CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 235
CRIV 51 COM 235
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
26-04-2004
26-04-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. André Frédéric au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
réglementation relative aux permis de conduire C,
CE, D et DE" (n° 2279)
1
Vraag van de heer André Frédéric aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de reglementering inzake de rijbewijzen categorie
C, CE, D en DE" (nr. 2279)
1
Orateurs: André Frédéric, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: André Frédéric, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Questions de Mme Marie-Claire Lambert au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'octroi de cartes de riverains
supplémentaires" (n° 2282)
4
Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de toekenning van bijkomende bewonerskaarten"
(nr. 2282)
4
Orateurs:
Marie-Claire Lambert, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers:
Marie-Claire Lambert, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de Mme Camille Dieu au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le rail européen" (n° 2355)
5
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de Europese
spoorwegen" (nr. 2355)
5
Orateurs: Camille Dieu, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Camille Dieu, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
politique en matière de stationnement illicite non
gênant vis-à-vis des médecins en visite à
domicile" (n° 2421)
7
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het beleid inzake het niet-hinderlijk foutparkeren
ten aanzien van dokters op huisbezoek"
(nr. 2421)
7
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Bert Anciaux, ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Bert Anciaux, minister van
Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "la participation du Service public fédéral
Mobilité et Transports à la réalisation tardive
d'enquêtes psychologiques destinées aux
conducteurs faisant l'objet d'un retrait de permis
prononcé par le juge de police" (n° 2595)
9
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het aandeel van de Federale Overheidsdienst
Mobiliteit en Vervoer in de vertraagde uitvoering
van de psychologische onderzoeken voor
personen die een rijverbod hebben gekregen bij
de politierechter" (nr. 2595)
9
Orateurs: Servais Verherstraeten, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Servais Verherstraeten, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'étude
relative à l'implantation de DHL en Wallonie"
(n° 2642)
13
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de studie omtrent de inplanting van DHL in
Wallonië" (nr. 2642)
12
Orateurs: Simonne Creyf, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Simonne Creyf, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
26
AVRIL
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
26
APRIL
2004
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.03 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.03 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Question de M. André Frédéric au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
réglementation relative aux permis de conduire C, CE, D et DE" (n° 2279)
01 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
reglementering inzake de rijbewijzen categorie C, CE, D en DE" (nr. 2279)
01.01 André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, l'arrêté royal du
23 mars 1998 stipule que les titulaires du permis de conduire valable
pour les catégories C, C+E, D et D+E sont tenus de présenter
l'examen médical d'aptitude physique. L'article 86 du même arrêté
spécifie que les permis de conduire délivrés avant le 1
er
janvier 1989
restaient valables pendant un délai de cinq ans, à compter de la date
d'entrée en vigueur dudit arrêté, soit jusqu'au 30 septembre 2003. On
sait que de nombreux chauffeurs n'ayant pu se mettre en règle ont
bénéficié d'une prolongation de six mois, donc jusqu'au 30 mars
dernier.
Toute personne qui, après cette date, conduit un véhicule relevant de
l'une de ces catégories sans être titulaire d'un permis de conduire
délivré sur la base d'une attestation d'aptitude est donc considérée
comme conduisant sans être titulaire d'un permis et s'expose de ce
fait à une amende ou à une peine de prison.
Bien évidemment, je partage, monsieur le ministre, les
préoccupations du gouvernement qui visent à améliorer la sécurité
routière et à diminuer de moitié le nombre de tués sur nos routes. Il
s'agit là en effet d'une priorité énoncée dans la déclaration
gouvernementale.
Mais j'aurais souhaité attirer votre attention sur les conséquences de
cette réglementation pour certains conducteurs; je pense à une
catégorie précise car j'ai rencontré pas mal de gens concernés qui
avaient perdu l'usage d'un oeil depuis de nombreuses années - mon
propos est donc extrêmement sérieux. Vous en avez peut-être été
alerté dans votre cabinet. Dans ma région, ils sont nombreux. Ils se
rendent évidemment compte que la réglementation telle qu'elle est
maintenant appliquée risque de leur faire perdre purement et
simplement leur emploi.
J'aurais voulu savoir, monsieur le ministre, si vous étiez au courant
01.01 André Frédéric (PS): Het
koninklijk besluit van 23 maart
1998 bepaalt dat de houders van
een rijbewijs geldig voor de
categorieën C, C+E, D en D+E
een medisch onderzoek moeten
ondergaan om hun lichamelijke
geschiktheid vast te stellen. Er
werd een reeks overgangs-
maatregelen genomen en
iedereen die na 31 maart 2004
voertuigen van die categorieën
bestuurt zonder houder te zijn van
een rijbewijs uitgereikt op basis
van een geschiktheidsattest wordt
geacht zonder rijbewijs te rijden.
Ik deel de bezorgdheid van de
regering, die de verkeersveiligheid
wil verbeteren. Ik zou echter de
aandacht van de regering willen
vragen voor een welbepaalde
categorie chauffeurs, namelijk de
personen die maar met één oog
zien. In de huidige stand van de
wetgeving verliezen die mensen
hun job. Is de minister op de
hoogte van dat probleem?
Bestaan er initiatieven inzake
beroepsomschakeling, met name
in de logistieke sector? Is een
partnerschap met het Waals
Gewest met het oog op een
optimalisatie van de competentie-
paketten mogelijk? Die maatregel
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de cette situation particulière et si vous comptiez prendre des
initiatives précises en matière de reconversion professionnelle dans
des métiers de logistique, par exemple. Ne pourrait-on pas engager
des partenariats avec les Régions? Je pense en l'occurrence à la
Région wallonne où l'on essaie d'optimaliser l'utilisation des socles
de compétence qui ont été mis en place par Mme Arena.
Je souhaite vous dire aussi que dans la partie Est de la Belgique, il y
a un manque de chauffeurs, aussi bien des chauffeurs livreurs que
des chauffeurs de poids lourds. Peu de personnes veulent encore
s'investir dans ce type de métier. Effectivement, ici, un certain
nombre d'entre eux sont mis sur la touche.
Tel est, monsieur le ministre, le problème, peut-être encore pointu,
qui concerne plus de personnes que ce que l'on imagine.
dreigt een hele reeks mensen uit
het beroep te stoten, terwijl er,
bijvoorbeeld, in het oosten van het
land een tekort is aan vracht-
wagenchauffeurs.
01.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, cher collègue,
les normes légales en matière d'aptitudes physiques et psychiques
pour la conduite d'un véhicule à moteur trouvent leur fondement
dans l'annexe 3 de la directive européenne 91/439 du Conseil du
29 juillet 1991.
Celle-ci comprend notamment des normes relatives à la capacité
visuelle englobant plus que la simple acuité visuelle de 0,5. Cette
annexe 3 résulte d'une longue préparation, sous la surveillance de la
Commission européenne, qui a débuté en 1985 et qui a été réalisée
par plusieurs groupes de travail. Le secteur médical, notamment, y a
activement contribué.
Ces normes ont été intégralement reprises dans la réglementation
nationale belge relative au permis de conduire. Il s'agit de l'arrêté
royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, plus
précisément à l'annexe 6.
Dans le cadre de ces normes, les conducteurs ont été divisés en
deux groupes.
Le groupe 1 concerne les conducteurs de véhicules des catégories
A3, A, B et B+E. Le groupe 2 concerne les conducteurs des
véhicules des catégories C, C+E, D et D+E, ou des sous-catégories
C1, C1+E, D1, D1+E et les conducteurs des véhicules visés par
l'article 43 de l'arrêt royal du 23 mars 1998, conducteurs du groupe 1
qui exercent comme chauffeurs professionnels. Les normes pour les
chauffeurs professionnels du groupe 2 sont plus sévères. Je vous
renvoie pour le détail de ces normes à l'annexe 6 de l'arrêté royal du
23 mars 1998.
