IC302_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
coopération des Etats membres en matière
d'enlèvements parentaux" (n° 3150)

Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
samenwerking van de Europese lidstaten bij
parentale ontvoering" (nr. 3150)

Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie

Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "un
site internet pour la petite criminalité" (n° 3160)

Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"een website voor de kleine criminaliteit"
(nr. 3160)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

Question de M. Eric Massin à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la sécurité
des stands de tir" (n° 3166)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
beveiliging van de schietstanden" (nr. 3166)

Orateurs: Eric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice

Sprekers: Eric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie

Question de M. Richard Fournaux à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
projet de circulaire 'Enquête policière d'office'
(EPO)" (n° 3201)

Vraag van de heer Richard Fournaux tot de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
ontwerpcirculaire 'ambtshalve politie-onderzoek'
(APO)" (nr. 3201)

Orateurs: Richard Fournaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice

Sprekers: Richard Fournaux, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA JUSTICE

COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE

LUNDI

JUIN

2004

Après-midi

______

van

MAANDAG

JUNI

2004

Namiddag

______

De vergadering wordt geopend om 14.13 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.13 heures par M. Alfons Borginon, président.

01 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de

samenwerking van de Europese lidstaten bij parentale ontvoering" (nr. 3150)

01 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la coopération

des Etats membres en matière d'enlèvements parentaux" (n° 3150)

01.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, collega's, degenen die te maken gehad hebben met
parentale ontvoeringen en de verenigingen die daarrond werken, zijn
erover verheugd dat er uiteindelijk het is een aantal jaren uitgesteld
een Europese verordening tot stand gekomen is op 27 november
2003. Hierdoor zullen landen die aangesloten zijn bij de verordening
zeer gemakkelijk samenwerken om de minderjarige die ontvoerd is
door de andere ouder, terug te brengen.

Die verordening treedt volledig in werking op 1 maart van volgend
jaar. België moet echter dit jaar tegen 1 augustus dat is nog een
maand en tien dagen maatregelen nemen om die verordening in
werking te doen treden. Het betreft onder andere de aanduiding van
de centrale autoriteiten, de aanvaarde talen, de rechtbanken en de
rechtsmiddelen.

Ik had dan ook graag van de minister vernomen of België tegen
1 augustus klaar zal zijn, conform de artikelen 66 tot 70 van de
Europese verordening van 27 november 2003. Indien dat niet zo is,
tegen welke datum zal België dan wel klaar zijn?

Welke is de centrale autoriteit die door België wordt aangeduid en
waar zal ze gevestigd zijn?

Ten slotte, welke talen zullen er door de centrale autoriteit worden
aanvaard als werktalen voor de verzoeken die uit het buitenland
komen?

01.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le règlement européen du 27
novembre 2003 instaure, dans le
cas de rapts parentaux, une
nouvelle procédure de coopération
entre Etats membres, qui entre en
vigueur le 1

mars 2005.

Certaines dispositions entreront
toutefois en vigueur dès le 1

août

2004. Avant cette date, la Belgique
doit désigner l'autorité centrale, les
langues autorisées, les juridictions
et les voies de droit. Quelle
autorité centrale sera-t-elle
désignée? Où sera-t-elle établie?
Quelles langues seront-elles
autorisées?

01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,

indien een van de gescheiden ouders zich in een andere lidstaat van
de Europese Unie bevindt, zal deze verordening van de Raad de
problemen met betrekking tot het hoede- en bezoekrecht aanzienlijk
vergemakkelijken. De tekst moet met alle bepalingen ervan toegepast
worden vanaf 1 maart 2005. De artikelen 67 tot 70 zullen echter reeds
vanaf 1 augustus eerstkomend worden toegepast.

01.02

Laurette Onkelinx,

ministre: Ce règlement facilitera
considérablement les choses dans
les cas où l'un des parents
divorcés se trouve dans un autre
Etat membre. Les articles 67 à 70
sont en effet d'application dès le
1

août.

21/06/2004

CRIV 51

COM 302

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Wat omvatten de bepalingen? Artikel 67 slaat op de verplichting om
de Commissie binnen een termijn van drie maanden vanaf
1 augustus 2004 over twee punten te informeren. Ten eerste moet de
centrale autoriteit worden vermeld die belast is met de toepassing van
het reglement. Voor België zal dit de FOD Justitie zijn die de functie
van centrale autoriteit reeds uitoefent inzake de internationale
instrumenten op het vlak van kinderontvoeringen waaronder de
Conventie van Den Haag van 1980, die de verordening aanvult. Een
tweede element dat moet gemeld worden, zijn de talen die worden
aanvaard voor de communicatie tussen de centrale autoriteiten en
voor het certificaat betreffende het bezoekrecht. Het Nederlands, het
Frans en het Engels zullen kunnen worden gebruikt voor de
communicatie met de Belgische centrale autoriteit. Indien het
certificaat opgesteld is in een andere taal dan het Nederlands, het
Frans of het Engels, zal er verplicht een vertaling in een van die talen
bij moeten zijn.

Aangezien er over die twee punten een beslissing werd genomen,
staat er niets in de weg om vanaf 1 augustus eerstkomend de
informatie door te sturen naar de commissie. Artikel 68 slaat op de
verplichting om de commissie te informeren vanaf 1 augustus 2004
er werd geen termijn vastgelegd over de rechtbanken en de
rechtsmiddelen. België zal zich binnen de best mogelijke termijn van
deze verplichting kwijten. De artikelen 69 en 70 slaan op de
wijzigingsprocedures van de bijlage aan de verordening en op de
oprichting van een opvolgingscomité. Het door het kaderbesluit
ingestelde comité zorgt voor de aanpassing van de bijlage. Die
maatregelen vereisten geen bijzondere inwerkingstelling door België.

