CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 151
CRIV 51 COM 151
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
09-02-2004
09-02-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Guido De Padt à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
abonnements sociaux pour le personnel de
Belgacom" (n° 1322)
1
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de sociale
abonnementen bij Belgacom" (nr. 1322)
1
Orateurs: Guido De Padt, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Guido De Padt, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Guido De Padt à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la réduction du
nombre de postes téléphoniques payants"
(n° 1323)
2
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het verminderen van
het aantal betaaltelefoons" (nr. 1323)
2
Orateurs: Guido De Padt, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Guido De Padt, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Roel Deseyn à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le contrôle de
l'internet" (n° 1443)
4
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de controle over het
internet" (nr. 1443)
3
Orateurs: Roel Deseyn, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Roel Deseyn, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la liaison ferroviaire Courtrai-Lille"
(n° 1506)
6
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de treinverbinding
tussen Kortrijk en Rijsel" (nr. 1506)
6
Orateurs: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le développement d'un TGV fret
desservant l'aéroport de Liège" (n° 1570)
10
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de aanleg van een HST-
lijn voor het goederenvervoer die aansluit op de
luchthaven van Luik" (nr. 1570)
10
Orateurs: Melchior Wathelet, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Melchior Wathelet, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les dispositions prévues pour les
employés de La Poste victimes d'agressions dans
l'exercice de leur fonction" (n° 1614)
13
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de voorzieningen voor
de werknemers van De Post die tijdens de
uitoefening van hun ambt het slachtoffer werden
van gewelddaden" (nr. 1614)
13
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de Mme Simonne Creyf au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le représentant du gouvernement
15
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de
15
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
habilité à négocier avec DHL" (n° 1585)
regeringsonderhandelaar voor DHL" (nr. 1585)
Orateurs: Simonne Creyf, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Simonne Creyf, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Olivier Maingain au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'usage de boîtes postales à
l'adresse du Palais de Justice" (n° 1625)
17
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het gebruik van
postbussen met als adres het Justitiepaleis"
(nr. 1625)
17
Orateurs: Olivier Maingain, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Olivier Maingain, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
9
FEVRIER
2004
Après-midi
______
van
MAANDAG
9
FEBRUARI
2004
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 13.42 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 13.42 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de sociale abonnementen bij Belgacom" (nr. 1322)
01 Question de M. Guido De Padt à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les abonnements sociaux pour le personnel de Belgacom" (n° 1322)
01.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, voorafgaandelijk wil ik even dit zeggen. Ik wist niet goed aan
wie ik deze vraag moest stellen. Ik had ze eerst gesteld aan minister
Vande Lanotte. De fractie zei mij dat ik moest opletten, omdat er hier
een spanningsveld is tussen uw bevoegdheden en die van minister
Vande Lanotte. Mevrouw de minister, ik heb de vraag dan aan u
gesteld. Ik heb echter begrepen dat minister Vande Lanotte op mijn
eerste twee vragen reeds vroeger geantwoord heeft in de commissie,
maar hij zou niet geantwoord hebben op de laatste twee. Ik wil mijn
vraag dan ook beperken tot de laatste twee aspecten van mijn
vraagstelling.
Het gaat inderdaad over de sociale abonnementen bij Belgacom. In
het verleden werden er daar tijdens een soort van opkuisperiode
ongeveer 30.000 abonnementen geschrapt. Ten gevolge daarvan zijn
er een aantal betwistingen ontstaan. In vroegere vraagstellingen is er
reeds voor een stuk een antwoord terug te vinden op de vraag over
hoeveel betwistingen het hier zou gaan en welke betwistingen
gegrond werden verklaard.
Mevrouw de minister, ik zou van u gewoon het volgende willen weten.
Ik heb immers signalen ontvangen dat dit niet het geval zou zijn. Het
gaat over het feit dat in geval van regularisatie wanneer er dus
wordt aangenomen dat men ten onrechte het sociale karakter van
een abonnement niet in aanmerking heeft genomen de abonnee
slechts gecrediteerd wordt voor één periode, ook al had de stopzetting
van dat sociaal abonnement betrekking op meerdere
betalingsperiodes.
Ten slotte, mijn tweede vraag of mijn vierde vraag is dan of het
tevens zo is dat de abonnee in geval van regularisatie ook
01.01 Guido De Padt (VLD): Au
terme d'un audit, Belgacom a
supprimé quelque 30.000
abonnements sociaux. Cette
décision a fait l'objet d'un certain
nombre de contestations. M.
Vande Lanotte a déjà répondu
partiellement à mes questions sur
le nombre de contestations
fondées ou non.
S'il régularise sa situation,
l'abonné n'est-il crédité que pour
une période donnée, même si la
suppression porte sur plusieurs
périodes de paiement? L'abonné
doit-il prendre en charge les frais
inhérents au retrait de
l'abonnement?
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
stopzettingskosten moet betalen voor het annuleren van dat sociaal
abonnement.
01.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
begrijp dat collega De Padt wat moeilijkheden had om uit te maken
wie daar precies voor bevoegd is. Nochtans doe ik in principe de
regulering, de wetgeving en de voor zover ze nog bestaat voogdij
over het BIPT. Mijn collega evenwel is bevoegd over Belgacom als
overheidsbedrijf. De toepassing van bestaande reguleringen bij
Belgacom behoort eerder tot het bevoegdheidsdomein van mijn
collega.
Dat neemt niet weg dat hier in overleg het volgende antwoord wordt
gegeven. Punt 1 betreft een factuele vraag naar informatie. Belgacom
heeft in verband met de hernieuwing van de sociale tarieven ongeveer
800 brieven ontvangen. Deze betreffen zowel vragen om inlichtingen
als verzoeken tot rechtzetting. Een groot aantal vragen en
betwistingen betreft de ten onrechte vermelding van de
stopzettingskosten op de factuur. Deze werden al rechtgezet. Bij de
ombudsdienst werden enkele klachten ontvangen, ze werden
overgemaakt aan Belgacom.
De tweede vraag ging over hoeveel betwiste gevallen gegrond werden
verklaard. Daarover zijn geen precieze gegevens beschikbaar.
Waarom niet? Er is geen zicht op de stand van zaken, behalve voor
de gevallen die werden voorgelegd aan de ombudsdienst.
Vervolgens het derde element van uw vraag. Is het zo dat in geval van
regularisatie de abonnee slechts gecrediteerd werd voor één periode,
ook al had de stopzetting betrekking op meerdere? Belgacom heeft
zich bereid verklaard de betrokken gebruikers te crediteren voor alle
betalingsperiodes tussen de stopzetting en de regularisatie.
Dan het vierde element van uw vraag. Is het tevens zo dat de
abonnee in geval van regularisatie ook de stopzettingskosten moet
betalen? Op sommige facturen zijn de stopzettingskosten vermeld,
maar deze werden ofwel op de factuur zelf gecrediteerd, ofwel op een
volgende kredietnota. Het antwoord op deze vraag is dus negatief.
01.02 Fientje Moerman, ministre:
En la matière, le vice-premier
ministre Vande Lanotte est
compétent pour Belgacom en tant
qu'entreprise publique, alors que
je le suis pour la régularisation
proprement dite.
En ce qui concerne l'actualisation
de ses abonnés sociaux,
Belgacom a enregistré environ huit
cent réactions, constituées en
partie de demandes d'information
et en partie de demandes de
rectification. Dans ce dernier cas,
il s'agissait principalement de la
mention injustifiée sur la facture
des frais de suppression. Le
Service de médiation de Belgacom
a également été saisi d'un certain
nombre de plaintes qui ont été
transmises au service compétent.
Pour l'heure, je ne peux encore
fournir aucune information sur le
nombre de cas litigieux qui ont été
déclarés fondés. En cas de
régularisation, l'abonné est crédité
pour toutes les périodes de
paiement et il ne doit pas payer les
frais de suppression.
01.03 Guido De Padt (VLD): Ik dank de minister voor haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het verminderen van het aantal betaaltelefoons" (nr. 1323)
02 Question de M. Guido De Padt à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la réduction du nombre de postes téléphoniques payants" (n° 1323)
02.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, naar verluidt
werd in de zomer van vorig jaar het voornemen bekendgemaakt om
het verplicht aantal betaaltelefoons drastisch te verminderen.
Betaaltelefoons worden hoe langer hoe minder gebruikt. Ze kosten
trouwens ook veel geld aan Belgacom. Deze kosten
vertegenwoordigen een substantieel deel van de totale kostprijs van
de universele dienstverlening. De sector moet de kosten, die
trouwens als zwaar worden aangevoeld, dragen. Iedereen zal het
erover eens zijn dat de voorziening van een bepaald aantal
02.01 Guido De Padt (VLD): Le
gouvernement a l'intention de
réduire sensiblement le nombre de
postes téléphoniques payants.
Ceux-ci sont de moins en moins
utilisés mais leur coût grève le
budget du service universel. A
certains endroits, les postes
téléphoniques payants gênent
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
betaaltelefoons op bepaalde locaties maatschappelijk noodzakelijk is,
maar alles wijst erop dat in België het verplichte aantal
betaaltelefoons heel wat hoger ligt dan wat noodzakelijk of relevant
zou zijn. Op bepaalde plaatsen staan openbare betaaltelefoons zelfs
gewoon in de weg, maar kunnen ze niet worden weggenomen omdat
dit ten koste zou gaan van de naleving van de wettelijke verplichting.
Daarom heb ik een aantal vragen aan de minister.
