CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 260
CRIV 51 COM 260
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
vendredi
vrijdag
14-05-2004
14-05-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la deuxième
carte de stationnement pour riverains" (n° 2815)
1
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de tweede bewonerskaart" (nr. 2815)
1
Orateurs: Tony Van Parys, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Tony Van Parys, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Questions jointes de
2
Samengevoegde vragen van
2
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "la réinstauration de
l'ancienne route Chabert" (n° 2576)
2
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
herinvoering van de voormalige route Chabert"
(nr. 2576)
2
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "le plan de dispersion des
vols à l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 2578)
2
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het
spreidingsplan voor de vluchten van en naar de
luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 2578)
2
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "les travaux sur les pistes
envisagés par BIAC pour l'été 2004" (n° 2766)
2
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de werken
aan de landingsbanen die BIAC in de zomer van
2004 zou willen laten uitvoeren" (nr. 2766)
2
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "les composantes sur
l'Oostrand" (n° 2767)
2
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
windcomponenten boven de Oostrand" (nr. 2767)
2
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "les composantes de
vents" (n° 2768)
2
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
windcomponenten" (nr. 2768)
2
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "l'harmonisation des
normes sonores à proximité de l'aéroport de
Zaventem" (n° 2769)
2
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
harmonisatie van de geluidsnormen met
betrekking tot de luchthaven van Zaventem"
(nr. 2769)
2
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
composantes de vent normalisées à mettre en
oeuvre à l'aéroport de Bruxelles-National"
(n° 2831)
2
- de heer François-Xavier de Donnea aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de invoering van genormeerde
windcomponenten op de luchthaven Brussel-
Nationaal" (nr. 2831)
2
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "la normalisation des
normes de vent" (n° 2873)
2
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
normalisatie van de windnormen" (nr. 2873)
2
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "la réalisation d'un
cadastre de bruit réel comme préalable à un plan
de répartition équitable de vols à l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 2891)
2
- de heer Olivier Maingain aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het opmaken
van een reëel geluidskadaster als voorwaarde
voor een billijk spreidingsplan voor de vluchten op
de luchthaven van Zaventem" (nr. 2891)
2
Orateurs: Marie Nagy, Bart Laeremans,
François-Xavier de Donnea, Simonne Creyf,
Bert Anciaux
, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale, Olivier Maingain
Sprekers: Marie Nagy, Bart Laeremans,
François-Xavier de Donnea, Simonne Creyf,
Bert Anciaux
, minister van Mobiliteit en
Sociale Economie, Olivier Maingain
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
ressemblance entre la photo d'un permis de
conduire et la physionomie du titulaire" (n° 2374)
31
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gelijkenis van de foto op het
rijbewijs met de fysionomie van de houder"
(nr. 2374)
31
Orateurs: Melchior Wathelet, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Melchior Wathelet, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
publicité électorale" (n° 2827)
34
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de verkiezingsreclame" (nr. 2827)
34
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Magda De Meyer, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Magda De Meyer, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "le refus, dans le cadre de la loi sur la
circulation routière, de faire une exception pour
les médecins généralistes ou autres ainsi que
pour les ambulanciers en stationnement illicite
pour cause d'urgence" (n° 2781)
35
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de weigering een uitzondering te maken in de
verkeerswet voor huisartsen, andere geneesheren
of ambulanciers bij fout parkeren omwille van een
noodgeval" (nr. 2781)
35
Orateurs: Francis Van den Eynde, Bert
Anciaux
, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Francis Van den Eynde, Bert
Anciaux
, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
VENDREDI
14
MAI
2004
Après-midi
______
van
VRIJDAG
14
MEI
2004
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.39 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.39 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
tweede bewonerskaart" (nr. 2815)
01 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la deuxième
carte de stationnement pour riverains" (n° 2815)
01.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zal zeer kort zijn om uw kostbare tijd niet af te nemen.

Mijnheer de minister, het probleem van het systeem van kaarten voor
het bewonersparkeren is in deze commissie reeds een paar keer ter
sprake gekomen. Voor de CD&V-fractie is het belangrijk dat een
tweede bewonerskaart zou mogelijk gemaakt worden om het
aantrekkelijk te maken om in het stadscentrum en in de steden te
kunnen parkeren. Vele mensen beschikken over een tweede wagen
en hebben niet de gelegenheid om via een tweede bewonerskaart op
een behoorlijke wijze hun parkeerprobleem op te lossen. Zoals u weet
maakt het ministerieel besluit van 18 december 1991 dit tot op heden
onmogelijk. In december 2003 hebt u in deze commissie geantwoord
dat u bereid bent om het ministerieel besluit van 18 december 1991
aan te passen en dat u de adviezen van de Gewesten daaromtrent
zou vragen.

Mijnheer de minister, wat is vandaag de stand van zaken? Kunnen we
nu op korte termijn een tweede bewonerskaart voor het parkeren in
het stadscentrum in het vooruitzicht stellen? Zal u in die zin het
betreffende ministerieel besluit aanpassen?
01.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le problème de la deuxième carte
de riverain pour le stationnement
résidentiel a déjà été abordé à
plusieurs reprises au sein de cette
commission. Le CD&V estime que
les ménages qui disposent de
deux véhicules doivent également
pouvoir faire usage du
stationnement résidentiel. C'est
important si l'on souhaite accroître
l'attrait du logement dans le
centre-ville.

En décembre 2003, le ministre
Anciaux a annoncé qu'il adapterait
l'arrêté ministériel du 18 décembre
1991. Est-ce chose faite
aujourd'hui? Quand la délivrance
d'une deuxième carte de riverain
pour le stationnement résidentiel
sera-t-elle possible?
01.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik zal kort
antwoorden. Net als voor de realisatie van de zones-30 in
schoolomgevingen heb ik mij bij het begin van mijn mandaat
geëngageerd dat probleem definitief op te lossen. Het ministerieel
besluit zal dan ook eerstdaags gepubliceerd worden in het Belgisch
Staatsblad en zal op 1 juni 2004 in werking treden. Door het nieuwe
ministeriële besluit zal aan de gemeentelijke overheden meer
subsidiariteit toegekend worden voor het uitreiken van de tweede
01.02 Bert Anciaux, ministre:
L'arrêté ministériel sera publié
prochainement au Moniteur belge
et entrera en vigueur au 1
er
juin
2004. A compter de cette date, les
autorités communales pourront
déterminer de manière autonome
combien de cartes de
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
bewonerskaart. Zo kunnen de gemeenten autonoom bepalen hoeveel
parkeerkaarten zij willen uitreiken. Om de gemeenten niet onmiddellijk
financieel en organisatorisch te belasten zullen de bewonerskaarten
die uitgereikt werden voor de inwerkingtreding van dit besluit geldig
blijven tot hun vervaldag. Op 1 juni, dus binnenkort, zal dat geregeld
zijn.
stationnement elles délivreront.
Les cartes de riverain distribuées
avant le 1
er
juin 2004 resteront
valables jusqu'au jour de leur
échéance.
01.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister danken voor zijn zeer duidelijk antwoord. Op die wijze wordt
tegemoetgekomen aan een zeer dringende behoefte, vooral in de
grote steden.
01.03 Tony Van Parys (CD&V):
Voilà une réponse claire. Je me
réjouis de l'introduction prochaine
de la deuxième carte de
stationnement destinée aux
habitants des centres-villes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la réinstauration de
l'ancienne route Chabert" (n° 2576)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le plan de dispersion des
vols à l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 2578)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les travaux sur les pistes
envisagés par BIAC pour l'été 2004" (n° 2766)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les composantes sur
l'Oostrand" (n° 2767)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les composantes de vents"
(n° 2768)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'harmonisation des
normes sonores à proximité de l'aéroport de Zaventem" (n° 2769)
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
composantes de vent normalisées à mettre en oeuvre à l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 2831)
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la normalisation des
normes de vent" (n° 2873)
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la réalisation d'un
cadastre de bruit réel comme préalable à un plan de répartition équitable de vols à l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 2891)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de herinvoering van
de voormalige route Chabert" (nr. 2576)
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het spreidingsplan
voor de vluchten van en naar de luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 2578)
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de werken aan de
landingsbanen die BIAC in de zomer van 2004 zou willen laten uitvoeren" (nr. 2766)
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de windcomponenten
boven de Oostrand" (nr. 2767)
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
windcomponenten" (nr. 2768)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de harmonisatie
van de geluidsnormen met betrekking tot de luchthaven van Zaventem" (nr. 2769)
- de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
invoering van genormeerde windcomponenten op de luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 2831)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de normalisatie
van de windnormen" (nr. 2873)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het opmaken van
een reëel geluidskadaster als voorwaarde voor een billijk spreidingsplan voor de vluchten op de
luchthaven van Zaventem" (nr. 2891)
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous avez entamé la législature en promettant
essentiellement deux choses: de nouvelles diminutions du bruit des
avions à la source et une répartition "équitable" des nuisances
sonores générées par l'aéroport fédéral.

Un an plus tard, il me semble que votre bilan ne va pas tout à fait
dans ce sens. En effet, vous avez trouvé le moyen de créer et de
supprimer, parfois dans la même semaine, des dizaines de nouvelles
routes au départ de la ville de Bruxelles et de sa périphérie et ce,
apparemment, dans l'indifférence générale de vos collègues du
gouvernement. Par ailleurs, vous avez modifié à cinq ou six reprises
les règles en vigueur en matière de composantes des vents pour
l'utilisation des différentes pistes de l'aéroport. Vous avez vous-même
annoncé récemment dans la presse que vous envisagiez
sérieusement de les modifier une fois de plus. Enfin, vous avez
réintroduit la route Chabert et imposé des centaines d'autres survols
des quartiers les plus densément peuplés.

Je souhaiterais vous interroger sur ces points.

La réouverture de la route Chabert a-t-elle fait l'objet d'un débat au
sein du gouvernement ou est-elle le fruit d'une décision unilatérale de
votre part?

Avant de prendre cette décision et de l'exécuter, avez-vous pris la
peine de consulter la Région la plus directement concernée, et plus
spécifiquement son ministre de l'Environnement? Dans l'affirmative,
quelle a été sa position?

Avez-vous procédé à une évaluation des nuisances supplémentaires
engendrées dans la zone survolée ainsi qu'à une estimation du
nombre de personnes ainsi exposées à l'accroissement des
nuisances sonores? En matière de sécurité, avez-vous pris contact
avec les services de secours concernés?

Vous êtes-vous concerté avec Mme Paulus du Châtelet, gouverneure
de la Région de Bruxelles-Capitale qui, à ce titre, est en charge du
plan catastrophe et de la protection civile de la zone concernée par la
décision?

Au lieu de la répartition du bruit telle que vous l'avez annoncée, on a
constaté une concentration du survol sur l'Oostrand. Pourriez-vous
nous expliquer la raison pour laquelle cette périphérie est a
récemment été survolée pendant de longues plages horaires, alors
que le "programme" de survol associé à vote plan de dispersion ne le
prévoyait pas au départ et que les conditions de vent ne l'imposaient
pas?

En ce qui concerne les composantes de vent arrière, confirmez-vous
votre objectif de relever les composantes de vent arrière acceptables
lors des atterrissages et décollages à l'aéroport? Pouvez-vous me
dire le niveau que vous envisagez d'adopter?

Par ailleurs, il serait utile de nous rappeler, étape par étape, l'évolution
des composantes de vent arrière et latéral admises pour l'utilisation
des différentes pistes de Zaventem ainsi que les raisons qui vous ont,
chaque fois, poussé à modifier votre position en la matière?
02.01 Marie Nagy (ECOLO): De
minister had beloofd dat hij het
vliegtuiglawaai nog meer aan de
bron zou aanpakken en dat hij zou
ijveren voor een billijke spreiding
van de geluidsoverlast die door
Brussel-Nationaal wordt
veroorzaakt. Een jaar later stellen
we vast dat hij de vertrekroutes
boven Brussel en omstreken
herhaaldelijk heeft verlegd.

Heeft de minister zelf beslist de
Chabert-route die over de
dichtstbevolkte wijken van de
hoofdstad loopt te heropenen of
heeft hij hierover overleg gepleegd
met de federale regering en de
regering van het betrokken
gewest, en in het bijzonder met de
Brusselse minister van Leefmilieu?

Heeft u een onderzoek laten
uitvoeren naar de bijkomende
hinder en naar het aantal
personen dat hiervan het
slachtoffer is?

Heeft de minister overleg
gepleegd met de hulpdiensten en
met de gouverneur van het
administratief arrondissement
Brussel-Hoofdstad, mevrouw
Véronique Paulus de Châtelet, die
bevoegd is voor de civiele
bescherming?

De hinder wordt niet gespreid,
zoals u had aangekondigd.
Integendeel, de vluchten worden
boven de Oostrand
geconcentreeerd. Hoe verklaart u
dat deze zone gedurende lange
tijdsblokken wordt overvlogen,
terwijl uw plan hier niet in voorzag
en de windsterkte en -richting het
niet vereist? Bent u van plan de
rugwindcomponenten op te
trekken, die tijdens het landen en
opstijgen op Brussel-Nationaal
aanvaardbaar zijn? Hoe zijn de
toegelaten windcomponenten voor
de verschillende start- en
landingsbanen van Zaventem
geëvoleerd? Welke redenen
hebben u ertoe gebracht uw
standpunt ter zake te wijzigen?
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4

J'attends les réponses du ministre afin de faire connaître ma réaction
et mes commentaires en fonction de celles-ci. J'espère que la
réponse sera complète, du moins aux questions que j'ai essayé de
résumer.

Le président: Vous avez résumé cinq questions en quelques minutes. C'est exemplaire!
02.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
was ook verrast door de snelheid waarmee dit zojuist gebeurd is.

Mijnheer de minister, vorige donderdag hebben we u al ondervraagd
over de wijzigingen die u aangebracht heeft aan ons spreidingsplan,
alsook over de harmonisatie van de geluidsnormen. U zou die voor
eind april realiseren of minstens uw plannen bekendmaken. Vorige
donderdag heeft, u zoals wij voorspeld hadden, daarmee niet kunnen
uitpakken. U zei dat er overleg geweest is, maar dat het plan om
allerlei technische redenen uitgesteld zal moeten worden. U heeft dan
anderhalve tot twee maand vooropgesteld omdat experts nog
technische verduidelijkingen moeten geven en dat de Gewesten
daarmee allemaal op 21 april akkoord gegaan waren. Eigenlijk was de
conclusie wanneer we de tekst nog eens nalezen dat er toch voor een
stuk vooruitgang was met de Gewesten, dat men on speaking terms
was en dat we toch enig perspectief hadden.

Ik heb echter ondertussen de persnota van dinsdag 11 mei van
minister Gosuin van het Brusselse Gewest gelezen, die mij bijna van
mijn stoel deed vallen, omdat er van enig gemoedelijk klimaat en
overleg blijkbaar geen sprake meer is. Hij verwijt u een volledig
gebrek aan overleg en gehoor. Alle middelen zijn uitgeput. Op 27
april, dus na het overleg, is er een procedure gestart namens het
Brusselse Gewest tegen het spreidingsplan. Hij heeft het in elk geval
aangekondigd aan de pers en het is meer dan een persverdraaiing,
aangezien het in de nota staat van de minister zelf en namens de
regering van het Brusselse Gewest, waar ook de sp.a deel van
uitmaakt.

U zou toch ook op de hoogte moeten zijn of op zijn minst door uw
collega's op de hoogte moeten worden gehouden. Blijkbaar heeft u er
nog altijd niets van gehoord. Dat is zeer vreemd. Er wordt in elk geval
in zeer scherpe termen gesproken. Er wordt ook gezegd dat het
spreidingsplan bedrieglijk is enzovoort. Het is een hele tirade van
allerlei verwijten die u naar het hoofd worden geslingerd. We kennen
ondertussen natuurlijk de stijl en de intenties van de heer Gosuin die
niets anders doet dan het overleg onmogelijk maken. Hij heeft maar
één bedoeling, te weten Zaventem zo snel mogelijk liquideren en een
nieuwe luchthaven ergens ver in Wallonië vestigen. Dat is de hele
strategie die er achter zit. Er zijn in het verleden al heel wat leugens
mee gepaard gegaan.

Ik herhaal, mijnheer de minister, dat als we de twee verklaringen van
de ministers naast mekaar leggen, we veeleer geneigd zijn uw
verklaringen te geloven dan die van de heer Gosuin. Anderzijds wou
ik graag weten wat uw reactie is op al die aantijgingen die zijn
gehoord tijdens de persconferentie. Hij vergelijkt uw theoretisch
geluidskadaster met de metingen die de voorbije maanden zijn
gehouden en komt tot de vaststelling dat er heel andere cijfers zijn
dan hetgeen was vooropgesteld. Als dat in Brussel zo is, is dat
02.02 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Comme prévu, le délai
imparti pour l'harmonisation des
normes de bruit n'a pas été
respecté. La concertation avec les
Régions est laborieuse, en dépit
de toutes les déclarations
ronflantes. Les négociations avec
la Région de Bruxelles-Capitale,
en particulier, ne se déroulent
certainement pas dans une
atmosphère sereine. Les
instances bruxelloises reprochent
au ministre un manque de
concertation et estiment que tous
les moyens ont été épuisés. Elles
avaient donc annoncé leur
intention d'entamer le 27 avril
2004 une action juridique contre le
plan de dispersion. On ignore ce
qu'il en est exactement dans la
réalité.

Les autorités bruxelloises ne
s'expriment que sous la forme de
déclarations virulentes et de
reproches. Le véritable objectif du
ministre bruxellois Gosuin est de
liquider purement et simplement
Zaventem et de créer un nouvel
aéroport dans un endroit très
éloigné en Wallonie. Nous prêtons
davantage de crédibilité au
ministre Anciaux qu'au ministre
bruxellois, mais nous sommes
curieux de savoir ce que pense le
ministre de cette situation
problématique.

Il existe également une grande
confusion en ce qui concerne les
mesures de bruit. Il est temps de
clarifier les choses à cet égard.

Entre-temps, la Région de
Bruxelles-Capitale a déjà annoncé
une action en référé à l'encontre
de BIAC, une action devant le
Conseil d'Etat et, en outre, une
procédure civile. Quels sont les
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
wellicht ook zo in de rand. Ik zou daarover meer duidelijkheid willen.
Wat zijn uw bevindingen terzake?. Er wordt voortdurend gestookt
vanuit een bepaalde hoek, maar tot nu toe hebt u daar weinig
concreets tegenovergesteld.

Daarom had ik graag geweten hoe u die persconferentie evalueert en
wat de stand van zaken is in de diverse procedures. Hij heeft er drie
opgesomd. Er is een procedure in kortgeding tegen BIAC, gestart op
19 maart. Er is een kortgeding van 27 april namens het Gewest bij de
Raad van State. Daarnaast is er nog een burgerlijke procedure
waarbij geen datum is vermeld, die wegens milieuredenen is
ingesteld. Daarover heeft hij weinig bijzonderheden gegeven.
Daarover had ik graag meer uitleg gekregen.

Ik had ook graag willen weten of u mij kan vertellen welke ministers bij
de beslissingen om die procedure te nemen, betrokken zijn? Is dat
alleen de heer Gosuin, of is dat een collegiale beslissing geweest van
alle ministers en staatssecretarissen van het Brussels Hoofdstedelijke
Gewest, met de nadruk op Hoofdstedelijk? Dat zijn de belangrijkste
vragen die ik tot op heden wilde stellen.
ministres bruxellois concernés par
ces actions?
02.03 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, j'ai eu l'occasion de vous poser quelques
questions, la semaine passée, en séance plénière, mais le lieu ne se
prêtait pas bien à des discussions détaillées et à des considérations
plus techniques.

Je constate que, depuis lors, la situation s'est détériorée sur le terrain.
En effet, j'ai été frappé de recevoir, sans doute comme vous-même et
d'autres membres présents dans cette salle, des e-mails et des
courriers de plus en plus angoissés et désespérés et par conséquent
de plus en plus violents. Je constate aussi que les relations avec la
Région de Bruxelles-Capitale ne s'arrangent pas. En effet, le 11 mai,
M. Gosuin a tenu une conférence de presse musclée, pour ne pas
employer un autre mot. Pour ma part, je ne me prononcerai pas ici
sur le bien-fondé de ses propos. Toujours est-il que la dégradation
des relations entre la Région bruxelloise et vous-même rend la
solution du problème de plus en plus difficile. Par ailleurs, vos
relations ­ il vient d'ailleurs d'y être fait allusion ­ avec la Région
flamande sont tout aussi problématiques. Manifestement, il vous est
de plus en plus pénible d'accorder les violons des Régions, de
l'aéroport, des riverains et du gouvernement.

