IC334_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les services de Taxipost" (n° 3257)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de dienstverlening door
Taxipost" (nr. 3257)

Orateurs: Melchior Wathelet, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Melchior Wathelet, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les plaintes introduites contre ABX
par des messageries privées françaises et
allemandes" (n° 3308)

Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de klachten van Franse
en Duitse privé-koeriersbedrijven tegen ABX"
(nr. 3308)

Orateurs: François Bellot, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: François Bellot, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la réhabilitation de la ligne 136"
(n° 3313)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het opnieuw in bedrijf
stellen van lijn 136" (nr. 3313)

Orateurs: Eric Massin, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Eric Massin, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'atelier de maintenance de la gare
de Charleroi Rail" (n° 3314)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de
onderhoudswerkplaats van het station Charleroi
Rail" (nr. 3314)

Orateurs: Eric Massin, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Eric Massin, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le sponsoring de l'équipe cycliste
Lotto" (n° 3323)

Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de sponsoring van de
Lotto-wielerploeg" (nr. 3323)

Orateurs: Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Eric Massin au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le bruit produit par les trains" (n° 3388)

- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de geluidsoverlast veroorzaakt door
treinverkeer" (nr. 3388)

- M. Eric Massin à la ministre de l'Environnement,
de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "le bruit produit par
les trains" (n° 3389)

- de heer Eric Massin aan de minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "de geluidsoverlast veroorzaakt
door treinverkeer" (nr. 3389)

Orateurs: Eric Massin, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Eric Massin, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Servais Verherstraeten au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la limitation de la période
d'utilisation du billet 'un jour à la mer/en Ardenne'"

- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de beperking van de
gebruiksperiode van het biljet 'een dag aan zee/in

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

(n° 3398)

de Ardennen'" (nr. 3398)

- M. Servais Verherstraeten au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les restrictions en ce qui concerne
l'utilisation du billet week-end" (n° 3399)

- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de beperkingen in het
gebruik van het weekendbiljet" (nr. 3399)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Johan
Vande Lanotte, vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises
publiques

Sprekers: Servais Verherstraeten, Johan
Vande Lanotte, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Jef Van den Bergh à la ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la non-
publication de la loi sur les télécommunications"
(n° 3427)

Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het uitblijven
van de telecomwet" (nr. 3427)

Orateurs: Jef Van den Bergh, Fientje
Moerman, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers: Jef Van den Bergh, Fientje
Moerman, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le projet de la SNCB de fermer
totalement ou partiellement les guichets dans 46
gares" (n° 3411)

Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de plannen van de
NMBS tot gehele of gedeeltelijke sluiting van de
loketten in 46 stations" (nr. 3411)

Orateurs: François Bellot, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: François Bellot, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les négociations en vue de la
cession par La Poste de sa filiale Vicindo"
(n° 3462)

Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de onderhandelingen
betreffende de afstand door De Post van haar
dochteronderneming Vicindo" (nr. 3462)

Orateurs: François Bellot, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: François Bellot, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de Mme Anne Barzin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les difficultés rencontrées dans la
distribution du courrier en région namuroise"
(n° 3422)

Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de problemen die zich
hebben voorgedaan met de postbedeling in de
Naamse regio" (nr. 3422)

Orateurs: Anne Barzin, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques, Denis
Ducarme

Sprekers: Anne Barzin, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven, Denis
Ducarme

Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la création d'une base de données
statistiques coordonnée relative à l'insécurité sur
le réseau SNCB" (n° 3457)

Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de oprichting van een
gecoördineerde statistische gegevensbank over
de onveiligheid op het NMBS-net" (nr. 3457)

Orateurs: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'avancement et les priorités du
plan d'investissement 2004-2009 de la SNCB
visant à l'installation de systèmes de vidéo-
surveillance dans les moyennes et grandes

Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de voortgang en de
prioriteiten van het NMBS-investeringsplan 2004-
2009 voor de installatie van
videobewakingssystemen in middelgrote en grote

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

iii

gares" (n° 3458)

stations" (nr. 3458)

Orateurs: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'équipement des agents de B-
Security (Securail)" (n° 3459)

Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de uitrusting van de
agenten van B-Security (Securail)" (nr. 3459)

Orateurs: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la couverture de nuit sur le réseau
SNCB par B-Security" (n° 3460)

Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de nachtdiensten van B-
Security op het spoorwegnet" (nr. 3460)

Orateurs: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'état d'avancement des mesures
de renforcement de la sécurité sur le réseau
SNCB" (n° 3461)

Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de stand van zaken met
betrekking tot strengere veiligheidsmaatregelen
op het NMBS-net" (nr. 3461)

Orateurs: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la gare de Landelies et la desserte
de Hourpes et leur rôle important dans le
développement touristique du site de l'Abbaye
d'Aulne et de la région de la Haute-Sambre"
(n° 3472)

Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het station van
Landelies en de bediening van de halte te
Hourpes en de belangrijke rol die ze kunnen
spelen in de toeristische ontwikkeling van de site
van de Abdij van Aulne en van de regio Haute-
Sambre" (nr. 3472)

Orateurs: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques

Sprekers: Denis Ducarme, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven

Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
possibilité d'utilisation de gyrophares par des
médecins" (n° 3416)

Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het mogelijk gebruik van zwaailichten door
geneesheren" (nr. 3416)

Orateurs: Valérie De Bue, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale

Sprekers: Valérie De Bue, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie

Question de M. Filip Anthuenis au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le problème
de la signalisation aux abords des zones 30"
(n° 3418)

Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
problematiek van de signalisatie van zone 30"
(nr. 3418)

Orateurs: Filip Anthuenis, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale

Sprekers: Filip Anthuenis, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie

Question de M. Dirk Claes au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'amélioration de l'information des citoyens à
propos du plan de dispersion" (n° 3421)

Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het beter
informeren van de burgers over

het

spreidingsplan" (nr. 3421)

Orateurs: Dirk Claes, Bert Anciaux, ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale

Sprekers: Dirk Claes, Bert Anciaux, minister
van Mobiliteit en Sociale Economie

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Question de Mme Zoé Genot au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
pratiques discriminatoires de certaines
compagnies aériennes" (n° 3425)

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
discriminerende praktijken van sommige
luchtvaartmaatschappijen" (nr. 3425)

Orateurs: Zoé Genot, Bert Anciaux, ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale

Sprekers: Zoé Genot, Bert Anciaux, minister
van Mobiliteit en Sociale Economie

Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
conséquences de l'accord de gouvernement
bruxellois et du permis d'environnement de BIAC
pour le plan de dispersion des vols" (n° 3465)

Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de gevolgen van het Brussels regeerakkoord en
van de milieuvergunning voor BIAC op het
spreidingsplan" (nr. 3465)

Orateurs: Bart Laeremans, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale

Sprekers: Bart Laeremans, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie

Question de Mme Colette Burgeon au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
infractions liées au stationnement sur des
emplacements réservés aux personnes
handicapées" (n° 3413)

Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de inbreuken in verband met het
parkeren op plaatsen voorbehouden voor
gehandicapten" (nr. 3413)

Orateurs: Colette Burgeon, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale

Sprekers: Colette Burgeon, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE

L'INFRASTRUCTURE, DES

COMMUNICATIONS ET DES

ENTREPRISES PUBLIQUES

COMMISSIE VOOR DE

INFRASTRUCTUUR, HET

VERKEER EN DE

OVERHEIDSBEDRIJVEN

MERCREDI

JUILLET

2004

Après-midi

______

van

WOENSDAG

JULI

2004

Namiddag

______

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Francis Van den Eynde, président.

01 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre du Budget et des

Entreprises publiques sur "les services de Taxipost" (n° 3257)

01 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de dienstverlening door Taxipost" (nr. 3257)

01.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, lorsque la

filiale de La Poste Taxipost se trouve dans l'impossibilité de livrer à
domicile en raison de l'absence du destinataire, elle est tenue, si
l'expéditeur le lui signifie, de signaler au destinataire absent qu'il lui
est permis de venir chercher ledit colis dans le dépôt de Taxipost de
sa région.

Or, ces dépôts ne sont plus dans les bureaux de poste locaux. Il s'agit
des bureaux de dépôt régionaux de Taxipost, qui - par rapport aux
bureaux de dépôt de La Poste - sont plus éloignés encore du lieu de
destination finale. C'est ainsi qu'il peut être signifié à un habitant de
Verviers de faire plus de trente kilomètres pour aller chercher son
colis dans un parc d'activité économique, plus communément appelé
"zoning" - en l'occurrence celui des Hauts-Sarts - soit dans l'entité
communale de Herstal. Donc, à plus de trente kilomètres de chez lui,
dans une entité où absolument aucun transport en commun ne peut
arriver.

Alors que La Poste proclame toujours son intention d'élargir l'accès
des clients à l'ensemble des services de base de La Poste, afin de
garantir un plus grand service de proximité, ne faudrait-il pas
envisager un même élargissement pour les missions commerciales
de la filiale Taxipost, notamment en permettant aux bureaux locaux
de La Poste de devenir les dépôts possibles des colis qui ne peuvent
être recueillis par leur destinataire?

Des synergies entre La Poste et ses filiales ne devraient-elles pas
être trouvées sur ces questions précises?

01.01 Melchior Wathelet (cdH):

Wanneer de bestemmeling
afwezig is moet Taxipost melden
dat hij zijn pakje binnen de
veertien dagen in een regionaal
depot van Taxipost kan afhalen.
Deze depots zijn echter vaak ver
verwijderd van de plaats van
bestemming en bovendien moeilijk
toegankelijk.

Zou De Post er niet voor kunnen
zorgen dat deze pakjes in haar
lokale postkantoren bewaard
worden? Zouden De Post en haar
dochteronderneming ter zake niet
beter kunnen samenwerken?

01.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Selon la procédure actuelle,

en cas d'absence lors du premier passage du chauffeur de Taxipost,
le client peut choisir entre deux options, dont il est informé par un avis
mis dans sa boîte aux lettres.

01.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Wanneer de klant bij de
eerste aanbieding afwezig is
ontvangt hij een kennisgeving dat

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La première option consiste en un deuxième passage gratuit sur
rendez-vous à fixer en accord avec les services de Taxipost. C'est ce
que nous essayons de promouvoir. Donc, on revient à une certaine
heure. En fait, nous copions là ce qui existe chez les concurrents.

Si cette option n'agrée pas le client et qu'il lui est impossible de fixer
un rendez-vous pour un deuxième passage, le paquet peut être
envoyé, à sa demande, vers un bureau de poste, même si
l'enlèvement par les soins du client au dépôt régional est ce que nous
proposons. Mais, en vérité, il a la possibilité de demander l'envoi vers
un bureau de poste.

Dans votre question, et dans la réponse, j'ai l'impression qu'il y a
quand même un léger malentendu. Car il existe deux options: un
second passage ou le bureau régional. Et si cette dernière solution
n'agrée pas le client, on peut déposer le colis à la poste. Mais je ne
pense pas que ce soit très explicite.

C'est donc possible. Je vais quand même demander à La Poste
pourquoi ce n'est pas plus explicite. Car je ne pense pas que ce soit
plus cher, bien que ce soit un peu plus difficile pour Taxipost. Le dire
plus clairement serait une possibilité dans certains cas, pourvu que ce
soit faisable.

C'est donc une possibilité, mais qui n'est pas explicitée. Cela signifie
qu'il s'agit de quelque chose dont ils ne font pas la promotion. Je vais
m'informer sur leurs raisons.

het pakje een tweede maal gratis
en op afspraak bij hem kan
worden aangeboden (deze formule
heeft de voorkeur van Taxipost) of
dat hij het in een regionaal depot
kan afhalen. Daarnaast kan de
klant ook vragen dat het pakje
naar een postkantoor wordt
verzonden.

Ik zal De Post vragen waarom
deze derde mogelijkheid niet
duidelijker vermeld wordt in de
kennisgeving voor de
bestemmeling.

01.03 Melchior Wathelet (cdH): Vous dites que vous tentez de

promouvoir la possibilité pour le client d'appeler Taxipost pour que le
livreur revienne et qu'un rendez-vous soit fixé. C'est plus que de la
promotion; c'est presque forcer le client, vu que les dépôts de
Taxipost sont à plus de trente kilomètres et qu'ils sont quasiment
impossibles d'accès. J'ai fait l'exercice moi-même pour vraiment m'en
rendre compte. C'est réellement très difficile, d'autant plus que cela
évolue. Le dernier endroit où c'était possible à Verviers, même s'il
était un peu excentré par rapport à la ville, on pouvait y aller en bus.
Cela prenait cinq à dix minutes.

Vous savez comme moi que les gens ont une vie professionnelle de
plus en plus difficile et de plus en plus dense. Dès lors, il n'est pas
aisé de pouvoir fixer un rendez-vous en pleine journée avec quelqu'un
qui rapporterait un colis à domicile.

(...): (...)

01.03 Melchior Wathelet (cdH):

Als het regionaal depot zich op
meer dan dertig kilometer bevindt
dan kan er geen sprake meer zijn
van promotie. Men dwingt de
klanten eigenlijk voor de eerste
optie te kiezen. Maar voor veel
mensen is het onmogelijk overdag
een afspraak te maken.

Volgens mij is de beste oplossing
het pakje naar een postkantoor te
zenden en het is inderdaad
wenselijk dat deze optie duidelijk
in de kennisgeving vermeld wordt.

01.04 Melchior Wathelet (cdH): Oui, cela dépend des journées. Mais

il est vrai que les bureaux de Taxipost sont, en revanche, ouverts
jusqu'à 20h. Ce qui laisse une latitude assez grande. C'est tout à fait
suffisant.

01.05 Johan Vande Lanotte, ministre: Je vais demander une

explication sur les raisons.

01.06 Melchior Wathelet (cdH): C'est cela. J'aurais préféré une

réponse qui serait allée encore plus loin. Mais je vois que vous faites
un pas et je le souligne. Mais la troisième possibilité me semble être

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

une des meilleures. Car chacun met un peu d'eau dans son vin en
permettant au client d'aller chercher le colis au bureau de poste le
plus proche.

C'est également plus rapide. De plus, cela permet d'offrir le service le
meilleur possible tout en tenant compte des disponibilités et ce, à
moindre frais.

Peut-être serait-il opportun d'indiquer par écrit cette possibilité sur le
colis laissé chez le destinataire. En effet, actuellement, seules les
deux possibilités que vous avez mentionnées au début de votre
intervention figurent sur le document. Une amélioration doit donc
peut-être être apportée en la matière.

Toujours est-il que je me réjouis d'apprendre que vous avez l'intention
de vous renseigner à ce sujet et je ne doute pas que vous prendrez
les mesures qui s'imposent.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les plaintes introduites contre ABX par des messageries privées françaises et
allemandes" (n° 3308)

02 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de klachten van Franse en Duitse privé-koeriersbedrijven tegen ABX"
(nr. 3308)

02.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la Commission vient de recevoir, des associations française
et allemande d'entreprises de messageries et de logistique, un "livre
blanc" dénonçant "l'emprise croissante sur leurs marchés des
mastodontes publics ou semi-publics des chemins de fer". Etaient
notamment visés au niveau belge, la SNCB et ABX.

J'ai eu l'occasion de participer récemment à ce que l'on appelle "le
groupe Transport Europe" à Paris. On y a discuté des chemins de fer
et du transport combiné. Je peux vous dire qu'en tant que Belges
nous étions deux nous avons fait l'objet d'une attaque extrêmement
virulente de certaines compagnies de transport privées.

Voici mes questions:
- le ministre a-t-il connaissance du contenu de ce livre blanc? Dans
l'affirmative, quels sont les éléments concrets visant les entreprises
belges?
- Ce livre blanc a-t-il été précédé de contacts officiels ou officieux
entre les plaignants et les entreprises concernées?
- Quelle est votre réaction face à ces plaintes?

02.01 François Bellot (MR):

Verenigingen van Franse en
Duitse besteldiensten en logistieke
ondernemingen hebben de
commissie een witboek gestuurd
waarin ze het overwicht op hun
markt van bepaalde grote
ondernemingen, met name de
NMBS en ABX, aan de kaak
stellen.

Indien u de inhoud van dit
document kent, welke concrete
elementen worden de Belgische
ondernemingen aangewreven?
Vonden er contacten plaats tussen
de ondernemingen en de
aanklagers? Hoe reageert u
hierop?

02.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Je voudrais d'abord faire

remarquer que la société DHL est détenue par la poste allemande,
Schenker est détenue par les chemins de fer allemands et Sernam
par les chemins de fer français. Si l'on veut critiquer, que l'on
commence par-là! . Bien entendu, il n'est pas si simple de critiquer
une entreprise allemande ou française en France ou en Allemagne.
C'est plus facile de critiquer les deux représentants belges mais, en
fait, ABX n'est pas le plus gros problème pour eux. Le problème ou le
prétendu problème, c'est Sernam, c'est Schenker, c'est DHL. Il faut

02.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Het is mijn bedoeling dat
ABX een privé-onderneming wordt
die de spelregels respecteert. We
zijn begonnen met de
herstructurering van ABX en de
liberalisering van de commerciële
producten van de NMBS opdat zij
haar rol van universele

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

savoir si c'est une question de concurrence déloyale.

Ma position est très simple. Je veux qu'ABX joue dans le marché en
respectant toutes les règles. Je ne pense pas que le rôle essentiel de
la SNCB soit de rester présente de manière significative dans ABX.
C'est très clair. Seulement, il faut y arriver! On ne peut pas lui
demander d'y arriver en six mois ou même en un an: c'est impossible.
Il faut d'abord restructurer certains aspects, ce que nous sommes en
train de faire, et aller ensuite vers un système permettant à ABX de
devenir une entreprise privée comme les autres. Je m'y suis engagé
et je soutiens cette voie. J'y suis d'autant plus favorable que, pour
moi, la SNCB doit jouer un rôle de service universel pour lequel les
règles de libre concurrence ne peuvent pas intervenir.

Je suis d'autant plus contre la libéralisation pure et simple des
chemins de fer que je dois être pour la libéralisation de ce qui n'est
pas de l'ordre d'un service universel mais qui est un produit
commercial. Je m'engage dans cette voie de manière raisonnable, en
sachant que cela prendra du temps. Cela dit, l'engagement du
gouvernement est très clair, c'est le désengagement de la SNCB
dans ABX, mais de manière ordonnée et claire, sans engager des
frais extraordinaires, sans laisser tomber une entreprise dans la faillite
et dans les problèmes sociaux. C'est une gestion responsable mais
qui conduit à un système où ABX devient une entreprise normale
comme le demande notamment la Commission, ce que je
comprends.

Cela dit, les critiques des concurrents ne sont pas nécessairement
justifiées. Dans ce marché, quand quelque chose va mal chez soi, on
dit que c'est la faute de l'autre. C'est la règle d'or de chaque
entreprise qui connaît des difficultés.

dienstverlener zou blijven spelen.

De kritiek van de concurrenten is
niet altijd terecht. Ze schuiven de
verantwoordelijkheid voor hun
problemen af op de andere
ondernemingen.

02.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, si je me rappelle

bien, il avait été dit qu'en fonction notamment de la réduction ou de la
résorption du déficit de la filiale française d'ABX grâce à des alliances
stratégiques, les activités d'ABX ne seraient pas cédées en bloc et
des alliances stratégiques interviendraient au coup par coup, par
filiale. Confirmez-vous cela pour ABX?

02.03 François Bellot (MR): Ik

meen mij te herinneren dat ABX in
geval van een verkoop per filiaal
kan worden overgedragen.

02.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Nous avons déjà filialisé

ABX: cette entreprise est dorénavant indépendante, sauf ABX-
France. ABX-Worldwide devrait être en équilibre financier et
deviendrait même quelque peu rentable en 2005. D'après les chiffres,
l'évolution est positive. Les grandes restructurations sont déjà
opérées. ABX-Worldwide sera donc une entreprise rentable.

Il existe différentes options: trouver un partenaire, ce qui serait
préférable sinon, tôt ou tard, il faudra nous décider à vendre cette
entreprise. C'est l'un ou l'autre; il n'existe pas d'autre possibilité. La
vente peut se faire sous des formes diverses, mais il ne faut pas
rêver: inscrire ABX en bourse n'est pas une option en soi pour le
moment. L'opération ne rencontrerait pas beaucoup de succès.

Dans quatre ans, la situation d'ABX pourrait être devenue
suffisamment acceptable pour entrer en bourse. Il faut tenir compte
du fait que, depuis deux ans, sa situation s'améliore de manière très
spectaculaire: de 200 millions d'euros de déficit voilà deux ans, ABX
réussit à retrouver l'équilibre. L'évolution est prodigieuse, mais elle a

02.04 Minister Johan Vande

Lanotte: De onderneming is al in
filialen opgedeeld. Als we in de
toekomst geen partner vinden,
moeten we op de ene of de
andere manier toch verkopen. De
rendabiliteit van ABX is er de
voorbije jaren spectaculair op
vooruit gegaan.

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

été difficile; de plus, elle a été réalisée hors France qui, elle, n'est pas
encore sur la bonne voie. Nous verrons ce qu'il convient de faire.
ABX-France reste directement dépendante de la SNCB.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la réhabilitation de la ligne 136" (n° 3313)

03 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "het opnieuw in bedrijf stellen van lijn 136" (nr. 3313)

03.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-

premier ministre, trois carrières situées dans l'Entre Sambre et
Meuse, à savoir "Carmeuse" à Hemptinne, "Carrières Berthe" à
Florennes et "Dolomis de Merlemont" à Merlemont, voient aujourd'hui
se concrétiser un projet d'extension de leurs activités d'exploitation
dans la région de Florennes. Il s'agit d'activités d'extraction de
calcaire et de dolomie. Elles ont été décidées par la société
Carmeuse, propriétaire de ces carrières, suite à l'épuisement des
réserves de la carrière d'Aisemont à Sambreville.

Il semble que le gouvernement wallon ait décidé de mettre à l'étude
une révision du plan de secteur. L'enquête publique relative à cette
exploitation aura lieu au cours de cet été.

Dans cette perspective, compte tenu du développement de ces trois
carrières, la SNCB avait étudié, à la demande de la société
Carmeuse, la possibilité de la remise en service de la portion de la
ligne 136 entre la vallée des Prés à Saint-Aubin et Saint-Lambert, à
Yves-Gomezée, soit environ 2,5 kilomètres de voies.

La question se pose de la réhabilitation de cette ligne 136, laquelle est
embranchée sur la ligne 132 à hauteur de Walcourt. Compte tenu des
prévisions d'augmentation du charroi, estimé à trois à quatre aller-
retour par jour, il y a lieu d'envisager le coût de cette réhabilitation
mais aussi la surcharge potentielle que supporterait de facto la
ligne 132 à partir de Walcourt.

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous informer sur l'estimation du
coût de la réhabilitation de la ligne 136?

La SNCB a-t-elle envisagé la surcharge qui pourrait intervenir sur la
ligne 132?

Auquel cas, quelle serait la portée de cette surcharge sur la ligne 132
en termes d'aménagements à réaliser?

03.01 Eric Massin (PS): Het

bedrijf Carmeuse keurde een
project goed om in de omgeving
van Florennes de
exploitatieactiviteiten van drie
steengroeven uit de streek Entre-
Sambre-et-Meuse uit te breiden.

De Waalse regering zou beslist
hebben een mogelijke herziening
van het gewestplan te bestuderen.
Vanuit dat oogpunt had de NMBS
op vraag van het bedrijf Carmeuse
de mogelijkheid onderzocht om
het gedeelte van lijn 136 tussen de
vallée des Prés en Saint-Lambert,
ongeveer 2,5 kilometer spoor,
opnieuw in bedrijf te stellen.

De vraag rijst of het opnieuw in
bedrijf stellen van lijn 136 mogelijk
is, omdat deze ter hoogte van
Walcourt op lijn 132 aansluit.
Rekening houdend met de
verwachte toename van het
spoorverkeer, dient niet alleen de
kostprijs van dit opnieuw in
gebruik nemen te worden begroot
maar ook de mogelijke
overbelasting van lijn 132 vanaf
Walcourt.

Op hoeveel wordt de kostprijs van
het opnieuw in bedrijf stellen van
lijn 136 geschat?

Houdt de NMBS rekening met de
mogelijke overbelasting van lijn
132?

Zo ja, hoe groot zou die
overbelasting zijn en welke
werkzaamheden vereist zij?

03.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, tout

d'abord, l'estimation du coût de la réhabilitation de la ligne 136.

03.02 Minister Johan Vande

Lanotte: De kostprijs van het

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La desserte de Carmeuse à Hemptinne: le trafic prévu est de 2 à 2,5
millions de tonnes par an. Le raccordement est situé à environ 2,5
kilomètres de la bifurcation Saint-Lambert, soit un investissement de
2,25 millions d'euros.

La desserte des Carrières Berthe à Florennes: le trafic n'est que de
500.000 tonnes par an. Le raccordement est situé à environ 6
kilomètres au-delà d'Hemptinne, soit un investissement de 5 millions
d'euros.

La desserte des Carrières Lhoist à Merlemont: le trafic prévu est de
300.000 tonnes par an. Le raccordement est situé à environ 10
kilomètres au-delà de Florennes, soit un investissement de 6 millions
d'euros.

Le coût de la reconstruction de ce dernier tronçon paraît prohibitif en
comparaison avec le trafic de cette ligne.

Le coût de la réhabilitation totale de la ligne 136 serait de 7,25 millions
d'euros jusque Florennes et de 13,25 millions d'euros jusque
Merlemont. Il est évident que pour le tronçon jusque Merlemont, de
nombreuses hésitations subsistent.

En ce qui concerne la surcharge de la ligne 132, il faut savoir que
cette ligne est à double voie entre Charleroi et Walcourt avec une
vitesse de référence de 120 km/h et, au-delà, à simple voie jusque
Mariembourg avec une vitesse de référence de 90 km/h.

Le trafic envisagé par Carmeuse a fait l'objet d'une étude de
faisabilité. La circulation de huit trains par jour c'est la demande de
Carmeuse dans chaque sens entre 6 heures et 22 heures est
possible pour autant que le tronçon de ligne entre Walcourt et
Philippeville soit scindé en deux et équipé de signaux à la bifurcation
Saint Lambert, afin de permettre la circulation d'un plus grand nombre
de trains sur celui-ci. Plutôt qu'un reconditionnement lourd de la ligne,
des adaptations ponctuelles pourraient être envisagées selon les
besoins. Avec ce type de mesures, on veut rendre possible les huit
trajets aller-retour en réduisant les coûts au maximum. L'essentiel est
que le souhait de Carmeuse huit trains par jour soit exaucé.

opnieuw in bedrijf stellen van lijn
136 wordt op 2,25 miljoen euro
geschat. De spoorverbinding met
de Carrières Berthe in Florennes
zou 5 miljoen euro kosten, die met
de Carrières Lhoist in Merlemont 6
miljoen euro.

