CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 166
CRIV 51 COM 166
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
18-02-2004
18-02-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
disparitions à Saint-Trond" (n° 1261)
1
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verdwijningen in Sint-Truiden"
(nr. 1261)
1
Orateurs: Marleen Govaerts, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Marleen Govaerts, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'adaptation
du statut du personnel de police à l'arrêt de la
Cour d'arbitrage" (n° 1462)
2
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de aanpassing van het statuut van het
politiepersoneel aan het arrest van het
Arbitragehof" (nr. 1462)
2
Orateurs:
Dirk Claes, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers:
Dirk Claes, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la vague
d'aggressions perpétrées dans notre pays"
(n° 1526)
5
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de overvallengolf die ons land teistert" (nr. 1526)
5
Orateurs:
Dirk Claes, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers:
Dirk Claes, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Trees Pieters au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
déductibilité des investissements en matière de
sécurité" (n° 1527)
8
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aftrekbaarheid van
veiligheidsinvesteringen" (nr. 1527)
8
Orateurs: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Hilde Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'annonce
d'une enquête concernant l'origine des fuites
auprès de la police anversoise" (n° 1618)
11
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aangekondigde onderzoek naar
de oorsprong van het lek bij de politie van
Antwerpen" (nr. 1618)
11
Orateurs:
Hilde Claes, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers:
Hilde Claes, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Annick Saudoyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
possibilité de limiter la paperasserie dans les
services de police" (n° 1619)
13
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mogelijkheid om de
administratieve rompslomp voor de politiediensten
te beperken" (nr. 1619)
13
Orateurs: Annick Saudoyer, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Annick Saudoyer, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les étudiants
porteurs d'un visa d'études dans la zone de transit
de Zaventem" (n° 1620)
15
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de studenten die houder zijn van een
studentenvisum in de transitzone van Zaventem"
(nr. 1620)
15
Orateurs: Marie Nagy, Claude Eerdekens,
président du groupe PS, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Marie Nagy, Claude Eerdekens,
voorzitter van de PS-fractie, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les vols
communs de rapatriement des illégaux" (n° 1621)
18
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gezamenlijke vluchten voor het
repatriëren van illegalen" (nr. 1621)
18
Orateurs:
Marie Nagy, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers:
Marie Nagy, Vincent Van
Quickenborne
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Jan Peeters au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le retrait de
certains arrondissements des véhicules destinés
à des transports HyCap" (n° 1546)
21
Vraag van de heer Jan Peeters aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het weghalen van voertuigen voor
HyCap-vervoer uit sommige arrondissementen"
(nr. 1546)
21
Orateurs:
Jan Peeters, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Jan Peeters, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Josée Lejeune au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le statut des
policiers" (n° 1649)
23
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het statuut van de politiebeambten"
(nr. 1649)
23
Orateurs: Josée Lejeune, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Josée Lejeune, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
harcèlement dont sont régulièrement victimes les
élèves de l'athénée juif du centre de Bruxelles"
(n° 1653)
24
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de pesterijen waarvan de leerlingen
van het Joodse atheneum uit het centrum van
Brussel regelmatig het slachtoffer zijn" (nr. 1653)
24
Orateurs: Francis Van den Eynde, Vincent
Van Quickenborne
Sprekers: Francis Van den Eynde, Vincent
Van Quickenborne
Question de M. Geert Bourgeois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effectifs
de police" (n° 1654)
26
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aantal politiemensen" (nr. 1654)
26
Orateurs: Geert Bourgeois, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Geert Bourgeois, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'installation
de vitres teintées sur les véhicules personnels"
(n° 1660)
30
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het plaatsen van getinte ruiten in
personenwagens" (nr. 1660)
30
Orateurs: Joseph Arens, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Joseph Arens, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le droit de
regard exercé par le service presse du
commissaire général de la police fédérale sur les
docu-soaps télévisés" (n° 1661)
31
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het toezicht van de persdienst van de
commissaris-generaal van de federale politie op
de op televisie uitgezonden docusoaps" (nr. 1661)
31
Orateurs: Joseph Arens, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Joseph Arens, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le transfert
des anciens bâtiments de la gendarmerie aux
zones de police" (n° 1668)
33
Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de overdracht van de vroegere
rijkswachtgebouwen aan de politiezones"
(nr. 1668)
33
Orateurs: André Frédéric, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: André Frédéric, Vincent Van
Quickenborne
Questions et interpellations jointes de:
35
Samengevoegde vragen en interpellaties van:
35
- M. Geert Bourgeois au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la 'bureaucratie
militaire' de la direction de la police" (n° 1683)
35
- de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de 'militaire bureaucratie' van de politietop"
(nr. 1683)
35
- Mme Marie Nagy au premier ministre sur "la
réforme des polices" (n° 246)
35
- mevrouw Marie Nagy tot de eerste minister over
"de politiehervorming" (nr. 246)
35
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement de la
police depuis sa réforme" (n° 248)
35
- de heer Joseph Arens tot de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
werking van de politiediensten sinds de
35
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
hervorming ervan" (nr. 248)
- M. Claude Eerdekens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la sécurité dans nos
rues et nos quartiers" (n° 1796)
35
- de heer Claude Eerdekens aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de veiligheid in onze straten en wijken" (nr. 1796)
35
Orateurs: Geert Bourgeois, Marie Nagy,
Joseph Arens, Claude Eerdekens
, président
du groupe PS, Vincent Van Quickenborne
Sprekers: Geert Bourgeois, Marie Nagy,
Joseph Arens, Claude Eerdekens
, voorzitter
van de PS-fractie, Vincent
Van
Quickenborne
Motions
47
Moties
47
Question de M. Miguel Chevalier au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion
de demandeurs d'asile déboutés" (n° 1696)
48
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitwijziging van afgewezen
asielzoekers" (nr. 1696)
48
Orateurs: Miguel Chevalier, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Miguel Chevalier, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Stijn Bex au premier ministre sur
"une éventuelle modification de l'ordre
protocolaire" (n° 1715)
50
Vraag van de heer Stijn Bex aan de eerste
minister over "een mogelijke verandering in de
protocollaire rangorde" (nr. 1715)
50
Orateurs:
Stijn Bex, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers:
Stijn Bex, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Pierre-Yves Jeholet au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'absence d'autorisation d'utiliser certaines armes
à la police de Liège" (n° 1724)
52
Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het uitblijven van een vergunning
voor de Luikse politie om bepaalde types wapen
te gebruiken" (nr. 1724)
52
Orateurs: Pierre-Yves Jeholet, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Pierre-Yves Jeholet, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Camille Dieu au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
revendications du personnel de la police"
(n° 1757)
54
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de eisen van het politiepersoneel"
(nr. 1757)
54
Orateurs: Camille Dieu, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Camille Dieu, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
dysfonctionnements constatés au sein du service
d'incendie de Thuin" (n° 1787)
58
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de disfuncties bij de brandweer van
Thuin" (nr. 1787)
58
Orateurs: Denis Ducarme, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Denis Ducarme, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
remboursement des salaires des ex-gendarmes
lors d'une exemption de service due à un accident
de travail antérieur à la constitution de la zone de
police" (n° 1682)
60
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de terugbetaling van de lonen van de
voormalige rijkswachters bij een vrijstelling van
dienst wegens een arbeidsongeval voorafgaand
aan de oprichting van de politiezone" (nr. 1682)
60
Orateurs: Jean-Marc Delizée, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Jean-Marc Delizée, Vincent Van
Quickenborne
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
18
FEVRIER
2004
Matin
______
van
WOENSDAG
18
FEBRUARI
2004
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.13 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.13 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verdwijningen in Sint-Truiden" (nr. 1261)
01 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
disparitions à Saint-Trond" (n° 1261)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
01.01 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
vind het wel spijtig dat de minister niet hier is. Hij is toch eigenlijk terug
op de been.

Ik ga toch vragen aan de staatssecretaris of hij mij iets schriftelijk kan
bezorgen.

In Sint-Truiden is het aantal verdwijningen gestegen. Dat heeft de
burgemeester toegegeven op een vraag van mij in de gemeenteraad.
Hij heeft mij niet kunnen zeggen hoeveel verdwijningen er zijn
gebeurd. Ik zou willen vragen of de staatssecretaris een vergelijking
kan maken met de vorige jaren. Hoeveel meer verdwijningen zijn er,
uit de psychiatrische instellingen en uit het open asielcentrum in
Bevingen?

Een aantal mensen verdwijnt in de illegaliteit en wordt nooit meer
teruggevonden. Ik heb ook geprobeerd van de burgemeester te weten
te komen of hij daarover meer uitleg kan geven. Zijn het vooral
drugsverslaafden die verdwijnen? Vanuit het asielcentrum gaat het
uiteraard om vreemdelingen die verdwijnen.

Ik had ook graag geweten of daar veel minderjarigen bij zijn. In het
post-Dutroux-tijdperk is het toch belangrijk te weten hoeveel kinderen
er verdwijnen. Worden die ooit teruggevonden? Wat onderneemt de
regering om deze verdwijningen te voorkomen?
01.01 Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Il me revient
qu'à Saint-Trond, le nombre de
disparitions a augmenté au cours
des dernières années. Comment a
évolué le nombre de disparitions
des établissements psychiatriques
et du centre d'accueil ouvert pour
demandeurs d'asile de Bevingen?
De combien de toxicomanes et
d'étrangers s'agit-il? De combien
de mineurs? Que fait le
gouvernement pour mettre fin à
ces disparitions?
01.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Govaerts, in naam van de minister van
01.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Binnenlandse Zaken kan ik u het volgende antwoorden. In het jaar
2003 waren er in de politiezone Sint-Truiden-Gingelom-
Nieuwerkerken 200 verdwijningsdossiers. Het gaat om 57
verdwijningen uit het psychiatrisch ziekenhuis Sancta Maria, 86 uit het
psychiatrisch ziekenhuis Ziekeren, 32 uit het asielcentrum in Bevingen
en 25 andere verdwijningen.

Er zijn de minister geen cijfers bekend over eventuele
drugverslaafden of pedofielen onder deze verdwijningen. De minister
kan u, op basis van de gegevens die hem verstrekt werden, melden
dat 174 verdwijningsdossiers een goede afloop kenden: 6 uit
Bevingen, 57 uit het ziekenhuis Sancta Maria, 86 uit Ziekeren en 25
andere.

Het asielcentrum Bevingen is een open centrum. Asielzoekers die
daar verblijven worden niet vastgehouden. Blijkbaar zoeken een
aantal asielzoekers landgenoten of familieleden in België op, waarna
zij niet meer terugkeren naar de instelling. De medische instellingen
waarnaar u verwijst zijn open psychiatrische ziekenhuizen die
patiënten herbergen op vrijwillige basis of die daar geplaatst zijn door
derden, zoals geneesheren, het parket of bijzondere jeugddiensten.

De open asielcentra, noch de psychiatrische ziekenhuizen ressorteren
onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. Wat
uw vraag met betrekking tot de te nemen maatregelen betreft, dient
de minister u te verwijzen naar de bevoegde collega's: de federale
minister van Maatschappelijke Integratie en de Vlaamse minister van
Welzijn.
En 2003, on dénombrait 200
dossiers de disparition dans la
zone de police Saint-Trond-
Gingelom-Nieuwerkerken: 57 et
86, respectivement, des hôpitaux
psychiatriques Sancta Maria et
Ziekeren, 32 du centre d'asile
Bevingen et 25 autres. On ne
dispose d'aucune information sur
d'éventuels toxicomanes ou
pédophiles. En dehors des
dossiers de Bevingen, toutes les
affaires ont été résolues.
Concernant Bevingen, 6 des 32
dossiers ont connu une issue
favorable.

Au centre ouvert de Bevingen, les
demandeurs d'asile cherchent
vraisemblablement à contacter
des compatriotes ou des membres
de leur famille en Belgique, après
quoi ils ne reviennent plus au
centre. Les établissements
psychiatriques sont également des
institutions ouvertes. Ni les centres
d'asile ouverts ni les hôpitaux
psychiatriques ne relèvent de ma
compétence. Les questions à cet
égard doivent être posées à la
ministre fédérale de l'Intégration
sociale et à la ministre flamande
du Bien-être.
01.03 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ik ben toch een beetje ongerust over die
verdwijningen. Ik dacht dat de politie wel iets te maken had met het
opsporen van mensen in de illegaliteit. Ik ben dus een beetje
ontgoocheld dat ik daarop geen antwoord krijg. Kan ik die cijfers
schriftelijk krijgen? Moet de politie daarin niet optreden? De mensen
die uit het asielcentrum verdwijnen bevinden zich toch in de
illegaliteit?
01.03 Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Les personnes
qui disparaissent du centre d'asile
se trouvent dans l'illégalité, mais je
n'ai pas obtenu de réponse à la
question de savoir si la police les
recherche ou non. Voilà qui me
laisse sur ma faim.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De interpellatie van de heer De Crem (nr. 217) wordt uitgesteld.
02 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de aanpassing van het statuut van het politiepersoneel aan het arrest van het Arbitragehof" (nr. 1462)
02 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'adaptation du
statut du personnel de police à l'arrêt de la Cour d'arbitrage" (n° 1462)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het arrest van het Arbitragehof van 22 juli 2003
vernietigde een aantal artikels uit het mammoetbesluit dat het statuut
van de leden van de geïntegreerde politie vastlegt. Op het moment
dat deze bepalingen in de wet werden ingeschreven door middel van
de programmawet van 20 december 2001 heeft CD&V de toenmalige
minister van Binnenlandse Zaken gewaarschuwd dat dit zou
gebeuren. Nu is het zover.

De minister stelt nu een aantal oplossingen voor die de opmerkingen
van het Arbitragehof moeten verhelpen. Uit diverse hoeken horen we
nu dat deze oplossingen niet de goedkeuring van de
vertegenwoordigers van het personeel meedragen. Het moet
nogmaals gezegd worden dat het mammoetbesluit een moeilijke
evenwichtsoefening was, vooral wat de inschakeling van de
verschillende korpsen betrof. Door nu te gaan schuiven met de
bepalingen van het statuut komt dit moeilijk verkregen evenwicht in de
problemen. Daarbij komt nog eens dat de minister gebonden is aan
de beperkingen die de minister van Begroting hem oplegt.

Onze vraag is nu de volgende. Wat is de inhoud van de beslissingen
die zijn genomen op het kernkabinet? Op welke manier werd dit
gecommuniceerd aan de bonden? Ik hoop te mogen veronderstellen
dat de bonden de vraag stellen dat er eens daadwerkelijk met de
minister onderhandeld zou kunnen worden, dat hij eens daadwerkelijk
zou verschijnen bij de onderhandelingen. We weten natuurlijk wel dat
hij nu ziek is.

De bonden zeggen zelfs liever met de eerste minister te kunnen
spreken. Dat zou hen nog beter uitkomen, want waarschijnlijk zal ook
Brice De Ruyver daarbij zijn en zij zeggen dat hij steeds voor de
nodige duidelijkheid zorgt. Alhoewel Brice De Ruyver tegenwoordig
ook kritiek heeft op de politiehervorming.

In elk geval hebben de voorstellen van de minister bepaalde mensen
bij de gerechtelijke diensten in de gordijnen gejaagd. De diensten zijn
eigenlijk tegen mekaar in opstand gekomen. We hebben ook gezien
dat er een open conflict ontstond tussen de leden van de vroegere
gerechtelijke politie en de ex-BOB'ers. Men liet zelfs autobanden
leeglopen. Kan u bevestigen, mijnheer de minister, dat hierdoor de
handhaving van de veiligheid en het verloop van het gerechtelijk werk
niet in het gedrang komt?
02.01 Dirk Claes (CD&V): L'arrêt
de la Cour d'arbitrage du 22 juillet
2003 a annulé un certain nombre
d'articles de l'arrêté mammouth
relatif au statut de la police
intégrée. Au demeurant, le CD&V
avait déjà prédit, en 2001, que
cela arriverait. Le cabinet restreint
a pris une série de mesures pour
répondre aux critiques émises
dans cet arrêt. Mais le personnel
de police n'apprécie pas ces
adaptations qui perturbent
l'équilibre qui a été établi entre les
anciens corps et qui n'avait pas
été trouvé sans mal, c'est le moins
qu'on puisse dire. Résultat: la
grogne enfle parmi ces corps,
avec toutes les conséquences qui
en découlent pour le maintien de
la sécurité. Quelles décisions le
cabinet restreint a-t-il prises?
Comment ont-elles été
communiquées aux délégués du
personnel de police?
02.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Claes, ik dank u voor uw vraag en antwoord u in
de plaats van de minister van Binnenlandse Zaken.

Ik zal eerst antwoorden op uw vraag over de inhoud van de beslissing
die op het kernkabinet is genomen. Het kernkabinet heeft inderdaad
een aantal voorstellen goedgekeurd die tegemoetkomen aan het
arrest van het Arbitragehof van 22 juli 2003. Het betreft de
uitgangspunten van de regering voor de komende syndicale
onderhandelingen over de uitvoering van dat arrest. Het document dat
die voorstellen bevat, is door de medewerkers van de minister aan de
representatieve politievakbonden overhandigd. Ik heb een exemplaar
van dat document voor u meegebracht.

Ik kom tot uw tweede vraag over de bevestiging. Het document heeft
02.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il est vrai que le cabinet restreint a
pris un certain nombre de
mesures pour répondre aux
critiques de la Cour d'arbitrage.
Ces mesures constituent la base
des prochaines négociations
syndicales et ont été
communiquées aux syndicats
représentatifs des services de
police.

L'annonce des mesures a donné
lieu à des actions dans plusieurs
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
inderdaad aanleiding gegeven tot acties bij enkele arrondissementele
gerechtelijke diensten van de federale politie. De minister betreurt dat.
De minister denkt dat dit hoofdzakelijk kan worden verklaard door de
verspreiding van verkeerde informatie over de voorstellen van de
regering en door de bijzondere gevoeligheid van het dossier bij de
politie. De regering is vragende partij voor een serene dialoog met de
vakbonden daarover en over hun alternatieve voorstellen voor zover
ze aan de minister werden overhandigd. Bij weten van de minister
hebben die acties de handhaving van de veiligheid en het gerechtelijk
werk niet in het gedrang gebracht.

Ik kom tot uw derde vraag. Binnen de federale politie werden de
nodige richtlijnen gegeven, in het bijzonder aan de gerechtelijke
diensten, opdat er zich geen probleem zou voordoen inzake de
veiligheid van de burgers. Aanvullend kan ik u melden dat de minister
deze namiddag een ontmoeting met de politievakbonden heeft.
Ongetwijfeld komen al die elementen mede ter sprake.
arrondissements judiciaires de la
police fédérale. Le ministre
regrette ces actions et les attribue
à la diffusion d'informations
erronées et au caractère sensible
du dossier. Il est ouvert au
dialogue avec les syndicats de la
police à propos de leurs
propositions de rechange. Une
réunion a d'ailleurs déjà été
prévue cet après-midi.

Il va de soi que les actions en
question ne peuvent nuire à la
sécurité des citoyens. Des
consignes ont été données à cet
effet.
02.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik denk dat
de vakbonden het zullen appreciëren dat de minister zelf zal
onderhandelen. Dat is wel echt nodig. Misschien kunnen wij ook eens
met de vakbonden hier in de commissie spreken om te weten welke
juist hun grieven zijn. Wij willen dat ook weten.

Nochtans betoogt de politie vandaag; dat mogen wij niet vergeten. De
veiligheid komt niet in het gedrang, maar er is voor vandaag toch een
grote betoging aangekondigd. Toen het regeerakkoord werd
bekendgemaakt, was het eigenlijk toch al duidelijk dat het zover zou
komen. De minister heeft toen aangekondigd dat hij zou
terugschroeven wat de vorige minister met gulle hand had gegeven.
Dat is altijd moeilijk. Eerst kent men een statuut toe aan de leden van
het politiekorps en nadien zegt men dat er serieuze wijzigingen zullen
gebeuren aan een statuut dat nog maar net in uitvoering is.

De wijzigingen die nodig zijn ingevolge het arrest van het Arbitragehof
zullen ook nooit positief kunnen zijn voor alle leden van de politie.
Ofwel geeft men aan iedereen nog wat bij, ofwel neemt men terug van
wie reeds een verworven recht hebben. Dit is het dilemma waar we nu
voor staan. We hebben de minister op dit punt gewezen, maar men
heeft toen niet naar de oppositie willen luisteren, zoals wel eens meer
gebeurt.

Wat de andere wijzigingen aan het statuut betreft, het zogenaamde
Van Gogh-besluit: de rigiditeit van het mammoetbesluit staat in vele
gevallen een betere dienstverlening aan de burger in de weg. Zoveel
is zeker. Te zien echter aan de voorstellen van de regering in dit Van
Gogh-besluit, vrees ik dat heel wat van de uitgewerkte maatregelen
niet het verhoopte succes zullen kennen. We moeten toch
behoedzaam zijn en erop toezien dat deze maatregelen wel echt de
werking zullen versoepelen en verbeteren.

Ik raad de minister aan om bij het herschrijven van de statuten
aandacht te besteden aan soepelheid. Wat dat betreft, kunnen we er
misschien aan denken om een aantal zaken te doen op basis van
vrijwilligheid bij de korpsleden. Ik denk dat het aspect van de
vrijwilligheid tot op dit moment nog te weinig onderzocht is. Wie wil er
werken? Wie wil er meer weekends werken? Wie wil er meer nachten
werken? Algemeen opgelegde regeltjes zijn dikwijls geen goede
02.03 Dirk Claes (CD&V): La
réaction du personnel de police
était prévisible à partir du moment
où le ministre annonçait des
modifications substantielles à un
statut qui venait à peine d'être
établi. Le ministre doit se rendre
compte que les changements
apportés au statut à la suite de
l'arrêt de la Cour d'arbitrage
n'auront jamais le même effet
positif pour tous les membres du
personnel.

Je demande au ministre de
laisser, dans le cadre de la
modification du statut, une place
aux desiderata des agents: qui
veut travailler le week-end? Faire
plus de nuits? Chaque zone de
police devrait pourvoir, dans un
cadre déterminé, arrêter son
propre horaire flexible. Il est vain
de vouloir imposer les mêmes
obligations à des zones de police
urbaines et rurales.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
oplossing. Het statuut moet soepelheid in de toepassing mogelijk
maken. Elke politiezone moet al naargelang haar behoeften een
raamwerk kunnen toepassen waarbinnen de dienstregeling kan
uitgewerkt worden. Het is duidelijk dat er een groot verschil is tussen
een stad en een landelijke gemeente. Als u dan bijvoorbeeld de
garantie inbouwt dat de wijkagenten 120 weekenduren per jaar
moeten presteren, is dat soms voor bepaalde zones niet nodig. Toch
zullen zij zich hiertoe verplicht zien en ik denk niet dat het goed is om
de zones in een keurslijf te dwingen. Wat het heden betreft, wil ik
vooral zeggen: hervat de dialoog met de bonden, want dat is toch wel
essentieel.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de overvallengolf die ons land teistert" (nr. 1526)
03 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la vague
d'aggressions perpétrées dans notre pays" (n° 1526)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
03.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, veiligheid zou een topprioriteit geworden zijn van de
eerste regering Verhofstadt. Het thema werd opnieuw tot topprioriteit
uitgeroepen door Verhofstadt II. De recente weken hebben
aangetoond dat verschillende gewelddadige en drieste overvallen en
geweldplegingen ons land getroffen hebben. De veiligheidsadviseur
van de eerste minister, de heer De Ruyver, stelde onomwonden dat
bij deze georganiseerde misdaadbendes naar Oost- en Centraal-
Europese bendes gekeken moet worden. Volgens de vorige minister
van Justitie werden op dit punt oplossingen uitgewerkt. Graag had ik
dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen.

Welke maatregelen werkt de minister uit om deze misdaadgolf te
stoppen? Uit het verslag van de begeleidingscommissie weten we dat
de werking van de AIK's problemen oplevert. Dat is nochtans het
aangewezen instrument om coördinerend op te treden. Bestaat er
enige vorm van coördinatie tussen de politiezones onderling en met
de federale politie om de overvallenplaag aan te pakken? Wat is de
stand van zaken betreffende de verdragen die werden gesloten met
de Oost- en Centraal-Europese landen in het kader van de
repatriëring en zelfberechtiging van opgepakte misdadigers uit die
landen? Hoe staat de minister tegenover de tendens om voor
bepaalde winkelketens privé-bewakingsdiensten in te schakelen? Het
zal overigens mogelijk nog verder gaan dan die winkelketens. Valt dit
te rijmen met de hoge kostprijs van de politiediensten, in het bijzonder
na de politiehervorming? De burgers betalen veel meer voor de
politie. Als bedrijven daarboven nog eens verplicht worden privé-
bewakingsfirma's in te schakelen en burgers in bepaalde wijken
hetzelfde doen, dan vragen wij ons af waarom de politiehervorming zo
duur diende te zijn.

We weten wel dat er naar Antwerpen bijkomende ploegen van de
federale reserve gestuurd zijn en dat die manschappen ­ een 30-tal ­
03.01 Dirk Claes (CD&V): Les
gouvernements Verhofstadt I et II
ont fait de la sécurité une priorité
absolue. Selon M. De Ruyver, les
agressions qui ont secoué notre
pays ces dernières semaines ont
été commises par des bandes
organisées d'Europe centrale et de
l'Est.

Quelles mesures ont-elles été
prises pour mettre un terme à
cette vague de criminalité? Le
fonctionnement des carrefours
d'informations d'arrondissement
(CIA) pose problème. Est-il
question d'une coordination entre
les zones de police et la police
fédérale? Qu'en est-il des traités
conclus avec les pays d'Europe
centrale et de l'Est en ce qui
concerne le rapatriement des
criminels? Que pense le ministre
du recours à des services de
surveillance privés dans certaines
chaînes de magasins? Comment
concilier une telle initiative avec le
coût élevé des services de police à
la suite de la réforme?

A Anvers, trente agents de la
réserve fédérale ont été mis à
disposition. Mais on ne s'est pas
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
daar momenteel aan het werk zijn. Dit neemt echter niet weg dat een
aantal andere punten nog niet beantwoord zijn.
encore attelé à plusieurs autres
problèmes.
03.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Ik kan u in naam
van de minister van Binnenlandse Zaken het volgende antwoorden:
de directie Bestrijding van de criminaliteit tegen goederen heeft een
actieplan uitgewerkt betreffende de aanpak van de problematiek, die
is veroorzaakt door rondtrekkende dadergroepen.

Het actieplan bevat concrete maatregelen van preventieve en
repressieve aard, zoals de verfijning van de beeldvorming, de
optimalisatie van de centralisatie van inlichtingen, die zijn gericht op
rondtrekkende groeperingen, de uitdieping van de strategische en
operationele analyse in dit verband, de verbetering van de
operationele samenwerking met buitenlandse politie en justitiële
diensten, de organisatie van een internationaal seminarie dat wordt
ondersteund door Europol, de verscherpte aandachtsvestiging van de
technische en wetenschappelijke politie op dergelijke feiten, het
opstarten van lokale projecten, de oprichting of bijsturing van
overlegplatforms of partnerships met verenigingen van potentiële
slachtoffers, de reflectie over de samenwerking tussen politie en
privé-bewakingsfirma's en andere maatregelen.

Sommige maatregelen vragen meer voorbereidingstijd, zoals
wetswijzigingen, om strafmatig beter te kunnen optreden wat betreft
de aanpassing van de opleidingsinhoud. Andere maatregelen worden
onmiddellijk toegepast, zoals het dagelijks ter beschikking stellen van
een helikopter, het oriënteren van de speurhondgeleiders, het inzetten
van gespecialiseerde ploegen voor de beveiliging van
waardetransporten en de punctuele inzet van de algemene reserve
voor geplande acties.

De gerechtelijke dienst van het arrondissement Antwerpen heeft een
expliciet mandaat gekregen van de procureur des Konings om de
coördinatie te behartigen. Het arrondissementeel informatiekruispunt,
het AIK, speelt uiteraard een cruciale rol bij de coördinatie van
onderzoeken. Dat kunt u afleiden uit de taakomschrijving, zoals
bepaald in de dwingende richtlijn MFO6. De minister citeert: "...
identificatie van verbanden tussen gebeurtenissen of feiten en
antecedenten, ondersteuning van de coördinatie en de opvolging van
aangemelde onderzoeken, opvolging van gebeurtenissen en feiten in
tijd en ruimte". Samengevat: het AIK verzamelt, verwerkt en verspreidt
informatie.

Inzake de Antwerpse overvallen kan de minister melden dat het AIK
een gedegen monitoring verricht en daarbij kort op de bal speelt.

Inzake de coördinatie tussen lokale federale politie wil de minister de
ondersteunende rol benadrukken van de verbindingsambtenaar van
de GDA, de Gerechtelijke Diensten van het Arrondissement, zoals
bepaald is in het artikel 105 van de wet op de geïntegreerde politie.
De daadwerkelijke coördinatie gebeurt door de gerechtelijke overheid,
de procureur des Konings. Hiervoor verwijst de minister naar de
minister van Justitie.

Indien de coördinatie zich over de arrondissementen heen strekt,
geschiedt deze coördinatie door het federaal parket en wordt het
daarbij bijgestaan door de algemene directie van de Gerechtelijke
03.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
La Direction de la lutte contre la
criminalité contre les biens a
élaboré un plan d'action pour
remédier aux problèmes. Ce plan
comporte des mesures
répressives et préventives, telles
qu'une meilleure circonscription du
phénomène, la centralisation des
informations, l'approfondissement
de l'analyse stratégique et
opérationnelle, l'amélioration de la
collaboration avec les services de
police étrangers, l'organisation
d'un séminaire sous l'égide
d'Interpol, une mobilisation accrue
de la police technique et
scientifique, la création de plates-
formes de concertation avec des
associations de victimes et une
réflexion sur la collaboration entre
la police et les services privés de
gardiennage.

Les mesures nécessitant peu de
préparatifs seront mises en oeuvre
immédiatement. Ainsi, un
hélicoptère sera mis à disposition
quotidiennement et des maîtres-
chiens, des équipes spécialisées
et la réserve prévue seront
mobilisés. L'arrondissement
d'Anvers dispose des mandats
requis pour assurer la
coordination. Le CIA joue à cet
égard un rôle crucial à travers la
collecte, le traitement et la
diffusion des informations.

Le fonctionnaire de liaison des
Services judiciaires
d'arrondissement (SJA) veille à la
coordination de la collaboration
entre les polices locale et fédérale.
La coordination effective relève du
procureur du Roi. Le parquet
fédéral et la direction générale de
la police judiciaire assureront la
coordination si celle-ci s'étend sur
plusieurs arrondissements.

