CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 328
CRIV 51 COM 328
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mardi
dinsdag
13-07-2004
13-07-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 328
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Coopération au développement sur "l'aide à la
région du Darfour" (n° 3441)
1
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
hulp aan de Darfour-regio" (nr. 3441)
1
Orateurs: Hilde Vautmans, Marc Verwilghen,
ministre de la Coopération au développement
Sprekers:
Hilde Vautmans, Marc
Verwilghen, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Coopération au développement sur "la lutte
contre l'exploitation d'enfants-soldats" (n° 3237)
4
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
bestrijding van het gebruik van kindsoldaten"
(nr. 3237)
4
Orateurs: Hilde Vautmans, Marc Verwilghen,
ministre de la Coopération au développement
Sprekers:
Hilde Vautmans, Marc
Verwilghen, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
CRIV 51
COM 328
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MARDI
13
JUILLET
2004
Matin
______
van
DINSDAG
13
JULI
2004
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.07 heures par Mme Annemie Neyts-Uyttebroeck, présidente.
01 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
hulp aan de Darfour-regio" (nr. 3441)
01 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Coopération au développement sur "l'aide à la
région du Darfour" (n° 3441)
01.01 Hilde Vautmans (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik denk dat wij allemaal geschokt zijn wanneer wij de
beelden zien die ons toekomen uit Soedan. De situatie in die regio
wordt met de dag meer precair. Zoals wij weten, leidde wapengeweld
tussen twee rebellengroeperingen en de Soedanese strijdkrachten
vanaf begin vorig jaar reeds tot een spiraal van geweld. Intussen
wordt melding gemaakt van massale schendingen van de
mensenrechten, voornamelijk door de zogenaamde Janjaweed-
milities. Meer dan een miljoen mensen zouden in de regio op de
vlucht zijn en worden met de hongerdood bedreigd, onder meer
omdat de initiatieven rond hulpverlening met ernstige logistieke
problemen te kampen hebben.

Daarover heb ik ook een vraag gesteld aan onze minister van
Landsverdediging, omdat ik denk dat onze krijgsmacht met onze C-
130's daar toch wel een belangrijke rol kan vervullen.

Ik denk dat iedereen in België zich ondertussen bewust geworden is
van de ernst van de situatie. Ook de wereldgemeenschap is zich
bewust aan het worden van de omvang van het drama. Ik was dan
ook blij te vernemen dat u ons land mee hebt ingeschreven in de
internationale hulpverlening.

Bij het zien van die beelden, vond ik dat wij daarbij in het Parlement
toch even moesten stilstaan. Wij moeten toch eens nagaan wat ons
land doet en wat de internationale gemeenschap doet. Ik kan er niets
aan doen, maar mijn maag krimpt als ik die beelden zie.

Ik heb dan ook een aantal heel concrete vragen voor u.

Tijdens de donorconferentie van 3 juni 2004 in Genève zou België de
verbintenis zijn aangegaan om een bijdrage van 2,1 miljoen euro aan
het gebied te leveren. Hoeveel van dat bedrag zal door het budget
Ontwikkelingssamenwerking worden besteed? Waartoe zullen de
middelen worden aangewend?
01.01 Hilde Vautmans (VLD):
Depuis le début de l'année
dernière, les hostilités entre deux
mouvements rebelles et l'armée
ont conduit à une spirale de
violence au Soudan. Les droits de
l'homme sont bafoués et plus d'un
million de personnes ont pris la
fuite et sont menacées de famine.
Nos forces armées pourraient
apporter une contribution en
faveur de ce peuple éprouvé par la
mise à disposition d'avions C-130.

La communauté internationale
prend conscience de ce drame et
je me félicite que la Belgique
participe également à l'aide
internationale.

La Belgique dégagerait un
montant de 2,1 millions d'euros.
Quelle partie de ce montant
provient de la Coopération au
développement? Quelle sera
l'affectation de ces moyens?

