CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 218
CRIV 51 COM 218
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
R
ÉUNION COMMUNE DE LA
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES ET DE LA
C
OMMISSION DE
LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE L
'E
NVIRONNEMENT ET
DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
G
EMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN DE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN EN DE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
30-03-2004
30-03-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Les décisions prises en matière sociale par le
Conseil des ministres des 20 et 21 mars 2004 ­
Exposés et débat
1
De beslissingen op sociaal vlak van de
Ministerraad van 20 en 21 maart 2004 ­
Uiteenzettingen en debat
1
Orateurs: Frank Vandenbroucke, ministre de
l''Emploi et des Pensions, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Bert Anciaux, ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances, Sabine
Laruelle
, ministre des Classes moyennes et
de l'Agriculture, Isabelle Simonis, Kathleen
Van Brempt, Luc Goutry, Yolande
Avontroodt, Nahima Lanjri, Jean-Marc
Delizée, Hendrik Daems
, président du groupe
VLD, Muriel Gerkens, Greet van Gool, Koen
Bultinck, Dominique Tilmans, Karin Jiroflée
Sprekers: Frank Vandenbroucke, minister
van Werk en Pensioenen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Bert Anciaux, minister van
Mobiliteit en Sociale Economie, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, Sabine
Laruelle
, minister van Middenstand en
Landbouw, Isabelle Simonis, Kathleen Van
Brempt, Luc Goutry, Yolande Avontroodt,
Nahima Lanjri, Jean-Marc Delizée, Hendrik
Daems
, voorzitter van de VLD-fractie, Muriel
Gerkens, Greet van Gool, Koen Bultinck,
Dominique Tilmans, Karin Jiroflée
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



REUNION COMMUNE DE LA
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES ET DE LA
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
GEMEENSCHAPPELIJKE
VERGADERING VAN DE
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN EN DE COMMISSIE VOOR
DE VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
30
MARS
2004
Matin
______
van
DINSDAG
30
MAART
2004
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.28 heures par MM. Yvan Mayeur et Hans Bonte, présidents.
De vergadering wordt geopend om 10.28 uur door de heren Yvan Mayeur en Hans Bonte, voorzitters.
01 Les décisions prises en matière sociale par le Conseil des ministres des 20 et 21 mars 2004 ­
Exposés et débat
01 De beslissingen op sociaal vlak van de Ministerraad van 20 en 21 maart 2004 ­ Uiteenzettingen en
debat

De voorzitter: Collega's, we kunnen onze werkzaamheden thans aanvatten. Al is het niet gebruikelijk, toch
is het niet de eerste keer dat de commissie voor de Volksgezondheid en de commissie voor de Sociale
Zaken samen vergaderden.

Het is bij mijn weten wel de eerste keer dat we met een uitgebreide formule werken qua aanwezigheid van
regeringsleden. We verwachten in totaal immers acht regeringsleden. Ze staan vermeld op de agenda. Een
aantal regeringsleden hebben zich laten verontschuldigen of hebben laten weten dat ze iets later zullen
komen omwille van verkeersproblemen.

Willen we effectief een goed debat voeren over alle regeringsbeslissingen die werden genomen tijdens de
bijzondere Ministerraad in Raverszijde, dan kunnen we best de bespreking aanvatten met de aanwezige
regeringsleden.

Collega's, het is de bedoeling dat de regeringsleden ons vooraf op een summiere manier informeren. Elk
regeringslid krijgt een maximale spreektijd van tien minuten om de beslissingen die tot zijn of haar
bevoegdheid behoren toe te lichten en uit te leggen. Dit betekent dat als alle acht regeringsleden zich strikt
aan de timing houden, er gedurende tachtig minuten toelichting wordt verstrekt. Dat geeft de leden nog
anderhalf uur de tijd om vragen te stellen. Daarna is er eventueel ook nog een repliek mogelijk.

Het is echter strikt noodzakelijk om de werkzaamheden te beëindigen om 13.45 uur. Om 14.00 uur zal de
commissie voor de Sociale Zaken immers haar werkzaamheden in verband met de vergrijzing voortzetten,
meer bepaald rond het thema betaalbaarheid. Dat is het financieringsvraagstuk dat verbonden is aan de
vergrijzing van onze bevolking.

Tot daar mijn inleiding. Indien er hierover geen vragen zijn, geef ik het woord aan minister Vandenbroucke
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
die zich als eerste spreker heeft aangemeld en die ons bovendien heeft laten weten dat hij de nodige
documenten ter beschikking zal stellen van het Parlement, met een schriftelijke neerslag van de
beslissingen die betrekking hebben op Werk en Pensioenen.
01.01 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, wij
hebben het werk onder elkaar verdeeld. Uit de sociale agenda die in
Oostende werd behandeld kwamen drie bekommernissen van de
regering naar voren.

Ten eerste, deze regering maakt een prioriteit van het creëren van
jobs. Wij willen daarnaast echter ook een zorgzame samenleving
waarin de mensen, naast hun werk, ook nog tijd kunnen vrijmaken
voor de opvoeding van hun kinderen. Zorgzaamheid in de verhouding
ouders-kinderen was een belangrijk thema, maar ook in de
verhouding kinderen-ouders. Daarop kom ik straks nog terug.

Een tweede bekommernis was dat de gezinnen waar mensen met
een uitkering samenleven met mensen met een job, niet worden
gestraft omdat degene die werkt, meer uren werkt of meer verdient.
Dat is vandaag soms wel het geval. Mensen worden soms gestraft
omdat een lid van het gezin die een job heeft meer werkt en meer
verdient.

Een derde belangrijke bekommernis was ervoor te zorgen dat onze
sociale zekerheid wel degelijk een sociale zekerheid blijft. Dat
betekent onder meer dat de uitkeringen de algemene ontwikkeling
van de welvaart moeten volgen en niet stelselmatig achterop mogen
blijven.

Ik zal mijn betoog voornamelijk daartoe beperken. Ik zal ook iets
zeggen over de concrete maatregelen met betrekking tot pensioenen
voor senioren. Collega Rudy Demotte zal daar even op terugkomen.
Mijn collega en ik hebben afgesproken dat ik in het Nederlands zal
spreken en hij in het Frans. Hij zal misschien even terugkomen op het
thema welvaartsvastheid en daarna op de maatregelen die we
genomen hebben inzake invaliditeit. Collega Van Brempt zal het
hebben over alles wat te maken heeft met gezinsbeleid. Dan komt
wellicht de strikte sociale agenda aan bod en dat neem minister
Anciaux voor zijn rekening.

Misschien eerst een paar woorden over het principe van
welvaartsvastheid. Ik aarzel altijd om grote toespraken te houden over
welvaartsvastheid omdat welvaartsvastheid voor individuele mensen
nooit iets spectaculairs kan betekenen. Welvaartsvastheid betekent
eigenlijk dat men op heel gezette tijden de sociale uitkeringen mee
laat evolueren met de inkomens van de actieven. Men zal dat echter
altijd op een voorzichtige manier moeten doen en het zal altijd gaan
over kleine aanpassingen. We hebben bijvoorbeeld tijdens de voorbije
jaren kleine aanpassingen gedaan aan de hoogte van de pensioenen.
Dat waren aanpassingen van 2% voor gepensioneerden die een
aantal jaren met pensioen zijn. Twee procent is niet veel. Eigenlijk zijn
dat druppels voor betrokkenen. Een beleid van welvaartsvastheid
voeren betekent echter dat men eigenlijk heel veel mensen op tijd en
stond een druppel geeft. Dat wil zeggen dat men toch een paar
emmers vol moet hebben klaarstaan. Een beleid van
welvaartsvastheid betekent hele kleine stappen voor de individuele
sociale verzekerden, maar betekenen belangrijke inspanningen voor
de sociale zekerheid als geheel omwille van de grote getallen. Dat is
01.01 Frank Vandenbroucke,
ministre: L'ordre du jour social du
Conseil des ministres d'Ostende
reflétait trois préoccupations du
gouvernement. Tout d'abord, la
création d'emplois constitue une
priorité. Dans le même temps,
nous entendons oeuvrer à la
construction d'une société
soucieuse de la prise en charge
des proches et réservant une
place à l'éducation des enfants. Il
doit s'agir d'une prise en charge
non seulement des enfants par les
parents mais également des
parents par les enfants.

Ensuite, les ménages qui
combinent emploi et allocations ne
peuvent être pénalisés parce que
l'un des partenaires se voit offrir la
possibilité de travailler davantage
ou de percevoir un salaire plus
élevé. Enfin, nous devons veiller à
ce que notre sécurité sociale
demeure inchangée.

C'est pourquoi il convient de
l'adapter à l'évolution du bien-être.
Pour le citoyen considéré à titre
individuel, l'adaptation au bien-être
ne produit pas d'effets
spectaculaires, étant donné que
les adaptations opérées revêtent
toujours un caractère minimal. Au
niveau politique, il s'agit cependant
d'un enjeu de taille qui nécessite
des efforts considérables. Si nous
nous livrons à une certaine
autocritique, il nous faut admettre
qu'au cours des trente dernières
années, le gouvernement a
privilégié une politique du stop and
go, plutôt qu'une politique
systématique d'adaptation au bien-
être.

A présent, nous choisissons une
autre approche pour garantir la
liaison des prestations sociales à
l'évolution du bien-être, à savoir
une adaptation constante et
biennale des allocations, et cela
en étroite collaboration avec les
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
iets wat we goed moeten kunnen uitleggen aan de bevolking.

We maken vandaag eigenlijk ook een beetje een zelfkritiek met
betrekking tot de voorbije dertig jaar. We hebben in dit land niet
stelselmatig een beleid van welvaartsvastheid gevoerd.

We hebben in het begin van de jaren zeventig een aantal
maatregelen genomen in de sfeer van welvaartsvastheid. In de jaren
tachtig was er eigenlijk een stilstand. Er gebeurde gedurende jaren
niets. Op het einde van de jaren tachtig is er dan een inhaalbeweging
geweest. In de jaren negentig was er opnieuw een stilstand. Eind van
de jaren negentig hebben we opnieuw een inhaalbeweging gedaan.
Men zou van een stop-go-beleid kunnen spreken. Dat is niet goed. Als
we vandaag de resultaten daarvan zien, kunnen we zeggen dat we
gelukkig enkele keren een inhaalbeweging hebben gemaakt, maar dit
soort van stop-go-beleid is niet goed. Men kan zelfs hier en daar
vaststellen dat in het sociaal systeem een paar verhoudingen een
beetje uit de haak zijn geraakt door dit stop-go-beleid.

We kiezen nu voor een andere aanpak, waarbij we gestadig en
stelselmatig onszelf verplichten om de welvaartsvastheid van de
uitkeringen te onderzoeken en op een tweejaarlijkse cadans
aanpassingen te doen. Wij willen de sociale partners daarbij veel
sterker betrekken. De regering zal een reeks aanpassingen
doorvoeren in de sociale wetgeving zodat voor alle takken van de
sociale zekerheid om de twee jaar een onderzoek gebeurt, in de
eerste plaats door de sociale partners, naar de aanpassingen die
nodig zijn om te kunnen spreken over welvaartsvastheid. De regering
zal een advies vragen aan de sociale partners. Als de regering dat
advies niet volgt, zal ze zeer goed moeten motiveren waarom ze dat
advies niet volgt en zal ze eventueel een afwijkend voorstel opnieuw
moeten voorleggen aan de sociale partners, waarna ze tot besluiten
zal moeten overgaan. Deze tweejaarlijkse cadans zal voor het eerst in
het jaar 2006 worden opgestart, met de bedoeling maatregelen te
nemen voor de periode 2007-2008.

Vanzelfsprekend moet men, als men uitkeringen verbetert, dat doen
over de verschillende parameters
­ de minima, de
berekeningsplafonds, maar ook de uitkeringsniveaus zelf -, en even
vanzelfsprekend moet men daarbij rekening houden met de
mogelijkheden. Koken kost geld en de regeringsbeslissing
onderstreept dat men rekening zal moeten houden met volgende
parameters: de werkgelegenheid, de economische groei, de
ontwikkeling van de activiteitsgraad, de verhouding tussen het aantal
mensen met een uitkering en het aantal actieve mensen die
bijdragen. Men zal ook moeten vermijden dat er werkloosheidsvallen
ontstaan omdat het verschil tussen uitkeringen en actieve inkomens
te klein zou worden. Dit zijn bekommernissen die meegegeven
worden in deze oefening. Na deze principiële beslissing, gaan we dit
omzetten in wetgevend werk. We zullen deze procedure immers
moeten vastleggen bij wet en we zullen ervoor moeten zorgen dat in
alle takken van de sociale zekerheid naar deze procedure verwezen
wordt.

Dit betekent niet dat we intussen niets moeten doen. De regering
heeft ook een aantal concrete beslissingen genomen, in afwachting
van dit onderhandelingsmechanisme - want dat is het, het is geen
automatisme ­ met betrekking tot diverse takken van de sociale
partenaires sociaux. Cette
procédure sera lancée en 2006
pour la période 2007-2008. Il est
évident que cette décision de
principe devra encore être
convertie en lois et mise en oeuvre
dans tous les secteurs de la
sécurité sociale.

En attendant que ce modèle de
négociations soit mis en place,
nous avons adopté également un
certain nombre de mesures
concrètes. C'est ainsi que le
gouvernement a décidé qu'avant
le terme de la législature, il faudrait
élaborer une méthodologie faisant
en sorte que quelqu'un qui a perçu
une allocation pendant six ans
bénéficie d'une augmentation de 2
%. Ce système existe déjà dans le
secteur des pensions mais là,
l'adaptation n'intervient qu'après
huit ans.

Cela signifie qu'en avril 2004, nous
accorderons une augmentation de
2 % aux citoyens qui ont été admis
à la retraite en 1996, qu'en 2005,
nous accorderons la même
augmentation aux pensionnés de
1997, qu'en 2006, nous en
attribuerons une aux pensionnés
de 1998 et 1999 et qu'en 2007,
nous augmenterons dans la même
proportion la pension des retraités
de 2000 et 2001.

Cette augmentation systématique
n'existait pas encore dans le
secteur des accidents du travail et
des maladies professionnelles.
Nous voulons accorder une
augmentation de 2% en 2005 aux
personnes qui ont droit aux
prestations sociales depuis 1997
ou avant.
En 2006, cette
augmentation sera également
accordée aux personnes qui ont
droit aux prestations sociales
depuis 1998 et 1999 et en 2007
elle sera accordée aux personnes
qui y ont droit depuis 2000 ou
2001.

Les plafonds salariaux seront
également adaptés dans ce
secteur. Ils seront en effet portés à
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
zekerheid. Tegen het einde van de legislatuur willen we komen tot
een methodiek die inhoudt dat wie zes jaar geleden op pensioen ging,
of een invaliditeitsuitkering kreeg of een uitkering voor
arbeidsongevallen of beroepsziekte, na zes jaar een verhoging van
2% krijgt. Met zou dit, al klinkt het bizar, een anciënniteitpremie
kunnen noemen voor mensen die gedurende lange tijd met een
uitkering moeten leven.

Daar willen we naartoe.

In de pensioensector benaderen we dit reeds enigszins door een
beleid dat ik heb opgestart in de voorbije legislatuur toen we
systematisch mensen die 8 jaar of langer op pensioen zijn in de privé-
sector - zelfstandigen zowel als werknemers - , een extra verhoging
hebben gegeven van 2%. In de pensioensector is dit reeds opgestart,
zij het dat de periode die we uittrekken vooraleer er een verhoging
komt, 8 jaar is en niet 6 jaar. De idee dat we in de pensioensector
evolueren naar een dergelijke systematiek tegen het einde van de
legislatuur wil heel concreet zeggen dat we dit jaar, met name in april,
een verhoging gaan geven van 2% voor mensen die 8 jaar geleden
met pensioen zijn gegaan, namelijk in 1996. Volgend jaar zullen we
twee jaartallen meenemen in de verhoging, dat wil zeggen mensen
die met pensioen zijn gegaan in 1997. In 2006 zullen we mensen die
met pensioen zijn gegaan in 1998 en 1999 een verhoging geven van
2%. In 2007 zullen we mensen die met pensioen zijn gegaan in 2000
en 2001 een verhoging geven van 2%.

Voor de arbeidsongevallen en beroepsziekten hebben we deze
oefening nog nooit gedaan. We zullen alle mensen die een
arbeidsongeval- of beroepsziekte-uitkering hebben, ingegaan in 1997
of vroeger, een verhoging geven van 2% in het jaar 2005. In het jaar
2006 zullen we dit doen voor mensen die een dergelijke uitkering
hebben gekregen in 1998 of 1999. In het jaar 2007 zullen we
dergelijke verhoging geven aan mensen die een arbeidsongeval- of
beroepsziekte-uitkering hebben gekregen in 2000 en 2001.

Ik neem aan dat u dit met deze uitleg niet helemaal kan volgen, maar
wij gaan dadelijk een schema uitdelen waarin het duidelijk wordt.

Wij gaan ook de loonplafonds voor de berekening van uitkeringen
aanpassen. Dat doen wij eigenlijk al in de pensioensector op
geregelde tijdstippen, maar wij gaan dit nu ook doen in de sector
arbeidsongevallen en beroepsziekten, waar wij ook een zeer
belangrijke inhaalbeweging gaan doorvoeren, reeds vanaf dit jaar. De
loonplafonds voor de berekening van uitkeringen, beroepsziekten en
arbeidsongevallen zijn sinds heel lange tijd niet meer aangepast. Ze
liggen vandaag dan ook bijzonder laag. Wij gaan die verhogen tot het
berekeningsplafond ­ 31.578 euro bruto per jaar ­ dat reeds in de
ziekteverzekering geldt.

Mijn collega Rudy Demotte zal spreken over invaliditeit. Wij zullen een
cadans van verhogingen in de praktijk brengen voor mensen die
reeds een aantal jaren leven met een uitkering. Vermits wij dat reeds
gedaan hebben in de pensioensector gaat het eigenlijk over het
toevoegen van een aantal cohorten in dat systeem. Wij hebben dat
nog niet gedaan voor beroepsziekten, arbeidsongevallen en
invaliditeit. Daar moeten wij dus nog de hele groep meenemen,
daarom zien de maatregelen er in de praktijk een beetje anders uit.
31.578 euros bruts par an, ce qui
correspond aux plafonds
appliqués dans le domaine de
l'assurance maladie. M. Demotte
reviendra tout à l'heure plus en
détail sur le secteur de l'invalidité.

En ce qui concerne la garantie de
revenus aux personnes âgées,
deux grandes décisions ont été
prises. D'une part, le montant de
base sera majoré de 10 euros par
mois pendant quatre années
consécutives. Cela signifie qu'un
couple percevra 20 euros de plus.
D'ici à la fin de la législature, un
couple bénéficiant du système de
la garantie de revenus percevra
dès lors 80 euros de plus chaque
mois.

Par la suite, en ce qui concerne
les parents qui émargent à la
GRAPA et habitent chez leurs
enfants, il ne sera plus tenu
compte du revenu de ces derniers.
Sur le plan fiscal également, le fait
d'habiter chez ses enfants sera
rendu plus attrayant et assimilé à
l'admission en maison de retraite.
L'hébergement chez les enfants
offre, en effet, une solution
particulièrement intéressante au
problème de société que constitue
la prise en charge des aînés.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Na 2006 willen wij in een onderhandelingsscenario zitten, daarom
hebben wij ook gezegd dat wat wij hier voorleggen voor het jaar 2007
gewijzigd kan worden door de partners, als zij dat willen. Dit is echter
alleszins wat wij voorleggen. Voor het jaar 2007 hebben wij ook een
enveloppe voorgelegd die betrekking heeft op de plafonds in het
algemeen, waar wij nog niet gespecificeerd hebben wat dat concreet
moet betekenen.

Mijnheer de voorzitter, ik rond af met de aandacht te vestigen op de
inkomensgarantie voor ouderen. Dat is een bijstandsstelsel dat de
leden van de commissie goed kennen.

Er zijn twee beslissingen genomen die de leden van de commissie,
denk ik, zullen verwelkomen. Om te beginnen zullen we het
basisbedrag van de inkomensgarantie vier opeenvolgende jaren met
10 euro verhogen. We gaan dat de eerste keer doen in de herfst van
dit jaar, meer bepaald in september. Als je zegt dat je het basisbedrag
van de inkomensgarantie verhoogt met 10 euro, dan wil dat zeggen
dat je voor iemand die alleenstaande is en leeft van de IGO-toeslag of
van de IGO een verhoging doorvoert met 15 euro. Voor een koppel
waarvan beide partners leven met de inkomensgarantie is het een
verhoging met 20 euro. Dat wil zeggen dat je tegen het einde van de
legislatuur, als je dat vier keer gedaan hebt, voor een koppel dat leeft
van de IGO ­ en zo zijn er nogal wat ­ een verhoging van 80 euro per
maand gerealiseerd zult hebben.

We gaan nog iets anders doen. Dat komt tegemoet aan vragen die in
deze commissie, ten minste in de commissie voor de Sociale Zaken,
dikwijls gesteld zijn. We gaan ouders die bij hun kinderen gaan
inwonen en leven van de IGO of met een IGO-toeslag blijven
beschouwen als alleenstaanden. We gaan dus de inkomens of de
bezittingen van die kinderen niet langer in rekening brengen om te
bepalen of de ouders al dan niet recht hebben op de IGO. Dat is
eigenlijk een erkenning van het feit dat kinderen die financieel
behoeftige ouders bij zich opnemen een heel goede zaak doen voor
de samenleving. Het zou eigenlijk nogal unfair zijn als we in een
dergelijke situatie plotseling het recht op de IGO afnemen omdat de
kinderen een inkomen hebben dat boven de toegelaten grenzen gaat.
Eigenlijk gaat men daarmee ouders die door hun kinderen worden
opgenomen en financieel behoeftig zijn op dezelfde wijze behandelen
als mensen met een IGO-toeslag die opgenomen worden in een
rustoord. U zult zich uit de IGO-wetgeving herinneren dat bij opname
in een rustoord de mensen eigenlijk beschouwd worden als
alleenstaanden. Er is ook een fiscale maatregel getroffen om kinderen
die hun ouders bij zich opnemen correcter te behandelen.

U heeft ongetwijfeld gelezen in de pers dat de fiscale vrijstellingsregel
gaat worden versterkt waardoor een ouder, die bij zijn kinderen gaat
inwonen en daar ten laste is van die kinderen, fiscaal op dezelfde
wijze zal worden behandeld als een gehandicapt kind.

Voorzitter, ik ga het hierbij laten en het woord geven aan mijn collega,
Rudy Demotte.

Le président: Monsieur le ministre Demotte, vous êtes arrivé un peu plus tard. Aussi, je vous signale qu'il a
été proposé que chaque ministre s'en tienne à une intervention d'une dizaine de minutes pour ensuite
permettre aux membres de poser des questions et d'intervenir pendant une quinzaine de minutes par
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
groupe.
01.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, le partage qui
vient d'avoir lieu entre ministres consiste effectivement à parler plus
spécifiquement des compétences propres à chacun. C'est en français
que je donnerai l'exposé du mécanisme de corrélation au bien-être.
Vous recevrez ainsi une explication tant de M. Vandenbroucke que de
moi-même.

Tout d'abord, ce mécanisme n'est pas à prendre in abstracto. Il ne
s'agit pas d'un mécanisme qui, à l'inverse de ce que la sémantique
induirait de ce mot, impose des choix qui sont d'ordre mécanique. La
seule chose décidée dans la mise en oeuvre de ce système, c'est de
se voir tous les deux ans pour fixer un certain nombre d'éléments qui
peuvent corroborer l'évolution du bien-être aux allocations sociales.
Pourquoi? Parce que nous ne voulons évidemment pas procéder à
une distribution in abstracto. Nous avons établi un certain nombre de
balises au sein du gouvernement. Quelles sont-elles? C'est d'abord la
mise en oeuvre d'éléments d'appréciation par rapport à l'évolution du
système dans lequel nous nous trouvons. Quels sont les termes de la
relation entre population active et inactive? Quel est le taux de
croissance du pays? Comment pourrons-nous évaluer les facteurs qui
vont pouvoir fonder la redistribution pour être concrets?

L'avantage de ce système est qu'il est basé sur la négociation. C'est
là un grand respect de notre tradition. Le deuxième avantage, c'est
que la négociation va se passer à espaces réguliers et, en d'autres
termes, éviter le système d'élastique tendu à l'extrême. On peut le
qualifier soit de "push and go": on arrête pendant un certain temps et,
ensuite, on doit coller à la réalité du coût de la vie, soit de manière
plus allégorique comme celui de l'élastique qui, à force d'être trop
tendu, peut, à un moment donné, casser au détriment de tout
l'équilibre social.

Les entreprises n'y ont pas intérêt car elles n'ont pas de prévisibilité
suffisante par rapport à l'évolution de leurs coûts, sachant que les
coûts sont également conditionnés par la question de la parafiscalité
qui est au coeur de notre débat. Elles ont donc intérêt à pouvoir mettre
en place des mécanismes par lesquels elles savent que, de manière
régulière, elles vont pouvoir jauger l'évolution de l'ensemble de leurs
coûts.

Les interlocuteurs sociaux sont également les représentants des
allocataires. Ceux-là ont eux aussi intérêt à ne pas se voir
régulièrement dans des situations de tension où l'on doit réclamer au
bout de plusieurs années, des réajustements dans des conditions de
désordre. Nous observons donc à ce niveau également un intérêt
évident dans le chef des interlocuteurs sociaux qui défendent les
allocataires.

Il reste un acteur: l'Etat. Celui-ci a tout autant intérêt à garantir la paix
sociale et donc à fixer des procédures qui induisent cette corrélation
mieux adaptée: le "fine tuning" entre l'évolution du coût de la vie et les
allocations sociales.

Je serai bref puisque vous allez recevoir des documents qui
produisent l'inventaire des mesures, secteur par secteur. Que ce soit
au niveau des maladies professionnelles ­ Frank Vandenbroucke en
01.02 Minister Rudy Demotte:
Wij hebben een regeling voor een
koppeling aan de evolutie van de
welvaart ingesteld. Wij hebben
bakens uitgezet en elementen
uitgewerkt aan de hand waarvan
een en ander kan worden
geëvalueerd. Die regeling stoelt op
onderhandelingen die op
geregelde tijdstippen zullen
plaatsvinden. Aldus kan een
"elastisch" systeem zoals dat
vroeger bestond, worden
voorkomen. Dat kon immers
leiden tot dermate
grote
spanningen dat er mogelijk een
breuk zou ontstaan, wat nefast is
voor alle betrokkenen. Zowel de
ondernemingen als de sociale
gesprekspartners en de Staat
zullen bij dat systeem belang
hebben.

U zal documenten ontvangen
waarin een gedetailleerd overzicht
van de maatregelen per sector
wordt gegeven. Het kernpunt bij
elk van die beslissingen is dat de
aanpassingen welvaartsvast zullen
worden gemaakt. Een en ander
geldt zowel voor de
minimumbedragen als voor de
maximumbedragen, op grond
waarvan in sommige gevallen de
sociale uitkeringen worden
berekend. Het betreft
totaaloplossingen op middellange,
lange en korte termijn.

Wij zullen beginnen met degenen
aan wie die kloof het meest kost,
namelijk de mensen die al het
langst een uitkering ontvangen.

Voorts hebben wij ernaar
gestreefd werkloosheidsvallen te
voorkomen. Wij hebben rekening
gehouden met de minimumlonen.
Wij zijn daar zeer ver in gegaan.
Wij hebben zelfs rekening
gehouden met de situatie van een
gezin waar twee personen sociale
uitkeringen ontvangen en hebben
voor een "phasing out" gekozen.

Wat het geneesmiddelenbeleid
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
a parlé ­, que ce soit en maladie-invalidité ­ je vous en parlerai un
peu ­, que ce soit dans le domaine des pensions ­ cela a déjà été
abordé et vous disposerez également de tableaux, nous éviterons
donc une discussion trop technique maintenant puisque l'important
pour nous, c'est de mesurer la dimension politique de notre décision ­
, ce qui est au coeur de chacune des décisions, c'est de commencer à
mettre en place, dès maintenant, des réajustements qui lient le bien-
être à l'évolution des allocations sociales et ce, avant 2007.

On aurait pu dire que l'on commençait ce système en 2007 et ne rien
faire entre-temps. Néanmoins, on a mis l'accent sur une série de
mesures dont vous aurez déjà pris connaissance par le biais de la
presse et que vous étudierez encore plus attentivement à partir des
notes qui vous seront transmises.

Nous avons également voulu travailler sur les minima car les
planchers peuvent être des problèmes qui trahissent clairement la
rupture entre l'évolution du coût de la vie et de la richesse et celle des
allocations sociales et sur la question des plafonds. Comme vous le
savez, ces plafonds sont parfois la base de référence sur laquelle
nous calculons les allocations sociales.

Vous pouvez constater que ce mécanisme est relativement complet. Il
prévoit le moyen/long terme mais également des dispositions à court
terme puisqu'elles prennent vigueur immédiatement.

Par qui avons-nous voulu commencer? Par ceux qui paient le plus
chèrement la rupture entre leur niveau de vie et le niveau de vie
globale de la société. Qui sont-ils?

Ce sont les personnes qui disposent d'allocations anciennes. C'est la
raison pour laquelle nous avons travaillé sur ce chiffre des huit
années. Nous allons augmenter de 2% ces allocations parce que
c'est celui qui a son allocation depuis le plus longtemps qui risque
effectivement de connaître cette rupture, ce fossé entre le calcul de
sa propre allocation et le niveau de vie général. Nous pourrions
prendre beaucoup d'exemples mais, de manière générale, le constat
est là. En pourcentage, vous le verrez, c'est de l'ordre de la dizaine de
pour cent de perte de niveau de vie dans le non-ajustement entre le
bien-être et les allocations sociales.

Je ne vais pas être beaucoup plus long sur cet aspect, tout en
insistant sur un point qui n'a pas été abordé jusqu'à présent. Nous
avons voulu faire en sorte que, dans les mécanismes d'ajustement
qui sont aujourd'hui envisagés, nous évitions les pièges à l'emploi.
Nous avons toujours eu pour objectif d'éviter les pièges à l'emploi.
Vous verrez que ce n'est pas un continuum qui ne tient pas compte
de décisions dans d'autres domaines que celui des allocations
sociales. Nous avons travaillé sur la réévaluation des minima
salariaux, nous avons maintenant tenu compte d'augmentations d'un
certain nombre d'allocations sociales, en évitant que la tension entre
l'un et l'autre ne se fasse au détriment de l'emploi. C'est la raison pour
laquelle nous avons été très loin dans ce raisonnement, en allant
parfois même étudier les conséquences que peut avoir une reprise
d'emploi pour des allocataires sociaux, dans le cas où les deux
personnes dans le ménage dépendent d'allocations sociales. Nous
avons mis sur pied un mécanisme ­ je vais utiliser un terme qu'on
connaît mieux dans le domaine de l'économie européenne que du
betreft, werden vijf hefbomen voor
een beheersing van de kosten
uitgewerkt. Wij hebben de nadruk
gelegd op de voorlichting van de
zorgverstrekkers om een toevloed
van voorschriften te voorkomen.
De toename van de kosten kan
immers toe te schrijven zijn aan
promotieacties of
modeverschijnselen. Het is de
bedoeling tot een onafhankelijk
korps van artsenbezoekers te
komen die zich enkel door
wetenschappelijke overwegingen
laten leiden. Wat de promotie
betreft, zullen wij krijtlijnen trekken
om te bepalen wat aanvaardbaar
is en wat niet.

De tweede hefboom betreft de rol
van de apotheker, die moet
worden opgewaardeerd. Het derde
instrument heeft betrekking op de
verspreiding van generische
geneesmiddelen en van de oude
moleculen, teneinde de prijzen te
verlagen en meer te kunnen
investeren in vernieuwende
moleculen. Ten vierde zal de
toegang van de patiënt tot de
geneesmiddelen worden
gegarandeerd. De regering zal
bepaalde maatregelen
met
betrekking tot de vernieuwende
geneesmiddelen versoepelen,
maar zal de prijzencontrole
handhaven. Ten slotte zullen wij
ook werk maken van een beleid
van administratieve
vereenvoudiging.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
droit social ­ qui pourrait être qualifié de "phasing out", c'est-à-dire qui
permet à certains moments, quand on sort d'une allocation sociale
pour entrer dans le domaine de la vie professionnelle, que les
ressources globales du ménage n'en soient pas sanctionnées
puisque c'était un des éléments de pièges à l'emploi auxquels nous
devions être attentifs.