Les traités conclus avec les pays
d'Europe centrale et orientale en
matière de rapatriement et de
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Politie, in casu de directie Bestrijding van de criminaliteit tegen
goederen.

De verdragen die werden gesloten met de Oost- en Centraal-
Europese landen in het kader van de repatriëring en zelfberechting
van opgepakte misdadigers behoren niet tot de bevoegdheden van de
minister. De minister verwijst u terzake naar de minister van Justitie.
In die zin is het interessant te vermelden dat het recente bezoek van
eerste minister Verhofstadt aan Roemenië op dit punt resultaten heeft
opgeleverd. Er werden afspraken gemaakt om Roemeense
misdadigers die in ons land worden opgepakt in hun land van
oorsprong hun gevangenisstraf te laten uitzitten.

Het inschakelen van private bewakingsagenten door individuele
winkels en grootwarenhuisketens op ogenblikken dat er een verhoogd
risico bestaat voor overvallen is niet nieuw. Deze praktijk wordt onder
meer veelvuldig toegepast tijdens de eindejaars- en koopjesperiodes.
Deze periodes zijn voor winkelverantwoordelijken gekend wegens de
verhoogde kans op overvallen. Er is immers meer cash geld aanwezig
in de winkels en de normale sociale controle van het personeel
ingevolge de ongewone drukte valt ten dele weg. Deze praktijk komt
vooral voor in het Brusselse, maar is ook bekend in andere streken
van het land.

Het inschakelen van private bewakingsagenten is volkomen in
overeenstemming met de bewakingswetgeving. Het betreft immers de
bewaking van goederen ten behoeve van private klanten op privaat
terrein. Er dient te worden benadrukt dat deze bewakingsagenten
geen enkele politiebevoegdheid hebben en hun aanwezigheid een
zuiver preventief, ontradend en geruststellend effect beoogt. Voorts
kan de aandachtige observatie van de dienstdoende
bewakingsagenten, onder meer op parkings, leiden tot nuttige tips
omtrent het voorbereiden van overvallen of identificatie van daders of
hun voertuigen. In deze omstandigheden is de overheid in geen enkel
geval gekant tegen deze initiatieven.

Uw vraag of dit te rijmen valt met de hoge kostprijs van de
politiediensten, in het bijzonder na de politiehervorming, staat niet in
relatie met het voorkomen van deze drieste overvallen. Private
bewaking heeft veeleer een ondersteunende, complementaire rol ten
aanzien van de politiediensten. De kerntaken van de politie worden
niet overgenomen. De inzet van private bewaking maakt precies dat
de politie zich beter kan richten op de handhaving van de openbare
orde, de belangrijkste politionele taak. De bestrijding van deze
overvallen en van de criminaliteit in het algemeen berust op een
gecoördineerde aanpak bestaande uit maatregelen van preventieve
en repressieve aard.
jugement des délinquants dans
leur pays d'origine relèvent de la
compétence de la ministre de la
Justice. La récente visite du
Premier ministre en Roumanie a
donné des résultats à cet égard.

Le recours à des agents de
gardiennage privés sur des
domaines privés est conforme à la
législation. Ces agents n'ont
aucune compétence policière et
ne peuvent intervenir qu'à titre
préventif. Pour le surplus, ils
peuvent fournir
des
renseignements utiles aux
services de police. Les services de
gardiennage jouant un rôle
complémentaire, on ne peut faire
intervenir les dépenses des
services de police dans ce débat.
Le recours aux services de
gardiennage permet aux services
de police de mieux se concentrer
sur le maintien de l'ordre public.
03.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is correct dat
de private bewakingsdiensten een bepaalde functie te vervullen
hebben. Anderzijds werden heel wat maatregelen genomen om de
overvallenplaag te bestrijden in het Antwerpse.

Ik stel echter vast dat het een tijd geduurd heeft vooraleer er
maatregelen werden genomen, iedereen ter plaatse en alles
operationeel was. Dat is, mijns inziens, de reden waarom grote
winkelketens de private bewakingsdiensten hebben moeten
inschakelen. Had men sneller gereageerd op de feiten, was dit niet
03.03 Dirk Claes (CD&V): A
Anvers, on a mis longtemps avant
de prendre les mesures
nécessaires pour faire face au
fléau des hold-up. C'est
uniquement pour cette raison que
certaines chaînes de magasins ont
engagé des agents de
gardiennage privés, ce qui
représente pour elles une lourde
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
nodig geweest. In welke situatie komen we terecht indien men private
bewakingsdiensten moet inschakelen tijdens de maanden januari en
februari ­ maanden dat de winkelketens wellicht de minste omzet
hebben?

Kunnen zij dan nog wel concurrentieel opereren? Zij moeten dan voor
een kleine omzet toch extra personeel gaan inzetten. Ik heb er geen
probleem mee dat dit gebeurt tussen kerstmis en nieuwjaar, dan is
dat wel normaal.

Aan de andere kant weten we ook dat er in de Senaat een
wetsontwerp werd ingediend over de privé-bewakingsdiensten. Dit zal
daar worden besproken. Misschien is het nodig om te onderzoeken of
het wetsvoorstel moet worden geamendeerd met de feiten die zich
hebben voorgedaan. Dit kan misschien nog eens bekeken worden. Dit
is maar een suggestie.
charge financière.

Je me demande tout de même
comment ces magasins peuvent
encore être rentables après avoir
consenti ces investissements
supplémentaires.

A la lumière des récents
événements, il faudrait peut-être
envisager d'amender le projet de
loi sur les services de surveillance
privés qui est actuellement à
l'examen au Sénat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de aftrekbaarheid van veiligheidsinvesteringen" (nr. 1527)
04 Question de Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
déductibilité des investissements en matière de sécurité" (n° 1527)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, vooraf geef ik een korte inleiding opdat u zou weten
waarover ik het in deze vraag heb. De minister van Binnenlandse
Zaken kan hier immers niet aanwezig zijn.

In de vorige legislatuur heeft de toenmalige minister van Middenstand,
Rik - of Hendrik - Daems, in 2003 een fiscale aftrekbaarheid van
30,5% ingevoerd op investeringen die zouden leiden tot het verhogen
van de veiligheid van middenstanders. Op een bepaald moment in de
discussie bleek dat dit maar kon na een goedkeuring door
technopreventieadviseurs. Een navraag leerde ons dat
technopreventieadviseurs gesitueerd dienen te worden bij de
politiediensten, bij de lokale politie. Een onderzoek leerde ons dat
maar een beperkt aantal politiezones beschikte over
technopreventieadviseurs die weliswaar opgeleid waren om een
onderzoek te doen naar veiligheid in het kader van de politie, maar
zeker en vast niet opgeleid waren voor het verzekeren van de
veiligheid bij de middenstander of bij het winkelgebeuren.

De minister heeft dit niet willen schrappen. Dit was dus duidelijk het
resultaat van een overleg. Ik heb die vraag opnieuw gesteld in het
begin van deze legislatuur aan de minister van Binnenlandse Zaken,
Patrick Dewael. Die bleek te aanvaarden dat de procedure ­ u zult
daar als staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging
gehoor aan kunnen geven ­ veel te omslachtig was en uiteindelijk na
bijna een jaar, zeven of acht maanden, tot geen enkele aanvraag
heeft geleid. Nu verneem ik dat de minister van Binnenlandse Zaken
een vereenvoudiging van de fiscale aftrekbaarheid voor
04.01 Trees Pieters (CD&V): Au
cours de la précédente législature,
le ministre des Classes moyennes
de l'époque, M. Daems, avait
instauré une déductibilité fiscale
de 30,5 pour cent pour les
investissements permettant de
renforcer la sécurité des
commerçants.

Récemment, il est apparu qu'il ne
pouvait être prétendu à cette
déduction qu'après l'approbation
des conseillers en techno-
prévention qui font partie des
services de police locale. Mais
seul un petit nombre de zones de
police disposent d'un conseiller en
techno-prévention et ces agents
ne sont en fait pas suffisamment
formés pour évaluer la sécurité
des commerçants.

En réponse à une question
précédemment posée, le ministre
Dewael a admis que la procédure
prévue était trop complexe et
qu'après sept à huit mois, aucune
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
veiligheidsinvesteringen voor zelfstandigen heeft voorgesteld. Dit vind
ik een belangrijke stap vooruit, want de procedure die in 2003 tot
stand kwam heeft eigenlijk geen enkele impact gehad.

Thans zou er een voorstel ter tafel liggen dat de handelszaken
opdeelt in een viertal categorieën naargelang het veiligheidsrisico. Dit
zou gerelateerd worden aan wat er in de verzekeringssector bestaat.
Een eerste vraag is dan ook of u wat uitleg kunt geven omtrent de
opdeling. Over welke bedrijven zal dit gaan? Voor welke
handelszaken zal dit van toepassing zijn? Ik verneem dat die
technopreventieadviseur - al dan niet aanwezig, al dan niet geschoold
voor deze opleiding - echter een blijvende rol zal moeten spelen,
weliswaar a posteriori en ter controle. Persoonlijk heb ik daar niets
tegen.

Het is zoals bij de bouw van een privé-woning of een bedrijfscomplex,
waar de brandweer ook even moet langskomen om te zien of alles
beantwoordt aan de brandveiligheidsnormen. Ik heb er dus niets
tegen dat de technopreventieadviseurs zouden komen kijken of dit in
orde is. Ik zou het wel raadzaam vinden dat dit a posteriori gebeurt,
zoals het hier wordt voorgesteld, maar dat dit niet zou inhouden dat
het een verplichting is en dus zou betekenen dat, wanneer een
bepaald element niet in orde zou zijn, de fiscale aftrek zou worden
teruggeschroefd. Ik pleit er dus voor dat dit een adviserend element
zou zijn, eerder dan een beslissend element. Tot daar mijn vraag,
mijnheer de staatssecretaris.
demande n'avait encore été
introduite. Il me revient à présent
qu'il a proposé une simplification
de la procédure par le biais d'une
répartition des commerces en
quatre catégories de sécurité. Ce
modèle serait élaboré par analogie
avec le système utilisé par les
compagnies d'assurance.

Pourriez-vous me fournir
davantage d'explications en ce qui
concerne cette répartition et les
commerces visés? Le conseiller
en techno-prévention continuera-t-
il de jouer un rôle?

A mes yeux, le rôle de ce
conseiller doit consister à donner
des conseils, c'est tout. Il ne doit
influer d'aucune façon sur la
déductibilité ou non de
l'investissement.
04.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mevrouw
Pieters, ik zal u antwoorden in naam van de minister van
Binnenlandse Zaken.

Een van de prioriteiten in de regeringsverklaring is het ondersteunen
van preventieprojecten voor specifieke risicogroepen, waarvoor een
aangepast en specifiek beveiligingsbeleid noodzakelijk is. Om de
kleine zelfstandige ondernemer voor preventie te sensibiliseren, werd
beslist om vanaf het aanslagjaar 2004 een verhoogde aftrek, waarvan
u gesproken hebt, in te voeren voor investeringen ter beveiliging van
beroepslokalen. Hiertoe wordt momenteel een uniforme en
eenvoudige procedure voorbereid. De zelfstandige moet kunnen
instappen in een charter, waardoor de beveiligingsinvesteringen
gespreid kunnen worden over verschillende jaren. Dit charter geeft
per risicocategorie een aantal minimale organisatorische,
bouwkundige en elektronische maatregelen aan, die in aanmerking
genomen kunnen worden voor een bijkomende fiscale aftrek. Uit deze
lijst kan de zelfstandige overeenkomstig de risicocategorie waartoe hij
behoort, putten en dit ter beveiliging van deuren, koepels, vitrines,
kelderopeningen en dergelijke.

De risicocategorie wordt bepaald aan de hand van vier elementen: ten
eerste, de activiteit van de aanwezige goederen; ten tweede, de aard
van de onderneming; ten derde, de ligging van de onderneming en
ten vierde, de verzekerde waarde van deze goederen. Het
totaalcharter of plan per risicocategorie zal door geïnteresseerden
kunnen worden opgevraagd en gedownload via een website. De
procedure moet in principe via digitale weg ­ e-loket ­ kunnen
gebeuren.

De rol van de technopreventief adviseur moet in eerste instantie
04.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Pour le gouvernement, il est
prioritaire de soutenir des projets
de prévention destinés à certains
groupes à risque. Afin de
sensibiliser les classes moyennes
à cette problématique, nous avons
décidé d'instaurer à partir de
l'année d'imposition 2004 une
déduction fiscale accrue pour les
investissements visant à sécuriser
les locaux destinés à l'exercice de
la profession. Tout indépendant
doit avoir la possibilité d'adhérer à
une charte qui répartit les
investissements sur plusieurs
années. Des mesures
urbanistiques entrant en
considération pour bénéficier
d'une déduction fiscale ont été
intégrées à cette charte par
catégorie à risque.

Quatre éléments servent à définir
les catégories à risque: la nature
des marchandises, la nature et la
situation de l'entreprise et la valeur
assurée des marchandises. La
charte totale par catégorie à risque
peut être consultée sur un site
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
adviserend en ondersteunend zijn. De technische kennis van de
technopreventief adviseur is nodig om na te gaan of investeringen
effectief passen in het pakket van mogelijke maatregelen. Er zijn
momenteel op nationaal niveau 589 technopreventief adviseurs
erkend.

De minister realiseert zich dat dit contingent nog uitgebreid dient te
worden om aan alle vragen van zowel zelfstandigen als particulieren
te voldoen. Het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid organiseert
momenteel een vorming technopreventie bestemd voor politiemensen
en preventiewerkers. In het laatste trimester van het voorbije jaar
organiseerde diezelfde dienst een specialisatievorming gefocust op
de beveiliging van zelfstandigen. Om het contingent
technopreventieve adviseurs verder uit te breiden, laat de minister
momenteel onderzoeken of en in welke mate politiescholen het
aspect vorming in grotere mate voor hun rekening kunnen nemen. De
minister zal erop toezien dat de inspanningen op dit vlak zullen
worden voortgezet en waar mogelijk worden uitgebreid. Bovendien
kan ik u melden dat er momenteel gesprekken aan de gang zijn met
Financiën om nog verder te gaan in de vereenvoudiging van de door u
gestelde vraag.
web.

Le conseiller en techno-prévention
joue un rôle consultatif et d'appui.
Il évalue si tel ou tel
investissement tombe sous
l'application du paquet de mesures
prises. Au niveau national, 589
conseillers en techno-prévention
sont actuellement agréés. Leur
nombre doit encore être augmenté
pour pouvoir répondre à la
demande.

A l'heure actuelle, le Secrétariat
permanent à la politique de
prévention organise une formation
de conseiller en techno-
prévention. Le ministre a chargé
ses services d'examiner la
possibilité de dispenser cette
formation dans les écoles de
police.

Des discussions sont en cours
avec le ministre des Finances pour
simplifier la procédure visant à
obtenir une déduction fiscale pour
ces investissements.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik blijf
met een aantal vragen zitten. U hebt het over een charter. Het is de
eerste keer dat ik het woord "charter" laat vallen. Dat betekent dus dat
er een contract is tussen de overheid en de investeerder. Zo begrijp ik
het althans. Misschien kan u mij meer uitleg geven. De investeerder
zal dus naar die fameuze website moeten gaan. Daar zal hij de
inhoud van dat charter downloaden of invullen op de website en
doorsturen naar de overheid. Wat houdt dat charter concreet in? Als
staatssecretaris van Administratieve Vereenvoudiging zal u weten dat
dit een bijkomende administratieve verplichting is. Ik vraag mij af of dit
nodig is. Vervolgens gaat u verder met een onderverdeling in vier
categorieën zoals de attractiviteit, de ligging en wat er in het
uitstalraam ligt. Dit is belangrijk voor de verzekering. Ik kan in die
indeling inkomen. Ik wou dus uitleg krijgen over wat het charter
inhoudt.

Wat zal u doen met de investeringen die gebeurd zijn in 2003?
Komen die nog in aanmerking? Het systeem blijkt dus niet te
functioneren. Er zijn een aantal bedrijven die in 2003 in die veiligheid
geïnvesteerd hebben. Komen zij nog in aanmerking? Kunnen zij nog
een dossier indienen?

Ik wil ook nog ingaan op de vorming. Ik heb ook vernomen dat het
aantal technopreventieadviseurs de laatste tijd toegenomen is. Het
wordt dus een verplichting voor iedere politiezone om twee
gevormden te hebben.

U spreekt over een bijkomende vorming in de politiescholen. Zal die
04.03 Trees Pieters (CD&V):
Dans votre réponse, vous
renvoyez à une charte qui
suppose un contrat entre les
pouvoirs publics et l'investisseur.
Qu'implique-t-elle concrètement?
Cette obligation administrative
supplémentaire est-elle réellement
nécessaire?

Qu'adviendra-t-il des
investissements déjà réalisés par
les commerçants en 2003? Les
entreprises concernées peuvent-
elles toujours prétendre à une
déduction fiscale? Peuvent-elles
encore introduire un dossier?

Chaque zone de police devra
obligatoirement disposer de deux
conseillers en techno-prévention.
La formation complémentaire
dispensée dans les écoles de
police sera-t-elle axée sur leurs
missions spécifiques?
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
ook inhoudelijk toegespitst zijn op dit specifieke werk?
04.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Pieters, ik heb geen antwoord op uw vragen,
aangezien ik niet in staat ben om hier onmiddellijk à l'improviste op
uw vragen te antwoorden. Dat zult u toch wel kunnen begrijpen. Ik kan
niet antwoorden op het punt wat het charter precies inhoudt ­ ik heb u
gezegd dat daarover momenteel onderhandelingen lopende zijn ­ en
evenmin met betrekking tot uw vraag tot de investeringen en de aftrek
in 2003.

Over de inhoudelijke toets die u vraagt voor de technopreventief
adviseur, hoop ik dat u akkoord kunt gaan met een schriftelijk
antwoord. U kunt begrijpen dat ik niet de minister van Binnenlandse
Zaken ben, maar dat ik hem hier vandaag vertegenwoordig.
04.04
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Mme Pieters comprendra que je
ne puisse pas répondre
maintenant à ces questions
supplémentaires.
04.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij zullen onze
vraag dan opnieuw stellen. Ik heb een gedeeltelijk, maar geen volledig
antwoord. Wij wachten tot de minister van Binnenlandse Zaken in
staat is om zich naar de Kamer te begeven.
04.05 Trees Pieters (CD&V): Je
reposerai ces questions
ultérieurement au ministre Dewael
en personne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: Les questions n° 1549 et 1586 de M. Pieter De Crem sont reportées. La question n° 1610 de
M. Van Campenhout est reportée jusqu'à cet après-midi.
05 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het aangekondigde onderzoek naar de oorsprong van het lek bij de politie van Antwerpen"
(nr. 1618)
05 Question de Mme Hilde Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'annonce
d'une enquête concernant l'origine des fuites auprès de la police anversoise" (n° 1618)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
05.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, loco-minister van Binnenlandse Zaken, de afgelopen
weken is er heel wat te doen geweest over de criminaliteit en de
overvallenplaag in Antwerpen. Het onderzoek daarover is lopende. Er
werd in heel wat versterking voorzien. In dat onderzoek is er blijkbaar
al veel vooruitgang. Dat dossier is heel positief, maar bij het
openslaan van een Vlaamse krant op donderdag 5 februari was de
verbazing heel groot. Wij hebben moeten vaststellen dat de
robotfoto's van de vermeende daders daarin werden gepubliceerd.

Begrijp mij niet verkeerd. Het was niet zozeer een verbazing louter om
de publicatie van de robotfoto's, want dat gebeurt wel meer; daarvan
ben ik mij ten zeerste bewust. Maar als dat gebeurt, is dat duidelijk op
initiatief van het parket en in het belang van een onderzoek. In deze
was mijn verbazing heel groot, want het ging om een publicatie op
initiatief van Filip Dewinter, Vlaams parlementslid en aldaar
fractieleider van het Vlaams Blok. Hij is ook een voorman van het
Vlaams Blok, een racistische partij.

Mijns inziens is dat totaal ongehoord en volstrekt onaanvaardbaar in
05.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Ces dernières semaines, il a été
abondamment question d'une
vague d'agressions dans la région
anversoise. Il semblerait que
l'enquête ait bien progressé.

Le 5 février, des portraits-robot
des auteurs présumés ont été
publiés dans un journal flamand.
L'initiative n'émanait toutefois pas
du parquet, mais bien de Filip
Dewinter, parlementaire flamand
et conseiller communal anversois.
Ce type d'initiative est intolérable
dans un Etat de droit. L'information
a sans doute été délibérément
communiquée au Vlaams Blok,
avec toutes les conséquences que
cela suppose pour le secret de
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
een parlementaire rechtsstaat, die zeer duidelijke regels heeft voor
het onderzoek naar criminele feiten. Het gaat hier dan nog om zware
criminele feiten. Die regels schrijven duidelijk het geheim van het
onderzoek voor. In deze zaak werd de informatie van het onderzoek
bewust gelekt aan het Vlaams Blok. Het Vlaams Blok, dat de
informatie onrechtmatig heeft verkregen, heeft ze doorgegeven aan
de pers. Volgens mij is hierdoor het onderzoek in gevaar gebracht.
Zelfs een later proces kan daardoor eventueel worden
gehypothekeerd. De veiligheid wordt zelfs in het gevaar gebracht,
uitgerekend door een partij die daarvan haar hoofditem maakt.

Dat is sollen met de regels van een parlementaire rechtsstaat en
sollen met de regels van de veiligheid. Ik vind dat zeer verontrustend.
Ik heb hierover al eens een vraag gesteld aan minister Onkelinx.
Terzijde kan ik u meedelen dat minister Onkelinx terzake een brief
heeft geschreven naar de procureur-generaal te Antwerpen. Hij heeft
laten weten dat hij een onderzoek zal starten omdat het duidelijk is
bewezen dat het vooronderzoek precies door deze publicatie schade
heeft geleden. Het parket zal hierover dus een onderzoek openen.

Tijdens de plenaire vergadering van een week geleden werd hierover
al een vraag gesteld. Minister Moerman, die toen in plaats van
minister Dewael antwoordde, verklaarde duidelijk dat zij een
onderzoek naar dit bewuste lek zou starten. Daarom heb ik vandaag
twee vragen. Ten eerste, zijn er al resultaten bekend van het
onderzoek dat door de minister werd aangekondigd? Ten tweede, wat
zal er worden ondernomen om in de toekomst zulke lekken te
bestraffen, of beter nog, om die lekken te voorkomen?
l'enquête et la sécurité des
intéressés.

La ministre Onkelinx a déjà
contacté le procureur général
d'Anvers à ce propos. Ce dernier a
indiqué qu'il ferait examiner le
dossier par le parquet. La semaine
dernière, le ministre Dewael a
indiqué à la Chambre, par la voix
de la ministre Moerman, qu'il
commanderais également une
enquête.

Quelles mesures seront-elles
prises pour éviter pareilles fuites à
l'avenir? Des sanctions seront-
elles prises?
05.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Claes, in naam van de minister van Binnenlandse
Zaken kan ik u antwoorden dat hij, zodra deze feiten hem bekend zijn
geworden, de Algemene inspectie met een onderzoek heeft belast
naar de verantwoordelijken voor dit lek binnen het politiekorps. Het is
volgens de minister nog te vroeg om reeds resultaten te kunnen
meedelen. Hij wacht op de resultaten van het onderzoek van de
Algemene inspectie.

Ik kom aan uw tweede vraag. De minister wenst te stellen dat zulke
lekken strafrechtelijk gestraft worden. Politieambtenaren zijn namelijk
gebonden aan het geheim van het onderzoek, zoals bepaald in artikel
458 van het Strafwetboek. Bovendien zijn de politieambtenaren
krachtens artikel 131 van de wet op de geïntegreerde politie
gebonden aan het beroepsgeheim. Afhankelijk van de resultaten van
het onderzoek van de Algemene inspectie zal de minister uiteraard
niet nalaten om tuchtrechtelijk op te treden en om de resultaten over
te maken aan de gerechtelijke autoriteiten die bevoegd zijn voor de
vervolging en bestraffing van misdrijven.
05.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Le ministre de l'Intérieur a chargé
l'inspection générale d'enquêter au
sujet de cette fuite au sein du
corps de police. L'enquête en
question n'est pas encore clôturée.

Les fuites de ce type sont
passibles de sanctions pénales.
Les fonctionnaires de police sont
liés tant par le secret de l'enquête
que par le secret professionnel. La
publication des résultats de
l'enquête s'accompagnera, le cas
échéant, de mesures
disciplinaires. Il va sans dire que
les conclusions seront également
transmises à la Justice.
05.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het is een kort maar duidelijk antwoord. Ik zal te
gepasten tijde nog terugkomen op dit dossier om de resultaten van
het onderzoek dat duidelijk nog hangende is te verkrijgen. Ik leer
alvast dat de minister indien nodig te gepasten tijde ook
tuchtrechtelijke gevolgen zal geven aan het onderzoek van de
Algemene inspectie. Een strafrechtelijke sanctionering is in deze
uiteraard mogelijk. Ik heb u echter ook reeds gezegd dat de minister
van Justitie reeds liet weten dat het parket ook reeds een onderzoek
05.03 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Voilà une réponse précise. Je note
que les coupables s'exposent à
des actions disciplinaires et
pénales.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
hierover heeft gestart.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Question de Mme Annick Saudoyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
possibilité de limiter la paperasserie dans les services de police" (n° 1619)
06 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mogelijkheid om de administratieve rompslomp voor de politiediensten te beperken"
(nr. 1619)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
06.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la déclaration gouvernementale a porté une attention
spécifique à la lutte contre la paperasserie en général et contre la
bureaucratie en matière policière en particulier. La réforme des
polices, loin de simplifier les procédures administratives, a noyé les
services de police sous des documents multiples. Ce faisant,
l'efficacité des services policiers, tant fédéraux que locaux, est mise à
mal et leur présence sur le terrain compromise. Comme moi et
comme le ministre de l'Intérieur, vous avez certainement eu vent de
plaintes de nombreux citoyens à ce sujet, exprimant leur désarroi de
voir moins de policiers dans les rues après la réforme qu'avant, alors
que, précisément, cette réforme poursuivait comme objectif de
rapprocher les services de police des citoyens.

Il faut savoir que chaque infraction constatée lors d'un contrôle de
police exige de compléter de la part du policier en charge du dossier
un certain nombre de documents, souvent nombreux, et même
parfois inutiles. En effet, il n'est pas rare, lorsqu'une même personne
commet plusieurs infractions, que chaque infraction doive être
détaillée de la même façon dans plusieurs documents, causant
inévitablement perte de temps et absence sur le terrain dans le chef
du policier, ainsi qu'un double emploi procédurier totalement inutile.

Prenons l'exemple d'un contrôle de police où les agents
constateraient que la personne arrêtée est tant sous l'influence de
l'alcool que sous celle de la drogue. Le résultat serait que les agents
de police devraient remplir deux procès-verbaux différents et d'une
certaine ampleur, alors qu'il suffirait d'annexer une page ou deux au
premier procès-verbal qui détaillerait les autres infractions reprochées
au contrevenant. Conséquence: la population dans son ensemble
pâtit de cette mauvaise organisation.

En outre, il semble que la situation, déjà dénoncée par l'audit de la
police fédérale réalisé sous la précédente législature quant à l'excès
de bureaucratie, ne se soit guère améliorée. À titre d'exemple,
signalons le nombre de formulaires à remplir pour disposer de petit
matériel de bureau ou pour se faire rembourser des frais tels que les
repas. De plus, la vérification de tous ces formulaires exige la
mobilisation d'un personnel important qui pourrait être utilement
affecté à d'autres tâches.

Dernièrement, le journal "Le Soir" relatait l'avis du juge Damien
06.01 Annick Saudoyer (PS): In
de regeringsverklaring werd ook
aandacht besteed aan de strijd
tegen de bureaucratie bij de
politie. Ten gevolge van de
politiehervorming worden de
politiediensten verplicht tal van
documenten in te vullen. Daardoor
komen de slagkracht en de
aanwezigheid op straat van de
federale en lokale politie in het
gedrang. De politiehervorming had
tot doel een brug te slaan tussen
de politiediensten en de burgers,
maar nu maken de burgers zich
ongerust omdat de politie te weinig
in het straatbeeld aanwezig is.

Bij elk misdrijf dat wordt
vastgesteld, moet de politieman
die met het dossier is belast tal
van documenten invullen, waarvan
sommige soms volkomen
nutteloos zijn. Dat is zeer
tijdrovend, waardoor er
onvoldoende politie op straat is, en
zorgt voor overlappingen op het
stuk van de procedures.

Een politieman die een dubbel
misdrijf vaststelt, zoals het rijden
onder invloed van alcohol en
drugs, zou twee verschillende
processen-verbaal moeten
opstellen.

Voorts is er nauwelijks enige
verbetering merkbaar met
betrekking tot de administratieve
rompslomp die in de doorlichting
van de federale politie aan de
kaak wordt gesteld.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Vandermeersch, selon lequel "les enquêteurs sont contraints de
passer leur temps à dresser des rapports, justifier de leur emploi du
temps" et qui dénonce "les effets ravageurs de cette
fonctionnarisation sur l'efficacité des enquêtes". M. Vandermeersch
évoque également l'exemple du retour d'une commission rogatoire
menée au Rwanda au terme de laquelle les enquêteurs demeurent
indisponibles, contraints par leur hiérarchie à remplir leurs feuilles de
prestations en heures supplémentaires sous peine de les perdre.

Dans l'intérêt d'une police plus efficace au profit de tous, quelles
mesures avez-vous déjà adoptées et que comptez-vous encore
mettre en place afin de résoudre ces difficultés administratives?
06.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Je vous
réponds au nom du ministre de l'Intérieur. Le ministre et moi-même
partageons évidemment votre souci de voir le formalisme et la charge
administrative réduits à leur plus simple expression au sein des
services de police. Le gouvernement s'y est engagé et la lutte contre
la bureaucratie au sein de l'administration constitue l'une de ses
priorités.

Le ministre est naturellement partisan de la simplification des
procédures, mais toutes ne sont pas simplifiables, souvent parce
qu'elles ont une vocation judiciaire qui requiert un certain formalisme.
Par contre, lorsqu'il s'agit de procédures inhérentes à la gestion des
corps et du personnel, il faut évidemment en réduire le nombre et les
simplifier autant que possible.

