IC307_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrats
de sécurité et de société" (n° 3167)

Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheids- en
samenlevingscontracten" (nr. 3167)

Orateurs: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'inscription
des étrangers dans une administration
communale" (n° 3168)

Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de inschrijving van de vreemdelingen
in een gemeente" (nr. 3168)

Orateurs: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Mohammed Boukourna au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
suivi du traitement des dossiers de régularisation
introduits avant le 1er janvier 2000 et la mise en
exécution des déclarations du ministre
communiquées le 14 août 2003" (n° 3169)

Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de follow-up van de vóór
1 januari 2000 ingediende regularisatiedossiers
en het in praktijk brengen van de uitspraken van
de minister van 14 augustus 2003" (nr. 3169)

Orateurs: Mohammed Boukourna, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur

Sprekers: Mohammed Boukourna, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
visites des agents de quartier dans le cadre de la
vérification de la réalité de la résidence principale"
(n° 3208)

Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het bezoek van de wijkagenten in het
kader van het onderzoek naar de reële
hoofdverblijfplaats" (nr. 3208)

Orateurs:

Jacqueline Galant, Patrick

Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur

Sprekers:

Jacqueline Galant, Patrick

Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la répartition
des moyens provenant du fonds des amendes
entre les zones de police" (n° 3210)

Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de verdeling van de middelen van het boetefonds
aan de politiezones" (nr. 3210)

Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken

Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
d'asile du gouvernement" (n° 3211)

Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het asielbeleid van de regering" (nr. 3211)

Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken

Question de Mme Annick Saudoyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
problématique de l'achat des radars" (n° 3181)

Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problematiek van de aankoop van
onbemande camera's" (nr. 3181)

Orateurs: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE L'INTERIEUR,

DES AFFAIRES GENERALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

COMMISSIE VOOR DE

BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET

OPENBAAR AMBT

MERCREDI

JUIN

2004

Matin

______

van

WOENSDAG

JUNI

2004

Voormiddag

______

La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Thierry Giet, président.
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door de heer Thierry Giet, voorzitter.

01 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrats

de sécurité et de société" (n° 3167)

01 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de veiligheids- en samenlevingscontracten" (nr. 3167)

01.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, afin d'améliorer la prévention et de lutter contre le sentiment
d'insécurité, plusieurs grandes villes et villes moyennes bénéficient
depuis de nombreuses années de contrats de sécurité et de société.
Vous l'avez annoncé, il est prévu, dans le courant de 2004, de
procéder à une évaluation de ces contrats.

Je voudrais attirer votre attention sur une situation qui me semble
quelque peu paradoxale. Pour ce faire, je prendrai l'exemple vécu à
Verviers, ville que je connais bien, qui compte approximativement
60.000 habitants et qui bénéficie depuis de nombreuses années de ce
type de contrat. La réforme des polices a induit la mise en oeuvre de
zones de police pluricommunales. Dans le cas qui nous occupe, la
zone Vesdre regroupe Verviers, Dison et Pepinster. Ces territoires,
plus vastes, étaient motivés par la volonté de rassembler toutes les
forces pour lutter plus efficacement sur des territoires plus cohérents.

En ce qui concerne le contrat de sécurité et de société, on constate,
dans l'état actuel des choses, que son action ne peut
malheureusement dépasser les limites géographiques de la seule ville
de Verviers.

Je ne sais pas si cette situation existe dans d'autres régions de notre
beau Royaume mais je me demandais s'il ne conviendrait pas, à
l'avenir, d'envisager d'aligner les contrats de sécurité et de société sur
les espaces géographiques des zones pluricommunales. Cela me
semblerait nettement plus cohérent et c'est la demande qui est
formulée par un certain nombre de municipalistes.

01.01 André Frédéric (PS): De
actieradius van een veiligheids- en
preventiecontract is strikt beperkt
tot het grondgebied van de stad of
de gemeente waarmee het werd
afgesloten. De politiehervorming
bracht echter meergemeente-
zones tot stand. Zo kunnen Dison
en Pepinster, de twee andere
gemeenten die van de zone-
Vesder deel uitmaken, geen
gebruik maken van het veiligheids-
en preventiecontract van Verviers.

Zou de actieradius van de
veiligheids- en preventiecontracten
niet moeten worden afgestemd op
het grondgebied van de
politiezones?

01.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, les contrats de sécurité et de prévention actuels sont
conclus entre l'Etat et certaines communes selon l'arrêté royal du

01.02 Minister Patrick Dewael:

Ik sluit niet uit dat de actieradius
van

de veiligheids- en

23/06/2004

CRIV 51

COM 307

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

27 mai 2002. Ces communes doivent répondre à certaines conditions
pour bénéficier d'une allocation financière dans le cadre d'une
convention relative à la prévention de la criminalité. Pour l'avenir, je
n'exclus pas la possibilité d'étendre l'action des contrats de sécurité et
de prévention sur un territoire géographique dépassant celui des
communes concernées actuellement. Je souhaite renforcer la
collaboration avec la force policière sur le terrain. De cette manière,
nous pourrons atteindre une meilleure complémentarité entre les
priorités fédérales et locales.

Je recommande en effet de poursuivre une politique cohérente et
coordonnée entre le niveau communal et le niveau zonal. Cette
volonté se traduit dans l'accord de gouvernement qui précise ce qui
suit.

"Chaque plan de sécurité zonal comportera un volet préventif policier.
Dans le souci d'assurer un lien entre la politique de prévention, qui
relève des communes, et la police locale, qui relève des zones de
police, les fonctionnaires de prévention seront associés à
l'élaboration, à la réalisation et à l'évaluation des plans de sécurité
zonaux".

