CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 326
CRIV 51 COM 326
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
lundi
maandag
12-07-2004
12-07-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Karel Pinxten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la création
d'une banque de données européenne des
pédophiles" (n° 3393)
1
Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
opzetten van een Europese databank voor
pedofielen" (nr. 3393)
1
Orateurs: Karel Pinxten, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Karel Pinxten, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Martine Taelman à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
poursuite du délit d'abandon de famille" (n° 3351)
4
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de vervolging van het misdrijf van
familieverlating" (nr. 3351)
4
Orateurs:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Claude Marinower
Sprekers:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Claude Marinower
Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'extrême longueur de la procédure de
changement de nom" (n° 3352)
6
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
zeer lange procedure voor naamswijziging"
(nr. 3352)
6
Orateurs:
Hilde Vautmans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Hilde Vautmans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Olivier Maingain à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
tuberculose en prison " (n° 3226)
9
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"tuberculose in de gevangenissen" (nr. 3226)
9
Orateurs:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Olivier Maingain à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
suivi des Etats généraux de la famille" (n° 3228)
10
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
follow-up van de Staten-Generaal van het Gezin"
(nr. 3228)
10
Orateurs:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Claude Marinower
Sprekers:
Olivier Maingain, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Claude Marinower
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
perquisitions chez M. Fourniret en 1996"
(n° 3365)
13
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
huiszoekingen bij Fourniret in 1996" (nr. 3365)
13
Orateurs: Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice, Bart
Laeremans
Sprekers: Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie, Bart
Laeremans
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réforme du droit pénal de la jeunesse" (n° 3423)
16
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
hervorming van het jeugdsanctierecht" (nr. 3423)
16
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'absence de projet de loi relatif à l'élargissement
du cadre des cours d'appel de Bruxelles et
d'Anvers et du tribunal de première instance de
Termonde" (n° 3424)
18
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
uitblijven van een wetsontwerp inzake de
uitbreiding van het kader van de hoven van
beroep van Brussel en Antwerpen en van de
rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde"
(nr. 3424)
18
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
LUNDI
12
JUILLET
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
12
JULI
2004
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.05 heures par M. Alfons Borginon, président.
De vergadering wordt geopend om 14.05 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
01 Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
opzetten van een Europese databank voor pedofielen" (nr. 3393)
01 Question de M. Karel Pinxten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la création
d'une banque de données européenne des pédophiles" (n° 3393)
01.01 Karel Pinxten (VLD): Mijnheer de voorzitter, de minister zal
ongetwijfeld het persbericht gelezen hebben dat Child Focus vorige
week verspreid heeft. Child Focus zegt daarin dat het uiteraard niet de
bedoeling kan zijn dat men pedofielen aan de schandpaal nagelt,
maar doet wel een concrete oproep opdat de politiediensten en ook
de burgemeesters kennis zouden kunnen nemen van het gerechtelijk
verleden van nieuwe inwoners. Child Focus heeft die oproep gedaan
in de nasleep van de zaak-Fourniret. Het wijst erop dat in de
Verenigde Staten en ook in Groot-Brittannië reeds zo'n databank
bestaat. Nu, terzake is er ook de richtlijn van 1995 inzake de
bescherming van persoonsgegevens ­ de minister ongetwijfeld
bekend. Het is evident, ook voor mij, dat terzake een evenwicht moet
worden nagestreefd.

Ik wil de minister daarover enkele vragen stellen. Ten eerste, wat is
de stand van zaken wat de oprichting van een databank voor
pedofielen betreft? Ten tweede, zal ons land, zal de minister, het
Europese initiatief ondersteunen? Wat is het oordeel van de minister
over het voorstel om te komen tot een wettelijke regeling waarbij de
rechter bij een veroordeling wegens pedofilie tegelijk als bijzondere
voorwaarde kan opleggen dat een veroordeelde pedofiel ­ want daar
gaat het over ­ zich jaarlijks moet melden bij de politie van zijn
woonplaats en daar gegevens moet verstrekken over zijn
verblijfplaats, werkomgeving en eventueel vrijwilligerswerk of andere
activiteiten?

Tot daar de vragen die ik aan de minister zou willen stellen.
01.01 Karel Pinxten (VLD): A la
suite de l'affaire Fourniret, Child
Focus a demandé la création dans
les plus brefs délais d'une banque
de données européenne relative
aux personnes condamnées pour
des faits de pédophilie. Cette
structure doit éviter que des
pédophiles condamnés
déménagent vers un autre pays de
l'UE et puissent y récidiver sous le
couvert de l'anonymat. Cette
banque de données n'est pas
destinée à jeter l'opprobre sur ces
personnes. Elle doit être un outil
de travail pour les autorités, et ceci
dans le cadre de la loi sur le
respect de la vie privée.

Que pense la ministre de cette
demande? Est-elle disposée à
soutenir une initiative européenne
en la matière?

Que pense la ministre de la
suggestion de permettre au juge,
dans le cadre de la condamnation
d'un pédophile, d'imposer comme
condition supplémentaire que
l'intéressé se présente chaque
année à la police pour
communiquer les informations
relatives à son domicile, à sa
profession et à ses activités
bénévoles éventuelles?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je pense 01.02 Minister Laurette Onkelinx:
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
avoir déjà répondu en partie à cette question lors des questions
d'actualité. Je compléterai sans doute ma réponse en vous livrant des
informations sur les banques de données que nous gérons
actuellement. L'intention de Child Focus n'est pas la création d'un
genre de Moniteur belge où seraient consignées des informations
concernant les pédophiles et accessibles au grand public. Certains
ont cru qu'il s'agissait de cela mais ce n'est pas le cas. Il s'agit
vraiment d'une banque de données spécialisée qui permettrait
notamment aux autorités judiciaires et policières en charge d'une
enquête de détecter beaucoup plus rapidement les responsables
potentiels.

Le casier judiciaire européen est déjà une réponse importante par
rapport à la demande de Child Focus puisqu'il permet une information
non seulement sur les condamnations en Belgique mais également
sur les condamnations judiciaires à l'étranger. Or, on sait que dans le
cas d'espèce, ce sont ces informations-là qui manquaient. J'ai déjà
pris contact avec mes collègues au sujet du casier judiciaire européen
et j'en parlerai dans une semaine au Conseil européen. On attend les
propositions de la Commission. Manifestement, la volonté de la
présidence hollandaise est bien d'avancer conformément au
calendrier de Tampere I.

Ensuite, toujours dans ce cas d'espèce et quel que soit le fait,
notamment un attentat sexuel, quand une personne est libérée sous
condition et en fonction du principe de la libre circulation des
personnes au niveau de l'Union européenne, il n'y a pas de dépôt d'un
casier judiciaire ni de suivi des libérations conditionnelles. Pour les
non-Européens, un casier judiciaire provenant du pays d'origine est
requis.

Dans le projet de loi qui a été accepté par le gouvernement et qui
sera donc bientôt présenté au Parlement, on propose qu'en
application d'une convention de 1964, un pays puisse dénoncer à un
autre le système de liberté sous conditions auquel est soumis une
personne afin que la Belgique puisse suivre et continuer à surveiller
cette personne. En l'espèce, cela aurait été bien utile.

Troisièmement ­ j'ajoute un élément par rapport à ce que j'ai dit en
séance plénière ­, l'ensemble des faits enregistrés par les services de
police sur le territoire belge, y compris les actes de violence sexuelle,
fait déjà l'objet d'un traitement et d'un enregistrement au sein d'une
banque de données nationale générale, la BNG. Cette banque de
données permet des recherches paramétriques simples et
complexes, sur la base des données enregistrées, par différents
moyens: question on line, interrogation d'une extraction de la banque
de données, critères ­ par exemple, données d'identité, description
physique, commune du domicile, type de faits commis, etc. Le délai
de conservation de ces données est en principe de 10 ans après le
dernier fait commis, augmenté de la durée de la peine ou mesure
privative de liberté effective pour chaque fait commis.

De plus, au sein des services centraux de la direction générale
judiciaire, la DJP ­ direction judiciaire criminalité contre les personnes
- service agressions et cellule violences contre les personnes ­, s'est
dotée de la banque de données VICLAS ­ Violent crime linkage
analysis system.
Ik zal het antwoord dat ik in het
kader van de actualiteitsvragen al
heb gegeven, nog wat aanvullen.
Het is niet de bedoeling van Child
Focus om een voor het publiek
toegankelijk soort staatsblad met
informatie over pedofielen op te
richten, maar wel een
gespecialiseerde databank samen
te stellen die door de gerechtelijke
en politiële overheid in het kader
van een onderzoek kan worden
geraadpleegd.

Met het Europese strafregister
wordt al grotendeels aan die
verzuchting tegemoet gekomen.
Het EU-voorzitterschap wil het
tijdpad dat hierover in het kader
van Tampere I werd afgesproken,
respecteren.

Als gevolg van het principe van het
vrije verkeer van EU-staatsburgers
wordt er geen strafregister
meegedeeld, noch is er sprake
van enige grensoverschrijdende
follow-up van de voorwaardelijke
invrijheidstelling tussen de EU-
lidstaten. De regering heeft nu een
wetsontwerp goedgekeurd waarbij
een land, krachtens een
overeenkomst van 1964, een
ander land om informatie kan
vragen over voorwaardelijke
invrijheidstellingen.

Alle door de politiediensten
opgetekende feiten worden
gedurende tien jaar, vanaf de
datum van het laatste feit,
desgevallend verlengd met de
duur van de straf, opgeslagen in
de algemene nationale
gegevensbank (ANG).

De DJP, dienst agressie van de
directie van de strijd tegen de
criminaliteit tegen personen van de
gerechtelijke politie, en meer
bepaald de cel geweld tegen
personen, werd uitgerust met de
gegevensbank ViCLAS (Violent
Crime Linkage Analysis System).
Elk nieuw gegeven wordt
geanalyseerd en met de
voorgaande feiten vergeleken. Er
wordt feed back gegeven aan de
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Il s'agit d'une banque de données en appui à l'enquête, permettant
d'établir des liens entre les délits violents, dont la motivation supposée
est de nature sexuelle ou violente, afin d'identifier un auteur ou
d'orienter les efforts de recherche.

