CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 267
CRIV 51 COM 267
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
lundi
maandag
24-05-2004
24-05-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters au ministre de la
Coopération au développement sur "la
coopération au développement et les PME"
(n° 2348)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Ontwikkelingssamenwerking over "de
ontwikkelingssamenwerking en de KMO's"
(nr. 2348)
1
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de la Coopération au développement
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre
de la Coopération au développement sur "les
actions menées par le gouvernement vietnamien
contre les montagnards" (n° 2584)
3
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
acties van de Vietnamese regering ten aanzien
van de bergvolkeren" (nr. 2584)
3
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Marc Verwilghen, ministre
de la Coopération au développement
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre
de la Coopération au développement sur
"l'application de la loi visant à promouvoir la
production socialement responsable" (n° 2585)
5
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
toepassing van de wet ter bevordering van de
sociaal verantwoorde productie" (nr. 2585)
5
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Marc Verwilghen, ministre
de la Coopération au développement
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre
de la Coopération au développement sur "la
préparation de la Commission mixte Belgique-
Rwanda du 17 au 19/05/04" (n° 2586)
7
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
voorbereiding van de Gemengde Commissie
België-Rwanda van 17 tot en met 19/05/04"
(nr. 2586)
7
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Marc Verwilghen, ministre
de la Coopération au développement
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre
de la Coopération au développement sur "le non-
versement des subsides aux ONG belges"
(n° 2688)
11
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over
"het uitblijven van de doorstorting van de
subsidies aan de Belgische NGO's" (nr. 2688)
11
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Marc Verwilghen, ministre
de la Coopération au développement
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Ontwikkelingssamenwerking
Questions jointes de
12
Samengevoegde vragen van
12
- M. Guido Tastenhoye au ministre de la
Coopération au développement sur "la remise de
67 pour cent de la dette active du Congo"
(n° 2976)
12
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de
kwijtschelding van 67 procent van de uitstaande
schuld van Congo" (nr. 2976)
12
- Mme Zoé Genot au ministre de la Coopération
au développement sur "les opérations
d'allègement de la dette des pays en voie de
développement" (n° 2985)
12
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de
schuldverlichting voor ontwikkelingslanden"
(nr. 2985)
12
Orateurs: Guido Tastenhoye, Zoé Genot,
Marc Verwilghen
, ministre de la Coopération
au développement
Sprekers: Guido Tastenhoye, Zoé Genot,
Marc Verwilghen
, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
Question de Mme Zoé Genot au ministre de la
Coopération au développement sur "l'ajustement
budgétaire" (n° 2984)
18
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Ontwikkelingssamenwerking over "de
begrotingsaanpassing" (nr. 2984)
18
Orateurs: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
ministre de la Coopération au développement
Sprekers: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
minister van Ontwikkelingssamenwerking
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1

COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
LUNDI
24
MAI
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
24
MEI
2004
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.21 heures par Mme Annemie Neyts-Uyttebroeck, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.21 uur door mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
ontwikkelingssamenwerking en de KMO's" (nr. 2348)
01 Question de Mme Trees Pieters au ministre de la Coopération au développement sur "la
coopération au développement et les PME" (n° 2348)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag komt een beetje laat. Door mijn afwezigheid
werd ze immers verschoven.

Mijnheer de minister, ik heb echter begrepen dat u overleg hebt
gepleegd met de ondernemers die bereid zouden zijn om mee te
werken aan ontwikkelingsprojecten in het Zuiden. Uit dat gesprek
kwam vooral naar voren dat die ondernemers nood hebben aan een
aangepaste ondersteuning. Die ondernemers zijn voornamelijk
KMO's. Hun ondersteuning zou moeten komen van de overheid en
situeert zich voornamelijk op het vlak van cofinanciering, dit gezien de
niet altijd risicoloze investeringen of het niet altijd risicoloze karakter
van de projecten waarin ze investeren.

Bovendien hebben die KMO-ondernemers ook gevraagd dat zij een
beroep zouden kunnen doen op aangepaste opleidingen vanuit het
departement Ontwikkelingssamenwerking. Ze drongen bij u aan op
aangepaste instrumenten voor KMO's die interesse zouden hebben in
dergelijke investeringen. Die instrumenten zouden zich voornamelijk
situeren op het vlak van financiering.

Mijnheer de minister, ik zou u concreet willen vragen wat er reeds
gebeurd is om die KMO's te ondersteunen of wat u zult doen om de
KMO's, die intenties hebben voor het uitbouwen van de
ontwikkelingssamenwerking, te ondersteunen. Indien er reeds een
aantal instrumenten op het getouw staan, over welke instrumenten
gaat het dan precies. Indien dit niet het geval is, wanneer mogen wij
dan de eerste concrete maatregelen verwachten?
01.01 Trees Pieters (CD&V): Le
ministre s'est récemment concerté
avec des chefs d'entreprise
disposés à coopérer à la
réalisation de projets de
développement. Ces entretiens
ont avant tout fait ressortir la
nécessité d'un appui adéquat des
pouvoirs publics, notamment sur le
plan du cofinancement. Il faut
savoir que les investissements
dans des projets de
développement sont bien souvent
des investissements à risque.

Comment le gouvernement
compte-t-il soutenir les
entrepreneurs? Avec quels
instruments concrets? Pour quand
les premières mesures sont-elles
attendues?
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Pieters, ik had reeds de gelegenheid om het plan dat terzake door de
regering is goedgekeurd, aan de commissie toe te lichten.

Op de eerste plaats zou ik toch de aandacht willen vestigen op het feit
dat het doelpubliek van mijn beleid "Ondernemen tegen armoede en
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le programme "Entreprendre
contre la pauvreté et pour le
développement" s'adresse essen-
tiellement aux petites et aux
moyennes entreprises. Les PME
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
voor ontwikkeling" de kleine en middelgrote onderneming in
hoofdzaak is. Het zijn vooral zij die een steuntje in de rug kunnen
gebruiken in het uitbouwen van ontwikkelingssamenwerking.
Bovendien kunnen de KMO's als motor van economische groei een
essentiële bijdrage leveren voor de duurzame ontwikkeling en groei
en ook een effectieve armoedebestrijding mogelijk maken.

KMO's zullen op drie manieren ondersteund worden in hun intenties
tot het uitbouwen van ontwikkelingssamenwerking. Ten eerste,
sensibilisering van het bedrijfsleven voor de
ontwikkelingsproblematiek. Dat gebeurt door ondersteuning van
uitwisselingsprogramma's. Dat gebeurt door een jaarlijkse
ondernemingsbeurs voor het Zuiden. Dat gebeurt ook door KMO's
beter in te lichten over de Belgische ontwikkelingssamenwerking en
de projecten die kunnen worden gesteund in de partnerlanden. Dat is
een eerste pijler.

Ten tweede, het bevorderen van maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Afgezien van een bijdrage aan de ontwikkeling van de
private sector in ontwikkelingslanden moeten onze bedrijven ­
voornamelijk de KMO's ­ eveneens andere ontwikkelingsprojecten
kunnen ondersteunen, die de landen in het Zuiden ten goede komen.
Het beleid op dit vlak omvat, ten eerste, het bevorderen van dialoog
tussen de private sector en de sector van de
ontwikkelingssamenwerking; ten tweede, de bundeling van de
verschillende initiatieven om de billijke handel mogelijk te maken en
dat door een fair trade center; ten derde, door het afsluiten van
ontwikkelingspartnerschappen tussen de publieke en de private
sector en de niet-gouvernementele organisaties en ook door de
oprichting van een solidariteitsfonds voor aids-bestrijding in Zuid-
Afrika.

Dan is er een derde pijler, te weten: het verlagen van de drempel om
te investeren in ontwikkelingslanden. Wij hebben immers vastgesteld
dat daar meestal het schoentje wringt. Er zijn partnerschappen aan te
gaan door te werken aan knelpunten inzake expertise, opleiding en
financiering, waaraan het hun ontbreekt. Wij zullen daarvoor de
middelen en het instrumentarium van de Belgische maatschappij voor
de Investeringen in de Ontwikkelingslanden of BIO uitbreiden door
drie nieuwe instrumenten ter beschikking te stellen.

Ten eerste doen wij dat via een expertisefonds. Op dat expertisefonds
kan een beroep worden gedaan ter financiering van de technische
assistentie, de haalbaarheidsstudie en de aanverwante studies, en de
opleiding die bijdraagt tot duurzame ontwikkeling voor
ondernemingen. Ten tweede zullen wij dat ook proberen te doen via
een ondersteuningsfonds voor de ontwikkeling van de private sector.
Het ondersteuningsfonds wordt opgericht om ondernemingen in
ontwikkelingslanden en hun partners in het noorden te helpen de
financiële drempel voor de investering te overschrijden. Ten derde
doen wij dat door een lokale muntfaciliteit. Dat wil zeggen, de lokale
muntfaciliteit zou BIO moeten aanzetten projecten te ondersteunen in
ontwikkelingslanden waar het wisselrisico aanzienlijk is en waar de
terugbetaling uiteindelijk toch in euro of in dollar zal moeten
geschieden.

Wat het tijdstip betreft waarop een en ander in werking zal treden, zijn
de eerste maatregelen nog voor dit jaar. Het is dus een partiële
peuvent jouer un rôle dans le
domaine de la coopération au
développement mais elles ont
besoin d'être stimulées. Et je
compte les stimuler en sensibi-
lisant les milieux entrepreneuriaux
aux problèmes du développement,
notamment en créant une bourse
annuelle, en soutenant des
programmes d'échange et en
informant adéquatement les PME
au sujet des projets existants.

En outre, il importe de promouvoir
l'entreprise socialement respon-
sable. Dans ce cadre, l'autorité
publique entend favoriser le
dialogue entre le secteur privé et
le secteur de la coopération au
développement. En même temps,
un Fair Trade Center (Centre du
commerce équitable) sera chargé
de veiller à ce que les transactions
soient équitables et l'autorité
publique recherchera des parte-
nariats entre le secteur public, le
secteur privé et les ONG. Afin
d'abaisser le seuil que doit franchir
toute entreprise souhaitant investir
à l'étranger, nous avons mis trois
instruments supplémentaires à la
disposition de la Société belge
d'investissements dans les pays
en voie de développement: un
fonds d'expertise, un fonds de
soutien et un dispositif facilitant les
conversions dans les devises
locales. Les premières mesures
entreront en vigueur à l'automne
2004.
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
inwerkingtreding, want voor sommige maatregelen is meer nodig dan
enkel het bepalen van een datum: daarvoor moeten statuten gewijzigd
worden of daarvoor moet ook de wet worden gewijzigd. Vooral de
eerste twee maatregelen ­ sensibilisering en het maatschappelijk
verantwoord ondernemen ­ mogen verwacht worden voor het najaar
van 2004.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord, maar ik had graag nog een beetje meer uitleg gehad in
verband met het derde element, te weten de financiering. U spreekt
over een ondersteuningsfonds. Hoe zal dat eruit zien?
01.03 Trees Pieters (CD&V):
J'aimerais obtenir des précisions à
propos de ce fonds de soutien.
Les pouvoirs publics apporteront-
ils une aide concrète?
01.04 Minister Marc Verwilghen: Op het ondersteuningsfonds kan
een beroep worden gedaan in geval dat er een gemengd initiatief
wordt genomen door een Belgische kleine of middelgrote
onderneming met een partner in het ontwikkelingsland, ook een kleine
of middelgrote onderneming. De projecten worden op hun
ontwikkelingsrelevantie beoordeeld. De inspanningen zijn tijdelijk. Het
ondersteuningsfonds is een opstartfonds dat ondersteuning biedt bij
de opstart van een bedrijvigheid. De hulp zou gespreid worden over
een drietal jaar, met een maximumbedrag. Er is in een vork voorzien.
Die vork moet nog worden bepaald, maar de bedragen zullen wellicht
tussen minimaal 45.000 euro en maximaal 700.000 euro liggen, over
drie jaar gespreid. Het ontwikkelingsrelevant project zal na die drie
jaar op eigen vleugels moeten kunnen vliegen.

