07 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je retiens 11.07 Minister Laurette
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
de la question de M. Maingain qu'il est pressé de pouvoir discuter, au
sein de cette commission, de la réforme de la loi de 1965. Comme il
le sait, cette réforme me tient également à coeur, notamment en ce
qui concerne les propositions qu'il a citées et qui ont trait à la
responsabilisation des parents.
Pour ce qui concerne l'importance du rôle des parents et des
personnes qui ont légalement la garde du mineur délinquant, une
recommandation du Conseil de l'Europe a été adoptée en septembre
2003. Vous me permettrez de la citer car je pense qu'elle est
d'importance et je le rappellerai lors des discussions que nous aurons
sur le projet de loi relatif à la loi de 1965. Je cite:
"Il conviendrait d'encourager les parents ou les tuteurs légaux à
prendre conscience de leurs responsabilités envers le comportement
délictueux des jeunes enfants et à les assumer.
Ils devraient être présents aux audiences des tribunaux, à moins que
cela ne soit considéré comme allant à l'encontre des buts visés, et
lorsque les circonstances le permettent, se voir proposer aide, soutien
et conseil. Si cela se justifie, ils devraient être tenus d'accepter un
accompagnement psychosocial ou de suivre une formation à
l'exercice de l'autorité parentale, de veiller à ce que les enfants
fréquentent l'école et d'assister les organismes officiels dans
l'exécution des sanctions et mesures dans la communauté".
Cette recommandation me paraît tout à fait claire. Comme vous avez
pu le constater, je m'inscris dans la réalisation de cette
recommandation. Comme vous le verrez, le projet de loi modifiant la
loi du 8 avril 1965 insère notamment un nouvel article 29bis qui
prévoit que le procureur du Roi, le juge de la jeunesse et le tribunal
pourront proposer ou ordonner selon le cas un stage parental aux
parents qui manifestent un désintérêt caractérisé à l'égard de la
délinquance de leurs enfants. En cas de refus ou de non-collaboration
des parents, le tribunal pourra prononcer la peine déjà prévue
actuellement à l'article 84 de la loi.
Le stage parental constitue une réponse essentiellement
sanctionnelle. En effet, il s'agit de sanctionner un comportement de
désintérêt caractérisé à l'égard de la délinquance des jeunes dont les
personnes concernées ont la responsabilité. Toutefois, il est évident
qu'une telle réponse revêt accessoirement un caractère d'aide et
d'assistance. Dès lors, il est prévu qu'un accord de coopération sera
établi avec les Communautés en vue de mettre en oeuvre de manière
conjointe les stages parentaux. Ainsi, les modalités et le contenu
précis à donner au stage parental feront l'objet d'une réflexion et
d'une concertation avec les Communautés.
Enfin, pour votre seconde question à propos des dessaisissements,
en 2002, 150 mineurs ont fait l'objet d'un dessaisissement, 36 ont fait
l'objet d'un emprisonnement dont 21 avec sursis partiel et deux avec
sursis complet.
Onkelinx: Het hervormings-
ontwerp bepaalt dat de procureur
des Konings, de jeugdrechter en
de rechtbank een oudersstage
kunnen voorstellen of bevelen
wanneer het vaststaat dat de
ouders geen enkele belangstelling
hebben voor de delinquentie van
hun kind. In geval van weigering of
niet-samenwerking kan een straf
worden uitgesproken.
Het voornaamste doel is te
bestraffen, maar het kan, in
bijkomende orde, ook een
hulpmiddel zijn. Dientengevolge
wordt verwacht dat een overleg
met de Gemeenschappen over de
regels en de inhoud van de
oudersstage tot een
samenwerkingsakkoord zal leiden.
In 2002 was er een onttrekking
voor 150 minderjarigen, 36 werden
opgesloten waarvan 21 met
gedeeltelijk uitstel en 2 met
volledige uitstel.
