CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 225
CRIV 51 COM 225
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
20-04-2004
20-04-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la caudotomie et le marquage au fer rouge des
chevaux" (n° 266)
1
Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het blokstaarten en brandmerken van
paarden" (nr. 266)
1
Orateurs: Trees Pieters, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Trees Pieters, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Motions
3
Moties
3
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture et à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "les conséquences de la taxe sur les tests
ESB pour le secteur agricole et les entreprises de
la chaîne alimentaire" (n° 1735)
4
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw en aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen
van de belasting op BSE-tests voor de
landbouwsector en bedrijven in de voedingsketen"
(nr. 1735)
4
Orateurs: Trees Pieters, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Trees Pieters, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "un
avis erroné de l'Agence fédérale pour la Sécurité
de la chaîne alimentaire" (n° 1886)
6
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "een verkeerd advies van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 1886)
6
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Josy Arens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences du maintien de l'agréation de
certains pesticides" (n° 1991)
8
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gevolgen van de ongewijzigde erkenning van
bepaalde pesticiden" (nr. 1991)
8
Orateurs: Joseph Arens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Joseph Arens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les conséquences financières pour
le patient du remplacement du médicament
Undestor par Testocaps" (n° 1998)
14
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de financiële gevolgen
voor de patiënt van de vervanging van het
geneesmiddel Undestor door Testocaps"
(nr. 1998)
14
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Pierre Lano au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
coût du système des cartes SIS" (n° 2013)
15
Vraag van de heer Pierre Lano aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
kostprijs van het systeem van de SIS-kaarten"
(nr. 2013)
15
Orateurs: Pierre Lano, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Pierre Lano, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Frieda Van Themsche au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le lymphogranulome vénérien, une
nouvelle MST" (n° 2037)
16
Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "lymfogranuloma
venereum, een nieuwe SOA" (nr. 2037)
16
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Frieda Van Themsche au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le contrôle des vaccinations contre
la coqueluche et autres maladies infantiles"
(n° 2038)
18
Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de controle op vaccinaties
tegen kinkhoest en andere kinderziektes"
(nr. 2038)
18
Orateurs: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Frieda Van Themsche, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Françoise Colinia au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conditions sanitaires de pratique du piercing
et du tatouage" (n° 2053)
20
Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de sanitaire omstandigheden waarin
piercings en tatoeages worden aangebracht"
(nr. 2053)
20
Orateurs: Françoise Colinia, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Françoise Colinia, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Françoise Colinia au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'enquête de Test-Achats sur l'ajout de protéines
de porc ou de boeuf au poulet" (n° 2395)
24
Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het onderzoek van Test-Aankoop naar de
toevoeging van varkens- en rundereiwitten aan
kippenvlees" (nr. 2395)
24
Orateurs: Françoise Colinia, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Françoise Colinia, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
prévention du suicide" (n° 2121)
26
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de preventie van zelfmoord" (nr. 2121)
26
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
consommation d'alcool par les femmes" (n° 2173)
27
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het alcoholgebruik door vrouwen" (nr. 2173)
27
Orateurs: Miguel Chevalier, Maya Detiège,
Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Maya Detiège,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maya Detiège au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'accueil des toxicomanes souffrant de troubles
psychiatriques" (n° 2180)
30
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de voorzieningen voor druggebruikers met
psychiatrische problemen" (nr. 2180)
30
Orateurs: Maya Detiège, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maya Detiège, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la prévention du cancer du col de l'utérus"
(n° 2122)
31
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "preventie inzake baarmoederhalskanker"
(nr. 2122)
31
Orateurs:
Yolande
Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
33
Samengevoegde vragen van
33
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des 33
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister 33
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
projet d'arrêté royal relatif à la déclaration
d'admission à signer lors d'une hospitalisation"
(n° 2273)
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
ontwerp KB over de verklaring bij opname in een
ziekenhuis" (nr. 2273)
- Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
déclaration d'admission dans les hôpitaux"
(n° 2170)
33
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
opnameverklaring in de ziekenhuizen" (nr. 2170)
33
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le projet d'arrêté royal
relatif à la déclaration d'admission et à l'estimation
du coût" (n° 2241)
33
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het ontwerp van
K.B. betreffende de opnameverklaring en de
kostenraming" (nr. 2241)
33
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Josée
Lejeune, Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Yolande Avontroodt, Josée
Lejeune, Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
38
Samengevoegde vragen van
38
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
piètre sécurisation des réseaux informatiques
dans les hôpitaux" (n° 2398)
38
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
slechte beveiliging van computernetwerken in
ziekenhuizen" (nr. 2398)
38
- M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le vol, par le
biais du réseau, d'informations contenues dans
les dossiers de patients" (n° 2487)
38
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
diefstal van patiënteninformatie via het net"
(nr. 2487)
38
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Jo
Vandeurzen, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Jo
Vandeurzen, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'irradiation des aliments" (n° 2141)
41
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de bestraling van voedingswaren" (nr. 2141)
41
Orateurs: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
20
AVRIL
2004
Matin
______
van
DINSDAG
20
APRIL
2004
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 9.52 uur door de heer Luc Goutry, voorzitter.
La séance est ouverte à 9.52 heures par M. Luc Goutry, président.
01 Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het blokstaarten en brandmerken van paarden" (nr. 266)
01 Interpellation de Mme Trees Pieters au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
caudotomie et le marquage au fer rouge des chevaux" (n° 266)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, zoals u wellicht weet werd in de vorige legislatuur, in het
kader van de wet op het dierenwelzijn, door de minister van
Volksgezondheid en Landbouw, uw voorganger mevrouw Aelvoet, het
brandmerken en het blokstaarten van paarden verboden.
Dit werd voorafgegaan door een zeer brede discussie die vrij lang
heeft geduurd. Onze opstelling was gebaseerd op de overtuiging dat
het couperen van de staart van een trekpaard, of de caudotomie,
absoluut niet strijdig is met het welzijn van het dier, dat een paard met
een gecoupeerde staart zijn belangrijkste afweer-middel tegen
insecten behoudt en dat, in hygiënisch opzicht, het couperen van de
staart het positieve effect heeft dat de bevuiling van de binnenkant
van de staart met mest kan worden voorkomen. Ik haal hier
technische argumenten aan, maar dit waren de elementen die door
het kabinet-Aelvoet werden gehanteerd om het couperen van de
staart zo snel mogelijk af te schaffen.
Dit kan verder gebeuren onder anesthesie, zonder dat het paard pijn
heeft, wanneer men hierbij in acht houdt dat minimum drie
staartwervels bij het uitvoeren van de ingreep behouden worden. Dit
gebeurt ook in Nederland, maar bij ons kon dit blijkbaar niet. De
toenmalige meerderheid heeft dit wetsontwerp het kwam vanuit de
regering goedgekeurd. Wij hebben ons daartegen blijvend verzet.
Nu lezen wij in persartikels dat een aantal leden van de meerderheid
die restrictieve regelgeving zouden willen versoepelen. Collega De
Padt van de VLD heeft daarvoor een wetsvoorstel ingediend. Het
Brabants trekpaard en het Ardens trekpaard zijn twee paarden die
01.01 Trees Pieters (CD&V): La
loi relative au bien-être des
animaux, qui interdit le marquage
au fer rouge et la cautodotomie
chez les chevaux, a été adoptée
sous la législature précédente.
Nous nous y sommes toujours
opposés. Mais voilà que je lis dans
la presse que la majorité veut
assouplir la réglementation.
La cautodomie constitue une
longue tradition en Wallonie et en
Flandre. En outre, son interdiction
met en péril l'organisation de
compétitions internationales dans
notre pays. Le ministre est-il
disposé à assouplir la législation?
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
omwille van hun historisch verleden en folkloristische impact zeer in
trek zijn, zowel op exposities als op wedstrijden.
Zij lokken nog altijd heel veel volk. Het blokstaarten behoort tot een
lange traditie, zowel in Wallonië voor het Ardens trekpaard als in
Vlaanderen voor het Brabants trekpaard. Wij vragen u dan ook of de
maatregel, die in de vorige legislatuur tot stand gekomen is naar
aanleiding van de nieuwe beweging die nu ontstaan is vanuit de
meerderheid om de positieve elementen van het blokstaarten van
paarden te onderstrepen, behouden blijft of dat u de regeling uit het
voorstel van collega De Padt steunt en het blokstaarten dus opnieuw
zult toelaten?
Een tweede probleem rijst door het verbod op het brandmerken van
paarden. Daardoor zouden internationale wedstrijden in ons land,
zoals de jumping in Mechelen, onmogelijk gemaakt worden.
Buitenlandse paarden die werden gebrandmerkt zouden niet meer
aan de wedstrijd mogen deelnemen. Ik wil u dan ook vragen, mijnheer
de minister of u bereid bent de regelgeving inzake het brandmerken
van paarden, onder andere in het perspectief van de deelname aan
internationale wedstrijden, te versoepelen. Wij vragen u heel concreet
of u het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet op het dierenwelzijn
zult herzien, of zal dat behouden blijven?
De voorzitter: Dank u, mevrouw Pieters. U bent ruim binnen de u toegemeten tijd gebleven wat ons toelaat
de achterstand al een beetje in te lopen.
01.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, ik zal trachten ook kort te antwoorden. Het Belgisch trekpaard
heeft een grote faam verworven in binnen- en buitenland. De bijdrage
van de blokstaart aan deze goede reputatie lijkt in verhouding tot de
alom gewaardeerde prestatie- en karakterkenmerken van het ras
echter marginaal. Ik ben er dan ook niet van overtuigd dat het verbod
op het amputeren van de staart een bedreiging vormt voor het
voortbestaan van het Belgisch trekpaard. Het argument dat telkens
opnieuw wordt aangehaald om het verbod op de caudotomie op te
heffen is het verhogen van de veiligheid bij het mennen. Men kan
echter niet ontkennen dat trekpaarden sedert enkele tientallen jaren
vrijwel niet meer gebruikt worden als werkpaard, waardoor het
blokstaarten is verworden tot een louter esthetische ingreep.
Bovendien bewijzen bijvoorbeeld de paarden die ook in ons land in de
bosbouw worden ingezet dat bij het mennen van een paard een lange
staart geen bijkomende problemen, van welke aard ook, met zich
brengt. Het centrale thema in de discussie is echter het welzijn van
het dier. Voor het paard brengt het blokstaarten ontegenzeglijk grote
ongemakken met zich mee.
Niet alleen is het amputeren van de staart pijnlijk voor het dier.
Bovendien wordt het paard daardoor beroofd van zijn belangrijkste
wapen tegen insecten.
Ten slotte, zijn er bij mijn weten sinds het inwerkingtreden van het
verbod geen nieuwe objectieve, wetenschappelijke gegevens
gepubliceerd die het opheffen van het verbod op blokstaarten zouden
rechtvaardigen. Ik heb op dit moment dan ook niet de intentie de
staartamputatie bij paarden toe te voegen aan de lijst van toegelaten
ingrepen.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
L'interdiction de la caudotomie ne
menace pas la réputation du
cheval de trait belge. L'argument
selon lequel cette pratique
améliorerait la sécurité des
attelages n'est plus pertinent : il y
a longtemps déjà qu'on n'utilise
plus les chevaux de trait comme
chevaux de labour. L'utilisation
des chevaux pour les travaux de
débardage prouve d'ailleurs
qu'une longue queue ne constitue
pas un problème.
Le bien-être du cheval prime.
L'amputation de la queue n'est pas
seulement douloureuse, elle prive
aussi l'animal de sa principale
protection contre les insectes.
Aucune donnée scientifique
nouvelle ne justifie la levée de
l'interdiction. C'est pourquoi je ne
compte pas autoriser la
caudotomie.
L'article 19 de la loi du 14 août
1986 sur la protection et le bien-
être des animaux s'applique à tous
les animaux se trouvant sur le
territoire belge. C'est pourquoi les
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Uw tweede vraag dan. Artikel 19 van de wet van 14 augustus 1986
over de bescherming en het welzijn der dieren geldt voor alle dieren
die zich op Belgisch grondgebied bevinden. De enige uitzondering
waarin in dat artikel is voorzien geldt voor dieren die een verboden
ingreep ondergingen voor het verbod van kracht werd. Dat betekent
dan ook dat paarden die werden gebrandmerkt na 31 december 2001
in België niet mogen deelnemen aan keuringen, tentoonstellingen of
wedstrijden en niet verhandeld mogen worden, zelfs indien de ingreep
werd uitgevoerd in een land waar dat toegelaten is. Intussen loopt in
verband met het verbod op brandmerken echter een rechtszaak.
Zolang het vonnis daarvan niet gekend is, lijkt het mij niet opportuun
de wetgeving aan te passen.
chevaux ayant été marqués au fer
rouge après le 31 décembre 2001
ne peuvent ni participer à des
compétitions, expertises ou
expositions en Belgique, ni y être
commercialisés.
Une affaire de marquage de
chevaux au fer rouge fait
actuellement l'objet d'un procès.
Nous en attendons l'issue.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, uw antwoord is
klaar en duidelijk. U bent niet van plan om in te gaan op mijn vraag en
op het wetsvoorstel van collega De Padt van de VLD. Ik wil nog eens
proberen om op uw argumenten door te gaan. U beweert dat het
Brabants trekpaard niet meer gebruikt wordt in de landbouw. Bij mijn
weten wordt dat paard in Vlaanderen toch nog ingeschakeld door de
kleine landbouwers en de kleine tuinbouwers.
U zegt dat de lange staart geen problemen oplevert. Ik herinner mij
echter nog de discussie in de vorige legislatuur met toenmalig
minister Aelvoet, waar dat ook aan bod kwam. Zij stelde toen duidelijk
dat de staart dan maar moest worden ingebonden. Het bleek namelijk
dat de loshangende lange staart in bepaalde gevallen problemen
veroorzaakte.
U zegt dat caudotomie ongemakken veroorzaakt en pijnlijk is.
Veeartsen beweren dat, wanneer het onder anesthesie gebeurt, dit
absoluut niet pijnlijk is. Ik ben echter geen specialist terzake.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Le
ministre n'appuye donc pas la
proposition de loi de M. De Padt
du VLD. Je lui fais observer que
les petits agriculteurs et
horticulteurs utilisent parfois
encore le cheval de trait. Des
vétérinaires me confirment
également que l'amputation de la
queue sous anesthésie n'est pas
douloureuse.
Je dépose une motion de
recommandation.
01.04 Minister Rudy Demotte: Ik heb persoonlijk geen ervaringen op
dat vlak.
01.05 Trees Pieters (CD&V): Ik ook niet. Ik weet alleen dat, als wij
een operatie ondergaan, dat ook onder anesthesie gebeurt en dat wij
daar ook niets van voelen. Ik baseer mij op gespecialiseerde
veeartsen die zeggen dat het helemaal niet pijnlijk is.
Voor mij is het duidelijk dat u niet van plan bent om dat verbod op te
heffen. Ik wil dan ook een korte motie van aanbeveling indienen
waarmee wij toch vragen aan de regering, gezien mijn argumentatie,
dat het blokstaarten en brandmerken van paarden mits omkaderende
voorwaarden toegelaten wordt.
Mijnheer de voorzitter, ik kijk eens of er iemand van de VLD aanwezig
is om de motie mee te ondertekenen. Mevrouw Dierickx, wenst u te
tekenen?
De VLD weigert mee te ondertekenen, ondanks het wetsvoorstel van
de heer De Padt? Dat weze dan genoteerd in het verslag.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Trees Pieters
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
d'autoriser, sous certaines conditions, la caudotomie et le marquage au fer rouge des chevaux."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
het blokstaarten en brandmerken van paarden mits omkaderende voorwaarden toe te laten."
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon et Hilde Dierickx.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon en Hilde Dierickx.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw en aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen van
de belasting op BSE-tests voor de landbouwsector en bedrijven in de voedingsketen" (nr. 1735)
02 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture et à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique sur "les
conséquences de la taxe sur les tests ESB pour le secteur agricole et les entreprises de la chaîne
alimentaire" (n° 1735)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, die vraag
dateert van 12 februari en is door omstandigheden een paar keer
uitgesteld geworden. Ze is gedeeltelijk ook achterhaald, maar de
problematiek doet zich vandaag opnieuw voor. Ik doorloop dus even
mijn vraag.
Mijnheer de minister, de discussie over de financiering van de BSE-
tests sleept al jaren aan. Het eerste concrete voorstel van de regering
Verhofstadt-I is door de Europese Commissie afgewezen.
Eind december 2003 heeft de regering een tweede voorstel
goedgekeurd. Dat voorstel werd overgezonden aan de Raad van
State en aan de Europese Commissie. Het voorstel voorziet in de
combinatie van een retributie voor de rundveehouders en een taks op
vlees voor alle diersoorten. Die taks zou worden geheven op het
niveau van de slachthuizen. Iedereen in de sector bevestigt dat de
retributie en de taks zal worden doorgerekend aan de landbouwers.
Daarover bestaat geen discussie. Bovendien heeft de regering een
eerdere beslissing bevestigd dat zij niet wenst bij te dragen in de
kosten van de BSE-tests vanaf 1 januari 2002. De sector zal dus niet
alleen de toekomstige tests moeten betalen, maar ook de tests
uitgevoerd in 2002 en 2003, die werden geprefinancierd door het
BIRB, moeten terugbetalen.
De door de regering voorgestelde regeling zal de competitiviteit van
de landbouwbedrijven aantasten. De maatregel zal ook ongunstige
effecten hebben op andere bedrijven in de voedingsketen.
02.01 Trees Pieters (CD&V):
Après le rejet par la Commission
européenne de sa première
proposition concernant le
financement des tests ESB, le
gouvernement a présenté une
seconde proposition à la
Commission européenne. Le texte
prévoit à la fois une rétribution
pour les éleveurs de bovins et une
taxe sur la viande de toutes les
espèces animales. Cette taxe
serait perçue au niveau des
abattoirs. Il ne fait aucun doute
que la rétribution et la taxe seront
reportées sur les agriculteurs. Le
gouvernement a en outre confirmé
qu'il ne veut pas verser de
contribution pour les tests ESB
effectués depuis le 1
er
janvier
2002.
Ces propositions entraîneront des
effets néfastes pour les
entreprises agricoles et de très
nombreuses autres entreprises de
la chaîne alimentaire. Le ministre
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ondertussen heeft de landbouwsector met u een akkoord
afgedwongen. Enkele dagen geleden las ik in de media echter dat
Vlaamse varkenshouders, die zich verenigd hebben in VEVA, niet
zullen meewerken aan de nieuwe formule die werd uitgewerkt.
Mijnheer de minister, daarom wil ik nu nog eens vragen waar de
regering nu staat met de belasting op de BSE-tests.
a-t-il fait étudier ces effets?
Qu'en est-il à présent de la taxe
sur les tests ESB?
Le ministre sait-il que les éleveurs
de bovins, réunis au sein de
l'association VEVA, refusent de
collaborer dans le cadre de la
nouvelle proposition?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Pieters, dank u voor uw
vraag. Het is waar dat er al veel dingen veranderd zijn en dat u het
vroegere systeem in uw vraag al beschouwde als een slecht systeem.
Ondertussen is dit veranderd.
Het voorstel van financieringsmechanisme van december 2003
omvatte twee grote lijnen. Een, een retributie van 17 euro per getest
rund die door het slachthuis werd doorgerekend aan de eigenaar van
het dier. Twee, een heffing de zogenaamde gezondheidsbijdrage
die varieert naargelang de diersoort en die moet worden
doorgerekend tot aan de consument van het vlees. Uit verscheidene
hoeken kwam er verzet tegen deze regeling. Dit verzet was
hoofdzakelijk gebaseerd op de vrees dat de gezondheidsbijdrage
indirect zou worden afgewenteld op de veehouders via de prijszetting
voor levend vee. Door deze regeling zouden eveneens onze
slachthuizen in een concurrentieel zwakke positie terechtkomen.
Eind februari werd een compromis bereikt met de betrokken sectoren.
Dit compromis is gebaseerd op volgende principes. Eerst de
terugbetaling van de openstaande schuld bij het BIRB. Die wordt
gespreid over een termijn van vijftien jaar, dus terugbetaald op een
langere termijn. Het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen zal hiertoe jaarlijks ongeveer vijf miljoen supplementair
uittrekken in haar nieuw financieringssysteem, via de heffingen ten
laste van alle schakels in de voedselketen.
Wat de kostprijs van de toekomstige BSE-tests betreft, wordt een
maximale inspanning geleverd om deze prijs op zeer korte termijn te
laten dalen tot 44 euro, exclusief BTW. Deze prijs omvat alle kosten
verbonden aan de staalname en de analyse. Door deze prijsreductie
kan de retributie verlaagd worden tot 10,7 euro per getest dier. De
overige 33,3 euro een vast bedrag wordt gefinancierd door het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Het
Agentschap zal hiertoe jaarlijks 12 miljoen supplementair uittrekken in
haar nieuw financieringssysteem via de heffingen ten laste van alle
schakels in de voedselketen. Dit compromis werd goedgekeurd door
de Ministerraad op 12 maart 2004. Door deze regeling zal jaarlijks 3,8
miljoen gefinancierd worden door de eigenaars van de geteste dieren.
Via de heffingen zullen alle schakels van de voedselketen jaarlijks 17
miljoen bijdragen tot de financiering van de BSE-tests. Op die manier
wordt de kost van de BSE-tests die, ik herhaal het, alleen in het
belang van de voedselveiligheid uitgevoerd worden, gespreid over de
ganse voedselketen. Mochten er in de toekomst gelijkaardige
problemen van dergelijke omvang zich voordoen in andere sectoren
ander vlees enzovoort dan kan hetzelfde principe gehanteerd
worden.