La Commission doit être informée,
dans les trois mois à dater du 1

août 2004, à propos de l'autorité
centrale et des langues admises.
Le SPF Justice sera chargé de
l'application de ce règlement. Le
néerlandais, le français et l'anglais
seront admis comme langue de
procédure. Si le certificat relatif au
droit de visite est rédigé dans une
autre langue, une traduction dans
l'une des trois langues précitées
est requise. Les décisions
nécessaires ont donc été prises
sur ces deux points.

A compter du 1

août 2004, la

Commission doit être informée
des juridictions et des voies de
recours. Aucun délai n'est imposé.
La Belgique s'acquittera de cette
tâche dans les plus brefs délais.

Le comité de suivi institué par la
décision-cadre adaptera l'annexe
au règlement. Plus aucune
mesure supplémentaire n'est
nécessaire à cet effet.

01.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar

antwoord.

Ik ben een beetje verwonderd over de werktalen die men hanteert.
Het lijkt er een beetje op dat men via een sluipweg het Engels tot
proceduretaal promoveert. Wij hebben een hele discussie gevoerd bij
het Europees aanhoudingsmandaat, omdat de vrees bestond dat de
wet van 1935 op het taalgebruik in rechtszaken zou worden miskend.
We zien het al gebeuren dat de Nederlandse autoriteiten iets in het
Engels vertalen, het hierheen zenden en wij het in het Nederlands
moeten vertalen. Ik vraag mij af hoe een en ander eruit zal zien.

Ook eigenaardig is dat wij het Engels erbij zullen krijgen, terwijl het
Duits de derde officiële landstaal is, maar nergens voorkomt. Ik vind
dat betreurenswaardig en ik hoop dat het niet meer zal voorkomen dat
op zo'n manier een andere proceduretaal in ons land wordt ingevoerd.

01.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Il

semblerait qu'on cherche à
instaurer l'anglais comme langue
de travail par une voie détournée.
La législation relative à l'emploi
des langues en matière judiciaire
doit pourtant être respectée.
L'anglais est accepté mais il n'est
question nulle part de notre
troisième langue nationale
officielle, l'allemand. Je déplore
l'introduction d'une autre langue
de procédure.

01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je

voudrais simplement faire remarquer que nous voulons, surtout en
matière de rapt parental, être rapidement à même de répondre au
drame qui se noue et dans le laps de temps le plus court possible.
Voilà pourquoi l'anglais qui est très largement utilisé dans de
nombreux pays a été accepté pour que la question de timing ne soit
pas préjudiciable aux enfants.

01.04

Minister

Laurette

Onkelinx: Het Engels werd
aanvaard om de zaken te
bespoedigen, in het belang van de
kinderen.

01.05 Walter Muls (sp.a-spirit): Ik stel vast dat er een nieuwe lingua

franca wordt ingesteld, ook in gerechtszaken en dat we alsmaar meer
evolueren naar een duale maatschappij van enerzijds, personen die

01.05 Walter Muls (sp.a-spirit):

L'introduction d'une nouvelle
lingua franca conduira à une

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

alleen nog de eigen moedertaal kennen en anderzijds personen die
meertalig zijn en eventueel Engels kennen. Misschien zal het Engels
in ons land ook nog de lingua franca worden. Dat dat op deze wijze in
de besluitvorming wordt ingevoerd, betreur ik ten stelligste.

dualisation toujours grandissante
de la société. Un jour, l'anglais
pourrait devenir la lingua franca
dans notre pays, mais c'est une
évolution que je déplore.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over

"een website voor de kleine criminaliteit" (nr. 3160)

02 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "un

site internet pour la petite criminalité" (n° 3160)

02.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister,

blijkbaar zijn de politie van het gerechtelijk arrondissement Mechelen
en het Mechelse parket ook bezig met de moderne
communicatiemiddelen in het kader van onderzoek en opsporing.

Zo hebben zij de website OPAM, Opsporingen Politie Arrondissement
Mechelen, waarop zij, naast kleine inbraken, ook opsporingsberichten
plaatsen. Dat geeft soms aanleiding tot tips, die kunnen leiden tot de
ontdekking van deze vergrijpen.

Ten tweede, op hun site publiceren zij ook foto's van teruggevonden
buit, waardoor slachtoffers van vermogensdelicten kunnen nagaan of
het hun eigendom betreft. Dienvolgens kunnen zij op die manier
contact nemen met de politie- en parketdiensten, om zo sneller hun
eigendom terug te krijgen.

Er staat ook heel wat informatie op de website in verband met
inbraakmethodes binnen een bepaalde regio, evenals bepaalde
preventietips.

Het leek mij in elk geval een heel nuttige site, wat ook blijkt uit het
aantal bezoekers, namelijk 8.000 op een half jaar tijd. Dat cijfer
spreekt boekdelen.

Mevrouw de minister, mijn vraag aan u met betrekking tot dit
lovenswaardig initiatief luidt als volgt. Betreft het hier een
proefproject? Is het een eigen initiatief van de politie- en
parketdiensten van Mechelen of wordt het deels gepatroneerd door
de FOD Justitie of door de FOD Binnenlandse Zaken?

