CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 284
CRIV 51 COM 284
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
R
ÉUNION COMMUNE DES COMMISSIONS DE
L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES GÉNÉRALES ET DE
LA
F
ONCTION PUBLIQUE
,
ET DE LA
J
USTICE
G
EMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN DE
COMMISSIES VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
A
LGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
,
EN VOOR DE
J
USTITIE
mercredi
woensdag
02-06-2004
02-06-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Echange de vues et interpellations jointes de
1
Gedachtewisseling en samengevoegde
interpellaties van
1
- M. Tony Van Parys au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le plan national de
sécurité et la note cadre relative à la sécurité
intégrale" (n° 361)
1
- de heer Tony Van Parys tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het nationaal veiligheidsplan en de kadernota
integrale veiligheid" (nr. 361)
1
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la réforme des polices
et les implications de cette réforme pour le
personnel et les administrations locales" (n° 362)
1
- de heer Dirk Claes tot de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming en de implicaties voor personeel
en lokale besturen" (nr. 362)
1
- M. Paul Tant au vice-premier ministre et ministre
de l'Intérieur sur "l'existence de chiffres très
divergents en ce qui concerne la capacité
opérationnelle de la police fédérale" (n° 363)
1
- de heer Paul Tant tot de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken over "de sterk
variërende cijfers inzake de federale
politiecapaciteit" (nr. 363)
1
Orateurs: Tony Van Parys, Dirk Claes, Pieter
De Crem
, président du groupe CD&V, Willy
Cortois, Paul Tant, Patrick Dewael
, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur, Filip
De Man, Laurette Onkelinx
, vice-première
ministre et ministre de la Justice, Jo
Vandeurzen, Nancy Caslo, Philippe De
Coene, Alfons Borginon
Sprekers: Tony Van Parys, Dirk Claes, Pieter
De Crem
, voorzitter van de CD&V-fractie,
Willy Cortois, Paul Tant, Patrick Dewael
,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Filip De Man, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Jo Vandeurzen, Nancy Caslo,
Philippe De Coene, Alfons Borginon
Motions
65
Moties
65
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1

REUNION COMMUNE DES
COMMISSIONS DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE, ET
DE LA JUSTICE
GEMEENSCHAPPELIJKE
VERGADERING VAN DE
COMMISSIES VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT, EN VOOR DE
JUSTITIE
du
MERCREDI
2
JUIN
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
2
JUNI
2004
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.21 heures par MM. Thierry Giet et Alfons Borginon, présidents.
De vergadering wordt geopend om 14.21 uur door de heren Thierry Giet en Alfons Borginon, voorzitters.

Le président: Nous allons reprendre le débat. Je tiens à préciser que la Conférence des présidents a
décidé d'y ajouter trois interpellations. Vous avez reçu la modification de l'ordre du jour.

Pour que les choses soient claires, je vais donner la parole aux auteurs des trois interpellations, dans
l'ordre des inscriptions. Nous poursuivrons ensuite le débat. A l'issue de celui-ci et des réponses des deux
ministres, si les interpellants l'estiment nécessaire, ils déposeront les motions qu'ils souhaitent.

Dans l'ordre, je vais donc donner la parole à M. Van Parys, M. Claes, M. Tant et à qui voudra intervenir sur
le plan national de sécurité et les autres documents qui sont à l'ordre du jour.
01 Gedachtewisseling en samengevoegde interpellaties van
- de heer Tony Van Parys tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
nationaal veiligheidsplan en de kadernota integrale veiligheid" (nr. 361)
- de heer Dirk Claes tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming en de implicaties voor personeel en lokale besturen" (nr. 362)
- de heer Paul Tant tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de sterk
variërende cijfers inzake de federale politiecapaciteit" (nr. 363)
01 Echange de vues et interpellations jointes de
- M. Tony Van Parys au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan national de sécurité
et la note cadre relative à la sécurité intégrale" (n° 361)
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réforme des polices et les
implications de cette réforme pour le personnel et les administrations locales" (n° 362)
- M. Paul Tant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'existence de chiffres très
divergents en ce qui concerne la capacité opérationnelle de la police fédérale" (n° 363)
01.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, ik
heb een interpellatie ingediend die enerzijds op een aantal punten van
het nationaal veiligheidsplan ingaat en anderzijds ook ingaat op de
kadernota integrale veiligheid. Ik wil deze punten samen met u als
volgt overlopen.

Een eerste vaststelling is dat er in het nationaal veiligheidsplan sprake
01.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le plan national de sécurité fait
mention d'une "intelligence led
policing", c'est-à-dire une police
fondée sur l'information. Or, le
terme "intelligence" renvoie
principalement au travail des
services de renseignement. La
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
is van `intelligence led policing'. In het Nederlands is dat de
informatiegestuurde politiezorg. Ik wil daarbij een aantal bedenkingen
maken.

Naar mijn aanvoelen is het wel een goed uitgangspunt dat de
politiezorg informatiegestuurd is, maar het woord `intelligence' in
politionele termen betekent eigenlijk vooral het inlichtingenwerk, dus
het werk van de inlichtingendiensten. Welnu, in het nationaal
veiligheidsplan staat er een hoofdstuk over `intelligence led policing',
waarbij het bijzonder opvalt dat de Staatsveiligheid daarin volledig is
vergeten. In het nationaal veiligheidsplan, evenals in de kadernota
integrale veiligheid, is de Staatsveiligheid niet terug te vinden, behalve
in de opsomming van de actoren die zich bezighouden met het
terrorisme. Volgens mij staat zulks in schril contrast met de titel van
een politiezorg die gestuurd zou moeten worden door de informatie en
de inlichtingen. Dat is des te opvallender omdat de dreiging van het
internationaal terrorisme reëel is.

Ik hoef in onze commissie ­ met alle experts die hier aanwezig zijn ­
niet te benadrukken dat op dit ogenblik de intelligence, de informatie
en de inlichtingen veel belangrijker zijn dan het operationele en dat er
in eerste instantie daarin zou moeten worden geïnvesteerd. Naar
aanleiding van de lectuur van het nationaal veiligheidsplan rijst de
volgende vraag. Wanneer men de nadruk legt op de politieactiviteiten
en niet op het inlichtingenwerk, is het dan de bedoeling dat de politie
het inlichtingenwerk overneemt van de inlichtingendiensten?

Ik stel vast dat bijvoorbeeld in het kader van terrorismebestrijding er
bijkomend geïnvesteerd wordt inzake politie. Onder meer de
gerechtelijke directies van het arrondissement worden versterkt. De
Staatsveiligheid daarentegen ontvangt geen enkele bijkomende steun
of versterking. Uit audits van de Veiligheid van de Staat is nochtans
vaak gebleken dat zij haar opdracht eigenlijk niet aankan.

Mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw de minister
van Justitie, het gaat dus over de visie. Wanneer men het heeft over
`intelligence led policing', waar plaatst men dan de
inlichtingendiensten in het algemeen en specifiek de Staatsveiligheid,
wetende dat in het nationaal veiligheidsplan de Staatsveiligheid werd
vergeten, wat des te meer opvallend is op een ogenblik dat de
bestrijding van het terrorisme een van de grote prioriteiten is in het
nationaal veiligheidsplan. Waar wil men heen in de verhouding tussen
de politiediensten en de inlichtingendiensten?

Zit hierin de kiem van een beleid dat neigt naar het overhevelen van
het inlichtingenwerk naar de politiediensten en in feite het geleidelijk
afbouwen van de opdracht van de Staatsveiligheid? Wij hebben die
neiging ook vastgesteld op een bepaald ogenblik in de vorige
legislatuur, toen de GDA van Brussel zich in de plaats wilde stellen
van al wie op een of andere wijze met inlichtingenwerk bezig was. Ik
stel vast dat de GDA Brussel in dezen opnieuw een substantiële
versterking krijgt, wat ik op zichzelf toejuich. Ik vind echter een zeer
sterk onevenwicht terug tussen politie- en inlichtingendiensten.

In dezelfde lijn wil ik een vraag stellen over de Antiterroristische
Gemengde Groep, de AGG. Onder wiens bevoegdheid ressorteert de
AGG? Is dat onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse
Zaken, de minister van Justitie of de eerste minister?
Sûreté de l'Etat n'apparaît pourtant
ni dans ce chapitre ni dans la note-
cadre relative à la sécurité
intégrale, ce qui est étonnant car
la menace du terrorisme
international est plus réelle que
jamais.

Il est superflu de souligner pour
les experts ici présents que
l'information et le renseignement
sont beaucoup plus importants à
l'heure actuelle que l'aspect
opérationnel et que c'est donc
dans ces domaines qu'il faudrait
investir avant tout. Il reste à savoir,
puisque le plan de sécurité
national met l'accent sur les
activités de police, si la police est
appelée à reprendre à son compte
le travail de renseignement des
services de renseignement. Quelle
est la place de ces derniers et,
plus précisément, celle de la
Sûreté de l'Etat qui a été oubliée
dans le plan national de sécurité?
Cet oubli est d'autant plus frappant
aujourd'hui que la lutte contre le
terrorisme est l'une des priorités
majeures du plan national de
sécurité.

S'agirait-il ici de l'amorce d'une
politique tendant à transférer le
travail de renseignement vers les
services de police et à démantèler
progressivement les missions de
la Sûreté de l'Etat?

Le groupe interforces antiterroriste
(GIA) relève-t-il de la compétence
du ministre de l'Intérieur, de la
ministre de la Justice ou du
premier ministre? Quels sont les
desseins du gouvernement en ce
qui concerne le GIA? Le plan
national de sécurité précise qu'une
réflexion doit être menée sur
l'avenir du GIA. Pourquoi? Le GIA
ne doit-il pas se trouver au centre
de la coordination des services de
police et de renseignements? Le
cas échéant, quel est le problème
du GIA?

Selon quelles modalités le comité
ministériel du renseignement et de
la sécurité assure-t-il la
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Wat is de regering van plan met de Antiterroristische Gemengde
Groep? In het nationaal veiligheidsplan staat een sibillijns zinnetje:
"Een reflectie over de toekomst van de AGG is noodzakelijk".
Waarom is de reflectie noodzakelijk? Is het niet zo dat de AGG hoe
dan ook op dit ogenblik de spil moet zijn inzake de coördinatie tussen
de politie- en inlichtingendiensten? Wat schort er aan de AGG dat
daarover een fundamentele reflectie wordt uitgelokt in de regering?

Ik heb nog een bijkomende vraag die hierbij aansluit.

Op een moment dat er heel wat berichten zijn over de versnippering
en de concurrentie tussen de politie- en de inlichtingendiensten, had
ik graag vernomen op welke wijze het ministerieel comité Inlichtingen
en Veiligheid de aansturing verzorgt tussen de verschillende politie-
en inlichtingendiensten. Dat is een eerste element met betrekking tot
de politie- en de inlichtingendiensten en onder meer ook met
betrekking tot de strijd tegen het terrorisme.

Het tweede punt gaat over de gegevensuitwisseling en de
informatiedoorstroming die hoofdpunten waren in alle aanbevelingen
van de parlementaire onderzoekscommissies. Ik had graag een stand
van zaken gekregen over de werking van de nationale gegevensbank,
ingevolge twee vaststellingen.

Ten eerste, de nationale gegevensbank wordt op dit ogenblik nog
steeds onvoldoende en onbetrouwbaar gevoed door de lokale
politiediensten. Ik verwijs trouwens naar het advies van de Federale
Politieraad, dat we ondertussen hebben gekregen en waarin deze
zorg ook tot uiting komt.

Ten tweede, we stellen evenzeer vast dat er, naast de nationale
gegevensbank, op dit ogenblik nog steeds twintig gespecialiseerde
gegevensbanken bestaan. Daaruit moeten we afleiden dat de
nationale gegevensbank op dit ogenblik nog steeds niet functioneert
als het centrale orgaan waar informatie samenkomt en doorstroomt
en waardoor iemand kan weten waar, wanneer en bij welke dienst
bepaalde informatie circuleert of aanwezig is.

Het derde element van mijn uiteenzetting gaat over de
documentenfraude. De documentenfraude is een agendapunt dat
blijkbaar uit de agenda van de superministerraad is weggevallen,
hoewel ze een bijzonder zorgwekkende vorm van georganiseerde
criminaliteit is. Ik geef een aantal voorbeelden. Recent stond het
dossier van de naturalisatiefraude in de actualiteit.

Dat is behandeld geweest, een aantal zaken wordt nu gefixeerd. Wij
hebben de regularisatiefraude gekend. Ik heb de minister van Justitie
tot vijf keer toe moeten ondervragen om te weten te komen wat er
met de 700 in beslag genomen dossiers was gebeurd. Dan stellen wij
nog altijd vast dat Brussel daarmee bijzonder schoorvoetend omgaat.

Er zijn twee belangrijke dossiers die betrekking hebben op
documentenfraude en waar er geen enkel gegeven is over de richting
die deze dossiers zijn uitgegaan. Dat is onder meer het dossier van
de fraude met visa op de Belgische ambassade in Sofia. Er is ook het
dossier van de bedrieglijke toekenning van speciale identiteitskaarten
door een ambtenaar bij de dienst Protocol van het ministerie van
coordination entre les différents
services de police et de
renseignement?

Qu'en est-il du fonctionnement de
la banque de données nationale?
Elle est en effet toujours alimentée
de manière insuffisante et peu
fiable par les services de la police
locale. Cette préoccupation ressort
également de l'avis du Conseil
fédéral de police. Il existe par
ailleurs, outre la banque de
données nationale, vingt autres
banques de données spécialisées,
de sorte que la banque de
données nationale ne fonctionne
toujours pas comme l'organe
central où converge et où circule
l'information.

J'en viens à présent à la
falsification de documents, une
forme particulièrement inquiétante
de criminalité organisée, qui a
manifestement été omise de
l'ordre du jour du super-conseil
des ministres. J'ai dû questionner
jusqu'à cinq fois la ministre de la
Justice sur la fraude à la
régularisation pour savoir ce qu'il
est advenu des sept cents
dossiers saisis. Il y a les dossiers
de fraude aux visas à l'ambassade
belge à Sofia et ceux de l'octroi
frauduleux de cartes d'identité
spéciales par un fonctionnaire du
service du Protocole du ministère
des Affaires étrangères. C'est à
peine si ces points figurent dans le
plan national de sécurité et s'ils
ont été évoqués lors du super-
conseil des ministres. Il n'existe
pas la moindre coopération
intégrée concernant la falsification
de documents. Comment le
gouvernement compte-t-il
résoudre ce problème?

Comment la sécurité des
laboratoires judiciaires et de
l'Institut national de criminologie et
de criminalistique est-elle
assurée? Quels sont les risques
d'effraction et de vol
d'informations?

Selon le plan national de sécurité,
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Buitenlandse Zaken.

Als wij zien dat dit in het nationaal veiligheidsplan en op de
superministerraad nauwelijks aan bod komt, dan vrees ik dat dit
element op dit moment niet onder controle is, minstens dat de
gerechtelijke diensten of politiediensten die met deze dossiers bezig
zijn niet voluit kunnen gaan bij gebrek aan een geïntegreerde
samenwerking. Het woord geïntegreerde samenwerking is bij de
presentatie van de beide documenten zo dikwijls gevallen. De
vaststelling is dat deze geïntegreerde samenwerking inzake de
documentenfraude onbestaande is. Er is geen sprake van een
gewapend bestuur. En vooral de medewerking van het ministerie van
Buitenlandse Zaken ontbreekt in deze.

Hoe zal de regering de problematiek van de documentenfraude
aanpakken? Mevrouw en mijnheer de minister en experts hier
aanwezig, ik hoef u niet te zeggen dat fraude van documenten veel
criminelen en de georganiseerde criminaliteit in staat stelt om vrij
verkeer te krijgen, gelegitimeerd te worden in een aantal handelingen
die dikwijls te maken mensenhandel, mensensmokkel, met
wiswassen van geld en andere illegale praktijken.

Als vierde element heb ik een vraag naar informatie. Hoe zit het met
de beveiliging van de gerechtelijke laboratoria en het NICC, het
Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek? Hoe worden
deze op het ogenblik beveiligd en wat is het risico op inbraak en
diefstal van informatie?

Het laatste punt van deze interpellatie is een vraag naar de stand van
zaken van een aantal wetten die in de vorige legislatuur goedgekeurd
zijn. Men zegt in het nationaal veiligheidsplan dat het wettenarsenaal
nu volledig is, maar inzake de uitvoeringsbesluiten en de middelen
schort er klaarblijkelijk nog een en ander. Ik denk dan onder meer aan
de wetgeving op de anonieme getuigen en de getuigenbescherming.
Ik stel wat deze wet betreft immers vast dat er nog steeds geen
telecommunicatie-infrastructuur aanwezig is voor het verhoor. Men
kan die wet dan ook niet toepassen omdat er geen infrastructuur is. Ik
wil de minister van Justitie erop wijzen dat er in de gevangenis in
Leuven een installatie ter beschikking staat voor videoconferentie die
tot op vandaag nog nooit gebruikt is. Die installatie is er destijds
gekomen nadat de vorige minister van Justitie een proefproject
opstartte voor het verhoor op afstand van verdachten door de
raadkamer. U kan deze infrastructuur desgevallend gebruiken, maar
het kan natuurlijk niet dat we hier twee jaar geleden een wetgeving
goedgekeurd hebben zonder dat die geoperationaliseerd wordt.

Hetzelfde geldt met betrekking tot de wetgeving op de
getuigenbescherming dat een bijzonder belangrijk element is in de
strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, maar waarvoor geen
budget beschikbaar is om de getuigen te beschermen, wat nochtans
van essentieel belang is om dat instrument bruikbaar te maken in de
strijd tegen de georganiseerde criminaliteit.

Mijnheer de voorzitter, dat zijn een aantal vragen en bedenkingen bij
een eerste lezing van het nationaal veiligheidsplan en de kadernota
integrale veiligheid.
l'arsenal légal est désormais
complet, ce qui ne signifie pas
pour autant que toutes les lois
puissent être appliquées. Ainsi, au
bout de deux ans, la législation
relative à l'anonymat et à la
protection des témoins n'est
toujours pas d'application faute
d'infrastructure de
télécommunication permettant les
auditions.

Il en va de même pour la
législation sur la protection des
témoins: elle est inapplicable
parce que les budgets manquent
pour assurer la protection des
témoins.
01.02 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de vice-eerste minister, eerst en 01.02 Dirk Claes (CD&V): Nous
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
vooral wil ik erop wijzen dat wij nu wel beschikken over het advies van
de Federale Politieraad. Wij hebben dat gisteren ontvangen. Ik heb
het nog niet kunnen verwerken in mijn interpellatie maar ik wil er wel
iets over zeggen. Het advies is er nu wel, maar het was de reden
waardoor wij dat dossier zo laattijdig moeten behandelen.

De Federale Politieraad zelf spreekt van het inroepen van
hoogdringendheid voor het afleveren van zijn advies. Zij zullen dus
wel onder druk gestaan hebben om het advies snel af te leveren
hoewel zij geen enkele opmerking maken bij het formuleren van hun
advies dat zij onvoldoende tijd zouden hebben gehad of wat dan ook.
Daar spreken zij niet over.

Ik wil vier punten even aanhalen.

Ten eerste, inzake de CALOG-isering vraagt de Federale Politieraad
dat erover gewaakt zou worden dat de vervanging van administratief
en logistiek personeel niet te snel zou verlopen, vooral met de
bedoeling de kwaliteit en de continuïteit van de steun die de federale
politie moet leveren aan de lokale politie niet in het gedrang te
brengen. Dat is toch belangrijk, wanneer wij kijken naar de plannen
die u hebt inzake de vervanging op bepaalde plaatsen van
politiepersoneel door CALOG's. Hoe snel zal dat gebeuren? Raakt uw
planning niet in de war? Zullen daar geen problemen door ontstaan?
Dat is toch een bedenking die ik daarbij heb.

Ten tweede, in het advies staat dat er een budget moet zijn voor de
beheersinformatica. Wordt er echt gepleit om daarvoor voldoende
middelen ter beschikking te stellen? Wij hopen ook dat die er zullen
zijn.

Ten derde, de Federale Politieraad vraagt ook dat er een jaarlijkse
actualisering zou zijn van het plan. Dat is iets waar ook wij al op
gedrukt hebben opdat daarin voorzien zou worden. Die actualisering
zou moeten gebaseerd worden op een evaluatie. Doordat de misdaad
zo snel evolueert is het absoluut noodzakelijk dat er een goede
jaarlijkse evaluatie en actualisering komt van het plan. Wij vragen dat
dit niet alleen zou gebeuren door de commissaris-generaal en de
Federale Politieraad maar dat dit ook hier, in het Parlement, zou
gebeuren. Wij willen daar ook inzage en inspraak in krijgen.

Ten vierde, volgens de Federale Politieraad moet er toch ook worden
gewaakt over een juiste chronologie, zodat de zonale veiligheidsraden
over voldoende tijd beschikken om de zonale veiligheidsplannen op te
stellen, rekening houdend met het nationaal plan dat intussen is
goedgekeurd. Dat zinnetje is zeer belangrijk. Als burgemeester heb ik
zelf kunnen vaststellen dat wij onze richtlijnen voor de zonale
veiligheidsplannen al hebben gekregen, hoewel ik denk dat wij het
nationaal veiligheidsplan hier nog moeten goedkeuren. Ik denk dat er
dus iets niet klopt met de chronologie. Tot zover mijn uiteenzetting
over het advies van de Federale Politieraad.

Thans kom ik tot mijn interpellatie. De politiehervorming heeft ook
heel wat implicaties voor de lokale besturen en voor het personeel.
Het eerste probleem dat ik wil aankaarten, is dat van de
statutarisering van de GESCO's. Het is een problematiek die we al
heel lang meeslepen en die toch eindelijk zou mogen worden
opgelost. Dat is de samenvatting van het geheel. De gemeenten, de
avons reçu l'avis du Conseil
fédéral de police hier. Il y est
demandé de ne pas remplacer
trop rapidement le personnel
administratif et logistique, afin de
ne pas mettre en péril la qualité et
la continuité de l'appui de la police
fédérale à la police locale. Le
ministre projette en effet
concrètement de remplacer, à
certains endroits, du personnel
policier par du personnel CALOG.
Un échéancier a-t-il déjà été établi
à ce sujet?

Dans son avis, le Conseil fédéral
demande également de prévoir un
budget pour l'informatique de
gestion et pour l'actualisation
annuelle du plan de sécurité sur la
base d'une évaluation fouillée. Le
Parlement doit avoir voix au
chapitre à ce sujet.

Enfin, le Conseil fédéral de police
demande d'être attentif au
calendrier: les conseils de sécurité
des zones doivent disposer du
temps nécessaire pour arrêter les
plans zonaux de sécurité en tenant
compte du plan national de
sécurité. J'ai déjà reçu, en tant
que bourgmestre, mes directives
concernant le plan zonal, alors que
le Parlement doit encore
approuver le plan national.

La réforme des polices a des
implications diverses pour le
personnel. Un des problèmes
majeurs à cet égard est la
"statutarisation" des contractuels
subventionnés, par analogie avec
les autres contractuels. Dans son
rapport du mois d'octobre 2003, la
commission d'accompagnement a
demandé l'organisation d'une
conférence interministérielle pour
régler définitivement et
structurellement la question des
contractuels subventionnés en
général et celle des contractuels
subventionnés affectés aux
services de police en particulier.
L'association des villes et
communes flamandes a
également demandé de rechecher
une solution définitive. Le ministre
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
politiezones en de burgemeesters worden ermee geconfronteerd en
men komt niet tot een oplossing.

Het grootste probleem terzake is de statutarisering van de GESCO's,
naar analogie van de overige contractuelen. De
begeleidingscommissie ­ en dit is toch ook belangrijk ­ vermeldde al
in haar rapport van oktober 2003 dat er dringend een nieuwe
interministeriële conferentie moest plaatsvinden om de problematiek
van de GESCO's in het algemeen, en zeker die van van politie-
GESCO's, eens en voor altijd structureel te regelen. Ook de VVSG
heeft erop aangedrongen dat er een structurele regeling zou komen
voor de politiezones en dat de financiering niet zou moeten gebeuren
door de politiezones.

Wij hebben daarover in het verleden al vragen gesteld, maar hebben
daarop nog altijd geen antwoord gekregen. Graag vernemen wij van
de minister of hij, meer dan zes maanden na dat voorstel van de
begeleidingscommissie voor een nieuwe interministeriële conferentie,
reeds enig initiatief heeft genomen. Zo ja, welk initiatief heeft de
minister reeds genomen? Zo neen, waarom niet, en waarop wordt er
dan gewacht?

We denken ook dat het voor de motivatie toch wel heel belangrijk is
dat dit geregeld wordt. Volgens ons is er duidelijke geen politieke wil
aanwezig bij de federale regering om dit probleem op te lossen en
schuift men het maar door, bijvoorbeeld naar de burgemeesters die
dan maar zelf een oplossing moeten verzinnen. Als de minister nu
zegt dat alle GESCO's de kans gehad hebben om deel te nemen aan
de statutariseringsproef heeft hij natuurlijk gelijk. Waarom dienen de
GESCO's die voldoen aan de voorwaarden dan echter ook van zone
te veranderen? Dat is toch wel een heikel probleem bij de GESCO's.
Heeft de minister reeds stilgestaan bij het feit dat de persoon van de
GESCO al jarenlang trouwe dienst heeft bij de gemeente en nu ook al
in de politiezone en dat die dan plots naar een andere zone moet
muteren om kans te maken op statutarisering? Heeft de minister
reeds stilgestaan bij het feit dat de zones op die manier ook het
slachtoffer worden van de mutaties omdat waardevol personeel dan
sowieso vertrekt?

Ten slotte stelt de minister op 2 april 2004 als minister van
Binnenlandse Zaken dat hij het probleem heeft aangekaart daar waar
het behoort, maar dat het onderzoek nog lopende is. Alsof het hier om
een nieuwe problematiek zou gaan. Niets is natuurlijk minder waar.
Reeds in 2001 heeft minister Landuyt uitdrukkelijk gesteld in een brief
aan minister Duquesne dat de politiehervorming de uitgelezen kans
was om de regularisering van de betrokken GESCO's door te voeren.
Dat was zijn voorstel van drie jaar geleden. Minister Duquesne
besliste echter op 18 december 2001 om niet van dat aanbod gebruik
te maken. De regularisatie van de GESCO's die overgingen naar de
lokale politie zag de minister toen immers niet zitten.

Graag hadden wij van de minister dan ook vernomen of hij op de
hoogte was van de standpunten van minister Landuyt. Zo ja, wat is
zijn standpunt in verband met de suggestie van de minister en met de
weigering van de federale minister om op dit aanbod in te gaan? Is de
federale minister bereid om, gelet op het feit dat de Vlaamse minister
van Werkgelegenheid expliciet aanbiedt om op korte termijn een
nieuw initiatief te nemen, een oplossing te zoeken, de handschoen op
a-t-il déjà pris des initiatives à cet
effet? Une conférence
interministérielle sera-t-elle
organisée à ce sujet?

J'ai l'impression que la majorité n'a
pas la volonté politique de
rechercher une solution. On
renvoie le problème aux
bourgmestres. J'estime que la
nécessité pour un contractuel
subventionné d'accepter une
mutation dans une autre zone s'il
veut obtenir la "statutarisation"
constitue un problème, pour
l'intéressé lui-même comme pour
la commune qui doit ainsi laisser
partir du personnel de qualité et
expérimenté.

Le problème n'est évidemment
pas neuf: M. Landuyt, ministre
flamand, a déjà déclaré il y a trois
ans qu'on a laissé échapper
l'occasion offerte par la réforme
des polices pour régulariser les
contractuels subventionnés. M.
Dewael partage-t-il ce point de
vue? Son prédécesseur au
département de l'Intérieur, M.
Duquesne, avait en tout cas rejeté
cette suggestion. M. Dewael
envisage-t-il de rechercher une
solution définitive en collaboration
avec M. Landuyt?

Une bonne politique de sécurité
doit recueillir une large adhésion
parmi la population, un aspect
auquel le plan national de sécurité
n'est pas suffisamment attentif. La
fonction d'agent de quartier est
déterminante dans la réussite de
la nouvelle politique de police. Le
ministre de l'Intérieur va-t-il
"décharger" l'agent de quartier de
la paperasserie administrative qui
le confine dans son bureau? Les
agents de quartier seront-ils
davantage affectés à la lutte
contre toutes sortes d'incivilités?
Par ailleurs, ne pourraient-ils pas
contribuer à l'élucidation des
délits? Le nombre d'agents de
quartiers sera-t-il augmenté? Va-t-
on renforcer la collaboration entre
les agents de quartier et les entités
locales telles que les écoles, les
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
te nemen en over een degelijke oplossing mee te onderhandelen?
Dat wat betreft de problematiek van de GESCO's.

Ik kom tot het nationaal veiligheidsplan en de community policy. We
menen te kunnen veronderstellen dat de rol van de wijkagent en het
contact met en de medewerking van de bevolking het sluitstuk is van
de geïntegreerde politie. Een goed veiligheidsbeleid wordt slechts
gedragen als het ook gedragen wordt door de bevolking. We vinden
dat in het nationaal veiligheidsplan hierover te weinig concreets is
terug te vinden.

We hebben dan ook een aantal vragen. Het is zo dat de wijkagenten
bijvoorbeeld nu al verzuipen in de administratieve rompslomp en het
papierwerk dat de agenten aan hun bureau kluistert. Overweegt de
minister initiatieven om dit te verhelpen?

Wijkagenten komen ook direct in contact met overlast. Overweegt de
minister om wijkagenten nog meer in te schakelen bij de aanpak van
overlast?

Wijkagenten vormen ook het sluitstuk van de geïntegreerde politie en
een goede wijkwerking is de beste garantie om de ophelderingsgraad
te doen stijgen. Het is dan ook zeer belangrijk om de wijkagenten
daar maximaal voor in te zetten. Overweegt de minister maatregelen
om het aantal wijkagenten daadwerkelijk te verhogen en om hen dan
ook werkelijk wijkagent te laten zijn?

Voor de politie en zeker voor de wijkagenten is het ook aangewezen
om samen te werken met lokale entiteiten zoals wijkcomités, scholen,
verenigingen, bewonersdiensten, buurtinformatienetwerken.

In het veiligheidsplan vinden wij niet direct impulsen om die werking
uit te breiden. Is de minister niet van oordeel dat dat bij uitstek de
antennes van onze politie zijn? Zal hij dan toch nog initiatieven nemen
om zo de contacten met de bevolking te verbeteren?

Preventie is ook een belangrijk onderdeel van het nationaal
veiligheidsplan. Voor de megaministerraad hebt u aangekondigd dat
ook het beveiligen van privé-woningen fiscaal aftrekbaar zou worden
gemaakt. Ongeveer een maand daarvoor hadden wij hetzelfde
initiatief genomen. Op een bepaald moment kunnen wij ook eens
hetzelfde denken ­ waarom niet, mijnheer de minister. Het doet altijd
plezier dat ook eens te kunnen vaststellen. Misschien is het mogelijk
dat u daarop nog terugkomt, maar in het nationaal veiligheidsplan
staat er daarover niets. In 2002 zijn er 82.000 woninginbraken
gebeurd. Wij vinden dat het ook belangrijk is dat de beveiliging van
privé-woningen fiscaal aftrekbaar kan worden gemaakt. Ons voorstel
zal later nog ter bespreking komen. Wij hopen dan ook op steun van
uw zijde.

Ik kom tot de financiële repercussies op de gemeenten in het
algemeen. De weerslag van de politiehervorming op de financiën van
de gemeenten was en is nog altijd aanzienlijk. Ook in het nationaal
veiligheidsplan staan een aantal nieuwe voorstellen met mogelijke
repercussies voor de gemeenten. Graag zouden wij daarover vooraf
duidelijkheid hebben. Wij kunnen hier spreken van een gemeentelijk
effectenrapport. Daarin zou toch altijd moeten worden voorzien bij de
creatie van nieuwe functies of taken.
comités de quartier, les services
d'information de proximité?

Le ministre ne pense-t-il pas
également que les agents de
quartier constituent les antennes
de police par excellence? Prendra-
t-il des mesures pour améliorer
leur contact avec la population?

La prévention constitue un volet
important du plan national de
sécurité. Un mois après que nous
avons lancé une proposition en ce
sens, le ministre a annoncé que la
protection des habitations privées
serait rendue fiscalement
déductible. Le plan de sécurité ne
dit toutefois mot à ce sujet. En
2002, on a dénombré 82.000
cambriolages. Nous espérons que
le ministre soutiendra notre
proposition.

La réforme des polices est lourde
de conséquences pour les
finances communales et le plan de
sécurité comprend également des
propositions susceptibles
d'entamer le budget des
communes. Il convient de faire
préalablement le point à ce sujet.
En fait, il faudrait toujours un
rapport d'incidence communal.

Le ministre compte-t-il imputer à la
dotation fédérale les coûts
afférents aux CALOG? Les
communes et les zones de police
doivent être récompensées de
leurs efforts. Qui des zones de
police ou de la police fédérale
financera les CALOG
supplémentaires?

En filigrane, il est question dans le
plan de sécurité de quatre
nouveaux membres du personnel
par zone de police: un conseiller
en technoprévention, un
fonctionnaire chargé de la
prévention policière, un
gestionnaire temporaire chargé
des incivilités et un coordinateur
de la coopération intercommunale.
Qui paiera tous ces nouveaux
agents? Qui organisera et
financera leur formation? Les
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8

Op dit ogenblik worden de kosten van de CALOG's niet verrekend in
de federale dotatie. Vindt de minister het mogelijk dat in de toekomst
wel te doen? Het is natuurlijk belangrijk dat gemeenten,
meergemeentenzones of politiezones die veel inspanningen doen
voor CALOG's, daarvoor worden beloond. Nu is dat niet het geval,
want vanuit de federale dotatie krijgen zij daarvoor geen vergoeding.
Bijkomende CALOG's zullen in de toekomst worden ingezet, zoals de
minister reeds uitvoerig heeft uiteengezet. Wij vragen ook
duidelijkheid over wie de kosten en het loon zal betalen: de
politiezones of de federale politieoverheid.

In het nationaal veiligheidsplan is er tussen de regels door ook sprake
van vier nieuwe personeelsleden per politiezone, zowel in de
meergemeentenzones als in de gewone politiezones. Er is sprake van
een technopreventief adviseur bij het CALOG-personeel. Ik denk dat
het een goed idee is dat die dat doet in de plaats van politiepersoneel.
Het kan natuurlijk ook bijkomende kosten met zich meebrengen. Er is
ook de mogelijkheid van een preventieambtenaar voor de politionele
preventie in het zonaal veiligheidsplan. In grote zones is die er
misschien al, maar in kleine zones is die er zeker nog niet. Er is ook
sprake van een overlastmanager in een project van twaalf maanden,
eventueel gesubsidieerd en nadien verlengbaar. Een coördinator voor
de intergemeentelijke samenwerking in de meergemeentenzones is
volgens mij ook een nuttige betrekking. Onder meer alle
politiereglementen en alle bestaande reglementen kunnen door die
coördinator op elkaar worden afgestemd.

Het blijft echter de vraag wie daarvoor de personeelskosten zal
dragen. Wie zal voorzien in de nodige opleiding? Wie zal de kosten
daarvoor dragen? Indien het project van bijvoorbeeld de
overlastmanager na een jaar afloopt, wie zal dan de kosten op zich
moeten nemen? Zullen dat ook de politiezones zijn?

Over personeelsaangelegenheden wil ik het volgende vragen. Wij
zitten nog altijd opgescheept met regularisaties van 2001. Klopt het
dat die nog altijd niet geregeld zijn, voor geen enkele zone?

Klopt het dat er nog personeelsleden zijn die nog steeds hun
eindejaarstoelage 2002 niet volledig hebben ontvangen?

Wat is de stand van zaken in verband met de controle van de
inschalingen, waarover wij toch ook wel een en ander vernemen?

Werkt het sociaal secretariaat nu reeds behoorlijk en naar wens?

Klopt het dat de persoonlijke bijdragen van de personeelsleden,
bijvoorbeeld met betrekking tot de maaltijdcheques, nog altijd niet
afgehouden worden omdat daarvoor een aanpassing van het
programma noodzakelijk is? Klopt het dat het pas eind 2004 in orde
zou zijn? Vindt u het normaal dat die aanpassingen drie jaar na het in
werking treden van het nieuwe statuut nog altijd niet gebeurd zijn?

De vakbonden hebben een niet-akkoord gegeven met betrekking tot
de aanpassing van de arbeidstijdregeling. In welke mate houdt u
daarmee wel of geen rekening?
zones de police devront-elles
financer le projet relatif au
gestionnaire des incivilités?