Je vous dirai deux mots sur la question de la politique du médicament
car nous sommes ici en commissions conjointes Santé publique et
Affaires sociales. Nous savons qu'un des éléments complexes dans
la maîtrise des coûts est celui de la politique du médicament. C'est la
raison pour laquelle nous avons défini - je peux vous le dire assez
brièvement - cinq leviers pour mieux maîtriser la prescription au sens
de l'intérêt général. Nous ne parlons pas ici d'économie mais à la fois
d'économie et de santé publique.

Un premier levier porte sur l'information des prestataires de soins
contre la promotion excessive de médicaments. Vous l'avez déjà
entendu à de nombreuses reprises au sein de cette commission, qu'il
s'agisse de la commission des Affaires sociales ou de celle de la
Santé publique, mais les coûts de la médication peuvent croître dans
la mesure où ils répondent non pas à une évolution technologique qui
impose des surqualifications de coûts mais aussi parce que la
promotion en fait des éléments de consommation, presque liés à des
mouvements que je serais tenté de qualifier "de mode ".

Par conséquent, nous allons travailler sur une amélioration de
l'information du corps médical. Comme vous, j'ai lu un certain nombre
de réactions à ce sujet. L'idée, par exemple, de mettre sur pied des
corps de délégués indépendants me paraît indispensable sachant que
ce qui doit guider ces délégués, c'est l'évidence scientifique et non un
conditionnement quelconque, qu'il soit budgétaire ou lié à une firme,
mais seulement l'évidence scientifique et la médecine scientifique.
C'est sur cet élément que nous allons nous baser.

Pour ce qui concerne la promotion excessive des médicaments, nous
avons également fixé des balises, des limites dans lesquelles les
promotions peuvent se faire. Qu'est-ce qui est acceptable ou pas en
termes de voyage d'étude? Dans quelles conditions cela peut-il se
faire? Je pourrai vous montrer des documents sur les conséquences
de la ménopause, étudiées dans le Grand Sud marocain. Je peux
vous dire qu'il y a parfois des éléments de corrélation un peu difficiles
à établir a priori pour le ministre de la Santé que je suis. Nous allons
travailler sur une meilleure coercition de la promotion indue en la
ramassant sur ses bases les plus scientifiques, ce qui nous paraît
être un devoir de société.

Le deuxième levier est celui de l'amélioration de la qualité et de la
prescription de médicaments dans l'intérêt du patient. C'est
essentiellement le rôle qualitatif du pharmacien que nous avons voulu
mettre en exergue. Ce n'est pas un boutiquier, quelqu'un qui vend des
boîtes. C'est quelqu'un qui a un métier avec une haute valeur
intellectuelle. D'ailleurs, certains deviennent députés. C'est dire à quel
point ce corps de métier est attentif au devenir de la société. Toujours
est-il qu'en ce qui concerne ce métier, il fallait le reconnaître pour tel
et il y a des incitants dans la politique gouvernementale.

Le troisième levier concerne les médicaments moins chers,
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
notamment la promotion des génériques, mais pas seulement des
génériques. Lorsque des molécules anciennes peuvent, grâce à leurs
vertus thérapeutiques, être moins chères, cela devient intéressant
pour la société. Aussi allons-nous faire en sorte que cette politique de
la promotion du médicament de qualité au moindre prix soit
génératrice d'économies qui permettent d'investir, dans des
médicaments, des structures de molécules innovantes qui couvrent
des besoins nouveaux. A cet égard, la promotion de médicaments
innovants nous paraît importante.

Le quatrième et avant-dernier levier, c'est l'accessibilité du patient par
un remboursement moderne des médicaments innovants et un
contrôle des prix sur les médicaments. J'ai constaté qu'un débat a
surgi ces derniers jours sur la question du contrôle des prix. Le
gouvernement a décidé d'assouplir certaines conditions en matière de
médicaments innovants mais vous savez également - sauf les
distraits ­ que le gouvernement a également décidé de maintenir les
mécanismes actuels du contrôle des prix. Je répète ce principe
devant la commission, si besoin en était.

Le cinquième et dernier levier, c'est la politique de simplification
administrative. Il est évident que nous avons aujourd'hui beaucoup
trop de procédures. Nous allons essayer de les alléger, notamment
en assouplissant le mécanisme pour les médicaments "chapitre IV",
mais pas à n'importe quel prix. Là aussi, des moyens de contrôle
seront mis en place pour que cette simplification ne se fasse pas au
détriment de l'intérêt général. Je pense avoir été relativement concis
sur toutes ces matières.

De voorzitter: Dank u, mijnheer Demotte. Wij blijven de volgorde van de agenda volgen en bijgevolg kan ik
nu het woord geven aan de heer Anciaux.
01.03 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal
proberen heel kort te zijn. Ik zal mijn inleiding laten vallen.

Ik ben ervan overtuigd dat 12.000 jobs, zoals die werden afgesproken
tijdens de Werkgelegenheidsconferentie, tegen het einde van de
legislatuur daadwerkelijk zullen worden gecreëerd in de sociale
economie. Daartoe werden, enerzijds, de bestaande instrumenten
uitgebreid en verfijnd; anderzijds, zullen nieuwe initiatieven worden
ontwikkeld.

De volgende drie maatregelen werden op de Ministerraad van
Raversijde genomen. Ten eerste, een aantal stimuleringen van
tewerkstelling door en voor de sociale economie. Ten tweede, een
luikje rond ervaringsdeskundigen. Ten derde, een luikje rond
maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Wat het stimuleren van tewerkstelling door en voor de sociale
economie betreft, hebben we het volgende afgesproken. Ten eerste,
we zullen een verfijning realiseren van het instrumentarium. Er
moeten meer mensen op meer plaatsen aan de slag. Daarom hebben
we de mogelijkheid voor tewerkstelling via de OCMW's bij sociale
economie-initiatieven gevoelig uitgebreid.

Reeds eerder dit jaar werd het contingent van artikel 60, paragraaf 7 ­
verhoogde staatstoelage ­, dat vroeger voorzag in 1.400 plaatsen,
uitgebreid tot 2.000 plaatsen. Ondertussen zijn er daarvan reeds meer
01.03 Bert Anciaux, ministre:
Comme convenu lors de la
conférence pour l'emploi, 12.000
emplois seront créés dans le
secteur de l'économie sociale. Les
instruments existants seront
améliorés et de nouvelles
initiatives seront prises.

Trois mesures ont été adoptées à
Raversijde: la promotion de
l'emploi dans l'économie sociale,
le recours à des experts de vécu
et la promotion de la responsabilité
sociale des entreprises.

L'éventail des instruments
disponibles est amélioré de
manière à ce que davantage de
personnes puissent trouver du
travail en davantage de lieux. Les
possibilités d'emploi par le biais
des CPAS sont étendues. Le
contingent d'emplois pouvant
bénéficier d'une subvention
majorée de l'Etat sur la base de
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
1.700 ingevuld. Zo zorgen we ervoor dat meer mensen ter
beschikking kunnen worden gesteld van de sector van de sociale
economie.

Ten tweede, binnenkort zal een KB voorzien in een uitbreiding van de
lijst van sociale economie-initiatieven, wat de zogenaamde afzetmarkt
vergroot. Dit biedt een bredere waaier aan mogelijkheden, zowel in de
publieke als in de private sfeer, waardoor meer mensen op meer
plaatsen kansen krijgen op duurzame werkervaring. Hierdoor creëren
we ook meer kansen op doorstroming, wat het ons mogelijk moet
maken om tijdens deze legislatuur 4.600 mensen aan een job te
helpen.

Ten derde, nieuw hierin is het feit dat vanaf nu ook projecten van
sociale economie, die door de OCMW's zelf worden opgezet, op een
meer systematische manier als dusdanig kunnen worden erkend
waardoor ook zij optimaal van dit uitgebreid instrumentarium kunnen
gebruikmaken. Rekening houdend met dit nieuwe gegeven is het
aangewezen om op een meer systematische manier de initiatieven
van de OCMW's in overweging te nemen in het kader van de
voornoemde maatregel. Het nieuwe KB, dat voorziet in de erkenning
van de OCMW-projecten als sociale economie-initiatieven door de
federale minister, zal ook de OCMW's toelaten om de verhoogde
staatstoelage te genieten.

Ten vierde, een betere afstemming van de
tewerkstellingsinstrumenten, artikel 60, paragraaf 7 ­ verhoogde
staatstoelage. De SINE-maatregel, waarvoor Frank Vandenbroucke
bevoegd is, zou van die laatste een soepeler en gebruiksvriendelijker
instrument moeten maken.

Op termijn moet ons dit de mogelijkheid bieden om zowat 4.000
bijkomende arbeidsplaatsen te creëren.
l'article 60, §7, est porté à 2.000
emplois.

Davantage de personnes pourront
ainsi trouver du travail dans le
secteur de l'économie sociale. Un
arrêté royal étoffant la liste des
initiatives dans le secteur de
l'économie sociale sera bientôt
publié. Il permettra d'augmenter
les débouchés et d'accroître les
possibilités tant dans le secteur
public que privé. Les possibilités
de transition professionnelle
seront également améliorées. Les
projets d'économie sociale initiés
par les CPAS pourront également
être systématiquement reconnus.
Ils pourront ainsi prétendre aux
subventions majorées de l'Etat. Il y
aura une meilleure harmonisation
entre les instruments visés à
l'article 60,§7, et la mesure SINE,
ce qui permettra de rendre cet
instrument plus souple.
J'en viens aux équipes d'intervention. Le Conseil des ministres a
marqué son accord pour la création d'équipes d'intervention qui
seront mises en place en collaboration avec un certain nombre de
secteurs privilégiés. Ces équipes, créées au sein du secteur de
l'économie sociale, seront prioritairement mises au service des
écoles, des sociétés de logement social et des agences immobilières
sociales. Elles pourront remplir des tâches qui, aujourd'hui, par
manque de temps et de personnel, ne sont plus assurées. Cela va de
petits travaux de rénovation, de réparation du patrimoine, de
l'entretien technique, de l'entretien des plaines de jeu et des classes,
de l'entretien des espaces verts dans les écoles, aux petits travaux de
réparation dans les logements sociaux, etc.

Dorénavant, il sera possible, dans ce cadre, de faire appel au secteur
de l'économie sociale.

Les chômeurs de longue durée et les personnes bénéficiant du
revenu d'intégration, qui trouveront un emploi dans ces équipes
d'intervention, pourront, par ce biais, remplir des tâches utiles à la
société. En même temps, ils acquerront une expérience et une
formation sur le plan technique, ce qui leur facilitera la recherche d'un
emploi, notamment dans le secteur de la construction.
Ik kom nu op de interventieteams.
De ministerraad heeft ingestemd
met de oprichting van
interventieteams voor specifieke
sectoren, zoals de sociale
economie. Deze teams zullen
scholen, sociale
huisvestingsmaatschappijen en
sociale verhuurkantoren helpen
voor klusjes zoals kleine
renovatiewerken, herstellingen,
technische onderhoudswerken,
het onderhoud van speelpleinen,
klassen, groenvoorzieningen, enz.

De langdurig werklozen en
leefloners die in dit kader de
handen uit de mouwen steken,
maken zich op die manier nuttig
voor de samenleving, en krijgen
tegelijk een technische vorming,
wat een bijkomende troef is bij het
zoeken naar werk.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Ik kom tot het tweede grote deel, de ervaringsdeskundigen.

In het verleden werden vaak beslissingen genomen boven de hoofden
van de mensen die dagelijks met armoede werden geconfronteerd.
Het gevolg daarvan is dat met het armoedeaspect onvoldoende
rekening wordt gehouden in de verschillende beleidsdomeinen.
Ervaringsdeskundigen zijn mensen die opgegroeid zijn in armoede.
Via opleiding en vorming overstijgen zij de individuele ervaring en
stellen ze die ten dienste van de gemeenschap. Ze kunnen het beleid
rond armoedebestrijding mee vormgeven en erover waken dat de
communicatie naar de kansarmen efficiënt verloopt. Bovendien
kunnen ze optreden als tolk voor de overheidsdiensten.

Samen met Marie Arena ben ik overtuigd van de meerwaarde die
deze ervaringsdeskundigen voor de beleidsvoering en dus voor de
samenleving kunnen betekenen. We zullen in 2004 hierover een
pilootproject opzetten. In een eerste fase willen we
ervaringsdeskundigen inzetten in de federale overheidsdiensten. In
tweede instantie willen we zien hoe we dit kunnen realiseren voor
andere beleidsniveaus en in privé-ondernemingen. Meer dan alleen
voor het creëren van tewerkstelling voor ervaringsdeskundigen, willen
we dit initiatief gebruiken als hefboom in de strijd tegen armoede en
aan de hand van dit initiatief een maatschappelijke doorbraak
realiseren.

Ik kom op het derde deel, maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Par le passé, les décisions étaient
souvent prises sans tenir compte
de la
situation que vivent
réellement les personnes
démunies. Il sera à présent fait
appel à des experts de vécu: des
personnes qui ont grandi dans la
pauvreté et qui, grâce à la
formation qu'elles auront reçues,
peuvent contribuer à orienter la
politique. Ces experts pourront
également exprimer ce que
ressentent les pauvres et,
inversement, leur communiquer
les mesures qui auront été prises.
Je suis convaincu que ces experts
pourront apporter une plus-value.
Dans le courant de l'année 2004,
ils seront affectés aux SPF et nous
espérons également plus tard
pouvoir leur confier des missions à
d'autres niveaux de pouvoir et
dans les entreprises privées. Ils
pourront jouer un rôle de levier
dans le cadre de la lutte contre la
pauvreté.
Premièrement, le cadre de référence pour la responsabilité sociale
des entreprises.

La responsabilité sociale des entreprises (RSE) est un concept très
vaste qui n'est pas toujours défini d'une manière uniforme. Il en
résulte de la confusion et un manque de précision, ce qui n'est pas
favorable au développement de la responsabilité sociale des
entreprises. Il faut dès lors définir une sorte de cadre de référence qui
contribue à obtenir une plus grande uniformité technologique pour les
notions utilisées dans le débat RSE et qui précise l'objet de la
responsabilité sociale des entreprises.

Un cadre de référence doit être un cadre commun et cohérent pour
l'autorité fédérale, les entreprises et les "stakeholders" concernés. En
vue d'obtenir le consensus le plus large possible au sujet de ce cadre
de référence, la commission interdépartementale du développement
durable en sera chargée. Cet organe de concertation est composé de
représentants de tous les services publics fédéraux, de tous les
services publics de programmation, des Communautés et des
Régions de notre pays.
Het maatschappelijk verantwoord
ondernemen (MVO), een zeer
ruim begrip, wordt niet op een
eenduidige manier gedefinieerd,
wat zorgt voor verwarring en een
gebrek aan nauwkeurigheid,
waardoor de ontwikkeling ervan in
het gedrang komt. Men moet dus
trachten een referentiekader uit te
werken met het oog op een
grotere technologische
eenvormigheid. Het moet een
gemeenschappelijk en
samenhangend kader zijn, zowel
voor de federale overheid en de
ondernemingen als voor de
diverse betrokkenen. De
Interdepartementale Commissie
Duurzame Ontwikkeling
(overlegorgaan waarin de FOD's,
de POD's en de
Gemeenschappen en Gewesten
zitting hebben) zal met de
uitwerking ervan worden belast.
Tweede onderdeeltje van maatschappelijk verantwoord ondernemen
en stimuleren van vrijwillige MVO-rapportering.

Collega's, wanneer een onderneming een maatschappelijk verslag
opstelt, wil ze inspelen op de noden aan transparantie van haar
stakeholders. De onderneming wil niet enkel communiceren over haar
Nous voulons également
encourager les rapports RSE
volontaires, en proposant par le
biais de la commission
interdépartementale du
développement durable un cadre
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
financiële en economische prestaties en doelstellingen, maar ook
voor deze op sociaal en milieu vlak. Via de interdepartementale
commissie Duurzame Ontwikkeling willen we dan ook een
conceptueel kader, gebaseerd op internationaal in opgang zijnde
initiatieven, uitwerken en aanbieden aan ondernemingen die willen
experimenteren met het opstellen van een duurzaamheidsverslag.

Een derde luikje van maatschappelijk verantwoord ondernemen, en
dan sluit ik af, gaat over welzijn op het werk als integraal onderdeel
van MVO. Het is natuurlijk voor een groot deel de
verantwoordelijkheid van mijn collega Kathleen Van Brempt. Maar
samen met haar wil ik welzijn op het werk als een integraal onderdeel
van maatschappelijk verantwoord ondernemen ondersteunen. De
sectoren zullen uitgenodigd worden om op vrijwillige basis de nieuwe
welzijnsvraagstukken, eigen aan hun sector, in beeld te brengen. Elke
sector kan mee haar eigen prioriteiten bepalen. Op die manier kan de
overheid, samen met het bedrijfsleven, pro-actief inspelen op de
welzijnsuitdagingen van de toekomst.

Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn besluit. Er wordt door de
Ministerraad beslist om binnen de interdepartementale commissie
Duurzame Ontwikkeling voorstellen te doen rond, ten eerste,
transparantieverplichting voor beleggingsfondsen en, ten tweede,
MVO-criteria en overheidssteun voor investeringen in het buitenland.
Daarover hadden we nog geen akkoord; er was wel het akkoord dat
dit door deze interdepartementale commissie zal uitgewerkt worden.

Tot daar, mijnheer de voorzitter, ik heb nog een iets uitgebreidere
nota voor u klaar.
général aux entreprises
qui
souhaitent faire l'expérience de la
rédaction d'un rapport de
durabilité.
Le bien-être au travail fait
également partie intégrante de la
responsabilité sociale des
entreprises. Nous invitons les
différents secteurs à mettre en
exergue les problèmes qui se
posent en la matière dans leurs
secteurs respectifs. Un accord est
intervenu au sein du Conseil des
ministres pour que des
propositions soient faites au sein
de la commission
interdépartementale du
développement durable sur
l'obligation de transparence pour
les fonds de placement, les
critères RSE et les aides publiques
pour les investissements à
l'étranger.
01.04 Marie Arena, ministre: Pour respecter le temps donné à
chacun, dix minutes, j'essaierai d'être la plus brève possible et je
répondrai ensuite aux différentes questions. Les mesures que j'ai
déposées lors du Conseil des ministres d'Ostende ont pour objectif
l'amélioration de la qualité de vie des personnes les plus précarisées.
Je l'ai fait avec la casquette de ministre de l'Intégration sociale.

La qualité de vie des personnes les plus défavorisées passe par un
rattrapage du revenu social d'intégration, rattrapage de 4% sur la
législature pour les personnes qui bénéficient de ce revenu social
d'intégration. Cette augmentation a entraîné une augmentation
équivalente de 4% d'autres allocations de substitution, telles que
l'aide sociale, l'allocation d'attente des jeunes isolés, les minima
invalidité pour les travailleurs irréguliers et les allocations de revenus
pour handicapés. En effet, le revenu social d'intégration étant un
minimum, un rattrapage de ce revenu social d'intégration implique un
rattrapage des autres allocations. Ce rattrapage concernera
approximativement 250.000 personnes. Il était important de faire en
sorte qu'elles puissent faire face aux dépenses de la vie courante
avec ces revenus de substitution.

Étant donné que le revenu social d'intégration est en partie pris en
charge par les communes et les CPAS, nous avons voulu réserver
une partie du budget pour prendre en considération la charge
supplémentaire que cela représente pour les CPAS. Il y avait 250
euros par dossier RSI. Ils seront augmentés pour faire face à
l'augmentation de 4% pour ne pas venir grever le budget communal
et celui des CPAS. Nous sommes attentifs au fait que les CPAS ne se
01.04 Minister Marie Arena: Ik
zal mijn uiteenzetting vrij beperkt
houden en vervolgens antwoorden
op de vragen.

De maatregelen die ik als minister
van Maatschappelijke Integratie in
Oostende voorstelde, moeten de
levenskwaliteit van de kansarmen
verbeteren.

Vooreerst gaat het om een
inhaaloperatie voor het sociaal
leefloon, waarvan we het bedrag
met 4 % optrekken. In het
verlengde daarvan stijgen ook de
bijstandsuitkering, de
wachtuitkering van de jonge
alleenstaanden, de
minimuminvaliditeitsuitkeringen en
de inkomensvervangende
tegemoetkoming aan personen
met een handicap. Die
inhaaloperatie komt zo'n 250.000
mensen, die in staat moeten zijn
de rekeningen van elke dag te
betalen, ten goede.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
retrouvent pas en rupture par rapport aux services qu'ils doivent
rendre aux personnes les plus défavorisées. Pouvoir répondre à cette
attente des CPAS était un des soucis du Conseil d'Ostende.

Une autre mesure importante en matière d'amélioration de la qualité
de vie des personnes les plus précarisées, c'est l'accès au logement.
Les personnes les plus précarisées dans l'accès au logement sont les
sans-abri. Il n'est pas nécessaire de vous en donner une définition: ce
sont les personnes qui n'ont pas de domicile fixe.

Loin de l'image classique du sans-abri que l'on retrouve sur un carton,
dans une gare, il y a aussi d'autres catégories de sans-abri. Je cite
souvent l'exemple des femmes battues; une femme a un domicile au
jour x et, au jour x+1, elle n'en a plus, simplement parce qu'elle se
trouve dans une maison d'accueil ou dans une maison pour femmes
battues. Il faut pouvoir prendre en considération de telles situations et
aider ces personnes à retrouver, le plus rapidement possible, leur
autonomie en leur donnant la possibilité de bénéficier d'une prime de
première installation.

La mesure prise est un élargissement d'une mesure existante. Hier, il
y avait la prime de première installation pour les sans-abri qui avaient
un revenu d'intégration. Demain, cette prime d'installation sera
octroyée aux sans-abri qui ont un revenu d'intégration, une allocation
de chômage ou un revenu faible, c'est-à-dire l'équivalent du revenu
d'intégration majoré de 10%.

Le deuxième type de mesures par rapport à l'accès au logement,
c'est la constitution des garanties locatives. Au niveau fédéral,
l'objectif est de pouvoir aider les CPAS à constituer ces garanties
locatives, soit par le biais de la constitution de la garantie elle-même,
soit par le biais de lettres de caution qui peuvent être données au
propriétaire pour garantir qu'en cas de problème, le locataire aura la
possibilité de rembourser cette garantie locative. Bien entendu, cela
représente un coût pour les CPAS. Aussi, nous allons donner 25 par
dossier aux CPAS pour constituer ces garanties locatives. Mais nous
voulons aussi responsabiliser la personne qui bénéficie de cette
garantie locative; cela signifie que le CPAS, au moment où cette
personne a accès au logement, va constituer ces trois mois de
garantie locative. Toutefois, pendant les trois premières années du
bail, la personne qui a un logement va pouvoir recomposer cette
garantie locative. Si, au terme du bail, des dégâts sont constatés dans
le logement, la personne en est responsable. Notre objectif n'est pas
de déresponsabiliser le locataire mais bien de l'aider, de lui donner le
petit coup de pouce au logement qui nous semble important. Si aucun
dégât n'est constaté, cette garantie locative revient au locataire qui
pourra l'utiliser, soit pour changer de logement, soit pour autre chose.
Nous mettons ainsi à la disposition du locataire une aide à la
responsabilisation.

Au niveau des CPAS, nous avons également pris une mesure en
matière d'accès à l'emploi. Actuellement, un système fonctionne très
bien dans les CPAS; c'est l'activation du système prévu à l'article 60
dont le ministre Anciaux a parlé tout à l'heure, utilisation que nous
voulons favoriser dans l'économie sociale. Mais il existe un autre
dispositif qui est beaucoup moins utilisé, c'est l'accès à l'article 61,
c'est-à-dire l'emploi dans l'entreprise privée. Nous voulons favoriser
cette mise à l'emploi, en réalisant des partenariats entre les CPAS et
Aangezien het sociaal leefloon ten
dele ten laste van de gemeenten
en de OCMW's komt, werd
daarmee in de begroting rekening
gehouden. Het bedrag van 250
euro per leefloondossier wordt
eveneens met 4 % opgetrokken,
om de gemeentelijke begroting en
de OCMW-begroting niet te
bezwaren en om ervoor te zorgen
dat hun dienstverlening niet in het
gedrang komt.

Een andere maatregel betreft de
toegang tot de huisvesting. De
meest kansarme daklozen, maar
ook de mishandelde vrouwen die
in opvangtehuizen verblijven,
moeten worden geholpen. Daartoe
zal de installatiepremie worden
aangewend.

Wat de installatiepremie betreft,
vormt de goedgekeurde maatregel
een uitbreiding van een bestaande
maatregel. Zij zal worden
uitbetaald aan daklozen die een
leefloon of een
werkloosheidsuitkering ontvangen
of aan personen met een laag
inkomen.

Inzake de toegang tot huisvesting
strekt een tweede maatregel ertoe
de OCMW's te helpen
huurwaarborgen op te bouwen,
ofwel via de waarborg zelf, ofwel
via aan de eigenaar overhandigde
borgstellingsbrieven. De OCMW's
zullen een forfaitaire federale
subsidie van 25 euro per dossier
ontvangen.

Wij dringen er eveneens op aan
dat de begunstigden van die
maatregel zouden worden
geresponsabiliseerd. Zij zullen
immers worden verzocht hun
waarborg in de eerste drie jaar van
de huurovereenkomst opnieuw
bijeen te brengen. Als de
overeenkomst is verstreken zal de
huurder voor de vergoeding van
de vastgestelde schade moeten
instaan.

De maatregelen met betrekking tot
de OCMW's strekken ertoe de
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
les opérateurs régionaux de l'emploi, afin d'accompagner au mieux
les personnes les plus précarisées vers l'emploi privé.

Cela rencontre également la préoccupation du ministre de l'Emploi qui
est de favoriser l'accès à l'emploi privé de tous les publics, qu'ils
soient chômeurs ou minimexés. Nous avons mis sur la table un
programme de partenariat. Nous ne voulons pas faire du CPAS le
spécialiste de la mise à l'emploi mais, au contraire, participer avec les
acteurs régionaux de l'emploi à la mise au travail de ces publics
particulièrement précarisés, pour lesquels un accompagnement
spécifique doit être réalisé. Nous avons été très attentifs à ces
personnes.

Lors du Conseil d'Ostende, nous avons aussi confirmé une décision
que nous avions prise lors du Conseil de Gembloux, consistant à
favoriser, dans le cadre de la politique des grandes villes, un montant
qui pouvait aider à l'accès au logement. Nous avons mené une étude
des flux migratoires dans les grandes villes, montrant que la première
raison pour laquelle les publics quittent les grandes villes, c'est
l'acquisition d'un logement. Cela signifie que si les villes sont très
attractives pour des jeunes avec un faible pouvoir d'achat, dès que
leur pouvoir d'achat augmente et qu'ils ont la capacité d'acheter un
logement, ils ne le trouvent pas dans ces grandes villes. Dès lors, ils
les désertent, alors qu'il serait intéressant pour ces villes de les garder
sur leur territoire.

Sur la base de cette étude des flux migratoires, lors du Conseil de
Gembloux, nous avons décidé de développer un volet particulier
"Accès au logement", dans le cadre des grandes villes, pour stopper
cette hémorragie. Lors du Conseil d'Ostende, nous avons décidé de
dégager pour cette action un budget de l'ordre de 71 millions d'euros
en quatre ans dans le cadre des politiques des grandes villes, soit une
moyenne de 20 millions d'euros par an. Nous avons décidé
également que cette action prendrait place dans le cadre de
programmes triannuels signés avec les grandes villes.

Effectivement, quand on parle de logement, on parle
d'investissement. C'est pourquoi il importe de mener une politique
triannuelle plutôt qu'une politique annuelle en cette matière. Des
critères spécifiques à la situation du logement seront également fixés
dans ces grandes villes pour pouvoir répartir les nouveau moyens mis
sur la table en matière de politique des logements.

Pour cette politique du logement dans le cadre des grandes villes,
nous comptons développer quatre axes:
1. augmentation quantitative de l'offre de logements dans les grandes
villes;
2. faciliter l'accès au logement pour certaines catégories de
personnes dans les grandes villes;
3. lutte contre les logements insalubres dans les grandes villes;
4. insertion socioprofessionnelle des personnes précarisées vers
l'accès au logement dans ces grandes villes.

Je donne quatre axes qui devront ensuite être négociés, dans les
actions concrètes, avec les bourgmestres qui, bien entendu, gardent
la maîtrise de la politique du développement des grandes villes. Nous
sommes en train de discuter de ces quatre axes avec les différents
bourgmestres pour définir les actions concrètes car la réalité d'Anvers
toegang tot de particuliere
arbeidsmarkt te vergemakkelijken
dankzij artikel 61. Te dien einde
hebben wij een
partnerschapsprogramma
uitgewerkt tussen de OCMW's en
de regionale actoren op het gebied
van de werkgelegenheid.

Tijdens de ministerraad in
Oostende werd ook bevestigd dat
de federale overheid haar steentje
zal bijdragen aan het grootstedelijk
beleid. Uit een studie van de
migratiestromen blijkt dat de
aankoop van een eigen woning de
belangrijkste oorzaak is van de
stadsvlucht. Op grond van die
studie werd op de ministerraad
van Gembloux een hoofdstuk
"Toegang tot huisvesting"
uitgewerkt. Op de ministerraad
van Oostende werd een budget
van 71 miljoen euro uitgetrokken,
gespreid over vier jaar. Deze
maatregel zal worden uitgevoerd
in het kader van de
driejarenprogramma's met de
grote steden. In dat verband zullen
er in die grote steden specifieke
criteria worden vastgelegd met
betrekking tot de
huisvestingssituatie, met het oog
op de verdeling van de nieuwe
middelen.

Het huisvestingsbeleid voor de
grote steden stoelt op vier
krachtlijnen: zorgen voor een
groter woningaanbod in de grote
steden, het vinden van een woning
gemakkelijker maken voor
bepaalde bevolkingscategorieën,
het probleem van de
onbewoonbare of ongezonde
woningen in de grote steden
aanpakken, en acties op touw
zetten voor de maatschappelijke
integratie en inschakeling in het
arbeidsproces van kwetsbare
groepen via de toegang tot
huisvesting in de grote steden.

Over die vier krachtlijnen zal
onderhandeld worden met de
burgemeesters die bevoegd zijn
voor het ontwikkelingsbeleid van
de grote steden. Dankzij dat
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
en matière de logement n'est pas la même que celle de Liège, de
Charleroi ou de Molenbeek. Cette concertation a lieu à partir de
maintenant pour qu'au 1
er
janvier 2005, nous puissions faire signer,
pour trois ans, ces nouveaux contrats de villes, dans lesquels le volet
de la politique du logement pourra être pris en considération.

Le dernier point dans le cadre de ce Conseil d'Ostende concerne la
politique environnementale, le protocole de Kyoto. En tant que
ministre de la Fonction publique, j'ai intégré des actions dont l'objectif
est de faire de la Fonction publique un exemple en matière de respect
de l'environnement. Ce n'est peut-être pas le lieu pour en parler mais
il était important de le dire. Nous avons développé trois points en la
matière.
overleg zullen we concrete acties
kunnen uitwerken die aangepast
zijn aan de realiteit van het land
om aldus nieuwe contracten met
de steden te kunnen
ondertekenen.

Het laatste punt met betrekking tot
de Raad van Oostende heeft
betrekking op het milieubeleid. In
mijn hoedanigheid van minister
van het Openbaar Ambt heb ik die
drie punten ontwikkeld die ertoe
strekken van de openbare sector
een model te maken wat het
respect voor het leefmilieu betreft.
01.05 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, mon
intervention sera nettement plus courte que celle de mes collègues.
En effet, en ce qui concerne la politique et les mesures prises au
niveau des indépendants, un grand nombre de décisions et d'options
avaient déjà été définies à Gembloux. Nous n'allons évidemment pas
revenir sur ce qui a été décidé lors du Conseil des ministres de
Gembloux. Trois dossiers ont concerné les indépendants à Ostende.
Je ne m'appuierai donc que sur ces dossiers.

