CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 211
CRIV 51 COM 211
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mercredi
woensdag
24-03-2004
24-03-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le port de la
ceinture de sécurité" (n° 1746)
1
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het dragen van de autogordel" (nr. 1746)
1
Orateurs: Hilde Dierickx, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Hilde Dierickx, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "une liaison
ferroviaire Puurs-Termonde-Alost" (n° 1885)
4
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"een treinverbinding Puurs-Dendermonde-Aalst"
(nr. 1885)
4
Orateurs: Hilde Dierickx, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Hilde Dierickx, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'obtention d'une autorisation pour les
transports exceptionnels" (n° 1902)
6
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het bekomen van een vergunning voor
uitzonderlijk vervoer" (nr. 1902)
6
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Bert
Anciaux
, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Bert
Anciaux
, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
législation linguistique en matière de signalisation
routière" (n° 2104)
8
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de taalwetgeving inzake verkeerstekens"
(nr. 2104)
8
Orateurs: Annick Saudoyer, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Annick Saudoyer, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Cemal Cavdarli au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
reconnaissance des permis de conduire
étrangers" (n° 2106)
9
Vraag van de heer Cemal Cavdarli aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de erkenning van buitenlandse rijbewijzen"
(nr. 2106)
9
Orateurs: Cemal Cavdarli, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Cemal Cavdarli, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Dirk Claes au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "les services
de sécurité de l'aéroport de Zaventem" (n° 2206)
13
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
veiligheidsdiensten op de luchthaven van
Zaventem" (nr. 2206)
13
Orateurs: Dirk Claes, Bert Anciaux, ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Dirk Claes, Bert Anciaux, minister
van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Jos Ansoms au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
suppression des 'amendes à caractère harcelant'"
(n° 2237)
17
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
schrapping van de 'pestboetes'" (nr. 2237)
17
Orateurs: Jos Ansoms, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Jos Ansoms, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Jos Ansoms au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la zone 30
après le sommet de Raversijde" (n° 2238)
32
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
zone 30 na de top van Raversijde" (nr. 2238)
32
Orateurs: Jos Ansoms, Philippe De Coene,
Bert Anciaux
, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers: Jos Ansoms, Philippe De Coene,
Bert Anciaux
, minister van Mobiliteit en
Sociale Economie
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de Mme Marie Nagy au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "les quotas
de bruit à Bruxelles-National" (n° 2252)
37
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
quota's inzake geluidshinder op Brussel-
Nationaal" (nr. 2252)
37
Orateurs: Marie Nagy, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Marie Nagy, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MERCREDI
24
MARS
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
24
MAART
2004
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.37 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.37 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het dragen van de autogordel" (nr. 1746)
01 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le port
de la ceinture de sécurité" (n° 1746)

De voorzitter: De heer Schalck is er niet.
01.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is duidelijk dat de huidige regering al heel wat gedaan
heeft om de verkeersveiligheid te verbeteren. Dat was ook nodig,
want in België vielen heel wat verkeersslachtoffers en elk slachtoffer
is er natuurlijk een te veel.

Zo werden onder andere meer flitspalen geplaatst, tot groot
ongenoegen van sommigen, maar wel efficiënt. Er zijn ook nieuwe,
hogere boetes. Gelukkig zijn deze maatregelen op de laatste
Ministerraad in Raversijde realistischer geworden, werden sommige
maatregelen verbeterd en zijn de overdrijvingen eruit gehaald.

Er is nog iets anders: het gebruik van de autogordel. Dit is een
eenvoudig middel. Ik heb de indruk dat dit een beetje uit het oog
werd verloren. Er wordt meer gefocust op de boetes en de flitspalen.
Enkele weken geleden werden we op de hoogte gebracht van een
studie waaruit bleek dat er wel 15% minder verkeersslachtoffers zou
vallen indien 20% meer van de automobilisten en passagiers de
autogordel zou gebruiken.

Het gebruik van de autogordel is een wettelijke verplichting, maar dit
wordt niet altijd toegepast door iedereen. Ik herinner mij een tweetal
weken geleden een cynische opmerking, namelijk dat er door de
daling van het aantal verkeersslachtoffers een probleem ontstond op
het vlak van de organen omdat er minder donoren zijn. Dit is
natuurlijk een cynische opmerking, maar bij het lezen ervan
herinnerde ik mij dat in mijn studies tandheelkunde de professor zei
dat het jammer was dat door het dragen van de autogordel de
aangezichtschirurgen maar 50% van hun werk meer overhielden.

Dat is een zeer cynische opmerking, maar ik wil daarmee ook
aantonen dat het gebruik van de autogordel echt efficiënt is.
01.01 Hilde Dierickx (VLD): Le
gouvernement a déjà pris de
nombreuses mesures en vue
d'augmenter la sécurité routière.
Dans la pratique, cependant, bon
nombre de conducteurs prennent
des libertés quant au port de la
ceinture de sécurité, pourtant
obligatoire. Or, une enquête de
l'Institut belge pour la sécurité
routière (IBSR) révèle que si le
nombre de personnes qui
attachent leur ceinture augmentait
de 20 pour cent, le nombre de
victimes de la route reculerait de
pratiquement 15 pour cent.

Le ministre est-il disposé à
multiplier les contrôles relatifs au
port de la ceinture de sécurité ou
à prendre d'autres mesures,
comme l'obligation d'équiper les
voitures d'un système
d'avertissement produisant un
bruit énervant, comme c'est déjà
le cas dans certaines
automobiles?
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2

Daarom, mijnheer de minister, was mijn vraag of u het niet nuttig zou
achten om maatregelen in te voeren die het gebruik van de
autogordel kunnen stimuleren. Men kan bijvoorbeeld de
autoconstructeurs die in België een wagen op de markt brengen,
stimuleren of verplichten een verkliksysteem aan te brengen,
bijvoorbeeld irriterend licht of geluid. In mijn wagen bijvoorbeeld is er
zo'n knipperlichtje ­ ik mag geen merkreclame maken, maar het
komt van een belangrijke en nog steeds groeiende vestiging in Oost-
Vlaanderen ­ waardoor de passagiers worden gestimuleerd om de
autogordel om te doen. Het maakt bovendien een enerverend geluid,
dus dat stimuleert zeker degenen die niet plichtsbewust zijn.

Ik moet mij ook wenden tot de minister van Binnenlandse Zaken, om
ervoor te pleiten meer controle te laten uitvoeren door de politie,
bijvoorbeeld aan de verkeerslichten. Bij rood licht volstaat een
eenvoudige controle, zodat het verkeer niet gehinderd wordt.

Mijnheer de minister, graag vernam ik van u of u maatregelen zal
nemen om het dragen van de gordel te bevorderen.
01.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, in mijn
antwoord zal ik mogelijk ook een aantal vragen beantwoorden die
niet werden gesteld. Het zijn de vragen die de heer Daan Schalck
had ingediend. Collega Dierickx, ik zal in elk geval antwoorden op al
uw vragen en bedenkingen.

Het dragen van de gordel voorin in de wagen is reeds verplicht sinds
1975. Voor de passagiers achterin geldt deze verplichting sinds 1991.
Algemeen wordt aangenomen dat de veiligheidsgordel een van de
goedkoopste en eenvoudigste manieren is om het
verkeersdodencijfer af te remmen. Het verhogen van de gordeldracht
in België wordt daarom ook uitgeroepen tot een van de prioriteiten
van de staten-generaal van de verkeersveiligheid. Het is dus echt
een van de prioriteiten van het beleid.

Om deze doelstellingen te halen werd een reeks prioritaire
maatregelen vooropgesteld die hieronder wordt opgesomd en
toegelicht.

Ten eerste, is er de regelmatige ­ eenmaal per jaar ­ meting van de
gordeldracht. In 2003 organiseerde het Belgisch Instituut voor
Verkeersveiligheid de eerste nationale gedragsmeting inzake
gordeldracht op basis van observatie en dit voor de bestuurders en
de passagiers voorin. Daaruit blijkt dat in 2003 60,3% van de
bestuurders en 61,5% van de passagiers voorin de gordel droegen.

Ten tweede, is er de uitwerking van een grootschalige
aanmoedigingscampagne voor het dragen van de gordel. Sinds 2002
organiseert het BIVV jaarlijks een sensibiliseringscampagne in twee
delen rond gordeldracht. In 2002 en 2003 waren deze campagnes
toegespitst op de gordeldracht tijdens korte ritten.

Ten derde, het uitwerken van campagnes voor de versterking van de
handhaving inzake het dragen van de veiligheidsgordels. Het BIVV
tracht de politiediensten permanent aan te moedigen om controles op
de gordeldracht te organiseren. Op 20 januari 2004 vond een
workshop plaats voor de politiediensten. In het kader van de
01.02 Bert Anciaux, ministre: Le
port de la ceinture, qui est en effet
obligatoire à l'avant comme à
l'arrière, est un des moyens les
moins chers et les plus simples de
réduire le nombre de tués sur les
routes. C'est la raison pour
laquelle notre politique en fait une
priorité.

Le respect de l'obligation de porter
la ceinture fait à présent l'objet
d'une évaluation annuelle. L'IBSR
a effectué le premier comptage
sur le plan national en 2003 sur la
base d'une observation de
l'utilisation de la ceinture à l'avant
du véhicule et a constaté que 60,3
pour cent des conducteurs et 61,5
pour cent des passagers avaient
bouclé leur ceinture.

En outre, l'IBSR organise chaque
année une campagne de
sensibilisation sur le port de la
ceinture. On encourage
également les services de police à
faire respecter cette obligation. Le
20 janvier 2004, un workshop a
été organisé à l'intention des
services de police. Le plan
national "sécurité routière" de la
police prévoit une augmentation
de 10 pour cent du nombre des
contrôles. Cette matière relève
toutefois de la compétence du
ministre de l'Intérieur. Nous nous
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
grootschalige sensibiliseringscampagnes werd telkens aan de
politiediensten gevraagd het aantal controles inzake gordeldracht
sterk te verhogen om zo de beoogde combinatie tussen, enerzijds,
handhaving en, anderzijds, communicatie te verkrijgen. Het
veiligheidsplan van de federale politie voorziet in een verhoging met
10% van het aantal controle-uren. In oktober 2004 zal het BIVV een
studiedag organiseren waarbij onder meer goede voorbeelden inzake
handhaving van de gordeldracht ter sprake zullen komen.

Zoals u weet, is de minister van Binnenlandse Zaken bevoegd voor
de politiediensten. Hij kan maatregelen nemen om de controles
inzake gordeldracht op te voeren. Er is een permanent contact met
mijn collega Dewael in verband met zulke aangelegenheden.

Ten vierde, handhavingmaatregelen inzake kinderzitjes moeten
focussen op het correct gebruik ervan. Deze kunnen worden
geïntegreerd in acties rond de veiligheidsgordel.

Ondertussen werden op wetgevend vlak reeds een aantal andere
initiatieven genomen. Het koninklijk besluit van 21 oktober 2002
bepaalt dat alle nieuw ingeschreven voertuigen, waarvoor voorheen
nog geen gordel op alle zitplaatsen verplicht was ­ bijvoorbeeld
autocars ­, vanaf 31 maart 2003 moeten uitgerust zijn met
veiligheidsgordels op alle zitplaatsen.

Het koninklijk besluit van 18 december 2002 regelt de afschaffing
van de zogenaamde 2/3-regel volgens dewelke voor het bepalen van
het aantal zitplaatsen achterin kinderen van minder dan 12 jaar voor
2/3 worden geteld.

In de oorspronkelijke aanbevelingen van de staten-generaal voor de
verkeersveiligheid werden de verplichte implementatie en het
stimuleren van gordelverklikkers niet als prioritaire maatregelen voor
het verhogen van de gordeldracht in aanmerking genomen. De
aanbeveling vermeldt dat, ik citeer: "...Tevens kan worden
overwogen de intelligente waarschuwingssystemen te verplichten in
nieuwe voertuigen, eventueel in een later stadium gevolgd door de
verplichte installatie van interlocksystemen". Er werd evenwel aan
toegevoegd dat een dergelijke maatregel slechts effect heeft op
lange termijn aangezien men, enerzijds, rekening moet houden met
de zeer geleidelijke vernieuwing van het voertuigenpark en,
anderzijds, met de verbintenissen in het kader van de internationale
akkoorden betreffende de normering van de voertuigentechnologie in
het kader van de UNO.

Dat zijn dus de acties rond het dragen van de autogordel. Wetende
dat er drie hoofdredenen voor ongevallen zijn ­ snelheid, alcohol- of
druggebruik of rijden onder invloed en het niet dragen van een gordel
­ blijft dit een absolute prioriteit. Ik sluit mij helemaal aan bij uw
inleiding waarin u zei dat wij ook op deze wijze een forse vooruitgang
moeten kunnen boeken in onze strijd tegen de verkeersonveiligheid.
concertons à ce sujet.

En ce qui concerne les sièges
pour enfants, il faut se concentrer
sur leur bonne utilisation. Et les
efforts dans ce sens pourraient
être intégrés aux actions que nous
menons pour promouvoir le port
de la ceinture de sécurité.

Entre-temps, une série d'initiatives
ont été prises. Il a été décidé par
arrêté royal que tous les véhicules
immatriculés pour la première fois
doivent être équipés de ceintures
de sécurité sur tous les sièges. Et
par un autre arrêté royal, nous
avons pris la décision d'abolir la
règle suivant laquelle les enfants
de moins de douze ans ne
comptent que pour deux tiers
dans le calcul servant à fixer le
nombre de sièges dans un
véhicule.

Il ne nous paraît pas opportun
d'accorder la priorité au
placement obligatoire de
systèmes signalant au conducteur
et aux passagers qu'ils ont omis
d'attacher leur ceinture. Une
obligation en la matière serait
éventuellement envisageable à
long terme quoiqu'il faille attendre
longtemps avant qu'une mesure
de ce type porte ses fruits en
raison du fait que le parc
automobile ne se renouvelle que
progressivement.
01.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
uitvoerig antwoord. Het verheugt mij dat de controles opgevoerd
worden en dat er een duidelijke verbetering is van de
verkeersveiligheid. Anderzijds wil ik toch vragen dat van de drie
bekende punten die de verkeersveiligheid stimuleren het dragen van
de autogordel altijd benadrukt zou worden, want dat is de laatste tijd
01.03 Hilde Dierickx (VLD): Je
me réjouis d'entendre que les
contrôles seront renforcés. Dans
le cadre de la lutte contre
l'insécurité routière, le port de la
ceinture de sécurité doit faire
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
wat achterwege gebleven.

Het gebruik van verkliksystemen wordt niet prioritair aanbevolen,
maar volgens mij ware het aangewezen hieraan in de toekomst wel
te denken. Eigenlijk zou de bevolking de autogordel automatisch
moeten aanklikken, maar vaak moeten wij de automobilisten en de
passagiers sturen of leiden in de goede richting.
l'objet d'une attention permanente.

Rendre obligatoires des systèmes
indiquant que la ceinture n'est pas
bouclée me semble une initiative
positive. Nous devrions
certainement explorer cette piste.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw Dierickx, u blijft aan het woord voor uw volgende vraag. Iemand van
Dendermonde die naar Aalst wil, dat is toch een beetje vreemd.
02 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"een treinverbinding Puurs-Dendermonde-Aalst" (nr. 1885)
02 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "une
liaison ferroviaire Puurs-Termonde-Alost" (n° 1885)
02.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, dat is inderdaad
een beetje vreemd. Wij kunnen ze in Aalst nog veel leren. Maar die
lijn is heen en terug, vanuit Aalst kan men dus ook naar
Dendermonde komen.

Mijnheer de minister, in mijn regio, Dendermonde, wonen heel wat
pendelaars die vooral naar Brussel pendelen, in het bijzonder vanuit
de wat breder genomen regio, Puurs en Bornem, en aan de andere
kant Aalst en Gijzegem. Om de mobiliteit in de regio te verbeteren
en voor de ontsluiting van de stad Dendermonde zijn er heel wat
middelen nodig. Er is een goede treinverbinding Dendermonde-
Brussel. Op de spitsuren zijn daar recent dubbeldektreinen
bijgekomen. Vroeger was er in de regio een treinverbinding Puurs-
Dendermonde-Aalst maar ­ dat was een maatschappelijk gegeven ­
die lijnen werden tientallen jaren geleden afgeschaft en vervangen
door busverbindingen. Dat was al zo in 1964 voor de lijn
Dendermonde-Aalst en begin van de jaren '80 voor de lijn
Dendermonde-Puurs.

Wij zullen hier niet de voor- en nadelen van trein- en
busverbindingen herhalen. Die zijn wel bekend. Om de mobiliteit van
de werknemers die naar de industrieterreinen in de uithoeken van
onze regio gaan te verbeteren, is het toch wenselijk dat de
treinverbinding opnieuw hersteld wordt. Een busverbinding heeft
natuurlijk het grote voordeel dat er veel haltes zijn en dat alle
gemeenten bereikt worden, maar tevens het grote nadeel dat de rit
lang duurt. Versta mij niet verkeerd, mijnheer de voorzitter, ik pleit
absoluut niet voor de afschaffing van die busverbindingen tussen
bijvoorbeeld Dendermonde en Aalst. Dat is een belangrijke
verbinding, zeker voor het vervoer van schoolkinderen.

Op de lijn Dendermonde-Puurs bestaan nog de oude spoorlijnen. Er
zouden uiteraard heel wat verbeterings- en renovatiewerken moeten
uitgevoerd worden om die lijn opnieuw in gebruik te kunnen nemen,
maar tijdens de vorige legislatuur is door een onafhankelijk
studiebureau een studie ingediend bij uw voorganger, mevrouw
Durant, over de noodzakelijkheid van die treinverbinding
Dendermonde-Puurs. Dat kadert in het geheel van de basismobiliteit.
02.01 Hilde Dierickx (VLD): En
1964, la ligne de chemin de fer
Termonde
­ Alost a été
remplacée par une ligne de bus.
En 1980, ce fut le tour de la ligne
Puurs ­ Termonde. Les liaisons
par autobus sont bonnes, mais
lentes, ce qui gêne
considérablement les nombreux
navetteurs qui habitent la région.

Le BTTB ("Bond van Trein-,
Tram- en Busgebruikers")
demande depuis assez longtemps
la réouverture de cette ligne de
chemin de fer. La ligne Puurs-
Termonde pourrait être rouverte
rapidement puisqu'elle existe
encore. Le ministre est-il au
courant de la requête du BTTB?
Le ministre a-t-il connaissance de
l'étude qui a été réalisée à la
demande du cabinet Durant? Le
ministre a-t-il l'intention de rouvrir
les deux lignes?
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ik vraag mij af ­ ik heb trouwens vandaag in De Standaard daarover
nog een klein artikeltje gelezen ­ of ook voor die lijn niet kan worden
overwogen dat De Lijn de spoorwegverbinding van de NMBS
gebruikt?

Mijnheer de minister, is het onderzoek door dat studiebureau,
waarover ik het daarnet had, u bekend? Hoe staat u daar tegenover?
Acht u het opportuun en wenselijk om stappen te ondernemen om de
treinverbindingen Dendermonde-Puurs in eerste instantie en
Dendermonde-Aalst in tweede instantie omdat die lijn opnieuw moet
worden aangelegd, terug in te voeren?
02.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
eerste vraag was of ik op de hoogte ben van de vragen van de BTTB
enerzijds, en de inwoners van de streek anderzijds, in verband met
de treinverbinding. Via de spoorlijncomités vraagt de BTTB
inderdaad de heropening van de lijn Puurs-Dendermonde.

Op de tweede vraag kan ik het volgende antwoorden. De NMBS ­ u
spreekt van een onafhankelijk studiebureau ­ verrichtte in 2001 in
het kader van de uitvoering van artikel 9bis van het tweede
beheerscontract een haalbaarheidsstudie naar de heropening van
zes spoorweglijnen waaronder inderdaad de lijnen Dendermonde-
Puurs en Aalst-Dendermonde.

In het verleden werd reeds geantwoord dat in deze studie een zeer
zwakke dekkingsgraad van de kosten voor de zes bestudeerde
spoorlijnen aangetoond werd. De resultaten van deze studie over het
potentieel, de infrastructuurkosten, de exploitatieverliezen en
dergelijke meer werden voorgesteld aan de raad van bestuur van de
NMBS op 20 juli 2001 en werden overgezonden aan de toenmalige
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer, mevrouw
Durant.

Ik weet niet of er daarmee echt iets gebeurd is. Ik heb echter bij de
bevoegde diensten deze studie opnieuw aangevraagd. Ik laat mijn
beleidscel een evaluatie van deze studie maken. Zodra ik die heb zal
ik bekijken of deze treinlijn al dan niet terug kan worden geopend. Op
dit ogenblik kan ik alleen zeggen dat we die studie pas opgevraagd
hebben en we beginnen nu met de evaluatie.
02.02 Bert Anciaux, ministre: Je
suis au courant de la demande de
réouverture de lignes.

