CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 330
CRIV 51 COM 330
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
13-07-2004
13-07-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le rapport Mc Kinsey relatif aux futurs
budgets" (n° 3301)
1
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het Mc Kinsey-rapport
over de toekomstige begrotingen" (nr. 3301)
1
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "l'étude recente réalisée par Mc Kinsey"
(n° 3307)
1
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de recente studie van Mc Kinsey" (nr. 3307)
1
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Carl Devlies,
Johan Vande Lanotte
, vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Carl Devlies,
Johan Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le refus des entités fédérées de
fournir un effort budgétaire supplémentaire"
(n° 3433)
8
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de weigering van de
deelstaten om een bijkomende
begrotingsinspanning te leveren" (nr. 3433)
8
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la situation budgétaire" (n° 3437)
11
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toestand van de
begroting" (nr. 3437)
11
Orateurs: Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Carl Devlies, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
13
JUILLET
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
13
JULI
2004
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.23 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het Mc Kinsey-rapport over de toekomstige begrotingen" (nr. 3301)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de recente studie van Mc Kinsey" (nr. 3307)
01 Questions jointes de
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"le rapport Mc Kinsey relatif aux futurs budgets" (n° 3301)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"l'étude recente réalisée par Mc Kinsey" (n° 3307)
01.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
deze week bespreken we deze vraag samen met de heer Devlies.
Zoals u weet, moest de minister vorige week de
commissievergadering verlaten om andere zaken te doen.

De voorbije weken werden er nogal wat rapporten gepubliceerd,
onder meer van de Europese Commissie, het Planbureau, de OESO,
enzovoort. Op basis van een aantal gegevens heeft het adviesbureau
Mc Kinsey, blijkbaar op eigen initiatief, een nogal lijvige en
gedetailleerde studie gemaakt onder de welluidende titel "Prospero,
een nieuwe impuls voor economische welvaart in België". De
bedoeling van de studie was om na te gaan in welke mate ons land
budgettair is voorbereid op de toekomstige kosten voor de
pensioenen en de gezondheidszorg als gevolg van de toenemende
vergrijzing. Dat debat zal waarschijnlijk nog verschillende keren
terugkomen.

De studie heeft zich over allerlei aspecten gebogen en niet louter over
het financiële aspect. Er wordt in de studie ook gesproken over de
werkgelegenheidsgraad. Mijnheer de minister, u weet dat wij, wat dat
betreft, niet op de voorste rij van Europa zitten. De
werkgelegenheidsgraad bij ons bedraagt 61%, terwijl ze normaal
ongeveer 70% zou moeten zijn. In Denemarken bijvoorbeeld bedraagt
de werkgelegenheidsgraad 76%.

Ook is er de vaststelling dat de gemiddelde arbeidsduur voortdurend
afneemt. In 1997, op basis van cijfers van het VOKA, werden er nog
1.604 uur per werknemer per jaar gepresteerd. In 2002 is dat cijfer al
geslonken tot 1.559 uur per werknemer per jaar.
01.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Le bureau de
consultance Mc Kinsey a réalisé
une étude pour déterminer si la
Belgique est en mesure de faire
face aux frais croissants dans le
secteur des soins de santé. Cette
étude met en évidence des
problèmes liés au taux d'emploi
trop faible, aux coûts salariaux
trop élevés, au système de
chômage, au temps de travail, au
travail au noir, à la lourdeur de
l'administration publique et à la
baisse de la productivité.

La Belgique doit relever le défi de
créer les conditions économiques
permettant de préserver la
prospérité et de maintenir le
budget en équilibre. La dette
constitue à cet égard un point
névralgique. Un déficit zéro ne
suffira pas à financer le
vieillissement. Si aucune mesure
n'est prise, la Belgique accusera
un déficit de 5 milliards d'euros à
partir de 2015.

Le ministre approuve-t-il les
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ook de arbeidsproductiviteit zit in een afvlakkende fase en begint als
belangrijkste troef aan belang te verliezen.

Al deze elementen werden vorige week nog door de Hoge Raad voor
de Werkgelegenheid bevestigd.

In dat verhaal interesseert ons voornamelijk de budgettaire kant van
de zaak. Het creëren van voorwaarden om de economische welvaart
aan te houden of te verbeteren, is ongetwijfeld een uitdaging. De
financiering van die groei en het handhaven van een evenwichtige
begroting is evenwel een minstens even grote uitdaging.

Dienaangaande legt het rapport de vinger op een aantal zwakheden
en pijnpunten, waarvan ik er een aantal zal overlopen, mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister.

Ik begin met de schuldenlast. Wij kennen allemaal het verhaal. Het is
absoluut noodzakelijk om de schuldenlast verder af te bouwen.
Bovendien moeten er in de komende jaren natuurlijk structurele
overschotten worden geboekt, omdat, dat staat ook in het rapport,
een nultekort onvoldoende zal zijn om de kosten van de vergrijzing te
financieren.

Ook de ontwikkeling van een afgeslankte overheid is een pijnpunt. Dit
heeft te maken met de kwaliteit van de Belgische overheid. Wij
behoren blijkbaar tot de duurste overheden van dit land. De
ingewikkelde staatsstructuur zal daar ongetwijfeld voor iets tussen
zitten.

Een van de sleutelelementen in het vernoemde rapport is het feit dat
men de overheid niet mag laten meegroeien op maat van de
economie. Uit het jaarverslag van de Hoge Raad voor Financiën blijkt
dat de reële groei 2,7% bedraagt. Dat is beduidend groter dan de
trendmatige groei.

Een andere element is de zwarte economie. Het zwartwerk is een
aspect dat een belangrijke impact heeft op de openbare financiën.
Volgens ramingen mislopen wij tot 30 miljard euro aan
belastingontvangsten via het zwartwerkcircuit. Ik stel ook vast dat de
kloof ten opzichte van onze naaste buurlanden Nederland, Frankrijk
en Duitsland aanzienlijk blijft, namelijk 6 à 7%.

Zij stellen een aantal maatregelen voor op het fiscale vlak, teneinde
een aantal BTW-tarieven gelijk te schakelen. Zij hebben het ook over
het aspect van de firmawagen ­ daarvoor moet ik echter niet bij u zijn,
maar bij de minister van Financiën ­ en de belasting op het inkomen
uit vermogen.

Tot slot doen zij een aantal aanbevelingen om de aangroei van de
kosten en de gezondheidszorg onder controle te houden, waaronder
een zeer geleidelijke harmonisering van de verschillende
pensioensystemen en het efficiënter maken van de gezondheidszorg,
onder andere door de kosten te verminderen.

De analyse van dat rapport is duidelijk. Als er geen maatregelen
worden genomen door deze of volgende regeringen, dan dreigen er
opnieuw oplopende overheidsschulden. Vanaf 2015 spreekt het
rapport van een tekort van 5 miljard euro en vanaf 2030 kan dat
prémisses de l'étude? Quelles
sont les mesures prises pour
éviter un dérapage des budgets à
l'avenir?
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
oplopen tot meer dan 20 miljard euro.

Bijgevolg, mijnheer de voorzitter, heb ik in feite maar twee vragen
voor de minister.

Bent u het eens met de uitgangspunten van het voorliggende rapport
van Mc Kinsey?

Ten tweede, welke maatregelen vallen er onder uw bevoegdheid?
Welke maatregelen denkt u te nemen om te vermijden dat
toekomstige begrotingen zullen ontsporen?
01.02 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het rapport van Mc Kinsey staan geen echt nieuwe zaken.
Veel van die elementen hebben we reeds teruggevonden in studies
die hier vroeger in de commissie zijn besproken. Ik verwijs naar
studies van de OESO, van het Internationaal Monetair Fonds, van de
Europese Commissie enzovoort.

Ik ga ook niet herhalen wat de vorige spreker, de heer Goyvaerts
heeft gezegd. In het rapport worden een aantal pijnpunten
aangekaart, zoals de werkgelegenheidsgraad, het aantal uren dat een
werknemer per jaar werkt, de arbeidsproductiviteit, het aandeel van
de actieve bevolking in de totale bevolking enzovoort.

Er worden concrete voorstellen geformuleerd, weliswaar op lange
termijn. Het is een rapport op lange termijn, want men brengt hier
vooropstellingen voor de periode 2015-2020-2030.