De kostprijs om dat baanvak
opnieuw aan te leggen, blijkt te
hoog in vergelijking met het
verkeer op die lijn. Om lijn 136
opnieuw volledig in bedrijf te
stellen tot in Florennes zou 7,25
miljoen euro nodig zijn, tot in
Merlemont 13,25 miljoen euro.

Lijn 132 loopt tussen Charleroi en
Walcourt over twee sporen. De
richtsnelheid op dat baanvak is
120 kilometer per uur. Tot
Mariembourg loopt de lijn
vervolgens over één spoor. Daar
geldt een richtsnelheid van 90
kilometer per uur.

Er werd een haalbaarheidsstudie
uitgevoerd naar de mogelijkheid
het verkeer via Carmeuse te laten
lopen. Het is mogelijk tusen 6 en
22 uur dagelijks acht treinen in
beide richtingen te laten rijden.
Daartoe moet het baanvak tussen
Walcourt en Philippeville worden
gesplitst en ter hoogte van de
vertakking Saint-Lambert met een
seininrichting worden uitgerust,
zodat dat baanvak door een groter
aantal treinen kan worden
gebruikt.

Er zijn dus, afhankelijk van de
noden, bepaalde aanpassingen
mogelijk.

03.03 Eric Massin (PS): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour ses réponses.

Je comprends que la SNCB ait quelques réticences à réaliser les
investissements nécessaires lorsqu'il apparaît que le coût est trop
important par rapport au potentiel de transport effectué.

Par ailleurs, je constate que certains investissements seront réalisés
afin de rencontrer la demande de Carmeuse. Je note également que
ce point est particulièrement important car de nombreux problèmes
avaient surgi au niveau de la ligne 132 et des actions avaient été
menées par les usagers afin qu'un aménagement soit effectué sur
cette ligne la surcharge des trains de marchandises ne sera pas un

03.03 Eric Massin (PS): Ik begrijp

de koudwatervrees van de NMBS
om de nodige middelen te
investeren, wanneer die, in
verhouding tot het verwachte
vervoer, te hoog uitvallen.

Anderzijds stel ik vast dat een
aantal investeringen zal gebeuren
om aan de vraag van Carmeuse
tegemoet te komen. Ik hoop dat
het te hoge aantal
goederentreinen het

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

handicap pour le transport de personnes sur la ligne entre Charleroi et
Couvin.

reizigersvervoer op de lijn
Charleroi-Couvin niet in het
gedrang zal brengen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "l'atelier de maintenance de la gare de Charleroi Rail" (n° 3314)

04 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de onderhoudswerkplaats van het station Charleroi Rail" (nr. 3314)

04.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-

premier ministre, le gouvernement a décidé de s'engager dans le
cadre du réseau express régional. Les premiers travaux ont donc
officiellement débuté en avril dernier. Il s'agit de l'adaptation de
sections de voies comprises entre les gares de Watermael et de
Bruxelles-Schuman afin de permettre la mise à quatre voies
ultérieure.

Pär ailleurs, lors du Conseil des ministres des 20 et 21 mars, il a été
prévu que de nouvelles rames RER spécialement équipées seraient
mises en service sur les lignes Dendermonde, Malines, Louvain,
Ottignes-Louvain-la-Neuve, Braine-L'Alleud et Hal-Braine-Le-Comte,
et ce avant le mois de décembre 2008. La SNCB est en train de
finaliser le cahier des charges pour l'achat de ces nouvelles rames
RER et une centaine de millions d'euros seraient prévus dans le plan
d'investissement 2004-2007. Une commande de 150 rames sera
passée et il est plus que probable qu'une cinquantaine d'entre elles
pourra être livrée en 2008 et 2009.

Dans cette perspective, le cahier des charges dont je faisais état plus
avant prévoit qu'environ 120 rames passeront par l'atelier de
maintenance de la gare de Charleroi Rail pour assurer l'entretien de
celles-ci et ce, durant la période de garantie de ces rames. A
l'expiration de cette période, une soixantaine de rames seront
entretenues en Flandre et une soixantaine en Wallonie, en
l'occurrence à Charleroi.

Compte tenu de cette programmation, il y a lieu de souligner la
nécessité de mettre en capacité l'atelier de maintenance de Charleroi
pour accomplir une mission d'entretien, à tout le moins une
plateforme permettant l'accueil de ces nouvelles rames devrait être
construite et un aménagement des voies 8 et 9 qui se situent à
l'intérieur de l'atelier de maintenance envisagé pour la réalisation des
travaux lourds sur les rames. A cela s'ajoute aussi la surcharge de
travail qui devra être assurée par le personnel actuel de GCR. En
effet, si l'on fait procéder à l'entretien des rames durant la période de
garantie et ensuite, à l'expiration, pour une soixantaine, ce n'est
évidemment pas pour transférer du travail actuellement effectué à
l'atelier de Charleroi vers un autre atelier, mais pour avoir du travail en
surplus.

Dès lors, au vu de l'ensemble de ces éléments, M. le ministre peut-il
nous renseigner sur la position de la SNCB, tant au niveau de
l'investissement financier prévu pour l'adaptation de l'atelier qu'au
niveau de l'affectation supplémentaire en termes de personnel durant
la phase d'entretien de l'ensemble des rames et l'investissement,

04.01 Eric Massin (PS): De

regering heeft resoluut de kaart
van het gewestelijk expresnet
getrokken. De eerste werken zijn
ook officieel in april jongstleden
van start gegaan met de
aanpassing van de spoorsecties
tussen de stations van Watermaal
en Brussel-Schuman om er nadien
vier sporen van te maken.

Anderzijds heeft de Ministerraad
van 20 en 21 maart beslist op
bepaalde lijnen voor december
2008 nieuwe speciaal uitgeruste
GEN-treinstellen in dienst te
stellen.

De NMBS rondt momenteel het
bestek af voor de aankoop van die
nieuwe GEN-treinstellen en
hiervoor wordt ongeveer honderd
miljoen euro in het
investeringsplan 2004-2007
ingeschreven.

Het bestek bepaalt dat ongeveer
120 treinstellen gedurende de
garantieperiode door de
onderhoudsdienst van het station
van Charleroi Rail (GCR) zullen
worden onderhouden. Nadat de
garantieperiode is verstreken, zal
een zestigtal treinstellen in
Vlaanderen en een zestigtal in
Wallonië worden onderhouden.

Voor dit onderhoudswerk moet de
capaciteit van de werkplaats van
Charleroi worden aangepast en
moet rekening worden gehouden
met het extra werk dat het huidige
onderhoudspersoneel van GCR
hiervoor moet verrichten.

Kunt u ons meedelen hoe de

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

donc l'adaptation de l'atelier? De même, l'affectation supplémentaire
en termes de personnel a-t-elle été programmée dans l'actuel plan
2004-2007?

NMBS de investering zowel in de
aanpassing van de werkplaats als
de aanwerving van extra
personeel voor het onderhoud van
alle treinstellen, zal financieren?

Werd de aanwerving van extra
personeel ingeschreven in het
huidig plan 2004-2007?

04.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,

monsieur Massin, la question est quelque peu prématurée. Certes, je
puis vous répondre dans les grandes lignes mais sans pouvoir vous
présenter des chiffres exacts. En effet, un cahier de charges est en
cours d'élaboration pour l'acquisition de la rame RER et prévoit une
commande de base de 50 rames et deux options de respectivement
50 et 57 rames complémentaires.

Il est également prévu que l'entretien de ces rames, pendant la
période de garantie, sera assuré par le constructeur à l'atelier de
traction de Charleroi, avec du personnel SNCB mis à sa disposition.

Il appartiendra bien entendu au constructeur de définir, lors du dépôt
de son offre, de combien de personnes il veut disposer pour assurer
l'entretien du matériel suivant les normes qu'il aura définies lui-même.
La SNCB prendra alors les dispositions nécessaires en fonction des
demandes du constructeur.

En ce qui concerne plus particulièrement les aménagements à prévoir
à l'atelier de Charleroi, un avant-projet de modification de tracés de
voies et de construction d'une plate-forme multifonctionnelle a été
établi récemment par les responsables de l'atelier. Cet avant-projet
est actuellement en cours d'examen au niveau de la direction. Une
décision interviendra au cours du prochain trimestre. A ce moment-là,
la SNCB disposera également des remises de prix pour le matériel.
Elle pourra, en fonction de ces divers éléments, affiner l'étalement
dans le temps des budgets d'investissement pour le RER.

En résumé, on continue avec le cahier des charges pour l'acquisition
des rames RER. Quant aux aménagements du site de Charleroi, ils
sont en cours d'élaboration. Une fois le constructeur choisi, les
décisions pourront être prises au niveau du personnel. Entre-temps,
la plate-forme devra être aménagée. On suit cette logique, la
première étape étant l'approbation du cahier des charges.

04.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Er wordt nog volop
gewerkt aan het bestek voor de
verwerving van de GEN-
treinstellen. De basisbestelling
bestaat uit 50 treinstellen, met
twee opties voor de aankoop van
50 en 57 bijkomende treinstellen.

Gedurende de garantieperiode
wordt het onderhoud van die
treinstellen verzorgd door de
constructeur in de
tractiewerkplaats van Charleroi
met de hulp van het NMBS-
personeel.

De NMBS zal het nodige
onderhoudspersoneel aanwerven
om aan de behoeften van de
constructeur tegemoet te komen.

De leiding van het atelier in
Charleroi hebben een voorontwerp
opgesteld dat ertoe strekt het
spoortracé te wijzigen en een
multifunctioneel platform aan te
leggen. Dit voorontwerp wordt nu
door de directie onderzocht. In de
loop van het volgende kwartaal
wordt een beslissing verwacht.
Dan zal de NMBS over de
prijsoffertes beschikken en de
spreiding in de tijd van de
investeringsmiddelen voor het
GEN kunnen verfijnen.

04.03 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, je vous

remercie pour votre réponse. La plupart des éléments que vous
soulevez, soit figuraient dans ma question ou y étaient sous-
entendus, soit avaient été portés à ma connaissance puisque je vous
signale, à moins que vous ne le sachiez, que dans le cadre de l'avant-
projet établi, des plans ont d'ores et déjà été réalisés et ont dû être
soumis au comité de direction de la SNCB. Ce qui est rassurant, dans
le cadre de votre réponse, c'est que vous confirmez l'achat du
matériel et le fait que l'entretien sera assuré à Charleroi ...

04.03 Eric Massin (PS): In het

kader van dit voorontwerp werden
plannen opgesteld die aan het
directiecomité van de NMBS
moesten worden voorgelegd. U
bevestigt de aankoop van het
materieel en het feit dat het
onderhoud in Charleroi zal
gebeuren. Daar ben ik blij om.

04.04 Johan Vande Lanotte, ministre: ... pendant la période de 04.04 Minister Johan Vande

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

garantie.

Lanotte: Weliswaar tijdens de
waarborgperiode! Nadien zal het
onderhoudswerk worden verdeeld.

04.05 Eric Massin (PS): Pendant la période de garantie, nous

sommes d'accord.

04.06 Johan Vande Lanotte, ministre: Après l'entretien sera réparti.

04.07 Eric Massin (PS): Effectivement, il aura lieu, pour moitié,

quelque part, je ne sais pas encore où, et, pour moitié, normalement
à Charleroi.

D'une part, je suis enchanté d'apprendre cette confirmation. D'autre
part, je comprends que certains délais et procédures doivent être
suivis. Dès lors, je m'astreindrai à vérifier auprès de la SNCB ou
auprès de vos services la concrétisation de ces projets.

04.07 Eric Massin (PS): Ik ben

opgetogen over deze bevestiging.
Ik begrijp bovendien dat bepaalde
termijnen en procedures dienen te
worden geëerbiedigd. Ik zal er dan
ook bij de NMBS of uw diensten
op toezien dat deze projecten
concreet vorm krijgen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de sponsoring van de Lotto-wielerploeg" (nr. 3323)

05 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "le sponsoring de l'équipe cycliste Lotto" (n° 3323)

05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, op de zitting van de raad van bestuur van de Nationale
Loterij van 30 juni 2004 werd beslist om Omega Pharma te verkiezen
als hoofdsponsor voor de Lotto-wielerploeg. Dit betekent meteen het
einde van een tijdperk. Sinds 1985 was de Nationale Loterij
hoofdsponsor van een wielerploeg.

Graag kreeg ik antwoord op de volgende vragen.

Ten eerste, wat waren de beweegredenen van de raad van bestuur
om Omega Pharma te verkiezen boven de andere kandidaten?

Ten tweede, dreigt de intentie om een topteam uit te bouwen een
goede jeugdwerking niet in het gedrang te brengen? Op welke manier
zal een goede jeugdwerking gegarandeerd worden? Ik verwijs naar
het rapport van José De Cauwer waarover u mij in februari
onderhouden hebt.

Ten derde, welke garanties zijn er dat de positie van Omega Pharma
als hoofd en cosponsor door de UCI zal aanvaard worden?

05.01 Carl Devlies (CD&V):

Omega Pharma devient le sponsor
principal de l'équipe cycliste Lotto,
un rôle que la Loterie Nationale
assumait depuis 1985. Quelles
raisons ont motivé cette décision?
Ce changement peut-il mettre en
péril l'encadrement des jeunes de
Lotto? L'Union cycliste
internationale (UCI) l'acceptera-t-
elle?

05.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,

mijnheer Devlies is de Lotto-watcher bij uitstek. Ik durf geen ticket
meer verkopen of ik krijg er een vraag over. Ik wil gerust antwoorden,
dat is geen probleem.

Wat de wielerploeg betreft, verheugt het me dat u die vraag stelt
omdat we op dit punt, mijns inziens, een vrij groot succes hebben
geboekt.

Inderdaad er was een soort automatisme. Dat u van Leuven bent,
speelt terzake geen rol, mijnheer Devlies. Ik vraag me wel af waar uw

05.02 Johan Vande Lanotte,

ministre: Traditionnellement, la
Loterie Nationale était le sponsor
exclusif de l'équipe Lotto, sans en
escompter de bénéfices.
Toutefois, une loterie n'a pas pour
vocation première de gérer une
équipe cycliste. La situation était
intenable à la lumière des règles
européennes de la concurrence et
nous avons recherché des

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

medewerker woont die dit soort vragen telkens uitwerkt.

Ik kom terug tot de orde.

Dat we deze stap gezet hebben, stemt me tevreden. Er was een soort
automatisme, een soort ijzeren wet die inhield dat primo, Lotto elk jaar
een wielerploeg sponsorde, secundo, dat bij gebrek aan andere
sponsors Lotto met voldoende geld over de brug kwam en dat het,
tertio, bijkomstig was of deze sponsoring iets opleverde. Er was een
gevestigd recht - een bijna grondwettelijk recht - op sponsoring van
een wielerploeg door Lotto. Ik vond dit niet zo evident. Ik vond dat
Lotto via de wielersport wel iets kon doen, maar dat dit elke jaar
moest worden herzien.

Het zal u niet onbekend zijn dat de richtlijn-Bolkestein ook de loterij wil
liberaliseren. Ik zeg niet dat het zal gebeuren. Het is echter beter
voorbereid te zijn.

Dat betekent dat het voor een loterij niet tot de hoofdbusiness behoort
om een wielerploeg te runnen. De Lotto-ploeg werd nochtans gerund
door de Loterij. Er was een vennootschap gecreëerd en dat was al
een verbetering vergeleken met vroeger. Vroeger was dat eigenlijk
gewoon de Lotto en men betaalde au fur et à mesure wat er nodig
was. De tweede stap was dat men een aparte vennootschap heeft
opgericht zodat de rekeningen een beetje transparant waren. Die
vennootschap werd beheerd door de Lotto. De Lotto is een loterij,
geen exploitant van wielerploegen. Wij hebben dus gezegd dat wij
daarmee wilden stoppen. Wij willen dat de Lotto actief blijft, maar niet
als exploitant, als sponsor.

Ten tweede, was het advies van de heer De Cauwer dat dit gericht
zou zijn op de ProTour en de jeugd. De jeugd was een beetje meer
door mij zelf gepromoot, de ProTour door de heer De Cauwer. Goed,
we hebben gezegd dat we een soort tender zouden uitschrijven. Het
was geen echte tender, maar al wie geïnteresseerd was kon zich
aanmelden. We hebben vier of vijf mensen gehad die op één of
andere manier geïnteresseerd waren. Ik wou daarover niet zelf
beslissen. Ik vond ook niet dat de Lotto daar per se zomaar zelf over
moest beslissen. We hebben aan Deloitte&Touche gevraagd om daar
een professionele begeleiding te geven. Dat betekent niet alleen het
advies. Men ging met de verschillende kandidaten spreken en
probeerde voortdurend de dossiers van de verschillende kandidaten
te verbeteren zodanig dat er reëel sprake was van een soort
competitie die alleen maar goed kon zijn voor de Loterij. Dat is ook
wat Deloitte&Touche hebben gedaan en het rapport van
Deloitte&Touche op het einde was dat Omega Pharma veruit het
beste bod was, het meest betrouwbare en ook het meest
interessante.

Waarom was dat het meest interessante? Ten eerste, de garanties
voor het jeugdproject zijn zeer groot. Omega Pharma engageert zich
in die ploeg om zowel voor junioren als voor liefhebbers in de oude
termen, het zal nu wel wat anders zijn, maar in elk geval in twee
jeugdcategorieën een aantal ploegen mee te helpen en bovendien,
gezien het een beetje een gezondheidsproduct is, engageert het zich
om in een universiteit naar het verluidt zou het zelfs Leuven zijn en u
moet dus opletten dat u uw eigen stad niet te veel benadeelt door
daar kritiek op te uiten een soort gezondheidscentrum uit te bouwen

candidats intéressés par l'équipe
Lotto. Pour le bureau-conseil
Deloitte & Touche, qui a assuré le
suivi de la procédure de sélection,
la proposition d'Omega Pharma
était de loin la meilleure.

L'entreprise offre de solides
garanties en matière
d'encadrement des jeunes et a le
projet d'ouvrir un centre de santé
pour jeunes cyclistes dans le
cadre d'une université flamande.
L'engagement financier d'Omega
Pharma est plus important que
prévu et couvre quatre années.
Enfin, la firme est déjà en
possession d'une demande pour
le Pro Tour.

Il ne se pose à mon sens aucun
problème, pour autant que l'équipe
Lotto et l'autre équipe parrainée
par Omega Pharma soient
nettement séparées.

Je crois pouvoir dire que
l'opération s'est bien déroulée
dans son ensemble.

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

waar alle jonge wielrenners naartoe kunnen gaan. Ze zouden dat
samen met de universiteit doen. Zij hebben er als bedrijf natuurlijk alle
belang bij om zich op die gezondheidsmarkt te profileren en ze
zouden jonge wielrenners de kans geven om daar iets te doen. Dat is
in het project voorzien. Er is ook een financieel luik in opgenomen,
een raming van de kostprijs. Dat is gegarandeerd.

Ten tweede, er is een financieel engagement van vier jaar dat hoger
is dan wat we verwacht hadden en dat kan groeien.

Ten derde, Omega Pharma neemt het management volledig waar en
heeft er ook garanties voor genomen. Omega Pharma had al een
aanvraag bij de ProTour gedaan, was dus in het bezit van een
aanvraag. De Lotto had dat nog niet gedaan en dat was ook
begrijpelijk. Het was ook geen groot concurrentieel voordeel.

De betrouwbaarheid van deze voorstellen werd door Deloitte&Touche
groter geacht en dit op basis van een checklist van twintig punten die
zij vooraf hebben opgesteld. Deloitte&Touche heeft gezegd dat uit die
twintig punten duidelijk blijkt dat dit project het grootste is. Wij denken
dat de slaagkans van dit project in de ProTour zeer groot is en
minstens even groot dan met eender wie. Voor de ProTour is Lotto
een naam die niet zonder belang is. Voor de ProTour telt evenmin het
feit dat die andere ploegen nog ergens anders zitten via een ander
merk. Dat interesseert hen niet.

Het enige wat we hebben gedaan, is er contractueel voor gezorgd dat
de beschotten tussen Davitamon de bestaande en actieve ploeg die
gedeeltelijk door Omega Pharma wordt gesponsord en de ploeg die
nu hun eigen organisatie is heel duidelijk zijn en dat er geen
vermenging is tussen beide.

Overigens heeft het experiment Bodysol-Davitamon, met twee
ploegen, dit jaar duidelijk aangetoond dat er geen kwestie is van een
minder scherpe concurrentie tussen de renners, integendeel. Dat
heeft het huidige seizoen in elk geval bewezen. Dit is volgens mij een
goede operatie. Eerlijk gezegd voelde ik mij wat minder op mijn
gemak toen we zeiden een tender te zullen doen. Het had immers net
zo goed kunnen zijn dat we met niets eindigden. Indien we geen
tender hadden gedaan, waren we ook met niets geëindigd en hadden
we nu geen sponsor. Lotto zou dan aan de ProTour hebben
geschreven dat ze zich garant stelden of anders was er geen
ProTour. Zonder tender zou het zo geweest zijn. De mensen die
wilden voortdoen, hadden immers geen engagement. Op die manier
hebben we dat een beetje degelijk gekregen en ik ben daarmee
redelijk blij. Dit was volgens mij een bedrijfseconomische correcte
manier van werken. Lotto komt zijn engagement na, maar is niet meer
de beheerder van wielerploegen wat ik echt heel belangrijk vind
en heeft een partner gevonden die vier jaar garanties op papier geeft.
Dat lijkt mij dus een vrij goede zaak te zijn.

05.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als ik de minister

een vraag stel, is dat niet noodzakelijk om kritiek uit te oefenen. Mijn
eerste vraag was een louter informatieve vraag. Mijn tweede vraag
was de uiting van mijn bekommernis om de jeugdopleiding. U hebt
geantwoord op deze bekommernis. Een onderdeel van uw antwoord
betrof de samenwerking met de KU Leuven. Dat is bijzonder
lovenswaardig en heel positief.

05.03 Carl Devlies (CD&V): Ma

question n'était pas tellement
critique mais constituait une
demande d'information.
L'encadrement des jeunes me
préoccupe également. La réponse
me satisfait. Nous attendrons l'avis

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

des instances cyclistes
internationales.

05.04 Minister Johan Vande Lanotte: Ik had wel gevraagd of het niet

met Gent mogelijk was.

De voorzitter: Ik ging u net het verwijt maken dat u dat niet had gevraagd.

05.05 Carl Devlies (CD&V): Als de heer Ansoms vragen had

gesteld, had u het misschien moeilijker gehad. Vraag eens iets over
Christophe Brandt bijvoorbeeld.

Op mijn derde vraag hebt u niet echt geantwoord, maar daar moeten
we toch afwachten wat de internationale wielerinstanties daarvan
vinden.

05.06 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is voorzien. Het feit dat

men in twee ploegen zit, is voor de ProTour geen element. Daarmee
heeft Omega Pharma zijn licentie nog niet, maar daarvan zal het niet
afhangen. Zij zijn daarin gerust. Als het maar gesplitst is. Zij willen
garanties.

05.06 Johan Vande Lanotte,

ministre: Tant qu'une distinction
claire est établie, il ne devrait y
avoir aucun problème.

05.07 Carl Devlies (CD&V): Ik weet dat daarover twijfel bestaan,

maar we zullen moeten afwachten wat de uitspraken zijn.

05.08 Minister Johan Vande Lanotte: Neen, dat is echt niet het

geval.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr 3341 betreffende de vondst van cannabisplanten in een sorteercentrum van De
Post van de heer Deseyn is omgezet in een schriftelijke vraag.

05.09 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik wil

toch even zeggen dat het ging over een mannelijke plant, die als
sierplant wordt gebruikt en waaruit geen cannabis kan worden
gewonnen en dat het personeelslid niet wist dat het over zo'n plant
ging. Er is dus geen enkel probleem.

De voorzitter: Wij hebben een minister die zelfs antwoordt op vragen die niet gesteld worden. In
tegenstelling tot de mens zijn bij fauna en flora de mannelijke exemplaren mooier.

06 Questions jointes de

- M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "le
bruit produit par les trains" (n° 3388)
- M. Eric Massin à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "le bruit produit par les trains" (n° 3389)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de geluidsoverlast veroorzaakt door treinverkeer" (nr. 3388)
- de heer Eric Massin aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
over "de geluidsoverlast veroorzaakt door treinverkeer" (nr. 3389)

06.01 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, je vais

fusionner mes deux questions, puisque l'une vous était adressée et
l'autre l'était à votre collègue, Mme Freya Van den Bossche, mais

06.01 Eric Massin (PS): Ik zal de

twee vragen die ik oorspronkelijk
tot de minister van Leefmilieu en

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

elles concernaient le même problème. Nous sortons donc du
cannabis et de la Poste, même si le cannabis peut être un moyen de
financer le déficit de la Poste - mais je n'y crois pas. Et je retourne,
quant à moi, à mon chemin de fer, en tout cas dans la région de
Charleroi.

En 2002, l'axe Athus-Meuse avait été mis en service avec la fonction
de charroi de marchandises, depuis Anvers vers l'Est de la France, la
Suisse et l'Italie. A l'époque, la SNCB a décidé - dans le cadre de
l'accueil du futur RER dont je parlais tout à l'heure, et afin d'éviter la
surcharge de la ligne 161 à Ottignies - de faire basculer le trafic des
marchandises sur la ligne 140.

A l'heure actuelle, il passe entre trente-cinq et quarante trains par
jour. La SNCB annonce, à moyen terme, une augmentation plus
qu'importante de ce charroi, puisqu'il devrait passer à quatre-vingts et,
à plus longue échéance, arriver à une capacité de cent cinquante
trains par jour sur la ligne et ce, répond la SNCB, en fonction de la
libéralisation du rail européen.

Dès lors, les riverains de la ligne 140 Ottignies-Fleurus subissent,
bien évidemment, d'importantes nuisances sonores, ainsi que des
vibrations causées par les trains de marchandises.

Vous l'avez certainement entendu, puisque la presse et les journaux
télévisés s'en étaient fait l'écho: en décembre dernier, le Centre
scientifique et technique de la construction avait fait réaliser toute une
série de mesures de bruits et de vibrations. Il ressortait de ces
analyses que le bruit mesuré aux abords de plusieurs habitations,
situées - je le concède - non loin des voies ferrées, dépassait les 70
décibels. Il s'agit de mesures équivalentes à celles concernant les
riverains se trouvant en zone A des aéroports. Je tiens à rappeler que
ces riverains peuvent prétendre au rachat de leur bien par les
pouvoirs publics et obtenir une prime de déménagement.