De plus, par sa décision des 30 et 31 mars, le Conseil des ministres
souhaite que les nouveaux contrats qui seront conclus à partir de
2006 développent une synergie maximale avec la prévention
policière.

Je voudrais encore préciser que si les bourgmestres d'une même
zone de police souhaitent rassembler toutes leurs forces pour lutter
plus efficacement, une proposition pourra être introduite dans la
perspective des nouveaux contrats.

preventiecontracten in de
toekomst wordt uitgebreid tot
buiten de grenzen van de
desbetreffende gemeenten. Ik wil
inderdaad de samenwerking met
het politieoptreden aanmoedigen,
met het oog op een
samenhangend en gecoördineerd
beleid. De nieuwe contracten, die
in 2006 zullen aanvangen, zullen
een zo groot mogelijke synergie
nastreven met de politionele
preventie; de verschillende
burgemeesters kunnen in dat
verband voorstellen indienen.

01.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, la réponse du

ministre est très claire et je l'en remercie.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'inscription

des étrangers dans une administration communale" (n° 3168)

02 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de inschrijving van de vreemdelingen in een gemeente" (nr. 3168)

02.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je me permets d'attirer votre attention sur l'insécurité
juridique à laquelle sont confrontés certains services des
administrations communales de notre pays.

En cause, une situation vécue à Verviers où la délivrance d'une
déclaration d'arrivée d'un ressortissant étranger a été validée grâce
aux documents authentiques reçus à l'administration communale
sans la présence du demandeur qui était retenu à l'étranger pour des
raisons professionnelles.

Le problème provient de l'interprétation donnée par l'Office des
étrangers de la loi du 15 décembre 1980, lequel estime que la
présence physique du demandeur est requise lors de son inscription à
l'administration communale et la remise de sa déclaration d'arrivée.

02.01 André Frédéric (PS): In

Verviers is de afgifte van een
aankomstverklaring op grond van
authentieke documenten geldig
verklaard in afwezigheid van de
betrokkene.

Op grond van de wet van 15
december 1980 heeft de Dienst
Vreemdelingenzaken geoordeeld
dat de aanwezigheid van de
aanvrager absoluut vereist is, en
dit in tegenstelling tot de algemeen
aanvaarde bestuurlijke praktijk.
Druist dat niet in tegen uw plannen

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Selon moi, il s'agit d'une interprétation pour le moins curieuse de la loi
du 15 décembre 1980 qui est en contradiction avec la pratique
administrative avalisée depuis toujours par l'Office des étrangers, qui
ne repose sur aucune jurisprudence du Conseil d'Etat et qui n'est
fondée ni par le texte légal et ses exposés des motifs, ni par les
travaux parlementaires, ni par des arrêtés ou des circulaires. En
outre, cela me paraît en contradiction par rapport à votre volonté de
simplification administrative.

Par ailleurs, il est assez curieux de constater un revirement de la
jurisprudence de l'Office des étrangers dans un laps de temps assez
court. Dès lors, monsieur le ministre, ne conviendrait-il pas d'apporter
toute la clarté voulue en cette matière?

inzake administratieve vereen-
voudiging?

Moet dit niet tot klaarheid worden
gebracht?

02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, j'ai déjà eu l'occasion de répondre directement au
bourgmestre concerné. Par conséquent, je vais reprendre les grandes
lignes de cette réponse.

Je conteste totalement la pratique administrative qui consisterait à
procéder à l'inscription des ressortissants étrangers désirant
séjourner temporairement en Belgique pour des raisons
professionnelles avant même leur arrivée sur le territoire.

Selon l'article 22.1 de la Convention d'application de l'accord de
Schengen dont la Belgique est partie contractante, il est fait
clairement obligation aux étrangers entrés régulièrement sur le
territoire d'un des Etats Schengen de se déclarer aux autorités
compétentes de cet Etat. Cette déclaration peut être souscrite au
choix de chaque Etat Schengen soit à l'entrée, soit dans un délai de 3
jours ouvrables à partir de l'entrée à l'intérieur du territoire de l'Etat
concerné.

Cette obligation existait déjà en droit belge. Et la Belgique demande à
l'étranger de se faire inscrire à l'administration communale du lieu où
il loge dans les trois jours de son entrée dans le Royaume. Lors de
cette inscription, l'étranger reçoit un document de séjour. Ce
document, intitulé "Déclaration d'arrivée", fixe la durée du séjour
autorisé de l'étranger, c'est-à-dire maximum trois mois à partir de la
date de son entrée dans le Royaume.

J'estime que les termes de cette disposition légale et réglementaire
ne sont pas sujets à interprétation. Cela est, par ailleurs, confirmé par
le fait que les juridictions belges n'ont jamais été amenées à trancher
un litige portant sur cette question. Je confirme donc pleinement
l'interprétation du directeur général de l'Office des étrangers et je vous
informe qu'en ma qualité d'autorité compétente en la matière, j'ai
demandé au bourgmestre concerné de mettre fin à la pratique
administrative précitée qui n'a jamais été avalisée par l'Office des
étrangers et de délivrer désormais une déclaration d'arrivée aux seuls
étrangers qui se présentent auprès de son administration communale,
ce dans les trois jours ouvrables qui suivent leur entrée dans le
Royaume, pour autant qu'ils logent sur le territoire de sa commune.

Enfin, je voudrais insister sur le fait que la simplification administrative
ne peut évidemment pas avoir pour effet de détourner une disposition
légale au seul profit de certains.