Ten eerste, men stelt het creëren van 440.000 nieuwe jobs voor. Dat
zijn er dubbel zoveel als de regering nu op het getouw heeft staan.
Ten tweede, een aanhoudende hoge productiviteitsgroei is
noodzakelijk. Ten derde, de werklozen en 55-plussers moeten worden
gereactiveerd. Daarnaast is er nog een serie van concrete
aanbevelingen inzake een efficiënte overheid, het bestrijden van de
zwarte markt en meer transparantie inzake overheidsfinanciën.

Voor een groot gedeelte gaan die adviezen in de richting van de
actieve welvaartstaat. De actieve welvaartstaat was het idee dat werd
gelanceerd door de vorige regering, Verhofstadt-I. Het was een zeer
mooi idee dat stoelde op een problematiek die men al zeker tien jaar
kent en probeert op te lossen. Het idee van de actieve welvaartstaat
was goed, namelijk zoveel mogelijk mensen aan werk te helpen om
zodoende het economisch draagvlak te vergroten en de
overheidsontvangsten te versterken. Men slaagt daar blijkbaar niet in.
De bewoordingen van het idee dat vijf jaar geleden met veel
enthousiasme werd gelanceerd, worden zelfs niet meer gebruikt in het
huidige regeringsprogramma.

Mijnheer de minister, deelt u deze diagnose? Ik veronderstel voor een
groot gedeelte van wel. Wat kan volgens u op korte termijn als aanzet
tot oplossing worden gerealiseerd? Voorziet u voor de tweede helft
van dit jaar in een aantal concrete maatregelen die in de zin gaan
zoals voorgesteld in dit rapport?
01.02 Carl Devlies (CD&V): Le
rapport du bureau de consultance
McKinsey n'apporte rien de neuf.
Les critiques exprimées rejoignent
les conclusions de l'Organisation
de coopération et de dévelop-
pement économiques (OCDE), de
la Commission européenne et du
Fonds monétaire international
(FMI). Notre taux d'emploi est
particulièrement faible et la
moyenne annuelle d'heures de
travail diminue plus rapidement
qu'ailleurs en Europe. Il est
proposé de créer 440.000
nouveaux emplois, de garantir une
croissance continue et élevée de
la productivité, de réactiver les
chômeurs et les plus de 55 ans,
de lutter contre le travail au noir et
d'augmenter la transparence des
finances publiques.

Les recommandations concernent
majoritairement l'Etat social actif,
qui nous avait été promis par le
gouvernement Verhofstadt I. Il
s'agissait de donner du travail à un
maximum de personnes pour
élargir l'assise économique et
augmenter les recettes publiques.
Cet objectif n'a toutefois pas été
atteint.

Le ministre partage-t-il mon
analyse? Quelles mesures
envisage-t-il de prendre pour
remédier à cette situation à court
terme?
01.03 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, over de
analyse kan ik het volgende zeggen. U weet dat wij ons in hoofdzaak
laten leiden door wat de Hoge Raad van Financiën en de
01.03 Johan Vande Lanotte,
ministre: Nous nous laissons
guider par les rapports du Conseil
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Studiecommissie voor de Vergrijzing ons brengen. Ze hebben allebei
een rapport ingediend. Ik had samen met mijn collega Frank
Vandenbroucke bij het begin van het jaar gevraagd om tegen de grote
vakantie over een aantal rapporten te kunnen beschikken, van de
Hoge Raad voor Werkgelegenheid, van de Hoge Raad van Financiën,
van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. Die zijn ondertussen ook
allemaal beschikbaar.

Hetgeen in het document van Mc Kinsey staat gaat ongeveer dezelfde
richting uit. We kennen de analyse. Het heeft inderdaad te maken met
de productiviteit, met de werkgelegenheidsgraad. Het heeft ook te
maken met de efficiëntie van de overheid, met innovatie, met
kapitaalverstrekking en dergelijke meer. Het is een zeer breed
gamma. Overigens, we mogen de fout niet maken uit het oog te
verliezen dat dit een zeer breed gamma is waarbij een aantal externe
factoren sowieso belangrijk zijn.

Wanneer Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog een industriële
opgang heeft gemaakt, dan is dat door het feit dat op dat ogenblik de
aanwezigheid van havens en autowegen heel belangrijk was voor dat
stuk van de economie. Wanneer Wallonië in de 19
de
eeuw een heel
sterke opgang kende, dan was dat door de aanwezigheid van
energiebronnen die ter plaatse werden geput en die van levensbelang
waren. Dat zijn gegevens die zich voordoen en die heel sterk
bepalend zijn.

Als we nu kijken naar de 21
ste
eeuw, dan is waarschijnlijk de
aanwezigheid en vooral de ontwikkeling van de kennis een
doorslaggevend gegeven. In die zin moeten we er eigenlijk vanuit
gaan dat we er beter voorstaan dan in de 19
de
en 20
ste
eeuw. In de
19
de
en 20
ste
eeuw waren er een aantal voordelen, maar we waren
daar eigenlijk niet met een voorsprong begonnen. Wat
kennisverwerving en kennisontwikkeling betreft staan we eigenlijk wel
verder. We hebben alleen geen kennisexploitatie die even goed is.
We hebben heel slimme mensen, maar ze geraken te moeilijk in een
bedrijf binnen om die kennis te exploiteren. Waarschijnlijk is dat een
van de grote uitdagingen.

Het rapport van Mc Kinsey is een klein beetje een choquerend
rapport. We gaan 4% van de lasten verlagen, 4% van de persoonlijke
bijdragen in de sociale zekerheid. Dat is dus 440 miljard Belgische
frank lastenverlaging. Dat is bedoeld om het een beetje door mekaar
te schudden.

Het realiteitsgehalte van de voorstellen van Mc Kinsey is niet altijd
even groot, laten we dat maar toegeven. Het heeft wel het voordeel
dat het de zaken dooreenschudt.

We hebben de traditionele wegen als het wegwerken van
begrotingstekorten en het werken aan overschotten op de begroting.
Het zal u misschien verwonderen van mij als minister van Begroting,
maar ik denk niet dat de maatschappijproblematiek van morgen, zoals
de vergrijzing, een budgettair probleem vormt. Ik denk dat het
budgettair probleem niet op zich staat. Je kunt de problematiek van
de vergrijzing niet budgettair oplossen, daar ben ik vast van overtuigd.

Ik probeer uit te leggen wat ik daarmee bedoel. De grote vraag zal zijn
of we er in de toekomst ­ de komende 20 jaar ­ in slagen hier
Supérieur des Finances et le
Comité d'étude sur le
vieillissement. Le rapport
McKinsey va dans le même sens.
Il ne faut pas oublier que les
facteurs externes
seront
déterminants. Le développement
des connaissances surtout sera
capital au 21
e
siècle. La situation
se présente plutôt bien à cet
égard: nous avons les cerveaux,
mais leurs connaissances ne sont
pas suffisamment exploitées. La
seule orthodoxie budgétaire ne
permettra pas de supporter le coût
du vieillissement de la population.
Ce n'est qu'en mettant au point de
nouveaux modes de production et
en développant de nouveaux
produits que nous pourrons créer
des emplois et relever le défi du
vieillissement. Les secteurs
traditionnels seuls ne permettront
pas de maintenir l'emploi à son
niveau actuel.

La politique budgétaire suit donc la
politique industrielle et innovatrice.