Cela dit, je n'entrerai pas dans le détail de tous les problèmes qui se
posent. Vous les connaissez aussi bien que moi. Mais je voudrais
vous poser sept questions techniques et quatre questions politiques.
Les premières sont le corollaire des questions d'ordre général que je
vous ai posées, la semaine dernière, en séance plénière.

La semaine passée, vous avez déclaré ­ je l'ai considéré comme une
ouverture et j'étais donc heureux de vous entendre sur ce point ­ que,
pour gommer ou supprimer certaines aspérités ou certains effets
pervers du plan, vous feriez adopter des composantes de vent
normalisées.

Aujourd'hui, comme nous n'avons pu aborder ces détails la semaine
passée, j'aimerais avoir une réponse aux questions suivantes:
02.03 François-Xavier de
Donnea (MR): Sinds vorige week,
toen ik u reeds enkele vragen over
dit onderwerp stelde, is de
toestand in het veld verslechterd.
Bovendien is de verstandhouding
met het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest zoek. Het wordt steeds
moeilijker om een oplossing voor
het probleem te vinden.

Eerst en vooral wil ik u zeven
technische vragen stellen. Wat is
de technische omschrijving van
een "genormaliseerde wind-
component"? U kondigde aan dat
u dit begrip algemeen gangbaar
wenst te maken om bepaalde
nadelige gevolgen van het plan op
te heffen. Wie zal de waarden van
die nieuwe normen berekenen?
Zullen zij ter goedkeuring aan de
belangenverenigingen van de
piloten worden voorgelegd? Zullen
specifieke normen worden
uitgewerkt voor baan 02/20, die
afhelt en korter is dan de twee
andere?

Zal de invoering van door de
piloten als veilig beschouwde
"genormaliseerde windcomponen-
ten" ertoe leiden dat het aantal
"split nights" op baan 02/20 wordt
verhoogd en zo ja, in welke
verhouding? Hoe verklaart de
minister het feit dat in de nacht
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
- Quelle est la définition technique d'une composante de vent
normalisée?

- Qui calculera les valeurs de ces composantes de vent normalisées?

- Seront-elles définies en concertation et avec l'approbation des
associations représentatives des pilotes? Je sais que vous n'avez pas
été très heureux quand j'ai fait en sorte que cette commission
entende les pilotes. Je crois cependant vous avoir rendu service. En
effet, en cas de crash, les pilotes pourraient se plaindre de s'être vu
imposer des règles absurdes à leurs yeux. Les pouvoirs publics et
peut-être même le parlement, qui n'auraient pas procédé à leur
audition, s'en mordraient alors les doigts. Vous avez d'ailleurs, et je
vous en remercie, tiré certaines conclusions positives de cette
entrevue.

- Des normes spécifiques seront-elles retenues pour la piste 02/20,
qui est en pente et plus courte que les deux autres?

- L'adoption de composantes de vent normalisées, acceptables par
les pilotes du point de vue de la sécurité, permettra-t-elle d'augmenter
le nombre de nuits scindées sur la piste 02/20 et dans quelle
proportion? Je me rappelle vous avoir entendu dire que la technique
des nuits scindées permettrait de soulager certaines situations.
Malheureusement, vous aviez déploré l'impossibilité jusqu'à présent
d'appliquer cette solution aussi fréquemment que souhaitable, pour
des questions techniques et météorologiques.

- Comment expliquez-vous, monsieur le ministre, que dans la nuit du
samedi au dimanche, alors que les avions décollent de la piste 25
gauche, la majorité des départs survolent l'Oostrand, l'est de
Bruxelles, à très basse altitude, par des procédures qui amènent les
avions à virer soit à 700 soit à 1.700 pieds?

- Pour quelle raison n'utilise-t-on pas également pendant cette nuit
spécifique du samedi au dimanche les mêmes procédures "Zoulou"
que celles utilisées le mercredi soir, quand tous les départs se font
uniquement depuis la "25 droite" afin d'éviter le survol de nouvelles
zones auparavant non survolées?

J'en arrive maintenant à mes quatre questions politiques.

- Où en est effectivement le dialogue ou l'absence de dialogue avec la
Région de Bruxelles-Capitale?
On vous l'a déjà demandé auparavant, mais cela m'intéresse aussi de
savoir ce qui s'est exactement passé lors de la réunion du 21 avril et
les engagements qui y ont été pris.

- Ne serait-il pas opportun, pour calmer une partie de la population, de
mettre immédiatement en oeuvre un plan d'isolation acoustique dans
les zones dont on sait que, quels que soient les plans et quels que
soient les ministres, il y aura inévitablement des nuisances
acoustiques?

On sait très bien que, par exemple à Diegem, à Haren, il y aura
toujours un minimum de nuisances quels que soient les plans, quels
que soient les ministres, sauf à supprimer l'aéroport. Je ne suis pas
partisan d'une suppression radicale de l'aéroport, vous savez que je
van zaterdag op zondag, wanneer
de vliegtuigen opstijgen van baan
25 links, het merendeel van de
opstijgende vliegtuigen zeer laag
over de Oostrand vliegt en op 700
of 1.700 voet hoogte een bocht
nemen? Waarom vliegt men
zaterdagnacht niet volgens de
procedures die woensdagavond
van kracht zijn en waarbij alle
vliegtuigen opstijgen van baan 25
rechts om niet over nieuwe zones
te vliegen die voorheen niet
overvlogen werden?

Ik heb ook vier vragen van
politieke aard. Hoe ver staan de
gesprekken met het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest? Zou het
niet gepast zijn om meteen een
geluidsisolatieplan aan te wenden
in de gebieden waar er
onvermijdelijk geluidsoverlast zal
zijn? Zou het, gelet op de huidige
malaise, niet beter zijn terug te
keren naar de toestand van voor
oktober 2001, in afwachting van
een geluidskadaster dat op
metingen steunt en niet op
theoretische modellen, die toch
beperkt zijn? Wordt er verder
onderzoek gevoerd naar
mogelijkheden om de luchthaven
te ontlasten door middel van de
oprichting van een tweede
luchthaven?
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
plaide plutôt pour la création d'un deuxième aéroport qui déchargerait
l'aéroport de Zaventem d'une partie de la croissance de la demande.

- Ne pensez-vous pas que, face au marasme actuel dont il me semble
que quiconque aura du mal à sortir, on ne devrait pas revenir à la
situation d'avant octobre 2001, le temps de faire un véritable cadastre
du bruit basé sur des mesures et non pas sur des modèles
théoriques?

Je me pose de plus en plus de questions. Ne faudrait-il pas remettre
les compteurs à zéro, revenir à la situation d'avant, tout en disant aux
gens que c'est provisoire dans l'attente d'un réel cadastre du bruit
basé sur des mesures réelles des nuisances et pas sur des modèles
mathématiques qui sont utiles mais qui ont les limites que vous
connaissez mieux que moi?

- Poursuit-on des études concernant le délestage de l'aéroport? Je le
répète très clairement, poursuit-on des études concernant le
délestage de l'aéroport via la création d'un deuxième aéroport? Je
pense que c'est là que se situe la solution à moyen et à long terme.

Je répète ici que je ne plaide pas pour la fermeture de l'aéroport, je ne
plaide pas non plus pour des mesures qui réduiraient l'emploi à
l'aéroport. Je plaide pour que l'on anticipe la croissance de la
demande qui sera inéluctable et pas uniquement au niveau des vols
de nuit mais également au niveau des passagers et du fret, le rôle de
Bruxelles et de son hinterland en tant que capitale de l'Europe se
développant. Si on veut que, dans une quinzaine d'années, on ait une
réelle solution pour éviter les émeutes dans le Brabant flamand et à
Bruxelles, il faudra avoir, comme c'est le cas dans des villes comme
Washington, Paris, Londres et autres, un deuxième aéroport qui
puisse desservir les longs courriers, le fret, les vols de nuit, de façon à
spécialiser Bruxelles en tant qu'aéroport desservant l'Euro-Région et
ceux qui doivent venir travailler et assister à des réunions de jour à
Bruxelles.

Le gouvernement poursuit-il cette étude ou bien l'a-t-on abandonnée?

Voilà mes sept questions techniques et mes quatre questions
politiques. Je n'en poserai pas plus pour le moment. Je pense que j'ai
déjà été suffisamment long.
02.04 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal onmiddellijk overgaan tot het stellen van mijn vragen.
De eerste vraag heeft te maken met het spreidingsplan en met de
uitvoering van dat spreidingsplan. Ik ga akkoord met wat de heer de
Donnea zegt in verband met het ontvangen van post en van mails.
Ook wij krijgen die zeer frequent. Heel dikwijls gaat het dan over hetzij
afwijkingen van het spreidingsplan, hetzij de interpretatie van
"afdraaien boven". Heeft men dan hinder of niet? Welke gebieden en
gemeenten werden in de afgelopen weken minder overvlogen dan
voorzien in het spreidingsplan? Ik neem aan dat u geen klachten hebt
gekregen van de gemeenten die minder overvlogen werden. Bij
normalisatie zullen die klachten echter waarschijnlijk ook volgen. Ik
zou ook graag weten welke gemeenten meer overvlogen werden dan
voorzien in het spreidingsplan. Waarschijnlijk zal de wind daar een rol
in gespeeld hebben. Wat is nu de afwijking geweest van het
spreidingsplan voor diverse gemeenten, meer of minder dan in de
02.04 Simonne Creyf (CD&V):
Je souhaite poser plusieurs
questions concrètes au ministre en
ce qui concerne le plan de
dispersion ainsi que sa mise en
oeuvre. Au cours des dernières
semaines, quelles communes ont-
elles été moins survolées que
prévu dans le plan de dispersion?
Des plaintes ont-elles été
déposées? Quels experts sont-ils
chargés de l'étude sur les normes
de vent et quels en sont les
résultats? La différenciation des
normes de vent permettra-t-elle de
réduire les nuisances pour les
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
voorbije weken?

De tweede vraag heeft te maken met de normalisering van de
windnormen voor de nachtvluchten. U hebt in uw antwoord op onze
vragen in de openbare zitting van vorige week aangekondigd dat er
een onderzoek zou komen van experts naar de normalisering van de
windnormen voor de nachtvluchten. Hebt u daar al resultaten van?
Kunt u ons de eerste resultaten al voorleggen? Als u zegt dat er een
onderzoek van experts zal gebeuren of gebeurd is, over welke
experts gaat het hier dan? Wie zijn die experts?

De derde vraag handelt over de differentiatie van windnormen die
gehanteerd zullen worden volgens de diverse banen. Zal een minder
strenge windnorm zorgen voor minder hinder in de Noord- en de
Oostrand? Kunt u aantonen op welke manier een minder strenge
windnorm zal zorgen voor minder hinder in de Noord- en de
Oostrand?

De vierde vraag betreft de harmonisering van de geluidsnormen. Hoe
ver staat u in het overleg aangaande de harmonisering van de
geluidsnormen? Waarom blijft dit zo lang aanslepen? Dit is toch een
essentieel element. Hoe lang weten we al niet dat men in Vlaanderen
en Brussel andere geluidsnormen hanteert en dat enkel een
overeenkomst zal kunnen worden bereikt naarmate er een
harmonisering is van de geluidsnormen, tenzij natuurlijk de ene
normen oplegt op de kap van de andere? Mijn vraag is dus waarom
dit overleg zo lang blijft aanslepen. Hebt u een oplossing in het
verschiet? Is er een uitzicht op het overleg terzake tussen de diverse
Gewesten?

U hebt al enkele malen herhaald dat in de wijzigingen die aangebracht
worden de dorpskernen van Wezembeek-Oppem, Sterrebeek
enzovoort nu minder zullen worden overvlogen. Ik moet eerlijk zeggen
dat ik daardoor verrast ben.

In alle vorige spreidingsplannen is men blijkbaar niet tot de ontdekking
gekomen dat de dorpskernen zoveel mogelijk ontzien moeten worden.
Nu pas is blijkbaar het groot licht verschenen en moeten die
dorpskernen minder gehinderd worden. Waarom werd dat niet eerder
ontdekt?

Terloops wil ik ook nog eens terugkomen op de isolatie en de
isolatiepremies. Een tijdje geleden, op het ogenblik dat werd
gesproken over de concentratie, werd er gedacht aan isoleren om te
kunnen concentreren. Welnu, wat is de status van de plannen van de
regering inzake isolatie? Zijn er ondertussen al huizen geïsoleerd via
die premie? Over hoeveel huizen gaat het en waar bevinden ze zich?
Wat is uw visie terzake?

Als u het mij toestaat, mijnheer de voorzitter, wil ik nog even reageren
op de uitspraken van de heer de Donnea.

Mijnheer de Donnea, u zegt: "Laten wij terugkeren naar nul". Ik heb
ook gelezen dat minister Gosuin wilt teruggaan naar het moment voor
de spreiding. Dat wil dus zeggen dat u eigenlijk vraagt om terug te
gaan naar de concentratie. Welnu, voor mij is dat ondenkbaar en
onaanvaardbaar. De concentraties zijn namelijk begonnen in 1999.
habitants des périphéries nord et
est? Où en est la concertation
relative à l'harmonisation des
normes de bruit et pourquoi cette
concertation dure-t-elle aussi
longtemps? Pourquoi en arrive-t-
on seulement maintenant à la
conclusion qu'il faut épargner les
noyaux habités? Des primes à
l'isolation ont-elles déjà été
versées? Combien d'habitations
ont-elles déjà été isolées et où se
situent-elles?
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
02.05 François-Xavier de Donnea (MR): Om duidelijk te zijn, ik
bedoel een terugkeer naar de periode voordat mevrouw Durant
terzake de bevoegde minister was.
02.05 François-Xavier de
Donnea (MR): J'entends par là, la
période d'avant la ministre Durant.
02.06 Simonne Creyf (CD&V): Dat is dan een andere perceptie. Ik
wilde alleen duidelijk zeggen dat een terugkeer naar een
concentratiemodel ondenkbaar en onaanvaardbaar is.
02.06 Simonne Creyf (CD&V):
Le retour au modèle de la
concentration est en tout cas
impossible.
02.07 François-Xavier de Donnea (MR): Mevrouw Creyf, ik heb die
vraag gesteld aan de minister. Ik ben er ook nog niet zeker van of dat
een goed idee is. Ik weet echter wel met zekerheid, als oud-
burgemeester van Brussel, dat er tijdens de periode voordat minister
Durant terzake bevoegd was, minder klachten waren. Er waren wel
klachten, maar minder dan nu. Dat kan ik bevestigen.
02.07 François-Xavier de
Donnea (MR): Nous avions
nettement moins de plaintes à
Bruxelles avant l'entrée en
fonction de la ministre Durant.
02.08 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de Donnea, daarmee ben ik
het volledig eens. Dat dossier werd zodanig gepolitiseerd dat het nu
verschrikkelijk moeilijk zal zijn om een oplossing uit te werken. De
plannen van minister Durant, gevolgd door de plannen van de eerste
minister over de concentratie, hebben dat dossier verziekt. Het is een
politiek gecreëerd probleem waartegen de overheid thans machteloos
staat.

Mijnheer de Donnea, u spreekt over de plannen met betrekking tot de
tweede luchthaven. Ik verwerp die plannen niet a priori, maar wat u
eigenlijk wilt, is van Zaventem een regionale luchthaven maken.
Eerlijk gezegd, wij hebben meer en betere ambities voor de
luchthaven van Zaventem.
02.08 Simonne Creyf (CD&V):
C'est exact. Ce dossier est très
politisé. Il y a d'abord eu la
ministre Durant, puis le premier
ministre Verhofstadt et le modèle
de la concentration. Aujourd'hui, le
monde politique n'est plus en
mesure de résoudre le problème.
Quoi qu'il en soit, nous avons de
plus hautes ambitions pour
l'aéroport national que M. de
Donnea, qui voudrait en faire un
aéroport régional.
02.09 Minister Bert Anciaux: De heer de Donnea heeft gesproken
over een personenluchthaven, niet over een regionale luchthaven.
02.10 Simonne Creyf (CD&V): Ja, maar er kan een verschil bestaan
tussen wat men zegt en wat er te begrijpen valt.
De voorzitter: Ik kom even tussenbeide en herinner de collega's
eraan dat er zich tijdens het stellen van de vragen geen discussies
tussen de leden mogen ontspinnen, maar dat alles via de minister
moet verlopen.
Le président: C'est le ministre que
l'on interroge et pas les autres
membres de la commission.
02.11 Minister Bert Anciaux: (...)
De voorzitter: Op het einde graag.
02.12 Simonne Creyf (CD&V): Dan beëindig ik hiermee mijn vragen,
mijnheer de voorzitter.
02.13 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, je reviendrai
sur un point particulier, celui de la déclaration gouvernementale et,
plus précisément, l'élaboration d'un cadastre de bruit réel comme
préalable à tout plan définitif de répartition équitable des vols à
l'aéroport de Bruxelles-National.

Je rappelle que le dernier arrêt du Conseil d'Etat, celui du
17 mars 2004, a insisté sur la nécessité de l'adoption d'un tel cadastre
dans un délai rapproché. Or, il faut bien dire que ce dossier n'avance
02.13 Olivier Maingain (MR): Ik
kom terug op een specifiek punt.
In de regeringsverklaring werd
aangekondigd dat er eerst een
geluidskadaster die naam waardig
moest opgesteld worden vooraleer
er sprake kon zijn van een billijk
spreidingsplan van de vluchten uit
Brussel-Nationaal.
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
pas concrètement et réellement, quoi que d'aucuns déclarent et quoi
que le ministre ait pu dire en son temps devant cette commission, car
ce n'est pas la première fois que j'interviens sur ce sujet.

Ce qui est intéressant dans la récente conférence de presse du
ministre Didier Gosuin, c'est, une fois de plus, de faire apparaître - il
l'avait déjà fait à partir de l'analyse de la route Onkelinx qui avait
d'ailleurs justifié que je pose une question à l'époque - l'écart
important entre le fameux modèle théorique du cadastre du bruit et ce
qui est perçu réellement par les habitants. En effet, les mesures de
bruit effectuées sur le réseau des sonomètres de l'IBGE montrent des
écarts très importants entre les prévisions du cadastre théorique du
bruit du plan de dispersion et la réalité du terrain. Ces écarts vont tous
dans le sens d'une sous-évaluation manifeste des nuisances sonores
puisque, en tous points, le nombre de passages bruyants d'avions se
révèle au minimum trois à quatre fois supérieur aux prévisions
fournies par le modèle théorique.

A ce constat s'ajoutent encore d'autres aspects contenus dans le
cadastre prévisionnel du bruit qui vont tous dans le sens d'un manque
d'objectivation et d'une minimisation des effets des vols de nuit sur la
santé des riverains de l'aéroport; ce qui, en tout cas pour la période
de nuit, est la priorité, à savoir garantir le droit au sommeil et donc le
droit à la santé.

En effet, outre le fait que les relevés sonométriques démontrent une
fréquence moyenne de vols de nuit supérieure à la moyenne annuelle
lors de l'utilisation de certaines routes, ce cadastre apparaît comme
un outil inadapté.

Premièrement, sur la base de votre cadastre théorique, les passages
d'avions ne sont considérés que pour des valeurs élevées de bruit
supérieures à 70 décibels. Or, là déjà, selon les études scientifiques -
et contrairement à ce qu'affirment certains de vos experts, notamment
les auteurs de l'étude auxquels vous avez confié le soin d'évaluer
l'impact du plan de dispersion sur la santé - il est évident que le
véritable critère, c'est 45 décibels à l'intérieur des maisons, c'est la
référence OMS. Avec plus de 70 décibels, à coup sûr, on est au-
dessus des 45 décibels à l'intérieur des maisons! Mais même à 70
décibels, selon l'insonorisation ou non de la maison et selon certaines
perceptions, on peut être largement au-dessus des 45 décibels à
l'intérieur de la maison.

Deuxièmement, et on l'a déjà dénoncé plus d'une fois, ce n'est pas
une moyenne annuelle des passages d'avions qu'il faut prendre en
considération, pas plus qu'une moyenne annuelle de bruit; il faut
prendre en considération les pics de bruit, c'est cela qui est
insupportable! Aussi longtemps que vous ne voudrez pas mettre dans
le cadastre du bruit la notion de pics de bruit, il est évident que l'on est
totalement en décalage par rapport à la perception réelle par les
habitants des nuisances sonores. Les habitants n'ont que faire d'une
moyenne annelle.

