CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 215
CRIV 51 COM 215
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
lundi
maandag
29-03-2004
29-03-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
mesures visant à lutter contre les mariages
blancs" (n° 2338)
1
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van schijnhuwelijken" (nr. 2338)
1
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Carl Devlies au ministre des
Finances sur "la non-application de la loi sur les
jeux de hasard à la Loterie Nationale" (n° 2109)
3
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Financiën over "de onttrekking van de
Nationale Loterij aan de kansspelwet" (nr. 2109)
3
Orateurs: Carl Devlies, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Carl Devlies, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Nancy Caslo à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'utilisation
du cryptophone" (n° 2176)
6
Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
gebruik van de cryptofoon" (nr. 2176)
6
Orateurs: Nancy Caslo, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nancy Caslo, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
dégâts causés aux logements de location"
(n° 2205)
7
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de beschadigingen aan huurwoningen" (nr. 2205)
7
Orateurs: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Eric Massin à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les justices
de paix dans le Hainaut" (n° 2209)
9
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
vredegerechten in Henegouwen" (nr. 2209)
9
Orateurs: Eric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Eric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Eric Massin à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
conseillers religieux et moraux dans les prisons"
(n° 2210)
11
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
religieuse en morele consulenten in de
gevangenissen" (nr. 2210)
11
Orateurs: Eric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Eric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
13
Samengevoegde vragen van
13
- M. Jean-Luc Crucke à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les dispositions
applicables aux établissements de jeux de hasard
de classe I" (n° 2262)
13
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
wetsbepalingen die van toepassing zijn op
kansspelinrichtingen van klasse I" (nr. 2262)
13
- M. Jean-Luc Crucke à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les établissements
de jeux de hasard de classe I" (n° 2263)
13
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
kansspelinrichtingen van klasse I" (nr. 2263)
13
Orateurs:
Jean-Luc Crucke, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jean-Luc Crucke, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les maisons
de Justice" (n° 2296)
16
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
justitiehuizen" (nr. 2296)
16
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo
Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Pierre-Yves Jeholet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
requête contradictoire comme acte introductif
d'instance et la notification par pli judiciaire des
décisions de justice" (n° 2297)
18
Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het verzoekschrift op tegenspraak als akte van
rechtsingang en de kennisgeving van rechterlijke
beslissingen bij gerechtsbrief" (nr. 2297)
18
Orateurs: Pierre-Yves Jeholet, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Pierre-Yves Jeholet, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la peine
autonome de travail" (n° 2299)
21
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
autonome werkstraf" (nr. 2299)
21
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
découverte des clés de menottes de Marc
Dutroux" (n° 2211)
24
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
gevonden sleutel die op de handboeien van Marc
Dutroux bleek te passen" (nr. 2211)
24
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le droit d'expression des fonctionnaires et la
problématique du personnel dirigeant
d'établissements pénitentiaires engagés sur le
plan syndical" (n° 2303)
25
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het spreekrecht van de ambtenaren en de
problematiek van leidinggevenden met een
syndicaal engagement in de strafinrichtingen"
(nr. 2303)
25
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les moyens
financiers pour humaniser les conditions de
détention" (n° 2306)
27
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
financiële middelen voor een menswaardiger
detentie" (nr. 2306)
27
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
28
Samengevoegde vragen van
28
- M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la capacité
pénitentiaire" (n° 2307)
28
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
penitentiaire capaciteit" (nr. 2307)
28
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le manque de capacité
d'accueil dans les établissements pénitentiaires"
(n° 2344)
28
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het gebrek
aan opvangcapaciteit in de gevangenissen"
(nr. 2344)
28
Orateurs: Jo Vandeurzen, Bart Laeremans,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Jo Vandeurzen, Bart Laeremans,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Questions jointes de
34
Samengevoegde vragen van
34
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le
fonctionnement des tribunaux fiscaux de première
instance" (n° 2308)
34
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
functioneren van de fiscale rechtbanken van
eerste aanleg" (nr. 2308)
34
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la résorption
de l'arriéré des tribunaux fiscaux" (n° 2309)
34
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
wegwerken van de achterstand bij de fiscale
rechtbanken" (nr. 2309)
34
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
de la Justice
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
mariage entre homosexuels" (n° 2322)
36
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het homohuwelijk" (nr. 2322)
36
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
droit sanctionnel des jeunes" (n° 2326)
39
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het jeugdsanctierecht" (nr. 2326)
39
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
politique du gouvernement en faveur des
victimes" (n° 2327)
43
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het slachtofferbeleid van de regering" (nr. 2327)
43
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
prise en charge des personnes internées"
(n° 2332)
45
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de opvang van geïnterneerden" (nr. 2332)
45
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"certains emplois vacants au sein des cadres du
personnel" (n° 2328)
47
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"vacante plaatsen in de personeelskaders"
(nr. 2328)
47
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
frais de justice en matière répressive" (n° 2329)
49
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
gerechtskosten in strafzaken" (nr. 2329)
49
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
Centre pénitentiaire de Recherche et
d'Observation Clinique" (n° 2333)
50
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
Penitentiair Onderzoeks- en Clinisch
Observatiecentrum" (nr. 2333)
50
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
peines d'emprisonnement de courte durée et les
peines d'emprisonnement subsidiaire" (n° 2335)
52
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "korte
gevangenisstraffen en plaatsvervangende
gevangenisstraffen" (nr. 2335)
52
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
corps de sécurité" (n° 2336)
54
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps" (nr. 2336)
54
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les élections
générales ou partielles au sein de l'Exécutif des
Musulmans" (n° 2342)
56
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
algemene of gedeeltelijke verkiezingen van het
Executief van de Moslims" (nr. 2342)
56
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
banque de données ADN nationale" (n° 2334)
58
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
nationale DNA-databank" (nr. 2334)
58
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le budget de
l'Exécutif du culte musulman" (n° 2343)
60
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
budget van het Executief van de Moslims van
België" (nr. 2343)
60
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
LUNDI
29
MARS
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
29
MAART
2004
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.13 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.13 heures par M. Alfons Borginon, président.

De voorzitter: Collega's, er staan heel veel vragen geagendeerd.

Ik stel voor collegiaal te zijn en de door het Reglement toegemeten spreektijd van 5 minuten te respecteren.
Dit is de enige manier om ons door deze agenda te worstelen.

Ik meen te hebben begrepen dat mevrouw Lanjri graag als eerste haar vraag stelt.
01 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van schijnhuwelijken" (nr. 2338)
01 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
mesures visant à lutter contre les mariages blancs" (n° 2338)
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
collega's dat ik als eerste het woord mag nemen omwille van een
agendaprobleem.

Mevrouw de minister, vorige maand en vorige week heb ik minister
Dewael reeds ondervraagd over de aanpak van schijnhuwelijken.

De bestrijding van schijnhuwelijken gebeurt in eerste instantie op
lokaal niveau waar een onderzoek moet worden gevoerd en
vervolgens door de parketten. Dit verloopt niet overal op dezelfde
manier. De aanpak verschilt van gemeente tot gemeente.

Ten eerste, de oprichting van een databank werd reeds aangekondigd
en ook door mij voorgesteld. De toegang tot deze databank zou
beperkt zijn tot de parketten en de gemeentebesturen voor pogingen
tot schijnhuwelijken. Wat is de stand van zaken met betrekking tot dit
initiatief?

Ten tweede, samen met de heer Devlies heb ik een wetsvoorstel
ingediend met betrekking tot de aanpak van schijnhuwelijken en het
strafbaar stellen ervan. Ik weet dat de regering met deze problematiek
bezig is. Kunt u dit verduidelijken? Hebt u terzake reeds advies
ontvangen van de procureurs-generaal? Volgens minister Dewael
hebt u dit college om advies gevraagd.

Ten derde, ik heb reeds gewezen op de aanpak van de gemeenten
die zeer verscheiden is. Vaak hebben de gemeentebesturen
onvoldoende personeel en middelen om dit probleem correct en op
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): La
semaine dernière, j'ai posé une
question au ministre Patrick
Dewael concernant les mariages
de complaisance. Trop peu de
moyens sont disponibles au
niveau local dans le cadre de la
lutte contre les mariages blancs,
ce qui donne lieu à des problèmes
dans les administrations commu-
nales et les parquets.

Où en est la création d'une
banque de données relative aux
mariages de complaisance? Qu'en
est-il de l'examen de la proposition
de loi visant à rendre les mariages
simulés punissables? La ministre
a-t-elle déjà obtenu une réponse
au courrier qu'elle a adressé aux
procureurs?

Anvers a précédemment fait figure
de pionnière dans la lutte contre
les mariages blancs. En raison du
manque actuel de moyens, un
nombre croissant de dossiers est
transmis aux parquets sans
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
een goede manier aan te pakken en alle mogelijke risicogroepen te
screenen om uit te zoeken of er sprake is van een schijnhuwelijk. In
het verleden was de stad Antwerpen voorloper en gaf zij het goede
voorbeeld aan de andere steden met haar cel schijnhuwelijken die
zelf de onderzoeken uitvoerde en de dossiers slechts doorstuurde
naar het parket indien het nodig was. Bij gebrek aan personeel kan de
stad niet langer al deze dossiers zelf onderzoeken en kiest men
ervoor om al de dossiers van alle mogelijke risicogroepen
rechtstreeks naar de parketten door te sturen. Gebeurt dit ook in
andere gemeenten en steden? Sturen zij ook alles onmiddellijk door
aan de parketten en voert de burgerlijke stand pas nadien het
onderzoek? Zo ja, zorgt dit niet voor overbelasting bij de parketten en
bijgevolg ook voor de toename van het aantal schijnhuwelijken?
Indien het parket niet binnen de twee maanden advies verleent moet
de ambtenaar van de burgerlijke stand het huwelijk immers
voltrekken?

Dus, er is vrees voor een toename van de schijnhuwelijken.

Ten slotte, kunt u mij de cijfers meedelen, mevrouw de minister? Ook
daarnaar heb ik begin februari al gevraagd. Kunt u mij meedelen hoe
het zit met de cijfers van de afgelopen jaren, concreet die van 2001
2002 en 2003? Hoeveel dossiers werden er door de parketten
onderzocht? Hoeveel van de onderzochte dossiers werden
afgewezen? Met andere woorden, hoeveel werden er bestempeld als
schijnhuwelijk? Graag kreeg ik die cijfers per parket, alsook het
globale cijfer.
enquête préalable. Si les parquets
ne rendent pas d'avis dans un
délai déterminé, le fonctionnaire
de l'état civil est contraint de
prononcer le mariage. Dans
quelles autres villes cette
technique est-elle appliquée? Les
parquets sont-ils surchargés?

De combien de demandes
d'enquête les parquets ont-ils été
saisis entre 2001 et 2003 à la suite
d'une présomption de mariage
blanc? Dans combien de cas
s'est-il agi d'un mariage de
complaisance?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik ben niet
op de hoogte van enig initiatief tot oprichting van een databank met
betrekking tot schijnhuwelijken.

Wat de schijnhuwelijken betreft, werden inderdaad verscheidene
cijfergegevens opgevraagd bij het college van procureurs-generaal.
Het college heeft zich overigens reeds gebogen over dat probleem,
voornamelijk wat betreft de inzameling van inlichtingen en statistieken
die nog moeten worden opgevraagd bij de procureurs des Konings.

Wat het strafbaar karakter van de schijnhuwelijken betreft, herhaal ik
mijn standpunt. Het bestaande arsenaal aan wettelijke middelen
volstaat op dit moment om dergelijke onrechtmatige situaties te
beteugelen. Strafrechtelijke vervolgingen zijn inderdaad mogelijk op
basis van valsheid in geschrifte en op basis van de strafbepalingen
van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen. Zo zal de nietigverklaring van het huwelijk meestal
aanleiding geven tot de in de hoger genoemde wet bepaalde
verwijderingmaatregelen.

Voor het overige zijn mijn diensten niet op de hoogte van het feit dat
sommige steden dossiers inzake schijnhuwelijken rechtstreeks, dus
zonder voorafgaand onderzoek, naar de parketten zouden doorsturen.

Voor zover als nodig zal uw vraag aan de gerechtelijke overheden
worden bezorgd teneinde over de gevraagde gegevens te kunnen
beschikken.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je ne suis pas au courant
d'une initiative en vue de créer une
banque de données relative aux
mariages blancs.

Des données ont été collectées
auprès du collège des procureurs
généraux, qui s'était déjà penché
sur le problème. Des renseigne-
ments ont été demandés aux
procureurs du Roi.

Concernant le caractère punis-
sable des mariages blancs, je
répète que les moyens légaux
existants suffisent pour éviter de
telles irrégularités. Des poursuites
pénales sont possibles sur la base
de la loi sur les étrangers du 15
décembre. L'annulation du
mariage mène généralement à un
éloignement de l'intéressé.

Mes services ne sont pas au fait
de la transmission de dossiers au
parquet sans enquête préalable.
Je transmettrai votre question aux
autorités judiciaires pour obtenir
davantage de renseignements.
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik kan kort zijn
in mijn repliek. Ik stel vast dat ik die materie al een paar keer op de
agenda heb gezet, zowel bij uw collega minister Dewael als vandaag
hier. Ik heb verschillende pogingen ondernomen om antwoorden en
cijfergegevens te krijgen, maar vandaag heb ik die nog altijd niet. Ik
vraag mij af hoe lang een parlementslid moet wachten alvorens van
een minister bepaalde cijfers of antwoorden te krijgen. Dan heb ik het
nog niet over al wat ik u vandaag hoorde zeggen en dat in strijd is met
wat uw collega Dewael zegt. Ik wil het daarbij laten.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ce
point a été abordé à plusieurs
reprises déjà, mais je n'ai toujours
pas obtenu de réponse satis-
faisante. Quand la ministre
disposera-t-elle enfin des chiffres
exacts?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Financiën over "de onttrekking van de
Nationale Loterij aan de kansspelwet" (nr. 2109)
02 Question de M. Carl Devlies au ministre des Finances sur "la non-application de la loi sur les jeux
de hasard à la Loterie Nationale" (n° 2109)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, een recent arrest van het Arbitragehof, meer bepaald van
10 maart 2004, vernietigt een aantal artikelen van de wet van 19
april 2002 over de werking en het beheer van de Nationale Loterij. Het
gaat meer bepaald over artikel 21, §2, en over artikel 39.

Artikel 21, §2, bepaalt dat de Kansspelcommissie geen controle mag
uitoefenen op de Nationale Loterij. Uit de parlementaire voorbereiding
blijkt bovendien dat de Kansspelcommissie geen recht krijgt om zich
ter plaatse te begeven bij de Nationale Loterij.

Het Arbitragehof meent dat in deze de door de wetgever genomen
maatregel niet evenredig is met het nagestreefde doel. Immers, door
de toegang tot het gebouw te verbieden ontneemt de wetgever aan de
Kansspelcommissie de mogelijkheid om controle uit te oefenen op de
kansspelen die worden georganiseerd door het gebruik van
elektronische instrumenten.

Ten tweede, artikel 39 voerde een artikel 3bis in de wet van
7 mei 1999 in, de basiskansspelwet. Overeenkomstig het tweede lid
van het artikel 3bis moeten de kansspelen, aangeboden door de
Nationale Loterij, enkel conform de artikelen 7, 8, 39, 58, 59 en 60
van de kansspelwet worden georganiseerd.

Het Arbitragehof merkt op dat daardoor niet het volledige hoofdstuk 6,
dat handelt over de maatregelen ter bescherming van spelers en
gokkers, van toepassing is op de kansspelen aangeboden door de
Nationale Loterij. Meer bepaald is het niet van toepassing op het vlak
van leeftijdsvoorwaarden, het toegangsverbod voor magistraten,
notarissen, deurwaarders en leden van politiediensten en de
specifieke bescherming ten behoeve van bepaalde, risicodragende
personen. Het verwerpt dan ook de stelling van de memorie van de
Ministerraad, waarin staat dat er geen verschillen zouden bestaan
inzake de regeling van toepassing op de kansspelinrichtingen in het
algemeen en de kansspelinrichtingen van de Nationale Loterij.

Ook hoofdstukken 3, met betrekking tot de vergunningen, en 4, met
betrekking tot de kansspelinrichtingen zelf, werden niet opgenomen in
de wet van 19 april 2002.
02.01 Carl Devlies (CD&V): Un
récent arrêt de la Cour d'arbitrage
annule deux articles de la loi du 19
avril 2002 relative à la rationali-
sation du fonctionnement et de la
gestion de la Loterie Nationale. Le
premier article prévoit que la
commission des jeux de hasard ne
peut effectuer de contrôle à la
Loterie Nationale étant donné que
les membres de la commission
n'ont pas accès aux bâtiments.

Le second article insère dans la loi
de 1999 sur les jeux de hasard un
article qui dispose que les jeux de
la Loterie Nationale ne doivent
satisfaire qu'à certains articles de
ladite loi. La Cour d'arbitrage
estime dès lors que les articles
portant sur la protection des
joueurs et des parieurs ne sont
que partiellement applicables à
ces jeux. La thèse avancée dans
le mémoire du Conseil des
ministres selon laquelle il n'y a pas
de différence entre la réglemen-
tation applicable à la Loterie
Nationale et celle qui concerne les
autres établissements de jeux de
hasard est rejetée. Pour la Cour
d'arbitrage, il s'agit d'une violation
du principe d'égalité. Nous avons
toujours demandé que tous les
jeux de hasard soient soumis au
contrôle d'un seul et même
organe.

La ministre admet-elle que les jeux
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4

Volgens het Hof is er dan ook geen enkele wettelijke bepaling die de
uitvoerende macht ertoe verplicht alle beginselen van de kansspelwet
na te leven wat betreft de Nationale Loterij. Volgens het Hof is dit een
schending van het gelijkheidsbeginsel waaraan de eventualiteit van
de toepassing van de bepalingen van de kansspelwet door middel van
een koninklijk besluit of een beheerscontract niets verhelpt.

Wij hebben er steeds voor gepleit alle kansspelen aan een zelfde
controle-instantie te onderwerpen, zoniet dreigt de overheid rechter en
partij tegelijkertijd te zijn.

Ik kreeg graag een antwoord van de minister op de volgende vragen.
Ten eerste, erkent de minister dat de kansspelen aangeboden door
de Nationale Loterij aan de volledige controle van de
Kansspelcommissie moeten worden onderworpen? Ten tweede,
erkent de minister dat de huidige wet de kansspelen georganiseerd
door de Nationale Loterij niet aan dezelfde wettelijke restricties
onderwerpt als de kansspelen georganiseerd door de privé-sector?
de hasard proposés par la Loterie
Nationale doivent être contrôlés
par la commission des jeux de
hasard et que, dans le cadre légal
actuel, ils ne sont pas sujets aux
mêmes restrictions que les jeux de
hasard organisés par le secteur
privé?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het arrest
van het Arbitragehof van 10 maart 2004 zet bepaalde bepalingen van
de wet betreffende de rationalisatie van de werking en het beheer van
de Nationale Loterij op losse schroeven. U vermeldde zelf in de vraag
dat de bepalingen waarover het Arbitragehof uitspraak deed
betrekking hebben op een wet die eveneens tot de bevoegdheid
behoort van mijn collega's Vande Lanotte en Reynders, in hun
hoedanigheid van voogdijminister van de Nationale Loterij. Elk ­
wetgevend of ander ­ initiatief waarmee men zou antwoorden op de
conclusies van het Arbitragehof kan alleen gebeuren met hun
akkoord.

Ik kom tot de problematiek in verband met de uitbating van spelen via
geïnformatiseerde kanalen - zoals de gsm - door de Nationale Loterij.
Op dit vlak moet ik eraan herinneren dat in overeenstemming met de
bepalingen van het statuut en van het beheerscontract van de
Nationale Loterij er vergevorderde besprekingen aan de gang zijn met
de Kansspelcommissie, onder meer voor het regelen van de vraag
over de toegang tot deze spelen voor minderjarigen.

Ik herinner eraan dat de Nationale Loterij voor kansspelen - al dan
niet via een geïnformatiseerd kanaal - onderhevig blijft aan een
preventieve controle door de Kansspelcommissie. De koninklijke
besluiten moeten immers binnen een normatief kader via een
koninklijk besluit dat werd overlegd in de Ministerraad voor advies
worden voorgelegd aan de Kansspelcommissie. Wat het
gelijkheidsbeginsel betreft moet worden vermeld dat de Nationale
Loterij als naamloze vennootschap van publiek recht onderworpen is
aan specifieke controleprocedures.

De beheerscontrole, de benoeming van de raad van bestuur en het
directiecomité door de Koning, de aanwezigheid van
vertegenwoordigers van de regering en het Rekenhof, enzovoort, zijn
met name procedures waaraan private vennootschappen of
operatoren ontsnappen.

Uit deze twee laatste beschouwingen leid ik af dat de wetgever en de
regering een bepaald evenwicht wilden behouden tussen twee
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'arrêt de la Cour
d'arbitrage du 10 mars 2004 remet
en question plusieurs dispositions
de la loi relative à la rationalisation
du fonctionnement et de la gestion
de la Loterie Nationale. La loi sur
laquelle la Cour d'arbitrage a
statué ressortit également aux
compétences des ministres Vande
Lanotte et Reynders. Toute
initiative prise en réponse à l'arrêt
doit également être approuvée par
ces derniers.

En ce qui concerne l'offre de jeux
de hasard par le biais de canaux
informatisés, des discussions sont
en cours entre la Loterie Nationale
et des membres de la Commission
des jeux de
hasard. Ces
discussions doivent déterminer si
ces jeux sont ou non interdits aux
mineurs. La Loterie Nationale
reste soumise au contrôle
préventif de la Commission des
jeux de hasard.

En ce qui concerne le principe
d'égalité, il faut se souvenir que la
Loterie Nationale est une société
anonyme de droit public. A ce titre,
elle est soumise à des procédures
de contrôle comme le contrôle de
gestion, la présence d'un conseil
d'administration et d'un comité de
direction désigné par le Roi, et la
présence de représentants du
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
instellingen met een roeping van algemeen nut: de
Kansspelcommissie en de Nationale Loterij. Het is tevens nuttig om
even in herinnering te brengen dat de Nationale Loterij de eerste
mecenas in België is.
gouvernement et de la Cour des
comptes. Les organismes privés
échappent à ce contrôle.

Le législateur et le gouvernement
souhaitaient conserver un équilibre
entre la Loterie Nationale et la
Commission des jeux de hasard.
En outre, la Loterie Nationale est
le plus important mécène belge.
Pour ce qui concerne les deux dispositions annulées par la Cour
d'arbitrage, je constate que l'une souligne la nécessité de permettre à
la commission des jeux de hasard d'effectuer les contrôles adéquats
au siège de la Loterie nationale pour les besoins de ses missions.
L'autre tend à confirmer que, dans le cadre de l'exploitation des jeux
de hasard, la Loterie nationale doit être soumise aux mêmes
prescriptions que les autres opérateurs de jeux.

Puisque, matériellement, il est difficile de distinguer, au sein de la
Loterie nationale, ce qui est affecté aux jeux de hasard et ce qui est
affecté aux activités de loterie, je compte sur le travail, la créativité et
l'imagination des personnes à la tête des deux institutions pour me
suggérer une solution pragmatique, afin de déposer un texte qui, tout
en donnant une portée utile à l'arrêt de la Cour d'arbitrage, permet de
concilier les impératifs des deux institutions.
Een van de twee bepalingen die
door het Arbitragehof vernietigd
werden beklemtoont de noodzaak
om de kansspelcommissie de
gepaste controles te laten
uitvoeren bij de Nationale Loterij.
In de andere vernietigde bepaling
wordt bevestigd dat, op het vlak
van de kansspelen, de Loterij zich
aan dezelfde regels moet houden
als de andere operatoren.

Het is niet eenvoudig om een
onderscheid te maken tussen
kansspelen en loterijactiviteiten in
de Nationale Loterij en bijgevolg
reken ik erop dat de directies van
de twee instellingen me een
praktische oplossing voorstellen
zodat ik een tekst kan indienen die
de eisen van hen beide verzoent.
02.03 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de minister, ik denk dat u wel
duidelijk bevoegd bent voor alle juridische aspecten van dit dossier.
Uw collega's, de heren Reynders en Vande Lanotte, hebben een
bevoegdheid inzake de financiële aspecten. Zij hebben trouwens ook
naar u verwezen als verantwoordelijke minister. De vraag werd ook
naar deze commissie verwezen. Ik denk dat u ten volle bevoegd bent
om het antwoord te geven op de vraag die ik u heb gesteld. Niettemin
hebt u het nuttig geoordeeld om geen duidelijk antwoord te geven.

U hebt gesproken over preventieve controle, maar niet over volledige
controle. Ik heb u gevraagd of de controle voor de Nationale Loterij
dezelfde zou zijn als voor de andere instellingen. Dan gaat het
natuurlijk over de volledige controle en niet alleen over de preventieve
controle. U hebt ook gesproken over specifieke controles die van
toepassing zijn op de Nationale Loterij. Dat is echter niet de vraag. Wij
vragen dat er gelijkheid zou zijn voor alle instellingen die zich
bezighouden met dergelijke activiteiten. Wij vragen dat de
Kansspelcommissie dezelfde bevoegdheid zou hebben voor de
Nationale Loterij als voor andere operatoren. Dat is ons standpunt.
Het antwoord dat u ons geeft is totaal onbevredigend en is naar onze
mening niet conform de eigenlijke inhoud van het arrest van het
Arbitragehof.
02.03 Carl Devlies (CD&V): Mme
Onkelinx est compétente pour tous
les volets juridiques de ce dossier.
Les autres ministres ne le sont
que pour les aspects financiers.

Je n'ai pas obtenu de réponse
explicite. Le contrôle préventif
qu'exerce la Commission des jeux
de hasard sur la Loterie Nationale
diffère du contrôle intégral auquel
sont soumis les autres établis-
sements. Il s'agit dès lors d'une
violation du principe d'égalité.
Votre réponse ne correspond pas
à l'arrêt de la Cour d'arbitrage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03 Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
gebruik van de cryptofoon" (nr. 2176)
03 Question de Mme Nancy Caslo à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'utilisation
du cryptophone" (n° 2176)
03.01 Nancy Caslo (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, mijn vraag handelt inderdaad over het gebruik
van de cryptofoon, een GSM-toestel dat totaal niet af te luisteren valt.
Bij het gebruik van de cryptofoon zijn gesprekken dus alleen te volgen
door de mensen die bellen en opgebeld worden. Voor de aanvang
van elk gesprek maakt dit toestel een nieuwe sessiesleutel en deze
wordt na gebruik vernietigd. Na afloop van het gesprek valt er dus
voor de deelnemers aan het gesprek niets meer te ontsleutelen. Het
gesprek kan niet meer opgespoord of afgeluisterd worden. Deze
producten werden ontwikkeld om veilig communiceren mogelijk te
maken en daarmee de privacybelangen en andere gerechtvaardigde
legitieme belangen als de bescherming van bedrijfsgegevens te
dienen. Cryptografie dient vele nuttige en volstrekt legitieme
doeleinden, maar het baart mij zorgen dat het voor criminelen
mogelijk is om telefoongesprekken te voeren, zonder dat de politie die
kan afluisteren. Met andere woorden, de cryptofoon zou een zeer
gewild object worden voor criminelen. Daarom volgende vragen.

Heeft de minister al stilgestaan bij het feit dat zulk toestel het
opsporingswerk kan hinderen? Zal de minister de producent van de
cryptofoon op zijn verantwoordelijkheid wijzen inzake de mogelijke
hinder bij opsporingsonderzoeken? Zal de minister preventief
optreden? Zo ja, welke maatregelen zullen genomen worden tegen
mogelijk misbruik? Wordt de verkoop van het toestel eventueel
verboden?
03.01 Nancy Caslo (VLAAMS
BLOK): Le cryptophone est un
téléphone portable dont il est
impossible d'intercepter les
communications. Une clé est
confectionnée pour chaque appel
et ensuite détruite. Le fait que cet
appareil puisse également être
utilisé par des criminels me
préoccupe.

La ministre a-t-elle conscience que
ces appareils peuvent entraver le
travail de recherche? Attirera-t-elle
l'attention des fabricants sur leurs
responsabilités à cet égard?
Prendra-t-elle des mesures
préventives pour lutter contre les
abus éventuels? Dans l'affirmative,
lesquelles? La vente de ces
appareils sera-t-elle éventuelle-
ment interdite?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: De cryptophonie zal op langere
termijn waarschijnlijk een probleem beginnen vormen. Het betreft
immers de volgende soorten toestellen: faxtoestellen, vaste telefoons,
gsm's en internet. Oorspronkelijk was cryptophonie bedoeld voor
commercieel gebruik om de gebruikers van de toestellen te
beschermen tegen economische spionage, maar misdadigers zullen
er ongetwijfeld ook gebruik van gaan maken. Bovendien is de prijs
van dergelijke toestellen absoluut niet onbetaalbaar wanneer men de
voordelen bekijkt die ze kunnen bieden aan de gebruikers ervan.

Een gsm die is uitgerust met een gesofisticeerde versleuteling kost
nog geen 3.000 euro ­ dan nog wel voor twee toestellen blijkbaar ­ en
verschilt helemaal niet van een normale gsm, wat het uitzicht betreft.
Zij zijn eveneens verkrijgbaar via internet. De versleutelingen kunnen
op verschillende manieren en in verschillende moeilijkheidsgraden
gebeuren.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: A plus long terme, la
cryptophonie risque probablement
de poser problème. La technique
existe pour les fax, les téléphones
fixes, les gsm et l'internet. Elle a
été développée pour lutter contre
l'espionnage économique mais il
ne fait aucun doute que les
criminels y auront également
recours. Le prix de tels appareils
n'est par ailleurs pas exorbitant et
ils ressemblent à des gsm
ordinaires. On peut également les
acheter sur internet.

Le codage s'effectue de
différentes manières et selon
différents degrés de difficulté.
Il existe une méthode de cryptage simple avec clé unique ou un
système plus complexe, c'est-à-dire un modèle de cryptage
comportant, par exemple, 10
38
clés différentes
Er bestaat een eenvoudige
coderingsmethode met een unieke
sleutel, en daarnaast bestaat er
een ingewikkelder systeem.
Ten tweede, het is belangrijk te weten dat het signaal van een On peut intercepter le signal mais
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
versleuteld gesprek kan worden onderschept. Het probleem zit in de
decodering van de signalen om de inhoud van het gesprek te
verkrijgen. Wanneer een gecodeerd gesprek wordt afgeluisterd,
kunnen wij immers niets doen wanneer wij de codeersleutel niet
kennen. Wanneer er één sleutel wordt gebruikt, moet die worden
teruggevonden. Wanneer daarentegen de versleuteling ingewikkelder
blijkt, is het bijna onmogelijk het gesprek te decoderen.

Ten derde, er bestaan weinig oplossingen voor het probleem. Actueel
zou de belangrijkste oplossing erin bestaan de ontwerpers te
verplichten de codeersleutels in te dienen zodat die beschikbaar zijn
voor de politiediensten. Bij ingewikkelde modules zouden wij over
dezelfde module moeten beschikken. Wel moet er nog een
technische oplossing worden gevonden om het gesprek te ontcijferen.
Dat is moeilijk, vooral wanneer de gsm in beperkte modus uitzendt,
want dan zal de module niet door de zender worden herkend. Gelet
op de complexiteit van de technische werking van dergelijke gsm's is
het niet zeker dat wij een dergelijk gesprek zouden kunnen ontcijferen
ook al zouden wij over de geschikte module beschikken. Een andere
oplossing bestaat erin het gebruik van dergelijke gsm's te verbieden
maar dat lijkt moeilijk na te gaan omdat zij er niet anders uitzien dan
de gsm van Jan en alleman. Wanneer wij de verkoop ervan verbieden
kunnen de mensen die gsm's nog altijd in het buitenland of via
internet kopen. Het gebruik van zo'n gsm kan niet worden ontdekt of
onmogelijk gemaakt door een van de Belgische telefoonoperatoren.
Voor hen gaat het immers om een gewone verzending.

