CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 161
CRIV 51 COM 161
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mercredi
woensdag
11-02-2004
11-02-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Françoise Colinia au ministre
de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
transport de personnes en autocar" (n° 1390)
1
Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"het personenvervoer per autocar" (nr. 1390)
1
Orateurs: Françoise Colinia, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Françoise Colinia, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Hans Bonte au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le Code de
la route relatif aux motocyclettes équipées d'un
side-car ou d'une remorque" (n° 1435)
3
Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
verkeersreglement inzake motorfietsen met
zijspan en aanhangwagen" (nr. 1435)
2
Orateurs: Hans Bonte, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Hans Bonte, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"l'utilisation de miniscooters électriques" (n° 1380)
4
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "het gebruik van
elektrische miniscooters" (nr. 1380)
4
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie
Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
sur "l'impossibilité pour les employés de
Belgocontrol de bénéficier du congé d'adoption"
(n° 1439)
8
Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het feit dat de werknemers van Belgocontrol
geen recht hebben op adoptieverlof" (nr. 1439)
8
Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Bert
Anciaux, ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale, Daan Schalck
Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Bert
Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale
Economie, Daan Schalck
Question de M. Daan Schalck au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "d'éventuels
abus dans le secteur des autocars" (n° 1651)
10
Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over
"mogelijke misbruiken in de autocarsector"
(nr. 1651)
10
Orateurs: Daan Schalck, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Daan Schalck, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Daan Schalck au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
stationnement payant des citadins en ville"
(n° 1662)
13
Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
betaald parkeren van inwoners in steden"
(nr. 1662)
13
Orateurs: Daan Schalck, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Daan Schalck, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'application de la Convention du 4 avril 2003
visant à mettre en oeuvre le programme du
réseau express régional de, vers, dans et autour
de Bruxelles" (n° 1666)
14
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de toepassing van de Overeenkomst van
4 april 2003 met het oog op de uitvoering van het
programma voor het Gewestelijk Expresnet van,
naar, in en rond Brussel" (nr. 1666)
14
Orateurs: Valérie De Bue, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Valérie De Bue, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MERCREDI
11
FÉVRIER
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
11
FEBRUARI
2004
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.37 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.37 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Question de Mme Françoise Colinia au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
01 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
personenvervoer per autocar" (nr. 1390)
01.01 Françoise Colinia (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je voudrais revenir sur l'accident de la route qui est survenu
à Hensies, le 20 décembre 2003.
Les circonstances de cet accident ont cruellement attiré l'attention sur
les critères techniques de la sécurité en matière de transport de
personnes.
Une des interrogations réside dans la propagation quasi instantanée,
donc immédiatement après le choc, d'un violent incendie à bord du
véhicule, ce qui a laissé fort peu de chances de survie aux occupants
du car. Certains témoins du drame ont parlé "d'une boule de feu qui a
dévoré tout l'habitacle".
Je n'ai nullement l'intention de préjuger du résultat de l'enquête qui
pourrait mettre en cause l'embrasement du réservoir de carburant.
Cependant, permettez-moi de vous poser cinq questions:
1. En Belgique, à quels critères techniques (matériaux de
construction, résistance au choc; placement en regard de
l'habitacle...) le réservoir à carburant des véhicules destinés au
transport de personnes (autocar et autobus) est-il soumis?
2. En fonction de quelles études précises (de quand datent-elles) le
cahier des charges en la matière a-t-il été réalisé?
3. Y a-t-il une uniformisation des critères de sécurité et du contrôle de
leur respect dans les différents Etats de l'Union européenne?
4. Des contrôles réguliers du réservoir interviennent-ils? Quand et
01.01 Françoise Colinia (MR): Ik
wil terugkomen op de
omstandigheden van het bus-
ongeval dat op 20 december
jongstleden in Hensies plaatsvond.
Eén van de vragen die dit oproept,
betreft het uitbreken van een
hevige brand aan boord van het
voertuig, vrijwel onmiddellijk na de
botsing.
Zonder op de resultaten van het
onderzoek vooruit te lopen - die
het ontbranden van de brandstof-
tank als oorzaak zouden
aanwijzen - zou ik toch enige
verduidelijking willen bekomen.
Welke technische criteria gelden
er in België voor de brandstoftank
van autocars en autobussen?
Op basis van welke studies - van
wanneer dateren zij - werden de
technische voorwaarden ter zake
opgesteld?
Zijn de veiligheidscriteria en het
toezicht op de naleving ervan
dezelfde in alle lidstaten van de
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
avec quelle régularité?
5. Si, par malheur, un nouvel accident devait se reproduire dans de
telles circonstances, les passagers d'un véhicule de transport de
personnes mis en circulation en conformité avec la législation belge
encourraient-elles le même genre de risque? Dans l'affirmative,
quelles mesures comptez-vous prendre afin de protéger les
passagers de ce type de transport?
Europese Unie?
Zouden de passagiers van een
voertuig van die categorie, dat in
overeenstemming met de
Belgische wetgeving in het verkeer
is gebracht, hetzelfde risico lopen
als zich opnieuw een soortgelijk
ongeval voordoet? Zo ja, welke
dringende maatregelen denkt u te
nemen?
01.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, mesdames et
messieurs, le réservoir de combustible des véhicules à moteur doit
satisfaire aux conditions techniques prévues, en premier lieu, par
l'article 37 de l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général
sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les
véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les
accessoires de sécurité tels que modifiés et, en second lieu, par la
directive 2000/8/CE du Parlement européen et du Conseil du 20 mars
2000 concernant le rapprochement des législations des États
membres relatives aux réservoirs de carburant liquide et aux
dispositions de protection arrière des véhicules à moteur et de leur
remorque.
Au niveau de la réception par types, les États membres sont donc
tenus d'appliquer des prescriptions uniformes. Au niveau du contrôle
technique périodique des véhicules, par contre, cette matière est
encore régie par des prescriptions nationales. En vertu des
dispositions de l'article 23 et suivants de l'arrêté royal du 15 mars
1968, les bus et les cars immatriculés en Belgique sont soumis à des
inspections techniques trimestrielles ou semestrielles à certaines
conditions, et ce dès leur mise en service. Le réservoir et les
canalisations composant le système de combustion font partie des
éléments du véhicule faisant l'objet d'un contrôle.
Dans un souci de sécurité des usagers, notamment des passagers
des autobus et autocars, des études visant à augmenter la sécurité
dans ces véhicules sont en cours au niveau de l'Union européenne.
Des accidents regrettables ne peuvent que nous encourager à
poursuivre nos efforts en ce domaine. Néanmoins, je pense qu'on ne
peut pas se limiter à fixer et contrôler des normes techniques si on
veut améliorer la sécurité routière. Pour cette raison, j'ai prévu une
réunion avec le secteur des autobus et des autocars pour élaborer un
plan de sécurité.
01.02 Minister Bert Anciaux: De
brandstoftank van de voertuigen
moet beantwoorden aan de
Belgische normen - het koninklijk
besluit van 15 maart 1968 - en aan
de Europese normen de richtlijn
2000/8/EG van 20 maart 2000 van
het Europees Parlement en van de
Raad. De lidstaten moeten
eenvormige voorschriften
toepassen bij de goedkeuring per
type van voertuigen, maar ze
kunnen de technische inspectie
autonoom regelen.
In uitvoering van deze bepalingen
worden de bussen en autocars die
in België zijn ingeschreven om de
drie of zes maand aan een
technische inspectie onderworpen.
Tijdens die inspecties worden
onder meer de brandstoftank en
het verbrandingssysteem
nagekeken.