La banque de données VICLAS est alimentée à l'aide d'un
questionnaire disponible auprès des CIA (Carrefours d'information
d'arrondissement) ou directement auprès de la cellule "Violences
contre les personnes". Composé majoritairement de questions à
choix multiples, il doit idéalement être rempli par l'enquêteur qui a la
meilleure connaissance de son dossier. Le cas échéant, il peut
également être complété par les membres de la cellule "Violences
contre les personnes" sur base des procès-verbaux rédigés.

Le contenu du questionnaire VICLAS doit permettre aux analystes de
la cellule "Violences" de tenter d'établir, pour chaque nouveau fait
introduit, des liens avec les faits précédemment saisis.
Systématiquement, à l'issue de chaque analyse, un feedback est
donné aux enquêteurs et aux CIA.

De plus en plus de pays (France, Allemagne, Grande-Bretagne, Pays-
Bas, Canada) disposent à présent de la banque de données VICLAS,
ce qui permet en outre d'établir des comparaisons au niveau
international.

J'ajouterai enfin qu'on travaille également sur la banque de données
ADN de suspects, qui complètera tout cela. Le projet de loi est à
l'étude auprès des procureurs généraux. C'est délicat: il s'agit de
suspects! Nous avons introduit une série de garanties destinées à
respecter la présomption d'innocence.

Quand on disposera de toutes ces banques de données policières:
banque ADN de condamnés, banque ADN de suspects, casier
judiciaire européen et surveillance des personnes condamnées, je ne
dis pas que le système sera idéal mais on aura beaucoup avancé
pour la protection des personnes contre les auteurs d'actes
notamment pédophiles.
onderzoekers en de
arrondissementele
informatiekruispunten.

De procureurs-generaal
bestuderen de mogelijkheid een
ADN-gegevensbank van
verdachten aan te leggen. In dat
verband rijst echter de vraag van
de eerbiediging van het
vermoeden van onschuld.

Al die middelen betekenen een
grote stap voorwaarts wat de
bescherming van personen betreft.
01.03 Karel Pinxten (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord. Ik wil alleen een heel concrete vraag
eraan toevoegen, vanuit mijn lokale situatie. Ik ben in mijn gemeente
namelijk burgemeester en voorzitter van de politieraad en het
politiecollege, zoals veel collega's in het Parlement.

Ten eerste, kunnen onze lokale politiemensen vandaag perfect weten
wie in de politiezone woont en reeds een veroordeling kreeg voor
pedofilie? Ten tweede, zullen zij dat ook vernemen ­ ik woon in een
grensgemeente ­ wanneer iemand uit Nederland, Duitsland of zelfs
een land buiten de EU, in onze gemeente komt wonen? Is dat
probleem vandaag opgelost, of is er nog geen concrete oplossing?
01.03 Karel Pinxten (VLD): Cela
signifie-t-il que la police locale peut
aujourd'hui parfaitement savoir
qui, dans la zone de police en
question, a été condamné pour
des faits de pédophilie? En est-il
de même dans les communes
frontalières, lorsque des étrangers
viennent s'y installer?
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Non, sauf si la personne pose un
quelconque problème; à partir de ce moment-là, il y a effectivement
une consultation des données. Les données actuellement disponibles
(casier judiciaire, banques de données policières, banques ADN, etc.)
permettront de cibler. Mais quand il n'y a pas de problème, agir de la
sorte contreviendrait à un certain nombre de principes.
01.04 Minister Laurette Onkelinx:
Neen, de gegevens worden enkel
ingekeken als de betrokkene in de
problemen raakt. Anders zou dat
in strijd zijn met een aantal
beginselen.
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.05 Karel Pinxten (VLD): Dat betekent dus dat wij heel concreet
vanuit het politiecollege niet kunnen zeggen, ook niet in samenspraak
met de procureur, de DirCo en de DirJu, dat we een consultatie gaan
doen, een lijst gaan aanleggen en preventief gaan trachten om die
mensen in de gaten te houden. Wij kunnen dat nog niet doen.
01.05 Karel Pinxten (VLD): Le
collège de police ne peut donc
pas, pas même en concertation
avec les directeurs administratif et
judiciaire (le dirco et le dirjud),
décider de dresser une liste et de
tenir ces individus à l'oeil?
01.06 Laurette Onkelinx, ministre: Que vous fassiez ou que vous
lanciez cela, comme ils l'ont fait en Angleterre - ce qui a abouti à une
véritable chasse à ces personnes, aux homonymes, aux personnes
qui les connaissaient de près ou de loin -, c'est kif-kif bourricot! Il faut
faire très attention à la protection des libertés individuelles!
01.06 Minister Laurette Onkelinx:
In Engeland werd hierdoor een
ware heksenjacht ontketend op die
personen, hun naamgenoten en
hun kennissen. Men moet er
nauwlettend op toezien dat de
individuele vrijheden niet in het
gedrang komen.
01.07 Karel Pinxten (VLD): Daar ben ik tegen. Ik ben voor de
fundamentele vrijheden, u weet dat zeer goed, maar misschien kan
het toch nuttig zijn indien er ietwat meer preventie mogelijk zou zijn,
met het volle respect voor de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer. Ik weet wel dat wij daarover een heel debat moeten
voeren. Ik dank u in elk geval voor uw antwoord.
01.07 Karel Pinxten (VLD): J'y
suis opposé. Mais il serait peut-
être utile d'agir plus
préventivement, dans le plein
respect toutefois de la vie privée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
vervolging van het misdrijf van familieverlating" (nr. 3351)
02 Question de Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
poursuite du délit d'abandon de famille" (n° 3351)
02.01 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, het is een
open deur intrappen te zeggen dat er zich meer en meer problemen
voordoen met kinderen naar aanleiding van een "vechtscheiding,"
zoals men dat noemt. Twee misdrijven staan terzake in ons wetboek:
enerzijds, de onttrekking van minderjarigen aan hun ouders ­ met
andere woorden het niet toestaan van het omgangsrecht ­ en
anderzijds, het niet betalen van onderhoudsgeld. Beide misdrijven
worden geclassificeerd onder de noemer "familieverlating".

Ik wil het vandaag vooral hebben over het onttrekken van een kind
aan een ouder, wat enorm grote maatschappelijke gevolgen met zich
brengt. Misschien wordt dat probleem vandaag maatschappelijk nog
een stuk onderschat. Uit een Frans onderzoek blijkt dat een vierde
van de adolescenten geen contact meer heeft met een van beide
ouders. Uit een onderzoek in het Verenigd Koninkrijk zou blijken dat
na vijf jaar echtscheiding zelfs 43% van de kinderen geen contact
meer heeft met een van beide de ouders. In Nederlands variëren de
cijfers van 14% tot 35%, maar zelfs dat 14% van de kinderen een van
beide ouders niet meer ziet, is veel te veel. Het is nefast voor de
emotionele en psychologische ontwikkeling van die adolescenten.

Noch het niet betalen van onderhoudsgeld, noch het niet toelaten van
het omgangsrecht is het voorwerp van een vervolgingsprioriteit, maar
de maatschappelijke consequentie ervan is wel enorm. Ik kan
verwijzen naar gesprekken die ik heb gehad met
drugspreventiewerkers die stellen dat volgens hun gegevens heel
02.01 Martine Taelman (VLD):
Les divorces conflictuels donnent
lieu à de plus en plus de
problèmes, dont le refus du droit
de visite, d'une part, et le non-
paiement de la pension
alimentaire, d'autre part. Ces deux
phénomènes, qualifiés d'abandon
de famille, sont décrits aux articles
432 et 391bis du Code pénal.

La soustraction d'un enfant à l'un
des parents entraîne d'importantes
conséquences sociales, qui sont
fortement sous-estimées. Il ressort
d'études menées en France, en
Grande-Bretagne et aux Pays-Bas
qu'après un divorce, entre 14 et 43
pour cent des enfants n'ont plus
de contact avec l'un des parents,
ce qui est néfaste pour leur
développement émotionnel et
psychologique. Parmi d'autres
traumatismes, les spécialistes en
matière de prévention de la
toxicomanie citent le divorce
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
dikwijls, naast andere trauma's, ook het feit dat kinderen verwikkeld
zijn geweest in een vechtscheiding en geen contact meer hebben met
een van beide ouders, een reden is om langdurig verslaafd te zijn en
te blijven. Vandaar mijn vraag aan de minister naar de cijfers. Ik wil
eraan toevoegen dat ik die vraag al een aantal maanden geleden
schriftelijk heb gesteld.

Toen hebt u geantwoord dat die cijfers zouden worden verzameld. Ik
meen dat nu, weeral een maand later, toch nieuwe cijfers ter
beschikking zouden moeten zijn. Ik zou ook graag de tabellen krijgen
met de cijfers uitgesplitst per arrondissement, als dat kan, zoals die
ook in het verleden beschikbaar zijn geweest.

Ik kom tot mijn concrete vragen.

Hoeveel klachten werden op basis van die twee artikelen 432 en
391bis van het Strafwetboek gedurende de voorbije drie jaar
ingediend? Hoeveel van deze klachten werden geseponeerd?
conflictuel se traduisant par une
rupture du contact avec l'un des
parents comme une cause
d'assuétude de longue durée.

