IC297_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"le retard et les imprécisions en matière de
politique climatique" (n° 3087)

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de achterstand en
de onduidelijkheden in het klimaatbeleid"
(nr. 3087)

Orateurs: Simonne Creyf, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du
Développement durable

Sprekers: Simonne Creyf, Freya Van den
Bossche, minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la ratification de la convention OMS
de lutte anti-tabac" (n° 2716)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de bekrachtiging van de
WGO-kaderconventie over tabakspreventie"
(nr. 2716)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le plan social des kinésithérapeutes"
(n° 2717)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale

Zaken en

Volksgezondheid over "het sociaal plan voor de
kinesitherapeuten" (nr. 2717)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la prise en charge des patients
atteints de la maladie de Crohn" (n° 2718)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de tenlasteneming van
Crohn-patiënten" (nr. 2718)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le snus" (n° 2720)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "zuigtabak" (nr. 2720)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la sécurité
alimentaire lors d'événements" (n° 2763)

- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"voedselveiligheid op evenementen" (nr. 2763)

- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'hygiène des
aliments lors de manifestations récréatives"
(n° 2830)

- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voedingshygiëne op evenementen" (nr. 2830)

Orateurs: Karin Jiroflée, Colette Burgeon,
Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique

Sprekers: Karin Jiroflée, Colette Burgeon,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Jean-Luc Crucke au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
préparation de mesures visant à contrer les effets
néfastes d'une prochaine canicule" (n° 2764)

- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voorbereiding van maatregelen om de nadelige
gevolgen van een volgende hittegolf tegen te

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gaan" (nr. 2764)

- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le dispositif
sanitaire en cas de canicule" (n° 2909)

- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "sanitaire
maatregelen in geval van een hittegolf" (nr. 2909)

Orateurs:

Jean-Luc Crucke, Colette

Burgeon, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique

Sprekers:

Jean-Luc Crucke, Colette

Burgeon, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid

Question de Mme Annelies Storms au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le plan d'action Santé-Nutrition" (n° 2765)

Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het actieplan voor een gezonde voeding"
(nr. 2765)

Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les bières
spécifiquement destinées aux jeunes" (n° 2798)

- mevrouw Karin Jiroflee aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "fresh
beers" (nr. 2798)

- M. André Frédéric au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
consommation de boissons alcoolisées chez les
jeunes" (n° 3117)

- de heer André Frédéric aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gebruik van alcoholhoudende dranken door de
jongeren" (nr. 3117)

Orateurs: Karin Jiroflée, André Frédéric,
Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique

Sprekers: Karin Jiroflée, André Frédéric,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Frieda Van Themsche à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"l'interdiction d'exporter des bovidés vivants"
(n° 2854)

- mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister
van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "het verbod op uitvoer van
levende runderen" (nr. 2854)

- M. Bert Schoofs au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'observation
de concentrations accrues de cadmium et de
plomb dans les organes de bovins à proximité des
implantations de la société Umicore, dans le nord
du Limbourg" (n° 2842)

- de heer Bert Schoofs aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vaststelling van verhoogde concentraties
cadmium en lood in de organen van runderen in
de buurt van de vestigingen van de firma Umicore
in Noord-Limburg" (nr. 2842)

Orateurs: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
lutte contre la varroase chez l'abeille mellifique"
(n° 2896)

Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de bestrijding van varroase bij de honingbij"
(nr. 2896)

Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Frieda Van Themsche à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"l'interdiction d'exporter des bovidés vivants"
(n° 2854)

- mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister
van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "het verbod op uitvoer van
levende runderen" (nr. 2854)

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

iii

du Limbourg" (n° 2842) (continuation)

in Noord-Limburg" (nr. 2842) (voortzetting)

Orateurs: Frieda Van Themsche

Sprekers: Frieda Van Themsche

Interpellation de M. Mark Verhaegen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'élevage d'animaux à fourrure" (n° 347)

Interpellatie van de heer Mark Verhaegen tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het houden van pelsdieren" (nr. 347)

Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Motions

Moties

Question de Mme Annelies Storms au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les droits du patient"
(n° 2954)

Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
rechten van de patiënt" (nr. 2954)

Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale

Zaken en

Volksgezondheid

Question de Mme Annelies Storms au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le site Internet
consacré aux droits du patient" (n° 2955)

Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
Website van de rechten van de patiënt" (nr. 2955)

Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Mark Verhaegen

Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Mark Verhaegen

Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
lutte contre le cannabis" (n° 3066)

Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de strijd tegen cannabis" (nr. 3066)

Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
divergences d'opinion entre l'Absym et l'APB à
propos des échantillons médicaux" (n° 3118)

Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de meningsverschillen tussen de BVAS en
de APB met betrekking tot de medische
monsters" (nr. 3118)

Orateurs: Jean-Luc Crucke, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Jean-Luc Crucke, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "sa
rencontre avec des représentants de la filière
viande bovine le 7 juin dernier" (n° 3137)

Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "zijn ontmoeting met vertegenwoordigers van
de rundvleessector op 7 juni jongstleden"
(nr. 3137)

Orateurs: Jean-Luc Crucke, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Jean-Luc Crucke, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA SANTE

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIETE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

MARDI

JUIN

2004

Après-midi

______

van

DINSDAG

JUNI

2004

Namiddag

______

La séance est ouverte à 14.42 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 14.42 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.

01 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en

Duurzame Ontwikkeling over "de achterstand en de onduidelijkheden in het klimaatbeleid" (nr. 3087)

01 Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la

consommation et du Développement durable sur "le retard et les imprécisions en matière de politique
climatique" (n° 3087)

01.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, in het kader van de Europese VER-richtlijn moest het
nationaal allocatieplan tegen 31 maart 2004 worden ingediend. België
is een van de landen die de deadline niet heeft gehaald. Ook voor de
omzetting van de richtlijn in Belgisch recht werd de deadline niet
gehaald.

Uit uw antwoord op een vraag van de heer Wathelet in de plenaire
vergadering hebt u gezegd dat de vertraging te wijten is aan het feit
dat Wallonië nog niet klaar was met het allocatieplan. We weten
echter dat Europees commissaris Wallström een procedure wil
beginnen voor het Europees hof van Justitie tegen die landen die op
15 juni hun allocatieplan niet hebben ingediend. Het toeval wil dat we
vandaag 15 juni zijn, de door Europees commissaris Walström
vooropgezette vervaldag.

Mevrouw de minister, ik kom tot mijn vragen.

Ten eerste, heeft België vandaag, 15 juni, het nationaal allocatieplan
doorgestuurd aan de Europese Unie?

Ten tweede, waarom blijft de omzetting van de Europese richtlijn
2003/87 in Belgisch recht uit?

Ten derde, wanneer komt er een nieuw nationaal klimaatplan dat in
principe de maatregelen van alle overheden in België dient te
omvatten?

01.01 Simonne Creyf (CD&V): La

Belgique n'a pas déposé dans les
délais le plan d'allocation national
dans le cadre de la directive
européenne sur l'échange des
droits d'émissions. La directive n'a
pas non plus été transposée à
temps dans le droit national, un
retard que le ministre impute à la
Wallonie. Ce 15 juin est la date
limite fixée par la commissaire
Wallström avant l'ouverture d'une
procédure à l'encontre des Etats
membres qui n'auraient pas
respecté leurs obligations.

La Belgique a-t-elle communiqué à
l'UE son plan d'allocation national?
Pourquoi la transposition de la
directive 2003/87 se fait-elle
attendre? Quand un nouveau Plan
National Climat verra-t-il le jour?
Le Plan flamand Climat prévoit
également des mesures. Le
ministre peut-il préciser le lien
entre les mesures nationales et les
mesures flamandes? N'y a-t-il pas
un risque de doublons? Qui va

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De twee volgende vragen zijn van een andere orde, mevrouw de
minister. Er blijven immers een paar serieuze onduidelijkheden
hangen over de lastenverdeling tussen de federale overheid en de
Gewesten.

In het Vlaams klimaatplan en in de voortgangsrapporten vinden we
maatregelen terug zoals het sluiten van de steenkoolcentrales, een
hoog beroep op hernieuwbare energie en maatregelen in de
transportsector.

Welnu, in het kader van de lastenverdeling tussen de federale
overheid en de Gewesten van 8 maart 2004 heeft de federale
overheid het engagement genomen om de uitstoot te reduceren met
4,8 miljoen ton door bijkomende maatregelen te nemen. De
Ministerraad heeft beslist dat die reductie er zou komen door onder
andere de bouw van een windmolenpark op zee, het stimuleren van
biobrandstoffen en het sluiten of ombouwen van steenkoolcentrales.

Mevrouw de minister, dat lijkt op een dubbeltelling. Die maatregelen
zitten vervat in het Vlaamse klimaatplan en dezelfde maatregelen hebt
u nog eens opgenoemd als belangrijkste maatregelen van het
federale engagement, te weten de reductie met 4,8 miljoen ton door
bijkomende maatregelen. Dat lijkt op een dubbeltelling, zeg ik. Mijn
vraag is: zijn daar dubbeltellingen of kunt u de precieze verhouding
tussen de maatregelen verduidelijken?

De volgende vraag is: in zijn advies over het Vlaams allocatieplan
werpt de MINA-raad een vraag op in verband met de lastenverdeling.
De raad vraagt zich af wie er zal beslissen of een bepaalde reductie
totstandgekomen is door een federale maatregel dan wel door een
gewestelijke maatregel of spontaan totstandgekomen is. Bijvoorbeeld,
kan de federale overheid het sluiten of ombouwen van de
steenkoolcentrales wel rekenen als een federale maatregel? Immers,
dat behoort tot de bevoegdheid van de Gewesten. Zo niet, hoe zal de
federale regering dan haar engagementen van het
lastenverdelingakkoord invullen?

Er zal dus een hele boekhouding moeten worden opgemaakt, want
het Vlaams allocatieplan heeft precies uitgerekend hoeveel rechten er
zijn. Met uw in het vooruitzicht gestelde extra maatregelen voor 4,8
miljoen ton moet u aan uw aandeel van vooropgestelde reductie van
emissie geraken.

Op welke manier zal een maatregel op zeker ogenblik kunnen worden
aangerekend op federaal dan wel op gewestelijk vlak?

décider si une réduction est le
résultat d'une mesure effectuée au
niveau fédéral ou flamand?
Comment le gouvernement va-t-il
tenir son engagement dans le
cadre de l'accord de répartition
des charges?

01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,

mevrouw Creyf, u vroeg wanneer wij ons allocatieplan zouden
voorleggen. Ik heb vandaag commissaris Wallström bezocht, vooral
eigenlijk om te spreken over illegale houtkap. Ik heb er echter meteen
een stukje aan toegevoegd, natuurlijk over het Nationaal
Allocatieplan.

Ik heb uitgelegd dat in België vier overheden aan het plan moeten
werken. Ik heb ook uitgelegd dat de federale overheid en Brussel op
tijd klaar waren, dat Vlaanderen iets later was en dat Wallonië
overmorgen klaar zal zijn. Dat betekent dat zij van ons nu al een draft
heeft ontvangen, zijnde een eerste, ruwe versie die niet definitief is.

01.02 Freya Van den Bossche,

ministre: J'ai eu aujourd'hui un
entretien avec la commissaire
Wallström. Je lui ai expliqué que
dans notre pays, quatre autorités
doivent contribuer à la rédaction
du plan d'allocation et que la
Wallonie sera prête après-demain.
Je lui ai déjà transmis un projet de
texte. Elle recevra une version
définitive du plan d'allocation dans
quelques jours.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De definitieve versie kan zij eerstdaags verwachten. Ik moet dan
immers enkel nog de bestaande plannen van die vier hoeken
samenvoegen tot één plan.

Zij heeft mij ook gezegd dat zij rond 1 juli 2004 echt zal beginnen met
het doornemen en het evalueren van de plannen. Dat doet mij
vermoeden dat België, ook al heeft het wat achterstand opgelopen,
toch nog bij de betere leerlingen van de klas zal kunnen blijven en dat
de achterstand beperkt zal blijven in de tijd. Ik heb haar dat ook zo
toegelicht.

Ook voor de omzetting van de richtlijn 2003/87 in Belgisch recht geldt
dat vier overheden hun werk moeten doen. In Vlaanderen is er
voorzien in een decretale basis. Dat is dus in orde. Ook in Brussel
werd een ordonnantie genomen, waarin de basis voor de omzetting
terug te vinden is. In Wallonië wordt eraan gewerkt. Het gaat dus om
Waalse vertragingen. De federale aspecten werden omgezet in een
koninklijk besluit. Wij hebben het advies van de Hoge
Gezondheidsraad al ontvangen en wachten alleen nog op het advies
van de Raad van State, al zal dat wel snel klaar zijn.

We spreken dan inderdaad wel over te laat. Het is ook alweer
wachten op een van de regio's die zijn werk moet doen, maar het blijft
nog binnen de perken.

Het klimaatplan dan. Het kan er komen zodra het permanent
secretariaat van de Nationale Klimaatcommissie is opgericht. Het
permanent secretariaat heeft net de taak om dat nationaal klimaatplan
uit te schrijven. Er is alweer een beetje getalm, moet ik vaststellen,
van sommige gewestelijke overheden. Ik hoop dat wij nu sneller
kunnen gaan, maar besef ook dat de situatie vandaag niet van die
aard is dat de dingen in de Gewesten bijzonder snel zullen kunnen
gaan. Toch hoop ik om voor het zomerreces het secretariaat
samengesteld te krijgen, waardoor ons nationaal klimaatplan toch in
het najaar volledig uitgeschreven zou moeten kunnen zijn.

De dubbeltellingen dan. U weet dat federale maatregelen werden
afgekondigd vooraleer Vlaanderen ermee aankwam. Wij zijn
voornamelijk van exclusieve bevoegdheden als windmolenparken en
biobrandstof uitgegaan, maar er zijn inderdaad potentiële
dubbeltellingen en dan voornamelijk wat steenkoolcentrales betreft.
Wie beslist er welke overheid wat mag aanrekenen? Dat wordt de
Nationale Klimaatcommissie. Die bestaat al en er werd
overeengekomen, vastgelegd en beslist dat zij jaarlijks de evaluatie
zal doen van de implementatie van alles. Ze zal, ten eerste, checken
of elke overheid wel doet wat ze heeft beloofd. Ten tweede, zal ze de
emissiereducties op die manier kunnen berekenen. Ten derde, zal ze
moeten uitmaken wie verantwoordelijk is voor welke reductie. Dat wil
heel concreet zeggen dat, als wij het bijvoorbeeld hebben over
steenkoolcentrales, de vertegenwoordigers van elk Gewest en van de
federale overheid onderling zullen moeten overeenkomen op wiens
conto dat geschreven kan worden. Er is ook beslist dat, indien er iets
op het conto van de gewestelijke overheden zou moeten worden
geschreven iets wat wij vandaag federaal hebben geteld , wij
vanzelfsprekend op een andere wijze een zelfde hoeveelheid aan
reducties moeten bereiken.

En ce qui concerne la
transposition de la directive, nous
attendons également la Wallonie.
La Flandre et Bruxelles sont
prêtes et, pour ce qui est des
aspects fédéraux, seul l'avis du
Conseil d'Etat fait encore défaut.

On relève des atermoiements de
la part de plusieurs Régions
également en ce qui concerne le
plan climat. En ce moment, la
situation veut que l'on n'y
enregistre probablement pas de
progrès rapides. Quoi qu'il en soit,
j'espère encore constituer un
secrétariat avant le congé
parlementaire, pour ensuite
coucher le plan sur papier durant
l'automne.

Dans le domaine des doubles
comptages, des problèmes
peuvent en effet survenir en ce qui
concerne les centrales à charbon.
La commission nationale Climat a
décidé quelles autorités pourront
porter la réduction en compte. Elle
procédera à une évaluation
annuelle.

01.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de 01.03 Simonne Creyf (CD&V): Il

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

minister, ik moet spijtig genoeg vaststellen dat België niet aan de
verplichtingen heeft kunnen voldoen. Ik vind eerlijk gezegd dat onze
institutionele spitstechnologie niet als excuus mag dienen om dit soort
verplichtingen niet na te komen. Ik vind het jammer dat dit achterwege
is gebleven, ook wat het klimaatplan betreft met de omzetting van de
richtlijn enzovoort.

Wat de dubbeltellingen betreft, denk ik dat deze niet enkel betrekking
hebben op de steenkoolcentrales maar op veel meer. Ik verneem
bijvoorbeeld dat het zeewindmolenpark voor 60% verrekend is in het
Vlaamse allocatieplan, terwijl u wellicht uitgaat van 100% omdat het in
de Noordzee ligt en dus zogezegd buitenterritoriaal is en de opbrengst
ervan federaal is. Ik hoor echter dat Vlaanderen 60% van de
opbrengst van het zeewindmolenpark verrekent. Ook wat de
brandstoffenmix betreft, vermoed ik dat er dubbeltellingen zijn.

Mevrouw de minister, ik vrees dat pas op het moment dat het
Nationaal Klimaatplan er inderdaad zal zijn en men zal kunnen tellen
en de diverse maatregelen naast mekaar zal leggen, pijnlijk duidelijk
zal worden dat de tellingen niet kloppen en dat men heel wat
dubbeltellingen heeft gedaan. De federale overheid zal dan met
andere maatregelen op de proppen moeten komen aangezien veel
van de federale voorgestelde maatregelen onder de regionale
overheden vallen en als dusdanig reeds in de regionale
allocatieplannen verrekend zijn.

Ik som op: de sluiting van de steenkoolcentrales, het aanwenden van
nieuwe energie, brandstoffenmix, enzovoort.

Ik vrees, mevrouw de minister, dat wij er nog lang niet zijn met ons
klimaatbeleidsplan. Ik denk dat wij een beetje te euforisch zijn
geweest alsof op het ogenblik alles in kannen en kruiken is. Ik vrees
dat het niet in kannen en kruiken is.

est regrettable que la Belgique ne
respecte pas ses engagements.
Notre ingénierie institutionnelle ne
peut servir d'excuse. Les doublons
existent pour les centrales au
charbon mais aussi pour le parc
d'éoliennes en mer du Nord, dont
le rapport est imputé à 60% par la
Flandre, ainsi que pour le panier
de sources d'énergie. La mise en
place du Plan national Climat en
fera apparaître le nombre exact.
Je crains que nous ne soyons pas
sortis de l'auberge en ce qui
concerne notre politique en
matière de climat.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: Nous reprendrons la séance dans 10 minutes avec les questions au ministre Demotte.

De vergadering wordt geschorst om 14.53 uur.
La séance est suspendue à 14.53 heures.

La séance est reprise à 15.21 heures.
De vergadering wordt hervat om 15.21 uur.

02 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

sur "la ratification de la convention OMS de lutte anti-tabac" (n° 2716)

02 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "de bekrachtiging van de WGO-kaderconventie over tabakspreventie"
(nr. 2716)

02.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, ma question est simple et sera courte.

J'aimerais savoir dans quels délais la signature de la convention-
cadre de lutte contre le tabac, adoptée par l'OMS en mai 2003, sera
ratifiée par la Belgique? Plusieurs mois se sont donc écoulés depuis
cette signature et vous m'avez déjà fait savoir que vous envisagiez de

02.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): De kaderovereenkomst van
de WGO inzake de bestrijding van
het tabaksgebruik werd in mei
2003 door die organisatie
goedgekeurd. Binnen welke
termijn zal die overeenkomst door

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ratifier cette convention assez rapidement. Je rappelle que, pour que
celle-ci puisse entrer en vigueur, il est indispensable que 40 pays la
ratifient. Il s'agit d'un instrument international important de lutte contre
le tabagisme.

Quelles initiatives allez-vous prendre vis-à-vis de vos partenaires
européens pour faire augmenter le nombre de pays qui ratifieront
cette convention-cadre et ainsi assurer son entrée en vigueur?

België worden geratificeerd?

Welke initiatieven neemt u ten
aanzien van uw Europese partners
om ervoor te zorgen dat meer
landen die kaderovereenkomst
ratificeren?

02.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame

Doyen-Fonck, à ce jour 107 Etats ont signé la convention-cadre OMS
tandis que 11 l'ont ratifiée. Or, comme vous l'avez dit, 40 pays doivent
avoir signé la convention pour qu'elle puisse entrer en vigueur. On
peut donc espérer, mais cela ne dépend pas seulement de nous, que
les Etats signataires aient entamé, comme nous l'avons fait, leur
procédure de ratification.

Le deuxième point porte sur la signature, à mon initiative le 22 janvier
au siège des Nations unies, de la convention-cadre de l'OMS.

Un projet de loi portant assentiment de la convention-cadre est
déposé au parlement. Le texte qui sera finalisé servira à l'approbation
de la convention par l'entité fédérée. Sur ce point, l'agenda ne dépend
plus tout à fait de nous. En effets, les entités fédérées vont devoir
fixer un agenda concernant ce texte dans leur structure
parlementaire.

Enfin, je pourrais, si cela s'avérait nécessaire et dès que la Belgique
aura ratifié la convention, appeler à la ratification par les autres Etats
membres dans le cadre des réunions européennes. Cela dit, l'Union
européenne prévoit de ratifier, début juin, la convention pour ce qui
relève de ses compétences. Elle insistera donc auprès des Etats
membres pour qu'ils ratifient cette même convention dans le courant
de l'année.

02.02 Minister Rudy Demotte: Tot

nu toe ondertekenden 107 landen
de WGO-kaderovereenkomst,
terwijl 11 landen ze ratificeerden.

Er werd bij het Parlement een
wetsontwerp houdende
instemming met de
kaderovereenkomst ingediend.
Eens die tekst de procedure heeft
doorlopen, zal hij ter goedkeuring
aan de deelstaten worden
overgezonden. We moeten dus de
touwtjes uit handen geven.

De Europese Unie wil de
overeenkomst, voor wat haar
bevoegdheden betreft, begin juni
ratificeren. Ze zal er dus bij de
lidstaten op aandringen dat zij in
de loop van dit jaar op hun beurt
die overeenkomst ratificeren.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

sur "le plan social des kinésithérapeutes" (n° 2717)

03 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "het sociaal plan voor de kinesitherapeuten" (nr. 2717)

03.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, vous vous souviendrez que, le 18 mars dernier,
les étudiants en kinésithérapie s'étaient joints aux étudiants en
médecine pour revendiquer purement et simplement la suppression
des quotas imposés dans l'attribution du titre professionnel de
kinésithérapie.

Le problème se présentera bientôt de façon très concrète: dès 2005,
la législation fédérale limitera l'accès au titre professionnel pour les
kinésithérapeutes à 270 pour la Flandre et 180 pour la Communauté
française. Je rappelle également qu'en 2005, les prévisions portent
sur 600 à 700 kinésithérapeutes qui devraient être diplômés, dont
plus de 50% de ressortissants de l'Union européenne, principalement
des Français.