Zodra het gesprek wordt beluisterd, stellen wij vast dat het versleuteld
is. Er zou een overleg met mijn collega, de minister van Economie,
moeten worden georganiseerd, teneinde een coherent beleid te
bepalen met betrekking tot de verkoop en het gebruik van dergelijke
toestellen. Ik gelast mijn administratie na te gaan welke maatregelen
er in andere landen genomen werden inzake deze materie.
le décoder pose problème. Sans
clé, on ne peut rien faire et, en cas
de cryptage complexe, tout
décodage est quasi impossible.

Il n'y a pas trente-six solutions. La
principale consiste à obliger les
fabricants du cryptophone à
déposer la clé du codage pour que
les services de police puissent en
disposer. En cas de modules
complexes, ces services devraient
pouvoir disposer du même
module. Mais si le téléphone
portable émet en mode restreint,
le module ne sera pas reconnu.
Une autre solution consisterait à
interdire l'utilisation de ces
appareils mais le contrôle serait
alors difficile car ils ressemblent
en tous points aux autres
téléphones portables. De surcroît,
on peut les acheter à l'étranger ou
sur internet. Les opérateurs ne
peuvent pas non plus percer à jour
la manière dont ils sont utilisés
parce que ce n'est que lorsqu'on
écoute un signal, qu'on sait qu'il
est crypté.

J'organiserai une concertation
avec la ministre de l'Economie
pour mettre au point une politique
cohérente en ce qui concerne la
vente et l'utilisation des
cryptophones. Je demanderai à
mon administration de s'informer
sur les mesures prises dans
d'autres pays à cet égard.
03.03 Nancy Caslo (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Toch denk ik dat wij in het kader van de aanpak
van de georganiseerde misdaad en terrorismebestrijding, niet alleen
op Europees niveau maatregelen moeten treffen, zoals de aanstelling
van een veiligheidscoördinator, maar dat ook op nationaal niveau al
het mogelijke moet worden gedaan om zulke fenomenen te
bestrijden. Als er zware criminelen of terroristen opgepakt worden,
dan is dit bovendien in vele gevallen mede te danken aan
afgeluisterde telefoongesprekken. Ik dring er dus op aan om toch
ernstig na te denken en te overleggen met uw collega's over het
mogelijke misbruik van een cryptofoon in handen van criminelen.
03.03 Nancy Caslo (VLAAMS
BLOK): La lutte contre la
criminalité organisée et le
terrorisme ne doit pas uniquement
être une affaire européenne mais
également nationale. Les terro-
ristes ou d'importants criminels
arrêtés le sont fréquemment grâce
aux écoutes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de beschadigingen aan huurwoningen" (nr. 2205)
04 Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
dégâts causés aux logements de location" (n° 2205)
04.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, mijn vraag
gaat over beschadigingen aan huurwoningen. Als een huurder zijn
huurprijs niet meer betaalt, ook al heeft hij daarvoor geen bepaalde
reden, of de eigenaar de woning niet terugkrijgt in de oorspronkelijke
staat, dus niet beschadigd, dan rijst er soms een probleem.

Als de huurder insolvabel is, kan de verhuurder heel weinig doen.

Ik weet dat dit probleem onder meer leeft bij sociale
huisvestingsmaatschappijen. Zij komen procentueel natuurlijk ook iets
meer in aanraking met insolvabele huurders. Nochtans is het heel
belangrijk om de mensen die in de sector werken en die bijzonder
goed werk leveren, gemotiveerd te houden. Dit is uiteraard niet alleen
een probleem van
de huisvestingsmaatschappijen, maar
verschillende sociale huisvestingsmaatschappijen vragen zich toch af
of er geen mogelijkheid is om in burgerlijke zaken met alternatieve
straffen te werken. Zij vinden dat dit probleem immers
maatschappelijk gezien iets ruimer voorkomt. Het heeft te maken met
verantwoordelijkheidsgevoel. Wie zijn verantwoordelijkheid ontloopt
en de huurprijs niet betaalt, komt er gewoon vanaf zonder een
herstelling van de beschadiging gewoon omdat hij insolvabel is.
Eigenlijk genieten zij dus van een feitelijke straffeloosheid.

Mevrouw de minister, ik heb hierover volgende vragen. Ik vermoed
dat deze problematiek u niet geheel onbekend is. Werkt u aan
maatregelen om hieraan daadwerkelijk iets te doen? Zo ja, wat is de
inhoud en stand van zaken daarvan? Is er een mogelijkheid om die
alternatieve straffen toe te laten in burgerlijke zaken, wat nu immers
voornamelijk in strafzaken gebeurt.
04.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Si un locataire ne paie plus
son loyer ou ne restitue pas le
logement dans son état initial, le
propriétaire dispose de peu de
moyens de recours lorsque le
locataire est insolvable.

Proportionnellement, les sociétés
de logements sociaux sont plus
fréquemment confrontées à des
locataires insolvables. Plusieurs
d'entre elles se demandent si pour
de tels cas on ne pourrait
envisager de recourir à des peines
de substitution. Dans la pratique
en effet, les locataires insolvables
bénéficient d'une impunité de fait.

La ministre élabore-t-elle actuelle-
ment des mesures pour remédier
à cette situation? Dans
l'affirmative, quel en est le contenu
et où en sont-elles? Des sanctions
de rechange peuvent-elles être
envi-sagées dans des affaires
civiles? Jusqu'à présent ce type de
sanction est surtout infligé au
pénal.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je
voudrais dire au préalable qu'en ce qui concerne le non-paiement des
loyers, il n'existe pas de dispositions pénales. On ne peut donc
évidemment pas parler, en la matière, de recherche de peines
alternatives - peine de travail ou peine d'intérêt général. Il existe une
sanction civile pour la récupération des loyers non payés ou, sur la
base de l'article 1382 du Code civil, pour tout dommage causé qui
mériterait une réparation. Puisque cela ne relève pas du Code pénal,
il n'y a pas de peines alternatives à mettre en évidence.
Personnellement, je ne vois absolument pas la nécessité ni l'avantage
de pénaliser la matière. On reste dans le contexte du Code civil et de
toutes les dispositions que comportent les lois concernant le non-
paiement des loyers, notamment l'expulsion. Etant donné que les
peines alternatives ne sont pas prévues, je ne comprends pas bien
votre approche.
04.02
Minister Laurette
Onkelinx: Wat de niet-betaling
van huur betreft, bestaan er geen
strafrechtelijke bepalingen. Men
kan het dan ook niet over
alternatieve straffen hebben. Er
bestaat een burgerrechtelijke
strafmaatregel en ik zie er
absoluut de noodzaak of het
voordeel niet van in om in
strafrechtelijke sancties te
voorzien.
04.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, men merkt dat men in burgerlijke zaken deze personen
niet op de een of andere manier voor hun verantwoordelijkheid kan
stellen. Een woning die men huurt geeft men terug in dezelfde staat.
Huisvestingsmaatschappijen zeggen me dat het frustratie opwekt. Zij
herstellen die woningen, maar eigenlijk gebeuren die herstellingen op
kosten van alle huurders.

Zij zeggen dat ze graag middelen in handen zouden hebben, niet om
te blijven proberen om de huurgelden te achterhalen. Men kan dat
04.03 Annemie Turtelboom
(VLD): A la fin du bail, les sociétés
de logements sociaux ne peuvent
pas contraindre les locataires à
restituer le logement dans son état
initial. C'est la raison pour laquelle
les réparations sont effectuées
aux frais des autres locataires. Les
sociétés souhaitent disposer de
davantage de moyens concrets
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
immers niet doen bij iemand die niet solvabel is. Ze zouden iets in
handen willen hebben om ervoor te zorgen dat die personen toch mee
opdraaien voor de schade en om hen te wijzen op het feit dat ze iets
gedaan hebben dat niet mag. We weten dat die mensen het op
gebied van inkomen een stuk moeilijker hebben en dat ze de
beschadigingen niet effectief kunnen betalen.

Dat is vooral de aard van mijn vraag. Bestaat er een mogelijkheid? Ik
weet dat het een burgerlijke zaak is en dat alternatieve straffen alleen
zijn toegestaan in strafzaken. Ik heb deze vraag reeds een paar keer
gekregen. De huisvestingsmaatschappijen zeggen dat ze de
problematiek kennen, dat ze dagelijks met die mensen werken en dat
ze weten dat het moeilijk is. Dat is immers vaak de reden waarom
deze mensen bij sociale huisvestingsmaatschappijen die woningen
verhuren aankloppen. De huisvestingsmaatschappijen vragen naar
een middel waarmee ze kunnen proberen om die huurders die een
inkomens- of financieel probleem hebben toch verantwoordelijk te
stellen voor het feit dat, als ze iets beschadigen, het moet worden
hersteld.
que la perception des loyers pour
régler ce problème. Souvent, les
personnes concernées ne sont
pas en mesure de payer les
réparations.

Y a-t-il une chance pour que des
peines de substitution soient
élaborées bien qu'il s'agisse en
l'espèce d'une affaire civile? Une
telle peine permettrait de rappeler
aux locataires confrontés à des
problèmes financiers quelles sont
leurs responsabilités.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: C'est la même chose pour le
non-paiement ­ le président va m'en vouloir parce que je prolonge la
réponse! ­ des loyers et pour toutes les créances impayées. C'est le
problème de l'insolvabilité. S'il y a organisation de l'insolvabilité, une
réponse pénale est alors possible et l'on peut jouer sur un tableau
plus large. Par contre, si l'insolvabilité n'est pas organisée, on se
trouve devant une impossibilité d'action.

Je suis prête à travailler avec les Régions puisque ce sont elles qui
sont principalement responsables pour la politique du logement. Vous
savez que nous avons créé une "task force logement" au niveau
fédéral pour soutenir les politiques régionales. Si des propositions
existent, je suis tout à fait favorable à les examiner. Mais, pour
l'instant, je n'ai vu aucune proposition.
04.04
Minister Laurette
Onkelinx: Indien er sprake is van
georganiseerd onvermogen is een
strafvordering mogelijk, maar er
kan niet worden ingegrepen als
het onvermogen niet werd
bewerkstelligd.

Ik ben bereid om met de
Gewesten, die hoofdzakelijk voor
het huisvestingsbeleid verant-
woordelijk zijn, samen te werken.
Maar tot nu toe heb ik nog geen
voorstel onder ogen gekregen.
04.05 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik weet dat het niet alleen een probleem is van huren en
verhuren, maar dat het ook in andere domeinen tot uiting komt. Ik
wilde eigenlijk gewoon proberen om een bepaalde problematiek die
leeft op de agenda te zetten. Misschien komen er in de toekomst
inderdaad voorstellen in die richting.
04.05 Annemie Turtelboom
(VLD): Ce problème apparaît
également dans d'autres
domaines. Je tenais à inscrire
cette question à l'ordre du jour
dans l'espoir que l'on proposerait
des solutions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Question de M. Eric Massin à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les justices de
paix dans le Hainaut" (n° 2209)
05 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
vredegerechten in Henegouwen" (nr. 2209)
05.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, madame la vice-
première ministre, je fais suite à une assemblée générale
extraordinaire des juges de paix et des juges au tribunal de police du
ressort de la cour d'appel de Mons qui s'est tenue le 28 mars 2003.
Cette assemblée n'était pas uniquement consacrée aux sièges de
justice de paix mais avait entre autres à l'ordre du jour l'opportunité de
supprimer certains sièges de justice de paix.
05.01 Eric Massin (PS): Op de
buitengewone algemene vergade-
ring van de vrederechters en
politierechters bij het hof van
beroep van Bergen, die op 28
maart 2003 plaatsvond, spraken
de deelnemers zich uit voor de
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Trois juridictions sont essentiellement concernées.
- La justice de paix du canton de Soignies-Le Roeulx puisque celle-ci
a deux sièges: l'un à Soignies et l'autre à Le Roeulx. Le siège du
Roeulx serait transféré à Soignies.
- La justice de paix du canton de Beaumont-Chimay-Merbes-le-
Château, laquelle a trois sièges, avec le transfert de Merbes-le-
Château à Beaumont.
- La justice de paix du canton Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, avec le
transfert du siège de Roucourt à Leuze-en-Hainaut.

L'assemblée s'est prononcée à l'unanimité en faveur de ces
modifications, lesquelles pourraient entraîner certains avantages.
D'une part, cela permettrait non seulement des économies non
négligeables pour le budget de l'Etat ­ ce qui pourrait satisfaire M.
Vande Lanotte ­ et ce, grâce à une diminution substantielle des frais
d'entretien des locaux, des frais d'infrastructure et d'équipement mais
aussi des frais de transport du personnel. D'autre part, le
regroupement pourrait accélérer la résolution des litiges puisque la
gestion des dossiers serait centralisée à un siège unique. Cela
éviterait donc des déplacements non seulement de personnel mais
aussi du juge de paix.

En outre, ces changements ne manqueraient pas d'intérêt pour le
justiciable car, actuellement, les implantations susceptibles de
transfert sont peu accessibles à la population qui ne dispose pas d'un
moyen de locomotion et connaissent de graves problèmes de vétusté
et de manque de place.

Le premier président de la cour d'appel de Mons vous a communiqué,
il y a quelques mois, une demande relative à ces transferts. Pourriez-
vous me renseigner sur l'état d'avancement du dossier et me faire
savoir si l'administration a déjà rendu un avis favorable en la matière?
overbrenging van de zetel van een
aantal vredegerechten: zo zou het
vredegerecht van Le Roeulx
worden overgebracht naar Zinnik,
dat van Merbes-le-Château naar
Beaumont en dat van Rocourt
naar Leuze-en-Hainaut. Het is de
bedoeling om op die manier te
besparen op kosten voor
onderhoud en infrastructuur en de
verplaatsingskosten van het
personeel te verminderen, de
rechtspleging te bespoedigen en
de zetel van het gerecht beter
bereikbaar te maken met het
openbaar vervoer.

De eerste voorzitter van het hof
van beroep van Bergen heeft u
hierover een brief geschreven.

Wat is de stand van zaken van het
dossier? Heeft de administratie al
een gunstig advies uitgebracht?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, le premier
président de la cour d'appel m'a effectivement adressé un courrier par
lequel il me faisait part des propositions adoptées par l'assemblée des
juges de paix et de police de son ressort.

Deux exigences doivent être conciliées. D'une part, une exigence de
justice de proximité et, d'autre part, une exigence de bonne gestion
des moyens financiers. La Justice a besoin de ce travail de
conciliation, d'équilibriste, entre ces intérêts différents. Autant je veux
privilégier l'argument de proximité, autant celui-ci ne peut nous
conduire à des situations absurdes ou particulièrement coûteuses.
J'ai donc demandé à mon administration d'examiner les différentes
propositions et de prendre les contacts nécessaires avec les autorités
judiciaires locales afin de dégager les solutions les plus
pragmatiques.

Le rapport de la direction générale de l'organisation judiciaire vient de
me parvenir et plaide pour la suppression des sièges de Merbes-le-
Château, Le Roeulx et Péruwelz.

Je dispose ici de quelques arguments tirés de ce rapport de la
direction générale. Je cite: "Le maintien des sièges en question n'est
ni de l'intérêt des justiciables, notamment parce qu'il en résulte
d'importantes pertes de temps au niveau du traitement des dossiers,
05.02
Minister Laurette
Onkelinx: De eerste voorzitter van
het hof van beroep heeft mij
hierover inderdaad een brief
gestuurd.

Het gerecht moet inderdaad
dichter bij de mensen staan, maar
tegelijk moeten ook de
beschikbare geldmiddelen goed
beheerd worden.

Ik heb het rapport van het
Directoraat-generaal Rechterlijke
Organisatie net ontvangen. Daarin
wordt gepleit voor de afschaffing
van de zetel van Merbes-le-
Château, van Le Roeulx en van
Peruwelz.

Volgens dit verslag is het behoud
van deze zetels noch in het belang
van de rechtsonderhorigen, omdat
het tot aanzienlijk tijdverlies bij de
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
ni de celui de l'Etat, vu les coûts engendrés en termes
d'infrastructures et de frais de déplacement. Ainsi, dans le cas du
canton de Soignies-Le Roeulx, le nombre des audiences qui se
tiennent au Roeulx est de une par mois contre trois pour Soignies. La
suppression de ce siège est donc de nature à accélérer le traitement
des dossiers qui en relèvent actuellement. La suppression des sièges
de Merbes-le-Château et de Péruwelz aura également un impact
positif bien que le nombre d'audiences mensuel est identique dans
chaque siège des cantons de Beaumont, Chimay et Merbes-le-
Château, et de Péruwelz-Leuze-en-Hainaut, parce que le juge de paix
pourra consacrer plus de temps au traitement du fond des dossiers et
que la centralisation est également de nature à avoir un impact positif
sur le travail du greffe. En termes de déplacement également, la
suppression des sièges de Merbes, Le Roeulx et Pérulwez ne sera
pas préjudiciable aux justiciables. Ainsi les distances séparant de
Beaumont les justiciables qui relèvent actuellement du siège de
Merbes ne seront pas plus grandes que celles que doivent couvrir
une partie des justiciables qui relèvent du siège de Beaumont. Enfin,
la suppression des trois sièges diminuera, de façon substantielle, les
coûts de fonctionnement des justices de paix concernées, notamment
les frais d'entretien des bâtiments, de chauffage, de location de
photocopieuses sous utilisées, etc. En outre, la centralisation se fera
sans inconvénient majeur étant donné que tant à Beaumont qu'à
Soignies et Leuze-en-Hainaut les infrastructures existantes suffiront."

Le rapport de l'administration semble être très clair en la matière.
behandeling van de dossiers leidt,
noch in het belang van de staat,
gelet op de infrastructuur-, reis- en
werkingskosten.

Wat de reisafstand betreft, zal de
afschaffing van deze zetels niet
nadelig zijn voor de
rechtsonderhorigen.

Bovendien zal de centralisering
zonder ernstige overlast
plaatsvinden, vermits de
bestaande infrastructuur zal
volstaan.
05.03 Eric Massin (PS): Monsieur le président, je remercie Mme la
ministre pour cette information. J'ai pris bonne note qu'il y avait donc
un rapport favorable à la demande de l'assemblée générale
extraordinaire des juges de paix et tribunaux de police. J'espère que
cela pourra se concrétiser rapidement et que les dispositions pourront
être prises en la matière ce qui, à mon sens, rencontrera l'exigence
non seulement des enveloppes budgétaires, puisque l'on se dirige
vers des économies et des diminutions de coûts, mais aussi de la
proximité des justiciables.
05.03 Eric Massin (PS): Gezien
het gunstige verslag hoop ik dat de
plannen voor de afschaffing snel in
de praktijk kunnen worden
gebracht. Dit zou tegemoetkomen
aan de budgettaire vereisten en
zou de rechtsonderhorigen verre
verplaatsingen besparen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Eric Massin à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les conseillers
religieux et moraux dans les prisons" (n° 2210)
06 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
religieuse en morele consulenten in de gevangenissen" (nr. 2210)
06.01 Eric Massin (PS): Madame la vice-première ministre, dans le
cadre de cette problématique, j'ai reçu comme beaucoup d'autres
parlementaires un courrier relatif aux conseillers religieux et moraux
qui exercent leur mission d'assistance morale et religieuse aux
détenus. Ce travail est important: c'est un soutien psychologique et
spirituel dans le monde carcéral. Il participe d'ailleurs pleinement à
l'humanisation des conditions de détention, lesquelles font d'ailleurs
l'objet d'une étude approfondie en commission de la Justice et de
projets et propositions qui ont été déposés. En 2002, une enquête a
révélé qu'environ 70% des détenus souhaitaient bénéficier d'une
assistance religieuse et morale. Je suppose que nonobstant
l'augmentation particulièrement importante de la population carcérale
en Belgique, nous en sommes toujours à cette même proportion de
06.01 Eric Massin (PS): Een
onderzoek dat in 2002 werd
gevoerd, bracht aan het licht dat
ongeveer 70% van de
gevangenen een beroep op
religieuze en morele bijstand
wenst te doen. De interlevens-
beschouwelijke werkgroep
"religieuze en morele bijstand aan
gevangenen" klaagt al jaren over
de te hoge werkdruk. Op dit
ogenblik omvat de personeels-
formatie een veertigtal opdrachten,
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
détenus souhaitant cette assistance, voire à un nombre plus élevé.

Le groupe de travail inter-philosophique d'assistance morale et
religieuse auprès des détenus constitué ­ je tiens à le signaler ­ de
représentants de tous les cultes reconnus et des communautés
philosophiques non confessionnelles ­ souligne depuis de
nombreuses années les difficultés qu'il y a à rencontrer les détenus et
avoir une charge de travail respectable pour tout le monde. Le cadre
actuel comprend une quarantaine de mandats, ce qui porte à peu
près à 225 le nombre de détenus par conseiller, qu'il soit aumônier,
conseiller musulman ou conseiller moral non confessionnel. Il est
évident que la qualité de l'aide et de l'écoute fournies diminuent
proportionnellement avec l'augmentation du nombre de détenus à
prendre en charge. Or, comme je vous le disais, les dernières
statistiques montrent une augmentation importante du nombre de
détenus en Belgique. La situation apparaît donc comme
préoccupante.

Dès lors, même si je sais que les contraintes budgétaires rendent
parfois les augmentations de cadre difficiles, allez-vous disposer des
moyens budgétaires permettant une extension de cadre et dans quel
délai? Cette extension respectera-t-elle les paramètres mis en
exergue fin 2001 par le groupe de travail inter-philosophique, à savoir
la fixation d'un quorum raisonnable pour les aides individuelles (la
charge de travail), la prise en compte de la demande des détenus,
l'harmonisation des statuts entre les conseillers des différents cultes
et ceux de la communauté non confessionnelle et la présence d'un
effectif minimum dans chaque service de base?
wat neerkomt op zo'n 225
gevangenen per consulent. De
gevangenisbevolking stijgt echter
nog en de toestand is dus
zorgwekkend.

Zal u over de nodige begrotings-
middelen beschikken om een
uitbreiding van de personeels-
formatie mogelijk te maken? Zo ja,
binnen welke termijn? Zal bij die
uitbreiding rekening worden
gehouden met de voorwaarden die
de interlevensbeschouwelijke
werkgroep naar voren schoof?
Meer bepaald ging het om de
vaststelling van een redelijk
quorum voor de individuele
hulpverlening, het in aanmerking
nemen van de vraag van de
gedetineerden, de onderlinge
afstemming van de statuten van
de consulenten van de verschil-
lende godsdiensten enerzijds en
van de niet-confessionele
consulenten anderzijds en de
aanwezigheid van een minimale
bezetting in elke basisdienst.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je partage
totalement l'analyse de M. Massin sur l'importance de l'assistance
morale et religieuse dans l'univers carcéral. Je discute beaucoup avec
des aumôniers et je connais le travail tout à fait remarquable qu'ils
accomplissent et le besoin qui existe dans ce domaine. Nous
sommes en train de discuter en commission de la Justice du projet
Dupont. Cela fait aussi partie de cet ensemble de droits et de devoirs
qui concernent les détenus.

En dehors même de la position du gouvernement sur le projet
Dupont, position qui est à l'ordre du jour du Conseil spécial de mardi
et mercredi, dans le cadre du contrôle budgétaire, j'ai déposé des
propositions pour rencontrer la demande du groupe de travail inter-
philosophique concernant l'augmentation du cadre. Nous saurons très
rapidement de quels moyens nous disposons pour cette assistance.
Dès que l'information aura été donnée, j'entamerai une négociation
avec le groupe de travail inter-philosophique pour déterminer
l'organisation du cadre des intervenants professionnels pour
l'assistance morale et religieuse.

Donc, je pense que dans quelques jours, nous pourrons y voir plus
clair en la matière.
06.02
Minister Laurette
Onkelinx: In de commissie voor
de Justitie bespreken we op dit
ogenblik het ontwerp-Dupont,
betreffende de rechten en de
plichten van de gedetineerden.
Deze aangelegenheid staat op de
agenda van de Ministerraad van
dinsdag en woensdag. In het
kader van het begrotingsjaar heb
ik voorstellen ingediend om
tegemoet te komen aan het
verzoek van de interlevens-
beschouwelijke werkgroep. We
zullen binnenkort weten over
welke middelen we beschikken en
dan kunnen we met de
interlevensbeschouwelijke werk-
groep onderhandelingen aan-
knopen om de formatie vast te
leggen.
06.03 Eric Massin (PS): Monsieur le président, je remercie Mme la
vice-première ministre de cette réponse. Je crois que rencontrer ce
type de demande est de l'intérêt de tous, compte tenu que cela
participe aussi d'une certaine pacification au sein de nos prisons. Il
n'est pas agréable d'avoir des révoltes de détenus car cela se
répercute aussi sur les personnes qui assurent et surveillent les
06.03 Eric Massin (PS): Iedereen
heeft er baat bij dat aan dergelijke
verzoeken een gunstig gevolg
wordt gegeven. Het draagt immers
ook bij tot het herstel van rust en
orde in de gevangenissen.
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
détentions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 2240 de M. Vanden Eynde est reportée.
07 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les dispositions
applicables aux établissements de jeux de hasard de classe I" (n° 2262)
- M. Jean-Luc Crucke à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les établissements de
jeux de hasard de classe I" (n° 2263)
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
wetsbepalingen die van toepassing zijn op kansspelinrichtingen van klasse I" (nr. 2262)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
kansspelinrichtingen van klasse I" (nr. 2263)
07.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, la loi du 7 mai 1999 sur les établissements de jeux de
hasard et la protection des joueurs précise, dans son article 8, que
"pour chaque jeu de hasard de classe 2 et de classe 3, le Roi fixe le
montant maximum de la mise, de la perte et du gain dans le chef des
joueurs et des parieurs". (...) "Il peut en outre fixer le montant
maximum de la perte que peut subir un joueur ou un parieur par
période de jeu à déterminer par Lui. Le Roi peut également
déterminer ces éléments pour les jeux de hasard exploités dans les
établissements de jeux de hasard de classe 1".

L'arrêté royal du 8 avril 2003, qui règle les techniques de
fonctionnement des jeux, précise dans son article 1, 7° que "tout
appareil servant aux jeux de hasard dans un établissement de jeux de
hasard de classe 1 doit avoir une perte horaire moyenne qui ne peut
pas dépasser 70".

Quand on voit ce qui s'est passé ce week-end, on se pose des
questions sur le nombre de joueurs qui s'y trouvent puisque les
montants sont largement supérieurs.

Cela dit, mes questions concernant ces établissements de classe 1
sont les suivantes. Pouvez-vous nous dire si ces dispositions sont
respectées? Combien d'agents sont-ils chargés de surveiller les
paramètres des compteurs électroniques des machines présentes
dans les huit établissements de classe 1? Exercent-ils des contrôles
inopinés ou conviennent-ils à l'avance de leur visite?

Ma seconde question a également trait aux jeux de hasard mais cette
fois de classe 2. La même loi du 7 mai 1999 précise en son article 34,
alinéa 2 le nombre total des établissements de jeux de hasard de
classe 2 autorisés et limité à 180. L'arrêté royal d'application du
22 décembre 2000 nous dit que "la base de distribution des
autorisations d'implantation des établissements au sein des
communes est le recensement de la population au 1
er
mars 1991 et la
classification des communes selon la nouvelle loi communale du
10 juillet 2000.

J'ai deux questions se rapportant à cet alinéa 2. D'abord, pouvez-vous
m'indiquer si le plafond des 180 établissements de classe 2 est bien
07.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Het koninklijk besluit van 8 april
2003 bepaalt dat het gemiddeld
uurverlies van een toestel voor
een kansspel in een inrichting
klasse II niet hoger mag zijn dan
70 euro. Wordt deze bepaling
nageleefd? Hoeveel ambtenaren
zijn belast met de controle?
Voeren ze onverwachte controles
uit of kondigen ze hun controles op
voorhand aan?

De wet van 7 mei 1999 bepaalt dat
het aantal inrichtingen klasse II
beperkt is tot 180. Volgens het
koninklijk besluit van 22 december
2000 gelden de volkstelling van
1 maart 1991 en de classificatie
van de gemeenten volgens de
nieuwe gemeentewet van 10 juli
2000 als verspreidingsbasis.
Wordt het plafond van 180
inrichtingen klasse II nageleefd? Is
dit ook het geval voor de huidige
verspreiding van deze inrichtingen
per soort provincie? Worden er
veel aanvragen tot toekenning van
een vergunning voor dergelijke
inrichtingen ingediend?

Verder bepaalt de wet nog dat
voor de exploitatie van een
inrichting klasse II een
overeenkomst moet gesloten
worden met de gemeente die
hierover de volle beslissings-
bevoegdheid heeft. Is dit niet
strijdig met de beperking van het
aantal inrichtingen? Zou een
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
respecté, ainsi que la répartition actuelle de ces établissements par
type de province? Ensuite, enregistre-t-on de nombreuses demandes
d'octroi de licence pour ce type d'établissements?

L'alinéa 3 de l'article 34 précise, lui, que "l'exploitation d'un
établissement de jeux de hasard de classe 2 doit s'effectuer en vertu
d'une convention à conclure entre la commune du lieu
d'établissement et l'exploitant. La décision de conclure une telle
convention relève du pouvoir discrétionnaire de la commune". C'est
ce terme "discrétionnaire" qui m'intéresse. J'ai pour ce faire quatre
questions.

L'article 34 parle de pouvoir discrétionnaire de la commune: dans
quelle mesure cette disposition n'est-elle pas en contradiction avec la
limitation du nombre d'établissements? En effet, ce nombre y est bien
fixé à 180.

Une commune de moins de 10.000 habitants violerait-elle cet article
et abuserait-elle de son pouvoir discrétionnaire en refusant de
conclure une seconde convention alors qu'il existe déjà dans la
commune un établissement de la même catégorie qui bénéficie d'une
telle convention?

Est-ce que la commune aurait le droit de dire non, parce qu'il y a déjà,
dans cette commune de moins de 10.000 habitants, un
établissement?

Est-il normal que la commission des jeux de hasard laisse poursuivre
l'exploitation d'une salle de jeux lorsque celle-ci s'est vu signifier par
la commune la dénonciation de la convention qui les liait?

Et enfin, de manière plus générale, mais aussi tout à fait concrète,
quels sont les moyens de contrôle actuellement disponibles afin de
faire appliquer cette législation?
gemeente met minder dan 10.000
inwoners misbruik maken van
haar volle beslissingsbevoegdheid
als ze weigert een tweede
overeenkomst te sluiten met
inrichting B terwijl ze met inrichting
A van dezelfde categorie reeds
een soortgelijke overeenkomst
gesloten heeft?
Is het normaal dat de
Kansspelcommissie toelaat dat
een speelzaal voort wordt
uitgebaat, terwijl de gemeente de
opzegging van de overeenkomst
tussen de speelzaal en de
gemeente betekende? Hoe kan op
de correcte toepassing van de
wetgeving worden toegezien?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai au total
neuf réponses pour ces deux questions.

Depuis le 1
er
février 2004, tous les appareils automatiques sont établis
dans les établissements de jeux de hasard de classe 1,
conformément à l'article 52 de la loi sur les jeux de hasard. Ils
disposent d'un agrément de la commission des jeux, sur la base
d'une approbation du modèle du service de métrologie. Autrefois, ces
appareils, dès leur établissement au 1
er
août 2003, étaient répertoriés
sous le label "présomption de conformité" que l'exactitude de la perte
horaire moyenne fixait à 70.

En dehors des services de contrôle habituels, au sujet desquels je
m'exprimerai plus tard, et en raison de la complexité technique, c'est
ici principalement le service de métrologie qui est actif. Il y a une
cellule jeux de hasard au sein du SPF Affaires économiques,
comprenant cinq ingénieurs. Les casinos ne sont pas prévenus des
contrôles.

La commission des jeux de hasard reçoit, jour après jour, des
informations sur l'exploitation des machines, grâce à un système
informatique protégé. La commission peut ainsi contrôler le respect
de la perte horaire.
07.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Sinds 1 februari 2004
beschikken alle automatische
toestellen van de kansspel-
inrichtingen klasse I over een
erkenning van de Kansspel-
commissie. Vroeger kregen die
toestellen het label "vermoeden
van overeenstemming". Het ging
om toestellen waarmee men
gemiddeld 70 per uur kon
verliezen. Voornamelijk de dienst
metrologie is actief op dat vlak. De
casino's worden niet vooraf van de
controles op de hoogte gebracht.
De Kansspelcommissie krijgt de
gegevens over de uitbating van de
toestellen via een beschermd
informaticasysteem.