L'obtention d'un permis de conduire n'est pas un droit en soi. Chaque
conducteur, qu'il soit ou non assisté d'un conseiller médical, d'un
spécialiste, a la responsabilité de constamment veiller à satisfaire
aux critères médicaux susmentionnés. L'article 24 de la loi relative à
la police de la circulation routière impose aussi l'obligation de
restituer le permis de conduire quand il n'est plus satisfait à ces
exigences.
Dans le cadre de l'étude en cours de la troisième directive
européenne, la Commission européenne souhaite rediscuter de ces
critères médicaux au vu des expériences médicales effectuées
01.02 Minister Bert Anciaux: De
wettelijke normen inzake het
besturen van motorvoertuigen
stoelen op de Europese richtlijn
van 29 juli 1991 betreffende het
rijbewijs. In bijlage III van deze
richtlijn zijn gezondheidscriteria
voor het besturen van een
motorrijtuig vastgesteld, waar-
onder normen met betrekking tot
het gezichtsvermogen. Die
normen houden meer in dan een
gezichtsscherpte van 0.5, en
werden eveneens opgenomen in
de Belgische nationale
regelgeving betreffende het
rijbewijs. In het kader van die
normen werden de bestuurders
ingedeeld in twee categorieën.
Daarbij gelden strengere normen
voor de beroepschauffeurs in
categorie 2.
Het verkrijgen van een rijbewijs is
geen recht. Elke bestuurder moet
de verantwoordelijkheidszin
opbrengen om er zelf voor te
zorgen dat hij of zij aan de
medische criteria beantwoordt.
Wanneer niet meer aan die
criteria wordt voldaan, moet het
rijbewijs worden ingeleverd.
De Europese Commissie wil die
medische criteria opnieuw
bespreken in het licht van de
medische experimenten
die
sindsdien uitgevoerd werden en
gelet op de technologische
vorderingen die werden geboekt.
Er wordt overwogen verplichte
medische examens in te voeren
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
depuis lors et des progrès technologiques réalisés. On envisage en
outre de plus en plus l'introduction d'examens médicaux obligatoires
de la capacité visuelle de tous les conducteurs.
Ces critères ne sont donc pas des données statistiques.
L'arrêté royal du 5 septembre 2002 modifiant l'arrêté royal du
23 mars 1998 a d'ailleurs introduit une adaptation quant aux normes
relatives à la capacité visuelle pour les conducteurs du groupe 2
souffrant d'amblyopie - ou oeil paresseux - et qui ont obtenu leur
permis de conduire avec la transposition en droit belge de la
directive 91/439. Ceux-ci sont maintenant soumis aux normes
valables avant cette date.
La directive ne prévoyait en effet aucune mesure transitoire
accordant une attention particulière aux répercussions sociales pour
cette catégorie de conducteurs. Cela entraîne la mise en chômage
de tous les chauffeurs qui répondaient initialement aux critères
médicaux des anciennes dispositions, mais qui devaient se
soumettre à un nouvel examen après cinq ans et qui n'ont
maintenant plus été déclarés atteints médicalement sur base de
normes plus sévères.
Un tel infléchissement a aussi été instauré dans un certain nombre
de pays européens sur la base des avis fournis par des experts
médicaux.
L'article 86 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 spécifiait effectivement
que les permis de conduire délivrés avant le 1
er
janvier 1989
resteraient valables pendant un délai de cinq ans à compter de la
date d'entrée en vigueur dudit arrêté royal, soit le
30 septembre 2003.
De nombreux chauffeurs n'ayant pu se mettre en règle dans les
délais impartis, je suis intervenu pour prolonger les mesures
transitoires de 6 mois, soit jusqu'au 31 mars 2004.
Les travaux européens planifiés dans le cadre du comité "Permis de
conduire" pourront, ici, tendre vers de nouvelles conclusions
directrices. Entre-temps, j'ai également demandé à mon
administration d'étudier les modalités pour la mise en place d'une
commission médicale de recours qui pourrait m'aviser, de manière
objective, professionnelle et scientifique en la matière. La
reconversion des personnes dans les métiers de la logistique ne
relève pas de mon domaine de compétences mais devrait, à mon
avis, être utilement envisagée et étudiée pour pallier les problèmes
posés.
om de gezichtscapaciteit van alle
bestuurders op te volgen. Die
criteria zijn echter geen
statistische gegevens.
De bestuurders die aan amblyopie
lijden, zijn aan die regels
onderworpen. De richtlijn heeft tot
gevolg gehad dat alle bestuurders
die zich aan een nieuw examen
moesten onderwerpen en die niet
meer geschikt verklaard werden
op grond van strengere normen,
werkloos zijn geworden.
De Europese werkzaamheden die
in het kader van het Comité
Rijbewijs gepland werden, kunnen
nu tot nieuwe conclusies leiden.
Ik heb tevens mijn administratie
gevraagd de modaliteiten met het
oog op de oprichting van een
medische beroepscommissie te
onderzoeken. De herinschakeling
van werknemers in logistieke
beroepen behoort niet tot mijn
bevoegdheid maar het zou mijns
inziens nuttig zijn die herin-
schakeling te overwegen en te
bestuderen om het gestelde
probleem te verhelpen.
Mijnheer de voorzitter, ik kan hieraan nog toevoegen dat de
Beroepscommissie zeer snel zal worden opgericht. Het is in ieder
geval mijn bedoeling de categorie waarover men het had, (...) wel
degelijk een toelating te geven, in de mate van het mogelijke,
bijvoorbeeld voor nationaal vervoer en niet voor internationaal
vervoer, omdat ik daar de bevoegdheid niet voor heb.
Ik denk dat we met een beetje moeite echt wel een oplossing kunnen
vinden.
La solution pour les personnes
n'ayant qu'un seul oeil actif est à
l'étude. La commission d'appel
sera rapidement instaurée et
pourra délivrer une autorisation
nationale.
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse complète. (...)
Les situations concrètes que j'ai rencontrées concernent des
transports légers sur de petites distances comme les livraisons à
domicile par exemple, et non les transports internationaux. Je
comprends que votre problème est plus aigu. Je vous remercie en
tout cas de votre écoute, monsieur le ministre.
01.03 André Frédéric (PS): Het
betreft vooral de lichte bestel-
wagens, thuisbezorgers, wat niet
helemaal hetzelfde is als de
vrachtwagenchauffeurs. Maar ik
begrijp dat het probleem acuut is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions de Mme Marie-Claire Lambert au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'octroi de cartes de riverains supplémentaires" (n° 2282)
02 Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "de toekenning van bijkomende bewonerskaarten" (nr. 2282)
02.01 Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le président, monsieur
le ministre, le 16 février dernier, vous avez déjà été interpellé au
sujet de l'octroi de cartes de riverains supplémentaires. En réponse à
cette question, vous disiez: "Je compte modifier l'arrêté ministériel
afin de permettre aux communes de déterminer, en toute autonomie,
le nombre de cartes de riverains qu'elles souhaitent accorder par
logement. Le projet en finalité est à présent soumis au Conseil d'Etat,
ce après quoi l'arrêté ministériel ainsi modifié sera promulgué dans
les meilleurs délais".
Or, vous n'êtes pas sans savoir que pas mal de communes,
notamment les grandes villes, sont occupées par l'élaboration de leur
plan communal de mobilité ou de la mise en place de ce dernier. Cet
élément n'est pas à négliger dans la façon dont on orchestre le
marquage de stationnement et de circulation, notamment dans les
grands centres urbains.
Dès lors, voulez-vous nous donner des précisions sur l'avancement
de ce dossier et sur votre intention de modifier l'arrêté ministériel?
02.01 Marie-Claire Lambert
(PS): Op 16 februari jongstleden
verklaarde de minister in anwoord
op een vraag over de toekenning
van bijkomende bewonerskaarten
dat hij van plan was het
ministerieel besluit te wijzigen
zodat de gemeenten vrij het
aantal kaarten zouden kunnen
vast-stellen. U stelde dat het
ontwerp aan de Raad van State
was voorgelegd, waarna het
besluit zou worden gewijzigd en
zo spoedig mogelijk zou worden
afgekondigd. Kan u ons
meedelen, nu de gemeenten hun
mobiliteitplannen opstellen, hoe
het thans met dat dossier zit?