Ils ont à considérer que la nuit ­ à cet égard, les sonomètres de
l'IBGE sont révélateurs ­ ils s'offrent des pics de 10 à 15 fois
supérieurs aux normes admissibles.

Troisièmement, l'impact réel des vols de nuit sur la santé est négligé

Hoewel in het arrest van de Raad
van State van 17 maart
jongstleden werd aangedrongen
op een snelle realisatie van dit
kadaster komt er geen schot in de
zaak. Uit de persconferentie van
minister Gosuin ­ naar aanleiding
waarvan ik ook een aantal vragen
heb gesteld ­ kan worden afgeleid
dat er een grote kloof is tussen het
theoretisch model van het
geluidskadaster en wat de
inwoners zelf ervaren. De
metingen die met de
geluidsmeters van het BIM werden
uitgevoerd bewijzen dat er een
verschil in perceptie is en dat de
hinder veroorzaakt door het
vliegtuiglawaai schromelijk wordt
onderschat. Het aantal vluchten
met lawaaihinder ligt drie- tot
viermaal hoger dan wat voorspeld
was. Daarbij komt nog dat er een
gebrek aan objectivering is en dat
de negatieve gevolgen voor de
gezondheid van de omwonenden
geminimaliseerd worden. Dit
kadaster lijkt bijgevolg niet met de
werkelijkheid te stroken.

In de eerste plaats houdt uw
theoretisch kadaster enkel
rekening met vliegtuigen die meer
dan 70 decibel produceren. Uit
wetenschappelijke studies blijkt
echter, en dit in tegenspraak met
wat uw deskundigen beweren, dat
het referentiecriterium op 45
decibel in de woning ligt.

Vervolgens moet men niet
vertrekken van het jaargemiddelde
maar van de intensiteit van de
geluidspieken. Zoniet is men ver
verwijderd van wat de inwoners
dagelijks ervaren. Ze worden
immers geconfronteerd met
geluidspieken die tien- tot
vijftienmaal hoger liggen dan de
aanvaardbare normen.

Ten derde wordt de echte
weerslag op de gezondheid
veronachtzaamd en werd die niet
wetenschappelijk aangetoond.

Ten slotte gaat uw theoretisch
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
et ne repose sur aucune base scientifique.

Enfin, votre cadastre théorique ne considère que les moyennes de
bruit et de fréquence de passage, calculées sur une base annuelle
alors que celle-ci occulte des situations de très forte exposition.

En conséquence, quel est l'état actuel de la procédure d'élaboration
du cadastre objectif de bruit conformément à la déclaration
gouvernementale?

Ce cadastre sera-t-il bel et bien réalisé contradictoirement, c'est-à-
dire en étroite collaboration avec les Régions concernées? Jusqu'à
présent, ce n'est pas encore le cas. Certes, il y a des concertations
mais aucune méthodologie n'est à ce jour arrêtée.

Quels sont les instruments sonométriques qui seront déployés pour
assurer le relevé? Quel en sera le placement, le nombre, afin d'en
permettre la représentativité? On n'avait de cesse de dire que cette
matière ne relevait pas des compétences du fédéral mais de celles
des Régions. Je constate que la Région de Bruxelles a, quant à elle,
pris des mesures à cet égard, mais rien n'est entrepris pour forcer le
gouvernement de la Région flamande à placer un nombre plus élevé
de sonomètres, plus particulièrement dans la périphérie est de
Bruxelles.

Quelles réponses formulez-vous eu égard aux critiques exposées ci-
dessus qui reposent sur des analyses tout à fait scientifiques? L'étude
de l'IBGE l'a démontré.

Comment comptez-vous procéder à une réévaluation des effets du
plan de dispersion sur la santé publique et sur la qualité de
l'environnement autour de l'aéroport? Veillerez-vous à y associer les
Régions?

Qu'en est-il du programme d'isolation acoustique?
kadaster enkel uit van
gemiddelden die op jaarbasis
worden berekend, terwijl er op
bepaalde tijdstippen sterke
geluidshinder is.

Hoe zit het bijgevolg met de
uitwerking van een objectief
geluidskadaster, zoals dat in de
regeringsverklaring vermeld staat?
Zal dat kadaster op basis van hoor
en wederhoor, en dus in
samenwerking met de Gewesten,
worden gerealiseerd? Welke
sonometrische instrumenten zullen
worden gebruikt? Waar zullen zij
worden geplaatst, teneinde de
representativiteit te waarborgen?
Het Brussels Gewest heeft ter
zake maatregelen getroffen, maar
dat geldt niet voor het Vlaams
Gewest. Wat is het antwoord van
de minister op de kritiek die op
grond van wetenschappelijke
analyses werd geformuleerd? Zal
hij de gevolgen van het
spreidingsplan voor de
volksgezondheid en de kwaliteit
van het leefmilieu opnieuw
evalueren? Hoe zit het met het
akoestisch isolatieprogramma?
02.14 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, une de mes
questions concernait les travaux sur les pistes envisagés par BIAC.

Monsieur le ministre, on parle des travaux envisagés par BIAC au
croisement des pistes 20 et 25 droite de l'aéroport de Bruxelles-
National. Toujours d'après la rumeur, ces travaux qui seraient
entrepris dans le courant de l'été 2004 et pourraient durer jusqu'à
40 jours, imposeraient une utilisation encore plus intensive de la piste
02/20.

Pouvez-vous me confirmer cette information, la préciser ou la
contester?

Si des travaux imposant une modification, même temporaire, dans
l'utilisation des pistes sont effectivement programmés, pouvez-vous
nous donner l'assurance que vous veillerez à ce que les populations
concernées par ces changements en soient informées dans les
meilleurs délais?

Enfin, les habitants de la périphérie est étant, depuis plusieurs
semaines déjà, les principales victimes du trafic aérien durant le
week-end, ne pensez-vous pas que les vacances d'été ne sont peut-
02.14 Marie Nagy (ECOLO): Er
is één vraag die niet werd gesteld.
Het gerucht wil dat BIAC tijdens de
zomer van 2004 gedurende veertig
dagen ingrijpende werken aan de
kruising van de banen 20 en 25
rechts zal uitvoeren. Daardoor zou
baan 02/20 nog vaker worden
gebruikt.

Bevestigt u deze informatie? Als er
werken zijn gepland die een
wijziging van het gebruik van de
start- en landingsbanen vereisen,
zal u de bevolking er dan zo snel
mogelijk van op de hoogte
brengen? Is de zomerperiode echt
het gepaste ogenblik om de
inwoners van de Oostrand
gedurende veertig dagen een
dergelijke beproeving te doen
ondergaan?
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
être pas le meilleur moment pour imposer le même calvaire et ce,
pendant 40 jours d'affilée?
02.15 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je répondrai tout d'abord aux questions de Mme Nagy.

Madame, je peux vous confirmer que l'introduction d'une route de
départ de la piste 25R en direction de la balise de Chièvres pendant le
week-end a été discutée et approuvée lors du Conseil des ministres
du 3 décembre 2003. Elle ne constitue donc nullement une décision
unilatérale de ma part.

Des concertations avec le ministre bruxellois de l'Environnement et
son cabinet ont eu lieu le 8 et 29 septembre, le 7 octobre, le
24 novembre et le 5 décembre 2003. Une concertation avec les deux
Régions a été organisée le 26 février 2004.
02.15 Minister Bert Anciaux: Wat
de eerste vraag van mevrouw
Nagy betreft, bevestig ik de
invoering, tijdens het weekend,
van een route die vertrekt vanaf
baan 25R in de richting van het
baken van Chièvres. Dit is geen
eenzijdige beslissing, aangezien zij
in de Ministerraad van 3 december
2003 werd besproken en
goedgekeurd.

Voorts werd verscheidene keren
overleg gepleegd met de
Brusselse minister van Leefmilieu
en met de twee betrokken
Gewesten.
Ten derde, de geluidsoverlast werd geëvalueerd voor het globale
spreidingsplan. Deze evaluatie heeft aangetoond dat het aantal
gehinderden globaal zal verminderen, net als het aantal inwoners van
het centrum van Brussel blootgesteld aan nachtelijke geluidshinder.

Ten vierde en ten vijfde, het onderzoek van de luchtverkeerscontrole,
uitgevoerd in een analytische risicostudie van het studiebureau
Sofreavia, toont aan dat het operationele risico beheersbaar is in het
kader van de luchtwaardigheidsregels van de vliegtuigen en de
operationele procedures voor de veiligheid van vluchten.
Les nuisances sonores ont été
évaluées pour l'ensemble du plan
de dispersion. Le nombre de
personnes incommodées va
diminuer et dans le centre de
Bruxelles, un moins grand nombre
d'habitants sera exposé aux
nuisances sonores nocturnes.

Il ressort d'une évaluation
analytique des risques que le
risque opérationnel est gérable
compte tenu des règles de
navigabilité des avions et des
procédures de sécurité applicables
aux vols.
En ce qui concerne la deuxième question, il était initialement prévu
d'utiliser la piste 02 pour les décollages le samedi, une semaine sur
deux, soit une utilisation théorique de 50% des samedis. Les limites
de vent alors en vigueur auraient permis d'utiliser cette configuration
40% du temps. A la suite de la modification des limites de vent, cet
équilibre aurait été fortement modifié. C'est pourquoi il a été décidé de
prévoir l'utilisation systématique de la piste 02 le samedi lorsque le
vent le permet et d'utiliser la piste 25R lorsque les limites admises
sont dépassées. Selon les statistiques météorologiques, cela
conduira à une utilisation de la piste 02 le samedi à concurrence de
35% du temps, soit un chiffre proche de l'équilibre consensuel
initialement prévu.

La réalité des week-ends précédents confirme cette répartition sur
quatre samedis. Cela représente une utilisation de 2,5 fois la piste
25R et 1,5 fois la piste 02. Cette mesure a été décidée en
concertation avec Belgocontrol.

Madame Nagy, en ce qui concerne votre troisième question, des
travaux d'entretien importants vont en effet avoir lieu au mois d'août
Wat de tweede vraag van
mevrouw Nagy betreft, zou baan
02 oorspronkelijk één zaterdag op
twee worden gebruikt. Het
theoretisch gebruik was dus 50%
van de zaterdagen, terwijl de van
kracht zijnde windlimieten 40%
beliepen. Die laatste werden
gewijzigd. Bijgevolg werd beslist
op zaterdag stelselmatig gebruik
te maken van de baan 02 en van
de baan 25R wanneer de
toegestane limieten worden
overschreden. Statistisch gezien
zal de baan 02 ten belope van
35% worden gebruikt, waardoor
men niet ver afwijkt van het
consensueel evenwicht dat
oorspronkelijk was vastgesteld.
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
de cette année, principalement sur la piste 25R et à l'intersection de
cette piste avec la piste 20/02. Les riverains de l'aéroport seront
dûment informés de la tenue de ces travaux. BIAC est en train de
préparer une stratégie de communication à ce sujet.
Tijdens de voorbije vier weekends
werd de baan 25R 2,5 maal
gebruikt en de baan 02 1,5 maal.
Die beslissing werd in overleg met
Belgocontrol genomen.

Op de derde vraag van mevrouw
Nagy antwoord ik dat op de baan
25R en op de kruising ervan met
de baan 02/20 in augustus
onderhoudswerken zullen worden
uitgevoerd. BIAC stelt momenteel
alles in het werk om de
omwonenden in te lichten.
Ten derde, de uitvoering van de werken in augustus is absoluut geen
bewuste keuze, maar beantwoordt aan operationele condities zoals
rustige weersomstandigheden voor de uitvoering van de werken en
een percentage luchtverkeer dat lager is vergeleken met de andere
zomermaanden. Ik heb BIAC en Belgocontrol gevraagd om een
operationeel uitvoeringsplan van de werken voor te bereiden dat het
mogelijk maakt om de resterende banen 07, L07, R20 en 02
afwisselend te gebruiken teneinde de concentratie van alle
geluidshinder geconcentreerd boven dezelfde zone te vermijden.
Les travaux seront réalisés en
août, lorsque les conditions
météorologiques sont meilleures
et que le trafic aérien est moins
dense qu'au cours des autres
mois d'été. J'ai demandé à BIAC
et Belgocontrol de préparer un
plan d'exécution. Celui-ci doit
permettre l'utilisation des pistes
07, L07, R20 et 02 en alternance
et réduire la concentration des
nuisances sonores.
Pour ce qui est des composantes de vent, on a enregistré ce week-
end des déviations par rapport au schéma d'utilisation des pistes du
plan de dispersion ou de répartition, et cela en raison du vent. Même
si je le regrette, le choix de la direction et de l'intensité du vent n'entre
pas dans mes compétences ministérielles. En revanche, les valeurs
limitées des composantes de vent sont susceptibles d'être modifiées
prochainement, si les conditions de sécurité le permettent, afin de
diminuer les déviations par rapport au schéma arrêté d'utilisation des
pistes.

Des modifications des limites de vent admissibles font en effet partie
des solutions envisagées pour améliorer la dispersion actuelle. Une
étude de sécurité est en cours de réalisation pour définir les
conditions nécessaires à une augmentation des valeurs limites des
composantes de vent intervenant dans le choix de la piste utilisée.
Les composantes de vent arrière et de travers étaient fixées
historiquement à 8 et 15 noeuds. Le gouvernement précédent a
décidé, en juin 2003, d'augmenter ces limites jusqu'à 10 et 25 noeuds
respectivement, sans étude de sécurité préalable. Après la demande
expresse des pilotes, les composantes de vent ont été abaissées aux
valeurs actuelles de 5 et 15 noeuds pour la piste 25/07 et de 15
noeuds pour la piste 02/20.

Comme je l'ai rappelé dans les réponses précédentes, les valeurs
limitées des composantes de vent ont été abaissées pour des raisons
de sécurité. Toute augmentation future de ces valeurs devra répondre
à des conditions strictes et à une étude de sécurité complète.

Les problèmes des nuisances sonores du trafic aérien sont connus
dans plusieurs pays. Personne à ce jour n'a trouvé de solution
Wat de windcomponenten betreft,
konden de start- en landingsbanen
vorig weekend niet worden
gebruikt zoals in het
spreidingsplan werd voorop-
gesteld, omdat de wind het niet
toeliet. De windrichting en ­
sterkte hangen niet van mij af!

Indien de veiligheidsvoorwaarden
het toelaten, zouden de
limietwaarden van de
windcomponenten echter weldra
kunnen worden bijgesteld teneinde
de afwijkingen van het plan te
beperken. Om de huidige
spreiding te verbeteren, wordt
trouwens reeds een wijziging van
de toegestane windlimieten
overwogen. Momenteel wordt
onderzocht welke voorwaarden
vereist zijn om de limietwaarden
van de windcomponenten te
verhogen. Die laatste waren
oorspronkelijk tot 8 en 15 knopen
beperkt. Zij werden in juni 2003
zonder voorafgaande veiligheids-
studie tot 10 en 25 knopen
opgetrokken. Vervolgens werden
zij op vraag van de piloten tot 5 en
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
miracle. L'important à mes yeux est d'assurer le meilleur équilibre
entre le développement économique et le bien-être des populations
riveraines de l'aéroport, en respectant les choix de la population.
15 knopen voor baan 25/07 en tot
15 knopen voor baan 02/20
teruggebracht.
Wat de vraag van de heer Bart Laeremans betreft, tijdens het overleg
van 21 april 2004 met de vertegenwoordigers van de vice-eerste
ministers en van de eerste minister en met de gewestregeringen van
het Vlaams en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd beslist de
discussie over het harmoniseren van de geluidsnormen uit te stellen
tot er voldoende duidelijkheid zou zijn over de technische specificatie
van het geluidskadaster.

Ik zal mijn voorstel dus voorleggen op het moment dat die zaken zijn
afgerond. Zoals ik u reeds vorige week donderdag zei, had ik een
voorstel van een deskundige in verband met de harmonisering. Alle
betrokkenen hebben toen gevraagd het voorstel niet naar buiten te
brengen en ook nog niet te bespreken, tot een aantal technische
bepalingen rond het geluidskadaster in orde waren. Trouwens, ik heb
het voor alle veiligheid, als ik het zo mag zeggen, nogmaals naar alle
betrokkenen ­ dus ook naar alle kabinetten van de kern en naar de
andere betrokkenen ­ zowel gemaild als geschreven. Daarbij heb ik
uitdrukkelijk gevraagd dat, indien een van de partijen het met de
timing niet eens is, hij mij op de hoogte brengt, zodat ik wel degelijk
mijn verantwoordelijkheid rond de geharmoniseerde geluidsnormen
kan nemen en ik niet hoef te worden geconfronteerd met unilaterale
initiatieven rond nieuwe geluidsnormen.

Mijnheer de voorzitter, ik zal een aantal bijkomende vragen die hier
werden gesteld, op het einde behandelen. Ik heb eerst mijn
voorbereide teksten. Daarna komen een aantal bijkomende
inlichtingen.
Lors d'une concertation organisée
le 21 avril 2004 avec les
représentants des vice-premiers
ministres et du premier ministre
ainsi qu'avec les gouvernements
de la Région flamande et de la
Région bruxelloise, il a été décidé
de reporter la discussion relative à
l'harmonisation des normes
sonores jusqu'à ce que la clarté
soit faite sur les spécifications
techniques du cadastre du bruit.
Je dispose d'une proposition
d'harmonisation émanant d'un
expert, mais les intéressés m'ont
tous demandé de ne pas diffuser
cette proposition ni d'en débattre
pour l'heure. Je leur ai demandé à
mon tour de me faire part de leurs
objections éventuelles concernant
le calendrier. Je ne veux pas être
confronté à des initiatives
unilatérales, mais assumer moi-
même la responsabilité.
En ce qui concerne les questions de notre collègue de Donnea, la
règle de base pour les aéronefs est de décoller face au vent.
Néanmoins, on tolère certaines marges de vents arrière et de vents
traversiers pour, d'une part, éviter des changements trop fréquents de
la piste en usage et, d'autre part, utiliser le système de pistes le plus
adapté au niveau environnemental ou au point de vue de la capacité
et de la sécurité.

Les vents arrière et les vents traversiers pour un décollage ou un
atterrissage ne doivent jamais dépasser les valeurs limites fixées par
le constructeur et les limites imposées par les performances de
l'appareil, propres à chaque vol. Si le vent arrière ou le vent traversier
est trop élevé pour un vol, le pilote doit demander une autre piste plus
adaptée.

Il convient donc de fixer des valeurs limites de composantes de vents
qui permettent à la majorité des appareils d'opérer tout en assurant
un système stable d'utilisation des pistes. On entend par
composantes de vents normalisées, les valeurs maximales des
composantes de vents, c'est-à-dire le vent arrière et le vent latéral,
au-dessus desquelles le critère environnemental n'est plus le critère
déterminant dans le choix de la piste en usage.
Wat de vragen van de heer de
Donnea betreft, bestaat de
basisregel erin dat men tegen de
wind in opstijgt. Bepaalde rug- en
zijwinden zijn echter toegelaten
om, enerzijds, te voorkomen dat
men al te vaak van baan moet
veranderen, en, anderzijds, vooral
die banen te gebruiken die vanuit
het oogpunt van het leefmilieu, de
capaciteit en de veiligheid het
meest geschikt zijn.

De rug- en zijwinden moeten
onder de limietwaarden liggen die
door de constructeur zijn bepaald
en aan het prestatievermogen van
het toestel zijn verbonden. Indien
er te veel rug- of zijwind staat,
vraagt de piloot een baan die meer
geschikt is.

De limietwaarden voor de
windcomponenten moeten dan
ook zodanig worden bepaald dat
zij door het merendeel van de
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
toestellen kunnen worden
nageleefd en dat een stabiel
gebruik van de banen mogelijk is.
Misschien moet ik er nog bij zeggen dat meer in het bijzonder de
genormaliseerde windnorm, zoals ik die dan noem, voor mij eigenlijk
degene is die door de ICAO, de internationale instantie, wordt
aanbevolen.
Je considère les normes de vent
comme normalisées lorsqu'elles
sont recommandées par
l'organisation internationale de
l'aviation civile, l'ICAO.
Les nouvelles normes envisagées seront déterminées par un groupe
de travail composé d'experts pilotes de la direction générale du
transport aérien. Ce groupe préparera une analyse de sécurité.
De geplande nieuwe normen
zullen worden bepaald door een
werkgroep van piloten-
deskundigen van het Directoraat-
generaal Luchtvaart. Die
werkgroep zal de situatie
analyseren vanuit het oogpunt van
de veiligheid.
Ik kom tot de derde vraag. De representatieve beroepsverenigingen
van beroepspiloten werden meerdere malen geraadpleegd bij
discussies over de windlimieten. De werkgroep die vermeld werd in
het vorig antwoord houdt rekening met hun adviezen en
commentaren.

