CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 325
CRIV 51 COM 325
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mercredi
woensdag
07-07-2004
07-07-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Guido De Padt à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"la pollution occasionnée par les poids lourds"
(n° 3184)
1
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de vervuiling door
vrachtwagens" (nr. 3184)
1
Orateurs: Guido De Padt, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Guido De Padt, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "les retraits de permis de conduire dont la
durée excède celle mentionnée dans le jugement
à la suite de problèmes liés au test psychologique
posé comme condition à la restitution du permis"
(n° 3222)
3
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"rijverboden die de termijn, vermeld in het vonnis,
overschrijden ten gevolge van problemen met de
psychologische test die als voorwaarde geldt om
het rijverbod op te heffen" (nr. 3222)
3
Orateurs: Servais Verherstraeten, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Servais Verherstraeten, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "le permis de conduire pour la conduite d'un
mobilhome" (n° 3387)
7
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het rijbewijs voor het besturen van een
mobilhome" (nr. 3387)
7
Orateurs: Servais Verherstraeten, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Servais Verherstraeten, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale sur "l'avenir de DHL"
(n° 3295)
9
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de toekomst
van DHL" (nr. 3295)
9
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "les discussions avec
DHL et la BIAC" (n° 3381)
9
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
besprekingen met DHL en BIAC" (nr. 3381)
9
Orateurs: Simonne Creyf, Bart Laeremans,
Bert Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Simonne Creyf, Bart Laeremans,
Bert Anciaux, minister van Mobiliteit en
Sociale Economie
Questions jointes de
16
Samengevoegde vragen van
15
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "le financement des frais
de personnel par des moyens provenant du fonds
des amendes routières" (n° 3298)
16
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
financiering van personeelskosten met middelen
uit het verkeersboetefonds" (nr. 3298)
15
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "les montants publiés au
Moniteur belge concernant la part du fonds des
amendes routières revenant à chaque zone de
police" (n° 3299)
16
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de bedragen
die in het Belgisch Staatsblad zijn verschenen
omtrent het aandeel van elke politiezone in het
verkeersboetefonds" (nr. 3299)
15
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "le fonds des amendes
routières" (n° 3350)
16
- de heer Jan Mortelmans aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het
verkeersboetefonds" (nr. 3350)
15
Orateurs: Jos Ansoms, Jan Mortelmans,
Bert Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Jos Ansoms, Jan Mortelmans,
Bert Anciaux, minister van Mobiliteit en
Sociale Economie
Question de M. Cemal Cavdarli au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
reconnaissance de permis de conduire étrangers"
(n° 3311)
26
Vraag van de heer Cemal Cavdarli aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de erkenning van buitenlandse rijbewijzen"
(nr. 3311)
26
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Cemal Cavdarli, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Cemal Cavdarli, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'obligation de porter une veste fluorescente
en cas de panne de voiture" (n° 3356)
28
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "de verplichting om een fluovest aan te
trekken in geval van autopech" (nr. 3356)
28
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Questions jointes de
29
Samengevoegde vragen van
29
- Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale sur "les modifications à
apporter aux limitations de vitesse" (n° 3368)
29
- mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
aanpassing van de snelheidsbeperkingen"
(nr. 3368)
29
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "la confusion en matière
de règles de circulation" (n° 3375)
29
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
verwarring omtrent de verkeersregels" (nr. 3375)
29
Orateurs: Annick Saudoyer, Jos Ansoms,
Bert Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Annick Saudoyer, Jos Ansoms,
Bert Anciaux, minister van Mobiliteit en
Sociale Economie
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
problèmes de stationnement que rencontrent les
médecins et le personnel infirmier" (n° 3372)
33
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de parkeerproblemen voor artsen en verplegend
personeel" (nr. 3372)
33
Orateurs: Simonne Creyf, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale, Jos Ansoms
Sprekers: Simonne Creyf, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie,
Jos Ansoms
Questions jointes de
36
Samengevoegde vragen van
36
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "l'uniformité des kits main-
libre pour les appareils gsm dans les voitures"
(n° 3374)
36
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
uniformiteit van de handsfree-kits voor gsm-
toestellen in de auto" (nr. 3374)
36
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "la puissance excessive
des installations sonores à bord de certains
véhicules" (n° 3376)
36
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de boom-
boomcars" (nr. 3376)
36
Orateurs: Jos Ansoms, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Jos Ansoms, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MERCREDI
7
JUILLET
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
7
JULI
2004
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.21 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
De vergadering wordt geopend om 14.21 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
01 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de vervuiling door vrachtwagens" (nr. 3184)
01 Question de M. Guido De Padt à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur "la pollution occasionnée par les poids lourds"
(n° 3184)
01.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uit een onderzoek door het Nederlands wetenschappelijk
onderzoeksbureau TNO blijkt dat vrachtwagens 30% meer
vervuilende stoffen uitstoten dan tot nu toe werd aangenomen. Dit
zal uiteraard een effect hebben op het behalen van de Kyoto-
normen. Ook voor het halen van de milieunormen opgelegd door de
Europese Commissie houdt dit gevolgen in. Men vermoedt dat de
cijfers voor Nederland eveneens van toepassing zijn voor alle
lidstaten.
Uit het onderzoek van TNO blijkt dat Nederland 19 kiloton boven het
plafond voor stikstofoxide uitkomt. Ik heb het opgezocht, maar
Belgische cijfers geven niet meteen duidelijkheid. Ik denk echter dat
er evenmin rekening mee gehouden is bij het bepalen van onze
eigen normen. Door deze nieuwe ontdekking komen wij waarschijnlijk
ook boven het opgelegde plafond van 176 kiloton stikstofoxide uit.
De mogelijkheid bestaat dat de lidstaten afgerekend worden op het
overschrijden van die normen.
Ik heb de volgende vragen. Ten eerste, kunt u mij meedelen of er in
België ook onderzoek naar dit fenomeen bestaat? Zult u hierover een
studie laten uitvoeren? Ten tweede, wat zult u doen wanneer blijkt
dat deze cijfers ook voor België zouden kloppen? Ten derde, zult u
bij de Europese Commissie erop aandringen rekening te houden met
de nieuwe bevindingen van het wetenschappelijk onderzoekbureau
TNO?
01.01 Guido De Padt (VLD): Il
ressort d'une étude néerlandaise
que les émissions polluantes
générées par les poids lourds sont
jusqu'à 30% supérieures à ce
qu'on pensait jusqu'à présent, ce
qui entraîne des conséquences au
regard du respect des normes du
protocole de Kyoto et de la
Commission européenne. Une
étude a-t-elle également été
menée en Belgique ou le ministre
compte-t-il en commander une?
Quelles initiatives prendra-t-il si
un constat analogue est établi en
Belgique? Insistera-t-il auprès de
la Commission européenne pour
qu'il soit tenu compte des
conclusions de l'étude
néerlandaise?
01.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
uw eerste vraag betreft, over de problematiek van de vervuilende
uitstoot door de vervoerssector worden de verschillende regeringen
reeds vele jaren geïnterpelleerd. Meer bepaald de CO
2
-uitstoot zal, in
tegenstelling tot andere types van uitstoot, de eerstvolgende 20 jaar
hoogstwaarschijnlijk verhogen in plaats van verlagen.
01.02 Bert Anciaux, ministre: Le
problème des émissions pollu-
antes générées par le secteur du
transport nous préoccupe depuis
longtemps. C'est plus particulière-
ment le cas des émissions de CO
2
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Een recente studie, uitstoten en energieverbruik van het wegverkeer
in België 1980-2020, uitgevoerd door het Institut für Energie- und
Umweltforschung, het IFEU, komt ongeveer tot dezelfde
vaststellingen.
In het kader van de bevoegdheden van de federale overheid
subsidieert het federale departement van wetenschappelijke politiek
de acties van meerjaarlijkse onderzoeken op nationaal en
internationaal niveau met het oog op het versterken van het Belgisch
wetenschappelijk en technisch potentieel. Verschillende studies
werden uitgevoerd in verband met de uitstoot door voertuigen en in
het kader van deze parlementaire vraag is het niet mogelijk deze hier
op te sommen. Ze kunnen wel geraadpleegd worden op de site
www.belsop.be.
Ten tweede, de acties betreffende de automobielvervuiling worden
sedert talrijke jaren essentieel in het communautair kader gevoerd
via de toepassing van de richtlijnen van de verschillende betrokken
federale overheidsdiensten. Ze hebben in het bijzonder betrekking op
de vermindering van de vervuilende uitstoot aan de bron door middel
van, ten eerste, de verbetering van de kwaliteit van de brandstoffen,
dus het loodgehalte van benzine en het solfergehalte van de gasolie
en, ten tweede, het opleggen van normen. Deze uitgestoten door de
zwaargewichten zijn sinds 1988 gereglementeerd. De opgelegde
grenswaarden worden regelmatig strenger gemaakt. Gemiddeld om
de drie jaar worden die verstrengd.
Ten derde, het gaat om de promotie van de modale transferts en het
goederenvervoer per spoor en per waterweg. In dat verband
verwijzen we naar de maatregelen die opgesomd zijn in het nationaal
plan voor duurzame mobiliteit.
Ten vierde, er is de versterking van de technische controle van de
vrachtwagens.
Ten vijfde gaat het om de deelname aan het opmaken van de
Europese directieven die de onderzoeken bevorderen om de
bestaande motoren te verfijnen of te vervangen door motoren die het
milieu beter respecteren en minder energie vragen.
Ten zesde is er het ondersteunen van de onderzoeken naar nieuwe
concepten van motorisering, alsook het gebruik van NOx-
katalysatoren en deeltjesfilters.
Zo kom ik tot het tweede onderdeel van de vraag. Ten eerste, er zijn
engagementen van de constructeurs met het oog op het verminderen
van het verbruik met 25% tussen 1995 en 2008-2009, zoals een
vermindering van de weerstand van de lucht bij het rijden en het
verbeteren van de doeltreffendheid van de bestanddelen van
elektrische voeding. Dat zou ongeveer een winst van 23% voor de
zwaargewichten veroorzaken. Dat in verband met de vermindering
van de vervuilde uitstoot aan de bron.
Ten tweede, het heeft ook in het bijzonder betrekking op het
uitwerken van een ecologische fiscaliteit die het gebruik van minder
vervuilende voertuigen bevordert, zoals bijvoorbeeld een verlaagde
belasting op de inverkeerstelling voor voertuigen die aan de Euro-
qui augmenteront encore au cours
des vingt prochaines années,
contrairement aux émissions
d'autres substances. Une étude
récente de "l'Institut für die
Energie- und Umweltforschung"
aboutit aux mêmes constations.
L'autorité fédérale subventionne
des études pluriannuelles aux
niveaux national et international
en vue de renforcer le potentiel
scientifique et technique de la
Belgique. Les études réalisées
peuvent être consultées sur le site
www.belspo.be.
Sur la base des directives des
SPF concernés, des actions sont
déployées dans le cadre
communautaire pour réduire la
pollution générée par les
véhicules. Ces actions visent à
diminuer les émissions polluantes
par l'amélioration de la qualité des
carburants, le durcissement des
normes, la promotion de moyens
de transport alternatifs, le renfor-
cement du contrôle technique des
camions, la stimulation de la
recherche et l'engagement pris
par les constructeurs de réduire la
consommation de 25% de 1995 à
2008. Par ailleurs, une fiscalité
écologique visant à promouvoir
l'utilisation de véhicules respec-
tueux de l'environnement est à
l'étude. Les émissions de CO
2
sont également limitées par le
développement, au sein de l'UE,
d'un système intégré de transport
et de logistique, assisté par la
télématique, une tarification
équitable reflétant les coûts réels
du transport routier et un contrôle
approprié de la réduction des
émissions.
Les SPF travaillent, en étroite
collaboration avec la Commission,
à la mise en oeuvre d'une
politique efficace en matière de
réduction des émissions générées
par le secteur du transport.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
normen beantwoorden of met een LPG-tank zijn uitgerust of het
invoeren van een belastingvermindering voor de verwerving van een
voertuig met een maximale uitstoot van 115 gram CO
2
per kilometer
en dergelijke meer.
Ten derde, naast de vermindering van vervuilde uitstoten aan de
bron en de ecologische fiscaliteit is er het uitwerken van een
geïntegreerd transport- en logistiek systeem, ondersteund door
telematica, binnen de Europese Unie. Volgens de Europese
Commissie zou dit de CO²-uitstoot met ongeveer 4% kunnen
verlagen.
Ten vierde, er is een efficiënte en billijke tarifering die de reële
maatschappelijke kosten weerspiegelt. Dat heeft dan te maken met
vervuiling, de schade aan de transportinfrastructuur, de
verkeerscongestie, de verkeersongevallen en dergelijke meer. Die
zouden eigenlijk mee moeten verrekend worden in de reële kost van
het transport.
Ten vijfde, er is het uitwerken van een systeem van opvolging en
bewaking van de emissiereductie dankzij de medewerking van de
Gewesten, van het federaal niveau en van het Europees
Milieuagentschap.
Zo kom ik tot het derde onderdeel van de vraag. De federale
overheidsdiensten werken nauw samen met de Commissie in het
kader van verscheidene werkgroepen en definiëren in een bredere
context de te voeren acties om een doeltreffend beleid inzake
transportgebonden emissiereductie door te voeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "rijverboden die de termijn, vermeld in het vonnis, overschrijden ten gevolge van problemen
met de psychologische test die als voorwaarde geldt om het rijverbod op te heffen" (nr. 3222)
02 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"les retraits de permis de conduire dont la durée excède celle mentionnée dans le jugement à la
suite de problèmes liés au test psychologique posé comme condition à la restitution du permis"
(n° 3222)
02.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister,
aangezien het twee verschillende vragen zijn die verschillende
problemen inhouden, heb ik geen bezwaar dat u afzonderlijk
antwoordt op elke vraag. Ik zal ze na elkaar stellen.
Met betrekking tot de eerste vraag over de problematiek van de
psychologische tests hebben we op 26 april al eens van gedachten
gewisseld hier in de commissie. Ik heb u toen gewezen op het
probleem dat de dienst die verantwoordelijk is om de tests af te
nemen, de VDAB, onvoldoende bemand en bevrouwd is om te
voldoen aan de toevloed aan vragen naar tests ingevolge vonnissen
van de politierechters door de nieuwe politiewet. Ze zullen dit niet
aankunnen. Hoewel de termijnen van de rijverboden verstreken
zullen zijn, zullen de meeste veroordeelde chauffeurs hun rijbewijs
nog niet kunnen gaan afhalen omdat ze zelfs nog geen test hebben
kunnen afleggen op dat moment. U was zich van het probleem
02.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le VDAB disposant de
trop peu de personnel pour faire
procéder aux tests en temps
voulu, il est fréquent que les
conducteurs ne puissent récupérer
leur permis de conduire à
l'expiration de l'interdiction de
conduire dont ils ont fait l'objet. Le
problème se situe au niveau
régional plutôt que fédéral.
M. Ansoms a déjà adressé une
mise en garde au ministre
précédent: le VDAB est investi
d'un nombre accru de missions
sans pouvoir y faire face, ce qui
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
bewust. U zei gewoon dat de Gewesten u beter hadden moeten
adviseren en dat er binnen de FOD Mobiliteit gekeken zou worden
naar de mate waarin het dossier sneller verzonden kon worden. Ik
denk echter dat het probleem niet op de FOD Mobiliteit ligt; het
probleem ligt bij diegenen die verantwoordelijk en bevoegd zijn voor
het uitvoeren van de tests. Op dit ogenblik zijn dat de regionale
overheden en specifiek voor Vlaanderen is dat de VDAB.
We zijn nu een paar maanden verder. Tijdens de bespreking in de
vorige legislatuur heeft collega Ansoms vooraf de toenmalige
minister verwittigd over deze materie. Collega Ansoms had gelijk.
Datgene waar we u destijds op gewezen hebben, waarvoor we u
verwittigd hebben, wordt nu realiteit. Er worden een pak meer
rijbewijzen ingetrokken, een pak meer psychologische tests opgelegd
en er zijn een pak meer opdrachten voor de VDAB die deze niet
aankan.
Dat heeft wachttijden tot gevolg. Paars is de uitvinder van de
wachtlijsten en blijkbaar ook op het vlak van de rijverboden. Naast de
wachtlijsten in de rusthuissector en de ziekenhuissector zijn er nu ook
de wachtlijsten in de rijbewijssector.
se traduit par des délais d'attente.
02.02 Minister Bert Anciaux: (...) Wij zullen de wachtlijsten
afschaffen.
02.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb
terzake volgende vragen.
Wat zijn de resultaten van het onderzoek dat u twee maanden
geleden hebt beloofd? Bestaat de mogelijkheid om de afhandeling
van de test te bespoedigen? Wat is uw perceptie over deze
toestanden? Voeden dergelijke toestanden niet de antipolitiek in
België? Als men één maand krijgt en het worden er drie, gaat de
democratie daarmee niet een beetje teloor? Vindt u niet dat het hoog
tijd wordt dat de federale overheid terzake concrete maatregelen
neemt in de plaats van met de vinger te wijzen naar de Gewesten en
de Gewesten op hun beurt naar de federale overheid? Welke
perspectieven kunt u de mensen geven die op dit ogenblik met deze
problematiek worden geconfronteerd, die dus de facto een langer
rijverbod hebben dan hen de iure is opgelegd? Zijn er geen
alternatieve maatregelen zoals in sommige van onze buurlanden het
geval is, bijvoorbeeld in de alcoholproblematiek. Welke concrete
maatregelen gaat u op korte termijn nemen om het probleem dat
vandaag aan de orde is te beantwoorden, mijnheer de minister?
02.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Quels sont les résultats
de l'étude promise? Permettront-
ils une organisation plus rapide
des tests? Quel sentiment ce type
de situation inspire-t-il au
ministre? Des mesures concrètes
ne sont-elles pas à prendre
d'urgence? Actuellement, les
autorités régionales et fédérales
continuent à se rejeter
mutuellement la responsabilité.
Quelle perspective le ministre
peut-il offrir aux conducteurs qui
subissent une interdiction de
conduire plus longue que celle qui
leur a été imposée? Quelles
mesures vont être prises à court
terme?
De voorzitter: Mijnheer de minister, gaat u de democratie redden of niet? U hebt het woord.
02.04 Minister Bert Anciaux: Ten eerste, ik wil erop wijzen dat dit
probleem voor mij wel degelijk belangrijk is. Dat werd trouwens reeds
onderstreept naar aanleiding van uw vraag van 26 april 2004.
Toen heb ik onder meer verduidelijkt dat behoudens het gebrek aan
een uniforme en elektronische gegevensuitwisseling tussen de
griffies en de parketten enerzijds en de dienst Rijbewijzen, sectie
verval, er geen vertraging is bij het meedelen van de dienstige
gegevens aan de vervallenverklaarden met het oog op het afleggen
van de voorgeschreven medische en psychologische herstelexamens
02.04 Bert Anciaux, ministre: A
mon estime, il s'agit effectivement
d'un problème important. J'ai déjà
précisé en date du 26 avril que le
problème ne se pose que pour
l'échange de données entre les
parquets et les greffes, d'une part,
et le service Permis de conduire
section Déchéance, d'autre part.
Les examens de réintégration
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
bij de daartoe gemachtigde instanties. In Vlaanderen is dat inderdaad
de VDAB, in Wallonië de FOREM en in Brussel de BGDA/Orbem.