Het voorstel dat nu ter discussie ligt, werd in ruime mate besproken
met de ondernemingswereld in België. Het kan bogen op de
ondersteuning door de private sector. Tegelijkertijd moet echter ook
aan een aantal andere aspecten worden voldaan, zoals de niet-
gebondenheid van de hulp en de complementariteit aan de markt. Het
is niet de vervanging van iets anders, het moet complementair zijn
aan wat op de markt bestaat of aanwezig kan zijn. Ik was in
aangename zin verrast toen ik de reactie van het Belgisch
ondernemingswezen daarop heb gehoord. Het heeft mij ook
toegelaten vast te stellen dat er een bewustwording bestaat en dat de
ondernemingen daarin een rol hebben te spelen. De rol is echter
gekoppeld aan een aantal voorwaarden, die men goed in het
geheugen heeft na de mislukkingen uit het verleden.
01.04 Marc Verwilghen, ministre:
Le gouvernement aidera les
entreprises dans la recherche de
partenaires appropriés par le biais
de ce fonds. Par ailleurs, des
projets pertinents du point de vue
de la coopération au dévelop-
pement seront proposés. Le
gouvernement fournira dans ce
contexte un effort financier
temporaire pendant une période
de trois ans au maximum. Il
s'agira d'un montant de 45.000 à
75.000 euros. Chaque projet
devrait être autonome après trois
ans. L'octroi de l'aide qui est
destinée aux petites et moyennes
entreprises est subordonnée à une
série de conditions: il doit s'agir
d'une aide non liée et
complémentaire.

Les entrepreneurs ont en tout cas
réagi très positivement à ces
projets.
01.05 Trees Pieters (CD&V): Wordt die 45.000 euro ingebracht door
de overheid?
01.06 Minister Marc Verwilghen: Die zal worden ingebracht door de
overheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
acties van de Vietnamese regering ten aanzien van de bergvolkeren" (nr. 2584)
02 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Coopération au développement sur "les
actions menées par le gouvernement vietnamien contre les montagnards" (n° 2584)
02.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik denk dat wij in België al sinds lang zeer
terecht het mensenrechtenbeleid centraal stellen in onze Noord-
02.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): La Belgique articule
depuis longtemps sa politique en
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Zuidsamenwerking. Ik denk dat België op dat vlak al verdienstelijk
werk heeft geleverd op multilaterale fora en zo meer. Wij dragen toch
ook een bijzondere bilaterale verantwoordelijkheid. Als wij in een van
onze concentratielanden bilaterale hulp verlenen, dan denk ik
namelijk dat wij ook de plicht hebben om na te gaan hoe de
mensenrechten op lokaal vlak gerespecteerd worden.

Meer bepaald met betrekking tot Vietnam is het duidelijk dat er hoe
langer hoe meer rapporten verschijnen over de problemen met de
bergvolkeren aldaar.

Mijnheer de minister, ten eerste, bent u op de hoogte van hernieuwd
en discriminerend geweld tegen die bevolkingsgroepen in Vietnam?

Ten tweede, heeft België al iets ondernomen om het geweld tegen die
bevolkingsgroepen te stoppen?

Ten derde, is er misschien geen aanleiding om in onze structurele
samenwerking met Vietnam ook aandacht te hebben voor een situatie
waarbij verschillende volkeren op eenzelfde grondgebied leven? Ik
denk dat wij in België op dat vlak enige expertise hebben die
misschien ­ ik ken de situatie in Vietnam onvoldoende ­ toch enig nut
zou kunnen hebben in Vietnam zelf.
matière de relations Nord-Sud
autour de la question centrale des
droits de l'homme. De même, le
respect des droits de l'homme doit
rester un souci majeur dans les
relations bilatérales avec nos pays
de concentration.

Le ministre est-il au courant de
violences dont seraient victimes
certaines populations au Vietnam?
Dans l'affirmative, la Belgique met-
elle le gouvernement vietnamien
sous pression pour faire cesser
ces violences? Forte de son
expérience dans le domaine du
fédéralisme, la Belgique peut-elle
apporter le savoir-faire permettant
une coexistence pacifique des
peuples d'un pays?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, ik ben blij
dat collega Van der Maelen mij deze vraag stelt, want het is een
probleem dat al te veel onder de internationale mat wordt geveegd,
hoewel er redenen te over zijn om toch wel wat vragen te stellen en
zich zorgen te maken over deze problemen.

Er hebben manifestaties plaatsgegrepen in de centrale hooglanden.
Dat is niet zozeer Noord-Vietnam, maar gaat voornamelijk over de
provincies Gia Lai en Dak Lak, met manifestanten die op 10 en 11
april laatstleden de teruggave van hun land en de vrijheid voor het
beoefenen van hun godsdienst hebben beoogd en daarom ook op
straat zijn gekomen. Ik ben op de hoogte van de feiten die zich vanaf
10 april hebben voorgedaan in dat gebied en de ambassadeurs van
de lidstaten van de Europese Unie hebben te Hanoi een uitvoerig
gemeenschappelijk verslag gewijd aan de gebeurtenissen. Ook onze
ambassade in Hanoi heeft verslag over deze gebeurtenissen
uitgebracht.

De trojka van de Europese Unie heeft dan op 20 april een demarche
uitgevoerd bij de Vietnamese autoriteiten te Hanoi om de bezorgdheid
van de Unie uit te drukken over dit recente gebeuren en om die
autoriteiten op te roepen om de mensenrechten ook naar aanleiding
van dit gebeuren te respecteren. Trouwens, het zijn niet alleen de
ambassadeurs die daar actie hebben ondernomen of de trojka van de
Europese Unie. Ook het Ierse voorzitterschap heeft alle lidstaten op
de hoogte gebracht van de precieze inhoud van de demarche die
werd ondernomen.

Het federalisme als staatsvorm en de administratieve decentralisatie
staan voorlopig niet ingeschreven op de politieke agenda van de
Vietnamese autoriteiten, ondanks aandringen naar aanleiding van
verschillende gemengde commissies, waaronder de laatste die met
België werd gehouden in december.
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
Nous avons en effet des raisons
de nous inquiéter. Des
manifestations se sont déroulées
les 10 et 11 avril dans les hautes
terres centrales du Vietnam. Les
montagnards ont exposé leurs
revendications concernant la
récupération de terres et la liberté
de culte. Les ambassadeurs de
l'UE à Hanoi ont fait rapport sur la
question. Le 20 avril, la troïka de
l'UE a entrepris une démarche
auprès des autorités à Hanoi en
vue d'exprimer l'inquiétude de
l'Union et de les exhorter à
respecter les droits de l'homme.
La présidence irlandaise de l'UE a
fourni aux Etats membres des
précisions complémentaires à
propos de cette démarche.

Le fédéralisme et la
décentralisation administrative ne
figurent pas à l'agenda politique
des autorités vietnamiennes, et ce,
malgré l'insistance à cet égard
exprimée au sein de différentes
commissions mixtes. Nos projets
de coopération au développement
ont pour objectif non seulement de
lutter contre la pauvreté et
d'améliorer le fonctionnement de
l'administration, mais aussi de
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Onze projecten van ontwikkelingssamenwerking hebben trouwens
niet alleen als doelstelling om de armoede te verminderen en bij te
dragen tot de hervorming van de administratie om ze beter te laten
werken. Wij proberen de autoriteiten er ook van te overtuigen dat de
decentralisatie de sleutel is tot enig succes. De Belgische coöperatie
is echter niet actief ­ dat kan men alleen maar betreuren - in de
hoofdvlakte van Centraal-Vietnam, waar deze feiten zich pas hebben
voorgedaan. Wij hebben in elk geval onze afkeuring van het gedrag
tegen de Montagnards laten blijken. Het zou ons ook een beetje
moeten inspireren ­ dat hebben wij trouwens reeds herhaaldelijk aan
de Vietnamese autoriteiten gevraagd ­ om kwetsbare groepen in de
samenleving in de ontwikkelingssamenwerking een aparte plaats te
geven. Projecten voor de Montagnards zouden eigenlijk niet mogen
ontbreken. Wij zullen in elk geval nagaan welke mogelijkheden er,
hetzij bilateraal, hetzij indirect bestaan.
convaincre les pouvoirs publics
que la décentralisation représente
la clé du succès.

La coopération belge n'est pas
active dans la région où les faits
se sont produits. Nous avons
toutefois exprimé notre désap-
probation auprès des pouvoirs
publics. Nous réfléchirons aux
possibilités qui existent pour
entreprendre des actions bilaté-
rales ou indirectes en faveur des
montagnards concernés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
toepassing van de wet ter bevordering van de sociaal verantwoorde productie" (nr. 2585)
03 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Coopération au développement sur
"l'application de la loi visant à promouvoir la production socialement responsable" (n° 2585)
03.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik heb
deze vraag ook al aan uw voorganger, de staatssecretaris, gesteld.

Daarnet viel de term maatschappelijke verantwoorde productie. Dat is
zeer lovenswaardig, maar we hebben nood aan instrumenten om dat
vorm en inhoud te geven. We hebben ook nood aan middelen om de
consument op de hoogte te brengen van het feit of een product al dan
niet op een maatschappelijk verantwoorde manier tot stand gekomen
is.

Ik ben de auteur van iets wat later de wet op de sociaal verantwoorde
productie is gaan noemen. Artikel 5 ervan bepaalt dat sociaal
verantwoorde productie een instrument kan zijn van de Belgische
Noord-Zuid-samenwerking. Concreet betekent het dat bedrijven die
een inspanning leveren om op een sociaal verantwoorde manier te
produceren, wat kosten en bijkomende investeringen met zich brengt,
vanuit de middelen van ontwikkelingssamenwerking beloond worden
via het verkrijgen van een label voor hun producten. Door dat label
zijn ze op de Belgische markt identificeerbaar en kunnen ze een
grotere verkoop realiseren. Het artikel 5 is bij mijn weten nog steeds
niet uitgevoerd, laat staan toegepast. Mijn vraag aan u is nu hoever
het met plannen staat om die bepaling uit te voeren.