Est-il exact que des problèmes
subsistent concernant les
régularisations de 2001? Est-il
exact que certains membres du
personnel n'ont pas encore perçu
leur prime de fin d'année 2002?
Où en est le contrôle de la
barémisation de leurs traitements?
Le fonctionnement du secrétariat
social donne-t-il désormais
satisfaction? Est-il exact que
certaines cotisations n'ont pas
encore été retenues parce que le
programme n'a toujours pas été
adapté? Le ministre tient-il compte
des observations des syndicats en
matière de réglementation des
temps de travail?
01.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, vooraleer de 01.03 Pieter De Crem (CD&V):
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
heer Tant het woord neemt, wil ik u er opmerkzaam op maken dat dit
een bijzonder belangrijke commissievergadering is. Deze commissie
vergadert over het veiligheidsplan. Dit is een gemengde commissie
voor de Binnenlandse Zaken en Justitie. Deze commissie is
samengesteld uit twee keer zeventien leden, zijnde vierendertig leden.
Van die vierendertig leden zijn er elf leden aanwezig. De Vlaamse
christen-democraten zijn twee keer met hun twee leden uit de
respectievelijke commissies voor de Justitie en voor de Binnenlandse
Zaken aanwezig. Het Vlaams Blok is, vanuit de oppositie, eveneens
aanwezig. De VLD is met vier leden aanwezig. Wij halen dus nog niet
een derde van de aanwezigheid voor een dergelijk belangrijk debat. Ik
ben nu in het tiende jaar van mijn politieke activiteiten. Gelukkig komt
collega Vandeurzen net binnen, zodat we nu amper een derde van het
aantal leden kunnen tellen.

Voorzitters van deze commissie, door dat gebrekkige aantal leden is
het toch onmogelijk om over een dergelijk belangrijke zaak een
discussie op niveau te houden. Als wij dat met de oppositie gewild
hadden, dan hadden wij ervoor kunnen zorgen dat deze
commissievergadering niet kon doorgaan. Al degenen die er vandaag
moesten zijn en die opgevorderd zijn, moesten dan onverrichter zake
huiswaarts keren.

Voorzitters, ik had van u gehoopt dat u aan uw kandidaat-collega's
voor de regionale verkiezingen toch enige mate van discipline had
kunnen opleggen vandaag. Het is een echte schande.

Ik merk op dat er volgende week voortijdige politieacties plaatsvinden,
net in de week voorafgaand aan de verkiezingen. Tot nader order
blijkt nationaal België alleen maar Vlaanderen te zijn, en niet meer
Brussel en het Waalse Gewest. Ik hoop maar dat ik volgende week
geen van die collega's zie opduiken bij een of andere actie, want zij
zullen het geweten hebben.
Sur les trente-quatre membres qui
auraient dû participer à cette
réunion de commission
extrêmement importante, onze
seulement sont actuellement
présents, parmi lesquels quatre
démocrates-chrétiens, quatre VLD
et un certain nombre de Vlaams
Blok. Le faible taux de participation
empêche la tenue d'un débat
sérieux. Nous aurions pu paralyser
cette réunion. Il est honteux que
les présidents ne soient
manifestement pas parvenus à
imposer la moindre discipline à
leurs collègues.

La semaine prochaine, des actions
policières seront menées en guise
d'avertissement. Si nos collègues
absents aujourd'hui participent à
l'une de ces actions, ils verront ce
qu'ils verront.
01.04 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, de heer De Crem
voert een nummertje op. We zouden ook eens kunnen nagaan op het
commissiesecretariaat hoe vaak de CD&V in de
commissievergaderingen voltallig aanwezig is geweest. Ik wil dat eens
nakijken.

Mijnheer De Crem, uw opmerking is voor een stuk terecht. Wij voelen
ons er dus niet door aangesproken. Het is echter weer een manier om
aan antipolitiek te doen. Ik heb in het verleden ook al vastgesteld dat
er slechts een lid van de CD&V aanwezig was op de
commissievergadering en ik kan zelfs vergaderingen aanhalen
waarop er niemand van CD&V aanwezig was.

Als u hierover iets wenst te zeggen, dan moet u ook alles zeggen. Ik
heb er dus een beetje moeite mee dat u nu weer probeert om een
schop te geven in de richting van de minister. Ik heb uw uitspraken in
verband met de wijze waarop politieacties worden opgezet gehoord.
Dat wordt door u allemaal op een verdachte manier naar voren
gebracht. Ik betreur dat ten zeerste.

Er zijn inderdaad onvoldoende leden aanwezig en we kunnen ons
vragen stellen of het nog zin heeft om gemengde commissies van
Kamer en Senaat samen te roepen. Het ontneemt immers altijd een
stuk van de spankracht. Ik vind echter niet dat het nu het moment is
01.04 Willy Cortois (VLD): M. De
Crem fait son petit numéro. Je
veux bien vérifier combien de fois
le CD&V a été au complet lors des
précédentes réunions de
commission. Sa remarque est en
partie justifiée mais j'ai du mal à
admettre qu'il veuille, une fois de
plus, s'en prendre au ministre. Les
membres de notre groupe ne sont
en effet pas assez nombreux et
l'on peut se demander si des
réunions communes des
commissions de la Chambre et du
Sénat ont encore un sens. Le
moment est toutefois mal choisi
pour faire la morale aux collègues.
J'attribue le comportement de M.
De Crem à un accès de fièvre
électorale et je l'en excuse.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
om collega's de les te spellen. Ik stel vast dat de meerderheid ­ en
dat is haar plicht ­ altijd de aanwezigheid in de vergadering moet
verzekeren. Ik betreur dat u natrapt. Ik schrijf dat toe aan electorale
koorts. Ik wens u daarvoor graag te verontschuldigen.
01.05 Pieter De Crem (CD&V): De electorale koorts slaat niet toe bij
ons, maar bij u. Mijnheer Cortois, wanneer wij er niet zijn en u er wel
bent, dan heeft dat te maken met het feit dat u hallo-wie-heb-ik-aan-
de-lijn?-vragen stelt en dat u in deze commissie alleen maar vragen
stelt waarvan het antwoord u op voorhand telefonisch werd
meegedeeld. Dat is de reden.
01.05 Pieter De Crem (CD&V):
Ce n'est pas nous qui sommes
touchés par la fièvre électorale
mais bien M. Cortois. Au sein de
cette commission, il ne vient poser
que des questions auxquelles il a
déjà reçu la réponse.
01.06 Willy Cortois (VLD): Ik heb goed geluisterd naar wat u hier
vandaag tot op heden gevraagd hebt. Dat was niet bijzonder veel.
01.07 Pieter De Crem (CD&V): Ik heb u echter nog geen vragen
horen stellen.
01.08 Willy Cortois (VLD): Volgens mij is het nog steeds geen
interpellatie waard.
01.09 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, niemand moet zich zenuwachtig maken.

(...): (...)
01.10 Paul Tant (CD&V): Dat is juist. Die eieren zijn wat mij betreft
een goede verwijzing. Mijnheer Cortois, de kiekens vindt men overal,
maar de eieren zijn een specialiteit van Kruishoutem.

Nu terzake, want ik had beloofd om een poging te ondernemen om de
rust te herstellen.

Ik wil mij hoofdzakelijk richten tot de Nederlandstalige collega's hier in
de commissie. Niemand hoeft verwonderd te zijn dat er in het Zuiden
van dit land bijster weinig belangstelling blijkt te bestaan voor de
veiligheidsproblematiek. Dat geldt in elk geval voor de
meerderheidspartijen. Misschien is dat de beste aankondiging,
mijnheer Cortois, dat er zich inderdaad een evolutie heeft voorgedaan
in de geesten en in de kijk op de dingen, zelfs over veiligheid, in die
mate dat in het Zuiden van het land de behoefte zelfs niet meer
bestaat om aan dit ­ naar mijn gevoel bijzonder belangrijke debat ­
deel te nemen, wat ik betreur, onafgezien op welke banken men zit.

Men moet mij dat niet kwalijk nemen. Ik heb destijds, weliswaar in een
andere hoedanigheid, samen met de minister van Binnenlandse
Zaken, mee aan de wieg gestaan van de politiehervorming. Wij
hebben er met zijn allen over gewaakt dat het Parlement bij de
bespreking en de vastlegging van het veiligheidsbeleid zou worden
betrokken.

Mijnheer Cortois, ik kan alleen maar betreuren dat men, in het
bijzonder vanop de meerderheidsbanken en vooral wat de
vertegenwoordigers uit het Zuiden van het land betreft, deze
gelegenheid niet grijpt.
01.10 Paul Tant (CD&V): Je
m'adresse principalement aux
collègues néerlandophones au
sein de cette commission. La
vision des choses semble avoir
évolué au point que le sud du pays
n'attache plus guère d'importance
à la problématique de la sécurité.
C'est en tout cas un constat qui
vaut pour les partis de la majorité.
Je le regrette.
01.11 Willy Cortois (VLD): (...)
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
01.12 Paul Tant (CD&V): Mijnheer Cortois, u mag proberen ...
Le président: Monsieur Tant, je vous propose d'en venir à votre interpellation.
01.13 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kom daartoe.
Wanneer men vanop een bepaalde bank opmerkingen maakt en u de
mogelijkheid laat dat tussendoor te doen, moet u mij ook de
mogelijkheid laten daarop te antwoorden. Dat lijkt mij de normaalste
zaak van de wereld.

Ik blijf erbij dat dit een bijzonder slecht signaal is. Iedereen heeft er de
mond van vol dat de veiligheidsproblematiek een van de essentiële
problemen is. Welnu, indien dit Parlement nog de ambitie heeft om
enige representativiteit te hebben, moet het dit ook in deze bewijzen.
Dat doet het dus niet.

Mijnheer de voorzitter, ik wil vooraf een paar algemene opmerkingen
maken over het nationaal veiligheidsplan omat de zaken nu eenmaal
samen worden voorgesteld. Ik bedoel daarmee dat onze interpellatie
ook daarin kadert. Ik wil nog even zeer kort, zoals mijn collega Claes,
stilstaan bij het advies dat ons uiteindelijk werd bezorgd door de
Federale Politieraad.

(...): (...)
01.13 Paul Tant (CD&V): Il s'agit
d'un très mauvais signal. Chacun
clame à l'envi que la sécurité
constitue une préoccupation
majeure. Si le Parlement conserve
l'ambition d'être encore un tant soit
peu représentatif, il doit en faire la
preuve.
01.14 Paul Tant (CD&V): Ik bewonder ten sterkste het feit dat u
voortdurend op vinkenslag zit om uit te kijken naar iets dat kan
worden verbeterd. Het zou nog beter zijn indien u van uw zijde iets
meer zou doen dan dat. Wij zijn echter in blijde verwachting en we
zullen zien.

Mevrouw de vice-eerste minister en mijnheer de minister, wat het
nationaal veiligheidsplan in algemene termen betreft, valt het ons op
dat in het voorliggend plan twee prioritaire domeinen naar voren
worden geschoven. Met "het valt op" bedoel ik de merkwaardige
betekenis van het woord. Collega's, u zult misschien verrast zijn, maar
in het veiligheidsplan staat dat de eerste prioriteit ervan de veiligheid
is. Ik zou zeggen dat als er iets vanzelfsprekend is en als er iets ten
overvloede wordt gezegd, dat het toch wel is.

De tweede prioriteit die men naar voren schuift, is de interne werking
van de politie. Dat baart mij zorgen. Mijnheer Bacquelaine, wij zijn
daarmee immers al jaren bezig. Ook de politie-instanties en de
verantwoordelijken zijn al heel lang bezig met de interne problematiek,
het intern functioneren, het zich organiseren enzovoort. Ik denk dat wij
stilletjes aan een groot deel van de tijd die wij daaraan besteden beter
zouden besteden aan onze inhoudelijke opdracht. In die zin vind ik dit
dus een accent dat weliswaar nog even kan worden gedoogd, maar
dat in de toekomst zeker niet mag worden overdreven.

Onze grootste kritiek, mijnheer de minister, is dat dit document dat
ons wordt voorgelegd als het nationaal veiligheidsplan veel te weinig
aandacht besteedt aan operationele doelstellingen. U zult het met mij
eens zijn, mijnheer de minister. Ik bedoel hiermee dat het toch niet
oninteressant zou zijn om zichzelf voor een paar uitdagingen te
plaatsen. De ophelderingsgraad en de pakkans hadden criteria
kunnen zijn die men in deze had kunnen hanteren. Men had
01.14 Paul Tant (CD&V): Il est
frappant de constater que deux
domaines sont mis en exergue
dans le plan national de sécurité:
la sécurité et le fonctionnement
interne de la police. Ce dernier
aspect m'inquiète dans la mesure
où nous nous en occupons depuis
des années. J'ai l'impression que
nous ferions mieux de consacrer
une bonne partie de notre temps à
ce qui constitue l'essentiel de
notre mission.

Nos critiques portent
principalement sur le manque
d'attention du plan national de
sécurité pour les objectifs
opérationnels. En formulant des
objectifs précis concernant les
taux d'élucidation et les
probabilités d'appréhender les
criminels par exemple, le
Parlement aurait pu conclure un
contrat avec la population. Le texte
qui nous est soumis comporte de
nombreuses déclarations
d'intentions mais pas de mesures
concrètes ou alors formulées de
manière tellement générale que
chacun doit nécessairement
pouvoir y adhérer. S'agissant
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
doelstellingen kunnen formuleren en liefst niet alleen in algemene
termen, maar in precieze termen. Dat zou een contract kunnen zijn
geweest dat het Parlement met de bevolking aangaat.

Mevrouw en mijnheer de minister, het betreft een vrij algemene tekst
die vol intenties staat, maar waarin heel vaak geen concrete
maatregelen worden aangekondigd en aangereikt. Waar wel een
maatregel wordt aangereikt, is die zo algemeen dat iedereen er
eigenlijk moet kunnen achter staan. In dat verband verwijs ik
bijvoorbeeld naar de uitlatingen over ASTRID, waar men zich ertoe
beperkt te zeggen dat men het verder zal uitbouwen. Over timing
wordt niets gezegd en evenmin over de integratie van de
verschillende hulpdiensten. Nochtans dacht ik dat dit de belangrijkste
redenen waren waarom ASTRID in het leven werd geroepen. Dit
systeem had al veel verder moeten staan. Dat weet iedereen.
Mijnheer de minister, ik lever daar voor de rest niet veel kritiek op,
want het is een doeltreffend systeem. Alleen wordt ons geduld zeer
lang op de proef gesteld. Ik had verwacht dat er toch iets meer
concretere perspectieven zouden worden geboden.

In het veiligheidsplan maakten de auteurs er zich op veel plaatsen
vanaf met uit het regeerakkoord te citeren. Negen maanden na de
start van de regering lijkt mij dat een beetje arm. Men had toch mogen
verwachten dat dit minstens gepreciseerd en geconcretiseerd werd.

Wat ook opvalt, zijn de genuanceerde bewoordingen die in het
veiligheidsplan worden gebruikt. Mevrouw en mijnheer de minister, dit
steekt bijzonder schril af tegen de hoera-berichten van de regering,
onder meer in het kader van de megaministerraden. Zo lees ik inzake
de algemene reserve die nochtans ook ter sprake kwam op de
megaministerraden, goed luisteren collega's, ik citeer: "Doel is de
capaciteit tegen 2007 uit te breiden met 250 eenheden" ­ en dan
komt het ­ "binnen de budgettaire mogelijkheden en rekening
houdend met de prioriteiten". Die nuancering hebben wij niet gehoord
bij de megaministerraden, maar wordt hier nu al gehanteerd, wellicht
­ als de waarheid eens mag worden gezegd ­ in de aanloop naar 13
juni.

In het nationaal veiligheidsplan worden negen prioritaire
veiligheidsfenomenen vooropgesteld.

Ik wil een voorafgaande vraag stellen aan de minister van
Binnenlandse Zaken. Wordt de lokale politie gevraagd zich te scharen
achter die prioritaire doelstelling? U knikt ja, mijnheer de minister.
Moeten wij daaruit afleiden dat men ook in de lokale
veiligheidsplannen systematisch zal spreken over die prioriteit? Ik
meen te weten, omdat een goed deel van de lokale
veiligheidsplannen reeds gemaakt is, dat dit uiteraard niet is gebeurd.
Dus vraag ik mij af in welk stuk wij hier spelen? U knikt ja wanneer ik
u vraag of zij daarmee rekening moeten houden, maar ik vrees,
mijnheer de minister, dat u met die boodschap een beetje laat komt.

Graag kreeg ik nog wat toelichting bij enkele prioriteiten.

Ten eerste, inzake leefmilieu. Mijnheer de minister, spreekt men in
het nationaal veiligheidsplan alleen over de afvalfraude? Dat komt
naar mijn gevoel over als een miskenning van de bevoegdheid van de
Gewesten in deze. Zij hebben een eigen sanctiesysteem ontwikkeld
d'ASTRID par exemple, on se
contente d'affirmer que le système
va être développé, sans fixer de
calendrier ni annoncer des
mesures visant à intégrer les
différents services de secours.

Les auteurs du plan de sécurité se
contentent souvent de reproduire
des extraits de l'accord de
gouvernement, ce qui est bien
maigre neuf mois après
l'installation du cabinet.

Par ailleurs, le ton est souvent très
nuancé, ce qui contraste
singulièrement avec les
communiqués triomphalistes
diffusés par le gouvernement à
l'occasion des super-conseils des
ministres, notamment.

Le plan national de sécurité
énonce neuf objectifs prioritaires
en termes de sécurité. Demande-
t-on à la police locale d'y
souscrire? Le ministre acquiesce
de la tête, mais devons-nous en
conclure que les plans de sécurité
locaux évoqueront systématique-
ment ces priorités? A mes yeux,
l'information vient un peu tard:
nombre de ces projets sont déjà
prêts.

L'environnement constitue une
priorité. Le plan national de
sécurité ne traite que de la fraude
en matière de déchets et néglige
ainsi les compétences régionales.
Entend-on effectivement faire une
priorité de ce type de fraude?

La drogue demeure également
une priorité. Voilà qui est peut-être
rassurant après la politique de
tolérance menée par le
gouvernement précédent et qui n'a
toujours pas été corrigée.

Vient ensuite le terrorisme,
question à laquelle les ministres
n'ont consacré en tout et pour tout
que cinq lignes. Selon moi, il
s'agissait d'un sujet-clé, mais je
suis resté sur ma faim.

Le Conseil fédéral de police a
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
dat niet alleen met afvalfraude te maken heeft. Ik wil dus weten of het
inderdaad de bedoeling is dé prioriteit der prioriteiten op dat vlak naar
de afvalfraude te laten gaan en alleen naar de afvalfraude?

Ten tweede, het blijft opmerkelijk ­ het is natuurlijk een schrale troost
­ dat drugs een prioriteit blijven. Na het tolerantiebeleid dat de vorige
regering gepredikt heeft en dat nog altijd niet is bijgestuurd door de
huidige regering ­ of dat is in elk geval de boodschap zoals zij bij de
mensen is aangekomen ­, moet het wellicht als een geruststelling
overkomen dat drugs nog altijd een prioriteit blijven.

Ten derde, wijdt men aandacht aan het terrorisme, maar
niettegenstaande de internationale context en de problemen die rezen
in de loop van de voorbije maanden, worden aan het terrorisme om
precies te zijn vijf lijnen besteed. Niet meer dan dat. Ik dacht dat dit
een van de prioriteiten onder de prioriteiten zou moeten zijn. In elk
geval, wanneer ik de hoeveelheid tekst bekijk en het aantal concrete
maatregelen waarin men terzake voorziet, blijf ik voor een deel in de
kou staan.

Mijnheer de voorzitter, ik wijd nog enkele woorden aan het advies dat
wij gekregen hebben van de Federale Politieraad. Ik vind, mijnheer de
minister, dat dit advies heel vriendelijk is voor u. Wat de
achterliggende boodschap is weet ik niet, maar ik ben geneigd,
wanneer ik de gebruikte bewoordingen bekijk, het als een bijzonder
vriendelijk advies voor de regering te zien. Minstens is het een
voorzichtig advies. Ik heb de tekst in zijn geheel doorgenomen,
mijnheer de minister, en ik vraag er even uw aandacht voor. Ik weet
niet of u het advies zelf ­ zoals het daar staat, is het niet veel, een
bladzijde of vier ­ gelezen heeft.

Mij bekroop opnieuw het gevoel van een zekere argwaan van de
beide niveaus tegenover mekaar. Ik citeer uit de tekst, bijvoorbeeld op
bladzijde 1: "De Federale Politieraad onderstreept het belang van een
correcte samenwerking, met respect voor elkaars eigenheid...." Op
bladzijde 2 lees ik: "Er is reden toe om de noodzaak te benadrukken
dat de lokale politiekorpsen steun verlenen aan de federale." Er is het
voortdurende pleidooi om tot een hechtere samenwerking te komen.
Ik hoop dat mijn gevoel niet de juiste diagnose is, maar mij bekroop
het gevoel dat er opnieuw op zijn minst een aanzet is om niet zonder
meer zich als een geïntegreerd geheel te gedragen. Het geheel baadt
een beetje in de sfeer dat men nu eenmaal voor een deel tegenover
mekaar staat. Ik kan u zeggen dat de conceptie over de nieuwe politie
dan toch wel een andere was, maar ik kan mij vergissen.

Mijnheer de minister, ik had graag wat beter geweten ­ in de mate dat
u daarover duidelijkheid kan geven ­ wat wij moeten begrijpen onder
de oproep op bladzijde 2, het derde punt van het advies. Ik citeer:
"Dat moet benadrukt worden: de noodzaak om de bevoegde
inspectiediensten te responsabiliseren, te professionaliseren en op
peil te houden opdat de politiediensten niet van hun kerntaken zouden
worden afgeleid." Ik zou graag weten wat men daarmee concreet
bedoelt. Hetzelfde geldt voor datgene wat iets verder staat. Ik citeer:
"De noodzaak die wordt onderstreept om de controle- en
inspectiediensten beter op mekaar af te stemmen." Sluit dat aan bij
wat de heer Van Parys in zijn interpellatie heeft ontwikkeld? Ik denk
het, maar ik had het graag eens vernomen. Woorden lezen is één, de
achterliggende boodschap begrijpen is soms nog iets anders. Ik meen
rendu un avis particulièrement
bienveillant à l'égard du
gouvernement.

A la lecture du texte, j'ai eu le
sentiment que les deux niveaux de
police se méfient toujours l'un de
l'autre. J'ai cru percevoir une
inclination à ne pas se comporter
comme un ensemble intégré.
J'espère qu'il s'agit seulement
d'une impression et non du juste
diagnostic.

Le ministre peut-il préciser la
portée du passage qui, en page 2,
appelle à responsabiliser,
professionnaliser et maintenir le
niveau des services d'inspection
compétents afin que les services
de police ne soient pas détournés
de leur mission? Peut-il faire de
même à propos de la nécessité,
évoquée un peu plus loin, de
mieux harmoniser les services de
contrôle et d'inspection. Ce
passage est-il à mettre en
corrélation avec l'idée développée
par M. Van Parys dans son
interpellation?

J'ai cherché à comprendre les
chiffres mais lorsqu'on compare
les chiffres du budget, les
communiqués publiés à l'issue du
super-conseil des ministres et le
plan national de sécurité, on
observe d'importantes différences.

Il est impossible de déterminer s'il
reste assez de moyens
disponibles pour tout financer. Le
ministre peut-il communiquer les
chiffres exacts?

Le plan national de sécurité 2004-
2007 comporte un pronostic pour
les effectifs de la police fédérale
escomptés en 2009. La date est
évidemment très éloignée. C'est
pourquoi j'ai demandé au ministre
où nous en étions aujourd'hui et il
nous a fourni les chiffres de 2004.
Ceux-ci, et d'autres, sont très
divergents.

Lorsqu'on compare les effectifs
réels en 2004 et les prévisions
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
dat u de aangewezen persoon bent, mijnheer de minister, om ons
daarbij een beetje te helpen.

Mijnheer de voorzitter, mijn interpellatie heeft betrekking op het
essentiële. Ik heb mij echt proberen te beperken tot enkele
opmerkingen. Trouwens, het beperkt aantal sprekers geeft ons iets
meer speelruimte om rustig onze opvattingen te formuleren.

Mijnheer de minister, ik heb pogingen gedaan om uit de cijfers wijs te
geraken, nadat ik die had gelezen rond de opmaak van de begroting,
nadat ik die had gelezen in de publicaties rond de megaministerraad
en nadat ik die probeerde te halen ­ ook op basis van de aanvullende
informatie die u ons hebt verstrekt ­ uit het nationaal veiligheidsplan.

Collega's, ik heb het gevoel hier voor een soort flou non artistique te
staan. Men probeert wel het serieux van de plannen en de teksten te
versterken door er cijfers aan te koppelen, maar die cijfers zijn
onderling sterk verschillend.

Ik denk dat dit niet toevallig is want op die manier kan er natuurlijk
geen nette rekening gemaakt worden. Het is dan doodeenvoudig
onmogelijk te weten of er nog middelen beschikbaar zijn om
betaalbaar te houden wat men in alle toonaarden bezingt en voorstelt
als de betere politiewerking, de goede dienstverlening en de
veiligheid. Ik vrees hiervoor. Mijnheer de minister, u kunt deze
gelegenheid aangrijpen om dit euvel te verhelpen door in de mate van
het mogelijke eens en voorgoed de juiste cijfers te geven. Ik zal u
hierover een aantal vragen stellen.

In het nationaal veiligheidsplan 2004-2007 wordt een prognose
gemaakt van de beoogde personeelssterkte van de federale politie in
2009. Dat is natuurlijk ver vooruitkijken. Ik zei reeds dat het nuttig zou
zijn te weten waar we ons thans bevinden, waarop u ons de cijfers
van 2004 gaf, wat ons toeliet te vergelijken. Die en nog andere cijfers
wijken evenwel sterk van elkaar af. Ik wil mij bij de collega's
verontschuldigen voor het feit dat het even wat technisch wordt omdat
het over cijfers gaat die ik uit de teksten haal. Ik zou deze cijfers
graag bevestigd, ontkend of gepreciseerd horen.

Uit de vergelijking van de tabel van het effectief personeelsbestand
2004, die de minister ons op mijn vraag ter beschikking gesteld heeft,
met de vooruitzichten voor 2009 zoals dat uit het nationaal
veiligheidsplan naar voor komt, blijkt duidelijk dat de minister het pad
van de besparing volgt bij de uitbouw van de federale politie. Als dit
kan zonder aan de kwaliteit van het werk te raken, mij niet gelaten. In
elk geval blijkt duidelijk uit de voorliggende cijfers dat het operationele
personeel verminderd wordt met iets meer dan 1.450 eenheden, dit
zijn globale cijfers voor de federale politie, terwijl het CALOG-
personeel stijgt met 1.100 eenheden. Dit is dus een dubbele
besparing, 300 eenheden minder en bovendien kost een CALOG-
personeelslid gemiddeld de helft van een operationeel personeelslid.
Ik stel me eerlijk gezegd de vraag of deze dezelfde capaciteiten
hebben. Iedereen denkt toch dat het beter is om over echt
operationeel personeel te beschikken voor een goed deel van de
taken, dat nu door dat soort personeel wordt opgenomen.

Nochtans, en ik wijs hiermee op een eerste tegenstrijdigheid, is een
van de strategische doelstellingen zoals geformuleerd in het nationaal
pour 2009, il apparaît clairement
que le ministre veut réaliser des
économies. Le personnel
opérationnel est réduit d'un peu
plus de 1.450 entités et le
personnel CALOG augmente de
1.100 unités. L'économie est
double: 300 unités opérationnelles
sont supprimées et un membre du
personnel CALOG coûte en
moyenne moitié moins qu'un
membre opérationnel. Je me
demande si les CALOG ont les
mêmes capacités et s'il ne serait
pas préférable de disposer de
véritable personnel opérationnel
pour les tâches qui sont effectuées
par ce type de personnel pour
l'instant.

Dans le même temps, le plan
national de sécurité formule
l'objectif stratégique d'augmenter
la capacité de police utilisable et
opérationnelle de 1.742 unités
d'ici à 2009. C'est contradictoire.

Le ministre peut-il nous fournir des
précisions à ce sujet? Une
concertation a-t-elle été menée en
la matière avec les responsables
de la police fédérale? Qu'en
pensent-ils? Le ministre peut-il
nous communiquer les objectifs
partiels qui ont été définis?

En ce qui concerne la direction de
la police judiciaire, les chiffres
prêtent encore davantage à
confusion. Le plan national de
sécurité prévoit que les
laboratoires au sein des
arrondissements et les services de
la direction centrale de la police
scientifique et technique doivent
pouvoir offrir un service de qualité,
comparable à celui offert dans les
pays voisins. Existe-t-il une marge
budgétaire à cet effet? Faudra-t-il
attendre l'élaboration du budget
2005? Les moyens sont-ils
suffisants pour rémunérer
effectivement les vingt membres
du personnel supplémentaires,
dont il a à nouveau été question
lors du super-conseil des
ministres?
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
veiligheidsplan, de verhoging van de globaal inzetbare operationele
politiecapaciteit met 1.742 eenheden tegen 2009. ik wil dat iedereen
dit goed begrijpt.

Wanneer men de cijfers voor 2004 samentelt en vergelijkt met die
voor 2009, dan komt men tot een significante vermindering. Nochtans
spreekt het nationaal veiligheidsplan over een verhoging met 1.742
eenheden tegen 2009. Ik zou dus graag zien, mijnheer de minister,
dat daarover klaarheid gebracht wordt. Hoe kunt u de voorliggende
cijfermatige gegevens koppelen aan de strategische doelstelling van
het nationaal veiligheidsplan om de verhoging met ongeveer 1.750
eenheden hard te maken?

Is er daarover overleg geweest met de federale politie, met de
beleidsmensen? Hoe denken zij daarover? Nog interessanter,
mijnheer de minister, kunt u ons de deeldoelstellingen geven? Geef
toe dat, wanneer u zegt over vijf jaar op een bepaald cijfer te mikken,
het voor het Parlement interessant is om te vernemen welke de
tussenstappen zijn. Dan kunnen we de concretisering, de uitvoering
van de plannen op de voet volgen.

Wat de directie gerechtelijke politie aangaat, zijn de cijfers nog
verwarrender. In het nationaal veiligheidsplan wordt expliciet gesteld
dat ernaar gestreefd zal worden dat in de lab's in de
arrondissementen en de diensten van de centrale directie Technische
en Wetenschappelijke Politie performante technische en
wetenschappelijke politiemensen tewerkgesteld zijn. Dat wordt
vooropgesteld. Daarbij zou speciaal aandacht worden besteed aan
het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening om een peil te
bereiken dat vergelijkbaar is met dat van onze buurlanden. Dat is al
iets minder ambitieus dan het vroegere taalgebruik dat we gewoon
waren, maar goed. De vraag is of daar op dit moment budgettaire
ruimte voor is. Bij mijn weten is dat niet het geval in de initiële
begroting, noch in de begrotingswijziging die op tafel ligt. Wanneer
dan wel? Wordt die begrotingswijzing nog in het vooruitzicht gesteld?
Zal uit de cijfers blijken dat men meent wat men zegt of moeten we
wachten op de nieuwe begroting voor 2005?

Dan is de vraag natuurlijk of het bedrag voldoende is om 20
bijkomende personeelsequivalenten, waarvan opnieuw sprake was in
de megaministerraad, effectief te betalen. Is daar geld voor en als dat
er niet is, waarom dan niet? Men belooft de bevolking een aantal
specialisten bijkomend te zullen aanwerven. Ik neem aan dat de
mensen dat geloven, maar hun aantal wordt met de dag kleiner.

Het zou de geloofwaardig dienen, mochten daaraan ook cijfers
worden gekoppeld.

Mijnheer de minister, het is belangrijk dat de Ministerraad zijn
toestemming heeft gehecht aan de versterking, vanaf 2005, van de 27
laboratoria, met een spreiding afhankelijk van de mogelijkheden van
de laboratoria. Zult u daarvoor jaarlijks meer middelen ontvangen?
Blijft het een algemene intentie? Het is grotendeels de bevoegdheid
van de minister van Justitie, maar u stelt de zaak gemeenschappelijk
voor en ik maak dus gebruik van deze mogelijkheid. Ik heb niet veel
de gelegenheid om met de minister van Justitie van gedachten te
wisselen.
Le renforcement des vingt-sept
laboratoires à partir de 2005 fait-il
toujours partie des intentions
générales?
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
01.15 Minister Patrick Dewael: (...)
01.16 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, dat moet u mij niet
kwalijk nemen, maar ik ben na al die jaren een beetje gefixeerd op u.
Ik zal mij proberen bij te sturen door mij op een meer natuurlijke ­ in
de overdrachtelijke betekenis van het woord ­ manier te gedragen.
01.17 Minister Patrick Dewael: (...)
01.18 Paul Tant (CD&V): Als u dat kan geruststellen, dan zal ik dat
doen, mijnheer en mevrouw de minister. Ik doe een poging om
opnieuw ernstig te zijn. Mijnheer de minister, als wij de rekening
maken van uw veiligheidsplan en de megaministerraad samen, dan
betreft het minstens 50 personeelsleden. Dat ik niet overdrijf, blijkt uit
een artikel uit De Tijd van enige tijd geleden. Daarin wordt gesproken
over 100 extra personeelsleden. Het zou nuttig zijn dat daarover
duidelijkheid wordt gebracht.

Mijnheer de minister, als u mevrouw de minister even wilt toelaten om
naar mij te luisteren, dan kan ik mij ten minste met enige kans op
succes tot haar richten. Als wij de evolutie bekijken, mevrouw de
minister, met het oog op het personeelsbestand 2009, dan stellen wij
ook hier een aantal anomalieën vast. De gerechtelijke politie,
waaronder de dienst technische en wetenschappelijke politie
ressorteert, kan rekenen op een personeelstoename van het
operationeel personeel met ongeveer 50 fulltime equivalenten, maar
tegelijk op een daling van het aantal CALOG-personeelsleden met
25,4. De globale stijging bedraagt dus niet 100 of 50, maar 24,2
fulltime equivalenten. Dat is de waarheid. Dat is een heel andere taal
dan de taal die men na de megaministerraad sprak.

Sommige ministers schrijven dus klaarblijkelijk niet meer met een
pen, ook niet via een computer, maar met een riek. U weet dat een
riek vier tanden heeft. Alles wat geschreven wordt, moet dus door vier
gedeeld worden en dan komt men tot een preciezere voorstelling van
zaken.

Tenzij mijnheer of mevrouw de minister mij kan tegenspreken, kunt u
niet naast het volgende. Wanneer ik de cijfers naast elkaar leg, stel ik
vast dat waar 100 werd aangekondigd, men het nu heeft over 24. Hoe
kunt u deze verwachting hard maken?
01.18 Paul Tant (CD&V):
L'addition des mesures du plan de
sécurité et celles qui découlent du
super-Conseil des ministres
amènent au constat qu'il faudra
augmenter le personnel d'au
moins 50 unités. Ces chiffres
devraient être précisés. Il ressort
de l'évolution du cadre du
personnel d'ici à 2009 que le
personnel de la police judiciaire
augmente de cinquante unités à
temps plein d'une part mais que
25,4 membres du personnel
CALOG sont supprimés d'autre
part. L'augmentation globale n'est
dès lors ni de 50 ni de 100 unités,
mais de 24,2 équivalents temps
plein.
01.19 Minister Patrick Dewael: Mevrouw de minister zal deze vraag
beantwoorden.

(...): (...)
01.20 Paul Tant (CD&V): Het is de minister die mij op verkeerde
gedachten brengt, die zijn associaties de verkeerde richting laat
uitgaan.
01.21 Willy Cortois (VLD): (...)
01.22 Paul Tant (CD&V): Mijnheer Cortois, ik weet wel dat u het
bijna niet meer kunt houden, maar heb nog een beetje geduld.
01.23 Willy Cortois (VLD): (...)
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
01.24 Paul Tant (CD&V): U houdt mij voortdurend tegen wanneer ik
wil voortspreken.

Ik heb een zekere voorkeur voor Poldoc, een site die door iedereen
kan worden geconsulteerd. Wanneer ik Poldoc consulteer, stel ik vast
dat de dienst Research and Development en Quality Assurance en de
dienst Video van de technische en wetenschappelijke politie volgens
Poldoc nog in volle ontwikkeling zijn. Het zou interessant zijn om te
weten wat de middelen zijn die daar naartoe zullen gaan. Ik vind
daarover nergens enige informatie.

Mijnheer de minister, als de terechte verzuchting klopt dat er 120
fulltime equivalenten meer komen op de directie wetenschappelijke
en technische politie, welke van de andere diensten binnen de
gerechtelijke politie zullen dan moeten inkrimpen? Ik denk dat een
antwoord op deze vraag niet alleen nuttig is ten behoeve van de
parlementaire commissie, maar ook van de personeelsleden.