02.02 Minister Patrick Dewael:

De bewoordingen van de wet van
15 december 1980 en van het
Schengen-akkoord zijn niet voor
interpretatie vatbaar: de aanvrager
moet wel degelijk aanwezig zijn.

Ik bevestig dus de interpretatie van
de Dienst en heb de betrokken
burgemeester gevraagd om een
einde te stellen aan deze praktijk,
die nooit werd goedgekeurd.

De administratieve vereen-
voudiging mag niet leiden tot het
omzeilen van wettelijke
bepalingen.

23/06/2004

CRIV 51

COM 307

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

02.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, la réponse du

ministre étant extrêmement claire, je répliquerai très brièvement. Je
regrette simplement que l'on ne puisse pas faire parfois preuve d'un
peu de souplesse eu égard à certaines situations particulières
auxquelles nous sommes confrontés. Ainsi, ma question se référait à
la situation d'un sportif de haut niveau qui met en difficulté le vécu
d'un certain nombre de clubs à un très haut niveau. Je ne veux certes
pas qu'une pratique de non-présence soit généralisée. Dans certains
cas, il y aurait lieu de faire preuve d'un peu de souplesse.

02.03 André Frédéric (PS): Die

praktijk mag niet worden
veralgemeend, maar men zou in
sommige gevallen enige
soepelheid aan de dag moeten
leggen met betrekking tot het niet
aanwezig zijn van de betrokkene.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de M. Mohammed Boukourna au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le

suivi du traitement des dossiers de régularisation introduits avant le 1

janvier 2000 et la mise en

exécution des déclarations du ministre communiquées le 14 août 2003" (n° 3169)

03 Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de vice-eerste minister en minister van

Binnenlandse Zaken over "de follow-up van de vóór 1 januari 2000 ingediende regularisatiedossiers
en het in praktijk brengen van de uitspraken van de minister van 14 augustus 2003" (nr. 3169)

03.01 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,

monsieur le ministre, chers collègues, récemment, l'organisation
d'une manifestation symbolique du forum "Asile et migration",
disposant des frigos de manière à faire comprendre que
d'innombrables dossiers de régularisation sont actuellement gelés,
vient nous rappeler vos déclarations du 14 août dernier en cette
matière.

Rappelez-vous, en août 2003, une médiation s'opère entre vous et un
collectif d'Afghans qui avaient pris refuge dans l'église de Sainte-Croix
à Ixelles, à la suite de quoi vous déclariez: "Toute personne qui a
demandé le statut de réfugié et qui n'a pas reçu de décision
exécutoire dans un délai de trois ans en ce qui concerne les familles
avec enfants scolarisés ou quatre ans en ce qui concerne les
personnes seules ou les couples sans enfants, peut être régularisée à
moins que le ministre ne juge qu'elle représente un danger à l'ordre
public ou à la sécurité nationale".

Vous définissez ce qu'il y a lieu d'entendre par décision exécutoire
avant de poursuivre par ce que signifie l'application de ce principe. Je
vous cite encore: "Toute personne qui a introduit une demande d'asile
avant le 1

janvier 2000 peut bénéficier d'une régularisation

individuelle".

Or, aujourd'hui, près de 22.000 dossiers restent en souffrance auprès
du CGRA, dont plus de 10.000 ont été introduits il y a plus de trois
ans.

Monsieur le ministre, qu'en est-il de la transposition de vos
déclarations du 14 août 2003 en normes légales à l'attention de votre
administration, afin que celle-ci puisse appliquer ce principe?

03.01 Mohammed Boukourna

(PS): Het Forum Asiel en Migratie
heeft een symbolische betoging
gehouden met koelkasten om de
aandacht te vestigen op het groot
aantal bevroren regularisatie-
dossiers. In augustus 2003 had u
evenwel verklaard dat de
betrokkenen binnen drie of vier
jaar een uitvoerbare beslissing
zouden moeten ontvangen. U
preciseerde tevens dat er voor alle
regularisatieaanvragen die vóór 1
januari 2000 werden ingediend
een individuele regularisatie zou
plaatsvinden. Er zijn echter nog
altijd circa 22.000 dossiers
hangende bij het CGVS, waarvan
ruim 10.000 meer dan drie jaar
geleden werden ingediend. Uw
verklaringen van 14 augustus
2003 hebben nog altijd niet
concreet gestalte gekregen in een
wettelijke norm; hoe zit het
daarmee?

03.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, il est évident que tout est mis en oeuvre pour éviter les
longues procédures d'asile. J'assume mes responsabilités lorsque
c'est le cas malgré tout. Pour cette raison, une autorisation de séjour
a déjà été accordée à plusieurs demandeurs d'asile dont la procédure
a traîné trois ou quatre ans pour des isolés. Cela s'est fait chaque fois

03.02 Minister Patrick Dewael:

Alles wordt in het werk gesteld om
te vermijden dat de procedures te
lang aanslepen. Daarom werd aan
verschillende asielzoekers, wier
procedure respectievelijk drie of

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

en application de la réglementation sur les étrangers selon laquelle
l'octroi individuel de l'autorisation de séjour est examiné au cas par
cas. Dans ce cadre, la volonté d'intégration est une condition sine qua
non de la régularisation.

vier jaar

aansleepte, een

verblijfsvergunning toegekend. Dat
gebeurt telkens in toepassing van
de vreemdelingenwetgeving. In dat
verband is de integratiewil een
noodzakelijke voorwaarde voor
regularisatie.