Als er een uitvoering komt, bent u bereid er een instrument van
Noord-Zuid-samenwerking van te maken?
03.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): C'est notamment à
mon initiative que la législation
actuelle en matière de production
socialement responsable a vu le
jour. L'article 5 de cette loi précise
que les principes de la production
socialement responsable peuvent
constituer un instrument de notre
politique dans le domaine des
relations Nord-Sud. Des entre-
prises qui proposent des produits
fabriqués d'une manière sociale-
ment responsable peuvent bénéfi-
cier de l'aide de la coopération au
développement et obtenir ainsi un
label leur permettant de faire
savoir qu'elles respectent les
principes de la production sociale-
ment responsable et d'augmenter
ainsi leurs ventes. Cet article n'a
toutefois pas encore été mis en
oeuvre. Quel est l'état d'avance-
ment de ce dossier?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Van der Maelen, ik ben ervan overtuigd geraakt dat er twee
parameters bestaan die geen discussie toelaten en die de
ontwikkelingssamenwerking en de vooruitgang die terzake wordt
geboekt meten. Aan de hand van deze parameters meet men of er al
dan niet sprake is van vooruitgang. Een eerste parameter is de
gendergelijkheid, de gelijkheid tussen man en vrouw. De tweede
parameter is de wijze waarop sociale basisrechten worden ingevoerd.
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Deux paramètres permettent
d'évaluer les progrès accomplis en
matière de coopération au
développement, à savoir l'égalité
entre homme et femme et la
manière dont les droits fondamen-
taux sont instaurés. Or, l'objectif
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Uit een vorig leven herinner ik me dat u hebt aangedrongen op een
resolutie die ertoe strekte om de sociale rechten als fundamentele
rechten te laten opnemen. Hoe meer ik op die periode terugkijk, hoe
meer ik het gevoel heb dat dit absoluut moet gebeuren. Dit is een
essentiële stap om vooruitgang te boeken.

Het versterken van de ondernemingen in het zuiden met als focus bij
te dragen tot de armoedevermindering is de belangrijkste doelstelling
van het impliceren van de private sector in de
ontwikkelingssamenwerking. In mijn nota "Ondernemen tegen
armoede en voor de ontwikkeling" die principieel werd goedgekeurd
door de Ministerraad van 19 maart 2004 heb ik dit engagement
proberen te concretiseren. Ik doe dat op verschillende manieren.

Ten eerste, in de basisprincipes is de ontwikkelingsrelevantie voor mij
prioritair. Ontwikkelingsrelevantie is het eerste wat ik altijd zal
aandragen. Los van de criteria voor de ontwikkelingsrelevantie van de
OESO wordt eveneens verwezen naar de arbeidsomstandigheden
van de werknemers. Voor de uitvoering van die nota zal een
methodologisch kader worden ontwikkeld die de attachés voor de
ontwikkelingssamenwerking moet toelaten om bepaalde aanvragen te
beoordelen. Een van de punten zal de wijze zijn waarop de arbeid
gepresteerd wordt en de omstandigheden waarin werknemers aan de
slag komen.

Voor de evaluatie van de arbeidsomstandigheden zal, net zoals dit het
geval was met het sociaal label, worden uitgegaan van de
basisconventies van de internationale arbeidsorganisatie ILO, zoals
verbod op dwangarbeid, recht op vakbondsvrijheid, recht van
organisatie en collectief overleg, verbod op discriminatie inzake
tewerkstelling en verloning, minimumleeftijd voor kinderarbeid en
verbod op de ergste vormen van kinderarbeid.

Ik kan gerust stellen dat in de ontwikkelingssamenwerking waar we
dergelijke processen toepassen ­ ik heb een aantal projecten gezien
in Uganda en Peru - men nu reeds op basis van deze regels werkt.

Een groep van verschillende instrumenten geeft een directe invulling
aan het artikel 5 van de wet ter bevordering van sociaal verantwoorde
productie. Zij werken aan de knelpunten inzake expertise, opleiding
en financiering. Zij geven ook antwoord op specifieke problemen
zoals het gebrek aan kennis, investeringskapitaal en opleiding. De
middelen en het instrumentarium van de Belgische
Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden - BIO - zullen
worden uitgebreid met de instrumenten die ik zopas opsomde: het
expertisefonds, het ondersteuningsfonds en het lokale muntfonds.

Bovendien wil ik met een aantal andere activiteiten het
maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderen, namelijk door
de dialoog mogelijk te maken tussen de ondernemingen en de sector
van de ontwikkelingssamenwerking via een coherent programma. Ik
heb namelijk vastgesteld dat op het terrein een aantal initiatieven van
de publieke en de private sector samen met de NGO's kan worden
opgezet om themagericht rond een solidariteitsfonds of rond een
bepaald punt te kunnen werken. Dat bevindt zich in de praktijk in een
embryonaal stadium, maar wordt nog niet algemeen toegepast. Ik wil
dus naar een veralgemeende toepassing.
principal que je poursuis dans le
cadre de mon projet visant à
associer le secteur privé à ma
politique consiste à consolider les
entreprises de l'hémisphère sud
afin de contribuer à la lutte contre
la pauvreté. Et je concrétise cet
engagement dans ma note
"Entreprendre contre la pauvreté
et pour le développement" qui a
été approuvée par le Conseil des
ministres du 19 mars 2004.

La pertinence au regard de la
coopération y occupe toujours une
place centrale. Je vais créer un
cadre méthodologique qui doit
permettre d'apprécier certaines
demandes. Un des paramètres
sera la manière dont les travail-
leurs s'acquittent de leurs tâches
et leurs conditions de travail. A cet
égard, nous nous fonderons sur
les conventions de base de
l'Organisation Internationale du
Travail en matière d'interdiction du
travail forcé, de droit à la liberté
syndicale, de droit d'organisation,
d'âge minimum en matière de
travail infantile, d'interdiction de
toute discrimination en matière de
paiement, etc.

Je souhaite promouvoir l'entre-
prise socialement justifiée par le
biais d'un programme cohérent qui
fait collaborer le secteur de la
coopération au développement et
les entreprises. Ma note constitue
un premier pas vers l'application
de l'article 5 de la loi relative à la
production socialement respon-
sable en prévoyant une aide
technique et financière et en
soutenant l'initiative au moyen de
programmes de sensibilisation.

Nous préparons la mise en oeuvre
ultérieure de la note par l'examen
de la loi relative à la Société belge
d'investissement pour les pays en
développement (BIO), de même
qu'une modification éventuelle du
contrat de gestion.
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7

De instrumenten die het bedrijfsleven sensibiliseren voor de
ontwikkeling van de private sector in het Zuiden, zullen eveneens een
positieve bijdrage leveren aan sociaal verantwoorde productie. De
nota "Ondernemen tegen armoede en voor ontwikkeling" zet met
andere woorden niet enkel de eerste stappen in de richting van de
gewenste invulling van artikel 5 van de wet ter bevordering van
sociaal verantwoorde productie door de technische en de financiële
steun waarin wordt voorzien. Zij ondersteunt eveneens elk initiatief dat
daartoe indirect via sensibiliseringsprogramma's kan bijdragen.

De verdere concretisering van de nota bevindt zich momenteel in de
voorbereidende fase. Er wordt met name onderzocht in hoeverre een
aanpassing van de wet op de BIO nodig is en of er eveneens een
wijziging van de beheersovereenkomsten met de BIO nodig is. In elk
geval zullen dat kanaal en dat instrument worden aangepakt om de
invulling in de praktijk te kunnen realiseren van artikel 5 van de wet.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
voorbereiding van de Gemengde Commissie België-Rwanda van 17 tot en met 19/05/04" (nr. 2586)
04 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Coopération au développement sur "la
préparation de la Commission mixte Belgique-Rwanda du 17 au 19/05/04" (n° 2586)
04.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag werd ingediend ongeveer een maand
voordat de Gemengde Commissie haar werkzaamheden in Rwanda
zou afsluiten. Ik zal ze nu dus een beetje herwerken. Ik behoor tot
degenen die menen dat 10 jaar na de verschrikkelijke feiten die in
Rwanda hebben plaatsgegrepen het moment is aangebroken om de
situatie in Rwanda, vrij van bepaalde historische
verantwoordelijkheden die wij hebben in dat land, opnieuw te
bekijken.

Ik stel vast dat men ook in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en
Zweden zo tegen het huidige regime in Rwanda aankijkt. Ik meen dat
het moment gekomen is om meer condities in te bouwen in ons beleid
jegens dat land. Wij moeten misschien zelfs, naar het voorbeeld van
Nederland, niet alleen in onze overeenkomsten algemene condities
inbouwen, maar ook in een aantal concrete ijkpunten voorzien, in die
zin dat indien zij tegen een bepaalde datum een aantal doelen hebben
bereikt, daar iets van onze kant tegenover zal staan.

Ik heb eerlijk gezegd nog niet kunnen natrekken wat er in de
uiteindelijke overeenkomst staat. In die zin wil ik mijn vraag
ombouwen en u vragen wat wij kunnen terugvinden inzake condities
in de nieuwe gemengde overeenkomst? Zitten daar ijkpunten in? Zo
niet, waarom heeft men dat niet gedaan? Want als men dat niet
gedaan heeft, vrees ik dat wij ons een beetje gedragen op zo'n manier
dat we de druk op de helling zetten, die de overige toonaangevende
landen, zoals Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, op het
regime willen leggen om weg te gaan van wat ik durf te noemen
lichte, of minder lichte, autocratische tendensen en neigingen en om
een piste te volgen die leidt naar een grotere betrokkenheid van alle
bevolkingsgroepen en dus niet alleen van de elites, bij het bestuur van
Rwanda.
04.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Dix ans après le
génocide rwandais, il est temps de
poser davantage de conditions à
ce pays, par exemple en
prévoyant un certain nombre de
critères précis conditionnant notre
aide à la réalisation de certains
objectifs par les autorités
rwandaises.

La nouvelle convention mixte
conclue entre la Belgique et le
Rwanda comporte-t-elle de telles
conditions et de tels critères?
Dans la négative, notre politique
ne s'alignerait pas sur celle mise
en oeuvre notamment par les
Pays-Bas, la Suède et le
Royaume-Uni, qui demandent
instamment que tous les groupes
ethniques soient associés plus
étroitement à la gestion du
Rwanda.
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Van der Maelen, mijn antwoord zal enigszins afwijken van het
antwoord dat eerder was voorbereid. Deze vraag dateert immers van
voor de gemengde commissie. Door omstandigheden kon ze niet
eerder worden behandeld. Ik had ze graag eerder behandeld omdat ik
de opmerkingen die werden gemaakt in het hoofd had op het ogenblik
dat ik voor de gemende commissie naar Kigali ben vertrokken.

Een eerste punt dat moet worden onderstreept is dat de
oorspronkelijke algemene overeenkomst die het algemeen juridisch
kader van de contacten tussen Rwanda en België schetst, dateert van
1962. Dat is een ogenblik waarop de input in de problematiek van de
ontwikkelingssamenwerking totaal anders was dan vandaag. Wij
bevonden ons nog in de periode van het paternalisme en de
betutteling. Het was het moment waarop het Westen nog dacht dat
het de oplossingen diende aan te dragen voor de problemen van het
Zuiden.

De nieuwe algemene overeenkomst die nu is gesloten, vertrekt
eigenlijk van het partenariaat. Het ownership ligt nu dus bij de
ontwikkelingslanden en de technische bijdrage wordt geleverd door de
landen van het Noorden om hen te helpen deze kaap te ronden. Wij
hebben die principes dus totaal veranderd, maar wij hebben
tegelijkertijd aan de gemengde commissie, door de algemene
overeenkomst die werd gesloten, alle waarborgen willen geven die
men nu in gemengde commissies verleent. Dat wil dus zeggen dat
men uitgaat van een reeks van internationale verdragen waarvan de
vervulling als een essentiële voorwaarde wordt gesteld om de
ontwikkelingssamenwerking mogelijk te maken.