Des réflexions sont ainsi menées en vue d'examiner notamment la
possibilité de simplifier la procédure en matière de mobilité. Un
inventaire des différents formulaires et un examen de leur pertinence
sont actuellement en cours. L'informatisation et les techniques de
communication en réseau ouvrent d'intéressantes perspectives. La
simplification passe ainsi par la poursuite du développement du projet
EPIS (Entreprise Police Integrated System) permettant une gestion
intégrée et simplifiée des volets personnel, logistique et financier.

La réduction du nombre de tâches administratives est l'un des
moyens envisagés pour augmenter les capacités d'engagement de la
police. Le transfert des tâches administratives vers du personnel
exclusivement civil est une autre piste car elle permet le retour sur le
terrain des policiers qui s'en acquittaient précédemment. A terme, au
sein du cadre du personnel de la police fédérale redessinée, un tiers
des emplois sera occupé par des civils. Un effort identique est
évidemment attendu et sera encouragé auprès de la police locale.

Telles sont les réponses du ministre de l'Intérieur.
06.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Ik deel uw
streven om de administratieve
taken van de politiediensten terug
te schroeven. De regering heeft
zich ertoe verbonden om de
administratieve rompslomp te
verminderen.

De minister wil de procedures
vereenvoudigen, maar sommige
ervan kunnen niet worden
vereenvoudigd omdat zij ook een
gerechtelijk oogmerk hebben.

De procedures met betrekking tot
het personeelsbeleid moeten
echter zoveel mogelijk worden
vereenvoudigd.

Men beraadt zich daar momenteel
over.

Voorts wordt thans een overzicht
van de diverse formulieren
opgesteld en wordt nagegaan of zij
wel allemaal noodzakelijk zijn. Om
een en ander nog verder te
kunnen vereenvoudigen is echter
een verdere ontwikkeling
noodzakelijk van het EPIS-project
(Entreprise Police Integrate
System), dat een geïntegreerd
beheer van de onderdelen
personeel, logistiek en financiën
mogelijk maakt.

De inzetbaarheid van de politie zal
worden verhoogd, enerzijds, door
het aantal administratieve taken te
verminderen, en anderzijds, door
deze taken uitsluitend aan
burgerpersoneel over te dragen.

Binnen de federale politie zal één
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
derde van de betrekkingen door
burgerpersoneel worden bezet.
Wij nodigen de lokale
politiediensten uit op dezelfde
manier te werk te gaan.
06.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le secrétaire d'Etat, vous
dites que ces simplifications administratives sont à l'étude pour
l'instant. Pouvez-vous éventuellement nous communiquer un agenda
pour leur mise en application?
06.03 Annick Saudoyer (PS):
Deze administratieve vereen-
voudigingen worden op dit
ogenblik bestudeerd. Kan u ons de
timing voor dit plan meedelen?
06.04 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: En ma qualité
de secrétaire d'Etat, j'ai demandé à tous mes collègues de me fournir
un plan de simplification sur les douze heures qui sont prévues dans
l'accord gouvernemental. Je leur ai également demandé d'ajouter
d'autres projets. Ce plan devrait me parvenir d'ici la fin de ce mois-ci.
Nous en discuterons, fin mars, début avril, au sein du Conseil des
ministres. J'espère pouvoir répondre à vos questions à ce moment-là.
06.04 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Als
staatssecretaris heb ik mijn
collega's gevraagd mij een plan tot
vereenvoudiging en een lijst van
eventuele projecten te bezorgen.

Ik zou dit plan tegen het eind van
de maand moeten ontvangen,
zodat wij het begin april in de
Ministerraad kunnen bespreken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les étudiants
porteurs d'un visa d'études dans la zone de transit de Zaventem" (n° 1620)
07 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de studenten die houder zijn van een studentenvisum in de transitzone van Zaventem"
(nr. 1620)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
07.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, permettez-moi
d'abord de m'étonner du fait que le ministre de l'Intérieur ne soit pas
ici pour répondre aux questions parlementaires. Je veux bien,
monsieur Eerdekens, qu'il y ait un délabrement total des moeurs
politiques...

(...): (...)
07.01 Marie Nagy (ECOLO): De
afwezigheid van de minister van
Binnenlandse Zaken verbaast mij.
07.02 Marie Nagy (ECOLO): Non, non, cela ne vous concerne pas.
J'ai dit cela parce que vous en êtes témoin comme moi.
07.03 Claude Eerdekens (PS): Si le délabrement...
07.04 Marie Nagy (ECOLO): Comme observateur attentif, vous
pouvez le confirmer, monsieur Eerdekens.

Mais, quand même, le ministre libéral se déplace pour se rendre à la
télévision, où on le voit marcher avec des béquilles; puis, il est au
restaurant avec son collègue De Gucht le samedi soir; ensuite, il
participe à une réunion de son parti pour régler des affaires internes.
07.04 Marie Nagy (ECOLO): Hij
verplaatst zich nochtans om op
televisie te komen. Ik vind het
schandalig dat hij zijn tijd besteedt
aan de zaken van zijn partij, terwijl
hij zich ziek meldt om de vragen
van de parlementsleden te
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Il passe son temps à s'occuper des affaires de son parti, mais pour
venir répondre aux parlementaires, il se porte tout à coup malade. Je
trouve cela vraiment scandaleux. Avec toute la sympathie que j'ai
pour le secrétaire d'Etat Van Quickenborne, j'estime qu'il y a un
problème.

J'ai donc écrit au président De Croo, car un ministre qui se casse une
jambe pendant que l'on est en session parlementaire, c'est déjà un
peu bizarre. Mais, bon, chacun est libre de s'occuper de ce qu'il juge
le plus important. Mais, en l'ayant vu en plus tout le week-end
intervenir dans les médias s'occuper des affaires internes du VLD, je
m'étais dit qu'il serait là et qu'il ferait preuve d'une attitude digne d'un
responsable de la chose publique. De plus, M. Van Quickenborne
nous explique qu'il faut améliorer les choses grâce à l'e-government.
Monsieur Van Quickenborne, si - avant de faire de l'e-government -
on faisait simplement du "government" dans votre parti, cela irait déjà
mieux dans ce pays.
beantwoorden. Ik heb dan ook een
brief naar voorzitter De Croo
gestuurd. De heer Van
Quickenborne zegt ons dat we aan
e-government moeten doen, maar
voor we aan e-government doen,
moet uw partij eerst aan
government doen, mijnheer Van
Quickenborne.
Le président: Vous serez peut-être à moitié satisfaite, mais on
m'annonce qu'en principe, il serait présent cet après-midi en
commission de l'Intérieur. Vos désirs ont été entendus en haut lieu. Si
nous passions à la question?
De voorzitter: Misschien kan ik u
half tevreden stellen, want naar
verluidt zal hij deze namiddag in
de commissie voor de
Binnenlandse Zaken aanwezig zal
zijn.
07.05 Marie Nagy (ECOLO): Me voilà comme vous dites à moitié
satisfaite, parce que c'est un peu indigne.
07.02 Marie Nagy (ECOLO):
Zoals u zegt, stelt mij dat half
tevreden.
Le président: Comment satisfaire complètement toutes les femmes?
De voorzitter: We kunnen niet
alle vrouwen volledig tevreden
stellen.
07.06 Marie Nagy (ECOLO): Cela n'a rien à voir avec les exigences
des femmes, monsieur le président. Cela concerne la gestion de
l'Etat.

Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'Etat, ma question a
trait aux étudiants porteurs d'un visa d'études dans la zone de transit
de Zaventem. Il s'agit donc d'un problème humain qui devrait
préoccuper le ministre de l'Intérieur.

J'apprends qu'un ressortissant congolais se trouve dans la zone de
transit de Zaventem alors qu'il est porteur d'un visa d'étudiant délivré
par le consulat belge au Congo. Il se voit donc refuser l'accès au
territoire belge sous prétexte qu'il serait arrivé tardivement en
Belgique.

Monsieur le ministre, je souhaite savoir:

1. Si vous confirmez cette information.
2. Comment, d'un point de vue juridique, justifiez-vous ce refus
d'accès au territoire belge alors que le visa octroyé lui donne un délai
de trois mois pour entrer sur le territoire et que celui-ci était toujours
en cours de validité lors de son arrivée à Zaventem?
3.Quelles solutions pouvez-vous apporter pour que les demandes de
visa d'études soient traitées dans des délais raisonnables? En effet, il
me revient qu'ils sont actuellement traités avec beaucoup de retard.
07.06 Marie Nagy (ECOLO): Het
is een kwestie van staatsbestuur,
niet van vrouwen die voldoening
zouden moeten krijgen.

Mijn vraag betreft studenten in het
bezit van een studentenvisum die
in de transitzone van Zaventem
worden vastgehouden. Het gaat
om een humanitair probleem, dat
de minister van Binnenlandse
Zaken zou moeten raken.

Een Congolees onderdaan, in het
bezit van een studentenvisum dat
uitgereikt werd door het Belgische
consulaat in Congo, wordt de
toegang tot het Belgische
grondgebied geweigerd, naar
verluidt omdat hij laattijdig in
België aankwam.

Kan de minister die informatie
bevestigen?
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Cette information vient de la part des institutions qui acceptent
l'inscription, qui donc ont fait les démarches pour qu'on puisse
accorder le visa. Les personnes concernées doivent faire de longues
démarches afin d'obtenir un visa et se voient ensuite refuser l'entrée
sur le territoire belge.

Pourriez-vous, monsieur le ministre, me donner des réponses assez
précises à ce sujet?
Hoe rechtvaardigt hij die
weigering, wetend dat het
uitgereikte visum geldig is en een
termijn van drie maanden toekent
om het land binnen te komen?

Welke maatregelen overweegt hij
om ervoor te zorgen dat de
visumaanvragen binnen een
redelijke termijn worden
behandeld?
07.07 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, madame Nagy, le ministre de l'Intérieur confirme que ce
sont bien des ressortissants congolais titulaires de visas d'étudiants
qui ont fait l'objet d'un refus d'entrée sur notre territoire. Suite à une
ordonnance de la chambre du conseil relative à leur libération du
centre de maintien à la frontière, ils ont été transférés dans la zone de
transit.

Ces décisions de refoulement ne sont toutefois pas basées sur
l'arrivée tardive des intéressés en Belgique, mais sur le fait que ceux-
ci n'ont absolument pas été en mesure de répondre aux quelques
questions élémentaires qui leur ont été posées par les autorités
chargées du contrôle aux frontières au sujet des études qu'ils
venaient suivre en Belgique et, pour certains d'entre eux, au sujet
d'études qu'ils avaient déjà suivies dans leur pays.

Ces quelques questions ont permis de constater clairement un abus
de la procédure d'autorisation de séjour, ce qui a donné lieu aux
décisions de refoulement précitées.

Les délais de traitement des demandes de visas d'étudiants sont le
résultat d'une accumulation de délais successifs.

Il faut en général un certain temps avant que le dossier
accompagnant la demande soit complet et envoyé par le poste
diplomatique ou consulaire à l'Office des étrangers en Belgique. La
responsabilité de ce retard est, dans ce cas, imputable aux
demandeurs à qui il revient de s'informer au sujet des pièces devant
figurer dans leur dossier.

Ensuite, le dossier est envoyé à l'Office des étrangers en Belgique,
par la voie diplomatique. Il est à remarquer que même si la demande
lui est simultanément adressée par fax ou par voie électronique,
l'Office des étrangers est tenu d'attendre le dossier papier pour traiter
la demande. Ce délai de traitement est en moyenne de 15 jours.
Enfin, lorsque la décision est adressée au poste, celui-ci convoque le
demandeur, selon les moyens disponibles dans le pays, ce qui peut
entraîner de nouveaux retards. Le ministre souhaite encore vous
signaler que le traitement des demandes de visas d'étudiants ont fait
l'objet d'une délégation de pouvoir à deux postes importants,
Casablanca et Kinshasa. Voilà pour la réponse du ministre de
l'Intérieur.
07.07 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De minister
bevestigt de feiten. Die Congolese
onderdanen werden naar de
transitzone overgebracht
ingevolge een beschikking van de
Raadkamer met betrekking tot hun
vrijlating uit het centrum voor
vasthouding aan de grens.

Die beslissingen tot terugdrijving
berusten echter niet op hun
laattijdige aankomst, wel op het
feit dat ze niet in staat bleken te
antwoorden op de vragen die de
grenscontrolediensten hun stelden
in verband met hun studies.

Daaruit bleek dat van de
procedure van verblijfsvergunning
misbruik werd gemaakt.

De termijn voor de behandeling
van visumaanvragen voor
studenten is de optelsom van een
aantal opeenvolgende termijnen.

Het vergt enige tijd voor een
volledig aanvraagdossier aan de
Dienst Vreemdelingenzaken kan
worden overgezonden. Een
mogelijke vertraging komt voor
rekening van de aanvrager, die de
nodige stukken moet bezorgen.

Vervolgens wordt het dossier aan
de Dienst Vreemdelingenzaken in
België overgemaakt. De
gemiddelde behandelingstermijn
bedraagt twee weken. Van zodra
de beslissing aan de post wordt
meegedeeld, roept deze de
aanvrager op. Voor de
behandeling van de aanvragen
voor studentenvisa gebeurde een
bevoegdheidsoverdracht aan twee
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
belangrijke posten, Casablanca en
Kinshasa.
07.08 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, permettez-moi de m'étonner. Comme vous
l'indiquez, l'enquête assez complète sur les démarches à exécuter
explique les délais. Le dossier complet est envoyé à l'Office des
étrangers qui l'examine et le retourne au poste. Cela signifie que le
dossier est examiné par différentes instances, le poste sur place ou
l'Office des étrangers. Le visa est accordé en fonction d'un dossier qui
suppose une inscription et une demande mais aussi que la personne
remplisse les conditions d'inscription.

Lorsque la personne arrive sur le territoire, elle est encore interrogée.
On exige donc des gens plus que ce qui leur est demandé légalement
pour obtenir un visa. On les interroge sur leurs études, etc. J'ai même
entendu à la télévision un fonctionnaire de l'Office des étrangers dire
que ces gens ne pouvaient même pas citer trois villes belges. Quand
vous voyagez au Venezuela, au Bénin ou ailleurs, connaissez-vous
trois villes de ces pays? Pour ma part, quand je suis arrivée en
Belgique, je ne connaissais qu'une ville, Bruxelles. Il ne faut pas
imaginer que tout le monde connaît la géographie et l'économie de la
Belgique. Je suis étonnée de constater que vous augmentez les
conditions d'obtention d'un visa mais, en plus, vous demandez à ceux
qui arrivent une connaissance approfondie de la Belgique.

L'Office des étrangers ne respecte pas une décision judiciaire suivant
laquelle ces personnes ne peuvent pas être maintenues en centre
fermé. Elles sont renvoyées dans une situation ingérable, en zone de
transit. Le ministre de l'Intérieur ne tient pas compte des décisions
judiciaires, ce n'est pas normal. On ne peut agir de cette façon vis-à-
vis des personnes et des institutions. Je ne puis que marquer mon
désaccord avec la réponse que vous me donnez. Je ne manquerai
pas de continuer à interroger le ministre et à lui dire que cette
situation n'est pas acceptable. Soit, on renforce les conditions
d'obtention du visa et cela se passe sérieusement. Si on accorde un
visa, cela veut dire que la personne peut entrer en Belgique. Soit, on
n'accorde pas de visa, mais on ne peut pas laisser venir les gens et
leur dire ensuite qu'on ne les croit pas et les enfermer dans la zone de
transit. Ce n'est pas correct. Les responsables de l'enseignement
trouvent étonnant que des personnes inscrites dans leur
établissement ne puissent pas suivre normalement leurs études.
07.08 Marie Nagy (ECOLO): Het
dossier wordt dus door
verschillende instanties
onderzocht: de post ter plaatse of
de Dienst Vreemdelingenzaken.
Men verwacht meer van de
mensen dan wat er bij wet is
bepaald om een visum te
bekomen. U vereist een
diepgaande kennis van België
wanneer iemand het land
binnenkomt.

De Dienst Vreemdelingenzaken
eerbiedigt de gerechtelijke
beslissingen niet volgens dewelke
deze personen niet in een
gesloten centrum kunnen worden
vastgehouden en u plaatst hen in
de transitzone, waar de toestand
onhoudbaar is. De minister van
Binnenlandse Zaken houdt geen
rekening met de beslissingen, wat
abnormaal is.

Ik kan het met dit antwoord niet
anders dan oneens zijn. Als men
iemand een visum toekent, dan wil
dat zeggen dat die persoon het
Belgische grondgebied mag
betreden. Als men hem een visum
weigert, mag men hem niet laten
overkomen. De onderwijs-
instellingen staan ervan versteld
dat personen die bij hen zijn
ingeschreven, niet op een normale
manier de lessen kunnen
bijwonen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les vols
communs de rapatriement des illégaux" (n° 1621)
08 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de gezamenlijke vluchten voor het repatriëren van illegalen" (nr. 1621)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
08.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, ma question porte essentiellement sur des décisions
08.01 Marie Nagy (ECOLO): In
een artikel van "La Libre Belgique"
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
prises au niveau européen.

Un article du journal "La Libre Belgique" du 23 janvier 2004 relate que
le ministre de l'Intérieur a annoncé que des vols communs de
rapatriement des illégaux seraient organisés avec les Pays-Bas et le
Luxembourg et que la Commission européenne débloquera 30
millions d'euros pour aider au renvoi des déboutés de la procédure
d'asile et des clandestins en situation illégale sur le territoire de
l'Union.

Une telle mesure est-elle bien conforme à la déclaration
gouvernementale qui prône une procédure d'asile humaine?

Le concept de rapatriement collectif de demandeurs d'asile déboutés
par charters est inquiétant dans la mesure où, arrivés dans le pays, ils
seront immédiatement identifiés comme tels par les autorités du pays
en question. Quelles seront les garanties que ces personnes ne
seront pas, à leur arrivée dans le pays, sujettes à des tracasseries
diverses, des discriminations, voire de mauvais traitements de la part
des autorités de leur pays d'origine?

Allez-vous vous assurer que, dans chaque situation individuelle, la
personne expulsée ne sera pas victime de traitements contraires à
l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme qui
prohibe les traitements inhumains et dégradants?

Les expulsions auront-elles lieu vers les pays d'origine ou vers des
pays limitrophes de ces pays?

Pourriez-vous me confirmer que la Commission européenne a bien
prévu un budget de 30 millions d'euros pour financer ces expulsions
collectives? Dans l'affirmative, savez-vous quelles seront les
modalités de financement?

Enfin, monsieur le ministre, comptez-vous mettre en oeuvre
concrètement ces expulsions? Si oui, comment? Y aura-t-il autant de
membres des forces de l'ordre que de personnes expulsées? Une
possibilité de recours à la contrainte est-elle prévue?

Selon ce même article, les ministres de l'Intérieur de l'Union
européenne auraient "omis" de rendre contraignantes les mesures de
sécurité à garder à l'esprit en cas de rapatriement, conseillant au
personnel de sécurité de ne pas être armé, mais permettant l'usage
de la force de manière "proportionnée" si nécessaire. Quelle est votre
position à cet égard?

Qui portera la responsabilité de l'expulsion? Le personnel des
charters, les membres des forces de l'ordre?
van 23 januari 2004 heeft de
minister van Binnenlandse Zaken
gezegd dat de
repatriëringsvluchten van illegalen
door België, Nederland en
Luxemburg samen zouden worden
georganiseerd en dat de Europese
Commissie hiervoor 30 miljoen
euro heeft vrijgemaakt.

Is dat conform de "menselijke"
asielprocedure die in de
regeringsverklaring wordt
verdedigd? De illegalen die op die
manier worden teruggestuurd zijn
makkelijk door de overheden in
hun land van oorsprong te
identificeren. Worden ze daardoor
bij hun aankomst niet het
slachtoffer van discriminatie of
mishandeling, wat in strijd is met
artikel 3 van het Europees verdrag
voor de mensenrechten?

Vinden de uitzettingen plaats naar
hun land van oorsprong of naar de
buurlanden?

Bevestigt u dat de Commissie het
genoemde bedrag heeft
toegekend? Welke
financieringsregels zullen worden
toegepast?

Hoe bent u van plan de
uitzettingen uit te voeren? Is er
een mogelijkheid om in beroep te
gaan? De Europese
veiligheidsmaatregelen bij die
uitzettingen zouden 'niet dwingend'
zijn, maar er zou 'evenredig'
gebruik van geweld mogen worden
gemaakt. Wat is uw standpunt?
Wie is uiteindelijk verantwoordelijk
voor de uitzetting?
08.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, madame Nagy, l'organisation de vols communs en
collaboration avec les autres pays du Benelux n'est en aucun cas en
contradiction avec l'accord de gouvernement.

Une politique d'asile humaine n'empêche pas que les étrangers qui ne
satisfont pas aux conditions stipulées dans la Convention de Genève,
soient éloignés.
08.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De
organisatie van gemeen-
schappelijke vluchten met de
andere landen van de Benelux is
niet in strijd met het
regeerakkoord. Het is niet omdat
mensen die niet aan de
voorwaarden voldoen worden
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
L'automne dernier, les ministres de l'Intérieur de l'Union européenne
ont approuvé un cadre commun pour de telles opérations
d'éloignement.

Dans un passé récent, des vols communs ont d'ailleurs déjà été
organisés.

En ce qui concerne votre question sur les conséquences de
rapatriement en matière de droits de l'homme et de traitement correct
des intéressés, aucun élément n'indique qu'une telle approche
pourrait conduire à du harcèlement ou à de la discrimination. Il va de
soi que l'on veillera scrupuleusement au respect de la Convention
européenne des droits de l'homme.

Dans tous les cas, les demandeurs d'asile concernés par une clause
de non-reconduction, délivrée conformément à l'article 63, §5 de la loi,
obtiennent un report de leur obligation de quitter le territoire jusqu'à
nouvel ordre. Il ne sera pas communiqué aux autorités si l'intéressé a
demandé l'asile ou non. Les éloignements se font toujours vers le
pays d'origine ou vers le pays où l'intéressé souhaite se rendre et où il
a le droit de séjourner. Les personnes auxquelles l'accès est refusé
sont en principe renvoyées vers leur lieu de départ, conformément à
la Convention de Chicago.

Quant au financement de ces vols communs, la Commission
européenne prendra prochainement une initiative au sujet de ses
modalités et de son élaboration. Pour votre information, ces questions
seront discutées par la Commission la semaine prochaine.
verwijderd, dat een onmenselijk
asielbeleid wordt gevoerd.

Een menselijk asielbeleid staat
niet in de weg dat De Europese
ministers hebben het algemeen
kader van dergelijke operaties
goedgekeurd. Er werden trouwens
al gemeenschappelijke vluchten
georganiseerd.

Bovendien wijst geen enkel
element er op dat dergelijke
procedures tot pesterijen of
discriminatie in het land van
oorsprong zouden leiden. Wij
zorgen er uiteraard voor dat het
Europese verdrag voor de
mensenrechten wordt nageleefd.

De asielzoekers voor wie de niet-
terugleidingsclausule zoals
bepaald in artikel 65, § 3, van de
wet geldt moeten niet onmiddellijk
het grondgebied verlaten. Men
deelt de overheid niet mee of de
betrokkene al of niet asiel heeft
aangevraagd. De
personen
worden teruggestuurd naar hun
land van herkomst of naar het land
waar ze naartoe willen en waar ze
mogen verblijven. De
uitgeprocedeerden worden naar
hun vertrekpunt teruggestuurd.

De Europese Commissie zal
weldra een initiatief nemen in
verband
met de
financieringsmodaliteiten. Ze zal
deze vragen volgende week
behandelen.
08.03 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie le ministre pour sa
réponse. Cependant, je pense qu'il faut se poser des questions sur le
respect de la Convention européenne des droits de l'homme. Des
organisations de défense des droits de l'homme l'ont d'ailleurs déjà
signifié à la Commission. Dans son discours au Parlement européen,
le secrétaire général de l'ONU, M. Kofi Annan, a appelé les pays
européens à se remémorer que, autrefois, leurs habitants étaient
aussi des immigrants cherchant l'asile et la protection dans certains
pays, parce que la situation en Europe ne fut pas toujours ce qu'elle
est aujourd'hui. Il s'est justement inquiété de la politique qui est
menée par l'Union. Moi, je m'inquiète de celle qui est conduite
aujourd'hui par la coalition siégeant au gouvernement fédéral.
08.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
heb vragen over de naleving van
het Europees Verdrag ter
bescherming van de rechten van
de mens. Een aantal
mensenrechtenorganisaties
hebben de Commissie hier
trouwens op gewezen. De
secretaris-generaal van de UNO,
de heer Koffi Annan, heeft in zijn
rede voor het Europees Parlement
gezegd dat de Europeanen ook
ooit immigranten waren die elders
asiel zochten. Hij maakte zich
zorgen over het beleid van de
Unie. Ik maak me op mijn beurt
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
zorgen over het beleid van de
federale regering.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Vraag van de heer Jan Peeters aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het weghalen van voertuigen voor HyCap-vervoer uit sommige arrondissementen" (nr. 1546)
09 Question de M. Jan Peeters au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le retrait de
certains arrondissements des véhicules destinés à des transports HyCap" (n° 1546)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
09.01 Jan Peeters (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik verontschuldig mij voor mijn laattijdige aankomst.
Ik wilde u een vraag stellen over de problematiek van het weghalen
van de voertuigen voor HyCap-vervoer uit sommige
arrondissementen. U weet dat de lokale politie zeer regelmatig door
de federale politie wordt opgevorderd voor het leveren van HyCap,
gehypothekeerde capaciteit voor ordediensten bij betogingen, zoals er
vanmorgen één van de politiediensten aan de gang is in Brussel. De
lokale politie kan voor het vervoer van die manschappen beroep doen
op aangepaste voertuigen, de klassieke Iveco-voertuigen,
donkerblauw geschilderde bestelwagens die men hier rond de
neutrale zone van het Parlement ziet staan omdat die goed zijn
uitgerust om groepen agenten te vervoeren naar risicovolle plaatsen,
zoals dat bij ordediensten het geval is. De federale politie had
daarvoor in verschillende arrondissementen voertuigen gestationeerd,
die lokale HyCap-eenheden konden gebruiken om naar de plaats van
optreden te worden vervoerd.

Eind december heeft de federale politie unilateraal beslist dat, onder
andere in het arrondissement Turnhout, het vervoer van HyCap-
eenheden niet meer met die voertuigen kon gebeuren. Die voertuigen
werden uit het arrondissement teruggetrokken naar Brussel. De lokale
politie moet voortaan haar plan trekken en met eigen voertuigen de
gehypothekeerde capaciteit vervullen en vervoeren. Dat betekent dat
de politiezones de keuze hebben om ofwel zelf van die dure,
gespecialiseerde en beveiligde voertuigen aan te kopen om hun
manschappen occasioneel naar betogingen en dergelijke te voeren,
ofwel dat vervoer te doen op redelijk inefficiënte en onveilige wijze
met niet-aangepaste klassieke interventievoertuigen, die tegelijkertijd
nog eens worden onttrokken uit de werking van de lokale politie in hun
eigen zone.

Die maatregel van de federale politie eind december blijkt in de
praktijk slechts in een drietal arrondissementen te zijn uitgevoerd.
Volgens mijn informatie zouden die federale Iveco-voertuigen slechts
aan een drietal arrondissementen effectief zijn onttrokken.

Ik heb daarover een aantal vragen.

Waarom wordt die federale steun aan HyCap-operaties nu plotseling
unilateraal teruggetrokken? Is dat overlegd met de lokale politie, met
de VVSG? Uit welke arrondissementen en dirco-gebieden werden die
09.01 Jan Peeters (sp.a-spirit):
La police locale est régulièrement
réquisitionnée par la police
fédérale dans le contexte de la
capacité hypothéquée ou HYCAP
des services d'ordre lors de
manifestations, notamment. Pour
le transport de ces effectifs, la
police locale peut utiliser les
véhicules bleu foncé sécurisés de
la marque Iveco, que nous
connaissons bien.

A cet effet, la police fédérale avait
fourni des véhicules dans
l'ensemble du pays. Fin de l'année
dernière, les véhicules de trois
arrondissements, dont celui de
Turnhout, ont subitement été
ramenés à Bruxelles. Par
conséquent, en cas de réquisition,
la police locale doit désormais
assurer le transport de ses
effectifs avec ses propres
véhicules. Pour accomplir ces
missions occasionnelles, elle doit
soit acheter elle-même des
véhicules sécurisés et coûteux,
soit utiliser les véhicules
d'intervention inadaptés
disponibles dans sa zone.

Pourquoi les véhicules de
transport spécialisé sont-ils retirés
sans aucune forme de
concertation? Pourquoi ces
véhicules n'ont-ils été retirés que
dans certains arrondissements?
Cette mesure peut-elle encore être
annulée?
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Iveco-voertuigen effectief teruggetrokken en uit welke niet? Waarom
is er dat onderscheid? Is de minister van Binnenlandse Zaken bereid
om die maatregel terug in te trekken, bij te sturen en te overleggen
met de lokale politie zodat de lokale politie toch ook verder kan
gebruikmaken van die gespecialiseerde Iveco-voertuigen voor het
vervoer van hun manschappen voor ordediensten?
09.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Peeters, ik antwoord u in naam van de minister
van Binnenlandse Zaken. Hij wijst erop dat er geen sprake is van de
stopzetting van de steun. In principe gebruiken de lokale politiezones
voor de opdrachten van HyCap hun eigen voertuigenpark. Voor
opdrachten die een risico op zware incidenten inhouden, houdt de
federale politie ongeveer vijftig Iveco-voertuigen ter beschikking van
de zones. Die Iveco-voertuigen kunnen aangevraagd worden via de
Dirco, de bestuurlijke directeur-coördinator. Deze principes werden
inderdaad overlegd met de verschillende verenigingen van steden en
gemeenten.

Zestien Iveco-voertuigen die permanent ter beschikking werden
gesteld door de federale politie werden inderdaad teruggetrokken uit
Turnhout, Antwerpen, Veurne, Mons, Charleroi en Luik. Zij werden
teruggetrokken omdat ze technisch moesten worden aangepast voor
het vervoer van administratief aangehouden personen.

De zones kunnen via de Dirco's ook een voertuig van de federale
politie aanvragen. De zones worden niet verplicht te investeren in
dergelijke dure voertuigen. De vervanging van de voertuigen die door
de zones kunnen worden gebruikt in risicovolle omstandigheden werd
gefinancierd via de begroting van de federale politie, de organisatie
via de afdeling Steun en geïntegreerde werking. Anderzijds lijkt het de
minister aangewezen dat de zones voor het transport van personeel
in gewone omstandigheden over eigen aangepast vervoer
beschikken.
09.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il n'est nullement question de
supprimer l'appui fourni par la
police fédérale aux opérations
HYCAP. En principe, les zones de
police locale utilisent leur propre
parc de véhicules pour les
missions HYCAP. La police
fédérale tient cinquante véhicules
Iveco sécurisés à la disposition
des zones uniquement pour les
missions qui comportent des
risques importants. L'utilisation de
ces véhicules doit faire l'objet
d'une demande par le biais du
Dirco ou du directeur
coordonnateur administratif.