Op Europees niveau worden er
studies uitgevoerd om de
veiligheid van de passagiers te
bevorderen, maar ik denk dat men
zich niet tot technische normen
kan beperken. Ik zal vertegen-
woordigers van de sector
ontmoeten om een actieplan op te
stellen.
01.03 Françoise Colinia (MR): Dans votre réponse, vous parlez des
carburants liquides. Cela voudrait dire qu'il y a une autre
réglementation pour le gaz.
01.03 Françoise Colinia (MR): U
hebt het over vloeibare
brandstoffen; geldt er een andere
reglementering voor gas?
01.04 Bert Anciaux, ministre: Non, il s'agit de la même
réglementation.
01.04 Minister Bert Anciaux:
Neen. De reglementering geldt
voor alle brandstoffen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
verkeersreglement inzake motorfietsen met zijspan en aanhangwagen" (nr. 1435)
02 Question de M. Hans Bonte au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le Code de la
route relatif aux motocyclettes équipées d'un side-car ou d'une remorque" (n° 1435)
02.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag die wellicht geen schokgolf door het land
zal doen gaan. In elk geval, ik wil toch wel getuige zijn van het feit dat
een aantal mensen in de knoei geraken ten gevolge van
reglementeringen die mekaar tegenspreken. Ik ben de
verkeersreglementering op een aantal punten aan het nakijken, meer
specifiek de situatie en de positie van motorrijders.
Er zitten daarin nogal wat lacunes of onduidelijkheden die in geval van
discussie met de verzekeraar, bij een ongeval of bij betwisting tot
ellenlange procedures kunnen leiden en die dus nogal wat verwarring
en vervelende problemen tot gevolg hebben. We hebben hier met zijn
allen als opdracht om te proberen om goede, degelijke en eenduidige
wetgeving te maken zodat de mensen weten waaraan ze zich al dan
niet moeten houden.
Mijnheer de minister, ik geef u dit mee bij wijze van inleiding. Waar ik
het hier vandaag specifiek over heb, is de verkeersreglementering
inzake motorfietsen met een zijspan die daarachter nog een karretje
hebben hangen. Ze hebben dus nog een aanhangwagen. Het is een
klein groepje. Het is in elk geval zo dat de reglementering
tegengesteld is. Enerzijds mag het niet en anderzijds voorziet men er
dan wel weer terug in.
Ik heb het dan over het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 waarin
gestipuleerd staat dat een aanhangwagen bij een motor met een
zijspan of bij een driewieler niet breder mag zijn dan de motorfiets. In
een ander koninklijk besluit van 1 december 1974 staat dan weer dat
het niet mag, dat het niet mogelijk is om een aanhangwagen te
trekken door een motorfiets met een zijspan.
De logica zou kunnen zijn dat de laatste en recentste reglementering
van toepassing is. Daarover bestaan in elk geval betwistingen die tot
zeer vervelende consequenties aanleiding zouden kunnen geven. Ik
had graag wat verduidelijking gekregen over de correcte interpretatie
van de wetgeving en ik had ook graag geweten of er plannen zijn om
de wetgeving te verduidelijken op dat punt.
02.01 Hans Bonte (sp.a-spirit):
L'article 15 de l'arrêté royal du
10 octobre 1974 portant règlement
général des conditions techniques
auxquelles doivent satisfaire les
cyclomoteurs et les motocyclettes
ainsi que leurs remorques dispose
que la largeur d'une remorque ne
peut dépasser celle du véhicule
tracteur lorsqu'il s'agit d'une
motocyclette à trois roues ou à
deux roues avec side-car. En
revanche, l'article 49.1 de l'arrêté
royal du 1
er
décembre 1975 interdit
le tractage de remorques à l'aide
de cyclomoteurs à trois ou à
quatre roues ou de motocyclettes
équipées d'un side-car.
Les dispositions précitées se
contredisent et donnent lieu à une
situation ambiguë ainsi qu'à des
contestations juridiques. Quelles
initiatives le ministre compte-t-il
prendre pour remédier à ce
problème?
02.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
de opmerking van Hans Bonte, omtrent de tegenstelling tussen artikel
49, punt 1 van het verkeersreglement en artikel 15 van het technisch
reglement, is absoluut terecht.
Ik heb aan mijn diensten gevraagd te onderzoeken of het niet
aangewezen is om ook motorfietsen met een zijspanwagen en
eventueel drie- of vierwielige bromfietsen een aanhangwagen te laten
trekken. De strenge technische eisen, overeenkomstig de Europese
richtlijnen 70/156/EEG, 92/61/EEG en 2002/24/EG, die vandaag aan
motorfietsen worden gesteld, nopen immers tot een analyse van het
nut van het bestaande verbod. Indien de resultaten van dit onderzoek
aangeven dat er vanuit verkeersveiligheidsoogpunt geen bezwaar
bestaat tegen het trekken van aanhangwagens door voornoemde
02.02 Bert Anciaux, ministre: Il y
a en effet une contradiction entre
l'article 49, point 1, du Code de la
route et l'article 15 du règlement
technique. Mes services exami-
nent actuellement s'il est indiqué
de permettre également aux
motocyclettes de tirer une
remorque. Si cela ne pose aucun
problème en matière de sécurité
routière, l'article 49, point 1, sera
adapté.
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
voertuigen, dan zal artikel 49, punt 1 van het verkeersreglement in die
zin worden aangepast. De contradictie waarvan sprake zal in dit geval
dan ook tenietgedaan zijn.
Het ziet er inderdaad naar uit dat er geen enkele reden is om dit
verbod te handhaven. Er wordt mij zelfs een bepaalde anekdote
verteld over hoe dit in de reglementering is geslopen; door een
particulier geschil tussen twee mensen. Het ziet er in ieder geval naar
uit dat wij het verbod om een aanhangwagen te mogen trekken, zullen
schrappen.
02.03 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik denk dat wij
inderdaad allen belang hebben bij duidelijkheid. Ik dring er dus op aan
dat die duidelijkheid zo snel mogelijk in de wetgeving wordt geregeld
zodat wij van die vervelende zaken verlost zijn.
02.03 Hans Bonte (sp.a-spirit):
J'espère que la situation sera
rapidement clarifiée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "het gebruik van elektrische miniscooters" (nr. 1380)
03 Question de Mme Yolande Avontroodt à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur "l'utilisation de miniscooters électriques" (n° 1380)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Mobiliteit en Sociale Economie)
(La réponse sera fournie par le ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale)
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik
verontschuldig mij ervoor dat ik een beetje te laat was. Mijnheer de
minister, ik stel mijn vraag naar aanleiding van een bezoek bij
bejaarden die reeds hadden geïnvesteerd in de aanschaf van een
miniscooter. Zij werden geconfronteerd met een krantenbericht waarin
minister Van den Bossche vraagt de elektrische miniscooters te
verbieden. Het gaat dus om een krantenbericht.
De betrokkenen hadden reeds een voorschot gegeven wegens een
noodzaak daarvoor. Zij waren minder mobiel en konden zich moeilijk
verplaatsen. Zij hebben mij het persbericht getoond. Zij hadden een
voorschot betaald van ongeveer 1.500 euro. Zij vragen zich af of zij
dat voorschot zullen verliezen of niet. Als minister Van den Bossche
het verbiedt, heeft het voor hen geen zin meer. Het gaat om personen
met een verminderde mobiliteit die in een landelijke omgeving wonen
en die naar het dorp moeten kunnen gaan.
U kent die miniscooters wel. In het buitenland heeft men in
verschillende steden de voetpaden ervoor aangepast. Ik denk dat dit
een essentieel element is. In het licht van de toekomende vergrijzing
moet men de betrokkenen een antwoord kunnen bieden. Het gaat om
het belang van zij die daarin hebben geïnvesteerd met hun eigen
geld. Sommige gemeenten dragen erin bij, maar het leeuwenaandeel
van de investeringen komt van de betrokkenen zelf. Het gaat om
ongeveer 200.000 Belgische frank.