De overheden in Rwanda zijn hiervan perfect op de hoogte. Dit is voor
ons het uitgangspunt. Er is ook een voortdurend toezicht op de
formule. Eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat, hoezeer ik ook
voorstander ben van budgethulp als een vorm van uiterste techniek
om aan ontwikkelingssamenwerking te doen, dit nog veel te voorbarig
is in Rwanda. De voorwaarden moeten immers nog volledig worden
ingevoerd. Ik heb niet alleen de indruk, maar ik heb ook de
bevestiging gekregen van collega's uit Zweden, het Verenigd
Koninkrijk en Nederland ­ dat overweegt om budgetsteun te verlenen,
maar dit tot op heden nog niet heeft gedaan ­ dat het systeem van de
budgetsteun hen wellicht in een ongemakkelijke positie brengt. Als
bepaalde voorwaarden immers niet worden vervuld, is het niet
mogelijk om de overeenkomst stil te leggen en elke steun te
onderbreken. Het geld dat werd gegeven, is immers in het algemene
budget verdwenen.

Voorwaarden en opvolging in die omstandigheden zijn veel moeilijker.

Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat er druk is geweest van de kant
van de Rwandese partner om ook het spoor van de budgethulp te
volgen. Ik heb daaraan niet toegegeven omdat volgens mij de
omstandigheden nog niet voorhanden zijn in Rwanda. Er moet nog te
veel werk plaatsvinden. Ik ga met zekere omzichtigheid te werk.

Ook al vind ik dat Rwanda vooruitgang heeft geboekt in de laatste
jaren, er staan nog altijd een aantal zaken niet op punt die te maken
hebben met een aantal internationale basisrechten die ook
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Contrairement au premier accord
de 1969, le nouvel accord entre la
Belgique et le Rwanda n'est plus
fondé sur le paternalisme mais sur
le partenariat. L'ownership est
donc dans les mains du Rwanda
et nous apportons la contribution
technique.

Nous avons voulu fournir toutes
les garanties à la commission
mixte. Le respect par le Rwanda
d'une série de conventions
internationales constitue à nos
yeux une condition essentielle de
l'aide au développement. Le
gouvernement rwandais en est
conscient.

L'inconvénient de l'aide budgétaire
est qu'il est beaucoup plus difficile
de poser des conditions. En effet,
on ne peut pas réclamer purement
et simplement la restitution d'un
budget si l'on s'aperçoit que les
conditions ne sont pas remplies.
Des pays comme la Suède, le
Royaume-Uni et les Pays-Bas
reconnaissent ce problème. Il me
semble que malgré les progrès
déjà accomplis, il reste trop à faire
au Rwanda pour passer dès
maintenant à l'aide budgétaire.

L'aide se situe dans quatre
domaines. Nous investissons dans
le développement agricole et les
soins de santé, nous participons à
la mise en place du pouvoir
judiciaire et nous avons conclu un
accord, en matière d'enseigne-
ment, sur la formation de
personnel infirmier. Un budget de
14 millions d'euros a été dégagé
pour l'ensemble de ce
programme.

Le respect des conditions est
essentiel à nos yeux, et il est
contrôlé par les ONG et les
attachés présents sur place
vérifient cet aspect.
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
gerespecteerd moeten worden. Daarom hebben wij onze hulp nu
gefocust, buiten de algemene overeenkomst die het algemeen kader
heeft ondertekend, op vier zaken die niet de Rwandese regering ten
goede komen maar wel de Rwandese bevolking.

Ten eerste, wij investeren verder in de landbouwontwikkeling, wat
normaal is voor een land dat voor 90% afhangt van de landbouw,
maar waarbij wij gezien hebben dat er voornamelijk een tekort is aan
zaden en zaaigoed, wat hen in een moeilijke situatie brengt. Dat is
een eerste programmapunt dat werd uitgewerkt.

Ten tweede, wij bieden ondersteuning van de gezondheidszorg,
voornamelijk van de basisgezondheidszorg. Het Rwandees ministerie
voor Volksgezondheid heeft eigenlijk onvoldoende onderbouw om die
basisgezondheidszorg te kunnen garanderen. Wij verlenen daarvoor
dan ook expertise. Dat is een tweede akkoord dat werd afgesloten.

Het derde akkoord is de verdere ondersteuning van de uitbouw van
de Rwandese rechterlijke macht, voornamelijk om een antwoord te
kunnen geven op de misdrijven die begaan werden ten tijde van de
genocide en door de genocidairs, waar wij het Kamchatka-proces"
voort ondersteunen en bijkomende mogelijkheden openen.

In een vierde punt hebben wij voornamelijk onderwijs op het oog
gehad, maar het gaat wel om gespecialiseerd onderwijs. In dit geval
werd een akkoord afgesloten om lesgevers te vormen die zich zullen
bezighouden met de opleiding van verpleegsters, waaraan in Rwanda
ook een absoluut gebrek is.

Het uitgangspunt was aanvankelijk dat wij 75 miljoen euro, gespreid
over drie jaar, zouden verlenen aan hulp. Nu werd er 14 miljoen euro
vrijgemaakt in die vier sectoren, onder voorwaarden die duidelijk
bedongen zijn geweest en die gecontroleerd worden door onze
attachees ter plaatse, door de BTC, door de twintig technische
assistenten die België daar heeft rondlopen, en ook door de niet-
gouvernementele organisaties die met hun coöperanten aanwezig
zijn.

De conditionaliteit, die ik als ondertoon erken in uw vraag, was ook
onze bezorgdheid. Ik kan alleen hopen dat in de toekomst het
vredesproces en voornamelijk het in stand brengen van de erkenning
van een aantal basisrechten, van aard zal zijn te evolueren zoals onze
Zweedse en Engelse collega's hebben gedaan. Nederland zal
misschien volgen, alhoewel ik net een gesprek heb gehad met
mevrouw Van Ardenne, en zij deelt toch ook de mening dat in den
beginne met grote omzichtigheid gewerkt moet worden, zodat de stap
die gezet kan worden tot verdere samenwerking toch altijd gekoppeld
wordt aan vooruitgang die Rwanda zou moeten boeken, voornamelijk
op het vlak van de interne vrede, maar ook voor de rol die Rwanda
speelt in het gebied van de Grote Meren.
04.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Als ik het goed begrijp zijn
er gewone, algemene voorwaarden, maar hoe gaat men dat systeem
operationeel maken? Ik vond het Nederlandse systeem waarbij men
op voorhand afspraken maakte en vastlegde waar er naartoe gewerkt
moest worden erg goed. Pas wanneer men dan kon bewijzen dat men
aan de voorwaarden toe was, ging opnieuw de kraan van hulp open.
Nu zeggen we gewoon dat de hulp die men geeft aan voorwaarden
04.03 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Ne vaut-il pas mieux
attendre que les conditions aient
été réellement remplies avant
d'accorder notre aide?
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
gebonden is.
04.04 Minister Marc Verwilghen: Wat betreft die algemene
overeenkomst ben ik het met u eens. De algemene voorwaarden zijn
het invullen van een aantal van internationale verdragen waarop een
tijdslimiet staat.

In de bijzondere overeenkomst die we afgesloten hebben, hebben we
gezegd niet bereid te zijn de volgende stap te zetten vooraleer er een
aantal basisvoorwaarden volbracht zijn. Dat is ook de reden waarom
maar 14 miljoen euro van 25 miljoen euro zijn vrijgemaakt. Deze
basisvoorwaarden hebben voornamelijk betrekking op een aantal
interne rechten. Ik heb ook gezegd aan president Kagamé dat voor
ons de hoofdvoorwaarde blijft dat hij een positieve bijdrage levert aan
het vredesproces rond de Grote Meren. Het is dus onaanvaardbaar
dat het officiële Rwandese leger aanwezig zou zijn in Oost Kongo, dit
werd trouwens ook veroordeeld is door de Europese Unie en de
Veiligheidsraad van de VN. Dat is ook de reden waarom wij niet
onmiddellijk in een verhaal van vrijgave van de 25 miljoen euro
stappen. Ik kan u zeggen dat hij dat zeer goed begrepen heeft.

Ik ga hier nog een zaak aan toevoegen die mij in aangename zin
verrast heeft. Er zijn momenteel persoonlijke contacten tussen
president Kabila en president Kagame. Dit was tot voor enkele weken
en maanden onbestaande.
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
En ce qui concerne la convention
générale, je suis d'accord avec
vous. Dans le cadre des
conventions particulières, nous ne
sommes pas disposés à passer à
l'étape suivante avant qu'une série
de conditions aient été remplies. A
nos yeux, il est par exemple
nécessaire que le président
Kagame contribue positivement au
processus de paix dans la région
des Grands Lacs.

La présence de l'armée rwandaise
dans
l'Est du Congo est
inacceptable et c'est la raison pour
laquelle nous n'avons
provisoirement alloué que 14
millions au lieu des 25 prévus.
De voorzitter: Misschien hebben ze een gemeenschappelijke vijand gevonden.
04.05 Minister Marc Verwilghen: Dat zou kunnen.
04.06 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mag ik aanvullend hierbij
opnieuw vragen of het mogelijk is terug te keren naar het systeem van
de vorige legislatuur? Toen was er om de drie maanden een
uitgebreid gesprek met de minister van buitenlandse zaken en de
minister van ontwikkelingssamenwerking.
04.06 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Sous la législature
précédente, nous avions tous les
trois mois un long échange de
vues avec les ministres de la
Coopération au développement et
des Affaires étrangères. Ne
pourrions-nous pas réinstaurer ces
échanges de vues trimestriels?
04.07 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw voorzitter, ik heb dat
eigenlijk al toegezegd maar tot mijn scha en schande, gelet op het
programma dat afgewerkt is de afgelopen maanden ben ik daar niet
aan toe gekomen. Ik ben wel bereid dit te doen in overleg met Louis
Michel. Mag ik u een voorstel doen?
04.07 Marc Verwilghen, ministre:
Je n'y vois aucun inconvénient.
De voorzitter: Wat de toekomst zal brengen is en beetje onzeker. In
elk geval vroeg ik ook niet meer dan dat we dat zouden kunnen doen,
maar in de praktijk is helaas gebleken dat door de agenda we dat niet
met vaste regelmaat hebben gedaan. Of ik mijn aanbeveling zelf nog
zal uitvoeren of niet zullen we nog zien, maar ze zal luiden dat men
zeker voor het volgende parlementair jaar die data lang op voorhand
vastlegt. Anders zal het er ook dan niet van komen.
La
présidente: Alors, nous
devons fixer à l'avance les dates
de ces échanges de vues pour
l'année suivante. Sinon, ils
tomberont à nouveau à l'eau.
04.08 Minister Marc Verwilghen: Ik kan dat alleen maar bijtreden,
mevrouw.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "het
uitblijven van de doorstorting van de subsidies aan de Belgische NGO's" (nr. 2688)
05 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Coopération au développement sur "le non-
versement des subsides aux ONG belges" (n° 2688)
05.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, op het ogenblik dat ik mijn vraag stelde ­ op
27 april ­ kreeg ik alarmerende berichten vanuit NGO-middens dat er
nog helemaal geen zicht was op de doorstorting van de subsidies. Dit
gaf niet alleen problemen voor de Belgische NGO's, maar ook voor de
partners die zij hadden in het Zuiden. Zoals het er toen naar uitzag ­
volgens geruchten die ze toen hoorden ­ zou er ten allervroegste
begin mei een uitbetaling zijn. Dit betekende dat de partners in het
Zuiden ten vroegste midden van het jaar hun geld zouden hebben. Dit
legt een zware hypotheek op de samenwerking die België organiseert
via NGO's.