Ten vierde, de limieten van de windcomponenten verschillen reeds
naargelang de banen. De huidige limieten voor rug-en zijwind voor de
banen 25/07 bedragen vandaag respectievelijk 15 en 5 knopen terwijl
dit 15 en 0 knopen is voor baan 02/20. Dit is niet uitsluitend te wijten
aan de hellingsgraad of aan de lengte van de baan maar ook aan de
hindernissen die in het verlengde van de baan liggen net als aan de
prestaties ­ vooral ook dat - van de vliegtuigen die opereren in de
luchthaven van Brussel-Nationaal. Deze verschillende waarden
worden op dit ogenblik onderzocht.
Les pilotes professionnels ont été
associés à plusieurs reprises au
débat sur les limites de vent. On a
tenu compte de leurs
observations.

Les limites des composantes de
vent diffèrent d'une piste à l'autre.
Pour les vents arrière et latéraux,
elles s'élèvent respectivement à
15 et à 5 noeuds pour la piste
25/07 et à 15 et à 0 noeuds pour la
piste 02/20. Le degré d'inclinaison
et la longueur de la piste
interviennent aussi, de même que
des obstacles situés dans le
prolongement de la piste et ­
surtout ­ les performances des
avions. Des études à ce sujet sont
en cours.
Cinquièmement, l'augmentation des valeurs limites des composantes
de vent permettra de diminuer les déviations par rapport au schéma
d'utilisation des pistes arrêté par le gouvernement.

Sixièmement, le choix d'une route pour un avion dépend de ses
performances et de sa destination. Les vols en direction du sud-est à
partir de la piste 25-L virent à 700, 1.700 ou 4.000 pieds selon leurs
performances pour se diriger vers une balise, en fonction de leur
destination. La proportion d'appareils virant à 700 ou 1.700 pieds
s'explique par le nombre de destinations vers le sud et le sud-est et
par les performances du type d'appareil utilisé.

Septièmement, le tracé des procédures de vol répond à un objectif de
dispersion des nuisances sonores, afin de ne pas survoler
constamment les mêmes zones. Utiliser des procédures à partir de la
piste 25-L, semblables à celles utilisées la nuit à partir de la piste 25-
R conduirait à concentrer les vols sur une même zone. On ne doit pas
surestimer le nombre de vols les semaines passées. Ce nombre est
Door een verhoging van de
limietwaarden van de
windcomponenten moet er minder
afgeweken worden van het door
de regering opgestelde schema
van de landingen en opstijgingen.

Het aantal vluchten naar het
zuidoosten vanaf baan 25 L met
een bocht op 700 of 1.700 voet
hangt af van het aantal
bestemmingen en van de
prestaties van de vliegtuigen.

Als men op baan 25 L zou vliegen
volgens dezelfde procedures die 's
nachts gelden voor baan 25 R dan
zou men alle vluchten boven
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de 4 à 10 vols le samedi.
dezelfde zone concentreren.

Men mag het aantal vluchten ook
niet overschatten. 's Zaterdags zijn
er vier à tien vluchten.
De vraag van mevrouw Creyf dan. Na enkele weken toepassing van
het spreidingsplan, wordt vastgesteld dat van het voorziene
baangebruiksysteem geregeld wordt afgeweken wegens de
heersende winden. Dit blijkt elke dag en is niet specifiek voor een
bepaald gebruiksschema van de baan. Er kan dus niet worden
gesproken van een moedwillige verschuiving van de lawaaihinder
boven een zone ten nadele van een andere, maar veeleer van de
onvoorzienbaarheid van de werkelijk gebruikte zones ten opzichte van
het verwachte baangebruik. Bovendien zorgen de thans geldende
windnormen voor onstabiliteit in het gebruik van de banen, met soms
verschillende wijzigingen tijdens een en dezelfde nacht.

Deze toestand is niet wenselijk op het stuk van de veiligheid en de
informatieverstrekking aan de omwonenden. Daarom overweegt de
regering om de grenswaarden van de aanvaardbare rug- en zijwinden
te verhogen als de veiligheidsvoorwaarden het toelaten en indien het
door de bevoegde dienst ook aan mij wordt voorgesteld. Het is pas
dan dat gesproken kan worden van en, in voorkomend geval, overleg
kan plaatsvinden over de afwijkingen tussen de beoogde spreiding en
de werkelijk verkregen resultaten, hetgeen het voorwerp is van de
twee vragen gesteld door mevrouw Simonne Creyf.

Voor baan 02/20 wordt nog een verhoging van de windnormen tot 15
en 5 knopen onderzocht. Piloten van het directoraat-generaal
Luchtvaart zijn belast met die studie en de verantwoordelijkheid valt
dus onder het DGLV. Zoals ik u heb uiteengezet onder punt 1, zal een
bijstelling van de windnormen de voorspelbaarheid en de stabiliteit
van het systeem doen toenemen, zonder te leiden tot een reële
verslechtering van deze of gene zone. Ik zal daar straks een klein
beetje meer uitleg over geven.

Tijdens het overleg van 21 april 2004 werd beslist de discussie over
het harmoniseren van de geluidsnormen uit te stellen totdat er over
een voldoende lange periode geluidsmetingen zijn verricht die
representatief zijn voor de gevolgen van het spreidingsplan. Het
isolatieprogramma, gepland door de vorige regering, hing nauw
samen met haar beleidskeuze voor de concentratie van de vluchten.
Door de sindsdien ingevoerde spreiding, staat dit programma opnieuw
ter discussie. Het uitstippelen van een nieuw isolatieprogramma is
niet doenlijk, zo lang de geluidssituatie niet is vastgelegd door
metingen ter plaatse en door de verdere evolutie van het
geluidskadaster.
Il est effectivement régulièrement
dérogé, en fonction du vent, au
système prévu pour l'utilisation
des routes. Ces changements
interviennent quotidiennement et
pour l'ensemble des routes et ne
visent donc nullement à
occasionner davantage de
nuisances sonores à une zone
qu'à une autre.

Cette modification continuelle des
grilles est peu souhaitable sur le
plan de la sécurité et complique la
diffusion des informations aux
riverains. Le gouvernement
envisage dès lors d'augmenter les
seuils limites des vents arrière et
latéraux acceptables, ce qui n'est
évidemment possible que lorsque
les conditions de sécurité le
permettent et sur la proposition du
service compétent. A ce moment
seulement, il peut être question
des dérogations au plan de
dispersion dans la pratique.

Pour la piste 02/20, un relèvement
des normes de vent à 15 et 5
noeuds est à l'étude au sein de la
direction générale du transport
aérien. L'ajustement des normes
de vent permettra d'accroître la
stabilité
du système, sans
entraîner une détérioration de la
situation pour une quelconque
zone.

Lors de la concertation du 21 avril
2004, il a été décidé de reporter la
discussion relative à
l'harmonisation des normes
sonores jusqu'à ce que des
mesures aient été effectuées
pendant une période suffisamment
longue.
J'en arrive aux réponses relatives aux questions de Mme Milquet,
malheureusement absente, mais qui sont naturellement destinées à
tous les membres.

L'accord du gouvernement visait à procéder à des adaptations au
Op de vragen van mevrouw
Milquet antwoord ik dat het
regeerakkoord betrekking had op
een aanpassing die tot doel had
de situatie in de Oostrand te
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
plan de dispersion pour améliorer la situation de l'Oostrand.

Les propositions qui correspondaient à cet objectif ont fait l'objet d'une
concertation.

Par ailleurs, des restrictions d'exploitation comme l'extension de la
période de nuit et/ou la réduction des quotas de bruit ne s'improvisent
pas, mais doivent obéir à une série de critères imposés par une
directive européenne, notamment la réalisation d'une étude coûts et
bénéfices.

Comme je l'ai dit à plusieurs reprises, les adaptations au plan de
dispersion ne visent pas à réduire ou augmenter le trafic sur l'une ou
l'autre piste, mais à assurer une plus grande stabilité et prévisibilité
dans l'utilisation des pistes et à réaliser une plus grande dispersion
des routes.

Les associations représentatives des pilotes ont été consultées à
maintes reprises lors des discussions sur les limites de vents, ce au
même titre que l'exploitant de l'aéroport, l'organisation en charge de la
gestion du trafic aérien et les experts pilotes de l'administration.

Les décisions relatives aux limites de vents tiennent compte des avis
de ces différentes parties.
verbeteren. Daarover heeft overleg
plaatsgevonden.

De uitbreiding van de nachtperiode
en de vermindering van de
geluidsquota moeten voldoen aan
criteria die in een een Europese
richtlijn zijn vastgesteld. Zo moet
er bijvoorbeeld een kosten-
batenanalyse worden uitgevoerd.

De aanpassing van het
spreidingsplan strekt er niet toe
het verkeer op een of andere baan
te verminderen of te doen
toenemen, maar heeft wel tot doel
te zorgen voor een grotere
stabiliteit en voorzienbaarheid in
het gebruik van de banen en tot
een grotere spreiding van de
routes te komen.

De verenigingen van piloten, de
exploitant van de luchthaven, het
orgaan dat het luchtverkeer in
goede banen moet leiden en de
piloten-deskundigen van de
administratie werden tijdens de
besprekingen met betrekking tot
de vermindering van de
windlimieten herhaaldelijk
geraadpleegd. De genomen
beslissingen houden rekening met
die raadplegingen.
De limieten van de windcomponenten verschillen naar gelang van de
banen. De huidige limieten voor rug- en zijwind voor baan 2507
bedragen vandaag 15 en 5 knopen, terwijl dit 5 en 0 knopen zijn voor
baan 022. Dat is niet enkel te wijten ­ ik heb dat eigenlijk allemaal
gezegd ­ aan de hellingsgraad of de lengte van de baan, maar ook
aan de hindernissen die in het verlengde van de baan liggen, net als
aan de prestaties van de vliegtuigen die opereren in de luchthaven
van Brussel-Nationaal. Deze waarden worden echter opnieuw
onderzocht.

De aanpassingen van het spreidingsplan maken het voorwerp uit van
een principeakkoord. Het was dus niet noodzakelijk om dit item
opnieuw op de agenda van om het even welke Ministerraad te
plaatsen.
Les limites des composantes de
vent varient en fonction des pistes.
Elles dépendent du degré
d'inclinaison et de la longueur de
la piste ainsi que des obstacles qui
se trouvent dans son
prolongement et des prestations
des avions. Les valeurs doivent
cependant être réexaminées.

Concernant l'adaptation du plan de
dispersion, un accord de principe
a été conclu, de sorte qu'il n'a pas
été nécessaire de réinscrire ce
point à l'ordre du jour d'un
quelconque Conseil des ministres.
J'en viens aux questions de M. Maingain.

Un cadastre du bruit, sur base du plan de dispersion, a été présenté
aux membres du gouvernement et aux Régions au mois de février
2004. J'ai demandé à la commission d'avis, composée de
représentants des administrations régionales et fédérales, de réaliser
In februari 2004 werd een
geluidskadaster aan de regering
en de Gewesten voorgelegd.

Ik heb de adviescommissie
gevraagd dit kadaster te evalueren
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
une évaluation de ce cadastre sur base des mesures des réseaux de
sonomètres de BIAC, d'Aminal et de la Région de Bruxelles-Capitale.
Cette évaluation exige une période de mesures représentative, donc
un certain délai.

La Région de Bruxelles-Capitale a demandé que ce cadastre soit
complété par certains indicateurs. Un groupe de travail composé de
représentants de BIAC et des administrations de l'Environnement
flamande et bruxelloise examine actuellement la réalisation pratique
de cette demande.

Pour ce qui concerne les mesures, les réseaux de sonomètres de
BIAC et d'Aminal seront étendus à court terme en vue de mesurer le
bruit au-dessus des corridors de vol des pistes 02/20 et 07. Vous
trouverez plus d'informations sur l'implantation des sonomètres de
BIAC, de l'IBGE et d'Aminal sur le site internet de BIAC.
op grond van de geluidsmetingen
door BIAC, Aminal en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. Dit zal
enige tijd in beslag nemen.

Een werkgroep, bestaande uit
vertegenwoordigers van BIAC en
de Brusselse en Vlaamse
milieuadministraties, onderzoekt
de vraag van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest om dit
kadaster met bepaalde indicatoren
te vervolledigen.
Zoals ik reeds heb vermeld, heeft het theoretisch voorgesteld
geluidskadaster een evolutief karakter en zal het moeten worden
verbeterd in functie van metingen op het terrein. Bovendien geldt dit
kadaster enkel voor een voldoende lange periode om rekening te
kunnen houden met de wijzigingen in termen van verkeer en
weersomstandigheden.

Ik ben dus niet verrast verschillen vast te stellen tussen een kadaster
dat een evolutie geeft voor een gemiddelde nacht en maatregelen
voor één welbepaalde nacht. De geluidspunten worden trouwens in
het geluidskadaster voorgesteld door de frequentiecontouren.
Le cadastre du bruit théorique doit
être amélioré sur la base des
mesures effectuées sur le terrain.
En outre, ce cadastre est établi
pour une période suffisamment
longue et permet de tenir compte
des modifications relatives au
trafic et aux conditions
météorologiques. Dès lors, je ne
m'étonne nullement qu'il existe
des différences entre un cadastre
indiquant une évolution pour une
nuit moyenne et certaines
mesures portant sur une nuit
spécifique.
Pour ce qui concerne l'impact sur la santé, une comparaison a été
faite par un bureau d'étude indépendant, "Resource Analysis", et par
un expert indépendant de la santé publique, le professeur Annemans.
De voorzitter: Zijn reputatie moet niet al te best zijn...
02.16 Minister Bert Anciaux: De reputatie van professor Annemans
is absoluut hoog.

Pour ce qui concerne l'impact sur la santé en 2002, c'est la
concentration et en 2004, c'est la dispersion. Ces études ont montré
que le nombre de personnes qui éprouvent de sérieuses nuisances
diminue avec le plan de dispersion. Cette étude pourra être
approfondie dans le futur.

Enfin, le programme d'isolation prévu par le précédent gouvernement
était intimement lié au principe de concentration des vols. Le
programme doit être adapté à la dispersion introduite depuis lors. La
définition d'un nouveau programme d'isolation n'est pas envisageable
tant que le cadastre du bruit n'aura pas été validé par des mesures de
terrain et que des mesures définitives n'auront pas été prises.
02.16 Minister Bert Anciaux: Uit
de studie van een studiebureau en
een onafhankelijk deskundige
blijkt dat het aantal personen dat
geluidshinder ondervindt, dankzij
het spreidingsplan afneemt.

Vermits het isolatieprogramma
verband houdt met de
concentratie, kan de nieuwe versie
ervan pas worden vastgelegd
nadat het geluidskadaster is
bekrachtigd.
Mijnheer de voorzitter, ik wens aan mijn antwoord nog een paar zaken
toe te voegen. Ten eerste, mevrouw Creyf vroeg of ik concreet kon
zeggen welke gemeenten meer en welke gemeenten minder
Les communes de Diegem, de
Haren et de Neder-over-
Heembeek doivent effectivement
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
overgevlogen worden. Voor alle duidelijkheid, als men de globale
cijfers bekijkt, dan worden op dit ogenblik de gemeenten Diegem,
Haren en Neder-over-Heembeek zeker meer overgevlogen dan
voorzien. Dat is echter niet het grootste probleem. Op basis daarvan
kan men een aantal van de ongerustheden of de reacties, die
nochtans begrijpbaar zijn, niet begrijpen.

Door de windcomponent en door de uitzonderlijke windsituatie kunnen
de voorziene split nights, die drie nachten zijn voorzien en een
verlichting zijn voor de Noordrand en voor de Oostrand, niet
doorgevoerd worden. Als men baan 02 moet gebruiken, dan kan men
die namelijk nooit samen ­ ik bedoel enkele uren later ­ gebruiken
met baan 20, zolang men 0 rugwind aanvaardt. Dat is eigenlijk een
van de grootste problemen. De weinige mensen die de zaak nog
begrijpen, zullen dit beamen. Dat wordt inderdaad aangepast, op
voorwaarde dat ik daarvoor een duidelijk rapport krijg, want anders
pas ik niets aan. Ik pas politiek niets aan wat wind betreft. Ik voer uit
wat de specialisten mij zullen zeggen.

Ten tweede, ook door de windcomponent is baan 02 in verhouding
meer gebruikt om te landen dan baan 20 om op te stijgen. Het betreft
de Oostrand voor beide. Het gebruik van de baan 02 om te landen,
veroorzaakt echter een zeer geconcentreerde hinder ­ ik zeg dit in
alle openheid ­ die zeer zwaar is voor de mensen daaronder, als men
die hinder omwille van de weersomstandigheden gedurende een
bepaalde periode permanent over zich heen krijgt. Als men het echter
per zone bekijkt ­ vandaar dat ik al dikwijls heb gezegd dat de
Noordrand de Noordrand niet is en de Oostrand de Oostrand niet,
maar laat het ons niet ingewikkelder maken dan het al is ­ dan zullen
er binnen de Oostrand een aantal zones zijn die de laatste tijd relatief
minder hinder hebben gekregen dan andere zones binnen de
Oostrand.

Dat zijn bijvoorbeeld twee zaken die het gevolg zijn van de huidige
situatie. Ik moet u wel zeggen dat zelfs de experts mij zeggen dat de
toetsing van het theoretisch model alles heeft doorstaan, in de zin dat
wij intussen alles hebben kunnen controleren waarmee wij
geconfronteerd kunnen worden, want er zijn uitzonderlijke
weersomstandigheden geweest de jongste weken.

Voor alle duidelijkheid, mevrouw Creyf ­ u zei het enigszins
verwijtend, maar ik zeg het in alle nederigheid ­ het grote licht heb ik
in dat dossier inderdaad niet gevonden en zal ik niet vinden. Maar ik
daag iedereen uit het dan wel te vinden.

Wat collega Gosuin betreft, ik heb niet de gewoonte, mijnheer de
voorzitter, om via de pers een polemiek te beginnen. Ik heb al
enigszins geantwoord op wat daarnet is gezegd. Ik ga niet in op een
aantal verklaringen die ik omschrijf als puur electoraal, niet pre-
electoraal maar puur electoraal. Zo kan je natuurlijk vele politici
beoordelen vandaag. Mijn grote probleem is dat de verwijten die
collega Gosuin tot mij richt, gaan over het feit dat een aantal metingen
op het terrein niet overeenkomt met het kadaster van het te voorziene
spreidingsplan. Dat verwondert mij ook niet. Ik vind het alleen niet
intellectueel eerlijk die vergelijking te maken. Men kan een berekening
die in heel Europa ­ trouwens ook door collega Gosuin ­ wordt
gehanteerd als absoluut zeer degelijk ­ de onderzoeken van
professor Thoen en het model dat hij heeft ontwikkeld ­ niet
endurer plus de vols que prévu. En
raison des composantes de vents
et de la situation exceptionnelle au
niveau des vents, la "nuit scindée",
qui devait soulager le Noordrand
et l'Oostrand, n'a pas été
appliquée. On ne peut utiliser en
même temps les pistes 02 et 20
tant qu'on prend comme postulat
un vent arrière équivalent à 0.
Cette situation sera adaptée à
condition que les spécialistes me
fournissent un rapport explicite. Je
ne prends pas de décision
purement politique en la matière.

Je suis d'ailleurs convaincu qu'on
a davantage utilisé la piste 02 pour
atterrir que la piste 20 pour
décoller, ces derniers temps. Ces
deux pistes ont un impact sonore
sur la périphérie Est, mais les
nuisances occasionnées par la
piste 02 sont plus concentrées.
Certaines zones de la périphérie
Est ont incontestablement subi un
peu plus de nuisances, ces
derniers temps, que d'autres
zones situées dans le même
espace géographique.

Les experts m'ont confirmé que le
modèle théorique a été testé avec
succès. Les mêmes experts
qualifient les conditions
météorologiques des dernières
semaines "d'assez
exceptionnelles".