Mijnheer de minister, u bent de verantwoordelijke minister. U zou
duidelijkheid moeten creëren voor die categorie bejaarden en
gehandicapten. Vallen de miniscooters onder de categorie van de
bromfietsen? Dat zou ik niet goedvinden, wegens de doelgroep van
de gebruikers.
03.01 Yolande Avontroodt
(VLD): La ministre Van den
Bossche a laissé entendre dans
un communiqué de presse qu'elle
ferait interdire l'utilisation des
miniscooters électriques sur la
voie publique. Cependant, ces
miniscooters sont très importants
pour les personnes âgées et
handicapées à mobilité réduite, et
les pays voisins ont même adapté
les trottoirs à leur utilisation.
Certains acheteurs se demandent
également comment ils vont, le
cas échéant, récupérer l'acompte
de 1.500 euros.
Il ne s'indique pas de classer les
miniscooters dans la catégorie des
cyclomoteurs, car ils ne satisfont
pas aux conditions techniques.
Quelle est la politique de la
ministre sur ce point? Quelle
sécurité juridique peut-elle offrir
aux citoyens qui ont déjà versé un
acompte pour l'achat d'un mini-
scooter avec lequel ils ne pourront
pas circuler sur la voie publique?
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Aan welke technische vereisten moeten zij dan voldoen? Wat is uw
beleid met betrekking tot die miniscooters en welke rechtszekerheid
geeft u aan hen die daarin hun spaargeld hebben geïnvesteerd?
03.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik zal een
antwoord geven dat betrekking heeft op mijn bevoegdheid, alsook het
antwoord van mevrouw Van den Bossche.
Inzake de verkoop werd door de minister van Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling het volgende meegedeeld.
Betreffende de technische vereisten. Dergelijke miniscooters vallen
sowieso onder de algemene reglementering machines richtlijn
98/37/EEG en mogen dus enkel worden verkocht als ze aan de hier
voorgestelde veiligheidsvereisten voldoen. Sommige modellen van
deze miniscooters zijn speciaal ontworpen voor gebruik door jonge
kinderen. In dat geval dienen ze eveneens te voldoen aan de
veiligheidseisen voor speelgoed. Dat is richtlijn 88/378/EEG.
Betreffende informatie. Naast deze technische verplichtingen stelt de
wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en
diensten, met name artikel 7, §1, tevens dat de producenten de
gebruiker moeten informeren over risico's die zonder passende
waarschuwing niet onmiddellijk herkenbaar zijn. Het is echter duidelijk
dat veel consumenten niet genoeg worden geïnformeerd. Misleid door
het uiterlijk van dergelijke elektronische scooters gaan ze er foutief
vanuit dat deze kunnen worden gebruikt op de openbare weg. Op
deze wijze stellen ze zich echter bloot aan een groot aantal risico's
waarvan ze zich niet altijd bewust zijn.
Om die reden lijkt het mij dan ook dat bij de verkoop van een niet-
gehomologeerde elektrische scooter de koper er duidelijk op moet
worden gewezen dat deze niet kan worden gebruikt op de openbare
weg. Dit dient te gebeuren via een vermelding in de drie landstalen op
de verpakking of het product zelf.
De minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling zal zowel FEDIS, de federatie van Belgische
distributeurs, als de algemene directie Controle en Bemiddeling van
de FOD Economie op de hoogte brengen van deze interpretatie. Dat
wat de verkoop betreft.
Wat het gebruik op de openbare weg betreft, gelden volgende punten
en dat is dan mijn bevoegdheid. Een step met een elektronische
motor moet een Europese typegoedkeuring hebben op basis van de
richtlijn 1992/62/CEE, gewijzigd door de richtlijn 2002/24/CEE
alvorens het voertuig tot de openbare weg kan worden toegelaten. De
step wordt daarbij naargelang de maximaal toegelaten snelheid en
het motorvermogen beschouwd als een bromfiets klasse A of B.
Indien de step met elektronische motor niet gehomologeerd is
volgens voornoemde procedure mag er slechts gebruik van worden
gemaakt op privaat terrein. Desgevallend worden ze beschouwd als
machines of speeltuigen en dienen ze te voldoen aan de technisch
voorschriften zoals die zijn vastgelegd in respectievelijk richtlijn
1998/37/CEE voor machines of in richtlijn 1988/378/EEG voor
speeltuigen.
03.02 Bert Anciaux, ministre: Je
vous communiquerai également la
réponse de Mme Van den
Bossche. Ces mini-scooters
relèvent soit de la réglementation
générale des machines, directive
98/37/CEE, soit de la directive
88/378/CEE relative à la sécurité
des jouets et doivent donc
satisfaire aux prescriptions en
matière de sécurité. Par ailleurs, la
loi du 9 février 1994 impose aux
producteurs d'informer les
utilisateurs sur les risques qu'il est
difficile de déceler.
A l'heure actuelle, de nombreux
utilisateurs considèrent à tort que
ces mini-scooters peuvent circuler
sur la voie publique alors qu'à
l'achat, il devrait leur être précisé
qu'il n'en est rien. La ministre
demandera à la FEDIS et à la
direction générale du Contrôle de
la concurrence du SPF Economie
de mentionner cette interdiction
sur l'emballage dans les trois
langues nationales.
Concernant l'utilisation sur la voie
publique, qui relève de ma
compétence, s'applique la règle
selon laquelle une patinette à
moteur électrique doit bénéficier
d'une homologation européenne
avant de pouvoir être utilisée.
Dans ce cas, la patinette est en
outre considérée comme un
vélomoteur de classe A ou B. A
défaut de cette homologation, la
patinette est considérée comme
une machine ou un jouet et ne
peut être utilisée que sur un terrain
privé. Jusqu'à présent, aucune
homologation de ce type n'a été
accordée en Belgique. Les
miniscooters électriques ne sont
donc pas autorisés sur la voie
publique à l'heure actuelle. Mais, si
une homologation spécifique était
accordée à l'avenir pour les
patinettes à moteur, le Code de la
route devrait être adapté.
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Voor zover bekend werd er in België tot op heden nog geen
referentienummer op basis van een Europese typegoedkeuring
verleend aan steps met een elektronische motor. Het is dan ook niet
toegelaten om met dergelijk voertuig op de openbare weg te rijden.
Indien een step met elektronische motor gehomologeerd zou worden
op basis van de richtlijn 92/61/CEE, zal de huidige reglementering
voor bromfietsen klasse A of B van toepassing zijn op de bestuurders.
Ingeval men in de toekomst een specifieke goedkeuring verleent aan
steps met een elektronische motor als step met motor en niet als
bromfiets klasse A of B, zal een aanpassing van het
verkeersreglement noodzakelijk zijn zodat de gebruikers van deze
nieuwe categorie voertuigen een plaats wordt toegewezen op de
openbare weg waar ze op een veilige manier kunnen deelnemen aan
het verkeer.
Ik zal en dat staat los van het vrij technische antwoord bovendien
waarschijnlijk een ministerieel rondschrijven sturen om een aantal
experimenten mogelijk te maken met een aantal van die zogenaamde
elektronische steps omdat onder meer een politiekorps mij gevraagd
heeft of zij het niet mochten gebruiken in een voetgangerszone. Dat
lijkt mij eigenlijk niet zo slecht. Ik ga een tijdelijke mogelijkheid
scheppen om het als experiment te gebruiken. Indien dat experiment
positief is, denk ik dat we ook moeten kijken of we nadien inderdaad
geen aanpassing van het verkeersreglement moeten realiseren.