Ik zal in de komende maanden zowel in het kader van het
verbeteringsproject nummer vijf als in bilateraal overleg met de FOD
Justitie onderzoeken of deze communicatie in de toekomst niet beter
en sneller via elektronische weg kan verlopen. Dit geldt ook voor de
dienst Rijbewijzen die bij opgelegde psychologische
herstelonderzoeken het profiel van de vervallenverklaarde dient op
te vragen uit het strafregister van de gemeente. Mijn FOD kan echter
niet sneller reageren dan op het moment dat ze de inlichtingen van
de griffies heeft ontvangen. Hierdoor kan er geen bespoediging van
de afhandeling van de tests gevonden worden.
Wel had ik meegedeeld dat mijn diensten moesten kijken of er
procedures binnen de VDAB gewijzigd kunnen worden voor een
snellere behandeling van deze zaken. Echter kan niet worden
ontkend dat de wijzigingen in de wegverkeerswet van 7 februari 2003
waaromtrent de gewesten voorafgaandelijk actief werden
geconsulteerd, nu hebben geleid tot een stijging van de gerechtelijke
uitspraken inzake het vervallen van het recht tot sturen, met
oplegging van herstelonderzoeken die veiligheidsmaatregelen zijn.
Aangezien de VDAB, de FOREM en de ORBEM-BGDA niet onder
mijn bevoegdheid vallen, heb ik reeds eind april 2004 naar
aanleiding, in alle eerlijkheid, van uw vraag aan de respectieve
ministers, de heren Renaat Landuyt, Philippe Courard en Eric
Tomas, een schrijven gericht om te zoeken naar constructieve
oplossingen. Naast maatregelen om de procedure en de
gegevensuitwisseling te bevorderen, gaat het immers fundamenteel
om de wenselijkheid om meer bijkomende psychologen aan te
werven of eventueel te werken met aangestelde contractuelen.
Daarbij dient echter rekening te worden gehouden met de
reglementaire context, met name met de bepalingen in artikel 73,
eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende
het rijbewijs. Ik citeer: "De medische en de psychologische
onderzoeken slaan respectievelijk op de normen en tests aangeduid
in bijlage 6 en gebeuren in de gewestelijke medico-psychologische
centra van de Office communautaire et régionale de la Formation
professionnelle et de l'Emploi, van de Vlaamse Dienst voor
Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleidingen en van de Brusselse
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling. De kosten van de
centra en de erelonen van de geneesheer en de psycholoog zijn ten
laste van de kandidaat." Mocht de inschakeling van een bijkomend
instituut voor die onderzoeken een deel van de praktische oplossing
kunnen vormen, dan is het in elk geval wettelijk niet mogelijk zonder
de voormelde bepaling in het koninklijk besluit wijzigen aan te
brengen.
Dus, ook dat voorstel kan geen oplossing op korte termijn bieden.
Ten slotte wens ik niet uit te sluiten dat alle onderzoeken inzake de
medische rijgeschiktheid in de toekomst worden gevolgd door een
gespecialiseerde dienst, mede gelet op het belang dat de Europese
geharmoniseerde regelgeving aan die materie hecht. Ik verwijs naar
de richtlijnen 1991/439/EG en 2000/56/EG en naar het ontwerp van
de derde richtlijn betreffende het rijbewijs dat op dit moment ter
ressortissent au VDAB en Flandre,
au FOREM en Wallonie et à
l'ORBEM-BGDA à Bruxelles.
J'examinerai dans les mois à
venir si la communication peut
être plus rapide et plus efficace
par la voie électronique. Je ferai
de même en ce qui concerne les
données du casier judiciaire que
le service Permis de conduire doit
demander aux communes.
Mon administration ne peut réagir
que si les greffes lui ont transmis
les données. Il n'est donc pas
possible d'accélérer l'organisation
des examens, mais mes services
vérifieront si ces examens ne
peuvent être traités plus
rapidement au sein du VDAB.
Les modifications de la loi sur la
circulation routière du 7 février
2003 ont donné lieu à une
augmentation du nombre
d'examens de réintégration. J'ai
adressé un courrier aux ministres
régionaux compétents en la
matière pour rechercher des
solutions constructives, telles que,
essentiellement, le recrutement de
davantage de psychologues ou le
recours à des contractuels. Il n'est
pas possible de faire appel à un
institut supplémentaire pour les
examens sans modifier l'article 73
de l'AR du 23 mars 1998.
Je n'exclus pas qu'à la lumière de
la nouvelle réglementation euro-
péenne, notamment, un nouveau
service spécialisé soit chargé du
suivi de tous les examens relatifs
à l'aptitude médicale à conduire.
La médiatisation de ce dossier
n'offre pas de solution aux
intéressés.
Le "Belgisch Instituut voor
Verkeerstherapie" (BIVT) invite
les conducteurs déchus du droit
de conduire à s'inscrire à une
large thérapie de rééducation à la
conduite.
Si les institutions actuelles ne
peuvent plus répondre aux
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
discussie ligt bij de Europese Ministerraad van Vervoer.
Inzake uw vraag of daardoor de antipolitiek zal toenemen, lijkt mij het
mediatiseren van die problematiek en het wijzen met een
beschuldigende vinger naar wie dan ook niet meteen een werkbaar
alternatief te bieden voor de betrokkenen. U zegt dat het Belgisch
Instituut voor Verkeerstherapie of BIVT daarbij van nut kan zijn. Ik
neem uw suggestie in overweging, maar voor zover ik kan opmaken
lanceert het BIVT veeleer een oproep tot de vervallenverklaarden om
zich alvorens het medisch onderzoek te ondergaan in casu in
Vlaanderen bij de VDAB in te schrijven in een brede
verkeerstherapie, teneinde hun individuele problemen alsook de
onderliggende verkeersproblemen aan bod te laten komen en te
leren onderkennen.
Ik ben de mening toegedaan dat, indien de geëigende instellingen
niet langer kunnen beantwoorden aan de maatschappelijke vragen
en noden, er ernstig zal moeten overwogen worden op korte termijn
alternatieve oplossingen uit te werken na overleg in de
interministeriële commissie voor de Verkeersveiligheid, zodat een
afdoend antwoord kan worden verstrekt voor het gerezen probleem.
Tot daar, collega Verherstraeten, mijn antwoord op uw overigens
opnieuw terechte vraag.
besoins, nous devons envisager à
court terme des solutions de
rechange.
02.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Het voorspelt echter weinig goeds op korte
termijn.
Eerst en vooral, mensen krijgen terecht een veroordeling, maar
moeten dan het tweedubbele of driedubbele ondergaan. Dat zij
gefrustreerd achterblijven, boos worden en foert zeggen, vind ik de
logica zelve. Als dit de antipolitiek voedt, meen ik niet dat u met een
beschuldigende vinger moet wijzen naar degenen die u vooraf
gewezen hebben op de problemen. Dit was ook de reden waarom u
naar de regionale ministers geschreven hebt, u heeft dit ook erkend
en dat was eerlijk en oprecht. De problemen moeten evenwel worden
aangepakt.
Er is enerzijds het gegeven van de federale wetgever die een
wetgeving gemaakt heeft waarbij personen die bijvoorbeeld
recidiveren in alcoholmisbruik achter het stuur, psychologische tests
moeten afleggen. Anderzijds is er de regionale overheid die de
psychologische tests moet uitvoeren, maar daarvoor de mankracht
niet heeft. Overigens moeten ze uitgevoerd worden door personen
wiens hoofdbezigheid erin bestaat het psychologisch bijstaan van
personen bij het aanleren van arbeidsattitudes, maar niet hen van
hun alcoholprobleem af te helpen.
De initiatieven die u in uw antwoord aankondigt, wil ik waarderen. Ze
zullen echter een pak tijd vergen en het probleem dat zich vandaag
stelt niet oplossen. Wat meer is, er zullen veel advocaten zijn van
wie het cliënteel wordt geconfronteerd met dit gegeven. We kennen
ondertussen al gevallen waarbij een maand ondertussen drie
maanden geworden zijn en men nog altijd niet naar de psycholoog
van de VDAB is kunnen gaan. Het is niet zoals u suggereert dat
betrokkenen zich ondertussen al wat kunnen laten begeleiden, maar
zij moeten formeel de test bij VDAB met vrucht afleggen. Zelfs al
bereiden zij zich erop voor, wanneer zij de test niet kunnen uitvoeren
02.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Cette réponse n'est pas
de bon augure à court terme. En
laissant les intéressés en proie à
la frustration, on risque de nourrir
le ressentiment à l'égard de la
politique. Ces personnes n'en
peuvent rien.
Le législateur fédéral a imposé
des tests psychologiques, à faire
subir par les autorités régionales
qui ne disposent pas du personnel
nécessaire à cet effet. Les
initiatives annoncées
nécessiteront beaucoup de temps.
De nombreux avocats saisiront
l'occa-sion pour assigner l'État en
justice. Le problème réside dans
la réglementation elle-même, ce
qu'avait souligné M. Ansoms. Le
nombre de psychologues est
insuffisant. À court terme, seul
l'engagement d'un plus grand
nombre de psychologues appor-
tera une solution. Il faut, en outre,
mettre en oeuvre les mesures
annoncées et adapter la
réglementation prévoyant des
"super amendes". J'espère que le
nouveau ministre régional pourra
résoudre un problème créé au
niveau fédéral.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
om te bewijzen dat zij opnieuw in staat zijn te rijden, blijft het
probleem bestaan. Wat zal er gebeuren? Zij zullen uiteraard en met
redenen de Belgische Staat dagvaarden in schadevergoeding omdat
het rijbewijs veel langer wordt ingehouden dan de termijn waartoe zij
werden veroordeeld door de rechtelijke macht.
Het probleem ligt bij de wortel. Collega Ansoms heeft bij de
bespreking van het ontwerp in de vorige legislatuur de toenmalige
minister erop gewezen dat als men het op deze manier zou doen,
men deze problemen zou krijgen. Wil men de maatregel behouden
zoals hij thans is opgenomen in de superboetewetgeving, dan had
men vooraf voor alternatieven of althans voor voldoende
psychologen moeten zorgen. Het aanbod aan psychologen had
vooraf moeten plaatsvinden, in plaats van nu te trachten aan de
symptomen te verhelpen.
Mijnheer de minister, uw superboetewetgeving zal sneller
geëvalueerd moeten worden, onder meer omwille van dit probleem.
Op zeer korte termijn is er echter slechts een mogelijkheid om het
probleem op te lossen, met name onmiddellijk bijkomende
psychologen aanwerven om minstens de huidige toevloed op te
vangen.
Anderzijds moeten de maatregelen zoals u ze aankondigt, inderdaad
worden ondernomen om die superboetewetgeving duidelijk aan te
passen, want die is de oorzaak van het kwaad.
In het licht van uw antwoord heb ik, met alle respect, weinig
vertrouwen op korte termijn wat u als federale minister van Mobiliteit
betreft. Ik hoop dat de nieuwe regionale minister misschien op
regionaal vlak iets kan doen aan de problemen die op federaal vlak
zijn veroorzaakt op het einde van de vorige legislatuur. Wij zouden
hier wel een paar maanden kunnen wachten, maar dat probleem zal
alleen maar verergeren en exploderen. Dat heeft zijn
maatschappelijke impact, waarover ik mij zorgen maak.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het rijbewijs voor het besturen van een mobilhome" (nr. 3387)
03 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"le permis de conduire pour la conduite d'un mobilhome" (n° 3387)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, blijkbaar mag men in België met een rijbewijs B
voertuigen besturen tot 3,5 ton. De meeste mobilhomes, die hoe
langer hoe meer worden aangekocht door Belgen, zouden 3,7 ton
wegen, waarvoor een bijkomend rijbewijs nodig is, namelijk het
rijbewijs C. In onze buurlanden zou dat geen probleem zijn, waar het
rijbewijs B tot 3,8 ton zou gelden. Dat is onder meer in Duitsland en
in Frankrijk het geval.
Voor de mobilhome-eigenaars of mobilhome-huurders brengt die
regel een hoop bijkomende ellende met zich mee, omdat zij aparte
rijbewijzen dienen te behalen, daar waar hun collega's uit buurlanden
dat niet moeten doen.
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): En Belgique, un permis
de conduire B autorise la conduite
de véhicules d'un poids maximal
de 3,5 tonnes. La plupart des
mobile-homes ayant un poids
légèrement supérieur, leurs
propriétaires doivent obtenir un
permis de conduire distinct, ce qui
leur occasionne beaucoup de
désagréments. En France et en
Allemagne, un permis de conduire
B suffirait pour la conduite de tels
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Daarover heb ik de volgende vragen.
Is dat probleem gekend door de FOD Mobiliteit?
Welke is de zin van het halen van een apart rijbewijs C voor een
mobilhome in ons land, terwijl dat in de ons omringende landen niet
nodig blijkt te zijn?
Wat geldt er voor buitenlandse bestuurders die met hun mobilhome
naar hier komen? Moeten zij een rijbewijs C hebben, hoewel zij in
hun land van herkomst met een rijbewijs B perfect mogen
rondrijden?
Is zulke aparte regelgeving voor ons land niet tegen de Europese
voorschriften? Dringt een harmonisering zich hier niet op?
Welke maatregelen wenst u of uw opvolger te nemen?
véhicules.
Le ministre a-t-il conscience du
problème? Pourquoi notre régle-
mentation diffère-t-elle de celle de
nos pays voisins? N'est-il pas
discriminatoire de permettre aux
conducteurs étrangers de circuler
sur nos routes avec un permis B?
La réglementation ne devrait-elle
pas être harmonisée au niveau
européen?
03.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's,
misschien eerst een aantal voorafgaandelijke inlichtingen. Artikel 3
van de richtlijn 91/439/EG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs bepaalt
voor de categorie C: "Andere motorvoertuigen dan die van categorie
D met een maximaal toegestane massa van meer dan 3.500 kg. Aan
de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen
worden gekoppeld waarvan de maximaal toegestane massa niet
meer dan 750 kg bedraagt". Voor de eventuele subcategorie C1:
"Andere motorvoertuigen dan die van categorie D waarvan de
maximaal toegestane massa meer dan 3.500 kg bedraagt doch ten
hoogste 7.500 kg bedraagt. Aan de motorvoertuigen van deze
subcategorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een
maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg". Collega's,
deze geharmoniseerde Europese definities zijn naar Belgisch recht
omgezet in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998
betreffende het rijbewijs. Op de webstek van de Duitse overheid zal
het geachte lid kunnen lezen dat voor de Fahrerlaubnissenklassen C
en C1 precies dezelfde bepalingen gelden. Ook op de webstek van
de Franse overheid zal het geachte lid in artikel 221/4 van de code
de la route kunnen lezen dat voor de categorie C de Europese
definitie gehandhaafd wordt.
Nu wat de verschillende vragen betreft. Ten eerste, gezien de
overeenstemming van de Belgische, de Franse en de Duitse
wetgeving met de genoemde Europese richtlijn ben ik mij niet bewust
van een probleem. Evenmin ben ik mij, wat de beweerde hoop
ellende betreft, bewust van een probleem tenzij het geachte lid van
oordeel zou zijn dat het verplichten van een rijbewijs C1 voor
bestuurders van voertuigen die een zeker gewicht overschrijden niet
zozeer de verkeersveiligheid van zowel de andere weggebruikers als
van die bestuurders op het oog zou hebben als wel het bezorgen van
een pak last aan de betrokkenen.
Ten tweede, voor een "mobilhome" boven de 3,5 ton moet er in ons
land geen speciaal rijbewijs gehaald worden maar een rijbewijs van
minstens de categorie C1 dat kan gebruikt worden voor alle
motorvoertuigen van die categorie, met name alle voertuigen met
een maximaal toegestane massa van meer dan 3,5 ton met
03.02 Bert Anciaux, ministre:
Les règles à observer pour
l'obtention du permis de conduire
C ont déjà été harmonisées à
l'échelle européenne et les dispo-
sitions communautaires ont été
transposées en droit belge en
1998. En France et en Allemagne
sont appliquées des règles
strictement identiques. Donc, je
ne vois pas où est le problème.
Ces règles n'ont pas pour but
d'ennuyer les intéressés mais
visent à accroître la sécurité
routière. Dans notre pays, pour
conduire un véhicule de plus de
3,5 tonnes, il faut au moins un
permis de conduire C1, tout
comme dans les autres pays
européens.
Les chauffeurs étrangers doivent
donc satisfaire aux mêmes
conditions que les chauffeurs
belges. Les discussions en cours
sur la poursuite de l'harmonisation
de la réglementation relative au
permis de conduire ne vise pas à
modifier les conditions liées au
permis C.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
uitsluiting van de voertuigen van de categorie D waarvoor nog
andere eisen gelden. Op dit vlak is er zoals hierboven vermeld geen
onderscheid met de ons omringende landen.
Ten derde, iedereen die in België met een motorvoertuig rijdt dat niet
van de categorie D is en een maximaal toegestane massa van meer
dan 3.500 kg heeft moet derhalve een rijbewijs C1 of C hebben. De
door het geachte lid voorgestelde toestand zou dus inderdaad niet
zomaar kunnen en bestaat dan ook niet.
Zoals gezegd geldt die regel ook voor de buitenlandse bestuurders
die op Belgisch grondgebied evenzeer als de Belgische chauffeurs
onderworpen zijn aan de Belgische rijbewijsreglementering die
logischerwijze vereist dat alle bestuurders van motorvoertuigen
houder moeten zijn van een rijbewijs dat ze bij zich moeten hebben
en dat geldig is voor de categorie of de subcategorie waartoe het
voertuig behoort. In dat verband verwijs ik naar artikel 21 van de
wegverkeerswet en naar artikel 3 van het koninklijk besluit van
23 maart 1998 betreffende het rijbewijs. Er is op dat vlak geen
afzonderlijke of aparte regelgeving in ons land en die is, zoals het
geacht lid eenvoudig kan vaststellen bij het nazien van de Europese
regelgeving, in geen geval in strijd hiermee.
Omdat de hierboven vermelde richtlijn 91/439/EEG van de Raad van
de Europese Gemeenschappen, van 29 juli 1991 betreffende het
rijbewijs, reeds de categorie van voertuigen voor de rijbewijzen
harmoniseerde, meen ik te mogen stellen dat de door het geachte lid
voorgestelde harmonisering in dat verband niet echt noodzakelijk
blijkt te zijn. De tot op heden lopende Europese besprekingen
betreffende de verdere harmonisering van de regelgeving inzake het
rijbewijs, de zogenaamde derde rijbewijsrichtlijn, beoogt hierin ook
geen wijziging te brengen.
Uit het voorgaande meen ik bijgevolg te kunnen afleiden dat er zich
geen bijzondere maatregelen opdringen ten opzichte van deze
problematiek.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Galant heeft haar vraag nr. 3247 laten omzetten in een schriftelijke vraag.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de toekomst
van DHL" (nr. 3295)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
besprekingen met DHL en BIAC" (nr. 3381)
04 Questions jointes de
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'avenir de DHL"
(n° 3295)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les discussions avec
DHL et la BIAC" (n° 3381)
04.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 04.01 Simonne Creyf (CD&V):
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
minister, collega's, het koerierbedrijf DHL zou zijn Europese
vliegroutes die nu nog over Zaventem gaan aan het hertekenen zijn.
Dat zou blijken uit een interne memo van de socialistische
vakbonden van DHL. Ik heb dat in de pers gelezen.
