CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 146
CRIV 51 COM 146
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
03-02-2004
03-02-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'Etat à la Simplification administrative, adjoint
au premier ministre sur "le bilan social" (n° 1343)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de sociale balans" (nr. 1343)
1
Orateurs: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- Mme Josée Lejeune à la ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le défaut de
transposition de la directive européenne sur
l'harmonisation du droit d'auteur" (n° 1344)
3
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het uitblijven van de
omzetting in Belgisch recht van de Europese
richtlijn betreffende de harmonisatie van het
auteursrecht" (nr. 1344)
3
- Mme Muriel Gerkens à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les droits de
prêt" (n° 1528)
3
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het leenrecht"
(nr. 1528)
3
Orateurs: Josée Lejeune, Muriel Gerkens,
Vincent Van Quickenborne
Sprekers: Josée Lejeune, Muriel Gerkens,
Vincent Van Quickenborne
Question de M. Carl Devlies à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'incitation à
utiliser le gaz propane comme moyen de
chauffage" (n° 1226)
7
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het stimuleren van
propaangas voor verwarming" (nr. 1226)
7
Orateurs: Carl Devlies, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Carl Devlies, Vincent Van
Quickenborne
Question de Mme Marleen Govaerts au ministre
des Finances sur "les commerçants qui ont
profité de l'introduction de l'euro pour augmenter
leurs prix" (n° 1386)
9
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
minister van Financiën over "handelaars die van
de invoering van de euro gebruik hebben
gemaakt om hun prijzen te verhogen" (nr. 1386)
9
Orateurs: Marleen Govaerts, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Marleen Govaerts, Vincent Van
Quickenborne
Questions de M. Hagen Goyvaerts à la ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le
stockage de déchets radioactifs" (n° 1414)
11
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de berging
van radioactief afval" (nr. 1414)
11
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Vincent Van
Quickenborne
Question de M. Guido De Padt à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la stratégie de
la large bande dans le cadre de l'e-Europe 2005"
(n° 1450)
15
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
breedbandstrategie in het kader van e-
Europe 2005" (nr. 1450)
15
Orateurs: Guido De Padt, Vincent Van
Quickenborne, Simonne Creyf, Karine
Lalieux
Sprekers: Guido De Padt, Vincent Van
Quickenborne, Simonne Creyf, Karine
Lalieux
Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le fonds de
service universel" (n° 1523)
17
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het fonds
van de universele dienstverlening" (nr. 1523)
17
Orateurs: Karine Lalieux, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Karine Lalieux, Vincent Van
Quickenborne
Interpellation de Mme Trees Pieters au secrétaire 19
Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de 19
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
d'Etat à la Simplification administrative, adjoint
au premier ministre sur "la problématique des
entreprises débutantes" (n° 210)
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de startersproblematiek" (nr. 210)
Orateur: Trees Pieters
Spreker: Trees Pieters
Interpellation de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'Etat à la Simplification administrative, adjoint
au premier ministre sur "le BCE et les greffes en
ligne" (n° 211)
20
Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de KBO en de ONL-griffies"
(nr. 211)
20
Orateurs: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Motions
23
Moties
23
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE, DE
LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE
L'EDUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
3
FEVRIER
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
3
FEBRUARI
2004
Namiddag
______
La séance est ouverte à 15.05 heures par M. Pierre-Yves Jeholet, président.
De vergadering wordt geopend om 15.05 uur door de heer Pierre-Yves Jeholet, voorzitter.
Le président: Je vous propose de commencer par la question n° 1343 de Mme Pieters concernant le
bilan social.
Nous entendrions ensuite les questions de Mme Gerkens et les interpellations de Mme Pieters, si d'autres
ne nous ont pas rejoints.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister over "de sociale balans" (nr. 1343)
01 Question de Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "le bilan social" (n° 1343)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is
bijzonder kort. Ik heb in de beleidsnota van de staatssecretaris van
vorig jaar gelezen dat de sociale balans tot niets meer diende,
vermits er een multifunctionele aangifte bestond.
De sociale balans zou afgeschaft worden of op z'n minst aangepast.
We zijn zes maand verder en ik vraag me af waar de
vereenvoudigde sociale balans is.
01.01 Trees Pieters (CD&V): Il y
a six mois, le secrétaire d'Etat
avait déjà fait part, dans sa note
de politique générale pour 2004,
de son intention de supprimer, ou
à tout le moins de simplifier, le
bilan social, et ce, après
l'instauration de la "déclaration
multifonctionnelle".
Dans l'intervalle, quel est l'état
d'avancement de ces projets?
01.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Over uw
bijzonder interessante vraag in verband met de sociale balans, kan ik
u het volgende antwoorden. Ik heb nergens gezegd of gesteld dat de
regering beslist heeft de sociale balans af te schaffen.
De sociale balans is in 1994, 1995 ingericht met een heel nobel doel,
met name informatie in verband met tewerkstellingsgegevens. Ter
gelegenheid van de werkgelegenheidsconferentie heeft de regering
inderdaad beslist deze sociale balans te vereenvoudigen, niet af te
schaffen. De vereenvoudiging moet gebeuren daar waar gegevens
01.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Ma note n'évoque nullement une
suppression. Le bilan social a été
instauré il y a une dizaine
d'années pour récolter des
informations sur l'emploi. Lors de
la conférence pour l'emploi, il a en
effet été convenu de simplifier ce
système. Le Conseil des ministres
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
reeds beschikbaar zijn, door kennisgevingen bijvoorbeeld van de
werkgever aan de overheid.
De stand van zaken in dit dossier is de volgende. De sociale balans
is besproken op de Ministerraad van Gembloux. Wij hebben beslist
om deze technische discussie te voeren met de bevoegde ministers
zijnde ministers Frank Vandenbroucke, Didier Reynders, Rudy
Demotte, Fientje Moerman en ikzelf , de administratie en de
Nationale Bank van België.
Teneinde tot een beslissing te kunnen komen is het belangrijk dat de
DMFA goed functioneert. Deze DMFA de multifunctionele aangifte,
de elektronische gegevensstroom in verband met de
kwartaalgegevens voor de tewerkstelling is opgestart op 1 januari
2003. Dit systeem kende een aantal kinderziekten, zoals u kon lezen
in de krant. We hebben ervoor gekozen het systeem eerst te laten
stabiliseren en goed te laten functioneren vooraleer de sociale balans
te vereenvoudigen.
De eerstvolgende stap is de opstart van de technische werkgroep
met de verschillende departementen en administraties en de
raadpleging van de Nationale Bank van België.
Ten tweede wacht ik nu op de actieplannen van de verschillende
collega's ministers, zoals afgesproken op de Ministerraad van 15
januari 2004, en zoals opgenomen in de beleidsnota. Uiteraard ben ik
zeer benieuwd naar wat collega's Frank Vandenbroucke, Didier
Reynders, Rudy Demotte en Fientje Moerman daaromtrent zullen
zeggen.
Met betrekking tot uw vraag wil ik nog het volgende zeggen. U bent
zeer aanmoedigend wat u siert en mij plezier doet. In de prioriteiten
van mijn beleidsnota 2004 heb ik gezegd dat ik ik citeer letterlijk
"in verband met de vereenvoudiging van de sociale balans de
organisaties zou aantrekken in overleg met de betrokken
regeringsleden en de administratie en in functie van de besluiten van
de werkgelegenheidsconferentie".
Inderdaad, na een maand wordt het tijd die werkgroep op te starten.
Ik denk dus dat we op 15 februari het definitieve startschot kunnen
geven, op voorwaarde natuurlijk dat de DMFA goed functioneert. Het
is pas op het ogenblik dat die databank voor sociale gegevens met
daaraan gekoppeld de Kruispuntbank van de sociale zekerheid goed
functioneert, we de eerste resultaten kunnen zien.
Eén resultaat is de vereenvoudiging van de sociale balans. Andere
eventuele resultaten kunnen de vereenvoudigde betaalstromen
inzake het brugpensioen en het betaald educatief verlof zijn, twee
andere projecten die daarmee verband houden.
réuni à Gembloux a décidé
d'organiser à ce sujet une
discussion technique réunissant
l'ensemble des ministres
compétents, l'administration et la
Banque nationale. Il a également
été convenu qu'avant la mise en
oeuvre de la simplification du bilan
sociale, la "déclaration
multifonctionnelle", qui, après son
entrée en vigueur en janvier 2003,
a connu de nombreuses maladies
de jeunesse, devait d'abord avoir
atteint sa vitesse de croisière. Les
plans d'action des ministres
doivent être présentés d'ici au 15
février. La campagne de
simplification du bilan social
pourra ensuite être véritablement
lancée.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Ik heb hierbij een heel korte
opmerking. De sociale balans is sneller ingevoerd dan dat ze wordt
afgevoerd of aangepast. We zullen dus binnen afzienbare tijd, een
maand, opnieuw vragen hoe het ermee gesteld is.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Il
est apparemment plus aisé
d'instaurer le bilan social que de le
simplifier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Le président: Chers collègues, je vous propose maintenant de suivre l'ordre du jour prévu.
Nous abordons donc les questions inscrites au point 3 de notre ordre du jour.
01.04 Trees Pieters (CD&V): Er waren nog personen met een
toegevoegde vraag bij punt 3. Die zijn allemaal in de commissie
Binnenlandse Zaken. Die kunnen hier niet aanwezig zijn. Ook
mevrouw Moerman moet daar blijven. Zou het niet beter zijn om die
vraag uit te stellen tot een later ogenblik? Immers, nu zijn hier enkel
mevrouw Lejeune en mevrouw Gerkens, mevrouw Van der Auwera
en de heer Verherstraeten daarentegen zijn afwezig.
Le président: On peut prévenir les autres parlementaires qui ont introduit des questions. Nous avons le
temps d'entendre Mmes Lejeune et Gerkens poser leurs questions avant que les autres membres viennent
nous rejoindre.
(...): (...)
01.05 Trees Pieters (CD&V): Een aantal commissieleden zit hier,
een aantal blijft daar. Dat is een mooie manier van werken!
Le président: Il arrive régulièrement qu'un parlementaire se rende d'une commission à l'autre. Nous
avons le temps de les prévenir.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het uitblijven van de omzetting in Belgisch recht van de Europese
richtlijn betreffende de harmonisatie van het auteursrecht" (nr. 1344)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het leenrecht" (nr. 1528)
02 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le défaut de transposition de la directive européenne sur
l'harmonisation du droit d'auteur" (n° 1344)
- Mme Muriel Gerkens à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les droits de prêt" (n° 1528)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
02.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, la directive
européenne 29/2001 sur l'harmonisation de certains aspects du droit
d'auteur et des droits voisins dans les sociétés de l'information aurait
dû être transposée pour le mois de décembre 2002 au plus tard.
Sous la précédente législature, le Sénat s'est également attelé à ce
travail certes difficile, j'en conviens mais n'a pu dégager de
solution satisfaisante tant les intérêts étaient divergents.
