CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 184
CRIV 51 COM 184
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
lundi
maandag
08-03-2004
08-03-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Francis Van den Eynde à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la tolérance dont font preuve les administrations
communales à l'égard des abattages rituels"
(n° 256)
1
Interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
tot de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het gedogen van rituele thuisslachtingen
door de gemeentebesturen" (nr. 256)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Motions
3
Moties
3
Question de M. Guido De Padt à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la poursuite
des infractions en matière de stationnement de
longue durée" (n° 1836)
3
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
vervolging van overtredingen op het langdurig
parkeren" (nr. 1836)
3
Orateurs: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Guido De Padt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le projet de
fermeture des prisons de Hasselt et de Tongres"
(n° 1957)
5
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijke sluiting van de gevangenissen in
Hasselt en Tongeren" (nr. 1957)
5
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Interpellations jointes de
7
Samengevoegde interpellaties van
7
- M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la nouvelle évaluation
de la loi accélérant la procédure de naturalisation"
(n° 260)
- de heer Jo Vandeurzen tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de nieuwe
evaluatie van de snel-Belg-wet" (nr. 260)
- M. Jan Mortelmans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la loi accélérant la
procédure de naturalisation" (n° 262)
- de heer Jan Mortelmans tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de snel-
Belg-wet" (nr. 262)
Orateurs: Jo Vandeurzen, Jan Mortelmans,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Jo Vandeurzen, Jan Mortelmans,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Motions
12
Moties
12
Question de M. Pieter De Crem à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'autorisation
que des parents doivent détenir du juge de paix
pour aliéner des biens de leurs enfants mineurs"
(n° 1948)
13
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
machtiging van de vrederechter die ouders nodig
hebben om goederen van hun minderjarige
kinderen te vervreemden" (nr. 1948)
13
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Pieter De Crem à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
magistrats siégeant dans différentes commissions
administratives" (n° 1961)
15
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
zetelen van leden van de magistratuur in
verschillende administratieve commissies"
(nr. 1961)
15
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
LUNDI
8
MARS
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
8
MAART
2004
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.10 heures par M. Alfons Borginon, président.
De vergadering wordt geopend om 14.10 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
01 Interpellatie van de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het gedogen van rituele thuisslachtingen door de gemeentebesturen" (nr. 256)
01 Interpellation de M. Francis Van den Eynde à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la tolérance dont font preuve les administrations communales à l'égard des abattages rituels"
(n° 256)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, in ons land zijn rituele slachtingen
toegestaan, maar enkel in slachthuizen of op door de regering
erkende slachtvoeren die tijdelijk worden geïnstalleerd, bijvoorbeeld
naar aanleiding van het islamitisch offerfeest.

Met andere woorden, rituele thuisslachtingen zijn formeel verboden,
en dit om verschillende redenen. Er is ten eerste een hygiënische
reden. Het thuis slachten van dieren brengt ­ eufemistisch gezegd ­
immers een en ander aan afval met zich mee. Een reden is ook de
menselijkheid. Een rituele slachting is immers een slachting zonder
verdoving, die dan ook ten minste in de beste omstandigheden moet
plaatsvinden.

Rituele thuisslachtingen zijn dus sinds jaar en dag formeel verboden.
Het is niet nieuw. Naar aanleiding van bepaalde islamitische feesten
treffen nu een aantal gemeentebesturen, waarschijnlijk vanuit
hygiënische overwegingen, maatregelen die op zijn minst de indruk
wekken dat er een gedoogbeleid bestaat in ons land voor de rituele
thuisslachtingen.

Hoe gebeurt dat? Gemeentebesturen stellen aan de gelovigen die
een rituele thuisslachting willen uitvoeren, plastic zakken ter
beschikking om de afval in te stoppen en zo te vermijden dat de afval
zou terechtkomen in de riolen of ergens anders waar hij niet hoort,
zoals bijvoorbeeld in de tuin van de buurman.

Ik ben ervan overtuigd dat de maatregel uitsluitend te maken heeft
met het bevorderen van de algemene hygiëne en van de
volksgezondheid. Mevrouw de minister, niettemin zal u het met mij
eens zijn over het feit dat dit contraproductief is wat betreft het blijven
toepassen van de wet ­ tenminste zolang ze er is ­ en dat het
verkeerde signaal gegeven wordt. Immers, wanneer rituele
01.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Dans notre
pays, les abattages rituels sont
autorisés, pour autant qu'ils soient
effectués dans des abattoirs ou
dans des lieux de sacrifice agrées.
Pour des questions d'hygiène et
d'humanité, les abattages à
domicile sont depuis longtemps
interdits. Il me revient que
plusieurs administrations commu-
nales ont pris, à l'occasion de
certaines fêtes islamiques, des
mesures qui donnent pour le
moins l'impression que les
abattages à domicile sont tolérés.
Ainsi, des sacs en plastique ont
été mis à la disposition de la
population pour l'enlèvement des
abats. Je ne doute pas que ces
mesures ont été dictées par des
considérations d'hygiène et de
santé publique. Elles constituent
toutefois un signal erroné. Ce fut
notamment le cas à Schaerbeek,
lors de la dernière fête du
sacrifice. J'estime qu'il est du
devoir des autorités fédérales
d'intervenir.
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
thuisslachtingen verboden zijn, maar een openbaar bestuur stelt toch
faciliteiten ter beschikking ­ ik heb daarvoor geen ander woord ­ om
ze toch uit te voeren, dan wordt er een verkeerd signaal gegeven en
is ­ om het te zeggen met de woorden van deze tijd ­ een verkeerde
perceptie meer dan mogelijk.

Met andere woorden, op dat ogenblik zet het gemeentebestuur de
mensen die aan het offerfeest willen deelnemen ertoe aan om de wet
te overtreden. Het verbaast dan misschien minder dat op de avond
van het offerfeest islamieten tijdens de nieuwsuitzending op de RTBf
zonder enig complex verklaren dat ze, zoals velen, een rituele
thuisslachting hebben uitgevoerd. Zij zijn zich duidelijk niet bewust van
het feit dat dit een overtreding is.

Mevrouw de minister van Justitie, wanneer een gemeentebestuur
door een verkeerd signaal mensen ertoe aanzet de wet te overtreden
of in feite de wet aan hun laars te lappen, dan stelt zich een probleem
en dan moeten er maatregelen getroffen worden op federaal niveau.

Daarvoor kom ik bij u aankloppen, want ik wil u één voorbeeld geven,
maar er zijn er meerdere. Onder meer het gemeentebestuur van
Schaarbeek heeft dit gedaan, naar aanleiding van het jongste
offerfeest.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de minister
van Sociale Zaken heeft in naam van de regering reeds antwoord
gegeven op een mondelinge vraag met identiek dezelfde inhoud als
deze interpellatie. Ik kan dus niets toevoegen aan wat mijn collega in
dit kader heeft gezegd. Ik verwijs u naar zijn antwoord.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le ministre des Affaires
sociales a déjà répondu, au nom
du gouvernement, à une question
orale de M. Van den Eynde dont le
contenu était identique. Je renvoie
à sa réponse.
De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, de regering is een en ondeelbaar.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik heb daar veel twijfels over, maar in dit geval zijn de beide
minister van de PS en dan zal de regering tenminste op dat vlak één
en ondeelbaar zijn.

Mijnheer de voorzitter, het spreekt voor zich dat ik de minister van
Volksgezondheid over de zaak heb geïnterpelleerd omdat ik
nieuwsgierig was naar het standpunt van het departement van
Volksgezondheid over deze zaak omdat de volksgezondheid met
deze verboden rituele slachtingen sterk in het gedrang komt.
Mevrouw de minister, u bent verkeerd geïnformeerd. Mijn vraag aan u
was niet dezelfde als aan de minister van Volksgezondheid. Ik heb
gevraagd wat er gebeurde met het slachtafval. Ik heb ook de minister
van Volksgezondheid zijn aandacht gevestigd op het feit dat uit
verschillende ernstige bronnen ­ hij heeft dat niet tegengesproken, hij
heeft mij daarin gelijk gegeven ­ blijkt dat de schapen het slachtoffer
zijn van een verboden rituele slachting en dat het vaak gaat om dieren
die illegaal zijn ingevoerd.

Er is bovendien nog een bijkomend aspect inzake volksgezondheid.
De zaak hier is dat een openbaar bestuur, bewust of onbewust, met
de beste of met minder goede bedoelingen - dat kan mij niet schelen
­ burgers aanzet om de wet te overtreden. Die burgers zijn in dit geval
de islamieten die in ons land wonen. Die mensen brengen, door zich
01.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): J'ai interrogé le
ministre de la Santé publique car
je souhaitais connaître le point de
vue de son département. Le
ministre a admis que, outre les
déchets d'abattage, un autre
problème se posait en termes de
santé publique, à savoir l'importa-
tion illégale de nombreux animaux
de boucherie.

