IC272_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "de verkeerde prijzen die
aangerekend worden aan de kassa van
supermarkten" (nr. 2944)

- M. Guy Hove à la ministre de l'Environnement,
de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "le rapport annuel de
la Direction Générale Contrôle et Médiation"
(n° 3000)

- de heer Guy Hove aan de minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "het jaarrapport van de
Algemene Directie Controle en Bemiddeling"
(nr. 3000)

Orateurs: Jean-Luc Crucke, Guy Hove,
Freya Van den Bossche, ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable

Sprekers: Jean-Luc Crucke, Guy Hove,
Freya Van den Bossche, minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"la médiation de dettes" (n° 2933)

Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de
schuldbemiddeling" (nr. 2933)

Orateurs: Jo Vandeurzen, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du
Développement durable

Sprekers: Jo Vandeurzen, Freya Van den
Bossche, minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Jean-Luc Crucke à la ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le rapport du Conseil
Central de l'Economie concernant l'avenir du
secteur textile et de l'habillement dans l'Union
européenne élargie" (n° 2970)

- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het verslag van de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven over de
toekomst van de textiel- en kledingsector in de
Europese Unie na de uitbreiding" (nr. 2970)

Orateurs: Greta D'hondt, Jean-Luc Crucke,
Fientje Moerman, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers: Greta D'hondt, Jean-Luc Crucke,
Fientje Moerman, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid

Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les menaces de
délocalisation de l'industrie automobile" (n° 2857)

Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de dreiging
van de automobielsector zijn activiteiten naar het
buitenland te verleggen" (nr. 2857)

Orateurs:

Jean-Luc Crucke, Fientje

Moerman, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers:

Jean-Luc Crucke, Fientje

Moerman, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les dangers
potentiels des nanotechnologies" (n° 2879)

Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de risico's
verbonden aan de nanotechnologieën" (nr. 2879)

Orateurs:

Jean-Luc Crucke, Fientje

Moerman, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la

Sprekers:

Jean-Luc Crucke, Fientje

Moerman, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE L'ECONOMIE,

DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,

DE L'EDUCATION, DES

INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES

ET CULTURELLES NATIONALES,

DES CLASSES MOYENNES ET DE

L'AGRICULTURE

COMMISSIE VOOR HET

BEDRIJFSLEVEN, HET

WETENSCHAPSBELEID, HET

ONDERWIJS, DE NATIONALE

WETENSCHAPPELIJKE EN

CULTURELE INSTELLINGEN, DE

MIDDENSTAND EN DE

LANDBOUW

MARDI

MAI

2004

Après-midi

______

van

DINSDAG

MEI

2004

Namiddag

______

La séance est ouverte à 14.11 heures par M. Pierre-Yves Jeholet, président.
De vergadering wordt geopend om 14.11 uur door de heer Pierre-Yves Jeholet, voorzitter.

01 Questions jointes de

- M. Jean-Luc Crucke à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "les abus tarifaires constatés aux caisses des grands magasins" (n° 2944)
- M. Guy Hove à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la consommation et du
Développement durable sur "le rapport annuel de la Direction Générale Contrôle et Médiation"
(n° 3000)

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling over "de verkeerde prijzen die aangerekend worden aan de kassa van supermarkten"
(nr. 2944)
- de heer Guy Hove aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
over "het jaarrapport van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling" (nr. 3000)

01.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la

ministre, des responsables du ministère des Affaires économiques
ont indiqué dans une enquête menée par leurs soins que les prix
payés à la caisse par un client d'une grande surface sont supérieurs
de 5% en moyenne aux prix indiqués sur les étiquettes dans les
rayons et de 6% dans un magasin de bricolage. Cette situation a été
dénoncée à maintes reprises par les associations de consommateurs
mais elle ne semble pas avoir évolué favorablement.

Madame la ministre, pouvez-vous m'indiquer le nombre d'infractions
identifiées en 2003 et leur répartition par Région? Pouvez-vous
également m'indiquer les sanctions éventuellement prises à l'égard
des contrevenants identifiés?

01.01 Jean-Luc Crucke (MR): Uit

een onderzoek van het ministerie
van Economische Zaken blijkt dat
de klanten in een grootwarenhuis
aan de kassa gemiddeld 5 tot 6
percent meer betalen dan wat op
de winkelrekken is aangegeven.
De consumentenorganisaties
hebben deze wantoestand bij
herhaling aangeklaagd, maar in de
praktijk is er nauwelijks iets
veranderd.

Hoeveel inbreuken werden in 2003
vastgesteld? Hoe zijn ze verdeeld
over de drie Gewesten die ons
land rijk is? Hoe werden de
overtreders bestraft?

01.02 Guy Hove (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, 01.02 Guy Hove (VLD): J'ai pu

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mijn vraag gaat in dezelfde richting. Ik zal niet herhalen wat mijn
mede-indiener reeds heeft gevraagd, maar ik heb in dezelfde
persartikelen gelezen dat u zogenaamde spoedcontroles zou laten
uitvoeren en dat u de sancties zou verzwaren. Voort las ik dat
controleurs voorafgaandelijk geen waarschuwingen meer zouden
geven, maar bij elke inbreuk een administratieve boete zouden
opleggen.

Daarom kreeg ik graag een concreet antwoord op de volgende
vragen. Hoeveel controleurs hebt u ter beschikking of zullen er
ingeschakeld worden om die zogenaamde spoedcontroles uit te
voeren? Aan welke zwaardere sancties denkt u? Welke andere
specifieke maatregelen overweegt u? U spreekt van administratieve
boetes. Misschien kunt u even zeggen om welke bedragen het
eventueel gaat. Plant u daarover bijkomend overleg met de sectoren,
wat misschien niet onnuttig zou kunnen zijn in het licht van het
oplossen van dat probleem?

lire dans la presse que la ministre
ferait procéder à des contrôles
d'urgence et qu'elle renforcerait
les sanctions en la matière. En
outre, les contrôleurs n'infligeraient
plus d'avertissement et toute
infraction ferait l'objet d'une
amende administrative.

De combien de contrôleurs la
ministre dispose-t-elle pour ces
contrôles? A quelles sanctions la
ministre songe-t-elle? Quelles
autres mesures spécifiques
envisage-t-elle de prendre? A
combien ces amendes
administratives se montent-elles?
La ministre mène-t-elle une
concertation avec le secteur?

01.03 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, je

commencerai par quelques chiffres. L'enquête a été menée dans 78
grandes surfaces au total, 21 centres de bricolage, 18 établissements
vendant des articles de jardinage et 20 magasins d'articles
électriques. Dans les grandes surfaces, pour presque 6.000 produits
vendus à leur prix habituel, il y avait un taux d'erreur favorable au
client dans 2,08% des cas et un taux d'erreur en sa défaveur de
2,42%. La marge d'erreur globale était de 4,5%. Pour les 1.355
produits en promotion, on constatait un taux d'erreur de 1,55% en
faveur du client et de 2,73% en sa défaveur, ce qui représente une
marge d'erreur globale de 4,28%.

Dans les magasins de bricolage, de jardinage et d'articles électriques,
pour les produits offerts à leur prix habituel, on a respectivement
découvert des marges d'erreur globales de 6,34%, de 5,15% et de
1,79%. Pour les promotions, ces pourcentages s'élevaient à 5,65%,
2% et 0,63%. Bien entendu, il s'agit de moyennes. L'administration a
également constaté des négligences portant la marge d'erreur à 10%
ou même davantage.

Le nombre d'infractions constatées s'élève à 38 procès-verbaux.
Trente-deux des cas relevés ont donné lieu à des paiements
d'amendes transactionnelles qui peuvent varier entre 200 et 4.000
en fonction du chiffre d'affaires de l'entreprise concernée et du
nombre d'écarts constatés. Dans six cas, le dossier a été envoyé au
parquet pour disposition, ce qui pourrait donner lieu à la
condamnation à une amende correctionnelle atteignant entre 1.375 et
55.000.

01.03 Minister Freya Van den

Bossche: Het onderzoek had
betrekking op 78 grootwaren-
huizen, 21 doe-het-zelfzaken, 18
tuincentra en 20 zaken waar
elektrische toestellen worden
verkocht. Voor de gebruikelijke
producten, bedroeg het
foutenpercentage 2,08% in het
voordeel van de cliënt en 2,42% in
zijn nadeel. Wat de aanbiedingen
betreft, was de cliënt in 1,55% van
de gevallen beter af en kwam hij
er in 2,73% van de gevallen
bekaaider af. Het totale
percentage bedraagt 6,34% voor
de doe-het-zelfzaken, 5,15% voor
de tuincentra en 1,79% voor de
zaken waar elektrische toestellen
worden verkocht.

In het kader van dat onderzoek
werden 38 processen-verbaal
opgemaakt. In zes gevallen werd
het dossier aan het parket
toegezonden.

Ik ga nog even verder in op de nieuwe onderzoeken. De
spoedcontroles zullen nog voor de zomer plaatsvinden. Zij zullen
worden uitgevoerd door dezelfde 150 inspecteurs die de vorige
controles hebben uitgevoerd. Het zijn telkens vrij intensieve controles.
De inspecteurs gaan een week op pad. Zij zijn met 150 en kunnen
daardoor duizenden producten op hun prijs controleren. Het lijkt mij
een goed systeem. We zullen daarom hetzelfde systeem opnieuw
gebruiken. Alleen zullen we, veeleer dan een jaar te wachten, de
controles al eens vroeger doen.