La SNCB a réalisé en 2001 une
étude de faisabilité concernant la
réouverture de six lignes de
chemins de fer, dont la ligne
Puurs-Alost transitant par
Termonde. L'étude a montré que
le degré de couverture des coûts
était particulièrement faible pour
les lignes concernées. En juillet
2001, le conseil d'administration
de la SNCB et la ministre Durant
en ont reçu les résultats. J'ignore
s'ils en ont tiré des conclusions.
Ma cellule stratégique se penche
actuellement sur cette étude et
j'évaluerai la question sur cette
base.
02.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wilde toch nog doen opmerken dat de regio
Dendermonde in het centrum ligt van de driehoek Antwerpen-
Brussel-Gent. Deze regio is een beetje klein-regionaal ingesloten
door onder andere de snelwegen E17 en A12 waar ten gevolge van
de wegenwerken in het Antwerpse ook heel wat moeilijkheden
kunnen worden verwacht.

Als die spoorlijn zou kunnen heropend worden, dan zullen de werken
in Antwerpen reeds ver ten einde zijn, maar dan zou het toch de
mobiliteit van de mensen bevorderen en het woon-werkverkeer
vergemakkelijken. Het komt natuurlijk altijd op de centen aan. Ik zou
toch nog eens willen aanbevelen om de heropening ernstig te
overwegen.
02.03 Hilde Dierickx (VLD): Les
travaux de voirie en cours dans le
triangle Anvers ­ Bruxelles ­
Gand occasionneront
probablement de nombreux
embarras de circulation. Une
réouverture des lignes serait
également opportune dans ce
contexte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het bekomen van een vergunning voor uitzonderlijk vervoer" (nr. 1902)
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'obtention d'une autorisation pour les transports exceptionnels" (n° 1902)
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, mijn
vraag heeft betrekking op de vergunning voor uitzonderlijk vervoer.

Ingevolge artikel 48 van het Wegverkeerreglement moet immers
voor uitzonderlijk transport altijd bij u een vergunning worden
aangevraagd. De vergunning vermeldt de geldigheidsduur, de te
volgen reisweg alsook de maatregelen die moeten worden genomen
om een gemakkelijk en veilig verkeer te verwezenlijken en
beschadiging van de weg te voorkomen. De vergunning kan slechts
worden verleend nadat de federale overheid het advies heeft
ingewonnen van de overheden die het beheer hebben van de te
volgen weg. Dit zijn Gewesten, provincies en gemeenten. Ook de
NMBS verleent een advies. Een gedetailleerde regeling met
bijzondere voorschriften, onder meer wat betreft de signalisatie, de
omvang van het vervoer en de uren gedurende welke het vervoer
mag plaatsvinden, is uitgewerkt middels een bijlage bij de
vergunning.

Deze complexe, langzame en omslachtige procedure ­ vergunningen
moeten weken op voorhand worden aangevraagd volgens een
papieren procedure ­ lokt al jarenlang klachten uit. Het is zelfs zo dat
naar schatting 50% van de aanvragen gebeurt door transporteurs die
een vergunning willen hebben voor het geval ze een uitzonderlijk
transport zouden moeten doen. Hieruit blijkt duidelijk dat de dienst
Uitzonderlijk Vervoer korter op de bal zou moeten kunnen spelen.

Ik heb voor u dan ook enkele concrete vragen.

Ten eerste, bent u ervan op de hoogte dat er op de website FOD
Mobiliteit zelfs geen informatie te vinden is over de procedure die
gevolgd moet worden om een dergelijke aanvraag in te dienen? Kunt
u ervoor zorgen dat dit op korte termijn zou worden gerealiseerd?

Ten tweede, kan er met de betrokken actoren, de Gewesten, de
provincies, de gemeenten, de NMBS en de openbare
vervoersmaatschappijen, overleg gepleegd worden om een databank
in het leven te roepen waarin de breedte van de straten, de hoogte
van de bruggen alsook het gewicht dat deze bruggen kunnen dragen
geregistreerd staat? Dat zijn vaste gegevens die toch niet telkens
zouden moeten worden opgevraagd. Deze databank zou dan ook
door de federale dienst Uitzonderlijk Vervoer en eventueel door
andere bevoegde en geïnteresseerde diensten kunnen worden
geraadpleegd.

Ten derde, momenteel werkt de dienst zonder centrale database en
zijn het ingenieurs die op basis van hun ervaring een gepaste route
uitstippelen en daarover, indien vereist, overleg plegen met de
wegbeheerder. Een interactief aanvraagformulier met een intelligente
module voor het uitstippelen van de reisweg zou hier een verbetering
en een oplossing kunnen zijn. Bent u bereid stappen in die richting te
ondernemen?
03.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Pour les transports
exceptionnels, la demande
d'autorisation est obligatoire. Les
autorités fédérales ne peuvent
délivrer l'autorisation qu'après
avoir demandé l'avis du
gestionnaire de la voirie
concernée. En outre, la SNCB doit
rendre un avis lorsque l'itinéraire
traverse des lignes ferroviaires.
Dès lors, la procédure à suivre
s'avère longue et complexe et elle
est source de mécontentement
depuis des années déjà.

Le ministre a-t-il été informé que
le site Internet du SPF Mobilité ne
comprend aucun renseignement
sur ladite procédure? Les autorités
fédérales ne pourraient-elles, en
concertation avec les autorités
locales et la SNCB, constituer une
banque de données regroupant
toutes les informations techniques
relatives à nos routes? A l'heure
actuelle, des ingénieurs arrêtent
les itinéraires et consultent les
gestionnaires de voirie le cas
échéant. Un formulaire de
demande interactif comprenant un
module intelligent pour le tracé
des itinéraires ne constituerait-il
pas une solution?
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
03.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, op uw
eerste vraag kan ik u het volgende antwoorden. Op de website
www.mobilit.fgov.be is op dit ogenblik inderdaad weinig informatie
terug te vinden over het verkeer van uitzonderlijke voertuigen. Het
opzetten van een doeltreffende website vraagt echter een planmatige
aanpak en een grondige voorbereiding. Uiteraard zijn op de website
wel de gegevens van de informatieambtenaren van de Federale
Overheidsdienst en van het directoraat-generaal Mobiliteit en
Verkeersveiligheid opgenomen. Deze ambtenaren verschaffen alle
nuttige informatie met opgave van de nuttige contactadressen en -
personen van de betrokken diensten.

Van deze werkwijze werd veelvuldig gebruikgemaakt en de
inlichtingen en eventuele documenten worden door de dienst
Uitzonderlijk Vervoer zo snel mogelijk op de verwachte manier
bezorgd. Dit gebeurt zowel telefonisch, per fax, via de postdiensten
als per e-mail. De nuttige adressen werden ook doorgegeven aan alle
beroepsfederaties en federale politiediensten die zorgen voor de
verspreiding ervan. Het aanvraagformulier voor de vergunning
evenals de van toepassing zijnde regelgeving als bijlage van de
vergunning, zijn ondertussen beschikbaar op elektronische drager en
zullen snel op de site geplaatst worden. Verdere nuttige informatie
zal stelselmatig worden toegevoegd.

Uw tweede vraag betreft de ontegensprekelijke en noodzakelijke
consultatie van en communicatie met de verschillende
infrastructuurbeheerders, dus de Gewesten, de provincie, de
gemeenten en de exploitanten van de wegen kruisende spoorwegen.

De consultatie en de communicatie met deze verschillende
infrastructuurbeheerders door de FOD Mobiliteit en Vervoer gebeurt
reeds op een regelmatige en doeltreffende manier. Een databank,
met de tot op heden beschikbaar gestelde informatie over de
beheerders ­ de draagkracht van de kunstwerken, in casu de
bruggen, de eigen opgemeten gegevens door de ingenieurs in
verband met de hoogte van de hindernissen, de breedte van de
doorgangen, de rotondes en dergelijk meer ­ en planmatige
gegevens van lopende bouwprojecten bestaat bij de FOD Mobiliteit
en Vervoer in kaartvorm. Deze databank wordt stelselmatig gebruikt
en geconsulteerd. Deze gegevensbron is eveneens in de vorm van
atlas en cd-rom te verkrijgen op eenvoudige vraag van alle
geïnteresseerden. Projecten voor akkoorden en onderhandelingen
tussen de verschillende besturen om de samenwerking en
gegevensuitwisseling te optimaliseren, zijn volop bezig.

Wat uw laatste vraag betreft, kan ik meedelen dat het verkeer van
uitzonderlijke voertuigen een delicate en van nabij te volgen kwestie
is, niet vergelijkbaar met normaal vervoer. Het voertuigenpark met
de specifiek technische kenmerken en capaciteiten is zodanig
verscheiden dat een pasklare oplossing zeer moeilijk, zo niet
onmogelijk is.

Om deze redenen en wegens het feit dat de situatie op de wegen
door herstellingen, aanpassingen en nieuwe constructies dagelijks
kan veranderen, vergt het afleveren van vergunningen een
permanente verkenning en controle van de voorgestelde en
gebruikte reiswegen. Deze controles op het terrein, uitgevoerd door
03.02 Bert Anciaux, ministre: Le
site internet www.mobilit.fgov.be
publie peu d'information sur les
transports exceptionnels. Pour
être efficace, un site internet
requiert une approche méthodique
et bien préparée. Les
coordonnées des fonctionnaires
d'information du SPF et du
directorat général Mobilité et
Sécurité des transports se
trouvent effectivement sur le site
internet. Les fonctionnaires
d'information peuvent orienter à
leur tour. Le service Transport
exceptionnel fournit en outre
l'information demandée le plus
rapidement possible. Les
fédérations professionnelles et les
services de la police fédérale
disposent d'adresses utiles. Le
formulaire de demande
d'autorisation, avec son annexe,
sera rapidement placé sur le site.
D'autres informations sont
ajoutées systématiquement.

Le SPF communique
efficacement et régulièrement
avec les gestionnaires
d'infrastructure. L'information des
gestionnaires, des ingénieurs et
des projets de construction peut
être consultée sous la forme d'une
carte au SPF. Sur demande, on
peut obtenir un atlas ou un CD-
ROM. Des projets ont également
été lancés pour améliorer la
collaboration et l'échange de
données entre les différentes
administrations.

La circulation des transports
exceptionnels reste une matière
délicate qui demande un suivi
attentif. Une solution sur mesure
est très difficile, voire impossible.
Pour pouvoir délivrer des
autorisations, il faut
continuellement reconnaître les
trajets proposés et utilisés. Ce
contrôle permet de fournir une
information utile et efficace.
Compte tenu des mesures et de la
masse du véhicule, certaines
"routes standard" requièrent peu
de contrôle. D'autres exigent
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
de ingenieurs van de dienst met jarenlange ervaring en kennis van
de reiswegen, zorgen ervoor dat de informatie aan de vervoerders
nuttig en doeltreffend is. Afhankelijk van de afmetingen en de massa
van het voertuig vergen een reeks standaardrijwegen weinig
controle, terwijl andere aanvragen een studie geval per geval
vereisen.

In het kader van verbeteringsprogramma's heeft de FOD Mobiliteit
en Vervoer zich echter voorgenomen dit proces te herzien,
rekeninghoudend met de mogelijkheden geboden door de nieuwe
technologieën.
quant à elles une étude
spécifique. Dans le cadre de son
programme d'amélioration, le SPF
souhaite toutefois revoir ce
processus et tenir compte des
nouvelles technologies.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de aankondiging dat uw administratie
verbeteringsprogramma's wenst uit te voeren en hierbij rekening zal
houden met de technologische evolutie is, mijns inziens, zeer
belangrijk. Daarmee geeft u enigszins toe dat de procedure op een
andere manier zou kunnen worden gevoerd en zeker sneller
afgehandeld moet kunnen worden.

Ik treed uw standpunt bij dat uitzonderlijk vervoer in de eerste plaats
veilig moet zijn en geval per geval moet bekeken worden. Mijn punt
is echter dat het op dit ogenblik te lang duurt en dat men dikwijls te
maken heeft met nepaanvragen. Ondernemers doen een aanvraag
voor het geval ze plotseling wel een beroep moeten doen op
uitzonderlijk vervoer. In de mate van het mogelijke vraag ik u na te
denken over een mogelijke versoepeling en dring ik aan op een meer
elektronische aanpak.

Mijnheer de minister, u hebt meegedeeld dat er reeds een databank
bestaat en dat de gegevens verkrijgbaar zijn. Kan iedereen die
gegevens aanvragen?
03.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Selon moi, il est très
important que les programmes
d'amélioration soient mis en
oeuvre en tenant compte de
l'évolution des technologies.

En effet, les transports
exceptionnels doivent être sûrs,
mais il faut aussi pouvoir travailler
plus rapidement. En outre, on a
souvent affaire à de fausses
demandes. Je demande un
assouplissement et une approche
électronique.

Enfin, que chacun puisse
demander la base de données sur
carte ou sur cd-rom est une bonne
chose.
03.04 Minister Bert Anciaux: De gegevens zijn beschikbaar op kaart
en cd-rom.
03.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik kijk met belangstelling uit
naar de verder evolutie en initiatieven in dit dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
législation linguistique en matière de signalisation routière" (n° 2104)
04 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de taalwetgeving inzake verkeerstekens" (nr. 2104)
04.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, notre pays ne
dispose d'aucune disposition imposant la traduction de certains
panneaux routiers tels que "Travaux", "Utilisez votre frein moteur" ou
"Gardez vos distances", etc. Vous n'êtes pas sans savoir que notre
territoire est traversé par les véhicules de nombreuses compagnies
de transports internationaux. Je crois qu'il est indispensable, dans un
souci de sécurité routière, d'imposer que les panneaux de
signalisation routière sur lesquels se trouvent des inscriptions en
français ou en néerlandais soient traduits dans d'autres langues.
04.01 Annick Saudoyer (PS):
Hoewel ons land regelmatig door
internationale transporten wordt
doorkruist, bestaat er geen enkele
bepaling die de vertaling van
bepaalde verkeersborden
('werken', 'afstand houden' enz.)
verplicht. We zijn zelfs een van de
laatste Europese landen waar een
dergelijke wetgeving ontbreekt.
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Nous sommes en effet l'un des derniers pays d'Europe à ne pas
disposer d'une législation imposant la traduction dans d'autres
langues de certains de nos panneaux routiers. Une grande partie de
la prévention en matière de sécurité routière passe par une
infrastructure de qualité. La Belgique étant une plaque tournante de
transports internationaux, je pense que la traduction de certains
panneaux routiers est indispensable et améliorera la sécurité sur nos
routes. La Fédération belge des transporteurs partage d'ailleurs cet
avis.

Monsieur le ministre, quelles mesures comptez-vous prendre en la
matière?
Zouden die Franstalige of
Nederlandstalige borden niet in
nog andere talen moeten worden
vertaald, aangezien een
infrastructuur van hoge kwaliteit
bijdraagt tot de
verkeersveiligheid? De Federatie
van Belgische Transporteurs deelt
die mening.
04.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en vertu de l'article 40 des lois relatives à l'emploi des
langues en matière administrative, les avis et communications que
les services centraux destinent au public sont rédigés en français et
en néerlandais. Cette règle concerne toutes les personnes physiques
ou morales, concessionnaires d'un service public ou chargées d'une
mission qui dépasse les limites d'une entreprise privée et que la loi
ou les pouvoirs publics leur ont confiée dans l'intérêt général.

Les panneaux routiers constituant des communications adressées
aux usagers de la route, ces panneaux doivent eux aussi répondre
aux obligations imposées par les lois relatives à l'emploi des langues
en matière administrative. Leur texte est écrit en français et/ou en
néerlandais, conformément à l'article 40 de la loi susmentionnée.
Introduire des panneaux routiers dans une autre langue que le
français ou le néerlandais serait contraire à la loi relative à l'emploi
des langues dans notre pays.

J'attire également votre attention sur le fait qu'en cas de travaux ou
d'avertissement de garder ses distances, des pictogrammes sont
placés afin d'avertir les conducteurs du danger. Il n'entre pas dans
mes intentions de prendre une quelconque mesure qui serait
contraire aux lois sur l'emploi des langues en Belgique.
04.02 Minister Bert Anciaux: Op
grond van artikel 40 van de wetten
op het gebruik van de talen in
bestuurszaken, worden de
berichten en mededelingen aan
de bevolking in het Frans en in het
Nederlands opgesteld.

De verkeersborden zijn
mededelingen aan de
weggebruikers en worden dus in
de toegelaten talen gesteld.
Borden in andere talen zijn strijdig
met de wet. Bovendien worden
werken en andere
waarschuwingen met
pictogrammen aangegeven. Ik
ben dus niet van plan hiervoor
nieuwe maatregelen te nemen.
04.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Il est dommage que nous soyons un des
derniers pays européens à ne pas avoir modifié notre législation en
la matière. Pour un étranger qui arrive en Belgique, il est vrai qu'il est
parfois difficile de comprendre nos panneaux de signalisation.
04.03 Annick Saudoyer (PS):
België is toch één van de laatste
landen in Europa waar de
wetgeving ter zake niet werd
gewijzigd. Onze verkeersborden
zijn voor buitenlanders soms
moeilijk te verstaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Vraag van de heer Cemal Cavdarli aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
erkenning van buitenlandse rijbewijzen" (nr. 2106)
05 Question de M. Cemal Cavdarli au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
reconnaissance des permis de conduire étrangers" (n° 2106)
05.01 Cemal Cavdarli (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag handelt over de erkenning van de
buitenlandse rijbewijzen.
05.01 Cemal Cavdarli (sp.a-
spirit): Il n'est pas rare que des
permis de conduire étrangers ne
soient pas reconnus en Belgique.
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Eerst en vooral wil ik echter de toestand uiteenzetten. Mijnheer de
minister, veel mensen met een buitenlands rijbewijs krijgen dat in ons
land niet erkend. Zo is ons het geval bekend van een vrouw uit
Thailand wier rijbewijs niet erkend wordt. Een kennis van haar uit
Maleisië kan haar rijbewijs wel gewoon gebruiken in ons land. Ook
met de Turkse rijbewijzen duiken er problemen op.

Blijkbaar heeft men vanaf juli vorig jaar beslist een strengere
regelgeving door te voeren voor buitenlandse rijbewijzen. Op die
manier worden de hoogste categorieën van Turkse rijbewijzen niet
langer erkend in België. De reden daarvoor zou zijn dat de Turkse
autoriteiten bijzonder slordig zouden omspringen met het afleveren
van de nodige attesten waaruit blijkt dat de houders ervan wel
degelijk een praktisch examen aflegden. Sommigen raakten hierdoor
aan de nodige bewijzen, anderen niet. Om discriminatie te vermijden
heeft de dienst Rijbewijzen van de federale verkeersadministratie
dan maar beslist te wachten tot de Turkse overheid een eenvormig
attest aflevert, wat in het licht van de toetreding van Turkije tot de
Europese Unie toch noodzakelijk zou worden. Dit betekent dat in de
praktijk veel bus- en vrachtwagenchauffeurs van Turkse herkomst in
zware problemen komen. In afwachting van het behalen van een
nieuw Belgisch rijbewijs van de juiste categorie werden zij
gewoonweg werkloos.

Mijnheer de minister, na deze uiteenzetting wat de huidige toestand
betreft, wens ik u de volgende concrete vragen te stellen.

Ten eerste, kunt u geen overgangsperiode inbouwen waarbij houders
van de niet langer erkende rijbewijzen, binnen een bepaalde periode
een nieuw Belgisch rijbewijs kunnen halen? Zo worden zij in de
tussenperiode tenminste niet verplicht in de werkloosheid gestuurd.

Ten tweede, is het niet mogelijk een regeling te treffen waarbij de
personen met een buitenlands rijbewijs alleen een rijexamen zouden
afleggen in plaats van de normale procedure waarbij zij rijlessen
moeten volgen? Deze procedure weegt financieel en psychologisch
zwaar op deze personen die er in de praktijk een jarenlange ervaring
op nahouden. Op deze manier zou men tot een oplossing kunnen
komen en een hinderlijk probleem voor heel wat mensen uit de weg
ruimen, waardoor ze actief kunnen deelnemen aan het beroepsleven.
J'ai notamment eu vent de
problèmes relatifs aux permis
thaïlandais et turcs. Depuis juillet
2003, la réglementation a été
renforcée et les catégories les
plus élevées de permis de
conduire turcs ne sont plus
reconnues. Le service des permis
de conduire de l'administration
fédérale de la circulation souhaite
que l'Etat turc délivre au préalable
une attestation uniforme.
Actuellement, les autorités turques
sont en effet particulièrement
négligentes en ce qui concerne les
attestations délivrées à l'issue de
l'examen pratique de conduite.