Mijnheer de minister, in verband hiermee krijg ik graag een antwoord
op de volgende vragen. Hebt u weet van deze hertekening van de
vliegroutes? Hoever staat de regering in haar beslissing over de
quota voor de nachtvluchten? Hoe reëel schat u de kansen in dat
DHL alsnog voor Zaventem kiest? Hoeveel banen zouden
verdwijnen, rechtstreeks bij DHL-België en op de luchthaven zelf en
onrechtstreeks bij de toeleveranciers, mocht DHL toch besluiten te
vertrekken naar Leipzig?
Selon une note interne des
syndicats socialistes de la société
de courrier DHL, l'entreprise serait
en train de redessiner ses routes
aériennes en Europe.
Le ministre en a-t-il connaissance
de cette information? Le quota
des vols de nuit a-t-il déjà été
fixé? Le ministre pense-t-il que
DHL restera à Zaventem?
Combien d'emplois seraient
supprimés si DHL quittait
Zaventem?
04.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik ben blij dat we u hierover op de valreep nog
een paar vragen kunnen stellen. Dat is allemaal te danken aan het
feit dat u blijkbaar de boot heeft gemist en moet wachten op de
volgende. Dat is nuttig. Anders zouden wij parlementsleden immers
misschien lange tijd verstoken blijven van nuttige informatie, ook al
omdat volgende week de laatste parlementaire week is waarin
vragen kunnen worden gesteld.
De regering wist in januari op een zeer handige manier het dossier
van DHL te omzeilen. Zij heeft dat dossier op een handige manier
over de verkiezingen heen getild. Dat was handig voor haarzelf,
maar niet zo handig voor de betrokkenen, de omwonenden. Zij heeft
voor maandenlange onzekerheid gezorgd en tevens een aantal
risico's genomen. Een van die risico's werd hier zojuist geïllustreerd
door collega Creyf.
Het is trouwens ondertussen zeer stil geworden in het dossier DHL.
Er is heel weinig persaandacht voor. Er is ook een merkwaardige
stilte bij de bemiddelaar. Het is misschien logisch dat een
bemiddelaar stil is, maar het is toch wel verdacht stil. De heer Dubois
houdt zich ondertussen met heel andere zaken bezig, met name de
creatie van de Vlaamse regering. Misschien is hij in die functie ook
van nut om iets meer te vertellen over de nachtvluchten, over DHL
en over heel deze problematiek.
Mijnheer de minister, het is zeer wenselijk dat er daarover vandaag
duidelijkheid komt. Zijn er ondertussen resultaten? Hoever staan de
besprekingen? Is er nu inderdaad een soort aanbod van de federale
regering klaar of in voorbereiding ten aanzien van het koerierbedrijf,
of is het allemaal niet meer nodig? Werd bij het koerierbedrijf de
beslissing genomen dat het zou vertrekken? Zijn er ondertussen ook
besprekingen geweest tussen de regering zelf, tussen u, minister
Vande Lanotte of iemand anders, en DHL? Wat is daarin de functie
geweest van de bemiddelaar? Misschien is het ook nuttig dat u zou
vertellen wie die bemiddelaar intussen financiert. Er is daarvoor wat
persaandacht geweest. De vraag was even of BIAC zelf de financier
was van die bemiddelaar. Dat blijkt echter niet zo. Dat zou inderdaad
aanleiding hebben kunnen geven voor belangenvermenging. Ik krijg
dus graag antwoord op mijn vragen. Wat is de stand van zaken en
kunt u daarover meer vertellen?
04.02 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Il y a plusieurs mois, le
gouvernement fédéral a désigné
un médiateur dans le dossier DHL.
Il était prévu de faire une
proposition à la société de courrier
au mois de septembre. Cette
proposition a-t-elle déjà été faite?
La société DHL a-t-elle déjà pris
une décision? Qui finance le
médiateur?
04.03 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, 04.03 Bert Anciaux, ministre:
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
aangaande de eerste vraag van Simonne Creyf, heb ik officieel geen
weet van de interne memo van de socialistische vakbond bij DHL.
Overigens is de interne organisatie van het vliegroutenetwerk van de
privé-onderneming DHL een zaak van die laatste. Dat valt dus niet
onder mijn bevoegdheid.
Er zijn, zoals u weet, door DHL geen routes in de betekenis zoals wij
ze altijd hebben gebruikt. Het komt een privé-maatschappij niet toe
om routes te bepalen. U hebt het misschien over de trajecten die
DHL aflegt. Dat behoort tot de interne regeling, maar het heeft op dit
ogenblik geen enkele weerslag op de capaciteit of de hoeveelheid
voor Zaventem. Daarover is er nog geen enkele bespreking geweest,
maar ik neem aan dat elk bedrijf wel voortdurend intern evalueert in
functie van het operationaliseren of performanter maken van de
activiteiten intern.
Ten tweede, het aantal nachtvluchten is vastgelegd in de
milieuvergunning, uitgereikt door het Vlaams Gewest. Ofschoon
overleg tussen de verschillende gezagsniveaus nodig is, ligt de
eindbeslissing bij het Vlaams Gewest, en in eerste instantie trouwens
bij de bestendige deputatie die eerlang de bespreking wijdt aan de
milieuaanvraag die BIAC natuurlijk niet DHL heeft aangevraagd.
In de laatste fase beslist het Vlaams Gewest daarover.
Bij ministerieel besluit van 3 mei 2004 betreffende het beheer van de
lawaaihinder op de luchthaven van Brussel-nationaal heeft de
federale regering daarentegen geluidsquota vastgesteld voor de
komende IATA-seizoenen. In eerste instantie gaat het over de
zomer, nadien over het winterseizoen. Die quota's zijn voor de drie
komende seizoenen bevroren op het peil van respectievelijk de
zomer-2003 en de winter-2002-2003.
Ten derde, ten aanzien van DHL heeft de regering zich ertoe
verbonden in de maand september een concreet voorstel op tafel te
leggen. DHL zal vervolgens dat voorstel onderzoeken alvorens zich
uit te spreken. Vóór het zover is, hoed ik mij ervoor daaromtrent
gewaagde ramingen te maken. Ik wil wel iets concreter zijn. Ik zal
eerst alle vragen beantwoorden en daarna wat meer uitleg geven.
Ten vierde, er bestaan terzake geen absolute cijfers in verband met
het al dan niet verdwijnen en hoeveel banen er rechtstreeks of
onrechtstreeks zouden verdwijnen indien DHL zou besluiten om
Zaventem volledig te verlaten. Er bestaan terzake geen absolute
cijfers. In het onderzoek over de economische impact van de
luchthaven van Zaventem op de Belgische economie, verricht in
opdracht van BIAC, worden verschillende scenario's uiteengezet.
Volgens het meest negatieve scenario dat wil zeggen met inbegrip
van de verplaatsing van de hub van DHL wordt tegen 2010 het
verlies aan directe werkgelegenheid, gebonden aan nachtvluchten,
op ongeveer 3.000 banen geraamd, en aan indirecte
werkgelegenheid tussen 500 en 900 jobs.
Die prognoses moeten evenwel worden gerelateerd met de gekozen
opties en met de internationale conjunctuur. Want, om eerlijk te zijn,
het is natuurlijk iets ingewikkelder dan dat. Er zijn de rechtstreekse
activiteiten van DHL. Er is ook de internationale tewerkstelling van
DHL, dat hier een Europees hoofdkwartier heeft en waar trouwens
onlangs een aantal verschuivingen is gebeurd naar bijvoorbeeld
J'ignore tout d'une note interne.
L'organisation interne des trajets
relève de la compétence de
l'entreprise elle-même.
Jusqu'à présent, je n'ai
connaissance d'aucune décision
de DHL qui aurait des répercus-
sions sur le nombre de vols sur
Zaventem.
Le nombre de vols de nuit a été
fixé dans le permis d'environne-
ment de la Région flamande, qui
est compétente pour la décision
finale. Le gouvernement fédéral a
déterminé des quotas de bruit, qui
resteront inchangés au cours des
trois saisons suivant l'été 2003.
Le gouvernement s'est engagé à
formuler en septembre une propo-
sition qui sera examinée par DHL.
Nous ne disposons pas de chiffres
absolus concernant le nombre
d'emplois qui disparaîtraient
directement ou indirectement
dans l'hypothèse d'un départ
définitif de DHL. Le scénario le
plus noir, qui impliquerait
également la suppression du hub,
se traduirait par la perte de 3.000
emplois directs et de 500 à 900
emplois indirects d'ici à 2010. Je
pense que DHL va procéder à un
regroupement sur deux sites, dont
Zaventem. Zaventem connaîtra
une forte expansion mais pas de
croissance exponentielle.
M. Steve Dubois, négociateur
pour le gouvernement, dispose
d'un certain délai jusqu'en
septembre. Je continuerai à
oeuvrer dans les prochains jours,
avec le gouvernement, au
maintien de DHL à l'aéroport,
sans renoncer aux accords
conclus avec les riverains. J'ai
toujours eu pour objectif de
concilier qualité de vie et emploi.
Affirmer que DHL a déjà choisi de
facto de partir tient de
l'affabulation. DHL va essayer de
s'étendre Dans cette optique, le
gouvernement et DHL doivent
adopter une position nuancée.
M. Dubois négocie au nom des
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Duitsland. Het scenario waar men het meestal over heeft, gaat over
het plaatsen van de Europese hub in Zaventem, maar mijn
persoonlijk aanvoelen is dat dit al lang niet meer met de realiteit
overeenkomt en dat men dat is mijn persoonlijke mening hoor; ik
geef ze voor wat ze waard is in de toekomst altijd minstens naar
twee hubs zal gaan. Er komt mogelijk een hub in Zaventem voor het
meer westelijk gelegen gedeelte van Europa en een hub in Leipzig
voor het meer oostelijk gelegen gedeelte. Ik ga er niet van uit dat een
internationale firma als DHL voor haar activiteiten in de toekomst
voor slechts één plaats zal kiezen. Dat is een uitgangspunt waar men
altijd van uitgegaan is, maar ik betwijfel dat, op basis van de
contacten die ik heb. Het ziet er meer naar uit dat men inderdaad
een hergroepering wil doorvoeren maar dan volgens mij op twee
plaatsen, waardoor de exponentiële groei die DHL in zijn eerste
aanvraag vooropstelde tot in het jaar 2030, dat herinnert u zich wel
volgens mij niet van die aard zal zijn. Het zal veeleer een forse
uitbreiding worden in een relatief korte periode. Maar de exponentiële
groei, of minstens de zogezegde "derde fase" van die groei, lijkt mij
niet noodzakelijk onverenigbaar met de verdere ontplooiing van een
andere hub naast Zaventem.
In feite moet ik u ontgoochelen, mevrouw Creyf en mijnheer
Laeremans, omdat er ondertussen weinig nieuws onder de zon is. De
regeringsonderhandelaar, de heer Steve Dubois, heeft tot september
2004 de tijd om zijn rapport voor te leggen. Ik doe niet mee aan
allerlei speculaties omtrent dat rapport tot het bekend is. Ik wil
nogmaals klaar en duidelijk zeggen dat ik mij de komende maanden
samen met mijn collega's in de regering wil inzetten om DHL op de
luchthaven te houden. Dat betekent echter niet dat ik de akkoorden
die bereikt zijn ter bescherming van de omgeving zomaar zal
opofferen voor een aantal beloften van één bedrijf. Ik zie het als een
zeer moeilijke oefening, maar ik ga een serene discussie; gebaseerd
op gefundeerde gegevens, niet uit de weg. De belangen van veel te
veel mensen staat op het spel om die discussie zomaar af te
haspelen. Ik kom in deze materie op voor al die mensen, ongeacht
waar zij wonen of welke taal zij spreken. Zoals u weet heb ik steeds
gepoogd om twee zaken met elkaar te verzoenen: enerzijds, de
levenskwaliteit ik denk trouwens dat wij het daarover met elkaar
wel eens zijn en anderzijds, de werkgelegenheid. Het wordt een
moeilijke oefening om die twee te verzoenen en om ervoor te zorgen
dat de levenskwaliteit niet verslecht.
Een eenzijdige verhoging van het aantal nachtvluchten, zonder
bijkomende maatregelen en zonder dat er geïnvesteerd wordt zowel
in de infrastructuur als in de vernieuwing van de vloot, lijkt mij niet
haalbaar. Het lijkt mij evenmin haalbaar en even lomp, als ik het zo
mag zeggen om eenzijdig te verkondigen dat er niet mag worden
nagedacht over een poging om bijkomende tewerkstelling te creëren
of de tewerkstelling minstens te behouden, want het gaat toch over
veel personen.
Voor alle duidelijkheid, het fabeltje ik ben er zelf ook een tijdje
ingelopen dat DHL de facto al gekozen heeft om weg te gaan,
geloof ik niet. Ik ben persoonlijk ervan overtuigd dat DHL wel degelijk
een poging zal ondernemen om verder uit te breiden op Zaventem.
Dat zal echter niet gebeuren met de blanco cheque die men
oorspronkelijk vroeg, maar het zal wel leiden tot een meer
genuanceerde benadering, zowel vanuit de overheid als vanuit DHL.
ministres des Entreprises
publiques et de la Mobilité. Le
mandant n'est pas BIAC mais le
gouvernement fédéral et c'est ce
dernier qui versera les indemnités.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Over de besprekingen van de bemiddelaar kan ik niet veel zeggen.
Ik kan u alleen meegeven dat ondertussen werd nagegaan welke
reële en aanvaardbare stijgingen mogelijk zijn. Men heeft het niet
meer over het cijfer van bijvoorbeeld 35.000, dat op een gegeven
ogenblik werd gelanceerd. De zaken zijn al veel beter afgebakend en
realistischer geworden. Er wordt door de bemiddelaar ook nagegaan
welke engagementen DHL wil nemen in het kader van Chapter 4, de
andere internationale regelgeving, en misschien in het kader van een
toekomstig Chapter 5.
De bemiddelaar, het woord zegt het zelf, bemiddelt voor de federale
overheid, namelijk voor de minister van Overheidsbedrijven en de
minister van Mobiliteit, met DHL, maar hij is een bemiddelaar van de
regering. Hij is niet de bemiddelaar van BIAC. Daarover is een
misverstand ontstaan. Minister Johan Vande Lanotte heeft inderdaad
gezegd dat BIAC de vergoeding van de bemiddelaar moet betalen.
BIAC was het hiermee evenwel niet eens omdat zij voor een stuk
betrokken partij zijn en zulks in tegenstrijd zou zijn met de
onafhankelijkheid van de bemiddelaar. Minister Vande Lanotte heeft
zich, te goeder trouw, vergist. Mij lijkt het logisch dat de federale
overheid die de opdracht heeft gegeven aan de bemiddelaar, ook de
nodige vergoedingen betaalt.
04.04 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dank u voor uw antwoord.
Er zijn in dat dossier twee zaken die met elkaar verzoend moeten
kunnen worden. Enerzijds is er de economische welvaart van een
regio, de economische groei en de tewerkstelling die een heel aantal
mensen bezighouden, ook mensen die onder het lawaai wonen.
Anderzijds is er de terechte zorg voor de gezondheid en de hinder.
Die twee moeten kunnen worden verzoend. Ik meen dat de minister
gelijk zou kunnen hebben dat we niet noodzakelijk voor de keuze van
het een of het ander geplaatst zullen worden. Ik denk wel aan twee
hoofdkwartieren of twee centra. Ik heb die piste, mijnheer de
minister, hier en daar inderdaad ook al horen formuleren. Daardoor
gaat men inderdaad niet weg uit Zaventem en zou men de grens van
25.000 nachtvluchten per jaar niet moeten overschrijden. Het is
natuurlijk zo dat Europa zich voor een stuk uitbreidt en Leipzig zou in
aanmerking komen als nieuwe hub. Misschien kunnen op deze
manier leefmilieu en tewerkstelling en economische groei met elkaar
verzoend worden.
Ik wil toch nog zeggen, mijnheer de minister, dat wij de grens van
25.000 niet mogen overschrijden. Omgekeerd denk ik dat het
belangrijk is dat men de spreiding zo maximaal mogelijk maakt. In
het verleden heb ik het daar al over gehad: daarvoor moet een
aantal investeringen gebeuren. Ik vind het jammer dat de regering
heeft beslist niet te investeren in taxibaan 25L en het elektronisch
landingssysteem waardoor men pas een volledige spreiding zou
kunnen realiseren.
Ten slotte denk ik ook dat minder hinder, de bronhinder, meer en
meer naar voor komt. Ik denk dan aan de quota count per vliegtuig,
de totale quota count en de vliegtuigen chapter 4. Meer en meer zou
men de meest lawaaierige vliegtuigen moeten weren. In het verleden
werd dit proces op gang gebracht, maar niet alleen voor de spreiding
04.04 Simonne Creyf (CD&V):
J'approuve l'intention du ministre
de concilier l'emploi et la
croissance économique avec le
souci de la santé. Il se pourrait
qu'il soit dans le vrai en disant que
DHL ne privilégiera pas un de ces
aspects au détriment de l'autre.
Dans l'hypothèse de la co-
existence de deux centres, cette
conciliation pourrait être
réalisable. Il ne faut pas renoncer
à la limitation à 25.000 vols de
nuit. La répartition doit être
maximisée grâce aux
investissements. En matière de
réduction des nuisances
également, de nombreuses
mesures peuvent encore être
prises. Je songe à cet égard à un
quota count par avion, à un quota
count total et à l'interdiction des
avions les plus bruyants.
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
kan er nog iets gebeuren, ook op het vlak van minder hinder van de
vliegtuigen zelf kan nog een aantal maatregelen worden genomen.
04.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, uw fundamentele benadering en
uitgangspunten voor een evenwicht tussen de belangen van de
omwonenden enerzijds ik deel terzake het standpunt van mevrouw
Creyf over extra spreiding en extra middelen voor infrastructuur,
debatten die we trouwens in het verleden reeds hebben gevoerd en
de werkgelegenheid, anderzijds, zijn de juiste. Het Vlaams Blok deelt
dit standpunt volkomen. In het DHL-dossier hebben wij een lans
gebroken voor zoveel mogelijk spreiding over diverse luchthavens.
Mijnheer de minister, u schetst als het ware het ideale scenario met
een deel in Zaventem, een deel in het westen en een deel in het
oosten. Of het die richting uitgaat, is echter verre van zeker. Ik blijf
erbij dat men heel grote risico's heeft genomen door zo lang te
wachten.
Toen ik u over deze problematiek in januari heb ondervraagd, nog
voor de fameuze Top, wees ik erop dat het dossier niet klaar was en
dat u tijd nodig had en niet met de Top zou kunnen beslissen. Acht
maanden wachten en heel het dossier uitstellen tot september was
echter geen goede beslissing.
04.05 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Les prémisses sur
lesquelles se fonde le ministre
sont aussi les nôtres: l'emploi et le
bien-être des riverains doivent
pouvoir être conciliés. Nous avons
plaidé pour une répartition sur
l'ensemble des aéroports. Je ne
suis pas sûr que le scénario du
ministre se réalisera. On a pris de
très grands risques en attendant
huit mois.
04.06 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Laeremans, we moeten
mekaar geen Liesbeth noemen.
Het spreekt voor zich dat de verkiezing van een nieuwe Brusselse
Hoofdstedelijk Raad met een nieuwe Brusselse Hoofdstedelijke
regering enerzijds, en de verkiezing van het Vlaams Parlement met
een nieuwe Vlaamse regering anderzijds, wellicht noodzakelijk is om
te kunnen komen tot een duurzame samenwerking en een
samenwerkingsakkoord waarin heel deze problematiek een plaats
moet krijgen.