Seize véhicules ont été retirés des
arrondissements de Turnhout,
Anvers, Furnes, Mons, Charleroi
et Liège parce qu'ils doivent subir
une adaptation technique en vue
de transporter des personnes
ayant fait l'objet d'une arrestation
administrative.

Ces zones ne sont pas obligées
d'investir elles-mêmes dans ces
véhicules. Elles peuvent toujours
demander des véhicules à la
police fédérale par l'intermédiaire
des Dircos.

Quant au transport des agents en
temps normal, les zones de police
locale doivent disposer de leurs
propres véhicules adaptés.
09.03 Jan Peeters (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal daarop
wel terugkomen. Ik vind het immers raar dat men in een zestal
arrondissementen langs beide kanten van de taalgrens de capaciteit
heeft teruggetrokken en blijkbaar niet in andere. Ik hoop dat, als men
die aanvragen doet via de Dirco er daarop ook positief ingegaan
wordt. In de praktijk is dat immers ook niet steeds het geval. Bij vele
vragen om steun van federaal niveau naar de lokale zones is
bijvoorbeeld de logistiek niet steeds beschikbaar op momenten dat
het nodig is. Ik hoop dat het in de praktijk op die manier kan opgelost
worden.
09.03 Jan Peeters (sp.a-spirit):
Les véhicules ont été prélevés
dans trois arrondissements
néerlandophones et trois
arrondissements francophones.
Pour quelle raison a-t-on
précisément sélectionné ces
arrondissements-là et non
d'autres?

J'espère qu'il sera consenti à
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
toutes les demandes adressées à
la police fédérale par l'entremise
du Dirco. A l'heure actuelle, ce
n'est pas toujours le cas dans la
pratique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Question de Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le statut des
policiers" (n° 1649)
10 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het statuut van de politiebeambten" (nr. 1649)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
10.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, veuillez excuser
mon retard, je me trouvais en commission de la Défense.

Monsieur le ministre, la réforme des polices trouve son origine dans
une loi qui fut longuement discutée au Parlement pour aboutir à un
texte équilibré qui ne souffre plus trop de discussions aujourd'hui et
fait simplement l'objet d'adaptations purement réfléchies. On ne peut
pas en dire autant du statut des policiers. Il a fait l'objet d'un
volumineux arrêté royal, extrêmement technique, dans lequel seuls
quelques techniciens se retrouvent. Ce mammouth ­ puisque c'est
ainsi qu'on l'appelle ­ est régulièrement attaqué en justice et critiqué
journellement. A chaque fois, les mêmes spécialistes rectifient,
arrangent, biaisent pour en faire un document encore plus compliqué.

Je constate que les policiers sont mécontents, que la population ne
comprend plus cette réforme et que la démocratie est, en définitive,
perdante.

Je voudrais revenir sur l'article 184 de la Constitution. Cet article
dispose que "les éléments essentiels du statut des membres du
personnel des services de police intégrée et structurée à deux
niveaux sont réglés par la loi". Une nouvelle astuce trouvée par les
techniciens faisait courir une exception transitoire jusqu'au 30 avril
2002. Monsieur le secrétaire d'Etat, je voudrais savoir quelles
initiatives le ministre, M. Dewael, compte prendre pour que les
éléments essentiels du statut des policiers soit réglé par la loi et pour
qu'à travail égal, le salaire soit égal, qu'à titres et mérites équivalents
corresponde un barème équivalent, que l'on considère que tous ont
les mêmes droits, dans les mêmes conditions, sans oublier l'âge de la
retraite. D'une manière générale, quel que soit leur ancien corps
d'origine, tous les policiers sont égaux. Monsieur le ministre, je
voudrais savoir ce qu'il en est exactement.

Je suis convaincue qu'un statut, fruit d'un large débat démocratique,
sera plus juste, plus lisible pour tous, qu'il restaurera la confiance des
policiers dans les autorités et fera enfin que la police s'occupe
essentiellement de la sécurité des citoyens plutôt que de manifester
ici à Bruxelles.
10.01 Josée Lejeune (MR): De
hervorming van de politiediensten
vindt haar oorsprong in een wet
die nogal lang in het Parlement
werd besproken, wat tenslotte tot
een evenwichtige tekst leidde.
Hetzelfde geldt spijtig genoeg niet
voor het statuut van het
politiepersoneel. Dat
mammoetbesluit - zo heet het -
wordt immers geregeld voor de
rechtbank aangevallen en wordt
bijna dagelijks bekritiseerd. Ik stel
vast dat het politiepersoneel
ontevreden is, dat de bevolking die
hervorming niet meer begrijpt en
dat de democratie uiteindelijk de
grote verliezer is. Artikel 184 van
de Grondwet bepaalt dat de
essentiële elementen van het
statuut van de personeelsleden
van de geïntegreerde politiedienst,
gestructureerd op twee niveaus, bij
wet worden geregeld. Welke
initiatieven neemt de heer Dewael
om erop toe te zien dat de
essentiële elementen van het
statuut van de personeelsleden bij
wet worden geregeld en dat
eenieder dezelfde rechten heeft?
Ik ben ervan overtuigd dat een
statuut dat uit een breed
democratisch debat voortvloeit,
rechtvaardiger en ook meer
leesbaar zal zijn voor iedereen en
dat zo'n statuut ertoe zal leiden dat
de politieambtenaren weer
vertrouwen in de autoriteiten
hebben en dat de politie zich
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
voornamelijk bezighoudt met de
veiligheid van de burgers in plaats
van te betogen.
10.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, madame Lejeune, je vous réponds au nom du ministre de
l'Intérieur. Le débat démocratique que vous appelez de vos voeux a
déjà eu lieu. L'article 184 de la Constitution a en effet déjà été exécuté
par la loi du 26 avril 2002 dont le libellé ne peut être plus évocateur
puisque cette loi, publiée au Moniteur belge du 30 avril 2002, est en
effet relative aux éléments essentiels du statut des membres du
personnel des services de police.

Les autres éléments du statut sont portés par l'arrêté royal
mammouth. C'est par des modifications de cet arrêté royal que
l'autorité traduira les assouplissements voulus par l'accord de
gouvernement car il s'agit de mesures concrètes d'exécution des
principes en matière d'organisation du travail.

Ces principes sont portés par la loi. Voilà la réponse du ministre de
l'Intérieur à votre question.
10.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Het
democratisch debat waarover u
het net had, heeft al
plaatsgevonden. Artikel 184 werd
uitgevoerd door de wet van 26
april 2002 en de andere elementen
worden in het mammoetbesluit
behandeld. De versoepelingen
waarvan sprake in het
regeerakkoord, zullen worden
aangebracht in de vorm van
wijzigingen aan dat besluit.

Die principes zijn bij wet
vastgelegd.
10.03 Josée Lejeune (MR): Merci, monsieur le président. Si vous
me le permettez -- je sais que ce n'est pas facile pour vous, mais
vous avez fait allusion à l'organisation du temps de travail -- je
voudrais avoir quelques informations concernant ces fameuses
prestations, puisque vous savez qu'aujourd'hui est une journée un
peu spéciale. Je voudrais savoir exactement si vous pouvez préciser,
au niveau des prestations de nuit et des week-ends, ce qu'il en est à
l'heure actuelle.

Je pense que nous sommes confrontés aujourd'hui à une situation
difficile pour le ministre et également pour la majorité. Je voudrais
avoir votre point de vue afin que nous puissions être rassurés. Je
vous remercie.
10.03 Josée Lejeune (MR): Hoe
zit het precies met de nacht- en
weekendprestaties?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de pesterijen waarvan de leerlingen van het Joodse atheneum uit het
centrum van Brussel regelmatig het slachtoffer zijn" (nr. 1653)
11 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
harcèlement dont sont régulièrement victimes les élèves de l'athénée juif du centre de Bruxelles"
(n° 1653)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
11.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het is niet de eerste keer dat
ik de problematiek van het opnieuw opkomende antisemitisme in het
Parlement aankaart. Ik heb dat enkele weken geleden nog gedaan
ten aanzien van de eerste minister, tijdens het vragenuurtje. De
eerste minister heeft mij toen geantwoord dat de regering zich bewust
was van wat er gebeurde en in een aantal maatregelen en
11.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): J'ai déjà évoqué
la montée de l'antisémitisme il y a
quelques semaines. Le premier
ministre a promis de prendre un
certain nombre de mesures et
d'organiser des rencontres. Mais
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
ontmoetingen had voorzien. Eerlijk gezegd, ik ben ervan overtuigd dat
dat ook zo is. Ik heb geen reden om daaraan te twijfelen. Helaas, het
probleem vermindert daardoor niet.

Ik herinner eraan dat volgens het centrum dat naar verluidt onder
meer het racisme bestrijdt, in 2001 zevenentwintig antisemitische
incidenten werden geregistreerd; in 2002 liep dat aantal al op tot
eenenvijftig. Vorige week werd een joodse godsdienstleraar die op
weg was naar Charleroi, in het Zuidstation in Brussel met een mes
bedreigd, doodgewoon omdat hij als godsdienstleraar er duidelijk
joods uitzag. Het probleem van de school, het Maimonide Atheneum
aan het Zuidstation, is nogal acuut. Het is een wijk die ik goed ken. Ik
ben in de buurt geboren en heb er school gelopen. Ik heb die school
gekend als een school als alle andere. Nu is zij een bunker geworden.
Zij ziet eruit als de Amerikaanse ambassade, niet qua luxe, maar qua
veiligheidsmaatregelen. Wij moeten vaststellen dat de kinderen die
daar school lopen, ernstig worden lastiggevallen in de metrostations,
onder meer in het metrostation Lemonnier,dat aan het
Anneessensplein ligt. Het is een buurt die men ­ politiek correct ­
multicultureel noemt. U begrijpt wat ik bedoel; ik denk dat iedereen
begrijpt wat ik bedoel.

Welnu, zoiets kan volgens mij niet en terzake moeten ernstige
maatregelen worden getroffen. Kinderen, van waar zij ook komen en
welke godsdienst zij ook aanhangen, hebben recht op bescherming
en op onderwijs in hun godsdienst. Ik ben ervan overtuigd dat u niets
zult hebben tegen dat principe. Mijn probleem is het klimaat waarin
dat gebeurt. Men moet dringend iets doen aan dat klimaat, want het is
de overplanting van de intifada. Hoe men in Palestina of Israël
daarover denkt, is één zaak, maar het is niet gepermitteerd van het
naar ons land over te planten. Dat gebeurt daar echter wel. In het
Nieuwsblad en in andere kranten staat te lezen: "Joodse kindjes doel
van geweld van Marokkaanse jongeren".

Dat is zonder meer het Palestina-conflict dat hier voortgezet wordt en
dat kan niet. Op dit vlak denk ik dat er ook een poging moet gedaan
worden om de zaken opnieuw tot hun juiste proporties te herleiden en
de mensen ervan te overtuigen hun politieke standpunt niet hier uit te
vechten. Dat zal moeilijk zijn aangezien het tegenwoordig ­ helaas ­
politiek correct geworden is om er aan mee te doen. Ik kan alleen
maar vaststellen dat op de webstek van een voorname regeringspartij
als de sp.a wordt opgeroepen om Israëlische producten te boycotten.
Op die manier krijgen we deze situatie.

Mijnheer de staatssecretaris, welke concrete maatregelen worden er
genomen ter bescherming van die kinderen en de Joodse
gemeenschap in het algemeen? Is het mogelijk om enkele
maatregelen te treffen om dit klimaat opnieuw tot redelijke proporties
te herleiden? Ik herhaal dat het niet mijn bedoeling is om mensen te
verbieden een standpunt in te nemen, maar een standpunt innemen
staat niet gelijk aan het aanvallen van mensen op straat. Ik dank u bij
voorbaat voor uw antwoord.
le problème n'a toujours pas
diminué.

En 2001, le Centre pour la lutte
contre le racisme a enregistré 27
incidents antisémites. En 2002, ce
nombre est passé à 51. La
semaine dernière, un professeur
de religion juif a été menacé à
Bruxelles. Le problème de
l'Athénée Maimonide est pressant.
Les enfants qui fréquentent cette
école se font harceler dans les
stations de métro environnantes
par de jeunes Marocains, si bien
que des mesures sérieuses
s'imposent. Il faut empêcher que
l'Intifada ne soit transplantée dans
ce quartier de Bruxelles.

Il faut convaincre les gens de ne
pas vider leurs querelles politiques
ici en Belgique. Ce n'est toutefois
pas gagné quand on sait, par
exemple, que via son site Web, le
sp.a appelle au boycott des
produits israéliens.

Quelles mesures concrètes le
gouvernement a-t-il prises pour
protéger ces enfants et la
communauté juive?
11.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Bedankt,
mijnheer Van den Eynde. Ik geef u het antwoord van de minister van
Binnenlandse Zaken op uw vraag zoals u die heeft gesteld en zoals
die werd gemeld aan de minister:
11.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
La Direction générale du Centre
de Crise a été informée par la
communauté juive de l'agression
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
"Via de Joodse gemeenschap werd de dienst van de minister, met
name de Algemene Directie Crisiscentrum, schriftelijk op de hoogte
gebracht van de fysieke en verbale agressie die geuit werd tegen de
leerlingen van het Joodse atheneum waarover sprake in het artikel in
het Nieuwsblad van 9 februari 2004. De inhoud van dit schrijven werd
onmiddellijk overgemaakt aan de betrokken zones van de lokale
politie met de vraag de politiemensen op het terrein te briefen over
deze situatie en een specifiek toezicht met waakzaamheid ten
opzichte van deze school te organiseren, met name aan de begin- en
einduren van de lessen." Tot daar het antwoord van de minister van
Binnenlandse Zaken.
physique et verbale dont ont fait
l'objet les élèves de l'athénée juif.
La police locale a été
immédiatement mise au courant et
a été chargée d'exercer une
surveillance avant le début des
cours et à la sortie de l'école.
11.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
staatssecretaris ik dank u en de minister van Binnenlandse Zaken
voor het antwoord dat hij via u verstrekte. Ik wil er echter de aandacht
op vestigen dat het niet enkel Het Nieuwsblad is dat schreef over de
kwestie. Ik heb hier ook een artikel uit De Morgen met als titel
"Metrostation verboden", een artikel uit Le Soir getiteld
"L'antisémitisme: la loi du silence". Ik kon ze niet allemaal citeren in
mijn vraag, maar de klokkenluider in deze zaak was La Libre
Belgique. Ik durf erop aandringen, en ik hoop dat u de boodschap zal
overmaken aan de minister van Binnenlandse Zaken, dat er ook zou
getimmerd worden aan een verbetering van dit klimaat dat een ware
hetze heeft veroorzaakt ten aanzien van onze Joodse landgenoten.
11.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): J'insiste pour
qu'on essaie d'améliorer le climat
à l'égard de la communauté juive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aantal politiemensen" (nr. 1654)
12 Question de M. Geert Bourgeois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effectifs
de police" (n° 1654)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
12.01 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, eigenlijk is dit een vraag die ik al schriftelijk heb
gesteld op 26 november 2003. Ik vind het een beetje jammer dat ik
zulke omstandige vraag uiteindelijk mondeling moet formuleren. Als
de minister niet antwoordt, wordt het parlementslid natuurlijk
gedwongen tot het omzetten van die schriftelijke vragen in een
mondelinge variant.

Bovendien is er een directe aanleiding. U zult kennis hebben
genomen van de zeer indringende oproep van uw coalitiepartners PS
en sp.a, in de persoon van de heer Elio Di Rupo en de heer Stevaert,
om dringend te voorzien in meer blauw op straat. Eerst dacht ik dat ze
bedoelden dat de heer De Gucht op straat moest. Vandaag zien we
veel blauw op straat. Er komt vandaag meer blauw op straat door de
betoging. Ik meen echter te weten dat uw partners eigenlijk bedoelen
dat het regeerakkoord moet worden uitgevoerd en dat er 2.500 extra
politiemensen op straat moeten komen voor het handhavingsbeleid,
de ordehandhaving en dergelijke meer. Zij klagen over wat zij een
schrijnend gebrek noemen aan politiemensen op straat.
12.01 Geert Bourgeois (N-VA):
J'avais déjà posé cette question
par écrit le 26 novembre 2003 et,
en l'absence de réponse du
ministre, je me vois à regret
contraint de la poser oralement.

Les socialistes insistent pour voir
davantage d'agents de police se
charger du maintien de l'ordre au
quotidien. Ce point figure
également dans l'accord de
gouvernement. Combien d'agents
de police, répartis entre les polices
fédérale et locale, notre pays
compte-t-il au total?

Combien cela fait-il par habitant et
qu'en est-il par rapport à nos pays
voisins? Quels sont les chiffres
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Mijnheer de staatssecretaris, in het kader van het veiligheidsbeleid
lijkt het mij belangrijk te weten hoeveel mensen er effectief
operationeel zijn. Ik weet dat ik daarmee een niet-politionele term
gebruik maar ik heb proberen te omschrijven wat ik daarmee bedoel.
Recherche op straat of mensen die gevangenen vervoeren, zijn
uiteraard ook operationeel, maar ik bedoel werkelijk blauw op straat in
de gemeenzame betekenis van het woord - ordehandhaving -,
bestuurlijke politie zeg maar. Ik zou daar graag een kijk op hebben. Ik
zou graag weten hoeveel politiemensen er nu in totaal zijn in dit land.
Hoeveel daarvan behoren tot de federale politie? Hoeveel behoren er
tot de lokale politie?

Ten tweede, op hoeveel politiemensen per inwoner komt dit neer? Ik
lees vandaag in de krant De Standaard dat dit betekent dat er bij ons
1 agent is op 260 inwoners. Ik weet niet of dat ook uw cijfers zijn.

Ten derde, hoeveel politiemensen zijn er gemiddeld in de ons
omringende buurlanden? Ik zie ook in De Standaard dat wij eigenlijk
heel veel politiemensen hebben. Er zijn weliswaar landen met meer
politiemensen, onder andere Italië met 1 per 175, Portugal met 1 per
225 en Spanje met 1 per 215; maar ik zie ook de noordelijke landen,
onder andere Denemarken met 1 per 400, Finland met 1 per 480 en
Duitsland met 1 per 325. Ik denk dat wij nu reeds vrij veel politie
hebben. De vraag is alleen of alles efficiënt verloopt. Dit is echter het
onderwerp van een andere vraag die straks aan bod komt.

Ten vierde, hoeveel politiemensen zijn er in Vlaanderen, Wallonië en
Brussel, telkens opgedeeld in federale en lokale politie, in totaal en
onderverdeeld per aantal inwoners?

Ten vijfde, hoeveel politiemensen zijn er in totaal op straat
operationeel, in de zin zoals ik u geschetst heb, in de
bovengenoemde betekenis, in dit land, in Vlaanderen, in Brussel en in
Wallonië?

Ten zesde, hoever staat het met de 2.500 man extra die naar de
lokale politie zou gaan? Di Rupo en Stevaert dringen aan op de
uitvoering van het regeerakkoord terzake. Hoeveel zijn er reeds
toebedeeld per Gewest? Wat is de gewestelijke verdeelsleutel voor
die 2.500 man extra?

Tot slot, gaat de minister akkoord met de inschakeling van
bijgeschoolde militairen? Dit is een pleidooi dat herhaaldelijk
terugkeert en waarvoor de heer Di Rupo nu ook opnieuw pleit. Zelf
heb ik nogal wat vragen bij de mogelijkheid om dit te doen. Deze dada
keert steeds terug en ik stel vast dat de invulling ervan niet komt.
absolus ainsi que le nombre par
habitant pour les différentes
Régions? Combien d'agents sont-
ils affectés au maintien de l'ordre
au quotidien dans les rues? Qu'en
est-il de l'intention du
gouvernement d'accorder 2.500
agents supplémentaires à la police
locale et quelle est leur répartition
par Région? Le ministre envisage-
t-il de recourir à des militaires
ayant suivi une formation de
recyclage?
12.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, ik dank de heer Bourgeois voor zijn vraag en zal hem het
omstandig antwoord meedelen namens de minister van Binnenlandse
Zaken.

Op de eerste vraag kan ik meedelen dat er op dit ogenblik 37.416
politieambtenaren in het hele land zijn. Hiervan behoren 27.050
politieambtenaren tot de lokale politie en 10.366 politieambtenaren tot
de federale politie.

Tweede vraag. Rekening houdend met het totaal aantal inwoners van
12.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
La Belgique compte 37.416
fonctionnaires de police, dont
27.050 locaux et 10.366 fédéraux.
Cela équivaut à un policier pour
277 habitants ou 361 pour 100.000
habitants. Cette dernière
proportion est de 199 aux Pays-
Bas, de 292 en Allemagne, de 211
en France et de 234 en Angleterre.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
10.355.844 bij het opstellen van het antwoord op de vraag is er in ons
land een politieambtenaar per 277 inwoners.

Derde vraag. Voor deze vraag heeft de minister zich gebaseerd op
cijfers van de Verenigde Naties. Per 100.000 inwoners telt ons land
361 politieambtenaren. Nederland telt er 199 per 100.000 inwoners,
Duitsland telt er 292, Frankrijk 211 en Engeland 234.

Vierde vraag. Wat de lokale politie betreft, telt het Vlaams Gewest
13.498 lokale politieambtenaren of 1 voor 444 inwoners. In het Waals
Gewest zijn er 8.816 lokale politieambtenaren of 1 per 382 inwoners.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er 4.736 of 1
politieambtenaar per 209 inwoners. Wat de federale politie betreft, telt
het Vlaams Gewest 1.567 politieambtenaren of 1 per 3.826 inwoners.
Het Waals Gewest telt 1.170 politieambtenaren of 1 per 2.878
inwoners. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 407
politieambtenaren of 1 per 2.437 inwoners. De cijfers van de federale
politie houden geen rekening met de effectieven van de algemene
directie gerechtelijke politie - het gaat over 3.634 personen -,
aangezien er voor deze effectieven momenteel een nieuwe territoriale
verdeling ter studie ligt. Om de gegevens per regio niet te vertekenen
is bij het aantal federale politieambtenaren in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest geen rekening gehouden met de effectieven
van de centrale diensten te Etterbeek.

Vijfde vraag. Rekening houdend met de definitie van de heer
Bourgeois van het begrip "operationele politieambtenaren" in de zin
van actief op straat en niet in de recherche noch belast met
bureelwerk of operationeel werk op straat deelt de minister het
volgende mee. Met betrekking tot de lokale politie beantwoorden de
lokale politieambtenaren die voltijds belast zijn met de wijkwerking en
de interventiedienst, zijns inziens, het best aan deze omschrijving.
Voor wijkwerking zijn er 3.952 lokale politieambtenaren fulltime
ingeschakeld. 7.201 lokale politieambtenaren worden fulltime
ingeschakeld voor interventieopdrachten. Dit levert een totaal op van
11.143 lokale politieambtenaren die hiervoor voltijds worden ingezet.
Uiteraard dient bij de interpretatie van deze cijfers rekening gehouden
te worden met de lokale politieambtenaren die naast andere taken
halftijds worden ingezet voor wijkwerking, in casu 1.282 effectieven en
1.791 effectieven voor de interventie. Voor de federale politie zijn er
op dit ogenblik geen cijfergegevens bekend met betrekking tot het
aantal operationelen die voldoen aan uw definitie. De
gegevensbestanden worden aangepast om in de toekomst op
dergelijke vragen te kunnen antwoorden.

Zesde vraag. Ter informatie van het parlementslid deel ik mee dat
daarop reeds geantwoord werd in de Kamer en in de Senaat naar
aanleiding van de vragen van de heer Annemans en Vandenhove. De
minister wenst de krachtlijnen van dit antwoord te resumeren. Voor
alle duidelijkheid wenst de minister allereerst op te merken dat de
beslissing niet impliceert dat er 2.500 bijkomende politieambtenaren
zullen worden aangeworven. De ambitie om meer blauw op straat te
realiseren, zal verwezenlijkt worden door verschuivingen van
personeel.

Laat de minister een aantal concrete maatregelen toelichten. Ten
eerste, wordt het operationeel personeel dat nu nog administratieve
en logistieke taken vervult, zoveel mogelijk in een eigen functie door
La Flandre compte 13.498
fonctionnaires de police locaux, la
Région wallonne 8.816 et
Bruxelles 4.736, soit
respectivement un pour 444, 382
et 209 habitants. Le nombre de
policiers fédéraux est de 1.567 en
Flandre, 1.170 en Wallonie et 407
à Bruxelles, soit respectivement
un pour 3.826, 2.878 et 2.473
habitants. Ces données ne
prennent pas en considération la
police judiciaire.

Pour déterminer le nombre
d'agents responsables du maintien
de l'ordre quotidien, en ce qui
concerne la police locale, nous
tenons compte des effectifs
chargés d'opérer dans les
quartiers et
des services
d'intervention qui représentent
respectivement 3.952 et 7.201
unités, soit un total 11.143 unités.
Pour la police fédérale, les
données ne sont pas encore
disponibles.

Pour information, le ministre a déjà
répondu la semaine passée à des
questions similaires de MM.
Annemans et Vandenhove.
L'objectif qui consiste à augmenter
de 2.500 effectifs supplémentaires
la présence policière dans la rue
ne signifie pas que 2.500
recrutements sont nécessaires. Il
sera réalisé par des glissements
de personnel.

Entre autres, du personnel civil
reprendra les tâches
administratives et logistiques des
agents de police, un corps de
sécurité sera responsable du
transfert et de la surveillance des
détenus et les compétences des
agents auxiliaires seront étendues.

En réponse à une autre question,
la ministre de la Justice a déclaré
que 101 militaires étaient entrés
au service du corps de sécurité.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
burgerpersoneel vervangen. Zo zullen 1.080 operationele federale
agenten de komende zes jaar naar reële operationele diensten
worden overgeheveld. Een gelijkaardige operatie, nog niet becijferd,
zal ook in de lokale korpsen bij de lokale politie plaatsvinden.

Ten tweede, het veiligheidskorps waarop de minister zal terugkomen,
zal de politie zoveel als mogelijk vrijstellen van het vervoer en de
bewaking van gevangenen.

Een derde maatregel is een flexibelere arbeidstijdregeling die
onderhandeld wordt met de vakbonden. Daardoor zullen agenten
meer op het terrein kunnen worden ingezet.

Een vierde element betreft het systeem van de supralokale
versterking, de HyCap. Dat zal zoveel mogelijk worden afgebouwd
door een versterking van de algemene reserve van de federale politie.
In de eerste fase wordt deze reserve met 65 personen versterkt.

Ten vijfde, de bevoegdheid van de hulpagenten zal worden uitgebreid
om ze beter te kunnen inzetten.

Ten zesde, de interzonale samenwerking moet blijven worden
aangemoedigd om tot schaalvergroting bij gespecialiseerde taken te
komen.

Ten zevende, de behandeling van kantschriften van administratieve
aard wordt herbekeken.

Ten slotte wordt een aantal maatregelen uitgewerkt om de
administratieve werklast te verminderen. Er ligt onder meer een
voorstel tot vereenvoudiging van het mobiliteitsstelsel op dit ogenblik
ter tafel in het onderhandelingscomité met de vakbonden.

Op uw vraag in verband met het inschakelen van bijgeschoolde
militairen, kan de minister u als volgt antwoorden: "Nu de wettelijke en
statutaire voorwaarden vervuld zijn, zijn er volgens het antwoord van
mijn collega van Justitie op een andere parlementaire vraag, 101
militairen die in het veiligheidskorps reeds zijn aangeworven op de
320 open voorziene plaatsen". Tot daar het antwoord op uw vraag.
12.03 Geert Bourgeois (N-VA): Ik dank de staatssecretaris voor het
omstandige antwoord. Ik hoop dat ik een kopie kan krijgen, mijnheer
de staatssecretaris. Het is natuurlijk zo dat er heel veel cijfermateriaal
is, dat mij toch noopt tot een aantal bedenkingen.

Uit de toelichting bij het cijfer 2.500 blijkt uiteindelijk dat het
hoofdzakelijk gaat om verschuivingen. U zegt dat meer mensen die
nu logistiek en administratief werk doen, de straat op moeten.
Hulpagenten moeten meer bevoegdheden krijgen en dergelijke meer.
U verwijst naar het veiligheidskorps. Dat is bijkomend personeel,
maar uit het antwoord op de laatste vraag blijkt natuurlijk dat dit heel
moeilijk op de rails geraakt en dat u nu nog altijd maar aan 101
militairen zit die op de vraag om in het veiligheidskorps te gaan
optreden, ingegaan zijn.

U wijst er terecht op dat er nog altijd een aantal taken worden
uitgevoerd die niet strikt politioneel zijn. Ik denk dat toch aan de
aandacht van de regering ontsnapt dat de politie ook heel veel
12.03 Geert Bourgeois (N-VA):
Ce chiffre ne répond pas aux
attentes. En ce qui concerne le
transfert de tâches, je remarque
que la police effectue également
un important travail d'aide sociale.
Des assistants sociaux pourraient
prendre cela en charge. Je
suggère de consulter les
Communautés.

Le nombre d'agents varie
fortement selon les Régions. Pour
100.000 habitants, la Flandre en
compte bien moins, ce qui
implique un énorme flux financier.

Il y a encore beaucoup à faire
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
welzijnswerk doet. Men moet eens een meting doen van het
welzijnswerk dat de politie doet, in de marge van vooral optredens bij
intrafamiliaal geweld, de nazorg, de begeleiding, enzovoort. Eigenlijk
zou men daar heel veel welzijnswerkers kunnen inschakelen die, een
keer de politie is opgetreden om de gemoederen te bedaren en
eventueel een pv op te maken, de mensen kunnen begeleiden. Dat is
nu iets wat de politie doet en waar enorm veel uren in opgaan. Ik zou
vragen dat de minister daar ook eens werk van maakt en misschien
probeert in dialoog te gaan met de Gemeenschappen, die toch
bevoegd zijn voor welzijn.

Wat de cijfers zelf betreft, heb ik het eerste cijfer van de vergelijkende
gegevens hier nu voor ogen: 361 politieambten per 100.000 inwoners.
Dan blijkt natuurlijk dat wij al heel veel politiemensen hebben, wat
eigenlijk ook mijn vermoeden was.

Ook stel ik vast dat de cijfers van de minister toch afwijken van wat
vandaag in de Standaard afgedrukt wordt. Tot daar aan toe.