Ik heb de volgende vraag aan de minister. Hoever staat het ermee?
Wanneer kunnen die NGO's hun middelen verwachten?

In de tweede plaats wil ik toch even vragen hoe het komt dat dit zo
lang heeft geduurd. Het is geen voorbeeld van goede organisatie als
het departement er niet in slaagt om iets vroeger dan midden van het
jaar de beloofde subsidies door te storten.
05.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Le 27 avril dernier, les
autorités n'avaient toujours pas
versé un euro de subsides aux
ONG de développement belges,
ce qui fait peser une lourde
hypothèque sur leurs liens de
coopération avec le Sud.

Quand ces ONG pourront-elles
disposer des moyens qui leur sont
dus? Quelle est la raison du
retard?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega Van
der Maelen, ik ben mij bewust van de moeilijkheden waarmee de niet-
gouvernementele organisaties vandaag te maken hebben. De
vertragingen die zich hebben aangediend zijn te wijten aan een vijftal
verschillende factoren.

Ten eerste is er een zeer zware reglementaire procedure die heel wat
administratieve taken met zich meebrengt. Ik vind dat het
administratieve taken zijn die niet in verhouding staan met de omvang
van de uitgekeerde subsidie. Daaraan moet dus absoluut iets gedaan
worden.

Ten tweede is er een evaluatiemethode van de actieplannen waarbij
de regels oorspronkelijk niet formeel werden vastgelegd, met alle
gevolgen daaraan verbonden. Er zijn er die dat strak interpreteren. Er
zijn er die daarin veel soepeler optreden.

Ten derde, de subsidieaanvragen overstijgen de budgettaire
mogelijkheden ruimschoots.

Ten vierde, 26 verzoeken waren hangende in graad van hoger beroep
en moesten dus ook een afhandeling kennen.

Ten vijfde is er de storting van de eerste schijf op basis van het bewijs
van betaling van de eigen bijdragen en een aangepast actieplan. Ik
moet opmerken dat eind april bepaalde niet-gouvernementele
organisaties dit bewijs, dat hun recht geeft op een eerste schijf aan
subsidie, nog niet hadden geleverd. Dat valt op zichzelf natuurlijk te
betreuren. Het is echter een van de vijf factoren die een rol spelen.

Concreet werden er door de Schatkist op 28 april 13 betalingen
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il y a cinq causes au retard
accumulé. Le paiement requiert
des procédures administratives
très lourdes. Les règles de la
méthode d'évaluation ne sont pas
fixes, ce qui explique qu'il y ait de
grandes disparités. Les demandes
de subside dépassent le budget
disponible. A l'heure qu'il est, il
faut encore statuer en appel sur
vingt-six demandes. La première
tranche ne sera versée qu'après
qu'aura été produite la preuve de
paiement des cotisations dues et
après présentation d'un plan
d'action adapté.

Entre-temps, 19,5 des 43 millions
d'euros disponibles ont déjà été
versés.

Afin de garantir la continuité du
fonctionnement de la coopération
au développement, le ministre
Vande Lanotte a accepté que les
soldes non dépensés des
subsides 2003 ne soient pas
remboursés mais puissent être
décomptés du subside 2004.
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
uitgevoerd. 10 stortingen zijn geschied op respectievelijk 27, 29 en 30
april. In de eerste werkdagen van mei hebben er 6 betalingen
plaatsgevonden. Deze 36 betalingen vertegenwoordigen in totaal
19,5 miljoen euro van de 43 miljoen euro die geprogrammeerd zijn
voor de 83 programma's.

De vertraging mag dan een feit zijn, het is zo dat ik van de
begrotingsautoriteiten heb kunnen verkrijgen dat de onuitgegeven
saldi van de subsidies van 2003 niet terugbetaald moeten worden,
maar mogen afgetrokken worden van de subsidies voor 2004.
Collega Vande Lanotte van Begroting heeft daaraan zijn instemming
gegeven. Dit, samen met de eigen bijdragen, heeft vele NGO's in
staat gesteld om de continuïteit van hun ontwikkelingsacties te
verzekeren.

Om te vermijden dat eenzelfde situatie zich volgend jaar zou
voordoen, is mijn administratie bezig met een procedure voor het
herzien van de actieplannen voor 2005. Deze procedure zal eind mei
aan elke NGO worden bekendgemaakt. Voor de toekomst, zeker en
vast voor de eerste drie factoren van vertraging, is er dan ook een
oplossing geboden die structureel is en die ons ervan bevrijdt om nog
eens te moeten meemaken wat we in 2004 hebben meegemaakt.
Pour 2005, il sera prévu pour la
révision des plans d'action une
nouvelle procédure qui devrait
résoudre le problème des retards
structurels.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de kwijtschelding
van 67 procent van de uitstaande schuld van Congo" (nr. 2976)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de schuldverlichting
voor ontwikkelingslanden" (nr. 2985)
06 Questions jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de la Coopération au développement sur "la remise de 67 pour cent
de la dette active du Congo" (n° 2976)
- Mme Zoé Genot au ministre de la Coopération au développement sur "les opérations d'allègement de
la dette des pays en voie de développement" (n° 2985)
06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
via de pers hebben wij kunnen vernemen dat de Belgische regering
onlangs beslist heeft uitvoering te geven aan het akkoord dat op
13 september 2002 in de Club van Parijs werd bereikt over een
schuldherschikking en -kwijtschelding voor Congo. Concreet zou het
betekenen dat België bereid is de uitstaande Congolese schuld op
Belgische leningen van staat tot staat voor 61,11 miljoen euro te
herschikken. Voorts zou 67% van de commerciële schuld
kwijtgescholden worden. Concreet gaat het daarbij over 555,75
miljoen euro voor rekening van de Staat en over 50 miljoen euro voor
rekening van de Nationale Delcrederedienst. Alles samen zou er in
ons land voor 1,2 miljard euro aan vorderingen op Congo uitstaan.

Intussen was ook de heer James Wolfensohn, voorzitter van de
Wereldbank, op 11 mei 2004 op bezoek bij u om onder meer te
praten over de problemen van Congo. Volgens de heer Wolfensohn is
daarvoor in feite genoeg geld voorhanden, maar is het enkel de
uitvoering van de projecten op het terrein die een probleem vormt.
Vandaar mijn vragen.

Ten eerste, zijn de cijfergegevens, zoals die in de pers zijn
06.01 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): La presse s'est
faite l'écho de la décision du
gouvernement d'exécuter l'accord
du 13 septembre 2002 relatif à
l'allègement et à la remise de la
dette du Congo. La Belgique est
par conséquent disposée à alléger
la dette congolaise sur les prêts
d'Etat à Etat à concurrence de
61,11 millions d'euros et à
procéder à une remise de 67% de
la dette commerciale de ce pays. Il
s'agit d'un montant de 555,75
millions d'euros à charge de l'Etat
et de 50 millions d'euros à charge
du Ducroire. Les créances sur le
Congo s'élèveraient à 1,2 milliard
d'euros au total. Selon James
Wolfensohn, le président de la
Banque mondiale, la mise en
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
verschenen, juist? Indien niet, wat zijn de juiste cijfers? Ten tweede,
welke redenen had de Belgische regering om onlangs te beslissen tot
die operatie van schuldkwijtschelding over te gaan? Ten derde, welke
budgetten worden aangesproken voor die schuldkwijtschelding en is
het verantwoord om daarvoor onder meer het budget van
Ontwikkelingssamenwerking aan te spreken? Ten vierde, welke
argumenten haalt de regering aan om zo op een in feite kunstmatige
wijze het budget voor Ontwikkelingssamenwerking op te trekken van
0,4% naar 0,63% van het bruto binnenlands product? Ten vijfde,
gebeurde die schuldkwijtschelding in overleg met het IMF en met de
Europese Unie? Op welke wijze werd dat overleg gevoerd? Ten
zesde, zijn er ook andere Europese landen die een zelfde stap
hebben gedaan, of die van plan zijn dat te doen? Ten zevende, welke
plannen heeft de Wereldbank met Congo? Wat is het tijdsschema
van uitvoering, en onder welke voorwaarden gebeurt dat?
oeuvre des projets sur le terrain
constitue un problème majeur.

Les chiffres évoqués sont-ils
exacts? Pourquoi le gouvernement
prend-il cette décision
maintenant? A quels budgets sera
imputée la remise de la dette du
Congo? Se justifie-t-il de puiser à
cet effet dans le budget de la
Coopération au développement?
Pourquoi le budget est-il porté de
0,40 à 0,60% du PIB de façon
aussi artificielle? Y a-t-il eu une
concertation avec l'UE et le FMI?
D'autres pays européens suivent-
ils l'exemple de la Belgique?
Quelles sont les intentions de la
Banque mondiale concernant le
Congo?
06.02 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, selon un
communiqué de presse du ministre, l'aide publique au développement
atteindrait maintenant 0,61% du PNB pour l'année 2003. Le principal
facteur de cette augmentation est un nombre important d'opérations
d'allègement de la dette des pays en voie de développement,
particulièrement en faveur de la République démocratique du Congo.

Comme beaucoup d'entre nous, je suis évidemment en faveur d'une
politique cohérente d'allègement de la dette des pays en voie de
développement mais la technique utilisée ici suscite une série de
questions. Par exemple, on sait très bien qu'il y a une grande
différence entre la valeur nominale de la dette, c'est-à-dire la valeur
de la dette au moment où elle a été contractée ­ celle qui est inscrite
dans le premier contrat de la dette ­ et la valeur réelle de cette dette
qui, semble-t-il, sur les marchés internationaux, est évaluée entre 5 et
10% de la valeur initiale qu'avaient ces contrats. Dans le passé, le
gouvernement aurait "payé" jusqu'à 25% de la valeur nominale de la
dette, ce qui était déjà considéré comme relativement déconnecté de
la réalité. Mais cette fois, on aurait payé jusqu'à 50%! C'est comme si
le Congo allait vraiment rembourser 50% de la dette qu'il avait
contractée, ce qui est totalement déconnecté de la réalité. Cela paraît
assez bizarre d'un point de vue économique et si j'ai bien compris ­
mais ce n'est peut-être pas le cas ­ cela pourrait avoir comme effet
secondaire de transférer les moyens du budget de la Coopération au
Développement vers le Ducroire. Tout cela, sans qu'il y ait de logique
économique, budgétaire ou un intérêt en termes de coopération.

Je voudrais donc poser une série de questions pour mieux cerner le
cadre de cette diminution de dette et surtout l'impact qu'elle a
réellement.