We hebben niet uitgesteld om uit te stellen of om de problematiek
over de verkiezingen heen te tillen. Voor de regionale verkiezingen,
was het, mijns inziens, niet mogelijk om tot een akkoord te komen.
Men moet weten met wie men een akkoord kan maken voor de
komende jaren. Daarvoor is enige stabiliteit nodig. Dat kan men niet
vragen van een regering aan het einde van de rit en die heerst
zonder parlementaire controle.
04.06 Bert Anciaux, ministre: Il
fallait sans doute attendre l'issue
des élections bruxelloises et
flamandes pour pouvoir parvenir à
un accord de coopération durable,
qui n'était à mon sens pas
envisageable auparavant. La
stabilité constituait une condition
essentielle.
04.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
ben het niet helemaal eens met u. Onrechtstreeks geeft u toe dat het
dossier onder invloed van de verkiezingen stond en over deze
verkiezingen heen is getild.
Op het federale niveau is er steeds een constructieve houding
geweest. Indien u met deze positieve ingesteldheid ernstig had
gewerkt aan dit dossier, zou een oplossing mogelijk geweest zijn. U
werd echter systematisch gedwarsboomd, niet door de Vlaamse
regering die, hoewel zij ook aan het einde van de rit was, wel
constructief heeft meegewerkt, maar door de Brusselse regering
waar verschillende Franstalige partijen op een lijn stonden. De MR
zal wellicht geen deel uitmaken van de volgende Brusselse regering,
04.07 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Je ne partage pas tout à
fait votre point de vue à cet égard.
Le ministre reconnaît que le
dossier a été influencé par les
élections et est systématiquement
entravé par le gouvernement
bruxellois. La participation d'Ecolo
à ce gouvernement n'est pas de
nature à améliorer pas la
situation.
Le report de huit mois d'un dossier
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Ecolo echter wel, misschien zelfs met oud-minister Durant. Ik zie
weinig evolutie in positieve zin. U bent uiteraard van dichtbij
betrokken bij de onderhandelingen. Ik hoop dat u gelijk hebt. Ik blijf
echter zeer sceptisch. De PS is op dit vlak minder extreem dan de
MR. Minister Gosuin heeft alleszins blijk gegeven een zeer slecht
minister van Milieu te zijn geweest. Denken we maar aan de
verbrandingsovens. In dit dossier heeft hij zeer onverstandige dingen
gedaan. Ik herhaal echter dat met Ecolo in de Brusselse regering ik
weinig ten gunste zie veranderen.
Toch blijf ik erbij dat dit belangrijke dossier acht maanden voor zich
uit schuiven een onverantwoorde beslissing was. Stel dat DHL
intussen intern al beslist heeft om weg te gaan of het eerstdaags zou
doen, dan heeft u gefaald. We zullen u daarop echter later
beoordelen, we kunnen daarop vandaag niet vooruitlopen. Ik hoop in
elk geval dat we naar een redelijke oplossing kunnen gaan.
U heeft echter niet geantwoord op mijn vraag. U zegt dat de
bemiddelaar niets kan zeggen voor september, maar u zegt niet of u
of een van uw collega's namens de regering met DHL heeft
gesproken. Ik kan me niet voorstellen dat dit dossier vanaf januari of
februari geen enkel contact meer opgeleverd heeft tussen iemand
van de regering en het bedrijf. Dat lijkt me toch wel buitensporig. U
moet dan toch ten minste iets van de bemiddelaar vernomen hebben
over de interne gang van zaken bij dit bedrijf.
d'une telle importance est
injustifiable. Si DHL s'en va, nous
devrons en conclure que le
ministre a échoué.
Le gouvernement a-t-il déjà
entretenu des contacts avec DHL?
Dispose-t-il, entre-temps, de
l'étude relative à l'implantation
éventuelle de DHL en Wallonie?
04.08 Minister Bert Anciaux: (...)
04.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
gelieven mij hieraan nog iets te laten toevoegen alvorens u het
woord neemt.
Op een vraag van 26 april van mevrouw Creyf antwoordde u dat u
alsdan nog niet beschikte over de studie van de Waalse regering
over DHL en de eventuele inplanting ervan in Wallonië. Heeft u die
studie ondertussen wel? U kondigde toen aan dat u de studie zo snel
mogelijk aan het Parlement zou overmaken. Dat was mijn
bijkomende vraag.
04.10 Minister Bert Anciaux: Deze studie is nog niet overgemaakt
omdat ze nog niet in ons bezit is.
04.10 Bert Anciaux, ministre: Je
ne suis pas encore en possession
de cette étude.
04.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Nog altijd niet?
Ik heb u daarnet onderbroken, toen u een zin wou beginnen met het
woord absoluut.
04.12 Minister Bert Anciaux: Vanzelfsprekend zijn er contacten met
de bemiddelaar.
04.12 Bert Anciaux, ministre:
Nous avons eu des contacts avec
DHL.
04.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Maar die hebben u
helemaal geen duidelijkheid gebracht over de plannen van DHL?
04.14 Minister Bert Anciaux: Ik heb in een open bui geschetst wat ik
kon schetsten. Al het overige zou de dossiers alleen maar kunnen
04.14 Bert Anciaux, ministre:
J'en ai déjà dit beaucoup
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
hypothekeren.
aujourd'hui. En dire davantage
pourrait hypothéquer le dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de financiering
van personeelskosten met middelen uit het verkeersboetefonds" (nr. 3298)
- de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de bedragen die in
het Belgisch Staatsblad zijn verschenen omtrent het aandeel van elke politiezone in het
verkeersboetefonds" (nr. 3299)
- de heer Jan Mortelmans aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
verkeersboetefonds" (nr. 3350)
05 Questions jointes de
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le financement des frais
de personnel par des moyens provenant du fonds des amendes routières" (n° 3298)
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les montants publiés au
Moniteur belge concernant la part du fonds des amendes routières revenant à chaque zone de
police" (n° 3299)
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le fonds des amendes
routières" (n° 3350)
05.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op 16 juni 2004
hebben wij de minister geïnterpelleerd over de toepassing van de
wettelijke bepalingen omtrent het verkeersboetefonds. Wij hebben bij
die gelegenheid vragen gesteld over het koninklijk besluit.
Ik vind het normaal dat in een wet de praktische uitvoering van een
wettelijke bepaling wordt doorgeschoven naar een koninklijk besluit.
Dat het koninklijk besluit nog niet voldoende is en er nog een
omzendbrief komt, kan ik tot op zekere hoogte ook nog begrijpen.
Dat er daarna nog een FAQ-document moet komen, is toch niet
normaal. Het koninklijk besluit zou op zich al voldoende duidelijk
moeten zijn om een wettelijke bepaling toe te passen. Zo ingewikkeld
is dat nu ook weer niet. Dan komt er een omzendbrief en is er ook
nog een FAQ-document frequently asked questions verschenen
op internet om de zaken nog eens duidelijker te maken.
Ik stel vast, wanneer ik het FAQ-document lees, dat het anders is
dan het PAQ-document parlementiary asked questions. Dat zijn
vragen die ik u heb gesteld en waarop u hebt geantwoord, maar die
ik niet terugvind in het document van 24 juni 2004, verschenen acht
dagen na de vragen die ik hier bij mijn interpellatie heb gesteld en de
antwoorden die u daarop hebt gegeven. Er is dus duidelijk
tegenspraak tussen wat de bevoegde minister zegt en wat in het
FAQ-document staat. Dat FAQ-document wordt echter gelezen door
alle korpschefs en burgemeesters in de politiezones. Ik kan u zeggen
dat er in Vlaanderen grote onvrede heerst over de toepassing van
het koninklijk besluit, de ministeriële omzendbrief en het FAQ-
document.
Daarom doe ik nogmaals een poging om enige duidelijkheid te
krijgen.
Ten eerste, u hebt tijdens de interpellatie van 16 juni 2004 concreet
en specifiek geantwoord op mijn vragen omtrent de
05.01 Jos Ansoms (CD&V): Il
n'est pas normal qu'à un arrêté
royal et à une circulaire relatifs au
fonds des amendes vienne encore
s'ajouter un document FAQ
(frequently asked questions) dont
le contenu ne correspond
d'ailleurs pas aux réponses que
m'a fournies le ministre au
Parlement. Ainsi, je lis dans le
document FAQ que les frais de
personnel réguliers ne peuvent
être payés à l'aide du fonds des
amendes. Les heures
supplémentaires doivent-elles être
considérées comme des frais de
personnel exceptionnels?
En raison de la rédaction très
détaillée des textes et de la
méfiance manifestée à l'égard des
zones de police, les procédures
administratives ne cesseront de
s'alourdir. Si ces tâches adminis-
tratives sont confiées à des
collaborateurs free-lance, s'agit-il
d'une dépense exceptionnelle? Et
qu'en est-il si la police s'en charge
elle-même?
En privant les grandes zones de
police de la possibilité d'organiser
la création et le fonctionnement
d'un service spécialisé en matière
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
personeelskosten. Ik kan uw antwoord uit het volledige document van
vragen en antwoorden voorlezen. U hebt duidelijk geantwoord dat
volgens u de personeelskosten daaronder vallen. Wat lees ik nu in
het FAQ-document als antwoord op de vraag of daaronder de
reguliere personeelskosten een nieuw woord vallen. In het FAQ-
document wordt gesteld dat de reguliere personeelskosten er niet
onder vallen en dus niet in rekening mogen worden gebracht.
Wat zijn reguliere personeelskosten? Ik geef een voorbeeld. Als men
personeel overuren laat maken om te controleren, zijn deze kosten
duurder. Zijn die kosten regulier of zijn ze niet regulier?
Ik vrees dat u door alles zo in detail uit te schrijven waarmee ik
bedoel met een ongelooflijk wantrouwen ten opzichte van de lokale
bestuurders minder blauw op straat zal vinden. De onduidelijkheid
is immers zo groot dat men op lokaal vlak zeker niet geneigd is om
extra-inspanningen te leveren. Het is immers niet zeker dat men
"achteraf" gedeeltelijk zal worden beloond voor de
extrapersoneelskosten.
Wanneer men veel controles uitvoert, heeft men daarmee achteraf
administratief werk. Wanneer men dat administratief werk laat doen
door een bediende van de politie die daar nu al is, is dat een
reguliere uitgave. Als ik dan de euvele moed zou hebben om
freelance aan een interimbureau iemand te vragen om dat werk te
doen, veronderstel ik dat dit geen reguliere uitgave is die ik dan wel
mag inbrengen. Waarmee zijn we in godsnaam bezig indien het zo
zou zijn dat, om te kunnen genieten van dat fonds, ik naar een
interimbureau moet stappen om een extra administratieve bediende
aan te werven terwijl het werk ook kan worden gedaan door
personeel dat er nu is?
Zo kom ik tot mijn laatste vraag. Ik vind het niet alleen een uiting van
wantrouwen en minachting ten opzichte van het lokale niveau, het is
ook zeer kortzichtig. Vooruitziende politiezones hebben immers in
hun eigen korpsen reeds een reguliere dienst verkeershandhaving
opgericht. Wanneer ik het vakdocument lees, betekent dit dat wie in
het verleden vooruitziend is geweest en een reguliere dienst
verkeershandhaving heeft opgericht binnen het korps en al aan het
controleren of handhaven is, wordt gestraft. Die politiezones kunnen
die kosten immers niet inbrengen vermits ze al in 2003 werden
gemaakt en eventueel in 2004 op reguliere basis verhoogd zijn.
Dat is mijn eerste reeks vragen.
Ik ga nu over tot mijn tweede reeks vragen met betrekking tot een
andere omschrijving in het FAQ-document. Het bedrag dat wordt
toegekend aan de politiezones wordt voorgesteld als een
maximumbedrag en wordt niet zomaar betaald. Ik zal hier niet
herhalen dat dit bedrag zeer onrechtvaardig is verdeeld: 63% wordt
verdeeld op basis van parameters die niets te maken hebben met het
al of niet uitoefenen van verkeershandhaving. Ik laat dat nu even
terzijde. Ook hieruit blijkt dat de federale overheid zich als een
onuitstaanbare schoonmoeder gedraagt. Ik kan mij voorstellen dat er
ook heel prachtige, goede schoonmoeders zijn. De federale overheid
gedraagt zich hier echter als een onuitstaanbare schoonmoeder die
beslist wat men daarmee mag doen.
de circulation, le ministre ne
témoigne-t-il pas d'un manque de
prévoyance?
Je lis également dans le
document FAQ que les montants
accordés aux zones de police
constituent des maximums et ne
peuvent être affectés qu'à de
nouvelles actions bien définies.
Les autorités fédérales se
comportent ainsi comme une
belle-mère des plus acariâtres.
Les zones de police qui disposent
déjà d'un service de la circulation
devront recourir à toutes sortes de
moyens détournés pour pouvoir
présenter des factures et
encaisser une partie de l'argent.
Qu'adviendra-t-il des sommes que
les zones de police n'utiliseront
pas? Seront-elles redistribuées?
Resteront-elles dans les réserves
inépuisables du gouvernement
fédéral?
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Wanneer ik het goed lees, betekent het dat - aangezien het om een
maximumbedrag gaat en men vóór 31 december 2004 alles aan de
hand van facturen moet bewijzen - dit tot gevolg heeft dat goede
politiezones die al een verkeersdienst hebben en reeds datgene doen
wat normaal van hen mag worden verwacht, zich in allerlei bochten
zullen moeten wringen om bepaalde supplementaire uitgaven te
doen zodat zij bij wijze van spreken facturen kunnen voorleggen om
een deel van het toegezegde maximumbedrag te kunnen innen.
Een tweede reeks van vragen is dan zeer logisch. Wat gebeurt er als
u op het einde van het jaar dat bedrag niet kunt verantwoorden? Wat
gebeurt er dan met het restant dat zogezegd aan een bepaalde
politiezone is toegekend? Blijft dat in de bodemloze kas van de
federale overheid, of zal dat worden herverdeeld over iedereen? Blijft
het in het boetefonds en wordt het dan weer volgens die bepaalde
parameters eventueel over zones verdeeld die in het verleden niets
hebben gedaan, die nu iets gaan doen, maar daarvoor dan heel veel
geld gaan krijgen? Ik meen, mijnheer de minister, dat het hoog tijd is
dat u duidelijkheid creëert omtrent deze aangelegenheid. Ik ben het
niet, maar iemand van de meerderheid stelt een vraag als ze nog
komt over een zone die zelfs naar de Raad van State of het
Arbitragehof gaat omtrent de toepassing van dit verkeersboetefonds.
Het is absoluut noodzakelijk dat daarover duidelijkheid komt en dat
er meer redelijkheid en rechtvaardigheid komt.
05.02 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb mij bij de vragen van collega Ansoms
aangesloten omdat er inderdaad nogal wat onduidelijkheden bestaan
omtrent het verkeersboetefonds en omtrent de overeenkomsten die
in de toekomst met de politiezones zullen worden gesloten. Ik sluit
mij ook aan omdat het wellicht een van de laatste keren zal zijn dat
ik u hier in de commissie kan zien voordat u in de nacht vlucht naar
betere oorden, hopelijk voor u. Ik wil toch nog eens dat
communautair aspect aankaarten. Er zijn hierover al verschillende
uiteenzettingen geweest in het verleden. Ook collega Ansoms heeft
er al verschillende keren op gewezen. Ik herinner mij vragen vorig
jaar in december over het verkeersboetefonds en over de
communautaire scheeftrekking die zou bestaan.
Ten eerste, ik sluit mij dus aan bij de opmerkingen van collega
Ansoms inzake die personeelskosten, inzake de bureaucratisering en
ook inzake de opmerkingen die zijn gemaakt over het overdragen
van kredieten en dergelijke. Daarbij komt dat de termijn waarover de
politiezones beschikken tot 1 september nogal krap is om hun
overeenkomst op te stellen en in te dienen. Ik verneem via de VVSG
dat zij er bij de regering op aangedrongen heeft om die termijn met
enige soepelheid te bejegenen. Ik zou dus graag van de minister
vernemen of dat ook tot de mogelijkheden behoort. Ten slotte, wat
het technische aspect betreft, zou ik graag vernemen wanneer de
betaling van die middelen nu eigenlijk exact zal gebeuren.
Tot slot kom ik zeer kort terug op het communautaire aspect van de
zaak, mijnheer de minister. Laten we niet rond de pot draaien. We
weten allemaal dat Vlaanderen op dat vlak eens te meer wordt
bestolen. Vlaanderen doet ten minste inspanningen op het vlak van
verkeersveiligheid, maar wordt daarvoor niet gehonoreerd. Ik vraag
eigenlijk niet veel, mijnheer de minister. Ik vraag eigenlijk alleen wat
Vlaanderen toekomt. U kunt, voordat u ons verlaat, nog één goede
05.02 Jan Mortelmans
(VLAAMS BLOK): Une certaine
confusion règne en ce qui
concerne le fonds des amendes
routières et les accords conclus
avec les zones de police. Je me
rallie aux obser-vations formulées
par M. Ansoms. Je souhaiterais
également savoir si le délai fixé
pour l'établissement d'un accord
sera appliqué avec souplesse et
quand exactement les moyens
prévus seront payés.
Etant donné l'intention du ministre
de quitter le gouvernement
fédéral, je souhaiterais attirer une
dernière fois son attention sur les
aspects communautaires du fonds
des amendes routières. La
Flandre n'est pas récompensée
des efforts qu'elle consent en
matière de sécurité routière.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
daad stellen en die ongelooflijke scheeftrekking onmiddellijk uit de
wereld helpen. U kunt dat eigenlijk met een pennentrek, als u
overeenkomt met uw collega's. Met één pennentrek kunt u het
koninklijk besluit veranderen, mijnheer de minister.
05.03 Minister Bert Anciaux: (...)
05.04 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): We kennen dat wel.
Mijnheer de minister, ik wil toch nog even het volgende zeggen. De
verkiezingen zijn gepasseerd. Ik zie al die onderhandelaars staan in
het Vlaams Parlement. Ze verkondigen allemaal grote woorden. Ze
zeggen dat ze dit en dat gaan doen op Vlaams niveau. Uw partij of
kartelpartner behoort daar ook toe. Dat is natuurlijk gemakkelijk als
men aan de zijlijn staat. Het is hier dat het nu moet gebeuren. U zou
nu één goede daad kunnen stellen door ten minste deze
scheeftrekking uit de wereld te helpen. Ik vraag niet veel. Ik vraag
alleen maar om te proberen om dit uit de wereld te helpen. Dit is een
zaak die toch van belang is voor Vlaanderen.
05.04 Jan Mortelmans
(VLAAMS BLOK): Au Parlement
flamand, les négociateurs font de
grandes promesses, mais le
ministre peut faire en sorte que
notre partie du pays obtienne
effectivement ce qui lui revient.
Est-ce dans ses intentions?
De voorzitter: Mijnheer Mortelmans, ik wil uw aandacht vestigen op het feit dat een goede daad iets van
de scouts is en dat de minister uit de chiro komt. Dat is een verschil.
05.05 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst even
zeggen dat een goede daad ook in de chiro absoluut een na te
streven doel was. Ik zal niet zeggen dat ik er elke dag in ben
geslaagd.
05.06 Jos Ansoms (CD&V): (...)
05.07 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Ansoms, integendeel, het is
zo slecht geweest in het verleden dat het alleen maar kan
verbeteren.