02.02 Rudy Demotte, ministre:
La proposition de mécanisme de
financement de décembre 2003
prévoit une rétribution de 17 euros
par bovin testé, facturée par
l'abattoir au propriétaire de
l'animal, et une `cotisation de
santé', qui doit être facturée au
consommateur de la viande.
L'opposition rencontrée par cette
disposition était inspirée par la
crainte que la cotisation de santé
ne soit indirectement répercutée
sur les éleveurs et sur les abattoirs
faibles d'un point de vue
concurrentiel.
Un compromis a été atteint fin
février avec les secteurs
concernés. Le remboursement de
la dette auprès du BIRB est
échelonné sur une période de
quinze ans. A cet effet, l'Agence
fédérale pour la sécurité de la
chaîne alimentaire réservera
annuellement un montant
supplémentaire d'environ 5
millions d'euros dans le cadre de
son nouveau système de
financement. Dans l'intervalle, l'on
tentera de réduire le coût des
futurs tests ESB à 44 euros, ce qui
permettrait de ramener la
rétribution à 10,7 euros par animal
testé. Le solde de 33,3 euros sera
financé par l'AFSCA, qui engagera
annuellement un montant de 12
millions d'euros à cet effet par le
biais de prélèvements à charge de
l'ensemble des maillons de la
chaîne alimentaire.
Le Conseil des ministres a
approuvé ce compromis le 12
mars 2004. Les propriétaires des
animaux testés financeront ainsi
annuellement un montant de 3,8
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Dat principe geldt dus ook voor andere sectoren.
millions d'euros, tandis que
l'ensemble des maillons de la
chaîne alimentaire livreront une
contribution de 17 millions d'euros
par le biais des prélèvements. Les
coûts seront ainsi répartis sur
l'ensemble de la chaîne
alimentaire, un principe qu'il
convient également de mettre en
oeuvre dans d'autres secteurs.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het uitgebreide antwoord dat hij mij geeft en de
historische schets over de jaren heen die daarin steekt. Ik kom tot de
conclusie dat de BSE-test per getest dier zal verlaagd worden naar
10,7 euro. Ik blijf wel met mijn vraag zitten. Als tot op vandaag VEVA,
de vereniging van varkenshouders, daar niet mee akkoord gaat,
welke impact heeft dat dan op het bereikte akkoord?
02.03 Trees Pieters (CD&V):
Quelles conséquences aura le
refus de la VEVA de coopérer?
02.04 Minister Rudy Demotte: Over de modaliteiten om het stelsel te
doen werken zal door de regering worden beslist. Natuurlijk zullen wij
altijd rekening houden met de verschillende standpunten van de
actoren. Over de concrete modaliteiten moeten er nu nog
beslissingen komen. Ik kan u op voorhand niet zeggen welke paden
wij zullen volgen. Natuurlijk wensen wij dat ons stelsel rechtvaardig is
en niet alleen rechtvaardig, maar ook efficiënt. Dit betekent dat er
zeker nog onderhandelingen zullen plaatsvinden.
02.04 Rudy Demotte, ministre:
Le gouvernement fixera des
modalités concrètes pour parvenir
à un système équitable et efficace.
02.04 Trees Pieters (CD&V): Is het bereikte akkoord definitief?
02.05 Trees Pieters (CD&V):
L'accord conclu est-il définitif?
02.06 Minister Rudy Demotte: Ja, ik kan duidelijk ja antwoorden. Ik
kan u ook zeggen dat men op voorhand weet dat er geen ideale
oplossing bestaat. Er zullen altijd problemen zijn. Er zullen altijd
actoren zijn die zeggen: wij kunnen u geen gunstig advies geven,
want dat is voor ons natuurlijk een beetje nadelig. Wij weten dat op
voorhand, maar wij moeten daarmee leven. Nu moet het stelsel
werken.
02.06 Rudy Demotte, ministre:
Je puis vous répondre par
l'affirmative. Il n'existe pas de
solution idéale qui satisfasse
toutes les parties.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"een verkeerd advies van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 1886)
03 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "un
avis erroné de l'Agence fédérale pour la Sécurité de la chaîne alimentaire" (n° 1886)
03.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag was
een kleine twee maanden geleden een actuele vraag. Nu dus
helemaal niet meer. Zij is uitgesteld om verschillende redenen,
waarvoor overigens mijn dank. Ik wens mijn vraag toch nog te stellen
om in de toekomst dat probleem te vermijden.
Op 20 februari 2004 werd een verkeerd advies gegeven door het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Het
kankerverwekkend product 3-monochloorpropaandiol werd in een
extreem hoge waarde teruggevonden in halfliterflesjes sojasaus van
het merk Mee Chun. Een tijdje later konden wij vernemen dat dit
03.01 Hilde Dierickx (VLD): Le
20 février 2004, l'Agence fédérale
pour la sécurité de la chaîne
alimentaire a rendu un avis erroné.
Elle a en effet signalé à tort que la
sauce au soja de la marque
`Meechun' contenait une quantité
très élevée de la substance
cancérigène 3-
monochloropropanediol. Il s'est
avéré ultérieurement que cette
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
advies onjuist was en dat er met het product niets aan de hand was,
maar dat in glazen flessen van 650 ml sojasaus van het merk Nu'o'c
Tu'o'ng ik hoop dat ik het goed uitspreek wel die gevaarlijke
kankerverwekkende stof zat.
Het advies was dus verkeerd en dat schadelijke product is wel in de
voedingswinkels terechtgekomen. De geloofwaardigheid van het
FAVV komt daardoor natuurlijk in het gedrang. Gelukkig werd het
verkeerde advies vlug rechtgezet, maar ik vraag mij toch af hoe het
mogelijk is dat dit advies kon gegeven worden. Volgens de
persmededeling later lag een communicatiefout tussen de
verschillende diensten aan de oorsprong.
Daarom stel ik u volgende vragen, mijnheer de minister.
Ten eerste, hoe is het mogelijk dat een advies gegeven werd met
verkeerde informatie?
Ten tweede, wie is verantwoordelijk voor dit advies? Welke controle
bestaat hierover?
Ten derde, moet de communicatie tussen de verschillende diensten in
de toekomst niet beter gecontroleerd worden?
substance se retrouvait en fait
dans la sauce au soja de la
marque 'Nuoc Tuong' vendue
librement.
De tels incidents compromettent la
crédibilité de l'agence. Comment
se fait-il qu'un avis soit émis sur
un produit qui n'est pas le bon?
Qui est responsable de cet avis?
Quels moyens de contrôle
existent-ild ? Ne conviendrait-il
pas, à l'avenir, de mieux suivre la
communication entre les services?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, collega, ik zal
uw drie vragen trachten concreet te beantwoorden.
Ten eerste, bij een staalname is er inderdaad een vergissing gebeurd.
Aan twee verschillende monsters werd hetzelfde nummer gegeven op
het begeleidend document. In één van beide monsters werd een hoog
3MCPD-gehalte gevonden. Op basis van het begeleidend document
werd deze vaststelling gelinkt aan het verkeerde staal, vandaar de
vergissing.
Ten tweede, de provinciale controle-eenheden zijn verantwoordelijk
voor de monsternames, de overdracht van de monstergegevens naar
het FAVV-hoofdbestuur en de verdere opvolging van eventuele
maatregelen op het terrein. Het hoofdbestuur van het FAVV is
verantwoordelijk voor de communicatie van positieve
analyseresultaten, bijvoorbeeld door middel van een RAS-bericht naar
de Europese Commissie of via persberichten. Het hoofdbestuur stelt
eveneens de richtlijnen op over de te nemen maatregelen indien een
overschrijding wordt vastgesteld.
Ten derde, de communicatie tussen de provinciale controle-eenheid
en het hoofdbestuur van het FAVV gebeurde in deze zaak door een
spijtig menselijk falen op basis van de verkeerde informatie.
Onmiddellijk na het vaststellen van de fout werd een rechtzetting
gepubliceerd. Een dergelijk verwisselen van monstergegevens, zeker
met de gevolgen die zich in deze zaak hebben voorgedaan, is
uitzonderlijk en niet eerder gebeurd.
Dit voorval gaf aanleiding tot een collectieve actie binnen FAVV. In de
toekomst zal gewacht worden tot de laboratoriumverslagen schriftelijk
beschikbaar zijn en zal de verbinding tussen monsternummer en
monstergegevens extra nauwgezet gecontroleerd worden. Op deze
manier moet worden vermeden dat een dergelijke vergissing zich in
de toekomst nog voordoet.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
En effet, une erreur s'est produite
lors d'un échantillonnage. Deux
échantillons différents se sont vu
attribuer le même numéro sur le
document d'accompagnement.
Une teneur élevée en 3-MCPD a
été constatée dans l'un de ces
échantillons. Sur la base du
document d'accompagnement,
cette constatation a été associée
au mauvais échantillon.
Les unités de contrôle provinciales
sont responsables de la prise des
échantillons, du transfert à
l'AFSCA des données relatives
aux échantillons et du suivi sur le
terrain. L'administration centrale
de l'AFSCA assume la
responsabilité de la
communication des résultats
d'analyse positifs, et elle rédige
également des directives pour les
mesures à prendre. En
l'occurrence, la communication
entre les unités de contrôle
provinciales et l'administration
centrale s'est mal déroulée en
raison d'une erreur humaine
regrettable. Une rectification a été
publiée immédiatement après la
constatation de l'erreur.
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Une erreur de ce type est
exceptionnelle. A la suite de cet
incident, l'AFSCA a pris des
mesures correctrices. A l'avenir,
l'association du numéro
d'échantillon et des données
relatives à l'échantillon sera suivie
plus minutieusement.
03.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, zoals gezegd, heb
ik de vraag vooral ingediend om het probleem in de toekomst te
vermijden. Ik ben blij dat u bepaalde maatregelen neemt, waardoor
vergissingen steeds meer zullen worden uitgesloten. Een menselijke
fout is natuurlijk altijd begrijpelijk.
De voorzitter: We kunnen ons dus verder met een gerust gemoed wenden tot de Chinezen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de M. Josy Arens au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences du maintien de l'agréation de certains pesticides" (n° 1991)
04 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gevolgen van de ongewijzigde erkenning van bepaalde pesticiden" (nr. 1991)
04.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, le lundi 1
er
mars,
le Comité belge d'agréation des pesticides faisait savoir qu'il
recommandait, à ce stade, de ne pas retirer de la vente les
insecticides Gaucho et Régent, responsables, pour certains, du
dépérissement des colonies d'abeilles en Belgique depuis 1999.
Pour corroborer la recommandation relative au Gaucho, ledit comité
basait son argumentation sur une évaluation à laquelle il avait
procédé en 2001. Cette étude notait qu'il n'y avait pas de lien de
causalité entre l'usage de cet insecticide dans les champs de maïs,
de tournesols et de betteraves et la mortalité élevée constatée dans
les ruchers, sous l'argument que les zones où ce produit est utilisé
sont trop éloignées des zones de localisation des ruchers touchés par
une mortalité accélérée.
Pour corroborer la recommandation relative au Régent, ledit comité
expliquait que le cas d'intoxication des abeilles constaté en France est
exceptionnel parce qu'il est le fait d'un processus défectueux du
traitement des semences. Le ministre s'est fait le relais du point de
vue défendu par le Comité d'agréation de pesticides.
Dans ce contexte, et surtout compte tenu de la décision française
diamétralement opposée, je me permets, monsieur le ministre, de
vous poser les questions suivantes.
Premièrement, il nous revient qu'une étude plus représentative
(questions plus précises, échantillonnage plus large, prise en compte
du critère géographique), réalisée par le Centre apicole de recherche
et d'information en avril 2003 et financée par le fonds budgétaire des
matières premières, n'a pas été agréée et autorisée à la diffusion.
Pourtant, les conclusions de cette enquête indiquaient très
explicitement que les problèmes apicoles étaient d'origine
04.01 Joseph Arens (cdH): Op
maandag 1 maart formuleerde het
Belgische Erkenningscomité voor
de bestrijdingsmiddelen het advies
de insecticiden Gaucho en Régent
niet uit de rekken te halen. Dat
advies stoelde op een evaluatie
waartoe het Comité in 2001
overging en waarin geen
oorzakelijk verband tussen het
gebruik van die pesticiden en de
verhoogde sterfte in de
bijenkorven werd vastgesteld. De
gevallen van vergiftiging in
Frankrijk zouden volgens het
Comité uitzonderlijk zijn.
De meer representatieve studie
die het Centre apicole de
recherche et d'information in april
2003 uitvoerde en die door het
begrotingsfonds van de
grondstoffen werd gefinancierd,
mocht niet openbaar worden
gemaakt.
Uit de besluiten van die studie
bleek nochtans overduidelijk dat
de landbouwzones waar die
pesticiden worden gebruikt wel
degelijk samenvallen met de
zones waarin de bijenpopulatie is
uitgedund. Waarom werd geen
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
environnementale et qu'il y avait concomitance entre les zones
agricoles concernées par les pesticides visés et les zones apicoles
dépeuplées.
Pourquoi cette étude n'a-t-elle pas été prise en compte et diffusée?
Pourquoi n'a-t-il pas été répondu positivement à la demande d'études
complémentaires plus précises sur les causes d'intoxication des
abeilles?
Deuxièmement, il nous revient que des tests "abeille", exigés pour
l'agrément d'un nouveau produit, ne sont pas adaptés aux modes
d'intoxication liés aux produits systémiques et que la méthode
analytique définie par les usines pharmaceutiques ne permettrait pas
d'évaluer la présence des matières actives aux doses à risques pour
les abeilles.
Confirmez-vous cette affirmation? Comment expliquez-vous que l'on
a autorisé la mise sur le marché d'un produit alors qu'on ne disposait
pas de moyens pertinents pour vérifier sa présence dans
l'environnement? Comment jugez-vous la pertinence de l'étude
menée en 2001 - 52 réponses d'apiculteurs à une enquête
préliminaire - pour justifier la prise de décision du Comité d'agréation
des pesticides?
Troisièmement, la Commission française des produits toxiques,
chargée de rendre un avis auprès de l'Agence européenne pour la
sécurité alimentaire sur le fipronil, a recommandé en décembre 2003
le retrait de ce produit sur l'ensemble du marché européen. Par
ailleurs, le ministre français de l'Agriculture a demandé qu'une
enquête complémentaire soit menée sur le degré de toxicité de
l'imidaclopride.
Comment, dans un même temps, concevez-vous politiquement de
confirmer l'agréation de pesticides contenant ce produit? Estimez-
vous, par cette option, respecter le principe de précaution qui nous
semble si important dans le cas qui nous préoccupe?
Quatrièmement, le gouvernement français a décidé de retirer les
produits à base de fipronil, entre autres, pour des motifs de sécurité
sanitaire et alimentaire. Il s'est pour cela basé sur un rapport assez
accablant rédigé à la fin de l'année 2003 par un expert auprès de
l'Agence française de sécurité sanitaire des aliments, le Pr Narbonne.
Mention y était faite que le fipronil présente des données
préoccupantes sur le plan toxicologique, en particulier une
liposolubilité élevée et des effets thyroïdiens. Il mentionne également
des risques sanitaires, comme une possible contamination du lait issu
d'une consommation par le bétail d'ensilages de maïs.
Comment appréciez-vous cette étude? Enfin, pour quel motif jugez-
vous la décision française prématurée?
Monsieur le ministre, faites-vous pression sur les producteurs de ces
produits? Je ne voudrais pas que le monde agricole soit encore pointé
et rendu coupable de tous les maux relatifs aux ruchers. Les vrais
responsables devraient être visés: il faut leur demander d'agir
autrement.
Et vous avez la possibilité de le faire, monsieur le ministre, au travers
rekening gehouden met die studie
en waarom werd ze niet
verspreid? Waarom werd niet
ingegaan op de vraag om
bijkomende studies uit te voeren?
De voor de erkenning van een
nieuw product vereiste "bijentests"
zouden niet aan de aangehaalde
problematiek zijn aangepast.
Bevestigt u dat? Waarom heeft
men toegestaan dat een product in
de handel wordt gebracht zonder
dat men over de nodige middelen
beschikt om na te gaan of het
gevolgen heeft voor het milieu?
Hoe schat u de relevantie van de
in 2001 uitgevoerde studie in?
De Franse commissie voor
toxische producten heeft
aanbevolen dat fipronil, een van
de bestanddelen van het product
Régent, in heel Europa uit de
verkoop zou worden genomen.
Tevens heeft het Franse ministerie
van Landbouw een aanvullende
studie over de toxiciteit van
imidaclopride, een bestanddeel
van het product Gaucho,
gevraagd.
Hoe verklaart u dat pesticiden die
die producten bevatten een
erkenning hebben gekregen?
Heeft u ter zake het
voorzorgsbeginsel in acht
genomen?
De Franse regering heeft beslist
het finoprilhoudend product uit de
verkoop te nemen, onder meer om
de volksgezondheid en de
voedselveiligheid niet in het
gedrang te brengen. Zij baseerde
zich daartoe op een bezwarend
rapport van het Franse
agentschap voor de
voedselveiligheid. Wat vindt u van
die beslissing?
Op grond waarvan oordeelt u dat
de beslissing van de Franse
autoriteiten voorbarig is?
Oefent u druk uit op de fabrikanten
van die producten teneinde ook
hen meer
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de décisions plus radicales.
verantwoordelijkheidsbesef bij te
brengen?
04.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, je vous remercie de me donner l'opportunité de parler de cette
matière qui, il est vrai, touche beaucoup de personnes à la fois sur le
plan des symboles et sur celui de ses conséquences.
L'étude du Cari (Centre apicole de recherche et d'information) à
laquelle vous faites allusion a été réalisée à la demande de mon
prédécesseur et a été suivie de manière détaillée par l'administration.
Cette étude consistait en une enquête par questionnaire et interview
des apiculteurs wallons.
Il y a eu 214 réponses, correspondant à 253 ruchers pour un total
d'environ 3.000 ruches et ruchettes. On trouve environ 3.800
apiculteurs dans la partie wallonne du pays.
Les raisons qui ont conduit le Conseil du fonds à ne pas les publier
sont les suivantes:
- Les auteurs n'ont tenu aucun compte des facteurs autres que les
pesticides, des facteurs qui sont reconnus comme ayant un impact
sur la vitalité des ruches. Il s'agit notamment de l'influence climatique,
du respect des conditions d'utilisation des traitements anti-varoise
qui est une maladie des abeilles , de la présence de maladies et de
parasites de manière plus générale.
- L'échantillonnage a été réalisé de manière confuse et peu
transparente. Les pourcentages élevés de problèmes sont donc, de
ce fait, sujets à caution.
- Les auteurs n'ont réalisé aucune recherche sur le lien entre la
localisation des dépérissements observés et la localisation des
champs traités avec les pesticides incriminés.
- Les auteurs n'ont réalisé aucune observation détaillée dans les
ruchers atteints tels que la définition des sources de pollen, les
nectars consommés par les abeilles et les traitements vétérinaires qui
ont été réalisés.
En conclusion, cette étude n'apporte aucune donnée qui soit
exploitable et qui permette de déterminer l'ampleur du dépérissement
et ses causes probables ou de définir des pistes de recherche pour le
futur. Les conclusions prétendues de l'étude indiquent la
concomitance entre zones traitées et zones apicoles dépeuplées mais
elles ne reflètent pas les données présentées dans le rapport.
En outre, les trois conditions suivantes doivent être remplies pour
réaliser une telle étude complémentaire plus précise:
- d'abord, une institution scientifique compétente dans le domaine
apicole souhaitant réaliser cette étude en Belgique;
- ensuite, un protocole adapté qui permet de répondre à des
questions scientifiques précises;
- enfin, un climat serein qui permet aux différents acteurs concernés
de collaborer pour savoir où l'on en est exactement dans cette
question.
04.02 Minister Rudy Demotte:
Het onderzoek van het Centre
apicole de recherche et
d'information werd uitgevoerd op
verzoek van mijn voorganger.
Die studie bestond uit een
bevraging van de Waalse imkers.
Er kwamen 214 antwoorden, goed
voor 253 bijenstallen op een totaal
van ongeveer 3000.
De Raad van het fonds besliste de
gegevens niet te publiceren,
omdat enkel met pesticiden, en
niet met andere factoren, rekening
werd gehouden. Ook andere
factoren kunnen het leven in de
bijenkorven immers beïnvloeden.
Bovendien zat er geen duidelijke
lijn in de monsterneming.
Daarenboven hebben de auteurs
geen onderzoek gedaan naar het
verband tussen de plaatsen waar
de populaties afsterven en de
ligging van de behandelde velden,
en de aangetaste bijenkorven
werden evenmin grondig
bestudeerd.
Conclusie: deze studie bevat geen
bruikbare gegevens.
Een aanvullende studie
vooronderstelt een aantal
premissen: een ter zake
deskundige wetenschappelijke
instelling moet bereid gevonden
worden een dergelijke studie in
België uit te voeren, er moet een
aangepast protocol worden
uitgewerkt met precieze
wetenschappelijke vragen, en er
moet efficiënt samengewerkt
kunnen worden in een serene
sfeer.
Op dit moment zijn er geen
cijfergegevens over de omvang
van de bijensterfte in België.
Het begrotingsfonds van de
grondstoffen is de enige potentiële
financieringsbron. De begroting
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Actuellement, l'ampleur du dépérissement n'a pu être établie en
Belgique et ce, malgré l'étude du Cari qui avait ce but. En ce qui
concerne tout projet de recherche à ce propos, le fonds budgétaire
des matières premières est la seule source de financement possible.