J'enverrai une circulaire
ministérielle pour autoriser
plusieurs expériences, car la
police montre également de
l'intérêt pour ces scooters.
03.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik vind uw antwoord heel boeiend wat de steps betreft,
maar eigenlijk ging mijn vraag over de miniscooters die bejaarden
gebruiken wanneer ze minder mobiel zijn. Het gaat om elektrische
miniscooters waarop ze zitten. Die vallen niet onder de categorie
rolwagens, maar onder de categorie elektrische miniscooters. Ik had
niet begrepen dat een step een elektrische miniscooter was.
Mijn vraag is eigenlijk heel duidelijk en fundamenteel. Zijn die
elektrische miniscooters waar de bejaarden op zitten, waarmee ze op
het voetpad rijden en zoals die in het buitenland heel vaak gebruikt
worden, nog veilig of niet? Kunnen de mensen die nog aankopen?
Geeft u hier uw fiat om ze aan te kopen omdat ze gebruikt mogen
worden? Dat is de onduidelijkheid waar de bejaarden op de dag van
vandaag mee zitten.
03.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Le ministre parle de
patinettes alors que ma question
concerne les mini-scooters
électriques que les personnes
âgées et handicapées de notre
pays utilisent et qui circulent sur le
trottoir. Les citoyens peuvent-ils
encore acheter et utiliser ces mini-
scooters?
03.04 Minister Bert Anciaux: Het hele antwoord slaat zeker wat
betreft het gehele eerste gedeelte absoluut op die miniscooters
waar u het over heeft. Daarvoor is er op dit ogenblik geen
homologatie of geen erkenning voor om ze op de openbare weg,
waartoe ook het voetpad behoort, te gebruiken. Ik ben evenwel graag
bereid dit te onderzoeken. Het komt echter de bevoegde diensten toe
te onderzoeken of daar een homologatie of veiligheidsattest
afgeleverd kan worden. Ze moeten inderdaad voldoen aan de door
mij opgesomde richtlijnen. Op dit ogenblik zijn ze daar niet aan
onderworpen en hebben ze bijgevolg ook niet die homologatie
bekomen op basis van die veiligheidsvereiste. Het klopt dat ze op dit
ogenblik enkel op privé-terrein gebruikt kunnen worden omdat ze niet
voldoende veilig geacht werden om ze te gebruiken op de openbare
weg of de het voetpad.
03.04 Bert Anciaux, ministre:
Tant la première que la deuxième
partie de la réponse portaient bel
et bien sur les mini-scooters
électriques et il n'y a aucun doute
à avoir : ils ne peuvent pas circuler
sur la voie publique dans la
mesure où ils ne sont pas
homologués. Je suis éventuelle-
ment disposé à demander que l'on
examine la possibilité de prévoir à
l'avenir une homologation
spéciale.
03.05 Yolande Avontroodt (VLD): Noch op het voetpad, noch op de
openbare weg is het vandaag toegelaten?
03.05 Yolande Avontroodt
(VLD): Les mini-scooters ne sont
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
donc autorisés ni sur la voie
publique, ni sur le trottoir.
03.06 Minister Bert Anciaux: Geen enkele miniscooter heeft een
attest bekomen, noch op basis van de richtlijn 98/37 betreffende
machines, noch op basis van de richtlijn in verband met speelgoed. Er
bestaat op dit ogenblik geen andere richtlijn. Als een dergelijke
miniscooter zoals ik aangehaald heb vergelijkbaar is met een
step, moeten we bekijken of een miniscooter via een wijziging van het
verkeersreglement vooralsnog toegelaten kan worden. Het is namelijk
noch een machine, noch speelgoed. De miniscooter heeft dus in ieder
geval geen attest gekregen waardoor het op basis van één van deze
twee richtlijnen op de openbare weg zou mogen komen.
03.06 Bert Anciaux, ministre:
Aucun de ces scooters ne fait
l'objet d'une attestation en
autorisant l'usage sur la voie
publique. Les intéressés devraient
probablement demander une
homologation. Ces véhicules
pourraient être considérés comme
destinés au transport de handi-
capés, auquel cas la question
devrait être adressée au ministre
qui a le bien-être dans ses
attributions.
03.07 Yolande Avontroodt (VLD): Concreet moet ik de mensen
aanraden geen miniscooter te kopen? In dat geval zijn ze hun
voorschot kwijt.
03.07 Yolande Avontroodt
(VLD): Je dois donc déconseiller
aux intéressés d'acheter un tel
scooter, même s'ils ont déjà payé
un acompte.
03.08 Minister Bert Anciaux: Ik ga daar geen uitspraak over doen.
03.09 Yolande Avontroodt (VLD): Dat begrijp ik wel, maar dat is wel
de vraag.
03.10 Minister Bert Anciaux: Mevrouw Avontroodt, u zal uw
verantwoordelijkheid moeten nemen.
03.10 Bert Anciaux, ministre: Il
vous appartient de prendre vos
responsabilités.
03.11 Yolande Avontroodt (VLD): Dat vind ik niet correct.
03.12 Minister Bert Anciaux: Ik heb heel duidelijk geantwoord. Of u
nu al dan niet die mensen gaat aanraden dat al dan niet aan te
schaffen met het gevolg dat ze mogelijk hun voorschot kwijtspelen, is
iets waarover ik als minister geen uitspraak ga doen.
03.13 Yolande Avontroodt (VLD): Ik zal het omdraaien, als de
politie in om het even welke gemeente bejaarde mensen met een
miniscooter ziet rijden op het fietspad of op het voetpad, dan is er een
probleem, zegt u.
03.13 Yolande Avontroodt
(VLD): Si la police rencontre des
personnes âgées sur un tel
scooter, un problème se posera
donc?
03.14 Minister Bert Anciaux: Dan is er een probleem.
03.15 Yolande Avontroodt (VLD): Dan zijn er in ons land veel
problemen.
03.16 Minister Bert Anciaux: Er zijn natuurlijk ook veel problemen in
ons land.
03.17 Yolande Avontroodt (VLD): Dit is toch ernstig.
03.18 Minister Bert Anciaux: Ik ben ook niet aan het lachen.
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
03.19 Yolande Avontroodt (VLD): Ik vind dit heel ernstig. Senioren
die niet meer kunnen fietsen of ergens te voet geraken, zien hun
mobiliteit daardoor verzekerd en zo kunnen zij zo zien zij het veilig
ergens geraken.
03.20 Minister Bert Anciaux: Het is niet veilig, want er is geen
homologatie. U hebt die vraag gesteld op basis van een onderzoek
van TestAankoop. Zij komen tot dezelfde conclusie. Wat mij betreft, is
het niet veilig zolang er geen homologatie is.
03.21 Yolande Avontroodt (VLD): Ik zie niet in waarom men in het
buitenland dan al die senioren in onveilige situaties laat rijden.
03.21 Yolande Avontroodt
(VLD): Comment se fait-il alors
que les séniors se déplacent de
cette manière un peu partout à
l'étranger?
03.22 Minister Bert Anciaux: Misschien zouden zij een homologatie
moeten aanvragen.