03.03 Mohammed Boukourna (PS): Je remercie le ministre pour

cette réponse claire, précise et brève pour un problème urgent pour
un certain nombre de familles. J'espère que ce travail continuera, en
tout cas pour les régularisations individuelles j'entends bien ce que
vous avez dit et qu'il permettra au plus grand nombre possible de
personnes d'entrer dans les critères définis préalablement.

03.03 Mohammed Boukourna

(PS): Ik hoop dat de
regularisatiedossiers voort geval
per geval zullen worden
onderzocht en dat zoveel mogelijk
mensen, voor zover ze aan de
vooropgestelde criteria voldoen,
zullen worden geregulariseerd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les

visites des agents de quartier dans le cadre de la vérification de la réalité de la résidence principale"
(n° 3208)

04 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "het bezoek van de wijkagenten in het kader van het onderzoek naar de reële
hoofdverblijfplaats" (nr. 3208)

04.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, le 26 mai

dernier, vous adressiez aux collèges des bourgmestres et échevins
un courrier indiquant que dans le cadre de la simplification
administrative, les administrations communales doivent désormais
accepter les déclarations de changement d'adresse introduites par
lettre, par fax ou par courriel. En conclusion dudit courrier, vous
précisiez que cette obligation ne modifiait en rien la législation et la
réglementation en vigueur en matière de population et plus
particulièrement en ce qui concerne la visite sur place de l'agent de
quartier.

L'article 7, paragraphe 5 de l'arrêté royal du 16 juillet 1992 relatif au
registre de la population et au registre des étrangers dispose en effet
que la réalité de la résidence d'une personne fixant sa résidence
principale dans une commune du Royaume ou changeant de
résidence en Belgique fait l'objet d'une enquête par l'autorité locale.
L'article 10 dudit arrêté royal précise quant à lui que le conseil
communal fixe par règlement les modalités selon lesquelles cette
enquête est effectuée. Les numéros 73 et 85 des instructions
générales concernant la tenue des registres de la population
confirment et précisent quelque peu ces articles. Les règlements
communaux pris en exécution de ces dispositions confient la
réalisation de ces enquêtes aux agents de la police locale et en
précisent les modalités.

Dans la mesure où ces visites constituent une charge de travail
considérable pour les polices locales et que, dans 95% des cas, il n'y
a pas de problème à signaler, ne conviendrait-il pas de donner la
possibilité aux communes de désigner des agents locaux afin
d'effectuer ces visites? Les textes que je viens de citer peuvent-ils
être lus comme donnant déjà cette possibilité aux conseils

04.01 Jacqueline Galant (MR):

Op 26 mei jongstleden deelde u
de colleges van burgemeester en
schepenen mee dat de
gemeentebesturen aangiften van
adresverandering moeten
aanvaarden wanneer ze per brief,
fax of e-mail worden ingediend
zonder dat de ter zake geldende
reglementering evenwel wordt
gewijzigd, met name voor wat het
bezoek van de wijkagent betreft.

Luidens artikel 7, § 5, van het
koninklijk besluit van 16 juli 1992
betreffende de bevolkingsregisters
en het vreemdelingenregister
maakt elke vaststelling of
verandering van verblijfplaats in
België het voorwerp uit van een
onderzoek waarvan de nadere
regels volgens artikel 10 van
hetzelfde besluit door de
gemeenteraad worden
vastgesteld. Volgens de
gemeentelijke reglementen
worden die onderzoeken
uitgevoerd door de agenten van de
lokale politie.

Kan de politie niet van die

23/06/2004

CRIV 51

COM 307

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

communaux? Enfin, voyez-vous des objections à ce que les autorités
communales désignent des agents locaux chargés de vérifier la
réalité de la résidence principale?

opdracht worden ontheven
aangezien ze een aanzienlijke
werklast meebrengt en er meestal
geen problemen rijzen, en kan ze
niet worden toevertrouwd aan
lokaal personeel? Kunnen de
gemeenteraden daarover
beslissen?

04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame

Galant, comme vous le précisez, l'article 7, §5, de l'arrêté royal du
16 juillet 1992 dispose que la vérification de la réalité de la résidence
d'une personne, fixant sa résidence principale dans une commune du
Royaume ou changeant de résidence en Belgique, fait l'objet d'une
enquête par l'autorité locale, dans les huit jours ouvrables de la
déclaration visée au §1 de l'article. Cet article ne prévoit donc pas que
la constatation doit être effectuée par un agent de la police locale. Les
communes peuvent, dès lors, également désigner un des membres
de leur personnel ne faisant pas partie de la police locale. C'est au
seul Conseil communal qu'il revient de fixer par règlement les
modalités de l'enquête de résidence. Les communes disposent donc
déjà de la possibilité que vous sollicitez. Je n'ai pas à établir de
jugement quant au choix posé par l'autorité communale de faire appel
à la police ou à des agents communaux pour exercer ce contrôle.
Toutefois, il ne semble pas que la charge du travail assumé par la
police soit inutile. Au-delà du contrôle, il y a aussi un outil de
connaissance réciproque particulièrement utile pour un agent de
quartier et, plus généralement, dans le cadre du rôle qui est attendu
de la police au sein de la communauté. Autant je suis partisan de
décharger la police des tâches qui ne s'inscrivent pas dans la fonction
de police attendue par le citoyen, autant je ne désire pas remettre
d'emblée en question une pratique qui apporte une réelle plus-value à
l'exercice de la fonction policière au niveau local.