Kan het initiatief worden uitgebreid naar het hele land? De
staatssecretaris van Informatisering heeft in elk geval in de pers
aangekondigd dat hij voorstander was om het initiatief uit te breiden.
Is hij als het ware degene die aan de kar van de uitbreiding trekt of
gebeurt dat binnen andere departementen?

Ik neem aan dat de uitbreiding geld kost. Mevrouw de minister, zijn er
daarvoor middelen ingeschreven?

Wat is de mogelijke timing voor een uitbreiding tot de andere
politiediensten en parketten van de andere gerechtelijke
arrondissementen in ons land?

02.01 Servais Verherstraeten

(CD&V): Dans l'arrondissement de
Malines, le parquet et la police
diffusent des avis de recherche
sur un site internet pour recueillir
des informations sur des
cambriolages. Ce site permet en
outre aux citoyens victimes d'un
cambriolage de consulter des
photos des butins retrouvés; il
contient aussi des informations sur
les méthodes mises en oeuvre par
les cambrioleurs et sur les moyens
de prévention. Le site a déjà
enregistré 8.000 visiteurs, ce qui
prouve son bien-fondé.

S'agit-il d'un projet pilote?
L'initiative émane-t-elle du parquet
de Malines ou du SPF Justice?
Sera-t-elle étendue à l'ensemble
du pays, une idée qui emporte
l'adhésion du secrétaire d'Etat à
l'Informatisation de l'Etat. Des
moyens ont-ils été dégagés à cette
fin?

02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de website 02.02

Laurette Onkelinx,

21/06/2004

CRIV 51

COM 302

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

www.opam.be - dat is een afkorting voor Opsporingen
Arrondissement Mechelen - bestaat reeds meer dan drie jaar en is
een gezamenlijk initiatief van de federale en lokale politiediensten van
het arrondissement, het parket en het arrondissementeel
informatiekruispunt Mechelen. De fase van het proefproject is reeds
lang achter de rug en de site is thans een vaste waarde voor de pers,
de burgers en de samenwerkende partners.

De FOD Justitie is niet betrokken bij deze site. Alle materiële en
personele middelen voor het dagelijks beheer ervan worden geleverd
door het AIK. De inhoudelijke informatie komt uiteraard ook van het
parket en van de politiediensten.

De site werd gestart in navolging van een gelijkaardig initiatief in het
arrondissement Turnhout. Ook daar is het eigenlijke beheer in handen
van het arrondissementeel informatiekruispunt, het AIK. De evaluatie
van de werking ervan blijkt ook positief te zijn, gelet op de talrijke
bezoekers van de site.

Het Leuvense parket beschikt ook over een website die het zelf
beheert. Op het onderdeel persberichten, dat alleen toegankelijk is
voor geaccrediteerde journalisten, worden ook geregeld
opsporingsberichten geplaatst waarvan men hoopt dat ze door de
pers worden overgenomen.

Andere vergelijkbare particuliere initiatieven van de parketten en of
politiediensten zijn mij niet bekend.

Vanuit Justitie zijn er geen plannen om dergelijke websites
veralgemeend in te voeren. Er zijn ook geen vragen daartoe vanuit de
lokale parketten.
Wat de federale politie betreft, heb ik geen kennis van dergelijke
plannen. Het staat u vrij om de minister van Binnenlandse Zaken
daarover een vraag te stellen.

ministre: Ce site web existe déjà
depuis plus de trois ans. Il s'agit
d'une initiative commune des
services de police fédéraux et
locaux de l'arrondissement, du
parquet et du carrefour
d'informations d'arrondissement
(CIA) de Malines. Il ne s'agit plus
d'un projet pilote mais d'un service
permanent à l'intention de la
presse, des citoyens et des
partenaires. Le SPF Justice n'est
pas impliqué dans le
développement de ce site, dont le
CIA assure la gestion journalière.
Le site est également alimenté par
le parquet et les services de
police. Il a vu le jour à la suite
d'une initiative analogue dans
l'arrondissement de Turnhout, où
l'évaluation est également positive.
Le parquet de Louvain dispose
aussi d'un site web dont il assure
la gestion. Je n'ai pas
connaissance d'autres initiatives
de parquets et/ou de services de
police. Il n'est pas dans les
intentions de la Justice de
généraliser la mise sur pied de tels
sites web. Les parquets locaux ne
sont d'ailleurs pas demandeurs. Je
ne pense pas que la police
fédérale ait de tels projets. M.
Verherstraeten pourrait interroger
le ministre de l'Intérieur à ce sujet.

02.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal

niet nalaten om in te gaan op uw suggestie. U brengt mij zelfs nieuws
dat er in het gerechtelijk arrondissement waar ik zelf woon, een
gelijkaardig initiatief zoals in Mechelen werd toegepast. Dat was mij
niet bekend en onbekend is onbemind. Ik denk dat dit ook een deel
van het probleem is. U zegt dat dit reeds in Mechelen, Turnhout en in
een andere vorm in Leuven reeds wordt toegepast. Justitie, politie en
veiligheid hoeven niet spectaculair te zijn. Met dergelijke kleine
initiatieven kan men ook zeer veel efficiëntie op het terrein
teweegbrengen.

Mevrouw de minister, ik betreur het dat er bij Justitie geen plannen
zijn om zulke initiatieven te veralgemenen. Ik zou uw daarin willen
tegenspreken. Ik denk juist dat de efficiëntie zou stijgen als zo'n
website in heel het land wordt ingevoerd.