A présent, je m'adresse à la
ministre de la Justice car, en
l'espèce, certaines administrations
publiques incitent les citoyens à
enfreindre la loi. En outre, une telle
façon de procéder nuit à la
réputation des habitants
musulmans de ce pays ainsi qu'à
l'image de la religion qu'ils
pratiquent. Etant donné que Mme
Onkelinx a toujours considéré la
tolérance comme une priorité, je
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
daartoe te bewegen, ook hun reputatie en de reputatie van hun
godsdienst in het gedrang.

Ik had verwacht dat een minister van Justitie, die toch altijd de
tolerantie hoog in het vaandel voert en van mening is dat wij deze
mensen moeten beschermen tegen het feit dat sommigen hun een
slechte naam willen geven, zou hebben gezegd dat de schuld in dit
geval inderdaad ligt niet bij de brave islamiet die zijn godsdienst
belijdt, maar bij het gemeentebestuur dat ertoe aanzet de wet te
overtreden. Ik betreur dat de minister van Justitie deze opdracht van
verdraagzaamheid en tolerantie van zich afwentelt en dien dan ook
een motie in om hiertegen te protesteren.
m'attendais à ce qu'elle rappelle
les administrations communales à
l'ordre. Je regrette qu'elle s'y
refuse et je dépose dès lors une
motion de recommandation.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Francis Van den Eynde et Jan Mortelmans et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Francis Van den Eynde
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande au gouvernement
de prendre les mesures nécessaires pour éviter que des pouvoirs subordonnés donnent à penser que les
abattages rituels à domicile font l'objet d'une politique de tolérance."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Francis Van den Eynde en Jan Mortelmans en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie,
verzoekt de regering
de nodige maatregelen te treffen om te vermijden dat ondergeschikte besturen de indruk zouden wekken
dat er een gedoogbeleid bestaat ten opzichte van rituele thuisslachtingen."

Une motion pure et simple a été déposée par M. Alfons Borginon.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Alfons Borginon.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
02 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
vervolging van overtredingen op het langdurig parkeren" (nr. 1836)
02 Question de M. Guido De Padt à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la poursuite
des infractions en matière de stationnement de longue durée" (n° 1836)
02.01 Guido De Padt (VLD): Mevrouw de minister, ik wil een aantal
vragen stellen over het systeem dat sinds 1 maart jongstleden van
kracht is, waarbij een aantal verkeersovertredingen gedepenaliseerd
is.

Sinds 1 maart zijn de gemeentelijke overheden bevoegd om een
aantal parkeerovertredingen autonoom af te handelen. Inbreuken op
de regels inzake beperkte parkeertijd, het betaald parkeren en het
wederrechtelijk parkeren op plaatsen voorbehouden aan bewoners
maken sinds die datum geen voorwerp meer uit van strafrechtelijke
02.01 Guido De Padt (VLD):
Depuis le 1
er
mars 2004, un
certain nombre d'infractions au
Code de la route sont
dépénalisées. Les autorités
communales peuvent désormais
traiter de façon autonome un
certain nombre d'infractions aux
règles de stationnement. Parmi
leurs compétences ne figure
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
boetes. Het langdurig parkeren wordt echter niet gedepenaliseerd.
Dat blijkt trouwens uit het antwoord op een vraag die ik aan de
minister van Mobiliteit, Bert Anciaux, heb gesteld in de commissie
voor de Infrastructuur op 14 januari. Minister Anciaux is van oordeel
dat er in dat geval nog strafrechtelijke boetes mogelijk blijven. Toch
bereiken mij berichten dat de parketten dergelijke overtredingen niet
meer zullen vervolgen. Ik denk dat daardoor een juridische leemte
zou kunnen ontstaan. De gemeenten kunnen door de uitspraak van
minister Anciaux niet meer optreden tegen overtredingen op het
langdurig parkeren.

Het parket-generaal van Gent, alsook een aantal andere ressorten
waaronder Leuven en Brussel, zijn de mening toegedaan dat de wet
ruimer moet worden geïnterpreteerd en dat heel artikel 27 van de
Wegcode inzake de beperkte parkeertijd, gedepenaliseerd is ­ dus
ook artikel 27.5 dat handelt over vrachtwagens in de bebouwde kom,
over reclamevoertuigen en over defecte voertuigen. Dat was ook de
mening van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten en
van haar zusterverenigingen. Naar verluidt, maar dat heb ik uit
officieuze bron, was het ook de mening van de Federale
Overheidsdienst Mobiliteit, die evenwel na het antwoord van de
minister een andere stelling heeft moeten innemen.

Ik heb een aantal vragen voor u, mevrouw de minister. Is het juist dat
de parketten inbreuken op het langdurig parkeren niet meer zullen
vervolgen? Zo ja, welke redenen kunt u daarvoor opgeven? Is er
overleg geweest met de minister van Mobiliteit over de aanpak van
het langdurig parkeren?
cependant pas le stationnement
de longue durée. M. Anciaux l'a
confirmé lors de la réunion de la
commission de l'Infrastructure du
14 janvier 2004. Des amendes
pénales peuvent donc encore être
infligées. Or, il me revient que les
parquets ne poursuivront plus les
auteurs de telles infractions, ce qui
risque de provoquer un vide
juridique.

Est-il exact que les parquets
n'entameront plus de poursuites
pour ce qui concerne les infrac-
tions de ce type? La ministre a-t-
elle organisé une concertation
avec le ministre de la Mobilité à
propos du stationnement de
longue durée?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, artikel 6
van de wet van 7 februari 2003, waarbij verschillende wijzigingen
werden aangebracht aan de verkeerswetgeving en die op 1 maart
2004 in werking is getreden, heeft het parkeren voor beperkte tijd, het
betalend parkeren en het parkeren voorbehouden aan
buurtbewoners, gedepenaliseerd. Het komt toe aan de gemeenten
om in een taks of een retributie te voorzien.

Dit betekent dat het parkeren voor beperkte tijd niet langer meer
strafbaar gesteld is, met uitzondering van het parkeerverbod waarin
onder meer wordt voorzien op autosnelwegen, in woonerven, in
verkeersvrije straten, in straten met eenrichtingsverkeer, hinderlijk
parkeren, enzovoort.

Uit het KB van 1 december 1975 kan als principe worden weerhouden
en afgeleid dat het parkeren niet in de tijd is beperkt, behalve voor het
halfmaandelijks, beurtelings parkeren, parkeren in zones met
beperkte parkeertijd, parkeren voorbehouden voor mindervaliden,
parkeren voorbehouden aan bewoners, parkeren voor de
verkeersborden E.1.1 en E.1.2 en het beurtelings parkeren.

Artikel 27 van het algemeen reglement draagt als titel "Beperkte
parkeertijd" en bevat een onderdeel 5 dat het heeft over de beperking
van het langdurig parkeren. Men kan dus zeggen dat het langdurig
parkeren een variant is van het parkeren voor een beperkte tijd.
Artikel 6 van de wet van februari 2003 depenaliseert derhalve op een
algemene wijze het beperkt parkeren, hierin begrepen het beperkt
parkeren voor een langere periode.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'article 6 de la loi qui est
entrée en vigueur le 1
er
mars 2004
a dépénalisé le stationnement
pour une durée limitée, le
stationnement payant et le
stationnement réservé aux
riverains. Les infractions à
l'interdiction de stationner sur les
autoroutes, dans les zones
résidentielles, les rues piétonnes
et les rues à sens unique restent
passibles de sanctions pénales.

Le point 5 de l'article 27 du
Règlement général porte sur la
limitation du stationnement de
longue durée. On peut considérer
que le stationnement de longue
durée constitue une variante du
stationnement pour une durée
limitée. Je partage l'interprétation
du Collège des procureurs
généraux et de l'Union des villes et
communes. Les parquets ne
poursuivront plus les infractions en
matière de stationnement de
longue durée. Les infractions qui
ne peuvent pas faire l'objet de
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ik sluit mij dan ook aan bij de interpretatie desbetreffend van het
College van procureurs-generaal en blijkbaar ook van de Vereniging
van Steden en Gemeenten.

Vanuit die interpretatie is het dan ook correct dat de parketten de
inbreuken op het langdurig parkeren niet langer zullen vervolgen.
Inbreuken die niet-strafrechtelijk vervolgd kunnen worden vallen
immers buiten de bevoegdheid van de parketten.