Ce fonds, alimenté par les cotisations et les rétributions des
demandeurs d'agréation, couvre le traitement du personnel du SPF et
des projets de recherche directement liés à l'emploi des pesticides; ce
sont les programmes de réduction des risques pour l'environnement,
l'utilisation du consommateur, l'agréation en petites cultures, etc. Son
budget annuel est d'environ 2 millions d'euros. Le budget de l'année
2004 est totalement engagé et aucun nouveau projet ne peut être
démarré.
Le deuxième point que vous soulevez concerne les dossiers
d'agrément des insecticides systémiques; ceux-ci comprennent de
plus en plus d'études classiques, d'études spécifiques vérifiant
l'absence d'effets sur le comportement des abeilles, des données sur
les résidus de pesticides dans les fleurs, etc.
L'ensemble des études spécifiques réalisées avec le Gaucho est
notamment rapporté dans l'étude multifactorielle qui a été récemment
publiée en France. Les limites de détermination des méthodes
d'analyse de l'imidaclopride et ses métabolites sont dans la fourchette
de 0,15 à 1,5 ppb. Ces valeurs sont inférieures ou du même ordre de
grandeur que les niveaux de toxicité subchroniques observés dans
les tests. De plus, il faut prendre en compte l'exposition réelle des
abeilles qui est basée sur un butinage de diverses espèces de
plantes.
Je tiens à souligner que les exigences en matière de tests pour
l'agrément d'un nouveau produit ne sont pas définies par les usines
phytopharmaceutiques mais bien dans la directive 91/474/CEE
transposée en droit belge par l'arrêté du 28 février 1994.
L'étude menée en 2001 par le ministère des Classes moyennes et de
l'Agriculture a été réalisée sous forme d'enquête. Un formulaire à
renvoyer par poste a été mis à disposition de chacun des 3.800
apiculteurs wallons via la revue de son association.
Le faible nombre de réponses reçues (1,5% des apiculteurs
concernés) révèle que les dépérissements anormaux de ruches sont
limités et ne correspondent donc pas à l'ampleur du battage
médiatique réalisé aujourd'hui autour de ce problème.
Cette enquête était une démarche volontaire de l'administration qui
visait à mieux apprécier les problèmes observés réellement par les
apiculteurs.
La décision du Comité d'agréation est basée sur l'ensemble du
dossier fourni, dans le cadre de l'agréation en Belgique, sur les
réévaluations du dossier réalisé en France et sur la récente étude
multifactorielle à laquelle je viens de faire référence, réalisée elle
aussi en France.
L'enquête sur une cinquantaine d'apiculteurs est un élément tout à fait
mineur dans la décision du Comité.
J'en viens au troisième point que je voudrais soulever en réponse à
2004 is reeds volledig vastgelegd;
er kunnen geen nieuwe projecten
meer worden opgestart.
De erkenningsdossiers bevatten
steeds meer studies waarin wordt
nagegaan of de stof in kwestie
geen gevolgen heeft voor het
gedrag van de bijenpopulaties,
gegevens over pesticideresidu's in
bloemen, enz. De vereisten inzake
tests met het oog op een
erkenning staan vervat in richtlijn
91/474/EG.
Het lage aantal antwoorden op de
enquête van 2001 toont aan dat de
bijensterfte lang niet zo abnormaal
was als de enorme mediahype
daaromtrent liet uitschijnen. De
beslissing van het
Erkenningscomité stoelt op het
dossier dat in het kader van de
erkenning in België werd
samengesteld, op de
herbeoordeling van het dossier dat
in Frankrijk werd opgesteld en op
het recente multifactoriële
onderzoek dat in Frankrijk werd
gevoerd. De enquête was van
minderwaardig belang voor de
beslissing van het Comité.
De Europese Autoriteit voor de
voedselveiligheid (EFSA)
onderzoekt momenteel het verslag
van de Franse overheid, die
ermee belast was de actieve
stoffen van fipronil te beoordelen.
Daarna zal het verslag aan de
lidstaten worden bezorgd. De
beslissing van de Franse minister
van Landbouw om de verkoop van
op fipronil gebaseerde producten
voorlopig te verbieden, lijkt op dit
verslag te zijn gestoeld. De
Europese wetgeving bepaalt dat
elke lidstaat die van plan is om die
reden een pesticide uit de verkoop
te nemen, de Commissie en de
lidstaten hiervan op de hoogte
moet brengen met opgave van de
redenen. Frankrijk is die
verplichting nog niet nagekomen.
Dit feit zal zeker tijdens de
volgende vergadering van het
Permanent Comité voor de
voedselketen en de
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
vos questions. La France a été chargée par la Commission
européenne de réaliser l'évaluation de la substance active du fipronil.
L'autorité européenne de sécurité des aliments (AESA) a reçu le
rapport de l'autorité française, le 10 février 2004, et est actuellement
en train de vérifier la qualité de ce rapport. Après cette vérification,
l'AESA transmettra le rapport à l'ensemble des Etats membres de
l'Union européenne. Jusqu'à ce jour, nous n'avons pas pu prendre
connaissance des conclusions de la France.
Dans un communiqué de presse du 23 février, le ministre français de
l'Agriculture a annoncé la suspension de la commercialisation de tous
les produits à base de fipronil. Cette décision semble être fondée sur
le rapport soumis à l'AESA.
La législation européenne prescrit que tout Etat membre qui envisage
de retirer du marché un pesticide sur la base d'informations
contenues dans le rapport pour l'AESA, doit en informer la
Commission européenne et les autres Etats membres, en indiquant
les raisons pour lesquelles il envisage ces mesures. La France n'a
pas encore rempli cette obligation légale. On peut supposer qu'elle ne
tardera à y remédier. La question sera certainement examinée lors de
la prochaine réunion du Comité permanent de la chaîne alimentaire et
de la santé animale, qui assiste la Commission européenne,
notamment en matière de pesticides.
En ce qui concerne la situation actuelle, puisque nous n'avons pas
encore les éléments qui permettent de juger de la décision française,
une suspension en Belgique ne pourrait effectivement être qualifiée
que de prématurée, ce qui ne veut pas dire pour autant que je
l'exclus.
J'en reviens maintenant à la situation actuelle. Jusqu'à ce jour, mon
administration n'a pas pu prendre connaissance du rapport du
professeur Narbonne. Les raisons de la décision française restent
obscures. Mon administration a pris contact avec l'AESA pour mieux
comprendre les conclusions du rapport français. L'AESA a indiqué
que ses conclusions reposent essentiellement sur l'absence de
données, notamment dans le domaine de l'écotoxicité et non sur la
constatation d'effets inacceptables.
L'agrément de produits phytopharmaceutiques à base de fipronil en
Belgique repose sur une évaluation approfondie d'un dossier jugé
complet en 1997. Le dossier toxicologique a fait l'objet d'un examen
par le Conseil supérieur d'hygiène publique qui a émis un avis
favorable pour l'agréation. Le conseil s'est penché sur les effets
thyroïdiens mentionnés également par le professeur Narbonne et les
a pris en compte pour la fixation de la dose journalière acceptable et
du niveau d'exposition acceptable de l'applicateur. Ces deux valeurs
sont utilisées pour l'évaluation du consommateur et de l'applicateur.
Cette évaluation a démontré le caractère acceptable pour ces deux
catégories.
En Belgique, deux produits à base de fipronil sont agréés pour la
culture du maïs: un pour le traitement des semences et un autre pour
le traitement des sols avant semis. De nombreuses études de résidus
ont démontré que ces traitements n'occasionnaient pas la présence
de résidus dans le maïs à la récolte. Une possible contamination du
dierengezondheid worden
besproken.
Omdat we nog niet over de
elementen beschikken om de
beslissing van Frankrijk te
beoordelen, zou een
verkoopverbod in België alleen
maar voorbarig zijn, wat niet wil
zeggen dat ik een dergelijke
beslissing uitsluit.
De Europese Autoriteit voor
voedselveiligheid EFSA verklaarde
dat de conclusies van de Franse
studie hoofdzakelijk berusten op
het ontbreken van gegevens, niet
op de vaststelling van
onaanvaardbare effecten.
In België worden producten met
fipronil erkend op grond van een
grondige evaluatie uit 1997. Het
toxicologisch dossier werd
onderzocht door de Hoge
Gezondheidsraad, dat zich meer
bepaald gebogen heeft over de
gevolgen voor de
schildklierwerking waarvan sprake
in het Franse rapport.
In ons land zijn er twee producten
met fipronil erkend voor de
maïsteelt. Uit tal van studies blijkt
dat er na een behandeling met
deze producten bij de oogst geen
residu's in de maïs terug te vinden
zijn. Een mogelijke besmetting van
melk is dus uitgesloten.
Mij dunkt dat mijn administratie
deze dossiers goed heeft
beoordeeld, en dat een
terugzending naar de
Kamercommissie dus niet
opportuun is.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
lait est donc exclue.
Pour le dernier point sur lequel je tiens à vous répondre, il me semble
que les éléments tels que je viens de les exposer justifient notre
position à cette heure et dans l'état actuel de nos connaissances. En
outre, les évaluations réalisées au sein de mon administration en ce
qui concerne la révision des agréations des produits à base
d'imidaclopride et de fipronil, le résumé des enquêtes préliminaires
sur les dépérissements d'abeilles réalisé par mon administration et
par le Cari ainsi que les décisions proposées par le comité d'agréation
ont été récemment communiqués à la presse.
Je considère que ces matières techniques ont été correctement
évaluées au niveau de mon administration et que le renvoi en
commission de la Chambre n'est donc pas opportun.
De voorzitter: Tot daar het zeer uitgebreid antwoord van de minister. Het is een beetje vervelend,
collega's, dat ook de punten 25 en 29 over precies dezelfde materie gaan. De vraagstellers zijn hier nog
niet. We zullen zien hoe we daaruit geraken. Ik geef nu het woord aan de heer Arens voor zijn repliek.
04.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour sa réponse
très complète. Si j'ai bien compris, vous suivez le dossier de très près,
notamment au niveau des études scientifiques. Si cela s'avère
indispensable, vous prendrez les mesure utiles. En effet, nous ne
sommes pas éblouis par le chiffre d'affaires généré par la production
de ces substances.
J'espère aussi que si les études scientifiques le prouvent, les
mesures nécessaires seront prises le plus rapidement possible, tant
pour le monde agricole que pour les producteurs. Comme je l'ai dit
tout à l'heure, les apiculteurs en veulent aujourd'hui, à juste titre, au
monde agricole. Dans ma propre région, j'ai assisté à des conflits
phénoménaux entre ces deux milieux, ces dernières semaines.
J'estime qu'il faut tout faire pour informer la population sur ce qui se
passe réellement.
04.03 Joseph Arens (cdH): Als ik
u goed begrepen heb, volgt u het
dossier op de voet en doet u het
nodige.
Ik hoop dat de nodige maatregelen
zo snel mogelijk zullen worden
getroffen, indien de
wetenschappelijke studies dit
rechtvaardigen. De imkers nemen
het de landbouwsector kwalijk, en
terecht. De bevolking dient op de
hoogte te worden gebracht van
wat er zich werkelijk afspeelt.
04.04 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je voudrais
ajouter une toute petite information que je dois d'abord vérifier. Je vais
essayer de l'obtenir par téléphone avant la fin de commission. Il
semblerait qu'en France, la décision du ministre de l'Agriculture ait été
cassée par le Conseil d'Etat parce qu'elle n'était pas suffisamment
motivée. Je tiens à le dire parce que c'est important dans notre
situation. Je le répète, je vais vérifier si l'information est fondée ou
non.
Si tel est le cas, cela montre que même la décision française pose
problème.
04.04 Minister Rudy Demotte: In
Frankrijk zou de beslissing van de
minister van Landbouw door de
Raad van State zijn vernietigd
omdat zij onvoldoende was
gemotiveerd. Ik zal nagaan of
deze informatie klopt.
04.05 Joseph Arens (cdH): Encore un petit mot, monsieur le
ministre. Quand j'apprends le chiffre d'affaires généré par la
fabrication de ces produits, cela me fait réellement peur. Je le dis
franchement. Donc, je crois que le monde politique doit aussi pouvoir
imposer son point de vue, si risque il y a, et si c'est prouvé
scientifiquement.
04.05 Joseph Arens (cdH): De
omzet die met de aanmaak van dit
soort producten wordt gehaald,
boezemt mij echt angst in. De
politieke wereld moet ook zijn
standpunt kunnen doordrukken,
indien er een risico bestaat.
Le président: J'aime le miel et j'ai beaucoup appris grâce à cette question.
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de financiële gevolgen voor de patiënt van de vervanging van het
geneesmiddel Undestor door Testocaps" (nr. 1998)
05 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les conséquences financières pour le patient du remplacement du médicament
Undestor par Testocaps" (n° 1998)
05.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een collega van mij, mevrouw Greta D'hondt,
heeft u daarover in de commissievergadering van 19 november 2003
reeds een vraag gesteld. U kent dus het probleem dat rijst voor
patiënten die het geneesmiddel Undestor moeten nemen. Zij zagen
op één jaar tijd de prijs van dit geneesmiddel acht keer de hoogte
ingaan, simpelweg omdat dit geneesmiddel veranderde van naam, in
Testocaps. Op vraag van mevrouw D'hondt hebt u toen geantwoord
dat het belangrijk is om te komen tot globale afspraken met de
farmaceutische industrie omtrent correcte en transparante prijzen.
Deze prijzen zouden moeten overeenstemmen met de reële bijdrage
van de nieuwe geneesmiddelen aan de vooruitgang in de behandeling
en met hun bijdrage tot het waarborgen van het aanbod van deze
geneesmiddelen via het verplichte systeem van de ziekteverzekering.
Graag had ik van u geweten, mijnheer de minister, wat de stand van
zaken is aangaande deze afspraken met de farmaceutische industrie.
Ik meen dat deze toestand, voor patiënten die zich in de situatie
bevinden die ik net aanhaalde, onaanvaardbaar is.
05.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Le remplacement du
médicament Undestor par
Testocaps entraîne de lourdes
conséquences financières pour le
patient. En un an, le prix de ce
médicament a augmenté à huit
reprises. Voilà qui est
inacceptable. Le 19 novembre
2003, le ministre avait promis de
parvenir à un accord avec
l'industrie pharmaceutique.
Quel est l'état d'avancement de ce
dossier?
05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw,
zoals gemeld in mijn antwoord van einde november 2003 aan uw
collega, mevrouw D'hondt, werk ik inderdaad aan een akkoord met de
industrie over een meer correcte en transparante prijsbepaling, maar
dan mits het waarborgen van de terugbetaling in het stelsel van de
ziekteverzekering.
De eerste fase bestond erin tot een akkoord te komen met de
vertegenwoordigers van de industrie, over de prijsbepaling en de
terugbetaling. In die zin werd op 20 januari 2004 een akkoord
ondertekend. Terwijl de onderneming vandaag nog steeds alleen
beslist of zij de terugbetaling van een geneesmiddel al dan niet
aanvraagt, bepaalt het akkoord daarentegen dat de minister zelf de
aanvraag voor vergoeding of terugbetaling zal kunnen inleiden.
Vanzelfsprekend is er een ernstige motivering vereist, die zich
bijvoorbeeld op het sociaal vlak of op het vlak van gezondheid kan
situeren. Men moet de modaliteiten nog vaststellen, maar voor de
patiënt zal de zekerheid gewaarborgd kunnen worden.
Op het niveau van de prijzen voorziet het akkoord in een systeem dat
de naam deconnectie kreeg. Dit systeem stelt ons in staat voor de
geneesmiddelen met een reële therapeutische meerwaarde een
officiële prijs te bepalen die hoger is dan de basis van terugbetaling.
Het bedrijf zal het verschil tussen beide bedragen financieren. Dit
systeem beantwoordt aan de noden van de industrie om de prijs van
geneesmiddelen die werkelijk innoverend zijn, op vrijere wijze te
kunnen vaststellen in een Europese context. Er wordt eveneens
voorzien in de behoefte van de ziekteverzekering om de kosten te
beheersen. In verband met de praktische uitvoering van deze zeer
05.02 Rudy Demotte, ministre:
Le 20 janvier 2004, un accord a
été conclu avec les représentants
du secteur pharmaceutique en ce
qui concerne la fixation de prix
corrects et transparents et le
remboursement. Jusqu'à présent,
la décision de demander ou non le
remboursement d'un médicament
appartenait exclusivement à
l'entreprise concernée. Grâce à
l'accord récemment conclu, le
ministre pourra introduire une
demande de remboursement. A
cette fin, il devra motiver sa
décision par des arguments
sociaux et sanitaires. Ce système
offre une certaine sécurité au
patient. Les modalités y afférentes
doivent encore être fixées.
Un système de déconnexion sera
instauré en ce qui concerne les
prix. Un prix officiel supérieur à la
base de remboursement sera fixé
pour les médicaments présentant
une valeur ajoutée thérapeutique
réelle. L'entreprise financera la
différence. Ce système doit encore
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
vernieuwende techniek moet nog belangrijk werk verricht worden om
de tariefzekerheid van de patiënt te waarborgen.
De tweede fase bestaat erin de wettelijke basis uit te werken waarop
de toepassing van dit akkoord kan steunen. Daarmee zijn de experts
op dit ogenblik bezig. Het is de bedoeling dat de deconnectie en de
terugbetaling op initiatief van de minister in 2005 van toepassing
zullen zijn.
être élaboré plus avant. La base
légale sous-tendant cet accord
doit être élargie. Les experts s'y
attellent. L'objectif consiste à
appliquer la déconnexion et le
remboursement à l'initiative du
ministre en 2005.
05.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, het
is dus nog even wachten tot 2005 voor de patiënten die zich in deze
situatie bevinden. Ik volg deze aangelegenheid verder op.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, op verzoek van de vraagstellers wordt het zesde punt op de agenda uitgesteld tot
deze namiddag.
06 Vraag van de heer Pierre Lano aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
kostprijs van het systeem van de SIS-kaarten" (nr. 2013)
06 Question de M. Pierre Lano au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le coût du
06.01 Pierre Lano (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een korte vraag die verband houdt met de
administratieve vereenvoudiging die kan leiden tot een potentiële
besparing.
U weet dat wanneer een klant of een patiënt naar de apotheek gaat
om geneesmiddelen te kopen hij een SIS-kaart moet voorleggen.
Vaak vergeten de mensen die kaart echter. Je kan wel zeggen dat ze
de kaart maar niet moeten vergeten, maar daarnaast kan het gebruik
van de SIS-kaart toch enige vertraging met zich meebrengen wanneer
er veel volk in de apotheek is. De schattingen over de kosten hiervan
in aantal uren en in nutteloze kilometers gaan over tientallen
miljoenen Euro.
Een alternatief dat ik suggereer is dat de apotheken eenvoudigweg
zouden worden uitgerust met software, een CD-rom bijvoorbeeld,
waarop de gegevens van de patiënt bewaard worden. In dat geval kan
de data dan rechtstreeks geraadpleegd worden door de apothekers
en dit vormt eigenlijk ook een back up van de SIS-kaart.
Dit zou tot besparingen kunnen leiden en zeker de efficiëntie
vergroten.
Mijnheer de minister, wat denk u hiervan? Tot daar mijn vraag.
06.01 Pierre Lano (VLD):
Souvent, les patients ne sont pas
munis de leur carte SIS au
moment d'acheter un médicament
à la pharmacie. Ils perdent dès
lors beaucoup de temps. Plutôt
que d'obliger les gens à rentrer
chez eux pour chercher leur carte
SIS, il serait préférable d'équiper
les pharmacies de logiciels
comprenant les données de tous
les patients.
Cette formule représenterait une
économie substantielle et
permettrait de combattre
l'inefficacité. Qu'en pense le
ministre?
06.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer
Lano voor zijn vraag.
Eerst en vooral wens ik op te merken dat het niet nodig is een SIS-
kaart te lezen in de apotheek indien zij gedurende dat trimester reeds
gelezen is geweest. Dit betekent dat het voor een patiënt die zich
meerdere keren per trimester bij de apotheker aanmeldt, volstaat
alleen de eerste keer de SIS-kaart te lezen.
Een fundamentele oplossing en verdere vereenvoudiging bestaat erin
06.02 Rudy Demotte, ministre:
La carte SIS d'un patient ne doit
être lue qu'une fois par trimestre
dans une pharmacie. A l'avenir,
les pharmaciens pourront
également obtenir des données
via Internet auprès des mutualités.
Les hôpitaux peuvent d'ores et
déjà appliquer cette technique.
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
dat de apotheker online de verzekeringsgegevens kan opvragen bij
het ziekenfonds. Op dit ogenblik is dit reeds mogelijk voor de
ziekenhuizen in het kader van CareNet.
Er lopen reeds gesprekken met een aantal categorieën van
zorgverleners, en ook met de apothekers om te komen tot een
elektronische gegevensoverdracht via "My CareNet" zoals de
ziekenfondsen het noemen. Het operationele karakter hiervan is
echter afhankelijk van de algemene invoering van de elektronische
identiteitskaart. Deze kaart zal de toegangsleutel zijn tot het netwerk,
anders zou elke verstrekker toegang kunnen hebben tot de
verzekeringsgegevens van alle patiënten, hetgeen uiteraard
uitgesloten is.
On examine actuellement dans
quel délai le transfert électronique
de données pourra être mis en
oeuvre. La carte d'identité
électronique serait à cet égard
utilisée comme clé d'accès au
réseau.
06.03 Pierre Lano (VLD): Mijnheer de minister, het gaat duidelijk de
goede richting uit.
De SIS-kaart kost 15 miljoen euro per jaar. Misschien kunt u in
afwachting van de elektronische identiteitskaart die de drager van vele
oplossingen is, overwegen een cd-rom in te voeren en het systeem
CareNet te veralgemenen. Het is een afweging van kosten ten
opzichte van efficiëntie.
