IC255_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. François-Xavier de Donnea à la
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "la pauvreté en Région
bruxelloise" (n° 1803)

Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de armoede in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (nr. 1803)

Orateurs: François-Xavier de Donnea, Marie
Arena, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: François-Xavier de Donnea, Marie
Arena, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "le CPAS en qualité
d'employeur" (n° 2302)

Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "het OCMW als
werkgever" (nr. 2302)

Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Marie
Arena, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Marie
Arena, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les mesures visant à réduire le
revenu cadastral" (n° 2439)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de maatregelen ter verlaging van het
kadastraal inkomen" (nr. 2439)

Orateurs: Nahima Lanjri, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Nahima Lanjri, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Marie Nagy à la ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'existence de critères objectifs
permettant de déterminer les structures d'accueil
des candidats réfugiés et sur l'accueil de ceux-ci
en structure autonome après 6 mois" (n° 2618)

Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "objectieve criteria met betrekking tot de
opvang van kandidaat-politieke vluchtelingen en
over de opvang van deze vluchtelingen in een
autonome opvangstructuur na zes maanden"
(nr. 2618)

Orateurs: Marie Nagy, Marie Arena, ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et
l'Egalité des chances

Sprekers: Marie Nagy, Marie Arena, minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke
Kansen

Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'attribution d'initiatives d'accueil
locales aux communes" (n° 2658)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de toewijzing van lokale opvanginitiatieven
aan gemeenten" (nr. 2658)

Orateurs: Nahima Lanjri, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Nahima Lanjri, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'arrêté royal relatif à l'aide des
CPAS dans le cadre de la fourniture d'énergie"
(n° 2703)

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het KB inzake OCMW-steun bij
energielevering" (nr. 2703)

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Orateurs: Simonne Creyf, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Simonne Creyf, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et l'Egalité des
chances sur "l'ampleur de la tâche du CPAS en
raison de la demande de remboursement des
frais médicaux" (n° 2731)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de werklast van het OCMW bij de
terugvordering van medische kosten" (nr. 2731)

Orateurs: Nahima Lanjri, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Nahima Lanjri, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les possibilités d'emploi pour les
demandeurs d'asile" (n° 2783)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de tewerkstellingsmogelijkheden voor
asielzoekers" (nr. 2783)

Orateurs: Nahima Lanjri, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Nahima Lanjri, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA SANTE

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIETE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

MARDI

MAI

2004

Après-midi

______

van

DINSDAG

MEI

2004

Namiddag

______

La séance est ouverte à 16.35 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 16.35 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.

01 Question de M. François-Xavier de Donnea à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration

sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la pauvreté en Région
bruxelloise" (n° 1803)

01 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Ambtenarenzaken,

Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de armoede in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest" (nr. 1803)

01.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je

vous remercie, ainsi que Mme la ministre, d'avoir reporté la question
en raison de problèmes d'agenda. J'avais espéré poser cette question
avant les vacances de Pâques et, finalement, elle arrive après. Je
vais être très bref car je ne vais pas vous relire le rapport et les
propositions de recommandation émises par l'Assemblée réunie de la
Commission communautaire commune, relatives au huitième rapport
sur l'état de pauvreté de la Région de Bruxelles-Capitale qui est paru
ce 21 janvier 2004.

Je voudrais connaître vos conclusions sur ce rapport et les mesures
qu'il y a lieu de prendre au niveau fédéral, et plus particulièrement
dans vos compétences propres, pour que l'on puisse, ne fût-ce que
contribuer à remédier aux différents problèmes dénoncés dans le
rapport de la Commission communautaire commune et surtout pour
donner suite à ces recommandations.

01.01

François-Xavier de

Donnea (MR): De verenigde
vergadering van de
Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie bracht
verslag uit over het achtste verslag
inzake de armoede in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, dat op 21
januari 2004 verscheen.

Welke conclusies trekt u uit dit
verslag inzake de maatregelen die
op federaal niveau dienen te
worden getroffen om de
aangehaalde problemen mee te
verhelpen?

01.02 Marie Arena, ministre: Monsieur le président, en ce qui

concerne ce rapport de lutte contre la pauvreté en Région bruxelloise,
je tiens à dire qu'il est important d'avoir des outils tels que celui-là
pour pouvoir identifier un certain nombre de difficultés. Il est aussi
intéressant de noter la méthodologie utilisée dans ce rapport qui fait
participer tous les acteurs, les CPAS et les personnes directement
concernées par la problématique de la pauvreté.

Je dois signaler qu'un rapport de lutte contre la pauvreté a également
été établi sur le plan national, qui prévoit le plan "Inclusion" qui décline
un certain nombre d'actions organisées avec l'ensemble des

01.02 Minister Marie Arena: Op

federaal niveau is er het nationaal
verslag inzake de strijd tegen de
armoede, waaruit wij inspiratie
putten in het kader van de
interministeriële conferentie
sociale integratie.

Het Brusselse verslag bevat een
belangrijk hoofdstuk over de
problematiek van de huisvesting.

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

différentes entités fédérées et qui permet d'avoir une approche
cohérente face à la problématique de la lutte contre l'exclusion et la
lutte contre la pauvreté.

S'il y a un rapport bruxellois qui doit permettre aux entités politiques
bruxelloises de lutter contre la pauvreté avec les outils régionaux et
communaux dont Bruxelles dispose, nous avons, au plan fédéral, le
rapport national de lutte contre la pauvreté qui, dans le cadre de la
Commission interministérielle Intégration sociale, est bien entendu la
base de nos réflexions en ce qui concerne la politique.

Pour revenir à ce rapport bruxellois, un axe important qui y est
développé est la problématique du logement. Ce n'est pas une
découverte car le logement a été une priorité qui a aussi été identifiée
dans le cadre du rapport national de lutte contre la pauvreté. C'est
avec cette priorité accordée au logement que le gouvernement fédéral
a décidé de mener deux actions prioritaires.

La première est de réaliser une commission interministérielle, un
groupe de pilotage Logement, par ailleurs présidé par Laurette
Onkelinx, qui permet, avec les ministres fédéraux, de voir quelle
cohérence nous pouvons établir en matière de logement et d'aide au
logement. Nous savons que ce sont souvent des compétences
régionales mais nous voulons voir comment, par les leviers fédéraux,
on peut améliorer les conditions de logement dans les différentes
Régions du pays.

En ce qui concerne la deuxième action, dans le cadre du programme
des grandes villes, j'ai demandé qu'on puisse avoir un volet logement
complémentaire car, à la suite de ces identifications de carences de
logement, aussi bien en termes de quantité que de qualité, il était
nécessaire de venir en aide aux grandes villes en la matière. Or, vous
savez qu'à Bruxelles, un certain nombre de communes sont
concernées par la politique des grandes villes. Il y aura donc un volet
logement qui y sera affecté avec des moyens, à vitesse de croisière,
de 25 millions d'euros par an pour les contrats de villes, qui
permettront d'améliorer à la fois la quantité et la qualité, de travailler
sur l'insalubrité mais aussi de permettre, grâce au logement,
l'insertion socioprofessionnelle sur notre territoire.

Des outils tels que ceux-là le rapport bruxellois mais aussi le rapport
national de la lutte contre la pauvreté nous aident à définir notre
politique et notre champ d'action au niveau du fédéral.

De federale regering heeft beslist
twee prioritaire acties op dit vlak te
ondernemen. Eerst en vooral moet
een stuurgroep "Huisvesting"
onderzoeken hoe de
woonomstandigheden in de
diverse Gewesten kunnen worden
verbeterd, met name door federale
initiatieven. Vervolgens heb ik, in
het kader van het
grootstedenprogramma, gevraagd
dat een bijkomend hoofdstuk aan
de huisvesting zou worden gewijd,
zodat wij de grootsteden kunnen
ondersteunen.

In Brussel vallen een aantal
gemeenten onder het
grootstedenbeleid. Er zal dan ook
een hoofdstuk "Huisvesting" aan
worden gewijd, met middelen die
op kruissnelheid zo'n 25 miljoen
euro per jaar zullen bedragen.

01.03 François-Xavier de Donnea (MR): Madame la ministre, je ne

doutais pas que vous ayez lu ce rapport et que vous essayez d'en tirer
une série de leçons.

Il me semble qu'il faut surtout mettre l'accent sur l'accès au logement
des personnes fragilisées, soit socialement soit sur le plan mental à
la limite des sans-abri chroniques, etc. , car même si le marché privé
peut sans doute contribuer à la construction d'un grand nombre de
logements à Bruxelles, il ne s'intéressera jamais à ce segment. A la
limite, le marché privé peut s'intéresser à toute une série de
demandes de logement qui se situent entre ce que l'on considère être
du logement social et ce que l'on considère être du logement privé
relativement bon marché. Par ailleurs, les contraintes budgétaires des
communes et de la Région étant ce qu'elles sont, on ne va jamais

01.03

François-Xavier de

Donnea (MR): Men moet vooral
de nadruk leggen op de toegang
tot de huisvesting voor sociaal en
mentaal zwakkeren en
maatregelen treffen die er in de
mate van het mogelijke moeten
toe leiden dat de privésector zich
voor die vorm van huisvesting gaat
interesseren en niet enkel oog
heeft voor het bouwen van
luxewoningen.

De federale overheid moet ervoor

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

construire d'ailleurs, les durées opératoires ne le permettraient pas
des milliers et des milliers de logements par an.

Il faut donc prendre des mesures qui encouragent autant que possible
le secteur privé comme il l'a d'ailleurs déjà fait depuis sept ou huit
ans à s'intéresser à nouveau aux logements et pas seulement aux
logements haut de gamme. Il faut surtout essayer de sortir un
maximum de gens de la rue et de la marginalité en offrant des
logements aux plus fragilisés et pour lesquels il est très peu probable
que des propriétaires privés se présentent en masse pour leur fournir
des logements ne fut-ce parce que ces gens ne sont pas toujours
capables d'entretenir ces logements aussi bien que le propriétaire
privé l'espère ou soit en droit de l'espérer.

Pour le reste, je crois qu'il faudrait également que le gouvernement
fédéral fasse en sorte que, au niveau de l'accord de coopération, l'on
puisse augmenter le taux d'engagement pour tous les projets qui
concernent la revitalisation des quartiers et qui ont un impact direct
sur la rénovation des logements privés et sur la construction de
logements sociaux dans certains quartiers.

J'ai eu l'occasion de le dire à Mme Onkelinx juste avant les vacances
de Pâques: le taux d'engagement de l'accord de coopération n'atteint
pas les 10% cette année.

Après presque cinq mois de travaux puisque nous sommes à la mi-
mai, le taux d'engagement au sens formel du terme, c'est-à-dire
après réception du visa de la Cour des comptes - ce qui permet de
lancer les appels d'offres est loin d'atteindre les 10% aujourd'hui et il
est particulièrement bas pour les programmes de revitalisation de
quartier. C'est peut-être dû à la complexité plus grande de ces
programmes car ils comportent beaucoup de petites actions
ponctuelles qui forment un ensemble mais qui doivent être traitées
séparément.

Il est très ennuyeux pour la Région bruxelloise de réclamer
périodiquement des moyens supplémentaires pour l'accord de
coopération et de constater que pour toutes sortes de raisons qui
tiennent en partie à la Région et en partie à la lourdeur des
procédures et au saupoudrage de certaines actions, on n'est plus
capable depuis deux ou trois ans de dépenser plus, en tout cas
d'engager plus de la moitié des fonds disponibles, au sens
d'engagement de la comptabilité de l'État. Cela nous met évidemment
en difficulté en tant que Région bruxelloise, en tant que Bruxellois en
général. En accélérant le taux d'engagement de ces projets, vous
pourriez contribuer utilement à la lutte contre le délabrement de
certains quartiers, contre la rénovation, contre la marginalisation de
certaines catégories de population et en faveur du logement. Je n'en
dirai pas davantage. Je me ferai un plaisir de vous interroger à
nouveau très poliment à la fin de l'année pour voir où en est
l'exécution de vos excellentes résolutions.

zorgen dat op het niveau van het
samenwerkingsakkoord meer geld
wordt uitgetrokken voor projecten
die tot doel hebben wijken te
herwaarderen en een rechtstreeks
weerslag hebben op de renovatie
van particuliere woningen en op de
bouw van sociale woningen in
bepaalde wijken. Het
vastleggingspercentage in het
kader van het
samenwerkingsakkoord bedraagt
dit jaar echter minder dan 10%.

Dat vastleggingspercentage ligt
buitengewoon laag voor
wijkherwaarderingsprogramma's,
wat mogelijk te verklaren is door
de grotere complexiteit van die
programma's.