Quel aurait été le montant de l'aide publique au développement en
2003 sans les opérations de la dette, en montant total et en
pourcentage du PNB, pour qu'on comprenne bien quelle est la partie
qui provient de ces opérations d'allègement de dettes?

Pour chaque opération d'allègement de dette, pouvez-vous me
06.02 Zoé Genot (ECOLO):
Volgens uw persbericht bedroeg
de officiële ontwikkelingshulp in
2003 0,61% van het BNP. Deze
stijging kan vooral worden
verklaard door de talrijke schuld-
verlichtingsoperaties ten gunste
van de ontwikkelingslanden. De
gebruikte techniek roept echter
vragen op. Het is bekend dat er
een groot verschil bestaat tussen
de nominale en de reële waarde
van de schuld. Op de
internationale markten wordt de
reële waarde op 5 tot 10% van de
nominale waarde geschat. Wij
zouden evenwel tot 50% hebben
betaald, wat als neveneffect zou
kunnen hebben dat de middelen
voor Ontwikkelingssamenwerking
naar Delcredere worden
overgeheveld. Deze operatie zou
op geen enkele economische of
budgettaire logica zijn gestoeld en
al evenmin de ontwikkelings-
samenwerking ten goede komen.

Hoeveel zou de officiële
ontwikkelingshulp in 2003 zonder
de schuldverlichtingsoperaties
hebben bedragen, in totaal en in
percentage van het BNP? Wat is,
voor iedere schuldverlichtings-
operatie, de nominale en de reële
waarde van de schuld, de wijze
waarop u ze berekent, en het
bedrag dat uiteindelijk in de
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
donner la valeur nominale de la dette, la valeur réelle de la dette et la
façon dont vous la calculez, ainsi que le montant finalement utilisé
dans les calculs de l'OCDE? On sait que l'OCDE, le club des pays
riches, permet d'aller jusqu'à 100% de la valeur nominale, ce qui, pour
des pays avec lesquels nous avons des relations de coopération, n'a
aucun sens. Mais cela permet de gonfler les chiffres de la coopération
que font nos pays avec les pays qui en ont besoin.

Est-il exact que le précédent gouvernement a "payé" jusqu'à 25% du
montant nominal de la dette mais jamais 50%? Quels sont les
arguments économiques ou budgétaires pour utiliser un ratio de
50%?

Est-il exact que le Ducroire a profité de ces opérations dans le sens
où il a reçu du budget de la Coopération au Développement des
montants pour alléger des dettes qui sont largement plus élevées que
la valeur réelle, comptable, des dettes qu'il avait en portefeuille?

Pouvez-vous me donner toutes les informations financières sur les
transferts entre le budget de la Coopération et le Ducroire, notamment
en 2003, et la valeur de chaque dette inscrite dans la comptabilité du
Ducroire par rapport aux montants payés par le budget de la
Coopération au Développement au Ducroire pour ces dettes?

Quelles opérations en matière d'allègement de la dette sont-elles
programmées en 2004?

Pouvez-vous nous donner un tableau récapitulatif concernant les
dettes de la République démocratique du Congo vis-à-vis des
instances par rapport auxquelles elle pourrait avoir des dettes, donc
l'Etat belge, le Ducroire et peut-être d'autres organismes ou instances
qui sont sous la compétence du gouvernement fédéral?

La présidente: Avant de donner la parole à M. le ministre, je voudrais
vous faire remarquer, madame Genot, qu'il aurait peut-être été plus
indiqué de poser certaines de vos questions, certes judicieuses, par
écrit. Ceci aurait permis au ministre de vous répondre en vous
transmettant des documents, mais c'est vous qui décidez!
berekeningen van de OESO wordt
gebruikt? Klopt het dat de vorige
regering tot 25% van het nominale
bedrag van de schuld heeft
betaald, maar nooit 50%? Welke
argumenten rechtvaardigen een
ratio van 50%? Klopt het dat
Delcredere voordeel uit deze
operaties heeft gehaald doordat
bedragen uit de begroting voor
Ontwikkelingssamenwerking
werden ontvangen die hoger lagen
dan de reële waarde van de te
verlichten schulden? Kan u mij alle
financiële informatie verschaffen
over de overdrachten tussen
Ontwikkelingssamenwerking en
Delcredere, met name in 2003?
Kan u mij de waarde geven van
iedere schuld die op de
boekhouding van Delcredere is
ingeschreven, en dit in verhouding
tot de bedragen die voor deze
schulden vanuit de begroting van
Ontwikkelingssamenwerking aan
Delcredere werden betaald?
Welke schuldverlichtingsoperaties
zijn in 2004 gepland? Kan u ons
een overzicht van de schulden van
de Democratische Republiek
Congo geven?
06.03 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, avant de
répondre aux questions posées par M. Tastenhoye et Mme Genot, je
tiens à préciser que, pour certains points, je dois encore recevoir des
informations de mon administration. Il vaudrait mieux que je
transmette ces données dans le cadre d'une question écrite plutôt
que dans le cadre d'une question orale, ne fût-ce qu'en raison du
temps nécessaire pour la collecte des éléments de réponse.
06.03 Minister Marc Verwilghen:
Voor sommige punten wacht ik
nog op informatie van mijn
administratie. Het ware gepaster u
deze gegevens als antwoord op
een schriftelijke vraag te
bezorgen.
Ik zal beginnen met een aantal vragen dat door collega Tastenhoye is
gesteld. Ten eerste, wat de staatsleningen betreft, bedraagt de schuld
van de democratische republiek Congo ten aanzien van België 134,93
miljoen euro. Daarbij moet nog een kredietlijn worden gevoegd die
door de Nationale Bank van België geopend werd, met
staatswaarborg, en waarvan het beoogde bedrag werd overgenomen
door de Schatkist. Het bedrag in hoofdsom bedraagt daar 49,64
miljoen euro en 38 miljoen euro aan achterstallige rente. Uit hoofde
van deze vorderingen van de Nationale Delcrederedienst gaat het dus
om vorderingen verzekerd voor rekening van de Staat ten belope van
974,13 miljoen euro en vorderingen verzekerd voor eigen rekening
Le Congo a une dette de 134,93
millions d'euros en matière
d'emprunts d'Etat et une ligne de
crédit assortie d'une garantie
d'Etat de 49,64 millions d'euros en
principal et de 38 millions d'euros
en intérêts de retard. 974,13
millions d'euros de recouvrements
sont garantis par l'Etat pour le
Ducroire et 87,95 millions d'euros
sont garantis par le Ducroire lui-
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
van de Nationale Delcrederedienst voor een bedrag van 87,95 miljoen
euro.

Op 13 september hebben de crediteurenlanden van de Club van
Parijs een akkoord gesloten met de Democratische Republiek Congo
ter herschikking van de publieke buitenlandse schuld. Wat België
betreft, werd een voorstel tot herschikking van de overheidsschuld uit
hoofde van de leningen van staat tot staat voorgelegd dat nog moet
worden ondertekend. Het bedrag van de herschikking beloopt 61,11
miljoen euro. Voor de commerciële schuld werd een kwijtschelding
toegestaan voor 67%, dat betekent 555,75 miljoen euro voor rekening
van de Staat en 50,01 euro voor rekening van de Delcrederedienst.
Het mechanisme dat door de Club van Parijs werd aanvaard is een
kwijtschelding en herschikking van de schuld in het kader van het
IPIC-initiatief. De doelstelling van deze eerste fase is de Congolese
autoriteiten toe te laten macro-economische maatregelen te nemen
voor de schuldvermindering en tevens ten gunste van de projecten
voor de armoedebestrijding. Vanaf het ogenblik waarop Congo zijn
voltooiingspunt bereikt in het kader van het IPIC-initiatief zullen de
crediteurenlanden, waaronder België, Frankrijk, Duitsland en Canada,
overgaan tot een kwijtschelding van de schuldenstock. Dat is de
algemene vaste afspraak die gemaakt is.

De middelen voor de financiering van de herschikking en de
kwijtscheldingen voor de armste landen met een hoge schuldgraad
zijn ingeschreven in de begroting van de Federale Overheidsdienst
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking. De schuldkwijtscheldingen komen in
aanmerking voor de berekening van 0,7% van het bruto binnenlands
product voor de nominale waarde. Dat is een afspraak die gemaakt is
en die algemeen geldend is voor alle landen bij de OESO/DAC.
même.

Le 13 septembre, les pays
créditeurs du Club de Paris ont
conclu un accord avec le Congo.
La Belgique a proposé un
rééchelonnement de dette des
emprunts d'Etat à Etat à
concurrence de 61,11 millions
d'euros. La dette commerciale a
été remise à concurrence de 67%,
555,75 millions d'euros pour l'Etat
et 50,01 millions d'euros pour le
compte du Ducroire. La
proposition doit encore être
signée.

Le Club de Paris accepte la
remise et le rééchelonnement de
la dette dans le cadre de l'initiative
HIPC en vue de permettre au
Congo de prendre des mesures
macroéconomiques de réduction
de la dette et contre la pauvreté.
La remise deviendra seulement
réalité après leur mise en oeuvre.

Ces mesures seront imputées au
budget du SPF Affaires
étrangères, Commerce extérieur
et Coopération au développement,
et la remise sera comptabilisée
dans le pourcentage du PIB.
Il est totalement incorrect - et je veux vous y répondre en particulier -
de dire que le gouvernement aurait payé 25% d'un montant nominal
d'une dette quelconque. Les 25% portent sur les opérations que l'on
catalogue comme "swaps" et non pas sur des opérations d'annulation
de dettes qui, depuis 1991, date de l'accord du Conseil des ministres
sur l'assainissement du Ducroire, parlent de 50% de valeur nominale.
La Coopération au développement est donc à la fois liée aux accords
nationaux et aux accords internationaux existant en la matière. Ce
sont ces opérations qui sont exécutées actuellement.

La valeur réelle d'une dette ne correspond qu'à une valeur comptable,
qui diffère de la valeur économique; cette dernière est assujettie à des
variations dépendant de circonstances spécifiques. C'est justement
pour éviter ce piège que ce choix a été opéré.

Pour 2004, un montant de 13,6 millions d'euros a été inscrit dans le
budget de la Coopération. Cependant, ce montant n'est pas
obligatoirement destiné à la République démocratique du Congo, pas
plus qu'il n'est obligatoirement destiné à des opérations dans le cadre
du Club de Paris.

Du reste, madame la présidente, madame Genot, je mettrai à votre
disposition des tableaux récapitulatifs, dès que je les aurai reçus: mes
services n'ont pas été en mesure de les fournir sur ce volet de votre
Het is totaal onjuist te beweren dat
de regering 25% van het nominaal
bedrag van de schulden zou
hebben betaald. Die 25% hebben
betrekking op de "swaps" en niet
op de kwijtschelding van schulden
die, sinds 1991, datum waarop de
Ministerraad een akkoord bereikte
over de sanering van de
Delcrederedienst, 50% van de
nominale waarde betreft. De reële
waarde van een schuld stemt
enkel maar overeen met een
boekhoudkundige waarde, die
verschilt van de economische
waarde. Het is om niet in die val te
trappen dat die keuze werd
gemaakt.

Voor 2004 werd in de begroting
van het departement Ontwik-
kelingssamenwerking een bedrag
van 13,6 miljoen uitgetrokken. Dat
bedrag is niet noodzakelijk
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
question endéans le laps de temps dont ils disposaient.
bestemd voor Congo, net zomin
als het noodzakelijkerwijze zal
worden gebruikt voor verrichtingen
in het kader van de Club van
Parijs.