Mag ik ook een suggestie doen, namelijk dat u bij uw collega van
Binnenlandse Zaken zou pleiten voor een veralgemening op termijn?
Dit hoeft niet fenomenaal veel te kosten, mevrouw de minister. Het
lijkt mij perfect doenbaar binnen de huidige budgettaire middelen. Mits
beperkte verhogingen kunnen zulke initiatieven al in de begroting van
volgend jaar worden ingeschreven. Ik denk dat de burger er wel bij

02.03 Servais Verherstraeten

(CD&V): Je ne manquerai pas de
donner suite à votre dernière
suggestion. Je n'avais pas
connaissance de l'initiative prise à
Turnhout et, d'une certaine
manière, c'est bien le problème
car on n'aime que ce qu'on
connaît. Le site internet montre
qu'il est possible d'accroître la
sécurité et l'efficacité par de
modestes mesures. Je regrette
que le département de la Justice
n'ait pas le projet de généraliser
de telles initiatives, ce qui peut
d'ailleurs se faire à moindres frais.

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

zou varen en dat het meer veiligheid zou kunnen creëren.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Question de M. Eric Massin à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la sécurité des

stands de tir" (n° 3166)

03 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de

beveiliging van de schietstanden" (nr. 3166)

03.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, madame la vice-

première ministre, un vol d'armes des plus inquiétants a eu lieu au
cours du week-end du 12 juin 2004 dans un stand de tir de la région
de Charleroi. Une quantité assez importante d'armes a été volée;
parmi ces armes, on trouve essentiellement des pistolets GP 9mm et
des "Glock" (pistolets autrichiens légers et particulièrement
maniables), le tout ayant été subtilisé sans déclencher la moindre
alarme.

Selon les informations publiées dans la presse la semaine passée, il
semblerait que les auteurs de ce vol aient évité les systèmes de
déclenchement des alarmes, soit connaissant leurs emplacements,
soit les ayant découverts.

Il est à noter également que les policiers du service judiciaire
d'arrondissement utilisaient ce stand de tir en attendant les nouveaux
locaux qui seront situés dans les anciens bâtiments des ACEC à
Charleroi. Quoi qu'il en soit, le parquet de Charleroi vient d'ouvrir une
enquête et a d'ailleurs saisi le listing de tous les habitués du stand.

Ce type de vol et ses conséquences des plus néfastes nous
interpellent une fois de plus sur les mesures de sécurité en vigueur
tant au niveau de l'infrastructure et de la sécurité des stands de tir que
de l'accessibilité aux clients potentiels, outre le fait qu'aucune mesure
particulière ne semble avoir été prise pour sécuriser les armes du
SJA, et plus particulièrement les pistolets Glock, armes très
dangereuses qui paraissent être indétectables par les systèmes de
détection d'armes et qui semblaient se trouver dans un coffre fort.

Madame la ministre peut-elle me dire si, dans le cas présent, les
mesures de sécurité minimales ont été respectées en termes de
sécurisation des bâtiments et si une enquête interne au SJA a été
mise sur pied?

Enfin, ne faudrait-il pas envisager des mesures particulières (stand de
tir propre aux services judiciaires, policiers, etc.) ou d'entreposage
des armes des différents services de police?

03.01 Eric Massin (PS): Onlangs

zouden er 9mm GP- en Glock-
pistolen gestolen zijn in een
private schietstand in de regio
Charleroi die eveneens door de
GDA wordt gebruikt. De daders
van die diefstal zouden de
alarmsystemen hebben ontweken.
Het parket heeft zopas een
onderzoek ingesteld.

Werden er minimale veiligheids-
maatregelen gerespecteerd?
Werd een intern onderzoek binnen
de GDA ingesteld? Moet er niet
worden nagedacht over specifieke
maatregelen voor het opbergen
van de wapens van de
politiediensten?

03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je ne

reviendrai pas sur les faits évoqués par M. Massin: ils sont
évidemment incontestables.

Le stand de tir privé auquel vous avez fait allusion est utilisé par les
membres du service judiciaire de l'arrondissement de Charleroi
depuis deux mois, chaque vendredi après-midi, pour du tir de
précision, et ce, hors de la présence du public. Par ailleurs, ce stand
se trouve à trente minutes des futures installations du SJA.

03.02

Minister Laurette

Onkelinx: De gestolen wapens
behoorden toe aan de eigenaar
van de schietstand en werden
gestolen uit de wapenwinkel die
zich naast de schietstand bevindt.

Voor het bewaren van de
dienstwapens van de politie
gelden bijzondere normen: bij de

21/06/2004

CRIV 51

COM 302

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Toutefois, je tiens à vous préciser que les armes dérobées dans ce
stand, plus précisément dans l'armurerie jouxtant ce stand,
n'appartenaient pas aux membres du SJA mais au propriétaire lui-
même, armurier de son état. L'entreposage des armes de service de
police répond à des prescrits particuliers: en l'occurrence, au SJA de
Charleroi, l'ensemble des armes collectives est gardé au sein d'une
salle forte; ce dispositif est complété par l'utilisation d'armoires
blindées.

En ce qui concerne les armes individuelles, chaque policier est garant
de son utilisation, entretien et sécurité.