Tout d'abord, en ce qui concerne les familles, il est essentiel
d'apporter des améliorations importantes mais également que ces
mesures puissent concerner l'ensemble des familles quel que soit le
statut des parents. A titre d'exemple ­ mais je ne vais pas découvrir la
couronne et je laisserai mes collègues Simonis et Van Brempt en
parler plus longuement ­, la majoration d'allocations familiales pour
les enfants handicapés et les enfants gravement malades, de même
que l'augmentation de la déductibilité fiscale pour les frais de garde
d'enfants, désormais portée à 12 ans, seront appliquées de façon
similaire, que les parents soient salariés ou indépendants.

En ce qui concerne les congés de maternité, cette politique devra
également être améliorée pour les indépendants mais en trouvant des
pistes d'actions spécifiques. Elles seront développées dans le rapport
final des Etats généraux de la Famille qui doit être déposé fin juin, je
crois. Je suis en train de travailler avec les organisations pour trouver
des pistes spécifiques, l'optique étant de donner la possibilité aux
mamans ayant une activité d'indépendante de trouver des solutions
acceptables de remplacement durant cette période.

En ce qui concerne le dossier des pensions, Frank Vandenbroucke a
eu l'occasion de vous en parler de façon beaucoup plus détaillée. Il
est évident que l'augmentation de la GRAPA de 10/mois par an est
applicable à l'ensemble des personnes concernées par ce dispositif,
qu'elles soient indépendantes, salariées ou encore sans statut. Cela
concerne 38% de familles indépendantes. Il est donc essentiel que
l'on prenne ce type de dispositif, notamment en raison de
l'augmentation des pensions des indépendants décidée à Gembloux,
pour faire en sorte qu'un certain nombre d'indépendants ne sortent
pas du dispositif.

Enfin, la dernière chose que je voulais communiquer ­ monsieur le
01.05 Minister Sabine Laruelle:
Mijn betoog zal kort zijn,
aangezien de meeste maatregelen
die betrekking hebben op de
zelfstandigen al op de Ministerraad
van Gembloux werden
goedgekeurd.

Wat het gezinsbeleid betreft,
zullen de in Oostende
goedgekeurde maatregelen
gelden voor alle gezinnen,
ongeacht het statuut van de
ouders. Het betreft bijvoorbeeld
het optrekken van de kinderbijslag
voor gehandicapte of zwaar zieke
kinderen, of het verlengen van de
duur van de fiscale aftrekbaarheid
van kosten voor kinderopvang.

Inzake het ouderschapsverlof
moet het beleid worden verbeterd
en moeten specifieke maatregelen
worden overwogen. Zij zullen
verder worden ontwikkeld in het
eindverslag van de Staten-
Generaal voor het Gezin dat eind
juni zal worden ingediend.
Momenteel plegen wij overleg met
de betrokken organisaties om
aanvaardbare wisseloplossingen
te kunnen aanreiken aan moeders
met een zelfstandigenstatuut.

Wat de pensioenen betreft, zal de
inkomensgarantie voor ouderen
met tien euro per maand worden
verhoogd. Die maatregel zal van
toepassing zijn op alle ouderen,
zowel de loontrekkenden, de
zelfstandigen als de personen
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
président, vous constatez que je serai en dessous du temps de parole
de 10 minutes et c'est normal ­ concerne l'adaptation au bien-être
des allocations sociales. Je suppose que Rudy Demotte vous a parlé
du mécanisme structurel qui a été décidé pour le régime des salariés.
En ce qui concerne les indépendants, nous avons décidé de
demander à la table ronde de proposer un mécanisme similaire
adapté aux indépendants. Etant donné que le système décidé à
Ostende prévoit l'avis du CNT et du Conseil central de l'économie, en
ce qui concerne les indépendants, on devra plutôt travailler avec le
comité de gestion du statut social des indépendants. La table ronde
est donc chargée de faire des propositions concrètes pour un tel
mécanisme structurel après 2007. En effet, l'adaptation au bien-être
pour le régime des indépendants à partir de 2005 a été intégrée dans
les décisions de Gembloux.
zonder statuut.

Inzake de koppeling van de
sociale uitkeringen aan de evolutie
van de welvaart, werd beslist een
structurele regeling voor de
loontrekkenden in te voeren en wij
hebben op de
rondetafelconferentie gevraagd
een soortgelijke regeling voor de
zelfstandigen voor te stellen. In dat
verband zullen wij overleg moeten
plegen met het beheerscomité van
het sociaal statuut van de
zelfstandigen, aangezien de
regeling die in Oostende werd
goedgekeurd in een advies van de
NAR en de Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven voorziet. De
rondetafelconferentie zal ons haar
voorstellen na 2007 bezorgen,
terwijl de in Gembloux
goedgekeurde aanpassing aan de
welvaart vanaf 2005 van kracht zal
worden.

Inzake de aanpassing van de
sociale uitkeringen aan de
welvaart, hebben wij de
rondetafelconferentie gevraagd
een regeling uit te werken voor de
zelfstandigen naar het model van
de regeling die op de
buitengewone Ministerraad van
Oostende werd goedgekeurd. De
voorstellen die de
rondetafelconferentie ons zal
voorleggen zullen van kracht
worden na 2007 en de
maatregelen waartoe in Oostende
werd beslist zullen in 2005 ingaan.
01.06 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Je vais essayer de
résumer mes propos en dix minutes moi aussi, en vous présentant
rapidement les quelques mesures qui ont trait directement à la
politique des personnes handicapées et dans un deuxième temps ce
qui concerne la qualité de vie des familles et son amélioration.

La première mesure en matière de politique des personnes
handicapées est l'extension de la réforme des allocations familiales
majorées. Cette réforme a été mise sur pied au mois de mai 2003
mais elle a été limitée aux enfants nés après 1996. La décision du
Conseil des ministres d'Ostende porte sur une extension de cette
réforme qui concernera désormais les enfants nés après le
1
er
janvier 1993.

La deuxième mesure en faveur des personnes handicapées dont
Mme Arena a déjà parlé, c'est l'augmentation de 1% par an et de 4%
01.06 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: Ik zal eerst ingaan op de
bepalingen die rechtstreeks
betrekking hebben op het
gehandicaptenbeleid, daarna op
de bepalingen met betrekking tot
de levenskwaliteit van de
gezinnen.

Een eerste maatregel in het kader
van het gehandicaptenbeleid
betreft de uitbreiding van de
hervorming van de verhoogde
kinderbijslag. De hervorming gold
eerst enkel voor kinderen die na
1996 geboren zijn. In Oostende
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
en tout, des allocations de remplacement de revenus. Cela concerne
près de 75.000 personnes et la première phase devrait avoir lieu d'ici
la fin de l'année.

D'autres mesures sans doute moins spectaculaires mais tout aussi
importantes d'après moi sont les mesures de simplification
administrative. Elles portent sur deux volets: d'une part permettre et
faire en sorte de permettre un accès plus simple aux sites web des
services fédéraux aux personnes ayant un handicap de la vue,
malvoyants ou aveugles; et d'autre part, ce qui fait régulièrement
l'objet de questions parlementaires, à savoir mettre en place un
système informatique dans les communes qui permettra un transfert
de données. Aujourd'hui, le service de la "Vierge noire" reçoit plus ou
moins 9.000 demandes de nouveaux dossiers par mois. Ces dossiers
sont encodés manuellement. Il était donc nécessaire d'équiper les
communes d'un système informatique et de travailler sur une base de
données efficace. Selon les estimations, cela devrait permettre de
réduire de trois à quatre semaines les délais de traitement d'un
dossier.

Voilà pour les mesures en matière de politique des personnes
handicapées. Un autre volet important reprend tout ce qui concerne la
famille. À ce stade des Etats généraux des Familles, il était évident
que les familles belges demandent de pouvoir mieux concilier la vie
professionnelle et la vie familiale, à la fois grâce à un meilleur accueil
de la petite enfance et de l'enfance et grâce à des congés mieux
adaptés à la vie de famille. Le gouvernement a travaillé sur ces deux
aspects.

Premier aspect: l'encouragement du gouvernement fédéral dans
l'accueil des enfants hors des périodes scolaires.

Il a été décidé une enveloppe budgétaire, en sachant pertinemment
bien que certains avis juridiques doivent être reçus très
prochainement et que, par ailleurs, on envisageait également avec le
ministre Vandenbroucke des pistes en matière de soutien à l'emploi.
Là aussi, la mise en oeuvre technique des montants définis devrait se
faire dans les mois qui viennent. En tout cas, les montants ont été
réservés.

Deuxième aspect, dont Mme Laruelle vient de toucher un mot:
l'amélioration de la déductibilité fiscale des frais de garde. Jusqu'à
aujourd'hui, elle était limitée aux enfants de 3 ans; demain, elle sera
élargie aux enfants jusque 12 ans, en sachant que le montant à
déduire est renvoyé pour avis au groupe Fiscalité des Etats généraux
des Familles qui se réunira à cet égard très prochainement.

Ensuite viennent une série d'améliorations de congés.

En matière de congés de maternité:
- Extension du congé d'accouchement en termes d'hospitalisation du
nouveau-né. Le congé postnatal est augmenté de la période
d'hospitalisation du nouveau-né.
- Extension du congé de maternité en cas de naissances multiples.
Pour avoir un ordre d'idée, 1.800 femmes sont concernées. Cette
mesure, comme la précédente, devrait être mise en place très
rapidement.
- Prolongation du congé de maternité avec deux types de mesures:
heeft de ministerraad beslist de
maatregel te verruimen en ook toe
te passen op kinderen die na 1
januari 1993 geboren zijn.

Tweede maatregel ten gunste van
de gehandicapten: de verhoging
met 1% per jaar en met 4% in
totaal van de
inkomensvervangende
tegemoetkomingen.

Andere, niet minder belangrijke
maatregelen strekken tot
administratieve vereenvoudiging.
Deze maatregelen zijn tweeërlei:
enerzijds moeten de websites van
de federale diensten
gemakkelijker toegankelijk zijn
voor blinden en slechtzienden, en
anderzijds komt er een
computersysteem in de
gemeenten met het oog op
gegevensoverdracht. Dat was
nodig: de gemeenten moesten
kunnen werken met een
computersysteem op grond van
een efficiënte databank.

Het tweede belangrijke hoofdstuk
betreft het gezin. De Belgische
gezinnen streven uiteraard naar
manieren om werk en gezinsleven
beter te combineren. Dat kan door
een betere kinderopvang en beter
op het gezinsleven afgestemde
verlofregelingen. De regering heeft
van beide punten werk gemaakt.

Eerst en vooral heeft de regering
beslist kinderopvang buiten de
schoolperiodes aan te moedigen
door er begrotingsmiddelen voor
uit te trekken. Het is echter nog
wachten op juridisch advies
alvorens de vastgelegde bedragen
ook in de praktijk kunnen worden
aangewend.

Vervolgens wordt de leeftijdsgrens
met betrekking tot de fiscale
aftrekbaarheid van de kosten voor
kinderopvang opgetrokken van
kinderen tot drie jaar tot kinderen
tot twaalf jaar.

Voorts werden er verbeteringen
aan de verschillende formules van
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
d'une part, une semaine de congé postnatal en plus pour les femmes
qui n'ont pu prendre que huit semaines parce qu'elles ont eu des
problèmes de santé et ont donc consommé leurs sept semaines de
congé prénatal; d'autre part, le transfert d'une semaine de congé
prénatal en congé postnatal.

En matière de congé parental, j'imagine que Kathleen Van Brempt
vous livrera des éléments plus précis.

En matière de congé pour soins, on vise une meilleure succession de
ce type de congé avec d'autres congés, comme notamment le crédit-
temps. Il s'agit d'arriver à une meilleure articulation et de permettre
une entrée en vigueur plus rapide de ce congé.

L'extension du congé d'adoption devrait être portée à un mois. Là
aussi, la mesure entrera en application cette année encore.

Enfin, et Rudy Demotte en a touché un mot, le fait d'aller pointer les
pièges à l'emploi a également été mis en oeuvre concernant le
secteur des allocations familiales et l'octroi de suppléments sociaux. Il
y a donc un certain nombre de mesures techniques qui permettront
d'enlever les pièges qui subsistaient lorsqu'une personne est en
ménage et perçoit un supplément social pour les allocations
familiales: cela permettra de faire en sorte de ne rien perdre si elle
revient sur le marché du travail.

Globalement, il me semble avoir brossé les mesures prises à
Ostende concernant les familles et les personnes handicapées.
het zwangerschapsverlof
aangebracht. Het bevallingsverlof
wordt namelijk verlengd indien de
pasgeborene opgenomen moet
blijven en indien een meerling
wordt geboren. Bovendien wordt
een bijkomende week postnataal
verlof toegekend aan vrouwen die
hun zeven weken prenataal verlof
hebben opgebruikt en kan één
week prenataal verlof in postnataal
verlof worden omgezet.

Het zorgverlof zal sneller ingaan
en beter op andere vormen van
verlof aansluiten.

Het adoptieverlof zal tot één
maand worden uitgebreid. Deze
maatregel zal nog dit jaar ingaan.

Ten slotte werd besloten bepaalde
technische maatregelen te treffen
om het werkloze gezinshoofd bij te
staan dat een bijkomende sociale
uitkering trekt bovenop de
kinderbijslag. Het is de bedoeling
dat deze persoon geen verlies zou
lijden wanneer hij of zij opnieuw
gaat werken.
01.07 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter,
ik zal erg kort trachten te zijn, temeer daar een aantal aspecten
binnen de commissie voor de Sociale Zaken besproken zijn.

Ik wil het snel over drie zaken hebben: ten eerste, het aspect zorg en
ouderschapsverlof; ten tweede, de beroepsziekten en, ten derde, de
veiligheid en gezondheid op het werk en het FARAO-plan.

Ten eerste, de regering heeft in Oostende een uitgebreid aantal
maatregelen genomen die allemaal draaien rond de combinatie zorg
en arbeid. We hebben geoordeeld dat we de klemtoon moeten leggen
op een aantal gebeurtenissen in het leven die ofwel bijzonder heuglijk
zijn ­ geboorte en zorg voor kinderen ­, ofwel minder heuglijk zijn en
te maken hebben met het zorgverlof. Mevrouw Simonis heeft
uitgebreid toegelicht wat er verbeterd wordt inzake het
moederschapsverlof.

Ik wil het even hebben over het ouderschapsverlof, omdat daarrond
nogal wat te doen geweest is. We gaan het ouderschapsverlof
uitbreiden. In Oostende werd beslist dat de budgetten daarvoor
vastliggen. Er is meer budget uitgetrokken voor 2005, 2006, 2007 en
uiteraard de volgende jaren.

Die budgetten betekenen een uitbreiding op 4 parameters.

De eerste parameter betreft de hoogte van de uitkering. We wensen
te gaan naar een hogere uitkering, bijvoorbeeld 100 euro extra bij een
01.07 Kathleen Van Brempt,
secrétaire d'Etat: A Ostende, de
nombreuses mesures ont été
prises pour faciliter la combinaison
entre soins et travail. Nous avons
accordé une attention toute
particulière à la naissance et aux
soins à prodiguer aux enfants,
mais également au congé pour
soins. Le budget pour les mesures
en matière de congé parental sera
augmenté cette année ainsi que
les années suivantes. L'indemnité
sera ainsi majorée : en cas
d'interruption complète,
l'augmentation sera de 100 euros.
La durée du congé est également
allongée et pourra atteindre un
mois en cas d'interruption
complète. Il sera désormais
également plus facile de passer
d'un système à l'autre. Jusqu'à
présent, il fallait choisir pour une
interruption à 100, 50 ou 20 pour
cent. Enfin, nous portons l'âge de
l'enfant de quatre à six ans.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
voltijdse onderbreking.

De tweede parameter slaat op de verlenging van de duur. We geven
het voorbeeld van één maand bij een voltijdse onderbreking.

We hebben hier vooral willen aangeven dat er onder de bevolking een
zeer grote nood is naar meer tijd om bij de kinderen te zijn. Ook de
verhoging van de uitkering is belangrijk om vooral de toegang tot het
ouderschapsverlof ­ vooral voor alleenstaande moeders en vaders, of
voor gezinnen met een laag inkomen ­ te verbeteren.

De derde parameter behelst een soepele overgang tussen de
verschillende stelsels. Nu bestaan een 1/5e onderbreking, een
halftijdse onderbreking of een voltijdse onderbreking. De keuze is
spijtig genoeg nogal rigide. We wensen een flexibiliteit op maat van
de ouders waarbij men bijvoorbeeld zou kunnen kiezen voor één
maand voltijds het ene jaar en twee maanden deeltijds het volgend
jaar, en eventueel de rest op te nemen in 1/5e.

De vierde parameter betreft de verhoging van de leeftijd van het
betrokken kind. We geven de voorkeur om te gaan van 4 naar 6 jaar.

Telkens worden een aantal voorbeelden gegeven ­ de 100 euro, de
verlenging van de tijd ­ maar wij hebben tegelijkertijd ook beslist in
Oostende dat wij enkele vrijheidsgraden over wensen te houden voor
het sociaal overleg. Ik denk dat dit bijzonder belangrijk is. Ik denk dat
werkgevers zich met recht en rede zorgen maken over de toepassing
in de ondernemingen en dat we moeten kunnen kijken waar er een
goede balans is tussen de rechten van de ouders en werknemers om
het op te nemen, ook flexibel in de tijd, en de organisatorische
toepassingen in de bedrijven. We geven daarvoor de sociale partners
op basis van een voorstel dat we zullen ontwikkelen tijd tot in
november 2004. Indien er geen consensus komt, zullen we toch als
regering onze verantwoordelijkheid opnemen binnen de budgetten die
daarvoor vooropgesteld zijn.

Kort even over de beroepsziekten. Daar is weinig over gezegd en
geschreven. Misschien is dat ook een moeilijke materie, maar wel een
belangrijke beslissing die in Oostende werd genomen. Binnen het
Fonds voor Beroepsziekten kan men vandaag enkel een financiële
tussenkomst krijgen indien men ofwel een beroepsziekte heeft die
wettelijk is vastgelegd in een lijst, ofwel via het open systeem, waarbij
men aantoont dat de ziekte die men heeft, oorzakelijk verband houdt
met het beroep dat men uitoefent.

Daaraan zal een derde systeem worden toegevoegd, dat van de
arbeidsgerelateerde ziekte. Dat is, denk ik, erg belangrijk. We willen
daar vooral preventief werken. Kortelings zal trouwens het
pilootproject rond de ruggen bij de verpleegkundigen worden
opgestart. In Oostende is ook beslist dat dit pilootproject een vervolg
zal krijgen in andere projecten omtrent ruggen, bijvoorbeeld de
rugproblematiek bij havenarbeiders of de rugproblematiek bij
kleuterleidsters.

Een laatste punt dat ik wens aan te halen is het FARAO-plan dat is
goedgekeurd in Oostende. Dit behelst een uitgebreid plan met 16
verschillende stappen op verschillende domeinen, met zowel een
aantal wetgevende initiatieven, een aantal initiatieven ter
Nous laissons dans ce cadre une
marge de manoeuvre suffisante
aux partenaires sociaux. Ils sont
en effet les mieux placés pour
trouver un équilibre entre les droits
des parents et les intérêts des
employeurs. S'ils ne parviennent
pas à un accord d'ici à novembre
2004, le gouvernement prendra
ses responsabilités.

Le dossier des maladies
professionnelles est un dossier
délicat mais important. Jusqu'à
présent, une allocation n'était
versée qu'en cas de maladie
figurant sur la liste officielle des
maladies professionnelles ou si
l'intéressé était en mesure de
prouver l'existence d'un lien de
cause à effet entre la maladie et la
profession. Nous instaurons à
présent la notion de «maladie liée
au travail». Le projet-pilote «dos»
mené auprès des infirmiers est
étendu notamment aux travailleurs
portuaires et aux puéricultrices.

Le plan d'action fédéral pour la
réduction des accidents du travail
(plan PHARAON) a également été
adopté à Ostende. Ce plan
comporte 16 étapes. Il y a des
initiatives législatives et de
soutien. Ces initiatives concernent
tant l'enseignement que les
différents secteurs. Je pense ainsi
à la sécurité sur le lieu de travail.
Le nombre d'accidents du travail
graves a augmenté au cours des
20 dernières années.

Grâce au plan PHARAON, nous
voulons harmoniser les initiatives
existantes et mieux utiliser les
moyens disponibles. Dans ce
cadre, nous avons déjà adapté la
législation en ce qui concerne les
coordonnateurs de sécurité sur les
chantiers temporaires et mobiles.
Nous poursuivrons la discussion
en la matière dans les mois à
venir.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
ondersteuning, een aantal initiatieven naar het onderwijs, maar ook
een heel aantal gerichte sectorinitiatieven omtrent meer veiligheid op
de werkvloer. Dat is geen overbodige luxe, aangezien de cijfers
aangeven dat we niet op de goede weg zijn de laatste jaren. Het
aantal arbeidsongevallen daalt in globo wel, maar het aantal ernstige
arbeidsongevallen, met de grootste maatschappelijke en menselijke
kost, is de laatste 20 jaar gestegen. Het plan is er vooral op gericht
om wat er vandaag de dag aan initiatieven bestaat ­ dat zijn er vele ­
beter op elkaar af te stemmen en de middelen beter te benutten. Een
eerste uitwerking van dat plan is ook al goedgekeurd: de aanpassing
van de wetgeving omtrent de veiligheidscoördinatie op tijdelijke en
mobiele bouwplaatsen. Ik ga daar nu niet over uitweiden, mijnheer de
voorzitter, te meer omdat we dat ook in de commissie toch al kort
hebben besproken en dit de komende maanden zeker nog ter
discussie verder zal voorliggen.

Le président: Chers collègues, je rappelle qu'un temps de parole d'un quart d'heure est prévu par groupe.
Je vous demande de respecter ce temps de parole. Sinon, nous ne pourrons entendre la réponse des
ministres avant la fin de notre réunion. Comme convenu, quatre membres de l'opposition sont inscrits (M.
Goutry, Mme Lanjri, M. Bultinck et Mme Gerkens) et neuf membres de la majorité. Les ministres sont
intervenus en tant que membres de la majorité. Il me semble opportun de faire preuve d'ouverture vis-à-vis
des membres de l'opposition. Néanmoins, je demande à ces derniers de ne pas parler plus d'une heure, et
aux membres de l'opposition de faire preuve de concision.
01.08 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, excellenties,
collega's, eigenlijk worden we hier geconfronteerd met een nieuw
politiek en parlementair fenomeen, namelijk de superministerraden.
Dat is iets nieuws. We hebben daarmee nu, tijdens deze legislatuur,
kennisgemaakt. Het is al de tweede keer. De eerste
megaministerraad vond plaats in Gembloux, nu was het aan zee. Dat,
collega's, terwijl het Parlement nog nauwelijks aan wetgevend werk
toekomt. Wij zijn gestart in oktober en in die acht maanden hebben wij
in de commissie voor de Volksgezondheid twee serieuze
wetsontwerpen besproken, namelijk een deel van de programmawet
in december en onlangs de wet betreffende de medische
experimenten op mensen. Ondertussen vullen we onze tijd met
vragen en antwoorden, collega's. We hebben daar een paar minuten
voor. De vraag mag twee minuten duren en het antwoord duurt ook
een paar minuutjes. Op die manier moeten we proberen telkens
opnieuw onze prioriteiten aan bod te laten komen en mee aan
beleidswerk te doen, wat goed zou zijn voor de mensen.

Dan komt de Ministerraad in afzondering samen, een weekend lang,
om op een bijna amusante wijze allerlei losse flodderaankondigingen
te doen. Om het uur is er dan een nieuwsuitzending op radio of op
televisie waarop telkens een andere excellentie in beeld komt, in een
prachtige omgeving, met een prachtig decor, om een paar dingen te
zeggen die zullen worden gerealiseerd. Zo komt er een amalgaam
van leuke en volksvermakelijke mededelingen. Ik was eigenlijk ook
nieuwsgierig. Ieder uur vroeg ik mij af wat ze nu weer zouden
aankondigen. Men zal dit, men zal dat, er is voor elk wat wils, u
vraagt, wij draaien. Het gaat om dat soort van mentaliteit. Dat is de
nieuwe paarse politieke cultuur, collega's. Men luistert oppervlakkig
wat de mensen zouden kunnen willen en dan probeert men daar
ongeveer een antwoord op te geven. Ondertussen verveelt het
Parlement zich. Het mag vele wetsvoorstellen indienen ­ honderden ­
die niet worden behandeld. Ik denk aan voorstellen over zorgverlof,
die niet op de agenda kunnen worden geplaatst, waarvoor op dat
01.08 Luc Goutry (CD&V): Le
super conseil des ministres est un
nouveau phénomène politique. Il
fournit l'occasion à chacun des
membres du gouvernement de
lancer spontanément une foule
d'idées nouvelles. En attendant, le
Parlement n'a rien à se mettre
sous la dent. Depuis octobre 2003,
nous avons traité en tout et pour
tout deux projets de loi sérieux en
commission de la Santé publique.
Pour ne pas s'ennuyer, les
parlementaires déposent certes
des centaines de propositions de
loi mais elles ne peuvent être
examinées.

Lors de ces super conseils des
ministres, des divergences de
vues très profondes apparaissent.
Par exemple, le VLD est favorable
à la suppression du contrôle des
prix des médicaments alors que le
sp.a. et le ministre Rudy Demotte
y sont absolument opposés. La
ministre de l'Economie, en
revanche, ne voit aucun
inconvénient au triplement du prix
de la Rilatine, sous prétexte qu'il
s'inscrit dans la libéralisation du
marché.

Je compare le débat sur la qualité
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
ogenblik geen quorum aanwezig is, die niet kunnen worden
besproken en die natuurlijk in mindere of meerdere mate worden
opgevangen in zo'n superministerraad.

We moeten bovendien voortdurend vaststellen dat er niet alleen
fundamentele meningsverschillen, maar ook beleidsverschillen in die
coalitie zijn. Ik geef een voorbeeld. Het weekend was gevuld met het
bericht dat de prijscontroles op de geneesmiddelen zouden worden
afgeschaft. Onmiddellijk daarop was er een groot congres van de
sp.a, waarop "over ons lijk" werd geroepen. Nu zegt ook minister
Demotte, die vanuit zijn functie als minister van Volksgezondheid wel
het meest geloofwaardig zal zijn, dat daarvan geen sprake kan zijn. Er
komt geen afschaffing van de prijzencontrole. Wij hebben aangetoond
aan mevrouw Moerman dat er voor één dossier geen prijscontrole is
gebeurd omdat het te lang op haar kabinet is blijven liggen. Als het
dossier langer dan een maand op het kabinet ligt, is de aanvraag
geacht goedgekeurd te zijn. Dat was voor Relatine. Ze hebben de
prijs verdrievoudigd. Dat is goed, zegt mevrouw Moerman. Dat is de
vrije markt. Zo moet dat gaan. Geneesmiddelen moeten tegen elkaar
op concurreren en de mensen moeten dan zelf maar een computer
kopen om te gaan opzoeken wat het goedkoopste product zou
kunnen zijn, waar de grootste korting wordt gegeven, enzovoort.

Hier zitten we dan leuk onder elkaar, na een Ministerraad, dergelijke
tegenstrijdigheden te verkondigen. Begrijpe wie kan.

We moeten vaststellen, collega's, dat in ware Teletubbies-stijl de
perceptie wordt verzorgd. Ik vergelijk het soms met een schiettent op
de kermis. Schiettenten op kermissen fascineerden me altijd: aan de
wand van het kraam, op metalen pinnen, zitten allerlei leuke dingen.
Vanop een afstand van een meter of drie zien ze er heel waardevol
uit. Als je betaalt, krijg je loodjes voor je geweer en mag je mikken op
wat je uitkiest. Je mag alleen niet schuin schieten. Dat staat op een
groot bord aangegeven. Je mag ook niet op de uitbater schieten, dat
is evident. Voor de rest is het eenvoudig: je kiest het object dat je wil,
gaat ervoor staan met je geweer en schiet ernaar met die loodjes die
veel te zwak zijn om de kalk te breken - dat is natuurlijk goed
uitgekiend! Je probeert dan maar te schieten op al die dingen die
uitgestald zijn. Als je schiet, stel je vast dat er her en der wat stukjes
van de kalk afvliegen. De prijs te pakken krijgen is echter een ander
paar mouwen. Ik heb het zelf beleefd dat ik naar 10, 15 prijzen stond
te schieten, dat de kalk er bijna af was, maar dat ik er niet in slaagde
om die prijs te bemachtigen. Na lang proberen, als je er dan toch in
slaagt om een prijsje te schieten, stel je vast dat de prijs veel minder
waardevol is dan hij eruit zag van op afstand.

Zo ook verliep die fameuze top in Raversijde over de levenskwaliteit.
De inzet was de levenskwaliteit: de kwaliteit van het leven van de
mensen. Er werd weinig substantieels aangekondigd. Het betrof zeker
geen prioriteiten. Men moet een superministerraad houden om met
zaken voor de dag te komen als het belangrijke statement van
mevrouw Simonis van zonet: de website toegankelijker maken voor
blinden. Ik vind dit een schitterend idee. Ik vind dat dit een
ministerraad aan zee waard is. Wij hebben twee ministers die zich
bezighouden met e-government, de heer Vanvelthoven en de heer
Van Quickenborne. In Raversijde constateert men dat dit een grote
verwezenlijking is voor de gehandicapten: er is een oplossing voor
blinden die de website willen bekijken. Het had verdorie al 15 jaar
de la vie qui s'est tenu à
Raversijde à un stand de tir. Le
défi semble pouvoir être relevé et
l'offre des prix à remporter paraît
attrayante mais, au bout du
compte, on doit acheter beaucoup
plus de plombs que prévu et les
prix s'avèrent minables. Car ce qui
est en jeu, ce ne sont pas des
choses évidentes telles que
l'accessibilité du site web pour les
aveugles mais de vraies priorités
telles que les retards dans le
secteur des handicapés.
Cinquante mille demandeurs
doivent toujours attendre des
mois, voire un an, pour percevoir
leurs allocations.

L'Etat paie 35 millions de francs
belges d'amendes par an pour
versement tardif d'allocations. Or
ce montant permettrait aisément
de recruter dix personnes
supplémentaires pour combler les
retards. Mais on n'en a pas parlé
lors du conseil des ministres
spécial de Raversijde, considérant
que cela ne concernait pas un
débat sur la qualité de la vie. En
2003, 7.000 personnes âgées
nécessitant des soins ont dû
attendre qu'une solution soit
apportée à leur problème mais il
n'en a pas davantage été question
à Raversijde. Ni, manifestement,
des listes d'attente interminables
dans les maisons de soins et de
repos car, à Raversijde, nos
ministres ont jugé prioritaire de
régler d'abord les indemnités pour
les personnes âgées qui
emménagent chez leurs enfants.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
moeten bestaan.

Collega's, wij zullen niet alleen schieten, wij wensen ook een paar
alternatieven te formuleren. Wij hebben dat vroeger trouwens al
gedaan. Het plan van CD&V is zonder pretentie, maar wij denken dat
het toch iets substantiëler is dan wat in Raversijde werd voorgesteld.
Daar waren het meestal woorden in de wind. En er was veel wind, we
hebben zelfs op foto's kunnen zien wat de wind kan veroorzaken.

Als we het dan toch hebben over de levenskwaliteit, collega's, zullen
wij trachten een aantal prioriteiten met betrekking tot de
levenskwaliteit naar voren te schuiven. Neem bijvoorbeeld de
problemen van mensen met een handicap. 50.000 mensen wachten
ongeduldig op nieuws over hun aanvraag. 50.000 mensen wachten
niet op een website, maar op nieuws over hun aanvraag.

Dat is soms hun enige inkomen. Ze wachten daarop. Ze wachten
maanden aan een stuk tot zelfs gemiddeld één jaar op die
broodnodige uitkering.