La loi du 18 juillet 1973 relative à la lutte contre le bruit, donne au Roi
la compétence d'imposer et de réglementer le placement de
dispositifs destinés à réduire le bruit, notamment lorsqu'il est produit
par le matériel roulant des chemins de fer. A ce titre, son article 4
précise que les ministres fédéraux qui ont dans leurs attributions la
Santé publique et l'Environnement - raison pour laquelle je posais
aussi la question à Mme Van den Bossche - ont la capacité de
proposer conjointement des arrêtés d'application afin de mettre en
place des actions de lutte contre le bruit.

Compte tenu de cette situation assez intenable qui est vécue par les
riverains de la ligne 140, et sachant - en l'absence de normes fixant le
seuil limite pour le bruit produit par les chemins de fer - que la SNCB
n'a donc pas l'obligation d'installer des murs anti-bruit autour des
infrastructures existantes, je vous demanderais si, d'une part, la
SNCB allait procéder dans un délai raisonnable à la mise en place de
tels dispositifs et si c'était envisagé à court, moyen ou long terme, et,
d'autre part, si une réflexion globale allait être entamée à ce sujet.
Dans l'affirmative, quant à la réflexion globale, cela pourrait-il être fixé
ou envisagé avec les partenaires, et plus particulièrement le
gouvernement wallon, et ce pour atténuer les nuisances subies par
les riverains?

uzelf gericht had samenvoegen
omdat ze beide over dezelfde
problematiek handelen.

In 2002 is de as Athus-Meuse in
gebruik genomen. Die as wordt
voornamelijk gebruikt voor
goederenvervoer van Antwerpen
naar Oost-Frankrijk, Zwitserland
en Italië. Indertijd had de NMBS
daartoe beslist om lijn 161 die
voorbestemd was voor GEN-
verkeer te ontlasten.

Thans rollen er dagelijks een
dertigtal goederentreinen over lijn
140. Naar aanleiding van de
liberalisering van het spoorverkeer
heeft de NMBS aangekondigd dat
in de toekomst 150 treinen per dag
van deze lijn zullen gebruik
kunnen maken.

In december 2003 heeft het
Wetenschappelijk en Technisch
Centrum voor het Bouwbedrijf een
reeks geluids- en trillingsmetingen
uitgevoerd. Volgens deze studie
ligt het gemeten geluidsniveau
hoger dan 70 decibel wat
overeenkomt met de waarden die
gelden voor de bewoners van
zone A rond de luchthavens. Deze
laatsten kunnen van de overheid
eisen dat ze hun eigendom
terugkoopt en een verhuispremie
betaalt.

De wet van 18 juli 1973
betreffende de bestrijding van
geluidshinder geeft de Koning de
bevoegdheid om het gebruik van
inrichtingen om het geluid te
dempen te regelen. Artikel 4
bepaalt dat de federale ministers
tot wier bevoegdheid de
volksgezondheid en het leefmilieu
behoren gemachtigd zijn samen
uitvoeringsbesluiten voor te
dragen die het lawaai bestrijden.

Gelet enerzijds op de
geluidsoverlast waaronder de
omwonenden van lijn 140 lijden en
anderzijds op het feit dat de NMBS
door het ontbreken van
geluidsnormen voor het
treinverkeer niet verplicht is

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Je vous remercie d'avance pour votre réponse qui sera donc
monovocale.

geluiddempende inrichtingen aan
te brengen zou ik u willen vragen
of deze problematiek momenteel
globaal onderzocht wordt. In het
bevestigende geval, bestaan er
plannen om de lawaaioverlast voor
de omwonenden op korte of
middellange termijn samen met de
partners aan te pakken? Zo ja,
hoever staat het hiermee?

06.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, la

SNCB se dit tout à fait consciente de cette problématique. Avant la
mise en service de l'axe Anvers-Athus comme corridor de fret
performant, des grands travaux de renouvellement des voies ont été
réalisés. De nombreuses mesures ont également déjà été prises:
l'utilisation de la traction électrique (locomotive plus silencieuse), le
meulage régulier des rails, la pose de longs rails soudés et donc
l'élimination des joints entre les rails. A ce propos, seules deux
courbes sont encore équipées de rails courts. Leur remplacement par
de longs rails soudés est actuellement programmé pour octobre 2005.

Actuellement, la pose d'écrans anti-bruit le long de voies de chemin
de fer n'est envisagée que lors de la construction de lignes nouvelles
ou lors de travaux importants d'aménagement, ce qui n'est pas le cas
pour la ligne 140 où, dans le passé, le trafic était plus intense et était
donc plus bruyant. Entre parenthèses, je trouve que cet argument de
la SNCB n'est pas vraiment convaincant.

Par ailleurs, il a été démontré que les mesures portant sur
l'amélioration du matériel voilà un élément important sont
beaucoup plus efficaces que les interventions ponctuelles au niveau
de l'infrastructure. La réalité est que les écrans anti-bruit donnent
surtout l'impression que quelque chose s'est passé, mais leur impact
est très discutable.

Il en va de même au niveau des autoroutes: on place beaucoup
d'écrans anti-bruit, mais en réalité, très peu de gens constatent une
différence.

La mesure la plus efficace de réduction du bruit est notamment
l'adaptation du parc européen des wagons. Conformément à la
directive européenne 2001/16, tout matériel roulant ferroviaire neuf
devra respecter, à l'avenir, les nouvelles normes de bruit pour pouvoir
être mis en service sur le réseau ferroviaire européen. L'utilisation
dans le futur de nouveaux wagons de marchandises va donc
occasionner nettement moins de bruit. Mais cela s'inscrit évidemment
dans la durée étant donné que le remplacement de ces wagons ne se
fera pas du jour au lendemain.

J'en viens aux résultats de l'étude réalisée par le Centre Scientifique
et Technique de la Construction (CSTC) de la ville d'Ottignies. La
SNCB me dit mais je ne suis pas d'accord avec elle qu'à ce jour, il
n'existe aucune législation fédérale ou régionale relative au bruit ou
aux vibrations causées par le trafic ferroviaire, pas plus d'ailleurs que
pour le bruit ou les vibrations causés par le trafic routier.

En matière de vibrations et en absence de normes belges, les

06.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Vóór de inbedrijfstelling
van de as Antwerpen-Athus
werden reeds talrijke maatregelen
getroffen (slijpwerken aan de
spoorstaven, het leggen van
lange, gelaste spoorstaven, enz.).
De geluidswerende panelen, die
normaliter alleen op nieuwe
spoorlijnen of bij belangrijke
werken worden geplaatst, geven
vooral de indruk dat er een
verbetering is maar brengen niet
veel zoden aan de dijk. De
verbeteringen aan het rollend
materieel hebben meer resultaat.

De Europese richtlijn 2001/16 stelt
dat al het nieuwe rollend
spoorwegmaterieel aan nieuwe
geluidsnormen moet voldoen. De
aanpassing van de bestaande
wagons dient op internationaal
niveau te worden gecoördineerd
en zal stapsgewijs en afhankelijk
van de beschikbare middelen
plaatsvinden.

Er bestaat geen wetgeving met
betrekking tot het geluid of de
trillingen veroorzaakt door het
spoor- of het wegverkeer. De
referentienorm is de indicatiever
norm DIN 4150. Ook het ontwerp-
koninklijk besluit van 1991, waar
men later van afstapte, bevatte
enkel indicatieve waarden. De
buitenlandse wetgeving en de
Europese richtlijnen gaan alle uit
van het equivalente geluidsniveau.

De studie die het WTCB
(Wetenschappelijk en Technisch
Centrum voor het bouwbedrijf) op
verzoek van de stad Ottignies
uitvoerde, bevestigt de metingen
van de NMBS: de norm 4150/3

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

bureaux spécialisés se réfèrent à la norme allemande DIN 4150,
aussi bien pour évaluer les désagréments occasionnés aux
personnes que pour l'évaluation du risque de dégâts aux bâtiments.
Cette norme n'implique aucune obligation légale, mais présente un
cadre indicatif.

En matière de bruit, les mesures réalisées ont été comparées à un
avant-projet d'arrêté royal de 1991 - qui n'a jamais été adopté - qui
avait lui-même des valeurs indicatives et non contraignantes.

Bien que chaque personne puisse apprécier différemment un niveau
sonore spécifique, le "niveau de bruit équivalent", qui représente une
moyenne sur une période déterminée, est le paramètre le plus
complet et le plus utilisé pour l'appréciation de la gêne due au bruit de
transport. Toutes les législations étrangères ainsi que les directives
européennes en la matière se basent sur la mesure ou le calcul de ce
paramètre.

Quels sont les résultats de l'étude?

Les valeurs enregistrées, tant pour les vibrations que pour le bruit,
corroborent les résultats obtenus lors des mesures effectuées à
l'instigation de la SNCB.

En matière de vibrations, aucun dépassement des valeurs indicatives
pour les bâtiments n'a été observé suivant la norme DIN 4150/3 de
février 1999.

En matière de vibrations toujours, des dépassements des valeurs
indicatives pour le confort de personnes suivant la norme DIN 4150
- peuvent être observés dans des maisons sises près des voies, c'est-
à-dire à moins de 15 à 20 mètres.

En matière de bruit, les dépassements des valeurs indicatives
observées par le CSTC sont limités aux maisons situées très près
des voies et, en plus, proches d'un pont métallique.

Les mesures réalisées le long de la ligne 140, à la demande de la
SNCB mais par un bureau indépendant spécialisé, ont démontré qu'il
n'y a plus de dépassement des valeurs indicatives pour le bruit
particulier du trafic par chemin de fer, tant le jour que la nuit, pour des
points de mesure situés à des distances plus éloignées de la voie la
plus proche.

Ces dépassements sont limités et ne peuvent pas être catalogués
comme anormaux et excessifs, dans la mesure où les dépassements
du cadre indicatif utilisé sont intrinsèquement liés à la proximité
immédiate des maisons par rapport à la voie ferroviaire. Ce constat
n'est pas spécifique ou spécial pour la ligne 140, mais peut être
observé le long de tous les axes ferroviaires importants du pays.
Nombreuses sont les maisons construites à moins de 10 à 20 mètres
du chemin de fer. Beaucoup d'entre elles, il faut le noter, ont été
construites alors que les lignes ferroviaires existaient déjà. Par
ailleurs, encore plus nombreuses sont les maisons construites à
proximité des axes routiers et pour lesquelles on peut observer des
niveaux de gêne comparables.

On doit remarquer que pour un niveau de bruit équivalent, un bruit

met betrekking tot de invloed van
de trillingen op de gebouwen werd
nergens overschreden; de norm
4150/2 met betrekking tot het
wooncomfort werd overschreden
in de huizen die tussen 15 en 20
meter van de sporen verwijderd
zijn; de indicatieve geluidswaarden
werden enkel overschreden in
woningen in de onmiddellijke
nabijheid van de sporen en van
een metalen brug.

De op lijn 140 vastgestelde
overschrijdingen zijn beperkt en
houden intrinsiek verband met
huizen die op minder dan 10 tot 20
meter van de sporen zijn gevestigd
en vaak na de aanleg van de
spoorweg werden gebouwd. Die
overschrijdingen zullen nooit
kunnen worden weggewerkt en de
enig mogelijke oplossing bestaat
erin ze te aanvaarden of de
betrokken woningen te
onteigenen. Eenzelfde "equivalent
geluidsniveau" wordt als minder
hinderlijk ervaren als het te wijten
is aan spoorverkeer dan wanneer
het door auto- of vliegverkeer
wordt veroorzaakt.

Behalve de modernisering van de
infrastructuur en van het rollend
materieel, plant de NMBS ook een
vervanging van korte metalen
bruggen door betonnen bruggen.

Op de lijn 140 zijn er nog twee
bochten met korte rails; in oktober
2005 zullen die door lange gelaste
rails worden vervangen. De
metalen brug aan de voet van de
chaussée de la Croix zal niet vóór
2009 of 2010 kunnen worden
vervangen.

De op lijn 140 vastgestelde
overschrijdingen zijn beperkt en
houden intrinsiek verband met
huizen die op minder dan 10 tot 20
meter van de sporen zijn gevestigd
en vaak na de aanleg van de
spoorweg werden gebouwd. Die
overschrijdingen zullen nooit
kunnen worden weggewerkt en de
enig mogelijke oplossing bestaat
erin ze te aanvaarden of de

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'origine ferroviaire est considéré comme moins gênant qu'un bruit
d'origine routière ou aérienne. La conclusion de cet examen est
surtout que les maisons qui se trouvent à moins de vingt mètres du
chemin de fer connaissent des dépassements qu'on ne pourra jamais
combler par l'une ou l'autre mesure. Ces maisons se trouvent trop
près de la voie ferroviaire. Soit, on les exproprie, soit, on accepte le
fait qu'elles soient là. Il n'est pas très correct de prétendre qu'on peut
remédier à ce problème.

La SNCB met tout en oeuvre afin de limiter les inconvénients liés à la
circulation ferroviaire et continuera à le faire, par une modernisation
graduelle de l'infrastructure ferroviaire et du matériel mais aussi par le
remplacement de ponts métalliques de faible longueur par des
ouvrages en béton moins bruyants. Les deux courbes de la ligne 140
encore équipées de rails courts seront normalement équipées de
longs rails soudés en octobre 2005. Le pont métallique situé au pied
de la chaussée de la Croix et qui constitue selon le rapport du CSTC
une source particulière de bruit sera lui aussi renouvelé mais là, le
délai est plus long. On parle désormais de 2009 ou 2010. Il faudra
donc encore quelques années. Les deux mesures dont je viens de
parler sont les deux seules qui peuvent être prises. On peut
demander une réalisation plus rapide, c'est légitime, mais pour le
moment, la rénovation du pont causant le plus grand problème est
prévue vers 2010.

betrokken woningen te
onteigenen. Eenzelfde "equivalent
geluidsniveau" wordt als minder
hinderlijk ervaren als het te wijten
is aan spoorverkeer dan wanneer
het door auto- of vliegverkeer
wordt veroorzaakt.

Behalve de modernisering van de
infrastructuur en van het rollend
materieel, plant de NMBS ook een
vervanging van korte metalen
bruggen door betonnen bruggen.

Op de lijn 140 zijn er nog twee
bochten met korte rails; in oktober
2005 zullen die door lange gelaste
rails worden vervangen. De
metalen brug aan de voet van de
chaussée de la Croix zal niet vóór
2009 of 2010 kunnen worden
vervangen.

06.03 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, je vous

remercie pour votre réponse particulièrement complète. Lorsque des
informations nous sont soumises ou que des questions nous sont
posées, il est évident que nous ne disposons parfois que
d'informations lapidaires. J'ai pris bonne note de plusieurs éléments.

La SNCB essaie de mettre en oeuvre, en fonction des contraintes qui
lui sont imposées, toute une série de mesures. Je ne demande
évidemment pas la réalisation des travaux demain. Je sais qu'il faut
faire preuve de réalisme en la matière.

Par ailleurs, au niveau des nuisances sonores, la SNCB n'a aucune
contrainte légale. Il n'en reste pas moins que ce genre de disposition
pourrait éventuellement être pris et mis sur pied. Cela n'intéresse pas
que les riverains de la ligne 140 vous le faisiez remarquer vous-
même mais les riverains de plusieurs voies de chemin de fer en
Belgique. Par exemple, en ce qui concerne les murs anti-bruit, je vous
entends bien mais ayant habité moi-même aux abords d'une
autoroute, je peux témoigner qu'il ne s'agit pas uniquement d'un
sentiment de satisfaction subjectif. Lorsque des murs anti-bruit sont
posés, on observe une diminution réelle d'une certaine pollution
sonore. Dans le cas présent, je crois que ce type de mur pourrait être
utile, surtout quand on parle de 150 trains qui utiliseront la ligne
Athus-Meuse. Il s'agit d'un charroi bien différent du charroi actuel sur
la ligne, à savoir une quarantaine de trains. On va tripler le charroi!
Par conséquent, les nuisances sonores vont être plus importantes. Il
serait intéressant que les mesures disponibles puissent être mises
sur pied dans leur intégralité.

06.03 Eric Massin (PS): Zou men

geen wettelijke beperking moeten
invoeren?

Het aantal treinen op de lijn 140
zal toenemen van 40 tot 150.
Bovendien doet het probleem zich
ook op andere lijnen voor. De
geluidswallen dragen hoe dan ook
bij tot een vermindering van de
geluidshinder. Men mag geen
enkel middel ongebruikt laten.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Samengevoegde vragen van

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de beperking van de gebruiksperiode van het biljet 'een dag aan zee/in de
Ardennen'" (nr. 3398)
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de beperkingen in het gebruik van het weekendbiljet" (nr. 3399)

07 Questions jointes de

- M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la limitation de la période d'utilisation du billet 'un jour à la mer/en Ardenne'" (n° 3398)
- M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les restrictions en ce qui concerne l'utilisation du billet week-end" (n° 3399)

07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, deze

twee vragen zijn een beetje geïnspireerd door het advies van het
Raadgevend Comité van de Gebruikers van de NMBS. Zij hebben in
hun advies 0417, dat alle leden van onze commissie werd
toegestuurd, enkele bekommernissen geuit bij voorgestelde ingrepen.
Misschien mag ik even citeren: "Beperking van de gebruiksperiode
van het biljet een dag aan zee/in de Ardennen. Het gebruik van dit
biljet zou beperkt worden tot de schoolvakanties, en dat terwijl al jaren
gepoogd wordt de vakantieperiodes eerder te spreiden dan ze te
concentreren, dit om de toeristenstroom beter te beheersen en in tijd
uit te spreiden, vooral dan voor die mensen die niet of niet langer
gebonden zijn door de schoolvakantieperiode. Het Comité betreurt
deze maatregel en de naar zijn gevoelen negatieve sociale weerslag
ervan. Liever dan deze formule nog meer te beperken, is het Comité
er voorstander van om die het hele jaar door aan te bieden. Op die
manier zouden haar gebruiksvoorwaarden meteen gestroomlijnd
worden, wat met die van de andere formules volledig in
overeenstemming met de basisfilosofie van een
tariefvereenvoudiging".

Mijn andere vraag heeft betrekking op de mogelijke beperkingen van
het gebruik van het weekendbiljet, een bekommering die eveneens in
het advies van het Raadgevend Comité verwoord wordt, mijnheer de
minister. Ik citeer: "De mogelijkheid om vanaf vrijdagavond een
weekendbiljet te gebruiken wordt ongedaan gemaakt, met alle
nadelen van dien. Het vertrek gebeurt immers na 19.00 uur, dus
buiten de spits, en met treinen van de gewone dienst. Door deze
reizigers aan te zetten op zaterdag te vertrekken, is het niet
denkbeeldig dat men op die dag de capaciteit van de treinen zal
moeten verhogen. Bovendien stelt men vast dat heel wat mensen
reeds op vrijdagavond op weekend vertrekken. Zal deze maatregel tal
van gebruikers, vooral gezinnen en kleine groepen, niet aansporen
om opnieuw de wagen te gebruiken? Liever dan het gebruik ervan te
beperken, stelt het Comité voor om deze minder bekende formule
beter te promoten dan vandaag het geval is".

Mijnheer de minister, u komt uit een toeristische regio, die toch belang
heeft bij veel reizigers die gebruikmaken van het treinticket tijdens het
weekend of de vakantieperiodes richting zee, formules die overigens
succes hebben. Welnu, ik heb de volgende vragen aan u.

Is de vrees van het Raadgevend Comité terecht? Zijn er inderdaad
intenties om de gebruiksperiodes en -modaliteiten van het
weekendbiljet te beperken? Wat zijn de redenen hiervoor of wenst
men toch in te gaan op de adviezen en eventueel minder beperkingen
op te leggen of de voorgenomen beperkingen ongedaan te maken?

07.01 Servais Verherstraeten

(CD&V): La SNCB entend limiter la
période d'utilisation du billet «un
jour à la mer/dans les Ardennes»
aux vacances scolaires. Elle
souhaite également restreindre
l'utilisation du billet week-end. Ces
décisions pourraient inciter un
grand nombre d'usagers des
chemins de fer à réutiliser leur
voiture. Les informations relatives
aux intentions de la SNCB sont-
elles exactes?

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

07.02 Minister Johan Vande Lanotte: Er ligt inderdaad een vrij

globaal voorstel voor, waarin bijvoorbeeld het uitbreiden van de uren
GoPass worden opgenomen. Het is dus niet alleen kommer en kwel,
maar er zijn ook positieve zaken aan verbonden.

In de loop van de komende dagen zal een vergadering plaatsvinden
over de vereenvoudiging. Er zijn wat vragen omtrent een en ander en
wij zullen trachten een evenwicht te vinden. De maatregel om het
ticket de vrijdagavond niet meer te mogen gebruiken wordt eerder
negatief beoordeeld. De kans dat deze maatregel wordt doorgevoerd
is niet zo groot, maar een definitieve beslissing is er nog niet.

Op het voorstel om de tickets te beperken tot de schoolvakanties
kwam er dubbele kritiek. Enerzijds vindt men de beperking tot een
bepaalde periode niet goed. Er is zelfs sprake om de periode te
verruimen. Anderzijds zou men de prijs dan moeten aanpassen
gezien de goedkope manier van reizen. Het zou best kunnen dat men
niet ingaat op de beperking tot een bepaalde periode, maar dat de
prijs mag worden aangepast omwille van het voordeel dat wordt
geboden dat het ticket veel langer geldig is op veel meer plaatsen.
Dan moet men ook wat meer kunnen vragen.

Volgens mij zal de reactie tweeërlei zijn. Indien het ticket wordt
beperkt in de tijd dan zal het minder worden gebruikt. Indien men het
niet beperkt in de tijd en de geldigheidsperiode zelfs uitbreid, dan zal
de prijs ervan iets mogen stijgen.

Nogmaals, dit is zeer voorlopig. Over dergelijke aangelegenheden
wordt altijd een discussie gevoerd tussen de NMBS en de politieke
overheid omdat het uiteraard een gevoelig thema is. Die discussie
moet nog worden gevoerd.

De vereenvoudiging willen we in elk geval doorvoeren. Dat is de
tweede fase.

07.02 Johan Vande Lanotte,

ministre: Une proposition générale
qui comporte également des
éléments positifs est en cours
d'élaboration. Une réunion sera
organisée à ce sujet dans les
prochains jours. La décision de ne
plus permettre d'utiliser le billet
week-end le vendredi soir fait en
tout cas l'objet d'une évaluation
négative et ne sera peut-être pas
maintenue. L'utilisation du billet
«un jour à la mer/dans les
Ardennes» ne sera peut-être pas
limitée aux vacances scolaires,
mais le prix du billet sera peut-être
adapté. La SNCB et les autorités
doivent encore entamer une
discussion à ce sujet. En tout cas,
nous souhaitons procéder à une
simplification.

07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank

u voor uw antwoord en verzoek u de beperkingen in de mate van het
mogelijke niet door te voeren.

07.03 Servais Verherstraeten

(CD&V): J'espère qu'il n'y aura
pas de restrictions.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 3354 van de heer Tommelein werd omgezet in een schriftelijke vraag.

08 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel

en Wetenschapsbeleid over "het uitblijven van de telecomwet" (nr. 3427)

08 Question de M. Jef Van den Bergh à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur

et de la Politique scientifique sur "la non-publication de la loi sur les télécommunications" (n° 3427)

08.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,

mevrouw de minister, eerst en vooral wil ik u danken dat u speciaal
voor één vraag mijn eerste, parlementaire vraag naar de
commissie bent gekomen. Als we de kranten mogen geloven, wordt
het mogelijk ook een van uw laatste antwoorden als federaal minister,
maar dat zullen we de komende dagen wel merken.

Mijn vraag handelt over de telecomwet en is enigszins in opvolging
van een vraag van de heer Roel Deseyn van begin juni 2004.

08.01 Jef Van den Bergh

(CD&V): Le 16 juillet 2003, la
ministre recevait le dossier relatif à
la loi sur les télécommunications.
Quand a-t-on envoyé copie de ce
dossier au cabinet de la ministre
Van den Bossche? Quand les
deux cabinets ont-ils mené pour la
première fois des négociations

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Zaterdag aanstaande vieren we een verjaardag, zij het enigszins in
mineur. Dan zal het één jaar geleden zijn dat het overdrachtdossier
van de telecomwet, samen met een aantal andere dossiers, voor
ontvangst werd getekend. Na één jaar is de telecomwet nog steeds
geen feit, ondanks uw voornemen om de wet voor het zomerreces in
het Belgisch Staatsblad gepubliceerd te krijgen.

Op 2 juni 2004 antwoordde u nog aan de heer Roel Deseyn: "De
telecomsector en het economisch leven in ons land in het algemeen
hebben er alle belang bij dat de omzetting van deze richtlijn geen
maanden meer aansleept."

Daarom wil ik u een aantal heel concrete vragen stellen.

Ten eerste, op welke datum werd een kopie van het voorontwerp aan
het kabinet van uw collega Freya Van den Bossche doorgestuurd? Op
welke datum sinds uw aantreden werden voor het eerst door de twee
kabinetten formele onderhandelingen over het voorontwerp gevoerd?
Hoe verklaart u de vertraging?

Ten tweede, tegen welke datum denkt u de telecomwet in het
Belgisch Staatsblad te publiceren? Welke stappen moeten nog
worden genomen?

Ten derde, wanneer verwacht u het advies van de Europese
Commissie over het voorontwerp? Welke implicaties kan het advies
op de werkzaamheden hebben?

Als u mij toelaat, zou ik er nog enkele, kleinere vraagjes willen aan
toevoegen.

De POD Telecommunicatie werd opgericht. In hoeverre is ze reeds
actief? Van welke periode dateert het uitvoeringsbesluit? Onder wiens
bevoegdheid zal ze ressorteren?

Ik heb nog een aanvullend vraagje.

Hebt u de adviezen van de Raad van State en van de commissie ter
Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer aangaande de
telecomwet reeds ontvangen?

Ten laatste, hoever staat het met het samenwerkingsakkoord dat
dient te worden afgesloten met de Gemeenschappen?

formelles sur l'avant-projet?
Comment la ministre explique-t-
elle le retard? Quand la loi sur les
télécommunications sera-t-elle
publiée au Moniteur belge ?
Quand la ministre recevra-t-elle
l'avis de la Commission
européenne sur l'avant-projet?
Qu'en est-il du fonctionnement du
SPP Télécommunications?

08.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, op

16 juli 2003 werden de telecomdossiers overgedragen. Op dat
ogenblik was het niet duidelijk of het overdrachtdossier voor de
nieuwe telecomwet volledig was.

In de loop van de eerste week van september 2003 hebben tussen
onze beide kabinetten het kabinet van mijn collega, mevrouw Van
den Bossche, en mijn kabinet de eerste gesprekken over het
voorontwerp van wet plaatsgegrepen. Er werden afspraken gemaakt
over de wijze van samenwerking, die trouwens heel goed is verlopen,
mijnheer Van den Bergh. Tevens werd informatie uitgewisseld over de
stand van het dossier op het einde van de vorige legislatuur.