La question de la fin de carrière
est indubitablement la plus
préoccupante. Nous devons
toutefois nous demander si une
forte augmentation de la
productivité est compatible avec
des carrières plus longues. En
effet, le problème des fins de
carrière résulte en partie de la
combinaison de rémunérations
élevées et d'augmentations
continues de la productivité, de
sorte que les travailleurs âgés sont
littéralement poussés vers la
sortie. Les déclarations faites ces
derniers jours par la FEB comme
par les syndicats, démontrent que
la plus grande prudence sera
requise lors des négociations. Au
fond, la FEB ne devrait pas se
montrer trop exigeante puisque la
prépension n'est jamais accordée
sans l'assentiment de l'employeur
qui est bien souvent demandeur
en la matière.
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
werkgelegenheid te creëren. De grote vraag om werkgelegenheid te
creëren zal zijn of we erin slagen om nieuwe, aangepaste
productiewijzen en producten te creëren. Daarvan zal afhangen of we
de vergrijzing kunnen betalen. De meest doorgedreven budgettaire
orthodoxie zal tekortschieten als men niet op het eerste punt
antwoordt en dat zal niet kunnen als men niet antwoordt op de vraag
naar een andere productiewijze en andere producten. Het ene zal uit
het andere moeten volgen. Men heeft soms wel eens de indruk dat
het omgekeerd is. Daarmee ben ik het niet eens. Ik geloof dat
gewoon niet. Wie de voorspellingen ziet en de budgettaire ramingen
bekijkt, merkt dat alles staat of valt, niet met de nodige budgettaire
orthodoxie, maar met de vraag of wij die producten zullen hebben.
Zullen wij in de nieuwe sectoren ­ de dienstensector, de
vrijetijdssector, de welzijnssector, de welness-sector, de informatica,
de technologische sector en de wetenschappelijk-industriële sector ­
ontwikkelingen kunnen teweegbrengen?

Het is mijn persoonlijke overtuiging dat het daarvan zal afhangen. Ik
geef een voorbeeld. Ik ben plaatselijk nogal actief. Wij hebben een
industrieterrein van 150 hectare en zijn daarmee een van de weinige
steden die daarover beschikken. Wij hebben geluk: de ontwikkelingen
in het verleden hebben ertoe geleid dat wij nu nog veel grond bezitten.
Dat is altijd een voordeel. Als men nagaat wie daarin wil investeren en
wat een kans maakt om investeringen aan te trekken, dan ziet men
heel duidelijk de volgende trend. Er komen diensten die zich dankzij
een uitgebreide knowhow, andere productiemethoden en synergieën
ontwikkelen, terwijl anderen dat niet kunnen. Dat heeft alles te maken
met wat men gemeenzaam wel eens voedselkwaliteit noemt. Welk
soort voedsel zal men brengen en voor wie? Kwaliteits- en
leefmilieuaspecten, technologische aspecten, andere vormen van
elektriciteitsproductie en goederenrecyclage, alles wat betrekking
heeft op biotechnologie, in al die sectoren ziet men evoluties. Daar
zijn er ook mogelijkheden om te investeren. Hierbij is er wel een
probleem van risicokapitaal. Ik denk niet dat wij in de traditionele
sectoren onze werkgelegenheidsgraad moeten halen. Dat behoort tot
het verleden.

Ik weet dat ik een zeer breed antwoord geef op de vraag die u mij
stelt, maar het is ook een brede vraag. Mijn basisovertuiging is dat de
budgettaire politiek volgt uit de innovatie en de industriële politiek.
Men zal de industriële politiek moeten begeleiden met een budgettaire
politiek, maar denken dat de budgettaire politiek de leiding heeft in het
verhaal, is niet juist. Ik heb dat al verschillende keren gezegd. Het
wekt misschien verwondering, want een minister van Begroting zou
juist het omgekeerde moeten zeggen, maar het heeft geen zin om
zichzelf ervan te overtuigen dat wat men doet het belangrijkste is, als
het niet zo is.

Uit alle prognoses blijkt dat niet alles staat of valt met het gegeven
hoe de uitgaven onder controle gehouden worden, maar wel met het
gegeven hoe inkomsten gegenereerd zullen worden uit activiteiten.
Uiteraard is de eindeloopbaanproblematiek de meest prangende.

Dit gezegd zijnde, wil ik wat de eindeloopbaan betreft een aantal
bemerkingen formuleren. U kent daarvan de kostprijs. Wie zegt dat hij
de productiviteit drastisch zal verhogen en tegelijkertijd zegt dat de
mensen tien jaar langer zullen werken, is hoogstwaarschijnlijk bezig
zichzelf wat wijs te maken. Een deel van de
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
eindeloopbaanproblematiek komt precies voort uit de voortdurende
productiviteitsstijging die we de laatste dertig jaren hebben gekend.
Het probleem komt niet uit de lucht gevallen. Hoge lonen, hoge
productiviteit en vlug stoppen vormen één geheel. Productiviteit en
eindeloopbaan zijn geen zaken die naast mekaar bestaan. Men moet
daarmee toch rekening houden wanneer men deze bespiegeling
maakt inzake de eindeloopbaan.

Het is vooral belangrijk dat, als wij de komende jaren nood zullen
hebben aan arbeidskrachten, wij ze kunnen vinden en niet in een
situatie terechtkomen waarbij er, enerzijds, heel veel openstaande
jobs zijn en, anderzijds, mensen werkloos zijn in een uitlopend
systeem en niet aan de bak komen. Dat is uiteraard de uitdaging
waarvoor we staan en die iedereen kent.

De uitlatingen van het VBO vandaag en de reacties van een van de
vakbonden hebben weeral eens aangetoond dat we, om dit te
bespreken, op eieren zullen moeten lopen. Ik wil wel zeggen dat wat
dit betreft het VBO niet zo hoog van de toren mag blazen. Er werd
immers geen enkel brugpensioen toegekend zonder dat de werkgever
zich daarmee akkoord heeft verklaard. Men zegt ons dat dit moet
worden afgeschaft. Er moet daarover inderdaad worden gepraat. Er
werd echter geen enkel brugpensioen toegekend waarvoor de
werkgever de toestemming niet heeft gegeven. Meestal, als het een
beetje ernstig is, komt de werkgever samen met de vakbond naar de
minister van Arbeid om het te eisen.

Men mag ook niet alle oplossingen bij een ander leggen. Ook de
werkgevers en de werknemers zullen hun verantwoordelijkheid
moeten opnemen en in de bedrijven durven zeggen dat zij wanneer er
een probleem is, niet onmiddellijk aan brugpensioen denken. Dat is
een gedeelde verantwoordelijkheid. De uitlatingen van vandaag
hebben weerom aangetoond dat het niet zo gemakkelijk zal verlopen.
Het tegendeel zou overigens zeer vreemd zijn.
01.04 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, uw
antwoord was algemeen en ik wil toch een aantal elementen
aanhalen. De vergrijzing al dan niet budgettair oplossen is een verhaal
zoals dat van de kip en het ei. Ik had van u liever gehoord dat we toch
eens stilaan moeten gaan nadenken over een aantal structurele
maatregelen. Er zijn voldoende elementen in de hele brede waaier die
te maken hebben met tewerkstelling, kenniseconomie en opleiding.
Daar zijn ook bevoegdheden bij waarover u niets te zeggen heeft,
maar goed u maakt deel uit van een regering. Onderwijs zit op het
niveau van de Gemeenschappen, we kunnen dat van hieruit weinig
sturen, dat geef ik toe, maar het moet in zijn geheel bekeken worden.
Momenteel is onderwijs voor Vlaanderen de grootste uitgavenpost.
Structurele maatregelen zullen dus ongetwijfeld aan de orde zijn om
de begrotingen in de komende 5 tot 15 jaar beter te sturen. Ik stel vast
dat andere EU-landen daar nog niet echt concreet mee bezig zijn,
maar wel al de aanzet gegeven hebben om dat te plaatsen in het
budgettaire kader.

De productiviteitsnormen vormen ook een hele discussie. Ik denk dat
arbeidsefficiëntie te maken heeft met de combinatie van arbeid en
machine of arbeider en machine. Uit de cijfers blijkt dat arbeiders
steeds minder uren per jaar werken wat volgens mij volledig
gecompenseerd wordt door de toenemende efficiëntie van de
01.04
Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Il est grand
temps de prendre des mesures
structurelles dans les domaines de
l'emploi, de l'économie du savoir
et de la formation. Tous ne
relèvent pas de la compétence du
ministre, mais ce dernier fait tout
de même partie du gouvernement.
L'enseignement représente le
poste de dépenses le plus impor-
tant en Flandre. Des mesures
structurelles s'imposeront pour
une meilleure gestion des budgets
dans les cinq à quinze années à
venir.