De Staat betaalt jaarlijks 35 miljoen Belgische frank aan boetes omdat
hij te laat is met de aanvraagdossiers. U moet zich dat voorstellen.
Men haalt het niet en dus betaalt men maar boetes. Het is 35 miljoen
frank. Men kan daarmee 20 mensen van niveau 1 aannemen op de
dienst voor Mindervaliden in de Zwarte Lievevrouwstraat. De
problemen zijn dan meteen opgelost. Dan zijn er geen 50.000
mensen die moeten wachten. Geen woord daarover in Raversijde.

Collega's, dit heeft toch wel met de levenskwaliteit te maken. U moet
het eens vragen aan de mensen bij u in de buurt die gehandicapt zijn.
U kent ze trouwens. Ze komen immers op onze spreekuren. Ze
komen vragen of wij eens niet kunnen nakijken hoe het staat met hun
dossier. Ze zeggen dat ze al maanden wachten en vragen zich af
wanneer ze nieuws zullen krijgen. Men zou toch wel verwachten dat
er op dat vlak iets gebeurde in Raversijde.

Collega's, in 2003 hebben 7.000 zwaar zorgbehoevende bejaarden
hun aanvraag voor steun niet overleefd. Men moet zich dat
voorstellen. 7.000 mensen doen een aanvraag. Ze zijn gemiddeld 85
jaar. Ze zijn zwaar zorgbehoevend. Ze zijn allang dood voor ze hun
tegemoetkoming krijgen. Die tegemoetkoming gaat dan naar de
kinderen en die kunnen daarmee op vakantie gaan of een etentje
organiseren. Daarover werd geen woord gezegd in Raversijde. Over
de kwaliteit van het leven gesproken!

Collega's, we spreken dan nog niet over de ellenlange wachtlijsten om
toch maar de passende opvang en verzorging te kunnen krijgen.
Laten we de wachtlijsten voor RVT's nemen bijvoorbeeld. We hebben
een enquête gedaan. We zuigen het hier niet zomaar uit de duim. We
hebben een enquête gedaan. Per rust- en verzorgingstehuis heeft
men zeer lange wachtlijsten. We vroegen aan de mensen wie de
prioritair wachtende mensen zijn. We vroegen: als er morgen een
plaats vrijkomt, hoe veel staan er dan te dringen om binnen te
komen? Het zijn er gemiddeld 30 per rusthuis. Dat zijn mensen die
bijna niet kunnen verzorgd worden.

Men zegt dan dat men de IGO gaat laten bestaan voor de mensen die
hun ouders thuis verzorgen. Tussen haakjes, de IGO moet men niet
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
laten bestaan. Men zorgt niet voor ouders die een IGO hebben. Men
zorgt voor ouders die verzorging nodig hebben. Ze krijgen over het
algemeen de zogenaamde hulp aan bejaarden. Jaren geleden
hebben we bekomen dat de tegemoetkoming niet vermindert als men
een gehandicapte thuis opneemt. Dat is inspelen op de ware aard.
01.09 Minister Frank Vandenbroucke: Bent u nu aan het zeggen dat
het pleidooi dat mevrouw Greta D'hondt hier zeker vijf keer heeft
gehouden en dat uw CD&V-collega's in de Senaat voortdurend
hebben gehouden helemaal niet terzake is? Ik ga hier in op een
pleidooi dat mevrouw Greta D'hondt vaak heeft gehouden, waarvan ik
heb gezegd dat ze eigenlijk gelijk heeft en dat ik het zou doen zodra ik
de budgettaire mogelijkheden heb. U zegt nu eigenlijk dat mevrouw
D'hondt onzin vertelde. Dat bent u aan het zeggen. U zegt dat het
volksvermaak is.
01.09 Frank Vandenbroucke,
ministre: D'aucuns osent-ils à
présent affirmer que le plaidoyer
fréquemment prononcé par Mme
D'hondt et auquel cette proposition
offre une réponse n'est en
l'espèce pas pertinent?
01.10 Luc Goutry (CD&V): Ik zeg dat de mensen die door hun
kinderen worden opgevangen niet gezonde bejaarden zijn met een
laag inkomen die een IGO nodig hebben, maar dat het bejaarden zijn
die zorgbehoevend zijn. Degenen die een IGO hebben, hebben
allemaal recht op hulp aan bejaarden. Ze zitten in het laagste barema.
Daarvoor is de hulp aan bejaarden voorzien. Ze worden als
alleenstaande beschouwd. Er wordt daar dus in geen remedie
voorzien. Als mevrouw D'hondt vond dat dit een prioriteit is, dan zeg ik
u dat dit niet de grote vraag van de mensen is. U hebt weinig
geremedieerd.
01.10 Luc Goutry (CD&V): A
mes yeux, les personnes qui
s'installent chez leurs enfants ont
tout d'abord besoin de soins et
cette mesure ne permet pas de
résoudre ce problème.
01.11 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is interessant om weten.
01.12 Luc Goutry (CD&V): Natuurlijk.
01.13 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer Goutry, ik voer een
punt uit dat mevrouw D'hondt wel vijfmaal bepleit heeft. Ik denk dat ze
gelijk heeft.
01.14 Luc Goutry (CD&V): Dan moet u dat zeggen aan Greta
D'hondt. Ik ben Luc Goutry, mijnheer de minister. Ik beoordeel deze
maatregel en zeg dat hij weinig nut heeft.
01.15 Minister Frank Vandenbroucke: We zullen daarover de
mening van mevrouw D'hondt vragen, een van uw collega's.
01.16 Luc Goutry (CD&V): Wachtlijsten voor voorzieningen voor
mentaal gehandicapten. Meer dan 5.000 volwassen mentaal
gehandicapten staan te wachten. Geen woord hierover in Raversijde.
Ik weet wel, men kan zeggen dat dit een Vlaamse bevoegdheid is. Dat
is echter een zeer goedkoop excuus ten opzichte van al deze mensen
die zitten te wachten!

Neem de situatie in de algemene ziekenhuizen en in de psychiatrie.
Vandaag ligt Beernem plat. 60 mensen worden ontslagen omdat de
instelling haar personeel niet langer kan betalen.

Er is een structureel tekort van 18 miljard Belgische frank, een half
miljard euro in de ziekenhuizen. Dat is nog van in de tijd van de heer
Vandenbroucke, niet de tijd van de heer Demotte. Onze partij klaagt
reeds jaren de structurele onderbetaling van de ziekenhuizen aan.
Men geeft dat toe, zowel de heer Vandenbroucke als de heer
01.16 Luc Goutry (CD&V): Le
secteur de la psychiatrie est
également confronté à une
pénurie structurelle qui perdure
depuis la précédente législature
mais M. Demotte estime qu'il faut
d'abord mener une étude pour en
analyser l'ampleur. Dans
l'intervalle, des personnes sont à
la rue parce par manque de
moyens financiers. Hier encore,
j'ai eu un entretien avec un
psychiatre travaillant dans le
secteur de la psychiatrie médico-
légale. Il m'a indiqué qu'il a été
contraint de mettre un terme à un
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Demotte hebben dat toegegeven. De heer Vandenbroucke heeft er
zelfs een werkgroep voor opgericht, de werkgroep Tasiaux. Deze
werkgroep komt op basis van zijn gegevens - evident, hij is de
bestgeplaatste in ons land en de enige die het nog verstaat - tot het
besluit dat er 18 miljard frank tekort is. Minister Demotte vraagt zich af
of de cijfers wel correct zijn en of het niet 19 of 17 miljard is en bestelt
een andere studie. Het Kenniscentrum blijkt niet slim genoeg voor
deze opdracht. Men stelt een expertbureau aan dat een nieuwe studie
moet maken. Ondertussen staan de mensen echter op straat omdat
de ziekenhuizen er niet langer in slagen hun rekeningen te betalen.
Het water staat hun aan de lippen. Zij krijgen een verpleegdagprijs
met zes tot acht jaar achterstel uitbetaald. Dat zijn de problemen van
de levenskwaliteit, dames en heren. Dat zijn de problemen waarvan
de mensen hadden gehoopt dat ze in Raversijde ter sprake zouden
komen.

Projecten worden steeds moeilijker in de psychiatrie. Gisteren heb ik
een onderhoud gehad met een psychiater die aan forensische
psychiatrie doet en zich bezighoudt met de moeilijkste populatie van
psychiatrische patiënten: sterk agressieve, gedraggestoorde mensen,
geïnterneerden die zitten te verkommeren omdat ze geen
behandeling krijgen en worden overgebracht naar een psychiatrische
kliniek. Dit project wordt geschrapt. De overheid heeft Beernem groen
licht gegeven en beloofd later wel te zullen betalen. Beernem heeft
nog steeds geen cent gezien voor dit project. Gevolg: het project
wordt geschrapt. Mensen zullen geen therapie meer krijgen omdat de
overheid geen geld heeft vrijgemaakt.

Dat is de levenskwaliteit, dit zijn de reële problemen van de mensen.
Deze onderwerpen had ik in Raversijde willen behandeld zien.

Ander voorbeeld: de situatie van de rust- en verzorgingstehuizen. Alle
medewerkers lopen op de toppen van hun tenen....
projet important avec des internés
faute de moyens.
01.17 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goutry, akkoord dat u een lans breekt voor de forensische psychiatrie.
Dat u echter stelt dat deze projecten geschrapt zullen worden, niet
akkoord.
01.17 Yolande Avontroodt
(VLD): Je me joins au plaidoyer en
faveur de la psychiatrie médico-
légale mais les informations dont
M. Goutry dispose à propos de
l'abandon du projet sont inexactes.
01.18 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw Avontroodt, ik heb gisteren op
bezoek geweest bij de psychiater in Beernem -(Gelach) - die
verantwoordelijk is ...
01.19 Yolande Avontroodt (VLD): Heel goed!
01.20 Luc Goutry (CD&V): Een aantal collega's zouden er beter aan
doen mij eens te vergezellen! Indien u dit belachelijk vindt, moet u
dringend eens meekomen, collega's! U bent wellicht nog nooit een
psychiatrische instelling binnengestapt. In plaats van als onnozelaars
te zitten lachen, zou u beter eens een werkbezoek afleggen en
vaststellen wat de problemen van deze mensen zijn! Ik kan daar niet
mee lachen.
01.21 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer Goutry, ik vraag
alleen...
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
01.22 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw Avontroodt, zwijg, u kunt later
het woord nemen.
01.23 Yolande Avontroodt (VLD): Ik heb het woord van de
voorzitter gekregen!
01.24 Luc Goutry (CD&V): U zult het woord krijgen, straks.
01.25 Yolande Avontroodt (VLD): Ik heb nu het woord van de
voorzitter gekregen.

Ik wil alleen een pleidooi houden voor de forensische psychiatrie en
zeggen dat deze mensen het project niet stopzetten, integendeel.

De minister heeft dit trouwens al gezegd in de commissie, mijnheer
Goutry. U weet zeer goed dat hij daarvoor middelen uittrekt, samen
met mevrouw Onkelinx. Dat is plenair verklaard en ik denk dat deze
regering er veel meer aan heeft gedaan dan ooit tevoren.
01.25 Yolande Avontroodt
(VLD): Le gouvernement entend
tout mettre en oeuvre pour qu'il
puisse être réalisé et que les
moyens nécessaires à cet effet
soient dégagés.
01.26 Luc Goutry (CD&V): Dat is het gemakkelijkste wat u kunt
zeggen. We zullen straks bij de afrekening wel eens zien of die
regering veel heeft gedaan. Ik zou zwijgen, als ik u was.

In elk geval, mevrouw Avontroodt, het project in Beernem heet Fides.
Ik zal het u eens tonen ter plaatse. U moet maar eens meekomen met
mij. Ik zal u in contact brengen met dokter Baeke. Die man geeft
morgen een persconferentie waarin hij het einde van het project zal
aankondigen. Zit hier maar te zeggen wat u wilt, maar u weet er niets
over, sorry.
01.27 Yolande Avontroodt (VLD): In Antwerpen is er een
gelijkaardig project.
01.28 Luc Goutry (CD&V): U kunt wel met heel de troep zitten
lachen als het over de psychiatrie gaat, collega's, maar u zou veel
beter eens gaan kijken. U moet eens naar de Nieuwe Wandeling
gaan in Gent, waar er een psychiatrische afdeling is in de gevangenis.
Men zou daar geïnterneerden moeten opvangen. U moet daar eens
gaan kijken. Ik denk dat u het lachen snel zal verleerd zijn.

Neem nu de situatie in rust- en verzorgingstehuizen. Als u daar nooit
geweest bent, als u het niet te belachelijk vindt, moet u eens gaan
kijken in een rusthuis. U moet eens kijken hoeveel tijd de
medewerkers hebben om aan de mensen te besteden. U moet eens
kijken hoeveel babbeltjes ze kunnen maken met die oude mensen,
hoeveel tijd ze hebben voor een smakelijke maaltijd of een bad. U
moet eens bekijken hoe snel dat allemaal moet gaan. Het is niet
moeilijk: de totale zorglast in de RVT's wordt voor 60% correct betaald
door de overheid. De rest is pompen en verzuipen. In Raversijde geen
woord daarover.

Wat hadden we vroeger? Een meerjarenplan. De verdienste van
minister Vandenbroucke is dat hij dit heeft voortgezet. Ik heb hem het
laatste jaar gezegd dat hij verkeerd deed. Hij maakte nog een plan
voor een jaar. Hij heeft gezegd dat hij zich niet kon verbinden voor de
volgende regering. Hij zit er opnieuw in, zijn partij zit er opnieuw in, de
PS zit er ook opnieuw in, maar er is geen meerjarenplan meer. Het is
gedaan met de inhaalbeweging voor de RVT's. Dat zijn de echte
01.28 Luc Goutry (CD&V): Il
s'agit du projet FIDES, dont je sais
de bonne source que la
suppression sera annoncée
demain lors d'une conférence de
presse.

Les maisons de repos manquent
aussi cruellement de temps et
d'argent. Soixante pour cent des
frais sont correctement
indemnisés et pour le restant, la
situation est plus que précaire. Il
existait autrefois un plan
pluriannuel. Aujourd'hui, le
gouvernement ne peut plus rien
garantir au-delà d'un an. Les
personnes âgées et les personnes
handicapées, voilà où se situent
les priorités, et non dans quelques
jours de congé de plus pour les
jeunes parents.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
problemen van de mensen. Dat is de levenskwaliteit. Niet een klein
beetje meer ouderschapsverlof. Een dag of drie langer thuis als uw
baby wordt geboren. Als ik moet kiezen tussen prioriteiten ­ u mag mij
daar ook op vastpinnen ­ dan is de mijne gauw gemaakt. Ik denk dat
ik veeleer voor de oudere mensen en de psychiatrische patiënten zou
zorgen dan een jonge vader en moeder 3 dagen verlof meer te geven.
Schrijf het maar op. U mag het overal vertellen. Ik zal het trouwens
zelf zeggen. Mijn keuze zou gemaakt zijn.
01.29 Minister Frank Vandenbroucke: U moet dringend aan uw
buurvrouw, mevrouw Lanjri, zeggen...
01.29 Frank Vandenbroucke,
ministre: Adressez-vous plutôt à
Mme Lanjri qui a réclamé ces
mesures à cinq reprises.
01.30 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, u moet mij niet
voortdurend zeggen aan wie ik dingen moet zeggen.
01.31 Minister Frank Vandenbroucke: Zij heeft mij al 5 keer gezegd
dat we veel sneller vooruit moeten gaan met het ouderschapsverlof.
01.32 Luc Goutry (CD&V): Ik weet aan wie ik het moet zeggen. U
moet mij niets komen zeggen over Greta D'hondt, mevrouw Lanjri, de
heer Leterme of de heer De Crem. Ik zal het zeggen aan wie ik wil. Ik
ben oud en groot genoeg.
01.33 Nahima Lanjri (CD&V): ... is niet wat ik heb gevraagd.
01.34 Minister Frank Vandenbroucke: Maar bent u het eens met de
heer Goutry? Dat zou ik graag willen weten.
01.35 Nahima Lanjri (CD&V): (...)
01.36 Luc Goutry (CD&V): U zult haar straks horen. Ze zal het wel
zeggen.

Ik heb voortdurend geluisterd naar jullie. Luister nu maar eventjes
naar ons. We hebben al niet veel kans om te spreken.

Neem nu de laatste uitkeringen, collega's: de welvaartvastheid. Er is
hier een heel plan ontwikkeld. Weet je wat dat plan is? 2%. Weet u
wat dat is, 2%? Iemand die 35.000 Belgische frank in de maand heeft
­ u moet dat eens proberen ­ krijgt straks 700 frank bij. U moet zich
dat eens voorstellen.

Dat is de oplossing van het probleem, dat is de ware nood bij die
mensen. Dat is wat er nodig is, terwijl er fiscale amnestie verleend
wordt en van alles en nog wat, wordt er 700 frank bijgegeven aan de
mensen, als ze lang genoeg ziek zijn en veel tijd hebben om te
wachten.

Minister Vandenbroucke vergelijkt dit met druppeltjes en een emmer.
Als er genoeg druppeltjes zijn, dan heeft men een volle emmer. Dat is
juist, minister Vandenbroucke, maar als de druppeltjes te weinig en te
traag druppelen, dan heeft men geen emmer, maar een drooglegging,
niets min of niets meer. Dat is wat jullie doen. U spreekt over
anciënniteit. Ik zou dat woord nooit meer gebruiken, als ik spreek over
invaliden die geen vakantiegeld hebben en die al jaren geen
aangepaste vergoeding krijgen. Anciënniteit begint bij een werknemer
01.36 Luc Goutry (CD&V): Une
augmentation de deux pour cent
représente, pour les allocations
minimales, 700 francs par mois.
C'est ce que vous appelez une
solution? Ce n'est pas même une
goutte d'eau dans la mer.

On évoque l'ancienneté d'invalides
qui ne perçoivent ni pécule de
vacances, ni indemnité adéquate,
et ce, depuis des années. Pour les
travailleurs, l'ancienneté se calcule
à partir du premier jour presté et
non après la sixième ou septième
année de service. Comment peut-
on adresser de tels propos aux
intéressés? Voilà l'enjeu de
Raversijde et non les
«mesurettes» annoncées ici. Nous
avons déposé des propositions de
loi au cours de cette législature et
même sous la législature
précédente. Nous aurions, quant à
nous, pris des mesures concrètes,
ambitieuse et surtout
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
vanaf dag één, en niet na zes of zeven jaar uitdroging, waarna men
twee procentjes extra krijgt. Hoe durft u zoiets te zeggen in het gezicht
van de mensen? Dit is de inzet van Raversijde, dit is de inzet van de
regering en niet het gepruts in de marge dat hier wordt aangekondigd.

Collega's, dit zouden onze prioriteiten geweest zijn. Wij hebben al een
hele legislatuur, zelfs de vorige, wetsvoorstellen gemaakt en dit
voortdurend aangebracht. Hadden wij de prioriteiten kunnen leggen,
dan zouden wij ons geld ook voor andere zaken hebben gebruikt. Wij
zouden geen superministerraden hebben gehouden, wij zouden
concrete, ambitieuze, maar vooral substantiële plannen naar voren
hebben gebracht. Wij zouden er, kortom, een mot op gegeven
hebben.
substantielles.
01.37 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, j'espère que
l'Histoire retiendra de la réunion exceptionnelle du gouvernement à
Ostende autre chose que "de regering aan zee". De la même manière
qu'il y a une formule qui dit "peu importe le flacon, pourvu qu'on ait
l'ivresse", j'ai envie de dire "peu importe le lieu du débat pourvu qu'on
ait le résultat".

De ce point de vue, je crois qu'à Ostende, le gouvernement a pris des
décisions significatives et de nombreux collègues se réjouissent
qu'elles représentent une plus-value importante pour la qualité de vie
d'un très grand nombre de nos concitoyens puisque ces mesures
concernent plusieurs centaines de milliers de personnes.

Pour nous, de manière globale, il y a un progrès social évident mais
qui ne constitue sans doute qu'une première étape vers la
consolidation de notre système de protection sociale pour tous et vers
une meilleure conciliation entre la vie professionnelle et la vie
familiale. Des mesures ont été annoncées et elles doivent encore être
précisées, complétées, voire éventuellement adaptées en fonction
des réalités sociales qui ne sont pas simples à appréhender.

Pour respecter le temps de parole imparti aux groupes, je voudrais
m'attacher particulièrement à la question de la liaison au bien-être. Ma
collègue Danielle Van Lombeek interviendra tout à l'heure plus
spécifiquement sur les mesures concernant les familles.

La liaison au bien-être est un des enjeux les plus importants de cette
réunion du gouvernement. Ce dernier a pris un engagement fort,
c'est-à-dire qu'il a décidé de lier au bien-être les allocations et les
plafonds salariaux de manière à garantir aux personnes concernées
une juste part dans la prospérité du pays. Bien entendu, en tant que
socialistes, nous nous en réjouissons. C'est une décision essentielle
et, oserais-je dire, une décision historique ou en tout cas un retour de
l'Histoire. J'y reviendrai dans un instant.

Au lieu de prendre des mesures éparses et souvent mal coordonnées
pour pallier la précarité, pour pallier la pauvreté, on instaure ou on
réinstaure un véritable mécanisme légal pour prévenir cette précarité
sociale. Cela nous paraît tout à fait fondamental. Le gouvernement
renoue ainsi avec le principe fondateur de notre système de
protection sociale qu'il n'aurait sans doute jamais dû quitter, celui de
la sécurité d'existence.

Brièvement, je voudrais dire un mot sur l'histoire de cette liaison au
01.37 Jean-Marc Delizée (PS):
De regering nam in Oostende een
aantal maatregelen die de
levenskwaliteit van heel wat van
onze medeburgers ten goede
zullen komen. Dat is vanuit sociaal
oogpunt een belangrijke stap
voorwaarts, maar tegelijkertijd is
het maar een eerste stap naar een
verankering van ons stelsel van
sociale bescherming voor
iedereen en naar een betere
verzoening tussen beroep en
gezin. Ik wil het belang van het
welzijn onderstrepen. De regering
kwam hier sterk uit de hoek, want
ze maakte de uitkeringen en de
loongrenzen welvaartvast. Op die
manier wordt een wettelijk
mechanisme ingevoerd, of beter,
opnieuw ingevoerd, om
kansarmoede te voorkomen. In de
loop der jaren werd aan het begrip
"welvaartvastheid" een
verschillende betekenis en inhoud
gegeven. De pensioensector is
daarvan, als eerste betrokken
sector, een schoolvoorbeeld.

De gevolgen van de economische
crisis lieten zich voelen en de
automatische aanpassing diende
geleidelijk aan plaats te ruimen
voor welvaartspremies, die op
selectieve wijze en mondjesmaat
werden toegekend. Het probleem
vandaag is niet dat bepaalde
risico's niet gedekt zijn, wel dat de
bedragen een duikvlucht maakten.
Het aandeel van ons bruto
binnenlands product dat aan
sociale bescherming wordt
besteed, ligt nu onder het
Europese gemiddelde.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
bien-être pour dire qu'elle a marqué toute l'histoire de l'évolution de
notre sécurité sociale. Elle a connu, au fil des décennies, des
glissements sémantiques et de contenu que le secteur des pensions
illustre d'autant mieux qu'il était le premier à se voir appliquer des
coefficients d'adaptation au bien-être général et qu'il a en quelque
sorte servi de précurseur, de référence pour les autres branches de la
sécurité sociale.

Je veux rappeler ici le long combat syndical qui a abouti à cette loi du
28 mars 1973 relative aux pensions, qui est connue dans le secteur
en tant que loi Namèche du nom du ministre socialiste namurois, feu
Louis Namèche. Il y a eu également la loi du 16 juillet 1974 relative
aux indemnités d'invalidité, d'accident de travail et de maladies
professionnelles. Il y a eu enfin l'arrêté royal du 20 décembre 1974
relatif aux allocations de chômage.

Nous connaissons la suite. Sous l'effet de la crise, les systèmes
d'adaptation, qui ont été mis en place dans les années septante, ont
été progressivement abandonnés et remplacés par l'octroi de primes
au bien-être accordées de manière sélective et très épisodique.

Aujourd'hui, dans notre pays, le problème ne se situe pas au niveau
de la couverture sociale, qui est encore relativement performante,
mais au niveau des montants qui n'ont cessé de se détériorer.

A cet égard, les chiffres d'Eurostat sont assez éloquents. Eurostat
indique que pour l'année de référence 2000, la part de notre produit
intérieur brut, affectée à la protection sociale, se situe maintenant en
dessous de la moyenne européenne. En effet, nous nous situions en
2000 à 26,7% du PIB pour une moyenne européenne de 27,3%.

Malgré les corrections sociales qui ont été décidées, notamment sous
la précédente législature, si la pension moyenne représentait 34% du
salaire moyen en 1980, ce pourcentage est tombé à 32% en vingt
ans. L'indemnité d'invalidité qui compensait, il y a vingt ans, 44% du
salaire n'en représente plus que 33% aujourd'hui. L'allocation de
chômage, quant à elle, est passée de 42 à 28% durant la même
période. On assiste donc à une dégradation en chiffres réels
relativement importante.

Si plafonner les salaires pris en considération pour le calcul des
allocations, répond à une logique de solidarité, laisser les maxima se
détériorer pendant de très nombreuses années équivaut, bien
entendu, à miner toute crédibilité du volet assurantiel de notre sécurité
sociale.

Certains plafonds salariaux n'ont plus été revus, outre l'indexation,
parfois depuis des décennies. Ainsi, par exemple, on constate trente
ans de retard dans le secteur des accidents de travail et des maladies
professionnelles. Dans ces deux secteurs, environ 60% des victimes
ont actuellement une rémunération supérieure au plafond annuel qui
s'élève à un peu plus de 25.000 euros. Les plafonds applicables dans
le régime de l'invalidité INAMI n'ont plus fait l'objet d'adaptation depuis
10 ans.

Je voudrais faire une remarque concernant l'implication des
partenaires sociaux qui a été critiquée par certains. Selon moi, c'est
une bonne chose et, contrairement à certaines critiques qui ont été

Sommige loongrenzen werden al
tientallen jaren niet meer herzien.
Het instellen van loongrenzen
kadert weliswaar in een
solidariteitslogica, maar indien
men die bedragen jaar na jaar
onveranderd laat, ondergraaft dat
de geloofwaardigheid van het
verzekeringsaspect van onze
sociale zekerheid.

Het is positief dat de sociale
partners hierbij worden betrokken
en het gaat niet om een
precedent, zoals sommigen
beweren.

Hoe omschrijft de regering de
evolutie van de welvaart? Gaat het
om de stijging van de lonen boven
indexering? Worden nog andere
parameters, zoals het gemiddelde
inkomen per inwoner, het sparen,
de fiscaliteit, in aanmerking
genomen?

De heer Viseur deed in "La Libre
Belgique
" een aantal uitspraken
met betrekking tot de
werkloosheidsuitkeringen. Het
bedrag ervan wordt niet op
dezelfde manier geherwaardeerd
als dat van de oudere uitkeringen,
maar het structurele mechanisme
dat vanaf 2007 in werking zal
treden, is op de
werkloosheidsuitkeringen van
toepassing. Het wettelijk
mechanisme van welvaartvastheid
wordt van toepassing op alle
mensen met een sociale uitkering.
Ik herinner er bovendien aan dat
tijdens de vorige regeerperiode
verschillende minima en
grensbedragen werden
opgetrokken. Het optrekken van
de vergoedingen is natuurlijk niet
hetzelfde als het welvaartvast
maken ervan, maar toch was daar
een aanzienlijke budgettaire
inspanning mee gemoeid. De
beslissingen die in Gembloers met
betrekking tot de bonus op het
belastingkrediet werden genomen,
zullen het mogelijk maken tegen
2007 voor een voldoende
spanningsveld tussen de lage
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
faites, il ne s'agit pas d'un précédent puisque les lois de 1973 et de
1974 prévoyaient déjà une consultation des partenaires sociaux à
propos de l'adaptation des pensions et des allocations au bien-être.

Je voudrais poser une question au gouvernement sur la notion
d'évolution du bien-être. Est-ce que le gouvernement considère celle-
ci comme la progression constatée des salaires au-delà de
l'indexation? Ou bien cette notion fait-elle appel à d'autres
paramètres, tels que le revenu moyen par habitant, l'épargne, la
fiscalité, d'autres éléments encore? J'aimerais obtenir des précisions
sur cette notion d'évolution du bien-être.

En ce qui concerne les allocations de chômage, si elles ne sont pas
concernées par les revalorisations des allocations les plus anciennes
décidées par le gouvernement d'ici à 2007, elles ne sont nullement
exclues du mécanisme structurel mis en place pour 2007.

Je voudrais m'inscrire en faux contre ce qu'a écrit notre collègue
Jean-Jacques Viseur, dans "La Libre Belgique" du 23 mars. C'est un
collègue que j'apprécie particulièrement mais qui est un grand absent
dans ce débat; on sait bien que le cdH est un absent chronique dans
les matières sociales depuis plusieurs années et on peut le regretter.

M. Viseur estime, dans "La Libre Belgique", que "au nom de la lutte
contre les pièges à l'emploi qui a été menée" ­ c'est une bonne
chose, ces mesures sont à la fois techniques mais nécessaires, car
elles concernent très concrètement les personnes visées dans
certaines situations - " on semble considérer que les indemnités de
chômage ne doivent plus participer à la croissance économique du
pays".

Je pense pourtant ­ et le gouvernement le confirmera, les décisions
sont claires à ce sujet - que le mécanisme légal de liaison au bien-
être touchera toutes les personnes concernées par une allocation
sociale, c'est-à-dire la pension, l'invalidité, la maladie professionnelle,
l'accident de travail et le chômage. Je tenais à le souligner et rappeler
aussi que, sous la précédente législature, le taux d'indemnisation pour
les isolés et les cohabitants en seconde période de chômage a
augmenté de 5% et le plafond salarial a été relevé de 5,3%. D'autres
minima avaient également été majorés, cela à titre de rappel. Bien
entendu, une majoration du taux d'indemnisation ne peut pas se
confondre avec une adaptation de l'allocation au bien-être, mais
l'effort budgétaire a été appréciable et, je crois, apprécié.

J'ajoute, puisque cela fait partie du débat, que les décisions prises à
Gembloux en ce qui concerne le bonus crédit d'impôt permettra, d'ici
à 2007, de créer une tension suffisante entre les bas salaires et les
allocations de chômage.

Je termine, messieurs les présidents, par quatre remarques.

1. En ce qui concerne les allocations, des augmentations doivent
constituer des mesures de rattrapage de huit ans et plus en 2005,
sept ans en 2006 et six ans en 2007. Si l'on considère que ces
revalorisations font partie intégrante de la liaison structurelle au bien-
être qui devra être mise en oeuvre en 2007, une sorte de décalage
temporel entre l'ancienneté de l'allocation et l'adaptation au bien-être
subsisterait en permanence. On peut donc craindre que les
lonen en de
werkloosheidsuitkeringen te
zorgen.

Ik beëindig mijn uiteenzetting met
vier opmerkingen. Wat de
uitkeringen betreft, valt te vrezen
dat de uitkeringsgerechtigden in
de loop van hun leven slechts op
een enkele aanpassing aanspraak
kunnen maken.

Ten tweede vinden wij het niet
logisch dat de minimumuitkeringen
niet terzelfder tijd worden
opgetrokken. Voor reguliere
werknemers blijkt dat de
minimumuitkeringen inzake
invaliditeit pas op 1 januari 2007
tot het niveau van de
minimumpensioenen worden
verhoogd. Ten derde wordt in
geen enkele minimumuitkering
voorzien tijdens de eerste zes
maanden van de primaire
arbeidsongeschiktheid. Het is
echter vaak in het beginstadium
van een ziekte dat de kosten voor
geneeskundige verzorging het
hoogst zijn. Ten vierde is het een
uitstekende zaak dat het dubbele
plafond inzake de
invaliditeitsuitkeringen wordt
afgeschaft.

Mijn fractie is zeer tevreden over
de Ministerraad van Oostende.
Maar dat is slechts een eerste
stap.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
allocataires ne bénéficient que d'une seule adaptation au cours de la
vie. Je ne sais pas si le gouvernement partage cette analyse.
J'aimerais savoir ce qu'il en pense.