Toutefois, à titre d'exemple, je peux vous signaler que le règlement
intérieur du SJA de Charleroi prévoit qu'en cas d'absence, congé ou
maladie d'au moins cinq jours, chaque policier est tenu de déposer
ses armes et munitions à la salle d'armes du SJA.

Enfin, le SJA est sécurisé 24 heures sur 24 par des policiers dans la
mesure où ils partagent ces locaux avec le Centre de communication
de l'arrondissement, en service 24 heures sur 24.

Plus particulièrement, en ce qui concerne ce complexe CTS
comprenant un stand de tir et une armurerie, le permis d'exploitation
de ce dernier a été accordé par la députation permanente du Hainaut
en date du 27 avril 2000; l'agrément pour le stand de tir - conditions
d'utilisation, de sécurité, etc. - a été accordé par le gouverneur de
province en date du 2 mai 2002, après enquête et avis favorable des
services concernés et de l'avis conforme du procureur du Roi de
Charleroi.

On peut donc en déduire que les conditions de sécurité maximales
ont été respectées.

Toutefois, je vous l'accorde, il conviendra d'attendre le résultat de
l'enquête diligentée en collaboration avec les services judiciaires de la
police locale et le SJA de Charleroi pour en juger définitivement. A
priori, les premières constatations ne démontrent pas une faille dans
la sécurisation des lieux mais plutôt une très bonne connaissance des
installations par les auteurs du vol. L'enquête est en cours, attendons
les résultats.

GDA van Charleroi worden de
collectieve wapens in een
brandvrije kamer bewaard. Elke
politieagent is verantwoordelijk
voor het gebruik van zijn
individueel wapen. In geval van
afwezigheid van vijf dagen of meer
moet hij het in de wapenkamer
laten bewaren.

De bestendige deputatie reikte de
exploitatievergunning

van de

schietstand uit en de
provinciegouverneur verleende de
erkenning na onderzoek en
gunstig advies.

We moeten natuurlijk de
resultaten van het onderzoek
afwachten voor we een oordeel
kunnen vellen, maar uit de eerste
vaststellingen blijkt niet dat er wat
schortte aan het
veiligheidssysteem; de dieven
zouden de omgeving erg goed
hebben gekend.

03.03 Eric Massin (PS): Monsieur le président, je remercie Mme la

ministre pour la précision de sa réponse qui apporte certains
éléments complémentaires que je ne connaissais pas sur la base des
articles publiés dans la presse.

Si le propriétaire, armurier de son état, se fait dérober des armes, il
n'en reste pas moins que ces armes sont particulièrement
dangereuses et inquiétantes lorsqu'elles se trouvent dans "la nature".
Je me demande dans quelle mesure il ne faudrait pas revoir la loi à
cet égard ou, en tout cas, interpeller la députation permanente pour
que des mesures de garantie plus importantes soient prises, surtout
lorsqu'on dispose d'armes aussi dangereuses.

03.03 Eric Massin (PS): Dient

men de wet niet te herzien of de
bestendige deputatie te
interpelleren zodat bijzondere
maatregelen worden getroffen
wanneer zulke gevaarlijke wapens
worden opgeslagen?

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Richard Fournaux à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le projet

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de circulaire 'Enquête policière d'office' (EPO)" (n° 3201)

04 Vraag van de heer Richard Fournaux tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de

ontwerpcirculaire 'ambtshalve politie-onderzoek' (APO)" (nr. 3201)

04.01 Richard Fournaux (MR): Madame la ministre, je crois qu'on

en a déjà parlé dans cette commission et peut-être même au Sénat
mais je me permets de revenir sur ce projet de circulaire que l'on
appelle "EPO" et qui ferait l'objet de débats actuellement au sein du
gouvernement ou qui serait en tout cas en préparation au sein de
votre cabinet. Cette circulaire poursuit un but louable: elle vise à
alléger le travail des parquets en permettant aux policiers de prendre
davantage l'initiative et d'investiguer eux-mêmes, d'effectuer les
recherches autour d'une plainte ou d'une enquête, en évitant de
"surcharger" les parquets de nombreux dossiers qui pour la plupart
pourraient être classés sans suite. Sur le principe, on pourrait
comprendre la logique de cette circulaire visant à alléger le travail des
parquets et à permettre d'accélérer le traitement de certaines plaintes
ou d'autres faits qui nécessitent une enquête.

Je me permets néanmoins de formuler deux remarques et de poser
deux questions à Mme la ministre. La première concerne la
restructuration toujours en cours des services de police. J'ai été
pendant plusieurs années président de ma zone et je suis toujours
membre du collège de la zone de police Haute-Meuse. Une des
difficultés que nous avons rencontrées a été d'assumer la fusion des
polices (appelons-le ainsi), tout en prenant en main des missions et
des charges qui n'étaient pas dévolues auparavant aux polices
locales et qui leur ont été transférées du fait de cette réforme des
polices.

Madame la ministre, ne procède-t-on pas ici de la même manière en
obligeant insidieusement les zones de police à effectuer un travail qui
ne faisait pas partie de leurs missions jusqu'à présent? Ne devrait-il
pas y avoir en corrélation une réflexion ou une démarche permettant
de savoir si les zones de police au niveau local ont les moyens
d'effectuer ces missions complémentaires?

S'il s'avère qu'elles n'en ont pas les moyens, ne faudrait-il pas
envisager de trouver une formule pour aider les zones de police à
effectuer ces missions complémentaires?

