CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 240
CRIV 51 COM 240
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mercredi
woensdag
28-04-2004
28-04-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Walter Muls au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
situation des Kurdes en Syrie" (n° 2183)
1
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de toestand van de Koerden in Syrië"
(nr. 2183)
1
Orateurs: Walter Muls, Frédérique Ries
Sprekers: Walter Muls, Frédérique Ries
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la lapidation éventuelle d'une
femme adultère au Nigéria" (n° 2522)
3
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mogelijke steniging van een
overspelige vrouw in Nigeria" (nr. 2522)
3
Orateurs: Hilde Vautmans, Geert Versnick,
Frédérique Ries, Francis Van den Eynde,
Geert Lambert
Sprekers: Hilde Vautmans, Geert Versnick,
Frédérique Ries, Francis Van den Eynde,
Geert Lambert
Question de M. Raymond Langendries au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la situation dans la région
soudanaise du Darfour" (n° 2611)
5
Vraag van de heer Raymond Langendries aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de toestand in de Soedanese regio
Darfour" (nr. 2611)
5
Orateurs: Raymond Langendries, président
du groupe cdH, Frédérique Ries
Sprekers: Raymond Langendries, voorzitter
van de cdH-fractie, Frédérique Ries
Interpellation et question jointes de:
8
Samengevoegde interpellatie en vraag van:
8
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
position du gouvernement en ce qui concerne le
résultat de la consultation populaire organisée à
Chypre" (n° 321)
8
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het regeringsstandpunt over de
uitslag van de volksraadpleging te Cyprus"
(nr. 321)
8
- M. Cemal Cavdarli au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la levée de
l'isolement politique et économique (embargo) de
Chypre Nord" (n° 2677)
8
- de heer Cemal Cavdarli aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het opheffen van het politieke en economische
isolement (embargo) m.b.t. Noord-Cyprus"
(nr. 2677)
8
Orateurs: Francis Van den Eynde, Cemal
Cavdarli, Frédérique Ries
Sprekers: Francis Van den Eynde, Cemal
Cavdarli, Frédérique Ries
Motions
15
Moties
15
Question de M. Mohammed Boukourna au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la convention pour la sauvegarde
du patrimoine culturel immatériel" (n° 2675)
15
Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het verdrag ter bescherming van het
immaterieel cultureel erfgoed" (nr. 2675)
15
Orateurs:
Mohammed Boukourna,
Frédérique Ries
Sprekers:
Mohammed Boukourna,
Frédérique Ries
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MERCREDI
28
AVRIL
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
28
APRIL
2004
Namiddag
______

Les questions et les interpellations commencent à 15.10 heures.
Président: M. Patrick Moriau.
De vragen en interpellaties vangen aan om 15.10 uur.
Voorzitter: de heer Patrick Moriau.

De voorzitter: Collega's, ik stel vast dat de heer Van der Maelen niet aanwezig is.
01 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de toestand van de Koerden in Syrië" (nr. 2183)
01 Question de M. Walter Muls au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
situation des Kurdes en Syrie" (n° 2183)
01.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik heb de
heer Van der Maelen daarnet ontmoet in de commissie voor de
Herziening van de Grondwet en de Hervorming van de Instellingen en
hij heeft mij gevraagd u mede te delen dat hij genoegen neemt met
een schriftelijk antwoord van de minister.

Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag handelt over de Koerden in
Syrië. Ik had mijn vraag een aantal weken geleden ingediend en pas
ze lichtjes aan.

Reeds een aantal weken geleden werd melding gemaakt van
ongeregeldheden in Syrië waarbij honderden Syrische Koerden
werden gearresteerd en 25 doden vielen bij rellen na een
voetbalwedstrijd in Kamishli tussen een team met vooral Koerdische
supporters enerzijds, en een team met een overwegend Arabische
aanhang anderzijds. Bij de rellen zouden een twintigtal Koerdische
Syriërs gedood zijn door de veiligheidstroepen. Naar aanleiding van
dit incident is er oproer uitgebroken in verschillende steden, onder
meer Allepo en Damascus - dat ook opnieuw in het nieuws is om
andere redenen.

Volgens een rapport van Amnesty International werden honderden
jongens en mannen thuis gearresteerd. Bij de rellen in Allepo zouden
vijf mensen het leven hebben gelaten.

Uit protest tegen dat geweld zijn een aantal Syrische Koerden in ons
land in hongerstaking gegaan om druk uit te oefenen.

De situatie is geëscaleerd. Feiten stapelen zich op. Het probleem van
01.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Il
y a quelques semaines, des
troubles ont eu lieu en Syrie, à
l'issue d'un match de football à
Qamishli. Vingt-cinq personnes
ont été tuées et des centaines de
Kurdes syriens ont été arrêtés.
Plus tard, une vingtaine d'autres
Kurdes ont été tués lors
d'échauffourées. Des incidents ont
ensuite éclaté à Alep et à Damas.
Selon Amnesty International, des
centaines de jeunes gens et
d'hommes auraient été arrêtés à
leur domicile à la suite de ces
événements.

Un groupe d'activistes kurdes à
Bruxelles demande qu'on
s'intéresse à cette affaire.
L'opposition des Kurdes de Syrie
est liée au fait que d'autres Kurdes
ont obtenu une certaine forme
d'autonomie dans la région.

Le ministre est-il informé des
pratiques du gouvernement syrien
à l'encontre des Kurdes?
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de Koerden in Syrië is niet nieuw. Heel lang geleden heeft men een
groep Syrische Koerden de nationaliteit ontnomen. De steeds
weerkerende reden die wordt opgegeven is dat Syrië een staat in
oorlog is. Men bedoelt in oorlog met Israël.

Mevrouw de staatssecretaris, bent u op de hoogte van de praktijken
waaraan de Syrische overheid zich op dit ogenblik ten aanzien van de
Koerden schuldig maakt?

Is België van plan diplomatieke initiatieven te nemen om aan de
situatie van de Koerden in Syrië iets te doen?
La Belgique a-t-elle l'intention de
prendre des initiatives
diplomatiques?
01.02 Staatssecretaris Frédérique Ries: Mijnheer Muls, de situatie
van de Koerden in Syrië kan niet vergeleken worden met die in de
buurlanden. Toch is het zo dat de Koerdische minderheid in Syrië met
discriminerende maatregelen heeft af te rekenen. Die minderheid telt
tussen anderhalf en twee miljoen mensen, of 9 tot 10% van de
bevolking van Syrië. Het probleem rijst vooral voor de apatride
Koerden die niet over identiteitspapieren kunnen beschikken.
Krachtens de volkstelling van 1962 en rekeninghoudend met de
etnische en godsdienstige oorsprong hebben 120.000 Koerden hun
nationaliteit verloren. Gelet op de demografische groei is dat aantal
waarschijnlijk toegenomen tot 200.000 of 250.000. De Koerden
vragen de erkenning van hun taal en cultuur alsmede van hun
politieke rechten. Zij stellen die eis ook zonder daarom de territoriale
integriteit van het land in vraag te stellen. Toch verdenkt de Syrische
overheid hen van separatistische bedoelingen en dat des te meer in
de nieuwe regionale context.

De Koerdische problematiek moet volgens ons niettemin door de
Syrische overheid behandeld worden, en dat met eerbied voor de
mensenrechten en voor de rechten van die minderheid op een eigen
cultuur en taalidentiteit. De kwestie heeft ook raakpunten met
problemen als illegale immigratie in Europa. De problemen worden
aangekaart in het kader van de politieke dialoog tussen de Europese
Unie en Syrië. Ik kan u hier verzekeren dat België in samenspraak
met zijn Europese partners een bijzondere aandacht blijft schenken
aan de situatie van de Koerdische minderheid in Syrië. De Europese
Unie blijft haar diepste bekommernis uiten tegenover de Syrische
overheid.

Omdat de internationale pers weinig inlichtingen verstrekt over deze
gebeurtenissen, volgen onze ambassades ter plaatse deze kwestie
van nabij op.
01.02
Frédérique Ries,
secrétaire d'Etat: La situation des
Kurdes en Syrie n'est pas
comparable à celle des Kurdes
dans les pays voisins mais ils n'en
sont pas moins victimes de
discriminations. Il s'agit de près de
deux millions de personnes, dont
une frange d'environ un quart de
million de personnes ne disposant
pas de documents d'identité. Les
Kurdes, et en premier lieu les
apatrides, réclament des droits
politiques, le droit à une langue et
une culture propres, sans velléités
séparatistes. Les autorités
nourrissent toutefois des craintes
à cet égard.