04.02 Minister Patrick Dewael:

Het door u aangehaalde KB
bepaalt inderdaad dat het
onderzoek van de reële
verblijfplaats van een persoon die
zijn hoofdverblijfplaats in een
gemeente vestigt of die van
verblijfplaats verandert, wordt
uitgevoerd door de lokale overheid
binnen acht werkdagen na de
aangifte. De vaststelling hoeft
echter niet noodzakelijk door een
politieagent te gebeuren; de
gemeenten kunnen, bij beslissing
van de gemeenteraad, een ander
personeelslid aanwijzen.

Het komt me niet toe een oordeel
te vellen over de keuze die de
gemeenten maken, maar ik wil er
toch op wijzen dat het bezoek van
een politieagent, in casu de
wijkagent, ook de mogelijkheid
biedt kennis te maken. Ik wil die
praktijk, die de rol van de politie in
de gemeenschap een echte
meerwaarde geeft, dan ook niet
ter discussie stellen.

04.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je tiens tout

d'abord à remercier le ministre pour sa réponse.

Monsieur le ministre, je partage tout à fait votre point de vue, mais le
délai des huit jours ouvrables est rarement respecté. En effet,
lorsque, comme moi, on habite dans une commune rurale, il faut
parfois attendre plus d'un mois pour avoir l'enquête. Je ne sais pas si
c'est en raison d'une surcharge de travail ou d'une mauvaise foi des
agents.

Toutefois, je vous remercie une nouvelle fois pour votre réponse et je
veillerai à l'application de la loi dans ma commune.

04.03 Jacqueline Galant (MR):

Ik zal erop toezien dat de
reglementering in mijn gemeente
wordt nageleefd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over

"de verdeling van de middelen van het boetefonds aan de politiezones" (nr. 3210)

05 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la répartition des

moyens provenant du fonds des amendes entre les zones de police" (n° 3210)

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik zou graag een vraag stellen met betrekking tot de
verdeling van het boetefonds aan de politiezones. Er werd een
regeling uitgewerkt inzake de verdeling van de middelen van het
boetefonds aan de politiezones en daarbij valt op dat de inspanningen
die in Vlaanderen geleverd worden inzake verkeersveiligheid niet altijd
gehonoreerd worden en dat er eigenlijk een onevenredig bedrag van
het boetefonds naar de Waalse politiezones terugvloeit. Die verdeling
staat echter niet los van het systeem van de federale dotatie aan de
lokale politiezones aangezien in de regeling van het boetefonds
eveneens werd opgenomen dat ze destijds werd afgesproken met de
Vereniging van Steden en Gemeenten.

Mijnheer de minister, ik had graag een antwoord van u gekregen op
de volgende vragen. Bij de verdeling van het boetefonds werd voor
54% rekening gehouden met de aard van de politiezone. Tengevolge
van het advies van de begeleidingscommissie werd er besloten om
over te gaan tot een nieuwe financieringswet voor de zone. Het is dan
toch wel raar dat we de parameter die ter discussie staat bij de
verdeling van de federale dotatie nu terugvinden bij de verdeling van
het verkeersboetefonds. We zitten daar ook met die verdeling van de
zones in categorieën van 1 tot 6. Blijkbaar speelt dat ook bij de
verdeling van het verkeersboetefonds. Dat is een verdeelsleutel die
zwaar ter discussie staat.

In welke mate zal de verdeling van de middelen van het boetefonds
ook interfereren met de samenstelling van de nieuwe
financieringswet? Wat is de precieze stand van zaken van deze
nieuwe financieringswet?

05.01 Dirk Claes (CD&V): En

matière de sécurité routière, c'est
principalement la Flandre qui
consent des efforts. Un montant
disproportionné prélevé dans le
fonds des amendes est cependant
affecté aux zones de police
wallonnes. Etant donné que la
réglementation du fonds des
amendes a été insérée dans un
accord global conclu avec l'Union
des villes et des communes, elle
ne peut être envisagée
indépendamment de la dotation
fédérale pour les zones locales.

Dans le cadre de la répartition des
moyens provenant du fonds des
amendes, il est tenu compte de la
"nature" de la zone à concurrence
de 54 pour cent. Or, ce critère fait
précisément l'objet d'une
discussion dans la nouvelle loi de
financement. Pour quelle raison ce
critère entre-t-il en ligne de compte
pour le fonds des amendes? Dans
quelle mesure la répartition du
fonds influencera-t-elle la
composition de la nouvelle loi de
financement? Où en est cette loi?

05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat

de eerste twee vragen betreft, wijs ik erop dat de federale financiering
van de lokale politie het aandeel van de federale overheid omvat voor
de financiering van lokale opdrachten van de politie en voor de
federale opdrachten die binnen de betrokken zone worden vervuld.

De aanbevelingen van de begeleidingscommissie stellen voor om in
de nieuwe financieringswet te werken op basis van een bedrag per
gemeente om dan de som te maken met betrekking tot het
zoneniveau. Dit moet eveneens toelaten een oplossing te bieden voor
het probleem van de verdeling van de begrotingsinspanningen over
de verschillende gemeenten in een meergemeentenpolitiezone.

Het verkeersboetefonds heeft een andere finaliteit, met name het
responsabiliseren van de lokale politie om te komen tot een betere
verkeersveiligheid. Hiervoor worden convenanten - meetbare
overeenkomsten - afgesloten met de zones. Het is niet voor de hand
liggend dat deze middelen dienen te interfereren met de
financieringswet voor de lokale politie. Bovendien moet men in
rekening brengen dat de bedragen van het verkeersboetefonds van
jaar tot jaar zullen verschillen. Gelet op deze verschillende finaliteit is
het niet abnormaal dat men voor de financieringswet naar
gemeentelijke parameters evolueert terwijl men voor het
verkeersboetefonds, gelet op de convenanten per zone, rekening
houdt met de aard van de zones.