03.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Vanaf 2005 wordt een
quotum ingevoerd met betrekking
tot de beroepstitel van
kinesitherapeut: krachtens de
federale wetgeving zal die titel in
Vlaanderen nog maar aan 270 en
in de Franse Gemeenschap aan
180 kinesisten mogen worden
verleend. Ik wijs erop dat in 2005
naar schatting 600 tot 700
kinesisten zullen afstuderen, van
wie meer dan 50% onderdanen
van de Europese Unie, en dan
voornamelijk Fransen.

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

C'est une problématique qui risque de se retrouver assez rapidement
très proche du cas des étudiants en médecine: pour eux, l'échéance
tombe cette année et, pour les kinésithérapeutes, ce sera au terme
des quatre années d'étude que la limitation sera organisée par un
examen organisé par le pouvoir fédéral.

Actuellement, personne ne sait clairement sur quelle base les
étudiants fraîchement diplômés devront subir cet ultime examen pour
pouvoir exercer le métier qu'ils ont choisi. En fait, cette incertitude
quant au nombre d'étudiants et je rejoins la problématique des
étudiants en médecine - qui pourront exercer leur métier, à cause de
cette procédure de sélection après plusieurs années d'études, est
difficilement acceptable, pour ne pas dire inacceptable pour ces
étudiants - et leur famille - qui ont parcouru une bonne part de leur
cursus de formation.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me donner des informations
complémentaires sur les modalités d'attribution?

Comme nous en avons discuté voilà quelques semaines, notamment
en présence de M. Derck, lors d'une réunion de la commission,
j'aimerais élargir le débat par rapport à l'Union européenne. Une fois
ces quotas établis, décidés pour les kinésithérapeutes et
probablement aussi pour les étudiants en médecine, ne pensez-vous
pas, monsieur le ministre, qu'il est discriminatoire pour nos étudiants
que les Européens non belges ayant terminé leurs études puissent
s'installer à leur gré en Belgique alors qu'eux devront subir une
sélection? En outre, un certain nombre d'entre eux ne pourront
s'installer et exercer leur métier chez nous, au terme d'études dans le
secteur des soins de santé pourtant reconnues pour leur qualité au
niveau mondial?

Men dreigt daarbij dezelfde weg
op te gaan als met de
problematiek van de studenten
geneeskunde.

Kan u meer uitleg geven over de
wijze waarop die titel wordt
toegekend?

Vindt u niet dat die quotaregeling,
die werd ingesteld voor de
kinesitherapeuten en wellicht ook
voor de studenten geneeskunde,
de Belgische studenten
discrimineert, aangezien zij aan
een selectie worden onderworpen,
terwijl afgestudeerde niet-
Belgische Europeanen zich naar
eigen goeddunken in ons land
mogen vestigen?

03.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame, je

serai bref car je ne dispose d'aucune évaluation quant au nombre de
kinésithérapeutes qui auraient accepté le plan social et seraient
actuellement en difficulté pour trouver un emploi.

Il ne m'est pas possible non plus d'envisager une réouverture des
agréments INAMI pour les kinésithérapeutes qui rencontreraient
semblable difficulté puisque le système envisagerait alors un choix
définitif, ce qui n'est pas possible pour le moment.

Pour ce qui concerne les problèmes européens, comme ce n'était pas
prévu initialement dans votre question, je n'ai malheureusement pas
suffisamment de sources documentaires pour vous apporter une
réponse autre qu'improvisée. Je m'en tiendrai donc là pour le
moment.

03.02 Minister Rudy Demotte: Ik

beschik niet over cijfergegevens
met betrekking tot de
kinesitherapeuten. Ik kan evenmin
een uitbreiding van het aantal
RIZIV-erkenningen overwegen
zodat ook degenen die
moeilijkheden ondervinden er
aanspraak zouden kunnen op
maken, aangezien met die
regeling een definitieve keuze zou
moeten worden gemaakt, wat
thans niet mogelijk is.

Wat de Europese problemen
betreft, beschik ik momenteel over
onvoldoende documentatie om u
een niet-geïmproviseerd antwoord
te kunnen geven.

03.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour votre réponse. J'ai commencé à vous ennuyer avec
cette question, il y a tout juste un an. Certes, pour les
kinésithérapeutes, la mesure s'applique à partir de 2005. Je ne
voudrais pas donner l'impression de vous harceler avec cette matière.
Il est cependant vrai que pour les étudiants en médecine, il y a

03.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Ik zou niet graag hebben
dat de kinesitherapeuten in 2005
in het sukkelstraatje belanden
waarin de studenten geneeskunde
thans gelogeerd zijn.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

actuellement un blocage. Je fais donc le parallélisme avec les kinés
pour lesquels il est encore temps de faire quelque chose avant 2005.
Je ne voudrais en effet pas qu'on se retrouve, en 2005, devant la
même impasse. C'est pourquoi j'insiste auprès de vous au sujet de
ces dossiers, que ce soit pour les kinés, pour les dentistes ou même
les étudiants en médecine.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

sur "la prise en charge des patients atteints de la maladie de Crohn" (n° 2718)

04 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "de tenlasteneming van Crohn-patiënten" (nr. 2718)

04.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, un nombre croissant de personnes semble
atteint par la maladie de Crohn. En tout cas, les études démontrent
que l'incidence est plutôt à la hausse.

Actuellement, il n'y a pas de reconnaissance ni de prise en charge
spécifique de cette maladie, ce qui peut entraîner des frais importants
pour les patients. Ces frais découlent non seulement de leur maladie,
de leur traitement mais également du nombre relativement important
d'examens médicaux. En effet, le diagnostic de la maladie de Crohn
ne se fait pas du jour au lendemain; il faut parfois répéter les
examens, notamment les biopsies du tube digestif et plus
particulièrement du colon ou en tout cas de la dernière partie de
l'intestin grêle, pour pouvoir apporter un diagnostic précis.

Certaines assurances complémentaires commerciales font d'ailleurs
leur publicité en s'engageant à couvrir les frais de la maladie de
Crohn mais tout le monde n'a évidemment pas la capacité de
bénéficier d'une telle assurance.

Monsieur le ministre, si l'on dispose d'une analyse et d'une évaluation
des coûts moyens que représente cette maladie pour les patients je
ne sais pas si vous disposez de ces données , peut-on envisager un
meilleur remboursement des frais liés à la maladie de Crohn?

04.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): De ziekte van Crohn blijkt
een toenemend aantal mensen te
treffen. Momenteel wordt deze
ziekte niet erkend en bestaat er
ook geen specifieke begeleiding
voor. Bepaalde commerciële
aanvullende verzekeringen maken
er bovendien reclame voor dat zij
de kosten van de ziekte van Crohn
dekken, maar uiteraard heeft niet
iedereen de middelen om een
dergelijke verzekering af te sluiten.

Kan een betere terugbetaling van
de kosten die gepaard gaan met
de ziekte van Crohn worden
overwogen, als een analyse en
een beoordeling beschikbaar is
van de gemiddelde kosten die
deze ziekte voor de patiënten met
zich meebrengt?

04.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame, pour

rappel et pour mettre à niveau les membres de la commission, il s'agit
d'une maladie inflammatoire chronique de l'intestin. Elle est définie
par une inflammation profonde très gênante, traumatisante, de la
paroi intestinale. La maladie de Crohn connaît actuellement une
augmentation d'incidence. C'est une maladie du sujet jeune qui peut
être très grave en tant que telle. Elle impose donc une prise en
charge spécialisée et, malheureusement, cette maladie agit sur un
long terme.

La distinction que je voudrais opérer entre, d'une part, Crohn et recto-
colite hémorragique et, d'autre part, Crohn et les autres colites non
spécifiques fait tout l'intérêt de la question. L'évolution et les
complications sont différentes dans l'un ou l'autre cas. La maladie est
rencontrée en général chez l'adulte jeune de 20 à 30 ans, avec une
incidence particulière dans certaines zones du monde. C'est le cas
des Etats-Unis, de l'Angleterre, de l'Europe du Nord. En France, les
cas sont moins fréquents. On peut même constater sur la carte de

04.02 Minister Rudy Demotte: De

ziekte van Crohn is een
chronische ontsteking van het
darmkanaal. Momenteel is er een
toename van het aantal
ziektegevallen. Het is een ziekte
die jonge mensen heel zwaar kan
treffen. Deze ziekte vereist dus
een gespecialiseerde begeleiding
en jammer genoeg sleept ze lang
aan. Het aantal ziektegevallen
schommelt tussen 1 en 6 per
100.000 mensen. Deze cijfers
tonen aan dat de ziekte redelijk
binnen de perken blijft, maar dat
ze ook niet verwaarloosbaar is.

De nomenclatuur van de

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

France le respect d'un radian nord-sud; on peut donc établir des
distinctions importantes. L'incidence varie pour vous donner une
idée rapportée à la population de 1 à 6 sur 100.000. Ces chiffres
montrent que la maladie reste relativement contenue mais qu'elle
n'est pas non plus négligeable.

La nomenclature des prestations de soins de santé prévoit, dans le
cadre de l'assurance maladie-invalidité obligatoire, le remboursement
des prestations effectuées pour établir le diagnostic, pour assurer le
traitement des différents stades et les épisodes de cette maladie qui,
effectivement, n'est pas rare, je viens de le prouver par les chiffres.

Les données disponibles à l'INAMI ne concernent pas les patients
mais les dispensateurs de soins, c'est-à-dire les prescripteurs et les
prestataires. En outre, seuls les remboursements portés en compte à
l'INAMI sont comptabilisés, à l'exclusion des quotes-parts qui
incombent aux patients. Pour cette raison, il est difficile d'avancer des
coûts précis pour ces derniers. Il faut, en outre, tenir compte de
certaines complications dont le traitement est chirurgical, comme par
exemple l'ablation de parties de l'intestin, et de complications non
digestives de la maladie. Il y a notamment un certain nombre de
conséquences en termes de lésions articulaires à prendre en compte.

Un chiffrage précis des coûts de la maladie ne pourrait être établi que
pour des cas complètement investigués où chaque acte et chaque
médicament peut être mis ou non en relation avec la maladie, ce qui
est un exercice de réconciliation qui n'est pas simple. Par ailleurs,
vous connaissez comme moi les défis auxquels il faut faire face en
termes de gestion et d'équilibre de l'assurance maladie-invalidité. Les
marges de manoeuvre sont ce qu'elles sont, elles restent étroites. A
mon avis, il y a quand même une marge qui résiste à mon analyse,
c'est celle qui se trouve précisément dans la rationalisation d'un
certain nombre de coûts et dont le choix de priorité, l'économie de la
santé, doit se faire aussi dans cette conception.

Je rappellerai in fine, et ce n'est pas négligeable, que la franchise
sociale et le montant maximum à facturer permettent cependant aux
patients moins favorisés de limiter leurs interventions personnelles. Je
pense que ce système est véritablement utile dans le cadre de ces
maladies chroniques, et singulièrement de celle-ci qui demande un
certain nombre d'interventions, de prises en charge, de frais qui, à
terme, pèsent lourd sur le budget des ménages.

verstrekkingen inzake
geneeskundige verzorging voorziet
in het kader van de verplichte
ziekte- en invaliditeitsverzekering
in de terugbetaling van de
verstrekkingen voor het stellen van
een diagnose en voor de
behandeling van de verschillende
stadia van de ziekte. Het is echter
moeilijk om een precies
kostenplaatje voorop te stellen
voor het geheel van de
verstrekkingen met betrekking tot
die ziekte.

Voorts weet u net zo goed als ik
met welke uitdagingen wij op het
stuk van het beheer en het
evenwicht van de begroting van de
ziekte- en invaliditeitsverzekering
worden geconfronteerd. Ten slotte
herinner ik eraan dat
minvermogende patiënten hun
persoonlijke uitgaven kunnen
beperken dank zij de sociale
franchise en de maximumfactuur.
Ik denk dat die regeling bijzonder
nuttig is voor mensen die aan
chronische ziekten lijden en
inzonderheid voor ziekten die een
aantal ingrepen vergen.

04.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je vous

remercie. Il est vrai que même si le nombre de cas paraît peu élevé,
quand il s'agit de soi, l'incidence est de 100%. L'incidence, hormis en
termes de vision globale, ne concerne pas les patients qui souffrent
de cette maladie.

Je pense qu'il s'agit d'une pathologie qui est encore sous-estimée du
fait parfois, au début de la maladie, de symptômes qui peuvent être
pris pour des symptômes d'autres pathologies de types viral,
alimentaire ou autre.

La situation est un peu ambiguë par rapport aux assurances qui,
elles, proposent justement cette prise en charge globale. Il y a une
disproportion par rapport à la prise en charge par l'INAMI. Peut-être
faudra-t-il envisager d'avoir une prise en charge différente pour les

04.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Ook al lijkt het aantal
gevallen gering, wanneer het jezelf
overkomt, beheerst het je leven
voor 100 procent. Volgens mij
wordt die ziekte onderschat omdat
de eerste symptomen ook aan
andere ziekten kunnen worden
toegeschreven. Er is sprake van
een wat dubbelzinnige situatie ten
aanzien van de verzekeringen, die
net wel in die volledige
tenlasteneming voorzien. Er is een
wanverhouding ten aanzien van de
tenlasteneming door het RIZIV.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

maladies dites rares?

Misschien moet een andere
tenlasteneming voor de
zogenaamde zeldzame ziekten
worden overwogen?

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

sur "le snus" (n° 2720)

05 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "zuigtabak" (nr. 2720)

05.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, je reviens une fois de plus sur la problématique
du tabac, une de mes marottes. On voit apparaître au niveau du
tabagisme un nouveau mode d'intervention qui est celui dit de la
réduction des risques. Dans le cadre de cette stratégie, les industries
du tabac tendent de mettre sur l'ensemble du marché européen, en
tout cas de pousser sur l'ensemble du marché européen, un produit
connu dans les pays nordiques: le snus. Qu'est-ce? C'est une sorte
de petit sachet de thé qui contient du tabac que l'on met directement
dans la bouche. Ce sont des espèces de boulettes parfumées que
l'on mâche sans être du tabac à mâcher. Il en est différent par la
forme et par l'effet.

Si la réduction des risques est effective - je précise - en ce qui
concerne les dommages liés à la combustion du tabac et à l'inhalation
des fumées, puisqu'il n'y a pas de combustion dans ce cadre-ci, la
consommation de ce produit n'en reste pas moins dangereuse. En
effet, les études ont montré que les produits nocifs du tabac dans le
snus sont assimilés par l'organisme et les risques du dommage au
niveau digestif, particulièrement au niveau du système ORL,
essentiellement la bouche et la gorge, sont très importants,
notamment en risques de cancer, puisque le temps de contact au
niveau de la bouche est particulièrement long.

Actuellement, le snus au niveau européen est interdit, sauf en Suède.
L'industrie du tabac tente d'intervenir au niveau de la Commission
européenne afin que ce produit ne soit plus considéré comme un
produit interdit et de le présenter comme alternative dite "douce" aux
personnes qui fument.

Monsieur le ministre, quelle position allez-vous défendre au niveau
européen par rapport à la réhabilitation du snus comme produit
tabagique dit light?

05.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): De tabaksindustrie poogt
via een nieuwe strategie de
gezondheidsrisico's te
verminderen. Zo wil ze een nieuw
product op de markt brengen dat
in de Scandinavische landen goed
ingeburgerd is, nl. zuigtabak. Dit
product veroorzaakt inderdaad
minder schade door rook maar het
kan veel schade toebrengen aan
het spijsverteringsstelsel en aan
NOK omdat het langer in contact
blijft met de mond.

Welk standpunt zal de minister
verdedigen ten aanzien van de
rehabilitatie van de zuigtabak als
een zogenaamd "light"
tabaksproduct?

05.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame

Doyen, au stade actuel, un travail de recherche est opéré sur tout ce
qui constitue un risque de cancer, notamment sur les voies digestives
ou encore des maladies cardiovasculaires liées à l'usage d'un certain
nombre de produits dérivés du tabac sans fumée. Ces résultats ne
sont pas encore connus pour l'instant. Des études sont en cours,
mais en ce qui concerne les données qui nous sont déjà connues,
des éléments contradictoires sont sur la table. Autrement dit, aucune
conclusion fiable ne peut être tirée quant à la définition de l'impact
exact de ces produits sur la santé. Néanmoins, je serais tenté de dire
que nous devons mettre en place une stratégie de réduction globale

05.02 Minister Rudy Demotte:

We verkeren momenteel in het
stadium van onderzoek. De
gegevens waarover we
beschikken spreken elkaar tegen.
In Zweden is

zuigtabak

gemeengoed. Dat lijkt een beetje
eigenaardig want de
Scandinavische landen treden
anderzijds hard op tegen
producten die relatief gevaarlijk

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

des risques.

La Suède est une grande consommatrice de snus.

Je dois souligner ici un paradoxe: les pays nordiques qui sont connus
pour être extrêmement sévères en matière de consommation
alcoolique - ce qui est très utile, la même chose valant pour le tabac -
ont ouvert une porte latérale, ce qui me semble relativement
dangereux.

La Suède affiche l'un des taux de tabagisme les plus bas de l'Union
européenne et le nombre des cancers du poumon y est trois inférieur
à la moyenne des autres pays, ce qui n'est pas peu notable.

Il faut savoir qu'il existe plusieurs types de snus. Pour notre
édification, je rappelle que le snus appartient à ce que l'on qualifie "les
tabacs à usage oral", c'est-à-dire qu'ils sont, en principe, interdits par
la directive. Il s'agit de particules fines de tabac qui sont présentées
dans des sachets comparables aux sachets de thé, à placer sous la
langue ou sur la gencive et à laisser fondre. Il ne s'agit pas d'un tabac
à mâcher, ni d'un tabac à sucer comme on a parfois pu en trouver. Il
s'agit encore moins d'un produit "light" comme on tente parfois de le
laisser croire. Il y a des substances qui ne sont certainement pas
allégées par rapport au tabac classique.

Dans certaines études, on montre que le risque pour la santé lié au
snus suédois est de 10 à 100 fois moindre que celui lié aux autres
produits du tabac au niveau des voies digestives et des poumons.
Ces éléments, qui sont mis en avant, méritent une considération que
je nuancerais fortement. La Belgique s'est montrée opposée au
recours de la Suède visant à autoriser à nouveau ce produit.

Personnellement, je suis favorable au maintien de l'interdiction tant
que l'on n'aura pas abouti à un consensus clair. J'ai parlé tout à
l'heure d'éléments contradictoires en matière de santé; en effet, ce
qui compte, c'est quand même de calculer et de voir quel est l'impact
réel sur la santé des consommateurs. Aucune conclusion actuelle ne
me satisfait mais, en l'absence de conclusions démontrant clairement
l'un ou l'autre élément, je serais favorable au maintien de l'interdiction;
je l'ai annoncé précédemment et je le répète maintenant, sachant
aussi qu'il y a aujourd'hui, dans le cadre de l'industrie du tabac, une
recherche de formes altérées, modifiées ou aliénées de produits pour
la consommation.

On m'a posé des questions sur le tabac avec des additifs, avec des
goûts vanillés ou de chocolat, figurez-vous. Je trouve cela aberrant,
condamnable, scandaleux! Il faut aussi trouver les moyens légaux
pour répondre à cette situation, ce qui n'est pas toujours évident. Tout
cela vous montre qu'il y a dans ma réponse, comme dans votre
question, beaucoup de cohérence en ce qui concerne la lutte et le
besoin de maintenir une attention particulière contre le tabac et ses
diverses formes.

zijn. Zo komt roken er minder
voor.

Er bestaan vele soorten snus. Het
is geen lightproduct, maar men
zegt wel dat deze Zweedse soort
van pruimtabak 10 à 100 keer
minder schadelijk is dan de andere
tabaksproducten. Toch blijft België
gekant tegen het opnieuw toelaten
van de verkoop van dit product. Ik
ben voorstander van de
handhaving van het verbod, want
het zijn de reële gevolgen voor de
gezondheid van de consument die
tellen. De tabaksindustrie zoekt
naar spin-offs, en ik vind dat
aberrant, verwerpelijk en
schandalig. Soms moet men dan
de wettelijke middelen vinden om
dat soort situaties tegen te gaan,
maar mij dunkt dat ik coherente
antwoorden aanreik om het
tabaksgebruik in al zijn vormen te
bestrijden.

05.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je suis

enchantée que vous soyez favorable au maintien de l'interdiction.
J'espère que vous défendrez cette interdiction auprès de vos
collègues européens. Je crois qu'il faut rester très prudent dans
l'interprétation de la réduction des risques, en raison de deux

05.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Het verheugt mij dat u
voorstander bent van het behoud
van het verbod. Men moet zeer
behoedzaam blijven wat de

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

éléments. Tout d'abord, au niveau de la Suède, il y a une grande
différence dans la prévalence de l'incidence du cancer bronchique. Je
rappellerai quand même que le snus ne concerne pas tellement le
cancer bronchique puisqu'il n'y a pas d'inhalation des fumées. C'est
essentiellement au niveau ORL, plus particulièrement pour la bouche
et la gorge. Ce sont deux complications totalement différentes. De
plus, il vaut évidemment mieux privilégier la consommation de
substituts nicotiniques plutôt que celle d'un tabac dit "light" et qui ne
l'est vraisemblablement pas du tout.

interpretatie van het verminderde
risico betreft. Eerst en vooral
worden in Zweden en in ons land
niet dezelfde aandoeningen
vastgesteld. Bovendien moet
veeleer het gebruik van een
nicotinesubstituut dan van een
"light" tabaksproduct worden
aangemoedigd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"voedselveiligheid op evenementen" (nr. 2763)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voedingshygiëne op evenementen" (nr. 2830)

06 Questions jointes de

- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la sécurité
alimentaire lors d'événements" (n° 2763)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'hygiène des
aliments lors de manifestations récréatives" (n° 2830)

06.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik heb

vastgesteld dat u vorige week op een soortgelijke vraag van de heer
Crucke geantwoord hebt. Ik las echter in het verslag dat zowel de
vraag als het antwoord zeer kort geformuleerd waren. Daarom ben ik
zo vrij geweest om even terug te komen op deze problematiek.

Ik vind dat we het eens even hardop moeten zeggen. Het onderzoek
door Test Aankoop waarvan sprake, ging over de controle van 107
verschillende ambulante verkooppunten waarvan 77 ambulante
handelaars - dat zijn dus mensen die dat beroep uitoefenen; vroeger
noemden we hen leurders -, 20 snackbars en 10 winkels. Er werden
er 107 gecontroleerd op 24 evenementen. Amper 16 daarvan kregen
een positieve beoordeling op het vlak van hygiëne en temperatuur van
het product.

Ik vind dat eerlijk gezegd werkelijk extreem. Er werden 107
handelaars gecontroleerd en slechts 16 daarvan kregen een positieve
beoordeling op het vlak van hygiëne. Het blijkt dat meer dan
drievierde van de producten die tijdens evenementen door tijdelijke
eetstandjes worden verkocht, niet bewaard worden op de temperatuur
die de wetgeving voorschrijft. Het gaat over drievierde van die
producten.