Aujourd'hui, monsieur le secrétaire d'Etat, cette situation rebondit. Le
gouvernement fédéral a en effet été condamné par la Cour
européenne de Justice pour l'absence de rémunération des auteurs
lorsque leurs oeuvres sont prêtées par les bibliothèques. La loi du 30
juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins reconnaît
pourtant ce droit de prêt s'il est assorti d'une rémunération. Cette
situation me préoccupe à plus d'un titre. La Belgique risque d'être
02.01 Josée Lejeune (MR): De
Europese richtlijn 29/2001 tot
harmonisering van bepaalde
aspecten van het auteursrecht had
ten laatste in december 2002
moeten worden omgezet.
De federale regering werd door
het Europees Hof van Justitie
veroordeeld omdat de auteurs
geen vergoeding ontvangen
wanneer hun werken door de
bibliotheken worden uitgeleend. Er
hangt België een aanzienlijke
geldboete boven het hoofd en
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
dans l'obligation de payer des montants très importants et d'être
soumise prochainement à une condamnation au niveau européen
pour défaut de transposition. En fait, la Cour européenne n'a laissé
que deux mois à la Belgique pour régler le problème, sans quoi une
nouvelle citation pourrait déboucher sur une amende.
Monsieur le secrétaire d'Etat, une action est introduite également
devant le tribunal civil de Bruxelles par des sociétés d'auteurs en vue
de récupérer, pour le passé, des droits évalués par les demandeurs à
75 millions d'euros. Ces sociétés fondent leur action sur la loi de
1994. La condamnation prononcée par la Cour européenne concerne
plus spécifiquement l'article 34 de la loi du 30 juin 1994 en relation
avec les exceptions et limitations de ces droits pour les artistes
interprètes ou exécutants. Le gouvernement belge n'a pas non plus
pris de dispositions d'application à l'article 63 de cette même loi
prévoyant une exemption ou un prix forfaitaire en ce qui concerne le
paiement de ces droits au bénéfice de certaines catégories
d'établissements.
A cet égard, les établissements de prêt organisés, financés ou
reconnus par les Communautés sont inquiets pour la protection de la
lecture publique et du prêt public. Cette situation m'amène à poser
quelques questions, monsieur le secrétaire d'Etat.
1. En cas de condamnation, quel budget sera imputé? Une
ventilation est-elle prévue dans ce cas entre le gouvernement fédéral
et les différentes Communautés?
2. Quelles solutions sont-elles envisagées pour répondre à cette
problématique?
3. La lecture publique et du prêt public sont des outils de promotion
sociale et de démocratie. De plus, l'accès à la lecture et à ces lieux
de prêt est un acquis social fondamental. Monsieur le secrétaire
d'Etat, pouvez-vous nous assurer de la volonté de préserver ce
secteur?
misschien wordt ons land
binnenkort wel op Europees
niveau veroordeeld omdat het de
richtlijn nog steeds niet in
nationaal recht heeft omgezet.
Voorts stelden
auteursverenigingen een
vordering in bij de burgerlijke
rechtbank van Brussel teneinde
zo'n 75 miljoen euro aan rechten
terug te eisen. Die rechtsvordering
is gestoeld op de wet van 1994,
die het recht op uitlening erkent
indien dit met een vergoeding
gepaard gaat.
De instellingen voor openbare
uitlening die door de
Gemeenschappen worden
georganiseerd, gefinancierd of
erkend, vrezen voor hun
toekomst.
Op welke begroting zal het bedrag
in geval van veroordeling worden
geboekt? Zal dit tussen de
federale regering en de
Gemeenschappen worden
verdeeld?
Aan welke oplossingen wordt er
gedacht?
Kan u ons verzekeren dat de
sector van de openbare
bibliotheken en van de openbare
uitlening niet in gevaar komt?
02.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, je voudrais simplement compléter la question de
Mme Lejeune. Elle succède à toute une série d'autres questions sur
le sujet et qui ont déjà été posées ces dernières années.
Monsieur le secrétaire d'Etat, j'avais cru comprendre qu'un accord
était intervenu à ce sujet dans le cadre des négociations qui ont eu
lieu entre le gouvernement fédéral et les gouvernements des
Communautés francophones et flamandes. Cet accord prévoyait que
le fédéral interviendrait pour moitié dans la prise en charge des droits
qui doivent revenir aux auteurs suite au prêt dans les bibliothèques et
les médiathèques et que la participation du lecteur ne dépasserait
pas un euro par an, ce qui permettait de préserver l'accès à la culture
et à ces lieux de prêt.
Dernièrement, les auteurs et les sociétés de gestion des droits
d'auteur se sont mobilisés car ils estiment que les montants réservés
aux auteurs sont insuffisants, notamment si on les compare à ceux
versés dans d'autres Etats.
02.02 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het akkoord dat gesloten werd
met de Franse en de Vlaamse
Gemeenschap bepaalde dat de
federale overheid de
auteursrechten waarop de auteurs
recht hebben bij een uitlening van
hun werk voor de helft ten laste
zou nemen en dat de bijdrage van
de lezer niet meer dan een euro
per jaar mocht bedragen.
Volgens de auteurs zijn de
bedragen die hun worden
toegewezen te laag en over de
tegemoetkoming van de federale
overheid wordt niet meer
gesproken.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
De plus, on n'entend plus parler de la participation du fédéral dans la
prise en charge du paiement des ces droits.
Le secrétaire d'Etat peut-il me dire si le fédéral est toujours
partenaire dans cette mission et où en sont les négociations entre le
fédéral et les Communautés?
Zal de federale overheid haar
verplichtingen nog nakomen?
Wat is de stand van zaken in de
onderhandelingen tussen de
federale overheid en de
Gemeenschappen?
02.03 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, chers collègues, je répondrai aux différentes questions en
vous donnant lecture de la réponse de la ministre à Mme Lejeune.
Madame, la ministre fait remarquer que, dans votre question, vous
confondez deux directives différentes, à savoir celle relative au droit
de prêt public et celle relative aux droits d'auteur dans la société
d'information. Ce n'est que pour la première directive que la Belgique
a été condamnée.
En ce qui concerne la transposition de cette directive, la ministre se
réfère à la réponse à la question de M. Verherstraeten. Si vous le
permettez, je vais vous en donner lecture, je pense que cela vous
intéressera. La réponse est la suivante, je la lirai en néerlandais.
02.03 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De minister
wijst erop dat twee richtlijnen door
elkaar worden gehaald: die
betreffende het leenrecht en die
betreffende het auteursrecht in de
informatiemaatschappij. België
werd enkel in verband met de
eerste veroordeeld.
Voor wat de omzetting van die
richtlijn betreft, verwijst de
minister naar het antwoord op de
vraag van de heer Verherstraeten.
Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt het bedrag van de
vergoedingen voor leenrecht, de vrijstellingen, de wijze waarop de
aangifte en de gegevensuitwisselingen tussen de
beheersvennootschap en de bibliotheken dient te verlopen en de
wijze van invordering en verdeling van het leenrecht. Er is in het
ontwerp van koninklijk besluit geen retro-activiteit voorzien.
De minister wijst u erop dat er inderdaad voor het hof van beroep te
Brussel nog steeds een geding van de auteurs hangende is. De
bedoeling van dit geding is het bekomen van een schadevergoeding
voor de tien jaren dat de richtlijn in ons land niet werd toegepast. De
richtlijn voorziet in de mogelijkheid om wetenschappelijke
bibliotheken vrij te stellen. De Ministerraad heeft dan ook beslist om
van deze optie gebruik te maken en dus te voorzien in deze
vrijstelling.
De Europese Commissie heeft ons tot einde maart van dit jaar de tijd
gegeven om het omzettingsproces succesvol af te ronden.
Le projet détermine le montant
des indemnités pour le droit de
prêt, les dispenses, la procédure
de déclaration et d'échange
d'informations entre la société de
gestion et la bibliothèque et le
mode de recouvrement et de
distribution du droit de prêt.
Le projet d'arrêté royal ne prévoit
pas d'effet rétroactif. Une action
en indemnisation introduite par
des auteurs, relative à la période
de dix ans au cours de laquelle la
directive n'a pas été appliquée
dans notre pays, est pendante à la
Cour d'appel de Bruxelles. La
directive européenne prévoit une
possibilité d'octroi d'une dispense
aux bibliothèques scientifiques. Le
Conseil des ministres a approuvé
cette possibilité. La Commission
européenne nous accorde un
délai, jusqu'à fin mars 2004, pour
finaliser le processus de
transposition avec succès.
La ministre poursuit en disant que le litige devant le tribunal civil de
Bruxelles auquel vous faites référence a abouti à une décision qui a
été rendue en novembre 2003. Les auteurs ont été déboutés à cause
d'un manque de représentativité et de transparence dans le calcul
des dommages et intérêts revendiqués. Une procédure en appel a
été initiée.
En ce qui concerne votre question, madame Gerkens, la ministre
In het geding in kwestie zijn de
auteurs, die in november 2003 in
het ongelijk gesteld werden, in
hoger beroep gegaan.
Mevrouw Gerkens, de minister
laat weten dat het ontwerp van
koninklijk besluit tot omzetting van
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
signale que le projet d'arrêté royal qui vise la transposition de la
directive "Droit de prêt" (leenrecht) a été approuvé par le Conseil des
ministres, ce vendredi 30 janvier 2004. L'Etat fédéral n'interviendra
pas dans le financement des droits de prêt qui sont dus par les
Communautés. Le projet d'arrêté royal a été débattu longuement
avec les Communautés mais tout le monde a pu se retrouver dans le
texte final.
Telle est la réponse de la ministre.
de richtlijn inzake het leenrecht op
30 januari 2004 door de
Ministerraad werd goedgekeurd.
Na een lang debat werd
overeengekomen dat de federale
overheid niet tegemoet komt in de
financiering van het leenrecht.
02.04 Josée Lejeune (MR): Je vous remercie, monsieur le
secrétaire d'Etat. C'était bien mon intention de faire allusion aux deux
directives. Je voudrais notamment savoir si cet arrêté royal sera prêt
dans les délais, puisque nous en parlons déjà depuis quelques
semaines. Le texte sera-t-il prêt pour fin mars, afin d'éviter une
condamnation?
02.04 Josée Lejeune (MR): Zal
dat koninklijk besluit klaar zijn
tegen eind maart, kwestie van een
veroordeling te ontlopen?
02.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je voudrais
savoir deux choses. D'abord, pourquoi le fédéral n'interviendra-t-il
plus? Ensuite, qu'est-ce qui figure dans l'arrêté?
Monsieur le secrétaire d'Etat, pouvez-vous me répondre ou dois-je
reposer la question la fois prochaine à Mme Moerman?
02.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Waarom komt de federale
overheid niet meer tegemoet in de
financiering van de
auteursrechten?
02.06 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Pour répondre
à la question de savoir si l'arrêté sera prêt et voté à temps, nous
faisons tout pour éviter une condamnation par la Commission
européenne, bien entendu.
02.07 Josée Lejeune (MR): Cela fait déjà plusieurs semaines qu'on
en parle...
02.08 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Je pense
qu'une accélération a pu être constatée; le dossier a été bloqué
pendant quelques années, mais maintenant, avec Mme Moerman,
les choses avancent. Mais il est vrai qu'il faut aller vite pour éviter
une condamnation. L'objectif du gouvernement est de finaliser ce
projet avant le mois de mars de cette année-ci. Vous m'interrogez
aussi sur les détails de l'arrêté royal, madame Gerkens
02.08 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Het dossier
zat jarenlang muurvast, maar nu
komt er weer schot in de zaak.