02.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, je souhaite apporter une précision. Je n'ai pas dit
textuellement que le projet était à présent soumis au Conseil d'Etat
pour avis mais qu'il allait l'être sous peu.
02.02 Minister Bert Anciaux: Ik
heb niet gezegd dat het ontwerp al
aan de Raad van State was
voorgelegd, maar dat zulks
spoedig zou gebreuren.
Alvorens ik het ontwerp van ministerieel besluit heb overgemaakt
aan de Raad van State, heb ik ook het juridisch advies ingewonnen
van mijn administratie en heb ik de verenigingen voor de steden en
gemeenten van de drie Gewesten geraadpleegd. Deze laatste waren
dan ook tevreden met de door mij voorgestelde wijziging om de
gemeenten autonoom te laten bepalen hoeveel bewonerskaarten ze
in de toekomst kunnen uitreiken. Na ontvangst van het advies zal het
nodige gedaan worden opdat het besluit zo snel mogelijk in werking
kan treden. Ik kan er nog bijvertellen aan mevrouw Lambert dat het
ontwerp geagendeerd is voor 28 april voor de Raad van State.
Avant de transmettre l'arrêté
ministériel au Conseil d'Etat, j'ai
consulté les Unions des villes et
communes des deux Régions qui
se sont dit satisfaites de ma
proposition de laisser aux
communes le soin de décider en
toute autonomie du nombre de
cartes de riverains qu'elles
octroient. L'arrêté ministériel
figure à l'ordre du jour du Conseil
d'Etat le 28 avril. Ensuite, je ferai
en sorte qu'il prenne effet au plus
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
vite.
Je vous tiendrai au courant de l'évolution de ce dossier.
Ik zal u van de evolutie van dat
dossier op de hoogte houden.
02.03 Marie-Claire Lambert (PS): Je remercie le ministre. J'espère
que la question sera réglée très rapidement.
02.03 Marie-Claire Lambert
(PS): Dank u. Ik hoop dat een en
ander spoedig zal geregeld zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le rail européen" (n° 2355)
03 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de Europese spoorwegen" (nr. 2355)
03.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il s'agit d'une question que j'avais adressée initialement à
Mme Moerman qui m'a demandé de la retirer pour la poser au
ministre Vande Lanotte, ce que j'ai fait. Ce dernier m'ayant dit qu'elle
ne relevait pas de ses compétences, je vous la pose donc
aujourd'hui.
A la mi-mars de cette année, l'Union européenne, après une
conciliation entre le Parlement européen et le Conseil des ministres,
approuvait le "2
ème
paquet ferroviaire", visant à compléter le cadre
législatif communautaire de l'intégration du système ferroviaire
européen; autrement dit, il s'agit de la libéralisation du fret
international et national.
Dans ce cadre, les entreprises ferroviaires doivent disposer:
- de matériel roulant et de conducteurs autorisés à circuler dans les
Etats membres où elles envisagent d'opérer;
- d'une licence d'entreprise ferroviaire délivrée par un Etat membre;
- d'un certificat de sécurité délivré par l'autorité nationale de sécurité
de chacun des Etats membres que ces entreprises envisagent de
traverser;
- de capacités sur l'infrastructure.
Par rapport à cette mutation du rail européen programmée d'ici à
2010 avec l'ouverture du service de transport international de
passagers, prévue dans le "3
ème
paquet ferroviaire", je souhaiterais
vous poser quelques questions.
1. Dans l'ensemble de ces réformes, on envisage la création d'un
outil de pilotage, l'Agence ferroviaire européenne, qui devrait diriger
des groupes d'experts techniques chargés par la Commission de
trouver des solutions communes d'interopérabilité et de sécurité.
Dans ce schéma, n'y a-t-il pas un conflit possible de compétences
entre les missions de l'Agence ferroviaire européenne et celles des
Etats membres en matière de normes de sécurité, de capacité, de
licence, etc.? Ne risque-t-on pas une harmonisation vers le bas? Les
Etats membres pourront-ils se montrer plus exigeants que la norme
proposée par l'Agence?
2. Par rapport aux certifications délivrées par les Etats membres, y a-
03.01 Camille Dieu (PS): Medio
maart 2004 werd het zogenaamde
tweede spoorwegpakket goed-
gekeurd, ter aanvulling van de
Europese regelgeving inzake de
integratie van het Europese
spoorwegsysteem. Een en ander
houdt in dat de spoorweg-
ondernemingen over rollend
materieel en treinbestuurders
zullen moeten beschikken die in
de Europese Unie ingezet mogen
worden, evenals over de
vergunning van een lidstaat en
een veiligheidscertificaat van elke
betrokken nationale overheid, en
de nodige spoorweginfrastruc-
tuurcapaciteit toegewezen moeten
krijgen.
In dit verband rijzen er een aantal
vragen.
Allereerst wordt voorgesteld een
expertisecentrum op te richten,
een Europees Spoorwegbureau
dat leiding moet geven aan de
technische experts inzake
interoperabiliteit en veiligheid. Zal
dit niet leiden tot bevoegdheids-
conflicten met de lidstaten? Dreigt
men de lat niet lager te leggen
door de voorschriften op deze
manier te harmoniseren? Mogen
de lidstaten hogere eisen stellen?
Gelden er voor de door de
lidstaten afgegeven certificaten
vergelijkbare criteria, kwestie van
de cohesie van het systeem te
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
t-il une transversalité en matière de critères pour affirmer la cohésion
du système?
3. Par rapport à la certification des conducteurs, si la licence
communautaire qui reconnaît les compétences générales des
conducteurs est valable sur tout le territoire de l'Union européenne,
l'attestation complémentaire harmonisée valable pour une ligne et un
matériel précis est, quant à elle, délivrée par chaque entreprise
ferroviaire responsable de la formation et n'appartiendra pas au
conducteur. Y aura-t-il un socle réglementaire commun pour les
entreprises ferroviaires qui délivreront ces attestations?
Nous pensons que la libéralisation du rail doit déboucher sur une
meilleure qualité du service, avec la garantie incontournable qu'est la
sécurité. Y a-t-il eu des discussions, des débats dans ce cadre-là?
Existe-t-il une sorte de livre blanc de la sécurité en matière de rail
européen?
garanderen?
Inzake de certificering van
treinbestuurders gelden een
Europese vergunning voor het
hele grondgebied van de Unie en
een bijkomend attest per lijn en
materieel, dat door elke
verantwoordelijke spoorweg-
onderneming wordt uitgereikt. Is
er in een gemeenschappelijke
regel-gevende sokkel voor laatst-
genoemde attesten voorzien?
De liberalisering van het spoor
beoogt een betere kwaliteit van de
dienstverlening maar heeft ook
oog voor de veiligheid. Op dat
stuk zijn echter diverse
instellingen bevoegd. Werd ter
zake een "witboek" gepubliceerd?
03.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, le 16 mars 2004, le Conseil et le Parlement européens ont
trouvé un accord en comité de conciliation sur le deuxième paquet
ferroviaire. Ce paquet doit encore faire l'objet d'une adoption formelle
du Parlement et du Conseil qui pourrait intervenir d'ici fin avril.
L'action communautaire devient de plus en plus large dans les
domaines suivants: la réglementation technique applicable aux
chemins de fer, la sécurité des chemins de fer et l'interopérabilité des
réseaux et des matériels ferroviaires. Mais, toutefois, l'Union
européenne distingue les compétences réservées aux États
membres et aux acteurs de systèmes ferroviaires nationaux de celles
exercées au niveau de l'Union.