Combien de plaintes ont-elles été
déposées par arrondissement, au
cours de l'année écoulée, sur la
base des articles 432 et 391bis du
Code pénal? Combien d'entre
elles ont été classées sans suite?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame Taelman, vous verrez
que dans une réponse à une question posée en octobre 2003 par M.
Geert Bourgeois (n° 0053) figuraient tous les tableaux. Certes, je vais
vous répondre mais je tenais à dire qu'il y avait déjà là pas mal
d'informations.
02.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb reeds een gelijksoortige
schriftelijke vraag van de heer
Bourgeois, van 7 oktober jl. (nr.
53), beantwoord.
02.03 Martine Taelman (VLD): Ik heb die gezien. Mijn vraag gaat
concreet over de cijfers van na oktober 2003. Als ik mij niet vergis zijn
die immers beperkt tot 2002.
02.03 Martine Taelman (VLD):
Ma question porte sur les chiffres
postérieurs à octobre 2003.
02.04 Laurette Onkelinx, ministre: En 2001, 5.310 plaintes ont été
introduites sur la base de l'article 432 du Code pénal (abandon de
famille); en 2002, 5.119 plaintes et en 2003, 5.020.

Le non-respect du droit de visite a donné lieu à 16.191 plaintes en
2001, 16.808 en 2002 et 17.345 en 2003.
02.04 Minister Laurette Onkelinx:
In 2001 werden er 5.310 klachten
ingediend wegens familieverlating,
in 2002 5.119 en in 2003 5.020. Er
werden 16.191 klachten wegens
schending van het bezoekrecht
ingediend in 2001, 16.808 in 2002
en 17.345 in 2003.
Het is van belang om ook het aantal klachten wegens verwaarlozing
van kinderen te vermelden ­ artikel 424 van het Strafwetboek ­
aangezien er bij de registratie soms verwarring optreedt tussen de
verschillende inbreuken. In 2001 werden er 775 klachten van
verwaarlozing geregistreerd. In 2002 ging het om 786 klachten en in
2003 om 704 klachten.

Ik kom aan uw tweede vraag. 27.806 zaken werden geseponeerd op
een totaal van 68.148 zaken. Dit stemt overeen met 40,8%. Dit cijfer
betekent evenwel niet dat er geen gevolg werd gegeven aan de
klacht. In 30% van de gevallen werd de situatie geregulariseerd. In
14% van de situaties is de seponering te wijten aan een gebrek aan
bewijs. 21% van de klachten werd geseponeerd omdat er geen delict
gepleegd was. De precieze cijfers aangaande de andere redenen
vindt u zeer duidelijk terug in deze tabel.
Lors de l'enregistrement, une
confusion est parfois opérée entre
les différentes infractions. Il
importe donc de mentionner aussi
le nombre de plaintes pour cause
de négligence à l'égard d'enfants.
Les chiffres étaient de 775 en
2001, 786 en 2002 et 704 en
2003.

Environ 40,8 pour cent des
plaintes ont été classées, ce qui
ne signifie pas qu'elles soient
restées sans suite: dans 30 pour
cent des cas, la situation a été
régularisée, dans 14 pour cent des
cas le dossier a été classé faute
de preuves et dans 21 pour cent
des cas, il ne s'agissait pas d'un
délit. Les chiffres exacts figurent
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
dans un tableau.
Pour 2003, on vous remettra le tableau en question ou on vous le
transmettra par le secrétariat de la commission. Quoi qu'il en soit, je
crois qu'on reste dans l'épure de 2001 et de 2002, ce qui veut dire
que même pas cinq pour cent des cas ont été classés sans suite pour
raison d'autres priorités.
De tabel voor 2003 zal u worden
bezorgd. Ik denk evenwel dat de
tendens van 2001 en 2002
doorzet: nog geen 5% sepots
wegens andere prioriteiten.
02.05 Claude Marinower (VLD): Ik heb snel een berekening
gemaakt. Dat zijn voor heel het land 70 klachten per werkdag.
02.06 Laurette Onkelinx, ministre: C'est un vrai problème
évidemment.
02.07 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik de gegevens krijg, zal ik
ze nog eens bekijken. Ik meen dat we daarover binnenkort eens
moeten nadenken. Als mijn collega, die vlugger kan rekenen dan ik,
uitrekent dat het om 70 klachten per dag gaat, dan is dat enorm. We
moeten beleidsmatig eens nadenken wat daaraan kan worden
gedaan.
02.07 Martine Taelman (VLD) :
Cela équivaut à septante plaintes
par jour ouvrable, ce qui est
énorme. Nous devons réfléchir à
la réponse que les pouvoirs
publics devront apporter à ce
problème.
02.08 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je
voudrais ajouter que la difficulté est également de savoir comment
faire face à un abandon de famille.

On a toujours l'enfant. Doit-on le faire traîner de force par des agents?
Les agents ne veulent plus et je peux le comprendre. Comment faut-il
faire concrètement, en respectant les sensibilités des uns et des
autres, particulièrement la situation des enfants? Ce n'est pas évident
du tout.
02.08 Minister Laurette Onkelinx:
De moeilijkheid bestaat er ook in
te beslissen wat er concreet moet
worden gedaan in geval van
familieverlating, rekening houdend
met de gevoeligheden van de
betrokkenen. Nu weigeren de
gerechtsdeurwaarders actie te
ondernemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
zeer lange procedure voor naamswijziging" (nr. 3352)
03 Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'extrême longueur de la procédure de changement de nom" (n° 3352)
03.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, een naam of voornaam wijzigen is voor heel veel mensen
een ingrijpende gebeurtenis. Waar het voor mij vooral om gaat, is dat
het voor één specifieke groep als het ware een levensnoodzakelijke
gebeurtenis is, namelijk de groep van de transseksuelen.

U weet dat ik daarover samen met collega's uit de meerderheid een
wetsvoorstel heb ingediend ­ het werd nog niet besproken, maar wel
ingediend in het Parlement ­ om van de wijziging van de voornaam
een recht te maken, en niet langer een gunst. Bovendien willen wij de
termijn op drie maanden brengen. Verder stellen wij voor dat de
transseksueel de wijziging van voornaam reeds kan aanvragen in de
fase van behandeling en niet moet wachten op de operatie die hij of
zij moet ondergaan. Wij stellen bovendien voor om geen juridische
afhandeling van de geslachtswijziging te doen, maar een
administratieve.

Momenteel word ik gecontacteerd door een aantal Belgische
03.01 Hilde Vautmans (VLD): A
la suite de ma proposition de loi
relative à la transsexualité et
compte tenu des engagements
pris dans l'accord de
gouvernement, un groupe de
transsexuels a attiré mon attention
sur la longueur extrême de la
procédure de changement du
prénom, qui dure dix-huit mois. En
effet, ces personnes doivent porter
pendant toute cette période un
prénom ne correspondant plus à
leur sexe après l'opération.

Le service concerné souffre
semble-t-il d'un manque d'effectifs
chronique. Ceci expliquerait les
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
transseksuelen die mij kennen dankzij het wetsvoorstel. Zij verwijzen
naar het regeerakkoord waarin ook staat dat wij een oplossing zouden
zoeken voor de groep van transseksuelen. Het lijkt misschien een
kleine groep, maar ik word wel elke maand door een of andere familie
gecontacteerd die met deze problemen wordt geconfronteerd. Ik wil
echt benadrukken dat de wijziging van hun voornaam voor hen heel
belangrijk is. Zij hebben jaren gevochten met en geleefd in een
lichaam dat niet het hunne is. Na een operatie hebben zij eindelijk het
lichaam kunnen aannemen waarin zij zich al de hele tijd voelden.
Daarna moeten zij nog 18 maanden rondlopen met bijvoorbeeld een
mannelijke naam, terwijl ze in een rok en op hoge hakken rondlopen.
Bij de minste controle door de politie of wanneer zij op reis willen
gaan, worden zij geconfronteerd met talrijke moeilijkheden die wij ons
zelfs moeilijk kunnen indenken.

Ik heb ook contact opgenomen met de dienst Naamsverandering en
de personeelsleden bevestigen mij dat die termijn veel te lang is,
maar dat is eigenlijk te wijten aan de chronische onderbemanning van
de dienst. Ik heb twee concrete vragen.

Ten eerste, zal u meer mankracht aan de dienst Naamsverandering
toewijzen om de achterstand in te halen? Ik weet wel dat het
misschien niet het meest prioritaire probleem is voor Justitie, maar
een achterstand van 18 maanden lijkt mij toch wel lang.

Ten tweede, kunt u intussen ­ tot over het wetsvoorstel is gestemd,
waarvan ik hoop dat het snel zal gebeuren ­ toch geen prioriteit geven
aan mensen die lijden aan genderdisforie? Voor hen is het echt
levensnoodzakelijk.
retards. La ministre va-t-elle
augmenter les effectifs du service
en question? Va-t-elle demander
instamment par voie de circulaire
que ces dossiers soient traités en
priorité?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de dienst
Naamsverandering beschikt over voldoende personeelsleden. Er is
tijdelijk een achterstand opgebouwd ten gevolge van de langdurige
afwezigheid wegens ziekte van een Nederlandstalige
dossierbehandelaar. Deze persoon is tijdens de vorige legislatuur niet
vervangen, maar werkt inmiddels de achterstand weg. De gemiddelde
behandelingstermijn voor een verzoek tot voornaamsverandering
bedraagt één jaar.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le service Changement
de nom dispose bien d'effectifs
suffisants. L'arriéré actuel est dû à
la maladie de longue durée d'un
gestionnaire de dossiers
néerlandophone qui n'a pas été
remplacé et qui a entre-temps
réintégré ses fonctions. Le délai
moyen d'examen d'une demande
de changement de prénom est
d'un an.
Est-ce qu'un délai d'un an est normal? Oui, parce qu'une série de
recherches sont à réaliser dans le cadre d'une procédure de
changement de nom. Par exemple, pour une personne transsexuelle,
on a besoin d'attestions, comme une attestation médicale et une
attestation de situation de famille, on doit interroger le conjoint si la
personne est mariée, voir si elle a des enfants. C'est complexe et cela
nécessite donc un certain temps.