Het Brusselse Gewest vraagt
regelmatig bijkomende middelen
voor het samenwerkingsakkoord,
maar sinds twee of drie jaar is
men al niet meer in staat meer dan
de helft van de beschikbare
gelden vast te leggen. Door het
vastleggingspercentage voor die
projecten op te voeren, kan u een
nuttige bijdrage leveren in de strijd
tegen de verloedering van
bepaalde wijken, tegen de
verpaupering van bepaalde
bevolkingsgroepen en voor een
degelijke huisvesting.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,

Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het OCMW als werkgever"
(nr. 2302)

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

02 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration

sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le CPAS en qualité
d'employeur" (n° 2302)

02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, ik heb

een vraag over het ontslag om dringende reden dat wordt gegeven
door het OCMW als werkgever. Artikel 35 van de wet op de
arbeidsovereenkomsten bepaalt dat de werkgever 3 werkdagen de
tijd heeft na het vaststellen van de dringende reden om die officieel
kenbaar te maken aan de werknemer en om de arbeidsovereenkomst
om die reden op te zeggen. Heel specifiek is het voor het OCMW zo
dat ontslag niet kan zonder beslissing van het bestuursorgaan, meer
bepaald de OCMW-raad. Misschien maar ik heb het niet onderzocht
kan het ook een vast bureau zijn. In elk geval moet er een raad
bijeengeroepen worden telkens een ontslag wegens dringende reden
wordt gegeven. De voorzitter beschikt volgens de wet niet over de
bevoegdheid dat ontslag wegens dringende redenen in haar of zijn
naam te betekenen.

In de huidige context wordt volgens mij en ik denk ook volgens u
voor de OCMW's meer en meer de nadruk gelegd op tewerkstelling,
op het doorsluizen van mensen naar het arbeidscircuit. Dat gebeurt
ofwel via artikel 60, ofwel beter nog via reguliere tewerkstelling.
Het is volgens mij dan ook noodzakelijk dat dit specifieke probleem
ontslag wegens dringende reden wettelijk geregeld zou worden.
Mijn vraag is dan ook: bent u bereid daaraan te werken, daar een
oplossing voor te vinden? Zo ja, welke?

02.01 Sabien Lahaye-Battheu

(VLD): Comme tout employeur, un
CPAS dispose, en cas de
licenciement pour motifs graves,
d'un délai de trois jours pour
résilier un contrat de travail. A cet
effet, le président du CPAS doit
disposer d'une décision du conseil
du CPAS. Compte tenu des
prescrits formels et des délais de
convocation, le conseil ne peut
toutefois se réunir dans un délai
de trois jours ouvrables. La
ministre est-elle disposée à
chercher une solution à ce
problème?

02.02 Minister Marie Arena: Mevrouw Lahaye-Battheu, er bestaat

geen enkele ongelijkheid tussen het OCMW en een andere
werkgever. Elke structuur beschikt op grond van statuten of wetten
over bestuursorganen die moeten samenkomen om welbepaalde
bevoegdheden uit te oefenen. Hoewel de organieke wet bovendien
precieze vormen en termijnen bepaalt om de raad te kunnen
bijeenroepen, voorziet zij tevens in de mogelijkheid daarvan af te
wijken in noodgevallen.

02.02 Marie Arena, ministre: Il

n'existe aucune inégalité entre un
CPAS et un autre employeur. Bien
que la loi organique fixe un délai
précis pour la convocation du
conseil, elle permet également d'y
déroger en cas de nécessité
urgente.

Donc, en fonction de la loi organique, il est toujours possible de
déroger, en cas d'urgence, à cette possibilité de délai précis pour
pouvoir convoquer le conseil du CPAS.

Il est faux de prétendre qu'il est impossible pour le conseil de prendre
et de notifier une rupture de relation de travail pour motif grave dans
les trois jours. En effet, cela est toujours possible. Les exemples
d'application ne manquent pas dans la pratique et les juridictions du
travail en sont d'ailleurs régulièrement les témoins.

Par conséquent, j'estime qu'il n'y a actuellement aucune inégalité
entre le CPAS et un autre employeur. Au contraire, dans le contexte
actuel, où effectivement le législateur permet au CPAS d'accentuer
son rôle d'employeur, il y a lieu de veiller non seulement au respect
par ce dernier de la législation sur le droit du travail, mais également
au respect du processus décisionnel et représentatif en son sein.

Par ailleurs, vous m'avez demandé si j'envisage de modifier les règles
de fonctionnement des CPAS.

Je vous rappelle que les règles de fonctionnement des organes du

De organieke wet voorziet in
spoedgevallen in een afwijking op
de termijn waarbinnen de raad van
het OCMW moet worden
bijeengeroepen.

Het is niet onmogelijk dat de raad
beslist tot een verbreking van het
contract wegens ernstige reden
binnen de drie dagen. De
voorbeelden zijn legio ook op de
arbeidsrechtbanken.

Bijgevolg is er geen ongeljkheid
tussen het OCMW en een andere
wekgever. Men dient er uiteraard
voor te zorgen dat laatstgenoemde
het arbeidsrecht naleeft en dat het
belsuitvormingsproces wordt
nageleefd.

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CPAS relèvent non pas de la compétence du fédéral mais de la
compétence des Régions. Donc, même si telle était notre volonté,
cela n'est pas de notre compétence mais bien de celle des Régions.

In antwoord op uw vraag over de
wijziging van de werkingsregels
van de OCMW's, herinner ik eraan
dat de Gewesten uitsluitend voor
die regels bevoegd zijn.

02.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, volgens

u bestaat er geen ongelijkheid en beschikt een OCMW-werkgever
over dezelfde instrumenten als een particuliere werkgever. Ik ga
daarmee niet akkoord. Ik spreek uit ervaring. Ik was OCMW-voorzitter
alvorens ik hier mijn mandaat opnam. Welnu, een voorzitter kan in
geval van noodzaak inderdaad een aantal beslissingen nemen. Een
ontslag om dringende redenen is echter een delicate aangelegenheid
en een dergelijke beslissing zal men als voorzitter waarschijnlijk niet
zo vlug nemen zonder ruggensteun van de raad.

U zegt dat men de raad dan maar moet samenroepen. Dat is
mogelijk, maar men moet dan aan iedereen presentiegeld betalen. In
de huidige context, waar tewerkstelling door het OCMW vlotter en
soepeler moet kunnen, is dit een veel te formalistische methode
waarmee ik dus niet akkoord kan gaan.

Ik ben het eens met uw opmerking dat dit een aangelegenheid is van
de Gewesten.

02.03 Sabien Lahaye-Battheu

(VLD): Je n'adhère pas à
l'observation selon laquelle un
CPAS est un employeur ordinaire.
Dans la pratique, le président d'un
CPAS ne peut pas prendre de
décision sur des questions aussi
sensibles qu'un licenciement sans
être couvert par son conseil. Je
maintiens que la procédure
s'avère trop compliquée. J'estime
également qu'en réalité, il s'agit
d'une compétence régionale.

02.04 Marie Arena, ministre: Effectivement, nous ne sommes pas

d'accord!

Des dispositifs existent. Le fonctionnement du CPAS prévoit que,
pour prendre ce type de décision, il faut convoquer le conseil de l'aide
sociale. En cas d'urgence, ce conseil peut être convoqué rapidement.
C'est comme pour un employeur privé: on ne licencie pas pour motif
grave aussi facilement. Vous voulez de la souplesse au sein des
CPAS, souplesse qui n'existe pas, de toute façon, dans les systèmes
privés qui ont leur propre mode de fonctionnement.

Le CPAS est un organe public qui a son mode de fonctionnement au
niveau du système public. Ce mode de fonctionnement prévoit qu'en
cas de licenciement pour faute grave, il est nécessaire de convoquer
un conseil, conseil qui peut être convoqué dans les trois jours. Doit-on
être plus souple encore dans le cadre d'un licenciement pour motif
grave que la possibilité de réunir un conseil dans les trois jours? Je
pense que la protection est suffisante. J'ajoute que le licenciement
pour motif grave nécessite effectivement certaines protections.

02.04 Minister Marie Arena: We

zitten inderdaad niet op dezelfde
lijn! De werking van het OCMW
bepaalt dat de raad voor
maatschappelijk welzijn
bijeengeroepen moet worden om
een dergelijke beslissing te
nemen, wat binnen de drie dagen
kan. Ik denk dat de bescherming
toereikend is.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de maatregelen ter verlaging van het kadastraal
inkomen" (nr. 2439)

03 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les mesures visant à réduire le revenu
cadastral" (n° 2439)

03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik stel u deze

vraag, waarop ik al gedeeltelijk al een antwoord van de minister van
Financiën heb gekregen. Voor de rest verwees hij mij door naar u,

03.01 Nahima Lanjri (CD&V): La

loi-programme d'avril 2003 gèle
pour cinq ans le revenu cadastral

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

omdat u bevoegd bent voor de afbakening van de gebieden.

Vorig jaar werden met de programmawet twee maatregelen
goedgekeurd. Ten eerste was dat een bevriezing van het kadastraal
inkomen in de positieve gebieden voor ten minste vijf jaar en zes jaar
in totaal. Ten tweede was dat een belastingvermindering bij het
uitvoeren van werken met 15% en een bepaald maximumbedrag. Op
de speciale Ministerraad in Raversijde werd onlangs nog beslist om in
extra middelen te voorzien om die belastingvermindering te verhogen.
Ook werd beslist om eventueel de zones uit te breiden. Nu zijn mijn
vragen de volgende.

In de eerste plaats wil ik nog verduidelijking krijgen over de juiste
cijfers. Wat ik in De Standaard heb gelezen, klopt niet volledig met
wat naar verluidt in Gembloers zou beslist zijn. In hoeveel middelen is
nu extra voorzien? Gaat het inderdaad over 4 miljoen extra in 2005, 5
miljoen in 2006 en 24 miljoen in 2007? Kloppen die cijfers die ik heb?

Zo ja, kom ik ineens tot mijn laatste vraag. Mag ik dan de juiste
verdeling per stad of per gemeente van de positieve gebieden? Ik heb
die naar aanleiding van de vorige beslissing ook van u gekregen in
een tabel. Naar aanleiding van deze uitbreiding zou ik ook de
recentste cijfers willen en de verdeling over de grootsteden. Wanneer
u zegt die positieve gebieden eventueel te willen uitbreiden, zou ik ook
graag willen weten welke criteria u daarvoor zult hanteren.
Waarschijnlijk kent u die criteria al op basis van een studie. Ik zou u
willen vragen of u die studie aan de commissieleden wil bezorgen,
zodat wij inzage kunnen hebben van de criteria. Ik zou ook willen
vragen wat eigenlijk de verhouding is tussen de verschillende
Gewesten - Vlaanderen, Brussel en Wallonië - met betrekking tot de
positieve gebieden. U kan dat uitdrukken zoals ik het hier vraag per
strekkende meter, of gewoon per aantal huizen: zoveel wijken, zoveel
huizen komen in aanmerking. Dat is misschien eenvoudiger dan per
strekkende meter. Dat zijn mijn drie vragen.

dans les zones d'action positive
des grandes villes et prévoit une
réduction d'impôt en cas
d'exécution de travaux. A
Raversijde, le Conseil des
ministres a décidé de dégager des
moyens financiers pour encore
augmenter cette réduction d'impôt.

Les chiffres que je lis dans le
Standaard sont-ils exacts?

Quels sont précisément les
moyens supplémentaires que le
gouvernement affecte à cette
mesure?

Comment ces moyens seront-ils
répartis entre les villes ou les
communes des zones d'action
positive?

Selon quelle clef de répartition
entre la Flandre, Bruxelles et la
Wallonie?

La ministre envisage par ailleurs
d'étendre les zones d'action
positive. Quels critères compte-t-
elle utiliser pour ce faire?

03.02 Minister Marie Arena: Mijnheer de voorzitter, er zijn in

antwoord op die drie vragen heel veel elementen te geven.

Een eerste element is het bedrag van de budgetten voor de
verschillende jaren, 2004 tot 2008. Het budget voor
huisvestingsplannen in het grootstedenbeleid is voor 2004 1.485.000
euro, voor 2005 is het 20.555.000 euro, voor 2006 gaat het om
23.305.000 euro, voor 2007 gaat het om 25.815.000 euro en voor
2008 is het 25.099.000 euro. U merkt dat het over grote bedragen
gaat. Vandaar het belang van de verdeling die in de volgende weken
zal plaatshebben op basis van de specifieke criteria inzake
huisvesting. Deze criteria zullen worden opgesteld door een
werkgroep en zullen worden voorgelegd aan de Ministerraad.