Le ministre bruxellois M. Gosuin a
effectivement fait à mon sujet,
ainsi qu'à propos du plan de
dispersion, une série de
déclarations que j'attribue
entièrement au climat électoral du
moment. Je ne souhaite pas
engager la polémique avec lui par
l'entremise de la presse. Ses
critiques se fondent principalement
sur les écarts entre les mesures
concrètes enregistrées sur le
terrain et le cadastre du bruit du
plan de dispersion. Toutefois, ce
type de comparaison est
malhonnête car on ne peut et on
ne saurait fonder un jugement sur
des mesures relatives à un
nombre arbitraire de nuits. Ce sont
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
beoordelen op basis van enkele nachten. Het gaat daar om een
gemiddelde.

Collega Maingain heeft er wel op gewezen dat er een groot verschil is
tussen gemiddelde waarden en pieken. Dat is een correcte discussie.
Dat is juist. Men kan bij de verwijten inzake die gemiddelde waarden
natuurlijk niet als argument aanhalen dat men daar pieken
tegenoverstelt. Maar ik begrijp dat een deel van de discussie kan
gaan over die pieken, zonder enige twijfel. Dat hebben wij ook in de
berekeningen ingecalculeerd.

Wat de concrete vragen naar de procedures betreft, dat heb ik
ondertussen al verschillende keren nagevraagd. Er was de procedure
van 27 april. Ik heb ook gehoord dat de Oostrand een procedure zou
hebben ingeleid, maar die is bij de Raad van State niet bekend. Het
kan zijn dat zij daar nog ligt, maar dat is nu toch vrij lang geleden. Dat
er een burgerlijke procedure is, denk ik, is wel juist, maar dat is een
procedure die al een tijdje liep.

Wie neemt de beslissing inzake gerechtelijke acties? Kan ik met
zekerheid zeggen dat dit collega Gosuin alleen is?

Ik ben bevoegd voor gerechtelijke acties binnen mijn beleidsdomein.
Het gewestelijk niveau heeft evenwel een ander regime. Wij hangen
af van de Koning en op gewestelijk niveau is er een college. Ik kan u
verzekeren dat die procedures niet beslist werden door de regering. Ik
zal niet zeggen dat ze daarom niet juist zijn. Het is perfect mogelijk
dat dit in de delegatie zit.

Mijnheer de Donnea, u hebt een vraag gesteld over de isolatie van
zones vlakbij de luchthaven. Ik kan uw standpunt desaangaande
begrijpen. Het is zonder meer duidelijk, welke procedure er ook wordt
gevoerd, dat isolatie vlak aan het einde van de pistes noodzakelijk zal
zijn. Daarom ben ik in alle rust een aantal zaken aan het
voorbereiden. Ik maak mij echter geen illusies dat deze beslissingen
allemaal unilateraal zullen kunnen genomen worden. Daarover zal ik
straks trouwens, ter afsluiting, een bedenking formuleren.

Er werd gesproken over het terugkeren naar een bepaalde periode.
Vergis u niet. Sinds 1978 is er in dit dossier geen stand-still geweest.
Degenen die verwijzen naar een stand-still - de rechtbank heeft ooit
verwezen naar een stand-still ­ zouden moeten beseffen dat in dit
dossier reeds decennia lang geen stand-still is geweest. Het dossier
werd wel gedemocratiseerd, om het zo te noemen. In het verleden
nam de minister van Verkeer unilateraal en zonder enig overleg de
beslissingen telefonisch. Zo simpel was dat. Zij werden op geen
enkele manier gemotiveerd. Telefonisch werden van de ene op de
andere dag de routes afgesproken. Tegenwoordig ­ en sinds enige
jaren - is dat wel anders. Er gebeurt heel wat voorbereidend werk en
overleg.

Als men naar een pre-Durantperiode zou willen teruggaan, dan moet
men toch wel correct zijn met elkaar. Men moet dan teruggaan naar
maart of april 1999, maar niet naar oktober 2001. Immers, tussen
1999 en 2001 werden er heel wat beslissingen genomen. Wellicht is
dit niet zo neutraal als men denkt. Ik ken toevallig wel de situaties op
die momenten. Ik weet echter niet of iedereen zich daarvan bewust is.
Het feit dat er toen weinig reclamaties waren, zal men niet veranderen
les valeurs moyennes qu'il faut
prendre comme point de départ.

Je n'ai pas connaissance d'une
procédure judiciaire entamée par
les habitants de la périphérie Est
devant le Conseil d'Etat.
J'aimerais souligner que la
décision d'intenter des actions
devant les tribunaux dans les
limites de ses compétences relève
de M. Gosuin lui-même et non du
gouvernement bruxellois.

J'adhère à l'observation de M. de
Donnea selon laquelle il convient
d'isoler les habitations des zones
situées en bout de piste. Je vous
ferai prochainement part d'un
certain nombre de décisions en la
matière.

Ce dossier fait l'objet de
controverses depuis 1978. Les
précédents ministres de tutelle ont
pris des décisions sur les routes
aériennes de façon autonome et
sans consulter autrui alors
qu'aujourd'hui, les personnes
concernées ont toutes droit à la
parole. D'aucuns entendent
résolument revenir à la période
antérieure à l'ère Durant, à savoir
avant mars 1999 et non avant
octobre 2001. Dans cet intervalle,
ce dossier a en effet sensiblement
évolué.

A l'heure actuelle, les riverains de
l'aéroport sont nettement plus
sensibles aux décisions prises par
les autorités. Il est frappant de
constater que ce sont les habitants
des zones les plus touchées, telles
que Diegem, Haren et Neder-over-
Heembeek, qui se plaignent le
moins.

L'avenir de l'aéroport fait encore
l'objet d'une intense réflexion. Des
dossiers comme DHL et les
nuisances sonores sont au centre
du débat. Il est d'une importance
capitale que le problème de
l'aéroport de Zaventem et tous les
dossiers qui y sont liés fassent
l'objet d'un accord de coopération
entre les autorités fédérales, la
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
door terug te keren naar die situatie. Dit dossier ligt immers veel
gevoeliger. Men hoort vandaag veel meer dan vroeger klagen en dan
nog wel buiten de meest getroffen zones. Nogmaals, de meest
getroffen zones in dit dossier zijn Diegem, Haren en Neder-over-
Heembeek en daar zijn er geen klagers.

Die mensen nemen hun verantwoordelijkheid op. Dat wil niet zeggen
dat men alle smeerlapperij op deze mensen moet afschuiven. Het
moet rechtvaardig gespreid zijn. Ik stel echter vast dat zij die vandaag
nog altijd de grootste last en hinder hebben veel minder klagen dan
vele anderen in andere streken. Ook al keren wij terug naar welk
tijdstip dan ook en bereiken wij daarover een politiek akkoord ­ ik
denk dat zulks mogelijk is ­ dan vrees ik dat wij daarmee het
probleem nog niet oplossen.

De toekomst van de luchthaven. Wij zijn daarnaar inderdaad nog
onderzoek aan het doen, ook wat een tweede luchthaven betreft.

Mijnheer de voorzitter, ik wil sluiten met de bedenking dat in dit
dossier na de verkiezingen, hoe dan ook, slechts één uitweg bestaat -
dat gaat ook over het onderzoek naar de toekomst van de luchthaven,
dat gaat over DHL, dat gaat over de hele problematiek van de
spreiding ­ en dat is om te komen tot een samenwerkingsakkoord
tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en de
federale overheid dat bij wet, decreet en ordonnantie wordt bevestigd.
Daardoor wordt dit verankerd zoals niets beter kan worden verankerd,
want dan is het meer verankerd dan als het in de Grondwet zou staan.

Als men die drie partners in het samenwerkingsakkoord opneemt en
op dat moment voor eens en voor altijd de discussie wordt bepaald
met het oog op toekomstige investeringen en de maximale
percentages van de hinder per zone, pas dan kan men op een
normale manier werken in de toekomst kan uitoefenen en al dan niet
een beslissing kan nemen over DHL ­ positief of negatief, die
appreciatie verschilt van mens tot mens. Dat is volgens mij de enige
mogelijkheid. Ik kan u garanderen dat ik daarvoor voorbereidend werk
aan het doen ben. U begrijpt dat ik in deze electorale periode geen
enkele illusie heb om voor de verkiezingen tot een dergelijk
samenwerkingsakkoord te kunnen komen. Daar gelooft niemand in
en ik zeker niet.

Tot daar mijn min of meer samengevat antwoord, mijnheer de
voorzitter.
Région flamande et la Région de
Bruxelles-Capitale. Cet accord
devra ensuite être coulé dans une
loi, un décret et une ordonnance.
Je ne me fais aucune illusion
quant à la possibilité d'encore y
parvenir avant les élections. Il
faudra par contre s'y atteler le plus
rapidement possible après les
élections. En tant que ministre
fédéral, je me prépare en tout état
de cause à cet accord.
02.17 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ses réponses. Pour une fois, il a remis en perspective
les problèmes qui lui étaient soumis. Si je ne suis pas entièrement
satisfaite de ses réponses, il nous a quand même expliqué que la
décision de la remise en fonction de la route Chabert avait été prise
par le gouvernement et que la Région bruxelloise avait marqué son
accord. Ces informations sont importantes et intéressantes.
02.17 Marie Nagy (ECOLO):
Hoewel zijn antwoorden mij geen
algehele voldoening schenken,
heeft de minister de problemen die
werden opgeworpen op een vrij
goede manier weer in perspectief
geplaatst.
02.18 Bert Anciaux, ministre: Je n'ai pas parlé d'accord de la Région
bruxelloise.
02.19 Marie Nagy (ECOLO): Vous avez parlé de concertations.
Monsieur le ministre, c'est sur ce point que vous laissez subsister une
ambiguïté. Vous parlez de concertations ­ qui, manifestement, ont
02.19 Marie Nagy (ECOLO): Wat
de herinvoering van de Chabert-
route betreft, had u het over
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
pris du temps ­ mais vous n'avez pas d'accord. Vous vous dirigez
ainsi vers des difficultés car, si je fais le lien avec votre dernière
intervention, vous souhaitez ­ j'estime que cette réponse est la seule
valable ­ avoir un accord qui rassemble les Régions concernées et le
fédéral. Or, monsieur le ministre, je me permets quand même de
rappeler que le 24 janvier 2003, un accord existait entre la Région
flamande, la Région bruxelloise et le fédéral mais cet accord a été par
la suite torpillé!
overleg. Dat heeft heel wat tijd in
beslag genomen maar heeft
duidelijk niet tot een akkoord
geleid. U stevent af op
moeilijkheden. U wil immers een
akkoord sluiten met de betrokken
Gewesten en de federale
overheid. Ik herinner er u aan dat
het Vlaams Gewest, het Brussels
Gewest en de federale overheid
op 24 januari 2003 een akkoord
hadden bereikt, dat echter nadien
om politieke redenen en niet enkel
om redenen die verband houden
met het algemeen belang, werd
gekelderd.
02.20 Minister Bert Anciaux: Dat was een overleg.
02.21 Marie Nagy (ECOLO): D'accord, mais, après une négociation,
l'ensemble des partis avaient marqué leur accord sur une décision!
Vous vous en souvenez puisque vous étiez à cette époque au
gouvernement flamand.
02.22 Bert Anciaux, ministre: Non!
02.23 Marie Nagy (ECOLO): Vous n'étiez déjà plus là? Soit ...

En janvier 2003, un accord existait entre les gouvernements. Ce
n'était pas voté comme accord de coopération mais c'était un accord
politique entre le gouvernement bruxellois, le gouvernement flamand
et le gouvernement fédéral. Mais cet accord a été torpillé pour des
raisons politiques, me semble-t-il, et non ­ comme le dit Mme Creyf ­
par souci de l'intérêt général!
02.24 Bert Anciaux, ministre: ...Pour des raisons de justice.
02.24 Minister Bert Anciaux: Uit
billijkheidsoverwegingen.
02.25 Marie Nagy (ECOLO): Non, si cela avait été pour des raisons
de justice, cet accord n'aurait pas été conclu!

Monsieur le ministre, je vous remercie également pour votre réponse
sur la sécurité. Avant l'augmentation du vent arrière, je retiens que le
record d'augmentation date de juin 2003; il est estimé à 10 noeuds. Je
note que cela s'est fait sans aucune étude de sécurité. Vous savez
que si vous augmentez le vent arrière, vous aurez plus de bruit. Cette
équation rendra donc son adoption difficile.

Monsieur le ministre, je vous avais déjà interrogé en ce qui concerne
le plan d'isolation puisqu'une décision du gouvernement précédent
portait sur la création d'un fonds d'indemnisation, fonds que vous
n'avez jamais activé. A l'époque, si je me souviens bien de votre
réponse, vous considériez qu'il était impossible d'alimenter ou
d'activer ce fonds parce que, effectivement, le principe de dispersion
rend assez difficile la mise en oeuvre d'un plan d'isolation ou
d'indemnisation. Cependant, aujourd'hui, vous semblez dire qu'il n'est
pas impossible de l'imaginer.
02.25 Marie Nagy (ECOLO):
Neen, want in dat geval zou het
niet zijn gesloten.

Wat de veiligheid betreft, zal er
meer geluidshinder zijn als u de
limiet voor de rugwind optrekt. Dit
bemoeilijkt de goedkeuring van de
voorgestelde maatregelen.

Wat de isolatie betreft, besloot de
vorige regering een
vergoedingsfonds op te richten. U
hebt dit nooit geactiveerd omdat u
meent dat zo'n plan moeilijk
uitvoerbaar is zolang het
spreidingsbeginsel geldt. Uit uw
antwoorden kan ik echter
opmaken dat het toch niet
onmogelijk zou zijn. Waarom
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Dès lors, ma question est de savoir pourquoi, en prévision de ce futur
programme hypothétique, vous ne commencez pas, dès à présent, à
alimenter ce fonds et à appliquer le principe du pollueur-payeur qui
est, par ailleurs, un principe de saine gestion. On pourrait, dès
maintenant, commencer à y réfléchir. Je déduis de votre réponse que
ce plan risque d'être reporté à quelques années plus tard. Or, si on
décide un jour de réaliser un tel programme d'indemnisation ou
d'isolation, vous aurez besoin d'un maximum de moyens budgétaires.

En ce qui concerne votre réponse sur les travaux, il est effectivement
intéressant que les riverains et autres personnes concernées sachent
que des travaux auront lieu à partir du mois d'août. Je vous invite, dès
lors, à les effectuer en respectant ce délai d'information assez
raisonnable.

Je déduis que la manière dont vous envisagez la question de
l'harmonisation des vents va permettre une application moins
aléatoire de votre plan, c'est-à-dire l'instauration d'une rotation dans
l'utilisation des pistes qui, en elle-même, est assez artificielle. Selon
moi, il sera relativement difficile de mettre en oeuvre cette équation. Il
y a les enjeux de la sécurité, le problème du bruit qui risque
d'augmenter et la réalité des vents dominants, que vous allez devoir
combiner dans votre projet, visant à disperser au maximum les
nuisances sur un nombre le plus important possible de personnes.

En conclusion, je constate l'absence de mesures de réduction de bruit
à la source, l'absence d'autorités de contrôle indépendantes ayant un
pouvoir de sanction, l'absence de cadastre de bruit, d'initiatives de
votre part ou du gouvernement pour aller, au niveau européen vers ...
begint u dit fonds dan niet te
spijzen, volgens het beginsel dat
de vervuiler betaalt?

Wat de werken betreft, ware het
interessant dat de omwonenden
ervan op de hoogte worden
gebracht dat zij in augustus van
start gaan.

Wat de harmonisering van de
windnormen betreft, komt de idee
om het gebruik van de banen
volgens een beurtrol te laten
verlopen, nogal kunstmatig over.
Gezien de verschillende
parameters die er een rol bij
spelen, zal een billijke verdeling
moeilijk te verwezenlijken zijn.

Ik besluit met de vaststelling dat er
geen maatregelen getroffen
worden om de geluidsoverlast bij
de bron aan te pakken. Er komen
geen onafhankelijke controle-
organen en evenmin een
geluidskadaster.
02.26 Minister Bert Anciaux: U hebt geen vragen....?
02.27 Marie Nagy (ECOLO): Non, mais, monsieur le ministre, je
constate que vous formulez des réponses quant aux normes de vent,
mais par ailleurs - vous pouvez me démentir si vous prenez des
initiatives - sur la question du cadastre, aucune norme de réduction
de bruit à la source n'a été prise. Aussi, eu égard à vos engagements
figurant dans la déclaration gouvernementale, on note un déséquilibre
assez important par rapport aux nuisances et aux difficultés que
vivent quotidiennement les personnes demeurant aux alentours de
l'aéroport grâce à un plan réalisé en dépit du bon sens, qui va à
l'encontre de tout ce qui se fait partout en Europe. C'est certes un
principe politique mais certainement pas un principe de sécurité ou de
prise en compte des paramètres tels que les vents. Je le regrette
beaucoup.
02.27 Marie Nagy (ECOLO): Er
is een wereld van verschil tussen
wat u beloofd heeft in de
regeringsverklaring en de overlast
en hinder die de omwonenden
dagelijks ervaren als gevolg van
een plan dat tegen het gezond
verstand ingaat en dat elders in
Europa ondenkbaar is. Er zit
misschien een politieke reden
achter maar met de veiligheid of
een goed beheer wordt geen
rekening gehouden.
02.28 Bert Anciaux, ministre: (...)
02.29 Marie Nagy (ECOLO): Certaines décisions politiques
s'expliquent amplement et ne sont pas négatives. Cependant, diriger
intentionnellement vers les zones les plus densément peuplées des
avions parce que c'est une manière de contenter une partie de son
électorat et pas une autre constitue, certes, une mauvaise décision.
Ce n'est pas de la sorte que l'on gère un aéroport! Vous pouvez vous
renseigner partout en Europe. Il n'y a aucun endroit où cette pratique
soit en vigueur.
02.29 Marie Nagy (ECOLO):
Sommige politieke beslissingen
zijn gefundeerd maar het is zeker
geen goede beslissing om
opzettelijk vliegtuigen boven
dichtbevolkte gebieden te sturen
om een deel van zijn kiezers
tevreden te stellen.
02.30 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik 02.30 Bart Laeremans (VLAAMS
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
dank de minister voor zijn antwoord. Op een aantal vragen heb ik
inderdaad een antwoord gekregen. Wat een aantal andere vragen
betreft, blijf ik in de kou staan.

Mijnheer de minister, antwoorden dat u liever niet te diep ingaat op de
aantijgingen van de heer Gosuin op zijn persconferentie omdat het
electorale taal is, is een beetje te gemakkelijk.
BLOK): Je n'ai pas obtenu de
réponse à certaines de mes
questions. Ainsi, il est bien trop
facile de ramener les accusations
du ministre Gosuin au rang de
discours électoraux qui ne
méritent pas que l'on s'y attarde.
02.31 Minister Bert Anciaux: Een aantal aantijgingen hebben met het
dossier niks te maken, mijnheer Laeremans. Het is logisch dat ik hier
niet op inga. Waarom zou ik erop ingaan?
02.31 Bert Anciaux, ministre: J'ai
dit que je ne souhaitais pas réagir
à des déclarations complètement
étrangères au dossier.
02.32 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
blijf erbij dat het al te gemakkelijk is die aantijgingen af te doen als
electorale taal. Ik wil erop wijzen dat de meerderheid in Brussel quasi
identiek is - CD&V even niet meegerekend -...
02.33 Minister Bert Anciaux: (...)
02.34 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Inderdaad, het is een
autonoom Gewest. Ik wil er echter op wijzen dat de meerderheid in
Brussel quasi identiek is met de paarse meerderheid op federaal
niveau. Het is eigenaardig - ook al neemt Gosuin individueel
initiatieven - dat de ministers van uw strekking en andere Vlaamse
ministers, ook de VLD-ministers niets ondernemen om Gosuin tegen
te houden en tot rede te brengen. Heel zijn taalgebruik en heel zijn
manier van werken - de 21
ste
heeft hij nog met u vergaderd en u vindt
dat het behoorlijk loopt- door opnieuw een procedure op te starten,
maken het bijzonder moeilijk om samen te werken.
02.34 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): La majorité à Bruxelles est
la même qu'au niveau fédéral.
Pourquoi aucun parti ne prend-il
alors une initiative pour ramener
M. Gosuin à la raison?
02.35 Minister Bert Anciaux: Wat de procedure betreft, heb ik
gezegd dat ik vooralsnog geen....
02.36 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Klopt, mijnheer de
minister. Op 11 mei heeft de heer Gosuin naar buiten gebracht dat hij
die procedure heeft opgestart. Indien hij een beetje ernstig is zal die
procedure er wel zijn.