Les contrôles d'urgence auront
lieu avant le début de l'été. Ils
seront exécutés par les mêmes
150 inspecteurs chargés des
contrôles précédents. Il s'agit de
contrôles assez rigoureux dans le
cadre desquels les inspecteurs
contrôlent le prix de milliers de
produits pendant une semaine. A

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ik had het over zwaardere sancties. Welnu, het is toch passend dat
er, nadat we gedurende een aantal jaar hebben gewaarschuwd,
boetes worden opgelegd. Die moeten wel in verhouding staan tot het
zakencijfer van het bedrijf en het aantal vastgestelde inbreuken. Het
ene bedrijf gaat minder zwaar in de fout dan een ander. Het ene
bedrijf kan een boete moeilijker betalen dan een ander.

Het zou ook kunnen dat de boetes hoger zullen zijn dan in het
verleden. Voor een eerste boete zou men bijvoorbeeld een enigszins
lager bedrag voorgeschoteld kunnen krijgen. Voor een tweede boete
zou het bedrag fiks hoger kunnen zijn.

Grotere overtredingen worden rechtstreeks overgelegd aan het
parket, zoals nu ook 6 van de 38 dossiers rechtstreeks werden
overgelegd.

Ik heb de administratie gevraagd om de wet op de handelspraktijken
correct, strikt en streng toe te passen.

Is er overleg met de sectoren daarover? Ja. Elk jaar, nadat de
vaststellingen zijn gedaan binnen een sector, zullen we ook met de
sector overleggen. Heel concreet is er zelfs voor vandaag een
vergadering gepland, waarop de mensen van de administratie
samenzitten met Fedis om na te gaan hoe de euvels kunnen worden
verholpen. Veelal zou het immers blijken te gaan om problemen met
scan- en computersystemen. Eigenlijk is dat jammer. Zulke nieuwe
systemen zouden een grotere eensluidendheid moeten kunnen
garanderen dan de systemen die bestonden in de winkels van
vroeger, waarbij meer menselijke fouten konden worden gemaakt.
Dat blijkt echter niet helemaal het geval te zijn. De systemen moeten
dus op punt worden gesteld. Het kan vanzelfsprekend niet zijn dat de
consument daar enig nadeel van ondervindt.

mes yeux, ce système est
efficace. Désormais, on n'attendra
plus un an pour effectuer un tel
contrôle.

Pendant des années, nous nous
sommes contentés de lancer des
avertissements. Il convient à
présent d'infliger des amendes qui
doivent toutefois être proportion-
nelles au chiffre d'affaires de
l'entreprise et au nombre
d'infractions constatées. Il se peut
effectivement que les amendes
augmentent. Nous pouvons
également envisager un système
qui prévoit une amende légère lors
d'une première infraction et une
amende plus lourde pour la
seconde. En tout état de cause,
les infractions graves seront
directement renvoyées au parquet.
La loi sur les pratiques
commerciales doit être appliquée
avec toute la sévérité requise.

Par ailleurs, il est exact que les
secteurs concernés sont
consultés. Aujourd'hui même,
l'administration et Fedis se sont
réunies pour remédier aux
éventuels problèmes. Le système
doit encore être peaufiné, mais le
consommateur ne peut en faire les
frais.

01.04 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la

ministre, sauf erreur de ma part, je n'ai pas entendu la répartition des
infractions entre les Régions. Peut-être est-ce dû à un bref moment
d'inattention de ma part mais j'aimerais vraiment la connaître.

J'estime que, dans ce domaine, il faut faire preuve d'une fermeté
exemplaire. Ce problème touche à deux bases du commerce: la
concurrence déloyale et la confiance de l'acheteur dans le vendeur.
Lorsqu'on annonce des prix, il faut pouvoir les respecter sinon on
trompe non seulement son concurrent mais également la clientèle.
Pouvoir faire confiance en celui à qui on achète est la base
fondamentale du commerce. Si les prix ne correspondent pas à
l'information, il s'agit d'un réel problème. Je vous engage donc à
mener vous avez d'ailleurs dit que vous aviez l'intention de le faire
une politique extrêmement ferme. On peut être et je le suis un
défenseur inaltérable de la liberté d'entreprise mais je considère aussi
qu'elle doit être accompagnée de réglementations bien définies et
bien appliquées à l'égard de tous et tout particulièrement à l'égard de
la clientèle. Je vous demande donc de maintenir cette fermeté.

Le parquet joue son rôle. La séparation des pouvoirs doit évidemment
être respectée mais votre rôle est aussi de dénoncer les infractions et

01.04 Jean-Luc Crucke (MR):

Hoe is het aantal inbreuken
verdeeld over de Gewesten? Het
is een vorm van oneerlijke
concurrentie, en het vertrouwen
van de consument wordt erdoor
aangetast. Als de prijs die
aangerekend wordt, niet
overeenstemt met de prijsnotering,
is er een reëel probleem. Men
mag dan wel de ondernemings-
vrijheid verdedigen, die vrijheid
moet toch ingebed worden in een
welomlijnde en goed toegepaste
reglementering. Ik maan u aan
een krachtdadig beleid te voeren:
inbreuken moeten zoveel mogelijk
ruchtbaarheid krijgen en aan de
kaak worden gesteld.

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de les publier autant que faire se peut.

Je vous remercie d'ores et déjà pour les chiffres que vous voudrez
bien me communiquer sur la répartition des infractions.

01.05 Guy Hove (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik kan mij daar alleen

bij aansluiten. Ik dank de minister voor haar uitgebreid antwoord en ik
neem aan dat zij ook op het ingeslagen pad zal voortgaan.

01.05 Guy Hove (VLD): Je

partage entièrement le point de
vue de mon collègue.

01.06 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, sur

la répartition: j'ai demandé des chiffres à mon administration mais,
apparemment, des fautes constatées dans une ou deux Régions
peuvent n'avoir fait l'objet que d'un seul procès-verbal au siège de
l'entreprise. Il est très difficile pour moi actuellement de savoir où les
infractions ont réellement été décelées.

Si vous estimez très important de le savoir, je peux demander à tous
les inspecteurs qui ont effectué des recherches de nous dresser une
liste. Jusqu'à présent, l'administration était incapable de me la fournir
car elle ne travaillait pas de cette manière. Tout dépend de l'urgence
de votre question.

01.06 Minister Freya Van den

Bossche: In werkelijkheid kunnen
de fouten die in één of twee
Gewesten werden begaan, slechts
in één enkel proces-verbaal
worden vermeld dat op de zetel
van de onderneming werd
opgemaakt. Het is dus erg moeilijk
om uit te maken waar ze werden
begaan. Als u dit belangrijk acht,
kan ik de inspecteurs vragen een
lijst op te maken, maar tot op
heden ging de administratie niet zo
te werk. Alles hangt af van de
urgentie van uw vraag.

01.07 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la

ministre, ce n'est pas une question d'urgence. Je pense que vous
avez tout le temps de récolter l'information.

Si je vous ai posé cette question, c'est que je me suis laissé dire que
ces infractions avaient été ciblées dans une Région bien particulière
et dans différents commerces de même nature. Je ne voudrais pas
jeter l'opprobre sur l'ensemble d'une profession si l'information en ma
possession se révélait exacte. Je me contente de vous donner le
renseignement d'après l'information qui m'est parvenue.

01.07 Jean-Luc Crucke (MR): Er

is geen urgentie, maar men
meldde mij dat deze overtredingen
in één welbepaald Gewest en
binnen gelijksoortige bedrijven
plaatsvonden. Vermits ik geen
volledige beroepscategorie met
schande wil overladen, beperk ik
mij ertoe u te vertellen wat ik weet.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en

Duurzame Ontwikkeling over "de schuldbemiddeling" (nr. 2933)

02 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la

consommation et du Développement durable sur "la médiation de dettes" (n° 2933)

02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, collega's, ik heb een korte vraag die te maken heeft met de
situatie voor het fonds dat werd opgericht ter bestrijding van de
overmatige schuldenlast, meer bepaald het fonds dat tot stand is
gebracht en ook moet dienen voor betaling van de prestaties van de
schuldbemiddelaars.

Toen destijds de wet op de overmatige schuldenlast in het Parlement
werd behandeld en wij vanuit de meerderheid daaraan onze steun
hebben betuigd, was de creatie van dat fonds zeer belangrijk, omdat
dit mogelijk moest maken dat de prestaties van de
schuldbemiddelaars in bepaalde omstandigheden zouden worden
betaald. Ik krijg nu van het terrein, van mensen die actief zijn als
schuldbemiddelaar, berichten dat men zeer aanzienlijke

02.01 Jo Vandeurzen (CD&V):

Lors de l'examen de la loi relative
au surendettement, il s'est avéré
nécessaire de procéder à la
création d'un fonds spécial pour
pouvoir rémunérer les médiateurs
de dettes. Or, il nous revient à
présent que lesdits médiateurs de
dettes doivent parfois attendre des
mois avant d'être payés.

Quel est l'importance du retard?
Par ailleurs, la Cour des comptes
dénonce l'insuffisance des crédits

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

achterstanden heeft opgebouwd bij de betaling van deze prestaties.
Zeer aanzienlijk betekent maanden en maanden, volgens wat ik aan
feitenmateriaal heb kunnen verzamelen. Als men daarover contact
opneemt, krijgt men bericht dat er achterstanden zijn van zes
maanden en meer en dat dit te wijten is aan, onder meer, de
problematiek van het niet beschikbaar zijn van de nodige middelen.
Vandaar dus mijn vraag.