Zodra ik de overzichtstabellen
ontvangen heb, zal ik ze u
bezorgen.
06.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik dank de minister voor
de cijfers die hij heeft verstrekt. Hij heeft niet geantwoord op mijn
laatste vragen met betrekking tot de plannen die de Wereldbank met
Congo heeft. Ik neem aan dat u daar toch wel enig idee van heeft en
onder welke voorwaarden en volgens welk tijdsschema dit zou
gebeuren.
06.04 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Quels sont les
projets de la Banque Mondiale?
Quelles conditions et quel
calendrier impose-t-elle?
06.05 Minister Marc Verwilghen: Uit het gesprek dat ik met de heer
Wolfensohn heb gehad, is duidelijk gebleken dat de aanpak van de
Wereldbank een aanpak is die afgestemd is op de inspanningen die
en door de Europese Unie en door een aantal donoren die als de
belangrijkste donoren voor Congo worden aanzien, worden
afgesproken. Het belangrijkste voor de Wereldbank is dat de
werkzaamheden van het IMF ­ het bereiken van het accomplition
point IPIC ­ kunnen volbracht worden binnen de periodes die voorzien
zijn. Daarvoor hoopt men dat dit jaar de verdere werkzaamheden
kunnen afgerond worden. Dat hangt voor een stuk af van factoren die
niet door de Wereldbank, niet door de Europese Unie en niet door de
donoren alleen kunnen worden beheerst.

We hebben ons dus niet vastgepind op een plan. Het is een plan dat
misschien niet aan vaste data is gekoppeld, maar waarvan het
leidmotief wel luidt dat we zo snel mogelijk willen verhelpen aan een
toestand die met zich zou meebrengen dat Congo macro-economisch
zich niet kan hervatten omwille van het feit dat een aantal essentiële
stappen niet zijn volbracht, onder meer de schuldkwijtscheldingen.
Het is dus de bedoeling van de Wereldbank om door middel van zijn
vertegenwoordiger in Congo, maar ook door middel van het IMF, wat
meer snelheid te geven aan de afronding van dit aspect van de
Congolese problematiek. Voorzover dit zou afhangen van de
Wereldbank en uitsluitend daarvan, wil de Wereldbank dat in elk
geval voor de tweede helft van 2004 bewerkstelligen.
06.05 Marc Verwilghen, ministre:
Des entretiens que nous avons
eus avec M. Wolfensohn, il est
ressorti que l'approche de la
Banque mondiale est fonction de
ce qui a été convenu par l'UE et
par un certain nombre de
donateurs importants. L'initiative
PPTE doit pouvoir être concrétisée
dans le délai prévu. Donc, ce plan
n'est pas lié à une date fixe mais
doit être exécuté le plus
rapidement possible. La remise de
la dette est une nécessité absolue.
La Banque mondiale a l'intention
de boucler ce dossier à un rythme
accéléré par l'intermédiaire de son
propre représentant et par
l'entremise du FMI.
06.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik heb de heer
Wolfensohn op tv horen zeggen dat de middelen eigenlijk voorhanden
zijn: ze liggen klaar. Alleen zijn er de grote problemen op het terrein.
06.06 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Selon
M. Wolfensohn, les moyens sont
disponibles. Qu'attendons-nous
encore?
06.07 Minister Marc Verwilghen: Voor de heer Wolfensohn liggen de
middelen klaar. Ik zeg niet dat ze voor het grijpen zijn: de begrotingen
zijn gebeurd en de vrijgave van de gelden kan gebeuren. De heer
Wolfensohn wil dan wel dat een aantal essentiële stappen in de
uitvoering van de vredesakkoorden worden gezet. Voor hem is het
belangrijkste natuurlijk dat er verkiezingen worden georganiseerd en
dat er een datum voor het houden van die verkiezingen in het
perspectief wordt gesteld. Dat is echter niet het enige.
06.07 Marc Verwilghen, ministre:
M. Wolfensohn veut, comme tout
le monde, qu'une série d'autres
démarches essentielles soient
d'abord accomplies. La tenue
d'élections ne représente qu'une
seule de ces démarches. La
conférence ABCDE de la Banque
mondiale et les consultations
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Er zijn ook een aantal andere stappen die absoluut moeten volbracht
worden en die dan weer te maken hebben met de uitvoering van de
demobilisering, het disarmament/demobilisation/rehabilitation
program. Het toeval heeft nu gewild dat we in die week van begin mei
tegelijkertijd langs de ene kant de ABCDE-conferentie van de
Wereldbank hebben gezien, waarvoor België het gastland was. België
heeft tegelijkertijd ook de MDRP-consultations voorgezeten, waar
eigenlijk is vastgesteld dat op het terrein met betrekking tot de
programma's van ontwapening en rehabilitatie van gewezen strijders
toch vooruitgang kan geboekt worden en normalerwijze zal geboekt
worden. Voor de Wereldbank is het wel duidelijk dat de geldsommen
pas vrijgegeven worden als ook die stappen gezet worden. Hun
voorwaarden zijn vrij strikt en ik begrijp dat natuurlijk, gelet op de
omvang van de geldsommen.
PMDR indiquent que des progrès
sont possibles. Mais beaucoup
d'argent est en jeu et avant que la
Banque mondiale ne dégage ces
moyens colossaux, des progrès
devront avoir été réellement
enregistrés.
06.08 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, comme vous le
savez, j'ai introduit un grand nombre de questions écrites mais je le
fais avec plaisir puisque vous y répondez assez rapidement. En
l'occurrence, il me semble intéressant d'avoir un échange de vues un
peu plus poussé sur le sujet mais j'attendrai les données
complémentaires que vous m'avez promises.

A ce propos, vous avez notamment indiqué que vous alliez me faire
parvenir le relevé détaillé de la dette. Il m'intéressait de savoir, en
pourcentage du PNB, quel aurait été le budget de la coopération
avant et après allègement de la dette.

Pour moi, il est clair que cette opération d'allègement de la dette est
une bonne chose. D'un point de vue purement logique, il aurait été
insensé de maintenir des dettes qui ne représentent quasiment plus
rien. Toutefois, la réponse me laisse quelque peu sceptique. En tant
qu'économiste, d'un point de vue comptable, on sait qu'une entreprise
possédant un bien ayant perdu, par exemple, 75% de sa valeur,
aimerait pouvoir continuer à l'inscrire dans ses actifs pour sa valeur
initiale ou la moitié de sa valeur initiale. Or, inscrire dans l'actif d'une
société un bien pour une valeur qu'il n'a plus constitue une fraude.
Aussi, je suis assez sceptique à propos de cette méthode qui consiste
à inscrire une créance pour une valeur qu'elle n'a plus. Considérer
qu'elle vaut 50%, c'est être déconnecté de la réalité et cela me paraît
incorrect sur le plan comptable.

Un autre aspect au sujet duquel je n'ai pas entendu de réponse,
même pas de principe, c'est le Ducroire. Monsieur le ministre, vous
avez parlé de sa participation dans l'allègement de la dette. Le budget
de la Coopération fait-il un transfert vers le Ducroire pour compenser
l'allègement de la dette?
06.08 Zoé Genot (ECOLO): Wat
het gedetailleerde overzicht van de
schuld betreft, hoeveel procent
van het BNP bedraagt de
begroting voor Ontwikkelings-
samenwerking vóór en na de
schuldverlichting?

Boekhoudkundig gezien zou een
bedrijf een goed dat met 75% in
waarde gedaald is, liefst bij de
activa blijven boeken voor de helft
van zijn oorspronkelijke waarde.
Alleen is het boeken van een goed
bij de activa voor een waarde dat
het goed niet langer heeft, fraude.
Ik sta dan ook vrij sceptisch
tegenover die methode.

Komt er een transfer van de
begroting van Ontwikkelings-
samenwerking naar de
Delcrederedienst om de
schuldverlichting te compenseren?
06.09 Marc Verwilghen, ministre: Non.
06.09 Minister Marc Verwilghen:
Neen.
06.10 Zoé Genot (ECOLO): C'est un élément important.
06.11 Marc Verwilghen, ministre: Il est exact que le chiffre du
produit national brut augmente de façon assez visible, en raison de
l'opération puisque l'on grimpe, je crois, de 0,46% à 0,61%, ce qui est
assez important.

Les principes sur la base desquels la somme a été prise en compte
06.11 Minister Marc Verwilghen:
De principes van de grondslag
werden vastgelegd in Parijs, waar
een aantal deelnemers een vrij
restrictieve visie aanhingen. Alles
werd uitgevoerd zoals afgesproken
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
ont été fixés à Paris où nous ne sommes pas seuls à diriger la
manoeuvre. Comme vous le savez, les pays doivent obligatoirement
se mettre d'accord sous la forme d'un consensus. Or, vous savez
qu'un certain nombre de participants ont un point de vue assez
restrictif; les pays scandinaves, par exemple, ne sont pas du tout
d'accord pour que l'on prenne en compte à 100% les valeurs qui
doivent être retenues. Tout a été exécuté comme convenu à Paris.

Dès qu'il me sera possible de vous démontrer, sur la base de l'accord
parisien et de nos chiffres, comment les choses se sont passées, je
vous fournirai cette réponse mais, malheureusement, vu le laps de
temps qui m'a été imparti, il ne m'a pas été possible de vous remettre
ces informations aujourd'hui.
in Parijs.

Zodra ik op grond van het in Parijs
gesloten akkoord en onze cijfers
kan aantonen hoe een en ander
precies is verlopen, zal ik u dat
meedelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Coopération au développement sur "l'ajustement
budgétaire" (n° 2984)
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
begrotingsaanpassing" (nr. 2984)
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le
ministre, quand on considère l'ajustement budgétaire de manière
globale, on s'aperçoit que le budget d'ordonnancement, autrement dit
les déboursements prévus cette année, diminue légèrement (565.000
euros), que les engagements subissent, quant à eux, une diminution
plus importante (presque 80 millions d'euros) due essentiellement à
un report d'engagements pluriannuels qui avaient peut-être été
quantifiés sur un plus grand nombre d'années que ce qui était prévu.
Il faut également tenir compte de toute une série d'opérations de
change qui ont un certain impact.

1. Quand on considère les choses de plus près, on constate certaines
diminutions importantes. Ainsi, par exemple, on constate une
diminution de 40.000.000 euros pour la coopération bilatérale directe.
On explique cela par une révision sur la base des réalisations 2003.
Donc, parce que la coopération bilatérale directe n'a pas bien
fonctionné en 2003 ­ nous avons déjà eu l'occasion de discuter des
problèmes de coordination entre l'administration et la coopération -,
ce budget a été amputé de manière conséquente. Dans ce cadre, on
peut se poser la question de savoir s'il n'y a pas là une contradiction
flagrante entre cette diminution très importante et toutes les grandes
déclarations sur le doublement de l'aide à la République du Congo. Je
ne vois pas très bien comment ces deux dynamiques peuvent
cohabiter.