02.09 Muriel Gerkens (ECOLO): Oui, j'aimerais savoir pourquoi le
fédéral n'intervient plus, contrairement à ce qui avait été annoncé à
un moment donné. Je peux poser à nouveau la question la semaine
prochaine.
02.10 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Vous le
pouvez, mais je pense que les droits de prêt sont de la compétence
des Communautés.
02.11 Muriel Gerkens (ECOLO): Je le suppose, oui.
02.12 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Je pense qu'il
y aura encore plusieurs occasions de revenir sur ce sujet, puisqu'un
projet d'arrêté royal est passé devant le Conseil des ministres. Il y
aura donc encore d'autres moments d'évaluation avant fin mars.
02.12 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: We zullen
voor eind maart nog herhaaldelijk
de gelegenheid hebben om hierop
terug te komen.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het stimuleren van propaangas voor verwarming" (nr. 1226)
03 Question de M. Carl Devlies à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'incitation à utiliser le gaz propane comme moyen de chauffage"
(n° 1226)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, in de regeringsverklaring werd vooropgesteld dat de
bepaling van de energiebijdrage in de toekomst op een andere
filosofie zou steunen. Men houdt hierbij niet langer rekening met de
energie-equivalentie, maar met het potentieel verontreinigend effect.
Deze filosofie kadert in het voornemen van de regering om in het
kader van de ratificatie van het protocol van Kyoto de uitstoot van
gassen met broeikaseffect tegen 2010 te verminderen met 7,5% ten
opzichte van het niveau dat werd bereikt in 1990.
In die optiek wijzigde de programmawet van 5 augustus 2003 de
energiebijdrage. Zo werd deze energiebijdrage voor huisbrandolie
met 60% opgetrokken. Ook de energiebijdrage op lamppetroleum
werd met 40% verhoogd. In die optiek werd ook de energiebijdrage
op aardgas verlaagd met 5%.
Ons inziens werd hierbij een soort energie over het hoofd gezien,
met name propaangas, gebruikt voor verwarming. Het tarief van de
energiebijdrage, vastgesteld bij de wet van 22 juli 1993, bleef
ongewijzigd. Nochtans betreft het hier een milieuvriendelijke
brandstof, gewonnen uit ruwe olie door raffinage of uit aardgas door
condensatie. De uitstoot aan zwavel en koolstofmonoxide is nul en er
is slechts een zeer beperkte uitstoot van schadelijke broeikasgassen.
Er zijn momenteel ongeveer 100.000 gezinnen die beroep doen op
propaangas als verwarming. Indien men andere gezinnen,
bijvoorbeeld deze die nog niet over een aardgasaansluiting
beschikken, ertoe zou kunnen aanzetten om, bijvoorbeeld in
afwachting van een aardgasaansluiting, over te schakelen op
propaangas, kan dit een belangrijk gunstig milieu-effect ressorteren.
Eventueel kan hiertoe ook voorzien worden in een
belastingvermindering voor de plaatsing van een installatie voor
propaangas, zoals dit voorzien is met betrekking tot de uitrustingen
voor geothermische energieopwekking. De omschakelkosten van
propaangas naar aardgas zijn overigens ook zeer beperkt.
Graag had ik van de plaatsvervanger van de minister vernomen of
de minister stappen zal ondernemen om het gebruik van propaangas
voor verwarming te stimuleren en te bepleiten. Hierbij kan dus
gedacht worden aan een verlaging van de energiebijdrage of een
belastingvermindering voor de plaatsing van een installatie voor
propaangas.
03.01 Carl Devlies (CD&V):
Selon l'accord de gouvernement,
lors de la fixation de la cotisation
sur l'énergie, on ne tiendrait plus
compte de l'équivalence
énergétique, mais de l'effet
polluant potentiel. Une telle
mesure s'inscrit dans le cadre du
projet du gouvernement visant à
réduire, dans le cadre du
protocole de Kyoto, les émissions
de gaz à effet de serre, d'ici à
2010, de 7,5 pour cent par rapport
au niveau de 1990.
La loi-programme du 5 août 2003
a modifié la cotisation sur
l'énergie dans cette optique. On a
en l'occurrence négligé une
source d'énergie, à savoir le
propane utilisé pour le chauffage.
Le montant de la cotisation sur
l'énergie fixé par la loi du 22 juillet
1993 est resté inchangé. Il s'agit
pourtant d'un combustible
écologique. Actuellement, quelque
100 000 familles se chauffent au
propane. Si les familles attendant
un raccordement au gaz naturel
décidaient de passer au propane
pour le chauffage, cela aurait une
incidence positive sur
l'environnement. On pourrait
également accorder une réduction
d'impôt pour le placement d'une
installation au propane. Le site
internet des Affaires économiques
ne mentionne pas non plus le
propane.
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ik heb ook opgemerkt dat op de website van Economische Zaken
bijzonder weinig aandacht wordt besteed aan propaangas. Er is geen
afzonderlijke vermelding van propaangas en dit wordt zonder meer
gerangschikt onder de aardolie. Het lijkt mij ook nuttig om dit aan te
passen en aan deze milieuvriendelijke brandstof wat meer aandacht
te besteden.
03.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer
Devlies, ik dank u voor uw interessante vraag. Ik leer hier nog altijd
bij. Het Parlement is ook een leerschool, zeker voor mij.
Ik lees het antwoord van de minister, een antwoord dat u niet zal
teleurstellen.
U heeft inderdaad gelijk dat de regering beslist heeft de bepaling van
de energiebijdrage op een andere filosofie te steunen, met name op
het potentieel verontreinigende effect. Deze trendbreuk kadert in een
engagement waartoe ons land zich heeft verbonden om het Kyoto-
protocol na te leven. De cijfers die u citeert uit de programmawet van
5 augustus, zijn juist.
Wat uw opmerking betreft over het over het hoofd zien van één
energiesoort, erkent de minister dat propaan voor verwarming niet as
such in de programmawet is opgenomen en dat de energiebijdrage
voor dit energieproduct dus onveranderd is gebleven. U heeft
inderdaad gelijk wanneer u zegt dat propaangas voor verwarming
een milieuvriendelijke brandstof is en dat het een waardevol
alternatief kan zijn voor gezinnen die geen toegang hebben tot het
aardgasnet. Propaangas voor verwarming is een relatief dure
brandstof.
Eenzelfde daling van de energiebijdrage voor propaangas als de
daling van 5% voor aardgas kan inderdaad overwogen worden.
Aangezien de propaangasmarkt slechts een nichemarkt voor
verwarming is, komt het de minister voor dat de budgettaire impact
niet erg groot kan zijn. De minister wil de maatregel bepleiten bij haar
collega, minister Reynders.
Een daling van de energiebijdrage van 5% zoals voor aardgas zal
evenwel een zeer klein effect hebben op de prijs van het product en
kan dan ook alleen een symboolfunctie hebben. Om de prijs van het
product voor de gezinnen aantrekkelijk te maken, zouden
leveranciers van propaangas ook kunnen overwegen een ander
beleid met betrekking tot de tanks te voeren tegenover hun klanten.
Momenteel worden de meeste propaantanks door de leveranciers
aan hun klanten ter beschikking gesteld, maar deze tanks hebben
een kleine opslagcapaciteit en zijn bovengronds.
Het promoten door de sector van grotere ondergrondse tanks zou
niet alleen tot gevolg hebben dat de consument een grotere
hoeveelheid propaangas kan inslaan op een ogenblik dat de prijs
gunstig is maar ook dat hij de toeslag voor kleine leveringen die
momenteel wordt aangerekend, niet dient te betalen. Het zou wegens
het kleiner aantal vervoerbewegingen minder verkeer is ook goed
voor Kyoto het milieuvriendelijke karakter van die brandstof
bovendien nog beter tot zijn recht laten komen. Tot daar het
antwoord van de minister.
03.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Le gouvernement a en effet
décidé que la cotisation sur
l'énergie sera désormais fixée en
fonction des effets polluants
potentiels.
La ministre admet que le propane
pour le chauffage ne figure pas en
tant que tel dans la loi-
programme, et que la cotisation
sur l'énergie est donc restée
inchangée pour ce produit
énergétique. Il est exact que le
propane est un combustible non
polluant, qui peut constituer une
alternative intéressante pour les
ménages qui ne peuvent se
raccorder au réseau de gaz
naturel. Or, se chauffer au
propane coûte relativement cher.
Il serait envisageable de réduire la
cotisation pour le propane de 5%,
à l'instar de la cotisation pour le
gaz naturel. Le marché du
propane pour le chauffage ne
représentant qu'un créneau
restreint, l'impact budgétaire de la
mesure ne sera sans doute pas
très important. La ministre
défendra la mesure auprès de M.
Reynders.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris voor het positieve antwoord van de minister. Voor de
website kan ik misschien onmiddellijk een beroep doen op de
staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging. We moeten
zijn bevoegdheid een beetje ruim bekijken.
03.03 Carl Devlies (CD&V):
Votre réponse me satisfait. Vous
n'avez cependant pas évoqué le
site Internet du SPF Economie, ni
la possibilité d'une réduction de
l'impôt sur les installations au
propane.
03.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Op dat vlak heb
ik geen bevoegdheid. Ik kan wel de medewerking vragen van de
minister die daarvoor bevoegd is. Ik noteer dat het aangeraden is om
apart aandacht te besteden aan de propaangasmarkt op de website
van Economische Zaken.
03.04
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Je renvoie ces questions aux
ministres compétents étant donné
que je refuse d'improviser en la
matière.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Het antwoord was bijna perfect. Er
ontbrak enkel een antwoord op de vraag omtrent de
belastingvermindering voor de installatie van propaangastanks.
Misschien kan de minister mij daarop bij een andere gelegenheid
antwoorden. Ik zal er hier niet op aandringen.
03.06 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Ik zal het
noteren. Ik wil hierover geen uitspraken doen.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Ik wil u niet in moeilijkheden brengen.
03.08 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Denkt u dat?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van Financiën over "handelaars die van
de invoering van de euro gebruik hebben gemaakt om hun prijzen te verhogen" (nr. 1386)
04 Question de Mme Marleen Govaerts au ministre des Finances sur "les commerçants qui ont
profité de l'introduction de l'euro pour augmenter leurs prix" (n° 1386)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
04.01 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, er is een studie geweest in Duitsland
waaruit blijkt dat de handelaars die bij de invoering van de euro hun
prijzen wat kunstmatig verhoogd hebben nu wat afgestraft worden en
zien dat de consumenten minder bij hen komen kopen.
Mijn vraag is dan, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris,
of hier in België de prijzen ook sterker gestegen zijn bij de invoering
van de euro? In welke sector is dat vooral merkbaar? In Duitsland is
het vooral in de dienstensector merkbaar en in de kleinere
handelszaken, bij de levensnoodzakelijke dingen.
Beschikt u over percentages van die eventuele prijsverhogingen?
Zijn er ook cijfers over een zekere terugval in de consumptiesector
en de dienstensector? Dat zijn mijn vragen.