De voorzitter: Ik moet de discussie stopzetten, maar ik durf suggereren, mevrouw Avontroodt, om het niet
in één vraag te behandelen, maar een beetje verder te gaan. Het is ook mogelijk dat die mensen
miniscooters beschouwen als een soort gehandicaptenkarretje, waarmee zij, voor zover ik weet, wel op de
stoep mogen rijden en zelfs vaak op de openbare weg. Misschien beschouwen zij dit zo, maar ik durf mij
daarover niet uitspreken. Dit is trouwens een bevoegdheid van de Vlaamse en Franse Gemeenschap.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'impossibilité pour les employés de Belgocontrol de bénéficier du congé d'adoption" (n° 1439)
04 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie
over "het feit dat de werknemers van Belgocontrol geen recht hebben op adoptieverlof" (nr. 1439)
04.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, ma
question porte vraiment sur une problématique bien précise qui est le
congé d'adoption, plus particulièrement pour les employés de
Belgocontrol.
Comme vous le savez, en vertu de la loi du 10 août 2001, le
travailleur a maintenant le droit de s'absenter de son travail pour
accueillir un enfant dans sa famille, et ce pendant 10 jours.
Cette loi qui a été mise en vigueur en juillet 2002, exige, bien entendu,
des adaptations réglementaires et statutaires.
C'est ainsi, par exemple, que les membres du personnel de
l'administration de l'Etat peuvent bénéficier de cette mesure en vertu
du cadre réglementaire qui est prévu par l'arrêté royal du 12
décembre 2002.
Or, Belgocontrol, avec des preuves à l'appui, en tant qu'entreprise
publique autonome, n'a pas encore adapté ses statuts en
conséquence.
Je voudrais donc savoir, monsieur le ministre, pourquoi Belgocontrol
n'a pas adapté ses statuts, et j'aimerais savoir si vous comptez
combler cette lacune.
04.01 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Krachtens de wet van 10
augustus 2001 heeft iedere
werknemer recht op tien dagen
verlof voor het onthaal van een
kind in zijn gezin. De
personeelsleden van de Staat
genieten deze mogelijkheid, met
toepassing van het koninklijk
besluit van 12 december 2002.
Het autonome overheidsbedrijf
Belgocontrol kent zijn werknemers
dit verlof echter niet toe. Ik zou
graag weten waarom niet, en wat
u denkt te doen om dit probleem
op te lossen.
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, Belgocontrol ne
relève pas du champ d'application de l'arrêté royal du 19 novembre
1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du
personnel des administrations de l'Etat.
Par conséquent, l'arrêté royal du 12 décembre 2002 portant
modification de diverses dispositions réglementaires en matière de
congés et d'absences accordés aux membres du personnel des
administrations de l'Etat n'est pas non plus d'application.
Conformément à la loi du 21 mars 1991 relative aux entreprises
publiques économiques, la commission paritaire et le conseil
d'administration de Belgocontrol ont arrêté le statut du personnel,
notamment le règlement des congés. La modification du statut du
personnel est exclusivement du ressort des partenaires sociaux, à
savoir la commission paritaire de Belgocontrol. Elle requiert une
majorité des deux tiers des voix exprimées.
Ce thème, sujet de la question parlementaire, fait partie de la
concertation globale actuelle entre les partenaires sociaux et fait
l'objet de discussions en vue d'arriver à un accord global et à une
modification éventuelle du règlement des congés.
04.02 Minister Bert Anciaux:
Belgocontrol valt niet onder de
toepassing van het koninklijk
besluit van 19 november 1998
betreffende de verloven en
afwezigheden toegestaan aan de
personeelsleden van de
rijksbesturen. Het koninklijk besluit
van 12 december 2002 dat u
aanhaalt is evenmin van
toepassing.
Voor het statuut van het personeel
van Belgocontrol zijn de sociale
partners bevoegd het paritair
comité en de raad van bestuur. De
vraag die u stelt, is het voorwerp
van overleg tussen beide
organismen en moet uitmonden in
een alomvattend akkoord en een
wijziging van de verlofregeling.
04.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, la loi du
10 août 2001 relative au congé d'adoption concerne normalement les
travailleurs des entreprises publiques et privées.
04.03 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Normaliter is de wet van 10
augustus 2001 inzake het
adoptieverlof van toepassing op de
werknemers van overheids- en
privé-bedrijven.
04.04 Bert Anciaux, ministre: Il s'agit d'un arrêté royal du 19
novembre 1998 qui ne concerne que le personnel des administrations
de l'Etat.
04.04 Minister Bert Anciaux: Het
gaat om een koninklijk besluit van
19 november 1998 dat alleen van
toepassing is op het personeel van
de rijksbesturen.
04.05 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Qu'en est-il pour les
entreprises publiques autonomes? La loi du 10 août 2001 est-elle
applicable au personnel de ces entreprises?
04.05 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Is de wet van 10 augustus
2001 van toepassing op het
personeel van de autonome
overheidsbedrijven?
04.06 Bert Anciaux, ministre: Non.
04.06 Minister Bert Anciaux:
Neen.
04.07 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Dans ce cas, je vais procéder
à d'autres recherches et je vous réinterrogerai le cas échéant.
04.07 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Ik zal verdere opzoekingen
doen en u indien nodig opnieuw
bevragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mijnheer De Padt heeft voor de tweede keer zijn vraag
(nr. 1459) laten uitstellen. Conform de afspraak in de commissie, die
ondertussen sinds vanmorgen de goedkeuring wegdraagt van de
Conferentie van voorzitters, zou ik u willen vragen of u zo vriendelijk
wil zijn ons uw antwoord te bezorgen. Wij zullen het dan rondsturen
Le président: C'est la deuxième
fois que M. De Padt reporte sa
question. Si le ministre veut bien
fournir sa réponse, nous la lui
transmettrons, ainsi qu'aux autres
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
naar uiteraard de heer De Padt, maar ook naar de leden van de
commissie.
Zo komen we bij de vragen van de heer Schalck.
membres.
04.08 Minister Bert Anciaux: Ik was van plan om mondeling een en
ander toe te voegen aan de vraag. Ik hoef dat nu niet te doen.
04.09 Daan Schalck (sp.a-spirit): Als de minister leuke zaken te
vertellen heeft, mag hij ons dat niet onthouden.
De voorzitter: Ik moet het Reglement toepassen.
04.10 Minister Bert Anciaux: Het is geen probleem. Zo leuk waren de
toevoegingen niet.
De voorzitter: Vraag het hem straks in de biechtstoel.
05 Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"mogelijke misbruiken in de autocarsector" (nr. 1651)
05 Question de M. Daan Schalck au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "d'éventuels
05.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, op 6 februari las ik een vrij verontrustend bericht
over het niet-respecteren van rij- en rusttijden door beroepschauffeurs
die mensen vervoeren over langere afstanden. Er gelden daar een
aantal regels over hoe lang men alleen mag rijden en vanaf wanneer
een tweede chauffeur nodig is.
Op een moment waarop veel jonge ouders hun kinderen bijvoorbeeld
op sneeuwklas zien vertrekken, was het nogal verontrustend te lezen
dat de regel die stelt dat men met twee moet zijn, met voeten wordt
getreden. De andere chauffeur zou immers gewoon terugkeren en
onmiddellijk overstappen op een andere bus. Op die manier wordt
een vals gevoel van veiligheid geschapen omdat men denkt dat er
een tweede chauffeur aanwezig is die net heeft gerust. Dat zou in een
aantal gevallen immers totaal niet juist zijn.
Hetgeen mij nog meer verontrustte dan het verhaal van die ene
chauffeur, was het feit dat een vertegenwoordiger van de
beroepsvereniging FBBA die misbruiken toegaf. Hij zei echter dat
men dat niet moest overdrijven, want dat het maar over 10% van de
gevallen ging. Wanneer men echter weet hoeveel bussen dagelijks
die langeafstandsritten doen, vind ik 10% een schrikbarend cijfer. Als
dat waar zou zijn en als dat het percentage misbruiken is dat door de
sector wordt toegegeven, is dat onaanvaardbaar. Een collega heeft
daarnet een vraag gesteld over een vreselijk ongeval. Ik spreek mij
niet uit over de oorzaak die daarvan aan de oorsprong zou hebben
gelegen. Ik denk echter dat vermoeidheid en in slaap vallen beslist
een van de grootste risico's is bij lange busreizen.