Mijnheer de voorzitter, ik moet het ook nog zeer kort hebben over de
antiterrorismedivisie. Die kon zich verheugen op de speciale aandacht
van de megaministerraad van Gembloux. Brussel, Charleroi, Luik en
Antwerpen zullen kunnen rekenen op een versterking. Hiertoe zou in
2004 een bedrag van 112.000 euro worden uitgetrokken. Daarna
wordt dit bedrag structureel vastgelegd op 860.000 euro per jaar.
Mevrouw en mijnheer de minister, is die 112.000 euro al terug te
vinden in de begroting zoals ze initieel werd voorgelegd, of zal ze
eventueel gecorrigeerd ter tafel liggen?

Hoeveel extrapersoneel denkt de minister voor dat bedrag te kunnen
realiseren? Zou het over meer dan tien mensen gaan, te verdelen
over vier antiterrorismedivisies? Denkt de minister daarmee de
capaciteit van de gerechtelijke politie met betrekking tot de strijd tegen
het terrorisme voldoende te hebben verhoogd? Is dat de invulling die
de minister geeft aan een strategisch thema in het nationaal
veiligheidsplan?

Samen met veel collega's ben ik de mening toegedaan dat dit
bijzonder povertjes is. Gezien de internationale dreiging, die ook wordt
gevoeld door de bevolking zelf, lijkt mij dit ook op dat punt niet het
meest geschikte signaal.

Mijnheer de minister, ik zou dus willen weten wat de juiste cijfers zijn,
over hoeveel personeelsleden het gaat en of u denkt daarmee een
significant grotere bijdrage te kunnen leveren aan de bestrijding van
de terroristische dreiging. Zo ja, op welke wijze zal dat dan gebeuren?

Mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, in de Algemene
Directie Bestuurlijke Politie spelen zich analoge taferelen af. De reële
capaciteit van de DAR zou volgens de berichten van de
megaministerraad tegen 2009 stijgen met 251 voltijdse equivalenten.
De DGA zou evenwel slechts met 125 eenheden stijgen. Waar zal op
het personeel worden bespaard? Wie moet van waar daarheen? Het
is nuttig om minstens de diensten te vermelden.

Mijnheer de voorzitter, ik ben zowat aan het einde van mijn
interpellatie gekomen.

Mijnheer de minister, ik heb nog een volgend, schrijnend voorbeeld
01.24 Paul Tant (CD&V): Le site
internet Poldoc, accessible à tous,
indique que le service Research
and Development, le service
Quality Assurance et le service
Vidéo de la police technique et
scientifique sont encore en plein
développement. Quels moyens y
seront affectés?

Si 120 équivalents temps plein
rejoignent la direction de la Police
technique et scientifique, quels
autres services feront-ils l'objet de
coupes sombres?

Lors du super-conseil des
ministres de Gembloux, il a été
décidé de consacrer en 2004
112.000 euros au renforcement de
la division anti-terrorisme. Ce
montant figure-t-il déjà au budget?
Combien de personnes
supplémentaires le ministre
pense-t-il pouvoir engager grâce à
ce montant? S'agirait-il de plus de
dix personnes? Le ministre pense-
t-il ainsi avoir augmenté
suffisamment la capacité de la
police judiciaire dans le cadre de
la lutte contre le terrorisme? Tout
cela me semble bien maigre. Le
scénario est d'ailleurs le même à
la Direction générale de la police
administrative.

Après les super-conseils des
ministres, on procède à toutes
sortes de super-opérations pour
donner l'impression qu'il y a plus
de policiers dans la rue. Mais
qu'en pense vraiment la
population?
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
van de manier waarop met het personeel wordt gesold om
zogenaamd meer blauw op straat te krijgen. Dan spreek ik niet over
de extracontroles in het grensgebied, die toelaten een
spektakelnummer op te voeren en die moeten dienen om de
campagne van een bepaalde partij te ondersteunen of om de indruk
te wekken dat er opeens inderdaad veel meer blauw is. Daarover zal
de heer De Crem echter wel spreken. Men wil de indruk geven dat er
meer blauw is door, na de megaministerraden, allerlei mega-acties te
ondernemen, die de regering wel moet ondernemen. Anders ziet de
bevolking die acties immers niet. Of de bevolking het nog gelooft, is
een andere zaak.
01.25 Willy Cortois (VLD): U vindt dat er tijdens de
verkiezingsperiode geen acties voor veiligheid moeten worden
ondernomen. Dat is uw mening.
01.25 Willy Cortois (VLD): Si M.
Tant considère qu'on ne peut plus
mener d'actions en faveur de la
sécurité en période électorale, je
lui laisse l'entière responsabilité de
ses propos.
01.26 Paul Tant (CD&V): Collega, het beste zou zijn dat de regering
de veiligheidsdiensten hun werk laat doen. Het is al moeilijk genoeg
om ze te laten functioneren met politieke verantwoordelijken in
verkiezingsperiodes. Daarover zijn we het eens. Het is al moeilijk
genoeg om deze diensten met de echte, volwaardige politieke
verantwoordelijkheid te laten functioneren tijdens verkiezingsperiodes.

Als dat juist is, dan is het des te betreurenswaardiger dat men meent
daarvan nog gebruik te moeten maken door hen ten tonele te voeren
in uitzendingen die een puur partijpolitiek publicitair karakter hebben.
De heer De Crem zal daarover wellicht meer zeggen.
01.26 Paul Tant (CD&V): Le
gouvernement devrait laisser les
services de sécurité faire leur
travail.
(...) : Dat is uw mening.
01.27 Paul Tant (CD&V): Ik keer terug naar het punt van de
algemene directie bestuurlijke politie.

Een schrijnend voorbeeld is de cel educatie en preventie van de
wegpolitie. Teneinde het adagium "meer blauw op straat" te
realiseren, zou de regering beslist hebben om de genoemde cel op te
doeken. Klopt dat of overweegt u dat denkspoor? Zo u bevestigend
antwoordt, denk ik dat u onvoldoende de gevolgen inschat voor de
behoorlijke werking van die dienst in het algemeen. In elk geval kan ik
u zeggen dat ons dienaangaande alarmerende berichten bereikt
hebben. Ik hoop echter dat ik mij vergis.
01.27 Paul Tant (CD&V): Le
projet du gouvernement de
supprimer la cellule Education et
Prévention de la police routière
dans le cadre de l'accroissement
de la présence policière dans les
rues constitue un autre sujet
navrant dont l'incidence sur le
fonctionnement du service en
général est sous-estimée.
01.28 Minister Patrick Dewael: (...)
01.29 Paul Tant (CD&V): Wie weet. Dat zal dan moeten blijken,
mijnheer de minister.

Ten slotte, hoe is de op 30 en 31 maart besliste verhoogde inzet van
de federale politie met betrekking tot de bemanning van de AIK's in
het veiligheidsplan verwerkt? Daarover heb ik niets gelezen.

Hoe is de bijkomende ondersteuning van de lokale zones met 700
federale politiemensen in het veiligheidsplan verwerkt?

Mijnheer de minister, ik wil van de gelegenheid snel nog even
01.29 Paul Tant (CD&V): Enfin,
l'effort accru de la police fédérale
concernant les effectifs des CIA
n'est pas traduit dans le plan de
sécurité. Comment l'assistance
supplémentaire apportée par 700
policiers fédéraux aux zones de
police se manifeste-t-elle dans le
plan de sécurité? Où en est le
ministre en ce qui concerne la
mise en oeuvre de l'arrêt de la
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
gebruikmaken om van u het volgende te vernemen.

Ten eerste, hoever staat u met de uitvoering van het arrest van het
Arbitragehof?

Ten tweede, hoever staan we met de nieuwe financieringswet, die is
aangekondigd? U hebt zich daar volmondig achter geschaard, althans
in gesproken woord. Hoever staat het daarmee?

Ten derde, wat is de stand van zaken van ASTRID ­ waarover ik het
daarnet al had ­, voornamelijk wat de integratie van de diverse
hulpdiensten betreft?

Ten slotte, het is lang geleden dat wij nog eens iets gehoord hebben
over het boetefonds. Het zou ons, ook als gemeentelijke
mandatarissen, interesseren te vernemen wat de vooruitzichten in dat
verband zijn.
Cour d'arbitrage, la nouvelle loi de
financement, ASTRID et le fonds
des amendes?
01.30 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb het nationaal veiligheidsplan ongeveer
een maand geleden gelezen. Het is eigenlijk een saai document,
waarin veel open deuren worden ingetrapt en waarin weinig concreets
staat. Ik denk aan de Engelse uitdrukking words, words, words.

In het nationaal veiligheidsplan staat bijvoorbeeld:"Politiediensten zijn
relatief complexe organisaties". Dat zal wel. Ze zijn bovendien met
40.000 eenheden en dus vormen zij wellicht complexe organisaties. Ik
ga verder: "Ze moeten hun opdrachten en taken op een professionele
manier en een performante wijze uitvoeren". Allicht moeten zij dat
professioneel en performant doen. Ik vervolg: "Dat vereist een
doeltreffend en doelmatig functioneren, afgestemd op de noden,
behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden in de
samenleving en de bedrijfsmatige werking betekent ook dat de
politiediensten borg staan voor kwaliteit". Dat zegt niets. Dat zijn open
deuren. Het gaat voort:"De budgettaire ruimte zal altijd beperkt zijn".
Uiteraard. "De uitdaging voor de politiediensten is dan ook om zo
efficiënt mogelijk te werken" ­ ja ­ "Dit kan door steeds verder te
blijven zoeken naar wegen om het maximum uit de beschikbare
middelen te halen en het beleid van de overheid met een minimum
aan middelen te realiseren". Enzovoort, enzovoort.

Mijnheer de minister, ik zou uzelf, uw diensten en ons de volgende
keer tijd besparen en wat meer en sneller to the point komen dan in
dit saai geleuter ­ dat is misschien wat onbeleefd ­ waar niemand wat
aan heeft.

Ik kom tot wat concretere opmerkingen. Twee maanden geleden
ongeveer hebt u een grote show opgevoerd door uw
megaministerraad uitgebreid door alle media te laten verslaan. Ik
merk op dat het Parlement twee maanden later de discussie kan
aanvatten over wat u op die megaministerraad zogenaamd hebt
beslist, maar dit terzijde.

Ik kom tot een van uw stokpaardjes. U had het over een federaal
interventiekorps. Dat was een novum. Dat federaal interventiekorps
zou 700 personeelsleden bevatten en die zouden de lokale
politiezones ondersteunen. Geef toe, dat was een krachtig statement.
Minister Dewael regeert en hij doet dat goed. Ondertussen hebben wij
01.30 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): A mes yeux, le plan
national de sécurité est un
document fastidieux qui enfonce
bien des portes ouvertes mais ne
comporte rien de concret. Le
ministre et ses services auraient
pu gagner beaucoup de temps en
allant directement à l'essentiel.

Le parlement a dû attendre deux
mois après le grand spectacle
médiatique du super-conseil des
ministres pour débattre de ce qui y
a été décidé.

La création d'un corps
d'intervention fédéral constituait
une innovation: il devait compter
700 membres et agir en soutien
des zones de police locale. Depuis
l'annonce de la création de ce
corps, on n'en a plus parlé. Quels
sont exactement les objectifs de
ce corps d'intervention? En quoi
se distinguerait-il de la réserve
générale?

Combien de policiers
opérationnels comptent la réserve
générale et le corps
d'intervention? Quelque quatre-
vingts policiers de la réserve
générale manqueraient
quotidiennement à l'appel pour
cause d'exemption. En outre, cette
réserve générale est déjà
pratiquement épuisée à l'heure
qu'il est puisque plusieurs
centaines de policiers ont été
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
echter niet veel meer vernomen van dat interventiekorps. Wat zijn
precies de doelstellingen van dat interventiekorps? Wat is het verschil
met de algemene reserve? Ik heb die vraag reeds gesteld. U hebt mij
bijna uitgelachen toen ik vroeg of dat een deel van de algemene
reserve was, maar ik snap dat nog altijd niet met mijn klein verstand.

Leg me eens uit hoeveel operationele politiemensen er nu zijn in de
algemene reserve en hoeveel er daarvan in het federaal
interventiekorps zitten?

Wat betreft die algemene reserve heb ik nog een aantal detailvragen.
Men vertelt mij namelijk dat er dagelijks ­ uw medewerker zal daar
allicht een beter zicht op hebben ­ een tachtigtal politiemensen van
de algemene reserve niet komen opdagen wegens vrijstelling.
Bovendien is die algemene reserve bij mijn weten nu al bijna uitgeput
door het feit dat vele honderden agenten nu al worden uitgeleend aan
de diverse zones. U heeft mij anderhalve maand geleden gezegd dat
er vandaag al meer dan 900 personen uit die algemene reserve
worden weggeplukt om in de lokale zones te gaan werken. Alleen al in
Brussel zijn er meer dan 500. Ik ben hier niet tegen, maar wat is dan
nog de waarde van de naam algemene reserve als al deze mensen
voor de zones werken?

Ik ga even wachten tot de heer Koekelberg kan meeluisteren, want ik
denk dat het antwoord voor een stuk ook van hem zal moeten komen.
U bent een zeer begaafd man, maar de heer Koekelberg zal hier
minstens evenveel van weten, toch wat dit betreft. Er zijn, enerzijds,
700 personeelsleden voorzien in een federaal interventiekorps,
anderzijds zijn er al 900 mensen uit de algemene reserve toebedeeld
aan de politiezones. Leg me eens uit hoe het in elkaar zit. Waar zullen
die 700 politiemensen vandaan komen? Gaat het om nieuwe
aanwervingen of rekent u daar op een grotere flexibiliteit bij de
federale politie en de vereenvoudigde administratie? U zou 280
mensen wegnemen bij de administratie omdat, om het prozaïsch uit
te drukken, de flikken niet meer achter de bureaus moeten zitten
maar de straat op moeten. U zou ook het absenteïsme
terugschroeven. U zult dan meer controles moeten doen uitvoeren en
meer dokters op pad sturen. Komen die 700 daarvan? Nogmaals, ik
heb het misschien niet begrepen, maar ik denk dat er in deze zaal
toch niet veel mensen zijn die weten waar die 700 politiemensen van
het nieuwe korps vandaan zullen komen.

Er is nog de vraag over de verhouding Nederlandstaligen-
Franstaligen. Waar zal dit korps gehuisvest worden? Gebeurt dit
centraal, of komt er een decentralisatie? In deze verkiezingsperiode
hebben we natuurlijk al mogen vernemen, mijnheer Dewael, dat u een
deel zal decentraliseren naar Limburg. Dat is een bericht van een
aantal weken geleden. U zei toen dat er een speciaal stuk
interventiekorps in Limburg kwam. Ik kan voor u als u wilt het artikel
opzoeken, ik heb het uitgeknipt. Het stond dik in de verf dat de
Limburger Dewael zei dat er een stuk van het interventiekorps naar
Limburg ging. "Wie zichzelf dient, dient een dikke vriend", is wat de
minister toen dacht.

Dat is blijkbaar een van die momenten waarop "eigen volk eerst" wel
mag. Daar zijn wij het dan over eens, fantastisch.

Mijn laatste vraag over het interventiekorps gaat over de financiële
affectés aux zones. Il y a un mois,
le ministre m'a dit que 900
policiers de la réserve travaillaient
déjà dans les zones. Rien qu'à
Bruxelles, il y en aurait 500.

Où trouver les 700 policiers
nécessaires au corps
d'intervention? Le ministre prévoit-
il de nouveaux recrutements ou
table-t-il sur une plus grande
flexibilité de la police fédérale et
sur la simplification de
l'administration? Il comptait
chercher 280 policiers dans les
bureaux et endiguer
l'absentéisme. Dans ce cas, il
devra aussi effectuer plus de
contrôles. Cela suffira-t-il?

Qu'en est-il du rapport entre les
néerlandophones et les
francophones? Où le corps sera-t-
il logé? Cette opération sera-t-elle
centralisée ou non? En cette
période électorale, le ministre a
évidemment déjà annoncé qu'une
partie du corps sera logée au
Limbourg.

Où le ministre pense-t-il du reste
trouver les fonds pour payer ces
700 agents?

Il préconise de plus grandes
zones. Il considère, à juste titre,
que le niveau de la police locale
est parfois trop restreint que pour
lui permettre de mobiliser le
personnel et les moyens
nécessaires pour garantir aux
citoyens une fonction policière de
base complète. Les zones de
police doivent donc apprendre à
coopérer. Une mission a déjà été
définie en ce sens dans l'exposé
des motifs de la loi de 1998
organisant la police intégrée, dans
la loi sur la fonction de police et
dans la circulaire PLP 27. Ces
textes ne comportent toutefois que
de vagues descriptions de ce que
peut, par exemple, contenir un
accord de coopération entre
différentes zones mais aucune
directive concrète.

La question du terrorisme nous
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
implicaties. Ik heb niet de indruk dat de regering u nog een half miljard
frank of zo zal toekennen. Ik wil toch eens weten waar u, wanneer u
er 700 manschappen bijneemt voor het interventiekorps en de
algemene reserve niet afbouwt, het geld zult halen om die te betalen?

Een andere opmerking houdt verband met een van de principes die u
vooropstelt in uw nationaal veiligheidsplan. U zegt ­ terecht, ik ben er
trouwens voor een aantal kleine zones samen te smelten ­ dat u
grotere politiezones wil hebben. U zegt: het lokale politieniveau is
soms te beperkt om voldoende personeel en voldoende middelen te
kunnen inzetten om de volwaardige basispolitiefunctie te kunnen
waarborgen voor de burgers. Heel juist. Dus, zegt u, moeten de
politiezones onderling samenwerkingsakkoorden sluiten. De
politiezones moeten leren samenwerken. Er is in die zin al een
opdracht gegeven in de memorie van toelichting bij de wet van 1998
tot organisatie van de geïntegreerde politie, in de wet op het
politieambt en in de rondzendbrief PLP 27. Wanneer men dat
allemaal leest, vindt men daar echter weinig concreets in terug. Dat is
trouwens mijn opmerking in het algemeen. Men krijgt slechts vage
omschrijvingen van wat er bijvoorbeeld kan vallen onder zo'n
samenwerkingsakkoord tussen diverse zones. Nergens zijn er
richtlijnen of maatregelen die uitleggen aan de zones hoe zij die
akkoorden moeten opstellen, wat zij daar concreet in moeten
schrijven. Ik vrees dus een beetje dat er wildgroei komt: iedereen doet
maar op, iedereen sluit her en der akkoorden. Die verschillen allemaal
wat de vorm betreft, die verschillen allemaal wat de inhoud betreft.
Goed, er zijn her en der akkoorden gesloten, maar ik vrees dat er nog
heel wat zones zijn, mijnheer de minister, waar er geen akkoord is
gesloten, waar er, inderdaad door een gebrek aan mensen en
middelen, geen samenwerking bestaat.

Een volgende opmerking gaat over iets wat iedereen na aan het hart
ligt: de kwestie van het terrorisme. De heer Tant heeft het daarnet
gezegd. U zegt in één zin: "Wij moeten rekening houden met de
algemene context en de internationale actualiteit en daardoor moet
onze prioritaire aandacht gaan naar de aanpak van de radicale
islamitische terroristische groeperingen actief op het Belgisch
grondgebied". Punt aan de lijn. Er staat niets meer.

U zou kunnen zeggen: men moet ook eens kijken naar de kadernota,
want daar gaan wij wat dieper in op de zaak, op de bladzijden 9, 10,11
en 12. Maar ook hier collega's: words, words, words.

Ik lees de strategische doelstellingen door u bepaald om het
terrorisme aan te pakken. Toch niet niks, het terrorisme dezer
dagen.Ik lees: "Strategische doelstelling: Ten eerste, de regering zal
de op Europees niveau besliste maatregelen ondersteunen".
Halleluja! "Ten tweede, we gaan een versterkte coördinatie
doorvoeren van de departementen Justitie en Binnenlandse Zaken.
We gaan Europese regelgeving implementeren." Natuurlijk zult u dat
moeten doen. U zult de communicatie tussen de overheid en de
bedrijfswereld moeten verbeteren en verhogen. In de rapporten van
het comité I wordt reeds jaren aangehaald dat u daar veel
tekortschiet, dat de Veiligheid van de Staat de middelen noch de
mensen heeft om het bedrijfsleven te helpen, bij te staan of zaken te
analyseren. Ik lees de vijfde doelstelling: "Het droogleggen van de
geldstromen ter financiering van de terroristische organisaties." Ja,
dat klinkt allemaal mooi.
tient tous à coeur. Le plan de
sécurité n'y consacre toutefois
qu'une phrase vague. Le ministre
pourrait renvoyer à la note-cadre
mais, là encore, ce ne sont que
paroles, paroles, paroles.

Ainsi, il est question d'objectifs
stratégiques. Le ministre va
améliorer la communication entre
les autorités publiques et le monde
des entreprises, par exemple. Les
rapports du Comité R montrent
pourtant que le ministre n'est pas
à la hauteur en la matière, et
depuis belle lurette, tandis que la
Sûreté de l'Etat n'a ni les moyens,
ni les effectifs, pour aider le
monde des entreprises ou
analyser des dossiers.

Je constate que le ministre ne
prend aucune initiative en matière
de terrorisme. Ainsi, on ne fait pas
la moindre difficulté au centre
islamique belge à Molenbeek,
alors qu'il faudrait le fermer. Il n' y
a pas de condamnation, il n'y a
même pas d'impulsions dans ce
sens et le ministre n'exerce pas
son droit d'injonction positive. Le
rapport rédigé il y a deux ans par
le Comité R révélait qu'il y avait
déjà trente mosquées dans notre
pays à l'époque. Jamais encore on
n'a fermé de mosquée ou expulsé
un imam, comme cela s'est
produit dans d'autres pays. Il n'en
est pas question en Belgique.

L'augmentation du nombre de
victimes ou de témoins disposés à
porter plainte doit constituer une
priorité. Le ministre souhaite y
parvenir par le biais de
l'harmonisation de la formation de
la police, de l'accueil, de la
communication d'informations et
en prêtant une oreille attentive. Le
ministre n'ignore toutefois
nullement que la police est
découragée et que cet état influe
sur le dépôt de plaintes par les
citoyens. Les services de police ne
sont plus à l'écoute dès lors que,
depuis des années, ils n'ont pas
les moyens de remplir leurs
missions. Tant que la Justice ne
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22

Wat ik echter vaststel is dat u inzake terrorisme niets doet. Ik heb u al
een aantal keren in de plenaire punctuele vragen gesteld. Wat gaat u
doen met die imam, met die fundamentalistische moskee, met die
terroristische bende? U doet dus niets, u doet ongeveer niets.

Ik geef een voorbeeld, collega's, dat nu toch al jaren de ronde doet in
het Parlement. Het is het voorbeeld van het centrum in Molenbeek.
Het centrum in Molenbeek moet volgens mij gesloten worden. Dat
had al lang moeten gebeuren maar noch de minister van Justitie, die
zeer terughoudend is als het over islamieten gaat, noch de minister
van Binnenlandse Zaken doet wat dan ook om die mensen van het
CBI in Molenbeek ook maar een strobreed in de weg te leggen. Er is
dus geen veroordeling, er zijn geen aanzetten, er is geen positief
injunctierecht gebruikt door de minister. Men laat die gewoon maar
doen.

Er zijn tientallen moskeeën in dit land. Volgens het rapport van het
comité I van twee jaar geleden waren er toen al dertig. Ik heb nog
nooit gehoord van een moskee die gesloten werd in dit land. Ik heb
nog nooit gehoord van een imam die eruitgezet werd in dit land terwijl
men in andere landen ­ en dat zijn toch ook beschaafde, westerse en
democratische landen ­ imams die zich misdragen er gewoon
uitgooit, mijnheer Dewael. In Frankrijk gooien ze die er gewoon uit. In
Engeland sluiten ze de moskee en mag hij voorlopig nog op straat
prediken maar dat zal ook niet lang meer duren. In Spanje zijn
maatregelen getroffen. In Nederland worden maatregelen getroffen
en zit de Veiligheid van de Staat zeer dicht op die moskeeën, maar
hier gebeurt er dus niets. Alstublieft, laat mij niet lachen als u het hebt
over de strategische doelstellingen. Het is zeer vaag en in concreto
doet u dus niemendal.

Ik kom dan tot een andere prioriteit. Men zou de aangiftebereidheid
van de slachtoffers of de getuigen moeten verhogen. Dat is inderdaad
ten zeerste aan te bevelen. Hoe zult u dat doen? U zult dat doen door
standaardisatie van de politievorming, het onthaal, het geven van
informatie en het bieden van het luisterend oor. Een luisterend oor,
nogmaals halleluja, maar waarmee bent u bezig?

U weet goed genoeg dat de politie moedeloos is en dat ze inderdaad
inwerkt op de aangiftebereidheid van de mensen door ze af te raden
het zoveelste proces-verbaal te laten opstellen. Dat ze inderdaad
geen luisterend oor meer bieden, ligt simpelweg aan het feit dat de
politiediensten momenteel en al jarenlang dweilen met de kraan open.

Mijnheer Dewael, ik richt mij niet tot uw collega. Dat heeft immers
geen enkele zin. Mijnheer Dewael, zolang Justitie niet kan volgen,
zullen de burgers alsook de politie moedeloos blijven. Het gevolg van
het wanbeleid op Justitie is dat het feitelijke seponeren door de politie
toeneemt. De politieambtenaren knijpen zelf een oogje dicht, omdat
zij weten dat het geen enkele zin meer heeft een aantal zaken te
verbaliseren. Ze zeggen dat ze zich niet moe zullen maken en niet
urenlang zullen bezig zijn met het afnemen van een verklaring en het
opstellen van proces-verbaal, want dat komt ­ om het oneerbiedig uit
te drukken ­ toch op de vuilnisbak van het parket terecht en het
parket zal de zaak toch seponeren. We weten allemaal dat het parket
niet kan volgen. Dat is veroorzaakt door de onwil, voornamelijk van de
PS, om het gerecht beter te laten werken. De recentste prestatie van
sera pas en mesure de suivre, le
découragement persistera parmi
les citoyens et la police. La
politique déplorable en matière de
Justice a pour conséquence que,
dans les faits, le nombre de
classements sans suite au sein
des services de police augmente.
Si le parquet n'est pas en mesure
de suivre c'est principalement à
cause de l'absence de volonté,
principalement du PS, d'améliorer
le fonctionnement de la justice.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
mevrouw Onkelinx is geweest dat wie een gevangenisstraf van
drie jaar krijgt ­ daarvoor moet men tegenwoordig iemand zowat de
kop inslaan ­, niet onmiddellijk in de gevangenis moet worden
gestopt.

(...): (...)
01.31 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Ja. Ik heb dat verkeerd
begrepen. Wanneer u zo sceptisch in mijn richting kijkt, denk ik dat u
daarmee niet akkoord gaat. Bij een effectieve gevangenisstraf van
drie jaar zegt men: pour le moment liever niet. Als dat een
veiligheidsbeleid is ...

Iets wat daarbij trouwens aansluit, is wat u noemt het strafrechtelijk
ketenbeheer. Als ik mij niet vergis, staat dat in de kadernota op
bladzijde 6. U moet daarover allemaal eens goed nadenken. Men zegt
daar dat men bij de politie bij de operationele invulling van de
prioriteiten rekening moet houden met onder andere de
verwerkingscapaciteit van de parketten en het gevangeniswezen.

Dat staat er letterlijk in.

Wat betekent deze, in mijn ogen uiterst gevaarlijke stelling? De wereld
wordt zo immers op zijn kop gezet. Het betekent dat de politie moet
stoppen met criminelen op te pakken als de agenda van het parket
vol zit of als de gevangenissen vol zitten. Dat staat er letterlijk in.

Dat is dus het beleid van paars. De regering heeft prioriteiten, maar ze
gaat er niet al te fel op door. We moeten, als de gevangenissen vol
zitten, ...
01.31 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Pour définir les priorités, la
police devrait tenir compte de la
capacité de traitement des
parquets et de l'administration
pénitentiaire.

C'est le monde à l'envers. La
police ne peut plus arrêter les
criminels lorsque les parquet sont
débordés et les prisons pleines.

Telle est la politique de la coalition
violette. Le gouvernement s'est
fixé des priorités mais ne se hâte
pas de les mettre en oeuvre.
01.32 Laurette Onkelinx, ministre: C'est vraiment terrible de ne rien
comprendre.
01.32
Minister
Laurette
Onkelinx: Het is verschrikkelijk als
je er niets van begrijpt!
01.33 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Ne rien comprendre? Ik lees
letterlijk wat er staat.
01.33 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Je lis simplement ce qui
est écrit.
01.34 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, c'est
incroyable de pouvoir dire n'importe quoi à ce point!

Je signale au président de la commission et à l'ensemble des
membres des deux commissions qu'il y a eu des interpellations ou
des questions sur le sujet en commission de la Justice, où j'ai essayé
d'expliquer plus en détail la politique suivie en la matière.
01.34
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik heb het
dienaangaande gevoerde beleid al
nader toegelicht in het kader van
antwoorden in de commissie voor
de Justitie.
01.35 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, j'ai lu
les textes. Dans notre société informatisée krijgt u dus twee uur na de
commissie de teksten, via de webstek van de Kamer, op het scherm.
Ik heb ze deze middag gelezen, mevrouw de minister. Uw antwoorden
voldoen niet. U moet niet doen alsof ik hier uit mijn nek zit te kletsen.
Uw antwoord voldoet op geen enkele manier.

Ik herhaal wat ik heb gezegd. Als de gevangenissen vol zitten, als de
agenda van het parket vol zit, als de rol van de rechtbank vol zit ­ dat
is eigenlijk de stelling die jullie verdedigen ­ dan moet de politie maar
een beetje intomen en een kaartje leggen op het commissariaat. Dat
01.35 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): J'ai pris connaissance des
réponses que vous avez fournies
en commission en consultant le
site Internet de la Chambre. Elles
sont totalement insatisfaisantes.
Les prisons sont surpeuplées et le
parquet est surchargé. Les
policiers doivent dès lors rester au
commissariat pour jouer aux
cartes. Voilà ce que dit la ministre
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
is wat ik ervan maak.

Mevrouw Onkelinx, mijnheer Dewael, u kunt natuurlijk zeggen: die
van het Vlaams Blok zijn natuurlijk Beotiërs die dat allemaal niet
begrijpen. Ik zal u echter eens een stukje voorlezen uit de krant van
enkele dagen geleden. Het is misschien ook een Beotiër die dit zegt:
"Minister van Justitie Laurette Onkelinx laat veroordeelden nog een
tijdje genieten van de zomerse junisfeer. Er zijn namelijk geen bedden
genoeg in het gevang."

Ik sla een beetje tekst over en citeer opnieuw: "Volgens de minister
gaat het om een maatregel van goed bestuur. Dat wil ik wel geloven,
maar dat schetst tegelijk het hele probleem van het justitiebeleid van
de vorige vijf jaar. De paarse regering wil strenger optreden en het
toenemende geweld beteugelen, maar ze weigert daarvan de
consequenties te aanvaarden. Dat is de reden waarom Justitie met
een bestendig en onoplosbaar gevangenisprobleem zit." Ik kan nog
een hele tijd doorgaan, mevrouw Onkelinx, mijnheer Dewael.
en substance. Et je ne suis pas le
seul à penser cela. On a pu lire il y
a quelques jours dans la presse
que le gouvernement entend lutter
plus fermement contre
l'intensification de la violence,
mais qu'il en refuse les
conséquences.
01.36 Laurette Onkelinx, ministre: En tout cas, pour le moment, le
Vlaams Blok contribue à rendre encore plus problématique la
surpopulation dans les prisons! C'est un point à souligner,
effectivement.
01.36
Minister
Laurette
Onkelinx: Mede door de houding
van het Vlaams Blok wordt de
overbevolking in de
gevangenissen nog
problematischer!
01.37 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Dat is de editorialist van Het
Laatste Nieuws, de heer Van der Keelen, die dat schrijft.
Waarschijnlijk heeft hij dat dus ook allemaal niet begrepen.

(...): (...)
01.38 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Ten slotte wil ik nog een vraag
stellen aan minister Dewael. Enkele maanden geleden verklaarde
minister Dewael in De Standaard: "Ik ben van plan om op vraag van
een aantal burgemeesters systematisch bepaalde wijken te laten
controleren". Ik geef u meteen een kopie daarvan. Dat zijn uw
woorden, of anders heeft De Standaard natuurlijk gelogen. "Het is niet
de bedoeling om heel Antwerpen huis na huis uit te pluizen". Daarin
hebt u natuurlijk gelijk. "Er was veel frustratie als illegalen werden
opgepakt door de politie, maar de dienst Vreemdelingenzaken niet
volgde".

Mijn vragen zijn de volgende.

Aan hoeveel burgemeesters hebt u gevraagd om die controles op te
drijven of om ermee te beginnen? Aan hoeveel burgemeesters gaf u
de opdracht om bepaalde wijken systematisch te controleren?
Waarschijnlijk nul.

Welke wijken hebt u laten controleren, en waar? Op hoeveel plaatsen
is dat daadwerkelijk gebeurd? Als u daarop kunt antwoorden, dan zal
ik niet meer zeggen dat u voor de show zowat om de twee, drie
weken sterke verklaringen aflegt en aan de goegemeente probeert
wijs te maken dat u optreedt door de politiediensten hun werk te laten
doen. Als u op die vragen een antwoord kunt geven, dan zal ik
daarmee stoppen.
01.38 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Voici quelques mois, le
ministre Dewael a déclaré qu'il
souhaitait que des contrôles
systématiques soient effectués
dans certains quartiers. A combien
de bourgmestres a-t-il donné
l'ordre de faire procéder à ces
contrôles? De quels quartiers
s'agit-il? Si le ministre répond à
mes questions, je ne lui
reprocherai plus de faire du
spectacle.

Ma conclusion est que le plan de
sécurité comporte trop peu
d'objectifs précis et de
recommandations aux divers
services de police. Par
conséquent, le Vlaams Blok
déposera une motion.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Mijnheer de voorzitter, ik zou nog een tijdje kunnen doorgaan, maar ik
denk dat ik mijn zaak bewezen heb. Er is weinig concreets. Wij
hadden veel meer en beter afgelijnde doelstellingen verwacht, en veel
duidelijkere aanbevelingen voor de diverse politiediensten. Er is niet
alleen een verschil tussen lokaal en federaal, maar ook binnen de
federale politie is er een hele panoplie van zeer onderscheiden
diensten. Wij hadden gedacht dat die mensen concrete
aanbevelingen zouden krijgen. Dat is dus niet het geval. Wij zullen
straks een motie indienen waarbij wij aan de Kamer vragen om het
nationaal veiligheidsplan te verwerpen.
01.39 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mevrouw de minister, collega's, ik zal het kort houden. Als
een advocaat zegt dat hij het kort zal houden, moet men echter
opletten. De twee thema's die ik wil aansnijden, zijn misschien
voorspelbaar: de manier waarop het drugsprobleem in de nota's aan
bod komt en het gewapende bestuur waarvan de kadernota ook
melding maakt.

Mijnheer de voorzitter, ik kan mij moeilijk verzoenen met een beleid
waarin men aankondigt dat men de grote dingen zal doen, als men
niet in staat is te doen wat voor de hand ligt, de evidente dingen
waarover tussen meerderheid en oppositie geen discussie mag
bestaan. Ik vind dat de oppositie dat opnieuw en opnieuw aan de orde
moet stellen om de regering te confronteren met het schizofrene van
het gevoerde beleid.

Ik begin met het drugsbeleid. Ik heb de nota's uiteraard gelezen. Ik
heb gisteren ook de Franstalige pers mogen lezen. Daarin wordt
melding gemaakt van de memo van het College van procureurs des
Konings. Ik wil de ministers herinneren aan het moment waarop wij
het gedoogbeleid met betrekking tot cannabis in de Kamer hebben
besproken. Dat is nog niet zolang geleden. In die federale drugsnota
stonden overigens ook goede dingen, op het vlak van hulpverlening
en preventie. Ik signaleer toch dat het fameuze
samenwerkingsakkoord, dat juridisch gestalte moest geven aan het
geïntegreerde beleid, er natuurlijk niet is gekomen omdat het in
Wallonië gewoonweg niet is goedgekeurd. Het is zo simpel als dat.
Dat illustreert nogmaals dat op dat vlak de snelheden in ons land
totaal verschillend zijn.