Eerst en vooral moet er een onderscheid worden gemaakt tussen
twee zaken. Ten eerste, de positieve actiezones in de grootsteden
genieten twee fiscale maatregelen, zoals bepaald in de
programmawet van 8 april 2003. Deze zones werden bepaald binnen
de 17 Belgische stadsgewesten, op basis van de studie Sociale
Structuren en Buurten in moeilijkheden, die werd uitgevoerd door
geografen van de KUL en de ULB. Het is mijn bedoeling om deze
studie, die van start is gegaan in 1999, te laten actualiseren.

03.02 Marie Arena, ministre: Le

budget affecté aux plans de
logement dans le cadre de la
politique des grandes villes s'élève
à 1,485 million d'euros pour 2004,
à 20,555 millions d'euros pour
2005, à 23,305 millions d'euros
pour 2006, à 25,815 millions
d'euros pour 2007 et à 25,990
millions d'euros pour 2008. Ces
moyens considérables seront
répartis en fonction de critères
élaborés par un groupe de travail
et approuvés par le Conseil des
ministres.

La loi-programme du 8 avril 2003
dispose que deux mesures
fiscales positives sont d'application
dans les zones d'action. Ces
zones ont été définies sur la base
de l'étude `Structures sociales et
quartiers en difficulté' réalisée par

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Deze verdeling in zones zal het uitgangspunt zijn voor de toepassing
van de fiscale maatregelen die vergelijkbaar zijn met de maatregelen
die reeds in 2003 werden genomen. In dit verband heeft de regering
overigens beslist een specifiek budget van 1,5 miljoen euro toe te
kennen om de kosten van de bestaande en toekomstige fiscale
maatregelen ten laste te nemen.

Ten tweede, de maatregelen inzake huisvesting die de regering in
Petit-Leez heeft genomen en die in Oostende werden bevestigd,
zullen dan weer leiden tot huisvestingsplannen in een aantal
Belgische steden. Het gaat hier om nieuwe budgetten. Het initiatief
dat ik heb verdedigd, is een bijkomende voorziening die niet mag
worden verward met de fiscale maatregelen die reeds werden
genomen. Deze maatregel zal van kracht worden in de steden die
reeds een stadscontract hebben, met name in Antwerpen, Gent,
Oostende, zeven Brusselse gemeenten, Charleroi, Bergen,
La Louvière, Luik en Seraing. Afgezien van deze lijst onderzoekt mijn
team op dit moment een reeks kwantitatieve en kwalitatieve gegevens
die specifiek zijn voor de toestand van de huisvesting en die zullen
worden toegevoegd aan de parameters die het statuut van grootstad
bepalen. Het is dus niet uitgesloten dat andere steden zullen worden
toegevoegd voor het aspect huisvesting.

Ik wens eraan te herinneren dat ik aandachtig ben voor de
voortzetting van ons beleid van concentratie van middelen. Het is
zeker niet wenselijk de deur open te zetten voor spreiding van de
middelen voor huisvesting.

Wat betreft uw vraag inzake de verhouding van de betreffende woning
in vierkante meter, zal u begrijpen dat ik daarop bij de huidige stand
van zaken onmogelijk kan antwoorden. We moeten eerst de
definitieve lijst opstellen van de steden die gekozen werden om een
huisvestingsplan uit te voeren. Daarna moeten we onderhandelen met
de lokale overheden over de inhoud van de plannen. We zullen klaar
zijn voor het driejarenplan 2005-2007.

Ik stel u dus voor dat ik u de nieuwe verdeling van de budgetten
inzake huisvesting tussen de betrokken steden bezorg zodra ze is
opgesteld. Op langere termijn zal ik u een bijgewerkte versie
bezorgen van de studie die tot doel heeft de positieve actiezones in de
grote steden te bepalen.

la KUL et l'ULB en 1999, étude
que j'entends faire actualiser.

La division en zones servira
également de point de départ à la
mise en oeuvre de mesures
fiscales comparables à celles
prises en 2003. Le gouvernement
prévoit 1,5 million d'euros pour
couvrir le coût des mesures
fiscales présentes et à venir.

Les mesures relatives au
logement en faveur desquelles le
gouvernement s'est prononcé à
Petit-Leez et à Ostende ne
peuvent être confondues avec ces
mesures fiscales-ci et ne vaudront
que dans les villes qui ont déjà
conclu un contrat de ville: Anvers,
Gand, Ostende, sept communes
bruxelloises, Charleroi, Mons, La
Louvière, Liège et Seraing. Mon
équipe examine encore la situation
en matière de logement dans
d'autres villes, de façon à ce que
les paramètres relatifs à la notion
de « grande ville » puissent être
adaptés et que la liste des villes
puisse éventuellement être
allongée. Je reste toutefois
favorable à une concentration des
moyens destinés au logement.

Donc, je ne puis pas encore
répondre aux questions portant
sur la teneur concrète des plans
échafaudés en matière de
logement. Il nous faut d'abord
dresser la liste définitive des villes
où des plans en faveur du
logement seront mis en oeuvre,
après quoi nous entamerons des
négociations avec les autorités
locales au sujet de leur teneur
concrète. Ainsi, nous serons prêts
pour lancer le plan triennal 2005-
2007.

Je ne manquerai pas de
communiquer à la commission la
nouvelle répartition des budgets
pour le logement, ainsi qu'une
version actualisée de l'étude sur la
définition des zones d'action
positive.

03.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb er begrip 03.03 Nahima Lanjri (CD&V):

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

voor dat u nog niet alle antwoorden heeft. Mag ik er dan evenwel ook
echt op rekenen dat u mij de verdeling van de budgetten alsook de
criteria bezorgt, zodra u ze heeft? Kan ik ook het is mij immers nog
niet helemaal duidelijk de huisvestingsplannen krijgen die u zal
afspreken met de steden? Ik vind dat een positief initiatief. Wat
begrijpt u daaronder? Welke soorten projecten komen in aanmerking
en welke niet? Mevrouw de minister, ziet u dat als zijnde beperkt tot
sociale huisvesting, of gaat het ook over het aantrekken van gezinnen
in de ruime betekenis en dus ook over andere investeringen? Als het
beperkt is tot sociale huisvesting, vrees ik immers dat u niet heel veel
kunt doen.

Kunt u mij op deze laatste vraag nog een kort antwoord geven?

J'attends avec curiosité de
prendre connaissance de la
répartition des moyens ainsi que
des critères utilisés pour fixer les
zones d'action. En quoi
consisteront les plans en faveur du
logement dans les grandes villes?

Se bornera-t-on à prévoir des
logements sociaux ou envisage-t-
on aussi d'attirer les familles vers
la ville par le biais du logement?

03.04 Minister Marie Arena: Mag ik in het Frans antwoorden?

03.05 Nahima Lanjri (CD&V): Ja.

03.06 Marie Arena, ministre: Monsieur le président, madame, par

rapport aux précisions que vous demandez, nous disposons
effectivement de budgets et nous travaillons actuellement avec les
bourgmestres de chaque ville sur la problématique du logement.
Cette problématique est rencontrée au niveau de l'ensemble des
grandes villes belges, pour ne pas dire des grandes villes sur un plan
international. La réponse à y apporter sera certainement spécifique à
chaque ville. La réponse qu'Anvers apportera à sa problématique du
logement sera certainement différente de celle de Saint-Gilles ou
Liège.

Nous avons donc défini cinq orientations importantes au niveau des
projets qui doivent être déposés.

1° Il importe d'augmenter la quantité de l'offre du logement. Cela
signifie que la ville aura dû initialement définir le déficit de la quantité
d'offres de logements. Anvers connaît-il un déficit d'offres? Quels sont
les projets qui peuvent être mis sur la table pour augmenter cette
quantité?

2° La qualité du logement. Comme vous le faisiez remarquer, un
logement de moins de X mètres carrés est-il digne de ce nom? Un
logement dépourvu du minimum de commodités, à savoir toilettes,
salle de bains ou chauffage prévu dans le logement est-il digne de ce
nom? Augmenter la qualité du logement est nécessaire, ce qui
nécessite aussi d'identifier la qualité du logement dans la ville.

3° La lutte contre l'insalubrité. Celle-ci va de pair avec le second
objectif, mais c'est toute la problématique des "huisjesmelker", les
marchands de sommeil, pour laquelle une solution doit également
pouvoir être apportée en évitant que des propriétaires privés puissent
louer n'importe quoi et n'importe comment. Aussi doit-on également
pouvoir aider les communes à rentrer dans un plan de lutte contre ces
logements insalubres.

4° Il faut pouvoir favoriser la mixité sociale dans les grandes villes,
ainsi que l'intégration des personnes à plus faibles revenus, ce dans
la logique du logement dans les grandes villes. Cela ne veut pas dire
qu'il faut limiter l'accès au logement social. Mais la ville doit pouvoir
permettre à des personnes socialement moins bien loties d'avoir

03.06 Minister Marie Arena: Wat

de door u gevraagde toelichtingen
betreft, beschikken wij inderdaad
over begrotingskredieten en
werken wij momenteel samen met
de burgemeesters van alle steden
met betrekking tot de
huisvestingsproblematiek zoals die
zich in de Belgische grootsteden
voordoet. Wij zullen voor elke stad
afzonderlijk specifieke en aparte
antwoorden aanreiken.

Wat betreft de ingediende
projecten werden vijf krachtlijnen
vastgesteld. Ten eerste dient het
woningaanbod te worden
uitgebreid. Daartoe zal elke stad
eerst moeten bepalen hoe groot
het woningtekort is. Ten tweede
moet de kwaliteit van de
huisvesting worden verbeterd. Ten
derde moet de strijd worden
aangebonden tegen ongezonde
woningen, een verschijnsel dat
kadert in de problematiek van de
huisjesmelkers. In dat verband
moeten wij de gemeenten helpen
een plan uit te werken om dat
verschijnsel te bestrijden.

Voorts dient naar een sociale mix
en naar de integratie van personen
met een laag inkomen te worden
gestreefd. Het is niet de bedoeling
de toegang tot sociale woningen te
beperken, maar wel sociaal
zwakkeren de kans te geven
toegang tot die woningen te
krijgen. In het kader van de

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

accès à ces logements. Le but est d'éviter un problème que l'on peut
rencontrer dans les grandes villes. Ainsi dans le cadre de la
rénovation d'un logement dans certains quartiers, on se rend compte
que les personnes les plus pauvres n'ont plus accès à ces quartiers et
doivent aller ailleurs. L'idée est d'aider à l'investissement tout en
veillant à ce que ces derniers restent accessibles aux personnes les
plus défavorisées originaires du quartier.

Tels sont les axes que nous avons mis sur la table et qui, en
partenariat avec les bourgmestres, vont permettre d'ici le
1

janvier 2005, de fixer les projets que ces derniers vont pouvoir

rentrer dans le cadre des nouveaux contrats 2005-2007.

Sur cette base, nous travaillons actuellement avec l'administration
pour définir des critères de qualité et de quantité de logements dans
les villes flamandes, bruxelloises et wallonnes. L'objectif est de
répartir les moyens non pas en fonction des critères uniques (les
critères grandes villes, premiers contrats), mais de tenir compte d'une
spécificité logement.

Comme vous le savez les critères qui ont été pris en considération
dans les contrats grandes villes étaient essentiellement des critères
de population, mais aussi de pauvreté. Nous devons maintenant
travailler sur d'autres critères logement. C'est la raison pour laquelle,
selon moi, en prenant une spécificité critères logement, et en
rajoutant cette spécificité, on "risque" ici le risque n'a pas de
connotation négative d'avoir d'autres villes qui puissent participer à
ce programme.

Nous travaillons actuellement sur toutes ces dispositions pour prendre
le mieux possible en considération les réalités du terrain et être le
plus souple possible par rapport à cette interprétation. Ce n'est que
quand on aura fait tout cela que les 25 millions pourront être répartis
et que l'on pourra fixer une somme pour Gand, une autre pour
Anvers, à Ostende, etc. Mais en dehors de ces critères scientifiques,
je ne vois rien d'autre, à moins de vous dire que l'on prend les critères
actuels et que l'on procède à une répartition. Mais cela ne serait pas
juste car la notion de logement n'a pas, dans ce cas, été prise en
considération. La batterie de critères doit encore être complétée.

C'est une mesure.

La deuxième mesure est de travailler sur la notion des quartiers
défavorisés en faveur desquels viendra la mesure fiscale de
rénovation. Nous travaillons avec la KUL et avec l'ULB pour corriger la
méthode initiale, afin de préciser la notion de quartier en difficulté.