Het maximum van 180 inrichtingen
klasse II is bij wet vastgesteld. Op
dit ogenblik zijn 165 vergunningen
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Pour ce qui concerne votre deuxième grande question concernant le
fonctionnement et la gestion des établissements de jeux de classe 2
et les modalités de demande de la licence de classe B, le plafond des
180 établissements de classe 2 est une limite fixée par une loi. En ce
moment, 165 licences classe B ont été attribuées. On ne prévoit pas,
pour l'instant, une répartition par province du nombre maximum
d'établissements autorisés classe 2. Le chapitre 4 de l'arrêté royal du
22 décembre 2000, relatif au fonctionnement des établissements des
jeux de hasard classe 2, qui prévoyait une répartition par commune, a
été cassé par l'arrêt du Conseil d'Etat du 20 janvier 2003.

Jusqu'à présent, 539 dossiers ont été ouverts pour la demande d'une
licence classe B. La conclusion d'une convention et l'octroi d'une
licence classe B sont deux choses totalement différentes. Deux
autorités différentes en ont la compétence. La conclusion d'une
convention est la première étape pour obtenir une licence classe B,
mais cela ne signifie pas nécessairement qu'une licence sera
octroyée. Il y a de nombreux autres éléments qui, lors de l'examen
d'un dossier, sont contrôlés: possibilités financières, exigences de la
fonction, etc.

Les idées pour la reprise des dispositions concernant le nombre
maximum d'établissements classe 2 autorisés et la convention
communale sur les jeux de hasard sont tout à fait différentes.
L'objectif de la première était de geler une situation existante de
manière légale. Avec la deuxième, on voulait donner aux autorités
communales une compétence supplémentaire pour le contrôle des
jeux automatiques.

En ce qui concerne la répartition géographique, vu l'annulation par le
Conseil d'Etat, un tel critère ne peut plus être possible.

Avant d'octroyer une licence classe B, la convention, y compris son
contenu, conclue entre la commune où est fixé l'établissement des
jeux de hasard et le demandeur est examinée. S'il n'y a pas de
convention, la licence ne peut être octroyée. Une telle convention est
un contrat entre deux parties. Quand ce contrat manque, la
commission des jeux de hasard n'est pas toujours mise au courant si
bien que dans un dossier spécifique, il se peut que l'absence d'une
convention n'ait pas toujours la suite nécessaire, comme le retrait de
la licence.

Enfin, le contrôle sur les jeux de hasard relève de la compétence de
la police locale. La commission dispose aussi d'une propre cellule de
contrôle qui comprend des officiers de police judiciaire assistés de
quatre conseillers adjoints.
klasse B toegekend. Op dit
ogenblik wordt niet gedacht aan
een provinciale verdeling van het
maximumaantal instellingen
klasse II. De verdeling per
gemeente werd door een arrest
van de Raad van State vernietigd.

Tot op heden werden 539
aanvraagdossiers voor een
vergunning klasse B geopend.

De bepalingen betreffende het
maximumaantal instellingen
klasse II strekten ertoe een
bestaande toestand bij wet vast te
leggen, terwijl de overeenkomsten
met de gemeenten de bedoeling
hadden het gemeentelijke niveau
ruimere bevoegdheden inzake de
controle op de kansspelen toe te
kennen.
Vooraleer een vergunning klasse
B wordt toegekend, wordt de
overeenkomst onder de loep
genomen. Het is niet omdat er een
overeenkomst is dat automatisch
een vergunning wordt afgegeven.
Bij gebrek aan overeenkomst kan
de vergunning echter niet worden
toegekend. De kansspelen-
commissie wordt niet altijd op de
hoogte gebracht zodat aan het
ontbreken van enige overeen-
komst niet altijd het nodige gevolg
wordt gegeven.

Het toezicht behoort tot de
bevoegdheid van de lokale politie.
De commissie beschikt ook over
een eigen controlecel.
07.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je remercie la
ministre pour sa réponse. J'ai bien compris qu'il n'y avait pas, vu la
jurisprudence du Conseil d'Etat, de possibilité d'établir un maximum
par province. Je pense d'ailleurs que certains problèmes sont très
spécifiques sur le plan régional ou plutôt frontalier; en effet, c'est
souvent dans les zones frontalières que se situent ces maisons de
jeux et en nombre assez important, ce qui a aussi des répercussions
sur l'environnement immédiat de ces maisons.

Effectivement, s'il n'y a pas de convention, il n'y a pas d'attribution de
07.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Het is dus niet mogelijk om een
maximum aantal per provincie vast
te leggen. Die speelhuizen
bevinden zich echter vaak in de
grensstreken waar zij nogal talrijk
zijn, met de voorspelbare gevolgen
voor hun omgeving.

Ik heb inlichtingen in mijn bezit, die
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
licence. Toutefois, je dispose de renseignements, que je
communiquerai à Mme la ministre, concernant le cas bien précis
d'une maison de jeux qui continue à fonctionner alors qu'il n'y a plus
de convention, et où je pense qu'il faudrait intervenir.
ik u zal meedelen, over een
speelhuis dat open blijft terwijl er
geen overeenkomst meer is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
justitiehuizen" (nr. 2296)
08 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
maisons de Justice" (n° 2296)
08.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, in december 2003 hebt u aangekondigd een
evaluatie te zullen maken van de werklast in de verschillende
justitiehuizen die een concept zijn uit de periode post-
Octopusakkoorden die in 1997-1998 tot stand zijn gekomen en een
wettelijke basis hebben gekregen. Deze justitiehuizen spelen een
belangrijke rol in het hergroeperen van alle parajustitiële activiteiten.
Tal van taken werden aan de justitiehuizen toegewezen. Voor de
evaluatie werd een timing van begin 2004 vooropgesteld.

Mevrouw de minister, is het rapport beschikbaar en kan het aan de
Kamer worden meegedeeld?

Ten tweede, er is heel wat te doen inzake de personeelsbezetting in
de justitiehuizen. U zult zich wel herinneren dat ik dit punt reeds
verscheidene malen heb aangekaart naar aanleiding van alarmerende
berichten dat taken niet tijdig konden worden uitgevoerd, onder meer
de sociale onderzoeken in burgerlijke zaken. Dit geeft aanleiding tot
schrijnende situaties waarbij sociale enquêtes in kort gedingen en
echtscheidingsprocedures heel lang op zich laten wachten. Een ander
voorbeeld zijn de werkstraffen - waarvoor de medewerking van
justitieassistenten noodzakelijk is - die niet kunnen worden aangevat
bij gebrek aan voldoende personeel. Wat is de stand van zaken met
betrekking tot de personeelsbezetting zowel contractuelen als
statutairen. Ik heb geleerd dat er op dit punt een verschil is tussen het
wettelijk land en het werkelijke land. De ambten zijn dikwijls ingevuld
maar de betrokken personeelsleden zijn in loopbaanonderbreking.
Hoeveel mensen werken er fulltime of deeltijds, hoeveel mensen
maken gebruik van loopbaanonderbreking wegens allerlei redenen?
Hoeveel mensen worden effectief vervangen?

Ten derde, de vraag over de caseload staat ook in funtie met de
evaluatie. Hebben we zicht op de werklast van de verschillende
justitiehuizen en ­assistenten? Kunnen we meten hoeveel mensen
zich bezig houden met slachtofferbegeleiding of begeleiding van
degenen die een straf moeten uitvoeren?

Ten vierde, een meer algemene vraag. Wat zijn de perspectieven
voor de toekomst en de informatisering van onze justitiehuizen, ook
een cruciaal element?
08.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
La ministre avait annoncé, fin de
l'année dernière, une évaluation
de la charge de travail dans les
maisons de justice. Cette
évaluation a-t-elle entre-temps été
clôturée?

En raison du manque permanent
de personnel dans les maisons de
justice, les missions ne peuvent
être clôturées dans les délais
impartis, ce qui crée des
problèmes, en particulier en ce qui
concerne les enquêtes sociales
menées dans le cadre des référés
et des procédures de divorce. En
outre, il est souvent impossible de
faire débuter les peines de travail
en temps voulu car la collaboration
d'un assistant de justice est
nécessaire à cet effet.

La ministre pourrait-elle fournir un
aperçu de l'effectif de personnel
actuel dans les maisons de
justice? Quelle est la répartition
entre les statutaires et les
contractuels et entre les temps
pleins et les temps partiels? Le
personnel en interruption de
carrière est-il effectivement
remplacé? Comment la charge de
travail concrète est-elle calculée?
Où en est l'informatisation des
maisons de justice?
08.02 Minister Laurette Onkelinx: Het evaluatierapport waarnaar in
de vraag wordt verwezen, handelt over de toepassing van de
werkstraf en niet over de globale werklast van de justitiehuizen. Het
evaluatierapport over de werkstraf zal in de komende weken aan de
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le rapport d'évaluation
auquel fait allusion M. Vandeurzen
traite de l'application de la peine
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Kamer worden bezorgd.

Eerst en vooral verwijs ik naar mijn algemene beleidsnota van
12 november 2003 waarin ik meedeelde te zullen werken aan de
verdere uitbouw van de justitiehuizen. Op personeelsvlak betekent dit
dat reeds een eerste rekruteringsplan voor de justitiehuizen werd
uitgewerkt in oktober 2003. Dit plan voorzag onder meer in de
aanwerving van 48 justitieassistenten, 24 in elke taalrol. Velen zijn
ondertussen reeds aangeworven en voor enkelen is de
rekruteringsprocedure nog lopende. Er wordt momenteel gewerkt aan
een tweede rekruteringsplan voor een bedrag van 1 miljoen euro,
ongeveer 28 contracten. Dit zullen overwegend
vervangingscontracten zijn.

Tot slot gaf ik mijn administratie de opdracht te werken aan een derde
rekruteringsplan. Bij dit derde rekruteringsplan zal rekening worden
gehouden met de personeelsbehoeften die ontstaan zijn ten gevolge
van de evoluties in het aantal opdrachten, het
informatiseringsprogramma van de justitiehuizen en de aanstelling
van de coördinatoren voor alternatieve maatregelen.

Wat de werklast betreft, wordt heden nagegaan of een degelijk
meetinstrument kan worden ontwikkeld om de concrete werklast te
meten. Tevens wordt onderzocht of er financiële middelen zijn om de
ontwikkeling van een dergelijk meetinstrument toe te vertrouwen aan
een externe dienst. In ieder geval sta ik erop dat van dit
werklastdossier een prioriteit wordt gemaakt.

Wat de aanstelling van de coördinatoren betreft, is een ontwerp van
ministerieel besluit uitgewerkt dat voorziet in een procedure van hun
aanstelling, overeenkomstig artikel 14 van het KB van 13 juni 1999 tot
vaststelling van sommige geldelijke en administratieve bepalingen
voor de personeelsleden van de justitiehuizen. Dit ontwerpbesluit
wordt deze week door het directiecomité van de FOD Justitie
besproken en dan verder voor advies bezorgd aan de inspecteur van
Financiën. Daarna zullen de nodige adviezen, zoals van de Raad van
State, zo snel mogelijk gevraagd worden. In samenwerking met de
directeur van de stafdienst Informatica zal worden nagegaan welke de
personeelsbehoeften zijn om dit programma in alle Justitiehuizen vlot
te laten werken.
de travail et non de la charge de
travail totale des maisons de
justice.

Dans ma note de politique
générale du 12 novembre 2003,
j'ai souligné que le développement
du système des maisons de
justice serait poursuivi. En octobre
2003, un premier plan de
recrutement a été mis en oeuvre. Il
a pourvu au recrutement de 48
assistants de justice, soit 24 dans
chaque rôle linguistique. La
grande majorité d'entre eux est
déjà recrutée et, pour les autres, la
procédure est en cours. Un
deuxième plan de recrutement est
en voie de réalisation pour un
montant d'un million d'euros,
réparti entre 28 nouveaux
contrats, essentiellement des
contrats de remplacement. Je vais
prochainement charger mon
administration de s'occuper d'un
troisième plan de recrutement, qui
tiendra compte de l'évolution des
diverses missions, du programme
d'informatisation et de la
désignation de coordinateurs pour
les mesures de substitution.

Nous étudions la manière dont la
charge de travail concrète peut
être mesurée objectivement. Cette
recherche d'un instrument de
mesure solide sera éventuelle-
ment confiée à une firme privée, si
nous parvenons à dégager les
moyens nécessaires à cet effet. La
mesure de la charge de travail
constitue pour moi une priorité.

En ce qui concerne la désignation
de coordinateurs, un projet
d'arrêté ministériel a été réalisé. Il
sera débattu cette semaine en
Comité de direction du SPF
Justice puis transmis pour avis à
l'Inspection des Finances et au
Conseil d'Etat. En collaboration
avec le directeur du staff
informatique, nous examinerons
l'impact de l'informatisation sur les
besoins en personnel.
En ce qui concerne le nombre de mandats, je possède un tableau que
je vous ferai distribuer.
Ik zal een tabel in verband met het
aantal posten laten ronddelen.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Het is de bedoeling om het SIPAR-project inzake de informatisering
van de justitiehuizen tegen het einde van 2004 in alle justitiehuizen te
introduceren. Het project loopt al in een aantal justitiehuizen, maar
enkele aanpassingen en bijsturingen blijken nog noodzakelijk.
Momenteel wordt er gewerkt aan een richtlijn die de uniforme
toepassing en de praktische uitwerking van het project moet
verzekeren.

Dans le courant du mois de janvier dernier, un directeur de maison de
justice a été chargé de la tâche spécifique de préparer l'introduction
officielle du système et de son suivi.
Le projet d'informatisation "Sipar"
devra être introduit dans toutes les
maisons de justice pour la fin
2004. Le projet fonctionne déjà
dans un certain nombre de
maisons de justice mais quelques
corrections apparaissent néces-
saires. Une directive sur
l'application uniforme et le
fonctionnement pratique du projet
est également en préparation.
08.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik dank uiteraard de minister voor het
uitvoerige antwoord. Ik ben zeer dankbaar voor de cijfers die we
dadelijk wellicht op onze bank zullen krijgen. Ik denk dat niemand hier
moet overtuigd worden van het cruciale belang van goedwerkende
justitiehuizen in het hele concept van een vernieuwde dynamiek in
justitie en de aansluiting op alles wat het parajustitiële en de inzet van
het maatschappelijk werk binnen justitie betreft.

Ik ga even rustig het antwoord evalueren. Ik hoop alleen dat de
werklastmeting, een belangrijk instrument om op een objectieve
manier de personeelsbezetting en de inzet van de middelen te kunnen
evalueren, niet te lang op zich zal laten wachten. We kunnen hier
natuurlijk in veel slogans spreken, maar het zou toch beter zijn dat we
dat doen op basis van de juiste cijfers. In dat verband kijk ik uiteraard
ook met belangstelling uit naar het rapport, dat blijkbaar alleen gaat
over het stuk werkstraffen en justitiehuizen.
08.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
J'espère que l'on procédera le plus
rapidement possible à la mesure
de la charge de travail. Il s'agit en
effet d'un instrument utile pour
pouvoir constater les besoins en
matière de personnel et de
moyens financiers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Question de M. Pierre-Yves Jeholet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
requête contradictoire comme acte introductif d'instance et la notification par pli judiciaire des
décisions de justice" (n° 2297)
09 Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
verzoekschrift op tegenspraak als akte van rechtsingang en de kennisgeving van rechterlijke
beslissingen bij gerechtsbrief" (nr. 2297)
09.01 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, madame la
vice-première ministre, nous sommes à la veille d'un Conseil des
ministres très important, car il tentera de répondre aux problèmes de
sécurité et de justice, des préoccupations essentielles pour nos
citoyens. L'accès à la justice, plus particulièrement la réduction du
coût de cette dernière pour le justiciable, est un élément essentiel.

Ma question concerne l'état des discussions relatives à la requête
contradictoire comme acte introductif d'instance et la notification par
pli judiciaire des décisions de justice. En effet, dans la presse,
notamment la presse spécialisée, sont parus certains échos à ce
sujet.

Dans un premier temps, une des solutions annoncées consisterait à
favoriser la requête contradictoire comme acte introductif d'instance et
la notification par pli judiciaire des décisions de justice devant les
juridictions du travail, alors que la déclaration gouvernementale ne fait
aucune référence à la notification.
09.01 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Hoewel er daarover in het
regeerakkoord niets te lezen staat,
zou men overwegen het gebruik
van het verzoekschrift op
tegenspraak als akte van
rechtsingang te bevorderen,
alsook de kennisgeving bij
gerechtsbrief van beslissingen van
de arbeidsrechtbank. De vraag
rijst of die hervorming wel efficiënt
zal zijn: 30 tot 35% van de
gerechtsbrieven worden door de
geadresseerden niet afgehaald.

Hoe zit het met de
rechtszekerheid, aangezien het
verzoekschrift op tegenspraak en
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Il est toutefois important de ne pas déplacer les problèmes. En effet,
une question qui se pose concerne la sécurité juridique et l'efficacité
de cette éventuelle réforme, quand on sait que 30 à 35% des plis
judiciaires ne sont pas réclamés par leurs destinataires.

Un autre problème concerne le surcroît de travail pour des greffes,
parfois déjà débordés, dans la mesure où le travail des huissiers de
justice sera pour partie, à tout le moins, réalisé par eux. Il y a donc
une question de coût, que ce soit en matière de personnel, de
matériel bureautique ou informatique, mais aussi une question
d'accès aux différentes banques de données.

Enfin, les huissiers de justice sont inquiets, non seulement pour
l'avenir de leur profession en général, mais surtout pour les
personnes qu'ils emploient. On sait en effet qu'il y a aujourd'hui 500
huissiers de justice en Belgique et que le personnel employé par ces
huissiers représente quelque 3.000 personnes. A terme, ce sont plus
de 40% des activités des huissiers de justice qui seraient menacés si
la réforme devait être généralisée, avec les conséquences que l'on
peut facilement imaginer en ce qui concerne l'emploi, mais aussi la
qualité des services fournis par les huissiers en l'absence de
personnel compétent en suffisance.

Je voudrais vous poser quelques questions.

Avez-vous des garanties à fournir en ce qui concerne la sécurité
juridique, dans la mesure où la requête contradictoire et la notification
par pli judiciaire n'offrent pas les mêmes garanties que la citation et la
signification par huissier de justice?

Avez-vous envisagé des solutions au problème de l'accroissement de
travail pour les greffes? En termes de coûts, y a-t-il déjà aujourd'hui
des hypothèses chiffrées?

Avez-vous pris en considération l'impact de cette éventuelle réforme,
non seulement en ce qui concerne la profession d'huissier de justice
en elle-même, mais aussi en ce qui concerne le personnel qui
travaille pour ceux-ci? Je sais que vous avez eu des discussions avec
eux. Où en sont-elles?
de gerechtsbrief niet dezelfde
waarborgen bieden als de
dagvaarding en de betekening bij
gerechtsdeurwaarder?

Heeft u al oplossingen overwogen
voor het probleem van de toevloed
van werk voor de griffies, die de
taken van de gerechts-
deurwaarders gedeeltelijk zouden
moeten overnemen? Beschikt u al
over becijferde hypotheses wat de
kosten betreft?

Heeft u rekening gehouden met de
gevolgen van die eventuele
hervorming voor de gerechts-
deurwaarders en voor de circa
3.000 personeelsleden die zij
tewerk stellen? Hoe zit het met de
besprekingen die u daarover met
hen heeft gevoerd?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Jeholet, la déclaration gouvernementale précise qu'un des objectifs
essentiels de cette législature est de faciliter l'accès à la justice. Parmi
les mesures à prendre à cette fin, il faut envisager la généralisation de
l'introduction de l'action par requête.

Dans ce cadre, je travaille sur un avant-projet de loi visant à
généraliser l'utilisation de la requête contradictoire, mais dans toutes
les matières qui relèvent de la compétence des juridictions du travail.
Cet avant-projet prévoit également que la notification par le greffe des
décisions par pli judiciaire fera courir le délai pour introduire un
recours. Si ce point ne figure pas expressément dans la déclaration
gouvernementale, il ne s'agit que du prolongement logique de
l'extension de l'utilisation de la requête.

J'ai invité, dès la fin décembre, la Chambre nationale des huissiers de
justice à me transmettre ses remarques et observations sur ce projet,
09.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Het gerecht
toegankelijker maken voor de
burger is een van de prioritaire
doelstellingen van de regering
voor deze regeerperiode. Zo staat
het in de regeringsverklaring. Dat
kan bijvoorbeeld door het
veralgemeend gebruik van het
verzoekschrift om de vordering in
te leiden.

Ik bereid momenteel een
voorontwerp van wet voor dat
ertoe strekt het gebruik van het
verzoekschrift op tegenspraak te
veralgemenen voor alle materies
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
ce qu'elle a fait.

Mon cabinet est par ailleurs en contact régulier avec la Chambre
nationale des huissiers. De plus, les huissiers sont en contact régulier
avec beaucoup d'acteurs importants du gouvernement et du
parlement.

L'huissier de justice a incontestablement un rôle fondamental à jouer
dans l'administration de la justice. Il n'a jamais été dans mes
intentions de minimiser ce rôle. Il m'apparaît, dès lors, qu'il est
prématuré d'envisager les conséquences sociales que pourrait avoir
la réforme en projet sur les études d'huissiers avant qu'une réflexion
de fond sur l'avenir de la profession n'ait été menée.

De plus, l'avant-projet de réforme se limite aux matières qui relèvent
de la compétence des juridictions du travail. Or, il est important de
noter qu'un nombre important des dossiers introduits devant ces
juridictions concerne le recouvrement des cotisations dues à l'ONSS.
Cet office dispose du pouvoir de contrainte, c'est-à-dire qu'il peut se
décerner à lui-même un titre exécutoire, lequel est alors signifié par
exploit d'huissier dans les formes d'un commandement de payer. Si le
débiteur ne fait pas opposition à la contrainte, l'exécution se poursuit.
Il s'agit pourtant d'un moyen peu utilisé par l'Office national. Une
réflexion à ce sujet est actuellement en cours entre l'ONSS et les
ministres compétents.

En ce qui concerne les droits de la défense, la requête contradictoire
est un instrument qui a déjà largement fait ses preuves. Il n'y a qu'à
penser à ce qu'il est convenu d'appeler le petit contentieux conjugal
devant le juge de paix, aux litiges locatifs, aux procédures civiles
devant le tribunal de la jeunesse, au contentieux en matière de
sécurité sociale, ainsi que nombre d'autres procédures particulières
qui autorisent déjà le recours à la requête contradictoire. Dans toutes
ces procédures, l'expérience s'est révélée être plus que concluante.

Je relève au passage que le Code judiciaire attache, par ailleurs, des
conséquences procédurales très importantes à plusieurs décisions ou
actes envoyés par pli judiciaire. Je songe notamment aux fixations
unilatérales qui interviennent sur pied des articles 751, 747 § 2 du
Code judiciaire et qui sont notifiés par pli judiciaire aux parties. Il sera
par ailleurs prévu que le demandeur devra joindre en annexe à celles-
ci, un document officiel faisant preuve du domicile de la personne à
convoquer. Cette même obligation sera d'application pour la
notification. Ces éléments assureront un niveau élevé de sécurité
juridique tout en rendant la requête et la notification gratuites.

Les droits de la défense ne sont donc nullement mis en péril.

Je précise, par ailleurs, qu'en cas de doute sur l'adresse de la
personne à convoquer, il sera toujours possible d'avoir recours à la
citation. Mais il appartiendra au demandeur de justifier ce choix au
moment de la condamnation aux dépens.

En outre, les juridictions du travail sont habituées de longue date à
l'utilisation de la requête.

Enfin, il convient de souligner que tant la requête que la notification ­
je l'ai déjà dit ­ sont gratuites pour les parties.
waarvoor de arbeidsrechtbank
bevoegd is. De termijn voor het
instellen van hoger beroep gaat in
met de kennisgeving door de
griffie, bij gerechtsbrief, van de
uitspraak van de rechter. Dat ligt
logischerwijze in het verlengde van
het verruimde gebruik van het
verzoekschrift.

Op mijn verzoek heeft de
Nationale Kamer van Gerechts-
deurwaarders van België mij haar
opmerkingen over de ontwerptekst
overgezonden. Het is nooit mijn
bedoeling geweest de funda-
mentele rol van de gerechts-
deurwaarder te minimaliseren. Het
is zeker voorbarig om de mogelijke
sociale gevolgen van de
hervorming te gaan becijferen. De
hervorming beperkt zich overigens
tot het ressort van de
arbeidsrechtbanken. Een groot
aantal van de dossiers die bij deze
rechtbanken aanhangig gemaakt
worden, betreft de invorderingen
van RSZ-bijdragen. De RSZ kan
echter zelf bevelschriften
uitvaardigen, die bij deurwaarders-
exploot worden betekend.

Wat de rechten van de
verdediging betreft, is het
verzoekschrift op tegenspraak een
instrument dat zijn deugdelijkheid
al ruimschoots bewezen heeft.
Overeenkomstig het Gerechtelijk
Wetboek hebben een groot aantal
beslissingen of akten waarvan
kennisgeving geschiedt bij
gerechtsbrief, zeer belangrijke
procedurele gevolgen.

Als er twijfel bestaat over het
adres van de persoon die moet
worden opgeroepen, kan altijd nog
gewoon gedagvaard worden.

De arbeidsrechtbanken maken
allang gebruik van het
verzoekschrift.

Verzoekschrift en kennisgeving
zijn gratis voor de gedingvoerende
partijen.

Het verzoekschrift en de
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21

Je suis convaincue que l'utilisation de la requête et la notification au
contentieux relevant de la compétence du tribunal du travail sont des
mesures concrètes qui assureront un accès plus simple et moins
onéreux à la justice pour le citoyen.

Quant à la question concernant le personnel des greffes, j'ai demandé
à tous les tribunaux du travail et à toutes les cours du travail du pays
de même que leur greffe qu'ils me fournissent leurs remarques et
observations à cet égard. Sur la base de ces réponses, les
adaptations de cadre nécessaires seront, bien entendu, réalisées.
kennisgeving vallen onder de
bevoegdheid van de
arbeidsrechtbank, wat de toegang
tot de rechtspraak eenvoudiger en
goedkoper maakt.

Ik heb alle arbeidsrechtbanken en
­hoven evenals hun griffies
verzocht mij hun opmerkingen
over te maken; op basis van hun
antwoorden zullen de nodige
aanpassingen van de
personeelsformaties gebeuren.
09.03 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, je remercie
Mme la ministre pour toutes ces précisions. Je prends note qu'il s'agit
uniquement, dans l'avant-projet, des juridictions du travail. Elle a
rappelé le rôle fondamental des huissiers de justice dans la bonne
administration de la justice. Nous aurons l'occasion de débattre
prochainement de l'efficacité de cette réforme, mais aussi de la
qualité du service et de la garantie d'un niveau élevé de sécurité
juridique par rapport à ce problème.

Je suppose que pour la mise en oeuvre de cette réforme, les contacts
seront maintenus avec les huissiers de justice. En effet, en ce qui
concerne l'accès à la justice, il y a peut-être aussi d'autres mesures
ou d'autres réformes. Je pense notamment à la défiscalisation totale
ou partielle de la citation. Nous aurons l'occasion d'en rediscuter.
09.03 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Ik veronderstel dat men de
contacten met de gerechtsdeur-
waarders zal blijven onderhouden.
Wat de toegang tot de rechtspraak
betreft, bestaan er wellicht nog
andere maatregelen, zoals de
gehele of gedeeltelijke defiscali-
sering van de dagvaarding.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la peine
autonome de travail" (n° 2299)
10 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
autonome werkstraf" (nr. 2299)
10.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, vous n'êtes pas sans savoir que la loi du 17 avril 2002
instaurant la peine de travail comme peine autonome en matière
correctionnelle et de police pose certains problèmes d'application.
C'est dans le but de mieux cerner ces problèmes et de pouvoir y
remédier le plus rapidement possible que la loi du 17 avril 2002 a
prévu dans ses dispositions finales, la réalisation d'un rapport
d'évaluation 18 mois après l'entrée en vigueur de la loi. Vous-même,
madame la ministre, avez fait mention de ce rapport et de son dépôt
dans votre note de politique générale le 12 novembre 2003.

Les problèmes rencontrés sont les suivants. Tout d'abord, les
assistants de justice se plaignent du manque de moyens mis à leur
disposition pour leur permettre d'assurer le suivi des condamnations à
une peine de travail. Ce même problème de manque de moyens se
pose pour le service d'encadrement des mesures judiciaires
alternatives (SMJA) dans la recherche des lieux où la peine de travail
pourrait être prestée. Un autre problème criant concerne le manque
d'évaluation régulière de la peine autonome de travail. En effet, alors
qu'une telle évaluation existait pour le travail d'intérêt général et était
réalisée par les assistants de justice, elle n'existe plus pour la peine
10.01 Marie Nagy (ECOLO): De
wet van 17 april 2002, tot invoering
van de werkstraf als autonome
straf in correctionele zaken en in
politiezaken, voorzag in de
opmaak van een evaluatieverslag
18 maanden na de inwerking-
treding van de wet.

Hoe staat het met
het
aangekondigde verslag, dat begin
dit jaar aan de Kamer van
volksvertegenwoordigers moest
worden voorgelegd?

De justitieassistenten en de steun-
dienst alternatieve maatregelen
(SAM) doen hun beklag over het
gebrek aan middelen. Bent u van
plan hen bijkomende middelen toe
te kennen? Op welke termijn?
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
de travail.

Enfin, l'application de la peine autonome de travail pose un autre
problème lié au lieu où celle-ci peut être exécutée. Le lieu d'exécution
a été limité, dès la création du travail d'intérêt général, aux institutions
publiques et aux associations sans but lucratif. Mais le nombre de ces
institutions et associations est limité; or, la peine autonome de travail
est de plus en plus souvent prononcée. A ce propos, les travaux
préparatoires de la loi de 1994 introduisant le travail d'intérêt général
dans notre législation envisageaient déjà la nécessité d'élargir le
champ d'exécution de cette peine. Sauf à risquer de voir l'exécution
de ces peines retardée de plusieurs mois ­ ce qui dénaturerait
complètement la loi ­, il est maintenant urgent de prévoir une telle
extension.

Puisque dans votre note de politique générale, vous vous êtes
engagée à modifier, le cas échéant, la réglementation existante
concernant la peine autonome de travail, je souhaiterais obtenir une
réponse aux questions suivantes.

- Qu'en est-il du rapport annoncé et devant être déposé à la Chambre
des représentants au début de cette année?
- Quant au manque de moyens des assistants de justice et du SMJA
dans le cadre de la peine autonome de travail, avez-vous prévu de
dégager un budget supplémentaire? Dans quelle mesure?
- En ce qui concerne l'évaluation de la peine de travail autonome,
outre le rapport devant être déposé, comment comptez-vous assurer
le suivi régulier de l'application de cette peine? Qui comptez-vous
charger de cette mission et avec quels moyens?
- En ce qui concerne le manque de lieux de prestation, ne serait-il pas
possible d'élargir le champ des lieux de prestation aux lieux financés
par l'argent public? Sinon, quelles autres solutions envisagez-vous?

Met welke andere instrumenten
dan het evaluatieverslag denkt u
nauwlettend op de toepassing van
deze straf toe te zien? Aan wie zal
u deze opdracht toevertrouwen en
in welke middelen zal u voorzien?

De werkstraf kan alleen bij
openbare instellingen en vzw's
worden uitgevoerd. Ware het niet
mogelijk het toepassingsgebied
ervan uit te breiden tot plaatsen
die met overheidsgeld worden
gefinancierd? Zo neen, welke
andere oplossingen hebt u voor
ogen?
Voorzitter: Tony Van Parys.
Président: Tony Van Parys.