Le nombre d'heures de travail
annuelles fournies par les ouvriers
ne cesse de diminuer. Cette
tendance est compensée par
l'efficacité accrue de l'équipement
et des machines développés par la
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
apparatuur en de machines die natuurlijk via de kennismaatschappij
ontwikkeld worden. In elk geval denk dat het de bedoeling geweest is
van het rapport van Mc Kinsey om een aantal bakens uit te zetten.
Men moet het natuurlijk niet allemaal eens zijn met de voorstellen die
daar tussen de lijnen geformuleerd worden. Mc Kinsey zou Mc Kinsey
niet zijn als het zich niet zou gaan mengen in de efficiëntie van een
overheidsapparaat. Dat is hun core business, daarmee verdienen ze
hun geld. Heel onverwacht komt dit rapport mijns inziens dan ook niet.
Ik denk wel dat er in een aantal gebieden nog werk aan de winkel is,
niet alleen voor deze regering maar ook voor de volgende.
société du savoir. Le rapport Mc
Kinsey pose certaines balises
mais il n'est pas nécessaire de
souscrire à toutes les options. Il
reste beaucoup de travail à
réaliser, pour le gouvernement
actuel comme pour le prochain.
01.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u hebt geantwoord dat u begin 2004 het rapport hebt
opgevraagd van de Hoge Raad van Financiën en de Hoge Raad voor
de Werkgelegenheid.

Ik meen toch te weten dat beide instellingen een jaarlijks rapport
uitbrengen. De diagnoses die opnieuw in de rapporten worden gesteld
naar aanleiding van de publicatie van de maand juni, liggen in het
verlengde van de diagnoses die men vroeger heeft gesteld in de
rapporten van voorgaande jaren. Deze problematiek is reeds jaren
gekend. Oplossingen voorstellen en het nemen van concrete
beleidsmaatregelen om uitvoering te geven aan een aantal
beleidssuggesties van de rapporten blijkt niet zo evident te zijn.

U zegt dat u akkoord gaat met het advies van de Hoge Raad van
Financiën. Voorgaande jaren heeft de Hoge Raad ook adviezen
verstrekt. De federale regering heeft echter niet altijd dat advies
gevolgd. Dat is een randbemerking die ik wens te maken

Ik sluit me volkomen aan bij uw standpunt dat de werkgelegenheid
enorm belangrijk is.

Wat de andere productiewijzen en de andere producten betreft, wijs ik
erop dat dit samenhangt met een hele omgeving waarin deze nieuwe
producten en productiewijzen kunnen gerealiseerd worden. Dat heeft
te maken met het algemeen klimaat en met de arbeidskost. Wij zijn
vragende partij voor een realisatie van concrete voorstellen.

U hebt verwezen naar de problematiek die het VBO deze morgen
heeft aangekaart. Ik heb deze interviews ook op de radio gehoord.
Het is correct dat zowel werkgevers als werknemers terzake een
belangrijke verantwoordelijkheid dragen. In het verleden was het al te
dikwijls het geval dat problemen in sectoren of bedrijven door
werkgevers én werknemers gezamenlijk werden opgelost op de rug
van de overheid. Brugpensioenen worden immers voor een groot deel
gefinancierd door de overheid. Dat zijn oplossingen die voor beide
partijen, werkgever én werknemer, financieel interessant zijn.

Volgens mij moet de overheid haar verantwoordelijkheid terzake
opnemen en de nodige maatregelen uitwerken. De overheid beslist
immers over het haalbaar zijn en blijven of niet en over mogelijke
aanpassingen van systemen zodat ze meer perspectieven bieden
voor de toekomst. Mijnheer de minister, uw bemerking terzake is
correct. Ik wens u er echter op te wijzen dat de ultieme
verantwoordelijkheid bij de overheid ligt. Het is belangrijk dat die
overheid haar verantwoordelijkheden neemt.
01.05 Carl Devlies (CD&V): Il me
semblait que le Conseil supérieur
des Finances et le Conseil
supérieur de l'Emploi devaient
établir un rapport chaque année.
Les conclusions de ces rapports
s'inscrivent dans la lignée de
celles des années précédentes,
mais les solutions ne semblent
pas aller de soi. Les années
précédentes, le gouvernement n'a
pas toujours suivi l'avis du Conseil
supérieur des Finances.

L'emploi est en effet crucial. Les
autres modes de production et les
autres produits sont tributaires du
climat général et du coût du travail.
En ce qui concerne la question
des prépensions, les employeurs
comme les travailleurs portent une
lourde responsabilité. Ils rejettent
trop souvent leurs problèmes sur
les pouvoirs publics. Ceux-ci
doivent assumer leur responsa-
bilité et arrêter les mesures
nécessaires. Nous attendons donc
des propositions concrètes.
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Het blijft dus wachten op concrete beleidsvoorstellen van de regering.

De voorzitter: Als ik mij even in het debat mag mengen, moet ik
zeggen dat de minister volgens mij een juiste diagnose heeft gesteld.
De budgettaire orthodoxie is een noodzakelijke, maar geen voldoende
voorwaarde. Indien men alleen financiële spaarpotten uitbouwt en
men niet tezelfdertijd in staat is om met een kleinere werkkracht meer
goederen en diensten te produceren, dan zal men alleen inflatie tot
stand brengen. Dan gaat de levensstandaard van die vergrijzende
bevolking toch naar beneden. Men moet dan natuurlijk de
voorwaarden creëren, opdat de uitvinders bij ons blijven en niet naar
Amerika vluchten, want op dit ogenblik is er nog altijd een enorme
braindrain. Dat is het probleem van ons land. De creatievelingen gaan
steeds vaker elders wonen.

Ik wens u daar succes mee. Het is uw testament, dus...
01.06 Minister Johan Vande Lanotte: Het is mijn testament nog niet.
Zo ver ben ik nog niet.
De voorzitter: Uw huidige gedachtegoed.
01.07 Minister Johan Vande Lanotte: We zullen dat in augustus nog
beetje bestuderen.
Le président: Si la création de ce fonds "Ecureuil" ne s'accompagnait
pas d'une augmentation des biens et services produits, ce serait
uniquement un jeu inflatoire.
De voorzitter: Als de oprichting
van het Eekhoornfonds niet met
een toename van de
geproduceerde goederen en
diensten gepaard gaat, werkt het
enkel de inflatie in de hand.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de weigering van de deelstaten om een bijkomende begrotingsinspanning
te leveren" (nr. 3433)
02 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le refus des entités fédérées de fournir un effort budgétaire supplémentaire" (n° 3433)
02.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
enkele dagen vóór het reces is het misschien niet erg verheffend of
sexy om over overheidsfinanciën, begrotingsoverschotten en
stabiliteitspacten te spreken.
02.02 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is het nooit.
02.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Nooit, het hele jaar niet?
Dat is niet erg. Dan is het eenvoudig en maak ik er geen punt van.

Ik durf nog eens terug te komen op mijn vraag van vorige week. Ik
heb u toen gevraagd hoe het zat met de situatie inzake de
overschotten van de deelstaten, of de deelstaten eventueel een
korting konden krijgen en wat het effect daarvan is op de federale
begroting. U hebt toen geantwoord dat het cijfer van
443,7 miljoen euro dat de Hoge Raad voor de Financiën naar voren
had geschoven, op zichzelf geen onredelijk cijfer was. Het
02.03
Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Le ministre
estime que le surplus demandé
par le Conseil supérieur des
Finances pour 2005 aux États
fédérés n'est pas excessif, mais il
ressort des accords de gouverne-
ment pour la Wallonie, Bruxelles et
la Communauté française que
l'avis du CSF n'est pas suivi,
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
engagement daartoe zou op termijn zelfs mogelijkheden bieden in
plaats van dat men vier of vijf jaar zou moeten regeren zonder
initiatieven te kunnen nemen.

Wij weten ondertussen dat er al een regeerakkoord is voor het
Waalse Gewest en het Brussels Gewest. Dat van het Vlaams Gewest
komt er nagenoeg aan. Wij stellen toch een aantal dingen vast.

Wallonië, Brussel en de Franse Gemeenschap gaan niet in op het
advies van de Hoge Raad voor de Financiën. Voor 2005 willen zij zich
strikt houden aan het lopende stabiliteitspact. Meer nog, zij hebben de
indruk gegeven of aan de buitenwereld het signaal gegeven ook voor
de komende jaren druk gegeven de handen min of meer vrij te willen
laten. Het Vlaams regeerakkoord is nog niet helemaal in kannen en
kruiken, maar hoe dan ook in de wandelgangen doen geruchten de
ronde ­ als ik dat zo mag uitdrukken ­ dat er ook daar weinig animo is
om zich te schikken naar het advies van de Hoge Raad voor de
Financiën.