08.02 Fientje Moerman, ministre:

Les dossiers relatifs aux
télécommunications ont été
transmis le 16 juillet 2003. La
première semaine de septembre
2003, mon cabinet et celui de la
ministre Van den Bossche ont
mené les premières discussions
relatives à l'avant-projet de loi.
Après un examen approfondi du
contenu du texte adopté lors de la
précédente législature, nous avons
décidé en date du 1

octobre 2003

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Bij het opstellen van de inventaris van de beschikbare stukken bleek
dat de meest recente elektronische versie van het voorontwerp niet
beschikbaar was. Bovendien bleek dat bepaalde stukken ontbraken of
onleesbaar waren.

Na een grondig inhoudelijk nazicht hebben collega Van den Bossche
en ikzelf beslist de beschikbare en leesbare gedeelten van de tekst
van de vorige legislatuur niet zomaar over te nemen. Ook in de vorige
legislatuur zijn er daarover immers tientallen
interkabinettenwerkgroepen geweest. Wij hebben echter beslist een
nieuwe discussie ten gronde te voeren over alle bepalingen van het
voorontwerp op basis van de tekst die door het Belgisch Instituut voor
Post en Telecommunicatie werd opgesteld in oktober 2002. Die
beslissing werd genomen naar aanleiding van een vergadering op
mijn kabinet op 1 oktober 2003.

U vraagt tegen welke datum ik de telecomwet in het
Belgisch Staatsblad denk te publiceren. Zoals ik eerder in deze
commissie heb meegedeeld, werd het voorontwerp van wet
betreffende de elektronische communicatie op 7 mei door de
Ministerraad goedgekeurd. Wij hebben het advies van de Raad van
State en van de commissie voor de Bescherming van de persoonlijke
levenssfeer ontvangen. Het is mijn bedoeling het betrokken ontwerp,
na aanpassing aan de opmerkingen van de Raad van State en de
commissie voor de Bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zo
spoedig mogelijk bij het Parlement in te dienen voor behandeling.
Uiteraard kan de publicatie van de wet er pas komen na bespreking
van het ontwerp in het Parlement.

U hebt ook gevraagd wanneer ik het advies van de Europese
Commissie over het voorontwerp verwacht. Wat deze vraag betreft,
dien ik u te verwijzen naar mijn antwoord op mondelinge vraag
nr. 3063 die de heer Deseyn mij stelde. Ik citeer: "Het ontwerp werd
aan de Europese Commissie bezorgd op 26 mei jongstleden.
Aangezien het overleg met de Commissie niet verplicht is, kan ik
onmogelijk een precieze termijn vooropstellen. Aangezien ik nog geen
kennis heb van de inhoud van een mogelijk advies, kan ik de
implicaties ervan op de werkzaamheden op dit ogenblik onmogelijk
inschatten". De POD Telecommunicatie is nog niet opgericht.

de mener une nouvelle discussion
sur le fond sur la base du texte de
l'Institut belge des services
postaux et des
télécommunications (IBPT).

Le projet a été approuvé en
Conseil des ministres le 7 mai
2004. Nous attendons les
observations du Conseil d'Etat et
de la Commission de la protection
de la vie privée. La publication au
Moniteur belge ne peut intervenir
qu'après l'examen du projet par le
Parlement. Nous avons fait
parvenir le projet à la Commission
européenne le 26 mai 2004. Nous
n'avons pas encore reçu son avis.
Le SPP Télécommunications n'a
pas encore été constitué.

08.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

minister voor haar antwoord. Zij zal wel ervaren dat onze fractie erop
zal blijven hameren dat de telecomwet er zo spoedig mogelijk komt.
Het is immers jammer dat we wat dat betreft helemaal achteraan het
Europese peloton bengelen.

08.03 Jef Van den Bergh

(CD&V): Nous demandons une
mise en oeuvre rapide de la
nouvelle loi sur les
télécommunications car nous
sommes à la traîne au niveau
européen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

09 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "le projet de la SNCB de fermer totalement ou partiellement les guichets dans 46 gares"
(n° 3411)

09 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de plannen van de NMBS tot gehele of gedeeltelijke sluiting van de loketten
in 46 stations" (nr. 3411)

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

09.01 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, la SNCB

envisagerait de fermer totalement ou partiellement les guichets dans
46 gares, faute de recettes suffisantes. Selon mes informations, 200
gares sur les 500 que compte notre pays ne draineraient que 3% de
la clientèle de la SNCB. Mes trois questions sont les suivantes.
Premièrement, M. le ministre peut-il confirmer les intentions de la
SNCB? Deuxièmement, de quels moyens disposeront les voyageurs
pour s'acquitter du prix de leur billet lorsqu'ils embarqueront dans le
train dans ces gares où les guichets auront fermé? Troisièmement,
entre-t-il dans les intentions de la SNCB d'équiper ces gares de
distributeurs automatiques de billets de train?

09.01 François Bellot (MR): De

NMBS zou van plan zijn in 46
stations de loketten te sluiten
omdat ze te weinig inkomsten
opleveren. 200 van de 500
Belgische stations zouden slechts
3 procent van de klanten
bedienen.

Bevestigt u de plannen van de
NMBS? Zo ja, hoe zullen de
reizigers een treinkaartje kunnen
kopen als er geen loketten meer
zijn? Is de NMBS van plan er
automatische verdelers te
plaatsen?

09.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Je vais ici aussi reprendre la

réponse que j'ai donnée en séance plénière à une question similaire.
La stratégie générale, la philosophie générale, c'est que le but de la
vente d'un ticket est d'arriver à payer avec le produit de sa vente au
moins partiellement le coût du train qu'on utilise. Si la vente des
tickets ne sert qu'à tenter de payer la personne qui les vend, il y a un
problème. Voilà très simplement expliquée la philosophie à l'oeuvre. Si
les recettes sont inférieures au salaire de celui qui vend les billets, la
vente des billets représente un coût. Si nous sommes déjà d'accord
sur cela, c'est un pas en avant.

Deuxièmement, la première préoccupation doit être de réduire le coût
de la vente, pas nécessairement en fermant les guichets mais en en
réduisant le nombre par exemple, en utilisant pour la vente des billets
les personnes qui sont présentes de toute façon à la gare, en limitant
les heures d'ouverture des guichets, bref en essayant de garder les
guichets ouverts mais avec un coût moins élevé.

Troisièmement, si ces efforts s'avèrent insuffisants pour que le produit
de la vente couvre les frais de personnel, il faut en effet penser alors
à la fermeture du guichet et chercher d'autres moyens de délivrer les
billets. La possibilité de le faire par internet attire maintenant pas mal
de gens qui préfèrent ce service au fait de devoir se rendre au guichet
car cela leur permet de prendre leur billet quand ils le veulent et sans
quitter leur maison. Ils ne doivent pas se déplacer et s'ils veulent
réserver leur billet à dix heures du soir, ils peuvent le faire. C'est un
service de qualité supérieure pour ceux qui peuvent se le permettre.

Il est aussi possible de le faire par téléphone ou via les distributeurs
automatiques. Nous tentons également de rendre des cartes
disponibles dans certains magasins. Je pense notamment aux
librairies. Toutes ces mesures devraient permettre d'assurer ce
service sans que les guichets soient nécessairement ouverts.
Toutefois, cette problématique doit faire l'objet d'un examen
approfondi. Il n'y a pas lieu de décider aujourd'hui d'une grande vague
de fermetures. Mais il est nécessaire d'examiner, pour chaque gare,
comment apporter des améliorations et le, cas échéant, remplacer le
service existant.

09.02 Minister Johan Vande

Lanotte: De algemene filosofie is
de kostprijs van de verkoop van de
biljetten te drukken door het aantal
loketten te verminderen en de
openingsuren te beperken. We
kunnen ook overwegen de
loketten te sluiten en andere
verkoopkanalen ontwikkelen zodat
iedereen kan worden bediend.
Voor elk station moet een grondig
onderzoek worden gevoerd naar
de meest geschikte manier om de
bestaande diensten te vervangen.
Een massaal aantal sluitingen
wordt echter niet verwacht.

09.03 François Bellot (MR): Monsieur le président, je tiens à

remercier le ministre pour sa réponse qui me semble tout à fait

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

complète.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

10 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les négociations en vue de la cession par La Poste de sa filiale Vicindo" (n° 3462)

10 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de onderhandelingen betreffende de afstand door De Post van haar
dochteronderneming Vicindo" (nr. 3462)

10.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le

vice-premier ministre, ce vendredi 9 juillet, La Poste a publié un
communiqué indiquant qu'elle menait des négociations avec Arvato
services, liée au groupe Bertelsmann actif dans les services
multimédia, en vue de la cession de la filiale Vicindo.

Cette décision de céder Vicindo n'est pas neuve et est surtout liée aux
mauvais résultats de cette filiale qui, depuis sa création en 2000, n'est
jamais parvenue à atteindre ses objectifs financiers. Vicindo, en plus
de ses activités de marketing direct, a repris les activités "atelier du
timbre" et l'imprimerie de La Poste, services qui, selon moi, sont
situés à Malines.

Mes questions sont les suivantes.

Dans le cadre de la cession de Vicindo, il n'est nulle part fait mention
d'une reprise éventuelle de l'atelier du timbre par La Poste. Cela
signifie-t-il que la fabrication des timbres pour La Poste va être
confiée à une société tierce?

Que vont devenir le service philatélie et l'imprimerie de la Poste? La
Poste va-t-elle, pour imprimer les nombreux documents dont elle a
besoin pour son activité, devoir traiter avec des sociétés tierces et
donc appliquer les procédures longues et coûteuses des marchés
publics, obligatoires si en rapport avec les missions de service public
et les services réservés?

10.01 François Bellot (MR): Op

9 juli jongstleden werd beslist
Vicindo te verkopen. Wat zal er
met de filateliedienst en de
drukkerij van De Post gebeuren?

10.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur Bellot, votre

question est tout à fait justifiée dans la mesure où dans le projet initial
de Vicindo, la gestion de la philatélie, l'imprimerie de timbres et
l'imprimerie de La Poste ont été attribuées à la direction de Vicindo.
Certes, ces activités n'ont jamais été juridiquement intégrées à
Vicindo. Il s'agissait d'une option de base.

En tant qu'élément de la restructuration démarrée en 2003 sur
l'initiative de M. Thijs, ces activités de philatélie et d'imprimerie de
timbres et de La Poste ont été enlevées à Vicindo et replacées sous
la direction de La Poste. En 2003, Artis a également été racheté par
ECF. A partir de septembre 2003, Vicindo se concentre donc sur ses
activités principales de direct marketing, à savoir la vente et la
location de données de direct marketing, le développement et la
gestion de banques de données de marketing et la production et le
traitement de campagnes de direct mail.

Lorsque nous annonçons une vente possible de Vicindo à Arvato
Services, les activités de philatélie, d'imprimerie de timbres et de

10.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Oorspronkelijk stond de
directie van Vicindo in voor het
beheer van de filateliedienst en de
drukkerij. Vanuit juridisch oogpunt
werden deze activiteiten nooit in
Vicindo geïntegreerd. In 2003
werden zij opnieuw bij de directie
van De Post ondergebracht. De
verkoop van Vicindo heeft dus
geen betrekking op deze
activiteiten.

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

simple imprimerie de La Poste n'en font donc pas partie. Ces
activités, qui relèvent toujours, d'un point de vue juridique, de La
Poste, avaient déjà été replacées sous la direction de La Poste en
2003 et continuent de rester normalement à la Poste.

10.03 François Bellot (MR): Monsieur le président, je tiens à

remercier le ministre pour sa réponse très claire.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

11 Question de Mme Anne Barzin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les difficultés rencontrées dans la distribution du courrier en région namuroise"
(n° 3422)

11 Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de problemen die zich hebben voorgedaan met de postbedeling in de
Naamse regio" (nr. 3422)

11.01 Anne Barzin (MR): Monsieur le président, monsieur le vice-

premier ministre, l'instauration du timbre Prior semble constituer un
progrès, puisque celui-ci nous garantit l'arrivée du courrier le
lendemain du jour de dépôt à La Poste pour un supplément de
7 centimes. Cependant, on constate de nombreux retards dans la
distribution du courrier Prior ces derniers jours en région namuroise.
Certains courriers parviennent à leurs destinataires avec un retard
pouvant atteindre cinq jours. Par ailleurs, il semble que les horaires
de distribution du courrier soient devenus tout à fait irréguliers.

Face à cette désorganisation du service postal, pourriez-vous
répondre aux questions suivantes, monsieur le vice-premier ministre:
1. Tout d'abord, étiez-vous au courant de ces dysfonctionnements?
Avez-vous reçu des plaintes allant dans ce sens? Dans l'affirmative,
sont-elles propres à la région namuroise ou s'étendent-elles à
l'ensemble du pays?
2. Ensuite, en connaissez-vous les raisons? Est-ce lié à la période de
vacances, à la mise en oeuvre du système Géoroute ou à une autre
cause?
3. Enfin, quelles mesures comptez-vous prendre pour remédier à ce
problème?

11.01 Anne Barzin (MR): Al

betekent de invoering van de
priorzegel een vooruitgang, toch
stelt men in het Naamse de laatste
tijd heel wat vertraging vast en
gebeurt de postbedeling op
onregelmatige tijdstippen. Bent u
hiervan op de hoogte? Kent u de
redenen hiervoor? Welke
maatregelen beoogt u?

11.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, la distribution du courrier dans les bureaux de Charleroi,
Tournai et Namur a été réorganisée: c'est Géoroute qui a été
appliqué.

Bien entendu, même en se montrant prévoyant, cette réorganisation a
pour effet, durant quelques jours ou quelques semaines, un certain
retard. Il s'agit de changer les automatismes de tri puisqu'on modifie
les trajets. La Poste effectue donc des tris de manière inhabituelle
pour tous. Depuis parfois 20 ans, les postiers sont habitués à placer
de manière presque automatique une lettre pour la rue de la Loi dans
le casier X; les trajets changeant, tout change. Chaque fois, on essaie
d'accompagner cette réorganisation, notamment par un renforcement
temporaire du personnel. Cela a été fait, mais on rencontre malgré
tout des difficultés pendant quelques semaines.

Dans quelques grandes villes, l'opération a lieu au mois de juillet,
période de moindre activité, pour éviter trop de perturbations, mais

11.02 Minister Johan Vande

Lanotte: In Namen werd de
postbedeling op basis van het
Georoute-systeem
gereorganiseerd. Dit brengt altijd
enige vertraging mee omdat het
sorteerproces wordt aangepast.
De uitbreiding van het
personeelsbestand kon de
vertraging niet voorkomen. Rond
20 juli zou de toestand weer
normaal moeten zijn.

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

des retards subsistent néanmoins à Namur I: la situation devrait être
régularisée pour le 20 juillet environ. La semaine actuellement en
cours devrait être une semaine de régularisation. On espère retrouver
un rythme normal vers le 20 juillet, sinon nous nous verrions dans
l'obligation d'effectuer une réévaluation. Je ne peux exclure des
retards occasionnels ici ou là, mais le délai de normalisation devrait
se situer vers le 20 juillet à Namur I.

11.03 Anne Barzin (MR): Monsieur le vice-premier ministre, je vous

remercie. J'ai bien entendu vos explications. En ce qui concerne les
horaires de distribution, depuis que j'ai posé la question, j'ai pris
connaissance d'un dépliant distribué à la population de la région
namuroise, annonçant la possibilité de recevoir son courrier à des
horaires différents d'auparavant.

Mais pour les timbres Prior, le problème est réel. En effet, si un retard
d'un jour est tolérable, un retard de cinq jours ouvrables me semble
exagéré.

11.03 Anne Barzin

(MR):

Wanneer een priorzegel wordt
gebruikt, is een vertraging van vijf
dagen onaanvaardbaar.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Nous avons une série de questions de M. Ducarme
concernant la sécurité ou l'insécurité à la SNCB. Je vous signale,
monsieur Ducarme - uniquement pour votre gouverne - que, sur
proposition de Mme Tilmans qui fait partie de votre groupe, il y aura
au mois de septembre ou d'octobre une réunion jointe de la
commission des Affaires intérieures et de la commission de
l'Infrastructure pour avoir un débat sur le problème de la sécurité dans
les chemins de fer.

Cela ne vous empêche pas de poser vos questions. Je vous dis
simplement ceci en guise d'information. Je vous donne maintenant la
parole.

De voorzitter: Alvorens over te
gaan tot de vragen gesteld door de
heer Denis Ducarme, deel ik u
mede dat op voorstel van
mevrouw Tilmans, bij de hervatting
van de parlementaire
werkzaamheden na de vakantie,
een gezamenlijke vergadering
"Infrastructuur" en "Binnenlandse
Zaken" is gepland waarop de
problemen van de veiligheid bij de
spoorwegen zullen worden
behandeld.

11.04 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je vous remercie

de m'avoir informé de cette démarche qui, pour moi, est réellement
intéressante. C'est une bonne chose d'avoir mis cette problématique
au centre d'un débat.

12 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la création d'une base de données statistiques coordonnée relative à l'insécurité sur le
réseau SNCB" (n° 3457)

12 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de oprichting van een gecoördineerde statistische gegevensbank over de
onveiligheid op het NMBS-net" (nr. 3457)

12.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le

vice-premier ministre, une des difficultés importantes à laquelle nous
sommes confrontés en ce qui concerne l'évaluation du phénomène de
l'insécurité sur le réseau SNCB réside en l'absence d'une base de
données statistiques centralisant l'ensemble des faits contrevenant au
règlement, les vols et les agressions constatées contre les personnes
sur le réseau SNCB, usagers et personnel.

Pour pouvoir évaluer l'adéquation des mesures prises à l'encontre
des faits d'incivilité constatés et le résultat sur le terrain, il serait sans

12.01 Denis Ducarme (MR): Het

ontbreken van een
gecentraliseerde statistische
gegevensbank is een van de
elementen die het onmogelijk
maken de onveiligheid op het
NMBS-net te evalueren. De
gegevens van de diverse
veiligheidsdiensten moeten
gecentraliseerd worden. Wat zijn

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

doute essentiel que les différents services B-Security, SPC, polices
zonales centralisent l'ensemble des données et puissent ainsi
fournir au gouvernement une information complète et coordonnée.

Pouvez-vous m'informer de vos intentions en ce domaine et des
démarches qui seraient entreprises afin de rencontrer cet objectif,
compte tenu du fait que le protocole signé entre B-Security et la police
des chemins de fer suit cette direction? Au-delà de cela, ce que vous
pouvez m'en dire m'intéresse car j'estime qu'à l'heure actuelle, le
protocole ne rencontre pas l'objectif visé.

uw plannen ter zake?

12.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,

monsieur Ducarme, la SNCB par l'entremise de son service interne B-
Security (service interne de gardiennage) a constitué une base de
données statistiques centralisant les faits d'agression à l'encontre de
son personnel, et ce depuis la création du central d'appels en 2000.
Ces données sont communiquées chaque trimestre aux membres du
comité de direction de la SNCB, et sont accompagnées de diverses
mesures prises en vue de remédier au plus vite et de manière
optimale à ces phénomènes.

Les délits et crimes de droit commun (vols, etc.) relèvent de la
compétence exclusive de la police fédérale et/ou locale. Dans le
cadre de cet échange de données statistiques entre le service de
sécurité ferroviaire et la police, un analyste stratégique a été nommé
au sein de la police ferroviaire. Celui-ci a notamment rendu possible
le filtrage et l'intégration de la base de données nationales "police"
afin de produire une statistique exploitable pour les deux services,
tout en veillant au respect des dispositions juridiques contenues dans
les lois sur la fonction de police et sur la vie privée. Une statistique
mensuelle police ferroviaire/B-Security doublée d'une statistique
trimestrielle est ainsi disponible. Cette analyse est devenue
l'instrument de travail privilégié, afin de contrer au mieux les
phénomènes criminogènes commis ou constatés sur le territoire des
chemins de fer.

12.02 Minister Johan Vande

Lanotte: De NMBS heeft een
statistische gegevensbank
samengesteld waarin de gevallen
van agressie tegen haar personeel
gecentraliseerd worden. De
overtredingen en misdrijven van
gemeen recht behoren tot de
bevoegdheid van de politie. In het
kader van de uitwisseling van
statistische gegevens tussen de
veiligheidsdienst Securail en de
politie werd binnen de
spoorwegpolitie een strategisch
analist aangesteld. Hij heeft een
statistisch instrument ontwikkeld
dat door de twee diensten kan
gebruikt worden zonder dat hierbij
afbreuk wordt gedaan aan de
naleving van de juridische
bepalingen inzake de politie en de
privacy. De analyse biedt een
werkinstrument om criminogene
verschijnselen te bestrijden.

12.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, si je vous ai bien

compris, nous pourrons disposer bientôt d'un élément statistique
regroupant l'ensemble....

12..03 Daniel Ducarme (MR):

We zullen dus weldra over een
gemeenschappelijk statistisch
element beschikken?

12.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Il s'agira surtout d'une

analyse.

12.021 Minister Johan Vande

Lanotte: Het gaat vooral om een
analyse.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

13 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "l'avancement et les priorités du plan d'investissement 2004-2009 de la SNCB visant à
l'installation de systèmes de vidéo-surveillance dans les moyennes et grandes gares" (n° 3458)

13 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de voortgang en de prioriteiten van het NMBS-investeringsplan 2004-2009
voor de installatie van videobewakingssystemen in middelgrote en grote stations" (nr. 3458)

13.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, le plan

d'investissement 2004-2009 de la SNCB relatif à l'installation
d'équipements de vidéo-surveillance pour les moyennes et grandes

13.01 Denis Ducarme (MR): De

NMBS is begonnen met de
uitvoering van haar

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gares est aujourd'hui lancé.
- Pouvez-vous m'informer des gares déjà équipées de telles
installations?
- Pouvez-vous également m'informer des critères de priorité sur
lesquels on a pu se baser pour définir les gares devant être équipées
dans un premier temps?
- Un calendrier général a-t-il déjà été défini en la matière?
- Souhaitant attirer votre attention sur un certain nombre de gares
réclamant rapidement des mesures de consolidation de la sécurité,
pouvez-vous m'informer du calendrier d'installation de ces systèmes
de vidéo-surveillance pour les gares de Charleroi, Mons, Tournai, La
Louvière et Braine-l'Alleud qui posent problème?

investeringsplan 2004-2009 voor
de installatie van
videobewakingssystemen in de
middelgrote en grote stations.
Welke stations zijn er reeds mee
uitgerust? Welke criteria worden
gehanteerd om te bepalen welke
stations prioritair met een dergelijk
systeem worden uitgerust? Is er
een timing opgesteld, meer in het
bijzonder voor de stations van
Charleroi, Bergen, Doornik, La
Louvière en Eigenbrakel waar naar
ik meen een dergelijk
bewakingssysteem hoognodig is?

13.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, nous

sommes en quelque sorte à mi-chemin. Certaines gares sont déjà
équipées de vidéo-surveillance: Halle, Bruxelles-Midi, Bruxelles-
Luxembourg, Bruxelles-Schuman, Anvers Central, Gand Saint-Pierre.
Les critères prioritaires ont été établis à la suite d'une analyse des
risques par gare en tenant compte de l'importance de la gare, de
l'importance des installations, des facteurs environnementaux, de la
présence ou non d'une brigade de B-Security.

Il faut maintenant aller plus loin. Il faut, sur base de ces critères
prioritaires, fixer le programme, le calendrier et les priorités effectives.
Cette dernière partie n'a pas encore été faite mais sera définie dans
les mois qui viennent.

13.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Een aantal stations,
namelijk Brussel-Zuid, Schuman,
Luxemburg en Antwerpen-
Centraal werden al uitgerust. De
criteria om aan het een of het
andere station prioriteit te geven,
berusten op een risicoanalyse per
station, waarbij met factoren als de
grootte, de ligging en de
aanwezige uitrusting rekening
werd gehouden. In de loop van de
volgende maanden zal het
programma worden bepaald, met
een tijdpad en met duidelijke
prioriteiten.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

14 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "l'équipement des agents de B-Security (Securail)" (n° 3459)

14 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de uitrusting van de agenten van B-Security (Securail)" (nr. 3459)

14.01 Denis Ducarme (MR): La troisième question que j'avais à

vous poser dans ce cadre, s'attachait aux décisions qui ont été prises
en ce qui concerne l'équipement des agents de B-Security.

Dans le cadre des mesures visant à renforcer les conditions de
sécurité sur le réseau de la SNCB, les 200 agents de B-Security qui
se verront conférer les prérogatives d'un service d'inspection et qui
entreront dans le groupe Securail - vous me le confirmerez peut-être -
verront leur équipement complété. Comme vous l'avez annoncé, ces
derniers seront munis d'un nouvel uniforme, des menottes et d'un
spray défense.

On peut naturellement estimer que cette mesure est un pas dans la
bonne direction. Je pense que l'on ne pouvait évidemment pas
continuer à voir ces agents confrontés à des situations parfois
périlleuses, armés de leur seule psychologie. Si l'on souhaite voir ces
services remplir efficacement ces missions, les agents de l'autorité -

14.01 Denis Ducarme (MR): In

het raam van de bepalingen met
het oog op de verbetering van de
veiligheidsvoorwaarden op het
NMBS-net, krijgen de 200 agenten
van B-Security die bevoegd
worden om inspectiediensten uit te
voeren en die van de groep
Securail deel gaan uitmaken, een
nieuw uniform, handboeien en een
verdedigingsspray. Dat is een stap
voorwaarts.

Van de diensten die bevoegd zijn
om op het NMBS-net op te treden,
is B-Security één van de diensten
die na een oproep het snelst ter

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vous en conviendrez comme moi - doivent se voir conférer l'ensemble
des moyens de l'autorité qu'on leur demande d'exercer.

Les services de B-Security figurent parmi les services couvrant le
réseau la SNCB qui sont le plus rapidement présents sur les lieux
réclamant une intervention. En effet, pour 54% des interventions, ce
sont les services de B-Security qui arrivent les premiers sur les lieux.
La police des chemins de fer n'arrive première sur les lieux d'une
infraction que dans 21% des cas. Si je précise cet aspect des choses,
c'est pour souligner combien les agents de B-Security sont
susceptibles d'être confrontés à des faits de violence diverse. En ce
sens, ne faut-il pas estimer que leur équipement de défense pourrait
encore être complété?

L'ensemble des agents ne sont pas nécessairement demandeurs,
vous le savez, d'armes à feu. Mais certains pensent que le port d'une
matraque serait loin d'être superflu. Considérant les réalités de
terrain, il faut néanmoins estimer que l'économie d'un débat relatif au
port d'une arme à feu ne doit pas être faite. Qu'en pensez-vous? Les
services français et espagnols remplissent des missions équivalentes
à celles remplies par B-Security. Et eux sont, en effet, équipés de
matraques et d'armes à feu, comme le requièrent parfois les
situations auxquelles ces agents sont confrontés sur le terrain.

plaatse zijn. Zouden die agenten,
in het licht van dat gegeven, niet
nog beter moeten worden
uitgerust?