Ik zie ook een enorm groot verschil tussen Vlaanderen en Wallonië.
Het aantal politiemensen per honderdduizend inwoners is veel groter
in Wallonië en in Brussel dan in Vlaanderen. Het zal toch de moeite
lonen ­ en ik ga daar ook bijkomende vragen over stellen ­ om te
kijken naar de geldstromen, die daardoor gegenereerd worden.
Wanneer ik de cijfers over de verdeling tussen Vlaanderen, Brussel
en Wallonië op het eerste gezicht bekijk, denk ik dat deze geldstroom
zéér hoog zal zijn.

Maar goed, er is wat cijfermateriaal. Ik onthoud dat de operatie "meer
blauw op straat" tot nu toe vrij moeizaam verloopt. 1080 politiemensen
uit de diensten administratie en logistiek moeten de straat op, en ook
lokaal moet een dergelijke operatie nog gebeuren. Er is nog heel wat
werk aan de winkel vooraleer men de "community policing" heeft, die
men poogde te bereiken met het Octopus-akkoord.
avant de voir se réaliser les
ambitions du gouvernement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'installation de
vitres teintées sur les véhicules personnels" (n° 1660)
13 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het plaatsen van getinte ruiten in personenwagens" (nr. 1660)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
13.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le secrétaire d'Etat, lors de sa
visite au salon de l'auto, le ministre de l'Intérieur, M. Dewael, a
déclaré devant les caméras de télévision qu'il comptait autoriser dans
un proche avenir l'installation de vitres teintées sur les véhicules
personnels.

Vous n'êtes pas sans savoir que, pour les membres de nos services
de police, tant fédéraux que locaux, affectés à des missions de
contrôle routier, le fait de pouvoir voir le visage du conducteur du
véhicule, comme celui de ses occupants, est extrêmement important.
13.01 Joseph Arens (cdH): Bij
wegcontroles is het belangrijk dat
politieagenten het gezicht van de
bestuurder en de passagiers
kunnen zien. Waarom heeft de
minister van Binnenlandse Zaken
dan beslist geblindeerde ruiten bij
personenwagens toe te laten?
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Je n'ai pas besoin de rentrer dans les détails ni de donner d'autres
explications.

Aussi, monsieur le secrétaire d'Etat, pourriez-vous me dire pour quel
motif le ministre Dewael souhaite autoriser l'installation de vitres
teintées sur les véhicules personnels et s'il ne craint pas que ce projet
soit de nature à hypothéquer dangereusement la sécurité des
membres de nos services de police, tant fédéraux que locaux,
affectés à des missions de contrôle routier?
13.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur
Arens, je vous remercie pour votre question au ministre de l'Intérieur
et je vous réponds en son nom.

Le ministre ne se souvient pas avoir dit une chose pareille. D'une part,
parce que cela relève de la compétence de son collègue, le ministre
de la Mobilité Bert Anciaux et, d'autre part, parce qu'il est parfaitement
d'accord avec vous. Un tel projet serait de nature à hypothéquer
dangereusement la sécurité des membres de nos services de police
lors des contrôles.
13.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De minister
van Binnenlandse Zaken herinnert
zich dergelijke verklaring niet.
Deze materie valt trouwens onder
de verantwoordelijkheid van de
minister van Mobiliteit.

De minister van Binnenlandse
Zaken is het met u eens:
dergelijke toelating zou de
veiligheid van de politieagenten bij
wegcontroles aanzienlijk in het
gedrang brengen.
13.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le secrétaire d'Etat de cette
réponse. Et je me réjouis d'ailleurs que, parfois, le ministre oublie ce
qu'il a dit mais ce n'est pas le cas pour toutes les autres opérations.
En effet, je me rends compte que, depuis quelques temps, il oublie
beaucoup de ses engagements et de plus en plus ce qu'il a dit. Donc,
ici, j'en suis heureux, mais pour tous les autres dossiers, je
commence à me poser de sérieuses questions.
13.03 Joseph Arens (cdH):
Sinds enige tijd vergeet hij heel
wat van zijn verbintenissen en ik
begin mij ernstige vragen te
stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le droit de
regard exercé par le service presse du commissaire général de la police fédérale sur les docu-soaps
télévisés" (n° 1661)
14 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het toezicht van de persdienst van de commissaris-generaal van de federale politie op de op
televisie uitgezonden docusoaps" (nr. 1661)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
14.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, ce n'est pas la première fois que j'interroge sur cette
problématique car je trouve qu'elle est réelle. Dans la question
n° 1315, j'interrogeais déjà le ministre sur la pertinence de la
participation des membres des services de la police fédérale et locale
à de tels documentaires.

Dans la réponse que le ministre m'avait donnée le 21 janvier dernier,
il faisait état de l'avantage que trouvent les services de police à
montrer les conditions dans lesquelles ils sont amenés à travailler et
14.01 Joseph Arens (cdH): Ik
stel me vragen bij een
televisiedocumentaire, waarin
leden van de politiediensten
werden opgevoerd. We zagen een
politieagent, tijdens de dienst,
wapen in de hand, binnendringen
in een woning. De kulas was
echter open en het wapen was dus
niet geladen. Dat doet niet enkel
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
je suis parfois convaincu que c'est utile.

J'ai été interpellé par la récente diffusion d'un documentaire télévisé
mettant en scène des membres de nos services de police dans leurs
missions quotidiennes: il s'agit de l'émission "Enquêtes" diffusée le
mardi 20 janvier 2004 sur la chaîne de télévision RTL-TVi. Les
téléspectateurs pouvaient y voir, avec une insistance évidente de la
part du réalisateur, un membre de nos services de police pénétrer,
dans l'exercice de ses fonctions, dans la pièce d'une habitation, son
arme de service au poing. Jusque là, rien d'anormal, mais la culasse
était en arrière. Ce détail qui signifie tout simplement que l'arme de
l'intéressé ne compte plus de munitions, n'a pas échappé à nombre
de nos concitoyens qui pratiquent le "practical-shooting", comme à de
nombreux policiers moniteurs de tirs qui viennent de terminer, il y a
quelques semaines, un recyclage toutes armes auprès des zones de
police locale.

Ceux-ci s'interrogent aujourd'hui non seulement sur la connaissance
du rechargement tactique que nos policiers en mission sont censés
avoir de par la formation qu'ils reçoivent, mais également sur le droit
de regard qu'exerce encore en réalité le service presse des services
du commissariat général de la police fédérale, sur les images
diffusées dans ces documentaires télévisés mettant en scène des
membres de nos services de police dans l'exercice journalier de leur
profession.

Il est évident que, même si la diffusion de ce type d'images ne heurte
que certains spécialistes, elles ne sont pas de nature à donner la
vision d'une nouvelle police réformée plus compétente et plus
spécialisée.

M. le ministre pourrait-il me faire savoir si le service presse des
services du commissariat général de la police fédérale dispose
encore d'un droit de regard sur les images diffusées dans ces
documentaires télévisés mettant en scène des membres de nos
services de police tant fédéraux que locaux dans leurs missions
quotidiennes? Dans l'affirmative, comment l'exerce-il pratiquement? A
la vue de telles images, compte-t-il prendre des dispositions pour
remédier à ce genre de situation?
vragen rijzen bij de kennis en de
opleiding van de agenten, maar
ook bij het inzagerecht van de
persdiensten van het
commissariaat-generaal van de
politie. Bestaat dat recht en zo ja,
hoe wordt het uitgeoefend?
14.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur
Arens, je vous réponds au nom du ministre de l'Intérieur.

Permettez-moi de répondre d'abord à l'exemple cité pour illustrer
votre question plus générale. Un téléspectateur attentif aura non
seulement remarqué que la culasse de l'arme du policier était en
arrière mais aussi qu'il s'agissait d'une scène filmée dans un centre
de tir lors d'une simulation aux situations dangereuses. Si le
téléspectateur s'est mépris, c'est que l'entraînement aux armes à feu
est devenu très réaliste afin de bien préparer le policier à apprécier et
à réagir rapidement, en état de stress, sur le terrain.

Par ailleurs, lors d'une intervention réelle, la police aurait été
soucieuse de la sécurité du journaliste et n'aurait pas autorisé sa
présence immédiate alors qu'il y a danger.

Quant au fond de la question, la police a effectivement un droit de
regard sur les séquences tournées. En parfaite intelligence avec les
14.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De
aandachtige televisiekijker merkte
wellicht op dat het om een
simulatie in een schietcentrum
ging. Tijdens een reële interventie
zou de agent trouwens ook
hebben gewaakt over de veiligheid
van de journalist en zou hij dus
niet hebben toegestaan dat die
aanwezig was. De politie heeft een
inzagerecht wat de inhoud betreft.
De documentaire wordt doorgaans
voor de uitzending besproken, om
na te gaan of de persoonlijke
levenssfeer niet wordt
geschonden, of bepaalde
politietechnieken niet worden
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
journalistes, le montage est généralement discuté avant diffusion afin
de vérifier si la vie privée est respectée. Si certaines techniques de
police ne sont pas dévoilées au risque de les rendre inopérantes, ici,
le secret d'instruction est préservé.

Jusqu'ici, les partenaires ont toujours respecté leurs engagements; il
n'y a dès lors pas lieu de prendre d'autres dispositions au risque
d'égratigner la liberté de la presse.
blootgegeven, waardoor ze
onbruikbaar zouden worden, en of
het geheim van het onderzoek niet
wordt geschonden.
14.03 Joseph Arens (cdH): Bien sûr, je me rends compte que c'est
encore contrôlé par le service de presse mais je lui demande d'éviter
que de telles situations soient visibles par les téléspectateurs, en
particulier par ceux qui ont suivi les cours. Je n'y connais rien, je vous
le dis franchement, je ne manie pas les armes comme cela. J'estime
cependant qu'il est temps de contrôler de très près ce qui se passe à
ce niveau.
14.03 Joseph Arens (cdH):Ik
geef me er rekenschap van dat dat
door de persdienst wordt
gecontroleerd maar ik vraag aan
onze presdiensten te verhinderen
dat dergelijke toestanden zichtbaar
zijn. Ik ken daar niets van maar ik
ben van oordeel dat moet
nagegaan worden wat er zich op
dat niveau afspeelt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Pour gagner du temps et si personne ne s'y oppose, je poserai ma question depuis mon
banc.
15 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le transfert
des anciens bâtiments de la gendarmerie aux zones de police" (n° 1668)
15 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de overdracht van de vroegere rijkswachtgebouwen aan de politiezones" (nr. 1668)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
15.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, je me permets de revenir une nouvelle fois sur les
effets particuliers de la réforme des polices et plus particulièrement
sur les conséquences du transfert des anciens bâtiments de la
gendarmerie aux zones de police.

Prenons l'exemple de la zone de Vesdre, que je connais bien, et qui
rassemble les communes de Verviers, Dison et Pepinster où les
effets négatifs de cette réforme ont engendré un surcoût énorme. Les
pouvoirs locaux ont donc dû réagir et augmenter la fiscalité.

Nous savons que ces surcoûts sont liés aux frais de fonctionnement,
qui sont en fait des frais de personnel. A cela s'ajoutent les frais liés
au transfert des anciens bâtiments aux zones de police. Ainsi, l'ancien
bâtiment de la gendarmerie de Dison, que je connais bien, est
totalement insalubre, ce qui engendre des coûts considérables pour
les zones de police qui s'interrogent. La question est de savoir
comment elles pourront faire face à ces surcoûts importants.

Bref, vous aurez compris qu'au-delà des problèmes de personnel
dont on a déjà beaucoup parlé, il y a ceux liés au transfert des
bâtiments.
15.01 André Frédéric (PS): Ik wil
het nogmaals hebben over de
gevolgen van de politiehervorming,
meer bepaald over de
overheveling van voormalige
gebouwen van de rijkswacht naar
de poltiezones.

Ik neem het voorbeeld van de
zone "Vesdre" waarvan de
gemeenten Verviers, Dison en
Pepinster deel uitmaken en waar
de negatieve gevolgen van de
hervorming geleid hebben tot een
aanzienlijke meerkost, zodat de
plaatselijke overheden zich
genoodzaakt zagen de belastingen
te verhogen.

Die meerkost houdt verband met
de werkingskosten en de kosten
voor de overheveling van
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34

Par conséquent, permettez-moi de vous poser deux questions:
1. Quels sont ou seront les moyens mis à la disposition des zones de
police par les autorités fédérales pour remettre en état ces bâtiments?
2. Le ministre de l'Intérieur a-t-il l'intention de revoir les mécanismes
de transfert de propriétés entre l'Etat fédéral et les zones de police?
gebouwen van de voormalige
rijkswacht naar de politiezones.
Het voormalige gebouw van de
rijkswacht van Dison is vervallen,
en het opknappen ervan zal
handenvol geld kosten. De
politiezone vraagt zich af hoe zij
die meerkost zal betalen.

Afgezien van de problemen op het
stuk van het personeel, kampen
de zones ook met moeilijkheden
met betrekking tot de overheveling
van gebouwen.

Kan u mij zeggen welke middelen
de federale overheid ter
beschikking van de politiezones
zal stellen om die gebouwen te
renoveren?

Is de minister van Binnenlandse
Zaken tevens van plan de regeling
inzake de overheveling van
eigendommen tussen de federale
overheid en de politiezones te
herzien?
15.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, monsieur Frédéric, le ministre a pris connaissance de vos
questions relatives au transfert des bâtiments à la police locale en
exécution de l'arrêté royal du 9 novembre 2003.

Le contenu de vos questions ainsi que les réponses ne relèvent pas
de la compétence de son département. Il les a donc transmises à son
collègue responsable de la Régie des Bâtiments, M. Didier Reynders.

Le ministre ajoute également que les questions posées par les
autorités locales quant à la procédure à suivre et au contenu de
l'arrêté royal sont discutées en commission d'Accompagnement de la
réforme des polices au niveau local, commission à laquelle assiste un
représentant du ministre des Finances.
15.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Met
betrekking tot de inhoud van uw
vragen over de overheveling van
gebouwen naar de lokale politie
overeenkomstig het koninklijk
besluit van 9 november 2003, is de
minister van Binnenlandse Zaken
niet bevoegd. Hij heeft uw vragen
dan ook doorgespeeld aan
minister Reynders, die bevoegd is
voor de Regie der Gebouwen.

De minister preciseert dat de
vragen die door de plaatselijke
overheden in verband met het
koninklijk besluit worden gesteld,
worden bespoken in de
Commissie ter begeleiding van de
politiehervorming op lokaal niveau,
waarin een vertegenwoordiger van
de minister van Financiën zitting
heeft.
15.03 André Frédéric (PS): Je vous remercie monsieur le secrétaire
d'Etat. Je vais donc interroger le ministre des Finances.
15.03 André Frédéric (PS): Ik zal
mijn vraag aan de minister van
Financiën stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35

Le président: M. De Crem (interpellation n° 244) est absent.
16 Samengevoegde vragen en interpellaties van:
- de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
'militaire bureaucratie' van de politietop" (nr. 1683)
- mevrouw Marie Nagy tot de eerste minister over "de politiehervorming" (nr. 246)
- de heer Joseph Arens tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
werking van de politiediensten sinds de hervorming ervan" (nr. 248)
- de heer Claude Eerdekens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheid in onze straten en wijken" (nr. 1796)
16 Questions et interpellations jointes de:
- M. Geert Bourgeois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la 'bureaucratie militaire'
de la direction de la police" (n° 1683)
- Mme Marie Nagy au premier ministre sur "la réforme des polices" (n° 246)
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement de la
police depuis sa réforme" (n° 248)
- M. Claude Eerdekens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité dans nos rues
et nos quartiers" (n° 1796)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
16.01 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, mijn vraag handelt over de "militaire bureaucratie"
van de politietop.

U weet dat er de laatste tijd door een aantal mensen kritiek werd geuit
op de werking van de politie. Ik moet eraan toevoegen dat de kritiek
werd genuanceerd. We hebben de uitlatingen gehoord van een
onderzoeksrechter uit Brussel, die nogal uitviel tegen het resultaat van
de politiehervormingen. Er was ook de reactie van de procureur van
Hasselt, de heer Rubens, die de zaak sterk nuanceerde. Voorts lazen
wij dat de heer Brice De Ruyver, de veiligheidsadviseur van de eerste
minister, toegaf dat een deel van de kritiek van onderzoeksrechter
Vandermeersch terecht was. De veiligheidsadviseur van de eerste
minister ging zover om te stellen dat de lokale politie, wat betreft de
organisatie, de federale politie voorbij dreigt te steken.

Onderzoeksrechter Vandermeersch beweert dat de federale politie
vandaag slechter functioneert dan voor de affaire Dutroux. De
veiligheidsadviseur van de eerste minister geeft hem gedeeltelijk
gelijk. Hij stelt dat vooral de gerechtelijke pijler van de federale politie
zwaar gebukt gaat onder bureaucratie. Hij legt de
verantwoordelijkheid daarvoor in de eerste plaats bij de top van de
federale politie. U weet dat de top van de federale politie grotendeels
stamt uit de vroegere rijkswacht en de cultuur ervan grotendeels heeft
overgenomen. Anderzijds erkent hij ook dat de overheid zelf
verantwoordelijkheid draagt voor wat mank loopt. Hij geeft toe dat het
eenheidsstatuut te complex is en dat een vereenvoudiging en
versoepeling absoluut nodig zijn. Hij zegt dat alles draait rond de
verhouding prijs-kwaliteit. Volgens mij heeft hij daar een punt.

Minister Dewael zelf heeft toegegeven dat er problemen zijn door,
onder andere, een teveel aan administratie.
16.01 Geert Bourgeois (N-VA):
D'aucuns ont récemment émis à
l'égard des hauts fonctionnaires
de police des critiques que
d'autres se sont employés à
nuancer. Le conseiller en sécurité
du premier ministre a admis que
ces critiques étaient partiellement
fondées et il a indiqué que la
police locale risquait de dépasser
la police fédérale en tant
qu'organisation.

M. Vandermeersch, juge
d'instruction, a déclaré qu'à l'heure
actuelle, la police fédérale
fonctionnait moins efficacement
qu'avant la réforme des polices. A
ses yeux, la structure du pilier
judiciaire, principalement, serait
très bureaucratique. La
responsabilité de cette situation
incombe aux dirigeants de la
police fédérale dont la majeure
partie provient de l'ancienne
gendarmerie. Les autorités sont
également pointées du doigt, le
statut unique s'avérant trop
complexe. Selon moi, le juge
d'instruction a marqué un point. M.
Dewael a admis lui aussi que des
problèmes se posaient en la
matière.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb in dat verband de volgende
vragen.

Ten eerste, bevestigt de minister de uitspraak van de heer De Ruyver,
met name dat de lokale politie de federale politie als organisatie
voorbij dreigt te steken?

Ten tweede, klopt het dat vooral de federale politie zwaar gebukt gaat
onder de bureaucratie?

Ten derde, hoe komt het dat de top van de federale politie er niet in
slaagt te komen tot meer efficiëntie en tot meer Administratieve
Vereenvoudiging?

Ten vierde, erkent de minister dat het eenheidsstatuut te complex is
en dat ook de overheid derhalve moet optreden om te komen tot een
vereenvoudiging en een versoepeling?

Ten vijfde, welke verbetering in de verhouding prijs-kwaliteit streeft de
minister na? De minister zegt dat hij er werk van wil maken. Wil de
minister eenzelfde output voor een lagere kostprijs of wil hij meer
tegen dezelfde kostprijs? Mijnheer de staatssecretaris, dat sluit een
beetje aan bij mijn vorige vraag, waaruit blijkt dat wij op het eerste
gezicht erg veel politiemensen hebben. De vraag is of de overheid
erin slaagt om de politie op een voldoende efficiënte manier in te
schakelen en operationeel te maken.

Le ministre confirme-t-il ces
critiques? Quelles solutions a-t-il
prévues? Espère-il obtenir des
résultats similaires pour un
moindre coût ou de meilleurs
résultats pour le même coût?
16.02 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, l'absence du
ministre de l'Intérieur et du premier ministre rend tout ceci un peu
vain. Il n'y aura pas de vrai débat: le secrétaire d'Etat n'est pas en
charge de la question. C'est vraiment banaliser la discussion.

Qu'il s'agisse des libéraux flamands ou francophones, ils n'ont qu'un
mot à la bouche lorsqu'ils rencontrent la population: sécurité, sécurité,
sécurité! Ils parlent de criminalité à tort et à travers, à propos de
toutes les questions. Mais, depuis 1999, ils ont la police dans leurs
compétences. Ce sont eux qui sont chargés d'apporter une réponse à
la question de la sécurité, à savoir l'organisation et le travail de la
police sur le terrain. Depuis la mise en place de la réforme des
polices, on a certes constaté qu'il était difficile d'entamer une réforme
très importante, car le temps était relativement court et les
discussions avec les syndicats devaient être menées. M. Duquesne
nous avait déjà tenu des discours exactement identiques aux
réponses toutes faites du secrétaire d'Etat, que nous avons
entendues ce matin.

Je ne sais pas s'ils font du copier-coller avec les réponses de M.
Duquesne, mais ce sont les mêmes: "on va étudier des pistes pour la
simplification administrative", "on va essayer de mettre plus de
personnel pour que les policiers puissent quitter les commissariats".
Cela fait au moins deux ans que j'entends les mêmes réponses et les
mêmes récriminations - que celles-ci émanent de l'Union des villes et
des communes, des magistrats, des policiers eux-mêmes, des
parlementaires qui essayent d'être à l'écoute ou encore de la
commission de l'évaluation de la réforme des polices, qui a réalisé un
travail assez sérieux en pointant tous ces problèmes et en apportant
des réponses aux différents problèmes.
16.02 Marie Nagy (ECOLO): De
afwezigheid van de minister maakt
dit alles enigszins nutteloos. De
liberalen, voor wie veiligheid
cruciaal is, hebben sedert 1999 de
politie onder hun bevoegdheid.
Sinds de implementatie van de
politiehervorming heeft men
weliswaar vastgesteld dat het
moeilijk was om een belangrijke
hervorming aan te vatten binnen
een relatief korte termijn. Ik heb de
indruk dat de antwoorden van de
heer Duquesne letterlijk zijn
overgenomen. We verwachten van
de minister dat hij de hervorming
uitvoert en niet dat hij ons zegt dat
er vooruitgang zal worden
gemaakt. Het is een feit dat de
minister slecht heeft onderhandeld
over het Mammoet-besluit.. Het
kan niet uitgevoerd worden omdat
het niet financierbaar is. En men
kondigt nu aan dat er daarover
opnieuw zal worden onderhandeld.
Zoals een journalist zei, telkens
een probleem is omschreven,
geeft de regering een antwoord en
veroorzaakt zij een nieuw
probleem.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Ce que nous attendons du ministre, c'est la mise en oeuvre et non
qu'il nous dise: "cela va avancer, nous allons réfléchir, des pistes
seront explorées". Nous attendons que l'on nous dise: "Nous avons
pris des décisions. Des choses se mettent en place". Il ne s'agit pas
qu'un ministre nous renvoie à un collègue qui reprendra tout à zéro.

La famille libérale a une importante responsabilité politique, elle nous
parle de sécurité, mais, une fois à la tête de ce département, elle
n'arrive pas à concrétiser cette réforme des polices et réussit même à
faire descendre les policiers dans la rue. Il faut le reconnaître: le
ministre Duquesne a mal négocié l'arrêté "Mammouth". Ce sont des
gens qui donnent des leçons de gestion et de rigueur. Et puis, quand
ils ont en main un dossier important, on constate que cet arrêté prend
l'eau de toutes parts. On ne sait pas le mettre en oeuvre car il n'est
pas finançable et qu'il rend l'organisation impossible. Et voilà qu'on
nous annonce maintenant qu'il va être renégocié.

Comme le disait un certain journaliste, chaque fois qu'un problème
est identifié, le gouvernement donne une réponse et crée un nouveau
problème.

Aujourd'hui, on interroge le ministre et il ne prend même pas la peine
de venir au parlement! Or, on sera jugé à cet égard! D'une part, on dit
aux gens que l'on attribue beaucoup d'argent à la réforme des polices
et, d'autre part, les bourgmestres et les gens sur le terrain ne peuvent
que constater qu'il y a moins de capacité opérationnelle sur place.
D'un côté, les policiers sont mécontents, de l'autre, le ministre de
l'Intérieur soit est absent, soit déclare qu'il était au gouvernement
flamand quand tout a été discuté. Mais il continue à faire campagne
sur le thème de la sécurité et de la bonne gestion de l'Etat. Tout cela
tourne au ridicule. J'aimerais ne pas avoir des réponses du style "on
va réfléchir", "on va faire ceci et cela", etc.

Que fait le ministre? Comment répondre à la critique venant d'ailleurs
d'un proche du premier ministre, le conseiller sécurité M. De Ruyver,
qui a indiqué que les problèmes venaient de la réorganisation de la
police selon une conception bureaucratique de type militaire ­ pour ne
pas citer la gendarmerie. J'estime que cela mérite une autre réponse
que "la presse n'a pas compris", "on va faire", etc.

J'ai des doutes car le secrétaire d'Etat, même plein de bonne volonté,
ne peut pas prendre en charge un dossier que ses collègues
compétents en la matière prennent par-dessus la jambe. Mais
j'écouterai et, le cas échéant, j'interrogerai à nouveau le ministre. Ce
sujet est important. Il ne s'agit pas seulement de slogans et de
propagande électorale, c'est un véritable débat qui mérite que l'on
s'en occupe sérieusement, sans reporter toujours les solutions à plus
tard.
Enerzijds zegt men de mensen dat
men veel geld in de
politiehervorming pompt en
anderzijds stellen de mensen in
het veld vast dat de operationele
slagkracht is afgenomen. Ik wens
duidelijke antwoorden. Wat
onderneemt de minister? Hoe kan
men de kritiek beantwoorden van
iemand uit de nabije omgeving van
de eerste minister, die stelt dat de
problemen te wijten zijn aan een
bureaucratische, militair getinte
opvatting van de
politiehervorming? En dan heb ik
het nog niet over de rijkswacht. Ik
heb mijn twijfels bij dit alles,
vermits de staatssecretaris geen
dossier ter harte kan nemen waar
zijn bevoegde collega's zich snel
vanaf maken. Maar ik zal luisteren
naar zijn antwoord en de minister
in voorkomend geval opnieuw
bevragen. Dit is een belangrijk
onderwerp.
16.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je rejoins
entièrement les collègues qui ont déjà pris la parole sur cette
problématique de la réforme des polices. S'il y a trop peu de "bleu"
dans les rues, j'estime qu'il y a trop de bleus dans les gouvernements,
des bleus qui ne tiennent pas leurs promesses. C'était déjà le cas
sous la législature précédente avec M. Duquesne tonitruant, mais rien
ne s'est concrétisé. Nous faisions entièrement confiance à Patrick
Dewael, estimant que son dynamisme et sa jeunesse allaient nous
aider à régler les problèmes de cette réforme des polices. Quelques
16.03 Joseph Arens (cdH): De
beloftes worden niet nagekomen.
Dat was reeds het geval met de
heer Duquesne en nu opnieuw
met de heer Dewael. Vandaag
betogen de politieagenten. Zij
hebben gelijk. Sommigen willen
aan verkregen rechten raken. De
zones hebben met heel wat
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
mois après, nous nous rendons compte que, sur le terrain, cela va de
moins en moins bien.

Nous assistons aujourd'hui à une manifestation des policiers dans
nos rues et ils ont raison. Aujourd'hui, certains veulent toucher à des
droits acquis. Les zones doivent faire face à de nombreux problèmes,
nous en parlons depuis des mois. Par exemple, l'accord de
gouvernement prévoyait un renforcement de 2.500 agents, sans coûts
supplémentaires pour les communes, nous attendons toujours! Le
ministre a visité la zone d'Arlon. J'étais très heureux de sa visite, au
mois de septembre dernier, espérant vraiment obtenir des accords
concrets pour pouvoir évoluer dans cette zone. Mais, au bout du
compte, les quatre communes de cette zone d'Arlon ont engagé, sur
leur propre budget, dix agents en plus! Sur leur propre budget!

Nous avons effectivement interrogé le ministre qui nous a répondu:
"Vous les avez engagés, à vous de les rétribuer!" Mais avant la
réforme, nous disposions de 115 agents. Après celle-ci, il nous reste
95 agents. Sur ces 95 agents, nous devons en affecter 10 au transfert
des détenus. Cela signifie qu'il nous en reste 85. Comment voulez-
vous que le système fonctionne correctement?

Un autre élément très important aussi est celui relatif aux bâtiments.
A cet égard, on nous renvoie à votre collègue, M. Reynders. J'estime
que cette matière doit être débattue au sein de notre commission et
que M. Reynders doit venir y répondre au sujet de ces dossiers! Cela
commence, en effet, à bien faire! On ne s'exprime plus. On ne sait
plus ce qui se passe ni en cette commission ni au parlement, mais
nous devons exiger, monsieur le président, que la matière soit
examinée en commission de l'Intérieur.

En ce qui concerne les bâtiments, je souhaiterais que la question soit
réglée dans l'intérêt des communes, car être aujourd'hui bourgmestre
d'une commune équivaut à être confronté aux problèmes de sécurité.
En effet, nous n'avons plus les moyens et si nous avons encore la
sécurité dans nos communes, c'est parce que sur le terrain, les
agents de police - je le reconnais dans ma zone ­, tant les hommes
que les femmes, y mettent de leur coeur et travaillent à fond. En effet,
ils prennent à coeur leurs missions, mais le jour où la démotivation
sera totale de ce côté, nous n'aurons plus la sécurité à laquelle nous
assistons maintenant.

Par ailleurs, j'ai interrogé la semaine dernière sur les absences et
congés de maladie. Mais lorsque vous n'avez plus le droit de prendre
des congés, lorsque les heures supplémentaires de 2001 ne sont pas
encore payées, comment voulez-vous, dans une telle ambiance, être
encore motivé? Je ne m'étendrai pas davantage sur la problématique
de la réforme des polices et je suis convaincu que d'autres collègues
me suivront, mais il est temps, monsieur le ministre, de devenir
sérieux. Où en est la mise en oeuvre de cette réforme? Je pense aux
2.500 agents supplémentaires et sans coûts additionnels pour les
zones de police - on nous a tellement répété que cette opération
serait neutre pour nos budgets communaux - mais, plus j'avance, plus
je me rends compte que c'est loin d'être le cas. Dans quels délais les
différents arrêtés seront-ils exécutés? Les budgets nécessaires sont-
ils dégagés ou non?