De vertegenwoordiger van de federatie zei bovendien dat hij het
gebrek aan controles zou hebben aangeklaagd bij de federale
regering. Ik heb de volgende vragen. Hoe verlopen de controles,
voornamelijk op rij- en rusttijden, bij de internationale ritten? Werden
daarvoor eventueel internationale afspraken gemaakt? Ik begrijp dat
de mogelijkheden in België vrij beperkt zijn. Het gaat immers over een
doorrit van maximum 300 kilometer, wat volgens mij een van onze
05.01 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Récemment, la presse s'est fait
l'écho de cas de fraude dans le
secteur des autocars. Les
chauffeurs resteraient bien trop
longtemps au volant et il n'y aurait
pas toujours de second chauffeur.
Il est inquiétant de constater que
l'association professionnelle
reconnaît qu'il y a dix pour cent de
fraudes. La fédération aurait
même dénoncé le manque de
contrôles organisés par les
pouvoirs publics.
Comment les contrôles se
déroulent-ils lors de voyages
internationaux? Les autorités
fédérales ont-elles perçu les
signaux envoyés par le secteur?
Comment le ministre envisage-t-il
de combattre ces abus?
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
handicaps op het gebied van controle is. Heeft u, of eventueel uw
voorgangster, inderdaad signalen gekregen vanuit de sector? Werd
daarop gereageerd en hoe? Wat is uw visie om te garanderen dat de
mensen die busreizen maken, kunnen rekenen op echt uitgeruste en
veilige chauffeurs?
05.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, het
controleren van autocars is steeds een prioriteit geweest voor de
controledienst van het Directoraat-generaal Vervoer te Land. Zowel
nationaal als internationaal worden er geregeld speciale acties
georganiseerd, in het bijzonder in de piekperiodes tijdens de vakantie
en de periode van de schoolreizen, waarbij autocars massaal worden
gecontroleerd.
Binnen Eurocontrol Wegen, een samenwerkingsakkoord dat tussen
de controlediensten van acht landen werd gesloten, werd een
specifieke werkgroep opgericht met de volgende doeleinden.
Ten eerste gaat het om een nauwere samenwerking tussen de
verschillende landen België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland en Spanje onder andere op
het vlak van het uitwisselen van controlegegevens inzake
overtredingen begaan door autocarbestuurders. Indien aangewezen
volgt achteraf een bedrijfscontrole.
Ten tweede gaat het om het organiseren van gecoördineerde
controles op het autocarvervoer, gelijktijdig in voornoemde landen om
zodoende bepaalde fraudes inzake rij- en rusttijden beter te kunnen
opsporen. Dit gebeurt vooral door achteraf de door de bestuurders
voorgelegde attesten van vakantie, ziekte of van andere
werkzaamheden te onderzoeken of door het natrekken van bepaalde
verklaringen, afgelegd door de autocarbestuurders of door de
passagiers. Ik denk aan het wisselen van bestuurders onderweg.
De dienst Controle van het Wegvervoer ontvangt af en toe een klacht
uit de sector. Deze klachten hebben meestal betrekking op
autocarvervoer dat door bepaalde instanties gemeenten, bedrijven
en dergelijke wordt ingericht zonder over de nodige
vervoersvergunningen te beschikken. Uiterst zelden worden klachten
ontvangen die verband houden met het niet respecteren van de rij- en
rusttijden door de bestuurders. De dienst werd tot nu toe nog niet
gecontacteerd door de Vereniging van autocarchauffeurs die in het
persartikel is vermeld. Dit zou weliswaar nuttig kunnen zijn om de
controleacties scherper te kunnen richten.
Klachten worden steeds grondig onderzocht, al dan niet in
samenwerking met andere controle-instanties, zoals de sociale
inspectiediensten.
Ten slotte, wat uw derde vraag betreft, om de verkeersveiligheid te
verbeteren en een eerlijke concurrentie tussen de vervoersbedrijven
in de sector van het personenvervoer te waarborgen, zullen de
controles van autocars nog worden opgevoerd.
Het personeelsplan van de FOD Mobiliteit en Vervoer voorziet in de
werving van 8 controleurs om het personeelsbestand voor de
controles op de weg en in de bedrijven van zowel het vracht- als het
personenvervoer opnieuw op peil te brengen. Er zouden er dus 67
05.02 Bert Anciaux, ministre: Le
service de contrôle a toujours fait
de l'inspection des autocars une
priorité. Les contrôles sont
effectués dans les périodes de
grande affluence, tant au niveau
national qu'international. Un
groupe de travail a été mis sur
pied au sein d'Eurocontrol-Routes
- un accord de coopération entre
huit pays - en vue d'optimiser
l'échange de données relatives
aux contrôles et d'effectuer des
contrôles coordonnés.
Le service de contrôle du transport
routier reçoit de temps à autre des
plaintes du secteur. Celles-ci sont
toujours soigneusement exami-
nées. Toutefois, ces plaintes
concernent rarement le non-
respect des temps de conduite et
de repos par les conducteurs. Le
service n'a pas encore été
contacté par la FFBA, l'association
professionnelle mentionnée dans
l'article.
Pour accroître la sécurité routière
et garantir une concurrence loyale
entre les entreprises du secteur,
nous intensifierons le contrôle des
autocars. Le SPF Mobilité et
Transports va engager 8 contrô-
leurs supplémentaires, portant
ainsi son cadre du personnel à 67
unités. En outre, la coopération
avec les autres services de
contrôle sera renforcée. Une
grande spécialisation est exigée
de la part des contrôleurs.
Le groupe de travail "transport par
autocar" d'Eurocontrole-Routes
prépare les actions de contrôle
coordonnées qui auront lieu durant
les vacances d'été, d'hiver et
d'autres périodes de forte
circulation. Nous multiplierons
également les contrôles du
transport de passagers vers des
pays extérieurs à l'Union
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
komen in plaats van de huidige 59.
Door nog nauwer samen te werken met andere controlediensten,
zowel nationaal als internationaal, en door een verregaande
specialisatie van de controleurs om de fraude op te sporen, kunnen
de bestaande misbruiken efficiënt aangepakt worden. De werkgroep
inzake autocarvervoer van Eurocontrole Wegen is nu bezig met het
voorbereiden van nieuwe gecoördineerde controleacties tijdens de
komende zomer- en wintervakanties en tijdens andere drukke
periodes.
Een ander aandachtspunt is het personenvervoer naar landen buiten
de Europese Unie, onder meer naar Marokko. De controles op die
transporten worden nu geïntensifieerd.
Samenwerking tussen de politieke verantwoordelijken en de
werkgeversverantwoordelijken is een van de nuttige acties die
genomen kunnen worden in de strijd tegen de illegale arbeid. Daarom
wordt deze week een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen
de FOD Mobiliteit en Vervoer, de FOD Werkgelegenheid, de FOD
Arbeid en Sociaal overleg en de FOD Sociale Zaken. Het akkoord
vertrekt vanuit de vaststelling dat een grote variëteit van acties zal
nodig zijn om de illegale arbeid met succes te bestrijden. Het akkoord
bepaalt dat verschillende stappen in de bestrijding van de illegale
arbeid zullen worden gezet, gaande van informatie, preventie tot
opsporing. De actieplannen tegen zwartwerk die de verschillende
partners hebben ontwikkeld vormen een goed vertrekpunt voor het
opzetten van zulke gemeenschappelijke acties.