En conséquence, de nombreux
chauffeurs de bus et de poids
lourds turcs restent inactifs tant
qu'ils n'ont pas obtenu un nouveau
permis de conduire belge de la
bonne catégorie.

Le ministre peut-il instaurer une
période de transition durant
laquelle les détenteurs d'un
permis de conduire étranger
peuvent obtenir un permis belge?
Est-il possible de soumettre les
détenteurs d'un permis étranger
uniquement à l'examen de
conduite, plutôt que de leur
imposer la procédure normale
comportant les cours de conduite
obligatoires? Financièrement et
psychologiquement, cette
procédure est difficile à supporter
pour les intéressés qui ont des
années de métier.
05.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
erkenning van vreemde rijbewijzen is vooral gebaseerd op het feit of
het betrokken land, in casu Turkije, al dan niet de internationale
verdragen inzake het internationaal wegverkeer, ondertekend te
Genève in 1949 of ondertekend te Wenen in 1968 ­ met de bijlagen,
de karakteristieken, het model van rijbewijzen en de categorisering
van de motorvoertuigen ­ al dan niet heeft geratificeerd. Voor alle
duidelijkheid, zowel Turkije als België hebben het verdrag nopens het
internationaal wegvervoer van Genève weldegelijk geratificeerd,
maar dit verdrag regelt de omwisseling van rijbewijzen niet.

De omwisseling van rijbewijzen van landen buiten de Europese
economische ruimte wordt geregeld door bilaterale verdragen. Deze
overeenkomsten vereisen een constante en zeer arbeidsintensieve
opvolging van de problematiek en een systematische uitwisseling
van specimen van rijbewijzen alsook van de geldende
05.02 Bert Anciaux, ministre:
Les permis de conduire étrangers
ne peuvent être reconnus qu'à la
condition que les pays concernés
aient ratifié la convention
internationale de Genève ou de
Vienne sur la circulation routière
internationale. La Turquie et la
Belgique ont ratifié le Convention
de Genève qui ne règle
cependant pas l'échange des
permis de conduire.

L'échange en dehors de l'espace
économique européen est régi par
des accords bilatéraux. La
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
reglementering tussen de landen om een adequate en rechtszekere
uitvoering te garanderen.

Er is een bilateraal akkoord tussen België en Turkije van
11 oktober 1970 om de transit, het tijdelijke internationaal verkeer op
ons grondgebied, te regelen, doch dit akkoord voorziet niet in een
procedure van omwisseling. Het gaat over doorgaand verkeer.
Turkse ingezeten kunnen aldus op basis van hun geldig nationaal
rijbewijs in het kader van het internationaal verkeer sturen in België.
Het probleem rijst als zij zich vestigen op het grondgebied van
België, want dan voorziet de reglementering in een verplichte
omwisseling van het Turkse rijbewijs in een Belgisch rijbewijs.

U hebt verwezen naar twee andere landen. Met Thailand is er geen
bilateraal akkoord zodat België de Thaise rijbewijzen helemaal niet
erkent en dus ook niet kan omwisselen. Rijbewijzen zijn immers,
zoals identiteitskaarten, veiligheidsdocumenten, zodat ons land niet
zonder meer deze vreemde rijbewijzen kan erkennen zonder
garanties dat aan de vereisten inzake examens en rijgeschiktheid is
voldaan. In bepaalde landen is het dagelijkse praktijk dat deze
documenten op de markt kunnen worden gekocht. U begrijpt dat ons
land geenszins kan meewerken aan de verspreiding van frauduleus
verkregen rijbewijsdocumenten. Ik heb dit verteld in het kader van
mijn informatie over Thailand.

Met Maleisië is er wel een bilateraal akkoord van 19 mei 1982 inzake
wederzijdse erkenning en omwisseling zodat de rijbewijzen uit dit
land in België rechtsgeldig zijn en hier na inschrijving van de
aanvrager in de bevolkingsregisters het voorwerp kunnen uitmaken
van omwisseling naar een evenwaardig Belgisch rijbewijs, met name
het Europees model.

De omwisseling van Turkse rijbewijzen geeft aanleiding tot
terugkerende problemen wat betreft het verkrijgen van de Belgische
categorieën C en D. Turkije levert momenteel rijbewijzen van
categorie E af die toelaten zowel te rijden met vrachtwagens ­
categorie C ­ als met autobussen ­ categorie D. Die categorieën zijn
echter in de Belgische en de geharmoniseerde Europese
regelgeving, met name via de richtlijn 91/439/EG, totaal verschillend
en vereisen specifieke rijexamens, terwijl ze in Turkije niet
verschillend zijn. Een Turkse kandidaat-ingeschrevene als
verblijfhouder in België die een rijbewijs categorie E wenst te
bekomen, moet slagen in een specifiek examen van ofwel
vrachtwagen ofwel autobus, volgens beschikbaarheid van het
voertuig. Dat Turks gebruik is dus niet in overeenstemming met de
geharmoniseerde geldende Europese wetgeving. In afwachting van
de aanpassing van de Turkse werkwijze aan de Europese
regelgeving is de omwisseling tegenwoordig beperkt tot de
categorieën A3 en B, waarrond er geen problemen zijn.

Rijbewijzen zijn veiligheidsdocumenten. De lidstaten kunnen ze
slechts uitreiken wanneer erop is toegezien dat aan alle voorwaarden
is voldaan, onder andere inzake examens en medische geschiktheid.

Andere lidstaten kunnen bij vestiging van betrokkenen later beslissen
de bij omwisseling in België afgeleverde Europese rijbewijzen niet te
valoriseren, zodat voorzichtigheid zich toch wel opdringt in deze
aangelegenheid.
Belgique et la Turquie ont conclu
un tel accord le 11 octobre 1970,
mais celui-ci ne prévoit pas de
procédure d'échange. Un
problème se pose lorsque des
ressortissants turcs s'établissent
sur le territoire belge, car la
réglementation prévoit un
échange obligatoire du permis de
conduite turc contre un permis
belge, ce qui occasionne des
problèmes dans la pratique pour
l'obtention des catégories belges
C et D.

La Turquie délivre en effet des
permis de catégorie E qui
autorisent à la fois la conduite
d'un camion (catégorie C) et d'un
autobus
(catégorie D). Ces
catégories ne correspondent pas à
la réglementation belge et à la
réglementation européenne
harmonisée, consacrée par la
directive 91/439/CEE, qui exige
des examens de conduite
spécifiques. Dans l'attente de
l'adaptation de la procédure
turque aux dispositions
européennes, l'échange est
actuellement limité aux catégories
A3 et B. Les permis de conduire
constituent des documents de
sécurité que les Etats membres
de l'Union européenne ne peuvent
délivrer que lorsqu'il est
notamment satisfait aux
conditions applicables en matière
d'examens et d'aptitude médicale
à conduire.

Etant donné que la Turquie a
l'intention de s'aligner
progressivement sur les normes
européennes et que les besoins
du secteur des transports sont
connus, une concertation sera
proposée à la Turquie en vue de
parvenir à un système approprié
dans l'attente de son adhésion
éventuelle à l'Union européenne.
La lettre à ce sujet adressée à
l'ambassade turque est prête. Le
projet d'arrêté royal transposant la
directive européenne 2000/56
prévoit une simplification de la
procédure relative aux permis de
conduire étrangers. Ainsi, toute
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Gelet op de intentie van Turkije om zich geleidelijk op de Europese
normen af te stemmen, gelet op de gekende noden van de
transportsector, wetende dat in de praktijk buschauffeurs en
vrachtwagenchauffeurs van Turkse herkomst in problemen komen en
gezien de mogelijkheid om via onderhandelingen inmiddels van de
Turkse overheid bijkomende garanties te bekomen, kan ik aan onze
collega ook meedelen dat aan Turkije besprekingen worden
voorgesteld om een adequate regelgeving van de problematiek te
bevorderen in afwachting van een mogelijke toetreding van Turkije
tot de Europese Unie. Ik neem dus wel degelijk het initiatief om die
onderhandelingen voor te stellen. De concrete brief daarover, gericht
aan de Turkse ambassade, is klaar voor ondertekening.

U zult echter begrijpen dat rijbewijzen veiligheidsdocumenten zijn ­
ik herhaal dat voor de derde keer ­ die een vrije toegang tot het
verkeer verlenen. Het betaamt niet, mede gelet op de vigerende
internationale verdragen, om zonder meer in overgangsperiodes te
voorzien voor residenten met vreemde rijbewijzen. In het ontwerp
van koninklijk besluit betreffende het rijbewijs houdende omzetting
van de EG-richtlijn 2056, wordt voorzien in een vereenvoudiging van
de procedure tot omzetting van de vreemde niet-EG-rijbewijzen of
EG-rijbewijzen, zodat betrokkenen die zich hier vestigen via het
direct afleggen van de voorgeschreven theorie-examens en
praktijkexamens, maar zonder die scholingsverplichting waarop u
doelde, toegang zullen krijgen tot een Belgisch rijbewijs volgens
Europees model.

Ik hoop dit koninklijk besluit met de omzetting van de EU-richtlijn nog
voor de zomervakantie te kunnen laten publiceren. Er is echter nog
altijd een theoretisch en praktisch examen vereist, maar geen
scholingsverplichting die voor anderen wel is vereist. Hierdoor zullen
houders van een vreemd of zelfs niet erkend of verlopen rijbewijs
sneller toegang krijgen tot het Belgisch rijbewijs.

De Europese Commissie heeft de lidstaten bij ontstentenis van een
georganiseerde regeling inzake omwisseling van vreemde rijbewijzen
opgeroepen om nauwlettend alle aanvragen te onderzoeken zodat
wordt gegarandeerd dat de vreemde rijbewijzen dezelfde waarborg
bieden als vergelijkbare Europese rijbewijzen inzake theoretische
kennis, rijvaardigheid en rijgeschiktheidsnormen, wat de
verkeersveiligheid in Europa alleen maar ten goede kan komen.
personne s'installant en Belgique
obtiendra un permis belge par le
biais des examens de théorie et
de pratique prescrits, mais sans
obligation d'écolage. J'espère que
l'arrêté royal pourra être publié
avant les vacances d'été.
05.03 Cemal Cavdarli (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik wil u
bedanken voor uw analyse en overtuigende belofte voor de toekomst
dat van deze materie werk zal worden gemaakt. Ik wil nog even kort
de huidige praktijk schetsen en aansluitend een kleine vraag stellen.

Uit een onderhoud met tientallen mensen vernam ik dat mensen die
de nodige stappen hebben gezet om de Nederlandse taal onder de
knie te krijgen en tegelijk kost wat kost werk proberen te vinden, bij
een contract moeten voldoen aan de administratieve criteria. Dat wil
zeggen dat mensen die jarenlange kennis en ervaring met
vrachtwagens of autobussen hebben, wegens de huidige
administratieve hinder worden gedwongen om te gaan stempelen en
in de categorie van werklozen terechtkomen. Dat willen wij
vermijden. Zij zijn bereid om, in om het even welke categorie ­
bussen of vrachtwagens ­ rekening te houden met de criteria inzake
05.03 Cemal Cavdarli (sp.a-
spirit): Je remercie le ministre
pour ses promesses
convaincantes.

En raison des obstacles
administratifs actuels, de
nombreuses personnes sont
obligées d'aller pointer au
chômage. Une mesure transitoire
ne pourrait-elle être imaginée?
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
gezondheidsnormen en aan halfjaarlijkse praktische examens of
geschiktheidproeven deel te nemen.

Daarom vraag ik of er geen overgangsperiode kan worden
ingebouwd in de huidige regelgeving zodat de mensen die beweren
en bewijzen dat zij de nodige ervaring hebben onmiddellijk praktische
examens kunnen afleggen, in de plaats van theoretische examens,
taallessen, scholing, examens, enzovoort. Daarvoor kan de nodige
kennis van de taal op zich de eerste barrière vormen.
05.04 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, het is natuurlijk
de bedoeling om de omwisseling mogelijk te maken, maar daarvoor
moeten we dat bilateraal verdrag hebben, wat er ook zit aan te
komen omdat Turkije zich ­ in het kader van de toetreding ­ hoe
langer hoe meer harmoniseert aan de Europese richtlijnen en
normen.

Ondertussen wil ik inderdaad die overgangsmaatregelen realiseren,
maar daarvoor moet ik het koninklijk besluit in verband met de
omzetting van de Europese richtlijn uitvaardigen. Voor de zomer gaat
dit verschijnen. Op basis daarvan kan ik die scholingsverplichting
achterwege laten en onmiddellijk overgaan tot het theoretisch en
praktisch rijexamen. Daar zal ik niet buiten kunnen. U weet dat wij
de beroepsbekwaamheid van vrachtwagenbestuurders, in
samenwerking met de federaties van vrachtwagenbestuurders, nog
willen opdrijven, in het teken van de veiligheid. Ik kan daar niet te
veel in freewheelen.

Het grootste probleem was volgens mij de verplichte scholing. Gelet
op de praktische kennis die de deelnemers vaak hebben, lijkt mij het
praktisch rijexamen geen probleem, maar men moet natuurlijk wel de
verkeersregels kennen. Ook dat lijkt me geen probleem omdat die
regels hoe langer hoe meer worden geharmoniseerd over de
landsgrenzen heen.
05.04 Bert Anciaux, ministre:
J'entends instaurer une mesure
transitoire. Toutefois, je ne puis
négliger les examens théoriques
et pratiques. Les règles de
circulation, qui sont d'ailleurs de
plus en plus harmonisées, doivent
être connues.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De heer Jeholet heet zijn vraag nr. 2179 laten uitstellen.
06 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
veiligheidsdiensten op de luchthaven van Zaventem" (nr. 2206)
06 Question de M. Dirk Claes au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les services
de sécurité de l'aéroport de Zaventem" (n° 2206)
06.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik had deze vraag reeds een tijdje voorbereid maar nog niet
gesteld. Na de gebeurtenissen van 11 maart in Spanje vind ik het
echter de moeite waard ze toch te stellen. Wellicht beoogt deze
vraag meer een soort reflectie en evaluatie voor de diensten in de
praktijk dan een directe vraag aan u. U bent echter verantwoordelijk
voor deze diensten, op die manier kom ik bij u terecht.

Mijn vraag handelt over de veiligheidsdiensten op de luchthaven van
Zaventem. De veiligheidsdiensten hebben een activiteitenverslag
opgesteld, het activiteitenverslag van het directoraat-generaal van de
Luchtvaart. Dat document kan een nuttig werkinstrument zijn bij het
06.01 Dirk Claes (CD&V): Le
rapport d'activités de la direction
générale de la Navigation
aérienne est un instrument utile
pour la confection d'un budget des
prestations. Pourquoi la dernière
édition n'a-t-elle été publiée qu'en
juillet 2003? La qualité des photos
est déplorable et le rapport est
très déséquilibré. En matière de
sécurité, il reste superficiel. Il y est
fait référence au règlement
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
opstellen van een prestatiebegroting.

In het verslag van 2002 vallen een aantal zaken op. Het werd relatief
laat gepubliceerd, in juli 2003. Misschien kunt u terzake enige
toelichting geven.

Men mag van een dergelijk verslag verwachten dat het fatsoenlijk is
opgesteld. De kwaliteit van de foto's is echter erbarmelijk. Bij
bepaalde foto's ­ dit is onder meer het geval op bladzijde 12 ­ staat
er geen ondertiteling bij zodat men moeilijk kan weten wat de foto
voorstelt. Ik kan onmogelijk inschatten wat het zou kunnen zijn. Een
ander voorbeeld is een zwartwitfoto van een vliegveld waarvan men
onmogelijk kan weten waar het vliegveld exact ligt. Een ander foto
toont een cockpit. Ik kan het rijtje nog aanvullen. De kwaliteit van de
foto's moet verbeteren.

Erger nog is dat het verslag inhoudelijk onevenwichtig is opgesteld.
In verband met de verkeersregels op de luchthaven staat op
bladzijde 18 slechts een summiere opsomming van een aantal cijfers
die niet veel zeggen. Men vermeldt dat er 14 machtigingen werden
verleend voor meetings. Er wordt echter niet vermeld of zich
problemen hebben voorgedaan noch of alles kwalitatief in orde was.
Er werden machtigingen gegeven voor het oplaten van
luchtballonnen. Er wordt echter opnieuw niet vermeld of zich
problemen hebben voorgedaan. Dit kan, mijns inziens, zeker beter.

Heel belangrijk is het veiligheidsaspect op de luchthaven. Op dit punt
blijft men zeer vaag. Men verwijst naar de Europese verordening
nr. 2320 van 2002 inzake luchtvaartbeveiliging. Het is een framework
regulation die gepubliceerd werd op 29 december 2002 met daarin
de belangrijkste verplichtingen voor de lidstaten, niet alleen inzake
regelgeving maar ook inzake kwaliteitscontrole voor de
luchtvaartbeveiliging. In datzelfde verslag wordt eveneens melding
gemaakt van een aantal workshops en opleidingscycli in het kader
van het European Aviation Security Training Institute.

Omdat de veiligheid op de luchthavens zeker sinds
11 september 2001 en misschien ook sedert 11 maart 2004 ­ tot elke
prijs moet worden verzekerd, had ik graag een antwoord op een
aantal vragen.

Kunt u de belangrijkste Europese verplichtingen voor al de lidstaten
inzake de luchtvaartbeveiliging toelichten? Komen wij tegemoet aan
deze Europese verordening?

Niet onbelangrijk in de strijd tegen het terrorisme: welke cursussen
zijn er door het trainingsinstituut georganiseerd? Hoeveel personen
hebben aan die cursussen deelgenomen? Hoeveel tijd namen die
cursussen in beslag? Hoeveel tijd per jaar wordt er niets
georganiseerd en zijn er geen cursussen? Wat is de totale kostprijs
van die cursussen? Vertaalt zich dat daadwerkelijk in een betere
beveiliging op onze luchthavens?

Als we in het verslag gaan kijken naar de werking van het European
Aviation Security Training Institute, dan gaan we dat ook zeer
beperkt terugvinden: slechts in een kolom, zonder cijferweergave,
wordt er zeer summier gesproken over hun werking. Kunnen we
daaruit afleiden dat er zeer weinig gebeurt op dat vlak? Alleszins is
européen 2320/2002 sur la
sécurisation de la navigation
aérienne. Il s'agit d'une
"framework regulation"
comportant des obligations très
importantes pour les Etats
membres, sur le plan tant de la
réglementation que du contrôle
qualitatif en matière de
sécurisation de la navigation
aérienne. Dans ce rapport sont
aussi mentionnés une série de
"workshops" et de cycles de
formation dans le cadre de
l'EASTI ("European Aviation
Security Training Institute").

Qu'impliquent les obligations
européennes en matière de
sécurisation de la navigation
aérienne? La Belgique satisfait-
elle au prescrit du règlement
européen 2320/2002? Quels cours
sont dispensés dans le cadre de
l'EASTI? Combien de personnes y
ont déjà participé? Combien de
temps cela a-t-il pris? Pendant
combien de temps par an aucun
cours n'est-il dispensé? A
combien se monte le coût total de
ces cours? En a-t-il résulté une
meilleure sécurisation des
aéroports? Faut-il déduire du fait
que le fonctionnement de l'EASTI
n'est abordé que très
sommairement dans le rapport
d'activités de la direction générale
de la Navigation aérienne qu'il ne
se passe pas grand-chose dans ce
domaine? Les investissements
sont-ils rentables? Quand le
rapport annuel 2003 sera-t-il
disponible?
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
dan volgens mij het rendement niet in verhouding tot de investering.

We komen dan natuurlijk tot de grote vraag: kan de veiligheid op
onze luchthaven momenteel wel voldoende worden gegarandeerd?

Een volgende vraag: wanneer zal het jaarverslag 2003 beschikbaar
zijn? Hopelijk wat sneller en hopelijk zal het ook wat beter in te zien
zijn, zowel inhoudelijk als naar de vorm.
06.02 Minister Bert Anciaux: Ik wil eerst collega Dirk Claes danken
voor zijn vraag. De beste wijze om ervoor te zorgen dat het verslag
volgend jaar of dit jaar beter is, is natuurlijk daarover een
parlementaire vraag stellen. Het directoraat-generaal zal die vraag
zonder enige twijfel ernstig lezen en er ook rekening mee houden.

In de eerste plaats wil ik doen opmerken dat het verslag 2002 het
allereerste was dat werd gepubliceerd door het directoraat-generaal.
Er wordt momenteel nog volop gewerkt aan het jaarverslag 2003. Ik
kan u ook niet direct een argumentatie geven waarom het verslag
over 2002 pas in juli 2003 klaar was. Dat kan ik u absoluut niet
zeggen. Ik denk dat de kwestie was dat men het niet gewoon was. Ik
hoop dat we voor het verslag over 2003 niet tot juli moeten wachten,
maar het belangrijkste is dat het een goed verslag is, dat het een
kwaliteitsvol verslag is.