05.02 Patrick Dewael, ministre:

Le financement fédéral est destiné
à l'accomplissement des missions
locales et fédérales au sein d'une
zone déterminée. La commission
d'accompagnement propose que
la nouvelle loi de financement se
base sur un montant par
commune et qu'une addition soit
ensuite faite par zone. Le
problème des efforts budgétaires
divergents des communes dans
des zones pluricommunales
pourra ainsi, lui aussi, être résolu
immédiatement.

Le Fonds des amendes de
circulation a pour objectif de
responsabiliser la police locale et
de renforcer ainsi la sécurité
routière. Des accords mesurables
sont conclus à cet effet. Il n'est
pas évident de laisser ces moyens
exercer une influence sur la loi de
financement. Les montants du
fonds des amendes différeront

23/06/2004

CRIV 51

COM 307

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Wat de derde vraag met betrekking tot de stand van zaken van de
nieuwe financieringswet betreft, kan ik alleen maar herhalen dat deze
wet thans voorbereid wordt. De bijzondere Ministerraad van 30 en 31
maart heeft voor wetenschappelijke ondersteuning van de
voorbereiding en totstandkoming van deze wet ingestemd met de
inschrijving van een begrotingskrediet van 177.000 euro. Het is nog te
vroeg hierop inhoudelijk vooruit te lopen. U weet dat het
regeerakkoord erin voorziet dat tegen het einde van het jaar de
principes terzake moeten vastliggen.

d'ailleurs d'année en année. Il
n'est pas anormal que des
paramètres communaux soient
utilisés pour la loi de financement
et que la nature des zones soit
prise en considération pour le
fonds des amendes.

La nouvelle loi de financement est
en préparation. Le Conseil des
ministres spécial des 30 et 31
mars 2004 a dégagé 177.000
euros en faveur de l'appui
scientifique de la loi. Il est encore
prématuré d'aborder la question
du contenu mais les principes
seront fixés à la fin de l'année
2004.

05.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk toch dat het

belangrijk is voor het verkeersboetefonds dat de zones die
inspanningen doen, ook de middelen terugkrijgen. Nu stellen we
dikwijls vast dat de zones die weinig actief zijn, goed af zijn. Een zone
die minder actief is, zal onevenredig veel middelen terugkrijgen van
het verkeersboetefonds. We moeten de hardwerkende zones
bevoordelen en belonen. Dat komt te weinig tot uiting in het huidige
verkeersboetefonds.

Wat betreft de hervorming van de verdeling van de federale dotatie,
hoop ik dat u erin zal slagen om voor het einde van het jaar met
nieuwe voorstellen te komen, die we dan in de commissie kunnen
bespreken.

05.03 Dirk Claes (CD&V): Les

zones qui consentent le plus
d'efforts doivent également
recevoir le plus de moyens.
J'espère par ailleurs que de
nouvelles propositions seront
formulées concernant la loi de
financement avant la fin de
l'année.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over

"het asielbeleid van de regering" (nr. 3211)

06 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique d'asile

du gouvernement" (n° 3211)

06.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte mijnheer

de minister, dit is een vraag met betrekking tot het asielbeleid van de
regering.

Onder de vorige regering werd een aantal maatregelen ingevoerd in
het kader van het asielbeleid die de toen massale toevloed aan
asielzoekers moest opvangen. De vervanging van de financiële
bijstand door materiële hulp was een goede maatregel en heeft ook
goed gefunctioneerd, denk ik.

Tegen de invoering van het LIFO-principe hebben wij destijds echter
meer bezwaren gemaakt. Ook het Vluchtelingenwerk Vlaanderen wijst
nu op de problemen die door die methode zijn gecreëerd. Volgens het
vroegere OCIV zouden meer dan 15.000 mensen langer dan drie jaar
wachten op de afhandeling van hun dossier.

Daar wil ik nog bij zeggen dat in het jaarverslag van de federale

06.01 Dirk Claes (CD&V): Le

précédent gouvernement a pris
des mesures afin de réduire
l'afflux des demandeurs d'asile. Le
remplacement de l'aide financière
par un soutien matériel était à nos
yeux une mesure positive, mais
nous avons toujours eu des
objections contre le principe LIFO
("last in, first out"). Selon
"Vluchtelingenwerk Vlaanderen",
plus de 15.000 personnes
attendraient plus de trois ans le
traitement de leur dossier. Le
rapport des médiateurs fédéraux
recommande la prise de mesures
pour accroître la sécurité juridique

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ombudsmannen van 2003 een aanbeveling staat waarin op die
problematiek gewezen wordt. De federale ombudsmannen vinden dat
er toch een procedure moet komen die meer rechtszekerheid geeft en
anderzijds ook vermijdt dat er menselijke problemen ontstaan doordat
de vluchtelingen te lang in het land zijn en zich al deels integreren
alvorens zij uitgewezen worden. Ik denk dat dat daarin toch ook een
rol speelt.

Het is goed dat de nieuwe dossiers volgens het LIFO-principe worden
behandeld, maar daarmee zijn die 15.000 oude dossiers nog niet
opgelost. Wij weten ook dat de federale ombudsmannen hebben
voorgesteld om best ook eens een audit te maken van het personeel
en van de werkwijze, van de manier waarop de dossiers worden
behandeld. Die audit is er tot nu toe ook nog niet gekomen.

Graag had ik daarom de volgende vragen gesteld.