Ruim 40% van de producten die Test Aankoop gecontroleerd heeft,
verkregen een redelijke tot slechte score op het vlak van
bacteriologische kwaliteit. We moeten rekening houden met het feit
dat die 40% veel hoger had kunnen liggen als we naar de andere
cijfers kijken. 16 kregen een positieve beoordeling over hun manier
van bewaren en verkopen op 107. Ik vind dat eigenlijk schrikwekkend.

Daarom ben ik zo vrij om daarop nog even terug te komen. U hebt
vorige week gezegd dat er tussen juni en september specifieke acties
komen van het FAVV op grond van de informatie die de gemeenten
over de georganiseerde activiteiten meedelen. Ik zou graag willen

06.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):

"Test-Achats" a réalisé une étude
sur la sécurité alimentaire lors de
manifestations récréatives. Sur les
107 points de vente passés au
crible, 16 seulement ont bénéficié
d'une appréciation positive. Trois
quarts des produits vendus lors de
manifestations ne seraient pas
conservés à la température
prescrite par la loi. Sur le plan de
la qualité bactériologique, plus de
40 pour cent des points de vente
ont obtenu des résultats
raisonnables à mauvais. La
semaine dernière, le ministre a
annoncé que l'AFSCA organiserait
de juin à septembre une
campagne de contrôle dans le
cadre des différents événements
de l'été. Sera-t-il procédé à
davantage de contrôles que les
années précédentes? Se
limiteront-ils aux manifestations
phares ou seront-ils étendus aux
manifestations locales plus
modestes? L'AFSCA coopérera-t-
elle étroitement avec les
communes? En dehors des
contrôles, des mesures de
sensibilisation sont-elles prévues?

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

weten hoeveel acties er eigenlijk zullen komen tussen juni en
september. Gaat het alleen over de grote evenementen? Ik denk dan
bijvoorbeeld aan Marktrock en Hapje-Tapje in mijn stad, in Leuven.
Dat zijn massa-evenementen. Gaat het alleen daarover? Of gaat het
ook over kleine evenementen die op gemeentelijk of dorpsniveau
worden georganiseerd?

Zijn er op basis van het onderzoek van Test Aankoop meer acties dan
de vorige jaren of blijft de controle gewoon doorlopen zoals vroeger?
Ik vind dat dit hier toch wel aan de orde is.

Ik zou ook graag het volgende willen weten. Als ik het goed begrepen
heb, werkt het FAVV samen met de gemeenten voor de informatie.
Werken zij ook nog nauwer bijvoorbeeld op andere vlakken samen?
Zijn er sensibiliseringsprogramma's voor de gemeenten? Uiteindelijk
zit zo'n gemeente er toch maar mee als een en ander op haar
grondgebied gebeurt. Werkt het FAVV ook op andere vlakken samen
met de gemeenten?

06.02 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, dans notre pays, chaque année apporte son lot
d'intoxications alimentaires. Récemment encore, les médias ont fait
part de plusieurs décès et de cas graves survenus après l'ingestion
d'aliments avariés.

Certes, il est utopique de viser la stérilité complète des aliments, mais
comme la situation peut présenter un risque pour la santé, des
mesures s'imposent à tous les niveaux. Ainsi, plus de trois quarts des
aliments vendus par des marchands ambulants et des stands
temporaires lors d'événements festifs, contrôlés par Test-Achats
(n° 476 de mai 2004) étaient conservés à une température non
conforme à la législation. Leur qualité bactériologique laissait à désirer
dans 41% des cas. Le tableau est très décevant: 44% des 107 points
de vente obtiennent un mauvais résultat et 41% décrochent une
appréciation moyenne.

Face à ce problème de santé publique, pourriez-vous me dire quels
sont les contrôles effectués par l'AFSCA en cette matière et quelles
mesures urgentes vous pourriez envisager pour limiter les risques
d'intoxication alimentaire lors de telles manifestations? Je sais qu'une
campagne de sensibilisation a été lancée par l'AFSCA. Pourriez-vous
nous donner un peu plus de détails à ce sujet?

06.02 Colette Burgeon (PS): Elk

jaar weer doen zich
voedselvergiftigingen voor. Er zijn
maatregelen nodig op alle niveaus.
Volgens "Test-Aankoop" zou de
kwaliteit van driekwart van de
voedingsmiddelen die naar
aanleiding van feestevenementen
worden verkocht, ondermaats zijn.
Welke controles voert het FAVV
uit? Welke dringende maatregelen
zijn gepland? Het FAVV voert een
sensibilisatiecampagne. Kan u
daarover meer details bezorgen?

06.03 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame

Burgeon, l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire
contrôle aussi bien les exposants sur les marchés publics que les
stands alimentaires lors d'événements ponctuels.

Je rappelle les chiffres pour vous montrer l'évolution. En 2003, il y a
eu 1.517 contrôles contre 1.464 en 2002 et 1.948 en 2001. L'Agence
est donc consciente que les prescriptions d'hygiène et de température
ne sont pas suivies par certains commerçants ambulants. J'ajoute
que dans d'autres branches du secteur de distribution, des
manquements ont également été observés.

Pour être franc, l'AFSCA ne peut pas être présente à chacun des
événements. Elle n'est d'ailleurs pas toujours au courant de ceux-ci.
C'est pourquoi la préférence est donnée aux plus grands festivals et

06.03 Minister Rudy Demotte:

Het FAVV houdt zowel toezicht op
de openbare markten als op
specifieke evenementen.

Het agentschap is er zich van
bewust dat de
hygiënevoorschriften niet altijd
nageleefd worden door de
ambulante verkopers. Aangezien
onmogelijk alle evenementen
kunnen worden gecontroleerd,
gaat de voorkeur uit naar
belangrijkere evenementen.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aux fêtes de ville. Je réponds ici à la question posée par Mme
Jiroflée. Pourquoi? Parce que nous sommes incapables de faire autre
chose que des choix parmi les événements qui attirent plus de
visiteurs, sachant très bien qu'il puisse arriver que des petits
événements de village posent problème.

Lors des contrôles de cette sorte d'activités, on vérifie si les aliments
sont correctement manipulés, comment ils sont stockés, comment ils
sont exposés et on veille au respect des prescriptions, singulièrement
de température, mais aussi à l'hygiène personnelle des gens qui
servent la nourriture et au matériel utilisé pendant ces activités de
type ambulant.

En cas de constat de manquement, l'AFSCA prendra les mesures
adéquates. Je reviendrai sur ce point.

Pendant la période d'été, une attention particulière sera portée au
respect des conditions de température dans les différents points de
vente d'aliments. Et, étant donné le risque, le commerçant ambulant
sera aussi examiné. De plus, l'AFSCA développera des actions
spécifiques, entre le 1

juin et le 1

septembre.

Comment cela va-t-il se passer concrètement?

Bij controles wordt niet alleen
nagegaan hoe de
voedingsmiddelen behandeld,
opgeslagen en uitgestald worden;
ook de voorschriften inzake
temperatuur, de persoonlijke
hygiëne van de mensen die
opdienen en het gebruikte
materieel worden gecontroleerd.

Specifieke maatregelen worden
tussen 1 juni et 1 september
genomen.

Men zal de gemeenten vragen aan het FAVV een lijst van de
verschillende evenementen mee te delen opdat het FAVV altijd
aanwezig zou kunnen zijn indien het nodig is. Het FAVV zal niet overal
aanwezig zijn, maar zijn specialisten zullen een keuze maken. De
controleurs zullen een aantal specifieke controles mogen uitvoeren. Ik
wijs op het belang van de medewerking van de gemeenten aan het
FAVV. De gemeenten staan in voor het doorspelen van informatie
inzake de verschillende evenementen aan het FAVV. Het FAVV kan
niet al zijn informatie uit de pers halen. Ik herhaal en beklemtoon
hetgeen ik reeds vorige week gezegd heb. Het zal alleen kunnen
lukken indien het FAVV over precieze informatie beschikt.

L'AFSCA demandera aux
communes de lui communiquer
une liste des événements, dans
laquelle ses spécialistes opéreront
un choix. Il est important que les
communes collaborent
efficacement avec l'AFSCA. La
campagne de contrôle ne portera
ses fruits que si l'agence reçoit
des informations précises.

De plus, les contrôles de l'horeca prévus dans le plan de contrôle
seront plus concentrés sur les zones à fort impact touristique, et c'est
normal. Ce sera le cas à la mer et dans les Ardennes, pour ne
prendre que ces deux exemples.

De controles in de horecazaken
zullen bovendien meer
geconcentreerd zijn in toeristische
zones.

06.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn

antwoord. Ik heb de cijfers niet allemaal kunnen opschrijven. Ik hoop
dat ik ze straks nog even kan krijgen. Ik dank u daar alvast voor.

Ik wil nog eens benadrukken dat dergelijke zaken op een zeer
systematische manier moeten worden aangepakt en voor mijn part
ook op een harde manier mogen worden bestraft. Ik vind dat zeer
aberrante cijfers: 107 verkooppunten, waarvan er 16 een positieve
beoordeling krijgen. Ik vind dit heel belangrijk, vooral omdat het vaak
gaat over evenementen waar veel jonge mensen komen zoals
bijvoorbeeld popfestivals waar tieners van 13 of 14 jaar rondlopen die
van alles en nog wat eten en die heel wat kwetsbaarder zijn voor
bacteriologische infecties dan volwassenen.

Mijnheer de minister, ik hoop dat de samenwerking met de
gemeenten op een goede manier kan verlopen. Als de gemeenten
bezorgd zijn over het welzijn van onze bevolking, zullen zij dat ook wel

06.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):

Peut-être faudrait-il vérifier s'il y a
lieu d'adapter le système. Au vu
des chiffres alarmants de "Test-
Achat", je suis en faveur de
lourdes sanctions. Une raison
supplémentaire justifiant une
action ferme est que le public des
événements estivaux - comme les
festivals pop - est surtout composé
de jeunes adolescents qui
constituent un groupe à risque en
matière d'intoxication alimentaire.
J'espère qu'une bonne
coopération avec les communes
pourra être mise en place.

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

op die manier doen.

06.05 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour vos réponses. Comme vous, je crois que la collaboration avec
les communes est importante, mais parlant de l'opération de
sensibilisation de l'AFSCA, il s'agit entre autres d'une collaboration
avec les communes. Comptez-vous cependant toucher le grand
public? Je n'ai pas eu de réponse à ce sujet.

06.05 Colette Burgeon (PS): Zal

de sensibiliseringsactie van het
FAVV het grote publiek bereiken?

06.06 Rudy Demotte, ministre: Je n'avais pas été sensible à cet

aspect de la question, mais il est important. Comment va-t-on faire?
En réalité, il reste la mission générale d'information qui fait partie des
missions ordinaires de l'AFSCA. Dans ce cas, le grand public est
touché: il s'agit de folders présentant les conditions d'utilisation des
frigos, par exemple.

A titre d'information, beaucoup de personnes pensent qu'une
nourriture conservée à 8° centigrades est une nourriture sûre. Nous
donnons l'information expliquant qu'un frigo doit rester à une
température entre 3 et 6°. Faites vous-même l'expérience avec les
patches de l'AFSCA qui sont disponibles. Moi-même, je l'ai faite dans
mon frigo - et je ne pense pas être peu attentif aux conditions
d'hygiène. Mon frigo dépassait les températures, à une époque qui
n'était pas particulièrement chaude. En d'autres termes, en période de
canicule, c'est un élément à garder en tête. On peut connaître des
drames réels, comme celui de cette famille flamande dont les enfants
avaient été intoxiqués par une sauce bolognaise conservée en rupture
de chaîne du froid; un des enfants est d'ailleurs décédé. Cela pour
vous dire qu'il ne s'agit pas d'un élément anecdotique.

06.06 Minister Rudy Demotte:

Inderdaad, en dit ingevolge de
algemene informatieopdracht.

Men beschikt hier over een ander instrument wat betreft de
verschillende professionele actoren in de voedingsketen. Men gaat
informatie verspreiden onder verschillende professionelen. Ons doel
is informatie te verstrekken over de behandeling van voeding en over
de manier waarop voeding ook bij lage temperatuur moet worden
bewaard. Dit procédé heeft een grote invloed op de volksgezondheid
want op evenementen bijvoorbeeld eten heel wat personen van die
voeding. De informatie wordt verstrekt via brochures of
vormingsvergaderingen. Niet alleen de organisatoren van
verschillende evenementen, maar ook de verkooppunten, de winkels,
zullen informatie krijgen over hoe een inspectie feitelijk werkt. Dat
brengt immers een meerwaarde mee met betrekking tot hun
professionele situatie; zij krijgen informatie over bijvoorbeeld de
precieze punten die gecontroleerd worden en kunnen dus op
voorhand maatregelen nemen om aan die verschillende punten
tegemoet te komen.

Dit waren de twee verschillende aspecten.

Notre but est de mieux informer
les professionnels par le biais de
brochures et de réunions de
formation. A cette occasion, ils
seront informés du déroulement
des inspections et des éléments
qui seront contrôlés. Cela leur
permettra d'anticiper en prenant
les mesures qui s'imposent.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Questions jointes de

- M. Jean-Luc Crucke au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la préparation de
mesures visant à contrer les effets néfastes d'une prochaine canicule" (n° 2764)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le dispositif
sanitaire en cas de canicule" (n° 2909)

07 Samengevoegde vragen van

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voorbereiding van maatregelen om de nadelige gevolgen van een volgende hittegolf tegen te gaan"
(nr. 2764)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "sanitaire
maatregelen in geval van een hittegolf" (nr. 2909)

07.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, le docteur Pelloux dénonçait, dans un récent entretien au
journal "Le Parisien" du 27 avril dernier, le fait largement connu et
publié que les autorités publiques françaises n'avaient pas pris la
pleine mesure des leçons de la canicule de l'année 2003. En
Belgique, monsieur le ministre, vous aviez déclaré, fin septembre
2003, que le nombre de décès du mois de juillet et du mois d'août
n'était pas supérieur à celui enregistré les trois années précédentes.
Cela dit, en affinant les statistiques, vous aviez donné des chiffres qui
précisaient néanmoins que le nombre de décès supplémentaires
intervenus pendant la première quinzaine d'août était de 150. Il
s'agissait réellement de la période correspondant à l'effet canicule.

Mes questions sont les suivantes. Un plan canicule est-il prévu en cas
d'urgence ou plutôt est-il prévu, tout simplement? Dans l'affirmative,
a-t-il fait l'objet d'une concertation avec vos collègues du fédéral et
d'autres niveaux de pouvoir? En outre, ce plan prévoit-il l'ouverture de
lits supplémentaires dans les hôpitaux ou de lits réservés dans les
hôpitaux? Vous aviez également annoncé que vous proposeriez aux
autres interlocuteurs (les communes, les Communautés, les Régions,
le ministre de l'Intérieur) de se mettre autour d'une table pour
réformer le système de collecte des données statistiques. Où en est
cette concertation? Quels sont les résultats concrets?

07.01 Jean-Luc Crucke (MR): De

minister sprak van 150 extra
doden gedurende de eerste
veertien dagen van augustus vorig
jaar.

Bestaat er een `hittegolfplan' voor
noodsituaties? Werd er overleg
gepleegd met andere
bestuursniveaus? Kunnen er extra
ziekenhuisbedden worden
vrijgemaakt? Hoe ver is het
overleg met de gemeenten,
gewesten en het ministerie van
Binnenlandse Zaken gevorderd?

07.02 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, le secteur de la

santé est généralement en première ligne après une canicule, et
d'autant plus après la catastrophe française de l'été 2003 qui avait
mis à jour l'insuffisance de places dans les hôpitaux. D'après la
presse, le ministère de la Santé se dit confiant: Bruxelles a deux fois
plus de lits hospitaliers que Paris et la cellule de vigilance sanitaire
serait prête à toute éventualité. Celle-ci, en contact permanent avec
tous les services d'urgence du pays serait avertie à la moindre hausse
anormale de fréquentation. En cas de crise majeure, le plan MASH
(mise en alerte des services hospitaliers) peut être déployé à tout
moment pour redistribuer au mieux les lits hospitaliers, en reportant
notamment des opérations non urgentes.

Confirmez-vous ces informations parues dans la presse? Le dispositif
sanitaire prévu a-t-il fait l'objet de simulations comme en France et
sinon pourquoi? Quel est le rôle exact de la cellule de vigilance
sanitaire? Enfin, quelle concertation y a-t-il eu éventuellement avec
les Régions, Communautés, provinces et communes en cette
matière?

07.02 Colette Burgeon (PS):

Brussel heeft twee maal meer
ziekenhuisbedden dan Parijs en
de alarmfase voor de
ziekenhuisdiensten kan worden
afgekondigd om ziekenhuisbedden
te herschikken in functie van de
behoeften.

Bevestigt de minister deze in de
pers verschenen informatie?
Vonden er simulaties plaats?
Welke rol speelt de cel medische
bewaking? Welk overleg heeft
plaatsgevonden met de gewesten,
de gemeenschappen, de
provincies en de gemeenten?

07.03 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, si l'on veut

entrer dans cette matière qui est importante, j'ai deux versions de ma
réponse: une version courte et une version plus longue. Étant donné
l'importance du sujet, il me semble qu'il vaudrait mieux y consacrer
sept ou huit minutes plutôt que deux pour donner le plus
d'informations possible sur un phénomène qui est amené selon moi à
se répéter régulièrement dans les années qui viennent.

07.03 Minister Rudy Demotte: De

correlatie tussen een hittegolf en
het sterftecijfer is wegens
meerdere factoren moeilijk te
vatten, maar een doorslaggevende
factor is de sociaal-economische
situatie: kansarmen lijden meer
onder de warmte en lopen meer

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Les vagues de chaleur que l'on connaît peuvent être associées à une
augmentation de la mortalité, c'est clair, en particulier chez les
personnes âgées et les personnes les plus jeunes, mais
singulièrement ici les personnes âgées. Ce phénomène a été observé
avec une acuité particulière dans les pays où la température est
encore plus élevée que chez nous lors des canicules. C'est
notamment le cas en France où il y a deux éléments de distinction.

Les périodes de température élevée étaient plus longues et les
diminutions de température la nuit étaient plus basses. En d'autres
termes, il faisait encore plus chaud la nuit. Cela a été décrit dans la
plupart des pays européens et nord-américains. Une dizaine d'études
ont été réalisées sur l'impact de ce phénomène.

Je voudrais m'arrêter un instant sur un facteur très important et qui
reviendra dans le raisonnement. Les décès liés aux canicules ont
également une connotation sociale. Il y a une mortalité en corrélation
directe avec le niveau de richesse socio-économique. Ce qui est
dramatique dans les décès en période de canicule, c'est qu'on
reproduit des schémas sociaux accentués. En clair, plus on est
défavorisé, plus on risque de devoir souffrir de la canicule et même
de voir un nombre de décès élevé, ce qui ne me laisse certainement
pas indifférent. En Belgique, des études ont également été faites sur
ce sujet.

L'ampleur de la surmortalité est un débat compliqué. En France, on l'a
calculée sur base de différents chiffres. En Belgique, on n'a pas
constaté de mouvements de même ampleur, même si on a annoncé
récemment des chiffres différents à la fin de l'été.

J'ai dit, à la fin de l'été, qu'on n'avait pas d'indication, au moment où je
m'exprimais, d'une différence radicale par rapport aux autres années.
Entre-temps, on a pu affiner: sur la période donnée, on comptait entre
150 et 300 décès qu'on pouvait corréler à la chaleur. C'est toujours
délicat car on peut, par exemple, avoir des personnes qui sont en
phase terminale et dont le décès est accéléré par les conditions de
température. On peut avoir d'autres éléments: par exemple, la chaleur
peut avoir des incidences sur la mortalité dans la circulation routière,
d'accidents mortels. Il faudrait avoir une lecture extrêmement fine des
études afin d'essayer de fixer des limites. Mais, nous sommes
certains d'une chose: s'il y a une corrélation, elle n'est pas purement
liée à la température et rien qu'à la température, le contexte socio-
économique est important.

Cela explique qu'en France, il y a eu une grande différence dans le
traitement de la canicule par rapport la Belgique. Ce n'est pas
seulement les conditions climatiques que je mets en exergue, mais
également la prise en charge des personnes en position de faiblesse,
notamment par des structures familiales. En France, prenez
quelqu'un qui habite à 600 kilomètres de chez vous et qui est membre
de votre famille, il est difficile de s'en occuper. Tandis qu'en Belgique,
nous sommes dans un plus petit pays; il est plus simple de se
déplacer entre Aalst et Ninove qu'entre Montpellier et Lille. Je dois
souligner une logique structurante du petit territoire sur lequel nous
nous trouvons pour les familles, et même pour les services de soins
de santé.

Je ne vais pas aller beaucoup plus loin mais je tiens plus

risico te sterven.

Het Hittegolfplan bevat een
voorafgaand informatiegedeelte
ten behoeve van de professionele
gezondheidswerkers.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'informations à votre disposition.

J'ai parlé du plan canicule qui comporte deux volets. Je vais être très
bref, je pourrais en parler une demi-heure mais ce n'est pas le but de
la commission.

Il y a un volet d'information préalable qui est destiné aux
professionnels de la santé.

Het is dus een informatie die zal bestemd zijn voor de verschillende
actoren, meer bepaald de artsen, de verpleegkundigen, de
ziekenhuizen en de verzorgingstehuizen. Die informatie is dus
belangrijk voor de verschillende mensen die optreden in
crisisomstandigheden.

Des informations importantes
seront communiquées à tout qui
est appelé à intervenir en cas de
crise : les médecins, le personnel
infirmier, les hôpitaux et les
maisons de soins.

Il y a un deuxième mécanisme, celui d'alerte et de pré-alerte qui, lui,
fonctionne notamment sur les groupes à risque, les conditions
d'appréhension, etc. Ce mécanisme repose sur des indicateurs:
d'abord les indicateurs météorologiques, ensuite les indicateurs
composites: l'humidité, l'ozone, les variations de température. C'est la
transmission d'informations sanitaires sur les structures
d'hébergement. Qu'est-ce qui est disponible? A quel moment? Où?
Pourquoi? Enfin, c'est la mise en oeuvre concertée des intervenants
médicaux.

Dit plan bevat tevens een
mechanisme van vooralarm en
alarm waarvan de werking stoelt
op diverse indicatoren:
meteorologische en
samengestelde indicatoren,
beschikbaarheid van
opvangstructuren, coördinatie van
de interventie van medisch
personeel.