Ce problème a déjà été abordé
fréquemment dans le cadre du
dialogue entre l'UE et la Syrie. Les
droits de l'homme s'appliquent en
effet également aux Kurdes. La
presse n'accorde que peu
d'attention à la situation, mais nos
ambassades la suivent très
attentivement.
01.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Ik kan alleen maar
hopen, samen met u, dat de recente aanslagen in Damascus niet als
alibi zullen worden gebruikt om de apatriden ­ die volgens mij veel
talrijker zijn dan de voorzichtige schatting die u doet ­ nog meer te
vervolgen en in een totaal wetteloze situatie te storten.
01.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
J'espère qu'on ne saisira pas le
prétexte des attentats perpétrés à
Damas pour s'en prendre à
nouveau aux apatrides.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: Chers collègues, la question n° 2239 de M. Van den Eynde est reportée. Je propose
d'attendre l'arrivée de M. Van der Maelen pour sa question n° 2375.
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.04 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, de heer Van
der Maelen heeft mij daarnet in de commissie voor de Herziening van
de Grondwet en de Hervorming van de Instellingen gezegd dat hij ook
voor deze vraag genoegen zal nemen met een schriftelijk antwoord
van de minister.
Le président: La question n° 2400 de M. Van den Eynde est reportée. La question n° 2454 de M. Muls a
été retirée.
02 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mogelijke steniging van een overspelige vrouw in Nigeria" (nr. 2522)
02 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la lapidation éventuelle d'une femme adultère au Nigéria" (n° 2522)
02.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, het Nigeriaanse hooggerechtshof heeft een eerder
vonnis tot steniging van Amina Lawal bevestigd. Tenzij de
internationale gemeenschap iets onderneemt, zal deze vrouw over
twee maanden worden doodgestenigd.

Het Belgische Parlement heeft op initiatief van alle partijen een
voorstel goedgekeurd waardoor wij in onze Grondwet inschrijven dat
de doodstraf is afgeschaft. Het moet duidelijk zijn dat wij ­ het
Belgisch Parlement ­ niet alleen tegen de doodstraf zijn, maar dat de
manier waarop het in Nigeria dreigt te gebeuren - steniging - en de
reden waarom - overspel - ons toch echt wel tegen de borst stuit. We
moeten daartegen reageren. Ik durf er niet aan te denken wat we in
België zouden doen als we op dat wapenfeit een straf zouden zetten.
02.01 Hilde Vautmans (VLD): La
Cour suprême du Nigeria a
confirmé une condamnation à la
lapidation prononcée à l'encontre
d'Amina Lawal. A moins que la
communauté internationale ne
prenne une initiative, cette femme
sera mise à mort dans deux mois.
A mes yeux, il faudrait que la
Belgique proteste vivement et
fasse par tous les moyens
pression sur les autorités
nigérianes.
02.02 Geert Versnick (VLD): We hebben niet genoeg stenen.
02.03 Hilde Vautmans (VLD): Mevrouw de staatssecretaris, het is
aangewezen dat wij niet alleen in het Belgisch Parlement die stem
laten horen, maar dat ook de Belgische overheid met kracht
protesteert tegen die mogelijke steniging. We moeten niet alleen
protesteren. We moeten ook druk uitoefenen om het vonnis niet uit te
voeren.

Mevrouw de staatssecretaris, zal de regering krachtig reageren tegen
de mogelijke steniging van Amina Lawal? Welke drukkingsmiddelen
heeft de Belgische regering ten opzichte van de Nigeriaanse
autoriteiten? Ik denk dan bijvoorbeeld aan het verstrekken van visa
aan mensen die uit Nigeria afkomstig zijn. Kunnen we daarmee iets
doen? Kunnen we die visumaanvragen niet opschorten? Zal minister
Michel een gezamenlijke Europese reactie bepleiten bij zijn collega's
tijdens een Europese Ministerraad? Mevrouw de staatssecretaris, ik
ben ervan overtuigd dat u dit standpunt alleszins deelt. Wij moeten
heel krachtig reageren tegen dit feit.
02.03 Hilde Vautmans (VLD): La
Belgique compte-t-elle agir?

De quels moyens de pression les
autorités belges disposent-elles?

Le ministre entend-il suspendre
l'octroi de visa aux personnes
originaires du Nigeria lorsque la
condamnation sera réellement
mise à exécution?

Plaidera-t-il auprès des ses
collègues du Conseil européen en
faveur d'une réaction européenne
commune?
02.04 Staatssecretaris Frédérique Ries: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Vautmans, België en de Europese Unie hebben de zaak van
mevrouw Amina Lawal van dichtbij gevolgd.

Haar veroordeling werd in september 2003 geannuleerd. De
beslissing werd uitgesproken door het islamistische hof van beroep
van de staat Katsina in het noorden van Nigeria. Ze annuleert de
terdoodveroordeling door steniging van mevrouw Amina Lawal die
eerder was uitgesproken door het islamistische hof van Bakori in de
02.04
Frédérique Ries,
secrétaire d'Etat: La condamnation
à mort d'Amina Lawal a été
annulée en septembre 2003 par la
Cour d'appel islamique de l'Etat de
Katsina, dans le nord du Nigéria.
Dans un communiqué du 25
septembre 2003, Amnesty
international a d'ailleurs salué
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
staat Katsina op 22 maart 2002. Die beslissing werd overigens door
Amnesty International toegejuicht in een communiqué van
25 september 2003.

Net zoals ze dat in het verleden had gedaan voor mevrouw Safiya
Husseini had de Europese Unie over de doodstraf door steniging een
vertrouwelijke demarche ondernomen bij de Nigeriaanse minister van
Buitenlandse Zaken, de heer Sule Lamido. België beschikt over een
diplomatieke vertegenwoordiging in Abuja. Onze bezorgdheid in deze
aangelegenheid werd dus ook rechtstreeks meegedeeld aan de
Nigeriaanse autoriteiten.

In overleg met de Europese partners gebruikt België alle middelen die
het ter beschikking heeft om onze ongerustheid met betrekking tot de
eerbiediging van de mensenrechten aan de federale regering van
Nigeria mee te delen.

In het kader van de betrekkingen die de Europese Unie met Nigeria
onderhoudt, wordt een centrale prioriteit toegekend aan de
ontwikkeling van een democratische cultuur, met inbegrip van de
eerbiediging van de mensenrechten. Het is duidelijk dat de
Nigeriaanse overheden bewust zijn van de zeer grote bezorgdheid
van ons land en de Europese Unie inzake gevallen zoals dat van
mevrouw Lawal. Diverse Nigeriaanse federale gezagsdragers hadden
overigens verklaard dat het vonnis dat ten opzichte van mevrouw
Lawal was uitgesproken, nooit zou worden uitgevoerd, maar dat zij
niet tussenbeide konden komen vanwege het principe van scheiding
der machten en de mogelijkheden van hoger beroep die er voor de
betrokkene nog waren.

De herverkiezing in april 2003 van de heer Obasanio tot president van
Nigeria en het feit dat hij een aantal kandidaten heeft kunnen verslaan
die vurige verdedigers zijn van de sharia-wetgeving en van de
toepassing ervan over het gehele Nigeriaanse grondgebied zijn
eveneens positieve factoren. De flagrante onverenigbaarheid van
dergelijke veroordelingen met de Nigeriaanse verplichtingen op het
vlak van internationaal recht betekent ontegensprekelijk een reëel
probleem waarvan de Nigeriaanse federale autoriteiten zich goed
bewust zijn. Aldus kan in de context van de Cotonu-conventie de niet-
naleving van dergelijke verplichtingen het voorwerp uitmaken van een
politieke dialoog die eventueel kan leiden tot sancties - u hebt het ook
over sancties gehad - op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking.

Het hoeft geen betoog dat dit soort dossiers aandachtig wordt gevolgd
door Buitenlandse Zaken en door instanties van de Europese Unie.
cette décision.

L'Union européenne avait
entrepris à cet effet des
démarches confidentielles auprès
du ministre des Affaires
étrangères nigérian. La Belgique
dispose d'une représentation
diplomatique à Abuja et a donc pu
directement faire part de ses
inquiétudes aux autorités
nigérianes.

Les autorités nigérianes sont
conscientes de la profonde
préoccupation que de tels dossiers
suscitent dans notre pays et dans
l'Union européenne. Il faut se
féliciter de la réélection du
président nigérian et de la défaite
de plusieurs candidats qui étaient
de fervents partisans de la charia.
Le Nigéria a conscience de
l'incompatibilité flagrante entre de
telles condamnations et le droit
international. Des sanctions sont
envisageables sur le plan de la
coopération au développement.

