CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 191
CRIV 51 COM 191
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
10-03-2004
10-03-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Francis Van den Eynde à la ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "le personnel du Centre pour l'égalité
des chances et la lutte contre le racisme"
(n° 2034)
1
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het personeel bij het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding"
(nr. 2034)
1
- M. Francis Van den Eynde à la ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "la mise en place de services locaux
du Centre pour l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme" (n° 2035)
1
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de uitbouw van meldpunten van het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding" (nr. 2035)
1
- M. Francis Van den Eynde à la ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "le site web du Centre islamique de
Molenbeek" (n° 2036)
1
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de webstek van het Islamitisch Centrum
voor Molenbeek" (nr. 2036)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marie
Arena
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marie
Arena
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "la simplification
administrative" (n° 2015)
5
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de administratieve
vereenvoudiging" (nr. 2015)
5
Orateurs: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "la nomination d'un
directeur au Centre de l'égalité des chances"
(n° 2029)
9
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de benoeming van een directeur voor het
Centrum voor gelijkheid van kansen" (nr. 2029)
9
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marie
Arena
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marie
Arena
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Interpellation de M. Pieter De Crem au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
centre d'asile de Vresse-sur-Semois" (n° 217)
11
Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het asielcentrum in Vresse-sur-
Semois" (nr. 217)
11
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Pieter De Crem au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan de
répartition des étrangers entre les communes
belges" (n° 1549)
13
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het spreidingsplan van
vreemdelingen over Belgische gemeenten"
(nr. 1549)
13
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Pieter De Crem au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les mesures
de sécurité prises par la Belgique dans le cadre
de la menace terroriste" (n° 1586)
16
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheidsmaatregelen die België
neemt in het kader van de terroristische dreiging"
(nr. 1586)
16
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la reprise des
rapatriements forcés" (n° 1699)
18
- de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het hernemen van de gedwongen repatriëringen"
(nr. 1699)
18
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la reprise spectaculaire
de la politique d'expulsions forcées de
demandeurs d'asile déboutés" (n° 2048)
18
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het met veel show hernemen van het
zogenaamde beleid van gedwongen uitwijzingen
van uitgeprocedeerde asielzoekers" (nr. 2048)
18
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jos Ansoms au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la police
fédérale des autoroutes" (n° 1793)
22
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de federale autosnelwegenpolitie"
(nr. 1793)
22
Orateurs: Jos Ansoms, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jos Ansoms, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jos Ansoms au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la fraude en
ce qui concerne les permis de conduire" (n° 2043)
25
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "fraude met rijbewijzen" (nr. 2043)
25
Orateurs: Jos Ansoms, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jos Ansoms, Patrick Dewael,
vice-eerste minister
en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Mohammed Boukourna au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
situation des réfugiés et demandeurs d'asile ainsi
que sur l'accueil et le statut des non-
ressortissants" (n° 1794)
26
Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toestand van de vluchtelingen en
de asielzoekers alsmede over de opvang en het
statuut van de niet-onderdanen" (nr. 1794)
27
Orateurs: Mohammed Boukourna, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Mohammed Boukourna, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Trees Pieters au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
investissements en matière de sécurité" (n° 1896)
29
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheidsinvesteringen"
(nr. 1896)
29
Orateurs: Trees Pieters, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Trees Pieters, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
32
Samengevoegde vragen van
32
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la vérification des
signalisations d'alarme" (n° 1928)
32
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
verificatie van alarmmeldingen" (nr. 1928)
32
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement des
centraux d'alarme" (n° 1943)
32
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de werking van alarmcentrales" (nr. 1943)
32
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Dirk Claes, Bart Laeremans,
Patrick Dewael
, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Bart Laeremans,
Patrick Dewael
, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'élaboration
du statut de garde champêtre particulier"
(n° 1930)
35
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitwerking van het statuut van de
bijzondere veldwachters" (nr. 1930)
35
Orateurs: Jo Vandeurzen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jo Vandeurzen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité
lors des matches de football" (n° 1938)
36
Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheid tijdens
voetbalwedstrijden" (nr. 1938)
36
Orateurs: André Perpète, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: André Perpète, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'état
d'avancement des opérations d'enlèvement des
paratonnerres radioactifs" (n° 1960)
37
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vooruitgang inzake de
verwijdering van radioactieve bliksemafleiders"
(nr. 1960)
37
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Corinne De Permentier au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
vote automatisé" (n° 1982)
40
Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de geautomatiseerde
stemming" (nr. 1982)
40
Orateurs: Corinne De Permentier, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Corinne De Permentier, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Willy Cortois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la police
locale et le nouveau code de la route" (n° 1997)
41
Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de lokale politie en de nieuwe
verkeerswet" (nr. 1997)
41
Orateurs: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
Dirk Claes
Sprekers: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Dirk Claes
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les systèmes
d'alarme sonore pour les services d'urgence"
(n° 2001)
44
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de
geluidssystemen voor
nooddiensten" (nr. 2001)
44
Orateurs: Roel Deseyn, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Roel Deseyn, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'existence
d'une liste de pays, régions ou villes vers lesquels
le rapatriement des illégaux est impossible"
(n° 2005)
46
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het bestaan van een lijst van landen,
streken of steden waar de repatriëring van
illegalen onmogelijk is" (nr. 2005)
46
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Geert Bourgeois au vice-premier 48
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-
48
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
ministre et ministre de l'Intérieur sur "un plan
catastrophe pour les sourds et les malentendants"
(n° 2006)
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een rampenplan voor doven en
slechthorenden" (nr. 2006)
Orateurs: Geert Bourgeois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Geert Bourgeois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
50
Samengevoegde vragen van
50
- M. Geert Bourgeois au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'apparition en public
d'un homme politique en uniforme de police"
(n° 2042)
50
- de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het publieke optreden in politie-uniform van een
politicus" (nr. 2042)
50
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation
d'uniformes de la police à des fins de propagande
politique" (n° 2059)
50
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het gebruik van politie-uniformen
voor politieke propaganda" (nr. 2059)
50
Orateurs: Geert Bourgeois, Francis Van den
Eynde, Patrick Dewael
, vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Geert Bourgeois, Francis Van den
Eynde, Patrick Dewael
, vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
10
MARS
2004
Matin
______
van
WOENSDAG
10
MAART
2004
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.08 uur door de heer Filip De Man, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.08 heures par M. Filip De Man, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het personeel bij het Centrum voor gelijkheid van kansen
en voor racismebestrijding" (nr. 2034)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de uitbouw van meldpunten van het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding" (nr. 2035)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de webstek van het Islamitisch Centrum voor Molenbeek"
(nr. 2036)
01 Questions jointes de
- M. Francis Van den Eynde à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le personnel du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme" (n° 2034)
- M. Francis Van den Eynde à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la mise en place de services locaux du
Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme" (n° 2035)
- M. Francis Van den Eynde à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le site web du Centre islamique de
Molenbeek" (n° 2036)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik wil beginnen met mij te verontschuldigen voor de korte
vertraging die ik helaas onderweg heb opgelopen.

Mevrouw de minister, ik moet u bekennen dat ik deze drie vragen
over het Centrum niet stel om u te stalken, maar omdat ze alledrie
door mij schriftelijk werden gesteld op 5 januari. Dat is nu meer dan
twee maand geleden, en ik heb nog geen antwoord gekregen. Ik zie
mij dus verplicht om ze hier mondeling te stellen.

Mijnheer de voorzitter, als noch de minister, noch u, noch de diensten
daartegen bezwaar hebben, dan zal ik de drie vragen samen
behandelen. Ik begin met de vraag die betrekking heeft op het
personeel van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding. Ik zou graag weten hoeveel personen in totaal
01.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Il s'agit de trois
questions que j'ai posées par écrit
à la ministre le 5 janvier 2004 mais
qui n'ont toujours pas reçu de
réponse.

Quel personnel le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme occupe-t-il pour
le moment, à temps plein ou à
temps partiel?

Parmi ce personnel, combien sont
des allochtones et combien sont
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
tewerkgesteld zijn bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding en hoeveel van hen voltijds of deeltijds
tewerkgesteld zijn. Ik zou ook graag weten hoeveel van hen
allochtonen zijn. Het zou interessant zijn om na te gaan of men daar
de eigen principes wel toepast. Ik had ook graag vernomen ­ en
daarvoor zult u nog gevoeliger zijn ­ hoeveel vrouwen daar
tewerkgesteld zijn.

Als men voor gelijkheid van kansen pleit, moet men toch iets doen
aan de achteruitstelling van de dames. Bijgevolg heeft men daar een
soort pilootmissie of voorbeeldfunctie. Ik zou wel graag die cijfers
kennen.

De tweede vraag heeft te maken met die fameuze centra voor
racisme, een naam die ik altijd zeer ongelukkig gekozen gevonden
heb. Ik zal u eerlijk zeggen dat, als ik "centrum voor racisme" zie
staan, ik denk dat dit een centrum is dat racisme gaat promoten. Men
zou dit beter centrum voor racismebestrijding genoemd hebben, wat
mij iets logischer lijkt, maar tot daar. Die centra voor racisme, of beter
gezegd en om duidelijk te zijn, voor racismebestrijding, zouden van
start gaan op 21 maart. U zult zich herinneren dat dit alleen in
Vlaanderen is. Ik heb u daar ooit een mondelinge vraag over gesteld
en u hebt toen gezegd toevallig te beginnen ­ ik zet het woord
"toevallig" tussen aanhalingstekens ­ in Vlaanderen, maar dat er ook
andere zouden komen. In elk geval werd ons meegedeeld dat er in
Vlaanderen tegen 21 maart een twintigtal racismebestrijdingscentra
komen. Ik had willen weten hoeveel er dat nu zullen zijn. Waar
worden die ingeplant? Hoeveel personeel zal daar tewerkgesteld zijn?
Misschien ook interessant om te weten, zal dat personeel
functioneren op basis van een verloning door het Centrum, of worden
zij door een andere openbare instelling betaald? Ik had ook graag
geweten welke kosten deze nieuwe kantoren met zich meebrengen,
zeker wat betreft de bouw ervan, de uitrusting en het personeel.

Voorzitter: Thierry Giet, voorzitter.
Président: Thierry Giet, président.
des femmes?

Le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme va créer, d'ici au 21
mars 2004, des points de contact
dans toute la Flandre.

La ministre a affirmé, en réponse
à une question orale posée il y
quelques semaines, que le fait que
cela se fait d'abord en Flandre
était purement fortuit.

Combien de points de contacts
seront créés, et où le seront-ils?

Combien de membres du
personnel ces points de contact
compteront-ils?

Le personnel sera-t-il rémunéré
par le Centre?

A combien s'élèvent les coûts de
construction ou de location et
d'équipement des bureaux?

Et les coûts de personnel?
U hoeft mij het antwoord niet per kantoor te geven. Als het om heel
veel kantoren gaat, zou dat uw antwoord immers erg lang maken. De
totaliteit zou mij wel interesseren.

Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een laatste vraag. We hadden
afgesproken dat ik alle vragen in één keer zou stellen. Mijn laatste
vraag heeft betrekking op de webstek van het Islamitisch Centrum
van Molenbeek. Mocht u het e-postadres nodig hebben, dat is
www.assabyle.com. Op deze webstek wordt permanent een soort
opiniepeiling georganiseerd, waarbij men zich kan uitspreken ­ ik
citeer letterlijk ­ "voor het beëindigen van het bestaan van de
zionistische staat Israël". Ik geef iedereen vanzelfsprekend het recht
om een mening pro of contra te hebben over de politiek van Israël.
Daarin is men vrij. Daar gaat het mij niet om. Wanneer men echter op
een webstek kan stemmen voor het verdwijnen ­ dat betekent het
vernietigen ­ van de staat Israël, is het toch wel ver gekomen. Dat is
niet meer het uiten van een politieke opinie. Dat is ­ ik heb er geen
andere woorden voor ­ een vorm van antisemitisme.

Ik ben zeker niet de enige in dit Parlement die zich daarover beklaagt.
De heer de Donnea is er al regelmatig op teruggekomen. Hij heeft
Le site Internet du Centre
islamique de Molenbeek permet
aux internautes de participer en
permanence à une sorte de
sondage d'opinion: l'on peut s'y
exprimer sur la fin de l'existence
de `l'Etat sioniste', à savoir Israël.
En l'espèce, il s'agit clairement
d'une infraction à la loi contre le
racisme. Hier encore, M. de
Donnea nous a fait part, en
commission de l'Intérieur, des
préoccupations que lui inspire ce
phénomène inquiétant.

Les responsables du Centre pour
l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme ont-ils
connaissance de cette infraction?

Dans l'affirmative, une plainte
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
trouwens gisteren terloops hierover een uitspraak gedaan. Ik wil hem
niet compromitteren door hem te citeren. Ik ben evenwel blij dat hij
hier is, zodat hij mij gebeurlijk kan tegenspreken.

Hij heeft daar niets mee te maken, dat wil ik graag zeggen. De heer
de Donnea heeft gisteren in deze zaal, in de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen daarover nog geheel toevallig een naar
mijn mening pertinente opmerking gemaakt.

In elk geval, die webstek bestaat en functioneert. Ze organiseert die
hele zaak rond de vernietiging ­ een ander woord daarvoor heb ik niet
­ van de staat Israël. Het is niet alleen een vorm van antisemitisme.
Bovendien zal het door de staat Israël niet ervaren worden als een
daad van vriendschappelijke betrekkingen. Nogmaals, ik geef
iedereen het recht om een eigen mening te uiten over de politiek van
om het even welke staat. U zal echter begrijpen dat ook daar
bepaalde regels moeten gerespecteerd worden. De vernietiging van
een staat lijkt mij in de gegeven omstandigheden toch zeer zwaar.

Ik had graag geweten of het Centrum voor gelijkheid van kansen en
voor racismebestrijding weet heeft van deze zaak? Dit is niet
onbekend. Het is reeds zo vaak hier in het Parlement aan bod
gekomen. Het is in de pers verschenen. Weten zij daarvan? Kennen
ze de inhoud daarvan? Als dat niet het geval zou zijn, dan moet ik u
bekennen dat ik u zou vragen hoe dat kan. Indien het wel het geval is,
dan kom ik u vragen of er een klacht werd ingediend met burgerlijke
partijstelling en welke andere maatregelen er werden getroffen.

Mijnheer de voorzitter, dat waren mijn drie vragen. Ik ben binnen de
tijd gebleven.
avec constitution de partie civile a-
t-elle déjà été déposée?
01.02 Minister Marie Arena: Mijnheer de voorzitter, ik ben een beetje
verbaasd over de drie schriftelijke vragen. Volgens mij zijn er aan mij
geen schriftelijke vragen gesteld waarop ik niet heb geantwoord.
01.02 Marie Arena, ministre: Je
m'étonne de votre référence à
trois questions écrites.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mag ik mevrouw
de minister verwijzen naar de jongste uitgave van het Bulletin van
vragen en antwoorden van de Kamer? U zult zien dat deze drie
vragen daar onbeantwoord in staan. Ik zuig dit niet uit mijn duim. Dat
zou ik niet doen.
01.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Vous les
retrouverez dans la dernière
édition du Bulletin des questions et
réponses
.
01.04 Minister Marie Arena: Wat uw eerste vraag betreft, 61
personeelsleden van het Centrum zijn voltijds en 16 personeelsleden
deeltijds tewerkgesteld.

De notie allochtoon wordt niet gedefinieerd in enige federale,
wettelijke of reglementaire tekst en het Centrum is bijgevolg niet in de
mogelijkheid dit cijfer mee te delen. De term allochtoon is geen term
voor de federale ambtenarij.

Op dit ogenblik zijn er 32 voltijds werkende vrouwen, 12 deeltijds
werkende vrouwen, 29 voltijds werkende mannen en 4 deeltijds
werkende mannen in het Centrum.

Wat uw tweede vraag betreft, in nauwe samenwerking met
gemeenten, provincies, regionale integratiediensten, lokale
verenigingen en wijkcomités ontvangen medewerkers van het
Centrum op bepaalde tijdstippen slachtoffers van discriminatie. Deze
01.04 Marie Arena, ministre: Le
Centre emploie 61 personnes à
temps plein et 16 à temps partiel.
Etant donné que la notion
`d'allochtone' est absente des
textes de loi fédéraux, le Centre
ne peut pas communiquer de
données à ce sujet. 32 femmes et
29 hommes travaillent à temps
plein et 12 femmes et 4 hommes à
temps partiel.

Le Centre possède des bureaux
dans cinq villes flamandes où il
accueille régulièrement des
victimes de discriminations. De
tels bureaux existent également
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
diensten bieden de mogelijkheid om de strijd tegen dagelijkse
praktijken van discriminatie van nabij aan te gaan.

Er zijn vijf verschillende bureaus in Vlaanderen: Antwerpen, Gent,
Mechelen, Hasselt en Leuven. Er zijn ook verschillende bureaus in
Wallonië. Deze contactpunten betreffen projecten die behoren tot de
wettelijke opdrachten van het Centrum. Zij brengen geen bijkomende
kosten of personeel met zich in het gewone budget van het Centrum.

Wat betreft uw derde vraag, is in de wet voorzien dat het Centrum zijn
bevoegdheden in volledige onafhankelijkheid uitoefent. Zijn raad van
bestuur schat de dossiers die hem worden voorgelegd individueel in.

De vermelde site is bekend bij het Centrum. Het Centrum heeft in
2002 klacht ingediend tegen de verantwoordelijken van de site en
heeft zich burgerlijke partij gesteld. De procedure is momenteel nog
bezig en er is een zittingsdatum vastgelegd voor de raadkamer van
Brussel op 30 maart aanstaande.
en Wallonie. Ces projets
s'inscrivent dans le cadre des
missions légales du Centre et
n'occasionnent pas de frais
supplémentaires.

Le Centre exerce sa mission en
toute indépendance. Il connaît le
site mentionné et a déposé plainte
contre les responsables avec
constitution de partie civile en
2002. L'affaire sera examinée le
30 mars en chambre du conseil à
Bruxelles.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor haar zeer precieze antwoorden.

Uit uw antwoord onthoud ik een voor mij niet onbelangrijk punt,
namelijk dat het begrip "allochtoon" inzake ambtenaren op federaal
niveau niet bestaat. Dat is niet onlogisch, indien ze de Belgische
nationaliteit hebben. Ik verwijt u dat niet.

Mevrouw de minister, u mag het me niet kwalijk nemen een paar
opmerkingen terzijde te maken.

Eerste opmerking. Mijn klomp breekt bij de vaststelling dat datzelfde
Centrum, dat officieel geen allochtonen telt bij het eigen personeel,
een hele campagne voert bij bedrijven in Vlaanderen en wellicht ook
in Wallonië en bij gemeente- en provinciebesturen voor de
aanwerving van allochtonen. Wanneer men zelf niet erkent dat er
allochtonen bestaan ­ ik herhaal dat dat niet onlogisch is - begrijp ik
niet dat men oproept om allochtonen aan te werven. Mocht u aan mijn
woorden twijfelen, geef ik graag een voorbeeld. Ik verwijs naar de
stad Gent die 28 miljoen Belgische frank uitgeeft om haar diensten te
interculturaliseren. Interculturaliseren betekent grosso modo
allochtonen aanwerven. Men controleert dat door de oorsprong van
de ambtenaren te registreren. Geef toe, mevrouw de minister, dat er
een contradictie is.

Mijn tweede opmerking houdt verband met de tweede vraag. Uit uw
antwoord onthoud ik wat ik reeds jaren weet: er bestaan vijf centra in
Vlaanderen die als lokale antenne fungeren voor het Centrum.

Ik wijs u op een artikel, verschenen in De Standaard op 27 november
2003, waarin staat: "Vlaanderen krijgt racismekantoren." Ik heb u toen
naar aanleiding van dat artikel in de plenaire vergadering in het
vragenuurtje een vraag gesteld. U zult het zich herinneren. Ik heb de
vraag gesteld waarom men in Vlaanderen begint. Zijn wij genetisch
verantwoordelijk? Zijn wij genetisch of erfelijk verdacht? U hebt
gezegd dat dat niet het geval was, dat er er ook in Wallonië komen.
Maar dat zijn niet die vijf waar u naar verwijst. Het kantoor van Gent
bijvoorbeeld, stad waar ik gemeenteraadslid ben en voorzitter van de
grootste oppositiepartij, bestaat al heel lang. Goed bedoeld, dat is het
01.05 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Le Centre a
beau ne pas reconnaître
officiellement l'existence des
allochtones, il mène campagne en
faveur notamment de
l'engagement d'allochtones dans
les entreprises et au sein des
communes. La Ville de Gand
consacre 28 millions de francs au
recrutement d'allochtones sur la
base de l'origine de ces derniers.
La contradiction est manifeste!

Un article publié dans le quotidien
De Standaard du 27 novembre
2003 était consacré aux bureaux
locaux du Centre situés en
Flandre. J'ai adressé à la ministre
une question orale à ce sujet en
séance plénière. Mme Arena a
déclaré que de tels bureaux
étaient également prévus en
Wallonie. Les responsables du
Centre chercheraient-ils à duper la
ministre?

Une plainte avec constitution de
partie civile a été déposée en
2002. L'affaire a été portée devant
la Chambre du conseil de
Bruxelles le 30 mars seulement.
Dans l'affaire opposant le Centre
et le Vlaams Blok, la justice a
clairement manifesté plus de zèle.
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
niet.

Dan begin ik mij af te vragen wat er gebeurt. Ofwel spelt het Centrum
u wat op de mouw, wat altijd mogelijk is ­ want ik ga u niet ervan
verdenken mij te beliegen ­ en dan is dat uw verantwoordelijkheid, of
anders is het bericht dat door het Centrum eind november verspreid
werd gewoon ­ excuseer mij het woord ­ quatsch en is er niets
gebeurd en is het een manier om bij de publieke opinie een klein
beetje rumoer te maken.

Mevrouw de minister, ik noteer dat er in 2002 een klacht geweest is
met burgerlijke partijstelling en dat men pas op 30 maart 2004 een
inleidende zitting in die zaak zal hebben voor de raadkamer te
Brussel. Het moet mij toch van het hart dat men niet zeer vlijtig
geweest is op gerechtelijk vlak in deze zaak. Ik ken zeer goed andere
dossiers die door het Centrum aangebracht werden.

Maar in die "korte" periode van 2002 tot eind maart 2004 is een zaak
niet alleen voor de raadkamer verschenen, maar ook voor de
correctionele rechtbank die zich onbevoegd verklaard heeft, voor het
hof van beroep dat zich onbevoegd verklaard heeft, voor het Hof van
Cassatie dat het arrest van het hof van beroep van Brussel verbroken
heeft en is ze nu al terug behandeld door het hof van beroep van Gent
waar de uitspraak op 21 april zal vallen. Dat is de zaak van het
Centrum tegen de partij waarvan ik deel uitmaak en waar ik zeer trots
op ben. In het bijzonder ben ik trots wanneer het regime die partij voor
de rechtbank zeult. Geef toe dat er in snelheid van behandeling
tussen die twee een enorm verschil is. Dat was het.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister over "de administratieve vereenvoudiging" (nr. 2015)
02 Question de Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "la simplification administrative" (n° 2015)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, wij hebben in het najaar van 2003 met interesse
geluisterd naar uw beleidsnota inzake de administratieve
vereenvoudiging. Wij hebben die dan ook goedgekeurd omdat wij
vonden dat daarin interessante punten stonden om de administratieve
rompslomp binnen afzienbare tijd af te bouwen.

Ik las dit weekend in twee ondernemersbladen, ZO en het blad van
Volka, uw verhaal over de administratieve vereenvoudiging waarin u
zegt dat u eigenlijk nog niet zo ver staat. Wat mij geboeid heeft in het
verhaal van ZO is dat u mijn badkamerverhaal goed hebt begrepen en
dat u op het vlak van inspanningen inzake het aanleggen van dossiers
voor aannemers en onderaannemers iets wilt doen. Veel verder
geraak ik niet, mijnheer de staatssecretaris.

Ik lees ook in krantenberichten dat de geboorteakte zal kunnen
worden afgehaald in de gemeente waar men woont, wat interessant is
voor de burger en een betere toegankelijkheid van de burger naar de
overheid bewerkstelligt. Dit is een belangrijk iets, ook al is het een
heel klein onderdeel in het kluwen van de code Napoleon die tot op
vandaag nog van toepassing is. Het is duidelijk dat daaraan
02.01 Trees Pieters (CD&V): La
note de politique générale du
secrétaire d'Etat est un document
intéressant. J'ai toutefois lu dans
deux publications destinées aux
entrepreneurs qu'il n'a pas encore
beaucoup progressé sur la voie de
sa mise en oeuvre. Quelles
mesures ont-elles déjà été prises
en faveur de la réduction des
formalités administratives pour les
entreprises?

Où en est l'exécution du plan de
politique concernant la
suppression des certificats en
annexe de tout marché public, le
devoir d'archivage et le numéro
d'entreprise unique?
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
verandering en verbetering moet worden aangebracht. Dit is een stap,
een kleine stap.

Wij hebben ook gehoord dat de aangifte van een kind in het
ziekenhuis zal kunnen gebeuren. De vraag is of dit wel haalbaar is. Dit
is natuurlijk niet uw departement, maar van uw collega Vanvelthoven.
Sindsdien hebben we daarvan niets meer gehoord. Er is ook op dat
vlak nog bijzonder veel werk te doen.

Mijn vraag gaat in tweede instantie over de concrete stappen die u
ondertussen hebt gezet op de weg naar administratieve
vereenvoudiging tussen de overheid en de ondernemingen. Hoe ver
staat u op dit ogenblik met de uitvoering van uw beleidsplan?

Meer specifiek voor de ondernemingen had ik graag geweten wat er
reeds gebeurd is en wat er nog moet gebeuren om een
daadwerkelijke daling van het aantal formaliteiten te bewerkstelligen.

In uw twaalf werken spreekt u over de afschaffing van attesten als
bijlage bij elke overheidsopdracht ­ mijn badkamerverhaal. Voorts
wenst u de archiveringsplicht van bedrijven terug te dringen en te
elektroniseren en werkt u nog aan de invoering van het uniek
ondernemersnummer. Graag had ik vernomen hoever het staat met
de uitvoering van uw beleidsplan en concreet voor de genoemde
zaken.
02.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Pieters, bedankt voor uw interessante vraag. Ik
zal puntsgewijs een antwoord geven op uw vragen.

In verband met de problematiek van de geboorteakte of de
geboorteaangifte, loopt er op dit moment een onderzoek, samen met
het departement Justitie en Fedict, om na te gaan hoe de
geboorteaangifte en het verkrijgen van een geboorteattest kan
worden vereenvoudigd, onder meer in het kader van de globale
modernisering van de akten van de burgerlijke stand. Daarover
overleggen wij regelmatig met vertegenwoordigers van steden en
gemeenten, het VVSG, individuele ambtenaren en VLAVABBS.