Men spreekt hier niet alleen van de huisartsen of van de
ziekenhuizen, maar ook van de verschillende actoren die in iemands
huis kunnen optreden, degenen die de mensen moeten helpen, zoals
bijvoorbeeld de medewerkers in de gezinsbijstand. Dat bewijst dat niet
alleen stricto sensu de mensen die zich bezighouden met
gezondheidszorg, betrokken moeten zijn in ons stelsel, maar ook de
indirecte actoren.

We zouden over het punt nog lang kunnen uitweiden; het is dan ook
een heel belangrijk onderwerp. Ik wijs erop dat we al enkele
maatregelen hebben genomen. Een brochure is nu voorbereid en die
zal nog voor de vakantieperiode aan de professionele actoren worden
voorgelegd. We kunnen de brochure natuurlijk niet aan iedereen
geven, maar ook de pers zal informatie krijgen, teneinde de meest
belangrijke waarschuwingen bekend te maken bij de publieke opinie.

Il ne s'agit pas seulement des
médecins généralistes et des
hôpitaux mais également des
personnes qui se rendent au
domicile des gens, comme les
aides familiales.

07.04 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je voudrais

simplement ajouter une chose.

C'est bien que les acteurs de la santé jusqu'aux aides-familiales -
s'occupent des personnes plus âgées mais, puisqu'il n'est pas
possible d'envoyer des brochures à tout le monde, j'estime qu'il serait
important que la presse écrite et visuelle n'hésite pas à parler de cette
problématique. En effet, il est primordial que les personnes non-
professionnelles de la santé qui doivent s'occuper de personnes
âgées parce que la famille l'a décidé ainsi par exemple le grand-
père ou la grand-mère puissent être informées sur cette
problématique. Il ne faut pas oublier cet aspect. Il subsiste de
nombreuses familles où les personnes âgées vivent avec des
personnes plus défavorisées comme vous le dites qui n'ont pas
toujours la possibilité de réagir en cas de nécessité.

07.04 Colette Burgeon (PS): Het

zou wenselijk zijn de mensen voor
te lichten via de pers en de
televisie, zodat ook niet-
gezondheidswerkers weten wat ze
moeten doen.

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

07.05 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour sa réponse. Pour ma part, je voudrais insister sur trois
points.

Premièrement, la connotation sociale que vous avez évoquée est
évidemment importante mais elle est également dramatique! Dans la
lecture que j'ai pu faire de vos déclarations, vous annonciez une
concertation avec ce qu'on appelle l'élément de base qu'est la
commune et j'oserais même dire le CPAS. Quelque chose a-t-il été
fait à ce niveau? Si rien n'a été fait, j'estime que l'information directe
via les assistants sociaux des CPAS pourrait être efficace.

Deuxièmement, le lien sur ce point je rejoins ce qui vient d'être dit
par Mme Burgeon entre l'information et la communication est
essentiel. Il faut communiquer l'information non seulement vers les
professionnels vous l'avez bien indiqué mais aussi vers les non-
professionnels de la santé car ce sont eux qui doivent obtenir ces
informations s'ils n'ont pas le médecin, l'assistante ou une infirmière
proche de chez eux ou s'ils ne sont même pas en phase de
consultation.

Troisièmement vous avouerez que ce point rejoint le débat que
nous avons eu dimanche , je voudrais insister sur le lien entre
l'information et la formation. Trop souvent, lorsqu'on voit un journal
télévisé qui nous parle de canicule, rien que le terme "canicule" est
déjà pour certains incompréhensible. Si vous parlez d'ozone, il y en a
encore plus qui décrochent. Si vous y joignez l'hygiène, certaines
personnes décrochent alors totalement. A ce niveau aussi, des
modèles très simples existent. On nous annonce souvent des météos
très difficiles lorsqu'il s'agit de tempêtes ou de neige. Il est quasiment
tout aussi important, si pas plus, de le faire en termes de chaleur et
de canicule.

07.05 Jean-Luc Crucke (MR): De

sociale connotatie is inderdaad
dramatisch. Heeft het
aangekondigde overleg met de
gemeenten en de OCMW's
intussen plaatsgevonden?

Ook mensen die niet in de
medische of paramedische sector
actief zijn, moeten informatie
krijgen, én een aangepaste
opleiding.

07.06 Rudy Demotte, ministre: Je confirme que ce sont des

éléments de la chaîne de décision qui vont recevoir de l'information.

Nous avons eu des contacts avec les entités fédérées à ce sujet, car
il est important que la prévention se fasse par leur canal, mais nous
comptons beaucoup aussi sur les médias. Leur rôle sera
fondamental.

Je signale simplement que de petits gestes peuvent sauver. Par
exemple, les personnes âgées n'ont plus la sensation de soif ou du
moins dans une mesure atténuée. Cela signifie que, même par
grosse chaleur, elles peuvent ne pas se rendre compte de la
nécessité de boire et mourir ainsi de déshydratation. Il faut donc
apporter régulièrement à boire aux personnes âgées, voisines ou
membres de la famille.

Voilà le genre de conseils à faire passer par les médias, avec des
mots simples.

07.06 Minister Rudy Demotte: De

gemeenten en de OCMW's maken
deel uit van het
besluitvormingsproces; er zijn
intussen contacten geweest met
de deelgebieden.

Informatieverspreiding via de
media is uiterst belangrijk, want
levensreddend handelen is soms
erg eenvoudig: oudere mensen
hebben bijvoorbeeld vaak geen
dorstgevoel meer, en dan is het
van levensbelang om hen
voldoende te laten drinken om
uitdroging tegen te gaan.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le président: Dans les communes et les CPAS,
des responsables peuvent aussi prendre des
initiatives sans attendre qu'on décrive d'en haut tout
ce qu'il faut faire. Je connais fort bien un CPAS où
des mesures ont été prises depuis quinze jours.

De voorzitter: De OCMW's kunnen op eigen
initiatief actie ondernemen, zonder op maatregelen
van hogerhand te wachten. Ik ken alvast één
OCMW waar alles al sinds twee weken in
gereedheid is.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"het actieplan voor een gezonde voeding" (nr. 2765)

08 Question de Mme Annelies Storms au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le

plan d'action Santé-Nutrition" (n° 2765)

08.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, alle leden van deze commissie zullen wellicht, samen met
mij, hebben vastgesteld dat de laatste tijd in de media heel wat
berichten verschenen over het toenemend aantal personen dat lijdt
aan zwaarlijvigheid. Zwaarlijvigheid ligt vaak aan de oorsprong van
heel wat ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Ook in ons
land neemt het aantal mensen dat aan zwaarlijvigheid lijdt, gestaag
toe. Daarrond gebeurde ook al onderzoek en daaruit blijkt dat
overgewicht en zwaarlijvigheid in zeer snel tempo toenemen.

Mijnheer de minister, u heeft tijdens de tweede plenaire vergadering
omtrent de gezondheidsdialogen een actieplan voor gezonde voeding
aangekondigd en ik zou graag weten hoe het daarmee staat. Wat
zullen de krachtlijnen van dit actieplan zijn? Overweegt u bijvoorbeeld
om, naar analogie van Groot-Brittannië, een zogenaamde fat-tax in te
voeren, of reclame te maken voor het verbieden van bepaalde
voedingsproducten, of de aanschaf ervan te bemoeilijken? Een
dergelijk actieplan voor gezonde voeding impliceert dat zou worden
nagegaan wat kan worden gekwalificeerd als gezonde en ongezonde
voeding en dit liefst op wetenschappelijke basis. Ik had graag
vernomen of hierover reeds wetenschappelijke studies bestaan. Bent
u nog van plan om zelf een dergelijke studie te bestellen, om na te
gaan wat onder gezonde eetgewoonten valt?

Wanneer zal dit actieplan voltooid zijn en in de praktijk worden
omgezet? Voorziet u eventueel in verdere maatregelen om het
probleem van zwaarlijvigheid tegen te gaan?

08.01 Annelies Storms (sp.a-

spirit): Les personnes obèses sont
de plus en plus nombreuses dans
notre pays aussi. Le ministre a
déclaré, lors de la deuxième
réunion plénière des dialogues de
la santé, qu'il préparait un plan
d'action Santé-Nutrition. Quelles
en seront les lignes directrices? Le
ministre envisage-t-il l'instauration
d'une "fat tax"? Veut-il limiter ou
interdire la publicité pour certains
produits alimentaires? Des études
scientifiques existantes serviront-
elles de fil conducteur? Le ministre
envisage-t-il de commander une
nouvelle étude indépendante
concernant les bonnes habitudes
alimentaires? Quand le plan
d'action sera-t-il achevé?
Comment le ministre compte-t-il
lutter contre l'obésité?

08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, tijdens de

jongste gezondheidsdialogen heb ik inderdaad een voedings- en
gezondheidsprogramma aangekondigd. Met het Europese NPA-
netwerk nutrition and physical activity past dit programma of plan
niet alleen in een Europese, maar eveneens in een mondiale context,
vermits de Wereldgezondheidsorganisatie een ontwerp van globale
voedings-, lichaamsbewegings- en gezondheidsstrategie heeft
gelanceerd. Doel is het voorkomen van niet overdraagbare ziekten die
het gevolg zijn van een ongeschikte voeding, namelijk obesitas of
vetzucht, hart- en vaatziekten en diabetes van het type II.

Ziehier mijn antwoorden op de precieze vragen.

Ten eerste, de richtlijnen van dit plan moeten opgesteld worden door
wetenschappelijke experts inzake voeding en gezondheid. Om de
richtlijn uit te werken heb ik een groep experts gevraagd een

08.02 Rudy Demotte, ministre:

J'ai effectivement annoncé lors
des dialogues de la santé un plan
d'action Santé-Nutrition qui
s'inscrit dans un contexte
européen par le biais du réseau
NPA ("nutrition and physical
activity"). Il s'inscrit également
dans un contexte mondial, depuis
que l'OMS a lancé une stratégie
générale d'alimentation,
d'exercices physiques et de santé
dans le but de prévenir l'obésité,
les maladies cardiovasculaires et
les diabètes du type II.

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

compilatie van de verschillende studies, enquêtes, Belgische en
buitenlandse resultaten op te stellen. Daarna zal het wetenschappelijk
team mij de richtlijn voorleggen.

Ten tweede, de maatregelen die men op Belgisch vlak zal nemen,
zullen gekozen worden uit de voorstellen die de experts in
voedingsbeleid en mijn administratie gezamenlijk zullen hebben
opgesteld. Er zullen werkgroepen worden opgericht om bepaalde
thema's zoals de reclame voor levensmiddelen, een van uw
aandachtspunten, heel grondig te onderzoeken.

Ten derde, om de richtlijn van het voedings- en
gezondheidsprogramma op te stellen, zullen de experts aan wie ik de
opdracht heb gegeven, zich op wetenschappelijke studies moeten
baseren. Zij zullen nadenken over de doelstellingen die men ten
aanzien van de Belgische bevolking moet bereiken en over de
middelen die moeten worden aangewend om de doelstelling te halen.

In Frankrijk had het nationaal voedings- en gezondheidsprogramma
onder meer tot doel de cholesterolemie met 5% te verlagen of de
prevalentie van het overgewicht en de obesitas met 20%. De
middelen die werden aangewend om dat doel te bereiken, waren
talrijk, onder meer een verhoging van groenten- en fruitconsumptie,
een vermindering van het totale vetstofaanbod en het verhogen van
de lichaamsbeweging.

Het plan zal tegen de zomer van 2005 klaar moeten zijn. Uiterlijk
begin 2006 zal het in praktijk moeten worden gebracht. Ik wens een
programma op nationaal niveau te realiseren. Om dat te bereiken heb
ik tijdens de interministeriële conferentie Volksgezondheid van 24 mei
de medewerking van mijn collega's van de Gewesten en
Gemeenschappen gevraagd.

Wat de vijfde vraag betreft, kan ik u op dit ogenblik nog geen verdere
details geven inzake de maatregelen die ter bestrijding van obesitas
zullen worden genomen. U zult begrijpen dat we nog niet over
precieze resultaten van de verschillende studies beschikken. Hiervoor
is trouwens de medewerking van de Gemeenschappen en Gewesten
nodig. We zitten echter nog maar in de aanvangsfase van ons plan.

Une équipe d'experts scientifiques
en matière nutritionnelle et
sanitaire rédigera les directives du
plan et me les soumettra.

Les mesures que la Belgique
prendra seront issues des
propositions formulées en
commun par les experts en
politique alimentaire et l'équipe.
Les experts doivent se fonder sur
des études scientifiques, définir
les objectifs à atteindre pour la
population belge et déterminer les
moyens à mettre en oeuvre à cet
effet. Le plan sera terminé d'ici à
l'été 2005 et mis en oeuvre pour le
début de l'année 2006 au plus
tard. Le 24 mai, j'ai demandé la
collaboration des Régions et des
Communautés.

Je ne puis pas encore vous
communiquer les mesures qui
seront précisément prises pour
lutter contre l'obésité étant donné
que nous ne disposons pas
encore des résultats des
différentes études. Nous n'en
sommes encore qu'à la première
phase de notre plan.

08.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik ben toch

blij te horen dat er een begin wordt gemaakt met een beleid voor het
aanpakken van het probleem van zwaarlijvigheid. Zeker wanneer ik
hoor over studies van de Europese Commissie waarin gezegd wordt
dat tegen 2030 twee op drie EU-burgers te dik zullen zijn, meen ik dat
wij er nu echt aan moeten beginnen. Iedereen zal wel weten dat
zwaarlijvigheid heel wat kosten met zich brengt voor de
gezondheidszorg. Ik meen dat wij er beter tijdig aan beginnen, voor
het te laat is en voor wij door ons eigen vet barsten. Ik weet niet wat ik
mij daar bij moet voorstellen, maar het is echt nodig er tijdig aan te
beginnen. Ik zal alleszins voort de problematiek volgen. Ik vind het wel
een goeie zaak dat u overleg pleegt met de Gemeenschappen en
Gewesten omdat er bijvoorbeeld in de Vlaamse Gemeenschap allerlei
preventieprogramma's zijn opgesteld. Van de Franse Gemeenschap
ben ik niet echt op de hoogte maar ik meen dat wij beter met alle
overheden onze krachten verenigen om dat zware probleem
letterlijk en figuurlijk samen aan te pakken.

08.03 Annelies Storms (sp.a-

spirit): Je me réjouis de constater
qu'une ébauche de politique a été
mise en place pour remédier au
problème de l'obésité, d'autant
plus que certaines études
réalisées au sein de l'Union
européenne révèlent à présent
que deux citoyens européens sur
trois connaîtront une surcharge
pondérale en 2030. Nous ferions
mieux d'agir avant qu'il ne soit trop
tard. Le ministre entend par
ailleurs coopérer avec les
Communautés et les Régions et je
salue son attitude.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

09 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karin Jiroflee aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "fresh beers"
(nr. 2798)
- de heer André Frédéric aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het gebruik van
alcoholhoudende dranken door de jongeren" (nr. 3117)

09 Questions jointes de

- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les bières
spécifiquement destinées aux jeunes" (n° 2798)
- M. André Frédéric au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la consommation de
boissons alcoolisées chez les jeunes" (n° 3117)

09.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, een aantal

weken geleden lanceerde de brouwerij Palm Redbach. Redbach is
een zoet bier met een iets lager alcoholgehalte dan een gewone pint.
De brouwerij noemt dit bier een jongerenbier. Daarmee richt zij zich
dus specifiek tot jongeren. Ook andere brouwerijen hebben
soortgelijke zogenaamde jongerenbieren op de markt gebracht of
willen dat doen. Dergelijke bieren worden gepromoot en op de markt
gebracht op een voor jongeren zeer aantrekkelijke manier: een
elegant flesje, een trendy label, een slank blikje, een gemakkelijke
schroefdop, noem maar op. Het bier moet er voor zorgen dat
jongeren niet meer naar breezers grijpen, maar dat ze echt bier
proeven. Dat is volgens mij een beetje pervers. Of dit voor de
jongeren een vooruitgang is, is voor mij toch nog de vraag.

Net zoals bij breezers gaat het hier om een zoet en ongevaarlijk
lijkend drankje, dat wordt gedronken alsof het een frisdrank is, maar
men krijgt er toch behoorlijk wat alcohol mee binnen zonder dat men
het merkt. Persoonlijk vind ik het succes van breezers en
jongerenbieren een zeer gevaarlijke evolutie die de drempel van de
verslaving voor jongeren heel wat lager legt. Jongeren hebben niet
meer het gevoel dat ze alcohol drinken. De smaak en de kleurige
verpakking doen het een beetje op snoepgoed of frisdrank lijken.
Ouders en opvoeders hebben ook niet meteen het gevoel dat de
jongeren echt alcohol drinken. Het lijkt ook zo onschuldig in dat mooie
flesje. Ik denk dat het gevaar dat jongeren hierdoor gemakkelijker
naar alcohol grijpen wel degelijk bestaat en dat ze door de
verdoezelde alcoholsmaak ook gemakkelijker meer drinken. Ik weet
dat ook de Vereniging voor alcohol- en andere drugsproblemen daar
zo over denkt. Ik vind het eerlijk gezegd heel storend dat brouwerijen
zich zo uitdrukkelijk richten tot jongeren - vaak heel jongeren.

Mijnheer de minister, bent u zich bewust van die risico's? Deelt u mijn
standpunt terzake? Vindt u het nodig om hieraan iets te doen? Bent u
daartoe in de mogelijkheid?

09.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):

La brasserie Palm a lancé la
Redbach, une bière douce dont la
teneur en alcool est légèrement
inférieure à celle d'une pils
ordinaire. La brasserie destine
cette bière aux jeunes et la
commercialise de manière
attrayante à l'intention de ce
public-cible. Elle cherche à inciter
les jeunes à consommer une
"vraie" bière plutôt qu'un "breezer".
Les "breezers" et les bières
destinées aux jeunes ont pour
effet d'abaisser sensiblement le
seuil d'accoutumance. Les jeunes
ainsi que leur entourage n'ont pas
le sentiment de consommer de
l'alcool et, par son goût et son
emballage coloré, le produit
ressemble à un soda et paraît dès
lors totalement inoffensif. Le
risque existe que les jeunes soient
ainsi amenés à consommer de
l'alcool plus facilement et en plus
grandes quantités, une opinion
que partage également la
"Vereniging voor alcohol- en
andere drugsproblemen",
l'association flamande qui étudie
les problèmes liés à l'alcool et à
d'autres drogues.

Le ministre partage-t-il ce point de
vue? Peut-il prendre des mesures
en la matière et compte-t-il le
faire?

09.02 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, complémentairement aux propos qui viennent d'être tenus
par notre collègue, je partage cette inquiétude qui est confirmée par
les deux derniers chiffres publiés par le CRIOC et qui sont
extrêmement interpellants en ce qui concerne la consommation
d'alcool chez les mineurs. Sans vouloir vous abreuver de chiffres

09.02 André Frédéric (PS): Mijn

ongerustheid wordt bevestigd door
het jongste onderzoek van het
OIVO waarin onder meer wordt
gesteld dat 68% van de jongeren
voor de eerste maal alcohol

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

inutiles, on constate dans cette enquête qu'à l'âge de 11-12 ans, 68%
des jeunes interrogés avouent avoir déjà bu leur premier verre
d'alcool, c'est-à-dire à la fin de l'enseignement fondamental.

Les données du CRIOC prouvent également que si 10% de ces
jeunes boivent régulièrement une boisson alcoolisée une fois et
demie par semaine, cette proportion et les doses augmentent avec
l'âge: 54% des 15-16 ans affirment consommer 3,9 fois par semaine
une boisson alcoolisée et 67% des 17-18 ans en consomment même
4 fois par semaine. Il y a donc vraiment une consommation accrue
d'alcool chez les jeunes qui est extrêmement interpellante, me
semble-t-il, en termes de santé publique.

La cause principale - on vient d'y faire allusion de façon très précise -
en est la machinerie publicitaire mise en oeuvre autour de ces
produits ainsi que l'extrême banalisation de la consommation d'alcool
auprès des plus jeunes d'entre nous. On a fait allusion aux alcools
type Breezer, les alcopops, c'est-à-dire vraiment la consommation
récréative. Un type de comportement récréatif que l'on retrouve par la
suite en termes de consommation de drogue, est celui de la
consommation d'ecstasy en particulier. Cela équivaut à conférer des
habitudes et des comportements auxquels il convient d'être
singulièrement attentif.

Monsieur le ministre, je me posais simplement la question de savoir si
des initiatives ne doivent pas être prises en matière de législation,
dans un premier temps, sur la publicité de ce type de produits. Ne
pourrait-on également imaginer - on l'a fait pour les produits du tabac
- d'apposer, à un certain moment, des signes très évidents sur les
emballages? Ainsi, même si la bouteille ressemble à une bouteille de
limonade, l'attention est attirée sur le fait que l'on est bien en train de
consommer de l'alcool, dont la teneur est telle que l'on ne s'y trompe
pas: on consomme bien de l'alcool. On adopte très jeune, me semble-
t-il, des comportements dont on connaît les dégâts dans le monde
adulte.

Monsieur le ministre, j'aurais aimé connaître votre avis en la matière.

hebben gedronken op tien- of
elfjarige leeftijd en dat 10% van die
jongeren regelmatig drinken. Die
toename kan onder meer worden
verklaard door de
alomtegenwoordige reclame-
campagnes en het banaliseren
van wat als sociaal drinken wordt
afgeschilderd.

Heeft u actie ondernomen, meer
bepaald wat de reclame betreft?

Kunnen de producenten niet
verplicht worden op de verpakking
duidelijk aan te geven dat het
product alcohol bevat? Wat vindt u
daarvan?

09.03 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, les résultats

des études nombreuses qui ont été réalisées sur la question sont
indéniables: la consommation d'alcool chez les jeunes augmente. Il
s'agit d'adopter des règles strictes enfin d'éviter la consommation à un
âge jugé trop jeune et l'abus à tous les âges.

Dès lors, deux préoccupations: ne pas commencer trop jeune à boire
de l'alcool et éviter de consommer trop d'alcool tout au long de la vie.

Les breezers ou premix présentent un attrait c'est un réel
phénomène de séduction -, un taux d'alcool comparable à celui de la
bière, un goût sucré qui masque celui des alcools plus durs. Cela
étant dit, on trouve également des produits "jeunes" parmi les bières.
J'ai déjà été interpellé au sein de cette commission sur les bières
sucrées, véritablement destinées aux jeunes, j'oserais presque dire
aux enfants. Il n'est pas question de "teeners" mais d'enfants. A ce
sujet, mon point de vue est identique. Moralement, je trouve ce genre
d'attitude absolument condamnable. Si chacun doit être libre de
consommer, il faut savoir que certains n'ont pas toujours la faculté de
faire la distinction entre la limonade qu'on leur donne, les premières

09.03 Minister Rudy Demotte: De

resultaten van de studies tonen
onweerlegbaar aan dat het
drankgebruik bij jongeren
toeneemt. Problematisch daarbij
zijn het drankgebruik op te jonge
leeftijd en het drankmisbruik.