10.02 Laurette Onkelinx, ministre: Le rapport d'évaluation de la
peine autonome de travail est en voie d'achèvement. J'espère pouvoir
le présenter pour le mois de mai prochain. Un important travail de
collecte d'informations a été réalisé auprès des maisons de justice
mais aussi auprès des commissions de probation. Sur la base de ces
différents éléments, je souhaite présenter au Parlement non
seulement les données quantitatives et statistiques mais aussi les
difficultés rencontrées dans la mise en oeuvre pratique de la peine de
travail ainsi que des propositions de solutions.

Un premier plan de recrutement d'assistants de justice a été prévu en
octobre 2003. Ce plan, comme je l'ai dit tout à l'heure, a entre autres
pourvu au recrutement de 48 assistants de justice, 24 dans chaque
rôle linguistique. Beaucoup d'entre eux sont déjà recrutés. Pour
quelques autres, la procédure est toujours en cours.

Un deuxième plan de recrutement est en cours de réalisation pour un
montant d'un million d'euros (environ 28 contrats). Il concerne les
contrats de remplacement. La consigne a été donnée à mon
département de s'occuper d'un troisième plan de recrutement qui
prévoit notamment la désignation de coordinateurs dans chaque
maison de justice. La tâche du coordinateur est d'assurer la
10.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Het evaluatieverslag is
bijna af. Ik hoop het volgende
maand samen met de voorstellen
om de moeilijkheden die bij de
tenuitvoerlegging van de wet zijn
opgedoken te kunnen voorstellen.

Een eerste plan voor de
indienstneming van 24
justitieassistenten voor elke taalrol
werd in oktober 2003 opgestart. Er
zijn al veel assistenten aange-
worven. Een tweede plan voor de
vervangingscontracten wordt
momenteel uitgevoerd en kost een
miljoen euro (ongeveer 28
contracten). Mijn departement
heeft de opdracht gekregen een
derde plan op te stellen dat meer
bepaald de aanduiding van
coördinatoren voor elke justitiehuis
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
promotion des mesures et peines alternatives, de rechercher de
nouveaux lieux de prestation et de garantir un soutien aux services
d'encadrement.

En ce qui concerne les SMJA, dans le courant du mois de juin, le
Conseil des ministres examinera différentes demandes émanant des
communes disposant déjà d'un projet de peines de travail ou de
communes souhaitant développer un nouveau projet. L'objectif de
cette extension budgétaire est, d'une part, de renforcer certaines
équipes déjà existantes et, d'autre part, d'agréer de nouvelles
initiatives. Des moyens suffisants sont disponibles au sein du fonds
de sécurité pour faire face à ces prochaines extensions.

En ce qui concerne la section des mesures alternatives du service
des maisons de justice à l'administration centrale, j'insisterai auprès
du président du SPF Justice pour que ce service soit renforcé et qu'il
soit mis en situation de remplir correctement sa mission
d'encadrement et de suivi des peines alternatives.

Dans le cadre de l'évaluation annuelle des projets d'encadrement des
mesures et peines alternatives, mon administration dresse chaque
année un rapport reflétant l'activité de ses projets pendant l'année
écoulée. Cette évaluation est réalisée en concertation avec les
différents acteurs judiciaires concernés, à savoir les commissions
d'évaluation et de suivi et les maisons de justice. Différents indicatifs
quantitatifs et qualitatifs y sont mesurés projet par projet et
arrondissement judiciaire par arrondissement judiciaire. Les
évolutions de l'application de la peine de travail sont donc suivies
régulièrement, d'une part, à travers l'évaluation annuelle et, d'autre
part, par la concertation régulière entretenue avec les maisons de
justice.

Les possibilités légales de lieu d'exécution sont multiples: communes,
provinces, Communautés, Régions, ASBL ou fondations à but social,
scientifique ou culturel. Toutes ces ressources sont loin d'être
totalement exploitées. La nomination des coordinateurs dans les
maisons de justice permettra d'avancer dans la prospection de
nouveaux partenariats. En janvier 2004, un projet pilote a démarré au
sein du service de la Défense nationale. Des contacts ont été pris
pour développer aussi une collaboration avec la Protection civile. De
nombreux services de la Région wallonne sont également ouverts aux
prestataires de peines de travail. Nous étudions donc régulièrement
de nouvelles possibilités d'élargissement à de nouveaux secteurs
d'activités d'intérêt général.
behelst.

Wat de dienst begeleiding van de
alternatieve rechterlijke maat-
regelen betreft zal de Ministerraad
zich in de loop van juni over
verschillende aanvragen van de
gemeenten buigen om een aantal
teams te versterken en nieuwe
initiatieven goed te keuren. Het
fonds voor Bestaanszekerheid
bevat voldoende middelen om
deze uitbreiding te financieren.

Ik zal er bij de voorzitter van de
FOD Justitie op aandringen dat de
afdeling alternatieve maatregelen
van de dienst der justitiehuizen de
nodige middelen moet krijgen om
haar opdracht van begeleiding en
follow-up naar behoren te kunnen
vervullen.

Mijn administratie stelt jaarlijks een
verslag op waarin ze een stand
van zaken geeft van de projecten
van het voorbije jaar. Via de
jaarlijkse evaluatie en het
regelmatig overleg met de
justitiehuizen volgen we
nauwgezet hoe de uitvoering van
de werkstraffen evolueert.

Volgens de wet kan de straf op
verschillende plaatsen worden
uitgevoerd. Alle mogelijkheden zijn
nog niet uitgeput. Na de
benoeming van de coördinatoren
in de justitiehuizen zal er naar
nieuwe partnerschappen kunnen
gezocht worden. Op geregelde
tijdstippen gaan we na of de
uitvoering van de straf naar andere
sectoren kan worden uitgebreid.
10.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je voudrais
obtenir quelques éclaircissements en ce qui concerne les nouveaux
lieux. Faites-vous des propositions? Les coordinateurs devront-ils en
faire? Ou ces demandes viennent-elles des administrations ou des
différents endroits où elles pourraient être exécutées?
10.03 Marie Nagy (ECOLO):
Doet u voorstellen wat de nieuwe
plaatsen betreft? Moeten de
coördinatoren voorstellen doen?
Of komen die aanvragen van de
verschillende plaatsen waar de
straffen uitgevoerd kunnen
worden?
10.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, on est
plutôt en prospection aux nouveaux partenariats.
10.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Wij zoeken eerder naar
nieuwe partnerschappen.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
10.05 Marie Nagy (ECOLO): C'est vous qui prospectez?
10.06 Laurette Onkelinx, ministre: Oui, dès qu'il y a des
propositions, on les accueille favorablement.
10.06
Minister
Laurette
Onkelinx: Zodra er voorstellen op
tafel liggen, nemen wij die graag in
aanmerking.
10.07 Marie Nagy (ECOLO): Car la demande est forte.
10.08 Laurette Onkelinx, ministre: On est en demande.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
découverte des clés de menottes de Marc Dutroux" (n° 2211)
11 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gevonden sleutel die op de handboeien van Marc Dutroux bleek te passen" (nr. 2211)
11.01 Marie Nagy (ECOLO): Nous sommes à présent dans un autre
registre. Madame la ministre, j'ai eu l'occasion de vous interroger lors
de la énième péripétie de ce dossier, qui connaît des développements
regrettables. Je souhaitais vous interroger sur la suite de l'enquête
que vous aviez demandée. J'ai entendu que le rapport était arrivé et
que le résultat s'avérait positif dans le sens où ladite clé retrouvée
aurait bien pu ouvrir le type de menottes utilisé dans la prison pendant
que Marc Dutroux s'y trouvait. Quelles sont les suites données à cette
enquête administrative? À quel moment avez-vous eu connaissance
de l'adéquation entre la clé et les menottes en question?
11.01 Marie Nagy (ECOLO): Ik
heb vernomen dat het verslag van
het door u bevolen onderzoek
beschikbaar is en dat eruit blijkt
dat de gevonden sleutel past op
de handboeien die in de
gevangenis van Aarlen worden
gebruikt, en dit terwijl Marc
Dutroux er verbleef. Welke
gevolgen werden aan dat
onderzoek gegeven? Wanneer
heeft u kennis gehad van het feit
dat die sleutel op de betrokken
handboeien past?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre: J'ai l'impression d'avoir déjà
largement expliqué la situation à l'occasion de la séance de questions
d'actualité du jeudi il y a deux semaines. Ce que je peux ajouter, c'est
que les conclusions de l'enquête administrative ont confirmé ce que
j'avais évoqué, à savoir que la clé ne provient pas du matériel
disponible à la prison d'Arlon, qu'elle pouvait se trouver à l'endroit de
sa découverte depuis longtemps, éventuellement depuis plusieurs
années selon le rapport. Comme un test a été réalisé dans
l'établissement par une équipe de police chargée de l'enquête
judiciaire, nous savons que la clé, même ancienne et corrodée, est
capable d'ouvrir les menottes actuellement utilisées dans le cadre des
extractions de M. Dutroux de la prison vers le palais de justice.

Le rapport émet une série d'hypothèses explicatives. Comme vous le
savez, une enquête judiciaire a été ouverte par le procureur du Roi
d'Arlon et en raison même de cette enquête judiciaire, il ne m'apparaît
pas opportun de poursuivre l'enquête administrative, et ce afin de
coordonner le travail des différents services et de ne pas risquer de
gêner l'enquête judiciaire. Tous les renseignements qui pouvaient être
donnés ont été transmis au procureur du Roi. J'attends à présent les
conclusions de l'information judiciaire, le procureur du Roi n'ayant pas
encore terminé ses travaux.
11.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik heb de situatie al
uitvoerig uitgelegd toen actuele
vragen werden gesteld.

Het administratief onderzoek
bevestigt dat die sleutel niet bij
materiaal hoort dat in de
gevangenis van Aarlen
beschikbaar is en dat hij zich al
geruime tijd op die plaats kon
bevinden. De sleutel - zelfs oud en
verroest - kan de handboeien
openen die worden gebruikt
telkens als Dutroux uit zijn cel
wordt gehaald.

Een onderzoek werd ingesteld
door de procureur des Konings
van Aarlen. Daarom lijkt het niet
aangewezen om het administratief
onderzoek voort te zetten. Alle
inlichtingen werden aan de
procureur des Konings overge-
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
maakt. Nu wacht ik de conclusies
van het vooronderzoek af.
11.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie la
ministre pour sa réponse. On en était resté - si j'ose dire - à l'épisode
précédent! Si je comprends bien, puisqu'il y a une information
judiciaire, vous ne souhaitez plus vraiment poursuivre l'enquête
administrative et vous laissez donc le soin à la justice d'Arlon de
mener une enquête.

Madame la ministre, pouvez-vous répondre à la question suivante: à
quel moment avez-vous eu connaissance du fait que la clé aurait pu
ouvrir les menottes utilisées dans la prison d'Arlon?
11.03 Marie Nagy (ECOLO):
Wanneer heeft u vernomen dat
men met die sleutel de in de
gevangenis van Aarlen gebruikte
handboeien had kunnen openen?
11.04 Laurette Onkelinx, ministre: J'ai reçu le rapport le vendredi 19
mars. Pour ce qui concerne le constat, l'enquête dit: "Depuis ce jeudi
18 mars, à 17.30 heures, parce qu'un test a été réalisé à
l'établissement, nous avons pu constater que, ..."
11.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Het verslag werd mij op
vrijdag 19 maart bezorgd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het spreekrecht van de ambtenaren en de problematiek van leidinggevenden met een syndicaal
engagement in de strafinrichtingen" (nr. 2303)
12 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le droit d'expression des fonctionnaires et la problématique du personnel dirigeant d'établissements
pénitentiaires engagés sur le plan syndical" (n° 2303)
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in Nederland heeft minister van Justitie Donner
twee prominente gevangenisdirecteurs ontslagen of althans de
intentie bekendgemaakt om dat te doen. De directeurs hadden
openlijk kritiek geuit op het penitentiair beleid van de minister. Ze
hadden opmerkingen bij het beleid van de minister inzake de afbouw
van programma's ten voordele van de reïntegratie van recidivisten.

Een van de directeurs had zijn kritiek geuit als hoofd van de
belangenverdediging van leidinggevenden van penitentiaire
instellingen. Dat is een organisatie met een syndicaal statuut. Tijdens
het debat hierover in de Tweede Kamer stelde de minister onder meer
dat leidinggevende ambtenaren die ook een syndicale functie
uitoefenen moeten weten dat de syndicale functie secundair is en dat
zij op een bepaald ogenblik loyaal moeten zijn en zich moeten
onthouden van openbare kritiek.

Ook in België zijn diverse ambtenaren van de strafinrichtingen actief
in belangenverenigingen en vakorganisaties. Het is bekend dat tal van
vakbondsafgevaardigden ook een leidinggevende functie waarnemen
en in vertrouwen moeten worden genomen door directie en/of
centraal bestuur. De overheid heeft hier dus steeds een strategisch
nadeel. Mevrouw de minister, daarom heb ik de volgende concrete
vragen.

Ten eerste, staat u achter de politiek van uw Nederlandse collega
inzake het spreekrecht voor leidinggevende ambtenaren bij de
strafinrichtingen? Mogen volgens u bijvoorbeeld gevangenisdirecteurs
vrij hun visie geven op het beleid van de minister van Justitie?
12.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Aux Pays-Bas, le ministre
de la Justice Donner a licencié
deux directeurs de prison qui
émettaient des critiques sur sa
politique de réintégration des
récidivistes. Outre son statut de
fonctionnaire, l'un des deux
directeurs possède également un
statut syndical. Il lui a été objecté
lors d'un débat à la Deuxième
Chambre qu'en tant que
fonctionnaire, il devait s'abstenir
de toute critique publique.

En Belgique également, les
fonctionnaires des établissements
pénitentiaires disposent souvent
d'un statut syndical. Souvent
aussi, les délégués syndicaux sont
également mis dans la confidence
par la direction. La ministre
adhère-t-elle à la politique de son
collègue néerlandais concernant le
droit de parole de fonctionnaires
dirigeants d'institutions péniten-
tiaires? Les directeurs de prison
peuvent-ils exprimer librement leur
opinion sur la ministre de la
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26

Ten tweede, hoe ziet u de verhouding tussen een leidinggevende
opdracht en een syndicaal mandaat? Mag bijvoorbeeld een
ambtenaar in een strafinrichting worden toegelaten tot een
leidinggevende functie en dus ook tot gevoelige informatie als hij of zij
deze gegevens om syndicale redenen ook kan gebruiken tegen de
organisatie? Is een syndicaal mandaat met andere woorden
verenigbaar met een leidinggevende functie en moet dit mandaat als
secundair en ondergeschikt worden beschouwd met alle disciplinaire
gevolgen van dien?
Justice? Comment voit-elle le
rapport entre une mission de
direction et un mandat syndical?
Ce mandat doit-il être considéré
comme subordonné au statut de
fonctionnaire?
12.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik heb twee
antwoorden. Ten eerste, de informatie uit Nederland is nog niet
volledig genoeg om de nodige conclusies te kunnen trekken.

Ten tweede, in België verbiedt niets in het syndicale statuut een
persoon met een leidinggevende functie ­ een begrip dat nog moet
worden bepaald ­ om een syndicaal mandaat uit te oefenen. In
verband met het spreekrecht van de vakbondsafgevaardigden verwijs
ik naar het spreekrecht van de ambtenaren in het algemeen. Dat
wordt door het statuut van de federale ambtenaren bepaald. Dat is
artikel 6 van het koninklijk besluit van 22 december 2000. Dat recht
wordt overeenkomstig de voorschriften van eerlijkheid - rondzendbrief
404 van het openbaar ambt, Overheidsdienst, van 8 december 1994 -
en binnen de grenzen van het beroepsgeheim uitgeoefend. Artikel 85
van het koninklijk besluit van 28 september 1984 bepaalt ook dat de
vakbondsafgevaardigden zich aan de discretie moeten houden voor
vertrouwelijke feiten en documenten.

Het artikel regelt ook de straffen ingeval van schending van deze
reglementering: de afgevaardigde kan zijn mandaat niet meer
uitoefenen.
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'information en prove-
nance des Pays-Bas n'est pas
suffisamment complète pour que
pour permettre d'en tirer des
conclusions.

En Belgique, il n'est pas interdit
aux dirigeants d'exercer un
mandat syndical. Outre le droit de
parole du représentant syndical
s'applique également le droit de
parole du fonctionnaire, tel que
défini dans le statut des
fonctionnaires fédéraux. Ce droit
est exercé conformément aux
prescriptions en matière d'hon-
nêteté et dans les limites du secret
professionnel. Les représentants
syndicaux doivent faire preuve de
discrétion en ce qui concerne les
faits et les documents
confidentiels.

Des sanctions sont prévues en
cas d'infraction à cette règle.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik zou heel kort willen
reageren. Ik stel vast dat de minister vooral verwijst naar de
wetgeving in verband met het naar buiten brengen van informatie die
men heeft uit hoofde van zijn ambt. Mijn vraag was echter meer
gericht op het volgende. Vindt u als minister dat die mensen met een
leidinggevende functie, los van de inhoud van hun mandaat en van
wat zij beroepshalve weten, vrij hun visie mogen geven op het beleid?
Dat was meer de teneur van mijn vraag.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La ministre parle de la
législation relative à la divulgation
d'informations obtenues dans le
cadre de sa fonction. Estime-t-elle
que les personnes exerçant une
fonction dirigeante sont libres
d'exprimer leur vision sur la
politique, indépendamment de leur
mandat?
12.04 Laurette Onkelinx, ministre: Le droit syndical est prévu par
des réglementations de l'Organisation internationale du travail et nous
nous y plions.
12.04
Minister
Laurette
Onkelinx: IAO-regelgeving
voorziet in het syndicaal recht; we
leggen ons daarbij neer.
12.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, kan ik
een kopie krijgen van uw schriftelijk antwoord?

Als het nu niet kan, dan kan ik het vanavond consulteren.
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
financiële middelen voor een menswaardiger detentie" (nr. 2306)
13 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les moyens
financiers pour humaniser les conditions de détention" (n° 2306)
13.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, in de commissie voor de Justitie hebben wij al
regelmatig contacten gehad in verband met het wetsvoorstel dat door
diverse collega's uit verschillende partijen werd ondertekend en dat ik
hier gemakshalve het voorstel-Dupont noem. Hierbij luistert de
commissie naar degenen die betrokken zijn bij het penitentiair beleid,
allerlei verantwoordelijken uit gevangenissen, en gaat ze na op welke
manier gereageerd wordt op het voorliggend wetsvoorstel, dat een
meer menswaardige detentie moet mogelijk maken in
overeenstemming met de internationale normen.

Ik neem aan dat ik niemand in de commissie moet overtuigen van het
feit dat hierover in België absoluut nog werk van moet gemaakt
worden. De toestand van onze gevangenissen, het statuut van de
gedetineerden en de problematiek van de interneringen zijn thema's
die ons allen hier uiteraard zeer goed bekend zijn.

Ik durf toch even uw aandacht te vragen voor dit werk, mevrouw de
minister, omdat ik de indruk krijg - doorheen de hoorzittingen die ik
zelf mocht bijwonen en de verslagen die wij horen van de andere
hoorzittingen - dat dit wetsvoorstel de schrijnende situatie in de
gevangenissen alleen maar kan versterken en uitvergroten als wij dit
legistieke werk niet begeleiden via een uitdrukkelijk budgettair
meerjarenplan en een aantal opties en prioriteiten rond de
infrastructuur, de omkadering, de vorming, het pecuniaire aspect van
het gevangeniswezen.

Ik denk dat ik daarmee de tolk ben van vele collega's die het initiatief
principieel een warm hart toedragen, maar die toch vol zorg luisteren
naar al de getuigenissen die ons worden gebracht, die de schrijnende
situatie in de gevangenissen weergeven, en die telkens terugkomen
op het feit dat een wet maken waarbij rechten gecreëerd worden,
rechtszekerheid wordt geboden en procedures worden ingesteld, tot
niets leidt als dat niet wordt begeleid door een meerjarenplan, een
beleidsprioriteit van de regering.

Ik wil aan de minister vragen of zij beseft en berekent hoeveel de
realisatie van het voorstel-Dupont op jaarbasis aan meeruitgaven zou
betekenen. Hoeveel bijkomend personeel is hiervoor nodig - wij
spreken dan over sociaal assistenten, medisch personeel,
administratief personeel, bewakingspersoneel - als we dat enten op
de bestaande populatie van gedetineerden? Tot slot, hoeveel
werkingsmiddelen moeten er bijkomend worden ingezet? Mijn vraag
is natuurlijk of de regering over deze meerkosten een keuze maakt, of
die prioriteit ook zal gemaakt worden, en of dit ook op het financiële
meerjarenplan tot uiting kan komen. Uiteraard zijn die vragen heel
concreet naar de begrotingscontrole en de opmaak van de begroting
2005 gericht: zal daar in middelen worden voorzien om dit
wetsvoorstel, als het wet wordt, te kunnen begeleiden?
13.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je crains que la proposition de loi
Dupont, malgré ses bonnes
intentions, ne parvienne qu'à
aggraver la situation déplorable de
nos prisons si nous n'accom-
pagnons pas notre travail législatif
d'un plan budgétaire pluriannuel,
d'options et de priorités
concernant l'infrastructure, l'enca-
drement, la formation et l'aspect
pécuniaire du milieu carcéral. Je
suis de ceux qui, sur le plan des
principes, accueillent chaleureuse-
ment l'initiative législative. Mais je
prête aussi une oreille attentive
aux témoignages des
responsables concernant la
situation extrêmement pénible
dans les prisons.

La ministre a-t-elle calculé les
dépenses annuelles supplé-
mentaires qu'engendrerait la
réalisation de la proposition
Dupont? Combien de membres du
personnel supplémentaires seront-
ils nécessaires? Le budget 2005
prévoit-il des moyens d'encadre-
ment suffisants, si cette
proposition de loi est adoptée?
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
13.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je suis
parfaitement d'accord avec M. Vandeurzen. Cela n'arrive pas tous les
jours, donc je tiens à le souligner. Nous devons effectivement avancer
pour la concrétisation du projet dit Dupont. Il est d'ailleurs prévu en
commission de la Justice, juste après les vacances de Pâques, que je
donne la position du gouvernement sur les conclusions de la
commission Dupont et sur les différentes auditions que M.
Vandeurzen vient de citer.

Je suis aussi d'accord avec vous, monsieur Vandeurzen, pour dire
qu'il est inutile de poursuivre dans ce dossier si nous n'avons pas les
moyens financiers. Je pense qu'il ne faut pas mentir à qui que ce soit,
c'est un projet qui comporte des conséquences budgétaires
importantes. J'ai donc décidé de mettre ce dossier à l'ordre du jour
des conseils de demain et de mercredi, sous l'intitulé "position du
gouvernement pour le projet Dupont". Bien entendu, nous discutons
en même temps des projets et positions du gouvernement et des
conséquences budgétaires en pluriannuel.
13.02
Minister Laurette
Onkelinx: Ik ben het eens met de
heer Vandeurzen : we moeten het
ontwerp Dupont gestalte geven. Ik
zal trouwens, juist na de
Paasvakantie, het standpunt van
de regering daaromtrent in de
commissie Justitie toelichten.

Dit ontwerp heeft belangrijke
budgettaire gevolgen. Ik heb dus
beslist om het op de agenda van
de Raad van morgen en
woensdag te plaatsen.
13.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het korte antwoord. Het is inderdaad positief dat wij het
principieel eens zijn dat het weinig zin heeft het wetsvoorstel door het
hele besluitvormingsproces van het Parlement te brengen als de
regering geen duidelijke keuze maakt inzake de budgettaire
prioriteiten dat het met zich moet brengen. Ik hoor u geen cijfers
noemen, maar u kondigt aan dat dit morgen en overmorgen op de
Ministerraad ter sprake komt. Ik neem aan dat we na de Ministerraad
zullen weten hoeveel middelen de regering daarvoor budgettair
vrijmaakt. Dit is natuurlijk belangrijk om de volgende dagen te kunnen
inschatten of het met dit project menens is en of we er ook in het
Parlement de nodige prioriteit aan moeten geven.
13.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
De l'avis général, l'adoption de
cette proposition de loi par le
Parlement n'a guère de sens si le
gouvernement ne définit pas
clairement ses priorités budgé-
taires. La ministre ne nous a pas
fourni de données chiffrées en la
matière. Cette question sera
abordée lors du Conseil des
ministres de demain et d'après-
demain. Je présume que nous
connaîtrons ensuite le montant
des moyens dégagés par le
gouvernement. Ainsi, nous
pourrons déterminer au cours des
prochains jours s'il prend ce projet
au sérieux et si les parlementaires
doivent lui donner la priorité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de penitentiaire
capaciteit" (nr. 2307)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het gebrek aan
opvangcapaciteit in de gevangenissen" (nr. 2344)
14 Questions jointes de
- M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la capacité pénitentiaire"
(n° 2307)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le manque de capacité
d'accueil dans les établissements pénitentiaires" (n° 2344)
14.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mevrouw de minister, mijn vraag kan kort zijn.

In het regeerakkoord is er uitdrukkelijk sprake van het
14.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Comment le gouvernement
résoudra-t-il le problème de la
surpopulation dans les prisons ?
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
herconditioneren van leegstaande kazernes naar gevangenissen voor
minder zware delinquenten. Ik ben uiteraard zeer benieuwd om te
weten in welke mate die optie ondertussen ook daadwerkelijk werd
geconcretiseerd.

Er is ook al heel wat gezegd over de juiste behoefte aan
gevangeniscapaciteit. Men kan daarover van mening verschillen,
maar ik heb de indruk dat wij het erover eens zijn dat er met het
huidige aantal gevangenen en de huidige capaciteit sprake is van
overbevolking. Er is hoe dan ook een gebrek aan penitentiaire
capaciteit. Hoe denkt de regering dit op te vangen? Gaat men de
optie van leegstaande kazernes handhaven? Zijn de
haalbaarheidsstudies terzake positief of negatief?

Er is hoe dan ook sprake van overbevolking. De vraag is hoe we dit
kunnen aanpakken met elektronisch toezicht, een maatregel die ook
al tijdens de vorige legislatuur werd doorgevoerd. Kunnen wij nog een
groep gedetineerden traceren die eventueel in aanmerking komt voor
minder beveiligde strafinrichtingen? Is het niet realistischer om te
proberen een zekere capaciteit te bouwen? Er is vroeger sprake
geweest van Antwerpen en Mechelen.

Ik herinner de minister ten overvloede nog eens aan het feit dat bij de
opening van de nieuwe gevangenis in Hasselt ook de oude
gevangenissen van Tongeren en Hasselt ter sprake zijn gekomen. U
heeft beslist deze gevangenissen niet langer open te houden. Gelet
op de acute problemen en de vraag hoe men die overbevolking gaat
aanpakken, vragen wij ons af of men nog alternatieven kan vinden.
Het zou ons zeer benieuwen om het ruime kader te kunnen zien
waarin de minister denkt het probleem te kunnen oplossen.
Maintient-il l'option de l'accord de
gouvernement consistant à
transformer les casernes
désaffectées en prisons? Quelles
sont les conclusions des études
de faisabilité? La surveillance
électronique peut-elle constituer
une solution au problème de la
surpopulation? Peut-on encore
sélectionner un groupe
supplémentaire de détenus
susceptible d'être interné dans un
établissement pénitentiaire moins
sécurisé? N'est-il pas plus réaliste
de construire des prisons
supplémentaires? Dans l'intervalle,
la ministre a décidé de fermer les
anciennes prisons de Hasselt et
de Tongres.
14.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, het
is onlangs nog tot uiting gekomen in de acties van de cipiers in
Limburg, naar aanleiding van de sluiting van twee instellingen aldaar,
dat er een acuut plaatsgebrek is in onze penitentiaire instellingen.

Wij hebben tot op heden moeten vaststellen dat er geen inspanningen
zijn geleverd, mevrouw de minister, om die capaciteit te verhogen.
Van inspanningen om legerkazernes om te bouwen is voorlopig
evenmin enige sprake ondanks de duidelijke passage in het
regeerakkoord. Ik wil ze voor het verslag toch nog even citeren: "Om
de overbevolking terug te dringen, zullen er tijdelijk en op korte termijn
leegstaande militaire gebouwen worden omgebouwd tot
gevangenissen bestemd voor gedetineerden die op het vlak van
beveiliging een lager risico vormen".

Ondertussen hebben we in het antwoord op een vraag van een
collega dat dateert van 16 maart kunnen lezen dat Tervuren en
Brasschaat in elk geval geen optie vormen; ook niet voor
geïnterneerden. De alternatieven blijven echter uit en we blijven hoe
dan ook met een cellentekort zitten. U heeft op 16 maart wel gezegd
dat de eventuele bouw van een nieuwe instelling voor de
geïnterneerden zou worden besproken op de bijzondere Ministerraad
van 30 en 31 maart.

Is dit zo en over welke capaciteit...

Mevrouw de minister, mag ik even uw aandacht hebben? U hebt op
14.02 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Jusqu'à présent, la
ministre n'a consenti aucun effort
pour augmenter la capacité
pénitentiaire. Son projet de
transformation d'anciennes
casernes demeure lettre morte à
ce jour en dépit de la disposition
très claire de l'accord de
gouvernement. Le 16 mars, nous
avons appris en tout état de cause
que les casernes de Tervuren et
de Brasschaat n'entrent pas en
ligne de compte mais que la
construction éventuelle d'un
nouvel établissement pour
internés serait évoquée lors du
Conseil des ministres des 30 et 31
mars. Est-ce exact? Ces décisions
sont-elles fondées sur une
évaluation des besoins? La
ministre a-t-elle examiné celle-ci
avec le ministre des Finances? Où
en est le dossier des casernes
militaires?
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
16 maart hierover gezegd dat het overwogen kon worden in
Vlaanderen een extra instelling te bouwen voor geïnterneerden. Is dit
zo? Over welke capaciteit spreken we? Is dit geagendeerd voor de
bijzondere Ministerraad?

Ten tweede, had ik graag geweten over welke behoefteraming we
spreken. Hebt u al een behoefteraming voor ogen wanneer u spreekt
over legerkazernes of eventuele extra gevangenissen die bijgebouwd
zouden moeten worden? Is die behoefteraming doorgenomen met uw
collega van Financiën die ook voor de gebouwen bevoegd is? Is
daarover reeds overleg geweest?

Ten slotte had ik graag geweten hoe ver het staat met het dossier van
de legerkazernes.
14.03 Laurette Onkelinx, ministre: Evidemment, nous connaissons
une surpopulation carcérale - tout le monde le sait; non pas dans les
établissements pénitentiaires ouverts ou semi-ouverts; mais pour les
autres, oui.

Comment répondre à ce problème et trouver, si possible, des
solutions à court terme? Car l'on sait que certaines solutions qui sont
sur la table, comme l'édification de nouveaux établissements
pénitentiaires, mettent des années avant d'être construites et mises
en oeuvre. Mais, de plus, je pense que différentes études ont
démontré que l'extension de la capacité d'accueil en prison n'a jamais
constitué une réponse structurelle à l'inflation carcérale.

Je vous dirai que, d'abord, tout le dossier de la chaîne pénitentiaire
est inscrit à l'ordre du jour du Conseil des ministres spécial de demain
et mercredi.
14.03
Minister
Laurette
Onkelinx: Hoe kan het probleem
van de overbevolking in de
gevangenissen worden aangepakt
en kan op korte termijn een
oplossing worden gevonden?
Nieuwe gevangenissen bouwen
duurt jaren en bovendien biedt het
geen structurele oplossing voor de
steeds groeiende gevangenis-
bevolking.

Alles wat het gevangeniswezen
aangaat staat op de agenda van
de bijzondere Ministerraad van
morgen en woensdag.
Voor de leegstaande kazernes is het op dit moment niet mijn
bedoeling om de mogelijkheden tot deze transformaties te verwerpen.
Ik stel echter vast dat de twee sites ­ Tervuren en Brasschaat ­
wegens de algemene staat van de gebouwen, hun plaats en de
termijn waarop ze vrij zullen zijn, de experts van de Regie en de
directie van de dienst Uitvoering, maatregelen en straffen niet hebben
overtuigd.