Rekening houdend met de
toestand in het veld, zouden we
het debat over het dragen van een
vuurwapen kunnen aangaan. Wat
is uw standpunt daaromtrent?

14.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,

l'équipement de protection et défensif (menottes et spray paralysant)
pour le nouveau service de sécurité a fait l'objet d'une discussion au
sein d'un groupe de travail composé de membres de la direction de B-
Security et de membres des cabinets des ministres des Entreprises
publiques, Intérieur et Justice.

Conformément aux dispositions légales en vigueur, j'ai formulé une
proposition et un avis a été demandé aux ministres de la Justice et de
l'Intérieur. Nous devons tout mettre en oeuvre pour avancer le plus
rapidement possible à ce sujet, c'est-à-dire dans les jours et les
semaines qui viennent. Cependant, il ne faut pas se précipiter, au
risque d'aller trop loin. Nous devons d'abord voir ce que cela donne.

Prendre une mesure et avant qu'elle soit totalement mise en oeuvre,
en prendre déjà une deuxième ne me semble pas être un signe de
bonne gouvernance. Mon opinion est qu'il faut coller à la réalité: une
fois que ce nouveau système sera mis en oeuvre sur le terrain, il
faudra l'évaluer, et ce en concertation avec les membres mêmes de
ce service et les cabinets responsables.

Quoi qu'il en soit, je veux voir les résultats de cette nouveauté avant
de changer le dispositif. Nous sommes réticents au principe
d'augmenter la possibilité de recourir à des armes. Mais je répète:
évaluons d'abord le fonctionnement du nouveau dispositif.

14.02 Minister Johan Vande

Lanotte: De beschermende en
defensieve uitrusting van de
nieuwe veiligheidsdienst werd
besproken in een werkgroep
samengesteld uit leden van de
directie van B-Security en leden
van de kabinetten van de ministers
van Overheidsbedrijven, van
Binnenlandse Zaken en van
Justitie. Vooraleer de uitrusting
wordt gewijzigd moet het nieuw
systeem geëvalueerd worden
zodra het in de praktijk wordt
gebruikt.

Wat de mogelijkheid betreft om
vaker wapens te gebruiken zijn wij
terughoudend.

14.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.

Votre réponse me satisfait tout à fait. La mesure que vous avez prise
en vue d'équiper les agents de B-Security d'armes défensives va
vraiment dans le bon sens.

D'après des échos que j'ai pu avoir, il apparaît qu'un certain nombre
d'agents se trouvent parfois menacés par des armes à feu. Dans ce
cadre, un spray peut paraître bien dérisoire. Néanmoins, comme vous

14.03 Denis Ducarme (MR): Uw

maatregel om de agenten van B-
Security met defensieve wapens
uit te rusten is een stap in de
goede richting.

Het is inderdaad nodig om in een
eerste fase de gevolgen van de

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

le dites, il est nécessaire de procéder, dans un premier temps, à une
évaluation de l'impact des premières mesures que vous avez prises.
Considérant cette évaluation, il faudra alors décider, le cas échéant,
d'aller plus loin.

Je voulais m'assurer du fait que vous n'étiez pas nécessairement
bloqué sur cette question d'un complément éventuel à apporter à
l'équipement des agents de B-Security. Je constate que ce n'est pas
le cas. Vous passerez légitimement par l'évaluation et il faudra tirer
les conséquences du travail qui a été fait, dans les conditions liées
aux mesures que vous avez prises.

Je suis tout à fait satisfait. Je vous remercie.

eerste maatregelen te evalueren
vooraleer wordt beslist eventueel
verder te gaan.

Ik wou zeker zijn dat u niet gekant
bent tegen het principe van
eventuele bijkomende uitrusting
voor het personeel.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

15 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la couverture de nuit sur le réseau SNCB par B-Security" (n° 3460)

15 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de nachtdiensten van B-Security op het spoorwegnet" (nr. 3460)

15.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le vice-premier ministre, une

autre question que je souhaitais vous poser à propos de la sécurité
sur le réseau SNCB concerne la couverture de nuit.

Nous savons que la couverture de nuit est établie de 22 à 6 heures du
matin. B-Security, qui est la filiale de sécurité de la SNCB, travaille en
2/8 sur la majeure partie du réseau, soit ici de 6 à 22 heures. A
Bruxelles, par contre, B-Security est opérationnel 24 heures sur 24.
J'estime que si la nécessité impose un service 24 heures sur 24 à
Bruxelles, des besoins identiques doivent sans doute se faire sentir à
Gand, à Anvers, à Liège ou à Charleroi. Cette opinion me semble
partagée par un certain nombre de responsables et d'effectifs de
terrain.

Un renforcement de la couverture de nuit est nécessaire compte tenu
du fait que les permanences de nuit de la police des chemins de fer
ne sont plus assurées comme par le passé, c'est-à-dire la tenue d'une
permanence nocturne dans chacun des postes. Actuellement, une
permanence n'est assurée que dans un seul grand district avec un
système de tournante. La permanence de nuit n'est donc pas assurée
sur l'ensemble du territoire. Il y a là un élément de manque indéniable
au vu des problèmes constatés sur le réseau, dans les gares après
22 heures.

N'estimez-vous pas que la couverture nocturne du réseau SNCB par
les services de sécurité devrait être revue afin que nous puissions
assurer un minimum de présence entre 22 heures et 6 heures du
matin sur l'ensemble du territoire?

Cela pourrait, par exemple, être fait en collaboration avec la police
des chemins de fer.

15.01 Denis Ducarme (MR): We

weten dat de nachtdiensten van 22
uur tot 6 uur 's morgens lopen. Op
het grootste deel van het net werkt
B-Security, het veiligheidsfiliaal
van de NMBS, in 2/8 en hier dus
van 6 tot 22 uur. In Brussel werkt
B-Security daarentegen 24 uur op
24.

Vindt u niet dat de door de
veiligheidsdiensten uitgevoerde
nachtbewaking van het NMBS-net
moet worden herzien om tussen
22 uur en 6 uur 's morgens een
minimale aanwezigheid over heel
het grondgebied te kunnen
verzekeren?

15.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, à

l'heure actuelle, le cadre de B-Security s'élève à 310 membres, ce qui
permet d'assurer une permanence 24 heures sur 24 heures dans les
brigades de Bruxelles et dans d'autres lieux en fonction des

15.02 Minister Johan Vande

Lanotte: De personeelsformatie
van B-Security omvat 310
personeelsleden, waardoor een

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

disponibilités et des priorités.

Il a été décidé d'accroître cet effectif de 27 unités actuellement en
cours de recrutement. Cet accroissement permettra d'augmenter la
présence d'agents la nuit mais pas encore d'atteindre une couvertures
24 heures sur 24, 7 jours sur 7, sur l'ensemble du territoire ferroviaire.

Compte tenu du plan de restructuration en cours, la SNCB devrait
pouvoir, en interne, trouver le personnel complémentaire nécessaire
pour atteindre un tel degré de couverture. Si la possibilité d'affecter un
nombre plus élevé que 27 personnes devait exister dans le cadre de
ce plan, j'y serais favorable. Certes, il faudrait les former mais, avant
tout, il faut les trouver, ce qui n'est pas évident.

permanentie 24 uur op 24 in de
Brusselse brigades kan worden
verzekerd.

Er werd beslist om dit
personeelsbestand met 27
eenheden uit te breiden, waardoor
er `s nachts meer personeel
aanwezig zal kunnen zijn, maar
nog geen dekking 24 uur op 24, 7
dagen op 7, op het gehele
spoorwegnet wordt bereikt.

De NMBS zou intern het nodige
aanvullend personeel moeten
kunnen vinden om een dergelijke
dekkingsgraad te bereiken.

15.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Je vois que, là aussi, par rapport au phénomène
d'insécurité qui a été constaté après 22 heures et qui fut révélé dans
le cadre des statistiques et des informations communiquées au mois
de mai dernier, vous vous inscrivez dans le sens d'une couverture
plus étendue du réseau SNCB après 22 heures, ce qui est une bonne
chose.

15.03 Denis Ducarme (MR): Uw

voorstel ligt in de lijn van een
uitgebreidere dekking van het
NMBS-net na 22 uur, wat een
goede zaak is.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

16 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "l'état d'avancement des mesures de renforcement de la sécurité sur le réseau SNCB"
(n° 3461)

16 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de stand van zaken met betrekking tot strengere veiligheidsmaatregelen op
het NMBS-net" (nr. 3461)

16.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le

vice-premier ministre, je ne vous cache pas que vous avez déjà
répondu à une partie de cette question dans le cadre des questions
précédentes.

Pour résumer, on a pu constater que vous aviez la volonté dans un
premier temps de voir installer le plan de réforme au niveau du
service B-Security pour le 1

juillet. Il fallait donner un signal fort et

vous l'avez donné. Néanmoins, on observe que, en fonction des
formations, en fonction des assermentations, en fonction des
marchés publics relatifs à l'achat des menottes, des sprays de
défense, des nouveaux uniformes, la procédure prend plus de temps
que prévu.

Quand les mesures que vous avez initiées avec le gouvernement
pour renforcer les conditions de sécurité sur le réseau SNCB seront-
elles en application sur le terrain?

Par ailleurs, lors d'une question précédente posée sur ce dossier,
vous aviez pu m'informer d'un renfort de 27 agents qui viendraient
gonfler les effectifs de B-Security vous y avez fait référence à
l'instant. Je me demandais si ces renforts étaient déjà actifs sur le

16.01 Denis Ducarme (MR): Men

kan enkel maar constateren dat de
procedure voor de invoering van
het hervormingsplan op het stuk
van de dienst B-Security, die voor
1 juli in het vooruitzicht was
gesteld, meer tijd vergt dan
gepland.

Wanneer zullen de maatregelen
die u met de regering hebt op touw
gezet om de
veiligheidsomstandigheden op het
NMBS-net te verbeteren, concreet
van toepassing zijn?

Is de versterking van het
personeelsbestand van B-Security
met 27 personeelsleden reeds
werkzaam op het spoorwegnet, of
zijn die personen nog in opleiding?
U hebt mij geantwoord dat

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

réseau ou toujours en formation. Vous m'avez répondu qu'un certain
nombre d'entre eux étaient actuellement encore en formation. Ces
agents seront-ils affectés à B-Security ou à Securail? Les missions
sont en effet différentes.

Pourriez-vous confirmer si la ligne Charleroi-Bruxelles reconnue
pour sa difficulté tant en Brabant wallon qu'en province du Hainaut
bénéficiera de ces renforts comme on me l'a affirmé récemment?

Comment sera réparti le reste de ces renforts sur les autres
brigades?

Avez-vous intégré cet élément est important dans l'ensemble de
l'équation sur la répartition des renforts la problématique du Hainaut
occidental? En effet, la fermeture du poste de la police des chemins
de fer de Tournai en 2002 pose un certain nombre de difficultés pour
la couverture de ces zones par B-Security. Ces difficultés concernent
tant des phénomènes de délinquance locale sur Lessines ou
Bernissart, que la problématique relative aux méga-dancings qui,
comme vous le savez, sont nombreux dans la région ou même
encore la spécificité transfrontalière de cette région qui entraîne
davantage de difficultés particulières.

sommigen onder hen momenteel
nog een opleiding volgen. Zullen
die personeelsleden bij B-Security
of bij Securail in dienst komen?

Zal de lijn Charleroi-Brussel
voordeel trekken uit die
versterking?

Hoe zal de rest van die versterking
over de andere brigades worden
verdeeld?

Hebt u hierbij rekening gehouden
met de problematiek van West-
Henegouwen? De sluiting van het
kantoor van de spoorwegpolitie te
Doornik in 2002 schept een aantal
moeilijkheden voor de dekking van
die zones door B-Security.

16.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Dans sa réunion de juin

2004, le comité de direction de la SNCB a décidé la création d'un
service "Corporate security service" composé de Securail et de B-
Security. La mise en place de Securail est en cours. Au vu des
formations à suivre pour ses membres et compte tenu de l'ampleur du
dossier juridique pour ce qui relève notamment de l'assermentation
des agents, ce service devrait être opérationnel avant la fin de
l'année. J'étais un peu étonné par cette réponse et je vais demander
des explications.

Les missions de Sécurail sont la constatation et la lutte contre les
infractions à la "police" des chemins de fer, les interventions et l'appui
des forces de l'ordre, l'exploitation du central d'appels et
l'accompagnement des VIP. C'est un service clairement en charge
des fonctions policières.

B-Security est un service de gardiennage, de surveillance et de
protection des installations, de contrôle d'accès aux bâtiments, de la
surveillance des rames garées et de la surveillance technique de
certains lieux. Il est bien clair que les choses avancent plus facilement
pour ce service.

Le recrutement de 27 agents est en cours. Il s'agit d'un recrutement
interne. Ils seront affectés en fonction des postes vacants à B-
Security ou à Securail. Douze agents seront affectés d'office à la
brigade de Bruxelles-Midi. Leur mission prioritaire est la sécurisation
de la ligne 124 entre Bruxelles et Charleroi. Ils renforceront l'actuelle
brigade-train opérationnelle sur cette ligne. Quinze agents seront
affectés aux postes vacants dans d'autres brigades en fonction des
priorités.

La décision de fermeture du poste de Tournai ne relève pas de ma
compétence: c'est une décision de la police fédérale et c'est donc le
ministre de l'Intérieur qui est compétent.

16.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Tijdens de vergadering
van juni 2004 besliste het
directiecomité van de NMBS een
"Corporate security service" op te
richten, die uit Securail en B-
Security zou bestaan. De invoering
van Securail is aan de gang en de
dienst zou voor eind dit jaar
operationeel moeten zijn. De
opdrachten van Securail zijn
duidelijk politietaken.

B-Security heeft volgende
opdrachten: bewaking, toezicht op
en bescherming van de
installaties, toezicht op de toegang
tot de gebouwen, bewaking van de
geparkeerde treinstellen en
technische bewaking van
bepaalde plaatsen.

De interne aanwerving van 27
agenten is aan de gang.
Afhankelijk van de vacatures
zullen ze aan B-Security of aan
Securail worden toegewezen.
Twaalf agenten worden
ambtshalve bij de brigade van
Brussel-Zuid ingedeeld. Vijftien
agenten zullen de vacatures in de
andere brigades invullen, op grond
van hun min of meer prioritaire
karakter.

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De beslissing om de dienst in
Doornik op te doeken valt niet
onder mijn bevoegdheid: het gaat
om een beslissing van de federale
politie en dus is de minister van
Binnenlandse Zaken bevoegd.

16.03 Denis Ducarme (MR): Dans le cadre de ce dossier, les

choses sont parfois un peu plus compliquées. Vous l'avez dit: le
service de la police des chemins de fer à Tournai a été fermé en
2002. Cela pose un sérieux problème, y compris pour B-Security. La
collaboration sera sans doute améliorée par le protocole d'accord qui
a été signé le 7 avril entre B-Security et la police des chemins de fer.
La réunion commune des commissions de l'Intérieur et de
l'Infrastructure qui a été demandée par Dominique Tilmans pourra
nous aider à confronter des problématiques qui doivent l'être. Nous
nous retrouvons avec deux services aux missions quelquefois
identiques et qui dépendent de deux départements différents. Sans
doute pourra-t-on poser une question qui mérite de l'être, sur la base
de ce qui a été fait par Nicolas Sarkozy en Ile-de-France, à savoir un
commandement opérationnel unique qui rassemble des services
dépendant de départements différents pour accentuer la collaboration
et dépasser des obstacles sur le terrain.

Nous sommes bien forcés, à un certain moment, de constater leur
existence dans le cadre de la coopération entre B-Security et la police
des chemins de fer.

16.03 Denis Ducarme (MR): De

dienst spoorwegpolitie te Doornik
werd in 2002 gesloten. Dat leidt tot
heel wat problemen, ook voor B-
Security. De samenwerking zal
dankzij het protocolakkoord dat op
7 april tussen B-Security en de
spoorwegpolitie werd ondertekend,
ongetwijfeld verbeteren. We
kunnen de gemeenschappelijke
vergadering van de commissies
voor de Binnenlandse Zaken en
voor de Infrastructuur aangrijpen
om de belangrijke problemen
vanuit beide invalshoeken ter
sprake te brengen.

Le président: Monsieur Ducarme, je vous félicite pour vous être parfaitement tenu au temps qui vous était
imparti.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De vraag van de heer Ansoms (nr. 3469) wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

17 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la gare de Landelies et la desserte de Hourpes et leur rôle important dans le
développement touristique du site de l'Abbaye d'Aulne et de la région de la Haute-Sambre" (n° 3472)

17 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "het station van Landelies en de bediening van de halte te Hourpes en de
belangrijke rol die ze kunnen spelen in de toeristische ontwikkeling van de site van de Abdij van Aulne
en van de regio Haute-Sambre" (nr. 3472)

17.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le

vice-premier ministre, l'état déplorable de la gare de Landelies a été
récemment abordé par un rapport du comité consultatif des usagers
de la SNCB qui souligne le manque d'entretien du sol, des murs,
graffitis. Il en va de même pour les abris sur les quais. La mauvaise
qualité de l'accessibilité aux couloirs sous voies qui rend la gare peu
praticable et peu sûre pour les enfants, les personnes âgées et les
personnes à mobilité réduite est également pointée. L'absence de
ligne de sécurité sur les quais, pour une ligne pourtant concernée par
le passage régulier de trains de marchandises rapides est également
soulignée. On peut également remarquer la mauvaise qualité de
l'éclairage au sein des couloirs sous voies ainsi que son absence sur
le parking au sein des abris, dont les vitres ont été remplacées par
des panneaux de bois, ce qui ne favorise pas le sentiment de sécurité

17.01 Denis Ducarme (MR): In

een verslag van het Raadgevend
comité van de gebruikers van de
NMBS werd onlangs de
lamentabele toestand van het
station van Landelies
aangeklaagd: de vloer en de
schuilhuisjes op de perrons zijn
niet onderhouden, de verlichting
laat te wensen over en er is geen
parking. Al deze factoren dragen
bij tot het onveiligheidsgevoel van
de gebruikers.

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

et n'offre pas de protection suffisante contre les d'intempéries. Je
pourrais encore allonger cette liste.

Un constat négatif sur toute la ligne qui rend la gare de Landelies très
peu engageante mais surtout ne lui permet pas de remplir le rôle de
relais touristique qui devrait indubitablement être le sien.

La gare de Landelies est située sur la ligne internationale 130A
Charleroi Sud/Erquelines-Jeumont. La desserte et les gares suivantes
sont Hourpes, Thuin et Lobbes, qui sont également des communes
situées sur la Haute Sambre, lesquelles possèdent un patrimoine
naturellement remarquable. Une région pauvre qui, éligible aux fonds
européens du phasing out d'Objectif 1 et à d'autres projets
européens, a pu bénéficier de l'investissement de plusieurs millions
d'euros afin d'assurer son redéploiement économique. Une région
dont le potentiel de développement repose essentiellement sur son
patrimoine historique et naturel et sur la dynamisation des secteurs
des loisirs, nature et sports et de l'horeca.

Je me permets de préciser l'importance de la gare de Landelies dans
le dispositif de développement touristique régional. Au-delà des
perspectives qu'implique la proximité de la France sur une ligne
ferroviaire transfrontalière, la situation de la gare est exceptionnelle,
dans le sens où elle est située à un peu plus d'1 km du site de
l'Abbaye d'Aulne qui peut être rejoint en vélo, à pied, par un chemin
de halage. L'Abbaye d'Aulne qui n'est pas moins que l'un des sites les
plus visités de Wallonie, est située à quelques minutes de la gare de
Landelies. Cette dernière qui, par train, n'est située qu'à dix minutes
de la gare de Charleroi-Sud occupe donc clairement une situation
stratégique exceptionnelle au titre de relais touristique régional.

Depuis 1997, près d'un million d'euros ont été investis sur le site de
l'Abbaye d'Aulne. Le ministre Reynders, au titre de ministre compétent
pour la Régie des Bâtiments, a pu dernièrement m'informer que près
de 600.000 euros devraient encore être investis en 2004-2005. Ces
investissements importants ainsi que l'ensemble de la dynamique
commerciale qui se développe sur ce site devraient également nous
voir traiter ce dossier sous l'angle de l'accès au site et, en ce qui nous
concerne ici, au niveau de la qualité des infrastructures de la SNCB à
Landelies.

A l'initiative du ministre Reynders, un groupe de travail associant son
département, le secteur privé, la Région wallonne et les communes
devrait se réunir afin d'entamer une réflexion globale relative au
développement du site. Estimeriez-vous possible, dans ce cadre, de
voir la SNCB associée à ce groupe de travail afin d'examiner les
pistes que la SNCB pourrait proposer en matière d'investissements et
d'adaptation de la gare de Landelies à son rôle de gare touristique
relais, dans le cadre des programmes d'investissements que la SNCB
propose pour ces matières?

En outre, pourriez-vous examiner les possibilités visant à augmenter
les arrêts à cette gare durant le week-end? Paradoxalement, en effet,
la ligne omnibus propose un arrêt toutes les heures en semaine et un
arrêt toutes les deux heures le week-end, ignorant ainsi parfaitement
le facteur de développement touristique.

Dans ce même sens, il est également utile de signaler que les trains

Gelet op het voorgaande kan het
station van Landelies bezwaarlijk
de rol van toeristische
toegangspoort vervullen, wat
nochtans moet kunnen vermits het
op de internationale lijn 130A
Charleroi-Sud/Erquelinnes-
Jeumont ligt. Deze verpauperde
streek beschikt over een
groeipotentieel, vooral door haar
historische en natuurlijke erfgoed,
dat via het stimuleren van de
sectoren natuurrecreatie, sport en
horeca verder ontwikkeld kan
worden.

Het station van Landelies is zo
belangrijk voor de toeristische
ontsluiting van deze streek omdat
het vlak bij de abdij van Aulne ligt.
Sinds 1997 werd bijna een miljoen
euro in deze site geïnvesteerd.
Minister Reynders, die bevoegd is
voor de Regie der Gebouwen
heeft me onlangs bevestigd dat in
2004-2005 nog eens een bedrag
van ongeveer 600.000 euro in
Aulne zal geïnvesteerd worden.

Op initiatief van minister Reynders
zou een werkgroep bestaande uit
vertegenwoordigers van zijn
departement, van de privé-sector,
van het Waals Gewest en van de
gemeenten zich weldra moeten
bezinnen over de verdere
ontwikkeling van de site. Zou de
NMBS kunnen toetreden tot deze
werkgroep om te onderzoeken of
het station van Landelies in
aanmerking komt voor
investeringen en
aanpassingswerken?

Zou u bovendien de mogelijkheid
willen onderzoeken om meer
treinen in dit station te laten
stoppen? De frequentie van de
stoptreinen ligt inderdaad lager in
het weekend dan in de week. Het
is ook zo dat er tijdens het
weekend geen trein in het station
van Hourpes meer stopt; deze
plaats beschikt nochtans over een
belangrijk toeristisch potentieel dat
door de Europese Unie in het
netwerk `Natura 2000' opgenomen
werd. Het Raadgevend Comité

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ne font plus d'arrêt le week-end à la desserte de Hourpes. Le site
dispose pourtant également d'un potentiel hors du commun: un
château du XVIII

siècle vient d'y être restauré, un projet visera bientôt

à proposer aux touristes la visite des vestiges miniers et sidérurgiques
de ce site qui fut un des premiers à se développer - cela bien avant
Charleroi -, le site a été reconnu Natura 2000 par l'Union européenne,
il est traversé par le Ravel, etc.

En 2002, le Comité consultatif des usagers de la SNCB demandait
déjà à la SNCB de revoir sa position concernant l'arrêt des trains à
Hourpes le week-end.

Seriez-vous en mesure, au vu des éléments nouveaux relatifs à cet
arrêt et à son potentiel de développement touristique, de réexaminer
la question?

Enfin, en ce qui concerne la mise en visibilité de la gare de Landelies
au titre de gare touristique relais, pourriez-vous examiner les
possibilités visant à modifier le nom de cette gare en passant de "gare
de Landelies" à "gare de Landelies Abbaye d'Aulne"?

van de gebruikers heeft de NMBS
trouwens gevraagd haar standpunt
te herzien in verband met Hourpes
als stopplaats voor de treinen
tijdens het weekend.

Bent u bereid dit probleem
opnieuw te bekijken en de naam
van dit station te wijzigen in `gare
de Landelies-Aulne'?

17.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur Ducarme, il existe

une règle d'or qui veut qu'au plus longue est la justification en vue de
laisser une gare ouverte ou de l'améliorer, au moins convaincants
sont les arguments! Je vous le dis en guise de boutade mais c'est
quelque peu le cas en l'occurrence!

Le point d'arrêt de Landelies se classe à la 497

ème

place sur 535

gares et points d'arrêt du réseau, avec moins de 100 voyageurs
montés par jour ouvrable et une vingtaine par jour le week-end, ce qui
est très faible.

La distance à l'abbaye d'Aulne est supérieure à 1 kilomètre ce qui,
d'après la SNCB, dépasse la limite généralement observée pour les
trajets piétons vers les gares; il est donc peu vraisemblable, voire
illusoire de croire que le rail soit utilisé pour se rendre à ce lieu
touristique.

Faisons la comparaison avec la gare de Villers-la-Ville qui accueille
moins de 50 voyageurs par jour le week-end. La distance du point
d'arrêt au site de l'abbaye est de 1,3 kilomètres. En comparaison
aussi, le cas de la cascade de Coo, site touristique connu
internationalement de longue date: la distance de la cascade à la gare
n'est que de 200 mètres, ce qui aurait pu sembler favorable. Le
résultat est décevant puisque cette gare se classe à la 516

ème

place!

Tous ces chiffres sont assez surprenants! Dans le passé, lors d'une
discussion relative à la circulation du TGV notamment à Ostende, il
apparut que l'on enregistrait une moyenne de 6 voyageurs alors
qu'une vingtaine de personnes, argumentant qu'elles prenaient le train
tous les jours, protestèrent lors de la disparition de l'arrêt. Mais la
moyenne était là!

Bien entendu, on peut tout faire. Mais il n'existe quand même pas
beaucoup d'éléments probants pour investir à Landelies.

Maintenant, au niveau des trains, une desserte cadencée toutes les
deux heures - entre 6h54 et 22h06 - passe le week-end par le point

17.02 Minister Johan Vande

Lanotte: Het station van Landelies
telt minder dan honderd reizigers
per werkdag en een twintigtal
reizigers per dag tijdens het
weekend. Het heeft dus een erg
beperkt potentieel. In vergelijking
met plaatsen die dichtbij
treinhaltes liggen, zoals de abdij
van Villers-la-Ville en de
watervallen van Coo, bevindt dit
station zich op meer dan één
kilometer van de abdij van Aulne.
Het is dan ook weinig
waarschijnlijk dat iemand de trein
zou nemen om die plaats te
bezoeken.