Ik weet dat deze vraag aanleiding geeft tot verschillende
interpretaties. Momenteel loopt er een werkgroep om tot een uniforme
interpretatie te komen of om desgevallend te beslissen tot een
wetgevend initiatief ter verduidelijking van de bestaande wet. Deze
aangelegenheid is dringend. Daarom zal hieromtrent de
eerstvolgende dagen een beslissing worden genomen.
poursuites pénales échappent aux
compétences des parquets. Un
groupe de travail oeuvre
actuellement à une interprétation
uniforme. Il pourra décider, le cas
échéant, de prendre une initiative
légale en vue de préciser la loi
existante.

Etant donné qu'il s'agit, en
l'occurrence, d'une matière
urgente, une décision sera prise
dans les prochains jours.
02.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.

Mevrouw de minister, alhoewel er een eenheid van regering is, zoals
u hebt aangegeven, stel ik vast dat er een dualiteit is in de
interpretatie van de ministers. Minister Anciaux zegt dat het langdurig
parkeren niet onder de desbetreffende reglementering valt.
Dientengevolge, en dat is toch wel spijtig, hebben veel gemeenten in
hun gemeenteraden reglementen laten goedkeuren voor het beperkt
parkeren, zoals de blauwe zones. Zij hebben afstand gedaan of een
abstractie gemaakt van hetgeen nu blijkbaar wel onder de regeling
valt. Er zal opnieuw administratief werk nodig zijn.

Ik hoop dat er toch wel definitieve duidelijkheid komt vanuit de
werkgroep, om ook voor de gemeentebesturen transparantie en
duidelijkheid te creëren en ook opdat er geen rechtsvacuüm ontstaat
ten gevolge van de twee verschillende interpretaties van de twee
ministers.
02.03 Guido De Padt (VLD):
Même s'il existe une cohérence au
niveau du gouvernement,
l'interprétation des ministres est
double.

Il en résultera un surcroît de travail
administratif pour les communes.
J'espère que le groupe de travail
fera toute la clarté à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijke sluiting van de gevangenissen in Hasselt en Tongeren" (nr. 1957)
03 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le projet de
fermeture des prisons de Hasselt et de Tongres" (n° 1957)
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, mijn vraag kan kort zijn. Een tijdje geleden heb ik
de minister reeds ondervraagd inzake haar toekomstplannen met
betrekking tot de oude gevangenissen van Tongeren en Hasselt en
wat er zal gebeuren op het ogenblik dat de nieuwe gevangenis in
Hasselt wordt geopend.

Op het terrein groeit steeds meer verzet tegen een eventuele sluiting
van de oude gevangenissen van Tongeren en Hasselt. De
argumenten voor het behoud van deze gevangenissen hebben in de
eerste plaats betrekking op de veiligheidsrisico's. Een gevangenis in
een hoofdplaats van een arrondissement waarin een rechtbank
gevestigd is verkleint het veiligheidsrisico bij de overbrenging van
gevangenen.
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
De plus en plus de voix s'élèvent
pour s'opposer au projet de la
ministre de fermer les anciennes
prisons de Tongres et de Hasselt
après l'ouverture de la nouvelle
prison de Hasselt. Les risques
moindres en matière de sécurité
lors du transfèrement des détenus
s'il reste une prison dans les
chefs-lieux d'arrondissement,
l'atténuation de la surpopulation
carcérale existante et les possi-
bilités d'emploi pour le Limbourg
sont autant d'arguments qui
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Het tweede argument heeft betrekking op de overbevolking waarmee
onze gevangenissen te kampen hebben. Door de gevangenissen van
Tongeren en Hasselt open te houden zou men aan deze problematiek
in beperkte mate kunnen tegemoetkomen. Het zet natuurlijk velen
aan om daarover nieuwe vragen te stellen.

Ten slotte wordt verwezen naar het probleem van de hoge
werkloosheid in Limburg. De cijfers liegen er niet om. Het
openhouden van deze gevangenissen zou kunnen bijdragen tot de
verhoging van de werkgelegenheidsmogelijkheden in de provincie.

Mevrouw de minister, heeft men onverbiddelijk beslist deze twee
gevangenissen te sluiten op het ogenblik dat de nieuwe gevangenis te
Hasselt opengaat, of kan op basis van de bovenvermelde argumenten
over de verdere uitbating van deze twee gevangenissen nog
onderhandeld worden?
militent en faveur du maintien en
service des prisons existantes.

Avez-vous déjà pris une décision
irrévocable de fermer ces prisons
dès l'ouverture de la nouvelle
prison de Hasselt? Ce point est-il
encore négociable?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, precies
omwille van de zeer slechte staat van de huidige gevangenissen van
Tongeren en Hasselt werd beslist een nieuwe gevangenis te bouwen
in Hasselt. De gevangenis in Tongeren behoort trouwens tot een van
de kleinste van België. Zij bestaat slechts uit één vleugel en is
hierdoor zeker niet functioneel noch rendabel. De cellen zijn veel te
klein en beschikken over zeer kleine ramen. De celdeuren zijn geheel
verouderd. In het algemeen voldoet deze gevangenis niet meer aan
de thans geldende veiligheidsnormen. De wandeling is te klein, er is
geen accommodatie voor werkplaatsen, er is onvoldoende
bureauruimte en de keuken zou volledig dienen te worden herbouwd.
Het komt erop neer dat om deze gevangenis open te houden zij
eigenlijk grotendeels dient te worden herbouwd.

Dit is ook het geval voor de huidige gevangenis te Hasselt. De cellen
zijn te klein en hebben zeer kleine ramen, de elektriciteit zou geheel
dienen te worden vervangen, er is geen bureauruimte en er is ook
een nieuwe keuken nodig, en dergelijke. Kortom, beide gebouwen zijn
geheel verouderd en niet meer aangepast aan de huidige behoeften
van de penitentiaire instellingen en aan de hygiënische normen.

Dit gehele dossier betekent zeker geen vermindering van
werkgelegenheid. Momenteel bedraagt het personeelsbestand in
voormelde gevangenissen respectievelijk 48 en 43 personen. Het
personeelskader van de nieuwe gevangenis is 406, wat een
bijkomende tewerkstelling van 315 personen betekent. Bij de
berekening van de budgettaire kostprijs van dit nieuw
personeelskader werd trouwens ervan uitgegaan dat het personeel
van de oude gevangenissen wordt gerecupereerd. Indien de
gevangenissen open zouden blijven, zullen hiervoor in bijkomende
personeels- en exploitatiekosten moeten worden voorzien.

Mijns inziens is het duidelijk dat er geen enkel objectief argument kan
worden gevonden om de huidige bestaande gevangenissen in hun
functie te behouden.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En raison de l'état de
délabrement extrême des actuels
établissements pénitentiaires de
Tongres et de Hasselt, il a été
décidé de construire une nouvelle
prison à Hasselt. Les anciens
bâtiments ne sont plus adaptés
aux besoins actuels des
établissements pénitentiaires ni
aux normes sanitaires.

Ce dossier n'entraînera cependant
pas de diminutions d'emplois. A
l'heure actuelle, les établissements
de Tongres et de Hasselt
emploient respectivement 48 et 43
agents. Le cadre du personnel de
la nouvelle prison comportera 406
unités. Le personnel des anciens
établissements y sera intégré.

Aucun argument objectif ne peut
dès lors justifier le maintien en
service des établissements
existants.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.

Mevrouw de minister, het komt ons uiteraard niet toe om vanuit het
Parlement de conditie van die gevangenissen te beoordelen.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Il
ne nous appartient pas, depuis le
Parlement, d'apprécier la situation
dans ces prisons. Je m'étonne
d'entendre la ministre déclarer
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Wanneer u zegt dat de infrastructuur helemaal niet meer beantwoordt
aan datgene wat men ervan mag verwachten, dan denk ik dat wij dat
met heel wat gevangenisinfrastructuur kunnen ervaren. Dat probleem
bestaat dus op meerdere plaatsen. Dat is een technisch argument
waarop wij als parlementsleden geen commentaar moeten geven
door dat goed te keuren of af te keuren.

Het punt dat mij een beetje verbaast, is uw uitspraak dat u geen
exploitatiebudget hebt om die gevangenissen open te houden. De
vraag rijst ­ maar dat debat zou ons weer ver leiden ­ wat we doen
met de overbevolking van onze gevangenissen. Dat punt komt
geregeld weer op onze agenda. Woensdag zullen wij nog eens
spreken over het voorstel-Dupont. Maar wanneer wij het statuut van
de gedetineerden en het probleem van de gevangenissen niet in zijn
geheel kunnen bekijken, in één concept, met inbegrip van de
overbevolking van de gevangenissen en wellicht de noodzaak om
daarvoor het budget aan te passen, dan denk ik dat het een moeilijk
oplosbaar fenomeen is.