2. Le programme "Migration et développement" bénéficie d'une
augmentation de 10 millions d'euros pour laquelle aucune explication
n'est fournie. Il est simplement fait allusion à la décision du Conseil
des ministres du 5 avril 2004, qui ne figure pas sur le site internet de
ce dernier. C'est la raison pour laquelle on en arrive à croire qu'il s'agit
de la même opération que celle de 2003 que l'on avait pourtant
qualifiée d'exceptionnelle et qui consiste à mettre les frais de Fedasil
pour la première année d'accueil des personnes qui demandent asile
au budget de la Coopération. Va-t-on, monsieur le ministre,
réellement rééditer ce genre d'opération qui pourtant ne paraît pas
particulièrement sympathique?
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Bij
een grondige lectuur van de
begrotingsaanpassing kan men
vaststellen dat de ordonnan-
ceringsbegroting lichtjes daalt
(565.000 euro) en dat de
vastleggingen sterker dalen (met
bijna 80 miljoen euro). Men stelt
vast dat de begroting voor de
directe bilaterale ontwikkelings-
samenwerking met 40 miljoen
euro daalt als gevolg van een
herziening op grond van de
verwezenlijkingen in 2003. Dit is in
strijd met de ronkende
verklaringen die afgelegd werden
over de verdubbeling van de steun
aan de republiek Congo.

Het programma "migratie en
ontwikkeling" krijgt tien miljoen
euro extra zonder dat hiervoor
enige verklaring wordt gegeven.

De steun aan de privé-sector krijgt
dan wel het grootste deel van de
koek met een bijkomende
verhoging van 11,5 miljoen euro.
Dit geld is gedeeltelijk bestemd
voor joint ventures met
buitenlandse ondernemingen.
Men kan zich afvragen welke de
andere criteria zullen zijn dan de
invloed op het welzijn van het land.
Overige begrotingsstijgingen: plus
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

3. Je voudrais maintenant aborder un aspect dont on a déjà eu
l'occasion de discuter en commission. Je veux parler de l'appui au
secteur privé qui se voit octroyer la part du lion dans cet ajustement
budgétaire. Il se voit donc doté de moyens supplémentaires qui
représentent dans l'ensemble des déboursements supplémentaires
de 11,5 millions d'euros en 2004 avec une nouvelle allocation de base
de 8 millions d'euros pour l'investissement dans des PME des pays
en voie de développement. Cette action serait réservée à des joint
ventures avec des entreprises étrangères. A ce sujet, vous avez
spécifié dans l'exposé de l'ajustement que ­ je cite ­ "lors de
l'examen des demandes, la pertinence sur le plan du développement
sera un critère important".

On peut se demander quels seront les autres critères.

Autres budgets augmentés: 3 millions supplémentaires pour le Fonds
d'expertise et 500.000 euros pour la sensibilisation des entrepreneurs
belges.

Les autres fonds d'investissement initialement prévus pour Bio
diminuent quant à eux légèrement. Le ministre a-t-il vraiment
l'intention de faire de l'aide déliée, quand on voit que, sur la nouvelle
allocation de base de 8 millions d'euros dont je viens de parler, tous
les prêts seront en dessous de 700.000? C'est curieux car il s'agit
exactement de la limite fixée par l'OCDE pour ne pas devoir faire de
l'aide déliée. Avouez que ce chiffre a de quoi surprendre. On peut se
demander si cette limite n'est pas volontairement fixée pour avoir le
droit de faire de l'aide liée en toute bonne conscience.

J'espère que vous allez me rassurer à ce sujet.
drie miljoen voor het expertise-
fonds en plus 500.000 euro voor
de sensibilisering van de
Belgische ondernemers. De
overige investeringsfondsen, die
oorspronkelijk voor BIO waren
gepland, dalen lichtjes.

Op de nieuwe basisallocatie van
acht miljoen, zullen alle leningen
minder dan 700.000 euro
bedragen, wat precies overeen-
stemt met de door de OESO
bepaalde grens om geen
ongebonden hulp te moeten
verschaffen? Dit cijfer is op zijn
minst verrassend. Werd dit bedrag
zo vastgelegd om het recht te
hebben in gemoede gebonden
hulp te verschaffen?
07.02 Marc Verwilghen, ministre: Je vais au moins essayer,
madame Genot!

En ce qui concerne la première question sur la diminution des
montants du bilatéral, cette diminution est principalement due aux
problèmes aigus d'absorption qu'a connus la CTB durant l'année
2003. Les montants non utilisés sont compensés sur le budget 2004,
selon les règles telles que définies dans le deuxième contrat de
gestion liant la CTB à l'Etat belge. Sur la base de ces principes, il n'y a
pas grand-chose qui change. Ils ont la possibilité de mettre à
exécution ce qui a été décidé. S'il devait y avoir un doublement d'aide
pour la République démocratique du Congo, cela n'aurait pas d'effet
immédiat puisque les moyens restent à disposition.

Quant à la question de l'augmentation des moyens pour le
programme "Migrations et développement", il s'agit d'une deuxième
allocation de 10 millions d'euros à destination de Fedasil. C'est
l'exécution d'une décision du conclave. Vous savez que lors des
conclaves, on discute souvent et, même si on n'a pas vraiment la
volonté de donner quoi que ce soit, il est parfois nécessaire de le faire
pour avoir un accord politique.

J'en arrive à la troisième question, l'augmentation des moyens pour le
développement du tissu économique dans les pays du tiers-monde.

Je vous renvoie pour cette question à ma note stratégique
07.02 Minister Marc Verwilghen:
De daling van de bedragen van de
bilaterale hulp is vooral te wijten
aan de absorptieproblemen die de
BTC in 2003 heeft gekend. De
ongebruikte bedragen worden in
de begroting voor 2004
gecompenseerd. Zij hebben de
mogelijkheid de genomen
beslissingen uit te voeren. Indien
de hulp aan Congo zou worden
verdubbeld, zouden er voldoende
middelen ter beschikking blijven.

De verhoging van de middelen
voor het programma "migraties en
ontwikkeling" stemt overeen met
een tweede allocatie van tien
miljoen voor Fedasil. Hiermee
wordt een beslissing van het
conclaaf ten uitvoer gebracht.
Ik kom nu aan de derde vraag. Ik
verwijs naar mijn strategische nota
"Ondernemen voor ontwikkeling
en tegen armoede". De
24/05/2004
CRIV 51
COM 267
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
"Entreprendre pour le développement et contre la pauvreté" qui a été
approuvée au Conseil des ministres du 19 mars 2004.

Dans sa notification, le Conseil des ministres dit avoir pris
connaissance de la note dont il approuve le principe et les modalités
d'exécution, tout en demandant au ministre de la Coopération de
solliciter l'avis du Conseil fédéral du Développement durable.

Entre-temps, je suis chargé de continuer à mettre en place toutes les
modalités nécessaires, afin de préparer la mise en exécution de ce
programme.

Je tiens à vous rassurer, les 700.000 n'ont rien à voir avec "lier" ou
"non lier". Le principe est clair. Il s'agit d'aide déliée. Les 700.000 ont
uniquement à voir avec la fourchette maximale de la participation du
secteur public, de l'autorité belge, dans les cas qui seraient retenus.
Je rappelle que je n'ai pas tenu compte des 700.000 qui se trouvent
dans la note OCDE en ce qui concerne l'aide liée ou déliée. Je le
répète, il s'agit d'une aide déliée.
Ministerraad heeft het principe en
de uitvoeringsmodaliteiten van
deze nota goedgekeurd maar
achtte het raadzaam dat het
advies van de Federale Raad voor
Duurzame Ontwikkeling zou
worden gevraagd.

De 700.000 euro hebben niets te
maken met "binden" of niet
"binden"; Het principe is duidelijk.
Het gaat om niet gebonden steun.
De 700.000 euro hebben enkel
uitstaan met de maximale marge
van de participatie van de
openbare sector.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je regrette les multiples petits rabotages dans le budget de la
Coopération au Développement.

Quand on prend 10 millions de votre budget pour les donner à
Fedasil, c'est clairement un petit rabotage du budget de la
Coopération, ce que je trouve dommage.

Même remarque pour la CTB. S'il est logique que l'on applique la
règle suivant laquelle ce qui n'a pas été dépensé est reporté sur
l'année suivante, il est regrettable que la marge qui se dégage ne soit
pas entièrement réinjectée dans des pratiques de coopération,
notamment via d'autres outils que la coopération bilatérale directe.

J'espère en tout cas que cette coopération bilatérale directe pourra
pleinement fonctionner cette année et que le problème d'absorption
ne se posera plus.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
betreur dat telkens weer iets wordt
afgedaan van de begroting voor
Ontwikkelingssamenwerking,
denken we maar aan de 10
miljoen overgedragen aan Fedasil.
Zelfde opmerking voor BTC. Ik
hoop dat de rechtstreekse
bilaterale samenwerking dit jaar
volledig zal kunnen werken en dat
het absorptieprobleem uit de
wereld zal zijn.
07.04 Marc Verwilghen, ministre: Je peux encore suivre
politiquement votre première réaction.

Quant à la deuxième, je crois que je dois m'y opposer. La CTB est
une société anonyme. Elle est donc autonome. C'est une personne
morale qui a des obligations à remplir. Je suis persuadé que si la CTB
avait pris les engagements nécessaires pour que le montant qui lui
était destiné soit absorbé, il n'y aurait aucune critique possible. Ils
doivent eux-mêmes revoir leurs méthodes de travail. D'ailleurs, je
constate que le nouveau directeur ad interim s'est directement investi
dans cette tâche. Il sait fort bien où est le problème.
07.04 Minister Marc Verwilghen:
Ook al kan ik uw eerste reactie ­
politiek gezien ­ bijtreden, toch
moet ik mij verzetten tegen uw
tweede reactie. De BTC is een
naamloze vennootschap en is dus
autonoom.

De nieuwe directeur ad interim
weet heel goed waar het schoentje
precies knelt en is onmiddellijk
gestart met een herziening van de
werkmethode.
07.05 Zoé Genot (ECOLO): Un certain nombre de problèmes se
posent à la CTB. J'espère que le nouveau directeur, avec l'ensemble
des acteurs présents sur le terrain, pourra les résoudre.

Par ailleurs, j'estime que des problèmes de coordination existent avec
l'administration en tant que telle. Très régulièrement, on me parle de
07.05 Zoé Genot (ECOLO): Er
rijzen problemen inzake de
coördinatie met de administratie
en her en der raken er dossiers
geblokkeerd. De BTC is daarvoor
niet als enige verantwoordelijk.
CRIV 51
COM 267
24/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
dossiers coincés d'un côté ou de l'autre. Je ne veux pas trancher sur
les responsabilités mais j'estime que c'est un peu court de tout mettre
sur la CTB.
07.06 Marc Verwilghen, ministre: C'est un problème qui se pose
plutôt au niveau de Bruxelles que sur le terrain. Dans la pratique, je
constate que la CTB et les attachés s'entendent très bien et
coopèrent de façon exemplaire.
07.06 Minister Marc Verwilghen:
In de praktijk kunnen de BTC en
de attachés het zeer goed met
elkaar vinden en werken ze
uitstekend samen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La présidente: Deux collègues, M. Goutry et Mme Déom, avaient également déposé une question. Je
n'aperçois ni l'un ni l'autre. Dès lors, nous pouvons clôturer notre réunion.

La réunion publique de commission est levée à 15.31 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.31 uur.