04.01 Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): Il ressort d'une
étude publiée en Allemagne que
les commerçants qui ont
augmenté leurs prix
artificiellement lors de
l'introduction de l'euro sont
aujourd'hui sanctionnés. Ils se
rendent compte, en effet, que
leurs clients se font plus rares. En
Allemagne, cette tendance est
surtout perceptible dans le secteur
des services et, en ce qui
concerne les produits de première
nécessité, dans les petits
commerces.
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Les prix ont-ils également connu
en Belgique une hausse plus
importante lors de l'introduction de
l'euro? Dans quel secteur en
particulier cette hausse est-elle
perceptible? Disposons-nous
également en Belgique de chiffres
relatifs à un recul du secteur de la
consommation et des services?
04.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Govaerts, bedankt voor uw interessante vraag.
Het is iets wat mij ook bijzonder heeft geboeid de voorbije jaren. Niet
dat ik het aan den lijve heb ondervonden maar u weet dat het debat
in Nederland op dit punt bijzonder sterk is gevoerd. Vandaar dat uw
vraag zeker een interessant karakter heeft.
Ik heb de eer u namens de minister van Economie het volgende te
antwoorden op uw vragen 1 en 3. Vanaf 1 april 2001 tot april 2002
heeft de Algemene Directie Controle en Bemiddeling destijds het
Bestuur Economische Inspectie maar met Copernicus heeft alles een
andere naam gekregen elke maand de verkoopsprijs opgetekend
van 15 bepaalde producten bij ongeveer 2.700 handelszaken uit 10
sectoren: slagerijen, bakkerijen, cafés, elektrozaken, grootdistributie,
hotels, nachtwinkels, andere kleine winkels, restaurants en
superettes. Uit de vergelijking van de opeenvolgende resultaten blijkt
dat de totale prijsverhoging van de producten gelijk is aan of lager is
dan 2%, naar gelang de activiteit, behalve blijkbaar in de sector
horeca waar de cafés een prijsverhoging hebben genoteerd van
4,55%, hotels 3,06% en restaurants 2,62%. Ook de sector bakkerij
heeft een verhoging gekend van 3,14%.
Deze onderzoeken hebben aangetoond dat de hogere prijzen in de
vernoemde sectoren niet alleen aan de invoering van de euro te
wijten waren maar ook en vooral aan een prijsstijging hogerop,
bijvoorbeeld de kosten van grondstoffen en toegeleverde producten.
Er werden negatieve gemiddeldes genoteerd in de sectoren
grootdistributie, met een daling van 0,40% en in de elektrozaken,
met een daling van 1,68%. Goedkopere gsm's dus. Men heeft niet
formeel kunnen aantonen dat het euro-effect in ons land aanzienlijk
zou hebben bijgedragen tot de inflatie.
Op uw tweede vraag kan de minister het volgende antwoorden. Met
uitzondering van de horeca is de dienstensector door controle en
bemiddeling niet specifiek onderzocht op het vlak van de
prijsevolutie. Het markttoezicht geschiedde op traditionele wijze
middels de uitvoerige prijsopname, maandelijks verricht door de
Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie
met het oog op het vaststellen van de index van de
kleinhandelsprijzen. Dit is de normale, traditionele wijze met veel
papieren.
Op de vierde vraag van het geachte lid wil de minister als volgt
antwoorden. Wat het vertrouwen of wantrouwen van de euro door de
consumenten betreft, blijkt in het Economisch Tijdschrift van het
vierde kwartaal van 2002 uit de gepubliceerde studie van de
Nationale Bank onder de welluidende titel "De aanpassing van de
04.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Mme Govaerts aborde un thème
qui au cours de ces dernières
années m'a passionné. Aux Pays-
Bas, un débat analogue a déjà eu
lieu.
D'avril 2001 à avril 2002, la
direction générale Contrôle et
Médiation a relevé chaque mois le
prix de vente de 15 produits dans
2.700 commerces présents dans
dix secteurs différents. Il en
ressort que l'augmentation totale
du prix de ces produits s'élève
tout au plus à 2 %, sauf dans les
secteurs horeca et boulangeries.
Ces prix majorés ne semblent pas
dus uniquement à l'introduction de
l'euro mais surtout à
l'augmentation du prix des
matières premières et des
produits semi-finis. Dans les
secteurs de la grande distribution
et de l'électroménager, le prix
moyen a baissé. Par conséquent,
on ne peut démontrer
catégoriquement que l'effet de
l'euro a contribué à l'inflation.
Le secteur horeca excepté,
l'évolution des prix dans le secteur
des services n'a pas été étudiée.
Le SPF Economie a certes
procédé chaque mois à un vaste
relevé des prix afin de fixer
l'indice des prix de détail.
En 2002, la revue flamande
Economisch Tijdschrift a publié
une étude de la Banque Nationale
qui fait apparaître que l'incidence
de l'euro sur l'inflation en Belgique
est restée limitée à 0,2 points. En
2003, la Banque Nationale a fait
observer dans la même revue que
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
prijzen aan de overgang op de euro", dat ondanks de door de
controle en bemiddeling bij haar enquêtes vastgestelde
prijsverhoging van sommige producten, de impact van de euro op de
inflatie in België beperkt is gebleven tot 0,2 procentpunt. Dit is een
studie van de Nationale Bank van België en u weet wat de reputatie
is van die bank.
In een ander artikel in het Economisch Tijdschrift van het vierde
kwartaal van 2003 met als titel "De aanpassing van de prijzen bij de
overgang op de euro, een overzicht" wijst die Nationale Bank er
opnieuw op dat deze orde van grootte overeenstemt met de in juni
2003 door Eurostat gepubliceerde raming voor het eurogebied als
geheel. De Nationale Bank van België besluit dat alles samen
genomen uit de verschillende studies, die de bank over het
onderwerp heeft gemaakt, is gebleken dat tal van micro-
economische aspecten van de prijszetting grondig werden beïnvloed
door de overgang op de euro maar dat de macro-economische
weerslag op het verloop van de inflatie in België beperkt is gebleven.
Geen Hollandse situatie bij ons.
Ten slotte is het mogelijk dat in andere EU-staten de invoer van de
chartale euro gepaard is gegaan met een significant opwaarts effect
op het algemene prijspeil. In België hebben de specifieke
prijsopnames gedurende een jaar door de Algemene Directie
Controle en Bemiddeling en het overleg met de verschillende
sectoren gezorgd voor een betrekkelijk rimpelloze overgang tussen
onze oude Belgische frank en de nieuwe euro.
Tot daar het antwoord van de minister.
le volume de l'inflation dans notre
pays correspond à celui observé
dans l'ensemble de la zone euro.
La Banque Nationale s'est référée
à cet égard à l'estimation
effectuée par Eurostat en juin
2003. Toujours selon la Banque
Nationale, nombre d'aspects
micro-économiques de la fixation
des prix ont été fortement
influencés par le passage à l'euro
mais l'incidence macro-
économique sur l'inflation est
restée limitée.
Il se peut que dans les autres
Etats membres de l'Union
européenne, l'introduction de
l'euro soit allée de pair avec un
effet d'aspiration vers le haut du
niveau général des prix. Mais en
Belgique, le passage à l'euro s'est
passé relativement sans
anicroche.
04.03 Marleen Govaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, moet ik dan besluiten dat in ons land
het leven door de euro niet duurder is geworden? Het is niet echt
bewezen. Het is maar een gevoel.
04.03
Marleen Govaerts
(VLAAMS BLOK): S'agit-il
uniquement d'une impression ou
la vie est-elle réellement plus
chère depuis l'introduction de
l'euro?
04.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Het is niet
bewijsbaar. Prijzen stijgen altijd. Inflatie houdt ons altijd bezig. Uit
deze studies blijkt dat er geen aantoonbaar bewijs is dat inflatie
gekoppeld is aan de euro. Ik weet niet of dit de mensen zal
geruststellen. Het gevoel is iets anders dan de feitelijkheid.
04.04
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il y a évidemment de l'inflation.
Mais il n'a pas pu être prouvé que
l'euro a entraîné des
augmentations de prix. Reste à
savoir si cela rassurera la
population.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de berging van radioactief afval" (nr. 1414)
05 Questions de M. Hagen Goyvaerts à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le stockage de déchets radioactifs" (n° 1414)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
ministre)
05.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Het zal weinigen
verbazen wanneer ik durf te stellen dat onder de vorige regering het
debat over nucleaire kwesties nagenoeg onmogelijk was geworden.
Deels had dit natuurlijk te maken met de obsessie van de groenen
voor de sluiting van de kerncentrales tegen 2015, hierin weliswaar
gesteund door de socialisten en de liberalen, maar anderzijds had dit
ook te maken met de weinig politieke daadkracht om te beslissen
over de opties rond de verwerking en vooral de berging van
kernafval. Het was net alsof de politieke wereld de neiging had om
de handen van die nucleaire sector af te houden.
Er is al heel wat inkt gevloeid over de nucleaire schoonmaak en de
ontmanteling van kerninstallaties, vooral dan over de financiering en
de schoonmaak van Eurochimique in Dessel en het verwerken van
het radioactief afval van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol.
Men kan dit natuurlijk betreuren maar er bestaat nu eenmaal
radioactief afval en wij zullen er iets mee moeten doen. Het is
bijgevolg aan de federale overheid om hierover binnen afzienbare
tijd nog een aantal beslissingen te nemen. Men kan deze
problematiek niet eeuwig voor zich uitschuiven.
Over de eindbestemming van het radioactief afval in België moet
alleszins een keuze worden gemaakt tussen de oppervlakteberging
van het laag radioactief afval en/of het meer radioactief afval in de
diepere onderlagen. Deze keuze is absoluut noodzakelijk omdat men
als industrieel en dan verwijs ik naar de nationale instelling met
betrekking tot het radioactief afval en splijtstofmateriaal, NIRAS
een industrieel beheer moet voeren. Deze keuze is uiteraard
bepalend voor de mate waarin dit beheer in de praktijk wordt
uitgewerkt. Ik geef toe dat daartoe de keuzemogelijkheden eerst
grondig moeten geanalyseerd worden en dat men daar de risico's
moet kennen. Ik ben echter van oordeel dat op dat vlak zowel de
technische als de sociologische elementen voorhanden zijn. Wat dit
betreft denk ik dat de inhoud van het dossier op dit vlak gekend is.
Bijgevolg komt natuurlijk op een gegeven moment de politieke
besluitvorming om iets te doen en dit naar aanleiding van een artikel
van de dienstdoende directeur van NIRAS, mijnheer Jean-Paul
Mignon, die hierover in de Tijd van 26 januari nogal wat
bekommernissen geformuleerd heeft. De teneur van zijn boodschap
was dat in deze kwestie een beslissing niet te lang meer kan
uitblijven.
Vanuit de praktijk weet hij immers dat eens een beslissing genomen
wordt, de periode voor het ontwerpen en de verschillende
vergunningsprocedures voor de bouw van een dergelijke
bergingsinstallatie gemakkelijk 10 jaar in beslag neemt. Hij is van
oordeel dat de huidige capaciteit volstaat op voorwaarde dat in 2015
met de berging kan begonnen worden. Mocht dit niet het geval zijn,
dan moet men de bestaande gebouwen verbouwen of moeten er
nieuwe gebouwen bijkomen. Op zich lijkt dit logisch. Het lijkt mij
echter nuttig om aan de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid die u hier vandaag
vertegenwoordigt toch een aantal vragen te stellen.