06.03 Pierre Lano (VLD): La
situation évolue dans le bon sens.
A titre de mesure d'économie et
dans l'attente de l'introduction de
la carte d'identité électronique, il
peut être utile de diffuser un CD-
ROM contenant les données ou de
généraliser le réseau utilisé par les
hôpitaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, de heer Vandeurzen heeft laten weten later te zullen toekomen.
07 Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "lymfogranuloma venereum, een nieuwe SOA" (nr. 2037)
07 Question de Mme Frieda Van Themsche au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "le lymphogranulome vénérien, une nouvelle MST" (n° 2037)
07.01 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag dateert van begin maart. Ik
heb deze vraag ingediend naar aanleiding van vragen met betrekking
tot de weigering van homoseksuelen bij het geven van bloed.
In de krant en in de Artsenkrant heb ik gelezen dat er een nieuwe
seksuele besmetting ontdekt werd bij Antwerpse homo's. De eerste
besmettingen zouden vastgesteld zijn in Rotterdam. In het begin ging
het slechts over 12 à 13 gevallen. Ondertussen zouden er in
Nederland reeds 57 gevallen gemeld zijn.
Mijnheer de minister, deze problematiek is belangrijk omdat de
nieuwe ziekte niet herkend wordt door de dokters. Bovendien zijn de
personen die aan deze besmetting lijden supertransmitters van het
HIV-virus. Het HIV-virus heeft een lange incubatietijd.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van dit medisch probleem
en hoe meent u de risicopersonen te kunnen bereiken om deze
aandoening in te dijken?
Volgens dokter Van Bruwaene van het Tropisch Instituut is wat men
hier ontdekt heeft slechts het topje van de ijsberg is en hij vreest voor
een grote uitbreiding, niet enkel in het homo-, maar ook in het
heteromilieu.
07.01 Frieda Van Themsche
(VLAAMS BLOK): Au mois de
mars, certains homosexuels n'ont
pu donner du sang à Anvers, une
nouvelle maladie sexuelle, le
lymphogranulome vénérien (LGV),
ayant été détectée chez un certain
nombre d'homosexuels anversois.
La maladie a été observée pour la
première fois au mois de février à
Rotterdam. A l'heure actuelle, le
LGV n'est pas encore reconnu par
l'ensemble du monde médical. Les
porteurs de la maladie sont plus
réceptifs au virus HIV.
Le ministre a-t-il connaissance de
ce problème et peut-on cibler les
groupes à risque afin d'endiguer
rapidement cette affection?
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
07.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, LGV is
inderdaad een zeldzame seksueel overdraagbare aandoening, een
SOA, die recent werd vastgesteld bij overwegend seropositieve
homomannen uit het kinky- en leermilieu te Antwerpen, maar ook te
Rotterdam en te Amsterdam. Het is dus blijkbaar een internationaal
probleem waarvan de verspreiding als SOA op dit ogenblik nog
onbekend is.
Een verklaring voor de trage aangifte zou kunnen liggen in het feit dat
de incubatietijd van de ziekte 3 tot 12 dagen bedraagt en dat het
eerste verschijnsel van de ziekte, met name een klein blaasje of
zweertje op de plaats van de infectie, meestal pijnloos is en dus vaak
niet wordt opgemerkt. Pas meerdere dagen tot weken na de infectie
kan men zich werkelijk ziek voelen. Bijgevolg kunnen personen die
met LGV zijn geïnfecteerd en nog geen klachten hebben, de infectie
overdragen. Bovendien zijn personen met een LGV-infectie
vatbaarder voor HIV en andere SOA en zij kunnen deze ook
makkelijker overdragen. Daarnaast hebben zij een verhoogd risico op
andere bloedoverdraagbare aandoeningen zoals hepatitis B en C.
Het is dus niet eenvoudig voor LGV een preventieve strategie uit te
stippelen. Voorlopig kan men echter wel de doelgroep als volgt
omschrijven: mannen met onbeschermde homoseksuele contacten
uit de leer- en partyscène. De vereniging Sensoa heeft voor de
voornoemde doelgroep een aantal specifieke maatregelen
voorgesteld, waarbij niet alleen het gebruik van een condoom, maar
ook het gebruik van latexhandschoenen wordt vernoemd.
De informatiecampagne van Sensoa richt zich trouwens niet alleen tot
voornoemde doelgroepen, maar ook tot artsen. Dit lijkt mij een goed
idee want de vrees bestaat dat de recentelijk vastgestelde toename
van LGV ook gevolgen zou kunnen hebben voor personen die niet tot
de doelgroep behoren, maar die onbeschermde of onvoldoende
beschermde contacten hebben met homomannen uit het kinky- en
leermilieu. Ik weet evenwel niet wat dit milieu precies voorstelt.
Verder is het ook meer dan ooit van belang de evolutie van het aantal
nieuwe gevallen van HIV te volgen, maar ook van andere SOA zoals
hepatitis B en C. Ik heb het Wetenschappelijk Instituut voor
Volksgezondheid gevraagd mij regelmatig op de hoogte te houden
van de problematiek omtrent SOA in het algemeen en LGV in het
bijzonder. Bovendien heb ik de cel Medische Bewaking gevraagd om
de artsen te wijzen op het feit dat LGV niet kan worden opgespoord
met een standaard SOA-check. De diagnose berust op een
bloedonderzoek en een uitstrijkje uit de endeldarm. Een
gespecialiseerde tussenkomst dringt zich bijgevolg op. De
behandeling vraagt ook een speciale aanpak. Niet alleen moet een
kuur met antibiotica worden gevolgd gedurende drie weken, de
sekspartners moeten ook worden opgespoord en gecheckt.
Desnoods moet een vertrouwensarts worden ingeschakeld. Tot daar
mijn antwoord.
07.02 Rudy Demotte, ministre:
Le lymphogranulome vénérien est
une affection rare, qui a été
récemment constatée auprès
d'homosexuels à Anvers et à
Rotterdam. On ne connaît pas
encore le mode de diffusion de la
maladie, dont la déclaration est
retardée par l'existence d'une
période d'incubation de 3 à 12
jours. Les premiers symptômes
sont généralement indolores,
aussi la maladie passe-t-elle
inaperçue au début. Lorsqu'on
commence à se sentir malade, on
peut déjà avoir transmis la
maladie.
Les patients atteints sont plus
sensibles au virus HIV et à
d'autres affections sanguines. De
plus, ils sont susceptibles de les
transmettre plus facilement.
Des mesures de protection ont été
proposées au groupe cible
concerné, notamment le recours
au préservatif et aux gants en
latex. La campagne d'information
s'adressait également aux
médecins.
Compte tenu de l'importance du
suivi de la maladie, j'ai demandé à
être tenu informé à ce sujet. Il y a
lieu d'attirer l'attention des
médecins sur le fait que le
lymphogranulome vénérien ne
peut être détecté par le biais d'un
test standard pour les maladies
vénériennes. Une intervention
spécifique et une cure
d'antibiotiques de trois semaines
s'avèrent nécessaires en vue d'un
traitement efficace.
07.03 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
minister, mocht ik daar volgend jaar opnieuw naar vragen, dan zal ik
niet meer moeten spreken van leather and kinky scene maar van
rubber and kinky scene. Ik wou dan toch nog eens informeren of u
intussen al een brief hebt geschreven naar het
07.03 Frieda Van Themsche
(VLAAMS BLOK): Le ministre a-t-il
adressé un courrier au centre de
transfusion sanguine concernant
les problèmes qui se posent dans
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
bloedtransfusiecentrum in verband met die problemen rond
homoseksuele bloedgevers. Ik merk dat u bevestigend knikt. Dat hebt
u dus al gedaan.
Ik weet dat dit bijkomende vragen zijn waarop u niet hoeft te
antwoorden en bijgevolg zal ik hierover in de loop van de volgende
weken opnieuw een mondelinge vraag stellen.
le cas des donneurs de sang
homosexuels?
07.04 Minister Rudy Demotte: De cel Medische Bewaking werd
gewaarschuwd. Uiteraard is dit voor ons het belangrijkste instrument
om ook de artsen te informeren. Alle actoren moeten inderdaad
worden geïnformeerd.
Normaal moest het automatisch gebeuren door de cel Medische
Bewaking. Ik zal de centra voor transfusie persoonlijk een brief sturen.
07.04 Rudy Demotte, ministre:
J'ai averti les instances
compétentes en la matière.
De voorzitter: Collega's, dat was een vraag die bewijst dat de fantasie de wetenschap voortdurend
voorbijsteekt. Mijnheer de minister, voor een goed begrip, u gebruikte het woord "leer", maar u bedoelde
wellicht "leder", "cuir" in het Frans. "Leer" kan immers ook worden vertaald in de zin van "apprendre".
(...): (...)
07.05 Minister Rudy Demotte: Ik weet het niet. Mijn kennis is niet
groot genoeg. Ik weet dat in het kinky milieu verschillende leerscholen
bestaan. Ik wil dus zeer gematigd zijn in die materie. Ik beschik niet
over een precies antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de controle op vaccinaties tegen kinkhoest en andere kinderziektes" (nr. 2038)
08 Question de Mme Frieda Van Themsche au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "le contrôle des vaccinations contre la coqueluche et autres maladies infantiles" (n° 2038)
08.01 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, van kinkhoest worden ouders
regelmatig op de hoogte gebracht, omdat gevraagd wordt om onze
kinderen, onze baby's vanaf drie maanden en met regelmatige
herhalingen te laten inenten.
Is de nieuwe golf van besmettingen misschien te verklaren door de
toename van personen die het land binnenkomen vanuit landen waar
een dergelijke vaccinatie niet verplicht is of waar er niet voldoende
controle wordt uitgeoefend?
Hoe staat het met de controle in ons land? Wordt er nog steeds een
lijst met de gegeven vaccinaties van kinderen doorgestuurd naar het
gemeentehuis? Ik weet dat dit vroeger werd gevraagd. In hoeverre
wordt dit gecontroleerd?
Wat gebeurt er met kinderen van legaal binnengekomen personen die
een asielaanvraag hebben ingediend? Worden die mensen voor de
tijd dat ze hier verblijven op de hoogte gebracht van verplichte
vaccinaties? Wordt dit voldoende gecontroleerd?
Wat gebeurt er ten slotte met illegalen of afgewezen vreemdelingen
die hier in de illegaliteit verdwijnen en bij wie nog kinderen geboren
08.01 Frieda Van Themsche
(VLAAMS BLOK): Des articles de
presse ont fait état d'un nombre
croissant de cas de coqueluche.
Tous les bébés sont-ils toujours
vaccinés à partir de trois mois
avec deux rappels?
L'augmentation s'explique-t-elle
par l'afflux de personnes venant
de pays où la vaccination n'est pas
obligatoire?
Un contrôle sérieux est-il organisé,
avec envoi aux maisons
communales d'une liste des
enfants vaccinés?
Les demandeurs d'asile sont-ils
informés des obligations en
matière de vaccins?
Qu'advient-il des enfants de
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
worden? Kinkhoest is immers geen ongevaarlijke ziekte.
personnes qui séjournent
illégalement ici?
Pour terminer, qu'advient-il des
étrangers clandestins ou déboutés
qui disparaissent dans l'illégalité et
chez qui naissent encore des
enfants? En effet, la coqueluche
n'est tout de même pas une
maladie si bénigne.
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal de
verschillende vragen een na een beantwoorden.
Op de eerste vraag, of ook nu nog alle baby's vanaf drie maanden
worden ingeënt met twee herhalingen, kan ik het volgende
antwoorden. Het vaccinatieschema bestaat uit een eerste inenting op
twee maanden, een tweede op drie maanden, een derde op vier
maanden en herhalingen tussen dertien en vijftien maanden en
tussen vijf en zeven jaar. Er is in België slechts een verplichte
vaccinatie, met name tegen polio. Kinkhoestvaccinaties zijn slechts
aanbevolen. Aangezien kinkhoest echter ook deel uit maakt van het
gratis hexavalent vaccin mogen we veronderstellen dat veel baby's
van drie maanden nog vaak de twee herhalingen zullen krijgen. Naast
het verplicht vaccin tegen polio zijn dus verschillende inentingen
inbegrepen in het hexavalent vaccin.
De tweede vraag was of de nieuwe golf van besmettingen met
kinkhoest te verklaren is door de toename van personen die ons land
binnenkomen vanuit landen waar een dergelijke vaccinatie niet
verplicht is of waar er niet voldoende controle wordt uitgeoefend. De
verhoging van het aantal gevallen van kinkhoest wordt voornamelijk in
ontwikkelde landen geobserveerd. In Nederland kan de toestand als
epidemisch omschreven worden met ongeveer 3000 gevallen per
jaar. Verklaringen voor deze toename zijn hypothetisch.
Ten eerste, de introductie van een nieuwe diagnostische techniek, de
moleculaire diagnose of PCR-diagnose, maakt nu een identificatie
van stammen eenvoudig.
Ten tweede, in Nederland werd onderzoek gedaan naar
virulentiefactoren. Daaruit blijkt dat deze factoren verschillen tussen
de vroegere stammen en degene die vandaag circuleren. Dat is het
gevolg van de selectieve druk na vaccinatie bij de algemene
bevolking.
Ten derde, de immuniteit bij de algemene bevolking is ook gedaald.
Volwassenen bezitten vandaag een vaccinale immuniteit en hebben
geen natuurlijke immuniteit meer, volgend op de ziekte. Vaccinale
immuniteit is echter minder beschermend en vermindert met de tijd.
Ten slotte, de meerderheid van de gevallen van kinderhoest vallen
voor bij kinderen jonger dan één jaar, met name precies 61%
waarvan er 85% zijn jonger dan zes maanden, doordat de cellulaire
immuniteit niet wordt doorgegeven van moeder op kind. De piek ligt
rond twee maanden. Men zou zelfs kunnen stellen dat mensen
afkomstig uit ontwikkelingslanden beter beschermd zijn tegen
kinderhoest, doordat zij frequenter werden blootgesteld aan de
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Le schéma de vaccination normal
des bébés prévoit une première
vaccination à deux mois, une
deuxième à trois mois et une
troisième à quatre mois. Il y a
également deux vaccinations de
rappel. Seule la vaccination contre
la poliomyélite est obligatoire,
alors que celle contre la
coqueluche est simplement
recommandée. Les vaccinations
de rappel valent également pour
cette vaccination en tant que
composantes du vaccin
Hexavalent.
L'augmentation du nombre de cas
de coqueluche s'observe
principalement dans les pays
développés. Les explications à cet
égard sont hypothétiques et
diverses. Le nouveau diagnostic
moléculaire ou PCR facilite
l'identification de la maladie,
certains facteurs de virulence ont
fait l'objet d'une étude et
l'immunité naturelle a globalement
diminué. En outre, la majorité des
cas de coqueluche concerne des
enfants de moins d'un an et
même, dans 85% des cas, de
moins de six mois. Nous ne
pouvons que constater que les
personnes originaires de pays qui
pratiquent peu ou pas la
vaccination sont en fait mieux
protégées contre la coqueluche.
Le contrôle est effectué sur la
base des listes de vaccination
transmises par le médecin à la
commune. Il ne s'agit évidemment
que de la vaccination obligatoire
contre la poliomyélite administrée
à toute personne résidant en
Belgique. Les illégaux et leurs
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
infectie.
In uw derde vraag vroeg u hoe het zit met de controle in ons land en
of er steeds een lijst met de gegeven vaccinaties aan kinderen naar
het gemeentehuis wordt doorgestuurd. Ik zal ook uw vierde, vijfde en
zesde vraag aan deze vraag koppelen en ze samen beantwoorden. In
deze vragen vroeg u in hoeverre het doorsturen van de lijst wordt
gecontroleerd en wat er gebeurt in het geval van kinderen van legaal
in ons land verblijvende buitenlanders die een asielaanvraag hebben
ingediend. Worden zij voor de tijd dat zij in België verblijven op de
hoogte gebracht van de verplichte vaccinaties? Wordt dat voldoende
gecontroleerd? Ten slotte vroeg u wat er met illegalen gebeurt.
Al deze vragen zal ik hierna beantwoorden.
In België is enkel de vaccinatie tegen polio verplicht. Na de vierde
inenting van de IPV, het inspuitbaar antipoliovaccin, vult de arts een
aangifteformulier voor de vaccinatie tegen polio in, dat door de ouders
naar de gemeente moet worden doorgestuurd. De gemeente
verzekert de controle volgens de voorziene, wettelijke bepalingen.
Elke persoon die wettelijk in België woont, is onderworpen aan deze
richtlijnen. Per definitie vallen mensen die illegaal in België wonen,
buiten de controle. Het vaccinatieplan moet dus de mogelijkheid
bieden om deze populaties alle aanbevolen vaccinaties te doen
krijgen.
enfants ne sont pas soumis à ce
contrôle. Le plan de vaccination
vise toutefois également à
vacciner autant que possible ce
groupe cible.
08.03 Frieda Van Themsche (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
minister, daarnet heb ik op het Radio 1-programma `Jongens en
Wetenschap' nog een interessant medicinaal recept meegekregen
tegen hoest. Men zou rode slakken moeten zoeken in de tuin en in
een bokaal doen met afwisselend een laag suiker en een laag
slakken. Alles lost op en na het zeven door een neteldoek zou men
een zeer goed middel hebben tegen hoest. Ik dacht dat nog even te
vermelden als slot van mijn vraag. Ik ben blij dat ik een antwoord
gekregen heb, maar ik hoop dat het bestaande probleem met
kinkhoest niet verder uitdeint.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Question de Mme Françoise Colinia au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conditions sanitaires de pratique du piercing et du tatouage" (n° 2053)
09 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de sanitaire omstandigheden waarin piercings en tatoeages worden aangebracht" (nr. 2053)
09.01 Françoise Colinia (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous venez d'indiquer que vous n'étiez pas spécialiste des
milieux interlopes. Je ne sais donc pas si ma question concernant les
piercings et les tatouages vous semblera pertinente. Veuillez
m'excuser, mais avec l'arrivée du printemps et des beaux jours,
l'humeur est assez primesautière.
Ma question avait été déposée le 3 mars mais je suis heureuse de
pouvoir vous la poser aujourd'hui. Je vais vous expliquer pourquoi. La
mode croissante du piercing et du tatouage génère une situation
relativement inquiétante en matière de santé publique. J'avais été
interpellée par l'attitude du Conseil de l'ordre des médecins,
interdisant à ses membres de participer à la pratique du piercing.
09.01 Françoise Colinia (MR):
Het toenemende succes van
modeverschijnselen als piercing
en tatoeage is nogal zorgwekkend
uit het oogpunt van de
volksgezondheid. Deze praktijken
zouden terdege gereglementeerd
moeten worden.
Welke gezondheidsvoorwaarden
denkt de minister op te leggen
voor deze praktijken, afzonderlijk
of in globo bekeken?
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Cette pratique présente, en effet, des risques majeurs lorsqu'elle
s'exerce dans des conditions d'hygiène insuffisantes, avec
d'éventuelles infections telles que l'hépatite ou le sida. Si certains
acteurs du piercing ou du tatouage s'efforcent de respecter des
conditions d'hygiène normales, malheureusement, encore beaucoup
exercent dans un contexte dangereux, incontrôlé et incontrôlable. Il
importerait donc que ces pratiques soient dûment réglementées.
Vendredi dernier, dans "La Dernière Heure", je lisais en grand titre:
"Piercing mortel: une jeune femme décède des suites d'une infection
généralisée". Elle avait 19 ans, elle était licenciée en biologie. Elle a
été contaminée lors d'un piercing dans le nez par un staphylocoque
doré. Malheureusement, les symptômes de cette infection sont des
douleurs dans le bras et des douleurs cardiaques. On a pensé à un
état grippal mais, finalement, elle est morte d'une infection
généralisée.
Je sais qu'en Belgique, aucun mort n'est encore à déplorer. Mais je lis
aussi que des réunions sont organisées régulièrement. La prochaine
a été programmée pour ce lundi, je suppose donc que c'était hier.
J'aurais voulu avoir plusieurs informations. D'abord, dois-je, dans ma
question, séparer les tatoueurs des "perceurs"? Quelles conditions
sanitaires le ministre envisage-t-il d'imposer à ces pratiques, qu'elles
soient envisagées séparément ou ensemble? Quel sera le contrôle
des conditions? Quels sont les critères existants? Au-dessous de la
photo de l'homme "piercé" que je ne trouve personnellement pas très
séduisant, il est indiqué qu'un grand vide juridique existe.
Hoe zal de naleving van die
voorwaarden worden
gecontroleerd?
Welke criteria gelden er op dit
moment?
09.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, j'ai une
première réflexion d'ordre éthique et qui n'a rien à voir avec le
raisonnement scientifique que je vais tenir par la suite. A titre
personnel, j'ai toujours pensé que toutes les mutilations du corps
étaient effectivement dangereuses. Si je pouvais donner un conseil
préventif aux jeunes et aux moins jeunes qui pensent au piercing
sous toutes ses formes et au tatouage, c'est d'y renoncer dans la
mesure du possible. Je sais que cela n'a rien de scientifique mais je
tenais, en tant qu'homme et en tant que parent, à le dire car cela me
paraît important.
A l'heure actuelle, il existe de nombreuses réglementations. Le point
de départ est le cadre légal général pour la protection du
consommateur. Ainsi, la loi de 1994 relative à la protection du
consommateur stipule que le consommateur ne peut être mis en
danger et que des produits dangereux ne peuvent être utilisés. Les
tatoueurs, de même que les "perceurs", doivent se conformer à cette
réglementation. D'autres lois, telles que celle relative aux normes de
produits, viennent compléter ce cadre réglementaire.