Les départements de la Défense
et de la Coopération au
développement doivent renforcer
leur collaboration afin d'acheminer
les secours sur place. Qu'en est-il
de la collaboration avec le
département de la Défense? Le
département de la Coopération au
développement apporte-t-il un
13/07/2004
CRIV 51
COM 328
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Belangrijker nog dan het voorzien in hulpgoederen is het ter plaatse
brengen bij de noodlijdende bevolking. Voor mij ligt het kernpunt bij ­
en u weet allemaal dat ik daarop blijf hameren ­ een meer
doorgedreven samenwerking tussen Defensie en
Ontwikkelingssamenwerking. Het lijkt op zich contradictorisch, maar
die twee departementen zouden samen heel veel kunnen doen. Ik
ben ooit meegereisd naar Benin met de minister van
Landsverdediging, toen wij daar een nieuwe techniek van
voedseldropping hebben uitgetest, de zogenaamde snowdrop. Die
voedseldropping gebeurt met een open luik, waarbij men echt de
voedselpakketten ziet vallen. De techniek kan misschien wel worden
aangewend.

Werkt u op logistiek vlak samen met Defensie? Zo ja, wordt voor
mogelijke operaties gedacht aan financiële ondersteuning vanuit het
budget Ontwikkelingssamenwerking? Van welke orde is de
ondersteuning? Daarmee wil ik niet zeggen dat Defensie niets van de
kosten zou moeten dragen. Toch moeten we volgens mij op dat vlak
gaan naar een evenwichtige verdeling in de budgetten.

Binnen welke termijn zullen de Belgische of de door België gesteunde
initiatieven inzake hulpverlening aan de regio plaatsvinden? Wat is de
stand van zaken?
soutien financier aux opérations?
Les charges doivent être
équitablement réparties.

Quand seront mises en oeuvre les
initiatives soutenues par la
Belgique?
01.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Vautmans, u bent niet de
enige die met het gevoel worstelt van een krimpende maag bij het
zien van de beelden uit de regio Darfour in Soedan. Wij hebben toch
kunnen vaststellen in de loop van de voorbije weken dat zowel VN-
secretaris-generaal Kofi Annan als de speciale OCHA-
vertegenwoordiger, de heer Egeland, de internationale gemeenschap
hebben opgeroepen om de nodige dringende humanitaire hulp aan
Darfour te leveren. Wij kennen trouwens het probleem. Het is vooral
een probleem van toegankelijkheid, die in grote mate wordt
belemmerd door de Soedanese overheden, alsook door de
Janjaweed-milities. Op internationaal niveau werkt men op zeer
doorgedreven wijze om de toegang te kunnen verzekeren.

U vraagt naar de stand van zaken. De stand van zaken begint
eigenlijk al met de samenkomst, eind mei, van de ministers van
Ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie in Dublin. Zij
hebben toen dat punt op hun agenda gezet en zij hebben de hoge
nood aan een interventie onderstreept. Het regenseizoen was in
aantocht en iedereen weet dat dat een bijkomende handicap is om
goederen te kunnen verdelen, los nog van de menselijke barrières die
al opgeworpen waren.

Op dat ogenblik is eigenlijk de voorbereiding gemaakt voor de
internationale conferentie in Genève. Die is doorgegaan op 3 juni. Op
dat ogenblik heeft België er zich toe verbonden een bedrag van 2,1
miljoen euro aan Soedan te bezorgen. 1,1 miljoen euro komt van de
budgetlijn voedselhulp van Ontwikkelingssamenwerking en 1 miljoen
euro wordt aangewend voor het World Food Program of WFP voor
kleine lokale aankopen van sorgun. Dat is een soort graan uit de
streek van Darfour. 75.000 dollar is bestemd voor de Food and
Agriculture Organisation of FAO voor de coördinatie van de hulp aan
de ontheemde families in verband met de voorbereiding van de
volgende landbouwoogsten, want daar moet men toch ook zijn
voorzorgen voor nemen.
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les Nations unies en ont appelé à
la communauté internationale pour
qu'elle envoie une aide
humanitaire d'urgence dans la
région du Darfour. Les autorités
soudanaises et les milices
Janjaweed font obstacle à l'arrivée
de l'aide. Les plus hautes sphères
de la communauté internationale
se penchent actuellement sur ce
problème.

