CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 177
CRIV 51 COM 177
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
02-03-2004
02-03-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les réductions de
cotisations dans le cadre de la remise au travail
en cas de restructuration" (n° 1816)
1
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
bijdrageverminderingen in het kader van
hertewerkstelling bij herstructureringen" (nr. 1816)
1
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le revenu garanti
aux personnes âgées et la garantie de revenus
aux personnes âgées" (n° 1854)
2
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk en Pensioenen over "het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden en de inkomensgarantie
voor ouderen" (nr. 1854)
2
Orateurs: Zoé Genot, Frank Vandenbroucke,
ministre de l''Emploi et des Pensions
Sprekers:
Zoé Genot, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- M. Daniel Bacquelaine au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "la modernisation du régime de
l'OSSOM" (n° 1807)
4
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van
Werk en Pensioenen over "de modernisering van
de DOSZ-regeling" (nr. 1807)
4
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la discrimination
dans la loi en matière de sécurité sociale d'outre-
mer" (n° 1877)
4
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de discriminatie in
de wet betreffende de overzeese sociale
zekerheid" (nr. 1877)
5
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Annemie Turtelboom, Frank
Vandenbroucke
, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Annemie Turtelboom, Frank
Vandenbroucke
, minister van Werk en
Pensioenen
Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les conséquences
d'une modification de la réglementation relative
aux vacances annuelles en ce qui concerne le
nombre de jours de vacances" (n° 1863)
7
Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
gevolgen van een wijziging aan de reglementering
betreffende de jaarlijkse vakantie voor het aantal
vakantiedagen" (nr. 1863)
7
Orateurs:
Guy D'haeseleer, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Guy D'haeseleer, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la loi relative aux
fermetures d'entreprises" (n° 1898)
9
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de wet
betreffende de sluiting van ondernemingen"
(nr. 1898)
9
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la discrimination à
l'égard des bénéficiaires d'une pension de
ménage" (n° 1899)
11
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
discriminatie ten aanzien van de begunstigden
van een gezinspensioen" (nr. 1899)
11
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "les élections
sociales" (n° 1900)
13
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
sociale verkiezingen" (nr. 1900)
13
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Pensions
Pensioenen
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
2
MARS
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
2
MAART
2004
Namiddag
______

De vragen en interpellaties vangen aan om 15.43 uur.
Voorzitter: de heer Hans Bonte
Les questions et les interpellations commencent à 15.43 heures.
Président: M. Hans Bonte
01 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Werk en Pensioenen over "de
bijdrageverminderingen in het kader van hertewerkstelling bij herstructureringen" (nr. 1816)
01 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "les réductions de
cotisations dans le cadre de la remise au travail en cas de restructuration" (n° 1816)
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik heb een korte vraag. Wij hebben eerder in deze
commissie al een discussie gehad over de initiatieven van de regering
inzake het bevorderen van de hertewerkstelling van werknemers van
bedrijven in herstructurering. Bij die gelegenheid heb ik gevraagd naar
de toepasselijkheid van de nieuwe regeling waarbij de nieuwe
werkgevers sociale zekerheidsvermindering zouden krijgen wanneer
zij binnen een bekende herstructurering werknemers zouden
overnemen van een bedrijf in herstructurering. Het ging toen over de
herstructurering bij Ford.

Mijnheer de minister, u hebt daarop positief geantwoord. Dat is ook
terug te vinden in de teksten van toen. Nu verneem ik dat er toch
misschien een probleem is om die algemene regeling van toepassing
te maken op de situatie bij Ford. Ik durf bij u te informeren naar de
situatie nu.

Zal die regeling inderdaad van toepassing zijn op de werknemers die
door de afslanking bij Ford hun job hebben verloren en die bij een
nieuwe werkgever tewerkgesteld worden?
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Nous avons déjà eu une
discussion au sein de cette
commission à propos de la remise
au travail de travailleurs issus
d'entreprises en restructuration.
J'avais alors demandé s'il était
possible d'appliquer chez Ford la
réglementation par laquelle les
nouveaux employeurs
obtiendraient une réduction des
cotisations de sécurité sociale. A
l'époque, on m'avait répondu par
l'affirmative. Or, j'ai appris
récemment que cela posait quand
même un problème. On en est-on
maintenant?
01.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik kan
het volgende meedelen. Naar aanleiding van de vraag van de heer
Vandeurzen van 26 november 2003 heb ik inderdaad gezegd dat wij
de hertewerkstelling van ontslagen werknemers willen bevorderen en
dat wij dat onder andere bij Ford willen doen, maar niet alleen bij
Ford. Ik heb echter tegelijkertijd gezegd dat wij bij Europa moeten
toetsen of die regeling kan worden uitgevoerd binnen de Europese
richtlijnen. In januari van dit jaar heeft de Europese Commissie ons
een aantal informatieve vragen gesteld aangaande ons voornemen en
wij hebben haar onze antwoorden bezorgd.
01.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Dans ma réponse du 26
novembre 2003, j'ai dit ce que
nous voulions faire, mais j'ai
ajouté que nous devions examiner
la réglementation à la lueur des
directives européennes. En
janvier, la Commission
européenne nous a posé une série
de questions, auxquelles j'ai
répondu. Nous devons pouvoir
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ik geef er hoe dan ook de voorkeur aan dat wanneer wij een
lastenverlaging toestaan in het kader van herstructureringen, wij de
werknemers de absolute zekerheid kunnen bieden dat die
lastenverlaging conform de Europese regelgeving verloopt.

Ik wens er ook uitdrukkelijk op te wijzen dat de maatregel aangaande
hertewerkstelling bij herstructurering geen maatregel is die speciaal
op de maat van Ford is gesneden. De maatregel heeft wel tot doel bij
herstructureringen aan alle betrokken partijen andere instrumenten te
kunnen aanbieden dan louter brugpensioen. In de uitwerking van de
maatregel bepalen wij daarom dat alle bedrijven waar na 31
december 2003 een tewerkstellingscel werd opgericht en waar
werknemers via outplacement een nieuwe baan vinden, aanspraak
kunnen maken op bijdrageverminderingen en een terugbetaling van
de outplacementkosten. Maar nogmaals, ik wens niet dat die
maatregel zou gepubliceerd worden zonder akkoord van de Europese
Commissie.
apporter aux employeurs l'absolue
certitude que la diminution des
charges est conforme à la
législation européenne.

La mesure n'est pas faite
spécifiquement pour Ford. En cas
de restructuration, l'entreprise
souhaite recourir à d'autres
instruments que la prépension.
Toutes les entreprises où une
cellule d'emploi a été créée après
le 31 décembre 2003 et où des
travailleurs trouvent un nouvel
emploi par le biais de
l'outplacement, doivent pouvoir
prétendre à des réductions de
cotisations et au remboursement
des frais d'outplacement,
moyennant l'accord de la
Commission européenne.
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik bedank de
minister voor zijn antwoord. Ik ben het absoluut met hem eens dat wij
hier niet moeten ondernemen wat niet op Europees beton rust wat de
rechtszekerheid en de betrouwbaarheid van de betrokken maatregel
betreft. Ik kan hem daarin zeker volgen. Ik ben er mij uiteraard ook
van bewust dat die maatregel niet uitsluitend voor de situatie bij Ford
bedoeld is, maar dat het een algemene maatregel is. Ik hoop alleen
dat die maatregel, met het oog op een zo goed mogelijk bestuur en
binnen de context die u geschetst hebt, mijnheer de minister, zo snel
mogelijk tot een besluit kan leiden zodat wij hem ook operationeel
kunnen maken.
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
Nous devons évidemment avoir
des certitudes concernant les
règles européennes. J'espère que
cette mesure, qui est générale,
pourra entrer en vigueur au plus
vite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik heb begrepen dat de heer Jeholet zijn vraag wenst uit te stellen. De heer Bacquelaine is
er nog niet. Dus kom ik nu graag tot de vraag van mevrouw Genot.
02 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "le revenu garanti aux
personnes âgées et la garantie de revenus aux personnes âgées" (n° 1854)
02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk en Pensioenen over "het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden en de inkomensgarantie voor ouderen" (nr. 1854)
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à l'heure actuelle, le revenu garanti aux personnes âgées est
accordé aux personnes résidant en Belgique. Ces personnes ne
peuvent se rendre à l'étranger que pour une période d'un mois.