Wat de vragen betreft inzake beveiliging, mag ik er u attent op
maken dat de EU-verordening 2320/2002 inzake de beveiliging van
de burgerluchtvaart werd uitgewerkt op Belgisch initiatief en met zeer
belangrijke Belgische steun. Deze verordening omvat de
basisbeginselen inzake de standaardbeveiliging van de
burgerluchtvaart, waaronder de verplichting tot het uitwerken van een
nationaal beveiligingsplan, beveiligingsplannen voor de luchthavens,
luchtvaartmaatschappijen en vrachtagenten, en de organisatie van
de kwaliteitscontrole.

België doet belangrijke inspanningen teneinde deze verordening
volledig na te leven. Ik meen dan ook te mogen zeggen dat de
beveiliging van onze luchthavens verzekerd wordt, in samenwerking
trouwens met andere betrokken federale overheidsdiensten.

De externe kwaliteitscontrole op de beveiliging van de
burgerluchtvaart wordt uitgevoerd door gecertificeerde inspecteurs
van het directoraat-generaal Luchtvaart, in een
samenwerkingsverband met de Gewesten wat de regionale
luchthavens betreft. De kwaliteitscontrole op Europees vlak van de
EU-verordening wordt verzekerd door inspecteurs van de Europese
Commissie en door SEAC- en ICAO-auditeurs.

Wat betreft uw vraag inzake EASTI kan ik u het volgende
antwoorden. EASTI ­ European Aviation Security Training Institute ­
is het Europees opleidingscentrum luchtvaartbeveiliging van ICAO,
de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de UNO. Het is
echter ook het Europees Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging
van CEAC, de Europese Conferentie voor de Luchtvaart. ICAO,
CEAC en recent ook de Europese Unie organiseren op vrijwel
maandelijkse basis seminaries en opleidingssessies
luchtvaartbeveiliging voor kaderleden van de luchtvaartoverheden
van de Europese regio in EASTI.
06.02 Bert Anciaux, ministre: Le
rapport de 2002 était le tout
premier rapport publié par le
directorat général de
l'Aéronautique. Le rapport 2003
est encore en cours de
préparation.

Le règlement de l'Union
européenne n° 2320/2002 fait
suite à une initiative de la
Belgique. Il énonce les principes
de base en matière de normes
standard de sécurité et impose le
développement d'un plan de
sécurité national, en plus des
plans de sûreté pour les aéroports,
les compagnies aériennes et les
agents de fret et l'organisation du
contrôle de qualité. La Belgique
s'efforce de respecter pleinement
ce règlement. La sécurité de nos
aéroports est assurée en
coopération avec d'autres
services publics fédéraux. Le
contrôle externe de la qualité est
effectué par des inspecteurs
certifiés du directorat général de
l'Aéronautique, en collaboration
avec les Régions pour les
aéroports régionaux. Le contrôle
de qualité au niveau européen est
assuré par des inspecteurs de la
Commission européenne, de la
CEAC et de l'OACI.

L'EASTI est le centre de formation
européen de l'OACI,
l'Organisation de l'aviation civile
internationale des Nations unies et
de la CEAC, la Conférence
européenne de l'aviation civile.
Ces deux organisations
internationales, ainsi que l'Union
européenne, organisent presque
tous les mois des séminaires et
des formations à l'EASTI. Les
cours sont financés par le
minerval et par les contributions
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16

Wanneer opleidingscycli worden georganiseerd, maakt dit centrum
gebruik van lokalen ter beschikking gesteld door het DGLV ­ het
directoraat-generaal Luchtvaart. Het hangt hiervan echter niet als
dusdanig af. Dit centrum heeft geen eigen Belgisch personeel in
dienst en de cursussen worden integraal gefinancierd door het
collegegeld van de deelnemers en door bijdragen van de betrokken
internationale organisaties. In dit centrum worden overigens ook de
inspecteurs en de auditeurs van ICAO en CEAC opgeleid terwijl ook
de Europese Unie ervan gebruikmaakt voor de opleiding van haar
inspecteurs. Het centrum geniet dan ook een reputatie op wereldvlak.
Niet zelden vinden hun praktische oefeningen plaats op Belgische
luchthavens.

De beveiligingsopleiding van het Belgisch personeel werd geregeld
bij koninklijk besluit van 3 mei 1999 inzake de opleiding en
certificatie van het beveiligingspersoneel. Deze opleiding en de
eraan verbonden certificatie geldt als een van de meest strikte in
Europa. Voor deze opleiding geldt een samenwerkingsverband met
EASTI. Dat heeft als groot voordeel dat aldus kosteloos gebruik kan
worden gemaakt van de cursussen en de audiovisuele hulpmiddelen
die werden ontwikkeld door ICAO. Gelet op de nieuwe EU-
voorschriften worden die nu trouwens aangepast aan de Europese
regio.

De financiering van de opleiding van het beveiligingspersoneel van
Brussel-Nationaal gebeurt door vergoedingen geïnd conform het
koninklijk besluit van 14 februari 2001 houdende regeling van de
luchtvaartvergoedingen. Praktisch wordt de opleiding georganiseerd
in een samenwerkingsverband tussen DGLV, BIAC, de betrokken
beveiligingsbedrijven en EASTI. Momenteel wordt terzake eveneens
de samenwerking met de Gewesten besproken en dit specifiek voor
de gewestelijke luchthavens.
des organisations internationales
concernées. Les inspecteurs y
sont également formés. Le centre
jouit d'une renommée
internationale.

La formation du personnel belge
en matière de sécurité est réglée
par les arrêtés royaux du 3 mai
1999. Cette formation, organisée
en collaboration avec le directorat
général, BIAC, les entreprises de
sécurité concernées et l'EASTI,
est une des plus rigoureuses
d'Europe. Son financement est
réglé par l'arrêté royal du 14
février 2001.
06.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, misschien moeten
we de reden waarom het zo lang heeft geduurd alvorens dit rapport
er was, zoeken in het feit dat 2003 een verkiezingsjaar was. Uw
voorgangster had misschien niet echt aandacht voor die afdeling en
er werd daarom misschien gewacht met het verslag tot na de
verkiezingen. Ik weet het niet, het zou kunnen.
06.04 Minister Bert Anciaux: Ik zou liegen wanneer ik zou zeggen
dat dit de reden was waarom de minister zou hebben gewacht met
het verslag.
06.05 Dirk Claes (CD&V): Ik begrijp dat zij ook andere problemen
had.

Mijn vraag was eigenlijk of EASTI voldoende rendement oplevert.
Daarop kreeg ik niet meteen een antwoord.

Het lijkt mij interessant om na te kijken hoeveel personen die
cursussen hebben gevolgd, hoeveel tijd die cursussen in beslag
hebben genomen, hoeveel procent van het personeel de cursussen
heeft gevolgd, of dat voldoende representatief is en of het ook een
garantie kan zijn voor de veiligheid op de luchthavens. Misschien
kunt u mij over die cijfers later nog gegevens bezorgen, als dat
06.05 Dirk Claes (CD&V): Ma
question sur la rentabilité de
l'EASTI demeure sans réponse.
Le ministre pourrait-il me
communiquer ultérieurement des
données à cet égard?
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
mogelijk is?
06.06 Minister Bert Anciaux: Het zou nuttig zijn mochten de cijfers
van 2003 worden opgenomen in het verslag.
06.06 Bert Anciaux, ministre: Il
serait utile d'insérer ces
renseignements dans le rapport
de 2003.
06.07 Dirk Claes (CD&V): Dat is ook goed.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
schrapping van de 'pestboetes'" (nr. 2237)
07 Question de M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
suppression des 'amendes à caractère harcelant'" (n° 2237)
07.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat u het
stilaan met mij eens bent dat wij in Vlaanderen de jongste vijf jaar
niet meer opkijken van een capriooltje meer of minder van paars-
groen of van paars. Wij hebben al wat meegemaakt, maar ik denk
dat wij vorig weekend wel een topweekend hadden inzake capriolen
van onbetrouwbaar bestuur of van amateurisme, of ik weet niet welk
woord ik nog moet gebruiken om wat ik heb mogen of heb moeten
meemaken vorig weekend te omschrijven.

Ik kijk meestal niet naar Kanaal Z ­ dat is een zender die meer het
bedrijfsleven volgt ­ maar vorig weekend heb ik wel gekeken omdat
u de gastheer was op Kanaal Z in "Knack-TV", of hoe heet dat?
Zondag, in de late namiddag, heb ik de moeite genomen daar eens
naar te kijken. Ik heb vol aandacht naar het interview gekeken, dat
24 uur op 24 uur herhaald werd, zelfs tot 's maandags, mijnheer de
minister. Ik heb dus uw strijd met de aanwezige politiecommissaris
en met de journalisten kunnen bewonderen, waarbij u met verve
probeerde de superboetes te verdedigen, zeer emotioneel, wat een
kenmerk is van u.

Ik gebruik woorden die u zelf uitgesproken hebt. U hebt het
voorbeeld gegeven van "onverantwoorde automobilisten" die durven
te parkeren op een fiets- of voetpad, waardoor "jonge moeders met
de kinderkoets" ­ het is uw woord ik vond het een mooi woord ­
verplicht worden over de weg te gaan, wat levensgevaarlijk is en
uiteraard de veiligheid van de moeder en het kind in gevaar brengt.
U zei dat dit zeer streng moest worden aangepakt.

Nog geen uur later keek ik naar het nieuws en hoorde ik de eerste
minister van dit land, de heer Verhofstadt, een nieuwe term lanceren.
Hij zei dat er "pestboetes" waren, pestboetes die liefst zo vlug
mogelijk moesten verdwijnen. Tussen haakjes, die pestboetes staan
in een wet waar Verhofstadt I, met mevrouw Durant, vier jaar aan
gewerkt heeft en waaraan Verhofstadt II, met een nieuwe minister,
een jaar lang heeft gewerkt om er uitvoering aan te geven. Of toch
bijna een jaar. En dan, op het moment dat die wet van kracht wordt,
komt de eerste minister zomaar op de tv-zenders zeggen dat het
pestboetes zijn. Men moet maar durven, men moet het maar kunnen,
zo'n communicatie.
07.01 Jos Ansoms (CD&V): J'ai
pu voir dimanche dernier dans
une interview sur Canal Z que le
ministre défendait de manière
émotionnelle les super amendes.
A peine une heure plus tard, le
premier ministre parlait lors du
journal de "pestboetes" (amendes
à caractère de harcèlement) qu'il
fallait, à son avis, supprimer le
plus rapidement possible. Au
cours de la législature précédente,
il aura pourtant fallu quatre
années à la ministre Durant et ses
collaborateurs pour préparer cette
loi. Alors que la loi est enfin
entrée en vigueur, voilà donc le
genre de message qu'entend faire
passer le premier ministre.

On ignore quelles sont
exactement les infractions
relatives au stationnement non
gênant ou dangereux qui seront
ramenées du rang d'infractions du
premier degré à celui d'infractions
ordinaires. J'ai pu lire dans la
presse que deux roues sur le
trottoir coûtera 50 euros et trois ou
quatre roues cent cinquante. Le
stationnement dans une zone
piétonne, qui représente un
danger, demeure-t-il une infraction
grave? Et qu'en est-il du
stationnement sur un arrêt de bus
ou de tram? Il n'y a peut-être pas
de danger immédiat mais cela
constitue une gêne pour la
circulation des transports en
commun. Le code de la route
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Als ik niet in de zetel had gezeten, was ik in elk geval
achterovergevallen en ik denk: samen met mij heel veel mensen die
al jaren proberen een strijd te voeren voor meer verkeersveiligheid.
Maar zo werd dat dus verkocht. Bepaalde overtredingen ­ er werden
er drie opgenoemd ­ waren pestboetes die liefst zo vlug mogelijk
moesten verdwijnen, liever nog gisteren dan vandaag of morgen.

Als ik dan probeer te begrijpen welke die pestboetes zijn, wil ik toch
een paar bijkomende verduidelijkingen krijgen. Als ik het goed
begrepen heb ­ ik heb het moeten lezen in de krant natuurlijk ­ zijn
er in verband met het parkeren "parkeerovertredingen die geen
bijzondere hinder of gevaar inhouden" en die zouden degraderen van
een zware overtreding van de eerste graad tot een gewone
overtreding, of in geld uitgedrukt: van een boete van 150 euro naar
een van 50 euro. Daar werd dan bijvoorbeeld bijgezegd ­ in de
kranten natuurlijk ­ dat, als er twee wielen op het voetpad staan, het
50 euro zou zijn; als er drie of vier op staan ­ zo begrijp ik het ­ zou
het 150 euro zijn.

Ik had daarover graag wat meer uitleg gekregen. Betekent dit dat u
het verkeersreglement zult wijzigen? In het verkeersreglement
bestaat dat verschil immers niet. Of men nu 10 cm of volledig op het
voetpad staat, men is in overtreding. Dat is duidelijk.
sera-t-il modifié?
07.02 Minister Bert Anciaux: Het blijft een overtreding.
07.03 Jos Ansoms (CD&V): Het blijft een overtreding, of ze nu
zwaar of licht is. Het is niet aan de politieagent om te oordelen of ze
bijzondere hinder of gevaar inhoudt. U moet dat dan in het
verkeersreglement wijzigen. Dat is een zeer omslachtige
aangelegenheid en ik vrees dat u daarmee zeker niet binnen de
14 dagen klaar zult zijn.

In dezelfde lijn denk ik bijvoorbeeld aan parkeren in een
voetgangerszone. Dat is volgens mij minder gevaarlijk dan parkeren
op een voetpad. In een voetgangerszone heeft men immers ruimte.
Men mag daar niet parkeren, maar men kan met de kinderwagen
ernaast gaan aangezien het een voetgangerszone is. Ik heb u dat
niet horen vernoemen bij een van die drie punten. Dat blijft dus een
zware overtreding, terwijl een auto die op het voet- of fietspad staat
als een lichte overtreding wordt beschouwd als ik de
regeringscommunicatie probeer te begrijpen. Ik kreeg daaromtrent
graag wat meer uitleg.

Ik geef nog een ander voorbeeld. Parkeren op een autobus- of
tramhalte mag uiteraard niet. Dat wordt als een zware overtreding
gecatalogeerd, maar u hebt die niet vernoemd. Dit houdt nochtans
gevaar in voor de veiligheid en hinder voor het openbaar vervoer. U
moet daarover toch wat duidelijkheid scheppen.

Een tweede reeks voorbeelden betreft de boordpapieren. Ik heb
nagekeken over welke boordpapieren het gaat. Ik lees dat er negen
overtredingen verband houden met de boordpapieren. Kunt u de
bevolking meedelen welk boordpapier men, bij wijze van spreken;
thuis mag vergeten en waarvoor men 50 euro moet betalen en welk
boordpapier men niet mag vergeten en waarvoor men 150 euro moet
betalen? Daarover gaat het immers en daarvoor is volgens mij toch
ook wel wat duidelijkheid wenselijk.
07.03 Jos Ansoms (CD&V):
Quelles infractions du premier
degré en rapport avec les papiers
de bord seront-elles requalifiées
en infractions ordinaires?

Le ministre a annoncé que la
requalification aurait un effet
rétroactif au 1
er
mars. Comment
les contrevenants seront-ils
remboursés?

Cette requalification ne démontre-
t-elle pas que le montant des
amendes était tout bonnement
trop élevé? Ces artifices n'ont-t-ils
pas pour objectif d'apaiser la
population?

Le ministre compte-t-il mettre un
terme aux messages diffusés
actuellement à la télévision à
propos du stationnement sur le
trottoir? De nouveaux spots
seront-ils réalisés dans la mesure
où il ne s'agit plus d'une infraction
grave mais bien d'une infraction
ordinaire? Qu'en est-il des
services de police? Ils ont pour
mission de verbaliser jusqu'au 4
avril les automobilistes stationnés
sur le trottoir. Cette action est-elle
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Ten derde, de terugwerkende kracht, wat intussen echter is
opgeklaard. Toen ik mijn vraag indiende, was er nog onduidelijkheid
over of dit met terugwerkende kracht zou gebeuren. Dat had ik in de
ene krant wel gelezen en in een andere niet. U hebt gezegd dat het
niet met terugwerkende kracht is. Dat betekent wel dat de brave
burger die zijn boete intussen betaald heeft eraan is voor de moeite
en zijn geld kwijt is, terwijl degene die de boete niet betaald heeft,
zijn geld niet kwijt is.

Ik zou nog graag de volgende aanvullende vragen stellen. Deze
materie was het gespreksthema in Raversijde, waar superministers
een zeer fundamenteel debat voerden, althans dat vermoed ik als
men zo'n belangrijke wijziging aanbrengt. Ook in de publieke opinie
was deze materie het debat en het gesprek van de voorbije dagen. Ik
ga er dus van uit dat u goed voorbereid bent om een paar
bijkomende vragen te beantwoorden die ik niet schriftelijk heb
ingediend op maandag omdat zulks toen nog te moeilijk was.

Zijn in de sensibilisatiecampagne van het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid ­ terloops gezegd, de filmpjes waren ditmaal zeer
goed gemaakt; ik denk aan een auto op het voetpad waar dan
iemand met een hond over stapte en zo ­ de filmpjes ingetrokken of
zullen er nieuwe spotjes komen van het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid waarin het tegenovergestelde gezegd wordt, met
name dat dit niet meer gevaarlijk is? Het is immers geen zware
overtreding meer, het is maar een gewone overtreding. Zal het
Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid die spotjes inhouden of
zullen er andere worden gemaakt? Het zijn toch maar pestboetes.
Als men een spotje maakt over een pestboete, dan is dat iets anders
dan een overtreding die een gevaar betekent voor de veiligheid van
de mensen. Wat zult u doen, mijnheer de minister?

Ik ben voorzitter van een politiezone en ik heb een brief gekregen
van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, waarvan u
voorzitter bent. U vraagt onze politieagenten om van begin februari
tot 4 april als actiepunt ­ in heel België ­ controle en verbaliseren
van parkeren op het voetpad te nemen. Dat loopt tot 4 april. Als onze
agenten vandaag dus op pad gaan, wat u vraagt, en een proces-
verbaal opstellen voor een wagen die geparkeerd is op een voetpad
kost dat nog altijd 150 euro. Een zware overtreding. Zult u nu een
mailtje sturen om die actie af te blazen? Wat moeten onze agenten
doen? Terwijl de eerste minister zegt dat het een pestboete is die
liefst zo vlug mogelijk moet worden teruggebracht op 50 euro, vraagt
de voorzitter van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid
om daar zeer nauwlettend op toe te zien. De politieagenten moeten
de burger die parkeert op het voetpad dus 150 euro vragen.

Denkt u niet ­ dat is een vraag van algemene aard ­ dat het spel nu
op de wagen zit en dat men dus opnieuw een volledige discussie zal
hebben over overtredingen die de veiligheid niet ernstig bedreigen?
Ik kan u een hele reeks van overtredingen noemen ­ negen al met
de boordpapieren, en nog vele andere ­ die de veiligheid sensu
stricto niet bedreigen, maar die wel een zware overtreding zijn. Zal
men die discussie aangaan?

Ik heb nog drie bijkomende vragen die te maken hebben met de
afhandeling van al die zaken en de onduidelijkheid.
jetée aux oubliettes?

Est-il exact que les contrevenants
peuvent s'adresser au juge de
paix pour réclamer le
remboursement partiel de
l'amende trop élevée qui leur a
été infligée?
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20

Ik heb horen zeggen door de regering ­ dat is toch niet onbelangrijk ­
dat mensen met een klein inkomen zich tot de vrederechter kunnen
wenden om het bedrag te laten verminderen. Ik zou graag van u
vernemen op welke manier dat zal gebeuren. De vrederechter heeft
daarin bij mijn weten namelijk geen bevoegdheid. Dat is een
bevoegdheid van de politierechtbank. U of de regering zegt zomaar,
op een megaministerraad, dat de mensen zich naar de vrederechter
kunnen begeven om... Ik zeg niet dat ú dat gezegd hebt, maar dan
zal het de eerste minister geweest zijn of een andere minister. Zo
hebben wij het in de krant gelezen.
07.04 Minister Bert Anciaux: Ik heb dat niet gehoord, maar ik heb
dat wel gelezen.
07.04 Bert Anciaux, ministre: Je
n'ai jamais rien affirmé de tel, je
ne l'ai vu qu'écrit.
07.05 Jos Ansoms (CD&V): Akkoord. Wij hebben het gelezen.
07.06 Minister Bert Anciaux: Ik heb het zelf ook niet gezegd, want ik
hoor meestal wat ik zeg.
07.07 Jos Ansoms (CD&V): Wij hebben wel gelezen dat men zich
tot de vrederechter kan wenden om de hoogte van de boete te laten
verminderen. Klopt dat? Ik vind dat er nog problemen zijn, want er
bestaan nog steeds veel superboetes. De mensen met een klein
inkomen moeten inderdaad eventueel een mogelijkheid vinden om
die niet te moeten betalen.