Ik snuif een vijandige sfeer op - u zult zeker begrijpen wat ik bedoel -
binnen paars en tegenover u. Ik vermoed dat u binnenkort zult worden
weggepromoveerd naar de Vlaamse regering. U bent trouwens
kandidaat voor het Vlaams Parlement. Bij sp.a-spirit staan na de
verkiezingen alle ministerportefeuilles op losse schroeven, heb ik
begrepen. Ik verwacht en vrees dat iemand die de belangen van MR
en PS beter dient in uw plaats zal komen. Ik hoop dat niet! De
vijandige sfeer en de blijvende tegenwerking roepen sterke
bedenkingen op.

Mijnheer de minister, een zaak intrigeert me. U hoopt op een soort
samenwerkingsakkoord in het kader waarvan later een nieuwe
luchthaven eventueel mogelijk zou zijn of onderzocht moet worden.
Principieel kan men niet tegen luchtvaartactiviteiten in Wallonië zijn.
Zonder voldoende vraag, trafiek en op termijn onvoldoende
perspectief - zeker met twee zeer sterke concurrenten, Schiphol en
Parijs, ten noorden en ten zuiden van ons land - is het echter
helemaal niet zeker of dit een interessante zaak is voor Vlaanderen
en voor Wallonië. Hierover moet, mijns inziens, minstens een
02.36 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Il est tout de même
question d'une procédure
judiciaire.

Je pense que le ministre Anciaux
sera écarté par le biais d'une
"promotion" au gouvernement
flamand et qu'il sera remplacé par
quelqu'un servant davantage les
intérêts du MR et du PS.

Le ministre espère pouvoir
conclure un accord de coopération
qui débouchera éventuellement
sur la création d'un nouvel
aéroport. Aucune objection de
principe ne s'y oppose, mais il
faudra alors que cet aéroport soit
économiquement viable. En tout
état de cause, une analyse coût-
profits approfondie s'impose.
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
grondige kosten-batenanalyse worden gemaakt. Een aantal mensen
in Wallonië wil minstens alle vracht en een groot deel van het
personenvervoer naar Wallonië halen.
02.37 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Laeremans, u verdraait de
zaken een beetje. Voor alle duidelijkheid herhaal ik dat binnen een
discussie over een totaal samenwerkingsakkoord een debat over een
tweede luchthaven niet kan worden uitgesloten omdat dit een
onderdeel kan zijn van de toekomst van Zaventem.

Voor alle duidelijkheid: ik heb niet gezegd dat er een
samenwerkingsakkoord moet komen om een tweede luchthaven te
realiseren. Daar spreek ik mij niet over uit.

Men moet ook weten dat Zaventem ligt waar het ligt, maar daar zijn
we het denk ik allemaal over eens. Die luchthaven ligt ten noord-
oosten van een grootstad, van Brussel. Wetende dat in de grote
meerderheid van de gevallen er zuid-westenwind is, dan weet men
dat de vliegtuigen van en naar deze luchthaven steeds over zwaar
bewoonde gebieden zullen moeten vliegen. Als men dat vergelijkt met
vele luchthavens in Europa, is dit een vrij unieke en niet al te beste
situatie. Dit zal ongetwijfeld de groei van Zaventem begrenzen. Ik
vraag dat niet en ik heb niet gezegd welke die grenzen zijn. Het is
echter wel verstandig dat we dat met zijn allen eens bepalen.
02.37 Bert Anciaux, ministre: Il
se peut que la question d'un
deuxième aéroport soit abordée
au cours des négociations sur
l'accord de coopération, mais
celui-ci ne doit pas
nécessairement être implanté en
Wallonie. La situation de
Zaventem ne joue pas en sa
faveur. Des zones à forte densité
de population sont inévitablement
survolées, ce qui pose
immanquablement des limites à la
croissance de l'aéroport.
02.38 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik kan daar allemaal
inkomen wanneer wij echt zouden staan voor een explosieve groei.
Nog onder de regering vóór Verhofstadt heeft men lang gesproken
over die mega-port en dergelijke. Om die reden hebben wij daar altijd
bedenkingen bij gehad, die logica volg ik. Dat perspectief is echter
helemaal niet zeker. We hebben immers Parijs en Schiphol waar KLM
en Air France op heel intensieve wijze zijn gaan samenwerken. Het
kan dus zijn dat de groei de komende jaren of zelfs de komende
decennia hier in Zaventem en in de andere regionale luchthavens
eerder beperkt zal zijn. Men kan zoiets niet zomaar gaan beslissen
zonder een ernstige kosten-batenanalyse want het gaat in Zaventem
om 60.000 jobs. Zomaar alles op de helling zetten houdt heel veel
risico's in.

Ik vrees een beetje voor een snel groot Belgisch compromis zoals we
dat in het verleden gehad hebben waarbij er enorm veel geld
geïnvesteerd wordt, maar waarbij een aantal infrastructuren
gecreëerd worden die geen één van de twee nog rendabel zijn. BIAC
heeft gewaarschuwd dat als men een tweede pool zou gaan
organiseren het kan zijn dat geen één van de twee nog rendabel is.
Men moet dat allemaal voor ogen houden. Anderzijds ben ik het zeker
met u eens dat er aan alles limieten zijn. Men moet dat in zijn geheel
durven bekijken. Ik denk echter dat men niet onmiddellijk in het kader
van een regeerakkoord na de verkiezingen zomaar kan zeggen dat
alles klaar is voor een grote tweede luchthaven in Wallonië. Dat zou
nogal voorbarig zijn. Men moet minstens een ernstige kosten-
batenanalyse maken en dan is er natuurlijk wel iets mogelijk.
02.38 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): C'est exact. Il est toutefois
tout à fait possible que la
croissance soit très limitée au
cours des années à venir. Il est
inutile de remettre Zaventem en
question. Il y va somme toute de
60.000 emplois.

Il n'est pas davantage sensé, dans
l'esprit du bon vieux compromis à
la belge, de créer une
infrastructure supplémentaire et de
se retrouver ensuite avec deux
aéroports non rentables sur les
bras. Les projets d'aménagement
d'un deuxième aéroport sont
prématurés. Comme je l'ai déjà
dit, une analyse coûts-bénéfices
est en tout état de cause
nécessaire.
02.39 Minister Bert Anciaux: Ik ben het wat dat betreft eens met uw
opmerking, laat dat duidelijk zijn. Bovendien heb ik niet gezegd waar
die tweede eventuele luchthaven zou moeten komen. België is een
klein gebied, Vlaanderen is erg druk bewoond maar we moeten ook
niet doen alsof Wallonië een wildernis is met onvoorstelbaar veel
02.39 Bert Anciaux, ministre: Je
partage votre avis. Comme je l'ai
déjà dit, ce deuxième aéroport très
hypothétique ne doit pas
nécessairement être implanté en
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
ruimte. Ik denk dat we ook moeten gaan nadenken wat een eventuele
samenwerking met een aantal euregio's zou kunnen betekenen. Ik
denk dan bijvoorbeeld aan Rijsel.
Wallonie. Il faut étudier les
possibilités de collaboration dans
le contexte européen. Je songe
par exemple à Lille.
02.40 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, le
ministre a en effet bien dressé l'inventaire des problèmes qui se
posent à lui. Il ne sera pas facile de trouver des solutions à tous ces
problèmes. Il a également bien fait de répéter ­ et il ne le fera jamais
assez ­ qu'il ne faut pas fixer des normes de vent en fonction de
considérations politiques mais qu'il faut entièrement s'en remettre aux
avis des techniciens en la matière. Le parlement comme le
gouvernement commettraient de graves erreurs en voulant imposer
des schémas qui ne respectent pas les normes de sécurité fixées par
les organes techniques nationaux et internationaux. Ce serait une
erreur politique majeure, tant pour le parlement s'il faisait pression sur
le gouvernement à cet effet que pour le gouvernement s'il prenait
unilatéralement des mesures en la matière.

Je vais examiner les réponses techniques du ministre à tête reposée.
Je ne souhaite pas réagir à froid. Je voudrais néanmoins dire ceci.
D'abord, comme le ministre le reconnaît, si on ne fait rien, à terme, la
croissance de l'aéroport va se heurter à des limites sociologiques
pour les raisons que le ministre a rappelées. Il faut commencer à
réfléchir dès à présent. Je le répète pour qu'on ne fasse pas de
procès d'intention: ni moi ni mon parti ne sommes pour la fermeture
de l'aéroport, ni en faveur de la diminution de l'emploi à l'aéroport.

Cependant, dans une réflexion basée sur des analyses coûts-
bénéfices, des analyses coûts-efficacité, des analyses de croissance
de trafic, il faut examiner la possibilité d'arriver, grâce à des
collaborations au sein de l'Euro-Région dont nous faisons partie, à
une redistribution du trafic à Zaventem qui permettrait, sans entraîner
nécessairement une réduction de l'emploi, d'éliminer de l'aéroport
certains vols particulièrement bruyants. Je pense aux vols
intercontinentaux qui utilisent de gros porteurs, au fret, aux vols de
nuit. Il est peut-être possible de redistribuer le trafic, de manière à
obtenir même une croissance raisonnable du trafic à Zaventem suite
à l'élargissement de l'Europe tout en déplaçant ailleurs, en Belgique
ou dans l'Euro-Région qui nous entoure, la croissance du trafic
particulièrement inacceptable en raison de la localisation de l'aéroport
dans une cuvette habitée qui compte non seulement Bruxelles mais
aussi le Brabant flamand aussi densément peuplé que certains
faubourgs de Bruxelles.

Il faut y réfléchir. Si on veut avoir une solution dans quinze ans, il faut
y travailler aujourd'hui. Si on ne le fait pas, on va arriver à des
émeutes. Les gens iront se coucher sur les pistes de l'aéroport. On
aura beau répartir les nuisances, on n'obtiendra qu'un nombre plus
élevé de mécontents. Il faut continuer à réfléchir ­ et j'espère que le
gouvernement le fait ­ à une autre structure du trafic permettant de
maintenir l'emploi tout en réduisant les nuisances en chassant ailleurs
le trafic particulièrement nocif: les vols de nuit et les gros porteurs.

Je pense que le problème pourrit, politiquement parlant. On a commis
l'erreur d'ouvrir une énorme boîte de Pandore en 1999. Effectivement,
des gens qui ne se plaignaient pas trop à l'époque pourraient se
plaindre plus aujourd'hui si on en revenait à la situation de 1999, c'est
02.40 François-Xavier de
Donnea (MR): De minister heeft
een correcte inventaris van de
problemen gemaakt. Hij heeft er
ook terecht aan herinnerd dat de
windnormen niet in functie van
politieke maar van technische
overwegingen dienen te worden
vastgelegd, en dat men ter zake
volledig op het oordeel van de
technici moet vertrouwen. De
politieke wereld zou een ernstige
vergissing begaan, mocht zij in
deze materie willen ingrijpen.

Ik zal de technische antwoorden
van de minister in alle rust
bestuderen. Ik zou toch willen
stellen dat, als men niets
onderneemt, de groei van de
luchthaven op sociologische
beperkingen zal stuiten. Wij
moeten vandaag reeds aan
morgen denken.

Zo moet de mogelijkheid worden
onderzocht om binnen de
Euroregio samenwerkings-
akkoorden af te sluiten. Dankzij
een herverdeling van het
luchtverkeer boven Zaventem
zouden de vluchten die de
grootste geluidshinder
meebrengen (grote vliegtuigen,
vrachtvluchten, nachtvluchten),
kunnen worden afgeschaft. Dit
moet niet noodzakelijk tot
banenverlies leiden. Men zou het
luchtverkeer boven Zaventem
zelfs binnen redelijke proporties
kunnen doen toenemen, door het
hinderlijke luchtverkeer naar
andere luchthavens af te leiden,
die niet zoals Zaventem in een
verstedelijkt gebied liggen.

Als wij willen voorkomen dat er
onlusten uitbreken, moeten wij nu
handelen. Zoniet zullen, ondanks
de spreiding van de hinder, steeds
meer omwonenden ontevreden
zijn. Sommigen van hen zullen er
wellicht niet voor terugdeinzen uit
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
clair. Je pense aussi que les gens qui subissaient les atterrissages et
les décollages intensifs ­ et c'était en effet Diegem, Neder, Haren
mais aussi Kortenberg, Erps-Kwerps, Woluwe-Saint-Pierre,
Kraainem, Wezembeek pour la 02/20 lorsque le vent l'imposait ­
étaient allés habiter ces quartiers en sachant à quoi s'en tenir. Ils
avaient pu acheter des maisons avec une décote dans ces quartiers.
Tout à coup, des gens qui n'avaient pas connu ce problème
ramassent du bruit et voient que leur maison encaisse une décote. On
peut donc comprendre leur fureur et leur mécontentement. Cela est
humainement compréhensible. Je pense que nous aurons beaucoup
de mal à trouver une solution.

Dans le cadre du plan qui existe actuellement, on pourra gommer les
aspérités, on pourra imaginer des composantes de vent normalisées
qui permettent de faire un "splitsing" des nuits. Cela irait dans le bon
sens, mais cela me semble rester pelliculaire. Et c'est la raison pour
laquelle je me pose la question de savoir, et je n'ai pas encore de
réponse définitive en ce qui me concerne ­ et le ministre a d'ailleurs
intelligemment dit qu'il ne fallait pas totalement l'exclure ­ si on ne
devrait pas retourner à la situation de fin 1999 le temps de faire,
comme le réclame M. Maingain, Mme Nagy et moi-même à juste titre,
un cadastre du bruit basé sur les mesures qu'enregistrent les
sonomètres. Je me pose la question et je crains, malgré toute la
bonne volonté des uns et des autres, dans le cadre du schéma actuel,
qu'on ne fasse que des corrections pelliculaires qui ne vont pas
satisfaire les gens. Le mécontentement va continuer et ce
mécontentement sera de plus en plus utilisé à des fins électorales,
d'autant plus qu'on approche des élections communales.

Je crois qu'il faut réfléchir à cela. Je ne vous dis pas que c'est la
solution miracle, je n'en suis pas totalement sûr non plus. Je
comprends aussi les objections que l'on peut faire, mais
réfléchissons-y.

Monsieur le président, je n'en dirai pas plus mais je crois qu'il faut
situer cela dans une vision à long terme de la politique aéroportuaire
en Belgique, et dans une vision à long terme de la politique
aéroportuaire en collaboration avec les Pays-Bas, le nord de la
France, l'ouest de l'Allemagne et le sud de l'Angleterre, sinon nous ne
nous en sortirons pas.
protest op de banen te gaan
liggen.

Uit politiek oogpunt is het
probleem aan het ontaarden. Men
heeft in 1999 de doos van
Pandora geopend. Mensen die
toen niet al te veel kloegen zouden
nu meer redenen tot klagen
kunnen hebben. Zij die vroeger
met dat groot aantal opstijgende
en landende vliegtuigen te maken
hadden, wisten op voorhand waar
zij aan toe waren. Maar mensen
die niet met die problemen
vertrouwd waren, werden er plots
mee geconfronteerd; men kan
begrip opbrengen voor hun
ontevredenheid.

Het zal moeilijk worden om een
oplossing te vinden. Men kan er de
scherpe kantjes van afvijlen,
andere windcomponenten
bedenken, maar dat is toch maar
gepruts in de marge. Daarom
vraag ik mij af of men er niet goed
zou aan doen terug te keren naar
de situatie van vóór 1999, waarbij
een geluidskadaster op grond van
de metingen van de sonometers
zou worden uitgewerkt.

Met de huidige regeling zal de
ontevredenheid aanhouden en zal
zij voor electorale doeleinden
worden uitgebuit.

Ik zeg niet dat het een
mirakeloplossing is, maar ik geloof
dat men erover moet nadenken.
Men moet de kwestie bekijken
vanuit het oogpunt van een
luchthavenbeleid op lange termijn
in ons land, in overleg met de
omringende landen, zoniet komen
we er niet uit.
02.41 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen nog
reageren op wat collega de Donnea heeft gezegd. Ik noemde daarnet
een aantal wijken op waar mensen wonen die heel veel hinder
ondervinden. Er zijn echter nog heel wat andere wijken waar mensen
ook heel veel hinder hebben. Het heeft geen belang of dit subjectief of
objectief is. Het is juist dat de mensen in Kortenberg, Erps-Kwerps,
Sterrebeek en Wezembeek zeer sterk worden gehinderd.

Indien men naar een correcte spreiding van de hinder gaat, denk ik
dat men de mensen wel kan vragen dit te aanvaarden. Er zijn
02.41 Bert Anciaux, ministre: J'ai
cité une série de quartiers
subissant d'importantes
nuisances, mais la liste n'était pas
complète. Une répartition correcte
des nuisances exigerait des
investissements et des garanties
supplémentaires à l'égard des
diverses zones. Les gens ne
soutiendront les plans que si on
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
vandaag nog hindernissen, maar ik wil het daarover in de toekomst
hebben. Er zijn bijkomende investeringen vereist om tot een zo groot
mogelijke spreiding te komen met waarborgen voor de verschillende
zones. Ik denk echter dat het uitgangspunt nog steeds moet zijn dat
het echt voorspelbaar moet zijn. De mensen moeten weten wat er
komt. Het moet ook eens en voor altijd vastliggen dat de verdeling
rechtvaardig gebeurt en men moet dat ook kunnen bewijzen. Onder
die omstandigheden is het volgens mij wel mogelijk dat een grote
meerderheid van de bevolking, maar nooit de hele bevolking, erachter
staat omdat het dan rechtvaardig is. Het blijft voor sommige mensen
echter letterlijk en figuurlijk een nachtmerrie.
parvient à les convaincre du
caractère équitable de la
répartition des nuisances.
02.42 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is vandaag volgens mij een
interessant debat geworden.

Toen ik het daarnet had over het groot licht, had ik het over het feit
dat nu werd beslist de dorpskernen minder te overvliegen. Dat
verraste mij. Het lijkt mij nogal logisch dat wanneer men een
spreidingsplan opstelt, men sowieso probeert woonkernen te
vermijden. Het verraste mij en precies daarom vond ik het raar dat
men nu plots de dorpskernen zal proberen minder te belasten.

Ik wil nog een paar zaken ter discussie stellen. Er is het
spreidingsplan, het model en er zijn zoals u zegt de afwijkingen,
tengevolge van overmacht, door wind enzovoort. Ik zeg niet dat die er
moedwillig zijn. Ik vraag mij echter af of er in
compensatiemechanismes is voorzien voor de mensen die worden
gehinderd. Hoe dynamisch is het model? Kan dat plan dynamisch zijn
zodat mensen die worden gehinderd, een compensatie krijgen voor
de hinder op een ander ogenblik?

Als er afwijkingen zijn, doet dat immers afbreuk aan de
geloofwaardigheid van het plan. Volgens de brieven die we krijgen,
zeggen betrokkenen dat ze minder zullen worden gehinderd en
gedurende bepaalde nachten zelfs niet zullen worden overvlogen,
maar dat er desondanks tijdens dezelfde nachten, tussen 02.30 uur
en 03.30 uur, dan weer zoveel vliegtuigen over hun woningen vlogen.
De afwijkingen doen dus gedeeltelijk afbreuk aan de
geloofwaardigheid van het spreidingsplan en maken mensen
ongerust. Zij vinden dat de overheid niet doet wat ze belooft. Op dat
vlak is er dus een probleem.

De bijstelling van de windnormen naar meer stabiliteit is goed. Ik volg
echter volledig de mening van de heer de Donnea. Ik ben het met
hem eens, maar enkel en alleen als de beslissing gebaseerd is op
onpartijdige, niet-gepolitiseerde studies van experts. Veiligheid is
immers een bijzonder hoog goed. Het is ondenkbaar dat er door
wijzigingen van windnormen ongevallen zouden kunnen gebeuren.
Veiligheid moet vooropstaan. De bijstelling van de windnormen is dus
goed, maar mits inachtneming van de grootst mogelijke veiligheid en
op basis van onpartijdige, niet-gepolitiseerde studies van experts.