Quiconque ne se conforme pas à ces dispositions, est, aujourd'hui,
passible d'une peine. Bien entendu, il s'agit d'un cadre général.
Le Conseil supérieur d'hygiène a énoncé, en termes clairs, un avis sur
cette question qui est consultable sur son site web. D'après cet avis, il
n'est pas indiqué de médicaliser ou d'agréer la profession et, encore
moins, les contrôles exercés par les pouvoirs publics. Sans doute
s'agit-il là d'un élément qui se base, d'une part, sur l'expérience à
l'étranger et, d'autre part, sur l'économie de la santé, à savoir la
relation entre l'efficacité, les moyens mis en oeuvre et la logique de
09.02 Minister Rudy Demotte:
Als ik de jongeren en de oudere
jongeren die een piercing of een
tattoo willen laten zetten een raad
mag geven, als mens en als
ouder: doe het niet.
Momenteel bestaan er een
heleboel reglementeringen.
Uitgangspunt is het algemene
wettelijke kader voor de
bescherming van de consument.
Dat reglementaire kader wordt
verder aangevuld door diverse
wetten, zoals de wet betreffende
de productnormen.
Wie die bepalingen niet naleeft,
kan worden gestraft.
De Hoge Gezondheidsraad is van
oordeel dat het niet aangewezen is
het beroep in een medisch keurslijf
te stoppen of aan erkenning te
onderwerpen en hij is zeker niet
gewonnen voor toezicht door de
overheid. De Raad pleit voor
informatie, preventie en
samenwerking en formuleert
enkele duidelijke richtlijnen op het
vlak van hygiëne. De
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
prévention.
De manière générale, les meilleures initiatives que l'on puisse prendre
sont l'information, la prévention et la collaboration.
Par ailleurs, cet avis de l'Institut d'hygiène comporte quelques
prescriptions claires en matière d'hygiène qui doivent être observées
par les tatoueurs et les perceurs pour éviter les infections. Les
organisations professionnelles ont transposé celles-ci dans des
chartes qui doivent être respectées par leurs membres.
Je tiens également à indiquer que les mêmes procédures sont
d'application à l'étranger. Ainsi, aux Pays-Bas, on considère aussi que
les contrôles organisés par les pouvoirs publics ne constituent pas
l'instrument adéquat. C'est pourquoi le secteur s'est réuni avec
l'organisation des consommateurs en vue de développer un label
qualitatif. Ce dernier a été élaboré suivant les principes de
coréglementation, d'autofinancement et d'autocontrôle. Outre la
réglementation légale actuelle et les prescriptions en matière
d'hygiène énoncées par le Conseil supérieur d'hygiène, d'autres
critères peuvent être imposés pour l'octroi dudit label comme, par
exemple, le temps de réflexion post-cure, etc.
Il ne s'agit pas d'une nouvelle philosophie mais, plutôt, d'une
approche nouvelle qui comprend trois niveaux possibles de
réglementation. La loi-cadre sur la protection des consommateurs
représente le niveau supérieur alors que l'autorégulation constitue le
niveau inférieur.
Nous souhaitons instaurer un niveau intermédiaire, à savoir la
corégulation. Une commission mixte réunissant des représentants du
secteur, des associations de consommateurs et des autorités, a
oeuvré à la rédaction d'un Code de bonne pratique. Ainsi, un tatoueur
qui satisfait aux conditions imposées par ce Code reçoit le label et
peut s'en servir à des fins positives de promotion. Cette commission
devra définir la procédure à suivre en cas de non-respect des
conditions, par exemple en cas de manque d'hygiène.
La sanction imposée consistera en un refus du label. Cependant, des
suites sur le plan juridique ne doivent pas être exclues.
Chaque perceur ou tatoueur sera libre d'adhérer ou non au nouveau
système. En cas d'adhésion, il devra se soumettre aux contrôles
organisés par la commission du label qui seront, par conséquent, des
autocontrôles.
Comme il est insuffisant de se baser sur la régulation du secteur lui-
même, ces contrôles seront combinés à des contrôles auxquels
procéderont les pouvoirs publics. En effet, à la suite du dépôt d'une
plainte, l'Inspection économique pourra effectuer des contrôles sur la
base de la loi relative à la protection des consommateurs.
Je rappelle que les outils légaux sont désormais complets et peuvent
être actionnés. Les contrôles par l'autorité publique pourront revêtir un
caractère individuel ou s'inscrire dans une campagne plus vaste et
collective. Cette manière de procéder sera évaluée à l'avenir. Selon
l'ensemble des acteurs qui ont à se prononcer dans ce dossier, il
n'apparaît pas nécessaire pour l'instant d'élaborer une réglementation
beroepsorganisaties hebben die
omgezet in het charter dat hun
leden moeten onderschrijven. In
het buitenland gaan men op
dezelfde manier te werk.
Het gaat om een nieuwe aanpak,
met drie mogelijke niveaus van
regulering: de kaderwet op de
consumentenbescherming vormt
het hoogste niveau, terwijl de
zelfregulering het laagste niveau
is.
We willen komen tot een niveau
tussen die twee niveaus in, een
niveau van co-regulering. Een
gemengde commissie met
vertegenwoordigers van de sector,
consumentenorganisaties en de
overheid stelde een code van
goede praktijk op. De tatoeëerder
die aan de voorwaarden voldoet,
krijgt het label. Die commissie zal
moeten vaststellen wat er gebeurt
wanneer de voorwaarden niet
worden nageleefd. In dat geval
wordt het label niet toegekend.
Ook rechtsgevolgen kunnen
echter niet worden uitgesloten.
Aan het systeem van zelfcontrole
zullen overheidscontroles worden
gekoppeld.
Alle actoren zijn het erover eens
dat een bijkomende
reglementering overbodig lijkt.
Indien het kwaliteitslabel niet de
verhoopte uitwerking heeft, zullen
andere maatregelen worden
overwogen.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
légale supplémentaire. Autrement dit, nous disposons aujourd'hui
d'une réglementation, de lois plus globales relatives à la protection du
consommateur. En outre, le secteur a marqué sa volonté de
collaborer tant avec les organisations de consommateurs qu'avec le
gouvernement pour aboutir à ce code de bonne conduite. Si
d'aventure il apparaissait que le label de qualité n'a pas l'effet
escompté, d'autres mesures seraient alors envisagées, n'en doutez
pas.
09.03 Françoise Colinia (MR): Monsieur le ministre, s'agirait-il d'un
label belge ou d'un label européen? Il faudrait envisager les deux
professions ensemble, tatoueurs et "perceurs". Dans votre réponse,
j'ai été interpellée par l'utilisation des produits. Quand je me suis fait
percer les oreilles, je ne pensais pas qu'il s'agissait d'une mutilation.
Dans ce cas, il n'y a pas d'injection de produit. Je voudrais également
savoir si cette corégulation était effective actuellement ou si elle devait
encore être mise en place. Dans son article, le journaliste explique
que vous n'êtes malheureusement pas directement compétent
puisqu'il y a le ministre des Affaires économiques et la ministre de la
Protection des consommateurs. Je me demandais donc dans quelle
mesure on devait envisager les deux professions ensemble.
09.03 Françoise Colinia (MR):
Wordt het een Belgisch of een
Europees label?
Is de co-regulering reeds in
voege?
U lijkt niet de enige bevoegde
minister te zijn: ook de ministers
van Economie en
Consumentenzaken zijn betrokken
partij. Ik vraag mij dan ook af in
hoeverre de twee beroepen, dat
van tatoeëerder en dat van
piercer, onder één noemer moeten
worden gebracht.
09.04 Rudy Demotte, ministre: Le label est fédéral, belge. Mon
prédécesseur, M. Tavernier, avait pris cette initiative. Les tatoueurs
comme les "perceurs" sont concernés, même en ce qui concerne
l'usage des produits. En effet, on ne parle pas seulement des produits
injectés dans la peau dans le cas du tatouage. On parle aussi de la
nature des produits utilisés dans le piercing lui-même. Certains
produits peuvent présenter une toxicité et avoir des conséquences au
contact de la peau humaine. Il peut s'agir également des produits de
désinfection. Le concept de "produits" est extrêmement large.
Par ailleurs, ce que vous dites est absolument correct sur le plan de la
formulation: mes collègues Fientje Moerman et Freya Van den
Bossche ont toutes deux des compétences dans les matières dont
traite ce dossier.
En tant que ministre de la Santé publique, il est de mon devoir de
prendre le plus de précautions possibles. C'est pourquoi j'ai
commencé par la phrase que j'ai prononcée tout à l'heure, qui n'était
pas dans mon texte écrit mais qui me paraissait importante: "Soyez
vigilants". Dans tout ce qui est relatif au piercing - que ce soit les
oreilles, le nez ou autre chose - ou encore avec les tatouages, il y a
toujours un danger. Il est vrai que les risques de contamination sont
souvent sous-estimés par ceux qui subissent ce type d'intervention à
usage esthétique.
09.04 Minister Rudy Demotte:
Het is een Belgisch label. Mijn
voorganger, de heer Tavernier,
had daartoe het initiatief genomen.
Het gaat zowel om tatoeëerders
als piercers, zelfs voor wat het
gebruik van producten betreft.
Ook mijn collega's Fientje
Moerman en Freya Van den
Bossche hebben inderdaad
bevoegdheden inzake dit dossier.
Als minister van Volksgezondheid
is het mijn plicht zoveel mogelijk
voorzorgsmaatregelen te treffen.
In al wat met piercings of
tatoeages te maken heeft, schuilt
gevaar. Het risico van besmetting
wordt inderdaad vaak onderschat
door diegenen die er één laten
aanbrengen.
09.05 Françoise Colinia (MR): Une toute dernière question. L'âge
minimal pour pouvoir faire un piercing était de 16 ans. Cela rentre-t-il
en ligne de compte dans votre corégulation? Je parle du piercing à
des endroits un petit peu moins "classiques".
09.05 Françoise Colinia (MR):
De minimumleeftijd voor een
piercing was 16 jaar. Houdt uw co-
regulering hiermee rekening?
09.06 Rudy Demotte, ministre: Je n'ai pas l'autorité pour vous
répondre. Je vais me renseigner, mais, à ce stade, je ne puis vous le
09.06 Minister Rudy Demotte:
Daarover moet ik inlichtingen
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
dire. A mon sens, oui. S'il y a un âge qui a été fixé, c'est effectivement
celui-là et il doit être respecté dans les codes de déontologie et de
bonne pratique.
inwinnen, maar volgens mij wel.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Françoise Colinia au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'enquête de Test-Achats sur l'ajout de protéines de porc ou de boeuf au poulet" (n° 2395)
10 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het onderzoek van Test-Aankoop naar de toevoeging van varkens- en rundereiwitten aan
kippenvlees" (nr. 2395)
10.01 Françoise Colinia (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question concerne l'enquête de Test-Achats sur les
produits de poulet offerts à la consommation avec ajout de protéines
de porc ou de boeuf. Une récente information de presse expliquait
qu'une étude avait été réalisée à la demande de Test-Achats, qui
mettait en évidence la présence d'ADN de porc et de boeuf dans les
produits étiquetés "100% poulet". Il semblerait que la question relève
uniquement de la tromperie du consommateur sur le produit livré qui
n'est pas celui proposé à la vente, outre le fait que le procédé permet
à la viande d'absorber beaucoup plus d'eau et donc de gonfler le
poulet et dès lors le rendement.
Selon l'article, l'AFSCA aurait affirmé que le problème fait déjà l'objet
de discussions entre les représentants du secteur de la viande -
scientifiques et fonctionnaires - mais que la publication de cette
enquête pourrait accélérer les choses. On reconnaît également que la
législation actuelle présente quelques lacunes.
Pouvez-vous confirmer que cette position a bien été celle de
l'AFSCA? Dans l'affirmative, la législation présente-t-elle oui ou non
des lacunes?
Le rapport des discussions évoqué est-il disponible pour les membres
de la commission de la Santé publique?
Nous sommes en présence de produits non conformes présentés à la
vente au public sous une appellation inexacte. En outre, le produit
devrait être considéré comme un produit à base de viande. A partir de
ce moment-là, le fabricant devrait fournir la liste complète des
ingrédients, ce qui n'a pas été fait.
Quelles mesures sont-elles prises contre les contrevenants? De quels
fabricants ou importateurs s'agit-il? A ce jour, ont-ils déjà fait l'objet de
mesures particulières pour la protection des consommateurs?
10.01 Françoise Colinia (MR):
Uit een onderzoek van Test-
Aankoop is gebleken dat er
varkens- en runder-DNA werd
aangetroffen in producten die
volgens het etiket uitsluitend
kippenvlees zouden mogen
bevatten.
Het FAVV zou hebben verklaard
dat het probleem al onderzocht
werd door de vertegenwoordigers
van de vleessector, maar dat een
en ander door de publicatie van
dat onderzoek in een
stroomversnelling zou kunnen
geraken. Voorts wordt toegegeven
dat er een aantal lacunes zijn in de
huidige wetgeving.
Is dat inderdaad het standpunt van
het FAVV? Zo ja, zijn er al dan niet
lacunes in de wetgeving? Kunnen
de leden van de commissie voor
de Volksgezondheid het verslag
van de besprekingen inkijken?
Welke maatregelen worden er
getroffen om wetsovertreders te
straffen?
Over wie hebben we het dan,
welke fabrikanten of importeurs
moeten met de vinger gewezen
worden?
Werden er ten aanzien van deze
overtreders reeds bijzondere
maatregelen genomen ter
bescherming van de consument?
10.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, le
30 mars 2004, cette problématique a été expliquée par l'AFSCA aux
représentants du secteur de la viande lors de sa séance du comité
consultatif dans lequel d'autres secteurs mais aussi des associations
10.02 Minister Rudy Demotte:
Op 30 maart 2004 gaf het FAVV
de vertegenwoordigers van de
vleessector en de
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
de consommateurs sont représentés. A cette occasion, le
représentant de Test-Achats a expliqué son point de vue plus en
détail. Lors de cette même réunion, un document de l'AFSCA qui
résume le sujet a été diffusé.
Les règles européennes interdisent explicitement l'ajout d'agents qui
permettent de promouvoir la rétention d'eau pour viande fraîche ou
viande crue de volaille. Cette interdiction ne porte pas explicitement
sur des produits à base de viande et les préparations de viande.
L'utilisation de protéines animales obtenues d'autres espèces
animales n'est pas non plus interdite dans ces denrées.
L'administration de la Commission européenne, Direction générale
Santé et Protection des consommateurs, a communiqué par une
déclaration vouloir faire appliquer de manière interprétative les règles
pour les viandes de volaille fraîches aux produits à base de viande et
aux préparations de viande.
Lors d'une première explication au sein du Comité permanent de la
Chaîne alimentaire et de la Santé animale le 10 novembre 2003, les
représentants de plusieurs Etats membres ont souligné le caractère
précaire de l'argumentation employée ainsi que l'application, dans le
secteur des produits à base de viande et des préparations de viande,
de techniques de production légitimes et techniquement
indispensables dans ce secteur et ne poursuivant pas
nécessairement uniquement le but d'une augmentation de poids.
On a suggéré d'aborder l'affaire par les règles concernant
l'étiquetage. La Commission a annoncé une nouvelle déclaration, plus
peaufinée, et bien que la Commission ait abordé à nouveau le dossier
lors de la séance du Comité permanent du 11 février, la déclaration
renouvelée annoncée n'est pas encore publiée actuellement.
Toutefois, celle-ci reste essentielle pour les Etats membres, afin de
pouvoir procéder à une action correcte; par exemple, lorsqu'il ne s'agit
pas de viande fraîche de volaille.
En ce qui concerne l'étiquetage des denrées alimentaires
préemballées, il convient d'appliquer l'arrêté royal du
13 septembre 1999. Cet arrêté est également basé sur les directives
européennes. Les contrôleurs et inspecteurs de l'AFSCA prêtent
constamment une attention substantielle à la surveillance de
l'application de cette réglementation et ils y consacrent du temps.
Vu la complexité des infractions, qui ne sont pas rares, entre autres
parce que les commerçants et les consommateurs ne sont pas
toujours convaincus de l'avantage de cette réglementation ou ne la
comprennent pas suffisamment; vu les effectifs limités auprès de
l'AFSCA et la multiplicité des tâches qui se concentrent sur les
risques de la sécurité alimentaire, il importe d'être conscient du fait
qu'il est malaisé de détecter, de manière systématique, des
infractions qui sont ponctuelles.
Néanmoins, en cas d'infraction constatée, on impose les mesures
nécessaires tant en nature uniquement répressive le PV est
uniquement dressé à ce moment-là que de manière administrative,
c'est-à-dire la saisie avec rectification de situation ou la destruction
des produits.
consumentenverenigingen
toelichting bij deze problematiek.
Er werd een document van het
FAVV verspreid waarin een en
ander wordt samengevat.
Krachtens de Europese
regelgeving is de toevoeging van
additieven die waterretentie
bevorderen aan vlees van
gevogelte verboden. Dat verbod
geldt niet uitdrukkelijk voor
vleesproducten. Het opspuiten met
dierlijke eiwitten van andere
diersoorten is ook niet verboden
bij deze etenswaren. De Europese
Commissie wil dat de regels voor
vers vlees van gevogelte op een
interpretatieve manier worden
toegepast op vleesproducten.
Verscheidene lidstaten wezen op
de weinig solide argumentatie en
onderstreepten dat er in de sector
van de vleesproducten en
vleesbereidingen volstrekt
wettelijke productietechnieken
gebruikt worden die niet
noodzakelijk tot doel hebben het
product zwaarder te maken.
Er werd geopperd om de kwestie
aan te pakken via de regelgeving
betreffende de etikettering. De
Commissie heeft aangekondigd
dat er een nieuwe, meer
uitgewerkte verklaring zal volgen.
Die werd vooralsnog niet
gepubliceerd.
Die verklaring is echter van
fundamenteel belang om tot de
gepaste actie te kunnen overgaan.
Wat de etikettering van
voorverpakte etenswaren betreft,
is het koninklijk besluit van 13
september 1999 van toepassing.
De controleurs van het FAVV zien
er nauwlettend op toe dat deze
reglementering wordt nageleefd.
Toch moet men beseffen dat het
niet eenvoudig is om systematisch
gerichte overtredingen vast te
stellen.
Wanneer een overtreding wordt
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Je souhaite également souligner qu'une certaine compétence est
réservée au service d'inspection économique qui relève de la
compétence de ma collègue des Affaires économiques et l'AFSCA
fonctionnera donc avec ces services afin d'élaborer une stratégie
commune de contrôle qui conduit à l'efficacité.
begaan, worden evenwel de
nodige maatregelen getroffen.
Ook de economische
inspectiediensten hebben enige
bevoegdheid ter zake. Mijn collega
van Economie is er
verantwoordelijk voor en het FAVV
zal er dus mee samenwerken.
10.03 Françoise Colinia (MR): Monsieur le ministre, la seule
répression consiste donc en la saisie ou la destruction des stocks qui
ne correspondent pas aux normes? Aucune autre forme de
répression n'est envisagée?
10.03 Françoise Colinia (MR):
Welke sancties worden
overwogen?
10.04 Rudy Demotte, ministre: Deux types de mesures sont prises:
la mesure administrative, saisie et destruction des stocks et la mesure
répressive, établissement d'un procès-verbal qui peut,
éventuellement, servir dans le cas d'une poursuite civile ou pénale.
10.04 Minister Rudy Demotte:
Er worden twee soorten
maatregelen getroffen:
administratieve (inbeslagneming
en vernietiging van de stocks) en
repressieve (opstellen van een
proces-verbaal).
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de preventie van zelfmoord" (nr. 2121)
11 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
11.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik herinner me de warme periode in de vroege zomer van
2003, toen de partners aan de regeringsonderhandelingstafel zaten
en een passage in het ontwerp van regeerakkoord hebben
ingeschreven waarin het aantal zelfmoorden bij jongeren
verontrustend werd genoemd en er gesteld werd dat de dramatische
evolutie een groeiende aandacht verdiende van de diverse regeringen
in ons land.
Sindsdien zijn een aantal aspecten uit het hoofdstuk
"maatschappelijke vraagstukken" aangepakt door regering en
Parlement. Mijn bekommernis gaat vooral uit naar de problematiek
van de zelfmoorden en het aantal oproepen via de zelfmoordlijn - wat
de problematiek voor een stuk weerspiegelt.
In maart 2004 werd een stand van zaken inzake de oproepen in 2003
opgemaakt, die een stijging van 10% aantoonde ten opzichte van
2002 en van meer dan 20% ten opzichte van 2001.
Zelfmoord hangt nog sterk in de taboesfeer, maar lijkt een algemeen
aanvaarde doodsoorzaak te zijn die met stip op de tweede plaats
staat in de rangorde van doodsoorzaken in ons land.
Mijnheer de minister, vermits deze problematiek zich zeker niet alleen
voordoet in ons land, maar een Europees probleem is, dring ik erop
aan hieraan de nodige aandacht te willen schenken. Zelfmoord is een
belangrijke doodsoorzaak. Initiatieven terzake stonden ingeschreven
11.01 Miguel Chevalier (VLD):
Des mesures sont annoncées
dans l'accord de gouvernement en
vue de soutenir la prévention du
suicide. Si nous prenons le
nombre d'appels vers la ligne de
SOS suicide comme indication de
l'ampleur du problème du suicide,
la situation n'est pas rose. Le
suicide reste toujours la deuxième
cause de décès dans notre pays.