Kunnen mensen met een klein inkomen ­ dat heb ik ook gelezen ­
kiezen voor een alternatieve straf of een intrekking van het rijbewijs?
Kiezen voor een intrekking van het rijbewijs kan alleen als het
rijbewijs stante pede ingetrokken wordt. Vele overtredingen worden
echter geflitst. Het rijbewijs wordt dan nadien pas ingetrokken.
Mensen die de boete niet betalen, maar kiezen voor de intrekking
van het rijbewijs, moeten naar de politierechter gaan. Maar het is
juist een van de grote bedoelingen van die nieuwe wet om het werk
weg te nemen van de rechtbanken en om dat op een vlottere manier
te laten verlopen. De keuze tussen het betalen van een boete of de
intrekking van het rijbewijs betekent meer werk voor de parketten.

Hetzelfde geldt voor de alternatieve straf. Dat klinkt zeer goed, maar
iedereen weet dat het uitspreken van een alternatieve straf en de
controle op die alternatieve straf zeer arbeidsintensief is. Als alle
mensen die de boetes te duur vinden een alternatieve straf
aanvragen, dan blokkeert alles. Het effect zal tegenovergesteld zijn.

Een derde punt dat ik ook gelezen heb en waarvan ik helemaal
achterover sloeg, is het volgende. Wie drie pestboetes na mekaar
krijgt ­ sorry voor die naam, maar het is de eerste minister die de
nieuwe soort boete heeft uitgevonden ­, krijgt een zware overtreding.
Dat heb ik ook gelezen.
07.07 Jos Ansoms (CD&V): Est-
ce exact? Des peines de
substitution sont-elles
envisageables pour les personnes
à bas revenu? Les peines de
substitution et le retrait du permis
de conduire requièrent un haut
coefficient de main-d'oeuvre.
L'objectif n'était-il pas de soulager
les parquets?

Trois "super-amendes"
consécutives sont muées en une
infraction grave.
07.08 Minister Bert Anciaux: Het gaat om twee boetes.
07.09 Jos Ansoms (CD&V): Of twee! Twee binnen de drie jaar.
Oké!
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
07.10 Minister Bert Anciaux: Zo heb ik het gelezen.
07.10 Bert Anciaux, ministre:
Deux en trois ans, ai-je lu.
07.11 Jos Ansoms (CD&V): Zo hebt u het gelezen. Kunt u mij eens
uitleggen hoe u dat gaat doen? De pestboetes en de gewone
overtredingen worden namelijk niet gecentraliseerd. U zult dus nooit
te weten komen of iemand twee of drie boetes heeft gekregen binnen
een bepaalde tijdsruimte, want dat wordt niet geregistreerd.

Dat wordt wel doorgestuurd, op een lange lijst, naar het gerechtelijke
arrondissement, maar men kan er een in Oostende, een in
Antwerpen en een in Limburg hebben en die worden nooit bij mekaar
opgeteld. Het kan dus niet worden omgezet in een zware overtreding,
maar het wordt wel op die manier naar buiten gebracht. Voor drie
gevallen, worden de boetes verminderd, maar als het drie keer na
mekaar voorvalt, wordt het een zware overtreding. Dit wordt door de
regering zomaar in de media gebracht, maar wie daarover een beetje
nadenkt weet dat het onmogelijk is.

Ik meen dat wij recht hebben op een duidelijk antwoord op deze
ernstige vragen.
07.11 Jos Ansoms (CD&V):
Comment va-t-on procéder?
L'enregistrement des amendes
n'est pas centralisé.
Techniquement, c'est tout
simplement impossible. Pourtant,
le gouvernement annonce cette
incongruité dans les médias.
07.12 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen
op alle vragen een antwoord te geven. Ik zal beginnen met de vragen
die schriftelijk waren voorbereid.

Eerst en vooral wil ik in deze commissie, ook al is er niet zo veel
interesse, zeer klaar en duidelijk zijn. Geen enkele twijfel of geen
enkel misverstand zou na deze vergadering nog mogen bestaan. Ik
zal daarom ook zeer gedetailleerd antwoorden.

Mijnheer de voorzitter, ik zal eerst lezing geven van de zware
overtredingen per graad, die niet worden gewijzigd en dus behouden
blijven. Men wekt wel eens de indruk dat de verkeerswet is uitgehold
­ u hebt dat woord niet gebruikt, maar ik heb het gelezen in de krant
­ en dat de wet wordt teruggeschroefd.

Ik geef u lezing van de zware overtredingen die niet wijzigen.

Ik begin met de zware overtredingen van de eerste graad,
overtredingen betreffende het koninklijk besluit van 1 december 1975
houdende algemeen reglement op de politie en het wegverkeer en
van het gebruik van de openbare weg, namelijk:
- de maximum toegestane snelheid met meer dan 10 tot minder dan
20 kilometer per uur overschreden hebben, behalve in zone 30,
woonerven en schoolomgevingen;
- geen controle hebben over zijn voertuig of niet in staat zijn alle
nodige rijbewegingen uit te voeren;
- met een onaangepaste snelheid rijden;
- de veiligheidsafstanden niet in acht hebben genomen;
- de normale bewegingen van de andere gebruikers gehinderd
hebben door met een abnormaal lage snelheid te rijden of onnodig
plots te remmen;
- aangespoord hebben tot overdreven snel rijden;
- niet vertraagd of gestopt hebben bij het naderen van dieren die zich
op de openbare weg bevinden;
- ingehaald hebben op een overweg gesignaleerd door het
07.12 Bert Anciaux, ministre: Je
souhaite lever toute ambiguïté. Je
fournirai donc une réponse
transparente et détaillée.
L'opposition insinue en effet que
la loi relative à la police de la
circulation routière est édulcorée
et vidée de sa substance. Toutes
les infractions graves de premier
degré prévues par la loi de 1975
demeurent des infractions graves.
Et toutes les infractions graves de
deuxième degré contenues dans
l'arrêté royal de 1995 sont
maintenues également.

La majeure partie des infractions
graves du troisième degré visées
dans l'AR du 1
er
décembre 1995
demeure inchangée. Seules
quelques infractions graves de
catégorie 1 sont redevenues des
infractions ordinaires. Le nombre
restreint de modifications n'affecte
en rien l'entrée en vigueur de la
loi.

Il est frappant de constater que M.
Ansoms m'a reproché la semaine
dernière d'avoir trop sévèrement
puni certaines infractions. Il
devrait donc à présent approuver
ces modifications.

Il ne s'agit pas d'amendes
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
verkeersbord A45 of A47;
- gereden hebben op een weg voorbehouden voor voetgangers,
fietsers en ruiters met een voertuig dat aldaar geen toelating of
toegang heeft;
- gereden of geparkeerd hebben in een voetgangerszone, zonder
daartoe gemachtigd te zijn;
- een voertuig laten stilstaan of parkeren op de overwegen;
- een voertuig laten stilstaan of parkeren op de oversteekplaatsen
voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en
bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder
dan vijf meter voor deze oversteekplaats;
- een voertuig laten stilstaan of parkeren op de rijbaan in de
onderbruggingen, in de tunnels en, behoudens plaatselijke
reglementering, onder de bruggen;
- een voertuig laten stilstaan of parkeren op de rijbaan, nabij de top
van een helling en in een bocht, wanneer het zicht onvoldoende is;
- een voertuig geparkeerd te hebben op een autobus- of tramhalte;
op plaatsen waar de voetgangers, de fietsers en de bestuurders van
tweewielige bromfietsen op de baan moeten komen om omheen een
hindernis te gaan of te rijden, op de plaatsen waar de doorgang van
spoorvoertuigen belemmerd zou worden, wanneer de vrije toegang
op de rijbaan minder dan drie meter breed zou zijn;
- geparkeerd hebben op een parkeerplaats, voorbehouden voor
mensen met een handicap, zonder de speciale kaart te hebben
gebruikt op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is,
op het voorste gedeelte van het voertuig;
- in geval van een verkeersbelemmering in de gevolgde richting zich
op een oversteekplaats van voetgangers hebben begeven en daar tot
stilstand zijn gekomen;
- betreffende het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van
inschrijving van commerciële platen voor motorvoertuigen en
aanhangwagens de bepalingen betreffende de inschrijving proefritten
niet nageleefd te hebben, het vignet niet aangebracht te hebben op
de proefrittenplaat, het vignet niet aangebracht te hebben op de
handelaarsplaat, de voorschriften betreffende de handelaarsplaten
niet nageleefd te hebben;
- betreffende het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende
reglementering van de organisaties van sportwedstrijden of
sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de
openbare weg plaatshebben, ten eerste, de periodes, dagen en uren
niet in acht te hebben genomen tijdens dewelke de verkenningen zijn
toegestaan of voorgeschreven, ten tweede, de voor het publiek
verboden zones niet in acht te hebben genomen".

Wat de zware overtredingen van de tweede graad betreft, zijn de
overtredingen betreffende het koninklijk besluit van
1 december 1995, houdend het algemeen reglement op de politie
van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg de
volgende:
- het overschreden hebben met meer dan 10 km per uur en minder
dan 20 km per uur de toegestane snelheid in een zone 30, in
woonerven of in schoolomgevingen; met 20 km per uur en meer,
maar met minder dan 40 km per uur de maximum toegestane
snelheid overschreden hebben, hetzij die algemeen van aard is of
bepaald door middel van signalisatie of volgens de categorie van het
voertuig;
- het gebruikmaken van de links gelegen rijbaan op de openbare weg
waarvan de rijbanen duidelijk van elkaar gescheiden zijn en waar dit
destinées à harceler les
automobilistes mais elles sont
ressenties comme tel. C'est autre
chose.

La notification du Conseil des
ministres mentionne les
infractions de stationnement qui
n'occasionnent pas d'embarras ou
de danger spécifique, l'absence
des documents de bord requis
dans le véhicule, les infractions
relatives à une plaque d'essai ou
une plaque "marchand" et la
conduite d'un vélo sans éclairage.
Ces infractions deviennent des
infractions ordinaires.
Concrètement, cela signifie que
certains articles de l'arrêté royal
du 22 décembre 2003 seront
adaptés.

Les modifications n'auront pas
d'effet rétroactif. Les personnes
qui se sont déjà vu infliger une
amende immédiate devront
l'acquitter. Pour celles qui
commettront l'une de ces trois
infractions graves au cours des
prochaines semaines et se verront
infliger une amende avant la
publication du nouvel arrêté royal,
l'infraction sera considérée
comme une infraction ordinaire. Il
est toujours préférable de ne
simplement pas commettre ces
infractions et il n'est aucunement
question d'insécurité juridique. Le
gouvernement tient bien compte
des signaux qui lui sont adressés
par la population. Etant donné que
les trois infractions précitées
n'occasionnent pas d'embarras ou
de danger spécifique, elles sont
requalifiées en infractions
ordinaires. Pour le surplus,
j'exécuterai la loi intégralement et
la campagne d'information de
l'IBSR sera poursuivie.

Selon le texte actuel de la loi, le
contrevenant qui ne peut payer la
perception immédiate pour des
motifs sociaux doit attendre de
comparaître devant le juge de
police. Celui-ci peut alors
éventuellement décider de réduire
le montant de l'amende. Si le juge
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
gebruik niet toegelaten is;
- het niet in acht hebben genomen van de voorrangsregels;
- geen voorrang hebben verleend aan prioritaire voertuigen;
- binnen de bebouwde kom geen voorrang hebben verleend aan
bussen ter hoogte van hun halteplaats;
- het niet in acht hebben genomen van de regels inzake het kruisen,
van de regels inzake het verkeersbord B19;
- een bestuurder links ingehaald hebben die te kennen had gegeven
dat hij het voornemen had links af te slaan of zijn voertuig op te
stellen aan de linkerkant van de openbare weg en die zich reeds naar
links had begeven om die beweging uit te voeren;
- links ingehaald te hebben wanneer de bestuurder de
tegemoetkomende weggebruiker niet van voldoende ver kon
opmerken;
- de verkeersborden C35 of C39 niet in acht genomen hebben;
- bij het ingehaald worden de snelheid verhoogd hebben of niet zo
rechts mogelijk gereden hebben;
- een spoorvoertuig links ingehaald of gekruist hebben wanneer dat
inhalen of kruisen verboden was;
- de afstand tussen de voertuigen onderling niet in acht hebben
genomen;
- bij een richtingverandering het normale verkeer van de andere
bestuurders in gevaar gebracht hebben;
- de tegenliggers gehinderd hebben;
- aan het normale verkeer van de andere weggebruikers geen
voorrang verleend hebben;
- een voetganger, een fietser of de bestuurder van een tweewielige
bromfiets in gevaar gebracht hebben tijdens het inhalen van een
voertuig dat nadert of stopt voor een oversteekplaats voor
voetgangers of een oversteekplaats voor fietsers en tweewielige
bromfietsen;
- een voetganger in gevaar gebracht hebben bij een
richtingverandering in woonerven of erven, in voetgangerszones, in
speelstraten;
- gedragsregels inzake veiligheid ten aanzien van de veiligheid van
voetgangers overtreden hebben;
- de verkeerslichten van voetgangers niet in acht genomen hebben;
- zijn snelheid niet gematigd hebben bij het rijden langs een voertuig
bestemd voor het gemeenschappelijk vervoer dat stilstaat om de
reizigers te laten in- of uitstappen, of de reizigers gehinderd hebben
bij het in- of uitstappen;
- zich op een overweg begeven hebben wanneer dit verboden was;
- op een weg voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters
elkaar gehinderd of elkaar in gevaar gebracht hebben;
- gereden hebben met een motorvoertuig, een sleep zonder
verlichting vooraan of achteraan wanneer het gebruik van de lichten
verplicht was;
- zijn snelheid niet verminderd hebben of zo nodig niet gestopt zijn
wanneer de bestuurder van een voertuig voor schoolvervoer door het
gebruik van alle richtingaanwijzers aangeeft dat de kinderen gaan
opstappen of uitstappen; - een fietser of de bestuurder van een
bromfiets in gevaar gebracht hebben;
- een militaire colonne, een groep scholieren, een stoet, een
wielerwedstrijd of elke andere beoogde groep doorbroken hebben;
- de algemene voorschriften betreffende de lading niet in acht
genomen hebben;
- de verkeersborden C24a, b en c niet in acht genomen hebben; een
rood of een vast oranjegeel licht niet in acht genomen hebben;
de police n'accède pas à sa
demande, le contrevenant risque
de devoir payer au moins le
montant minimum de l'amende.

C'est la raison pour laquelle nous
devons examiner comment il est
possible d'imposer plus
rapidement des peines de
substitution ou un retrait du
permis. Il y a deux manières d'y
parvenir. La police peut imposer
une peine de substitution en lieu
et place de la perception
immédiate. La loi de 1968 devra
toutefois être modifiée à cet effet.
Deuxième possibilité, la police
peut rédiger un procès-verbal et
transmettre le dossier au parquet,
qui à son tour peut proposer une
peine de substitution.

Les possibilités du procureur du
Roi sont actuellement limitées à la
transaction, un traitement médical
ou thérapeutique en cas de
maladie, d'alcoolisme ou de
toxicomanie et à une formation de
maximum 120 heures.

Le procureur du Roi peut imposer
une sanction adaptée sur la base
de l'article 28quater du Code
d'instruction criminelle. Il évalue
l'opportunité d'engager des
poursuites et motive une décision
de classement sans suite.

Les peines de substitution
prononcées par le juge sont des
peines de travail. En cas de peine
de prison ou de travail, le juge de
police peut assortir de conditions
l'ajournement ou le sursis. L'IBSR
examine leur application en cas
de conduite sous influence de
l'alcool et la conduite avec un
"alcohol lock". La plupart des
peines de prison ont cependant
été supprimées dans le code de la
route.

Il s'agit de déterminer rapidement
comment nous pouvons
efficacement imposer une peine
de substitution à des personnes se
trouvant dans une situation
sociale précaire sans qu'elles ne
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
- een witte of oranje doorlopende streep tussen de rijstroken
overschreden hebben".

Wat betreft het koninklijk besluit van 20 juni 2001 met betrekking tot
de inschrijving van voertuigen:
- een voertuig in het verkeer gebracht hebben dat niet ingeschreven
is en niet de kentekenplaat draagt die bij de inschrijving werd
toegekend;
- een niet in het repertorium van de voertuigen ingeschreven voertuig
in het verkeer in België gebracht hebben als dit voertuig reeds in het
buitenland is ingeschreven;
- een voertuig gebruikt hebben voor de uitoefening van zijn beroep
dat in het buitenland is ingeschreven op naam van een buitenlandse
werkgever zonder te beschikken over het attest dat afgeleverd is
door de Belgische administratie van de BTW;
- handelingen uitgevoerd hebben op de kentekenplaten of ze
overdekt hebben.

Wat betreft het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van
de inschrijving van commerciële platen voor motorvoertuigen en
aanhangwagens: de leesbaarheid van de kentekenplaat geschaad
hebben.

Wat betreft het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende
reglementering van de organisatie van sportwedstrijden en
sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de
openbare weg plaatsvinden: de bepaling in verband met de
klassementsproeven niet nageleefd te hebben. Tot daar de
overtredingen van tweede graad.

Ik kom thans tot de zware overtredingen van de derde graad,
opgenomen in het koninklijk besluit van 1 december 1995 houdende
algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het
gebruik van de openbare weg:
- de maximum toegelaten snelheid overschreden hebben met
20 kilometer per uur in zone 30, woonerven en schoolomgevingen en
met 40 kilometer per uur en meer de maximum toegelaten snelheid
hetzij die algemeen van aard is, hetzij bepaald door middel van
signalisatie of volgens de categorie van het voertuig;
- geen gevolg gegeven te hebben aan de bevelen van een bevoegd
persoon;
- rechts ingehaald hebben wanneer dit verboden is;
- links ingehaald hebben bij het naderen van de top van een helling
of een bocht wanneer het inhalen daar verboden is;
- een bestuurder links ingehaald hebben die zelf een ander voertuig
dan een fiets, een tweewielige bromfiets of een motorfiets inhaalde
wanneer dit inhalen verboden was;
- op een autosnelweg of een autoweg een dwarsverbinding gemaakt
hebben;
- omgekeerd zijn en achteruit of in de tegenovergestelde rijrichting
gereden hebben;
- deelname aan snelheids- of sportwedstrijden op de openbare weg
zonder speciale vergunning van de gemachtigde openbare overheid.

Mijnheer de voorzitter, tot daar wat gebleven is.
Wat is er veranderd?

"Een voertuig laten stilstaan of parkeren op de trottoirs en binnen de
doivent se présenter devant le
juge de police. Il ne s'agit pas de
surcharger celui-ci de travail.

Je ne serais pas satisfait si deux
infractions ordinaires étaient
transformées en une infraction
grave. En effet, il existe des
systèmes de contrôle. Le
secrétaire d'Etat Vanvelthoven
examine la possibilité de lier à
l'avenir
la carte d'identité
électronique au permis de
conduire électronique.

Lorsqu'une personne roule à
bicyclette sans feu, la police
dresse un procès-verbal
d'avertissement. Le contrevenant
doit montrer dans un délai
déterminé que le feu est réparé.
Si le contrevenant ignore
l'obligation et récidive, la police
peut toujours saisir le parquet.
Celui qui persiste à rouler sans
feu aura à faire au juge de paix,
qui pourra alors prononcer des
amendes pénales.

Sur le plan juridique, il n'est pas
possible actuellement de
transformer des infractions
ordinaires en une infraction grave
en cas de récidive. Dans la
pratique, le parquet peut toutefois
requérir devant le tribunal de
police. Dans ce cas, le juge
dispose de davantage de
possibilités et peut infliger des
amendes très élevées.
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
bebouwde kommen en op de verhoogde bermen, behoudens
plaatselijke reglementering en op de fietspaden wanneer dat stilstaan
of parkeren de zwakke weggebruiker niet verplicht op de rijbaan te
komen."

Wat is er nog gewijzigd?

"Hebben gereden met een voertuig van de gehandicapte personen,
een fiets of gekoppeld voertuig zonder verlichting aan de voorzijde of
de achterzijde wanneer het gebruik van de lichten verplicht is of het
kentekenbewijs niet aan boord van het voertuig hebben, de
kentekenplaat niet teruggestuurd hebben binnen de opgelegde
termijn, de proefrittenplaat of de handelaarplaat niet teruggestuurd
hebben binnen de voorgeschreven termijn bij beëindiging van de
uitoefening van de activiteit, de proefrittenplaat of de handelaarplaat
niet teruggestuurd hebben binnen de voorgeschreven termijn zodra
de handelaar niet meer verzekerd is, en het inschrijvingsbewijs
proefritten of handelaar niet kunnen vertonen."