Mevrouw de minister, hoe staat u tegenover een vermindering van het
aantal betaaltelefoons? Is hierover al enig onderzoek opgestart? Zijn
er al conclusies getrokken omtrent het maatschappelijk relevant
minimumaantal betaaltelefoons?
même le passage mais ils ne
peuvent être enlevés car la loi
impose un certain nombre de
postes.
Que pense la ministre de la
diminution du nombre de cabines
publiques? Une étude a-t-elle déjà
été lancée à cet égard? Dans
l'affirmative, des conclusions en
ont-elles été tirées en ce qui
concerne le nombre minimum de
postes payants revêtant une utilité
sociale?
02.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, ten eerste,
hoe staat de minister tegenover een vermindering van het aantal
betaaltelefoons?
Een groeiend aantal mensen erkent dat het huidige park van
openbare betaaltelefoons een maatschappelijke inefficiëntie vertoont.
Heel wat van de openbare betaaltelefoons worden nauwelijks of niet
meer gebruikt. Bovendien gaat het in te veel gevallen om de
zogenaamde hybride toestellen, een wettelijke vereiste. Deze zijn niet
alleen in aankoop reeds duurder, maar ook in onderhoud. Hybride
toestellen kunnen immers ook met munten werken. Niet alleen
betekent dit meer en langere manuele interventies de toestellen
moeten worden geledigd en de munten worden geteld , maar tevens
is er een grotere kans dat de toestellen het voorwerp worden van
vandalisme en diefstal. De idee dat hieraan iets moet worden gedaan
dat het park moet worden gereduceerd raakt dan ook stilaan
algemeen aanvaard.
Ten tweede, het onderzoek hierover is inderdaad reeds gestart. Het
doel is om de maatschappelijke relevantie van elke openbare
betaaltelefoon te bepalen. Dit betekent onder andere dat geografische
en sociale factoren in de evaluatie zullen worden opgenomen. Aan de
hand van deze analyse kan een nieuw en maatschappelijk relevanter
park van openbare betaaltelefoons bepaald worden. Er moet een
stappenplan ontwikkeld worden om tot dit nieuw park te komen.
Ten slotte werden er nog geen conclusies getrokken omtrent het
maatschappelijk relevant aantal minimum betaaltelefoons.
02.02 Fientje Moerman, ministre:
Il est exact que l'offre actuelle de
postes téléphoniques payants
n'est en définitive plus adaptée
aux besoins sociaux compte tenu
de l'évolution dans le secteur des
télécommunications. De plus en
plus de personnes en sont
convaincues. De nombreuses
cabines publiques sont encore à
peine utilisées. Il s'agit principale-
ment des appareils hybrides qui
acceptent les pièces de monnaie
et qui sont légalement obligatoires.
Ces appareils sont plus onéreux,
tant à l'achat qu'à l'entretien. Ils
requièrent des moyens humains
pour collecter les pièces de
monnaie et ils peuvent faire l'objet
d'actes de vandalisme.
Une réduction de l'offre actuelle
s'avère par conséquent inévitable.
Une étude a déjà été lancée à ce
sujet pour analyser la pertinence
sociale de chaque poste
téléphonique payant en fonction
de facteurs sociaux et géogra-
phiques. Elle doit déboucher sur
un plan échelonné destiné à
renouveler et à améliorer l'offre de
postes téléphoniques payants.
Pour l'heure, aucune conclusion
n'a encore été tirée en ce qui
concerne le nombre minimal et
socialement justifié de postes
téléphoniques payants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de controle over het internet" (nr. 1443)
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
03 Question de M. Roel Deseyn à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "le contrôle de l'internet" (n° 1443)
03.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een aantal technische vragen naar aanleiding van de
internationale ontmoeting the World Summit on the Information
Society. Evenals in de onderhandelingen met de
Wereldhandelsorganisatie hebben de derdewereldlanden zich sterk
geprofileerd en "en blok" eisen naar voren gebracht. Dat is
vernieuwend op dergelijke internationale fora. Ik vond het belangrijk
om daarover met u van gedachten te wisselen. Bij de bespreking van
de beleidsnota hebt u immers gezegd dat wij ook een rol kunnen
spelen op het gebied van informatietechnologie in andere landen en
zeker in derdewereldlanden.
Er was een concreet voorstel om taken van ICANN over te hevelen
naar de International Telecommunication Union. Het adresseren
gebeurt in België door DNS, maar het geheel staat onder
internationale supervisie van ICANN. Als dit door de Verenigde Naties
zou gebeuren, zou internet meer als een gemeengoed worden gezien.
Wij zullen binnenkort in deze commissie ook een debat voeren over
wat in de universele dienstverlening aan de overheid of aan de
internationale organisaties toebehoort. Op dat vlak liggen kansen en
uitdagingen inzake de profilering van België. Er moet minstens
duidelijkheid zijn over hoe wij daar tegenover staan en wat ons
engagement tegenover die landen kan zijn. Daarom had ik graag uw
mening als bevoegd minister gekend.
Voorts had ik ook graag uw houding gekend in de eventuele
oprichting van een digitaal solidariteitsfonds. Tijdens dezelfde
internationale ontmoeting van de World Summit on the Information
Society werd gedacht in de richting van een digitaal solidariteitsfonds.
Wij hebben het vaak in België over de dichting van de digitale kloof. Ik
denk dat de uitdaging stukken groter is voor de derdewereldlanden en
dat wij daarin, eventueel in samenwerking met
ontwikkelingssamenwerking, een belangrijke rol kunnen spelen.
Bestaan er momenteel samenwerkingsakkoorden voor projecten met
derdewereldlanden? Het zou goed zijn om een zicht te krijgen op de
bestaande situatie.
03.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
contrôle exercé sur une partie
essentielle d'Internet, à savoir le
système d'adressage, relève de
l'organisme américain sans but
lucratif International Corporation
for Assigned Names and Numbers
(ICANN). Lors du dernier Sommet
mondial sur la société de
l'Information, en décembre 2003,
les pays en développement ont
plaidé pour le transfert aux
Nations Unies du contrôle exercé
sur les aspects techniques
d'Internet, parmi lesquels le
système d'adressage. Ils se disent
opposés à une mainmise privée et
considèrent qu'Internet constitue
une source naturelle qui doit être
et demeurer accessible à tout un
chacun.
Quel est le point de vue du
gouvernement belge? Que pense
la ministre de la création
éventuelle d'un fonds de solidarité
numérique pour combler le fossé
entre les pays riches et les pays
pauvres? Existe-t-il, à l'heure
actuelle, des projets et des
accords de coopération avec des
pays en développement dans ce
domaine?
03.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Deseyn, blijkbaar zijn er in
het Parlement verschillende zaken veranderd ten opzichte van de
vorige legislatuur. Tijdens de vorige legislatuur konden de
parlementsleden nagaan welk werk er in de andere commissies
gedaan werd. Blijkbaar is dat nu niet meer het geval, anders had u
waarschijnlijk geweten dat deze vraag reeds vóór de wereldtop op de
informatiemaatschappij van 10 tot 12 december, door uw collega Eric
Massin in de commissie voor het Bedrijfsleven, Wetenschapsbeleid,
Onderwijs, Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen,
Middenstand en Landbouw aan mij gesteld werd.
Ik kan het geacht parlementslid meedelen dat de positie van de
regering sindsdien niet is gewijzigd en dat deze positie intussen door
mij naar voren werd gebracht op de desbetreffende wereldtop, zoals
ik destijds reeds had aangekondigd aan de heer Massin. Het geachte
parlementslid kan het antwoord terugvinden in het verslag CRIV 51
COM 091 van dinsdag 9 december 2003. Voor uw gemak, mijnheer
03.02 Fientje Moerman, ministre:
Il est parfois utile de s'informer des
questions posées dans les autres
commissions. J'ai en effet déjà
répondu à une question identique
de M. Massin en commission de
l'Economie, le 9 décembre 2003,
c'est-à-dire avant même le coup
d'envoi du Sommet mondial sur la
société de l'information (SMSI).
La position de la Belgique, que j'ai
exposée lors de ce sommet, n'a
pas changé depuis. La Belgique
s'oppose à la proposition de
confier aux Nations Unies le rôle
de coordination concernant
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Deseyn, geef ik u nogmaals het standpunt van België terzake.
België is gekant tegen het plan om de coördinerende rol die
momenteel aan ICANN is toevertrouwd, toe te bedelen aan de VN.
België meent dat het partnerschap private sector-overheid moet
worden voortgezet. Een directere greep van de overheid op het
internet zou immers nefaste resultaten kunnen hebben voor de vrije
meningsuiting en de persvrijheid. België meent bovendien dat de
coördinatie van registratie en beheer van domeinnamen in handen
geven van een instantie zoals de VN, de dynamiek van het internet
niet ten goede zou komen. Mijn antwoord aan de heer Massin bevat
tevens de redenen waarom ik het momenteel niet nodig acht om een
zekere regulering op de markt voor domeinnamen te introduceren.
Het tweede aspect van de vraag luidt: "wat is de houding van de
minister over de eventuele oprichting van een digitaal
solidariteitsfonds (waarmee de kloof tussen arme en rijke landen snel
kan worden gedicht)". De stelling dat een dergelijk digitaal
solidariteitsfonds de kloof tussen rijk en arm snel kan dichten, is
uiteraard volledig voor rekening van het geachte parlementslid. Het
lijkt mij immers moeilijk die stelling te poneren terwijl het fonds nog
niet bestaat.
Ik bewandel op dit moment twee pistes: de nationale en de
internationale. Ten eerste, wat de nationale betreft, kan ik u meedelen
dat mijn kabinet ondertussen contact heeft gelegd met het kabinet
van mijn collega Marie Arena teneinde onze ideeën inzake de
aspecten van de digitale kloof op elkaar af te stemmen.