Bij vorige interpellaties hebt u reeds te kennen gegeven dat u een
stand van zaken bij de diverse instanties zou inwinnen. Is die audit
misschien toch gebeurd?

Hoeveel dossiers liggen momenteel ter behandeling bij de diverse
asielinstanties?

Uw collega, minister Arena, stelt voor om de verblijfsduur in
asielcentra te beperken tot maximaal zes maanden, ook indien er nog
geen uitspraak in ontvankelijkheid is genomen. Werd daarover reeds
een akkoord in de Ministerraad gesloten? Indien de regering de
voorstellen van minister Arena wilt volgen, moeten er dan geen
wijzigingen aan de asielprocedures worden doorgevoerd om die korter
te maken?

dans le cadre de la procédure et
éviter les problèmes découlant
d'un trop long séjour dans notre
pays. Les médiateurs suggèrent
également l'organisation d'un
audit.

Combien de dossiers sont-ils
encore en cours de traitement
auprès des différentes instances?
La ministre Arena propose de
limiter la durée du séjour en centre
d'asile à six mois maximum. Un
accord a-t-il déjà été atteint à ce
sujet au Conseil des ministres? Si
le gouvernement décide de suivre
cette proposition, la procédure
d'asile ne doit-elle pas être
raccourcie?

06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, het

aantal dossiers dat momenteel en ik heb het dan over cijfers van
eind mei 2004 in behandeling is bij de dienst Vreemdelingenzaken,
het commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Vaste
Beroepscommissie voor de Vluchtelingen bedraagt respectievelijk
1.457, 23.006 en 5.087. Indien de verminderde instroom van
asielzoekers aanhoudt die we op dit ogenblik maand na maand
kunnen vaststellen, dan kunnen effectief ook de oudere dossiers op
een versnelde wijze worden behandeld. Dat zijn de instructies die
alleszins aan de administratie zijn gegeven.

Tweede element van antwoord. Het voorstel van collega Arena om de
verblijfsduur in de asielcentra te beperken tot zes maanden is nog niet
besproken in de Ministerraad. Bijgevolg is uw vraag met betrekking tot
een wijziging in de asielprocedure op dit ogenblik niet aan de orde.

06.02 Patrick Dewael, ministre:

A la fin du mois de mai 2004,
1.457 dossiers étaient à l'examen
à l'Office des étrangers, 23.006 au
Commissariat général aux
réfugiés et aux apatrides et 5.087
à la Commission permanente de
recours des réfugiés. Si l'afflux de
demandeurs d'asile continue de
diminuer, les anciens dossiers
pourront être traités plus
rapidement.

La proposition formulée par Mme
Arena n'a pas encore été
examinée par le Conseil des
ministres. La question relative à
une modification de la procédure
d'asile n'est dès lors pas à l'ordre
du jour.

06.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, het tweede cijfer

heb ik niet goed begrepen.

06.04 Minister Patrick Dewael: De cijfers zijn respectievelijk (...),

23.006 en 5.087.

23/06/2004

CRIV 51

COM 307

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

06.05 Dirk Claes (CD&V): Dat zijn toch nog aanzienlijke cijfers. Ik

denk dat wij rekening moeten houden met de aanbeveling van de
federale ombudsmannen dat er misschien toch een wetswijziging
nodig is, zodat de dossiers sneller kunnen worden behandeld en er
een afdwingbaarheid is in de procedure. Er moet ook worden
geprobeerd om die achterstand toch nog sneller weg te werken dan
op dit moment. Dat is in ieders belang.

06.05 Dirk Claes (CD&V): Les

chiffres que vous avez cités
demeurent élevés. A mes yeux, il
s'indique de tenir compte de la
recommandation des médiateurs
fédéraux de procéder à une
modification de la loi en vue de
raccourcir la procédure et de la
rendre plus contraignante. Il
convient par ailleurs de trouver
une solution pour résorber plus
rapidement l'arriéré.

06.06 Minister Patrick Dewael: Voor de duidelijkheid, ik heb geen

kennis van een aanbeveling van de ombudsman in verband met een
wetswijziging die een versnelde afhandeling tot gevolg zou hebben.
Een versnelde afhandeling moet inderdaad bewerkstelligd worden via,
ten eerste, een aangepaste aanpak via de administratie. Ten tweede,
er is enerzijds een achterstand voor de Vaste Beroepscommissie en
anderzijds voor de Raad van State. De bijzondere Ministerraad van 30
en 31 maart heeft terzake maatregelen goedgekeurd die op dit
ogenblik ofwel in uitvoering zijn, ofwel ter discussie liggen bij de Raad
van State.

06.06 Patrick Dewael, ministre:

Je n'ai pas eu vent d'une
recommandation des médiateurs
au sujet d'une modification de la
loi. En ce qui concerne l'arriéré, le
Conseil des ministres
extraordinaire a déjà pris des
mesures.

06.07 Dirk Claes (CD&V): In het verslag van de federale

ombudsmannen wordt duidelijk gezegd dat de problematiek van die
15.000 dossiers onhoudbaar wordt, dat zij daarmee geregeld worden
geconfronteerd en daarover vragen krijgen. Ik kan u ook zeggen dat
wij in de commissie voor de Verzoekschriften de federale
ombudsmannen vorige maand hebben gehoord en dat daar
gesuggereerd werd om wetsvoorstellen dienaangaande te maken.