Mijnheer de voorzitter, tot daar gaat mijn voorlezing van de artikelen
die van een zware overtreding eerste categorie naar een gewone
overtreding overgeheveld worden.

Ik denk dat daarmee aangetoond is dat bijna alle zware
overtredingen onveranderd blijven. Het gaat namelijk slechts over
een zeer beperkt aantal wijzigingen, die bovendien geen afbreuk
doen aan de inwerkingtreding van die wet.

Mijnheer Ansoms, opvallend is bovendien dat u mij vorige week in
deze commissie nog verweet dat die drie overtredingen te streng
bestraft werden. Het verbaast mij dan ook dat u die verbeteringen
niet toejuicht.

Ik noem dat geen pestboetes. Het begrip pestboetes, door wie dat
ook gebruikt zou mogen zijn, is een onjuiste term. Het klopt wel dat
het gaat om boetes die mensen ervaren als een pesterij. Dat is iets
anders dan het zelf als een pestboete te omschrijven.

De notificatie van de Ministerraad luidt als volgt, ik citeer: "Een
aantal parkeerovertredingen, die geen bijzondere hinder of gevaar
veroorzaken, worden bestraft als een gewone overtreding. In geval
de voornoemde overtreding daarentegen een bijzondere hinder of
gevaar met zich brengt, wordt zij bestraft als een zware overtreding
van de eerste graad." Concreet betekent dit dat van het koninklijk
besluit van 22 december 2003 tot aanwijzing van de zware
overtredingen per graad, artikel 2, 1, ten zevende ­ een voertuig
laten stilstaan of parkeren ­ en ten achtste ­ een voertuig parkeren ­
zullen worden herbekeken in het licht van voorgaande beslissing
waardoor ten zevende ­ een voertuig laten stilstaan of parkeren op
de trottoirs en binnen de bebouwde kommen op verhoogde bermen,
behoudens de plaatselijke reglementering en op fietspaden ­ zal
veranderen in, ik citeer: "Een voertuig laten stilstaan of parkeren op
de trottoirs en binnen de bebouwde kommen op de verhoogde
bermen, behoudens de plaatselijke reglementering, en op de
fietspaden wanneer dit parkeren of dit stilstaan de zwakke
weggebruiker verplicht op de rijbaan te komen."

Collega Ansoms, u moet dit samen lezen met ten achtste, met name:
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
"Een voertuig geparkeerd hebben op plaatsen waar de voetgangers,
de fietsers en de bestuurders van tweewielige bromfietsen op de
rijbaan moeten komen om omheen hindernis te gaan of te rijden". Dit
blijft vanzelfsprekend een zware overtreding van de eerste categorie.

De notificatie van de Ministerraad luidt als volgt, ik citeer: "De nodige
boordpapieren niet aan boord van het voertuig te hebben, is een
gewone overtreding." Inzake de boordpapieren is er dus geen sprake
van bijzondere hinder of gevaar. Concreet betekent dit dat volgende
bepalingen zullen overgaan naar een gewone overtreding.
Paragraaf 2, ten eerste van het koninklijk besluit van
22 december 2003: "Het kentekenbewijs niet aan boord van het
voertuig hebben." Ik heb dit daarnet gelezen. Dit is het koninklijk
besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen,
artikel 17, paragraaf 1. Ten tweede, de kentekenplaat niet
teruggestuurd hebben binnen de opgelegde termijn.

Paragraaf 3, 5°, de proefrittenplaat of de handelaarsplaat niet
teruggestuurd hebben binnen de voorgeschreven termijn bij
beëindiging van de uitoefening van de activiteit; 6°, de
proefrittenplaat of de handelaarsplaat niet teruggestuurd hebben
binnen de voorgeschreven termijn zodra de houder niet meer
verzekerd is en 7°, het inschrijvingsbewijs proefritten of handelaar
niet kunnen vertonen. Dat is bepaald in het koninklijk besluit van
8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële
platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens.

Voor de volledigheid vermeld ik nog dat fietsen zonder voor- of
achterlicht een gewone overtreding wordt. Artikel 2, § 2, 10° wordt
geschrapt. Dit betekent dat het hebben gereden met een voertuig
voor gehandicapte personen, een fiets of een gekoppeld voertuig
zonder verlichting aan de voor- of achterzijde wanneer het gebruik
van verlichting verplicht was, een gewone overtreding wordt.

Wat betreft uw derde vraag, wil ik voor alle duidelijkheid zeggen dat
er geen terugwerkende kracht zal zijn. De procedure van eventueel
verval van de strafvordering tegen betaling van een som,
ingeschreven in artikel 65 van de verkeerswet, gecoördineerd bij
koninklijk besluit van 16 maart 1968, is een procedure die verloopt
met instemming van de overtreder. Dit betekent onder andere dat de
overtreder akkoord gaat met de te betalen som. Er mag geen enkele
onduidelijkheid bestaan omtrent de boete die zal worden opgelegd.
Overtredingen die beboet zijn, worden best betaald. Niet-betaling van
de onmiddellijke inning leidt tot een herinnering. Niet-betaling na een
herinnering leidt tot een minnelijke schikking die 10 euro duurder is.
Niet-betaling van een minnelijke schikking brengt de zaak voor de
politierechter die kan beslissen dat de goedkopere boete of een
alternatieve sanctie wordt opgelegd. Dat is echter helemaal niet
zeker aangezien de boetes voor een gewone overtreding opgelegd
door de politierechter, minstens 55 euro en maximaal 1.375 euro
bedragen.

Overtredingen die gebeurd zijn wanneer de aangekondigde
wijzigingen in werking treden, dus voor het nieuwe KB gepubliceerd
is in het Belgisch Staatsblad, maar slechts daarna worden
behandeld, zullen de laagste sanctie opgelegd krijgen en dus als
gewone overtreding beboet worden. Er is dus helemaal geen sprake
van rechtsonzekerheid. Indien uw overtreding niet één van de drie
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
gewijzigde is, verandert er niets. Indien u al beboet bent voor één
van die drie overtredingen doet u er goed aan te betalen. Indien u in
de komende weken zo'n overtreding begaat, zal die als gewone
overtreding worden beboet. U doet er dan nog steeds best aan zo'n
overtreding niet te begaan.

Als antwoord op uw vierde vraag herhaal ik dat bijna alle zware
overtredingen als dusdanig gehandhaafd blijven. De regering sust
niet, de regering luistert naar de signalen van de bevolking. Vandaar
dat de enkele overtredingen die de verkeersveiligheid niet zwaar in
het gedrang brengen ook niet meer als zware overtreding worden
beschouwd. Ik herinner u eraan dat ik de wet van 7 februari 2003
houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, door
deze commissie en door de plenaire vergaderingen van Kamer en
Senaat democratisch gestemd en aangenomen, volledig uitvoer.

Ik wil nog antwoorden op de bijkomende vragen die gesteld zijn. In
verband met het BIVV: de actie blijft inderdaad lopen. Voor alle
duidelijkheid, laat er geen misverstand over bestaan, de
communicatie van het BIVV, zeker ook wat het voetpad betreft, gaat
door. Het is duidelijk dat, indien dit ­ zoals het ook in de koninklijke
besluiten reeds stond ­ mensen verplicht om, zoals ik op Kanaal Z
heb gezegd, met de kinderwagen op de openbare weg te gaan, het
inderdaad een zware overtreding zal blijven. Voor die
aangelegenheden waarin het een gewone overtreding blijft, is het
nog altijd goed dat de overheid heel duidelijk communiceert dat dit
niet gunstig is en dat het een overtreding blijft. Men wijst de mensen
er best op dat dit ook bestraft zal worden, via onmiddellijke inning,
met een boete van 50 euro.

Wat de vrederechter betreft; voor alle duidelijkheid, dat is niet
correct. Dat had u ook al gemerkt. Wat wel correct is, is het
volgende. Op dit ogenblik, volgens de huidige wet, moet men indien
men in een sociaal moeilijke situatie zit en een boete met
onmiddellijke inning krijgt en die niet kan betalen, wachten tot een
minnelijke schikking wordt voorgesteld die men niet kan betalen en
tot men voor de politierechter komt. Die heeft dan inderdaad op basis
van de verkeerswet de mogelijkheid te kijken of er niet onder het
minimum kan worden gegaan wat de financiële boete betreft. Dat is
de huidige situatie. Nu loopt men daarin, collega Ansoms, altijd een
risico. Dat is nogal duidelijk. Immers, de boetes die de politierechter
kan uitspreken ­ dat heb ik daarnet al gezegd ­ zeker voor de zware
overtredingen maar ook voor de gewone overtredingen kan natuurlijk
een pak hoger zijn dan wat men via een onmiddellijke inning zou
moeten betalen. Ook de minima zijn dan hoger. Als de politierechter
op dat moment zegt: nee, ik ga niet in op die sociale vraag, wat zijn
goed recht is, dan loopt men natuurlijk het risico dat men precies
omdat men gevraagd heeft aan de politierechter: sta mij toe minder
te betalen voor die onmiddellijke inning, dat men zelfs niet minder
kan hebben dan het minimum dat wordt opgelegd wanneer men voor
de politierechter zelf moet komen. Dat risico lopen mensen die toch
om onze zorg vragen. Vandaar dat ik denk dat het een goede zaak
zou zijn dat nagekeken wordt in hoeverre er sneller alternatieve
straffen kunnen worden opgelegd, of het intrekken van het rijbewijs,
of het vervullen van gemeenschapsdienst.

Wat is de huidige situatie? Er zijn op dit ogenblik twee manieren om
alternatieve straffen op te leggen. Ten eerste, door de politie in
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
plaats van een onmiddellijke inning. Daarvoor is een wijziging van de
wet van 1968 betreffende de politie van het wegverkeer nodig die
toelaat dat de politie kan beslissen dat er een alternatieve straf kan
worden uitgesproken wanneer zij denkt dat de inkomenssituatie van
de weggebruiker die de overtreding heeft begaan precair is. De
modaliteiten en beperkingen moeten dan vanzelfsprekend door de
Koning nog worden bepaald maar dat vereist een wijziging van de
wet van 1968. Ten tweede, indien de betrokken politieagent het
vermoeden heeft dat de inkomenssituatie precair is, kan hij besluiten
geen onmiddellijke inning op te leggen maar een proces verbaal op
te maken en te bezorgen aan het parket. Het parket heeft op dat
ogenblik al de mogelijkheid een alternatieve sanctie voor te stellen
bij wijze van minnelijke schikking of aan de politierechter een
alternatieve straf voor te stellen.

Alternatieve sancties kunnen enerzijds worden voorgesteld door de
procureur des Konings en, anderzijds, uitgesproken worden door de
rechter. De mogelijkheden van de procureur des Konings zijn niet
eindeloos. Op dit ogenblik zijn ze beperkt tot de minnelijke schikking,
medisch of therapeutische behandeling in geval van ziekte of
alcohol- of drugverslaving, of een bepaalde vorming van maximaal
120 uur, die gefinaliseerd moet worden door de overtreder. Het leidt
dus niet noodzakelijk tot een vermindering van de kosten.

De procureur des Konings kan een aangepaste sanctie opleggen,
mogelijk op basis van artikel 28quater van het Wetboek van
Strafvordering. Rekening houdend met de richtlijnen van het
strafrechtelijk beleid, vastgesteld krachtens artikel 143ter van het
Gerechtelijk Wetboek, oordeelt de procureur des Konings over de
opportuniteit van de vervolging en geeft de reden aan van de
beslissingen van seponering die hij terzake neemt. Dat zijn de
mogelijkheden tot alternatieve sancties door de procureur des
Konings op dit ogenblik.

De alternatieve straffen die op dit ogenblik uitgesproken worden door
de rechter, zijn werkstraffen. De rechter kan een politieboete of
correctionele boete vervangen door een werkstraf van minimaal 20
en maximaal 300 uur, opschorting of voorwaardelijk uitstel. In het
geval van een gevangenis- of werkstraf kan de politierechter
voorwaarden, zoals een opleiding, verbinden aan het uitstel of de
opschorting. Het BIVV onderzoekt op dit ogenblik de toepassing
ervan met betrekking tot rijden onder invloed van alcohol, het rijden
met een alcohollock. Het probleem is dat de verkeerswet de meeste
gevangenisstraffen juist heeft geschrapt.

Het is belangrijk dat wij op korte termijn duidelijkheid scheppen over
hoe wij erin kunnen slagen om mensen in een precaire sociale
situatie of bijvoorbeeld ook jongeren die rijden met een fiets zonder
verlichting, op een efficiënte wijze een alternatieve straf op te
leggen, die toch meer invloed heeft dan een boete, die een aantal
mensen niet kunnen dragen, zonder dat men daarvoor bij de
politierechter moet komen. U hebt er terecht op gewezen dat dit niet
de bedoeling kan zijn. Immers, dan legt men het risico helemaal op
de schouders van de mensen die in een financieel of sociaal zwakke
situatie zitten. De overtreder loopt het risico een veel grotere boete te
moeten betalen, omdat de minima uitgesproken door de
politierechter, hoger liggen dan die van de onmiddellijke inning.
Bovendien verzwaart men daarmee opnieuw de taak van de
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
politierechter, wat niet de bedoeling is van deze wet.

Ik zoek dus een oplossing. Mogelijk bestaat die inderdaad erin om de
politiemensen zelf, in samenwerking met het parket volgens de
richtlijnen die de procureur des Konings voor zijn ambtsgebeid
uitvaardigt, de bevoegdheid daartoe te geven. De politie functioneert
reeds op die manier en binnen het kader van duidelijke afspraken.
Hoe dan ook, vereist een en ander een wetswijziging. Daar zullen we
op zeer korte termijn werk van moeten maken.

De laatste vraag luidde: wat in het geval van tweemaal een gewone
overtreding; wordt dat een zware overtreding? Dit kwam voor in het
voorbeeld van rijden zonder verlichting. Er zijn twee argumenten
waarom ik dat geen goede zaak vind. Ten eerste is er de controle. U
hebt zelf vastgesteld dat er mogelijkheden bestaan. De mogelijkheid
bestaat om in de toekomst, bijvoorbeeld in het kader van de
vernieuwing van de identiteitskaart, de elektronische identiteitskaart
aan het elektronisch rijbewijs te koppelen. Daarnaar is momenteel
een grondig onderzoek aan de gang. Staatssecretaris Vanvelthoven
is dat ook aan het onderzoeken. Binnenkort zal men met de
identiteitskaart naar buiten treden. Het zal misschien mogelijk zijn om
daaraan een aantal gegevens te koppelen. Voorlopig is dat nog niet
haalbaar.

Ten tweede, binnen het ambtsgebied, binnen het gerechtelijk
arrondissement of binnen het ambtsgebied van hetzelfde parket zou
er een mogelijkheid moeten zijn. Wij hebben het hier over mensen
die met de fiets rijden. Wat is vaak het geval? Ik denk dat het vaak
een plaatselijke aangelegenheid is. De politie in dorpen kan perfect
op de hoogte zijn van het feit dat zich vaak een overtreding
voordoet, vooral als de betrokken politieagent het zelf heeft
vastgesteld.

Wat is momenteel de praktijk van de politie? De politie stelt voor 1
maart een feit vast, geeft al of niet een boete, maar geeft in elk geval
een proces-verbaal van waarschuwing. Dat wil zeggen dat de fietser
binnen een bepaald aantal dagen naar het politiekantoor moet komen
om te bewijzen dat zijn fietslicht is gemaakt. Dat is de praktijk. In het
geval van een gewone overtreding stelt men bijvoorbeeld vast dat de
overtreder zich er weinig van aantrekt, want hij komt niet met zijn
fiets naar het politiekantoor of hij pleegt dezelfde feiten een half jaar
nadien opnieuw. Welnu, als binnen de politiezone of in het slechtste
geval binnen het arrondissement of binnen de zone van het parket
wordt vastgesteld dat er geregeld boetes als gevolg van dezelfde
overtreding moeten worden betaald, heeft de politie altijd de
mogelijkheid om daarmee naar het parket te gaan. Mocht in een
verslag blijken dat iemand te kwader trouw is en voortdurend weigert
met verlichting te rijden, dan zou hij ook voor 1 maart 2004 bij de
politierechter belanden, die op dat moment boetes die een pak hoger
zijn, kan uitspreken.

Laat dit duidelijk zijn. In geval van recidive is het op dit ogenblik
evenmin juridisch mogelijk de categorie te wijzigen en van een
gewone overtreding een zware overtreding te maken. In de praktijk
zal het er wel op neerkomen dat indien men herhaaldelijk een
overtreding begaat op dit punt, dit gesignaleerd zal worden en aan
het parket worden doorgezonden. Het parket heeft altijd de
mogelijkheid te vorderen voor de politierechtbank. De politierechter
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
beschikt op dat ogenblik over een veel ruimer pallet van
mogelijkheden en kan tot zeer hoge boetes beslissen.

Voorzitter, ik ga na of ik op alle vragen geantwoord heb. Een tweede
vraag volgt straks. Ik meen op al de vragen van de heer Ansoms te
hebben geantwoord.

De voorzitter: Mijnheer Ansoms, ik dring erop aan dat u het in uw repliek kort houdt.
07.13 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, betekent dit niet
in verhouding tot de lengte van het antwoord van de minister?
De voorzitter: Mijnheer Ansoms, u mag dat de minister niet kwalijk nemen.
07.14 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik neem dat de
minister niet kwalijk.
De voorzitter: Ik kaart reeds geruime tijd in de Conferentie van voorzitters aan dat de toegemeten
spreektijd door de leden overtreden wordt. U hebt gedurende tien minuten vragen gesteld. Ik kan de
minister niet verwijten dat hij antwoordt op uw vragen.
07.15 Jos Ansoms (CD&V): Ik toch ook niet, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Resultaat is dat wij voor een vraag de toegemeten spreektijd met ongeveer 50 minuten
overschrijden. Dit is niet alleen niet in overeenstemming met het Reglement, maar het is evenmin
rechtvaardig ten aanzien van andere collega's. Het was immers geen colloque singulier maar colloque à
deux. Ik kan me inbeelden dat de heer De Coene, mevrouw Nagy mogelijks ook iets hadden kunnen
zeggen. Ik heb dit laten passeren omdat er sprake is van een zware koersverandering waarover vragen
mogen worden gesteld. De regering moet de kans krijgen op deze vragen te antwoorden. Nu is het echter
voldoende geweest. Als men meer dan drie kwartier over tijd is gegaan, vind ik dat ik erg ruim ben
geweest in de interpretatie van het Reglement

Ik dring erop aan het Reglement te respecteren en een korte repliek te houden. Voor uw volgende vraag
moet u beknopt zijn, mijnheer Ansoms. U ook, mijnheer de minister zodat we min of meer in
overeenstemming werken met het Reglement dat we onszelf hebben opgelegd. Wat we onszelf opleggen
moeten we ook respecteren.
07.16 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geen haar op
mijn hoofd denkt eraan de minister het verwijt te maken dat hij te
lang heeft geantwoord. Ik begrijp niet waarom u ineens die opwelling
krijgt. Ik was niet van plan te zeggen dat de minister te lang heeft
geantwoord. Het is nodig dat er duidelijkheid komt. De vraag is
natuurlijk of het nu wel duidelijker is geworden. Daarop wil ik
reageren.

Ten eerste, ik verwijt de regering vooral ­ dat moet ik ook zeggen als
volksvertegenwoordiger ­ dat terwijl de minister van Verkeer op een
televisiezender een onprettig en onpopulair verkeersbeleid verdedigt,
de eerste minister van diezelfde regering op hetzelfde ogenblik in
alle huiskamers een nieuw begrip, de pestboetes, lanceert en het laat
uitschijnen dat de boete voor fietsen zonder licht een boete is om de
mensen te pesten, die liefst moet verdwijnen. Zo komt dat over bij de
publieke opinie.
07.16 Jos Ansoms (CD&V):
Alors que le ministre de la Mobilité
défendait sa politique de
circulation totalement impopulaire,
le premier ministre a lancé le
concept d'"amende à caractère de
harcèlement". C'est ce
dédoublement que je reproche à
ce gouvernement.
07.17 Minister Bert Anciaux: Hij heeft niet over pestboetes
gesproken.
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
07.18 Jos Ansoms (CD&V): Dat is wel waar.
07.19 Minister Bert Anciaux: Hij heeft gesproken van boetes die
door de mensen als pesterijen worden beschouwd. Dat is wel iets
anders dan het zelf als pestboetes te omschrijven.
07.19 Bert Anciaux, ministre: Le
ministre a parlé d'amendes qui
sont considérées comme du
harcèlement par la population. Ce
n'est pas la même chose.
07.20 Jos Ansoms (CD&V): Ik verwijt hem dat in elk geval. Dat
mag een regeringsleider niet doen en dat mag een regering niet
doen. Dat mag geen enkele persoon die verantwoordelijkheid draagt
doen. Men mag het eigen beleid niet op dusdanige manier
bagatelliseren en in diskrediet brengen. Dat is punt één. Ik heb het
niet verzonnen om van pesterijen te spreken. Dat is de eerste
minister himself.