Une donnée importante à mon sens est la suivante: dans cette étude
KUL-ULB, tout a été calculé sur des paramètres nationaux, sans tenir
compte de la comparabilité avec des paramètres régionaux. Je leur ai
donc demandé de prendre ces paramètres nationaux en les
comparant à des paramètres régionaux. Ainsi, un quartier en difficulté
à Gand, comparé à un paramètre national sur l'ensemble des
communes en difficulté de Belgique, pourrait être exclu car il serait
encore supérieur à la moyenne nationale, alors qu'à Gand il y a un
réel problème. Nous voulons pouvoir prendre en considération cette
notion de quartier avec la dimension régionale, pour corriger les
données. C'est nécessaire pour inclure cette notion de quartier dans

renovatie van bepaalde woningen
heeft men vastgesteld dat de
meest behoeftigen genoodzaakt
zijn hun wijk te verlaten. Men moet
dus de investeringen in die wijken
bevorderen en er tevens op
toezien dat zij toegankelijk blijven
voor de minvermogenden die
oorspronkelijk in de wijk woonden.

Ik zal u hierna een overzicht geven
van de krachtlijnen die werden
vastgesteld met het oog op de
selectie tegen 1 januari 2005 van
de projecten die onder de
toepassing van de nieuwe
contracten 2005-2007 zullen
vallen.

Wij werken thans samen met de
administratie om kwalitatieve en
kwantitatieve criteria inzake
huisvesting in de Vlaamse,
Brusselse en Waalse steden uit te
werken. Het is de bedoeling de
middelen op grond van de
specifieke kenmerken van de
onderscheiden steden te verdelen.

De criteria die werden vastgesteld
in de contracten die met de grote
steden werden gesloten, hadden
vooral betrekking op de bevolking
en de armoede. Thans moeten op
het stuk van de huisvesting andere
criteria worden gehanteerd. Dat is
de reden waarom ook andere
steden voor dat programma in
aanmerking komen.

Wij zetten onze werkzaamheden
voort en trachten zoveel mogelijk
rekening te houden met de situatie
in de praktijk. Het beschikbaar
bedrag van 25 miljoen zal dus
worden verdeeld op grond van de
resultaten van die
werkzaamheden. Wat betreft de
andere dan de wetenschappelijke
criteria kan ik u nog niets zeggen,
aangezien zij nog in die
verdeelsleutel moeten worden
ingepast.

Bovendien buigen wij ons met de
KUL en de ULB over het begrip
`achtergestelde wijken' die van de
fiscale maatregel inzake renovatie

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

la notion de ville.

zullen genieten.

In deze studie werd alles berekend
in functie van nationale
parameters, zonder dat er
rekening gehouden werd met de
regionale parameters; ik heb een
vergelijking met die laatste
gevraagd.

Het zou bijvoorbeeld kunnen dat
een achtergestelde buurt in Gent
uitgesloten wordt indien men de
Belgische gemeentes in hun
geheel als criterium hanteert, maar
dat dit niet meer het geval is
wanneer men diezelfde wijk
vergelijkt met andere wijken in
dezelfde stad. Men moet met dit
regionaal aspect rekening houden
teneinde de gegevens recht te
zetten.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Question de Mme Marie Nagy à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'existence de critères objectifs
permettant de déterminer les structures d'accueil des candidats réfugiés et sur l'accueil de ceux-ci en
structure autonome après 6 mois" (n° 2618)

04 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "objectieve criteria met betrekking tot de opvang
van kandidaat-politieke vluchtelingen en over de opvang van deze vluchtelingen in een autonome
opvangstructuur na zes maanden" (nr. 2618)

04.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la

ministre, il y a actuellement, pour l'accueil des demandeurs d'asile,
quatre structures d'accueil: les centres fédéraux, les centres Croix-
Rouge, les Initiatives locales d'accueil (ILA) - qui sont, soit des
habitations communautaires, soit des appartements privés - et, enfin,
les logements gérés par le CIRE et l'OCIV.

L'accueil des candidats réfugiés est très différent d'une structure à
l'autre, tant en ce qui concerne leur autonomie que leur possibilité ou
non de gérer eux-mêmes leurs ressources financières. Par exemple,
une famille nombreuse logée en ILA se voit accorder une somme
d'argent qu'elle peut elle-même gérer. De même, s'agissant d'une
famille, l'accueil en appartement est plus adéquat pour l'intimité que
l'accueil dans une structure telle qu'un centre.

Existe-t-il des critères objectifs permettant de déterminer quel type de
structure d'accueil est accordée à telle ou telle catégorie de
demandeurs d'asile? Dans l'affirmative, pourriez-vous nous dire quels
sont ces critères? Dans la négative, une réflexion est-elle entamée
actuellement et quels sont les critères que vous préconiseriez?

Ensuite, si vous considérez qu'après un délai de 6 mois de procédure
d'asile, il est adéquat que les candidats réfugiés logés dans des

04.01 Marie Nagy (ECOLO): Op

dit ogenblik bestaan er vier
opvangstructuren voor
asielzoekers: de federale centra,
de centra van het Rode Kruis, de
LOI's en de huisvesting beheerd
door CIRE en het OCIV.
Naargelang het centrum is de
opvang erg verschillend. Op grond
van welke objectieve criteria wordt
een bepaald type structuur aan
een bepaalde categorie
asielzoekers toegewezen?

Vindt u het gepast dat kandidaat-
vluchtelingen, wier asielprocedure
reeds zes maanden loopt, in een
meer autonome structuur worden
ondergebracht?

Zal u bij uw berekening van die
zes maanden met de procedure bij
de Raad van State rekening

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

centres puissent être hébergés dans une structure plus autonome
(ILA, appartement CIRE ou OCIV), tiendrez-vous compte, dans vos
calculs des 6 mois, de la procédure au Conseil d'Etat ou vous
limiterez-vous à la procédure devant l'Office des étrangers et le
Commissariat aux réfugiés?

La différence est importante dans la mesure où le nombre de
personnes n'ayant pas reçu, dans les 6 mois, une décision en
recevabilité de l'Office des étrangers ou du CGRA est très limité, alors
qu'il existe un grand nombre de demandeurs d'asile, dont des
familles, hébergées dans des centres, et qui sont en recours au
Conseil d'Etat, procédure qui dure, dans certains cas, jusqu'à trois
ans.

houden, of zal u zich tot de
procedure bij de Dienst
Vreemdelingenzaken en het
Commissariaat voor de
Vluchtelingen beperken?

04.02 Marie Arena, ministre: Monsieur le président, la politique

d'accueil que je mène entend éviter à tout prix la création de ghettos
pour personnes isolées dans les centres d'accueil. Souvent, des
personnes disent qu'il est préférable de placer les familles dans les
ILA et les personnes isolées dans les centres collectifs. Ce serait une
erreur parce que les familles ont également un rôle stabilisateur dans
les centres collectifs. Il faut être attentif à ces ghettos qui risquent de
rendre explosive la gestion des centres collectifs. Ce serait
humainement intenable et ingérable dans ces centres.

Dans la pratique, les critères de répartition sont les suivants: la
disponibilité, la langue dans laquelle la demande d'asile a été rédigée
et l'unité des familles.

D'abord, pour ce qui est de la disponibilité, les structures d'accueil
communiquent chaque jour au dispatching de Fedasil le nombre de
places libres et leurs caractéristiques (chambre commune, dortoir,
studio, etc.). Vu le taux d'occupation actuel, le dispatching de Fedasil
ne reçoit que 200 à 300 déclarations de disponibilité alors que le
nombre de personnes affectées avoisine quotidiennement la centaine.
Vous comprendrez dans ce contexte que le choix dans la désignation
du lieu d'accueil soit particulièrement limité pour le moment.

Ensuite, lorsque la demande a été formulée en français, le
demandeur d'asile et, le cas échéant, sa famille sont orientés vers
une structure francophone. Ce critère n'est pas satisfaisant puisqu'il
dépend actuellement pour partie de la langue du fonctionnaire de
l'Office des étrangers.

Enfin, lorsqu'un demandeur d'asile fait état de l'existence d'un lien de
famille avec un pensionnaire d'une structure d'accueil, le dispatching
de Fedasil essaie autant que faire se peut d'orienter le demandeur
d'asile vers la même structure d'accueil.

En fonction du taux d'occupation, les candidats ne répondant pas de
manière évidente à un des critères énumérés ou ne se trouvant pas
dans une situation d'urgence sont répartis en fonction des places
disponibles sur l'ensemble du réseau.

Pour ce qui est des disparités dans la qualité de l'accueil, nous
sommes en train de travailler avec les différents acteurs de l'accueil à
une loi-cadre qui permettra des normes standardisées de qualité.
Cela ne veut pas dire que tout le monde devra tout faire de la même
manière; il faut aussi tenir compte de l'organisation spécifique du

04.02 Minister Marie Arena: Ik

voer een opvangbeleid dat ertoe
strekt gettovorming te voorkomen.
In de praktijk zijn de criteria voor
de verdeling: de beschikbaarheid,
de taal en de familiebanden.

Naargelang van de
bezettingsgraad, zullen de
kandidaten die niet aan één van
de opgesomde criteria
beantwoorden of die in een
noodsituatie verkeren, in functie
van de beschikbare plaatsen over
het ganse netwerk worden
gespreid.

Wij werken momenteel samen met
de onderscheiden actoren van de
opvangsector aan een kaderwet
die eenvormige kwaliteitsnormen
mogelijk zal maken.

Het korte tijdsbestek van de
procedure is inderdaad
problematisch. De verwerkingstijd
bij de Raad van State veroorzaakt
vertraging inzake de
beschikbaarheid van de plaatsen
enerzijds en inzake de dispatching
anderzijds. De bezettingsgraad
bedraagt 99%, waardoor niet
optimaal kan worden gewerkt.

Er moet dus in de eerste plaats
worden bepaald of de persoon al
dan niet recht heeft op sociale
bijstand. Ik weiger voor mensen
die beroep hebben aangetekend
bij de Raad van State andere
opvangvoorwaarden op te stellen.
Ik wil de asielzoekers er ook niet
onrechtstreeks toe aanzetten
beroep bij de Raad van State aan

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

centre. Si l'on imposait à tous la préparation des repas dans une
cuisine industrielle par exemple, on perdrait l'intérêt de certains
centres qui donnent la possibilité d'organiser les repas en
communauté ou dans le logement même du demandeur d'asile.

Cela dit, cette loi va permettre de définir les standards minimaux de la
qualité de l'accueil, ce qui simplifiera le dispatching puisque la même
qualité sera partout garantie.

Par ailleurs, vous avez mis le doigt sur une difficulté: la procédure
limitée dans le temps. Il s'agit de l'une de nos demandes. C'est dans
l'accord du gouvernement et le ministre de l'Intérieur doit travailler sur
cette procédure. Nous sommes d'accord; ce qui nous pose problème
est la durée de la procédure au Conseil d'Etat qui provoque des
bouchons dans la disponibilité des places, d'une part, et dans le
dispatching, d'autre part.

Aujourd'hui, quand je dis que l'on n'a plus la possibilité de donner le
choix, c'est parce que nous sommes "full" Mme Lanjri a d'ailleurs
une question tout à l'heure sur les taux d'occupation. Nous sommes à
98,9% de taux d'occupation. Avec un tel taux d'occupation, il est
difficile de pouvoir travailler correctement. La durée de la procédure
est donc bien le problème majeur!

La première question qui se pose est de savoir si la personne a droit
ou non à une aide sociale. Pour ma part, je refuse de créer des
conditions d'accueil qui sont différentes pour les personnes en
recours devant le Conseil d'Etat. La loi oblige l'Etat à leur accorder
une aide sociale sous forme matérielle. Elle est la même pour tous les
demandeurs d'asile en phase de recevabilité. Je ne souhaite pas non
plus inciter indirectement les demandeurs d'asile à déposer un
recours au Conseil d'Etat sous prétexte que pendant cette période, ils
auront un accueil plus intéressant que s'ils n'avaient pas déposé de
recours. Il faut donc être très attentif à ce niveau-là!

Je dois souligner que l'origine des longues durées de résidence dans
les centres est la durée totalement déraisonnable de la procédure au
Conseil d'Etat. Elle ne pourra se résoudre que par une modification de
la procédure. Cela ne relève malheureusement pas de mes
compétences. Par conséquent, on reste confronté à cette difficulté
dans les centres. Si l'on veut continuer à travailler sur la qualité de
l'accueil dans les centres, il faudra pouvoir s'attaquer à ce problème
du Conseil d'Etat. Le ministre de l'Intérieur est en train d'envisager un
certain nombre de possibilités. Nous attendons que les propositions
viennent sur la table du gouvernement le plus rapidement possible.

te tekenen, met het voorwendsel
dat ze tijdens die periode
interessantere
opvangvoorwaarden zouden
kunnen genieten dan wanneer ze
geen beroep hadden
aangetekend.