Intussen heb ik van diverse steden en gemeenten ook de verzekering
gekregen dat men een uittreksel van de geboorteakte zelfs vanop
afstand kan verkrijgen ­ dat betekent via het e-loket of zelfs via
briefwisseling ­, zodat men zich zelfs niet meer hoeft te verplaatsen
naar het gemeenteloket, noch naar dat van de geboorteplaats, noch
naar dat van de woonplaats. Idealiter zou dat systeem worden
veralgemeend, zodat men van bij zich thuis een uittreksel van de
geboorteakte kan verkrijgen. Men hoeft dan zelfs niet meer de
verplaatsing te doen naar de gemeente waar men woont, waarnaar u
verwijst.

Ten tweede, wat de stand van zaken betreft inzake de
vereenvoudiging voor de burgers heeft u mij er destijds op gewezen
dat wij bij de afschaffing van de eensluidendverklaring best ook
zouden aandringen op zo'n afschaffing bij Vlaanderen en Wallonië.
Welnu, ik kan u intussen meedelen ­ u hebt dat wellicht ook al
kunnen lezen in de kranten ­ dat zowel Vlaanderen als Wallonië
hebben beslist, middels decreten en besluiten, dat ook daar de
eensluidendverklaring wordt afgeschaft. Die maatregel vindt ingang
02.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Le SPF Justice examine encore
comment la déclaration de
naissance peut être simplifiée. En
tout état de cause, un certain
nombre de villes et de communes
ont déjà confirmé qu'un extrait
d'acte de naissance peut être
obtenu à distance par le biais du
guichet électronique ou par
courrier. Idéalement, il
conviendrait de généraliser ce
système afin que le citoyen ne soit
pas contraint de se rendre au
guichet de l'administration
communale de son domicile.

La Flandre et la Wallonie ont
décidé de supprimer le système
des copies certifiées conformes
des diplômes à compter du 31
mars 2004. Une campagne
d'information débutera
prochainement à ce sujet.

La suppression du certificat de
milice et la simplification du
système des bourses d'étude et du
coordinateur de sécurité sur des
chantiers précis figurent à l'ordre
du jour du Conseil des ministres
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
vanaf 31 maart 2004. Concreet gaat het om een klein miljoen
verplaatsingen per jaar naar het gemeentehuis, die mensen niet
langer zullen moeten ondernemen. Vlaanderen en Wallonië zijn dus
mee op die kar gesprongen en plannen daarover binnenkort een
informatiecampagne om burgers en ambtenaren in te lichten.

In het kader van de Ministerraad over levenskwaliteit die binnenkort
plaatsvindt, voorzie ik nog een aantal bijkomende vereenvoudigingen
die ten goede moeten komen van de burgers. Zo is onder meer
voorzien in de afschaffing van het militiegetuigschrift.

Ook willen wij werk maken van de verdere vereenvoudiging van de
aanvraag en de toekenning van een studiebeurs, wat een
bevoegdheid is van de Gemeenschappen, maar waaraan ook een
federale component verbonden is.

Ten slotte ­ en dat zal u bijzonder goed in de oren klinken ­ weet u
dat ik mij sterk wil maken om de veiligheidscoördinator inzake
particuliere werven te vereenvoudigen. Ik heb daartoe een oproep
gedaan aan mijn collega-staatssecretaris voor Welzijn op het Werk in
de loop van de maand september 2003. Zij heeft mij de verzekering
gegeven dat daarover gepraat kan worden. Ik ben zeer benieuwd wat
de discussies daarover zullen opleveren, opdat de
veiligheidscoördinator inzake particuliere woningen kan worden
vereenvoudigd.

Ten slotte neem ik mij voor om binnenkort, in overleg met de minister
van Binnenlandse Zaken, een masterplan uit te werken tot
optimalisatie en uitbreiding van het Rijksregister, zodanig dat wij van
die unieke databank veel beter gebruik kunnen maken.

Dat willen wij doen samen met het in kaart brengen van de levensloop
van de burgers. Ik denk dan concreet aan alle mogelijke processen
die burgers doormaken in hun leven zoals geboorte, huwelijk en
sollicitatie. Het is de bedoeling dat de mensen dergelijke verrichtingen
met minder papier kunnen ondernemen.

Over de vereenvoudiging voor de ondernemingen kan ik u het
volgende meedelen. Er is over een aantal concrete
vereenvoudigingen beslist op de Ministerraad van Gembloux. Ik heb
nog niet in het Parlement kunnen zeggen waarover dat ging, dus ik
zeg het graag aan u.

Dat ging onder meer over een verdubbeling van de drempel voor de
driemaandelijkse BTW-aangifte van 500.000 euro naar 1 miljoen
euro, wat een papierbesparing betekent voor 25.000 KMO's in dit
land, en dat met ingang op 1 januari 2005. Voorts is er ook de
rechtstreekse toegang van de notarissen tot de
kruispuntbankondernemingen vanaf 1 september 2004. Ik heb
gisteren van een aantal notarissen vernomen dat de testfase goed
verloopt. De bedoeling is rechtstreekse consultatie en de input van
gegevens.

Dan is er ook nog de afschaffing van de visum- en parafeerplicht voor
de centrale boekhouding en ten slotte ook de inschrijving van de
BTW, ook via de ondernemingsloketten, vanaf 1 juni 2004. Ook daar
verlopen de voorbereidingen goed.
sur la qualité de vie qui aura lieu
prochainement. J'ai organisé une
concertation avec la secrétaire
d'Etat au Bien-être au travail à
propos des coordinateurs de
sécurité.

Une concertation est en cours
avec le ministre de l'Intérieur sur
un masterplan pour le registre
national. Il est utile d'inventorier la
vie du citoyen et d'analyser point
par point les procédures dont la
paperasserie pourrait être allégée.

Le Conseil des ministres de
Gembloux a pris des décisions en
matière de simplification
administrative en faveur des
entreprises. Le seuil d'application
pour la déclaration trimestrielle à la
TVA sera doublé à partir du 1
er
janvier 2005 ; les notaires
disposeront d'un accès direct à la
banque-carrefour des entreprises
à partir de septembre 2004 ;
l'obligation de visa et de paraphe
est supprimée pour la comptabilité
centrale et l'inscription TVA à partir
du 1
er
juin 2004.

A partir de cette année, les
indépendants pourront introduire
leur déclaration fiscale en ligne.
Les attestations destinées à
l'ONSS et à la TVA seront
contrôlées par l'autorité qui est à
l'origine du marché public.

En ce qui concerne la fiche
d'impact PME, des négociations
débuteront prochainement au sein
d'un groupe de travail
intercabinets.

La Commission d'évaluation des
lois pourra entamer ses activités
assez rapidement.

Le plan d'action fédéral relatif à la
simplification sera encore présenté
avant les vacances de Pâques.

Quatre des douze travaux sont
donc en cours et pourront être
finalisés dans l'année. Un tiers des
travaux aura donc été réalisé au
terme de la première année de la
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Wat de twaalf werken en de uitvoeringen voor de ondernemingen
betreft, kan ik u zeggen dat Werk 5, online belastingaangiften tax on
web voor de zelfstandigen, mogelijk zal zijn vanaf juni van dit jaar.
Ook daar verlopen de voorbereidingen goed.

Werk 8 is het afschaffen van attesten voor overheidsopdrachten. Wij
willen de attesten voor de RSZ en BTW zelf laten controleren door de
overheid die de overheidsopdracht heeft uitgeschreven.

Werk 12 is de niet te vergeten wetsevaluatie.

Inzake uw terechte vraag in verband met de KMO-impactfiche, kan ik
u zeggen dat wij weldra de onderhandelingen op IKW-niveau starten
om de Kafka-clausule inclusief de KMO-impactfiche aan de orde te
stellen. Ook de wetsevaluatie a posteriori verloopt goed. De
Commissie voor de wetevaluatie zal haar werkzaamheden immers vrij
snel kunnen starten. Ik denk dat de heer Verherstraeten er deel van
uitmaakt.

Op uw vraag over de stand van zaken in de uitvoering van het
beleidsplan, kan ik u meedelen dat wij nog voor de paasvakantie ons
federaal actieplan voor de vereenvoudiging zullen indienen.

Mevrouw Pieters, 4 van de 12 werken zijn in uitvoering. Ik hoop dat
die binnen het jaar volledig kunnen worden afgerond. Na een kwart
van de legislatuur zou dus een derde van de werken zijn uitgevoerd,
namelijk eensluidendverklaring, uitbreiding tax on web, afschaffing
attest overheidsopdracht en wetsevaluatie. Ik denk dat dit niet slecht
is.

Ik weet dat het nog altijd beter kan en u hebt gelijk om daarop aan te
dringen. Daarnaast zetten wij ook belangrijke stappen in Werk 7. Ik
start ook met de formulieren voor Werk 10, het uniek
ondernemingsnummer; en voor Werk 11, de unieke
gegevensinzameling van burgers met onder meer de verhoging van
de drempel van de BTW-aangifte, de rechtstreekse inschrijving in de
KBO en ook de BTW-inschrijving via de ondernemingsloketten.

Tot daar mijn uitvoerig antwoord op uw terechte vragen, mevrouw
Pieters.
législature. Je pense que ce n'est
pas un mauvais résultat.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt
voor uw antwoord.

De zaken die uw opnoemt voor de burgers en de ondernemingen
waren mij bekend. Het was mij echter niet bekend dat u zich schaart
achter de vereenvoudiging voor kleinere werken van
veiligheidscoördinatoren.

Ik heb daarover een vraag gesteld aan mevrouw Van Brempt aan het
begin van deze legislatuur, in september of oktober. Toen was zij dat
ook van plan. Ondertussen zijn we zoveel maanden verder en moet ik
vernemen ­ omdat ik ook wat ongeduldig geworden was naar
aanleiding van de resultaten van die opdracht die zij van het
Parlement gekregen heeft en naar aanleiding van het interview dat ik
gegeven heb in het weekend bij het afsluiten van Batibouw en de
reactie vanuit de confederatie, de Bouwunie en een aantal instanties ­
dat de gesprekken met mevrouw Van Brempt pas nu beginnen. Er is
02.03 Trees Pieters (CD&V): Au
début de la législature, j'avais
adressé à Mme Van Brempt une
question au sujet de la
réglementation applicable aux
coordinateurs de sécurité dans le
cadre de petits travaux. La
secrétaire d'Etat avait exprimé
l'intention de prendre des
initiatives en la matière. Je
constate cependant que les
discussions vont seulement
commencer et que, de surcroît,
elles ne seront organisées qu'en
raison des réactions consécutives
à l'interview que j'avais accordée à
l'issue de Batibouw. Il serait
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
overleg maar het overleg versnelt nu wat omtrent concrete gegevens.
Men weet echter nog altijd niet goed waar men staat. Het is dus niet
slecht dat niet één maar twee ministers zich op dat vlak begeven om
wat vooruitgang te bekomen.

De driemaandelijkse aangifte, de notarissen en de BTW zijn zaken
die mij bekend zijn. Het zijn inderdaad stappen vooruit.

Wat de evaluatie van de wet betreft, hoe zit het met de inbreng van de
ministers? Bij elk wetsontwerp dat zij klaarstoomden moesten zij allen
nagaan of het een belemmering was inzake vereenvoudiging. Hoe zit
dat?

Wanneer u spreekt over werken aan de vereenvoudiging voor
ondernemingen, dan is er het gevolg van de KBO.
préférable d'accélérer les travaux.

Qu'en est-il de l'obligation à
laquelle sont tenus les ministres
de s'assurer préalablement que le
projet de loi qu'ils entendent
déposer ne constitue pas un
obstacle à la simplification
administrative?

N'y a-t-il pas lieu de dresser un
inventaire des documents
administratifs superflus?
Le président: Madame, je vous rappelle que nous sommes dans le cadre d'une question.
02.04 Trees Pieters (CD&V): J'ai presque fini, monsieur le président!
Is het niet goed om in plaats van zo fragmentarisch te werken een
inventaris te maken van wat er eigenlijk te veel is aan administratieve
formulieren in het ondernemingsgebeuren? Ik weet dat dit in het
verleden gebeurd is maar dat is misschien niet meer actueel.
Misschien moet dit geactualiseerd worden. Het zou goed zijn om al
die verschillende procedures en formulieren vanuit diverse hoeken
ergens in kaart te brengen. Bent u daarmee bezig?
02.05 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Inzake die twee
punten van wetsevaluatie, ik heb u gezegd dat inzake de KMO-
impactfiche die vervat zit in de Kafka-clausule, de onderhandelingen
op IKW-niveau met de verschillende kabinetten en ministers weldra
zullen starten zodanig dat we rekening kunnen houden met kosten en
baten.

U hebt ook het punt aangehaald over het in kaart brengen van teveel
papier voor bedrijven. Ik kan u misschien binnenkort eens rondleiden
in de goudmijn van de Kafka-website die mij intussen 3.512
meldingen heeft opgeleverd, want dat is heel interessant. Het is de
eerste keer dat de ondernemingen rechtstreeks de kans krijgen om te
zeggen waar er teveel papier is. De kunst zal erin bestaan er grote
lijnen in aan te brengen en dan de problematiek aan te pakken. Eerlijk
gezegd denk ik dat de spil van het verhaal inderdaad in de
Kruispuntbank voor Ondernemingen zit. Nu moet u eens informeren
want het schijnt dat die KBO beter en beter aan het draaien is, maar
ik heb dat niet gezegd.
02.05
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
En ce qui concerne la fiche
d'impact PME prévue dans la
clause Kafka, les négociations
avec les différents ministres et
leurs
cabinets commenceront
sous peu.

Mon site internet kafka.be
comprend déjà 3.512 remarques.
Pour la première fois, la possibilité
a été offerte aux entreprises
d'évoquer directement leurs
propres problèmes. Nous
systématiserons toutes les
observations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de benoeming van een directeur voor het
Centrum voor gelijkheid van kansen" (nr. 2029)
03 Question de M. Servais Verherstraeten à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la nomination d'un directeur
au Centre de l'égalité des chances" (n° 2029)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, 03.01 Servais Verherstraeten
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
mevrouw de minister, na het ontslag van de heer Leman dient een
nieuwe directeur te worden benoemd in het Centrum voor gelijkheid
van kansen en voor racismebestrijding.

Mijn vragen hebben betrekking op de stand van zaken in dit dossier
en op de wijze waarop het tot nu toe werd behandeld.

Kunt u bevestigen dat de selectieprocedure die in opdracht van de
raad van bestuur plaatsvond objectief en transparant werd uitgevoerd,
degelijk en volledig was en uiteindelijk heeft geleid tot de voordracht
van een eerste kandidaat?

Indien die selectieprocedure objectief en transparant werd uitgevoerd,
wat is dan de reden dat de kandidaat die werd voorgedragen door
deze raad van bestuur nog niet werd benoemd?

Heeft de regering als dusdanig bedenkingen bij deze kandidaat?
Indien ja, dewelke?

Wat is de echte reden waarom dit dossier van de regeringstafel terug
werd gestuurd naar de raad van bestuur van het Centrum? Ik meen te
hebben begrepen dat de raad van bestuur gisteren of eergisteren
opnieuw is samengekomen en opnieuw dezelfde kandidaat heeft
voorgedragen.

Wat zijn nu uw intenties? Meer in het algemeen, vindt u dat een
objectieve aanwijzing na assessment van de meest geschikte
kandidaat voor overheidsfuncties een belangrijke hoeksteen is van uw
beleid? Op welke wijze wenst u daaraan uitvoering te geven?
(CD&V): Le SELOR a organisé
une procédure de sélection pour
pourvoir la fonction de directeur du
Centre pour l'égalité des chances
et la lutte contre le racisme. La
ministre confirme-t-elle que cette
procédure s'est déroulée de
manière objective, transparente,
honnête et complète?

Dans l'affirmative, pourquoi le
candidat qui s'est avéré être le
meilleur n'a-t-il pas encore été
nommé?

Le gouvernement émet-il des
réserves à propos de ce candidat?
Lesquelles? Comment se fait-il
que ce dossier soit de nouveau
passé des mains du
gouvernement à celles du conseil
d'administration du Centre?

Est-il exact que celui-ci a proposé
une nouvelle fois le même
candidat? Quelles sont à présent
les intentions de la ministre?

Estime-t-elle que, pour les emplois
dans la fonction publique, la
désignation objective du candidat
le plus apte constitue une pierre
angulaire importante de sa
politique?

Dans ce cas, comment le
prouvera-t-elle?
03.02 Minister Marie Arena: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, ik herinner u eraan dat het koninklijk besluit van
21 juli 2003 duidelijk bepaalt in artikel 1, § 22 dat wat betreft gelijke
kansen, de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie en Grootstedenbeleid bevoegd is, met uitzondering van de
administratieve bevoegdheid over het Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding die door de eerste minister wordt
uitgeoefend.

De raad van bestuur moet het benoemingsdossier van de directeur
van het Centrum dus naar de eerste minister sturen. De eerste
minister vroeg mij u mee te delen dat de raad van bestuur die gisteren
om 20 uur samenkwam, zijn advies over de kandidaturen nog niet had
overgemaakt. Het is momenteel dus voorbarig op uw vraag in te
gaan.
03.02 Marie Arena, ministre: La
tutelle administrative du Centre
pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme est exercée
par le premier ministre. Celui-ci a
fait savoir qu'il n'avait pas encore
obtenu d'avis du conseil
d'administration hier soir à vingt
heures. Il est donc prématuré de
déjà répondre à votre question.
En ma qualité de ministre de la Fonction publique, j'affirme que le
Selor a respecté toute la transparence et l'objectivité de la procédure.

Pour le reste, en ce qui concerne la nomination en tant que telle, il
Wat de objectiviteit van de
selectieprocedure betreft, dat werk
werd volgens de gebruikelijk
normen door SELOR uitgevoerd.
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
s'agit bien d'une compétence du premier ministre qui, sur base de la
proposition du conseil d'administration, présentera la candidature au
Conseil des ministres. Je vous engage donc à l'interroger à ce sujet
dans quelques jours.
De eerste minister is bevoegd voor
de benoeming. Op grond van het
advies van de raad van bestuur
stelt hij de benoeming aan de
Ministerraad voor. Gelieve dan ook
de eerste minister hierover wat
later te ondervragen.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor haar antwoord.

Mevrouw de minister, blijkbaar werkt de pers sneller dan deze
regering, want de pers wist ­ toen ik vanmorgen de krant las ­ wel wie
opnieuw is voorgedragen. Op de kanselarij van de eerste minister
weet men dit blijkbaar niet. Ik neem toch akte van uw tweevoudig
antwoord.

U bevestigt dat de selectieprocedure en het assessment door Selor
op een objectieve en transparante wijze is totstandgekomen en
aanleiding heeft gegeven tot een voordracht van de beste kandidaat
en dat de eerste minister op basis van die voordracht een voorstel
van benoeming aan de Ministerraad zal doen. Ik zal op basis van die
gegevens een vraag aan de eerste minister stellen.
03.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Manifestement, la presse
travaille plus rapidement que le
gouvernement et elle sait déjà qui
a à nouveau été présenté. En tout
état de cause, je prends acte du
fait que la ministre confirme que
l'évaluation a été réalisée de
manière objective et transparente,
qu'elle a débouché sur la
présentation du meilleur candidat
et que le premier ministre fera une
proposition de nomination au
Conseil des ministres sur la base
de cette présentation. Ces
données me serviront à poser une
question au premier ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het asielcentrum in Vresse-sur-Semois" (nr. 217)
04 Interpellation de M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le centre
d'asile de Vresse-sur-Semois" (n° 217)
04.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens de
minister te interpelleren over de toestand en de afwikkeling van het
dossier inzake het asielcentrum in Vresse-sur-Semois. Het gaat over
het centrum Les Dolimarts, dat de regering heeft aangekocht om het
om te vormen tot een asielcentrum. Het eens zo mooie gebouw ligt er
nu danig vernield bij.

De hele problematiek van het aankopen van asielcentra is bekend. De
regering heeft op het einde van het jaar 2000 op een heel kwestieuze
manier onder andere de centra in Houthalen-Helchteren, Hengelhoef
en Zon en Zee aan de Belgische kust aangekocht. De bestemming
die aan de gebouwen werd gegeven, was zo mogelijk nog meer
kwestieus. De vervreemding die zich nu voltrekt, is nog het meest
kwestieuze. Dat zal echter nog bij andere gelegenheden kunnen
worden geëxpliciteerd.

De regering beweert aan de hand van cijfers ­ quod erat
demonstrandum ­ dat de asielstroom onder controle is. Wellicht is in
de cijfers het aantal asielzoekers gedaald. Het gaat altijd over het
aantal geregistreerde asielzoekers, over mensen die zelf het statuut
van asielzoeker aanvragen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de
illegaliteit op het grondgebied is afgenomen, wel integendeel. Alle
bestuurders op om het even welk niveau in ons land worden met die
vaststelling geconfronteerd.
04.01 Pieter De Crem (CD&V): Il
y a plusieurs années, le
gouvernement a acheté le centre
de vacances Les Dolimarts pour
en faire un centre pour
demandeurs d'asile. Le nombre de
demandeurs d'asile aurait entre-
temps diminué et le centre n'est
plus nécessaire. Du complexe
touristique, il ne reste que des
ruines.

Combien de places sont-elles
actuellement disponibles dans les
différents centres?

Qu'adviendra-t-il des Dolimarts?

Le gouvernement remettra-t-il le
centre en état avant de le
revendre?

Il existe un centre pour
demandeurs d'asile à Sugny,
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Ik kom terug op het centrum Les Dolimarts in Vresse-sur-Semois. Het
centrum zou nu niet meer nodig zijn in het kader van het
opvangbeleid.

Ik wil de minister heel concrete vragen stellen.

Ten eerste, hoeveel plaatsen zijn er in de verschillende centra
beschikbaar? Dat konden we nooit exact te weten komen. Misschien
kan dat nu wel.

Ten tweede, wat is het lot van Les Dolimarts, dat zoals het er nu
bijligt, geschikt is om een sciencefictionfilm of een soort reportage
over D-day of over de slag om de Ardennen te draaien? Ik had graag
van de minister vernomen welke bestemming eraan zal worden
gegeven. Zo er een verkoop wordt overwogen, zal de regering het
centrum dan eerst herstellen? Eerlijk gezegd, het enige wat op dit
moment te gelde kan worden gemaakt, is de grondwaarde. Het
gebouw is jammer genoeg niet veel meer waard.

In de nabijgelegen oud-legerbasis van Sugny is er eveneens een
asielcentrum. De aankoop van Les Dolimarts was enigszins
verwonderlijk. We kennen de herkomst van het gebouw. Het zat in de
rijke korf van de socialistische mutualiteiten. Later is de korf een
beetje armer geworden in onroerend goed, maar veel rijker aan
geldelijke middelen. Ik heb nooit begrepen waarom men een
asielcentrum is Sugny heeft willen inplanten.

Deze interpellatie geeft u de mogelijkheid om het asielbeleid te
bewieroken. Daar verwacht ik me aan. Zo niet, kiest u voor een
andere strategie dan uw voorganger, minister Duquesne, die van
dergelijke interpellaties altijd gebruikt maakte om te zeggen hoe goed
het ging. Mijn interpellatie laat u toe de evolutie van de asielstroom te
schetsen. Graag wens ik te vernemen wat u van plan bent met het
gebouw waarvan sprake, maar ook met de andere gebouwen die ooit
werden uitgeroepen tot asielcentrum.
pourquoi en fallait-il un autre juste
à côté?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
vorige week kon de heer De Crem niet in ons midden zijn. Ik zal dus
moeten herhalen wat ik vorige week reeds meegedeeld heb.
Bovendien zal ik iets anders doen dan hetgeen mijn voorganger deed.

Collega's, deze aangelegenheid behoort niet tot mijn bevoegdheid
maar tot die van mijn collega voor Maatschappelijke Integratie die net
deze vergadering verliet. Het beheer van deze centra valt niet onder
de bevoegdheid van Binnenlandse Zaken. Ik kan op deze
problematiek niet ingaan en indien de heer De Crem aandringt ­ hem
kennende zal hij dat doen ­ stel ik hem voor de interpellatie te richten
tot minister Arena.
04.02 Patrick Dewael, ministre:
Cette matière ne relève pas de
mes compétences et je renvoie M.
De Crem à Mme Arena, ministre
de l'Intégration sociale.
04.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik ken u als
een man met een beetje praatkracht, maar ook met daadkracht. Ik
meen dat u bij machte bent of minstens het gezag heeft om op deze
interpellatie te antwoorden. Dit is geen staatsgevaarlijke
aangelegenheid.
04.03 Pieter De Crem (CD&V):
Le ministre de l'Intérieur a pourtant
autorité pour répondre à cette
question.
04.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer De Crem, u mag mij vragen
stellen over fiscaliteit, over de sociale zekerheid, kortom over alles en
04.04 Patrick Dewael, ministre:
Je suis bien en mesure de
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
nog wat. Ik zal evenwel niet ingaan op een systeem - ik gebruik het
woord spel niet ­ dat er zou op neerkomen dat ministers systematisch
worden bevraagd over aangelegenheden die volgens de
bevoegdheidsverdeling tot de bevoegdheid van andere ministers
behoort, want dan zijn wij verkeerd bezig.

Maatschappelijke Integratie heeft een duidelijk bevoegdheidspakket
waartoe het beheer van deze centra behoort.

Mijnheer De Crem, het minste wat u kunt doen is beginnen met
mevrouw Arena te ondervragen. Dat zou ik als parlementslid gedaan
hebben. Indien ik geen bevredigend antwoord kreeg zou ik overwogen
hebben andere ministers of de eerste minister te ondervragen. Zo ver
bent u nog niet. U begint met een minister die niet bevoegd is in deze
materie
répondre à la plupart des
questions mais il est tout de même
d'usage d'interroger en premier
lieu le ministre compétent. Si celui-
ci n'offre pas une réponse
satisfaisante, l'intéressé peut alors
généralement s'adresser à un
autre ministre ou au premier
ministre.
04.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, zoals collega
Pieters terecht opmerkte maken we ons reeds geen illusies meer wat
de heer minister betreft. We hebben hem in het verleden eens
geïnterpelleerd en mevrouw Van Brempt kwam over het Welzijn op
het werk spreken.

Mijnheer de minister, eigenlijk zit u gevangen want u bent bevoegd
voor de instroom en het kanaliseren ervan, maar tevens voor de
uitstroom.

In de berichtgeving van gisteren over de vluchten naar Tirana en
Pristina stoorde het me ongelooflijk dat als subtitel onder de headline
"Repatriëring gebeurt" vermeld stond "professor Vermeersch is
tevreden".
04.05 Pieter De Crem (CD&V):
Nous ne nous faisons guère
d'illusions en ce qui concerne le
premier ministre. Le ministre de
l'Intérieur est compétent en
matière d'arrivée et de départ des
demandeurs d'asile mais non en
ce qui concerne leur répartition sur
le territoire. Voilà qui est tout de
même absurde!
Le président: Monsieur De Crem, vous avez une question sur le
sujet.
De voorzitter: Daar heeft de heer
de Crem een afzonderlijke vraag
over. Ik stel voor dat hij de
problematiek dan aankaart.
04.06 Pieter De Crem (CD&V): Inderdaad. Het heeft er in ieder geval
mee te maken.