Ik vind sommige
marketingpraktijken rond
"breezers" moreel verwerpelijk.
Het is niet steeds eenvoudig een
onderscheid te maken tussen
limonades en dat soort
alcoholische dranken. Ook een
wetgevend initiatief ligt echter niet
voor de hand, omdat we dan het
hele marktsegment bij wet zouden
moeten regelen. Vanuit het
oogpunt van Volksgezondheid is

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

boissons légèrement alcoolisées et vers quoi on les conduit. Il y a là
aussi une forme de dol, de tromperie inacceptable.

Je fais le constat. Légiférer en matière de breezers pose un problème
parce que cela implique de légiférer sur tout, les vins, les bières. En
effet, d'un point de vue de santé publique, rien ne permet de faire la
distinction. Même sur un plan de pure égalité des produits, pour un
taux d'alcool identique, bières et premix ne présentent pas de
différence en termes d'effets sur l'organisme.

Du point de vue de la législation fiscale, matière gérée par mon
collègue Didier Reynders, les breezers sont considérés comme des
alcools durs, distillés à plus de 1,2% et, à ce titre, interdits aux moins
de 18 ans, à la différence des bières et des vins (16 ans). Il est à
noter que les deux sont vendus sans différence dans des distributeurs
automatiques. En d'autres termes, les moins de 18 ans ne peuvent
pas consommer les breezers, les moins de 16 ans ne peuvent pas
consommer les bières et les vins; et pourtant on retrouve les deux
dans les distributeurs automatiques. J'y reviendrai dans quelques
instants car la matière est importante.

Pour répondre à votre question, monsieur Frédéric, je proposerai,
dans un premier temps, de considérer les alcools dans leur ensemble
pour ne pas focaliser sur l'un ou l'autre produit "jeunes", approche qui
ne serait pas souhaitable pour nous. Il s'agit de prendre des mesures
strictes. En matière de publicité, par exemple, il ne faut pas cibler la
publicité vers les jeunes; il y a un travail à faire au niveau de
l'association alcool/valorisation sociale qui est mise en avant
aujourd'hui.

En matière de commerce, l'étiquetage doit être clair et exempt de
références à la jeunesse; des règles doivent être fixées. En matière
d'accès aux jeunes, il faudrait une interdiction de vente d'alcool par
distributeur automatique ou, au moins, une absence de distributeur
automatique à proximité des endroits où se rassemblent des jeunes.
Tout ce travail doit se faire en concertation avec le secteur car si nous
voulons être efficaces, une telle concertation est nécessaire.

er immers, wat het alcoholgehalte
betreft, geen enkel onderscheid
tussen breezers en bier of wijn.

Het probleem van de alcoholische
dranken moet in zijn geheel
worden aangepakt. Een aantal
praktijken is uit den boze. Zo mag
de reclame zich niet tot jongeren
richten en mag alcohol niet in
verband worden gebracht met
maatschappelijke waardering. Wat
de handel betreft, moet er een
duidelijke etikettering komen die
niet naar jongeren verwijst. De
verkoop van alcohol in
drankautomaten moet worden
verboden, of toch zeker in
automaten in de buurt van
plaatsen waar jongeren
samenkomen. We moeten echter
overleggen met de sector als we
willen dat die maatregelen hun
doel niet voorbijschieten.

Ik zal nu de andere vragen beantwoorden. De alcoholhoudende
dranken die speciaal voor jongeren worden gemaakt, vormen een
markt die alleen maar kan bijdragen tot de daling van de leeftijd
waarop jongeren alcohol beginnen te gebruiken. Ik ben mij bewust
van dit gevolg. Alles wijst erop dat een steeds vroegtijdiger gebruik
van alcohol schadelijk is voor de gezondheid. Vermits het een vrij
recent verschijnsel is, denk ik dat men nog over onvoldoende
gegevens beschikt om alarmerende conclusies te trekken betreffende
de gevolgen van de licht alcoholhoudende en/of zoete drankjes voor
de gezondheid.

Op dit ogenblik wordt de alcoholproblematiek met betrekking tot
jongeren besproken in een werkgroep die is samengesteld uit
vertegenwoordigers van de verbruikersorganisaties, de federaties, de
distributie- en productiesector en de handel in alcoholhoudende
drankjes.

De Unie van de Belgische Brouwers heeft overigens een gedragscode
opgesteld, de zogenaamde Arnolduscode. In die code wordt onder
meer het volgende geregeld. De verkoop van alcoholhoudende

La consommation de boissons
légèrement alcoolisées par les
jeunes ne peut que contribuer à
abaisser l'âge à partir duquel les
jeunes commencent à boire de
l'alcool. C'est évidemment
préjudiciable à la santé, même si
aucune conclusion alarmante ne
peut être avancée pour l'heure en
ce qui concerne la consommation
de boissons légèrement
alcoolisées.

Un groupe de travail, composé de
représentants des associations de
consommateurs, des fédérations,
du secteur de la production et de
la distribution et du commerce, se
penche sur le problème de la
consommation d'alcool chez les

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

drankjes via drankautomaten die in de buurt staan van plaatsen waar
veel jongeren onder de 18 jaar komen scholen, jongerenclubs,
bushaltes, enzovoort zou worden verboden. De reclame gericht
naar jongeren zou ook worden verboden. De code handelt ook over
het onderscheid tussen licht alcoholhoudende drankjes en softdrinks,
zoals limonades, fruitsappen, enzovoort. In dit stadium komt het erop
aan de werkelijke efficiëntie van de zelfregulerende aanpak te
evalueren en na te gaan in welke mate de code het voorwerp zou
kunnen zijn van een meer algemene consensus van de producenten,
de distributeurs en de verbruikers. Dit moet natuurlijk gebeuren in
overleg met de overheid.

Ten slotte moet de vraag worden opgeworpen binnen de cel
Drugbeleid, met de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en
de Gewesten die op het gebied van de preventie bevoegd zijn. In de
alcoholproblematiek beschouw ik de preventie als een fundamenteel
gegeven.

Hetgeen ik nu zeg staat niet in mijn nota, maar het is mijn persoonlijke
overtuiging dat, indien een autoregulerende code niet werkt, men bij
wet initiatieven moet nemen. Men mag immers niet met morele
waarden spelen. Ik denk dat de verschillende handelaars en
producenten hebben overdreven met hun benadering gericht tot de
jongste burgers van ons land.

jeunes. L'Union des Brasseurs
belges a également élaboré un
code de bonne conduite qui
interdit notamment que ces
boissons soient vendues par le
biais de distributeurs automatiques
dans des quartiers fréquentés par
les jeunes. Selon ce code, la
publicité ciblée devrait également
être interdite. La distinction entre
limonades et boissons légèrement
alcoolisées devrait aussi être plus
claire.

La cellule politique des drogues
devrait évaluer l'efficacité d'un
code auto-régulateur.

J'attache une grande importance à
la prévention et s'il devait
apparaître que cette auto-
régulation ne fonctionne pas, il
serait absolument indispensable
de légiférer. Les commerçants et
les producteurs se sont montrés
trop zélés vis-à-vis de nos citoyens
les plus jeunes.

09.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat u dit onderwerp
ernstig neemt. Ik denk dat zulks ook hard nodig is en we moeten
daarvoor even alert zijn en u moet daarvoor evenveel inspanningen
doen als u onder andere doet voor de tabaksverslaving.

Ik ben er met u van overtuigd dat indien een dergelijke code niet
werkt - ik hoop met u dat ze wel werkt - men wetgevende maatregelen
moet nemen. Ik vind dit een veel te belangrijke aangelegenheid om
het zomaar op zijn beloop te laten. Het gaat hier over de gezondheid
van onze jongeren, van onze kinderen. Het gaat hier over de
toekomst. Het verheugt mij dat u daarover net zo denkt en dat dit door
de regering ernstig wordt genomen.

09.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):

J'adhère à la thèse du ministre. Si
l'autorégulation par la voie d'un
code s'avère inopérante, le
législateur doit intervenir. La santé
de nos enfants est essentielle.

09.05 André Frédéric (PS): Monsieur le président, je m'associe aux

propos tenus par notre collègue Jiroflée.

09.05 André Frédéric (PS): Ik

sluit me aan bij de woorden van
collega Jiroflée.

Le président: La première famille politique du pays est unie!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

10 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "het verbod op uitvoer van levende runderen" (nr. 2854)
- de heer Bert Schoofs aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de vaststelling
van verhoogde concentraties cadmium en lood in de organen van runderen in de buurt van de
vestigingen van de firma Umicore in Noord-Limburg" (nr. 2842)

10 Questions jointes de

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- Mme Frieda Van Themsche à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la consommation et
du Développement durable sur "l'interdiction d'exporter des bovidés vivants" (n° 2854)
- M. Bert Schoofs au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'observation de
concentrations accrues de cadmium et de plomb dans les organes de bovins à proximité des
implantations de la société Umicore, dans le nord du Limbourg" (n° 2842)

(Mevrouw Van Themsche zal met toestemming van de voorzitter de vraag van de heer Schoofs voorlezen)

10.01 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, als u er geen bezwaar tegen hebt zal
ik de vragen snel en bondig formuleren.

Het onderwerp is inderdaad al niet meer actueel. Net als de
veehouders hebben wij uit de krant moeten vernemen dat het vanaf
24 mei verboden zal zijn om nog levende runderen te exporteren
vanuit de gemeenten Balen, Lommel, Neerpelt en Overpelt. Eerst en
vooral vinden de veehouders het zeer erg dat zij dat uit de pers
moeten vernemen.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de vragen van mijn
collega, de heer Schoofs, zal ik voorlezen. Zij luiden als volgt.

Hoe ver strekt de vervuiling, zowel in tijd als in ruimte? Over hoeveel
besmette runderen gaat het? Kan een dergelijke vervuiling ook
opgetreden zijn bij andere diersoorten die ook voor consumptie
worden ingezet? Welke maatregelen overweegt de regering terzake?
Hoe zal de regering de eventuele economische gevolgen van een
exportverbod van runderen opvangen? Hoe zal die schade dan
worden vergoed in de sector? Wanneer zult u overleg plegen met de
Vlaamse overheid die nu uiteraard nog niet tot stand is gekomen? De
vorming ervan kan misschien nog lang duren, maar dat zullen we dan
wel merken. Welke doelstellingen worden terzake door de regering
vooropgesteld?

Ik zal thans aansluiten met mijn vragen die eigenlijk waren gericht tot
minister Freya Van den Bossche. Ik had graag vernomen wat de
minister zal ondernemen om de consument gerust te stellen dat er
helemaal geen gevaar verbonden is aan het eten van rundvlees. Die
vraag stel ik vooral omdat ik weet dat bij heel wat landbouwers de
vrees bestaat dat, zodra men weer begint over de voedselveiligheid,
de consumenten meestal vlees en andere producten in de rekken
laten liggen. Hebt u ook overleg gepleegd met de Vlaamse overheid
over het eten van groenten uit de moestuin in die regio? Wij kunnen
immers veronderstellen dat, als runderen al gevaar lopen bij het eten
van gras, er ook iets aan de hand moet zijn met de sla en de spinazie
uit de tuin. Bestaat er eigenlijk een studie over de invloed van de
zwaar verontreinigde regio op de gezondheid van de burgers uit die
streek?

Bijkomend had ik graag geweten wat er moet gebeuren met de
kalveren die nog niet in contact zijn gekomen met de vervuilde
weiden, maar die ook onder de noemer levend rundvee vallen?

10.01 Frieda Van Themsche

(VLAAMS BLOK): La question
n'est entre-temps plus d'actualité.

Nous avons appris par les
journaux que depuis le 24 mai
2004, une interdiction
d'exportation de bovidés vivants
est d'application dans les
communes de Balen, de Lommel,
de Neerpelt et d'Overpelt, ce qui a,
à juste titre, révolté les éleveurs.
Je vais donner lecture des
questions de M. Schoofs.

Quelle est l'ampleur de la
pollution? De combien de bovidés
contaminés s'agit-il? La pollution
est-elle également observée chez
d'autres espèces animales
destinées à la consommation?
Quelles mesures le gouvernement
envisage-t-il de prendre?
Comment remédiera-t-il aux
conséquences économiques d'une
interdiction d'exportation?
Comment les dommages seront-
ils indemnisés? Quand une
concertation aura-t-elle lieu avec le
gouvernement flamand? Quels
sont les objectifs poursuivis par le
gouvernement?

Mes questions s'inscrivent dans le
prolongement de celles qui
précèdent. Comment le ministre
tentera-t-il de rassurer le
consommateur? S'est-il concerté
avec les autorités flamandes au
sujet de la consommation, dans
cette région, de légumes
provenant des potagers? Existe-t-il
une étude relative à l'influence de
la pollution sur la santé des
citoyens?

Voorzitter: Karin Jiroflée.
Présidente: Karin Jiroflée.

10.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, ik zal beide 10.02 Rudy Demotte, ministre:

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vragen tegelijk beantwoorden. Als antwoord op de vraag van de heer
Schoofs geef ik mee dat de Vlaamse milieuadministraties historische
bodemcontaminaties met zware metalen vastgesteld hebben in een
aantal gemeenten rond Umicore-vestigingen. Naar aanleiding
daarvan werd een aantal acties ondernomen op regionaal vlak. De
meest verontreinigde bodems rond een aantal industriële vestigingen
worden gesaneerd en er wordt in een aantal gemeenten een
infofolder verspreid getiteld "Leven met minder cadmium" met een
aantal praktische tips. Ook het FAVV werd bij de discussie betrokken,
omdat de vervuiling gevolgen kan hebben voor de voedselketen.

Ten eerste, op basis van de bestaande gegevens stelde het FAVV
een actieplan op dat erop gericht is de gevolgen van deze
contaminatie voor de voedselketen beter in te schatten. In het
actieplan worden volgende elementen opgenomen. Ten eerste, werd
voor de dierlijke productie uit een meting van OVAM op 35 runderen
afkomstig uit de gemeenten Lommel, Overpelt en Balen vastgesteld
dat er zich met het vlees geen problemen voordeden. In de nieren
werd de norm voor cadmium echter dikwijls overschreden. De nieren
van de slachtrunderen die gedurende meer dan 18 maanden in de
gemeenten Balen, Overpelt, Neerpelt en Lommel verbleven, zullen
daarom uit voorzorg bij het slachten weggenomen worden en
gedurende een maand allemaal onderzocht worden op de
aanwezigheid van cadmium. Ook de levers en het vlees van deze
runderen zullen onderzocht worden. Runderen uit deze gemeenten
kunnen voorlopig niet levend uitgevoerd worden.

De actie werd gestart op 24 mei 2004. Er zullen op deze manier
ongeveer 200 dieren onderzocht worden. In een groter gebied zal een
steekproef georganiseerd worden op 140 runderen. Zo wordt er een
duidelijk beeld gevormd van de omvang van de contaminatie.

Ten tweede, wat betreft de plantaardige productie wordt tegen eind
mei voor alle bovengenoemde gemeenten een inventaris opgemaakt
van het teeltplan 2004 voor een aantal veldvruchten: aardappelen,
wortelgewassen, bladgroenten, peulvruchten, knol- en bolgewassen.
Op basis van die inventaris zal een statistisch verantwoorde
steekproef georganiseerd worden om de aanwezigheid van lood en
cadmium te meten.

Die stalen zullen genomen worden tussen 24 mei en 14 juni 2004.

De resultaten van het actieplan zullen voor advies worden voorgelegd
aan het wetenschappelijk comité van het FAVV. Verdere acties zullen
gebaseerd zijn op het advies van het wetenschappelijk comité. Indien
alles volgens plan verloopt, kan een eerste advies van het
wetenschappelijk comité verwacht worden tegen eind juli. Wij hebben
dus nog een maand en twee weken de tijd.

Mevrouw Van Themsche, ik zal nu op uw vragen antwoorden.

Het FAVV stelde duidelijk dat er zich voor melk en vlees geen
probleem voordoet. Dat is toch belangrijk.

Er was herhaaldelijk en grondig overleg met de Vlaamse overheid op
basis van de bestaande studies met betrekking tot die verontreiniging.
De Vlaamse gezondheidsinspectie informeerde de inwoners over de
groenten uit de moestuin.

L'administration flamande de
l'environnement a réalisé une
étude sur les contaminations du
sol historiques constatées à
proximité des implantations
d'Umicore. Des actions ont déjà
été entreprises au niveau régional
et les sites les plus pollués sont
assainis. Dans les communes
concernées, des brochures
contenant des informations et des
conseils pratiques ont été
distribuées.

Une incidence éventuelle sur la
chaîne alimentaire n'étant pas à
exclure, il a également été fait
appel à l'agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire
(AFSCA). L'agence a défini un
plan d'action devant permettre
d'évaluer les risques éventuels.
L'OVAM a effectué des mesures
sur 35 bovins des communes de
Lommel, de Neerpelt, d'Overpelt
et de Balen. Les examens ont
révélé que si la viande des
animaux ne présentait aucun
risque, la concentration de
cadmium était trop élevée dans les
reins. Ces organes ont dès lors
été systématiquement prélevés
chez les bovins de boucherie
ayant séjourné plus de 18 mois
dans ces communes et ont été
soumis à une analyse approfondie,
de même que les foies. Depuis le
24 mai 2004, les bovins originaires
de ces communes ne peuvent plus
être exportés vivants. Quelque 200
bovins de ces communes seront
soumis à des analyses. Il en sera
de même pour 140 bovins dans un
rayon plus étendu.

L'incidence éventuelle sur la
production végétale sera
également étudiée. Sur la base
d'un inventaire du plan de culture
2004, des échantillons ont été
prélevés sur certaines récoltes aux
fins de déterminer la présence de
plomb et de cadmium. Ces
échantillons été prélevés entre le
24 mai et le 14 juin 2004. Les
résultats seront transmis au
comité scientifique de l'AFSCA qui
formulera un premier avis pour la

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Meer informatie heb ik u niet te bieden, maar ik denk wel dat ik uw
verschillende vragen beantwoord heb.

fin du mois de juillet et prendra
des mesures le cas échéant.

L'AFSCA a donc constaté que le
lait et la viande des bovins ne
posaient aucun problème.

Ce dossier a fait l'objet d'une
concertation intense avec les
instances compétentes des
autorités flamandes. Dans
l'intervalle, l'inspection flamande
de la Santé a informé les riverains
à propos de l'utilisation des
légumes provenant de leur
potager.

10.03 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,

u zegt dat aan de bevolking informatie werd gegeven in verband met
de consumptie van groenten uit de moestuin.

U zegt ook dat u pas resultaten zult hebben tegen eind juli. Intussen
zijn de spinazie en de sla wellicht al verorberd. Werd aan de mensen
gevraagd om de groenten voorlopig te laten staan?

10.03 Frieda Van Themsche

(VLAAMS BLOK): Les riverains
peuvent-ils consommer ou non
leurs propres légumes?

10.04 Minister Rudy Demotte: Deze precieze vraag kan ik nu niet

beantwoorden. Ik ben immers niet vergezeld door een technicus. Ik
kan een specialist van het FAVV telefonisch om informatie vragen en
u over vijf minuten een antwoord geven. Ik zal evenwel niet
improviseren. U weet dat ik geen antwoord verstrek dat niet helemaal
juist is. Ik vraag u dus vijf minuten geduld om het antwoord op die
vraag te kunnen opzoeken.

10.04 Rudy Demotte, ministre:

J'adresserai cette question à
l'AFSCA. Je vous communiquerai
la réponse dans les plus brefs
délais.

10.05 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Dat is heel

vriendelijk.

De voorzitter: Ik stel voor dat wij ondertussen
overgaan tot de volgende vraag. (Instemming)

Le président: Nous reviendrons brièvement sur le
sujet après la question suivante.

11 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"de bestrijding van varroase bij de honingbij" (nr. 2896)

11 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la

lutte contre la varroase chez l'abeille mellifique" (n° 2896)

11.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de dienstdoende

voorzitter, mijnheer de minister, bij de federaties voor de bijenteelt
groeit de ongerustheid over de instandhouding van hun vak hier te
lande. Vorig jaar was er een efficiënte samenwerking tussen de
sector en de overheid inzake de bestrijding van de varroase, de
parasiterende mijt die in de bijenkorven ravage aanricht.

De varroase is eigenlijk een schadelijk dier dat afkomstig is uit een
warm klimaat en zich hier in het bloed vermenigvuldigt. De bestrijding
dat is belangrijk gebeurt vanaf augustus, wanneer de honing is
weggenomen. Deze therapie wordt in het najaar nog eens hernomen.

Een gemeenschappelijke, door de hele bijenteeltsector en door de
overheid gesteunde, georganiseerde bestrijding van de varroase kon

11.01 Mark Verhaegen (CD&V):

Les apiculteurs s'inquiètent de
l'avenir de leur activité. Jusqu'à
l'année dernière, les pouvoirs
publics et le secteur menaient
ensemble la lutte contre la
varroase chez l'abeille mellifique.
Les pouvoirs publics avaient
soutenu un plan de lutte collectif et
permis ainsi d'éviter la destruction
massive de colonies d'abeilles.

Cette année, il n'est plus question
d'une telle coopération. Il est à

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

tot dusver rekenen op de vrijwillige medewerking van de overgrote
meerderheid van de imkers. Deze samenwerking heeft er ook toe
geleid dat een massale vernietiging van de bijenkolonies kon worden
verhinderd. De federaties van de bijenteelt maken zich thans zorgen
over het eventueel uitblijven van een samenwerking dit jaar. Ze
vrezen bovendien dat sommige imkers, wanneer ze aan hun lot
worden overgelaten, wellicht zullen overschakelen op een aantal niet-
officieel toegelaten middelen, die dan ook een gevaar zouden kunnen
opleveren voor de volksgezondheid. Dat moeten we kost wat kost
vermijden.

Mijnheer de minister, mijn vraag ligt voor de hand. Zal de
samenwerking met de imkers, om de toegestane producten ter
beschikking te stellen, nog worden voortgezet?

craindre que des apiculteurs
recourent à des moyens non
autorisés officiellement, avec tous
les risques éventuels pour la
santé.

La coopération avec les
associations d'apiculteurs dans le
cadre de la lutte contre la varroase
va-t-elle être poursuivie? Des
produits autorisés seront-ils
fournis aux apiculteurs?

11.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Verhaegen, het onderwerp

waarnaar u verwijst, namelijk de organisatie van

bestrijdingscampagne tegen de varroase heeft reeds het voorwerp
uitgemaakt van overleg tussen de vertegenwoordigers van de sector,
het FAVV en de FOD Volksgezondheid en wetenschappelijke kringen.

Het hoofdprobleem ligt echter in het gebruik van producten die
beantwoorden aan de vereisten van de Europese regelgeving. Er
werd beslist om voor dit jaar een strategie toe te passen die
gebaseerd is op het gebruik van mierenzuur in de vorm van een
fysische proef en op het gebruik van Perizin, een product dat tot 2006
over een erkenning als pesticide beschikt. Apivar is in België altijd
beschikbaar geweest. De financiering van de producten moet
voortaan worden verzekerd door de sector zelf.