De wijziging van de procedure bij
de Raad van State, waaraan de
lange verblijfsperiodes in de
gesloten centra te wijten zijn,
behoort jammer genoeg niet tot
mijn bevoegdheden. De minister
van Binnenlandse Zaken werkt
momenteel aan een aantal
voorstellen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de toewijzing van lokale opvanginitiatieven aan
gemeenten" (nr. 2658)

05 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'attribution d'initiatives d'accueil locales
aux communes" (n° 2658)

05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, heel wat gemeenten vangen asielzoekers op, in opdracht

05.01 Nahima Lanjri (CD&V): A la

demande du gouvernement

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van de federale regering, via de zogenaamde lokale
opvanginitiatieven, de LOI's, met momenteel een totale
opvangcapaciteit van meer dan 7.000 plaatsen. De bestaande
opvangcentra van het Rode Kruis en de federale opvangcentra
kunnen het niet alleen aan, daarom werden bijkomende plaatsen
gecreëerd via die LOI's. Dat is positief.

Normaal gezien zijn de LOI's bedoeld om mensen in de eerste fase
op te vangen. Ik heb nu vernomen, ik wist het eerlijk gezegd zelf niet,
dat die LOI's ook asielzoekers tijdens de tweede fase mogen
opvangen. U kijkt ook verwonderd, omdat u waarschijnlijk ook denkt
dat dit niet kan.

fédéral, de nombreuses
communes assurent l'accueil de
demandeurs d'asile dans le cadre
des initiatives locales d'accueil
(ILA). A l'heure actuelle, la
capacité d'accueil de ces ILA
dépasse les 7.000 places. Ce
système a été mis en place parce
que les centres d'accueil fédéraux
et ceux de la Croix Rouge ne
pouvaient faire face à la demande.
En principe, les ILA accueillent les
gens au cours de la première
phase. Toutefois, j'ai appris
qu'elles pouvaient aussi accueillir
des demandeurs d'asile pendant
la deuxième phase.

05.02 Minister Marie Arena: Volgens de wet kan het niet.

05.02 Marie Arena, ministre: La

loi l'interdit.

05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Volgens de wet kan het niet, maar het

staat wel op de website van Fedasil. Misschien is Fedasil verkeerd,
maar ik heb het uitgeprint en ik heb het volgende gelezen op de
website: "Net zoals in de opvangcentra is die vorm van opvang
bedoeld voor asielzoekers in de eerste fase van de procedure, maar
LOI-bewoners kunnen in de tweede fase

het

gegrondheidsonderzoek van de procedure wel beslissen om in een
LOI te blijven wonen." Ik wist daarvan niets. Ik ga ervan uit dat wat
Fedasil zegt juist is, maar ik was, net als u, verwonderd en ik denk dat
heel veel OCMW's dit niet weten. Ik heb de volgende vragen.

Ten eerste, hoe is het principe van de verdeling van LOI's gestart?
Hoe zijn die ooit toegewezen aan de gemeentebesturen? Was dat
volgens de eerste gemeente die dit aangevraagd heeft? Is men
hiermee gewoon gestopt toen de capaciteit op was? Zijn er andere
criteria toegepast?

Ten tweede, zullen er nog nieuwe LOI's worden toegewezen? Zult u
dan met bepaalde criteria rekening houden en eventueel corrigerend
optreden? U zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat een gemeente met
een bepaald aantal inwoners recht zou moeten hebben op een
bepaald aantal LOI-plaatsen. Gemeenten die kleiner zijn en toch heel
wat LOI-plaatsen hebben, zijn vragende partij voor die LOI's, omdat
ze dubbel tellen. "Het is financieel interessant en wij krijgen geen
asielzoekers meer. Als ze leeg blijven staan, dan vinden wij het nog
beter", zo wordt er soms over gesproken. Andere gemeenten zeggen
dat ze hun verantwoordelijkheid willen nemen en geen LOI hebben.
Zult u daarin corrigerend optreden? Hoe zult u dat doen, volgens
welke criteria?

Naar aanleiding van vorige vragen van mij hebt u ook gezegd dat u
met Fedasil aan een kaderwet werkt om het spreidingsbeleid van
asielzoekers te herzien. U hebt toen geantwoord dat die wet normaal
gezien klaar zou zijn in januari, daarna hebt u gezegd dat er
vertraging was en dat het voor de zomer zou zijn. Mijn vraag is: wat is
de stand van zaken vandaag? Kunt u al een tipje van de sluier
oplichten? Kunt u al meedelen wat de concrete krachtlijnen zullen zijn

05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Le

site internet de l'Agence fédérale
pour l'accueil des demandeurs
d'asile (Fedasil) l'annonce
pourtant. Les résidents des ILA
peuvent choisir de rester dans leur
ILA pendant la deuxième phase,
celle de l'examen quant au fond.
Je considère que la Fedasil dit la
vérité.

En fonction de quels critères a-t-
on procédé à la répartition des
places?

De nouvelles ILA seront-elles
attribuées? La ministre va-t-elle
corriger la situation? Selon quels
critères?

La ministre a déclaré en réponse à
de précédentes questions sur le
sujet qu'elle préparait, en
concertation avec Fedasil, une loi-
cadre réformant la politique de
répartition des demandeurs d'asile
qui devrait être prête avant l'été.
La ministre peut-elle déjà lever un
coin de voile aujourd'hui?

Combien, parmi les 7.000
personnes résidant dans des ILA,
se trouvent-elles dans la deuxième
phase?

Sait-on dans les CPAS que les
demandeurs d'asile en deuxième

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van de nieuwe aanpak?

Ik kom nog even terug op wat ik gelezen heb op de website van
Fedasil. Hoeveel mensen van de 7.000 mensen die in LOI's zitten,
zitten in de eerste fase en hoeveel in de tweede fase?

Ik kende die maatregel niet, maar is het bij de OCMW's bekend dat
de asielzoekers ook tijdens de tweede fase eventueel zouden kunnen
blijven? Wat gebeurt er met asielzoekers dat probleem stelt zich
immers ook in de gemeenten die niet willen weggaan uit een LOI,
hoewel ze bijvoorbeeld uitgeprocedeerd zijn? Wie moet er dan
optreden? Is dat de politie? Is dat de gemeente? Wie draait er op voor
de kosten?

Zult u ten slotte nog initiatieven nemen om bijkomende
opvangcapaciteit te creëren en om ervoor te zorgen dat de LOI's ook
in de tweede fase mensen kunnen huisvesten, teneinde tegemoet te
komen aan de problematiek van de huisvesting van asielzoekers?

phase peuvent éventuellement
rester?

Qui intervient lorsque des
demandeurs d'asile déboutés
refusent de quitter les ILA? Qui
prend les frais en charge?

La ministre prend-elle encore des
initiatives pour augmenter la
capacité d'accueil, de manière à
ce que les ILA puissent également
héberger des personnes en
deuxième phase?

05.04 Marie Arena, ministre: Pour ce qui est du site de Fedasil, la

situation sera effectivement vérifiée, mais je confirme que, selon la loi,
les ILA ne peuvent accueillir des personnes dans la phase II, dans la
mesure où celles-ci bénéficient de l'aide financière. Il y aurait un
double paiement à ce niveau, ce qui risquerait de poser un problème.

En ce qui concerne la problématique des ILA et leur mode
d'attribution, le premier venu est-il le premier servi? Je reprendrai la
situation et l'historique des ILA. Jusqu'au 30 avril 2003, tout CPAS
signifiant son intention de créer une ILA recevait la visite d'un
responsable de zone de Fedasil qui vérifiait la conformité du logement
avec les standards définis par le vade-mecum des ILA: l'accessibilité,
la proximité des services collectifs, la salubrité, la conformité du
réseau électrique, l'accord des pompiers, etc.

Le 30 avril 2003, le ministre de l'Intégration sociale de l'époque a
signifié par circulaire qu'il installait un moratoire sur la création des
ILA. Le nombre de places conventionnées en ILA s'élevait alors à
7.058. Seuls les CPAS ayant introduit leur projet avant le 30 avril 2003
restaient dans ce qu'on appelait le "pipe" que mon prédécesseur m'a
gentiment cédé. Il s'agissait de 96 demandes portant sur 595 places.
Lorsque j'ai pris mes fonctions, j'avais effectivement la mission
d'analyser la situation de 96 demandes qui concernaient 595 places.
A l'époque, en juillet 2003, j'ai demandé à Fedasil de m'établir un état
des lieux du taux d'occupation des ILA. On en avait déjà discuté.
Fedasil avait repéré un taux d'occupation inférieur à 70% dans les
ILA. Cela signifie que je ne me suis pas précipitée à l'époque pour
ouvrir les 96 dossiers qui figuraient dans le "pipe". En effet, avec un
taux d'occupation de 70%, ouvrir à nouveau des places équivalait à
jeter de l'argent par les fenêtres. Nous devons plutôt travailler sur une
augmentation du taux d'occupation dans les différentes ILA
existantes.

Ensuite, à partir de décembre, une information du taux d'occupation
des ILA nous a indiqué que celui-ci était en augmentation. Par
conséquent, j'ai proposé d'analyser les différents dossiers. Fedasil est
à nouveau intervenu sur les dossiers sur la base de plusieurs critères,
le premier étant de savoir si le bien a été loué ou acheté. Les CPAS
qui avaient introduit les dossiers se basaient sur un dispositif

05.04 Minister Marie Arena: Wat

de webstek van Fedasil betreft, zal
ik niet nalaten de situatie na te
kijken. Maar ik bevestig dat in de
LOI's geen personen die zich in
faze II bevinden terecht kunnen.

Op 30 april 2003 besliste de
toenmalige minister van
Maatschappelijke Integratie een
moratorium inzake de oprichting
van LOI's in te stellen terwijl het
aantal plaatsen 5.078 bedroeg.
Daarbij kwamen nog 96
aanvragen die betrekking hadden
op 595 plaatsen en die voor 30
april waren ingediend.

In juli 2003 heeft Fedasil dat ik had
gevraagd een balans op te maken,
vastgesteld dat de bezettingsgraad
in de LOI's lager was dan 70%. Dit
betekende dat in plaats van de 96
overblijvende dossiers te openen,
het wenselijker was aan een
toename van de bezettingsgraad
in de bestaande LOI's te werken.

Vanaf december begon de
bezettingsgraad binnen de LOI's te
stijgen. Ik stelde dan ook voor de
verschillende dossiers te
onderzoeken. Fedasil heeft zich
dan opnieuw met de betrokken
dossiers beziggehouden.

Er werden een aantal criteria
vastgelegd, op grond waarvan
Fedasil mij een met redenen

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

obligatoire de M. Vande Lanotte. Finalement, n'étant pas reconnus, ils
disaient avoir investi et dépensé de l'argent et ne pas être reconnus
alors qu'ils avaient effectué des dépenses.

Nous avons donc procédé à une analyse de la situation. Le bien est-il
loué ou acheté? Car il est plus facile de résilier une location que de
revendre une maison qui aurait été achetée. Le bien a-t-il fait l'objet
d'une rénovation? Y a-t-il eu un investissement du CPAS? Un
travailleur social a-t-il été engagé pour s'occuper des demandeurs
d'asile en ILA? Le bien est-il un logement social transformé en ILA
dans la commune?

Un certain nombre de critères ont donc été identifiés et, sur base de
ces indicateurs, Fedasil, est entré en négociation avec les 96
demandes qui avaient été formulées. Fedasil m'a ensuite transmis
une proposition de décision motivée et j'ai accepté toutes les ILA
proposées par Fedasil. Le réseau compte aujourd'hui 7.173 places et
Fedasil m'annonce des conventions pour près de 200 places
supplémentaires, ce qui nous approchera du budget de 2004 prévu
pour 7.405 places.

En ce qui concerne votre troisième question: avez-vous
éventuellement l'intention de rectifier le tir en ce qui concerne
l'attribution des ILA? Je dirais qu'aujourd'hui, je n'ai pas d'élément qui
me permette de modifier les procédures d'attribution des ILA. Par
contre, vu le nombre d'isolés et de MENA, les mineurs non-
accompagnés, Fedasil négocie avec certains CPAS pour changer la
configuration de certaines ILA et est passé d'une ILA familiale à une
ILA pour mineurs non accompagnés ou pour isolés. Cela permettra
aussi d'augmenter les taux d'occupation dans les ILA, c'est-à-dire de
modifier les configurations.