Premièrement, la répartition des capacités de l'infrastructure reste
dans chaque État membre la compétence de l'organisme de
répartition. Deuxièmement, l'attribution des licences d'entreprises
ferroviaires est réservée dans chaque État membre à l'autorité
désignée à cet effet - le ministère de la Mobilité, en Belgique.
Troisièmement, en matière de normes de sécurité, rien n'indique que
les spécificités techniques et les objectifs de sécurité que
développera l'Agence ferroviaire européenne traduiront une
harmonisation des règles de sécurité vers le bas.
La proposition de directive de sécurité du deuxième paquet
ferroviaire prévoit la chose suivante: les Etats membres fixent des
règles de sécurité nationales impératives qui sont ensuite notifiées à
la Commission. La proposition permet expressément aux Etats
membres d'instaurer des règles de sécurité nationales. Mais ces
règlements exigent un nouveau niveau de sécurité plus élevé que
celui rassemblant les objectifs communs fixés par la Commission.
Ensuite, les certificats de sécurité que doit obtenir toute entreprise
ferroviaire pour accéder au réseau comportent une partie confirmant
l'acceptation du système de gestion de la sécurité de l'entreprise
ferroviaire candidate. Les exigences et éléments essentiels
03.02 Minister Bert Anciaux: Op
16 maart 2004 zijn de Raad en het
Parlement het eens geworden
over het "tweede spoorweg-
pakket", dat mogelijkerwijs eind
april formeel zou kunnen worden
goedgekeurd.
De Europese inbreng mag dan ter
zake al groter worden, toch moet
men een onderscheid blijven
maken tussen de bevoegdheden
van de lidstaten en die van de
Unie. Zo blijven de lidstaten
bevoegd voor de verdeling van de
infrastructuurcapaciteit en de
toekenning van de vergunningen.
Wat de veiligheid betreft, zal men
in het kader van de harmonisatie
van de normen van het
toekomstig Europees
Spoorwegbureau de lat niet
noodzakelijker lager leggen:
overeenkomstig de richtlijn ter
zake stellen de lidstaten de
dwingende regels vast en brengen
zij die ter kennis van de
Commissie. De nationale
veiligheidsregels kunnen dus
strenger zijn dan de gemeen-
schappelijke regels.
Het veiligheidscertificaat omvat
de aanvaarding van het stelsel
voor het veiligheidsbeheer door
de kandidaat-
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
obligatoires de ce système sont décrits en annexe à la proposition de
directive. La même proposition précise qu'au plus tard cinq ans après
l'entrée en vigueur de la directive, les décisions relatives aux
exigences communes harmonisées en matière de certificats de
sécurité nationaux ainsi qu'un format commun pour le certificat sont
adoptés. Cela concerne donc le certificat du dossier des
demandeurs.
Ces propositions tendent donc vers une certaine cohérence et une
uniformisation des procédures et dossiers de certification.
Par ailleurs, la notion d'attestation complémentaire harmonisée est
inscrite dans la proposition de directive relative à la certification du
personnel de bord. Cette certification du personnel de bord assure la
conduite de locomotives et de trains sur le réseau ferroviaire de la
Communauté.
Cette notion fait partie du troisième paquet ferroviaire que vient de
déposer la Commission.
La proposition prévoit un certain nombre de prescriptions qui
constituent le socle commun uniforme de cette attestation: nom et
adresse de l'entreprise, catégorie dans laquelle le titulaire a le droit
de conduire, type de matériel que le titulaire est autorisé à conduire,
infrastructures sur lesquelles le titulaire peut circuler, mentions
additionnelles et/ou restrictives éventuelles.
Le socle réglementaire commun concerne surtout les exigences
minimales que prévoit la proposition pour obtenir la licence de
conducteur et l'attestation complémentaire harmonisée. Ces
conditions minimales concernent l'âge, la formation et les aptitudes
de base, l'expérience professionnelle, la qualification professionnelle.
L'annexe à la proposition détaille les critères de formation et
d'examens à respecter à cet égard.
Enfin, le livre blanc intitulé "La politique européenne du transport à
l'horizon 2010: l'heure des choix ", publié en 2001, développe une
partie intitulée: "Garantir la sécurité ferroviaire".
C'est essentiellement via des exigences de l'interopérabilité que la
commission entend privilégier le développement d'un réseau
européen sûr. Les directives d'interopérabilité de 1996 et 2001 seront
prochainement complétées par les directives du deuxième paquet
relatif à la sécurité et à la création d'une Agence ferroviaire
européenne.
spoorwegonderneming. De
essentiële punten van dat
systeem worden in de bijlage van
de richtlijn beschreven.
Uiterlijk vijf jaar na de
inwerkingtreding van de richtlijn
zullen bovendien de beslissingen
betreffende de geharmoniseerde
gemeenschappelijke vereisten en
een gemeenschappelijk formaat
voor het veiligheidscertificaat
worden goedgekeurd.
De notie geharmoniseerd
bijkomend attest is ingeschreven
in de richtlijn betreffende de
certificering van het boord-
personeel van de treinen op het
net van de Gemeenschap. Ze
maakt deel uit van het derde
spoorwegpakket en er wordt
voorzien in een gemeen-
schappelijke eenvormige basis
voor dat attest.
In de gemeenschappelijke
regelgevende sokkel worden
minimumvereisten vastgesteld.
Ten slotte bevat het witboek "Het
Europese vervoersbeleid tot het
jaar 2010: tijd om te kiezen", dat
in 2001 werd gepubliceerd, een
hoofdstuk over de veiligheid van
het spoorvervoer. De richtlijnen
van 1996 en 2001 inzake de
interoperabiliteit, die de veiligheid
van het netwerk bevordert, zullen
worden aangevuld met die van het
tweede pakket inzake de
veiligheid en de oprichting van
een Europees spooragentschap.
03.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse qui est très complète. J'aimerais en obtenir
une copie, vu sa complexité.
03.03 Camille Dieu (PS): Kan ik
een kopie van het schriftelijke
antwoord krijgen? Dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
politique en matière de stationnement illicite non gênant vis-à-vis des médecins en visite à
domicile" (n° 2421)
04 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
"het beleid inzake het niet-hinderlijk foutparkeren ten aanzien van dokters op huisbezoek"
(nr. 2421)
04.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, les médecins
généralistes qui exercent en ville sont régulièrement confrontés, lors
des visites au domicile de leurs patients, à des difficultés de
stationnement. Ils sont donc parfois contraints de stationner en
infraction afin de pouvoir consacrer un maximum de temps aux
malades qu'ils viennent voir plutôt qu'à la recherche d'un
emplacement de stationnement autorisé.
Par ailleurs, s'ils devaient se garer dans les parkings commerciaux
classiques, qui sont toujours situés à une certaine distance des
habitations, cela provoquerait une perte de temps qui serait vraiment
dommageable si l'on pense au temps qu'ils doivent consacrer à leurs
patients.
Dans certaines grandes villes, il y a eu des accords, soit avec le
parquet, soit avec la police, afin que l'on ne verbalise pas les
stationnements irréguliers, pour autant qu'il y ait évidemment un
signe distinctif du médecin bien visible sur le pare-brise du véhicule
et que, bien sûr, le stationnement ne présente aucun danger ni
aucune gêne pour la circulation en général.
Jusqu'à présent, ces instructions du parquet ou des polices locales se
réfèrent au bon sens et au discernement. De telles initiatives locales
ne doivent pas, à mon avis, rester isolées. Elles devraient être
reprises dans une directive générale applicable à l'ensemble du
territoire. Autrement, nous avons des situations qui diffèrent
fondamentalement d'une ville à l'autre et d'une commune à l'autre.
Sachant que le Conseil des ministres d'Ostende a, notamment,
décidé de considérer comme infraction ordinaire le stationnement
irrégulier qui n'a pas occasionné d'inconvénient particulier ni de
danger pour la circulation en général, ne faudrait-il pas prévoir des
modalités qui tiennent compte de la situation spécifique des
médecins généralistes en visite au domicile de leurs patients?