In die zin dacht ik het volgende. Er is nu infrastructuur, die weliswaar
misschien gerenoveerd moet worden en zelfs vroeg of laat gesloten
moet worden. Maar door die infrastructuur kon men op bepaalde
momenten toch de overbevolking tijdelijk opvangen, in afwachting van
nieuwe initiatieven. Uit uw verklaringen die u op andere momenten
hebt afgelegd, begrijp ik dat er geen plannen zijn om nog nieuwe
gevangenissen te bouwen. Hoe dan ook, u had de gelegenheid
kunnen aangrijpen om een overgangssituatie te creëren. Ik begrijp
echter dat u daarop niet wilt ingaan.
qu'elle ne dispose d'aucun budget
d'exploitation pour maintenir en
service ces établissements.

Le problème de la surpopulation
dans les prisons sera abordé le 10
mars 2004 lors de la discussion de
la proposition Dupont. Si ce
problème n'est pas analysé dans
son ensemble, c'est-à-dire en
examinant également le statut du
détenu et la nécessité d'adapter le
budget, il ne sera guère aisé de
remédier au phénomène. Cette
infrastructure aurait pu permettre
de résoudre temporairement le
problème de la surpopulation. A
l'heure actuelle, il n'est en effet
nullement prévu de construire
encore de nouveaux établis-
sements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Jo Vandeurzen tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de nieuwe evaluatie
van de snel-Belg-wet" (nr. 260)
- de heer Jan Mortelmans tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de snel-Belg-wet"
(nr. 262)
04 Interpellations jointes de
- M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la nouvelle évaluation de
la loi accélérant la procédure de naturalisation" (n° 260)
- M. Jan Mortelmans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la loi accélérant la
procédure de naturalisation" (n° 262)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de minister, ik kan mijn
interpellatie kort houden omdat ik graag verwijs naar wat wij in de
congreszaal op 21 oktober 2003 al aan vragen gesteld hebben over
de evaluatie van de snel-Belg-wet. Wat is eigenlijk de aanleiding voor
mijn nieuwe interpellatie? Ik kijk zoals elke goede Vlaming naar het
programma De Zevende Dag en in een debat tussen de Vlaamse
partijvoorzitters merkte ik dat de heren Stevaert en Sterckx van
oordeel waren dat nu het migrantenstemrecht zou zijn getrancheerd,
het debat over de noodzakelijke aanpassingen aan de snel-Belg-wet
kon worden gevoerd.

Ik hoef u niet te zeggen dat ik graag bij de minister informeer naar de
visie van de bevoegde minister. We weten dat er heel wat
wetenschappelijke evaluatie van die snel-Belg-wet bestaat. Er is de
studie van de professoren die in opdracht van de regering een
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
J'ai déjà posé des questions à ce
sujet le 21 octobre 2003. MM.
Stevaert et Sterckx ont récemment
affirmé, dans l'émission "De
Zevende Dag", que le moment est
venu de mener un débat sur les
adaptations apportées à la loi
accélérant la procédure d'octroi de
la nationalité. A la suite des
différentes évaluations scienti-
fiques de cette loi, de nombreux
membres de la commission de la
Justice s'étaient déjà précédem-
ment accordés sur l'existence de
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
evaluatie gemaakt hebben. Er is ook de studie die in Leuven door
mevrouw Foblets en haar equipe is gemaakt. We weten ook dat in de
vorige legislatuur dat alles aanleiding heeft gegeven tot een gesprek
hier in de Kamer waar de grote mankementen van die wet door velen
in deze commissie zijn onderschreven. Op administratief vlak is er
absoluut geen coherentie in deze wetgeving, het is moeilijk voor
gemeentelijke ambtenaren om te beoordelen wanneer zij te maken
hebben met een verblijfsvergunning van onbepaalde duur die recht
kan geven op nationaliteit door een verklaring, zij moeten nagaan
wanneer er bereidheid is om een alternatieve geboorteakte of een
alternatief document te aanvaarden wanneer dat kan en wanneer niet.

Er zijn grote interpretatieve problemen. De tweede grote kritiek die er
was heeft te maken met de veiligheidsrisico's, de termijn van een
maand om een advies uit te brengen, het vermoeden van positief
advies bij gebreke aan reactie, het feit dat de vorige minister dat een
beetje heeft willen corrigeren met een omzendbrief, contra legum, die
tegen de wet zelf ingaat en het feit dat wat de veiligheid betreft de
dienst Veiligheid van de Staat al vroeger signaleerde dat men eigenlijk
dertig bijkomende fulltime equivalenten nodig zou hebben om de
controles behoorlijk te doen. Dat was een tweede pakket van kritieken
en vragen.

De derde kritiek had natuurlijk te maken met het effect op de migratie.
Zou u de voorzitter van de commissie Naturalisaties beluisteren, dan
zou u zeker horen dat er steeds meer vragen zijn naar de interferentie
van nationaliteitsverwerving op de wet van 1980 die de
verblijfsvergunningen moet regelen. Het feit dat bij elke naturalisatie
meerderjarige kinderen geboren in het buitenland recht op nationaliteit
verwerven en ook hun kinderen de Belgische nationaliteit kunnen
bekomen is een belangrijk pakket van vragen en zorgen.

De vierde kritiek heeft natuurlijk te maken met de iets meer
fundamentele discussie over de vraag of er integratiebereidheid moet
worden aangetoond voor de verwerving van de nationaliteit. Daar is
het duidelijk dat de meningen erover verschillen. Wij zijn voorstander
van een meer geobjectiveerde en uniforme manier van bewijsvoering
wat dat betreft. Men heeft vanuit de paars-groene meerderheid
geoordeeld dat die voorwaarden moesten worden geschrapt. Ook
daar blijft het debat bestaan over de vraag of dit als een bijna
uitzonderlijke situatie in West-Europa blijft bestaan.

Bij die vorige interpellatie heeft de minister al een aantal antwoorden
gegeven. Ik ga dat niet uitvoerig herhalen maar het was alleszins
duidelijk dat een aantal toezeggingen van minister Verwilghen destijds
rond verbeteringen ­ waarbij ik ervan uitga dat zij gedragen werden
door de toenmalige regering ­ al of niet wordt doorgezet. Ik geef
enkele voorbeelden. Er was een koninklijk besluit dat gevraagd werd
waarbij gespecificeerd zou worden welke verblijfstitels inderdaad in
aanmerkingen zouden kunnen worden genomen om te kijken of men
aan de verblijfsvoorwaarden voldoet voor het bekomen van de
nationaliteit. De minister heeft gezegd dat zij dat koninklijk besluit
eens opnieuw ter hand zou nemen om te kijken of dat kon worden
uitgevaardigd. Behoudens vergissing van onzentwege hebben wij dat
ondertussen niet gezien. Wat de gelijkwaardige documenten betreft ­
gelijkwaardig aan de geboorteakte ­ heeft de minister gezegd dat ze
denkt dat de situatie niet meer zo problematisch is op het terrein, iets
wat wij toch wel op een andere manier ervaren. Er waren andere
nombreux défauts. Ainsi, il n'y a
pas la moindre cohérence
administrative, avec tous les
problèmes d'interprétation qui en
découlent. Il existe également de
nombreux risques pour la sécurité.
Par ailleurs, les effets de la loi sur
l'immigration constituent un
problème.

La discussion relative à la volonté
d'intégration était plus
fondamentale. Nous sommes
partisans d'un mode d'adminis-
tration de la preuve plus objectif et
plus uniforme. La majorité arc-en-
ciel estimait pour sa part qu'il fallait
supprimer les conditions en
matière d'intégration.

L'ancien ministre Verwilghen avait
annoncé un arrêté royal précisant
comment déterminer s'il était
satisfait aux conditions de séjour.
Mme Onkelinx souhaitait y
réfléchir. Jusqu'à présent, nous
n'en avons pas vu la couleur.
Concernant les documents
équivalents à l'acte de naissance,
la ministre a curieusement estimé
que les problèmes étaient en
majeure partie résolus. Je me
souviens aussi d'une demande
concernant une banque de
données centrale où pourraient
figurer des condamnations
pénales.

Le gouvernement souhaite-t-il
évaluer minutieusement et en
toute objectivité la loi accélérant la
procédure d'octroi de la
nationalité? Nous pouvons-nous
nous accorder dans une large
mesure sur de nombreux points
en commission de la Justice.
Qu'est-il advenu des précédentes
déclarations de la ministre? Un
arrêté royal est-il en chantier? A-t-
on progressé dans la mise en
oeuvre des accords que l'ancien
ministre, M. Verwilghen, avait
passés en son temps?
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
belangrijke punten zoals de centrale gegevensbank waarin men kan
nagaan of iemand een strafregister heeft en of er strafrechtelijke
veroordelingen zijn.