Faut-il donner une priorité aux personnes transsexuelles? Pour moi,
cela ne pose aucun problème. Il faut cependant savoir qu'en termes
de priorité, on se dit souvent que plusieurs groupes pourraient être
considérés comme prioritaires: des enfants de personnes très
médiatisées, qui ont fait l'objet de lourdes condamnations criminelles,
méritent souvent d'être pris en compte parmi les priorités; ou encore
des noms considérés, à tort ou à raison, comme ridicules et pour
Een jaar is een redelijke termijn
omdat in het kader van een
procedure van naamswijziging een
aantal onderzoeken moeten
plaatsvinden. Moeten
transseksuelen voorrang krijgen?
Voor mij is dat geen probleem.
Men moet echter weten dat tal van
aanvragen als prioritair kunnen
worden beschouwd.

Ik ben ervan overtuigd dat men de
wetgeving betreffende de
naamswijziging, die bijzonder
omslachtig is, zou kunnen
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
lesquels des personnes ont demandé depuis très longtemps le
changement; des personnes qui, arrivant à leur majorité, désirent se
débarrasser d'un nom qui revêt à leurs yeux une douleur affective
particulière, à la suite, par exemple, d'un abandon de famille, etc.

Derrière un changement de nom, on trouve souvent un vécu très
difficile. En termes de priorité, on a presque envie d'admettre tout
comme prioritaire, mais il faut laisser du temps à l'enquête.

Cela dit, je suis persuadée ­ on peut y travailler au niveau
parlementaire car je n'ai aucune religion tracée en la matière - qu'on
pourrait modifier la législation sur le changement de nom. C'est lourd.
Et l'administration accepte parfois des noms qu'elle refuse une autre
fois, on se demande pourquoi. Une jurisprudence existe bien depuis
des années, mais cela ne signifie pas pour autant que tout doive
rester en l'état. J'ai parfois l'impression qu'on pourrait alléger, qu'on
pourrait reconnaître aussi des droits étrangers, comme à propos du
port du double nom qui est totalement refusé chez nous.

Pour résumer, nous avons là des problèmes en veux-tu en voilà!
C'est la raison pour laquelle j'ai demandé à cette administration de me
préparer une comparaison entre les systèmes de modification de
noms ou de prénoms - nettement plus rapide - qui existent au niveau
européen. Dès que j'en connaîtrai les résultats, je soumettrai des
projets, sauf si des propositions de loi sur lesquelles travailler étaient
apparues entre-temps.
wijzigen. Ik heb mijn administratie
gevraagd mij een vergelijking van
de regelingen inzake de wijziging
van namen en voornamen in de
diverse Europese landen te
bezorgen. Zodra ik de resultaten
daarvan heb, zal ik ontwerpen ter
zake voorleggen, behalve dan als
er intussen werkbare
wetsvoorstellen werden ingediend.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): Mevrouw de minister, bedankt voor
uw antwoord. Ik begrijp uiteraard dat er andere prioriteiten zijn, of
andere gevallen die even prioritair zijn, maar ik vind een jaar lang voor
mensen die de operatie hebben ondergaan. Dat is echt veel te lang.
Zij worden gedurende een jaar veroordeeld: zij kunnen niet op reis
gaan, zij kunnen geen huis kopen, zij worden gewoon enorm beperkt
in hun bewegingsvrijheid. U zegt dat er een hele enquête moet
worden gevoerd. Ik weet niet of dat hoeft als zij de nodige formulieren
binnenbrengen dat zij wel degelijk een geslachtsoperatie hebben
ondergaan.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): Je
comprends qu'il y ait d'autres
priorités, mais le problème ne doit
pas être sous-estimé: les
transsexuels contraints d'attendre
leur nouveau prénom pendant un
an voient leur liberté de
mouvement fortement restreinte.
Le changement de prénom devrait
pouvoir s'obtenir en quelques
semaines, sans procédure
complexe et moyennant la simple
introduction d'un formulaire.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre: Y compris pour le prénom?
03.04 Minister Laurette Onkelinx,
ministre: Met inbegrip van de
voornaam?
03.05 Hilde Vautmans (VLD): Oui, cela concerne uniquement le
changement de prénom. Ze willen enkel hun voornaam wijzigen.
03.06 Laurette Onkelinx, ministre: Cela prend un an pour le
prénom.
03.06 Minister Laurette Onkelinx:
Normaal duurt het een jaar voor
de voornaam.
03.07 Hilde Vautmans (VLD): Pour tous les cas dont on m'a parlé,
cela a pris un an et demi et plus.

Het duurt anderhalf jaar. Ik heb die mensen gezien. Een aantal van
hen ken ik reeds langer dan anderhalf jaar. Ik zie daar dus wel
degelijk dat het niet vooruit gaat. De wijziging van de voornaam lijkt
03.07 Hilde Vautmans (VLD): Ik
heb weet van gevallen waarin het
meer dan een jaar in beslag heeft
genomen.
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
mij echt iets dat op enkele weken of een maand kan behandeld
worden. Ik kan mij ook niet voorstellen dat u de wijziging van de
voornaam van die mevrouw of die heer gaat tegenhouden. Die naam
klopt immers gewoon niet meer met hun geslacht, tenzij ze toevallig
een naam hebben die bij beide geslachten past. Ik zou u dus toch wel
willen vragen om daarvoor de nodige aandacht te hebben zodat die
mensen zich weer kunnen bewegen in België.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de M. Olivier Maingain à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
tuberculose en prison " (n° 3226)
04 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"tuberculose in de gevangenissen" (nr. 3226)
04.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, un article du quotidien "Le Soir", dans son édition du 5 mai
dernier, faisait état de deux cas de tuberculose diagnostiqués chez
des personnes séjournant dans les prisons. A la suite de ce constat,
les gardiens ont été soumis à des examens; 39 d'entre eux ont réagi
de manière positive au test intra-dermo.

Même si par la suite les examens complémentaires semblent avoir
confirmé que ces personnes n'avaient pas contracté la maladie et qu'il
ne fallait pas s'inquiéter pour eux, il reste qu'il est admis qu'une
recrudescence de la tuberculose a été constatée en Belgique et que
certains publics présentent plus de risques de contracter cette
maladie que d'autres ­ un certain nombre de cas ont été recensés
dans les prisons dans le passé. Les agents pénitentiaires demandent
donc qu'un contrôle médical soit effectué d'office sur les détenus, dès
leur entrée dans l'institution carcérale. D'après les informations
recueillies dans l'article du journal "Le Soir", il semblerait que des
opérations soient menées dans certaines prisons de manière
préventive ­ ce serait le cas à la prison de Mons ­ mais l'article ne dit
pas si ces opérations sont généralisées dans l'ensemble des
institutions pénitentiaires du pays.

J'ai également lu les déclarations du médecin-directeur du personnel
de santé pénitentiaire auprès du SPF Justice. Il laissait entendre qu'il
ne craignait pas un phénomène de contagion de la maladie dans les
prisons.

Pourriez-vous nous dire ce qu'il en est du constat actuel au niveau de
la présence de la tuberculose dans les prisons et quelles mesures
préventives ont été mises en place? Estimez-vous qu'il y a lieu de
généraliser le test à l'entrée ou, en tout cas, d'avoir d'autres types de
mesures préventives pour lutter contre la contagion de ce genre de
maladie?
04.01 Olivier Maingain (MR):
Volgens «Le Soir» werd bij twee
gedetineerden tuberculose
vastgesteld. Nu die ziekte weer de
kop opsteekt, lopen bepaalde
bevolkingsgroepen een verhoogd
risico besmet te worden. Daarom
vraagt het gevangenispersoneel
dat alle gedetineerden aan een
medisch onderzoek zouden
worden onderworpen. Welke
preventieve maatregelen werden
al genomen? Meent u dat alle
gedetineerden op het ogenblik van
de gevangenzetting aan een test
moeten worden onderworpen of
moeten er andere preventieve
maatregelen worden genomen om
dat soort besmettingen tegen te
gaan?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, à
l'occasion d'un contrôle de tuberculose annuel, on a effectivement
constaté qu'un détenu avait réagi positivement au test. Cette
personne a reçu un traitement médical.

En ce qui concerne le personnel, la circulaire de décembre 2002
indique la marche à suivre lorsqu'un détenu réagit positivement lors
du contrôle de la maladie. Les agents pénitentiaires qui ont pu avoir
04.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het klopt dat een gedetineerde
positief werd getest. Hij werd voor
de ziekte behandeld. De
penitentiaire gezondheidsdienst is
verantwoordelijk voor de
gedetineerden, de dienst
arbeidsgeneeskunde voor het
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
un contact avec ce détenu sont soumis au test de détection de la
tuberculose. En l'occurrence, sur les 39 agents pénitentiaires testés,
un seul a réagi positivement. Un examen radiologique supplémentaire
a été effectué. Il s'est avéré négatif. Néanmoins et par précaution, on
a suivi la recommandation des médecins spécialistes et un traitement
médicamenteux a été mis en route.

Dans ce domaine, le service de santé pénitentiaire pour les détenus
et le service "médecine du travail" pour le personnel collaborent, vous
le savez, avec la FARES (la Fondation contre les affections
respiratoires et pour l'éducation à la santé). Les actions sur le terrain
se déroulent toujours selon les recommandations élaborées en août
2000 par le comité scientifique de l'Oeuvre nationale belge de
défense contre la tuberculose et les affections respiratoires.

Je suis consciente du fait que la tuberculose constitue un réel
problème en prison. Une série de personnes séjournent dans des
conditions qui ne maximalisent pas toujours la protection contre les
phénomènes de contagion. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle
nous travaillons de manière structurelle avec la FARES, l'organe
expert en la matière.