Het probleem van de overbevolking moet door verschillende
initiatieven en op verschillende niveaus worden aangepakt.
La rénovation d'anciennes
casernes reste envisageable mais,
dans ce cadre, Tervueren et
Brasschaat n'ont pas convaincu
les experts de la Régie et de la
Direction générale Exécution des
peines et mesures.

Il y a lieu de résoudre le problème
de la surpopulation par le recours
à diverses initiatives prises à
différents niveaux.
Je continue à penser qu'il faut, de toute urgence, une solution pour les
internés en prison. Je continue donc à travailler pour qu'un nouvel
établissement voie le jour en Flandre et une extension à Paifve. Cela
permettra en même temps de mieux prendre en charge les internés
psychiatriques et de libérer des places dans les établissements
pénitentiaires classiques.

Ensuite, pour les jeunes délinquants primaires, notamment ceux qui
ont fait l'objet d'un dessaisissement puis d'une condamnation à une
peine de prison ­ une trentaine par an -, il serait bon de ne pas les
obliger à purger leur peine dans un établissement où ils se
trouveraient côte à côte avec des délinquants confirmés.
Ik blijf dus ijveren voor de bouw
van een nieuwe inrichting in
Vlaanderen en voor een
uitbreiding van de inrichting van
Paifve, zodat de psychiatrisch
geïnterneerden beter kunnen
worden opgevangen en er in de
klassieke strafinrichtingen
plaatsen kunnen worden
vrijgemaakt.

Men zou er moeten voor zorgen
dat jonge delinquenten die voor
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Enfin, nous travaillons sur toute la chaîne.

En détention préventive, nous avons un pourcentage de détenus
préventifs extrêmement important: le taux avait légèrement chuté lors
de la dernière grande réforme de la détention préventive, avant de
remonter.

Nous travaillons aussi sur un projet de loi sur le transfert des
personnes condamnées pour ce qui concerne les personnes d'origine
étrangère, non résidentes sur notre territoire.

Nous travaillons évidemment sur les peines alternatives.

Nous travaillons encore par le biais du tribunal d'application des
peines.

Bref, il existe toute une série de solutions, en plus des solutions des
casernes et des établissements à construire, pour régler ou tenter
d'apporter des réponses à la surpopulation que nous connaissons
actuellement. Pour 8.000 places normalement disponibles, nous
avons quelque 9.300 détenus.

Pour ce qui concerne les personnes en surveillance électronique, au
26 mars, elles étaient au nombre de 288. Les modalités d'extension
sont en cours de concrétisation: nous sommes occupés de modifier la
circulaire dans le sens d'un élargissement des conditions d'accès à la
surveillance électronique.

En concertation avec tous les acteurs de terrain, le problème de la
surpopulation carcérale ne doit pas recevoir une réponse simple et
unique, mais doit jouer sur tous les éléments de la chaîne
pénitentiaire.

Bien sûr, il convient de ne pas perdre de vue que la prison doit rester,
dans la chaîne des réponses pénales, la réponse la plus répressive. Il
ne faut pas l'oublier.

De plus, la prison doit aussi permettre par la suite ­ c'est ce que disait
M. Vandeurzen dans le cadre de sa question - la réinsertion des
détenus et condamnés dans la vie active. C'est une question qui
concerne directement les détenus condamnés, mais aussi la
protection de la société contre les récidives éventuelles.
het eerst een strafbaar feit hebben
gepleegd hun straf niet samen met
geroutineerde misdadigers moeten
uitzitten.

Ten slotte moeten voor dat
probleem verscheidene oplos-
singen worden uitgewerkt : wij
werken in overleg voor alle
onderdelen : voorlopige hechtenis,
overbrenging van veroordeelde
buitenlanders die niet in ons land
wonen, alternatieve straffen,
strafuitvoeringsrechtbank.

Er zijn in ons land om en bij de
9.300 gedetineerden, terwijl er
normaal maar 8.000 plaatsen
beschikbaar zijn.

Op 26 maart stonden er 288
personen onder elektronisch
toezicht; wij werken thans aan een
wijziging van de circulaire teneinde
de toegangsvoorwaarden te
verruimen.
De gevangenis moet uiteraard het
meest repressieve antwoord
blijven en de reïntegratie van de
gevangenen en van de
veroordeelden in het actieve leven
mogelijk maken.
14.04 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord, maar u zult het mij toch niet
kwalijk nemen dat ik de indruk heb dat het antwoord zeer vaag en
algemeen is?

Het is uiteraard juist dat wij de gevangenisstraf alleen moeten
benutten waar zij zinvol is en dat andere vormen van bestraffing aan
bod moeten komen. Dat is een trend die wij al jaren, ook met
wetgevend werk, ondersteunen. Ik zie echter in uw antwoord niet
goed de situatie waarin we nu terechtkomen. Gaan wij nu voor een,
misschien beperkte, uitbreiding van de capaciteit of gaan wij daar niet
voor?

De gevangenisstraf is voor de publieke opinie een van de
belangrijkste elementen om de geloofwaardigheid van Justitie te
14.04 Jo Vandeurzen (CD&V):
La ministre ne dit pas, dans sa
réponse, s'il convient dès
maintenant d'augmenter ou non la
capacité.

Pour l'opinion publique, une peine
d'emprisonnement est un élément
important pour tester la crédibilité
de la justice. Des décisions
doivent être prises sans délai car
la surpopulation atteint ses limites.
J'ai conscience qu'une augmen-
tation de la capacité sera
dépourvue d'effets immédiats mais
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
testen. Als wij zien dat de plaatsvervangende gevangenissenstraffen
bij opgelegde boetes niet kunnen worden uitgevoerd, geïnterneerden
in bijzonder slechte omstandigheden moeten worden begeleid en de
overbevolking ondraaglijke limieten bereikt, dan moeten daarin
fundamentele beslissingen genomen worden.

Ik ben het met u uiteraard eens dat een beslissing om de capaciteit uit
te breiden morgen geen effect heeft, maar dat geldt evenzeer voor uw
beslissing om voor de geïnterneerden een nieuwe infrastructuur te
organiseren. U neemt blijkbaar die beslissing wel, maar een
beslissing om de capaciteit van onze gevangenissen uit te breiden
wordt niet genomen. Dat is evengoed een keuze. Wij moeten dus
over een aantal jaren niet verbaasd zeggen dat er nog altijd een
chronisch probleem is, als men het probleem vandaag niet onder
ogen wil zien, terwijl men dat voor de geïnterneerden blijkbaar wel
doet.

Ik ben geen voorstaander van een enorme uitbreiding van de
capaciteit op zich, want ik deel de opvatting dat wij gevangenisstraffen
niet te pas en te onpas moeten gebruiken. Het moet echter vooral een
correct en geloofwaardig systeem zijn. Ik denk dat dit betekent dat er
hoe dan ook een uitbreiding van onze capaciteit moet komen. Ik vind
het jammer dat die optie niet genomen wordt.

Ik begrijp ook niet dat ondertussen de oude gevangenissen van
Hasselt en Tongeren niet langer in gebruik zullen zijn. Men zegt mij
dat er gevangenissen zijn die in een meer lamentabele toestand
verkeren dan de gevangenissen van Hasselt en Tongeren. Die
gevangenissen gaan dicht, als de nieuwe gevangenis van Hasselt
opengaat, hoewel er sprake is van overbevolking. Ik kan dat verhaal
niet goed plaatsen. Waarom wordt niet dringend werk gemaakt van
de aanpak van de overbevolking? Het openhouden is bijvoorbeeld
een maatregel die zeer snel effect kan hebben en resulteren in 100 tot
150 plaatsen.
il en va de même pour le
renouvellement des infrastructures
des détenus. Si l'on ne s'attaque
pas aux manquements
aujourd'hui, on se trouvera
confronté aux mêmes problèmes
chroniques dans quelques
années.

Je ne comprends pas pourquoi les
anciennes prisons de Hasselt et
de Tongres ont été désaffectées,
alors que d'autres établissements
sont dans un pire état. Certes, une
nouvelle prison va être construite à
Hasselt, mais les effets de la
surpopulation se font déjà sentir
aujourd'hui. En maintenant ces
prisons, on pourrait disposer de
100 à 150 places
supplémentaires.
14.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, uw
antwoord was inderdaad bijzonder vaag. U hebt heel weinig concrete
toezeggingen gedaan, tenzij voor de geïnterneerden, maar dat wisten
we al.

Hoe dan ook, als er in Vlaanderen een extra instelling komt zijn wij
daar vragende partij voor. Dat op zich is een goede beslissing, maar
eer die er staat zijn we vele jaren verder. Ondertussen blijven die
mensen onvoldoende ondersteund en onvoldoende omkaderd achter
in Merksplas en op andere plaatsen.

Wat de jongeren betreft, blijft het ook beperkt tot een dertigtal zoals u
zelf zegt. Dat is dus zeer beperkt. De voorlopige hechtenis, dat moet
nog allemaal gezien worden. De wetgeving moet daarvoor worden
aangepast. Het is heel onzeker dat dit tot minder gevangenen zal
leiden. Dat hangt ook van heel wat andere factoren af.

Ten slotte, wat de strafuitvoeringsrechtbanken betreft, zitten we nu al
aan de ondergrens. Nu al wordt er enorm snel vrijgelaten. Het zou mij
dus verwonderen als dat tot nog snellere vrijlating en minder
gevangenen zou gaan leiden.

U bent dus eigenlijk maar wat aan het luchtfietsen, zeker op dit
14.05 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Qu'un nouvel établisse-
ment voie le jour en Flandre est
une bonne chose même si sa
construction prendra quelques
années. En attendant, Merksplas
et les autres établissements
offrent un appoint insuffisant.

Pour les jeunes, il n'y aura que
trente places supplémentaires.
Nous devons encore réexaminer
la législation relative à la détention
préventive. Il n'est pas sûr que
cette refonte législative se traduira
par une baisse du nombre de
détenus. Actuellement, le tribunal
d'exécution des peines libère déjà
certains détenus rapidement. Si on
procédait à des libérations plus
rapides, on ne ferait pas baisser le
nombre de détenus pour autant.
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
moment, mevrouw de minister. U zegt allerlei dingen voor in de verre
toekomst maar op dit moment, het acute probleem van dit moment,
antwoordt u niet. Mocht het dan nog beperkt zijn tot overbevolking hier
en daar en wat meer mensen per cel, dan zou men er nog kunnen
mee instemmen. Het is echter veel meer dan dat. Op dit moment
worden korte gevangenisstraffen gewoon niet uitgevoerd omdat er
veel te weinig plaatsen zijn, omdat de capaciteit veel te beperkt is.
Daar verschillen we dan, collega Vandeurzen, van mening. U zegt dat
u geen drastische uitbreiding wil en dat gevangenisstraffen niet te pas
en te onpas moeten worden opgelegd. Wel, daar verschillen wij ten
zeerste van mening. Op dit moment zijn het de straffen die zijn
opgelegd door de rechters die niet worden uitgevoerd. Wie zijn wij om
die rechters in twijfel te trekken? Rechters beschikken over een
plejade aan mogelijkheden om mensen niet in de gevangenis te
steken via opschorting, via voorwaardelijke veroordeling, via
alternatieve straffen. Als ze die echter niet toepassen en wel
effectieve straffen opleggen, dan moeten die ook worden uitgevoerd.
Recent, bij ons bezoek aan Nederland, is nog eens aan het licht
gekomen dat in Nederland, het zo lakse Nederland, korte straffen wel
worden uitgevoerd. Ook straffen van een heel korte periode worden
daar uitgevoerd omdat men de straffeloosheid niet als norm wil naar
voren schuiven. Hier is dat juist het omgekeerde. Wij vinden dus wel
dat er veel extra cellen moeten bijkomen.

Mevrouw de minister, ik merk toch een opmerkelijke tegenstrijdigheid
tussen uw verklaring en die van de heer Reynders in antwoord op een
vraag van collega Verherstraeten op 11 februari en daarmee rond ik
af, mijnheer de voorzitter. De heer Reynders heeft gezegd dat over
nieuwe gevangenissen kon worden gesproken, maar hij wachtte op
een behoefteplan van Justitie. Dat behoefteplan is er blijkbaar niet. Er
is helemaal geen planning voor de komende top. Ik wou zeggen in
Oostende, maar hij gaat ergens anders door. U hebt de uitnodiging
van uw minister van Financiën, van Overheidsgebouwen, om een
behoefteplan voor te leggen om extra capaciteit te vragen. U doet dit
niet, u wil geen nieuwe gevangenissen. U blokkeert de mogelijkheid
om een ernstig strafuitvoeringsbeleid uit te werken, in tegenstelling tot
wat uw regeringspartners zouden willen. Ik vind dit bijzonder
betreurenswaardig.
Dans sa réponse assez vague, la
ministre a lancé quelques pistes
pour l'avenir mais elle n'a proposé
aucune solution qui permettrait de
résoudre les problèmes aigus
d'aujourd'hui. La surpopulation est
un problème grave. En ce
moment, les petites peines
d'emprisonnement ne sont pas
exécutées parce que la capacité
est trop restreinte. Je ne partage
pas l'opinion de M. Vandeurzen
qui ne souhaite pas d'extension
radicale et estime qu'il ne faut pas
infliger des peines d'emprison-
nement à tout va. Mais actuelle-
ment, les peines prononcées ne
sont pas exécutées. Les juges
disposent de plusieurs possibilités
pour imposer des peines de
substitution mais s'ils choisissent
d'infliger une peine d'emprison-
nement, j'estime que celle-ci doit
être exécutée. Aux Pays-Bas, on
exécute les petites peines
d'emprisonnement de manière à
ne pas instituer l'impunité comme
norme.

Le ministre Reynders accepte de
débattre de l'opportunité de
construire de nouvelles prisons
mais il veut d'abord disposer d'un
plan de la Justice qui soit axé sur
les besoins. Or la ministre
Onkelinx n'a pas élaboré ce plan
et empêche ainsi de définir une
véritable politique d'exécution des
peines.
14.06 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président,
simplement pour que le rapport de nos travaux ne reste pas sur une
contre-vérité, je dirai qu'évidemment un plan des besoins a été
déposé, négocié et que des accords au niveau du gouvernement ont
été pris sur ce plan. Simplement pour rétablir la vérité.
14.06
Minister Laurette
Onkelinx: Er werd uiteraard een
plan van de behoeften ingediend
waarover werd onderhandeld; op
het niveau van de regering werden
over dat plan bepaalde akkoorden
gesloten.
14.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Een behoefteplan, zegt u,
maar gaat dat dan over een behoefteprogramma voor extra capaciteit
of een behoefteprogramma voor meer middelen voor de wet-Dupont?
Dat is iets heel anders. Dat is onvoldoende. Men moet ook extra
capaciteit kunnen realiseren en daarvoor de nodige middelen
afdwingen.
14.07 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): S'agit-il d'un plan des
besoins destiné à accroître la
capacité d'accueil ou d'un plan
destiné à obtenir des moyens
supplémentaires pour la loi
Dupont? Cette dernière serait
insuffisante. Il faut obtenir les
moyens nécessaires pour
augmenter la capacité d'accueil.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
14.08 Jo Vandeurzen (CD&V): Alleen maar een verduidelijkende
vraag. Zegt de minister dat er wel een meerjarenplan is voor de
gevangeniscapaciteit?
14.08 Jo Vandeurzen (CD&V):
La ministre veut-elle dire qu'il
existe bien un plan pluriannuel
d'accroissement de la capacité
d'accueil dans les prisons?
14.09 Laurette Onkelinx, ministre: Comme je vous l'ai dit,
notamment pour ce qui concerne les internés, il faut prévoir un
bâtiment extérieur.

Comme vous le savez - mais cela ferait l'objet d'une autre question -
une partie des internés pour ce qui concerne la Flandre sont dans des
hôpitaux dans le cadre de projets, de conventions spécifiques, qui
posent d'ailleurs pas mal de problèmes, et d'autres se trouvent dans
des établissements pénitentiaires.

D'abord, je souhaite en la matière -le besoin a été communiqué- qu'il
puisse y avoir un établissement qui regroupe l'ensemble des
personnes internées psychiatriques. Deuxièmement, un état de
besoins a été déposé pour ce qui concerne les jeunes délinquants
primaires. Il me semble que ce sont là les deux voies les plus
urgentes à envisager, avec le bracelet électronique, mais pas les
seules, en matière de capacité pénitentiaire. C'est ce qui a été fait.
14.09
Minister
Laurette
Onkelinx: Een deel van de
Vlaamse geïnterneerden wordt in
ziekenhuizen ondergebracht, in
het kader van specifieke projecten
(die overigens heel wat problemen
veroorzaken). Anderen zitten in
een strafinrichting. Ik zou willen
dat alle geïnterneerden
opgevangen worden in één
inrichting.

Er werd een behoefteplan
ingediend met betrekking tot jonge
delinquenten die voor het eerst
een strafbaar feit hebben
gepleegd.

Dat en het elektronisch toezicht
zijn oplossingen die dringend in
overweging genomen moeten
worden om het capaciteits-
probleem in de gevangenissen te
ondervangen. Dat hebben we
gedaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
functioneren van de fiscale rechtbanken van eerste aanleg" (nr. 2308)
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
wegwerken van de achterstand bij de fiscale rechtbanken" (nr. 2309)
15 Questions jointes de
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le fonctionnement
des tribunaux fiscaux de première instance" (n° 2308)
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la résorption de
l'arriéré des tribunaux fiscaux" (n° 2309)
15.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, de
vragen betreffen uw evaluatie van de invoering van de fiscale
rechtbanken van eerste aanleg, wat die aan voordelen heeft
opgeleverd voor de mensen en voor de overheid zelf. Dragen zij bij tot
een betere inning van de verschuldigde belastingen tot een versnelde
afhandeling van de geschillen tussen de belastingplichtigen en de
fiscale administratie? Anderzijds, heeft de concentratie van de fiscale
geschillen bij de rechtbanken ook geleid tot een verhoogde
specialisatie en efficiëntie van de fiscale kamers bij die rechtbanken?

Ik heb vernomen dat er diverse verstekvonnissen zijn uitgesproken
15.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La mise en place de
tribunaux fiscaux de première
instance s'est-elle traduite par des
avantages? A-t-elle permis une
meilleure perception des impôts
dus? Le règlement des litiges
s'est-il accéléré? Observe-t-on
une spécialisation et une efficacité
accrues des chambres fiscales
auprès de ces tribunaux?
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
door afwezigheid van de vertegenwoordiger van de minister van
Financiën. Klopt dat? Hebt u zicht op aantallen?

Met betrekking tot de procedure is er recent nog rechtsleer
verschenen. Er is namelijk blijkbaar een probleem waarbij de
belastingplichtige procedureel als eiser wordt beschouwd, maar in de
fiscale administratie als verweerder. Normaal dient in procedures de
eiser de stukkenbundel over te leggen. In casu kan dat niet, en moet
dat gebeuren door de fiscale administratie, hier in casu juridisch-
technisch verweerder. Er zouden problemen zijn met betrekking tot
overlegging van de dossiers en bijgevolg vertraging. Klopt dat?
Overlegt de fiscus steeds spontaan het fiscale dossier? Binnen welke
termijn? Of zijn er inderdaad moeilijkheden en zo ja, dewelke?

Over de afhandeling ­ daarmee kom ik langzamerhand tot mijn
volgende vraag ­ vraagt de vertegenwoordiger van de minister van
Financiën altijd rolverwijzing, ook voor kleinere betwistingen, terwijl die
met toepassing van artikel 735 van het Gerechtelijk Wetboek
afgehandeld zouden kunnen worden.

De fiscale rechtbanken ­ daarmee kom ik tot mijn vraag nr. 2309 ­
bestaan ondertussen vijf jaar. Ik verneem dat de opgebouwde
wachtlijsten een tienduizendtal zaken zouden betreffen. Wij worden
de jongste jaren alsmaar vaker met wachtlijsten geconfronteerd,
blijkbaar ook in de sector van de fiscale rechtbanken. Kloppen die
cijfers of spreekt u ze tegen? Welke cijfers hebt u? Als die cijfers
kloppen, is het dan niet wenselijk dat wij de hervorming evalueren?

Kunt u mij meedelen hoeveel zaken er op dit moment aanhangig zijn
bij de fiscale rechtbanken van eerste aanleg en hoeveel bij de hoven
van beroep?

In het licht van de procedures en om te vermijden dat er te veel fiscale
geschillen voor de reguliere rechtbanken zouden voorkomen, is er bij
het ministerie van Financiën een drempel ingevoerd. Wat is het
percentage van geschillen dat daar wordt opgelost? Kunt u mij ook
meedelen in welke mate die hervorming tot gevolg heeft dat er nu
meer of minder zaken ingeleid worden voor het hof van beroep dan
vóór de hervorming het geval was?

Hoe, tegen welke datum en met welke middelen zult u de achterstand
bij de fiscale rechtbanken wegwerken? Is dat een prioriteit voor de
regering in het raam van een lopende begrotingscontrole? Is dat een
prioriteit voor de regering in het licht van het regeerakkoord waarin
fiscale fraudebestrijding volgens mij toch een belangrijk item was?

Divers jugements par défaut ont
été prononcés en raison de
l'absence du représentant des
Finances. De combien de
jugements par défaut s'agit-il?

Un problème de procédure se
pose dans la mesure où le
contribuable est considéré comme
demandeur dans la procédure
judiciaire, mais comme défendeur
aux yeux de l'administration
fiscale. Est-ce exact? Quelles sont
les difficultés qui se posent à cet
égard?

Le représentant des Finances
demande toujours un renvoi au
rôle, et ce également pour les
petits litiges qui peuvent être
réglés par le biais de l'article 735
du Code judiciaire. Pourquoi?

Les tribunaux fiscaux existent
depuis cinq ans. La liste d'attente
se chiffre à environ dix mille
affaires. De combien de dossiers
s'agit-il précisément?

Pour éviter que trop de litiges
fiscaux n'aboutissent devant les
tribunaux ordinaires, le ministère
des Finances a instauré un seuil.
Quel est le pourcentage de litiges
qui sont résolus de cette manière?
Le nombre d'affaires soumises à
la Cour d'appel a-t-il diminué?

Comment la ministre résoudra-t-
elle le problème de l'arriéré
accusé par les tribunaux fiscaux?
Cette question est-elle prioritaire
pour le gouvernement?
15.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het was in
1999 de bedoeling de gemeenrechtelijke procedure waarin voorzien is
in het gerechtelijk wetboek ook van toepassing te maken op de fiscale
geschillen. Dat heeft voordelen. De nieuwe procedure staat immers
dichter bij de burger. Die kan bij verzoekschrift zijn geschillen
aanhangig maken en hoeft niet meer onmiddellijk naar het hof van
beroep. Daarenboven is er thans de normale dubbele aanleg
waardoor beroep tegen de beslissing van de eerste rechter mogelijk
is. Dat is in het voordeel van de burger en van de overheid. De nieuwe
procedure leidt normaliter tot een snellere afhandeling. Thans zijn
immers twaalf rechtbanken van eerste aanleg bevoegd, terwijl er
destijds slechts vijf hoven van beroep bevoegd waren. Dat leidt
15.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En 1999, le législateur a
décidé d'appliquer également la
procédure de droit commun du
code judiciaire aux litiges fiscaux.
Le citoyen peut dès lors, par voie
de requête, saisir le tribunal de
première instance d'un litige et
ensuite, le cas échéant, interjeter
appel du jugement. Cette nouvelle
réglementation autorise un
traitement plus rapide des
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
ongetwijfeld tot een zekere specialisatie en tot een grotere efficiëntie.
Daarbij laat een snellere einduitspraak de ontvangers van de
belastingen toe sneller opnieuw tot invordering over te gaan.

Hoeveel dossiers er procentueel nog kunnen worden opgelost tijdens
de voorafgaande filter binnen de FOD Financiën is op dit moment nog
niet geweten. Die gegevens worden thans nog verwerkt voor het
jaarverslag 2003. Volgens de gegevens die mij bezorgd werden zijn er
thans 15.375 zaken hangend voor de rechtbanken van eerste aanleg;
611 beroepsprocedures zijn hangend en nog 6.715 dossiers zijn
hangend bij de diverse hoven van beroep ingevolge de oude
procedure. Tijdens het gerechtelijk jaar 2002-2003 werd 347 keer
beroep aangetekend: 205 keer door de belastingplichtige en 142 keer
door de Belgische Staat. In hetzelfde jaar werd slechts 1
verstekvonnis uitgesproken tegen de Belgische Staat. De overheid
legt steeds spontaan en binnen de kortst mogelijke termijn haar
dossier neer. Terzake werd een rondzendbrief opgesteld en ook een
akkoord gesloten met de Franstalige balie van advocaten. Slechts
wanneer de zaak niet op de inleidende zitting kan worden behandeld,
wordt de verzending naar de rol gevraagd.

Er zijn op dit ogenblik geen redenen om te spreken van een
achterstand bij de fiscale rechtbanken. Er is immers slechts sprake
van achterstand wanneer er systematisch een lange wachttijd bestaat
om een pleitdatum te krijgen. Dienaangaande is mij niets bekend. Het
aantal hangende zaken is evenwel geen relevante factor om de
achterstand te meten.
dossiers, permettant aux
receveurs des contributions de
procéder plus rapidement au
recouvrement.

15.375 affaires sont actuellement
pendantes devant le tribunal de
première instance, 611 affaires
sont en instance d'appel et 6.715
dossiers sont traités par les
différentes cours d'appel sur la
base de l'ancienne procédure. Au
cours de l'année judiciaire 2002-
2003, 347 procédures d'appel ont
été introduites et un jugement par
défaut a été prononcé contre l'Etat
belge. L'administration a été
invitée par une circulaire a toujours
introduire ses dossiers spontané-
ment et le plus rapidement
possible.

On ne peut certainement pas
parler à l'heure actuelle et d'une
manière générale de longs délais
d'attente pour la fixation d'une
date de plaidoirie. Le nombre
d'affaires pendantes n'est pas un
facteur pertinent pour mesurer
l'arriéré éventuel.
15.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het laatste punt van uw antwoord zou ik toch
enigszins willen nuanceren. De aantallen spreken boekdelen. Het
gaat om betwistingen omtrent geld van mensen die ofwel moeten
prefinancieren en dat geld soms pas jaren later terugkrijgen of die niet
prefinancieren maar dan met het risico zitten van fenomenale
nalatigheidsintresten, ruim boven de marktwaarde. Deze aantallen
spreken boekdelen.

U zegt dat niet de aantallen de indicatieve factor zijn, maar wel de
pleitdatum. Dan blijkt toch uit uw cijfers dat er in het kader van de
oude wet ­ van jaren geleden ­ nog 6.700 dossiers hangende zijn. Dit
spreekt voor zich. Ik zou er toch voor willen pleiten dat bijzondere
maatregelen worden genomen voor zulke geschillen, in het belang
van de belastingplichtige, maar ook in het belang van de overheid. Als
we nog op een eerlijke wijze van de mensen willen trekken, moet het
zo snel mogelijk naar de begroting kunnen gaan. Voor het overige
dank ik u voor de gegevens.
15.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les chiffres sont
éloquents : pas moins de 6.700
dossiers doivent encore être
traités sur la base de l'ancienne
procédure. Il convient dès lors de
prendre des mesures.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het homohuwelijk" (nr. 2322)
16 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
mariage entre homosexuels" (n° 2322)
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
16.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, de wet
van 13 februari 2003 maakt het mogelijk om een huwelijk open te
stellen voor personen van hetzelfde geslacht. Door uw voorganger
werd daarover ooit een rondzendbrief opgemaakt die stelde dat enkel
Nederlandse en Belgische staatsburgers een dergelijk huwelijk
konden aangaan, in het licht dat enkel deze twee landen een dergelijk
huwelijk toestaan. U hebt die omzendbrief vervangen door een
omzendbrief van 23 januari 2004 waarin u stelde dat een
homohuwelijk in België wel kon worden afgesloten, zelfs wanneer het
nationale recht van de echtgenoten, of één van hen, het homohuwelijk
verbiedt, en dit voor zover één van de toekomstige echtgenoten Belg
is of zijn gewone verblijfplaats in België kent.

Blijkbaar zou uw omzendbrief op dit ogenblik tot rechtsonzekerheid
leiden. Er zijn immers tegengestelde adviezen van de procureurs des
konings en in bepaalde gerechtsarrondissementen wordt uw
omzendbriefwel toepast, in andere dan weer niet. Omdat er ook
binnen de literatuur discussie is omtrent uw rondzendbrief vraag ik mij
af of deze niet indruist tegen het internationaal privaatrecht terzake.
Vreest u niet dat die rondzendbrief zal leiden tot een toename van
schijnhuwelijken of hebt u terzake maatregelen genomen om dit te
voorkomen?

Ten tweede, hoe reageert u op de problematiek van de
rechtsonzekerheid en de diversiteit in toepassing tussen diverse
parketten in het arrondissement? Hoe reageert u op die parketten die
uw rondzendbrief niet willen toepassen?
16.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): L'ancien ministre de la
Justice, M. Verwilghen, avait
précisé dans une circulaire que
seuls les citoyens belges et
néerlandais du même sexe
pouvaient contracter un mariage,
car ces deux pays sont les seuls à
autoriser le mariage homosexuel.
Dans une circulaire du 23 janvier
2004, la ministre Onkelinx affirme
toutefois que ce type de mariage
est désormais bel et bien autorisé
en Belgique, même lorsque le droit
national d'un des deux conjoints
interdit le mariage homosexuel.
L'un des conjoints doit toutefois
être Belge ou avoir sa résidence
habituelle en Belgique.

Il me revient que ladite circulaire
est source d'insécurité juridique.
Certains arrondissements judi-
ciaires l'appliquent, d'autres non.
Dans la littérature spécialisée, la
question est également contro-
versée. La circulaire ne va-t-elle
pas à l'encontre du droit privé
international? Se traduira-t-elle par
une augmentation du nombre de
mariages de complaisance? La
ministre s'efforce-t-elle d'éviter
cette dérive? Que pense-t-elle de
l'insécurité juridique? Quelle est
son attitude à l'égard des parquets
qui refusent d'appliquer la
circulaire?
16.02 Minister Laurette Onkelinx: Op de eerste vraag kan ik
antwoorden dat de strijd tegen schijnhuwelijken op gelijke wijze wordt
gevoerd ten aanzien van gehuwden van hetzelfde geslacht als ten
aanzien van gehuwden van een verschillend geslacht. Er is geen
enkele reden om te denken dat een homohuwelijk meer aanleiding
zou geven tot een schijnhuwelijk als een huwelijk tussen
heteroseksuelen, temeer aangezien er voor alle samenwonenden,
ongeacht of ze heteroseksueel of homoseksueel zijn, reeds een
verblijfsregeling bestaat sedert de omzendbrief van
30 september 1997 betreffende het verlenen van een
verblijfsmachtiging op basis van samenwoonst in het kader van een
duurzame relatie. Homoseksuele partners genieten dus reeds sedert
eind 1997 een regeling voor gezinshereniging. Zij moeten daarvoor
niet huwen.

Zoals u weet wordt de strijd tegen schijnhuwelijken op vier
verschillende manieren gevoerd. Een preventieve actie bestaat erin
dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de huwelijksvoltrekking
kan weigeren als hij voldoende overtuigende aanwijzingen heeft dat
het om een schijnhuwelijk gaat.
16.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Nous luttons contre tous
les mariages de complaisance de
la même manière. Il n'y a pas lieu
de penser qu'un mariage
homosexuel est plus souvent un
mariage de complaisance qu'un
mariage entre hétérosexuels.
Depuis la circulaire du 30
septembre 1997, le même régime
de résidence est d'ailleurs
applicable à tous les cohabitants.
Les partenaires homosexuels ne
doivent pas nécessairement être
mariés pour pouvoir bénéficier du
regroupement familial.

Nous luttons contre les mariages
de complaisance par quatre
moyens. Les officiers de l'état civil
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38

Ik geef enkele voorbeelden: de partners verstaan elkaars taal niet, de
partners kennen elkaars achtergrond, familie of beroepsactiviteiten
niet, enzovoort.

Ten tweede, a posteriori kan een huwelijk om dezelfde redenen door
de rechtbank van eerste aanleg nietig worden verklaard.