Fin mai, les ministres de la
Coopération au développement de
l'UE se sont réunis à Dublin. Le
point était à l'ordre du jour de ce
Conseil qui a préparé la
conférence de Genève du 3 juin.
La Belgique a marqué son accord
sur l'octroi d'une aide de 2,1
millions d'euros, dont 1,1 million
provient de la ligne budgétaire
`aide alimentaire' de la
Coopération au développement.
Un milllion est octroyé au
Programme Alimentaire Mondial
(le PAM) pour l'achat de sorgho
sur place, l'Organisation pour
l'Alimentation et l'Agriculture
(l'OAA) reçoit 75.000 dollars en
vue de la préparation des pro-
chaines récoltes. Le montant
restant de 1 million d'euros
CRIV 51
COM 328
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

De overige Belgische bijdrage, die van 1 miljoen euro, wordt
gefinancierd via de budgetlijn noodhulp waarvoor de minister van
Buitenlandse Zaken bevoegd is. Ze is bestemd voor Artsen Zonder
Grenzen in het kader van de humanitaire operaties ten voordele van
de vluchtelingen en de ontheemden in Darfour, maar ook in Tsjaad. U
weet dat men daar in het grensgebied zit.

Er werd een bijkomende stap gezet. Op dinsdag 6 juli 2004 heeft
België en meer bepaald de permanente vertegenwoordiging in
Genève, een formele aanvraag bekomen van de Verenigde Naties
van het bureau voor de humanitaire zaken, OCHA, voor de inzet van
een C-130 vliegtuig van het Belgisch ministerie van Landsverdediging
met het oog op het transport van humanitaire hulpverleners en cargo
van en naar diverse luchthavens in Darfour. Meer specifiek bestaat er
een urgente nood voor het vervoer van non-food items, enerzijds -
tenten, dekens en kookgerei - en voor nutrition items, anderzijds.
Daarvoor is dus het InKind donated vliegtuig gevraagd. Gelet op de
hoogdringendheid van dit verzoek heeft de Ministerraad op 9 juli 2004
beslist om een gunstig gevolg te geven aan dat verzoek van de
Verenigde Naties en OCHA en de C-130 ter beschikking te stellen.

In de vraag werd ook verwezen naar Benin. Ik had de mogelijkheid
om de minister van Landsverdediging te vervangen in Benin en ik heb
mij er toen rekenschap van gegeven dat het effectief perfect mogelijk
is om samenwerkingsvormen tussen Landsverdediging en
Ontwikkelingssamenwerking tot stand te brengen ook al komt dat op
het eerste gezicht wat contradictoir over. Dat is het echter in genen
dele.

Er werd dus beslist om de operatie met de C-130 op te starten.
Daarvoor zal 500.000 euro worden uitgetrokken in de budgetlijn
noodhulp en rehabilitatiehulp. Deze lijn werd sinds de begroting van
2003 ondergebracht bij de minister van Buitenlandse Zaken, zoals u
weet. Ik heb mij ertoe verbonden om de resterende 200.000 euro ten
laste te nemen van het budget Ontwikkelingssamenwerking, meer
bepaald in de budgetlijn met betrekking tot de uitgaven voor
voedselhulp.

Ik wil u ook bevestigen dat er een bijkomende inspanning zal worden
geleverd omdat in augustus een Donorconferentie zal plaatsvinden in
Oslo. Een Consolidated Appeal Process of CAP-document zal ons
toelaten te beantwoorden aan de meest dringende behoeften zoals
steun aan ongeveer 5 miljoen ontheemden. Dat is een zeer hoog
aantal.