Enfin, chaque détenu est soumis à un examen aux rayons X du
thorax une fois par an.
personeel. Ze werken samen met
FARES. Tuberculose vormt in de
gevangenissen een groot
probleem, omdat de mensen er
samenleven in omstandigheden
die niet altijd de beste
bescherming tegen besmetting
bieden. Vandaar ook onze
structurele samenwerking met
FARES, een stichting die op dat
vlak zeer beslagen is. Elke
gevangene ondergaat jaarlijks een
röntgenonderzoek van de thorax.
04.03 Olivier Maingain (MR): Madame la ministre, je retiens qu'il y a
un contrôle de tuberculose annuel dans les prisons mais est-il
généralisé, toutes prisons confondues?
04.03 Olivier Maingain (MR): Ik
onthoud hieruit dat er een
jaarlijkse tbc-controle in de
gevangenissen wordt uitgevoerd,
maar gebeurt dat in alle
gevangenissen en voor alle
gevangenen?
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Une fois par an pour chaque
détenu.
04.04 Minister Laurette Onkelinx:
Alle gedetineerden ondergaan een
keer per jaar een tbc-controle.
04.05 Olivier Maingain (MR): Chaque détenu qui fait un an
minimum.

A ce propos, je vous poserai peut-être des questions
complémentaires pour obtenir des statistiques sur une période de
référence afin de voir si ce phénomène est en croissance ou non. Si
une telle croissance devait être constatée, je vous transmettrai une
question parlementaire écrite pour voir si des mesures
supplémentaires doivent être prises.
04.05 Olivier Maingain (MR): Dat
geldt enkel voor gedetineerden die
ten minste een straf van één jaar
moeten uitzitten. Ik zal u
misschien bijkomende vragen
stellen om statistieken te krijgen
over een bepaalde
referentieperiode. Zo kunnen we
zien of het verschijnsel al dan niet
in omvang toeneemt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Olivier Maingain à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le suivi
des Etats généraux de la famille" (n° 3228)
05 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
follow-up van de Staten-Generaal van het Gezin" (nr. 3228)
05.01 Olivier Maingain (MR): Madame le ministre, en avril dernier,
les États généraux de la Famille ont livré leurs premières conclusions
05.01 Olivier Maingain (MR): De
Staten-Generaal van het Gezin
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
à l'initiative de votre collègue, Mme Simonis. Sur la base
d'informations recueillies entre autres dans la presse, vous auriez
confié à un groupe d'experts la mission d'étudier la mise sur pied d'un
tribunal des affaires familiales. On débat depuis longtemps sur une
possible évolution vers une organisation judiciaire similaire à celle
qu'on connaît en France, bien qu'il y ait beaucoup de choses à dire à
ce propos par ailleurs.

Dans une déclaration publiée dans le journal "Le Soir" du 28 avril,
vous dites devoir trancher entre trois thèses en ce qui concerne
l'instauration d'un tribunal de la famille: soit privilégier une chambre
attachée au tribunal de première instance qui assumerait toutes les
compétences, soit un regroupement au niveau du juge de paix ­ sauf
pour le divorce ­, soit une médiation obligatoire du juge de paix et en
cas d'échec, un recours au tribunal de la famille. Vous laissiez
entendre dans cette interview que vous trancheriez pour la fin du mois
de juin. Je ne sais si le groupe d'experts a déjà pu vous remettre ses
conclusions et si une des hypothèses que vous énonciez en avril
dernier a déjà votre préférence. Je vous dis tout de suite que j'ai moi-
même une préférence mais je ne veux pas vous souffler la réponse.
Si oui, laquelle et pour quel motif?
vonden plaats in april jongstleden.
Volgens persberichten heeft u een
stuurgroep belast met een
onderzoek naar de oprichting van
een rechtbank voor familiezaken.
Naar verluidt zijn er drie thesen:
een extra kamer bij de rechtbank
van eerste aanleg; een
hergroepering van materies bij de
vrederechter; en een verplichte
bemiddeling door de vrederechter
met, als de bemiddeling mislukt,
een voorziening in beroep bij de
familierechtbank. U zei dat u eind
juni de knoop zou doorhakken.
Heeft u dienaangaande al een
beslissing genomen?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, c'est un
choix vraiment difficile à opérer. Lorsque nous y avions travaillé dans
le cadre de l'accord de gouvernement et ensuite en dialogue avec les
uns et les autres, je pensais que cela allait être relativement évident
mais cela ne l'est pas. Les États généraux de la Famille ont donc
planché sur la question sous l'égide de Mme Simonis. Comme vous
l'avez dit, il y avait trois possibilités: une chambre attachée au tribunal
de première instance qui assumerait toutes les compétences de la
famille, un regroupement au niveau du juge de paix sauf pour les
problèmes de divorce ou une médiation obligatoire du juge de paix et
en cas d'échec, un retour au tribunal de la famille.

Les États généraux ont produit des conclusions et un groupe
d'experts que j'ai interrogé a aussi déposé des conclusions
provisoires. Une série de questions restent ouvertes. C'est là qu'il
n'est pas simple de trancher. D'abord, je suis sensible à la nécessité
de maintenir une cohérence si on touche à la composition et aux
missions du tribunal de première instance. Or, plusieurs projets sont
en cours: le tribunal d'application des peines, la création d'une
chambre spéciale de droit social pénal et enfin la chambre qui
concerne la famille. Il faut que tout cela s'emboîte harmonieusement
comme un puzzle.

Ensuite, il faut réfléchir aux conséquences des changements
envisagés. Ceux-ci entraînent d'autres questions relatives, par
exemple, aux procédures, au mode d'introduction des causes ou aux
nouvelles compétences de certains juges. Quel que soit le choix
opéré, il faudra nécessairement un transfert de personnel ou un
transfert de contentieux.

De plus, les conséquences budgétaires sont loin d'être négligeables
selon le choix que vous faites dans un sens ou dans l'autre, tout
comme d'ailleurs les conséquences en termes d'arriéré judiciaire.
Pensez à la situation à Bruxelles et vous comprendrez que c'est une
responsabilité importante dans des dossiers où un certain nombre de
mesures urgentes et provisoires sont à prendre et où la situation de
05.02 Minister Laurette Onkelinx:
De keuze ligt niet voor de hand.
We moeten consequent blijven,
met name wat de samenstelling en
de taakomschrijving van de
rechtbank van eerste aanleg
betreft. Voorts moet er nagedacht
worden over de gevolgen van
eventuele veranderingen. De
consequenties op het stuk van de
begroting en de gerechtelijke
achterstand zijn immers ook niet
min.
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
l'arriéré ne plaide pas nécessairement dans le même sens que la
cohérence.

Telles sont les questions qui se posent et pour lesquelles je n'ai pas
encore tranché. Mais il m'intéresserait d'avoir les avis des uns et des
autres.

Le président: Monsieur Maingain, vous pouvez encore influencer ....
05.03 Olivier Maingain (MR): Le débat est largement ouvert!

Je ne sais si l'on peut avoir connaissance des conclusions provisoires
du groupe d'experts mais il serait intéressant que les membres de la
commission en disposent.

(...): Elles sont publiées dans un journal néerlandophone
d'aujourd'hui.
05.03 Olivier Maingain (MR):
Hoe luiden de voorlopige besluiten
van de stuurgroep?
05.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je ne le savais même pas!
05.05 Claude Marinower (VLD): Elles ont été publiées dans la
presse néerlandophone. Vous pouvez lire l'édition d'aujourd'hui de De
Nieuwe Gazet.

05.05 Claude Marinower (VLD):
Ze werden in de Nederlandstalige
pers gepubliceerd. U kan er de
editie van De Nieuwe Gazet van
vandaag op nalezen.
05.06 Laurette Onkelinx, ministre: Que disent-elles?
05.07 Olivier Maingain (MR): Nous allons nous précipiter!

Si vous pouviez communiquer ces conclusions aux membres de la
commission, ce serait aimable.

Madame la ministre, effectivement, je crois que vous êtes confrontée
à un choix difficile. Certes, j'entends bien les aspects conséquences
budgétaires, organisation des juridictions, transfert de contentieux, de
personnel, etc., c'est vrai. Mais de deux choses l'une: soit l'on garde
ce qui est en se disant que c'est la pratique assumée par les
spécialistes des procédures et donc ne faut-il peut-être pas tout
bousculer; soit, l'on se dirige vers une réforme et, dans ce cas, je suis
personnellement pour l'unité de juridiction dans toute la mesure du
possible et, à mon avis, plutôt au niveau du tribunal de première
instance.
05.07 Olivier Maingain (MR):
Indien er een hervorming komt,
zou ik, om redenen van justitiële
organisatie, eerder kiezen voor de
eenheid van rechtspraak via de
rechtbank van eerste aanleg. Alles
wat de voorlopige maatregelen
betreft, zou door dezelfde
rechtbank en magistraat moeten
worden behandeld. In dergelijke
dossiers moet met heel wat
elementen rekening worden
gehouden, maar het lijkt me
belangrijk dat soort dossiers door
één instantie te laten behandelen
05.08 Laurette Onkelinx, ministre: Il est impossible de faire
autrement. Si l'on cherche uniquement l'unité, elle doit se faire au
niveau du tribunal de première instance parce que le ministère public
ne se trouve pas au niveau des juges de paix. Or, un travail doit être
réalisé par le parquet.
05.09 Olivier Maingain (MR): Je trouve que finalement, tout ce qui
relève des mesures provisoires doit être apprécié dans un certain
continuum avec, éventuellement, la procédure quand il y a, par
exemple, séparation de fait ou séparation ordonnée par le juge de
paix. Il y a tout intérêt à avoir un continuum devant une même
juridiction, devant éventuellement un même magistrat délégué - je
reconnais que c'est une réorganisation des juridictions - chargé de
suivre le même type de dossiers conflictuels - mais tout n'est pas
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
toujours conflictuel - plutôt que d'avoir l'intervention de plusieurs
magistrats qui n'ayant parfois pas une vue d'ensemble de toute la
situation font des appréciations parfois très rapides ou s'en remettent
aux enquêtes sociales faites à la demande des magistrats, certes
utiles mais pas toujours suffisantes pour avoir une correcte
appréciation de la situation. Je dis cela de manière très sommaire
parce que je reconnais qu'il y a beaucoup d'aspects à maîtriser.