Ten tweede, ik ben uw dienaar tot mijn laatste snik en de rest is
speculatie. Ik heb in elk geval niet de gewoonte om in welke dag of
nacht dan ook te vluchten.
Ik zal proberen om in dit dossier zo correct mogelijk te antwoorden.
Ik steek niet onder stoelen of banken dat de oprichting van het
verkeersboetefonds nogal wat bloed, zweet en tranen heeft gekost.
Een akkoord bereiken over de verdeling van het verkeersboetefonds
en over de criteria waarop het verkeersboetefonds verdeeld wordt,
was inderdaad allemaal niet zo vanzelfsprekend.
Ik wijs erop dat ik vertrokken ben van een in de Ministerraad
goedgekeurd koninklijk besluit van de vorige regering. Het was nog
geen koninklijk besluit omdat het nog niet verschenen was. Er is
daarover hier een bespreking geweest en er waren vragen van onder
meer de heer Jos Ansoms. Ik heb gezegd dat ik het ging
tegenhouden, dat ik het opnieuw ging onderzoeken en bespreken,
want dat er te weinig drive en aanzet was in het kader van de
verkeersveiligheid. Ik ben er bovendien van overtuigd - maar ik zal
daarover straks antwoorden - dat de verdeling op dit ogenblik een
veel dynamischer gegeven is in het kader van verkeersveiligheid dan
sommigen wel denken. Ik erken echter dat het feit dat het relatief laat
in voege is getreden voor het eerste jaar een relatief korte periode
05.07 Bert Anciaux, ministre: La
mise en place du fonds des
amendes routières et la
conclusion d'un accord sur les
critères de répartition ont constitué
un processus laborieux qui repose
sur un arrêté royal du précédent
gouvernement approuvé en
Conseil des ministres, mais non
encore publié. J'ai fait examiner
dans quelle mesure cet arrêté
pouvait contribuer davantage à la
sécurité routière.
La répartition proposée
aujourd'hui est plus dynamique.
Les zones de police disposent
d'un délai jusqu'au 1
er
septembre
pour clôturer leurs dossiers. La
rubrique FAQ disponible sur le site
Web vise à informer le mieux
possible sur l'interprétation exacte
à donner à l'arrêté royal et à la
circulaire. Cette manière de
procéder a pour avantage que les
informations fournies peuvent être
vérifiées par des spécialistes,
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
geeft om alle dossiers in orde te brengen.
Als ik mij niet vergis, is 1 september inderdaad de deadline. Dat wil
dus inderdaad zeggen dat door veel van de politiezones tijdens de
zomer hard zal moeten worden gewerkt om die dossiers klaar te
maken. Natuurlijk is dat eenmalig, in het begin van het systeem.
Volgend jaar zal dat niet meer het geval zijn, omdat men dan van in
den beginne weet welke criteria gelden en waaraan men zich moet
houden.
In dat opzicht zijn de frequently asked questions die op de webstek
verschijnen, precies bedoeld om zo veel en zo goed mogelijk te
informeren. Bij de opstart van zo'n nieuwe procedure kan men mijn
inziens namelijk niet genoeg begeleiden en informeren over hoe,
volgens de administratie, de gegevens die in het koninklijk besluit en
in de rondzendbrief staan, geïnterpreteerd moeten worden. Dat mag
niet als bijkomende regels worden gezien. Het gaat om het uitleggen
van de manier waarop de regels uit het koninklijk besluit
geïnterpreteerd moeten worden. Ik geef daarmee wel toe dat de
antwoorden op die veelgestelde vragen, die FAQ's, als een
bijkomende betutteling kunnen overkomen, daar waar ze in eerste
instantie bedoeld zijn als meer informatie geven en begeleiden van
politiezones die ook niet altijd juist weten wat zij onder de
verschillende bepalingen dienen te verstaan.
Een nadeel van zulke FAQ is dat de antwoorden een bepaalde
richting aangeven. De regels worden in alle eerlijkheid zo ook
geïnterpreteerd door de administratie. Nadien zal misschien moeten
blijken dat dat enigszins bijgestuurd moet worden.
Maar in ieder geval ben ik wel verheugd over het feit dat
parlementsleden trouwe lezers zijn van de website van de
administratie en dat er daarover parlementaire vragen worden
gesteld. Ik meen dat ook, want het is wel belangrijk dat de informatie
die wij geven aan onze politiezones, door specialisten ook
nagekeken worden op fouten. Het is niet altijd zo vanzelfsprekend
om mezelf te controleren en om na te gaan of de verwoording van de
instructies aan de administratie ook in die mate correct worden
uitgevoerd. Als er tegenstellingen worden vastgelegd tussen de
parlementaire vragen en de FAQ, wat niet de bedoeling kan zijn, dan
moeten wij dat rechttrekken.
Indien een expert van uw kaliber dit nauwgezet opvolgt, kan het
alleen maar verbeteren.
Ik kom tot de concrete vragen inzake de financiering van de
personeelskost.
Ten eerste, de nieuwe versie van de FAQ zal deze namiddag op de
website geplaatst worden zodat hetgeen ik in deze commissie
verklaard heb op 16 juni niet in strijd is met hetgeen op 24 juni in de
FAQ is naar voren gebracht. Let wel, misschien zal het nog verfijnd
moeten worden. Naar aanleiding van deze vraag word ik immers
reeds geconfronteerd met een aantal bedenkingen waarover
mogelijks meningsverschillen over kunnen bestaan, maar waarop ik
vandaag probeer een duidelijk antwoord te geven.
Ten tweede, reguliere personeelskosten die volgens het FAQ-
l'inconvénient étant qu'une
interprétation déterminée peut
encore être adaptée
ultérieurement. Il ne peut en
aucun cas exister de contradiction
entre mes déclarations au
Parlement et cette rubrique FAQ.
En ce qui concerne le
financement des coûts de
personnel, une nouvelle version
paraîtra cet après-midi sur le site
internet, de sorte que mes
déclarations du 16 juin ne seront
pas en contradiction avec la
rubrique FAQ du 24 juin. Cette
nouvelle version peut toutefois
encore être affinée.
Les coûts de personnel récurrents
qui n'entrent pas en ligne de
compte selon la rubrique FAQ
sont les coûts salariaux ordinaires
inhérents aux activités régulières
ordinaires. Les dépenses liées au
personnel temporaire, aux
intérimaires, aux free-lances ou
aux sous-traitants ne sont pas
prises en considération. Il n'est
pas possible de créer un service
spécialisé financé par le fonds des
amendes routières.
Les zones de police qui menaient
déjà une politique active en
matière de sécurité routière ne
seront pas pénalisées. Il peut être
tenu compte de l'intégralité des
actions entreprises dans le cadre
du plan d'action 2003-2004,
même s'il n'y a pas d'action
complé-mentaire en 2004.
Les moyens attribués sont limités
dans le temps et doivent être
utilisés avant le 31 décembre
2004. En aucun cas des montants
ne seront reversés au Trésor.
La loi du 7 février 2003, les
arrêtés d'exécution, les accords
avec les zones de police et la clé
de répartition pour le fonds des
amendes seront évalués d'ici à
septembre 2005. Si l'on devait
constater une répartition inéqui-
table, une solution devrait être
trouvée.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
document niet in aanmerking komen, moeten worden beschouwd als
gewone loonkost in het kader van de gewone, geregelde en
regelmatige activiteit. Indien u mij om een bijkomende interpretatie
vraagt, antwoord ik dat, bij afgeleide, de bijkomende loonkost die ook
voor dat personeel wordt blootgesteld en die dus niet de gewone
loonkost is voor het reguliere werk, mijns inziens, wel degelijk in
aanmerking komt.
Mijnheer Ansoms, correct is correct. Indien kan aangetoond worden
dat de "overuren" gemaakt werden omwille van bijkomende of
nieuwe acties die ondernomen worden in het kader van de
verkeersveiligheid, lijkt het mij een logisch gevolg van hetgeen wij
beschouwen als reguliere personeelskost. Ik citeer: "De gewone
loonkost is de loonkost in het kader van de gewone, geregelde en
regelmatige activiteiten". De bijkomende personeelskost kan niet als
regulier beschouwd worden
Er wordt in ieder geval aangenomen dat tijdelijk of interim-personeel
wordt aangeworven en/of dat een beroep wordt gedaan op freelance
medewerkers of dat bepaalde taken worden uitbesteed. Dergelijke
uitgaven zullen niet in aanmerking worden genomen.
Mijnheer Ansoms, ik merk dat u controleert of de nieuwe FAQ op de
website staat. Ik heb echter niet gezegd hoe laat. Misschien
controleren zij wel wat ik in deze commissie verkondig.
De mogelijkheid - dat zal u wellicht niet zinnen, mijnheer Ansoms,
maar het is op dit ogenblik een duidelijke regel - voor grotere
politiezones om, gefinancierd door hun aandeel in het boetefonds,
een gespecialiseerde dienst uit te bouwen en uit te breiden met
nieuw personeel bestaat niet.
Wat het eerste onderdeel van de tweede vraag betreft, gaat het niet
alleen om de aanschaf van materiaal dat bestemd is voor gebruik in
het kader van handhaving. Wanneer u er het besluit, de omzendbrief
en het model van de overeenkomst op naleest, zult u moeten
erkennen dat men niet verlegen hoeft te zitten om nieuwe
mogelijkheden aan te boren. Denk bijvoorbeeld aan sensibilisering,
communicatie, voorlichting in de ruime betekenis van het woord en
verdere acties in verband met de verbetering van de
verkeersleefbaarheid, het verbeteren van de expertise van het
personeel en zo verder.
U hoeft geenszins te vrezen dat zones die reeds langer actief zijn,
gestraft zullen worden voor hun vroegere inzet. In dit opzicht kan ik
even verduidelijken in welke mate de notie "bijkomende
inspanningen" moet geïnterpreteerd worden. Aanvankelijk was
bepaald dat om geld te kunnen krijgen acties in 2004 bijkomstig
moesten zijn ten opzichte van 2003. Dit kan inderdaad allicht
bestraffend zijn voor zones die al serieuze inspanningen gedaan
hebben en dat vastgelegd hebben in een actieplan 2003/2004. Het
voorstel is nu dat acties die gevoerd worden in het kader van het
actieplan 2003/2004 integraal meegerekend mogen worden, ook al is
er in 2004 geen bijkomende actie ten opzichte van 2003. Zo worden
de zones die in het kader van het actieplan hun activiteiten uitgebreid
hebben beloond. Ook dit wordt opgenomen in een FAQ-document.
Het tweede onderdeel van uw vraag ging over de toegekende
J'estime également qu'il serait
préférable que le rapport soit de
50-50 plutôt que 37-63, mais je
m'attends à ce que les zones
flamandes reçoivent beaucoup
plus d'argent en 2005 et 2006
étant donné qu'elles ont consenti
les plus gros efforts. S'il faut
parler de distorsion
communautaire, il se pourrait bien
que cela soit au profit de la
Flandre. Je ne partage pas l'avis
selon lequel les recettes
provenant des amendes doivent
être le principal critère pour la
répartition des moyens du fonds
des amendes. Il s'agit surtout de
réduire le nombre de victimes, et
s'il est possible d'y parvenir sans
amendes, cela sera tout aussi
bien.
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
middelen. De toegekende middelen zijn kalendergebonden en dienen
voor 31 december 2004 te worden besteed aan bijkomende
inspanningen in het kader van de verkeerswetgeving. Ze kunnen met
andere woorden door de zone niet gebruikt worden voor uitgaven na
31 december 2004. Dit geldt voor volgend jaar. De bedragen die niet
toegekend zijn binnen het kader van de uitbetaling van het
verkeersboetefonds worden toegevoegd aan het saldo van het
volgende jaar zoals bepaald in artikel 7 laatste lid van het KB
betreffende de overeenkomsten. Het geld gaat niet terug naar de
schatkist.
Zo kom ik tot de derde vraag van collega Mortelmans. Na een eerste
toepassing dit jaar en mede in het licht van de beslissing van de
thematische Ministerraad over levenskwaliteit van 20 maart 2004 om
de wet van 7 februari 2003 houdende de verschillende bepalingen
inzake verkeersveiligheid en de uitvoeringsbesluiten tegen
september 2005 te evalueren, zullen de overeenkomsten met de
politiezones ook op dat moment worden geëvalueerd.
Uit die evaluatie zal blijken hoe het geld uit het verkeersboetefonds
in de praktijk over de verschillende politiezones werd verdeeld. De
huidige verdeelsleutel een systeem dat overigens altijd voor
discussies zorgt, maar het onmiskenbaar voordeel heeft dat het op
objectieve criteria is gebaseerd werd vastgelegd in de Ministerraad.
Alvorens hem als onrechtvaardig te beschouwen, lijkt het
aangewezen de resultaten van de evaluatie af te wachten.
Uiteindelijk zijn het de bevoegde diensten van de FOD Mobiliteit en
Vervoer en van de FOD Binnenlandse Zaken die, op basis van een
grondige analyse van de overeenkomsten die hen worden
voorgelegd, de grootte van het bedrag bepalen dat aan de
politiezones zal worden uitgekeerd. Het is dan ook geenszins zo dat
elke politiezone aanspraak zal maken op het maximumbedrag dat
volgens de verdeelsleutel wordt voorzien. Het is dan ook verkeerd te
zeer te focussen op de maximumbedragen die nu reeds aan de
verschillende politiezones worden toegedicht. Indien echter uit de
evaluatie zou blijken dat de huidige verdeelsleutel voor een
onrechtvaardige verdeling van de vrijgekomen middelen zorgt, zal
worden bekeken hoe daaraan een mouw kan worden gepast.
Heel concreet wil ik in het kader van die zogenaamde
communautaire scheeftrekking ik heb daarop trouwens ook al
duidelijk geantwoord, zowel hier in de Kamer tijdens commissie- en
plenaire vergaderingen als in de Senaat één zaak die voortdurend
wordt miskend, even belichten.
Ik weet dat de heer Ansoms ik heb ook nooit onder stoelen of
banken gestoken dat ik zijn mening deel vindt dat het variabel
gedeelte van 37% te weinig is. Ik had graag 50-50 gehad. 50% vast
50% variabel was volgens mij een correcte verhouding geweest. Het
vaste gedeelte heeft wel degelijk zin. Het is immers ook in
verhouding tot de grootte van de politiezones en van het verkeersnet
dat een deel van de kosten moet worden berekend. Het zou
vanzelfsprekend niet helemaal correct zijn om dat uit te sluiten. Het
kan niet zijn dat alleen de resultaten op het gebied van de
vermindering van het aantal verkeersslachtoffers het enige criterium
zou zijn. Wij hebben nu eenmaal die verhouding van 37-63. Het
gedeelte van 63% is opgesplitst in twee onderdelen.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Mijnheer Mortelmans, het gedeelte van 37% zou wel eens tot gevolg
kunnen hebben dat, buiten de aandacht voor de contracten die
moeten worden gesloten ik wil nog zien of elke politiezone dat zal
doen; we kunnen de cijfers daarvan ook wel eens bekijken , de
verdeelsleutel, zoals die zich vandaag in de praktijk voor het jaar
2004 zal voordoen, anders evolueert in de toekomst. Het is mijn
bescheiden voorspelling dat in 2005-2006 het aandeel van de
Vlaamse politiezones door deze verdeelsleutel fors zal toenemen,
precies doordat er heel veel inspanningen worden geleverd voor het
terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers.
Met het volgende ben ik het niet eens. Het is gewoon een verschil
van mening en u kan mij niet overtuigen. Waar ik het niet mee eens
ben is dat de hoogte van de boetes of het innen van de boetes op
enigerlei wijze kan meespelen in de verdeling van het boetefonds. Ik
ben het daarmee niet eens.
Mijnheer de voorzitter, ik heb reeds vaak genoeg gezegd dat voor mij
het enige criterium het terugdringen van de verkeersslachtoffers is en
niet de grootte van de boetes die betaald worden. Als een politiezone
erin zou slagen om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen
zonder boetes te innen, dan is dat voor mij in orde. Van mij gaat u
nooit een verklaring horen waarin ik zeg dat er een communautaire
scheeftrekking is.
Een communautaire scheeftrekking gaat ervan uit dat die boetes
belangrijker zijn dat de verkeersveiligheid. Voor mij is de
verkeersveiligheid en het terugdringen van de slachtoffers
belangrijker. Nogmaals, als er een communautaire scheeftrekking is,
dan zou het wel eens in het voordeel van Vlaanderen kunnen zijn,
waar de verkeersveiligheid fors zal toenemen ten nadele misschien
van de Franstalige politiezones waar er te weinig aandacht is voor
het toenemen van de verkeersveiligheid. Ik hoop dat ik mij ook
daarin vergis. Ik speel niet graag spelletjes. Het is echter toch wel
vreemd dat men over scheeftrekking spreekt als het gaat over geld
en niet over een scheeftrekking spreekt als het gaat over het redden
van mensen.
05.08 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, het
gaat natuurlijk ook over het redden van mensen. Dat is ook mijn
bekommernis. Als 80% van de inkomsten in Vlaanderen ...
05.08 Jan Mortelmans
(VLAAMS BLOK): La diminution
du nombre de victimes est aussi
notre première priorité ...
05.09 Minister Bert Anciaux: Dat is niet juist.
05.10 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Het is wel juist. Ik heb in
december trouwens met cijfers aangetoond dat er een enorme
scheeftrekking is wat de penale boetes betreft. De VVSG bevestigt
ook dat er een serieuze scheeftrekking is.
05.11 Minister Bert Anciaux: Ik moet bekennen dat de cijfers voor
2003 nog steeds niet bekend zijn. Ik ben er niet fier op.
05.12 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Laten we uitgaan van de
cijfers van de penale boetes die vastgesteld zijn en die een antwoord
zijn op een schriftelijke vraag die ik en andere collega's hebben
gesteld. 80% van die boetes komt uit Vlaanderen. Is het dan niet
05.12 Jan Mortelmans
(VLAAMS BLOK): ... mais si 80%
des recettes sont générées en
Flandre, il n'est que normal que
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
meer dan normaal dat de centen die terugkomen om hun nut te
bewijzen op het vlak van verkeersveiligheid ook voor een groot stuk
in Vlaanderen worden gegenereerd? Dat heeft niet te maken met het
feit of we al dan niet bekommerd zijn over de verkeersslachtoffers.
Natuurlijk zijn wij bekommerd om het terugdringen van de
verkeersslachtoffers. Het is echter toch logisch dat ook op dat vlak
het Gewest dat de meeste inspanningen levert daar het meest ... Dat
is volgens mij toch een logisch principe. U pakt het in in een algehele
visie van het terugdringen van verkeersslachtoffers.
les zones flamandes reçoivent le
plus en retour.
05.13 Minister Bert Anciaux: Dan is het uitgangspunt anders en dat
is een eerbaar uitgangspunt. Als het uitgangspunt erop gericht is om
te gaan kijken waar er geïnd wordt en die verhouding gebruiken voor
het teruggeven aan de politiezones op basis van de Gewesten, dan is
dat een ander uitgangspunt. Dat is niet oneerbaar, maar het is wel
een ander uitgangspunt.
05.14 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, stel
dat we inderdaad in september of oktober toch naar een forum
zouden gaan, stel dat we toch de verkeersproblematiek zouden gaan
federaliseren, dan zouden die middelen toch voor Vlaanderen
bestemd zijn?