Quelles initiatives le gouvernement
a-t-il prises pour faire diminuer le
nombre de suicides?
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
in het regeerakkoord.
Welke initiatieven hebben de federale regering en de diverse
deelregeringen ontwikkeld om deze problematiek ernstig te nemen?
Welke initiatieven worden ontwikkeld om, enerzijds, organisaties die
preventief optreden te ondersteunen en, anderzijds, het probleem
algemeen in kaart te brengen om, in de mate dat dit mogelijk is, de
hoge zelfmoordcijfers naar beneden te drukken?
11.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Chevalier, u vraagt me of ik van plan ben ingrijpende initiatieven te
nemen om de verontrustende zelfmoordcijfers in de toekomst te
vermijden en welke initiatieven dat zijn.
Zelfmoord is een ernstig probleem dat grondig bestudeerd moet
worden. In de toekomst zullen ingrijpende initiatieven moeten worden
genomen om deze groeitendens aanzienlijk te verminderen. Een
grote rol is weggelegd voor preventie. Zoals u weet valt preventie
onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen.
Ik betreur dat gezondheidszorgen in de richting van de
Gemeenschappen gaan, maar ik ben ervan overtuigd dat zij goed
werk leveren. Ik weet in het bijzonder dat de Vlaamse minister van
Volksgezondheid, mevrouw Byttebier, erg begaan is met deze
problematiek.
Wat mij betreft, ben ik altijd bereid om deze problematiek te
bespreken in de interministeriële conferentie die voorzien is in de
komende weken. Ik zeg echter zonder veel risico dat ik er niet veel
van verwacht. De verkiezingen zijn immers dichtbij en dus kunnen de
ploegen veranderen. De ministers immers zeker geen concrete
beslissing kunnen nemen.
11.02 Rudy Demotte, ministre: Il
faut prendre des initiatives
sérieuses pour corriger cette
tendance. Néanmoins, la
prévention relève des
compétences des Communautés.
J'aborderai ce problème lors de la
conférence interministérielle qui se
tiendra prochainement. Je
n'attends toutefois pas grand-
chose de cette conférence: en
raison des élections qui
approchent, les ministres ne
pourront plus prendre de décisions
concrètes.
De voorzitter: Bon, het zal dus eerst van de politieke zelfmoorden afhangen. Mijnheer Chevalier, uw
repliek.
11.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zou mij
graag bij uw antwoord aansluiten, maar ik mag dat natuurlijk niet. Ik
geef me echter absoluut niet gewonnen, integendeel.
Uit het antwoord van mijnheer de minister leid ik natuurlijk af dat het
vooral een probleem is van de Gemeenschappen. Ik vind dat deze
problematiek echter te ernstig is om die alleen over te laten aan de
Gemeenschappen. Daarnaast zou ik er bij de minister toch sterk op
aan willen dringen om de problematiek van zelfmoord bij jongeren en
in het algemeen evenals de preventie ervan, ondanks het feit dat er
verkiezingen in aantocht zijn, toch op de agenda te plaatsen van die
interministeriële conferentie. Blijkbaar is iedereen even gevoelig voor
het thema, maar neemt niemand initiatief om het echt ter harte te
nemen. Vandaar dat ik aandring. Bovendien denk ik dat iedereen
ervan overtuigd is dat verkiezingen geen rem mogen zijn op een
initiatief terzake.
11.03 Miguel Chevalier (VLD):
Ce problème est trop sérieux pour
qu'on laisse les Communautés se
débrouiller seules. Les élections
ne doivent pas être un frein aux
bonnes initiatives.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het alcoholgebruik door vrouwen" (nr. 2173)
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
12 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
consommation d'alcool par les femmes" (n° 2173)
12.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het verbaasde mij toen ik vanmorgen in het Parlement
binnenstapte, dat een aantal vrouwelijke collega's mij meteen op de
vingers tikten over de aard van de vraag die ik vanmorgen wenste te
stellen aan de minister. Blijkbaar rust er nog steeds een taboe op het
probleem.
12.01 Miguel Chevalier (VLD):
La consommation et l'abus
d'alcool par les femmes sont un
tabou. Le ministre s'occupe
beaucoup de la consommation de
nicotine, mais l'alcoolisme
mériterait certainement qu'on s'y
intéresse tout autant.
De voorzitter: Moeten wij nu bescherming vragen?
12.02 Miguel Chevalier (VLD): Niet tegen vrouwen, maar misschien
wel tegen de problematiek van mevrouw Van Themsche, waartegen
ik iets alerter ben.
12.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Dat hangt af van de vraag die nu
gesteld zal worden.
12.04 Miguel Chevalier (VLD): Ik stel vast dat er blijkbaar nog
steeds een aantal taboes zijn en het is onze opdracht die taboes te
doorbreken.
Recent verschenen een aantal artikels over het alcoholmisbruik in ons
land. Ik weet dat de minister heel wat zaken probeert te doen rond
nicotinemisbruik en dat dat taboe nu volledig doorbroken is. Thans
vraag ik dat ook het probleem omtrent alcoholgebruik en
alcoholmisbruik uit de taboesfeer wordt gehaald wordt opengetrokken.
12.04 Miguel Chevalier (VLD):
Les chiffres démontrent que la
consommation et l'abus d'alcool
par les femmes ont doublé, même
si l'alcoolisme reste nettement
plus répandu parmi les hommes.
Le ministre doit appréhender ce
problème délicat dans sa globalité.
Quelles initiatives a-t-il prévues?
12.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): Maar waarom alleen specifiek naar
vrouwen gericht? Dat vind ik zo merkwaardig.
De voorzitter: De heer Chevalier heeft de vraag ingediend. Dames, u had er een vraag moeten aan
toevoegen. Alleen de heer Chevalier heeft nu het woord, het spijt me.
12.06 Miguel Chevalier (VLD): Mevrouw Detiège, het is niet de
gewoonte om de vraagsteller te onderbreken. Ik zou dat bij u niet
durven doen, anders kreeg ik zeker op mijn donder.
De voorzitter: Iedereen heeft een beperkte spreektijd.
12.07 Miguel Chevalier (VLD): Eén van de cijfers uit alle gegevens
die nu ter beschikking zijn stelt dat het alcoholgebruik en -misbruik bij
vrouwen verdubbeld is in de loop van de laatste jaren. Dat betekent
niet dat het probleem zo erg is want de verhouding ten opzichte van
het misbruik bij mannen is ongeveer 10 tegen 1. Bij mannen is het
probleem dus veel groter. Ik wil echter dat de minister het probleem in
zijn totaliteit aanpakt want nu blijkt dat vrouwen niet enkel klimmen op
de maatschappelijke ladder en een aantal taken uitvoeren die vroeger
exclusief voorbehouden waren aan mannen, maar dat ze
tegenwoordig - jammer genoeg blijkbaar ook de negatieve aspecten
van een aantal factoren uit onze samenleving meepikken. Ook bij hen
is dus vandaag een probleem aanwezig. Dat een aantal vrouwen zo
fel reageert is voor mij een illustratie van de diepte van het probleem
in zijn totaliteit. Niemand wenst blijkbaar dit probleem te bespreken,
het is nog steeds maatschappelijk onbespreekbaar.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
12.08 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Chevalier, ik heb zowel
aandacht voor het probleem van nicotinemisbruik als voor het
probleem van alcoholmisbruik dat wellicht één van de grootste
problemen is van onze maatschappij.
Men spreekt vaak van het misbruik van drugs, maar men vergeet dat
in ons land veel mensen lijden aan alcoholisme. Daardoor vallen
gezinnen uiteen en verslechtert de gezondheidstoestand omdat veel
mensen om een hele reeks goede of slechte - ik denk vooral slechte -
redenen te veel drinken. Het wordt in onze maatschappij een soort
culturele afwijking en dit moet volgens mij ook worden gezegd. Het is
natuurlijk een kwestie waarop een taboe rust. Het alleen maar
beweren is echter niet genoeg. Men moet concrete acties
ondernemen om daartegen te strijden.
Ik heb kennis genomen van de resultaten van de studie van het Hoger
Instituut voor de Arbeid van de KUL over de baten en kosten voor de
samenleving van het alcoholverbruik en -misbruik. Ik kan aldus
vaststellen dat de meest ontnuchterende cijfers nog meer het
alcoholverbruik op het werk in het algemeen betreffen dan het verschil
in verbruik tussen mannen en vrouwen. De sociale kosten van het
alcoholverbruik op het werk worden inderdaad op 2,2 miljard euro
geraamd, hetzij 36% van de totale geraamde kosten. Deze cijfers
plaatsen het deel van de sociale kosten dat te wijten is aan het
verbruik binnen het werkkader op de eerste plaats, dus nog vóór de
kosten die worden veroorzaakt door alcohol achter het stuur en de
kosten voor de rechtstreekse gezondheidszorg. Het is in deze context
dat ik de samenwerking van mijn collega, de staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, heb gevraagd om
concrete mogelijkheden voor actie te ontwikkelen.
Wat het specifiek gebruik door vrouwen betreft, bewijst de studie die
in 2001 door het Instituut voor Volksgezondheid werd gemaakt dat
3,6% van de vrouwen van vijftien jaar en ouder een alcoholprobleem
heeft tegenover 9,5% van de mannen. Voor het overige toont het
geheel van minimale psychiatrische basisgegevens aan dat het
verschil tussen het totaal aantal mannen en het totaal aantal vrouwen
die voor een alcoholprobleem worden behandeld tussen 1999 en
2001 slechts lichtjes afneemt.
Men beschikt dus niet over voldoende elementen die een specifieke
benadering van het alcoholisme bij vrouwen zouden rechtvaardigen.
Ik voeg hieraan nog toe dat mijn diensten een werkgroep over
jongerenalcoholgebruik hebben opgericht, samengesteld uit
vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties en de
federaties voor de distributie, de productie en de verkoop van
alcoholhoudende dranken. Binnen deze werkgroep komt een
consensus in zicht om de regels van zelfdiscipline goed te keuren en
elke verkoop te verbieden van alcoholhoudende dranken via
automaten die zich bevinden in de buurt van plaatsen waar jongeren
onder 18 jaar samenkomen: scholen, jongerenclubs, bushaltes,
enzovoort.
De preventie en de opvoeding belangrijke hoofdlijnen in het beleid
ter bestrijding van het misbruik van alcoholhoudende dranken
behoren tot de bevoegdheid van de overheden van de
Gemeenschappen. Ik zal niet nalaten hun initiatieven terzake te
12.08 Rudy Demotte, ministre:
Je ne manque pas de m'intéresser
à ce problème qui brise des foyers
et nuit à la santé. Il s'agit de plus
en plus d'une déviance culturelle
dont on ose à peine parler. Des
actions concrètes doivent donc
être menées.
L'étude du Hoger Instituut voor de
Arbeid (HIVA) de la KUL sur les
coûts et profits que l'abus d'alcool
génère pour la société est très
instructive. Les coûts sociaux de la
consommation d'alcool sur le lieu
de travail sont estimés à 2,2
milliards d'euros, ce qui
représente 36% de l'ensemble des
coûts liés à l'alcool, qui sont
encore supérieurs aux coûts en
matière de circulation ou de santé
publique. Je collabore dès lors
avec la secrétaire d'Etat à
l'Organisation du travail et au
Bien-être au travail afin de mettre
sur pied des actions concrètes.
Il ressort d'une étude de 2001
réalisée par l'Institut scientifique
de la Santé publique que 3,6% des
femmes âgées de plus de 15 ans
souffrent d'un problème
d'alcoolisme, contre 9,5% cent des
hommes. Ce fossé se réduit
progressivement, mais les
éléments disponibles ne sont pas
suffisants pour justifier une
approche spécifique à l'intention
des femmes. Je prépare toutefois
des actions spécifiques pour les
jeunes. Je soutiendrai les
initiatives des Communautés en
matière de prévention et
d'éducation.
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
steunen.
12.09 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u in elk
geval voor het engagement en de initiatieven die u wilt nemen in deze
problematiek. Een aantal cijfers die u daarnet gegeven hebt over de
sociale kosten, vind ik verontrustend voor het probleem in zijn
totaliteit. Dat is natuurlijk maar één onderdeel van de kosten, want dit
zijn cijfers over de werksfeer en de omgeving. Ik denk dat dit slechts
een aspect van het probleem, want er is ook nog de volledige privé-
problematiek.
Mijnheer de minister, ik verzoek u om de strijd tegen alcohol en
alcoholmisbruik voort te zetten. Uit de reacties die ik daarnet nog heb
gekregen, blijkt hoe diep het zit en hoe groot het taboe is. Het is al vrij
moeilijk dat mannen moeten leven met de stempel van alcoholicus.
Voor vrouwen zal het nog veel moeilijker zijn, omdat het
maatschappelijk gewoon niet aanvaard wordt en men die waarheid
niet wil zien. Ik wens u veel sterkte in uw strijd.
12.09 Miguel Chevalier (VLD):
Je considère comme
préoccupants les chiffres relatifs
au coût social de ce phénomène,
qui revêt aussi un aspect privé.
Dans notre société, l'alcoolisme
féminin est un tabou qu'il faut
absolument briser.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voorzieningen voor druggebruikers met psychiatrische problemen" (nr. 2180)
13 Question de Mme Maya Detiège au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'accueil des toxicomanes souffrant de troubles psychiatriques" (n° 2180)
13.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag handelt eigenlijk over het drugbeleid.
In verband met de drugproblematiek werd drie jaar geleden de
beleidsnota van de federale regering aan het publiek voorgesteld. De
beleidsnota kondigde een aanzienlijk deel middelen aan voor nieuwe
initiatieven en projecten, die een antwoord konden bieden op een
aantal prangende tekorten en knelpunten. In de nota werd onder
andere melding gemaakt van de uitbouw van de voorzieningen voor
de zogenaamde dubbeldiagnosegroep. Het huidige zorgaanbod bleek
immers ontoereikend.
De federale regering wil onder meer pilootprojectenprojecten opzetten
in de vorm van afzonderlijke eenheden voor de intensieve
behandeling van dubbeldiagnosepatiënten in psychiatrische
ziekenhuizen. De genomen maatregelen voor deze groep van
patiënten worden door de sector tot op heden als onvoldoende
ervaren.
Naar schatting 60% van de problematische druggebruikers kampt met
psychiatrische problemen. De federale overheid financierde slechts
één proefproject, het psychiatrisch centrum Sleidinge in Oost-
Vlaanderen, om in een specifieke behandeling voor deze patiënten te
voorzien. Het project beperkt zich uitsluitend tot patiënten met een
combinatie van druggebruik en psychose. Het project beoogt echter
dat is ook het probleem geen andere psychiatrische problemen,
zoals depressie, persoonlijkheidsstoornissen, enzovoort.
Graag had ik van de minister vernomen of de aangekondigde
maatregelen nog zullen worden uitgebreid.
13.01 Maya Detiège (sp.a-spirit):
La note de politique fédérale de
2001 sur les drogues annonce
l'extension des structures d'accueil
des patients à double diagnostic. Il
s'agit de toxicomanes souffrant de
problèmes psychiatriques. Les
mesures prises sont perçues
comme insuffisantes par le
secteur. Les mesures annoncées
seront-elles encore étendues?
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
13.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Detiège, in het kader van
het pilootproject "intensieve behandeling van patiënten met een
dubbele diagnose" financierde de federale overheid twee instellingen
om in een specifieke behandeling voor deze patiënten te voorzien.
Deze instellingen zijn het Psychiatrisch Centrum Sleidinge in Oost-
Vlaanderen en het Centre Hospitalier Psychiatrique in Luik.
Het pilootproject beperkt zich inderdaad tot de specifieke doelgroep
van een middelengerelateerde problematiek en psychotische
stoornissen. De reden daarvoor is dat er voor patiënten met andere
psychiatrische problemen minder problemen rijzen en er in de opvang
voor deze groep voldoende wordt voorzien.
De huidige contracten met beide instellingen worden beëindigd op 30
september 2004. Er zal een diepgaande evaluatie worden gemaakt
door een wetenschappelijke onderzoeksploeg. Op basis van deze
evaluatie en indien het budget het toelaat, zal er een beslissing
worden genomen over het al dan niet voortzetten van het project.
Ik wens er wel op te wijzen dat het om een pilootproject gaat. Het is
een project waarbij een bepaald model van zorg en/of
zorgorganisatie, dat nog niet bestaat in de reguliere gezondheidszorg,
wordt uitgetest. Het doel is de haalbaarheid ervan na te gaan. Na
deze testfase gebeurt de evaluatie.
13.02 Rudy Demotte, ministre:
Les pouvoirs publics financent
deux établissements, l'un situé en
Flandre orientale et l'autre à Liège,
dans le cadre d'un projet pilote.
Ces établissements se limitent au
groupe cible affecté des
problèmes psychiatriques les plus
importants. A l'issue des contrats,
le projet fera l'objet d'une
évaluation approfondie. La
poursuite du projet dépendra du
rapport d'évaluation et des
moyens disponibles.
13.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Indien de evaluatie positief uitvalt,
is er dan een mogelijkheid tot uitbreiding of zal er worden gestart met
wat nu bestaat?
13.03 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Une extension est-elle
envisageable en cas d'évaluation
positive du projet pilote?
13.04 Minister Rudy Demotte: Op basis van de evaluatie en indien
het budget het toelaat, zou ik het project kunnen uitbreiden.
13.04 Rudy Demotte, ministre: Si
les moyens disponibles sont
suffisants à cet effet.
13.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): (...).
13.06 Minister Rudy Demotte: Ik kan daarop nu nog niet
antwoorden. Ik beschik immers nog niet over de evaluatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "preventie inzake baarmoederhalskanker" (nr. 2122)
14 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la prévention du cancer du col de l'utérus" (n° 2122)
14.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, een deel van deze vraag heeft u reeds
schriftelijk beantwoord.
De reden waarom ik er hier toch nog even op terug wil komen is het
nieuwe feit dat er in drie universitaire ziekenhuizen een
vaccinatiecampagne tegen baarmoederhalskanker loopt. Deze
vaccinatie tegen het HP-virus is een nieuw gegeven dat niet vervat zit
in de resolutie die tijdens vorige legislatuur unaniem goedgekeurd
werd. Hierin vroegen wij aan de regering om, enerzijds,
kwaliteitsnormen te ontwikkelen en, anderzijds, ook HPV-testing en
14.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Trois hôpitaux
universitaires ont lancé un projet
relatif à une campagne de
vaccination contre le cancer du col
de l'utérus. Le 18 octobre 2001, la
Chambre a adopté à l'unanimité
une proposition de résolution
demandant au gouvernement
fédéral de développer des normes
de qualité en la matière et de
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
de wetenschappelijke verantwoording ervan op te nemen en te
onderzoeken. Om met andere woorden daadwerkelijk een
baarmoederhalskankercampagne te voeren gekoppeld aan
kwaliteitsnormen.
Vandaar, mijnheer de minister, heel kort mijn vraag. Wat voor
initiatieven neemt of plant de regering om deze resolutie uit te voeren
en binnen welke structuur zou dit gebeuren? U antwoordde al bij een
vorige schriftelijke vraag die ik stelde dat u in overleg zou gaan met
de Gemeenschappen. Dat is natuurlijk één zaak. Anderzijds zou ik
van u willen horen wat u terzake daadwerkelijk wil ondernemen op het
federale plan, zowel met betrekking tot die kwaliteitsnormen als met
het nieuwe element van de vaccinatie en van het opnemen van HPV-
testing in de screening.
lancer une campagne de
sensibilisation en ce qui concerne
le cancer du col de l'utérus.
Quelles initiatives le gouvernement
fédéral a-t-il déjà prises en la
matière?
A quelles structures convient-il de
faire appel?
Une concertation a-t-elle lieu entre
les Communautés?
14.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, dank u
mevrouw Avontroodt voor uw vraag. Wat het voorstel van resolutie tot
preventieve bestrijding van baarmoederhalskanker betreft, is het de
bedoeling om in de loop van 2004 een beleid van systematische
opsporing van baarmoederhalskanker uit te werken.
De afdeling epidemiologie van het Wetenschappelijk Instituut voor de
Volksgezondheid, de WIV, is aangesteld om de verschillende opties
te evalueren en voorstellen uit te werken die dan met de betrokken
instanties en met de Gemeenschappen in het bijzonder besproken
zullen worden. Gezien zijn nationale en internationale erkende
expertise op dit vlak is de afdeling epidemiologie van het WIV hiervoor
uitermate geschikt.
Dit beleidsplan dient ook te worden gesitueerd in de recente
aanbevelingen van de Europese Raad, die alle lidstaten van de
Europese Unie, waaronder België, aanspoort om georganiseerde
screenings voor borst-, cervix- en collorectale kanker aan te bieden.
Wat de vaccinatie tegen het Human Papillomavirus betreft, zal ik een
wetenschappelijk advies aan de Hoge Gezondheidsraad vragen.
Zodra ik over dit advies beschik ben ik bereid dit punt op de
interministeriële conferentie voor te leggen.
14.02 Rudy Demotte, ministre:
L'année 2004 verra l'élaboration
d'un plan politique visant à
organiser la détection
systématique du cancer du col de
l'utérus. L'Institut scientifique de
Santé publique (ISSP) rédige des
propositions. Ce plan politique est
conforme aux recommandations
du Conseil européen suivant
lesquelles un screening est
souhaitable dans tous les Etats
membres.
Pour procéder à une vaccination,
je dois disposer de davantage
d'avis scientifiques. Lorsque j'en
disposerai, ce point pourra être
examiné dans le cadre de la
conférence interministérielle.
14.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, tot op heden was er dus nog geen advies gevraagd, maar
u zult dit nu aanvragen?