Op dit ogenblik stopt er in het
station van Landelies tijdens het
weekend om de twee uur één
dubbel motorstel en werkt het
personeel er in twee ploegen.

Ook al is alles mogelijk, toch zijn
er weinig doorslaggevende
elementen die een investering in
dit station rechtvaardigen.

Volgens tellingen gebruikten in
oktober 2003 nog slechts veertien
reizigers het station van Landelies
op zaterdag, en twaalf op zon- en
feestdagen. In vergelijking met het
gemiddelde van 1999/2002
betekent dit reeds een daling.

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'arrêt de Landelies. Cette desserte est assurée par une seule
automotrice double durant toute la journée lors du week-end. Deux
équipes de personnel de conduite et d'accompagnement s'en
occupent pour l'ensemble de la journée. Voilà pour le matériel et le
personnel.

L'occupation moyenne maximale pour l'ensemble des trains circulant
entre Charleroi-Sud et Erquelinnes varie respectivement entre 9 et 75
voyageurs le samedi et entre 8 et 45 voyageurs le dimanche et les
jours fériés. Il s'agit de chiffres qui comprennent aussi les périodes du
3 janvier et du 26 avril. De plus, les chiffres de fréquentation au
comptage d'octobre à Landelies, relativement à la moyenne 1999-
2002, qui s'élevaient respectivement à 23 voyageurs le samedi et 19
le dimanche et jours fériés, n'atteignaient plus respectivement que 14
voyageurs le samedi et 12 le dimanche et jours fériés lors du
comptage d'octobre 2003. C'est une baisse de fréquentation du point
d'arrêt de Landelies. Je dois vous dire que 14 voyageurs le samedi et
12 le dimanche en moyenne, ce sont des chiffres extrêmement bas.

La création d'une desserte cadencée horaire de Landelies durant le
week-end entraîne ipso facto une circulation horaire sur l'ensemble la
ligne 130 A et donc la mise en marche d'une seconde automotrice
durant toute la journée, chaque week-end, ainsi que de deux équipes
supplémentaires au niveau du personnel de conduite et
d'accompagnement. Il y a donc un coût au niveau du personnel. C'est
un doublement des moyens humains et matériels nécessaires par
rapport à la situation actuelle afin d'assurer la desserte souhaitée.

Les recettes supplémentaires escomptées en cas de desserte horaire
de la ligne sont très faibles. C'est bien clair: ce n'est pas parce que
l'on bouge chaque heure que les chiffres vont monter énormément.

En outre, il faut signaler que les TEC assurent chaque week-end de
juillet et août six allers-retours directs entre la gare de Charleroi-Sud
et l'abbaye d'Aulne. Dès lors, l'alternative du train n'est pas très
attirante.

Les chiffres de fréquentation en semaine à Hourpes, relatifs à la
moyenne 1999-2002, qui se montaient à 22 voyageurs les samedis,
n'atteignaient plus que la valeur de 16 voyageurs lors du comptage
d'octobre 2003.

Il faut donc également constater une baisse de la fréquentation de
Hourpes entre les deux périodes précitées, alors que 42 trains
desservent ce point d'arrêt du lundi au vendredi.

En octobre 1993, il accusait, avant sa fermeture, un trafic de 11
voyageurs montés les samedis et 3 les dimanches et jours fériés et
ce, avec une desserte de 16 trains parcourant la ligne durant le week-
end. C'est pourquoi ce point d'arrêt n'a plus été desservi en fin de
semaine.

Par conséquent, la SNCB n'envisage donc pas de modifier l'offre aux
voyageurs actuellement en vigueur durant le week-end sur la ligne
130A.

La politique de la SNCB est de choisir des noms très courts pour ses
points d'arrêt. Ces noms doivent non seulement être rendus bien

Als in het station van Landelies
tijdens het weekend regelmatig
treinen stoppen, geldt automatisch
een uurdienst voor het geheel van
de lijn 130A. Tijdens de hele dag
moeten dan ook een tweede
motorstel en twee bijkomende
teams personeel worden
ingeschakeld. De menselijke en
materiële middelen worden dus
verdubbeld teneinde de gewenste
dienstverlening te verzekeren.

De verhoopte bijkomende
inkomsten zouden erg laag
uitvallen en zouden niet volstaan
om de hoge bijkomende kosten te
dekken.

Bovendien verzekert de TEC
tijdens de zomerweekends zes
rechtstreekse heen- en
terugreizen tussen het station van
Charleroi-Zuid en de abdij van
Aulne.

Het aantal reizigers dat Hourpes
tijdens de week aandoet, gaat
eveneens in dalende lijn in
vergelijking met het gemiddelde
over de periode 1999/2002.
Tijdens de telling van oktober
2003 werden nog slechts 16
reizigers geteld, voor 42 treinen
die die stopplaats van maandag tot
vrijdag aandoen. Om die reden
stoppen er in het weekend geen
treinen meer.

De NMBS is dus niet van plan het
aanbod voor het reizigersvervoer
dat op dit ogenblik in het weekend
op lijn 130A van toepassing is, te
wijzigen.

De NMBS geeft voor de benaming
van de stopplaatsen de voorkeur
aan zeer korte namen, omdat
zulks de leesbaarheid van
documenten en borden ten goede
komt. Zij kan dus niet ingaan op
het voorstel om de naam van het
station "Landelies" te veranderen
in "Landelies-Abbaye d'Aulne".

Men mag niet geloven dat een
spoorlijn de ontwikkeling die een

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

visibles sur place grâce à un nombre suffisant de panneaux de noms
de gare éclairés, mais ils figurent également dans de très nombreux
documents et tableaux. La SNCB ne peut dès lors pas répondre
favorablement à la proposition visant à changer le nom de gare
"Landelies" en "Landelies-Abbaye d'Aulne".

Toutefois, pour être tout à fait honnête, si je conçois qu'une région
puisse chercher à se développer, il ne faut pas croire qu'une ligne
ferroviaire pourra contribuer à l'aider en ce sens. En effet, la distance
entre la gare et ses différents points d'attraction est trop grande. Nous
en avons déjà fait l'expérience.

Par ailleurs, une liaison directe et rapide entre Charleroi et Landelies
existe déjà partiellement. En outre, l'usage du TEC offre une solution
plus raisonnable qu'une augmentation du nombre de trains sur cette
ligne.

streek terecht nastreeft, ten goede
zal komen. Daarvoor is de afstand
tussen het station en wat die regio
te bieden heeft, te groot.

Deels bestaat al een rechtstreekse
en snelle verbinding tussen
Charleroi en Landelies. Het ligt
meer voor de hand een beroep te
doen op de TEC dan het aantal
treinen op die lijn te verhogen.

17.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je voudrais

simplement vous dire que l'avis rendu par le Comité consultatif des
usagers de la SNCB est encore plus long que les éléments que vous
venez de présenter.

17.03 Denis Ducarme (MR): Het

advies van het Raadgevend
Comité van de gebruikers van de
NMBS laat, wat het station van
Landelies betreft, aan duidelijkheid
nochtans niets te wensen over.

17.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Il n'y a jamais eu d'avis pour

demander la fermeture d'une gare, même petite, même s'il n'y a plus
de voyageur. Par principe, ils y sont opposés. C'est une bonne
approche et je n'ai rien contre. Mais cela veut bien dire que leur avis
est toujours positif, même pour ouvrir de nouvelles gares. C'est leur
philosophie et c'est leur droit.

17.04 Minister Johan Vande

Lanotte: De adviezen van het
Raadgevend Comité spreken zich
in beginsel tegen de sluiting van
een station uit.

17.05 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, j'entends bien,

mais pour bien connaître la gare et m'y rendre assez souvent,
habitant très près de là, je dois vous dire que, compte tenu de l'état
déplorable de la gare, ce rapport ne semble pas excessif et qu'il ne
s'agit pas d'un signal positif donné en faveur de cette région. Si les
touristes désireux de se rendre à l'abbaye d'Aulne étaient informés
que la gare de Landelies est la gare relais de l'abbaye d'Aulne, ce qui
est le cas, on pourrait déjà donner la possibilité à la SNCB
d'accompagner cette région, qui en a grand besoin si elle veut sortir
de la misère économique où elle se trouve.

Comme je l'ai dit tout à l'heure, le tourisme est un des moyens
d'arriver à nos fins dans ce cadre. La SNCB a donc un rôle à jouer. Le
train est un moyen comme un autre par lequel on arrive dans cette
région. C'est une ligne transfrontalière, ce qui ouvre des perspectives.
Il faudrait peut-être examiner plus à fond la question et ne pas balayer
d'un revers de la main une piste qui, en termes de développement,
paraît tout à fait intéressante.

17.05 Denis Ducarme (MR): Dat

geloof ik wel, maar, rekening
houdend met de erbarmelijke
toestand van het station, lijkt dat
verslag me niet overdreven. Het
toerisme kan de ontwikkeling van
de streek ten goede komen. In dat
verband is voor de NMBS een rol
weggelegd. Deze aangelegenheid
zou nader moeten worden
onderzocht: deze interessante
denkpiste verdient beter dan
zomaar van tafel te worden
geveegd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Wij kunnen nu minister Anciaux verwelkomen want de vraag van de heer De Coene
(nr. 3473) vervalt.

18 Question de Mme Valérie De Bue au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la

possibilité d'utilisation de gyrophares par des médecins" (n° 3416)

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

18 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het

mogelijk gebruik van zwaailichten door geneesheren" (nr. 3416)

18.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je souhaiterais revenir sur la condamnation d'un médecin
pour excès de vitesse commis lors d'une urgence. En fait, une
association de médecins propose d'autoriser les médecins à utiliser
un gyrophare dans les cas d'extrême urgence. Dans cette hypothèse,
le véhicule du médecin serait considéré comme prioritaire et son
propriétaire échapperait ainsi à des poursuites en cas de
dépassement des limites de vitesse.

Vous avez été questionné la semaine dernière sur la situation du
stationnement. Je pense que cette situation doit être rapprochée de
celle du stationnement irrégulier des professionnels de la santé lors
de leurs visites au domicile de leurs patients. Une approche globale
des conditions de travail des médecins, infirmières à domicile et
kinésithérapeutes doit être privilégiée compte tenu du rôle social joué
par ces professionnels. Aussi une cohérence devrait-elle être définie
pour éviter une différence de traitement entre communes, parquets et
services de police.

Je voudrais connaître votre avis sur cette question. Etes-vous disposé
à aborder l'ensemble de ce problème sur le plan réglementaire et
dépasser ainsi les considérations exclusivement communales?

18.01 Valérie De Bue (MR): Wat

denkt de minister van de
mogelijkheid de voertuigen van de
artsen met een zwaailicht uit te
rusten? In dat geval worden het
prioritaire voertuigen, die niet
langer aan de
snelheidsbeperkingen
onderworpen zijn.

Er zou één lijn moeten worden
aangehouden, om te voorkomen
dat de parkeerovertredingen van
de beoefenaars van een medisch
beroep die bij hun patiënten een
huisbezoek afleggen, verschillend
worden aangepakt naargelang de
gemeente, het parket en de
politiedienst.

18.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, mes chers

collègues, il faut tout d'abord souligner que l'usage du seul feu bleu
clignotant n'implique pas la priorité dans la circulation. La priorité n'est
accordée que lors de l'emploi combiné du feu bleu clignotant avec
l'avertisseur sonore spécial. Les véhicules qui peuvent être équipés
de ces deux dispositifs sont fixés limitativement par la réglementation.
Il s'agit de l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général
sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre entre
autres les véhicules automobiles (art. 28, § 2C, 4° et art. 43, § 2, 3°).

Les véhicules sont ceux des services d'intervention d'urgence
(services de police, véhicules d'incendie). Parfois, ils peuvent
dépendre d'autres services ou d'organismes publics qui effectuent
des tâches similaires. Dans le secteur de l'aide médicale urgente, on
peut faire appel à des ambulances ou à des véhicules d'intervention
médicale urgente du service 100. Ces véhicules sont d'office équipés
des signaux prioritaires. Il ne me semble pas opportun d'ajouter les
médecins aux catégories existantes. Cela implique plusieurs milliers
de voitures banalisées et généralement immatriculées au nom d'une
personne privée, ce qui nuirait à l'efficacité de ces dispositifs.

Quant au stationnement irrégulier des professionnels de la santé lors
des visites à domicile, je reconnais que le problème peut se poser à
certains endroits et/ou dans certaines circonstances particulières. Le
Code de la route prévoit qu'il est interdit de mettre un véhicule à l'arrêt
ou en stationnement à tout endroit où il est manifestement susceptible
de constituer un danger pour les autres usagers de la route ou de les
gêner sans nécessité. Mais il existe des situations où l'intervention
doit avoir lieu de manière tellement urgente que cela prime sur le
respect des dispositions. Dans de telles circonstances et en cas de
contravention, ce qui à mon avis arrive rarement, il est toujours
possible de refuser le paiement de l'amende ou la proposition de

18.02 Minister Bert Anciaux: De

voorrang geldt enkel wanneer het
blauwe knipperlicht vergezeld is
van het bijzondere geluidssignaal.
De lijst van de voertuigen die over
beide installaties beschikken, is
bepaald bij het koninklijk besluit
van 15 maart 1968. Voor de
dringende medische hulpverlening
kan op ziekenwagens of op de
interventievoertuigen van de dienst
100 een beroep worden gedaan.
Het lijkt me geen goed idee de
voertuigen van de artsen aan de
lijst toe te voegen: in dat geval
zouden immers duizenden niet
herkenbare voertuigen die op
naam van een particulier zijn
ingeschreven, die bijzondere
uitrusting moeten krijgen.

Dringende situaties, waarbij
medische hulpverleners fout
parkeren, moeten boven de
verkeerswet staan. Je kan altijd de
minnelijke schikking weigeren en
de boete niet betalen op grond van
morele dwang, wat niet betekent
dat deze vorm van rechtvaardiging
voor alle dringende situaties kan
worden aangevoerd.

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

transaction et de recourir aux moyens juridiques pour se défendre.

Le Code pénal prévoit en effet des principes de légitimation et
d'exception tels que la contrainte morale. Cette contrainte peut être
acceptée comme légitime lorsque le plein gré de l'auteur est écarté ou
lorsque face à une menace ou danger important, il ne peut recourir à
d'autres moyens pour garantir les intérêts qu'il devait ou pouvait
servir. Il ne faut évidemment pas conclure que chaque situation
d'urgence peut bénéficier de ce principe de légitimation. Conscient de
ce problème, j'ai confié l'analyse et l'étude de la question à la
commission fédérale pour la sécurité routière, composée d'experts et
de représentants de différents milieux concernés tels que les
parquets ou les services de police ainsi que diverses associations
impliquées dans la sécurité routière. Si nécessaire, l'Union des villes
et communes sera également consultée.

Ik heb de federale Commissie
voor de Verkeersveiligheid
gevraagd dit probleem te
onderzoeken. Indien nodig worden
de Verenigingen van Steden en
Gemeenten ook geraadpleegd.

18.03 Valérie De Bue (MR): Effectivement, il faut aller plus loin,

essayer de répondre à cette question et mieux concilier les situations
d'urgence et les impératifs liés au Code de la route et à la sécurité
routière. Pour le moment, il y a des situations difficiles et je compte
sur votre diligence et sur la prise de conscience de cette
problématique pour pouvoir aller plus loin à l'avenir.

18.03 Valérie De Bue (MR): Het

is inderdaad beter de
verkeersregels te verzoenen met
de dringende situaties. Ik ben
ervan overtuigd dat de minister
zich terdege bewust is van dit
probleem en ik reken erop dat hij
de daad bij het woord zal voegen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

19 Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de

problematiek van de signalisatie van zone 30" (nr. 3418)

19 Question de M. Filip Anthuenis au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le problème

de la signalisation aux abords des zones 30" (n° 3418)

19.01 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik ben geen actief lid van deze commissie. Ik denk dat het de
eerste keer is dat ik hier een vraag stel. Ik hoop dat ik niet te veel in
herhaling val. Ik denk het niet. Deze vraag gaat over een heel
specifieke problematiek. Ik hoop dat die hier nog niet ter sprake
gekomen is.

Mijnheer de minister, dit zal hier waarschijnlijk wel ter sprake
gekomen zijn. Uit alle peilingen en enquêtes blijkt overduidelijk dat
verkeersveiligheid een topprioriteit is voor de Vlaamse en Belgische
burger. De verschillende politieke overheden doen dan ook hun best
om bijkomende maatregelen te nemen.

Het volgende is ook reeds in de pers geweest en het is ook een
voorstel van uzelf. Specifiek rond schoolomgevingen nemen vele
gemeentebesturen het initiatief om op verscheidene plaatsen
zones 30 te installeren. Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
het is trouwens ook de laatste week voor het nieuwe schooljaar dat wij
u hier een vraag kunnen stellen. Het is immers de bedoeling met het
nieuwe schooljaar dat een aantal gemeenten daar toch bijkomende
maatregelen zouden nemen.

Mijnheer de minister, er rijst echter een probleem bij de signalisatie
van die zones 30. Op de meeste wegen is het immers niet altijd, ik
zou zeggen meestal niet, realistisch om de snelheid te beperken tot

19.01 Filip Anthuenis (VLD): La

sécurité routière constitue une
priorité majeure aux yeux de la
population. De nombreuses
administrations communales
envisagent actuellement
d'instaurer une zone 30 aux
abords des écoles. Toutefois, la
limitation à 30 kilomètres par
heure n'est nécessaire et réaliste
qu'aux heures d'ouverture et de
fermeture des écoles. Les
panneaux additionnels sont
interdits et une signalisation
variable à l'aide de panneaux
illuminés est trop coûteuse. Le
ministre peut-il résoudre ce
problème?

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

30 kilometer per uur op momenten dat er geen school is. Op vele
wegen is dat niet echt realistisch. Men kan dat doen als de school
begint of gedaan is, maar op sommige ogenblikken is het echt niet
realistisch.

Uit contacten met uw administratie blijkt nu dat het fameuze
verkeersbord F4a niet mag worden aangevuld met onderborden
waarop bijvoorbeeld de schooluren zouden aangegeven zijn, waarop
met andere woorden staat vermeld dat het zone 30 is van dat uur tot
dat uur. Dat kan blijkbaar niet met onderborden.

Het enige dat wel zou kunnen is de zogenaamde variabele
signalisatie. Dat zijn borden die oplichten en aanduiden wanneer het
zone 30 is. Dat is naar mijn gevoel echter een te dure oplossing en is
dus niet echt realistisch. Navraag leert ons immers toch dat de
installatie van zo één bord snel 5.000 euro kost. Voor één
schoolomgeving heeft men minimaal vier dergelijke borden nodig. Er
moet aan elke kant een bord staan dat de zone 30 aanduidt en aan
de andere kant een bord dat de zone 30 beëindigt. Vier borden maakt
20.000 euro voor één schoolomgeving. In Lokeren hebben we bijna
30 schoolomgevingen. Dat zou natuurlijk wel een grote factuur
worden.

Mijnheer de minister, ik heb begrepen dat het op dit moment wettelijk
niet mogelijk is, maar zou er toch geen bereidheid bestaan om de
problematiek rond de signalisatie van de zones 30 te herbekijken en
eventueel onderborden wel mogelijk te maken. Het zou beantwoorden
aan de vraag van vele ouders, van vele kinderen en van vele scholen.
Het zou ook beantwoorden aan de vraag van vele gemeentebesturen
om de prijs toch een beetje in te tomen.

19.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Anthuenis, collega's, met het initiatief om een zone 30 in te voeren in
de schoolomgeving geven de wegbeheerders eigenlijk uitvoering aan
een opdracht, namelijk dat vóór het begin van het schooljaar 2005
hun schoolomgevingen als dusdanig gesignaleerd móeten zijn. Het
koninklijk besluit daarover is verplichtend voor alle wegbeheerders.

Zoals werd aangestipt, heeft de wegbeheerder daartoe inderdaad
twee mogelijkheden. Ten eerste, hij kan gebruikmaken van een
bestendige signalisatie. Of, ten tweede, hij kan het systeem van
signalisatie met veranderlijke informatie toepassen, dat wil zeggen
een elektronisch signalisatiebord dat de snelheidslimiet slechts doet
werken tijdens de periodes van vertrek en aankomst van de kinderen
of tijdens de gekozen periode, maar vanzelfsprekend minimaal tijdens
de schooluren. De bestendige signalisatie is bedoeld voor een
verblijfsomgeving, terwijl het elektronische bord raadzaam is op
plaatsen waar de verkeersomstandigheden alleen bij het begin en het
einde van de schooldag een snelheidslimiet van 30 km/u
rechtvaardigen. Anderzijds zou het ondoenbaar zijn om een
bestendig, dus statisch, bord met allerlei vermeldingen aan te vullen.
Die vermeldingen zouden niet alleen betrekking moeten hebben op de
uren waarop de regeling van toepassing is, maar ook op de
schooldagen en de snelheidslimiet die buiten de toepassingssfeer van
kracht is en dergelijke meer, en dat allemaal onder het bord
aangebracht. Ik denk dat de automobilisten dan bijna moeten stoppen
om te lezen wat erop staat.

19.02 Bert Anciaux, ministre: En

aménageant les zones 30 aux
abords des écoles, les
gestionnaires de la voirie réalisent
la mission qui leur avait été
assignée: doter ces abords d'une
signalisation adéquate avant
septembre 2005. Le gestionnaire
de la voirie peut soit utiliser une
signalisation permanente, soit
recourir à un système de
signalisation électronique avec
information variable.

La signalisation permanente est
destinée aux zones résidentielles
tandis que les panneaux
électroniques conviennent aux
endroits où la vitesse de 30
kilomètres à l'heure est imposée
au début et à la fin des journées
d'école. Il ne serait pas réaliste
d'ajouter toutes sortes
d'informations à un panneau
permanent. Le prix des panneaux
électroniques est à peu près
équivalent à celui des panneaux

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De kostprijs van het elektronisch bord waarmee de variabele
signalisatie gerealiseerd wordt, is inderdaad van de orde van grootte
die de vraagsteller heeft vernoemd en is dus ongeveer even hoog als
die van de biflashborden die vroeger vaak bij scholen geplaatst
werden. Vaak zullen twee variabele borden volstaan. Daarmee wordt
het begin van de tijdelijke zone 30 aangeduid. Het einde van de
zone 30-schoolomgeving kan gerust met een bestendig bord
aangegeven worden; daarvoor hoeft er dus niet echt een variabel
bord te staan.

Voorts wil ik erop wijzen dat de prijs voor een variabele signalisatie
niet buitenissig is voor het veiliger maken van een schoolomgeving op
een drukkere verbindingsweg, zeker niet als we die kosten plaatsen
naast de andere kosten die de wegbeheerder maakt om een
dergelijke weg verkeerstechnisch in orde te houden, waarbij ik
bijvoorbeeld denk aan oversteekvoorzieningen met verkeerslichten,
aparte parkeerhavens, tal van andere soorten bebording, een
accentverlichting bij zebrapaden en dergelijke meer.

Ik ben van mening dat een zeer ruime toepassing kan worden
gemaakt van het systeem met de bestendige, vaste borden zonder
dat de geloofwaardigheid en de naleving van de snelheidsbeperking
verloren dreigt te gaan wanneer die schoolomgeving ingepast wordt in
een groter zone 30-gebied. In andere gevallen kan de omvang zo
beperkt mogelijk gehouden worden. Een of andere vorm van
infrastructurele ondersteuning en regelmatig toezicht is daarbij
inderdaad wenselijk.

Voor alle duidelijkheid: ik denk dat de kostprijs minder is per zone.
Ten tweede ga ik er absoluut niet vanuit dat bijvoorbeeld de zones
rond de dertig scholen in Lokeren alleen zones 30 van het begin tot
het einde van de schoolomgeving moeten worden. Heel wat van die
schoolomgevingen zijn echt wel gelegen in een zone waar
verantwoord een permanente zone 30 ingevoerd kan worden.

Ik heb er begrip voor dat het in sommige omstandigheden, zeker voor
gewestwegen, soms aangewezen is het alleen in de tijd te beperken.
Ik kan daarmee leven, maar ik vraag dan toch naar goede en
zichtbare signalisatie. Vandaar dat wij thans van mening zijn dat het
louter aanbrengen van een blauw bord onder de signalisatie, met dan
nog eens vermelding van alle details, onbegonnen werk is. Het zou de
verkeersonveiligheid fors doen toenemen in plaats van doen
afnemen.

bi-flash qui équipaient les abords
des écoles dans le passé.

La limite de la zone 30 jouxtant
une école peut être indiquée par
un panneau permanent. Le coût
de la signalisation variable n'est
pas outrancier. Les panneaux
permanents peuvent être utilisés à
plus large échelle si l'on intègre les
abords de l'école dans une zone
30 plus vaste. Le prix par zone est
inférieur à mon avis. Quantité
d'abords d'écoles se situent dans
une aire où l'on pourrait instaurer à
juste titre une zone-30
permanente. Il est parfois indiqué,
pour les voies régionales, de
prévoir une limite dans le temps
mais, dans ce cas, je demande
une signalisation visible. Apposer
purement et simplement sous la
signalisation un panneau bleu et
toutes les précisions, est
irréalisable et accroît en outre
l'insécurité routière.

19.03 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de minister, wij hebben

inderdaad dezelfde doelstelling: de verkeersveiligheid aan de scholen
te verhogen.

Eerlijk gezegd, zoveel tekst staat er nu ook weer niet op. Er staat
gewoon op: maandag tot vrijdag, tussen die en die uren, zone 30.
Daar komt het op neer, meer is dat niet. Dat is niet zoveel tekst en
dus moet men niet stoppen voor dat bord om te zien wat erop staat.

Uiteraard zullen wij ons bij die beslissing moeten neerleggen, maar
als we de berekening maken, denk ik toch dat er een aantal
gemeenten voor een ernstig financieel probleem zal komen te staan.
Ik heb de berekening gemaakt voor onze stad, al gaat het niet alleen
over Lokeren, maar over alle gemeenten. Dat zijn dertig

19.03 Filip Anthuenis (VLD):

Nous souhaitons vous comme moi
accroître la sécurité routière aux
abords des écoles. Le panneau
n'est toutefois pas très explicite.
Un certain nombre de communes
risquent d'être confrontées à des
difficultés financières.
L'aménagement de trente abords
d'écoles représente un montant de
20 millions de francs belges.

L'installation d'un panneau fin de
zone 30 y compris lorsque la

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

schoolomgevingen en dus komt men al vlug aan 20 miljoen Belgische
frank.