Door Ontwikkelingssamenwerking gesteunde initiatieven van
hulpverlening via de WFP en de FAO zijn reeds in uitvoering ter
plaatse.

Voor de actie in samenwerking met de OCHA en de Belgische
Defensie zal eerstdaags het laatste signaal worden gegeven voor het
vertrek. Alles is in voorbereiding. De minister van Landsverdediging
zal u ongetwijfeld bijkomende inlichtingen kunnen verschaffen. Ik zal
zelf ook naar Darfour gaan met een beperkte delegatie van Unicef in
de periode van 1 tot 4 augustus.
provient de la ligne budgétaire
`aide d'urgence' des Affaires
étrangères. Il est destiné à des
actions de Médecins Sans
Frontières dans la région du
Darfour et au Tchad.

Le 6 juillet, les Nations unies ont
demandé officiellement à la
Belgique de mettre à disposition
un C-130. Le 9 juillet, le Conseil
des ministres a accédé à cette
demande. Une collaboration entre
la Coopération au développement
et la Défense est parfaitement
envisageable. Aux fins de la mise
à disposition de ce C-130, 500.000
euros ont été réservés sur la ligne
budgétaire aide d'urgence et de
réhabilitation des Affaires
étrangères. Les 200.000 euros
restants seront imputés à la ligne
budgétaire aide alimentaire de la
Coopération au Développement.
Un effort supplémentaire sera
fourni en vue de la conférence des
donateurs qui se tiendra à Oslo au
mois d'août.

Les initiatives du PAM et de l'OAA
sont déjà mises en oeuvre à
l'heure qu'il est. L'action menée en
collaboration avec la Défense est
sur le point de démarrer. Du 1
er
au
4 août, je me rendrai au Darfour
avec une délégation réduite.
01.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik denk dat 01.03 Hilde Vautmans (VLD): Je
13/07/2004
CRIV 51
COM 328
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
België zijn best doet om in te spelen op de situatie, samen met de
internationale gemeenschap. Hoewel ik vind dat wij al behoorlijk wat
doen, blijf ik er wel op hameren dat ik hoop dat voldoende
inspanningen zullen worden gedaan als er nog vragen zijn. Ik vind dit
een van de meest hallucinante zaken die op dit moment plaatsvinden.
Dat blijkt althans uit de beelden die ons bereiken.
pense que la Belgique fait de son
mieux, mais j'espère qu'il sera
également accédé aux demandes
futures.
01.04 Minister Marc Verwilghen: Mochten alle landen dezelfde
inspanningen doen als België of de Europese Unie, dan zouden de
terechte opmerkingen van de heren Annan en Egeland tot het
verleden behoren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
bestrijding van het gebruik van kindsoldaten" (nr. 3237)
02 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Coopération au développement sur "la lutte
contre l'exploitation d'enfants-soldats" (n° 3237)
02.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, artikel 38 van
het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind verbiedt de
indiensttreding van kinderen jonger dan vijftien jaar in gewapende
troepen. Het aanvullend protocol dat België ineens ratificeerde, trekt
de minimumleeftijd voor deelname aan conflicten en de gedwongen
rekrutering op van vijftien naar achttien jaar.

België probeert volgens mij wel degelijk een voortrekkersrol te spelen
in de verbanning van het inzetten van kinderen in gewapende
conflicten. Toch blijkt dat nog steeds een belangrijk aandeel van onze
partnerlanden inzake ontwikkelingssamenwerking bekend staan voor
het inzetten van kinderen jonger dan achttien jaar in regeringstroepen
of in gewapende verzetstroepen. Ik denk daarbij voornamelijk aan
landen in Centraal-Afrika.

Mijnheer de minister, wij hebben hierover al ettelijke keren van
gedachten gewisseld en u weet dat het mijn overtuiging is dat wij
moeten proberen de inzet van kindsoldaten in de wereld te bannen.
Wij moeten daarvoor alle nodige inspanningen leveren.