Wat betreft een samenwerkingsakkoord tussen de drie Gewesten
over de toekomst van de luchthaven, heb ik van bij het begin, sinds
de beslissing van minister Durant en daarna van de eerste minister
voor concentratie van de vluchten, gevreesd dat het gevolg zou
kunnen zijn dat de overheid stilaan de draagkracht van de luchthaven
02.42 Simonne Creyf (CD&V):
Ce débat était très intéressant. Il
n'est que logique d'épargner les
noyaux habités. Le plan de
dispersion type prévoit des
dérogations en cas de force
majeure ou de dépassement des
normes de vent. Dans quelle
mesure ce modèle est-il
dynamique? Les citoyens
bénéficieront-ils de compensations
pour ces dérogations, qui portent
finalement préjudice à la crédibilité
du plan de dispersion?

Nous souscrivons à l'ajustement
des normes de vent, s'il se base
sur les études d'experts
indépendants et s'il accroît la
sécurité.

Pour quand peut-on espérer
l'accord de coopération entre les
trois Régions sur l'avenir de
Zaventem? Toutes ces péripéties
risquent de nuire à l'aéroport et
d'aucuns exploitent la situation
précisément dans ce but. Il est de
bon ton d'évoquer une autre
implantation pour l'aéroport.

En tout état de cause, nous ne
pouvons revenir à la case départ.
Une dispersion équitable est la
seule solution politique possible.
Cela exige des investissements au
niveau de la piste taxi 25L et d'un
système d'atterrissage électroni-
que, mais le MR s'y oppose.
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
ondermijnt. Spreken over een tweede luchthaven is nu zelfs al een
evidentie geworden, zonder dat vooraf wordt gezegd dat de kwestie
grondig moet worden bestudeerd. Voor de streek, voor de hele
Brabantse regio, niet alleen in de onmiddellijke omgeving van Brussel,
maar heel ruim bekeken, is de luchthaven van Zaventem een sociaal-
economische groeipool. Mijn grote vrees is dat het hele debat rond
deze materie de draagkracht van de luchthaven ondermijnt. Als ik de
leden van bepaalde politieke partijen hoor, dan voel ik dat deze vrees
wordt bewaarheid. Sommigen gebruiken het debat precies om de
draagkracht van Zaventem te ondermijnen. Dat zou ik bijzonder
jammer vinden.

Over een terugkeer naar de toestand van het verleden ben ik het met
de minister eens. Ik geloof er ook niet in. Een terugkeer naar een
bepaalde situatie kan volgens mij niet van aard zijn om het
ongenoegen opnieuw weg te nemen. Alleen een zo ruim mogelijke,
eerlijke spreiding, zonder politieke vooroordelen, is de enige
mogelijkheid om een beetje vrede en rust te brengen in het dossier.

Daarom betreur ik opnieuw ­ ik heb dat in het verleden ook al gezegd
­ dat niet wordt beslist tot investeringen, zoals in het elektronisch
landingssysteem. Ik herhaal dat de MR zich daartegen heeft verzet
tijdens het debat in de Senaat. Ik betreur dat.

Zonder dat elektronisch landingssysteem zal men ook niet in staat zijn
tot een volledige eerlijke spreiding van de hinder, zoals ook de
taxibaan 25L een element is om dit spreidingsplan verder door te
voeren. Ik betreur het ook dat men niet bereid is om die noodzakelijke
investering te doen om te komen tot een echt rechtvaardig
spreidingsplan.
02.43 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, faute
d'objectivation des données, on tournera autour du sujet,
imperturbablement, et faute aussi de disposer des références
incontestées pour savoir qui subit le plus de nuisances. C'est la clé de
départ de l'accord gouvernemental et c'est ce qui a été demandé.

J'entends le ministre nous parler du modèle du professeur Thoen qui
ferait l'unanimité. Non. S'il faisait l'unanimité, on n'aurait pas inséré
dans la déclaration gouvernementale la nécessité d'établir un
cadastre réel du bruit, tel que supporté par les habitants. C'est bien
parce que le modèle du professeur Thoen est insatisfaisant qu'a été
demandé un cadastre réel du bruit.

Aussi longtemps qu'on n'ira pas de l'avant dans ce dossier, on n'aura
que des adaptations d'un plan provisoire, faites finalement selon les
derniers événements du vent ou selon toute autre considération du
nombre de plaintes, etc., mais jamais sur une base scientifique et
objective.

J'ai reçu un dossier très complet sur le nombre de demandes
adressées par le ministre Gosuin, tant à la BIAC qu'à votre ministère,
pour arriver à une réelle constatation. Vous avez cité des dates de
rencontre; je serais curieux de savoir ce qui a été décidé
concrètement à ces réunions. Peut-être y a-t-il eu des rencontres où
l'on s'est parlé, mais qu'est-ce qui a été décidé et acté dans un
procès-verbal, de manière précise et concrète? Je serais curieux de
l'apprendre précisément.
02.43 Olivier Maingain (MR): Tot
slot van deze discussie, spreekt
het vanzelf dat wij geen
oplossingen zullen kunnen
uitwerken als wij niet over
objectieve gegevens beschikken.
De uitwerking van een
geluidskadaster op grond van
wetenschappelijke gegevens is
trouwens opgenomen in de
regeringsverklaring.

Hoewel de minister naar het model
van Professor Thoen verwijst, is
het een feit dat dat model
ontoereikend is en dat niet
iedereen er achter staat. Wij
moeten vooruitgang boeken in dat
dossier, zoniet zullen wij
genoodzaakt zijn zogenaamde
voorlopige plannen uit te werken.

Wat de besprekingen met minister
Gosuin betreft, heb ik het gevoel
dat die beperkt blijven tot
oeverloze discussies die niet in
echte beslissingen zullen
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

Sur cet aspect des choses, j'ai plutôt le sentiment qu'on en est resté
au stade des palabres. Et que, à l'apparition d'une esquisse de
méthodologie, le suivi ne se fait pas parce qu'il y a toujours une
autorité défaillante, souvent du côté de BIAC.

Je constate qu'à Liège, à l'aéroport de Bierset, on va de l'avant pour
mettre en place un véritable monitoring du bruit. Hier soir, à l'édition
du journal télévisé de RTL-TVi, a été diffusé un reportage sur la mise
en oeuvre d'un système dit commercialement "Diapason" - mais je ne
tiens pas à faire de la publicité - qui permettra d'établir une corrélation
précise entre le tracé de chaque avion, ses caractéristiques de vol et
les nuisances sonores à divers endroits. Et ce, de manière
permanente. Voilà de la performance pour objectiver les bruits et les
inconvénients supportés par chacun.

En effet, et il faudra un jour se mettre d'accord, l'objectif n'est pas de
demander aux citoyens d'accepter sur l'année une moyenne de
nuisances sonores et de fréquence de passages. Cela n'a pas de
sens. Si, pendant X nuits par an, le citoyen doit subir des pics
insupportables, il est évident que de se trouver dans la "moyenne
annuelle" ne le consolera pas: il constate simplement ne pas pouvoir
dormir pendant X nuits et être réveillé X fois.

Continuer de s'entêter à soutenir que l'objectif, c'est la moyenne
annuelle à tenir, c'est un contre-sens par rapport à l'attente du
citoyen.

Je ne peux tenir d'autres propos au nom de tous ceux qui nous
envoient ­ et vous devez en recevoir bien plus que moi, monsieur le
ministre ­ des courriels chaque matin. Il y a des gens qui se réveillent
plusieurs fois la nuit et qui à 4 heures du matin vous noient - comme
moi d'ailleurs, même si je ne les lis pas à cette heure-là - de courriels
pour nous informer qu'ils sont réveillés depuis environ 3 heures et
nous dire combien de vols ils ont dû supporter entre 3 et 4.30 heures
du matin, heure à laquelle ils envoient leur e-mail. C'est bien la preuve
qu'il existe un problème. Il ne s'agit pas de gens qui se réveillent pour
faire la java!

Nous savons bien entendu qu'on ne trouvera jamais de solution
optimale avec une répartition équitable. Il y avait la logique de la
concentration qui a depuis fait l'objet d'une condamnation judiciaire.
Elle présentait des inconvénients, surtout quand on la mettait en
oeuvre sans avoir prévu au préalable les mesures
d'accompagnement, notamment en matière d'isolation.
uitmonden. De voorgestelde
methodologische aanpak wordt
nooit volledig gevolgd, omdat er
altijd een of andere autoriteit is die
het laat afweten.

In tegenstelling tot wat wij doen,
pakt de luchthaven van Luik de
situatie anders aan en maakt zij
werk van echte geluidsmetingen.

Gisteren werd een
televisiereportage uitgezonden
waarin werd getoond dat er een
systeem bestaat dat een precieze
correlatie mogelijk maakt tussen
het tracé van elke vlucht, de
kenmerken ervan en de
geluidshinder. Het is vandaag de
dag dus mogelijk de geluidshinder
waaronder de bevolking gebukt
gaat, objectief vast te stellen.

Wij mogen er ons immers niet toe
beperken de burgers een
gemiddeld geluidsniveau te doen
slikken. Het heeft geen zin die weg
verder te bewandelen, gelet op de
talloze klachten die de mensen tot
ons richten.

Er bestaat geen ideale oplossing
met een billijke spreiding. De
logica van de concentratie heeft
geleid tot een gerechtelijke
veroordeling. Men had omgekeerd
te werk moeten gaan en eerst
maatregelen op het stuk van
begeleiding en isolatie nemen.
02.44 Marie Nagy (ECOLO): Vous savez qu'une redevance était
prévue. Mais aujourd'hui rien n'est fait. Il n'y a pas d'isolation et pas
de redevance.
02.44 Marie Nagy (ECOLO): Men
zou voor de nodige middelen
zorgen om dit uit te voeren, maar
in de praktijk is er tot heden niets
van in huis gekomen.
02.45 Olivier Maingain (MR): Avant d'annoncer le plan de
concentration, il aurait peut-être fallu mettre en place les mesures
d'accompagnement. Cela aurait évité de susciter une crainte telle que
les gens se sont employés à....
02.45 Olivier Maingain (MR):
Voordat men met het
concentratieplan op de proppen
kwam had men moeten zorgen
voor de nodige begeleidende
maatregelen.
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
02.46 Marie Nagy (ECOLO): Les décisions sur le fonds et le
programme d'isolation ont été prises en même temps.
02.46 Marie Nagy (ECOLO):
Over de middelen en het
isolatieprogramma werd op
hetzelfde ogenblik beslist.
02.47 Olivier Maingain (MR): D'accord. Mais il aurait peut-être fallu
faire les choses dans l'ordre, c'est le problème. Dans une certaine
mesure, on aurait peut-être pu retenir la logique de la concentration.
Mais il ne fallait pas annoncer la mise en oeuvre du plan sans avoir au
préalable mis en oeuvre les mesures qui permettaient de prévenir les
inconvénients de cette concentration. Toujours est-il que l'on sait très
bien aujourd'hui qu'on ne reviendra pas à la logique de la
concentration.

En tout cas, il résulte de tout cela que l'on s'oriente vers une autre
concentration puisqu'on assiste actuellement à une concentration sur
une autre partie de Bruxelles.

Si j'étais franchement égoïste, comme je n'habite pas très loin du
domicile du ministre et que je me trouve à peu près sur le même axe
que lui en termes de survol aérien, je pourrais me réjouir d'une légère
diminution d'un certain nombre de vols nocturnes au-dessus de mon
quartier. Mais cela ne me convient pas. J'habite à la limite de Neder-
over-Hembeek et de Laeken. Je vous invite à venir sur place.
02.47 Olivier Maingain (MR):
Dat geef ik toe, maar men had in
de juiste volgorde te werk moeten
gaan. Als de logica van de
concentratie dan toch overwogen
werd had men de uitvoering van
dit plan niet mogen aankondigen
zonder ervoor te zorgen dat de
ongemakken van de concentratie
van de vluchten tot een minimum
herleid werden. We weten dat er
hoe dan ook niet naar die logica
zal worden teruggegrepen. Thans
lijkt het erop dat de vluchten boven
een ander deel van Brussel zullen
geconcentreerd worden.
02.48 Minister Bert Anciaux: Je le sais. Naar verluidt gaat u echter
naar Sint-Lambrechts-Woluwe. Is dat waar?
02.48 Bert Anciaux, ministre:
Est-il exact que monsieur
Maingain déménage à Woluwe-
Saint-Lambert?
02.49 Olivier Maingain (MR): Moi, je travaille pour l'entièreté de
Bruxelles et de sa périphérie, indifféremment. Je n'ai pas une logique
exclusive. Je cherche ce qui est équitable pour tous.

Fondamentalement, si nous optons pour une répartition équitable, il
faudra que celle-ci soit opérée sur la base d'un cadastre réel du bruit.
Pour l'instant, ce cadastre est inexistant. C'est pourtant le seul
préalable. Tant qu'il ne sera pas établi, tout le reste sera fantaisie,
improvisation et source de mécontentement. Il en résultera que nous
ne parviendrons même plus à trouver une solution raisonnable. Plus
grave encore, nous devrons alors abonder dans le sens indiqué par le
premier ministre. Lui et son ancien chef de cabinet ont eu raison de
dire qu'il faudra peut-être envisager sérieusement de délocaliser si
pas la totalité des activités de Bruxelles-National - il conviendra de
maintenir un aéroport de jour aux abords à Bruxelles - en tout cas, la
totalité de l'activité nocturne de Bruxelles-National vers un autre pôle.
Cela me paraît de pus en plus évident.
02.49 Olivier Maingain (MR): Ik
woon op de grens tussen Laken
en Neder-over-Heembeek, maar ik
werk voor heel het Brussels
Gewest en zijn randgemeenten; ik
streef naar wat billijk is voor
iedereen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
ressemblance entre la photo d'un permis de conduire et la physionomie du titulaire" (n° 2374)
03 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gelijkenis van de foto op het rijbewijs met de fysionomie van de houder" (nr. 2374)
03.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, j'ai eu 03.01 Melchior Wathelet (cdH):
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
l'occasion d'entendre un débat sur les aéroports à Bruxelles et quand
j'entends M. Maingain envoyer des fleurs à la région liégeoise, je ne
peux que me réjouir de cet état de fait. Comme quoi Liège peut avoir
une longueur d'avance! Cela fait plaisir à entendre.

Monsieur le ministre, cette question date un peu, étant donné que je
l'avais préalablement dirigée vers la commission de l'Intérieur mais
c'est à vous qu'elle aurait dû être posée.

Le tribunal de police de Verviers vient récemment ­ c'est un peu
moins récent qu'au moment où j'avais préparé la question, il y a
quelques mois ­ de condamner un conducteur verviétois à une
amende de 50 euros pour avoir négligé d'introduire une demande de
duplicata de son permis de conduire, alors que la photo avait été
jugée comme n'étant plus ressemblante, lors d'un banal contrôle
routier effectué par les services de police.

Si la législation prévoit certes qu'un duplicata du permis de conduire
est délivré à son titulaire lorsque la photo n'est plus ressemblante ou
en cas de perte, elle ne précise nullement qu'il s'agit d'une obligation
à charge du titulaire de ce permis de conduire. Elle précise encore
moins les critères en fonction desquels les membres de nos services
de police peuvent estimer que la photo d'un permis de conduire ne
ressemble plus à la physionomie de son titulaire. Un périodique belge
s'était fait l'écho de ce jugement et avait publié des photos de permis
de conduire d'un certain nombre de personnes. Effectivement, pour
un grand nombre d'entre eux, la photo n'était plus tellement
ressemblante.

Monsieur le ministre, pourriez-vous me faire connaître votre position
en la matière? Comptez-vous prendre des dispositions afin de mieux
définir les critères à prendre en considération pour juger de la
ressemblance ou pas entre la photo d'un permis de conduire et la
physionomie de son titulaire? A partir de quand ­ cette question est
peut-être plus essentielle ­ le titulaire d'un permis de conduire doit-il
estimer que la photo est oui ou non ressemblante? Quelle est son
obligation lorsqu'il pense que la photo est oui ou non ressemblante?
Onlangs werd een bestuurder
veroordeeld omdat hij nagelaten
had een duplicaat van zijn rijbewijs
aan te vragen. Tijdens een
verkeerscontrole was gebleken dat
de foto niet op hem geleek. De
wetgeving bepaalt weliswaar dat
een duplicaat wordt uitgereikt als
de foto niet meer gelijkend is,
maar niet dat het een verplichting
is die ten laste van de houder is
opgesteld. Bovendien zijn er geen
criteria vastgelegd om de
gelijkenis te bepalen.

Wat zal de minister ondernemen
om deze criteria nader te bepalen?
03.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, cher collègue,
l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire prévoit
qu'un duplicata est notamment délivré lorsque la photographie n'est
plus ressemblante. Par conséquent, le titulaire d'un permis de
conduire dont la photographie n'est plus ressemblante est tenu de
solliciter un duplicata.

Il est vrai que peu de conducteurs se conforment à cette obligation qui
figurait déjà dans les arrêtés royaux précédents. Dans la majorité des
cas, c'est à l'occasion d'un contrôle policier que l'attention du titulaire
est attirée sur la non-ressemblance de la photographie. En général,
un procès-verbal d'avertissement est rédigé et le contrevenant est
invité à se présenter avec un nouveau permis de conduire dans un
délai déterminé.

Actuellement, certaines normes auxquelles doivent répondre les
photographies présentées pour l'obtention d'un permis de conduire
sont déjà prévues. La photographie doit être prise de face,
d'exécution récente et avec lunettes si le requérant en porte
habituellement. Une photographie où la tête est couverte est admise à
03.02 Minister Bert Anciaux: Het
koninklijk besluit van 23 maart
1998 bepaalt dat een duplicaat
wordt uitgereikt indien de foto van
het rijbewijs niet meer gelijkend is.
Bijgevolg moet de houder de
aanvraag hiertoe indienen.
Meestal beschikt de houder over
enige tijd om zijn nieuw rijbewijs
voor te leggen.

Er worden normen bepaald
waaraan de foto's moeten
voldoen. Het is echter moeilijk om
criteria inzake gelijkenis te
bepalen, en ik ben niet van plan
om dat te doen; dat behoort tot de
bevoegdheden van de
controlerende instantie.
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
condition que le visage soit entièrement découvert.

Dans la circulaire adressée aux administrations communales, il est,
en outre, prévu de se référer également aux normes prévues par le
ministère de l'Intérieur pour la carte d'identité. Il est toutefois très
difficile d'établir des critères précis pour juger de la ressemblance
entre la photographie et la physionomie du titulaire.

Je n'envisage pas actuellement d'établir des normes particulières et
contraignantes pour juger de la ressemblance d'une photographie.
J'estime que cette évaluation doit être laissée à l'appréciation des
autorités de contrôle qui doivent agir avec discernement et bon sens.
03.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, si je peux
comprendre qu'il est très difficile de légiférer en matière de
photographie de permis de conduire, je pense qu'il n'incombe tout de
même pas au conducteur belge de devoir faire lui-même l'auto-
évaluation de sa photo de permis de conduire.

Si, lors d'un contrôle, un policier signale au conducteur que sa photo
n'est plus ressemblante et qu'il lui demande de la changer dans un
délai imparti, cela ne me pose pas de problème. Par contre, qu'un
policier lui dise qu'il aurait dû la changer avant et que ne l'ayant pas
fait, il le verbalise directement, cela me pose plus de problèmes.

Selon moi, dans le cadre d'une circulaire, il y aurait peut-être moyen
de préciser cette nécessité de changement de photo car, dans le cas
contraire, il existe véritablement une insécurité pour le conducteur. On
ne change pas de permis de conduire selon des délais déterminés. A
partir de quand le citoyen doit-il le changer? A partir de quand la photo
n'est plus ressemblante? Des personnes changent de coiffure ou
perdent leurs cheveux.

En tout cas, je crois qu'il faut faire en sorte que cela ne dépende pas
du conducteur.

Vous regardez votre photo, monsieur le ministre!
03.03 Melchior Wathelet (cdH):
De houder zou over een termijn
moeten beschikken en die
werkwijze zou per omzendbrief
moeten worden vastgesteld om
elke onzekerheid weg te nemen.
03.04 Minister Bert Anciaux: Toen was ik nog een schone jongen!
03.05 Melchior Wathelet (cdH): Vous devriez peut-être changer la
photo alors!
03.06 Bert Anciaux, ministre: Absolument!
03.07 Melchior Wathelet (cdH): Il faut effectivement un certain
discernement.