Ma deuxième question est plus fondamentale. Je ne suis pas un
spécialiste du droit. Je ne suis ni avocat ni juriste, mais de ce que j'en
comprends, une démarche fondamentale dans la culture des droits,
libertés et devoirs de chacun des citoyens, consiste à mener une
enquête, une instruction, même pour des faits excessivement
mineurs, sous couvert d'un magistrat instructeur, donc sous couvert
du parquet. Par le biais de cette circulaire, n'y a-t-il pas un danger, au
niveau du respect de nos plus profondes valeurs démocratiques, à
confier à nos zones de police, aux policiers, sans aucun contrôle d'un
magistrat de parquet, des missions d'investigation

qui,

éventuellement, pourraient déboucher sur l'une ou l'autre
exagération? Le fait qu'un ou des policiers puissent travailler sans
filet, sans protection ou sans regard d'un magistrat professionnel ne
présente-t-il pas un danger?

04.01 Richard Fournaux (MR):

De ontwerpcirculaire met
betrekking tot het APO
(ambtshalve politieonderzoek)
beoogt de taak van de parketten te
verlichten door het voorbereidend
werk aan de politiezones toe te
vertrouwen. Moet men hier niet
vrezen voor nefaste gevolgen
aangezien opnieuw werk wordt
overgeheveld naar de lokale
politiezones zonder dat wordt
stilgestaan bij de middelen
waarover ze beschikken. Voorts
wordt in geen compensatie
voorzien en is er geen toezicht van
een magistraat op die
onderzoeken die de politie alleen
verricht.

04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur

Fournaux, même s'il s'agit d'une question, je tenterai d'être explicite,

04.02

Minister

Laurette

Onkelinx: Deze omzendbrief is

21/06/2004

CRIV 51

COM 302

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

parce ce problème est effectivement important.

Le Collège des procureurs généraux et le Conseil des procureurs du
Roi préparent une circulaire concernant l'enquête policière d'office et
le procès-verbal simplifié. C'est un essai afin de prévoir une
réglementation uniforme pour une série de méthodes de travail qui
existent déjà dans un certain nombre d'arrondissements judiciaires ou
de ressorts. C'est ainsi que dans le ressort de Gand, il existe depuis
1996 une méthode de travail comparable au système d'enquête
policière d'office. Il s'agit du système APA (Autonoom politioneel
afhandeling, Règlement de police autonome). Il existe aussi des
initiatives en ce qui concerne le procès-verbal simplifié.

Chaque initiative vise à rendre les méthodes de travail plus efficaces.
Personne ne peut nier que la charge de travail de la justice a
augmenté. Il est faux de penser que le travail supplémentaire sera
effectué sans aucun problème grâce à du personnel supplémentaire.
Non! Il importe, en premier lieu, de chercher des méthodes de travail
plus efficaces.

Cela vaut pour les organisations privées comme pour les
organisations publiques.

On constate souvent que les processus de travail au sein d'une
organisation sont basés sur des motifs plutôt historiques. On réalise
beaucoup de travail parce qu'on a toujours procédé ainsi. Il est donc
nécessaire que les organisations modernes s'interrogent encore plus
que par le passé sur l'utilité de leurs activités et sur la plus-value
apportée par chaque personne impliquée dans cette activité. Dans ce
sens, on a constaté que la relation de travail entre le ministère public
et les services de police pouvait se faire de manière bien plus
efficace.

Quand on fait la radioscopie des missions que les magistrats des
parquets confient à la police dans le cadre de leur mission judiciaire, il
apparaît qu'une mission peut ne pas avoir une importance capitale et
que, de ce fait, elle ne doit pas être notifiée par un magistrat. Souvent,
et certainement au début d'un dossier, un certain nombre de
missions-types doivent être effectuées. Concrètement cela signifie
que, très souvent, chaque service de police qui établit un procès-
verbal initial sur un fait défini sait d'avance quelles seront les missions
qui suivront de la part du parquet et qui devront être exécutées par ce
même service de police ou par un autre. Dans ces circonstances, il
est donc normal de réfléchir à de nouvelles méthodes de travail en
vue de combattre le travail inutile et inefficace.

Le Code d'instruction criminelle prévoit aussi, à l'article 28ter §2, un
droit d'initiative propre aux officiers et agents de la police judiciaire.
L'article stipule que ces services de police doivent informer le
procureur de leurs investigations dans un certain délai et de la
manière fixée dans une directive. Il y a aussi l'obligation de dire si ces
investigations ont une importance pour d'autres enquêtes.

En outre, la Cour de cassation a reconnu dans de nombreux arrêts
cette manière de travailler d'office des services de police. Elle estime
qu'une information immédiate ou préalable du parquet n'est pas
nécessaire. Un raisonnement similaire peut être fait concernant le
procès-verbal simplifié.

bedoeld om een uniforme regeling
uit te werken voor praktijken als
het APO of het vereenvoudigde
proces-verbaal die al gangbaar
zijn op sommige plaatsen zoals in
Gent.

De huidige werkwijzen zijn niet
altijd even efficiënt. Sommige
gerechtelijke opdrachten hebben
een veeleer relatief belang en
moeten dus niet door een
magistraat betekend worden.
Bovendien dienen bij het begin
van een onderzoek een aantal
vooraf vaststaande
modelopdrachten te worden
uitgevoerd.