Sur le terrain on constate que des personnes âgées, très dociles et
très gentilles, signalent chacune de leurs absences et rentrent des
formulaires compliqués pour informer de leur présence ou non sur le
sol belge. On arrive à des situations totalement farfelues où la
personne est déjà partie deux fois 15 jours. Survient alors un décès
dans la famille au Portugal. Le mois est passé et elle doit renoncer à
son revenu garanti aux personnes âgées parce que, si elle respecte
la loi, elle n'a plus le droit de s'absenter du pays. Pendant très
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Het
gewaarborgd inkomen voor
bejaarden wordt toegekend aan
personen die in België verblijven.
Deze personen hebben lang het
recht gehad in bepaalde
omstandigheden (overlijden van
een familielid in het buitenland)
gedurende maximaal 90 dagen in
het buitenland te verblijven. Ik zou
willen dat men dit systeem
opnieuw invoert.
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
longtemps, l'ancien système accordait un séjour de 90 jours à
l'étranger à ces personnes. Je plaide pour que l'on puisse revenir à ce
système de 90 jours. En effet, ces personnes ne doivent pas être
disponibles sur le marché de l'emploi, elles sont âgées, elles ont
travaillé, peut-être pas assez mais en tout cas, elles ont droit au
revenu garanti. Je ne comprends vraiment pas pourquoi on ne peut
pas revenir à l'ancien arrêté qui permettait une absence hors de
Belgique de 90 jours.

Vous avez beaucoup plaidé contre le fait que l'on modifie des arrêtés
via des lois. C'est la raison pour laquelle je pose la question plutôt que
de déposer une proposition de loi. Mais s'il n'y a vraiment pas moyen
de faire autrement, on bricolera! J'estime que, sur le terrain, on
rencontre beaucoup de vieilles dames espagnoles, portugaises,
grecques, etc. qui vivent en Belgique car leur famille, leurs enfants
sont restés en Belgique mais qui souhaitent pouvoir se rendre à
l'étranger, à l'une ou l'autre occasion. Quand on respecte le prescrit,
on dépasse facilement ce mois et on arrive à des situations ridicules
comme, par exemple, à la suite d'un décès dans la famille, de devoir
renoncer à un mois du revenu garanti ou alors devoir frauder et ne
pas signaler ce déplacement.

Je ne comprends pas pourquoi on ne pourrait pas revenir à l'ancien
arrêté royal qui prévoyait 90 jours, à moins qu'on ait vraiment constaté
des abus terribles. Malgré mes recherches, je n'ai pas trouvé trace
d'abus terribles à l'époque des 90 jours.
U is tegen het wijzigen van
besluiten via een wet. Daarom
beperk ik me tot het stellen van
een vraag en dien ik geen
wetsvoorstel in. We moeten roeien
met de riemen die we hebben.

Ik begrijp niet waarom we het
vroegere koninklijke besluit, dat in
een duur van negentig dagen
voorzag, niet opnieuw kunnen
toepassen, tenzij er natuurlijk
misbruik gepleegd werd op dat
gebied.
02.02 Frank Vandenbroucke, ministre: L'article 42 de l'arrêté royal
du 23 mai 2001 portant règlement général en matière de garantie de
revenus aux personnes âgées a effectivement précisé que le séjour à
l'étranger pendant moins de 30 jours consécutifs ou non par année
civile était assimilé à un séjour permanent et effectif en Belgique. Par
analogie, l'article 63 de l'arrêté royal du 29 avril 1969 portant
règlement général en matière de revenus garantis aux personnes
âgées a été modifié par l'arrêté royal du 22 janvier 2002 et la limite
initialement permise de moins de 90 jours a été ramenée à moins de
30 jours.

Il convient de rappeler que la garantie de revenus aux personnes
âgées, tout comme le revenu garanti, constitue un régime
d'assistance, c'est-à-dire un avantage accordé tout à fait gratuitement,
autrement dit sans qu'il soit exigé de cotisations en contrepartie. La
limite des 30 jours susdite a été instaurée à la suite de certains abus
et de manière à pouvoir assurer que cette condition de résidence sur
le territoire du Royaume soit effectivement remplie.

Il faut cependant attirer l'attention sur le fait que, tant dans le
règlement général du revenu garanti que dans celui de la garantie de
revenus, sont assimilés à une résidence effective et permanente en
Belgique les séjours à l'étranger pendant 30 jours ou davantage par
année civile, consécutifs ou non, suite à une admission occasionnelle
et temporaire dans un hôpital ou dans un autre établissement de
soins, et le séjour à l'étranger pendant 30 jours ou davantage par
année civile, consécutifs ou non, pour autant que des circonstances
exceptionnelles justifient ce séjour et à condition que le comité de
gestion de l'Office national des pensions ait donné l'autorisation pour
celui-ci.
02.02
Minister Frank
Vandenbroucke: Overeenkomstig
artikel 42 van het koninklijk besluit
van 23 mei 2001 wordt het verblijf
in het buitenland gedurende
minder dan dertig al dan niet
opeenvolgende dagen per
kalenderjaar met bestendig en
daadwerkelijk verblijf in België
gelijkgesteld.

Bij artikel 63 van het koninklijk
besluit van 29 april 1969, zoals
gewijzigd bij het koninklijk besluit
van 22 januari 2002, wordt de
oorspronkelijke beperking van 90
dagen teruggebracht tot 30 dagen.

Net als het gewaarborgd inkomen,
is de inkomensgarantie voor
ouderen een bijstandsregeling, d.i.
een voordeel dat gratis wordt
toegekend zonder dat daarvoor
een bijdrage wordt gevraagd. De
beperking tot dertig dagen werd
ingevoerd nadat misbruik was
vastgesteld en om de voorwaarde
van het verblijf in België
daadwerkelijk af te dwingen.

Wordt eveneens gelijkgesteld met
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
En pareil cas, le bénéficiaire qui quitte le Royaume est obligé d'en
aviser le ministre, au préalable, en indiquant la durée de son séjour à
l'étranger.

A titre indicatif, je signale à l'honorable membre que sur les 142
demandes de dérogation introduites sur la base de cette disposition
durant la période du 4 octobre 2002 au 21 janvier 2004, 62 d'entre
elles ont été acceptées. Je crois que dans des cas précis qui méritent
notre attention, l'administration est assez souple et prévoit la
possibilité effective de dérogations.
bestendig en daadwerkelijk verblijf
in België: het verblijf in het
buitenland gedurende dertig al dan
niet opeenvolgende dagen per
kalenderjaar of langer, ten gevolge
van een toevallige en tijdelijke
opname in een ziekenhuis of een
andere instelling voor
zorgverstrekking, of voor zover
uitzonderlijke omstandigheden dit
verblijf wettigen en op voorwaarde
dat het Beheerscomité van de
Rijksdienst voor Pensioenen
hiertoe de toelating heeft verleend.

Een begunstigde die het land
verlaat, moet de minister daarvan
vooraf in kennis stellen en
meedelen hoelang hij in het
buitenland zal verblijven.

62 van de 142 aanvragen om een
afwijking die op grond van die
bepaling tussen 4 oktober 2002 en
21 januari jongstleden werden
ingediend, werden goedgekeurd.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Dans tous les cas, ce sont les personnes les plus
défavorisées socio-culturellement qui ne savent à quelle porte frapper
et qui vont donc se laisser intimider par une administration
intransigeante - qu'il y ait décès ou non dans la famille -, qui ne les
informera pas de ces possibilités de dérogation. De toute manière, je
ne vois toujours pas en quoi le fait que ces personnes résident plus
d'un mois à l'étranger porterait atteinte à notre système. Je constate
qu'il n'y a aucune volonté de revenir à l'ancien système. Je déposerai
donc une proposition de loi pour revenir à cette possibilité de
s'absenter du territoire pendant 90 jours.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Het
zijn steevast mensen uit sociaal-
cultureel achtergestelde milieus
die zich zullen laten intimideren
door een administratie die hen niet
zal informeren over mogelijke
afwijkingen.

Ik zie hoe dan ook niet in waarom
het feit dat die mensen langer dan
een maand in het buitenland
verblijven, afbreuk zou doen aan
ons stelsel.

Ik stel dus vast dat men niet terug
wil naar de oude regeling, en zal
dan ook een wetsvoorstel indienen
waarbij de betrokkenen het
Belgische grondgebied gedurende
negentig dagen mogen verlaten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Daniel Bacquelaine au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la modernisation du régime de
l'OSSOM" (n° 1807)
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la discrimination dans la loi
en matière de sécurité sociale d'outre-mer" (n° 1877)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Werk en Pensioenen over "de modernisering van de
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
DOSZ-regeling" (nr. 1807)
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk en Pensioenen over "de discriminatie in de
wet betreffende de overzeese sociale zekerheid" (nr. 1877)
03.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, vous
constaterez que je suis ce dossier pas à pas.

En novembre 2000 déjà, votre note de politique générale mentionnait:
"La réglementation de l'OSSOM doit être modernisée et adaptée aux
évolutions récentes de la société".

En juillet 2001, je vous interrogeais et vous me répondiez qu'un
groupe de travail chargé de traiter le dossier OSSOM avait été mis
sur pied et que la préparation des textes légaux était en cours.

En octobre 2002, vous m'annonciez qu'un avant-projet de loi avait été
préparé concernant la prise en compte du service militaire - une des
revendications -, l'égalité des droits pour les personnes de nationalité
suisse - à l'époque un débat avait eu lieu sur la question - et la
suppression des conditions de résidence. Vous ajoutiez que le volet
sur l'égalité de traitement homme/femme était en voie d'achèvement.