Als dat allemaal klopt, dan denk ik dat dat een tegenvaller is voor u en
voor de regering. U zit dan namelijk met een financiële aderlating, die
ongetwijfeld de voorbode moet zijn voor een besparingsronde. In het
najaar wordt de begroting voor 2005 wordt opgemaakt en dan zal dat
ongetwijfeld aan de orde zijn.

Bijgevolg heb ik de volgende drie eenvoudige vragen over het
onderwerp.

Blijft u van oordeel dat de globale begrotingsdoelstellingen
aangehouden moeten worden? Ik bedoel de cijfers die u vorige week
bevestigd hebt. Waar gaan we naartoe wat de overschotten betreft?

Hoe denkt u dat te realiseren met een globale begroting in evenwicht?

Naar verluidt zou er daarover gisteren een informeel of formeel
contact hebben plaatsgevonden met de formateur, teneinde meer
klaarheid te scheppen in het al dan niet aanhouden van die cijfers of
die begrotingsdoelstellingen van de Hoge Raad voor de Financiën.
Hebt u daar commentaar op?
cependant que Flandre ne fait
guère preuve d'enthousiasme non
plus.

Faut-il maintenir les objectifs
budgétaires globaux? Comment
cette démarche s'inscrit-elle dans
un budget global en équilibre?
Quel est le résultat de la
concertation avec le formateur
flamand?
02.04 Minister Johan Vande Lanotte: Ik denk dat het nog iets te
vroeg is om terzake conclusies te trekken, zelfs wat de Franse
Gemeenschap en het Waalse Gewest betreft. Als men de teksten
goed leest, dan blijkt dat ze niet zo duidelijk zijn. Het is zo dat in 1999
en in 2004 de Hoge Raad van Financiën een advies heeft gegeven
dat zegt dat er in 2010 een evenwicht moet zijn. Welnu, ik lees even
voor om een voorbeeld te geven: "L'objectif pour la Région wallonne
sur la période de 2006-2010 doit être, comme le recommande le
Conseil supérieur des Finances dans ses rapports de 1999 et de
2004, d'atteindre l'équilibre budgétaire de manière structurelle et de
diminuer progressivement son ratio d'endettement (72% en 2010)".

Er wordt dus geëindigd met een schuld van 72% in 2010. Deze
passus kan perfect worden geïnterpreteerd als het respecteren van
het laatste advies van de Hoge Raad van Financiën.

Ook voor de Franse Gemeenschap is er een zekere marge. Voor de
Vlaamse Gemeenschap is er nog geen definitieve tekst. Ook daar
02.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Les textes ne sont pas
clairs, de sorte qu'il est vraiment
prématuré de tirer des conclu-
sions. La Communauté française
dispose aussi d'une certaine
marge et les Flamands sont prêts
à participer, à condition que
chacun fasse de même. Il ne s'agit
d'ailleurs que de 100 millions
d'euros pour la Flandre, et
uniquement pour 2005 puisque
l'opération est neutre pour la
période de 2006 à 2010. Le
Conseil supérieur a voulu éviter
que les dépenses culminent en
2005. La question sera examinée
au Comité de concertation en
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
overweegt echter de stelling dat, als iedereen het doet, ook de
Vlaamse Gemeenschap het kan doen. Ze wil dan wel zeker zijn dat
iedereen het doet. Het komt er dus op aan in september 2004,
wanneer de regeringen zijn gevormd ­ het moet dan immers nog voor
het overlegcomité komen ­, vanuit de federale regering dat voorstel te
doen.

Er zijn ook heel veel misverstanden. Dat scheelt voor Vlaanderen
ongeveer 100 miljoen euro op zes jaar tijd. Dat zijn geen immense
bedragen. Dat is het hoogste verschil. Voor de andere Gewesten en
Gemeenschappen is dat minder.

Bovendien maakt het enkel een verschil in 2005 en blijft de operatie
voor de overige jaren neutraal. Het verschil ligt in 2005. Van 2006 tot
2010 is de operatie neutraal. Voor 2005 betekent het dat de
Lambermont-gelden niet ineens worden uitgegeven, maar dat er een
constant uitgavenniveau is voor 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en
2010. In het omgekeerde geval daalt het uitgavenniveau voor 2008,
2009 en 2010. Er wordt dan meer uitgegeven in 2005 en 2006.
Daarna wordt wat minder uitgegeven.

Het wordt dus voorgesteld als een grote bijdrage van de
Gemeenschappen en Gewesten, die de federale overheid helpt in de
totaliteit van 2005 en 2006. Dat is juist. Los van het feit dat het helpt in
2005, is er natuurlijk ook een mechanisme om niet plots met grote
pieken te worden geconfronteerd, die dan in 2008 en 2009 ­ op het
einde van de legislatuur ­ moeten worden afgeremd. Wij gaan in
september 2004 met de Gemeenschappen en Gewesten praten. De
federale overheid kan leven met zowel het ene als met het andere. In
globaliteit is de operatie immers, behalve voor 2005, neutraal. Dat is
jammer voor 2005, maar voor het overige is de operatie echt neutraal.

De Hoge Raad van Financiën heeft vooral willen vermijden dat in
2005 plots hier en daar uitgavenpieken worden bereikt, die dan bijna
noodzakelijkerwijze moeten worden doorgezet in 2006, tenzij in 2006
ernstig wordt afgeremd. Dat is echter nooit de beste manier. De Hoge
Raad van Financiën adviseert om niet volledig de voet op het
gaspedaal te zetten in 2005, ook al zou dat mogelijk zijn. Anders zal in
2006 de voet moeten worden gelicht. Dat zou niet nuttig zijn.

Wat dat betreft, is er dus nog heel veel ruimte voor discussie. De
federale overheid beschouwt deze inkomsten ook niet als iets wat ze
absoluut moet hebben. Er is immers eten en drinken in de twee
richtingen. Er zijn voor- en nadelen. Voor 2005 is het beter, voor 2008
is het minder goed. We zullen de discussie dus heel rustig aangaan.
De vraag voor alle Gemeenschappen en Gewesten zal vooral zijn wat
de anderen doen.

We zullen proberen dat in het Overlegcomité gedaan te krijgen.
Beschouwt men de volledige periode, dan merkt men dat er in 2005
een verschil is en dat het voor het Vlaams Gewest van 2006 tot 2010
neutraal is. De grote impact is 100 miljoen euro in 2005 voor het
Vlaams Gewest, bijvoorbeeld. 100 miljoen euro is veel geld, maar
men heeft soms de indruk dat dit een enorme impact heeft, terwijl dat
niet zo is. In september zal daarover worden gepraat in het
Overlegcomité waar wij met een relatief open geest naartoe gaan.
septembre.
02.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik 02.05
Hagen Goyvaerts
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
denk dat wat de minister verklaard heeft als toelichting op de
commentaren in de pers, belangrijk is. Het kwam nogal stoer over,
alsof Brussel, Wallonië en de Franse Gemeenschap zich niet zouden
geschikt hebben. Ik begrijp best dat dit in het Overlegcomité moet
worden besproken. Stel dat er over de voorwaarde van Vlaanderen ­
wij doen het alleen als de anderen het ook doen ­ geen consensus
bestaat, bestaat dan de mogelijkheid dat u als federaal minister van
Begroting ingrijpt en bijsturingen doet? Sanctioneren is in dit geval
misschien een groot woord. Wat gebeurt er als er geen consensus is
of als men niet tot een akkoord komt in het Overlegcomité?
(VLAAMS BLOK): Je note que le
Comité de concertation examinera
la question. Le ministre peut-il
intervenir en cas d'absence de
consensus?
02.06 Minister Johan Vande Lanotte: Men moet een consensus
hebben. Er is geen hiërarchie van de rechtsnormen, dus kan de
federale overheid niet zeggen wat de Gewesten moeten doen.
02.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il faut toujours qu'il y ait
un consensus.
02.07 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Kan van de Gewesten
die bijvoorbeeld slechter zouden hebben gescoord in het verleden,
dan niet worden geëist dat zij een tandje bijsteken?
02.08 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is mogelijk mits er een
afspraak bestaat met betrekking tot het mechanisme. Anders niet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toestand van de begroting" (nr. 3437)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la situation budgétaire" (n° 3437)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat het
nuttig is na zes maanden even terug te blikken op de stand van de
uitvoering van de begroting 2004. Volgens de gegevens van de
Nationale Bank bedroeg het tekort van de federale overheid voor de
eerste zes maanden van het jaar 2004 6,1 miljard euro. Ik moet
zeggen dat mij dat niet helemaal verwondert, maar toch, op het
moment van de opmaak van de begrotingsaanpassing was u
bijzonder optimistisch. In die begrotingsaanpassing zat natuurlijk de
verhoging van de ontvangstencijfers op basis van de verhoogde
economische groei. U hebt toen verklaard dat de economische groei
nog hoger was dan die waarmee u rekening had gehouden bij uw
begrotingsaanpassing en ook dat de ontvangsten nog sterker zouden
toenemen. Bij die gelegenheid werden ook voor de eerste vier
maanden van het jaar bijzonder hoge ontvangstcijfers gemeld en
bijzonder sterke stijgingen, in die mate zelfs dat de eerste minister
verklaarde dat de ontvangsten van de EBA niet langer noodzakelijk
waren voor het bereiken van het begrotingsevenwicht en dat die
ontvangsten van de EBA zouden kunnen worden overgeboekt, als
overschotten, naar het Zilverfonds.