05.15 Minister Bert Anciaux: Het is nogal wiedes dat op het moment
dat de verkeersveiligheid geregionaliseerd wordt en als dat aspect
van het boetefonds beschouwd wordt als een belangrijk hulpmiddel
voor de verkeersveiligheid, dat ook mee geregionaliseerd zou
moeten worden.
Op dit ogenblik evenwel u kunt mij dat niet kwalijk nemen zit ik in
een federaal verhaal inzake verkeersveiligheid.
05.15 Bert Anciaux, ministre: Si
la sécurité routière est
régionalisée, les fonds seront
également transférés.
05.16 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Maar dan gaat u er wel
mee akkoord dat die middelen integraal naar Vlaanderen gaan.
05.17 Minister Bert Anciaux: Dat is een ander uitgangspunt.
05.18 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil reageren
op die laatste discussie. Ik ben het fundamenteel oneens met de
minister.
Mijnheer de minister, u weet wat de bedoeling was van het
Verkeersboetefonds. Ik heb het tot stand zien komen tijdens de
nachtelijke discussie met uw voorgangster. Men ging er van uit dat
door het verhogen van de verkeersboetes een ontrading zou
teweeggebracht worden bij de bevolking, waardoor minder snel zou
worden gereden, minder risicovol gedrag zou worden vertoond en
waardoor dus de verkeersveiligheid zou stijgen. Daarvoor is uiteraard
de handhaving essentieel. Met evenzoveel woorden werd gezegd dat
de handhaving vooral een zaak is van het lokale niveau, aangezien
door de politiehervorming de verkeerspolitie zich teruggetrokken
heeft op de autostrades en de rest voor het lokale niveau laat. Daar
komt het Verkeersboetefonds vandaan. Toen werd beslist dat de
meerontvangsten die voortkomen uit die hogere boetes terug zouden
vloeien naar het lokale niveau teneinde het te stimuleren om het
beleid dat de regering wenst - meer handhaving en daardoor het
aantal ongevallen doen dalen - te kunnen realiseren. Alzo ontstond
05.18 Jos Ansoms (CD&V): Lors
de la mise en place du fonds des
amendes routières, l'accent a été
mis sur l'importance du maintien
de l'ordre dans le cadre de la
sécurité routière.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
het Verkeersboetefonds.
05.19 Minister Bert Anciaux: Meer verkeersveiligheid.
05.20 Jos Ansoms (CD&V): Meer verkeersveiligheid, waarbij
handhaving essentieel is en handhaving behoort tot de opdracht van
de lokale politie. Dat is het uitgangspunt. Vandaar dat wij vanaf het
begin gepleit hebben voor een zeer duidelijke lijn. Wij waren het
eens met de regering dat deze opdracht moest worden uitgevoerd op
het lokale niveau en wij stelden voor om geen federaal
veiligheidsfonds maken, maar de helft van de opbrengst van de
verkeersboetes in de politiezones te laten en de andere helft naar het
federale niveau door te schuiven om eventueel de federale politie of
justitietaken of federale taken mee te betalen. Dat zou normaal zijn.
Ik ben het er evenwel niet mee eens om, zoals sommigen opperen,
de volledige opbrengst van de verkeersboetes in de zone te laten.
Dat heb ik nooit voorgesteld. Dat is trouwens verkeerd want het is
duidelijk dat ook verkeersveiligheid en justitie de middelen moeten
krijgen om de normale werking te betalen.
U stelde dat niet voor, mijnheer de minister, maar sommigen wel.
Er mag worden verwacht dat ingevolge meer handhaving en hogere
boetes, het bedrag aanzienlijk hoger is. Vandaar dat wij destijds een
wetsvoorstel hebben ingediend in die zin. Wij trouwens niet alleen,
ook de VLD. Toen het erop aankwam het voorstel goed te keuren
heeft de VLD tegen haar voorstel moeten stemmen, onder druk van
de heer Verhofstadt die in het kader van het paars-groene verhaal,
absoluut een wet aan mevrouw Durant wou schenken. Dat is de
historische waarheid.
Toch hadden wij beter dat gedaan, in plaats van iets op te zetten dat
u op uw opvolger nog via drie of vier FAQ's zal aanpassen, mijnheer
de minister.
Ik vind dat spijtig. Het had veel eenvoudiger kunnen gebeuren, en to
the point waarvoor het diende. Dan zouden al die discussies over
transfers, communautair, van de ene zone die wel iets doet naar een
andere zone die minder of niets doet, niet hebben plaatsgehad. Dan
zou het veel eenvoudiger zijn geweest en dan zou u hebben bereikt
wat u wenste te bereiken. Dat wilde ik bij wijze van inleiding zeggen.
Ik heb nog twee bijkomende vragen, om de FAQ-2 iets of wat voor te
lopen, want die zijn nog niet verschenen op het internet.
Ondertussen zijn de formulieren opgesteld. Tussen haakjes, onze
politiezone zal de eerste zijn die dat document ingestuurd heeft. Wij
vinden 1 september dus geen probleem, want dat van ons is al klaar.
05.20 Jos Ansoms (CD&V):
Etant donné que le maintien de
l'ordre relève de la responsabilité
du niveau local, le fonds des
amendes routières devait veiller à
ce que les recettes supplé-
mentaires résultant de la
majoration des amendes et de
l'amélioration du maintien de
l'ordre profitent au niveau local.
Nous étions partisans d'un autre
système: pas de fonds fédéral,
mais l'attribution de la moitié des
recettes aux zones. Toute la
discussion relative aux transferts
et aux distorsions commu-
nautaires aurait ainsi pu être
évitée.
05.21 Minister Bert Anciaux: (...)
05.22 Jos Ansoms (CD&V): Als er geld te krijgen is...
Er zijn drie kolommen.
05.23 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Ansoms, misschien kan ik
best uw gegevens gewoon op de website zetten.
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
05.24 Jos Ansoms (CD&V): Maar het is wel belangrijk als ik nu een
bevestigend antwoord krijg.
Er zijn drie kolommen. Wij hebben in de eerste kolom geschreven
wat we in 2003 hebben gedaan, in de tweede kolom staat wat we in
2004 doen, en het verschil staat in de derde kolom. Als wij in 2003
duizend uren gepresteerd hebben qua verkeershandhaving en in
2004 tweeduizend uren, dan staat in de derde kolom het verschil:
duizend uren. Die duizend uren worden dus in aanmerking genomen
als loonkosten. Akkoord? Heb ik dat zo goed begrepen? Dat is
namelijk heel belangrijk.
Als u dat bevestigt, weten alle zones nu hoe ze die formulieren
moeten invullen. We weten dat het een extra inspanning is ten
opzichte van 2003 en dat de loonkosten die daaraan verbonden zijn
in 2004 geleverd vóór 31 december 2004, zoals u gezegd hebt
extra uitgaven zijn die daarvoor in aanmerking komen. Als dat juist
is, dan is het voor mij duidelijk en ik vind dat ook logisch.
05.24 Jos Ansoms (CD&V): Si
une zone consacre en 2004 un
plus grand nombre d'heures au
maintien de l'ordre qu'en 2003, les
coûts salariaux y afférents sont-ils
dans ce cas considérés comme
des dépenses supplémentaires?
05.25 Minister Bert Anciaux: Mag ik u een tegenvraag stellen? Ik
ben geneigd om ja te antwoorden. Maar veronderstel dat er in 2003
ten opzichte van de voorgaande jaren 2002 en 2001 een opvallende
verlaging van de uitgaven zou zijn op het gebied van de
verkeersveiligheid, wat is dan regulier: de uitgaven in 2003?
05.25 Bert Anciaux, ministre:
J'aurais tendance à répondre par
l'affirmative, mais qu'en est-il
alors si le nombre d'heures
consacrées au maintien de l'ordre
en 2003 est nettement inférieur
aux chiffres de 2001 et de 2002?
05.26 Jos Ansoms (CD&V): U wilt dus een vergelijking met de drie
voorgaande jaren. Maar er staan drie kolommen op dat formulier. U
hebt die formulieren toch gezien? Mij lijkt het vrij eenvoudig.
05.26 Jos Ansoms (CD&V): Il
suffit dans ce cas de considérer
que la norme constitue la
moyenne des trois dernières
années. Le formulaire ne
mentionne toutefois que l'année
2003.
De voorzitter: Laat mij even tussenbeide komen. Ik moet het Reglement toepassen. Die discussie is zeer
interessant, maar een vraag duurt normaal 5 minuten, het antwoord inbegrepen. Met deze vraag zijn wij
zeker 25 minuten over de tijd. Ik moet ook rekening houden met de heer Mortelmans.
05.27 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
verontschuldig mij, maar als de minister ja gezegd had, dan zou dat
weer een minuut minder geweest zijn.
De voorzitter: Stel ze dan heel, heel kort.
05.28 Jos Ansoms (CD&V): U hebt het woord "kalendergebonden"
in de mond genomen. U heb gezegd dat de uitgaven voor
31 december 2004 moeten gebeurd zijn. Dat vind ik normaal. Is het
dan ook, zoals het nu in FAQ 1 staat, na 1 januari 2004?
05.28 Jos Ansoms (CD&V): Le
ministre a déclaré que les
dépenses doivent être effectuées
avant le 31 décembre 2004. Et à
partir du 1
er
janvier 2004?
05.29 Minister Bert Anciaux: Na 1 januari?
05.30 Jos Ansoms (CD&V): Na 1 januari 2004? U hebt daarstraks
gezegd 2003, 2004. Dat hebt u herhaaldelijk gezegd. Moeten de
uitgaven gebeurd zijn na 1 januari 2004?
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
05.31 Minister Bert Anciaux: Absoluut, vanaf 1 januari 2004.
05.31 Bert Anciaux, ministre:
Absolument.
05.32 Jos Ansoms (CD&V): Het is maar een vraag.
De voorzitter: Dat was een kort en duidelijk antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Cemal Cavdarli aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
erkenning van buitenlandse rijbewijzen" (nr. 3311)
06 Question de M. Cemal Cavdarli au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
reconnaissance de permis de conduire étrangers" (n° 3311)
06.01 Cemal Cavdarli (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, geachte collega's, mijn mondelinge vraag inzake de
erkenning van buitenlandse rijbewijzen daterend van 24 maart 2004
werd door u, mijnheer de minister, op een enorm constructieve
manier beantwoord. U wilde graag werken aan deze problematiek en
u hebt vermeld dat u het koninklijk besluit in verband met de
omzetting van de Europese richtlijn voor de zomer zou uitvaardigen.
Ook sprak u van het initiatief om onderhandelingen te starten met
Turkije inzake het bevorderen van een adequate regelgeving en u zei
dat de brief gericht aan de Turkse ambassade klaar was voor
ondertekening. Na drie maanden stel ik mij de vraag welke
vooruitgang geboekt is inzake dit dossier aangezien heel wat mensen
aan het wachten zijn op deze regeling en heel veel mensen hoop
hebben geput uit uw initieel constructief antwoord. Het is dan ook
mijn plicht u nogmaals te herinneren aan uw belofte en u te wijzen op
deze noodzakelijke maatregel. Mij hierop baserend wil ik u heel kort
drie vragen stellen, mijnheer de minister.
Kunt u enige toelichting geven bij de vordering inzake de
voorbereiding in verband met dit dossier? Kunt u enige zekerheid
geven dat het koninklijk besluit inderdaad uitgevaardigd zal worden?
Ten slotte, kunt u ook enige toelichting geven over de stand van
zaken van de onderhandelingen met de Turkse autoriteiten?
06.01 Cemal Cavdarli (sp.a-
spirit): Il y a trois mois, le ministre
annonçait qu'une solution était en
vue en matière de reconnaissance
des permis de conduire étrangers
dans notre pays. Une réglemen-
tation adéquate allait être
élaborée plus spécifiquement
avec la Turquie. Quel est l'état
d'avance-ment de ce dossier?
Qu'en est-il des négociations avec
les autorités turques?
06.02 Minister Bert Anciaux: Collega, de problematiek van de
wederzijdse erkenning van rijbewijzen werd omstandig toegelicht
naar aanleiding van uw schriftelijke vraag nummer 65. Dit gebeurde
nogmaals op 24 maart 2004 aan de hand van uw mondelinge vraag
in deze commissie. Ik heb zoals u zelf onderstreept gestreefd naar
een constructieve regeling ter zake, enerzijds via het inschrijven in
het ontwerp van koninklijk besluit houdende omzetting van de EG
richtlijn 2000/56/EG betreffende het rijbewijs van een bepaling in
artikel 2, Artikel 5 §2, 2. Het gaat hier over kandidaten voor het
rijbewijs vrijgesteld van de scholing. Ik herneem. Artikel 5 §2, 2 van
hetzelfde besluit wordt door een volgende bepaling vervangen: "De
houders van een Europees of een buitenlands nationaal rijbewijs dat
afgegeven is voor ten minste dezelfde categorie of subcategorie van
voertuigen of voor een categorie of subcategorie die gelijkwaardig is
aan die waarvoor de geldigheidsverklaring gevraagd wordt". Tot daar
het citaat.
06.02 Bert Anciaux, ministre:
J'ai toujours oeuvré à la recherche
d'une solution constructive. Une
disposition incluse dans la loi
stipulera que les titulaires d'un
permis de conduire étranger sont
dispensés de suivre une formation
auprès d'une auto-école et qu'ils
ne doivent pas demander de
permis provisoire. Ils restent
cependant soumis aux normes
médicales en matière d'aptitude à
la conduite. Les personnes
concernées peuvent donc
s'inscrire directement auprès d'un
centre d'examen agréé pour y
subir l'examen. Cet examen
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
De houders van een Europees of een buitenlandse rijbewijs, zelfs als
de geldigheid daarvan verlopen is of als het rijbewijs hier niet erkend
is, moeten zich dus voor de rijopleiding niet onderwerpen aan
rijschoolonderricht noch een voorlopig rijbewijs aanvragen.
Zoals alle bestuurders zijn zij onderworpen aan de medische normen
inzake rijgeschiktheid. Dit moet de betrokkenen toelaten zich
rechtstreeks in te schrijven bij de erkende examencentra om zonder
scholing te doorlopen de voor de gewenste voertuigcategorie
voorgeschreven examens theorie en praktijk te kunnen afleggen.
Deze regeling heeft bovendien het voordeel dat betrokkenen aldus
het bewijs zullen hebben geleverd te voldoen aan de Europese
voorschriften voor het bekomen van een Europees rijbewijs zodat de
geldigheid in andere lidstaten niet in vraag dient te worden gesteld
zoals dit momenteel mogelijk is bij de gebruikelijke omwisseling van
een vreemd rijbewijs naar aanleiding van de verplaatsing van zijn of
haar residentie naar een andere lidstaat van de Europese Unie. Op
dat moment zal een gewone omwisseling mogelijk zijn. Men kan dat
in de andere lidstaten niet betwisten omdat men het examen aflegt
en wel degelijk het Europees rijbewijs krijgt. Tot nu konden de andere
lidstaten dat wel betwisten.
Er werd met de ambassadeur van Turkije in België overleg gepleegd
teneinde het officieel standpunt van de bevoegde Turkse overheden
te kennen in deze aangelegenheid. Bij antwoord van 27 april 2004
liet de heer Erkan Gezer, ambassadeur van Turkije in België, mij
weten dat in de Grande Assemblée Nationale turque een nieuw
ontwerp van wegverkeerswet wordt goedgekeurd waarbij het de
bedoeling is de geharmoniseerde Europese regelgeving betreffende
het rijbewijs te integreren in het nationaal Turks recht. Het Turks
ministerie van Onderwijs blijkt reeds belast te zijn met de opdracht
om de aanpassing van de Turkse rijopleiding in die zin spoedig te
realiseren. Gelet op wat voorafging, stelt hij voor de technische
onderhandelingen vooralsnog uit te stellen tot deze hervorming zal
zijn doorgevoerd.
U zult het met mij eens zijn dat beide initiatieven moeten bijdragen
tot een rechtszekere regeling van de problematiek, temeer ik
instructies heb gegeven voor de spoedige publicatie van het besluit
in het Belgisch Staatsblad aangezien het advies van de Raad van
State eind juni werd betekend. We hebben het advies en kunnen
overgaan tot publicatie. Ik heb er ook uitdrukkelijk laten inschrijven
dat de hogervermelde bepaling in werking zal treden op
1 augustus 2004.
Ik hoop hiermee tegemoet te zijn gekomen aan uw oprechte
bezorgdheid.
réussi, elles pourront conduire
dans tous les Etats membres de
l'UE. La disposition en question
entrera en vigueur en août 2004.
En ce qui concerne plus
spécifiquement les permis de
conduire turcs, une concertation a
été organisée par le biais de
l'ambassadeur de Turquie. La
Turquie élabore pour l'heure un
nouveau code de la route,
l'objectif étant de transposer la
réglemen-tation européenne en
droit national turc. La formation à
la conduite dispensée en Turquie
serait adaptée. Les négociations
techniques ont été reportées
jusqu'après la réforme.
06.03 Cemal Cavdarli (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik had uw schriftelijk antwoord al gekregen. Voor mij was
de datum zeer belangrijk, namelijk 1 augustus. Ik kan nu op beide
oren slapen en de mensen die maandenlang zonder antwoord bleven
omtrent dit probleem zeggen dat de uitspraak vanaf 1 augustus in
praktijk zal worden omgezet.
06.03 Cemal Cavdarli (sp.a-
spirit): Cette question sera donc
réglée pour le 1er août. C'est une
bonne nouvelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
07 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "de verplichting om een fluovest aan te trekken in geval van autopech" (nr. 3356)
07 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'obligation de porter une veste fluorescente en cas de panne de voiture" (n° 3356)
07.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb een heel korte vraag die zich al een
beetje in de vakantiesfeer bevindt, toch voor diegenen die naar Italië
of Spanje trekken. In landen zoals Italië, Spanje, Finland en Portugal
is het immers verplicht een fluovest aan te trekken in geval van pech
met de wagen. Wie zonder zo'n fluovest zijn voertuig op de
pechstrook achterlaat, riskeert een boete van 33 tot 137 euro. In
Spanje geldt die verplichting voor alle inzittenden van een wagen
met pech. Ik heb gelezen dat zulke vestjes bij ons kunnen worden
aangekocht tegen 15 euro per stuk bij de VDAB en het Belgisch
Instituut voor Verkeersveiligheid. Ze bestaan dus bij ons, maar ze
zijn niet verplicht. Mensen die naar het buitenland trekken, kunnen
dergelijke vestjes ook bij de grensovergangen en in de
servicestations aanschaffen.
Ik wou u kort de volgende vraag stellen, mijnheer de minister. Hoe
staat u ten opzichte van dit initiatief? Zou u eventueel overwegen om
deze verplichting ook in België in te voeren?
07.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Dans certains pays, les
conducteurs en panne avec leur
véhicule doivent porter une veste
de sécurité réfléchissante. En
Belgique, il est possible de se
procurer de telles vestes mais
elles ne sont pas obligatoires. Le
ministre envisage-t-il d'instaurer
une obligation similaire en
Belgique?
07.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik sta
uiteraard positief tegenover het meenemen in de wagen van een
reflecterend veiligheidsvest dat bij pech of ongeval wordt gedragen
om goed zichtbaar te zijn voor het passerend verkeer.