Il va sans dire que le département
des Affaires étrangères et l'Union
européenne attachent une
importance toute particulière à ce
genre de dossiers.
02.05 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, ik heb het begin van uw antwoord niet goed
begrepen. Hebt u gezegd dat de steniging niet zal doorgaan?
02.05 Hilde Vautmans (VLD): Je
n'ai pas compris le début de la
réponse. La lapidation n'aura-t-elle
pas lieu?
02.06 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat: Elle a été annulée en
septembre 2003.
02.06 Staatssecretaris
Frédérique Ries: Inderdaad, de
veroordeling werd vernietigd in
september 2003.
02.07 Hilde Vautmans (VLD): Elle a été réaffirmée voici deux
semaines. Cela a fait l'objet d'une campagne d'Amnesty International.
02.07 Hilde Vautmans (VLD):
Twee weken geleden werd het
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
vonnis bevestigd.
02.08 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik wil mij niet mengen in de discussie en vraag het woord
uitsluitend ter informatie.

Ik heb ook verschillende brieven gekregen van personen die mij om
een handtekening vroegen tegen deze herbevestigde doodstraf. De
waarheid heeft echter haar rechten en ik moet er meteen aan
toevoegen dat mij nadien werd meegedeeld dat het niet waar was en
dat, zoals de staatssecretaris daarnet zei, dit nu is uitgesteld of
doodgewoon afgeblazen. Ik ken het antwoord ook niet, maar het zou
wel interessant zijn om nu eens definitief te weten hoe de vork in de
steel zit.

Bedankt, mijnheer de voorzitter, dat ik het woord heb mogen nemen.
02.08 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Non, ce n'est
pas exact. Plusieurs pétitions
m'ont également déjà été
soumises mais, comme l'a dit la
secrétaire d'Etat, le jugement a été
annulé.
02.09 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben
relatief zeker ­ voor zover men zeker kan zijn in zulke zaken ­ dat het
vonnis of het arrest, wat het ook moge zijn, van 25 september 2003
definitief is. Dit wordt ook aangekondigd op, bijvoorbeeld, de website
van Amnesty International. Ik kan u tonen dat op de website zelfs
wordt gewaarschuwd voor de nieuwe mails waarin men oproept om
terug een petitie te ondertekenen, maar dat het vonnis van
25 september 2003 definitief zou zijn. Voor zover er in dergelijke
zaken ooit definitieve uitspraken zijn, zou er dus geen gevaar
bestaan.
02.09 Geert Lambert (sp.a-
spirit): Amnesty International lance
même une mise en garde à cet
égard sur son site Internet. Le
jugement de septembre 2003 est
définitif.
02.10 Hilde Vautmans (VLD): Misschien kan de staatssecretaris
daarover duidelijkheid brengen.
02.10 Hilde Vautmans (VLD): La
secrétaire d'Etat pourrait-elle
fournir des éclaircissements à ce
sujet?
02.11 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat: Selon les éléments dont je
dispose, l'arrêt de la cour islamique a été effectivement annulé en
septembre 2003. Je vous propose de prendre ici bonne note des
précisions qui ont été avancées et de faire un rapport au président de
la commission dès que possible, puisque Mme Vautmans nous parlait
d'un délai de quinze jours à peine. Je propose de vous amener une
réponse aussi rapidement que possible.
02.11
Staatssecretaris
Frédérique Ries: Volgens de
inlichtingen waarover ik beschik,
werd het arrest van het Islamitisch
Hof in september 2003 vernietigd.
Ik stel voor dat nota zou worden
genomen van de verstrekte
toelichtingen en dat zo snel
mogelijk verslag zou worden
uitgebracht aan de voorzitter van
de commissie, aangezien
mevrouw Vautmans het over een
termijn van nauwelijks veertien
dagen had.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de M. Raymond Langendries au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
sur "la situation dans la région soudanaise du Darfour" (n° 2611)
03 Vraag van de heer Raymond Langendries aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de toestand in de Soedanese regio Darfour" (nr. 2611)
03.01 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président,
madame la secrétaire d'Etat, le secrétaire général de l'ONU, M. Kofi
03.01 Raymond Langendries
(cdH): De Secretaris-Generaal van
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Annan, a appelé, le 7 avril dernier à Genève, la communauté
internationale "à réagir rapidement et fermement pour mettre fin aux
violations massives des droits de l'homme au Soudan". Kofi Annan a
en outre précisé que "par réagir, j'entends des mesures qui peuvent
inclure l'action militaire". Il a annoncé l'envoi d'une mission de haut
niveau dans le Darfour pour établir les faits qui, a-t-il dit, "me font
craindre le pire".

Le 2 avril 2004, le coordinateur de l'aide d'urgence des Nations unies
pour le Soudan a souligné que "les milices pillent, brûlent et emploient
les tactiques de la terre brûlée". Celui-ci considère qu'il s'agit d'un
nettoyage ethnique.

Le Conseil de sécurité de l'ONU a lancé un appel au gouvernement
de Khartoum et aux groupes d'opposition soudanais, leur demandant
de conclure un cessez-le-feu humanitaire et de parvenir à un
règlement politique du conflit.

Certaines sources ont avancé le chiffre de 10.000 morts provoqués
par ces affrontements. L'ONU a toutefois indiqué qu'un million de
personnes sur les six millions d'habitants des trois provinces
soudanaises qui constituent le Darfour, frontalier du Tchad, avaient
besoin d'assistance. Les combats du Darfour auraient fait de 3.000 à
10.000 morts, 670.000 personnes déplacées au Soudan et 135.000
réfugiés au Tchad, selon les estimations d'organisations
humanitaires.

L'organisation humanitaire Human Rights Watch a, de son côté,
rendu ces milices responsables d'énormes violations des droits de
l'homme dans le Darfour, avertissant que le Soudan devra répondre
de crimes contre l'humanité.

La Commission des droits de l'homme de l'ONU a adopté, le 23 avril
dernier, un texte sur la crise humanitaire au Darfour, texte
extrêmement modeste et qui s'abstient de critiquer le régime de
Khartoum, se contentant de demander au gouvernement soudanais
de s'engager à neutraliser les milices armées au Darfour et ce, alors
qu'un rapport préliminaire de l'ONU accusait les forces de Khartoum
et leurs milices arabes d'atrocités contre les civils noirs du Darfour:
viols collectifs, bombardements de villages, destructions de cultures,
toutes exactions susceptibles d'être qualifiées de crimes contre
l'humanité.

Le gouvernement belge rejoint-il l'analyse de l'ONU et, en particulier,
celle de son secrétaire général sur la situation au Darfour? Soutenez-
vous l'idée d'une intervention militaire sous mandat de l'ONU? Quelles
initiatives diplomatiques et humanitaires comptez-vous prendre?
Estimez-vous que la Cour pénale internationale devrait être saisie de
la question? Comment justifiez-vous l'attitude des pays européens sur
la prudente résolution de la Commission des droits de l'homme de
l'ONU?
de UNO heeft de internationale
gemeenschap opgeroepen zich
krachtig te verzetten tegen de
schendingen van de
mensenrechten in Soedan.
Volgens hem kan dit ook via een
militair optreden gebeuren. De
toestand in de Darfour-regio lijkt
bijzonder zorgwekkend. De
coördinator van de noodhulp van
de UNO stelde vast dat milities de
politiek van de verschroeide aarde
toepassen. Hij vindt dat het hier
om een etnische zuivering gaat.
Bronnen maken melding van
3.000 tot 10.000 doden en de
UNO schat dat één miljoen
mensen hulp nodig hebben.
"Human Rights Watch" stelt de
milities verantwoordelijk voor
schendingen van de
mensenrechten die op grote
schaal in de Darfour-regio
plaatsvinden

Toch uit de Commissie voor de
mensenrechten van de UNO geen
kritiek op het regime in Khartoem,
ook al maakt het voorbereidend
verslag van de UNO melding van
wantoestanden die als misdaden
tegen de mensheid zouden
kunnen worden beschouwd.

Sluit de Belgische regering zich bij
de analyse van de UNO aan?

Steunt u een militair optreden
onder UNO-mandaat?

Welke politieke en diplomatieke
initiatieven denkt u te nemen?

Steunt u een actie van het
Internationaal Strafhof ter zake?

Hoe rechtvaardigt u de houding
van de Europese landen ten
aanzien van de voorzichtige
resolutie die door de Commissie
voor de mensenrechten van de
UNO werd aangenomen?
03.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
chers collègues, question importante s'il en est, qui a d'ailleurs été
longuement évoquée au cours du Conseil "Affaires générales" de ce
lundi à Luxembourg.
03.02
Staatssecretaris
Frédérique Ries: De Raad
Algemene Zaken heeft die kwestie
eergisteren langdurig besproken.
België heeft zich daar al in februari
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Je répondrai donc avec précision à vos questions.

D'abord, en ce qui concerne l'analyse belge et l'analyse des Nations
unies. La Belgique, au même titre que l'ensemble de ses partenaires
européens, s'est inquiétée du déclenchement de ce nouveau théâtre
de guerre au Soudan et ce, dès février 2003.