04.01 Daniel Bacquelaine (MR):
Bij huisbezoeken in de stad
worden huisartsen geconfronteerd
met parkeermoeilijkheden. In
bepaalde grote steden werd
hierover een akkoord bereikt met
de politie of het parket zodat in
zulke gevallen geen proces-
verbaal wordt opgemaakt. In
welke modaliteiten is voorzien om
met de specifieke situatie van
huisartsen rekening te houden?
04.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, mes chers
collègues, il serait extrêmement difficile de régler le cas d'espèce,
compte tenu de toutes les situations sur le terrain, telles que le
stationnement payant, le stationnement limité en zone bleue ou celui
qui est réservé aux riverains.
Le médecin généraliste qui gare son véhicule doit d'ailleurs, d'une
manière générale, rester soumis aux mêmes dispositions que les
autres usagers de la route.
On ne peut guère envisager d'exceptions qui mèneraient à beaucoup
de demandes, parfois tout autant justifiées de la part d'autres
professions comme les aides-infirmières à domicile, les
entrepreneurs de pompes funèbres ou les services de secours.
04.02 Minister Bert Anciaux: De
arts moet onderworpen blijven aan
dezelfde bepalingen als andere
weggebruikers. Indien wij voor
artsen in een wetsafwijking
voorzien, worden binnen de
kortste keren nieuwe aanvragen
van die aard ingediend die even
gerechtvaardigd zijn.
04.03 Daniel Bacquelaine (MR): Pour les entrepreneurs de pompes
funèbres, la notion d'urgence n'existe plus et leur situation est donc
très différente. Par contre, les infirmières qui donnent des soins à
domicile sont effectivement dans le même cas. Obliger les médecins
04.03 Daniel Bacquelaine (MR):
Zou men naast de specifieke
oplossingen geen algemene
richtlijn kunnen overwegen, die
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
généralistes et les infirmières à consacrer plus de temps à trouver un
emplacement de parking qu'à s'occuper du patient est un peu
dommage par rapport au caractère social évident de la prise en
charge de patients à leur domicile dans les villes. D'ailleurs, je sais
que beaucoup de villes ont déjà réglé le problème en donnant à la
police l'instruction de faire preuve de discernement.
Cela dit, je me demande s'il ne pourrait pas y avoir une directive
générale organisant une certaine tolérance en matière de
stationnement, à certaines conditions et dans certaines limites et
pour autant que le stationnement ne mette personne en danger et ne
gêne pas la circulation. Cela crée des problèmes insurmontables
pour certains médecins qui exercent en ville et qui se retrouvent
dans l'impossibilité de travailler. Va-t-on aller jusqu'à priver les
habitants de la ville de visites à domicile? En effet, la question se
pose comme cela actuellement. On pourrait en arriver à un accord
entre médecins pour décider qu'ils ne font plus de visites à domicile
en ville au vu de la difficulté. Vous ne devez pas sous-estimer le
problème, monsieur le ministre. L'éthique vient de vous d'abord. Si
vous vous placez sur ce terrain, je suis prêt à discuter avec vous.
Si les autorités font en sorte, par leur comportement buté et en les
verbalisant, d'empêcher des praticiens d'exercer leur profession, ce
sera finalement le patient qui en payera les conséquences. Cela dit,
en passant, les généralistes ne gagnent pas bien leur vie via les
visites à domicile. Contrairement à ce qu'on peut penser, cela leur
coûte beaucoup plus cher que de recevoir le patient à leur cabinet.
Je crois vraiment que le problème est très important et qu'il ne faut
pas le considérer par-dessus la jambe. Cela mérite réflexion.
een zekere tolerantie inhoudt?
We mogen niet komen tot een
toestand waarin werken
onmogelijk wordt en waarin er
geen thuisbezoek meer is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Il y avait une question n° 2508 de Mme Tilmans mais c'est la seconde fois qu'elle était
programmée. La réponse sera donc distribuée par le secrétariat.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het aandeel van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer in de vertraagde
uitvoering van de psychologische onderzoeken voor personen die een rijverbod hebben gekregen
bij de politierechter" (nr. 2595)
05 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"la participation du Service public fédéral Mobilité et Transports à la réalisation tardive d'enquêtes
psychologiques destinées aux conducteurs faisant l'objet d'un retrait de permis prononcé par le
juge de police" (n° 2595)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, reeds voor de inwerkingtreding van de nieuwe
verkeerswet waren er met betrekking tot de materie waarover ik u
een vraag wil stellen wel enkele problemen. Als men de opheffing
van de vervallenverklaring van het recht op sturen van een voertuig
koppelt aan het ondergaan van een medische of psychologische test,
kan men zijn rijbewijs slechts terugkrijgen zodra de duurtijd van de
vervallenverklaring is verstreken en men bovendien het medisch of
psychologisch onderzoek met succes heeft doorstaan.
In de vroegere verkeerswet bestond reeds facultatief de mogelijkheid
om gecumuleerd een rijverbod en medische tests op te leggen. Ik
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Avant que la nouvelle loi
sur la circulation routière n'entre
en vigueur, le juge de police
pouvait ajouter à l'interdiction de
conduire et à la déchéance du
permis de conduire une enquête
psychologique obligatoire. En
Flandre, ces enquêtes psycho-
logiques sont effectuées par le
VDAB. Les retards étaient
importants. Avec la nouvelle loi, le
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
meen dat dit in de praktijk zeer uitzonderlijk werd gevraagd of zeer
uitzonderlijk cumulatief werd opgelegd door magistraten, terwijl nu de
wet bij verschillende misdrijven onder andere rijden onder invloed
van alcohol of drugs en zware overtredingen verplicht de beide
sancties samen oplegt.
Er deden zich reeds met de vroegere wet problemen voor,
voornamelijk in de vakantieperiodes, wanneer de psychologen of de
medici die de tests moesten uitvoeren voor Vlaanderen gaat het
om de VDAB met vakantie waren. Daardoor volstond het aanbod
om die sancties uit te voeren en de onderzoeken te verrichten niet
om aan de veroordelingen door politierechters of correctionele
rechters in de graad van beroep een antwoord te bieden.
Nu zal de vraag naar zulke onderzoeken uiteraard fenomenaal
stijgen en zullen de problemen alleen nog veel groter worden.
Vandaar dat ik u het volgende zou willen vragen, mijnheer de
minister. Hoeveel ambtenaren houden zich bezig met het doorsluizen
van de gegevens van vonnissen die zij krijgen van griffies van
politierechtbanken naar diensten die het psychologisch onderzoek
uitvoeren?
Ten tweede, is er inderdaad vertraging bij het doorsturen van de
gegevens van de vonnissen door de griffies van de rechtbanken naar
de FOD Mobiliteit zelf? Zo ja, kan worden gesproken van een
ernstige fenomenen?
Ten derde, is er vertraging bij het doorsturen van ontvangen
gegevens vanuit de FOD naar de diensten die het psychologisch of
medisch onderzoek uitvoeren? Zo ja, wat is de gemiddelde termijn?
Is er inderdaad een vakantieproblematiek?
Ten vierde, vreest u niet, mijnheer de minister, dat de nieuwe
verkeerswet met het groot aantal uitbreidingen van de rijverboden
gekoppeld aan positieve resultaten van medische of psychologische
onderzoeken, aanleiding zal geven tot meer vertragingen? Hebt u ter
zake maatregelen getroffen? Zo ja, welke en wanneer? Wat
Vlaanderen betreft, worden de psychologische onderzoeken
uitgevoerd door de VDAB. Hoe gebeurt dat in het Franstalig
landsgedeelte voor de Waalse tegenhanger inzake
arbeidsbemiddeling en opleiding? Rijzen daar dezelfde problemen?
Acht u deze diensten wel de geëigende instellingen om de tests uit te
voeren? Hebt u een beleid, mijnheer de minister, om het systeem
vlot en soepel te laten verlopen? Zo ja, welk?
nombre d'interdictions de conduire
va augmenter et le nombre
d'enquêtes psychologiques par
conséquent aussi. Le retard va,
dès lors, ne faire que croître.