En novembre 2003, vous précisiez à nouveau: "Certaines dispositions
concernant l'OSSOM doivent d'urgence être revues en raison, soit de
la multiplication des litiges qu'elles suscitent, soit de la nécessité de
les mettre en conformité avec de nouvelles réglementations ou
accords internationaux". Vous disiez qu'un montant de 8.690.000
euros avait été repris dans le budget 2004 et que les textes légaux
approuvés par le comité de gestion de l'OSSOM devaient vous
parvenir dans les jours suivants.

Monsieur le ministre, ma question est simple. Pouvez-vous
m'informer quant à l'état d'avancement de ce dossier de rééquilibrage
en faveur des personnes de ce régime un peu particulier et qui ne
demandent qu'une seule chose, à savoir être considérées comme
des citoyens à part entière?
03.01 Daniel Bacquelaine (MR):
In november 2000 vermeldt uw
algemene beleidsnota dat de
reglementering van de DOSZ dient
te worden gemoderniseerd. In
oktober 2002 kondigt u een
voorontwerp van wet aan. In
november 2003 stelt u dat een
aantal bepalingen inzake de DOSZ
moeten worden herzien. Wat is de
stand van zaken in dit dossier, dat
het evenwicht wil herstellen voor
diegenen die onder dit enigszins
bijzondere systeem vallen?
03.02 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale
zekerheid bevat in afdeling 2 een discriminatie van mannen ten
opzichte van vrouwen. Concreet wordt aan een weduwe van een
verzekerde een levenslange rente toegekend, maar niet aan een
weduwnaar van een verzekerde.

In het verleden werden al verschillende pogingen ondernomen om die
discriminatie weg te werken. Ik heb gezien dat die wettekst tot op dit
moment nog niet werd aangepast. Ik weet dat het een heel technische
discussie is die blijkbaar niet zo gemakkelijk op te lossen is.

Daarom, mijnheer de minister, wens ik u de volgende vragen te
stellen

Ten eerste, bestaan er op dit ogenblik initiatieven in de
regeringskringen om te verhelpen aan de discriminatie van mannen
ten opzichte van vrouwen in de overzeese sociale zekerheid?

Ten tweede, is er een specifieke reden waarom die initiatieven tot nu
toe nog niet werden genomen?
03.02 Annemie Turtelboom
(VLD): La loi du 17 juillet 1963
relative à la sécurité sociale
d'outre-mer comporte une
discrimination. La section 2 octroie
une rente viagère à la veuve de
l'assuré mais pas au veuf.

Quelles initiatives ont-elles déjà
été prises pour mettre fin à cette
discrimination?

Pourquoi sont-elles restées sans
résultat ? Quel est l'état
d'avancement des discussions
avec l'Office de la sécurité sociale
d'outre-mer et quels sont les
points litigieux?
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Ten derde, indien er besprekingen zijn, hoever staan die momenteel
en wat zijn de knelpunten?

Ten slotte, zal die wet retroactief worden aangepast?
03.03 Frank Vandenbroucke, ministre: Je dirai d'abord à M.
Bacquelaine que le dossier pour lequel il intervient évolue
favorablement. Je crois que la ténacité paie, dans le cas de M.
Bacquelaine et consorts.

En ce qui concerne très précisément la péréquation, je peux d'ores et
déjà annoncer qu'après avis favorable du comité de gestion de
l'OSSOM, un projet d'arrêté royal a été transmis le 23 février dernier à
l'inspection des Finances. Quant aux textes légaux, je compte les
faire adopter, comme prévu, par le parlement dans le courant de cette
année.
03.03
Minister Frank
Vandenbroucke: Ik wil de heer
Bacquelaine eerst en vooral
zeggen dat dit dossier, waarvoor
hij opkomt, gunstig evolueert: de
aanhouder wint!

Wat de perequatie betreft, werd,
na gunstig advies van de DOSZ ,
op 23 februari een ontwerp van
koninklijk besluit aan de Inspectie
van Financiën voorgelegd. Het ligt
in mijn bedoeling de wetteksten in
de loop van dit jaar te laten
aanpassen.
Dat is eigenlijk ook de strekking van mijn antwoord op de vraag van
mevrouw Turtelboom. Misschien eerst zeggen dat de discriminatie
waarvan mevrouw Turtelboom gewag maakt, niet beperkt is tot wat zij
precies beschrijft. Er is eigenlijk meer.

De problematiek van de gelijkheid man-vrouw bestaat ook op het vlak
van de wettelijke pensioenleeftijd. In de verschillende ontwerpen
uitgaande van de administratie werd met deze dimensie, die nochtans
geregeld is in de regeling van de werknemers, geen rekening
gehouden. Samen met budgettaire beperkingen verklaart dat
grotendeels de opgelopen achterstand in dit dossier.

Ik heb nu een wetsontwerp laten opstellen waarin men dat toch ook
regelt. Ik denk dat we daarmee een complete oplossing hebben. Ik
hoop dat nog dit jaar te laten goedkeuren door het Parlement.
La discrimination évoquée par
Mme Turtelboom s'étend jusqu'à
l'âge légal de la pension.
L'administration n'en a toutefois
pas tenu compte dans ses projets.
Des restrictions budgétaires
expliquent également l'arriéré
accumulé. Un projet de loi adapté
a à présent été élaboré et j'espère
qu'il pourra être adopté cette
année encore.
03.04 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, je suppose
que vous faites référence à un arrêté royal qui prévoit 2%
d'augmentation. Ce n'est évidemment pas tout à fait un rattrapage,
puisque l'on évalue la différence à nettement plus de 2%
actuellement.

Je me réjouis de l'existence de textes légaux. Mais visez-vous la
suppression des trois ans d'écart du calcul d'allocations de survie
pour les veuves et l'intégration du service militaire dans le calcul de la
pension? Très concrètement, ce sont des éléments précis qui sont
attendus, en relation avec des situations qui sont vécues.
03.04 Daniel Bacquelaine (MR):
U verwijst naar een besluit dat in
een verhoging van 2 % voorziet
terwijl het verschil veel groter is:
dat is niet helemaal wat men een
inhaalbeweging mag noemen.

Zal u het verschil van drie jaar in
de berekening van het
overlevingspensioen voor de
weduwen opheffen en de
legerdienst in de berekening van
het pensioen opnemen?
03.05 Frank Vandenbroucke, ministre: Oui, c'est dans la législation.
03.06 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord. Ik ben blij dat er een wetsontwerp over
is dat hopelijk dit jaar door het Parlement kan worden behandeld. Ik
had daarover nog een aantal vragen.
03.06 Annemie Turtelboom
(VLD): Je me réjouis de ce projet.
Je me demande vraiment s'il aura
un effet rétroactif et comment les
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7

Zal dat retroactief worden toegepast? Ik wil het wel zelf technisch
bekijken. Er zijn een aantal technische zaken die niet onbelangrijk
kunnen zijn voor mensen die daarvoor in aanmerking komen. Ik
begrijp dat u op dit moment niet onmiddellijk alle technische
informatie kunt geven.

Hoe gaat men die rente berekenen op de volledige loopbaan en op de
gedeeltelijke loopbaan? Ik zal dat dan wel te gepasten tijde bekijken.

Ik dank u in elk geval voor uw antwoord.
intérêts seront calculés.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk en Pensioenen over "de gevolgen
van een wijziging aan de reglementering betreffende de jaarlijkse vakantie voor het aantal
vakantiedagen" (nr. 1863)
04 Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "les conséquences
d'une modification de la réglementation relative aux vacances annuelles en ce qui concerne le nombre
de jours de vacances" (n° 1863)
04.01 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, in
de pers is er vorige week nogal wat commotie ontstaan naar
aanleiding van een recente wijziging aan de reglementering
betreffende de jaarlijkse vakantie. Die zou als gevolg hebben dat een
aantal werknemers één tot drie dagen vakantie zou verliezen. Dat
komt, omdat de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie het aantal
verplichte prestatiedagen op grond van het koninklijk besluit zou
hebben opgetrokken van 230 tot 255 dagen. Het impliceert dat de
buffer waarover arbeiders beschikken om het maximaal aantal
vakantiedagen te behouden, gereduceerd is van 31 dagen tot 6
dagen. Wie dus langer dan 6 dagen niet werkte wegens familiaal
verlof, voltijds tijdskrediet, ouderschapsverlof of palliatief verlof, zou
één tot drie vakantiedagen verliezen.

Het ACV verklaarde in de pers dat naar schatting een
honderdduizendtal arbeiders hierdoor getroffen zou worden en dat
deze nieuwe regeling eigenlijk "op een slinkse wijze zou ingevoerd
zijn". Ze hebben zelfs becijferd dat het aantal verloren vakantiedagen
zou overeenkomen met 770 jobs. Ik had de minister dan ook graag
een aantal vragen gesteld.