Ten tweede, in België is het gebruik van een reflecterend
veiligheidsvest op dit ogenblik verplicht voor de wegkapiteins bij de
begeleiding van motorrijders die in groepsverband rijden. Langs de
andere kant wordt sinds jaar en dag het gebruik van reflecterende
producten aanbevolen, vooral voor de begeleiders van groepen
voetgangers en voor gemachtigde opzichters die scholieren helpen
oversteken. Ik ben vooralsnog niet van plan om op korte termijn de
verplichting uit te breiden tot andere dan de genoemde
verkeersdeelnemers, maar ik volg deze evolutie van nabij.
Ik moet u wel zeggen dat ik het persoonlijk zeker zou aanmoedigen
en het misschien zelfs in een persoonlijke bui graag zou willen
opleggen in de hoop daarmee het aantal slachtoffers te verminderen,
maar ik heb ook geleerd dat alles wat ik wil opleggen niet altijd wordt
geapprecieerd. Daarom acht ik het belangrijk dat we de mensen
overtuigen om daarvan een gewoonte te maken. Ik denk echt wel dat
het kan helpen. Gelukkig gebeurt het niet te vaak dat mensen
verongelukken terwijl ze aan hun wagen werken, pech hebben met
hun wagen, voor of achter hun wagen lopen als die op de pechstrook
is geparkeerd en dergelijke meer.
07.02 Bert Anciaux, ministre:
J'estime que de telles vestes de
sécurité sont une bonne idée.
Pour l'heure, elles ne sont
obligatoires que pour les
capitaines de route accompagnant
des motards circulant en groupe
et recom-mandées pour les
personnes accompagnant des
groupes de piétons et pour les
surveillants habilités qui aident les
écoliers à traverser la rue. Je n'ai
pas l'intention pour l'instant
d'introduire une telle obligation
pour d'autres catégories de
personnes.
07.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister, maar ik heb geen verdere repliek.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Questions jointes de
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
- Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les modifications
à apporter aux limitations de vitesse" (n° 3368)
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la confusion en matière
de règles de circulation" (n° 3375)
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
aanpassing van de snelheidsbeperkingen" (nr. 3368)
- de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de verwarring
omtrent de verkeersregels" (nr. 3375)
08.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, votre note de politique générale stipule que, je cite: "Le but
de l'accord du gouvernement, à savoir le partage par deux pour 2010
du nombre des victimes de la route exige une révision du système de
fixation des limitations de vitesse". Certains professionnels du
secteur proposent de fixer des limitations de vitesse à partir d'une
étude préalable sur la vitesse réelle des usagers de la route, ce qui
permettrait ainsi de tenir compte des réalités du terrain.
Les résultats de l'étude effectuée par le MET de la Région wallonne
sont aussi révélateurs d'un problème en la matière puisque, d'après
cette étude, plus de 58% des automobilistes dépassent les limites de
vitesse autorisée sur les autoroutes. Si nous nous référons à des
limites plus sévères lorsqu'il s'agit d'agglomérations ou aux abords
d'écoles ou encore des lieux publics très fréquentés, je pense que
l'on pourrait également songer à une meilleure adaptation de la
vitesse sur les autoroutes. Ces limitations de vitesse devraient, à
mon sens, tenir compte de l'état de la voirie, du moment de la
journée et également de la densité de la circulation.
Dans l'état actuel des choses, la jurisprudence tient compte de
diverses variables telles que la densité du trafic, la visibilité, les
conditions météorologiques, etc. Or, dans un souci d'uniformisation, il
me semblerait opportun d'intégrer certains éléments de cette
jurisprudence dans la législation routière.
Monsieur le ministre, existe-t-il un projet d'adaptation des limitations
de vitesse? Ne faudrait-il pas tenir compte des résultats de l'étude
réalisée par le MET pour en tirer certains enseignements?
08.01 Annick Saudoyer (PS):
Volgens een studie van het
ministerie van Uitrusting en
Vervoer van het Waals Gewest
(MET) overschrijdt meer dan 58 %
van de automobilisten de
toegelaten snelheid op de
autosnelwegen. Wellicht is het
mogelijk die maximumsnelheid
aan te passen. In de rechtspraak
wordt met variabele elementen als
verkeersdrukte, zichtbaarheid en
weersomstandigheden rekening
gehouden. Het zou misschien
goed zijn indien sommige van die
elementen in de
verkeerswetgeving zouden
worden opgenomen. Wordt
gedacht aan een aanpassing van
de toegelaten snelheden? Moeten
niet de nodige lessen worden
getrokken uit de studie van het
MET?
08.02 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb met veel aandacht het eerste, grote interview na de
verkiezingen met de nieuwe verkeersspecialist van het kartel sp.a-
spirit gelezen. Hij had het interview beter voor de verkiezingen
gedaan. Het interview was één grote aanklacht tegen het gevoerde
beleid. Flor Koninckx kloeg enkele dagen geleden in verschillende
kranteninterviews de verwarring aan omtrent de verkeersregels. Hij
verwees daarvoor naar het feit dat de wet nog maar pas in voege
was en al op bepaalde punten werd veranderd. Hij had ook nog een
hele reeks andere bemerkingen, die hij beter voor de verkiezingen
had gegeven in plaats van erna. Hij heeft gisteren de eed afgelegd
en wij zullen nagaan in hoeverre de invloed die de heer Koninckx zal
hebben op de besluitvorming binnen het kartel sp.a-spirit, zichtbaar
zal worden.
Ik pik er één punt uit, met name zijn kritiek op de zone-30. Hij
verklaart zich voorstander van de zone-30, maar wel op voorwaarde
08.02 Jos Ansoms (CD&V): Flor
Koninckx, député flamand fraîche-
ment élu pour le cartel auquel
appartient le ministre, a dénoncé
à juste titre une signalisation
routière prêtant à confusion. Il
souhaite créer un service pour
régler ce problème.
M. Koninckx a également réagi à
juste titre aux exagérations en ce
qui concerne les zones 30.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
dat deze snelheidslimiet beperkt blijft in tijd en ruimte. Hij verwijst
naar zijn eigen stad Diest, waar de hele binnenstad zone-30 is
geworden, wat hij vaak te traag en niet handhaafbaar acht.
08.03 Minister Bert Anciaux: Wie heeft de maatregel daar
ingevoerd?
08.04 Jos Ansoms (CD&V): Dat weet ik niet, maar daarover gaat
het mij niet.
Deze uitspraken werden op 5 juli 2004 gedaan door Flor Koninckx.
(...): (...).
08.05 Jos Ansoms (CD&V): Neen, Marchoul zit al enkele jaren in
de oppositie.
Eigenlijk lees ik hier letterlijk wat die vermaledijde Kortrijkse
politiecommissaris enkele maanden geleden heeft gezegd, waarna u
er onmiddellijk als de kippen bij was om hem terecht te wijzen. Dat
hebt u dezelfde dag nog op de radio gedaan. Ik heb nu uit uw mond
geen terechtwijzing gehoord ten aanzien van de heer Koninckx. De
heer Koninckx heeft nochtans net hetzelfde gezegd als destijds de
politiecommissaris van Kortrijk.
08.05 Jos Ansoms (CD&V): Il
prend ainsi le relais du
commissaire de police de Courtrai
qui s'est attiré les foudres du
ministre pour avoir émis des
observations semblables. M.
Koninckx pour sa part n'a pas été
rappelé à l'ordre.
08.06 Minister Bert Anciaux: De heer Koninckx is geen
politiecommissaris.
08.06 Bert Anciaux, ministre: Je
ne puis rappeler un député à
l'ordre.
08.07 Jos Ansoms
(CD&V): Hij is wel Vlaams
volksvertegenwoordiger voor uw kartel en werd binnengehaald als
onafhankelijke om uw kartel meer wijsheid, kennis en kunde inzake
verkeersveiligheid bij te brengen. Zo heb ik het toch gelezen en
gehoord.
Mijn vraag is dus nu, mijnheer de minister, of u meegaat met de heer
Koninckx en of u de schoolomgeving als beperkte zone-30 gaat
omschrijven, zeer beperkt in tijd en ruimte? Gaat u die zone-30 zeker
niet laten uitdijen over de hele binnenstad of het hele centrum? De
heer Koninckx vindt dat immers maar niks, want hij vindt dat het
moeilijk te handhaven is.
Mijn vraag is dus in hoeverre de heer Koninckx u al heeft kunnen
overtuigen en hij dus invloed heeft op uw concrete beleid, mijnheer
de minister.
08.07 Jos Ansoms (CD&V): Le
ministre a-t-il toujours l'intention
d'étendre la zone 30 à l'ensemble
de l'agglomération? L'attitude de
M. Koninckx a-t-elle une influence
sur le ministre?
08.08 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, indépendamment de l'article 11 du règlement général sur
la police de la circulation routière et l'usage de la voie publique, qui
fixe les limites de vitesse, le Code de la route prévoit l'obligation pour
tout conducteur d'adapter sa vitesse en fonction d'éléments
particuliers. Ainsi, en vertu de l'article 10 du même règlement, tout
conducteur doit régler sa vitesse suivant les conditions requises par
la présence d'autres usagers et en particulier les plus vulnérables, les
conditions climatiques, la disposition des lieux, leur encombrement,
la densité de la circulation, le champ de visibilité, l'état de la route,
l'état et le chargement de son véhicule. Sa vitesse ne peut être ni
08.08 Minister Bert Anciaux: Los
van de snelheidsbeperkingen
bepaalt het verkeersreglement dat
elke bestuurder bij het bepalen
van zijn snelheid met een aantal
elementen rekening moet houden.
Zijn snelheid mag niet aan de
basis liggen van een ongeval en
mag het verkeer niet hinderen.
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
une cause d'accident, ni une gêne pour la circulation.
U verwijst naar een studie die vaststelt dat meer dan de helft van de
automobilisten de snelheidsbeperkingen overschrijdt op de
autosnelwegen. Daarmee raakt u zeer terecht het probleem aan van
de oordeelkundige keuze van de snelheidslimieten. Sommige
deskundigen raden aan om bij het kiezen van de
snelheidsbeperkingen uit te gaan van de snelheden die door de
meeste automobilisten worden gerespecteerd. Met politiecontroles
kunnen de overtreders, die dan slechts een redelijk kleine groep
vormen, gemakkelijker in de hand worden gehouden. Het grote
nadeel van deze aanpak is dat deze pragmatisch gekozen
snelheidsbeperkingen niet noodzakelijk veilige limieten zijn. Daarom
blijf ik er voorstander van om snelheidsbeperkingen te kiezen met
het oog op wat in een bepaalde context als een veilige snelheid wordt
beschouwd.
Het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid beveelt onder de
noemer gedifferentieerd snelheidsbeleid een aantal snelheidslimieten
aan die gekoppeld zijn aan de wegfunctie. Heel kort gezegd betekent
dit 30 km/u in de verblijfsgebieden waar gemotoriseerde en niet-
gemotoriseerde weggebruikers nauwelijks van elkaar gescheiden
zijn. 50 km/u is de snelheid voor drukkere straten waar de
voetgangers en de fietsers in sommige gevallen over een eigen
infrastructuur beschikken. 70 km/u en 90 km/u zijn limieten voor
buiten de bebouwde kom. Op de snelwegen geldt in ons land 120
km/u. Ik blijf vasthouden aan deze snelheidsgrenzen. Mochten wij
deze optrekken en de daadwerkelijk gereden snelheden volgen, dan
zou de onveiligheid op de snelwegen gegarandeerd toenemen. Deze
120-norm behouden betekent wel dat er meer werk is voor de
politiecontrole.
Momenteel bezit ik als federaal minister nog steeds het toezicht over
de aanvullende verkeersreglementen die in de gemeenteraden
worden goedgekeurd als plaatselijke toepassing van het algemeen
verkeersreglement.
Het is juist dat op de vele wegen die er in ons land liggen al eens
onduidelijke situaties voorkomen. De onduidelijkheid kan te wijten
zijn aan het wegbeeld dat moeilijk leesbaar is voor de weggebruiker
en aan het feit dat de verkeerstechnische inrichting van de weg een
aantal fouten bevat. Dit is een probleem waar de wegbeheerders
doorgaans aandacht aan besteden en geleidelijk worden de
onduidelijkheden dan ook weggewerkt. Als burgers bepaalde
wegproblemen willen signaleren, kunnen zij nu al terecht bij de
technische diensten van de wegbeheerders en bij de
verkeersverantwoordelijken van de politiediensten.
Zoals ik reeds vele malen duidelijk heb gemaakt, geloof ik zeer sterk
in zone 30 als maatregel om alle verblijfsgebieden in ons land veilig
te maken. Ik ben me ervan bewust dat 30 km/u een vrij lage snelheid
is, maar 30 km/u is de snelheid die de wetenschap naar voren schuift
als behoorlijk veilig om voertuigen en zachte weggebruikers elkaar te
laten ontmoeten.
In straten waar mensen leven, in straten die geen directe
verbindingen over lange afstanden moeten verzekeren, moet 30
km/u de norm zijn.
Il ressort d'une étude que plus de
la moitié des automobilistes
roulent trop vite sur les
autoroutes. Certains experts
prônent l'applica-tion de
limitations de vitesse respectées
par la majeure partie des
conducteurs, ce qui permettrait à
la police de maîtriser plus
facilement le groupe restreint de
contrevenants. Cette approche
pragmatique a pour inconvénient
que les limitations de vitesse
choisies ne sont pas néces-
sairement de nature à garantir la
sécurité. Je continue à préconiser
ce qu'on considère dans un
certain contexte comme une
vitesse de sécurité. L'IBSR parle
d'une politique différenciée en
matière de limitation de la vitesse
et associe les limitations de
vitesse à la fonction de la route.
Ainsi, la vitesse est limitée 120
km par heure sur les autoroutes.
Un relèvement de cette limite
aurait pour effet d'accroître
l'insécurité sur les autoroutes. La
norme 120 requiert toutefois un
contrôle policier accru.
En tant que ministre fédéral,
j'exerce un contrôle sur les
règlements complémentaires de
circulation routière arrêtés par les
conseils communaux. Des
situations confuses se produisent
sur nos routes en conséquence
d'un aménagement routier erroné.
Les gestionnaires de la voirie
s'efforcent d'y remédier progres-
sivement. En outre, les citoyens
ont toujours le loisir de signaler
tout problème routier éventuel.
Je suis fermement convaincu de
l'efficacité des zones 30 comme
mesure de maintien de la sécurité
dans les zones résidentielles.
C'est la vitesse que le monde
scientifique considère comme une
vitesse de sécurité raisonnable. Il
n'est pas aisé d'assurer le respect
de cette norme. C'est la raison
pour laquelle l'arrêté royal a été
rédigé. Nous devons appliquer
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
De norm doen respecteren, is niet eenvoudig. Dat vergt veel
overtuigingskracht en sensibilisering.
Schoolomgevingen zijn plekken waar kinderen in groten getale
samenkomen. Dat is een bijzondere reden om de snelheden van het
verkeer laag te houden. Ik blijf er dan ook bij dat elke
schoolomgeving in principe een zone-30 moet zijn. Dat is trouwens
ook bepaald in het koninklijk besluit.
Tot slot wil ik ervoor pleiten om te durven met verantwoorde
snelheidsnormen te werken, ook als die misschien niet meteen
populair zijn of als die moeilijker handhaafbaar zijn. Wij moeten onze
samenleving absoluut overtuigen om inspanningen te doen om het
verkeer veiliger en leefbaarder te maken.
In concreto blijf ik bij wat wij overeengekomen zijn in het koninklijk
besluit dat uitgevaardigd werd. Overal rond de scholen moet een
zone-30 gelden tegen 1 september 2005. De gemeenten of de
wegbeheerder moeten de ruimte daartoe afbakenen. Ik heb al
gezegd dat ik er geen probleem mee heb om zelfs een beperking in
de tijd uit te vaardigen, op voorwaarde dat de nodige telematica
daarvoor aangewend wordt die de gevarieerde snelheid mogelijk kan
maken. Afhankelijk van schoolzone tot schoolzone moet nagegaan
worden of die zones permanent door kinderen gebruikt worden in
dat geval is het niet aan te raden om een beperking in de tijd door te
voeren dan wel of het gaat om scholen die bijvoorbeeld langs een
gewestweg gelegen zijn, waar het misschien wel aangewezen is om
de zone-30 via telematica of elektronische verkeersborden te
beperken in tijd.
des normes de vitesse sensées
même si elles sont impopulaires
ou difficiles à faire respecter. Une
zone 30 doit être instaurée aux
abords des écoles pour le 1
er
septembre 2005. Les communes
ou le gestionnaire de la voirie
doivent délimiter l'espace. Une
limitation dans le temps ne
constitue pas un problème à mes
yeux, à la condition que la
télématique permette des vitesses
variées.
08.09 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre. Je n'ai rien à ajouter.
08.10 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel alleen
maar vast dat de minister niet akkoord gaat met de stelling van de
heer Koninckx om, bij wijze van spreken ik zal het eenvoudig
stellen , de binnenstad volledig uit te roepen tot een zone-30.
08.10 Jos Ansoms (CD&V): Le
ministre n'approuve manifeste-
ment pas la proposition de
M. Koninckx de transformer tout le
centre-ville en une zone 30.
08.11 Minister Bert Anciaux: Ik heb ook niet de gewoonte om tussen
kartelpartners te communiceren via de pers.
08.12 Jos Ansoms (CD&V): Neen, dan zullen wij dat wel doen.
(...)
De voorzitter: Ik wilde net vragen: met welke kartelpartners wilt u dan communiceren?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de parkeerproblemen voor artsen en verplegend personeel" (nr. 3372)
09 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
problèmes de stationnement que rencontrent les médecins et le personnel infirmier" (n° 3372)
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
De voorzitter: Mevrouw Creyf, u weet wellicht dat dit onderwerp al enkele keren aan bod is gekomen in
deze commissie.
09.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben me
ervan bewust dat ik niet de eerste ben die deze vraag stel. Er werd
terzake zelfs reeds een wetsvoorstel ingediend. Vraag is of de
voorgestelde oplossing in het wetsvoorstel de beste is.
Mijnheer de minister, het probleem van artsen en verplegend
personeel die steeds meer moeilijkheden ondervinden om bij
huisbezoeken een wagen te kunnen parkeren zonder
parkeerovertreding is gekend. Vooral in een grootstad als Brussel
neemt dit probleem drastische, soms dramatische vormen aan.
Sommige artsen en verplegend personeel vrezen niet meer op
huisbezoek te zullen kunnen gaan.
CD&V wil een onderscheid maken tussen enerzijds de
gedepenaliseerde parkeerovertredingen die alleen betrekking hebben
op het betalend parkeren en, anderzijds de parkeerovertredingen die
een zeker effect hebben op de veiligheid.
Wat het betalend parkeren betreft, moet er, ons inziens, geen
bijzondere considerans zijn. Het niet betalen van het parkeergeld
heeft niets te maken met het niet vinden van een broodnodige
parkeerplaats. De zaken liggen wel anders als het gaat over
problemen bij het vinden van een reglementaire parkeerplaats. In
mijn gemeente ken ik vele straten zonder reglementaire
parkeerplaats.
Artsen en thuisverplegenden zien zich bij hun huisbezoeken om de
haverklap gedwongen om de parkeerreglementen te overtreden,
zeker als het gaat om dringende oproepen van patiënten. Dit kan
zwaar gaan wegen als parkeerovertredingen zwaar beboet worden.