Il y a un peu plus d'un an, des combats ont opposé le gouvernement
de Khartoum aux groupes rebelles du Darfour, dont essentiellement le
Sudan Liberation Movement (SLM) et le Justice and Equality
Movement (JEM). Ils ont provoqué des déplacements importants et
désastreux des populations locales. Les agences humanitaires des
Nations unies travaillent sur une estimation actuellement fixée à
110.000 réfugiés dans la région frontalière du Tchad et de 700.000
déplacés dans le Darfour.

La Belgique est extrêmement préoccupée par cette situation au
Soudan et partage l'analyse des Nations unies, tant sur la situation
humanitaire dramatique que sur la question des violations massives
des principes élémentaires des droits de l'homme et du droit
international humanitaire au cours des affrontements.

En ce qui concerne l'intervention militaire. Le Conseil de sécurité des
Nations unies assumant la responsabilité principale du maintien de la
paix et de la sécurité internationale, la Belgique, par cet attachement
historique et indéfectible à ce droit international qu'elle n'a cessé de
répéter, soutient si nécessaire le principe d'une intervention militaire
sous mandat des Nations unies en vue de restaurer la paix, voire de
l'imposer.

Quelles sont les initiatives diplomatiques et humanitaires que nous
comptons prendre? L'Union européenne, dont la Belgique a toujours
été un membre actif sinon avant-gardiste en matière de politique
africaine, a joué un rôle proactif dans la conclusion du cessez-le-feu
entre les belligérants, signé le 8 avril dernier.

Lors du Conseil "Affaires générales" de Luxembourg d'il y a deux
jours, le ministre Louis Michel a pris l'initiative de demander à l'Union
européenne qu'elle soutienne politiquement l'application de ce
cessez-le-feu auprès des belligérants.

De même, Louis Michel a demandé que l'Union européenne exige du
gouvernement soudanais qu'il permette dans les délais les plus brefs
l'acheminement sans restrictions de l'aide humanitaire, car des
problèmes se présentent là aussi; qu'il s'engage aussi à neutraliser
l'ensemble des milices sous son contrôle: ces dernières sont en effet
un élément essentiel du problème. A cette fin, il a demandé que la
troïka de l'Union européenne puisse se rendre dans la région. Le
COPS (Comité Politique et de Sécurité), lors de sa réunion du 27
avril, donc tout récemment, a accepté cette proposition.

Vous remarquez ainsi que je vous livre ici des éléments tout à fait
récents.

De plus, la Belgique rappelle qu'elle souhaite que l'Union européenne,
en étroite collaboration avec les Nations unies, étudie rapidement les
moyens pour que l'Union africaine monte, si nécessaire, une mission
de maintien de la paix dans la région.
2003 over gebogen. Hele
bevolkingsgroepen zijn op de
vlucht en de situatie is rampzalig:
men heeft het over 110.000
vluchtelingen en 700.000 mensen
die in Darfour zelf op de vlucht
zijn. Dat baart de Belgische
autoriteiten zorgen en wij delen het
UNO-standpunt ter zake.

Het komt de UNO-Veiligheidsraad
toe over een eventuele militaire
interventie te beslissen. Voor
België staat het internationaal
recht voorop en ons land zal zo
nodig een militaire interventie met
het oog op het herstellen of
opleggen van de vrede steunen op
voorwaarde dat het internationaal
recht daarbij wordt nageleefd.

Op 8 april jongstleden
ondertekenden de oorlogvoerende
partijen een staakt-het-vuren.
België heeft trouwens actief
deelgenomen aan de
onderhandelingen die tot dat
akkoord hebben geleid. Minister
Michel heeft de Europese Unie
gevraagd dat staakt-het-vuren
politiek te steunen. Hij heeft
tevens gevraagd dat de Europese
Unie van de Soedanese regering
zou eisen dat de humanitaire hulp
onverwijld ter bestemming zou
kunnen worden gebracht en dat de
milities zouden worden
geneutraliseerd. Hij heeft daartoe
gevraagd dat een Europese trojka
naar die regio zou kunnen reizen.
Dat voorstel werd door het Politiek
en Veiligheidscomité (PVC)
aanvaard.

België wil tevens dat de Europese
Unie snel zou onderzoeken hoe de
Afrikaanse Unie zo nodig kan
worden geholpen bij het opzetten
van een
vredeshandhavingsoperatie. De
minister heeft ten slotte
voorgesteld dat de Europese Unie
een rechtstreekse interventie in
een nog nader te bepalen vorm
zou overwegen.

Het Belgische initiatief is op dit
ogenblik op humanitaire hulp
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8

En outre, si l'évolution de la situation, que nous suivons de très près,
l'imposait, le ministre a proposé que l'Union envisage, au nom du
principe de non-indifférence, une intervention directe dont la forme
reste encore à déterminer dans le détail. L'initiative au niveau belge
s'inscrit, pour le moment, dans le cadre de cette assistance
humanitaire.

Le ministre a approuvé, très récemment, un subside à hauteur de
600.000 euros au profit de MSF Belgique au titre de l'aide d'urgence
et de réhabilitation en vue de venir en aide aux réfugiés du Darfour -
j'ai déjà dit à quel point ils étaient nombreux - et qui se trouvent dans
la région frontalière du Tchad.

En ce qui concerne l'aide qui pourrait être accordée aux déplacés
dans la région du Darfour, cette question est en cours d'examen au
sein du département Affaires étrangères. Des problèmes d'accès à la
région du fait des belligérants, particulièrement du gouvernement
soudanais, ont jusqu'ici conditionné largement ce deuxième aspect de
l'aide et de l'assistance humanitaire belge.

La Belgique et l'Union européenne inscrivent la question de l'accès
humanitaire dans cette région comme une priorité - elles l'ont dit lundi
encore - de leur action en faveur de la résolution de ce conflit du
Darfour.

Estimons-nous que la Cour pénale internationale doit être saisie? Dès
le début, la Belgique a été ­ elle tient à le rappeler ­ une fervente
partisane de cette idée d'une Cour pénale internationale. Cette
position politique est le fruit d'une tradition diplomatique de notre pays.
Dans ce sens, la Belgique, qui est bien sûr une fidèle défenderesse
des droits de l'homme dans le monde, est, par principe, favorable à
l'action de la CPI. Elle attend des Nations unies la qualification
définitive, de façon précise, des faits qui sont commis au Darfour et
ses propositions d'action en vue de considérer les instruments
juridiques qui s'offrent à la Communauté internationale, pour répondre
de façon appropriée à l'exigence de justice pour toutes ces
populations qui sont victimes de ce conflit meurtrier.
gericht. Er werd Artsen zonder
Grenzen een subsidie van 600.000
euro toegekend, om de
vluchtelingen van Darfour ter hulp
te komen. Mijn departement buigt
zich op dit ogenblik over de
mogelijke bijstand aan de
ontheemden in de streek van
Darfour.

België was van in het begin een
groot voorstander van het
Internationaal Strafgerechtshof en,
als trouw voorvechter van de
mensenrechten, schaart het zich
in beginsel achter het optreden
van het hof. België wacht echter af
de definitieve omschrijving van de
gebeurtenissen in Darfour van de
VN af, om een passend antwoord
te kunnen geven.
03.03 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, je tiens
à remercier Mme la secrétaire d'Etat pour sa réponse très complète.
03.03 Raymond Langendries
(cdH): Dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Samengevoegde interpellatie en vraag van:
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het regeringsstandpunt over de uitslag van de volksraadpleging te Cyprus" (nr. 321)
- de heer Cemal Cavdarli aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het
opheffen van het politieke en economische isolement (embargo) m.b.t. Noord-Cyprus" (nr. 2677)
04 Interpellation et question jointes de:
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
position du gouvernement en ce qui concerne le résultat de la consultation populaire organisée à
Chypre" (n° 321)
- M. Cemal Cavdarli au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la levée de
l'isolement politique et économique (embargo) de Chypre Nord" (n° 2677)
04.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de 04.01 Francis Van den Eynde
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik wil eerst en vooral, voor
alle duidelijkheid, beklemtonen dat sommigen misschien de indruk
hebben dat mijn interpellatie in eerste instantie gericht is tegen de
Turkse politiek. Dat is niet het geval. Dat is pas zo in tweede instantie;
ik wil daar eerlijk in zijn. In eerste instantie neem ik hier de Belgische
en Europese politiek onder vuur.