Mijn vraag is nu of het optimisme dat toen, enkele weken voor de
verkiezingen, aan de dag werd gelegd, vandaag nog altijd geldt.
Kunnen wij nog altijd zo euforisch zijn over de ontwikkeling van de
begroting? Zijn de stijgingspercentages die toen gemeld zijn inzake de
ontvangsten van de fiscale inkomsten nog altijd geldig? Ik kan mij
inbeelden dat er toch een aantal verrekeningen moet gebeuren en dat
men rekening moet houden met de ontvangsten die wel gerealiseerd
zijn in 2004 maar die in feite betrekking hadden op 2003. Er is ook
03.01 Carl Devlies (CD&V): Le
déficit public a augmenté en flèche
au cours de la première moitié de
2004, contrastant singulièrement
avec l'optimisme affiché par le
gouvernement lors du premier
ajustement budgétaire. Le
gouvernement avait même affirmé
à l'époque pouvoir atteindre
l'équilibre budgétaire en se
passant des recettes de la DLU,
qui allaient dès lors pouvoir être
transférées au Fonds de
vieillissement.

La prétendue forte augmentation
des recettes publiques au cours
des quatre premiers mois s'est-
elle poursuivie? Quel est le taux
de croissance des recettes
fiscales pour les six premiers mois
de 2004? Pourra-t-il être maintenu
tout au long de l'année?
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
een verschil geweest inzake de inkohiering. De inkohiering van de
personenbelasting is later van start gegaan. Voor de
vennootschapsbelasting is men wat sneller gegaan. Dat heeft
allemaal effect.

Het kan zijn dat men op een bepaald moment een zeer sterke
verhoging kent van de ontvangsten, maar dat dit op jaarbasis minder
is of afgevlakt wordt. Ik denk dat u na zes maanden toch wel een idee
hebt van de evolutie van de ontvangsten. Zijn de stijgingspercentages
werkelijk zo spectaculair? Kunt u dat handhaven voor het hele jaar
2004 of moet dat wat bijgesteld worden?
03.02 Minister Johan Vande Lanotte: Eerst over die 6,1 miljard.
Verleden jaar was het 5,5 miljard in dezelfde periode. Hier zitten
natuurlijk heel veel stortingen in. Zo wordt bijvoorbeeld de storting aan
het Zilverfonds afgetrokken van het saldo. Het komt wel bij de Staat
maar dat zit in het negatief saldo. Het moment van de storting
beïnvloedt...
03.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le montant cité de 6,1
milliards comprend de nombreux
versements. Le versement au
Fonds de vieillissement,
notamment, est compris dans le
solde négatif.
03.03 Carl Devlies (CD&V): ... de stijging van de schuld ten opzichte
van de creatie van Zilverfonds.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Le
financement du Fonds de
vieillissement fait augmenter la
dette. Le solde net à financer
s'accroît.
03.04 Minister Johan Vande Lanotte: Neen, de term schuld is niet
juist. Het netto te financieren saldo is niet de schuld. Het netto te
financieren saldo is eigenlijk gewoon de kasverrichting. Dat is niet
hetzelfde als de schuld. Als het in uw kas gestopt wordt op een
andere plaats is het een netto te financieren saldo. Dat ligt iets hoger
dan verleden jaar maar dat heeft ook te maken met dotaties die
eerder gestort worden en dergelijke meer.

Dat is op dit moment niet mijn grootste bekommernis want sowieso
zal het volgens de begroting iets hoger zijn. Verleden jaar was het
netto te financieren saldo veel lager. Dat zal dit jaar sowieso iets
hoger zijn maar dat is niet de referentie die we nemen.

De juiste vraag is natuurlijk hoe groot de uitgaven en de inkomsten
zullen zijn. We hebben voor de verkiezingen een evaluatie gemaakt ­
ik ga ze met u overlopen ­ van waar we nu staan. Het grote
discussiepunt zal natuurlijk gevormd worden door de
Gemeenschappen en de Gewesten. Zullen de Gemeenschappen en
de Gewesten hun doelstellingen kunnen halen? Wij gaan ervan uit dat
dit wel het geval zal zijn, aangepast met het artikel 8 dat door de
Vlaamse Gemeenschap wordt gevraagd, met de 150 miljoen euro die
ze vragen. Er is nog een kleine technische aanpassing wat betekent
dat het wel eens zou kunnen dat de Gewesten en de
Gemeenschappen 215 miljoen euro minder doen dan voorzien.

Een tweede element betreft de uitgaven van de departementen. Die
zijn onder controle. Daar zal geen probleem rijzen.

Wat de sociale zekerheid betreft, hebben wij een pessimistische
raming van de inkomsten gehad. Dat zou beter kunnen zijn, maar wij
houden toch de pessimistische raming aan. Op het vlak van de
ziekteverzekering moet echter wel een aantal maatregelen worden
03.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il y a une différence entre
le solde net à financer et la dette.
Le solde sera plus important que
l'an passé. La question est donc
de savoir à combien s'élèveront
les recettes et les dépenses. Nous
croyons que les Communautés et
les Régions atteindront leurs
objectifs.

Les dépenses des départements
sont sous contrôle. En ce qui
concerne les recettes dans le
secteur de la sécurité sociale,
nous nous en tenons aux
pronostics pessimistes, de sorte
qu'il sera nécessaire d'apporter
des correctifs dans l'assurance-
maladie. A noter, toutefois, un
point positif: les recettes
pourraient bien être meilleures que
prévu.

Les recettes fiscales sont
estimées dès à présent à 438
millions d'euros, un montant à
majorer des intérêts. Cela
représente un taux de croissance
de 5,4%, soit un chiffre supérieur
aux prévisions budgétaires. Au
cours des premiers mois de
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
genomen, bijvoorbeeld wat de geneesmiddelen betreft, want daar
gaat de evolutie sneller dan zou mogen. Daar moet dus een aantal
correcties worden ingevoegd. Wij zijn daarmee bezig.

Wij moeten dus een aantal zaken doen, maar het positieve nieuws is
dat de negatieve raming van de inkomsten iets beter zou kunnen zijn
dan verwacht. Dat moet echter nog worden bevestigd. Dit lijkt zich te
ontwikkelen.

Wat de fiscale ontvangsten betreft, wij hadden in de week voor de
verkiezingen gezegd dat wij rekenden op 438 miljoen euro meer
inkomsten. Dat was mijn schatting. Dat betekent dat er een
stijgingsritme van 5,4% was, terwijl in de begroting een stijging van
4,8% was voorzien. Hoe kwam men aan die stijging van 5,4%?
Omdat de stijging de eerste maanden beduidend hoger was. Men
ging er echter van uit dat dit ging afvlakken. Er waren hoge
voorafbetalingen van vennootschappen en particulieren in de eerste
maanden. Dat zou betekenen dat de volgende voorafbetalingen veel
lager zouden zijn. Men had daarover concrete cijfers. Die voorspelling
zet zich nu echter niet door. Men had bijvoorbeeld geraamd dat de
voorafbetalingen voor juli 100 miljoen euro lager zouden liggen dan
vorig jaar. Zo kwam men op 5,4% op het einde van de periode.