Mijnheer de minister, in vroegere antwoorden hebt u er reeds op
gewezen ik ben me daar terdege van bewust dat deze groepen
misbruik zouden kunnen maken van eventueel toegestane
gunstmaatregelen. Wij begrijpen eveneens dat het moeilijk is
afwijkingen in het verkeersreglement in te schrijven omdat de lijst
van kandidaten voor een dergelijke afwijking op de parkeerregels en
ook op basis van aanvaardbare motieven wel eens zeer lang zou
kunnen zijn. Er zouden steeds nieuwe aanvragen binnen blijven
stromen.
Bewust van de noodzaak aan maatregelen en omdat ik naar een
oplossing wil zoeken, kom ik tot mijn vragen.
Is een redelijke aanpak van het probleem niet een zaak van lokaal
handhavingsbeleid? Erkent u het probleem en ziet u mogelijke
oplossingen? Is het mogelijk dat de controlerende politiediensten in
het kader van het lokaal handhavingsbeleid enige redelijkheid aan de
dag leggen in verband met artsen en verpleegkundigen die soms
dringend opgeroepen worden door patiënten en het
verkeersreglement inzake parkeren overtreden? Welke ruimte is er
voor de lokale overheden om zelf maatregelen te nemen in deze
context?
09.01 Simonne Creyf (CD&V):
Les médecins généralistes et le
personnel infirmier éprouvent de
plus en plus de difficultés à
stationner sans être en infraction.
Nous sommes conscients du
risque inhérent aux mesures de
faveur et de l'impossibilité de
prévoir des dérogations dans le
code de la route.
Quelles solutions le ministre
envisage-t-il? Les services de
police chargés de faire respecter
localement la réglementation ne
pourraient-ils faire preuve de plus
de compréhension pour les
médecins et le personnel
infirmier? De quelle marge
disposent les autorités locales?
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
09.02 Minister Bert Anciaux: Collega's, ik behandel de eerste en de
derde vraag samen. In bepaalde stedelijke wijken in ons land bestaat
inderdaad een parkeerprobleem voor beoefenaars van
gezondheidsberoepen die op huisbezoek gaan. Er dient echter
opgemerkt te worden dat betalend parkeren, parkeren voor een
beperkte parkeertijd, blauwe zone en bewonersparkeren niet meer
strafrechtelijk beboet worden en bevoegdheden van de gemeenten
geworden zijn. Deze materie wordt administratief behandeld en hangt
af van de gemeenten die bijvoorbeeld zouden kunnen besluiten om
in een vrijstelling te voorzien van parkeerretributies voor dokters op
huisbezoek. Daarenboven is de lokale situatie erg verschillend in de
verschillende gemeenten van ons land. In sommige steden kampt
men met een echt parkeerprobleem en in andere heeft men dan
weer op bepaalde momenten parkeerplaatsen op overschot. Het lijkt
mij dan ook niet opportuun om een dergelijke stedelijke problematiek
op federaal niveau te regelen. Het zou een enorme administratieve
rompslomp teweegbrengen, wat ingaat tegen de doelstellingen van
deze regering. Op korte termijn kan deze problematiek volgens mij
dus het best door de gemeentebesturen zelf aangepakt worden
binnen het lokale parkeerbeleid, temeer omdat de lokale situatie erg
verschillend is in ons land. Het lijkt ons dan ook het meest
aangewezen dat de gemeenten bij het uitvaardigen van hun
retributiereglement hiermee rekening houden. Ik ben er trouwens van
overtuigd, collega Creyf, dat u de mogelijkheid zult hebben om daar
daadwerkelijk iets aan te kunnen doen.
Zo kom ik tot de tweede vraag. Het komt me niet toe tussenbeide te
komen in het vervolgingsbeleid maar ik kan me best inbeelden dat
de politie in een concrete, punctuele en ondubbelzinnige situatie een
zekere selectieve tolerantie aan de dag zou leggen. Ik ben het dus
eigenlijk wel met u eens maar u moet begrijpen dat ik mij daar niet
mee te bemoeien heb. Het zou niet verkeerd zijn, lijkt het mij, dat de
parketten of de politie en het vervolgingsbeleid enig begrip aan de
dag zouden leggen in sommige situaties, zonder dat ik dit ook
officieel mag zeggen.
Trouwens, mevrouw Creyf, u zult het mij niet kwalijk nemen als ik
verwijs naar andere antwoorden die u in dat verband al zijn gegeven.
09.02 Bert Anciaux, ministre:
Dans certains quartiers urbains se
pose effectivement un problème
de parking pour ces catégories
professionnelles. Le
stationnement payant, le
stationnement pour une durée
limitée et le stationnement des
riverains sont autant de
compétences des communes qui
sont à même de traiter ces
questions administrativement et
pourraient, par exemple, décider
de dispenser les médecins en
consultation du paiement de la
redevance de stationnement. Il
n'est pas rare que la situation
diffère d'une localité à l'autre.
Pour des raisons de tracasseries
administratives, il ne me paraît
pas opportun de régler à l'échelon
fédéral un problème spécifique-
ment urbain. J'estime qu'à brève
échéance, le mieux serait que les
administrations communales
s'occupent elles-mêmes de ce
problème dans le cadre de leur
politique en matière de station-
nement. Lorsqu'elles promulguent
un règlement relatif à des
redevances, les communes
devraient tenir compte de leur
situation sur le plan local. Je
n'interviens pas dans la politique
des poursuites mais j'imagine
aisément que, confrontée à une
situation dénuée d'équivoque, la
police fasse montre d'une certaine
forme de tolérance sélective. Pour
le surplus, je me permets de vous
renvoyer aux réponses que j'ai
fournies précédemment.
09.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, het gaat dus
over twee verschillende situaties. In de eerste situatie zijn er
reglementaire parkeerplaatsen, maar moet men bij overtreding een
boete betalen. Dat is niet zozeer het probleem dat ik aankaart. Het
probleem is precies het vinden of het hebben van een reglementaire
parkeerplaats. Als er geen reglementaire parkeerplaats is, wat dan?
Begrijp ik het goed dat u zegt dat de lokale zones of de politiezones
kunnen beslissen om bijvoorbeeld parkeerovertredingen door de
vingers te zien voor bepaalde categorieën van mensen?
09.03 Simonne Creyf (CD&V):
Le problème souvent rencontré
est précisément l'absence de
places de stationnement
réglementaires. Ne pourrait-on
alors, dans certains cas, fermer
les yeux sur une infraction?
09.04 Minister Bert Anciaux: Mevrouw Creyf, strikt genomen is het
zo dat de lokale besturen die een retributiereglement opmaken...
09.05 Jos Ansoms (CD&V): Het gaat niet over retributies. Het gaat
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
over parkeerovertredingen die niets te maken hebben met de duurtijd
van het parkeren maar die werkelijk politionele overtredingen zijn.
09.06 Simonne Creyf (CD&V): Bijvoorbeeld parkeren op een
voetpad.
09.07 Minister Bert Anciaux: U hebt het dus niet over de drie
categorieën die gedepenaliseerd zijn?
09.08 Simonne Creyf (CD&V): Nee, nee.
09.09 Minister Bert Anciaux: Dan heb ik het verkeerd begrepen. Ik
heb heel mijn uitleg gegeven op basis daarvan.
Ik heb wel een aantal zaken al gezegd. Het is perfect mogelijk dat
een lokaal bestuur in bepaalde wijken waar er een echt permanent
probleem zou zijn... Ik weet bijvoorbeeld dat een aantal artsen niet
meer durft of wil huisbezoeken afleggen in de Brusselse Modelwijk,
omdat daar echt een probleem is om een parkeerplaats te vinden. In
zo'n geval, heb ik al voorgesteld, moet het toch mogelijk zijn
plaatsen voor te behouden voor huisartsen. Men kan natuurlijk niet in
elke straat in een stad of in een dorp zulke plaatsen voorbehouden.
Nu ja, in een dorp rijst dat probleem niet vaak.
Wat de andere zaken betreft, heb al uitgebreid geantwoord dat het
volgens mij niet mogelijk is via een algemene regel te voorzien in
een vrijstelling. Maar, zeker voor hulpdiensten, is er op het ogenblik
een aantal oplossingen dat wij naar voren geschoven hebben en
waarin voor een deel al voorzien is in de wetgeving. Soms is er
heirkracht, soms zijn er noodgevallen die een verschoningsgrond
kunnen uitmaken. Ik kan echter niet zeggen dat bijvoorbeeld voor
huisartsen want het gaat concreet over huisartsen een algemene
regel kan worden uitgevaardigd waardoor die verkeerd mogen
parkeren. Dat kan ik niet en mag ik ook niet doen.
09.09 Bert Anciaux, ministre: Si
les problèmes de stationnement
persistent, les autorités locales
peuvent réserver des places aux
médecins généralistes. Toutefois,
je suis conscient du fait que toutes
les rues ne se prêtent pas à une
telle solution.
Des solutions légales existent
pour les services de secours. Les
urgences et la force majeure
peuvent constituer une cause
d'excuse. Cependant, je ne puis ni
ne veux promulguer une mesure
générale pour les médecins
généralistes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de uniformiteit
van de handsfree-kits voor gsm-toestellen in de auto" (nr. 3374)
- de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de boom-
boomcars" (nr. 3376)
10 Questions jointes de
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'uniformité des kits main-
libre pour les appareils gsm dans les voitures" (n° 3374)
- M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la puissance excessive
des installations sonores à bord de certains véhicules" (n° 3376)
10.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn twee
vragen samen stellen, want ze gaan eigenlijk over hetzelfde
onderwerp.
Mijnheer de minister, misschien is dit de laatste keer dat ik u in deze
functie vragen zal kunnen stellen. Deze vragen liggen mij na aan het
hart en handelen over het gebruik van de gsm in de auto en de boom
boom car
10.01 Jos Ansoms (CD&V):
L'ancienne ministre Durant et le
ministre Anciaux estimaient qu'il
était possible de limiter l'utilisation
du gsm en conduisant en
instaurant une interdiction dans le
Code de la route. Or, il s'avère
dans la pratique que nombreux
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Een eerste vraag gaat het over het telefoneren met een gsm tijdens
het autorijden. Dat is een oude discussie die ik ook met mevrouw
Durant heb gevoerd. Zij meent tot nader order u wellicht ook dat
men het al rijdend telefoneren aan banden zou kunnen leggen door
het in het verkeersreglement in te schrijven. Dit idee is al een paar
jaren oud, maar iedereen moet vaststellen dat het niet lukt en dat er
naar hartelust in de auto wordt getelefoneerd in de meest
onmogelijke situaties, met alle gevolgen van dien. Daarom hoop ik
dat de wijsheid met de jaren komt en dat u eindelijk inziet dat deze
materie moet worden geregeld op de wijze die ik van bij de aanvang
voorstel, te weten via een voorschrift met betrekking tot de
technische vereisten waaraan een auto moet voldoen. Men moet
komen tot een uniformisering van de handsfree-kit.
Dat zouden twee vliegen in een klap zijn. Enerzijds wordt de
handsfree-kit verplicht en anderzijds zal de kostprijs voor het
installeren van dergelijke kits onnoemelijk naar beneden worden
gehaald.
Mijnheer de minister, bent u op het einde van uw carrière als minister
van Verkeer overtuigd van mijn voorstel om dit probleem anders aan
te pakken dan in het verkeersreglement?
Mijn tweede vraag is eigenlijk dezelfde. U bent vooralsnog de
minister van de jongeren. U wordt echter ook elk jaar ouder. De
problematiek van de boom boom cars is een reëel probleem. Als u
de voorbije maanden als federaal minister van Verkeer campagne
voerde voor het Vlaamse niveau, zullen sommige personen u
ongetwijfeld aangesproken hebben over de auto's die, zodra zij voor
een verkeerslicht stoppen, ontzettend doen schrikken door het lawaai
dat zij produceren. Ik hoor het sommigen op de markt al zeggen hoe
onveilig dit is en dat u hiertegen zou moeten optreden.
Mijnheer de minister, bent u er thans van overtuigd dat het fenomeen
van de boom boom cars met de zware geluidsinstallaties, vaak in
GTI Volkswagens, aan banden moet worden gelegd?
Bent u het dan ook eens met mijn visie dat dit tegelijkertijd met de
gsm en met de cruise-control wordt opgenomen in de technische wet
op de motorvoertuigen? Zult u daar de laatste dagen van uw
ministerschap nog initiatieven voor nemen?
sont les conducteurs qui n'ont cure
de cette interdiction. Il convient de
régler le problème par une
adaptation des conditions
techniques auxquelles les voitures
doivent satisfaire. Le kit main-
libres doit être généralisé. Une
telle généralisation permettrait
d'ailleurs de réduire sensiblement
les frais d'installation. Que pense
le ministre de ma proposition?
Le ministre des jeunes n'ignore
certainement pas que les voitures
aux installations audio hyper-
puissantes posent également un
problème. Partage-t-il mon avis
selon lequel ce phénomène doit
également être combattu par le
biais des caractéristiques
techniques auxquelles doivent
satisfaire les véhicules
automobiles?
10.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
ging er nog altijd van uit dat ik aan het begin stond van mijn carrière!
Ik ben er mij van bewust dat het gebruik van een gsm in de wagen
zonder handenvrije kit aanleiding kan geven tot een vermindering
van de verkeersveiligheid. Ik deel wat dat betreft volledig de visie
van collega Ansoms. Ik heb ook nooit het tegenovergestelde
beweerd en ben het ermee eens dat dit via de technische verplichting
zou moeten worden opgevangen. Het is dan ook de taak van deze
regering om het gebruik van de handfree-kit aan te moedigen. Het
probleem van de niet uniformiteit van de handfree-kits kan echter
slechts op internationaal vlak worden opgelost, vermits dit met de
vrije handel te maken heeft. Wij moeten opletten hierover geen
problemen met Europa te krijgen door een aantal zaken te
verplichten. Het gebeurt vaker dan we denken dat Europa zich daarin
10.02 Bert Anciaux, ministre:
Téléphoner en voiture constitue
en effet un danger pour la sécurité
routière. Je partage l'avis de
M. Ansoms et je pense que le
problème doit être abordé par le
biais de la loi relative aux
caractéristiques techniques
auxquelles doivent satisfaire les
véhicules. Le problème de la non-
uniformité des `kits mains libres'
ne peut être résolu qu'à l'échelle
internationale, s'agissant d'une
matière ressortissant à la liberté
du commerce. En collaboration
07/07/2004
CRIV 51
COM 325
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
moeit. Ik heb hoe dan ook al het nodige gedaan om de eerstvolgende
weken in samenwerking met de bevoegde minister na te gaan of het
Instituut voor Normalisatie hiervoor een oplossing kan bieden.
Wat de tweede vraag betreft, ga ik in eerste instantie uit van de
goede wil van de mensen om op een verantwoorde manier om te
gaan met de geluidsinstallatie in hun wagen. Ik ben dan ook niet van
plan om het vermogen van geluidsinstallaties in wagens te beperken.
Ik heb dat ook op de markten gezegd tegen de mensen. Op de
markten komt men immers meestal niet die mensen tegen die daar
gebruik van maken; ik ga ook soms wel in tegen de visie van
mensen. Ik ben evenmin van plan geluidsnormen op te leggen,
waarvan de naleving dan met sonometers langs de weg zou moeten
worden gecontroleerd. Ik vind dat we al problemen genoeg hebben
wat het geluid betreft.
Bovendien stelt het achtbaar lid het voor in het begin van zijn vraag
alsof enkel jongeren en hun jongerenmuziek voor problemen zorgen.
Nochtans heeft recent wetenschappelijk onderzoek van de Britse
organisatie voor verkeersveiligheid, de RAC Foundation, uitgewezen
dat het vooral klassieke werken zijn die het gevaarlijkst zijn in de
wagen.
avec le ministre compétent,
j'examinerai dans les plus brefs
délais quelles initiatives l'Institut
de Normalisation peut prendre à
cet égard.
En ce qui concerne les voitures
équipées d'installations stéréo
hyperpuissantes, je compte sur la
bonne volonté des gens qui
disposent de ce type d'installation
dans leur voiture. Je n'ai pas
l'intention d'imposer une puis-
sance limitée pour ces
installations ni des normes
sonores. Par ailleurs, M. Ansoms
présente les choses comme si
seuls les jeunes et leur musique
constituaient un problème. Une
étude de l'institut britannique de
sécurité routière a montré que
c'est surtout la musique classique
qui est dangereuse en voiture.
10.03 Jos Ansoms (CD&V): Daar geloof ik niets van.
10.04 Minister Bert Anciaux: De Walküre van Richard Wagner en
ook het Requiem van Verdi. Persoonlijk stel ik bij mezelf vast dat
een aantal klassieke meezingers zoals de Vier Seizoenen luid
opgezet worden. De stichting raadt zelfs een aantal typische
jongerennummers aan die wel veilig zijn. Ik zal het daar bij laten,
want anders denkt u dat ik het niet meen.
Ik zal terzake niet te betuttelend optreden. Ik heb niet de gewoonte
om betuttelend te zijn ten aanzien van jongeren.
10.04 Bert Anciaux, ministre: Cet
institut conseille même quelques
morceaux qui ne présentent
aucun danger et sont pourtant
typique-ment `jeunes'. Je ne
souhaite pas pinailler à ce sujet.
10.05 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, ik reken af. Het is
voor 50% ja en voor 50% neen. Ik heb u eindelijk ervan kunnen
overtuigen dat het telefoneren al rijdend best aan banden gelegd
wordt door een ingreep in de wet over de technische vereiste
waaraan een motor moet voldoen. Ik zou bijna zeggen eindelijk.
In dat verband had ik een wetsvoorstel ingediend, maar het werd niet
aangenomen. De wijsheid komt echter met de jaren.
Wat betreft het tweede punt ben ik ervan overtuigd dat de tijd zijn
werk zal doen en dat u voldoende wijsheid aan de dag zult leggen
om in uw hoedanigheid van minister van Mobiliteit en
Verkeersveiligheid toch iets te ondernemen. Misschien heb ik de
zaken wat zwart-wit voorgesteld. Het is echter wel een reële vraag
van heel wat politiemensen aan de overheid om de problematiek van
de boom boom cars aan te pakken. Het is immers duidelijk een
veiligheidsprobleem.
Ik zou ook kunnen verwijzen naar Vlaams wetenschappelijk
onderzoek terzake - u verwees naar Engels wetenschappelijk
onderzoek - van professor Pauwels van de universiteit van Leuven
10.05 Jos Ansoms (CD&V): Je
me félicite de ce que le ministre
adopte finalement mon point de
vue en ce qui concerne les kit
gsm. J'espère qu'à l'avenir, le
ministre abordera avec la même
sagesse le problème des voitures
équipées d'installations de
musique hyperpuissantes. Il
ressort d'une étude scientifique
menée par le professeur flamand,
M. Pauwels, que ces voitures
représentent un grand danger.
CRIV 51
COM 325
07/07/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
die enkele jaren geleden daarover een rapport schreef. Zijn conclusie
was om met aandrang op te treden tegen geluidsinstallaties in
dergelijke auto's. Ze zijn immers zeer gevaarlijk in het verkeer. Die
muziek zou bepaalde reacties opwekken of onderdrukken. Bovendien
betekent veel lawaai in een auto ook dat men volledig afgesloten is
en geen zijdelingse noch achtergrondgeluiden van het verkeer kan
waarnemen, wat nochtans belangrijk is. Volgens mij mag professor
Pauwels worden geplaatst naast de eminente Britse
wetenschapsmensen die u ten tonele opvoerde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.44 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.44 heures.