Je plaide personnellement pour l'unité: le tribunal de première
instance, une chambre spécialisée avec des magistrats délégués.

J'allais faire une mauvaise comparaison, vraiment mauvaise dans
l'absolu, sauf qu'en termes de gestion du contentieux, elle présente
quand même une réussite: quand on établit le contentieux de la faillite
­ sans déduction osée, je vous prie -, les magistrats délégués qui
suivent l'affaire ont une maîtrise parfaite de la procédure, une vue
d'ensemble. Toute raison gardée, toute comparaison n'étant pas
nécessairement utile, il convient d'aller vers un contentieux aussi
souplement et efficacement mené que celui-là.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
huiszoekingen bij Fourniret in 1996" (nr. 3365)
06 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
perquisitions chez M. Fourniret en 1996" (n° 3365)
06.01 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, à cette
question, je pourrais évidemment répondre, mais on entre fort dans
un dossier. Vous comprenez?
06.01 Minister Laurette Onkelinx:
Ik kan op die vraag antwoorden,
maar dan praten we over een
concreet dossier!
De voorzitter: Mevrouw de minister, ik begrijp wat u zegt. Ik neem
aan dat u in uw antwoord zelf een evenwicht zal vinden tussen wat u
kan zeggen en wat u niet kan zeggen.

Ik denk dat de heer Laeremans zich wel bewust is dat er geen
gedetailleerde informatie over het strafonderzoek als dusdanig kan
worden gegeven. In de mate dat zijn vraag over een meer algemene
context handelt, kan hij zijn vraag stellen en kan de minister proberen
de vraag te beantwoorden. De vraag is ontvankelijk verklaard door de
voorzitter van de Kamer. Ik kan mij daarbij aansluiten.
Le président: Je pars du principe
que la réponse de la ministre
constitue un équilibre entre ce
qu'elle peut et ne peut pas dire.
Nous n'attendons pas des
informations détaillées relatives à
une instruction pénale en cours,
mais la question a été déclarée
recevable.
06.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik verwoord in mijn vraag hetgeen ik in de pers
heb vernomen. Het zou pijnlijk zijn mocht de pers wel bepaalde
problemen aan de orde stellen maar dat het Parlement daarop niet
verder mag ingaan.

Zodra de zaak-Fourniret aan het licht kwam is uit de verschillende
verklaringen van Justitie gebleken dat Justitie van niets wist en dat de
man volgens de verklaringen van Justitie een onbesproken leven
leidde en geen strafblad had. Dit wordt op een vrij pijnlijke manier
tegengesproken door de kranten van 4, 5 en 6 juli waaruit blijkt dat
reeds op 25 april 1996 huiszoekingen werden verricht bij de
seriemoordenaar op vraag van de Franse Justitie.
06.02 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Si les journaux peuvent
poser des questions sur l'évolution
du dossier, pourquoi le Parlement
ne pourrait-il en faire autant? Des
perquisitions ont été effectuées au
domicile de M. Fourniret à la
demande de la justice française
dès 1996. Comment la justice
belge peut-elle dès lors prétendre
qu'elle ignorait tout du passé
judiciaire de l'intéressé? C'est peu
crédible. Si, par contre, la Justice
était bel et bien au courant mais
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
De huiszoekingen hielden verband met illegale wapenhandel en
wapenroof die aan het licht was gekomen nadat Fourniret met die
wapens had geslingerd. Een en ander is gebeurd in opdracht van of in
bijzijn van een Franse rogatoire commissie. Het gaat niet om een
klein onderzoek maar om iets ernstigs.

Tot voor dit bericht gepubliceerd werd, had Justitie verklaard niets af
te weten van het gerechtelijk verleden. Nadat gebleken is dat er
huiszoekingen werden verricht, blijkt dit echter vrij ongeloofwaardig. Ik
kan me niet voorstellen dat huiszoekingen plaatsvinden zonder dat
men kennis heeft van het strafregister van betrokkene. Dat moet deel
uitmaken van het dossier.

Mevrouw de minister, Justitie heeft in elk geval niet kunnen
voorkomen dat er nadien nog lustmoorden werden gepleegd door
Fourniret. Indien de Belgische justitie wel degelijk van het
strafrechterlijk verleden van Fourniret op de hoogte was en die
informatie niet heeft aangewend of onder de mat heeft geveegd of
verdoezeld, draagt Justitie een zeer grote verantwoordelijkheid, zeker
omdat een van de slachtoffers Mananya Thumpong, een meisje van
13 jaar vlak bij een van de woningen van Fourniret in Frankrijk werd
ontvoerd en uiteindelijk werd teruggevonden vlakbij een van de
woningen in België. Heel schrijnend!

Ik hoop dat uw diensten u intussen terdege hebben kunnen inlichten.

Wat was het precieze voorwerp van de huiszoekingen in 1996? Wat
werd er gevonden? Welke gevolgen had deze interventie? Waarom
werd Fourniret toen niet berecht? Indien u op deze laatste vraag
omwille van het onderzoek niet op kan antwoorden, begrijp ik dat.

Werd de handel en wandel van Fourniret sindsdien beter in het oog
gehouden? Waren er voordien of nadien nog gerechtelijke acties of
was dit de enige? Dit zijn vragen waarop, mijns inziens, zeker
geantwoord kan worden.

Wat werd er door het Franse gerecht meegedeeld? Is het in dergelijke
internationale dossiers niet gebruikelijk dat het onderzoekende
gerecht in kennis wordt gesteld van het strafregister uit het land waar
de opdracht wordt gegeven? Waarom werd het strafregister ­ als dat
niet het geval was ­ toch niet opgevraagd? Dit lijkt mij toch wel
elementair.

Ten vierde, wanneer precies namen politie en gerecht voor het eerst
kennis van de veroordelingen voor seksuele misdrijven? Was dat pas
in de jongste weken of maanden, of was dit sinds de arrestatie van
vorig jaar? Welke gevolgen werden aan deze kennisname verleend?

Ten vijfde, is het gebruikelijk of verplicht dat gegevens over
buitenlandse veroordelingen meteen na kennisname worden
toegevoegd aan het strafregister van de betrokkene? Is dit dan
gebeurd? Wanneer is dat gebeurd, of is dit juist niet gebeurd? Is dit
een foutieve handeling? Wie is verantwoordelijk voor deze
nalatigheid?

Ten zesde, bestaan er banden tussen Fourniret en bepaalde
onderzoeken in het dossier-Dutroux? Werd Fourniret voor zijn
aanhouding vorig jaar ooit in verband gebracht met seksuele
qu'elle n'a rien entrepris pour
éviter d'autres assassinats, alors
sa responsabilité n'en est que plus
lourde.

La ministre peut-elle nous fournir
des explications sur les
perquisitions menées en 1996?
L'intéressé ne fut-il pas jugé à
l'époque? A-t-il fait l'objet d'une
surveillance particulière depuis?
La justice française n'a-t-elle pas
transmis un casier judiciaire aux
enquêteurs belges? A quel
moment nos services policiers et
judiciaires ont-ils eu connaissance
des condamnations pour délits
sexuels? Des condamnations
subies à l'étranger sont-elles
jointes aux casiers judiciaires? Et,
enfin : existe-t-il des liens entre
l'affaire Fourniret et certaines
enquêtes dans le dossier Dutroux?
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
misdrijven? Het is toch merkwaardig dat een bepaalde BOB'er,
Gérard Vanesse, zowel in het dossier van de huiszoeking bij Fourniret
was betrokken als nadien in het dossier-Dutroux. Is dat puur toeval, of
is daar toch ergens een link? Kunt u daarover meer uitleg geven?

Ik meen dat al deze vragen tamelijk los staan van de feiten die nadien
zijn ontdekt en dat daarop toch zeker in ruime mate zal kunnen
worden geantwoord.
06.03 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst
herinneren aan het algemeen principe van het geheim van het
onderzoek, in het bijzonder voor de lopende onderzoeken. Het is mij
in deze context dus niet mogelijk om deel te nemen aan het schenden
van het geheim van het onderzoek. Ik zal de gestelde vragen dus
beantwoorden met respect voor de hiervoor aangehaalde principes.

Ten eerste, de gerechtelijke autoriteiten bevestigen mij dat een
rogatoire commissie in opdracht van een Franse onderzoeksrechter
van Charleville-Mézières van 23 april 1996 werd uitgestuurd op
24 april 1996 ter uitvoering van een beslissing van de raadkamer van
Dinant. Er werd een huiszoekingsbevel geleverd met betrekking tot
een wapendiefstal in Frankrijk. Het resultaat van deze huiszoeking
was negatief.

Ten tweede, de heer Fourniret was destijds onbekend bij de
Belgische politiediensten. Aangezien het resultaat van de huiszoeking
negatief was, werd vanwege de gerechtelijke autoriteiten geen gevolg
aan deze zaak gegeven.

Ten derde, in de door hem gedane mededeling heeft de Franse
onderzoeksrechter, voor zover mij bekend, geen enkel element
aangehaald dat een onderzoek ten laste van de heer Fourniret
rechtvaardigde.

Ten vierde, de elementen met betrekking tot de zedenfeiten ten
overstaan van de heer Fourniret werden na zijn arrestatie in 2003
door het Franse gerecht meegedeeld aan het Belgische gerecht. Er
werd een maximaal en volledig gevolg gegeven aan deze informatie,
aangezien het heeft geleid tot het heropenen van verschillende
dossiers, waarvan sommige thans opgelost zijn.