Combien de fonctionnaires
transmettent les données des
greffes aux services psycho-
logiques? Observe-t-on un retard
dans la communication entre les
greffes des tribunaux et le SPF
Mobilité, et entre le SPF et les
services qui sont chargés de
l'enquête? La nouvelle loi sur la
circulation routière va-t-elle
générer encore davantage de
retard? Qui se charge des tests
dans la partie francophone du
pays? Des organismes de
placement sont-ils les mieux
placés pour procéder à des tests
de ce type? Comment le ministre
compte-t-il faire pour que le
système fonctionne sans
encombre?
05.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen
elke vraag te beantwoorden.
Ten eerste, er zijn vier ambtenaren - waarvan drie voltijdse - op de
dienst Rijbewijzen, die zich onder meer hiervoor voortreffelijk
inzetten, naast hun andere taken in verband met de afhandeling van
de dossiers met betrekking tot het verval van het recht tot sturen.
Ten tweede, hoewel de gegevens van de griffies nog niet op een
uniforme en elektronische wijze aan de FOD Mobiliteit en Vervoer
meegedeeld kunnen worden zodat ze onmiddellijk beschikbaar
zouden zijn, kan er geenszins van een vertraging bij het doorspelen
van die gegevens door de griffies gesproken worden.
05.02 Bert Anciaux, ministre:
Quatre fonctionnaires, corres-
pondant à trois équivalents temps
plein, traitent les dossiers relatifs
aux retraits de permis. Certes, les
données communiquées par les
greffes au SPF ne revêtent pas un
caractère uniforme et elles ne
sont pas transmises par voie
électro-nique, mais l'on ne peut
parler de retard en aucun cas.
Les notifications des greffes sont
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Ten derde, zodra de kennisgevingen van de griffies ontvangen
worden, worden de vervallenverklaringen met opgelegde
herstelonderzoeken bij voorrang behandeld. Is de periode van verval
korter dan drie maanden, dan worden de deelnemingsdocumenten
vrijwel onmiddellijk naar de vervallenverklaarde en niet naar de
VDAB gestuurd. Betrokkenen moeten dan wel zelf zo snel mogelijk
een afspraak voor een onderzoek aanvragen. Indien de periode van
verval langer is dan drie maanden, worden de
deelnemingsdocumenten automatisch drie maanden voor het einde
van het verval meegedeeld aan de betrokkene.
Voor alle duidelijkheid, niet mijn diensten, maar betrokkenen zelf
moeten het initiatief nemen om een afspraak vast te leggen met de
VDAB.
Ten vierde, in de huidige omstandigheden mag er inderdaad
gevreesd worden voor een aanzienlijke toename van het aantal
opgelegde herstelonderzoeken wat mogelijks een nog grotere
vertraging bij de uitvoering van de psychologische onderzoeken zou
kunnen teweegbrengen. Ik wens erop te wijzen dat bij de
totstandkoming van de wet van 7 februari 2003 houdende
verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, verschenen in
het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2004, de Gewesten -
bevoegd voor de dienst van de VDAB - betrokken zijn geweest en
een advies hebben uitgebracht. Geen van hen heeft hierover
opmerkingen gemaakt of er een probleem ingezien. Bovendien is
tussen de publicatie van de nieuwe verkeerswet en de
inwerkingtreding ervan zowat een jaar verlopen zodat de Gewesten
de tijd hebben gehad om schikkingen te kunnen treffen.
Ik heb mijn diensten de opdracht gegeven om te onderzoeken of een
vluggere en eenvoudigere doorzending mogelijk is in het kader van
het opstarten van het verbeteringsprogramma nummer 5 -
rijbewijzen- centrale databank en verval van het recht op sturen - in
samenwerking met een externe consulent, enerzijds, en om in nauw
overleg met de VDAB en binnen hun middelen naar mogelijke
oplossingen te zoeken voor een snellere behandeling van deze
dossiers, anderzijds.
Ten vijfde, aan Franstalige zijde gebeuren de onderzoeken door de
evenknie van de VDAB, de BGDA, ORBEM voor Brussel en FOREM
voor Wallonië. In de gegeven omstandigheden lijken deze diensten
mij veruit de meest geschikte instellingen voor deze onderzoeken.
Niet alleen hebben zij afdelingen over relatief grote delen van ons
land, wat een sterkere samenhang en coördinatie bij de beoordeling
mogelijk maakt, maar bovendien beschikken zij over deskundige en
ervaren psychologen om met deze bijzondere onderzoeken om te
gaan.
Wat de zesde vraag betreft, vraag ik collega Verherstraeten om het
antwoord op de vierde vraag in ogenschouw te nemen.
Hoe dan ook wil ik afsluiten met het volgende. Ook al blijkt uit het
antwoord dat de problematiek misschien niet rechtstreeks bij ons ligt,
besef ik wel dat, niettegenstaande deftig overleg met de Gewesten
over de verkeerswet vorig jaar, er zich in de toekomst problemen
kunnen voordoen. Ik kan u verzekeren dat ik opdracht zal geven om
traitées en priorité. Lorsque la
période de déchéance du droit de
conduire est inférieure à trois
mois, les documents sont transmis
à l'intéressé quasi
immédiatement. S'il s'agit d'une
période plus longue, ceux-ci lui
sont commu-niqués
automatiquement dans les trois
mois qui précèdent la date à
laquelle la déchéance du droit de
conduire prendra fin. Dans un cas
comme dans l'autre, la personne
faisant l'objet d'un retrait de
permis doit se charger de prendre
rendez-vous pour l'examen.
Des retards sont en effet possibles
en raison du nouveau code de la
route. Mais les Régions, aux-
quelles ressortissent les instances
en matière d'emploi compétentes
à cet égard, ont été consultées et
n'ont formulé aucune objection.
Elles ont également disposé d'une
période d'un an pour prendre les
mesures nécessaires. A l'heure
actuelle, mes services examinent
cependant la procédure en détail
en vue d'accélérer le traitement
des dossiers. Les instances
compétentes en matière d'emploi
sont étroitement associées à ce
processus.
En Wallonie et à Bruxelles, les
enquêtes sont menées par les
pendants du VDAB qui mène
l'enquête en Flandre. Ces
services me semblent les plus
aptes à accomplir cette tâche car
ils disposent de sections réparties
dans tout le pays et de leurs
propres experts.
Bien que le problème ne se pose
pas directement à notre niveau, je
suis néanmoins enclin à organiser
une concertation avec les Régions
pour éviter que des retards plus
importants se produisent à
l'avenir.
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
ernstig te overleggen welke bijkomende maatregelen kunnen worden
genomen om te voorkomen dat er zich nog veel grotere vertragingen
zullen voordoen, waar u terecht op hebt gewezen. Ik vind dus dat uw
bekommernis absoluut correct en terecht is.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
eerlijk antwoord. Mijnheer de minister, mag ik eens heel concreet
zijn. Toevallig hadden wij in het kader van de opleiding van
advocaten vrijdag een bespreking van de nieuwe verkeerswet met
een paar politierechters van de politierechtbank van Turnhout. Ik heb
deze problematiek met hen
even aangekaart. VDAB
Turnhout/Kempen kan acht onderzoeken per maand doen. Acht. Het
kader is niet uitgebreid, dus op dit ogenblik zullen er dat acht blijven.
U bent zelf advocaat geweest en kunt weten dat in het licht van de
nieuwe verkeerswet het aantal verplicht gekoppelde veroordelingen -
van dronkenschap en psychologisch en/of medisch onderzoek - een
veelvoud van acht zal zijn. Men gaat zich dus compleet vastrijden.
Het siert u dat u overleg gaat plegen, alleen is het wellicht beter om
dit in de loop van het eerste jaar en onmiddellijk na de stemming,
dus bij aanvang van de nieuwe wet of met andere woorden bij
aanvang van de nieuwe legislatuur plaats te laten vinden. Wij gaan
nu echt problemen krijgen.