J'attends vraiment des réponses à toutes ces questions et ne croyez
problemen te kampen. Het
regeerakkoord voorzag in 2.500
bijkomende agenten. Wij wachten
nog steeds. De minister heeft de
politiezone van Aarlen bezocht.
Per slot van rekening hebben de
vier gemeenten van die zone
echter hun eigen middelen moeten
aanspreken om tien bijkomende
agenten in dienst te nemen.

De minister heeft geantwoord dat
wij ze hebben aangeworven en dat
wij ze dan maar moeten betalen.
Maar voor de hervorming
beschikten we over 115 agenten.
Nu zijn het er nog 95 van wie tien
zich bezig houden met de
overbrenging van gevangenen.
Een ander aspect betreft de
gebouwen. Dit probleem moet in
de commissie voor de
Binnenlandse Zaken aan bod
komen.

Zodra het moreel in de gemeenten
een dieptepunt heeft bereikt zal
het gedaan zijn met de veiligheid
zoals we die thans kennen.

Ik heb vorige week een vraag
gesteld over de afwezigheden en
ziekteverloven. Als men geen
recht op verlof meer heeft hoe kan
men dan nog gemotiveerd blijven?
Hoever staat het met de uitvoering
van de hervorming? Wanneer
neemt ze concreet vorm? Ik denk
hierbij aan de beloofde 2.500
bijkomende agenten.

U moet niet denken dat ik geen
vertrouwen in u heb, mijnheer de
staatssecretaris, maar ik had
gewenst dat de minister hier was.
Zijn afwezigheid is een signaal dat
hij niets meer te maken wil hebben
met de politiehervorming. Deze
houding brengt de toekomst van
onze politiezones en van onze
gemeentebegrotingen in gevaar.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
pas, monsieur le secrétaire d'Etat, que je ne vous fasse pas confiance
mais j'aurais néanmoins souhaité, tout comme d'autres collègues,
que le ministre de l'Intérieur en personne vienne répondre à nos
interpellations. Ceci manque de sérieux et démontre à quel point ce
ministre n'a plus rien à faire de la réforme des polices, ce qui est
réellement dangereux pour l'avenir de nos zones de police et de nos
budgets communaux.
16.04 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, ma question
s'inscrit dans la foulée des interpellations de Mme Nagy et de M.
Arens.

Je souhaite dire que manifestement tous les municipalistes
considèrent objectivement que la réforme est un échec. Il faut appeler
un chat un chat! Ce n'est ni une question de majorité et d'opposition ni
un problème communautaire. Je fais partie de ces municipalistes;
avec 33 ans de présence au sein d'un collège communal et en tant
que bourgmestre, je connais donc la matière.

La responsabilité n'est évidemment pas dans le chef de l'actuel
ministre de l'Intérieur; elle est collective. Dans l'émotion de l'affaire
Dutroux, on a imaginé la réforme des polices. Huit partis ont souscrit
à l'accord Octopus en fonction des dysfonctionnements de la police
judiciaire et de la BSR dans l'affaire Dutroux. Ni les polices locales, ni
les brigades de gendarmerie locales n'étaient montrées du doigt au
niveau des manquements mais bien l'organisation quelque peu
tentaculaire de la gendarmerie, sa discrétion absolue et sa rétention
d'informations à l'égard des magistrats. Il y avait un réel problème de
cohésion entre les BSR, le BCR qui centralisait l'information à la
gendarmerie et les polices judiciaires que n'aimaient pas les gens de
la BSR.

La réforme a englobé le niveau local. Par ce fait, on a foutu la
pagaille! Je ne suis pas certain que cela fonctionne mieux qu'avant au
niveau de la police criminelle. Probablement que les tensions
existantes entre la BSR et la PJ ont été réduites par la mise en place
d'une police criminelle unique. En matière de maintien de l'ordre, je
n'entends pas de critiques à l'égard du fonctionnement de la police
fédérale qui en est chargée.

Où situe-t-on les réclamations et le mécontentement de la population?
Au niveau des polices locales. Toutes les communes sont
mécontentes. Elles ont le sentiment, tant en Flandre qu'à Bruxelles et
en Wallonie, de payer beaucoup plus qu'avant. Elles ont la certitude
d'avoir un service moins bien rendu qu'auparavant, ce que la
population ressent aussi. Il y a moins de présence policière, c'est une
évidence. Mme Nagy a tout à fait raison.

Cet arrêté "mammouth" a été négocié dans la précipitation de
l'organisation de l'Euro de football; à l'époque, on craignait des
manifestations de policiers ou une grève. Effectivement, on a lâché
les vannes, on a tout ouvert! Résultat des courses: en prenant ma
zone de police comme exemple, je constate que je fais maintenant,
avec un effectif équivalent à celui qui existait par le passé, 80% du
travail qui était effectué auparavant, pour un coût de 120%. On paie
donc beaucoup plus pour avoir moins de production. Dans une
société de type économique et commercial, c'est la faillite annoncée.
Cela ne peut pas continuer!
16.04 Claude Eerdekens (PS):
De hervorming is een mislukking.
Al wie op gemeentelijk vlak actief
is, ziet dat.

Daar zijn we collectief
aansprakelijk voor. De hervorming
heeft het lokale niveau aangepakt
en daar hebben we een puinhoop
van gemaakt. De klachten van de
bevolking hebben betrekking op
de lokale politie. De gemeenten
hebben het gevoel dat ze veel
meer betalen dan voorheen en ze
weten dat ze de bevolking minder
goede diensten leveren.

Over het Mammoetbesluit werd in
de sprint naar de organisatie van
het Europees kampioenschap
onderhandeld en we hebben alle
registers opengetrokken. In mijn
politiezone wordt nu 80 % van het
werk dat vroeger werd
gepresteerd uitgevoerd tegen een
kostprijs van 120 %. Dat is het
begin van het faillissement. Dat is
veel geld dat definitief verloren is.
Het papierwerk is ontzettend. Ik
heb vanmorgen nog een toelating
ondertekend om 7,60 euro aan
een agent toe te kennen. Om die
7,60 euro uit te betalen moeten het
WGP-formulier en zes bladzijden
worden ingevuld, dat is een uur
werk voor een bediende in de
politiezone.

De heer Arens en mevrouw Nagy
hebben niet gesproken over de
GPI die de wedden beheert. Alle
weddenberekeningen gebeuren
thans in Brussel. Maar als er
regels bestaan om ze te
berekenen waarom moet dan alles
in Brussel gecentraliseerd
worden? Wij zouden de
gepresteerde uren sneller kunnen
uitbetalen.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40

Je sais que le ministre de l'Intérieur s'évertue à remettre en cause le
projet "mammouth", mais ce sera difficile! Essayez de retirer à un
chien, tout excité à l'idée de la recevoir, la nourriture que vous lui avez
apportée, c'est quasiment impossible! Je ne sais pas comment on va
faire, mais c'est perdu! C'est beaucoup d'argent qui est perdu, et
définitivement! On ne pourra jamais reprendre d'un côté ce que l'on a
donné de l'autre! C'est clair et manifeste!

La paperasserie est épouvantable. J'ai signé ce matin encore un
mandat pour accorder 7,60 à un policier. Il faut voir le travail que
cela représente! C'est hallucinant! Le formulaire LPI, 6 pages à
remplir, pour payer ces 7,60! C'est une heure de travail pour un
employé dans la zone de police!

M. Arens et Mme Nagy n'ont pas parlé du GPI qui soumet les
communes à un énorme travail administratif. Le GPI s'occupe
aujourd'hui des traitements. Mais les communes n'avaient aucune
difficulté à établir les traitements et à calculer les heures de leurs
policiers. C'est l'enfance de l'art! Maintenant, tout est centralisé à
Bruxelles où l'on fixe les traitements des 24.000 policiers locaux. On
aurait pu laisser le calcul des traitements aux zones de police. A partir
du moment où l'on dispose des règles pour les calculer, pourquoi
faut-il centraliser? Pourquoi cette gestion pyramidale, un peu à la
française, très jacobine? C'est absolument effarant. Nous pourrions
procéder au paiement des heures prestées plus rapidement. A partir
du moment où une administration communale dispose d'un service du
personnel, cela n'a rien de compliqué. Auparavant, les communes
calculaient les salaires de leurs policiers, et aucun problème ne s'est
jamais posé pour liquider les traitements. Il n'était pas compliqué non
plus de faire appel à des gendarmes pour venir en aide aux policiers.
Les communes disposent de tous les instruments nécessaires. Nous
devons tenter de réduire cette centralisation administrative tout à fait
décourageante.

Je voudrais vous raconter une anecdote. Une organisation syndicale
avait déposé un recours suite à une décision du collège de ma zone
de police. Je me suis retrouvé à Bruxelles, devant une commission
d'appel à laquelle assistaient les représentants syndicaux de l'ex-
gendarmerie. Je me trouvais donc à Etterbeek, dans une caserne de
gendarmerie. J'ai parcouru un bâtiment où les gens s'affairaient à
montrer qu'ils faisaient semblant de travailler. C'était hallucinant! Il y
avait là une organisation bien pensée pour ne rien faire. Tout le
monde passait d'un bureau à l'autre. Il serait possible de faire un film
très amusant. J'ai attendu 20 minutes pendant lesquelles j'ai pu
observer ce va et vient. C'était absolument consternant!

On assiste donc là à un échec cuisant de l'administration de la police
fédérale, qui veut traiter des moindres détails de la gestion des zones
de police locale. Nous devrions donc quasiment refaire une sorte
d'Octopus. Nous devons aller au-delà des réformes. Nous devons
réunir tous les protagonistes autour de la table. Nous devons
restaurer la confiance de la population dans les forces de police. C'est
quand même extrêmement important en termes de sécurité. Chacun
aspire à davantage de sécurité. Le citoyen a le droit de vivre dans une
société sécurisée. Mais l'administration telle qu'elle a été conçue ne
peut pas fonctionner de manière opérationnelle.
Als een gemeentebestuur over
een personeelsdienst beschikt is
dat toch kinderspel. We zouden
bijna een nieuw soort
Octopusakkoord moeten
opstellen. We moeten alle
protagonisten terug rond de tafel
krijgen. Dat is belangrijk voor de
veiligheid. Het is hoog tijd om
besluiten te trekken en om de
politieagenten terug hun werk te
laten doen.

De bevolking wenst dat ze de
agenten rechtstreeks kan
benaderen. Er worden momenteel
mobiele permanenties verzekerd
die ik de kuieragenten noem. In
het uiterste geval moeten ze zich
te voet verplaatsen. Maar de
burgers willen geen wagens zien
voorbijrijden, maar ze willen een
agent kunnen aanspreken om
hem hun problemen voor te
leggen.

Ik meen dat ik mag stellen dat de
heer Dewael voor een zeer grote
uitdaging staat. Ik schenk hem
mijn vertrouwen.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
Il serait peut-être souhaitable que M. Dewael rassemble les partis de
la majorité et de l'opposition. Il est temps de tirer des conclusions de
la réforme de 1999 et de remettre les policiers sur le terrain.

La population veut quasiment "toucher" les policiers. Elle a besoin de
les voir et de leur parler. Qu'a-t-on actuellement? Les permanences
mobiles (les PM) que j'appelle les policiers promeneurs. Ces derniers
sont à la limite obligés de se promener. Mais les citoyens ne veulent
pas voir passer des voitures, ils veulent pouvoir s'adresser à des
policiers pour leur faire part de leurs problèmes.

Aujourd'hui, l'organisation est kafkaïenne. On assiste à une
bureaucratie phénoménale et affolante.

Comme d'autres, je tire la sonnette d'alarme. Je crois pouvoir dire
objectivement que M. Dewael est confronté à un terrible défi. Je lui
fais confiance. C'est un homme pratique et qui a déjà montré son
talent. Mais il doit provoquer un électrochoc. Les choses ne peuvent
pas continuer de la sorte. Une solution doit être trouvée. Il faut
remettre les policiers dans les rues pour que cela fonctionne mieux.
16.05 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, chers collègues, de manière générale, le ministre a
entendu les critiques relayées par les médias qui s'adressaient surtout
à la police fédérale.

A cet égard, le ministre rappelle que la police fédérale a fait l'objet, fin
2001, d'un audit dont les constats ont déjà donné lieu à certaines
adaptations. Des efforts doivent probablement encore être faits. Mais
les critiques émises doivent aussi être quelque peu relativisées, ce
que M. Bourgeois a fait.
16.05 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De minister
heeft de kritiek gehoord die de
media hebben geuit en die vooral
voor de federale politie was
bedoeld. Terzake werd een audit
ingesteld die al tot bepaalde
aanpassingen heeft geleid. Er
moeten nog inspanningen worden
gedaan maar de kritiek moet
worden gerelativeerd.
Hier moet ik onmiddellijk bij zeggen dat er ook veel positieve
ervaringen zijn dankzij de politiehervorming. Jammer genoeg worden
deze positieve ervaringen evenwel minder of niet weergegeven door
de media. Niemand zal ontkennen dat de politiehervorming nog
kinderziekten vertoont. Van meet af aan was het voorspelbaar, gelet
op de snelheid, de complexiteit en de omvang van de
politiehervorming. Dat is precies de reden waarom een audit werd
gedaan van de federale politie, nog geen jaar na haar oprichting. Een
aantal lessen werd getrokken uit deze audit.

Wat de bureaucratie betreft, deze vloeit voort uit drie fenomenen, zegt
de minister.

Ten eerste, de complexiteit van het statuut, wat onvermijdelijk is om
de rechten van de personeelsleden te garanderen en tevens een
minimum aan controle mogelijk te maken.

Ten tweede, de wijziging in de strafprocedure. De minister denkt aan
de vormvoorschriften van de wet-Franchimont.

Ten derde, de nieuwe behoeften op het vlak van de verwerking van
de informatie om ons toe te laten deugdelijke informatie en goede
statistieken te hebben, wat tevens vereist dat de gegevens correct
moeten worden ingevoerd.
Le nombre élevé d'expériences
positives n'est généralement pas
mentionné par les médias. Il y a
encore des maladies de jeunesse,
nul ne songera à le nier. C'est
pourquoi la police fédérale a déjà
été soumise à un audit un an à
peine après sa création. La
bureaucratie croissante est due à
la complexité du statut, aux
modifications de la procédure
pénale et aux prescrits formels de
la loi Franchimont, ainsi qu'aux
nouveaux besoins en matière de
traitement de l'information. Il est
possible qu'il y ait un excès
d'administration, ce qui doit
toutefois encore être vérifié en
détail.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Mogelijks is er een teveel aan administratie. De conclusies van de
audit op dit punt moeten worden uitgediept.

Quoi qu'il en soit, le premier ministre, accompagné des ministres de
l'Intérieur et de la Justice, recevra tout à l'heure le commissaire
général de la police fédérale et ses directeurs généraux afin
d'entendre leurs réactions à l'égard de ces critiques.

Quant à l'exécution de l'accord de gouvernement - vous avez posé la
question, monsieur Eerdekens -, le ministre vous précise que les
négociations syndicales sont terminées à propos de
l'assouplissement du régime du temps de travail. En matière de
mobilité, les négociations sont également en cours afin de réduire la
lourdeur des procédures.

Enfin, le ministre a également entamé les négociations afin de
déterminer les mesures d'accompagnement des policiers effectuant
actuellement des tâches administratives et qui, demain, seront remis
sur le terrain.

Quant aux critiques relatives au fonctionnement de la police au niveau
local, en particulier à l'insuffisance de personnel, le ministre met
actuellement en oeuvre l'engagement qui figure dans l'accord de
gouvernement de renforcer la capacité des polices locales de 2.500
unités.
De eerste minister, de minister van
Binnenlandse Zaken en van
Justitie zullen binnenkort de
commissaris-generaal van de
federale politie en zijn directeurs-
generaal ontvangen.

Inzake de uitvoering van het
regeerakkoord zullen de
onderhandelingen over de
versoepeling van het stelsel van
de werktijden worden afgerond.
De onderhandelingen over de
mobiliteit worden voorgezet. Met
de begeleidingsmaatregelen van
de politiemensen die van een
administratieve functie naar het
veldwerk overstappen werd een
aanvang gemaakt.

Om tegemoet te komen aan het
tekort aan plaatselijke
politiemensen, zal de minister het
regeerakkoord dat voorziet in een
uitbreiding met 2.500 eenheden
uitvoeren.
Inderdaad de regeringsverklaring stelt dat de capaciteit van de lokale
politie met 2.500 fulltime-equivalenten dient te worden verhoogd tegen
het einde van de legislatuur ­ als het vroeger kan, des te beter. De
minister wenst voor alle duidelijkheid eerst op te merken dat dit niet
impliceert dat er 2.500 agenten bijkomend zullen worden
aangeworven. Om het te zeggen met de woorden van de
begeleidingscommissie, met name de Commissie ter Begeleiding van
de Politiehervorming op het lokaal niveau, zoals het werd verwoord in
het tussentijds verslag van die begeleidingscommissie, en ik citeer:
"Het is duidelijk dat de capaciteit van 2.500 fulltime-equivalenten
reeds aanwezig is bij de lokale korpsen, maar hetzij zitten ze niet op
de juiste plaats, hetzij worden ze onttrokken aan de basispolitiezorg
omwille van de HyCap". Einde citaat.

De ambitie van 2.500 fulltime-equivalenten ofwel de concrete vertaling
van de leuze "meer blauw op straat" zal bereikt worden door een
ganse reeks maatregelen die de operationele inzetbaarheid van de
lokale politie ten goede zal komen. Op deze manier kan de capaciteit
van de lokale politie zo veel als mogelijk gevrijwaard worden voor
haar kerntaak, met name de basispolitiezorg. De maatregelen die op
stapel staan zijn de volgende.
La déclaration gouvernementale
stipule que 2. 500 équivalents
temps plein doivent venir
augmenter la capacité de la police
locale d'ici à la fin de la législature.
Cela n'est pas la même chose que
2.500 engagements
supplémentaires. Selon la
commission de suivi de la réforme
de la police, cette capacité est en
effet présente au sein des corps
de police locale. Il s'agit d'agents
de police qui ne sont pas affectés
au bon endroit ou qui ont été
soustraits au service de police de
base en raison de l'HYCAP. Des
mesures sont prises afin
d'augmenter la capacité
opérationnelle et d'améliorer le
service de police de base.
Les fonctionnaires de police doivent au maximum être mobilisés sur
le terrain. Les tâches administratives et logistiques doivent être
effectuées le plus possible par le personnel civil, le CALOG. Pour ce
faire, la police fédérale a été chargée, dans les six prochaines
années, de transférer 1.080 effectifs opérationnels d'emplois CALOG
à des postes effectivement opérationnels. Une opération semblable
De politieagenten moeten in het
veld actief zijn, terwijl de
administratieve taken eerder voor
het burgerpersoneel (het CALOG)
bestemd zijn. Tijdens de komende
zes jaar zullen 1.080 CALOG-
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
dans les corps locaux devrait également libérer une importante
capacité opérationnelle.

Dans la même philosophie, le ministre dit que des civils seront au
maximum mobilisés pour constituer les carrefours d'informations de
l'arrondissement, les CIA, et les centres de communication
d'informations, les CIC.

La mise en place du corps de sécurité dégagera, dans la mesure du
possible, la police locale au niveau du transfert, du transport et de la
surveillance des détenus. La ministre de la Justice, Mme Onkelinx,
met tout en oeuvre pour recruter des agents de sécurité. Une
soixantaine d'agents de sécurité ont déjà été engagés.

L'horaire de travail assoupli impliquera que les agents seront plus
flexibles et pourront donc être envoyés plus intensivement sur le
terrain. Mais vous connaissez les discussions là-dessus.

Il sera mis progressivement un terme au système de la capacité
hypothéquée, HyCap. Le système HyCap signifie que chaque police
locale doit réserver une partie de sa capacité afin de fournir un
soutien aux autres zones de police pour des missions importantes de
police administrative. Une réserve générale renforcée de la police
fédérale devrait être à même de remplir cette mission. A cette fin, le
ministre a déjà prévu un budget pour le renfort de la réserve fédérale,
cette réserve pouvant être renforcée de 65 personnes dans une
première phase.

En outre, les attributions des auxiliaires seront élargies.
Premièrement, la coopération interzonale devra également être
intensifiée de manière permanente, notamment par la mise en place
d'un seul accueil de victimes en faveur de plusieurs zones.
Deuxièmement, en collaboration avec le procureur du Roi, la
commission d'accompagnement de la réforme des services de police
au niveau local se penche actuellement sur la problématique des
apostilles ­ Ah, Napoléon! Une grande partie de la capacité disponible
de la police locale est en effet consacrée à l'exécution d'apostilles du
parquet, souvent de nature administrative.
personeelsleden daadwerkelijk
operationeel worden. Bij de lokale
korpsen zal hetzelfde gebeuren.
Het burgerpersoneel zal tevens
worden ingeschakeld bij de
arrondissementele informatie-
kruispunten (AIK) en de
communicatie- en informatiecentra
(CIC). Dankzij de uitbouw van het
veiligheidskorps zal de lokale
politie bovendien niet langer
moeten instaan voor de
overbrenging van en het toezicht
op gevangenen.

Dankzij de versoepelde
dienstregeling zullen er meer
agenten in het veld kunnen
worden ingezet. Het systeem van
de gehypothekeerde capaciteit
(HYCAP), waardoor de lokale
politie verplicht was een gedeelte
van haar capaciteit aan te spreken
om de andere politiezones bij
belangrijke opdrachten te
ondersteunen, zal stapsgewijs
worden afgebouwd. De algemene
reserve van de federale politie, die
­ in eerste instantie met 65
eenheden ­ zal worden versterkt,
zal deze opdracht op zich nemen.

Bovendien zullen de
bevoegdheden van de
hulpkrachten worden uitgebreid.
De interzonale samenwerking zal
worden bevorderd door de
diensten slachtofferhulp van
verschillende zones samen te
smelten. De begeleidings-
commissie buigt zich tevens over
het probleem van de
kanttekeningen door het parket,
die vaak van administratieve aard
zijn en waaraan de lokale politie te
veel tijd besteedt.
Er zal op worden toegezien dat zowel de operationele als de niet-
operationele steun van de federale politie maximaal wordt afgestemd
op de behoeften en de verwachtingen van de lokale component van
de geïntegreerde politie. De bestuurlijke directeur-coördinator, de
zogeheten dirco, heeft hierbij een belangrijke rol te vervullen.

Ten slotte hoopt de minister dat u, geachte leden van de commissie
van Binnenlandse Zaken, zult willen begrijpen dat hij niet wil
vooruitlopen op het onderhoud met de commissaris-generaal en de
directeurs-generaal. Een afvaardiging van de regering zal eerstdaags
onder het voorzitterschap van de eerste minister samenkomen met de
On veillera à ce que tant l'appui
opérationnel que non opérationnel
de la police fédérale réponde au
mieux aux besoins. En l'espèce, le
Dirco joue un rôle important. Enfin,
sous la présidence du premier
ministre, un entretien entre les
ministres de l'Intérieur et de la
Justice, le commissaire général et
les directeurs généraux est prévu.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
minister van Justitie om al deze problemen te bespreken.

Tot daar het uitvoerig antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken.

Voilà pour la réponse du ministre de l'Intérieur.
16.06 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris, maar ik verwijs ook naar het vorige antwoord. De
kamerleden moeten blijkbaar wachten op het onderhoud dat de
minister vandaag met de politie zal hebben. Samen met een aantal
collega's stel ik vast dat de minister wel ter beschikking is van de
politiemensen, maar niet van de Kamer om te antwoorden op de
pertinente vragen.

Ik heb nog een paar bedenkingen. Tenzij ik mij vergis, heb ik geen
antwoord gekregen op mijn vraag wat de regering en de minister nu
nastreven. Wil de minister voor dezelfde prijs een grotere output of wil
de minister komen tot een lagere prijs om hetzelfde resultaat als
vandaag te hebben? In interviews heeft hij zelf de verhouding prijs-
kwaliteit inzake politie aangekaart, maar ik krijg geen antwoord.

Volgens uw antwoord op mijn vorige vraag is er bijvoorbeeld op het
lokale vlak een immens aantal politieagenten niet-operationeel, in de
omschrijving die ik daaraan heb gegeven. U zegt dat de lokale politie
27.050 leden telt en dat minder dan de helft daarvan operationeel is
op straat. Bij de vroegere lokale politiekorpsen was er niet zo'n
verhouding tussen de administratie en de logistiek, enerzijds, en het
operationele korps, anderzijds. Daaraan moet dringend iets worden
gedaan. Ik pleit er nogmaals voor dat die administratie wordt
afgebouwd, dat er minder administratieve kantschriften moeten
worden uitgevoerd en dat de politie minder welzijnswerk moet doen.
De politie is nu voor een groot deel welzijnswerker geworden in de
familiale sfeer. Daarvan moet dringend werk worden gemaakt.

Ik heb ook grote twijfels bij de voornemens om 2.500 meer agenten
op straat te krijgen, de dringende eis van de PS en de sp.a. Uit uw
vorig antwoord blijkt dat er van het veiligheidskorps nog maar 101
leden zijn aangeworven. Ik ben daarover altijd zeer sceptisch
geweest. Zelfs als dat het geval is, gaat het nog maar om zo'n 300
personen in het veiligheidskorps. Alle andere maatregelen, die u in
het vorige antwoord hebt geschetst, zijn nog vrij verre
toekomstmuziek, zoals het geven van meer bevoegdheden aan
hulpagenten. Wij zijn absoluut nog niet toe aan de invulling van die
2.500 bijkomende voltijdse equivalenten op straat, een dwingende
opdracht vanuit het regeerakkoord.

Ten slotte, het is tijd dat de overheid in het licht van de internationale
gegevens nakijkt of het aantal leden van de politie nog realistisch is.
Wij moeten dringend iets doen voor meer kwaliteit in verhouding tot
de ingezette middelen. De politiehervorming kost ontzettend veel. Er
zijn enorm veel politieagenten, maar wij slagen er blijkbaar niet in een
voldoende output te geven. In ons land zijn er per 100.000 inwoners
361 politieagenten, in Nederland maar 199, in Duitsland 292, in
Frankrijk 211 en in Engeland 234. Er moet dus nog enorm veel
worden hervormd. Op dat vlak is de kwaliteit die de overheid biedt nog
altijd ondermaats.
16.06 Geert Bourgeois (N-VA):
Les membres de la Chambre
devront vraisemblablement
attendre l'issue de l'entretien que
le ministre a cet après-midi avec la
police.

Le ministre escompte-t-il à présent
un meilleur résultat pour un prix
identique ou un résultat identique
à un prix moins élevé? Je n'ai pas
obtenu de réponse à cette
question.

Moins de la moitié des 27.050
agents de la police locale
travaillent dans la rue. Auparavant,
ce rapport était totalement
différent. Il faut mettre un terme
aux missions administratives et
d'assistance de la police.

Le projet d'augmenter de 2.500
unités la présence policière dans
la rue me laisse sceptique. Pour
l'heure, 101 personnes à peine ont
été engagées au sein du Corps de
sécurité. Les autres mesures ne
sont que de beaux projets à long
terme.

A la lumière de la situation
internationale, nous devons
également nous interroger sur la
qualité du travail que fournit la
police. La réforme des polices a
coûté extrêmement cher. Notre
pays compte 361 agents pour
10.000 habitants alors que les
Pays-Bas se contentent de 199. Il
semble bien que de nombreuses
réformes seront encore
nécessaires.
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
16.07 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai entendu la
réponse du secrétaire d'État au nom du ministre et je répète que je
trouve cela invraisemblable. J'avais cru comprendre que le ministre
viendrait ici cet après-midi mais non, cet après-midi, il rencontre la
presse et les policiers et pas les parlementaires! Je ne vais pas
revenir sur la question mais ce sont des moeurs à tout le moins
étonnantes. Cela commence dans la réponse du ministre quand il dit
que les médias parlent de ce qui ne va pas alors qu'ils devraient
parler de ce qui va. Ce gouvernement gouverne avec les médias et
pour les médias et il se plaint ensuite que les médias ne font pas
exactement ce qu'il voudrait qu'ils fassent, c'est-à-dire parler des
choses qui vont bien. Le problème, c'est qu'il y a les manifestations, il
y a les bourgmestres, il y a des questions sans réponse. C'est cela
qu'il faut gérer au lieu de dire que tout est pour le mieux dans le
meilleur des mondes.

La question de la concertation police-justice est importante. J'aimerais
qu'elle soit effective. À plusieurs reprises, moi et mes collègues, nous
avons interrogé la ministre de la Justice et elle nous a dit qu'une
discussion devait avoir lieu avec les représentants du ministère de
l'Intérieur pour régler tout ce qui a trait aux demandes des magistrats
et de la police. Quand pourrait-on avoir ne serait-ce qu'un plan? L'idée
de M. Eerdekens n'est pas mauvaise: il faudrait tout remettre à plat et
suivre un plan de réforme ou d'achèvement de la réforme des polices,
après une gestion pour le moins chaotique par les deux ministres qui
se sont succédé.

Enfin, monsieur le président, rien que dans une des Régions que je
connais bien, il manque 400 policiers au cadre. Quand on recrute des
policiers, ils s'en vont ensuite grâce au principe de mobilité. Dans le
cadre de la force spéciale pour le transport de prisonniers, parmi les
101 nouveaux candidats, il y en a 1 pour Bruxelles. C'est dire qu'on
n'est pas sorti de l'auberge! Ce serait bien d'aborder un jour les
questions relatives à la mobilité, des obligations de recrutement, de la
mise en oeuvre de ce corps spécial mais avec un échéancier qui
permette d'aboutir, sans revenir sans cesse devant cette commission
avec des questions. Dans ce sens, J'ai déposé une motion de
recommandation pour que nous ayons un plan complet, reprenant
une série d'éléments cohérents à débattre pour trouver des solutions
réelles et pas uniquement se contenter d'échanges verbaux.
16.07 Marie Nagy (ECOLO):
Deze regering regeert met en voor
de media. Er wordt echter betoogd
en heel wat vragen blijven
onbeantwoord. Het overleg politie-
justitie is een belangrijke
aangelegenheid, dat een concrete
vorm zou moeten krijgen.
Wanneer kunnen we over, al was
het maar een plan, beschikken?
Het idee van de heer Eerdekens in
dat verband is niet zo gek: we
zouden tabula rasa moeten maken
en een hervormingsplan of
eindfase van hervormingsplan
moeten volgen, nadat de twee
opeenvolgende ministers er een
zootje van maakten.