Het parket heeft één maand om advies uit te brengen. Dat is natuurlijk
niet eenvoudig wanneer mensen bijvoorbeeld van arrondissement
veranderen, dus verhuizen, of wanneer zij uit het buitenland komen.
Vandaar uiteraard de vraag naar de centrale gegevensbank.

Dat zijn allemaal punten die de vorige keer aan de orde zijn geweest
en er was binnen de meerderheid al een consensus over de manier
waarop men ze zou aanpakken.

Mijn vragen naar aanleiding van de nieuwe verklaringen van de
voorzitters van de politieke partijen van de meerderheid, zijn de
volgende.

Ten eerste, gaan wij naar een evaluatie van de snel-Belg-wet, ten
gronde, in alle zakelijkheid? Er zijn tal van punten ­ veiligheidsrisico's,
administratieve coherentie, effect op het migratiebeleid ­ waarvan ik
toch aanneem dat wij het daarover in onze commissie met zijn allen in
grote mate eens kunnen zijn.

Ten tweede, wat is er met de vorige verklaringen van de minister
gebeurd? Hoe zit het met het koninklijk besluit waarnaar verwezen
wordt?

Is er inzake de implementatie van de afspraken die de vorige minister
van Justitie daarover heeft gemaakt, vooruitgang geboekt?
04.02 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister,
sinds het voorjaar van 2000 is de nieuwe nationaliteitswetgeving van
kracht. Deze wet werd, nog voor zij van kracht werd, in de volksmond
de snel-Belg-wet werd genoemd omdat de termijnen voor het
inwinnen van adviezen ingekort werden, omdat de
verblijfsvoorwaarden versoepeld werden en omdat een aantal
bijkomende voorwaarden eruit werd gehaald.

Algauw bleek ook dat de snel-Belg-wet ernstige gaten vertoonde,
waarna er een evaluatie kwam in het Parlement in maart 2002. Die
evaluatie veranderde eigenlijk aan de essentie van de wet niets. Het
blijft, om het wat oneerbiedig te zeggen, allemaal een beetje prutsen
in de marge.

Ik heb ook vastgesteld dat er op dat ogenblik een aantal rapporten
onder tafel werd geveegd ­ zij werden in elk geval niet gebruikt ­ die
konden aantonen dat de snel-Belg-wet een farce was.

Alle politieke partijen, op Agalev na, herhaalden mooi in koor dat er
inderdaad iets moest gebeuren aan die nieuwe wetgeving. Althans,
dat zeiden zij toch allemaal met woorden. Toen kwamen de
verkiezingen in mei van vorig jaar. Er gebeurde eigenlijk niets,
integendeel. Over de snel-Belg-wet werd niet meer gesproken, terwijl
het vreemdelingenstemrecht door de strot van het Parlement werd
gejaagd. Ik heb vernomen dat er nu blijkbaar opnieuw bereidheid zou
zijn om de snel-Belg-wet te evalueren, om ze weer aan te pakken en
eventueel zelfs te verstrengen.
04.02 Jan Mortelmans (VLAAMS
BLOK): Au printemps 2000, la
nouvelle législation sur la
nationalité - communément appe-
lée loi de naturalisation rapide - est
entrée en vigueur. Elle s'est
rapidement avérée fort déficiente.
Or, l'évaluation à laquelle le
Parlement a procédé en mars
2002 n'a rien changé au
fondement de la loi. Les rapports
démontrant que la loi n'était qu'une
farce ont été balayés. A l'approche
des élections de mai 2003, tous
les partis, à l'exception d'Agalev,
n'ont fait que répéter qu'il faudrait
adapter la législation, mais une
fois les élections passées, on a
forcé la main au Parlement pour
qu'il adopte le droit de vote des
immigrés. Plus un mot sur la loi de
naturalisation rapide.

Or, voilà qu'on semble à nouveau
disposé à évaluer la loi de
naturalisation rapide, voire à
envisager un durcissement de ses
dispositions. J'irai même plus loin
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Dat is in het kort, mevrouw de minister, het overzicht van die
onverkwikkelijke geschiedenis. Het is misschien naïef van mij maar ik
wil toch een oproep doen. Ik ga verder dan collega Vandeurzen. Ik
doe een oproep aan de regering en het Parlement om uitdrukkelijk en
onmiddellijk werk te maken van een herziening, van een verstrenging
van de snel-Belg-wet, om de redenen die ik heb uiteengezet tijdens
het debat over de eerste naturalisatiegolf die wij in de Kamer hebben
gekregen. Ik zal ze niet allemaal nog eens uit de doeken doen.

Het gaat dan over moeilijkheden die ontstaan en zullen ontstaan in
verband met het onweerlegbaar vermoeden van integratie, het
onweerlegbaar vermoeden van taalkennis, de termijnen waarbinnen
advies moet worden uitgebracht, de beëdigde verklaring van de
aanvragen inzake de geboorteakte. Het gaat om artikel 23 dat niet
werkt, de dienst Vreemdelingenzaken die niet altijd zeker is van de
identiteit van de geregulariseerde, en het feit dat het gemakkelijker is
de nationaliteit te verkrijgen dan bijvoorbeeld een verblijfsvergunning
te krijgen. Daarom, mevrouw de minister, vraag ik u, maar ook de
leden van de meerderheid van de Kamer, welke maatregelen u
genomen hebt om na de gedane beloften van de verschillende
politieke partijen iets te doen aan de snel-Belg-wet en die drastisch te
herzien.
que M. Vandeurzen, en exhortant
le gouvernement et le Parlement à
s'y atteler explicitement et sans
délai. J'ai déjà exposé les motifs
de mon appel lors du débat à la
Chambre sur la première vague de
naturalisations.

Quelles mesures la ministre a-t-
elle prises en vue d'une révision
en profondeur de la loi de
naturalisation rapide?
04.03 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, tijdens de
vorige regeerperiode heeft mijn voorganger aan de professoren
Caestecker en Rea gevraagd om over te gaan tot een evaluatie van
de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van het aantal bepalingen
betreffende de Belgische nationaliteit. De studie van de professoren
werd op 1 april 2001 overhandigd. Op basis hiervan werd door de
administratie een synthesenota opgesteld. Deze nota hernam de
aanbevelingen van de professoren één na één en vergeleek ze met
het standpunt van de administratie, dat telkens werd gemotiveerd.
Deze synthesenota vormde het uitgangspunt en basisdocument voor
diverse vergaderingen met de ddienst Vreemdelingenzaken, met
vertegenwoordigers van gemeentelijke administraties ­ voornamelijk
uit de grote steden ­, met vertegenwoordigers van de commissie voor
de Naturalisaties van de Kamer en met leden van het parket.

De inhoud van deze synthesenota werd door mijn voorganger aan de
Kamer meegedeeld en mondde uit in instructies, opgesteld door mijn
voorganger, die bepalen hoe de overheden moeten reageren in de
veronderstelling dat ze binnen de maand na ontvangst van een
verzoek tot verkrijgen van de Belgische nationaliteit, de nuttige
informatie niet hebben ontvangen.

Op basis van de voornoemde evaluatie werd, in overleg met de dienst
Vreemdelingenzaken, een ontwerp van koninklijk besluit voorbereid
tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1995
betreffende de akten en stavingstukken die bij de verschillende
verklaringen van nationaliteit en aanvragen voor naturalisatie moeten
worden gevoegd. Het is de bedoeling om bepaalde
toepassingsproblemen van artikel 12bis van het Wetboek van de
Belgische nationaliteit te ondervangen. Deze problemen werden door
de professoren op de voorgrond gesteld en zijn verbonden met de
verscheidenheid aan verblijfsvergunningen die de dienst
Vreemdelingenzaken aflevert.

In de marge van de twee voornoemde aspecten deelt mijn
04.03
Laurette Onkelinx,
ministre: Mon prédécesseur avait
demandé aux professeurs
Caestecker et Rea de procéder à
une évaluation de la loi du
1
er
mars 2000. Ils ont achevé la
rédaction de leurs recom-
mandations le 1
er
avril 2001 et
celles-ci ont été ensuite
comparées, dans une note, au
point de vue motivé de
l'administration. Cette note de
synthèse a été examinée lors de
diverses réunions auxquelles ont
pris part l'Office des étrangers,
des administrations communales
de villes principalement de grande
importance, des représentants de
la commission Naturalisations et
des membres du parquet. La
Chambre des représentants a elle-
aussi été informée du contenu de
cette note.

L'article 24bis du Code de la
nationalité belge prévoit la manière
dont les autorités doivent réagir si,
un mois après une demande
d'acquisition de la nationalité, les
informations nécessaires ne sont
pas encore connues. La directive
du 13 juin 2003 a été élaborée en
exécution de cet article.