Inderdaad, u hebt terecht aangehaald dat u uw paraplu kunt
opentrekken naar het Vlaamse niveau, maar daar heeft de burger
niets aan. Twee maanden is twee maanden. Als het voorbij is, moet
het ook voorbij zijn als men psychologisch in staat is om te rijden.
Dan hoeft dat geen drie of vier of vijf maanden te worden. Ik denk
dat die kaders zeer snel moeten uitgebreid worden, mijnheer de
minister. De eerste veroordelingen zijn nu in kracht van gewijsde,
dus het gaat nu beginnen. Ik zeg het in uw belang: probeer er nog
iets aan te doen voor 13 juni 2004. Voor 13 juni 2004 gaan de eerste
gevallen al aan de oppervlakte verschijnen.
05.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il ressort d'un entretien
que j'ai eu avec plusieurs juges de
police de la région de Turnhout
que la section locale du VDAB
n'est en mesure d'effectuer que
huit enquêtes par mois. Faute
d'extension de cadre, il est
impossible d'accroître le nombre
d'enquêtes. En raison du nouveau
code de la route, le nombre
d'enquêtes obligatoires augmen-
tera sensiblement. Je me réjouis
d'entendre que le ministre ne se
débarrasse pas du dossier en
renvoyant aux Régions et j'espère
qu'il remédiera au problème avant
les élections encore.
05.04 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Verherstraeten, in alle
eerlijkheid, ik ken de situatie niet uit het hoofd. Ik wist niet dat de
problematiek zo groot kon worden. Ik dank u dat u mij grondig hebt
ingelicht.
Wat ik wel reeds gedaan heb, is de VDAB melden dat er een forse
toename te verwachten was. De VDAB kan perfect legaal werken
met aangestelden. Al de psychologen hoeven niet noodzakelijk
werknemer van de VDAB te zijn. De VDAB kan perfect contracten
sluiten met psychologen. Alleen zal er dan ongetwijfeld een
budgettair probleem ontstaan.
Ik herhaal echter dat bij de voorbereiding van de wet heel wat
departementen betrokken zijn geweest en er grondig overleg werd
gepleegd met de Gewesten. Het gebeurt - we moeten mekaar geen
Lijzebet noemen - dat de betrokkenheid van en het overleg met de
Gewesten een pure procedurele zaak is. Bij de voorbereiding van
deze wet is er echter grondig overleg gepleegd met de Gewesten.
Dat is niet mijn verdienste, maar die van de vorige regering.
Ik stel alleen vast dat dat punt nooit gesignaleerd is geweest als een
mogelijk probleem. Op het ogenblik dat we die vraag ontvangen
hebben, heb ik de opdracht gegeven niet alleen een mooi antwoord
op te stellen, maar ook mee te zoeken naar een oplossing, ook al is
05.04 Bert Anciaux, ministre:
J'ignorais que le problème revêtait
une telle ampleur. J'ai certes
communiqué par avance au
VDAB qu'une forte augmentation
était prévisible. Le VDAB peut
fonctionner en toute légalité avec
des préposés mais je compren-
drais que la situation budgétaire
ne le permette pas. Plusieurs
départements ont été associés à
la préparation de la loi et une
concertation intense, à laquelle
ont pris part les Régions, a eu
lieu. Force est de constater que ce
point n'a jamais été signalé
comme étant de nature à poser un
problème. Dès que j'en ai été
informé, je suis intervenu.
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
het niet helemaal mijn bevoegdheid.
05.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, gelet
op de realiteit die op ons afkomt, vrees ik dat de voorbereiding niet
grondig genoeg is gebeurd. Ik kan alleen maar aandringen op een
snelle oplossing.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de studie omtrent de inplanting van DHL in Wallonië" (nr. 2642)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'étude relative à l'implantation de DHL en Wallonie" (n° 2642)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de Waalse minister van Economie, Serge Kubla, heeft een
studie laten uitvoeren omtrent de inplanting van DHL in Wallonië. Er
werden drie sites onderzocht, namelijk Jehonville, Chièvres en Luik-
Bierset. Thans blijkt dat de kostprijs voor elk van de drie sites
schommelt rond een half miljard euro. Voor Chièvres zou dat 500,1
miljoen euro zijn, voor Jehonville 471,6 miljoen euro en voor Bierset
481,6 miljoen euro.
Mijnheer de minister, een tijd geleden hebben we kennis kunnen
maken met de studie van BIAC over dezelfde sites, behalve
Jehonville. Ik meen te weten dat Jehonville niet werd onderzocht
door BIAC.
06.01 Simonne Creyf (CD&V): A
la demande du ministre wallon de
l'Economie, M. Serge Kubla, une
étude a été réalisée sur les
conséquences liées à l'implan-
tation éventuelle de DHL à
Jéhonville, à Chièvres et à
Bierset.
Le coût d'une telle opération pour
chacun des trois sites est estimé à
un demi-milliard d'euros environ.
06.02 Minister Bert Anciaux: Nog niet.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Welnu, de studie van BIAC over
Chièvres en Bierset brengt echter heel andere cijfers aan het licht.
Voor Chièvres ging het om 1,53 miljard euro en voor Bierset zou de
verhuis van DHL naar Wallonië met de investering daarvoor, 2
miljard euro bedragen. Dat zijn erg uiteenlopende cijfers en de
verschillen kunnen toch moeilijk te wijten zijn aan een punt of een
komma op de verkeerde plaats of aan een verkeerde optelling. Hoe
kunnen deze erg uiteenlopende bedragen worden verklaard?
Ten tweede, Leipzig, dat steeds meer naar voren komt als alternatief
voor Zaventem, ligt in een Europese regio doelstelling I en mag dus
expansiesteun krijgen. Ligt ook Chièvres niet in een Europese regio
doelstelling I? Kunt u dat bevestigen? Kan de luchthaven hierdoor
dezelfde expansiesteun genieten als deze die werd goedgekeurd
voor Leipzig? Werd dit element opgenomen in de studie van minister
Kubla.
06.03 Simonne Creyf (CD&V):
Une étude menée précédemment
par BIAC avait néanmoins abouti
à des résultats tout à fait différents
en ce qui concerne Bierset et
Chièvres : un milliard et demi
d'euros pour Chièvres et deux
milliards pour Bierset. Comment
expliquez-vous ces estimations
divergentes ?
L'aéroport de Leipzig est situé
dans une région Objectif 1 et peut
donc prétendre à une aide
d'expansion de l'Europe. La zone
de Chièvres est-elle également
située dans une région de ce
type? Cet élément a-t-il été pris en
compte par l'étude wallonne?
06.04 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, de studie
"Résumé des études lancées par Sowaer relatives à une éventuelle
implantation de DHL en Région wallonne" is op dit moment nog niet
volledig beschikbaar, hoewel ze reeds werd voorgesteld aan de pers.
Minister Kubla dient zijn regering nog op de hoogte te brengen van
06.04 Bert Anciaux, ministre:
L'étude concernée n'est pas
encore tout à fait prête, bien
qu'elle ait déjà été présentée à la
presse. Le ministre Kubla doit
encore informer son gouverne-
26/04/2004
CRIV 51
COM 235
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
deze studie. Bijgevolg kunnen de cijfers die erin zijn vermeld nog niet
worden bevestigd. Het is dan ook niet mijn taak om hierover
uitspraken te doen. Er moet evenwel worden opgemerkt dat deze
studie in eerste instantie een schatting inhoudt van de
investeringskosten en van de economische weerslag op elk van de
drie sites, met name Liège Bierset, Jéhonville en Chièvres. Deze
schatting kan met name gevoelig verschillen naar gelang van de
bijkomende infrastructuur die nodig wordt geacht om de luchthaven
volledig operationeel te maken voor de gewenste trafiek alsmede
van de toepasselijke leefmilieucriteria.