In een enkel Gewest, dat ik erg
goed ken, zijn er 400 agenten te
kort. Wanneer agenten in dienst
worden genomen, maken ze
gebruik van de mobiliteitsregeling
en vertrekken ze weer. Bij de 101
nieuwe kandidaten voor de
eenheid die zal instaan voor de
overbrenging van de gevangenen,
is er één kandidaat voor Brussel.
Om die reden diende ik een motie
van aanbeveling in, waarin ik de
regering vraag een volledig plan
ter beschikking te stellen waarin
de concrete discussiepunten op
samenhangende wijze worden
voorgesteld, zodat we tot
daadwerkelijke oplossingen
kunnen komen en niet langer
aangewezen zijn op
mededelingen.
16.08 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je comprends
très bien l'absence du ministre de l'Intérieur ce matin, tout
simplement, parce que depuis 10 mois, il n'avait rien de nouveau à
annoncer, sauf peut-être que les 2.500 policiers, contrairement à ce
que l'on pourrait croire, sont potentiellement là, mais peut-être pas
encore sur le terrain et qu'ils le seront probablement d'ici peu.
J'attends et je voudrais savoir comment il compte effectuer ce
transfert des bureaux vers le terrain.

En ce qui concerne le corps de sécurité, ce n'est pas non plus
l'endroit pour en parler, car cette matière ressort au département de la
Justice et non à celui de l'Intérieur. Membre d'un collège de police, j'ai
vu arriver le responsable du corps de sécurité de cette zone: un seul
homme qui se dit responsable du corps de sécurité de la zone. Nous
lui avons demandé de combien d'hommes il était assisté. Il nous a
répondu être seul. Un pauvre homme non armé pour transférer les
détenus! Qu'est-ce que cela signifie?
16.08 Joseph Arens (cdH): De
minister van Binnenlandse Zaken
heeft nu al tien maanden lang
niets nieuws te melden. Ik zou
echter willen weten op welke
manier hij die 2.500 politiemensen
in de praktijk wil overhevelen.

Ik was erbij op de eerste werkdag
van het hoofd van het
veiligheidskorps van mijn zone: die
arme man was helemaal alleen en
beschikte niet eens over een
wapen, terwijl hij geacht werd in te
staan voor het vervoer van
gedetineerden!
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46

A toutes ces questions, nous ne recevons que des réponses évasives
comme celles que nous avons reçues au mois de novembre dernier
lors du rapport d'évaluation dans cette même enceinte. Le comité
d'encadrement se trouvait là. Il était censé trouver des solutions. Le
gouvernement mettra-t-il ou non les moyens à disposition? Je l'ignore.
Quant au fond de mes questions - les délais d'exécution de toutes ces
décisions -, je n'ai obtenu aucune réponse. Je reste sur ma faim et
j'espère quand même que le ministre aura un jour le courage de se
présenter devant les parlementaires pour s'expliquer sur l'échec de la
réforme des polices. Nous attendons avec impatience tous les
ministres concernés par la réforme dans notre commission de
l'Intérieur, monsieur le président.
Zal de regering al dan niet de
nodige middelen ter beschikking
stellen: wij hebben er het raden
naar. Ik heb evenmin een
antwoord gekregen met betrekking
tot de termijnen voor de uitvoering
van al die beslissingen. Onze
commissie wacht met ongeduld
om de ministers die bij die-
mislukte- hervorming betrokken
zijn, aan de tand te kunnen voelen.
16.09 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, en ce qui me
concerne, je suis enclin à faire confiance en la capacité du ministre de
pouvoir faire face à une situation très difficile. Je répète cette idée de
peut-être asseoir autour de la table l'ensemble des partis, comme on
l'avait fait pour aboutir à l'accord "Octopus". En effet, ce débat est
tellement important pour le fonctionnement de la société, cette volonté
de protéger le citoyen, qu'associer l'opposition à la réflexion me paraît
utile, même si cela prend deux mois. Je pense que ce ne sera pas du
temps perdu. On peut peut-être le faire par le biais d'une commission
commune Chambre et Sénat. Il y a une idée à creuser et je pense
qu'un pas devrait être accompli dans cette direction.

Concrètement, j'aurais trois petites suggestions à présenter. Les
communes, pour les zones de police pluricommunales ou
monocommunales, ont obtenu en 2003 les surcoûts admissibles pour
l'année 2002. On avait annoncé aux zones de police le paiement des
surcoûts 2003 en janvier 2004. A ce jour, le paiement des surcoûts
admissibles n'a pas eu lieu, ce qui inquiète les mandataires locaux.

Par ailleurs, pourquoi ne pas autoriser les zones de police à assurer
elles-mêmes le contrôle médical plutôt que de passer nécessairement
par le seul contrôle autorisé actuellement? Ainsi, pour les provinces
de Namur, Luxembourg et Hainaut, il y a un seul service de contrôle,
à Jumet, avec deux médecins contrôleurs pour trois provinces.
Pourquoi ne pas autoriser ce contrôle à leurs frais évidemment? A
Charleroi, par exemple, le taux d'absentéisme est de 30%. Le
contrôle y est inexistant. Un commissaire de police voulait présenter
des examens de chef de corps dans d'autres zones. Il a signalé à ses
collègues, sur lesquels il avait autorité - c'est un scandale - avoir
l'intention de prendre un mois de congé de maladie pour pouvoir
préparer ses examens.

J'ai dénoncé les faits à ce service de contrôle qui a répondu qu'il
n'avait pas le personnel pour contrôler. Heureusement, cette
personne n'a pas été désignée pour les zones de police auprès
desquelles elle postulait. Vous me permettrez de considérer que ce
comportement est incivique. Mais il faut nous autoriser à réagir face à
des situtations manifestement abusives.

Enfin, il me semble que, pour les zones de police, il faut tenter de
régler ce problème des bâtiments ­ je sais que c'est de la
compétence de M. Reynders ­ dont certains sont transférés pour des
montants qui dépassent l'entendement, à tel point que les zones de
police refusent ces bâtiments. En ce qui me concerne, je ne vous
16.09 Claude Eerdekens (PS): Ik
ben geneigd de minister mijn
vertrouwen te schenken omdat ik
weet dat hij opgewassen is tegen
moeilijke situaties. Het lijkt mij
nuttig om ook de oppositie bij dat
debat te betrekken, ook al neemt
dat twee maanden in beslag. Wij
zouden een en ander op
parlementair niveau, Kamer en
Senaat, kunnen organiseren.

In 2003 hebben de gemeenten de
aanvaardbare meerkosten voor
2002 verkregen. Men had de
politiezones beloofd dat de
meerkosten voor 2003 in januari
2004 zouden worden uitbetaald,
maar
die betaling van de
aanvaardbare meerkosten heeft
nog altijd niet plaatsgevonden en
dat baart de plaatselijke
gezagsdragers zorgen.

Waarom zouden de politiezones
zelf niet mogen instaan voor de
medische controle, op eigen
kosten? In Charleroi bedraagt het
ziekteverzuim 30 procent en wordt
er helemaal geen controle
uitgeoefend. Een
politiecommissaris zou aan zijn
collega's zelfs hebben gezegd dat
hij van plan was een maand
ziekteverlof te nemen om zijn
examens van commissaris voor te
bereiden. Dat is schandalig. Naar
eigen zeggen beschikt de
controledienst over onvoldoende
personeel om controles te
verrichten.

Gebouwen worden overgeheveld
voor gekke bedragen. Ik heb de
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
cache pas que j'ai refusé la cession de deux bâtiments. Je vais
construire un commissariat moderne pour 40% du prix auquel on veut
me céder un bâtiment ancien. Je n'en veux pas évidemment! Je ne
suis pas fou!

Des problèmes se posent donc sur le terrain. Le ministre doit faire
face à un héritage assez lourd mais il a les épaules larges et malgré
sa jambe boîteuse pour l'instant, il reprendra du poil de la bête ­
comme le dit M. Delizée. Je suis convaincu qu'il a la volonté de régler
les choses. Il est aussi municipaliste et bourgmestre de Tongres et
donc sensible à cette situation. Je lui fais confiance.
overdracht van twee gebouwen
geweigerd. Ik zal een modern
commissariaat laten bouwen voor
40 procent van de prijs waartegen
men een oud gebouw wil
overhevelen.

De minister kan echter tegen een
stootje en ondanks het feit dat hij
nu wat mank loopt, zal hij er
binnenkort weer flink tegenaan
gaan. Ik heb vertrouwen in hem.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Marie Nagy et par M. Joseph Arens et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Marie Nagy et de M. Joseph Arens
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre,
demande
1. un plan précis du ministre de l'Intérieur pour finaliser la réforme des polices;
2. au ministre de l'Intérieur de modifier les circulaires concernant la charge administrative imposée à la
police locale;
3. de clarifier les responsabilités financières entre la police locale et la police fédérale;
4. une réponse définitive à la répartition des bâtiments."

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marie Nagy en door de heer Joseph
Arens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Marie Nagy en van de heer Joseph Arens
en het antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister,
vraagt
1. dat de minister van Binnenlandse Zaken een nauwkeurig plan ter afronding van de politiehervorming zou
uitwerken;
2. dat de minister van Binnenlandse Zaken de circulaires betreffende de administratieve taken waarmee de
lokale politie wordt belast, zou wijzigen;
3. dat klaarheid zou worden geschapen met betrekking tot de afbakening van de respectieve financiële
verantwoordelijkheden van de lokale politie en de federale politie;
4. dat een definitieve oplossing met betrekking tot de verdeling van de gebouwen zou worden uitgewerkt."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Marie Nagy et par M. Joseph Arens et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Marie Nagy et de M. Joseph Arens
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre,
recommande au gouvernement
1. d'enfin respecter ses engagements et d'augmenter l'effectif de 2.500 policiers sans coûts
supplémentaires pour les zones de police, en adoptant de manière urgente les dispositions nécessaires et
en dégageant les budgets suffisants à cette fin;
2. dans l'évaluation qui est faite des bâtiments à transférer, de respecter le principe d'égalité entre les
zones, de veiller à une évaluation correcte des bâtiments tenant compte de leur état réel et de laisser un
délai raisonnable aux autorités locales pour réagir aux propositions qui leur sont faites."
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marie Nagy en door de heer Joseph
Arens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Marie Nagy en van de heer Joseph Arens
en het antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister,
beveelt de regering aan
1. eindelijk haar verbintenissen na te komen en het aantal politiemensen met 2.500 eenheden op te
trekken, zonder bijkomende kosten voor de politiezones, door onverwijld de daartoe noodzakelijke
maatregelen te treffen en de nodige financiële middelen uit te trekken;
2. bij de evaluatie met betrekking tot de over te hevelen gebouwen rekening te houden met het principe van
de gelijkheid tussen de zones, toe te zien op een correcte schatting van de waarde van de gebouwen,
rekening houdend met de echte staat waarin zij zich bevinden, en de plaatselijke overheden een redelijke
termijn te laten om te reageren op de voorstellen die hen worden gedaan."

Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Geert Bourgeois et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Marie Nagy et de M. Joseph Arens
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre,
recommande au gouvernement
1. de délester la police de multiples tâches administratives et sociales;
2. de réexaminer, notamment sur la base de comparaisons internationales, le rapport entre le personnel
administratif et logistique, d'une part, et le personnel opérationnel, d'autre part;
3. de définir d'urgence une norme de qualité en matière de police et de soumettre en particulier le rapport
coût/résultat à un examen approfondi;
4. de mettre fin aux disparités entre la Flandre et la Wallonie."

Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Geert Bourgeois en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Marie Nagy en van de heer Joseph Arens
en het antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister,
beveelt de regering aan
1. de politie te ontlasten van allerlei administratieve taken en welzijnstaken;
2. de verhouding administratie/logistiek enerzijds en operationele manschappen anderzijds meer in het licht
van internationale vergelijkingen te herbekijken;
3. dringend een kwaliteitsnorm inzake politie te bepalen, meer bepaald de verhouding kostprijs/resultaat
aan een grondig onderzoek te onderwerpen;
4. een einde te maken aan de scheeftrekking Vlaanderen/Wallonië."

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Stijn Bex, Miguel Chevalier, Willy Cortois et Claude
Eerdekens.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Stijn Bex, Miguel Chevalier, Willy Cortois et Claude
Eerdekens.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
17 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitwijziging van afgewezen asielzoekers" (nr. 1696)
17 Question de M. Miguel Chevalier au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion
de demandeurs d'asile déboutés" (n° 1696)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
17.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
korte vraag voor de plaatsvervangende minister. Gisteren heeft de
Tweede Kamer in Nederland ingestemd met het plan van minister
Verdonk dat voorziet in de uitwijzing van 26.000 uitgeprocedeerde
asielzoekers in de komende drie jaar. Het is de bedoeling om de
26.000 mensen die daarvoor in aanmerking komen terug te wijzen
naar het land van herkomst.

In een recent verleden heb ik zelf nogal wat expertise opgebouwd
rond asiel en migratie. Ik weet dat een degelijk asielbeleid, dat
gestoeld moet zijn op humanisme en realisme, niet kan werken
zonder een degelijk uitwijzingbeleid. In de voorbije jaren hebben wij
daarop hard gewerkt en ook resultaten geboekt, maar deze resultaten
stonden of vielen ook met de terugnameakkoorden die de vorige
regering met heel wat landen van herkomst heeft afgesloten.

Ik wil van de minister weten in hoeverre hij op de hoogte is van
dezelfde initiatieven die in Nederland genomen zijn of genomen
moeten worden. Ik stel mij de vraag, in het kader van ons
uitwijzingsbeleid, of er gezamenlijke initiatieven ontwikkeld kunnen
worden met Nederland om uitgeprocedeerde asielzoekers terug te
wijzen naar het land van herkomst. Zijn deze zaken mogelijk in het
kader van ­ ik durf het woord bijna niet in de mond nemen ­ een
efficiënt terugkeerbeleid?

Ik zie dat een aantal collega's de zaal heeft verlaten. Ik vrees dat
diezelfde collega's misschien heibel willen maken binnen een paar
weken, als zou blijken dat een aantal van die asielzoekers de trein
hebben genomen naar Antwerpen of België. In dat geval zal men
graag spreken over een toevloed van uitgeprocedeerde asielzoekers
uit Nederland.

Ik denk dat de minister wel degelijk bezig is, maar ik wil toch weten in
welke mate er contacten zijn tussen België en Nederland en in welke
mate er gezamenlijke samenwerkingsakkoorden op til zijn om een
initiatief te nemen betreffende het Nederlands probleem en ons
uitwijzingsbeleid.
17.01 Miguel Chevalier (VLD):
La Deuxième Chambre
néerlandaise a adopté le projet de
la ministre de l'Intérieur, Mme
Verdonck, visant à renvoyer dans
leur pays d'origine 26.000
demandeurs d'asile déboutés au
cours des trois prochaines
années. Une véritable politique
d'asile fondée sur des principes
humanistes et réalistes ne peut
être menée à bien sans une
véritable politique d'expulsion.
Dans ce cadre, des initiatives
communes avec les Pays-Bas
peuvent-elles être prises?
Qu'adviendra-t-il si d'ici quelques
semaines il s'avère qu'un certain
nombre de ces demandeurs
d'asile déboutés prennent le train
pour quitter les Pays-Bas à
destination de la Belgique?
17.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Ik dank de heer
Chevalier voor zijn vraag en ik wil u het volgende antwoorden in naam
van de minister van Binnenlandse Zaken.

De Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft een aantal
praktische werkafspraken ­ in Nederland noemen ze dat een
`memorandum of understanding' ­ gemaakt met landen inzake de
terugname van illegale vreemdelingen. Ik geef een kort overzicht van
die bestaande afspraken.

Er is een afspraak met Jordanië over Irakese onderdanen die vrijwillig
naar Jordaans grondgebied willen terugkeren. Met Afghanistan en de
Verenigde Naties zijn er afspraken over de vrijwillige terugkeer van
Afghaanse onderdanen. Met Roemenië is er een afspraak over
groepsgewijze terugkeer, met Dubai over de terugkeer van
vreemdelingen, met name Somaliërs, via de luchthaven van Dubai.
Met Nigeria zijn er afspraken over de inzet van Nigeriaanse
17.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Le service néerlandais
d'immigration et de naturalisation
a conclu des accords de travail
pratiques avec certains pays en ce
qui concerne la réadmission
d'étrangers en séjour illégal. Les
Pays-Bas ont en outre conclu un
certain nombre d'accords de
réadmission, dont la conclusion
s'inscrit dans le cadre du Benelux.
La Belgique est donc
automatiquement partie à ces
conventions. Une liste des pays
avec lesquels des accords ont été
conclus ou avec lesquels des
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
immigratiedeskundigen die kunnen meewerken aan het
identiteitsonderzoek.

Daarnaast werden door Nederland ook een aantal
terugnameakkoorden afgesloten. De minister wenst er op te wijzen
dat bij het afsluiten van deze akkoorden in Benelux-verband wordt
opgetreden. België is dus automatisch partij bij het afsluiten van deze
verdragen. De minister zal u graag een volledige lijst overmaken van
de landen waarmee deze akkoorden werden afgesloten of waarmee
onderhandeld wordt met het oog op het afsluiten van deze akkoorden.

Ten slotte wil de minister nog opmerken dat ook op Europees vlak
inspanningen geleverd worden om terugnameakkoorden tot stand te
brengen. Vier akkoorden zijn reeds getekend of staan op het punt te
worden getekend. De betrokken derde landen zijn: Hong Kong,
Macau, Sri Lanka en Albanië. Aangezien de terugnameakkoorden
hoofdzakelijk in Benelux verband of Europees verband worden
afgesloten is er uiteraard een permanent overleg met de Nederlandse
autoriteiten. Tot daar het antwoord van de minister op uw vraag.
négociations ont eu lieu vous sera
communiquée. Sur le plan
européen, des efforts sont
consentis pour parvenir à des
accords de réadmission. Quatre
accords ont déjà été signés ou
sont sur le point de l'être. Les pays
tiers concernés sont Hong Kong,
Macao, le Sri Lanka et l'Albanie.
Cette matière fait l'objet d'une
concertation permanente avec les
autorités néerlandaises.
17.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het was een verhelderend antwoord. Op deze
manier kunnen wij zeer veel speculaties vermijden.

Ik hoorde ook het land Albanië. Ik weet dat een
samenwerkingsakkoord met Albanië in het verleden soms wat
moeilijkheden gaf met Nederland. Ik hoor dat het nu toch op til is. Ik
hoop dat op die manier het ene asielbeleid geen effect zal hebben op
het andere asielbeleid. Ik weet dat we het probleem hebben dat
België en Nederland aan elkaar grenzen. Een vlotte samenwerking
zal elke mogelijke problematiek rond het uitwijzingsbeleid van zowel
België als Nederland op die manier aanpakken.
17.03 Miguel Chevalier (VLD):
Nous pourrons ainsi éviter bien
des spéculations. Par le passé, un
accord conclu avec l'Albanie a
suscité un certain nombre de
difficultés avec les Pays-Bas.
J'espère que, dans ces conditions,
la politique d'asile d'un pays
n'influencera pas la politique
d'asile de l'autre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n°1699 de M. De Crem est reportée.
18 Vraag van de heer Stijn Bex aan de eerste minister over "een mogelijke verandering in de
protocollaire rangorde" (nr. 1715)
18 Question de M. Stijn Bex au premier ministre sur "une éventuelle modification de l'ordre
protocolaire" (n° 1715)

(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
18.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb het initiatief tot deze vraag genomen naar aanleiding
van de aankondiging van Prins Laurent en Prinses Claire dat zij
overwogen om het peterschap van hun eerste kindje toe te
vertrouwen aan een moslim. Ik denk dat dit een belangrijk symbolisch
gebaar is waarmee het prinsenpaar de evenwaardigheid van de
verschillende levensbeschouwingen in de schijnwerpers plaatst.

Symbolen zijn volgens mij belangrijk. Het staatsprotocol is een
symbool van de democratie en het kan volgens mij niet achterblijven.
18.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
choix du parrain du premier enfant
du Prince Laurent met en lumière
l'égalité des différentes
communautés philosophiques
existant au sein de notre pays. Le
protocole ne peut rester à la traîne
dans ce domaine. La préséance
protocolaire actuelle se fonde sur
une législation vieille de quelque
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
De huidige protocollaire rangorde is gebaseerd op een regelgeving
die ongeveer tweehonderd jaar oud is. Die strookt eigenlijk niet meer
met de huidige maatschappelijke werkelijkheid.

Daarbij heb ik één concrete vraag. Op rang 1 van die volgorde staan
de kardinalen. Ik vroeg mij af of kardinaal Joos, die recent door de
paus als vriendendienst tot kardinaal is benoemd, volgens onze
protocollaire rangorde voorgaat op de voorzitter van de Kamer. Dat is
toch wel een opmerkelijk gegeven als dat waar zou zijn. Het is maar
een voorbeeld van het feit dat die volgorde aangepast moet worden.

Daarbij heb ik een aantal concrete vragen. Ik denk dat het protocol de
evenwaardigheid van de verschillende levensbeschouwelijke
gemeenschappen in ons land moet weergeven. Vandaag staan de
niet-christelijke levensbeschouwingen op rang 90. De kardinaal staat
echter op 1. Ik denk dat wij terzake tot evenwaardigheid moeten
komen.

Ik denk ook dat de belangrijkste vertegenwoordigers van de
wereldlijke instanties, zoals bijvoorbeeld de voorzitters van Kamer en
Senaat en van de deelstaatparlementen, zeker moeten voorgaan op
de vertegenwoordigers van de levensbeschouwelijke
gemeenschappen.

Tijdens de vorige legislatuur is er een werkgroep opgericht omdat de
regering van mening was dat daaraan best wat verandering zou
worden gebracht. Er is toen geen concrete uitkomst aan gegeven. Op
een vraag van collega Mahoux in de Senaat aan de eerste minister
heeft minister Moerman een nietszeggend antwoord gegeven. Zij
heeft niet echt duidelijk concreet aangegeven wat de plannen van de
regering zijn.

Vandaar heb ik de volgende concrete vragen.

Ten eerste, staat kardinaal Joos momenteel inderdaad op de eerste
plaats in de protocollaire rangorde?

Ten tweede, geeft de huidige protocollaire volgorde volgens u nog de
huidige maatschappelijke werkelijkheid en het grondwettelijk principe
van de scheiding tussen kerk en staat weer?

Tot slot, zal er alsnog een initiatief komen van deze regering om die
protocollaire rangorde te herzien, op welke herziening ik toch ten
zeerste wens aan te dringen?
200 ans et ne correspond plus à la
réalité sociale. Ainsi, par exemple,
les cardinaux occupent le premier
rang.

La préséance doit être adaptée à
l'égalité des communautés
philosophiques. En outre, il
conviendrait d'accorder la priorité
aux principaux représentants des
instances séculières par rapport
aux représentants des
communautés philosophiques. Au
cours de la législature précédente,
un groupe de travail chargé de
cette matière n'a pas pu résoudre
le problème.

La préséance protocolaire telle
que nous
la connaissons
aujourd'hui reflète-t-elle le principe
constitutionnel de la séparation de
l'Eglise et de l'Etat? Le premier
ministre compte-t-il prendre une
initiative en vue de procéder à sa
révision?
18.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Bex, ik dank u voor uw interessante vraag. Ik zal u
trachten te antwoorden in naam van de minister van Binnenlandse
Zaken.

De interkabinettenwerkgroep die de lijst van de protocollaire volgorde
moet bepalen, heeft nog geen definitieve resultaten voorgelegd want
de Ministerraad heeft haar voorstellen niet goedgekeurd. Daarom
werden ze van de vorige naar de huidige legislatuur doorgeschoven.
Het gevolg is dat het dossier opnieuw in zijn geheel moet worden
bestudeerd.

Er is wel een voorlopige lijst van protocollaire volgorde opgesteld,
18.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Le groupe de travail intercabinets
qui doit examiner la liste de l'ordre
de préséance protocolaire n'a pas
encore produit de résultats
définitifs, car le Conseil des
ministres n'a pas approuvé ses
propositions. Le problème, posé
lors de la précédente législature, a
été reporté à la législature
suivante. Par conséquent, le
dossier doit être réexaminé dans
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
waarbij een aantal functies die niet meer bestaan of zijn afgeschaft,
uit de volgorde zijn verwijderd. In de voorlopige lijst staan de
kardinalen op de eerste plaats.

Wat de scheiding tussen kerk en staat betreft, is tijdens de vorige
legislatuur beslist het gewone verloop van de Nationale Feestdag op
21 juli niet te wijzigen. In de ochtend organiseert de minister van
Binnenlandse Zaken een Te Deum en in de namiddag is er een
militair défilé.

Het Te Deum van 15 november daarentegen, zal niet langer door de
burgerlijke overheid worden georganiseerd. In plaats hiervan komt
een jaarlijkse plechtigheid in het federaal Parlement.

Totdat het dossier opnieuw in zijn geheel wordt bestudeerd, is er dus
geen wijziging gepland in de protocollaire volgorde.

Tot daar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken.
son ensemble. Une liste provisoire
de l'ordre de préséance a été
établie. Elle ne fait désormais plus
apparaître les fonctions qui
n'existent plus. En tête de cette
liste provisoire figurent les
cardinaux.

Lors de la législature précédente, il
a été décidé que le Te Deum du
15 novembre ne serait plus
organisé par le pouvoir civil. Une
cérémonie annuelle au Parlement
est prévue pour le remplacer. En
attendant que le dossier soit
réexaminé dans sa totalité, l'ordre
de préséance protocolaire ne sera
pas modifié.
18.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
18.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Het is een
antwoord in naam van de premier. U weet dat het protocol zeer
belangrijk is. Daarom is het de premier die daarop antwoordt.
18.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ik stel vast dat staatssecretaris Van
Quickenborne hier de hele VLD-top vervangt.

Mijnheer de staatssecretaris, ik zou er bij u toch op willen aandringen
­ aangezien de premier of de vice-premier blijkbaar niet veel zin
hebben om die protocollaire rangorde tijdens deze legislatuur aan te
pakken ­ dat u met uw rebels karakter probeert enigszins een aanzet
te geven om daarin een verandering teweeg te brengen.
18.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Je
constate que le Premier ministre
n'est guère désireux de modifier
l'ordre de préséance au cours de
la présente législature. Peut-être le
secrétaire d'Etat pourrait-il prendre
une initiative?
18.06 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Ik ben
persoonlijk niet van zin om te figureren in de kwestie van het protocol.
Ik heb u gezegd, mijnheer Bex, dat tijdens deze legislatuur een
interkabinettenwerkgroep het dossier opnieuw in zijn geheel zal
moeten bestuderen. U kent het delicate van het dossier. Ik hoop dat
daaruit een goed antwoord en een goed resultaat zal voortkomen.
18.06
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Je ne suis guère enclin à
m'immiscer dans ce dossier. C'est
l'affaire du groupe de travail
intercabinets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Question de M. Pierre-Yves Jeholet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'absence
d'autorisation d'utiliser certaines armes à la police de Liège" (n° 1724)
19 Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het uitblijven van een vergunning voor de Luikse politie om bepaalde types wapen te
gebruiken" (nr. 1724)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
19.01 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, chers
collègues, je ne suis pas intervenu dans le cadre du débat sur
19.01 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Een KB van 1995 voorziet in en
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
l'évaluation de la police mais concernant le transfert des bâtiments de
l'ex-gendarmerie, comme je l'ai dit à M. Eerdekens, le ministre des
Finances a répondu en novembre et deux fois la semaine dernière en
commission. Ceux qui sont intéressés peuvent donc avoir accès à
ces réponses.

Monsieur le secrétaire d'Etat, ma question concerne l'armement de la
police communale.

Un arrêté royal de 1995 prévoit et règle l'armement de la police
communale. Les corps de police peuvent disposer d'un armement
spécifique, moyennant une demande motivée introduite par le
bourgmestre et une autorisation délivrée par le ministre de l'Intérieur.

Figurent parmi les armes soumises à autorisation préalable les
pistolets mitrailleurs. Or, le peloton anti-banditisme de la police de
Liège dispose justement de pistolets-mitrailleurs P90, achetés à la
Fabrique nationale. Je suppose d'ailleurs que la police de Liège n'est
pas la seule à disposer de ce type d'armement. Malheureusement, à
Liège, ces armes restent rangées dans une armoire, néanmoins
sécurisée, faute d'autorisation délivrée à ce jour par le ministre de
l'Intérieur. Des demandes d'autorisation auraient pourtant été
adressées à plusieurs reprises au ministre.

Pour quelle raison aucune autorisation n'est-elle encore parvenue à
ce jour aux autorités liégeoises?

Les policiers liégeois du peloton anti-banditisme ont pourtant suivi un
entraînement spécial pour l'utilisation de ce type d'arme. La situation
est jugée d'autant plus paradoxale que les policiers fédéraux,
fraîchement formés et âgés d'à peine 18 ans, sont quant à eux armés
de P90. Je suppose donc que ce n'est pas un problème de formation.

Ma deuxième question: comme déjà dit, l'arrêté royal de 1995 prévoit
et règle l'armement de la police communale. Je n'ai trouvé que cette
réglementation-là. Y en a-t-il d'autres? Cet arrêté royal de 1995 est-il
toujours d'application pour les policiers locaux?

Des textes réglementaires similaires existent également pour l'ex-
gendarmerie et la police judiciaire. Dès lors, de façon plus générale,
le ministre de l'Intérieur compte-t-il procéder à une harmonisation de
ces textes? A ma connaissance, ce n'est pas encore le cas.
regelt de bewapening van de
gemeentelijke politie. Bpeaalde
wapens zijn onderworpen aan een
voorafgaande vergunning. Deze
regeling is van toepassing op de
P90 waarmee het antibanditisme
peloton van Luik uitgerust is. Bij
gebrek aan vergunning mogen
deze wapens niet worden gebruikt.
Waarom werd er geen enkele
vergunning toegekend?

De Luikse politiemensen hebben
een specifieke training gevolgd om
dat soort wapen te gebruiken. Dat
is des te vreemder daar de
federale politiemensen die pas zijn
opgeleid en nauwelijks 18 jaar zijn,
met een P 90 zijn uitgerust.

Zijn er trouwens andere teksten
die het gebruik van wapens
regelen? Is het besluit van 1995
nog altijd van toepassing voor de
plaatselijke politiemensen? Meer
algemeen, denkt de minister aan
een harmonisering van deze
teksten?
19.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Merci,
monsieur Jeholet, pour votre question au ministre de l'Intérieur. Je
vous réponds en son nom.

Pour votre première question, si la procédure d'autorisation du P90
est lourde et restrictive, ce n'est pas parce qu'il s'agit d'un pistolet-
mitrailleur, mais bien à cause de son calibre qui en fait une arme
particulière, comme vous le savez. La majeure partie des corps de
police - comme c'est d'ailleurs le cas à Liège - disposent déjà de
l'autorisation d'utiliser des pistolets-mitrailleurs d'un autre calibre,
soumis à une procédure d'autorisation beaucoup plus souple et
simplifiée.