Ten vijfde, wat het strafblad betreft, ik heb reeds herhaalde malen
gepreciseerd dat de lacunes die werden vastgesteld bij het onderzoek
naar Fourniret kunnen worden opgelost door het aanvaarden van een
Europees strafregister. Tot nu toe kan men de Belgische autoriteiten
geen nalatigheid verwijten.

Ten zesde, het behoort mij niet toe mij te mengen in gerechtszaken.
Ik heb niettemin de gerechtelijke autoriteiten over uw laatste vraag
geïnterpelleerd. Men deelt mij mee dat er geen enkel verband bestaat
tussen de twee zaken.
06.03
Laurette Onkelinx,
ministre: Je ne puis violer le secret
de l'instruction, à plus forte raison
dans une affaire en cours. Je vais
m'efforcer de répondre aux
questions en tenant compte de
cette restriction.

Le 24 avril 1996, une perquisition
a bien été menée chez Michel
Fourniret à la demande d'un juge
d'instruction français. Il s'agissait
d'armes volées en France. Cette
perquisition n'a donné aucun
résultat.

Michel Fourniret n'était pas connu
des services de police belges et, à
l'époque, les services français
n'ont communiqué aucune
information sur les crimes dont il
s'était précédemment rendu
coupable en France.

Ce n'est que lors de son
arrestation, en 2003, que la justice
française a informé son pendant
belge des faits de moeurs commis
par M. Fourniret sur le territoire
français et qui ont donné lieu à
trois condamnations. La justice
belge a aussitôt exploité ces
informations et rouvert certains
dossiers.

Un casier judiciaire européen
permettrait de résoudre de tels
problèmes à l'avenir. Dans les
circonstances actuelles, aucune
négligence ne peut être reprochée
aux autorités belges.

La justice a indiqué qu'il n'existe
aucun lien entre l'affaire Dutroux
et l'affaire Fourniret.
06.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Als wij dit allemaal
horen, dan blijkt het een enorme, schrijnende samenloop van
06.04 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Un incroyable concours de
circonstances a permis à Fourniret
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
toevalligheden te zijn waardoor ­ voor één keer heeft de krant De
Morgen het goed uitgedrukt ­ de heer Fourniret als het ware door het
oog van de naald is kunnen kruipen. Als al die informatie was
samengekomen bij dezelfde onderzoeksteams, dan had men
natuurlijk al veel verder kunnen staan en dan had men al vanaf 1996
nieuwe zaken en moorden die nadien zijn gepleegd, kunnen
voorkomen. Dat is jammer genoeg niet gebeurd.

Mevrouw de minister, ik hoop dat de informatie die u voorlopig niet
mag geven, maar die u wel bekend is en omwille van het onderzoek
geheim moet blijven, op termijn wel ter beschikking kunt stellen van
het Parlement. Ik blijf onvoldaan. U zegt dat bepaalde informatie
voorlopig niet naar buiten mag worden gebracht. Ik hoop dat die
informatie uiteindelijk, als het onderzoek is afgerond, zo snel mogelijk
aan het Parlement en de publieke opinie kan worden meegedeeld.
de passer par les mailles du filet.
Si toutes les informations avaient
été centralisées, les meurtres
commis après 1996 auraient pu
être évités. Espérons que la
ministre pourra un jour informer
complètement le Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Wij komen thans bij de agendapunten 7 en 8, met name vraag nr. 3403 van de heer de
Donnea en vraag nr. 3414 van mevrouw Galant.

Zij hebben gevraagd hun vraag uit te stellen maar ik meen dat dit, een week voor het parlementair reces,
geen zin heeft. Ik laat deze vragen dan ook omzetten in schriftelijke vragen.
07 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
hervorming van het jeugdsanctierecht" (nr. 3423)
07 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
réforme du droit pénal de la jeunesse" (n° 3423)
07.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de titel van de vraag is fout. Ik wens u te ondervragen over
de hervorming van het jeugdrecht, niet van het jeugdsanctierecht.
Mijn partij had gewild dat we tot een hervorming van het
jeugdsanctierecht waren gekomen. Dat is niet het geval.

Mevrouw de minister, op 11 februari 2004 hebt u een nota
rondgedeeld over uw plannen met betrekking tot de hervorming van
het jeugdrecht. Op 12 februari heeft de heer Bourgeois u hierover
ondervraagd. U hebt geantwoord dat alle opmerkingen voor 15 maart
moesten worden meegedeeld waarna overleg zou plaatsvinden.
Nadien hebt u dit antwoord in de plenaire vergadering gespecificeerd.
Op 29 maart hebt u op een vraag van de heer Verherstraeten
geantwoord, ik citeer de Franse tekst: «J'ai déposé au Conseil des
ministres un avant-projet de loi qui tient compte d'une série de
remarques.... »

Daarna volgde de Ministerraad van 30 en 31 maart waarop deze
problematiek eveneens ter sprake is gekomen. Wij hebben begrepen
dat het ging over overleg met de actoren op het terrein en met de
Gemeenschappen.

Mevrouw de minister, we zijn midden juli, het gerechtelijk jaar is
afgelopen. In het kader daarvan vind ik het aangewezen een aantal
vragen te stellen over deze problematiek.

Ten eerste, wat heeft het overleg met de actoren op het terrein
opgeleverd?
07.01 Claude Marinower (VLD):
Au début de cette année, la
ministre a présenté au Conseil des
ministres une note sur la réforme
de la protection de la jeunesse.
Les observations devaient être
formulées avant le 15 mars et la
ministre devait rédiger ensuite un
projet de loi destiné à servir de
base à la concertation avec les
Communautés.

Quel a été le résultat des
concertations avec les intéressés
et avec les Communautés? Quand
des progrès seront-ils
perceptibles concrètement?

Qu'adviendra-t-il des adolescents
qui sont arrêtés aujourd'hui et
pour qui il n'existe pas de
sanctions appropriées?
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17

Ten tweede, heeft het overleg met de Gemeenschappen reeds
plaatsgevonden? Is het nog aan de gang?

Ten derde, wat is het resultaat van het overleg indien dit reeds is
afgelopen?

Ten vierde, wat is de planning voor de toekomst? Wanneer kan op dit
vlak vooruitgang worden geboekt?

Mevrouw de minister, deze vragen worden, mijns inziens, des te
prangender na een aantal incidenten. U weet dat een ander probleem
mij bijzonder na aan het hart ligt en waarover ik de voorbije week
herhaaldelijk geïnterpelleerd heb. Sindsdien heb ik me reeds
meermaals de vraag gesteld wat er zou gebeuren indien jeugdigen
opgepakt zouden worden. U weet dat naar aanleiding van de
antisemitische incidenten drie jongeren opgepakt werden van 8, 11 en
16 jaar. Voor de 8- en 11-jarige heeft het zich beperkt tot
verontschuldigingen aanbieden en een mogelijke schadevergoeding
betalen. Zij hadden een jongetje van 13 in mekaar getimmerd omwille
van zijn afkomst. Dit incident heeft bij mij een aantal vragen doen
rijzen. Dit is slechts een voorbeeld uit de tientallen die dagelijks
gebeuren. Als ik het me goed herinner bevatte uw kadernota terzake
reeds bemerkingen. Sommigen zeggen dat u tegelijkertijd warm en
koud blaast en dat u geen jeugdsanctierecht invoert maar toch een
aantal forse maatregelen aankondigt.

Daarom is het aangewezen dat een aantal vragen gesteld worden. Ik
weet mijnheer Laeremans, dat de door de minister aangekondigde
maatregelen voor u niet fors genoeg zijn. Die ambitie heeft niemand in
dit Parlement, behalve uw partij.

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot dit
project?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Marinower, ik begin met uw eerste vraag. Ik heb op de kadernota 27
reacties ontvangen vanwege organisaties, universiteiten, de twee
Ordes van Balies en de openbare diensten. Mijn medewerkers zijn
ingegaan op elke vraag tot een nader gesprek over de kadernota en
mogelijke pistes voor de hervorming van het jeugdrecht.

Ik heb op diverse punten rekening gehouden met de reacties. Zo heb
ik onder meer een duidelijke procedure voor de bemiddeling en het
herstelgericht groepsoverleg uitgewerkt, heb ik de positie van het
slachtoffer versterkt in het voorontwerp van wet en heb ik duidelijke
plaatsingscriteria uitgewerkt. Dit is slechts een "exemplatieve"
opsomming. Ik heb het hele voorontwerp volledig laten herevalueren
op grond van de ontvangen reacties.

Een officieel overleg met de Gemeenschappen heeft plaatsgevonden
op 30 april 2004, na vier voorbereidende vergaderingen door de
raadgevers van de betrokken ministers. Het Overlegcomité heeft het
punt behandeld op 18 mei 2004. Ik heb de opmerkingen van de
betrokken ministers genoteerd en er zoveel mogelijk rekening mee
gehouden bij de afwerking van mijn voorontwerp van wet.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Nous avons tenu compte
de 27 observations formulées à
propos de la réforme du droit
pénal de la jeunesse. L'avant-
projet de loi prévoit entre autres
une procédure de médiation, une
concertation de groupe axée sur la
réparation et des critères de
placement précis. La position de la
victime a encore été renforcée.
J'ai demandé la réévaluation de
l'avant-projet. Le Comité de
concertation a examiné celui-ci le
18 mai 2004 et nous avons
également tenu compte de ses
remarques au moment de la
finalisation du texte.
Après que ce projet de loi eut été modifié après concertation avec les Het wetsontwerp werd na het
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
ministres communautaires, il a été présenté une nouvelle fois au
Conseil des ministres. Il se trouve à présent soumis au Conseil
supérieur de la Justice et au Conseil d'Etat.