En waarom? Zoals u weet heeft er vorige zondag een referendum
plaatsgevonden op Cyprus inzake de eenmaking van het eiland. Die
eenmaking is natuurlijk zeer wenselijk ­ ik benadruk: zeer wenselijk ­
maar de eerste vereiste om die eenmaking te kunnen bekomen lijkt
mij de terugtrekking van de Turkse bezettingtroepen uit Noord-
Cyprus. Nu is het zeer merkwaardig dat in het plan dat in dat
referendum voorzag ­ een plan dat gemaakt werd door de secretaris-
generaal van de UNO, de heer Kofi Annan ­ daarvan helemaal geen
sprake meer was. Bovendien werd erin voorzien dat 200.000 Turkse
kolonisten die door de regering van Ankara naar het eiland Cyprus
gestuurd werden na de bezetting in 1974 er mochten blijven. Een deel
moest wel weg maar 200.000 mochten blijven. Bovendien was erin
voorzien dat de Griekse Cyprioten die uit hun huis en van hun grond
verjaagd werden in 1974 niet alleen die grond en hun huis niet
terugkregen maar die zelfs niet mochten terugkopen, wat toch zowat
het toppunt is. Hoe kan men verwachten dat in die omstandigheden
de Griekse bevolking van Cyprus "nai" zou antwoorden op dat
referendum. "Nai", mevrouw de staatssecretaris, betekent in het
Grieks: ja.

Het is dan ook logisch dat 75% van de Griekse bevolking het
referendum gebruikt heeft om "neen" te stemmen. Niet "nai" maar
"neen." Dat valt niet in de smaak van de Eurocraten in Brussel. Het
valt niet in de smaak van de UNO. Dan heeft men het over een
mislukking, over een gemiste kans. En men zegt: ja, er moeten nog
serieuze problemen geregeld worden want die weigering is in feite
een smet op de uitbreiding van de Europese Unie.

Ik vraag mij af hoe dit het geval kan zijn. Men consulteert
democratisch een bevolking. De bevolking antwoordt, maar het
antwoord valt niet in de smaak van de eurocraten en dus is het fout
en is er een smet op de uitbreiding van Europa. Naar mijn bescheiden
mening heeft men hier te maken met een echt Europees verzet bij de
Griekse bevolking van Cyprus, het tolereren van de bezetting van een
eiland dat historisch en cultureel altijd Europees is geweest, een
bezetting door een natie die er vreemd is.

Blijkbaar hebben de eurocraten een andere analyse terzake. Zij
vinden blijkbaar dat de Grieken fout waren. Sterker nog, zij willen de
Grieken straffen voor die politiek niet-correcte verkiezingsuitslag. De
brave Turken zullen worden beloond ­ deze woorden werden gebruikt
- omdat ze wel politiek correct hebben gestemd. Ik denk dat de
Europese Unie zelf problemen heeft die te maken hebben met de
democratische ingesteldheid van de Europese Unie. Het is immers
niet de eerste keer dat wij moeten meemaken dat, wanneer een
stemming niet in de smaak van de eurocraten valt, men blijft opnieuw
stemmingen uitlokken totdat de uitslag wel in de smaak valt. Ik
herinner u aan het Verdrag van Maastricht dat oorspronkelijk in
Denemarken werd weggestemd. Dan heeft men de mensen 6
maanden later opnieuw naar de stembus geroepen. Het Verdrag van
Nice werd oorspronkelijk in Ierland verworpen en ook daar heeft men
(VLAAMS BLOK): Mon
interpellation a avant tout pour
objectif de dénoncer la politique
européenne et ensuite seulement
la politique turque. J'estime que
l'unification de Chypre est
particulièrement souhaitable. A cet
effet, le retrait des troupes
d'occupation turques basées au
nord de l'île constitue une
première condition. Le plan Annan
prévoyait l'organisation d'un
référendum dans le cadre duquel il
n'était nullement question d'un
retrait. Ce plan permettait
également aux 200.000 colons
turcs de rester et les Chypriotes
grecs qui avaient été chassés en
1974 ne pouvaient même pas
racheter leur bien.

Plus de 75 pour cent de la
population grecque ont voté contre
la réunification lors du référendum.
Cette réponse n'a pas eu l'heur de
plaire aux eurocrates ni aux
Nations Unies. L'Europe estime
que ce résultat entache
l'élargissement de l'Union. On
tolère l'occupation d'une île aux
racines culturelles et historiques
ancrées en Europe depuis
toujours. D'aucuns souhaitent
même sanctionner les Chypriotes
grecs. Les Turcs sont
récompensés car, d'un point de
vue politique, ils ont fait le bon
choix lors du vote.

La démocratie pose problème au
sein de l'UE. Ce n'est pas la
première fois que le résultat d'un
vote déplaît aux eurocrates. Je
fais référence au Danemark en ce
qui concerne le traité de
Maastricht et à l'Irlande en ce qui
concerne le traité de Nice. A
chaque fois, un deuxième
référendum a été organisé. Par la
voix de M. Michel, la Belgique
reste fidèle au point de vue
européen. Cette attitude a
d'étranges conséquences. Aucun
pays européen n'a reconnu
l'occupation. Seul le
gouvernement d'Ankara reconnaît
la république turque du nord de
Chypre. Un problème d'embargo
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de verkiezingen overgedaan.

Ik denk dat dit totaal fout is. Tot mijn grote spijt volgt de Belgische
regering en meer in het bijzonder de minister van Buitenlandse Zaken
- die hier alweer niet is ­ die zienswijze. Ik moet mij tot u wenden,
mevrouw Ries. De regering kan collegiaal antwoorden, dus u kunt
best antwoorden namens de minister. Deze houding van Europa en
België heeft zeer merkwaardige consequenties. Geen enkel land in
Europa of in de wereld heeft totnogtoe de bezetting van Noord-Cyprus
erkend. De Turkse republiek van Noord-Cyprus werd nooit erkend
door de Europese naties en werd uitsluitend door de regering van
Ankara erkend, wat nogal wiedes is. Ik kan dat de regering in Ankara
niet verwijten, want in hun plaats zouden wij dat waarschijnlijk ook
hebben gedaan.

Wij hebben dit echter nooit gedaan, er werd een embargopolitiek
gevoerd die nu totaal overboord gegooid wordt omwille van weet ik
welke Europese visie terzake. Misschien is dit een voorbereiding van
de toetreding van Turkije tot Europa, misschien is het een manier om
de Amerikanen een plezier te doen, ik weet het niet maar een echte
Europese houding is het niet. Ik wil dan ook via u mevrouw de
staatssecretaris, aan de regering vragen dat men zich aan de
standpunten zou houden die terzake door de Belgische regering al
jarenlang verdedigd worden, met name de niet-erkenning. Ik dank u
voor uw aandacht.
se posait également. Mais
l'Europe jette à présent tout par-
dessus bord. Est-ce en vue de
préparer l'adhésion de la Turquie
ou de satisfaire les Américains ?
Je souhaiterais que le
gouvernement s'en tienne au point
de vue défendu depuis des
années, à savoir la non-
reconnaissance.
04.02 Cemal Cavdarli (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de staatssecretaris, alvorens de situatie te schetsten en mijn daarop
gebaseerde vraag te stellen, wil ik één ding duidelijk maken. Ik
distantieer mij volledig van de houding en sfeer die mijn collega
creëert. Ik wil mijn vragen op een neutrale en beschaafde manier tot u
richten. Dit terzijde wil ik nu de recente situatie kort schetsen.

De Cypriotische kwestie stond de voorbije weken in de belangstelling
van de politieke wereld. De Verenigde Naties onder leiding van Kofi
Annan, hebben een poging ondernomen om de verdeeldheid van het
eiland teniet te doen. Aan de hand van het Annan-plan konden de
Grieks-Cyprioten en de Turks-Cyprioten zich uitspreken over een
hereniging van hun eiland. Het resultaat van het referendum is ons
allen bekend: met bijna 76 procent spraken de Grieks-Cyprioten zich
uit tegen het opgezette verenigingsplan, in Noord Cyprus stemde
bijna 65 procent van de bevolking voor de hereniging. Deze uitslag
zorgt er nu voor dat op 1 mei 2004 alleen Grieks Cyprus lid wordt van
de Europese Unie. Alleen indien beide landsdelen voor de hereniging
gestemd hadden, had Turks Cyprus ook kunnen toetreden tot de
Europese Unie.

Internationale waarnemers en diplomaten pleiten er nu voor de Turks-
Cypriotische gemeenschap uit haar dertig jaar oude economische
isolement te halen. Commissaris Verheugen en de VN-gezant voor
Cyprus De Soto maakten deze wens kenbaar. Is het immers niet
ironisch dat degenen die tegen de hereniging gestemd hebben nu wel
lid worden van de Europese Unie?

Ik wil na deze korte schets van de situatie mijn vragen stellen.