Ik heb de vragen schriftelijk bezorgd. U kent ze, maar voor de
05.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Au cours de la
législature précédente, le débat
sur les questions nucléaires était
pratiquement impossible. C'était
dû, en partie, à l'obsession des
écologistes pour la fermeture des
centrales nucléaires pour 2015,
mais il y avait également trop peu
de dynamisme politique pour
trancher au sujet du stockage des
déchets radioactifs.
Le financement de
l'assainissement d'Eurochimique à
Dessel et le traitement des
déchets radioactifs du Centre
d'études de l'énergie nucléaire à
Mol ont déjà fait couler beaucoup
d'encre. Il faudra en tout état de
cause trouver une solution pour
ces déchets.
Il convient d'opérer un choix entre
le dépôt en surface et
l'enfouissement en profondeur. Ce
choix détermine également
comment la gestion industrielle
doit être élaborée dans la
pratique. Il convient d'analyser en
détail toutes les possibilités mais,
selon moi, le contenu du dossier
est connu sur ce point.
Le directeur de l'ONDRAF a fait
part de ses inquiétudes dans le
quotidien De Tijd du 26 janvier. A
ses yeux, une décision doit être
prise rapidement. En effet, il
faudra ensuite attendre encore dix
ans au moins avant que tous les
permis aient été délivrés. Le
directeur estime que la capacité
de stockage actuelle s'avère
suffisante, à condition que le
stockage puisse démarrer en
2015. Dans le cas contraire, de
nouveaux bâtiments seront
nécessaires.
Quel est l'état d'avancement de
ce dossier au sein du
gouvernement?
Celui-ci dispose-t-il de tous les
éléments pour se prononcer à cet
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
volledigheid van het verslag overloop ik ze toch even.
Ten eerste, hoever staat het met het dossier in de regering? Kunt u
daarover een korte stand van zaken geven?
Ten tweede, hoe zit het met de elementen? Zijn ze allemaal
beschikbaar, of is de regering van oordeel dat er nog bijkomende
studies moeten gebeuren? Zo ja, op basis van welke reden of
motivatie moeten de studies er dan komen?
Ten derde, welke initiatieven zal de regering of de minister van
Economie, die verantwoordelijk is, nemen om in 2005 over de
berging een beslissing te nemen?
Ten vierde, zijn er voor de komende jaren voldoende budgettaire
en/of financieringsmiddelen uitgetrokken, zodat de berging binnen
een realistisch tijdskader kan worden uitgevoerd?
Mijnheer de voorzitter, dat zijn mijn vragen aan de minister, waarop
ik het antwoord van de staatssecretaris bij wijze van spreken "met
blijde oren" aanhoor.
égard?
Des études supplémentaires
doivent-elles encore être
réalisées?
Dans l'affirmative, pour quelle
raison?
Quelles initiatives la ministre
compte-t-elle prendre pour
pouvoir décider du stockage en
2005?
Au cours des prochaines années,
le gouvernement dégagera-t-il
suffisamment de moyens pour
procéder au stockage?
05.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Goyvaerts, ik heb de eer om namens de minister
het volgende te antwoorden.
Alvorens u puntsgewijs te antwoorden, zoals naar gewoonte, wil de
minister u bij wijze van inleiding het volgende vertellen.
De boodschap van NIRAS in de pers waar u naar verwijst, bestaat
erin dat indien de federale regering zou talmen bij het nemen van
een beslissing omtrent de bouw van een bergingsinstallatie
inderdaad de kosten van de berging zullen oplopen. In afwachting
van een berging wordt het afval namelijk tijdelijk opgeslagen. De
capaciteit van die tijdelijke opslag is, zoals u hebt gezegd, beperkt tot
2015. Met andere woorden, als er niet tijdig een beslissing valt over
de definitieve berging, dan zullen er nieuwe installaties lees:
bijkomende kosten moeten worden gebouwd voor de tijdelijke
opslag.
Die boodschap is correct, maar de discussie is vandaag niet aan de
orde, zoals zal blijken uit de antwoorden op uw diverse vragen.
Uw eerste vraag gaat over de stand van zaken van het dossier
binnen de regering.
De start van dat dossier ligt in de schoot van de federale regering in
1998 met de beslissing dat het laagradioactieve afval in België moet
worden geborgen. Dat kan inderdaad op twee manieren, zoals u hebt
gezegd: oppervlakteberging of diepe diepteberging in de
ondergrondse kleilaag.
De gemeenten die in aanmerking kwamen voor de berging werden
beperkt tot de drie gemeenten die reeds een nucleaire activiteit op
hun grondgebied hebben, namelijk Mol, Dessel en Fleurus-
Farciennes.
In elk van die gemeenten werden zogenaamde partnerschappen in
05.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
L'ONDRAF a fait savoir à la
presse que les coûts du stockage
iraient augmentant si le
gouvernement tarde à procéder à
la construction d'une installation
d'entreposage. Dans l'attente
d'une mise en dépôt définitive, les
déchets sont en effet stockés de
manière temporaire. Or, la
capacité prévue à cet effet devrait
atteindre ses limites en 2015. On
risque donc de devoir aménager
de nouvelles installations
d'entreposage temporaire. Le
message de l'ONDRAF est exact,
mais pas à l'ordre du jour.
En 1998, le gouvernement fédéral
a décidé qu'en Belgique, les
déchets faiblement radioactifs
devaient faire l'objet d'un dépôt en
surface ou d'un enfouissement en
profondeur. Seules les communes
de Mol, Dessel et Fleurus-
Farciennes entrent en ligne de
compte pour la mise en dépôt.
Dans ces dernières, des
partenariats ont été constitués,
des organes participatifs pour la
population locale. Le partenariat
STOLA-Dessel a vu le jour le 30
septembre 1999, MONA existe à
Mol depuis le 9 février 2000,
PaLoFF à Fleurus-Farciennes
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
het leven geroepen teneinde de lokale bevolking inspraak te geven in
de berging van laagradioactief afval op het grondgebied van de
gemeenten. Het eerste lokale partnerschap is STOLA Dessel.
STOLA staat voor Studiegroep en Overleggroep Laagactief Afval en
werd opgericht op 30 september 1999 in de gemeente Dessel. Het
tweede partnerschap heet MONA, het Mols Overleg Nucleair Afval
Categorie A, opgericht op 9 februari 2000. Het derde partnerschap
bevindt zich in Wallonië, het PaLoFF, Partenariat Local Fleurus-
Farciennes, het lokaal partnerschap Fleurus-Farciennes, opgericht op
27 februari 2003.
Die drie lokale partnerschappen werken concreet, in samenwerking
met het NIRAS, een voorontwerp van bergingsinstallaties uit. STOLA
en MONA zullen tegen het midden van dit jaar een voorstel klaar
hebben en voorleggen aan de federale regering en de minister van
Energie. PaLoFF zal een voorstel klaar hebben tegen midden 2005.
In functie van de voorstellen van de lokale partnerschappen moet de
federale regering haar principiële toestemming geven voor de
bergingsinstallatie, zodat het project voor de bouw van de installaties
zelf kan worden opgestart. De timing die NIRAS aanhoudt, impliceert
dat vanaf 2015 de berging van laagradioactief afval kan starten.
Eerst dienen de voorstellen van de lokale partnerschappen echter te
worden afgewacht.
Ten tweede vroeg u of alle elementen voor een beslissing
beschikbaar zijn en of er nog bijkomende studies moeten worden
uitgevoerd en zo ja, waarom.
Zoals blijkt uit het aangegeven tijdschema, zijn vandaag nog niet alle
elementen aanwezig om een beslissing te kunnen nemen. De lokale
partnerschappen, die reeds bijzonder veel tijd en werk hebben
gespendeerd en die hun taak bijzonder ter harte nemen, moeten
eerst een voorstel uitwerken dat zal worden besproken in de
respectievelijke gemeenteraden. Die zullen zich over de zaak
uitspreken en hun beslissing bezorgen aan het NIRAS en aan de
federale regering. Vervolgens zal de regering op basis van die
voorstellen een beslissing dienen te nemen.
Ten derde wou u weten welke initiatieven zullen worden genomen
om uiterlijk in 2005 een beslissing te nemen over de berging.
Zoals gezegd, zijn de lokale partnerschappen nog volop aan het
werk. De werkzaamheden van STOLA en MONA komen stilaan in
een cruciale fase. De minister denkt dat het onverstandig zou zijn om
vooraf bepaalde initiatieven te nemen. Het is daarentegen veeleer
haar intentie om de voorstellen van de lokale partnerschappen af te
wachten, met andere woorden om de lokale partnerschappen nog de
gelegenheid te bieden om in alle rust hun werk af te maken.
Zodra de voorstellen op tafel zullen liggen, zal de minister deze
bestuderen en op het juiste moment de initiatieven nemen die nodig
en dienend zijn.
Op uw vierde vraag, te weten of er voor de komende jaren in
voldoende budgettaire of financieringsmiddelen is voorzien, zodat
alles binnen een realistisch tijdskader kan worden uitgevoerd, luidt
het antwoord van de minister als volgt.
depuis le 27 février 2003. Ces
partenariats élaborent, en
collaboration avec l'ONDRAF, un
avant-projet d'installation de
stockage. STOLA et MONA
présenteront une proposition à la
mi-2004, PaLoFF début 2005.
La proposition émise par les
partenariats sera discutée au sein
des conseils communaux
respectifs. Ces derniers
transmettront ensuite leur décision
au gouvernement fédéral, qui
devra enfin donner son accord de
principe. Selon le calendrier prévu
par l'ONDRAF, la mise en dépôt
des déchets pourra débuter à
partir de 2015.
Compte tenu de la phase cruciale
dans laquelle se trouvent les
travaux de STOLA et de MONA, il
ne me semble pas raisonnable de
prendre des initiatives
supplémentaires pour l'heure. Je
souhaite attendre les propositions
des partenariats. Dès qu'elles
seront prêtes, je prendrai les
initiatives qui s'imposent.
Nous disposons de suffisamment
de moyens pour procéder au
stockage dans les délais. Les
études menées en la matière sont
financées par le biais de
conventions conclues avec les
producteurs de déchets, tel que
défini dans l'arrêté royal relatif aux
modalités de fonctionnement de
l'ONDRAF. Les coûts de stockage
proprement dits sont pris en
charge par le Fonds à long terme,
dont les moyens proviennent des
tarifs appliqués par l'ONDRAF aux
producteurs de déchets.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Er werd inderdaad in voldoende middelen voorzien, opdat de berging
veilig kan worden uitgevoerd. Het onderzoek naar de berging van
radioactief afval is gefinancierd via conventies die zijn gesloten met
de afvalproducenten, zoals we zien in het koninklijk besluit
aangaande de werkingsmodaliteiten van NIRAS. De berging van het
laag radioactief afval zelf zal worden gefinancierd via het fonds op
lange termijn. Dat fonds wordt gespijsd via de tarieven die NIRAS
aanrekent aan de afvalproducenten.
Tot daar het antwoord van de minister.
05.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de staatssecretaris voor de lezing van het uitgebreide
antwoord van de minister.