2. S'il est essentiel que les plafonds suivent le bien-être, il nous
semble illogique de ne pas relever dans le même temps les minima.
En d'autres termes, un renforcement du principe d'assurance ne peut
laisser pour compte l'autre principe tout aussi fondateur de notre
sécurité sociale, à savoir le mécanisme de solidarité. Or, force est de
constater que pour les travailleurs réguliers, il apparaît que les minima
en invalidité ­ qui ne sont pas très élevés, faut-il le dire ­ ne seront
portés au niveau des minima de pensions qu'au 1
er
janvier 2007.

3. Je signale qu'aucun minima n'est prévu pendant les six premiers
mois de l'incapacité primaire de travail. C'est pourtant au début de la
maladie que les frais de santé sont souvent les plus lourds. C'est un
regret mais je l'ai dit tout à l'heure, l'ensemble des revendications
n'ont pas pu être rencontrées ­ c'est d'ailleurs rarement le cas ­ mais
cet élément me paraît non négligeable.

4. La levée de l'anomalie historique existant dans l'invalidité, c'est-à-
dire le double plafond, est une excellente chose, conforme aux
principes assurantiels.

Messieurs les présidents, en conclusion, notre groupe est très
satisfait du Conseil des ministres d'Ostende. Je le répète, c'est une
première étape, il y a encore beaucoup de travail à faire. Le
gouvernement doit maintenant assurer le suivi et l'application de ces
mesures concrètes. Il va de soi que le groupe socialiste sera
particulièrement vigilant à la mise en oeuvre de ces mesures.
01.38 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, dat klopt. Ik zal
het ook bijzonder kort houden omdat ik de oppositie uiteraard alle tijd
wil geven om het soort argumenten te ontwikkelen dat ze daarnet
heeft ontwikkeld. Ik zou toch enkele bedenkingen namens mijn fractie
willen meegeven.

Ten eerste, wij zijn in ieder geval van mening dat de werkwijze van de
regering een aantal eminente voordelen heeft. Hoe men het draait of
keert, er vond een Ministerraad plaats in Gembloux en een in
Oostende. Trouwens, vandaag en morgen komt er nog een
belangrijke thema aan bod dat de bevolking aanbelangt, met name
veiligheid en justitie. Dat laat toch toe dat men vanuit de regering
mijns inziens een zeer coherent pakket aan maatregelen naar voren
brengt die dan ook op elkaar aansluiten. Ik lees de Ministerraden van
Gemboux en Oostende eigenlijk samen. Ik heb trouwens begrepen
dat ze samen moeten worden gelezen. Het is een werkwijze die
weliswaar de werkdruk van het Parlement op een bepaald ogenblik
zal verhogen, terwijl deze tegenwoordig wat minder is. Op dat vlak
treed ik de collega van de oppositie niet bij, maar stel ik vast dat we
nu in de komende weken en maanden waarschijnlijk wel heel wat
wetgevend werk op de plank zullen krijgen als uitvoering van die
regeringsbeslissingen. Het lijkt mij dus een goede werkwijze te zijn
waarbij ook wij coherent een debat over een aantal zaken kunnen
voeren zoals we vandaag ook proberen te doen. Het geeft ons ten
minste de gelegenheid om in een algemeen kader bedenkingen te
formuleren. Dat zou ik dan ook in een kort tijdsbestek willen doen.
01.38 Hendrik Daems (VLD): Au
nom de mon groupe, je me rallie à
la méthode de travail adoptée par
le gouvernement car elle présente
de substantiels avantages. Une
série de mesures cohérentes ont
été prises lors des conseils des
ministres de Gembloux et
d'Ostende. Au cours des mois à
venir, le travail législatif ne
manquera pas pour le parlement.
Le débat sur la protection sociale
de notre société est un débat
compliqué. La moitié pratiquement
des dépenses du gouvernement
sont liées à la politique sociale.
Cela représente au total un quart
du revenu national, soit 2.500
milliards de francs. La moindre
intervention représente donc
beaucoup d'argent. Je me réjouis
de constater que le gouvernement
aborde la question de la protection
sociale de la société avec une
vision d'avenir.

Je me réjouis également du fait
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Voorts wil ik een kleine bedenking maken bij de algemene dimensie
van het debat over de sociale bescherming van onze samenleving.
Als men dat even budgettair vertaalt, vergeet men vaak dat de helft
van alle uitgaven die de overheden doen rechtstreeks verband
houden met het sociaal beleid. Als men weet dat de totale uitgaven
van alle overheden samen ongeveer iets meer dan de helft van het
nationaal inkomen bedragen, dan praten we hier over een budgettaire
inspanning vanwege de overheden van een kwart van het nationaal
inkomen. We praten uiteindelijk over een heel pak geld, meer bepaald
over 2.500 miljard Belgische franken, om het nog even op zijn ouwe
merites te nemen. Als men de omvang van dat belangrijke budget
bekijkt en men bekijkt de dimensies even, dan ziet men bijvoorbeeld
dat de inspanningen die geleverd worden naar de RVA toe ­ op
gevaar van een afronding te missen ­ al gauw 7,5 à 8 miljard euro
bedragen. Dat is waarover men over praat. Voor de kinderbijslagen
gaat het over meer dan 3 miljard euro. De omvang van de budgetten -
ik heb minister Vandenbroucke daar bij het begin van zijn
uiteenzetting naar horen verwijzen ­ maakt dat een minimale
aanpassing meteen grote budgettaire gevolgen heeft. Dat maakt de
besluitvorming dienaangaande niet zo makkelijk omdat men nu
eenmaal budgettair beperkt is.

In die zin vind ik dus dat het bij elkaar brengen van een aantal
beslissingen een goede zaak is. Men veroorzaakt dan tenminste met
kennis van zaken niet meer de derapages die de voorbije veertig jaar
onder diverse meerderheden - laten wij daaraan ook maar even
herinneren - wel zijn gebeurd. Dat is dus een goede manier van
werken.

Die omvang van de budgetten moet men plaatsen tegenover een
evolutie. Laten wij even eenvoudig redeneren, zonder rekening te
houden met het aanpassen van bepaalde uitkeringen en dergelijke,
maar de zaken, bijvoorbeeld de vergrijzing - één van beide voorzitters
zit daarover een parlementaire werkgroep voor ­ lineair voor ogen
zien.

Als men dat gewoon etaleert over een periode van 25 jaar, ziet men
dat tegenwoordig zo'n 25% van ons nationaal inkomen, in uitgaven
gerekend, sociaal besteed wordt en dat we zonder enige wijziging van
de situatie al snel tot 29% of 30% van het nationaal inkomen zouden
kunnen evolueren. Dat is de omvang van de uitgaven die misschien
op ons afkomen, los van de verhoogde activiteitsgraad, van meer
efficiëntie in de systemen en dergelijke. Die 5% verschil
vertegenwoordigen toch al gauw meer dan 10 miljard euro. Dat is een
pak geld als men dat gewoon even bekijkt, mijnheer Goutry, dat is tien
keer wat wij uitgeven aan het leger en uiteindelijk meer dan wij
tegenwoordig uitgeven aan de behandeling van het
werkloosheidprobleem. Dat is dus een gigantische budgettaire
uitdaging die op ons afkomt en die naar mijn aanvoelen door de
vorige en huidige regering met zicht op de toekomst wordt aangepakt.
Het is nogmaals een bevestiging dat de techniek om dat aan te
pakken in een meer omvattende soort Ministerraad ­ zowel op het
economische vlak, waaruit de middelen gegenereerd worden als op
het sociale vlak, hoe de middelen het beste en het rechtvaardigst
worden verdeeld ­ een goede aanpak is.

In die context wil ik vanuit mijn fractie één belangrijk gegeven naar
voren brengen waarom naar mijn gevoel de combinatie van beide
que l'on a bien pris conscience à
présent que la protection sociale
de l'individu doit dans toute la
mesure du possible est neutre
quant à l'activité exercée, c'est-à-
dire qu'elle ne doit pas dépendre
du fait qu'une personne est
indépendante ou salariée. Des
progrès ont été réalisés sur ce
plan.

S'il faut pouvoir financer le
système, il faut également pouvoir
le mettre en oeuvre. L'acceptation
du système par la société doit
également devenir un thème
politique. Pour cette raison
également, il est préférable de
tenir des conseils des ministres
globaux au lieu de faire prendre
des initiatives à l'intention de
groupes cibles déterminés.

Mon groupe a réservé un accueil
particulièrement positif à
l'approche sous l'angle de la
liaison des prestations sociales au
bien-être. Il est juste et équitable
de mener un débat tous les deux
ans sur la base de données
concrètes. Nous soutenons le
modèle de concertation belge, qui
exclut un automatisme aveugle, et
qui tient compte des pièges du
chômage en tant que critère
important.

Nous nous réjouissons qu'après la
garde d'enfant, on se soit
également penché sur la
déductibilité fiscale de la prise en
charge des parents. Plusieurs
collègues du VLD ont déposé des
propositions de loi à ce sujet. Le
gouvernement tient également
compte des observations
formulées par l'opposition, ce qui
témoigne d'une bonne
collaboration.

En ce qui concerne l'exposé de
Mme Arena, nous pensons qu'il
existe un champ de tension entre
la responsabilisation individuelle et
collective. Je n'aimerais pas
particulièrement que les
responsabilités individuelles soient
répercutées à la hâte sur la
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Ministerraden een goed bewijs is van een rechtvaardig en billijk
verhaal voor de toekomst. Meer bepaald stel ik vast dat het toch is
doorgedrongen dat de sociale bescherming van elk individu in onze
samenleving in wezen zo onafhankelijk mogelijk moet zijn van zijn
activiteitsoord, als ik het zo mag noemen. Er is geen reden waarom
voor een zelfstandige en een loontrekkende de sociale bescherming
verschillend moet zijn. Er werden door de vorige en de huidige
regeringen ­ vooral in Gembloux en nu ook gedeeltelijk in Oostende ­
belangrijke stappen gezet opdat tenminste de individuele beslissing
van een persoon om actief te zijn als loontrekkende ­ dus in de
context van een bedrijf ­ of zelfstandig actief te zijn, niet moet
verhinderd of tegengewerkt worden door de aard van de sociale
bescherming die hem vanuit het systeem wordt geboden. In die
context lijkt mij het een zeer goede zaak te zijn dat daar, terecht,
stappen worden gezet. Die zijn nog niet volledig. Zij kunnen ook niet
volledig zijn; dat begrijpt onze fractie ook, maar de vooruitgang is er in
ieder geval.

Een tweede zaak is de volgende. Gelet op de omvang van die
uitgaven en gelet op het principe is niet alleen de betaalbaarheid van
het systeem ­ die op zich al onder druk komt te staan, dat weten wij ­
maar ook de aanvaardbaarheid belangrijk. Ik kan misschien een halve
boutade gebruiken, maar zolang ons sociaal systeem situaties kent
waarbij een zelfstandige die gedurende 45 jaar bijdragen stort en als
resultaat een pensioen uitbetaald krijgt dat kleiner is dan dat van ­
men kan daar voorbeelden van vinden ­ mensen die relatief tegen
hun wil weinig actief zijn geweest gedurende diezelfde periode, maar
die daarvoor een hoger pensioen krijgen, dan schept dat uiteraard
een zeker onrechtvaardigheidsgevoel in de samenleving. Als men
zo'n groot pakket aan uitgaven heeft dat op het nationaal inkomen
weegt, moet naast de betaalbaarheid van het systeem ook de
maatschappelijke aanvaarding in het systeem een politiek thema
worden, want vroeg of laat zal dat breken.

Vroeg of laat zal dat inderdaad breken indien men dat niet als een
belangrijk maatschappelijk gegeven behandelt. Niet dat ik daar nu
een lans voor breek, maar het is alweer een reden die aangeeft dat
allesomvattende Ministerraden ter zake een betere oplossing zijn om
een thematiek aan te pakken dan collega's die individueel aan de
Ministerraad bepaalde maatregelen voorleggen om wat te verkrijgen
voor een bepaalde deelgroep.

In die context, mijnheer de voorzitter, meen ik dat de VLD-fractie
achter de werkwijze en achter de algemene filosofie kan staan, zeker
met aandacht voor het feit dat, naast betaalbaarheid,
aanvaardbaarheid en aandacht voor loontrekkenden, de zelfstandigen
en de niet-actieven zo activiteitsneutraal worden behandeld. Dit lijkt
ons de juiste insteek te zijn, wil men de bevolking een gelijke
startkans bieden als sociale bescherming.

Als ik dan even inzoom op de maatregelen die ter zake zijn genomen,
dan is er een maatregel of een algemeen principe waarover de VLD-
fractie zich positief kan uitspreken, met name de aanpak inzake de
welvaartsvastheid van uitkeringen. De regering brengt hier de juiste
aanpak naar voren, te weten dat rechtvaardigheid en billijkheid
uiteindelijk zullen moeten blijken uit een tweejaarlijks grondig debat,
met kennis van zaken, op basis van correcte gegevens, waarbij wordt
bepaald welke uitkeringsgerechtigden evolueren, op basis van welke
société. Nous abordons ainsi un
débat partiellement moral,
carrefour de différentes idéologies.
Ce débat-là doit également être
abordé dans le cadre de celui sur
la protection sociale de la société.
J'espère que Mme Arena
organisera rapidement ce débat.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
objectieve criteria dat gebeurt, welke minima en uitkeringen al dan
niet aan de welvaart worden aangepast, waarbij rekening wordt
gehouden met de budgettaire context, waarbij de evolutie van de
werkgelegenheid een belangrijk element is in de besluitvorming en
waarbij ook de verhouding tussen actieven en niet-actieven in een
economische context een belangrijk gegeven is. Alzo komt het
draagvlak betaalbaarheid en maatschappelijke aanvaarding tot stand.
In een land als België wordt het goede overlegmodel met zijn mindere
en betere kanten uiteindelijk hierin betrokken.

De conclusie is in elk geval dat er niet zoiets bestaat als een soort van
blind automatisme van welvaartvastheidsaanpassing waarvan men
niet eens de gevolgen, ex ante, noch ex post kent, maar dat men het
met kennis van zaken naar voren brengt, waarbij het element
werkloosheidsvallen al dan niet creëren, een belangrijk gegeven is.
Het is maar door dit op regelmatige basis, op basis van objectieve
criteria, te bekijken dat men dit soort van problemen kan vermijden. In
het verleden werden die vaak te goeder trouw veroorzaakt door niet in
dergelijke context aan bepaalde uitkeringen te sleutelen. In die zin is
de combinatie tussen de Ministerraden van Gembloux en Oostende
een goede zaak. Deze beslissing is als het ware een soort van
principieel uitgangspunt dat zal toelaten naar de toekomst toe billijk en
rechtvaardig te zijn als er uitkeringen moeten verhoogd worden en
waarbij welvaartsvastheid, ook voor liberalen, een belangrijk principe
is dat moet gehanteerd worden, maar waar men tegelijkertijd de
betaalbaarheid en de billijkheid in het oog houdt. Immers, ook het
economische draagvlak moet dit kunnen blijven dragen. Niet het
automatisme, maar het rationeel doordenken op basis van het beleid
dat een regering, in casu de paarse meerderheid, wil voeren, lijkt mij
een goede invalshoek te zijn.

Er zijn ook een aantal andere elementen die vanuit onze fractie in
ieder geval als positief naar voren worden gebracht of zo worden
ervaren. Ik wil niet op heel veel maatregelen ingaan.

De heer Goutry heeft er daarstraks naar verwezen: we zijn hier in het
Parlement bezig met wetsvoorstellen en de regering komt met niets.
Ik stel alleen maar vast dat een aantal wetsvoorstellen van collega's
uit mijn fractie zo goed als letterlijk zijn voorgekomen in het debat in
de regering en ook zijn opgenomen in de regeringsbeslissingen. Ik
stel dat vast. Dat is een goede zaak. Dit betekent dat de input, die
vanuit het Parlement kan worden gegeven in de vorm van
wetsvoorstellen, belangrijk is. Ik ben zeer blij dat aandacht werd
besteed aan maatregelen inzake kinderoppas en de aftrekbaarheid
terzake, en inzake de fiscale aftrek voor het opvangen van ouders. Ik
ben blij dat collega's als mevrouw Avontroodt, mevrouw Turtelboom,
mevrouw De Block en mevrouw Laruelle hun insteek in dit Parlement
letterlijk zien terugkomen in de regeringsbeslissing.

Met andere woorden, mijnheer Goutry, dit betekent dat een debat dat
in het Parlement leeft, ook in de hoofden van de regering leeft. Een
aantal zaken, die door de regering globaal worden aangepakt, kunnen
effectief op een coherente manier naar hier terugkomen. Ik ben blij
dat een aantal van die wetsvoorstellen, die door mijn collega's en
collega's van PS, sp.a en MR werden ingediend, zijn opgenomen in
de regeringsbeslissing. Dat is een goede samenwerking die
tegenspreekt dat er een soort afstand bestaat tussen regering en
Parlement zoals men ons vanuit de oppositie soms wil doen laten
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
geloven.

Eén bedenking wil ik in dit debat maken aan het adres van mevrouw
Arena. Het gaat mij om het al dan niet terugvorderen van gelden bij
de opvang van ouderen. Ik denk dat we vroeg of laat, het is nu
misschien niet het moment, een debat in de Kamer zullen moeten
hebben over het spanningsveld tussen individuele responsabilisering
en collectieve responsabilisering. We zitten ergens op een snijpunt
waar ik perfect de regeringsbeslissing kan begrijpen. Aan de ene kant
moet men ervoor zorgen dat we niet in een soort van
tweesnelhedenland terechtkomen waar bepaalde ouderen niet
worden opgevangen omdat individueel, noch collectief financiële
middelen op tafel worden gelegd om die opvang mogelijk te maken.

Ik vrees dat als we niet opletten we kunnen terechtkomen in een
samenleving waarbij die individuele verantwoordelijkheid nogal
gemakkelijk op de rug van het collectief wordt geschoven en waarbij,
bij wijze van spreken, kinderen niet eens meer een soort van
verantwoordelijkheidszin gaan hebben voor hun bejaarde ouders. Ik
denk dat dit een moreel debat is dat ook haar plaats moet vinden in
heel het debat over de sociale bescherming van de samenleving. Ik
zou u willen vragen om in de komende weken dat debat op uw eigen
initiatief aan te trekken omdat dit een belangrijk snijpunt is waar
verschillende ideologieën van socialistische en liberale aard mekaar
raken. Dit moet uitgedebatteerd worden. We moeten een aantal
mistoestanden en verkeerd gegroeide toestanden die vandaag
bestaan - waarbij het collectief soms te veel heeft overgenomen met
als resultaat dat het individu asociaal wordt, en omgekeerd waarbij het
individu te veel doet en het collectief te weinig - eens even in kaart
brengen.

Ik denk dat daarover een maatschappelijk debat moet worden
gevoerd dat de te nemen beslissingen kan kaderen. Ik zou u
dankbaar zijn, mocht u dat debat, mevrouw Arena, in de nabije
toekomst willen aantrekken.
01.39 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, il est évident
que dans les mesures décidées à Ostende, il y en a toute une série
qui, en intitulés et en intentions, rejoignent des priorités et des thèmes
importants pour les écologistes. D'ailleurs, il y avait eu des tentatives
sous le précédent gouvernement pour déjà augmenter les minima et
réintroduire cette liaison. Puis, des raisons budgétaires ont amené le
gouvernement à ne pas respecter les engagements qu'il avait pris à
l'époque. Ce qui m'effraie par rapport à ce qui s'est passé à la fois à
Gembloux et à Ostende, c'est qu'on risque effectivement de se
retrouver face à des moyens budgétaires qui ne permettront pas
d'assumer les décisions qui ont été prises, qui ressemblent à un
catalogue de bonnes intentions mais vraiment sans garantie de
concrétisation. D'autant plus que des négociations et des
consultations doivent encore se faire par rapport à toute une série de
mesures.

Ici, on subit les conséquences de certains choix budgétaires qui ont
été faits, qui sont d'équilibrer les budgets, avec des mesures "one-
shot" comme on l'a fait pour 2003 ou de compter sur des recettes
genre DLU pour équilibrer les budgets en 2004.

Je rejoindrai M. Goutry sur le paradoxe qui consiste à voir un
01.39 Muriel Gerkens (ECOLO):
Tal van maatregelen die te
Oostende werden beslist sluiten
aan bij de prioriteiten en thema's
die voor de groenen belangrijk zijn.
Onder de vorige regering werden
in dat opzicht al inspanningen
gaan maar de budgettaire
middelen om ze te verwezenlijken
waren er niet. Wat me verontrust
is dat ook nu budgettaire middelen
de realisatie in de weg zullen
staan. Het gaat hier trouwens om
een reeks goede voornemens, te
meer daar de onderhandelingen
en de raadplegingen nog moeten
beginnen.

Zal men de gevolgen van de
keuzes die werden gemaakt om
de begrotingen in evenwicht te
brengen, net zoals in 2003 en
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
gouvernement qui se réunit en Conseil "mammouth" ­ et je n'ai rien
contre le fait qu'un gouvernement consacre un week-end pour
approfondir un dossier et faire quelque chose ­ et que cette
dynamique soit associée à une espèce de léthargie au niveau du
parlement. C'est inquiétant d'autant qu'on sait que, quand il y aura
concrétisation, on va se retrouver avec des lois-programmes, avec
des projets de lois qui devront être examinés en urgence et le débat
parlementaire qui peut être intéressant sur ces matières sera des plus
restreints. L'enthousiasme de M. Daems sur la qualité des relations
est un peu naïf. Reconnaître que des propositions de parlementaires
de la majorité sont reprises dans un projet de gouvernement qui,
forcément, reprend les mêmes parlementaires est une évidence. Ce
serait le contraire, je serais encore plus horrifiée mais c'est quand
même très loin de l'image du travail parlementaire et du débat
contradictoire qu'on peut mener.

Ce qui m'inquiète aussi, et là j'ai envie de tirer une sonnette d'alarme,
c'est que, par rapport à toutes ces avancées et à toutes ces mesures
qui, si elles se concrétisent, ont de nombreux aspects positifs, se
développent et se poursuivent des mécanismes d'exclusion introduits
ici et là. On se rappelle la manière dont ma collègue Michèle Gilkinet
a dû se battre sous la précédente législature pour éviter l'exclusion du
revenu d'intégration sociale. On en arrive à des mécanismes
similaires pour le chômage et M. Daems vient de rappeler que la
fraude sociale est à éviter. En général, tout cela se concrétise par des
tentatives d'exclusion de certaines personnes qui ne rencontrent pas
les attentes normatives qu'on peut exiger d'elles.

Je voudrais m'attarder sur trois éléments de manière plus spécifique.
En ce qui concerne la problématique des médicaments et des
pharmaciens, eu égard aux mesures proposées, je partage les
initiatives concernant la régulation de la promotion excessive,
l'information aux prescripteurs via des personnes indépendantes, la
prescription via la DCI, un meilleur remboursement des médicaments
génériques, une valorisation des médicaments moins chers,
techniques innovantes, simplification administrative, reconnaissance
du rôle du pharmacien. En ma qualité d'acteur de la santé, je partage
tous ces éléments.

Néanmoins, je m'interroge quant à la description que vous faites du
rôle du pharmacien, peut-être parce que je manque d'informations
concrètes. Ce rôle du pharmacien, de quelle manière le définissez-
vous dans vos propositions par rapport au rôle des autres acteurs de
la santé, notamment des médecins généralistes qui, selon mes
informations, n'ont pas été consultés par rapport à ce projet? Or, dans
la note de politique générale, la volonté du gouvernement était
d'améliorer le partenariat et les relations entre pharmaciens et
médecins généralistes.

De plus, c'est ce médecin généraliste qui gère le dossier médical
global et donc la prescription des différents médicaments. Dans le
rôle que vous voulez élargir au pharmacien, n'y a-t-il pas risque de
contradiction ou de confrontation des rôles? Comment peut-on
garantir une vue globale dans le chef du pharmacien dès lors que
l'usager peut changer de pharmacie? On voit mal comment fidéliser le
client à une pharmacie. Un des messages donnés par ce rôle du
pharmacien par trop amplifié selon moi, réside dans le fait que les
problèmes de santé peuvent se réduire à une prise de médicaments
2004, niet moeten ondergaan?

De regering komt bijeen voor een
mammoetraad en het Parlement
dommelt in, paradoxaal niet? De
maatregelen moeten concrete
vorm krijgen, maar de
programmawetten, de ontwerpen
zullen snel moeten worden
goedgekeurd en het parlementair
debat zal worden beknot.

Waarom zou men met betrekking
tot deze maatregelen de goede
verstandhouding onder de
ministers en parlemensleden van
de meerderheid, die dus tot
dezelfde partijen behoren,
toejuichen? Die maatregen
werden al voorgesteld toen ze nog
parlementslid waren, wat een
tegensprekelijk debat uitsluit. De
voorgestelde bepalingen kunnen
niet verberegen dat de uitsluiting
steeds maar toeneemt.

In de nota van de regering stond
dat er gestreefd wordt naar een
beter partnerschap tussen de
huisartsen, die het globaal
medisch dossier beheren, en de
overige gezondheidswerkers.
Waarom worden de
vertegenwoordigers van de
huisartsen dan niet geraadpleegd,
in het kader van een overleg, over
de definitie van de rol van de
apotheker? Hoe gaat u de
totaalaanpak die de apotheker
kenmerkt, in concrete voorstellen
gieten?

Het is een goede zaak dat de
nadruk meer zal liggen op een
forfaitair ereloon voor de
apotheker dan op een winstmarge
op de geneesmiddelenverkoop.
Maar hoe zal de ene
inkomstenbron in verhouding
staan tot de andere? Als de
werkingskosten gedekt moeten
worden door de winstmarges, is
het niet uitgesloten dat de
goedkopere geneesmiddelen
duurder zullen worden.

Er konden nog andere van meer
eerbied voor de gehandicapten
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
en dehors d'une approche globale psycho-médico-sociale qui relève
du rôle du médecin généraliste.

J'aimerais savoir comment vous prévoyez ces mesures de manière à
éviter toute contre-indication et, finalement, déni du rôle du médecin
généraliste dans la prescription et dans le suivi de la prise de
médicaments, tout en reconnaissant qu'il faut améliorer le rôle du
pharmacien, qui bénéficie d'une formation de qualité.

Concernant le financement du pharmacien, la mesure que vous avez
prise est particulièrement importante. Elle vise à recourir aux
honoraires forfaitaires de manière majoritaire plutôt que via les
marges bénéficiaires sur les produits. Mais ce qui n'est pas clair dans
ce que j'ai lu et entendu, c'est la proportion entre ces deux systèmes.
J'estime que le financement par la marge bénéficiaire ne peut couvrir
que les frais liés à l'immobilisation financière, ce qui est très faible. Or,
j'ai entendu dire qu'il pourrait couvrir le fonctionnement matériel, c'est-
à-dire le fonctionnement de la pharmacie. A ce moment-là, on en
arrive à des proportions importantes et donc, à mon avis, à des
risques d'augmentation de prix des médicaments les plus bas
actuellement.

Le deuxième aspect que je souhaiterais approfondir, ce sont les
mesures concernant les personnes handicapées. Je suis relativement
choquée en entendant les mesures qui sont prises; certes, elles
doivent l'être mais, comme M. Goutry, je voudrais relever le nombre
de dossiers accusant un retard. Organiser un Conseil des ministres
avec un tel intitulé figurant dans les préoccupations prioritaires et ne
pas décider de mettre tout en oeuvre pour, en quelques mois,
résorber le retard, c'est indélicat et c'est manquer de respect vis-à-vis
des personnes handicapées.

De plus, le Conseil aurait pu étudier toute une série d'autres mesures,
qui ne coûtent pas beaucoup d'argent ou dont on pouvait aussi étaler
les coûts sur plusieurs années. Des propositions sont sur la table; j'en
ai déposé quelques-unes mais je ne suis pas la seule à l'avoir fait
puisque certaines d'entre elles émanent de parlementaires de la
majorité. Ces propositions permettaient de rencontrer les objectifs des
autres chapitres du Conseil. Elles visent notamment à éviter les
pièges à l'emploi, à permettre l'accès aux allocations et au retour des
allocations lors de la perte d'un emploi. D'autres concernent les
familles ayant des enfants handicapés mais aussi les familles qui
accueillent des personnes handicapées et vis-à-vis desquelles il n'y a
toujours pas de neutralité en termes de sécurité sociale, par exemple.
Il y a les familles qui ont des enfants handicapés et qui ont besoin
d'un assouplissement dans les prises des congés que ce soit de
maternité, de parentalité ou pour soins; ces familles-là n'ont pas été
prises en compte de manière spécifique. C'est assez scandaleux
d'autant plus que l'année européenne des personnes handicapées
vient de se terminer!

Le troisième aspect que j'aborderai brièvement, c'est la dimension
"femmes" parmi les indépendants. Elle est à approfondir en
collaboration avec la table ronde des indépendants car on ne peut
évidemment pas le faire in abstracto.

D'une part, le remplacement pendant le congé de maternité doit être
simplifié et facilité. Cela doit être également généralisé aux périodes
getuigende maatregelen worden
overwogen waarbij de kosten
zouden kunnen worden gespreid.
Ik heb verscheidene voorstellen in
de Kamer ingediend, die er met
name toe strekken de
werkloosheidsvallen te vermijden,
de toegang tot de uitkeringen te
verbeteren en de verlofregelingen
voor ouders van gehandicapte
kinderen te versoepelen. Niets
hierover in Oostende. En ook niets
over het wegwerken van de
achterstand inzake de
uitkeringsdossiers.

Ten slotte zal op de
rondetafelconferentie voor de
zelfstandigen de kwestie van de
vrouwelijke zelfstandigen nader
moeten worden onderzocht, onder
meer wat betreft de vervanging bij
ziekte en niet enkel in geval van
zwangerschapsverlof. Hetzelfde
geldt voor de mogelijkheid om de
zelfstandigen een financiële
bijdrage te laten betalen aan het
FCUD, zodat zij toegang krijgen tot
die structuren voor kinderopvang.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
d'invalidité. D'autre part, il y a un aspect de l'accueil des enfants qui
est problématique au niveau budgétaire et dont l'évocation ennuie les
représentants des indépendants: c'est l'accueil des enfants
d'indépendants via les structures existantes. Ces structures
existantes, ce sont essentiellement les structures du FESC
auxquelles ces enfants n'ont plus accès puisque les indépendants ne
cotisent plus pour ces structures. Il aurait été important de réfléchir à
la manière de procéder et d'imaginer un financement de ce système
par les indépendants qui leur permettrait d'y recourir.

Une des difficultés des femmes indépendantes, c'est le manque de
structures d'accueil pour leurs enfants en raison de leurs horaires et
de la flexibilité dans l'accueil des enfants.
01.40 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, collega's,
ook wij als sp.a-fractie verheugen ons over de maatregelen die
genomen zijn in Raversijde. We mogen toch niet vergeten dat die
beslissingen genomen zijn in een moeilijke budgettaire context. Ook
voor ons zouden sommige maatregelen wat verder mogen gaan of
sneller mogen ingaan. Wij zijn er echter ook van overtuigd dat dit
maar een eerste stap is en dat er nog meer zullen volgen. Zoals onze
collega's uit de PS-fractie hebben ook wij het werk een beetje
verdeeld. Ik zelf zal het woord voeren over de uitkeringen en het
beleid voor personen met een handicap. Mijn collega's zullen ingaan
op de andere beslissingen.

Een eerste belangrijk punt is toch echt wel de welvaartsvastheid van
de uitkeringen. Dat is een zeer belangrijk gegeven dat in de voorbije
jaren al ingevoerd is voor de pensioenen. Nu is er niet alleen een
veralgemening, zodat het geldt voor alle sociale uitkeringen, ook voor
dewelke waarvoor dat in het verleden niet gebeurd is. Er wordt nu ook
een automatisme ingevoerd waardoor de welvaartsaanpassing op
regelmatige tijdstippen zal gebeuren en alleszins ook bekeken zal
worden. In dat verband heb ik een vraag over die al gedeeltelijk
beantwoord is door minister Laruelle. Hoe zit het voor de
zelfstandigen? Zal ook daar dat mechanisme ingevoerd worden voor
alle uitkeringen of zal het enkel gelden voor de pensioenen? Op welke
manier zal dat gebeuren? Bij de pensioenen bestaat al in het kader
van de welvaartsaanpassingen de verhoging van de plafonds voor de
berekening van de pensioenen. Misschien zou een gelijkaardige
maatregel ook kunnen gelden voor andere uitkeringen.