En concertation avec l'Office des
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
administratie mij mee dat ze geen weet meer heeft van echte
problemen bij het toepassen van de hervorming die door de wet van 1
maart 2000 gebeurde. Overgaan tot een nieuwe evaluatie van deze
wet zou bijgevolg op tijdverlies lijken. De regering heeft dus niet de
bedoeling om deze stap te zetten.
étrangers, un projet de loi a été
préparé pour modifier l'arrêté royal
du 23 décembre 1995 concernant
les actes et les justificatifs qui
doivent être joints aux déclarations
de nationalité et aux demandes de
naturalisation, l'objectif visé étant
de résoudre certains problèmes
d'application de l'article 12bis, §1
er
,
point 3, du Code de la nationalité
belge. Ces problèmes concernent
la diversité des permis de séjour
que délivre l'Office des étrangers.

Mon administration n'a pas
connaissance de problèmes réels
sur le plan de l'application de la loi
du 1
er
mars 2000. Il me semble
donc qu'une nouvelle évaluation
serait une perte de temps.
04.04 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik acht het
eens te meer belangrijk dat iedereen dan ook duidelijk weet dat
hetgeen op de televisie werd verklaard, niet beantwoordt aan hetgeen
de bevoegde minister van plan is om te doen.

Het wordt een beetje een chronische situatie. Het is van belang dat
we dat ook weten. Ik betreur dat en blijf ook herhalen dat deze
nationaliteitswetgeving dermate veel moeilijkheden en incoherenties
bevat die niets te maken hebben met alle mogelijke ideologische
overtuigingen. Ze hebben gewoon te maken met behoorlijk, goed
bestuur. Het is belangrijk dat we in deze commissie een klimaat
zouden vinden om daarover met elkaar van gedachten te wisselen,
los van alle mogelijke koppelingen aan het debat over het
migrantenstemrecht of aan andere debatten.

Men is niet in staat die dingen te doen die nochtans voor de hand
liggen en door eenieder in de academische wereld, van de technici tot
de collega's in de wandelgangen als te verbeteren worden aanzien.
Het feit dat wij niet in staat zijn om dat te doen, is voor mij een triestig
symbool van het grote immobilisme en onbehoorlijk bestuur van deze
paarse meerderheid. Ik vind dat zeer erg omdat het te maken heeft
met het effect van nationaliteit op migratie en omdat het met het
beperken van veiligheidsrisico's te maken heeft. Wie kan daar tegen
zijn? Het heeft ook te maken met het organiseren van een
administratieve coherentie, duidelijkheid en uniformiteit.

Nu worden de beslissingen over het accepteren van akten en van
verblijfsvergunningen over meer dan 300 gemeentelijke ambtenaren
verspreid. Dat is niet goed. Dat kan en moet ook beter georganiseerd
worden. Ik vind het zeer jammer dat een en ander vooralsnog niet
kan. Ik geef een voorbeeld. Door een gegevensbank kan een parket,
dat tegen de tikkende klok van een maand snel positief of negatief
moet kunnen adviseren, vlug achterhalen of de betrokkene een
strafrechtelijk verleden heeft. Er is de onderbezetting in personeel van
de dienst Veiligheid van de Staat. Dat zijn toch punten waarover wij
het eens moeten kunnen worden. Ik vind het zeer jammer dat dit
allemaal niet kan.
04.04 Jo Vandeurzen (CD&V):
Une fois de plus, les propos que la
ministre tient à la télévision ne
sont pas conformes à ses projets
politiques. La loi d'acquisition
rapide de la nationalité belge est à
ce point incohérente que son
adaptation est une question de
bonne administration. Cela n'a rien
d'idéologique. Que le gouverne-
ment ne soit pas à même de
prendre des mesures qui
s'imposent prouve, une fois de
plus, qu'il est incapable de
gouverner convenablement.
J'estime que c'est très grave.
L'effet de la nationalité sur les flux
migratoires, la cohérence adminis-
trative et la sécurité sont en jeu.

La ministre ferait bien d'analyser la
position que son prédécesseur à
la Justice avait adoptée. Dans un
débat sur la loi d'obtention rapide
de la nationalité belge, il avait
déclaré sans ambages, il y a
quelques années, que le
gouvernement se devait de tenir
compte des critiques émises à
l'égard des imperfections de cette
loi. Je dépose une motion de
recommandation pour inciter le
gouvernement à tenir les
promesses de l'ancien ministre de
la Justice concernant une adapta-
tion possible de la loi.
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Mevrouw de minister, ik kan alleen maar suggereren om het antwoord
van minister Verwilghen op de evaluatie van de snel-Belg-wet nog
eens na te lezen. De minister zei toen dat de regering niet blind is
voor de aanbevelingen in het onderzoeksrapport in verband met de
registratie van hangende procedures inzake nationaliteitsverwerving.
De minister zei toen dat hij besefte dat er problemen zijn. Ik vind het
jammer dat we er niet in slagen om die problemen met zijn allen aan
te pakken.

Ik zal dan ook ­ wellicht tevergeefs ­ een motie indienen waarin ik
vraag om de concrete belofte van minister Verwilghen op dat punt in
te willigen en om het debat over de aanpassing van de snel-Belg-wet
hier ook ten gronde te voeren.
04.05 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
sluit mij volkomen aan bij de analyse die collega Vandeurzen heeft
gemaakt inzake de beloftes die er in verkiezingsperiode steeds
gedaan worden en die nadien gewoon gebroken worden. Ik vind dat
een schandalige manier. Ik kan u nog vertellen dat ik niet zal nalaten
om dat via onze geëigende kanalen te laten weten aan onze kiezers.

Mijnheer de voorzitter, als wij de veiligheidsrisico's willen uitsluiten, als
wij willen dat de nationaliteit het sluitstuk kan zijn van een geslaagde
integratie, als wij willen dat wij de immigratie in dit land onder controle
krijgen, dan moet er dringend iets worden gedaan aan die snel-Belg-
wet.

Daarom zal ik ook een motie van aanbeveling indienen om
onmiddellijk ­ ik ben dan misschien ook naïef ­ het debat ten gronde
te voeren inzake de verstrenging van de nationaliteitswetgeving, zelfs
zonder de regering en misschien met de meerderheidspartijen of met
de leden van het Parlement.
04.05 Jan Mortelmans (VLAAMS
BLOK): J'estime franchement
scandaleux que les promesses
faites en période électorale quant
à une éventuelle adaptation de la
loi d'acquisition rapide de la
nationalité soient mises au panier
au lendemain des élections. Le
Vlaams blok ne manquera pas de
dénoncer cette duperie évidente à
l'égard des électeurs.

Je déposerai une motion de
recommandation pour inciter le
gouvernement à adapter en
profondeur la loi d'acquisition
rapide de la nationalité.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une première motion de recommandation a été déposée par M. Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jo Vandeurzen et Jan Mortelmans
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande à la ministre
1. de mettre en oeuvre sans délai les propositions visant à améliorer l'application de la loi sur la
naturalisation accélérée, mentionnées par la ministre de la Justice dans le cadre de l'évaluation de ladite loi
en mars 2002, et notamment:
- la constitution d'une banque de données fédérales permettant de centraliser non seulement l'ensemble
des instructions et des poursuites en cours dans tous les arrondissements du pays, mais aussi des
jugements prononcés à l'étranger;
- la recherche d'une solution efficace pour les problèmes relatifs à la délivrance de documents tels que
l'acte de naissance;
- la résolution des problèmes relatifs aux différents types d'autorisations de séjour qui sont prises en
considération dans le cadre des procédures d'acquisition de la nationalité;
2. de mener un débat de fond au Parlement à propos des indispensables adaptations à apporter à la loi
instaurant une procédure accélérée de naturalisation."
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jo Vandeurzen en Jan Mortelmans
en het antwoord van de vice-eerste minister van en minister van Justitie,
vraagt de minister
1. onverwijld uitvoering te geven aan de voorstellen voor een verbeterde toepassing van de snel-Belg-wet
waarvan de minister van Justitie in het kader van de evaluatie van deze wet in maart 2002 melding maakte,
inzonderheid van:
- het aanleggen van een federale gegevensbank die toelaat de gegevens te centraliseren van alle
gerechtelijke onderzoeken en vervolgingen die in alle arrondissementen van het land aan de gang zijn
evenals van de in het buitenland uitgesproken veroordelingen;
- het vinden van een afdoende oplossing voor de problemen die zich stellen in verband met de aflevering
van documenten gelijkwaardig aan de geboorteakte;
- de problemen die zich stellen in verband met de soorten verblijfsvergunningen die in aanmerking worden
genomen voor de procedures in het kader van de nationaliteitsverwerving;
2. het debat ten gronde te voeren met het Parlement over de noodzakelijke verbeteringen van de snel-Belg-
wet."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Jan Mortelmans et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jo Vandeurzen et Jan Mortelmans
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande au gouvernement
de mener immédiatement au Parlement un débat de fond sur le renforcement de la législation relative à la
nationalité."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jan Mortelmans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jo Vandeurzen en Jan Mortelmans
en het antwoord van de vice-eerste minister van en minister van Justitie,
vraagt de regering
onmiddellijk het debat ten gronde te voeren met het Parlement inzake de verstrenging van de
nationaliteitswetgeving."

