CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 130
CRIV 51 COM 130
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mardi
dinsdag
20-01-2004
20-01-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellations jointes de
1
Samengevoegde interpellaties van
1
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères, au
ministre de la Coopération au Développement et
à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "la couverture par l'Office du Ducroire de
livraisons à une usine d'armes en Tanzanie"
(n° 160)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken, tot de minister van
Ontwikkelingssamenwerking en tot de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de verzekering door
Delcredere voor leveringen aan een wapenfabriek
in Tanzania" (nr. 160)
- M. Roel Deseyn au ministre de la Coopération
au Développement sur "la couverture, par le
Ducroire, de l'exportation de machines destinées
à la production de munition en Tanzanie" (n° 200)
- de heer Roel Deseyn tot de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de verzekering
door Delcredere van de uitvoer van machines
voor productie van munitie aan Tanzania"
(nr. 200)
Orateurs: Francis Van den Eynde, Roel
Deseyn, Fientje Moerman, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Francis Van den Eynde, Roel
Deseyn, Fientje Moerman, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Motions
13
Moties
13
Orateur: Francis Van den Eynde
Spreker: Francis Van den Eynde
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MARDI
20
JANVIER
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
20
JANUARI
2004
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 15.12 uur door mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.12 heures par Mme Annemie Neyts-Uyttebroeck, présidente.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, tot de
minister van Ontwikkelingssamenwerking en tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de verzekering door Delcredere voor leveringen aan een
wapenfabriek in Tanzania" (nr. 160)
- de heer Roel Deseyn tot de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de verzekering door
Delcredere van de uitvoer van machines voor productie van munitie aan Tanzania" (nr. 200)
01 Interpellations jointes de
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, au ministre de
la Coopération au Développement et à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la couverture par l'Office du Ducroire de livraisons à une usine
d'armes en Tanzanie" (n° 160)
- M. Roel Deseyn au ministre de la Coopération au Développement sur "la couverture, par le Ducroire,
de l'exportation de machines destinées à la production de munition en Tanzanie" (n° 200)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
voorzitter, onze interpellaties gaan toch over hetzelfde onderwerp.
Ik wil van start gaan met het feliciteren van de minister. Wij hebben
een formidabele regering wat de buitenlandse politiek betreft. Ik moet
eerlijk zeggen dat de verklaringen van deze regering bijna ontroeren
wanneer men leest welke richting de buitenlandse politiek bij ons
uitgaat. Het gaat over recht en rechtvaardigheid. Het woordje ethiek
komt ook heel vaak voor. Ik weet niet goed of men daarmee moraal
bedoelt of eten van "eetiek" misschien maar dat woordje komt in
elk geval heel vaak voor. Ik heb ooit aan de minister van Buitenlandse
Zaken gezegd dat hij het Jerommeke was van de buitenlandse
politiek. Als ik dan toch naar stripverhalen verwijs, moet ik het in
verband met de bedoelingen van onze regering in de buitenlandse
politiek in feite hebben over Kuifje. U weet wel: De Blauwe Lotus;
Kuifje in Congo, enzovoort. Overal staat hij aan de kant van het recht.
Kuifje Bij De Sovjets is er trouwens ook nog, dat zou ik bijna vergeten.
Overal staat hij aan de kant van het recht tegen het onrecht. Het is
prachtig!
Als wij Ontwikkelingssamenwerking van dezelfde regering bekijken, is
het zo mogelijk nog ontroerender. Wij gaan naar 0,7% van het bruto
nationaal product voor Ontwikkelingssamenwerking en wij hebben
01.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Notre politique
étrangère se fonde sur le droit et
la justice. On entend également
souvent parler d'éthique. Notre
coopération au développement se
porte encore mieux : nous y
consacrerons 0,7 pour cent de
notre PNB et un véritable ministre
a à présent la coopération au
développement dans ses
attributions. Ce ministre s'est
rendu en Tanzanie au mois de
septembre et s'y est pour ainsi dire
immergé dans le tiers monde en
compagnie d'un journaliste et
d'une lectrice du quotidien Het
Nieuwsblad. Dans un article publié
le 11 décembre 2003 dans Het
Volk, il a notamment conclu que le
libre échange est fatal pour des
pays comme la Tanzanie. Le
ministre libéral renie son idéologie
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
zelfs een heuse, levensgrote, minister van
Ontwikkelingssamenwerking terwijl vroeger dat departement
ressorteerde onder een staatssecretaris die op zijn beurt afhing van
de minister van Buitenlandse Zaken.
Men zegt mij dat de heer Verwilghen niet afhangt van de minister van
Buitenlandse Zaken. Ik zeg u maar wat men mij vertelt. Ik moet u
zeggen dat het gevoel van trots dat mij vervult wanneer ik zie hoe de
politiek van onze regering eruitziet, nog sterker wordt wanneer ik het
verslag lees van de reis die onze minister van
Ontwikkelingssamenwerking in september gemaakt heeft naar
Tanzania. Hij is daar als het ware geen enkele minister heeft het
voor hem gedaan, collega's ondergedoken in de derde wereld. Hij
heeft daar drie dagen met een journalist want zonder journalist zou
het niet gaan, natuurlijk en een lezeres van de krant Het Nieuwsblad
doorgebracht in het dorp van mevrouw Fausta Mwasapani. Mevrouw
Fausta Mwasa Pani-a is een arme Tanzaniaanse boerin.