De toenmalige minister van Justitie en de toenmalige minister van
Volksgezondheid verdedigden toen broederlijk naast elkaar de
drugswet met zoveel brio dat er permanent een kakofonie en een
spraakverwarring was. Ik heb zelden ministers zolang naar het
plafond zien kijken om te weten hoeveel gram eigenlijk werd
toegelaten. In het verslag staat dat er in de commissie een ijzige stilte
ontstond. Ik heb toen geciteerd uit het kleine boekje van Frank
Bovenkerk over de analyse van de misdaad in Nederland. Ik zal dat
natuurlijk niet allemaal overdoen, maar ik vind het iets te goedkoop
om nu een geweldig beleidsplan inzake veiligheid en een kadernota
naar voren te brengen als wij al na enkele jaren kunnen worden
geconfronteerd met wat werd voorspeld toen het gedoogbeleid op de
agenda werd gezet en wat nu natuurlijk realiteit wordt. Ik geef nog één
citaat, waarin de auteur zegt dat er onvoldoende begrip bestaat voor
de maatschappelijke consequenties van de opkomst van de
nederwieteconomie.
01.39 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je peux difficilement
m'accommoder d'une politique qui
annonce de grands projets alors
qu'on n'est même pas en mesure
d'accomplir ce qui va de soi.

Il y a peu, la Chambre a discuté de
la politique de tolérance à l'égard
du cannabis. Mais l'accord de
coopération qui devait lui donner
juridiquement forme n'a toutefois
pas vu le jour, faute d'avoir été
approuvé en Wallonie. Voilà bien
l'illustration d'un pays à deux
vitesses.

Lors de la discussion, j'ai cité des
passages de l'ouvrage de Frank
Bovenkerk sur l'analyse de la
criminalité aux Pays-Bas. L'auteur
y explique que la tolérance
organisée de la consommation
d'un produit illégal encourage
énormément sa production et la
demande, ce qui donne à son tour
un coup de fouet au crime
organisé. Depuis, cette thèse s'est
vérifiée, et beaucoup plus
rapidement que nous n'aurions pu
l'imaginer.

Régulièrement, le ministre de
l'Intérieur doit répondre ici à la
question de savoir ce qui explique
la découverte d'autant de
plantations de cannabis. En initiant
un processus dont on ignore
totalement l'aboutissement, on a
pris une responsabilité historique
écrasante et il est un peu facile de
s'en prendre à présent à la
production et au trafic.

La note comporte des affirmations
mensongères et c'est grave. Si on
y évoque les instruments légaux
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Hij zegt ­ ik citeer: "Ik zal in dit boekje aannemelijk maken dat er met
de invoering van het Nederlandse gedoogbeleid pas met recht in
autochtoon Nederland kan gesproken worden van het ontstaan van
georganiseerde misdaad".

De vrees dat het organiseren van het gedogen van het gebruik van
een illegaal product een enorme push zal geven aan de productie en
de vraag, een dynamiek zal geven aan het fenomeen van de
georganiseerde misdaad en de circuits waarlangs illegale producten ­
niet alleen cannabis ­ bij de gebruikers kunnen komen, alleen maar
kan activeren, is ondertussen, op veel kortere tijd dan wij hadden
voorspeld, bewaarheid.

De minister van Binnenlandse Zaken moet hier om de drie weken
antwoorden op de vraag hoe het komt dat er zoveel
cannabisplantages worden opgerold. We merken dat het gebruik en
de sociale acceptatie alleen maar toenemen. Het is natuurlijk
gemakkelijk om nu de productie en de handel aan te pakken, nadat
eerst een enorme, historische verantwoordelijkheid werd genomen
door iets in gang te zetten waarvan men het einde absoluut niet kan
zien.

Op dat vlak blijf ik bijzonder in de kou staan.

Ik begin lastig te worden omdat de nota liegt. Dat vind ik erg. Als ik
kijk naar het hoofdstuk Drugs uit de kadernota Integrale Veiligheid,
lees ik dat er een wetgevend instrumentarium beschikbaar is ­ de wet
van 3 mei 2003 en het koninklijk besluit ­ dat aan de bestaande
toestand eigenlijk niets heeft gewijzigd. Ondertussen volstaat het om
het Rechtskundig Weekblad te lezen om te zien dat het
instrumentarium natuurlijk wel wat heeft gewijzigd. We hebben
getracht met alle mogelijke juridische hightech een systeem te
ontwikkelen waarbij iets dat strafbaar is niet kan worden getraceerd
door het openbaar ministerie. Dat is een absoluut novum geweest. Er
is natuurlijk wel iets gewijzigd. Het stoort me dan ook mateloos dat ik
gisteren nog eens moest horen van de minister van Justitie in de
Franstalige pers ­ wat we uiteraard al wat vroeger wisten ­ dat men
die circulaire moet hermaken omdat ze gewoonweg niet bruikbaar is
op het terrein. Als er wordt gesproken over het wetgevend
instrumentarium dat ter beschikking is voor het drugbeleid, wordt
nochtans met geen woord gerept over het probleem dat die circulaire
niet goed is. Als men dan toch een inventaris maakt van wat
beschikbaar is in het kader van het integrale veiligheidsbeleid, zou
men toch veronderstellen dat men op zijn minst de intellectuele
eerlijkheid heeft om te zeggen dat er inderdaad een probleem is met
een nog niet zo oude circulaire die men gewoonweg niet kan
uitvoeren. Zelfs die eerlijkheid is er niet. Dat wordt in de nota zelfs niet
eens vermeld.

Mijnheer de voorzitter, er staat ook niet in de nota ­ onder de stand
van zaken inzake de beeldvorming op bladzijde 31 ­ dat de minister
van Justitie een tijdje geleden op een vraag in het vragenuurtje heeft
geantwoord dat er een nieuwe campagne zal komen om aan de
burgers van dit land uit te leggen wat mag en niet mag inzake illegale
drugs. Ik dacht dat dit bij het punt over beeldvorming en
communicatie zou horen. Ik heb ook in de nota van de FOD Justitie
gekeken of daar melding wordt gemaakt van wat de minister toen
heeft aangekondigd. Ik heb dat niet gezien, maar misschien heb ik er
disponibles, on n'y souffle mot de
la circulaire qui est inapplicable sur
le terrain et qui doit donc être
revue. Si on dresse l'inventaire
des moyens disponibles, qu'on
fasse preuve d'honnêteté
intellectuelle et qu'on admette
l'existence du problème posé par
une circulaire guère ancienne
mais inapplicable.

La note ne fait pas davantage
mention de l'annonce faite ici par
la ministre de la Justice, à
l'occasion de questions orales, à
propos de la nouvelle campagne
destinée à expliquer au citoyen ce
qui est autorisé et ce qui ne l'est
pas en matière de drogues
illégales. Il aurait fallu avoir
l'honnêteté de reconnaître le
caractère lacunaire de la
communication et la nécessité
d'apporter des corrections. Il aurait
fallu réaliser que le phénomène
d'augmentation des plantations de
cannabis et la manière dont la
criminalité organisée peut en tirer
parti ont été favorisés par le travail
législatif préalable.

Je suis stupéfait de constater que
l'on continue d'affirmer que notre
pays mettra tout en oeuvre pour
combattre les mouvements
terroristes alors que l'on assiste
précisément au contraire sur le
terrain.

Moult exemples démontrent qu'il
est impossible d'organiser un
système central de suivi des
demandes de naturalisation dans
notre pays ou même d'octroyer un
délai raisonnable au parquet et à
la Sûreté de l'Etat pour rendre un
avis. Le gouvernement ferait dès
lors mieux de ne pas parler d'une
note globale en matière de
sécurité.

Le précédent ministre de la Justice
disait que la Sûreté de l'Etat avait
besoin de trente personnes
supplémentaires pour pouvoir
fournir, dans le délai d'un mois qui
lui était imposé par la majorité, les
avis concernant l'acquisition de la
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
overheen gelezen.

Toen heeft de minister van Justitie moeten zeggen ­ nadat een
rechter in Namen een gebruiker van cannabis had vrijgesproken
omdat hij zich terecht kon beroepen op de onoverwinnelijke dwaling
dat hij als burger niet meer kon weten waaraan hij zich te houden had
­ dat er een nieuwe campagne moest komen in ons land om uit te
leggen wat kan en niet kan inzake het gebruik van illegale drugs. Dat
staat allemaal niet in de kadernota Integrale Veiligheid, die er,
overigens zeer terecht, voor pleit om het veiligheidsbeleid te plaatsen
in een integraal, consistent beleid, een ketenbeheer waarbij ook de
bestuurlijke inbedding van het veiligheidsbeleid ­ ik citeer bijna
letterlijk ­ cruciaal is. Men had de eerlijkheid moeten hebben om te
zeggen dat er inzake deze wet een lacune in de communicatie is en
dat er correcties nodig zijn. Men had moeten accepteren dat ook het
fenomeen van de toenemende cannabisplantages en de manier
waarop de georganiseerde criminaliteit daarop kan inspelen in ons
land een push heeft gekregen door wat men op het wetgevend vlak
heeft bewerkstelligd.

Ik suggereer de ministers om dat kleine boekje toch eens te lezen.
Daarin zult u lezen dat men met het starten van het gedoogbeleid en
het accepteren van de huisteelt binnen bepaalde grenzen, uiteindelijk
in Nederland in een situatie is terechtgekomen waarbij de
georganiseerde criminaliteit zich structureel heeft ingenesteld.

Het is goed om zich dan op de borst te kloppen en over de integrale
veiligheid te spreken, als men het zelf eerst op die manier uit de hand
laat lopen. Ik zou graag vernemen waarom die punten niet in de
nota's staan, want ze zijn publiek goed. Ik herhaal nog eens dat ik ze
gisteren nog eens heb kunnen lezen in een krant.

Mijn tweede punt ­ ik kom nog eens terug op het fameuze artikel over
het gewapend bestuur ­ heeft betrekking op de snel-Belg-wet. Dat zal
u uiteraard ook niet verwonderen. Ik lees in deze nota dat men pleit
voor gewapend bestuur. Ik lees ook dat men met alle mogelijke
middelen de terroristische bewegingen in ons land zal aanpakken. Ik
ben altijd verbijsterd als men dat allemaal blijft zeggen, terwijl op het
terrein precies het tegenovergestelde kan worden vastgesteld.

Mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, ik zal u opnieuw een
paar voorbeelden geven. Ik heb ze al voorgelegd aan de minister van
Justitie, maar die vond ze niet relevant. Iemand vraagt de nationaliteit
via het Parlement in 2002. Hij is veroordeeld door een arrest van het
hof van beroep met een straf van 12 maanden en 5 jaar uitstel
wegens opzettelijke slagen. De dienst Veiligheid van de Staat verwijst
naar de steun aan een terroristische beweging. Ik heb het vanmiddag
nog een gecheckt, het is er een die op de Europese lijst staat. De
procedure om de nationaliteit te verkrijgen op basis van de verklaring
strandt oorspronkelijk. Hij probeert het dan via het Parlement.

Het Parlement lapt in al zijn wijsheid de adviestermijnen van een
maand aan zijn laars en zegt: wij gaan dat toch verwerpen.
Ondertussen slaagt de betrokkene er echter in om Belg te worden,
waarschijnlijk omdat hij opnieuw een verklaring heeft afgelegd bij de
gemeente en op deze manier de Belgische nationaliteit heeft
verworven. Er is geen enkele centrale opvolging en hierdoor heeft
iemand die u, volgens uw nationaal veiligheidsplan, zult aanpakken,
nationalité. Il est absurde de parler
de politique intégrale de sécurité
tant qu'on ne règle pas une
situation aussi évidente.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
rekening houdend met de algemene context en de internationale
actualiteit, de Belgische nationaliteit verworven. U zult prioritaire
aandacht geven aan de aanpak van de radicale islamitische
terroristische groeperingen die actief zijn op het Belgische
grondgebied.

Ik geef u een tweede voorbeeld, want ik kan er u verschillende geven.
Het gaat over een aanvaag van 2002. De Veiligheid van de Staat
signaleert betrokkenheid bij een terroristische beweging. Het parket
geeft een ongunstig advies. De dienst Vreemdelingenzaken signaleert
dat er een PV is wegens het onwettig bezit van wapens. Het
Parlement lapt alle adviestermijnen aan zijn laars. Ze zijn veel te kort,
u weet het. Het Parlement neemt de nodige maatregelen en houdt
zich niet aan de wet en stelt voor de aanvraag te verwerpen.
Ondertussen hoeft het niet meer, want de betrokkene heeft de
Belgische nationaliteit verworven op een andere manier.

Iemand vraagt de nationaliteit aan via het Parlement in 2002, de
Veiligheid van de Staat verwijst naar de betrokkenheid bij een
terroristische beweging. Het openbaar ministerie zegt dat er negatieve
informatie bestaat, zowel bij de Veiligheid van de Staat als bij de
politie, maar het hoeft niet meer via het Parlement, want de
betrokkene is buiten het Parlement Belg geworden. Zo kan ik er nog
wel een aantal opnoemen.

Als het in dit land niet mogelijk is om een centraal systeem van
opvolging van nationaliteitsaanvragen te organiseren ­ 99% van de
mensen die een aanvraag doet, is perfect te goeder trouw ­, als het
niet mogelijk is het parket en de Veiligheid van de Staat een
behoorlijke adviestermijn te geven ­ wat heeft dat in godsnaam met
ideologie te maken? ­, dan moet u zwijgen over een integrale
kadernota Veiligheid. U doet dingen niet die evident zijn in deze
materie. Dat zijn misschien niet de allergrootste dingen, maar het zijn
in ieder geval aspecten van het veiligheidsbeleid die niet uit het oog
mogen worden verloren.

Ik blijf betreuren dat dit allemaal kan en dat dit allemaal in dit
Parlement en door deze meerderheid onbespreekbaar was. Destijds
heeft de vorige minister van Justitie gezegd dat de diensten voor de
Veiligheid van de Staat, om de adviezen voor de
nationaliteitsverwerving te kunnen afleveren binnen de termijn die uw
meerderheid heeft opgelegd, met name een maand, dertig extra
personeelsleden nodig heeft.

Wat zal er gebeuren de dag dat wij nog eens een incident meemaken
waarbij wij iemand de nationaliteit hebben gegeven die zich niet aan
de wet houdt? Ik merkt daarvan nu voorbeelden buiten het Parlement.
Wellicht heeft het Parlement met wijsheid lessen getrokken uit de
procedures. Hoe dan ook, als er een dergelijk incident plaatsvindt dan
kunnen wij niet meer spreken van een vervallenverklaring, want wij
kunnen de nationaliteit ook niet meer afnemen in ons land want dat is
natuurlijk niet mogelijk na de snel-Belg-wet. Dan moet men echter de
moed hebben om zijn politieke verantwoordelijkheid op te nemen.

Ik herhaal dat de diensten voor de Veiligheid van de Staat dertig extra
personeelsleden nodig hadden om binnen een termijn van een maand
een kwalitatief advies te kunnen verstrekken. Dat kan dus allemaal
niet. Daarover werd geschreven door de voorzitter van de Kamer
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
tijdens de vorige legislatuur en door de minister van Justitie. Iedereen
speelt de bal naar iedereen.

Er moet niet worden gesproken over een integraal veiligheidsbeleid
zolang dergelijke evidente aangelegenheden niet worden aangepakt.
01.40 Nancy Caslo (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer en mevrouw de minister, er is al veel gezegd over het
veiligheidsplan en de kadernota's. Toch heb ik nog enkele vragen en
vaststellingen.

Het terrorisme, een van de prioritaire aandachtspunten, is al veel ter
sprake gekomen en meer bepaald de aanpak van radicale
terroristische islamitische groeperingen. In de huidige sfeer van de
dreigende aanslagen, ook in Europa, verdient dit fenomeen absoluut
de nodige aandacht, niet alleen op nationaal, maar ook op
internationaal vlak.

Toch blijft u zeer vaag in uw plan. Ik stel mij de vraag wat u concreet
zult ondernemen. U spreekt bijvoorbeeld over een noodzakelijke
uitbreiding van de in terrorisme gespecialiseerde politiediensten.
Hoeveel agenten zijn daar momenteel actief en met hoeveel
manschappen zal deze dienst worden uitgebreid en wanneer? Zijn er
voldoende kandidaten die direct kunnen worden ingezet of dienen zij
eerst een speciale opleiding te volgen? Welke extra maatregelen zult
u nemen om de instroom van illegalen en dergelijke tegen te gaan om
op die manier fundamentalisten en terroristische groeperingen reeds
aan de grens een halt toe te roepen?

België scoort ook slecht inzake verkeersveiligheid, vooral wat betreft
het aantal doden en slachtoffers op onze wegen. Te snel en/of onder
invloed rijden en een slechte infrastructuur zijn gekende factoren in
deze problematiek. Het Vlaams Blok is altijd voorstander geweest van
het verhogen van de pakkans bij het overtreden van de
verkeersregels, maar dit dient te gebeuren in de twee taalgebieden. Ik
denk hier vooral aan de flitspalen. Meer dan 1.000 in Vlaanderen ten
opzichte van enkele in Wallonië. De zoveelste verdoken transfer naar
de Waalse bodemloze geldputten.

Wanneer zal Wallonië het aantal flitspalen optrekken?

Wat de asociale en torenhoge boetes betreft, deze zullen wij nooit
goedkeuren.

Ik had ook nog een vraag over ASTRID. In de nota staat letterlijk:
"Meerkosten bij de investeringen in ASTRID zal de federale overheid
voor haar rekening nemen." Kunt u hier misschien meer duidelijkheid
scheppen? In welke mate zal de federale overheid tussenkomen? Zal
zij de kosten integraal dragen? Zal zij slechts een deel van de kosten
dragen en op welke wijze wordt dit dan berekend? Geldt de
tegemoetkoming alleen voor de aansluiting van de politiediensten of
geldt deze ook voor andere diensten zoals brandweer en civiele
bescherming? Welke procedures moeten de gemeenten en
politiezones volgen tot het bekomen van de federale
tegemoetkoming?

In het onderdeel beheer van de operationele informatica en de
gemeenschappelijke telematica wordt er ook verwezen naar
01.40 Nancy Caslo (VLAAMS
BLOK): La lutte contre le
terrorisme requiert toute notre
attention dans l'actuel climat de
menaces d'attentats. Le plan de
sécurité est toutefois assez vague
à ce sujet. Combien d'agents
travaillent-ils dans les services de
police spécialisés dans le
terrorisme? Combien d'effectifs
supplémentaires y aura-t-il et
quand seront-ils disponibles?
Devront-ils suivre au préalable une
formation spéciale? Quelles
mesures supplémentaires prend-
on pour contrer l'afflux de
clandestins?

Les résultats de la Belgique en
matière de sécurité routière sont
mauvais. Le Vlaams Blok a
toujours estimé qu'il fallait
accroître le risque pour
l'automobiliste de se faire prendre
mais encore faut-il que cela soit le
cas dans les deux parties du pays.
Je pense surtout aux caméras
automatiques: on en compte plus
d'un millier en Flandre et une
poignée en Wallonie. C'est là
encore un transfert déguisé vers
les gouffres financiers wallons.

Mais nous n'approuverons jamais
les super- amendes qui sont
véritablement antisociales!

Dans quelle mesure le pouvoir
fédéral supportera-t-il les coûts
supplémentaires des
investissements réalisés dans
ASTRID?

Dans la partie "gestion de
l'informatique opérationnelle et de
la télématique commune", il est
fait référence à la simplification
administrative. Vous êtes-vous
concerté à ce sujet avec le
secrétaire d'Etat Van
Quickenborne?
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
administratieve vereenvoudiging van allerhande procedures. Ik had
graag geweten in welke mate er ook overleg werd gepleegd met
staatssecretaris Van Quickenborne.

Ik heb dan nog een algemene visie op deze nota's. Naar mijn mening
ligt de nadruk te veel op preventie. Het Vlaams Blok blijft pleiten voor
een harde aanpak van criminaliteit in al zijn facetten. Alleen een
streng repressief beleid zal resulteren in een daling van de
criminaliteitscijfers. We vinden weinig of niets terug over de uitbreiding
van de gevangeniscapaciteiten, de gesloten instellingen, een degelijk
jeugdsanctiebeleid en dergelijke meer. Dat vormt nochtans ook
een belangrijk onderdeel van de criminaliteitsbestrijding.

De interessantste zin uit de kadernota staat naar mijn mening op
pagina 37. We kunnen daar lezen dat de nodige politieke wil en
budgettaire steun moet bestaan om beleidslijnen in de praktijk om te
zetten. Het is net die wil en ondersteuning die ontbreken, onder meer
door het njet van de Franstalige socialisten om een degelijk
veiligheidsbeleid te voeren.

Er werd ook met geen woord gerept over waar de nodige middelen
zullen gevonden worden. De aangereikte maatregelen worden te vaag
en te vrijblijvend geformuleerd. Concrete maatregelen dienen
genomen te worden met ook in de onmiddellijke toekomst merkbare
resultaten. Dat is hetgeen de burger wil zien.

Ik merk ook op dat in beide nota's vaak wordt verwezen naar de
complexe bevoegdheidsverdeling tussen het federale niveau en dat
van de deelstaten. Het Vlaams Blok heeft daarvoor reeds sinds de
oprichting van de partij een oplossing, met name de Vlaamse
onafhankelijkheid.
Vous placez trop l'accent sur la
prévention. Pour le Vlaams Blok,
seule une politique répressive
musclée peut faire baisser les
chiffres de la criminalité. Notre
capacité pénitentiaire, nos
établissements fermés et notre
politique pénale de la jeunesse ne
sont quasi pas abordées dans vos
notes. Vous ne dites absolument
pas où vous puiserez les moyens
nécessaires. De plus, les mesures
que vous proposez sont trop
vagues et ne vous engagent à
rien. Volonté politique et assise
budgétaire font défaut. La raison
en est que les socialistes
francophones refusent catégori-
quement toute politique de
sécurité digne de ce nom!

Depuis qu'il existe, le Vlaams Blok
détient la solution au problème de
la répartition complexe des
compétences entre les différents
niveaux de pouvoir:
l'indépendance de la Flandre!
01.41 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, na alles wat
door de andere collega's reeds gezegd is, zal ik mijn uiteenzetting kort
houden. Ik heb soms de indruk dat we beter spreken over het
nationaal onveiligheidsplan dan over het nationaal veiligheidsplan
maar ik wil de polarisatie niet ten top drijven.

Mijnheer de minister, hoe komt het dat de grootschalige
politieoperatie vervroegd wordt? Dat is de kern van mijn vraag. Ik kan
mij met moeite onthouden van enige hilariteit als ik zie hoe dit in alle
toonaarden wordt ontkend. In het kader van het mediaveiligheidsplan
van de minister van Binnenlandse Zaken breng ik hulde omdat hij erin
geslaagd is om proactief weliswaar niet de criminaliteit, dan wel de
media-aanwezigheid in deze commissie te bestrijden. Wat dat betreft
is een onderdeel van het veiligheidsplan alvast geslaagd. We weten
dit via onze goede informanten die ook aan de andere kant van de lijn
staan.

Het gaat hier over de organisatie van de nationale veiligheidsactie
Crimepact die vervroegd moet plaatsvinden. Het feit dat die actie
vervroegd moest plaatsvinden is reeds lang gekend. De informatie
zwol zodanig aan dat het geen toeval meer kon zijn. Het is reeds
weken geleden dat ik vanuit zeer betrouwbare, geïnstitutionaliseerde
bron vernam dat deze actie vervroegd was. Natuurlijk juichen wij
criminaliteitsbeveiligende acties toe. Ik spreek echter ook als lokale
bestuurder, als de tolk van vele collega's die voorzitter zijn van een
zonale veiligheidsraad, en ook als diegene die het bewijs kan leveren
01.41 Pieter De Crem (CD&V): Il
serait peut-être plus approprié de
parler du "plan national
d'insécurité". Je salue le ministre
qui est déjà parvenu à s'opposer à
la présence des médias au sein de
cette commission.

Pourquoi l'action de sécurité
nationale Crimepact est-elle
anticipée? On savait depuis
longtemps qu'il en serait ainsi.
Nous applaudissons aux actions
de sécurité, mais en tant que
mandataire local, je puis
témoigner que les zones
s'emploient avec ardeur à lutter
contre la criminalité.

L'action nationale de sécurité n'est
mise en oeuvre qu'en Flandre. Il
semblerait que l'insécurité y soit
plus importante qu'en Région
wallonne... Son anticipation
constitue une manoeuvre
électorale déplacée visant à
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
dat er heel hard gewerkt wordt aan de bestrijding van de criminaliteit
in de zones en in activiteiten die de zonegrenzen overschrijden.

Ik wil even iets uit het leven gegrepen vertellen. Ik ben de voorbije
twee weken drie keer bij op- en afritten in mijn regio gestopt voor een
controle ondanks het feit dat ik geen kandidaat ben voor de
verkiezingen, een regel die gerechtelijke arrondissementsgrenzen
overschrijdt.

Hoed af voor diegenen die de controle doen. Er wordt dus gewerkt. Er
wordt niet alleen gewerkt op eigen kracht, maar uit de eigen kracht
van overtuiging.

De nationale veiligheidsactie zal plaatsvinden voor 13 juni. De
nationale veiligheidsactie vindt echter alleen plaats in het Vlaamse
Gewest. Wij moeten er dus van uitgaan dat het Vlaamse Gewest
meer onveilig is dan het Waalse en dat dit bij de vorige verkiezingen
niet nodig was. Immers vlak voor de vorige federale verkiezingen zijn
er geen extra veiligheidsacties ondernomen.

Wij zullen hier allicht een welles-nietes-spel krijgen over de vraag of
die actie vervroegd is. Het is ons standpunt dat ze vervroegd is. Het is
natuurlijk heel eigenaardig omdat de criminaliteitscijfers ­ terzake
heeft collega Van Parys al the proof of the pudding gegeven ­ niet
klopten. Nu blijkt dat er plots toch een actie moet gebeuren. Wij gaan
ervan uit dat die vervroeging een verkiezingsstunt is en dat die actie
past in het hele verhaal van het wegnemen van het subjectieve gevoel
van onveiligheid. Professionals ­ er zijn vele would-be professionals,
maar het gaat om echte professionals, mensen die toch iets kennen
van veiligheid en onveiligheid ­ zeggen dat men met zo'n actie een
grote portie geluk moet hebben. Het is een beetje als staan achter
een heg en hopen dat er iemand langskomt. Het resultaat van zulke
acties is vooral op geluk gebaseerd en niet zozeer afhankelijk van het
aantal mensen dat bij die acties wordt gemobiliseerd.

Ik vind het totaal misplaatst dat die actie vervroegd is. Ik zal een
bijzonder belangrijke
­ weliswaar niet Brusselse
­
topverantwoordelijke citeren inzake de terreur die nu en dan heerst.
Hij zei, unisono met een aantal collega's: "Ze is federaal bevolen, ze
is federaal vervroegd en zij is lokaal opgelegd". Ik weet dat u nu een
nummer moet spelen van grote verontwaardiging, van onbegrip. In de
marge van de vergadering zal ik u misschien kunnen zeggen waar ik
dat vernomen heb, weliswaar niet in de Brusselse regio maar
daarbuiten.

Eigenlijk is die actie een pure verkiezingsshow. Ik hoop in elk geval
dat er niet te veel politici verschijnen wanneer die actie doorgaat op
de E17 tussen Rekkem en Antwerpen, in de Kennedy-tunnel en nog
een beetje verder, tot in Retie, Wuustwezel, Hoogstraten, Geel,
Oostende, Jabbeke, Wetteren, Aalst, Kortenberg, Everberg,... Daar
stopt het natuurlijk, want daar gaat men naar het Waalse Gewest, het
Franse taalgebied, waar blijkbaar geen onveiligheid is.

Ik hoop dat er daar niet te veel politici die kandidaat zijn bij de
verkiezingen zullen verschijnen. Wij zullen daar persoonlijk op
toezien. De enige "grote" die daar kan verschijnen in een combi, is de
minister van Binnenlandse Zaken omdat hij voogdijminister is.
dissiper le sentiment subjectif
d'insécurité. Selon les véritables
professionnels, le résultat d'une
telle action est aléatoire et ne
dépend pas du nombre de
personnes mobilisées.

Mme Cleemput a
considérablement outrepassé,
hier, son rôle de porte-parole de la
police fédérale en parlant
d'emblée de `périodes critiques'.
Elle n'aura pas inventé elle-même
cette notion, qui requiert un input
politique.

Pourquoi ne laisse-t-on pas
simplement les zones de police et
les arrondissements judiciaires
entreprendre des actions? Cela
donnerait de meilleurs résultats.
L'action anticipée mobilisera de
très nombreuses personnes. Des
membres des académies de
police et de la réserve nationale
seront également réquisitionnés.
Désorganisation et démotivation
en seront le résultat. La police
zonale sait que son travail n'est
pas apprécié à sa juste valeur.
L'action anticipée est totalement
dénuée de sens. Pourquoi, dans
ce cas, le ministre veut-il qu'elle ait
tout de même lieu?
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Ik heb gisteren over de radio mevrouw Cleemput gehoord. Zij had
zich op wonderbaarlijke wijze als buikspreker van de minister van
Binnenlandse Zaken vermomd. Zij is danig uit haar rol gevallen en dat
was trouwens niet de eerste keer. Zij had het onmiddellijk over
sperperiodes. Dat kan ze zelf niet uitvinden, tenzij ze een ander spel
speelt. Dat is alleen maar een begrip dat u kan aanhalen wanneer u
daadwerkelijk ook een aantal politieke inputs heeft. Deze actie is in
elk geval misplaatst indien ze enkel en alleen wordt vervroegd om aan
de zetelende coalitie, en vooral aan de VLD in Vlaanderen, een soort
noodgreep te geven waardoor zij kunnen zeggen dat er grote
onveiligheid is en zij er iets aan doen.

Ik weet dat de erfenis groot is. Er was de problematiek waarbij men
zei dat er een dief staat achter elke hoek van de straat, achter elke
paal. Men zei dat de onveiligheid tot stand is gekomen doordat men
met de nationaliteit heeft gegooid. We hebben het veiligheidsplan, het
snelrecht en we hebben het jeugdsanctierecht waarvan niets terecht
is gekomen. Nu is er die noodgreep van het vervroegen van die
Vlaamse veiligheidsactie. Het zijn Vlaamse verkiezingen en men zou
dus kunnen zeggen dat we een nationale Vlaamse veiligheidsactie
voeren omdat het Vlaamse verkiezingen zijn.

Ons concrete voorstel is waarom men niet gewoonweg het spoor
verder volgt dat men heeft uitgezet. Dat spoor is vanuit uw ministerie,
vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en vanuit de top van de
eengemaakte federale politie, om het in een oude term te zeggen,
"afgedeeld" naar de verschillende politiezones en de gerechtelijke
arrondissementen om tussenschalige politionele acties te voeren. Die
acties zouden in het kader van een domino-effect veel meer
resultaten opleveren.

Aan de hand van hetgeen uw reclamegoeroe nu en dan zegt, met
name dat iedereen aan de slag moet en dat er meer blauw op straat
moet zijn, is uw vervroegde politionele actie in elk geval ongelooflijk
goed geslaagd. Er zullen immers ongetwijfeld veel mensen aan de
slag zijn die avond. Het zal ook een danige desorganisatie met zich
meebrengen omdat mensen van de politieacademies zullen worden
opgeëist, omdat heel veel mensen die in de nationale reserve zitten
en gewoonlijk andere taken moeten vervullen, ook opgeëist zullen
zijn.

Ik vind eigenlijk dat u hier niet de goede maatregel neemt.

Mijn vraag is dus concreet waarom u die actie vervroegd hebt.

Waarom komt die actie nu? Ik weet dat u voor het einde van het
eerste semester van dit jaar een politionele actie zult ondernemen.
Wat is echter het resultaat? U demotiveert uw personeel, omdat zij de
nuttigheidswaarde van een dergelijke actie, vervroegd, niet inzien. Ik
zal u zeggen wat men zegt: de actie is vervroegd, omdat de minister
het wil, omdat de minister het gevraagd heeft. De opdracht komt van
Binnenlandse Zaken. U zou een rondvraag moeten doen bij een
representatief staal van uw dirju's, uw dirco's en alle anderen die
verantwoordelijkheid hebben. Zij zullen allemaal hetzelfde zeggen. Ik
vind dus dat u hier eigenlijk een loop ­ niet een loopje ­ neemt en "a
loop" doet. U weet niet waar u zult uitkomen.

Ondertussen weten we allemaal wanneer die actie zal plaatsvinden. Ik
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
vind dat dat eigenlijk niet in openbare vergadering ter sprake moet
komen. Hoe dan ook heeft het geen enkele zin om de operatie te
vervroegen. Kunt u daar enige uitleg bij geven? Wat is uw bedoeling?

Hoe zult u uw zonale politiekorpsen kunnen blijven motiveren
wanneer zij zien dat het werk dat zij eigenlijk dagelijks verrichten, niet
naar waarde wordt geschat? Eigenlijk wordt de gecoördineerde actie
een gedesorganiseerde actie. Ik vind dat u hiermee de nationale
veiligheid in de verkiezingscampagne brengt op een moment dat het
niet nodig is, niet gewenst is en niet tegemoetkomt aan een echte
behoefte.
01.42 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik zou daar toch even op willen
reageren.

Mijnheer De Crem, u stelt vast dat er hier vandaag weinig
verslaggevers in onze zaal zitten. Dat heeft misschien te maken met
het feit dat het ballonnetje dat u lanceert, ook door de journalisten als
een ballonnetje wordt ervaren. Wij herinneren ons uw recentelijk met
enig spektakel gebrachte herhaalde uiteenzettingen in de plenaire
vergadering met uw klachten over Neder-over-Heembeek. U bent dan
zelf in plaats van de commissie naar Neder-over-Heembeek geweest
en hebt er vaststellingen gedaan. Intussen hebben we de audit
kunnen lezen en vernomen wat er echt misloopt. Blijkbaar hebt u wat
dat betreft ­ en de krantencommentator heeft het ook met zoveel
woorden geschreven ­ de bal misgeslagen. Maar bon, het is de rol
van de oppositie om achterdochtig te zijn en, als het kan, op elke slak
zout te leggen.

Ik begrijp uw achterdocht. Ik kan begrijpen dat u met de informatie
waarover u wellicht beschikt als burgemeester van een gemeente die
deel uitmaakt van een bepaalde zone en van het bestrijkingsgebied
van die actie, enige voorkennis heeft en achterdochtig bent.

Ik wil eerst iets zeggen over de vermeende communicatietechniek om
dit te doen voor de verkiezingen. De minister is groot en sterk genoeg
om daarop te antwoorden. Ik hoef dat dus niet te doen. Ik kan hem
alleen maar advies geven vanuit mijn persoonlijk
communicatieverleden. U zegt dat het zo is, u stelt geen vraag meer,
maar geeft al het antwoord. Indien het zo zou zijn dat men alle hens
aan dek roept en van Kortrijk en Menen tot, bij wijze van spreken, aan
de Nederlandse grens de zaken afzet, weet u dat drie of vier dagen
voor de verkiezingen het thema criminaliteit en veiligheid zal zijn. De
vraag is nog maar of de minister er dan niet beter aan had gedaan
om, zoals gepland was voor de verkiezingen, te bevelen om deze
actie te houden na 13 juni. Het is immers misschien te doorzichtig en
de mensen hebben genoeg boerenverstand om dat soort zaken door
te hebben. Hij riskeert ook nog de agenda van de verkiezingen anders
te bepalen. Wat dat betreft, ben ik er nog zo zeker van of dit als
communicatietechniek een goede techniek is.

(...): (...)
01.42 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): La raison pour laquelle si
peu de journalistes sont présents
aujourd'hui réside peut-être dans
le fait qu'ils ont également compris
que M. De Crem n'a fait que
lancer une idée en l'air. Rappelez-
vous l'affaire de Neder-Over-
Heembeek. A l'époque, il s'était
aussi fourvoyé.

Je comprends que M. De Crem
soit suspicieux, vu l'information
dont il dispose en tant que
bourgmestre d'une commune
faisant partie de la zone `couverte'
par cette action.

Lorsqu'on organise une vaste
action de sécurité trois ou quatre
jours avant les élections, on fait de
la sécurité le thème électoral
numéro un. On peut se demander
si le ministre n'aurait pas mieux
fait de garder cette action pour
après le 13 juin, comme prévu au
départ. Les gens ont assez de bon
sens pour percevoir ce genre de
choses. De plus, le ministre risque
d'influencer le déroulement des
élections.
01.43 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Ik meen dat minister Dewael
en zijn politieke partij op dat vlak genoegzaam weten wat ze moeten
doen.
01.43 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Le ministre en a dit trop, ou
pas assez. Il dit qu'il ne veut pas
communiquer la date de l'action
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Stel nu nog, mijnheer de minister, dat u dit ter ore is gekomen via een
geïnstitutionaliseerd instituut, zoals u zelf zei, al klinkt dat zeer
raadselachtig. U zegt a, maar uiteraard niet b. U hebt de periode al
gezegd, maar u zegt nu dat u de dag niet zult zeggen omdat u dat hier
niet moet zeggen. U hebt echter wel in de krant gezegd dat het
volgende week is. Stel dat u via een betrouwbare bron ter ore is
gekomen dat deze onwelvoeglijke heer 's lands ordediensten
optrommelt om zijn campagne te doen lukken, dan denk ik dat u als
burgemeester en als lid van de Kamer zelf de hoofd- van de bijzaken
moet kunnen onderscheiden.