Waar wij momenteel over beschikken is een samenvatting van een
studie van de Société wallonne des Aéroports, dus van Sowaer. Ik
heb de studie als dusdanig, waarvan dit een samenvatting is, nog
niet kunnen zien. Ik wil er wel op wijzen dat ook de studie van BIAC
van een zevental sites, waarnaar u verwijst, zeer voorlopige
onderzoeken betreft die toen op een heel korte periode zijn
uitgevoerd. Op dit ogenblik heb ik in ieder geval niet de mogelijkheid
om de gegevens waarmee BIAC rekening hield ook te kunnen
vergelijken met de gegevens waarmee de Société wallonne des
Aéroports rekening houdt, meer concreet met de bijkomende aanleg
van pistes of zware infrastructuurwerken. Op het moment dat ik dat
kan vergelijken, kan ik u ook antwoorden, maar ik heb die gegevens
nog niet.
Ik ben het met u eens dat de verschillen aanzienlijk zijn. Op het
eerste gezicht lijkt het niet om een rekenfout te gaan.
Ten tweede, de Europese Unie kent op dit vlak geen subsidies toe.
Ze geeft alleen de toelating voor overheidssteun. Daar bent u het
natuurlijk mee eens. Subsidies worden namelijk toegekend door de
autoriteit van de betrokken lidstaat. De subsidie die werd toegekend
voor de vestiging van DHL in Leipzig komt van de Duitse autoriteiten
en werd door Europa toegelaten, rekening houdend met het feit dat
de luchthaven in een Europese regio met doelstelling1 ligt.
Indien een dergelijke subsidie voor de luchthaven van Chièvres zou
overwogen worden door de Belgische overheid door een van de
Belgische overheden zal de toelating van de Europese Commissie
vanzelfsprekend eveneens vereist zijn. Volgens Sowaer en het
kabinet van minister Kubla werd dit element niet opgenomen in de
betrokken studie. Chièvres ligt net als Leipzig in een Europese regio
met doelstelling 1. Het werd echter niet opgenomen in de studie van
collega Kubla.
ment officiellement et les chiffres
cités ne peuvent donc être
confirmés pour l'instant. Nous ne
disposons que de la synthèse
d'une étude réalisée par la
Société Wallonne des Aéroports
(SOWAER) au sujet des coûts
d'investissement et des répercus-
sions économiques pour les
régions concernées. De telles
estimations peuvent varier
sensiblement en fonction des
travaux d'infrastructure supplé-
mentaires qui sont jugés
nécessaires.
L'Union européenne n'octroie elle-
même aucun subside en ce qui
concerne Leipzig, son rôle se
bornant à autoriser ou non les
aides publiques. La subvention
destinée à l'implantation de DHL à
Leipzig émane des autorités
allemandes. Si nous souhaitons
que l'aéroport de Chièvres
bénéficie d'une mesure analogue,
nous devrons également disposer
de l'autorisation de la Commission
européenne. D'après la Société
wallonne des aéroports
(SOWAER) et le cabinet de
M. Kubla, l'étude n'a pas tenu
compte de cet élément. Chièvres
se situe effectivement aussi dans
une zone Objectif 1.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het gaat hier toch wel over een ernstige aangelegenheid.
We spreken hier over de toekomst van regio's, de sociale toekomst,
de economische toekomst. Ik kan alleen maar betreuren dat hier op
een of andere manier aan desinformatie wordt gedaan. Een studie
die nog niet volledig beschikbaar is, wordt toch reeds voorgesteld
aan de pers. Ik vind dat men hier aan desinformatie doet. Het is een
ernstige aangelegenheid met veel consequenties voor de diverse
regio's.
Blijkbaar gaat u met mij akkoord, want u betreurt ook dat dit gebeurd
is, denk ik. Ik heb begrepen dat u ook vragen hebt bij deze cijfers.
Zou het kunnen dat iedereen de cijfers een beetje aanpast ik zal
06.05 Simonne Creyf (CD&V):
On a donc présenté à la presse
une étude incomplète. Je pense
qu'on appelle cela de la
désinformation. Je devine que le
ministre s'interroge aussi à ce
sujet, ainsi qu'à propos des
chiffres qui ont été avancés. Se
pourrait-il que les conclusions de
la BIAC aient été influencées par
le souhait de conserver DHL à
Zaventem et que les données
chiffrées avancées par SOWAER
CRIV 51
COM 235
26/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
niet zeggen manipuleert naargelang de eigen doelstelling? Wat
BIAC betreft is die doelstelling het behoud van DHL in Zaventem;
wat Wallonië betreft zijn het de inspanningen om DHL naar Wallonië
te brengen.
Wat is dan de juiste informatie? Waarover kan het Parlement
uiteindelijk beschikken? Door wie kan het uiteindelijk over juiste
informatie beschikken?
Ten tweede, zal Chièvres, dat ook valt onder de Europese regio
nummer 1, dezelfde kansen krijgen als Leipzig?
aient été maquillées parce que
cette société tient beaucoup à
attirer DHL en Wallonie?
Comment, dans ces conditions,
pouvons-nous obtenir des
informations fiables?
Si Chièvres se trouve aussi dans
une zone "Objectif 1", cet aéroport
pourrait-il bénéficier des mêmes
perspectives de développement
que Leipzig?
06.06 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, het is nogal
duidelijk dat ik heel wat vragen heb, maar men mag mij niet in de
mond leggen dat ik ervan uitga dat terzake aan desinformatie wordt
gedaan. Daarover kan ik niet op dit ogenblik werkelijk niet oordelen
en ik wil dat helemaal niet gezegd hebben.
Mevrouw Creyf, we zijn het er allebei grondig over eens dat in dit
dossier heel wat ernst en heel wat juiste informatie noodzakelijk is,
van alle kanten. Als ik één zaak absoluut wil verkrijgen dan is het
zekerheid. Daarover hebben we het hier vorige week ook al gehad.
Collega Vervotte heeft daarover ook pertinente vragen gesteld. Ik wil
zeker geen kansen op duurzame en correcte tewerkstelling in de weg
staan. Integendeel, ik wil alles doen om die duurzame en correcte
tewerkstelling in dit land mee te ondersteunen, weliswaar binnen
bepaalde grenzen. Dat weet u. Dat blijf ik zeggen. Dit is een meer
dan gevoelige problematiek en ik zal absoluut alles doen om correcte
informatie te verkrijgen in dit dossier. Ik wil er in eerste instantie alles
aan doen opdat de tewerkstelling gewaarborgd blijft voor degenen
die er op dit moment zijn tewerkgesteld, want ik heb soms veel angst
voor de toekomst.
De vraag of Chièvres dezelfde middelen zal krijgen als DHL in
Leipzig, kan ik absoluut niet beantwoorden. Als het gaat om het soort
van investeringen zoals die in Leipzig door de Duitse overheid zijn
gepland, behoort het voor honderd procent tot de
verantwoordelijkheid van het Waalse Gewest.
Over die economische investeringen moet het Waals Gewest
beslissen. Daarover kan ik mij als federalist helemaal niet uitspreken.
De bezorgdheid die u uit, is eigenlijk veeleer gericht tot mijn Waalse
collega, denk ik.
06.06 Bert Anciaux, ministre: Je
me pose en effet un certain
nombre de questions mais je n'ai
nullement parlé de
désinformation. Je ne puis me
prononcer actuellement à cet
égard. Je suis conscient de la
gravité de l'ensemble de cette
affaire et je mettrai donc tout en
oeuvre pour obtenir les
informations correctes. Je ne
souhaite certainement pas
entraver les chances de créer de
nouveaux emplois mais je désire
encore plus sauvegarder les
emplois existants.
En ma qualité de ministre fédéral,
je ne puis répondre à la question
de savoir si Chièvres bénéficie
des mêmes possibilités que
Leipzig. Ce type d'aide relève de
la Région wallonne et de l'UE.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.01 heures.