Ten tweede, kan ik u meedelen dat het `plan of action' wordt
voorgelegd aan zowel het BIPT als aan de FOD Economie met de
vraag elk punt van het bedoelde plan te analyseren op zijn relevantie
voor het federale regeringsniveau en voor elk punt, indien relevant, te
beschrijven welke zaken reeds werden gerealiseerd, wat op stapel
staat en wat nog moet worden gelanceerd. Dat geldt ook voor de
punten van het `plan of action' inzake de digital solidarity agenda.
Wat de internationale piste betreft, in het bijzonder de piste van zo'n
digitaal solidariteitsfonds, dicteert het gezond verstand mij dat ik eerst
en vooral moet nagaan of en hoeveel wij reeds bijdragen aan de ICT-
dimensie van de ontwikkelingshulp vooraleer ik mij voor of tegen de
oprichting van zo'n digitaal solidariteitsfonds uitspreek.
Dat brengt mij automatisch tot de derde en laatste vraag van het
geachte parlementslid: bestaan er samenwerkingsakkoorden en
projecten met de derdewereldlanden? Ik denk dat u daarmee niet om
het even welk project of samenwerkingsakkoord bedoelt, maar wel de
projecten en samenwerkingsakkoorden met een min of meer
uitgesproken ICT-karakter. Op dit moment wordt een overzicht
opgesteld van alle projecten en samenwerkingsakkoorden die reeds
een expliciet ICT-karakter hebben of die een ICT-dimensie in zich
dragen. Ook wordt nagegaan hoe groot de bijdragen zijn die ons land
daaraan toekent. Tot daar mijn antwoord, mijnheer de voorzitter.
l'internet, actuellement assuré par
l'ICANN. Nous estimons que le
partenariat entre le secteur privé et
le secteur public doit être
maintenu. Une influence plus
directe des pouvoirs publics dans
le domaine de l'internet pourrait
influer négativement sur la liberté
d'expression et sur la liberté de la
presse. Confier la coordination de
l'enregistrement et de la gestion
des noms de domaine aux Nations
Unies ne serait pas bénéfique à la
dynamique de l'internet.
M. Deseyn déclare que la création
d'un fonds de solidarité numérique
permettrait de combler le fossé
entre les pays riches et les pays
pauvres. Je me demande
comment on peut formuler de tels
propos au sujet d'une institution
qui n'a pas encore vu le jour.
La politique mise en oeuvre par la
Belgique dans ce domaine est
double. Sur le plan national,
j'entretiens des contacts avec
Mme Arena en vue d'harmoniser
notre collaboration en ce qui
concerne le fossé numérique. Le
plan d'action sera soumis à l'IBPT
et au SPF Economie, afin qu'ils
examinent, pour chaque volet du
plan, ce qui a déjà été réalisé, ce
qui est en préparation et ce qui
doit encore être lancé. Sur le plan
international, je vérifierai à
combien s'élève déjà notre
contribution pour le volet ICT de
l'aide au développement avant de
me prononcer pour ou contre le
fonds de solidarité numérique. Un
aperçu de la situation est en cours
d'établissement.
De voorzitter: Collega's, tot voor kort bestond er discussie over welke
commissie vragen inzake telecommunicatie moest behandelen. Er
werd beslist dat de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en
de Overheidsbedrijven hiervoor bevoegd is omdat de BIPT-wet in
Le président: Il a été convenu
qu'à l'avenir, toutes les questions
relatives aux télécommunications
seraient abordées au sein de cette
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
deze commissie het daglicht heeft gezien.
commission.
03.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik verontschuldig me omdat het antwoord dat u in een
andere commissie reeds hebt gegeven me ontgaan is, wellicht
precies omdat het een andere commissie was.
Vorige week had ik een ontmoeting met AWEPA-leden. AWEPA
groepeert een aantal Europese parlementsleden die proberen
engagementen te nemen voor Afrika. De informatietechnologie en het
omgaan met de nieuwe technologie inzake informatieverspreiding
kwam daar aan bod. Daarom wilde ik naar de houding van de
Belgische regering peilen zodat we ons land op dit punt wat meer uit
de verf kunnen laten komen.
Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord en de aankondiging
van de op stapel staande projecten.. U hebt een aantal inventarissen
van initiatieven aangekondigd van partnerships met landen in de
derde wereld. U hebt eveneens verwezen naar de afstemming van
projecten samen met uw collega Arena. Op het ogenblik dat de
inventarissen opgemaakt zijn en de `plans of action' opgesteld zijn zou
het goed zijn in deze commissie enige toelichting en duiding te komen
geven zodat we een volledig beeld krijgen van de inspanningen die
ons land op dit vlak doet en die wij, op onze beurt, op internationale
fora kunnen verdedigen.
03.03 Roel Deseyn (CD&V): Je
remercie la ministre d'avoir réitéré
sa réponse à la question de M.
Massin. Je n'en avais pas
connaissance.
Cette matière a été abordée lors
d'une rencontre récente avec des
parlementaires de pays européens
qui sont particulièrement attentifs
à la problématique africaine. C'est
la raison pour laquelle je
souhaitais connaître le point de
vue de notre pays.
Il semble que des projets soient en
cours et qu'une collaboration
existe avec la ministre Arena. Je
souhaiterais rouvrir le débat à ce
sujet lorsque le plan d'action
évoqué par la ministre sera
totalement finalisé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, de vragen aan minister Moerman zijn beëindigd.
De vragen (nrs. 1132 en 1350) van de heer Chastel zijn ingetrokken. De vraag (nr. 1428) van mevrouw
Vervotte werd schriftelijk beantwoord.
04 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de treinverbinding tussen Kortrijk en Rijsel" (nr. 1506)
04 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la liaison ferroviaire Courtrai-Lille" (n° 1506)
04.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, andermaal een
vraag over de mobiliteit in West-Vlaanderen.
Zoals de minister ook zal weten, loopt de verbinding tussen Kortrijk en
Rijsel heel moeizaam. Het is de vorige keer ook in de commissie
aangekondigd dat de structurele investeringen, die zich nochtans
opdringen, zeer duur zijn. Gelet op de opportuniteit voor de regio, met
Rijsel als culturele hoofdstad, kunnen we dit jaar eigenlijk niet
wachten. Wij zijn daarbij vrij nauw betrokken wegens een aantal
projecten maar ook door onze nabijheid.
Het zou goed zijn dat wij creatief nadenken vanuit de politieke
mogelijkheden om het project wat kracht bij te zetten via een goede
ontsluiting van de regio Kortrijk naar Rijsel. De SNCF bijvoorbeeld zal
om dit project te ondersteunen gratis vervoer aanbieden tussen Parijs
en Rijsel en tussen Boulogne en Rijsel. Wij kunnen ook
grensoverschrijdend een tandje bijsteken, denk ik. Het zou dan ook
goed zijn om niet alleen onze treinverbindingen met Rijsel te
optimaliseren gedurende deze periode, maar deze ook zo goedkoop
mogelijk aan te bieden.
04.01 Roel Deseyn (CD&V): Des
difficultés se posent toujours dans
le cadre de la liaison ferroviaire
Courtrai-Lille. Les solutions
structurelles durables sont
évidemment très coûteuses mais,
cette année, Lille est la capitale
culturelle de l'Europe et Courtrai
est partenaire officiel de ce projet,
avec d'autres villes flamandes.
Dans l'intérêt de la région, une
accessibilité optimale de Lille par
la voie ferrée est souhaitable. La
SCNF assurera gratuitement le
transport des participants aux
activités de Lille 2004 sur les
lignes Paris-Lille et Boulogne-Lille
notamment. Pendant la durée de
ce projet, il nous paraît dès lors
logique d'optimiser également nos
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Ik heb enkele heel concrete vragen aan de minister en enkele
voorstellen met de vraag of dit binnen de NMBS een haalbare kaart is
en of de regering zich hiermee akkoord kan verklaren. Ten eerste, ik
denk aan extra treinverbindingen op de lijnen Brussel-Kortrijk,
Antwerpen-Kortrijk en Oostende-Kortrijk naar Lille-Flandres en zeker
op de lijn Kortrijk-Rijsel ten behoeve van de deelnemers aan de
culturele activiteiten in Kortrijk en Rijsel.
Er is ook een piste het gaat hierbij veeleer over infrastructuurwerken
om de lijn 65 Roeselare-Menen-Halluin te activeren waardoor men
vlot aansluiting zou krijgen op het voorstadsnet rond Rijsel. Ook in
omgekeerde richting kan dit een grote troef betekenen voor de
ontsluiting van de regio Rijsel naar de kust. De activering van lijn 65
vraagt wat infrastructuurwerken, maar in de onmiddellijke toekomst
dringen zich andere zaken op. Kan in deze periode de treinverbinding
Kortrijk-Rijsel een uur langer bediend worden? Kan het verlaat
worden? Kan men de vertrektijden tot na 11 uur 's avonds
doorvoeren? Ik denk dat dit geen extravagante eis is.
Is het verminderde tarief bespreekbaar? Kan dit worden aangeboden
op deze lijnen, in het bijzonder ook aan de senioren, gezien het grote
verschil met de binnenlandse treinritten? Een bevolkingsgroep die het
gewoon is geworden om met reductie te reizen, zal zich de moeite
besparen om zich grensoverschrijdend te verplaatsen als er sprake is
van een hogere prijs. Dit neemt natuurlijk niets weg van het probleem
dat jongeren tot de leeftijdscategorie behoren die procentueel het
meest betaalt. Hiervoor moet zeker een oplossing worden gevonden.