De bijzaak kan misschien zijn dat deze of gene meent zijn eigen
campagne of die van zijn partij te kunnen dienen met dat soort acties.
De hoofdzaak is wel dat deze actie alle kansen op succes krijgt. U
hebt zelf in uw interventie gezegd dat bij dit soort grootschalige
politionele acties de factor geluk is gemoeid. U hebt letterlijk gezegd
dat u achter de heg staat in de hoop dat er een dief zal passeren. Met
uw demarche vanochtend in de krant hebt u er alleszins al voor
gezorgd dat de factor geluk kleiner aan het worden is. U bent er
immers perfect in geslaagd om aan degenen die misschien tegen de
lamp zouden kunnen lopen, een signaal te geven dat zij volgende
week moeten opletten en niet tussen Kortrijk en Antwerpen moeten
passeren, want dat zij dan wel eens zouden kunnen hangen. Daarin
bent u nu perfect geslaagd. Daarom verzoek ik u met aandrang om in
de toekomst een onderscheid te maken tussen het privé belang van
partijen die in een kiesstrijd verwikkeld zijn en van kandidaten die
stemmen willen halen, wat zeer eerbaar is, enerzijds, en tussen het
algemeen belang om op een efficiënte manier de criminaliteit en de
misdaad proberen te bestrijden, anderzijds.

Overigens, waarom doe ik die interventie? Ik heb vandaag mijn
campagne gelaten voor wat ze was en ik ben als reservist in de
commissie opgekomen. In Kortrijk, waar ik woon en waar ik samen
met Stefaan De Clerck deel uitmaak van het stadsbestuur, worden we
wekelijks geconfronteerd met zware criminaliteit, onder andere
ramkraken. Welnu, er worden dan wel paaltjes geplaatst, maar
eigenlijk doen we niet meer dan kurieren am Symptom.

De heer De Clerck vraagt samen met mij, samen met de heer
Leterme van Ieper, samen met de heer Bossuyt van Menen en samen
met de mensen van Moeskroen, dat een aanpalende zone is,
grootschalige politieacties om aan te tonen dat er wordt opgetreden.
Het verleden heeft ons geleerd dat, wanneer er op kleinere schaal
werd gewerkt, bijvoorbeeld de politiezone Kortrijk, de vlaszone,
samen met de zone Menen, zulks niet efficiënt genoeg was en dat
men de omvang van de actie moest vergroten. Vandaar dus dit soort
FIPA's of full integrated police actions, wat wij in de streek toejuichen.

Hiermee kom ik tot de boodschap die ik u wou brengen: ik kom u
danken namens de bevolking van Menen, van Kortrijk, van Ieper, van
Wervik en van Moeskroen voor de fantastische manier waarop u nu
dreigt het verhaal te doen mislukken. Bezint de volgende keer, eer ge
begint. Zelfs al denkt u dat hij, de vermetele, daarmee stemmen dreigt
te halen, omdat hij uniformen op straat jaagt, houdt u dan nog een
beetje in en onderscheid de hoofdzaken van de bijzaken.
mais il a annoncé dans un journal
qu'elle aurait lieu la semaine
prochaine.

Le fait qu'on pense pouvoir servir
sa campagne ou celle de son parti
en menant ce genre d'action est
accessoire. Ce qui compte, c'est
que l'action ait toutes les chances
de réussir. Le ministre a lui-même
reconnu que le facteur chance
intervenait dans ce genre
d'actions, mais ses déclarations
dans la presse ont évidemment
amoindri ce facteur. Ceux qui
auraient éventuellement pu se
faire prendre, savent à présent
qu'il vaudra mieux ne pas se
montrer entre Courtrai et Anvers la
semaine prochaine. C'est pourquoi
je demande au ministre de faire la
distinction à l'avenir entre d'une
part l'intérêt d'un parti et de
candidats impliqués dans une
campagne électorale et, d'autre
part, l'intérêt général de la lutte
efficace contre la criminalité.

A Courtrai, nous sommes
confrontés chaque semaine au
phénomène de la grande
criminalité, notamment sous la
forme de vols à la voiture-bélier.
Pour se protéger, on pose certes
des poteaux ou des bornes mais
on ne traite en fait que les
symptômes. Les municipalités de
ma région demandent des actions
policières d'envergure, pour
montrer que les autorités n'ont pas
l'intention de laisser les coupables
impunis. Les actions qui se limitent
à une seule zone ne sont pas
assez efficaces. C'est pourquoi
nous applaudissons à ce genre de
"full integrated police actions".

Au nom des habitants de Menin,
de Courtrai, d'Ypres, de Wervik et
de Mouscron, je remercie le
ministre pour la façon magistrale
dont il risque d'aller droit à l'échec.
Il faut réfléchir avant d'agir.
01.44 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik meen
wegens dit persoonlijk feit toch nog even te mogen onderbreken. Mijn
01.44 Pieter De Crem (CD&V):
M. De Coene aurait mieux fait de
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
naam is verscheidene keren gevallen. Ik meen dat ik daarover toch
iets mag zeggen.

Ik denk, collega De Coene, dat u eigenlijk beter in uw kieskring
gebleven was, want het zijn net degenen die u aanhaalt, die bij mij de
voorbije dagen en weken hun beklag hebben gedaan. Ik raad u aan
om een en ander even bij de voorzitters van de politiezones waarnaar
u hebt verwezen, - misschien kunt u daarvoor spoorslags de
klokvaste treinen nemen - te checken. U weet dat veel van hen
partijgenoten van mij zijn. Ik denk eerlijk gezegd dat u zult moeten
vaststellen dat het uw verplaatsing niet waard zal zijn geweest.

Ten tweede was ik echt onder de indruk van uw donderpreek, alsof
we hier allemaal zouden branden in de hel. In een ééngemeentezone,
zoals die waar u woont, maakt niet ieder lid van de gemeenteraad
deel uit van de politieraad, anders zou u geweten hebben dat
dergelijke acties totaal geen zin hebben.

Ik weet dat u een kwestieuze verhouding heeft met de zonechef in
Kortrijk en dat u hem op regelmatige tijdstippen eens ter orde roept.
Misschien heeft hij ons wel een beetje gebrieft. Welnu, het zou
interessant zijn hem eens te vragen wat hij vindt van de opportuniteit
van die acties. Hij zal u zeggen dat zij totaal geen zin hebben. Van alle
acties die de korpsen in de omgeving van Kortrijk, Menen, Wervik,
Ieper, Waregem, Harelbeke ­ moet ik ze allemaal opnoemen ­
hebben ondernomen zijn die welke zij zelf ondernamen in afspraak
met de andere zones van het gerechtelijke arrondissement heel wat
effectiever dan die welke nu zullen gebeuren door de E17 in beide
richtingen tussen Rekkem en Antwerpen af te sluiten. Dat weet u
evengoed als ik. Ik zou graag samen met u nog eens via de Barakken
en Hondschote de grens oversteken. Misschien kunnen wij dat nog
eens doen?

Ten tweede, voorzitter, wanneer het gaat over Neder-over-
Heembeek, moet ik u wel zeggen dat ik effectief gehoord heb dat de
hoofdredacteur van een bepaalde krant daarover iets gezegd heeft. U
weet natuurlijk dat de hoofdredacteur van die krant eigenlijk maar een
opdracht heeft, te weten: paars overeind te houden en de VLD in de
regering te houden. Wij zijn het al gewoon geworden in mijn partij dat
sinds enige weken dag na dag zulke redactiestandpunten verschijnen.
Zij maken op ons en op de kiezer echter geen enkele indruk.
rester dans sa circonscription
électorale, car ce sont
précisément les présidents des
zones de police auxquels il fait
référence - nombre d'entre eux
sont membres de mon parti - qui
sont venus me trouver ces
derniers jours pour se plaindre.

Si M. De Coene avait écouté le
chef de zone de Courtrai, il saurait
que de telles actions n'ont aucun
sens. Les actions menées à
l'initiative des corps de Courtrai,
Menin, Wervik et Ypres, en accord
avec les autres zones de
l'arrondissement judiciaire, ont été
bien plus efficaces que celles qui
sont organisées actuellement et
qui consistent à fermer l'E17 dans
les deux sens entre Rekkem et
Anvers.

En ce qui concerne Neder-over-
Heembeek, j'ai en effet pris
connaissance des déclarations du
rédacteur en chef d'un quotidien
dont nous savons tous qu'il a pour
seule vocation le maintien de la
coalition violette au pouvoir et du
VLD au gouvernement.
01.45 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer De Crem, u
reageerde niet op het tweede element van mijn betoog, over het
dreigend mislukken van die actie door uw ondoordacht optreden. U
hebt wel iets anders geïnsinueerd dat ik eigenlijk een gevaarlijke
demarche vind. U zei dat u ervan in kennis werd gesteld, hetzij door
de voorzitter van de politiezone, hetzij door de korpschef van de
politiezone, dat die actie quatsch was. Ik neem aan dat zij u toch niet
hebben gevraagd dat in de openbaarheid te brengen? Als u dat
vandaag zegt, is dat niet zonder risico. Wij zullen dat vragen in de
politieraad. U zou zich beter moeten informeren...
01.45 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): M. De Crem n'a pas réagi
au deuxième point de mon exposé
sur le risque d'échec de l'action. Il
dit que le président ou le chef de
corps de la zone de police lui a
indiqué que cette action était un
non-sens. De telles déclarations
aujourd'hui ne sont pas sans
risques. Nous nous informerons
auprès du Conseil de police.
01.46 Pieter De Crem (CD&V): De politiezone waar uw gemeente lid
van is, is niet de enige. Er zijn in Vlaanderen vele politiezones die
allemaal dezelfde documenten gekregen hebben.
01.46 Pieter De Crem (CD&V):
La zone de police à laquelle
appartient votre commune n'est
pas la seule. En Flandre, de
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
nombreuses zones ont reçu les
mêmes documents.
01.47 Philippe De Coene (sp.a-spirit): U hebt met name die van
Kortrijk genoemd.

(...): Dat moet in de koffiekamer gebeuren.
01.48 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Nee, dat moet niet in de
koffiekamer gebeuren...
Le président: Il serait utile de revenir au débat et éventuellement vous pouvez continuer ce dialogue
ailleurs. Je propose que les ministres répondent dans l'ordre où ils le souhaitent.
01.49 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, laat
mij met het laatste misschien eerst beginnen.

Ik betreur fundamenteel de wijze waarop de fractievoorzitter van
CD&V in deze publieke commissie een politieactie naar voren brengt.
Laat mij eerst iets zeggen over de zin en de onzin van dat soort
acties.

De FIPA-acties bestaan al sinds lange tijd. Het gaat om acties waarbij
men effectief het nut en de voordelen van de geïntegreerde politie tot
zijn recht kan laten komen. Terwijl men vroeger misschien niet met
alle neuzen in dezelfde richting keek en iedereen op zijn eigen terrein
wat acties aan het voeren was, is het nu mogelijk om ­ bijvoorbeeld
op het niveau van een gerechtelijk arrondissement ­ alle zones
samen te scharen achter een bepaalde doelstelling, met name het
bestrijden van een van de prioriteiten van een veiligheidsplan. Als
men op hetzelfde moment alles tegelijkertijd bestrijdt, vist men altijd
achter het net. Dat is de essentie van veiligheidsplannen. Men spreekt
prioriteiten af en zorgt ervoor dat alle beschikbare effectieven op
bepaalde tijdstippen ten strijde trekken om die
criminaliteitsfenomenen aan te pakken. Dat kan mensenhandel zijn,
dat kunnen rondtrekkende dadergroepen zijn of dat kan home- en
carjacking zijn. Dat zijn de prioriteiten die wij hebben bepaald.

Ik heb die acties vanaf het begin van mijn ambtsaanvaarding effectief
gevolgd en ik heb ook ter plaatse verschillende keren kunnen
vaststellen dat die acties succes hadden, niet alleen door de vangst
van zo'n nachtelijke actie, maar ook door het ontradingseffect dat
daarvan uitgaat. Men ziet dat de politie effectief gezamenlijk (...)

Probeer even ernstig te zijn, collega Tant. Probeer het even te zijn,
want ik meen dat het een ernstige materie is.

Wat dat betreft ­ dat is een tweede element van antwoord ­ meen ik
dat de bijzondere Ministerraad over justitie en veiligheid terecht de
beslissing heeft genomen, niet alleen om met dat soort acties door te
gaan, maar ook om die acties desgevallend te laten plaatsvinden op
een ruimere schaal dan alleen maar op de taille of het niveau van één
gerechtelijk arrondissement.

Inzake het bestrijden van criminaliteit zijn er namelijk
verschuivingseffecten. Grootschalige politieacties van die omvang zijn
aangekondigd onmiddellijk na de bijzondere Ministerraad van 30 en
31 maart. Wij hebben aangekondigd dat wij dat zouden doen.
01.49 Patrick Dewael, ministre:
Je déplore la façon dont le
président du groupe CD&V traite
d'une action de la police au sein
de cette commission publique. Les
actions FIPA ("full integrated
police action") existent depuis
longtemps déjà et permettent
d'exploiter effectivement l'utilité et
les avantages de la police
intégrée. Auparavant, les actions
n'allaient pas toujours dans le
même sens. Aujourd'hui, il est
possible de mobiliser l'ensemble
des zones autour d'un objectif
déterminé. Dans le cadre des
FIPA, des priorités sont établies et
il est veillé à ce que tous les
effectifs disponibles répriment les
mêmes phénomènes criminels à
des moments spécifiques. Mener
la lutte sur tous les fronts en
même temps, c'est à coup sûr
faire chou blanc. La traite des être
humains, les bandes criminelles
itinérantes et le home- et car-
jacking font partie des priorités.

Je suis ces actions depuis mon
entrée en fonction. J'ai pu
constater à plusieurs reprises sur
le terrain qu'elles portent leurs
fruits, grâce aux coups de filet
réalisés mais également par leur
effet dissuasif.

Le Conseil des ministres spécial
consacré à la justice et à la
sécurité a très justement décidé
de poursuivre ces actions et, le
cas échéant, de les mener à une
échelle plus large que le périmètre
d'un seul et même arrondissement
judiciaire.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37

Uiteraard, dat is mijn derde element, is het welslagen van zo'n actie
niet alleen afhankelijk van een dosis geluk, zoals de lichtzinnige
fractieleider van CD&V meent. Het is natuurlijk ook afhankelijk van de
confidentialiteit die men te allen prijze moet respecteren.

Wat stel ik nu vast? Ik stel vast dat het met de media ­ laat mij even
die vergelijking maken ­ tot nu toe altijd gelukt is. Zij hebben natuurlijk
ook hun informatie vaak voordien. Het is altijd gelukt om met de
media terzake correcte afspraken te maken. Media respecteren het
embargo. Wij komen 's avonds toe bij zo'n actie en daar staan
camera's. De media maken opnames en zouden die kunnen brengen
in hun laatavondjournaals en zelfs in hun eerste journaals. Zij doen
dat echter niet, omdat de politie vraagt om de confidentialiteit te
respecteren tot op het ogenblik dat de actie is afgelopen.

Vandaag is er dus een politicus van een democratische partij die aan
fundamentele regel zijn voeten veegt, aan zijn laars lapt. Ik vind dat
de woordvoerster van de federale politie eigenlijk een mooi beeld
heeft gebruikt, want gisterenavond heb ik haar reactie gehoord op de
vraag ­ de uitdaging en de aanval ­ of die actie vervroegd is. De
woordvoerster van de federale politie ontkende dat uiteraard. Zij
stelde echter de vraag: wat zou de heer De Crem nu willen? Dat wij
een soort van sperperiode zouden inlassen voor de verkiezingen en
dat de politie dus...

Des glissements se produisent
dans le cadre de la lutte contre la
criminalité. Nous avons annoncé
des opérations policières à grande
échelle de cette ampleur après le
Conseil des ministres spécial des
30 et 31 mars. La réussite de
telles actions n'est pas seulement
une question de chance mais
aussi de respect absolu de la
confidentialité.

Je constate que, jusqu'ici, de bons
accords ont toujours pu être
conclus avec les médias, qui
respectent les embargos. Et voilà
qu'aujourd'hui, le représentant
d'un parti démocratique vient
fouler aux pieds ce principe
fondamental. La porte-parole de la
police a démenti que l'opération ait
été avancée.
01.50 Pieter De Crem (CD&V): (...)
01.50 Pieter De Crem (CD&V):
01.51 Minister Patrick Dewael: Wacht nog even, collega De Crem,
want u bent te ver gegaan. Ik zal nu uitspreken. De woordvoerster van
de federale politie vroeg dus: "Wil men nu dat de politie niet meer
functioneert tot aan de dag van de verkiezingen en een soort van
sperperiode inlast tot aan de verkiezingen?" Dat is eigenlijk een soort
van vrijgeleide geven aan de criminelen: trek het u niet aan, er kan u
niets meer overkomen, er kan u niets meer gebeuren, want de politie
zal niet meer optreden, er zullen geen acties meer zijn tot aan de
datum van de verkiezingen.

Ik zal het nog eens verder omdraaien. Wie speelt hier nu eigenlijk een
gevaarlijk spel? U, collega De Crem. Wat u nu gedaan hebt, is
informatie waarover u beschikt, vanuit uw functie van burgemeester
en dus ook lid van een politiecollege, misbruiken door de
vertrouwelijkheid van deze actie te grabbel te gooien.

Mijnheer de voorzitter, ik zou voorlopig hier willen besluiten, want ik
denk dat het voor de helderheid van het debat...
01.51 Patrick Dewael, ministre:
Elle se demandait à juste titre, hier
soir, si M. De Crem était partisan
de l'instauration d'une sorte de
période critique avant les
élections, ce qui reviendrait à
délivrer un sauf-conduit aux
délinquants.

M. De Crem joue un jeu
dangereux. En dévoilant des
éléments confidentiels de cette
opération, il a fait un usage abusif
d'informations dont il a
connaissance en ses qualités de
bourgmestre et de membre d'un
collège de police.
01.52 Pieter De Crem (CD&V): (...)
01.53 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik heb tot nu
toe twee uur geluisterd en ik wil vragen dat de heer De Crem, die
deontologisch totaal over de schreef is gegaan, nu tenminste zou
luisteren.

De ontkenning van de federale politie gisteravond spreekt voor zich.
De woordvoerster heeft dat duidelijk gedaan.

We spreken hier nu in het kader van een gedachtewisseling over een
01.53 Patrick Dewael, ministre: Il
a dépassé les bornes sur plan de
la déontologie.

La réponse négative de la porte-
parole de la police fédérale est
édifiante. Il s'agit ici d'un échange
de vues au sujet d'un plan de
sécurité. J'aimerais que le
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
veiligheidsplan. De mensen van de federale politie zijn aanwezig om
die gedachtewisseling bij te wonen. Als de commissie daarmee
akkoord gaat, zou ik het op prijs stellen dat de commissaris-generaal
van de federale politie zelf het woord krijgt om terzake de puntjes op
de i te zetten. Dat kan niet in het kader van interpellaties, maar dat
kan mijns inziens wel in het kader van een gedachtewisseling.

Mijnheer De Crem, hetgeen u gedaan hebt is inciviek.
commissaire général de la police
fédérale puisse prendre la parole
pour mettre les choses au point.

Je répète que l`attitude de M. De
Crem est incivique.
01.54 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ...
Le président: Monsieur De Crem, puis-je vous demander d'attendre
un instant? Vous avez déjà eu la parole.

Je souhaiterais régler l'incident de la façon la plus complète possible.
Le ministre propose que l'on entende le ou les représentant(s) de la
police fédérale qui sont présents.

Nous sommes bien d'accord pour dire que nous n'allons pas
commencer à avoir un débat global. La commission ne voit-elle pas
d'inconvénient à ce que nous entendions aujourd'hui le ou les
représentant(s) de la police fédérale sur ce point précis dans le cadre
de nos travaux?
De voorzitter: De minister stelt
voor dat we het woord geven aan
de aanwezige vertegenwoordigers
van de federale politie. We gaan
vandaag geen algemene
bespreking wijden aan deze
problematiek. Heeft de commissie
er geen bezwaar tegen dat we nu
de vertegenwoordigers van de
federale politie aan het woord
laten over dit specifiek onderwerp?
01.55 Pieter De Crem (CD&V): (...)
Le président: Monsieur De Crem, je vous propose d'entendre, sur ce point, les explications
complémentaires que l'on peut nous donner par rapport à ce que le ministre vient de dire. Comme il se doit,
vous aurez l'occasion de répliquer et de vous expliquer à ce sujet. Je crois que nous devons suivre la façon
habituelle de travailler, sans quoi nous n'en sortirons pas.
01.56 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, het
Reglement bepaalt, zoals u weet, dat de commissie haar
werkzaamheden zelf organiseert. Ik ben er niet zeker van dat hier in
de commissie een meerderheid aanwezig is om in dit spel mee te
draaien.

We hebben een ontkenning gehoord van de minister op de felst
mogelijke wijze. Dat is zijn goed recht. We hebben een ontkenning
gehoord van de woordvoerster van de politie. We zijn bezig met een
debat dat al een maand aansleept en nu gaan we een petite querelle
tussen de VLD en de CD&V verheffen tot het belangwekkendste
moment van het debat. Sorry, maar daar ga ik niet mee akkoord. Ik
wil dat daarover gestemd wordt.
01.56 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Le Règlement de la
Chambre stipule que la
commission organise elle-même
ses travaux.

Le ministre a le droit de nier le plus
farouchement les faits. La porte-
parole de la police a fait de même.
Ce débat se poursuit depuis des
mois déjà. Je n'admets pas qu'on
fasse tout à coup d'une querelle
entre le VLD et le CD&V le
moment le plus intense du débat.
Je demande que la proposition
soit mise aux voix.
Le président: Nous avons l'occasion d'entendre des explications
complémentaires. Si vous ne le souhaitez pas, je ne prends pas seul
la décision, c'est la commission qui décide. Je suis là pour prendre
acte de la décision de la commission.

Je propose donc de passer au vote sur la proposition d'entendre un
représentant particulièrement autorisé de la police fédérale pour qu'il
nous donne des explications complémentaires. Ensuite, nous
pourrons continuer nos travaux.
De voorzitter: Ik stel voor dat wij
zouden stemmen over het voorstel
om een bijzonder gezaghebbend
vertegenwoordiger van de federale
politie te horen, die ons
bijkomende toelichtingen zou
verstrekken. Nadien kunnen wij
onze werkzaamheden voortzetten.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Monsieur De Crem, je vous donne la parole mais uniquement sur le
problème de la procédure, pas sur le fond.
01.57 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de commissie
is niet in meerderheid. Dit is een gemengde commissie. Er zijn 34
leden in de commissie. Zeventien leden moeten aanwezig zijn om
daarover te kunnen beslissen. Bovendien ben ik graag bereid met de
commissaris-generaal of met andere vertegenwoordigers daarover
een gesprek te voeren of een hoorzitting te houden, maar niet
wanneer dat onaangekondigd gebeurt. Dat staat niet op de agenda.
01.57 Pieter De Crem (CD&V):
La majorité n'est pas atteinte à
cette réunion de commission, qui
est mixte et comprend 34
membres. 17 membres doivent
être présents. Je suis tout disposé
à m'entretenir avec le
commissaire général ou avec
d'autres représentants et à tenir
des auditions, mais pas dans
l'improvisation. Ce point ne figure
pas à l'ordre du jour.
(...): Zwak.
01.58 Pieter De Crem (CD&V): Zwak? Het ging over de procedure,
maar ik heb nog wel iets anders te zeggen, hoor.
01.58 Pieter De Crem (CD&V):
Outre la question de procédure, je
voudrais formuler une autre
observation.
Le président: Monsieur De Crem, vous y reviendrez dans la réplique; je conçois fort bien que vous ayez
encore envie de prendre la parole.
01.59 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Men zegt dat het hier over
een kleine querelle gaat. In de globale kritiek op het plan zegt men dat
het te weinig concreet is. De discussie gaat hier vandaag over iets
zeer concreet, met name de uitvoering van plannen, meer bepaald
omtrent een grootschalige actie. Als het dan over iets concreets gaat
en over de hypotheek op iets zeer concreets, zegt men dat men
daarover niet wil debatteren. U zei daarstraks, mijnheer De Man, dat
dit plan veel te weinig concreet is. Nu staan grootschalige acties op
stapel die door het optreden van iemand dreigen te mislukken. Het
kan dus niet concreter zijn, het kan niet meer to the point zijn dan het
thema waarover we vandaag bezig zijn.

Ten opzichte van mijnheer De Crem zou ik willen zeggen dat ik het
echt niet begrijp. U lanceert de zaak en u schiet een SCUD af en al
kan de minister antwoorden, u zult altijd zeggen dat het een politiek
antwoord is. Natuurlijk zal hij terzake een ontkennend antwoord
geven. U zei trouwens al bij uw vraagstelling dat u een ontkenning
verwachtte. U speelt nu op een formele zaak omdat u het debat niet
volledig durft te ondergaan. U haalt een formaliteit aan terwijl iemand
hier klaarheid kan brengen. Laten we ingaan op de suggestie die er is
en laten wij, als die zaak zo kwestieus is, ze ten gronde behandelen
zodat het incident in alle betekenissen van het woord kan gesloten
worden.
01.59 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Le sujet de la discussion
est très concret puisqu'il s'agit de
la mise en oeuvre du projet d'une
action de grande envergure.

Je ne comprends pas du tout M.
De Crem. Il considère toute
réponse comme une réponse
politique et s'attend de toute façon
à une dénégation. Donnons suite à
la suggestion qui a été faite.
01.60 Alfons Borginon (VLD): Collega's, het debat krijgt een bitse
ondertoon. Dat is niet abnormaal rond deze periode. Wij zijn hier
volgens mij uitgenodigd voor een vergadering van de verenigde
commissies voor de Justitie en voor de Binnenlandse Zaken in
voortzetting van het debat dat we al hebben gevoerd na de inleiding
van beide ministers. De medewerkers van de ministers hebben toen
ook uitvoerig een aantal toelichtingen gegeven.
01.60 Alfons Borginon (VLD):
Le débat vire à l'aigre, ce qui n'a
rien d'étonnant en cette période.
Nous avons déjà tenu ce débat
après l'exposé introductif des deux
ministres.

Si un des principaux
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Indien op dit ogenblik blijkt dat er, op basis van opmerkingen die hier
worden geformuleerd, een nuttige toelichting kan worden gegeven
door een van de belangrijkste medewerkers van de minister, lijkt het
mij voor een normaal functionerend parlementair debat de normaalste
zaak van de wereld dat wij die mensen de gelegenheid geven op het
punt dat hier vandaag aan de orde wordt gebracht basisinformatie te
verstrekken. Quid dat de commissie daarop nadien niet verder
ingaat? Het lijkt mij echter toch nuttig en volgens de parlementaire
geplogenheden dat het Parlement alle informatie krijgt die wordt
aangeboden.
collaborateurs du ministre est en
mesure de nous éclairer, il est
normal que nous lui donnions la
parole.
01.61 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij voeren een
debat. Iemand vraagt het woord en maakt een opmerking die niet
naast de kwestie is. Het lijkt mij principieel de doodgewoonste zaak
van de wereld dat, wanneer hij de vaste overtuiging heeft ­ en ik roep
de collega's op dat nog even te laten doordringen ­ dat men
politieacties zou uitvoeren met electorale bedoelingen, we het er
volgens mij over eens zijn dat zoiets niet kan. Het is dus het ene
woord tegenover het andere. In elk geval lijkt mij de opmerking van de
heer De Crem terzake te zijn. Als de minister meent het antwoord dat
hij geeft kracht te moeten bijzetten door anderen tot getuige te
roepen, voor mij niet gelaten. Ik voeg eraan toe dat wij dat dan ook af
en toe zullen vragen.

(...): (...)
01.61 Paul Tant (CD&V): Il serait
inadmissible que des actions
policières soient menées à des
fins électorales. Il s'agit de la
parole de l'un contre celle de
l'autre mais l'observation de M. De
Crem me semble parfaitement à
propos. Si le ministre souhaite
faire appel à un témoin, qu'il ne
s'en prive pas.
01.62 Paul Tant (CD&V): Ah ja!

(...): (...)
01.63 Paul Tant (CD&V): Mijnheer De Coene, ...
De voorzitter: Collega's, De heer Tant heeft het woord.
01.64 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, ik ga mij niet mengen
in de grond van het debat omdat ik op dat punt het dossier niet ken. Ik
kreeg echter de indruk dat de actie zoals ze werd gevoerd in het
grensgebied qua timing helemaal niet toevallig was. Dat wordt
overigens door sommige objectieve bronnen voldoende bevestigd. De
busreis was geen ...
01.64 Paul Tant (CD&V): A mes
yeux, l'excursion en bus ne doit
rien au hasard.
01.65 Minister Patrick Dewael: Dit is onuitstaanbaar.
01.66 Paul Tant (CD&V): Dat kan ik mij voorstellen!
01.67 Minister Patrick Dewael: Dit heeft vorige week het voorwerp
uitgemaakt van een vraag in de commissie. Ik heb daarop een
antwoord gegeven en collega Claes heeft zich in zijn repliek
verontschuldigd voor zijn aantijgingen. De manier waarop men hier
probeert alles op een hoop te gooien, is onuitstaanbaar.

Ik vind het volgende essentieel. Het gaat over een discussie over het
veiligheidsplan. De mensen van de politie, zoals de commissaris-
generaal en de directeurs-generaal, die daarbij toelichting kunnen
geven, zijn aanwezig. Ik stel vast dat er wordt geaarzeld om naar die
toelichting te luisteren, omdat men weet dat die aantijgingen en
beschuldigingen van een onwezenlijke lichtheid zijn. Daarom wordt er
geaarzeld.
01.67 Patrick Dewael, ministre:
De tels propos sont intolérables!
J'ai déjà répondu à cette question
la semaine dernière et M. Claes a
m'a d'ailleurs présenté ses
excuses pour ses allégations.

La discussion porte sur le plan de
sécurité. Les personnes
susceptibles de nous fournir des
précisions à ce sujet sont parmi
nous. Mais chacun n'est pas
disposé à les entendre puisque
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41

Ik vraag niet dat de federale politie hier in een politiek steekspel zou
worden betrokken. Ik heb geantwoord en dat was mijn politieke
verantwoordelijkheid. Het kan echter wel belangrijk zijn dat het wezen
en de essentie van FIPA-acties en de constructie van een FIPA-actie,
die een grotere taille heeft dan een arrondissement, worden toegelicht
door mensen van de federale politie. Uit dat antwoord kan namelijk
vanzelf blijken dat de beschuldiging eigenlijk nergens op slaat.
leurs explications vont réfuter les
accusations portées à mon égard.
Je me refuse à mêler la police
fédérale à une joute politique mais
il est essentiel que les
représentants de la police nous
éclairent sur l'essence et sur la
conception des actions FIPA.
Le président: Chers collègues, avant de poursuivre, je voudrais
formuler une remarque. Il est évident que s'il n'y a pas d'unanimité
pour entendre le représentant de la police fédérale, nous ne sommes
de toute façon pas en nombre pour voter sur ce point. Par
conséquent, puisque je constate qu'il n'y a pas unanimité, je propose
de continuer l'ordre du jour tel que prévu et d'entendre la réponse des
ministres aux interpellations et aux interventions sur le plan national.
Je ne peux faire autrement, c'est le Règlement.
De voorzitter: Aangezien er geen
eenparigheid is, stel ik voor de
agenda verder af te handelen
zoals gepland en te luisteren naar
het antwoord van de minister op
de interpellaties en op het betoog
van de sprekers over het nationaal
veiligheidsplan.
01.68 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben ook
commissievoorzitter en u moet mij toelaten om ten minste mijn
gedachtegang af te maken die ik eigenlijk al begonnen was. Eigenlijk
is heel de kwestie op het tapijt gekomen omwille van het feit dat één
bepaalde partij, en wel die van de minister, ter ondersteuning van
campagnes politiepersoneel en beelden daaromtrent gebruikt. Daaruit
is de gevoeligheid ontstaan. Had men ten minste de tact gehad van
de kant van die partij en van die minister in het bijzonder om zulks niet
te doen, dan zou het probleem zich ook niet voorgedaan hebben.
Daar berust de verantwoordelijkheid, nietwaar?
01.68 Paul Tant (CD&V): Un
parti, celui du ministre, se sert du
personnel de la police et de son
image pour appuyer ses
campagnes. C'est ainsi que tout a
commencé.
Le président: Je crois que tout le monde a compris. Continuons sur la procédure.
01.69 Willy Cortois (VLD): Bon, u zegt dat u tot de vaststelling komt
dat er geen unanimiteit bestaat. Ik zou willen dat dit duidelijk wordt
gemaakt. We hebben hier inderdaad een incident waarvan we de
oorsprong kennen. We hebben de gelegenheid om de commissaris-
generaal ons daarover te laten informeren, iets waar ik in dit
Parlement voortdurend over hoor klagen. Ik zou dus willen dat u
vaststelt, mijnheer de voorzitter ­ niet zegt, maar vaststelt ­ dat er in
deze vergadering mensen zijn die eigenlijk niet wensen te luisteren
naar de top van de federale politie. Als we dat bij unanimiteit zouden
doen, wat mij bijna vanzelfsprekend lijkt, en ik vandaag moet
vaststellen dat sommigen dat niet wensen, dan wens ik ook dat dit
wordt genotuleerd of dat we ons daarover ten minste uitspreken.
01.69 Willy Cortois (VLD): Nous
sommes confrontés à un incident
dont l'origine nous est connue.
J'observe que certains au sein de
cette commission refusent d'être
informés par les dirigeants de la
police.
Le président: Il y a un rapport de nos travaux. M. De Man a clairement dit qu'il s'y opposait. Je ne peux que
prendre acte du fait qu'il n'y a pas unanimité. Je ne peux pas faire voter. D'autres connaissent mieux le
Règlement que moi.
01.70 Willy Cortois (VLD): Dan noteer ik dat de heer De Man zich
daartegen verzet.
Le président: Je ne peux faire qu'une chose, c'est prendre acte d'une
absence d'unanimité. Je ne peux pas faire procéder à un vote.
D'autres connaissent mieux le Règlement que moi!
De voorzitter: Aangezien er geen
eenparigheid is, kan ik enkel nota
nemen van de situatie, want ik kan
niet tot een stemming laten
overgaan.
01.71 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding 01.71 Dirk Claes (CD&V): Nous
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
van de vraag van vorige week hebben wij gevraagd of de actie van de
grenscontrole, die op dezelfde dag is gevoerd als de grote campagne
van de VLD met de bus, was vervroegd. Toen was de commissaris-
generaal hier ook niet om te bevestigen of dat al dan niet was
gebeurd. Ik kan wel zeggen dat ik mij heb verontschuldigd voor het
feit dat de minister blijkbaar niet met de bus, maar met zijn privé-
wagen die actie heeft bezocht. Wat dat feit betreft, heb ik mijn
woorden teruggenomen. Ik heb wel gezegd dat het niet toevallig is
geweest dat die actie op dezelfde dag werd gevoerd en dat de bus
van de VLD in de buurt was. Bovendien hebben dezelfde perslui, die
de VLD-bus de hele dag hebben gevolgd, ook die actie gefilmd, met
de minister erbij.

De minister heeft alle recht die actie te bezoeken. Daarover gaat het
niet. Ik vind het ook goed dat hij dat doet. De discussie gaat ook niet
over het feit dat er acties plaatsvinden. Het gaat erover dat de actie
werd vervroegd, misschien om een bepaalde reden. Het is beter dat
wij die zaken in de toekomst strikter scheiden en dat er geen
toevallige omstandigheden kunnen zijn die de pers de indruk geven
dat er een ernstige beïnvloeding is geweest voor de campagne van
één politieke partij. Het gaat over de indruk die is gewekt. Daartegen
moet worden ingegaan. Iedereen heeft er belang bij dat die indruk er
niet is. Hier worden de zaken omgedraaid.
avons demandé la semaine
dernière si l'opération de contrôle
frontalier avait été avancée en
raison de la visite du ministre.
J'applaudis à la présence du
ministre sur le terrain mais tout le
problème, c'est que cette
opération pourrait avoir été
avancée. A l'avenir, mieux vaudra
bien dissocier les choses pour ne
pas donner à la presse
l'impression que des influences
importantes ont été exercées en
faveur d'un parti politique en
particulier. Dans l'intérêt de tous,
mieux vaut ne pas susciter ce
sentiment.
01.72 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik wil
niet dat onder meer de heer Cortois mij de zwartepiet doorschuift.