Kan de minister mij meedelen hoeveel achterstand intussen werd
opgebouwd bij de betaling van de onkostenstaten van de
schuldbemiddelaars? Ik zie natuurlijk in het verslag van het Rekenhof
als commentaar bij het ontwerp van de aangepaste begroting voor
begrotingsjaar 2004 dat ook het Rekenhof, mevrouw de minister, er u
attent op maakt dat er ontoereikende kredieten zijn in het fonds, dat
de minister van Begroting zijn akkoord heeft gegeven om dat te
verhogen, maar dat in de voorliggende aanpassing die verhoging niet
is opgenomen. Met andere woorden, de kredieten die er moeten
komen om de betalingen te doen, zijn er niet, ofschoon men ten volle
beseft dat men daarin had moeten voorzien. Het Rekenhof merkt dan
op dat duidelijk is dat de kredieten, ik citeer: "...opgenomen in de
begroting, niet zullen volstaan". Dan gaat het al niet meer over de
vraag hoeveel achterstand er is, maar wel over de vraag of de
vaststelling dat er blijkbaar voor dit jaar zelfs geen oplossing voor dit
probleem zou zijn. Ik kan dit moeilijk begrijpen of geloven. Vandaar
mijn tweede vraag. Wat is de oorzaak? Hoe zal die achterstand
weggewerkt worden?

initialement prévus, ainsi que la
non-budgétisation de l'augmenta-
tion accordée, laquelle ne pourra
donc pas être réalisée cette
année. Cette information est-elle
exacte? Quelle sont les causes de
ce retard, et comment sera-t-il
résorbé?

02.02 Minister Freya Van den Bossche: Misschien voor de

duidelijkheid kunnen we best een onderscheid maken tussen,
enerzijds, de behandeling, de verwerking en de beslissing tot
uitbetaling door het fonds en, anderzijds, de daadwerkelijke uitbetaling
via de geijkte betalingskanalen van de Staat in het algemeen en van
de FOD Economie in het bijzonder. Op het niveau van het fonds is er
nooit een achterstand geweest. Alle dossiers zijn daar tijdig in betaling
gesteld. Het probleem was dat er budgettaire aanpassingen nodig
waren voor 2004 met een nieuw krediet dat moest worden
ingeschreven in een begrotingsartikel. Dat was nog niet ingeschreven,
waardoor een pak in betaling gestelde onkostenstaten niet kon
worden uitbetaald tot dat ook gebeurd was. Dat nieuwe krediet is
ingeschreven. Het is een krediet van 700.000 euro. Intussen zijn alle
betalingen deze maand hervat. Het probleem dat u aanhaalt is dus
een reëel probleem geweest. We hebben het probleem verholpen
door in geld te voorzien in een nieuw begrotingsartikel.

02.02 Freya Van den Bossche,

ministre: Il faut distinguer décision
de paiement par le fonds, et
paiement effectif par le SPF. Des
efforts devaient effectivement être
consentis sur le plan budgétaire en
2004 et les crédits nécessaires
n'avaient pas encore été inscrits.
Mais un montant de 700.000 euros
figure désormais au budget et les
paiements ont donc pu reprendre.

02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de minister, mijn eerste

vraag was hoe groot en hoe lang de achterstand was. Als u dat zou
kunnen zeggen.

Ten tweede, ik versta u niet goed. Het Rekenhof signaleert juist, ik
citeer: "De minister van Begroting heeft evenwel op 22 maart 2004
zijn akkoord gegeven voor een verhoging van het plafond van de
variabele kredieten van voornoemd fonds met 700.000 euro". Dat is
wat u citeert. Het Rekenhof zegt: "Deze verhoging is echter niet
opgenomen in het voorliggende ontwerp van aanpassing van de
algemene uitgavenbegroting voor 2004". "Bovendien" zegt het
Rekenhof "was er op 30 april 2004 al een bedrag van 800.000 euro
achterstand verschuldigd". Dan zegt het Rekenhof: "Het is derhalve
duidelijk dat de kredieten opgenomen in de begroting niet zullen

02.03 Jo Vandeurzen (CD&V):

J'ignore toujours quelle est
l'ampleur de l'arriéré en termes de
durée et de montants. Je ne
comprends pas non plus pourquoi
la Cour des comptes a indiqué que
la majoration de 700.000 euros
n'était pas inscrite au budget alors
que la ministre prétend le
contraire. La Cour des comptes a
par ailleurs précisé qu'un déficit
avait déjà été enregistré au mois
d'avril.

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

volstaan". Ik vraag dus opnieuw wat de omvang van de achterstand
is. Het krediet is niet opgenomen. Het probleem kan op de manier
zoals u het aankondigt dus niet opgelost worden.

02.04 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,

mijnheer Vandeurzen, het plafond was inderdaad niet toereikend. Het
werd daarom verhoogd met 400.000 euro.

Ik kan u de volgende precieze gegevens meedelen. De achterstand
bedraagt zes maanden wat de betaling via ordonnantie dus de
facturen hoger dan 1.250 euro betreft. Het gaat om een in
uitbetaling gesteld totaal van 344.477,57 euro. De vermoedelijke
betalingsdata zijn de volgende. Ik rond de bedragen telkens af:
10.270 euro op 15 juni, 75.000 euro op 20 juni, 110.000 euro op
30 juni en 147.000 euro op 20 juli.

Wat de betalingen via fondsen voorschottenrekeningen betreft - dit
zijn de facturen lager dan 1.250 euro - is er geen achterstand voor de
Nederlandstalige facturen. Wat de Franstalige facturen betreft, zal
alles betaald zijn in de loop van deze week. Ten laatste begin juni zal
dit alles afgerond zijn. Het betreft hier een totaal bedrag van
183.945 euro.

Op dit ogenblik zijn er nog een aantal facturen voor de maand april die
nog niet werden ingelezen in ons facturatiesysteem. Het spreekt voor
zich dat er pas kan worden overgegaan tot uitbetaling nadat deze
werden ingelezen. Het betreft een aantal facturen voor een bedrag
van 81.886 euro.

Als u het nuttig vindt, kan ik u de cijfers bezorgen in een apart
document. Het zijn er immers heel wat.

02.04 Freya Van den Bossche,

ministre: En effet, le plafond n'était
pas suffisant et il a dès lors été
augmenté de 400.000 euros.

Le retard se montait à six mois
pour les paiements par
ordonnance, c'est à dire pour des
factures excédant 1.250 euros. Le
retard porte sur un montant total
de 344.477,57 euros. Les dates de
paiement probables sont les
suivantes: 10.270 euros le 15 juin,
75.000 euros le 20 juin, 110.000
euros le 30 juin et 147.000 euros
le 20 juillet.

Pour les factures inférieures à
1.250 euros, les factures
néerlandophones n'accusent
aucun retard et les factures
francophones seront acquittées
dans le courant de la semaine. Il
s'agit d'un montant total de
183.945 euros. Plusieurs factures
du mois d'avril n'ont pas encore
été introduites dans le système.
Elles portent sur un montant total
de 81.886 euros. Je fournirai les
chiffres dans un document distinct.

02.05 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de minister, ik zou u

daarvoor dankbaar zijn.

Kunt u mij echter het volgende nog eens kort uitleggen? Volgens het
Rekenhof komt er geen aanpassing van het krediet, hoewel de
minister van Begroting daarvoor wel zijn akkoord had gegeven. Er
was al 800.000 euro verschuldigd op 30 april 2004. Het Rekenhof
gaat ervan uit dat vermits u uw krediet niet aanpast, het duidelijk is
dat de kredieten zoals ze nu bestaan in de begroting, niet zullen
volstaan. Ik kan slechts vaststellen dat het Rekenhof aangeeft dat u
het krediet niet aanpast, terwijl u zegt het wel aan te passen.

02.05 Jo Vandeurzen (CD&V):

Selon la Cour des comptes, le
plafond ne sera pas adapté. Or, la
ministre vient d'affirmer le
contraire.

02.06 Minister Freya Van den Bossche: Voor mij is relevant dat de

eerste verhoging 700.000 euro bedroeg; nu is er een verhoging van
400.000 euro en intussen is er een nieuwe ronde bezig is om nieuwe
fondsen te werven bij de kredietinstellingen. Dat is beslist in
Raversijde. De combinatie van die drie gegevens maakt het ons
mogelijk de facturen in elk geval te betalen. Wat het Rekenhof
daarvan vindt, weet ik niet, maar we kunnen op deze manier de
facturen betalen.

02.06 Freya Van den Bossche,

ministre: Conformément à ce qui a
été décidé à Raversijde, des
moyens nouveaux ont été
dégagés. Nous pouvons à présent
payer nos factures.

02.07 Jo Vandeurzen (CD&V): We zullen daar met de bespreking

van de begroting nog op terugkomen, mevrouw. Het Rekenhof is

02.07 Jo Vandeurzen (CD&V):

Je reviendrai certainement sur

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

immers formeel, "de kredieten opgenomen in de begroting zullen niet
volstaan". Ik neem aan dat het Rekenhof zijn uitspraak toch doet op
basis van uw laatste beslissingen omtrent de aanpassing van de
begroting.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

cette question dans le cadre de
l'examen du budget.

Le président: Quant à la question de Mme Doyen-
Fonck (n° 2821), déjà reportée, je vous propose de
lui remettre votre réponse par écrit, madame la
ministre.