Quand on a une ILA pour une famille de quatre personnes et qu'une
famille de deux personnes y vient, elle occupe l'espace de quatre
personnes. On ne peut pas ajouter deux personnes dans cet espace.
On travaille donc avec les CPAS pour voir s'il est possible de modifier
certaines unités en unités d'isolés ou unités de mineurs non
accompagnés.

On a parlé de la loi-cadre, notamment avec Mme Nagy. Nous avons
réuni le 11 mars dernier l'ensemble des acteurs de l'accueil pour
lancer le chantier de transposition de la directive européenne. Vous
savez que je me base sur la directive européenne pour lancer la loi-
cadre d'uniformisation des normes de qualité en matière d'accueil. Au
Conseil des ministres d'Ostende du 20 mars 2004, j'ai présenté une
note d'orientation qui donne les lignes directrices de cette loi-cadre.
Je vais vous les citer rapidement.

La première ligne est la dignité humaine. Cela semble évident! Vous
avez eu, comme moi, l'occasion de visiter certains centres d'accueil et
les normes minimales de dignité ne sont pas toujours respectées. Il
me semblait donc important de rappeler cette norme de dignité
humaine.

Deuxièmement, le maintien de la distinction entre l'aide matérielle et
l'aide financière me semble très important.

Troisièmement, la définition d'un lieu d'accueil adapté. On retrouve là

omkleed voorstel van beslissing
heeft overgelegd. Ik heb alle LOI-
voorstellen van Fedasil aanvaard.
Het netwerk biedt vandaag 7.173
opvangplaatsen, en Fedasil
kondigde aan dat er
overeenkomsten in de pijplijn
zitten voor bijna 200 extra
plaatsen. Op die manier komen we
meer in de buurt van de begroting
voor 2004, die begroot werd voor
7.405 plaatsen.

Ik beschik op dit moment niet over
gegevens op grond waarvan ik de
procedures voor de toekenning
van LOI's zou kunnen wijzigen.
Gelet op het aantal alleenstaanden
en niet-begeleide minderjarigen
onderhandelt Fedasil momenteel
met een aantal OCMW's om een
LOI voor de opvang van een gezin
om te vormen tot een LOI voor
niet-begeleide minderjarigen of
voor alleenstaanden. Op die
manier kan ook de
bezettingsgraad van de LOI's
worden opgetrokken.

Op 11 maart jongstleden zijn we
met alle actoren van de
opvangsector om de tafel gaan
zitten om de hand aan de ploeg te
slaan voor de omzetting van de
Europese richtlijn in nationaal
recht. Op de ministerraad in
Oostende heb ik een
oriëntatienota voorgesteld waarin
de krijtlijnen getrokken worden
voor de kaderwet betreffende de
standaardisatie van

kwaliteitsnormen voor
opvangvoorzieningen.

Die krachtlijnen zijn: de menselijke
waardigheid; het behoud van het
onderscheid tussen de materiële
en de financiële hulp; de
omschrijving van een aangepaste
opvangplaats; het ophelderen van
de rechten en verplichtingen van
de asielzoekers; de
individualisering van het verblijf;
het bepalen van een maximale
verblijfsduur in een collectieve
opvangstructuur; de instelling van
een acclimatisatiefase; het
deelnemen aan het

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

la notion du "dispatching" qui va être utilisé au mieux en fonction du
projet de la personne mais aussi de la durée de la procédure.

La clarification des droits et des obligations des demandeurs d'asile:
le centre pour demandeurs d'asile devra offrir aux demandeurs d'asile
un minimum d'informations concernant leurs droits et leurs
obligations.

La personnalisation du séjour: travailler sur un projet individuel du
demandeur d'asile.

La fixation d'une durée de séjour maximale dans une structure
collective d'accueil: plutôt que de faire ce que proposait Mme Nagy,
c'est-à-dire orienter directement les familles vers une structure
individuelle, comme il est difficile de passer plus de six mois dans une
structure collective, il faudrait, après un temps défini, aller vers
d'autres structures.

La création d'une phase d'acclimatation, phase pendant laquelle on
identifie la situation concrète de la personne.

La participation: interne au centre, mais aussi la participation
citoyenne à l'extérieur du centre. Comme exemple, je prendrai le
centre pour demandeurs d'asile à Saint-Trond qui a organisé des
actions de participation des demandeurs d'asile avec la population;
cela fonctionne très bien.

Enfin, le souci porté aux groupes plus vulnérables dans ces différents
centres.

Ces divers points doivent être repris dans la loi. Fin mars, Fedasil
termine une étude juridique disponible sur son site; elle fait le point
sur les exigences de la directive, l'état du droit belge et les différentes
questions à résoudre.

J'ai reçu l'ensemble des partenaires de l'accueil en fin mars. Fedasil a
également organisé trois journées de consultation des partenaires de
l'accueil du 21 au 23 avril 2004. C'est sur base de ces travaux que la
loi pourra être mise sur la table. J'espère pouvoir rester dans le timing
prévu, c'est-à-dire la fin du premier semestre, d'ici juin, et pouvoir
présenter la loi au Conseil des ministres.

En ce qui concerne la cinquième question relative au nombre de
demandeurs d'asile hébergés dans une ILA, en première ou
deuxième phase, on me dit qu'il y a une erreur sur le site web de
Fedasil. Nous la réparerons au plus vite. En effet, légalement, il ne
peut pas y avoir de demandeurs d'asile dans la phase 2. Merci pour
votre attention à ce sujet.

Au 31 mars 2004, 5.700 demandeurs d'asile étaient accueillis en ILA
"aide matérielle", avec une progression de ce taux d'occupation dans
les ILA.

J'en viens à la sixième question.

maatschappelijk leven binnen en
buiten het centrum; en, ten slotte,
de aandacht voor de meest
kwetsbare groepen binnen die
verschillende centra.

Einde maart heeft Fedasil op zijn
website een studie gepubliceerd
die de balans opmaakt van de
eisen van de richtlijn, van de
situatie van het Belgisch recht
terzake et van de problemen die
nog opgelost moeten worden.

Eind maart heb ik de partners die
instaan voor de opvang
ontvangen. Fedasil heeft op zijn
beurt van 21 tot 23 april 2004 de
partners die bij de opvang
betrokken zijn geconsulteerd. Op
grond van deze werkzaamheden
zal ik de nieuwe wet ter tafel
kunnen leggen. Ik hoop dat ik de
wet in juni op de Ministerraad kan
indienen.

De website van Fedasil bevat een
fout over het aantal asielzoekers
dat in een LOI verblijft. We zullen
die zo snel mogelijk rechtzetten.
Op 31 maart 2004 kregen 5.700
asielzoekers in een LOI materiële
hulp.

05.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, kunt u het cijfer

geven?

05.05 Nahima Lanjri (CD&V): Si

je comprends bien, des places
sont donc toujours disponibles.

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.06 Minister Marie Arena: Er werden 5.728 personen opgevangen

in een LOI in maart 2004.

05.07 Nahima Lanjri (CD&V): Dus er is nog plaats?

05.08 Minister Marie Arena: Ja, maar ik heb het probleem uitgelegd.

Le problème auquel on est confronté, et je vous l'ai expliqué tout à
l'heure, c'est que les structures sont souvent familiales. Quand une
structure de 4 personnes est utilisée par une famille de 2 personnes,
on ne peut pas atteindre un taux d'occupation maximal. C'est
pourquoi on est en train de travailler avec les ILA pour augmenter le
taux d'occupation en modifiant les unités. Mais je dois reconnaître
qu'il y a encore des places.

Vu le taux d'occupation réel du réseau d'accueil qui atteint 96% avec
un pic d'occupation de 98,9% en janvier 2004, je ne souhaite pas
promouvoir la logique d'hébergement en ILA en deuxième phase,
d'autant plus que l'on n'a pas la possibilité de le faire. Comme vous le
disiez, quand il y a une difficulté pour trouver un logement après la
première phase, il est du ressort du CPAS de trouver le logement
pour le demandeur d'asile en deuxième phase dans le cadre du code
207 qui lui est attribué. S'il existe une résistance de la part du
demandeur d'asile en deuxième phase qui désire rester dans son ILA,
le CPAS doit pouvoir faire appel aux services de l'ordre de sa
commune pour faire respecter la loi, loi qui ne permet pas de rester
dans une ILA pendant la deuxième phase.

Je répète que je ne prévois pas de prendre des initiatives pour loger
un maximum de demandeurs d'asile en ILA pendant la deuxième
phase. Si la procédure d'asile revient à une durée acceptable, on
pourra effectivement rouvrir le débat. Comme je l'ai dit à Mme Nagy,
la difficulté à laquelle nous sommes confrontés aujourd'hui, c'est la
durée de la procédure au niveau du Conseil d'Etat, qui pose des
problèmes aux demandeurs d'asile, en premier lieu, et aux
gestionnaires de l'accueil, en second lieu. Il est donc impératif de
pouvoir rouvrir ce dossier le plus vite possible.

05.08 Minister Marie Arena: Het

probleem is dat het vaak om
familiale structuren gaat. Wanneer
een structuur voor vier personen
door een gezin van twee personen
wordt benut, bereiken we geen
maximale bezettingsgraad. Samen
met de LOI's trachten wij de
bezettingsgraad dus op te trekken
door de eenheden aan te passen.

Gezien de bezettingsgraad van het
opvangnetwerk (96 procent met
een piek van 98,9 procent in
januari 2004), zal ik het verblijf in
een LOI tijdens de tweede fase
niet promoten. Wanneer het
moeilijk is na de eerste fase
onderdak te vinden, wordt het
OCMW hier in het kader van code
207 mee belast voor asielzoekers
in de tweede fase. Indien de
asielzoeker in de eerste fase zich
hiertegen verzet en in zijn LOI wil
blijven, kan het OCMW een
beroep doen op de ordediensten
van de gemeente.

Ik ben dus niet van plan
asielzoekers in de tweede fase in
LOI's onder te brengen. Van zodra
de asielprocedure opnieuw een
redelijke duur kent, kunnen wij het
debat heropenen. Vandaag is het
probleem dat de procedure bij de
Raad van State zo lang aansleept,
wat de asielzoekers en de
beheerders van de
opvangstructuren in moeilijkheden
brengt.

De voorzitter: Mevrouw Lanjri, ik heb een klein probleem. U mag geen meervoudige vragen stellen. Er zijn
hier zeven vragen met zoveel subvragen en daarin een aantal vragen met bijvoorbeeld statistische
gegevens. Dat mag niet volgens het Reglement. Ik stel voor dat er de volgende keer niet zoveel vragen
worden gesteld in één vraag. We moeten andere oplossing vinden. Vraag een algemeen debat in de
commissie als u dat wil, maar zo kan het niet.

05.09 Nahima Lanjri (CD&V): Dan zal ik mijn vragen moeten

opsplitsen, ofwel zal ik mijn statistische vragen schriftelijk moeten
stellen. Ik heb echter het probleem dat ik al ervaren heb dat ik daar
geen antwoord op krijg. Dat is niet bij u, mevrouw de minister, maar
wel wij andere ministers.

05.09 Nahima Lanjri (CD&V): La

ministre affirme qu'il n'y a pas lieu
d'apporter des corrections mais,
dans ce cas, certaines communes
n'introduiront pas de demande.

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De voorzitter: Artikel 122 van ons Reglement zegt dat statistische vragen en statistische gegevens niet
ontvankelijk zijn. Over mondelinge vragen in commissie zegt artikel 127 van het Reglement: de totale
spreektijd voor de vraag en het antwoord mag niet meer dan vijf minuten bedragen.

05.10 Nahima Lanjri (CD&V): Ik zal volgende keer een debat vragen,

dan hebben we meer tijd. Mijnheer de voorzitter, ik zal uw advies
indachtig zijn en misschien volgende keer een debat vragen. Het is
toch wel een belangrijk thema.

De voorzitter: Ja, dat is beter, ook voor de andere leden.

05.11 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb toch nog

het recht om kort te repliceren?

Heel kort, over het corrigerend optreden. Mevrouw de minister, u zegt
dat u geen elementen ziet om corrigerend op te treden. Zoals het nu
ligt, zijn er wel gemeenten die geen aanvraag indienen en die dus niet
aan hun trekken komen. Ik denk dat u daar toch eens over moet
nadenken. Er zijn gemeenten die nu te veel vragen en andere die
misschien te weinig vragen. We kunnen daar later over in debat gaan.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het KB inzake OCMW-steun bij energielevering"
(nr. 2703)

06 Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de

la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'arrêté royal relatif à l'aide des CPAS
dans le cadre de la fourniture d'énergie" (n° 2703)

06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het

antwoord kort zal kunnen zijn, maar dat weet men nooit, natuurlijk.