Wat men hier doet, is het scheppen van een precedent. Wat gebeurt
er namelijk? De oppositie haalt zeer zwaar uit naar de minister. De
minister verdedigt zich. De minister zegt: "Ook de woordvoerder van
de federale politie zegt dat het niet zo is gebeurd". Nu zouden wij
toelaten dat een topambtenaar, de commissaris-generaal, wordt
gevorderd om dat nogmaals te doen. De meerderheid vordert dus een
topambtenaar om haar gelijk kracht bij te zetten. Dat verwijt ik de
minister zelfs niet, maar mag de oppositie dat dan ook? Mijnheer de
voorzitter, dat is toch een precedent. Ik vraag dat u voorstelt dat wij
ophouden over dit voorval te leuteren en dat wij voortgaan met het
debat, dat eigenlijk al twee maanden geleden had moeten beginnen.
Wij luisteren naar de antwoorden van de regering.
01.72 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Je n'entends pas
permettre à M. Cortois,
notamment, de me faire jouer le
mauvais rôle. Puisque la majorité
a réclamé la présence d'un haut
fonctionnaire à l'appui de sa thèse,
l'opposition peut-elle faire de
même?
Le président: Je constate qu'il n'y a pas unanimité. Je rends la parole au ministre pour continuer sa
réponse.
01.73 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik wil daarop
ingaan met nog één bemerking. Als daarover geen unanimiteit
bestaat, weet ik alleszins wie aan de basis daarvan ligt.

Mijnheer De Man, ik vorder hier niemand, maar wij moeten natuurlijk
wel weten in welke parlementaire procedure wij functioneren. Hier is
namelijk een debat aan de gang dat ingeleid is op basis van
interpellaties. Tegelijkertijd, in dezelfde context, bespreken wij een
nationaal veiligheidsplan. Betreffende een nationaal veiligheidsplan is
het volledig normaal en zelfs wenselijk dat de leden van de federale
politie en de leden van de dienst van mevrouw Reynders zich
daarover in de mate van hun wensen kunnen uiten en een bijdrage
kunnen leveren. Dat wordt hier afgewezen.
01.73 Patrick Dewael, ministre: Il
n'y a pas d'unanimité et je sais qui
en est responsable. Un débat est
mené sur la base d'interpellations.
Nous examinons simultanément le
plan national de sécurité. Il est
normal que des membres de la
police fédérale et des membres du
personnel du service de Mme
Reynders puissent s'exprimer à ce
sujet mais le principe en est rejeté.
01.74 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Neen, (...).
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43

Le président: La parole est au ministre.
01.75 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik staak mijn
antwoord als ik hier niet de mogelijkheid krijg om mij uit te spreken.

Mijnheer De Man, ik vind dat essentieel, want het gaat hier over veel
meer dan de aanval van de heer De Crem.

De heer De Crem heeft gisterenavond een medium en vandaag een
krant gebruikt om iets op de agenda te plaatsen. Hij komt dan naar
deze commissie en maakt dat punt. Ik heb gisteren een telefoon
gekregen van een journaliste van de VRT-radio die mij vroeg te
reageren op iets dat de heer De Crem in Het Laatste Nieuws
verklaard heeft over een politieactie die in de loop van de komende
dagen zal worden georganiseerd. Dat kan tellen als techniek!

Moet ik daarop reageren? Neen, het komt de federale politie, die zelf
haar politionele acties plant, toe om daarop een antwoord geven.

Ik vind het voor het verslag buitengewoon belangrijk om het volgende
nog aan het debat toe te voegen. Mevrouw Cleemput heeft uiteraard
gereageerd namens de federale politie. Zij heeft gezegd dat het de
wereld op zijn kop zou zijn, mijnheer Claes, te doen wat u eigenlijk
vraagt. U stelt dat wij nu in een sperperiode zijn en dat wij nu best de
politie op non-actief zouden plaatsen en politieacties zouden
stopzetten, want anders zou de associatie gemaakt kunnen worden
met het beleid.

Heren van CD&V, ik weet dat u dat pijn doet, maar mijn opvatting
daarover is dat ik de politie haar werk moet laten doen. Ik moet de
politie ongestoord laten uitvoeren wat zij denkt te moeten doen, los en
wars van verkiezingen. U lanceert een aanval en zegt dat ik een
politieactie vervroegd heb. De federale politie zou uit de structuur van
die acties duidelijk het tegendeel kunnen laten blijken. Maar u durft
het niet aan om de politiemensen hier het woord te laten voeren.

(...): (...)
01.75 Patrick Dewael, ministre:
Une journaliste de la VRT m'a
demandé hier de réagir à une
déclaration de M. De Crem dans le
quotidien "Het Laatste Nieuws" à
propos d'une action que les
services de police organiseront
dans les prochains jours. Ce n'est
pas rien comme technique! Il
incombe à la police fédérale elle-
même de répondre.

Mme Cleemput a d'ailleurs réagi
au nom de la police fédérale.
Selon elle, il ne faut pas mettre un
terme aux actions de police pour
éviter qu'on établisse un lien avec
la politique. La police doit faire son
travail.
01.76 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
heer Van Parys heeft heel interessante vragen gesteld over de
betekenis van het concept `intelligence led policing'.

Ik zou willen verwijzen naar punt 2 van het nationaal veiligheidsplan
want de uitdaging bestaat er inderdaad in om door een gedegen
beeldvorming, het strategische niveau, en ook een verbeterde
informatiepositie, het tactische niveau, continu een beter inzicht te
kunnen verwerven in de criminaliteit en in de verschillende processen
die van de criminaliteit deel uitmaken. Vanuit deze kennis worden dan
verschillende operaties opgebouwd en aan de basis van dit concept
ligt het idee dat van de politiediensten een proactieve houding wordt
verwacht, waarbij ze trachten zoveel mogelijk tijdig de criminaliteit te
detecteren en te voorkomen eerder dan nadien te moeten reageren.
Deze proactiviteit wordt meer bepaald georiënteerd naar de prioritaire
fenomenen van het nationaal veiligheidsplan. Dat is eigenlijk hetgeen
wat ik daarjuist al enigszins heb aangeraakt door te zeggen dat er een
aantal prioriteiten zijn opgenomen in het veiligheidsplan en dat wij van
de politiediensten een proactieve houding verwachten, liever dan
01.76 Patrick Dewael, ministre:
M. Van Parys a posé des
questions intéressantes sur le
contenu du concept de
"l'intelligence led policing". Le défi
consiste à mieux appréhender en
continu les structures de la
criminalité et les processus sous-
jacents, grâce à un diagnostic
adéquat et un meilleur flux des
informations. Ce concept repose
sur l'idée que les services de
police doivent adopter une attitude
proactive, axée sur les
phénomènes prioritaires énoncés
dans le plan national de sécurité.

Il est essentiel d'organiser un
échange d'informations efficace
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
nadien te constateren dat bepaalde criminele fenomenen zich
voordoen. Men moet trachten deze op voorhand in kaart te brengen.

Inzake de verhouding, mijnheer Van Parys, tussen de politie en de
inlichtingendiensten betekent dat model dat een goede informatie-
uitwisseling van het allergrootste belang is. Daar ben ik het uiteraard
mee eens. Inzake het terrorisme ­ ik kom daar zo dadelijk nog heel
even op terug ­ wordt via het federaal parket ook deze
informatiestroom verzekerd. Het nationaal veiligheidsplan ­ laat dat
nog even duidelijk zijn ­ is dus in se een politieplan dat weergeeft wat
de fundamentele bijdrage van de politie is aan de veiligheid en meer
bepaald dus ook aan de strijd tegen de fenomenen die de regering
effectief als prioritair bestempelt. Het is dan ook normaal dat de rol
van de andere diensten slechts aan bod komt in de mate waarin er
ook een interactie is met de andere politiediensten. Dat is waar voor
de inlichtingendiensten, maar dat is ook waar voor de
inspectiediensten, de douane en noem maar op.

Wat de inspanningen betreft die wij hebben geleverd op de bijzondere
Ministerraad, in de versterking van de instrumenten inzake het
terrorisme, geef ik u gewoon nog een aantal cijfers. Ik stel wel vast,
mijnheer de voorzitter ­ als die opmerking mij is toegestaan ­ dat de
debatten na afloop van die bijzondere Ministerraad zowel in deze
Kamer als in de Senaat en naar aanleiding van de vele vragen en
interpellaties, regelmatig terugkomen. Deze vragen maken dus
ongetwijfeld reeds het voorwerp uit van een of ander verslag.

Ik geef nu de cijfers. De directie criminaliteit tegen personen werd
versterkt met 12 eenheden, waaronder 3 personen om de strijd tegen
de financieringsbronnen van terroristische groeperingen op te drijven.
Ik geef nog even de cijfers van de belangrijkste GDA's. Voor Brussel
is er een versterking met 30 eenheden, voor Antwerpen met 5
eenheden, voor Charleroi met 5 eenheden en voor Luik met 2
eenheden.

De heer Van Parys vroeg ­ al kent hij ongetwijfeld het antwoord op
die vraag ­ hoever het stond met de AGG. De AGG is uiteraard geen
inlichtingendienst noch een politiedienst; het is een soort van koepel
die de informatie eigenlijk moet ophalen waar de informatie zich
bevindt of waar de informatie moet aangedragen worden.

De AGG is een soort informatiekruispunt waar aan de ene kant de
federale politie en aan de andere kant de Veiligheid van de Staat, de
militaire inlichtingendiensten en noem maar op, hun informatie
naartoe brengen opdat men daar met kennis van zaken de nodige
analyses zou kunnen maken, wat men ook doet. Er was een vraag
naar versterking van het effectief van de AGG. Wij hebben ook de
beslissing genomen daar een bijkomend lid van de federale politie en
een bijkomend lid van de Veiligheid van de Staat te detacheren om de
slagkracht van de AGG te versterken.

De tweede vraag van de heer Van Parys ging over de uitwisseling van
de gegevens. Die werden inderdaad door de gemeenschappelijke
richtlijn MFO-3 van de minister van Justitie en van de minister van
Binnenlandse Zaken van 14 juni 2002, betreffende het
informatiebeheer inzake gerechtelijke en bestuurlijke politie, in de
plaats gesteld. Ik meen dus dat de uitwisseling van die gegevens
effectief verzekerd is. De algemene nationale gegevensbank, zoals
entre les services de police et de
renseignement. Pour ce qui est du
terrorisme, ce flux d'informations
passe par le parquet fédéral. Le
plan national de sécurité, qui traite
de la contribution essentielle de la
police à la sécurité du pays, ne
mentionne le rôle des services
autres que les services de police
que dans la mesure où il y a une
interaction avec ces derniers.

Au conseil des ministres
extraordinaire, il a été décidé de
renforcer la Direction de la lutte
contre la criminalité contre les
personnes par le recrutement de
douze collaborateurs
supplémentaires. Le SJA de
Bruxelles recevra trente unités
supplémentaires, ceux d'Anvers et
de Charleroi chacun cinq et celui
Liège deux. Le GIA n'est pas un
service de police ni de
renseignement, mais une structure
d'information faîtière.

Nous avons décidé de détacher un
membre supplémentaire de la
police fédérale et un autre de la
Sûreté de l'Etat au GIA.

La circulaire commune MFO-3 des
ministres de la Justice et de
l'Intérieur du 14 juin 2002 traite de
l'échange de données. La banque
de données nationale générale
repose actuellement sur un
ensemble de traitements manuels
et automatisés et est destinée à
fournir des informations des
services de police aux utilisateurs.
Le Conseil des ministres spécial
des 30 et 31 mars a approuvé un
plan d'investissement en vue d'une
automatisation complète. Nous
devons régulièrement évaluer ce
plan.

Depuis la création de la police
fédérale, toutes les mesures visant
à organiser une lutte intégrée
contre la fraude de documents ont
été prises. C'est la raison pour
laquelle il ne s'agit pas d'une
priorité du plan national de
sécurité. Il existe à la direction
générale de la police judiciaire un
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
voorzien in artikel 44, 4° van de wet op het politieambt, is op dit
moment in feite samengesteld uit een geheel van manuele en
geautomatiseerde verwerkingen met het oog op het verdelen en het
leveren van de politionele informatie aan de gebruikers. De meeste
verwerkingen van de gerechtelijke politie zijn geautomatiseerd. Dat is
minder het geval voor de verwerkingen van de administratieve politie.
Een investeringsplan terzake is inderdaad goedgekeurd op de
bijzondere Ministerraad van 30 en 31 maart 2004 teneinde voor 2007
de algemene nationale gegevensbank volledig te automatiseren.

Ik meen dat inzake het investeringsplan wij permanent zullen moeten
rijden en omzien. Wij zullen moeten nagaan of de middelen waarin
voorzien is in een eerste raming, na een eerste benadering, zullen
volstaan. Waar ik wil voor pleiten is dat men, nu wij zovele jaren een
bijzondere inspanning gaan leveren voor het Phenix-project van
Justitie, ook voor de politie een soort Phenix-bis op de rails zou
zetten, wat men gedaan heeft. Ik herhaal: de investeringsbedragen
die opgesomd staan, zijn een eerste benadering. Wij zullen die
permanent moeten evalueren om ervoor te zorgen dat wij tegen 2007
effectief het vooropgestelde doel kunnen realiseren.

De derde vraag ging over de zogenaamde documentenfraude. Laat ik
het daar misschien wat korter over hebben. Ik meen dat de
geïntegreerde aanpak van de fraude in officiële documenten niet tot
de prioriteiten behoort van het nationaal veiligheidsplan, niet omdat
daarvoor geen belangstelling zou bestaan maar omdat alle vereiste
maatregelen voor die geïntegreerde aanpak eigenlijk al zijn getroffen
sinds de oprichting van de federale politie. Ik denk, in overleg met de
federale politie, dat die op dit moment ook effectief volstaan en
voldoen. Binnen de Algemene Directie van de gerechtelijke politie is
er de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Valsheden (CDBV), en
meer bepaald de sectie Valse Documenten, die verantwoordelijk is
voor de bestrijding van de zogenaamde documentaire fraude. Laat mij
in dat verband nog wel zeggen, omdat collega Van Parys daar sterk
aan twijfelde, dat de samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken
goed genoemd kan worden, niet alleen wat de kwaliteit van de
contacten maar ook wat de kwantiteit ervan betreft.

Men zegt mij dat er geen dag voorbijgaat zonder dat er een
vertegenwoordiging van de FOD Buitenlandse Zaken en een
vertegenwoordiging van CDBV contact met elkaar opnemen. Naast
de deelname van deze dienst aan de multidisciplinaire opdrachten die
worden versneld door de FOD Buitenlandse Zaken ­ opdrachten
waarbij deze dienst instaat voor de opleiding van verschillende
consuls en visumagenten van de bezochte streek ­ stelt hij onze
gestationeerde vertegenwoordigers ook zijn ervaring inzake het
legaliseren op afstand ter beschikking. De CDBV helpt de FOD
Buitenlandse Zaken ook bij alle gespecialiseerde vergaderingen die
binnen de Europese Unie worden gehouden en is trouwens ook de
grondlegger van de verwezenlijking van het laatste paspoortmodel dat
erg op prijs wordt gesteld door al onze partners, inzonderheid de
Amerikanen.

Ik herhaal kort, hoewel de documentaire fraude niet uitdrukkelijk is
opgenomen in het nationaal veiligheidsplan, zorgt de bijna
onvermijdelijke samenhang met de andere vormen van criminaliteit
ervoor dat dergelijke fraude altijd meer wordt benadrukt en
geïntegreerd in de verschillende programma's van de Algemene
office central de répression du
faux-monnayage (OCRF-M) qui
comprend une section Faux
documents. La collaboration avec
le SPF Affaires étrangères est
bonne.

L'OCFR met aussi son expérience
dans le domaine de la légalisation
à distance à la disposition de nos
représentants à l'étranger. Il
assiste également le SPF Affaires
étrangères lors de toutes les
réunions spécialisées au sein de
l'UE et il peut revendiquer la
paternité du nouveau passeport.

La sécurisation des laboratoires
judiciaires est partiellement de la
compétence de la ministre
Onkelinx. Ces laboratoires sont
généralement hébergés dans des
bâtiments du SJA et sont tenus au
respect des mêmes normes de
sécurité que le SJA. A ce jour,
aucun vol n'a été commis.

Le 1
er
avril 2003 a été créée la
commission de protection des
témoins qui a déjà été convoquée
cinq fois. Et le même jour a été
créé le service de protection des
témoins au sein de la direction
générale de la police judiciaire,
direction de la lutte contre la
criminalité organisée. Une équipe
a été mise sur pied au sein de la
direction générale Appui
opérationnel, direction Unités
spéciales. Le réseau de
partenaires externes et internes a
déjà été constitué partiellement. Il
a déjà été recouru à plusieurs
reprises au témoignage à distance
instauré par la loi du 2 août 2002.

L'anonymat partiel des témoins,
instauré par la loi du 8 avril 2002,
consiste en l'omission de certaines
données dans le dossier.
L'anonymat total pose cependant
un problème parce qu'il requiert un
équipement technique spécifique,
décrit dans l'arrêté royal portant
exécution de l'article 86 ter du
Code de procédure pénale. Il est
prévu d'acquérir cet équipement.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Directie Gerechtelijke Politie.

De beveiliging van de gerechtelijke labo's is ook gedeeltelijk de
verantwoordelijkheid van mevrouw Onkelinx die dit straks zal
aanvullen als zij dat wenst. De labo's voor technische en
wetenschappelijke politie zijn secties van de GDA. Zij zijn meestal ook
gehuisvest in de gebouwen van de GDA en zij beschikken ook over
dezelfde veiligheidsnormen als de GDA. De meeste beschikken over
een brandkoffer waar gevaarlijke producten of gevoelige stukken
worden gehouden vooraleer zij ter griffie worden neergelegd. Tot op
heden zijn geen diefstallen gepleegd in de labo's van de TWP. Op het
centraal niveau binnen DJT waar dat gevestigd is, zijn bijzondere
maatregelen genomen om de veiligheid van de nationale databank
van vingerafdrukken te kunnen waarborgen. Het moet echter duidelijk
zijn dat het NICC en de privé-labo's niet onder mijn bevoegdheid
vallen.

De vijfde vraag laat ik grotendeels over aan mevrouw Onkelinx.

Er werd ook gevraagd hoe ver het stond met de uitvoering van de
wetgeving betreffende de getuigenbescherming en de anonieme
getuigen. In navolging van de wet van 7 juli 2002 houdende een
regeling voor de bescherming van bedreigde getuigen en ook andere
bepalingen werden tot op heden de volgende zaken gerealiseerd.

Ten eerste, de oprichting van de getuigenbeschermingscommissie op
1 april 2003 met de publicatie van het huishoudelijk reglement in het
Belgische Staatsblad op 1 maart 2004. Die commissie werd tot op
heden reeds vijf keer bijeengeroepen.

Ten tweede, de oprichting van de getuigenbeschermingsdienst in de
schoot van de Algemene Directie Gerechtelijke Politie, Directie voor
de Bestrijding van de Georganiseerde Criminaliteit op 1 april 2003.

Ten derde, de oprichting van een team binnen de Algemene Directie
Operationele Ondersteuning, Directie Speciale Eenheden. Het
netwerk van interne en externe partners om tegemoet te komen aan
de wettelijke voorschriften werd ook reeds partieel in plaats gesteld.
De wet van 2 augustus 2002 betreffende het afnemen van
verklaringen met behulp van audiovisuele media voorziet dat
bedreigde getuigen op afstand kunnen getuigen, bijvoorbeeld via een
videoconferentie. Dat werd reeds enkele keren georganiseerd.

De vraag naar de uitvoering van de wet van 8 april 2002 betreffende
de anonimiteit van de getuigen heeft dus een tweeledig antwoord.

Ten eerste, de partiële anonimiteit waarin door de wet wordt voorzien,
stelt vooralsnog geen probleem aangezien de te organiseren
anonimiteit bestaat in het weglaten van bepaalde identiteitsgegevens
uit het dossier.

Ten tweede, de uitvoering van de wet op het vlak van de volledige
anonimiteit vormt op dit ogenblik nog een probleem. Een dergelijke
getuigenis veronderstelt immers het gebruik van zeer specifieke
technische apparatuur die toelaat dat de getuige vanop afstand en
volledig anoniem zijn getuigenis kan afleggen. Het koninklijk besluit
ter uitvoering van artikel 86ter van het Wetboek van strafvordering
beschrijft dat materiaal op een zeer gedetailleerde wijze.
Un audit a conclu à l'inopportunité
d'efforts supplémentaires, au
niveau fédéral, en faveur des
seuls agents contractuels
subventionnés (ACS) de la police.
Aucun critère ne plaide pour
l'instauration d'un régime plus
favorable que celui des
administrations locales. Ce point
était crucial pour les Régions et les
Communautés.

Les zones de police locale
recourent dans une large mesure
à la possibilité de proposer un
contrat de travail ordinaire aux
membres de leur personnel. La
perte de subsides et la réduction
des cotisations patronales peuvent
être compensées indirectement
par le recours à des ACS dans les
administrations communales de la
zone. Un ACS peut devenir
statutaire en postulant à un emploi
vacant et en réussissant un
examen.

A mes yeux, une fidélité de
plusieurs années ne constitue pas
un critère. S'il y a lieu de
récompenser cette fidélité, il
appartient aux communes d'y
veiller. Elles trouveront
assurément les moyens
nécessaires pour garder leur
personnel méritant.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47

De voorbereidende activiteiten om tot de aankoop van de vermelde
apparatuur over te gaan, werden onder de vorige legislatuur opgestart
en zijn nu hernomen door mijn collega van Justitie.

Mijnheer de voorzitter, dat is het antwoord wat de eerste interpellatie
aangaat. Ik moet wel zeggen dat ik mij er enigszins over verbaas ­ als
ik mij dat nog mag veroorloven ­ te vernemen dat de interpellaties die
ik volgende week had verwacht, vandaag aan dit debat zijn
toegevoegd. Ik heb dus een eerste poging ondernomen om daarop
een antwoord te geven, wetende dat die materie verdeeld is tussen
mijzelf en de collega van de Justitie.

Ik kom tot de interpellatie van de heer Claes.

Ten eerste zal ik antwoorden op de vragen over de statutaire positie
van de GESCO's. Uit een doorlichting van de problematiek door
verschillende federale ministeries heb ik moeten vaststellen dat het
niet opportuun wordt geacht dat de federale overheid een extra
inspanning zou doen voor de GESCO's bij de politie alleen. Zo'n
inspanning kan dus niet alleen beperkt worden tot de politie. Er zijn
veel GESCO's bij diverse lokale besturen en er is geen criterium om
een gunstiger regime in te voeren voor de GESCO's van de politie
alleen. Voor de Gewesten en de Gemeenschappen is dat punt even
cruciaal. Ik denk dus dat het geen zin had om met hen besprekingen
te openen.

Wat betreft de inspanningen van de federale regering, verwijs ik naar
het antwoord dat collega Vandenbroucke heeft verstrekt op een
mondelinge vraag van mevrouw Greta D'hondt in de commissie voor
de Sociale Zaken op 21 april 2004.

Ik overloop systematisch de vragen die de heer Claes heeft gesteld.

Ik heb vastgesteld dat de lokale politiezones in grote mate gebruik
hebben gemaakt en nog altijd gebruikmaken van de mogelijkheden
die hun ter beschikking staan om het probleem zelf op te lossen. Zij
kunnen aan de personeelsleden een gewone arbeidsovereenkomst
aanbieden. Ook de subsidiëring en de vermindering van de patronale
lasten die zij op die wijze verliezen, kunnen zij onrechtstreeks
recupereren op het niveau van de tewerkstelling van GESCO's bij de
gemeentebesturen van de zone. Contingenten kunnen immers van
gemeente naar zone verschuiven en omgekeerd.

Ten tweede, een GESCO kan, zoals u waarschijnlijk weet, statutair
worden door te solliciteren voor een vacant ambt, dus niet zijn eigen
ambt. Hij kan vervolgens ook statutair worden benoemd als hij
geslaagd is voor het examen. Dat vacante ambt kan er een zijn in de
eigen zone, in een andere zone of bij de federale politie. Er is dus
geen enkele verplichting om de zone te verlaten, tenzij er geen
vacatures zijn en de betrokkene toch wenst op korte termijn statutair
te worden.

Ik kom tot uw derde vraag. Met alle respect voor de betrokken
personeelsleden, maar als federaal minister heb ik niets te maken
met jarenlange trouw. Ik kan dat een belangrijk gegeven vinden, maar
het mag voor mij geen criterium zijn. Bij de jarenlange trouw van de
betrokkenen aan hun gemeenten stel ik de vraag waarom de
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
gemeenten die trouw niet reeds zelf beloond hebben. Ik denk dat de
lokale overheden niet tegelijkertijd gebruik kunnen maken van deze
goedkope vorm van tewerkstelling in een bepaald statuut en de
federale overheid het verwijt maken dat zij het is die de trouw niet
beloont. Dat is de wereld op zijn kop.

Als antwoord op de volgende vraag ben ik ervan overtuigd dat,
wanneer het gaat om waardevolle personeelsleden, de zones wel een
middel vinden om dit personeelslid te houden. Dat is gewoon een
kwestie van budgettaire prioriteiten en van goed personeelsbeleid.

U hebt een aantal vragen gesteld betreffende initiatieven van Vlaams
minister van Werkgelegenheid Landuyt. Ik weet, voorzitter, dat ik hier
zeer technisch antwoord, maar als men op die manier het debat wil
voeren, voer ik het ook zo. Men heeft hier 101 vragen gesteld over
allerlei administratieve aangelegenheden. Ik vind het verkeerd zo een
debat te voeren wanneer het over een veiligheidsplan gaat. We
hadden een debat over hoofdlijnen moeten voeren. Als de oppositie
het echter op deze manier wil, heb ik daar uiteraard respect voor.

(...): (...)
01.77 Minister Patrick Dewael: Dat is zeer belangrijk, dus we gaan er
gewoon mee door. Ik heb eerlijk gezegd mijn vragen bij de wijze
waarop dit gebeurt. Wanneer men een debat over een veiligheidsplan
voert, verwacht men een gecentreerd debat met een aantal duidelijke
uiteenzettingen. Hier gaat het echter over alles en nog wat en over
alle mogelijke administratieve aangelegenheden. We gaan er echter
mee door.

Ik kom terug op de initiatieven van de heer Landuyt. Het voorstel van
het Vlaams Gewest kwam erop neer dat de financiële middelen voor
de subsidiëring van politiegesco's via een bijzondere financieringswet
opnieuw gefederaliseerd zouden worden na eerst te zijn
geregionaliseerd. Dat is uiteraard geen evidente operatie. Dat is mijn
antwoord op uw tweede vraag.

Wat de derde vraag betreft: het is aan de Vlaamse minister van
Werkgelegenheid die na de verkiezingen zal aantreden om het
dossier opnieuw op te nemen. Daarmee zou in het beste geval het
probleem opgelost zijn in een Gewest, en dat nog alleen wat de
subsidie betreft. Er blijft dan nog de vermindering van de patronale
lasten. Ik weet overigens dat de Gewesten die voor de
werkgelegenheidspolitiek bevoegd zijn, ijveren voor de regularisatie
van alle tewerkstellingsprogramma's. Ik ben hier niet tegen, en wens
hen daarbij zeer veel succes toe. Die overheden hebben intussen
echter begrepen dat de rekening voor alle GESCO's bijzonder duur is
en dat een aparte regeling voor de politie als discriminerend ervaren
zou worden.

Vervolgens heeft u vragen gesteld over het nationaal veiligheidsplan
en meer bepaald over het concept van de community policing. Ik vind
dit uiteraard buitengewoon belangrijk. De functie van wijkagent staat
duidelijk omschreven in mijn rondzendbrief PLP10 van
9 oktober 2001. Daarin is verwezen naar de vele administratieve
taken die de wijkagenten toebedeeld kregen en ook naar het feit dat
dit zo niet verder kon. Laten wij dus duidelijk zijn, dit is geen nieuw
gegeven dat door de politiehervorming gecreëerd is. Integendeel, voor
01.77 Patrick Dewael, ministre:
M. Landuyt, ministre flamand, a
proposé que les autorités
fédérales prennent en charge le
financement des contractuels
subventionnés de la police.
L'opération n'apparaît pas
évidente. Les Régions préconisent
la régularisation de tous les
programmes d'emploi. Je n'y suis
pas opposé mais cette
régularisation a un coût et
l'instauration d'une réglementation
distincte pour les contractuels
subventionnés de la police serait
considérée comme
discriminatoire.

La fonction d'agent de quartier est
clairement définie dans ma
circulaire PLP10 du 9 octobre
2001. Il y est également indiqué
que ces agents ne peuvent plus
être chargés de diverses tâches
administratives.

Le chef de corps est responsable
de l'organisation de son corps. Je
ne peux qu'imposer des normes
minimales. Pour les agents de
quartier, la proportion est d'un
agent pour 4.000 habitants.

Je plaide bien évidemment pour
l'instauration de mesures
préventives visant à promouvoir la
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
de hervorming werd geen taakbeschrijving vastgelegd, maar door
deze rondzendbrief is dat nu wel het geval. Verder moet ik er u op
wijzen, collega Claes, dat elk niveau en elk echelon beschikt over
eigen bevoegdheden.

Als minister van Binnenlandse Zaken kan ik mij dus niet mengen in de
leiding van een lokaal politiekorps. Het is de korpschef die
verantwoordelijk is voor de leiding, voor de organisatie en voor de
verdeling van de taken binnen zijn korps.

Zoals u weet, beschikken wij over een geïntegreerde politiedienst,
gestructureerd op twee niveaus en zonder hiërarchische band tussen
beide niveaus. In dat kader kan ik enkel minimale normeringen
opleggen. Voor de wijkagenten is dat een per 4.000 inwoners. Het
staat dus elk korps volledig vrij meer wijkagenten te nemen indien
men dat nodig acht. Indien een wijkagent dus zou "verzuipen" in het
administratieve werk, is dat ook de verantwoordelijkheid van de
korpschef die hiervoor verantwoording zal afleggen aan zijn
bestuurlijke overheid.

Wat de preventie en het nationaal veiligheidsplan betreft, ben ik
uiteraard voorstander van maatregelen die de veiligheid bevorderen.
De fiscale aftrekbaarheid voor de beveiliging van privé woningen is
een van die maatregelen. Dat heeft uiteraard ook een prijs voor de
staatsbegroting; dat spreekt voor zich. Terzake hebben wij
bijkomende maatregelen genomen. De bijzondere Ministerraad van
30 en 31 maart heeft de fiscale aftrekbaarheid van
veiligheidsinvesteringen verhoogd. Het gaat over bepaalde
doelgroepen, namelijk zelfstandigen en vrije beroepen. Wij
onderzoeken op dit ogenblik nog of deze doelgroepen kunnen worden
uitgebreid en of het fiscale aftrektarief kan worden opgetrokken in
functie van de budgettaire mogelijkheden. Het is een uitstekende
politiek dat men iedereen tracht aan te moedigen investeringen te
verrichten die de veiligheid van handelszaken kunnen bevorderen.

Daarnaast ­ en dit is mijn deel van de verantwoordelijkheid ­ heb ik
de procedure die moet worden gevolgd om zo'n attestatie te kunnen
bekomen, aanzienlijk vereenvoudigd. Wij werken nu niet langer met
voorafgaande controles. Die technopreventieve adviseurs zouden
anders hun werk onmogelijk kunnen klaren. Nu werken wij met een
soort pakket "integrale voorwaarden", dat de aanvrager moet
onderschrijven, maar waarop controles post factum natuurlijk altijd
mogelijk zijn. Dat is de consensus die wij ook hebben bereikt in het
platform voor veilig ondernemen, waarvan ook alle organisaties voor
zelfstandigen deel uitmaken.

Ik kom tot de vragen over de financiële repercussies voor de
gemeenten. Ik wil er eerst op wijzen dat de kosten voor de CALOG-
personeelsleden vervat zijn in de federale dotatie. Op het ogenblik
van de overdracht van federaal personeel zijn er 7.539 operationele
en 900 CALOG-personeelsleden overgegaan. Alle kredieten die
daarmee verbonden zijn, zijn mee overgegaan en zijn dus vervat in de
federale enveloppe. Ik vraag mij af wat u precies bedoelt met
bijkomende CALOG-personeelsleden die zullen worden ingezet.
Binnen de federale politie maak ik op dit ogenblik inderdaad personen
vrij voor louter administratieve taken. Daarvoor bestaat een tijdstabel,
waarin jaar na jaar het aantal personen dat door de federale politie
wordt vrijgemaakt, staat aangegeven.
sécurité, dont la déductibilité
fiscale des investissements pour la
sécurisation des habitations
privées. Il va sans dire qu'elles
auront un coût. Lors du Conseil
des ministres extraordinaire des
30 et 31 mars, il a été décidé
d'accroître la déductibilité pour les
indépendants et les professions
libérales. Nous envisageons la
possibilité d'étendre ces
catégories.

En outre, j'ai simplifié la
procédure. Désormais, nous
travaillons sur la base d'une série
de "mesures intégrales"
auxquelles le demandeur doit
souscrire et qui pourront
naturellement faire l'objet de
contrôles.

Les coûts liés aux CALOG
(personnel du cadre administratif
et logistique) sont compris dans la
dotation fédérale aux communes.
Qu'entendez-vous par "nouveaux
agents CALOG"? Certains
membres du personnel de la
police fédérale sont affectés à des
tâches purement administratives.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50

Het is een convenant dat ik met de federale politie terzake ben
overeengekomen.

Wat betreft de vier nieuwe functies, mengt u het ene en het andere
door elkaar.

U bent vervolgens nog ingegaan op heel wat
personeelsaangelegenheden. Ik zal er ook op ingaan in het kader van
de discussie over het veiligheidsplan.

Ik weet dat ik heel lang ben.
01.78 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, daarover wordt
nergens een incident gemaakt.
01.79 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Tant, waarom onderbreekt u
altijd? Wanneer u aan het spreken bent, onderbreek ik u toch niet.
Le président: Monsieur Tant, laissez répondre le ministre. Vous aurez l'occasion de répliquer après.
01.80 Paul Tant (CD&V): (...).
01.81 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik ga voort,
met uw goedkeuring.

Inzake de personeelsaangelegenheden klopt het dat de regularisaties
2001 nog steeds aan de gang zijn. Teneinde regularisaties op
regularisaties na de controle van de inschalingen te vermijden, is de
uitvoering daarvan ook gekoppeld. Het is dus wegens de aanzienlijke
vertraging in het dossier dat de bijzondere Ministerraad van 30 en
31 maart 2004 heeft beslist de administratieve afhandeling van de
regularisaties en de controle op de inschalingen via een
vereenvoudigde procedure te laten gebeuren. Op dit ogenblik past het
sociaal secretariaat de vereenvoudigde procedure toe. Al heel wat
gemeenten werden in het bezit gesteld van de controlelijsten.

Ten tweede, voor een aantal personeelsleden is de berekening van
de eindejaarstoelage 2002 en het vakantiegeld 2002 en 2003 niet
correct gebeurd. Dat vindt zijn oorsprong zowel in het ontbreken van
bepaalde gegevens als in een fout in het rekenprogramma van de
Centrale Dienst der Vaste Uitgaven, de zogenaamde CDVU. Het
sociaal secretariaat heeft dan de ontbrekende gegevens opgevraagd
en ingebracht in het systeem. De concrete uitbetaling kan pas
gebeuren na een herberekening door de CDVU. De dienst wordt
geconfronteerd met een ernstig capaciteitstekort en heeft zich
geëngageerd om deze opdracht zo snel als mogelijk af te handelen.

Na een periode van kinderziekten en opstartmoeilijkheden kan er
worden gezegd dat het sociaal secretariaat op kruissnelheid is
geraakt en naar behoren functioneert. Wel bestaat er enige onvrede
over de zware, administratieve belasting die de financiële
administratie genereert. Er werd dan ook aan het sociaal secretariaat
evenals aan de verschillende diensten van de federale politie de
opdracht gegeven om werk te maken van een vereenvoudiging van
de administratie.

Het sociaal secretariaat is voor tal van elementen afhankelijk van de
01.81 Patrick Dewael, ministre:
Pour ce qui est des ressources
humaines, les régularisations de
2001 sont toujours en cours. Elles
sont conditionnées par le contrôle
des barémisations. Lors du conseil
des ministres extraordinaire des
30 et 31 mars, une procédure
simplifiée a été instaurée à cet
effet. Elle est d'ores et déjà
appliquée par le secrétariat social.

La prime de fin d'année 2002 et le
pécule de vacances pour 2002 et
2003 de certains membres du
personnel ont été mal calculés. Le
Service central des dépenses fixes
(SCDF) procédera le plus
rapidement possible à un nouveau
calcul.