De voorzitter: De minister zal vraag nr. 2821 van
mevrouw Doyen-Fonck over het in de
elektriciteitssector toegepaste facturatiebeleid
schriftelijk beantwoorden.

De bespreking van de vragen en interpellaties wordt geschorst om 14.29 uur.
La discussion des questions et interpellations est suspendue à 14.29 heures.

De bespreking van de vragen en interpellaties wordt hervat om 15.15 uur.
La discussion des questions et interpellations est reprise à 15.15 heures.

03 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de toekomst van de textiel- en kledingsector in de Europese Unie na de
uitbreiding" (nr. 2863)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven over de toekomst
van de textiel- en kledingsector in de Europese Unie na de uitbreiding" (nr. 2970)

03 Questions jointes de

- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'avenir du secteur du textile et de l'habillement dans l'Union européenne
après l'élargissement" (n° 2863)
- M. Jean-Luc Crucke à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le rapport du Conseil Central de l'Economie concernant l'avenir du secteur
textile et de l'habillement dans l'Union européenne élargie" (n° 2970)

03.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, sommigen onder u weten misschien dat ik roots heb in de
textielnijverheid. Die sector ligt mij nog steeds na aan het hart. Dat
geldt ook - zelfs nog meer - voor de heer Lano.

Ik heb deze vraag ingediend, omdat eind dit jaar het textile and
clothing agreement van de WHO een einde neemt. Dat betekent dat
de regelingen inzake invoerquota wegvallen. Op wereldvlak zal dat
niet onbelangrijke verschuivingen met zich meebrengen. In Azië zal
het tot zeer grote verschuivingen leiden, vooral ten nadele van de
minst ontwikkelde landen en waarschijnlijk ten voordele van China.

Men kan zeggen dat dat ver van ons bed is en dat er daarover niet
direct een vraag in het Belgisch Parlement hoeft te worden gesteld,
maar iedereen die een beetje vertrouwd is met de textiel- en
kledingnijverheid, beseft dat wij de situatie terzake in ons land zeer
zorgzaam en aandachtig moeten volgen en, indien nodig,
maatregelen nemen.

Collega Lano heeft wellicht nog een grotere kater dan ik
overgehouden aan het beleid van de zeer verlichte geesten in de
jaren zestig, die toen al meenden dat er in ons land geen plaats meer
was voor de textielnijverheid en dat die wegmoest. Gelukkig heeft de
sector zich op dat moment zelf geholpen, onder andere met het

03.01 Greta D'hondt (CD&V): A

la fin de l'année, le "Textile and
Clothing Agreement" de l'OMC
prendra fin et les quotas
d'importation disparaîtront. Il en
résultera d'importants glissements
à l'échelle planétaire. La Belgique
doit également s'y préparer. En
effet, le textile et l'habillement
constituent toujours des secteurs
importants, occupant respective-
ment 37.000 et 9.000 travailleurs.

Fin 2003, la Commission
européenne a élaboré un
document de base pour une
politique industrielle et commer-
ciale. Il ressort de la communi-
cation relative à cette matière que
des mesures sont nécessaires
non seulement à l'échelle
européenne, mais aussi aux
niveaux national et régional.

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

textielplan. Welnu, in 2002 bedroeg de bruto toegevoegde waarde van
de textiel en kledingsector in ons land nog steeds dat wordt te vaak
miskend 2.267 miljoen euro. Het grootste deel daarvan is toe te
schrijven aan de textielindustrie en toch nog ruim 418 miljoen euro
aan de kledingindustrie.

De omzet van de textielsector bedroeg 7.165 miljoen euro; de
kledingsector haalde een omzet van meer dan 2.000 miljoen euro. De
handelsbalans van onze Belgische textiel- en kledingsector sloot in
2002 af met een ruim overschot van 3,1 miljard euro. Wat de
tewerkstelling betreft, stelde de sector eind 2002 37.000 mensen
tewerk in de textielindustrie en 9.000 in de kledingsector. Met deze
cijfers wil ik aantonen dat dit een sector is waarmee we zorgzaam
moeten omgaan.

Eind 2003 heeft de Europese Commissie een basisdocument voor het
industrieel beleid en het handelsbeleid uitgebracht. De sectorale
toepassing van het industriebeleid op de textiel- en kledingsector
vereist zoals in de mededeling beklemtoond wordt dat er niet
alleen maatregelen op Europees niveau maar ook op nationaal en
regionaal niveau worden genomen. Iedereen zal zijn bijdrage moeten
leveren op het terrein waarvoor men bevoegd is. Vraag is wat ons
land terzake zal doen.

In het in april 2004 uitgebrachte advies van de sociale partners uit de
Belgische textiel- en kledingsector met betrekking tot de mededeling
van de Europese Commissie worden een aantal voorstellen gedaan
en standpunten ingenomen zowel inzake het handelsbeleid en de
concurrentiepositie als inzake de sociale dimensie. De Belgische
sociale partners roepen de Belgische federale en regionale overheden
op om zeer actief mee te werken aan de realisatie van de acties die in
de mededeling vooropgesteld worden.

Concreet vragen zij aan de Belgische en regionale overheden dat er
zou op worden toegezien dat op Europees niveau snel een aantal
noodzakelijke beslissingen genomen worden. Ze vragen om
initiatieven om de verdere ontwikkeling van onze textiel- en
confectiesector te bevorderen. Vandaar mijn vragen. Waar staan we
op dit ogenblik? Hoe kijkt de regering hiertegen aan? Wat zal er
gedaan worden met de unanieme voorstellen en oproepen van de
sociale partners vanuit de textiel- en kledingsector? Deze sector is,
zoals ik gezegd heb, toch heel belangrijk voor de tewerkstelling en de
handelsbalans.

Dans un avis du 26 avril 2004, les
partenaires sociaux avancent
plusieurs propositions et adoptent
plusieurs positions en ce qui
concerne la politique commerciale,
la compétitivité et la dimension
sociale. Ils demandent que les
pouvoirs publics belges coopèrent
activement à la réalisation
concrète des actions définies dans
la communication, s'assurent que
les décisions nécessaires soient
prises rapidement au niveau
européen, favorisent le développe-
ment du secteur et préparent des
mesures sociales.

Quelles initiatives la ministre
prendra-t-elle à la suite de cet
avis?

03.02 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la ministre, je ne vais pas

répéter les propos de ma collègue Mme D'hondt. Je n'ai pas son
expérience dans le domaine ni le talent de M. Lano qui semble être
reconnu par tous mais je vis dans cette région qui a été ciblée par le
rapport du Conseil central de l'économie intitulé "L'avenir du secteur
textile et de l'habillement dans l'Union européenne". La région de
Mouscron, Tielt, Renaix, Audenarde et Courtrai compte encore
25.000 emplois dans ce secteur, même s'il a perdu depuis 1983
autant d'emplois qu'il n'en reste, tout en gardant malgré tout sa
production, sa productivité.

Dans ce très récent rapport, le Conseil central de l'économie insiste
sur la nécessité de prendre des mesures à la fois cohérentes et
cumulées. Il s'agit de permettre aux entreprises d'avoir une structure

03.02 Jean-Luc Crucke (MR): In

de regio Moeskroen Kortrijk
Tielt Ronse, waar ik woon, telt
de textielsector nog zo'n 25.000
werknemers, waar dat vroeger
minstens het dubbele was. De
Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven heeft erop aange-
drongen dat samenhangende en
gelijktijdige maatregelen zouden
worden getroffen om het
voortbestaan van deze activiteit te
waarborgen, met name: het
behoud van gezonde structuren,

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

financière et industrielle saine, de réaliser les investissements
nécessaires pour être capable de suivre l'évolution technologique, de
donner aux produits une valeur ajoutée élevée et enfin de s'attaquer à
de nouveaux segments du marché et de se doter d'une production de
taille suffisamment rentable.

Il ressort de la lecture de ce rapport que le Conseil central de
l'économie préconise, pour atteindre ces objectifs, une politique
concertée, pas seulement au niveau européen mais également au
niveau belge. Je pense que c'est une perche qui vous est tendue,
madame la ministre. On vous demande en fait d'être le moteur de la
concertation, pour arriver à une harmonisation entre les Régions et
l'État fédéral, afin que ces quatre critères soient maintenus. Ma
question rejoint celle de ma collègue Mme D'hondt. Entendez-vous
prendre l'initiative et mener la concertation avec les autorités
régionales? Dans l'affirmative, quelles sont les mesures
envisageables à court, moyen et long termes, sachant que dans cette
matière comme dans d'autres, il vaut mieux prévenir que guérir,
comme le dit le proverbe?

de verwezenlijking van de nodige
investeringen, een hoge
meerwaarde en de ontwikkeling
van nieuwe marktsegmenten.

Om deze doelstellingen te
bereiken, beveelt de Centrale
Raad voor het Bedrijfsleven een
overlegd beleid aan, zowel op
Europees als op Belgisch niveau.
Op die manier wordt u de
mogelijkheid geboden het overleg
aan te zwengelen, zodat de vier
voornoemde vectoren naast elkaar
kunnen bestaan. Welke initiatieven
zal u nemen? Welke maatregelen
zal u op korte, middellange en
lange termijn treffen?

03.03 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, voor zover ik

de vragen van de heer Crucke niet heb beantwoord in mijn antwoord
aan mevrouw D'hondt, zal ik het daarna aanvullen.