Ten tweede, u blijft zitten in het straatje waarin u zich gaat vast
rijden. Ik stel het volgende vast. U zegt dat een hele reeks ­
tientallen ­ overtredingen de veiligheid in gevaar brengen en zwaar
moeten worden beboet. Drie overtredingen, die u als minder risicovol
voor de veiligheid beschouwt, gaat u minder zwaar beboeten. Dat
betekent dus dat rijden zonder licht volgens u minder gevaarlijk is,
dat de gordel niet dragen minder gevaarlijk is en dat het gebruik van
de gsm in de auto minder gevaarlijk is. Dat zijn allemaal gewone
overtredingen waaraan een boete van 50 euro is gekoppeld.
Parkeren binnen de vijf meter voor een zebrapad is echter gevaarlijk
en verdient daarom een zware boete. Parkeren in een
voetgangerszone is een zware overtreding.

Ik wil zeggen dat u zich vast rijdt en dat u daar niet uitgeraakt. Ik heb
inderdaad al anderhalf jaar of twee jaar geleden gezegd dat die
boetes te hoog zijn, ik heb dat in het debat ingebracht met
amendementen en ik blijf erbij. De opdeling in vier categorieën is
goed, maar deze wet zal nooit een maatschappelijk draagvlak krijgen
omdat de minimumboetes verbonden aan die categorieën te hoog
zijn. Dan kan men niets anders doen dan reageren op de signalen uit
de samenleving en er terug een gewone overtreding van maken. Dat
is precies verkeerd. Als men met twee of drie wielen op een voetpad
parkeert, is dat erger dan ergens in een stille straat een
parkeerovertreding doen. Het niet dragen van de gordel is erger dan
­ bijvoorbeeld ­ een bepaald boorddocument niet bij hebben. U hebt
geen andere keuze dan er ofwel een gewone overtreding van te
maken ofwel een zware overtreding van eerste, tweede of derde
categorie. U kunt dat niet houden.

Het is dus niet juist dat ik vandaag iets anders zeg dan vorige week.
Ik pleit ervoor dat de boetes naar beneden gaan in de categorieën,
maar ik zal blijven zeggen dat iemand die 90 kilometer per uur rijdt in
een zone 30 superzwaar beboet moet worden. U zult zich echter vast
rijden met deze wet. Ik zeg dat al twee jaar, maar u schijnt niet te
willen leren. Nu bent u weer aan het bricoleren en improviseren, zelfs
hier ter plaatse, goed bedoeld. Dat is in Raversijde gebeurd. In
Raversijde is men beginnen improviseren door er drie overtredingen
uit te pikken. Ik kan er terug drie andere overtredingen naastplaatsen
waarover men dezelfde discussie kan voeren. Als men het slecht
meent, kan men er pesterijen van maken en als men het goed
meent, kan men de boete wat lager maken. Dat wil ik zeggen. De
07.20 Jos Ansoms (CD&V):
Subitement, trois infractions ne
sont plus dangereuses. Je répète
depuis deux ans que les amendes
sont trop élevées. Le système des
quatre catégories est bon.
Toutefois, la société ne soutiendra
jamais cette loi car les amendes
minimales liées aux catégories
sont trop élevées. A Raversijde,
on s'est mis à improviser. Le
ministre fait de même aujourd'hui.
Je puis encore désigner trois
amendes qui peuvent être
cataloguées comme harcèlement.

Comment le ministre compte-t-il
revoir à la baisse la catégorie de
ces trois amendes? Par le biais
d'une circulaire ou d'un arrêté
royal? Par un arrêté royal
apparemment.
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
CD&V pleit voor de vier categorieën, maar zij pleit er ook voor dat wij
op een volwassen manier die categorieën juist inschatten en de juiste
indeling maken en dat men lagere boetes per categorie vastlegt.
Daardoor blijven er enkele overtredingen over die men terecht heel
zwaar aanpakt. De andere overtredingen, waarvan u er nu drie terug
bij de gewone overtredingen hebt geplaatst, kunnen misschien wel in
eerste categorie blijven, maar dan op een lager niveau.

Degene die nu in tweede categorie zitten komen op een lager niveau.
U hebt het daarjuist nog in uw antwoord genoemd, bijvoorbeeld als
men geen voorrang geeft aan een autobus. Men komt daar
aangereden ­ men mag niet verstrooid zijn, dat geef ik toe ­ en de
bus rijdt juist van de halteplaats af: tweede categorie, 165 euro.
Onmiddellijk! Dat is niet houdbaar. Dan gaat u weerom signalen
krijgen vanuit de maatschappij om dat naar beneden te halen. Bij een
volgende Ministerraad ­ misschien nog niet de volgende, maar nog
eentje later ­ zult u weer hetzelfde moeten doen.

Ten slotte mijn laatste vraag, heel belangrijk: hoe gaat u nu die drie
naar beneden brengen? Gaat dat per omzendbrief gebeuren? Gaat u
een nieuw koninklijk besluit maken? Een nieuw koninklijk besluit, dat
dacht ik ook. U weet dat u ook de bevolking niet mag meedelen dat
dit binnen de veertien dagen zal zijn. U mag dat niet doen, want u
weet dat dit langer duurt. U moet adviezen vragen aan de drie
Gewesten.
07.21 Minister Bert Anciaux: Aan het Overlegcomité!
07.21 Bert Anciaux, ministre: Le
dossier se trouve actuellement sur
la table du Comité de concertation
dont je ne maîtrise pas le
calendrier.
07.22 Jos Ansoms (CD&V): Het Overlegcomité. Over veertien
dagen gaat dat allemaal rond zijn!
07.23 Minister Bert Anciaux: Ja.
07.23 Bert Anciaux, ministre: Je
tente de le boucler dans les
quinze jours.
07.24 Jos Ansoms (CD&V): En verschijnen in het Staatsblad?
07.25 Minister Bert Anciaux: Dat heb ik niet in de hand. Ik ga er wel
achterzitten!
07.26 Jos Ansoms (CD&V): En dan wordt het tien dagen later van
kracht?
07.27 Minister Bert Anciaux: Nee, onmiddellijk.
07.28 Jos Ansoms (CD&V): Onmiddellijk, dat gaat u speciaal
vermelden. We zullen zien, maar ik geloof nooit dat u dat op veertien
dagen rondkrijgt.
07.28 Jos Ansoms (CD&V):
Nous verrons bien.
07.29 Minister Bert Anciaux: We gaan proberen.
07.30 Jos Ansoms (CD&V): Maar u hebt het zo wel weer de wereld
ingestuurd. Intussen moet de politie ­ daarop hebt u niet geantwoord
07.30 Jos Ansoms (CD&V):
Dans l'intervalle, la police doit
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
­ tot 4 april in elk geval verder controleren voor het parkeren op
voetpaden enzovoort. Dat was het actiepunt van het Belgisch
Instituut. Zij moeten dus die zware boetes blijven vragen.
continuer à verbaliser les
automobilistes stationnés sur le
trottoir, et ce, jusqu'au quatre
avril.
07.31 Minister Bert Anciaux: Een belangrijk onderdeel van het
akkoord is dat er meer controles zullen gebeuren, onder meer op
bijvoorbeeld rijden zonder verlichting. De controles zullen
opgetrokken worden.

Tevens wil ik meegeven dat ik niet aanvaard dat er hier gezegd
wordt dat ik hier ter plekke sta te improviseren.
07.31 Bert Anciaux, ministre:
Davantage de contrôles seront
effectués en ce qui concerne les
usagers circulant feux éteints.

Je ne tolère pas que l'on insinue
que j'improvise.
De voorzitter: Bedankt. Dat is ongetwijfeld genotuleerd.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
zone 30 na de top van Raversijde" (nr. 2238)
08 Question de M. Jos Ansoms au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la zone 30
après le sommet de Raversijde" (n° 2238)
08.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen
mijn vraag zeer kort te stellen. Dit is een ander element van de
megaministerraad. Ik moet weer proberen de juiste toedracht te
lezen, wat niet zo eenvoudig is. Als ik het niet goed voorheb, zal de
minister dit wel weerleggen.

Een, er moet vóór 1 september 2005 een zone 30 komen aan alle
scholen. Dat leidt mij direct tot twee vragen. Dit betekent dat het
koninklijk besluit van 1998 wordt afgeschaft en dat men een bord met
daarop 30 kilometer per uur kan hangen aan een schoolomgeving
zonder het "bord-Durant" met daarop de kindjes. Dit is geen nieuw
bord. Het zijn twee bestaande borden die mevrouw Durant aan
mekaar heeft geklikt. Er moeten geen infrastructuuringrepen
gebeuren. Ik blijf dit een verkeerde beslissing vinden. Dit betekent
dat men het alleen maar kan handhaven met politie en we weten uit
het voorbeeld van Kortrijk dat dit zeer moeilijk is, om niet te zeggen
dat het dikwijls onmogelijk is.
08.01 Jos Ansoms (CD&V): Les
abords des écoles doivent être
aménagés en zones 30 avant le
1
er
septembre 2005. L'arrêté royal
de 1998 sera abrogé. Un panneau
signalant la zone 30 sera placé
sans modification de
l'infrastructure. Il s'agit d'une
mauvaise décision car le respect
des règles ne peut être assuré
qu'avec l'intervention de la police.
08.02 Philippe De Coene (sp.a-spirit): In schoolomgevingen niet.
08.03 Jos Ansoms (CD&V): Sorry, in sommige zones 30.
08.04 Philippe De Coene (sp.a-spirit): De commissaris heeft ervoor
gepleit om de zone 30 in schoolomgevingen te...
08.05 Jos Ansoms (CD&V): Ik corrigeer mezelf. Het is moeilijk om
een zone 30 te handhaven met snelheidsmeters en dergelijke.
08.06 Philippe De Coene (sp.a-spirit): (...) Er wordt van alles
verteld.
08.07 Jos Ansoms (CD&V): Ik corrigeer mezelf. Het is zeer moeilijk
om een zone 30 te handhaven met toestellen, snelheidsmeters,
enzovoort. Dat wou ik zeggen. Ongeacht het feit of het in een
08.07 Jos Ansoms (CD&V): Il
n'est guère judicieux de ne
signaler une zone 30 que par un
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
schoolomgeving is of niet.
signal routier. L'aménagement de
la voirie est important.
08.08 Philippe De Coene (sp.a-spirit): (...)
08.09 Jos Ansoms (CD&V): Ik heb het niet over de commissaris.
08.10 Philippe De Coene (sp.a-spirit): (...)
08.11 Jos Ansoms (CD&V): Ik ondervraag de minister. Ik blijf erbij
dat het verkeerd is om een zone 30 alleen maar met een
verkeersbord...
08.12 Philippe De Coene (sp.a-spirit):(...)
De voorzitter: Collega, de problemen met de politiecommissaris van Kortrijk horen thuis in de
gemeenteraad van Kortrijk. Bovendien is dit een vraag en geen debat. Ik kan alleen maar het woord
geven aan de heer Ansoms die een vraag heeft gesteld.
08.13 Philippe De Coene (sp.a-spirit): (...) Ik heb speciaal de
verplaatsing gemaakt om te komen luisteren omdat ik weet dat in
Kortrijk daarover van alles wordt verteld. Die zaak moet trouwens
behandeld worden in de commissie voor de Binnenlandse Zaken. Als
men er het nieuwe statuut van de politie op naleest, moet men zeer
voorzichtig zijn met wat men doet. Blijkbaar is het aangestoken. Het
wordt vervolgd.
De voorzitter: Dit is de commissie voor de Infrastructuur. We gaan daarover niet debatteren.
Aangestoken of niet, deze of gene politieke bindingen van de commissaris...
08.14 Philippe De Coene (sp.a-spirit): (...)
De voorzitter: We gaan de heer Ansoms zijn vraag laten stellen.
08.15 Jos Ansoms (CD&V): Tot vorige week kende ik de
commissaris van Kortrijk niet. Ik had het voorbeeld van Kortrijk niet
mogen gebruiken, want het gaat hier niet over het functioneren van
de politiecommissaris van Kortrijk. Het gaat over de beslissingen van
Raversijde waar men heeft bepaald dat vóór 1 december 2005 elke
schoolomgeving als zone 30 moet worden aangeduid. Ik vraag of dit
mogelijk is met een bord en zonder infrastructuur. Het koninklijk
besluit van 1998, van uw goede vriend en collega Jan Peeters, wordt
in de papiermand gekeild en wordt niet meer gehandhaafd. Ik vind dit
spijtig. Als men het belangrijk vindt dat er niet te hard wordt gereden
aan de school en als men de automobilisten daarvan wil overtuigen
op een normale, menselijke manier, dan moet men die man of vrouw
psychologisch doen inzien dat het bijna een automatisme is om zijn
snelheid te matigen en trager te rijden aan een school. Dit heeft niets
met een bord te maken, maar met de inrichting van de weg.

Ik pleit ervoor dat dit erbij moet komen. Ik heb bovendien gelezen dat
u dit gaat verplichten. Op welke basis of wet zult u verplichten dat
Kortrijk of Wuustwezel dat gaat doen? Mevrouw Lindekens heeft dat
ook reeds geprobeerd met een wetsvoorstel en mevrouw Durant ook.
Ik dacht dat dit niet ging.

Ten derde, ik heb gelezen dat men er opnieuw aan denkt om dat bij
08.15 Jos Ansoms (CD&V):
Comment le ministre compte-t-il
procéder? Les tentatives de Mmes
Lindekens et Durant ont échoué.
La limitation de vitesse ne
s'applique-t-elle qu'aux heures
d'ouverture et de fermeture de
l'école? Il en résultera
inévitablement des discussions
interminables. En ce qui concerne
la zone 30, 50 et 70 temporaire
aux abords des camps de
jeunesse, je ne vois pas ce qui a
changé. Un bourgmestre peut
d'ores et déjà prendre une telle
décision.
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
het begin en einde van de school te doen? Klopt dat? Dat zullen wij
opnieuw dezelfde discussie in het Parlement voeren. Elke school
begint immers niet op hetzelfde uur. Betreft het voor- en naschoolse
bewaking? Wat als de kinderen naar de muziekacademie gaan? De
vakantiedagen zijn niet hetzelfde en dergelijke; Zal men het opnieuw
in die richting zoeken? Ik zou dat niet doen want het is niet mogelijk.

Mijn vierde vraag gaat over de tijdelijke zone 30, 50 of 70 in de buurt
van jeugdkampen. Ik begrijp niet goed wat daaraan nieuw is. Als er
morgen in Wuustwezel een jeugdkamp is, kan ik als burgemeester
met de gemeenteraad voor de duur van het jeugdkamp een
maximumsnelheid van 30, 50 of 70 invoeren. Ik begrijp niet wat dat
in de Megaministerraad komt doen. Dit kan elke Belgische gemeente
nu immers ook doen. Ik geef wel toe dat men het moet weten en
moet willen doen. Als men in Raversijde een methode heeft
gevonden waarbij men het moet weten en men het een wettelijke
basis geeft dat het moet worden gemeld, is dat nieuw. Elke Belgische
gemeente kan dat nu echter al, als ze het willen en weten.
08.16 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen
bondiger te antwoorden dan daarnet.

Ten eerste, niet alle wettelijke vereisten voor het inrichten van een
zone 30 verdwijnen. In het reglement van de wegbeheerder worden
de twee meest fundamentele vereisten behouden. Het als zone 30
afgebakende gebied moet een verblijfsgebied zijn. De wegbeheerder
moet uitdrukkelijk kiezen om in het betrokken gebied de belangen
van het niet-gemotoriseerd weggebruik voor te laten gaan op de
belangen van het gemotoriseerde weggebruik. Daarnaast moet de
overgang naar de zone 30 goed herkenbaar zijn.

Het blijft de bedoeling dat zone 30-straten zoveel als mogelijk
ingericht zijn in evenwicht met hun functie. Dit geldt trouwens ook
voor de andere straatcategorieën. Het gaat hier over een zuivere
verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Zij moeten de tijd
kunnen nemen om over een aantal jaren heen de geplande
inrichtingswerken uit te voeren zonder dat dit een rem zet op de
toepassing van de zone 30.

Bovendien is het een illusie gebleken om met remmende ingrepen
een perfect respect voor 30 kilometer per uur af te dwingen. Het
cijfer dertig moet vooral in de hoofden van de mensen een betekenis
krijgen van traag rijden in verblijfsgebieden met alle respect voor
voetgangers, fietsers en omwonenden. Ik kies resoluut voor veel
zones 30, liever dit dan slechts enkele schaarse zones 30 die wel
mooi ingericht zijn, maar waarmee we er niet in slagen het verschil te
maken.

Ik moet vaststellen dat die zware vereisten in het verleden niet alleen
remmen in het verkeer hebben tot stand gebracht, maar vooral het
invoeren van die zones 30 afgeremd.

Ten tweede, over de veralgemeende toepassing van de zone 30 in
de schoolomgeving zal vanzelfsprekend nog verder overleg
plaatsvinden met de wegbeheerders en vooral met de
gemeentebesturen. Daarvan ben ik me natuurlijk bewust. Ik heb met
die maatregel niet gekozen voor een gemakkelijke aanpak, maar ik
maak mij sterk dat er in het algemeen ook een politieke wil aanwezig
08.16 Bert Anciaux, ministre:
Toutes les conditions légales pour
l'aménagement d'une zone 30 ne
disparaissent pas. Il doit s'agir
d'une zone résidentielle. Le
gestionnaire de la voirie doit
accorder la priorité à un usage
non motorisé de la route. Il faut
laisser le temps aux gestionnaires
de réaliser les travaux
d'aménagement prévus sans que
cela ne constitue un obstacle à
l'instauration de la zone 30. Il est
apparu qu'il était illusoire de
vouloir imposer le respect de la
zone 30 par des interventions
physiques. C'est dans la tête des
automobilistes que la zone 30 doit
acquérir une véritable
signification.

Je suis résolument favorable à
une multiplication des zones 30.
L'instauration généralisée de
zones 30 aux abords des écoles
devra encore faire l'objet de
concertations. J'entends faire un
important pas en avant au niveau
national. L'avis du Conseil d'Etat
sur la proposition de loi Lindekens
n'était pas négatif. Il n'est pas
opposé au principe d'une
application généralisée et
obligatoire de la mesure que j'ai
proposée.
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
is bij de gemeentebesturen om extra inspanningen te leveren voor de
verkeersveiligheid in de schoolomgeving. Ik stel echt wel vast dat
daarvoor een ruim draagvlak is ontstaan, ook bij de bevolking. Door
daarop in te spelen, wil ik nationaal een grote stap zetten met de
zone 30.

Tijdens de vorige legislatuur heeft mijn voorgangster met het idee
gespeeld om de toepassing van de schoolomgeving plus zone 30
verplicht te maken. Zij is in die richting echter niet voortgegaan.
Daarom heeft senator Kathy Lindekens een initiatief genomen met
een wetsontwerp waarover wel een advies van de Raad van State
werd bezorgd. Daarbij gaat het om een wetsontwerp met een
enigszins andere inhoud. Het bijbehorend advies van de Raad van
State is mijns inziens niet negatief, want er wordt in het betrokken
advies geen uitspraak gedaan tegen het principe van de verplichte
veralgemeende toepassing van de door mij gestelde maatregel.

Mijnheer de voorzitter, als er daarover nog specifieke vragen zijn, zal
ik daarop graag heel concreet en heel specifiek antwoorden. Ik zal
afwachten of er daarover nog vragen zijn.

De voorzitter: Mijnheer de minister, de heer Ansoms kan elke week vragen indienen. Bijgevolg zullen er
nog wel een aantal binnenkomen, denk ik.
08.17 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik moet nog
drie korte vragen beantwoorden.

Het staat de gemeenten vrij om te beslissen of de zone 30 km/u-
snelheidsbeperking een permanent karakter zal krijgen of dat die
enkel van kracht zal zijn op de momenten waarop de lessen
beginnen en eindigen, of dat zij in de tijd beperkt zal zijn. Dat vereist
natuurlijk wel de nodige investeringen. Dat vereist de plaatsing van
elektronische borden. Dat begrijp ik. Indien men dat wil doen, zullen
inspanningen echter wel nodig zijn, anders wordt het een
veralgemeende toepassing van zone 30 rond alle scholen.