Wij moeten ook opletten dat, indien die dossiers daar te lang blijven
liggen, er niet opnieuw een drang zal zijn om een algemene
regularisatie toe te passen die er dan snel kan worden doorgejaagd.
Daarbij hebben wij geen belang. Er is al een regularisatie geweest op
een moment dat het bijna niet meer anders kon, maar ik denk dat het
beter is dat de dossiers een correcte en snelle behandeling krijgen,
dan dat ze lang aanslepen en dat er nadien toch opnieuw nood komt
aan een regularisatie.

06.07 Dirk Claes (CD&V): Nous

avons entendu les médiateurs en
commission des Pétitions et il a
été suggéré à cette occasion
d'élaborer des propositions de loi.
L'accumulation de dossiers risque
d'accroître la pression pour
organiser une nouvelle opération
de régularisation.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Question de Mme Annick Saudoyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la

problématique de l'achat des radars" (n° 3181)

07 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de problematiek van de aankoop van onbemande camera's" (nr. 3181)

07.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, si mes renseignements sont exacts, la Région flamande
dispose d'environ 300 radars alors que la Région wallonne n'en
disposerait que de 30 environ. Cette différence s'explique, entre
autres, par le fait que la philosophie d'utilisation de ces derniers n'est
pas identique. En Région wallonne, les radars ne sont utilisés qu'aux
endroits qui représentent véritablement un danger et où des travaux
de voirie, qui pourraient arranger la situation, sont difficilement

07.01 Annick Saudoyer (PS):

Volgens mijn informatie zou het
Vlaamse Gewest over ongeveer
300 onbemande camera's
beschikken, het Waalse slechts
over 30. Dit verschil kan verklaard
worden door de filosofie die aan
de basis ligt van hun gebruik,

CRIV 51

COM 307

23/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

réalisables.

Cependant, un autre problème existe: la police fédérale souhaite que
ce soit la Région wallonne qui réalise l'achat des radars
automatiques, ce qu'elle n'est absolument pas disposée à faire vu que
ce matériel servira à l'exercice de compétences fédérales. De plus, la
Région wallonne prend déjà en charge les boîtiers dans lesquels sont
installés ces fameux radars. J'ajoute que la prise en charge n'est pas
des moindres, chaque boîtier avoisinant les 25.000 euros.

Ceci étant dit, si la police fédérale maintient ses positions,
l'investissement consenti par la Région wallonne en matière de
sécurité routière sera sous-utilisé puisque la police fédérale placera
dans ces boîtiers des radars mobiles traditionnels en fonction des
possibilités et au détriment d'une surveillance des sites dangereux
non équipés de boîtiers.

Monsieur le ministre, ne trouvez-vous pas particulier que, lorsqu'il
s'agit de matériel coûteux, la police fédérale ne veuille pas prendre en
charge son acquisition?

Ne serait-il pas plus judicieux que la police fédérale achète un nombre
suffisant de radars fixes à répartir au sein des trois Régions?

maar ook door het feit dat de
federale politie de mening is
toegedaan dat de Gewesten de
aankoop van deze camera's die
gebruikt worden voor de uitvoering
van een federale bevoegdheid,
zelf moeten bekostigen. Het
Waalse Gewest bekostigt echter
reeds de behuizingen van deze
camera's voor een bedrag van
25.000 euro per stuk.

Is het niet de taak van de federale
politie om de aankoop van dit dure
materieel te bekostigen en een
voldoende aantal camera's te
kopen om ze in de drie Gewesten
in te zetten?

07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, malgré l'approche différente des Régions en matière de
sécurité routière et le souci de la police fédérale d'oeuvrer
efficacement à la diminution d'accidents graves, il faut maintenir un
équilibre de la police fédérale dans les efforts de surveillance,
certainement lorsque ceux-ci nécessitent un investissement en
matériel.

L'origine de la situation actuelle se situe en 1994-1995. A cette
époque, la Région flamande voulait acquérir des radars automatiques
sur site fixe. Elle estimait que ces radars auraient des effets positifs
sur le comportement des usagers. A l'inverse, la Région wallonne a
pris, dès le début, une position différente. Elle estimait qu'il ne lui
appartenait pas de financer du matériel à finalité policière et judiciaire
et que cela relevait du niveau fédéral, compétent pour ces matières.

En 2002, mon prédécesseur a finalement pris acte de la position
wallonne. Il a demandé à la police fédérale d'utiliser partiellement ces
radars mobiles dans les boîtiers installés par la Région wallonne. La
police fédérale venait d'acquérir, à l'époque, 10 nouveaux radars
mobiles. Immobiliser des radars conçus pour être mobiles et
constater d'autres infractions comme la conduite dangereuse ne peut
être une solution à long terme. C'est la raison pour laquelle je compte
revoir, avec mes collègues compétents en la matière tant au niveau
fédéral que régional, cet aspect de l'application du plan national de
sécurité approuvé par le gouvernement fédéral. J'ai d'ailleurs déjà
demandé au ministre régional wallon compétent de réactiver ce
dossier.

07.02 Minister Patrick Dewael:

De federale politie moet een
evenwicht nastreven inzake
verkeersveiligheid. De huidige
toestand dateert van 1994-1995
toen het Vlaamse Gewest vaste
camera's aanschafte enerzijds en
het Waalse Gewest oordeelde dat
die uitgave ten laste van de
federale overheid viel anderzijds.
De federale politie heeft dan
geopteerd voor mobiele camera's
in door het Waalse Gewest
geplaatste behuizingen.

Op lange termijn kan dit geen
oplossing bieden. Ik ben van plan
dit aspect van de toepassing van
het nationaal veiligheidsplan te
herzien.

07.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie

M. le ministre pour sa réponse. Je serai attentive au suivi réservé à ce
sujet.

L'incident est clos.