Goed om weten is dat de wetgeving betreffende de georganiseerde
bestrijding van bijenziekten momenteel het voorwerp uitmaakt van
een herziening door de FOD en dat deze laatste binnen afzienbare tijd
een overleg zal opstarten met alle betrokken partijen om, meer
bepaald, de bestrijdingsstrategieën op punt te stellen.

11.02 Rudy Demotte, ministre:

Des concertations ont déjà eut lieu
à plusieurs reprises à propos de la
lutte contre les maladies des
abeilles. Il est essentiel d'utiliser,
dans le cadre de cette action, des
produits qui répondent aux normes
européennes.

Pour 2004 a été arrêté un plan de
lutte recourant à l'acide formique
et au pesticide agréé Perizin. Le
produit Apivar est disponible en
permanence dans notre pays. Le
coût des produits est à charge des
apiculteurs eux-mêmes.

Les pouvoirs publics adaptent
actuellement la réglementation en
matière de lutte contre les
maladies des abeilles. Tous les
intéressés sont consultés.

11.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord.

Als er dan toch een overleg komt, wil ik meegeven dat het heel
belangrijk is om een doeltreffende bestrijding van de varroase te
hebben. Dat is van levensbelang voor de bijenkolonies. Ik heb
vernomen dat een doeltreffende behandeling een dubbele
behandeling is. U hebt Apivar genoemd in augustus en Perizin aan
het eind van het jaar. Dan moet er echter ook voldoende mogelijkheid
zijn om deze producten te verdelen onder de imkers.

Men legt nu de financiering op de schouders van de imkers. Ik meen
dat dit heel zware problemen kan opleveren voor de sector. Daarover
moet, volgens mij, nog eens goed worden nagedacht, trouwens ook
over het product mierenzuur. U weet dat mierenzuur een vluchtige,
irriterende vloeistof is. Men vertelt mij dan ook dat het product zekere
risico's kan inhouden voor de bijenhouders zelf. Niet alleen bij
onoordeelkundig gebruik, maar ook bij oordeelkundig gebruik zou dat
product voor de luchtwegen een aantal problemen kunnen
veroorzaken. Daarom acht ik het belangrijk om die zaken mee te

11.03 Mark Verhaegen (CD&V):

Une lutte efficace contre les
maladies des abeilles suppose
que les produits soient fournis
rapidement aux apiculteurs.
Désormais contraints de payer
personnellement leurs produits, de
nombreux apiculteurs seront
confrontés à des difficultés
financières. Pour conclure, je mets
en garde, pour ce qui est de la
lutte contre la varroase, contre le
recours à l'acide formique dont
utilisation n'est pas sans danger.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

nemen als er overleg komt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

12 Samengevoegde vragen van

12 Questions jointes de

- Mme Frieda Van Themsche à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la consommation et
du Développement durable sur "l'interdiction d'exporter des bovidés vivants" (n° 2854)
- M. Bert Schoofs au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'observation de
concentrations accrues de cadmium et de plomb dans les organes de bovins à proximité des
implantations de la société Umicore, dans le nord du Limbourg" (n° 2842) (continuation)

De voorzitter: Hebt u ondertussen voldoening,
mevrouw Van Themsche, of moet de minister daar
nog op terugkomen?

Le président: Je me permets de revenir sur la
question de Mme Van Themsche. Avez-vous déjà
obtenu une réponse à votre question
complémentaire?

12.01 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Ik heb één vraag.

Hoe zal de regering de eventuele economische gevolgen van dat
exportverbod opvangen?

Ik denk niet dat ik daarop antwoord heb gekregen, maar men zal me
dat ook nog geven.

Wat de groenten betreft, is er zojuist gezegd dat regelmatig een folder
wordt verspreid waarbij aan de bevolking altijd de raad wordt gegeven
om voorzichtig te zijn, dat die vervuiling er is. Het is daarom ook zo
raar dat men nu wel verbiedt om die runderen te exporteren. Het zijn
toch vragen die kunnen worden gesteld. Op de ene vraag heb ik
antwoord gekregen. Op mijn vraag over de vergoeding voor de
veehouders dat is ook belangrijk zal ik dadelijk antwoord krijgen.

Voor de rest heb ik inderdaad voldoende antwoord gekregen.

12.01 Frieda Van Themsche

(VLAAMS BLOK): Les pouvoirs
publics ont effectivement diffusé
une brochure invitant les riverains
à la prudence lors de la
consommation de légumes de leur
potager. Je ne vois pas très bien
comment concilier cette approche
avec l'interdiction d'exporter des
bovidés vivants. Le ministre me
communiquera ultérieurement les
modalités de l'indemnisation des
agriculteurs.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

13 Interpellatie van de heer Mark Verhaegen tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

over "het houden van pelsdieren" (nr. 347)

13 Interpellation de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur

"l'élevage d'animaux à fourrure" (n° 347)

13.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de

minister, meer dan een maand geleden nu al heb ik ondervonden dat
er grote opschudding was bij de Belgische pelsdierenhouders. Meer
dan een maand na het indienen van mijn interpellatie mag ik die nu
dan toch houden. Een mens zou er bijna de moed bij verliezen, maar
goed, ik mag dan toch mijn interpellatie houden.

Mijnheer de minister, uw voornemen om het houden van pelsdieren in
België te verbieden sloeg in als een bom. Ook wij konden het amper
geloven. Meermaals heb ik er al op gewezen dat het overgrote deel

13.01 Mark Verhaegen (CD&V):

Les déclarations récentes du
ministre Demotte qui a exprimé
l'intention d'interdire l'importation
d'animaux à fourrure dans notre
pays ont fait l'effet d'une bombe
dans le secteur. Je plaide
personnellement, depuis des
années, pour la mise en place
d'une réglementation cohérente

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van de mensen die met dieren en dierlijke producten hun boterham
moeten verdienen voorstander is van een goede omgang met de
dieren en van een degelijke reglementering opdat het dierenwelzijn op
alle niveaus verzekerd zou zijn en blijven. Zij zijn er ook voorstander
van dat goedmenende eigenaars van anderen onderscheiden kunnen
worden en dat malafide praktijken daardoor gemakkelijker kunnen
worden aangepakt. Op enkele uitzonderingen na is iedereen voor een
goede behandeling van dieren. Maar, wil iedereen ook een ban op het
gebruik van dieren voor bijvoorbeeld voeding, kleding of medisch
onderzoek aanvaarden in onze maatschappij? Ik meen dat dit een
heel belangrijk maatschappelijk probleem is. Dierenliefde en het
benutten van dieren door mensen zijn niet noodzakelijk tegenpolen.
Meer zelfs, een gevoel voor dieren en een redelijk verstand bij de
omgang met dieren beschouw ik niet als tegenpolen maar als pijlers
van echte dierenliefde.

Dierenwelzijn is een werkwoord. Dat hebben ook de mensen in de
sector goed begrepen. Dierenwelzijn en optimaal bedrijfsrendement
gaan vaak hand in hand. De Europese Raad formuleerde een lijst van
vijf vrijheden en schiep zo een referentiekader voor het welzijn van
huisdieren en landbouwhuisdieren. Het is de bedoeling dat landen die
de verklaring ondertekenden die principes ook vertalen in eigen
wetten. Dat komt volgens mij het dichtst bij de notie van een soort
universele verklaring van de rechten van het dier. In vijf stappen
brengt men de ingewikkelde problematiek van het dierenwelzijn in
kaart.

Een tijd geleden las ik een rapport over de pelsdierenhouderij. Daaruit
bleek dat het welzijn van nertsen redelijk goed is in vergelijking met
bijvoorbeeld andere landbouwhuisdieren. Daarom verbaasde mij het
bericht van uw voornemen tot het sluiten van actieve, rendabele
landbouwbedrijven, die bovendien altijd zonder subsidies konden
werken en rondkomen. Een verbod om ethische redenen, zoals het
genoemd wordt, vereist volgens mij voorafgaand een grondig
maatschappelijk debat over de omgang met dieren en over hun plaats
in de samenleving, een debat waarbij iedereen de kans moet krijgen
eraan deel te nemen, vanuit alle invalshoeken, en duidelijk te zeggen
waarvoor hij of zij staat. Nu hebben wij de indruk dat één activiteit een
beetje geïsoleerd wordt van de rest van de verhoudingen tussen
mens en dier. Blijkbaar wordt er een zo negatief mogelijk beeld
opgehangen om zo de bontsector en de daarin werkende mensen
door de publieke opinie te laten veroordelen als ware het een praktijk
die immoreel is. Niets is erger dan door de publieke opinie
veroordeeld te worden, want daar heeft men ook geen verweer tegen.

Indien daarentegen het dierenwelzijn wel in orde is wat volgens mij
bij nader inzien voor pelsdieren geldt, toch zeker voor die welke in ons
land gehouden worden is er volgens mij geen grond om een ban uit
te spreken.

Een mogelijk verbod zal zeker zware economische en sociale
gevolgen hebben en dit in de eerste plaats voor de pelsdierenfokkers,
maar ook voor de 125 aanverwante ondernemingen in de bontsector.
In totaal gaat het over 500 jobs. Een verbod zou zelfs een toegeving
zijn aan het adres van een aantal activisten van ondergrondse
"dierenrechtenorganisaties" zoals het ALF Animal Liberation Front
en het DBF Dierenbevrijdingsfront. Deze willen huisdieren
"bevrijden". Hun handelsmerk is 's nachts inbraken te doen in

qui permette d'établir une
distinction entre les propriétaires
sérieux et ceux qui se livrent à des
pratiques condamnables. Un
rapport récent a montré que les
animaux à fourrure sont assez
bien traités par comparaison avec
les autres animaux domestiques
agricoles. Pourtant, le secteur de
la fourrure est régulièrement l'objet
d'attaques en règle, ce qui est
injuste pour tous les éleveurs
honnêtes d'animaux à fourrure.

Une interdiction aurait de lourdes
répercussions économiques et
sociales. Il s'agit de quelque 500
emplois. Ce serait également une
concession aux activistes de
l'Animal Liberation Front.

Comparée à celle d'autres pays
européens, notre loi est
particulièrement sévère. La
Belgique fut le premier pays
européen à se doter de lois
relatives à la protection animale.
Depuis la publication d'un arrêté
royal d'août 2002, le vison figure
dans la liste des animaux dont
l'élevage est autorisé. A l'époque,
il fut conseillé aux éleveurs
d'animaux à fourrure d'anticiper
une future recommandation
européenne relative au bien-être
des animaux à fourrure. Il est
impensable que deux ans plus
tard, le ministre décrète une
interdiction alors que certaines
entreprises se sont déjà
totalement conformées à la
nouvelle réglementation. Nous
voudrions demander au ministre
de reprendre le projet de loi du 23
décembre 2002 sur l'élevage
d'animaux à fourrure.

Est-il exact que le ministre
envisage d'interdire l'élevage
d'animaux à fourrure? Le ministre
a-t-il également des projets
concernant d'autres secteurs? Est-
il disposé à modifier sa position
sur la base d'un rapport
scientifique objectif sur l'élevage
d'animaux à fourrure en Europe?
Comment le ministre entend-il
compléter le cadre législatif de la

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

boerderijen waar tamme nertsen worden gehouden. Deze dieren
worden dan massaal vrijgelaten, maar kunnen uiteraard niet in vrijheid
overleven.

Hoe is het wettelijk gesteld met de situatie in België? Deze is als volgt
samen te vatten. Alles is verboden, behalve hetgeen toegelaten is.
Dat is zeer streng in vergelijking met andere Europese landen waar
alles toegelaten is, behalve hetgeen verboden is. België is nochtans
het eerste Europese land met wetten inzake dierenbescherming. Een
belangrijke stap vooruit was zelfs de wet van 14 augustus 1986.
Artikel 1 van deze wet bepaalt immers: "Niemand mag wetens en
willens handelingen plegen die niet door de wet zijn voorzien en die tot
doel hebben dat een dier nutteloos omkomt of nutteloos een
verminking, pijn of een letsel ondergaat". Door deze wet worden een
aantal zaken in verband met het omgaan met dieren
gereglementeerd, onder andere het transport en de in- en doorvoer
van dieren.

Een aantal koninklijke besluiten van latere datum reguleren nog een
aantal specifieke probleemgebieden. In augustus 2002 werd in het
Belgisch Staatsblad een koninklijk besluit gepubliceerd dat vier extra
diersoorten, waaronder de nertsen, toevoegde aan een eerder
gepubliceerde positieve lijst van dieren die mogen worden gehouden.
Dientengevolge kregen de pelsdierenhouders in de loop van 2002 van
de bevoegde ambtenaren te horen dat zij best zo snel mogelijk
begonnen met het aanpassen van hun kooien en dergelijke meer in
het vooruitzicht van de op til zijnde nieuwe wetgeving inzake het
dierenwelzijn. België wilde toen zo snel mogelijk de aanbevelingen
van de Raad van Europa inzake het dierenwelzijn van pelsdieren
doorvoeren.

De pelsdierenhouders hebben de voorbije twee jaar volop
geïnvesteerd in de aanpassing van hun boerderijen aan deze nieuwe
op til zijnde wetgeving inzake het houden van pelsdieren. Ambtenaren
van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
zullen deze bedrijven streng kunnen controleren wat betreft het
dierenwelzijn. Mijnheer de minister, het kan toch niet om nu, twee jaar
later, nu sommige bedrijven reeds voor 100% in orde zijn met de
nieuwe aanbevelingen van de Raad van Europa, een verbod uit te
vaardigen.

Ik wil er nogmaals op aandringen dat u het wetsontwerp van
23 december 2002 betreffende het houden van pelsdieren, zou
hernemen.

In dit wetsontwerp werd de aanbeveling van de Raad van Europa
inzake het welzijn van pelsdieren omgezet in Belgische wet. Dat stemt
ook overeen met de voorwaarden voor de pelsdierenfokkerij in andere
Europese landen waar pelsdieren worden gehouden.

Het sluiten van pelsdierenhouderijen is bovendien niet eens
diervriendelijk. Men verhoogt immers het welzijn van pelsdieren niet
door ervoor te zorgen dat er geen pelsdieren meer zijn. De
pelsdierenhouderijen zullen zich gewoon verplaatsen naar andere
streken waar dan wellicht nog minder aandacht is voor het
dierenwelzijn.

Ten slotte kan ik vermelden dat via de pelsdierenhouderijen in België

protection animale en général?

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

jaarlijks 8.000 ton afval van kip- en visverwerkende bedrijven
gerecycleerd wordt met als effect het natuurproduct bont. Er wordt zo
werk verschaft aan 500 mensen.

Mijnheer de minister, ik wens u in deze interpellatie enkele concrete
en korte vragen te stellen.

Ten eerste, is het waar dat u een verbod overweegt op de
pelsdierenhouderij in ons land?

Ten tweede, zo ja, behoort dit tot een verbodsstrategie om deze soort
van salamitechniek per groep van dierenhouders uit te breiden naar
andere sectoren?

Ten derde, bent u bereid deze houding te wijzigen, bijvoorbeeld op
basis van een objectief wetenschappelijk rapport over de
pelsdierenhouderij in Europa?

Ten vierde, op welke wijze zal u het wetgevende kader voor
dierenwelzijn in het algemeen en het houden van pelsdieren in het
bijzonder verder invullen?

13.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, ik zal kort zijn.

Dit dossier wordt momenteel bestudeerd door mijn administratie en
de leden van mijn kabinet. Het uitgangspunt is de vraag of het in deze
tijden ethisch aanvaardbaar is dat dieren alleen gehouden worden
voor hun pels. Deze discussie mag niet uit de weg worden gegaan.
Men heeft trouwens reeds een wetsvoorstel dienaangaande
ingediend.

Het regeerakkoord voorziet met betrekking tot dierenwelzijn in het
best-practiceprincipe. Dat betekent dat we ook eens over onze
grenzen moeten durven kijken naar een goede regelgeving op het
vlak van dierenwelzijn. Zo heeft bijvoorbeeld Groot-Brittannië reeds
alle pelsdierenhouderijen verboden. Gelet op de mogelijke
economische gevolgen van dergelijke discussie ik ben daarvoor ook
gevoelig zal hieromtrent zeker overleg met de Gewesten
noodzakelijk zijn. Ik herhaal dat er nog geen beslissing genomen is,
maar dat alle opties momenteel onderzocht worden.

13.02 Rudy Demotte, ministre:

Mon administration examine
actuellement ce dossier. La
question fondamentale est de
savoir s'il est acceptable,
éthiquement parlant, d'élever des
animaux pour leur seule fourrure.
Une proposition de loi a déjà été
déposée à ce sujet.

Selon l'accord de gouvernement,
la politique relative au bien-être
des animaux doit reposer sur le
principe de bonne conduite. Pour
cela, il nous faut regarder par delà
les frontières. La Grande-
Bretagne, par exemple, a
totalement interdit l'élevage des
animaux à fourrure.

Étant donné l'impact économique
de ce dossier, des concertations
devront être organisées avec les
Régions. La décision n'a pas
encore été prise. Toutes les
options restent ouvertes.

13.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, u stelt mij dan

toch gedeeltelijk gerust. U zegt die zaak nog verder te zullen bekijken,
omdat een verbodsstrategie om ethische redenen ook volgens mij
geen gefundeerde visie of gefundeerd standpunt is. Ik wil er nog bij
vertellen dat ik ook een dierenbeschermer ben, omdat ik bekommerd
ben om een beter dierenwelzijn. Daarom is het ook goed dat een
aantal perverse zaken wordt verboden. Ik denk hier aan ons nationaal
invoerverbod op honden-, katten- en zeehondenbont en afgeleide
producten. Dat is duidelijk een gruwelijke zaak, zeker de slachting van

13.03 Mark Verhaegen (CD&V):

La réponse du ministre me
rassure. Une interdiction sur la
base de considérations éthiques
est absurde. Le bien-être animal
est assurément important et les
actes de barbarie doivent être
interdits. Toutefois, les éleveurs
d'animaux à fourrure aiment leurs

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

die jonge zeehondjes in Canada en dergelijke. Dat zijn totaal andere
dingen: dat zijn barbaarse toestanden.

Ik denk dat dit zeker in contrast staat tot de pelsdierhouderij, waar
men eigenlijk met liefde voor de dieren werkt. Men tracht die dieren in
groepen samen te zetten, zodat ze hun weliswaar korte leven naar
best vermogen kunnen leven en hun welzijn maximaal wordt
gerespecteerd. Ik denk dat onbekend ook onbemind is en dat het niet
slecht zou zijn om, alvorens een ban uit te spreken, een bezoek te
brengen aan een pelsdierfarm. Dat zou niet slecht zijn. Zo zou u
overtuigd worden van het best-practiceprincipe, zoals u het hebt
genoemd. Ik denk dat zij dit toepassen.

Het verbaast mij ook een beetje als men heel andere zaken ziet, die
een volgende keer misschien worden aangepakt. Het gaat heel ver. Ik
denk nu aan een zaak: het dwangvoeren van eenden voor foie gras.
Men kan dat ook weinig ethisch noemen, maar het hangt ook samen
met het probleem van een aantal mensen dat daar de kost mee
verdient. Ik vraag mij dus ook af of dit de volgende schijf van de
salami zal zijn. Ik weet het niet, maar het is wel noodzakelijk om daar
een grondig en uitvoerig debat aan te wijden en dit stap voor stap te
volgen. Ik krijg de indruk dat men onder de mom van dierenwelzijn als
een soort paard van Troje tracht een dierenrechtenagenda te
introduceren en door te drukken. Dat is mijn stellige overtuiging en dat
moeten wij tot elke prijs vermijden, denk ik. Mensen moeten de
vrijheid hebben en niet te zeer worden betutteld door de overheid om
een aantal dingen te doen of niet te doen, ook al hebben wij daar een
bepaalde visie of houding tegenover.

animaux. Le secteur est mal
connu et on n'aime que ce qu'on
connaît. Je propose d'organiser
une visite dans un élevage. Il faut
un large débat. L'agenda caché
des associations de protection des
animaux ne doit pas s'immiscer
dans notre travail législatif.

De voorzitter: Dient u een motie in?

13.04 Mark Verhaegen (CD&V): Dat was de bedoeling. Goed dat u

mij daaraan herinnert. Het is een motie van aanbeveling, om de
aanbevelingen van de Raad van Europa te volgen en bijgevolg het
idee van het algemeen verbod te laten varen en dus niet in te voeren.

Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par M. Mark Verhaegen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Mark Verhaegen
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
1. de mettre en oeuvre dans les plus brefs délais, comme annoncé au secteur dès 2002, la
"recommandation relative aux animaux à fourrure" du Conseil de l'Europe;
2. de ne pas imposer aux élevages d'animaux à fourrure une interdiction générale pour des 'raisons
éthiques'."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Mark Verhaegen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Mark Verhaegen
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
1. zo snel mogelijk, zoals in 2002 reeds aan de sector meegedeeld, de "aanbeveling inzake het welzijn van

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

pelsdieren" van de Raad van Europa in te voeren;
2. geen algemeen verbod om 'ethische reden' op de pelsdierkwekerijen in te voeren."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon et Karin Jiroflée.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon en Karin Jiroflée.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

14 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Werk en Pensioenen over "de rechten

van de patiënt" (nr. 2954)

14 Question de Mme Annelies Storms au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "les droits du

patient" (n° 2954)

14.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijn

vraag gaat eigenlijk over de federale commissie Rechten van de
Patiënt. Er is een deeltje van de titel weggevallen, maar dat is niet van
zo'n groot belang.

Ik heb in de maand februari al een vraag gesteld aan de minister in
verband met een arrest dat de Raad van State op 10 december 2003
heeft uitgesproken, waarbij de Raad van State het koninklijk besluit
van 16 mei 2003 houdende de benoeming van de voorzitter, zijn
plaatsvervanger en de leden van de federale commissie Rechten van
de Patiënt heeft geschorst. Deze uitspraak was er gekomen nadat de
Association francophone de l'Institution de Santé hiertoe een
verzoekschrift had ingediend. De minister heeft in februari geantwoord
dat hij zo spoedig mogelijk een nieuwe federale commissie Rechten
van de Patiënt wilde oprichten.

Ik wil hem daarover nog graag een aantal zaken vragen.

Ik had graag vernomen of de Raad van State reeds een uitspraak ten
gronde heeft gedaan.

Heeft de minister ondertussen reeds overleg gepleegd met de
organisaties, zoals de Confederatie van Belgische Ziekenhuizen, het
Intermutualistisch College, het Vlaams Patiëntenplatform en de Ligue
des Usagers des Soins, zoals hij had aangekondigd in zijn antwoord
op mijn vraag van februari? Wat heeft dit overleg opgeleverd? Zijn er
eventueel nog overlegmomenten gepland met die organisaties?