14.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Le ministre n'a donc pas
encore demandé cet avis!
14.03 Minister Rudy Demotte: Het advies wordt aangevraagd.
14.04 Rudy Demotte, ministre:
Je ne manquerai pas de le
demander.
14.05 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik ben blij
mijn vraag gesteld te hebben. Opvolging van de problematiek is een
probleem na het goedkeuren van resoluties.
Ik ben tevreden dat u de Hoge Gezondheidsraad om advies vraagt. In
de resolutie werd uitdrukkelijk gevraagd de actoren, zowel de
beroepsverenigingen van gynaecologen, anatoompathologen,
huisartsen en oncologen, erbij te betrekken. Ik pleit ervoor dat u
uitvoering geeft aan de modaliteiten die terzake in de resolutie waren
opgenomen.
14.05 Yolande Avontroodt
(VLD): Les acteurs seraient
impliqués dans la mise en oeuvre
du plan. Le ministre doit mettre à
exécution les modalités de la
résolution. On a besoin d'un
consensus sur le terrain, compte
tenu de la lutte que se livrent
actuellement les divers
laboratoires et disciplines
scientifiques.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
U weet dat er een strijd woedt tussen enerzijds de
anatoompathologen en anderzijds degenen die de APV-testing
uitvoeren - dat zijn niet noodzakelijk dezelfde labo's en niet
noodzakelijk dezelfde disciplines - en de gynaecologen. Het is, mijns
inziens, zeer belangrijk een consensus te bereiken tussen al de
actoren die op dit terrein over expertises beschikken.
Mijnheer de minister, bent u bereid dit te doen?
14.06 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Avontroodt, ik kan niet uitmaken wie gelijk heeft.
14.07 Yolande Avontroodt (VLD): Dat vraag ik niet, mijnheer de
minister.
14.08 Minister Rudy Demotte: Meer zelfs, ik wens me hierover niet
uit te spreken omdat ik daarvoor niet over de noodzakelijke expertise
beschik.
Voor mij is een consensus noodzakelijk. Om een consensus te
kunnen bereiken, zullen de betrokken partijen naar hun voorstellen
gevraagd worden. Ik kan de partijen slechts contacteren nadat ik het
advies van de Hoge Gezondheidsraad heb ontvangen. Ik wacht dit
advies af. Het is goed mogelijk dat het advies reeds een aanzet bevat
voor een consensus tussen de verschillende actoren. Ik wens geen
probleem te maken over iets wat mogelijk - zo hoop ik - geen
probleem is.
14.08 Rudy Demotte, ministre:
Je ne puis dire quelle discipline a
raison. On a effectivement besoin
d'un consensus. Il a été demandé
aux parties concernées de
formuler des propositions, mais j'ai
d'abord besoin de l'avis des
instances compétentes.
14.09 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik vraag
alleen dat de verschillende actoren betrokken zouden worden om het
gekende processie-van-Echternach-systeem te vermijden. Ik vraag
alleen dat u de Hoge Gezondheidsraad verzoekt samen te werken
met de verschillende actoren zoals in de resolutie wordt gevraagd.
14.10 Minister Rudy Demotte: Dat kan ik doen.
14.11 Yolande Avontroodt (VLD): Bedankt, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
ontwerp KB over de verklaring bij opname in een ziekenhuis" (nr. 2273)
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
opnameverklaring in de ziekenhuizen" (nr. 2170)
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het ontwerp van
K.B. betreffende de opnameverklaring en de kostenraming" (nr. 2241)
15 Questions jointes de
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le projet
d'arrêté royal relatif à la déclaration d'admission à signer lors d'une hospitalisation" (n° 2273)
- Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la déclaration
d'admission dans les hôpitaux" (n° 2170)
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le projet d'arrêté royal
relatif à la déclaration d'admission et à l'estimation du coût" (n° 2241)
15.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik stel deze drie korte vragen omdat ik nogal verontrust
15.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Je suis inquiète à propos
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
ben. Dat geldt ook voor andere collega's. Ik ben verontrust door één
zinnetje, namelijk "de patiënt begrijpt er geen jota van". We zitten
allemaal in de verkiezingscampagne. We zoeken duidelijke
statements en duidelijke zinnen. Mijnheer de minister, dit is mijns
inziens een zin die niet beantwoordt aan hetgeen u beoogde, namelijk
dat er meer duidelijkheid en transparantie zou zijn en dat er een
betere informatie zou zijn voor de patiënt. Ik weet niet hoe ik "geen
jota" moet vertalen. Het is een letter.
(...): Het is het recht om niet te weten.
du slogan de la campagne, selon
lequel le patient ne comprendrait
plus rien aux formulaires
nécessaires pour être admis à
l'hôpital. L'objectif du ministre était
pourtant d'offrir plus de clarté et de
transparence au patient.
15.02 Yolande Avontroodt (VLD): Goed.
Mijnheer de minister, daarom werd het ontwerp-koninklijk besluit niet
goed onthaald. Meer nog, zelfs de bevoegde RIZIV-commissie en de
Nationale Raad voor de Ziekenhuisvoorzieningen hebben een
negatief advies gegeven. Dit zijn mijns inziens toch wel commissies
en raden waarin mensen met kennis van zaken zetelen. Als zij een
negatief advies geven, wil dat zeggen dat er een probleem rijst.
Het nieuwe ontwerp-koninklijk besluit zou gebaseerd zijn op het
vorige. Ik citeer onder meer de VOV. Ik ben niet beschroomd om het
te zeggen. We hebben allemaal een schrijven gekregen van de VOV.
Daarom stellen wij in deze commissie de vraag of u rekening hebt
gehouden met de adviezen die tijdens de vorige legislatuur naar
aanleiding van het gelijkaardige ontwerp werden verstrekt. Hebt u de
sector geconsulteerd en vooral belangrijk nog wanneer wordt de
nieuwe reglementering van kracht?
15.02 Yolande Avontroodt
(VLD): Une initiative a été prise
pour présenter au patient un
formulaire qui l'informerait sur le
coût de l'hospitalisation. Ce projet
d'arrêté royal n'a toutefois pas été
bien accueilli par la commission
INAMI ni par le Conseil national
des établissements hospitaliers.
Aujourd'hui, il existe un nouveau
projet d'arrêté royal, mais il est en
encore moins clair pour le patient.
Le ministre a-t-il tenu compte, lors
de la rédaction de ce projet
d'arrêté royal, des
recommandations faites
précédemment?
A-t-il consulté le secteur
concerné?
Quand la nouvelle réglementation
entrera-t-elle en vigueur?
15.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, vous avez
annoncé l'instauration probable, pour le mois de juin, d'un devis
obligatoire à l'entrée des hôpitaux. Le projet d'arrêté royal est prêt.
Nous attendions, il y a quelques jours, l'avis du Conseil d'Etat. Entre-
temps, je suppose que vous l'avez reçu, monsieur le ministre.
Selon ce projet, une déclaration d'admission à l'hôpital devrait être
obligatoirement remplie avant toute hospitalisation. On y retrouverait
les conditions financières appliquées par l'hôpital et une formule de
consentement émanant du patient.
Le but de cette manoeuvre est de résoudre les problèmes
d'information et de transparence qui peuvent peser sur les pratiques
tarifaires et les factures des institutions hospitalières. Toutefois,
monsieur le ministre, les hôpitaux sont déjà actuellement dans
l'obligation d'informer les patients sur les coûts engendrés par une
hospitalisation. Si la plupart des hôpitaux affichent les prix dans les
chambres ou fournissent les tarifs aux patients, d'autres sont plus
discrets.
Monsieur le ministre, j'aurais voulu avoir quelques précisions sur les
modalités pratiques de mise en oeuvre de cette déclaration
15.03 Josée Lejeune (MR): U
hebt aangekondigd dat de
ziekenhuizen vanaf juni
waarschijnlijk verplicht zullen zijn
een kostenraming op te stellen bij
de opname van een patiënt in het
ziekenhuis om de problemen in
verband met de inlichtingen over
en de transparantie van de
tariefbepaling en de facturen van
ziekenhuisinstellingen op te
lossen.
De ziekenhuizen zijn toch al
verplicht om hun patiënten in te
lichten over de kosten van een
ziekenhuisopname.
Wat is het verschil met de huidige
wetgeving?
Hoe zit het met de
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
d'admission. Quelle est la différence par rapport à la législation
actuelle puisque le patient est déjà informé du coût de son
hospitalisation? Qu'en sera-t-il des frais impossibles à prévoir tels que
les frais pour une hospitalisation d'urgence ainsi que pour des
impondérables potentiels?
onaanvaardbare kosten?
15.04 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, collega's, ik wil
daar ook mijn vraag aan toevoegen over hetzelfde onderwerp. Ik denk
dat de intentie verstandig en goed is, namelijk dat men probeert de
patiënt zo goed en volledig mogelijk te informeren wanneer hij het
ziekenhuis binnengaat. Ik denk dat dit zelfs de plicht is van
zorgverstrekkers, ook wat betreft de te verwachten kosten. Dat past
perfect in het hele scenario dat wij opzetten om ook mee de patiënt te
responsabiliseren en zijn verantwoordelijkheid mee te laten opnemen.
Dan weet iedereen dat het begin van een goede verantwoordelijkheid
is ook te kunnen beschikken over degelijke informatie.
De bezorgdheid van de collega's en mijzelf, mijnheer de minister, is
dat het formulier dat in ontwerp op uw website werd geplaatst,
verschrikkelijk ingewikkeld is. Het is ook zeer uitvoerig voor iemand
die in een ziekenhuis binnenkomt en met zijn gedachten meer zit bij
de ingreep die moet worden uitgevoerd. Men is op dat ogenblik in een
niet al te beste stemming en moet dan een heel formulier gaan
doorworstelen, met allerlei vragen. Het zou inderdaad veel beter zijn
na te kijken of dit niet eenvoudiger zou kunnen verlopen.
Mijn vragen dan. Denkt u, mijnheer de minister, dat de patiënten op
het moment van hun opname in staat zullen zijn een dergelijke
waslijst aan mededelingen en informatie te begrijpen, laat staan goed
te keuren? Is de minister ervan overtuigd dat er op deze manier een
meerwaarde voor de patiënt zal ontstaan en dat de informatie die de
patiënt nodig heeft, begrijpelijker zal worden? Is u bereid om deze
zaak te laten herzien en een nieuw voorstel te ontwerpen? Bent u
bereid, mijnheer de minister, een grondig advies te vragen aan zowel
de Medicomut als de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen?
15.04 Luc Goutry (CD&V): Ik
sluit mij aan bij de bedenkingen
die door de andere vraagstellers
geformuleerd werden. De intentie
van dit project is lovenswaardig,
maar ik zie niet in hoe dit
opnameformulier de patiënt beter
zal informeren over de te
verwachten kosten bij een
ziekenhuisopname. Het is immers
hopeloos uitgebreid, ingewikkeld
en onbegrijpelijk.
Wat denkt de minister hieraan te
doen?
15.05 Minister Rudy Demotte: Ik zal trachten een samenvatting te
maken van de drie verschillende antwoorden die ik had op uw vragen,
die toch veel met elkaar te maken hebben.
Het ontwerp van koninklijk besluit over de verklaring bij opname,
alsook zijn bijlagen, zijn momenteel voor advies bij de Raad van
State. Dit ontwerp wil natuurlijk rekening houden met de talrijke
opmerkingen die met name door de Nationale Paritaire Commissie
Geneesheren-Ziekenhuizen of door de Nationale Raad voor
Ziekenhuisvoorzieningen geformuleerd werden. Het steunt eveneens
rechtstreeks op elementen die via raadpleging van de betrokken
sector ziekenhuizen, ziekenfondsen enzovoort werden
aangebracht.
Wat de inhoud betreft, heeft de verklaring die bij de opname van de
patiënt wordt overhandigd, tot doel deze te informeren over de
algemene regels van de tariefbepalingen en dit bekeken vanuit drie
invalshoeken, ten eerste, zijn statuut; ten tweede, het type kamer dat
hij of zij kiest - gemeenschappelijk, dubbel of privé -; ten derde, het
statuut van de gekozen arts, namelijk al dan niet een verbonden arts.
Rekening houdend met deze drie basisparameters, vervult het
formulier een preventieve rol, vermits het de aandacht van de patiënt
15.05 Rudy Demotte, ministre:
Sur le plan du contenu, le
formulaire d'admission fournit un
aperçu de la détermination des
tarifs selon trois angles
d'approche: le statut du patient, le
type de chambre et le statut du
médecin. Ainsi, le patient est
informé des implications
financières de ses choix et reçoit
des informations qui l'aideront à
comprendre les divers volets de la
facture de l'hôpital.
Bien évidemment, il sera tenu
compte pour la réalisation
concrète du formulaire des avis
qui nous seront rendus. Je
persiste à croire que ce document
accroîtra la transparence des
coûts liés à une hospitalisation.
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
vestigt op de financiële gevolgen van de keuzes die hij of zij maakt.
Rekening houdend met deze drie basisparameters vervult het
formulier een preventieve rol vermits het de aandacht van de patiënt
vestigt op de financiële gevolgen van de keuzes die hij of zij maakt:
type kamer, statuut van de arts enzovoort. Het informeert de patiënt
over wat al dan niet wettelijk is toegelaten. Het formulier heeft
eveneens een verklarende rol. Het geeft de nodige aanwijzingen
opdat de patiënt de ziekenhuisfactuur en de verschillende punten die
er zijn in opgenomen beter zou begrijpen, mijnheer Goutry. Daarover
ben ik zeer duidelijk.
Op de vraag over de gevraagde adviezen voor het opstellen van de
formulieren heb ik reeds geantwoord. Wij zullen rekening houden met
de verschillende actoren en ook de Nationale commissie
geneesheren-ziekenfondsen, Medicomut, enzovoort, kunnen erbij
betrokken worden. Overigens ben ik ervan overtuigd dat deze
beslissing een meerwaarde inzake transparantie brengt. Iedereen kan
daarbij winnen.
L'information a évidemment un rôle, comme je l'ai déjà souligné,
explicatif. Je réponds ici aux questions plus précises que vous posiez.
Il s'agit, comme je viens de le faire remarquer in fine en néerlandais,
de clarté. C'est aussi le fait de détailler les différents postes qui y
figurent.
Dès la parution de l'arrêté royal, une circulaire sera adressée aux
hôpitaux. Ceux-ci doivent effectivement être informés des
recommandations et explications quant à la manière de remplir les
différentes zones de la déclaration.
Les hôpitaux pourront cela a été rappelé par M. Goutry - télécharger
ces annexes sur le site du ministère des Affaires sociales, ce qui
permettra d'éviter un travail administratif trop lourd ainsi que les
risques d'erreur. Cette mesure devrait déjà être applicable en juin.
Enfin, il n'est pas prévu dans la déclaration de communiquer aux
patients la liste exhaustive des frais qui lui seront portés en compte.
La complexité de la nomenclature des soins de santé, qui porte
aujourd'hui sur plus de 10.000 actes différents, ne le permet pas. La
référence en la matière, c'est donc le tarif qui résultera de l'accord
Medicomut que j'ai évoqué tout à l'heure en parlant du statut des
médecins. L'hôpital et le prestataire gardent cependant un rôle majeur
d'information. Le but étant que l'on comprenne mieux à quoi on
s'engage exactement et quels sont les frais qui sont posés devant
nous quand nous entrons en tant que "citoyen-patient" dans un
hôpital.
De informatie is bedoeld om meer
uitleg te geven. De verschillende
posten moeten worden vermeld.
Zodra het koninklijk besluit is
verschenen, wordt een
rondzendbrief naar de
ziekenhuizen gestuurd. De
ziekenhuizen zullen die bijlagen
via de website van de FOD
Sociale zaken kunnen
downloaden.
Die maatregel zou in juni reeds
van toepassing moeten zijn.
De verklaring zegt echter niet dat
de volledige lijst met kosten aan
de patiënten moet worden
meegedeeld, daarvoor is de
nomenclatuur van de
gezondheidszorg te complex. De
tarieven van het akkoord artsen-
ziekenfondsen zullen als referentie
dienen.
Het ziekenhuis en de zorgverlener
blijven echter wel een belangrijke
rol spelen op het vlak van de
informatieverstrekking.
15.06 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, Ik zou toch
een oproep willen doen om er een ernstige communicatiespecialist
naast te zetten. Dit verstaat niemand. Ik heb zelf moeite om het
allemaal van a tot z door te nemen. Een patiënt die zorgen heeft bij
opname in het ziekenhuis doet die moeite zelfs niet, tenzij iemand
hem begeleidt en het vertaalt in een zo eenvoudig mogelijke taal. De
meest kwetsbare patiënten zullen hiervan het slachtoffer worden,
omdat zij tekenen in alle vertrouwen en eigenlijk nog minder inspraak
zullen hebben dan voordien.
15.06 Yolande Avontroodt
(VLD): Je conseille au ministre
d'engager un spécialiste en
communication. Car si le projet est
adopté dans sa version actuelle,
les patients devront signer des
formulaires auxquels ils ne
comprendront rien.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
15.07 Josée Lejeune (MR): Ce projet tend à une meilleure
information des patients, à plus de transparence dans la facturation
mais si vous me le permettez, je souhaiterais avoir des informations
complémentaires par rapport à ce qui se passe aujourd'hui.
Actuellement, lorsque l'on est hospitalisé, la démarche est déjà la
même. L'hôpital vous donne déjà maintenant une évaluation du coût
de votre hospitalisation. En tout cas, cela se fait dans de nombreux
hôpitaux, peut-être sans base légale mais cela se fait déjà.
15.07 Josée Lejeune (MR):
Momenteel gaat het er al op
dezelfde manier aan toe.
15.08 Rudy Demotte, ministre: Nous sommes face à un problème
d'application uniforme. Que recherche-t-on à travers ce texte?
Madame Lejeune, avant de vous répondre, je dois d'abord apporter
une réponse à Mme Avontroodt. Elle a raison lorsqu'elle précise qu'il
faut pouvoir lire ces formulaires. J'ai moi-même été hospitalisé. En
général, je ne suis pas réputé pour avoir des difficultés de
compréhension, mais je vous garantis que j'ai dû relire plusieurs fois
le formulaire. Ce n'est pas lisible! On peut d'ailleurs se poser la même
question au sujet de nombre de nos textes parlementaires. Mais c'est
vrai, il y a un effort de lisibilité à faire lors de l'élaboration de ces
documents.
Madame Lejeune, pour ce qui vous concerne, nous pourrions penser
soit à un accompagnement begeleiding soit à faire réécrire ces
textes dans la langue de M. et Mme tout le monde. Je vous assure
que ce n'est pas un luxe. Je ne sais pas très bien comment nous
pouvons faire. Cela relève peut-être de la compétence de notre
secrétaire d'Etat en charge de la simplification administrative mais, je
le répète, ce ne serait pas un luxe de réécrire ces documents dans
une langue compréhensible pour tous.
J'en reviens à votre question. Aujourd'hui, la situation n'est
malheureusement pas uniforme. Certaines institutions travaillent
merveilleusement bien, d'autres je vais utiliser un terme prudent
font moins bien leur boulot. Il nous fallait donc une base.
15.08 Minister Rudy Demotte:
Mevrouw Avontroodt heeft gelijk
dat je die formulieren moet kunnen
lezen. Bij de opstelling van die
documenten moet op de
leesbaarheid worden gelet. We
kunnen eraan denken hierbij voor
begeleiding te zorgen of de
teksten te herschrijven in de taal
van jan modaal.
Mevrouw Lejeune, momenteel is
de toestand jammer genoeg niet
uniform. We hadden een basis
nodig.
15.09 Josée Lejeune (MR): Au sujet de ce projet d'arrêté royal, vous
faites allusion à une meilleure information, une transparence dans la
facturation. Mais que se passe-t-il en cas d'hospitalisation en
urgence? Ces hospitalisations tombent en dehors de ce projet
d'arrêté. Il me semble que le champ d'application de cet arrêté vise
simplement les hospitalisations "prévues".
15.09 Josée Lejeune (MR): Wat
gebeurt er in geval van een
dringende ziekenhuisopname? Dit
besluit betreft alleen de `geplande'
opnames.
15.10 Rudy Demotte, ministre: Une personne que l'on hospitalise
dans le coma...
15.11 Josée Lejeune (MR): Evidemment, ce n'est pas à ce type
d'hospitalisation que je pensais. Par contre, pour un accident de la
route...
15.12 Rudy Demotte, ministre: Je caricature mais il est vrai qu'il
faudra tenir compte des situations particulières.
15.12 Minister Rudy Demotte:
We zullen rekening moeten
houden met bijzondere situaties.
15.13 Josée Lejeune (MR): Ce projet concerne donc uniquement les
hospitalisations prévues.
15.14 Yolande Avontroodt (VLD): Ik suggereer om over de 15.14 Yolande Avontroodt
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
toegankelijkheid ook de patiëntenorganisaties te raadplegen en dat
voor te leggen aan de LUSS en het Vlaams Patiëntenplatform.
(VLD): Je recommande au
ministre de faire en sorte que les
organisations de patients soient
également associées à
l'élaboration dudit formulaire.
15.15 Luc Goutry (CD&V): Ik wil daar nog een korte repliek aan
toevoegen. Net zoals de collega's, denk ik dat het een interessant
project is. Als wij het echter niet goed doen, dan is het een gemiste
kans. Als dat project niet goed afloopt zal er namelijk weerstand
groeien en zullen wij het nooit meer goed kunnen doen. Ik denk dat
wij ons voortdurend moeten bezinnen over de vragen of het
toegankelijk is voor de mensen, bruikbaar, patiëntvriendelijk, of het
geen bijkomende verwarring schept, of de mensen niet méér ongerust
worden als zij dat moeten invullen. Ik denk dat daarover goed
gecommuniceerd moet worden, anders hebben wij niets bereikt
natuurlijk.