Ten eerste, is de minister het ermee eens dat deze regeling, die
trouwens unaniem werd goedgekeurd door alle sociale partners - dat
moet toch ook gezegd worden -, op een slinkse manier werd
ingevoerd, zoals wordt beweerd door de vakbonden, meer bepaald
het ACV?

Ten tweede, was op voorhand bekend dat een eerlijkere en correctere
berekening van het aantal vakantiedagen dit tot gevolg zou hebben?
Klopt het dat de sociale partners tot voor kort niet op de hoogte waren
van het effect van de nieuwe regeling?

Ten derde, hoeveel werknemers zullen nu eigenlijk getroffen worden
door deze nieuwe regeling? Men kan zich ook afvragen of ze geen
nieuwe discriminatie inhoudt ten aanzien van de arbeiders.
04.01 Guy D'haeseleer
(VLAAMS BLOK): La modification
de la réglementation en matière de
vacances annuelles a provoqué
des remous dans la presse la
semaine dernière. Il en résulterait
une perte d'un à trois jours de
congé pour certains travailleurs.
Sur la base du nouvel arrêté royal,
l'Office national des vacances
annuelles aurait fait passer à 255
le nombre de jours de prestation
obligatoires, ce qui laisse une
marge de six jours seulement pour
conserver le nombre maximum de
jours de vacances. Ceux qui
prendront plus de six jours de
congé familial, de crédit-temps à
temps plein, de congé parental ou
de congé pour soins palliatifs
perdraient des jours de congé. La
CSC estime à 100 000 le nombre
de travailleurs concernés par la
réglementation et considère que
cette dernière a été introduite
sournoisement.

Le ministre est-il d'accord avec les
syndicats? Savait-on que le
nombre de jours de congé serait
réduit? Les partenaires sociaux
étaient-ils au courant? Combien
de travailleurs sont-ils concernés
par la réglementation? Le ministre
a-t-il l'intention de modifier l'arrêté
royal? Quels sont les résultats de
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ten vierde, is de minister bereid om op het koninklijk besluit terzake
terug te komen? Het ACV heeft al geëist dat de maatregel
onmiddellijk ongedaan zou worden gemaakt, zo niet zouden we met
nog meer sociale onrust te maken krijgen in dit land, althans volgens
het ACV.

Ten vijfde, wat is het resultaat van het overleg met de sociale partners
dat normaal gezien als ik mij niet vergis gisteren plaatsvond of althans
gisteren gepland was in de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie?
la concertation
avec les
partenaires sociaux?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik kan
op wat de heer D'haeseleer aanbrengt, repliceren dat de regelgeving
waarover in de pers wat te doen is geweest, in volle openheid is
ingevoerd.

Op 31 juli 2001 is een algemeen koninklijk besluit gepubliceerd dat
uitvoering geeft aan de DMFA-maatregel die op punt is gesteld tijdens
de regering-Dehaene. Het koninklijk besluit voert onder andere een
maartregel uit met betrekking tot de berekening van het aantal
vakantiedagen. Die berekening is in 1998 en 1999 in detail toegelicht
aan de sociale partners in het beheerscomité van de Rijksdienst voor
Jaarlijkse Vakantie.

Vervolgens is dat voorgelegd aan de sociale partners in de Nationale
Arbeidsraad. In de Nationale Arbeidsraad kwam terzake een unaniem
advies tot stand, advies nummer 1266, op 10 maart 1999. Alle sociale
partners zijn daarover dus in detail geraadpleegd. Alle sociale
partners waren unaniem akkoord met de nieuwe regeling aangaande
de berekening van de vakantiedagen.

Ik was dus wel een beetje verbaasd en mijn eerste indruk was dat het
ACV onder een andere regering niet meer goed vindt, wat men wel
goed vond onder de regering van de heer Dehaene.

De leiding van het ACV heeft mij echter gezegd dat het een eerder
persoonlijke verklaring was van één propagandist en niet de houding
van het ACV als dusdanig. Het ACV is zich immers heel goed bewust
van het feit dat de regeling door het ACV mee werd genegotieerd.

Daarmee is alles gezegd wat betreft de procedure.

De nieuwe berekeningswijze kadert binnen de multifunctionele
aangifte van sociale bijdragen. Werkgevers dienen sinds 2003 hun
gegevens nog slechts een keer door te geven. De instellingen van
sociale zekerheid zorgen er zelf voor dat de gegevens bij de juiste
instellingen terechtkomen. De RJV is nu als enige instelling binnen het
netwerk van de sociale zekerheid verantwoordelijk voor de juistheid
van de gegevens met betrekking tot het aantal vakantiedagen van de
arbeiders. Er diende dus een akkoord te worden gevonden over de
wijze waarop het aantal vakantiedagen uniform wordt berekend. Het
voorstel van nieuwe berekening volgde het principe van
vereenvoudiging, neutraliteit en haalbaarheid. In het beheerscomité
van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie van 12 september 2001
werd aan de sociale partners trouwens een gedetailleerde tabel
bezorgd, die per gewerkte dag aangaf op hoeveel vakantie de
arbeider met de nieuwe formule recht zal hebben.

Het koninklijk besluit van 2001 ging in op 1 januari 2003. Dus is dit
04.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: L'arrêté royal du 31 juillet
2001 a été introduit en toute
transparence. Il applique la DMFA,
une mesure élaborée sous le
gouvernement Dehaene, et fixe le
mode de calcul du nombre de
jours de congé. En 1998 et 1999,
ce calcul a été expliqué en détail
au sein du comité de gestion de
l'Office national des vacances
annuelles. Au Conseil national du
travail, tous les partenaires
sociaux ont ensuite marqué leur
accord sur la réglementation.
Aussi la réaction de la CSC m'a-t-
elle surpris : c'est comme si,
subitement, elle estimait qu'une
mesure de l'ère Dehaene n'était
plus bonne. Entre-temps, la
direction du syndicat m'a toutefois
assuré qu'il ne s'agissait là que de
l'opinion d'une seule personne.

Le nouveau mode de calcul
s'inscrit dans le cadre de la
déclaration multifonctionnelle des
cotisations sociales. Depuis
l'année dernière, les employeurs
ne doivent plus transmettre leurs
données qu'à une seule reprise.
Les organismes de sécurité
sociale veillent à ce que les
données parviennent aux
institutions concernées. L'office
national des vacances annuelles
est à présent seul responsable de
l'exactitude des données. Le
nouveau mode de calcul devait
être simple, neutre et aisément
applicable. Le 12 septembre 2001,
lors du comité de gestion de
l'ONVA, les partenaires sociaux
ont d'ailleurs reçu un tableau
détaillé.

Je ne peux pas faire vérifier les
chiffres publiés dans la presse. En
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
jaar het eerste jaar waarin de nieuwe berekening effectief wordt
gebruikt om vakantiedagen vast te stellen. Ik kan de cijfers die in de
pers werden gegeven niet laten verifiëren door de Rijksdienst voor
Jaarlijkse Vakantie, omdat deze dan geval per geval een individueel
onderzoek moet doen. Ik neem dus aan dat de cijfers die in de pers
zijn verschenen nogal grove extrapolaties zijn op basis van een
beperkt aantal gevallen.

Ik heb reeds publiek gezegd dat, als de sociale partners unaniem van
oordeel zijn dat er moet worden teruggekomen op het vroeger
unaniem gegeven advies, het verder kan worden onderzocht.
Daarover is gisteren contact geweest tussen de sociale partners. Zij
hebben het dossier niet afgerond, maar hebben wel afgesproken dat
er in de loop van deze week nog verder overleg zal gebeuren over het
dossier.
effet, l'ONVA devrait procéder à
une vérification au cas par cas. Il
s'agit sans doute de grossières
extrapolations.

Si tous les partenaires sociaux
souhaitent que nous revenions sur
l'avis précédent, nous pouvons
examiner cette possibilité. Une
concertation a déjà eu lieu hier.
Les discussions reprendront plus
tard dans la semaine.
04.03 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
was ook enigszins verrast toen ik de reactie las die de vakbonden,
zeker het ACV, hebben laten verschijnen in de pers. Anderzijds
begrijp ik ook wel dat zij, door u met de vinger na te wijzen, hebben
getracht de aandacht af te leiden zoniet van hun eigen falen, dan toch
van hun eigen onoplettendheid tijdens de onderhandelingen.