Mevrouw de minister, ik heb u reeds in oktober 2003 ondervraagd in
verband met het koninklijk besluit inzake OCMW-steun bij
energieleveringen. Door de wet van 4 september 2002 heeft het
OCMW nu de dubbele opdracht personen die problemen hebben met
de betaling van hun gas en elektriciteitsrekening te begeleiden
onder andere via budgetbegeleiding , maar ook om in bepaalde
gevallen hen bijkomende financiële steun te geven om op die manier
opgelopen schulden geheel of gedeeltelijk te kunnen aanzuiveren. De
OCMW's krijgen daarvoor de middelen. Enerzijds, gebeurt dat in de
vorm van financiering van bijkomend personeel en anderzijds, via
gelden voor financiële steun. De distributiemaatschappijen kunnen
behalve bij verzet van de cliënt het OCMW een lijst sturen van
personen die betalingsmoeilijkheden hebben, maar de Koning moest
nog de nadere regels daarvoor bepalen.

Ik heb u daarover ondervraagd, mevrouw de minister, op
3 oktober 2003. Toen hebt u geantwoord dat er eerst een initiatief
moest komen vanuit de Gewesten en dat daarna het koninklijk besluit
genomen kon worden. U gaf als einddatum februari 2004. Vandaar
mijn vraag, mevrouw de minister. Is het koninklijk besluit nu al
genomen? Is er al een publicatie? Ik heb in elk geval nog geen
publicatie gezien maar misschien heb ik erover gekeken. Wat houdt
dat koninklijk besluit dan precies in?

06.01 Simonne Creyf (CD&V): Le

3 octobre 2003, j'ai interrogé la
ministre au sujet de l'arrêté royal
relatif à l'aide apportée par les
CPAS dans le cadre de la
fourniture d'énergie. Les
personnes qui éprouvent des
difficultés à régler leur facture
énergétique doivent bénéficier
d'une assistance du CPAS ou
obtenir une aide financière pour
pouvoir honorer leurs dettes. Les
CPAS se voient attribuer des
moyens à cet effet et les sociétés
de distribution peuvent transmettre
une liste des personnes qui
rencontrent des difficultés de
paiement. Certaines règles
devaient toutefois encore être
définies par arrêté royal. La
ministre a répondu qu'il
appartenait en premier lieu aux
Régions de prendre une initiative.

Cet arrêté royal a-t-il déjà été pris?
Quand a-t-il été publié? Quelle en

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

est la teneur?

06.02 Minister Marie Arena: Mevrouw Creyf, mijn antwoord zal kort

zijn. Ten eerste, ik ben klaar met het koninklijk besluit. Het ontwerp
van koninklijk besluit wordt nu voorgelegd voor akkoord aan de
minister van Begroting. Ik weet dat de volgende stap normaal de
Raad van State is. Daarna wordt het gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad. Het ontwerp is klaar en de procedure loopt dus.

06.02 Marie Arena, ministre: Un

projet d'arrêté royal a été soumis
au ministre du Budget. Une fois
approuvé par ce dernier, le projet
doit être transmis au Conseil
d'Etat et pourra ensuite être publié
au Moniteur belge.

06.03 Simonne Creyf (CD&V): Het kan toch nog wat duren, zoals u

de procedure beschrijft. Wat houdt het koninklijk besluit precies in,
mevrouw de minister?

06.03 Simonne Creyf (CD&V):

Cela peut encore prendre bien du
temps. Quelle est la teneur de
l'arrêté royal?

06.04 Marie Arena, ministre: Nous avons travaillé en concertation

avec les Régions et les Communautés. Nous nous sommes donc
référés entièrement à la situation de ces dernières. Par conséquent, il
n'y a pas de différence entre les Régions et les Communautés.

06.04 Minister Marie Arena: Wij

hebben ter zake overleg gepleegd
met de Gewesten

Gemeenschappen.

06.05 Simonne Creyf (CD&V): Het gaat eigenlijk over de procedure

die leveranciers van gas en elektriciteit moeten volgen om de namen
van die personen te kunnen doorgeven aan de OCMW's zodat die
daar pro-actief op kunnen inspelen. OCMW's kunnen niet weten wie
betalingsmoeilijkheden heeft inzake gas en elektriciteit als er geen
samenwerking is. Mijn vraag was dus op welke manier dat zou
geregeld worden.

06.05 Simonne Creyf (CD&V):

Sans collaboration avec le secteur,
les CPAS ne peuvent pas savoir
qui éprouve des difficultés de
paiement.

De voorzitter: In Brussel hebben wij een akkoord met bijvoorbeeld
Sibelgas. Wij krijgen iedere maand een lijst van klanten van Sibelgas
die niet betalen.

Le président: A Bruxelles, un
accord a été conclu à cet égard.
Un briefing a lieu mensuellement.

06.06 Simonne Creyf (CD&V): Ja, via een maandelijkse briefing kan

dat bijvoorbeeld. Maar dat moet eigenlijk nog in een koninklijk besluit
vastgelegd worden.

06.06 Simonne Creyf (CD&V):

Ces dispositions doivent-elles
encore être arrêtées?

06.07 Marie Arena, ministre: Aujourd'hui, je fais seulement référence

aux dispositions régionales et communautaires en la matière.

06.07 Minister Marie Arena: Ik

verwijs alleen naar de gewestelijke
en gemeentelijke bepalingen
terzake.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de werklast van het OCMW bij de
terugvordering van medische kosten" (nr. 2731)

07 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et l'Egalité des chances sur "l'ampleur de la tâche du CPAS en raison de
la demande de remboursement des frais médicaux" (n° 2731)

07.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, met uw

toestemming en om er wat vaart achter te zetten, zal ik mijn vraag niet
stellen - zolang zij maar wordt opgenomen in het verslag - zodanig dat
u meteen het woord kunt geven aan de minister voor het antwoord
erop.

07.01 Nahima Lanjri (CD&V): Les

CPAS doivent préciser quels frais
médicaux sont remboursés. La
procédure qu'il convient de suivre
actuellement génère une charge
de travail importante. La ministre
connaît-elle ce problème et peut-

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

elle y remédier?

De voorzitter: Nee, dat is niet mogelijk. U moet uw vraag stellen, anders wordt ze niet opgenomen in het
verslag.

07.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u weet dat

bepaalde kosten voor de dringende medische hulp terugvorderbaar
zijn, andere niet. Kort gezegd, het OCMW moet heel wat
administratieve rompslomp doorworstelen bij het nagaan welke
kosten wel en welke niet terug te betalen zijn. Ik heb de formulieren
D1 en D2 gezien die de maatschappelijke assistenten naast alle
facturen moeten leggen en moeten uitpluizen. Dat vraagt ontzettend
veel werk en ik denk dat het sop de kool niet waard is. Mijn vraag is
dan ook of u weet hebt van die problemen met overdreven werklast.
Hoe zult u die werklast verminderen?

Ik denk immers dat de OCMW's er niet veel aan kunnen doen of een
bepaald medicijn dat een dokter voorschrijft terugbetaald is door het
RIZIV of niet. Zij moeten echter wel uitpluizen wie het moet
terugbetalen en er zelf voor opdraaien als het niet terugbetaald wordt.
Ik vind het dan ook niet correct dat het OCMW er zelf voor moet
opdraaien. Tenslotte kan het OCMW toch niet dicteren aan een
dokter wat hij moet voorschrijven. Ik denk dat de minister eventueel
rechtstreeks ten aanzien van de artsen maatregelen moet nemen.

07.02 Nahima Lanjri (CD&V):

Quand un médecin prescrit un
médicament, un CPAS ne peut
rien y changer. Lorsque le
médicament n'est pas remboursé,
il arrive que les CPAS doivent
régler la note eux-mêmes.

07.03 Marie Arena, ministre: Monsieur le président, en ce qui

concerne la simplification administrative pour les CPAS, je peux vous
assurer que, dans toutes les mesures sur lesquelles nous travaillons
aujourd'hui pour les CPAS, nous veillons à ce que le travail
administratif ne soit pas renforcé. Il est préférable d'avoir des
assistants sociaux qui travaillent avec des personnes en difficulté que
d'avoir des juristes devant remplir un certain nombre de dossiers.

Néanmoins, certaines choses ne peuvent malheureusement pas être
simplifiées. En ce qui concerne la problématique des frais médicaux
et des factures d'hospitalisation, des efforts ont déjà été consentis.
Depuis le 1

mars 2002, les CPAS ne doivent plus envoyer les

factures d'hospitalisation ni les pièces justificatives pour les frais
médicaux et pharmaceutiques au SPP de l'Intégration sociale. Mais ils
sont tenus de garder les pièces justificatives dans le cadre de
contrôles. Depuis janvier 2003, les inspections relatives aux frais
médicaux ont eu lieu auprès des CPAS par les inspecteurs de
l'administration de l'Intégration sociale. C'est donc une première étape
dans le cadre de la simplification administrative.

La circulaire du 14 février 2003 du SPP Intégration sociale donne des
instructions en matière de contrôle des pièces justificatives médicales
par le service d'inspection. Cela consiste donc aussi à aider les CPAS
à mieux gérer ce système. La circulaire stipule également qu'un
document concernant le remboursement des frais médicaux est
disponible sur le site internet. Par ailleurs, les noms des personnes de
contact qui répondront aux questions sont mentionnés dans la
circulaire. La circulaire du 10 février 2004 renvoie une fois de plus au
document sur le site internet du SPP Intégration sociale.

Par ailleurs, j'ai chargé mon administration d'assurer de manière
permanente l'information et l'assistance des CPAS et, de manière
plus générale, d'identifier des pistes de simplification administrative.

07.03 Minister Marie Arena: Wat

de administratieve
vereenvoudiging voor de OCMW's
betreft, zullen wij erop toezien dat
de nieuwe maatregelen de
werklast niet vergroten. Liever
maatschappelijk werkers die met
mensen in moeilijkheden werken
dan juristen die dossiers invullen.

Sommige zaken kunnen echter
niet vereenvoudigd worden. Er
werden al inspanningen gedaan
wat de medische kosten en
ziekenhuisfacturen betreft: sinds 1
maart 2002 hoeven de OCMW's
de facturen of bewijsstukken niet
langer naar de POD
Maatschappelijke Integratie te
sturen, maar moeten ze die
documenten gewoon bewaren met
het oog op een eventuele controle.
Sinds januari 2003 worden de
controles van medische kosten
uitgevoerd door de inspecteurs
van deze POD.

De nodige instructies
dienaangaande staan vervat in de
omzendbrief van 14 februari 2003
van de POD Maatschappelijke
Integratie. Daarin wordt
aangegeven dat het document

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De nouveaux projets ne sont pas encore prévus pour l'instant en la
matière. Mais vous savez que la plus grande simplification
administrative que nous allons appliquer est le grand projet
concernant le lien avec la Banque-Carrefour et visant à alléger le
travail des CPAS.

Concernant la distinction entre les formulaires D1 et D2, elle doit être
maintenue car le remboursement des deux types de frais est fondé
sur une base légale différente.

On ne peut pas simplifier cela et on est obligés de garder le D1 et le
D2. Les frais metionnés dans le formulaire D2 (frais d'hospitalisation
et soins ambulatoires dispensés dans un établissement de soins) sont
recouvrables à cent pour cent sur la base de l'article 4 de la loi du
2 avril 1965 et dans les limites légales. Le formulaire D2 demande de
mentionner le numéro de l'hôpital. Par contre, les frais mentionnés
dans le formulaire D1 sont recouvrables auprès de l'État sur la base
de l'article 5 et de l'article 11 de cette même loi et de l'arrêté
ministériel du 30 juin 1995. Ils sont recouvrables à 100% ou à 50% en
fonction de la résidence du demandeur d'asile. On veut bien simplifier
mais il y a certaines choses qu'on ne peut simplifier. Il faut bien se
plier à ce type d'organisation.

Pour les frais qui ne sont pas recouvrables, le CPAS décide de
manière autonome s'il prend les frais en charge. On ne les lui impose
pas: il y a une décision autonome du CPAS. S'il décide d'intervenir
dans les frais médicaux, il y a deux possibilités: soit le CPAS les
prend en charge, soit il les récupèrera partiellement ou totalement
auprès de l'intéressé lui-même. De nombreux CPAS optent pour la
dernière possibilité, surtout quand la personne bénéficie d'une aide
financière. Les frais non recouvrables concernent des prestations
médicales, des traitements ou des médicaments qui ne sont pas
repris dans la nomenclature INAMI. Le remboursement par la
mutualité n'est pas non plus prévu au cas où l'intéressé serait affilié.
L'objectif n'est pas de se livrer à une discrimination au détriment des
personnes qui bénéficient d'une affiliation à une mutuelle et qu'on ne
rembourserait pas. Il faut permettre à tout le monde d'être sur un pied
d'égalité. Si le CPAS a décidé d'avancer l'argent, il doit pouvoir le
récupérer auprès des bénéficiaires de l'aide sociale.

geraadpleegd kan worden op het
internet, en worden naam, adres
en verdere gegevens van de
contactpersonen opgegeven. Ook
in de omzendbrief van 10 februari
2004 wordt verwezen naar het
document op de website van de
POD.