Le secrétariat social a aujourd'hui
atteint son régime de croisière. Il
est indéniable que l'administration
financière constitue une lourde
charge administrative et il faudra
impérativement la simplifier. Le
secrétariat social est, à maints
égards, tributaire du bon
fonctionnement du SCDF. Le
ministre des Finances a promis
que tout sera réglé dans les quatre
mois.

Les négociations avec les
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
goede werking van de CDVU. Ik herhaal nogmaals dat deze dienst
onder het gezag staat van de minister van Financiën. Wij hebben, ook
op de bijzondere Ministerraad, uitgebreid over het probleem gepraat.
Er is een engagement van de minister van Financiën om binnen de
vier maanden de aangelegenheid naar voldoening van eenieder af te
handelen.

Ten slotte, de heer Claes had vragen bij het initiële niet-akkoord van
de vakbonden betreffende de arbeidstijdregeling. De
onderhandelingen met de vakbonden werden, zoals u weet,
voortgezet.

Drie van de vijf representatieve vakbonden ­ maar dat heeft ook al
heel vaak het voorwerp uitgemaakt van vragen en interpellaties in uw
commissie, ik herhaal het nog maar eens ­ hebben hun akkoord
verleend aan het voorstel dat ik heb gedaan in verband met de
arbeidstijdregeling. Dat ontwerp is vertaald in een ontwerp van
koninklijk besluit. Dat doorloopt momenteel de verschillende
administratieve plichtplegingen en dan kan het effectief ter
ondertekening aan het Staatshoofd worden voorgelegd.

Er zijn vragen gesteld over de implementatie van het ASTRID-
systeem en de kostprijs daarvan. De beslissing van de bijzondere
Ministerraad, die trouwens sterk gewaardeerd is door de
gemeentebesturen, komt erop neer dat de personeelskosten integraal
ten laste vallen van de federale overheid. De vraag is hier gesteld
maar is al herhaaldelijk beantwoord. De call taking wordt verzekerd
door contractueel personeel. Dat contractueel personeel zal in dienst
worden genomen door het departement Binnenlandse Zaken. Dat
gaat over ongeveer een tweehonderdtal mensen. Dan is er natuurlijk
de dispatching die moet worden verzekerd door politieambtenaren
van de federale of de lokale politie. De kosten zullen echter ook hier
worden gedragen door de federale overheid. U weet dat het in een
eerste benadering de bedoeling was om die peer in twee te kappen
en dat we toen op een bepaald ogenblik gezegd hebben dat de
personeelslast integraal naar de federale overheid zou gaan. De
uitrusting daarentegen zal ten laste zijn van de zones. Elke zone die
op ASTRID aansluit, krijgt uiteraard een subsidie.

Wat de problematiek aangaat in verband met het Arbitragehof, kan ik
u meedelen dat het wetsontwerp dat daarvoor vereist is effectief nog
voor het reces bij het Parlement zal kunnen worden ingediend. In
verband met de AIK's is er een koninklijk besluit in verband met de
detacheringen van de leden van de lokale politie naar die AIK's. Dat is
op komst. Als ik mij niet vergis werd het op 5 mei jongstleden
voorgelegd aan de adviesraad van de burgemeesters. In verband met
de financieringswet kan ik ook verwijzen naar de bepalingen van het
regeerakkoord. Wij hebben de dotaties behouden op het niveau van
vorig jaar, maar het is de bedoeling van de regering om tegen het
einde van dit jaar klaar te zijn met een nieuw
financieringsmechanisme dat dan uiteraard een wettelijke onderbouw
zal moeten krijgen.

Ik zeg hier voor de zoveelste keer dat de KUL-normering geen
wettelijke onderbouw heeft gekregen en dat wij dat nu wel zullen doen
met het nieuwe financieringssysteem.

Men heeft mij gevraagd hoeveel het huidig effectief bedraagt van de
syndicats à propos de la
réglementation du temps de travail
se poursuivent. Trois des cinq
syndicats représentatifs
approuvent la proposition qui a été
traduite dans un projet d'arrêté
royal et qui suit à présent la
procédure normale.

Le Conseil des ministres spécial a
décidé que le pouvoir fédéral
prendrait en charge les frais de
personnel liés à la mise en oeuvre
du système ASTRID. Le "call
taking" est assuré par du
personnel contractuel. Il s'agit de
deux cents personnes qui seront
engagées par le département de
l'Intérieur. Le dispatching est
assuré par des fonctionnaires de
police. Ces frais-là seront
également pris en charge par les
autorités fédérales. Les zones
doivent supporter les coûts liés à
l'équipement. Chaque zone qui se
raccorde au système recevra une
subvention.

En ce qui concerne le problème de
la Cour d'Arbitrage, un projet de loi
sera déposé avant les vacances
parlementaires. Un arrêté royal
sera pris à propos du détachement
de membres de la police locale
aux CIA. Quant à la loi de
financement, je renvoie à l'accord
de gouvernement.

Le gouvernement souhaite arrêter
un nouveau mécanisme de
financement d'ici à la fin de
l'année. Contrairement à la
normation KUL, il reposera sur un
fondement légal.

La DRG, qui totalise un effectif de
820 unités, est investie de
missions spécifiques.

Environ septante personnes
peuvent être déconcentrées pour
constituer la première partie du
corps d'intervention. Les chiffres
mentionnés dans le plan de
sécurité sont dépassés puisqu'il a
été décidé de mettre sur pied un
corps d'intervention de 700 unités
dans un délai de trois ans.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
DAR. Het gaat over 820 eenheden. Ik wil nogmaals herhalen dat de
DAR zijn eigen specifieke opdrachten heeft, zoals gespecialiseerde
steun verzekeren ­ ik denk daarbij aan sproeiwagens ­, escortes te
paard, bescherming van waardetransporten, gevaarlijke transfers van
gedetineerden en het piket. Dat zijn specifieke taken voorbehouden
aan de algemene reserve.

Daarnaast blijven er een zeventigtal mensen die kunnen worden
gedeconcentreerd als eerste onderdeel van het interventiekorps. U
hebt natuurlijk gelijk wanneer u zegt dat de tabellen, en meer bepaald
de aantallen die worden opgesomd in het veiligheidsplan, voor een
stuk voorbijgestreefd zijn. Zij zijn voorbijgestreefd om de heel
eenvoudige reden dat wij op diezelfde Ministerraad de beslissing
hebben genomen een interventiekorps van 700 mensen op de been
te brengen. De onderhandelingen daarover zijn volop aan de gang. U
weet dat die 700 er moeten zijn binnen een tijdsspanne van drie jaar
en dat wij het eerste jaar ­ dit jaar ­ erin moeten slagen 300 mensen
op die manier in kaart te brengen. U kunt dus stellen dat die
70 mensen waarover ik het nu heb, kunnen worden beschouwd als
een eerste onderdeel van dat interventiekorps.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik stel voor dat wij, op het ogenblik
dat deze oefening helemaal gemaakt is, in deze commissie het hele
detail geven van de 2.500 bijkomende mensen die op straat moeten
worden ingezet. Wij hebben dat aantal opgetrokken tot meer dan
3.200 door de beslissing van de Ministerraad. We kunnen in uw
commissie nog een aparte discussie wijden aan de verschillende
categorieën, aan de manier waarop dat we ze zullen in kaart brengen
en aan de snelheid met welke dat gaat gebeuren. Het is en blijft
immers een doelstelling die moet geklaard zijn tegen het einde van
deze legislatuur in 2007.

Zo niet komen we immers terecht in een discussie over zoveel in het
veiligheidskorps, zoveel via calogisering, zoveel via het
interventiekorps, zoveel via de bestrijding van het absenteïsme en we
kunnen zo nog voort gaan. De maatregelen zijn beslist en genomen.
We onderzoeken nu met de federale politie op welke wijze ze best
zouden kunnen worden geïmplementeerd.

Wel belangrijk voor de doelstelling van het veiligheidsplan, is dat zij
niet zomaar in de zones zullen worden ondergebracht. Het is
belangrijk dat de 700 mensen een concrete en substantiële bijdrage
zullen leveren in de realisatie van de doelstellingen van het
veiligheidsplan. Ze zullen, met andere woorden, ook functioneren
onder de dirco. Ze zullen natuurlijk tewerkgesteld worden in bepaalde
zones, maar onder de operationele leiding van de dirco en dit ter
realisatie van de doelstellingen van het veiligheidsplan.

Er was mij ook de vraag gesteld wat er zou gebeuren met de huidige
gedetacheerden. Er zijn op dit ogenblik 750 mensen die naar de
zones werden gedetacheerd. Dat gebeurt trouwens tegen betaling. Ze
zijn administratief verbonden aan de DAR, maar blijven uiteraard
gedetacheerd, ook na oprichting van het interventiekorps, mocht daar
enige twijfel over bestaan.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil stilaan afronden. Ik wil nog
even terugkomen op een paar uitgangspunten waarover er blijkbaar
ook twijfel was ontstaan. De bedoeling van het nationaal

D'ici à 2007, quelque 3.200
effectifs supplémentaires devront
être à pied d'oeuvre dans les rues.
Je propose de fournir les détails à
la commission une fois l'exercice
achevé.

Ces 700 personnes ne seront pas
simplement affectées aux zones
mais fonctionneront dans des
zones bien précises sous la
direction opérationnelle du DIRCO.

Près de 750 personnes sont
actuellement détachées dans les
zones. Elles sont
administrativement liées à la DRG
mais resteront détachées,
également après la création du
corps d'intervention.

Le plan national de sécurité vise à
définir pour une période de quatre
ans les priorités sur lesquelles
sera fondée la répression de la
délinquance. Les plans zonaux de
sécurité doivent s'inscrire dans
son prolongement. Il doit y avoir
une véritable synergie entre ce qui
est prioritaire dans une zone et ce
qui est mis en avant dans le plan
fédéral. Ceci résulte des articles 4
et 37 de la loi. Le plan doit être
adapté en cours de réalisation. Il
est possible de vérifier, année
après année, ce qui a été réalisé.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
veiligheidsplan is dat men in een tijdspanne van vier jaar duidelijk
maakt volgens welke prioriteiten men de criminaliteit wil bestrijden.
Het is evident dat de zonale veiligheidsplannen zich daarbij moeten
aansluiten. Met aansluiten bedoel ik dat men zo een werkelijke
synergie krijgt tussen hetgeen een zone beslist als prioritair en
hetgeen in een federaal plan naar voren wordt gebracht. Dat spruit
voort uit de artikelen 4 en 37 van de wet, die heel duidelijk stellen dat
de zonale veiligheidsplannen rekening moeten houden met het
nationale veiligheidsplan.

Vanzelfsprekend moet men dat plan bijsturen. Men keurt het niet
goed voor een tijdspanne van 4 jaar ne varietur; dit is het nu en zo
blijft het.

Men moet dat jaar na jaar effectief kunnen evalueren. Ik denk dat we
die mogelijkheid krijgen omdat is bepaald dat de concrete jaarlijkse
uitvoering in de actieplannen gebeurt op het ogenblik dat ook de
begroting wordt bediscussieerd in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken. Zo kan men jaar na jaar vaststellen wat de
vooruitgang is in de realisatie van dat plan.

Tot daar voorlopig, mijnheer de voorzitter, mijn bijdrage, maar ik houd
mij natuurlijk nog graag ter beschikking voor alle mogelijke verdere
vragen.
01.82 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je me
permettrai d'être particulièrement brève, d'une part parce que toute
une série de questions qui viennent d'être posées avaient déjà reçu
une réponse dans le cadre de questions ou d'interpellations
développées cette semaine ou la semaine dernière en commission de
la Justice et, d'autre part, parce que la plupart des interrogations des
membres de la commission concernaient plus spécifiquement les
compétences de l'Intérieur.

D'abord, je reviendrai sur la méthode de travail que nous avons suivie
pour le plan national de sécurité et sur ce qui va se passer dans les
semaines et les mois à venir. Toute la note-cadre vise une cohérence
globale, notamment dans la chaîne pénale. Pour aboutir à cette
cohérence, les équipes ministérielles ont travaillé en collaboration très
étroite avec la police fédérale mais aussi avec le service de politique
criminelle et le réseau d'expertise des procureurs généraux. La note
qui vous est présentée a donc fait l'objet d'une concertation très large
avec tous les gens de terrain.

Cela dit, elle reste une note stratégique. Comme certains l'ont dit ici, il
faudra encore transformer l'essai et permettre de développer
véritablement le cadre opérationnel pour réaliser les priorités que
nous avons évoquées. Très concrètement, le service de politique
criminelle continue son travail avec l'Intérieur et notamment avec la
Mobilité pour réaliser un véritable "tableau de bord". Il s'agit de
reprendre toutes les actions prévues dans la note-cadre, rencontrer
tous les partenaires concernés par la réalisation de cette action,
énumérer les actions proprement dites et fixer les échéances à
respecter.

Le travail est en cours. Nous continuons à travailler avec le réseau
d'expertise des procureurs généraux pour compléter nos fiches
opérationnelles.
01.82 Minister Laurette
Onkelinx: De kadernota streeft
een globale coherentie na, meer
bepaald wat de strafrechtelijke
keten betreft. Het personeel rond
de ministers werkte samen met de
federale politie, de dienst voor het
strafrechtelijk beleid en het
expertisenetwerk van de
procureurs-generaal. Het blijft
echter een strategische nota. Het
klopt dat we het operationeel
kader zullen moeten uitbreiden om
de geschetste prioriteiten te halen.
Concreet komt het erop aan
contact op te nemen met de
betrokken partners, de acties op
een rijtje te zetten en een timing
op te stellen.

Wij zullen samenwerken met alle
betrokken departementen, maar
ook met de Gemeenschappen ­ er
werden ons opnieuw problemen
van geweld in de omgeving van
scholen gemeld
­ en de
Gewesten, waarvan de prioriteiten
in aanmerking zullen worden
genomen. De aldus verfijnde
indicatoren zullen in september of
oktober kunnen worden
voorgesteld.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54

Nous allons également travailler avec l'ensemble des départements
concernés. En effet, il s'agit d'un travail de nature horizontale. Par
conséquent, chacun des départements doit pouvoir proposer des
actions spécifiques pour suivre les priorités que nous avons
indiquées. Par ailleurs, nous allons travailler avec les Communautés
et les Régions, afin que ces fiches opérationnelles soient complètes.

Ainsi, nous avons été, de nouveau, alertés par rapport à des
problèmes de violence aux abords des écoles. Il est évidemment
important dans tout le travail sur les fiches opérationnelles de pouvoir
se concerter avec les autorités compétentes.

En matière d'environnement, nous travaillons sur la base de
protocoles de collaboration, de dialogues intenses entre les
représentants des Régions, notamment les magistrats de référence
au parquet. Nous allons intensifier notre travail non seulement afin de
prendre en compte les priorités des Régions mais aussi de rendre
plus efficace l'action conjointe des uns et des autres. Les tableaux de
bord ainsi affinés devraient être présentés en septembre/octobre.

Dans le courant de l'automne 2004, je serai en mesure de vous
expliquer en toute transparence la manière dont nous avons traduit
les priorités stratégiques en plans opérationnels.

Pour les quelques questions qui ont été posées, je reprendrai ce que
j'ai déjà dit en commission de la Justice. En ce qui concerne la Sûreté
de l'Etat, il s'agit évidemment d'un service essentiel qui, dans le cadre
de la lutte contre le terrorisme, a notamment montré toute son
efficacité et son importance dans des dossiers dont on a beaucoup
parlé ces derniers mois, comme les dossiers Trabelsi ou Massoud.
Certes, aucune proposition concrète ne figure dans la note, par
exemple pour augmenter les compétences de la Sûreté de l'Etat ou
encore pour l'augmentation des cadres.

Je répète à M. Van Parys ce que je lui ai déjà exposé. La Sûreté est
pour nous un opérateur central dans la lutte contre le terrorisme. Pour
2005, le Conseil des ministres a décidé, sur la base des propositions
émises par la Sûreté de l'Etat, de prendre en compte prioritairement
les besoins de ce département, notamment pour l'augmentation de
son cadre. Nous travaillons parallèlement sur des augmentations de
compétences par le biais, par exemple, d'un projet de loi sur les
écoutes téléphoniques ou encore sur le projet relatif aux enquêtes de
sécurité.

En ce qui concerne la bonne collaboration avec les autres services,
que ce soit le Service des renseignements généraux de l'armée ou
les autres services compétents en matière de lutte contre le
terrorisme, il existe évidemment des protocoles de collaboration. Il
existe des instances d'échange et d'analyse de renseignements,
comme le GIA ­ Patrick Dewael en a parlé ­, qui doivent être
renforcées selon nos conclusions des 30 et 31 mars derniers. Le
collège Renseignements et Sécurité existe.

Tout cela ne peut-il pas être amélioré? Tout ce qui peut être fait pour
améliorer la coopération entre les opérateurs de la lutte contre le
terrorisme doit être fait! Nous continuons à examiner, au niveau
ministériel et via le Comité R, les moyens pour améliorer encore à
De Staatsveiligheid heeft haar
doeltreffendheid bewezen, met
name in het kader van de strijd
tegen het terrorisme.

Ik herhaal dat in de bestrijding van
het terrorisme een centrale rol is
weggelegd voor de
Staatsveiligheid! De Ministerraad
heeft beslist dat in 2005 zal
tegemoet gekomen worden aan de
noden van deze dienst, onder
meer door een uitbreiding van het
personeelsbestand. Tegelijk willen
we haar via de wetsontwerpen
over de telefoontap of nog over de
veiligheidsonderzoeken meer
bevoegdheden geven.

Er werden samenwerkings-
protocollen gesloten met de
andere diensten die instaan voor
de terreurbestrijding. Daarnaast
houden sommige diensten, zoals
de Antiterroristische Gemengde
Groep (AGG) en het College voor
inlichtingen en veiligheid, zich
bezig met de analyse en
uitwisseling van informatie.

Dat alles is ongetwijfeld voor
verbetering vatbaar. Op
ministerieel niveau alsook via het
Comité I stellen we alles in het
werk om de samenwerking tussen
de bestrijders van het terrorisme te
verbeteren.

We werken ook samen met de
Europese instanties. Er buigt zich
trouwens op dit ogenblik een
vergadering over de vraag hoe
onze diensten efficiënter kunnen
functioneren en nauwer
samenwerken met de andere
Europese diensten.

Ik kom tot de vragen betreffende
de laboratoria. Ik verwijs in dat
verband naar de uiteenzetting van
mijn collega Dewael. Er komen
twintig bijkomende fulltime
equivalenten voor het centrale
laboratorium en 91 extra
medewerkers voor de
arrondissementslaboratoria. Voor
2004 werden de nodige financiële
middelen uitgetrokken voor de
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
l'avenir ce travail de collaboration entre tous les opérateurs.

Nous continuons également à travailler avec l'Europe. Une réunion se
tient d'ailleurs en ce moment même avec Gijs de Vries ­ le "M.
Terrorisme" européen ­ pour examiner comment travailler non
seulement en interne pour une meilleure efficacité de l'ensemble de
nos services de lutte contre le terrorisme, mais également entre les
services belges et les autres services de l'Union européenne.

J'en viens à présent aux questions très précises qui ont été posées
concernant les laboratoires; ces questions ne sont pas
nécessairement cohérentes dans leur approche mais, pour cette
cohérence, je me réfère à l'excellent exposé de mon collègue Dewael.

Nous avons prévu 20 équivalents temps plein supplémentaires pour
le laboratoire central et 91 collaborateurs supplémentaires pour les
laboratoires d'arrondissement. En 2004, nous avons prévu les
moyens budgétaires pour l'engagement de 20 équivalents temps
plein; pour les autres collaborateurs prévus par la décision des 30 et
31 mars, leur engagement aura lieu dans le cadre d'un plan
pluriannuel. L'ensemble de ces collaborateurs participera notamment
au projet dit "Lucia" qui concerne particulièrement la mise en réseau
de toute une série d'informations concrètes pouvant être travaillées au
départ des laboratoires d'arrondissement.

Parlant de laboratoires, la question de la sécurité de l'Institut national
de Criminalistique et de Criminologie a été posée. A la suite du
cambriolage et du vol dont l'INCC a été victime, un contrat de
gardiennage a été passé avec une société privée pour la sécurisation
nocturne des lieux; ceci a eu lieu dans le cadre d'une réponse urgente
à donner aux problèmes de sécurité rencontrés pendant la nuit mais
nous travaillons sur une réponse plus structurelle. C'est ainsi que
l'INCC veut la pose d'une clôture autour du site; un accord a été
donné à cet égard et les travaux commenceront dans les meilleurs
délais.

En plus de tout ce qui a été dit sur la protection des témoins
anonymes, M. Van Parys a posé la question des vidéo-conférences,
notamment aussi, je suppose, pour le passage des détenus préventifs
devant la chambre du conseil.

A cet égard, des expériences pilotes ont dû être stoppées, car une
cour d'appel a émis des réserves sur le respect des droits de la
défense à travers l'utilisation des vidéo-conférences. Nous travaillons
dès lors avec les barreaux pour apporter les meilleures réponse aux
critiques exprimées sur les projets pilotes. Ce travail est en cours, en
concertation avec les ordres d'avocats.

J'entends dire que le terrorisme n'est pas notre priorité première.
Outre ce qui vient d'être répondu et tout le travail réalisé par
l'ensemble des opérateurs, je me permets cependant de rappeler
qu'un des premiers projets votés en commission de la Justice
concernait la reconnaissance de l'infraction de terrorisme, avant
d'ailleurs de passer au vote sur le mandat d'arrêt européen qui a des
applications pour le moment en matière de terrorisme. Mais, en effet,
nous n'avons pas terminé tout le travail. La note-cadre de sécurité
intégrale va aussi dans le sens d'un renforcement de notre dispositif
interne.
aanwerving van twintig fulltime
equivalenten. De overige
medewerkers, waarover op 30 en
31 maart een beslissing viel, zullen
in het kader van een
meerjarenplan in dienst worden
genomen. Al die medewerkers
zullen meewerken aan het
zogenaamde "Lucia"-project.

Er werd gevraagd naar de
veiligheid van het Nationaal
Instituut voor Criminalistiek en
Criminologie. Na de inbraak en de
diefstal waarvan het NICC het
slachtoffer werd, werd met een
privé-firma een bewakingovereen-
komst afgesloten. Bij wijze van
structurele maatregel wil het NICC
dat er rond de site een afsluiting
komt. Met die matregel werd
ingestemd.

De heer Van Parys stelde een
vraag over de videoconferenties.
De proefprojecten ter zake
moesten worden stopgezet nadat
een hof van beroep bezwaren had
geopperd met betrekking tot de
naleving van de rechten van de
verdediging. Samen met de balies
werken we aan een gepast
antwoord op deze kritiek.

Waar gesteld wordt dat het
terrorisme niet onze eerste
prioriteit is moet ik erop wijzen dat
een van de eerste ontwerpen die
in de commissie werden
goedgekeurd de erkenning van
terrorisme als een misdrijf betrof.
Maar het is juist dat er nog werk
aan de winkel is. Ik wil ook het
uitzonderlijk werk dat het federaal
parket geleverd heeft in de
schijnwerpers plaatsen. Het heeft
immers tal van terreurdaden weten
te voorkomen.

Wat het drugsbeleid betreft
werken we met de raad van
procureurs des Konings opnieuw
aan de omzendbrief. De raad was
immers van oordeel dat die niet
duidelijk genoeg was. Dat werk is
bijna klaar.

Wat de wet op de nationaliteit
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56

Je tiens aussi à souligner le travail extraordinaire réalisé par le
parquet fédéral qui, ces derniers temps, a pu débusquer pas mal de
tentatives en matière de terrorisme.

On a parlé de la drogue. J'ai déjà répondu à des questions à ce sujet.
Je confirme que, pour le moment, nous retravaillons avec le conseil
des procureurs du Roi sur la circulaire. Le conseil des procureurs du
Roi a considéré que la circulaire n'était pas claire et que, sur le
terrain, il restait un flou qui ne servait pas une politique cohérente en
matière de drogue. Les travaux se terminent et j'aurai l'occasion très
prochainement de signer la circulaire en question, après l'avoir
présentée au collège des procureurs généraux.

Pour ce qui concerne la loi sur la nationalité, M. Vandeurzen m'a posé
dernièrement une question et je me référerai donc aux réponses que
je lui ai fournies.

En ce qui concerne les infractions routières, je pense qu'il est
important de ne pas s'en tenir strictement aux chiffres qui ont été
communiqués via le rapport du SPF Justice. Actuellement, ces
chiffres font l'objet d'une vérification. Certains parquets, comme celui
de Charleroi, nous communiquent des erreurs et il faudra donc
procéder à des rectifications.

Pour le reste, et nous aurons l'occasion de nous en expliquer plus
avant, un classement sans suite n'est pas un classement vertical, ce
n'est pas le jet d'un dossier dans une poubelle pour ne plus en
entendre parler. Il existe des pratiques différentes concernant
notamment les peines alternatives. Il y a aussi des pratiques
différentes qui consistent à classer sans suite mais avec un suivi pour
vérifier notamment si les amendes sont effectivement payées,
particulièrement pour des publics qui connaissent des difficultés
financières. Tout un travail alternatif est réalisé, arrondissement
judiciaire par arrondissement judiciaire. Mais, suite aux interpellations
qui naissent en fonction de la publication des chiffres, j'ai demandé à
mes services de procéder, avec l'ensemble de notre réseau, à
l'analyse la plus précise qui peut être faite à cet égard.

Enfin, pour ce qui concerne la concertation avec la FEB, nous
finalisons un accord de coopération qui concerne une série de
décisions, notamment l'échange d'informations. Cet accord de
collaboration sera signé dans les jours qui viennent.
betreft, verwijs ik naar de
antwoorden die ik recentelijk aan
de heer Vandeurzen heb verstrekt.

Inzake de verkeersovertredingen
worden de cijfers in het verslag
van de FOD Justitie momenteel
nagetrokken omdat sommige
parketten ons foute gegevens
hebben meegedeeld.

Een seponering betekent niet dat
het dossier in de prullenmand
terechtkomt: de praktijken
verschillen soms, met name op
het stuk van de alternatieve
straffen of met betrekking tot de
follow-up inzake de betaling van
de boetes. Ik heb mijn diensten
om een precieze analyse
gevraagd.

Ten slotte leggen wij samen met
het VBO de laatste hand aan een
samenwerkingsakkoord dat onder
meer betrekking heeft op de
uitwisseling van informatie en in de
komende dagen zal worden
ondertekend.
01.83 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal mij
beperken tot het essentiële.

Ik wil aan beide ministers zeggen dat het onbegrijpelijk is dat in het
nationaal veiligheidsplan noch in de kadernota integrale veiligheid,
een plaats wordt toegemeten aan de Staatsveiligheid, op een ogenblik
dat beiden verklaren dat de strijd tegen het terrorisme een prioritair
gegeven is.

Mevrouw de minister, ik nodig u uit om het document te lezen. De
enige plaats waar het woord Staatsveiligheid terug te vinden is, is in
het overzicht van de diensten die daarbij betrokken zijn. Dat is de
enige plaats waar er over de Staatsveiligheid wordt gesproken.
01.83 Tony Van Parys (CD&V): Il
est incompréhensible qu'aucun
plan ne réserve de rôle à la Sûreté
de l'Etat alors que les deux
ministres affirment pourtant que la
lutte contre le terrorisme constitue
une priorité. Seuls les services de
police seront renforcés, ce qui est
une bonne chose en soi, pour
autant qu'il ne s'agisse pas d'une
opération comptable. D'après la
ministre, les moyens permettront
en 2005 d'étendre les effectifs de
la Sûreté de l'Etat; mais ce sera
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
Ik stel vast dat alleen maar de politiediensten in de strijd tegen het
terrorisme worden versterkt. Daarover verheug ik mij in de mate dat
de cijfers reëel zijn, dus geen boekhoudkundige operatie. In het kader
van de leidingsturende documenten van het veiligheidsbeleid is men
er niet in geslaagd de Staatsveiligheid de plaats te geven die haar
toekomt. Men is er wel in geslaagd in een substantiële versterking van
de politie te voorzien, echter niet van de Staatsveiligheid.

Het enige wat de minister van Justitie hier kan zeggen is dat er in
2005 middelen beschikbaar zouden worden gesteld voor de
uitbreiding van het kader. Dat is te laat en te weinig omwille van het
feit dat de dreiging van het terrorisme nu bestaat, dat de
Staatsveiligheid haar opdracht nu moet vervullen en nu de informatie
moet verzamelen om gewapend te zijn. Mevrouw de minister van
Justitie, u mag beweren dat het een "service essentiel central" is en al
wat u wenst, maar ik zal blijven herhalen, omdat het zo essentieel is,
dat in de kadernota van de regering aan de Staatsveiligheid niet de
prioriteit wordt gegeven die zij zou moeten krijgen.

Er wordt gesproken over de AGG, de anti-terroristische gemengde
groep. Ik vraag mij nog altijd af en ik kreeg geen antwoord op die
vraag, waarom er een reflectie nodig is over de positie van de AGG,
zoals dat uitdrukkelijk is bepaald in de kadernota.

Men zegt dat men een reflectie moet voeren over de plaats van de
AGG. Ofwel is de AGG inderdaad het kruispunt, mijnheer de minister
van Binnenlandse Zaken, waarover u spreekt, ofwel is hij dat niet. Als
hij dat niet is, dan is er natuurlijk een fundamenteel probleem. Wat is
de plaats van de AGG op dit ogenblik en wie is op dit ogenblik de
excellentie die daarvoor bevoegd is? Is dat de minister van Justitie, de
minister van Binnenlandse Zaken, de eerste minister? Ik moet u
zeggen dat inzake inlichtingendiensten, inzake coördinatie van de
informatie, wat dit betreft de regering faalt in al deze documenten. Ik
kan dat alleen maar betreuren. Mevrouw de minister van Justitie, ik
zal dit herhalen en blijven herhalen.

Wat de gegevensuitwisseling betreft rijst de vraag wanneer de 20
gespecialiseerde afzonderlijke gegevensbanken zullen verdwijnen. De
minister van Binnenlandse Zaken heeft gezegd dat in 2007 de
nationale gegevensbank volledig geautomatiseerd zal zijn, als de
investeringen er komen die er zouden moeten komen. We weten nu
al dat pas in 2007 de nationale gegevensbank operationeel zal zijn.
Mijn concrete vraag is wanneer de twintig gespecialiseerde
gegevensbanken die op dit ogenblik naast de nationale
gegevensbank bestaan, zullen verdwijnen. Wij hebben in de
parlementaire onderzoekscommissies permanent gezegd dat die
gespecialiseerde gegevensbanken moeten verdwijnen. Wanneer
gaan die twintig bestaande gegevensbanken verdwijnen?

Zo kom ik tot de documentenfraude. U zegt dat het er niet instaat
omdat alles gerealiseerd is. Ofwel voeren we hier een ernstig debat
onder mensen die proberen de materie te volgen, zo goed en zo
kwaad als dat gaat, ofwel doen we dat niet. Mijnheer de minister van
Binnenlandse Zaken...
insuffisant et tardif. C'est
aujourd'hui qu'il faut pouvoir
collecter les informations.

Pourquoi autant d'interrogations
sur la position du Groupe
Interforces Antiterroriste? S'il n'est
pas le carrefour des opérations,
nous sommes confrontés à un
problème. Qui, par ailleurs, est
compétent en la matière?

Le gouvernement échoue
également, et je le déplore, en ce
qui concerne les services de
renseignement et de coordination
des informations.

Nous savons déjà que la base de
données nationale ne sera
opérationnelle qu'en 2007. Quand
disparaîtra alors la vingtaine de
base de données spécialisées et
distinctes?

Le ministre prétend que tout est
mis en oeuvre pour s'attaquer à la
fraude aux documents.
01.84 Minister Patrick Dewael: ... op zijn kop gezet. Komt u niet
zeggen hoe men een ernstig debat moet voeren.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
01.85 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister van
Binnenlandse Zaken, als u hier vandaag durft te beweren dat in dit
land alles is gedaan om de documentenfraude aan te pakken, dan
nodig ik u uit om de rapporten te lezen die aan u en aan de diensten
van de minister van Justitie zijn bezorgd inzake zovele dossiers.

De naturalisatie, de regularisatie, de snel-Belg-wet, de visa-fraude en
de gespecialiseerde vervalsing van identiteitskaarten kwamen aan
bod. Als u dit hier zegt, neemt u natuurlijk een enorme
verantwoordelijkheid. Dan zal ik u te gepasten tijde confronteren met
bestaande rapporten die formeel, in alle toonaarden tegenspreken
wat u hier zegt.
01.85 Tony Van Parys (CD&V): Il
devrait toutefois lire les rapports
relatifs à la naturalisation et à la
régularisation, à la loi sur
l'acquisition rapide de la nationalité
belge, à la fraude aux visas et à la
falsification de cartes d'identité, qui
contredisent ses déclarations.
01.86 Minister Patrick Dewael: Dat is wat u ervan maakt.
01.87 Tony Van Parys (CD&V): Zegt u dan wat ik ervan maak. Zegt
u het maar.
01.88 Minister Patrick Dewael: Ik herinner u aan wat ik u in mijn
antwoord heb gezegd. Ik zal dat niet opnieuw brengen. U vat dat nu
wel bijzonder ongenuanceerd samen.
01.88 Patrick Dewael, ministre:
M. Van Parys a résumé sans
guère de nuances la réponse que
je viens de fournir.
01.89 Tony Van Parys (CD&V): U hebt gezegd dat u dat niet meer
als prioriteit hebt opgenomen omdat alle initiatieven zijn genomen om
dat probleem aan te kunnen. Dat hebt u gezegd. Welnu, ik nodig u uit
de rapporten te lezen, mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken
en mevrouw de minister van Justitie, waarin de documentenfraude in
zeer concrete dossiers wordt aangeklaagd en waarin men zegt dat de
politionele en gerechtelijke diensten worden gehinderd om te doen
wat ze moeten doen. Zodra ik de mogelijkheid heb om die
documenten publiek te maken, zal ik dat dus ook doen.
01.89 Tony Van Parys (CD&V):
Je rendrai public ces documents
dès que possible.
01.90 Minister Patrick Dewael: Ik heb gezegd ­ voor een goede
notitie in het verslag ­ dat het niet als een prioriteit werd aangehouden
omdat reeds een aantal maatregelen werden genomen in verband
met de geïntegreerde aanpak. Niet als een prioriteit. Het is echter niet
omdat iets niet als een prioriteit wordt weerhouden dat men daarvan
geen werk meer maakt. Daarvan zal nog werk worden gemaakt. Er
zal een operationele fiche komen, zoals mijn collega komt te vertellen.
Uw manier van conclusies trekken of citeren is toch wel vrij
ongenuanceerd. Ik heb u ooit anders gekend.
01.90 Patrick Dewael, ministre:
J'ai dit que la fraude en matière de
documents ne constitue plus une
priorité parce que des mesures ont
été prises, ce qui ne signifie pas
que plus rien ne sera fait. Il y aura
notamment encore la fiche
opérationnelle.
01.91 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister van
Binnenlandse Zaken, u zegt wat u wil. Ik wil u alleen maar wijzen op
de documenten die u zijn bezorgd en waaruit blijkt dat op dit ogenblik
op sommige diensten van Buitenlandse Zaken en op sommige
ambassades, aan de lopende band gebruik en misbruik wordt
gemaakt van documenten en dat documenten worden aangeleverd en
afgeleverd die worden gebruikt in het kader van de georganiseerde
criminaliteit. Het gaat over mensenhandel, mensensmokkel en het
witwassen. Ik moet u wellicht niet verduidelijken ­ collega Vandeurzen
kan dat nog eens bevestigen ­ dat ook inzake naturalisatie en
regularisatie fundamentele problemen bestaan die door de diensten
niet worden aangepakt of niet kunnen worden aangepakt.
01.91 Tony Van Parys (CD&V):
Je ne peux que souligner que le
département des Affaires
étrangères et certaines
ambassades sont confrontés en
permanence à l'utilisation
frauduleuse de documents. La
criminalité organisée ­ la traite et
le trafic d'êtres humains, les
opérations de blanchiment ­
repose sur l'utilisation de faux
documents. Il se pose également
des problèmes dans les domaines
des naturalisations et des
régularisations.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59

Les services ne prennent pas ou
ne peuvent pas prendre à bras-le-
corps certains problèmes
fondamentaux en matière de
naturalisation et de régularisation.
01.92 Minister Patrick Dewael: Dat is omdat er helemaal geen
probleem meer bestaat. U zal mij ongetwijfeld voorbeelden ­ en die
zullen wel bestaan ­ kunnen tonen van dat soort fraude. Ik heb u
geantwoord op de vraag: quid met de prioriteit? Ten tweede heb ik u
geantwoord op de vraag hoe de samenwerking met Buitenlandse
Zaken is en welke contacten daarmee lopen.
01.92 Patrick Dewael, ministre:
C'est parce qu'il n'y a plus aucun
problème. Je ne doute pas que M.
Van Parys puisse me citer des
exemples de semblable fraude.
J'ai déjà dit quelles sont mes
priorités et comment sont
organisés ma collaboration et mes
contacts avec les Affaires
étrangères.
01.93 Tony Van Parys (CD&V): Inzake de samenwerking met
Buitenlandse Zaken hebt u verklaard dat alles koek en ei is en dat er
geen enkel probleem is.
01.93 Tony Van Parys (CD&V):
S'agissant de sa collaboration
avec les Affaires étrangères, le
ministre a déclaré que tout est
pour le mieux dans le meilleur des
mondes.
01.94 Minister Patrick Dewael: Ik heb gezegd dat de samenwerking
goed is, zowel kwalitatief als kwantitatief. Er zullen nog wel problemen
zijn.
01.94 Patrick Dewael, ministre:
La collaboration se passe bien,
qualitativement et quantitative-
ment, même si des problèmes ne
manqueront pas de se poser
encore à l'avenir.
01.95 Tony Van Parys (CD&V): Dan nodig ik u uit om ook eens de
documenten en rapporten te lezen die u worden bezorgd. Natuurlijk
wordt in het advies van de Federale Politieraad dan gezegd dat de
controle op de politie- en de inlichtingendiensten toch nog eens
opnieuw zal moeten worden bekeken, omdat er af en toe wat
vervelende zaken instaan. Ik zal u daar te gepasten tijde heel
concreet ...
01.95 Tony Van Parys (CD&V):
Le ministre devrait lire les
documents et les rapports qui lui
sont adressés. Le conseil fédéral
de police recommande
évidemment, dans ses avis, de
réexaminer le contrôle des
services de police et de
renseignement parce qu'il est loin
d'être parfait.
01.96 Minister Patrick Dewael: (...) het advies van de raad. Men stelt
de tevredenheid vast over een aantal controleorganen, maar zegt dat
deze beter op elkaar zouden moeten worden afgestemd. Daarvoor
ben ik ook vragende partij, om niet separaat het ene rapport na het
andere te laten circuleren. De verschillende controle-instanties
zouden hun zaken beter op elkaar kunnen afstemmen. Dat staat in
het advies van de Federale Politieraad, en opnieuw niet wat u ervan
maakt.
01.96 Patrick Dewael, ministre: Il
est constaté qu'un certain nombre
d'organes de contrôle donnent
satisfaction mais il est précisé que
leur harmonisation n'est pas
optimale. Je suis demandeur à cet
égard, pour éviter que les rapports
se multiplient. Voilà ce que
contient l'avis rendu. Ce que dit M.
Van Parys ne s'y trouve pas!
01.97 Tony Van Parys (CD&V): Ik zou liever gelezen hebben in de
adviezen van de adviesorganen die u ter beschikking worden gesteld,
dat men rekening zal houden met de belangrijke rapporten die de
controlediensten bezorgen aan de politiediensten, aan de
01.97 Tony Van Parys (CD&V):
J'aurais préféré lire dans ces avis
qu'il sera tenu compte des
rapports importants que les
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
gerechtelijke instanties en aan de regering. Dat zou een veel betere
conclusie zijn dan telkens opnieuw de controleorganen in vraag te
stellen en er allerlei conclusies uit te trekken die niets terzake doen.
services de contrôle
communiquent aux services de
police, aux instances judiciaires et
au gouvernement. Ce serait une
meilleure conclusion que remettre
systématiquement en question des
organes de contrôle et tirer des
conclusions totalement
inappropriées.
01.98 Minister Patrick Dewael: U bent blijkbaar bevangen door een
of andere koorts. De Federale Politieraad bedoelt: er bestaat de
Algemene Inspectie, het Comité P en het Controleorgaan
Informatiebeheer. Zij nemen diverse initiatieven, die de federale politie
altijd tot een reactie en tot opvolging nopen. De raad stelt vast dat
deze initiatieven niet altijd goed op elkaar zijn afgestemd. Deze
organen zullen dus meer dan ooit om de tafel moeten gaan zitten om
tot duidelijke taakafspraken te komen. Dát zegt het advies. Het
spreekt dus niet over in vraag stellen en over de vrees dat wij het
advies niet zullen volgen. Wij volgen het en lezen het. Wij vragen wel
dat er overleg zou worden gepleegd en dat de violen op elkaar
zouden worden afgestemd.