Mevrouw D'hondt, u verwijst naar het einde van het overgangsstelsel
voor textiel op 31 december 2004, het zogenaamde ATC. De
handelspolitiek die al jaren wordt gevolgd in de sector van de textiel is
bij de operatoren welbekend. Niemand twijfelt aan de gevolgen van de
plotse vrijmaking van gevoelige producten die nog onder
invoerbeperkingen vallen. Diverse studies tonen aan dat de
verhoudingen tussen de leverancierslanden zullen wijzigen en dat
China een nog belangrijker rol zal spelen in de textielhandel. Ik verwijs
daarbij naar de jongste studie die de Commissie heeft laten uitvoeren,
waaraan u refereert en die onlangs werd gepubliceerd. De studie
toont aan dat bedrijven die zich pro-actief opstellen ook beter
gewapend zijn. In dat verband veronderstellen de consultants dat
België het op dit vlak niet slecht zal doen, wat verheugend is.

Ten tweede, het advies van de sociale partners met name van de
Bijzondere Raadgevende Commissie Textiel en Kleding van de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven behandelt de drie
aandachtspunten handelsbeleid, concurrentiepositie en sociale
dimensie. Ik wil, voordat ik elk thema apart aansnijd, toch
onderstrepen dat deze materie wordt behandeld op het niveau van de
Europese Unie en dat België dus niet alleen kan en mag handelen.
Rekeninghoudend met de specificiteit van de textielsector heeft de
EU-commissie een groep op hoog niveau in het leven geroepen die
een actieplan zal ontwikkelen dat in de verschillende groepen van de
Raad zal worden besproken. Die groep op hoog niveau dient tegen
eind juli een eerste rapport voor te leggen. De besluiten zullen ook als
leidraad dienen voor onze acties.

Ik kan u misschien toch al enkele indicaties geven.

Wat het handelsbeleid betreft, de tarifaire aspecten, trachten we de
Doha-onderhandelingen opnieuw op gang te trekken. Men bestudeert
diverse denkpistes. Ik zal erover waken dat de specificiteit van de
textiel niet uit het oog wordt verloren.

03.03 Fientje Moerman, ministre:

Le régime transitoire ATC
(Agreement on Textile and
Clothing) pour le textile prendra fin
le 31 décembre 2004. Nul n'ignore
quelles seront les conséquences
de la soudaine levée des
restrictions à l'importation pour les
produits sensibles. L'étude de la
Commission européenne révèle
que la Chine jouera un rôle encore
plus important dans le secteur du
textile. Il ressort également de
cette étude que les entreprises qui
adoptent une attitude proactive
sont mieux armées. La Belgique
ne figurerait pas en mauvaise
position dans ce domaine.

L'avis des partenaires sociaux
s'articule autour de trois points.
Avant d'aborder chaque thème
séparément, je tiens à vous faire
observer que cette question est
traitée au niveau européen et que
la Belgique ne peut dès lors faire
cavalier seul. En ce qui concerne
le textile, la Commission a mis en
place un groupe de haut niveau
chargé d'élaborer un plan d'action
qui sera examiné au sein des
différents groupes du Conseil. Le
premier rapport doit être prêt pour
la fin du mois de juillet. Les
conclusions du rapport serviront
de fil conducteur à nos actions.

Nous essayons de relancer les

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

In het kader van de niet-tarifaire belemmeringen behoort de
markttoegang tot derde landen niet alleen tot de Belgische prioriteiten,
maar het is ook één van de Europese prioriteiten. U weet dat, in het
kader van de Doha-onderhandelingen, het de Commissie is die
onderhandelt in naam van en met mandaat van de lidstaten.

De totstandkoming van een vrijhandelszone Paneuromed is een
doelstelling die ik steun. Er stellen zich daar echter nog enkele
technische vragen met betrekking tot de oorsprongregels.

De rol van China in de internationale handel vergt een grondige
studie. Mijn diensten werken aan een studie over de weerslag op ons
land van de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie.
Het is duidelijk dat de textielsector zich zorgen maakt over de
dominante positie van China, maar ik meen, zoals daarnet gezegd,
dat er nog mogelijkheden zijn voor onze industrie. Alvorens ik mij
uitspreek over de gevoelige thema's die de bijzondere raadgevende
commissie Textiel en Kleding naar voren heeft gebracht, wens ik ook
te beschikken over de besluiten van die gevraagde studie en te
overleggen met mijn collega's uit andere lidstaten om
samenhangende acties uit te werken.

Het punt van `made in EU' en het oorsprongslabel is zeer omstreden
binnen de Europese Unie. Daar geef ik er ook de voorkeur aan de
conclusies van de groep op hoog niveau hiervoor vermeld af te
wachten.

Op de raad concurrentievermogen van vorige week stond de
mededeling van de Commissie over het handelsbeleid in een
uitgebreid Europa aan de dagorde. Er werden diverse programma's
opgezet om de concurrentiepositie te versterken om de doelstellingen
van Lissabon te bereiken. De federale overheid heeft reeds
maatregelen genomen omtrent onderzoek en ontwikkeling. We zullen
alles in het werk stellen om R&D, dus onderzoek en ontwikkeling, op
de voorgrond te plaatsen. Ik kom daarop straks nog terug.

Wat de sociale dimensie betreft, heeft België een traditie van sociale
dialoog. Samen met mijn collega's die daarvoor bevoegd zijn, zal ik
nagaan hoe opleidingen en specifieke programma's voor sommige
categorieën arbeiders verbeterd kunnen worden.

Als besluit op uw vraag, mevrouw D'hondt, het volgende. Verwijzend
naar het advies van de Bijzondere Raadgevende Commissie Textiel
en Kleding van de CRB raakt u vele complexe thema's aan die zeker
een grondige analyse en debat vergen. Ik zal aan mijn diensten
vragen, rekening houdend met de resultaten in het kader van de
groep op hoog niveau van de Commissie en met het advies van de
Centrale Raad, mogelijke acties voor te stellen die coherent zijn met
de aanpak en doelstellingen van de Europese Unie.

négociations de Doha. Je veille à
ce que le textile ne soit pas perdu
de vue. La Commission
européenne négocie dans ce
cadre au nom des Etats membres.

Je soutiens l'objectif d'une zone de
libre échange. Des questions
demeurent cependant en ce qui
concerne les règles d'origine.

Mes services examinent les
retombées de l'adhésion de la
Chine à l'OMC. J'attends les
résultats de cette étude avant de
consulter les autres Etats
membres dans la perspective
d'élaborer des actions cohérentes.

Le label d'origine et le label made
in EU sont très controversés au
sein de l'UE. C'est pourquoi je
préfère attendre les conclusions
du groupe de haut niveau créé par
la Commission.

La communication était à l'ordre
du jour de la réunion du Conseil
compétitivité de la semaine
dernière. Divers programmes ont
été mis sur pied afin de renforcer
la compétitivité et d'atteindre les
objectifs de Lisbonne. Le pouvoir
fédéral a déjà pris des mesures en
matière de recherche et de
développement.

La Belgique a une tradition de
dialogue social. Je verrai avec
mes collègues comment améliorer
les formations et certains
programmes spécifiques. Je
demanderai à mes services -
compte tenu des conclusions du
groupe de haut niveau de la
Commission et de l'avis du
Conseil central - de proposer des
actions possibles qui soient
cohérentes avec l'approche et les
objectifs de l'UE.

Monsieur Crucke, en ce qui concerne plus spécifiquement votre
question, je répète que la Belgique ne peut agir seule et que nous
attendrons donc les conclusions du groupe de travail pour mettre en
oeuvre d'éventuelles actions.

Toutefois, au niveau de la recherche et du développement, nous
prenons déjà certaines mesures. A titre d'exemple, le Moniteur belge

België kan niet op eigen houtje
optreden. Op het vlak van
onderzoek en ontwikkeling werd
echter al een aantal maatregelen
genomen. Gisteren werd in het
Staatsblad een koninklijk besluit
gepubliceerd dat het aantal

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'hier contenait la publication d'un arrêté royal visant à élargir à 72
institutions scientifiques de tous genres - j'y reviendrai - la mesure
existant déjà pour les universités et les hautes écoles, à savoir que la
moitié du précompte professionnel prélevé sur les salaires des
chercheurs reste dans ces institutions. Or, parmi ces institutions, on
trouve aussi les 10 centres de Grote qui sont d'une importance
particulière dans certains secteurs comme celui du bâtiment et du
textile car ils regroupent la recherche dans ces domaines.

Par cette mesure générale et horizontale prise dans le secteur de la
recherche et du développement, on essaie - et on y arrivera, je
l'espère - d'améliorer les capacités de recherche et de développement
dans le secteur du textile et de l'habillement. Hier, je me suis rendue
chez Centexbel à Gand - ma ville natale, noblesse oblige! - où l'on
m'a brossé un tableau très impressionnant des nouvelles possibilités
qui, grâce à une recherche de pointe dans ce secteur, ouvrent de
nouvelles perspectives pour notre industrie textile.

wetenschappelijke instellingen dat
aanspraak kan maken op
maatregelen tot vermindering van
de bedrijfsvoorheffing op 72
brengt. Het gaat om instellingen
waarvan onderzoekscentra van
bepaalde sectoren, zoals de bouw-
en de textielsector, deel uitmaken.
Via die algemene maatregelen wil
men de onderzoeks- en de
ontwikkelingscapaciteit in de
textiel- en de kledingsector
verbeteren. Gisteren nog was ik bij
Centexbel in Gent, waar ik onder
de indruk was van de nieuwe
mogelijkheden voor de
textielindustrie.

03.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, ik vat even samen.