Mijnheer de minister, het is een gigantisch probleem. U bent bevoegd
voor de instroom en voor de uitstroom, maar eigenlijk niet voor de
opvang. Ik weet niet of u dat een goede zaak vindt. Wellicht zal ik
daarvoor iemand anders moeten interpelleren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het spreidingsplan van vreemdelingen over Belgische gemeenten" (nr. 1549)
05 Question de M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan de
répartition des étrangers entre les communes belges" (n° 1549)
05.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat het
spreidingsplan van vreemdelingen toch onder uw bevoegdheid valt. U
zegt: we zullen zien. U zult toch antwoorden, mijnheer de minister

Voorzitter, u hebt ook nog een rol te spelen. U bent niet de
ceremoniemeester van onze commissie die de deur open en toe moet
05.01 Pieter De Crem (CD&V):
Ne dois-je dès lors escompter de
réponse à cette question?

Il appartient au président d'inviter
le ministre à fournir une réponse
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
doen. U moet maken dat de werkzaamheden in de commissie goed
verlopen. U kunt misschien een beetje exhortaties doen aan de
minister, zodat hij meer terzake antwoordt.

Artikel 54 paragraaf 1 van de fameuze wet van 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen ­ ons ondertussen welbekend ­ heeft
om het zo te zeggen een pendant die de harmonieuze spreiding van
vreemdelingen over het grondgebied betreft. Aan de hand van een
bepaalde formule wordt het aantal vreemdelingen berekend dat aan
de diverse gemeenten wordt toegewezen. Zo stonden wij met stip en
in het begin van het alfabet tot voor kort met 338 vreemdelingen en nu
krijg ik plots een bericht dat het de federale overheid heeft behaagd
dat ons 354 vreemdelingen worden toegewezen.

Op het moment dat de instroom groot was, zouden we dat nog
kunnen begrijpen, maar wat blijkt? Dit beleid zegeviert op alle fronten,
niet het minst op het vlak van het aantal asielzoekers op het
grondgebied. Sommige gemeenten worden meer vreemdelingen
toegewezen. Ik zou graag weten of er een verklaring kan worden
gevonden voor deze wijziging en of dat ook het lot is dat andere
steden en gemeenten werd toebedeeld.

Ik had daar een vraag aan gekoppeld die u wellicht wel kan
beantwoorden. Vindt u het goed dat in de gegrondheidsfase van het
onderzoek de asielzoekers aan een opvangcentrum zouden worden
toegewezen? De grote problematiek is er een van perceptie. U weet
evengoed als ik, mijnheer de minister, dat het feit dat asielzoekers
aan gemeenten worden toegewezen en er verblijven, voor de
asielzoekers reeds een psychologisch bewijs is alsof zij de status van
politiek vluchteling zouden hebben gekregen.
convenable.

Aux termes de la loi de 1980, les
étrangers doivent être répartis
harmonieusement entre les
communes belges. Une formule a
été mise au point pour déterminer
combien d'étrangers doivent
précisément être attribués à une
commune donnée. Bien que
l'afflux des demandeurs d'asile
aurait considérablement diminué,
ma commune de Aalter doit
désormais accueillir un plus grand
nombre d'étrangers
qu'auparavant. Est-ce également
le cas dans d'autres communes?

Comment le ministre explique-t-il
cet état de choses?

Les demandeurs d'asile sont
affectés aux centres d'accueil au
cours de la phase de recevabilité.

Le ministre est-il favorable à l'idée
de procéder identiquement au
cours de la phase d'examen sur le
fond?
05.02 Minister Patrick Dewael: Voorzitter, collega's, eigenlijk moet ik
hier strikt genomen hetzelfde antwoord geven, omdat het opstellen
van spreidingsplannen en het toewijzen van de vreemdelingen aan de
OCMW's ook gebeurt door de collega, bevoegd voor
maatschappelijke integratie. Dat was trouwens in de vorige legislatuur
niet anders. Dat was de bevoegdheid van Johan Vande Lanotte en
dat was niet anders. Blijkbaar maakt men daar nu problemen van. Ik
zal toch pogen een aantal elementen van antwoord te geven om
collega De Crem niet helemaal met een gevoel van frustratie op te
zadelen.

Ten eerste, wat de stijging aangaat van het cijfer ­ de heer De Crem
spreekt over zijn eigen gemeente ­ van 338 tot 354, is de verklaring
dat er een nieuwe schijf van het spreidingsplan van start is gegaan.
Zodra de voorgaande schijf uitgeput is, wordt een nieuwe berekening
gemaakt die het quotum van de gemeente voor de nieuwe schijf
aangeeft. Voor de gemeente Aalter is dat quotum vastgelegd op 16
personen per schijf. Het cijfer 354 dat door de heer De Crem wordt
aangebracht, is de optelsom van het totaal aantal personen dat in een
aantal schijven aan de gemeente Aalter tot op heden werd
toegewezen.

Het feit dat de gemeente Aalter bericht kreeg dat het 354 in plaats van
338 personen moet opvangen, bevestigt gewoon deze stelling. Ik deel
u trouwens mee dat een identieke wijziging is gebeurd voor alle
gemeenten.
05.02 Patrick Dewael, ministre:
Strictement parlant, je dois
également renvoyer cette question
à ma collègue de l'Intégration
sociale. Je répondrai à une partie
des questions de M. De Crem
pour lui épargner une trop grande
frustration.

Le fait que certaines communes
soient amenées à accueillir plus
de demandeurs d'asile
qu'auparavant est lié au nouveau
mode de calcul des tranches. Pour
Aalter, il s'agit de 16 personnes
par tranche, le total correspondant
donc simplement à la somme de
toutes les tranches multipliée par
16. Les nouvelles tranches ont été
calculées de manière identique
pour l'ensemble des communes.

Les demandeurs d'asile ne sont
attribués que si leur demande
d'asile est déclarée recevable.
L'afflux de demandeurs d'asile est
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Ik wil u nog een laatste element van antwoord meegeven wat betreft
het asielbeleid. Een kandidaat-vluchteling wordt pas aan een
gemeente toegewezen indien zijn asielaanvraag door de bevoegde
asielinstanties ontvankelijk wordt verklaard. Het feit dat er op dit
ogenblik minder asielaanvragen zijn, heeft tot gevolg dat de
asielinstanties op een versnelde wijze de oude asielprocedures
behandelen, waardoor het totale werkvolume natuurlijk nog voor een
tijd hetzelfde blijft.

Indien de instroom aan asielzoekers op termijn blijft dalen, dan zal dat
uiteraard ook gevolgen hebben wat betreft het aantal kandidaat-
vluchtelingen dat door een gemeente moet worden opgevangen in het
kader van het spreidingsplan. Men ziet dat de instroom op dit ogenblik
afneemt. Er zijn minder nieuwe dossiers. U kent het fameuze principe
"last in first out" en dit betekent dat men op dit ogenblik bezig is met
het verwerken van een aantal oude dossiers, hetgeen verklaart dat
het werkvolume nog voor enige tijd hetzelfde zal blijven. Het is pas op
een later ogenblik dat de dalende instroom zich ook zal reflecteren in
de spreidingsplannen.
actuellement en diminution, ce qui
signifie que les dossiers pendants
pourront à présent être traités. Un
certain temps s'écoulera donc
encore avant que cette diminution
de l'afflux soit perceptible dans les
chiffres d'attribution.
05.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb mij ook
een beetje ingelicht. De gemeente waarvan ik het voorrecht heb
burgemeester te mogen zijn, is een doorsneegemeente in
Vlaanderen; net geen 20.000 inwoners, 25 gemeenteraadsleden,
enzovoort.

Hoe komt het dat andere gemeenten van hetzelfde kaliber veel
minder toegewezen vreemdelingen hebben? Hoe komt het dat zij, in
een zelfde beweging van toewijzing, geen toewijzing krijgen? De
tranches zijn selectief. Weet u wat een verantwoordelijke mij
meedeelde? Hij zei: "Mijnheer De Crem, het is heel eenvoudig. Wij
beginnen toe te wijzen in alfabetische volgorde". Er moet opnieuw
toegewezen worden. Er zijn 569 steden en gemeenten in Vlaanderen
en dus wordt begonnen met Aalst, Aalter, Aartselaar...

Ik vraag dus of Zwevegem, Zwijndrecht en Zoersel niet in de tranche
vallen, waarop hij mij doodgemoedereerd zei: "Inderdaad, mijnheer
De Crem, zo gaat dat". Als er dus 500 toegewezen moeten worden,
dan gaat het over ongeveer ­ 500 gedeeld door 12 ­ 45 steden en
gemeenten. Ik denk dat men dan ongeveer tot bij Diest, Dudzele of
Dinant geraakt. Voor de rest is het dan gedaan. Ik denk dat u dat toch
eens zult moeten bekijken. In het kader van gelijkheid en billijkheid
moet dit eens herbekeken worden.

Er geldt eigenlijk een ander principe dan het fameuze principe first in
last out: FINO, of "first in never out". Daarover hebben wij het
geregeld gehad met uw voorganger. U bent natuurlijk nog maar zes
maanden minister van Binnenlandse Zaken, maar wat u zegt, en dat
is veel fundamenteler, namelijk dat de vermindering van de instroom
automatisch de werklast vermeerdert bij de nog hangende dossiers,
dat is er compleet naast.

De hangende dossiers zitten immers allemaal in de gegrondheidsfase
en de nieuwe dossiers zitten in de ontvankelijkheidsfase. In de
ontvankelijkheidsfase is de dienst Vreemdelingenzaken bevoegd. In
de gegrondheidsfase van al die dossiers waaraan nu zoveel werk
moet worden besteed, is het Commissariaat-Generaal voor de
05.03 Pieter De Crem (CD&V):
En ma qualité de bourgmestre
d'Aalter, je me suis informé de la
raison pour laquelle d'autres
communes se voient attribuer
moins de réfugiés. Un responsable
m'a fait savoir que l'attribution aux
villes et aux communes s'effectue
par ordre alphabétique. Le
ministre devrait se pencher sur ce
système afin d'en assurer l'équité.
Il estime que la diminution de
l'afflux accroît la charge de travail
pour les dossiers pendants. Voilà
qui est inexact. Les dossiers
pendants se situent dans la phase
de l'examen quant au fond et sont
traités par le Commissariat aux
réfugiés. Les nouveaux dossiers
se situent dans la phase de
l'examen de la recevabilité et sont
traités par l'Office des étrangers.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
vluchtelingen bevoegd. Wat u hier komt vertellen, met name dat er
minder zaken zijn zodat meer kan worden gewerkt aan de andere
dossiers, raakt kant noch wal aangezien er twee aparte administraties
bevoegd zijn.
05.04 Minister Patrick Dewael: Dat heb ik niet gezegd.
05.04 Patrick Dewael, ministre:
Je n'ai pas dit cela.
05.05 Pieter De Crem (CD&V): Toch wel, terzake zijn er twee aparte
administraties bevoegd.

Voorts verzoek ik u deze aangelegenheid in elk geval eens te
bekijken in het kader van de billijke spreiding. Anderzijds vraag ik u
ook werk te maken van de gekende asielzoekers; mensen die
automatisch in de illegaliteit verdwijnen. U weet dat er volgens
schattingen op ons grondgebied ongeveer 100.000 illegalen zijn. Dat
lijkt mij ook een belangrijke opdracht.
05.05 Pieter De Crem (CD&V):
Si, vous l'avez dit. Ce sont deux
administrations différentes. Je
demande également que le
ministre s'attèle au problème des
demandeurs d'asile qui
disparaissent dans l'illégalité, dont
le nombre est estimé à 100.000.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de veiligheidsmaatregelen die België neemt in het kader van de terroristische dreiging"
(nr. 1586)
06 Question de M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les mesures
de sécurité prises par la Belgique dans le cadre de la menace terroriste" (n° 1586)
06.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn
in mijn vraagstelling.

De heer El-Baradei die voorzitter is van het Internationaal
Atoomagentschap zei onlangs in Der Spiegel dat de dreiging van een
kernoorlog nog nooit zo groot geweest is als nu. Het gaat over een
problematiek die we goed kennen, namelijk die van de proliferatie van
kernwapens en de kennis van kernwapens over de gehele wereld. De
terreurdaden met chemische of biologische wapens met dodelijke
stoffen zijn ons ook bekend. Daaromtrent werd onlangs in Japan zelfs
nog een veroordeling uitgesproken tot de galg. Ik wist niet dat dit nog
bestond. Dat eventjes terzijde. De dreigingen zijn bijzonder groot. Er
moet een alertheid zijn en de alertheid moet opgedreven worden.

Ten eerste, hebt u informatie dat er signalen zouden zijn dat België
wegens zijn heel specifieke ligging en specifieke huisvesting van
bepaalde internationale organisaties ook op één of andere manier zou
geviseerd worden?

Bestaat er een soort van operationeel kader waarin wordt gewerkt om
eventuele dreigingen op te sporen?

Hoe kan het worden voorkomen? Hoe kan men er daar waar nodig
tegenin aan? Hoe kunnen er maatregelen worden genomen wanneer
zo'n zaak zich toch zou voltrekken?

Ik zou graag van u weten of er een operationeel kader is waarin de
verschillende veiligheidsdiensten in dit land ­ de politiediensten, maar
ook het leger, de militaire inlichtingendiensten en de Civiele
Bescherming ­ werken.
06.01 Pieter De Crem (CD&V):
Le directeur de l'Agence
internationale de l'énergie
atomique, M. ElBaradei, a déclaré
que la menace d'une guerre
nucléaire n'avait jamais été si
grande qu'aujourd'hui. La vigilance
doit être renforcée.

Le ministre a-t-il eu connaissance
d'informations selon lesquelles la
Belgique serait visée, eu égard à
sa situation spécifique et aux
organisations internationales
qu'elle abrite?

Existe-t-il un cadre opérationnel
permettant de détecter, de
prévenir et de contrer des
menaces éventuelles et, le cas
échéant, de prendre des
mesures?

Dans quel cadre nos services
fonctionnent-ils?
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ten eerste,
volgens de veiligheids- en inlichtingendiensten bestaan er geen
concrete signalen dat België geviseerd wordt door een terroristische
dreiging.

Ten tweede, alle diensten zijn zich bewust van de problematiek.
Europol maakt trouwens regelmatig dreigingsanalyses waarin het
hoofdstuk NBCR ­ Nucleair, Biologisch, Chemisch, Radiologisch
Terrorisme ­ wordt opgenomen. Deze documenten worden verspreid
onder alle DirCo's en DirJu's van de federale politie evenals onder alle
betrokken centrale diensten. De federale politie bouwt permanent ook
een expertise terzake uit en sensibiliseert de verschillende
politiediensten via een maandverslag over terrorisme.

Daarenboven werkt de dienst DJP/Terro eveneens aan een analyse
over luchtvaart en terrorisme ten voordele van alle partners en
politiemensen op het terrein. Recentelijk werd ook onder alle
politionele partners en onder alle havenkapiteins een studie over
terrorisme en scheepvaart verspreid. Voorts worden ook de personen
die toegang wensen te verkrijgen tot een nucleaire site onderworpen
aan een screening door de veiligheids- en inlichtingendiensten.

Ten derde, sinds geruime tijd bestaat er op internationaal vlak ­ onder
meer tussen België en de buurlanden ­ een betere uitwisseling van
informatie en ook een betere samenwerking tussen de verschillende
inlichtingen- en veiligheidsdiensten, onder meer vanuit Europol. Op
het Europese vlak is terrorisme trouwens een belangrijk aspect
geworden. Daarom werd er onlangs een werkgroep terrorisme
opgericht die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de lidstaten en van kandidaat-
lidstaten.

Ten slotte, worden regelmatig oefeningen gehouden waaraan de
Civiele Bescherming, de politiediensten, het leger, de militaire
inlichtingendiensten, de Veiligheid van de Staat, maar eventueel ook
andere betrokken diensten deelnemen. Zo werden onder het
voorzitterschap van de Algemene Directie Crisiscentrum in 2003 drie
NBCR-oefeningen gehouden, met name rond de vergiftiging van
drinkwater in Antwerpen, rond de explosie van chloor en propaan in
Brussel en rond de explosie van een vuile bom in Luik.

De daaruit getrokken lessen werden gebruikt om de bestaande
procedures aan te passen.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Selon les services de sécurité et
de renseignements, aucun
élément concret n'indique que la
Belgique est la cible d'une menace
terroriste. Tous les services ont
pleinement conscience de la
problématique. Europol réalise
très régulièrement des analyses
de risques. La police fédérale
s'occupe également du problème.
Les personnes qui demandent à
avoir accès à un site nucléaire font
l'objet d'un screening. Depuis un
certain temps, l'échange
d'informations au niveau
international a été amélioré, de
même que la coopération entre les
différents services de
renseignement et de sécurité, y
compris au départ et par
l'intermédiaire d'Europol. A
l'échelle européenne, un groupe
de travail Terrorisme a été créé.
Des exercices impliquant la
participation de la protection civile,
les services de police, l'armée, les
services de renseignement
militaires, la Sûreté de l'Etat et
d'autres services sont en outre
régulièrement organisés. Les
procédures existantes sont
adaptées en fonction des résultats
de ces simulations.
06.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Deze kwestie is een bekommernis, maar ik ben ervan
overtuigd dat u de zaak ter harte zal nemen.
06.04 Minister Patrick Dewael: Hebt u alles beluisterd?
06.05 Pieter De Crem (CD&V): Ja.
06.06 Minister Patrick Dewael : In stereo met de heer Vandeurzen
dan.
06.07 Pieter De Crem (CD&V): Ja, wij hebben geluisterd.
06.08 Minister Patrick Dewael: Ik twijfel er niet aan.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
hernemen van de gedwongen repatriëringen" (nr. 1699)
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
met veel show hernemen van het zogenaamde beleid van gedwongen uitwijzingen van
uitgeprocedeerde asielzoekers" (nr. 2048)
07 Questions jointes de
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la reprise des rapatriements
forcés" (n° 1699)
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la reprise spectaculaire
de la politique d'expulsions forcées de demandeurs d'asile déboutés" (n° 2048)

Le président: M. de Donnea retire sa question n°2026.
07.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ondertussen
zijn onze gehoorkanalen gescherpt.

Mijn vraag had, bij de indiening, nog een beetje een anticipatief
karakter, maar is nu in het brandpunt van de belangstelling komen te
staan.

Ik denk dat er ondertussen afspraken zijn gemaakt. Er is een
operationalisering van die repatriëringen.

Ik vroeg wanneer de studie van professor Vermeersch klaar zou zijn.
Professor Vermeersch heeft een aantal zaken al duidelijk gesteld.

Mijnheer de minister, ik denk dat u de teneur van mijn vraag kent. Ik
wacht vol ongeduld uw antwoord af.
07.01 Pieter De Crem (CD&V):
Ma question sur les expulsions
forcées est d'une actualité
brûlante. Le ministre est au
courant de la teneur de ma
question. J'attends sa réponse
avec impatience.
07.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, gisteren is er weer een mooi medianummertje
opgevoerd ­ dat moet ik toegeven ­, volgens het klassieke schema.
Eerst werd, waarschijnlijk door uw perswoordvoerder Laurent
Panneels, De Standaard getipt. Die bracht dat gisterenochtend op zijn
voorpagina. Dat werd opgepikt door het ochtendnieuws. 's Middags
zonden de tv-journaals dat uit en 's avonds nogmaals. VTM berichtte
zelfs life vanuit Melsbroek dat dit een voorbeeld was van het strenge
repatriëringsbeleid van paars en zelfs, zo werd daaraan toegevoegd,
van de actieve opsporing van illegalen. Daarmee wil ik maar zeggen
dat de journalisten in Vlaanderen inzake kennis van die complexe
materie niet uitblinken in deskundigheid. U kunt ze wijsmaken wat u
wilt, want zij kennen hun dossiers niet. Dat is nog een geluk voor u.

Ik plaats die veertig uitgewezenen van gisteren ­ een uitwijzing met
veel showvertoon
­ tegenover de zesentwintigduizend
uitgeprocedeerde asielzoekers die Nederland in één collectieve
beweging het land zal uitzetten. In ons land is het collectieve
uitwijzingsbeleid de jongste maanden volledig stilgevallen.

Na het arrest op 12 december 2003 tegen vier ex-rijkswachters, die
betrokken waren bij de fatale afloop van de uitzetting van Semira
Adamu, werd beslist, als gevolg daarvan, om de collectieve
uitzettingen op te schorten. Er hebben dan onderhandelingen
07.02 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Il a été
largement question hier dans les
médias du rapatriement vers
Tirana et Pristina de quarante
demandeurs d'asile.

A combien d'expulsions forcées a-
t-il été procédé depuis l'arrêt rendu
dans l'affaire Adamu?

Quelles mesures le ministre a-t-il
prises après la décision de la
police fédérale de suspendre
temporairement sa collaboration
aux expulsions?

De quelle mission la commission
Vermeersch a-t-elle été chargée?

Quel est le contenu de l'accord
entre la Belgique, les Pays-Bas et
le Luxembourg?
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
plaatsgevonden die tot een akkoord hebben geleid.

Gisteren is dan de eerste vlucht met uitgeprocedeerde asielzoekers
vertrokken, met bestemming Tirana en Pristina, met aan boord
uiteraard de onvermijdelijke professor Etienne Vermeersch, die over
zowat alles in dit land zijn licht laat schijnen en die belast werd met de
uitwerking van een scenario dat in de toekomst zou moeten worden
gebruikt bij de gedwongen uitwijzingen. De heer Vermeersch zat
trouwens ook op die airbus en was gisteren te bewonderen in
TerZake.

Mijnheer de minister, vandaar mijn vragen.

Hoeveel gedwongen uitwijzingen werden er uitgevoerd sedert het
arrest in de zaak-Adamu van 12 december 2003?

Welke maatregelen hebt u genomen tegen de beslissing van de
federale politie om haar medewerking aan de uitzettingen gedurende
maanden op te schorten?

Ten derde, kunnen politievakbonden zomaar weigeren om opdrachten
uit te voeren?

Ten derde, kunnen politievakbonden zomaar weigeren om opdrachten
uit te voeren?

Ten vierde, welke onderhandelingen werden er gevoerd met de
politievakbonden? Wat is daarvan het resultaat?

Ten vijfde, met welke opdracht werd de zogenaamde Commissie-
Vermeersch belast? Wie is daar allemaal bij betrokken? Welke
resultaten heeft dit tot nu toe opgeleverd? Wanneer zal deze
commissie klaar zijn met haar werk?

Ten zesde, wat houdt het akkoord tussen België, Nederland en
Luxemburg precies in?

Ten zevende, heeft de minister al maatregelen genomen? Nu komen
we tot de kern van de zaak. Al die media-aandacht en dat
showelement is window-dressing. Heeft de minister al maatregelen
genomen om de capaciteit in de gesloten centra gevoelig te
verhogen?

Ten achtste, heeft de minister al maatregelen genomen om bij de
komende budgetcontrole meer middelen te vragen voor de
gedwongen repatriëringen? Hoeveel meer gedwongen repatriëringen
zouden er dan wel komen?

Ten negende, heeft de minister al dwangmaatregelen op het oog
tegen landen die weigeren hun uitgewezen asielzoekers terug te
nemen? Dat is een groot probleem.

Ten tiende, heeft de minister al maatregelen genomen om het
probleem bij de wortel aan te pakken, met name het invoeren van een
lijst van veilige landen waaruit geen asielzoekers meer worden
aanvaard en het opvangen van asielzoekers in centra in hun eigen
regio, zoals ­ onder anderen ­ de Britten voorstellen?
Le ministre a-t-il déjà pris des
dispositions pour augmenter
considérablement la capacité des
centres fermés?

Lors du prochain contrôle
budgétaire, le ministre
demandera-t-il plus de moyens
pour les rapatriements forcés?

Le ministre envisage-t-il de
prendre des mesures coercitives
vis-à-vis des pays qui refusent de
prendre en charge leurs
demandeurs d'asile expulsés?

Le ministre a-t-il déjà pris des
mesures visant à dresser une liste
de pays sûrs et à permettre
l'accueil des demandeurs d'asile
dans des centres situés dans leur
propre région?
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
07.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
gemeenschappelijke Benelux-vluchten zijn het resultaat van een
afspraak die ik heb gemaakt met mijn Nederlandse en Luxemburgse
collega's. Daarin werd overeengekomen om te voorzien in
verwijderingen via beveiligde vluchten waaraan de twee andere
Benelux-landen kunnen participeren. De werkwijze werd reeds
afgesproken in de marge van de informele Ministerraad in Dublin, op
initiatief van het commissielid voor Binnenlandse Zaken en Justitie,
Antonio Vitorino.

De gedwongen repatriëringen zullen in afwachting van de nieuwe
aanbeveling van de Commissie-Vermeersch uiteraard met de grootst
mogelijke omzichtigheid gebeuren, volgens de regels die reeds
werden vooropgesteld in de eerste commissie die door professor
Vermeersch werd geleid. In afwachting van de resultaten van de
tweede commissie worden bovendien nu reeds, in overleg met de
politiediensten, een aantal maatregelen uitgewerkt om de juridische
en medische omkadering te verbeteren. Ook de uitrusting van de
bevoegde politiedienst wordt aangepast. Bovendien wordt ernaar
gestreefd om de coördinatie tussen de politiediensten, de Dienst
Vreemdelingenzaken, de Federale Openbare Dienst Buitenlandse
Zaken en de Belgische diplomatieke vertegenwoordigers in de landen
van herkomst te stroomlijnen. De gemaakte afspraken moeten ertoe
leiden dat de gedwongen repatriëringen op korte termijn in optimale
omstandigheden kunnen verlopen.

Momenteel vergadert de Commissie-Vermeersch op vrij regelmatige
basis met de bedoeling om te komen tot een in de praktijk werkbaar
repatriëringssysteem. Rekening houdend met de techniciteit en het
belang van een goede regeling inzake de gedwongen verwijderingen,
zowel voor de te verwijderen vreemdeling als voor de
politieambtenaar die deze taak moet volbrengen, lijkt het mij ongepast
­ ik heb dat ook vorige week gezegd ­ om de Commissie-
Vermeersch een tijdslimiet op te leggen. Ik kan u alleen maar
meedelen dat er op een zeer constructieve wijze wordt gewerkt en dat
de resultaten binnen afzienbare termijn mogen worden verwacht. Ik
heb trouwens de intentie om de besluiten zelf toe te lichten bij het
personeel van de luchtvaartpolitie in Zaventem.

Wat de samenstelling van de Commissie-Vermeersch betreft zijn,
naast de technici, verschillende politieambtenaren opgenomen die
actief zijn op het terrein en uiteraard beter dan wie ook in staat zijn de
uitvoerbaarheid van bepaalde voorstellen in te schatten.

Het is effectief zo dat een politieman niet zomaar kan weigeren om
een bepaalde opdracht uit te voeren.