15.15 Luc Goutry (CD&V): Il
nous faut saisir cette occasion.
L'accessibilité, d'une part, et le
respect du patient par
l'administration, d'autre part,
doivent prévaloir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
slechte beveiliging van computernetwerken in ziekenhuizen" (nr. 2398)
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de diefstal van
patiënteninformatie via het net" (nr. 2487)
16 Questions jointes de
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la piètre
sécurisation des réseaux informatiques dans les hôpitaux" (n° 2398)
- M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le vol, par le biais du
réseau, d'informations contenues dans les dossiers de patients" (n° 2487)
16.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dit is een thema dat in de toekomst alleen belangrijker
kan worden. Hier focussen we natuurlijk op het oneigenlijk gebruik en
het duidelijk misbruik van medische gegevens. Ook collega
Vandeurzen verwees daarnaar. Ik denk echter dat we breder moeten
gaan en het dossier van het elektronisch beheren van gegevens
moeten kunnen omzetten in kwaliteitsgegevens. Dat staat niet in mijn
vraag. Ik zou dit willen aangrijpen als een kwaliteitsvereiste om in de
toekomst alles wat elektronisch beheerd wordt eerst en vooral zo
compatibel mogelijk te maken tussen de verschillende verstrekkers.
Dat zou een kwaliteitselement en argument zijn, zowel in hoofde van
de patiënt als van de verstrekkers zelf. Dit heeft daar ook wel mee te
maken. Het elektronisch beheer van gegevens, dat de kwaliteit van de
zorgen ten goede komt, zal in de toekomst een van de belangrijkste
thema's zijn voor een minister van Volksgezondheid.
Eén van de randvoorwaarden is uiteraard de beveiliging van
dergelijke gegevens die absoluut niet mogen worden misbruikt. De
vraag is dan ook op welke manier u de ziekenhuizen niet alleen kunt
aanzetten, maar ook kunt controleren wat betreft de beveiliging van
de patiënteninformatie.
16.01 Yolande Avontroodt
(VLD): La sécurisation des
réseaux sans fil dans les hôpitaux
belges laisse fréquemment à
désirer. Etant donné que de plus
en plus de données médicales
sont enregistrées
électroniquement, il risque d'y
avoir des abus. A mon estime, le
ministre doit faire de cette
sécurisation une priorité, ou plutôt
son «projet de qualité».
Comment le ministre pense-t-il
amener les hôpitaux à sécuriser
de façon optimale les informations
dont ils disposent sur leurs
patients?
16.02 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mevrouw Avontroodt heeft natuurlijk helemaal gelijk - en
wellicht zal niemand dat betwisten als zij zegt dat de standaardisatie
16.02 Jo Vandeurzen (CD&V):
La standardisation de la
communication électronique entre
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
van de elektronische communicatie tussen de actoren in de
zorgsector één van de grote thema's is. Die standaardisatie moet
trouwens niet alleen op Belgisch niveau, maar ook op Europees
niveau bewaakt worden. Dat is cruciaal voor de toekomst. Ik heb de
minister daarover een aantal schriftelijke vragen gesteld en ik ben ook
heel benieuwd naar datgene wat daaromtrent gebeurt op het terrein
vanuit de verschillende overheden.
Wij worden echter geconfronteerd met een incident dat de krant
haalde en waarbij alvast de vinger op een pijnlijke wonde gelegd
wordt, met name de beveiliging van die gegevens. Als ik het allemaal
goed begrepen heb, is het onder meer zo dat men met wireless
systemen vrij eenvoudig, zelfs vanop de parking van een ziekenhuis,
binnen kan geraken in een databank, doorheen de firewall en alles
wat daarvoor eventueel zou moeten dienen. Dat is uiteraard zeer
verontrustend.
Wij zullen ook steeds meer te maken hebben met patiënten die
vragen om draadloos op het internet te geraken met een laptop. Het is
ook interessant voor artsen bij rondes op de verpleegafdelingen en in
het operatiekwartier dat men draadloos kan inloggen. Daardoor rijzen
er wel zeer ernstige problemen voor de bewaking.
Uit die tests blijkt dat die bewaking in een aantal ziekenhuizen toch
niet waterdicht is. Daarom heb ik de volgende vragen.
Er is daarvoor in ons land een bijzondere dienst, de federale
Computer Crime Unit. Blijkbaar hebt u ook al kennis van die
problematiek.
Ten eerste, zijn daar cijfers over? Gebeuren daar gerichte acties
tegen?
Ten tweede, in welke mate worden de ziekenhuizen gesensibiliseerd
om de nodige maatregelen te nemen?
Ten derde, blijkbaar is dat probleem niet eigen aan ziekenhuizen,
maar doet het zich ook voor in andere instanties waar dat soort van
risico's wordt gecreëerd. De minister van Binnenlandse Zaken is
verantwoordelijk voor het beheer van die politionele dienst. Wordt hij
daaromtrent geconcerteerd?
les acteurs du secteur médical
devrait peut-être être protégée au
niveau européen. Un journal a fait
mention d'un incident dans le
cadre duquel il est s'est avéré
possible de pénétrer le réseau de
l'hôpital à partir du parking situé à
proximité et à l'aide d'un système
sans fil. De tels systèmes offrent
naturellement des possibilités
intéressantes tant aux patients
qu'aux médecins mais la
protection laisse manifestement à
désirer.
La Federal Computer Crime Unit
(FCCU) dispose-t-elle de chiffres
sur l'ampleur du problème?
La FCCU mène-t-elle des actions
ciblées?
Les hôpitaux sont-ils sensibilisés à
ce problème ? Celui-ci ne se limite
pas aux hôpitaux. D'autres
établissements et entreprises sont
également touchés par le
phénomène.
Une concertation a-t-elle été
organisée avec le ministre de
l'Intérieur, duquel dépend la
FCCU?
16.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het
een zeer moeilijke en serieuze problematiek is. Wij staan voor een
paradox. Er worden twee dingen gevraagd.
Men vraagt een standaardisatie en harmonisatie van de verschillende
systemen om de elektronische gegevens te kunnen uitwisselen. Voor
mij is dat een grote uitdaging. Een goede kwaliteit kan namelijk alleen
gewaarborgd worden indien men over veel informatie kan beschikken
en als die informatie van overal komt. De verschillende zorgactoren
en zorgverleners moeten over goede en online informatie kunnen
beschikken. De informatieve platforms moeten dus
gestandaardiseerd worden.
Als dat wordt gedaan, geven wij ook meer mogelijkheden om in heel
het stelsel binnen te geraken. De voorwaarden en eerste stap in de
richting van de standaardisatie is dus de beveiliging. Men moet onze
16.03 Rudy Demotte, ministre:
Nous sommes en fait confrontés à
un paradoxe. D'une part, on
souhaite que l'échange
électronique de données fasse
l'objet d'une harmonisation
maximale. La qualité du service
peut en effet être optimisée si tous
les acteurs du secteur des soins
de santé ont accès à un maximum
d'informations. Toutefois, les
possibilités d'intrusion dans le
système augmentent par la même
occasion. C'est la raison pour
laquelle la sécurisation doit
constituer la première étape de la
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
verschillende informaticasystemen nog meer beveiligen.
Wat is er nu precies gebeurd? Het incident waarover in de pers al
werd gesproken, gaat over wireless-systemen. U weet dat individuen
of instellingen over zeer gemakkelijke systemen beschikken, de
wireless-systemen, dus draadloos.
De voordelen kent u. In het hele huis of in een instelling kunt u met
een laptop op het netwerk geraken.
De nadelen zijn echter ook duidelijk. Indien u niet over een cryptage
beschikt, kunnen uw gegevens ook gelezen worden met een gewone
laptop of computer in de buurt van 50 tot 100 meter.
Het is werkelijk een veiligheidsprobleem. Ik moet eerst en vooral mijn
vertrouwen stellen in de verschillende diensten die zich bezig houden
met informatica in de verschillende instellingen. De nieuwe
uitdagingen komen met de nieuw gebruikte technieken. De
geëvolueerde technieken zullen nog hogere veiligheidsstandaarden
eisen. Ik heb aan de staatssecretaris bevoegd voor de Informatisering
van de Staat voorgesteld om snel met de verschillende actoren een
werkgroep op te richten. Ik denk niet alleen aan onze instellingen in
de gezondheidszorg, maar ook aan privé gegevens die in andere
administraties kunnen gebruikt of misbruikt worden door
informaticapiraten, of gewoon door personen die buiten hun wens
over privé gegevens beschikken.
De administratie van Volksgezondheid heeft al een document
uitgewerkt, getiteld: "Aanbevelingen en kwaliteitscriteria voor
ziekenhuisinformatiesystemen", dat sinds een paar maanden
beschikbaar is op de website van de commissie Normen inzake
telematica ten behoeve van de sector van de gezondheidszorg. Het
adres is http.www.health.fgov.be/telematics. Op basis van dit recent
document, dat evolueert volgens de technologische actualiteit, stellen
we voor wettelijke criteria uit te werken. Via een ad hoc omzendbrief,
ten laatste in de loop van de maand mei, zal een verscherpte
waakzaamheid terzake geïnitieerd worden. Er werd nog geen contact
genomen met de minister van Binnenlandse Zaken. Dit kan eventueel
gebeuren via de werkgroep die zal worden opgericht door de
staatssecretaris bevoegd voor Informatisering van de Staat.
standardisation. Les systèmes
sans fil ont pour désavantage
qu'en l'absence d'un cryptage, les
données échangées peuvent
également être lues par des tiers
équipés d'un simple portable dans
un rayon de 50 à 100 mètres. J'ai
confiance dans les services
informatiques des établissements,
mais les techniques évolueront
encore, ce qui se traduira par de
nouveaux dangers.
J'ai proposé au secrétaire d'Etat à
l'Informatisation de créer un
groupe de travail au sein duquel
seraient représentés les différents
acteurs, non seulement les
établissements de soins mais
d'autres administrations. De son
côté, mon administration a rédigé
un document comportant des
recommandations relatives aux
systèmes informatiques des
hôpitaux et énumérant les critères
qualitatifs auxquels ces systèmes
devraient répondre. Ce document
peut être consulté sur le site web
de la Cellule Informatique,
Télématique et Communication
dans le secteur des Soins de
santé:
www.health.fgov.be/telematics. En
outre je compte faire rédiger avant
le mois de mai une circulaire ad
hoc.
Aucun contact avec l'Intérieur n'a
encore été établi mais ce
département sera représenté au
sein du groupe de travail que
créera le secrétaire d'Etat à
l'Informatisation.
16.04 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de werkgroep is er zuiver voor telematica. Het is breder
dan de ziekenhuiswereld. Dat is nuttig en noodzakelijk. Daarnaast zou
ik u echter toch willen vragen om in uw volgende begroting in
middelen te voorzien voor de comptabiliteit tussen de medische
gegevens en de overdracht ervan, om daarvan een echt hoofdstuk te
maken. Uiteraard is iedereen nu geïnstalleerd en heeft iedereen reeds
zijn eigen systeem. Ook voor huisartsen en dergelijke is dat echter
een absolute prioriteit op Europees of Westers niveau.
16.04 Yolande Avontroodt
(VLD): Je me félicite de la décision
de renvoyer le problème à un
groupe de travail mais j'estime que
le ministre devrait prévoir, dans le
cadre de son budget, les moyens
nécessaires pour garantir la
compatibilité des données
médicales. Si les établissements
disposent généralement de leur
propre système, cette question
concerne autant les médecins
généralistes.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
16.05 Minister Rudy Demotte: U hebt gelijk. Een van onze
problemen is dat men totnogtoe financiële middelen geeft zonder
voorwaarden. Men vraagt niet aan de verschillende actoren om aan
voldoende geïntegreerde communicatie- en informaticasystemen te
kunnen geraken. Voor ons is het misschien een goed pad om te
volgen in de volgende maanden en jaren.
16.05 Rudy Demotte, ministre:
Jusqu'à présent, les moyens
étaient octroyés sans conditions.
Cela va changer: des critères de
qualité et de compatibilité seront
appliqués.
16.06 Yolande Avontroodt (VLD): Er zijn een aantal voorbeelden.
16.07 Minister Rudy Demotte: We besteden nu nieuwe financiële
middelen, maar men moet toch aan kwaliteitscriteria en aan
compatibiliteitscriteria beantwoorden.
16.08 Yolande Avontroodt (VLD): Er zijn voorbeelden. Medibridge
is een mooi geïntegreerd systeem in de ambulante sector. Het is
echter nog maar beperkt. Dat is echter het model voor de toekomst.
16.08 Yolande Avontroodt
(VLD): Le système Medibridge
pour le secteur des soins
ambulatoires constitue, à cet
égard, un exemple à suivre.
16.09 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is goed dat er wat initiatieven genomen worden.
Mevrouw Avontroodt, hetgeen u zegt is natuurlijk ten gronde juist. De
overheid heeft hier twee mogelijkheden. Ofwel legt men de
standaarden op, ofwel zullen ze opgelegd worden doordat de
commerciële sector ze zal ontwikkelen. Dan zal blijken dat de meest
succesvolle op het terrein op een bepaald moment de standaard is.
Zo gaat dat uiteraard.
Ik kom aan de erkenningcriteria, voor zover we die nog nuttig vinden
als beleidsinstrument. Wij zijn toch op een moment gekomen dat men
zich kan afvragen of de aanwezigheid van bepaalde
informaticasystemen en standaarden van communicatie met de
eerste lijn en met andere ziekenhuizen en artsen niet een element is
dat men gewoon moet opnemen, samen met de beveiliging en het
attest zodat men eventueel ook via een audit de zekerheid heeft dat
ze beveiligd zijn. U zal stilaan in die fase komen. U zal de nodige
initiatieven moeten nemen. Anders zal het gewoon de facto
gerealiseerd worden door de sector.
16.09 Jo Vandeurzen (CD&V): Si
les pouvoirs publics n'imposent
pas de normes, c'est le secteur
commercial qui le fera. Le système
le plus populaire deviendra alors,
de fait, la norme. On pourrait
envisager l'instauration d'une
attestation ou d'un audit afin de
garantir la sécurité des systèmes
informatiques des hôpitaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Question de Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
17 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de bestraling van voedingswaren" (nr. 2141)
17.01 Colette Burgeon (PS): Selon Test-Achats, n°474 de mars
2004, l'utilisation à bon escient de l'irradiation des aliments est une
technique sûre qui connaît toutefois des limites et qui doit être
pratiquée sous conditions strictes quand il n'y a pas d'autre alternative
pour garantir la sécurité alimentaire. Cependant, le consommateur a
peu confiance en cette méthode, d'abord et surtout parce qu'on
manque d'informations sur l'irradiation. Il a donc l'impression qu'il y a
quelque chose à cacher. L'AFSCA a dès lors une mission à remplir en
cette matière et les fabricants doivent appliquer sur l'étiquette les
mentions légalement obligatoires et le faire de manière claire.
17.01 Colette Burgeon (PS):
Volgens de
consumentenorganisatie
Test-
Aankoop is de bestraling van
voedingsmiddelen onder strikte
voorwaarden een veilige techniek.
Dat neemt niet weg dat de
consument weinig vertrouwen in
deze methode heeft, en daar
verder ook niet veel over weet.
Hier is dus werk aan de winkel
20/04/2004
CRIV 51
COM 225
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Ensuite, au niveau européen, il n'existe pas de liste des denrées
alimentaires pouvant être traitées. Des listes et des limites propres à
chaque État membre concourent à donner l'impression au
consommateur qu'il n'y a pas d'unanimité quant à la sécurité de la
technique pour diverses denrées alimentaires.
Certains produits irradiés qui n'ont pas reçu un avis favorable au
niveau européen pour l'application de cette technique comme les
suppléments alimentaires par exemple seraient quand même
vendus dans notre pays. Quels sont les contrôles effectués par
l'AFSCA sur ces produits? Existe-t-il des risques pour la santé
humaine à consommer de tels produits?
Pourquoi la liste pour la Belgique dont dispose le Comité scientifique
pour l'alimentation de l'Union européenne qui doit donner un avis
positif pour chaque produit n'est-elle pas la même que celle
présentée comme nationale?
voor het FAVV, en de producenten
moeten de wettelijk verplichte
informatie duidelijk vermelden.
Daarnaast is er geen Europese
lijst van voedingsmiddelen die met
deze techniek behandeld mogen
worden. Dergelijke lijsten bestaan
alleen op het niveau van de
afzonderlijke lidstaten, wat de
indruk wekt dat er geen
eensgezindheid is over de
veiligheid van de techniek.
Er zouden op de Belgische markt
producten worden verkocht die
bestraald werden zonder gunstig
Europees advies.
Wat en hoe controleert het FAVV?
Zijn er risico's voor de
volksgezondheid? Waarom
verschilt de lijst voor België die bij
het Wetenschappelijk Comité voor
de menselijke voeding van de EU
ligt, van de lijst die voor de
nationale lijst moet doorgaan?
17.02 Rudy Demotte, ministre: Madame Burgeon, pour le contrôle
des denrées alimentaires irradiées, l'AFSCA se base sur un arrêté
royal, celui du 12 mars 2002, qui est relatif au traitement par ionisation
des denrées et ingrédients alimentaires et qui porte modification de
l'arrêté royal du 20 juillet 2001 portant lui-même règlement général de
la protection de la population, des travailleurs et de l'environnement
contre les dangers des rayonnements ionisants. À l'annexe 2 de cet
arrêté royal figure une liste de produits pour lesquels l'irradiation est
autorisée en Belgique. Cette liste reprend également les quantités
autorisées. À l'article 14, on décrit les prescriptions légales en matière
d'étiquetage des denrées alimentaires irradiées.
Dans le programme de contrôle de l'AFSCA, pour 2004, on prévoit
240 contrôles des denrées alimentaires irradiées. Est autorisée sous
certaines conditions, l'irradiation des crevettes, des cuisses de
grenouille, des condiments, des fraises et des viandes séparées
mécaniquement. En revanche, l'irradiation du fromage est interdite.
Cela fait l'objet de contrôles en raison de problèmes dans le passé.
Lors de ces contrôles, on vérifie l'étiquetage et on effectue une
analyse par CGSM (chromatographie et phase gazeuse combinée à
une spectrométrie de masse) afin de vérifier si les denrées
alimentaires ont été irradiées et déterminer la dose d'irradiation.
En Belgique, l'irradiation des denrées alimentaires ne peut être
effectuée que dans la firme IBA Mediris à Fleurus. Le contrôle des
conditions d'irradiation et le contrôle du registre des denrées irradiées
sont exercés par l'AFCN, l'Agence fédérale de contrôle nucléaire.
Le contrôle des conditions d'hygiène et le contrôle des produits dans
le commerce et chez le fabricant ressort du contrôle exercé par
17.02 Minister Rudy Demotte:
Voor de controle van bestraalde
voedingsmiddelen steunt het
FAVV op het koninklijk besluit van
12 maart 2002 (tot wijziging van
het koninklijk besluit van 20 juli
2001). Als bijlage bij dat KB is een
lijst van levensmiddelen gevoegd
waarvoor bestraling is toegestaan.
In artikel 14 worden de wettelijke
etiketteringsvoorschriften voor
deze levensmiddelen gedefinieerd.
In 2004 zal het FAVV 240
productcontroles uitvoeren. Onder
bepaalde voorwaarden is
behandeling met straling
toegestaan voor garnalen,
kikkerbillen, specerijen en
aromaten, aardbeien
en
mechanisch ontbeend vlees. Kaas
mag dan weer niet bestraald
worden. Bij de controles wordt het
etiket nagekeken en wordt er een
analyse verricht door
gaschromatografie gekoppeld aan
massaspectrometrie (GCMS) om
na te gaan of de levensmiddelen
bestraald
werden en welke
stralingsdosis er gebruikt werd.
CRIV 51
COM 225
20/04/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
l'AFSCA. Ces conventions sont arrêtées dans un protocole de
coopération entre l'AFSCA et l'AFCN qui sera signé prochainement.
En ce qui concerne la deuxième partie de votre question relative à la
liste des produits irradiés, ceci relève de la compétence du ministère
de l'Intérieur, donc je ne serai pas plus long à ce sujet. Je tiens à
votre disposition la programmation et l'échantillonnage des produits
qui font l'objet d'un contrôle du fait de leur irradiation.
In België mag enkel de firma IBA
Mediris in Fleurus levensmiddelen
behandelen met ioniserende
straling. Voor de controle van de
voorwaarden en het register van
bestraalde levensmiddelen is het
FANC (Federaal Agentschap voor
nucleaire controle) bevoegd.
De controle van de producten en
de hygiënische omstandigheden in
de winkel en bij de producent
vallen onder de bevoegdheid van
het FAVV. Deze afspraken worden
vastgelegd in een
samenwerkingsprotocol tussen het
FAVV en het FANC, dat
binnenkort wordt ondertekend.
Voor de lijst van bestraalde
producten is de minister van
Binnenlandse Zaken
verantwoordelijk. Ik hou de
programmering en de
monsterneming van de producten
die op bestraling worden
gecontroleerd, te uwer
beschikking.
17.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, merci pour votre
réponse et je suis intéressée par la liste que vous me proposez. Par
contre, je suis un peu étonnée que ma deuxième question dépende
du ministre de l'Intérieur, mais je la lui poserai.
17.03 Colette Burgeon (PS): Het
verbaast mij enigszins dat mijn
tweede vraag voor de minister van
Binnenlandse Zaken bestemd zou
zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 12.32 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.32 uur.