Welke stappen zal de minister ondernemen om tegemoet te komen
aan de verzuchtingen van Noord-Cyprus dat zijn goodwill heeft
04.02 Cemal Cavdarli (sp.a-
spirit): Je voudrais franchement
prendre mes distances par rapport
à l'attitude de mon collègue. Les
Etats-Unis ont tenté de mettre un
terme à la division de l'île. Les
Chypriotes grecs et les Chypriotes
turcs ont eu la possibilité, sur la
base du plan Annan, de se
prononcer pour la réunification de
leur île. Les Chypriotes grecs ont
voté non à 75,8%. Dans le nord de
l'île, 64,9% de la population s'est
prononcée pour la réunification.
C'est ainsi que seule la partie
grecque de l'île deviendra membre
de l'UE au 1er mai. Des
observateurs internationaux et des
diplomates plaident à présent pour
que l'on sorte la communauté
chypriote turque de l'isolement
dans lequel elle se trouve depuis
30 ans.

N'y a-t-il pas une ironie dans le fait
que ceux qui ont voté contre la
réunification vont à présent faire
partie de l'UE?

Quelles initiatives le ministre
prendra-t-il pour répondre aux
aspirations de la Chypre du Nord,
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
getoond door de hereniging goed te keuren en het verdient om uit zijn
politiek isolement te worden gehaald?

Moet de Europese Unie haar houding herbepalen inzake het
internationaal embargo ten opzichte van Noord-Cyprus, teneinde het
gebied uit zijn economisch isolement te halen?

Op welke manier moeten de betrekkingen tussen beide delen van het
eiland worden geregeld? Wat moet terzake de houding van de EU
zijn?

Beschouwt de minister het resultaat van het referendum als een
eindpunt of bestaat de mogelijkheid nog om met succes terug te
keren tot het VN-plan?

Op welke manier kan ons land zijn communautaire expertise ter
beschikking stellen van de Grieks-Cypriotische en de Turks-
Cypriotische gemeenschappen opdat eventueel een toekomstige
federale Staat Cyprus levensvatbaar zou zijn?
qui a montré sa bonne volonté?

L'UE ne devrait-elle pas mettre un
terme à l'embargo contre la
Chypre du Nord?

Comment régler les relations entre
les deux parties de l'île?

Quel est le rôle de l'UE? Le
résultat du référendum a-t-il un
caractère définitif?

De quelle manière notre pays
pourrait-il faire part de son
expérience en ce qui concerne les
problèmes communautaires?
04.03 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je
voudrais préciser, car j'ai peut-être omis de le faire en début de
séance, et bien que je pense que cela ait été notifié à la présidente,
que Louis Michel est retenu par un Conseil des ministres conjoint
belgo-luxembourgeois à Luxembourg.
04.03
Staatssecretaris
Frédérique Ries: Ik herinner
eraan dat de heer Louis Michel
hier niet aanwezig kon zijn omdat
hij nu zich nu in Luxemburg
bevindt waar hij deelneemt aan
een Belgisch-Luxemburgse
Ministerraad.
Mijnheer Van den Eynde, ik kom tot uw vraag. Het standpunt van de
Belgische regering inzake de hereniging van Cyprus is duidelijk en ligt
ook vervat in de conclusies van diverse Europese raden. De wens
werd herhaalde malen uitgesproken dat een eengemaakt Cyprus op 1
mei zou toetreden tot de Europese Unie. In afwezigheid hiervan zou
volgens de bepalingen van protocol 10, gehecht aan het
toetredingsverdrag, de toepassing van het acquis communautaire
worden opgeschort in het noordelijke gedeelte.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties en zijn team onder
leiding van de heer De Soto heeft de afgelopen jaren geen inspanning
geschuwd om te komen tot de oplossing van het aanslepende
Cyprus-dossier. De doorbraak die in februari in New York werd bereikt
inzake de werkwijze om tot een resultaat te komen wettigde enige
hoop op een historisch resultaat.

Namens ons land heeft minister Louis Michel het door secretaris-
generaal Kofi Annan voorgelegde plan inderdaad begroet als een
historische kans tot hereniging. Hij heeft tevens een oproep gericht tot
de betrokken leiders opdat die hun verantwoordelijkheid zouden
opnemen en de bevolking zouden aansporen om het Annan-plan te
aanvaarden. De Cypriotische opdeling werpt immers een smet op de
Europese integratie-idee, gebaseerd op een vreedzame en
harmonieuze samenleving van de volkeren.

De teleurstelling aangaande het resultaat is meervoudig. Enerzijds,
zorgt het resultaat ervoor dat een historische kans wordt gemist. Niet
alle Cyprioten genieten op dezelfde wijze van de voordelen van de
Europese Unie. Dat deze kans wordt gemist ondanks de grote
La position de la Belgique et du
Conseil européen était qu'une
république de Chypre unie devait
pouvoir adhérer à l'UE le 1
er
mai. Mais selon le Protocole 10,
l'acquis communautaire serait
suspendu pour le Nord si la
réunification ne devenait pas
réalité. Le secrétaire général des
Nations unies et ses délégués ont
fourni des efforts importants afin
de permettre cette réunification.
Les progrès sensibles engrangés
en février à New York étaient
porteurs d'espoir. Le ministre
Michel a alors lancé un appel à la
communauté internationale pour
qu'elle soutienne ce plan Annan.

Le résultat du référendum nous
déçoit. Chypre a laissé passer une
occasion historique car tous les
Chypriotes ne pourront pas profiter
des avantages de l'adhésion, et
les efforts internationaux se sont
avérés vains.

L'attitude de la Turquie et de la
partie turque de Chypre allait dans
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
inspanningen die de internationale gemeenschap zich heeft getroost
is des te erger. Ook België heeft met zijn ervaring bijgedragen tot het
aandragen van een oplossing. Sporen hiervan zijn terug te vinden in
de foundation agreement. Ook de Europese Unie en met name de
Europese Commissie heeft blijk gegeven van een constant
engagement ten gunste van de hereniging. Getuigen hiervan zijn het
resultaat van de uitbreidingsonderhandelingen en de engagementen
om een oplossing te helpen ten uitvoer leggen met inbegrip van de
predonorconferentie die op 15 april door de Commissie werd
georganiseerd. De teleurstelling wordt verzwaard door het feit dat, nu
de inspanningen van de internationale gemeenschap om de Turkse
en Turks-Cypriotische houding inzake Cyprus in de goede richting te
bewegen vruchten afwierpen, deze nu net worden tenietgedaan door
het resultaat bereikt aan Grieks-Cypriotische zijde.

Met volle respect voor de beslissing van het Grieks-Cypriotische volk
dient echter te worden vastgesteld dat de Grieks-Cypriotische leiders
een objectievere en meer verantwoordelijke houding hadden kunnen
innemen. Nochtans hebben Turkije en Griekenland in dit zeer
gevoelige dossier blijk gegeven van een constructieve houding. Deze
teleurstelling wordt gedeeld door de internationale gemeenschap, met
inbegrip in het bijzonder van de Europese Unie. De Raad Algemene
Zaken en Externe Betrekkingen heeft hieraan uiting gegeven op
maandag 26 april 2004. Die dag werd echter besloten niet bij de
pakken te blijven zitten en resoluut verder te streven naar een
verenigd Cyprus in een verenigd Europa. De hele Cypriotische
bevolking heeft daarop recht. Er zal dan ook spoedig werk worden
gemaakt van de facilitering van de Cypriotische hereniging door
ondersteuning van de economische ontwikkeling van de Turks-
Cypriotische gemeenschap.

In antwoord op de vraag van de heer Cavdarli wens ik in de eerste
plaats te beklemtonen dat slechts één Cyprus tot de Europese Unie
toetreedt. Dit werd zo vastgesteld in het protocol nr. 10 van het
Toetredingsverdrag. Dat betekent een opschorting van de
communautaire verworvenheden op het noordelijke gedeelte in
afwezigheid van een oplossing. Minister Louis Michel heeft vandaag
op de Raad Externe Betrekkingen een krachtig pleidooi gehouden
opdat de Turks-Cypriotische bevolking daadwerkelijk een substantiële
ondersteuning zou genieten ten gunste van haar sociaal-economische
ontwikkeling. Hij heeft dan ook zijn volle steun verleend aan het
opstellen van krachtige conclusies van de Raad die het Coreper
oproepen de verordening die uitvoering geeft aan artikel 2 van
protocol nr. 10 van het Toetredingsverdrag, dat voorziet in de
opschorting van de verworvenheden in het noordelijk gedeelte, verder
te bespreken zodat dit nog vóór 1 mei kan worden aangenomen.
Hierbij dient Coreper rekening te houden met de wens van de Raad
om aan de Turks-Cypriotische bevolking een blijvende aansporing te
geven. Minister Michel heeft samen met zijn collega's in de Raad zeer
duidelijk stelling genomen voor het beëindigen van het isolement van
de Turks-Cypriotische bevolking. Er werd dan ook aan de Commissie
opgedragen een omvattend voorstel terzake te doen. De nadruk ligt
zoals eerder gezegd op de economische integratie en op de
verbetering van de contacten tussen de twee gemeenschappen.