Wat is gebeurd, moet echter wel worden genuanceerd. Uit de
uitspraak in het proces-Semira Adamu is gebleken dat er
onvoldoende gedetailleerde voorschriften waren over de concrete
uitvoeringsmodaliteiten voor sommige opdrachten. Het opschorten
van verwijderingen waarbij dwang of geweld is vereist, was in feite
een vraag naar meer rechtszekerheid en duidelijkheid over de
voorwaarden waarin die opdrachten moesten worden uitgevoerd. Ik
kan dat standpunt gedeeltelijk bijtreden. Het is daarom dat ik
onmiddellijk na de uitspraak van de rechtbank gesprekken heb
aangeknoopt met de vertegenwoordigers van de vakbonden. Er is
met hen overeengekomen dat de middelen en de technieken die bij
07.03 Patrick Dewael, ministre:
Les vols communs organisés dans
le cadre du Benelux résultent d'un
accord entre les trois pays
concernés. La méthode a été
convenue en marge du sommet
européen de Dublin, à l'initiative du
commissaire européen compétent,
M. Vitorino.

Les rapatriements forcés ont lieu
avec la plus grande prudence
possible, en attendant les
nouvelles recommandations de la
commission Vermeersch. Des
mesures ont été prises pour
améliorer l'encadrement juridique
et médical et pour adapter
l'équipement du personnel policier
d'accompagnement. On vise une
coordination optimale entre la
police, l'Office des étrangers, le
SPF Affaires étrangères et les
services diplomatiques belges
dans les pays de destination.

Entre-temps, la commission
Vermeersch travaille à
l'élaboration d'un système de
rapatriement qui soit le plus
fonctionnel possible. La
commission ne s'est pas vu
imposer de limite dans le temps,
même si des résultats concrets
sont attendus sous peu. Dès qu'ils
seront connus, je les
communiquerai le plus rapidement
possible à la police aéroportuaire
de Zaventem. Tant des
techniciens que des fonctionnaires
de police familiarisés avec les
expulsions siègent au sein de la
commission.

Un agent de police ne peut refuser
sans raison d'accomplir une
mission. Toutefois, le procès relatif
à Semira Adamu a révélé que les
modalités d'exécution concrètes
pour certaines missions n'étaient
pas assez détaillées. Par
conséquent, une plus grande
clarté était nécessaire. A cet
égard, je comprenais tout à fait le
point de vue des syndicats de la
police. Après le procès, j'ai
convenu avec eux que les
techniques utilisées lors des
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
gedwongen repatriëringen worden aangewend, opnieuw zouden
worden bekeken. Die reflecties vinden plaats in de vernieuwde
commissie-Vermeersch, die als taak heeft het verslag van de eerste
commissie te actualiseren en te zoeken naar nieuwe technieken die
humaan zijn en die rechtszekerheid bieden voor de politiemensen.

Er zijn momenteel voldoende financiële middelen vrijgemaakt om de
verwachte repatriëringen voor 2004 uit te voeren. Omdat
repatriëringen zouden kunnen worden georganiseerd, moet ik wel
kunnen beschikken over voldoende opvangcapaciteit van de gesloten
centra. Terzake kan ik u meedelen dat momenteel onderhandelingen
plaatsvinden omtrent de mogelijkheid om bijkomend personeel voor
de gesloten centra aan te werven, zodat de mogelijkheden ook in de
bestaande gesloten centra maximaal zouden kunnen worden benut.

Ik heb vroeger ook reeds een vraag aan de heer Reynders gericht die
bevoegd is voor de Regie der Gebouwen over de mogelijkheid tot het
creëren van bijkomende gesloten centra.

Ik wens voor de heer Tastenhoye nog te benadrukken dat er geen
landen zijn die pertinent weigeren om asielzoekers terug te nemen.
Met de landen waarmee de samenwerking moeilijk is en de procedure
voor het afgeven van de nodige reisdocumenten stroef verloopt,
worden voortdurende en opbouwende gesprekken gevoerd om tot
praktische resultaten te komen.

Ten slotte zou ik nog willen verduidelijken dat de ministers van
Binnenlandse Zaken van de Europese Unie in oktober 2003 ook een
overeenstemming hebben bereikt over het concept van veilige
herkomstlanden en over het nut van het opstellen van een
gemeenschappelijk minimumlijst voor dergelijke landen. België heeft
nog geen definitief standpunt ingenomen over het opstellen van een
lijst van veilige landen. Een standpunt terzake is nauw verbonden met
de criteria die men wil hanteren bij het aanmerken van een land als
veilig. Zolang daarover geen duidelijkheid bestaat, is het in elk geval
nog te vroeg om over individuele landen te spreken.
rapatriements forcés seraient
reconsidérées. Cet accord a
débouché sur la mise en place de
la deuxième commission
Vermeersch, qui doit actualiser les
conclusions de la première.

Nous disposons de moyens
suffisants pour organiser les
rapatriements prévus en 2004. Il
est néanmoins fondamental que la
capacité d'accueil des centres
fermés soit suffisante. Des
négociations sont actuellement en
cours à propos du recrutement de
membres du personnel
supplémentaires pour optimiser
les possibilités des centres
existants. J'ai demandé à M.
Reynders, qui a la Régie des
bâtiments dans ses attributions,
d'examiner la possibilité
d'aménager des centres fermés
supplémentaires.

Aucun pays ne refuse
pertinemment le retour de ses
ressortissants. Des négociations
sont organisées en permanence
avec les pays avec lesquels la
coopération est moins aisée afin
de conclure des accords
pratiques.

Au mois d'octobre 2003, les
ministres européens de l'Intérieur
ont convenu d'une définition du
concept de "pays d'origine sûrs".
La Belgique n'a pas encore adopté
de point de vue définitif en ce qui
concerne l'établissement d'une
telle liste. Des critères clairs
doivent d'abord être définis à cet
effet.
07.04 Pieter De Crem (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
antwoord.
07.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik dank de minister ook
voor zijn antwoord. Wij zullen hem echter niet feliciteren met zijn
aanpak. Dat spreekt voor zichzelf.

Van de 3.000 uitwijzingen per maand die Hugo Coveliers vier jaar
geleden heeft geëist ­ een cijfer dat wij realistisch vinden en dat wij
kunnen bijtreden ­ zijn wij lichtjaren verwijderd, mijnheer de minister.
In 2003 hebt u in totaal 7.742 gedwongen repatriëringen uitgevoerd of
een gemiddelde van 2 per dag. Aan dit tempo duurt het nog tientallen
jaren om de hier aanwezige uitgeprocedeerde asielzoekers en
07.05 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je ne félicite
nullement le ministre en ce qui
concerne sa politique d'expulsion.
Le nombre de rapatriements reste
anormalement bas. Au rythme
actuel, de nombreuses années
seront encore nécessaires avant
que tous les demandeurs d'asile
déboutés aient été expulsés du
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
illegalen uit te wijzen en intussen komen er elke maand een pak bij.

Het veertigtal dat gisteren werd uitgewezen vertegenwoordigt minder
dan de spreekwoordelijke druppel op een hete plaat. U hebt een
schrijnend gebrek aan opvangcapaciteit in de gesloten centra. Op 5
november 2003 beschikte u over 594 plaatsen. Naar aanleiding van
de feiten in Zeebrugge hebt u inderdaad, zoals u net zei, de vraag
gericht aan uw collega Reynders om voor meer opvangcapaciteit te
zorgen, maar tot nu toe is die zonder gevolg gebleven.

Wat de actieve opsporing van illegalen betreft, waarover die dame
van VTM het gisteren had in haar live uitzending in het journaal, daar
is absoluut geen sprake van. De korpschef van Antwerpen heeft zelfs
een nota uitgevaardigd op 3 september 2003 waarin hij zijn meer dan
2.000 agenten verbod oplegde over te gaan tot actieve opsporing van
illegalen, een bevel waartegen ik trouwens klacht heb ingediend bij
het Comité P, een zaak die nog altijd hangend is.

Samengevat, mijnheer de minister, wij zijn allerminst onder de indruk
van uw aanpak van het asiel- en illegalenbeleid. Er is geen echte
politieke wil in deze regering om dat probleem grondig aan te pakken.
De reden daarvoor is dat de PS niet wil dat het probleem aangepakt
wordt. Dat is helaas de trieste realiteit in dit land.
territoire belge. Le rapatriement
d'hier n'est rien d'autre qu'une
goutte d'eau dans la mer.

Les places d'accueil en centres
d'asile fermés continuent de faire
cruellement défaut. M. Reynders
n'a pas répondu à la demande de
son collègue de l'Intérieur. Dans
l'intervalle, les clandestins
séjournant sur le territoire belge ne
sont pas recherchés activement. A
Anvers, ordre a même été intimé à
la police de mettre un terme à ces
recherches! Une politique
d'expulsion efficace ne fait pas
l'unanimité au sein du
gouvernement. Tant que le PS
continuera de faire barrage, aucun
résultat ne pourra être engrangé à
cet égard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de federale autosnelwegenpolitie" (nr. 1793)
08 Question de M. Jos Ansoms au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la police
fédérale des autoroutes" (n° 1793)
08.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, enkele vragen over een andere topprioriteit van deze
regering, namelijk de verkeersveiligheid.

Als ik het goed voor heb, is het een van de belangrijkste
bekommernissen van deze regering om de verkeersveiligheid te
verhogen en het aantal ongevallen drastisch naar beneden te halen.
Hierbij zou het verhogen van de pakkans een van de belangrijke
actiepunten zijn, waardoor er meer controles moeten plaatsvinden.
Op de autosnelwegen moet dit gebeuren door de federale politie, de
provinciale verkeerseenheden, beter bekend als "de zwaantjes".

Men zou verwachten dat een regering die deze topprioriteit uitroept,
deze dienst zou bemoederen, versterken en verbeteren, en meer
mogelijkheden en kansen geven. Wij blijven vaststellen dat dit bij
woorden blijft en dat de provinciale verkeerseenheden, zoals in het
recente verleden, ondergewaardeerd blijven en dienen als meid voor
alle werk. 45 mensen van de provinciale verkeerseenheden zijn op dit
ogenblik in Aarlon om gedurende drie maanden het Justitiepaleis te
bewaken. U kunt zich inbeelden wat het effect daarvan is op de
normale werking van deze diensten. Het gevolg is dat er minder
controles zullen gebeuren.

Ik denk dat het misschien wel de bedoeling zou kunnen zijn van deze
regering om in plaats van meer, minder te gaan controleren en dan
zeker na 1 maart als ik zie dat het protest van de bevolking aanzwelt
08.01 Jos Ansoms (CD&V): La
police fédérale persiste à ne pas
procéder avec le sérieux requis
aux contrôles routiers, en
contradiction avec les chiffres
qu'elle aime à brandir. Les Unités
provinciales de circulation (UPC)
doivent trop souvent se charger de
missions qui sortent du cadre de
leur tâche principale.

Le nombre d'inspecteurs des UPC
actifs sur le terrain devrait être
réduit de pas moins de 47 unités.
Cette réduction serait
compensée, en partie, par un
accroissement du nombre
d'inspecteurs en chef et du
personnel civil administratif.

Il semble qu'à la veille de l'entrée
en vigueur de la nouvelle
réglementation routière, la
direction de la police fédérale n'ait
pas jugé nécessaire de permettre
au personnel des UPC d'assister à
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
tegen de superboetes. Nu gaat men eindelijk voelen en zien wat men
op gang heeft gebracht. Ik kan me voorstellen dat men misschien
minder geneigd is om meer controles uit te voeren. Ik zou het nog
gaan geloven als ik zie hoe men deze diensten behandelt.

Ik geef een paar voorbeelden en tegelijkertijd stel ik een paar vragen.
Is het waar dat het aantal inspecteurs bij de provinciale
verkeerseenheden verminderd wordt met 47? Zij zouden eventueel
vervangen worden door ander personeel. Het zijn echter wel de
inspecteurs, de gewone agenten die het werk moeten doen in de
verkeerscontroles. Zo ja, hoe gaat u met een vermindering van 47 de
operationaliteit van het korps verbeteren?

Een ander voorbeeld en een andere vraag. Ik kan me voorstellen dat
deze agenten, die de superboetes moeten uitschrijven en ontvangen
als het over buitenlanders gaat, graag informatie zouden krijgen over
deze nieuwe verkeerswet. Ik heb vernomen dat zij zich wilden
bijscholen, maar dat zij van hun verantwoordelijken niet de toelating
kregen om naar een studiedag te gaan waarop de auteur van de
uitvoeringsbesluiten, de heer Kenis, advocaat-generaal bij het parket,
toelichting wenste te geven over deze nieuwe wet. Zij kregen geen
toelating, tenzij ze daarvoor verlof zouden nemen. Zij krijgen wel
dienstvrijstelling voor allerlei andere interessante cursussen. Ik heb
het hele lijstje waaruit zij kunnen kiezen: misdrijven tegen
eigendommen, georganiseerde criminaliteit, economische en
financiële criminaliteit. Als zij deze cursussen volgen, krijgen zij een
dienstvrijstelling, maar wanneer zij vragen om naar een studiedag te
gaan waarop de advocaat-generaal bij het parket, de heer Kenis,
toelichtingen geeft bij de nieuwe verkeerswet, mogen zij niet gaan
tenzij zij daarvoor verlof nemen. Is dat waar? Kunt u daarmee akkoord
gaan?

Een derde voorbeeld en enkele vragen. Ik verneem dat de provinciale
verkeerseenheden van Antwerpen een vermindering van 23% van
hun budget krijgen in 2004. U weet dat Antwerpen dreigt vast te
lopen. Iedereen weet en verwacht dat er veel meer politiewerk zal zijn
gedurende de werken aan de ring. Precies op dat moment wordt het
budget verminderd.

Trouwens, uw collega, mevrouw Moerman, heeft in uw plaats tijdens
uw afwezigheid geantwoord dat er geen bijkomende middelen en
personeel zullen worden gegeven en dat ze maar meer dienst moeten
doen met de motor. Tussen haakjes, die leden van de provinciale
verkeerseenheden hebben geen veilige, aangepaste motorkledij.
Toch wordt door de minister geantwoord dat zij in plaats van met een
auto meer met de motor dienst zullen doen. Tot hier enkele
voorbeelden en vragen omtrent de stiefmoederlijke behandeling van
de provinciale verkeerseenheden.
une journée d'étude
spécifiquement consacrée à cette
problématique. Les personnes
désireuses d'y assister ont dû
prendre un jour de congé. La
direction ferait moins de
problèmes à propos d'autres
journées d'étude.

Est-il exact que cette année-ci, les
moyens de fonctionnement pour
l'UPC d'Anvers sont inférieurs de
23 % en comparaison de l'année
dernière?

N'est-ce pas étrange compte tenu
des nombreux problèmes de
circulation auxquels Anvers est
confrontée en raison des travaux
aux infrastructures routières qui
sont réalisés actuellement et qui le
seront encore dans l'avenir?

Cette réduction des moyens de
fonctionnement vaudra-t-elle aussi
pour les autres unités provinciales
de circulation?

Les agents de l'UPC d'Anvers
seront-ils amenés à patrouiller sur
le Ring d'Anvers avec des motos
et des uniformes qui ne satisfont
plus aux conditions de sécurité
alors que les moyens nécessaires
à leur renouvellement sont
disponibles?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Ansoms, op de eerste vraag kan ik u antwoorden dat de cijfers onjuist
zijn. Vermoedelijk zijn ze afkomstig van een project in het kader van
de herziening van de organieke tabel voor de federale politie. Het is
nog niet opportuun en het zou trouwens voorbarig zijn om deze cijfers
aan te halen in dit kader. Op het niveau van de verkeersposten is
bepaald dat, ten eerste, het kader van de ploegen op het terrein
versterkt wordt door de aanwerving van hoofdinspecteurs en, ten
tweede, dat de politieagenten die administratieve taken uitvoeren
08.02 Patrick Dewael, ministre:
La réduction de quarante-sept
unités que vous avez évoquée ne
correspond pas à la réalité : ce
chiffre provient vraisemblablement
d'un projet qui s'inscrit dans le
cadre de la révision du tableau
organique de la police fédérale.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
vervangen worden door leden van het administratief en logistiek
kader, conform de filosofie van de regering in het kader van haar
betrachting om meer blauw op straat te krijgen.

Ik kom tot uw tweede vraag. De infosessies en de vorming met
betrekking tot het van kracht worden van de nieuwe verkeerswet
worden intern georganiseerd. Een geheugensteun zal ter beschikking
worden gesteld van elk personeelslid. Deze geheugensteun is ook ter
beschikking gesteld van de diensten van de lokale politie. In het kader
van deze vormingsactiviteit werden door de leiding van de federale
politie dienstfaciliteiten, weliswaar niet bezoldigd, gegeven aan de
personeelsleden die daaraan wilden deelnemen. De federale politie
oordeelde het onredelijk deelname aan een externe vorming te
financieren wanneer een gelijkaardige vorming gratis intern werd
gegeven.

Derde vraag. Het is niet juist dat het budget voor de uitbetaling van de
nacht- en weekendvergoeding en de overuren verminderd is met 23%
voor de federale autosnelwegenpolitie. Het is wel zo dat de
beschikbare budgettaire middelen op het niveau van de directeur-
generaal van de administratieve politie gecentraliseerd werden om als
reserve ter beschikking te worden gesteld voor gerichte acties, ook
ten voordele van de verkeersveiligheid. Globaal zijn de beschikbare
financiële middelen voor actieplannen zelfs verhoogd.

Op uw vierde en uw vijfde vraag kan ik als volgt antwoorden. Gelet op
het feit dat de werken op de ring rond Antwerpen op 17 juni
eerstkomend beginnen meen ik dat het nog wat vroeg is om
definitieve uitspraken te doen over de juiste, gerichte inzet van de
autosnelwegpolitie en de betrokkenheid van de andere
politiediensten. Een verscherpt toezicht zal echter in ieder geval
gewaarborgd zijn. Indien blijkt dat naar aanleiding van deze werken de
agenten van de PVE Antwerpen meer moeten worden ingezet, zal
kunnen worden geput uit de budgettaire reserve op het centrale
niveau.

Tot slot, het uniform en de kledij van motorrijders in het bijzonder zijn
opgenomen in de budgettaire prioriteiten van de federale politie. Dat
heb ik u trouwens tijdens de begrotingsdiscussie kunnen melden. Zo
is er in 2004 in een aanbesteding voorzien om over te gaan tot de
aankoop van 50 extra uitrustingen. Naargelang de leveringstermijn
van de nieuwe kledij voor motorrijders kan altijd ook een bijkomende
aanbesteding worden overwogen. Tot daar mijn antwoorden.
Au niveau des postes de
circulation, le cadre des équipes
de terrain sera renforcé par le
recrutement d'inspecteurs en chef.
Les agents de police qui
accomplissent des tâches
administratives seront remplacés
par des membres du cadre
administratif et logistique.

En interne, des infosessions
consacrées à la nouvelle loi sur la
circulation routière
seront
organisées et chaque membre du
personnel de la police fédérale et
de la police locale recevra un
document en guise d'aide-
mémoire. Ceux qui prendront part
à ces sessions bénéficieront de
facilités de service non
rémunérées. La police fédérale ne
veut pas financer de formation
externe tant qu'il y aura une
formation identique en interne.

La réduction de 23 % des moyens
de fonctionnement alloués à la
police fédérale des autoroutes ne
correspond pas tout à fait à la
réalité. Les moyens disponibles
ont été centralisés au niveau du
directeur général de la police
administrative de façon à servir de
réserve pour financer des actions
ciblées dans le cadre de la
sécurité routière. Dans l'ensemble,
les moyens disponibles ont même
été augmentés.

Les travaux sur le Ring d'Anvers
ne débuteront que le 17 juin 2004.
Par conséquent, il ne serait pas
très judicieux de faire, dès à
présent, des déclarations sur une
utilisation ciblée des services de
police. S'il apparaît que les UPC
d'Anvers doivent être davantage
mises à contribution, nous
puiserons dans la réserve
budgétaire au niveau central.

L'uniforme et les vêtements des
motards ont été intégrés dans les
priorités budgétaires de la police
fédérale. En 2004, une
adjudication sera lancée en vue de
l'acquisition de cinquante
équipements supplémentaires.
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Une adjudication supplémentaire
pourra être envisagée.
08.03 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal niet op elk
punt reageren.

Wat betreft het tweede punt, hebt u duidelijk gezegd dat men geen
toelating had verleend om extern een bijscholing te volgen, hoewel
dat van de heer Kenis, advocaat-generaal bij het parket, zelf was,
maar dat men de mensen intern zal informeren. Het is intussen bijna
half maart en de wet is in werking getreden op 1 maart. We zouden
van een overheid toch mogen verwachten dat men vooraleer een wet
van kracht wordt, er intern een bijscholing wordt gegeven. Dat is
echter niet vooraf gebeurd, maar moet nog gebeuren, en dit terwijl de
wet al van kracht is. Ik vind dat geen juiste aanpak en ik vind het
verkeerd de zaken te stellen zoals u dat doet.

Door de middelen te globaliseren bij de directeur-generaal maakt men
de doorzichtigheid niet groter en men kan zich afvragen of die
middelen in Antwerpen zullen kunnen worden aangewend.

Ten slotte, wat de kledij betreft, zegt u zelf dat er nog een
aanbesteding moet gebeuren in 2004. Ik hoop dat het vlugger gaat
dan wat het nieuwe uniform betreft. De werken aan de ring zullen
echter al beëindigd zijn vooraleer de uniformen er in de loop van 2005
zullen zijn. Ik vrees dus dat zij met hun eigen jas op hun motor zullen
moeten zitten.
08.03 Jos Ansoms (CD&V): Il n'y
pas d'autorisation pour un cours
de perfectionnement externe. Les
membres du personnel seront
informés par la voie interne. Entre-
temps, nous voilà arrivés à la mi-
mars et la loi est déjà entrée en
vigueur. Ce n'est pas la bonne
approche. Il n'est d'ailleurs pas
certain que les moyens pourront
être utilisés à Anvers.
L'adjudication devant encore être
organisée, les travaux du Ring
seront achevés avant que les
uniformes ne soient disponibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "fraude met rijbewijzen" (nr. 2043)
09 Question de M. Jos Ansoms au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la fraude en ce
qui concerne les permis de conduire" (n° 2043)
09.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal extra kort
zijn.

Ik krijg vanuit politiekringen de volgende geruchten. Zij hebben af en
toe dergelijke zaken ook meegemaakt. In het kader van de
toenemende controle en het toenemend intrekken van het rijbewijs
beginnen de echte snelheidsduivels zich te organiseren. Een van de
middelen blijkt te zijn dat zo een snelheidsduivel beschikt over twee
rijbewijzen. Dat is niet zo moeilijk. U stapt naar het gemeentehuis en
zegt dat uw rijbewijs gestolen is of dat u het verloren bent. U doet er
aangifte van en krijgt een duplicaatrijbewijs. U hebt uw ander rijbewijs
nog in uw bezit en u hebt er dus twee.

Het schijnt dat na het intrekken van het rijbewijs dergelijke mensen ­
dat zijn echte fraudeurs en ik durf zelfs het woord misdadig te
gebruiken ­ toch blijven autorijden met dat duplicaat en zich geen
enkel probleem op de hals halen. Het schijnt een nieuwe mode te zijn.
Het gerucht gaat ook vlug rond in die middens.

Ten eerste, bent u als minister op de hoogte of zijn uw diensten op de
hoogte van het nieuwe probleem?
09.01 Jos Ansoms (CD&V): Il
me revient que certains fanatiques
de la vitesse font en sorte d'obtenir
deux permis de conduire. Ainsi, en
cas de retrait de permis, ils
possèdent un duplicata qui leur
permettra de continuer à rouler.

Les services concernés ont-ils
connaissance de ces faits?

En cas de contrôle routier, les
services de police sont-ils en
mesure de vérifier si un
automobiliste fait l'objet d'un retrait
de permis?

Dans l'affirmative, de quelle
manière?

Dans la négative, un système de
contrôle va-t-il être mis en place?
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Ten tweede, weet u of politieagenten die langs de weg controles
moeten doen op dit ogenblik op een eenvoudige manier kunnen
controleren of het rijbewijs al dan niet werd ingetrokken? Kunnen zij,
wanneer zij verdachte personen aanhouden bij een controle,
controleren of het rijbewijs van de betrokkene werd ingetrokken? Zo
ja, op welke manier kunnen zij dat controleren? Zo neen, zal u op
korte termijn iets aan het probleem doen en een systeem invoeren dat
effectief is en heel vlug en gemakkelijk hanteerbaar is voor de agent
op het terrein?
09.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Ansoms, de wegpolitie van de federale politie heeft inderdaad een
aantal punctuele fraudezaken in verband met het rijbewijs, zoals u net
heeft beschreven, kunnen vaststellen. Zij beschikt niet over voldoende
gegevens om te kunnen besluiten dat het om een wijdverbreide
praktijk zou gaan.

Ten tweede, de politiediensten hebben geen beschikking over deze
gegevens bij een controle op het terrein. De gegevens met betrekking
tot het verval of de onmiddellijke intrekking van rijbewijzen zijn on line
niet beschikbaar in het informaticacontrolesysteem.

Ten derde, een project betreffende de verbinding tussen
informaticasystemen van de betrokken diensten is lopende bij de
Directie Telematica van de federale politie. Het is nog te vroeg om
een realisatietermijn in het vooruitzicht te kunnen stellen.

Ten slotte, ik zal in afwachting alleszins aan mijn collega Onkelinx
vragen om na te gaan hoe beslissingen van gerechtelijke overheden
inzake intrekking van rijbewijzen op een snelle en systematische
manier kunnen worden meegedeeld aan de politie.
09.02 Patrick Dewael, ministre:
Plusieurs cas de fraude ont
effectivement été constatés par la
police des autoroutes mais rien ne
permet de prouver qu'il s'agit
d'une pratique courante. Lors d'un
contrôle sur le terrain, les policiers
ne peuvent obtenir via Internet des
informations relatives à un retrait
de permis de conduire. La
direction Télématique a lancé un
projet visant à relier les systèmes
informatiques des différents
services. Dans l'attente des
résultats de ce projet, nous
menons une concertation avec
Mme Onkelinx, ministre de la
Justice, afin d'envisager la
manière de communiquer
rapidement et systématiquement
les décisions judiciaires à la police.
09.03 Jos Ansoms (CD&V): Ik heb goed begrepen dat er op dit
ogenblik geen mogelijkheid is om deze gegevens te raadplegen. Uw
tweede antwoord was voor mij immers heel vlug: on line zijn de
gegevens niet beschikbaar.