Ten eerste, ik heb begrepen dat uw diensten reeds een grondige
analyse maken van de rol van China in heel dit gebeuren.

Ten tweede, u wenst voor een aantal heel belangrijke zaken te
wachten op het rapport dat eind juli zou worden voorgesteld. Mevrouw
de minister, ik zal zien wat het resultaat is wanneer we dat rapport
krijgen en zal dan weten of het nog opportuun is daarop nog te
reageren.

Ik wil er wel op aandringen in de mate dat dit al niet gepland is dat
wat de inbreng en de houding van ons land betreft, u de sociale
partners, zoals ze verenigd zijn in de Bijzondere Raadgevende
Commissie Textiel en Kleding, daarbij zeer nauw betrekt.

Ik ben er mij weliswaar zeer goed van bewust dat dit op Europees
niveau zal worden beslecht. Ik denk echter dat de geschiedenis van
de textiel- en kledingnijverheid heeft bewezen dat de sociale
partners of het nu van de zijde van de werknemers of de
werkgevers is wat betreft het overleven van hun sector aan één zeel
trekken. Zij zijn op dat vlak zeker als gezamenlijke partners
beschikbaar om daaraan mee te werken. Het is volgens mij ook heel
belangrijk omwille van de bijna vijftigduizend arbeidsplaatsen die deze
sector nog altijd vertegenwoordigt in ons land.

Ik zal in september of oktober na het reces zien hoever het hiermee
staat.

03.04 Greta D'hondt (CD&V):

Les services de la ministre
effectuent une analyse
approfondie du rôle de la Chine.
La ministre attend le rapport prévu
pour la fin juillet 2004 avant de se
prononcer sur une série de
questions importantes. J'attends
de connaître les conclusions de ce
rapport. J'insiste pour que la
Belgique adopte son attitude sur le
plan européen en étroite
collaboration avec les partenaires
sociaux de la Commission
consultative spéciale du textile et
du vêtement. L'histoire prouve que
les travailleurs et les employeurs
s'engagent ensemble pour la
survie de ce secteur qui
représente toujours quelque
50.000 emplois dans notre pays.

03.05 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la ministre, je vous remercie

pour cette réponse attentive et intelligente.

Je peux comprendre que des mesures défensives à l'égard de la
Chine soient prises sur un plan international et européen mais des
mesures proactives et actives peuvent également être prises. Je
comprends également que vous attendiez ce rapport pour fin juillet
puisqu'il vous permettra de développer ces mesures. Vous avez, et
vous le savez, une position centrale pour ne pas dire fédérale
entre les Régions et l'Europe. C'est donc par vous que passeront ces

03.05 Jean-Luc Crucke (MR): Ik

dank u voor dit nauwgezette
antwoord. Ik kan begrijpen dat er
defensieve maatregelen worden
getroffen op internationaal vlak,
maar er kunnen ook actievere
maatregelen genomen worden. U
staat tussen de Gewesten en
Europa in, u is als het ware de spil
van dat alles.

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mesures et ce que j'appelle cet activisme dans un domaine qui fait
encore vivre heureusement beaucoup de gens.

Hier, vous étiez à Gand. Pour ma part, j'étais à Lille, pas loin de
Gand, où on parlait d'Eurodistrict. Dans le cadre du grand Lille, nos
amis français parlent souvent d'Europe en oubliant qu'une frontière
existe et qu'il faut la passer pour la connaître. Ils vantaient durant
toute la soirée la manière dont ils ont restructuré l'entreprise textile sur
le grand Lille où, manifestement, en investissant dans la recherche et
le développement c'est ce que j'ai dit tout à l'heure , on avait pu
sauver le secteur. J'ai cru bon leur rappeler que l'on faisait la même
chose dans le Hainaut occidental et dans le Courtraisis à Gand
également mais dans le cadre d'Eurodistrict, cette ville n'est pas
impliquée. J'estime que c'est à ce niveau qu'il faut avoir une longueur
d'avance car nous ne sommes pas les seuls à penser à ce type de
mesure. Par contre, ce secteur étant important et vital pour une
région, nous avons l'obligation de réussir en la matière et pas
seulement de faire de grands discours comme j'ai entendu hier soir à
Lille.

Je serai également attentif au rapport qui vous sera remis fin juillet.

Terwijl u in Gent was, was ik in
Rijsel, waar er sprake was van
Eurodistrict. De Fransen klopten
zich op de borst en beroemden
zich op de manier waarop zij de
textielindustrie geherstructureerd
en aldus gered hebben. We
moeten de anderen voor blijven,
want we zijn niet de enigen die
dergelijke maatregelen over-
wegen. De sector is van vitaal
belang voor een hele streek, en
het is dan ook onze plicht in ons
opzet te slagen. Ik zal het rapport
dat u eind juli zal worden bezorgd,
aandachtig lezen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur

et de la Politique scientifique sur "les menaces de délocalisation de l'industrie automobile" (n° 2857)

04 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel

en Wetenschapsbeleid over "de dreiging van de automobielsector zijn activiteiten naar het buitenland
te verleggen" (nr. 2857)

04.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la

ministre, selon une étude de l'Agoria et de la Febiac, un quart des
entreprises du secteur automobile en Belgique envisageraient de
délocaliser une partie, voire l'ensemble de leur production vers l'Asie
ou l'Europe de l'Est. On surnomme l'Asie le "grand monstre"; quant à
l'Europe de l'Est, elle nous est plus proche puisque certains de ses
pays, pour ne pas dire la plupart, sont entrés dans l'UE.

La moitié des entreprises interrogées dans cette enquête disent avoir
des plans d'expansion. Pour rappel, ce secteur de l'automobile
emploie actuellement quelque 100.000 travailleurs en Belgique.

Mes questions seront assez simples.

- Comment interprétez-vous ce type de déclaration?
- S'agit-il d'une sorte de chantage, d'alarme tirée ou de réalité?
- Entendez-vous rencontrer lesdites

entreprises ou leurs

représentants? Si oui, dans quel délai? Il s'agit d'un dossier important
qu'il ne faut pas traiter à la légère.
- Quelles sont les mesures que vous pourriez envisager afin de
remédier, si pas à ce phénomène, en tout cas à un état d'esprit qui ne
me semble pas de bon aloi?

04.01 Jean-Luc Crucke (MR): Uit

een studie van Agoria en Febiac
blijkt dat een vierde van de
automobielbedrijven in België, die
in ons land om en bij de 100.000
mensen te werk stellen,
overwegen hun activiteiten naar
Azië of Oost-Europa te
verplaatsen.

Wat vindt u daarvan? Zal u de
vertegenwoordigers van de sector
ontmoeten? Welke maatregelen
zal u treffen om dat verschijnsel
tegen te gaan en die mentaliteit
om te buigen?

04.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, monsieur

Crucke, la crainte de la délocalisation, notamment dans le secteur
automobile, est un sujet particulièrement sensible. Point n'est
nécessaire de faire référence à certaines fermetures récentes. Le

04.02 Minister Fientje Moerman:

De vrees voor een verplaatsing
van de activiteiten, meer bepaald
in de automobielsector, is

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

thème est d'actualité aussi bien à l'échelle nationale qu'au niveau
européen et même au niveau mondial. Toutefois, l'industrie, en
particulier l'industrie automobile, reste importante en Belgique.

En ce qui concerne l'enquête menée par l'Agoria et la Febiac, on ne
peut évidemment rester insensible au fait que des entreprises aient
des projets de délocalisation. Il convient cependant de nuancer les
chiffres présentés. D'abord, les entreprises interrogées représentent
moins d'un quart des entreprises actives dans le secteur automobile.
De plus, la moitié des entreprises concernées ont des projets
d'agrandissement en Belgique et 35% estiment que la Belgique reste
une région intéressante pour continuer leur activité. En outre, les
résultats de l'enquête doivent encore faire l'objet d'une analyse
approfondie afin d'envisager les actions à mener en connaissance de
cause.

Des initiatives pour répondre à des préoccupations de compétitivité
sont en cours aussi bien au niveau européen qu'au niveau de la
Belgique.

La Commission européenne, notamment en réponse aux
préoccupations exprimées par certains Etats membres, vient de
présenter une communication sur la politique industrielle:
"Accompagner les mutations structurelles, une politique industrielle
pour l'Europe élargie".

Selon le diagnostic établi par la Commission, aucune tendance
générale de désindustrialisation ne peut être constatée. En effet, une
désindustrialisation absolue impliquerait une diminution de l'emploi,
de la production et de la croissance de la productivité.

Or la communication montre qu'il s'agit ici d'une accélération du
processus de mutation structurelle, c'est-à-dire une réallocation des
ressources de l'industrie manufacturière vers les services. La perte
d'emplois dans la majorité du secteur manufacturier s'est
accompagnée d'une hausse de la valeur ajoutée de la productivité du
travail. Ce processus est le résultat du progrès technologique et est
indispensable au maintien de la compétitivité.

La Commission reconnaît cependant que le manque d'innovation et
d'investissement dans la recherche et le développement, la faible
croissance de la productivité et l'intensification de la concurrence
internationale pourraient avoir de graves conséquences pour l'Union
européenne.

Le thème de la désindustrialisation était lui aussi à l'ordre du jour du
Conseil Compétitivité du 17 mai et sera approfondi lors de la
présidence néerlandaise.