Mais lors d'un contrôle inopiné, il serait, selon moi, opportun de
donner d'abord un avertissement. Il ne doit pas y avoir de
condamnation sous prétexte que l'intéressé aurait dû changer son
permis. Vous avez cité le texte de loi, tout à l'heure. Si les autorités
peuvent effectivement donner un nouveau permis si la photo n'est
plus ressemblante, il n'est pas imposé au citoyen de changer son
permis de sa propre initiative. Dans ce contexte, j'estime que le texte
de loi devrait être modifié. Le système prévoyant un délai précis si,
lors d'un contrôle, les policiers se rendent compte que la photo n'est
plus ressemblante, me semble être le moyen le plus approprié et qui
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
fait preuve de plus de discernement.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Mevrouw De Meyer, ik zou u een voorstel willen doen. Normaal bent u de laatste spreker en
ik de voorlaatste. Ik stel u voor mij voor te gaan, maar op voorwaarde dat u mij daarna vervangt als
voorzitter en mij het woord verleent.
04 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
verkiezingsreclame" (nr. 2827)
04 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
publicité électorale" (n° 2827)
04.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, een aantal weken geleden heb ik aan uw collega van
Binnenlandse Zaken een vraag gesteld aangaande een bijzonder
campagnemiddel, met name het gebruik van aanhangwagentjes met
affiches die op de openbare weg worden geplaatst. Er is daarbij nogal
wat onduidelijkheid over wat eigenlijk mag en niet mag. De procureur
des Konings van mijn eigen gerechtelijk arrondissement
Dendermonde heeft hieromtrent een rondzendbrief aan de korpschefs
van de politiezones verstuurd. Hij zegt dat men zich in deze kwestie
strikt dient te houden aan de wettelijke bepaling van het algemeen
reglement op de politie van het wegverkeer, waarin de volgende
passage staat. Ik citeer: "Het is verboden op de openbare weg
reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te laten parkeren.
Uitzonderingen in deze zijn niet toegestaan". Persoonlijk vraag ik mij
af of verkiezingspropaganda zomaar kan worden gelijkgesteld aan
commerciële reclame.

De minister van Binnenlandse Zaken heeft in zijn antwoord verwezen
naar uw bevoegdheid bij de interpretatie en de toepassing van het
algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. Daarom
herhaal ik in deze drukke campagnetijden graag de vraag aan u. Kunt
u enige duidelijkheid verschaffen inzake dit soort campagnemiddelen?
Heeft de FOD Verkeer bijzondere richtlijnen inzake het gebruik van
aanhangwagentjes tijdens verkiezingscampagnes? Welke regels
dienen terzake in acht te worden genomen?
04.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Une certaine confusion
règne en ce qui concerne
l'utilisation de remorques
comportant des affiches sur la voie
publique. Dans une circulaire, le
procureur du Roi de Termonde
stipule qu'il y a lieu de respecter
strictement l'article 27.5.3 du
Règlement général sur la police de
la circulation, qui prévoit que les
véhicules publicitaires ne peuvent
rester stationnés sur la voie
publique pendant plus de trois
heures consécutives. Mais la
propagande électorale peut-elle
être assimilée à de la publicité
commerciale?

Sur quelles directives le ministère
des Communications se fonde-t-il
en ce qui concerne l'utilisation des
remorques dans le cadre de
campagnes électorales?
04.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega,
voertuigen die worden gebruikt voor verkiezingspropaganda moeten
worden beschouwd als reclamevoertuigen en mogen dan ook luidens
artikel 27, 5, 3 van het verkeersreglement niet langer dan drie uur na
elkaar op de openbare weg worden geparkeerd. Er wordt ten behoeve
van het voeren van verkiezingspropaganda niet in een uitzondering
voorzien op die parkeerbeperking.

U zult mij begrijpen. Mocht ik daarvoor in een uitzondering voorzien,
dan zou dat niet echt worden geapprecieerd door de mensen. Ik heb
echt geen mogelijkheid om daar iets aan te doen.
04.02 Bert Anciaux, ministre:
Les véhicules utilisés à des fins de
propagande électorale doivent être
considérés comme des véhicules
publicitaires. Ils ne peuvent donc
stationner pendant plus de trois
heures consécutives sur la voie
publique. Si j'autorisais une
exception, elle ne serait pas
appréciée.
04.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dat betekent dus dat een wagentje dat er voor het vierde
uur staat, terecht zou kunnen worden weggesleept.
04.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Ces véhicules peuvent donc
être remorqués à partir de la
quatrième heure?
04.04 Minister Bert Anciaux: Dat wil dat zeggen. Men moet het 04.04 Bert Anciaux, ministre: En
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
wagentje dus na drie uur verplaatsen.
effet. Pour éviter ce risque, il faut
les déplacer.
04.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Dank u.
De voorzitter: Dat is een interessant antwoord.
04.06 Minister Bert Anciaux: Ik heb niet gezegd dat ze het zullen
wegslepen. Ze zouden dat kunnen doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Magda De Meyer.
Présidente: Magda De Meyer.
05 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de weigering een uitzondering te maken in de verkeerswet voor huisartsen, andere geneesheren of
ambulanciers bij fout parkeren omwille van een noodgeval" (nr. 2781)
05 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
refus, dans le cadre de la loi sur la circulation routière, de faire une exception pour les médecins
généralistes ou autres ainsi que pour les ambulanciers en stationnement illicite pour cause
d'urgence" (n° 2781)
05.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, misschien spruit mijn vraag
doodgewoon voort uit een misverstand. In dat geval heeft ze het
voordeel een en ander op te klaren.

Het gaat om het volgende. Enkele weken geleden heeft de heer
Bacquelaine u in deze commissie een vraag gesteld met betrekking
tot een eventuele uitzondering die gemaakt zou kunnen worden voor
de hoge parkeerboetes of pestboetes ­ ik zal de terminologie laten
voor wat ze is ­, voor zover die boetes worden opgelopen door artsen
of mensen uit de verzorgingssector die tijdens hun opdracht nergens
een wettelijke parkeerplaats vinden. U hebt daarop toen geantwoord
dat dit niet mogelijk is. Ondertussen heeft de heer Bacquelaine al een
wetgevend initiatief genomen om dat toch mogelijk te maken. Dat is
het eerste hoofdstuk van mijn vraag.

Hoofdstuk twee is dat ik een paar dagen later in de grootste Vlaamse
krant ­ een krant die in Kobbegem gedrukt wordt ­ het volgende
letterlijk lees: "Anciaux: ook bij noodgevallen moeten artsen correct
parkeren". Ik viel over die titel omdat in de vraag van de heer
Bacquelaine niet over noodgevallen gesproken geweest is, dus u hebt
daarop ook niet geantwoord. Mogelijkerwijze hebt u later een
verklaring in die zin afgelegd, maar dat is dan wat anders.

Zo werd mijn aandacht toch gevestigd op die zaak. Iemand van de
vereniging van Vlaamse huisartsen vond dat zoiets niet kan en zei dat
zulks problemen oplevert. Hij zei dat het toch niet de bedoeling kan
zijn dat een arts, een ambulancier of iemand uit de sector bij een
noodgeval eerst nog tien minuten tijd moet verliezen om een
wettelijke parkeerplaats te vinden. Toevallig werd ik enkele weken
geleden geconfronteerd met iemand die in de gemeenteraad van
Gent een herseninfarct kreeg en dus heel dringend naar een
ziekenhuis gevoerd moest worden. Het is niet zo eenvoudig om aan
het stadhuis van Gent een parkeerplaats te vinden, of tenminste een
05.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Un
stationnement illicite est passible
d'une amende. Selon le ministre,
aucune exception ne peut être
admise pour les médecins et le
personnel du secteur des soins de
santé qui ne trouvent pas de place
de parking légale durant l'exercice
de leur mission. M. Bacquelaine,
qui a déjà questionné le ministre
précédemment sur ce problème, a
toutefois pris entre-temps une
initiative en vue d'adapter malgré
tout la législation.

D'après le quotidien "Het Laatste
Nieuws", le ministre estime que les
médecins doivent également
stationner correctement en cas
d'urgence. Le ministre n'avait rien
dit à ce propos dans sa réponse à
la question de M. Bacquelaine. Je
comprends que les médecins ne
puissent pas toujours être
dispensés du respect de la
réglementation en matière de
stationnement sous le prétexte
d'un cas d'urgence, mais parfois il
pourrait être grave de perdre des
minutes précieuses faute de
trouver une place de
stationnement. Un membre de la
Vlaamse Vereniging van
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
correcte parkeerplaats. Ik dacht dat het toch te gek zou zijn ­ de
mensen van de MUG komen binnen, hebben een halfuur ter plaatse
het slachtoffer verzorgd alvorens hem in de ziekenwagen te leggen ­
dat de hulpverleners ondertussen een boete oplopen.

Ik zie u al nee schudden en ik denk dat wij het eens zullen zijn, maar
misschien kunnen er toch maatregelen worden getroffen om dit op
een correcte en objectieve wijze te laten verlopen. Ik kan best
begrijpen dat u niet kunt zeggen dat om het even welke arts die
spreekt over een noodgeval, ontsnapt aan boetes. Dat kan niet.
Vandaar dat ik u de vraag stel.
Huisartsen partage mon avis.

Le ministre pourrait-il prendre des
mesures pour résoudre
correctement et objectivement le
problème?
05.02 Minister Bert Anciaux: Mevrouw de voorzitter, het lijkt mij niet
aangewezen in uitzonderingen te voorzien op de parkeervoorschriften.
Iedere bestuurder die zijn voertuig op de openbare weg achterlaat,
moet dwingende bepalingen inzake het opstellen van zijn voertuig op
de openbare weg, alsmede de bijzondere verbodsbepalingen in
verband met deze regelgeving naleven. Het ligt voor de hand dat er
toestanden voorkomen, namelijk noodgevallen waarbij mensenlevens
op het spel staan of goederen beschermd moeten worden, waarin zo
dringend mogelijk moet opgetreden worden en waarbij dit optreden
primeert op de inachtneming van de voorschriften.

Ik beschik niet over gegevens in verband met het aantal boetes, maar
ik ben ervan overtuigd dat er zeker geen toename is. Bij bekeuring in
dergelijke omstandigheden ­ wat zelden gebeurt ­ kan steeds
geweigerd worden deze boete te betalen, lijkt mij. Dat wordt
onderzocht.

Mevrouw de voorzitter, ik merk dat dit het antwoord is op een andere
vraag; vandaar dat ik een en ander moet schrappen.

Belangrijk is dat we weten dat er niet kan worden geconcludeerd dat
elk spoedgeval zonder meer een grond van rechtvaardiging kan
uitmaken. In dat opzicht moet worden opgemerkt dat onder meer
betaald parkeren en parkeren met beperkte parkeertijd niet meer
strafrechtelijk beteugeld worden, maar dat deze zaken administratief
worden beheerd en dus afhangen van de gemeente.

Ik wil eigenlijk komen tot een oplossing voor iedereen. Ik heb eigenlijk
willen zeggen dat het volgens mij niet zo vanzelfsprekend is om te
komen tot een oplossing op basis van de verkeerswet.

Vanuit de verkeerswet denk ik niet dat het mogelijk is om alle
noodgevallen of onvoorziene omstandigheden te omschrijven zodat er
daar een vrijstelling komt. Wat ik eigenlijk heb gezegd is dat men in
de verkeerswet of in de verkeerscode niet kan opleggen dat een arts
die een huisbezoek moet afleggen of een verpleegster, bijvoorbeeld
van het Wit-Geel Kruis die een huisbezoek moet afleggen ­ waar ik
de grootste eerbied voor heb ­ geen rekening moet houden met de
verkeersreglementering. Dat kan niet want dan kan men absoluut niet
meer controleren of dit terecht of ten onrechte wordt toegepast.

Na een debat hierover in de Senaat is in de verkeerswet opgenomen
dat een aantal omstandigheden kunnen leiden tot verschoning of
rechtvaardigingsgrond. Dat wil ik wel onderzoeken. Het is
vanzelfsprekend absurd dat een ambulancier die naar het stadhuis in
Gent rijdt om daar iemand te helpen die een hartaanval heeft
05.02 Bert Anciaux, ministre:
D'une part, il ne s'indique pas de
prévoir des dérogations aux règles
de stationnement. D'autre part,
certaines situations d'urgence -
lorsque des vies humaines sont en
jeu ou que de biens doivent être
protégés - peuvent nécessiter une
intervention urgente dans le cadre
de laquelle d'autres règles n'ont
plus qu'une importance
secondaire.

Je ne dispose d'aucune donnée
concernant le nombre d'amendes,
mais je suis convaincu que celui-ci
n'a pas progressé.

Je tiens à souligner que les
infractions en matière de
stationnement payant et de
stationnement à durée limitée font
l'objet d'un traitement administratif.

Je sais que dans certains quartiers
à Bruxelles, les visites à domicile
ne sont pratiquement plus
réalisées à cause du manque
d'emplacements de
stationnement. Cette situation est
évidemment intolérable. Aussi
suis-je en train de rechercher une
bonne définition de causes de
justification ou d'excuse qui
pourraient être introduites dans le
code de la route. J'examine par
ailleurs la possibilité de conclure
un accord avec les parquets de
manière à délivrer aux médecins
et aux prestataires de soins à
domicile une carte qui leur
épargnerait les contraventions. Il
reste bien sûr alors à savoir
comment s'attaquer aux abus.
Enfin, j'envisage de réserver des
emplacements de parking au
CRIV 51
COM 260
14/05/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
gekregen zou worden beboet. Als ik vandaag verneem dat in
sommige wijken, ook in Brussel ­ u weet dat in mijn familie maar ook
in mijn politieke partij nogal wat dokters voorkomen ­ de huisartsen
quasi geen huisbezoeken meer afleggen omdat ze daar nooit
parkeerruimte vinden, dan hebben wij natuurlijk wel te maken met een
scheefgetrokken situatie.

Wat zoek ik dus? Ten eerste, in de wegcode zoek ik of het mogelijk is
om een goede omschrijving te vinden waardoor een aantal
noodgevallen als vrijstelling of als verschoningsgrond kunnen dienen.
Ten tweede, ik onderzoek vandaag of het mogelijk is een aantal
afspraken te maken met de parketten om een kaart te ontwikkelen.
Eigenlijk moet dat dan via het College van procureurs-generaal maar
het kan ook via de procureurs des Konings.

De meeste geneesheren hebben die meestal al. Als men die kaart
gebruikt, zal men dan door de politie niet worden bekeurd. Ook daar
rijst de vraag hoe men dit zal afdwingen en in welke sanctie moet
worden voorzien als dit systeem wordt misbruikt. Wij moeten niet
naïef zijn. Zelfs een aantal hulpverleners zou dat kunnen misbruiken.

Ik denk nog aan een derde piste. In Brussel spreekt men van
modelwijken. Peter van Breusegem ­ een goede vriend van mij die
huisarts is ­ vertelde mij een paar dagen geleden dat hijzelf en zijn
collega's amper nog naar een modelwijk gaan omdat daar echt geen
mogelijkheid is om een parkeerplaats te vinden. Als er vandaag
voorbehouden plaatsen voor bepaalde categorieën van mensen zijn ­
bijvoorbeeld voor mensen met een handicap ­ waarom zouden wij
dan in dergelijke wijken niet een aantal plaatsen voorbehouden voor
artsen? Dat is een taak voor de wegbeheerder. Daarvoor zou ik een
bord moeten ontwikkelen. Ik ben dat aan het onderzoeken. Ik wil echt
wel komen tot oplossingen, maar dat kan niet van vandaag op
morgen, maar toch rijst er een probleem. Het probleem is natuurlijk
niet ontstaan door de vorige verkeerswet. De verkeerswet regelt
alleen een hercategorisering van overtredingen. Dit is iets wat al
decennialang bestaat. Wel is het dichtslibben van steden iets nieuw.

Als de zorg in onze samenleving moet verhogen - ik meen dat
daaraan echt nood is - dan zullen huisartsen daarin een cruciale rol
hebben.

Ik vat samen. Ik zoek binnen drie sporen naar een oplossing: een
verschoningsgrond binnen de wegcode, eventuele mogelijkheden
voor richtlijnen van de parketten naar de politie en de mogelijkheid om
een aantal plaatsen voor te behouden voor hulpverleners. Ik kan
natuurlijk niet in elke straat in Vlaanderen en Wallonië een plaats
reserveren. Daarin kan slechts worden voorzien in stedelijke
gebieden.

Het is duidelijk dat die titel een interpretatie was. Ik heb hier wel
gezegd ­ u was erbij ­ dat ook geneesheren zich moeten houden aan
de verkeerswet, maar er zijn natuurlijk noodsituaties waarbij er
verschoningsgronden zijn en daarvoor heb ik het grootste begrip.

Ik had mij eigenlijk voorgenomen een oplossing te hebben alvorens
met deze materie naar buiten te komen, maar dat lukt niet omwille
van deze vraag. Ik zoek thans naar een oplossing om terzake wel
degelijk een antwoord te kunnen bieden, zonder dat het de illusie wekt
personnel médical dans certaines
zones urbaines où le
stationnement est particulièrement
difficile. Je suis en train de
développer un panneau à cet effet.

Ce problème n'est pas apparu
avec le nouveau code de la route,
il remonte à plusieurs décennies. Il
est vrai, toutefois, que la saturation
de nos villes s'aggrave
considérablement. Je m'étais déjà
penché sur la question lorsque
cette question m'a été posée mais
j'avais l'intention d'attendre que
mes idées aient pris une forme
plus définitive avant de les
exposer.
14/05/2004
CRIV 51
COM 260
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
dat het een vrijkaart wordt voor iedereen die dat beroep uitoefent. Dat
zou niet kunnen want waar houdt het dan op? Ik heb het effectief over
ambulances, spoeddiensten, huisartsen, medisch personeel en
verpleegsters. Daarmee houdt het ongeveer op, want er zijn zonder
twijfel nog andere beroepen die redenen kunnen aanhalen om
hiervoor in aanmerking te komen. Zo sprak men mij bijvoorbeeld over
gerechtsdeurwaarders.

In de Senaat werd ik ondervraagd over het feit dat deurwaarders
overal bereikbaar moeten zijn. Ik moet opletten wat ik zeg, maar dat
beschouw ik niet als een urgentie. Dan moet men maar wat verder
gaan of een taxi nemen.
05.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
minister, in feite zijn er twee problemen die parallel lopen. Er is het
probleem van te weinig plaats voor bijvoorbeeld een dokter om in een
bepaalde wijk zijn wagen achter te laten. Uw denkpiste van een bordje
of een teken op de weg, dat is één zaak. Een ander probleem is een
urgentie, waarbij in feite zelfs de voorbehouden plaats voor dokters
niet de goede oplossing is. Want in een urgentiegeval probeert men,
terecht, zo dicht mogelijk bij de plaats waar het slachtoffer ligt te
komen. Ik kan mij inderdaad inbeelden dat het niet zo eenvoudig is
daarvoor een soort kaart te ontwikkelen. Trouwens, wat is dan een
noodgeval? Enzovoort.

Ik geef maar mee als suggestie dat, wanneer een arts, of een
verpleegster of een verpleger - maar het zal waarschijnlijk eerder een
arts zijn of een ambulancebestuurder - meent dat hij terecht zijn
wagen heeft achtergelaten op die plaats, hij gebruik zou kunnen
maken van wat u zelf "een verschoningsgrond" genoemd hebt. Het
zou kunnen volstaan ­ ik geef het u maar door ­ de aandacht van de
parketten te vestigen op die problematiek. Dan ligt de bal in het kamp
van de arts die een boete gekregen heeft. Die kan dan het parket
aanschrijven en zeggen: "Mijn wagen stond inderdaad in overtreding,
maar ik heb een verschoningsgrond, te weten een hoogdringende
interventie". Als de minister van Verkeer de parketten ertoe aanzet om
in die gevallen te seponeren, heeft men tenminste al dat gedeelte van
het probleem opgelost. Het is maar een suggestie. Het is niet aan mij
om die beslissing te nemen.
05.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Il existe deux
problèmes parallèles. Il y a tout
d'abord le cas des médecins qui
ne trouvent pas d'emplacement
pour stationner leur véhicule. Et il y
a ensuite les situations d'urgence
qui nécessitent un stationnement
aussi proche que possible de la
victime. Dans pareils cas, les
places réservées ne constituent
pas une solution. Je comprends
qu'il n'est pas aisé d'élaborer une
sorte de carte à cet effet. Le
ministre pourrait peut-être attirer
l'attention des parquets sur ce
problème afin qu'un médecin
puisse invoquer l'urgence de son
intervention en cas de procès-
verbal pour stationnement illicite.
Le parquet pourrait alors classer
l'affaire sans suite.
05.04 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Van den Eynde, ik zal die
suggestie meenemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.57 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.57 heures.