Ik onthoud dat u gisteren overleg hebt gepleegd met de sociale
partners, dat dit nog niet is afgerond, maar dat wij tegen het einde van
de week duidelijkheid mogen verwachten.
04.03
Guy D'haeseleer
(VLAAMS BLOK): Je me suis
également étonné des réactions
dans la presse. La CSC voulait
peut-être détourner l'attention de
sa propre distraction lors des
négociations. Je prends donc acte
de ce que des précisions seront
apportées cette semaine.
04.04 Minister Frank Vandenbroucke: Ik was er gisteren niet bij,
omdat het een initiatief is op het niveau van de Rijksdienst voor
Jaarlijkse Vakantie. Het was een initiatief tussen sociale partners. Ik
heb gezegd dat zij het onder elkaar verder moesten bekijken. Het
overleg loopt voort. Ik zal er dus ook de komende dagen niet
onmiddellijk bijzitten. Ik wacht tot zij mij unaniem een standpunt
geven. Dan zien we wel wat ik met het standpunt zal doen.
04.04 Frank Vandenbroucke,
ministre: La concertation est une
initiative des partenaires sociaux.
Je ne suis pas présent lors des
discussions. J'attends que l'on me
communique une position
unanime. J'en saurai
probablement davantage pour la
fin de la semaine.
04.05 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Zult u hun standpunt
tegen het einde van de week kennen?
04.06 Minister Frank Vandenbroucke: Ik denk het wel. Het overleg
loopt en ik zal tegen het einde van de week meer weten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk en Pensioenen over "de wet
betreffende de sluiting van ondernemingen" (nr. 1898)
05 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la loi relative aux
fermetures d'entreprises" (n° 1898)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik bengel
steeds aan het einde van de agenda met mijn vragen omdat het reeds
zondag is voor ik de tijd vind om aan de computer de vragen uit te
werken die ik in de loop van de voorbije week bijeengesprokkeld heb.

Het onderwerp van mijn vraag, de sluiting van ondernemingen is een
zaak die de voorzitter van deze commissie altijd reeds na aan het hart
05.01 Greta D'hondt (CD&V):
L'article 90 de la loi du 26 juin
2002 relative aux fermetures
d'entreprises dispose que le Roi
doit fixer la date d'entrée en
vigueur de cette loi. Je suis
consciente qu'il n'est guère aisé
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
heeft gelegen.

Mijnheer de minister, artikel 90 van de wet van 26 juni 2002 bepaalt
dat het de Koning toekomt om de datum van inwerkingtreding van de
wet te bepalen. Sindsdien probeer ik dit dossier op te volgen. Ik ben
de eerste om toe te geven dat het niet altijd vanzelfsprekend was om
aan deze wet uitvoering te geven. Achttien maanden later zijn we
echter nog steeds niet aan de uitvoering toe.

Regelmatig heb ik u in deze commissie over deze problematiek
ondervraagd, onder meer op 21 oktober. U hebt me geantwoord dat
de uitvoeringsbesluiten als één geheel en op hetzelfde moment in
werking moesten kunnen treden om de overgang van het oude naar
het nieuwe stelsel mogelijk te maken. Ik kon uw redenering volgen die
een zeer aanvaardbare verklaring was voor het ontbreken van de
uitvoeringsbesluiten. U koos voor één groot uitvoeringsbesluit dat zou
worden voorgelegd aan de NAR.

In dit dossier kan men mij moeilijk van ongeduld beschuldigen, in
andere dossiers is dit misschien wel het geval. Nu duurt het echter
lang. Iedereen is het erover eens dat dit een zeer belangrijke wet is.
CD&V had ze liever nog belangrijker gemaakt door een aantal punten
toe te voegen. Over al de fracties eens vond iedereen dat het een
heel belangrijke wet is. Daarom is het hoog tijd dat we tot de
uitvoering ervan komen.

Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot het
ene grote uitvoeringsbesluit?

Werd het besluit reeds voor advies voorgelegd aan de NAR? Hebt u
inzake het advies aan de NAR een timing voorgesteld?

Spreken we nog over het uitvoeringsbesluit van de wet van 26 juni of
werden - een stille hoop - een aantal punten toegevoegd zoals de
kleinere ondernemingen waarvan CD&V enorm betreurde dat ze niet
in de bedoelde wet waren opgenomen?

Kortom, waar staan we op dit ogenblik met de wet van 26 juni 2002?
Werd het uitvoeringsbesluit reeds aan de NAR voorgelegd? Beperkt
het zich tot de uitvoering van de wet van juni 2002 of werden er
punten aan toegevoegd?
de procéder à sa mise en oeuvre,
mais nous l'attendons depuis dix-
huit mois déjà. De l'avis général, il
s'agissait pourtant d'une loi de
première importance.

Le 21 octobre 2003, j'ai déjà
interrogé le ministre sur les
raisons pour lesquelles la date
d'entrée en vigueur n'avait pas
encore été définie. M. Demotte
m'avait répondu qu'il était
essentiel que toutes les mesures
soient mises en oeuvre
simultanément et il a dès lors opté
pour un vaste arrêté d'exécution à
soumettre au Conseil national du
travail. A mes yeux, il s'agissait
d'une explication acceptable.

Dans l'intervalle, l'arrêté en
question a-t-il été soumis au CNT?
Le ministre a-t-il convenu d'un
calendrier avec le Conseil? S'agit-
il toujours d'un arrêté d'exécution
de la loi du 26 juin 2002? La loi
sera-t-elle adaptée?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke: Het uitvoeringsbesluit van de
wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen werd
inmiddels afgewerkt en voorgelegd aan de Nationale Arbeidsraad. De
adviesaanvraag werd op 17 december 2003 aan de NAR toegestuurd.
De adviesaanvraag werd niet aan een specifieke termijn verbonden.
Het bedoelde koninklijke besluit sterkt er alleen toe de bepalingen van
de wet van 26 juni 2002 uit te voeren. De Koning beschikt immers niet
over de bevoegdheid om de wet te wijzigen.

Tegelijkertijd met de adviesaanvraag inzake het uitvoeringsbesluit heb
ik de NAR om advies gevraagd over een aantal wijzigingen aan de
wet zelf. Deze wijzigingen dringen zich op ingevolge twee Europese
richtlijnen die een impact hebben op de materie van de sluiting van
ondernemingen. Het betreft, ten eerste, de richtlijn 98/50/EG van 29
juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der
lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers
05.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: L'arrêté d'exécution a
entre-temps été finalisé et soumis
le 17 décembre 2003 au CNT.
Aucun délai n'a été convenu. Etant
donné que le Roi ne peut modifier
les lois, l'arrêté royal porte
uniquement exécution des
dispositions de la loi du 26 juin
2002.

Parallèlement à la demande d'avis
relative à l'arrêté d'exécution, j'ai
toutefois demandé l'avis du CNT
sur une modification de la loi
proprement dite. La directive
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van
vestigingen. De noodzakelijke aanpassing heeft betrekking op de
tussenkomst van het Sluitingsfonds in geval van een overgang van
onderneming in het kader van een gerechtelijk akkoord.

Daarnaast dient de wet tevens te worden aangepast aan richtlijn
2002/74/EG van 23 september 2002 betreffende de onderlinge
aanpassing van wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van
werknemers bij insolventie van de werkgever. De noodzakelijke
aanpassing op dit punt heeft betrekking op de tussenkomst van het
Sluitingsfonds ingeval van de sluiting van een onderneming die in het
buitenland is gevestigd, maar werknemers tewerkstelt die hun werk
gewoonlijk in België uitoefenen.
européenne du 29 juin 1998
prévoit en effet que les législations
nationales doivent être adaptées
en ce qui concerne l'intervention
du fonds de fermeture en cas de
transfert d'une entreprise dans le
cadre d'un concordat judiciaire. En
outre, la législation belge doit être
adaptée à la directive européenne
du 23 septembre 2002 relative à
l'intervention du fonds de
fermeture en cas de fermeture
d'une entreprise sise à l'étranger,
mais qui emploie des travailleurs
qui accomplissent généralement
leurs prestations en Belgique.
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, het stoort mij
niet dat er advies aan de NAR wordt gevraagd over de aanpassingen
die blijkbaar in het Europese kader nodig zijn.

Ik hoor dat het grote uitvoeringsbesluit van 17 december 2003 bij de
NAR is voor advies en dat zonder een vooropgesteld tijdschema. Wij
zullen veel geluk moeten hebben om het uitvoeringsbesluit binnen de
twee jaar na 26 juni 2002, dus in juni 2004, in het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd te zien. De NAR heeft hiervoor wellicht ook nog wat tijd
nodig. Dat is niet zo verwonderlijk omdat daar ook verkiezingen
plaatsvinden.

Ik raad iedereen aan om de verslagen van de besprekingen te lezen
bij het totstandkomen van de wet van 26 juni 2002. Dat was bijna van
levensbelang in deze Kamer. Ik vind dit echt belangrijk. Als wij niet in
staat zijn om dit twee jaar na datum uit te voeren, dan zijn wij heel
slecht bezig. De NAR kan ik niet bevragen, maar ik zal niet nalaten
om u te ondervragen over de stand van zaken. Het zou een
erekwestie moeten zijn om dit voor 26 juni 2004 uit te voeren.
05.03 Greta D'hondt (CD&V):
J'approuve la demande d'avis
adressée au CNT en ce qui
concerne l'adaptation au cadre
européen. Il convient toutefois de
veiller à ce que l'arrêté d'exécution
puisse être publié le 26 juin 2004.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk en Pensioenen over "de discriminatie
ten aanzien van de begunstigden van een gezinspensioen" (nr. 1899)
06 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la discrimination à
l'égard des bénéficiaires d'une pension de ménage" (n° 1899)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, sinds de
hervorming van de personenbelasting heb ik hierover vragen gesteld
zowel aan de minister van Sociale Zaken, als aan de minister van
Werk en Pensioenen, als aan de minister van Financiën. Ik weet dat
men hiervoor veeleer bij de minister van Financiën moet zijn, maar op
de duur weet men het niet meer.