Dans le secteur automobile là aussi, la Commission a annoncé la
création d'un groupe de haut niveau comme tous les groupes de
travail d'ailleurs - afin d'examiner la compétitivité de ce secteur et, le
cas échéant, de lancer les initiatives nécessaires. J'ai chargé mon
administration de suivre ces travaux et de me présenter des
recommandations pour en discuter au niveau européen.

Au niveau belge, le Bureau fédéral du Plan a également lancé une
étude sur le phénomène de la désindustrialisation: "L'industrie a-t-elle

inderdaad, zowel nationaal als
internationaal, een heikele
kwestie. Het blijft echter een
belangrijke bedrijfstak in ons land.

Voormeld onderzoek mag ons
inderdaad niet onberoerd laten,
maar de cijfers moeten
genuanceerd worden. Zo
vertegenwoordigen de bevraagde
ondernemingen minder dan een
kwart van het totaal van de in de
sector actieve bedrijven. De helft
van die bedrijven hebben ook
uitbreidingsplannen in België en
35% is van mening dat ons land
interessant blijft voor de
uitoefening van hun activiteit. De
resultaten van het onderzoek
moeten nog grondig worden
geanalyseerd.

Er wordt zowel op Europees als op
Belgisch niveau actie ondernomen
om aan de bekommernissen
inzake het concurrentievermogen
tegemoet te komen.

Zo heeft de Europese Commissie
een mededeling gepubliceerd
betreffende het industriebeleid na
de uitbreiding.

Volgens de Commissie is er geen
algemene tendens naar
deïndustrialisering, wel naar een
versnelde structurele verandering,
met een herschikking van de
middelen. Dat proces, dat
voortvloeit uit de technologische
vooruitgang, is noodzakelijk voor
het behoud van het concurrentie-
vermogen. De Commissie
waarschuwt wel voor de mogelijke
ernstige gevolgen van de geringe
investeringen in onderzoek en
ontwikkeling, de zwakke groei van
de productiviteit en de toename
van de concurrentie.

De Commissie heeft meer bepaald
voor de automobielsector een
groep op hoog niveau ingesteld
om de concurrentiekracht van de
sector onder de loep te nemen en
de nodige maatregelen te treffen.

Op Belgisch niveau heeft het

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

un avenir en Belgique?". Cette étude insiste en particulier sur la
nécessité de développer là aussi la recherche et le développement
pour rester compétitif.

La mesure que je viens de vous citer en faveur des institutions
scientifiques sera élargie, à partir du 1

janvier 2005, au secteur

privé. C'est aussi une mesure horizontale puisque le privé travaille en
collaboration avec des institutions d'enseignement supérieur,
universités et hautes écoles ou avec des institutions figurant sur cette
liste qui en compte 72 pour l'instant. Particulièrement pour la
recherche et le développement dans le secteur de l'automobile, il
s'agit d'une mesure importante qui augmentera et augmente déjà
l'attractivité de notre pays pour des activités en recherche et
développement dans l'industrie automobile. Il suffit de voir les
annonces récentes de certains constructeurs indiquant qu'ils allaient
développer leurs activités de recherche et développement dans notre
pays, avec des emplois supplémentaires.

Mes services rencontrent régulièrement les représentants du secteur
industriel, notamment de l'industrie automobile, lorsque des points
importants les concernent. Dans le cadre du groupe de haut niveau
lancé par la Commission, par exemple, mes services prendront
contact avec des représentants du secteur automobile. Par ailleurs, je
suis attentive aux résultats d'études dans ce domaine et je serais très
intéressée par les résultats détaillés de l'étude d'Agoria et de Febiac
ainsi que l'étude du Bureau du Plan.

À l'occasion des visites que j'essaie de rendre toutes les semaines à
l'une ou l'autre entreprise, j'ai visité la semaine dernière une
entreprise automobile, responsable à elle seule de la production de
270.000 voitures par an. Quand on sait que la production belge est de
900.000 voitures je cite de mémoire -, vous voyez que c'est une
entreprise importante. J'ai également eu l'occasion de visiter des
sous-traitants.

Dans le cas d'espèce, on a procédé à une expansion des activités,
non seulement chez le constructeur mais aussi chez les sous-
traitants. On prévoit même des travaux publics pour améliorer
l'accessibilité du "just in time delivery" des sous-traitants vers cette
industrie.

Comme vous pouvez le constater, j'ai donc moi aussi des contacts
réguliers avec le secteur.

Quelles sont les mesures qui pourraient être envisagées afin de
remédier à ce phénomène de délocalisation et à cet état d'esprit? Je
crois en effet qu'il s'agit surtout d'un état d'esprit et d'une crainte. Mes
services lanceront une analyse des mesures envisageables
notamment dans le cadre du groupe de travail de la commission.
J'attends les résultats. Toutefois, compte tenu de mes compétences,
je peux déjà suggérer quelques pistes.

Par exemple, investir dans la recherche et le développement je ne
développe plus ce sujet; je crois que j'ai suffisamment expliqué ce
qu'on essaie de faire en ce qui concerne le précompte professionnel.
A la suite du Conseil des ministres de Gembloux, on essaie aussi de
développer des niches telles que les technologies propres, lesdites
"clean technologies". Le gouvernement a décidé de les encourager

federaal Planbureau een studie in
de steigers gezet over de
deïndustrialisering, waarbij tevens
de nadruk gelegd wordt op de
noodzaak om meer te investeren
in onderzoek en ontwikkeling.

De voornoemde maatregel ten
gunste van de wetenschappelijke
instellingen zal op 1 januari 2005
worden uitgebreid tot de privé-
sector, die met de onderwijs- en
andere instellingen samenwerkt.
Dankzij deze maatregel zal ons
land een grotere aantrekkings-
kracht uitoefenen op onderzoeks-
en ontwikkelingsactiviteiten in de
automobielindustrie.

Mijn diensten ontmoeten de
vertegenwoordigers van de sector
regelmatig, en zullen dit ook doen
in het kader van de groep op hoog
niveau van de Commissie.
Bovendien volg ik met aandacht
de studies die ter zake worden
uitgevoerd. Ik ben dan ook
geïnteresseerd in de gedetail-
leerde resultaten van de studie
van het Planbureau en van die
waar u naar verwijst. In het kader
van mijn bedrijfsbezoeken ben ik
vorige week ook in een autofabriek
geweest, die 270.000 auto's per
jaar aflevert België produceert in
totaal 900.000 auto's en bij
onderaannemers.

Allen hebben zij hun activiteiten
uitgebreid, en er zijn zelfs werken
gepland om de toegankelijkheid
van het bedrijf voor de
onderaannemers te verbeteren.
Zoals u ziet heb ik zelf ook
regelmatig contact met de sector.

Ik kom tot de maatregelen om
delokalisatie tegen te gaan en
vooral om de bestaande
mentaliteit om te buigen. Mijn
diensten zullen zich, onder meer in
het kader van de werkgroep van
de commissie, over die
problematiek buigen. Ik wacht de
resultaten daarvan af, maar ik kan
wel al een aantal denkpistes
formuleren. Zo kan worden
gedacht aan investeringen in

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

par des mesures diverses qui dépassent le cadre d'une question
orale. On peut encore citer l'amélioration du cadre réglementaire en
évitant l'excès de réglementation, la limitation des contraintes
administratives pesant sur les entreprises et les PME afin de stimuler
de façon horizontale là aussi les investissements. Quand on parle de
l'amélioration du cadre compétitif des entreprises en Belgique, on
pourrait citer la décision de limiter les prélèvements sur les
consommations d'énergie des entreprises, les plafonner mais
également prévoir un plafond dégressif en fonction de l'augmentation
de la consommation, tout comme cela existe dans les pays voisins,
les Pays-Bas, la France et l'Allemagne.

onderzoek en ontwikkeling en aan
specialisatie in niches als schone
technologie, het reglementaire
kader kan worden verbeterd, de
administratieve lasten waarvan de
ondernemingen het slachtoffer
zijn, kunnen worden beperkt, enz.
Ook de maatregel om, zoals in
onze buurlanden, de heffingen op
het energiegebruik van de
ondernemingen naarmate het
verbruik toeneemt, te beperken,
hoort thuis in dat rijtje.

04.03 Jean-Luc Crucke (MR): Madame la ministre, je voudrais vous

remercier pour la qualité et le caractère extrêmement complet de
votre réponse. Selon moi, cette manière volontariste de répondre à
ceux qui ont simplement été le relais d'une enquête dont il faut
relativiser certaines données - vous avez attiré l'attention sur ce point
- et dont les conclusions n'ont pas encore été tirées, est positive. En
effet, l'état d'esprit que peut générer ce type d'enquête n'est pas un
bon état d'esprit et le marché peut en pâtir. On pourrait faire référence
à certaines émissions de télévision: lorsque l'on n'entend que des
mauvaises nouvelles, on pense que tout va mal!

Or, des mesures positives existent et c'est votre rôle d'éviter la
sinistrose en la matière. J'ai entendu vos observations. Effectivement,
il y a des choses à faire sur le plan économique et je relayerai ces
propos à Mme D'hondt. Je comprends très bien que vous visitiez
actuellement votre région à l'heure où tout le monde fait quasiment la
même chose!

J'ajoute enfin que, même si c'est un autre débat, il y a des mesures à
prendre sur le plan social qui peuvent être utiles aux entreprises et à
leurs travailleurs.

04.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik

stel de vastberaden wijze op prijs
waarop u rekening houdt met
degenen die de resultaten van een
onderzoek in hun actie vertaald
hebben. Het behoort namelijk tot
uw taak overdreven pessimisme te
bestrijden al dienen zeker
maatregelen op sociaal vlak te
worden getroffen.