Wat de maatregelen voor de inkomensgarantie voor ouderen betreft,
de verhoging ervan is zeer belangrijk, omdat het toch wel gaat om
mensen die echt een laag inkomen hebben. Het is belangrijk om ook
zeker aan die personen aandacht te besteden. Dat kinderen die hun
ouders opnemen, voortaan niet meer gestraft zullen worden, is
inderdaad een vraag die in onze commissie al geregeld werd
aangekaart en waarvan ik denk dat de minister er terecht op ingegaan
is.

Hoe zit het nu juist met de minimumpensioenen voor zelfstandigen?
Vroeger bestond er een koppeling tussen het minimumpensioen en
het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. Met de invoering van de
IGO is die koppeling weggevallen. Vandaar een beetje mijn vrees dat
er opnieuw een kloof tussen de inkomensgarantie voor ouderen en
het minimumpensioen zal ontstaan.
01.40 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Le groupe sp.a se réjouit
des mesures qui ont été prises à
Raversijde. De notre point de vue
aussi, certaines mesures
pourraient être plus audacieuses
mais elles constituent un premier
pas.

Je voudrais aborder les allocations
et la politique des handicapés. La
liaison de leurs allocations à
l'évolution du bien-être revêt à nos
yeux beaucoup d'importance. Ce
concept a été instauré
précédemment pour les pensions
mais il est aujourd'hui généralisé
pour toutes les allocations
sociales. On introduit un
automatisme qui engendrera un
versement des indemnités
concernées à intervalles réguliers.
Je me demande s'il en ira de
même pour les allocations
destinées aux indépendants.

L'adaptation des mesures
prévoyant une garantie de revenus
pour les personnes âgées est très
importante également. Il s'agit de
personnes percevant un bas
revenu. Dorénavant, les enfants
qui accueillent leurs parents chez
eux ne seront plus pénalisés. Un
manque de clarté subsiste
concernant les pensions
minimales des indépendants.
Autrefois, il y avait une liaison
entre la pension minimale et le
revenu garanti aux personnes
âgées mais elle a été abandonnée
avec l'instauration de la garantie
de revenus pour ces personnes
âgées. Par conséquent, un fossé
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Wat de invaliditeitsuitkeringen betreft, zou er, als ik de uitleg van
mevrouw Arena goed begrepen heb, een verhoging komen van de
minima voor de onregelmatige werknemers. Er zou vooral ook een
betere regeling komen waarbij men rekening zal houden met het
inkomen in het gezin. Wat ik daar een beetje mis, zijn concrete
maatregelen die genomen zouden worden Met het oog op het
wegwerken van inactiviteitsvallen. Staatssecretaris Van Brempt heeft
vorige week in antwoord op een vraag zijdelings gezegd dat er ook op
het vlak van de inactiviteitsvallen een aantal maatregelen zou worden
genomen.

Ik heb hier in het verleden ook al een vraag gesteld over de
progressieve tewerkstelling. Kunt u daarover wat meer uitleg geven?

Ik kom thans bij het beleid voor personen met een handicap. Ik zou
tegen de heer Goutry willen zeggen dat CD&V zeker niet de enige
partij is die bekommerd is om personen met een handicap. U maakte
een opmerking over het bezoeken van psychiatrische instellingen. U
weet of u weet niet dat de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke
Gezondheid stages aanbiedt die zeer interessant zijn en die de
verschillende knelpunten aantonen die er bestaan in de geestelijke
gezondheidszorg. Ik kan u zeggen dat er veel meer leden van de
meerderheid aan die stages deelnemen dan leden van de oppositie.

Er is inderdaad ook een probleem van achterstand. Ook daarover
hebben wij het in de commissie in het verleden reeds gehad.
Staatssecretaris Simonis heeft in het verleden beloofd dat hiervoor
oplossingen komen. Ik denk dat wij hier enig geduld moeten hebben.
Het is evident dat maatregelen die op dat vlak worden genomen,
zoals de versterking van het personeel, geen onmiddellijk effect
kunnen hebben.

Ook in het kader van de tegemoetkoming voor personen met een
handicap is de verhoging van inkomsten voor de tegemoetkoming
zeer belangrijk. Het gaat immers over personen die het vaak erg
moeilijk hebben. De financiële verhoging zal daar welkom zijn. Ik heb
hier een vraag over de integratietegemoetkoming en meer specifiek
over de cumulatie tussen de integratietegemoetkoming en het
vervangingsinkomen. Zullen terzake maatregelen worden genomen
en middelen worden vrijgemaakt? Dit is immers een belangrijk
element bij de activering van personen met een handicap en bij het
wegwerken van inactiviteitsvallen.

In tegenstelling tot de heer Goutry denk ik dat het wel een goede zaak
is dat ook wordt gedacht aan de toegankelijkheid van websites voor
blinden en slechtzienden. Voor hen is het immers een belangrijke
bron van informatie. Ik heb hierover ook een reeks schriftelijke vragen
gesteld waaruit blijkt dat de meeste sites van de federale overheid
nog niet helemaal aan de vereisten voor toegankelijkheid voldoen. Ik
wil aan de staatssecretaris vragen of zij zinnens is om voor deze
websites het blindsurferlabel aan te vragen. Bij mijn weten heeft tot nu
toe alleen de federale overheidssite een blindsurferlabel.

Ik heb ook nog een punctuele vraag voor minister Vandenbroucke. Er
wordt gesproken over een verlenging van het adoptieverlof. Nog niet
zo lang geleden is in deze commissie ook gesproken over het
pleegverlof. Hebt u hier al enig zicht op? Het gaat immers om een
gelijkaardige maatregel die zeker nodig is, niet alleen voor
peut de nouveau se creuser entre
cette garantie et la pension
minimale.

Il était prévu d'augmenter
l'allocation d'invalidité minimale
pour les travailleurs irréguliers et
de tenir compte du revenu du
ménage. J'ai le sentiment qu'il n'y
a pas assez de mesures concrètes
pour faire disparaître les pièges du
chômage. Et j'aurais aimé avoir
plus d'explications au sujet de
l'emploi progressif.

En ce qui concerne la politique des
personnes handicapées, je signale
à M. Luc Goutry que le CD&V n'est
pas le seul parti à se soucier des
handicapés. La
Vlaamse
Vereniging voor Geestelijke
Gezondheid
propose des stages
qui sont fréquemment suivis par
des membres de la majorité. Un
certain retard s'est accumulé mais
la secrétaire d'Etat Simonis a
promis une solution. Des mesures
telles que le renforcement du
personnel ne peuvent avoir d'effet
immédiat.

L'allocation de remplacement de
revenus est majorée. Mais qu'en
est-il du cumul de l'allocation
d'intégration et des revenus de
remplacement? Un budget est-il
dégagé à cet effet? Il s'agit là d'un
élément important dans le cadre
de la suppression des pièges à
l'inactivité.

Les sites internet du
gouvernement fédéral devraient
être accessibles aux aveugles et
aux malvoyants. Ils constituent
une source d'information
importante. La plupart ne le sont
toujours pas suffisamment. La
secrétaire d'Etat remédiera-t-elle à
ces lacunes?

Après la prolongation du congé
d'adoption, le gouvernement
envisage-t-il une mesure similaire
pour le congé dont bénéficient les
parents d'accueil?

Notre groupe collaborera dans un
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
adoptieouders , maar ook voor pleegouders.

Tot daar mijn uiteenzetting. Vanzelfsprekend zal onze fractie
constructief meewerken aan het uitwerken van deze maatregelen.
esprit constructif à la réalisation
des mesures annoncées.
01.41 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
dames en heren excellenties, voor iedereen die de politieke
gewoontes in dit huis een beetje kent, is het overduidelijk dat de
kiescampagne is begonnen. Waarom zeg ik dat? Welnu, in het
weekend van 20 en 21 maart ­ ik durf het als volgt uit te drukken,
want ik doe een poging om het debat nog een beetje te kruiden en
gekruide uitspraken komen, zoals jullie weten, dikwijls uit Vlaams
Blok-hoek ­, in ware Oostblokstijl, in een stijl die niemand zal
verwonderen die de goede vriendschapsband tussen Steve Stevaert
en de echte baas Castro van Cuba kent, hebben wij een herhaling
gezien van die gebruiken van de Oostblokstijl. Met een regelmaat van
om de twee uren kwamen een aantal excellenties zeggen hoe goed zij
bezig zijn voor de mensen, hoe lief zij zijn, hoe mooi zij zijn. Mensen
die iets van geschiedenis kennen, weten dat dat de vaste
mediagebruiken in het Oostblok waren en nu nog de gebruiken op
Cuba zijn. De goede vriendschapsbanden tussen Castro en Stevaert
zullen daaraan niet vreemd zijn.
01.41 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Il ressort clairement du
méga-conseil des ministres
d'Ostende que la campagne
électorale a débuté. Dans le plus
pur style des anciens dirigeants
des pays de l'Est, les ministres
n'ont pas cessé de vanter leurs
propres mérites. Nous ne
retiendrons de tout cela que le
coup de vent qui a soulevé la jupe
de Freya Van den Bossche. Le
gouvernement lance des idées
séduisantes mais ne les met pas à
exécution. Nous lançons un appel
dans toutes les directions pour
que la politique redevienne chose
sérieuse. Les conseils des
ministres de Gembloux et
d'Ostende n'ont débouché que sur
très peu de choses concrètes et il
semble qu'il en ira de même du
super-conseil des ministres
consacré à la sécurité.
01.42 Minister Bert Anciaux: (...)
01.43 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Collega's, ik wil mijn punt
zeer duidelijk maken. Wat mij van die megaministerraden is
bijgebleven, zijn niet zozeer de rode en groene ballonnetjes van het
vakbondsprotest, maar is inderdaad ­ collega Goutry heeft in een
typische christen-democratische milde gewoonte het ding niet echt bij
zijn naam durven te noemen, wat ik wel zal doen ­ het opwaaiende
rokje van Freya Van den Bossche. Ik zeg dat omdat het zeer goed
weergeeft waarover het in deze regering gaat. Het gaat over show,
and the show must go on. Men lanceert leuke ideetjes, terwijl wij
eigenlijk van een regering mogen verwachten dat zij geen leuke
ideetjes lanceert, maar dat zij in staat is te regeren, dat zij in staat is
concrete uitvoering te geven aan aangekondigde maatregelen.

In het kader van het modewoord "perceptie" waarover het deze dagen
en waarover het deze regering vooral gaat, zou ik aan de dames en
heren excellenties durven vragen om terug te keren, opnieuw wat
ernst in het politieke bedrijf te brengen en eindelijk ook eens concreet
de beslissingen uit te voeren die op die megaministerraden
theoretisch genomen zijn. Als wij de megaministerraad van
Gembloers en de megaministerraad van Oostende bekijken - en
dezer dagen de derde megaministerraad die het probleem van justitie
en veiligheid moet aankaarten -dan is er tot nu toe zeer weinig
geconcretiseerd. Ik denk dat wij ons als oppositieleden echt kunnen
amuseren met in de komende maanden interpellaties en mondelinge
vragen in te dienen om telkenmale de betrokken minister te vragen:
"Hoever staat het nu met de concrete uitvoering van het leuke ideetje
01.43 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Un article dans le
quotidien De Tijd du 23 mars
illustre parfaitement la position du
VLD: les libéraux se satisfont d'un
second rôle. Le premier ministre
Verhofstadt n'est plus toléré que
comme une marionnette et il est
flanqué sur tous les écrans d'une
série d'excellences socialistes.

En ce qui concerne la liaison au
bien-être envisagée, un problème
technique se pose. Celle-ci risque,
en effet, de prendre du retard
pendant des périodes où les
rémunérations sont
continuellement augmentées. Les
indépendants bénéficieront-ils
également de cette liaison au bien-
être? Le VLD se réfère
continuellement à l'amélioration du
statut social des indépendants,
mais la table ronde à ce sujet ne
se réunit presque pas. Nous
soulignons que la liaison au bien-
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
dat vanuit Gembloers of vanuit Oostende werd aangekondigd?"

Het volgende moet mij van het hart, collega's, en mijn liberale
collega's zullen het ongetwijfeld willen overbrengen aan hun
fractieleider, de heer Daems. Ik pinkte een traan van ontroering weg
toen collega Daems uitlegde waarom hij de Megaministerraden een
goede werkwijze vindt. Liberale collega's, ik citeer uit een artikel in De
Tijd van dinsdag 23 maart, waarin men zeer kernachtig samenvatte
wat jullie positie in deze regering de jongste tijd is en wat jullie positie
is naar aanleiding van de Megaministerraden: "Liberalen nemen in
Oostende genoegen met bijrol." Dit is de positie van de liberalen in
deze regering. Dit is ook de positie van de liberalen op die
Megaministerraden.

Inderdaad, degene die zeer aandachtig de televisiebeelden heeft
bekeken, zal telkenmale hebben gemerkt dat de eerste minister ­ nog
even getolereerd als pop, als eerste minister van dienst ­ op iedere
persconferentie werd geflankeerd door een legertje socialistische
excellenties. Dit maakt overduidelijk hoe de perceptie van de
Megaministerraad van Oostende moest zijn en wat de echte
krachtsverhoudingen zijn in deze regering.

Ik stel vast dat de liberalen - en dat is klassiek in deze regering - met
bitter weinig tevreden zijn. Ze voelen zich echt goed bij hun rol ­ om
het cru uit te drukken, mijnheer de voorzitter ­ als politieke prostituee
van dienst, die genoegen moet nemen met een minirolletje, maar toch
het poppetje mag leveren dat officieel eerste minister is van dit land.

Collega's, als ik toch een aantal punctuele opmerkingen mag maken,
wil ik even naar het item van de welvaartsvastheid gaan.

Ik moet u eerlijk zeggen, minister Vandenbroucke, dat de twee
procent opslag en het welvaartsvast maken een eerste voorzichtige
stap in de goede richting is. Het zou er nog aan mankeren. Een
technisch probleem zou wel eens kunnen zijn dat uitgerekend die
zogenaamde welvaartsvastheid toch nog achterop dreigt te lopen op
het moment dat ook de lonen in die periode met de regelmaat van
een klok zullen worden geïndexeerd. Wij durven toch de minimale
vraag te stellen of de kloof die bestaat tussen reële lonen van
degenen die reëel werken en degenen die het moet stellen met een
minimale uitkering, zal verminderen.

Daaraan gekoppeld wil ik het volgende zeggen. Minister Laruelle zal
meteen snappen waarop ik allusie maak omdat ik daarnet het
genoegen had aan de betrokken minister in de commissie voor het
Bedrijfsleven een mondelinge vraag dienaangaande te stellen. De
grote spraakverwarring blijft bestaan. Zijn het nu alleen de
werknemers die welvaartsvaste uitkeringen krijgen of genieten ook de
zelfstandigen dezelfde gunstregimes? Ik heb hier collega Daems ­
het wordt echt ontroerend ­ het hele rekwisitoor voor een beter statuut
van de zelfstandigen zien geven, maar daarnet hoorde ik minister
Laruelle in de commissie voor het Bedrijfsleven antwoorden op mijn
mondelinge vraag dat sinds 2 februari de rondetafel voor het sociaal
statuut van de zelfstandigen niet eens is bijeengekomen, terwijl men
toch op dit overlegorgaan een consensus zou moeten vinden.
Daarnaast zien we dat de liberalen nu beweren op de goede weg te
zijn, terwijl juist met de jongste programmawet de verhoging van de
vennootschapsbijdragen is doorgevoerd en problemen zijn gerezen
être serait beaucoup plus aisée à
réaliser au sein d'une Belgique
scindée, dont la sécurité sociale
serait également scindée.
J'attends avec impatience les
résultats concrets des études du
ministre Demotte, après les
vacances de Pâques, sans
toutefois me faire d'illusions sur
l'approche concrète des questions
de sécurité sociale.

Le Vlaams Blok est partisan d'une
meilleure harmonisation de la
famille et du travail. Une série de
points, comme le congé parental
et le congé de maternité, a été
confiée à la concertation sociale. Il
faut également organiser
d'urgence une évaluation du
crédit-temps. Ces points doivent
être accessibles aux PME. Il est
évident que l'extension des
régimes de congé s'applique
exclusivement aux travailleurs.

En ce qui concerne la secrétaire
d'Etat, Mme Simonis, nous
attendons les résultats concrets
des états généraux de la famille. A
combien de reprises ces états
généraux se sont-ils réunis?
Quelles initiatives concrètes ont-
elles été prises à cette occasion?

Le secteur pharmaceutique
prétend que les nouvelles
mesures relatives aux
médicaments ne respectent pas
l'accord conclu au mois de janvier.
En quoi l'accord et les décisions
concrètes diffèrent-elles?

La structure de l'asbl Farmaco,
agissant en qualité de conseiller
indépendant à
l'égard des
pharmaciens, suscite des
interrogations. Des personnes
comme Pierre Chevalier et Koen
Verhofstadt siègent au sein du
conseil d'administration. Une telle
composition correspond-t-elle aux
objectifs de l'asbl?

Je regrette que Mme Moerman,
qui a dû répondre à des questions
en commission de l'Economie, ne
participe pas à ce débat. J'espère
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
inzake de financiële gezondheid van het sociaal statuut voor de
zelfstandigen. Als men daar vanuit liberale hoek allemaal genoegen
mee neemt, plaats ik daar toch een aantal grote vraagtekens bij.

Het zal u niet verwonderen, dames en heren excellenties, ik ben het
aan mijzelf verplicht als overtuigde flamingant te vermelden dat het
debat over de welvaartsvastheid veel gemakkelijker zou zijn indien wij
het konden voeren in het raam van een gesplitste sociale zekerheid,
waarbij in Vlaanderen veel meer middelen ter beschikking zouden zijn
om de zwaksten in de maatschappij te kunnen beschermen zoals zij
daar recht op hebben. Laat dat toch nog eens duidelijk gezegd zijn;
zeer specifiek ter attentie van minister Demotte.

Ik kijk inderdaad uit, mijnheer Demotte, naar de concrete resultaten
van de hangende studies waarmee u belooft na de paasvakantie voor
de dag te komen. Ik zie dat telkens liberale collega's u afdreigen en
zeggen: kijk, wij willen resultaten zien, ten laatste half april. Wij kijken
samen uit naar de resultaten van uw studies, minister Demotte, en
uiteraard naar de eventuele politieke krachtdadigheid ­ ook al koester
ik niet al te veel illusies terzake ­ van onze liberale collega's om u
figuurlijk het mes op de keel te zetten opdat u die hele problematiek
van de sociale zekerheid op een ernstige manier zou gaan
aanpakken.

Collega's, het item ouderschapsverlof, moederschapsverlof,
zwangerschapsverlof, is uiteraard een belangrijk item. Het zijn
belangrijke gevoeligheden die spelen. Wat moeten wij in de praktijk
vaststellen? Dat die items helemaal doorgeschoven zijn naar het
sociaal overleg. U weet het zeer goed: de werkgevers hebben zich
duidelijk gepositioneerd wat de uitbreiding van het ouderschapsverlof
betreft. Zij gaan, terecht vanuit hun hoek gezien, op de rem staan. Ik
denk dat wij in het raam van dit debat ook moeten durven zeggen dat
er eigenlijk dringend een evaluatie nodig is van die hele regeling van
het tijdskrediet. Als Vlaams Blok staan wij uiteraard volmondig achter
de verzoening van gezin en arbeid maar toch moet er ernstig rekening
gehouden worden met de economische haalbaarheid op het terrein,
zeker voor kleine KMO's.

Er blijft ook onduidelijkheid inzake de uitbreiding van die specifieke
verlofregelingen. Voor zover wij het begrepen hebben slaat de hele
regeling uitsluitend op de werknemersregeling en is het veel minder
duidelijk wat er ten gunste van de zelfstandigen zal gebeuren.

Het vierde item dat ik even wil aansnijden - daar kom ik op het terrein
van staatssecretaris Simonis - is de hele problematiek van de staten-
generaal van het Gezin. Wij wachten nog altijd op een aantal concrete
resultaten die iets verder gaan dan u op dit moment aankondigt.

Graag kreeg ik van u een aantal zeer concrete resultaten. Wat is er
op het terrein gebeurd? Hoeveel keren is de staten-generaal hetzij
virtueel hetzij effectief bijeengekomen? Zijn er concrete maatregelen
in plaats van de beloftes die we vandaag krijgen?

Ik kom tot het geneesmiddelenbeleid van minister Demotte, omdat
hierover de jongste tijd wat heisa bestond.

Mijnheer de minister, recent heeft de farmaceutische sector u zwaar
aangevallen. Laat ik duidelijk zijn. Het Vlaams Blok is zeker niet de
qu'elle aura répondu de manière
analogue à des questions sur le
contrôle des prix des
médicaments. La ministre entend
supprimer ces contrôles alors que
les ministres Vandenbroucke et
Demotte ne le souhaitent pas.
Quand la situation sera-t-elle
clarifiée?

Le gouvernement évoque souvent
la simplification administrative
mais, concernant le contrôle de la
sécurité alimentaire, nous
sommes confrontés à un
foisonnement de labels. Il serait
plus simple et plus clair de
supprimer ces labels ou de définir
des orientations plus claires avant
d'instaurer un nouveau label.

Il est regrettable que le
gouvernement lance autant
d'idées sans jamais prendre de
mesures concrètes. Nous voulons
un gouvernement qui gouverne.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
verdediger van de farmaceutische sector. U bent ter hulp gesneld
door een sp.a-collega die stelde dat de houding van de
farmaceutische sector niet door de beugel kon.

Een concrete vraag over het onderwerp. U weet zeer goed dat eind
januari een akkoord werd gesloten tussen uw diensten en de
farmaceutische sector. Op dit ogenblik beweert die sector dat u door
de nieuwe maatregelen die u voorstelt en waarin het Vlaams Blok u
grosso modo kan volgen, het akkoord doorbreekt. Graag krijg ik een
concreet antwoord op de volgende vraag. Wat is het verschil tussen
het akkoord dat eind januari met de sector werd gesloten, en de
concrete voorstellen?

Een van de concrete beslissingen is het uitzenden van onafhankelijke
medische adviseurs naar de apothekers. Ik heb de structuur en de
bestuursvormen van de VZW bestudeerd waarvan de medewerkers
op pad zullen worden gezonden. Het gaat over de VZW Farmaca. In
het bestuur van de VZW vind ik de heer Pierre Chevalier terug en
Koen Verhofstadt. Wat is de politieke binding van de VZW? Wat zijn
de doelstellingen van de VZW? U moet me maar tegenspreken, maar
ik heb een flauw vermoeden dat er een blauw reukje hangt rond de
VZW. In welke mate zijn die mensen in staat als onafhankelijke
adviseurs de apothekers te bezoeken?

Ik kom tot het aspect van de prijzencontrole. Het is jammer dat
minister Moerman niet aanwezig is. Zij moest onder meer antwoorden
op vragen van andere collega's. Ik hoop voor u en voor minister
Vandenbroucke dat zij aan de leden van de commissie voor het
Bedrijfsleven een antwoord heeft gegeven dat gelijklopend is met het
antwoord dat u beiden ­ als was het maar door de uitdrukkelijke
lichaamstaal - hebben laten verstaan.

Tot nu toe was de stelling van minister Moerman zeer duidelijk. Zij
stelde dat de prijzencontrole voor geneesmiddelen zou worden
afgeschaft. Zowel u, minister Frank Vandenbroucke, als u, minister
Rudy Demotte, zeggen dat de prijzencontrole voor geneesmiddelen
moet worden behouden. Het Vlaams Blok kan u daarin volgen vanuit
sociale overwegingen. Ik wil echter dat er eindelijk een einde komt
aan het spelletje bekvechten tussen liberale en socialistische
ministers. Ik wil vandaag een duidelijk regeringsstandpunt horen. In
die zin zou het handig geweest zijn indien we minister Moerman hier
lijfelijk hadden kunnen vorderen en haar met dit antwoord
confronteren. Dat zou tenminste enige duidelijkheid in het debat
hebben gebracht.

Minister Demotte, wat betreft de problematiek van de
voedselveiligheid heb ik nog een detailvraag. Voor de verandering zult
u nog eens iets nieuws doen. U kondigt een nieuw label aan voor alle
verkoop- en distributiepunten die voldoen aan de vereisten inzake
voedselveiligheid. Als ik vandaag echt van goede wil zou zijn, valt er
voor het principiële ervan misschien iets te zeggen. Iedereen die de
problematiek inzake de voedselveiligheid een beetje kent, weet echter
dat de sector op dit moment te maken heeft met een wirwar van
labels waar noch de producent noch de consument aan uit kan. Zowel
op Vlaams gewestelijk, op federaal als op Europees niveau wordt de
consument dezer dagen om de oren geslagen met allerlei labels. Mag
ik u in het kader van de administratieve vereenvoudiging vriendelijk
suggereren een aantal van die labels af te schaffen of een aantal
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
duidelijke krijtlijnen voor die labels uit te tekenen alvorens een nieuw
label met betrekking tot de voedselveiligheid in te voeren?

Mijnheer de voorzitter, ik rond af. Ik heb geprobeerd een aantal
concrete vragen te stellen en een aantal concrete items aan te reiken.
Het beeld dat ik bij het begin van mijn uiteenzetting heb geschetst van
dat soort praktijken, dat soort Ministerraden, blijft mij echter bij.
Dames en heren ministers, wij hebben fundamentele problemen met
de aankondiging van heel veel ideeën en heel veel leuke zaken. Wij
zouden echter graag concrete resultaten zien. Wij kunnen van mening
verschillen. Het is de taak van de oppositie af en toe een stok in het
hoenderhok te gooien en het is goed dat wij voor de rijkdom van de
democratie van mening verschillen. Ik wil echter opnieuw een
regering hebben die regeert, die we ernstig kunnen nemen omdat zij
niet alleen leuke zaken aankondigt maar ook af en toe beslissingen
durft te nemen wanneer het moeilijk gaat.
01.44 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, je vous dirai
d'emblée que la critique est facile, l'art est plus difficile. Je vise ici les
propos tenus par l'opposition. Je commencerai par le Vlaams Blok
puisqu'il vient de parler. Je vous avoue avoir du mal à me faire à la
vulgarité certaine de leurs propos. En tout cas, ce sont des propos
que je n'accepte pas et que je considère comme étant totalement
déplacés.

En ce qui concerne les propos tenus par notre collègue Goutry,
l'opposition est toujours très généreuse quand elle n'est pas au
pouvoir. Je ne pense pas que notre gouvernement ait des leçons à
recevoir de leur part mais ­ il faut le concevoir ­ les élections sont
proches. C'est d'ailleurs probablement la cause de ces différentes
interventions.

La situation économique, mesdames et messieurs, est encore très
difficile. Elle ne permet pas de largesses et encore moins de miracles
­ désolée pour Luc Goutry. Etre au pouvoir, c'est être gestionnaire
mais c'est aussi être responsable. Monsieur le président, cela ne vous
étonnera donc pas que notre groupe se félicite des décisions prises
par le gouvernement à Ostende. Ce Conseil était attendu. Il a allégé
la situation sociale de milliers de personnes, tout en restant vigilant à
la problématique budgétaire.

Monsieur le président, étant donné que la séance a déjà duré fort
longtemps, je passerai rapidement sur certaines mesures qui me
semblent essentielles. Tout d'abord, la mise en place d'un mécanisme
de liaison du bien-être de différentes allocations et l'augmentation de
certains plafonds salariaux est une très bonne mesure. Ensuite,
l'amélioration de la GRAPA ­ notre collègue Laruelle l'a précisé, il
s'agit de 10/mois par an ­ était attendue. Le MR se réjouit de cette
amélioration qui concernera aussi les indépendants.

Une autre mesure qui nous réjouit est la déduction fiscale pour la
garde des enfants jusqu'à 12 ans, qui concernera à la fois les salariés
et les indépendants. Cette mesure est importante parce que la
problématique de l'accueil des enfants au-delà de trois ans est un réel
problème qui empêche les femmes d'assurer aujourd'hui leur carrière
professionnelle.

En ce qui concerne le travail autorisé des pensionnés, nous savons
01.44 Dominique Tilmans (MR):
Ik heb het moeilijk met de
vulgariteit van de uitlatingen van
het Vlaams Blok. Wat de CD&V
betreft, wil ik tegen de heer Goutry
zeggen dat de oppositie altijd gul
is en dat de regering er geen
lessen van heeft te ontvangen. De
verkiezingen mogen dan wel in het
verschiet liggen, de economische
toestand is onzeker en wij kunnen
geen wonderen verrichten. Al is er
nog veel werk aan de winkel, toch
is de MR blij met de beslissingen
die in Oostende werden genomen,
omdat zij de sociale
omstandigheden van duizenden
mensen verbeteren en
tegelijkertijd binnen de grenzen
van de begroting blijven: de
uitbouw van een
koppelingsmechanisme voor
bepaalde sociale uitkeringen en de
verhoging van de loongrenzen ; de
verbetering van de IGO, waar ook
de zelfstandigen baat bij zullen
hebben ; de fiscale aftrekbaarheid
van de kosten voor opvang van
kinderen tot twaalf jaar, ten
voordele van de loontrekkenden
en de zelfstandigen, maar vooral
van de vrouwen ; de gedeeltelijke
vrijmaking van arbeid door
gepensioneerden (de volledige
vrijmaking zou tegen het tweede
semester worden bereikt); de
mogelijkheid om zich tegen
chronische ziekten te verzekeren ;
de ondersteuning van het
geneesmiddelenbeleid.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
aujourd'hui que cette mesure est partielle et nous espérons la
libéralisation totale lors du débat du deuxième semestre de cette
année.

Pour ce qui est de l'assurabilité des maladies chroniques à l'initiative
de la ministre Moerman, on considère cette mesure comme
excessivement importante. Cela va en effet donner plus de garanties
aux patients chroniques mais aussi aux patients à risques. Je pense
aussi aux petits enfants qui, à la naissance, peuvent connaître des
problèmes. Ils pourront également continuer à bénéficier de cette
assurabilité.

Un autre élément: la politique qui concerne le soutien à la politique
des médicaments du ministre Demotte. Nous pensons qu'il s'agit là
d'une excellente mesure.

Je ne serai pas plus longue sur les mesures prises, sauf pour vous
dire que nous pensons qu'il s'agit de très bonnes décisions, même s'il
reste beaucoup de choses à faire et beaucoup de mesures à
améliorer - nous en sommes tous conscients -, particulièrement à
l'égard des indépendants.

Notre groupe restera vigilant quant à la mise en oeuvre de l'ensemble
de ces mesures.

J'ai cependant deux petites questions, l'une à la ministre Arena,
l'autre au ministre Demotte.

Madame Arena, il s'agit de la lutte contre la facture numérique.

Vous dites qu'en partenariat avec cinq CPAS, dix parcs informatiques
seront créés. J'aurais souhaité savoir, si vous pouvez déjà me
renseigner, où seront situés ces parcs et si vous avez veillé à un
équilibre entre régions rurales et régions urbaines. En effet, un grand
pan est réservé à la ville.

Monsieur Demotte, ma question concerne la réforme de la loi sur les
médicaments et sur l'exercice de la médecine vétérinaire. Quelles en
sont les grandes lignes?
Ik zou mevrouw Arena willen
vragen waar de tien
informaticaparken zijn gelegen die
in het kader van de strijd tegen de
digitale kloof in samenwerking met
vijf OCMW's in het leven werden
geroepen. Zal het evenwicht
tussen landelijke zones en
stedelijke zones gerespecteerd
worden?