Vroeger werden intrekkingen van het rijbewijs geseind. U kent dat.
Dat gebeurt niet meer, met alle gevolgen vandien. De politieagent kan
op dit ogenblik dus niet op een eenvoudige manier nagaan of het
rijbewijs werd ingetrokken of niet. Dat kan toch niet.
09.03 Jos Ansoms (CD&V): La
consultation en ligne est
impossible. Auparavant, la police
était avertie du retrait de permis
d'un automobiliste. A présent, les
policiers ne peuvent plus s'en
assurer.
09.04 Minister Patrick Dewael: Ik heb negatief geantwoord op uw
vraag of in het informaticasysteem de gegevens on line beschikbaar
zijn. Dat wil niet zeggen dat er daarom geen communicatie of
informatie kan worden verstrekt. Ik zal in afwachting van de
implementatie van het informaticasysteem, waardoor de
gegevensuitwisseling sneller moet kunnen gaan, met mijn collega van
Justitie alleszins overleg plegen om de interactie te verbeteren.
09.04 Patrick Dewael, ministre:
Certes, les renseignements ne
sont pas disponibles sur Internet,
mais cela n'empêche pas les
policiers de transmettre des
informations ou de communiquer.
L'accélération de l'interaction entre
la police et la justice fait l'objet
d'une concertation avec Mme
Onkelinx.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Question de M. Mohammed Boukourna au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
situation des réfugiés et demandeurs d'asile ainsi que sur l'accueil et le statut des non-ressortissants"
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
(n° 1794)
10 Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de toestand van de vluchtelingen en de asielzoekers alsmede over de
opvang en het statuut van de niet-onderdanen" (nr. 1794)
10.01 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, la lecture des conclusions,
arrêtées au 27 juin 2003, du troisième rapport sur la Belgique de la
Commission européenne contre le racisme et l'intolérance (ECRI),
n'est guère réjouissante pour la Belgique en matière de
discrimination. J'ai déjà eu l'occasion de le dire à l'occasion d'une
question que j'ai posée à Mme Arena. Dans ce rapport, l'ECRI met en
avant plusieurs problématiques "particulièrement préoccupantes" et
recommande aux autorités belges de "prendre des mesures
supplémentaires dans un certain nombre de domaines."

En ce qui concerne la partie des critiques en lien avec la
problématique des sans-papiers et des réfugiés, cette Commission
est préoccupée, notamment:
- par le peu de transparence des données concernant la rétention
administrative en vue d'une expulsion, et les expulsions elles-mêmes;
- par la protection des droits des mineurs non accompagnés, en
particulier les droits de l'enfant;
- par la mise en place, le fonctionnement et les compétences de la
commission chargée de la surveillance des conditions de rétention
dans les centres fermés;
- par la situation des personnes dont les demandes d'asile sont en
attente depuis longtemps.

Ces questions et critiques sont formulées alors même que l'accord de
gouvernement, dans son chapitre "Une société multiculturelle
tolérante", prévoit "l'amélioration de l'accueil des primo-arrivants et
une politique d'asile humaine et réaliste."

Eu égard à l'accord de gouvernement et compte tenu des critiques
formulées par l'ECRI, voici les questions que je souhaite poser à M. le
ministre:

1. Pouvez-vous, monsieur le ministre, nous faire savoir comment
vous entendez mettre en application les engagements pris en matière
de politique d'asile? Je songe notamment à l'humanisation des
centres fermés, au statut des mineurs non accompagnés, au statut de
protection complémentaire et aux différents arriérés qui s'accumulent
à l'Office des étrangers, au Conseil d'Etat, en passant par le
Commissariat général aux réfugiés et apatrides?

2. Pouvez-vous nous fournir davantage d'informations concernant le
fonctionnement et les compétences de la commission chargée de la
surveillance des conditions dans les centres fermés?

3. Pouvez-vous nous informer au sujet de l'existence ou non d'une
base de données claires concernant le nombre d'étrangers détenus
en vue d'une expulsion et, en particulier, le nombre de personnes
effectivement expulsées du territoire belge?
10.01 Mohammed Boukourna
(PS): In haar derde verslag over
België somt de Europese
Commissie tegen Racisme en
Intolerantie (ECRI) een aantal
knelpunten op en formuleert ze
een reeks aanbevelingen. Deze
Commissie maakt zich vooral
zorgen over het gebrek aan
doorzichtigheid van de informatie
over de administratieve
aanhouding voorafgaand aan de
uitzetting, de bescherming van
niet-begeleide minderjarigen, de
werking van de commissie belast
met het toezicht op de
omstandigheden waarin
vluchtelingen in de gesloten centra
verblijven en de toestand van de
personen van wie de
asielaanvragen in behandeling
zijn.

Vermits in het regeerakkoord
sprake is van een humaan en
realistisch asielbeleid vernam ik
graag hoe u de aangegane
verbintenissen inzake het
asielbeleid zal inlossen, meer
bepaald inzake een
menswaardiger opvang in de
gesloten centra, het statuut van de
niet-begeleide minderjarigen, de
bijkomende beschermingsstatus
en het wegwerken van de
achterstand.

Kan u enige uitleg geven over de
werking van de commissie belast
met het toezicht op de
leefomstandigheden in de
gesloten centra?

Kan u ons zeggen of er al dan niet
een transparante gegevensbank
bestaat met het aantal
vreemdelingen dat opgesloten zit
in afwachting van de uitzetting en
het aantal personen dat
daadwerkelijk werd uitgezet?
10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Boukourna, je souhaite tout d'abord vous indiquer que les autorités
10.02 Minister Patrick Dewael:
De ECRI kon tijdens haar
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
belges ont pleinement collaboré au travail de la Commission contre le
racisme et l'intolérance du Conseil de l'Europe. Les recommandations
de celle-ci doivent, par ailleurs, être lues en rapport avec l'évolution
constante.

Quant à la politique d'asile et d'éloignement, je vous rappelle que
l'accord de gouvernement insiste sur le fait que le gouvernement
continuera à suivre l'approche réaliste et humaine qu'il appliquait en
matière d'asile.

En ce qui concerne la poursuite de l'humanisation des centres fermés
et la création en leur sein de sections distinctes pour les familles, je
peux vous indiquer que le centre 127bis de Steenokkerzeel qui
accueille des familles comporte déjà une aile spécifique pour les
accueillir. Je vous informe, par ailleurs, que la commission chargée
des plaintes des occupants des centres fermés est opérationnelle
depuis la publication de l'arrêté ministériel portant nomination de ses
membres, le 9 septembre 2003. La commission est exclusivement
chargée du traitement des plaintes individuelles des occupants,
concernant l'application de l'arrêté royal du 2 août 2002 dont les
dispositions ont trait à la vie dans le centre et non l'éloignement des
étrangers. Le secrétariat de la commission est chargé de l'examen de
la recevabilité des plaintes et de la tentative de conciliation entre les
parties concernées.

La commission se prononce sur toutes les plaintes déclarées
recevables et pour lesquelles une tentative de conciliation a échoué.
Elle ne peut prendre que les décisions suivantes:
-adresser toute recommandation qu'elle juge utile en rapport avec
l'application de l'arrêté royal du 2 août 2002 précité, au directeur du
centre fermé et au directeur général de l'Office des étrangers;
- annuler totalement ou partiellement la décision sur laquelle porte la
plainte;
- enfin, adresser au directeur général de l'Office des étrangers toute
recommandation qu'elle juge indiquée en rapport avec la sanction des
membres du personnel concernés.

Le secrétariat informe alors le plaignant, le directeur général de
l'Office des étrangers et le Centre pour l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme de la plainte et de la suite réservée à la plainte par
le secrétariat ou par la commission.

Au sujet des mineurs non accompagnés, je vous informe que l'arrêté
royal ayant pour objet de fixer la composition et le fonctionnement du
service de tutelle des mineurs non accompagnés, créé par la loi-
programme du 24 décembre 2002, a été publié le 29 janvier dernier et
prévoit que le service sera effectivement mis en place le 1
er
mai 2004.

En ce qui concerne le statut de protection subsidiaire, la finalisation
de la proposition de directive du Conseil de l'Union européenne est en
cours et sa transposition dans le droit belge suivra. En attendant, sur
instruction de mon prédécesseur, les demandeurs d'asile déboutés
qui font l'objet d'une clause de non-reconduite prise par le
commissaire général aux réfugiés obtiennent une prolongation de leur
ordre de quitter le territoire jusqu'à nouvel ordre.

En ce qui concerne les arriérés existants dans le cadre de la
procédure d'asile, les différentes instances compétentes en matière
werkzaamheden rekenen op de
volledige medewerking van de
Belgische overheid. Er werden
reeds stappen ondernomen om de
leefomstandigheden in de
gesloten centra menswaardiger te
maken. Zo is er in het centrum
127bis een vleugel speciaal voor
gezinnen ingericht.

Daarnaast is de Commissie belast
met de klachten van de bewoners
van de gesloten centra sinds 9
september operationeel. De
Commissie is uitsluitend belast
met de behandeling van
individuele klachten over de
leefomstandigheden in het
centrum en dus niet over de
verwijdering. Het secretariaat
onderzoekt de ontvankelijkheid
van de klachten en poogt de
betrokken partijen te verzoenen.
De Commissie doet een uitspraak
over alle ontvankelijke klachten
waarvoor de verzoeningspoging
mislukt is. Ze kan elke
aanbeveling die ze nuttig acht
richten tot de directeur van het
gesloten centrum en aan de
directeur-generaal van de Dienst
Vreemdelingenzaken, de
beslissing geheel of gedeeltelijk
vernietigen, aan de directeur-
generaal van de Dienst
Vreemdelingenzaken elke
aanbeveling overmaken met
betrekking tot een bestraffing van
de betrokken personeelsleden.

Het secretariaat ten slotte stelt de
indiener van de klacht, de
directeur-generaal van de Dienst
Vreemdelingenzaken en het
Centrum voor Gelijkheid van
Kansen en Racismebestrijding in
kennis van het gevolg dat aan de
klacht werd gegeven.

Wat de niet begeleide minderjarige
vreemdelingen betreft, zal het
koninklijk besluit vanaf 1 mei 2004
worden toegepast. Wat de
subsidiaire bescherming betreft,
zal de omzetting in Belgisch recht
geschieden eens de Europese
richtlijn daaromtrent is
uitgevaardigd. In afwachting
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
d'asile travaillent à la résorption des retards accumulés. Pour le
Conseil d'État plus particulièrement, les mesures dont il est fait état
dans l'accord de gouvernement sont actuellement en préparation. Ce
thème sera d'ailleurs abordé lors du Conseil des ministres spécial
concernant la justice et la sécurité, prévu pour la fin de ce mois-ci.

Enfin, pour répondre à votre dernière question, je puis vous assurer
que l'administration et le gouvernement disposent de données claires
sur le nombre d'étrangers détenus en vue d'un éloignement et sur le
nombre de personnes effectivement éloignées du territoire belge.

L'arrêté royal du 2 août 2002 prévoit que chaque centre fermé établit
un rapport annuel, qui est transmis au ministre et doit comporter
notamment le nombre total d'occupants répartis par nationalité, la
durée moyenne du séjour par occupant et par nationalité, le nombre
total de refoulements et de rapatriements par nationalité et le nombre
total de mises en liberté par nationalité.

Ces rapports annuels ainsi que les statistiques mensuelles sont mis à
la disposition des membres du parlement et des organisations
gouvernementales sur simple demande.
daarvan, wordt het bevel om het
grondgebied te verlaten van de
uitgeprocedeerde asielzoekers
verlengd.

De bevoegde instanties spannen
zich in om de bestaande
achterstand weg te werken. Wat
de Raad van State betreft, worden
de in het regeerakkoord
aangekondigde maatregelen op dit
ogenblik voorbereid.

Tot slot beschikt de administratie
over duidelijke gegevens met
betrekking tot de vreemdelingen.
Elk gesloten centrum stelt jaarlijks
een verslag op, dat aan de
minister wordt voorgelegd. Op
eenvoudig verzoek worden die
verslagen ook ter beschikking van
het Parlement en van de
gouvernementele organisaties
gesteld.
10.03 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président, je
remercie M. le ministre pour ses réponses.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de veiligheidsinvesteringen" (nr. 1896)
11 Question de Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
investissements en matière de sécurité" (n° 1896)
11.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb in uw
afwezigheid op 18 januari 2004 een vraag gesteld aan uw collega,
staatssecretaris Van Quickenborne, in verband met de investeringen
door zelfstandigen in veiligheidsapparatuur. Ik heb toen een antwoord
gekregen dat hij afgelezen heeft. Omdat ik nog een aantal vragen had
waarop hij niet kon antwoorden, heb ik die nu opnieuw geformuleerd
en aan u gericht.
11.01 Trees Pieters (CD&V): Le
18 janvier, j'ai posé une question
sur les investissements en matière
de sécurité effectués par les
indépendants.
11.02 Minister Patrick Dewael: Hij gaf misschien een vereenvoudigd
antwoord?
11.03 Trees Pieters (CD&V): Nee, het was geen vereenvoudigd
antwoord. Ik heb het niet begrepen.
11.04 Minister Patrick Dewael: Om niet te zeggen: een simpel
antwoord. Het was een "Quick" antwoord?
11.05 Trees Pieters (CD&V): Het was een "Quick" antwoord. De
staatssecretaris had het over een charter dat te vinden is op de
website en dat vier elementen bevat: de attractiviteit van de zaak, de
aard van de goederen, de ligging van de zaak en de verzekerde
waarde. Ik wil u vragen: wat hebt u voor met dat charter? Wat moet
11.05 Trees Pieters (CD&V):
Dans la réponse qu'il a fournie, le
secrétaire d'Etat Van
Quickenborne a évoqué une
charte disponible sur le site Web.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
dat inhoudelijk bevatten voor wie de investering doet? Wat moet
daarin staan? Ik wil u ook vragen wat er gebeurt met de investeringen
die gemaakt zijn in 2003, dus onder de oude regeling, door mensen
die wegens de ontoegankelijkheid van de voorwaarden ­ denk maar
aan de techno-preventieadviseurs ­ geen aanvraag hebben ingediend
en die de fiscale aftrek dus niet hebben gekregen?

Ik wil u ook om wat informatie vragen omdat de heer Van
Quickenborne zei dat de opleiding zou voortgezet worden en
geactualiseerd zou worden. Wat bedoelt u daarmee? Gaat het over
bijkomende opleiding? Wat met de nu reeds opgeleiden? Het zijn er
589. Zij zijn weliswaar opgeleid voor techno-preventietaken binnen het
politiekorps, maar zijn zij ook opgeleid om dergelijke taken voor de
privé-sector te vervullen? Krijgen zij daarvoor een specifieke
opleiding?

Bovendien weet ik nog altijd niet hoe die preventieadviseurs zich
moeten gedragen. Is het advies dat zij geven een bindend advies, of
is het een vrijblijvend advies? Is het een beslissende mening die de
technoadviseurs geven, of is die mening gewoon adviserend aan de
investeerder om het zo of zo te doen? Ten slotte, mijnheer de
minister, las ik in een of andere krant dit weekend dat de
zelfstandigen die investeren in het beveiligen van hun handelszaak
hun investering voor 13,5% kunnen aftrekken en dat dit een
overeenkomst is die ingaat vanaf 1 april 2004. Die overeenkomst zou
zijn gesloten met de vereniging van zelfstandigen en met de minister
van Middenstand. Is dat iets nieuws of is dat de implementatie van de
nieuwe voorwaarden?
Le ministre peut-il commenter
cette charte ? Qu'en est-il, par
ailleurs, des investissements
réalisés en 2003, pour lesquels
aucune déduction fiscale n'a été
demandée en raison de
l'inaccessibilité des conditions?

La formation des conseillers en
techno-prévention sera actualisée.
Qu'entend-on par là? Envisage-t-
on une formation supplémentaire?
Seront-ils formés pour les services
de police et pour le secteur privé?
Leur avis est-il contraignant?

J'ai lu dans la presse que le
ministre a convenu avec les
indépendants qu'ils pourront
déduire fiscalement 113,5 pour
cent de leurs frais
d'investissement à partir du 1
er
avril. Est-ce un élément neuf ou
s'agit-il simplement de la mise en
oeuvre des nouvelles conditions?
11.06 Minister Patrick Dewael: Collega Pieters, u hebt inderdaad een
vergelijkbare vraag gesteld aan mij, die toen beantwoord is door
staatssecretaris Van Quickenborne. Ik wil er vandaag nog even op
doorgaan en waar nodig het antwoord van mijn collega vervolledigen.

Ik wil eerst aangeven dat de nieuwe aftrekmogelijkheden voor
veiligheidsinvesteringen vorige week werden besproken met de
vertegenwoordigende organisaties van de zelfstandigen. Tijdens de
vorige legislatuur is het Nationaal Platform Veilig Ondernemen
opgericht om rechtstreeks met de zelfstandigen te kunnen overleggen
over veiligheidsthema's.

Ik heb dat platform trouwens opnieuw geactiveerd en roep dat
voortaan om de twee maanden samen.

Het charter en de integrale maatregelen in het kader van
beveiligingsinvesteringen zijn instrumenten om een
gebruiksvriendelijke procedure voor de zelfstandigen te kunnen
opzetten. De organisaties zijn dan ook heel enthousiast over de
nieuwe procedure, die vanaf 1 april aanstaande van start zal gaan.
Dat zal ook allemaal verlopen via de website. Volgende maand zijn de
documenten op die website te vinden. Vanaf 1 januari 2005 verloopt
de procedure, zoals gepland, volledig interactief.

Het veiligheidscharter is eigenlijk een meerjarige overeenkomst.
Hierdoor kan de zelfstandige een investeringsplanning, gespreid over
enkele jaren, opmaken. Hij of zij zal uiteraard rekening moeten
houden met een logische volgorde van de investeringen. Die volgorde
houdt bijvoorbeeld in dat het pand eerst voldoet aan de
11.06 Patrick Dewael, ministre:
Les nouvelles possibilités de
déduction applicables aux
investissements en matière de
sécurité ont été discutées la
semaine dernière avec les
organisations représentatives des
indépendants.

La charte constitue un instrument
visant à mettre en place une
procédure conviviale pour les
indépendants. La nouvelle
procédure entrera en vigueur le 1
er
avril 2004. A partir de cette date,
les documents seront disponibles
sur le site Web et la procédure
sera totalement interactive à partir
du 1
er
janvier 2005.

La charte est un contrat
pluriannuel qui permet aux
indépendants de répartir les
investissements à condition que
ceux-ci soient consentis dans un
ordre logique. Parmi les quatre
catégories à risque, l'indépendant
peut lui-même vérifier à laquelle il
appartient. Lorsqu'il souhaite
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
bouwtechnische voorschriften, zoals het voorzien van een voordeur
met een degelijk slot, voordat men bijvoorbeeld investeert in een
intern alarmsysteem. Dat spreekt, denk ik, voor zich.

De integrale maatregelen in het charter zijn dus een aanbeveling,
gelijklopend met de bestaande verzekeringscriteria. Dat pakket geeft
de zelfstandige de mogelijkheid om aan self-assessment te doen of
zelf te selecteren tot welke van de vier bepaalde risicocategorieën hij
behoort. Er is daar dus eigenlijk een parallellisme tussen de
categorieën bij de verzekeringsmaatschappijen en de categorieën die
wij in het leven hebben geroepen.

Wanneer de zelfstandige een advies op maat wenst, kan hij altijd de
technopreventieve adviseur inschakelen. Wellicht zullen de
zelfstandigen met een risicovol beroep dat meer moeten doen dan
anderen. Het indelen in die categorieën heeft het ongelooflijke
voordeel dat men in die aanbevelingsfase eigenlijk niet verplicht is op
zo'n adviseur een beroep te doen. Die adviseurs hebben enkel nog
een vaste rol bij het afgeven van het goedkeuringsattest. In de huidige
procedure speelden zij zowel bij de aanbeveling als bij de
goedkeuring verplicht een rol. Een controle via het goedkeuringsattest
blijft natuurlijk wel een voorwaarde voor de minister van Financiën.
Wij hebben de zaken wel vereenvoudigd, maar het is evident dat de
collega voor Financiën, die natuurlijk moet beslissen over de aftrek,
effectief een attest moet hebben tot bewijs van.

Ik heb hier ook drie elementen bijgestuurd die maken dat de
goedkeuringsprocedure realiseerbaar is door de technopreventieve
adviseurs en tegelijkertijd ook geen eeuwigheid duurt voor de
zelfstandigen en de ondernemers.

Ten eerste, de adviseurs moeten zich in de eerste plaats richten op
de meest risicovolle beroepen.

Ten tweede, interzonale samenwerking is aanbevolen voor de zones
waar onvoldoende capaciteit aanwezig zou zijn.

Ten derde, de zelfstandigen en de ondernemers krijgen een impliciete
goedkeuring wanneer de adviseurs er niet in slagen binnen een
specifieke termijn ­ wellicht twee maanden ­ een attest af te leveren.
Dat is, mijns inziens, een belangrijke vernieuwing en verbetering. In
het andere geval moest men wachten tot de adviseur tijd had om
langs te komen. Nu wordt de zaak omgekeerd en gaat men ervan uit
de goedkeuring te hebben gekregen wanneer de controle niet binnen
de twee maanden heeft plaatsgehad.

Interessant is dat ik met minister Reynders een akkoord heb bereikt
waardoor de light koffer en de betaalautomaten in aanmerking komen
voor een verhoogde fiscale aftrek. Ik heb dit eveneens aangekondigd
op de Unizo-bijeenkomst waaraan we samen hebben geparticipeerd.
Ik heb eveneens een soepele overgangsprocedure van het oude naar
het nieuwe systeem uitgewerkt. Dit betekent dat de
veiligheidsinvesteringen, uitgevoerd tussen 1 januari 2003 en 1 april
2004, vlot in aanmerking zullen worden genomen voor de verhoogde
aftrekmogelijkheid.

Wat uw vraag over de opleidingen betreft, herhaal ik dat op dit
ogenblik op nationaal niveau 589 adviseurs erkend zijn. Er zullen
obtenir un avis approprié à son
cas, il peut faire appel au
conseiller en techno-prévention
mais il n'y est pas obligé : le rôle
du conseiller se limite, en effet, au
contrôle de l'attestation
d'approbation. J'ai également
procédé à des adaptations à cet
égard : les conseillers en techno-
prévention doivent surtout porter
leur attention sur les professions
les plus risquées ; pour les zones
qui disposent d'une capacité
suffisante, la coopération
interzonale est recommandée et
lorsqu'aucune attestation n'est
délivrée dans le délai imparti
(peut-être deux mois), les
indépendants obtiennent une
approbation implicite.

Le light ICT et les terminaux
électroniques de paiement figurent
parmi les critères permettant de
bénéficier d'une déduction
majorée.

Le SPF Intérieur organise
quasiment en permanence des
formations en techno-prévention.
A l'avenir, ces formations seront
dispensées dans les écoles de
police. En outre, des formations
ciblées sur la sécurisation des
entreprises sont également
organisées.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
minder adviseurs nodig zijn door de sterk vereenvoudigde procedure
en door de mogelijkheid van interzonale samenwerking.
Desalniettemin organiseert de FOD Binnenlandse Zaken bijna
permanent techno-preventievorming. In de toekomst zal deze
opleiding georganiseerd worden door de politiescholen. Ik kan
bevestigen dat mijn diensten voor de reeds gediplomeerde adviseurs
een specialisatievorming, gericht op de beveiliging van
ondernemingen, organiseren.

Mijnheer de voorzitter, collega's, dit was een complex antwoord over
een belangrijke aangelegenheid.
11.07 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik concludeer dat het voor de aanhouder loont. Ik durf het
woord "wint" niet gebruiken omdat ik me geen winnaar voel in deze
zaak. Het loont om te blijven hameren op een problematiek.

Ik ben zeer tevreden met de oplossing die uit de bus is gekomen. Het
zal het systeem dat tijdens de vorige legislatuur werd ingevoerd,
werkbaar maken. Ik dank u voor de inspanningen die u met de
organisaties hebt geleverd. Ik ben tevreden over het behaalde
resultaat.
11.07 Trees Pieters (CD&V): La
persévérance paie. Cette solution
me satisfait et je remercie le
ministre pour les efforts qu'il a
accomplis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
verificatie van alarmmeldingen" (nr. 1928)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
werking van alarmcentrales" (nr. 1943)
12 Questions jointes de
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la vérification des signalisations
d'alarme" (n° 1928)
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement des
centraux d'alarme" (n° 1943)
12.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er rijzen problemen met betrekking tot de verificatie van
alarmmeldingen. Door de wetgeving van 19 juni 2002 moet er een
controle gebeuren of er daadwerkelijk een binnendringing of een
inbraak is geweest in een bepaalde woning of handelszaak alvorens
de politie verwittigd kan worden. Pas dan mag men een beroep doen
op de politiediensten.

Daarvoor is wel een logische uitleg te vinden en ik kan wel begrijpen
dat men niet voor elk alarm direct de politiediensten stuurt, maar in de
praktijk leidt dit toch tot schrijnende situaties, vooral bij overvallen van
handelszaken, waarbij de daders al lang het hazenpad hebben
gekozen voor de politie ter plaatse verschijnt.

Ik zou van de minister graag een antwoord krijgen op de volgende
vragen.

Is de minister bereid om een meer werkbare oplossing uit te werken,
zodat de politiediensten veel vlugger kunnen optreden, vooral in het
geval van alarmmelding bij handelszaken? In het geval van
handelszaken zijn er verschillende soorten alarm. Een uitbater van
12.01 Dirk Claes (CD&V):
L'arrêté royal du 19 juin 2002
dispose qu'en cas de signalisation
d'alarme, les services de police ne
peuvent être avertis que lorsqu'on
a vérifié qu'il y a bien eu intrusion.
Cette réglementation a été édictée
pour limiter les fausses
signalisations d'alarme. Dans la
pratique, elle entraîne toutefois
des situations désolantes, les
auteurs ayant pris la fuite depuis
longtemps avant que la police
puisse entrer en action.

Le ministre est-il disposé à
chercher une solution,
principalement pour les
commerces? Etendra-t-il
l'exception à l'interdiction des
signalisations d'alarme directes
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
een handelszaak kan bijvoorbeeld zelf een stil alarm op een actieve
wijze doorgeven. Volgens mij is dit toch een ander soort alarm dan
een alarm dat wordt vastgesteld door bijvoorbeeld een elektronisch
oog. Er is dan toch al sprake van een effectieve daad van een uitbater
die zich op dat moment bedreigd voelt.

Het koninklijk besluit voorziet ook in een verbod van rechtstreekse
alarmmeldingen. Er zijn nochtans uitzonderingen, ook voor
publiekrechtelijke rechtspersonen. Is de minister bereid dit ook uit te
breiden naar andere rechtspersonen? Juweliers worden momenteel
bijvoorbeeld nogal eens geplaagd door overvallen. Zij beschikken nu
toch meestal over gesofisticeerde middelen. Daar zullen maar zeer
weinig valse alarmmeldingen voorkomen. Ik denk daarbij ook aan de
overvallenplaag op zeer grote handelszaken in Antwerpen. Daar zijn
toch ook mogelijkheden voor alarmmeldingen bij centrales. Als men
dan telkens eerst nog op tv-beelden moet kijken of er effectief een
alarm is, dan kan de vogel al gevlogen zijn.
consentie par l'arrêté royal en
faveur des personnes morales de
droit public aux bijoutiers et aux
grandes implantations
commerciales, par exemple, qui
n'ont pas été épargnés ces
derniers temps?
12.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijn vraag sluit helemaal daarbij aan. Er is inderdaad een KB van 19
juni 2002, uitgevaardigd door uw voorganger, dat de
controlemodaliteiten van de beveiligingsfirma's verscherpte. Een
alarmcentrale moet voorafgaandelijk aan de melding aan de politie
eerst zelf verifiëren of het niet om een vals alarm gaat. Dat kan door
het contacteren van de gebruiker, van de klant van het systeem of
een contactpersoon in de buurt, of via een technische verificatie,
namelijk door vanaf het moment dat het alarm in werking treedt
rechtstreekse afluistering mogelijk te maken in de handelszaak.