J'espère qu'à la rentrée judiciaire, je pourrai déposer l'avant-projet
pour discussion au parlement.
overleg gewijzigd en vervolgens
opnieuw goedgekeurd door de
ministerraad. De tekst ligt
momenteel voor advies bij de
Hoge Raad voor de Magistratuur
en bij de Raad van State. Ik hoop
dat ik het ontwerp bij het begin van
het gerechtelijke jaar aan het
Parlement zal kunnen voorleggen.
07.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, samen met de collega's kijk ik uit naar de bespreking die wij
daaraan zo snel mogelijk na het reces zullen kunnen wijden.
07.03 Claude Marinower (VLD):
J'espère que nous pourrons
examiner cette question le plus
vite possible après les vacances
parlementaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
uitblijven van een wetsontwerp inzake de uitbreiding van het kader van de hoven van beroep van
Brussel en Antwerpen en van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde" (nr. 3424)
08 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'absence de projet de loi relatif à l'élargissement du cadre des cours d'appel de Bruxelles et d'Anvers
et du tribunal de première instance de Termonde" (n° 3424)
08.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, u weet dat
onze fractie in deze commissie toevallig drie vertegenwoordigers heeft
uit het betrokken gerechtelijke arrondissement. Vandaar onze niet
aflatende belangstelling voor de vooruitgang inzake de bestrijding van
de gerechtelijke achterstand en inzake uw stellingneming terzake of
maatregelen die genomen zouden worden in samenwerking met de
gerechtelijke autoriteiten. Ik weet dat u daarover al een aantal keren
ondervraagd bent en ik zal niet terugkomen op de besprekingen die
plaatsgevonden hebben voor 15 maart ­ datum waarop het protocol
met Antwerpen gesloten werd ­ maar vrij recent bent u daar nog eens
over ondervraagd, onder meer op 9 juni in de plenaire vergadering.

Ik moet zeggen, ik zit verveeld met de situatie vandaag, want ik stel
vast dat ik toen diegene ben geweest die, in antwoord op de vraag
van de heer Van Parys inzake de amendementen die collega
Verherstraeten had ingediend, gezegd heb: de minister heeft
geantwoord dat het Antwerpen-protocol werd getekend op 15 maart
en dat het Dendermonde-protocol in de maak is, dat zij het op 11 juni
of 22 juni zou voorleggen aan de Ministerraad en dat wij ­ op dat
ogenblik heel terecht, meen ik ­ ons zouden houden aan de
afspraken die terzake werden gemaakt en aan het engagement van
uzelf dat wij nog ­ dat was toch overeengekomen, meen ik ­ voor het
reces een en ander zouden kunnen behandelen.

Nu, ik heb mijn vraag ingediend naar aanleiding van het agenderen
van die zaak vorige week, omdat het toen niet behandeld kon worden.
Het reces nadert nu niet meer met rasse schreden, maar het begint
op het eind van deze week. Dat betekent dat wij naar oktober
verhuizen met dat voorstel. Mijn vragen terzake, mevrouw de minister,
zijn dan ook de volgende.

Gelet op het feit dat de uitvoering van die protocollen er lijkt te zullen
08.01 Claude Marinower (VLD):
A l'issue de négociations, la
ministre et les autorités judiciaires
de Bruxelles, d'Anvers et de
Termonde ont conclu des accords
de coopération. Le projet de loi
visant à réaliser les extensions de
cadre programmées a été
approuvé par le conseil des
ministres du 25 juin 2004 mais il
ne pourra sans doute être
examiné par la commission de la
Justice qu'en octobre. Ces
accords devront être exécutés
avant le début de l'année judiciaire
2005-2006. Un certain
retard risque-t-il de s'accumuler?
Dans l'affirmative, pour quelle
raison?
CRIV 51
COM 326
12/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
aankomen voor het gerechtelijk jaar 2005-2006, dreigt er geen
vertraging? Ten vroegste lijkt het mij dat wij eind oktober van dit jaar
een en ander zullen kunnen behandelen. Ten eerste, gelet op het feit
dat wij het pas eind oktober of begin november zullen kunnen
behandelen ­ en dan moet het nog naar de Senaat, enzovoort ­, zal
de deadline gehaald worden? Ten tweede, wat is de reden voor die
vertraging? Ik herinner u er maar aan dat, hoewel het gelukkig nog
goed is afgelopen, zich naar aanleiding van de vervanging van de
voorzitter van de rechtbank van koophandel van Antwerpen ­ u
herinnert zich dat wel ­ een ander probleem heeft voorgedaan. Toen
was er geen advies gevraagd en moest de hele procedure opnieuw
gevoerd worden.

Ik herhaal mijn twee concrete vragen. Ten eerste, zal de deadline van
het gerechtelijk jaar 2005-2006 gehaald worden? Wij weten allemaal
hoezeer dat van belang is. En ten tweede, wat is de reden van de
vertraging?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, quand je
prends un engagement, je m'y tiens! Si la Chambre n'arrêtait pas ses
travaux le 15 juillet, le texte aurait pu être voté sans problème! Que ce
soit clair, je ne savais pas que l'on s'arrêterait le 15 juillet!

Qu'en est-il exactement? Vous savez que pour déposer le projet de loi
en Conseil des ministres ­ je m'y étais engagée ­, il fallait qu'il y ait
une décision en même temps pour Bruxelles, Anvers et
Dendermonde, sans oublier le parquet fédéral. L'augmentation du
cadre du parquet fédéral avait été convenue les 30 et 31 mars,
notamment pour lutter contre les bandes criminelles itinérantes. Le
projet est passé en Conseil des ministres le 25 juin. Pour l'instant, le
dossier est au Conseil d'Etat dans le cadre d'une demande d'avis
dans les cinq jours. Je l'ai transmis dès que j'ai été en possession de
toutes les pièces, à savoir la notification, l'accord du budget, etc. Je le
recevrai en retour cette semaine.

Cela pose-t-il un problème que ce projet soit voté maintenant ou en
septembre? Aucun! Pourquoi? Tout simplement parce que les
premiers magistrats complémentaires doivent pouvoir entamer leur
fonction en date du 1
er
septembre 2005. Compte tenu du délai normal
pour la nomination d'un conseiller, les postes vacants devraient
pouvoir être publiés vers le 1
er
décembre 2004 au Moniteur belge. Le
délai semble donc parfaitement réalisable: on dispose de trois mois à
dater de septembre pour voter, avant la publication. Dès que j'aurai
reçu l'avis du Conseil d'Etat ­ je ne dois plus repasser en Conseil des
ministres - le dossier sera déposé à la Chambre.
08.02 Minister Laurette Onkelinx:
Indien de Kamer een week langer
had vergaderd hadden we nog
voor de vakantie over het ontwerp
kunnen stemmen.

Het ontwerp dat op 25 juni door de
Ministerraad werd goedgekeurd
bevindt zich momenteel bij de
Raad van State die op mijn
verzoek zijn advies binnen de vijf
dagen zal verstrekken. Ik zal het
bijgevolg nog deze week
ontvangen.

Als het ontwerp op 5 september
eerstkomend wordt aangenomen
is er echter geen probleem. De
eerste lichting toegevoegde
rechters moet pas op 1 september
2005 in dienst treden. De lijst van
de openstaande betrekkingen
moet op 1 december 2004 in het
Belgisch Staatsblad verschijnen.
We kunnen die termijn
gemakkelijk halen.
08.03 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, ik heb nog
één opmerking. U zei dat wij dat zouden behandelen op 5 september.
Ik wil wel, maar met wie gaat u dat doen op 5 september?
08.03 Claude Marinower (VLD):
Avec qui la ministre compte-t-elle
examiner le projet le 5 septembre?
Le Sénat n'a pas approuvé
l'anticipation de la rentrée
parlementaire.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre: On avance quand même la
rentrée? Non?
08.05 Claude Marinower (VLD): Le Sénat ne semble pas être
d'accord.
12/07/2004
CRIV 51
COM 326
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik wil hier even het woord
nemen. Er is een wijziging van de Grondwet goedgekeurd in de
Kamer om vanaf de volgende keer de tweede dinsdag van september
te beginnen in plaats van de tweede dinsdag van oktober. De Kamer
heeft dat in al zijn enthousiasme goedgekeurd. De Senaat heeft het
met evenveel enthousiasme niet al te snel behandeld.

Ik heb begrepen dat nog steeds de politieke wil bestaat om dat te
realiseren, maar dat het in de Senaat alleszins nog niet goedgekeurd
is. Daardoor kan officieel nog niet in september worden begonnen. Ik
heb ook begrepen dat er in de Conferentie van voorzitters een aantal
afspraken gemaakt zijn over het wat sneller beginnen in vergelijking
met voorgaande jaren. Ik zal mij verder informeren over hoe dat
praktisch in elkaar zal zitten.

Woensdag zal ik dat punt onder regeling van de werkzaamheden
even onder de aandacht van de leden van de commissie brengen.
Le président: Le Sénat est en
effet moins enthousiaste que la
Chambre à cet égard. Des
accords ont toutefois été conclus
au sein de la Conférence des
présidents en vue d'une reprise
anticipée des activités.
08.06 Laurette Onkelinx, ministre: Si c'est le 15 octobre et si c'est le
premier point de l'agenda de la commission, il n'y aura aucun
problème pour le terminer. On peut même demander la procédure
d'urgence quand on déposera le projet, ce qui permettra d'évacuer
différents délais. La publication doit intervenir le 1
er
décembre: voilà
qui nous laisse quand même du temps.
08.06 Minister Laurette Onkelinx:
Er zal trouwens evenmin een
probleem zijn als het ontwerp op
15 oktober wordt goedgekeurd.
We kunnen ook de urgentie
vragen.
08.07 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, als er één
punt is waarover in de commissie voor de Justitie absolute unanimiteit
bestaat, dan is het dat daarvoor de urgentie zou worden gevraagd
wanneer het werd ingediend.

Hadden we nog een week langer gehad, dan was dit nog gebeurd.
Het zal dus, na het reces, tot de allereerste activiteiten van deze
commissie behoren.
08.07 Claude Marinower (VLD):
Je note que ce point sera examiné
en priorité après les vacances.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.09 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.09 heures.