Ik heb mijn administratie
opgedragen de OCMW's voor te
lichten en bij te staan, en op zoek
te gaan naar andere
mogelijkheden voor
administratieve vereenvoudiging.
De belangrijkste
vereenvoudigingsoperatie die in de
pijplijn zit, is de geplande link met
de Kruispuntbank.

Het onderscheid tussen de
formulieren D1 en D2 moet
behouden blijven, want de
wettelijke grondslag voor de
terugbetaling van de kosten is
verschillend.

We moeten de formulieren D1 en
D2 behouden. De kosten die op
het formulier D2 vermeld worden
kunnen volledig terugbetaald
worden op grond van artikel 4 van
de wet van 2 april 1965. De kosten
vermeld op het formulier D1
kunnen bij de Staat ingevorderd
worden op grond van de artikelen
5 en 11 van dezelfde wet en van
het ministerieel besluit van 30 juni
1995.

Wat de niet-terugvorderbare
kosten betreft, beslist het OCMW
zelf voor de kosten in te staan of
hen bij de betrokkene terug te
vorderen. Het ziekenfonds betaalt
niet terug als de betrokkene
aangesloten is. Het is niet de
bedoeling te discrimineren, maar
wel iedereen gelijk te behandelen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

08 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de tewerkstellingsmogelijkheden voor
asielzoekers" (nr. 2783)

08 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les possibilités d'emploi pour les

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

demandeurs d'asile" (n° 2783)

08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ook dit is een

korte vraag.

Mevrouw de minister, kunt u mij zeggen welke
tewerkstellingsmogelijkheden er zijn voor asielzoekers, zowel in de
eerste fase als in de tweede fase?

Wat zult u doen om mogelijkheden te creëren? In de eerste fase
bestaat op dit ogenblik bijvoorbeeld de mogelijkheid om in het
opvangcentrum zelf wat te klussen, maar dat is niet echt werk. Kan er
eventueel gewerkt worden voor een gemeente, voor een OCMW of
voor een rustoord?

U hebt mijn voorbereiding schriftelijk gekregen. Dat is in het algemeen
mijn vraag.

08.01 Nahima Lanjri (CD&V):

Quelles possibilités d'emploi
existe-t-il pour les demandeurs
d'asile en première et en
deuxième phase? Comment la
ministre créera-t-elle des
possibilités supplémentaires? Les
demandeurs d'asile pourront-ils
faire des petits boulots,
notamment pour les communes,
les CPAS et les maisons de
repos?

08.02 Marie Arena, ministre: C'est un débat important.

En premier lieu, il faut dire que les demandeurs d'asile en phase de
recevabilité (2

phase) sont des personnes qui peuvent avoir accès au

permis C. Ils ont la possibilité de chercher un emploi et d'être plus
autonomes dans leurs recherches. Cela va de pair avec le fait qu'ils
bénéficient de l'aide financière durant cette phase 2. Cela leur permet
de choisir de rester aux crochets de la société ou de trouver un
emploi.

Malheureusement, même en deuxième phase, l'instabilité du
demandeur d'asile est importante dans la mesure où le risque d'une
procédure d'éloignement existe toujours. On aurait pu imaginer,
comme pour les étrangers sur le registre des étrangers, de leur faire
bénéficier de mesures d'activation. Mais, en termes d'activation, ces
mesures sont des mesures définies dans le temps, ce qui empêche
de pouvoir garantir que ces personnes pourront rester sur le territoire
durant un, deux ou trois ans.

Ce serait paradoxal de vouloir à la fois que les procédures aillent plus
vite et d'admettre que les mesures d'activation leur permettent de
s'assurer un emploi de trois ans. Dans le cadre de la loi-programme
de 2003, si j'ai élargi les mesures d'activation SINE et autres aux
étrangers repris au registre des étrangers, je ne l'ai pas fait pour les
demandeurs d'asile en deuxième phase et, a fortiori, en première
phase: ceux-ci ne peuvent pas travailler.

Vous savez que nous avons rencontré une difficulté en juillet 2003 en
ce qui concerne le travail permis ou non permis dans les centres de la
Croix-Rouge. A la suite de ces problèmes, il nous a été demandé de
cadrer les actions que les demandeurs d'asile peuvent réaliser.

Ce qui est clair, c'est qu'ils ne peuvent pas avoir le statut de travailleur
pendant la première phase. Dans le cadre de la loi sur l'accueil des
demandeurs d'asile, nous allons travailler sur les activités collectives
qu'ils peuvent exercer au sein d'un centre pour demandeurs d'asile.
On n'a pas ouvert la possibilité au bénévolat à l'extérieur des centres
dans la mesure où le contrôle serait très compliqué. Nous voulons
ainsi protéger les demandeurs d'asile en évitant d'organiser des
filières d'emplois pas chers qui pourraient être utilisées par certaines

08.02 Minister Marie Arena:

Asielzoekers in de
ontvankelijkheidsfase - fase 2 -
hebben toegang tot de C-
vergunning. Zij hebben ook de
mogelijkheid om een job te
zoeken, temeer daar ze financiële
steun genieten gedurende deze
fase.

De situatie van de asielzoekers is
helaas erg instabiel omdat het
risico van een
verwijderingsprocedure altijd
bestaat. Ze kunnen inderdaad
geen aanspraak maken op
activeringsmaatregelen omdat die
procedures tijdsgebonden zijn. Dat
maakt het onmogelijk om die
mensen te garanderen hoelang ze
op het grondgebied zullen kunnen
blijven. Het zou dus paradoxaal
zijn te willen dat die procedures
vlugger verlopen, en toe te laten
dat de activeringsmaatregelen hen
een job voor drie jaar garanderen.

Naar aanleiding van de problemen
die zich in juli 2003 in de centra
van het Rode Kruis hebben
voorgedaan, zagen wij ons
genoodzaakt te preciseren welke
activiteiten de asielzoekers mogen
uitoefenen.

In de eerste fase kunnen zij geen
aanspraak maken op het statuut
van werknemer. In het kader van
de wet op de opvang van
asielzoekers, zullen wij ons buigen

CRIV 51

COM 255

11/05/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

entreprises. Il faut donc être très prudents dans ce domaine. Dans la
première phase, nous leur donnons un projet pour lequel il leur sera
possible de suivre des formations et d'avoir des activités collectives
dans les centres pour demandeurs d'asile. Aujourd'hui, à la suite de la
consultation que nous avons eue avec l'ensemble des acteurs de
terrain, il ne nous est pas paru prudent d'ouvrir la porte à d'autres
formes de travaux pendant cette première phase.

Si les procédures de demande d'asile étaient écourtées, cela nous
permettrait d'ouvrir plus rapidement l'accès à l'emploi grâce au permis
C. Je préfère donc travailler dans le sens d'un raccourcissement des
délais de la procédure, plutôt que d'envisager de permettre des petits
boulots à l'extérieur. Il faut rester très prudent dans le cadre de la
procédure de demande d'asile.

over de opleidingen die zij mogen
volgen en de collectieve
activiteiten die zij in een centrum
voor asielzoekers mogen
uitoefenen. Wij willen aldus de
asielzoekers beschermen door te
voorkomen dat er een circuit van
goedkope arbeid zou ontstaan
waarvan bepaalde ondernemingen
gebruik zouden kunnen maken.
Na raadpleging van de betrokken
actoren hebben wij ingezien dat
het aangewezen is tijdens die
eerste fase niet in andere vormen
van werkzaamheden te voorzien.

Door de inkorting van de
proceduretermijnen met
betrekking tot de indiening van een
asielaanvraag, kunnen wij de
betrokkenen, via de C-vergunning,
sneller toegang verlenen tot het
arbeidscircuit.

08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik begrijp dat u

voorzichtig wilt zijn inzake mogelijke misbruiken. Ik dring er echter op
aan te willen onderzoeken of het mogelijk is deze mensen te laten
"klussen" zoals dat kan in de centra van het Rode Kruis. Kunnen deze
mensen niet klussen in LOI's of diensten van de gemeente of het
OCMW, waar de gemeente of de maatschappelijk assistent wel
controle kunnen uitvoeren?

08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Je

comprends que la ministre se
méfie des abus, mais il doit tout de
même être possible de permettre
de travailler dans certaines limites
pour d'autres institutions que la
Croix-Rouge.

08.04 Minister Marie Arena: Dat is een activeringsmaatregel,

mevrouw. We kunnen geen activeringsmaatregel doorvoeren zonder
een werkvergunning.

08.04 Marie Arena, ministre: Il

s'agit dans ce cas d'une mesure
d'activation nécessitant un permis
de travail.

De voorzitter: OCMW's zijn geen vragende partij om werkinitiatieven
te nemen met mensen die hier voor 3 à 6 maanden blijven. In
Antwerpen misschien wel, maar in Brussel is dat niet het geval.

Le président: Les CPAS ne sont
d'ailleurs guère disposés à
engager des personnes qui ne
demeurent que cinq à six mois sur
notre territoire. Ils plaident par
contre pour un raccourcissement
des procédures d'asile.

08.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vraag niet dat

dit verplicht wordt. Ik vraag alleen dat OCMW's die dat wensen, deze
mogelijkheid krijgen. Nu zitten deze mensen de ganse dag niets te
doen en dan zouden zij iets zinvols kunnen doen voor de
gemeenschap of voor zichzelf. Waarom laten wij dat niet toe?

08.05 Nahima Lanjri (CD&V): Je

suis également favorable à des
procédures plus courtes. Je ne
veux pas obliger les CPAS à
engager des demandeurs d'asile
mais ils doivent avoir la possibilité
de le faire. Les demandeurs d'asile
doivent pouvoir faire quelque
chose d'utile pour la communauté
et pour eux-mêmes.

De voorzitter: OCMW's dringen aan op een snellere procedure zodat ze sneller weten of de betrokkenen
al dan niet blijven. Daarvoor zijn we vragende partij.

11/05/2004

CRIV 51

COM 255

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08.06 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, we weten

allemaal dat de procedures te lang aanslepen. Ook ik ben grote
voorstander van een kortere procedure. Zolang dit niet het geval is,
zijn de mensen er wel. Ze blijven soms een jaar. De vraag is of men
deze mensen niet zinvol kan bezighouden.

08.07 Marie Arena, ministre: Nous avons vraiment l'intention de

travailler sur un projet de la personne. Le projet de la personne n'est
pas forcément de travailler pendant les premiers mois. Certains
individus ont, en effet, d'autres problématiques à régler. Dans un
premier temps, nous devons donc travailler sur ces problématiques.
C'est la raison pour laquelle elles ont la possibilité de travailler dans la
deuxième phase puisque le permis leur est accordé. Mais dans un
premier temps, que nous espérons le plus court possible, nous
devons travailler sur le projet de la personne. Et vous devez savoir
que, malheureusement, nous devons également souvent travailler sur
le retour volontaire de celle-ci plutôt que sur le travail qu'elle réalisera.
En effet, dans de nombreux cas, on lui donnerait de fausses illusions
en la faisant travailler pour le bien collectif d'une commune pour la
décevoir ensuite en la renvoyant. Moralement, ce serait une attitude
qui manque de correction. Nous devons donc travailler sur le projet de
la personne et sur un projet de retour volontaire.

08.07 Minister Marie Arena: Die

persoon wil niet noodzakelijk de
eerste maanden werken. De
mogelijkheid bestaat dus om in de
tweede fase te werken aangezien
de vergunning werd uitgereikt. We
moeten ook vaak werken via een
vrijwillige terugkeer eerder dan via
het werk. Iemand illusies geven
door hem of haar voor de
gemeente te laten werken en
haar/hem dan terugsturen, is
moreel onaanvaardbaar. We
moeten dus werken op de persoon
en op de vrijwillige terugkeer.

08.08 Nahima Lanjri (CD&V): Ik ga ermee akkoord dat we de

procedure zo kort mogelijk moeten houden. Zo lang die er niet is, stel
ik vast dat er problemen zijn op het terrein.

08.08 Nahima Lanjri (CD&V): Je

le répète: je plaide également pour
des procédures plus courtes. A
défaut, c'est sur le terrain que les
choses se passent mal.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.55 heures.