Ten slotte, de overeenkomst moet, mede door haar hoge
symboolwaarde, een sterk signaal uitzenden naar alle actoren in de
sector.
européenne.
Dans le cadre de la lutte contre le
travail clandestin, des
responsables politiques peuvent
coopérer avec les employeurs.
C'est dans cet esprit que les SPF
Mobilité et Transports, Emploi,
Travail et Concertation sociale et
Affaires sociales concluent cette
semaine un accord de coo-
pération. Les services concernés
ont conscience de la nécessité de
diversifier les actions. Plusieurs
initiatives seront prises, en matière
d'information, de prévention et de
recherche. Les projets déjà
élaborés constituent un bon point
de départ pour des actions
communes. Enfin, la valeur
symbolique de l'accord doit
envoyer un signal fort à tous les
intéressés.
05.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik merk dat er duidelijk inspanningen geleverd
worden om de veiligheid van de mensen die op die bussen aanwezig
zijn want daar is het om te doen maximaal te garanderen.
Ik vraag mij wel af, mijnheer de minister, of het niet mogelijk is
zeker voor groepsreizen dat de mensen die de reis inrichten zij het
een school of een andere organisatie het recht hebben om bij wijze
van spreken niet alleen een contract met de busmaatschappij te
hebben maar daarbij ook gedetailleerde informatie te krijgen van die
busmaatschappij over wie de chauffeur zal zijn en wat de rijtijden van
die man geweest zijn in bijvoorbeeld de afgelopen week.
Ik denk dat het voor de busfirma heel eenvoudig is dat aan de
contractant mee te delen. Dat soort informatie zou voor de
reisorganisator toch een belangrijke troef zijn, ook wanneer er
klachten zouden zijn. Die suggestie komt nu bij mij op. Ik denk dat zij
het onderzoeken waard is,zodat er minstens eerlijke informatie gaat
naar de mensen die de reis organiseren, los van de controles die de
overheid uitvoert.
05.03 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Le ministre s'efforce de garantir
autant que possible la sécurité des
passagers dans les bus.
Les entreprises de transport en
bus peuvent-elles préalablement
fournir à leurs clients des
informations détaillées sur la
personne du chauffeur et ses
heures de route durant les
semaines avant le voyage? Cela
ne devrait pas être trop difficile.
05.04 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, heel kort nog. De
suggestie die de heer Schalck nu geeft, lijkt mij zeker de moeite
waard om te onderzoeken. Dat zal dan wel niet bij het sluiten van het
contract gebeuren, maar bij het begin van de reis, bij manier van
05.04 Bert Anciaux, ministre:
Dans ce cas, ces informations
devront être fournies au moment
du voyage. Je suis disposé à faire
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
spreken, want eerder weet men dat natuurlijk niet. Ik zal dat zeker
bespreken en het zou mij verbazen dat de sector daar tegen zou zijn.
Dat lijkt mij een goede zaak.
examiner la suggestion de
M. Schalck. Il m'étonnerait
beaucoup que le secteur ait des
objections.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "het
betaald parkeren van inwoners in steden" (nr. 1662)
06 Question de M. Daan Schalck au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "le
stationnement payant des citadins en ville" (n° 1662)
06.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een korte vraag. Wij hebben over deze problematiek
reeds een aantal keren van gedachten kunnen wisselen in deze
commissie. Steden proberen meer mensen in de stad te laten wonen.
Een van de problemen terzake is hoe men vrij strikte regels inzake
parkeren kan aanpassen voor inwoners van bepaalde steden of delen
van een stad. Als sommige steden daarmee enigszins creatief
trachten mee om te gaan en geen bewonerskaart uitreiken, maar het
langparkeren voor inwoners toch enigszins proberen te
reglementeren, krijg ik toch de indruk dat de administratie de
interpretatie van een bewonerskaart heel strikt opvat. Men wenst
voorlopig niet mee te denken aan andere systemen van langparkeren
voor bewoners.
Mijnheer de minister, ik heb hierover twee vragen. Wat is de motivatie
om elk reglement dat langdurig parkeren voor stadsbewoners wil
toelaten onmiddellijk te beschouwen als het eventueel toestaan van
een tweede bewonerskaart? Staat u nog steeds achter het idee om
steden en gemeenten voor een aantal zaken, misschien ook het
parkeren voor bewoners, meer bevoegdheden te geven, iets
waarover wij in het verleden ook reeds van gedachten konden
wisselen?
06.01 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Diverses villes s'efforcent d'attirer
de plus en plus de nouveaux
habitants. Toutefois, il n'est pas
simple d'adapter aux habitants de
certaines villes ou parties de ville
les règles strictes qui sont
actuellement en vigueur en
matière de parcage. Certaines
villes ne délivrent pas de carte de
riverain mais essayent de
réglementer le parcage de longue
durée pour leurs habitants. En
revanche, l'administration semble
interpréter la notion de "carte de
riverain" avec une très grande
rigueur.
Pourquoi le moindre règlement
autorisant les habitants d'une ville
à se parquer longtemps est-il
considéré automatiquement
comme l'octroi d'une seconde
carte de riverain? Le ministre
entend-il donner encore plus de
compétences dans ce domaine
aux villes et aux communes?
06.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik ben ervan op
de hoogte dat bepaalde steden in Vlaanderen reeds werken met een
woonkaart die wordt toegekend aan haar inwoners, al dan niet tegen
betaling. Ik heb aan mijn administratie gevraagd of deze regeling niet
in strijd is met het ministerieel besluit van 18 december 1991. Op zich
is het antwoord echter niet zo belangrijk. In het huidig ministerieel
besluit staat immers dat slechts een bewonerskaart per wooneenheid
mag worden uitgereikt. Hoe dan ook zal deze regel in de toekomst
geen nut meer hebben aangezien het mijn absolute overtuiging is om
de gemeentelijke overheden meer subsidiariteit toe te kennen bij het
uitreiken van de tweede bewonerskaart. Volgens mij moeten de
gemeenten autonoom kunnen bepalen hoeveel parkeerkaarten zij
willen uitreiken en op welke manier. De reden hiervoor is dat de lokale
situatie erg verschillend is in de verschillende gemeenten. In sommige
steden kampt men met een reëel parkingprobleem, terwijl er in
andere steden bij wijze van spreken te veel parkeerplaatsen zijn.
06.02 Bert Anciaux, ministre:
Certaines villes flamandes
recourent déjà à une carte
d'habitant, moyennant paiement
ou non. J'ai demandé à mon
administration si ce n'est pas
contraire à l'arrêté ministériel du
18 décembre 1991 qui prévoit
qu'on ne peut délivrer qu'une
seule carte d'habitant par unité
d'habitation. A l'avenir, cette règle
n'aura plus d'utilité car j'ai
l'intention d'accorder en toute
hypothèse une plus grande
autonomie aux communes en
matière d'octroi d'une seconde
carte d'habitant. J'estime en effet
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Het ontwerp tot wijziging van het ministerieel besluit heb ik enkele
maanden geleden ter advies aan de Gewesten voorgelegd. Het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest had echter nog wat kritiek op dat
ontwerp. Wij hebben beslist om toch door te gaan met het ontwerp,
na aanpassing naar aanleiding van een aantal opmerkingen. Het
opleggen van de beperkingen willen wij dus overlaten aan de
gemeenten. Het is dan ook mijn bedoeling om zo snel mogelijk een
ministerieel besluit uit te vaardigen.
Hiermee wordt de niet echt gewettigde centralistische visie in deze
afgebouwd.
que les communes doivent avoir la
possibilité de décider elles-mêmes
combien de cartes elles veulent
délivrer, le problème du parcage
variant d'une commune à l'autre.