Er werd duidelijk gesteld dat de 259 miljoen euro, initieel gereserveerd
voor steun aan het noordelijke gedeelte ingeval van hereniging,
hiervoor wordt aangewend.
le bon sens mais ces progrès ont
été réduits à néant par le choix
exprimé par la population
chypriote grecque. Les dirigeants
chypriotes grecs auraient pu
adopter une attitude plus
responsable.

Lundi, le Conseil Affaires
générales et Relations extérieures
a dit combien il était déçu. Mais il
entend bien continuer à
promouvoir une Chypre réunifiée
au sein d'une Europe unie. Il
s'attachera dans les meilleurs
délais à apporter un soutien
économique à la communauté
chypriote turque.

Il n'y a qu'une Chypre qui adhère à
l'Union européenne.
Conformément à l'article 2 du
Protocole 10, l'acquis
communautaire est à présent
suspendu pour le Nord du pays.
Le ministre Michel entend encore
aborder ce sujet avant le 1
er
mai.

Il souhaite sortir la population
chypriote turque de son isolement.
Dans l'intervalle, la Commission
européenne a été chargée de
formuler des propositions tendant
à une intégration économique et à
une amélioration des contacts
entre les communautés. Les
moyens financiers qui étaient
destinés au Nord du pays après la
réunification sont utilisés à cette
fin.

Le résultat du référendum n'est
pas un aboutissement. Nous
comptons mettre à disposition
notre expertise communautaire.
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13

Sta mij toe te herhalen dat de uitslag een grote gemiste kans is maar
geen definitief eindpunt mag betekenen. Het is op dit moment nog te
vroeg om te zien op welke wijze de internationale gemeenschap de
draad terug kan opnemen.

Wat België betreft, zal minister Louis Michel, net zoals in het verleden
het geval is geweest, zijn volle steun verlenen en met name de
communautaire expertise die wij hebben opgebouwd ter beschikking
stellen.

Je voudrais vous donner également les tout derniers éléments
concernant la réunion du COREPER. Comme je l'ai dit, le Conseil
Affaires générales qui s'est tenu lundi à Luxembourg, a donné mandat
au COREPER de mettre en oeuvre des mesures qui vont permettre à
la partie chypriote turque du Nord de s'insérer économiquement dans
l'Union européenne, à défaut d'un accord politique.

C'est ainsi que, depuis ce matin, le COREPER se penche sur cette
question; la réunion doit encore être en cours actuellement. D'après
les toutes dernières informations qui m'ont été communiquées à 14
heures, les dispositions discutées prévoiraient que la partie chypriote
turque pourrait faire passer au-delà de la ligne verte - car nous ne
pouvons pas parler d'exportation - des produits locaux du Nord de
l'île, donc essentiellement des pommes de terre et des agrumes pour
permettre l'éclosion économique de cette partie de l'île très pauvre.

La question qui se pose est évidemment de savoir comment placer
cette autorisation sous contrôle et éviter que des produits de pays
tiers ne profitent, de façon illicite, de cette facilité. Le CAG a
clairement voulu démontrer, par l'ouverture de ces discussions, qu'il
était exclu de faire payer à la partie chypriote turque le "non" des
Chypriotes grecs. Par ces mesures précises d'un point de vue
économique, l'Union permettrait donc un commerce entre les deux
parties de l'île ainsi que l'accès, surtout pour la partie turque du Nord
de l'île, au commerce intracommunautaire. Telles sont les toutes
dernières informations que je pouvais vous livrer sur cette question.
Graag zou ik nog informatie willen
toevoegen over de laatste
ontwikkelingen op de vergadering
van het COREPER die nog aan de
gang is. De Raad Algemene
Zaken die maandag in Luxemburg
plaatsvond, droeg het COREPER
op maatregelen te treffen
waardoor het Turks-Cyprisch
gedeelte van Cyprus zich
economisch zou kunnen
inschakelen in de Europese Unie.
Door de besproken bepalingen
zou het bepaalde producten
(aardappelen, citrusvruchten) over
de "groene lijn" heen kunnen
vervoeren. Dat
grensoverschrijdend vervoer moet
uiteraard worden gecontroleerd
om te vermijden dat derde landen
een ongeoorloofd voordeel halen
uit deze mogelijkheid. Zo heeft de
Raad Algemene Zaken
aangetoond dat er geen sprake
van kan zijn dat de Turks-
Cyprioten opdraaien voor het neen
van de Grieks-Cyprioten.
Zodoende zou de EU
handelsbetrekkingen tussen beide
landen en vooral de toegang van
het Turks-Cyprisch gedeelte tot de
handelszone binnen de EU
mogelijk maken.
04.04 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, sta mij eerst toe te zeggen dat ik mijn collega en
stadsgenoot Cavdarli best begrijp in zijn standpunt. Hij is loyaal ten
overstaan van Turkije. Dat is de conclusie van de multiculturele
maatschappij waarin wij naar verluidt leven. Ik neem hem dat niet
kwalijk, maar ik stel dat wel vast. Dat is een eerste zaak.

Ten tweede zou ik collega Cavdarli toch willen zeggen dat men het die
brave Cyprioten ­ of ze nu Grieks of Turks zijn ­ toch niet mag
aandoen om ze op te solferen met een Belgisch systeem, zoals we
dat hier kennen. Dat hebben die mensen niet verdiend.

Dit gezegd zijnde, wil ik toch enkele zaken beklemtonen.
04.04 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je comprends
le point de vue de M. Cavdarli : il
fait preuve de loyauté envers la
Turquie.

Nous ne pouvons recommander le
système belge aux Chypriotes, ils
n'ont pas mérité cela!

La secrétaire d'Etat qualifie de
camouflet le résultat de la
consultation démocratique. Pour
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Eerst en vooral heeft de staatssecretaris de woorden gebruikt die ik
ook heb gebruikt. Die woorden stonden in haar voorbereid antwoord,
te weten: "De resultaten van deze democratische raadpleging van de
bevolking worden een smet genoemd". Welnu, dan moet men de
mensen niet raadplegen! U vraagt wat de mensen ervan denken,
maar ze antwoorden niet naar uw smaak. Mevrouw de
staatssecretaris, dit is niet persoonlijk bedoeld want ik weet ook dat u
die vragen niet hebt opgesteld en dat u het woordje "smet" hier
overneemt vanuit Europa. Als men de mensen naar hun mening
vraagt en als ze hun mening geven, is het vanuit een democratisch
standpunt onaanvaardbaar om achteraf te spreken over een schande
of een smet.

Ten tweede, ik beklemtoon dat wij hier te maken hebben met een
totale capitulatie van Europa. Vanaf 1974 heeft Europa geweigerd de
wederrechterlijke bezetting van Noord-Cyprus ­ ik gebruik de
woorden die men in deze Kamer altijd heeft gebruikt wanneer het
daarover ging ­ te aanvaarden. Men heeft dus ook geweigerd die
Turkse Noord-Cypriotische republiek te respecteren. Nu draait men
de zaken totaal om. Men wil zelfs de Grieks-Cyprioten op de vingers
tikken omdat ze neen hebben durven zeggen. Men gaat dus alle
embargo-acties omzeilen, men gaat de import bevorderen enzovoort.
Men heeft daarvoor 250 miljoen euro over. Wel, ik zeg dat dit zeer
veel is. Ik denk, mevrouw de staatssecretaris, dat de Griekse
bevolking van Cyprus, maar ook de bevolking van het continentale
Griekenland deze houding van de Europese Unie zeker niet zal
accepteren en terecht, want het gaat hier om een strijd voor een stuk
van Europa.

Bijgevolg zal ik een motie indienen waarin ik de regering verzoek ­ ik
weet echter op voorhand reeds dat het hopeloos is ­ te blijven bij het
standpunt dat jarenlang werd ingenomen. Dat was volgens mij
terecht.
quelle raison consulte-t-on alors la
population?

En l'espèce, l'Europe capitule.
Depuis 1974, l'Europe a refusé de
reconnaître l'occupation illégale du
nord de Chypre. Elle fait à présent
volte-face. Nous entendons
rappeler à l'ordre les Chypriotes
grecs parce qu'ils ont osé dire non.
D'aucuns souhaitent contourner
tous les embargos. Un prêt de 250
millions d'euros a été accordé à
cet effet. A juste titre, la population
grecque de Chypre et la Grèce
n'accepteront pas cette attitude de
l'UE.