Ten slotte, is het mogelijk om de activiteiten van Rijsel 2004 en in het
bijzonder deze die in Kortrijk plaatsvinden, extra te promoten in de
stations via affiches? Medewerking van de NMBS zou zeker bijdragen
tot een betere grensoverschrijdende samenwerking. In dit verband
zou ik ook kunnen citeren uit wat het gebruikerscomité van de NMBS
heeft geschreven over het euregioticket dat aan de grens met
Nederland en Duitsland wordt toegepast. Misschien kan een dergelijk
initiatief worden ondersteund vanuit de NMBS voor de ontsluiting naar
Noord-Frankrijk en heel specifiek voor het project Rijsel 2004? Ik
denk dat we absoluut gebruik moeten maken van die opportuniteit om
iets te doen aan de mobiliteit in die regio.
liaisons ferroviaires avec Lille et de
les proposer à des tarifs aussi bas
que possible.
La ministre juge-t-elle ce projet
réalisable et susceptible d'être
soutenu par le gouvernement?
Pendant la manifestation Lille
2004, la mise en service de trains
supplémentaires est-elle envisa-
geable sur les lignes Bruxelles-
Courtrai, Anvers-Courtrai et
Ostende-Courtrai-Lille Flandres et,
en tout état de cause, sur la ligne
Lille-Courtrai?
A plus long terme, il convient
évidemment d'envisager des
travaux d'infrastructure sur la ligne
65 Roulers-Menin-Halluin, qui
pourrait éventuellement être reliée
au réseau suburbain de Lille.
Au cours de cette période, la
liaison ferroviaire entre Lille et
Courtrai pourrait-elle être
desservie pendant une heure
supplémentaire jusqu'à 23h15?
Pourrait-on proposer aux
voyageurs, et en particulier aux
séniors, un tarif réduit sur ces
lignes? Pourrait-on promouvoir les
activités de 2004 au moyen
d'affiches apposées dans les
gares? Je renvoie à la proposition
du Comité consultatif des usagers
d'instaurer un "ticket Euregio".
Dans le cadre de Lille 2004, cette
initiative pourrait être soutenue
pour le Nord de la France.
04.02 Minister Johan Vande Lanotte: Ik ben blij te horen dat u het
belangrijk vindt dat senioren en jongeren goedkoper de trein moeten
kunnen nemen. Ik neem daarvan akte. Voor zover mij bekend zijn die
maatregelen ooit eens door uw partij bekritiseerd toen we ze
invoerden voor de senioren. Ik denk inderdaad dat dit een
belemmerende factor is. (...) Toch wel, de goedkope biljetten voor
senioren werden bekritiseerd.
Maar, geen probleem, ik denk dat het een belangrijke realiteit is en
dat die prijs belangrijk is. Wat het aanbod betreft, gaat de NMBS er
eigenlijk van uit dat het aantal treinen in globaliteit niet het echte
probleem is. Eigenlijk zijn er treinen genoeg. Er is soms een probleem
's avonds. Globaal zijn er relatief weinig reizigers. De verbinding
Kortrijk-Rijsel is er een met zeer weinig avondreizigers. In de laatste
trein zitten er gemiddeld slechts een dertigtal reizigers, wat heel
weinig is. Gebonden aan activiteiten en evenementen zouden we
echter later moeten kunnen rijden. Voor meer treinen, gebonden aan
04.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je me réjouis de
constater que M. Deseyn partage
notre souci de permettre aux
séniors et aux jeunes de voyager
en train à des tarifs réduits. Dans
le passé, nous avons fait l'objet de
critiques de son parti sur ce point.
Le nombre de trains de la SNCB
ne constitue pas un problème en
soi. La ligne Courtrai-Lille n'est
empruntée en soirée que par très
peu de voyageurs. Davantage de
trains peuvent toutefois être mis
en service lors d'événements
spéciaux.
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
evenementen, is het dus "ja" en voor meer treinen in de globaliteit is
het waarschijnlijk "neen". Ik denk niet dat we dat kunnen.
Een tweede probleem is dat van de duur van de verplaatsing. Ik denk
dat er iets minder vraag is naar meer treinen, maar vooral naar
snellere treinen. Dat is eigenlijk het allerbelangrijkste en we zijn nu al
sinds jaar en dag bezig om dat te proberen aan te pakken. Tot op
heden heeft dat niet zo vreselijk veel opgebracht. We zijn daar
opnieuw mee bezig. Op dat vlak is eigenlijk de enige bondgenoot de
regio Nord-Pas de Calais, meer bepaald mevrouw Aubry. Eigenlijk zijn
dat de enigen die wat helpen. Centraal Frankrijk is daar absoluut niet
in geïnteresseerd. Rijsel wel. Er is ook binnen Frankrijk discussie
tussen het perifere Rijsel en het centrale Parijs. Wij proberen daar te
duwen, maar we hebben daar zeker geen grote medestander aan de
SNCF. We hebben alleen een medestander aan de regio waarmee er
ook contacten zijn en waarop we proberen in te spelen.
Het derde gegeven is de prijs. Voor België is de prijs vrij gunstig. Wij
krijgen daar een goed aandeel. We zijn op dit moment echter, - voor
dagtrips en zo - ook weer een beetje op één of andere manier
gebonden aan evenementen. Toch, zijn we ook aan het discussiëren
over de prijs. Ik denk dat de prijs eigenlijk het eerste zal zijn waarvoor
we in globo enige successen kunnen boeken.
Het aantal treinen kan dus eigenlijk alleen occasioneel verhogen voor
evenementen. Als ik de lijn Oostende-Rijsel zie, zijn er eigenlijk wel
genoeg treinen, maar ze doen er te lang over. Wat de snelheid
betreft, dat is echt de grootste noodzaak. Dat is iets wat we niet alleen
kunnen doen. De Fransen zeggen dat dit eigenlijk deel uitmaakt van
hun voorstedelijk netwerk en dat daar voorrang moet worden gegeven
aan de plaatselijke treinen. Het is eigenlijk hun RER in het klein. Ze
zeggen dat daar geen snelle trein kan komen en dat men overal moet
stoppen. Het is een onderdeel van hun voorstedelijk netwerk. Dat is
eigenlijk de discussie. We proberen die nu toch nog eens op scherp
te zetten. We hebben alweer contacten opgenomen. Ook Stefaan De
Clerck is daar vanuit Kortrijk als burgemeester mee bezig. De heer
Vinck is er ook mee bezig, net als verschillende andere mensen. Wat
de prijs betreft, de derde factor, daar gaat het iets gemakkelijker,
zeker voor een aantal evenementen. Nu met Rijsel 2004 gaat dat ook
weer iets gemakkelijker.
U hebt ook over affichering gesproken. De affichering is door de
NMBS in concessie gegeven aan Clear Channel. De NMBS krijgt daar
ook een vergoeding voor. Zelfs als de NMBS die affiches zou
uithangen, moet daarvoor betaald worden. Dat kan dus samen met de
NMBS gebeuren de NMBS doet zulke acties , maar het blijft toch
voor een deel betalend. De affiches zijn een commerciële
dienstverlening van de NMBS waarvoor aangerekend wordt aan Clear
Channel.
On s'emploie depuis des années à
accroître la rapidité de la liaison
mais sans guère de résultats.
Seule la région Nord-Pas-de-
Calais est disposée à y contribuer;
le centre de la France n'est pas
intéressé.
Le prix en Belgique est assez
avantageux. Nous sommes
toutefois tributaires, en l'occur-
rence également, d'événements
particuliers et du système des
excursions d'un jour. Quoi qu'il en
soit, nous cherchons également à
réduire le prix.
Les affiches ont été données en
concession. Il s'agit d'un service
commercial pour lequel le conces-
sionnaire doit être rétribué.
04.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor die
antwoorden.
Op het eerste punt van uw antwoord wil ik het volgende zeggen. De
lineaire verlagingen stroken wel degelijk met mijn
rechtvaardigheidsgevoel, maar dat is een andere discussie. In die zin
wijk ik, denk ik, in de grond niet af van eerdere verklaringen.
04.03 Roel Deseyn (CD&V): La
recherche de solutions ad hoc et
l'élévation de la vitesse des trains
constituent des éléments positifs.
Je comprends la problématique de
la coopération. La Belgique ne doit
toutefois pas sous-estimer les
projets pour 2008, car la
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ik vind het positief dat er ad hoc oplossingen worden gezocht en dat
er inderdaad iets gedaan wordt aan die snelheid. Die hele discussie
vindt plaats. U noemt de zone Nord-Pas de Calais als periferie van
Frankrijk. Dat klopt, maar ik denk dat wij als Belgische overheid de
expansieplannen na 2008, na de liberalisering van de SNCF, zeker
niet mogen onderschatten. Wat wij dit jaar op de sporen kunnen
zetten letterlijk en figuurlijk , is een investering voor dit jaar, maar
zeker ook voor na de liberalisering, wanneer er zich zeer grondige
infrastructuurwerken opdringen voor onze regio. Zeker wat de
ontsluiting in de richting van Rijsel betreft, zijn er niet te miskennen
opportuniteiten van de Fransen naar de kust en van ons naar Noord-
Frankrijk. De SNCF is ons daarin een stukje voor. Vanuit die optiek is
zij ons misschien niet altijd genegen. Ik denk dat het belangrijk is om
dat goed scherp te stellen.