Is de federale commissie Rechten van de Patiënt inmiddels opnieuw
samengesteld? Als dat niet het geval zou zijn, waaraan is die
vertraging te wijten? Wanneer denkt de minister die nieuwe federale
commissie te kunnen samenstellen?

Ik vraag mij tot slot nog af of die lange periode van inactiviteit van de
federale commissie gevolgen heeft op de werking van de federale
ombudsdienst en ook op de patiëntenrechten zelf. Als ik bedenk dat
de federale commissie toch een taak heeft in de bekendmaking van
de wet, kan ik mij moeilijk voorstellen dat er geen gevolgen zijn.

14.01 Annelies Storms (sp.a-

spirit): En décembre 2003, le
Conseil d'Etat a suspendu l'arrêté
royal du 16 mai 2003, entraînant
de ce fait la dissolution de la
commission Droits du patient. En
février, le ministre a déclaré qu'il
voulait constituer le plus
rapidement possible une nouvelle
commission.

Le Conseil d'Etat s'est-il déjà
prononcé sur le fond? Le ministre
s'est-il déjà concerté avec les
organisations concernées? Quel
en a été le résultat? Quand la
commission sera-t-elle à nouveau
opérationnelle? Quels sont les
effets de cette longue période
d'inactivité sur le fonctionnement
du médiateur fédéral?

14.02 Minister Rudy Demotte: U hebt mij vier vragen gesteld.

Ten eerste, de Raad van State heeft intussen het koninklijk besluit

14.02 Rudy Demotte, ministre: Le

Conseil d'Etat a annulé l'arrêté
royal du 16 mai. J'ai demandé à

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van 16 mei 2003 tot benoeming van de voorzitter en leden van de
federale commissie Rechten van de Patiënt vernietigd.

Ten tweede, zoals ik reeds op een eerdere vraag heb geantwoord,
heb ik de representatieve organisaties van ziekenhuizen,
ziekenfondsen, patiënten en beroepsbeoefenaars gevraagd hun
kandidaten voor te stellen. Sinds korte tijd ben ik in het bezit van alle
kandidaturen.

Ten derde, de nieuwe samenstelling van de federale commissie wordt
nu voorbereid.

Ik moet echter rekening houden met een aantal evenwichten: taal,
geslacht tussen beroepsgroepen, filosofische evenwichten, verplichte
minimale aanwezigheden, bijvoorbeeld de verplichte
vertegenwoordiging van het Duitse taalgebied. Ik zal echter het nodige
doen om deze commissie zo spoedig mogelijk samen te stellen.

Op uw laatste vraag kan ik u antwoorden dat de inactiviteit van de
federale commissie gedurende enkele maanden geen nadelige
gevolgen zal hebben voor de werking van de federale ombudsdienst.
De beide federale ombudspersonen zijn immers benoemd en
opgenomen in de administratie van de federale overheidsdienst
Volksgezondheid. Hun dagelijkse opdrachten kunnen zij uitvoeren
zonder dat zij hiervoor rechtstreeks van de commissie afhankelijk zijn.

toutes les organisations
représentatives de proposer leurs
candidats. J'ai, depuis lors, reçu
toutes les candidatures. On
s'attelle actuellement à la
composition de la commission. Un
certain nombre d'équilibres
importants doivent être respectés
et il faut notamment tenir compte
également de la représentation
obligatoire du groupe linguistique
allemand. L'inactivité n'a pas eu de
répercussions sur le médiateur
fédéral. Les médiateurs sont
nommés et ils ne dépendent pas
de la commission pour accomplir
leurs missions quotidiennes.

14.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik ben blij

te vernemen dat er schot in de zaak komt en dat de federale
commissie weldra zal worden samengesteld. Het valt mij wel op dat u
daarvoor geen termijn heeft bepaald, waarschijnlijk ook om uzelf wat
in te dekken.

Wat de impact op de federale ombudsdienst betreft, ben ik het wel
eens met wat u zegt. Ik heb echter nog wel een probleem met de
taken van de federale commissie en de bekendmaking van de wet. Ik
denk dat een en ander nog niet is gebeurd omdat er nog geen
federale commissie is. Mijn volgende vraag gaat daarover. Ik stel voor
dat ik hierover straks verder ga.

14.03 Annelies Storms (sp.a-

spirit): Je me réjouis de constater
que les choses progressent. Le
ministre affirme que la commission
fédérale sera bientôt constituée
mais il n'avance aucune date
précise. Il essaie peut-être de se
couvrir. Je me pose encore
certaines questions à propos des
missions de la commission et de
la publication de la loi. Je pense
que ces problèmes n'ont pas
encore été réglés parce que la
commission n'est pas encore
constituée.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

15 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Werk en Pensioenen over "de Website

van de rechten van de patiënt" (nr. 2955)

15 Question de Mme Annelies Storms au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "le site Internet

consacré aux droits du patient" (n° 2955)

15.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer

de minister, de federale commissie Rechten van de Patiënt heeft de
zeer specifieke taak ervoor te zorgen dat de ombudsdienst bekend
wordt gemaakt bij het brede publiek en vlot bereikbaar is. Een van de
middelen die daartoe kan gebruikt worden is een website. Ik heb de
website bezocht en heb moeten vaststellen dat de website van de
commissie Rechten van de Patiënt niet echt gebruiksvriendelijk is.

15.01 Annelies Storms (sp.a-

spirit): La commission fédérale
Droits du patient a notamment
pour mission de faire connaître le
service de médiation auprès du
public et dispose, parmi d'autres
moyens, d'un site web à cet effet.
Ce site n'est malheureusement

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ten eerste, het is heel moeilijk om de site te vinden. Ik heb in mijn
schriftelijke vraag het volledig adres opgenomen. Ik lees het even
voor: www.health.fgov.be/vesalius/devnew/NL/prof/thema etc..
Niemand die dergelijk lang webadres kan onthouden. Is het niet
aangewezen een andere domeinnaam in gebruik te nemen zoals
www. patiëntenrechten.be of alleszins een locatie die voor de mensen
veel gemakkelijker te vinden is? Mijnheer de minister, hebt u plannen
om dit te vergemakkelijken?

Ten tweede, de website is niet echt informatief. Ik vind geen
contactgegevens terug van de federale ombudsdienst. U hebt zojuist
gezegd dat er twee federale ombudspersonen werken. Geen enkele
naam, telefoonnummer of adres is te vinden op het gedeelte van de
website die patiëntenrechten behandelt. Er is evenmin een overzicht
beschikbaar van de ombudsdiensten per provincie. Het is
aangegeven maar helemaal niet ingevuld. Resultaat is dat een
patiënt, een geneesheer of verpleger niet via deze website in contact
kan treden met de federale ombudsdiensten en evenmin met de
ombudsdiensten van de ziekenhuizen. Wat zijn hiervan de oorzaken,
mijnheer de minister? Wanneer zal deze website bijgewerkt worden
met de correcte informatie? Ik hoop dat dit gebrek aan informatie niet
te wijten is aan het feit dat in bepaalde ziekenhuizen de ombudsdienst
nog steeds niet in werking is getreden. U weet, mijnheer de minister,
dat elk ziekenhuis sinds 1 november 2003 over een dergelijke
ombudsdienst moet beschikken.

Wat is er gebeurd met het budget patiëntenrechten dat was
vrijgemaakt voor 2004? De federale commissie moest dit budget
onder meer aanwenden voor de bekendmaking van de wet op de
patiëntenrechten.

guère convivial et est en outre
difficile à retrouver en raison de sa
longue adresse. Ne serait-il pas
indiqué de lui attribuer un nom de
domaine propre, par exemple
"www.droitsdupatient.be"? Ce site
est par ailleurs peu informatif. Il ne
mentionne pas les coordonnées
du service de médiation fédéral et
n'offre pas non plus un aperçu des
services par province.

Quand le site web sera-t-il mis à
jour sur la base des informations
correctes? Qu'est-il advenu du
budget affecté aux droits du
patient en 2004 et qui doit
notamment servir à la publication
de la loi relative aux droits du
patient?

15.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, de

patiëntenrechten bekendmaken via de website van het directoraat-
generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen van de FOD
Volksgezondheid betekende dat gebruik moest worden gemaakt van
de domeinnaam die toebehoort aan dit directoraat-generaal, namelijk
http://www.health.fgov.be/vesalius. Bovendien werd in de op ruime
schaal verspreide brochure "Samenwerken aan een gezondheidszorg
op mensenmaat" voor bijkomende informatie over patiëntenrechten
uitdrukkelijk verwezen naar de domeinnaam
http://www.health.fgov.be/vesalius.

Ondanks het feit dat ikzelf nog geen klachten heb ontvangen omtrent
het moeilijk vindbaar zijn van het thema patiëntenrechten op de
website, zal ik niet nalaten uw opmerking te laten onderzoeken.
Misschien hebben we nog geen klachten gekregen precies omdat de
mensen het nog niet gevonden hebben. Het feit dat alle
contactgegevens van de federale ombudsdienst nog niet zijn
opgenomen op de website, heeft er alles mee te maken dat deze door
organisatorische en procedurele redenen pas op 15 juni voltallig is.
Op dat ogenblik zullen de noodzakelijke contactgegevens op de
website worden geplaatst. Hetzelfde geldt voor de ombudsfuncties in
de ziekenhuizen. De registratie van de gegevens van de lokale
ombudspersonen, die door het merendeel van de ziekenhuizen reeds
werden bezorgd, wordt op dit ogenblik gefinaliseerd. Zodra de
gegevens volledig zijn, zullen ze in de website worden geïntegreerd.

Naar aanleiding van de publicatie van de patiëntenrechtenwet werd

15.02 Rudy Demotte, ministre: Le

site web consacré aux droits des
patients devait être hébergé sous
le nom de domaine de la direction
générale responsable:
"www.health.fgov.be/vesalius"

Dans les brochures diffusées, il
est fait référence à cette adresse
web. Quoique je n'aie reçu à ce
jour aucune réclamation, je vais
faire examiner votre observation.
Dans ce site web, il n'est pas
encore fait mention de
coordonnées permettant d'entrer
en contact avec le service
compétent parce que, pour des
raisons organisationnelles et
procédurales, ce service n'a été
au complet que le 5 juin.
L'enregistrement des médiateurs
et des médiatrices dans les
hôpitaux est en passe d'être
achevé. Ensuite, la liste sera
publiée sur le site web. Les
informations y relatives seront
aussi diffusées dans des

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

een uitvoerige informatiecampagne gevoerd via de brochure
"Samenwerken aan een gezondheidszorg op mensenmaat". In 2004
zal het verankerend beleid vooral bestaan uit de ondersteuning van
de lokale ombudspersonen. Er zullen voor hen in de tweede jaarhelft
workshops worden georganiseerd.

brochures. En outre, des ateliers
seront organisés dans la
deuxième moitié de l'année.

15.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, als u toch

binnenkort die gegevens op de website zult laten zetten, zou u dan
nog eens aan het directoraat-generaal willen vragen om de
mogelijkheid na te gaan om daarvoor een afzonderlijke domeinnaam
vrij te maken? De website is namelijk niet te vinden op internet. U
moet het misschien zelf eens proberen.

Ik moet steeds maar weer zoeken waar een en ander staat. Een
website is een heel handig middel om onder andere een aantal
beleidsmaatregelen bekend te maken, maar dan moeten ze wel te
vinden zijn. Ik druk daarmee alleen maar mijn zorg uit. Als er een
website is, dan kan men die beter goed gebruiken en niet die
maatregelen onvindbaar op de site vermelden. Ik hoop dat er snel
werk gemaakt zal worden van een oplossing.

Ik heb niet echt een antwoord gekregen op mijn vraag wat er zal
gebeuren met het budget voor de patiëntenrechten. U hebt gesproken
over flankerende maatregelen en ondersteuning van de lokale
ombudspersonen.

Op een schriftelijke vraag van eind 2003 had u geantwoord dat die
federale commissie de website zou klaarstomen en een tweede
sensibiliseringscampagne zowel inzake de patiëntenrechten als
inzake de ombudsdiensten opstarten. Ten eerste moet die website
opgestart worden. Ten tweede moeten die enkele duizenden
brochures rondgedeeld worden. Ik hoop dat daarvan met de nieuwe
federale commissie zo snel mogelijk werk gemaakt zal worden.

15.03 Annelies Storms (sp.a-

spirit): J'espère que le ministre
demandera à la direction générale
d'héberger le site web sous un
nom de domaine distinct car en ce
moment, ce site est introuvable.
Le ministre n'a pas vraiment
répondu à ma question sur le
budget. Outre le site web, des
brochures sont également
utilisées. J'espère que la nouvelle
commission fédérale fera
progresser rapidement les choses
sur tous ces points.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer de minister, op de agenda staan nog twee vragen van de heer Verhaegen en twee
vragen van de heer Crucke. Hebt u daarvoor nog de tijd?

15.04 Minister Rudy Demotte: Is de heer Crucke nog aanwezig?

De voorzitter: Hij komt blijkbaar nog, ja.

15.05 Minister Rudy Demotte: Goed.

15.06 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de

minister, ik had al voorgesteld om mijn vraag nr. 3081 over de
circuswerkgroep opnieuw uit te stellen.

Op mijn vraag nummer 3048 over de salmonellabesmetting heb ik
een uitvoerig schriftelijk antwoord gekregen van de minister. Ik neem
genoegen met dat antwoord.

Ik kan dus meteen mijn vraag stellen over de strijd tegen cannabis.

16 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"de strijd tegen cannabis" (nr. 3066)

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

16 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la

lutte contre le cannabis" (n° 3066)

16.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, collega's, de

cannabiskweek in mijn regio neemt schrikwekkende proporties aan.
Er gaat bijna geen dag voorbij of er vliegt wel een hennepteler tegen
de lamp. Het gaat bovendien om een wel erg dure lamp, want
blijkbaar gebruikt men gesofisticeerd materiaal. Met de clandestiene
plantages in kelders, op zolders en in loodsen men kan het zo gek
niet bedenken wordt blijkbaar goed geld verdiend.

Eens gevat verklaren die personen doodleuk dat zij zich van geen
kwaad bewust zijn omdat softdrugs naar verluidt toch legaal zijn. Dat
maakt de zaak natuurlijk een heel stuk moeilijker. We mogen ook niet
vergeten dat de door de regering toegelaten huisteelt de productie
aanzienlijk stimuleert.

Na mijn interpellatie tot de minister van Justitie en mijn vraag aan de
minister van Binnenlandse Zaken, richt ik mij tot u, mijnheer de
minister, uit bezorgdheid over de snel toenemende groep van
onschuldigen die meegesleurd worden in de spiraal van drugsgebruik.
Geen enkel aspect van het leven blijft onaangeroerd door deze ware
epidemie. Misdaad en geweld zijn uiteraard de meest duidelijke
nevenproducten, maar disfunctioneren, immoraliteit, spijbelgedrag,
mislukte carrières, bedreigde gezinnen en kapotgemaakte levens zijn
ook allemaal gevolgen van de opgang van cannabis.

Na meer dan twintig jaar burgemeester te zijn op het platteland heb ik
de voorbije jaren die miserabele toestand jammer genoeg aan den
lijve moeten ondervinden. Ik werd bezocht door een grootmoeder die
door haar kleinkind werd afgetuigd voor drugsgeld. Ik heb
drugsgebruikers gezien die inbreken bij de ouders van één van die
havelozen, van die verslaafden, om daar geld te krijgen om aan hun
drugs te raken. Het is werkelijk een escalatie van fysieke
geweldpleging. Het is niet meer te doen. Om dan toch de volgens mij
veel te lakse en onduidelijke houding van de regering te maskeren
stelden uw collega's van Justitie en Binnenlandse Zaken in hun
antwoord dat het gebruik van drugs en dan in het bijzonder van
softdrugs louter een probleem van volksgezondheid zou zijn. Vandaar
uiteraard dat ik bij u terechtkom. Uiteindelijk is het zo dat de drama's
die gepaard gaan met drugs van dag tot dag verergeren en dat raakt
mij diep.

Een aantal experts om het nu over de gezondheid te hebben is
het er nu ook over eens dat ook het gehalte van het werkzaam
product, thc tetradydrocannabinol in de nederwiet, de planten die
binnenshuis geteeld worden, driemaal is toegenomen ten opzichte
van de buitenlandse cannabisproducten. De Verenigde Naties
waarschuwen ook voor lobby's die cannabis willen legaliseren, omdat
recente studies aantonen dat cannabis de hersenen beschadigt en bij
jonge mensen zelfs hartaanvallen kan veroorzaken. Er wordt ook
verwezen naar een Britse studie die aantoont dat het roken van drie
joints even slecht is voor de luchtwegen als twintig sigaretten. Ik denk
dat het dus tijd is om drastisch op te treden.

Mijnheer de minister, bent u zich bewust van de toenemende groep
van vooral steeds jongere cannabisgebruikers en de hieraan
verbonden gezondheidsrisico's? Zo ja, bent u dan ook bereid om er

16.01 Mark Verhaegen (CD&V):

La culture du cannabis prend des
proportions inquiétantes dans ma
région. La confusion générée par
la nouvelle loi relative aux
stupéfiants et la culture à domicile
qu'elle autorise ne font que
stimuler la production,
apparemment très lucrative. Ce
fléau entraîne non seulement une
recrudescence de la criminalité et
de la violence, mais détruit
également des vies humaines.

Le gouvernement fait de la
consommation de drogues dites
"douces" un problème de santé
publique afin de masquer la
politique laxiste des départements
de la Justice et de l'Intérieur. Les
experts conviennent que la teneur
en THC des plants de cannabis -
également dénommé "cannabis
néerlandais" "nederwiet" cultivés
à l'intérieur est bien plus élevée
que celle des plants cultivés à
l'extérieur. On envisage même
d'intégrer le cannabis néerlandais
à la liste des drogues dures. Selon
les Nations Unies, le cannabis
endommage le cerveau et peut
être à l'origine de crises
cardiaques chez les jeunes. Une
étude réalisée en Grande-
Bretagne révèle qu'il est tout aussi
nocif de fumer trois joints que vingt
cigarettes.

Le ministre est-il conscient des
risques sanitaires liés à la
consommation de cannabis par
une population sans cesse plus
jeune? Est-il disposé à préconiser
une révision de la loi sur les
drogues et de la politique de
tolérance auprès de ses collègues
du gouvernement fédéral?

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

bij uw collega's in de regering op aan te dringen de drugswet en het
gedoogbeleid voor cannabis te herzien? Ik heb op dat vlak immers
geen succes geboekt bij uw collega's.

16.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, met het

huidige drugsbeleid wordt de federale nota over drugs uitgevoerd. In
deze nota is het grootste deel van de begroting voor het drugsbeleid
bestemd voor gezondheidszorg waaronder het onthaal, de bijstand en
de opvang van druggebruikers. Verschillende pilootstudies en
pilootprojecten zoals dubbele diagnose, gezondheidsnetwerken en
crisiscentra zijn in uitvoering. De evaluatie ervan is voor de maanden
juni, juli gepland. Op basis van de verslagen die men mij nog zal
bezorgen, zal ik beslissen om de projecten te verlengen of nieuwe
initiatieven te nemen. Ik denk dat beide ertoe zullen bijdragen een
nieuwe impuls te geven aan het beleid ter ondersteuning van de
druggebruikers.

In verband met de preventie kan ik u bevestigen dat mijn
medewerkers hun inspanningen geregeld coördineren met de op dit
gebied bevoegde Gemeenschappen teneinde een zo coherent
mogelijk beleid te voeren. Ik heb eveneens het voornemen om de
oprichting te versnellen van een algemene cel waarin alle ministers
zitting hebben die bij de drugsproblematiek betrokken zijn.

Op de tweede vraag zal ik kort antwoorden. De verbintenis betekent
natuurlijk ook dat ik het prioritaire karakter van het zorg- en
preventiebeleid erken.

16.02 Rudy Demotte, ministre: La

note de politique fédérale en
matière de drogues est mise en
oeuvre dans ses grandes lignes.
De l'argent est principalement
prévu pour les soins de santé,
l'accueil des toxicomanes par
exemple. Différents projets pilotes
feront l'objet d'une évaluation aux
mois de juin et de juillet. Sur la
base des résultats de cette
évaluation, je déterminerai quels
projets pourront se poursuivre et si
de nouvelles initiatives s'imposent.

En ce qui concerne la prévention,
une concertation est régulièrement
organisée avec les Communautés.
Nous devons mener une politique
cohérente. Je souhaite d'ailleurs
mettre sur pied une cellule
"drogues" qui regrouperait tous les
ministres concernés par cette
problématique. Enfin, je reconnais
le caractère prioritaire des soins et
de la prévention.

16.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, uw antwoord

voldoet mij niet. Ik ben blij dat u aandacht zal besteden aan de
problematiek, dat er een evaluatie op het terrein zal gebeuren en dat
u een cel zal oprichten waarin alle ministers vertegenwoordigd zijn. Ik
hoop dat u hierin uw rol als minister van Volksgezondheid zal spelen,
omdat het blijkbaar een probleem van volksgezondheid is.

Ik hoop echt dat de drugswet en het gedoogbeleid kan worden
herzien. Ik weet dat wij daar nog niet aan toe zijn. In de drugsnota
staat wel een concreet programma van actiepunten. Ik zal ze niet
herhalen, zoals ik dat gedaan heb bij uw collega's. Hoe dan ook, als
die punten al worden uitgevoerd, doet men ten minste wat men heeft
beslist. Dan doet men toch al iets. Dat gaat voor ons natuurlijk niet ver
genoeg, maar dan is men wel al op de goede weg.

Ik hoop nog altijd dat de bereidheid blijft bestaan om, gelet op het
toegenomen ernstig drugsprobleem, de zaak om te buigen. Ik heb
immers de indruk dat de nota op het terrein niet werkbaar is, dat ze
een klap in het gezicht betekent van vele politiemensen, van de
medewerkers in het drugspreventienetwerk, van alle mensen die dag
in dag uit op de bres staan om het probleem te helpen oplossen en
die ook in de scholen ten strijde trekken. Ik denk dat er maar één
goed signaal is en dat is duidelijkheid. De aanpak moet zeker worden
verstrengd vooraleer het te laat is.