Ik heb dan ook de volgende vragen. Er werd een rapport gepubliceerd
door de Belgische Coalitie tegen het inzetten van kindsoldaten, dat ik
een heel nuttig en handig instrument vind en waarin een aantal zaken
duidelijk worden. Mijnheer de minister, werden er in de
samenwerkingsakkoorden met onze partnerlanden specifieke
afspraken gemaakt over de bestrijding van het inzetten van kinderen
in gewapende conflicten?

Zijn er specifieke hulpprogramma's op poten gezet om de reïntegratie
van voormalige kindsoldaten in de civiele maatschappij te
bevorderen?

Zult u met de bevoegde instanties van de betrokken partnerlanden
afspraken maken omtrent de stelselmatige afschaffing van het
inzetten van kinderen jonger dan achttien jaar in gewapende troepen?

Zult u de Belgische ontwikkelingshulp voor onze partnerlanden
afhankelijk maken van de ratificatie en het respecteren van het
02.01 Hilde Vautmans (VLD):
L'article 38 de la Convention des
Nations unies relative aux droits
de l'enfant interdit l'enrôlement
d'enfants de moins de quinze ans
dans des troupes armées. Le
protocole additionnel porte cet âge
minimum à dix-huit ans. La
Belgique tente de jouer un rôle
précurseur dans l'interdiction des
enfants soldats, mais les pays
d'Afrique centrale, notamment, y
ont encore souvent recours.

Des engagements ont-ils été pris
dans le cadre des accords de
coopération avec nos pays
partenaires en vue de lutter contre
le recours à des enfants dans des
conflits armés? Des programmes
d'aide spécifiques ont-ils été mis
sur pied afin de promouvoir la
réintégration d'anciens enfants
soldats dans la société civile? Le
ministre conclura-t-il des accords
avec les instances compétentes
en vue d'interdire systématique-
ment le recours aux enfants de
moins de dix-huit ans? Subordon-
nera-t-il l'aide au développement
accordée par la Belgique à ses
pays partenaires à la ratification du
protocole additionnel au traité des
Nations unies?
CRIV 51
COM 328
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
aanvullend protocol dat de deelname van kinderen jonger dan
achttien jaar aan conflicten verbiedt? Ik besef dat de laatste vraag een
mes is dat aan twee kanten snijdt. Het zijn immers precies de landen
waar kindsoldaten worden ingezet, die het meest nood hebben aan
hulp. Ik weet zelfs niet of ik daarvoor echt wil pleiten, maar ik wil
daarover graag uw visie kennen.
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Vautmans, ik wil beginnen met het rapport waarnaar u hebt verwezen.
Dat rapport is het gevolg van een vrij uitgebreide conferentie die in
België is gehouden, en niet uitsluitend, maar mede inspirerend voor
een document dat ik op 17 mei jongstleden heb gelanceerd. Het is
een beleidsnota die specifiek handelt over het bestrijden van extreme
vormen van uitbuiting van kinderen en jongeren, inbegrepen in
oorlogssituaties. U vindt die beleidsnota terug op de website
www.dgos.be, maar ik stel voor dat ik ze ook bezorg aan de
commissie, zodat de leden ervan kennis kunnen nemen.

Wat betreft uw eerste vraag, in de nieuwe, algemene
samenwerkingsakkoorden die wij sluiten met de partnerlanden zullen
wij steeds de verwijzing ­ bijna verplichtend, maar er kan wel worden
over gediscussieerd ­ overnemen naar de Universele Verklaring van
de Rechten van de Mens. U weet dat de kinderrechten daarvan
integraal deel uitmaken.

Wat uw tweede vraag betreft, Ontwikkelingssamenwerking heeft in
het verleden een aantal budgetlijnen geopend ­ dat gebeurde via
conflictpreventie ­ ter financiering van projecten ter bestrijding van het
probleem van de kindsoldaten. Zo zijn er een zestal bijdragen die door
de Belgische Ontwikkelingssamenwerking werden in het leven
geroepen.