Ik begrijp niet goed wat u zegt over het tweede bord, namelijk dat een
tijdelijke verkeerssignalisatie van zone 30 niet moet worden
aangeduid aan het einde van de zone. Dat begrijp ik niet goed. Kan
men dan een bord met "einde zone 30" plaatsen op een moment dat
er geen zone 30 is? Als dat volgens u kan, dan is dat al een bord
minder en dat is goed.

Ik leg mij natuurlijk neer bij de wil van de minister. Wij kunnen niet
anders! Ik betreur toch een beetje dat opnieuw de gemeenten met de
financiële last worden geconfronteerd. Het zou misschien niet slecht
zijn dat subsidies mogelijk zijn of dat er een systeem van bijkomende
subsidies komt, zodat er een stimulans is voor de gemeenten.
Immers, de opdracht geldt voor september 2005, maar vele
gemeenten waaronder de gemeente waar ik woon willen dat al in
september 2004 bewerkstelligen.

limitation de vitesse n'est pas
applicable permettrait
d'économiser un panneau.

Nous ne pouvons que nous plier à
la volonté du ministre. Je regrette
que les communes aient à
supporter les charges financières.
Il serait bon de prévoir un incitant
sous la forme de subsides
complémentaires pour les
communes. De nombreuses
communes souhaiteraient déjà
être prêtes en septembre 2004.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

20 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het beter

informeren van de burgers over het spreidingsplan" (nr. 3421)

20 Question de M. Dirk Claes au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'amélioration de

l'information des citoyens à propos du plan de dispersion" (n° 3421)

20.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte mijnheer

de minister, ik ben bijzonder blij dat ik de vraag nog aan u kan stellen,
want misschien gaat u verhuizen naar het Vlaams niveau. Ik wil
aandringen om bij ons te blijven. Ten eerste, stel ik graag vragen aan
u en, ten tweede, zou ik toch willen pleiten voor enige continuïteit op
dat departement. Indien u weggaat, zullen we op twee jaar tijd vier
ministers hebben gehad, uw voorgangers Durant, Onkelinx, uzelf en
minister X als vierde. Ik zou ervoor willen pleiten om bij ons te blijven
om voor die continuïteit te zorgen. We zullen zien hoe ver het
daarmee staat. Dat weet ik ook niet.

De vraag gaat over het beter informeren van de burgers betreffende
het spreidingsplan. Theoretisch is het spreidingsplan wel online
beschikbaar. Men kan dan achterhalen op welke dag welke routes
zullen worden gebruikt. Ik heb dat eens geprint, maar dat is zeer
onoverzichtelijk. Het bevat eigenlijk niet veel concrete informatie
behalve op welke dag welke routes zullen worden gebruikt. De
gewone burger is daarmee weinig gebaat. Hij ziet al die
nietszeggende namen van routes en theoretische plannen, die in de
praktijk dikwijls overhoop worden gegooid. Het zou al veel ergernis
wegnemen mochten we de burgers kunnen inlichten wat er zich
precies elke dag zou gaan afspelen.

Daarom had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen.

Welke zin ziet de minister in een initiatief om een website op te stellen
die voor elke dag en voor elke nacht de gemeenten zal aangeven die
zullen worden overvlogen? U zou dat eventueel met geografische
kaarten kunnen doen, waarop duidelijk staat over welke gedeelten
van welke gemeenten er precies wordt gevlogen. Wat zou de kostprijs
bedragen als men zou besluiten om die site elektronisch up-to-date te

20.01 Dirk Claes (CD&V): Le plan

de dispersion théorique est
disponible en ligne. Il est toutefois
peu clair pour l'utilisateur et ne
comprend guère d'informations
concrètes. Que pense le ministre
de l'initiative de créer un site
Internet indiquant les communes
qui seront survolées chaque jour
et chaque nuit? Quel est le coût
d'une mise à jour électronique du
site? Combien de plaintes ont-
elles été introduites cette année et
l'année dernière? Que pense le
ministre des recommandations de
l'Organisation mondiale de la
santé?

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

houden? Zou hierin ook de informatie kunnen worden opgenomen
omtrent het aantal vluchten die zullen overvliegen en het type van
vliegtuigen? Dat zou toch al veel betekenen voor de mensen.

Ziet de minister de mogelijkheid om die informatie dag na dag en
nacht na nacht op www.spreidingsplan.be te plaatsen?

Hoeveel klachten zijn sinds begin dit jaar bij de ombudsdienst
binnengekomen? Hoeveel waren er dat in dezelfde periode vorig jaar?
Hoe evolueren de klachten in de jongste zes maanden?

Ik heb misschien ook nog een aanbeveling voor de minister. Zou hij
zich principieel kunnen vinden in de aanbevelingen van de
Wereldgezondheidsorganisatie om een evenwicht te vinden tussen,
enerzijds, de economische belangen en, anderzijds, de
gerechtvaardigde wensen van de mensen tot vrijwaring van hun
gezondheid?

20.02 Minister Bert Anciaux: Zoals u al hebt kunnen vaststellen, heb

ik altijd veel belang gehecht aan het informeren van de burgers, met
name bij de tenuitvoerlegging van het spreidingsplan. De
informatieverstrekking is echter onderhevig aan bepaalde
beperkingen. Er wordt soms punctueel afgeweken van de
theoretische spreiding, maar deze afwijkingen zijn te wijten aan
onvoorzienbare weersomstandigheden. Dit heeft tot gevolg dat de
informatie enkel a posteriori met zekerheid kan worden gegeven.

In de gevallen waarin de afwijkingen wel voorzienbaar zijn, zoals
bijvoorbeeld de werken aan de banen in de maand augustus, zoals
dat ook regelmatig gebeurt, stellen de ombudsdiensten, BIAC en
Belgocontrol alles in het werk om de burger hierover vooraf te
informeren. Heel concreet, het is op zich natuurlijk helemaal niet
moeilijk en voor zover ik weet is dit ook beschikbaar, maar
misschien moet daar meer duidelijkheid of meer informatie over
gegeven worden om te weten welke routes er normaal gevlogen
worden op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag,
zaterdag en zondag en dat ook voor de nacht. Dat kan perfect visueel
weergegeven worden op de website. Dat hoeft helemaal niet veel te
kosten. Wij hebben al die kaarten. Die staan er ook op, alleen is het
misschien niet altijd eenvoudig om ze te vinden. De kaarten met de
routes zijn in ieder geval aanwezig op de website. Het probleem is dat
de mensen er niet altijd uitraken omdat er ook afwijkingen zijn. Soms
zijn die afwijkingen veel groter dan het volgen van de regel. Dat is een
probleem. Mensen willen altijd duidelijkheid op voorhand. Wel, door
de windsnelheid of de windrichting kan dat dus echt wel veranderen.
Men kan ook niet altijd met zekerheid het alternatief geven. Soms is
het niet het eerste alternatief, maar het tweede alternatief dat
gevlogen wordt. Dan zijn de mensen kwaad omdat ze veronderstellen
dat het spreidingsplan gevlogen wordt. Vandaar dat er ook verwarring
ontstaat. Het met zekerheid geven kan dus alleen a posteriori. Maar
ja, dan hebben de mensen er ook meestal niet veel aan.

De gebruikte banen en de vliegtuigtypes per route 's nachts zijn al a
posteriori beschikbaar op de website van BIAC. Deze informatie kan
niet vooraf worden verspreid om de eerder uiteengezette redenen. Ik
heb geen enkel probleem om dat duidelijk te maken via een website,
maar het is vrij ingewikkeld. U moet weten dat één firma, DHL en
aanverwanten, op dit ogenblik meer dan 25 types vliegtuigen hanteert.

20.02 Bert Anciaux, ministre: J'ai

toujours accordé une importance
particulière à l'information du
citoyen, mais il y a des limites. Des
dérogations sont parfois
nécessaires en raison de
conditions atmosphériques
imprévisibles qui font que
certaines informations ne peuvent
être communiquées précisément
qu'a posteriori. En cas de
dérogations prévisibles, les
services de médiation, BIAC et
Belgocontrol mettent tout en
oeuvre pour informer le citoyen au
préalable. Les routes quotidiennes
habituelles peuvent facilement être
visualisées sur le site Internet
sans qu'il en résulte un coût
important. Elles sont actuellement
difficiles à retrouver en raison des
dérogations. Comme je l'ai
indiqué, les routes et les types
d'avion utilisés par route la nuit
sont déjà disponibles a posteriori
sur le site Internet de BIAC.

En 2003, 2.281 dossiers ont été
traités : 1.005 au cours du premier
semestre et 1.276 au cours du
second. Au cours du premier
semestre de 2004, 3.663 dossiers
ont déjà été inscrits. Depuis le 1

juillet, 1.250 plaintes nous sont
déjà parvenues. Le nombre de
plaintes n'est toutefois
qu'indirectement proportionnel au
nombre de plaignants. Ainsi, j'ai
reçu aujourd'hui 237 plaintes de
quatre plaignants sur mon lieu de

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Neen, het is niet waar wat ik zeg. Meer dan 10 verschillende types
vliegtuigen. Alleen voor de nacht ik zie de lijsten voor mij, maar ik
ken ze niet allemaal uit het hoofd passeren er volgens mij zeker
meer dan 60 verschillende types vliegtuigen. Van sommige van die
types weten we het ook niet altijd. Ik bedoel, er is een bepaalde
categorie van vliegtuigen die onder geheimhouding valt, militaire of
andere geheimhouding. Het is niet altijd vanzelfsprekend. Wat we wel
kunnen doen is natuurlijk duidelijk maken aan de mensen welke grote
blokken er zijn. Men mag 's nachts de 12 quota counts niet
overschrijden. Welnu, er zijn vliegtuigtypes die rond de 12 of er vlak
onder zitten, er zijn er een heel pak die rond de 4 zitten of er vlak
onder. Dat kan men wel duidelijk maken. Die informatie is ook
beschikbaar. Om nu echter altijd te zeggen welke vliegtuigen op
welke avond gaan vliegen, dat weten we ook niet altijd op voorhand,
absoluut niet, laat staan welke routes ze gaan nemen.

Ten derde, in 2003 werden er 2.281 dossiers behandeld, waarvan
1.005 tijdens het eerste en 1.276 tijdens het tweede semester. Voor
2004 werden tijdens het eerste semester al 3.663 dossiers
ingeschreven. Van 1 juli tot nu zijn er al 1.250 klachten ontvangen.
Het aantal klachten staat echter slechts onrechtstreeks in verhouding
tot het aantal klagers, gaande van een harde kern tot
gelegenheidscorrespondenten. Te uwer informatie: alleen bij mijzelf al
zijn er tot vanmorgen ik reken maar vanaf 8 uur; ik heb niet die
geteld die daarvoor zijn binnengekomen noch die welke bij mij thuis
binnenkomen en hoe vaak ik vannacht wakker ben gebeld 237
klachten op het werk binnengekomen. Het gaat om 237 klachten van
4 klagers, om u aan te geven dat het aantal niet altijd relevant is.

travail, sans parler des coups de fil
que j'ai reçus à mon domicile.

20.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor het

antwoord.

Ik kan bevestigen dat u vele inspanningen hebt geleverd om enige
duidelijkheid in het spreidingsplan tot stand te brengen. Dat zullen wij
zeker niet ontkennen. Dat is nu eenmaal zo. Het is natuurlijk wel
belangrijk voor de omwonenden dat zij zo goed mogelijk op de hoogte
gehouden worden van wat er zich kan afspelen. Dan kunnen zij zich
daar mentaal een beetje op voorbereiden en hun activiteiten er een
beetje naar schikken. Vandaar dat het toch heel belangrijk is dat de
mensen over informatie beschikken die zo up-to-date mogelijk is. Ik
wil er toch voor pleiten dat u met uw diensten bekijkt hoe nog
correctere informatie voor de dag- en nachtvluchten via het internet
kan worden verspreid. Ik meen dat dat zeker en vast mogelijk is.

20.03 Dirk Claes (CD&V): Il est

exact que le ministre n'a pas
ménagé sa peine pour faire
circuler l'information relative au
plan de dispersion. Il convient
toutefois de veiller à ce que
l'information tienne toujours
compte des derniers
développements. J'espère enfin
que le harcèlement n'a pas
contribué au départ du ministre du
gouvernement fédéral.

20.04 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Claes, ik ben vergeten op uw

laatste vraag te antwoorden. U had die niet schriftelijk toegelicht. Ook
voor mij is het nogal wiedes: ik ben ook voor een evenwicht, waarover
u het had. Enerzijds is er het economische aspect. Ik breng dat dan
eerder in verband met werkgelegenheid; de economische belangen
zelf vind ik niet zo primordiaal; werkgelegenheid is dat wel. Anderzijds
zijn er de gezondheid en de levenskwaliteit. Ik blijf ervan overtuigd dat
men, indien men echt van goede wil is, een goed evenwicht kan
vinden.

20.04 Bert Anciaux, ministre: J'ai

oublié de répondre à la dernière
question de M. Claes. Je suis
également pour un juste équilibre
entre emploi, santé publique et
qualité de la vie. Si tout le monde
fait preuve de bonne volonté, il
s'agit d'un objectif réaliste.

20.05 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ook bedankt voor

dat antwoord. Ik wil toch nog eens formeel vragen dat u zou navragen
hoe de informatie toch nog meer up-to-date kan zijn, in het belang van
de burgers, in het belang van de omwonenden.

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Wat betreft het feit dat u door de klagers bijna wordt gestalkt, kan ik
alleen maar zeggen dat dit niet aangenaam moet zijn. Ik hoop alleen
maar dat het feit dat zij u 's nachts bellen, om u te laten horen wat er
weer boven hun hoofd vliegt, niet heeft bijgedragen tot uw mogelijke
beslissing om dit departement te verlaten. Zo ken ik u immers niet.
Dat zal wel het geval niet zijn. Het is natuurlijk geen toeval dat op een
departement met dergelijke moeilijke dossiers als de nachtvluchten
en het spreidingsplan de ministers zich opvolgen.

20.06 Minister Bert Anciaux: Het werk is gedaan in die dossiers.

20.07 Dirk Claes (CD&V): Dat hoop ik.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

21 Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les pratiques

discriminatoires de certaines compagnies aériennes" (n° 3425)

21 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de

discriminerende praktijken van sommige luchtvaartmaatschappijen" (nr. 3425)

21.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le

ministre, il me revient que lorsque des personnes ayant toujours la
nationalité marocaine ou turque souhaitent partir en vacances en
avion on en a beaucoup parlé aujourd'hui , elles doivent prendre
des vols réguliers et ne peuvent embarquer à bord de charters. Il
existerait de vieux accords bilatéraux entre certains pays et la
Belgique ayant pour conséquence que seuls les touristes pourraient
utiliser les charters. Les ressortissants de ces pays seraient obligés
d'utiliser des vols de compagnies régulières qui coûtent beaucoup
plus cher.

Pouvez-vous confirmer ces informations?

De quels accords s'agit-il? J'imagine que ce sont des accords
bilatéraux entre pays. Pouvez-vous nous les transmettre ou nous
indiquer où nous pouvons les trouver?

Ces accords ne sont-ils pas contraires à la Constitution et aux
accords internationaux conclus en matière des droits de l'homme qui
prévoient l'égalité?

Ces accords sont-ils encore d'application pour des pays comme
Chypre et Malte? Selon moi, ils sont tout à fait incompatibles avec les
règles européennes.

Ne pourriez-vous pas lancer une procédure pour revoir ces accords?
En effet, j'estime qu'ils sont désuets et franchement dommageables.

21.01 Zoé Genot (ECOLO): Ik

heb vernomen dat mensen van
Marokkaanse of Turkse
nationaliteit die in ons land
verblijven niet toegelaten worden
tot chartervluchten met Marokko of
Turkije als bestemming. Krachtens
bilaterale akkoorden zouden die
vluchten aan Belgische toeristen
zijn voorbehouden. Als dat klopt,
dan is er hier sprake van een
flagrante discriminatie.

Bevestigt u die informatie? Om
welk type van akkoorden gaat het?
Zijn zij niet in strijd met de
grondwettelijke beginselen?
Gelden zij ook voor Malta en
Cyprus? Lopen er momenteel
procedures om die akkoorden te
herzien?

21.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, madame

Genot, les règles applicables en Belgique au transport aérien non
régulier (les charters) ont trait à des vols d'affrètement de voyages à
forfait. Il s'agit de voyages pour un prix global par personne,
comprenant le voyage aller-retour ou circulaire effectué en tout ou en
partie par la voie aérienne, l'hébergement pendant toute la durée du
voyage, ainsi que les transferts vers le ou les lieux d'hébergement.
Ces voyages aussi connus sous le concept "voyages tout compris"

21.02 Minister Bert Anciaux: De

regels die van toepassing zijn op
de chartervluchten hebben
betrekking op gecharterde
vluchten voor pakketreizen. Iedere
consument, ongeacht zijn
nationaliteit of verblijfplaats, kan
een dergelijke reis boeken. De

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sont offerts par un intermédiaire un agent de voyage, un tour
opérateur à tout consommateur en Belgique, indépendamment de
sa nationalité ou de son domicile.

Ce sont les intermédiaires les tours opérateurs ou les agences de
voyage qui affrètent l'avion. Ils ne peuvent pas vendre le transport
"sec", c'est-à-dire sans les accessoires, ni même offrir ces derniers.
La formule est donc parfois frustrante pour les voyageurs qui, pour
des raisons qui leur sont propres, ne souhaitent pas qu'on leur
fournisse le logement ou d'autres prestations accessoires.

Par contre, la réglementation du transport aérien régulier n'exige pas
d'intermédiaire ni l'acceptation d'un paquet d'accessoires. A l'heure
actuelle, un voyage par vol régulier n'est pas forcément plus cher
qu'un voyage à forfait pour le consommateur averti.

De plus, en vertu de la résolution n°100 de l'IATA, des transporteurs
aériens, pas seulement turcs ou marocains, pratiquent des tarifs
spéciaux avantageux pour les travailleurs immigrés.

En ce qui concerne votre deuxième question, les accords bilatéraux
se basent sur des résolutions IATA, qui sont de même nature que des
accords internationaux non gouvernementaux. Dans le cadre des
accords bilatéraux entre pays, on parle également de tarification et au
plus le marché international se libéralise, au moins la tarification
actuelle est d'application.

Depuis cette année, Chypre et Malte sont devenus membres de
l'Union européenne. Comme vous le savez, le marché européen est
unifié et libéralisé. Les accords entre pays ne sont donc plus en
application mais dans le troisième accord de tarification, deux
éléments restrictifs sont mentionnés: les tarifs ne peuvent pas être
trop élevés ni trop bas. L'acquis communautaire accepte également
les résolutions IATA et donne l'opportunité aux compagnies aériennes
d'appliquer un tarif plus bas pour les travailleurs immigrés.

Les relations aériennes sont régies par des accords bilatéraux qui
contiennent généralement des clauses relatives au prix des
transports. A terme, ces accords seront renégociés suite à l'arrêt de la
Cour de justice des Communautés européennes du
5 novembre 2002.

regelgeving inzake het geregeld
vervoer bevat dat soort van
voorwaarden niet en dat is niet
noodzakelijk duurder. Bovendien
hanteren bepaalde
luchtvaartmaatschappijen speciale
tarieven voor gastarbeiders.

De bilaterale akkoorden zijn
gebaseerd op de IATA-resoluties.
Sinds Cyprus en Malta deel
uitmaken van de Europese Unie
zijn de bilaterale akkoorden niet
meer van toepassing.

De betrekkingen op het gebied
van de luchtvaart worden geregeld
door akkoorden waarover opnieuw
moet worden onderhandeld ten
gevolge van het arrest van 5
november 2002 van het Hof van
Justitie van de Europese
Gemeenschappen.

21.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, je n'ai peut-être

pas bien compris la première partie de la réponse du ministre mais il
avait l'air de dire qu'il n'y avait pas de discrimination pour les
ressortissants et qu'il s'agissait d'une différence pour les touristes qui
prenaient un vol avec hôtel et ceux qui prenaient un vol seul.

Je connais le cas de deux personnes, l'une belge, l'autre marocaine,
qui voulaient prendre un vol charter simple, sans hôtel. C'était
possible pour la personne belge et pas pour la personne marocaine et
on a signifié à cette dernière que c'était à cause des accords
bilatéraux. J'ai donc l'impression qu'il y a une erreur. Soit cette
compagnie de charters commet un acte illégal, soit je n'ai pas bien
compris votre réponse, soit vous êtes mal informé.

21.03 Zoé Genot (ECOLO): Men

heeft mij een geval gemeld waarbij
twee personen, de ene van
Marokkaanse nationaliteit en de
andere van Belgische nationaliteit,
een "seat-only" vlucht wilden
boeken en dat aan de persoon van
Marokkaanse nationaliteit werd
geweigerd. Ofwel hanteert de
luchtvaartmaatschappij onwettige
praktijken, ofwel bent u slecht
ingelicht, ofwel heb ik uw antwoord
niet begrepen.

21.04 Bert Anciaux, ministre: Si vous me communiquez les données

relatives à ce cas spécifique, je vais l'examiner.

21.04 Minister Bert Anciaux: Als

u mij de desbetreffende

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

inlichtingen meedeelt, zal ik dat
specifiek geval laten onderzoeken.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

22 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de

gevolgen van het Brussels regeerakkoord en van de milieuvergunning voor BIAC op het
spreidingsplan" (nr. 3465)

22 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les

conséquences de l'accord de gouvernement bruxellois et du permis d'environnement de BIAC pour le
plan de dispersion des vols" (n° 3465)

22.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,

vorige week nog hebt u op onze vragen in verband met DHL en de
bemiddelingsopdracht van Steve Dubois in de commissie gezegd dat
een stabiele oplossing voor de luchthaven pas mogelijk zou zijn na de
regionale verkiezingen. Enkel de nieuwe parlementaire meerderheden
of de nieuwe regeringen zouden kunnen zorgen voor een duurzame
ondersteuning van het beleid.

Ik vrees echter dat we met Evelyne Huytebroeck, die Brussels
minister van Leefmilieu zal worden en dus bevoegd zal zijn voor de
nachtvluchten, van de regen in de drop terecht zijn gekomen.
Huytebroeck is een fanatieke furie die alles zal doen om opnieuw een
bocht te maken richting Durant en richting de afwenteling van zoveel
mogelijk lawaaihinder op Vlaams-Brabant, weg van Brussel. Zoals we
allemaal weten, kuist u naar alle waarschijnlijkheid hier uw schop af,
maar blijven wij op federaal niveau met de miserie zitten.

Ik heb heel wat bedenkingen en vragen. Ten eerste, klopt het dat in
het akkoord dat in Brussel is totstandgekomen, duidelijk staat dat men
geen vrede neemt met het huidige spreidingsplan? Men wenst nieuwe
onderhandelingen en een nieuwe spreidingsakkoord. Bovendien wil
men op grond van het criterium van de bevolkingsdichtheid een
principieel verbod afdwingen op een extra aantal nachtvluchten boven
de hoofdstad. Men wil dus onder geen beding dat er nog vluchten
zouden bijkomen. Wij moeten op dit moment allemaal durven te
erkennen dat Brussel zijn evenredig deel nog altijd niet draagt, en dit
mede door een aantal infrastructuurwerken die nog niet werden
uitgevoerd.

Er is nog een nieuw feit sinds onze vragen van vorige week. De
bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant heeft een
milieuvergunning toegekend aan BIAC. Daarin wordt uitdrukkelijk de
verplichting gestipuleerd om een taxibaan aan te leggen langsheen
baan 25L en ILS-landingssystemen te installeren, zodat ook boven
Brussel kan worden geland.

Mijnheer de minister, u was nauw betrokken bij de Brusselse
onderhandelingen. U wordt via Spirit geacht het akkoord te steunen. U
kent de Brusselse onderhandelaars persoonlijk goed, inzonderheid
mevrouw Quix. Kunt u meedelen wat precies in het Brussels
regeerakkoord staat en op welke wijze men het spreidingsplan
gewijzigd wil zien?

Hoe zou een verbod op een toename van het aantal nachtvluchten in
de praktijk worden gerealiseerd? Welke gevolgen zou dit dan hebben

22.01 Bart Laeremans (VLAAMS

BLOK): Récemment, le ministre a
déclaré qu'une solution stable ne
pourrait être apportée au problème
de l'aéroport bruxellois qu'après
les élections régionales. Avec la
nouvelle ministre bruxelloise de
l'Environnement, on risque
toutefois de tomber de Charybde
en Scylla puisqu'elle souhaite
réexplorer la piste de réflexion de
l'ancienne ministre Durant.

La députation permanente du
Brabant flamand a en outre
accordé à BIAC un permis
d'environnement qui lui permet
d'aménager une piste taxi le long
de la piste 25L et d'installer des
systèmes ILS afin de pouvoir
atterrir à Bruxelles.

Le ministre a été étroitement
associé aux négociations
bruxelloises. Est-il inscrit dans
l'accord de gouvernement que
l'actuel plan de dispersion ne
donne pas satisfaction et que l'on
entend entamer de nouvelles
négociations? Est-il également
exact que l'on veuille frapper d'une
interdiction de principe les vols de
nuit au-dessus de la capitale?

Comment peut-on interdire une
augmentation du nombre de vols
de nuit au-dessus de Bruxelles?
Quelles en seraient les
conséquences pour le Brabant
flamand? Comment concilier cette
interdiction avec l'aménagement
d'une nouvelle piste taxi et
l'installation de systèmes ILS
supplémentaires? Où en sont les
études relatives à cette

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

voor de andere regio's en met name voor Vlaams-Brabant?

Hoe valt een plafond voor het aantal nachtvluchten boven Brussel te
rijmen met de aanleg van een taxibaan langsheen de 25L en de
plaatsing van bijkomende ILS-landingssystemen?

Hoever staat het met de studies inzake de taxibaan? U had gezegd
dat die tegen de zomer klaar zouden zijn.

Hoever staat het met de studies inzake de ILS-landingssystemen?
Kunt u die vandaag voorleggen, terwijl u uw zwanenzang zingt over
uw beleid? Werden die studies inmiddels afgerond en kunnen ze
worden meegedeeld aan het Parlement? Ik dank u voor uw antwoord.

infrastructure?

22.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, zoals

altijd zal ik eerst een aantal zaken die werden voorbereid, meedelen.
Daarna zal ik nog bijkomende informatie geven.

Vooreerst wens ik op te merken dat het mij niet toekomt om het
regeerakkoord van de nieuwe regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest te communiceren of uit te leggen. De
onderhandelaars hebben in eer en geweten dat neem ik zo aan
een compromis bereikt en het is hun verantwoordelijkheid om dat uit
te leggen en te implementeren. Natuurlijk is het zo dat het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest zich uitspreekt over een aantal federale
bevoegdheden en vragende partij is om een samenwerkingsakkoord
te sluiten over de lawaaihinder rond Brussel-Nationaal. Ik wil daar een
aantal zaken over zeggen.