Pour l'usage du P90, la zone de police de Liège a reçu de mon
prédécesseur une autorisation provisoire en date du 7 novembre
19.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De procedure
inzake het gebruik van de P90 is
zeer zwaar wegens het kaliber. De
meerderheid van de politiekorpsen
beschikt al over een toelating voor
andere kalibers. Wat de P90
betreft, werd een tijdelijke
machtiging aan de politiezone van
Luik verleend, namelijk op 7
novembre 2002. De opleiding blijkt
moeilijker te organiseren dan
verwacht. De lijst met de mogelijke
gebruikers en de
schietinstructeurs werd maar eind
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
2002. Il s'agissait de permettre la formation du peloton anti-
banditisme qui allait être doté de cette arme. La mise en oeuvre de la
formation s'est révélée beaucoup plus difficile que prévu, que ce soit
pour trouver des formateurs suffisamment familiarisés à cette arme
ou un stand de tir permettant son emploi. Ainsi, ce n'est que fin 2003
que m'a été communiquée l'identité des utilisateurs potentiels et des
moniteurs de tir ayant suivi la formation. Les vérifications d'usage ont
alors été faites. Et la proposition de convertir l'autorisation provisoire
en autorisation définitive m'a été formulée.

La confirmation de l'autorisation provisoire devrait d'ailleurs être
parvenue aux autorités liégeoises à l'heure où je vous parle,
puisqu'elle leur a été envoyée.

Deuxième question. Les textes réglementaires régissant l'armement
des trois services de police générale ont été maintenus en vigueur
dans l'attente d'un texte applicable aux services de police intégrée.
L'harmonisation réglementaire est donc actuellement en cours et
devrait être formalisée encore cette année.
2003 bezorgd. De bevestiging van
de tijdelijke machtiging zou bij de
Luikse overheid moeten zijn
aangezien ze verstuurd werd.

Wat de regelgevende teksten
betreft, blijven de oude teksten
van toepassing in afwachting van
een tekst toepasbaar op de
geïntegreerde politiediensten.
Alles zou dit jaar moeten zijn
afgerond.
19.03 Pierre-Yves Jeholet (MR): Je vous remercie pour ces
informations et pour la bonne nouvelle. Car, si j'ai bien compris, le
problème est réglé. Les autorités liégeoises se plaignaient, il y a
quelques semaines, de ne pas avoir reçu l'autorisation. C'est chose
faite, tant mieux.

En ce qui concerne l'harmonisation des textes, je prends note de la
volonté du ministre de régler à brève échéance ce problème.
19.03 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Als ik het goed begrepen heb, is
het probleem opgelost. Ik neem
nota van de harmoniserings-
procedure van de teksten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
revendications du personnel de la police" (n° 1757)
20 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de eisen van het politiepersoneel" (nr. 1757)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
20.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, on a beaucoup parlé aujourd'hui de la manifestation des
policiers. J'aurais pu me joindre à d'autres questions qui ont été
posées; cependant, j'ai des demandes d'informations précises par
rapport à ce que j'ai entendu depuis le début de la séance et
j'aimerais donc pouvoir vous les poser et obtenir des réponses.

Il s'agit bien entendu du statut. Qu'il soit bien clair: les policiers ne
remettent pas en cause les prestations de nuit, les prestations de
week-end, enfin tout ce qui est afférent à la question, c'est évident;
nous le savons. Ce qu'ils remettent en cause aujourd'hui, je suppose
que vous le savez, c'est la façon dont les choses s'organisent alors
qu'un statut avait été négocié il y a trois ans.

La première mesure dont j'aurais voulu parler concerne les
réaffectations des membres du personnel en fin de carrière affectés à
20.01 Camille Dieu (PS): Wat de
agenten vandaag hekelen is de
manier waarop de zaken worden
georganiseerd in tegenstelling tot
het statuut dat drie jaar geleden
werd besproken.

Ze kaarten de overplaatsing aan
van personeelsleden die op het
einde van hun beroepsloopbaan
een administratieve functie krijgen
toebedeeld. De vergoeding voor
die nieuwe functie stemt niet
overeen met het loon dat ze
voordien kregen en de financiële
compensatie telt niet mee in de
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
des tâches administratives. Il y a quelque 980 policiers fédéraux
touchés par la mesure aujourd'hui mais d'autres pourraient l'être dans
les trois ans qui viennent au niveau des polices locales. Aujourd'hui,
les policiers doivent soit retourner sur le terrain, soit rester dans le
cadre opérationnel. S'ils le font, on peut comprendre là que c'est un
acte volontaire, mais il n'empêche qu'ils n'ont guère le choix quand ils
ont atteint un certain âge ou qu'ils ont été éloignés du terrain depuis
un certain temps. S'ils le font, la rémunération afférente à la nouvelle
fonction n'est plus celle dont ils bénéficiaient auparavant. On leur
donne une compensation pécuniaire mais qui n'entre pas dans le
calcul de la pension et, en outre, les tantièmes de pension sont
modifiés, ce qui semble assez inacceptable.

Quant à l'organisation du travail, plusieurs choses m'ont été
rapportées. Par exemple:
- que l'on réduirait le temps de repos entre certaines pauses;
- qu'une prestation planifiée auparavant à 7 heures 36 est ramenée à
8 heures, ce qui n'est pas trop grave, mais en deux fois 4 heures; on
arrive ainsi à des horaires coupés, ce qui peut poser des problèmes
d'organisation à celui qui habite loin de son lieu de travail;
- que l'on porte le nombre de week-ends à prester à 36 par an et que
4 week-ends pourraient être prestés d'affilée au lieu de 3 aujourd'hui;
- que le nombre de nuits passe de 54 à 85 sur base annuelle, avec 7
nuits prestées d'affilée, 2 nuits de repos et possibilité d'augmentation,
ce qui est tout de même un peu difficile à gérer alors que c'est déjà
suffisamment exigeant;
- qu'il faudrait demander ses congés de 16 jours minimum entre juin
et septembre, quatre mois à l'avance;
- enfin, que l'on pourrait aussi étendre ce qu'on appelle les prestations
de police secours, qui sont de 12 heures; si l'on dépasse ce cadre de
12 heures, cela nous semble poser des problèmes pour la sécurité,
pour les policiers.

C'était le volet "organisation du travail". Il y a un troisième point qui est
le contrôle médical. Ce qui est proposé aujourd'hui se retrouve dans
d'autres endroits de la fonction publique, je le sais, par exemple dans
le domaine de l'enseignement - c'est ce que l'on appelle le contrôle
spontané. On établit une liste d'agents trop souvent absents pour
cause de maladie, même quand les maladies sont justifiées par un
certificat médical, ce qui remet tout de même en cause l'intégrité du
corps médical. Les agents qui se retrouvent sur cette liste devraient,
dès qu'ils sont malades pour un jour, se présenter spontanément à
l'office décentralisé. Pour le Hainaut, cet office est ouvert de 10 à 12
heures seulement, en semaine, et il se trouve à Jumet. Si vous
habitez Mouscron, vous avouerez que c'est un peu difficile!

Dernier volet, enfin, c'est ce qu'on a appelé les propositions "Van
Gogh". Je vous avoue que je ne sais pas pourquoi on leur a donné ce
nom et personne n'a pu me renseigner, à moins que ce ne soit à
cause du vent de folie qui a soufflé sur les propositions à un moment
donné, tout comme il avait soufflé sur notre ami Van Gogh.

Je vous donne quelques exemples. Ainsi, la possibilité d'engager un
membre du personnel du cadre administratif titulaire d'un diplôme
supérieur à la qualification requise. Cette personne sera payée au
même taux que le taux actuel, mais cela veut dire aussi qu'on relègue
au chômage des gens qui, aujourd'hui, ont les titres suffisants pour la
fonction.
berekening van het pensioen.

De manier waarop het werk wordt
georganiseerd is problematisch:
kortere rusttijden tussen de
diensttijden, versnipperde
dienstregelingen en meer
weekend- en nachtwerk.

Het derde punt is de
geneeskundige controle. Agenten
die te vaak afwezig zijn wegens
ziekte moeten zich spontaan bij
het gedecentraliseerd kantoor
aanbieden. Voor Henegouwen is
dat kantoor in Jumet op
weekdagen open van 10 tot 12
uur. Dat is wat moeilijk.

Het laatste gedeelte heeft
betrekking op de voorstellen Van
Gogh die slaan op het aanrekenen
van de overuren, de voorwaarden
voor de toegang tot het pensioen,
de voorwaarden om zieke en
ongeschikte personen te
vervangen en de deontologische
code.

Graag vernam ik wat u denkt van
de zorgen waarmee onze
politiemensen in het veld leven.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56

On va procéder à une enquête systématique du milieu, dans le cadre
du recrutement du personnel administratif. Cela est un peu vague et
on peut se demander pourquoi on serait pénalisé pour des fautes
commises par l'entourage.

Aujourd'hui, les heures supplémentaires sont comptabilisées et
payées après une période de deux mois. On propose maintenant de
reporter 40 de ces heures supplémentaires sur la période suivante.
On prévoit aussi de déclarer comme emploi vacant, celui de toute
personne absente pendant une certaine période de maladie,
d'interruption de carrière, ou toute mesure d'éloignement voulue ou
non par le membre du personnel. Cela nous fait dire que dans
certains cas, on pourrait ne pas déclarer l'emploi vacant et réaffecter
ces agents dans une unité particulière, notamment en cas de
maladie.

Auparavant, après six mois d'absence ou de mise en disponiblité,
l'agent était appelé devant la Commission des aptitudes, ou
Commission des pensions. La période était continue. Maintenant, on
prévoit six mois discontinus. On se retrouve dès lors beaucoup plus
vite devant la Commission d'admission des pensions et donc on
risque d'être pensionné beaucoup plus tôt.

On diminue de 50% les indemnités de repas attribuées aux agents qui
travaillent pendant cette période.

Enfin, on propose de ramener l'âge de 60 ans, et 58 et 59 à 57 ans,
comme point de départ de la comptabilisation des 365 jours
d'absence pour maladie pour être mis à la pension d'office. Il
s'agissait d'un arrêté numéroté pendant les pouvoirs spéciaux durant
les années 80.

Ce sont des questions qui se posent aujourd'hui.

On dit aussi que le ministre veut rouvrir le volet discipline. On se
demande si on va durcir le statut disciplinaire ou si on va enfin
rediscuter valablement du code de déontologie.

En plus de toutes les demandes d'effectifs à remettre sur le terrain et
dont on a beaucoup parlé, voici quelques soucis exprimés par nos
agents, aujourd'hui dans la rue, et par nos citoyens.

J'aimerais connaître votre sentiment à ce sujet.
20.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, madame Dieu, je vous remercie pour votre question
intéressante et je vous réponds au nom du ministre de l'Intérieur.

Les thèmes que vous abordez dans votre question concernent les
matières qui ont fait, font ou feront l'objet de négociations avec les
organisations syndicales. Vous n'ignorez pas que l'accord de
gouvernement invite à négocier certains de ces points;
l'assouplissement du régime du temps de travail et les mesures
d'accompagnement des réaffectations du personnel policier vers des
emplois opérationnels en sont deux exemples. Les dispositions qui
seront prises dans ces deux domaines doivent contribuer à
augmenter la capacité opérationnelle des services de police.
20.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Over deze
aangelegenheden werd, wordt of
zal met de vakbonden worden
onderhandeld. Het regeerakkoord
roept op tot onderhandelingen
over bepaalde van die punten,
zoals de versoepeling van het
arbeidsregime en de begeleidende
maatregelen voor de reaffectatie
van het politiepersoneel. De
aanpassing wat het medisch
toezicht betreft, moet eveneens in
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
L'aménagement en matière de contrôle médical s'inscrit dans le
même souci.

Il est vrai que les organisations syndicales n'ont pas toutes marqué
leur accord avec l'ensemble de ces mesures mais vous conviendrez
avec moi que le statut actuel doit être assoupli.

Les propositions "Van Gogh" dont vous faites état ont été formulées
par un groupe technique en vue d'anticiper sur l'évaluation à venir du
statut "Mammouth". En 2000, il avait été convenu avec les
organisations syndicales que ce statut ferait l'objet d'une évaluation
au terme de 3 années complètes d'application. Ce terme sera atteint
à la fin de cette année. Entre-temps, ce document technique a le
mérite d'exister et d'inviter déjà à la réflexion.

Quant au statut disciplinaire, j'ai chargé un groupe de travail dirigé par
l'inspecteur général de la police fédérale et des polices locales de se
livrer à son examen critique pour répondre à des remarques que
formulent tant les organisations syndicales que les autorités au sein
de la police. Ce groupe de travail vient de commencer ses travaux. Le
projet de code de déontologie est actuellement examiné par mes
collaborateurs et devrait être soumis sous peu à la négociation
syndicale.
dat licht worden gezien. Het klopt
dat niet alle vakbondsorganisaties
zich met alle maatregelen akkoord
verklaarden, maar het bestaande
statuut moet worden versoepeld.

De "Van Gogh"-voorstellen willen
op de evaluatie van het
mammoetstatuut vooruitlopen. In
2000 werd met de vakbonden
afgesproken dat het statuut pas
drie jaar na zijn inwerkingtreding
zou worden geëvalueerd. Eind dit
jaar zijn die drie jaar voorbij.

Een werkgroep buigt zich kritisch
over het tuchtstatuut, met de
bedoeling een antwoord te bieden
op de opmerkingen die werden
geformuleerd. Het project van
deontologische code wordt
eveneens onderzocht en zou
binnenkort aan het
vakbondsoverleg moeten worden
voorgelegd.
20.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, je pense que vous me confondez avec les
organisations syndicales pour me donner cette réponse! Je sais
évidemment que tout ce qui concerne le statut des agents passe par
la négociation syndicale.

J'aurais souhaité en savoir davantage par rapport à des questions
très précises que j'ai posées sans pour autant empiéter sur la
négociation syndicale qui doit s'ouvrir à ce propos. J'imagine que le
fait que le ministre n'est pas présent parmi nous aujourd'hui mais qu'il
reçoit les organisations syndicales va permettre que le dialogue
s'entame enfin.

Je pense que votre réponse se voulait apaisante. Mais si tel avait été
vraiment le cas, je vois mal pourquoi les agents sont dans la rue
aujourd'hui. S'ils le sont, c'est parce qu'ils sont inquiets, et s'ils sont
inquiets, il est normal qu'un représentant des citoyens, élu à
l'assemblée, pose des questions pour en savoir plus. Par ailleurs, il y
a des incidences budgétaires; il est donc normal que je reçoive des
réponses aux questions que j'ai posées.

Je ne peux donc pas vous dire que je suis entièrement satisfaite de
votre réponse qui est un peu trop vague à mon gré, mais je
souhaiterais néanmoins en recevoir une copie.
20.03 Camille Dieu (PS): Ik had
graag een nauwkeuriger antwoord
gekregen op mijn zeer precieze
vragen. U spreekt geruststellende
taal, maar de agenten komen op
straat om aan hun ongerustheid
uiting te geven en het is normaal
dat wij in het Parlement die onrust
verwoorden. Bovendien is er ook
een budgettaire impact. Het is dus
normaal dat ik een antwoord krijg
op mijn vragen. U blijft al te zeer
op de vlakte.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
dysfonctionnements constatés au sein du service d'incendie de Thuin" (n° 1787)
21 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de disfuncties bij de brandweer van Thuin" (nr. 1787)
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
21.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, la question que
j'adresse au ministre de l'Intérieur porte, d'une part, sur les difficultés
constatées au niveau de l'ensemble des services incendie et, d'autre
part, sur un point particulier relatif à des dysfonctionnements qui se
produiraient ­ je le mets au conditionnel ­ au niveau du service
incendie de Thuin.

Monsieur le secrétaire d'Etat, le métier de pompier est un métier
difficile et chacun en convient, qu'on évoque les exigences physiques
ou les contraintes psychologiques qui pèsent sur les professionnels et
les volontaires du feu.

Ce constat est déjà vrai lorsqu'on considère la mission des services
de pompiers qui se résumait à la lutte contre l'incendie et qui,
maintenant, englobe une série de tâches auxquelles s'attellent tout de
même quotidiennement plus de 17.000 hommes et femmes. Partant
de là, à l'analyse des chiffres, on est impressionné par l'ampleur du
travail qui revient aux pompiers.

Il est évident que cette charge de travail ne peut être pleinement
assumée que dans le cadre d'une organisation des services qui ne
souffrent d'aucune déficience. En d'autres termes, la tâche est lourde
et ne peut être remplie que si l'environnement de travail est optimal.

La tâche est d'autant plus lourde que le matériel aujourd'hui serait
désuet, que la plupart du temps le cadre ne serait pas rempli et que la
répartition géographique des moyens matériels et humains ne serait
pas assez fondée sur une analyse stricte des risques qui varient
fortement d'une région à l'autre.

Dans ce cadre global qui mérite, à mon sens, une réforme
d'envergure, je voulais attirer l'attention du ministre sur un cas précis:
le service d'incendie de Thuin. En effet, il m'est demandé de me faire
le relais des informations qui m'ont été transmises quant à certains
dysfonctionnements qui perturberaient l'efficacité des prestations
dues aux citoyens dans cette région que je connais bien.

Il semble entre autres qu'un certain nombre de conflits relationnels
graves aient opposé les membres du personnel et que des plaintes
aient été déposées devant les autorités judiciaires par certains
membres du personnel. Ces problèmes relationnels ont pris des
formes assez variées, allant de conflits de tous types: menaces,
intimidations, et autres comportements agressifs qui semblent ne pas
devoir correspondre aux nécessités de rigueur attendues au sein d'un
service d'urgence.

Chose importante: on me relate aussi d'importantes difficultés
rencontrées au niveau de la prestation des interventions. En cela, les
effectifs ne seraient pas nécessairement toujours au complet durant
les heures de garde. Certaines opérations de première urgence
n'auraient pas été réalisées en présence d'officiers. On m'indique
aussi qu'un certain nombre d'éléments liés au secret professionnel,
21.01 Denis Ducarme (MR):
Brandweerman is een moeilijk
beroep. Het kan enkel worden
uitgeoefend als de werkomgeving
optimaal is. De uitrusting is echter
verouderd, het kader is niet
ingevuld en de geografische
spreiding van de middelen stoelt in
onvoldoende mate op een strikte
risicoanalyse.

Bij de brandweerdienst van Thuin
zijn er blijkbaar ernstige conflicten
onder personeelsleden gerezen.
Een aantal personeelsleden heeft
een klacht ingediend bij de
gerechtelijke autoriteiten.
Bovendien zou het
personeelsbestand tijdens de
wachtperiodes niet altijd ingevuld
zijn en zouden bepaalde zeer
dringende tussenkomsten niet in
aanwezigheid van officiers hebben
plaatsgevonden. Elementen in
verband met het beroepsgeheim
en die op slachtoffers betrekking
hebben zouden niet altijd door
bepaalde agenten gerespecteerd
worden. De gebouwen zouden
tenslotte niet helemaal aan de
veiligheids- en hygiënenormen
voldoen en onwettelijke
gedragingen
­ zoals
alcoholverbruik op de werkplaats
en in de dienstvoertuigen ­
zouden niet altijd bestraft worden.

Ik heb sommige gedemotiveerde
brandweerlieden voorgesteld hun
eisen aan de hiërarchie voor te
leggen. Zij bleven sceptisch en de
toestand lijkt niet te verbeteren.

Zou de minister geen wat
diepgaander onderzoek moeten
bevelen dan een formeel bezoek
van de inspectie? Tal van
personeelsleden zijn bereid hun
medewerking te verlenen.

Wanneer denkt u met de
hervorming van de hulpdiensten te
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
relatifs aux victimes, n'auraient pas toujours été respectés par
certains agents. Voilà des points qui m'apparaissent conséquents.

J'ignore si certaines tensions sont générées par les mauvaises
conditions de travail auxquelles sont confrontés les pompiers en
général - c'est ce à quoi j'ai fait référence tout à l'heure ­ ou si les
sources des problèmes sont autres. Il apparaît tout de même ici que
le citoyen n'a pas à souffrir de ce genre de dysfonctionnements qui
tendent à créer un climat d'insécurité, tant pour le membre du
personnel que pour la population.

Pour en revenir au service de Thuin, on me communique également
que les bâtiments ne répondraient pas entièrement aux normes de
sécurité et d'hygiène. En outre, un certain nombre de comportements
qui contreviennent tant au règlement qu'à la loi n'auraient pas été
sanctionnés.

Je vise ici les éléments d'information qui m'ont été communiqués par
de multiples membres du personnel et qui ont trait à la consommation
d'alcool et d'autres produits sur les lieux de travail et dans les
véhicules de service.

Monsieur le secrétaire d'Etat, il y a quelques mois, un certain nombre
de pompiers me paraissaient démotivés et troublés par ce qu'ils
considèrent être un manque de responsabilité de leur autorité
administrative, qui n'aurait pas pris les mesures utiles à la
restauration de l'ordre. Je leur ai conseillé de soumettre leurs
revendications dans une procédure qui s'inscrit strictement dans une
approche hiérarchique.

Ces derniers sont demeurés sceptiques face à cette situation. Ils
estiment en effet que plusieurs faits n'auraient pas été exposés
entièrement à l'inspection des services lors de la visite de celle-ci. Ils
ont sans doute pu communiquer leurs analyses à leur ministre de
tutelle. Néanmoins, il semble que la situation ne soit pas en voie
d'amélioration.

Monsieur le secrétaire d'Etat, ne pensez-vous pas qu'il conviendrait
de demander au ministre d'ordonner une enquête un peu plus
approfondie que la simple visite formelle de l'inspection de services?
Bon nombre de membres du personnel sont prêts à y apporter leur
concours, afin de se pencher d'une façon qui soit la plus objective, la
plus posée, la plus mesurée possible, sur des troubles qui semblent
exister au sein de ces services d'incendie.

Enfin, plus globalement, pouvez-vous me renseigner sur le timing que
vous comptez adopter pour entamer la réforme des services de
secours, qui en ont grand besoin?
beginnen?
21.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Merci,
monsieur Ducarme, de votre question. Je vous réponds au nom du
ministre de l'Intérieur.

Les services d'inspection des services d'incendie, mis en place sur la
base de l'article 9 de la loi du 31 décembre 1963 sur la protection
civile, avaient déjà eu connaissance, de manière informelle, des
dysfonctionnements que vous exposez. L'inspection a d'ailleurs prévu
de se rendre le 24 février prochain à la caserne de Thuin, afin de
21.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne:
De
inspectiediensten van de
brandweerdiensten hadden al
informeel kennis genomen van de
disfuncties waarover u het heeft.
De inspectie plant trouwens een
bezoek aan de kazerne van Thuin
op 24 februari om oplossingen te
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
pouvoir déterminer concrètement les problèmes de fonctionnement et
de dégager des solutions.

Par ailleurs, concernant la réforme des services d'incendie, il est
indispensable - avant de fixer tout timing - de disposer d'une analyse
des risques présents sur tout le territoire belge. Cette étape
préliminaire est instamment demandée par les représentants des
membres des services d'incendie. Pour la réalisation de ce travail, le
cahier des charges est rédigé et sera très prochainement expédié.

Voici la réponse du ministre de l'Intérieur.
zoeken.

Wat de timing van de hervorming
van de brandweerdiensten betreft,
dient men eerst over een analyse
van de aanwezige risico's te
beschikken. Het bestek is klaar en
zal binnenkort worden verstuurd.
21.03 Denis Ducarme (MR): Je suis satisfait d'entendre qu'une visite
des services d'inspection est prévue le 24 février. Bien que le service
de l'inspection se rende annuellement dans les services d'incendie,
j'ai pu constater qu'en 2003, sa visite n'a pas pu solutionner
l'ensemble des problèmes qui se posent dans ce service en
particulier. Dès lors, la démarche devrait peut-être être plus
approfondie. Elle devrait considérer, comme je vous le soumettais,
l'offre d'un certain nombre de membres du personnel, qui n'avaient
pas eu l'occasion alors de converser avec les responsables du
service de l'inspection, que, cette fois, dans le cadre de cette visite, le
24 février, ils aient peut-être l'occasion d'échanger plus directement
un certain nombre de propos avec ces responsables de l'inspection.
21.03 Denis Ducarme (MR): Het
bezoek van de inspectiedienst in
2003 heeft niet alle problemen
kunnen oplossen. Ik verheug me
dus over het bezoek van 24
februari: sommige
personeelsleden zullen in dialoog
kunnen treden met de mensen van
de inspectie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
remboursement des salaires des ex-gendarmes lors d'une exemption de service due à un accident de
travail antérieur à la constitution de la zone de police" (n° 1682)
22 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de terugbetaling van de lonen van de voormalige rijkswachters bij een vrijstelling van
dienst wegens een arbeidsongeval voorafgaand aan de oprichting van de politiezone" (nr. 1682)

(La réponse sera donnée par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
22.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, lors de la mise en place des zones de police, le 1
er
janvier
2002, lesdites zones ont contracté, auprès de la SMAP; aujourd'hui
Ethias, une assurance "accidents de travail" pour couvrir les membres
du personnel victimes d'accidents de travail.

Avant la mise en place de la zone de police, les ex-gendarmes
n'étaient pas couverts par une assurance "accidents de travail". C'est
le pouvoir fédéral qui couvrait les traitements et autres indemnités.

Cela signifie que depuis la date de mise en place des zones de police,
ces dernières ont à leur charge les traitements et indemnités des ex-
gendarmes pour des accidents de travail survenus avant le 1
er
janvier
2002. Pourtant, on ne peut pas considérer que les responsables des
zones de police soient responsables d'une absence d'assurance pour
la période antérieure à leur création.

Il n'est pas pensable d'imaginer un système qui pénalise
22.01 Jean-Marc Delizée (PS):
Bij de oprichting van de
politiezones werd bij OMOB-Ethias
een verzekering "arbeids-
ongevallen" aangegaan. Voordien
waren de gewezen rijksachters
niet gedekt door zo'n verzekering
die door de federale Staat ten
laste wordt genomen. Sinds de
oprichting van de politiezones,
dienen de zones in te staan voor
de wedden en de vergoedingen
van de gewezen rikswachters voor
ongevallen die zich voor 1 januari
2002 hebben voorgedaan, dus
voor de oprichting.

De heer Dusquesne antwoordde
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
financièrement la gestion des zones de police pour des décisions qui
n'ont pas été prise avant la création desdites zones.

J'avais posé cette question au prédécesseur de M. Dewael, le 5 mars
2003, il y a donc presque un an. M. Duquesne m'avait répondu qu'il
avait adopté une réaction appropriée à cette question, qu'il allait
trouver une solution équitable et satisfaisante pour les différentes
parties. Je vous cite M. Duquesne: "J'ai chargé mes services de
préparer une circulaire circonstanciée abordant de manière quasi
exhaustive la problématique des accidents de travail en ce compris la
prise en charge financière des traitements, allocations et indemnités
des membres du personnel victimes d'accidents de travail". Il
m'explique qu'il avait pris différents contacts et que "concrètement,
cela signifie que les zones concernées se verront rembourser par le
fédéral, les traitements payés aux anciens membres de la police
fédérale victimes d'un accident de travail avant le 1
er
janvier 2002 dont
la convalescence est poursuivie après cette date et dont les
traitements ont été pris en charge par la zone de police qu'ils ont
intégrée". Telle était la réponse du prédécesseur de M. Dewael.

M. Duquesne a-t-il effectivement préparé cette circulaire? A ma
connaissance, la question n'est toujours pas réglée. Quel est donc
l'état d'avancement de ce dossier? M. Dewael, confirme-t-il
l'engagement pris par M. Duquesne sous la précédente législature,
étant entendu qu'il s'agit une nouvelle fois d'une mesure qui porte sur
les finances communales puisque les zones qui se trouvent dans
cette situation paient intégralement les salaires et indemnités. En
effet, jusqu'à présent le remboursement n'a pas été effectué.
op een vraag zowat een jaar
geleden dat hij een aanvaardbare
oplossing zou vinden. Heeft de
heer Dusquesne iets in die zin
gedaan? Voor zover mij bekend is
de zaak niet opgelost. Hoever
staat dat dossier? Bevestigt de
heer Dewael de verbintenis
aangegaan door de heer
Dusquene tijdens de vorige
zittingsperiode?
22.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Je vais
répondre à votre question au nom du ministre de l'Intérieur. Le
ministre peut vous confirmer que la zone de police concernée se
verra rembourser par la police fédérale les traitements des ex-
gendarmes concernés, à condition bien sûr que le service médical de
la police intégrée ait établi le lien de causalité entre les périodes
d'incapacité temporaire et l'accident.

Dans la pratique, la zone doit adresser une demande détaillée à la
direction générale des ressources humaines de la police fédérale.
22.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De betrokken
politiezone zal worden
terugbetaald door de federale
politie op voorwaarde dat de
medische dienst van de
geïntegreerde politie een
oorzakelijk verband heeft
vastgesteld tussen de periodes
tijdelijke ongeschiktheid en het
ongeval. In de praktijk dient de
zone een gedetailleerd verzoek te
richten aan de algemene directe
human ressources van de federale
politie.
22.03 Jean-Marc Delizée (PS): Je vous remercie de me donner
cette réponse au nom du ministre de l'Intérieur et je suis heureux d'y
entendre la confirmation du principe mais, dans la pratique, les
situations ne sont pas réglées et le temps passe. Apparemment, il n'y
a pas de circulaire ministérielle. Les zones dans cette situation l'ont
signalé à la direction compétente. Un an après la réponse de M.
Duquesne, le problème n'est toujours pas réglé. Ceci grève une
nouvelle fois les budgets des zones de police et indirectement ceux
des communes.

Je demande au ministre de l'Intérieur qu'il active les procédures pour
que ces remboursements soient effectués et le problème réglé.
22.03 Jean-Marc Delizée (PS):
In de praktijk zijn de situaties niet
geregeld. Klaarblijkelijk is er geen
ministeriële circulaire. De zones
die in zo'n situatie verkeren
hebben dat aan de bevoegde
directie gemeld. Een jaar na het
antwoord van de heer Dusquesne,
is het probleem nog steeds niet
geregeld. De begrotingen van de
politiezones en onrechtstreeks van
de gemeenten ondergaan opnieuw
een aderlating.
18/02/2004
CRIV 51
COM 166
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62

Ik vraag de minister van
Binnenlandse Zaken de procedure
te versnellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 13.15 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.15 uur.