In de praktijk voldoet dit systeem niet altijd of kunnen de technische
controlemiddelen niet altijd in werking treden. Wanneer men
bijvoorbeeld van buitenaf een ramkraak pleegt of een raam
beschadigt, dan leidt dat nog altijd niet tot de mogelijkheid om van
binnenuit af te luisteren of permanent vast te stellen dat er iets
fundamenteel mis is in de betrokken handelszaak. In de praktijk is het
resultaat van de verscherping van 19 juni 2002 dat de alarmcentrales
niet naar behoren kunnen werken.

We krijgen klachten van juweliers. Ik geef een concreet voorbeeld. In
Bonheiden probeerde men vanuit de alarmcentrale eerst de juwelier
te bereiken, wat verschillende minuten duurde. Ondertussen kwam er
een alarmmelding binnen van de buren, die echter ook laattijdig was,
en daardoor konden de vogels gaan vliegen. Men verliest op die
manier veel te veel tijd en zowel de juwelierszaken die klant zijn van
een dergelijke alarmcentrale, als de alarmcentrale zelf vragen zich af
waartoe het systeem dient als het uiteindelijk niet naar behoren kan
werken.

Er werd daarnet terecht gezegd dat juweliers tegenwoordig dermate
veel investeren in een alarminstallatie dat men nog maar zelden of
nooit met een vals alarm te maken heeft. Het is toch wenselijk dat,
zeker voor juweliers, die een heel bedreigde groep vormen, en voor
banken, een onmiddellijke doorgave aan de politie mogelijk moet zijn.
Wij hebben uit verschillende bronnen vernomen dat de politiediensten
terzake zeker vragende partij zijn.

Ik heb de volgende vragen. Kunt u mij meedelen hoe het koninklijk
besluit van juni 2002 en de daarin ingebouwde vertraging door de
12.02 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): En raison de l'arrêté royal
du 19 juin 2002 renforçant les
modalités de contrôle des
entreprises de sécurité, les
centraux d'alarme ne peuvent
effectuer leur travail correctement.
A l'heure actuelle, les installations
d'alarme des bijoutiers sont
tellement professionnelles qu'elles
déclenchent rarement de fausses
alarmes. Il est dès lors souhaitable
que de telles alarmes puissent
immédiatement être signalées à la
police.

Comment l'arrêté royal sera-t-il
appliqué et évalué par le secteur
concerné?

Le ministre l'adaptera-t-il et
instaurera-t-il une exception pour
les commerces spécifiques tels
que les bijouteries?
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
betrokken sector wordt geëvalueerd? Bent u bereid dat koninklijk
besluit aan te passen, zodat het systeem, voornamelijk voor juweliers
en banken, zou kunnen leiden tot een rechtstreekse melding aan de
politiediensten?
12.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Laeremans, het
onderscheiden van de echte alarmen van de valse werd in 2002
definitief uitbesteed aan private meldkamers. Zij zijn trouwens
vergund als bewakingsondernemingen.

Het is genoegzaam bekend dat er voorheen effectief heel wat
politiecapaciteit verloren ging. In 98% van de gevallen rukten de
politiepatrouilles immers voor niets uit. Hierdoor was de politie
onvoldoende paraat voor echte noodoproepen.

Men gaat ervan uit dat een rechtstreekse melding aan de politie een
snellere en meer accurate politie-interventie mogelijk maakt. Ik moet
u echter zeggen dat het tegendeel waar is. De oproepcentrales van
de politie zijn niet uitgerust om alarmsignalen te analyseren en te
verifiëren. Bovendien is het aantal alarmsystemen enorm
toegenomen. Naar schatting bestaan er momenteel 350.000
verschillende systemen. De politie kan nu wel, dankzij de informatie
van de oproepcentrales, veel gerichter ter plaatse verifiëren.

Volgens mijn diensten heeft het inschakelen van de privé-sector niet
geleid tot een win-winsituatie. Sommige burgers, zoals winkeliers die
dichtbij hun zaak wonen, spreken met de alarmcentrale af om als
eerste te worden geïnformeerd. Dat betekent dat de politiediensten
pas in tweede orde worden verwittigd en dit op vraag van de
betrokkene. Slechts uitzonderlijk kunnen organisaties een speciale
verbindingslijn met de politiediensten krijgen. De rechtstreekse
meldingen zonder tussenkomst van een alarmcentrale zijn alleen
mogelijk voor publieke rechtspersonen die het doelwit kunnen zijn van
bijzondere bedreigingen. Ze zijn uiterst beperkt in aantal en
momenteel bestaat er geen aanleiding tot het uitbreiden van de
uitzonderingsprocedure.
12.03 Patrick Dewael, ministre:
Avant l'arrêté royal de 2002, les
patrouilles de police se rendaient
inutilement sur place dans 98 pour
cent des cas.

Un appel direct à la police ne
garantit pas une intervention plus
rapide. Les centraux d'appels de la
police ne sont pas équipés pour
analyser et vérifier les signaux
d'alarme. Par ailleurs, environ
350.000 systèmes d'alarme sont
en service. La participation du
secteur privé a précisément
débouché sur une situation
avantageuse pour toutes les
parties.

Une ligne de liaison spéciale avec
la police n'est accordée qu'aux
personnes morales de droit public
qui peuvent être l'objet de
menaces particulières, sans
intervention d'un central d'alarme.
Il n'y a pas matière à élargir cette
procédure spéciale.
12.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik ga ermee akkoord
dat de meldkamers een goede functie vervullen en de valse alarmen
proberen uit te schakelen.

Als in zo'n meldkamer een alarm van bijvoorbeeld een juwelier
binnenkomt, dan zou die meldkamer onmiddellijk de politie moeten
kunnen sturen. Dat is nu niet mogelijk. Nu moet er eerst nog een
verificatie zijn ter plaatse ­ door bijvoorbeeld de eigenaar of door
andere technische hulpmiddelen ­ alvorens de meldkamer de politie
mag verwittigen. Op dat punt zou de wetgeving toch wel kunnen
aangepast worden voor juweliers.
12.04 Dirk Claes (CD&V): Les
dispatchings font de l'excellent
travail en vérifiant tous les appels
mais, pour certaines alarmes, la
vérification est trop lente.
Lorsqu'une alarme se déclenche
chez un bijoutier, les services de
police devraient tout de même être
immédiatement envoyés sur place.
Il convient de modifier la loi.
12.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, het
oorspronkelijke opzet was natuurlijk begrijpelijk. Het zal ongetwijfeld
geleid hebben tot een ontlasting van de politie. Men voorziet echter in
een uitzondering voor bepaalde publiek-gerechtelijke personen die
een groot risico met zich dragen. Als men voor hen een uitzondering
kan maken, dan kan men dat toch minstens ook doen voor juweliers
of toch voor bepaalde juweliers. Het moet mogelijk worden een
uitzondering in te bouwen voor juweliers die reeds vaker het doelwit
zijn geweest, die een groter risico lopen omwille van hun ligging of die
12.05 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Si une exception peut être
faite pour certaines personnes
morales, ce devrait également être
possible pour certaines catégories
de particuliers et notamment pour
les bijoutiers. Force est de
constater qu'il est impossible,
dans le cadre de la législation
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
dermate beveiligd zijn dat een vals alarm niet mogelijk is. Het is zeer
nuttig dat het in overleg met alarmcentrales en politiediensten toch
mogelijk is dat voor bepaalde privé-instanties dezelfde uitzondering
wordt ingebouwd. U vergist zich met uw categorieke weigering. U zal
ertoe bijdragen dat bepaalde handelszaken niet voldoende beveiligd
zijn, zeker zaken die reeds herhaaldelijk het doelwit zijn geweest van
overvallen. Ik betreur dat u de zaak niet grondiger wil onderzoeken.
actuelle, de protéger
adéquatement certains
commerces. Je déplore que le
ministre ne soit pas disposé à
examiner cette question de façon
approfondie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de uitwerking van het statuut van de bijzondere veldwachters" (nr. 1930)
13 Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'élaboration
du statut de garde champêtre particulier" (n° 1930)
13.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, dit is een korte vraag.

Naar aanleiding van de redactie van de eerste teksten over de grote
politiehervorming, zijn wij erin geslaagd om ook een harmonisatie te
bewerkstelligen met betrekking tot het statuut van de bijzondere
veldwachters. Wij hebben toen de benoemingen en de benamingen
geüniformiseerd. In artikel 64 van het Veldwetboek hebben wij ook de
bevoegdheid ingeschreven voor de Koning om de verdere regels voor
de benoeming, de opleiding, het uniform, de kentekens, de
legitimatiekaart, de bewapening, de leeftijdsvoorwaarden, de
onverenigbaarheden en de nationaliteitsvoorwaarden verder te
specifiëren.

Ik had veel begrip voor het feit dat in de eerste periode van de
implementatie van de politiehervorming voor die groep niet de
grootste prioriteit in acht werd genomen. Er waren zoveel dingen te
regelen. Ondertussen zijn wij echter al een tijdje verder en weten wij
ook dat op het terrein zelf door de betrokkenen heel wat
voorbereidend werd verricht en overleg is gepleegd om het statuut
van de bijzondere veldwachters eindelijk eens behoorlijk te regelen.

Met mijn vraag, die ik eerder ook al eens gesteld heb, wil ik nog
steeds het volgende vernemen.

Gaat inderdaad eindelijk uitvoering worden gegeven aan artikel 64
van het Veldwetboek?

Mogen wij van u verwachten dat u daaromtrent binnen redelijke
termijn een koninklijk besluit zal publiceren? Ik zou u dankbaar zijn als
u daarbij ook een tijdsindicatie kunt geven.
13.01 Jo Vandeurzen (CD&V): A
la suite de la réforme des polices,
le statut des gardes champêtres
particuliers doit également être
adapté. Le ministre peut-il nous
dire où en est ce nouveau statut?
Quand peut-on escompter un
arrêté royal?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, voor die korte
vraag heb ik ook een kort antwoord.

De administratie is gelast met het ontwerp van koninklijk besluit ter
uitvoering van artikel 64 van het Veldwetboek. Bijzondere
veldwachters zijn daarbij betrokken.

Het grootste discussiepunt bevindt zich inderdaad op het vlak van de
bewapening van de bijzondere veldwachters.
13.02 Patrick Dewael, ministre:
Mon administration s'occupe du
projet d'arrêté royal. Le point de
discussion majeur concerne
l'armement des gardes
champêtres particuliers. Les textes
devraient me parvenir bientôt.
Ensuite, ils suivront la procédure
appropriée. Quoi qu'il en soit, en
tout cas, je suis attentivement le
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
De werkzaamheden van de administratie zijn momenteel in een
eindfase. De teksten worden mij eerstdaags bezorgd. Ik weet dat het
een werk van lange adem is geweest. Daarna zal het ontwerp, zoals u
weet, nog de geëigende procedure moeten doorlopen, zoals inwinning
van het advies van de Raad van State, alvorens ik het aan de Koning
ter ondertekening kan bezorgen.

Ik zal dat dossier van zeer nabij volgen.
dossier.
13.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Question de M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité lors
des matches de football" (n° 1938)
14 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de veiligheid tijdens voetbalwedstrijden" (nr. 1938)
14.01 André Perpète (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la loi du 21 décembre 1998, modifiée par celle du 10 mars
2003 relative à la sécurité lors des matches de football prévoit toute
une série de mesures pour faire barrage au hooliganisme. En effet,
comme le prévoit l'article 24 de la loi, des amendes administratives
ainsi que des interdictions de stade, pouvant aller de trois mois à cinq
ans, sont prévues pour toute personne qui troublerait le bon
déroulement d'une rencontre de football. Les faits pouvant amener de
telles sanctions sont variés. On peut relever notamment le fait de
projeter des objets vers le terrain, de pénétrer sans titre d'accès
valable à l'intérieur d'un stade, de se battre à l'intérieur du stade, etc.

Sachant que la première partie du championnat de Belgique de 1
ère
division est déjà terminée et que plusieurs rencontres internationales
se sont déroulées au cours de la saison actuelle, mes questions sont
les suivantes:

- Les faits pouvant troubler le déroulement d'un match de football
sont-ils fréquents?
- Au vu des chiffres dont vous disposez, monsieur le ministre, pensez-
vous que les faits venant troubler le déroulement des matches de
football dans notre pays sont plus fréquents que par le passé?
- Des actions judiciaires sont-elles actuellement en cours contre les
fauteurs de troubles qui agissent lors de rencontres de football?
- Depuis l'entrée en vigueur de la loi, combien de personnes se sont
vu condamner à des interdictions de stade? Et, si vous le savez,
quelle est la durée moyenne de ces interdictions?
14.01 André Perpète (PS): De
wet van 21 december 1998
gewijzigd bij wet van 10 maart
2003 omvat een reeks
maatregelen die een dam tegen
het hooliganisme moeten
opwerpen. Het gaat onder meer
om administratieve boetes van
10.000 tot 200.000 frank en om
het opleggen van een
stadionverbod.

Doen zich vaak feiten voor die van
aard zijn het gewone verloop van
een match in de war te sturen?
Gebeurt dat meer dan vroeger?
Zijn er rechtsgedingen hangende?
Hoeveel mensen werden tot een
stadionverbod veroordeeld en voor
hoelang?
14.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président,
premièrement, mon administration dispose de 93% des informations
relatives aux 191 matches à la mi-saison 2003/2004. Dans 76 des
191 matches, 169 incidents ont été constatés. Il est important de
noter qu'il s'agit d'incidents mineurs et que la gravité de ceux-ci est
moindre d'année en année.

Deuxièmement, en comparaison avec le passé, bien que le nombre
de procès-verbaux dressés par les services de police pour infraction à
la loi "football" augmente, les faits qui viennent troubler le
14.02 Minister Patrick Dewael:
Ik beschik over 93 % van de
informatie met betrekking tot de
191 matches van het seizoen
2003/2004. Er werden 169 minder
belangrijke incidenten opgetekend.
Er worden meer processen-
verbaal opgesteld, maar er doen
zich niet meer incidenten voor.
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
déroulement des matches de football ne sont pas en augmentation.
Cette situation s'explique par une politique de verbalisation stricte de
la part des services de police vis-à-vis des supporters à risque.

Troisièmement, pour ce qui concerne les actions judiciaires, ces
questions étant de la compétence du service public fédéral Justice,
ma collègue, la ministre de la Justice, pourra mieux vous éclairer.
Pour ce qui est des chiffres, depuis l'entrée en vigueur de la loi
"football", 1.039 personnes se sont vu infliger une interdiction de
stade administrative. La durée d'interdiction moyenne est de 12 mois.
A ces interdictions de stade administratives, s'ajoutent 241
interdictions de stade judiciaires qui ont été communiquées par les
autorités compétentes. En effet, l'arrêté royal contenant
l'établissement d'un fichier des interdictions de stade dispose que la
cellule football, qui gère le fichier des interdictions de stade, doit y
intégrer les données relatives aux interdictions de stade judiciaires
prononcées que l'autorité compétente doit lui communiquer à cette
fin.
Wat de rechtsgedingen betreft, zal
u zich tot mijn collega bevoegd
voor Justitie moeten wenden.

1039 personen kregen
een
stadionverbod voor een
gemiddelde duur van 12 maanden.
Daarbij komen nog 241
gerechtelijke stadionverboden.
14.03 André Perpète (PS): Monsieur le président, je n'ai rien à
ajouter. Je remercie M. le ministre pour sa réponse détaillée,
notamment pour les chiffres fournis.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Les questions n°s 1933 et 1942 de M. Mayeur sont reportées.
15 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vooruitgang inzake de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders" (nr. 1960)
15 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'état
d'avancement des opérations d'enlèvement des paratonnerres radioactifs" (n° 1960)
15.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
mijn vraag gaat over de vooruitgang die ondertussen is geboekt
inzake de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. Ik heb u
daarover reeds een aantal keer ondervraagd.

Ik had aanvankelijk nooit gedacht dat het een vervolgverhaal zou
worden, maar blijkbaar is het dat wel.

U weet ongetwijfeld dat alle steden en gemeenten in augustus 2003
een brief hebben gekregen van het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle, dat onder uw bevoegdheid valt, om een aantal
instructies aan de steden en gemeenten te geven om de problematiek
van de radioactieve bliksemafleiders ter harte te nemen. De lokale
besturen werd toen gevraagd om, in samenwerking met het federaal
agentschap en bij gebrek aan een inventaris door de dienst over de
afgelopen 18 jaar, werk te maken van de verwijdering, in eerste
instantie van de openbare gebouwen, van de bedoelde
bliksemafleiders die sinds 1985 door een koninklijk besluit werden
verboden te gebruiken en bijgevolg ook dienden te worden verwijderd.

De problematiek is de voorbije maand een aantal keer in het nieuws
geweest of kreeg toch minstens de publieke aandacht. Ik verwijs naar
de afbraak van het Switelhotel in Antwerpen waar op het nippertje
werd vermeden dat een dergelijke bliksemafleider bij het oud ijzer
terechtkwam. Ik verwijs ook naar de afbraak van een klein
15.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): En août 2003,
toutes les administrations locales
ont été chargées d'enlever les
paratonnerres radioactifs sur leur
territoire en collaboration avec
l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire (AFCN). Ces dernières
semaines, la presse a parlé de
plusieurs paratonnerres qui n'ont
pas été réceptionnés par l'AFCN
lors de la démolition du bâtiment
où ils se trouvaient. A chaque fois,
une plainte a dû être déposée à la
police, bien que l'AFCN ait été
informée en temps opportun. La
liste de ces dispositifs installés sur
de nombreux bâtiments reste
interminable.

Combien de ces paratonnerres
ont-ils été enlevés depuis août
2003? Que fait l'AFCN pour que
ces dispositifs ne se retrouvent
pas à la ferraille? Combien
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
gemeentelijk zwembad in Kortenberg waar zich hetzelfde scenario
afspeelde. Het merkwaardige was dat in beide gevallen het Federaal
Agentschap voor Nucleaire Controle evenals de lokale
milieuambtenaar op de hoogte waren van de aanwezigheid van een
dergelijke bliksemafleider. Toch hebben zij niet tijdig iets
ondernomen, tenzij op het allerlaatste moment en dan nog door de
tussenkomst van de politie.

Mijn aandacht werd ook getrokken door een uitgebreid persknipsel in
Het Belang van Limburg van 3 maart 2004. De teneur van het artikel
is dat er de jongste tijd niet zoveel is gebeurd met de aanpak van de
problematiek. Dat bleek uit de ellenlange lijst van gebouwen die
werden opgesomd, zoals kerken, ziekenhuizen, het politiekantoor van
Hasselt alsook de provinciale hogeschool. Dat is allemaal in de wijde
omgeving van Neerpelt, Hasselt, Alken, Sint-Truiden, Herk-de-Stad,
Boxbergheide. Dat zijn allemaal gemeenten in uw politiek territorium,
mijnheer de minister. Die lijst werd opgesteld naar aanleiding van een
paar uur durende rondrit met de betrokken journalist.

Bijgevolg voelde ik mij geroepen u toch nog even te ondervragen over
de problematiek. Ik heb u vorige week vier vragen bezorgd. Ik herhaal
ze nog even voor de volledigheid van het verslag.

Ten eerste, hoeveel radioactieve bliksemafleiders zijn er volgens het
federaal agentschap officieel verwijderd sinds het verspreiden van de
rondzendbrief in augustus 2003?

Ten tweede, welke stappen zal het federaal agentschap doen,
teneinde te vermijden dat dergelijke bliksemafleiders nog steeds op
de schroothoop terechtkomen en dus in de illegaliteit verdwijnen.

Dat blijkt toch een problematiek te zijn die niet onder controle geraakt.

Wat het aantal inspecteurs betreft, zou ik graag hebben geweten
hoeveel mensen bij het federaal agentschap daarmee bezig zijn.

Tot slot, hoe komt het dat het opstellen van de inventaris ­ een van
de elementen die destijds in een van de eerste vragen aan de heer
Duquesne naar voren werd gebracht ­ zo moeizaam verloopt,
niettegenstaande dat het federaal agentschap toch over voldoende
informatie beschikt om op een snelle manier te handelen?

Ik dank de minister alleszins op voorhand voor zijn antwoord.
d'inspecteurs de l'AFCN
s'occupent-ils de ce problème?
Pourquoi est-il aussi difficile
d'établir un inventaire?
15.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat
de vraagsteller uitermate geboeid is door de problematiek. Het is
inderdaad de derde mondelinge vraag die hij over dit onderwerp stelt.
Ik zou erop willen wijzen dat de toestellen een veeleer beperkt risico
voor de volksgezondheid inhouden, maar voor de rest verdient het
probleem uiteraard alle aandacht.

Het agentschap heeft mij de volgende informatie verschaft.

Ik kom in de eerste plaats op het aantal. Ik kan u melden dat het
agentschap in augustus 2003 op vraag van mijn voorganger een
campagne op gang heeft gebracht om de opsporing, de afbraak en de
inzameling van dit soort toestellen te bespoedigen. Ik kan dan ook
melden dat deze campagne vruchten begint af te werpen. Het aantal
15.02 Patrick Dewael, ministre:
C'est la cinquième question de M.
Goyvaerts à ce sujet. Bien que la
problématique mérite notre
attention, il est bien établi que les
paratonnerres ne comportent
qu'un risque très limité pour la
santé publique.

En août 2003, l'AFCN a lancé une
campagne d'information qui a
entraîné, la même année,
l'enlèvement de 96 paratonnerres
par l'ONDRAF, ce qui représente
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
toestellen dat in 2003 werd opgehaald en naar het Niras werd
afgevoerd, lag 75% hoger dan in het jaar 2002, terwijl de campagne
slechts in de tweede helft van 2003 weerklank heeft gevonden. In
totaal werden er 96 toestellen verwijderd in 2003, tegenover 54
toestellen in 2002.

Hoe kunnen we vermijden dat ze in de illegaliteit zouden verdwijnen?
Om te voorkomen dat ze bij het schroot zouden verzeilen, heeft het
agentschap vorige maand een mailing verstuurd naar een
zeshonderdtal afbraakfirma's om hen op het gevaar attent te maken.
Ook de schroothandel zelf werd door het FANC geïnformeerd via een
gelijkaardige brief die naar een honderdtal schroothandelaars werd
verstuurd.

Wat het aantal inspecteurs betreft, de inspectiediensten tellen een
vijventwintigtal effectieven. Naargelang de meldingen en
vaststellingen wordt personeel ingezet voor deze problematiek.

Ten slotte kom ik op uw vraag waarom het allemaal toch enige tijd
duurt.

Ten eerste, het lopende proces werd geactiveerd door mijn
voorganger in het voorjaar van 2003.

Ten tweede, de gemeenten werden over de problematiek en de
aanpak in de tweede helft van 2003 door het FANC zelf geïnformeerd.
Zij moeten natuurlijk de kans en de gelegenheid krijgen om zich over
deze problematiek te beraden en om zich intern te organiseren.
Bovendien moeten de door het FANC erkende afbraakfirma's in staat
zijn om de klus te klaren.

De eigenaars van gebouwen waarop een radioactieve bliksemafleider
werd aangetroffen en die door het FANC of de gemeentediensten
worden gecontacteerd, krijgen een redelijke termijn van een zestal
maanden om het toestel te laten verdwijnen.
une augmentation de 75 pour cent
par rapport à l'année précédente.

Pour éviter que les paratonnerres
de ce type ne soient transformés
en ferraille, l'AFCN a sensibilisé
quelque six cents entreprises de
démolition et une centaine de
ferrailleurs aux dangers, fussent-
ils limités.

L'AFCN compte 100 membres du
personnel effectifs. La quantité de
personnel mobilisé pour cette
problématique est fonction du
nombre de plaintes et de
constatations.

Les communes n'ont reçu qu'en
août 2003 des informations sur ce
problème et sur l'attitude à
adopter. Il faut leur laisser le
temps de régler cette question.
Les propriétaires de bâtiments
équipés d'un paratonnerre
radioactif disposent encore de six
mois pour les faire enlever par une
firme agréée. C'est la raison pour
laquelle ce dossier prend un
certain temps.
15.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord. Er zitten positieve elementen in.
Er wordt dus vooruitgang geboekt. U spreekt over 75% meer
toestellen ten opzichte van 2002. U weet ook dat het over meerdere
duizenden toestellen gaat. Er is nog een hele weg af te leggen.

Ik weet ook dat het federaal agentschap momenteel al over meer dan
500 adressen beschikt waarvan zij nu weten dat er een toestel staat.
Ze kunnen daaraan, bij wijze van spreken, morgen beginnen. Ik heb
begrip voor het feit dat zij zich moeten organiseren en zij niet om de
haverklap mensen op het terrein kunnen sturen, maar ik zou toch
willen vragen dat daarvoor een tandje wordt bij gestoken. Het heeft
niets met bestuur te maken, maar wel met beheer. Het gaat om
toestellen die daar al jaren staan en naarmate de tijd vordert, wordt de
toestand waarin zij worden aangetroffen, alsmaar slechter.

Mag ik u ook een suggestie doen, mijnheer de minister? U weet dat
wij soms naar Frankrijk verwijzen, maar soms moeten we ook eens
naar onze noorderburen kijken. Onze noorderburen hadden hetzelfde
probleem als ons land. Zij hebben dat iets sneller en efficiënter
aangepakt. Het equivalent van het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle heeft daar bij de installateurs en de leveranciers
15.03 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Un progrès de
75 pour cent n'est pas négligeable
mais il reste encore des milliers de
ces paratonnerres. L'AFCN devrait
tout de même persévérer. Les
appareils sont en place depuis des
années et plus le temps passe,
plus ils sont dangereux.

Chez nos voisins du nord, la
question a été réglée de manière
beaucoup plus performante. L'Etat
a simplement réclamé aux
fournisseurs la liste de leurs
clients. En l'espace de deux
semaines, les pouvoirs publics
savaient où ils devaient chercher
ces dispositifs.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
gewoon de klantenlijsten opgevorderd. Ik denk dat dat via juridische
weg is gebeurd. Zo kende het binnen de veertien dagen het aantal
toestellen en werd men niet geconfronteerd met een ellenlange
procedure noch hoefde men de ellenlange lijdensweg, die het
Federaal Agentschap nu moet gaan, liefst wat sneller dan nu het
geval is, te bewandelen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Question de Mme Corinne De Permentier au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
vote automatisé" (n° 1982)
16 Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de geautomatiseerde stemming" (nr. 1982)
16.01 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, j'ai pris connaissance la semaine dernière, avec
beaucoup d'inquiétude, de la nouvelle présentation des écrans de
vote pour les futures élections du Conseil régional bruxellois. Pour ce
scrutin, il y a 72 candidats effectifs et 16 candidats suppléants. Sur
l'écran, l'électeur sera donc confronté à quatre colonnes contenant 23
noms pour les trois premières et 19 pour la dernière.