De lokale partnerschappen moeten inderdaad tot een conclusie
komen alvorens de federale regering daaromtrent een eindbeslissing
neemt. Uit de informatie waarover ik beschik, kreeg ik toch de indruk
dat de oprichting van zowel STOLA als MONA redelijk ver gevorderd
is en dat de partnerschappen enkel nog de gemeenteraad moeten
passeren.
De suggestie die ik zou willen doen, is dat de regering dan ook vanaf
midden volgend jaar niet langer zou talmen om het verhaal compleet
te maken en dan ook de beslissing neemt om tot de uitvoering over
te gaan, zodat de werkplanning van het NIRAS tot 2010 niet
verstoord wordt.
05.03
Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Le
gouvernement fédéral doit en
effet attendre que les partenariats
locaux formulent des conclusions
avant de prendre une décision
finale. La création de STOLA et
MONA vont bon train: il ne reste
plus aux partenariats qu'à franchir
le cap du conseil communal.
J'espère que le gouvernement
cessera de tergiverser au milieu
de l'année prochaine, afin de ne
pas perturber le calendrier de
l'ONDRAF jusqu'en 2010.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de breedbandstrategie in het kader van e-Europe 2005" (nr. 1450)
06 Question de M. Guido De Padt à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la stratégie de la large bande dans le cadre de l'e-Europe 2005"
(n° 1450)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
06.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de staatssecretaris, over de
hele wereld beseffen regeringen steeds meer dat breedbandtoegang
van centraal belang is voor de economische ontwikkeling van hun
landen. In het kader van het actieplan voor e-Europe 2005 heeft de
Europese Commissie van de lidstaten van de Unie vereist dat zij
tegen eind 2003 hun breedbandstrategie aan de Commissie zouden
overmaken, waarbij de doelstelling erin zou bestaan om de
ontwikkeling van diensten, toepassingen en inhoud te stimuleren en
tegelijk de invoering van een grootschalige veilige breedbandtoegang
tot het internet te gaan versnellen. Dat actieplan e-Europe 2005 is de
opvolger van het actieplan 2002 dat vooral gericht was op de
uitbreiding van het aantal internetaansluitingen in Europa. Het
nieuwe actieplan dat in juni 2002 door de Europese Raad van Sevilla
werd goedgekeurd wil nu deze internettoegang vertalen in een
toename van de economische productiviteit en een verbetering van
06.01 Guido De Padt (VLD):
L'accès large bande à l'internet
revêt une importance capitale
pour le développement
économique. De nombreux pays
en ont conscience. La
Commission européenne a
demandé que tous les Etats
membres lui transmettent avant la
fin 2003 leur stratégie en la
matière afin d'encourager le
développement de services et
d'applications et d'accélérer la
mise en place à grande échelle
d'un accès à large bande sécurisé.
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten in het belang van het
geheel van de Europese burgers.
Het is voorts de bedoeling dat het gebeurt met gebruikmaking van
een veilige breedbandinfrastructuur die voor zoveel mogelijk mensen
beschikbaar moet zijn. Een dergelijke breedbandtoegang wordt
gekenmerkt door een hoge snelheid en een permanent actieve
internetverbinding. Daarbij komt nog een transversale doelstelling,
namelijk toegang voor iedereen om de sociale uitsluiting te
bestrijden, met specifieke aandacht voor mensen met bijzondere
behoeften, gehandicapten, ouderen of zieken.
Ik kom dan bij de vragen die ik de staatssecretaris of de minister wil
stellen. Kan worden meegedeeld hoe ver het staat met betrekking tot
de strategie die de federale regering moet of zou ontwikkelen? Werd
deze strategie reeds overgemaakt aan de Europese Commissie? Zo
niet, welke redenen liggen dan aan de basis hiervan? Welke zijn de
volgende stappen terzake?
Le plan d'action 2002 se focalisait
sur l'extension du nombre de
connexions à l'internet. Le plan
d'action e-Europe 2005 a pour
objectif de permettre à tous
d'accéder à une infrastructure à
large bande sécurisée, sans
exclusion sociale et en accordant
une attention particulière aux
besoins particuliers, aux
personnes handicapées et âgées,
et aux malades.
Qu'en est-il de la stratégie des
pouvoirs publics fédéraux? A-t-
elle déjà été communiquée à la
Commission européenne? Quelles
sont les prochaines étapes?
06.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer De Padt, op uw vragen over het actieplan e-
Europe en de verplichtingen en de strategie die ons land en onze
federale regering daaromtrent ontwikkelen, kan ik u het volgende
antwoorden.
Uw eerste vraag ging over de stand van zaken. De minister kan
daarover het volgende zeggen. Er werd op federaal niveau beslist
dat dit een zaak zou zijn van zowel minister Moerman, minister Van
den Bossche als staatssecretaris Vanvelthoven en dat ze alledrie een
strategie zouden opstellen wat hun bevoegdheden betreft. Wat
betreft de Vlaamse en de Franse Gemeenschap werd er afgesproken
dat zij eveneens een bijdrage zouden opstellen op het vlak van hun
bevoegdheden. Er werd nog een derde afspraak gemaakt. De
coördinatie zou bij de minister van Economie berusten en de diverse
bijdragen zouden worden ondergebracht in één totaaldocument van
België aan de Europese Commissie.
De minister heeft haar strategie klaar sinds eind december van vorig
jaar, dus december 2003. De bijdragen van de Vlaamse en Franse
Gemeenschap werden eveneens reeds afgewerkt en werden in de
loop van januari aan de minister toegestuurd voor integratie in het
totaaldocument. Aan dat totaaldocument wordt momenteel gewerkt.
Eenmaal de integratie achter de rug is, wordt het resultaat nogmaals
opgestuurd aan de Gemeenschappen ter goedkeuring. Van collega's
Van den Bossche en Vanvelthoven heeft de minister nog niets
ontvangen.
Zoals u kan lezen in het verslag van de vergadering van de
commissie voor de Infrastructuur van 16 december 2003 document
CRABV 51 COM 103 zal de bijdrage van collega Van den Bossche
niet klaar zijn voor haar overleg met de Gemeenschappen is
afgerond. Het kabinet van staatssecretaris Vanvelthoven heeft op
woensdag 28 januari laten weten dat het een eerste versie van
strategie heeft afgewerkt.
Uw tweede vraag was of deze strategie reeds werd overgemaakt aan
de Europese Commissie. De bijdrage van de Franse Gemeenschap
06.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il a été convenu avec Mmes Van
Den Bossche et Moerman ainsi
qu'avec M. Vanvelthoven qu'ils
développeraient une stratégie
pour leur domaine de
compétences propre. En outre, il a
été décidé que chaque
Communauté apporterait sa
contribution. Mme Moerman a été
chargée de coordonner toutes les
contributions et de les consigner
dans un seul document qui serait
ensuite transmis à la Commission
européenne.
La stratégie de Mme Moerman
était prête à la fin du mois de
décembre. Elle dispose déjà
également des contributions des
Communautés. Mme Van Den
Bossche et de M. Vanvelthoven
doivent encore rendre leur partie.
Mme Van Den Bossche souhaite
d'abord clôturer la concertation
organisée avec les
Communautés. Le 28 janvier, le
cabinet de M. Vanvelthoven a
indiqué qu'une première version
était disponible.
Les stratégies de la Communauté
française et de Mme Moerman ont
déjà été transmises à la
représentation permanente de la
Belgique auprès de l'UE, mais pas
sous la forme d'un document
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
en de bijdrage van de minister liggen reeds bij de permanente
vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie, maar nog niet
in geïntegreerde vorm, nog niet als totaaldocument. De bijdragen
van de andere partijen werden bij mijn weten nog niet doorgestuurd
aan de permanente vertegenwoordiging.
U vroeg welke redenen aan de basis lagen als dit nog niet gebeurd
zou zijn. Zoals reeds gezegd worden de bijdragen van de Vlaamse
en Franse Gemeenschap momenteel samen met de bijdrage van de
minister geïntegreerd tot één totaaldocument. De minister wacht
verder op de stukken van de collega's Van den Bossche en
Vanvelthoven.
U vroeg wat de volgende stappen terzake zijn. Wanneer de bijdragen
van de collega's Van den Bossche en Vanvelthoven klaar zijn,
kunnen zij worden geïntegreerd in het totaaldocument. Eenmaal dat
gebeurd is, wordt het als totaaldocument opgestuurd onder de
noemer "Belgische strategie inzake breedbandcommunicatie". Dit
wordt dan bezorgd aan de permanente vertegenwoordiging van
België bij de Europese Unie. Deze laatste zal de documenten
overzenden aan de Europese Unie en aan de Europese Commissie.
De minister zegt dat ze hoopt dat dit eindelijk kan gebeuren in de
loop van de volgende weken.
intégré. A l'heure actuelle, les
contributions des Communautés
sont intégrées à celle de Mme
Moerman. Celle-ci attend les
parties manquantes. Ce n'est qu'à
ce moment-là qu'un seul et unique
document pourra être transmis par
la représentation permanente à la
Commission. J'espère que tel en
sera le cas dans le courant des
prochaines semaines.
06.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, het lijkt mij
aangewezen werk te maken van deze aangelegenheid omdat wij die
ontwikkeling te fel onderschat hebben. Ik denk dat de meeste
telecomoperatoren wachten op initiatieven van de federale overheid
omdat zij hun eigen ontwikkeling daarop zullen moeten kunnen
afstemmen. Ik ben natuurlijk blij dat er al een aantal initiatieven is
genomen, maar ik wil via deze weg toch aandringen dat iedereen zijn
verantwoordelijkheid in dit dossier zou opnemen.
06.03 Guido De Padt (VLD): Il
convient de faire avancer ce
dossier rapidement. Les
opérateurs de télécommunications
attendent que les autorités
entreprennent des démarches en
ce sens. Il appartient à chacun de
prendre ses responsabilités.
06.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Ik steun u, want
ik vind dat absoluut ook een belangrijk dossier.
06.04
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il s'agit effectivement d'un dossier
particulièrement important.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Creyf, u krijgt de gelegenheid uw vraag te stellen over het resultaat van de
bijkomende opdracht van mevrouw Spehl in verband met de federale wetenschappelijke en culturele
instellingen.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als u het
goed vindt wens ik mijn vraag uit te stellen. Ik wens de minister
bevoegd voor de wetenschappelijke instellingen te ondervragen.
Ik dank evenwel de staatssecretaris voor zijn bereidheid om te
antwoorden.
Mijn vraag is niet dringend. Daarom wens ik ze te laten uitstellen.
06.05 Simonne Creyf (CD&V):
Je poserai ma question n° 1438
ultérieurement à Mme Moerman
en personne.
De voorzitter: Geen probleem, mevrouw Creyf.
Le président: Madame Lalieux, consentez-vous à poser votre question au secrétaire d'Etat plutôt qu'à la
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
ministre?
06.06 Karine Lalieux (PS): Je vais la poser, monsieur le président,
et si la réponse ne me satisfait pas, je me tournerai vers Mme la
ministre.