Ten eerste, ben ik ook vragende partij voor een
samenwerkingsakkoord om een langdurige oplossing voor dit
moeilijke probleem te vinden. Het is vanzelfsprekend dat concentratie
niet de oplossing kan zijn.

Ten tweede, is het natuurlijk wel zo dat het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest enkel kan vragen om dergelijk akkoord te sluiten, maar in
geen geval dergelijk akkoord kan eisen, laat staan het uiteindelijke
resultaat van het akkoord te bepalen. Dat zal moeten gebeuren in
samenwerking en na onderhandelingen met de federale overheid en
het Vlaams Gewest. Het is helemaal niet zeker dat Brussel op elk van
de punten gelijk zal krijgen.

Ten derde, is het uiteraard zo dat het akkoord alles moet omvatten.
De geluidsnormen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen in
dat akkoord herzien moeten worden en vastgelegd worden, zodat ze
compatibel zijn met de federale politiek inzake lawaaihinder. Inzake
het principe van een vermindering van de geluidshinder zonder
toename van het aantal vluchten dat het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest vooropstelt, kan ik op dit ogenblik niet erg veel zeggen. Ik zal
straks nog een aantal bijkomende zaken meedelen. Voor mij hoeft het
aantal vluchten niet per se te stijgen, maar als ze stijgen zullen beide
Gewesten solidair de hinder moeten dragen. Dat lijkt mij nogal
vanzelfsprekend. Het zou mij verrassen indien het Vlaams Gewest
zou zeggen dat ze vanaf nu allemaal over het Vlaams Gewest mogen
vliegen. Daarover zal dus moeten worden onderhandeld en dat zal
moeten worden bekeken in het gehele kader van
exploitatiebeperkingen, banengebruik, vliegroutes en geluidsnormen.

22.02 Bert Anciaux, ministre: Il

ne m'appartient pas d'expliquer
l'accord de gouvernement
bruxellois. J'espère que le
compromis a été négocié en âme
et conscience par les personnes
chargées des négociations.

La Région de Bruxelles-Capitale
souhaiterait conclure un accord de
coopération à propos des
nuisances sonores. Je suis
également demandeur. Une
concentration n'est pas la solution.

Un accord ne peut être conclu
qu'à l'issue d'une concertation
avec les autorités fédérales et la
Région flamande et il n'est pas sûr
du tout que Bruxelles obtiendra
gain de cause sur toute la ligne.
Dans l'accord, les normes de bruit
de la Région de Bruxelles-Capitale
devront être mises en conformité
avec la politique fédérale en
matière de nuisance sonore.

Bruxelles met en avant le principe
d'une réduction de la nuisance
sans augmentation du nombre de
vols. Je ne suis pas partisan d'une
augmentation du nombre de vols,
mais si une décision devait malgré
tout être prise en ce sens, les
deux Régions devront supporter
solidairement les nuisances qui en
découleront. Ces enjeux devront
dès lors faire l'objet de
négociations. Il en va de même en
ce qui concerne des matières
telles que le prolongement de la
piste 25 L et l'installation d'ILS, ce
qui ne doit d'ailleurs pas
nécessairement entraîner une

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ook zaken als de verlenging van baan 25L en het plaatsen van ILS
zullen in het perspectief van een samenwerkingsakkoord moeten
worden bekeken. Het is niet noodzakelijk zo dat dit zou leiden tot
meer vluchten over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar
misschien wel over andere routes en dus andere gebieden die
vandaag misschien weinig hinder ondervinden.

Belgocontrol heeft een technische studie gemaakt over de plaatsing
van de ILS en heeft de studie aan het DGLV bezorgd. Belgocontrol
onderneemt geen verdere actie voordat er een politieke beslissing is
om het landen op O7L en 07R in het preferentieel baangebruik op te
nemen waarvoor een ILS moet worden voorzien.

De verlenging van de startbaan wordt bekeken in het kader van de
onderhandelingen met DHL.

Mijnheer de voorzitter, ik wens een paar aanvullende elementen te
geven.

Uw oordeel over de eventueel toekomstige minister van Leefmilieu,
laat ik voor uw rekening. Ik kan alleen zeggen dat de vorige minister
van Leefmilieu mij niet belet heeft om datgene te doen wat ik
rechtvaardig en noodzakelijk achtte.

Ik spreek met klem tegen hetgeen in de pers heeft gestaan en dat als
waarheid ook hier wordt verkondigd. Ik spreek met klem tegen dat
het regeerakkoord van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kritiek
bevat op het huidige spreidingsplan. Er is geen enkele verwijzing naar
het huidige spreidingsplan. Het huidige spreidingsplan wordt niet
verworpen. In het regeerakkoord staat wél dat het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest vragende partij is voor een
samenwerkingsakkoord dat over heel veel materies gaat, niet in het
minst over de problematiek en de mogelijkheden inzake DHL. Ik
herhaal dat het regeerakkoord van de Brussels Hoofdstedelijk Gewest
niet naar het huidige spreidingsplan verwijst en evenmin de eis bevat
dat dit plan moet aangepast worden. Men heeft een aantal principes
weergegeven.

Collega's, we moeten mekaar geen lijzebet noemen. Het is niet meer
dan normaal dat een regeerakkoord een aantal principes bevat die
vanuit de Brusselse hoek bekeken worden. Het akkoord bepaalt dat
er geen bijkomende nachtvluchten mogen komen en dat de hinder
moet afnemen. Mijnheer Laeremans, u weet net zo goed als ik dat in
sommige delen van Brussel, die niet altijd sterk beschermd geweest
zijn door het Gewest, zoals Haren of Neder-over-Heembeek en
Evere, wel degelijk hun deel van de hinder krijgen, zelfs een pak meer
dan een evenredig aandeel in de hinder. Onderaan het hoofdstuk over
de dag- en nachtvluchten zegt het regeerakkoord dat mogelijke
verbeteringen die zouden worden aangebracht in de eerste plaats ten
goede moeten komen van die wijken die vandaag te veel hinder
hebben. Dat betekent dat men een betere spreiding zal moeten
realiseren binnen Brussel.

Dat stemt zeker en vast overeen met wat ik hier altijd heb gezegd en
is niet in contradictie met de idee van een eerlijke spreiding over
Vlaanderen en Brussel.

Wat de infrastructuurwerken betreft, heb ik nooit onder stoelen of

augmentation du nombre de vols
au-dessus de la Région de
Bruxelles-Capitale. L'étude
réalisée par Belgocontrol à propos
de l'installation d'ILS a été
transmise à la DGVA. Belgocontrol
ne prendra évidemment aucune
initiative avant qu'une décision
politique n'intervienne en vue
d'inclure l'atterrissage sur la 07L et
la R dans l'utilisation préférentielle
des pistes. Le prolongement de la
piste de décollage sera examiné
dans le cadre des négociations
avec DHL.

Il est inexact que l'accord de
gouvernement bruxellois critique le
plan de répartition. Cet accord ne
fait nullement référence au plan de
répartition. Bruxelles demande
uniquement qu'un accord de
coopération soit conclu à propos
d'un large éventail de matières. Il
s'oppose bien entendu à une
augmentation des vols de nuit et
donc des nuisances. L'accord
prévoit qu'une amélioration
éventuelle de la situation doit
avant tout profiter aux secteurs qui
subissent aujourd'hui le plus de
nuisances, tels que Haren, Neder-
over-Heembeek et Evere. Ceci ne
s'oppose nullement au principe de
répartition équitable.

Je suis moi aussi demandeur de
travaux d'infrastructure, mais ces
investissements ne peuvent être
consentis que dans le cadre d'un
accord global. Le permis
d'environnement de la députation
permanente du Brabant flamand
impose un délai de trois ans.

La nuisance supportée par une
zone telle que la périphérie Est ne
pourra être réduite que si les
atterrissages au-dessus de
Bruxelles sont autorisés.

Une solution conciliant le maintien
de l'emploi et une réduction des
nuisances ne pourra aboutir que si
les appareils les plus puissants
sont remplacés par des appareils
moins bruyants, si les appareils
supplémentaires sont contraints

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

banken gestoken dat ik daarvoor vragende partij ben. Ik begrijp
natuurlijk ook dat de investeringen maar zullen worden gedaan in het
kader van een globaal akkoord. De milieuvergunning die door de
bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant werd gegeven,
vereist echter dat binnen drie jaar, als ik mij niet vergis ik ben niet
helemaal zeker , de investeringen ook gebeuren. Ik vind dat een
goede zaak die zonder enige twijfel een verbetering van de situatie
met zich zal brengen.

Ik wil nog twee andere opmerkingen maken.

Ik heb al meermaals gezegd dat men ook moet weten wat men wil. Er
zijn in ons land groepen die zich vooral opwerpen als de beschermers
van een "éénzone" rond de luchthaven, zoals bijvoorbeeld de
Oostrand. Men moet ook weten dat een deel van de hinder van de
Oostrand kan worden opgevangen door de landingen in geval van
een bepaalde windrichting noordenwind, noordoostenwind,
noordwestenwind, zware noordenwinden , waardoor de vliegtuigen
dan verplicht zijn te landen op landingsbaan 02. Als men bij
noordoostenwind of bij oostenwind die baan of die zone wat wil
verlichten, dan zal men moeten toestaan dat er over Brussel wordt
geland. Ook de politieke partijen zullen een aantal zaken ten opzichte
van elkaar moeten afwegen.

Ik heb nog één opmerking over de quota count. Er is een eerlijke
oplossing in het dossier mogelijk, ook indien er eventueel zou worden
beslist wat niet mijn uitgangspunt is, zoals u weet dat een
verhoging van het aantal nachtvluchten nodig zou zijn om de
tewerkstelling te behouden. Ik stel vast dat u daarover niet altijd heel
duidelijk bent. Uw partij zegt dat DHL zeker en vast, koste wat kost, in
België moet blijven.

d'avoir un quota count inférieur, si,
grâce à des investissements dans
les pistes 25L, davantage de
zones peuvent supporter une part
équitable des nuisances et si des
systèmes ILS sont installés de
manière à ce que l'on puisse
disposer, de nuit comme de jour,
de six pistes d'atterrissage à part
entière. Je continuerai à mettre
tout en oeuvre pour contribuer à
l'élaboration d'un plan équilibré.

22.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Niet kost wat kost. Onder

duidelijke voorwaarden.

22.04 Minister Bert Anciaux: Dan ben ik er op dat punt niet zo ver

van verwijderd.

Als we de situatie van vandaag bekijken en er wordt een eventuele,
lichte verhoging van het aantal mogelijke nachtvluchten toegestaan,
...

22.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): ... zoveel mogelijk binnen

het plafond van 25.000. Ik denk dat we het daarover eens zijn.

22.06 Minister Bert Anciaux: Absoluut. Daar ga ik volledig mee

akkoord. Het moet zo veel mogelijk binnen het plafond van 25.000
vluchten blijven. Als ook de huidige, zware nachten vliegtuigen die 's
nachts vliegen met een quota count van bijna 12 kunnen worden
vervangen door quota counts die een pak lager liggen, als bovendien
alle bijkomende toestellen worden verplicht om een quota count te
nemen die veel lager ligt bijvoorbeeld onder 4 , als er ook nog eens
wordt geïnvesteerd in landingsbaan L25, zodat ook een zone die
vandaag bijna niets krijgt, een eerlijk deel krijgt, en er tot slot, samen
met investeringen in landingsbaan 25L en in ILS, voor kan worden
gezorgd dat er zes volwaardige banen zijn die ook tijdens de dag
kunnen worden gebruikt, waardoor ook de dagvluchten eerlijk kunnen
worden gespreid, dan is er een oplossing die én werkgelegenheid

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

garandeert als DHL het ook correct speelt én een verbetering van
de situatie kan teweegbrengen voor die zones die vandaag zware
hinder hebben.

Het is de vraag of men een correct, evenwichtig plan wil hebben. Ik
ben er in ieder geval voorstander van. Waar ik ook zitting heb, ik zal
mijn invloed aanwenden om dat te realiseren.

22.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): U zegt dat er in het

Brussels regeerakkoord niets negatiefs staat over uw spreidingsplan.
Ik kan dat bevestigen noch ontkennen. Ik kan alleen maar voortgaan
op krantenknipsels en Belga-berichten, want de teksten zijn nog niet
bekend.

22.08 Minister Bert Anciaux: (...)

22.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Uiteraard geloof ik u. Uw

eigen familieleden hebben het akkoord mee tot stand helpen te
komen of zijn toch betrokken geweest bij een aantal zaken. Spirit is in
elk geval in Brussel betrokken bij de besprekingen. Dus op die manier
bent u een bevoorrecht getuige. Ik geloof wel wat u zegt. Ik hoop het.
Ik citeer alleen uit de krant: "De onderhandelaars raakten het er
zaterdagnacht over eens dat het spreidingsplan van de federale
minister van Mobiliteit, Bert Anciaux, herbekeken moet worden samen
met de andere Gewesten en de federale regering". Er stond in elk
geval iets over het spreidingsplan in, is het niet direct dan wel indirect.

22.09 Bart Laeremans (VLAAMS

BLOK): Je ne dispose pas du texte
de l'accord de gouvernement
bruxellois et ne puis me baser que
sur les informations parues dans
la presse. Selon De Standaard,
l'accord demande le réexamen du
plan de répartition.

22.10 Minister Bert Anciaux: Er waren verschillende foutieve

communicaties.

22.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Als we dat samen zien

met de aanstelling van Evelyne Huytebroeck en het feit dat daarover
toch heel wat commotie en spanningen zijn geweest in de
onderhandelingen, kunt u toch begrijpen dat we daarover ongerust
zijn.

Wat de infrastructuur betreft, hebt u zopas heel nuttige, interessante
zaken gezegd. Ik denk dat wij het fundamenteel eens zijn over de
combinatie van economie en leefbaarheid, over de spreiding en over
de infrastructuurwerken. Ik ben blij dat u op dat vlak voor een deel
bent bijgedraaid. Wij hebben van in het begin gepleit voor ILS op de
twee banen en voor de verlenging, de verplaatsing van de 25L.
Daarover was u in het begin veel minder duidelijk. Nu zegt u dat u
daarmee heel gelukkig bent, maar in het begin was dat veel minder
duidelijk. Ik ben blij dat we in die zin zijn geëvolueerd en ik hoop dat u
uw opvolger - als die van dezelfde partij of hetzelfde kartel is - in
dezelfde richting kan duwen.

Ten slotte, wat Belgocontrol betreft, hoor ik dat er een studie met
betrekking tot de ILS-systemen zou klaar zijn. Ik had graag gehad dat
u die studies als een van uw laatste beleidsdaden zou overzenden
aan het Parlement.

Ik zou ook graag weten dat is een bijkomende vraag of u een
overzicht kunt geven van de nog lopende studies in verband met de
infrastructuur. Is die studie van Belgocontrol de enige studie? Ik dacht
dat er meer waren. Er was ook een studie in verband met de
taxibaan. Hoe zit het daarmee?

22.11 Bart Laeremans (VLAAMS

BLOK): Nous sommes largement
d'accord en ce qui concerne les
travaux d'infrastructure. Nos avons
insisté dès le début sur leur
exécution rapide. Au départ, le
ministre était moins explicite sur le
sujet qu'il ne l'est aujourd'hui.
J'espère que son successeur
empruntera la même voie.
J'espère également que le
ministre communiquera au
Parlement l'étude de Belgocontrol.
Pourrait-il nous fournir un aperçu
des études en cours?

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

22.12 Minister Bert Anciaux: Dat is op zich natuurlijk geen studie.

Het gaat over de financiële kostprijs van die taxiweg. Daar zijn zeker
teksten over. De nodige gegevens zijn zeker beschikbaar, maar het is
geen studie als dusdanig. Alles is daarvoor aanwezig. Hetzelfde geldt
voor ILS. Dat is geen wetenschappelijk rapport. Het is gewoon een
berekening van de kostprijs en de vraag wat er allemaal dient samen
te gaan met het installeren van die radars. Eigenlijk is technisch alles
klaar om over te gaan tot de bestelling en het geven van de opdracht,
maar u begrijpt dat die opdracht pas kan worden gegeven indien dit in
een totaal samenwerkingsakkoord zit.

Mag ik u één zaak vertellen? Daarna rond ik ook af, mijnheer de
voorzitter.

Jaren geleden werden in de Kamer wetvoorstellen ingediend die erop
gericht waren om baan 25L te verlengen en alleen te gebruiken
richting Leuven en om alle vertrekken op die baan plaatsen. U zal dus
begrijpen dat er ook enig wantrouwen is langs de andere kant van de
baan en dat men zegt dat dit misschien aanvaardbaar is op
voorwaarde dat er een samenwerkingsakkoord is dat alles regelt en
dat ook duidelijk de maxima van het gebruik van die banen uitlegt. Dat
is volgens mij de enige mogelijkheid om tot een oplossing en tot een
doorbraak in dat dossier te komen. Vandaar dat ik ook nooit die
opdracht heb willen geven. Eenzijdig die opdracht geven wil immers
zeggen dat men alle druk legt op de zone Erps-Kwerps, Kortenberg,
Herent, Leuven. Dat is natuurlijk niet mijn bedoeling.

22.12 Bert Anciaux, ministre: Une

analyse porte sur les pistes taxis. Il
ne s'agit pas d'une étude
scientifique à proprement parler,
mais plutôt d'une estimation des
coûts. Sur le plan technique, tout
est prêt pour qu'on puisse
ordonner le début des travaux,
mais il faut un accord préalable. Si
je décidais unilatéralement de
lancer le chantier, toute la pression
retomberait sur Erps-Kwerps,
Herent et Louvain.

22.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, ik hoop dat we mekaar in dit dossier nog kunnen
blijven ontmoeten en dat u vanuit de Vlaamse regering het in die
geest zal volgen en de nodige instructies aan uw opvolger zal geven
om die nodige werken zo snel mogelijk te realiseren.

22.13 Bart Laeremans (VLAAMS

BLOK): J'espère que votre
éventuel successeur veillera à ce
que les travaux débutent le plus
rapidement possible.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

23 Question de Mme Colette Burgeon au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les

infractions liées au stationnement sur des emplacements réservés aux personnes handicapées"
(n° 3413)

23 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de inbreuken in verband met het parkeren op plaatsen voorbehouden voor
gehandicapten" (nr. 3413)

23.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je tiens tout

d'abord à vous remercier d'accepter de me répondre aussi
rapidement. En effet, vous avez reçu ma question voici seulement
quelques heures. Je pensais que cette problématique relevait de la
compétence de M. Dewael puisqu'il s'agit surtout d'une question qui
concerne les policiers. En tout cas, je vous remercie de me répondre
aussi rapidement. Sinon, j'aurais dû attendre septembre.

23.01 Colette Burgeon (PS): Het

fout parkeren op parkeerplaatsen
voor gehandicapten veroorzaakt
bijzondere problemen als die
overtredingen worden vastgesteld
op voor het publiek toegankelijk
privé-terrein, zoals parkings van
grootwarenhuizen en commerciële
centra.

23.02 Bert Anciaux, ministre: Je ne vais pas dire que c'est à mon

collègue de répondre.

23.03 Colette Burgeon (PS): Cela me fait du bien parce que je me 23.03 Colette Burgeon (PS):

CRIV 51

COM 334

14/07/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

demandais à qui je devais poser la question.

Le non-respect du stationnement sur des emplacements réservés aux
personnes handicapées est aujourd'hui devenu un véritable problème
de société et de manque de civisme de la part de certains
automobilistes.

Le problème se pose plus précisément en cas d'infractions
constatées sur les parkings aménagés en dehors de la chaussée,
mais néanmoins dans des lieux accessibles au public (grandes
surfaces, complexes commerciaux, hôpitaux, etc.).

La loi du 5 août 1992 sur la fonction de police stipule en son article 26
que les fonctionnaires de police peuvent toujours pénétrer dans les
lieux accessibles au public afin de veiller au maintien de l'ordre public
et au respect des lois et des règlements de police. Cette disposition
rend donc, me semble-t-il, les règles du Code de la route applicables
aux zones accessibles au public.

En outre, la circulaire du 16 février 2001 émanant du ministre de la
Mobilité et des Transports stipule que "les contrôles des infractions en
matière d'emplacements réservés aux personnes handicapées ne
doivent pas seulement porter sur les mesures prises en voies
publiques mais devraient, d'initiative, être effectués également dans
les lieux publics à partir du moment où ils sont accessibles sans
distinction à tous les usagers, comme par exemple, les parkings des
grands magasins.". La circulaire précise également que ce n'est que
dans la mesure où lesdits parkings sont clôturés ou gardés que le
principe de la réquisition préalable des services de police reste
indispensable.

Enfin, il existe une jurisprudence constante qui autorise très
explicitement la police à intervenir sur tout lieu, public ou privé, qui est
accessible au public pour constater les infractions au Code de la
route.

Pourtant, il s'avère que cette législation semble être appliquée de
manière fort disparate et inégale sur l'ensemble de notre territoire. De
telles infractions restent encore bien trop souvent impunies en raison
du manque de clarté des textes réglementaires.

Si aucune sanction ne peut être appliquée en cas de non-respect de
l'utilisation de ces emplacements, on ne fait qu'entretenir
l'incompréhension auprès de la population concernée pourtant déjà
fragilisée.

Il est plus que vraisemblable de penser qu'une action possible des
forces de l'ordre aura l'avantage de créer un effet dissuasif préalable
au sentiment d'impunité qui semble actuellement exister.

Dès lors, monsieur le ministre, ne serait-il pas opportun de prendre
des mesures claires permettant aux autorités policières de verbaliser
systématiquement les infractions concernées?

Artikel 26 van de wet van 5
augustus 1992 op het politieambt
zegt dat de politiebeambten altijd
voor het publiek toegankelijke
plaatsen mogen betreden om er
de openbare orde te bewaren en
erop toe te zien dat de wet en de
politiereglementen, zoals de
verkeersregels, worden nageleefd.

De omzendbrief van 16 februari
2001 van de minister van Mobiliteit
en Vervoer bevestigt de
toepassing van de verkeersregels
op voor het publiek toegankelijk
privé-terrein.

Ten slotte bestaat er een vaste
rechtspraak waarbij de politie altijd
toestemming krijgt om elk voor het
publiek toegankelijk openbaar of
privé-terrein te betreden om
inbreuken op de verkeerswet vast
te stellen.

Deze wetgeving wordt echter sterk
uiteenlopend en ongelijk over heel
het grondgebied toegepast omdat
de wetteksten onduidelijk zijn. Het
gebrek aan strafmaatregelen stuit
ook op onbegrip bij de
benadeelden.

Eventuele acties door de
ordediensten zullen een ontradend
effect hebben en het gevoel van
straffeloosheid verminderen.

Zou het daarom niet gepast zijn
duidelijke bepalingen te
formuleren waardoor de politie de
betrokken overtreders
systematisch kan bekeuren?

23.04 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, ma chère

collègue, le non-respect d'un emplacement de parking réservé aux
personnes handicapées est une infraction grave du premier degré.

23.04 Minister Bert Anciaux: Het

onrechtmatige gebruik van een
parkeerplaats voor gehandicapten
is een zware overtreding van de

14/07/2004

CRIV 51

COM 334

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Les emplacements situés sur des terrains privés mais accessibles au
public peuvent en effet être surveillés par la police. Les objectifs et les
points d'attention des surveillances policières sont déterminés par
chaque zone de la police locale, ces choix dépendant bien
évidemment des décisions prises dans chaque zone de police.

Aussi, les conventions entre les zones de police et les parquets jouent
un rôle dans la détermination des objets des contrôles policiers. Pour
obtenir plus d'attention de la part de la police pour le respect des
emplacements de parking réservés aux personnes handicapées sur
des terrains privés, mais accessibles au public, il est conseillé que le
propriétaire du terrain prenne contact avec sa police locale. Ainsi, la
police sera mieux informée sur les problèmes qui se produisent
éventuellement sur le terrain en question et elle intègrera le terrain
dans le trajet de ses patrouilles.

Je crois donc que la réglementation existante est suffisamment claire,
mais qu'il faut agir localement pour arriver à un meilleur contrôle des
emplacements de parking pour les personnes handicapées hors
chaussée mais accessibles au public.

eerste graad.

De politie kan inderdaad toezicht
houden op parkeerplaatsen die
zich op privé-terreinen bevinden
maar voor het publiek toegankelijk
zijn. De doelstellingen en de
aandachtspunten van het
politietoezicht worden per lokale
politiezone bepaald.

Het voorwerp van de
politiecontroles wordt mede
bepaald door de overeenkomsten
tussen de politiezones en de
parketten. Als men wenst dat de
politie meer aandacht besteed aan
het al dan niet rechtmatige gebruik
van parkeerplaatsen voor
gehandicapten die zich op privé-
terreinen bevinden maar voor het
publiek toegankelijk zijn, dient de
eigenaar met de lokale politie
contact op te nemen.

23.05 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Il est importe que chaque propriétaire sache qu'il
doit prendre contact avec la police locale et que celle-ci ait des
contacts avec le parquet. Ces difficultés se posent d'une région à
l'autre, d'une zone de police à l'autre. Lorsque la personne
handicapée éprouve des difficultés, le propriétaire du terrain n'est pas
là. Il n'a donc pas nécessairement pris contact avec la police. Il me
semble, dans un souci de cohérence, que le propriétaire de ce terrain
doit savoir que la police locale peut l'aider. Mais d'une police locale à
l'autre, les modalités diffèrent.

Si la réglementation est suffisamment claire, d'une zone à l'autre, la
personne handicapée une fois qu'elle change de zone ne sait plus
très bien comment agir. En certains endroits, lorsqu'elle appelle la
police, on lui répond qu'on ne se déplace pas parce qu'il n'y a
précisément pas eu de contact avec le propriétaire. Donc, elle se
retrouve finalement sans parking, parce que sa place a été prise.
C'est la raison pour laquelle je vous interroge. La difficulté pour les
personnes handicapées est le non-respect de leur emplacement de
parking. Le problème n'est, selon moi, pas réglé.

23.05 Colette Burgeon (PS): Het

is belangrijk de eigenaars te
informeren zodat ze contact
kunnen opnemen met de lokale
politie en deze laatste met het
parket kan communiceren.

23.06 Bert Anciaux, ministre: Madame Burgeon, cette infraction est

bien sanctionnée. En effet, il s'agit d'une infraction grave du premier
degré.

23.06 Minister Bert Anciaux: Het

gaat om een zware overtreding
van de eerste graad die wordt
bestraft.

23.07 Colette Burgeon (PS): En fait, la police ignore si elle peut

pénétrer sur ces terrains privés.

23.07 Colette Burgeon (PS): Het

probleem is echter dat de politie
niet weet of ze die privé-terreinen
mag betreden.

23.08 Bert Anciaux, ministre: En conséquence, il s'impose d'écrire

une lettre à toutes les zones de police.

23.08 Minister Bert Anciaux: Er

zou dus aan alle politiezones een