04.04 Fientje Moerman, ministre: Monsieur Crucke, je peux encore

mentionner une autre mesure, celle qui consiste à laisser aux
entreprises où l'on travaille en équipes 1% du précompte
professionnel. C'est une mesure comparable à celle existant dans le
domaine de la recherche mais avec un pourcentage inférieur. Etant
donné que l'industrie automobile utilise presque toujours le travail en
équipes, c'est aussi une mesure bénéfique pour ce secteur.

04.04 Minister Fientje Moerman:

Ik verwijs nog naar de maatregel
die erin bestaat de bedrijfs-
voorheffing van de bedrijven die in
ploegen werken, met één procent
te verminderen. Die maatregel is
goed voor de auto-industrie.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 2858 de M. Crucke sur la grève prévue dans le secteur de la distribution est
retirée. Cette grève n'a pas eu lieu et Mme Laruelle a répondu à ce propos ce matin.

05 Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur

et de la Politique scientifique sur "les dangers potentiels des nanotechnologies" (n° 2879)

05 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel

en Wetenschapsbeleid over "de risico's verbonden aan de nanotechnologieën" (nr. 2879)

05.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la

ministre, ce qu'on appelle la nanotechnologie est un domaine encore
très mal maîtrisé, mais qui a une influence extrême, tant dans le

05.01 Jean-Luc Crucke (MR):

Mijn vraag heeft betrekking op een
zowel hoopgevend als

25/05/2004

CRIV 51

COM 272

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

domaine de la recherche/développement que dans le respect de la
vie privée. La nanotechnologie a fait l'objet d'études diverses.
Plusieurs rapports internationaux attirent l'attention sur l'effet de
multiplication de cette recherche. Il y a là une productivité, une
richesse énorme à pouvoir retrouver. Cependant, certaines craintes
s'élèvent quant aux conséquences que cela peut avoir sur la vie
quotidienne et certainement sur la concurrence de tous les jours. La
nanotechnologie est une technique de manipulation de la matière à
l'échelle du milliardième de mètre.

Ma question, madame la ministre, est à la fois teintée d'espoir et
d'inquiétude. D'espoir, parce que la recherche ne s'arrête pas et je
pense que l'économie doit pouvoir l'intégrer; mais aussi d'inquiétude,
parce qu'on a l'impression que, dans ce domaine, on manie à la fois
l'eau et le feu sans très bien savoir où l'on va.

Voulez-vous me dire s'il existe des études sur la toxicité potentielle
des matériaux utilisés en Belgique? Quel est l'état de la recherche
scientifique? C'est surtout cela qu'il est important de savoir sur le sujet
dans notre pays. Ne conviendrait-il pas de suivre l'exemple allemand?
En effet, le ministère allemand de la Recherche a édité une brochure
proposant une forte plongée dans le nanocosme de manière à éviter
certaines craintes, inutiles ou utiles, vous me le direz. Où en est ce
dossier en Belgique et que faire pour être à la tête du progrès, tout en
gardant les pieds sur terre?

onrustwekkend onderwerp, meer
bepaald de risico's die verbonden
zijn aan het ongecontroleerde
gebruik van nanotechnologie.

Voert men onderzoek naar de
potentiële toxiciteit van dit
materiaal? Hoever staat het
wetenschappelijk onderzoek?
Zullen we het Duitse voorbeeld
volgen?

05.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, monsieur

Crucke, en ce qui concerne les montants affectés à la
nanotechnologie en Belgique, au niveau fédéral, le département de la
Politique scientifique a affecté par son programme "Pôle d'attraction
interuniversitaire-Phase V, PAI-5", environ 15 millions d'euros répartis
sur cinq ans à deux grands réseaux de recherche sur les
nanotechnologies.

Les activités de ces deux réseaux, dont la coordination est assurée
par les professeurs Bruynseraede et De Schrijver à la Katholieke
Universiteit Leuven, se situent principalement dans le domaine des
agrégats métalliques, des éthérostructures, des nanosystèmes
supramoléculaires et magnétiques, des nanostructures de carbone et
de la chimie supramoléculaire.

Mais, pour l'instant, aucune recherche concernant d'éventuels
dangers n'est en cours en Belgique.

Si on considère notre situation par rapport à celle d'autres pays, on
constate, par exemple, que le montant consacré en Belgique, à la
nanotechnologie est relativement modeste par rapport aux Pays-Bas
où les pouvoirs publics, par le biais du ministère des Affaires
économiques, ont prévu une subvention de 250 millions d'euros pour
les nano et micro-systèmes et où une évaluation des aspects à
risques a lieu dans le cadre de la mise en oeuvre de ce programme
dont un des acteurs est le professeur Reinhold de l'université de
Twente.

Pour information, le seul risque dont il faudrait tenir compte
actuellement est une éventuelle réaction sur certains sujets aux
nanoparticules, comme les nanotubes. Mais cela n'a pas été prouvé à
l'heure actuelle.

05.02 Minister Fientje Moerman:

Het departement Wetenschaps-
beleid heeft ongeveer 15 miljoen
euro uitgetrokken, gespreid over
vijf jaar, voor twee grote
netwerken voor onderzoek naar
nanotechnologie.

Professor Bruynseraede en
professor De Schrijver staan in
voor de coördinatie van deze
netwerken aan de Katholieke
Universiteit Leuven. Het
onderzoek heeft betrekking op de
volgenden gebieden: metaal-
aggregaten, etherstructuren,
supramoleculaire en magnetische
nanosystemen, koolstofnano-
structuren en ultramoleculaire
chemie.

Op dit ogenblik loopt in België
geen enkel onderzoek naar de
eventuele gevaren van deze
technologie.

In België wordt een bescheiden
bedrag aan de nanotechnologie
besteed, in vergelijking met
Nederland waar de overheid in
een subsidie van 250 miljoen euro
voor de nano- en microsystemen

CRIV 51

COM 272

25/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

heeft voorzien en waar een
risicobeoordeling heeft
plaatsgevonden. Eén van de
bezielers van dit programma is
professor Reinhold van de
universiteit van Twente.

De mogelijke reactie van
sommigen op nanopartikels is het
enige risico dat op dit ogenblik
gekend is.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Question de M. Jean-Luc Crucke à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur

et de la Politique scientifique sur "l'ouverture plus systématique des commerces le dimanche"
(n° 2965)

06 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel

en Wetenschapsbeleid over "het systematischer openen van winkels op zondag" (nr. 2965)

06.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, la question

avait déjà été posée ce matin, mais je souhaite avoir la réponse de la
ministre de l'Economie en la matière.

Lors de l'assemblée générale des commerçants de la ville de Tournai,
qui s'est tenue le 17 mai 2004, cette association avait eu, à mon avis,
la judicieuse idée d'inviter le bourgmestre de la ville de Tournai. Après
avoir fait le point sur la situation, le bourgmestre a suggéré entre
autres aux commerçants, à mon grand étonnement, d'ouvrir plus
souvent leur magasin le dimanche, afin de répondre aux demandes
de la clientèle. Tournai n'est pas considérée comme une ville
touristique et ne dispose donc pas de cet avantage. Le président de
l'association a rappelé opportunément au bourgmestre que cette
pratique n'est pas légale, mais lorsque la demande est faite lors de
certains week-ends à thème, ce n'est pas moins de treize dérogations
qu'il convient de solliciter auprès dudit bourgmestre.

Madame la ministre, puis-je connaître votre sentiment sur cette
problématique de l'ouverture des commerces le dimanche? Ne
pensez-vous pas qu'il conviendrait de modifier la législation en
vigueur ou, en tout état de cause, de la simplifier afin d'éviter
d'alourdir les demandes par des tracasseries administratives
totalement inutiles? L'ouverture systématique des commerces le
dimanche n'aurait-elle pas néanmoins pour conséquence de déplacer
la clientèle, d'augmenter les coûts de gestion des petits indépendants
et d'engendrer des effets sociaux pervers? Je ne suis pas du tout
certain qu'une large proportion de commerçants souhaite ce type de
modification.

06.01 Jean-Luc Crucke (MR):

De burgemeester van Doornik, die
op de algemene vergadering van
de handelaars van de stad was
uitgenodigd, opperde dat die hun
winkels eens vaker op zondag
moesten openen, om aan de
vraag van de klanten tegemoet te
komen. Men wees hem erop dat
het om een onwettige praktijk gaat
en dat er, ter gelegenheid van
bepaalde themaweekends, niet
minder dan dertien afwijkingen
moeten worden gevraagd aan de
burgemeester.

Wat denkt u over dit probleem?
Zou de wetgeving niet beter
worden vereenvoudigd om de
administratieve rompslomp weg te
werken? Zou een systematische
zondagopening niet

tot een

verschuiving van de klanten en tot
een toename van de
beheerskosten van de kleine
zelfstandige leiden? Vreest u niet
voor ongewenste gevolgen op
sociaal vlak?

06.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur Crucke, j'ai un peu

honte de vous avoir laissé poser toute votre question. En effet, la
réponse que je dois apporter à cette question est la même que celle
qu'a donnée Mme Laruelle: les heures d'ouverture et le repos
hebdomadaire sont du ressort de Mme Laruelle et de M. Frank
Vandenbroucke, et non de ma compétence. Je suis désolée, je sais
que c'est parfois compliqué.

06.02 Minister Fientje Moerman:

Die problematiek valt onder de
bevoegdheid van de ministers
Laruelle en Vandenbroucke