Wat betreft de piste die ik daarnet geopperd heb voor de reactivatie
van de lijn via Halluin naar Menen en Roeselare, is de bedding in vrij
goede staat. Er ontbreekt alleen een brug over de Leie. Die
infrastructuurwerken kosten uiteraard veel geld, maar toch nog altijd
minder dan voor het wegvervoer. Bovendien kunnen die werken een
zware incentive betekenen voor het spoorvervoer en de ontsluiting
van twee belangrijke regio's.
Met het statuut van die regio als EU-regio, denk ik dat de piste van het
globaal ticket ook verder in overweging genomen zou kunnen worden.
Ik heb er wel begrip voor dat veel afhangt van de goodwill van onze
buren. Toch blijf ik benadrukken dat dat een belangrijk aandachtspunt
zou moeten zijn in de komende maanden in alle onderhandelingen die
met het spoor te maken hebben.
libéralisation de la SNCF sera
alors un fait. Notre pays doit se
garder de se priver de certaines
opportunités.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Deseyn, in het bijzonder voor u, maar voor alle collega's, wil ik het volgende
zeggen. Er zijn zo veel vragen weggevallen dat er na deze vraag in het beste geval nog vier vragen gesteld
zullen worden aan minister Vande Lanotte.
Minister Van den Bossche kan hier in de beste omstandigheden pas om 16.00 uur zijn.
In die omstandigheden hebben wij ervoor geopteerd om uw twee vragen aan minister Van den Bossche
volgende maandag te laten stellen. Dan is zij hier om 14.00 uur. Zoniet moest ik de hele
commissievergadering openhouden tot 16.00 uur.
04.04 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, minister Van den
Bossche komt vandaag dus niet meer?
De voorzitter: Neen, wij hebben haar zelf afgebeld. Het heeft namelijk niet veel zin om de commissie een
uur te laten wachten. Wij kunnen uw vragen volgende week aansluitend laten stellen. U kunt er niets aan
doen dat veel vragenstellers op maandag niet komen opdagen, maar zij evenmin.
04.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, akkoord. Mijn
vraag sleept echter al een aantal weken aan. Het zijn altijd dezelfde
mensen die zich op maandag de moeite getroosten om vragen te
komen stellen en die telkens een stukje gefrustreerd zijn als zij niet
alle vragen die zij voorbereid hebben, kunnen stellen. Ik denk dat wij
dan beter duidelijke keuzes maken over het stellen van vragen op
maandagnamiddag. Ik heb nog een batterij vragen voor andere
commissies.
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Vanmorgen, amper drie uur geleden, kreeg ik telefonisch bericht dat
minister Van den Bossche wel zou komen. Nu komt ze weer niet. Ik
vind dat een wat ongelukkige manier van werken.
De voorzitter: Mijnheer Deseyn, ik neem nota van uw standpunt. Ik geef u ook de mogelijkheid om
daaraan iets te doen. Er is één adres: Herman De Croo, voorzitter van het Parlement. Het is namelijk zijn
beslissing.
05 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le développement d'un TGV fret desservant l'aéroport de Liège" (n° 1570)
05 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de aanleg van een HST-lijn voor het goederenvervoer die aansluit op de
luchthaven van Luik" (nr. 1570)
05.01 Melchior Wathelet (cdH): J'espère que le ministre acceptera
de me répondre malgré la plantureuse victoire de Pépinster à
Ostende ce week-end! J'ai eu le plaisir de vous voir sur la VRT avant
le match, monsieur le ministre.
05.02 Johan Vande Lanotte, ministre: J'ai même annoncé qu'on
allait perdre!
05.03 Melchior Wathelet (cdH): Au moins, vous êtes un visionnaire!
Monsieur le ministre, à l'occasion de l'annonce de votre politique
générale, vous avez déclaré que vous alliez mettre l'accent sur
l'intermodalité. Vous l'avez encore répété devant cette commission le
14 janvier 2004. On s'oriente vers un transport de marchandises
croissant et vers une libéralisation qui va continuer à s'accentuer,
qu'on le veuille ou non. Pour favoriser cette intermodalité et le
transport de marchandises par divers moyens combinés, vu les
problèmes que l'on connaît dans le transport de fret par avion ou par
la route, il faudrait sans doute développer les liaisons ferroviaires à
grande vitesse. Pour ce faire, il faudrait prévoir des lieux et les mettre
en conformité avec les recommandations en matière de transport de
fret, notamment à Liège.
Une ligne TGV passe à côté de l'aéroport de Liège, on s'y trouve à
l'intersection d'axes routiers allant dans toutes les directions: il y a
l'axe ferroviaire, les axes routiers et l'aéroport. Il faudrait donc
permettre le développement à cet endroit d'une ligne TGV nocturne
pour le transport de marchandises. Cela me semblerait correspondre
à une vision à long terme. Je vous disais que vous étiez un
visionnaire, je pense qu'il y a dans cette idée un moyen de résoudre
les problèmes liés au transport routier ou aérien, tout en améliorant
l'intermodalité. Afin de déterminer la faisabilité d'une plate-forme
multimodale à Liège, un groupe de travail a été constitué avec SAB,
ADP, RFF, SNCF, SNCB ainsi que les partenaires commerciaux TNT,
DHL et FedEx.
N'y a-t-il pas là une véritable occasion de développer l'intermodalité,
au niveau national et international? Cela permettrait d'aller plus vite et
de faire baisser les coûts tout en créant moins de nuisances. Quelle
sera l'implication de la SNCB dans ce groupe de travail créé pour
discuter de cette plate-forme multimodale à Liège? Envisage-t-elle de
mener et de soutenir budgétairement ces études? Ce groupe de
travail rendra-t-il des conclusions? Quand auront lieu la prochaine
05.03 Melchior Wathelet (cdH):
In uw beleidsnota staat te lezen
dat u het intermodaal vervoer wil
bevorderen. Gelet op de huidige
problemen in verband met het
lucht- of wegtransport van
goederen, zou men wellicht werk
moeten maken van de aanleg van
HST-verbindingen.
Naast de luchthaven van Luik ligt
er een hogesnelheidslijn, op een
kruispunt van wegen naar alle
richtingen. Er werd een werkgroep
opgericht om de haalbaarheid van
een multimodaal platform in Luik
te onderzoeken.
Moeten wij die kans niet
aangrijpen om het intermodaal
vervoer op nationaal en
internationaal vlak uit te bouwen?
In welke mate zal de NMBS bij de
werkzaamheden van die werk-
groep worden betrokken?
Overweegt zij die studies mee uit
te voeren en financieel te
ondersteunen? Zal die werkgroep
zijn besluiten meedelen? Wanneer
wordt de volgende evaluatie van
de werkgroep verwacht en zal de
impact op de begroting van die
investering, die niet zeer groot is,
worden geëvalueerd?
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
évaluation de ce groupe de travail et l'évaluation budgétaire de cet
investissement, qui n'est pas énorme étant donné qu'il s'agit de
mettre en place un arrêt fret, ce qui ne demande pas beaucoup de
fioritures ni de décorations. Il suffit d'un hangar pour permettre cette
intermodalité et cette utilisation de la voie ferroviaire pour le fret.
05.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, différentes questions ont été posées dont celle de savoir ce
que la SNCB pense des lignes à grande vitesse pour le transport
rapide de marchandises.
Avant de vous donner lecture du texte qui m'a été transmis, je
voudrais vous donner mon avis personnel à ce sujet.
Il s'agit ici structurellement de deux marchés différents. Le transport
par train et par bateau peut être considéré comme à peu près
identique. Le transport par avion est tout à fait différent. Les
marchandises transportées par train et par bateau sont très lourdes et
ne doivent pas être acheminées rapidement. Cela ne pose donc pas
de problème de temps. Les marchandises transportées par avion sont
légères et doivent arriver rapidement à destination.
Je peux vous citer l'exemple de Rotterdam, qui dispose d'un aéroport
et du plus grand port européen. Or, on constate que l'aéroport ne sert
pas au transport de marchandises. Il faut donc être attentif à cette
problématique car il s'agit de deux marchés assez différents.
Dans la réponse qui m'a été fournie, on me signale que toutes les
tentatives qui ont eu lieu, jusqu'à présent, en Europe (aux Pays-Bas,
en Angleterre, en Allemagne et en France), soit ont été suspendues,
soit n'ont pas été développées plus avant faute de possibilités de
rentabilité.
La SNCB continue à suivre l'évolution de ce segment de marché et
prend part au groupe de travail organisé avec les aéroports de
Zaventem, de Paris et de Bierset. De toute façon, ces projets sont
orientés vers le long terme (2015-2020), pour trouver une solution
pour le fret aérien. Actuellement, les marchandises sont en partie
acheminées par route sur une distance inférieure à 600 km. On note
que les volumes concernés sont inférieurs ou égaux à la capacité
d'un camion. Il s'agit, en outre, de marchandises assez légères.
Quant à remplir un wagon avec des marchandises qui se trouvent sur
un aéroport mais que l'on peut transporter par train sur une distance
de 500 km, c'est une option assez limitée.
Je vous donne ici lecture de la réponse qui m'a été fournie; mais je
dois vous dire que je partage le même point de vue.
Plusieurs études plus ou moins approfondies ont été effectuées
depuis le début des années 90 sur la possibilité de développer une
desserte TGV-fret en Belgique, mais cela n'a encore jamais donné de
conclusion favorable.
Nous nous trouvons maintenant face à une situation de libéralisation
et la SNCB doit encore combler ses déficits.
Nous allons soutenir l'interopérabilité nationale parce que, sans
05.04 Minister Johan Vande
Lanotte: De goederen die per
trein en per schip worden
getransporteerd wegen erg veel en
moeten niet snel vervoerd worden.