De voorafbetalingen liggen echter geen 100 miljoen lager, maar
waarschijnlijk 300 miljoen hoger. We zitten hoger ten opzichte van het
voorspelde ritme. Dat betekent niet dat we er vanaf vandaag zullen
vanuit gaan dat we meer zullen krijgen. We hadden het over
438 miljoen euro. We zullen dat twee maanden later niet verhogen.
De inkomsten zelf liggen boven het ritme van die 438 miljoen. Wat
men er ook van zegt, dit betekent dat die economische groei zich
omzet in winst voor de vennootschappen. Het kan niet anders.

We zien ook dat de werkgelegenheidscijfers lichtjes aan de beterhand
zijn. Ik heb gezegd dat ik dacht dat we eind juli voor het eerst onder
het cijfer van het voorgaande jaar zouden komen. Dat zal
waarschijnlijk in september zijn. Het kan echter ook nog juli of
augustus zijn. Dat is het probleem met seizoensschommelingen. Of
het 's zomers veel goed of veel slecht weer is, kan een verschil
maken van enkele duizenden mensen. Dat kan een impact hebben.

Men ziet dat de economische ontwikkeling van rekrutering aan de
gang is. Men ziet ook dat de advertenties voor vacatures toenemen.
Ik heb daarover twee weken geleden met iemand gesproken. Dat is
heel typisch. Dit zijn de meest klassieke indicatoren die nooit
bedriegen. Er zijn er drie of vier. Ten eerste, de voorafbetalingen zijn
zeer significante indicatoren omdat vennootschappen dat uitrekenen.
Een vennootschap wordt omringd door experts. Voorafbetalingen zijn
niet afkomstig van kleine vennootschappen. De echt significante
vennootschappen rekenen het met hun experts zodanig uit dat ze
gepast uitkomen. Een vennootschap zal in maart niet voor haar
plezier geld overmaken aan de Staat. Als ze geld stort, is dat omdat
ze wil vermijden dat ze extra intresten moet betalen.

Hogere voorafbetalingen door bedrijven betekenen altijd een hogere
activiteit en een vooruitzicht op winst.

De tweede indicator is de uitzendmarkt en de derde indicator zijn de
personeelsadvertenties.
l'année, les sociétés et les
particuliers ont effectué des
versements anticipés importants.
Contrairement aux prévisions, ces
versements ne diminuent pas et
dépassent déjà les estimations à
concurrence de 300 millions
d'euros. Le résultat final, qui se
situe au-delà de 438 millions
d'euros, est très positif. Les
versements anticipés plus élevés,
combinés à l'augmentation des
offres d'emploi et des recrute-
ments ainsi qu'à l'allongement des
files, traduisent une reprise
économique. Notre budget sera
probablement en équilibre pour la
cinquième fois consécutive.
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Een vierde indicatie ­ ik weet dat het belachelijk klinkt ­ zijn de files.
De files zijn een perfecte voorspeller, onder gelijkblijvende
omstandigheden, van de economische activiteit. Dat is gewoon zo. In
april duurde een rit van Oostende naar Brussel tien minuten langer
dan het jaar daarvoor. Als men om 06.00 uur vertrok in 2003 en ook
om 06.00 uur in 2004, deed men er in 2004 10 minuten langer over
dan het jaar daarvoor. Dat is een perfecte voorspeller omdat die
enkele wagens extra door de economische activiteit in de files een
grote impact hebben. Nu kunnen we dit niet meer meten, want de
werken rond Antwerpen verstoren dat. In april kon men dat perfect
meten.

Ik heb dat geleerd van een door de wol geverfde economist. Dat zijn
vier indicatoren. Als die kloppen, weet men dat al de rest larie is. Dat
is gewoon zo.

Dat betekent dat het doel om een budget in evenwicht te hebben nog
altijd haalbaar blijft. Het feit dat de Gemeenschappen en Gewesten
het wat minder gaan doen, is natuurlijk wel een tegenvaller. We
moeten in de sociale zekerheid de zaken op het niveau kunnen
krijgen waarop ze waren. We moeten dat in orde krijgen.
Waarschijnlijk zullen we via de fiscus toch extra inkomsten hebben.
Of die extra inkomsten volstaan om alles wat de fiscale amnestie
moest opbrengen te compenseren, is de vraag gezien men de eerste
10 miljard Belgische frank of 250 miljoen euro zal moeten gebruiken
voor de eventueel kleinere bijdragen die de Gemeenschappen en
Gewesten leveren. Op dit moment zitten we, naar mijn aanvoelen,
met een risicomarge van -0,2 tot +0,2. We zitten nu binnen die marge.
Met een klein beetje geluk en met het volgen van de situatie zouden
we op die nul moeten kunnen uitkomen. We zitten binnen die marge
en die marge verkleint iedere maand. Men kan dat geleidelijk aan zien
en daarna kan men het bevestigen. Als men een begroting in
evenwicht heeft, heeft men een marge van min of plus 0,1. Dat is de
normale marge. We zitten nu nog ongeveer in een dubbele marge,
maar dat is niet echt slecht te noemen.

We zouden normaal gezien de doelstelling moeten kunnen halen. Ik
ben daarover nooit erg euforisch geweest. Dat ligt niet in mijn aard. Ik
heb evenmin ooit paniek gezaaid over de begroting. Het is de vijfde
keer dat ik een begroting opstel en ik zou deze ook graag in
evenwicht kunnen brengen.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik kan u het goede
nieuws brengen dat de files tussen Leuven en Brussel aanmerkelijk
zijn toegenomen.

U haalde een aantal indicatoren aan waarvan terecht gebruik kan
worden gemaakt. Laten we hopen dat de economische groei
inderdaad verbetert. Als de economische groei verbetert, zal dat ook
een effect hebben op de ontvangsten van de overheid. We zullen het
tweede deel van het jaar moeten afwachten.

Er is een punt waarop ik u wil tegenspreken. Uw definitie van het netto
te financieren saldo is niet de definitie die in uw eigen documenten
staat. Het netto te financieren saldo is duidelijk beschreven. De
definitie daarvan is duidelijk beschreven in de begrotingsdocumenten
en ook in de begrotingsaanpassingen. Dat is het tekort dat door de
03.05 Carl Devlies (CD&V): Il
faut espérer une reprise de
l'économie et donc une
augmentation des recettes du
Trésor. Le ministre se fonde sur
une définition peu orthodoxe du
SNF et finance le Fonds de
vieillissement par de nouveaux
emprunts.
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
overheid moet gefinancierd worden. U financiert dat enerzijds via het
Zilverfonds en anderzijds via leningen die opgenomen worden. Ik zal
op het einde van het jaar kunnen aantonen dat wat ik vertel correct is.
03.06 Minister Johan Vande Lanotte: Ik financier dat gewoon niet.
Het netto te financieren saldo wordt niet gefinancierd. We moeten
daar nog op terugkomen na het reces.
03.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il n'est nullement
question de financer le SNF.
De voorzitter: Dat doet de schuld stijgen.
03.07 Minister Johan Vande Lanotte: Niet volledig.
De voorzitter: Niet als u een gedeelte aan het Zilverfonds stort.
03.08 Minister Johan Vande Lanotte: Wat men aan het Zilverfonds
stort, is geen schuldverhoging, wel een verhoging van het negatief
saldo.
03.08 Johan Vande Lanotte,
ministre: Les fonds versés au
Fonds de vieillissement
n'entraînent pas d'augmentation
de la dette.
03.09 Carl Devlies (CD&V): In de consolidatie ten opzichte van
Europa is dat inderdaad een verrekening. Het netto te financieren
saldo is een klassiek begrip in de begroting en dat stijgt. Voorts hebt u
de opbouw van het Zilverfonds. Dat compenseert elkaar in de
consolidatie.
03.10 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is alleen zo in het jaar dat
men stort. Dit jaar is dat zo, maar vorig jaar was dat niet zo. Die term
telt niet meer.
03.11 Carl Devlies (CD&V): Vorig jaar was het maar voor een deel
zo.
03.12 Minister Johan Vande Lanotte: Waarom telt die term niet
meer? Omdat het op kasbasis is en dat wil Europa niet.
03.13 Carl Devlies (CD&V): Waarom hebt u dan niet gestort in
2003?
03.14 Minister Johan Vande Lanotte: Omdat we het toen nog niet
hadden ontvangen. We hebben het maar ontvangen op 28 december
2003. Dat is de voornaamste reden. Dat heeft niets te maken met een
ritme van betalen. Het netto te financieren saldo interesseert mij niet.
Waarom niet? Vroeger bestond de manier om het netto te financieren
te verbeteren erin van de ambtenaren in januari uit te betalen. Zo
werd het netto te financieren saldo beter. Daarom heeft Europa
gezegd niet meer te willen weten van het netto te financieren saldo:
een dag later betalen beïnvloedde de resultaten. Thans zegt men wat
er wordt aangerekend, ongeacht het moment van storting. Iets wordt
aangerekend op een jaar, ongeacht het jaar waarin men stort.