Une motion pure et simple a été déposée par M. Guy Swennen.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Guy Swennen.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
05 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
machtiging van de vrederechter die ouders nodig hebben om goederen van hun minderjarige kinderen
te vervreemden" (nr. 1948)
05 Question de M. Pieter De Crem à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'autorisation que des parents doivent détenir du juge de paix pour aliéner des biens de leurs enfants
mineurs" (n° 1948)
05.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil deze
vraag met veel interesse stellen aan de minister omdat het gaat over
de artikelen 378 en 410 van het Burgerlijk Wetboek die bepalen dat
ouders een machtiging van de vrederechter nodig hebben om onder
meer goederen van hun minderjarige kinderen te vervreemden. Die
regel werd ingevoerd door de voogdijwet van april 2001. Dit heeft
aanleiding gegeven tot problemen, onder meer inzake de uittreding
met coöperatieve aandelen op naam van minderjarige kinderen.
05.01 Pieter De Crem (CD&V):
Les articles 378 et 410 du Code
civil disposent que les parents
doivent obtenir une autorisation du
juge pour aliéner des biens
appartenant à leurs enfants
mineurs. Cette règle a été
introduite par la loi sur la tutelle du
29 avril 2001 et a souvent
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Zoals bekend zijn die coöperatieve aandelen steeds effecten op naam
die meestal niet-overdraagbaar zijn aan derden. Een vennoot kan in
de meeste gevallen wel uittreden met zijn coöperatieve aandelen. Die
coöperatieve vennootschap rekent bovendien ook nog af met de
uittredende vennoot overeenkomstig de statuten of de bepalingen van
het Wetboek der Vennootschappen. Dit gaat dan over het
scheidingsaandeel. De betrokken coöperatieve vennootschap heeft
daarbij geen zicht op de bestemming die de uittredende vennoot aan
dit scheidingsaandeel zal geven of de eventuele herbelegging die
ermee zal gebeuren.

De ruime verspreiding in ons land van het coöperatieve
aandeelhouderschap brengt natuurlijk met zich mee dat veel ouders
geconfronteerd worden met de vraag vanwege de coöperatieve
vennootschap tot het voorleggen van een machtiging van de
vrederechter voor de uittreding met aandelen op naam van hun
minderjarige kinderen. Dit brengt in de praktijk heel veel onvrede met
zich mee bij de ouders die op dat ogenblik vaak voor het eerst
geconfronteerd met de toepassing van de verstrengde
machtigingsvereisten voor ouders. In de praktijk blijkt bovendien dat
er geen eenvormige toepassing van het fameuze artikel 410, §1, ten
eerste bestaat bij de verschillende vredegerechten.

In de meeste gekende gevallen wordt de vraag tot machtiging van de
ouders door de vrederechter afgewogen in het belang van het
minderjarige kind, eigenaar van de coöperatieve aandelen. Vaak geeft
de vrederechter de ouders effectief de gevraagde machtiging voor
uittreding, weze het dat de vrederechter in zijn beschikking doorgaans
ook aangeeft wat er met het scheidingsaandeel van de minderjarige
dient te gebeuren.

Er zijn andere vrederechters die het verzoek van de ouders afwijzen
omdat volgens hun interpretatie een machtiging niet nodig zou zijn.

Dat leidt natuurlijk allemaal tot rechtsonzekerheid en onvrede bij vele
betrokken ouders.

Daaromtrent heb ik een aantal concrete vragen. Mevrouw de minister,
ten eerste, wat is uw visie op het probleem?

Ten tweede, is de wettelijke regeling voor interpretatie vatbaar? Zo ja,
is een uittreding met coöperatieve aandelen op naam van
minderjarige vennoten al dan niet een vervreemding waarvoor de
ouders een voorafgaande machtiging van de vrederechter nodig
hebben?Als dat zo zou zijn, vervallen de volgende twee vragen.

Ten derde, zult u maatregelen nemen om te zorgen voor een
eenduidige toepassing van artikel 410, §1, 1
ste
door de verschillende
vredegerechten?

Ten vierde, overweegt u een reparatiewetgeving met betrekking tot de
voogdijwet van 29 april 2001? Als dat al het geval is, werden daartoe
dan al stappen ondernomen?
engendré des problèmes, notam-
ment en ce qui concerne la
démission avec parts coopératives
au nom d'enfants mineurs. Ces
parts ne sont généralement pas
cessibles à des tiers. Dans la
plupart des cas, un associé peut
toutefois se retirer avec ses parts
coopératives. La société coopé-
rative clôture alors ses comptes
avec l'associé par le biais de
l'action de séparation, sans
disposer d'un droit de regard sur la
destination de celle-ci. En
Belgique, les sociétés coopé-
ratives demandent souvent aux
parents de produire une
autorisation du juge de paix en vue
d'une démission avec parts au
nom de leurs enfants mineurs.
Parfois, la demande des parents
est même totalement rejetée. Les
différentes justices de paix
n'appliquent pas toujours la
réglementation uniformément, ce
qui génère évidemment une
insécurité juridique et suscite un
sentiment de contrariété justifié
chez les parents.

La ministre a-t-elle connaissance
du problème? La réglementation
légale constitue-t-elle, en effet,
matière à interprétation? La
démission d'un mineur associé
d'une société coopérative,
accompagnée d'une cession de
ses parts, constitue-t-elle une
aliénation nécessitant une autori-
sation préalable du juge de paix?
Veillera-t-on à une application
uniforme de la législation en la
matière? La loi sur la tutelle des
mineurs du 29 avril 2001 fera-t-elle
l'objet d'adaptations?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het lijkt mij
dat, wanneer er afstand gedaan wordt van aandelen op naam van
minderjarigen, de uittreding van een minderjarige uit een coöperatieve
vennootschap onderworpen is aan de speciale machtiging van de
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Dès lors qu'elle entraîne
la cession de parts au nom d'un
mineur, la démission d'un mineur
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
vrederechter, beoogd door artikel 378 van het Burgerlijk Wetboek. Die
bepaling verwijst met name naar artikel 410, §1. Dat artikel voorziet er
inderdaad in dat de machtiging van de vrederechter vereist is om
goederen van minderjarigen te vervreemden.

Ter herinnering, de wet van 29 april 2001 tot wijziging van
verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen
beoogde met name de bescherming van de belangen van de
minderjarige te versterken. De speciale machtiging van de
vrederechter is vereist voor een heel reeks van handelingen,
opgesomd in artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek, die de ouders in
het kader van het beheer van de goederen van hun minderjarige
kinderen stellen. Zoals dat de regel is voor alle beslissingen
betreffende minderjarigen, beslist de vrederechter in het belang van
het kind.

De wet van februari 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van
het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot bescherming van de
goederen van de minderjarigen beoogde de versoepeling van
bepaalde vereisten, waarvan men vond dat die buitensporig waren.
De wet, die er als gevolg van een parlementair initiatief kwam,
wijzigde artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek niet.

Ik ben bereid om een wijziging van het Burgerlijk Wetboek te
overwegen, teneinde de formaliteiten die overbodig zouden blijken te
zijn, te schrappen, waarbij tegelijk de belangen van de minderjarigen
zoveel mogelijk veilig gesteld worden, evenals de maatregelen die
nodig mochten blijken om een verhoogde uniformiteit van de
toepassing van de wet te garanderen. Een dergelijk initiatief zal
evenwel pas kunnen worden genomen na een integrale evaluatie van
de voornoemde wetten van april 2001 en van februari 2003.
associé d'une société coopérative
est un acte soumis à l'autorisation
spéciale du juge de paix. L'article
410, §1, 1° du Code civil prévoit en
effet que l'autorisation du juge de
paix est requise pour aliéner les
biens du mineur. Une telle
autorisation est requise pour une
série d'actes qu'accomplissent les
parents dans le cadre de la
gestion des biens de leurs enfants
mineurs. Le juge de paix statue
dans l'intérêt de l'enfant.