Het Wetboek van strafvordering
voorziet in een eigen initiatiefrecht
voor de officieren en agenten van
gerechtelijke politie. Bovendien
heeft het Hof van Cassatie deze
ambtshalve werkwijze van de
politiediensten erkend, oordelend
dat een onmiddellijk of
voorafgaand onderzoek van het
parket niet nodig is. Een analoge
redenering kan worden gevolgd
met betrekking tot het
vereenvoudigd proces-verbaal.

Een niet onaanzienlijk aantal
processen-verbaal is niet
bruikbaar. Het gaat louter om
registratie en dat moet op de
meest efficiënte manier gebeuren.
Daarom hebben bepaalde
parketten ingestemd met de
registratie van die gegevens die
kunnen bijdragen tot het
reconstrueren van de feiten indien
dat later nodig blijkt.

Wat binnen het openbaar
ministerie gebeurt heeft niets te
maken met de overheveling van
werk van Justitie naar de politie.
Voor de uitvoering van hun
gerechtelijke opdrachten moeten
de lokale politiezones zorgen voor
een administratieve omkadering.
Deze zal er voor een deel anders
uitzien naargelang het gaat om
een ambtshalve reglementering of
een autonome reglementering. Als
de politie zelfstandiger kan

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Un nombre non négligeable de procès-verbaux, dressés par les
services de police, concernent des faits peu importants et pour
lesquels le coupable est inconnu. Il s'agit, en outre, de faits qui n'ont
souvent pas un caractère punissable, dont on sait à l'avance qu'une
enquête ne mènera pas à une identification ou, si c'est le cas, le
dossier sera classé sans suite. En fait, il s'agit de constatations
policières auxquelles on ne donne, à aucun niveau, une plus-value.
Ce ne sont donc que des enregistrements purs et simples.

Si on accepte ce fait, il faut veiller à ce que ces enregistrements se
fassent de la manière la plus efficace. C'est la raison pour laquelle
certains parquets avaient déjà autorisé l'enregistrement des seules
données qui pouvaient contribuer à reconstruire les faits si cela
s'avérait nécessaire ultérieurement.

Il me semble donc que c'est une bonne idée que le ministère public
réfléchisse à des mesures uniformes et à des accords de travail entre
la police et les parquets pour des délits ou des infractions bien
spécifiques.

J'espère vous avoir démontré que ce qui se passe actuellement au
sein du ministère public a une autre finalité que le transfert de travail
de la justice vers la police.

Dans le cadre de leurs missions judiciaires, les zones de police locale
doivent, par ailleurs, prévoir un encadrement administratif. Dans le
cadre d'un règlement d'office ou autonome, il faut évidemment qu'il
soit orienté en partie autrement. Il est vrai aussi que la police avec
une responsabilisation plus grande doit prévoir elle-même un certain
nombre de mécanismes de contrôle sur la qualité et l'état
d'avancement du dossier.

La généralisation éventuelle du système des procès-verbaux
simplifiés va enlever beaucoup de travail aux services de police, ce
qui, vous en conviendrez, est une bonne chose. L'enregistrement
sera, d'une part, limité aux données essentielles et, d'autre part, on
pourra les conserver à l'intérieur du corps proprement dit. Le transfert
au parquet ne sera ainsi plus exigé. Il me semble qu'une situation
"gagnant-gagnant" apparaît pour tous les partenaires. Il n'y aura plus
de travail inutile. Le traitement administratif des plus petites infractions
se fera à un moindre coût.

Il n'est pas non plus question d'un transfert de travail de la police
fédérale vers la police zonale; la répartition des tâches entre les deux
niveaux de la police intégrée reste inchangée.

En ce moment, je n'ai donc pas de raison d'être trop inquiète
concernant le manque de contrôle sur l'exécution des activités
policières avec l'introduction de l'EPO.

Comme je l'ai dit précédemment, la loi permet déjà aux services de
police d'agir de leur propre initiative.

L'amélioration serait considérable si une circulaire énonçait des
dispositions claires et uniformes fixant les règles du jeu et les
mécanismes de contrôle qui permettraient à la police zonale
d'effectuer d'une manière indépendante une enquête sur certains

handelen betekent dit ook dat ze
zelf de controlemechanismen op
de kwaliteit en de voortgang van
de dossiers op poten moet zetten.
Dankzij de mogelijke
veralgemening van het stelsel van
de vereenvoudigde processen-
verbaal zullen de politiediensten
veel minder werk hebben. Er zal
een win-winsituatie ontstaan. Er
zal geen nutteloos werk meer
worden verricht. Maar er is geen
sprake van een overheveling van
werk van de federale politie naar
de zonale politie.

De wet staat de politiediensten
reeds toe op eigen initiatief te
handelen. Over een eventueel
gebrek aan controle over de
uitvoering van politietaken ben ik
dus niet bezorgd. Het zou de
zaken al gevoelig verbeteren als
men de spelregels in een
omzendbrief zou gieten teneinde
de lokale politie de mogelijkheid te
bieden bepaalde misdrijven
zelfstandig te onderzoeken. Over
de inhoud van de
ontwerpomzendbrief bestaat
binnen het openbaar ministerie
enige discussie. Blijkbaar heeft
men in het noorden en in het
zuiden van het land een
verschillende kijk op de zaak. In
mijn beoordeling zal ik erop
toezien dat een en ander in
evenwicht is.

21/06/2004

CRIV 51

COM 302

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

délits. Jusqu'à présent, je le répète, ces règles n'existent pas.