De goederen die per vliegtuig
worden vervoerd zijn licht en
moeten snel hun bestemming
bereiken. Het zijn dus twee
verschillende markten.
In het antwoord dat me bezorgd
werd, en waarvan ik de conclusies
grotendeels bijtreed, wijst men me
erop dat alle pogingen die tot
heden
in Europa werden
ondernomen werden stopgezet
omdat ze niet rendabel waren. De
NMBS blijft de evolutie van dit
marktsegment volgen en neemt
deel aan de werkgroep. Thans
worden de goederen gedeeltelijk
over de weg vervoerd over een
afstand van minder dan 600 km.
De getransporteerde hoeveelheid
komt overeen met of is kleiner dan
een vrachtwagenlading.
Bovendien gaat het om eerder
lichte goederen. Een wagon laden
met goederen die maar over een
afstand van 500 km moeten
vervoerd worden heeft weinig
zin...
Sinds 1990 werd herhaaldelijk en
de ene keer grondiger dan de
andere onderzocht of vracht-
verkeer via hogesnelheidslijnen in
België mogelijk is, maar de
resultaten van die studies toonden
aan dat dit geen goede optie is.
We hebben thans te maken met
de liberalisering van de markt en
de NMBS moet haar schulden nog
delgen.
We zullen de nationale
interoperabiliteit, die, rekening
houdend met de te beperkte
afstanden, niet winstgevend is,
ondersteunen. Op het interna-
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
soutien, il est de toute façon impossible de rentabiliser les opérations
étant donné que les distances ne sont pas suffisamment longues.
Pour le transport international nous pensons que cela peut devenir
rentable avec beaucoup de changements, bien entendu. Dès qu'il
s'agit d'une opération commerciale, c'est-à-dire qui n'est plus d'intérêt
public, nous ne pouvons plus subsidier ces études. Vous demandez si
je vais injecter de l'argent dans l'opération. Je ne peux plus le faire. La
Commission européenne accepte que l'on octroie un subside pour les
courtes distances en intermodalité, à condition que cela ne perturbe
pas la concurrence. L'Allemagne l'a fait, la France également ainsi
que les Pays-Bas. Si la Commission européenne estime que le
désastre écologique serait trop important, elle accepte la subsidiation.
Par contre, pour un investissement de l'autorité publique dans des
terminaux de TGV pour de longues distances, c'est beaucoup plus
difficile. Pour pouvoir investir dans une plate-forme multimodale de
fret à l'aéroport de Liège, il faut que ce soit sur la base d'une
rentabilité à long terme. Pour le moment, il y a beaucoup d'hésitations
parce que la plupart des marchandises qui arrivent à l'aéroport
doivent être transportées dans un rayon de 150 ou 200 km. Dans ce
cas, elles sont acheminées par camion parce que la distance est trop
courte. Pour les autres marchandises qui doivent être envoyées
ailleurs, on utilise l'avion. Je le répète, ils hésitent beaucoup. Il faut
aussi dire que dans le passé, la SNCB a investi dans de nombreux
terminaux. Le nombre de terminaux intermodaux en Belgique est
énorme. La plupart de ces terminaux sont déficitaires. C'est pourquoi
il est assez peu probable que l'on envisage d'investir dans de
nouveaux terminaux. Pour le moment, dans le secteur du fret, leur
priorité est de diminuer le déficit, bien entendu.
ionale niveau zit er wel winst in, op
voorwaarde
dat een aantal
wijzigingen wordt doorgevoerd.
Aangezien het om een
commerciële operatie gaat,
kunnen we die studies niet
subsidiëren.
Europa aanvaardt wel subsidies
voor de korte afstand, op
voorwaarde dat geen concur-
rentievervalsing optreedt. De
Europese commissie aanvaardt
dit, omdat ze vaststelt dat op die
manier een milieuramp kan
worden vermeden.
De investering in Luik moet
worden beoordeeld in het licht van
de rentabiliteit op lange termijn. De
onzekerheid is groot. De NMBS
investeerde in het verleden in heel
wat terminals, waarvan de meeste
verlieslatend zijn.
05.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour sa réponse.
Lorsque je parlais d'investissement, c'était essentiellement sur les
évaluations et les études de faisabilité plus que sur l'investissement
direct lui-même qui, je le comprends, ne peut pas être fait au niveau
européen. Mais, par exemple, on sait qu'un avion part tous les jours
avec du fret, lourd ou léger - je ne pense pas qu'il y ait une réelle
différence -, de Liège vers Paris, alors qu'un TGV dessert cette ligne-
là en une demi-heure de plus, ne fût-ce que pour le trajet. Et cette
ligne n'est absolument pas utilisée la nuit. D'accord pour parler de
long terme, monsieur le ministre, mais je pense qu'un investissement
est nécessaire à Bierset, pour permettre la construction d'un hangar,
avec un terminal intermodal différent des autres parce que, à cet
endroit, il y a une véritable possibilité d'inclure les quatre moyens de
transport. C'est un lieu tout à fait stratégique où des investissements
importants ont déjà été réalisés.
Un investissement a déjà été réalisé sur le TGV pour que ces lignes
soient rentables et rapides, il ne faudrait pas s'en priver. Je crains,
monsieur le ministre, que la SNCB n'investisse pas dans ce domaine
et que nous laissions passer le train, c'est le cas de le dire! J'ai peur
que nous n'utilisions pas cet atout "géographique et d'intermodalité",
consistant à avoir ces quatre moyens de transport au même endroit
pour développer ce secteur-là. C'est peut-être grâce à ce secteur que
la SNCB pourrait sortir des déficits dont vous parliez tout à l'heure. Je
pense réellement que nous devons prendre la balle au bond!
05.05 Melchior Wathelet (cdH):
Met mijn vraag inzake de
investeringen, doelde ik vooral op
de evaluaties en de haalbaar-
heidsstudies.
Dagelijks vertrekt een vliegtuig van
Luik naar Parijs, terwijl de HST er
een half uurtje langer over doet en
die lijnen 's nachts niet worden
gebruikt. Het is mogelijk de vier
vervoermiddelen op elkaar af te
stemmen op deze uiterst
strategische plaats, waar al grote
sommen werden geïnvesteerd.
Ik ben bang dat we die troeven
(ligging en intermodaal vervoer)
niet uitspelen. Misschien zou de
NMBS net dankzij die sector uit de
schulden kunnen geraken.
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
05.06 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, je vais
poser cette question au directeur du fret. Je vais l'interroger sur le
nombre d'avions de fret volant la nuit, et lui demander une évaluation
des coûts.
05.06 Minister Johan Vande
Lanotte: Ik zal de directeur van de
dienst Vrachtvervoer vragen over
hoeveel vrachtvliegtuigen het 's
nachts gaat, en ik zal hem om een
kostenraming vragen.
05.07 Melchior Wathelet (cdH): Parfait! Je pense qu'il y a là une
possibilité de décision, notamment pour la région liégeoise ainsi que
pour tous les problèmes collatéraux occasionnés par ce type de
transport par fret la nuit, que ce soit par route ou par air. Je reviendrai
vous en parler dès que j'aurai des informations complémentaires,
mais je pense que c'est vraiment un dossier d'utilité publique.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les dispositions prévues pour les employés de La Poste victimes d'agressions dans
l'exercice de leur fonction" (n° 1614)
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de voorzieningen voor de werknemers van De Post die tijdens de
uitoefening van hun ambt het slachtoffer werden van gewelddaden" (nr. 1614)
06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, permettez-moi
tout d'abord de remercier Mme Creyf pour m'avoir autorisé à poser
ma question immédiatement.
La presse, monsieur le ministre, se fait régulièrement l'écho
d'agressions dont sont victimes les facteurs ou autres employés de La
Poste. Nombre de ces personnes en conservent des séquelles tant
physiques que psychologiques et restent gravement traumatisées à la
suite de ces événements. Certaines d'entre elles éprouvent de réelles
difficultés à continuer le travail qu'elles exerçaient auparavant et
souhaiteraient un aménagement de leurs conditions de travail, voire
une modification de l'objet de leur travail.
Mes questions sont donc les suivantes. Premièrement, existe-t-il des
dispositions légales ou réglementaires prévoyant un aménagement de
l'avenir professionnel des employés de La Poste victimes d'une
agression dans l'exercice de leurs fonctions et qui éprouveraient par
la suite des difficultés physiques ou psychologiques à continuer à
exercer le même genre de travail? Quel en est le contenu?
Deuxièmement, comment est assurée la prise en charge, tant
matérielle que psychologique, des employés de La Poste victimes
d'agressions? Existe-t-il un mécanisme d'indemnisation qui couvre
l'entièreté des dommages, tant matériels que psychologiques, subis
par ceux-ci?
Troisièmement, la commission pour l'aide financière aux victimes
d'actes intentionnels de violence peut-elle octroyer une aide à la suite
de ce type d'agression?
Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, les questions que
je désirais poser.
06.01 Joseph Arens (cdH):
Bestaat er een regeling die ertoe
strekt beambten van De Post die
het slachtoffer werden van een
overval en nadien moeite hebben
om hetzelfde soort taken te blijven
verrichten, ander werk te geven?
Wat houdt die regeling in? Op
welke manier worden de
beambten van De Post die het
slachtoffer werden van een overval
opgevangen, zowel op materieel
als psychologisch vlak? Kan de
commissie voor financiële hulp
aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden hulp toekennen aan
slachtoffers van dergelijke
overvallen?