Hoe dan ook, in de wettelijke bepalingen over de hervorming van de
personenbelasting heeft men eigenlijk een discriminatie begaan ten
opzichte van de gezinspensioenen. Wij hebben daarover reeds heel
wat gesprekken gevoerd en naar aanleiding van een van mijn vragen
of interpellaties had u toegezegd dat wie gekozen had voor een
gezinspensioen en na de belastinghervorming vastgesteld had dat
06.01 Greta D'hondt (CD&V): La
réforme de l'impôt des personnes
physiques a fait naître une
discrimination en ce qui concerne
les pensions de ménage. On a
reconnu le problème et la
possibilité a été offerte aux
personnes concernées d'opter
pour deux pensions distinctes en
qualité d'isolé, ce qui pose
néanmoins de nouveaux
problèmes.
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
twee individuele pensioenen voordeliger waren, zijn of haar keuze kon
herzien. Een groot deel van de problemen kon daardoor opgelost
worden.

Er werd daarover aan de gepensioneerden ook een geruststellende
brief gestuurd, maar nu blijkt toch dat een en ander niet van een leien
dakje loopt en niet zo vanzelfsprekend is. In mijn vraag heb ik de
punten opgesomd waarvan ik vind dat ze een aantal kwalijke
gevolgen hebben.

De keuze om af te zien van het gezinspensioen en te opteren voor
twee individuele pensioenen brengt een aantal andere sociale
voordelen in het gedrang, onder andere de voorkeursregeling bij het
ziekenfonds. Uit die afzonderlijke pensioenen volgt ook een
afzonderlijke aansluiting bij het ziekenfonds. Het fiscale voordeel van
die operatie laat zich pas twee jaar na datum voelen. Het is zeer
moeilijk, ook voor de diensten van de pensioenen, om voor de
mensen te berekenen wat het voordeligste systeem is. Op het
ogenblik dat u de mogelijkheid bood aan gepensioneerden om van
het systeem van het gezinspensioen over te stappen naar het
systeem van twee individuele pensioenen, had ik bovendien al
opgemerkt dat eens die keuze gemaakt en een van de partners een
maand nadien overlijdt, de keuze niet meer ongedaan kon worden
gemaakt om dan op het gezinspensioen het overlevingspensioen te
laten berekenen.

Mijnheer de minister, dat alles sterkt mij in mijn overtuiging dat het
aan de bron fout gegaan is. U probeerde namelijk via de pensioenen
te remediëren aan een probleem dat eigenlijk door de fiscus en de
minister van Financiën opgelost had moeten worden. Het blijkt dus
dat de remedies niet vanzelfsprekend het probleem ten gronde
oplossen. Het zou dus kunnen dat ik met uw antwoord in de hand
volgende week al de minister van Financiën moet ondervragen.

Ik denk, mijnheer de minister, dat de goedbedoelde poging die u
gedaan hebt om niet voor 100%, maar voor een belangrijk deel de
oplossing aan te reiken om die discriminatie te milderen - namelijk de
mogelijkheid om opnieuw te splitsen -, eigenlijk geen soelaas brengt
en heel ingewikkeld blijft. Zou het niet veel beter zijn dat we terug naar
af gaan en dus de fiscale discriminatie rechtzetten als dusdanig?
Ce choix entraîne un certain
nombre de conséquences en ce
qui concerne le régime préférentiel
dans le cadre de l'assurance
maladie. Les intéressés doivent à
présent s'affilier séparément.
L'avantage fiscal qui découle d'une
pension d'isolé n'est perceptible
que deux ans plus tard et la
confusion règne fréquemment
quant à savoir quel système est le
plus avantageux. Si un couple
opte pour deux pensions distinctes
et que l'un des époux décède peu
de temps après, le conjoint
survivant en subira les importantes
conséquences négatives sur le
plan financier.

Le ministre confirme-t-il ces
problèmes? Quelles mesures
compte-t-il prendre pour les
résoudre? Quand les prendra-t-il?
06.02 Minister Frank Vandenbroucke: Voorzitter, ik denk dat
mevrouw D'hondt de problemen goed beschreven heeft. Ik moet dat
niet herhalen. Ik ben op dit ogenblik nog aan het werken aan een
oplossing die moet garanderen dat de gepensioneerden maximaal
kunnen genieten van de belastinghervorming. Ik heb nog geen
precies antwoord, omdat ik inderdaad nog aan die oplossing aan het
werken ben. Die komt er.
06.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Mme D'hondt a très bien
décrit la problématique. Je
cherche actuellement une solution
afin de permettre à l'ensemble des
retraités de tirer profit au
maximum de la réforme fiscale. Je
pense y arriver mais cela requiert
beaucoup de travail.
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Dat zou een van mijn heuglijke dagen
zijn. Als er iets is waardoor men lastig wordt,...
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Ce
serait une excellente nouvelle.
06.04 Minister Frank Vandenbroucke: Ik weet dat zeer goed, maar
laten wij de mensen niet meer opjagen dan nodig.
06.05 Greta D'hondt (CD&V): Dat zal ik ook niet doen. Ik krijg er al
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
genoeg bij mij.
06.06 Minister Frank Vandenbroucke: Ik denk dat ik het probleem
zal kunnen oplossen, maar inderdaad, dat vraagt heel wat overleg
binnen de pensioenadministratie. Wij zijn overigens ook in contact
met Financiën, omdat wij dat niet alleen kunnen. Een van de
elementen is inderdaad dat de ambtenaren van de RVP niet met
perfecte zekerheid kunnen zeggen wat het resultaat is van een
splitsing, onder meer omdat zij niet weten wat eventueel de andere
inkomsten zijn. Dan moet je een vrij omslachtige uiteenzetting geven
aan de betrokken gepensioneerde en hoe dat nu allemaal moet, zijn
we nog aan het bekijken.
06.06 Frank Vandenbroucke,
ministre: J'étudie la question en
collaboration avec l'administration
des pensions. Une concertation a
également lieu avec le SPF
Finances. Un problème réside par
exemple dans le fait que les
fonctionnaires de l'ONP ne
peuvent prévoir les effets
financiers d'une fragmentation de
la pension.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk en Pensioenen over "de sociale
verkiezingen" (nr. 1900)
07 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "les élections
sociales" (n° 1900)
07.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er is niet alleen heisa rond de wetgeving door de politieke
verkiezingen, maar ook de sociale verkiezingen delen in de brokken.
Er is blijkbaar onduidelijkheid ontstaan over de wettelijke bepalingen
die zouden gelden voor de sociale verkiezingen van 2004 en dit naar
aanleiding van de uitspraak van de arbeidsrechtbank van Nijvel.

De rechter is in zijn uitspraak van oordeel dat het KB van 15 mei dat
de procedure voor de sociale verkiezingen regelt, eigenlijk nietig is.
Het KB dat de datum van de verkiezingen regelt, is volgens de rechter
wel geldig zodat de verkiezingen als dusdanig niet in het gedrang
komen, maar wel de procedure. De rechter bepaalt dat het KB
betreffende de procedure ongeldig is omdat er geen voorafgaandelijk
advies was van de Raad van State. De hoogdringendheid die de
regering heeft ingeroepen, is volgens de rechter niet bewezen.

De uitspraak van de rechter betekent dat de verkiezingsprocedure
moet worden gevoerd op basis van de oude wetgeving en het KB van
1978. Op het terrein komen de verkiezingen niet in het gedrang omdat
men kan terugvallen op de wet van 1978. De data van de
verkiezingen kunnen behouden blijven, maar om geen risico's te
nemen zou het aangewezen zijn om een reparatiewet goed te keuren.

Om die reden heb ik een aantal vragen. Is het inderdaad zo dat die
ene uitspraak van de arbeidsrechtbank van Nijvel verstrekkende
gevolgen heeft? Zal er een reparatiewet in de Kamer worden
ingediend? Mogen we dit op korte termijn verwachten zodat de
onzekerheid op het terrein zo vlug mogelijk kan worden
weggenomen?
07.01 Greta D'hondt (CD&V): Le
tribunal du travail de Nivelles a
annulé l'arrêté royal du 15 mai
2003 sur la procédure relative aux
élections sociales parce que l'avis
du Conseil d'Etat n'a pas été
demandé. Le tribunal a estimé que
la nécessité de l'urgence invoquée
n'avait pas été démontrée. Les
élections doivent donc se dérouler
conformément à l'arrêté royal de
1978.