Ten derde, in het verblijfsrecht vervalt het recht op verblijf dat op het
huwelijk steunt als blijkt dat de partners niet samenwonen tijdens de
periode waarin een samenwoonstcontrole wordt uitgevoerd. Het recht
op verblijf vervalt bovendien retroactief indien het huwelijk nietig wordt
verklaard wegens schijnhuwelijk.

Artikel 77 van de verblijfswet van 15 december 1980 bepaalt
bovendien dat de persoon die wetens en willens een vreemdeling
helpt of bijstaat in de handelingen die het onwettig binnenkomen of
het onwettig verblijf in het rijk voorbereid hebben of vergemakkelijkt
hebben, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot
drie maanden en met een geldboete van 1.700 frank tot 6.000 frank,
of met een van die straffen alleen. Een schijnhuwelijk aangaan om het
verblijf mogelijk te maken, geeft aanleiding tot de toepassing van deze
strafbepaling.
peuvent refuser de procéder au
mariage s'ils disposent de
suffisamment d'indices donnant à
penser qu'il s'agit d'un mariage
blanc Le tribunal de première
instance peut annuler un tel
mariage pour les mêmes raisons.
En outre, s'il apparaît que les
partenaires ne cohabitent pas, il y
aura déchéance du droit de séjour
qui repose sur le mariage. Ce droit
est supprimé rétroactivement en
cas d'annulation du mariage.

Quiconque aide délibérément un
étranger à entrer ou à séjourner
illégalement sur notre territoire
s'expose à une peine d'emprison-
nement de 8 jours à trois mois et à
une amende de 1.700 à 6.000
francs. Ces peines sont également
d'application lorsqu'un mariage
fictif est contracté dans le but
d'obtenir le droit de séjourner dans
notre pays.
Quant à votre deuxième question, je tiens à vous signaler que,
chaque fois que je suis informée de difficultés, je prends contact avec
les autorités compétentes - procureurs généraux, procureurs du Roi -
afin qu'elles prennent les dispositions utiles.

Enfin, pour ce qui concerne la circulaire que j'ai signée, je m'en réfère
à la réponse circonstanciée que j'avais faite à une question de Mme
Zoé Genot sur le respect de toutes les règles de droit international
privé et public.

Depuis lors, je souhaite porter un élément nouveau à votre
connaissance. Dans le cadre de la réforme du Code de droit
international privé - on en discute au Sénat -, la commission de la
Justice a terminé ses travaux. La séance plénière devrait en terminer
juste après les vacances de Pâques. Le Sénat a prévu la possibilité
pour deux personnes homosexuelles de se marier, quelle que soit
leur nationalité.
Wanneer ik wet heb van
moeilijkheden, neem ik contact op
met de bevoegde autoriteiten
zodat zij de nodige maatregelen
zouden treffen.

Wat de rondzendbrief betreft,
verwijs ik naar mijn omstandig
antwoord op een vraag van
mevrouw Zoé Genot over het
eerbiedigen van de internationale
rechtsregels ter zake. In het kader
van de hervorming van het
Wetboek van internationaal
privaatrecht heeft de Senaat
sindsdien in de mogelijkheid
voorzien dat homoseksuelen
kunnen trouwen wat ook hun
nationaliteit is.
16.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord.

Ik hoop dat mijn vraag geen andere betekenis krijgt dan ze zou
kunnen suggereren. In elk geval vertolkte mijn vraag niet de
overtuiging dat er meer schijnhuwelijken zouden zijn bij
homohuwelijken dan bij heterohuwelijken. Ik vrees alleen dat uw
rondzendbrief over het actuele IPR ­ ik weet ook wat de rechtsgrond
van het IPR waard is, maar het heeft toch zijn juridische betekenis ­
indruist tegen het personele statuut inzake het familierecht waardoor
sommigen hiervan misschien misbruik zouden kunnen maken.
16.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je n'ai pas voulu insinuer
qu'il y a plus de mariages blancs
entre personnes de même sexe
qu'entre personnes de sexes
différents, mais je crains que la
circulaire relative au droit privé
international ne soit contraire au
statut personnel tel que défini dans
le droit de la famille. Nous devons
attendre les modifications qui
seront adoptées par le Sénat à ce
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Mevrouw de minister, ik neem aan dat uw antwoord op de vraag van
mevrouw Genot betrekking had op de problematiek dat het ene parket
dit wel toepast en het andere parket niet en bijgevolg een negatief
advies geeft. Ik zal dat lezen, mevrouw de minister.

Wat het IPR betreft, wachten wij op de Senaat. Momenteel blijft de
traditionele IPR echter nog van toepassing. Ik meen dat het personele
statuut dient te worden gevolgd. Dit staat los van mijn individuele
overtuigingen in dit dossier. U weet dat ik het homohuwelijk mee heb
goedgekeurd.
sujet. A ce jour, le droit privé
international traditionnel est
toujours applicable et le statut
personnel doit être suivi. Cela n'a
aucun rapport avec mes propres
convictions: j'ai voté pour
l'ouverture du mariage aux
personnes de même sexe.

Je suppose que la réponse à la
question de Mme Genot se
rapporte au refus de certains
parquets d'appliquer la circulaire.
Je vais vérifier cela.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het jeugdsanctierecht" (nr. 2326)
17 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
droit sanctionnel des jeunes" (n° 2326)
17.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik had
u een tweetal vragen willen stellen met betrekking tot de Ministerraad
van morgen en overmorgen. Een vraag heeft betrekking op het
jeugdsanctierecht. U zult het mij niet kwalijk duiden dat ik in het licht
van de pers van vanmorgen er de commentaar van enkele
Nederlandstalige jeugdmagistraten bij zou willen betrekken.

Mevrouw de minister, u wil de uithandengevingen verruimen. U had
dit ettelijke weken geleden reeds aangekondigd. U wilt deze mensen
plaatsen in een aparte vleugel van Everberg. Ik meen te weten dat
binnen de Regie reeds administratieve, voorbereidende
werkzaamheden zijn gepland voor deze vleugel.

Hoeveel plaatsen zullen er naar aanleiding van deze maatregelen in
Everberg bijkomen? Over hoeveel Franstalige en Nederlandstalige
plaatsen gaat het? Kunt u ons een overzicht geven van de actuele
bezettingsgraad van Everberg, opgesplitst per taalgroep?

Mevrouw de minister, kunt u een overzicht geven van de
opvangcapaciteit van de Gemeenschappen? Ik meen te hebben
begrepen dat vóór 1 maart in de Franstalige Gemeenschap er 10
extra plaatsen zouden bijkomen. Zijn die er ondertussen? Hoever
staat het met bijkomende opvangcapaciteit in de Vlaamse
Gemeenschap?

Wat uw ambities voor Everberg betreft, mevrouw de minister, in welke
mate passen die in het ruimtelijk ordeningsplan dat op dit ogenblik in
Everberg bestaat? Ik verwijs terzake naar de problemen die bij de
vorige aanpassingen zijn gerezen. Waarom werd het
samenwerkingsakkoord voor Everberg verlengd? Verlopen de
plannen tot hervorming van het jeugdrecht vertraging op?

Ten slotte, mevrouw de minister, in het licht van de verklaringen in de
pers van de Nederlandstalige jeugdmagistraten nog volgende vragen.
U had gezegd dat u inzake de plannen met betrekking tot het
17.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La ministre a annoncé il y
a plusieurs semaines déjà qu'elle
souhaitait augmenter le nombre de
dessaisissements. Elle entend
placer ces personnes dans une
aile distincte de l'établissement
d'Everberg. Je crois savoir qu'au
sein de la Régie, des travaux
préparatoires d'ordre administratif
sont déjà prévus pour cette aile.

Combien de places supplé-
mentaires, francophones et
néerlandophones, y aura-t-il à
Everberg à la suite de ces
mesures? La ministre peut-elle
nous donner un aperçu, par
groupe linguistique, du taux
d'occupation actuel d'Everberg?
Est-elle en mesure de fournir des
précisions sur la capacité d'accueil
des Communautés? Dans quelle
mesure ces projets concernant
Everberg sont-ils conformes à
l'actuel plan d'aménagement du
territoire? Pourquoi l'accord de
coopération pour Everberg a-t-il
été prolongé? Les projets de
réforme du droit de la jeunesse
accusent-ils du retard?

Aujourd'hui, la presse a publié des
déclarations de magistrats de la
jeunesse néerlandophones. La
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
jeugdsanctierecht
­ ik heb ook opmerkingen op die
uithandengevingen ­ overleg zou plegen met de sector om pas
daarna te beslissen. Als u morgen naar een superministerraad gaat,
neem ik aan dat dit overleg heeft plaatsgevonden. Klopt dit? Heeft u
met alle actoren in de sector contact gehad zoals u enkele weken
geleden had beloofd? Wat is het resultaat van die gesprekken? Klopt
het dat u voorafgaandelijk van de Nederlandstalige jeugdmagistraten
de kritiek hebt gekregen die we vandaag in de Nederlandstalige pers
hebben kunnen lezen? Zij hebben onder meer bemerkingen met
betrekking tot de uithandengevingen.
ministre avait déclaré, en ce qui
concerne les projets relatifs au
droit sanctionnel des jeunes,
qu'elle organiserait une
concertation avec le secteur avant
de prendre une décision. Quels
sont les résultats de cette
concertation? Est-il exact que la
ministre a reçu au préalable les
critiques des magistrats de la
jeunesse néerlandophones,
notamment en matière de
dessaisissements?
17.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai rédigé
une note-cadre et je l'ai soumise à toute une série d'intervenants du
secteur, qu'il s'agisse des magistrats ou des intervenants du secteur
de l'aide à la jeunesse, que ce soit les institutions publiques ou les
services privés d'intervention. J'ai reçu de très nombreuses réponses,
tant du côté néérlandophone que francophone.

Sur la base de ces interventions, j'ai déposé au Conseil des ministres,
qui tranchera demain ou après-demain, un avant-projet de loi qui tient
compte de toute une série de remarques, mais pas de toutes; chaque
fois, j'ai écrit aux intervenants pour le leur expliquer.

Cela étant dit, les concertations ne sont pas terminées. Nous avons
eu des concertations informelles mais les concertations officielles
avec les Communautés vont commencer dès que j'aurai reçu le feu
vert du gouvernement. C'est la raison pour laquelle la Communauté
flamande a postposé jusqu'au 1
er
janvier 2005, je pense, la durée de
validité de l'accord de coopération. J'ai rencontré Mme Byttebier; elle
sait que l'on avance et que l'on veut se donner le temps d'une bonne
concertation, ce qui est plutôt positif pour permettre une concertation
en profondeur.

Comme je viens de le dire, on a tenu compte de toute une série
d'éléments mis sur la table, tant par les magistrats que par les
services d'aide à la jeunesse. Je vous cite un exemple pour lequel j'ai
changé mon fusil d'épaule. Du côté néérlandophone particulièrement,
mais pas seulement, on faisait remarquer que, quand le juge de fond
décidait d'une mesure concernant un jeune délinquant, s'il y avait des
révisions régulières, il n'y avait pas un délai, cela dépendait de
l'évolution du jeune. De nombreux intervenants ont dit que cela n'allait
pas, qu'il fallait, pour avoir un sentiment de justice, qu'il y ait un délai
qui ne puisse pas être prolongé concernant certaines mesures,
notamment d'enfermement, décidées par les juges de fond. J'ai suivi
leur requête.

Reste alors la question du dessaisissement qui est un problème
vraiment difficile; je reste ouverte à toute proposition, on verra avec
les Communautés. Je rappelle que le dessaisissement est ce
moment particulier où l'application de la loi de 1965 s'avère
inopérante. Il s'agit généralement de jeunes multirécidivistes pour
lesquels on est au bout des mesures que l'on peut proposer. A ce
moment-là, les magistrats peuvent estimer - il n'y a pas d'obligation -
pour les jeunes entres 16 et 18 ans, que la loi de 1965 est inopérante;
ils se dessaisissent alors au profit d'un tribunal correctionnel ordinaire.
17.02
Minister Laurette
Onkelinx: Op grond van de
antwoorden van de magistraten en
van alle publieke en privé-actoren
op de kader-nota die ik ze heb
bezorgd, heb ik een voorontwerp
van wet ingediend bij de
ministerraad die zich daarover
morgen of
overmorgen zal
uitspreken.

Het officieel overleg met de
Gemeenschappen zal beginnen
zodra ik van de regering groen
licht gekregen heb. Daarom heeft
de Vlaamse Gemeenschap de
geldigheidsduur van het
samenwerkingsakkoord tot 1
januari 2005 verlengd.

Op basis van de ontvangen
adviezen heb ik bijvoorbeeld mijn
standpunt gewijzigd vermits ik heb
ingestemd met het principe dat
een termijn niet kan worden
verlengd voor bepaalde, door de
feitenrechters getroffen
maatregelen zoals de opsluiting.

Als men kan voorkomen dat
jeugdige delinquenten die
meermaals gerecidiveerd hebben
niet door de jeugdrechtbank maar
door de gewone correctionele
rechtbank worden berecht, ga ik
akkoord met de magistraten. Dat
is mooi meegenomen ! Spijtig
genoeg kunnen de oplossingen die
het huidige jeugdrecht biedt, niet
op bepaalde jongeren toegepast
worden.

Ik behield de mogelijkheid van een
uithandengeving, die deel uitmaakt
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41

SI l'on peut éviter les dessaisissements - je suis vraiment d'accord
avec les magistrats - tant mieux! C'est d'ailleurs la raison pour
laquelle on a multiplié les possibilités de réponse des magistrats de la
jeunesse; c'est aussi la raison pour laquelle certaines mesures
pourront être prolongées jusqu'à 23 ans, ce qui permet justement
d'éviter de devoir passer peut-être par le dessaisissement. Chaque
fois que l'on peut éviter le dessaisissement, tant mieux! Cependant, il
est vrai - et les magistrats le savent - que pour certains jeunes,
malheureusement, toutes les réponses que peut apporter le droit
actuel de la jeunesse ne peuvent s'appliquer.

Dans ce cadre-là, puisque c'est dans l'accord de gouvernement, j'ai
maintenu la possibilité d'un dessaisissement mais, pour moi, c'est
totalement subsidiaire.

S'il y a dessaisissement, il peut y avoir des condamnations pénales
par la juridiction "des adultes", disons. Il doit y avoir une trentaine de
ces cas par an.

C'est un peu ce que je répondais tout à l'heure à M. Vandeurzen: mon
problème, c'est que ces jeunes, délinquants primaires vis-à-vis du
tribunal correctionnel, seront mélangés dans un établissement
pénitentiaire avec une population très différente. Pour eux, il
conviendrait peut-être de travailler dans un établissement spécifique
en renforçant toutes les mesures d'accompagnement pour leur
réinsertion ultérieure dans la vie sociale.

Est-ce que ça peut être Everberg ou d'autres solutions? Pour le
moment, c'est en discussion avec le ministre responsable de la Régie
des Bâtiments. Ce pourrait être une extension d'Everberg, mais alors
il faudrait une aile complètement à part, réservée uniquement à ceux
entrant dans le cadre de l'application de la loi Everberg, sinon l'affaire
n'a plus aucun sens. Mais ce pourrait être aussi un site extérieur. Les
deux possibilités existent toujours dans les propositions que j'ai
déposées. Pour le moment, j'attends et l'accord du ministre de la
Régie des Bâtiments quant aux possibilités et aux moyens
budgétaires, et aussi la fin de la concertation avec les Communautés:
les compétences sont tellement imbriquées qu'il me semble
indispensable de passer par un accord complet entre nous.

Enfin, pour les capacités d'accueil, je vous renvoie aux ministres des
Communautés puisque cela ne concerne pas le fédéral.

Des différences assez importantes apparaissent. D'abord, dix places
en plus seront ouvertes, maintenant ou tout prochainement, pour ce
qui concerne la Communauté française. Le chiffre est donc porté de
50 à 60. Ces places sont uniquement réservées aux jeunes
délinquants, ce qui n'est pas le cas pour ce qui concerne les
institutions fermées de la Communauté flamande, qui peuvent aussi
accueillir des jeunes qui ne sont pas des jeunes délinquants,
condamnés pour ce fait. La situation est donc relativement différente
entre les deux communautés.

Je poursuis mes tentatives d'arriver à un accord général avec les
Communautés. J'ai pris en compte toute une série de remarques.
Sans nul doute, ce dossier évoluera encore en fonction des
négociations avec les communautés.
van het regeerakkoord, maar voor
mij is die bijkomend.

In geval van uithandengeving, kan
de jongere strafrechtelijk worden
veroordeeld. Voor jonge
delinquenten die voor het eerst
met het gerecht in aanraking
komen, is het wellicht meer
aangewezen ze in een specifieke
instelling onder te brengen en hen
nog intenser te begeleiden met het
oog op hun latere maatschap-
pelijke reïntegratie.

Het zou bijvoorbeeld om een op
zichzelf staande uitbreiding van
Everberg kunnen gaan, of om een
andere site. Ik wacht op het
akkoord van de minister die
bevoegd is voor de Regie der
Gebouwen en op het akkoord van
de Gemeenschappen.
De
toestand is in beide Gemeen-
schappen trouwens niet identiek.

De opvangcapaciteit valt onder de
bevoegdheid van de gemeen-
schapsministers.

Voor de Franstalige
Gemeenschap wordt het aantal
aan jonge delinquenten voor-
behouden plaatsen van vijftig op
zestig gebracht. In de gesloten
instellingen van de Vlaamse
Gemeenschap kunnen ook niet
delinquente jongeren worden
ondergebracht.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
17.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, we zullen later nog vaak genoeg de
gelegenheid hebben om over deze materie ook inhoudelijk van
gedachten te wisselen. Ik heb in het licht van uw antwoord echter
bedenkingen bij de timing van de agendering morgen op de
Ministerraad. Ik denk dat, als men een belangrijke Ministerraad over
veiligheid organiseert, de dossiers toch quasi klaar moeten zijn. Ze
moeten rijp zijn voor beslissing en rijp zijn voor uitvoering. Met andere
woorden, er moeten daar ook middelen tegenover staan of afspraken
over middelen.

U zegt nu dat u nog concertaties moet hebben. Ik juich toe dat u de
sector en het terrein hierbij betrekt. Dat lijkt mij evident. Men moet ze
er echter bij betrekken voor men beslist en men moet niet beslissen
en daarna nog wat gesprekken houden en nog eens onderzoek doen
of er links of rechts nog een gebouw kan gevonden worden, al dan
niet in Everberg. Ik heb de indruk dat men overmorgen een papieren
beslissing gaat treffen in plaats van een effectieve beslissing en dat
het dan weer government by announcement zal worden. Mevrouw de
minister, ik zou dat betreuren.
17.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je m'interroge sur le
timing de l'agenda du Conseil des
ministres de demain. Si on veut
consacrer un important conseil
des ministres aux questions de
sécurité, on se doit de présenter
des dossiers finalisés, mûrs pour
une décision et prêts à être mis en
oeuvre. Il faut que les moyens
nécessaires soient prévus ou qu'il
y ait au moins des accords sur les
moyens à prévoir.

La ministre nous dit qu'elle doit
encore organiser une concertation.
Je salue sa volonté de consulter le
secteur et les acteurs de terrain.
J'ai cependant l'impression que la
décision qui sera prise après-
demain restera lettre morte. Ce
serait une nouvelle illustration de
la méthode qu'affectionne ce
gouvernement qui recourt aux
effets
d'annonce. Ce serait
regrettable.
17.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, il s'agit d'un avant-projet qui fera l'objet d'une concertation.

Tous les intervenants francophones et néerlandophones disent qu'il
faut de nouveaux moyens, que ce soit pour le fédéral ou les
Communautés. Pour ces dernières, j'enverrai, bien entendu, le
message aux ministres communautaires compétents.

Mais si j'ai décidé de soumettre cet avant-projet au Conseil des
ministres qui se tiendra demain et mercredi, c'est parce que, du côté
fédéral, des moyens complémentaires devront également être
dégagés.

Les magistrats de la jeunesse demandent ­ et je suis d'accord avec
eux ­ de pouvoir disposer de magistrats de liaison, par exemple, pour
permettre la gestion des demandes d'enfermement dans des centres
fermés. Il n'est pas facile de passer son temps pendu au téléphone
pour voir si des places sont disponibles ici ou là. Les magistrats de la
jeunesse demandent aussi des criminologues. J'ai donc estimé utile
de dire à mes collègues que, non seulement il existait un projet qui
devait encore évoluer en fonction des concertations avec les
Communautés, mais aussi que des moyens budgétaires
supplémentaires étaient nécessaires qu'il existe une volonté unanime
du secteur à ce sujet.
17.04
Minister Laurette
Onkelinx: De jeugdmagistraten ­
en ik ben het met hen eens ­ zijn
bijvoorbeeld vragende partij voor
het inzetten van verbindings-
magistraten en van criminologen.
Ook op het federale niveau
moeten bijkomende middelen
worden vrijgemaakt. Ik heb dit
ontwerp alvast op de agenda van
de Ministerraad van morgen en
woensdag gezet, ook al zal het,
onder invloed van de contacten
met de Gemeenschappen, nog
worden gewijzigd. In de sector
bestaat daarover een zeer grote
eensgezindheid.
17.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor haar antwoord. We zullen zien. U kunt in elk
geval op onze steun rekenen, mevrouw de minister, als u in extra
middelen voor het jeugdsanctierecht en het jeugdrecht in het
algemeen zou voorzien. We hopen dat het in het kader van de
17.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Nous verrons. En tout
état de cause, la ministre peut
compter sur notre soutien si elle
prévoit des moyens supplé-
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
begrotingscontrole reeds kan gebeuren en in elk geval in het kader
van de begroting 2005.
mentaires pour le droit sanctionnel
de la jeunesse et le droit de la
jeunesse en général. Nous
espérons qu'une telle opération
sera possible dès le contrôle
budgétaire et, au plus tard, lors de
l'examen du budget 2005.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het slachtofferbeleid van de regering" (nr. 2327)
18 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
politique du gouvernement en faveur des victimes" (n° 2327)
18.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ook deze vraag heb ik gesteld met het oog op
de Ministerraad van de twee komende dagen. Ik acht het relevant dat
de positie van het slachtoffer op een Ministerraad als deze op haar
plaats is.

Ik heb voor u de volgende vraag: kunt u hier reeds meer uitleg
verschaffen over de inhoud van de nieuwe maatregelen die u terzake
wenst te nemen?

Ik heb nog de volgende, zeer concrete vragen. Hebt u plannen om het
Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid een secretariaat te geven?
Hebt u hiermee nog andere plannen?

Mevrouw de minister, bent u bereid het toepassingsgebied van het
slachtofferfonds uit te breiden? U weet dat terzake voorstellen zijn
gedaan op basis van het feit dat er een belangrijke reserve in de pot
zit die, wat ons betreft, niet moet worden opgepot, maar best naar
slachtoffers kan gaan.

Zijn de samenwerkingsakkoorden inzake slachtofferhulp met de
Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest reeds bekendgemaakt
in het Belgisch Staatsblad? Zo nee, waarom niet? Hoelang is het nog
wachten op het akkoord met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?
18.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je me permets de vous
poser cette question en vue du
prochain conseil des ministres, qui
traitera de la position de la victime.

Pouvez-vous d'ores et déjà nous
informer plus amplement sur les
nouvelles mesures que vous
souhaitez prendre? Projetez-vous
de doter d'un secrétariat le Forum
national pour une politique en
faveur des victimes? Comptez-
vous étendre le champ
d'application du Fonds des
victimes? Il faut savoir que le
fonds dispose d'une réserve
importante, qu'il est souhaitable
d'affecter à l'aide aux victimes.

Les accords de coopération en
matière d'aide aux victimes
conclus avec la Communauté
française et la Région wallonne
ont-ils déjà été publiés au Moniteur
belge? Quand peut-on s'attendre à
la conclusion d'un accord avec la
Région de Bruxelles-Capitale?
18.02 Laurette Onkelinx, ministre: Oui, monsieur Verherstraeten, il
faut évidemment prévoir un volet "victimes" dans ce Conseil des
ministres consacré à la justice et à la sécurité. On y apportera
plusieurs dossiers, aussi bien dans le cadre du plan national de
sécurité pour l'accueil des victimes justice-police que par
l'institutionnalisation du Forum national. Vous avez raison, on ne peut
pas institutionnaliser sans qu'il n'y ait des moyens pour un secrétariat.

Pour ce qui est des accords de coopération, c'est fait pour la Flandre
depuis un certain temps. Du côté francophone, il y a eu des difficultés.
Le Conseil d'État avait soulevé un problème de répartition des
compétences entre la Communauté française et la Région wallonne.
En conséquence, l'accord de coopération a dû être revu et doit encore
18.02
Minister Laurette
Onkelinx: In deze ministerraad
over justitie en veiligheid moet
vanzelfsprekend een hoofdstuk
"slachtoffers" aan bod komen,
hetzij in het kader van het
nationaal veiligheidsplan voor de
opvang van slachtoffers van
justitie en politie, hetzij in het kader
van de institutionalisering van het
Nationaal Forum, dat inderdaad
middelen voor een secretariaat
veronderstelt.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
être achevé. J'ai d'ailleurs encore eu une réunion avec le ministre
Detienne à ce sujet le mois dernier, pour relancer l'accord de
coopération. Pour la Région de Bruxelles-Capitale, l'accord de
coopération a également été relancé.

Je ne pense pas qu'il faille encore modifier le champ d'application du
fonds pour les victimes d'actes intentionnels de violence. La loi
concernant la commission d'aide aux victimes vient d'être modifiée.
Les dernières modifications sont entrées en vigueur le 1
er
janvier
dernier. On a élargi le champ d'application en permettant notamment
aux parents de personnes disparues et aux parents d'enfants
maltraités d'y avoir recours. La prise en charge d'actes médicaux a
été améliorée. Le plafond d'intervention pour les demandes d'urgence
a été doublé. Plutôt que d'élargir le champ d'application tout de suite,
il vaut mieux évaluer les modifications décidées.

Pour ce qui est des victimes, je fais quelques propositions sur la place
des victimes dans le cadre de la création du tribunal d'application des
peines. Enfin, il y a le grand Franchimont qui est à l'examen.

Voor Vlaanderen bestaan al enige
tijd samenwerkingsakkoorden.
Aan Franstalige kant had de Raad
van State gewezen op een
probleem inzake de bevoegd-
heidsverdeling tussen de Franse
Gemeenschap en het Waals
Gewest. Als gevolg daarvan moet
het samenwerkingsakkoord weer
op gang worden gebracht. Vorige
maand heb ik hierover met
minister Detienne vergaderd. Ook
voor het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest werd het samenwerkings-
akkoord nieuw leven ingeblazen.

De wet inzake de commissie voor
hulp aan slachtoffers werd onlangs
gewijzigd, waardoor de ouders van
vermiste personen en
mishandelde kinderen er een
beroep op kunnen doen. De
terugbetaling van medische
prestaties werd verbeterd. In
plaats van het toepassingsgebied
van de wet meteen uit te breiden,
lijkt het mij nuttiger de
aangebrachte wijzigingen te
evalueren.

Ik doe enkele voorstellen over de
plaats van de slachtoffers in het
kader van de oprichting van een
strafuitvoeringsrechtbank.

Tot slot ligt de befaamde wet
Franchimont ter tafel.
18.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister,
Franchimont zal geen voorwerp van bespreking zijn op de
ministerraden van morgen en overmorgen. In elk geval dank ik u dat
het Nationaal Forum een secretariaat gaat krijgen en dat daarvoor in
budgetten zal worden voorzien.

Met betrekking tot uw antwoord wat het Slachtofferfonds betreft,
meen ik begrepen te hebben dat in het kader van de bespreking van
de programmawet - niettegenstaande het feit dat de oorspronkelijke
wet pas onlangs gewijzigd is en toepasselijk is sinds begin dit jaar ­ u
had aangekondigd dat u bereid was dit te herzien. Ik herhaal
nogmaals dat er een reservefonds van ongeveer 20 miljoen euro is en
dat dit fonds nog een stuk toeneemt. Waarom moeten wij dit oppotten
wanneer slachtoffers er recht op hebben? De voorstellen die wij
terzake een jaar geleden tijdens de vorige legislatuur gedaan hebben
via amenderingen en die verworpen zijn, kwamen precies uit de
sector. Auteursrechten bestaan niet in de politiek, maar die
voorstellen kwamen van de mensen actief in deze commissie.
18.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): La question de la réforme
Franchimont ne sera pas abordée
lors du prochain conseil des
ministres. Je vous suis
reconnaissant d'avoir doté le
Forum national pour une politique
en faveur des victimes d'un
secrétariat.

Donc, vous êtes disposée, dans le
cadre de l'examen de la loi-
programme, à réexaminer le rôle
du Fonds des victimes. Il y a
actuellement un fonds de réserve
d'environ 20 millions d'euros. Sous
la législature précédente, des
amendements avaient été
déposés afin que ces fonds soient
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Ik zou u toch nogmaals willen vragen dat uw medewerkers dit
bekijken en dat u desgevallend uw opinie zou willen wijzigen ten
opzichte van wat u vandaag hebt gezegd, temeer omdat ze in
tegenstrijd is met wat u bij de besprekingen van de programmawet
zelf hebt gezegd.
affectés utilement. Pourquoi ne
reprend-on pas ces
amendements? L'opinion que
vous avez exprimée aujourd'hui
est en contradiction avec les
observations que vous avez
émises lors de la discussion de la
loi-programme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de opvang van geïnterneerden" (nr. 2332)
19 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
prise en charge des personnes internées" (n° 2332)
19.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik wens het te hebben over een stukje van het
behoefteplan waarop gealludeerd was door enkele collega's naar
aanleiding van de gevangeniscapaciteit en de vraag van de minister
van Financiën. Het ging meer bepaald om de extra opvangcapaciteit
voor geïnterneerden en de behoeftenplannen daaromtrent.

Mevrouw de minister, kunt u mij meedelen hoeveel geïnterneerden
vrij zijn op proef, hoeveel er opgesloten zijn in gespecialiseerde
instellingen ten laste van Justitie, respectievelijk Nederlandstaligen en
Franstaligen, hoeveel er opgesloten zijn in een gevangenis waar ze
adequate verzorging krijgen en hoeveel er opgesloten zijn in een
gevangenis zonder adequate verzorging? Kunt u de opsplitsing
maken tussen Nederlandstaligen en Franstaligen? Welke regels
worden er vandaag gehanteerd om te bepalen of de verzorging van
een geïnterneerde ten laste is van het departement Justitie dan wel
ten laste van de FOD Volksgezondheid en Sociale Zaken? Zou het
niet aangewezen zijn dat de verzorgingskosten voor een
geïnterneerde, in het kader van zijn statuut, steeds ten laste vallen
van de ziekteverzekering? Zou men op die manier niet automatisch
meer opvangplaatsen creëren in psychiatrische ziekenhuizen waar
sommige geïnterneerden veeleer horen te verblijven dan in een
klassieke gevangenis?
19.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La ministre pourrait-elle
m'indiquer le nombre de
personnes internées qui ont été
libérées à l'essai, le nombre
d'entre elles qui sont détenues
dans des établissements
spécialisés à charge de la Justice,
le nombre d'entre elles détenues
dans les prisons où elles béné-
ficient de soins adéquats et le
nombre d'entre elles qui
séjournent dans un établissement
pénitentiaire sans recevoir de
soins adéquats? Pourrait-elle
ventiler ces chiffres par régime
linguistique, néerlandais et
français? Quelles règles déter-
minent-elles si un interné est à la
charge du SPF Justice ou du SPF
Santé publique? Ne vaudrait-il pas
mieux que les coûts des soins
dispensés à un interné soient
toujours pris en charge par
l'assurance maladie? Cela ne
permettrait-il pas de créer automa-
tiquement davantage de places
d'accueil dans les hôpitaux
psychiatriques, qui conviennent
mieux à certains internés que la
prison?
19.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, c'est un
dossier sur lequel je travaille beaucoup, en relation avec le ministre
des Affaires sociales; beaucoup de discussions ont eu lieu ici, aussi
via des questions d'actualité; et plusieurs membres de la commission,
à juste titre, ont dit qu'ils estiment que les internés psychiatriques
devaient être considérés d'abord et avant tout comme des malades.
J'ai également cette conviction. Cette après-midi, nous terminons une
note conjointe Affaires sociales­Justice pour rédiger des propositions
dans ce sens. Si nous pouvons obtenir un accord au gouvernement,
19.02
Minister Laurette
Onkelinx: Geïnterneerde
psychiatrische patiënten moeten
bovenal als zieke mensen worden
beschouwd. Vanmiddag wordt de
laatste hand gelegd aan een
gezamenlijke nota van de
departementen Sociale Zaken en
Justitie met voorstellen in die zin.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
ce serait une avancée presque historique en Belgique dans le cadre
de l'accueil des internés.