Ten eerste, het Trust Fund for Children in Armed Conflict van de
Verenigde Naties, dat als taak heeft normatief te werken en dat
voornamelijk doet op internationaal en regionaal vlak. Dat is het geval
in Soedan, Burundi en Kongo.

Ten tweede, het Unicef-project Support the Children in Armed
Conflict, waarbij werd gestreefd naar de stopzetting van de ontvoering
van kinderen in Noord-Oeganda en de preventie van hun rekrutering
door het leger of de guerrilla-eenheden.

Ten derde, het Unicef-programma Program to address the situation of
children affected by armed conflict in the Great Lakes region ­ het
spreekt voor zich over welke streek het hier gaat ­ waarin
voornamelijk lokale organisaties worden ondersteund die actief waren
in de bescherming van kinderen tegen de verplichte rekrutering door
de gewapende eenheden.

Ten vierde, the Concerned Parents Association, dat is een project dat
als doelstelling heeft de sociale status, maar ook de
werkomstandigheden, van de ontvoerde en terugkerende kinderen en
hun families in Oeganda te verbeteren. Zij bevinden zich in een
bijzondere moeilijke situatie. Zij zijn namelijk ook voor een stuk dader
­ men mag dat niet vergeten ­ en moeten opnieuw door de
gemeenschap opgenomen kunnen worden.

Een ander project is het « programme de réinsertion socio-
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
Une note de politique relative à la
lutte contre les formes extrêmes
d'exploitation d'enfants et de
jeunes a été publiée récemment et
peut être consultée sur le site
www.dgcd.be.

Les nouveaux accords de
coopération à conclure avec les
pays partenaires comporteront
toujours une référence à la
Déclaration universelle des droits
de l'homme, dont les droits de
l'enfant font partie intégrante.

Le département de la Coopération
au développement participe
financièrement aux six projets
suivants, parmi d'autres, visant à
lutter contre le phénomène des
enfants-soldats: le 'Trust Fund for
Children in Armed Conflict' des
Nations unies, le projet 'Support
the Children in Armed Conflict'
d'Unicef, le 'Program to address
the situation of children affected by
armed conflict in the Great Lakes
Region' d'Unicef, la 'Concerned
Parents Association', le
Programme de réinsertion socio-
économique en faveur des enfants
ex-soldats à Kinshasa, et
finalement le programme 'Support
to gradual peace building to the
provision of integrated services'
d'Unicef.

La ligne budgétaire destinée à la
prévention des conflits a été
transférée aux Affaires étrangères
en 2003. Le ministre Louis Michel
prépare pour l'heure une série de
projets. De son côté, la
Coopération au développement
belge s'attèle à la mise en oeuvre
d'un "Multi-Country Demobilization
and Reintegration Program" en
Afrique centrale, notamment.

Dans la note de politique Droits de
13/07/2004
CRIV 51
COM 328
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
économique en faveur des enfants ex-soldats à Kinshasa ». Het wordt
geleid door het Belgische Rode Kruis. Er werd een multidisciplinaire
groep van mensen samengesteld voor de opvang van voormalige
kindsoldaten met het oog op hun terugkeer in de samenleving. Ik heb
het project bezocht. Het is misschien een veeleer klein project, maar
met verrassend goede resultaten.

Ten slotte is er het Unicef-programma "Support to gradual
peacebuilding to the provision of integrated services". Het
projectvoorstel situeert zich in het kader van de massale demobilisatie
van kindsoldaten in Zuid-Soedan. Het was de bedoeling om niet
alleen de gedemobiliseerde kindsoldaten te bereiken, maar ook
inspanningen te leveren voor de lokale gemeenschappen die de ex-
kindsoldaten opvangen.