Cela n'empêche pas que j'attends avec intérêt les textes finaux de la
circulaire en question. Je sais que la rédaction du projet de la
circulaire donne lieu, au sein du ministère public, à quelques débats.
Apparemment, l'approche diffère notamment au Nord et au Sud du
pays. J'évaluerai donc le texte en veillant à ce que les équilibres
soient respectés.

04.03 Richard Fournaux (MR): Monsieur le président, je remercie

Mme la ministre pour la qualité de sa réponse.

Je me permets de formuler quelques remarques ou réflexions. Tout
d'abord, si j'ai bien compris le début de votre intervention, vous parlez
d'un projet pilote que vous devriez mettre en oeuvre ou d'un essai.
Vous avez parlé d'essai.

04.03 Richard Fournaux (MR):

Bedoelt u een proefproject?

04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Cela se fait à Gand.

04.04 Minister Laurette

Onkelinx: In Gent wordt het nu al
toegepast.

04.05 Richard Fournaux (MR): En réalité, ce que vous voulez faire,

c'est mettre en place une circulaire qui fixe un cadre général.

En ce qui concerne le statut de cette circulaire, pourra-t-elle conserver
son statut de circulaire ou faudra-t-il traduire cette circulaire dans un
texte plus charpenté, au sein d'une loi par exemple?

04.05 Richard Fournaux (MR):

Maar gaat het alleen om een
omzendbrief of is er al sprake van
een omzetting in een wettekst?

04.06 Laurette Onkelinx, ministre: C'est exact. La circulaire sera

une première étape. On évaluera sur le terrain et en fonction de cette
évaluation, on pourra élaborer un règlement ou une loi, en fonction
des prescrits législatifs nécessaires.

04.06 Minister Laurette

Onkelinx: De eerste stap bestaat
in een evaluatie op grond waarvan
de aangepaste wetgeving kan
worden uitgewerkt.

04.07 Richard Fournaux (MR): J'ai une dernière remarque. Il me

semble que l'élément le plus important est ce que j'appellerais la
classification des faits. Pour quels faits une police zonale pourrait-elle,
d'initiative, gérer l'affaire? Comment allez-vous fixer les limites et
déterminer les faits qui devront être traités par une procédure
classique magistrats, etc.?

04.07 Richard Fournaux (MR):

Het allerbelangrijkste is de
kwalificatie van de feiten. Wie
bepaalt wanneer een klassieke
procedure moet worden gevolgd?

04.08 Laurette Onkelinx, ministre: Cela fait l'objet des discussions

actuelles au niveau du ministère public. C'est cela l'enjeu.

04.09 Richard Fournaux (MR): J'ai une dernière question

concernant le recours éventuel du plaignant. On a parlé des enquêtes
d'initiative de la part de la police zonale mais j'ai bien compris que
cela pouvait également être le cas pour des plaintes dont on connaît
l'auteur sans connaître l'identité de l'auteur des faits dénoncés. Dans
le cas où une police zonale considère elle-même qu'il faut classer ce
document sans suite ou que cela ne vaut pas la peine d'aller plus loin,
il n'y a toujours pas de recours au niveau du magistrat.

04.09 Richard Fournaux (MR):

Wordt het verhaalrecht van de
klager niet beperkt als een
politiezone beslist om niet verder
te gaan?

04.10 Laurette Onkelinx, ministre: On peut toujours avoir la plainte

avec constitution de partie civile dans les mains du juge d'instruction
ou la plainte au parquet sans constitution de partie civile; ceci permet
au parquet de faire le nécessaire s'il estime qu'une poursuite s'impose
ou alors on peut aller plus loin avec la constitution de la partie civile.

04.10 Minister Laurette

Onkelinx: Men kan zich steeds
burgerlijke partij stellen of een
klacht neerleggen bij het parket.

CRIV 51

COM 302

21/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Cela dépendra du choix du plaignant.

04.11 Richard Fournaux (MR): J'essaie de parler de façon

constructive. Je voudrais éviter que le fait qu'en première instance, si
je peux m'exprimer ainsi, une police ait estimé que cela ne valait pas
la peine d'aller plus loin, ne conduise automatiquement les autres
degrés habituels "d'instruction" à refuser de poursuivre. Vous
comprenez ce que je veux dire?

04.12 Laurette Onkelinx, ministre: Oui. Il y a vraiment des

garanties, des appels possibles.

04.13 Richard Fournaux (MR): Peut-on estimer le délai dans lequel

cette circulaire sera publiée?

04.13 Richard Fournaux (MR):

Wanneer zal de omzendbrief
openbaar worden gemaakt?

04.14 Laurette Onkelinx, ministre: Je préférerais ne pas m'enfermer

dans un délai! Je vais d'abord voir quelles sont les objections. S'il y a
un accord général du ministère public, cela peut aller assez vite. Par
contre, s'il y a des objections fondamentales, il faudra faire des
arbitrages.

04.14 Minister Laurette

Onkelinx: Ik wil niet op de zaken
vooruitlopen. Maar wanneer het
openbaar ministerie zijn fiat geeft
kan dit snel gebeuren.

04.15 Richard Fournaux (MR): La commission de la Justice serait

éventuellement informée de cette circulaire?

04.15 Richard Fournaux (MR):

Zal de commissie voor de Justitie
hiervan op de hoogte worden
gehouden?

04.16 Laurette Onkelinx, ministre: Nous en reparlerons quand vous

voudrez.

04.16 Minister Laurette

Onkelinx: Wij zullen dit opnieuw
bespreken wanneer u het wenst.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 14.48 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.48 uur.