Le ministre confirme-t-il que le
jugement prononcé par le tribunal
du travail entraîne une situation
d'insécurité juridique? Déposera-t-
il un projet de loi de réparation à la
Chambre pour régler cette
question? Dans l'affirmative,
quand le fera-t-il? Le temps presse
en effet.
07.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik ben
blij dat mevrouw D'hondt mij deze vraag stelt omdat dit mij de
gelegenheid geeft om het even te hebben over de procedure die we in
de Kamer zouden kunnen volgen want er komt inderdaad een
wetsontwerp.
07.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je n'ai pas élaboré une
loi de réparation mais bien un
projet de loi. En fait, j'avais déjà
l'intention d'évoquer ici ce
problème. La question de Mme
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Sta mij toe eerst in te gaan op de vragen en de grond van het dossier
en daarna wil ik het even hebben over de procedures. Ik was eigenlijk
van plan om het daarover te hebben met u en mevrouw D'hondt. Nu
geeft deze vraag mij de gelegenheid om dit via deze weg te doen.

Het is juist dat de arbeidsrechtbank van Nijvel in een vonnis van 13
februari 2004 van oordeel was dat een van de KB's van 15 mei 2003
die de procedure voor de sociale verkiezingen vastlegt, onwettig was
omdat de ingeroepen dringende noodzakelijkheid om geen advies van
de Raad van State te vragen voor dat KB onvoldoende gemotiveerd
was volgens de rechtbank. Dit vonnis werd uitgesproken op basis van
de conclusies van een van de partijen zonder kennis te hebben
genomen van het administratief dossier van het betrokken koninklijk
besluit en zonder de Belgische Staat in het geding te betrekken.

Sinds het vonnis van de arbeidsrechtbank van Nijvel werden er
evenwel vonnissen in andere zin uitgesproken. Ik wil daar dadelijk op
ingaan. Laat mij eerst iets meer zeggen over de consequenties van
het vonnis van de arbeidsrechtbank van Nijvel.

De rechter die dat vonnis voorbereid heeft, is zeer zorgvuldig te werk
gegaan. Hij vond dat het middel dat door een van de partijen
aangereikt werd, gegrond is. Met name ging het om het feit dat de
minister een koninklijk besluit opgesteld had, maar dat de
hoogdringendheid slecht gemotiveerd was, waardoor het koninklijk
besluit voor de voorliggende zaak eigenlijk onwettig of niet van
toepassing is.

Een opmerking die ik daarbij moet maken, luidt dat de minister in
kwestie, minister Onkelinx, terzake helemaal geen originele stappen
heeft gezet. Ondertussen blijkt namelijk dat men dat al veertig jaar
lang nooit voorlegt aan de Raad van State. Ook in vorige
regeerperiodes vond men het dus niet nodig dat voor te leggen aan
de Raad van State. Nu neemt een rechter dat ernstig en oordeelt dat
het koninklijk besluit onwettig is. Het is dus niet van toepassing op de
zaak die voorligt.

Die rechter is scrupuleus gaan zoeken naar wat wel van toepassing
is. Er ontstaat dus gelukkig geen vacuüm. Dat is wel belangrijk. Het is
echt de moeite. Ik heb dat helemaal, van voren naar achteren,
gelezen. Die rechter ontrafelt de hele geschiedenis en zoekt naar een
landingsplaats waar een koninklijk besluit ligt dat een procedure geeft
die van toepassing is op het geschil dat de partijen hem voorleggen.
Hij landt op een koninklijk besluit van 1978. Hij stelt vast ­ en ik vind
dat die man zijn werk zeer goed gedaan heeft ­ dat het koninklijk
besluit uitspraken mogelijk maakt over de procedure die gevolgd
moest worden in het geschil tussen de werkgever en de betrokken
vakbond. Die zaak is dus geregeld. We zijn geland.

Desalniettemin heb ik daarover drie advocatenbureaus en mijn
administratie geraadpleegd om na te gaan wat er zou gebeuren indien
men in nog andere geschillen het rechtsmiddel zou aanvaarden dat
het bedoelde koninklijk besluit niet van toepassing is.

Er zou niet veel gebeuren. De gevolgen zijn dus niet dramatisch. Er
zouden wel situaties kunnen voorkomen waarbij er toch gevolgen zijn.
Ik geef als voorbeeld het volgende feit. Als een arbeidsrechtbank,
zoals de rechtbank van Nijvel, zou besluiten dat een van de
D'hondt tombe donc à point
nommé.

Le jugement du tribunal du travail
a été rendu sur la base des
conclusions d'une des parties sans
consultation du dossier
administratif de l'arrêté royal et
sans que l'Etat ne soit appelé à la
cause. Le fait que Mme Onkelinx
n'ait pas soumis l'arrêté royal au
Conseil d'Etat n'a rien
d'exceptionnel. Elle a suivi la
procédure habituelle.

J'ai consulté mon administration et
trois bureaux d'avocats. Si dans
d'autres litiges, des arrêtés royaux
devaient également être annulés,
les conséquences n'en seraient
pas dramatiques mais cela
pourrait conduire à des situations
étranges. Pour exclure toute
insécurité juridique dans le cadre
de l'organisation des élections
sociales, j'ai à présent rédigé un
projet de loi qui entérine les trois
arrêtés royaux. Le Conseil d'Etat
examine actuellement ce projet de
loi.

Depuis le jugement rendu par le
tribunal de Nivelles, un certain
nombre de jugements fort
différents ont d'ailleurs été rendus.

Le 20 février 2004, le tribunal de
Bruxelles a estimé qu'un jugement
sur la légalité de l'arrêté royal ne
pouvait être rendu qu'après
audition d'un représentant de
l'Etat. Le 23 février 2004, le juge
d'une chambre néerlandophone
du tribunal du travail de Bruxelles
a jugé, sur la base des
conclusions d'un conseil de l'Etat
belge, que rien n'indiquait que les
autorités aient abusé de la notion
d'urgence. Il considérait l'arrêté
royal comme étant parfaitement
légal.

Je déposerai le projet sous peu à
la Chambre en vue de la
confirmation des trois arrêtés
royaux du 15 mai 2003. Je
plaiderai en faveur d'un examen
urgent, s'agissant d'un sujet
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
koninklijke besluiten van 15 mei 2003 niet van toepassing is, maar wel
het koninklijk besluit van 1978, dan kunnen er wel eigenaardige
conclusies volgen. Een van die conclusies kan zijn dat een verkiezing,
georganiseerd in een onderneming, niet verplicht maar een vrijwillige
verkiezing was, omdat bijvoorbeeld de telling van de jongeren
gewijzigd is.

Het zou kunnen dat men daar een probleem heeft en dan krijgt men
inderdaad toch wel een situatie van rechtsonzekerheid. In dat
hypothetische geval zegt zo'n arbeidsrechtbank immers dat de
verkiezing vrijwillig was en niet verplicht. Dan geldt bijvoorbeeld de
bescherming tegen ontslag van de kandidaten niet. Ik vind dus dat
men zich moet kunnen wapenen als zo'n situatie zich zou kunnen
voordoen, zelfs tegen een op zichzelf nogal onwaarschijnlijke situatie.
In verkiezingen mag er geen sprankeltje rechtsonzekerheid bestaan.

Ik heb ­ samen met mijn administratie ­ een wet uitgewerkt. Het is
eigenlijk een zeer eenvoudige wet. Het is een bekrachtiging van de
drie koninklijke besluiten in kwestie. De arbeidsrechtbank van Nijvel
heeft nochtans nogal uitdrukkelijk gezegd dat er geen probleem is
met het koninklijk besluit dat de datum vastlegt. Dat was een van de
drie koninklijke besluiten van 15 mei 2003. Het legt de datum van de
sociale verkiezingen vast.

Ik heb door de regering een wet als ontwerp laten goedkeuren. Ik heb
het naar de Raad van State gestuurd. Ik verwacht het een dezer
dagen terug van de Raad van State. Het is een bekrachtiging van die
drie koninklijke besluiten. Het is geen reparatiewet. De uitdrukking
reparatiewet is ongelukkig omdat we ondertussen eigenlijk andere
uitspraken hebben van andere rechtbanken die het probleem niet
situeren zoals de arbeidsrechtbank van Nijvel het situeert. Ik zal u dat
dadelijk geven. Mijn conclusie blijft echter toch overeind. We
bekrachtigen deze drie koninklijke besluiten beter met een wet.

Sinds het vonnis van de arbeidsrechtbank van Nijvel hebben we twee
vonnissen gehad. Op 20 februari 2004 oordeelde de arbeidsrechtbank
van Brussel in een zaak betreffende de technische bedrijfseenheden
dat er geen aanleiding was om de illegaliteit van het koninklijk besluit
van 15 mei 2003 in te roepen. De rechter volgde hier het verzoek van
de vakbonden en veroordeelde de werkgever tot het organiseren van
sociale verkiezingen. In deze beslissing werd ook opgemerkt dat
indien er een vonnis had moeten geveld worden inzake de legaliteit
van het koninklijk besluit, dit alleen zou kunnen gebeurd zijn na een
vertegenwoordiger van de Staat te hebben gehoord en op basis van
het administratief dossier. Dat is dus niet gebeurd.