J'essaye de trouver des solutions ­ c'est vraiment très complexe ­
concernant les soins de santé en prison (intervention de la sécurité
sociale en cumul avec le libre choix du médecin). On apporte
quelques solutions mais je pense aussi que je vais me tourner vers
un groupe de spécialistes, sur base d'objectifs précis, pour proposer
des solutions techniques. Il y aura un surcoût pour la sécurité sociale
même si, par exemple, on peut imaginer que les bâtiments et les
mesures de sécurité "sensu stricto" restent de la compétence du SPF
Justice. En ce qui concerne les soins de santé, même si on va vers
une extension de l'intervention de la sécurité sociale, on peut toujours
prévoir une indemnité forfaitaire pouvant être décidée par le SPF
Justice. Ces deux dossiers seront sur la table du gouvernement
demain et mercredi afin d'arriver à un accord sur le sujet.

En ce qui concerne le nombre d'internés, j'ai une série de chiffres.
Daarmee zou een nagenoeg
historische vooruitgang worden
geboekt in België.

Er worden een aantal oplossingen
aangereikt, maar ik zal me tot een
groep deskundigen wenden om
technische oplossingen. Een en
ander zal extra kosten
meebrengen voor de sociale
zekerheid, al blijft de FOD Justitie
bevoegd voor de gebouwen en de
veiligheidsmaatregelen. Voor de
geneeskundige verzorging kan
nog altijd voorzien worden in een
door de FOD Justitie bepaalde
forfaitaire vergoeding. Morgen en
woensdag zal de regering zich
over beide dossiers buigen.

Ik heb cijfers met betrekking tot
het aantal geïnterneerden.
Het aantal geïnterneerden vrij op proef bedraagt voor Vlaanderen
ongeveer 200. Van deze groep leeft een kleine helft zelfstandig, al of
niet in familiaal verband. De overigen verblijven in een psychiatrisch
ziekenhuis of in één of andere woonvorm met begeleiding.

Wat gespecialiseerde instellingen betreft, verblijven in Wallonië
385 patiënten in het DS van Bergen en Doornik. Deze kosten worden
gedragen door Justitie en het Waals Gewest. In Vlaanderen verblijven
90 patiënten op gesloten afdelingen van drie psychiatrische
ziekenhuizen. Wat verblijven in de gevangenis betreft, zijn op datum
van 25 maart 2004 786 geïnterneerden opgesloten in de
gevangenissen. Aangezien de psychiatrische en psychologische
omkadering niet altijd voldoende is en de gevangenis ook moeilijk een
therapeutisch milieu kan worden genoemd, is de verzorging hier niet
altijd adequaat te noemen.
Il y a en Flandre environ 200
internés libérés à l'essai. Une
petite moitié d'entre eux vit de
manière indépendante, dans le
cadre familial ou non. Les autres
résident en hôpital psychiatrique
ou occupent un logement avec
encadrement.

En Wallonie, 385 patients sont
internés dans les établissements
spécialisés de Mons et de Tournai.
Les frais sont supportés par le
SPF Justice et la Région wallonne.
Du côté flamand, 90 patients
séjournent dans les sections
fermées de trois hôpitaux
psychiatriques.

A la date du 25 mars 2004, 786
personnes internées se trouvaient
en prison. Les soins prodigués n'y
sont pas toujours adéquats.
Je dirais aussi que les différences entre la Flandre et la Wallonie
s'expliquent par une évolution historique tout à fait différente, mais, je
pense qu'il faut maintenant trouver un système cohérent.

En ce qui concerne la commission de défense sociale, elle décide du
placement ou de la libération de l'interné. Si un interné, pour des
raisons thérapeutiques, est placé, c'est l'article 14 qui s'applique: les
coûts sont à charge de la justice, puisqu'il s'agit d'un placement. S'il
est libéré sous condition, c'est l'article 18: il s'agit d'une libération et il
peut alors être mis en ordre de sécurité sociale comme tout citoyen.
Dans ce cas, l'assurance maladie prend les frais en charge
De verschillen tussen Vlaanderen
en Wallonië zijn toe te schrijven
aan een uiteenlopende historische
evolutie.

De Commissie voor Sociaal
Verweer beslist over de plaatsing
van een geïnterneerde en dan is
artikel 14 van toepassing : de
kosten zijn voor rekening van het
departement Justitie; als de
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47

C'est la situation actuelle, mais, comme je vous l'ai expliqué, on
essaie d'aller vers une situation meilleure, notamment pour la prise en
charge des soins de santé de ces internés psychiatriques.
betrokkene voorwaardelijk wordt
vrijgelaten, geldt artikel 18 : dan
kunnen alle nodige formaliteiten
worden vervuld om in orde te zijn
met de sociale zekerheid en
neemt de ziekteverzekering de
kosten voor haar rekening.

Wij trachten de situatie te
verbeteren.
19.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik hoop dat de Ministerraad morgen of
overmorgen een akkoord bereikt opdat de kosten voor
geïnterneerden ten laste van de ziekteverzekering zouden vallen.

Wat betreft de opvangcapaciteit, ik ben niet van Limburg. In het licht
van de vraag van collega Vandeurzen, lijkt het mij niet aangewezen
om een aangepast kader te hebben in psychiatrische instellingen
waar men met honderden samen zit. Men beschikt over twee
leegstaande kleine gevangenissen die niet meer voor klassieke
detentie in aanmerking komen. Inzake geïnterneerden moet immers,
naast de gezondheidszorg, nog altijd de veiligheid in acht worden
genomen. Het zou misschien niet oninteressant zijn te overwegen om
de twee kleine instellingen van Hasselt en Tongeren te gebruiken als
extra opvangcapaciteit voor geïnterneerden. U kunt hiermee volgens
mij op zeer korte termijn en met weinig kosten voor extra
opvangcapaciteit zorgen.
19.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): J'espère qu'un accord
sera conclu au conseil des
ministres pour faire prendre les
internés en charge par
l'assurance-maladie. Par ailleurs, il
serait peut-être utile d'utiliser les
deux petites prisons de Hasselt et
de Tongres, actuellement
inoccupées, pour accueillir des
internés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Servais Verherstraeten.
Président: Servais Verherstraeten.
20 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"vacante plaatsen in de personeelskaders" (nr. 2328)
20 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "certains
emplois vacants au sein des cadres du personnel" (n° 2328)
20.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik heb een aantal vragen in verband met vacante
plaatsen in de personeelskaders.

Ik verneem dat er nogal wat plaatsen vacant zijn van magistraat,
griffier, secretaris of personeelslid van een griffie. Het hoeft niet veel
betoog dat dit geen goede zaak is in het kader van de problematiek
van de gerechtelijke achterstand. Men moet kunnen beschikken over
de personeelsbezetting die men nodig heeft. Het begint met de
personeelskaders te bezetten en volzetten. In dit licht wens ik u een
aantal vragen te stellen.

Hoeveel plaatsen van zittende en staande magistraten zijn er op dit
ogenblik vacant? Hoeveel vacatures zijn er van parketsecretaris en
griffier, en van personeelslid in een griffie of een parket? Welke
minderuitgave, op jaarbasis, is het gevolg van de niet volledige
opvulling van de kaders? Welke initiatieven zal de vice-eerste minister
nemen om de negatieve gevolgen van deze vacatures op de werking
20.01 Tony Van Parys (CD&V):
Différents postes au sein des
cadres du personnel sont
actuellement vacants. Pour
résorber l'arriéré judiciaire, il est
nécessaire de compléter les
cadres du personnel.

Combien de postes de magistrats
du siège et du parquet sont-ils
actuellement vacants? Combien y
a-t-il de postes vacants parmi les
fonctions de secrétaire de parquet,
de greffier et de membre du
personnel d'un greffe ou d'un
parquet? Sur une base annuelle, a
combien s'élève la réduction des
dépenses à la suite de la sous-
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
van de hoven en rechtbanken te compenseren?
occupation des cadres? Quelles
initiatives comptez-vous prendre
pour compenser les effets négatifs
enregistrés sur le plan du
fonctionnement de la justice?
20.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Parys, er zijn momenteel 176 plaatsen van magistraat vacant.
Overeenkomstig de wettelijk bepaalde termijnen voor de lopende
benoemingsprocedures worden hiervan 51 plaatsen ingevuld tegen
midden mei. Er zijn 140 plaatsen van griffier vacant, 71 plaatsen van
secretaris en 333 plaatsen van administratief personeelslid in griffies
of parketsecretariaten, zowel in de algemene als in de bijzondere
graden.

De vermindering die werd toegepast in de begrotingscontrole ten
gevolge van de onderbezetting van de kaders, was tijdens de laatste
jaren zeer verschillend van jaar tot jaar. Deze vermindering is het
resultaat van een bijzonder moeilijke berekening die rekening houdt
met de bezettingsstaat van de kaders bij het einde van het jaar en de
eventuele vertrekken en aanwervingen die gepland zijn voor het
lopende jaar. Bovendien worden tegelijk reeds meeruitgaven begroot,
op grond van een voorafspiegeling van het verloop van benoemingen
en bevorderingen in het lopende begrotingsjaar. Op grond van het
patroon van de natuurlijke afvloeiingen wordt met andere woorden
reeds in de vervanging van de betrokkenen voorzien.
20.02
Laurette Onkelinx,
ministre: A l'heure actuelle, 176
postes sont vacants au sein de la
magistrature. Au mois de mai, 51
postes seront pourvus, conformé-
ment au délai fixé par la loi. 140
postes de greffier, 71 postes de
secrétaire et 333 postes de
personnel administratif au sein des
greffes et des secrétariats du
parquet sont vacants.

La diminution enregistrée dans le
budget à la suite de la sous-
occupation varie d'année en
année. Elle est calculée sur la
base du taux d'occupation du
cadre du personnel à la fin de
l'année et des départs et des
engagements prévus pour l'année
en cours. Les dépenses
supplémentaires sont calculées
sur la base d'une estimation des
nominations et des promotions
pour l'année budgétaire en cours.
Le remplacement des fonction-
naires est prévu sur la base d'un
calendrier des départs naturels.
Je me réfère à ce sujet à l'article 287 du Code judiciaire, qui permet
de déclarer un emploi vacant neuf mois à l'avance. Le remplacement
immédiat des personnes qui partent à la retraite est donc possible.

En outre, il faut souligner que toute place vacante dans le cadre n'est
pas nécessairement inoccupée. Dans les greffes et les secrétariats
de parquet, nombre de places temporaires ou sur une base plus
permanente - par exemple Bruxelles et ses exigences bilingues - sont
remplies par du personnel contractuel. Les places vacantes de
greffiers et secrétaires sont, par ailleurs, souvent occupées par
attribution d'une fonction supérieure à un membre du personnel, en
application des articles 330 et 330 bis du Code judiciaire.

Vous savez qu'aucun cadre par juridiction n'est fixé pour les juges de
complément, les juristes de parquet et les référendaires. Ils sont
nommés et désignés par ressort en fonction des nécessités du
service. Cela permet aussi d'agir sur les emplois manquants dans une
juridiction particulière.

Enfin, sur la table du gouvernement, je déposerai aussi une
proposition de réhabilitation de la troisième voie d'accès à la
magistrature. Cela peut permettre aussi une plus grande souplesse et
une plus grande rapidité.
Wat dit punt betreft, laat artikel
287 van het Gerechtelijk Wetboek
toe een betrekking negen
maanden op voorhand vacant te
verklaren. Zo kunnen de mensen
die met pensioen gaan,
onmiddellijk worden vervangen.

Bovendien is elke vacante plaats
niet noodzakelijkerwijs onbezet. In
de griffies en op de
parketsecretariaten worden veel
plaatsen door contractuele
werknemers bekleed of worden
ambten via de toekenning van
hogere functies aan een
personeelslid begeven.

Er wordt geen formatie per gerecht
vastgelegd voor toegevoegde
rechters, parketjuristen en
refendarissen. Zij worden
naargelang van de behoeften
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
aangesteld.

Ten slotte zal ik ook een voorstel
indienen met het oog op het
herstel van de derde toegangsweg
tot de magistratuur die soepeler en
sneller is.
20.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de vice-
eerste minister danken voor haar uitvoerig en precies antwoord. Uit
dat antwoord blijkt overigens dat wanneer al die plaatsen tijdig
ingevuld zouden worden, we in het kader van het bestrijden van de
gerechtelijke achterstand over een volledig leger bijkomende mensen
zouden kunnen beschikken. Het is natuurlijk juist, mevrouw de vice-
eerste minister, dat u wat de magistraten betreft een aantal
problemen kunt oplossen met een aantal toegevoegde rechters. Ik
denk dat daar nog heel wat mogelijkheden zijn. Er zijn daar nog heel
wat vacante plaatsen of mogelijkheden voor benoemingen van
toegevoegde rechters die niet zijn uitgeput. Voor het overige wil ik u
bedanken voor de informatie.
20.03 Tony Van Parys (CD&V): Il
ressort de votre réponse que l'on
pourrait disposer d'un effectif très
important pour lutter contre
l'arriéré judiciaire s'il était pourvu
aux places vacantes. Certains
problèmes auxquels sont
confrontés les magistrats
pourraient en effet être résolus par
la nomination de juges de
complément. Je vous remercie
pour les informations fournies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gerechtskosten in strafzaken" (nr. 2329)
21 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les frais de
justice en matière répressive" (n° 2329)
21.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, wij hebben over het probleem van de gerechtskosten in
strafzaken al een uitvoerig gesprek gehad naar aanleiding van de
bespreking van de begroting 2004. Toen bleek opnieuw dat dat
bedrag de pan uitrijst en nauwelijks beheersbaar is. Naar aanleiding
van de bespreking van de begroting 2004 hebt u kredieten gekregen
om de factuur van het verleden te kunnen betalen.

Nu wij aan de vooravond staan van de begrotingscontrole 2004 wil ik
u vragen wat op dit ogenblik de stand van zaken is. Zal het krediet,
dat in de begroting 2004 werd ingeschreven, volstaan voor de betaling
van de gerechtskosten?

Wat is op dit ogenblik het geschatte tekort?

Zal in het kader van de begrotingscontrole naar de nodige middelen
gezocht worden inzake de gerechtskosten om te vermijden dat op een
bepaald ogenblik Justitie opnieuw de achterstallen niet kan betalen en
onder meer gerechtsdeskundigen, vertalers en tolken niet betaald
zouden kunnen worden op het einde van het jaar?

Wat is de oorzaak van het tekort?

U hebt destijds gezegd dat, om de uitgaven te beheersen, het krediet
verdeeld zou worden tussen de gerechtelijke arrondissementen. Is
daaraan ondertussen uitvoering gegeven? Ziet u die ingreep nog
steeds als een oplossing voor het probleem?
21.01 Tony Van Parys (CD&V):
Les frais de justice en matière
répressive montent en flèche,
comme il était déjà apparu lors
des discussions budgétaires. La
ministre avait alors obtenu des
crédits qui lui permettaient de
payer les arriérés accumulés. Ces
crédits suffiront-ils? Dans la
négative, à combien s'élèvera le
déficit? La Justice parviendra-t-elle
à éviter d'en arriver à un point où il
lui sera impossible de payer ses
arriérés et de rémunérer ainsi les
experts, les traducteurs et les
interprètes en fin d'année? Quelle
est la cause du déficit? Les coûts
ont-ils, entre-temps, été répartis
entre les différents arrondisse-
ments judiciaires? Quel bilan peut-
on en tirer?
21.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het 21.02
Laurette Onkelinx,
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
oorspronkelijk voor het jaar 2004 voorziene bedrag inzake
gerechtskosten in strafzaken is onvoldoende. Daarom werd in het
kader van de besprekingen over de huidige begrotingscontrole een
bedrag van iets meer dan 8 miljoen euro bijgevraagd, waardoor dit
jaar geen problemen meer worden verwacht.

Meerdere redenen zijn daarvan de oorzaak.

Ten eerste, ik kan onder meer verwijzen naar de laattijdige
doorzending door de griffiers van de facturen-2003 aangaande de
telefoontab, omdat die niet conform het koninklijk besluit van 9 januari
2003 waren.

Ten tweede, het toenemend gebruik van vertalers en tolken ingevolge
de nakende uitbreiding van de Europese Unie en de veelvuldige
toepassing van de zogenaamde wet-Marchal.

Ten derde, de laattijdige taxatie door de magistraten van facturen in
verband met de deelname van politiemensen aan rogatoire
commissies.

Vooralsnog is er nog geen verdeling van de gerechtskosten over de
diverse arrondissementen gebeurd. Binnen de werkgroep die de
responsabilisering van de korpschefs onderzoekt, is die
aangelegenheid al aan de orde geweest. Ik verwacht binnenkort een
advies desbetreffend.
ministre: Les crédits initiaux ne
suffisent pas. Lors des
discussions relatives au contrôle
budgétaire actuel, plus de 8
millions d'euros supplémentaires
ont été demandés, grâce auxquels
nous pourrons remédier à tous les
problèmes cette année.

Une première raison est l'envoi
tardif par les greffiers des factures
de 2003 relatives aux écoutes
téléphoniques. Deuxièmement,
l'élargissement de l'Union
européenne et les multiples
applications de la loi Marchal
nécessitent l'intervention d'un
nombre croissant de traducteurs et
d'interprètes. La taxation tardive
par les magistrats des factures
relatives à la participation de
policiers aux commissions
rogatoires est une troisième
explication.

La répartition des frais de justice
entre les divers arrondissements
n'a pas encore été réalisée à ce
jour. J'ai demandé à ce sujet un
avis qui devrait me parvenir sous
peu.
21.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord, waaruit blijkt dat opnieuw 8
miljoen euro bijkomend noodzakelijk zal zijn voor de gerechtskosten.
Dat zijn immense bedragen. 8 miljoen spreek je gemakkelijk uit, maar
het is heel veel geld.

U zegt dat u die 8 miljoen euro bijgevraagd hebt. Ik hoop dat u ze ook
zult bekomen in het kader van de begrotingscontrole. Het is natuurlijk
absoluut noodzakelijk om die kosten te kunnen betalen.

U hebt in uw antwoord de oorzaken zeer precies opgesomd, waarvoor
ik u dank.
21.03 Tony Van Parys (CD&V):
Huit millions d'euros constituent
une somme considérable. La
ministre les a demandés, j'espère
qu'elle les obtiendra.
21.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je pense que, ensemble, il
faudra y réfléchir. C'est un budget qui est en croissance constante
dans des proportions énormes.
21.04
Minister Laurette
Onkelinx: Wij zullen er samen
over moeten nadenken. Deze
begroting blijft enorm stijgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
Penitentiair Onderzoeks- en Clinisch Observatiecentrum" (nr. 2333)
22 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le Centre
pénitentiaire de Recherche et d'Observation Clinique" (n° 2333)
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
22.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ook
hieromtrent hebben we al een paar keren van gedachten gewisseld.
Het POCO is een van de aanbevelingen van de parlementaire
onderzoekscommissie rond de vermiste en vermoorde kinderen. Een
van de conclusies was toen dat we absoluut moesten kunnen
beschikken over het zogenaamde Penitentiair Onderzoeks en Clinisch
Observatiecentrum. Het was eigenlijk naar aanleiding van de
vervroegde vrijlating destijds van Dutroux dat dit probleem aan de
orde is geweest, waarbij we seksuele delinquenten beter moesten
kunnen observeren om beter wetenschappelijk inzicht te kunnen
krijgen wanneer dergelijke mensen desgevallend in aanmerking
zouden komen voor een voorwaardelijke invrijheidstelling.

Naar aanleiding van de werkzaamheden van de parlementaire
onderzoekscommissie was reeds in 1999 alles klaar om over te gaan
tot de daadwerkelijke oprichting van het POCO. Het was trouwens
opgericht als wetenschappelijke instelling bij het ministerie van
Justitie. In lokalen was voorzien en er was een jury opdracht gegeven
een voorstel te doen voor de benoeming van de directie. In de vorige
legislatuur heeft dit dossier geen enkele vooruitgang gekend. Ik ga er
eigenlijk vanuit dat u het dossier hebt gekregen zoals het in 1999 al
klaar was.

Ik weet dat u gevoelig bent voor deze problematiek en zou u bij wijze
van stimulans willen vragen wat vandaag de stand van zaken is. Is de
inplanting van het centrum nog steeds voorzien in de gevangenis van
Vorst, meer bepaald in de vrouwengevangenis Berkendaal? Is de
openstelling van dit centrum voor u een prioriteit?
22.01 Tony Van Parys (CD&V):
Une recommandation importante
de la commission d'enquête
parlementaire "Dutroux-Nihoul"
préconisait la création d'un centre
pénitentiaire de recherche et
d'observation clinique. Ce centre
devait observer les délinquants
sexuels pour déterminer s'ils
entraient en ligne de compte pour
une libération anticipée.

En 1999, tout avait été réglé pour
qu'un centre de ce type voie le
jour. Mais il ne s'est rien passé
depuis lors. Quel est l'état
d'avancement du dossier? Ce
centre constitue-t-il une priorité?
Est-il toujours prévu de l'établir
dans la prison de Berkendaal?
22.02 Minister Laurette Onkelinx: Met deze kan ik u meedelen dat ik
van mening ben dat de oprichting van een Penitentiair Onderzoeks-
en Clinisch Observatiecentrum absoluut noodzakelijk is. Dit centrum
zal naast een afdeling klinisch onderzoek van beklaagden,
geïnterneerden en veroordeelden ook een afdeling wetenschappelijk
onderzoek bevatten. Dit zal Justitie toelaten om expertises en
onderzoeken te verrichten bij personen waarbij bijzondere problemen
rijzen inzake diagnose, prognose, terugvalrisico en behandeling. Dit
centrum zal dus een mogelijkheid bieden om deskundigheid op te
bouwen inzake expertises en een betere verwijzing van
problematische gedetineerden mogelijk maken. Ik vind dit zeer
belangrijk en het is voor mij een prioriteit.

De gevangenis Berkendaal werd inderdaad met dit doel gebouwd.
Begin van de jaren negentig werd om reden van overbevolking in,
onder andere, de Brusselse gevangenissen, dit gebouw echter in
gebruik genomen als vrouwengevangenis. Op het ogenblik dat er
effectief en concreet zal gewerkt worden aan de oprichting van het
POCO, zal er nagegaan worden welke de meest adequate locatie is
om dit centrum te installeren.

Dit moet een federaal centrum zijn en daarom wordt er in de eerste
plaats aan de Brusselse regio gedacht. Dit werd echter nog niet
verder geconcretiseerd.
22.02
Laurette Onkelinx,
ministre: A mon estime, la création
d'un tel centre constitue une
nécessité absolue. Il nous
permettra d'acquérir de l'expertise
concernant le diagnostic et le
renvoi de détenus à problèmes.
Selon moi, il s'agit d'une priorité.

Initialement, il avait été prévu
d'installer ce centre dans la prison
de Berkendaal, qui a toutefois été
transformée en prison pour
femmes en raison de la
surpopulation dans d'autres
établissements. Nous examine-
rons quel est le lieu le plus
approprié lorsque la création du
centre aura pris concrètement
forme. Etant donné qu'il s'agit d'un
centre fédéral, il se situera dans la
région bruxelloise.
22.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, het verheugt
mij dat u inderdaad prioriteit wenst te geven aan dit dossier. Het is
absoluut noodzakelijk. Het is toch wel heel dringend om de gepaste
locatie te vinden, want zolang de locatie er niet is kan men geen werk
22.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je me réjouis que la ministre
considère que ce dossier est
prioritaire. Il est en effet urgent de
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
maken van dit centrum. Wij hadden destijds de uitbreiding van Nijvel
2 voorzien als oplossing voor het probleem. Dit was een mogelijkheid.

Ik zou u willen aanmoedigen om zo vlug mogelijk de nodige
beslissingen te nemen. In functie van het proces dat nu loopt moet de
politieke overheid immers een oplossing vinden die de bevolking moet
geruststellen voor dit prangende probleem met betrekking tot de
observatie van seksuele delinquenten, zodat we met
wetenschappelijke kennis van zaken beslissingen kunnen nemen in
het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling van dergelijke
personen.
trouver un site d'implantation
approprié. Je vous rappelle que
nous avions déjà proposé
l'extension de "Nivelles 2".

Il est grand temps de prendre une
décision et de rassurer la
population. Nous devons avoir la
faculté de décider sur une base
scientifique d'accorder ou non la
libération conditionnelle aux
délinquants sexuels.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Alvorens over te gaan tot punt 27 van de agenda zou ik als boutade kunnen stellen,
mevrouw de minister - gelet op de antwoorden op zijn vragen - dat het wellicht beter ware dat de heer Van
Parys morgen op de Ministerraad aanwezig is. Ik stel vast dat hij u in vele domeinen en vragen die u ter
tafel zult leggen, steunt. U zou dat extra steuntje blijkbaar goed kunnen gebruiken.
22.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je me
permettrai de le dire à mes collègues! Cela m'aidera peut-être à
obtenir ce que je veux!
22.04 Minister Laurette Onkelinx:
Sta mij toe dat ik dat tegen mijn
collega's zeg! Het zal mij
misschien helpen mijn zin te
krijgen!
22.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben
beschikbaar. De commissie komt immers niet samen.
23 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "korte
gevangenisstraffen en plaatsvervangende gevangenisstraffen" (nr. 2335)
23 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les peines
d'emprisonnement de courte durée et les peines d'emprisonnement subsidiaire" (n° 2335)
23.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, deskundigen zijn het erover eens dat alternatieve straffen en
geldboetes veel efficiënter zijn om recidive te voorkomen dan korte
gevangenisstraffen. Dat geldt op zijn minst voor een aantal specifieke
misdrijven.

De gevangenisstraf blijkt echter voor bepaalde groepen nog steeds
het noodzakelijke afschrikwekkende effect te hebben en de korte
gevangenisstraf kan in bepaalde gevallen nog steeds zinvol zijn als
sanctie. In elk geval is het belangrijk dat de plaatsvervangende
gevangenisstraf bij niet-betaling van een geldboete daadwerkelijk kan
worden uitgevoerd. De uitnodiging een plaatsvervangende
gevangenisstraf te gaan uitzitten blijkt immers in hoge mate
veroordeelden in staat te stellen alsnog hun boete te betalen. Het
drukkingeffect van de dreigende gevangenisstraf die men moet
uitzitten is een stimulans en mist meestal zijn effect niet. Bovendien is
het niet uitvoeren van plaatsvervangende gevangenisstraffen een
vorm van straffeloosheid die nefast is voor de normhandhaving.

Mevrouw de minister, ik kom tot mijn vragen.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de plaatsvervangende
gevangenisstraffen op dit ogenblik? Hoeveel personen zaten het
23.01 Tony Van Parys (CD&V):
D'aucuns estiment que les
sanctions et les amendes de
substitution sont plus efficaces
que de courtes peines de prison
pour éviter la récidive. Or, il
semble que la peine de prison soit
encore de nature a susciter la
crainte parmi certains groupes de
la population de sorte qu'une
courte peine de prison peut alors
constituer une sanction tout à fait
appropriée. Il importe que la peine
d'emprisonnement subsidiaire soit
réellement appliquée en cas de
non-paiement de l'amende.

Combien de personnes ont-elles
purgé une peine d'emprisonne-
ment subsidiaire l'année dernière?
Dans combien de cas la peine
d'emprisonnement subsidiaire n'a-
t-elle pas été exécutée? Quelles
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
voorbije jaar een plaatsvervangende gevangenisstraf uit?

In hoeveel gevallen werd de plaatsvervangende gevangenisstraf niet
uitgevoerd bij gebrek aan penitentiaire capaciteit? Wat zijn terzake de
richtlijnen van de minister?

Bent u desgevallend bereid om bij wege van experiment de gebouwen
van de oude gevangenissen van Tongeren en/of Hasselt in gebruik te
nemen om plaatsvervangende gevangenisstraffen alsnog te doen
uitzitten?
sont les directives en la matière?
La ministre est-elle disposée à
maintenir en service les
établissements pénitentiaires de
Tongres et/ou d'Hasselt pour y
faire purger des peines
d'emprisonnement subsidiaires?
23.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Parys, de informatie in verband met het aantal personen die een
plaatsvervangende gevangenisstraf hebben uitgezeten en het aantal
plaatsvervangende gevangenisstraffen die niet worden uitgevoerd,
wordt op dit ogenblik verzameld. Ik heb mijn administratie gevraagd
uw twee vragen na te kijken en ik zal u zo snel mogelijk de informatie
overhandigen.
23.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai demandé à mon
administration de me
communiquer les chiffres que je
vous transmettrai bien entendu
aussitôt.
Vous allez me dire que l'agenda du Conseil des ministres spécial est
chargé. Je vous répondrai que c'est vrai mais j'ai également demandé
d'insérer un point à l'ordre du jour pour ce qui concerne les petites
peines. Il faut éviter que les peines prononcées par le juge pénal ne
reçoivent pas d'exécution. C'est un signal désastreux. Nous allons
essayer de fournir au juge pénal des outils qui constituent une
réponse adéquate à l'acte sanctionné et qui permettent également de
rencontrer les objectifs de la justice pénale qui sont la réparation, la
pacification et la réinsertion.

Je me permettrai de ne pas être plus précise puisque les travaux de
concertation avec les collègues sont toujours en cours.

En ce qui concerne les peines d'emprisonnement subsidiaires, les
peines d'amendes, au sujet desquelles vous aviez introduit une
interpellation à la suite de déclarations du procureur général de Gand,
j'en profite pour vous indiquer que nous allons également faire des
propositions en la matière en vue d'améliorer la situation. J'avais
demandé à une équipe de se rendre notamment aux Pays-Bas ­ car
leur système fonctionne mieux que le nôtre ­, d'étudier comment les
choses fonctionnaient là-bas et, sur la base du modèle hollandais
nous avons mis des propositions sur la table qui font pour le moment
l'objet de concertations avec mon collègue ministre des Finances.

On peut en même temps régler la pression du problème de la non-
exécution des peines d'amende et des petites peines
d'emprisonnement subsidiaire et réfléchir sur l'opportunité d'appliquer
certaines peines. Par exemple, cela a-t-il encore du sens de maintenir
des petites peines de prison pour des contraventions ­ c'est le cas
actuellement? Par ailleurs, lorsqu'on décide d'une petite peine,
comment peut-elle être exécutée? Toute une série de pistes sont
proposées dans une note-cadre que j'ai déposée au Conseil des
ministres.

Je me rends compte que je ne suis pas très précise mais les
discussions sont en cours actuellement. Je suppose que j'aurai
prochainement l'occasion de préciser la portée de ma réponse.
Al heeft de bijzondere ministerraad
reeds een drukke agenda, toch
heb ik gevraagd er een punt
inzake de korte straffen aan toe te
voegen. Wij zullen de strafrechter
middelen trachten te bieden die
een passend antwoord vormen op
de bestrafte handeling en
tegelijkertijd aan de doelstellingen
van het strafrecht voldoen, met
name de genoegdoening, het
ordeherstel en de reïntegratie.

Wat de gevangenisstraffen ter
vervanging van geldboeten betreft,
zullen wij voorstellen doen om de
toestand te verbeteren op basis
van het Nederlandse model, dat
beter werkt dan het onze.

Tegelijkertijd kunnen we nadenken
over de opportuniteit van bepaalde
straffen en over de wijze waarop
korte straffen moeten worden
toegepast.

Ik weet dat mijn antwoord niet erg
nauwkeurig is, maar de
besprekingen zijn nog aan de
gang.