Tevens wens ik van minister
Demotte te vernemen wat de
krachtlijnen zijn van de wettelijke
hervorming op het gebied van de
geneeskunde en de uitoefening
van de dierengeneeskunde?
01.45 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dames en
heren ministers, collega's, mag ik misschien beginnen met te vragen
wat we vandaag hier aan het doen zijn? Is dit eigenlijk geen
therapeutische sessie of een sessie waarop we aan zelfbevrediging
doen?
01.46 Minister Frank Vandenbroucke: Ik dacht te zeggen: dat ligt
helemaal in uw handen, maar ja...
01.47 Nahima Lanjri (CD&V): Ik stel nu vast dat het tien over één is
en wij over ruim een half uur moeten afronden, er nog verschillende
uiteenzettingen zijn en wij nog met verschillende vragen zitten.
Wanneer zullen de ministers de tijd vinden om te antwoorden?
01.48 Minister Frank Vandenbroucke: Probeer misschien op een
efficiënte manier vragen te stellen?
01.49 Nahima Lanjri (CD&V): Is het antwoord misschien al niet van 01.49 Nahima Lanjri (CD&V):
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
toepassing? Dat wilde ik vooraf even meegeven: wij voeren hier
allemaal het woord, maar tijd om te antwoorden zal er wellicht niet
zijn. Ik vraag mij dus af of de commissievergadering wel plaats had
moeten hebben. Trouwens, we hebben al in de kranten gelezen wat
er te weten valt.

Laat ik vooral stellen dat wij vanuit onze fractie aandacht voor
levenskwaliteit heel belangrijk vinden. Ook aandacht voor de
uitkeringen is belangrijk. Wij denken dat de Ministerraad van
Raversijde hetzelfde lot zal ondergaan als die van Gembloux: veel
aankondigingen, maar weinig realisaties. Sinds ik zelf deel uitmaak
van de commissie als nieuw parlementslid, heb ik meegemaakt dat
wij behalve de programmawet maar één wet hebben goedgekeurd,
namelijk die betreffende de pensioenen bij de mandaathouders van
de overheid. Van Gembloux is op dit ogenblik uiteindelijk nog maar
een maatregel geconcretiseerd en in wetgeving omgezet, die inzake
de aftrekbaarheid van de restaurantkosten. Van de verschillende
megaministerraden moet ik zeggen, is er tot hiertoe nog niet veel
uitgevoerd.

Wij hebben ook altijd de mond vol van kwaliteit. Wij kunnen daar
volledig inkomen. Kwalitatieve jobs, daar staan wij ook achter, maar
natuurlijk moet men wel eerst jobs hebben vooraleer men over
kwaliteit in die jobs kan spreken. De regering heeft 200.000 nieuwe
jobs aangekondigd. Dat is een mooie ambitie, maar waar staan we
vandaag? Vandaag de dag zijn er precies 68.000 jobs minder dan
twee jaar geleden! Op dit ogenblik is het aantal werkenden ook met
30.000 afgenomen. Dat zeg ik niet alleen. Ook het VBO, dat bij mijn
weten toch geen oppositiepartij is, waarschuwt dat de situatie ernstig
is en dat ons land alsmaar verder af is van het behalen van de
Lissabon-norm. Wij komen nu met België pas op de twaalfde plaats.
Ik denk dat we het niet zo denderend doen en dat er in de eerste
plaats werk moet worden gemaakt van jobs.

Welke maatregelen werden er afgesproken in Raversijde? Een
gedeeltelijke welvaartsaanpassing, uitbreiding van het
ouderschapsverlof, aanpassingen bij het moederschapsverlof. Maar
die maatregelen werden ook al eens aangekondigd in het
regeerakkoord. Ik heb dat nagekeken.

Het is uiteraard ook aan de regering om werk te maken van de
uitvoering van het regeerakkoord. Wat is er ondertussen, tussen het
sluiten van het regeerakkoord en nu, gebeurd? Telkens opnieuw
wordt dezelfde soep opgewarmd en opgediend. U weet dat ­
misschien moeten we dat aan de minister bevoegd voor de
voedselcontrole vragen ­ de soep niet te vaak mag worden
opgewarmd. Anders bevat ze geen vitamientjes meer. Ook de
regering zou dat moeten doen en zou niet altijd dezelfde kost opnieuw
mogen opwarmen en opdienen. Dat geloven de mensen immers ook
niet meer.

Wat is er trouwens nieuw aan de welvaartsaanpassing? Het principe
van de tweejaarlijkse welvaartsaanpassing van de pensioenen
bestaat immers al lang, met name sinds 1996. Dat is dus niet nieuw.
Ik stel vast dat de aanpassing nu voor heel kleine, beperkte groepen
wordt doorgevoerd. Ik heb het eens berekend. Het gaat bijvoorbeeld
over een verhoging van amper 18 euro voor een inkomen van 875
euro, dus zowat 35.000 Belgische frank. Dat is het gemiddelde
Prêter attention à la qualité de la
vie et aux allocations est certes
important mais la réunion de
Raversijde risque de donner aussi
peu de résultats que celle de
Gembloux: beaucoup d'annonces,
aucune concrétisation.

Nous sommes nous aussi en
faveur d'emplois qualitatifs mais,
pour cela, il faut des emplois. Le
gouvernement voulait en créer
200.000 mais aujourd'hui il y en a
68.000 de moins qu'il y a deux
ans. Pire, il y a aujourd'hui 30.000
personnes occupées de moins.
Selon la FEB, notre pays s'éloigne
de plus en plus de la norme de
Lisbonne.

Diverses mesures annoncées à
Raversijde figuraient déjà dans
l'accord de gouvernement. Un plat
trop réchauffé finit par ne plus
contenir aucune vitamine. Le
principe de la liaison des pensions
à l'évolution du bien-être existe
depuis 1996. Quiconque perçoit
une allocation d'invalidité de 875
euros ne percevra que 18 euros
de plus et, pour cela, il devra
attendre huit ans. Du reste, j'ai cru
comprendre que cette allocation
était unique. En outre, 560.000
chômeurs, les parias de la
coalition arc-en-ciel, n'entrent pas
en considération pour en
bénéficier. M. Daems dit qu'il y a
de nombreux profiteurs, mais c'est
facile à dire. Je suis favorable à un
durcissement du contrôle mais je
ne pense pas, moi, que ceux qui
ne trouvent pas d'emploi soient
des profiteurs. J'estime au
contraire que les chômeurs
méritent la liaison de leur
allocation au bien-être. Quel
pourcentage des ayants droit
bénéficieront de cette adaptation à
l'évolution du bien-être en 2004,
2005 et 2006?

En matière de pensions de
ménage, la nouvelle méthode
n'est pas suffisante pour
supprimer les discriminations. Un
arrêt dispose qu'il faut scinder en
deux parties le revenu commun et
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
inkomen van iemand met een invaliditeitsuitkering. Hij zou 18 euro
meer krijgen. Dat is echt niet om over naar huis te schrijven.
Bovendien moet hij er acht jaar op wachten. Het gaat er ook over dat
iemand eerst acht jaar op droog zaad moet zitten, vooraleer hij de
verhoging krijgt. Het is ook altijd de andere groep die de verhoging zal
krijgen. Het lijkt dus wel veel, maar eigenlijk is het dat niet. U sprak
over een druppel. Als het om veel druppeltjes zou gaan, zou de
emmer misschien wel vol of zelfs halfvol lopen. Nu is het echter een
druppel op een hete plaat. De uitkeringsgerechtigde zal de verhoging
immers slechts één keer krijgen. Mijnheer de minister, als ik mij
vergis, moet u mij straks tegenspreken. De uitkeringsgerechtigde zal
slechts één keer deze aanpassing van amper 2% krijgen.

Bovendien, voor wie is de welvaartsaanpassing niet van toepassing?
Ze is bijvoorbeeld niet van toepassing voor de 560.000 werklozen.
Jobs zijn belangrijk en we moeten de werklozen aan een job helpen.
Ik heb echter het gevoel dat de werklozen voor de paarse regering
min of meer paria's zijn. De heer Daems is jammer genoeg
vertrokken. Hij heeft in het verleden al enige uitspraken gedaan over
de werklozen. Ik stel nu vast dat de werklozen geen aanpassing van
hun inkomen krijgen. De heer Daems heeft gemakkelijk praten,
wanneer hij zegt dat het allemaal mensen zijn die niet willen werken
en dat het profiteurs zijn die we moeten dwingen om te werken. Met
de maatregelen die er nu zijn genomen, waardoor de werklozen extra
worden gecontroleerd kan dat niet en ik sta achter de idee dat we
streng maar rechtvaardig moeten zijn. We moeten evenwel
vaststellen dat de werkloosheid voor de andere groepen, die worden
gecontroleerd maar uiteindelijk geen werk vinden, buiten hun wil om
is. Het zijn toch niet allemaal profiteurs, die niet willen werken. Neen,
zij willen werken.

Als hun inkomen zo laag is, heeft men voor hen toch ook een
welvaartsaanpassing nodig. Dat is ook een groep die nu volledig in de
kou blijft staan.

Ik zou aan de minister concreet willen vragen hoeveel procent van de
uitkeringsgerechtigden van 2004, 2005 en 2006 die
welvaartsaanpassing zullen genieten.

De fiscale discriminatie van de gezinspensioenen is nog zo'n
probleem. De techniek die nu werd ontwikkeld doet uitschijnen dat de
discriminatie van het gezinspensioen er niet meer zou zijn, maar dat
klopt niet. U weet dat ook, mijnheer de minister. Men zegt nu dat men
de verhouding gaat nemen tot het aantal gewerkte jaren. Wel, dat
leidt nog altijd niet tot de aftrek die men zou hebben als men de twee
zou opsplitsen. Er is trouwens ook een arrest van een rechtbank die
bepaalt dat men het gezamenlijk inkomen eigenlijk zou moeten
opdelen in twee, het gedeelte voor de man en het gedeelte voor de
vrouw, en dat men daarop de aftrek moet voorzien. Dan zou men een
grotere aftrek hebben dan in het huidige systeem.
leur appliquer la déduction.
01.50 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is juist, maar een regering
met CD&V heeft om die rechtbank terug te fluiten de wet op de
inkomstenbelasting veranderd. Die regering met CD&V heeft in de
wet op de inkomstenbelasting laten inschrijven dat men een
gezinspensioen moet behandelen als één inkomen. Deze regering zal
dat artikel ­ artikel 35 van het Wetboek op de Inkomstenbelasting ­
opnieuw wijzigen zodat die rechter gelijk krijgt.
01.50 Frank Vandenbroucke
ministre: Pour contrer cet arrêt, un
gouvernement auquel participait le
CD&V avait modifié la loi de telle
sorte qu'une pension de ménage
devait être traitée comme un seul
revenu. Sur ce point, nous
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
corrigeons donc le tir.
01.51 Nahima Lanjri (CD&V): Ik hoop met u dat die rechter gelijk zal
krijgen.
01.52 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is zo.
01.53 Nahima Lanjri (CD&V): U of uw partij zat trouwens ook in die
regering met de CD&V. Uw partij was ook jarenlang verantwoordelijk
voor de werkgelegenheid. Ik hoop nu, samen met u, dat deze
techniek zal worden doorgevoerd en geen andere zodat er werkelijk
geen discriminatie is van mensen met een gezinspensioen. We zullen
erop toekijken.
01.54 Minister Frank Vandenbroucke: Het zou toch nuttig zijn dat u
een beetje uw geschiedenis kent.
01.55 Nahima Lanjri (CD&V): Ik vertrouw erop, maar het is
belangrijk om te blijven kijken naar de toekomst. We kunnen niet altijd
naar het verleden blijven bekijken. We hebben ook een hele toekomst
voor ons liggen. Daar moeten we ook naar kijken om te zien of het
vooruitgaat.
01.55 Nahima Lanjri (CD&V):
J'espère donc que cette technique
sera appliquée, afin qu'il n'y ait pas
de discrimination des personnes
bénéficiant d'un revenu de
ménage. Il faut penser à l'avenir.
01.56 Minister Frank Vandenbroucke: Absoluut. Ik zal daar straks
nog een paar voorbeelden van geven. Het is jammer dat de heer
Goutry gaan lopen is, maar ik kom nog even terug op wat hij heeft
gezegd.
01.57 Nahima Lanjri (CD&V): Ja, we zullen dat dadelijk verder
bespreken.

Ik kom nog eens terug op de jobs. Jobs, jobs, jobs. Dat is belangrijk.
U zegt dat ook. Ik ben het daarmee eens, maar wat stel ik dan vast,
mijnheer Anciaux? Ik heb die vraag vorige week in de commissie al
aan u gesteld. Er worden met veel poeha interventieteams
aangekondigd, uitbreiding van de projecten in de sociale economie,
enzovoort. Ik vraag u hoe het nu eigenlijk zit. Ik hoor dat het gaat om
een interventieploeg van 100 man, die klusjes gaat opknappen in
scholen en dergelijke. Op zich heb ik daar niets op tegen, maar
waarover spreekt de federale regering? Ze spreekt over de creatie
van amper 100 jobs. Is dat een taak voor de federale regering?

Mevrouw Van Brempt, u weet het ook. In Antwerpen spreken wij niet
meer over 100 jobs. Wat betekent dat nog? Gaat u als regering blij
zijn dat u 100 jobs creëert? U hebt die interventieteams. Daar gaat het
toch over 100 jobs.
01.57 Nahima Lanjri (CD&V):
Les emplois sont évidemment
importants mais que représente
une équipe d'intervention
composée d'à peine cent
personnes? Il est en outre
question d'un roulement, ce qui
signifie que ces travailleurs se
retrouveront au chômage après un
certain temps.
01.58 Minister Bert Anciaux: (...)
01.59 Nahima Lanjri (CD&V): Roulement, uiteraard. Telkens als die
mensen een maand hebben gewerkt, mogen ze een streepje trekken.
Nadien zijn ze misschien weer werkloos, wie zal het weten, maar u
hebt inderdaad een streepje kunnen trekken.

Wij hebben als CD&V ook voorstellen voorgelegd en ingediend. We
zijn blij dat er aantal van gerealiseerd zijn. Het ouderschapsverlof
werd voor een stuk overgenomen, evenwel niet helemaal zoals we het
01.59 Nahima Lanjri (CD&V):
Notre parti se réjouit par ailleurs
de la concrétisation de plusieurs
de nos propositions, notamment
en ce qui concerne le congé
parental, le congé de maternité et
la liaison au bien-être.
L'instauration d'un congé
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
verwachtten. Het moederschapsverlof en de welvaartsvastmaking zijn
ook voor een stuk overgenomen. Ook de gehandicapten zijn voor ons
absoluut een prioriteit. We zouden misschien niet altijd aan gratis-
politiek doen, maar we kennen de prioriteiten.

Ook het adoptieverlof is een positieve zaak. Wij hadden evenwel acht
weken gevraagd, het is een maand geworden. Als iets goed is, wil ik
het ook zeggen: deze kleine stappen leiden uiteindelijk misschien tot
het voorstel dat we hebben ingediend.

Binnen die aangekondigde welvaartsvastheid komen de 560.000
werklozen, de 230.000 kinderen van zelfstandigen, de 1,9 miljoen
kinderen van werknemers niet aan bod. Hun inkomen wordt niet
gekoppeld aan die welvaartsvastheid, dus geen verhoging. Voor de
220.000 personen die genieten van een tegemoetkoming in het kader
van hun handicap is het niet zeker of ze ervan genieten. Vaak worden
immers de termen gehandicapte en invalide door elkaar gehaald.

Ook de PS is ontevreden. Deze partij wil ook een verhoging van de
laagste inkomens, waarvoor CD&V ook keer op keer gepleit heeft.
We hebben ook concreet gepleit voor vakantiegeld voor
gehandicapten. We vinden hier niets van terug.

Ik vraag dan ook aan de minister wat de budgettaire marge is, die er
in 2007 zal zijn om die algemene welvaartsaanpassing door te
voeren. Kunt u de welvaartsvastheid wat concreter uitleggen? Komt
deze er na afspraken tussen de sociale partners? Wat als de sociale
partners meer zouden willen doen dan de budgettaire marge toelaat?

In verband met de verloven, wijs ik u op een vergeten groep, met
name de vaders.

Wat ben ik allemaal aan het zeggen, vraagt u. Wel het is duidelijk. Het
is trouwens vorige week ook nog door uw partij aangehaald. Wij
hebben één maandje extra ouderschapsverlof en er is een uitbreiding
van het moederschapsverlof in bepaalde gevallen: als het een
moeilijke bevalling was, als het kind prematuur is. Daarover heb ik
het: moeders krijgen een week of twee weken extra, maar de vaders
krijgen die niet. De vaders hebben slechts recht op hun tien dagen.
d'adoption est également une
bonne chose, même s'il se limite à
un mois et non à huit semaines
comme nous l'avions demandé.
En ce qui concerne la liaison au
bien-être, certaines catégories ont
manifestement été oubliées. Je
pense aux chômeurs, aux enfants
d'indépendants et aux personnes
présentant un handicap. C'est
également la grogne au sein du
PS car celui-ci voulait augmenter
les revenus les plus bas. Aucune
mesure n'a par ailleurs été prise
en ce qui concerne le pécule de
vacances pour les personnes
handicapées.

Le ministre pourrait-il expliquer
concrètement ce que signifie la
notion de liaison au bien-être? De
quelle marge budgétaire dispose-t-
il? Qu'en sera-t-il si les partenaires
sociaux veulent aller plus loin que
ce que le budget permet?

Les pères ont également été
oubliés car ils ne peuvent
bénéficier de l'élargissement prévu
des régimes de congé.
01.60 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Als de vaders al eens
zouden beginnen hun recht op ouderschapsverlof op te nemen,
voorzien wij in een verhoging van de uitgaven.
01.60 Kathleen Van Brempt,
secrétaire d'Etat: Que les pères
commencent par prendre un
congé parental.
01.61 Nahima Lanjri (CD&V): Ik denk dat het van belang is dat ook
de vaders hun rechten hebben. Zorg er eerst voor dat die tien dagen
er voor iedereen zijn. Dat is nog niet zo voor iedereen. Voor de
federale ambtenaren is het niet zo niet, maar op het Vlaamse niveau
hebben de vastbenoemde ambtenaren nog geen recht op tien dagen.
01.61 Nahima Lanjri (CD&V): Le
congé pour soins palliatifs et le
congé d'adoption sont très
importants aussi.
De voorzitter: Is dat uw conclusie, mevrouw?
01.62 Nahima Lanjri (CD&V): Mijn conclusie, mijnheer de voorzitter,
komt straks. Geduld.

Vaderschapsverlof heb ik behandeld. Inzake palliatief verlof denk ik
dat ook daar verbeteringen noodzakelijk zijn. Dat is trouwens ook al
01.62 Nahima Lanjri (CD&V):
J'aimerais poser une dernière
question à la ministre Arena au
sujet des grandes villes. S'agit-il
des mêmes mesures que celles
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
gezegd door andere collega's. Er is ook het pleegverlof. Ik sta daar
niet alleen mee. Het kan u misschien verbazen, maar ik denk dat er
aan deze kant van de tafels soms wel wat overeenkomsten zijn om te
zeggen: dat moet er absoluut nog komen.
prises à Gembloux?
Concrètement, s'agit-il de 25
millions par an ou tous les trois
ans?
De voorzitter: Dank u, mevrouw Lanjri.
01.63 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb nog één
vraag aan mevrouw Arena. Ik zal daarmee afronden.

Mevrouw de minister, inzake de grootsteden kondigt u maatregelen
aan. Ofwel zijn het dezelfde maatregelen als die welke in Gembloux
zijn aangekondigd, ofwel moet u ze verduidelijken. Toen sprak u ook
over 25 miljoen. Nu komt u terug. Die 25 miljoen, is dat elk jaar of om
de drie jaar? Dat wil ik straks door u verduidelijkt zien. Ik zou ook
willen weten, wanneer u spreekt over de uitbreiding van de positieve
gebieden waarvoor er extra maatregelen zijn, op welke objectieve
criteria u zich gaat baseren en of u die kunt voorleggen.

Ik zal het daarbij laten. Ik heb nog veel vragen, maar die houd ik voor
de komende commissies indien wij vandaag geen antwoord krijgen.
Le président: Chers collègues, cinq membres de la majorité doivent normalement encore prendre la parole
avant la réponse des ministres. Or, la salle doit être impérativement libérée avant 14 heures.

Je propose donc de donner d'ores et déjà la parole aux ministres. S'il reste des questions après les
réponses des ministres, les membres auront l'occasion de les poser. Sinon, j'invite les membres à poser
leurs questions dans le cadre des différentes commissions ou en séance plénière.
01.64 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je vais
essayer d'être bref pour permettre à chacun des ministres de
répondre clairement aux questions qui ont été posées.

Je voudrais tout d'abord répondre aux questions relatives au rôle du
pharmacien.

- Quelle est sa place par rapport au généraliste?

Je répondrai par un euphémisme en disant: "A chacun sa place!".
Elles sont différentes. Il faut jouer sur la complémentarité du
pharmacien et du médecin. L'un n'est certainement pas l'antonyme de
l'autre. L'idée est d'organiser une concertation. Nous avons déjà
prévu ­ cela a été discuté dans cette commission ­ 3 millions pour
une concertation à l'échelon des médecins généralistes et des
pharmaciens. Cet argent est là. La concertation doit maintenant se
mettre en place.

- Les médecins ont-ils été consultés?

Il est clair que nous parlons ici d'un accord avec le secteur des
pharmaciens. Je ne parle même pas de l'accord avec l'industrie
pharmaceutique évoqué par M. Bultinck à qui je répondrai dans
quelques instants. Dans le cadre de cet accord, qui, entre-temps, a
été approuvé par le secteur de la pharmacie, l'idée était effectivement
de travailler sur le statut spécifique du pharmacien qui est la
délivrance du médicament et non pas ­ je le rappelle ­ la prescription
de ce dernier.
01.64 Minister Rudy Demotte:
Wat de plaats van de apotheker
betreft, dient op de
complementariteit te worden
gemikt. In die optiek hebben wij
drie miljoen uitgetrokken voor het
overleg op het niveau van de
geneesheren en de apothekers.

Op de vraag of de artsen werden
geraadpleegd, kan ik u zeggen dat
het hier om een akkoord met de
apothekers gaat. Het gaat zelfs
niet om de
geneesmiddelenindustrie. Het is
de bedoeling het statuut bij te
schaven van de apotheker die
geneesmiddelen verstrekt maar
die ze niet voorschrijft.

De mensen zijn hun apotheker
zeer trouw. Dat betekent dat een
controle kan worden ingesteld,
met name wanneer patiënten
verschillende artsen hebben
geraadpleegd of wanneer
personen geneesmiddelen willen
nemen waarvoor geen voorschrift
is vereist. Het is niet de bedoeling
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
- Où intervient-il?

Il y a d'abord la question de la fidélité. Est-on fidèle ou non à son
pharmacien? Les enquêtes, qui ont été menées par les organismes
mutuellistes, révèlent que l'on est très fidèle à son pharmacien, ce qui
est une bonne nouvelle pour ce dernier. Cela montre que la fidélité est
encore une valeur dans notre société. 80% des gens vont
régulièrement chez leur pharmacien ou pharmacienne. Je dois
évidemment parler des dames, sinon je risquerais d'avoir des
problèmes.

S'il y a fidélité, cela signifie qu'un certain nombre d'éléments de
contrôle peuvent intervenir. Il peut arriver, par exemple, que des
patients aillent consulter plusieurs médecins dans le cadre d'une
comparaison d'avis mais arrivent également avec des prescriptions
de plusieurs médecins pour une même pathologie ce qui, à un
moment donné, peut poser des problèmes. Il faut donc que quelqu'un
ait cette expertise et puisse signaler le danger.

Dans le cadre des missions qui sont celles du pharmacien, il peut
arriver que des personnes, sans passer par un médecin, pour des
médicaments qui ne nécessitent pas l'intervention d'un médecin,
s'avancent à utiliser des cocktails dont les effets thérapeutiques
peuvent être problématiques. Il est évident que le rôle du (de la)
pharmacien(ne) est important à ce moment-là.

J'ajoute que l'idée n'est certainement pas de créer des pharmaciens
qui sont en concurrence avec les médecins, dans la mesure où, très
souvent, l'un est l'appui de l'autre. Le pharmacien peut détecter s'il y a
un problème de suivi dans la prise de médicaments. Le coup de fil
qu'il donne au médecin prescripteur peut être essentiel dans la
poursuite des thérapies à mettre en place.

Je ne serai pas beaucoup plus long sur ce sujet. Je vous dirai
simplement que des contacts avec les médecins ont encore lieu
actuellement pour voir comment affiner ce schéma relationnel.

Y a-t-il une opposition entre le dossier médical global (DMG) et le
dossier pharmaceutique? Clairement, non, puisqu'ils portent sur des
objets qui sont, eux-mêmes, différents.

En ce qui concerne la question du traitement, de l'honoraire, de
l'indemnisation des pharmaciens, l'idée est effectivement d'entrer,
dans son revenu, une phase d'honoraires liée à sa prestation
intellectuelle. Ce point fait l'objet de discussions avec le monde des
pharmaciens. L'idée est que cela ne se répercute pas sur le prix de la
médication, donc le patient, et que cela se fasse dans une enveloppe
bien précise. Mais l'intention n'est pas non plus de faire, par ce biais,
des économies sur le dos du pharmacien. L'idée, c'est de faire de la
pharmacie en relation avec la médecine qui soit la plus efficace
possible, donc de rendre une efficacité par le mode d'indemnisation.
Réduire le pharmacien à un rôle économique et calculer son
honoraire sur un seul facteur, qui est une proportion de ses ventes,
c'était quelque peu réducteur. Le geste que nous posons est assez
révolutionnaire. La proportion exacte sera déterminée après les
contacts qui sont en cours.

Sur l'ASBL Pharmacap, monsieur Bultinck, je ne suis pas le
dat artsen en apothekers elkaar
beconcurreren. Een telefoontje
naar de voorschrijvende arts kan
soelaas brengen.

Wat de bezoldiging of vergoeding
van de apotheker betreft, is het
niet mijn bedoeling te besparen
ten koste van de apothekers. Een
koppeling van de inkomsten van
de apotheker aan de verkoop
getuigt van een nogal enge
benadering van het beroep; er
staat toch ook de dienstverlening
tegenover.

In verband met de vzw Farmaka
verkondig ik geen liberale
stellingen. Ik handel uit
overtuiging. Die vzw heeft al een
zekere ervaring opgedaan met
overeenkomsten met het RIZIV,
en iedereen is het erover eens dat
dat goede overeenkomsten zijn.
De vzw houdt zich bezig met de
opleiding van mensen die actief
zijn in de
geneesmiddelendistributie. Daarbij
gaat het niet alleen om
apothekers, maar ook om artsen.
Sommigen hebben geopperd dat
deze artsenbezoekers missi
dominici van de regering zouden
zijn. Dit wil ik met klem
tegenspreken! Ik kan er nog in
komen dat men
handelsvertegenwoordigers
hiervan zou betichten, maar deze
mensen worden in een
onafhankelijk kader opgeleid met
het oog op een optimaal
voorschrijfgedrag. Die kritiek lijkt
me dan ook ongepast.

Voor de reclame voor
diergeneesmiddelen gelden
dezelfde regels als voor
geneesmiddelen bestemd voor
mensen. Ook dieren die
geneesmiddelen toegediend
krijgen, kunnen het slachtoffer
worden van
een bepaald
voorschrijfgedrag en wij namen
voor de diergeneeskunde en de
dierlijk farmacie dus vergelijkbare
maatregelen als voor de
menselijke geneeskunde en
farmacie.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
promoteur des thèses libérales. Je ne suis qu'un ministre de la Santé
et des Affaires sociales qui a intérêt à faire des choses qui
fonctionnent. Ce n'est pas avec le couteau sur la gorge du VLD ou le
couteau dans le dos d'alliés politiques que j'agis. C'est par conviction
et aussi parce que cette ASBL a aujourd'hui une expérience à travers
des conventions INAMI qui remontent, si ma mémoire est bonne, à la
fin 1998 et qui sont considérées comme de bonnes conventions.
L'idée est de partir de cette expérience et de faire en sorte que des
personnes soient formées pour conseiller ceux qui interviennent dans
la chaîne de décision dans la délivrance du médicament. Nous ne
songeons pas aux seules pharmacies mais aussi au monde des
médecins.

J'ai parfois été assez surpris. Une réaction qui m'a désagréablement
surpris est celle d'un médecin qui s'exprimait dans la presse et
demandait si on n'allait pas envoyer des délégués indépendants qui
seraient des missi dominici des pouvoirs publics chargés de faire de
l'intoxication idéologique. Cela me heurte. En effet, si cette réflexion
avait été faite sur le compte des délégués commerciaux, j'aurais pu
comprendre la crainte d'une certaine dérive commerciale que les
prescripteurs auraient pu dénoncer. Mais que des délégués formés
dans un cadre d'indépendance et qui n'ont pas à réaliser des
économies mais à prescrire de la meilleure manière possible, dans
une économie de la santé, fassent l'objet de critiques avant même
d'avoir commencé, cela me paraît être un comportement malheureux.
Je le dis à l'intention de celui qui s'est exprimé en ce sens, mais je
crois que ses mots ont certainement dépassé très largement sa
pensée.

Pour la promotion de médicaments destinés aux vétérinaires, on
applique les mêmes règles que pour les médicaments à usage
humain. En effet, on remarque dans ce domaine que des animaux qui
reçoivent des médications entraînant un effet dans la chaîne
alimentaire sur l'homme, sont également "victimes" de modes de
prescription. Cela crée aussi un problème. A cet égard, nous avons
pris des dispositions analogues en médecine et pharmacie
vétérinaires et en médecine et pharmacie humaines, ce qui me paraît
tout à fait logique.

M. Daems a raison de mettre en garde contre la réalisation d'une
économie handicapée par une démarche purement redistributive. Le
but de ce gouvernement est double: permettre à la fois la genèse, la
fabrication de richesses et sa redistribution. D'ailleurs, je dois rappeler
que l'on oublie souvent l'effet macroéconomique dans la
redistribution. C'est l'ancien ministre de l'Économie qui le dit. Quand
on dispose d'un secteur de redistribution en soins de santé, en
allocations sociales qui évolue bien dans le cadre d'une économie
elle-même prospère, le modèle vise à l'équilibre. Notre but doit être
aussi macroéconomique. Ce modèle doit être soutenable à long
terme. Autrement, cela n'a pas de sens de promettre des
augmentations d'allocations sociales si celles-ci ne se reposent pas
sur un gâteau dont les parts sont plus larges pour permettre cette
redistribution.

Cependant, en ma qualité de social démocrate, je voudrais affirmer ici
une vision qui me paraît dépasser, très largement, celle d'une
idéologie, car dans cette salle, je n'ai jamais entendu un député
s'opposer à ce principe. Une redistribution profitable à tous a aussi

De heer Daems waarschuwt
terecht voor de gevaren van een
louter herverdelende economie.
De regering heeft zowel het
opbouwen van rijkdom als de
herverdeling ervan voor ogen. Het
economisch model is pas in
evenwicht wanneer de
herverdeling kan worden
doorgevoerd in het kader van een
goeddraaiende economie en het
moet dus op lange termijn in stand
kunnen worden gehouden.

Het omgekeerde is echter
evenzeer waar: het herverdelend
effect komt de economie ten
goede. Er moet een evenwicht
worden nagestreefd tussen de
betaalbaarheid en de
aanvaardbaarheid, want de
overlevingskansen van een
economisch stelsel hangen ook
samen met de sociale
doeltreffendheid ervan.

Als laatste thema wil ik het
opvangen van ouderen thuis
aankaarten, een thema waarop
mevrouw Arena dieper kan
ingaan. Daarmee gaat een heel
debat, over de plaats waar die
mensen kunnen worden
opgevangen, de opvangstructuren,
enz., gepaard. Tot nu toe was het
soms zo dat men bepaalde
voordelen verloor wanneer men
zelf voor zijn bejaarde ouders
zorgde, terwijl dat niet het geval
was wanneer men ze in een
collectieve opvangstructuur
onderbracht. De reflectieproces in
dit verband is pas begonnen en
het Parlement zal daar in de
toekomst zeker worden bij
betrokken.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
tout son sens sur le plan économique.