De rechter van de Nederlandstalige kamer van de arbeidsrechtbank
te Brussel heeft op 23 februari 2004 op basis van het administratief
dossier dat hem werd voorgelegd en op basis van de conclusies van
de raadsman van de Belgische Staat, die gedagvaard was in
gedwongen tussenkomst, geoordeeld dat ­ rekening houdend met de
chronologie van de gebeurtenissen ­ niets erop wees dat de overheid
misbruik heeft gemaakt van het begrip dringende noodzakelijkheid.
Hij beschouwde het koninklijk besluit volkomen wettelijk en hij
veroordeelde de werkgever. We hebben ondertussen dus andere
uitspraken.

Ik zal eerstdaags een wet indienen in de Kamer. Deze wet bekrachtigt
délicat pour les entreprises, à
savoir la protection des candidats
aux élections sociales. Les
employeurs comme les travailleurs
demandent qu'on leur garantisse
la sécurité juridique.

Par ailleurs, je voudrais inviter
Mme D'hondt à aborder le sujet
avec le président de son groupe
au Sénat, car il serait bien
malheureux que le Sénat évoque
ce projet. Si tout va bien, toute
cette question peut être réglée
dans un délai de deux semaines.
02/03/2004
CRIV 51
COM 177
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de drie koninklijke besluiten van 15 mei 2003 betreffende de
procedure voor sociale verkiezingen. Ze heeft als doel om aan
iedereen een garantie te geven over de regelgeving die toegepast
moet worden. Mijnheer de voorzitter, ik zou willen pleiten voor een
zeer snelle behandeling. De reden is dat men hier te maken heeft met
iets dat zeer gevoelig kan liggen in een bedrijf, namelijk de
bescherming van de kandidaat.

Zowel de werkgevers als de werknemers zijn van oordeel dat we de
zaak heel snel moeten regelen. Wat op het eerste gezicht louter een
vakbondsissue is, is immers geen vakbondsissue. Beeldt u in dat een
werkgever zou denken dat dit rechtsmiddel kan worden gebruikt. Hij
zou dan iemand kunnen ontslaan, maar bijvoorbeeld niet de
dringendheid van de redenen inroepen die hij anders zou inroepen.
Hij zou dan later vaststellen dat het rechtsmiddel eventueel niet geldt
en dat hij een kans verloren heeft laten gaan bij wege van
hoogdringendheid van het ontslag. Het veroorzaakt dus onzekerheid
en onduidelijkheid.

We moeten dus rechtszekerheid scheppen. Dat is ook de wil van de
partners. Ik zou aan u en aan de voorzitter van de Kamer willen
vragen of ik het wetsontwerp kan laten agenderen vóór het andere
werk en het, zodra het in overweging is genomen, onmiddellijk laten
bespreken en erover laten stemmen. Ik zou ook aan mevrouw
D'hondt willen vragen of zij eventueel haar collega's van haar fractie in
de Senaat erover kan spreken. Het zou ongelukkig zijn indien de
Senaat het zou evoceren. Het is echter goed dat mevrouw D'hondt
dat even bespreekt met de fractieleider van CD&V in de Senaat. Wij
zouden als Kamer een hele mooie rol spelen naar de sociale partners
als wij de zaak heel snel regelen. Dat zou met name zo zijn voor de
vele kandidaten die misschien ongerust zouden kunnen zijn over wat
hier gebeurt. Ik zou een kamerbrede afspraak willen maken voor een
heel spoedige behandeling. Dan kan het probleem op twee weken
geregeld zijn.

Ik ben wel van oordeel dat de regering dan met de sociale partners
iets dieper moet ingaan op het probleem waarom de zaak nooit wordt
voorgelegd aan de Raad van State. Dat is eigenlijk een beetje
jammer. Het heeft iets te maken met het feit dat de sociale partners
meestal nogal tijd nodig hebben om te concluderen. Zij komen dan
dikwijls nogal laat. Als we met de sociale partners echter een goede
afspraak maken, is er geen enkele reden waarom het niet zou worden
voorgelegd aan de Raad van State. Ik meen dat we dat moeten doen.
We hebben op dat vlak een slechte traditie opgebouwd.
07.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan uit het
hoofd niet meer zeggen wanneer, maar ik heb vorig jaar nog
aangedrongen bij de toenmalige minister om de wetgeving rond de
sociale verkiezingen dringend te behandelen. Ik zei toen dat we
stilaan over tijd aan het gaan waren. Het was toen al kantje boord.
Zelfs al zou het toen de traditie geweest zijn om het advies van de
Raad van State te vragen, dat er niet is, dan had men toch iets
vlugger moeten werken. De wetgeving is immers pas op het
allerlaatste moment tot stand gekomen.

Er moet worden bijgestuurd. Ik heb heel veel respect voor de rechter
die het vonnis heeft geveld. Het is een van de betere vonnissen
inzake sociaal recht, ook wat inzet en werkkracht betreft, die ik de
07.03 Greta D'hondt (CD&V):
J'ai déjà insisté auprès du ministre
précédent pour qu'on examine
d'urgence la législation relative
aux élections sociales. Ce
jugement compte parmi les
jugements les mieux étayés en
matière de droit social dont j'ai pu
prendre connaissance ces
dernières années. Des anicroches
demeurent toutefois possibles en
ce qui concerne les jeunes et les
cadres, mais également les délais
CRIV 51
COM 177
02/03/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
voorbije jaren heb gelezen. Dat belet echter niet dat het een aantal
haperingen kan bevatten. U hebt daarnet al gesproken over jongeren,
kiescollege en kaders. Bovendien stemmen de bepalingen van de wet
van 1978 over wanneer de bescherming ingaat, niet helemaal
overeen met hetgeen in de wetgeving van 2003 wordt beoogd. Wij
hebben er dus alle belang bij dat zowel voor ondernemingen als voor
vakbonden en hun kandidaten de rechtszekerheid zo vlug mogelijk
wordt hersteld. Wij zijn zeker bereid om hieromtrent geen
moeilijkheden te veroorzaken en om een wijziging zeer vlug tot stand
te brengen. Ik zal contact nemen met de collega's in de Senaat en
hen, voor zover ze dat zelf niet weten, te wijzen op het belang dat de
procedure heel snel doorgaat. Ze zullen het daarover trouwens al
deze week hebben.
de protection. Il est dans l'intérêt
de tous de rétablir la sécurité
juridique le plus rapidement
possible et nous sommes
certainement disposés à
contribuer à un examen rapide du
projet de loi. Je prendrai
également contact à ce sujet avec
mes collègues du Sénat.
De voorzitter: Mijnheer de minister, wat mij betreft, is er geen enkel
bezwaar om de bespreking van het wetsontwerp snel af te handelen,
zelfs als het volgens de normale procedure wordt ingeleid. De
voorwaarde is wel dat de regering in de Conferentie van voorzitters
zeer snel de spoedbehandeling vraagt. Wij kunnen onze
werkzaamheden organiseren.

Volgende week woensdag vergadert de commissie samen met de
minister over het thema werkgelegenheid. Ik weet niet of dat een
haalbare kaart is. Praktisch gezien betekent het dat het ontwerp het
beste wordt geagendeerd in de Conferentie van voorzitters van
morgenochtend.
Le président: Je ne vois pas non
plus d'objection à inscrire ce projet
à l'ordre du jour dans les meilleurs
délais. La Conférence des
présidents de demain pourrait déjà
le porter à l'ordre du jour de notre
séance de mercredi prochain.
07.04 Minister Frank Vandenbroucke: Inderdaad.

Ik wil nog iets heel belangrijk zeggen voor het verslag. Ik heb mijn
woorden gewikt. Ik heb niet gezegd dat die rechter een zorgvuldig
vonnis heeft geveld. Ik heb erop gewezen dat nadat de rechter
gezegd had, zonder het administratief dossier te hebben bekeken en
zonder de Staat in het geding te betrekken, dat het koninklijk besluit
niet van toepassing is, hij eraan heeft toegevoegd zeer zorgvuldig te
hebben nagedacht met welke parachute hij landde. Ik zou niet graag
hebben dat andere rechters op slechte gedachten komen door het
verslag te lezen zonder deze verduidelijking.
07.05 Greta D'hondt (CD&V): Het aanspannen van een procedure
kan gevolgen hebben.
07.06 Minister Frank Vandenbroucke: Inderdaad. De sociale
partners zijn daarover zeer eensgezind.
07.07 Greta D'hondt (CD&V): Dat zal wel. (Samenspraak tussen de
minister en mevrouw D'hondt)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.38 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.38 heures.