16.03 Mark Verhaegen (CD&V):

La réponse du ministre ne me
satisfait guère. J'espère qu'il joue
son rôle au sein de la cellule
fédérale et je persiste à croire qu'il
faut revoir la loi sur les stupéfiants
et la politique de tolérance. On
pourrait en tout cas entamer la
réalisation des points d'action. Il
apparaît par ailleurs que la note en
matière de drogue est inutilisable
sur le terrain. Tous ceux que la
problématique de la drogue
concerne veulent la clarté.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

17 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les

divergences d'opinion entre l'Absym et l'APB à propos des échantillons médicaux" (n° 3118)

17 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"de meningsverschillen tussen de BVAS en de APB met betrekking tot de medische monsters"
(nr. 3118)

17.01 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, monsieur le

ministre, j'ignore si nous assistons à une nouvelle guerre ou à un
épisode de la guerre entre les pharmaciens et les médecins, mais un
communiqué de l'agence Belga du 7 juin 2004, parlant de l'Absym, le
plus important syndicat des médecins du pays, précisait que ce
syndicat menaçait de vendre dorénavant des médicaments à la place
des pharmaciens. Cette déclaration trouvait son origine dans les
dissensions apparues lors de discussions portant sur la répartition
des échantillons gratuits offerts aux patients.

Il existe diverses raisons pour lesquelles offrir des échantillons.
Parfois, c'est l'urgence, et ce devrait surtout être l'urgence envers la
clientèle reçue par un médecin; parfois, il s'agit de raisons sociales.

L'année passée, le nombre d'échantillons gratuits reçus par les
médecins était limité sur la base d'un accord. Monsieur le ministre,
très logiquement, à la suite d'une demande de l'industrie et des
médecins, vous avez invité toutes les parties à la table des
négociations. Un accord a été conclu avec l'Association
pharmaceutique belge. Il prévoyait que les pharmaciens seraient
intégrés dans la distribution des échantillons gratuits attribués aux
médecins.

La réaction de l'Absym à cet accord ne s'est pas fait attendre.
L'Absym a suspendu toutes les négociations en cours et exige
3 millions d'euros comme prémices d'un budget complémentaire
nécessaire pour le financement des besoins urgents, tels que les
besoins gynécologiques et pédiatriques. L'Absym semble vouloir
relancer également un lobbying actif auprès de la classe politique.
Vous en serez sans doute le premier avisé; tout au moins le premier
concerné.

De son côté, l'APB dit comprendre le malaise des médecins, mais
n'accepte pas l'attitude de ces derniers. L'APB rappelle que son
objectif reste de développer la valeur ajoutée de leur profession et de
celle des médecins au bénéfice de l'assurance maladie et du patient.

Il ne m'appartient évidemment pas de prendre fait et cause pour l'une
ou l'autre profession, toutes deux fort utiles dans le domaine de la
santé, mais il est vrai que ces discussions, lorsqu'elles aboutissent
sur la place publique, sont bien regrettables et mettent le patient ou le
client, selon qu'il s'agisse du côté du médecin ou du pharmacien,
dans une situation de malaise.

Monsieur le ministre, si je peux comprendre votre réserve à chaud
quand vous avez décliné toute déclaration, sans doute pour éviter
d'envenimer la polémique, à présent que les esprits sont sans doute
rassérénés, il serait bon que vous puissiez maintenant nous donner
votre point de vue. Je souhaite connaître votre opinion et savoir si
vous comptez reprendre les négociations et rappeler les parties
autour de la table.

17.01 Jean-Luc Crucke (MR): De

BVAS, de belangrijkste
artsenbond, heeft er naar verluidt
mee gedreigd in plaats van de
apothekers geneesmiddelen te
willen verkopen. Die uitspraak
kadert in de discussie rond de
afgifte van gratis stalen aan de
patiënten. Het aantal daarvan
werd beperkt.

U nodigde alle partijen uit aan de
onderhandelingstafel. Er zou een
akkoord zijn afgesloten met de
APB, de Algemene
Pharmaceutische Bond. Krachtens
dat akkoord zouden de apothekers
voortaan bij de verdeling van de
gratis stalen worden betrokken. De
BVAS reageerde daarop door het
overleg te verlaten en eiste 3
miljoen euro extra voor de
financiering van de dringende
noden. APB heeft begrip voor de
heersende malaise binnen het
artsenkorps, maar keurt de
houding van de geneesheren af. Ik
wil me niet achter deze of gene
scharen, maar ik betreur dat dit
conflict publiekelijk wordt
uitgevochten. Kan u, nu de
gemoederen enigszins bedaard
zijn, meedelen welke initiatieven u
zal nemen om de
onderhandelingen met alle
betrokkenen opnieuw op te
starten?

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

17.02 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, monsieur

Crucke, permettez-moi tout d'abord de clarifier les informations que
vous avez fournies au sujet de l'accord que j'ai conclu avec les
pharmaciens.

J'ai effectivement signé, le 5 avril 2004, un accord qui a été approuvé
entre-temps par le Conseil des ministres d'Ostende et qui prévoit que
la proposition alternative faite par l'APB pour les échantillons soit
simplement soumise pour avis aux médecins et aux mutuelles. Il était
convenu avec les pharmaciens que si aucun consensus ne se
dégageait cela figure dans le texte de l'accord le projet initial, à
savoir l'élargissement du nombre d'échantillons, limités, il me semble,
à 6 par produit et par an serait élevé à 8. En l'absence manifeste je
lis la presse de réaction sur le texte, c'est ce qui a été fait. Le projet
d'arrêté royal relatif à l'élargissement du nombre d'échantillons a été
envoyé au Conseil d'Etat. Il sera publié dès que nous aurons obtenu
l'avis de ce dernier.

Je n'ai pas voulu me mêler, dans un premier temps, à une polémique
très publique qui était, selon moi, relativement stérile et qui donnait
une mauvaise image de l'ensemble des prestataires qu'il s'agisse des
médecins ou des pharmaciens. Une fois que les esprits se sont un
peu calmés, j'ai donc invité les médecins et les pharmaciens à mon
cabinet. Cela se passait ce lundi 14 juin. Je peux vous dire que je suis
entièrement satisfait de cet entretien. Les syndicats représentatifs
étaient tous présents. Chacun a pu exprimer clairement son point de
vue et a pu être entendu. La concertation pourra donc reprendre sur
des bases saines.

Nous nous sommes mis d'accord sur la tenue prochaine d'une
nouvelle réunion afin d'avancer sur une série de thématiques. Je vous
donne un exemple très concret qui nous intéresse tous: c'est la
question du rôle du pharmacien, notamment dans la revalorisation de
sa fonction intellectuelle dont on a largement parlé.

Plus importante encore à mes yeux du moins aussi importante car
je ne veux pas établir de hiérarchie entre elles est la question de la
prescription en DCI, c'est-à-dire la faculté de prescrire les molécules,
ce qui apporte à mon sens une grande plus-value à la politique du
médicament, à la fois pour le budget des soins de santé et
singulièrement le secteur des médicaments, ainsi que pour l'état
d'esprit nouveau que cela pourrait susciter. Voilà qui répond à votre
question.

Je crois que nous sommes dans une phase d'apaisement entre
médecins et pharmaciens, du moins je le crois; je l'appelle de mes
voeux et je vais oeuvrer en ce sens.

17.02 Minister Rudy Demotte: Ik

heb op 5 april 2004 inderdaad een
overeenkomst met de apothekers
gesloten die bepaalt dat het
alternatief voorstel van de APB
voor de geneesmiddelenmonsters
voor advies aan de artsen en de
ziekenfondsen zal worden
voorgelegd. Er was voorzien in
een uitbreiding van het aantal
monsters bij het uitblijven van
reacties. Het ontwerp-koninklijk
besluit betreffende die uitbreiding
werd aan de Raad van State
toegezonden. Zodra wij het advies
van de Raad van State hebben
ontvangen, zal het besluit worden
gepubliceerd.

Ik wilde mij niet mengen in die vrij
steriele polemiek. Ik heb de artsen
en de apothekers op 14 juni op
mijn kabinet uitgenodigd. Alle
representatieve beroeps-
organisaties waren aanwezig. Alle
betrokkenen hebben hun
standpunten kunnen uiteenzetten
en werden gehoord. Het overleg
kan dus op een gezonde basis
worden hervat. Wij zijn het eens
geworden over een nieuwe
vergadering in de nabije toekomst
teneinde vooruitgang te kunnen
boeken over andere thema's,
zoals de kwestie van de -
intellectuele - rol van de apotheker
of het voorschrijven op stofnaam,
d.w.z. met vermelding van de
naam van de molecule.

Ik geloof dat de verhoudingen
tussen de artsen en de apothekers
nu minder gespannen zijn.

17.03 Jean-Luc Crucke (MR): Je remercie le ministre pour sa

réponse et l'information extrêmement fraîche puisque cette réunion
s'est tenue hier. Il est heureux que les intéressés, médecins et
pharmaciens, puissent discuter autour d'une table. Ce sont deux
professions indispensables à la santé et il eût été malheureux qu'on
ne puisse pas dégager de consensus, en tout cas que le dialogue ne
puisse pas avoir lieu entre ces deux professions.

17.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik

dank u voor die informatie heet
van de naald.

L'incident est clos.

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het incident is gesloten.

18 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "sa

rencontre avec des représentants de la filière viande bovine le 7 juin dernier" (n° 3137)

18 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"zijn ontmoeting met vertegenwoordigers van de rundvleessector op 7 juni jongstleden" (nr. 3137)

18.01 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la présidente, monsieur le

ministre, la presse locale via le "Courrier de l'Escaut" a rapporté votre
rencontre du 7 juin dernier avec le secteur de la filière viande bovine à
Ath. Mon attention étant attirée, comme la vôtre, par cette
problématique, je souhaiterais obtenir une piste de réponse aux
questions qui y ont été évoquées.

Une des pistes avancées afin de remédier à la surcharge
administrative dont se plaignent les représentants du secteur est,
selon vos déclarations, l'introduction de formulaires uniques à
destination tant de l'Agence fédérale pour la Sécurité alimentaire
(AFSCA) que de votre ministère. Vous avez également déclaré que
l'AFSCA allait organiser des cours pour les personnes susceptibles
d'être contrôlées.

Qu'entendez-vous exactement par cette phrase? En quoi consistent
ces cours pour ces personnes susceptibles d'être contrôlées? Quand
ces formulaires uniques seront-ils introduits? Quelles initiatives, à
l'exception de celle du formulaire unique, comptez-vous prendre pour
accroître l'harmonisation entre l'AFSCA et le ministère de la Santé?

18.01 Jean-Luc Crucke (MR):

Een van de oplossingen die
aangereikt worden om de
papierberg te verkleinen waarover
de vertegenwoordigers van de
rundvleessector hun beklag doen,
zou er volgens u in bestaan één
enkel formulier te gebruiken dat
zowel voor het Federaal
Agentschap voor de veiligheid van
de voedselketen als voor het
ministerie van Volksgezondheid
bestemd zou zijn. U heeft
aangekondigd dat het FAVV een
opleiding zou organiseren voor
mensen die gecontroleerd kunnen
worden. Wat bedoelt u daar
precies mee? Wanneer zal dat
eenheidsformulier ingevoerd
worden? Wat denkt u nog meer te
ondernemen met het oog op een
verdere harmonisering van de
werkwijze van het FAVV en het
ministerie van Volksgezondheid?

18.02 Rudy Demotte, ministre: Lors de l'entrevue que j'ai eue avec la

filière bovine, j'ai expliqué notamment que la création et le
développement ultérieur de l'AFSCA était, est et sera une opportunité
pour réaliser une simplification administrative des démarches que
doivent opérer les entreprises dans le secteur.

Avant la mise en route de l'AFSCA je rappelle l'historique de la
situation, c'est important pour nous , les inspections dans la chaîne
alimentaire ont été effectuées par cinq services d'inspection divers,
chacun avec leur propre système d'agrément et d'inspection et avec
des procédures différentes: l'Institut d'expertise vétérinaire,
l'Inspection générale des denrées alimentaires, les services
vétérinaires, le service de la qualité des produits animaux, le service
des matières premières.

Vous voyez qu'il y a là une diversité qui est extrêmement complexe.
Ces services ont été intégrés dans l'AFSCA et le SPF Santé publique
- sécurité de la chaîne alimentaire et environnement. Au sein de
l'AFSCA, il y a, pour le moment, un certain nombre de projets en
cours et qui ont pour but d'uniformiser toutes ces traditions, toutes ces
cultures d'entreprise qui existaient dans les administrations et les
services d'inspection antérieurs.

Je vous cite les projets qui existent.

Il y a d'abord un projet qui s'intitule "Food at work" et qui dessine à

18.02 Minister Rudy Demotte: Ik

heb een gesprek gehad met
vertegenwoordigers van de
rundvleessector, en ik heb hen
uitgelegd dat het FAVV
mogelijkheden biedt op het stuk
van administratieve
vereenvoudiging. Voordien ging
het om wel vijf organen, met
uiteenlopende procedures. Die
diensten werden inmiddels
ondergebracht bij het FAVV en de
FOD Volksgezondheid.

Binnen het FAVV lopen er
projecten om de bedrijfsculturen
van de vroegere administraties
beter op elkaar af te stemmen.

Men kan nog vraagtekens
plaatsen bij de samenwerking
tussen het FAVV en de FOD
Volksgezondheid die berust op
een protocol dat in 2003
ondertekend werd. De FOD
bereidt het beleid voor en het

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

nouveau les processus internes à l'AFSCA.

Il y a ensuite le projet "Foodnet", par lequel les systèmes
informatiques sont intégrés dans un réseau global unifié. On prévoit
également que les entreprises auront accès par voie électronique à
toutes les données et que celles-ci pourront communiquer avec
l'AFSCA, également par voie électronique. Ces projets vont aboutir au
fait que les entreprises disposent dans un avenir proche d'une seule
procédure d'information informatisée avec l'AFSCA. Si tout se déroule
comme prévu, je parle toujours avec prudence, cela devrait être
réalisé en 2005. Je parle toujours avec prudence car quand on
annonce des dates au parlement, on dépasse les délais, il n'y a aucun
doute là-dessus. Normalement, nous y arriverons en 2005 mais je
vous donnerai les réserves verbales nécessaires maintenant pour ne
pas qu'on me prenne en défaut en disant que c'est arrivé début 2006
plutôt qu'en 2005. Ici, il s'agit de la date annoncée par l'administration.

Si tout cela a été mis en évidence lors d'entrevues avec les
représentants du secteur, je dois dire qu'il reste un certain nombre de
points d'interrogation. L'un d'entre eux portait notamment sur la
question de la collaboration de l'AFSCA et du SPF Santé publique -
sécurité de la chaîne alimentaire. Pour tout dire, il est fondé sur un
protocole qui a été signé en 2003 et il y a eu une répartition des
tâches entre les deux organisations qui dit en clair que le SPF a
comme tâche de préparer la politique et l'AFSCA dessine la politique
de contrôle.

Donc, l'un prépare la politique sur le plan des grands tracés, l'autre
met en place et réalise les inspections ainsi qu'un certain nombre
d'audits.

En ce qui concerne la formation, l'AFSCA collabore de façon très
étroite avec les organisations sectorielles et participe activement à
des sessions d'information avec les entreprises. De plus, l'AFSCA
lance, pendant l'été 2004, un projet-pilote en matière de collaboration
avec l'IFAPME sur la base des concepts de contrôle annoncés. Sur le
fond, on utilise une formule d'humour: l'AFSCA dit apprendre
comment survivre à un contrôle de l'AFSCA. En d'autres termes, ils
vont donner des tuyaux, à l'instar des panneaux annonçant la
présence de radars destinés aux contrôles routiers en vue de
conduire plus prudemment: quels sont les éléments qui seront
contrôlés? Comment nos inspecteurs déterminent-ils un cahier des
charges qu'ils vont vérifier?

L'avantage de cette méthodologie de formation réside dans le fait que
toutes les personnes intéressées (distributeurs, commerçants, etc.)
vont pouvoir suivre ces formations et ont la garantie de bien connaître
la méthodologie par la suite. Cela me paraît à moi, qui suis très
vigilant à l'aspect préventif des choses, une bonne façon de leur éviter
de se retrouver devant des inspecteurs dont ils ne comprennent pas
le travail, qui surprennent en posant des questions auxquelles on ne
s'attendait pas et qui, parfois, auraient très bien pu faire l'objet d'une
préparation si on les avait tout simplement informés de la nature des
questions qui pouvaient être posées.

FAVV werkt het controlebeleid uit.

Ten gronde zal het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van
de Voedselketen op humoristische
toon verduidelijken dat het de
bedoeling is "te leren de controle
van het FAVV te overleven" om te
vermijden dat de mensen te
maken krijgen met inspecteurs
wier werk ze niet kennen.

18.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Ma question ne visait évidemment pas à remettre
l'opportunité de l'AFSCA en cause. Notre pays a suffisamment

18.03 Jean-Luc Crucke (MR):

Het is niet mijn bedoeling om het
nut van het FAVV ter discussie te

15/06/2004

CRIV 51

COM 297

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

souffert de crises en son temps, lesquelles ont suffisamment défrayé
la chronique pour en arriver à admettre cette administration comme
nécessaire.

Il ne faudrait pas non plus qu'elle engendre de nouvelles lourdeurs
dans un dossier où, ce qui est sur le tapis, c'est la concurrence entre
producteurs étrangers, hors frontières belges. Je me suis laissé dire
que les contrôles y étaient parfois nettement moins sévères et moins
stricts, ce qui représente une charge supplémentaire pour les
producteurs belges.

Je reconnais que l'idée de permettre une formation par laquelle on
pourrait faciliter tant le travail du contrôleur que du contrôlé est
intéressante. Toutefois, j'attire l'attention sur le fait que, pour moi,
l'idéal serait la simplification totale, ce qui ne signifie pas aucune
simplification et aucun contrôle, ne tombons pas dans l'excès
contraire. Vous savez comme moi que la formation qu'il faudra suivre
pour obtenir les réponses et donc opérer ces contrôles de manière
plus adéquate impliquera pour ceux qui sont souvent des
indépendants des charges supplémentaires en temps. Ce sont
souvent des gens déjà fort occupés sur le plan professionnel. Aussi,
je pense qu'il faut réellement aller vers ce que l'on appelle "la
simplification administrative", même sur le plan de la santé, ce qui ne
doit pas nuire, je comprends la difficulté du débat, à la qualité du
contrôle et donc à la qualité de tout ce qui est mis sur le marché.

stellen, maar de procedures
mogen er niet nog logger op
worden door toedoen van het
Agentschap, waardoor de
producenten extra lasten opgelegd
worden die mogelijk niet in het
buitenland bestaan.

18.04 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, je ne tiens

pas à avoir le dernier mot mais je veux donner une précision
importante. La simplification administrative est possible dans tous les
secteurs, en ce compris celui de la santé publique et le contrôle de la
qualité sanitaire, mais c'est aussi un domaine dans lequel il faut veiller
à ce que la simplification ne devienne pas l'arbre qui cache la forêt, la
forêt étant notre santé.

Il est vrai que les procédures sont complexes car les méthodologies à
mettre en place et les éléments à contrôler le sont aussi; on l'a encore
vu la semaine passée lors des questions posées par M. Crucke et
vous-même, madame la présidente, sur le contrôle des activités dans
les festivals et événements locaux.

Si on n'a pas de protocoles, autrement dit des procédures bien
établies, qui nécessitent un support papier, de l'information, des
formations, on ne s'en sort pas. La question est de savoir si on se
trouve devant une égalité des différents producteurs et commerçants.
Il est clair que les grandes chaînes, les grands groupes, les
personnes puissantes ont davantage connaissance des mécanismes
que les petits. C'est la raison pour laquelle j'organise ces formations.
Ces dernières visent à leur donner des outils d'appréciation. Parfois, il
suffit de très peu pour se mettre "up to date".

En ce qui concerne la question des normes internationales, la
question est plus délicate. Je l'ai d'ailleurs dit au secteur. Quel est le
problème auquel nous sommes confrontés? Je ne dis pas que la
Belgique doit toujours être le pays moralisateur et dire qu'elle fait
mieux, etc., même si, en matière de santé publique, il serait plutôt
positif de tenir de tels propos. Mais ce n'est pas là que se situe
l'aspiration. Nous sommes confrontés au problème inverse en
Europe. En effet, en matière de normes, le plus grand danger, c'est

18.04 Minister Rudy Demotte:

Het mag niet zijn dat we ons zo
blind staren op de
vereenvoudiging dat we door de
bomen het bos niet meer zien. En
het bos, dat is onze gezondheid.
Als de procedures niet goed
vastgesteld zijn, komen we er
nooit uit.

De grote groepen zijn ter zake
uiteraard beter geïnformeerd dan
de kleine, vandaar het belang van
opleidingen. Op Europees niveau
schuilt het grootste gevaar inzake
normen in de afstemming op de
landen met de minst strenge
normen.

CRIV 51

COM 297

15/06/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

que nous nous alignions sur les pays dont le niveau de protection est
le plus bas. Tel est le problème que nous avons en matière de
marchés. Je connais un peu le secteur du bétail car, comme
M. Crucke, je vis dans la campagne. Je songe, notamment aux
importations d'un certain nombre de produits vivants ou pas de pays
d'Europe centrale et de l'Est où les normes sanitaires, même si
l'Europe aujourd'hui les tire vers le haut, restent très inférieures de
celles que nous connaissons. Je demande que les propos que je vais
tenir ne soient pas repris dans le rapport car il est inutile d'être vexant.
Mais je connais, pour des raisons que M. Crucke n'ignore pas, très
bien les pays d'Europe centrale et de l'Est et j'ai eu l'occasion de
visiter des entreprises de transformation alimentaire. Je ne ferai pas
plus de commentaires sur le sujet.

18.05 Jean-Luc Crucke (MR): Je rejoins le ministre sur ce qui a été

dit. En termes de formation, ce qui est difficile pour ces petits
producteurs, c'est la multiplication des formations. Il n'y a pas que
celles organisées par l'AFSCA mais les Classes moyennes s'y
mettront sans doute également, tout comme les corps patronaux.
Tout cela, l'ensemble de ces formations fait que cette charge devient
insupportable. Par rapport à cette concurrence, je comprends votre
réserve en la matière: elle me semble très légitime. Cependant, j'ai pu
assister récemment à une importation de bétail polonais en Belgique.
Je peux vous assurer, sans pouvoir dire où le bétail se trouve
précisément quelque part entre Flobecq et Frasnes-les-Anvaing ,
qu'il peut y avoir des craintes et aussi un mécontentement des
producteurs qui ne jouent pas la carte de cette filière-là et à raison. En
effet, ils se demandent comment on pourra les contrôler. Lorsqu'on
les contrôlera, il sera trop tard et la viande sera déjà écoulée dans la
chaîne.

Il y a un vrai travail de protection à réaliser, vous avez raison, et un
vrai travail de sûreté et de sécurité, vous avez raison aussi, mais
n'alourdissons pas les charges de ceux qui jouent les règles du jeu.
Ce sont ceux qui ne les jouent pas qui doivent être pris.

18.05 Jean-Luc Crucke (MR): Er

zijn zoveel opleidingen dat het
onbetaalbaar wordt. Laten we het
werk van degene die de spelregels
respecteren niet nog meer
belasten. Wie de spelregels niet
volgt moet gestraft worden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 17.51 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.51 uur.