J'avoue qu'il ne doit pas être évident d'arrêter une formule idéale avec
autant de noms sur un seul écran, mais l'idée préconisée à l'heure
actuelle et qui sera utilisée le 13 juin ne me semble pas du tout
satisfaisante. Un espace infime sépare en effet les colonnes entre
elles, de sorte qu'il est aisé de croire qu'on fait un vote utile en
cliquant, par exemple, à la gauche du nom qui reçoit les faveurs de
l'électeur alors que la bonne case se trouve en réalité à droite de ce
même nom. Le problème ne se pose pas pour la première colonne
mais certainement pour les colonnes au centre de l'écran qui
proposent des cases à noircir, de part et d'autre, avec bien sûr
d'autres noms de candidats.

Pour qui a pu voir les écrans qui nous seront bientôt proposés lors
des élections, il apparaît de manière évidente que la confusion sera
grande dans les isoloirs bruxellois.

Monsieur le ministre, je vous demande dès lors si cette présentation a
déjà reçu votre aval définitif. N'y a-t-il pas moyen de renseigner plus
efficacement l'électeur sur l'endroit où se situe la case correspondant
au candidat de son choix par une flèche, par exemple? Ou pourquoi
ne pas décaler les colonnes ­ ce serait le mieux à faire, à mon avis -
ou permettre, si le système informatique le prévoit, de pouvoir cliquer
exactement sur le nom de la personne et non dans le cercle à noircir?

Monsieur le ministre, je compte sur votre vigilante attention pour
trouver une bonne solution. Je vous fais confiance.
16.01 Corinne De Permentier
(MR): Op het scherm voor de
volgende verkiezingen van de
Brusselse Gewestraad is er zo
weinig ruimte tussen de kolommen
met de kandidaten dat je makkelijk
kan denken voor iemand te
stemmen door links van diens
naam te klikken terwijl het juiste
vakje rechts staat.

Hebt u deze schermvoorstelling al
definitief goedgekeurd?

Is er geen manier om de kiezer
beter in te lichten over de plaats
waar het vakje van zijn keuze zich
bevindt? Zoniet, kunnen de
kolommen dan niet worden
verplaatst of kunnen we de kiezer
niet rechtstreeks op de naam van
de kandidaat laten klikken?
16.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, vous savez
que, la semaine passée, nous avons eu l'occasion d'assister à une
présentation, suivie d'une discussion de laquelle est apparue la
solution présentée aujourd'hui par Mme De Permentier.

En effet, après une première analyse, mon administration propose, en
prévision des prochaines élections, d'adapter le programme
informatique actuel de manière telle qu'une fois que l'électeur a
16.02 Minister Patrick Dewael:
Om de zaken te verduidelijken
werd besloten om na de keuze van
de kiezer door middel van een pijl
de naam van de kandidaat in het
zwart op een grijze achtergrond te
laten verschijnen.
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
effectué son choix pour un candidat, les couleurs soient modifiées et
que le nom du candidat choisi apparaisse en noir sur fond grisé.

La première présentation était en effet assez compliquée, compte
tenu de l'espace laissé à droite et à gauche; c'est ce qui nous est très
clairement apparu.

La présentation de l'écran de vote proposé sera donc distribuée aux
membres de la commission. L'option me paraît remédier de la
manière la plus appropriée aux risques de confusion que vous
évoquez.
16.03 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le ministre, votre
réponse me satisfait. Je fais confiance à cette solution consistant à
cliquer sur le nom qui apparaît. L'électeur peut donc voter en toute
connaissance de cause, mais vu l'importance du nombre de
candidats et l'écran limité, l'espace entre les colonnes peut-il être
revu?
16.03 Corinne De Permentier
(MR): Zou men de ruimte tussen
de kolommen niet kunnen
herzien? Die kwestie blijft mij
zorgen baren. Ik heb vastgesteld
dat op dat scherm naast mijn
naam die prijkt van een andere
kandidaat, waarop men makkelijk
bij vergissing zou kunnen klikken
als men de mijne wil aanklikken.
16.04 Patrick Dewael, ministre: Si l'on noircit les cases comme
auparavant, ce n'est pas indispensable, mais on peut le faire avec
une flèche pointant uniquement le nom du candidat. Une fois le nom
cliqué, une différence de couleur apparaît et le choix est fait.
16.04 Minister Patrick Dewael:
Dat is niet nodig. Met de oplossing
waarvoor werd gekozen kan men
zijn keuze duidelijk controleren. Ik
stel voor u daarvan een
demonstratie te geven in mijn
kabinet.
16.05 Corinne De Permentier (MR): C'est important. En effet, je
constate que le nom de la personne figurant à hauteur de mon nom
dans la colonne juxtaposée débute par les mêmes lettres que le mien.
Il y a confusion pour les personnes âgées, notamment.
Le président: Voilà qui explique la question!
16.06 Corinne De Permentier (MR): Oui, mais je me suis trouvée
confrontée à cette problématique. Cela ne m'avait pas sauté aux yeux
au départ, mais ce sera sans doute le cas pour de nombreux
candidats. Des personnes âgées voient le nom et ne font pas toujours
attention. C'est pourquoi l'espacement entre les colonnes me semble
important. Donc, vous y serez attentif et un projet nous sera soumis?
16.07 Patrick Dewael, ministre: L'administration s'est déjà présentée
ici la semaine dernière. Je ne peux à nouveau l'inviter à venir avec
tout son matériel pour faire une démonstration. Mais je vous inviterai
à mon cabinet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de lokale politie en de nieuwe verkeerswet" (nr. 1997)
17 Question de M. Willy Cortois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la police locale
et le nouveau code de la route" (n° 1997)
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
17.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, eigenlijk dacht ik
vanmorgen de taak van de minister te vergemakkelijken en mijn
vraag niet te stellen vermits ik had vastgesteld dat hij een uitstekend
antwoord had gegeven aan collega Laeremans die hem vorige week
ondervroeg in verband met de gevolgen voor de administratieve
overlast van de nieuwe wetgeving inzake verkeer. Het was een
uitstekend en goed geformuleerd antwoord.

Mijnheer de minister, ik was dus eigenlijk vrij gerustgesteld tot ik
vanmorgen de krant met het kleine formaat, De Standaard, las. U
pakt daarin het thema opnieuw aan. Ik had in de schriftelijke versie
van mijn vraag immers het volgende opgenomen, ik citeer: "Hoe
reageert de minister daarop en welke maatregelen neemt hij om de
leiding van de politie vooralsnog aan te sporen de nodige maatregelen
te nemen om sneller en vollediger in te spelen op de problemen die
zich aandienen?"

Ik vroeg me af of het al dan niet juist is dat de leiding van de federale
politie snel en gepast reageert. In de krant lees ik het volgende:
"Dewael ergert zich aan intertie". Ik heb me dan ook voorgenomen
voorzichtig te zijn want Dewael gebruikt dikwijls moeilijke woorden. Ik
ben dan ook de betekenis van het woord inertie gaan opzoeken.
Inertie betekent volgens de grote van Dale: traagheid, daadloosheid
en willoosheid.

Ik weet dat mijn vraag wat afwijkt maar kan de minister in de
commissie bevestigen dat dit zijn aanvoelen is. Ik zou willen
aandringen om snel werk te maken van een aantal maatregelen zodat
er een einde komt aan de traagheid, daadloosheid en willoosheid. Of
moet ik aan het woord inertie een andere betekenis geven dan wat ik
in van Dale terugvond?
17.01 Willy Cortois (VLD): Dans
un article paru le 10 mars 2004
dans le journal De Standaard, le
ministre s'indigne de l'inertie qui
frappe la police fédérale. Le
ministre peut-il confirmer ici sa
volonté de lutter contre cette
inertie? Ou devons-nous donner
au terme « inertie » un autre sens
que lenteur, inactivité et apathie?
17.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, beperkt de
vraag van de heer Cortois zich tot de verduidelijking van wat ik
bedoelde met de stelling die ik in dat verband heb verwoord? Het
woord inertie heb ik zelf niet in de mond genomen.

Ik moet u meedelen dat de commissaris-generaal gisteren werd
gehoord in de commissie voor de Binnenlandse Zaken van de
Senaat, alwaar hij een uiteenzetting gaf over een aantal zaken. In de
marge daarvan heb ik nogmaals bevestigd dat ik vind dat een aantal
handelingen van de federale politie mij nopen tot kritische bevraging.
Ik heb het voorbeeld aangehaald van het aanmaken van het nieuwe
uniform of het feit dat men niet tijdig klaar was met het produceren
van de bonnetjes inzake het in voege treden van de nieuwe
verkeerswet. Ik vind dat geen voorbeelden van een snelle en
efficiënte aanpak. Ik heb daarover inderdaad mijn verwondering laten
blijken.

U hebt mij daarover bevraagd in de plenaire vergadering van de
Kamer. U weet dan ook zeer goed dat dit kadert in mijn voornemen
om de top van de federale politie als mandaathouders vervroegd te
evalueren.

Ik meen dat een doeltreffende organisatie ­ dat zou het toch moeten
zijn ­ bij machte moet zijn om op een andere manier te werk te gaan
in een aantal van die dossiers. Daarover heb ik mij geërgerd. Dat
heeft de krant verleid tot de titel dat ik mij erger aan inertie. Ik erger
17.02 Patrick Dewael, ministre:
Je n'ai jamais utilisé le terme
«inertie». Le commissaire général
s'est expliqué hier en Commission
de l'Intérieur du Sénat. En marge
de cela, j'ai confirmé une nouvelle
fois qu'un certain nombre d'actions
de la police fédérale me forcent à
mener une analyse critique. J'ai
entre autres évoqué la confection
des nouveaux uniformes. Ce n'est
pas un exemple d'approche rapide
et efficace. Je n'ai d'ailleurs pas
caché ma surprise et mon
agacement à ce propos. Cela me
confirme dans ma volonté
d'anticiper l'évaluation de la
direction de la police fédérale. Je
tiens à souligner que la police
fédérale collabore de manière tout
à fait loyale dans d'autres
dossiers.

Il y a quelques semaines, le
premier ministre, le ministre de la
Justice et moi-même avons reçu
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
mij inderdaad aan een aantal van de voorbeelden die u aanhaalt.
Meer genuanceerd moet ik toch opmerken dat de federale politie aan
een aantal andere materies ­ ik verwijs naar de calogiseringsoperatie,
het bevrijden van een aantal mensen met een politieopleiding uit een
administratieve of logistieke functie om ze terug operationeel in te
zetten en in het straatbeeld te laten verschijnen ­ op een loyale
manier haar coöperatie verleent. Het kan volgens mij voor een
dergelijke organisatie nog beter.

Ik kom op een laatste element van antwoord.

We hebben een aantal weken geleden de top van de federale politie
ontvangen. De premier en de minister van Justitie waren daarbij
betrokken. We hebben ook een aantal heel concrete vragen gesteld
naar wat in de voorbije jaren al is ondernomen tegen de
bureaucratische overlast. De rapporten terzake worden in de
komende dagen verwacht. Zijn die rapporten niet bevredigend, dan
overweeg ik een nieuwe audit te laten uitvoeren en zal ik systematisch
toekijken op de implementatie van de conclusies van die
geactualiseerde audit. Tot daar mijn antwoord.
la direction de la police fédérale.
Nous leur avons demandé
concrètement quelles initiatives
avaient été prises au cours des
années précédentes pour réduire
la surcharge bureaucratique. Les
rapports à ce sujet sont attendus
dans les prochains jours. Si ces
rapports s'avèrent insatisfaisants,
j'envisagerai un nouvel audit et je
veillerai systématiquement à ce
que les conclusions de l'audit
actualisé soient mises en oeuvre.
17.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, ik ben het voor een
deel eens met degenen die terecht stellen dat als men creatief is op
andere departementen, zoals op Verkeerswezen, dat natuurlijk
consequenties heeft op iemand die daarmee in wezen niets heeft te
maken. De politie krijgt daar een bijkomende opdracht. Het is evident
dat die uitdaging niet onmiddellijk op de gepaste manier kan worden
beantwoord. Daar kan ik inkomen.

De grond van de zaak, mijnheer de minister, is dat we inderdaad een
geïntegreerde politie hebben. Ondanks alle mogelijke kritieken die ik
daarover moet horen meen ik dat aan de basis het succesverhaal van
de politiehervorming zich stilletjes aan voltrekt. Ik lees bijvoorbeeld
voortdurend op regionale pagina's persverklaringen en mededelingen
van chefs en burgemeesters die er terecht op wijzen dat het op het
terrein manifest beter gaat. Ik meen dat we dit ook zeer duidelijk
moeten onderstrepen.

Anderzijds hoor ik van dezelfde basispolitie dat er toch wel iets schort
aan de top van de federale politie. Dat behoort ten dele tot onze
verantwoordelijkheid. Ik pleit ervoor ­ en u bent op de goede weg ­
dat u die evaluatie `as soon as possible' ­ zo snel mogelijk, mijnheer
Bourgeois ­ zou willen doorvoeren. Dat is mijn boodschap.

Ik ben blij dat de minister, weliswaar in andere termen ­ van De
Standaard, noch van van Dale ­ bevestigt dat er een probleem is bij
de top van de federale politie. Ik heb inderdaad ook de indruk dat we
daar, misschien ten gevolge van de hervorming, met een Mexicaans
leger te maken hebben.
17.03 Willy Cortois (VLD): La
créativité dont fait preuve le
département des Transports a
notamment des conséquences
pour la police, qui se voit chargée
d'une mission supplémentaire.
Bien évidemment, on ne peut
répondre immédiatement à ce défi
de façon appropriée.

Selon la presse, l'intégration des
services de police se transforme
progressivement en opération à
succès à la base. Sur le terrain, la
situation est manifestement
meilleure. Dans le même temps, la
police de base indique qu'un
problème se pose au niveau de la
direction de la police fédérale.
Nous en sommes partiellement
responsables. Je me réjouis que le
ministre confirme l'existence d'un
problème. Je lui demande de bien
vouloir procéder à ladite évaluation
sans délai.
17.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik kort iets
zeggen over de agenda?

Via de pers vernamen wij dat de commissaris-generaal gisteren in de
Senaat is geweest. Dat is jammer. Misschien ware het aangewezen
contact op te nemen met de voorzitter van de Senaatscommissie. We
hadden dat toch gezamenlijk kunnen doen. Het ware interessant
geweest samen te vergaderen.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44

Le président: Nous en reparlerons en début d'après-midi, avant d'entamer l'ordre du jour.
17.05 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik begin mij toch
ook vragen te stellen. Ik denk dat wij het eens aan de voorzitter van
de Kamer moeten signaleren. Wat is de politieke verantwoordelijkheid
die de minister in de Senaatscommissie moet afleggen? Ik vind dat
nogal raar. Ik vind dat we daarover nog eens moeten spreken. Die
Senaat houdt zich met allerhande problemen bezig waarvoor ze
volgens mij ­ ik ben geen specialist in staatshervorming en onze
Belgische instellingen, gelukkig maar ...

Eigenlijk ligt de politieke verantwoordelijkheid voor dergelijke zaken
hier en niet bij de Senaat. En heel die cinema die ze daar opvoeren
werkt nu en dan op mijn zenuwen.

Aan de minister wil ik vragen om, wanneer hij dergelijke vragen vanuit
de Senaat krijgt, toch even aan de Kamer te denken. Het vertrouwen
wordt hier gegeven en niet in de Senaat.
17.06 Minister Patrick Dewael: Collega Cortois, ik ben niet voor de
Senaatscommissie verschenen. U moet zich beter informeren. De
Senaat heeft alleen mijn toelating gevraagd en gevraagd of de
commissaris-generaal mocht verschijnen op uitnodiging van de
voorzitter van die Senaatscommissie. Het is niet mijn rol om te
zeggen dat de commissaris-generaal daar niet mag verschijnen en
dat hij volgens mij alleen in de Kamer mag verschijnen.

Dat moet worden geregeld via verbeterde afspraken tussen Kamer en
Senaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de geluidssystemen voor nooddiensten" (nr. 2001)
18 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les systèmes
d'alarme sonore pour les services d'urgence" (n° 2001)
18.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wilde u enkele problemen voorleggen in verband met de
implementatie van de normen voor geluidssystemen bij de
nooddiensten in publieke ruimten, zoals die vier à vijf jaar geleden
werden geformuleerd door de Europese diensten.

Het begrip publieke ruimte kan in dit verband zeer ruim opgevat
worden. Het zijn plaatsen waar mensen samenkomen. Ruimtes waar
veel mensen samenkomen zijn eigenlijk vooral verbonden aan het
openbaar vervoer. Ik denk daarbij aan metrostations, treinstations,
luchthavens en dergelijke.

Een aantal jaren geleden werd een zeer goede en zeer uitgebreide
norm uitgewerkt. Dat wordt ook erkend door de specialisten in de
sector, door de industrie. We stellen evenwel vast dat deze norm ­
zeker in zijn totaliteit, maar ook in zijn onderdelen ­ in België zeer
weinig wordt toegepast. Wanneer er gebouwd wordt of bij de huidige
installaties die vaak in gebreke blijven geschiedt die implementatie bij
wijze van die normen niet.
18.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
Moniteur belge du 12 décembre
1998 a annoncé l'enregistrement
comme norme belge du standard
européen EN60849. Ce standard
européen est basé sur le standard
britannique BS 5839/8 et fixe en
détail les conditions auxquelles
doivent répondre les systèmes
d'alarme sonore en cas de
situation d'urgence dans les
espaces publics. Des systèmes
d'alarme sonore de qualité sont
indispensables pour permettre une
évacuation dans les meilleures
conditions. Dans notre pays, cette
norme n'est pratiquement pas
appliquée. Les Pays-Bas
disposent de leur propre norme,
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45

Met deze vraag wil ik een beetje pro-actief reageren. We mogen niet
wachten tot er zich een incident voordoet en het te laat zou zijn.
Daarom is het goed om versneld werk te maken van de promotie van
die norm. Mensen in de sector beweren dat de norm nu waarschijnlijk
nergens in België wordt toegepast. Dat kan ook verklaard worden
door het feit dat deze norm geen kracht van wet heeft. In andere
landen ­ onder meer in Nederland, maar ook in Groot-Brittannië ­
wordt het respecteren van deze norm door de overheid sterk
aangeraden en in wetgeving omgezet.

In België hebben wij ons beperkt tot een verwijzing in het Staatsblad.
Dat gebeurde enkele jaren geleden, in 1998. Eigenlijk had het geen
dwingend karakter. Als we de wetgeving erop nalezen, dan zien we
dat de Staat door het koninklijk besluit van juli 1976 volledig
gemachtigd is om de door de Koning bekrachtigde normen te
verplichten.

Ik wil het hebben over die verplichting. Indien het niet haalbaar zou
zijn, wil ik toch ijveren voor een sterke aanbeveling wanneer er wordt
gebouwd of wanneer zaken worden gemoderniseerd en wanneer er
architectuur wordt veranderd. Deze norm blijkt immers niet bekend te
zijn bij heel wat studie- en ontwerpbureaus. Dat is een groot probleem
omdat het gaat om de veiligheid van grote massa's, over de veiligheid
van grote delen van de bevolking.

Mijnheer de minister, u zou als minister ongetwijfeld gevoelig moeten
zijn voor deze problematiek en vandaar de volgende concrete vragen
in dit verband.

Kunnen wij een Belgische norm opstellen die deze standaard
concretiseert volgens de behoeften van ons land, maar ook met een
dwingend karakter?

Bent u bereid om een extra inspanning te leveren om te investeren,
om die geluidssystemen te updaten en om ze veiliger te maken? U
moet erkennen dat de omroepen zoals ze nu geschieden in vele
stations onvoldoende zijn, vaak onbegrijpelijk zijn en bij rampen alleen
de situatie zouden verergeren. In de praktijk, in de industrie bestaan
er nochtans al adequate meetsystemen en automatische stuurring in
functie van de akoestiek zoals die zich stelt op het moment van de
ramp stelt.

Kunt u reeds een deadline of streefdatum vooropstellen om deze
norm verplicht te maken?

Wat kan er in een eerste fase gebeuren voor de bekendmaking van
de norm aan alle studie- en ontwerpbureaus in ons land en aan de
overheidsbedrijven die met deze problematiek kunnen worden
geconfronteerd?
qui est encore beaucoup plus
sévère que la norme européenne,
et le respect de cette norme y est
imposé par les pouvoirs publics.

Pourquoi, à l'instar des Pays-Bas,
aucune norme belge, concrétisant
le standard européen, n'a-t-elle été
élaborée? Existe-t-il des projets en
ce sens? Va-t-on rendre
obligatoire une telle norme?

Le ministre reconnaît-il
l'importance d'alarmes sonores de
qualité, par exemple en cas
d'incendie dans une gare ou une
station de métro?
18.02 Minister Patrick Dewael: Collega, in tegenstelling tot uw
informatie werd de Europese norm EN60849 door het Belgisch
Instituut voor Normalisatie in 1998 omgezet in de Belgische norm die
van toepassing is voor de geluidssystemen voor gebruik in
noodsituaties. Hij is terug te vinden onder de aanduiding NBN
EN60849.
18.02 Patrick Dewael, ministre:
La norme européenne EN 60849 a
été transposée en 1998 par
l'Institut belge de normalisation en
une norme belge qui s'applique
aux systèmes de sirène en cas
d'urgence. Cette norme s'est vu
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Het geven van alarm in noodsituaties is inderdaad één van de
middelen om het aantal slachtoffers te beperken.

Ten slotte, in alle reglementeringen voor constructies toegankelijk
voor het publiek is het Algemeen Reglement op de
Arbeidsbescherming, het ARAB, van toepassing. Hierin zijn eisen
opgelegd aan alarminstallaties. Voor de praktische uitwerking van
deze eisen doen de technici uiteraard een beroep op de regels van
goed vakmanschap. Deze regels zijn vanaf 1998 ­ zoals reeds
aangehaald ­ terug te vinden in de hoger geciteerde norm.

Tot daar, mijnheer de voorzitter, mijn antwoord.
attribuer la désignation NBN EN
60849.

Il est, en effet, très important de
donner un signal d'alarme lorsqu'il
s'agit de limiter le nombre de
victimes en cas d'urgence. Le
règlement général sur la protection
du travail, qui impose notamment
des exigences aux installations
d'alarme, est d'application dans
tous les espaces publics. Les
règles qui s'appliquent en
l'occurrence sont contenues dans
cette norme NBN EN 60849. Les
installations placées
précédemment satisfont très
fréquemment à l'essence de cette
norme.
18.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal zeker niet
betwisten dat die omzetting er is. Dat stond ook duidelijk in de tekst.
Het feit is echter dat er geen dwingend karakter is en dat de regering,
de overheid deze norm verplichtend zou kunnen maken bij
aanbestedingen of deadlines zou kunnen vooropstellen bij het
updaten van installaties. Dat zou zeer wenselijk zijn. We kunnen toch
niet blind zijn voor het feit dat op het terrein niet aan die normen wordt
voldaan. Iedereen zal dagelijks merken dat de geluidsinstallaties niet
voldoen aan wat men wenselijk zou kunnen verwachten.

Er is allesbehalve uniformiteit zoals het ook zeer wenselijk is :.
uniformiteit, aansluiting, met de noodcentrales. Deze norm is dus
eigenlijk meer te beschouwen als een sterke aanbeveling. Indien men
deze aanbeveling niet volledig gaat volgen, komt de veiligheid
eigenlijk wel degelijk ernstig in het gedrang. Veiligheidsmaatregelen
zijn nu zeer arbitrair en minder verregaand dan deze in de norm zijn
beschreven. Studies omtrent de brandveiligheid en de toepassing van
normen lijken eigenlijk te ontbreken. Uit de weinige studies die er zijn
kan men echter al duidelijk opmaken dat mensen afdoend beschermd
zijn tegenover bijvoorbeeld brandgevaar. Dat is toch een belangrijke
zaak waarvoor wij ons samen moeten inzetten.
18.03 Roel Deseyn (CD&V): Je
ne conteste pas que la norme
européenne ait déjà été traduite en
une version belge, mais je déplore
que cette norme ne soit toujours
pas rendue obligatoire. Dans la
pratique, on ne peut dès lors pas
parler de la moindre uniformité, ce
qui comporte des risques de
sécurité inutiles pour la population.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'existence
d'une liste de pays, régions ou villes vers lesquels le rapatriement des illégaux est impossible"
(n° 2005)
19 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het bestaan van een lijst van landen, streken of steden waar de repatriëring van illegalen
onmogelijk is" (nr. 2005)
19.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, il me revient
qu'une liste, mise à jour régulièrement, d'une trentaine de pays,
régions ou villes, vers lesquels le rapatriement des illégaux est
impossible, circule au sein de l'Office des étrangers.

Je souhaiterais savoir, monsieur le ministre, pourquoi cette liste ne
19.01 Marie Nagy (ECOLO): In
de dienst Vreemdelingenzaken
zou een lijst circuleren van landen
waarnaar illegalen niet kunnen
worden gerepatrieerd. Waarom
wordt die lijst, die geregeld wordt
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
fait pas l'objet d'une publicité. Ne faudrait-il pas prévoir pour les
personnes concernées un droit de séjour temporaire? En effet, elles
se trouvent dans une situation de précarité extrême, sans droit
d'accès au travail, ni aux formations professionnelles, ni à quelque
forme de protection que ce soit. L'Etat belge n'a aucun intérêt à ce
que de telles situations perdurent sur son territoire. Sans compter que
ces gens vivent dans des conditions contraires à la dignité humaine.
bijgewerkt, niet openbaar
gemaakt?

Zou men voorts de betrokkenen
geen verblijfsvergunning moeten
uitreiken? Zij bevinden zich
immers in een precaire situatie,
omdat zij niet het recht hebben om
te werken of een beroepsopleiding
te volgen.
19.02 Patrick Dewael, ministre: A l'heure actuelle, le rapatriement
n'est considéré comme impossible qu'à destination d'un seul pays:
l'Irak. Pour les autres pays, il est toujours possible, si les étrangers
concernés disposent d'un document de voyage. Lorsque ce n'est pas
le cas, l'Office des étrangers prend contact avec la représentation de
leur pays d'origine, en vue d'obtenir un tel document.

Cette procédure peut être compliquée à cause du refus de l'étranger
de communiquer les données d'identification nécessaires. L'incidence
de ce manque de collaboration est toutefois variable, dans la mesure
où les autorités belges travaillent constamment à une coopération
avec les représentations étrangères impliquées, afin de parvenir à
une collaboration aussi souple que possible.

Il ne serait évidemment pas indiqué de rendre publique la liste des
pays vers lesquels le rapatriement est rendu plus difficile pour ces
étrangers. D'une part, cela ne pourrait que les encourager à
persévérer dans cette voie et, d'autre part, la situation est très
changeante en fonction des circonstances.