U weet dat de budgetlijn voor conflictpreventie sedert 2003 naar
Buitenlandse Zaken werd overgeheveld. Ik kan u wel zeggen dat mijn
collega Louis Michel een aantal projecten in voorbereiding heeft.
Momenteel is de Belgische Ontwikkelingssamenwerking ook bezig
met de uitvoering van een Multi-Country Demobilization and
Reintegration Program. In dat programma werken we vooral in de
regio's met gewapende conflicten, vooral dan in Centraal-Afrika. Het
programma zal worden uitgevoerd in Angola, Burundi, Oeganda,
Rwanda, Centraal-Afrika, Congo en de Democratische Republiek
Congo. Het gaat hier om een specifiek luik kindsoldaten.

Ten derde, de beleidsnota Kinderrechten geeft aan dat het verplicht is
om in de bilaterale gesprekken met partnerlanden waar er problemen
werden gesignaleerd of opduiken, op een systematische manier het
thema van de kinderrechten en van de kindsoldaten op de agenda te
zetten. Dat wil dus zeggen dat er ook heel specifiek wordt gewerkt om
tot oplossingen te komen.

Ook zullen er met landen die het aanvullend protocol nog niet hebben
geratificeerd ­ daarmee kom ik bij uw laatste vraag ­ gesprekken
worden gevoerd om deze landen ervan te overtuigen dat het inzetten
van kinderen en jongeren bij gewapende conflicten dramatische
gevolgen heeft voor de toekomst van hun eigen samenleving en dat
ze er dus alle belang bij hebben om terzake stappen te ondernemen
en tot ratificatie over te gaan.

Wat dat betreft, denk ik dat onze rol daarin er een van verplichte
sensibilisatie moet zijn, maar ook het aanreiken van het begin van
hulp, zodat zij zien dat zij op dat vlak stappen moeten ondernemen.
l'enfant, il est fait mention du fait
que, dans les discussions
bilatérales avec des partenaires
confrontés à ce type de
problèmes, la question des droits
de l'enfant doit être
systématiquement abordée. Quant
aux pays qui n'ont pas encore
ratifié le protocole
complémentaire, des discussions
seront menées avec eux à ce
sujet.

J'estime que nous ne devons pas
uniquement sensibiliser, mais
également offrir une aide.
02.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, bedankt voor uw
antwoord.

Ik hoop dat wij uw beleidsnota snel krijgen. Na de vakantie kunnen wij
daaraan dan misschien een diepgaandere discussie wijden. Ik blijf er
namelijk bij dat ik het een van de grote uitdagingen vind op
wereldniveau om het gebruik van kindsoldaten echt uit de wereld te
helpen.

De rol van België is vooral een verplichte sensibilisatie. Ik denk dat
dat een juiste houding is. Ik hoop dat u zo voort kunt werken en dat u
bij uw bezoeken blijft aandringen op de bestrijding van het inzetten
van kindsoldaten. Ik heb zelf ook zo'n project bezocht. Ik was heel erg
02.03 Hilde Vautmans (VLD): La
Belgique doit en premier lieu
accomplir un travail de
sensibilisation. J'espère que le
ministre pourra poursuivre son
travail et je le soutiens pleinement.
J'ai été fortement impressionnée
par une visite rendue à un camp
d'enfants-soldats.
CRIV 51
COM 328
13/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
gechoqueerd bij het zien van die kinderen, die vaak ook zeer
gehavend waren. Ik zag hoe ze worstelen. Zij zijn namelijk weg uit
hun maatschappij en leven ergens opgevangen in afwachting van een
voorlopige terugkeer. Bij het zien van hun gezichten en de pijn die zij
hebben, vraag ik mij soms wel af of die kinderen ooit nog een normaal
leven kunnen leiden. Op die vraag zullen we natuurlijk nooit een
antwoord krijgen.

Mijnheer de minister, blijf die inspanning gerust volhouden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 10.27 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 10.27 heures.