07 Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le fonds de service universel" (n° 1523)
07 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het fonds van de universele dienstverlening" (nr. 1523)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier
ministre)
07.01 Karine Lalieux (PS): Début novembre, j'avais interpellé Mme
la ministre sur l'état du marché des télécommunications en Belgique,
pointant le préjudice pour les différents opérateurs du retard de la
transposition du "paquet télécoms", mettant en avant les débats que
nécessiterait la directive "service universel". J'avais aussi interrogé
Mme la ministre sur l'activation du fonds de compensation "service
universel" qui aurait dû être mis en route depuis fort longtemps
maintenant. À l'époque, votre collègue m'avait rappelé l'historique du
dossier que je vais vous épargner. En novembre, la ministre
annonçait que l'IBPT s'était adjoint les services d'un consultant pour
revoir pour la énième fois ses chiffres de 2002 et qu'elle attendait de
l'IBPT une estimation des coûts pour la fin du mois.
Quels sont les chiffres de 2002? Avez-vous reçu fin novembre
l'estimation des coûts pour 2003? Connaissons-nous aujourd'hui les
coûts réels pour 2003? Enfin et surtout, qu'en est-il de l'activation du
fonds de compensation du service universel? C'est très technique et
je vous souhaite bon courage.
07.01 Karine Lalieux (PS): Op 4
november jongstleden schetste
minister Moerman, in antwoord op
mijn interpellatie betreffende de
stand van zaken met betrekking
tot de telecommunicatiemarkt in
België, de historische achtergrond
van dat dossier. Vervolgens stelde
zij dat het BIPT een beroep op
een consultant had gedaan om de
cijfers van 2002 aan een nieuw
onderzoek te onderwerpen.
Kan u ons die cijfers meedelen?
Wat zijn de reële kosten voor
2003? Hoe zit het met de
activering van het
compensatiefonds voor de
universele dienstverlening?
07.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, chère collègue, en ce qui concerne votre première
question, l'IBPT n'a pas encore approuvé de chiffres pour l'année
2002.
Avons-nous reçu, fin novembre, une estimation des coûts pour
2003? Non! L'IBPT n'a pas encore approuvé de chiffres pour l'année
2003. L'a-t-il fait pour 2001? Je crois que oui.
Comme vous le savez, c'est l'IBPT qui décide si les informations que
Belgacom lui fournit dans le cadre de la vérification de ses calculs
sont suffisantes ou non. Si l'IBPT n'est pas satisfait, Belgacom ne
peut bénéficier d'une compensation, en vertu de l'article 85, §2 de la
loi du 21 mars 1991.
Connaissons-nous aujourd'hui les coûts réels pour 2003? Il est
actuellement trop tôt pour le savoir. Les données de base que
Belgacom doit fournir pour le calcul définitif ne seront probablement
disponibles qu'à partir de juillet 2004.
Enfin et surtout, qu'en est-il de l'activation importante de ce fonds de
07.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: De cijfers
voor 2002 en 2003 werden nog
niet goedgekeurd door het BIPT.
Ik geloof dat dit wel het geval is
voor de cijfers van 2001.
Het BIPT beslist zelf of de
informatie die Belgacom
overmaakt al dan niet volstaat.
We moeten tot juli 2004 wachten
om het reëel kostenplaatje voor
2003 te kennen.
Belgacom en de andere
operatoren mogen niet opdraaien
voor de netto-kosten die worden
veroorzaakt door een gebrek aan
efficiëntie dat inherent is aan het
begrip universele dienstverlening.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
service universel? Le contenu du service universel montre une
certaine inefficacité sociale, par exemple une redondance
substantielle des cabines publiques. Il est inacceptable que le secteur
Belgacom et les autres opérateurs doive supporter les coûts nets
causés par ces inefficacités.
En conséquence, dans l'intérêt du secteur, le fonds ne peut être
activé avant que le service universel n'ait été rationalisé. Toutefois, il
est aussi inacceptable que Belgacom doive supporter seule les coûts
nets causés par ces inefficacités. Dès lors, en ajout de ma première
conclusion, il importe que le service universel soit rationalisé et ce,
immédiatement.
Zo zijn er bijvoorbeeld teveel
openbare telefooncellen. Hun
aantal moet zo snel mogelijk naar
beneden.
07.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je suis quelque
peu ébahie de la réponse. Je suis désagréablement surprise mais
pas trop étonnée de l'inactivité ou de l'inaction de l'IBPT, je ne sais
quel terme utiliser.
Il me semble pourtant que c'est à sa demande que l'IBPT a été
réformé. Le personnel de cet institut est au complet. L'IBPT dispose
d'experts, il a même fait appel à des consultants. C'est pourquoi je
suis désarçonnée. J'espère vraiment qu'on pourra accélérer le
processus. Il est inacceptable de devoir attendre juillet 2004 pour
obtenir des chiffres.
Quant à Belgacom, je n'ai pas compris la première partie de la
réponse puisque les chiffres correspondaient à 2002 et 2003. Le
service universel et les missions de service public sont définis par le
gouvernement. Nous sommes tous d'accord: les ministres ont décidé
de redéfinir le service universel. On dit ensuite qu'il est inefficace.
Peut-être, mais c'est le gouvernement qui en a décidé.
Plus loin, on ajoute que "la société Belgacom doit ou ne doit pas
supporter seule il y a une contradiction entre les deux parties de la
réponse de Mme la ministre ces coûts nets d'un service universel
inefficace".
D'un côté, il conviendrait de régler la problématique des coûts nets
pour Belgacom de 2002 et 2003. Si les calculs de l'IBPT montrent
que ces coûts doivent être supportés par d'autres opérateurs privés,
peu importe, Belgacom n'est pas responsable de ce service
universel, c'est l'Etat. D'un autre côté, je crois qu'il faut effectivement
organiser rapidement un débat sur le service universel. Encore une
fois, je ne sais pas ce qu'entend Mme la ministre par "rationaliser",
moi je veux étendre ce service universel, peut-être dans une
rationalisation, mais pas le restreindre.
07.03 Karine Lalieux (PS): De
inactiviteit van het BIPT is
weliswaar een onaangename
verrassing, maar echt verbazen
doet ze me niet. Dit instituut
beschikt over een volledig
personeelsbestand, het heeft
experts in dienst en het deed zelfs
een beroep op consultants, maar
het blijkt niet in staat te
functioneren. De cijfers die u in
verband met Belgacom gaf,
hebben betrekking op 2001 en
2003 en het eerste deel van het
antwoord was dan ook
onbegrijpelijk.
De ministers beslisten dus
nogmaals hun handtekening te
zetten en een nieuwe invulling te
geven aan het begrip universele
dienstverlening. Vervolgens zegt
men dat de universele
dienstverlening niet doeltreffend
is! En men voegt eraan toe dat
Belgacom alleen of niet alleen,
want op dat vlak spreken de twee
delen van het antwoord elkaar
tegen moet opdraaien voor de
netto kostprijs van een inefficiënte
universele dienstverlening.
De Staat is verantwoordelijk voor
de universele dienstverlening en
het debat over de noodzakelijke
uitbreiding ervan moet dringend
worden opgestart.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister over "de startersproblematiek" (nr. 210)
08 Interpellation de Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative,
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
adjoint au premier ministre sur "la problématique des entreprises débutantes" (n° 210)
08.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik diende deze
vraag over de startersproblematiek in op 21 januari 2004 en vandaag
las ik in De Standaard het antwoord van de staatssecretaris erop.
Ik hoef van u aldus geen antwoord meer, mijnheer de
staatssecretaris.
Ik vind het evenwel geen manier van werken dat de dag van de
interpellatie het desbetreffend parlementslid het antwoord terugvindt
in De Standaard.
Ik wil hier alleen maar aan toevoegen dat de cijfers die ik aangehaald
heb op 21 januari, dateren van 19 januari en dat de cijfers van
Graydon voor 2003 eindigden op het cijfer 45.261. Zij staan vandaag,
3 februari 2004, op 48.240. Dit betekent een vooruitgang van het
aantal starters in 2003 met 4%. Ik ben daarover zeer verheugd, maar
anderzijds stijgen de faillissementen in 2003 met 6% tot 7.628.
Daarover ben ik zeer ongelukkig. De eerste cijfers die bekend zijn
voor januari 2004 zijn bovendien catastrofaal.
De vooruitgang die wordt genoteerd verheugt mij. Als u dit wijt aan
de opstart van de KBO en de ondernemingsloketten, mijnheer de
staatssecretaris, mag u dit voor uw rekening nemen. Daarover zullen
wij het straks nog hebben. Wanneer wij de internationale statistieken
bekijken dan scoren wij echter zeer slecht ten opzichte van de
andere landen, bijvoorbeeld Ierland, Spanje en Griekenland. Wij
scoren een gemiddelde van 4,5 punten ten opzichte van 9, 6, 7, 7, 7,
8 en 12 punten. Dat is niet goed.
Er staat natuurlijk opnieuw een optimistische noot in de krant. Ik
aanvaard dat, maar dat wil niet zeggen dat er niets meer moet
worden gedaan. U zult via www.kafka.be wel weten wat er aan de
orde is, mijnheer de staatssecretaris.
Daarmee is de vraag geklasseerd, mijnheer de voorzitter. Ik wens
over te gaan tot mijn volgende vraag.
08.01 Trees Pieters (CD&V): J'ai
déposé ma question sur la
problématique des entreprises
débutantes le 24 janvier dernier.
J'ai lu la réponse à ma question
ce matin dans le quotidien De
Standaard. C'est inacceptable! Je
ne souhaite donc pas développer
mon interpellation, ni entendre la
réponse du ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister over "de KBO en de ONL-griffies" (nr. 211)
09 Interpellation de Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative,
adjoint au premier ministre sur "le BCE et les greffes en ligne" (n° 211)
09.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, een klein
onderzoek dat wij recent hebben gevoerd bij de Kruispuntbank voor
Ondernemingen en een aantal ondernemingsloketten in de regio
West-Vlaanderen, heeft ons geleerd dat de KBO en de
ondernemingsloketten niet goed werken. Het knelpunt situeert zich
hoofdzakelijk bij de griffie van de rechtbank van koophandel.
In Brugge hebben we namelijk vastgesteld dat de elektronische
verbinding met de Kruispuntbank helemaal nog niet actief is. Ook het
zogenaamde Quick Web, dat moet instaan voor de aansluiting
09.01 Trees Pieters (CD&V): La
Banque-Carrefour des Entreprises
et les guichets d'entreprises ne
sont toujours pas totalement
opérationnels. Dans l'intervalle,
les greffes sont très contrariés de
l'absence de connexion
électronique avec la banque-
carrefour et du mauvais
fonctionnement de Quick Web, le
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
wanneer de Kruispuntbank niet toegankelijk zou zijn en dat werd
opgestart op 1 juli 2003 na de grote crash van de KBO, was op dat
ogenblik 19 januari 2004 niet toegankelijk of niet on line.
Bij het bezoek aan het ondernemingsloket te Brugge bij KMO Direct
werd vastgesteld dat de aansluiting op de Kruispuntbank voor
Ondernemingen nog geenszins van haar kinderziekten verlost is,
zelfs niet nu werd aangekondigd dat sinds 15 januari 2004 alle
problemen van de baan zijn. Wij hebben geconstateerd dat een
automatisch outlog na tien minuten niet op elkaar afgestemde
invoegmodules gaf en dat er geen mogelijkheid tot foutreparaties
was.