23.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal hierop 23.03 Tony Van Parys (CD&V):
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
terugkomen, omdat het een belangrijk, maatschappelijk gegeven is
dat er met het oog op de normhandhaving effectief een element van
afschrikking nodig is. Ik zeg niet dat dat in alle gevallen zo is.
Wanneer men de indruk heeft dat korte gevangenisstraffen niet
worden uitgevoerd en men weet dat er niets staat tegenover de niet-
betaling van een boete - 50% van de geldboeten wordt niet geïnd -,
dan moet er minstens een element zijn van mogelijke sanctie. Het is
een vaststelling dat de dreiging van gevangenisstraf, al was het maar
voor enkele weken, op mensen heel wat invloed heeft. Vandaar dat ik
daarop zal terugkomen naar aanleiding van hetgeen u in de
Ministerraad terzake zult bespreken en op een bepaald ogenblik ook
kenbaar maken.

Ik wacht ook op de gegevens die uw administratie verzamelt. Ik
veronderstel dat die mij rechtstreeks zullen worden bezorgd, zonder
dat ik een nieuwe vraag hoef in te dienen. Ik denk dat de gegevens
toch wel belangrijk zijn om de omvang van het probleem goed in te
schatten. Ik zal daarop terugkomen naar gelang van de heel concrete
gegevens die ik zal verkrijgen.
Je reviendrai sur cette question
ultérieurement. Respect des
normes et sanctions vont de pair.
Le risque de se voir infliger une
peine d'emprisonnement de
quelques semaines influence
réellement le citoyen. J'attends les
renseignements demandés ainsi
que les décisions prises lors du
Conseil des ministres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
veiligheidskorps" (nr. 2336)
24 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le corps de
sécurité" (n° 2336)
24.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, reeds in de vorige regering was de oprichting
aangekondigd van een veiligheidskorps waarbij de politiediensten
zouden kunnen worden ontlast van het gevangenentransport dat zij
op dit ogenblik nog steeds in grote mate moeten verzekeren. Men
heeft toen gezegd dat overtallige militairen hiervoor zouden worden
ingezet.

Bij de opmaak van de begroting 2004 ­ het stond trouwens ook in de
toelichting van de begroting ­ was afgesproken dat de stad Brussel in
een eerste fase ook personeel zou leveren om het veiligheidskorps te
bemannen. Wat is op dit ogenblik de stand van zaken van dit
initiatief? Hoeveel personeelsleden telt het veiligheidskorps op dit
ogenblik? Hoeveel mensen komen van de krijgsmacht? Waar worden
ze ingezet? Hoeveel mensen worden ter beschikking gesteld door de
stad Brussel? In welke mate heeft Brussel zijn engagementen
nageleefd? Op welke wijze gaat de federale overheid de politiezones
compenseren die op dit ogenblik nog altijd de taken vervullen die
eigenlijk voor het veiligheidskorps waren voorbestemd? In afwachting
dat het veiligheidskorps effectief operationeel is, moeten natuurlijk de
politiemensen van de steden en de gemeenten instaan voor deze
opdrachten.

Tot daar, mijnheer de voorzitter, de vragen in verband met het
veiligheidskorps.
24.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le corps de sécurité a été créé
pour décharger la police de sa
mission de transfèrement des
prisonniers. Il était prévu de
confier cette tâche à des militaires
en surnombre et la Ville de
Bruxelles devait également fournir
du personnel.

Où en est-on aujourd'hui?
Combien de membres du
personnel et de militaires ce corps
compte-t-il? A quelles missions
sont-ils affectés? Combien
d'agents fournit Bruxelles? De
quelle compensation pourront
bénéficier les zones de police où il
n'existe pas encore de corps de
sécurité?
24.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Van Parys, ik kan u de
jongste stand van zaken geven in verband met het veiligheidskorps.
De eerste oproep tot kandidaturen werd bij het leger ingediend. Wij
hebben zo aan het eind van 2003 vijftig veiligheidsbeambten
24.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Fin 2003, 50 gardes de
sécurité recrutés au sein de
l'armée ont été engagés. Ensuite,
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
aangeworven. Het personeel van het leger heeft, zoals gepland, zijn
affectatieplaats kunnen kiezen. Intussen hebben eenenvijftig militaire
kandidaten ­ achtendertig Nederlandstaligen en dertien Franstaligen
­ zich spontaan aangemeld. Na het slagen in de selectietesten van
Selor wachten zij op hun opleiding.

Een tweede specifieke oproep tot het personeel van het leger werd op
16 maart afgesloten. De lijst der kandidaten die wij op 24 maart
ontvingen bevat honderd zevenenveertig namen ­ zevenentachtig
Nederlandstaligen en zestig Franstaligen ­ van wie achttien
kandidaten voor Brussel. Bovendien hebben wij op 2 en 3 maart 2004
brieven gestuurd naar de tweeduizend zevenhonderd vijftig leden van
de rekruteringsselectie van niveau C van Selor. Tweeënzestig
personen hebben geantwoord voor de behoeften van Brussel. Wij
moeten nog met Selor onderhandelen over de uitvoering van de
eerste selectietesten in april 2004 en met de politiescholen over de
opleidingen.

Wat de kandidaten uit de reserve van niveau C van Selor betreft,
neemt Justitie de juryleden voor het interview van de selectie voor
haar rekening. De selectie van de jury loopt op dit ogenblik. De eerste
selecties zullen gebeuren in de loop van april.

Hierbij hebt u de toestand op 26 maart 2004: er zijn vijftig
veiligheidsbeambten op het terrein en tweehonderd zestig kandidaten
waarvan tachtig specifiek voor Brussel voorzien zijn. Het korps moet
op het einde van dit jaar driehonderd achttien leden tellen, inclusief
omkaderingspersoneel. De politiezone van Brussel-Elsene voorziet in
afwachting van de veiligheidskorpsen het nodige personeel voor het
gevangenentransport en voor de ordehandhaving in de rechtbank en
de hoven. Deze zone heeft een protocolakkoord met het parket van
Brussel ondertekend om het politiekader met twintig agenten te
versterken.

Wat uw laatste vraag betreft, wil ik u eraan herinneren dat de
politiezones sinds 2002 over een bedrag ter compensatie beschikken.
Dit moet een oplossing zijn voor dit gebrek. Deze maatregel is het
resultaat van onderhandelingen met de politiezones in 2002.

Het dossier betreffende het veiligheidskorps heeft mijn bijzondere
aandacht en ik zal nauwlettend toekijken op de goede afhandeling
ervan.
51 militaires ont spontanément
posé leur candidature: 38
néerlandophones et 13
francophones. Après avoir passé
les tests de sélection organisés
par le Selor, ils bénéficieront d'une
formation. Un deuxième appel à
candidatures lancé parmi le
personnel des forces armées a été
clôturé le 16 mars. 147 personnes
ont posé leur candidature: 87
néerlandophones et 60 franco-
phones, dont 18 pour Bruxelles.
Les 2 et 3 mars, des courriers ont
été envoyés aux 2.750 membres
de la réserve de recrutement de
niveau C du Selor. 62 d'entre eux
ont répondu à cet appel pour
Bruxelles. Il nous reste à négocier
avec le Selor pour l'organisation
des premiers tests de sélection
pour le mois d'avril 2004 ainsi que
la programmation de la formation
avec les écoles de police. En ce
qui concerne la réserve de niveau
C, les premières sélections se
dérouleront en avril.

Le 26 mars, 50 gardes de sécurité
sont entrés en fonction. Le nombre
de candidats s'élève à 260, dont
80 spécifiquement pour Bruxelles.
Au terme de cette année, le corps
devra compter 318 membres. La
zone de police de Bruxelles et
d'Ixelles met à disposition le
personnel nécessaire pour
organiser le transport de détenus
et assurer le maintien de l'ordre
dans les tribunaux. Elle a signé un
protocole d'accord avec le parquet
de Bruxelles pour renforcer le
cadre du personnel de police de
20 agents. Depuis 2002, les zones
de police où le corps de sécurité
n'a pas encore été mis en place
perçoivent un montant
compensatoire.
24.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil u
bedanken voor uw heel precieze antwoord.

Ik zou u nog het volgende willen vragen. Er zijn op dit moment 50
mensen op het terrein actief. Zullen de compensatoire maatregelen
voor de steden en de gemeenten ook voor 2004 worden verlengd tot
wanneer de politiemensen die door de steden en gemeenten worden
geleverd, door mensen van het veiligheidscorps zijn vervangen? U zei
dat er voor 2002 in de nodige compensatoire maatregelen was
24.03 Tony Van Parys (CD&V):
Les villes et communes
bénéficieront-elles également de
compensations pour 2004, jusqu'à
ce que les policiers mis à
disposition par elles soient
remplacés par des membres du
corps de sécurité?
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
voorzien. Zal men die verlengen tot er voldoende mensen uit het
veiligheidscorps de taken opnemen die op dit ogenblik door de
politiemensen van de steden en de gemeenten worden vervuld?
24.04 Minister Laurette Onkelinx: Dat is de bedoeling.
24.04 Laurette Onkelinx,
ministre: Tel est l'objectif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
25 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les élections
générales ou partielles au sein de l'Exécutif des Musulmans" (n° 2342)
25 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
algemene of gedeeltelijke verkiezingen van het Executief van de Moslims" (nr. 2342)
25.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, on a pu entendre,
à la VRT le 23 mars, que la ministre de la Justice allait organiser des
élections générales pour les membres de l'Exécutif musulman. Cela
me paraît assez étrange et j'imagine que la ministre va démentir
puisque, dans notre pays, il n'appartient pas au gouvernement de
décider de l'organisation des cultes. La séparation de l'Eglise et de
l'Etat prévaut et doit aussi clairement prévaloir pour les mosquées.

Pour clarifier les choses, rappelons que les musulmans ont voté en
1998, désignant une assemblée constituante qui a proposé les
membres de l'Exécutif au ministre de la Justice, qui les reconnaît via
un arrêté royal. En 1998, un rapport était à la base de ces premières
élections. Dans ce rapport, il était prévu qu'après cinq ans,
l'assemblée pourrait être partiellement renouvelée. A cette époque, il
était prévu que ce renouvellement se fasse par cooptation. L'Exécutif
est maintenant dans une phase où il a consulté et où son assemblée
a décidé de procéder à des élections partielles. Pour connaître les
membres qui allaient être renouvelés, ils ont utilisé le critère de non-
présence lors des précédentes assemblées.

Je ne sais pas s'il faut être pour des élections partielles ou générales
mais, en tout cas, j'ai l'impression que ce n'est pas dans nos
prérogatives. En effet, je souhaiterais qu'il y ait des élections
générales pour l'ensemble des cultes et de la laïcité. Très clairement,
cela ne me paraît pas être dans les choses que nous pouvons décider
ici au Parlement. J'imagine que la ministre ne confirme pas cette
décision de renouveler l'ensemble de l'assemblée constituante du
culte musulman. En novembre, la ministre s'exprimait en faveur du
renouvellement partiel de cette assemblée constituante. Quels
nouveaux éléments ont fait évoluer la ministre dans cette direction?

De plus, on constate que l'organisation d'élections, partielles ou
globales, nécessite un temps assez long car, par exemple, quand on
utilise la même méthode que la fois passée, il faut recenser les
différents groupes, les différentes catégories, assurer des clés de
répartition très compliquées pour la représentation dans l'assemblée.

Il faut pratiquement organiser ces élections, ce qui prend un certain
temps. Pour préparer ces élections, une expertise juridique et
technique est nécessaire. Cette expertise a un coût. Un budget a-t-il
été débloqué à cette fin?

De plus, même en réussissant à organiser ces élections très
25.01 Zoé Genot (ECOLO): U
heeft in de pers algemene
verkiezingen aangekondigd voor
de Executieve van de Moslims.
Dat vind ik merkwaardig. Het staat
immers niet aan de regering om
over de organisatie van de
erediensten te beslissen.

In 1998 hebben de moslims in ons
land een constituerende
vergadering samengesteld, die de
leden van de Executieve van de
Moslims bij de minister van Justitie
hebben voorgedragen. Na vijf jaar
zou de algemene vergadering
gedeeltelijk vernieuwd kunnen
worden door coöptatie, maar de
vergadering heeft nu beslist
tussentijdse verkiezingen te
houden om leden die niet
aanwezig waren op eerdere
vergaderingen, te vervangen.

Ik neem aan dat u de beslissing
om de vergadering algeheel te
vernieuwen, niet bevestigt. In
november verklaarde u nog dat u
voorstander was van tussentijdse
verkiezingen. Welke nieuwe
gegevens hebben u van mening
doen veranderen?

De organisatie van verkiezingen
vergt bovendien nogal wat tijd.

Om ze voor te bereiden, is een
juridische en technische expertise
nodig. Werd daarvoor een budget
vrijgemaakt?

Het is bovendien weinig
waarschijnlijk dat de nieuwe
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
rapidement et qu'une assemblée renouvelée apparaissait pour
désigner un nouvel Exécutif, il est peu probable que ce nouvel
Exécutif soit en place avant la date du 31 mai 2004, échéance de
l'arrêté royal de désignation de l'Exécutif actuel. S'il me semble sain
que la ministre connaisse rapidement le futur Exécutif que lui
désignera l'assemblée renouvelée, il semble difficile d'y parvenir avant
le 31 mai. Il serait particulièrement préjudiciable de perdre encore de
longs mois avant la désignation d'un autre Exécutif.

Quelle sera l'attitude de la ministre par rapport à la date butoir inscrite
dans l'arrêté royal?
executieve zal zijn samengesteld
vóór 31 mei 2004, datum waarop
het KB tot benoeming van de
huidige executieve verstrijkt. Wat
zal u doen in het vooruitzicht van
die deadline?
25.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, depuis le
mois de septembre, j'ai pris l'initiative de plusieurs réunions avec
l'Exécutif des musulmans de Belgique ainsi qu'avec d'autres
instances de la communauté musulmane, afin de déterminer les
modalités des futures élections de la constituante. Ces négociations,
je les ai menées, évidemment, dans le respect du principe de la
séparation entre l'Etat et les cultes. Elles ont démontré qu'il y avait
des approches divergentes sur les modalités concrètes de ces
élections.

La constituante a, dans un premier temps, opté pour un
renouvellement partiel d'un tiers de ses membres mais en organisant
néanmoins des élections sur l'ensemble du territoire. Toutefois, la
constituante n'a pas pu dégager des critères juridiques objectifs et
conformes à son règlement d'ordre intérieur, pour déterminer quels
seraient les membres réputés démissionnaires.

Par ailleurs, pour prendre en compte une meilleure représentativité,
notamment de la communauté musulmane de Flandre, et pour
renforcer la légitimité de l'Exécutif des musulmans de Belgique, je les
ai invités à procéder à un renouvellement intégral de la constituante.
Je vous signale que ce renouvellement intégral pour une meilleure
représentativité des musulmans de Flandre et une meilleure
représentativité des femmes avait fait l'objet d'un consensus avec les
représentants de l'Exécutif, en présence des deux médiateurs.

Une dernière réunion devrait avoir lieu dans les prochaines semaines
avec l'Exécutif pour programmer ces élections. Il est clair que
j'insisterai à nouveau sur le respect des engagements dont je viens
de vous parler. Néanmoins, mes propositions ne peuvent bien
évidemment pas devenir des immixtions dans la gestion interne du
culte musulman.

Un budget de 300.000 euros a été prévu pour l'organisation de ces
élections.

Il est exact qu'il devient difficile d'organiser matériellement celles-ci
d'ici le mois de mai. Mais, comme je vous l'ai indiqué, j'ai respecté les
règles constitutionnelles qui régissent les rapports entre l'Etat et les
cultes en favorisant un dialogue constructif.

Néanmoins, les divergences au sein même de la communauté
musulmane sont telles qu'il convient aujourd'hui de prendre des
décisions qui renforceront la légitimité du futur Exécutif des
musulmans de Belgique. Je souhaite donc que les membres de
l'Exécutif qui sont en place comprennent la nécessité de mettre un
25.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Sinds september 2003
had ik een aantal ontmoetingen
met de Moslimexecutieve en met
andere instellingen van de
moslimgemeenschap, met de
bedoeling de modaliteiten van de
nakende verkiezingen van de
constituerende vergadering vast te
stellen.

De constituerende vergadering
koos aanvankelijk voor een
gedeeltelijke vernieuwing van een
derde van haar leden, maar
slaagde er niet in objectieve
juridische criteria vast te stellen -
die bovendien met haar
huishoudelijk reglement overeen-
stemden - om te bepalen welke
leden ontslag zouden moeten
nemen.

Bovendien vroeg ik hen, met het
oog op een betere representa-
tiviteit, tot de volledige vernieuwing
van de constituerende vergadering
over te gaan. Bij de vertegen-
woordigers van de Executieve
bestond daarover een consensus.

In de loop van de volgende weken
zou een laatste vergadering
moeten plaatsvinden om de
verkiezingen te plannen. Ik zal er
nogmaals op aandringen dat de
gemaakte afspraken zouden
worden nageleefd, zonder me
echter in het intern beheer van de
islamitische cultus te mengen.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
terme aux tensions qui traversent la communauté musulmane sur
cette question.

La négociation avec l'Exécutif est encore en cours actuellement
concernant l'organisation des élections.

Il ne m'est actuellement pas possible de prendre une position
définitive sur les suites à réserver après la date du 31 mai.
25.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, je suis un peu étonnée quand vous dites que le rapport établi
notamment par M. Moureaux se prononçait en faveur de l'élection
globale puisque en novembre, vous vous prononciez encore en faveur
d'élections partielles. Je suis donc étonnée ­je le répète ­ du
changement de direction. Pourquoi n'a-t-on pas suivi le rapport en
novembre alors qu'on le suit maintenant? Un flou subsiste en la
matière.
25.03 Zoé Genot (ECOLO): In
november verklaarde u nog
voorstander te zijn van gedeelte-
lijke verkiezingen. Die koers-
wijziging verbaast mij. Er blijft
onduidelijkheid heersen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
26 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
nationale DNA-databank" (nr. 2334)
26 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la banque
de données ADN nationale" (n° 2334)
26.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik zal het kort houden aangezien het al wat later is.

Mijn vraag betreft de problematiek van de nationale DNA-
gegevensbank die belangrijk is voor het ophelderen van misdrijven.
Het is een heel belangrijk middel dat ons moet helpen om stappen
vooruit te zetten in het opsporen van misdrijven. Deze wetgeving
kwam al een hele tijd geleden tot stand, met name in 1998. We zijn
ondertussen 6 jaar verder.

Hoeveel DNA-profielen zijn er op dit ogenblik opgeslagen in de
nationale DNA-gegevensbank? Wat was bij de start van deze
nationale gegevensbank het objectief? Hoe komt het dat wij dit
objectief vandaag, 6 jaar na datum, nog niet hebben gehaald? Vindt
de minister een nationale DNA-gegevensbank belangrijk als
hulpmiddel om de ophelderingsgraad van misdrijven te verhogen?
Welke initiatieven zal de minister nemen om personen en instanties
die vandaag niet voldoende meewerken op andere gedachten te
brengen? Ik heb vernomen dat een aantal parketten niet de
medewerking verleent om de nationale gegevensbank echt
operationeel en bruikbaar te maken. Zijn daartoe wettelijke ingrepen
noodzakelijk? Op basis van de teksten van het koninklijk besluit kan
dit, maar wanneer men vaststelt dat de parketten onvoldoende
gegevens ter beschikking stellen om de nationale gegevensbank
operationeel te maken, moet worden ingegrepen. Dit kan hetzij
wettelijk, hetzij bij uitvoeringsbesluit of minstens op instructie van de
minister. Immers, zolang we niet over een voldoende representatieve
nationale gegevensbank beschikken, kunnen we het DNA dat we
vaststellen naar aanleiding van misdrijven daarmee ook niet
vergelijken en oplossingen voorstellen.

Tot slot, zou u ermee akkoord gaan om de nationale gegevensbank
26.01 Tony Van Parys (CD&V):
En 1998, quand une banque de
données ADN nationale a été
créée, tout le monde a considéré
qu'il s'agissait d'un outil essentiel
qui permettrait d'élucider un plus
grand nombre de délits. Combien
de profils ADN contient aujourd'hui
cette banque de données?
Combien de profils souhaitait-on y
inclure en 1998? Pourquoi ce
chiffre n'a-t-il pas été atteint? La
ministre estime-t-elle que cette
banque de données est un outil
essentiel pour accroître le taux
d'élucidation? Quelles mesures
compte-t-elle prendre à l'égard
des personnes et des parquets qui
ne contribuent pas suffisamment à
l'alimenter? Envisage-t-elle une
intervention légale? A-t-elle
l'intention d'inclure également
dans cette banque de données le
profil des inculpés?
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
uit te breiden tot verdachten en niet alleen te beperken tot
veroordeelden?
26.02 Minister Laurette Onkelinx: Wat de cijfers betreft in verband
met de verschillende profielen in de ADN-gegevensbank, kan ik u
meedelen dat de gegevensbank-criminalistiek 4.163 profielen bevat
en de gegevensbank-veroordeelden 563 profielen.

Op het ogenblik van de publicatie van de wet-DNA heeft de
toenmalige minister van Justitie geen becijferde doelstelling
gedefinieerd. Er dient ook aan te worden herinnerd dat het drie jaar
heeft geduurd eer de wet in werking is getreden. In amper twee jaar
kunnen de databanken echter worden beschouwd als correct gevoed,
zeker daar zij tot op heden reeds ongeveer vierhonderd sporen,
verwikkeld in twee of meerdere dossiers, in het licht hebben geplaatst.
Dit heeft ertoe geleid dat meer dan honderd vijftig verbanden tussen
onderzoeken werden gerealiseerd, verbanden die niet konden worden
gelegd op het niveau van het gerechtelijk onderzoek.

Er werden twee verbanden gelegd: één met een dossier in
Luxemburg en één met een dossier in Nederland. Het kwalitatieve
doel, daar er geen kwantitatief doel werd gedefinieerd, werd zeer
zeker behaald. De gegevensbanken hebben hun uitstekende
efficiëntie op korte tijd bewezen. Indien de omvang van de gegevens
die worden overgemaakt aan het NICC voor sommigen onvoldoende
lijkt, kan er worden toegegeven dat de juridische procedures van
beheer en overmaking van gegevens, zoals bepaald door de wet,
zwaar zijn en enorm veel administratief werk met zich meebrengen.
De parketten zijn volop bezig hun procedures op dergelijke wijze te
regelen opdat het administratief werk zou worden verlicht, en om
aldus bij te dragen tot een verdere efficiëntie van de
gegevensbanken.

In dit verband deel ik u nog mee dat op 18 december 2003 de
thematiek op het collega van procureurs-generaal werd besproken.
Het college deelde me toen zijn intentie mee om op de eerste plaats
een omzendbrief uit te vaardigen met het oog op een eensluidende en
coherente interpretatie van de desbetreffende bepalingen. Op de
tweede plaats willen zij een inventaris maken van de problemen die
rijzen met de huidige wetgevende bepalingen.

Het is vanzelfsprekend dat ik een nationale DNA-gegevensbank zeer
belangrijk vind als hulpmiddel om de ophelderingsgraad van
misdrijven te verhogen. Zo heb ik onlangs aan het Parlement
meegedeeld dat ik de mogelijkheid wens te onderzoeken de
gegevensbanken te verruimen tot verdachten. Dat dossier wordt nu
volop onderzocht. De inventaris van het college van procureurs-
generaal en de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken,
zullen voor mij de leidraad zijn om te bepalen welke maatregelen, van
welke aard dan ook, moeten worden genomen om het hoofd te
bieden aan de problemen die nu rijzen.
26.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La banque de données
"criminalistique" contient 4.163
profils, la banque de données
"condamnés" 563. Lors de la
publication de la loi, le ministre de
la Justice de l'époque n'a pas
formulé d'objectifs quantitatifs. La
loi n'est entrée en vigueur qu'au
bout de 3 ans. En l'espace de 2
ans seulement, les banques de
données ont été suffisamment
alimentées. Les nouveaux outils
ont permis de mettre en évidence
400 traces et d'établir 150 liens,
parmi lesquels un avec un dossier
luxembourgeois et un avec un
dossier néerlandais. Il ne fait
aucun doute que l'objectif qualitatif
a été atteint.

Il reste que les procédures
juridiques de gestion et de
transfert de données restent très
lourdes et nécessitent une somme
importante de travail administratif.
Les parquets s'emploient à
résoudre ce problème.

Le Collège des procureurs
généraux va rédiger une circulaire
en vue d'aboutir à une interpré-
tation uniforme et cohérente. Il
dressera également l'inventaire
des problèmes que pose la
législation actuelle. Je prendrai les
mesures nécessaires en fonction
des conclusions de ces travaux.

A mon estime, une banque de
données ADN nationale est très
importante pour augmenter le taux
d'élucidation. Nous étudions pour
l'heure la possibilité d'étendre la
banque de données aux suspects.
26.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister,
ook hier geeft u mij zeer precieze informatie. Op basis van de 563
veroordeelden, die op dit ogenblik terug te vinden zijn in de DNA-
gegevensbank, stellen wij vast dat, ondanks de toch wel relatieve
beperktheid van deze gegevensbank, de resultaten meer dan
bemoedigend zijn. Ik denk dat het absoluut noodzakelijk is om de
26.03 Tony Van Parys (CD&V):
Les résultats obtenus grâce à la
banque de données, toute limitée
soit-elle, sont plus qu'encoura-
geants. Il faudra donc stimuler la
participation des parquets.
29/03/2004
CRIV 51
COM 215
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
medewerking van de parketten te stimuleren en de procedures
inderdaad te vereenvoudigen om meer resultaten te kunnen behalen.

Ik wil even de vergelijking maken met Engeland. In de nationale
gegevensbank van Groot-Brittannië zitten twee miljoen gegevens van
veroordeelden. Wij zitten op dit ogenblik blijkbaar aan 563. De CD&V-
fractie is absoluut voorstander van een uitbreiding van de nationale
gegevensbank met de verdachten. Dit lijkt mij onontbeerlijk om het
instrument goed te laten gebruiken.

Ik zou nog een bijkomende vraag willen stellen, mevrouw de minister.
Ik neem aan dat u dit niet onmiddellijk uit het hoofd zult kunnen
beantwoorden. Misschien kunt u mij het antwoord zo vlug mogelijk
schriftelijk bezorgen? Kunt u mij zeggen hoeveel DNA-onderzoeken
tot nu toe via de gerechtskosten betaald zijn? We hebben het over de
gerechtskosten en hoeveel DNA-onderzoeken via deze
gerechtskosten werden betaald. Indien u mij deze gegevens zou
kunnen bezorgen, zou ik u daarvoor dankbaar zijn.
Comparativement, la banque de
données ADN britannique compte
deux millions de données. Le
CD&V est aussi favorable à
l'élargissement aux prévenus.

La ministre peut-elle me faire
savoir par écrit combien
d'analyses ADN ont été imputées
au budget prévu pour les frais de
justice?
26.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je ne les ai pas ici; je vous les
transmettrai.
26.04
Minister Laurette
Onkelinx: Ik heb die gegevens
niet bij mij, maar ik zal ze u
bezorgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
27 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le budget de
l'Exécutif du culte musulman" (n° 2343)
27 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
budget van het Executief van de Moslims van België" (nr. 2343)
27.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, à l'heure actuelle, le budget consacré au culte musulman est
ridicule, mais l'Exécutif bénéficie déjà d'un financement qui est réglé
dans le cadre d'un arrêté royal, arrêté qui prévoit que l'Exécutif doit
déposer, avant le 20 octobre, une proposition de budget et que l'Etat
débloque donc une première partie du budget au 1
er
janvier. Il
semblerait, par exemple, que pour cette année, rien n'ait encore été
débloqué. Sans doute est-il difficile de gérer une institution pour
laquelle aucun budget n'est débloqué.

En effet, il importe de débloquer des salaires, des loyers, des
charges. Or, à l'heure actuelle, cela ne peut se faire qu'en s'endettant.
A quelle date ont été libérées les dernières tranches du budget et
pourquoi?

L'arrêté royal prévoit aussi des dépenses en matière d'allocations et
d'indemnités. Quelles dépenses de ce type ont-elles été effectuées? Il
semblerait que l'ancien président recevait une indemnité pour ce
mandat, ce qui paraît normal, que le nouveau président ne reçoit rien
étant donné qu'aucune demande en ce sens n'a été introduite et que
les autres membres de l'Exécutif ne reçoivent pas, à l'heure actuelle,
de jetons de présence pour la même raison.

En décembre 2002, le gouvernement précédent avait décidé
d'octroyer un budget extraordinaire à l'Exécutif. Le budget des
premières élections de 1998-1999 avait clairement été sous-évalué.
27.01 Zoé Genot (ECOLO):
Krachtens het koninklijk besluit dat
de financiering van de Moslim-
executieve van België regelt, moet
die Executieve vóór 20 oktober
een voorstel van begroting
indienen en stelt de overheid op 1
januari een eerste deel van dat
geld ter beschikking. Dit jaar
zouden er nog helemaal geen
kredieten ter beschikking zijn
gesteld.

Wanneer werden de laatste
schijven van de begroting ter
beschikking gesteld, en hoe komt
dat?

In tegenstelling tot de vroegere
voorzitter zou de nieuwe voorzitter,
net als de andere leden, geen
enkele vergoeding krijgen omdat
daartoe geen enkele aanvraag
werd ingediend.

Welke uitgaven werden ter zake
CRIV 51
COM 215
29/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
Donc, la jeune institution a commencé sa vie avec un lourd déficit.
Donc, en 2002, le gouvernement arc-en-ciel a décidé d'accorder un
budget extraordinaire pour permettre à l'Exécutif de continuer avec
une situation budgétaire saine.

En vertu de la continuité de l'Etat, j'imagine que vous comptez
honorer cette promesse d'un gouvernement dont, par ailleurs, vous
étiez membre. Cette promesse a-t-elle été honorée?
gedaan?

In december 2002 had de paars-
groene regering beslist
de
Moslimexecutieve extra geld ter
beschikking te stellen omdat de
eerste begroting duidelijk
ontoereikend was. Is de regering,
waarvan u toen lid was, die belofte
nagekomen?
27.02 Laurette Onkelinx, ministre: La première tranche du budget
n'a pu être libérée dès le mois de janvier, car l'Exécutif des
musulmans a envoyé tardivement sa proposition d'affectation de cette
première tranche du budget. Ensuite un projet d'arrêté ministériel a
concrétisé cette proposition et a été soumis à l'avis de l'inspecteur
des Finances. Un avis favorable vient d'être donné; le projet doit
bientôt m'être soumis.

Les dépenses couvertes par ce budget sont:
- les frais de représentation du président de l'Exécutif;
- les frais en personnel;
- les frais de location;
- les frais de fonctionnement de l'Exécutif.

Quant au budget extraordinaire de 100.000, il a été accordé. Le
dossier suit la procédure administrative requise.
27.02 Minister Laurette
Onkelinx: Het geld van de eerste
schijf van de begroting kon niet in
januari ter beschikking gesteld
worden, omdat de Executieve haar
voorstel van bestemming niet tijdig
had ingediend. Een en ander werd
vervolgens in een ontwerp van
ministerieel besluit gegoten, en de
inspecteur van Financiën heeft
een gunstig advies uitgebracht.
Het ontwerp zal mij eerdaags
worden voorgelegd.

Dit budget dekt de volgende
uitgaven: de representatiekosten
van de voorzitter van de
Executieve, de personeelskosten,
de huurkosten en de werkings-
kosten van de Executieve.

Het buitengewone budget van
100.000 euro werd toegekend. De
administratieve procedure loopt.
27.03 Zoé Genot (ECOLO): J'espère que ces différentes tranches
de budget pourront être libérées au plus tôt. Il est clair que l'on ne
peut pas demander à une institution de fonctionner si elle ne bénéficie
pas du minimum, c'est-à-dire ce à quoi elle a droit.
27.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
hoop dat de onderscheiden
schijven van de begroting zo
spoedig mogelijk ter beschikking
gesteld zullen worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 17.35 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.35 uur.