L'octroi d'une autorisation de séjour temporaire à ces étrangers serait,
en outre, totalement contre-indiqué. J'insiste en effet sur le fait que,
dans la plupart de cas, la possibilité de les rapatrier ou non est
entièrement dépendante de leur volonté de collaborer avec les
autorités belges et celles de leur pays d'origine.
19.02 Minister Patrick Dewael:
Momenteel is enkel een
repatriëring naar Irak uitgesloten.
Vreemdelingen kunnen naar alle
andere landen worden
gerepatrieerd als zij over een
reisdocument beschikken. Is dat
niet het geval, dan neemt de
Dienst Vreemdelingenzaken
contact op met de
vertegenwoordiging van het land
van herkomst om dat document te
verkrijgen. In het kader van die
procedure moeten de nodige
identificatiegegevens worden
overgelegd, wat de medewerking
van de betrokken vreemdeling
vereist.

Het is niet wenselijk de lijst van
landen waarvan bepaalde
onderdanen de repatriëring
belemmeren openbaar te maken
omdat dit de betrokkenen ertoe
zou kunnen aanzetten hun
praktijken voort te zetten.
Anderzijds is de situatie heel
veranderlijk.

Het is niet aangewezen om aan
die vreemdelingen een tijdelijke
verblijfsvergunning af te geven
omdat de repatriëring over het
algemeen afhangt van de mate
waarin zij met de Belgische
autoriteiten en de overheid van
hun land van herkomst willen
samenwerken.
19.03 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie le ministre de sa réponse.
Evidemment, je ne partage pas ce point de vue qui consiste à
culpabiliser les personnes exprimant à un moment une demande de
séjour en Belgique, en rejetant sur eux la faute de l'impossibilité du
rapatriement.

Je souhaiterais simplement une précision, monsieur le ministre.
Disposer d'une liste dans laquelle des critères objectifs sont inscrits
19.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
ben het er niet mee eens dat de
personen die een
verblijfsvergunning aanvragen met
de vinger worden gewezen en de
schuld krijgen voor het feit dat zij
niet kunnen worden gerepatrieerd.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
me semble un instrument démocratique de contrôle de
l'administration. C'est un principe.

D'après votre réponse, cette liste n'intègre pas, par exemple, des
éléments de dangerosité dans les pays dont il est question, mais
simplement des difficultés de réintégration, dues au fait que les pays
n'accueillent pas les personnes expulsées de force.
Voorts maakt een op grond van
objectieve criteria opgestelde lijst
een democratische controle van
de administratie mogelijk.

Uit uw antwoord leid ik ten slotte af
dat die lijst enkel rekening houdt
met de problemen die verband
houden met de terugkeer, maar
niet met de eventuele gevaarlijke
situatie in het desbetreffende land.
19.04 Patrick Dewael, ministre: J'ai indiqué que la situation dans les
pays concernés peut changer jour après jour. Une liste pareille ne
peut donc jamais être établie sur des critères objectifs comme ceux
que vous venez de décrire.
19.04 Minister Patrick Dewael:
Omdat de situatie in die landen zo
veranderlijk is, kan onmogelijk een
lijst op grond van objectieve
criteria worden opgesteld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een rampenplan voor doven en slechthorenden" (nr. 2006)
20 Question de M. Geert Bourgeois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "un plan
catastrophe pour les sourds et les malentendants" (n° 2006)
20.01 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de aanleiding tot deze vraag over een rampenplan voor
doven en slechthorenden is uiteraard de ramp in Ekeren. Daar werd,
denk ik, op een heel efficiënte manier door de hulpdiensten
gehandeld. Mensen werden geëvacueerd en bedrijven werden zelfs
gesloten tot het gevaar, dat ontstaan was ten gevolge van die zware
gifwolk, veroorzaakt door een gekantelde vrachtwagen met 6.000 liter
broom, geweken was. Toen zijn alle mensen in de buurt daar op de
hoogte gebracht en geëvacueerd.

Wij hebben in onze rangen een dove politica ­ doof van bij de
geboorte ­ die erop wijst dat men in het buitenland in dergelijke
situaties, meer bepaald in Nederland en Israël, al voorziet in
alarmsystemen waardoor ook doven en slechthorenden op de hoogte
gebracht kunnen worden. In Nederland heeft men een tijd geleden
naar aanleiding van een gifgasramp in Hoogvliet ertoe besloten dat
mensen met die handicap bij voorrang, onmiddellijk, even snel als
anderen op de hoogte gebracht moeten kunnen worden van een
ramp. Men heeft daar diverse systemen onderzocht: een radiosignaal
dat apparatuur in werking stelt in een huis of in een appartement, een
trilhorloge, een systeem met een semafoon. Uiteindelijk heeft men
gekozen voor het systeem met de semafoon. Dat is ook het systeem
dat werkt in Israël voor het alerteren van mensen bij aanvallen.

U zult het met mij eens zijn dat de groep doven en slechthorenden
een heel omvangrijke groep is en dat hij toeneemt, omdat ook heel
veel bejaarde mensen doof of minstens hardhorig worden.
Ondertussen neemt ook het aantal mensen dat alleen woont toe. Als
je natuurlijk het geluk hebt om in een omgeving te wonen die je
alerteert, dan kun je op de hoogte gebracht worden. Als sirenes
loeien, als politie zelfs komt aanbellen en met politiewagens rondrijdt,
dan vallen mensen die helemaal niets horen daar nu eenmaal uit de
20.01 Geert Bourgeois (N-VA):
Lorsqu'une catastrophe se produit
- la formation d'un nuage toxique
par exemple - les riverains sont
immédiatement informés par
radio, par des sirènes, par des
voitures-radio et par téléphone.
Les personnes sourdes et
malentendantes ne peuvent
cependant pas être averties par
ces différents signaux d'alarme.
Elles dépendent toujours des
personnes qui habitent sous le
même toit ou à proximité. Un
système d'alarme spécifique
s'impose donc pour cette
catégorie de la population.

D'un point de vue technique, un
certain nombre de possibilités
existent. Les Pays-Bas ont opté
pour un sémaphone qui capte des
signaux externes et active
l'installation domestique existante
en cas de catastrophe. Ce
système est associé à l'envoi d'un
SMS à partir de la caserne locale
de pompiers sur les GSM des
sourds et malentendants.

Que pense le ministre d'un
système d'alarme spécifique pour
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
boot. Mijn vraag is daarop geïnspireerd.

Mijnheer de vice-premier, in Nederland heeft men gekozen voor het
semafoonsysteem. Blijkbaar is het Israëlische systeem een systeem
dat toch wel enige tijd vergt vooraleer het op punt gesteld kan worden.
In afwachting heeft men daar gewerkt met een sms-alarm dat
weliswaar ook niet iedereen zal bereiken, maar dat toch in werking
treedt bij alle doven en slechthorenden op het moment dat een sirene
afgaat. Op het moment dat brandweer en civiele bescherming alarm
blazen, worden die mensen via sms op de hoogte gebracht. Dat dan
als tussenoplossing. Mijn vraag, mijnheer de vice-premier, is dus of u
ermee akkoord gaat dat er een speciaal alarmeringssysteem zou
worden uitgewerkt voor doven en slechthorenden? Hebt u eventueel
al een keuze gemaakt voor een bepaald systeem? Hebt u daar een
budget voor? Zo ja, hoeveel?
ce groupe-cible? Un système en
particulier est-il déjà envisagé?
Des moyens suffisants sont-ils
disponibles à cet effet?
20.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, een
tijdige waarschuwing van de bevolking bij een dreigend gevaar ligt mij
natuurlijk heel na aan het hart. In het verleden werden in die context
een aantal belangrijke investeringen verricht. Ook dit jaar en de
volgende jaren zijn er nog financiële inspanningen nodig. Ook voor de
snelle verwittiging van andersvaliden is het mijn bedoeling systemen
te ontwikkelen.

In die context wordt er gedacht aan selfbroadcasting. Die techniek
bestaat erin om parallel een sms-like-bericht van maximaal 27
karakters te sturen naar alle gsm-toestellen die zich bevinden onder
de gsm-masten binnen de gevarenzone. Mijn diensten hebben reeds
contacten gelegd met een mobiele operator. Er werden tests
uitgevoerd met de techniek, die voldoening gaven. De operator heeft
echter ook een aantal bezwaren van juridische aard geformuleerd.

Bovendien zijn investeringen in hardware en software noodzakelijk.
De operatoren staan dan ook niet te dringen om deze toepassingen in
hun dienstenpakket aan te bieden. Daarom hebben we contacten
gelegd met het BIPT, teneinde na te gaan in hoeverre de
selfbroadcasting kan worden afgedwongen.

Ten tweede, een keuze voor een welbepaald systeem kan nu nog niet
worden gemaakt. Naast de selfbroadcasting worden immers ook nog
andere systemen onderzocht, zoals het gebruik van het internet, de
doventelefoon, teletekst en faxberichten.

Ten derde, budgettair kan een raming op dit ogenblik nog niet worden
opgemaakt. Mijn diensten gaan ervan uit dat de genoemde systemen
een vrij beperkte financiële inspanning zullen vragen. Ik laat
onderzoeken met welke snelheid ze zullen kunnen worden
geïmplementeerd.
20.02 Patrick Dewael, ministre: Il
est primordial de pouvoir donner
l'alerte rapidement en cas de
catastrophe. De nombreux
investissements ont déjà été et
seront encore consentis dans ce
domaine. Pour les moins-valides,
on songe à un système par lequel
tous les émetteurs au sein de la
zone de danger envoient
automatiquement un SMS sur les
GSM. Ce système a été testé et
donne satisfaction mais les
opérateurs de téléphonie mobile
ont émis des objections juridiques
et il est également nécessaire
d'investir dans des logiciels et du
matériel. C'est pourquoi l'IBPT a
été contacté pour vérifier si, et
dans quelle mesure, il est possible
d'imposer ce procédé.

Aucun choix définitif ne peut donc
encore être opéré. Il est
également possible de donner
l'alerte via internet, le télétexte, le
fax ou le téléphone pour
malentendants. Il est impossible
d'évaluer les investissements
nécessaires mais il s'agit d'un
effort financier limité. Je
demanderai que l'on examine
dans quels délais ils peuvent être
mis en oeuvre.
20.03 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord, waaruit uw bekommernis voor de problematiek duidelijk
blijkt. Ik neem aan dat u de zorg deelt om de betrokkenen tegelijk op
een efficiënte, afdoende manier mee op de hoogte te brengen van
alarmtoestanden.

Ik verneem dat u nadenkt over een systeem op langere termijn, dat
20.03 Geert Bourgeois (N-VA):
Je me félicite de l'intention
exprimée par le ministre de mettre
en place un système à la fois
durable et financièrement
abordable. J'espère que les
objections juridiques des
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
duurzaam is. Gelukkig hoor ik dat de investering niet al te zwaar zou
zijn. Ik hoop dat het heel vlug kan worden gerealiseerd. Ik hoop ook
dat u de eventuele juridische bezwaren, waarover u nu geen nadere
uitleg geeft, van de mobiele operatoren kunt oplossen, zodat
ondertussen, zoals in Nederland, via sms kan worden gekozen voor
een noodoplossing voor die groep van mensen met een handicap.

Het zou me plezieren als u ons verder op de hoogte wil houden. Ik
neem aan dat u de kwestie in uw planning opneemt en er werk wil van
maken. Ik dank u alvast daarvoor.
opérateurs mobiles pourront être
levées et que le ministre me
tiendra au courant des évolutions
futures.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Samengevoegde vragen van
- de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
publieke optreden in politie-uniform van een politicus" (nr. 2042)
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het gebruik van politie-uniformen voor politieke propaganda" (nr. 2059)
21 Questions jointes de
- M. Geert Bourgeois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'apparition en public d'un
homme politique en uniforme de police" (n° 2042)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation
d'uniformes de la police à des fins de propagande politique" (n° 2059)
21.01 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-premier, in De Morgen van gisteren las ik "Politicus Flor Koninckx
wordt niet van VRT gebannen". Alhoewel de man binnenkort de
politiek instapt wordt Flor Koninckx, commissaris van de federale
politie en het gezicht van het televisieprogramma "Kijk uit", niet direct
van het VRT-scherm gebannen. Vorige week geraakte bekend dat
Flor Koninckx voor de Vlaamse verkiezingen op de lijst van sp.a-spirit
zal staan. Hij zal op de lijst staan als onafhankelijke. Wat is dat
"onafhankelijk zijn" op een politieke lijst? In tegenstelling tot VRT-
jounalist Ivo Belet die naar CD&V gaat en VTM-nieuwsanker Marc
Demesmaeker verdwijnt Koninckx niet meteen van het scherm. VRT-
woordvoerster Diane Waumans stelt dat hij Kijk uit nog zal
presenteren tot de sperperiode voor de verkiezingen. Flor Koninckx is
geen VRT-medewerker en geen journalist. Dus gelden voor hem
andere regels.

Mijnheer de minister, ik kan er nog inkomen dat de VRT op die manier
reageert en erop wijst dat het een programma is waar de federale
politie voor instaat en betrokkene geen personeelslid is van de VRT.

U kent de wet op de geïntegreerde politie echter veel beter dan ik,
mijnheer de vice-premier. Artikel 127 bepaalt: "Het statuut van de
politieambtenaren waarborgt hun onpartijdigheid. Zij moeten elke
handeling of houding vermijden waardoor dit vermoeden van
onpartijdigheid zou kunnen worden aangetast." Wat verder stelt
hetzelfde artikel: "De politieambtenaren moeten er zich in alle
omstandigheden van onthouden in het openbaar uiting te geven aan
hun politieke overtuiging en zich in het openbaar in te laten met
politieke activiteiten. Zij mogen geen kandidaat zijn voor een politiek
mandaat."

Mijnheer de minister, men kan voor of tegen die wet zijn. Men kan
oordelen dat de wet moet aangepast worden. Onder meer op
21.01 Geert Bourgeois (N-VA):
Le commissaire de police Konings
se présentera aux élections
régionales du 13 juin prochain sur
les listes du sp.a. En attendant le
début de la période d'interdiction, il
continue de présenter le
programme Kijk Uit sur la VRT. Le
statut des fonctionnaires de police
exige une impartialité totale. Cette
règle doit s'appliquer à tout
fonctionnaire de police. Il semble
improbable que le ministre
n'intervienne pas.

Cette apparition télévisée est-elle
compatible avec le statut?

Quelles mesures le ministre
envisage-t-il de prendre?

Un commissaire de police peut-il
prendre un congé sans solde pour
la durée d'un mandat politique?

Si oui, pour combien de temps?
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
gemeentelijk vlak leeft terzake die wens. Het is echter de wet. De wet
moet voor iedereen gelden. Een van onze kandidaten voor Brussel
heeft hiermee in het verleden problemen gehad ondanks het feit dat
hij kandideerde met de toestemming van zijn overste. Achteraf heeft
de overste verklaard dat hij niet wist dat deze bepalingen in de wet
waren opgenomen. De man heeft tuchtrechterlijke problemen
gekregen.

Mijnheer de minister, ten eerste, is het normaal dat u niet optreedt? Is
het verder publieke optreden van de commissaris van de federale
politie verenigbaar met het statuut van de politieambtenaren die elke
handeling of houding moeten vermijden waardoor hun onpartijdigheid
kan worden aangetast?

Ten tweede, welke maatregelen neemt u?

De derde vraag is niet onbelangrijk in deze context, vermits in de wet
staat dan een politieambtenaar geen kandidaat kan zijn voor een
politiek mandaat. Kan een commissaris van de federale politie verlof
zonder wedde nemen voor de duur van het politiek mandaat? Zo ja,
voor hoelang kan dit?
21.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, vorige week werd u in deze
commissie aan de tand gevoerd door mevrouw Nagy. Zij vroeg of
voormalige politieofficieren met foto's uit de tijd dat zij hun ambt
waarnamen, publiciteit mochten maken in verkiezingstijd. U hebt nee
geantwoord.

(...): Dat ging over Demol.
21.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Dat wil ik precies
aantonen. Er is een verschil van de differentie naargelang de partij
waarvoor men kandideert. Destijds heeft de heer Demol inderdaad
publiciteit gemaakt met een foto uit de periode waarin hij totaal
rechtmatig en legaal een politieofficiersuniform droeg.

U hebt toen gezegd: dat kan niet. Ik wil dat aannemen. Als dat zo is,
goed. Maar, als een voormalig politieofficier foto's uit die tijd niet mag
gebruiken voor verkiezingen denk ik dat a fortiori een huidig
politieofficier onmogelijk in die hoedanigheid in de media kan komen
op het ogenblik dat zijn kandidatuur voor een bepaalde politieke partij,
in dit geval een regeringspartij, met veel poeha ­ geef het toe ­ wordt
aangekondigd. Anders zitten wij met twee maten en twee gewichten.

Ik kom u dus vragen: kan het dat een politieofficier, wiens kandidatuur
openlijk aangekondigd werd, toch nog aanwezig blijft en heel
regelmatig aanwezig blijft op het tv-scherm en daar zijn opdracht blijft
uitvoeren alsof er geen vuiltje aan de lucht is? Ik beroep mij niet op de
VRT-reglementering, maar ik denk dat in dit geval de reglementering
van de federale politie van toepassing kan zijn. Ik had graag uw
mening over een en ander.
21.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Le 3 mars,
Mme Nagy a demandé au ministre
si d'anciens fonctionnaires de
police étaient autorisés à poser en
uniforme sur des photos pendant
la période électorale. La réponse
du ministre fut négative.

Tout le monde se souvient du tollé
que provoqua Johan Demol,
membre du Vlaams Blok, dans
son uniforme de police. A fortiori,
un fonctionnaire de police en
service n'est pas davantage
autorisé à venir annoncer son
avenir politique en uniforme. La
candidature de Flor Konings a été
annoncée publiquement et il
continue d'apparaître
régulièrement sur le petit écran?
En a-t-il le droit?
21.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
artikel 127 van de Politiewet, hier al geciteerd, bepaalt dat
politieambtenaren elke handeling of houding moeten vermijden
waardoor het vermoeden van onpartijdigheid waartoe zij zijn
21.04 Patrick Dewael, ministre:
L'article 127 de la loi sur la police
dispose que les fonctionnaires de
police doivent éviter tout acte ou
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
gehouden zou kunnen worden aangetast. Het klopt dat ik dat artikel
vorige week nog voor een eigenlijk identieke vraag heb geciteerd.
Hetzelfde artikel bepaalt trouwens dat zij geen kandidaat mogen zijn
voor een politiek ambt. Artikel 134 van dezelfde wet, dat handelt over
de onverenigbaarheden, laat wel toe ­ en dat nuanceert het
voorgaande wat ­ dat politieambtenaren politiek actief zijn als zij
onbezoldigd verlof wegens persoonlijke aangelegenheden hebben
gekregen en uiteraard alleen tijdens dat verlof.

Nu, de betrokken commissaris van de federale politie heeft verlof
aangevraagd met ingang van 1 april aanstaande. Tot dat ogenblik is
hij dus in dienstactiviteit en dat moet hem tot de grootst mogelijke
discretie aanzetten, wat hij kennelijk vergeet. Hij treedt op in een tv-
programma in het kader van zijn activiteiten als politieofficier. Elke
verdere medewerking van de betrokken commissaris aan dat tv-
programma is dus minstens onkies, zeker als dat in uniform gebeurt.
Ik heb de federale politie dan ook de opdracht gegeven mij daarover
een verslag te maken. De betrokkene had, denk ik, alleszins zelf tot
de conclusie moeten komen dat, zolang hij in actieve politiedienst is,
het beter is zich te onthouden van het openlijk kenbaar maken van
zijn politieke overtuiging.

Het statuut van het politiepersoneel laat onbezoldigd verlof toe voor
maximum twee jaar over het geheel van de loopbaan en tijdens dat
verlof wordt het uniform niet gedragen. Dat is mijn antwoord op de
derde vraag van collega Bourgeois. Ik wacht dus dat rapport af en
dan kom ik zelf terug op die zaak.
attitude de nature à ébranler la
présomption d'impartialité et qu'ils
ne peuvent se porter candidat à un
mandat politique. L'article 134
dispose que les fonctionnaires de
police peuvent exercer un mandat
politique à condition qu'ils aient
obtenu un congé non rémunéré
pour convenances personnelles et
uniquement pendant ce congé.
L'intéressé a sollicité un tel congé
à partir du 1
er
avril. Il est dès lors
toujours en activité de service ce
qui devrait l'inciter à la plus grande
discrétion, ce qu'il
oublie
manifestement. J'ai demandé un
rapport à la police fédérale.
Conformément au statut du
personnel de police, un congé
sans solde de deux ans peut être
accordé. Pendant cette période,
on ne porte pas l'uniforme.
21.05 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de vice-premier, ik dank u
voor uw antwoord. Ik denk dat in de eerste plaats de betrokkene zelf
die reflex had moeten hebben. Hij is verstandig genoeg om te weten
dat het inderdaad bijzonder onkies is. Hij moet als geen ander de wet
kennen en de wet zegt uitdrukkelijk dat men zelfs geen kandidaat kan
zijn. Ik kan mij voorstellen dat iemand van die faciliteit gebruikmaakt
nadat men verlof zonder wedde genomen heeft, maar men zou zich
toch minstens moeten onthouden tot men dat verlof zonder wedde
genomen heeft. Het verwondert mij dat hij dat verlof zonder wedde
pas neemt vanaf 1 april, en niet vanaf het moment dat hij publiek
gemaakt heeft dat hij kandideert voor een mandaat op 13 juni.

U hebt nu een verslag gevraagd. Ik lees dat hij het werk nog zou
blijven doen tot bij het ingaan van de sperperiode. Dat is heel kortbij.
Ik vraag mij af of er dan nog op een of andere manier efficiënt kan
worden optreden. Mijnheer de vice-premier, u zou toch ervoor moeten
zorgen dat dit in de uitzendingen die nu nog komen ­ ik zie dat
programma zelf nooit, ik weet niet met welke regelmaat het verschijnt
­ niet meer gebeurt. Dat vind ik elementair.

U zegt zelf dat het bijzonder onkies is van hem om dat nog te doen.
Als men verlof zonder wedde heeft, dan kan men misschien,
weliswaar zonder het uniform te dragen en zonder enige verwijzing
naar die politionele activiteit, kandidaat zijn voor een maximumduur
van twee jaar. Ik kan begrijpen dat iedereen de kans krijgt om
kandidaat te zijn en om opnieuw in te treden als het niet lukt. Men kan
dan echter nog de vraag stellen of men opnieuw direct contact kan
hebben met het publiek. Dat is een keuze. Het thema verkeer zal in
de kiesstrijd een niet onbelangrijke plaats innemen en die man moet
zich er nu toch van onthouden om daarover bepaalde standpunten in
21.05 Geert Bourgeois (N-VA):
La personne concernée aurait, de
sa propre initiative, dû faire preuve
de la plus grande réserve. Elle
connaît la loi. Elle sait
pertinemment que sa candidature
n'était même pas valable.

Il incombe au ministre de veiller à
ce que l'intéressé n'apparaisse
plus à l'écran avant le premier
avril. Le thème de la circulation
routière constitue, par ailleurs, un
des thèmes majeurs des
programmes électoraux. Par
principe, le ministre devrait agir
sans délai au lieu d'attendre la
remise d'un rapport.
CRIV 51
COM 191
10/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
te nemen. Anders lijkt mij dat strijdig te zijn met de onpartijdigheid.

Ik viseer hem absoluut niet persoonlijk, maar het gaat om het
principe. Het geldt voor iedereen of het geldt niet. Ik wil u vragen om
onmiddellijk op te treden en niet te zeggen dat u nog op een rapport
wacht. Zo niet, zal er natuurlijk al een en ander voorbij zijn.
21.06 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik noteer ook de uitdrukking onkies. Ik denk dat het de
juiste uitdrukking is, maar ik betreur dat hieruit niet de nodige
conclusies getrokken worden. Indien het echt onkies is ­ een
politieofficier kan en mag zich niet onkies gedragen ­, dan dringen
zich onmiddellijk maatregelen op. U kunt die onmiddellijke
maatregelen nemen ten voorlopige titel; tot het verslag u bereikt heeft.
Zo niet zal het probleem zichzelf opgelost hebben voor u het verslag
krijgt. Dat is natuurlijk gemakkelijk en comfortabel, maar even onkies
als het gedrag van de betrokken politieofficier.
21.06 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je ne
comprends pas non plus pourquoi
le ministre n'intervient pas sur-le-
champ. Attendre que le problème
se résolve de lui-même est tout
aussi fâcheux que le problème en
soi.
21.07 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen
vragen om toch een aantal procedures te respecteren. Die
procedures behelzen voor mij geen dagen. Het is een kwestie van
uren. Ik ben echter niet de toezichtsminister van de VRT. Ik kan dus
niet zomaar mijn telefoon nemen en de heer Mary zeggen dat hij iets
al dan niet moet doen.

Ik heb een rapportje gevraagd aan de federale politie en ik neem mij
voor om ofwel de commissaris-generaal contact te laten nemen met
de administrateur-generaal van de VRT, ofwel zelf contact te nemen
met de toezichthoudende minister van de VRT, zodat er in de een of
de andere richting een oplossing komt. Voor mij is dat geen kwestie
van dagen, maar van uren. U laat mij toch toe om eerst het verslag
van de federale politie op mijn bureau te krijgen? Dat is aangekondigd
voor de komende uren, niet dagen.
21.07 Patrick Dewael, ministre:
Je ne suis pas le ministre de
tutelle de la VRT, mais je
m'emploie à rechercher une
solution. Par ailleurs, je devrais
recevoir le rapport de la police
fédérale dans les heures qui
viennent.
21.08 Geert Bourgeois (N-VA): Ik ga ermee akkoord dat u niet de
voogdijminister bent van de VRT. Ik vraag mij trouwens af of de VRT
onder alle omstandigheden dezelfde maatstaf zou hanteren. Dit even
terzijde gezegd.

U bent echter wel de voogdijminister van de politie en het is in die
hoedanigheid dat ik u aanspreek en artikel 127 citeer dat u trouwens
beter kent dan ik. Ik vond dat dit niet kon en dat men zelfs al intern
binnen de politie had moeten zeggen aan de betrokkene dat wat hij
deed in strijd was met de wet en niet kon en dat hij zich daarvan
moest onthouden. Hij had op het moment dat hij zijn kandidatuur
openbaar bekendmaakte spontaan moeten zeggen dat hij zich van elk
verder publiek optreden in zijn hoedanigheid van politiecommissaris
zou onthouden.

U zegt dat het een kwestie van uren is en ik hoop inderdaad dat er
binnen enkele uren een oplossing komt voor dit probleem.
21.08 Geert Bourgeois (N-VA):
Vous exercez cependant la tutelle
sur la police fédérale. En cette
qualité, vous auriez déjà dû
intervenir et la personne
concernée aurait dû faire aussitôt
un pas en arrière. J'espère qu'une
solution pourra être trouvée dans
les heures qui viennent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 2046 de M. Melchior Wathelet est reportée à une date ultérieure.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.58 uur.
10/03/2004
CRIV 51
COM 191
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
La réunion publique de commission est levée à 12.58 heures.