Onze conclusie is dat ook de loketten nog helemaal niet operationeel
zijn. Het blijkt een lange lijdensweg te zijn. Het systeem waarmee de
beginnende ondernemer na één enkel bezoekje aan een
ondernemingsloket van start zou kunnen gaan, is nog helemaal niet
werkzaam.
Dat is het probleem dat wij in Brugge hebben opgemerkt.
De griffies zijn ontstemd omdat zij geen toegang hebben en worden
beschouwd als het kleine broertje. Ook de notarissen vragen zich af
wanneer zij zich elektronisch zullen kunnen aansluiten op de KBO.
Voor wanneer is de aansluiting voorzien? Er werd reeds een datum
vooropgesteld, namelijk 1 september 2004.
Wat de BTW-inschrijvingen aan de ondernemingsloketten betreft, is
mijn vraag of de aansluiting ook gepland is voor 1 september 2004.
Of zal de BTW-aansluiting er vroeger indien het kan of later dan
die datum komen?
système qui doit leur permettre de
communiquer avec les guichets
d'entreprises. Il est toujours
utopique de penser qu'il suffit de
se rendre au guichet d'entreprises
pour se mettre en ordre en tant
qu'entrepreneur débutant.
Le secrétaire d'Etat a-t-il
conscience du rôle important joué
par les greffes dans la mise à jour
des données de la banque-
carrefour? Quand les notaires
pourront-ils se connecter par voie
électronique à la banque-
carrefour? Quand les inscriptions
auprès de la TVA pourront-elles
être effectuées aux guichets
d'entreprises?
09.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mevrouw
Pieters, uw eerste vraag was wanneer er een einde aan de
problemen met de aansluiting komen.
De toegang tot de KBO de Kruispuntbank voor Ondernemingen
wordt voorzien door een speciaal daartoe
ontwikkelde
internetverbinding, de zogenaamde KBO-web interface of KBO-wi.
Het is deze verbinding die op 1 juli 2003 problemen vertoonde en die
we stapsgewijs opnieuw hebben opgestart.
Ten eerste, op 10 december 2003 hebben we de interface aan de
ondernemingsloketten ter beschikking gesteld voor de consultatie
van gegevens. Vanaf 15 januari 2004 kunnen ook de
ondernemingsloketten zelf gegevens registreren in de Kruispuntbank
voor Ondernemingen via deze KBO-wi.
De performantie van de verbinding wordt nauwgezet gevolgd. Er zal
een analyse komen nadat de KBO-wi een aantal weken door de
ondernemingsloketten zal zijn gebruikt. Momenteel opereren we in
een testfase.
Hoewel tijdelijke problemen, zoals u die vermeldt, nooit zijn uit te
sluiten bij dat soort technisch-organisatorisch complexe projecten,
zijn de betrokken partijen de KBO-cel en de ondernemingsloketten
tevreden met de stabiliteit van het systeem sinds de heropstart.
09.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
L'accès à la Banque-Carrefour
s'effectue par l'interface web de la
BCE. C'est cette connexion qui a
posé problème. Depuis le
redémarrage le 10 décembre
2003, le système est relativement
stable. Des problèmes
temporaires ne peuvent jamais
être exclus, mais l'interface fait
l'objet d'un suivi minutieux. Le
système sera évalué après
quelques semaines d'utilisation
par les guichets d'entreprises.
Lorsque des problèmes
techniques se sont posés, les
guichets d'entreprises ont été
invités à appliquer une procédure
alternative. Les greffes ont utilisé
l'application Quick Web qui leur a
permis d'accéder à la BCE par
l'entremise du réseau fédéral
sécurisé. Cette application, qui ne
devait initialement servir qu'à des
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Waar de ondernemingsloketten vanaf 1 juli 2003 tot 15 januari 2004
aangewezen waren op de alternatieve, manuele procedure, waarbij
dossiers per e-mail dienden te worden doorgestuurd naar de KBO-
cel, konden de griffies gedurende deze periode van 1 juli 2003 tot
15 januari 2004 gebruik maken van de zogenaamde Quick
Webapplicatie.
Die verleent rechtstreeks toegang tot de KBO via het beveiligde
federale netwerk intranetwork. Deze applicatie heeft een beperkte
functionaliteit en was oorspronkelijk enkel voor testtoepassingen
ontworpen, maar heeft een nuttige rol vervuld toen er problemen
rezen met de KBO-wi verbinding. De QuickWeb applicatie is vanaf 1
juli 2003, zowel door de griffies als door de KBO zelf, gebruikt als
enige methode van invoer van gegevens in de kruispuntbank van de
ondernemingen.
Het is steeds de bedoeling geweest van alle betrokken partijen om de
griffies eveneens zo snel mogelijk over te schakelen op de KBO-wi
applicatie, en dat idealerwijs gelijktijdig met het ondernemingsloket.
Voorafgaande testen in de loop van november wezen echter uit dat
het interne netwerk van de FOD Justitie niet voldoende snel
functioneert ontoereikende bandbreedte om de griffies gebruik te
laten maken van de KBO-wi applicatie. Dit probleem werd
gesignaleerd aan de FOD Justitie, waar men aan een oplossing werkt
om de griffies zo snel mogelijk hierop over te schakelen. Over de
concrete timing dient u de minister van Justitie te ondervragen. In de
tussenperiode zullen de griffies blijven werken met de QuickWeb
toepassing, die voor hen toegankelijk blijft en die door de FOD
Economie ook blijvend ondersteund zal worden. De betrokken
partijen ijveren ervoor om onderbrekingen in het gebruik van deze
laatste toepassing zoveel mogelijk te vermijden.
Uw tweede vaststelling dat de griffies belangrijk zijn voor het
verwerken van gegevens en updaten van de kruispuntbank, spreekt
voor zich. De griffies zijn en blijven een zeer belangrijke
gegevensinitiator in de KBO en vervullen een belangrijke rol inzake
het registreren van juridische gegevens betreffende de
rechtspersonen.
Derde vraag: wanneer zullen de notarissen elektronisch kunnen
aansluiten op de KBO? Zoals u weet, heeft de Ministerraad van 16
en 17 januari in Gembloux, op voorstel van de staatssecretaris van
Informatisering van de Staat en mezelf, een groot aantal
vereenvoudigingsvoorstellen goedgekeurd. Een van die voorstellen
betreft de modernisering van de procedures voor de oprichting van
rechtspersonen en heeft tot doel de doorlooptijd voor het opstarten
van een bedrijf drastisch in te korten door bepaalde bestaande
procedures te vereenvoudigen. In dat kader zal, in nauwe
samenwerking met de terzake bevoegde minister van Justitie en de
notarissen zelf, waarmee reeds herhaaldelijk contact is genomen,
een projectplan worden opgesteld met als doel om, afhankelijk van
de performantie van de KBO-wi, de notarissen tegen september 2004
rechtstreekse toegang te verlenen tot de KBO.
De verwezenlijking van het project zal tevens de griffies voor een
belangrijk deel ontlasten van de taak die zij vandaag in dit verband
uitvoeren.
fins de test, s'est révélée une
solution de secours fonctionnelle.
Le but a toujours été que les
greffes passent le plus rapidement
possible à l'interface d'application
internet de la BCE. Des tests ont
toutefois révélé que le réseau
interne du SPF Justice ne
disposait pas d'une largeur de
bande suffisante pour
l'application. Le SPF Justice tente
de remédier à ce problème. Quant
au délai nécessaire pour y
parvenir, la ministre de la Justice
peut certainement vous éclairer à
ce sujet. Dans l'intervalle, les
greffes continuent d'utiliser Quick
Web. On essaie dans toute la
mesure du possible d'éviter les
interruptions dans ce système. Le
fait que des problèmes techniques
se posent ne signifie nullement
que nous n'accordons pas
d'importance au rôle des greffes.
Le Conseil des ministres de
Gembloux a adopté un certain
nombre de propositions de
simplification. Une de ces
simplifications est la
modernisation des procédures de
constitution de personnes
morales. Dans ce cadre, nous
voulons fournir aux notaires un
accès direct à la BCE d'ici au 1
er
septembre 2004. Cette mesure
permettra de soulager les greffes.
Par ailleurs, l'entrepreneur
débutant devra pouvoir remplir les
formalités de demande d'un
numéro de TVA au moment de
l'enregistrement aux guichets
d'entreprise, lesquels disposeront
à cet effet d'une application
informatique. Le SPF Finances
prend en charge les
développements TIC nécessaires.
CRIV 51
COM 146
03/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Uw vierde vraag: is de BTW-inschrijving in het ondernemingsloket
ook voor 1 september 2004. Ook wat dat betreft heeft de regering
niet stilgezeten. Op de Ministerrraad in Gembloux werd tevens
beslist aan de startende ondernemer de mogelijkheid te bieden om
de formaliteiten van de aanvraag van erkenning van het
ondernemingsnummer voor BTW-doeleinden te vervullen op het
ogenblik van de registratie bij de ondernemingsloketten. Daartoe
dient aan de ondernemingsloketten een elektronische toepassing ter
beschikking gesteld te worden die hun toelaat de nodige BTW-
gegevens op te vragen bij de startende ondernemer en ze door te
sturen naar de FOD Financiën. De FOD Financiën staat in voor de
noodzakelijke ICT-ontwikkelingen in het kader van een gezamenlijk
opengesteld projectplan met als doel om, afhankelijk van de
performantie van de KBO-WI en de bespreking met de
ondernemingsloketten, dergelijke applicatie te kunnen aanbieden
tegen 1 september 2004.
Totdaar de antwoorden op uw vraag.
09.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, we
zullen wachten op 1 september 2004 om te zien of de notarissen én
met de eenvoudiger procedures kunnen werken én aansluiting
vinden op de KBO, en of de BTW-inschrijving via het
ondernemingsloket mogelijk wordt.
Wat de huidige situatie bij de griffies en de loketten betreft, u bezocht
er zelf een aantal bij het begin van de crash. Het zou goed zijn ze
opnieuw te bezoeken om na te gaan hoe vlot of niet een en ander nu
werkt. Het vraagt enorm veel tijd om in te loggen. Als men twee
boekingen op de griffie per uur kan verrichten, dan mag men spreken
van een succes. Als men er tien per dag in het ondernemingsloket
kan realiseren, dan is dat eveneens een succes. Ik heb dan ook een
motie van aanbeveling ingediend.
09.03 Trees Pieters (CD&V):
Reste à savoir si toutes ces
initiatives sont réalisables dans la
pratique. Le secrétaire d'Etat
serait bien inspiré de rendre visite
aux greffes pour se rendre compte
de leurs problèmes. Je déposerai
une motion de recommandation.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Trees Pieters
et la réponse du secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre,
étant donné la persistance des problèmes dans le cadre de la Banque-carrefour des entreprises et des
guichets d'entreprises,
demande au gouvernement
de faire diligence pour régler ces problèmes."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister,
vermits de problemen blijven aanslepen bij de KBO's en ONL's,
vraagt aan de regering
een tandje bij te steken."
03/02/2004
CRIV 51
COM 146
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Karine Lalieux et par M. Guido De Padt.
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karine Lalieux en door de heer Guido De Padt.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 16.10 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.10 uur.