Je dépose une motion dans
laquelle j'invite le gouvernement à
rester fidèle au point de vue
adopté il y a des années.
04.05 Cemal Cavdarli (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de staatssecretaris, ik ga niet beginnen met het veroorzaken van
wederzijdse fulminaties. Ik kan echter het volgende aanraden.
Iedereen kan de geschiedenis raadplegen. Ik ben in eerste instantie
een volwaardig lid van deze federale Kamer en Belg. Dat zeg ik
terzijde.

Het volgende kan ik echter niet aanvaarden. Gedurende 30 jaar - tot
op heden - heeft men de Turks-Cypriotische gemeenschap gezien als
een spelbreker of neen-zegger. We hebben nu gezien dat zij zich
hebben neergelegd bij de VN-voorstellen in het algemeen en de
voorstellen van Kofi Annan in het bijzonder. Ondanks interne
chauvinistische en populistische houdingen van verschillende politieke
en andere drukkingsgroepen hebben zij dus uiteindelijk terecht ja
gezegd en voor de hereniging van een volwaardig Cyprus gekozen.
Dat Cyprus kan dan ook op zijn beurt het welverdiende lidmaatschap
van de Europese Unie krijgen. Nu wordt het omgekeerde realiteit.
Toch hoor ik van mijn collega dat wij ook deze keer de Turkse kant
moeten gaan bestraffen. Waarom moeten we dat doen? Omdat ze ja
hebben gezegd? Daarom zeg ik: laten we alstublieft met de hand op
hart en geweten en ons baserend op geschiedkundige bewijzen die
op tafel liggen de nodige stappen zetten.
04.05 Cemal Cavdarli (sp.a-
spirit): L'histoire est un livre ouvert.
Il est inacceptable que les
membres de la communauté
chypriote turque aient
constamment été assimilés à des
saboteurs. En dépit des pressions
politiques exercées de tous bords,
les Chypriotes turcs ont accepté la
réunification. Nous ne pouvons
certainement pas les sanctionner
pour cela. J'espère que le ministre
pourra jouer un rôle important en
ce qui concerne l'accueil de la
communauté turque au sein de
l'Union européenne. Je remercie la
secrétaire d'Etat pour son bel
exposé à ce propos.
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Ik hoop dat onze minister een zeer belangrijke rol kan spelen wat
betreft de toekomst van Cyprus.

Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u nogmaals voor uw mooie
uiteenzetting en antwoord daaromtrent.

Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Francis Van den Eynde et Guido Tastenhoye et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Francis Van den Eynde
et la réponse de la secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au
ministre des Affaires étrangères,
demande au gouvernement
de ne modifier en aucune façon la position qu'il a adoptée depuis des années concernant l'occupation
illégale de la partie nord de l'île de Chypre par la Turquie."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Francis Van den Eynde en Guido Tastenhoye en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
en het antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken,
verzoekt de regering
haar sinds jaren ingenomen standpunt ten opzichte van de wederrechtelijke Turkse bezetting van Noord-
Cyprus in geen enkel opzicht te veranderen."

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Mohammed Boukourna et Jean-Luc Crucke.

Een eenvoudige motie werd ingediend de heren Mohammed Boukourna en Jean-Luc Crucke.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Question de M. Mohammed Boukourna au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
sur "la convention pour la sauvegarde du patrimoine culturel immatériel" (n° 2675)
05 Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "het verdrag ter bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed"
(nr. 2675)
05.01 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,
madame la secrétaire d'Etat, l'UNESCO a inscrit en novembre 2003
parmi les chefs-d'oeuvre du patrimoine oral et immatériel de
l'humanité, une médecine ancestrale pratiquée par les Indiens des
hauts plateaux andins de Bolivie. Cette médecine s'appuie sur une
pharmacopée parmi les plus importantes du monde. Il s'agit en fait du
dernier chef-d'oeuvre inscrit sur une liste qui en compte déjà 47, avec
notamment le Carnaval de Binche, la tradition de la récitation védique
en Inde ou encore les fêtes indigènes dédiées aux morts au Mexique.
05.01 Mohammed Boukourna
(PS): In november 2000 voegde
de Unesco aan de lijst van 47
meesterwerken die van het
mondelinge en het immateriële
erfgoed van de mensheid deel
uitmaken, een ancestrale
geneeskunde van de indianen uit
Bolivië toe. De inschrijving op de
lijst biedt echter geen afdoende
28/04/2004
CRIV 51
COM 240
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Cependant, cette inscription au patrimoine de l'humanité ne suffit pas
pour lui assurer une protection adéquate des appétits du marché et
plus particulièrement des grandes firmes pharmaceutiques qui y
voient une source d'innovations à breveter et surtout à
commercialiser.

Pour en assurer la protection, l'inscription sur la liste de l'UNESCO est
insuffisante car c'est la Convention pour la sauvegarde de ce
patrimoine qui servira de levier opérationnel. En effet, cette
Convention constitue un instrument juridique qui vient compléter les
autres conventions de l'UNESCO qui s'attachent, elles, à la
préservation du patrimoine sous ses formes matérielles.

La Convention prévoit notamment la réalisation d'inventaires
nationaux des éléments à protéger, la création d'un Comité
intergouvernemental de sauvegarde du patrimoine culturel immatériel
composé d'experts des futurs Etats parties à la Convention, ainsi que
la constitution de deux listes, l'une représentative du patrimoine
culturel immatériel de l'humanité, l'autre regroupant les éléments de
ce patrimoine nécessitant une sauvegarde urgente.

Cette convention entrera en vigueur trois mois après avoir été ratifiée
par trente Etats. A ce jour, l'Algérie serait le seul et premier Etat
membre à avoir ratifié cette convention de l'UNESCO.

Madame la secrétaire d'Etat, puis-je vous demander ce qu'il en est de
la Belgique et quelles sont vos intentions en la matière?
bescherming. Die kan immers
enkel in het kader van het Verdrag
ter bescherming van het
immaterieel cultureel erfgoed
worden geboden.

Overeenkomstig dat Verdrag
moeten nationale inventarissen
van te beschermen goederen
worden opgesteld, moet een
intergouvernementeel comité ter
bescherming van dat erfgoed
worden opgericht en moeten twee
lijsten worden opgesteld: een lijst
met het te beschermen erfgoed,
enerzijds, en een lijst met het
erfgoed waarvoor op korte termijn
beschermingsmaatregelen moeten
worden genomen, anderzijds.

Dat Verdrag treedt in werking
nadat het door dertig landen werd
geratificeerd. Op dit ogenblik lijkt
dat enkel voor Algerije het geval te
zijn.

Wat is België in dat verband van
plan?
05.02 Frédérique Ries, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
monsieur Boukourna, comme vous l'avez rappelé, cette Convention
pour la sauvegarde du patrimoine culturel et immatériel a été adoptée
formellement à l'UNESCO le 17 octobre 2003. Il faut rappeler que les
conventions de l'UNESCO ne requièrent pas de signature des parties.

La Convention a été considérée par le groupe de travail "Traités
mixtes" qui se réunit au SPF Affaires étrangères comme relevant de
la compétence exclusive des Communautés; en fait état, le procès-
verbal de la réunion du 7 octobre 2003. Ce sont donc exclusivement
ces instances qui sont invitées à entamer la procédure d'approbation
parlementaire afin que nous puissions ­ et vous avez souligné
l'urgence ­ ratifier ce texte.

Dès la signature formelle de cette convention par le directoire exécutif
de l'UNESCO, les services Affaires étrangères ont procédé, le
7 janvier 2004, à l'édition des copies conformes du texte officiel à
l'intention des Communautés qui sont compétentes en la matière. La
procédure est maintenant entre leurs mains. Tout comme vous - et
vous en avez rappelé l'importance circonstanciée - nous souhaitons
bien entendu que les choses aillent le plus rapidement possible et que
la procédure soit menée à terme.
05.02
Staatssecretaris
Frédérique Ries: Op 17 oktober
2003 werd het Verdrag ter
bescherming van het immaterieel
cultureel erfgoed formeel door de
UNESCO aangenomen. Tijdens
zijn vergadering van 7 oktober
2003 besliste de Werkgroep
Gemengde Verdragen dat de
Gemeenschappen hier exclusief
bevoegd voor zijn. Het is dan ook
op dat niveau dat de parlementaire
goedkeuringsprocedure moeten
worden aangevat zodat wij deze
tekst kunnen bekrachtigen. De
procedure ligt in hun handen. Wij
hopen met u dat zij zo snel
mogelijk verloopt.
05.03 Mohammed Boukourna (PS): Madame la secrétaire d'Etat, je
vous remercie pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 240
28/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
La discussion des questions et interpellations se termine à 16.06 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 16.06 uur.