11.08 Olivier Maingain (MR): Je remercie la ministre pour sa
réponse. Nous attendrons donc de voir les propositions déposées
pour la modification de la loi de 1965 et le texte de l'accord de
coopération. Avez-vous une estimation du délai dans lequel nous
pourrons prendre connaissance de ces projets?
11.08 Olivier Maingain (MR):
Wanneer mogen we dit ontwerp
van hervorming verwachten?
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
11.09 Laurette Onkelinx, ministre: Ce sera bientôt car le projet de
loi vient de revenir du Conseil d'État. Je travaille actuellement pour
répondre aux remarques du Conseil d'État afin de lui soumettre le
texte en seconde lecture.
11.09
Minister Laurette
Onkelinx: Ik werk momenteel aan
de opmerkingen van de Raad van
State, nadien volgt een tweede
lezing.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
personeelstekort bij de cel schijnhuwelijken van het Antwerps parket" (nr. 3688)
12 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le manque
de personnel à la cellule 'mariages de complaisance' du parquet d'Anvers" (n° 3688)
12.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, schijnhuwelijken
zijn een nieuwe migratiemanier geworden. De regering had
aangekondigd dat ze die op alle mogelijke manieren zou bestrijden.
Dat staat althans te lezen in het regeerakkoord. Ik heb tijdens het
reces een voorstel van resolutie ingediend die door vrijwel alle partijen
werd ondertekend. Ik was dan ook blij te vernemen dat de minister
van Binnenlandse Zaken begin september een aantal van die pistes
herhaalde, zoals de versterking van de parketten en de ondersteuning
van de gemeenten.
In de stad Antwerpen loopt een pilootproject in verband met de
bestrijding van de schijnhuwelijken, waardoor het noodzakelijk is hun
cel te versterken om de dossiers versneld af te werken. Een week
geleden kwamen wij te weten dat de burgerlijke sectie van het parket
van Antwerpen zou worden afgeslankt van zeven tot drie magistraten.
Dat zijn de mensen die de dossiers behandelen. Bent u op de hoogte
van die afslanking, die trouwens helemaal ingaat tegen de belofte in
het regeerakkoord om de strijd aan te binden tegen de
schijnhuwelijken en, meer nog, om de betrokken diensten te
versterken? Hoe zult u dan de overbelasting aanpakken? U kunt wel
vermoeden dat, aangezien er nu meer stadspersoneel is om alle
dossiers te behandelen, het parket ook meer dossiers zal krijgen.
Daar vormt er zich een bottleneck, aangezien men gaat van zeven
naar twee medewerkers. Op dit ogenblik zijn er nog drie, maar ook die
derde persoon vertrekt binnenkort.
De volgende vraag heb ik u reeds een jaar geleden gesteld. Hoe het
zit met de aanvragen om dossiers in verband met schijnhuwelijken te
onderzoeken in andere parketten dan Antwerpen? Hoeveel dossiers
komen daar binnen? U hebt mij een jaar geleden beloofd dat u mij
een antwoord zou geven. Ik wacht nog altijd daarop en vraag het nu
dus opnieuw.
Kunt u mij eveneens een overzicht geven van de situatie bij de andere
parketten en meedelen hoeveel parketmagistraten er bezig zijn met
de materie, die de regering toch belangrijk acht?
12.01 Nahima Lanjri (CD&V): En
dépit de l'importance de la lutte
contre les mariages de
complaisance, l'effectif de la
section civile du parquet d'Anvers,
qui traite ces dossiers, a été réduit
de sept à trois unités.
La ministre est-elle au fait de cette
situation? Comment l'explique-t-
elle à la lumière des promesses de
l'accord de gouvernement?
Comment compte-t-elle remédier
à la surcharge de travail de ce
service? Quelle est la charge de
travail des autres parquets? La
ministre pourrait-elle fournir un
relevé du nombre de magistrats
chargés de ce type de dossier par
parquet?