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
06.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
monsieur Arens, en ce qui concerne votre première question, il
n'existe, à ce jour, aucune disposition légale ou réglementaire
prévoyant l'aménagement de l'avenir professionnel des employés de
La Poste lorsqu'ils sont victimes d'agressions dans l'exercice de leurs
fonctions. La Poste accorde à ses membres du personnel, qu'elle
considère comme victimes d'un accident de travail, une attention
toute particulière orientée surtout vers une réintégration aussi
harmonieuse que possible, soit dans le lieu de travail habituel de la
victime, soit dans un autre lieu. Dans ce cas, c'est La Poste qui est
responsable et il n'y a pas de dispositions spécifiques. Il en va de
même pour n'importe quel employé du secteur privé. Si on veut
élaborer des réglementations spécifiques, il importe de le faire pour
tous, ce qui implique un changement de notre législation sur les
accidents de travail.
Par ailleurs, la couverture de l'accident reconnu comme accident du
travail, soit la prise en charge matérielle et psychologique, équivaut à
la prise en charge par La Poste du traitement pendant toute la période
du congé pour cause de maladie et ce, sans limite de temps. La
Poste considère l'accompagnement des victimes comme primordial.
Depuis plusieurs années, une équipe composée d'une dizaine
d'assistantes sociales est chargée d'intervenir le jour même des faits,
procède à un débriefing dans les 48 ou 72 heures afin de permettre le
partage social du vécu et se rend au domicile de la victime dans les
deux ou trois semaines qui suivent lorsque cela s'avère utile. Un suivi
régulier aboutit éventuellement au renvoi de la victime vers un centre
spécialisé ou vers un psychothérapeute. La Poste a, en outre, créé un
fonds social destiné à défendre les intérêts des victimes d'agressions
commises à partir du 1
er
janvier 2001. A la demande de la victime, un
avocat est désigné par La Poste afin d'exercer les recours juridiques
en vue de tenter d'obtenir la condamnation du responsable à la
réparation du préjudice qui ne serait pas pris en charge par La Poste.
La commission pour l'aide financière aux victimes d'actes
intentionnels de violence, peut octroyer une aide aux membres du
personnel. Cette aide est subsidiaire, le responsable doit intervenir en
premier lieu bien entendu. Cette aide subsidiaire n'intervient qu'après
l'examen des données sur les aides accordées par l'employeur, la
mutuelle ou d'autres organismes. Elles sont complémentaires.
Jusqu'à présent, près de 25 membres du personnel de La Poste ont
bénéficié de cette aide sur une période de sept à huit années. Mais
j'insiste: la commission n'intervient que lorsque les autres possibilités
sont épuisées, notamment lorsque l'acteur responsable du dommage
ne peut intervenir.
06.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Er bestaat thans geen
regeling waarbij beambten van De
Post die het slachtoffer werden
van een overval met andere taken
kunnen worden belast. Als men
een specifieke regelgeving ter
zake wil uitwerken, moet die voor
iedereen gelden, wat een wijziging
van de wetgeving betreffende de
arbeidsongevallen impliceert.
Als het voorval als arbeidsongeval
wordt erkend, betaalt De Post de
bezoldiging van de betrokkene
gedurende de hele periode van het
ziekteverlof.
Voor De Post is slachtoffer-
begeleiding van primordiaal
belang. Op de dag zelf waarop de
feiten plaatsvinden treedt een
team in actie dat overgaat tot een
debriefing om het slachtoffer de
gelegenheid te geven wat hij heeft
meegemaakt te verwerken door
erover te praten. Zo nodig bezoekt
het team de betrokkene thuis. Op
geregelde tijdstippen vindt een
follow-up plaats waarbij het
slachtoffer eventueel naar een
gespecialiseerd centrum of een
psychotherapeut wordt
doorverwezen.
De Post heeft tevens een sociaal
fonds opgericht teneinde de
belangen van de slachtoffers van
overvallen te verdedigen. Op
verzoek van het slachtoffer wijst
De Post een advocaat aan om
ervoor te zorgen dat de dader kan
worden veroordeeld.
De commissie voor financiële hulp
aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden kan de
personeelsleden van De Post
helpen. Deze hulp wordt echter
slechts in bijkomende orde
toegekend. Over een periode van
zeven à acht jaar werd deze hulp
aan ongeveer 25 postmannen
toegekend.
06.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse. Il est vrai que nous assistons à de plus
en plus d'agressions.
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
06.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Non, leur nombre diminue.
06.05 Joseph Arens (cdH): Les actes d'agressions diminuent, mais
nous en avons connu de plus en plus, et surtout nous connaissons
tous des cas d'anciens facteurs qui sont dans des situations
dramatiques.
Dès lors je suis heureux d'apprendre que la commission pour l'aide
financière aux victimes d'actes intentionnels est déjà intervenue.
Donc, nous pouvons effectivement requérir une assistance de ce
côté-là!
06.05 Joseph Arens (cdH): Het
verheugt mij dat deze commissie
al hulp heeft kunnen verlenen. We
kunnen haar dus om hulp
verzoeken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de regeringsonderhandelaar voor DHL" (nr. 1585)
07 Question de Mme Simonne Creyf au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le représentant du gouvernement habilité à négocier avec DHL" (n° 1585)
07.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag was begin vorige week ingediend op
het ogenblik dat u verkondigde dat er een regeringsonderhandelaar
nodig was omdat de regering uit verschillende monden praat of
verstrikt raakt in politieke discussies. Ik denk dat ik daarmee uw
woorden aanhaal.
Ondertussen weten we wie de gelukkige is, de heer Steve Dubois.
Met Steve Dubois heeft de regering gekozen voor een man met
ervaring in de overheidssector, in de bedrijfswereld en op het
beleidsniveau. Wat dat betreft, mijnheer de minister, vinden wij het
een goede keuze.
Belangrijk zijn natuurlijk de voorwaarden waarin een dergelijk iemand
moet functioneren of moet kunnen functioneren. Wij denken dat die
voorwaarden bijzonder belangrijk zijn, zoals bijvoorbeeld het feit dat
men aan een minister, namelijk uzelf, rapporteert. Ik denk dat dit een
van de goede zaken is. Er is ook de voorwaarde van
onafhankelijkheid. Ik denk dat het inderdaad ook belangrijk is wat
dacht ik ook uw wens was dat ook Vlaanderen en Brussel dezelfde
persoon als regeringsonderhandelaar naar voren zouden schuiven.
Mijnheer de minister, heeft de regering een strategie in deze? Ik denk
dat het weinig zinvol is om een regeringsonderhandelaar uit te sturen
als de regering niet op een lijn staat en de vraag is of dit zo is. Zitten
ook de MR-ministers op dezelfde lijn met de regering? Dit is uiteraard
belangrijk voor het uitsturen van een regeringsonderhandelaar.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen. Binnen welk kader en
welke voorwaarden kan de regeringsonderhandelaar werken? Wat is
zijn precieze opdracht? Wat zijn zijn precieze bevoegdheden? Waar
zal hij gehuisvest zijn? Lastens welk begrotingsartikel zullen de kosten
voor deze persoon betaald worden? Welke ministers hebben in dit
dossier bevoegdheid?
07.01 Simonne Creyf (CD&V):
La semaine dernière, le ministre
déclarait que le gouvernement
désignerait un négociateur pour le
représenter dans le cadre du
dossier DHL. Nous avons depuis
lors été informés de la désignation
de M. Steve Dubois. C'est un
choix judicieux car l'intéressé
dispose de l'expérience requise
dans les secteurs public et privé.
Quelles conditions doit-il respecter
en sa qualité de négociateur?
Quelle sont exactement sa
mission et ses compétences? Où
travaillera-t-il? Comment sa
rémunération et ses frais seront-ils
payés? Quels sont les ministres
compétents dans ce dossier?
07.02 Minister Johan Vande Lanotte: Omdat de regering uit
verschillende monden spreekt... Ik heb gezegd dat dit een maatregel
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
was om te verhinderen dat dit zou kunnen gebeuren.
07.03 Simonne Creyf (CD&V): (...).
07.04 Minister Johan Vande Lanotte: Om te verhinderen dat... Men
moet altijd voorzichtig zijn in het leven.
Wij hebben de heer Dubois aangesteld. Ten opzichte van de regio's
hebben we geen beslissingsmacht. Hoe meer mensen hem
"gebruiken", hoe beter. Dat is evident.
Ik heb ook aan de heer Dubois toegezegd dat we alles gaan doen
opdat hij rechtstreeks met de ministers zou kunnen praten. Wat de
regeringsleden van de federale regering betreft, is dat geen probleem.
Met de regionale regeringen gaan we natuurlijk afspraken moeten
maken. Ik zie niet in waarom dit niet zou kunnen.
De heer Dubois zal blijven waar hij is. Hij heeft zijn bureau en hij zal
daar ook werken. We gaan nu een begrotingsdeliberatie moeten
maken. Dit was niet voorzien maar dat is ook niet zo problematisch.
Op het ministerie van Mobiliteit vinden we wel een mogelijkheid. Wij
hebben daar nu eventjes tijd voor.
Dat is niet zo problematisch met een budget dat we in het oog
houden. We zullen bekijken of het nog moet worden aangepast. Dat
kan nog gebeuren.
De ministers die een hoofdbevoegdheid hebben, zijn ikzelf als
verantwoordelijke voor Biac en Bert Anciaux voor de nachtvluchten en
Belgocontrol, dat ook aan de kwestie te pas komt.