Wat de jeugdkampen en dergelijke betreft, heb ik met veel interesse
gelezen dat ook u hiervoor tijdelijke maatregelen mogelijk gemaakt
wil zien. U hebt daaromtrent een voorstel geformuleerd nadat wij al
maatregelen hadden klaargemaakt. Gewone tijdelijke
snelheidsbeperkingen kunnen nu inderdaad al door gemeenten
genomen worden. Met mijn voorstel om tijdelijke zonale
snelheidsbeperkingen in te voeren met een duidelijke verwijzing naar
het aspect van de jeugdkampen en de specifieke verzameling van
mensen wil ik de gemeenten een bijkomende mogelijkheid geven om
preventief op te treden en de weggebruikers uitdrukkelijk te
informeren - en dit op een eenvormige wijze overal in het hele land -
over de speciale situatie.

Tot slot, het is niet mijn bedoeling om jeugdbewegingen met
bijkomende administratieve verplichtingen te belasten door hen een
procedure op te leggen om de gemeenten te verwittigen van hun
komst. Het spreekt voor zich dat zij dit best doen op eigen initiatief.
Anderzijds verwacht ik ook van de gemeentebestuurders dat zij
weten welke manifestaties er op hun grondgebied plaatsvinden. Ik
twijfel er niet aan dat gemeentebesturen de verantwoordelijkheid
voor de veiligheid van de burger op het grondgebied ter harte nemen
en dat zij, zeker als zij daartoe een instrumentarium aangereikt
08.17 Bert Anciaux, ministre: Les
communes décident librement si
les zones 30 se voient attribuer un
caractère permanent ou ne sont
d'application qu'au début et à la
fin des cours. Mais il faudra alors
veiller au placement de la
signalisation nécessaire.

Les communes peuvent imposer
dès à présent des limitations de
vitesse aux abords des camps de
jeunesse. Je souhaite leur offrir la
possibilité d'intervenir
préventivement et d'informer les
usagers de la route sur les
situations spéciales liées aux
vacances, et ce, uniformément
dans l'ensemble du pays. Je n'ai
pas l'intention d'encombrer les
mouvements de jeunesse
d'obligations administratives
supplémentaires en leur imposant
une procédure en vue de tenir les
communes au courant de leur
arrivée. Toutefois, il va de soi que
les communes doivent savoir
quelles activités se dérouleront
sur leur territoire. Je suis confiant:
les communes prendront les
mesures adéquates pour garantir
la sécurité des citoyens sur leur
territoire.
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
krijgen, de gepaste maatregelen zullen nemen. Ik heb trouwens wel
enige ervaring, voorzitter, wat jeugdkampen betreft. Ik heb altijd
geweten dat de gemeentebesturen op de hoogte waren. Het is
trouwens meestal in afspraak met de terreinen waar men huurt. Wij
gingen altijd op velden die niet ingericht waren. Men wist dat altijd
wel op voorhand. Ofwel werd er vanuit de jeugdbeweging zelf contact
opgenomen met het gemeentebestuur of de politie, ofwel gebeurde
dit door de betrokken boer of de boerin.

De voorzitter: Ja, maar jullie waren dan ook brave jongens.
08.18 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, dat durf ik in
alle eerlijkheid echt niet te beweren.
08.19 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb wat dat
laatste punt betreft ook wat ervaring. Ik kom ook uit de
jeugdbeweging. Ik ben ook op kamp geweest. Het is in elk geval zo,
of men dat graag hoort of niet ­ ik weet dat de reactie van de
jongeren altijd is: geen bijkomende administratieve verplichtingen ­
dat men als gemeentebestuur wel moet weten dat scoutsgroep X, Y
of Z op die plaats aanwezig is gedurende die week want anders kan
men geen maatregelen nemen. Dat is in elk geval zo. Wie het laat
weten, is iets anders maar als gemeente moet men op de hoogte
zijn. Anders kan men niets doen. Dat is een eerste voorwaarde.
08.19 Jos Ansoms (CD&V): Les
mouvements de jeunesse
réagissent toujours en disant qu'il
ne faut plus leur imposer
d'obligations administratives
supplémentaires mais les
communes doivent bien savoir
quels groupes elles peuvent
accueillir et à quelle période, sans
quoi elles ne peuvent prendre
aucune mesure.
08.20 Minister Bert Anciaux: Als u bijvoorbeeld in uw gemeente ­
die ik toevallig een beetje ken ­ waar trouwens een aantal
jeugdkampen doorgaat, weet dat er zoiets gebeurt, zult u voor de
hele zomer tot een zonale snelheidsverlaging kunnen overgaan.
08.20 Bert Anciaux, ministre:
Dans des communes comme la
vôtre, où de très nombreux camps
sont organisés, une limitation de
vitesse zonale pourrait être
instaurée pour toute la période
estivale.
08.21 Jos Ansoms (CD&V): Op die plaats doen wij dat trouwens al.
08.22 Minister Bert Anciaux: Ook verder.
08.23 Jos Ansoms (CD&V): Maar het moet zinvol zijn natuurlijk.
Onze gemeente telt 9.000 hectaren en wij hebben 300 km wegen.
Dan kan men dat niet doen.

Wat ik concludeer, mijnheer de voorzitter, is dat over het tweede
punt ­ zone 30 in de buurt van jeugdkampen ­ wel wat
gecommuniceerd is maar dat er weinig nieuws beslist is in de zin
van...
08.23 Jos Ansoms (CD&V): Il
faut raison garder. Notre
commune a une superficie de
9.000 hectares et compte 300 km
de routes. Peu d'informations ont
été dispensées au sujet des
camps de vacances mais des
arrêtés royaux seront donc pris.
08.24 Minister Bert Anciaux: Er komen koninklijke besluiten.
08.25 Jos Ansoms (CD&V): Er komen koninklijke besluiten
terzake? Dat had ik niet gehoord. Er komen dus koninklijke besluiten.
Ik blijf er wel bij ­ en daar zullen wij wel grondig van mening
verschillen ­ dat ik het niet goed vind dat men op een weg waar men
90 of 100 km per uur kan rijden een bord zet dat men maar 30 km
per uur mag rijden. Dat vind ik niet goed als
verkeersveiligheidsbeleid. Wanneer men vraagt aan de chauffeurs
30 km per uur te rijden moet men op een normale, menselijke wijze
08.25 Jos Ansoms (CD&V): Je
maintiens qu'il n'est pas
intéressant d'imposer une limite
de 30 km/h sur des routes
conçues pour rouler à du 90 ou
100 km/h. C'est l'infrastructure qui
doit convaincre les conducteurs
de réduire leur vitesse.
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
die chauffeurs daarvan overtuigen via de infrastructuur ­
versmallingen of ik weet niet welke effecten ­ dat het het beste is dat
zij daar 30 km per uur rijden. Daar blijf ik bij.
08.26 Minister Bert Anciaux: Ik begrijp uw opmerking maar wij
geven tot 1 september 2005 de gemeenten en de wegbeheerder de
mogelijkheid de infrastructuur concreet aan te passen.

Het is niet zozeer een probleem in woongebieden. Een en ander is
vooral bestemd voor de schoolomgevingen die zich op gewestwegen
bevinden.
08.26 Bert Anciaux, ministre:
J'entends bien, mais nous
donnons au gestionnaire de la
voirie jusqu'au 1
er
septembre 2005
pour adapter l'infrastructure.
08.27 Jos Ansoms (CD&V): U spreekt over de gemeenten, maar
het zal vooral ook een probleem zijn voor het Vlaams Gewest. Van
de 10 scholen in Wuustwezel zijn er 4 aan een gewestweg gelegen.
Wij hebben daarvoor trouwens de convenant en module 10 gesloten.
Wij zijn daaraan aan het werken. Het Vlaams Gewest zal de
weginfrastructuur zal moeten aanpassen.
08.27 Jos Ansoms (CD&V): En
ce qui concerne les écoles situées
le long de voies régionales, la
Région devra dans ce cas
consentir les efforts nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Question de Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les
quotas de bruit à Bruxelles-National" (n° 2252)
09 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
quota's inzake geluidshinder op Brussel-Nationaal" (nr. 2252)
09.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, lorsque je vous ai interrogé, le 2 février dernier, sur le suivi
de l'arrêté sur le quota de bruit nocturne de Bruxelles-National qui
aurait dû faire l'objet d'une mise à jour en automne dernier, puisque
depuis l'été 2003, il n'y a plus de quota de bruit, vous m'avez
répondu d'une manière qui m'a étonnée et qui me fait penser à deux
hypothèses. Soit il y a effectivement une forme de malentendu ou de
méconnaissance sur la législation en vigueur dans le secteur, soit il y
a vraiment des décisions du gouvernement qui sont au service total
de BIAC et pas de l'intérêt général. Vous m'avez dit que vous ne
pouviez pas fixer des quotas de bruit et vous avez affirmé que le
ministre ne pouvait que confirmer les décisions prises par BIAC en la
matière.

Je me permets de revenir sur cette question car je pense qu'avec
une interprétation comme celle-là, il aurait été tout à fait impossible,
par exemple, pour la ministre Isabelle Durant d'obtenir le
remplacement de 50% des avions qui opèrent la nuit, si le
gouvernement précédent s'était simplement contenté de suivre BIAC
dans ses demandes de ne pas prendre de décision.

Monsieur le ministre, avez-vous entre-temps pris la peine de relire
l'article 35 du contrat de gestion de BIAC qui détermine la répartition
des rôles entre le conseil d'administration de BIAC, dans lequel, faut-
il le rappeler, siègent de nombreux représentants du gouvernement
et non des moindres ­ le chef de cabinet de Mme Onkelinx, le chef
de cabinet de M. Vande Lanotte ­ et le ministre compétent?

Pouvez-vous me dire si vous confirmez votre réponse au sujet de
ces quotas de bruit?
09.01 Marie Nagy (ECOLO):
Toen ik u op 2 februari
jongstleden een vraag stelde over
de voortgang van het besluit
betreffende de nachtelijke
geluidsquota rond Brussel-
Nationaal - besluit dat de voorbije
herfst had moeten worden
aangepast - antwoordde u mij dat
u niet bevoegd was om
geluidsquota vast te leggen, maar
alleen om de hierover door Biac
genomen beslissingen te
bekrachtigen. Als dat zo is, had
minister Isabelle Durant
onmogelijk de vervanging van 50
% van de 's nachts vliegende
vliegtuigen kunnen bekomen...

Hebt u het beheerscontract van
Biac ondertussen al herlezen en
houdt u vol dat u hierover geen
beslissing meer kunt nemen?

U hebt meermaals beloofd dat u
de geluidsquota per beweging zou
verlagen. Hoe denkt u uw belofte
na te komen?
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39

Maintenez-vous qu'il ne vous est plus possible de prendre une
décision en la matière et que vous laissez donc le vide perdurer sur
ce sujet? Vous avez promis à plusieurs reprises - vous vous y êtes
engagé avec le gouvernement d'ailleurs - de revoir à la baisse les
quotas de bruit par mouvement à Bruxelles-National. Monsieur le
ministre, quand et comment envisagez-vous de tenir ces promesses?
09.02 Bert Anciaux, ministre: Concernant votre première question,
je reprendrai la réponse que j'ai donnée à cette même question le 2
février. J'ai dit et je cite:

"Le fameux arrêt "quotas" n'est qu'une confirmation d'une décision du
conseil d'administration de BIAC. Entre-temps, BIAC s'est engagé à
respecter volontairement le statu quo provisoire des quotas de bruit
saisonniers. Vu la privatisation attendue de BIAC, on ne peut pas
s'attendre à ce que le conseil d'administration de BIAC prenne une
nouvelle décision concernant les quotas. Après la privatisation de
BIAC, sa compétence régulatrice passera au ministre de la Mobilité.
Celui-ci pourra alors imposer un nouveau total de "quota counts" tout
en respectant la philosophie de la directive 2003/30/CE. J'ai
l'intention de réaliser ce processus dans les plus brefs délais".

En ce qui concerne la deuxième question, je suppose que celle-ci fait
allusion à l'arrêté ministériel du 26 octobre 2000, dans lequel le
ministre de l'époque confirme une décision du conseil
d'administration de BIAC relative au quota count. Entre-temps, le
contrat de gestion est prolongé et BIAC s'est volontairement engagé
à respecter le statu quo provisoire des quotas de bruit saisonniers
jusqu'à ce que la nouvelle licence soit signée.

Dans le projet de la nouvelle licence, il est précisé que le quota count
reste valable jusqu'à la prise d'un nouvel arrêté ministériel soit pris.
Entre-temps, j'ai fait le nécessaire pour qu'un arrêté ministériel soit
adopté édictant le quota count sans intervention du conseil
d'administration de BIAC. Dans ce nouvel arrêté ministériel, je tiens
compte d'une séparation rigoureuse entre le régulateur, notamment
la DGTA, et le fournisseur de services, notamment BIAC. Le projet
d'arrêté ministériel serait bientôt prêt pour une consultation avec les
compagnies aériennes ou les organisations professionnelles
représentatives.
09.02 Minister Bert Anciaux: Ik
herhaal mijn antwoord van 2
februari jongstleden: gelet op de
geplande privatisering van BIAC
hoeft men geen beslissing van de
raad van bestuur van BIAC te
verwachten. Na de privatisering
zal de minister van Mobiliteit de
regelende bevoegdheid inzake
BIAC opnieuw op zich nemen en
een nieuwe beslissing kunnen
opleggen. Ik ben voornemens dit
proces zo snel mogelijk af te
ronden.

In het ontwerp van de nieuwe
vergunning wordt verduidelijkt dat
de quota count geldig blijft tot een
nieuw ministerieel besluit is
genomen. Over het ontwerp van
ministerieel besluit zal binnenkort
overleg worden gepleegd met de
luchtvaartmaatschappijen of de
representatieve beroeps-
organisaties.
Ik kan er nog het volgende aan toevoegen.

Het ontwerp van ministerieel besluit is opgemaakt en naar de Raad
van State gestuurd. De Raad van State heeft een aantal
opmerkingen gemaakt. Die opmerkingen zijn verwerkt. Er moest een
rapport van BIAC klaargemaakt worden met de mogelijke gevolgen
van mijn ministerieel besluit. Dat rapport is klaar. Er is nu een
overlegprocedure die twee tot drie weken duurt. Dat is zo bepaald.
Daarna wordt het eigenlijke ministerieel besluit genomen in verband
met de quota count. Voor alle duidelijkheid, we zullen dit ministerieel
besluit niet moeten nemen als een bevestiging van de raad van
bestuur van BIAC, maar los van enige medewerking van de raad van
bestuur.

Men mag mij veel verwijten, maar deze vraag leek mij nogal bij de
haren getrokken, mevrouw Nagy. Maar ja, vragen zijn nu eenmaal
Le projet d'arrêté ministériel a été
transmis au Conseil d'Etat. Celui-
ci a formulé plusieurs
observations dont il a été tenu
compte. Une concertation qui
devrait durer deux à trois
semaines sera à présent
organisée. L'arrêté sur le quota
count sera alors pris.

J'estime que la question de Mme
Nagy est quelque peu
alambiquée. Je ne suis pas au
service de BIAC, bien au
contraire. L'objectif de l'arrêté que
j'ai pris n'est pas uniquement
24/03/2004
CRIV 51
COM 211
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
neutraal zegt men. Ik ben niet bepaald degene in dienst van BIAC,
mevrouw, integendeel. Ik maak een ministerieel besluit waarin ik wel
verder ga dan gewoon het goedkeuren van een beslissing van de
raad van bestuur van BIAC. Mijn ministerieel besluit is niet zonder
meer een loutere goedkeuring van een beslissing van de raad van
bestuur van BIAC. Er is inderdaad een evolutie geweest. Mijn
voorgangster heeft zeker en vast een aantal wijzigingen tot stand
kunnen brengen en een vermindering van de quota count. Zij had
ook nagelaten om dat ministerieel besluit automatisch te verlengen.
Wel, in mijn ministerieel besluit zal in ieder geval een automatische
verlenging staan zo lang er geen nieuw ministerieel besluit is. Het
ministerieel besluit van mijn voorgangster was verlopen en het is in
afspraak met BIAC dat wij vrijwillig hebben voortgezet.
d'approuver une décision prise par
le conseil d'administration de
BIAC. La précédente ministre de
la Mobilité avait tout bonnement
omis de prolonger son arrêté
ministériel si aucun autre n'était
pris. Le nouvel arrêté apportera
sans aucun doute une solution à
ce problème.
09.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour la deuxième partie de sa réponse. On lira avec intérêt
l'arrêté lorsqu'il aura été publié.

Par ailleurs, en ce qui concerne les quotas de bruit la nuit, j'ai été
plus prudente que la dernière fois puisque je suis venue avec les
documents. Je trouve que l'interprétation qui est donnée est, pour le
moins, extrêmement favorable à BIAC et extrêmement attentiste par
rapport aux décisions de BIAC.

En fait, que prévoit l'article 35 du contrat de gestion entre l'Etat et
BIAC? Dans un premier temps, BIAC propose une méthode de calcul
de bruit émis par les avions - c'est ce qui a été adopté - et, dans un
second temps, le ministre approuve cette méthode - ce qui a été fait
- et détermine, en s'appuyant sur celle-ci, le niveau de bruit. Mais
c'est le ministre en fonction, évidemment, qui détermine le niveau de
bruit admis, et pas BIAC. BIAC propose la méthode, le ministre
l'approuve et, par la suite, le niveau de bruit qui est accepté est celui
déterminé par le ministre. Ce que je demande au ministre, c'est de
prendre cette décision-là, et pas autre chose!

Quand on lit l'arrêté ministériel dont il est question, on retrouve
exactement cette procédure. Il y a la proposition d'une méthode,
l'approbation de la part du ministre et la proposition du quota de bruit
admis par le ministre responsable.

Monsieur le ministre, il est intéressant de lire le règlement
concernant BIAC. J'ai insisté sur le fait que BIAC n'est pas composé
de personnes n'ayant aucun lien avec le gouvernement, ce que l'on
peut regretter. Il existe des liens très proches, ce qui crée, par
moments, une confusion d'intérêts entre les intérêts de l'entreprise,
qui sont légitimes, et les devoirs de l'Etat qui sont d'une autre nature
comme, par exemple, quand il doit discuter de ce genre de question.

Je vous rappelle, monsieur le ministre, que dans le cadre du
fonctionnement de BIAC, des obligations lui incombent aux fins de
connaître les informations nécessaires à la détermination des quotas.
Il est signalé que, je cite, "l'administrateur délégué de BIAC est
chargé de l'exécution du présent règlement qui prévoit la collecte
d'informations et la transmission de ces informations au
gouvernement".

Vous me dites que BIAC est en discussion actuellement en vue de sa
privatisation et que vous n'avez pas les informations. Vous vous
09.03 Marie Nagy (ECOLO): Wat
de nachtelijke geluidsquota betreft
vind ik dat u de kat tergend lang
uit de boom kijkt. Volgens artikel
35 van het beheerscontract moet
BIAC een methode voorstellen om
het geluidsniveau te berekenen.
De minister moet vervolgens de
methode goedkeuren en het
aanvaardbaar geluidsniveau
bepalen. Ik vraag u die beslissing
te nemen. Deze procedure staat
ook in het desbetreffende
ministerieel besluit.

Bovendien is BIAC nauw
verbonden met de regering,
waardoor soms belangen-
vermenging optreedt.

Ik herinner eraan dat BIAC de
nodige informatie moet
verzamelen om de quota te
berekenen. U zegt zonder meer
dat BIAC onderhandelt over zijn
privatisering.
CRIV 51
COM 211
24/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
contentez du fait qu'elle accepte de prolonger les quotas de bruit,
presque sans votre intervention. Vous êtes passif sur cette question!
09.04 Bert Anciaux, ministre: ...
09.05 Marie Nagy (ECOLO): Oui, vous êtes passif lorsqu'il s'agit de
protéger les intérêts généraux. Je constate que vous n'avez pris
aucune décision et que votre interprétation du contrat de gestion
n'est pas celle qui se retrouve dans la loi.

Vous pourriez rappeler à l'administrateur général de BIAC ­ que vous
connaissez sans doute et que vous fréquentez sans doute dans vos
réunions de parti ­ qu'il est dans l'obligation de vous fournir les
différents éléments nécessaires à l'approbation des informations
venant des compagnies aériennes. Ces informations vous
permettraient de décider des quotas de bruit. Mais je constate un
manquement de votre part sur ce point. Par conséquent, je continue
à penser que le gouvernement sert les intérêts de BIAC,
exclusivement!
09.05 Marie Nagy (ECOLO): In
feite doet u niets om het
algemeen belang te beschermen.
U hebt niets beslist en
interpreteert het beheerscontract
niet in overeenstemming met de
wet.

De gedelegeerd bestuurder van
BIAC moet de nodige elementen
aanreiken om de informatie van
de luchtvaartmaatschappijen, aan
de hand waarvan de geluidsquota
kunnen worden bepaald, goed te
keuren. Zoniet blijf ik denken dat
de regering uitsluitend de
belangen van BIAC dient!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 17.05 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.05 uur.