Donc, quand on parle de "betaalbaarheid" et "aanvaardbaarheid",
c'est précisément là que se fait le point d'équilibre. En effet, la
pérennité du système économique dépend aussi de son efficacité
sociale.

Je terminerai par un petit mot concernant une question sur laquelle
Marie Arena s'étendra plus longuement. Il s'agit de la prise en charge
des personnes âgées à domicile. Ce n'est pas seulement une
question d'assistance sociale, ce n'est pas l'aide qu'on va donner aux
enfants pour prendre un parent âgé chez eux qui est importante, c'est
tout le débat sur le thème: "Peut-on choisir l'endroit où se faire
prendre en charge? Est-on obligé de se rendre dans une structure
collective, privée ou publique, quand on devient vieux?"

Ce débat ne souffre pas de réponse caricaturale du genre oui ou non.
Il faut permettre l'un et l'autre, dans des conditions acceptables pour
les hommes et pour les femmes. En effet, jusqu'à présent, dans
certains secteurs, en prenant en charge son père ou sa mère, on
perdait des avantages qui, par contre, n'étaient pas perdus lors d'une
prise en charge dans des structures collectives d'accueil des
personnes âgées. Il faudra poursuivre cette réflexion, nous n'en
sommes qu'au début. Etant donné la structure démographique de
notre pays, le Parlement aura encore régulièrement à en débattre,
avec ses ministres et ses députés.
01.65 Minister Frank Vandenbroucke: Voorzitter, ik moet eerlijk
zeggen dat ik een beetje teleurgesteld ben door de discussie.
Mevrouw Lanjri heeft gelukkig een concrete vraag gesteld die
belangrijk is en waarop ik dadelijk zal antwoorden.

Voor het overige mocht ik onder anderen van de heer Goutry
vernemen dat we ons bezighouden met volksvermakelijkheden, dat
de verhogingen belachelijk zijn en dat de regering allerlei dingen
aankondigt en vervolgens niets uitvoert. Vermits ik de gewoonte heb
om op alle opmerkingen te reageren, zal ik ook daarop reageren.

Ik zou eerst een algemene bedenking willen maken die het resultaat
is van enige tijd bezig te zijn in dit Parlement. Een idee afkomstig van
een andere politieke partij is niet noodzakelijk een slecht idee. De
oppositie heeft soms goede ideeën. De meerderheid ook. U hebt mij
sinds u hier bent, mevrouw Lanjri, al een viertal keren ondervraagd
over het ouderschapsverlof. U hebt al een viertal keren gezegd dat ik
absoluut snel iets moet beslissen over het ouderschapsverlof. Het is
volgens u niet goed om te wachten tot in het jaar 2006. Uw CD&V-
collega, Sabine de Béthune, heeft al een tiental keren amendementen
voor mijn neus gelegd om het ouderschapsverlof te verbeteren.
Welnu, de regering doet daar nu iets aan en voor de heer Goutry, uw
CD&V-collega en woordvoerder sociale zaken voor de CD&V, is dat
een volksvermakelijkheid. Het is voor hem absoluut geen prioriteit. Hij
heeft dat hier letterlijk gezegd.

Het is jammer, mevrouw Lanjri, want u bent een goed parlementslid
met goede ideeën, maar als u daarover nog eens intervenieert, dan
zal ik u aanraden u te wenden tot de woordvoerder van uw politieke
partij, die hier officieel heeft verklaard dat ouderschap een
volksvermakelijkheid is, maar geen prioriteit vormt. Ook aan zijn
01.65 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je déplore la manière
dont certains mènent le débat.
Selon M. Goutry, le gouvernement
se contente de voter des
divertissements populaires. Il
qualifie les majorations proposées
de ridicules et reproche au
gouvernement d'annoncer toutes
sortes de mesures sans en
réaliser aucune.

Depuis le début de la législature,
sa collègue de parti, Mme Lanjri,
m'a déjà interrogé quatre fois sur
le congé parental. Elle a insisté
pour que je prenne une décision
rapide et que je n'attende pas
2006. Sa collègue, Mme de
Bethune, a également présenté
plusieurs amendements. J'y ai
volontiers accédé. Mais pour M.
Goutry, il ne s'agit là que de
divertissements populaires.
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
streekgenoot, tevens lid van de CD&V, mevrouw Sabine de Béthune,
die voortdurend over ouderschap intervenieert, zal ik zeggen dat
volgens de woordvoerder van CD&V ouderschap een
volksvermakelijkheid is, maar geen prioriteit.
01.66 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, dat heeft mijn
collega niet gezegd. U mag hem geen woorden in de mond moet
leggen die hij niet heeft gezegd.

Ik heb altijd voor het ouderschapsverlof gepleit. En ik ben zeker niet
de enige.
01.66 Nahima Lanjri (CD&V): M.
Goutry n'a pas dit ça. Nous
attendions simplement davantage
que les mesures relatives au
congé parental. Du reste, notre
porte-parole pour les affaires
sociales est Mme D'hondt.
01.67 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is heel goed van u.
01.68 Nahima Lanjri (CD&V): Ik heb ook gezegd dat het niet
helemaal is wat wij ervan hadden verwacht. Wij hadden op meer
gehoopt, maar goed. Als mijn collega hier zegt dat hij ook opkomt
voor de gehandicapten, dan is dat een goede zaak.
01.69 Minister Frank Vandenbroucke: Dat heeft hij niet gezegd.
Gelukkig is dat opgenomen.
01.70 Nahima Lanjri (CD&V): De woordvoerder van Sociale Zaken,
dat weet u ook mijnheer de minister, is Greta D'hondt.
01.71 Minister Frank Vandenbroucke: Ik verwijt u niets, mevrouw
Lanjri. U moet zich niet aangevallen voelen.
01.72 Nahima Lanjri (CD&V): Ik voel mij niet aangevallen, mijnheer
de minister.
01.73 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Lanjri; ik wil u
steunen in uw partij. U moet zich niet aangevallen voelen.
01.74 Nahima Lanjri (CD&V): Dank u wel, mijnheer de minister. Ik
heb altijd al gewacht op uw steun. U komt mij nu steunen in mijn
eigen partij. Dat is prima. Ik denk dat u al genoeg werk zal hebben om
u in uw eigen partij bezig te houden.
01.75 Minister Frank Vandenbroucke: U moet zich niet aangevallen
voelen.

De heer Goutry heeft twee uitspraken gedaan Hij zei dat alles
waarmee de regering bezig was in Raversijde volksvermakelijkheden
waren. Vermits een van de zaken waarmee de regering bezig was het
ouderschapsverlof was, is dat ook een volksvermakelijkheid. Dat is
een logische redenering. De heer Goutry zegt dat alles waarmee wij
bezig waren volksvermakelijkheden waren. Een van de zaken die wij
hebben aangepakt, is het ouderschapsverlof. Dat is dus een
volksvermakelijkheid, volgens de heer Goutry. Voor de rest heeft hij
letterlijk gezegd dat het ouderschapsverlof verlengen helemaal geen
prioriteit is. Dat heeft hij letterlijk gezegd. Ik vind dat jammer, want u
komt daar voor op en wij met u.

Ik geef nog een tweede voorbeeld.
01.75 Frank Vandenbroucke,
ministre: M. Goutry a déclaré
littéralement que le congé parental
ne constituait pas une priorité.

Nous mettons en oeuvre la
proposition sur les revenus
garantis en faveur de laquelle
Mme D'hondt plaide depuis
longtemps. Je lui ai toujours dit
qu'elle avait raison mais que je
devais attendre d'avoir
suffisamment de marge de
manoeuvre ainsi que l'occasion
politique.
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
01.76 Nahima Lanjri (CD&V): Ik bezorg u ons plan waarin de twee
naast elkaar staan. Wij hebben dat reeds voorgesteld. U weet dat.
Mijnheer de minister, ik had niet van u verwacht dat u hierover zo zit
te muggenziften.
01.77 Minister Frank Vandenbroucke: Mag ik even uitspreken? Ik
heb u één keer onderbroken, maar dan heb ik u laten uitspreken. Dat
lijkt mij beter voor het debat.

Wij voeren een voorstel uit waarvoor mevrouw Greta D'hondt
menigmaal heeft gepleit.

Ik heb steeds gezegd dat zij gelijk heeft. Ik heb geen moeite om te
zeggen dat de oppositie positieve alternatieven voorstelt. Het is een
heel goede slogan. Ik heb daarmee geen moeite. Mevrouw D'hondt
heeft gelijk. Ik heb dat gezegd vanaf de eerste dag dat ik het nieuwe
systeem van inkomensgarantie voor ouderen heb voorgesteld. Ik heb
ook steeds gezegd dat ik moest wachten tot ik de ruimte - en ook een
beetje de politieke kans - had om het door te voeren. Welnu, ik had in
Raverszijde de politieke kans om dat waar te maken. Dat is volgens
de heer Goutry een volksvermaak. Dat financieel behoeftige senioren
worden opgevangen door hun kinderen en dat men dat beter mogelijk
maakt is volgens de heer Goutry een volksvermaak.

Ten tweede, er werd hier letterlijk gezegd dat de verhogingen
belachelijk zijn. Het vangnet voor senioren die in armoede dreigen
terecht te komen wordt in één regeerperiode verhoogd van 629 euro
per maand tot 709 euro per maand voor een seniorenkoppel dat
anders in armoede zou leven. Men plant een verhoging van 629 naar
709 euro in de loop van een legislatuur. Er wordt dus 80 euro per
maand aan toegevoegd voor de betrokken groep die het moeilijk heeft
en die onze steun nodig heeft. Dat is geen volksvermaak. Of is CD&V
misschien wel van oordeel dat dit een volksvermaak is? Mevrouw
Lanjri, het is geen volksvermaak. Het is een substantiële verhoging.

We gaan nu onmiddellijk voor personen die invalide gaan worden ­ ik
heb het dus wel over de nieuwe gevallen ­ verhogingen doorvoeren
die tot 263 euro per maand bedragen. Gelukkig zijn er niet veel
invaliden. Het gaat over alle personen die in het systeem van de
invaliditeit zoals we het nu opvatten zullen terechtkomen. Het systeem
werd vernieuwd en is substantieel beter. De nieuwelingen betreden
dus een systeem dat substantieel beter is. Anders kan men dat niet
doen.

De verhogingen zijn ook substantieel door hun aantal. Eerlijk gezegd,
u en de heer Goutry maken veel omhaal over het feit dat wij een
verhoging doorvoeren met 2%. U noemt die 2% belachelijk. U en ik,
wij zijn heel slecht geplaatst om dat belachelijk te vinden. De heer
Goutry ­ nu is hij weggelopen ­ is in de Kamer gekomen in maart
1992. Hij zou u eens moeten vertellen, in de zeven jaar dat de heer
Goutry eerste minister Jean-Luc Dehaene heeft gesteund in de
regering met CD&V, wat de belangrijkste pensioenverhoging is die is
doorgevoerd in die tijd. Weet u dat?
01.77 Frank Vandenbroucke,
ministre: A Raversijde, j'ai saisi ma
chance. Les seniors menacés par
la précarité pourront prétendre à
un filet de sécurité. L'allocation
pour un couple passe de 629 à
709 euros par mois, soit 80 euros
en une seule législature. Il s'agit là
d'une augmentation substantielle
loin d'être risible. A l'époque, M.
Goutry a toujours soutenu M.
Dehaene, alors premier ministre.
Connaissez-vous le montant de la
majoration la plus importante des
pensions consentie à l'époque?
01.78 Nahima Lanjri (CD&V): Ja, 6%.
01.78 Nahima Lanjri (CD&V): Six
pour cent.
01.79 Minister Frank Vandenbroucke: 6% op een maand! Weet u
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
hoeveel dat is, omgerekend?
01.80 Nahima Lanjri (CD&V): Moet ik het verleden nagegaan?
Welnu, ik ben dat verleden nagegaan. De laatste verhoging bedroeg
6%.
01.81 Minister Frank Vandenbroucke: Ja, voor de maand februari.
Weet u hoeveel dat is op een jaar? 0,5%. U moet de zaken toch iets
beter bekijken. Dus de belangrijkste verhoging die werd doorgevoerd
in de hele periode dat de heer Goutry Jean-Luc Dehaene gesteund
heeft als regeringsleider was een verhoging voor sommige
gepensioneerden van wat zij in de maand februari kregen. Daar
kregen zij 6% bij. Als we dat uitrekenen op een jaar, bedraagt die
verhoging 0,5%, vermits er twaalf maanden in een jaar zijn. Jean-Luc
Dehaene, gesteund door de heer Goutry, heeft over die periode van
zeven jaar dus één keer een verhoging gedaan voor een deelgroep
van de gepensioneerden en er kwam 0,5% bij.

Ik heb dat ook goedgekeurd toen. Alleen heb ik de eerlijkheid om, als
we in staat zijn een verhoging van 2% door te voeren, die verhoging
niet belachelijk te noemen. Ik weet namelijk dat de regering die ik
gesteund heb, de regering-Dehaene, zeven jaar nodig heeft gehad
om één keer een verhoging te doen met 0,5%.

Kunt u mij zeggen, hoeveel keer en met hoeveel in de periode-
Dehaene de invaliditeitsuitkeringen verhoogd zijn? Weet u dat?
01.81 Frank Vandenbroucke,
ministre: Six pour cent en un mois.
Une augmentation unique pour
une partie des pensionnés, ce qui
représente 0,5 pour cent sur une
base annuelle.

Combien de fois et de quel
montant les allocations aux
personnes handicapées ont-elles
été augmentées au cours de la
période Dehaene? L'augmentation
de 18 euros n'est pas ridicule,
même si j'aurai préféré qu'elle soit
plus élevée.
01.82 Nahima Lanjri (CD&V): Neen.
01.83 Minister Frank Vandenbroucke: Neen, die uitkeringen werden
ook niet verhoogd. Er is op dat vlak helemaal niets gebeurd. Nul! U en
ik, wij zijn dus bijzonder slecht geplaatst.

Er is nog een andere reden waarom wij bijzonder slecht geplaatst zijn.
Wij zijn bijzonder slecht geplaatst om hier vanuit onze hoge toren en
vanuit deze mooie zetels te zeggen: 2% is belachelijk. In alle
eerlijkheid, voor mensen die het moeilijk hebben is 18 euro wél
belangrijk. Ik voel mij daar niet te goed voor.

Ik zou willen dat het meer was. Het is niet omdat ik hier in deze chique
zetel zit, dat ik het recht heb te zeggen dat het belachelijk is een
verhoging van 18 euro in te voeren voor zeer veel mensen. Wat u
zegt, is geen positief alternatief.
01.84 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb het woord
belachelijk niet in de mond genomen. Ik heb gezegd dat ik het veel te
weinig vind omdat het precies gaat om mensen die nu al weinig
verdienen. Ik ken er heel veel aangezien ik uit dat milieu kom. We
weten dat het heel weinig is. Ik heb nooit het woord belachelijk
gebruikt. Ik heb gezegd dat het niet voldoende is.
01.84 Nahima Lanjri (CD&V): Je
n'ai pas dit que c'était ridicule. J'ai
simplement dit que c'est beaucoup
trop peu.
01.85 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is waar.
Le président: Monsieur le ministre, de telles relations entre deux membres sont très touchantes, mais
pouvez-vous répondre aux autres questions?
01.86 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik rond
af. Het is jammer dat ik mij moet richten tot mevrouw Lanjri die van
01.86 Frank Vandenbroucke,
ministre: La CSC s'est montrée
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
goede wil is. De heer Goutry is hier echter niet meer aanwezig.

Ik heb een laatste bedenking. De heer Goutry is gaan betogen bij die
volksvermakelijkheden. Het ACV is veel positiever dan de heer Goutry
en dankt de mensen die betoogden voor het feit dat daardoor de
beslissingen in de goede richting werden geduwd, hoewel deze
beslissingen absoluut onvoldoende zijn. Ik zou wel blij zijn mochten de
heer Goutry en CD&V zeggen wat het ACV zegt.

Ik kom tot mijn laatste punt en tot uw vraag die hierdoor meteen
beantwoord is. Men zegt dat wij niets doen. Welk dossier lag er, wat
mij betreft, op tafel in Gembloux? Het dossier inzake de begeleiding
van de werklozen en de opvolging van de werkloosheid lag daar op
tafel. U weet evengoed als ik dat dit geen zaak is die wordt geregeld
met wetsontwerpen. De werkloosheidsreglementering is één groot
koninklijk besluit. Dat regelt men niet met wetsontwerpen.
beaucoup plus positive.
L'accompagnement des chômeurs
et le suivi du chômage étaient à
l'ordre du jour du conseil des
ministres de Gembloux. J'ai
négocié pendant deux mois avec
les gouvernements concernés, les
syndicats et les employeurs. Je
dispose aujourd'hui d'un schéma
parfaitement structuré pour
l'accompagnement et le suivi des
chômeurs. Il fera l'objet d'un
accord de coopération détaillé.
01.87 Nahima Lanjri (CD&V): (...)
01.88 Minister Frank Vandenbroucke: Niets gebeurd? Ik heb twee
maanden lang onderhandeld met de betrokken regeringen, de
vakbonden en de werkgevers. Ik heb vandaag een volledig uitgewerkt
schema hoe we de begeleiding van de werkzoekenden en de
opvolging van de werkloosheid zullen doen. Dat werd gegoten in een
samenwerkingsakkoord, zoiets als een wet. Het werd gegoten in een
zeer gedetailleerd samenwerkingsakkoord. Dat zijn bladzijden vol
operationele details hoe we het zullen doen. Het ligt vandaag voor in
de regering en wanneer het praktisch uitvoerbaar is, zal het worden
uitgevoerd.

Dat is binnenkort.

Stellen dat wij dingen aankondigen maar niets doen, is volkomen fout.
Mensen wijsmaken dat u op zekere dag in staat zult zijn op een
Ministerraad mee te delen dat 200.000 werklozen die nooit
begeleiding hebben gekregen, zult begeleiden....
01.88 Frank Vandenbroucke,
ministre: Il s'agit de personnes qui
n'ont jamais bénéficié du moindre
accompagnement. Il ne faut pas
leurrer les gens en leur faisant
croire qu'un tel accompagnement
peut être mis en place du jour au
lendemain. Des accords doivent
être conclus avec de nombreuses
institutions.

On constate enfin une avancée
déterminante dans un dossier qui
est resté dans l'impasse durant 15
ans. La question est aujourd'hui
réglée et j'en suis très fier.

Les partenaires sociaux disposent
d'une marge de 11,42 millions
d'euros pour augmenter les
allocations. Nous souhaiterions
aboutir à une majoration de 2%
après six ans, en 2007.
01.89 Nahima Lanjri (CD&V): (...)
01.90 Minister Frank Vandenbroucke: Neen. Ik zeg dat niet. Het
gaat hier over begeleiding van werklozen. Het gaat over zeer veel
mensen die nooit begeleiding hebben gekregen en die nu begeleid
zullen worden.

Stellen dat u zoiets beslist met alle politiek debat errond en aan de
mensen wijsmaken dat het de ochtend erna van start gaat, is
onmogelijk uitvoerbaar. Ik ga ervan uit dat u dat nooit zult doen. Ik
doe dat ook niet.

Mensen denken dat een beslissing die vandaag genomen is, morgen
wordt uitgevoerd. Ik pleit terzake medeschuldig. Zo gaat dat niet.
Beslissingen moeten in overeenkomsten gegoten worden en in
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
afspraken met tal van instellingen. In Gembloux heb ik daaraan van 's
morgens tot 's avonds gewerkt. Vandaag is dat rond. Dat is, mijns
inziens, bijzonder snel en ik ben daar bijzonder fier op, te meer omdat
rond dat dossier gedurende 15 jaar een impasse heeft bestaan!
Vraag het aan mevrouw Smet, die zich hierover nog steeds beklaagt.

Ik kom tot uw vragen. Wat is de marge waarover de sociale partners
beschikken in 2007 wanneer het onderhandelingsmechanisme
ingaat? De marge is als volgt gedefinieerd. Voor de verbetering van
de uitkeringen op het vlak van de berekeningsplafonds wordt 11,42
miljoen euro vrijgemaakt. Waarom dit bedrag? We weten dat men
met dat bedrag een aantal dingen kan doen in alle takken van de
sociale zekerheid, ook in de werkloosheid. Het bedrag van 11,42
miljoen euro kan worden aangewend zoals de sociale partners dat
wensen.

Ten tweede, de regering heeft nu reeds gezegd wat wij willen doen in
2007 inzake de uitkeringen. Wij willen alle gepensioneerden, alle
invaliden, alle mensen die een arbeidsongeval hebben gehad, alle
mensen die aan een beroepsziekte lijden en waarvan de uitkering is
ingegaan in 2000 of 2001, een verhoging van 2% in 2007 geven. Dat
wil zeggen zes jaar nadat ze hun uitkering voor het eerst gekregen
hebben.

Wij zeggen aan de vakbonden en aan de sociale partners: dat is wat
wij normaal gezien zouden doen in 2007, maar als jullie voor hetzelfde
bedrag...
01.91 Nahima Lanjri (CD&V): (...)
01.92 Minister Frank Vandenbroucke: Dat is wat wij willen doen,
maar men kan een alternatief ontwikkelen. Natuurlijk kan men dat
meer dan één keer doen in het leven van de mensen.
01.93 Marie Arena, ministre: Monsieur le président, dans les
matières d'intégration sociale, il faut croire que l'augmentation des 4%
a bien été intégrée et qu'elle satisfait tout le monde, y compris pour le
reste des allocations.

Les questions posées concernent le dossier sur la fracture
numérique. En cette matière, je coordonne un plan d'action national,
pour permettre aux personnes les plus défavorisées d'avoir accès à
l'outil mais aussi à l'information au travers d'internet et du multimédia.
Nous allons mener des actions pilotes qui vont favoriser l'accès
collectif et non pas l'accès individuel. L'objectif n'est pas de financer
des ordinateurs à domicile mais bien de permettre à des personnes
défavorisées de se rendre dans des endroits collectifs pour pouvoir,
d'une part, être accompagnées et, d'autre part, avoir accès à
l'information. Vous savez que pour surfer sur internet, il ne suffit pas
d'avoir un ordinateur, il faut aussi comprendre le système, accéder à
l'information et être accompagné.

Ces actions pilotes vont être menées avec des CPAS, afin d'en
examiner l'intérêt. Aujourd'hui, nous n'avons pas défini la manière
dont nous allons travailler mais nous serons bien entendu attentifs à
la ruralité, à l'urbanité des actions pilotes. Je vous donne un exemple.
Un CPAS a organisé ce qu'on appelle des "net stewards", c'est-à-dire
qu'à partir d'un dispositif informatique existant au niveau communal,
01.93 Minister Marie Arena:
Inzake maatschappelijke integratie
is de verhoging met 4%, kennelijk
tot ieders tevredenheid, een feit.

Ik coördineer een nationaal
actieplan met betrekking tot de
digitale kloof, om kansarmen via
internet toegang te verlenen tot
informatie. De proefprojecten
beogen een collectieve toegang tot
de informatie, met de nodige
begeleiding. Er wordt dus niet
gekozen voor een individuele
toegang. De acties zullen in
samenwerking met de OCMW's
gevoerd worden. De concrete
modaliteiten zijn nog niet bekend.
Wij zullen oog hebben voor het
rurale of het stedelijke karakter
van de proefprojecten. Zo heeft
een OCMW een systeem van net
stewards
opgezet, die zorgen voor
georganiseerde begeleiding aan
30/03/2004
CRIV 51
COM 218
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
un accompagnement pour les personnes défavorisées a été organisé
afin qu'elles aient accès à cet outil d'une manière conviviale. C'est
vers ce type d'actions que l'on pourra se tourner.

Dans le cadre de la lutte contre la pauvreté, la fracture numérique est
un des domaines importants et, en partenariat avec la présidence
irlandaise, nous allons pouvoir développer un champ d'actions au
niveau européen, pour éviter une société à deux vitesses en termes
d'accès à l'information, ce qui commence à être le cas aujourd'hui.

En ce qui concerne la politique des grandes villes, on se situe dans le
cadre de la décision de Gembloux. Il avait été décidé de prendre en
considération le logement dans les grandes villes car on retrouve ce
facteur important dans toutes les grandes villes. Cette décision a été
traduite en moyens définis qui représentent 25 millions d'euros par an,
en vitesse de croisière. A partir de 2005, ce sera 20 millions et en
2006, 2007 et 2008, ce sera 25 millions. Nous allons signer des
contrats de villes pour trois ans sur les périodes 2005, 2006 et 2007.
Pour la période de la législature ­ c'est-à-dire sur la période des
contrats de ville que nous allons signer au 1
er
janvier 2005 ­, ce
seront donc 20 millions la première année et puis 25 millions pour les
trois années suivantes qui seront pris en considération dans le contrat
des villes.

Vous savez qu'aujourd'hui les critères objectifs en termes de
répartition dans les grandes villes sont liés au niveau de pauvreté
dans les villes. Le gouvernement a décidé de joindre des critères
spécifiques au logement pour ces moyens supplémentaires. Nous
sommes en train de travailler avec le monde académique universitaire
pour définir de tels critères et permettre ainsi d'attribuer correctement
les moyens supplémentaires mis sur la table. Nous allons donc
compléter la batterie des critères actuels par des critères spécifiques
au logement dans les grandes villes.
de hand van de bestaande
computersystemen op
gemeentelijk niveau.

Het dichten van de digitale kloof is
een belangrijk factor in de
armoedebestrijding. Op Europees
niveau zullen er programma's
worden uitgewerkt om te
voorkomen dat er zich een
informatiemaatschappij met twee
snelheden ontwikkelt.

Tijdens de Ministerraad van
Gembloers werd besloten de
huisvesting in de grootsteden in
aanmerking te nemen. Deze
beslissing werd vertaald in
middelen die 25 miljoen euro per
jaar bedragen eens zij op
kruissnelheid zijn. De objectieve
criteria om de middelen tussen de
grootsteden te verdelen, houden
verband met de armoedegraad.
Voor de toekenning van deze
bijkomende middelen heeft de
regering beslist er criteria aan toe
te voegen die eigen zijn aan de
huisvesting. Op dit ogenblik
werken wij aan de omschrijving
van deze bijkomende criteria.
01.94 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je
commencerai par quelques éléments en rapport avec les Etats
généraux des Familles. J'espère qu'aucun des membres de cette
commission n'a considéré qu'Ostende constituait la clôture des Etats
généraux des Familles. Le Conseil des ministres d'Ostende a permis
de mettre en oeuvre un certain nombre de mesures ­j'ai eu l'occasion
de les détailler ­ qui faisaient l'objet d'un consensus au sein des
groupes. Ces groupes se sont réunis pas moins d'une quarantaine de
fois entre le 13 novembre 2003 et le 15 mars 2004. Aujourd'hui,
l'ensemble des rapports de chacun des groupes est disponible sur le
site et comporte une série de propositions qui n'ont pas été
concrétisées à Ostende. A titre d'exemple, ces propositions
concernent notamment l'accueil d'enfants handicapés au sein des
familles et étudient quelles mesures appliquer pour que cet accueil se
passe le mieux possible.

L'agenda est connu depuis longtemps. Les Etats généraux sont
toujours en cours. Les conclusions seront rendues publiques le 27
avril. Ensuite, l'ensemble des mesures ou certaines d'entre elles
retournent en Conseil des ministres pour discussion politique et
décision. C'est en tout cas le calendrier que nous nous sommes fixé.

Même si M. Goutry est parti, ce n'est pas très grave car je pense avoir
déjà répondu six ou sept fois au sein de cette commission à la
01.94 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: Wat de Staten-Generaal
van het Gezin betreft, konden
tijdens de Ministerraad van
Oostende maatregelen worden
getroffen waarover alle
werkgroepen het eens waren.
Vandaag kunnen alle verslagen
van de werkgroepen op de website
worden geraadpleegd.

De Staten-Generaal zijn nog altijd
aan de gang en op 27 april zullen
de besluiten worden voorgesteld.
Vervolgens zullen alle of sommige
maatregelen in de Ministerraad
worden besproken. Ziedaar het
tijdpad dat wij hebben
vooropgesteld.

Ik heb de vraag van de heer
Goutry al verscheidene malen
beantwoord. Ik heb een plan
voorgesteld waarin de
CRIV 51
COM 218
30/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
question du retard. Considérer que le gouvernement ne s'est
nullement préoccupé de cette question est plus que fallacieux. Je suis
venue moi-même, il y a quelques semaines, présenter un plan,
expliquant qu'il y avait certaines difficultés dans la gestion de l'arriéré
de dossiers. Cet arriéré est établi à 36.000 dossiers. Par ailleurs,
grâce aux mesures supplémentaires que nous avons obtenues - 40
personnes en plus pour le service qui traite les allocations, la mise en
route d'un central téléphonique qui permettra de libérer des agents,
tout en répondant aux personnes handicapées qui s'adressent
normalement au service de la Vierge noire et, enfin, l'informatisation
des relations entre les communes et la Vierge noire -, nous pourrons
encore réduire les délais.

Cela dit, je ne suis pas une fée. Il est impossible, en six ou sept mois,
de résorber un retard dans le traitement des dossiers et de faire
disparaître des arriérés datant de plusieurs législatures. Je me tourne
vers M. Vandenbroucke qui était déjà là et qui a une excellente
mémoire à ce sujet. Effectivement, la résorption par étapes de cet
arriéré est une de mes priorités politiques mais il n'est pas réaliste de
considérer qu'on va y arriver d'un simple claquement de doigts. C'est
même un peu naïf de le penser. Des mesures sont prévues, elles
n'ont pas été abordées à Ostende, si ce n'est celle qui concerne
l'informatisation via les communes.
moeilijkheden in verband met de
achterstallige dossiers worden
uiteengezet. Voorts werden
bijkomende maatregelen getroffen
teneinde de termijnen in te korten.
Ik denk bijvoorbeeld aan het in
gebruik nemen van een speciaal
telefoonnummer en de
informatisering van de relaties
tussen de diensten in de Zwarte
Lievevrouwstraat en de
gemeenten. Een achterstand in de
behandeling van de dossiers die al
verscheidene regeerperiodes
aansleept, kan onmogelijk in een
tijdsspanne van zes of zeven
maanden worden weggewerkt. Het
stapsgewijze inhalen van die
achterstand blijft een van mijn
politieke prioriteiten, maar het niet
is realistisch om ervan uit te gaan
dat zulks in een handomdraai kan
gebeuren.
Le président: Chers collègues, la salle doit être libérée dans 4 minutes.
01.95 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil
gewoon even zeggen dat onze fractie zich in ieder geval verplicht zien
om nog eens terug te komen op Raversijde. Wij zullen een aantal
vragen als mondelinge vraag indienen in verband met de maatregelen
die dit weekend genomen zijn. In dat verband wil ik toch een lans
breken om dit soort van belangrijke discussies op een moment te
plannen dat iedereen tijd genoeg heeft om die discussies te voeren. Ik
vind dat wij ook vanuit de meerderheid het recht hebben om onze
parlementaire taak naar behoren uit te voeren en dat ook wij het recht
hadden een aantal vragen te stellen. Ik verwijt u dat niet rechtstreeks,
mijnheer de voorzitter, maar ik vind wel dat voor dit soort van
belangrijke debatten tijd genoeg moet worden uitgetrokken.
01.95 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Nous souhaiterions pouvoir revenir
sur le Conseil des ministres de
Raversijde. Notre groupe
déposera des questions orales sur
les mesures prises. Il importe de
consacrer suffisamment de temps
à ce type de problèmes.
Le président: Je partage entièrement vos propos. Je suis le premier frustré: j'ai cinquante questions sur la
matière que je n'ai pas pu poser.

Quand je demande à la Conférence des présidents de pouvoir organiser une journée sur la question, ce qui
me paraît le minimum, on me répond que ce n'est pas possible étant donné le Conseil des ministres de cet
après-midi et demain. Les journées réservées au Parlement sont utilisées par le gouvernement pour ses
réunions. Je ne peux pas faire autrement et je suis obligé d'en tenir compte.

Je suis aussi frustré que vous, croyez-le bien. Désolé!

Le débat est clos.
Het debat is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 13.59 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.59 uur.