Er zijn ook nog andere ministers. De minister van Tewerkstelling en
Arbeid heeft er ook iets mee te maken, zou men kunnen zeggen. De
minister van Defensie is ook betrokken, want er zijn militaire
domeinen in de nabijheid. Dat kan een rol spelen. Occasioneel kan de
minister die de Regie der Gebouwen onder zijn bevoegdheid heeft
een rol spelen.
De afspraak is dat we de eerste minister, de vice-eerste ministers
en de minister van Mobiliteit een werkgroep oprichten van
kabinetschefs en medewerkers die met het dossier bezig zijn. Ook
Biac en uiteraard Belgocontrol zullen in de werkgroep zitten. Via de
werkgroep zullen we de evolutie van het dossier opvolgen.
Ik wil heel duidelijk stellen dat er voor de regering geen probleem is
qua eensgezindheid. Niemand in de regering zegt dat DHL moet
weggaan. Niemand in de regering zegt dat we alles moeten doen om
DHL hier te houden, ook ten koste van heel veel andere betrokkenen.
Niemand in de regering twijfelt er bovendien aan dat het dossier heel
erg moeilijk tot een goed einde kan worden gebracht.
Nu is het kwestie van de eensgezindheid te benutten. Dat betreft ook
de eensgezindheid met DHL, die nog veel belangrijker is. Het is
immers leuk om in de regering eensgezind te zijn, maar je bent er
niets mee als de eensgezindheid betekent dat we het niet eens zijn
met DHL. Nu moeten we stap voor stap bekijken hoe we er moeten
geraken. Ik ben niet speciaal optimistisch in deze zaak, ik ben
realistisch. We moeten proberen het behoud van DHL te doen lukken,
07.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le négociateur du
gouvernement a été désigné pour
éviter toute discordance dans la
communication du gouvernement.
Je l'ai assuré que je ferais tout ce
qui est en mon pouvoir pour qu'il
puisse dialoguer directement avec
tous les ministres concernés, y
compris ceux des Régions et des
Communautés. Il conserve
d'ailleurs son lieu de travail actuel.
Un aménagement du budget du
département de la Mobilité pourra
s'avérer nécessaire lors du
contrôle budgétaire mais les frais
ne me semblent pas
insurmontables.
Je suis bien entendu directement
concerné en tant que ministre du
Budget et ministre compétent pour
BIAC. Le ministre Anciaux
intervient en tant que responsable
des vols de nuit et de
Belgocontrol. Il ne faut pas oublier
le ministre de l'Emploi et du Travail
dès lors que des milliers d'emplois
sont en jeu. Eu égard à la
proximité de domaines militaires,
le ministre de la Défense peut
également avoir son mot à dire
dans le dossier, tout comme le
ministre compétent pour la Régie
des bâtiments.
Le premier ministre et les vice-
premiers ministres ont convenu de
créer un groupe de travail
réunissant plusieurs chefs de
cabinet ainsi que des
représentants de BIAC et de
Belgocontrol pour suivre l'évolution
du dossier.
Il n'y a aucun problème
d'unanimité au sein du
gouvernement. Nul n'ignore que
ce dossier est très délicat et que
les chances de réussite du
négociateur sont limitées. Le
gouvernement reste évidemment
responsable du résultat des
CRIV 51
COM 151
09/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
hetzij in Zaventem, hetzij op een andere plaats.
We moeten goed beseffen dat we aan een opdracht beginnen
waarvan de slaagkans beperkt is. De vraag is immers groot en de
beperkingen zijn aanwezig. Het wordt dus niet gemakkelijk. We
hebben echter heel expliciet in een communiqué de
verantwoordelijkheid voor het eindresultaat bij de regering gelegd en
niet bij de onderhandelaar.
Ik heb persoonlijk een uur met Steve Dubois gesproken, die ik
uiteraard nog ken van vroeger. Dat is dus geen probleem. Ik ben zelfs
samen met hem nog kabinetschef geweest. U ziet waartoe die
vroegere zaken allemaal kunnen leiden. Hij weet heel goed waaraan
hij begint. Hij heeft ook de nodige garanties gekregen om op een
correcte manier te kunnen werken. Hij heeft ook gezegd dat hij één
keer zal melden dat hij aan het dossier begint en dat we hem dan niet
meer zullen horen. Dat is een belangrijke stijl van werken. Hij heeft
die waarschijnlijk van iemand anders geleerd.
négociations.
Je connais personnellement
M. Dubois: à une certaine époque,
nous avons été chef de cabinet
ensemble. Il sait à quelle tâche il
s'attelle et il a obtenu des
garanties suffisantes pour être en
mesure de travailler correctement.
Il m'a dit qu'il ferait savoir quand il
entamera sa mission et que nous
ne l'entendrons plus par la suite.
07.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord. Ik hoop ook dat er voldoende voorwaarden zijn opdat
de onderhandelaar op een goede manier kan functioneren.
Mijnheer de minister, ik hoop ook dat wij niet te laat komen. We
hebben problemen met het feit dat de regering pas in september 2004
wil beslissen. Uit heel diverse bronnen horen wij dat Leipzig zich
steeds meer aandient als alternatief voor Zaventem. We lezen en
horen ook dat daarover onderhandelingen bezig zijn. Er wordt zelfs
gezegd dat DHL graag voor de zomer van 2004 een beslissing zou
nemen. Als er een beslissing zou vallen voor de zomer, komen we
rijkelijk laat met ons voorstel, dat pas in september 2004 zou worden
gedaan.
Mijnheer de minister, ik hoop dat we ons niet de kaas van het brood
zullen laten eten doordat we de beslissing zoveel maanden uitstellen.
07.05 Simonne Creyf (CD&V):
J'espère en effet que le
négociateur pourra travailler
correctement.
Nous avons du mal à accepter que
le gouvernement ne souhaite
prendre sa décision qu'au mois de
septembre. En effet, Leipzig se
profilerait de plus en plus comme
alternative à Zaventem, et une
décision à cet égard doit être prise
pour l'été. Il est à espérer que
nous n'arriverons pas trop tard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Question de M. Olivier Maingain au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'usage de boîtes postales à l'adresse du Palais de Justice" (n° 1625)
08 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het gebruik van postbussen met als adres het Justitiepaleis" (nr. 1625)
08.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je suis en possession de la copie d'un tract diffusé par le
"Front Nouveau de Belgique" et en particulier par une parlementaire
régionale bruxelloise.
La présentation prête à confusion: on peut voir un dessin de Themis,
les yeux bandés, boîte postale 2, Palais de Justice, 1000 Bruxelles.
Il est évident que le lecteur moyen pourrait croire que ce tract émane
d'une autorité judiciaire. On peut donc s'inquiéter de voir qu'un parti
comme celui-là puisse créer une telle confusion dans l'esprit du
lecteur.
Je me pose donc la question de savoir s'il ne faut pas inviter les
08.01 Olivier Maingain (MR):
Het Front Nouveau de Belgique
verspreidt pamfletten waarop het
adres "postbus 2, Justitiepaleis,
1000 Brussel" te lezen staat. Dat
geeft de indruk dat dat vlugschrift
van een gerechtelijke overheid
uitgaat.
Zouden we de diensten van De
Post niet moeten vragen aan
extremistische partijen niet de
mogelijkheid te bieden een
postbus te openen in postkantoren
09/02/2004
CRIV 51
COM 151
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
services de La Poste à ne pas donner la possibilité aux partis
extrémistes d'avoir une boîte postale dans des bureaux de poste
établis dans des endroits aussi officiels qu'un palais de justice.
Existe-t-il une possibilité sur le plan du règlement intérieur de La
Poste ou par le biais d'une autre voie réglementaire d'interdire ce type
de pratique qui, évidemment, suscite une confusion dommageable
pour les lecteurs?
gevestigd in officiële gebouwen als
justitiepaleizen? Is het mogelijk
dergelijke praktijken te verbieden?
08.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
monsieur Maingain, il est vrai qu'il est problématique qu'un parti
politique puisse avoir une boîte postale dans un lieu officiel comme un
palais de justice. Cela n'est certes pas une bonne chose, ce même
sans tenir compte de la tendance politique du parti incriminé
La Poste offre effectivement la possibilité de louer une boîte postale.
Dans ce cadre, son droit d'intervention sur ce qui figure sur le courrier
est quasi inexistant.
Si c'était possible, je mettrais fin immédiatement à ce genre de
service mais je suppose que ces boîtes postales intéressent un
certain nombre d'avocats.
Dans le cas que vous soulevez, c'est un parti politique qui est
concerné. Mais si c'était "Les Trois Suisses" qui avaient une boîte
postale au palais de justice de Bruxelles, vous pouvez être sûr que le
nombre de procès contre cette société serait beaucoup moins
important. J'ai donc l'intention d'examiner cette problématique.
Si nous devons garder ce service de boîtes postales, je vais
demander qu'il soit limité aux gens ayant un lien avec la justice (les
avocats, les huissiers, etc.). J'estime en effet que certaines
associations d'idées peuvent être nuisibles.
08.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Dat een politieke partij
een postbus kan hebben in een
officiële plaats als het
justitiepaleis, vormt inderdaad een
probleem.
De Post biedt de mogelijkheid een
postbus te huren, maar kan
nagenoeg geen toezicht
uitoefenen op de inhoud van de
briefwisseling.
Ik veronderstel dat sommige
advocaten gebruik maken van die
postbussen. Indien die dienst-
verlening moet blijven bestaan, zal
ik vragen dat ze beperkt wordt tot
de mensen die een band hebben
met justitie. Bepaalde gedachte-
associaties kunnen immers
schadelijk zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 15.06 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.06 uur.