J'ai soumis mon avis aux Régions
il y a quelques semaines. La
Région bruxelloise a émis
quelques critiques mais après
avoir apporté certains
aménagements au texte, nous
avons décidé de poursuivre
l'élaboration du projet. Je suis
décidé à promulguer cet arrêté
ministériel le plus vite possible. De
cette manière, je crois pouvoir
faire disparaître une conception
centraliste qui n'est à mon sens
pas vraiment légitime.
06.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Mijnheer de minister, als dit uw intentie is
en u hebt dat eigenlijk al meer dan eens kenbaar gemaakt zou het
misschien goed zijn als de administratie nu het juridisch begrip
bewonerskaart in afwachting van de gewijzigde reglementering niet al
te strikt zou interpreteren. Als u meent dat men een oplossing moet
zoeken via een woonkaart of andere kan men daar in de filosofie van
wat komen gaat enigszins soepel in optreden. Ik vraag zelfs niet om
een bewonerskaart door de vingers te zien want zo heet het niet. Ik
vraag wel om daar enigszins soepel tegenover te staan. Ze weten dat
het besluit binnenkort moet worden aangepast en het moet niet
zodanig strikt worden gereglementeerd dat we heel restrictief worden
voor een wetgeving waarvan we weten dat ze misschien binnen zes
maanden zonder voorwerp zal zijn.
06.03 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Dans l'attente de la modification
de la réglementation, il serait
préférable que l'administration
n'interprète pas la notion juridique
de "carte de riverain" de façon trop
stricte. Elle n'ignore pas que
l'arrêté doit être prochainement
adapté. Quel est l'intérêt d'adopter
une attitude trop restrictive alors
que la législation en question ne
sera plus d'application dans six
mois?
06.04 Minister Bert Anciaux: Ik ben het daarmee eens.
06.04 Bert Anciaux, ministre: Je
partage votre point de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de Mme Valérie De Bue au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'application de la Convention du 4 avril 2003 visant à mettre en oeuvre le programme du réseau
express régional de, vers, dans et autour de Bruxelles" (n° 1666)
07 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
toepassing van de Overeenkomst van 4 april 2003 met het oog op de uitvoering van het programma
voor het Gewestelijk Expresnet van, naar, in en rond Brussel" (nr. 1666)
07.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la convention RER du 4 avril 2003 qui a pour objectif de
déterminer les modalités interrégionales et fédérales de mise en
oeuvre du RER ne précise pas de date d'entrée en vigueur. Il a été
envisagé dans un premier temps de soumettre cette convention à
l'assentiment des chambres législatives mais, à présent, il semblerait
que l'on renonce à cette procédure.
Pouvez-vous me confirmer que cette convention ne fera pas l'objet
07.01 Valérie De Bue (MR): De
GEN-overeenkomst van 4 april
2003 die de intergewestelijke en
federale modaliteiten vastlegt
volgens welke het GEN moet
worden uitgevoerd bevat geen
datum van inwerkingtreding.
Oorspronkelijk wilde men deze
overeenkomst aan de goedkeuring
CRIV 51
COM 161
11/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
d'une procédure d'assentiment? Est-elle déjà entrée en vigueur?
Sinon, pourquoi?
Parallèlement au cadre défini par la convention, il paraît que la SNCB
a déjà entamé des discussions avec des représentants des pouvoirs
publics flamands en vue de la mise en oeuvre du RER en Flandre. Il
semblerait que lors de ces discussions, la SNCB s'en tienne au plan
de 2001 et non aux discussions gouvernementales de 2003.
L'initiative de la SNCB donc cette mini "task force" mise sur pied
s'inscrit-elle dans le cadre de la convention ou s'agit-il d'une initiative
concurrente? Sur quel plan se basent les discussions entreprises par
la SNCB?
van de wetgevende kamers
voorleggen, maar daar lijkt men nu
van afgestapt te zijn.
Zal deze overeenkomst al of niet
goedgekeurd worden? Is ze al in
werking getreden? Indien niet,
waarom niet?
Naast hetgeen in deze
overeenkomst is bepaald zou de
NMBS met de Vlaamse overheid
onderhandelingen voeren in
verband met de aanleg van het
GEN in Vlaanderen. Bij die
gesprekken zou de NMBS het plan
dat in 2001 is opgesteld volgen in
plaats van wat in 2003 op
regeringsniveau is overeen-
gekomen. Kadert dit initiatief in de
overeenkomst of gaat het om een
parallel initiatief? Op basis van
welk plan voert de NMBS
onderhandelingen?
07.02 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, le texte de cet
accord a été transmis au Conseil d'Etat. Celui-ci vient de rendre son
avis. Une concertation avec les Régions a récemment eu lieu sur cet
avis et ses conséquences. Un projet de loi portant assentiment à
l'accord de coopération RER du 4 avril 2003 sera déposé. L'exposé
des motifs apportera une réponse satisfaisante aux remarques du
Conseil d'Etat.
Dans le même temps, le même exposé peut être repris pour les
décrets flamand et wallon et l'ordonnance bruxelloise qui doivent
encore être approuvés par les parlements régionaux.
La convention n'est pas encore entrée en vigueur mais les différentes
instances concernées se sont mises d'accord pour démarrer le comité
de pilotage sans attendre la fin de la procédure législative.
Il est vrai que pour l'instant, la députation permanente du Brabant
flamand mène des discussions avec la SNCB, ceci avec l'appui du
gouvernement flamand. Ces discussions, qui sont toujours en cours,
sont basées sur un plan spécifique appelé "Regionet". Ce plan est
différent de celui du RER repris dans l'accord susmentionné.
Ce plan envisage notamment la création d'un réseau de transport
public rapide sur le territoire de la province du Brabant flamand.
07.02 Minister Bert Anciaux: De
tekst van dit akkoord werd aan de
Raad van State voorgelegd die zijn
advies heeft gegeven. Over dit
advies en zijn gevolgen werd
overleg gepleegd met de
Gewesten.
Een wetsontwerp tot goedkeuring
van het GEN-samenwerkings-
akkoord van 4 april 2003 zal
worden ingediend en in de
memorie van toelichting zullen de
opmerkingen van de Raad van
State op een afdoende wijze
beantwoord worden.
Dezelfde memorie kan gebruikt
worden voor de Vlaamse en
Waalse decreten en voor de
Brusselse ordonnantie die door de
gewestraden moeten worden
goedgekeurd.
De overeenkomst is nog niet in
werking getreden maar de
betrokken overheden zijn bereid
om de stuurgroep op te starten
voordat de wetgevingsprocedure is
afgerond.
De bestendige deputatie van
Vlaams-Brabant voert hierin
11/02/2004
CRIV 51
COM 161
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
gesteund door de Vlaamse
regering - gesprekken met de
NMBS. De gesprekken zijn
gebaseerd op een specifiek plan,
het zogenaamde "Regionet". Dit
plan is niet hetzelfde als dat voor
het GEN dat in het kwestieus
akkoord is opgenomen.
Volgens dat plan komt er in
Vlaams-Brabant een snel
openbaar vervoersnet.
07.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. La convention prévoit bien la mise sur pied du
conseil interministériel des ministres de la Mobilité. D'après vous, ce
comité de pilotage pourrait déjà commencer à travailler rapidement?
07.03 Valérie De Bue (MR): De
overeenkomst stelt ook een
Interministeriële Mobiliteitsraad in
het vooruitzicht. Gaat het om dat
stuurcomité dat binnenkort van
start gaat?
07.04 Bert Anciaux, ministre: Absolument.
07.04 Minister Bert Anciaux: Dat
klopt als een bus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.38 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.38 heures.