Ik geef een voorbeeld. Op dit moment is er een discussie bezig over
het aanzuiveren van tekorten in ziekenhuizen, iets van vijf of zes jaar
geleden.

Dat zal een impact hebben op het netto te financieren saldo, maar het
zal geen enkele impact hebben op ons begrotingsresultaat. Het zal
worden aangerekend voor 1997-1998. Van de laatste tien jaar wordt
03.14 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'Europe ne se réfère
plus guère au SNF qui peut être
très aisément camouflé, notam-
ment par le report de décembre à
janvier du paiement des
traitements des fonctionnaires. La
date de paiement ne joue plus
aucun rôle. Actuellement, les
budgets sont ajustés chaque
année mais le SNF demeure
inchangé.
13/07/2004
CRIV 51
COM 330
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
ieder jaar nog aangepast. De ESER-resultaten worden ieder jaar nog
aangepast, maar het netto te financieren saldo niet. Tot 1995-1996
was de begrotingsdoelstelling het netto te financieren saldo, dat was
het criterium. Men heeft plots gezegd dat het niet meer mocht en dat
het iets anders moet zijn.
03.15 Carl Devlies (CD&V): Omdat men vanuit Europa de globale
overheden bekijkt, omdat men daar ook een consolidatie doet en
omdat u het Zilverfonds kunt consolideren met de bedragen die in uw
netto te financieren saldo voorkomen.
03.15 Carl Devlies (CD&V):
L'Europe considère la situation
globale ainsi que la consolidation.
Le Fonds de vieillissement devrait
être financé au moyen d'excé-
dents. On creuse pourtant de
nouveaux trous budgétaires.
03.16 Minister Johan Vande Lanotte: Ik snap het echt het belang
daarvan niet. Of men het nu in kas houdt en het netto te financieren is
beter, of men stopt het in het Zilverfonds en het is dan slechter... Als
het niet in het Zilverfonds gestopt werd (...)
03.17 Carl Devlies (CD&V): Dat is de financiering van uw
Zilverfonds. Het Zilverfonds zou in principe gefinancierd moeten
worden - dat staat ook zo in de wet op het Zilverfonds - met
overschotten.
03.18 Minister Johan Vande Lanotte: Natuurlijk, dat weet ik ook.
03.19 Carl Devlies (CD&V): Dat gebeurt hier niet. Daardoor moet u
in feite een deficit maken om uw Zilverfonds te kunnen financieren.
03.20 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is niet juist, want het telt
niet als een deficit. Het Zilverfonds 30 jaar lang stijven heeft geen zin
als er geen overschotten zijn. Dat weet ik, en dat weet iedereen. Wie
hebben al vier jaar overschotten. Men spreekt de hele tijd over 0,3,
vorig jaar hadden wij 0,4 overschot. Dat zijn de jongste cijfers van het
Instituut voor de Nationale Rekeningen. Als men in het Zilverfonds
meer stopt dan het overschot, dan is het natuurlijk geen structurele
oplossing. Ik heb ook nooit het omgekeerde gedaan.

Dertig jaar het Zilverfonds stijven zonder dat er overschotten zijn,
neen, dat kan niet. Het enige wat ik altijd gezegd heb, is dat de enkele
jaren dat er geen overschot is niets storten in het Zilverfonds, nog
slechter is. De jaren waarin men geen overschot kan genereren,
onder andere door een heel slechte economische groei, moet men
het op andere manieren doen. Dat kan 2 of 3 jaar duren. De eerste
twee jaar hebben we ons overschot erin gestort. Dat wil ik ook nog
eens zeggen, de eerste twee jaar hebben we ons overschot erin
gestort. Het is niet omdat we dat geld van Belgacom erin stoppen, dat
het geen overschot was. Het was een bedrag gelijk aan het
overschot. De eerste twee jaren hebben we het overschot erin
gestort. Er is één jaar waarin we het niet gedaan hebben, dat was
vorig jaar. We hadden toen immers geen overschot tenzij via die
Belgacom-aandelen en dat geld hebben we er toen gewoon ingestopt.
Heeft dat het Zilverfonds nu veel geholpen? Neen, zeker niet
structureel. In 2001 en 2002 was het geld in het Zilverfonds gelijk aan
het overschot, of dat nu uit de ene of de andere pot komt, dat maakt
geen verschil.
03.20 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il est évidemment exclu
de créer un déficit pour alimenter
le Fonds de vieillissement.
Pendant deux ans, nous avons
cependant bénéficié d'un excédent
budgétaire et, l'an passé, des
recettes provenant du transfert du
fonds de pension de Belgacom.
03.21 Carl Devlies (CD&V): Dat is juist, maar in het begin was uw 03.21 Carl Devlies (CD&V): Je
CRIV 51
COM 330
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
begrotingsevolutie beter. Nu is er een structurele verslechtering van
uw begroting en daarom bent u nu verplicht die operaties te doen.
persiste à dire que le budget se
déteriore structurellement.
03.22 Minister Johan Vande Lanotte: Dat weet ik ook, maar gelijk
wie die in de toekomst drie jaar maar 1 procent groei heeft, zal zijn
begroting structureel zien verslechteren tenzij hij enorme
belastingverhogingen doorvoert. Dat is de definitie van een lage groei.
03.22 Johan Vande Lanotte,
ministre: En période de faible
croissance économique, il n'est
pas aisé de faire évoluer
positivement le budget.
De voorzitter: Of u doet een spectaculaire besparing.
03.23 Minister Johan Vande Lanotte: Dat zal de eerste twee jaar niet
lukken. Men kan dat pas twee jaar later. Bij groei stijgen immers
onmiddellijk de uitgaven voor de werkloosheidsuitkeringen
spectaculair en dalen de inkomsten van de sociale zekerheid.
Nederland heeft zo spectaculair bespaard en het tekort is elk jaar
toegenomen. De waarheid is dat als het slecht gaat, men via
besparingen het gat niet kan toerijden. Het is jammer, maar het is zo.
Men is bijna verplicht de belastingen enkele jaren te verhogen om ze
daarna weer af te bouwen om onmiddellijk resultaat te hebben.

In de jaren '90 hebben we een aantal jaar na elkaar de belastingen
verhoogd. Vanaf het ogenblik dat het gat was dichtgereden in 1999
hebben we beslist dat de belastingdruk moest dalen, omdat we het
ons konden permitteren. Het klinkt acyclisch en contra-economisch.
Budgettair is het echter de enige manier.

Indien men in een crisisperiode sterk bespaart ­ ik verwijs naar
Nederland - komt men in een neerwaartse spiraal terecht. Op twee
jaar tijd zijn de Nederlanders van 0 tot ­3 gezakt.
03.23 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il n'est pas possible de
régler ce problème uniquement
par le biais d'économies.
Budgétairement, une augmenta-
tion temporaire des impôts est
alors souvent la seule solution. Par
la suite, on peut à nouveau réduire
les impôts.
03.24 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, de discussie
handelde over het netto te financieren saldo.Dat is een begrip dat blijft
bestaan. Voor Europa is dat wellicht niet belangrijk, maar voor
degenen die de federale begroting analyseren, is het een begrip dat
van belang blijft.
03.24 Carl Devlies (CD&V): Si la
notion de "solde net à financer",
puisque c'est bien de cela dont il
était question, n'est pas impor-
tante pour l'Europe, elle l'est pour
qui analyse le budget fédéral.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer de minister, beste collega's, ik wens u een goede vakantie.

La réunion publique de commission est levée à 15.19 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.19 uur.