12.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Lanjri, de gegevens die
mij door procureur Van Lijsebeth werden bezorgd, komen niet
overeen met de informatie waarvan u gewag maakt. Het is immers
niet juist dat de burgerlijke sectie van het Antwerpse parket werd
afgebouwd van zeven naar drie eenheden. Momenteel bestaat de
juridische pijler van die sectie uit drie magistraten en vier
parketjuristen. Een van de juristen start op 1 oktober eveneens in het
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il n'est pas exact que
l'effectif de la section civile du
parquet d'Anvers a été réduit à
trois unités. Selon les données qui
m'ont été transmises par le
procureur Van Lijsebeth, le pilier
29/09/2004
CRIV 51
COM 346
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Antwerpse parket als gerechtelijk stagiaire en zal worden
ondergebracht in een andere sectie voor het verkrijgen van een
basisvorming. Dat is een beslissing van de procureur en ik verwacht
niet van korpschefs dat zij de minister van Justitie van dergelijke
minimale verschuivingen op de hoogte brengen.
Het is zeer moeilijk een duidelijk zicht te krijgen op het aantal dossiers
schijnhuwelijken dat in de diverse parketten wordt behandeld. Er
bestaat geen uniforme registratie, omdat een schijnhuwelijk op
zichzelf geen inbreuk is die als zodanig wordt opgenomen in het
informaticasysteem. Vaak zitten de dossiers dan ook verborgen in
andere misdrijfkwalificaties, zoals illegaal verblijf.
Eventuele cijfers zijn dan ook het gevolg van een aparte registratie
door het parket zelf. Dit neemt niet weg dat de politionele en
gerechtelijke afhandeling van dergelijke dossiers soms behoorlijk
arbeidsintensief kan zijn. Het verzamelen van bewijsmateriaal is
immers niet evident. De werklast veroorzaakt door deze dossiers
verschilt wel sterk van parket tot parket. Sommigen stellen dat de
werklast marginaal is, anderen spreken van een jaarlijks toenemend
aantal.
Wat het aantal magistraten betreft dat de dossiers schijnhuwelijken
volgt, zijn dit voor het ressort Gent 1 magistraat te Gent, 1 magistraat
te Dendermonde, 1 parketjurist te Oudenaarde, 1 magistraat en 1
jurist te Brugge, 2 magistraten te Kortrijk, 1 magistraat te Ieper en 1
magistraat met administratieve ondersteuning te Veurne. Voor het
ressort Antwerpen zijn er 3 magistraten en 4 juristen te Antwerpen, 3
magistraten te Mechelen, 2 magistraten te Turnhout, 1 magistraat te
Hasselt en 1 magistraat te Tongeren. In het ressort Mons zijn er 1
magistraat te Charleroi, 1 magistraat te Mons en 2 magistraten te
Doornik. Het ressort Brussel telt 4 magistraten te Brussel, 1
magistraat te Nijvel en 1 magistraat te Leuven. Voor het ressort Luik
zijn er 1 magistraat en 2 juristen te Luik, 2 magistraten te Namen, 1
magistraat en 1 bediende te Verviers, 1 magistraat te Arlon, 1
magistraat te Neufchâteau, 1 magistraat en 1 jurist te Hoei en 1
magistraat te Dinant.
Er dient wel te worden onderstreept dat deze cijfers veeleer slaan op
het aantal personen die werken in de sectie waarbinnen dit soort van
dossiers wordt behandeld. Het is dus niet zo dat deze magistraten
exclusief bezig zijn met dossiers inzake schijnhuwelijken. Dit is
slechts een deel van hun werk.
juridique de cette section se
compose actuellement de trois
magistrats et de quatre juristes de
parquet.