La loi du 13 février 2003 vise, en
effet, à assouplir certaines
exigences jugées excessives en
ce qui concerne la protection des
biens des mineurs mais cette loi
n'a pas modifié l'article 410, §1, 1°
du Code civil. Je suis disposée à
envisager une modification de cet
article en vue d'éliminer les
formalités superflues tout en
garantissant une application
uniforme de la loi. Une telle
initiative ne pourra toutefois être
prise qu'après une évaluation de la
loi sur la tutelle des mineurs du 29
avril 2001 et de la loi du 13 février
2003.
05.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.

Mevrouw de minister, ik denk dat het niet anders kan dan dat zal
worden aangedrongen op een uniforme toepassing. Wat dat betreft is
er inderdaad een gigantisch probleem. Ik zie dat de vrederechters die
hun activiteiten in mercantiele kantons uitvoeren, zoals de kantons
aan de monding van de Schelde, er een andere jurisprudentie op
nahouden dan dewelke in minder mercantiele kantons, bijvoorbeeld
dichtbij de Noordzee, zetelen.

Cryptisch uitgedrukt zijn er dichter bij de Noordzee minder
mercantiele kantons dan aan de monding van de Schelde.
05.03 Pieter De Crem (CD&V):
J'insiste une nouvelle fois pour
que la loi soit appliquée uniformé-
ment. Je constate que cette loi est
interprétée différemment dans les
divers cantons.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
zetelen van leden van de magistratuur in verschillende administratieve commissies" (nr. 1961)
06 Question de M. Pieter De Crem à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
magistrats siégeant dans différentes commissions administratives" (n° 1961)
06.01 Pieter De Crem (CD&V): Mevrouw de minister, ik stel een
vraag die vanzelfsprekend is.

Er is terecht heel wat te doen rond de werkdruk bij magistraten. Ik wil
06.01 Pieter De Crem (CD&V):
De nombreux magistrats siègent
dans de multiples commissions.
Ces activités prenant bien souvent
08/03/2004
CRIV 51
COM 184
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
deze problematiek niet met andere vermengen, zoals de problematiek
van de aanwezigheid van magistraten en van een aantal toegewezen
magistraten. Ik merk evenwel dat heel wat magistraten, naast hun
rechtsprekende functie, in tal van commissies zitting hebben. Zoals ik
reeds zei, is het vrijmaken van tijd voor de rechtsprekende functie een
beetje achtergesteld. Dat heeft natuurlijk een quasi normale invloed
op de gerechtelijke achterstand.

Ik heb een heel kwantitatieve en niet zozeer een kwalitatieve vraag. Ik
weet dat ze uw hart sneller doet slaan en dat u er niet graag op
antwoordt.

Ik had echter graag van u vernomen hoeveel leden van de rechterlijke
macht het voorzitterschap waarnemen van of zitting hebben in een
bepaalde commissie, naast hun strikt rechtsprekende functie.

Ten tweede, over welke commissies gaat het? Bestaat er een
overzicht van? Is er een meldingsplicht om zulke functies uit te
oefenen?

Gaat het over bezoldigde of over niet-bezoldigde functies?
beaucoup de temps, les
magistrats concernés peuvent
logiquement investir moins
d'énergie dans leur fonction
judiciaire principale.

Combien de membres du pouvoir
judiciaire siègent-ils dans des
commissions dont l'objet n'est pas
lié à leur mission juridictionnelle?
De quelles commissions s'agit-il?
Les magistrats sont-ils tenus de
rendre publiques ces activités?
S'agit-il de fonctions rétribuées ou
non rétribuées?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het totale
aantal commissies, examenjury's, beroepskamers en andere comités
bedraagt ongeveer 300. Ik beschik over de volledige lijst. Het is een
lijst van niet minder dan 18 bladzijden. Ik heb een kopie van de lijst
voor u.

Ik geef nog enkele toelichtingen. Momenteel zetelen 800 magistraten
in deze diverse organen. Ik preciseer wel dat bepaalde magistraten in
verschillende commissies of kamers zetelen. In de meeste gevallen
betreft het daarenboven geen voltijdse bezigheid en krijgen ze voor
hun prestaties een vergoeding in de vorm van zitpenningen. Er
bestaan niettemin uitzonderingen op dit principe. Het is zo, dat de
magistraten die in bepaalde comités zetelen hun functie wel voltijds
uitoefenen. Ik denk daarbij aan de Kansspelcommissie, aan de
Commissie ter bescherming van het privé-leven en aan de Comités P
en I.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Quelque 800 magistrats
siègent dans environ 300
commissions, jurys d'examen,
chambres d'appel et autres
comités. La liste complète, que je
vous transmets, comporte 18
pages. Certains magistrats siègent
dans plusieurs commissions ou
chambres. La plupart du temps, il
ne s'agit pas de prestations à
temps plein et des jetons de
présence sont généralement
payés. Au sein de la Commission
des jeux de hasard, de la
Commission de la vie privée et
des Comités P et R, les magistrats
siègent toutefois à temps plein.
06.03 Pieter De Crem (CD&V): Mevrouw de minister, ik zou u nog
een interpretatieve vraag willen stellen. Zelfs wanneer men niet in de
politiek staat, komt iedereen in zijn leven wel eens een magistraat
tegen. De eerste keer dat ik een magistraat ontmoette, was bij de
Koninklijke Belgische Voetbalbond. Ik was als getuige opgeroepen
voor een feit dat zich had voltrokken op een voetbalveld. Enkele
magistraten spraken trouwens met ongelofelijke kennis en kunde
recht over iets dat zich had voltrokken in de lagere klassen. U begrijpt
dus onmiddellijk waarover het ging.

Alle gekheid op een stokje, het is een feit dat in heel wat
administratieve commissies van diverse beroepsgroepen, zoals
architecten en geneesheren, in de Raad voor de Mededinging, in de
raden van beroep van de departementen en in de departementen
magistraten zitting hebben. We moeten toch eens nagaan of we dat
kunnen vermijden. Mevrouw de minister, ik weet niet of u dat een
goede of een slechte zaak vindt. Het gaat niet over de kwaliteit, die
06.03 Pieter De Crem (CD&V):
Des magistrats siègent dans bon
nombre de commissions et de
départements. Je constate que
leur qualité est appréciée, mais
leur présence au sein de toutes
ces commissions n'a-t-elle pas un
impact sur le bon déroulement des
procédures judiciaires?
CRIV 51
COM 184
08/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
zeker wordt geapprecieerd. Magistraten kunnen heel vaak een
beslissing met kennis en kunde in de goede richting duiden. De
kwantiteit heeft echter wel impact op de rechtspleging als dusdanig.
Mevrouw de minister, ik weet niet of u daarop wenst te antwoorden.
06.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je suis assez d'accord avec M.
De Crem. On pourrait peut-être essayer de trouver des solutions
alternatives mais ce n'est pas aussi simple que cela parce que la
qualité même de juriste et de magistrat est souvent indispensable
pour ...
06.04
Minister Laurette
Onkelinx: Ik ben het in grote lijnen
eens met de heer De Crem. Het is
niet zo eenvoudig om alternatieve
oplossingen te vinden, want het is
vaak absoluut noodzakelijk dat de
betrokkene een jurist of een
magistraat is.
06.05 Pieter De Crem (CD&V): C'est ce que je venais de dire.
06.06 Laurette Onkelinx, ministre: Oui, tout à fait. Je confirme ce
que vous avez dit. Ik ga akkoord met u. Peut-être que pour certaines
d'entre elles on pourrait trouver des alternatives.

Cela étant dit, j'essaie de mener pour le moment une politique "tous
au bercail" comme on dit (tous à la maison Justice) et je peux vous
dire que ce n'est pas simple. Quand, parfois, je demande à des
magistrats de se rendre moins à l'étranger pour travailler davantage
sur l'arriéré judiciaire, ça crée des remous. Quand je demande, au
bout d'un certain temps, à des magistrats détachés dans des
instances internationales, de revenir à leur siège ou à leur parquet,
cela fait des remous.

Mais il faut avoir le courage de continuer dans ce sens-là car l'arriéré
est trop important pour que l'on ferme les yeux.
06.06 Minister Laurette
Onkelinx: Ik tracht een beleid te
voeren waarbij ik iedereen
aanmoedig om terug te keren
"naar de schaapsstal", in dit geval
naar Justitie. Dat is niet zo
eenvoudig. Wanneer ik
magistraten vraag de gerechtelijke
achterstand weg te werken, dan
zorgt dat voor beroering. Dat is
ook het geval wanneer ik
magistraten die naar internationale
instanties werden gedetacheerd
vraag om terug te keren naar hun
zetel of hun parket. Men moet
echter de moed hebben om op die
ingeslagen weg voort te gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De vragen van de heren Bex (nr. 1967) en Bultinck (nr. 1966) zijn uitgesteld.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.06 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.06 heures.