Mijnheer Van Parys, wees eens wat meer genuanceerd. Dat De Crem
zo doet, dat weet ik, maar dat u zo doet, dat verbaast mij zeer sterk,
mijnheer Van Parys.
01.98 Patrick Dewael, ministre:
Le conseil fédéral de police veut
dire que l'Inspection générale, le
Comité P et l'Organe de contrôle
Gestion de l'information prennent
diverses initiatives qui contraignent
systématiquement la police
fédérale à réagir et à assurer un
suivi. Le Conseil constate que ces
initiatives ne sont pas toujours
harmonisées entre elles. Donc, on
devra plus que jamais se mettre
autour d'une table pour conclure
des arrangements clairs en ce qui
concerne les missions que les uns
et les autres doivent remplir. L'avis
rendu ne remet rien en question et
n'évoque pas la crainte que nous
ne suivions pas cet avis: nous le
suivons et nous le lisons.

J'invite M. Van Parys à tout de
même nuancer ses propos.
01.99 Tony Van Parys (CD&V): Ik zou durven betwijfelen of de
regering op dit ogenblik de rapporten leest en opvolgt die door de
controlecomités van het Parlement worden meegedeeld. Ik zal eens
een uitgebreide interpellatie houden waaruit zal blijken dat dit in
generlei mate het geval is. Dit zal onder meer kunnen gebeuren op
het ogenblik dat het Vast Comité van Toezicht op de
Inlichtingendiensten haar jaarrapport 2003 zal publiceren. Dan zullen
wij zien in welke mate men in staat is om de documentenfraude aan
te pakken. Men beschikt over een gewapend bestuur om dit te
voorkomen. Het gaat hier over georganiseerde criminaliteit, mijnheer
de minister van Binnenlandse Zaken, die op dit ogenblik niet onder
controle is. Ik zal daarover een interpellatie voorbereiden en ik zal u
met de concrete dossiers confronteren in een zeer open debat op
basis van alle beschikbare informatie, informatie die aan het
Parlement op een reglementaire manier wordt bezorgd.
01.99 Tony Van Parys (CD&V):
Je doute que le gouvernement lise
et suive actuellement les rapports
des comités de contrôle. Lorsque
le Comité R publiera son rapport
annuel pour 2003, nous verrons
l'état d'avancement de la lutte
contre la fraude aux documents.
Notre administration est armée
pour combattre ce phénomène. Il
s'agit d'une forme de criminalité
organisée qui est actuellement
hors de contrôle. Je préparerai
une interpellation à ce sujet.
01.100 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil nog eens
benadrukken dat wij nu moeten vaststellen dat er geen extra
inspanningen voor de GESCO's zullen komen, niettegenstaande de
begeleidingscommissie daarom heeft gevraagd en niettegenstaande
uzelf in december nog schrijft dat daarover een nieuwe
interministeriële conferentie zou plaatsvinden. Ik stel vast dat er niet
veel is gebeurd en dat er ook niet veel zal gebeuren. De problemen
worden doorgeschoven naar de zones zelf. Tot daar toe, maar dan
01.100 Dirk Claes (CD&V): Force
nous est de constater qu'aucun
effort supplémentaire n'est
consenti en faveur des
contractuels subventionnés, en
dépit de la demande de la
commission d'accompagnement et
de l'annonce faite par le ministre
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
vind ik het wel erg als aan de zones zelf verkeerde informatie wordt
gegeven. Verkeerde informatie die u daarnet zelf ook hebt gegeven.

U hebt gezegd dat de GESCO-contingenten terug naar de
verschillende gemeenten kunnen gaan. Ik heb daarvan een brief van
een directeur-generaal die ook bevestigt dat dit zo zou zijn. Wij
hebben dat nagevraagd. Ik zal u het document bezorgen. Bij de
Vlaamse Gemeenschap zegt men letterlijk dat dit niet kan.
au mois de décembre qu'une
conférence interministérielle serait
organisée à ce propos. Les
choses sont à peu près restées en
l'état et le resteront. Les
problèmes sont renvoyés aux
zones elles-mêmes qui reçoivent
des informations erronées du type
de celles que vient de fournir le
ministre. Ce dernier estime que les
contingents de contractuels
subventionnés peuvent être
renvoyés dans les différentes
communes. Le courrier d'un
directeur général le confirme. Mais
la Communauté flamande indique
que c'est impossible.
01.101 Minister Patrick Dewael: Wie is die directeur-generaal?
01.101 Patrick Dewael, ministre:
De quel directeur général s'agit-il?
01.102 Dirk Claes (CD&V): Directeur-generaal Alain Duchatelet. Ik
zal u dit document geven. Ik neem aan dat deze man vanuit zijn
functie zijn informatie heeft en dat ook correct probeert te doen.
Daaraan twijfel ik niet. Ik neem aan dat die man van de Vlaamse
Gemeenschap dat ook op dezelfde manier wil doen, maar wij moeten
dat toch niet doen.
01.102 Dirk Claes (CD&V): M.
Duchatelet. Je transmettrai le
document concerné au ministre.
01.103 Minister Patrick Dewael: Als ik mensen van de politie
meebreng, zou ik graag hebben dat een en ander ­ het is een van de
directeurs-generaal die er niet is ­ in een sfeer van openheid gebeurt,
opdat zij hier hun mening zouden kunnen geven. In plaats van dat u
daar een document van hebt, zou het gemakkelijker zijn dat die
mensen zelf kunnen antwoorden.
01.103 Patrick Dewael, ministre:
Dès lors que je convie des
représentants de la police, je
souhaite que la réunion se tienne
dans un esprit d'ouverture.
01.104 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal u dat
document bezorgen. U bent de bevoegde minister. Ik vraag aan u
duidelijkheid te verschaffen over wat er nu aan de hand is.

Wat is het probleem voor de zones? Ofwel willen zij de GESCO's een
statuut geven. Zij kijken ook naar de tijdelijke werknemers die van de
vroegere rijkswacht zijn gekomen en die statutair geworden zijn. Zij
komen als GESCO van de gemeente en zijn nog altijd GESCO. Als zij
een statuut willen, moeten zij dus mobiliteit aanvragen en naar een
andere zone gaan. Welke keuze blijft er over voor de
meergemeentenzones: ze toch statutair maken. De gemeenten
verliezen dan wel 11.000 euro per persoon die zij statutair maken. Dat
is er aan de hand.

Indien men de GESCO-contingenten zou kunnen teruggeven aan de
gemeenten, was er niets aan de hand. Dat is ook zo geantwoord aan
de zones. Maar het kan niet, het klopt dus niet. Ik zal u het document
geven. Wij zouden daar toch graag duidelijkheid over hebben. U hebt
daarnet zelf de verkeerde informatie gegeven. Ik zou graag hebben
dat een en ander wordt gecheckt en dat wordt bekeken hoe het nu is.
01.104 Dirk Claes (CD&V): Je
demande au ministre de faire le
point de la situation actuelle.
Aucun problème ne se poserait si
les contingents d'ACS pouvaient
être renvoyés dans les
communes. C'est toutefois chose
impossible. Le ministre vient lui-
même de fournir des informations
erronées.
01.105 Minister Patrick Dewael: Wanneer heb ik verkeerde
informatie gegeven?
01.105 Patrick Dewael, ministre:
Quand ai-je fourni des
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
informations erronées?
01.106 Dirk Claes (CD&V): U hebt gezegd dat de GESCO-
contingenten wel kunnen worden overgedragen aan de gemeenten.
Dat hebt u letterlijk gezegd.
01.106 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre a affirmé que les
contingents d'ACS peuvent être
transférés aux communes.
01.107 Minister Patrick Dewael: Ik heb enkel gezegd dat alléén voor
de politiezones geen oplossing zal kunnen worden bewerkstelligd. Ik
heb gezegd dat hetgeen de Gewesten op dit ogenblik voorstellen, nog
altijd onvolmaakt is, omdat het voorstel van het Vlaamse Gewest er
eigenlijk op neerkomt dat men de middelen opnieuw via een
bijzondere financieringswet federaliseert. Dat heb ik gezegd. Ik heb
niet gezegd dat ik geen oplossing wil zoeken. Ik heb gezegd dat
denken dat men alleen een oplossing kan verkrijgen voor de
politiegesco's, waanzin is.
01.107 Patrick Dewael, ministre:
J'ai seulement indiqué qu'on ne
pourrait arrêter de solution pour
les besoins exclusifs des zones de
police. J'ai expliqué que les
propositions actuelles des Régions
demeurent imparfaites et qu'il est
absurde d'imaginer qu'une solution
puisse être trouvée pour les seuls
ACS de la police.
01.108 Dirk Claes (CD&V): Nu krijgen de meergemeentenzones de
informatie dat zij de GESCO-contingenten kunnen teruggeven aan de
respectieve besturen waar zij vandaan komen. De Vlaamse
Gemeenschap spreekt dat tegen. Dat is toch wel een probleem.

Wat de wijkagenten betreft, vind ik het toch een eigenaardige
redenering ­ ik zal niet zeggen inciviek maar toch ongehoord ­ dat
volgens u, indien er problemen zijn met wijkagenten omdat ze te veel
administratieve taken hebben, de korpschef dat maar moet oplossen.

Hij moet dan maar de oorzaken aanpakken van het verzuipen in het
administratief werk. Wij weten volgens mij allemaal dat de korpschef
daartegenover ook machteloos staat. Ik geef als voorbeeld het feit dat
kantschriften massaal toekomen en dat het ­ vooral niet voor kleine
zones ­ niet altijd eenvoudig is deze te verdelen onder de andere
personeelsleden.

Wat betreft de preventie, hebt u gesproken van een verbetering voor
de zelfstandigen. Wij vragen duidelijk dit uit te breiden naar alle
inwoners, naar alle bevolkingsgroepen zodat alle woningen in
aanmerking komen voor die fiscale aftrekbaarheid.

Wat betreft de vier nieuwe functies, die komen wel uit het
veiligheidsplan. Ik kan u meedelen waar dat precies staat. Wat hier
van belang is, is het feit dat wij niet weten welke de financiële
repercussies van dit nationaal veiligheidsplan zullen zijn voor de
gemeenten. Ik wil u vragen om indien er concrete maatregelen
worden genomen, voor een gemeentelijk effectenrapport te zorgen
zodat de gemeenten weten wat de meerkosten zullen zijn, of zij die
effectief zullen aankunnen en, indien niet, wat dan de eventuele
federale steun zal zijn.
01.108 Dirk Claes (CD&V): Il est
à présent notifié aux `zones
pluricommunales' qu'elles peuvent
renvoyer les contingents d'ACS
aux administrations dont ils
émanent, ce que la Communauté
flamande contredit. Cette situation
pose un problème.

Il est scandaleux que le ministre
se débarrasse sur le chef de corps
de la responsabilité de résoudre
les problèmes des agents de
quartier surchargés de tâches
administratives.

Il n'a qu'à s'attaquer aux causes
de la surcharge administrative.
Nous savons tous que le chef de
corps aussi est impuissant à y
remédier.

Pour ce qui est de la prévention,
vous avez évoqué une
amélioration de la situation pour
les indépendants. Nous
demandons une extension de
cette possibilité à toutes les
catégories de la population, pour
que tous les logements puissent
bénéficier de la déductibilité.

Les quatre nouvelles fonctions
sont, quant à elles, prévues par le
plan de sécurité. Ce qui importe à
cet égard, c'est que nous ignorons
les implications financières de ce
plan national de sécurité pour les
communes. Je demande une
étude d'incidences au niveau
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
communal, afin que les
communes puissent juger en
connaissance de cause de leur
capacité à supporter les surcoûts
et sachent sur quelles aides
fédérales elles pourront compter le
cas échéant, si ces coûts
s'avèrent trop lourds à supporter.
01.109 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil vooraf van
de gelegenheid gebruikmaken om een paar zaken op een rijtje te
zetten.

Mijnheer de minister, ten eerste, u hebt gemeend sommige collega's
met de vinger te moeten wijzen omdat zij in hun interpellatie
onderwerpen aansneden die niet direct voorkwamen in het nationaal
veiligheidsplan. Gezien hetgeen er is gebeurd, is dit niet ernstig. Begin
vorige week dienden wij gedrieën interpellatieverzoeken in. De
Conferentie van voorzitters contacteerde ons vorige week met de
vraag of wij bereid waren deze toe te voegen aan de bespreking van
het nationaal veiligheidsplan. Nu komt u hier collega's met de vinger
wijzen omwille van het feit dat zij hun interpellatie as such houden.
Dat was de afspraak. Ik neem aan dat u daarvan op de hoogte was.
Ik vind het niet gepast collega's op basis van dit soort redenering
proberen de mond te snoeren.

Ten tweede, u hebt zich wat een groot deel van mijn vragen betreft,
beperkt tot het herhalen van genomen beslissingen. Die zijn mij
intussen genoegzaam bekend omdat sommige daarvan reeds met
veel bombarie werden aangekondigd.

Ik heb u gevraagd welke weg u zult volgen om tot de uitvoering van
die beslissing te komen en welke tussenstadia daarbij in acht zullen
worden genomen. Ik geef het concrete voorbeeld van DAR en van de
700 bijkomende personeelsleden die ter beschikking van de lokale
politie zullen worden gesteld. Hebt u al enig idee waar die vandaan
zullen komen? Dit is immers de vraag waar u de prioriteiten van het
beleid zult leggen. Op die vraag heb ik tot mijn spijt geen antwoord
gekregen. Ik stel vast dat u het adagium van een oud-collega toepast
dat de waarheid mondjesmaat wordt toegediend. Voor de evaluatie
van de uitvoering van onder meer het nationaal veiligheidsplan,
verwijst u immers naar de jaarlijkse begroting. Welnu, mijnheer de
minister, voor een deel van uw beslissing, die u al maanden geleden
hebt genomen of tenminste aangekondigd, vind ik in de begroting of
in de wijziging van de begroting niets terug. Mijnheer de minister, u
hebt de kans gehad het omgekeerde te bewijzen. U hebt dat niet
gedaan omdat u het ook niet kunt. De waarheid is dat de rekening pas
later mag worden gepresenteerd, omdat in de globale middelen nog
nauwelijks voldoende ruimte is om enig nieuw initiatief te nemen en
omdat voor de rest de kas leeg is.

Mevrouw de minister, de labo's en de wetenschappelijke diensten
vormen een uitstekende illustratie. Wat de labo's betreft, zegt u dat er
20 supplementaire fulltime equivalenten ter beschikking zullen zijn
voor Brussel en 91 gespreid over de resterende arrondissementen.
Dat is in totaal 111 eenheden. U voegt daar doodleuk aan toe dat voor
20 onder hen budgettaire voorzieningen zijn getroffen. De anderen
moeten dus wachten. U verwijst naar de meerjarenplanning in dat
01.109 Paul Tant (CD&V): Trois
demandes d'interpellation ont été
déposées la semaine dernière. La
Conférence des présidents nous a
demandé si nous étions disposés
à ajouter ces interpellations à
l'examen du plan national de
sécurité. Le ministre s'est
cependant limité, pour une grande
partie de mes questions, à
rappeler des décisions déjà prises
et suffisamment connues.

J'ai demandé par quelle voie il
compte obtenir l'exécution de cette
décision et quelles sont les étapes
intermédiaires. Prenons l'exemple
de la DRG et des 700
collaborateurs supplémentaires
qui seront mis à la disposition de
la police locale. A-t-on déjà une
idée de leur provenance? Je
constate que la vérité nous est
distillée au compte-gouttes. Le
ministre se réfère au budget
annuel pour l'évaluation de la mise
en oeuvre du plan national de
sécurité, notamment.

Or, je ne retrouve rien dans le
budget ni dans l'ajustement du
budget concernant une partie des
mesures annoncées. Le ministre
n'a pas démontré le contraire, car
il serait bien en peine de le faire.
En vérité, la facture ne sera
présentée qu'ultérieurement parce
que les moyens généraux ne
permettent plus guère de prendre
de nouvelles initiatives.

Les laboratoires et les services
scientifiques illustrent parfaitement
la situation. En ce qui concerne les
laboratoires, la ministre de la
Justice indique que vingt
équivalents temps plein
supplémentaires seront mis à
disposition à Bruxelles et nonante-
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
verband. Mevrouw de minister, dat is een verwijzing die u geen
middelen verschaft. De waarheid is dat er in totaal 111 eenheden
werden aangekondigd, dat men er dit jaar 20 kan aanstellen en dat
het voor het overige beloften waren die alleen maar neerkwamen op
verkoopsargumenten.

Dat is wat ik uit uw antwoord begrijp. Ik had mij dit debat ook
enigszins anders voorgesteld, mijnheer de voorzitter, en ten minste
een antwoord verwacht op de vragen, vooral als de bereidheid er was
om die vanuit een interpellatie naar dit debat over te brengen. Ook dat
is blijkbaar te veel gevraagd. Op die manier maakt u natuurlijk elke
ernstige parlementaire controle onmogelijk, niet alleen nu, maar ook
in de toekomst.

Als wij u vragen in stadia te voorzien in de uitvoering van uw plan, dan
krijgen wij nul op het rekest. Op die manier is elke ernstige controle
natuurlijk overbodig. Dat is alleen maar jammer te noemen.
et-un dans les autres
arrondissements. Or, des moyens
n'ont été libérés que pour vingt
d'entre eux: les autres devront
donc attendre. La ministre renvoie
au plan pluriannuel, mais cela ne
lui procure aucun moyen.

J'avais au moins espéré obtenir
une réponse à nos questions mais
c'est, semble-t-il, beaucoup
demander.
01.110 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kom terug
op de twee thema's die ik zelf had aangesneden. Wat het drugbeleid
betreft, ik ben natuurlijk zeer tevreden met het feit dat de aanpak van
de precursoren en de synthetische drugs een prioriteit is in de nota,
want dat is in ons land een groot probleem. Ik blijf het echter erg
betreuren dat het Parlement een jaar gediscussieerd heeft over een
drugwet, het gedoogbeleid heeft geïnstalleerd en de moed niet had
om de effecten daarvan op het veiligheidsbeleid te bekijken. Men
heeft de risico's genegeerd dat dit de georganiseerde criminaliteit een
dynamiek kon geven of men heeft daarover alleszins geen discussie
willen voeren. Nu geven tekenen op het terrein aan dat er op dat vlak
toch heel wat problemen zijn bijgekomen.

De minister van Justitie zegt nu dat de rondzendbrief aangepast zal
worden. Daarover heeft men dan twee jaar gedaan. De vorige
circulaire is verschenen enkele dagen voor de federale verkiezingen.
Ik hoor dat de minister van Justitie op het punt staat een nieuwe
circulaire te ondertekenen. Ik ben in blijde verwachting. Ik ben
benieuwd om te zien wat er in de loop van volgende week, aan de
vooravond van de Europese en Vlaamse verkiezingen, ondertekend
zal worden.

Ik kom tot het tweede deel van mijn repliek. Ik wil een vraag stellen
aan de minister van Binnenlandse Zaken. Met de casussen die ik
geciteerd heb en die ik de minister overigens graag bezorg, heb ik
aangetoond dat minstens in vier of vijf gevallen iemand waarvan de
Veiligheid van de Staat manifest aangeeft dat hij banden heeft met
een terroristische organisatie, buiten het Parlement erin geslaagd is
om de Belgische nationaliteit te verkrijgen.

Ik neem aan dat we ervan uitgaan dat het creëren van legitimatie en
van duurzame verblijfsmogelijkheden voor mensen die gelieerd
worden met terroristische bewegingen niet direct beschouwd kan
worden als gewapend bestuur, tenzij we daarover reeds van mening
verschillen. Ik neem aan dat dit niet het geval is.

Ik wil dan toch nog de volgende vraag stellen. Mijnheer de minister
van Binnenlandse Zaken, wat is uw positie daarin? De minister van
Justitie heeft vorige week op mijn vragen en bezorgdheden
daaromtrent geantwoord dat het Parlement uiteraard streng kan zijn
01.110 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je me réjouis de ce que la note
considère la lutte contre les
précurseurs et les drogues de
synthèse comme une priorité. Je
déplore que le courage ait manqué
au Parlement pour mesurer
l'impact de la politique de
tolérance sur la politique de
sécurité. On a refusé de mener
cette discussion mais, sur le
terrain, les problèmes se posent
en termes clairs.

Il a fallu deux ans à la ministre de
la Justice pour adapter la
circulaire. La dernière circulaire n'a
été diffusée que quelques jours
avant les élections fédérales. Je
me demande bien ce que la
ministre va signer à la veille des
élections flamandes et
européennes.

Au moins quatre personnes
entretenant des liens avec le
terrorisme ont obtenu la nationalité
belge sans passer par le
Parlement.

J'imagine que nous sommes tous
d'accord pour considérer que
permettre à des individus qui
entretiennent des liens avec des
organisations terroristes de
séjourner durablement chez nous
ne constitue pas la meilleure
preuve que notre administration
est bien armée.
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
en aanvragen kan afwijzen, maar dat dit niet noodzakelijk betekent
dat de gewone procedures die via de lokale besturen verlopen, die
dan een appèl doen op de dienst Vreemdelingenzaken, de dienst
Veiligheid van de Staat en de parketten, daarom even streng moeten
zijn. Dat is natuurlijk een merkwaardige redenering vermits de
adviezen waarover het ging in de twee gevallen dezelfde zijn. Het zijn
ook dezelfde voorwaarden die moeten ingewilligd worden. In de twee
gevallen wijst uw dienst Veiligheid van de Staat er uitdrukkelijk op dat
er problemen zijn met links met terroristische organisaties.

Mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, als de minister van
Justitie zegt dat het jammer is dat het Parlement het afwijst, maar dat
dit de soevereiniteit is van het Parlement, dan is mijn vraag hoe het
komt dat het dan op de andere manieren wel kan. Hoe is het mogelijk
dat wij dat accepteren? We hebben die snel-Belg-wet geëvalueerd in
het Parlement. U was daar ook bij betrokken. We kwamen tot de
conclusie dat het beter was om een centrale registratie af te spreken.
Minister Verwilghen heeft dat aangekondigd. Minister Duquesne heeft
daarvoor gepleit. Men heeft toen ­ ook vanuit de meerderheid ­ een
aantal suggesties gedaan om de zaken beter te organiseren. Hoe
komt het dan dat dit niet gebeurt? Hoe komt het dan dat uw dienst
Vreemdelingenzaken zes tot zeven maanden nodig heeft om een
advies te geven terwijl de wet een maand voorschrijft? Hoe komt het
dat als het parket en de Veiligheid van de Staat zeggen dat het niet
kan in een maand, dat u niet het initiatief kunt nemen om daaromtrent
het gewapend bestuur te organiseren.

Ik kom tot mijn besluit. Datzelfde moet ik zeggen over de
problematiek van de documenten. Toen de snel-Belg-wet werd
goedgekeurd hebben wij erop gewezen dat er een advies was van de
Raad van State om niet al te gemakkelijk alternatieve documenten uit
het buitenland te aanvaarden. Uw meerderheid heeft dat wel gedaan,
ondanks het advies van diverse diensten die zeiden dat dit een
gevaarlijke zaak was, ondanks het feit dat de minister van
Buitenlandse Zaken aan de commissie voor de Naturalisaties
uitdrukkelijk heeft gezegd dat hij weet dat men in diverse landen die
documenten kan kopen. Mijnheer de minister van Binnenlandse
Zaken, u moet mij nu eens uitleggen waarom we dat toen zo gedaan
hebben.

Waarom is er ondertussen, ondanks de evaluaties en studies, geen
remediëring voor dat probleem gekomen? Dat zijn toch geen
theoretische, ideologische discussies in de lucht? Het zijn zeer
pragmatische vragen aan een minister die in zijn nationaal
veiligheidsplan zegt dat men bij prioriteit terroristische groeperingen
actief op het grondgebied van België zal aanpakken. Ik geef u
casussen waaruit blijkt dat zij zich zelfs duurzaam kunnen legitimeren
op het Belgische grondgebied. Ik versta niet dat wij daarover op een
oorverdovende stilte moeten stuiten. Waarom kan dat probleem, al is
het maar om uw geloofwaardigheid en die van het nationaal
veiligheidsplan te bewijzen, niet eenvoudig worden aangepakt?
La semaine dernière, Mme
Onkelinx a déclaré en commission
que le droit du Parlement de
rejeter certaines demandes ne
signifie pas nécessairement que
les procédures au niveau local
doivent être aussi sévères.
Comment est-ce possible? Des
conditions identiques doivent tout
de même être respectées.
Comment expliquez-vous qu'il
faille à l'Office des étrangers de
six à sept mois pour rendre un
avis alors que la loi prévoit un
délai d'un mois? Comment se fait-
il que la Sûreté de l'Etat et le
parquet admettent que le délai
d'un mois est impossible à
respecter?

Lors de l'adoption de la loi sur
l'acquisition rapide de la nationalité
belge, un avis du Conseil d'Etat
recommandait de ne pas admettre
facilement les documents
provenant de l'étranger. La
majorité a ignoré cet avis. Le
ministre de l'Intérieur peut-il nous
fournir une explication à ce sujet?

Pourquoi le problème n'a-t-il pas
été résolu dans l'intervalle?
Pourquoi la ministre observe-t-elle
le mutisme?
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
Une motion de méfiance a été déposée par M. Filip De Man et par Mme Nancy Caslo et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Tony Van Parys, Dirk Claes et Paul Tant
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur et de la vice-première ministre et ministre de
la Justice,
- rejette le plan national de sécurité 2004-2007 tel que présenté par les ministres de l'Intérieur et de la
Justice;
- estime que le plan de sécurité devrait être beaucoup plus concret, poursuivre des objectifs mieux définis
et comporter des recommandations plus claires à l'intention des services de police."

Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heer Filip De Man en door mevrouw Nancy Caslo en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Tony Van Parys, Dirk Claes en Paul Tant
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en van de vice-eerste
minister en minister van Justitie,
- verwerpt het nationaal veiligheidsplan 2004-2007 zoals voorgelegd door de ministers van Binnenlandse
Zaken en Justitie;
- meent dat het veiligheidsplan veel concreter moet uitgewerkt worden, beter afgelijnde doelstellingen moet
bevatten alsmede duidelijker aanbevelingen voor de politiediensten."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys et Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Tony Van Parys, Dirk Claes et Paul Tant
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur et de la vice-première ministre et ministre de
la Justice,
recommande au gouvernement
- de faire preuve de la prudence requise dans le cadre de l'organisation d'actions de sécurité menées à
grande échelle;
- d'organiser ces actions sur l'ensemble du territoire belge si elles ont un caractère national;
- de réprimer tout besoin de se faire valoir et toute volonté excessive d'agir dans le cadre de telles actions à
l'approche des élections;
- de faire preuve du respect nécessaire et élémentaire à l'égard des autorités policières et judiciaires sur le
plan local, zonal et des arrondissements."

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys en Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Tony Van Parys, Dirk Claes en Paul Tant
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en van de vice-eerste
minister en minister van Justitie,
beveelt de regering aan
- de nodige omzichtigheid aan de dag te leggen bij de organisatie van grootschalige veiligheidsacties;
- zo deze acties het predicaat nationaal hebben ze over het hele Belgische grondgebied te organiseren;
- zich te onthouden van geldingsdrift en dadendrang naar aanleiding van het invoegen van deze acties in
het licht van verkiezingen;
- het nodige en elementaire respect voor de lokale, zonale en arrondissementele politionele en juridische
overheden op te brengen."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys et Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Tony Van Parys
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur et de la vice-première ministre et ministre de
la Justice,
demande au gouvernement
CRIV 51
COM 284
02/06/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
- dans le cadre du plan de sécurité national et de la note cadre de sécurité intégrale, de prêter l'attention
requise à la Sûreté de l'Etat et de mettre à sa disposition les moyens nécessaires dans la mesure où elle
est un instrument important d'une politique de sécurité où l'information joue un rôle directeur, en particulier
dans la lutte contre le terrorisme;
- dans le cadre de ce même plan et de cette même note cadre, d'accorder la priorité à la lutte contre la
falsification des documents et de dégager tous les moyens disponibles pour permettre une approche
intégrée de ce problème, notamment en imposant une collaboration avec le ministère des Affaires
étrangères."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys en Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Tony Van Parys
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en van de vice-eerste
minister en minister van Justitie,
verzoekt de regering
- in het nationaal veiligheidsplan en in de kadernota integrale veiligheid de aandacht en de middelen te
voorzien voor de Staatsveiligheid als belangrijk instrument in een informatiegestuurd veiligheidsbeleid
vooral in de strijd tegen het terrorisme;
- in het nationaal veiligheidsplan en in de kadernota integrale veiligheid de aanpak van de
documentenfraude als prioriteit op te nemen en alle middelen ter beschikking te stellen om een
geïntegreerde aanpak mogelijk te maken inzonderheid door de medewerking op te leggen van het
ministerie van Buitenlandse Zaken."

Une troisième motion de recommandation a été déposée par MM. Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys et Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Dirk Claes
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur et de la vice-première ministre et ministre de
la Justice,
demande instamment au gouvernement
1. d'apporter aussitôt que possible une solution définitive et concluante au problème des ACS;
2. de résoudre rapidement les divers problèmes de personnel demeurés à ce jour sans solution;
3. de revaloriser le rôle de l'agent de quartier dans le cadre de la "community policing";
4. de clarifier les implications financières que les diverses décisions du gouvernement auront pour les
communes et les zones de police;
5. de veiller à ce que l'évaluation annuelle du plan de sécurité fasse l'objet d'un débat parlementaire."

Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys en Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Dirk Claes
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en van de vice-eerste
minister en minister van Justitie,
dringt er bij de regering op aan
1. zo snel mogelijk werk te maken van een definitieve en afdoende oplossing voor de GESCO's;
2. een spoedige oplossing te vinden voor de diverse personeelsaangelegenheden die tot op heden nog
geen oplossing kregen;
3. de rol van de wijkagent te revaloriseren in het kader van de "community policing";
4. dat een duidelijk inzicht gegeven wordt over de financiële implicaties die de diverse
regeringsbeslissingen genereren voor de gemeenten en politiezones;
5. dat de jaarlijkse evaluatie van het veiligheidsplan onderwerp uitmaakt van een parlementair debat."

Une quatrième motion de recommandation a été déposée par MM. Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys et Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Paul Tant
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur et de la vice-première ministre et ministre de
02/06/2004
CRIV 51
COM 284
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
la Justice,
- demande instamment au gouvernement de faire le nécessaire pour disposer aussi vite que possible de
chiffres corrects et fiables concernant:
1. l'évolution exacte de la capacité policière par direction générale (scindée en personnel opérationnel et
personnel CALOG), sur l'ensemble de la législature;
2. la marge budgétaire prévue par le gouvernement aux fins de la concrétisation des décisions prises lors
du super conseil des ministres;
- insiste pour que la police fédérale soit sollicitée à un rythme accéléré pour compléter l'effectif des CIA et
pour qu'un soutien supplémentaire soit apporté aux zones locales par la mise à leur disposition des 700
policiers fédéraux prévus;
- demande d'exécuter sans délai l'arrêt de la Cour d'arbitrage sur le statut de la police, de s'atteler à la
nouvelle loi de financement et de réaliser aussi vite que possible l'intégration des divers services de
secours au sein d'ASTRID."

Een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Dirk Claes, Pieter De Crem, Paul Tant,
Tony Van Parys en Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heren Paul Tant
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en van de vice-eerste
minister en minister van Justitie,
- dringt er bij de regering op aan zo vlug mogelijk over de juiste en betrouwbare cijfers te beschikken over:
1. de exacte evolutie van de politiecapaciteit per directoraat-generaal (gesplitst in operationeel en CALOG-
personeel), gespreid over de volle periode van de legislatuur;
2. de door de regering voorziene budgettaire ruimte om onder meer de beslissingen van de
megaministerraad te realiseren;
- dringt aan op de versnelde inzet van de federale politie met betrekking tot de bemanning van de AIK's en
op de bijkomende ondersteuning van de lokale zones met de vooropgestelde 700 federale politiemensen;
- vraagt dat onverwijld werk zou worden gemaakt van het arrest van het Arbitragehof betreffende het
politiestatuut, van de nieuwe financieringswet en van de integratie van de diverse hulpdiensten in de schoot
van "ASTRID"."

Trois motions pures et simples ont été déposées par Mme Valérie Déom et par MM. Philippe De Coene,
Jean-Pierre Malmendier et Claude Marinower.

Drie eenvoudige moties werden ingediend door mevrouw Valérie Déom en door de heren Philippe De
Coene, Jean-Pierre Malmendier en Claude Marinower.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 18.18 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.18 uur.