Il est très difficile de déterminer
combien de dossiers liés à des
mariages de complaisance les
parquets sont amenés à traiter
parce qu'un tel mariage n'est pas
enregistré en tant que tel et est
souvent masqué par d'autres
délits. La charge de travail
générée par ces dossiers varie
sensiblement d'un parquet à
l'autre. Dans le ressort de Gand, la
section, qui est également
chargée de traiter les mariages de
complaisance, se compose de
sept magistrats et de deux juristes.
Dans les ressorts d'Anvers, de
Mons, de Bruxelles et de Liège,
ces sections se composent
respectivement de dix magistrats
et quatre juristes, de quatre
magistrats, de six magistrats et de
huit magistrats et trois juristes.
Ces magistrats ne sont toutefois
pas chargés exclusivement des
mariages de complaisance qui ne
représentent souvent qu'une partie
(parfois infime) de leur travail.
12.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, u zegt mij dat
de cijfers waarover ik beschik niet correct zijn. Ik heb ze nochtans
verkregen na een overleg dat heeft plaatsgevonden op 17 september
tussen het parket van Antwerpen en alle gemeentebesturen en hun
ambtenaren van burgerlijke stand. Deze ambtenaren hebben bij mij
aan de alarmbel getrokken. Van de 7 personen, die met deze
problematiek bezig zijn, gaan er 4 weg. Op termijn gaat er zelfs een
vijfde persoon weg. Het is blijkbaar uw woord of dat van de heer Van
Lijsebeth...
12.03 Nahima Lanjri (CD&V):
D'après la ministre, mes chiffres
sont inexacts. Je les ai pourtant
obtenus après une concertation, le
17 septembre, avec le parquet
d'Anvers, les administrations
communales et les fonctionnaires
de l'Etat civil concernés. Ceux-ci
ont actionné la sonnette d'alarme
à l'époque à l'annonce du départ
de quatre magistrats, voire de cinq
à terme.
12.04 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw, alstublieft, de heer Van 12.04 Laurette Onkelinx,
CRIV 51
COM 346
29/09/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Lijsebeth is ook een serieuze autoriteit.
ministre: M. Van Lijsebeth est une
source digne de confiance.
12.05 Nahima Lanjri (CD&V): Ik twijfel daar niet aan.
12.05 Nahima Lanjri (CD&V): Je
n'en doute pas
12.06 Minister Laurette Onkelinx: Het zijn gegevens van de
procureur des Konings, de heer Van Lijsebeth.
12.07 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, dat zijn de
gegevens die u heeft gekregen van de procureur. Ik zeg u dat ik de
ambtenaren en schepenen uit diverse gemeenten ook geloof. Ik weet
niet of ik hierop zal moeten terugkomen.
Ten tweede, ondanks het feit dat dit voor de regering een belangrijk
punt is, stel ik vast dat we nog altijd niet van start zijn gegaan met de
registratie van de schijnhuwelijken. Daaruit moeten we de nodige
conclusies trekken. Ik hoop dat we de resolutie, die ik met
verschillende partijen heb ingediend, samen met u kunnen
bespreken, mevrouw de minister, zodat we dit probleem kunnen
oplossen.
12.07 Nahima Lanjri (CD&V): Je
n'en doute pas mais je fais
également confiance aux
fonctionnaires et aux échevins que
j'ai consultés à ce sujet. Par
ailleurs, je constate que malgré les
demandes répétées de traiter ce
problème en priorité,
l'enregistrement des mariages de
complaisance n'a pas même
commencé. J'espère que nous
aurons encore l'occasion de
discuter en détail de notre
résolution avec la ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, er staan nog een aantal vragen op de agenda. Vermoedelijk kunnen deze in de
loop van deze voormiddag worden afgehandeld, maar ik kan het voorzitterschap niet meer waarnemen. Ik
nodig dan ook mevrouw Claes uit om de commissie voor te zitten, tot wanneer de heer Maingain zijn
vragen heeft gesteld. Ik meen dat de overige vragen dan in een halfuurtje kunnen worden afgewerkt.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.02 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.02 heures.