Uit die drie dagen heeft minister Verwilghen conclusies getrokken die
ik niemand wil onthouden. Hij zegt in de krant Het Volk van 11
december 2003: "Die mensen" het gaat over de Tanzanianen
"moeten geholpen worden. Met kennis over nieuwe
landbouwtechnieken, met water en irrigatiesystemen, met opleiding
en met een systeem dat eerlijke handel voor hen mogelijk maakt. Ik
ga de Tanzaniaanse regering verslag doen van wat ik hier gezien en
gehoord heb en ik ga de internationale gemeenschap er nogmaals op
wijzen dat de zogenaamde vrije handel dodelijk is voor landen als
Tanzania".
Is dat niet ontroerend, mevrouw de voorzitter: een minister van
Ontwikkelingssamenwerking die zijn eigen ideologie, de vrijhandel,
afzweert ten overstaan van de problemen van de derde wereld? Ik
moet zeggen dat ik daar geen problemen mee heb. U, als liberale,
zult misschien een beetje aarzelen op dat vlak. Maar goed, hij is zelfs
bereid zijn eigen ideologie prijs te geven ten overstaan van de derde
wereld.
Dat is althans de perceptie die men ons probeert voor te schotelen.
Maar dan komt de realiteit. De realiteit is dat wij niet hoeven over te
gaan tot het leveren van technologie inzake landbouw en water en zo.
Nee, wat doen wij? Wij leveren een munitiefabriek aan dat arm
boerinnetje uit Tanzania. Wij leveren een heuse munitiefabriek met
alles erop en eraan. Wij kunnen dat doen, want de wapenhandel is nu
geregionaliseerd en die verdomd vervelende Vlamingen die steeds
problemen maakten over wapenhandel naar verluidt omdat de
wapenhandel Waals is kunnen nu niet veel meer zeggen, ook al
beroepen zij zich op het pacifisme.
Ik moet zeggen, trouwens, dat niet iedereen die zich beroept op het
pacifisme protesteert tegen de levering van die fabriek. Ik ken een
belangrijke regeringspartij, sp.a, die heel vaak de pacifistische snaar
betokkelt, maar die heb ik in dat debat nog niet gehoord. En spirit
dat is dat klein stukje dat aan sp.a hangt bestaat uit superpacifisten.
Elk jaar komen die rond hún IJzertoren staan, waarop mensen van
mijn ideologie ooit hebben laten schrijven: "Nooit meer oorlog no
more war plus jamais de guerre nie wieder Krieg". Zij zweren daar
dat zij de enige echte pacifisten zijn, maar ik heb in deze zaak van
spirit niets gehoord.
lorsqu'il s'agit du tiers monde.
Voilà l'image que l'on nous donne
à voir. En réalité, nous ne
contribuons pas à
l'approvisionnement en eau ou au
développement d'une technologie
agricole mais bien à la
construction d'une fabrique de
munitions. Ce dossier avance
rapidement étant donné que le
commerce des armes a été
régionalisé. Ceux qui en appellent
au pacifisme n'ont d'ailleurs pas
tous manifesté leur opposition à
cet égard : c'est ainsi que je n'ai
encore entendu aucune réaction
de spirit.
Cette affaire concerne trois
ministres. La plus courageuse,
Mme Moerman, nous a été
envoyée pour répondre à nos
interpellations. Il apparaît que le
Ducroire a approuvé le projet
parce qu'il ne posait aucun
problème en matière de technique
d'assurance. Les représentants du
gouvernement étaient comme
par hasard absents. Le
gouvernement wallon décide, le
Ducroire paie et le gouvernement
fédéral s'en lave les mains. Or, la
région où M. Forrest dont la
réputation n'est pas irréprochable -
construit cette fabrique de
munitions est loin d'être paisible. A
peu de distance de là, nous
envoyons des troupes pour
constituer une force de paix.
Je demande à la ministre de
s'opposer à cette vente très
controversée. Je souhaiterais
également connaître la raison pour
laquelle son représentant n'a pas
assisté au conseil d'administration
et si elle est en mesure de
s'engager à ce qu'une telle
situation ne se reproduise plus
jamais. Le moment ne serait-il pas
venu d'élaborer un code éthique
pour l'Office du Ducroire?
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Minister Moerman is zo vriendelijk geweest om te komen antwoorden
op onze interpellaties. Dat bleek zeer moeilijk, want er waren wel drie
ministers bij betrokken, maar men heeft uiteindelijk toch weer de
meest moedige, een dame, gestuurd. Minister Michel is ziek en ik
weet niet waar minister Verwilghen uithangt. Wanneer men dan de
minister ondervraagt en zegt: "Hoe kan dat nu?", krijgt men toch een
heel eigenaardig verhaal. Dan zegt de minister dat Delcredere want
daar komt het op neer: alleen via Delcredere is de verkoop van die
fabriek mogelijk het project heeft goedgekeurd, omdat het zijn uw
woorden niet, mevrouw, maar ik parafraseer ze, u moet mij maar
verbeteren als ik iets fouts zeg er verzekeringstechnisch geen vuiltje
aan de lucht was. Het risico was aanvaardbaar.
Wat is dan het standpunt van de regering? Wel, de regering was er
niet, als bij toeval. Er is een afgevaardigde van de minister met
vetorecht in de raad van bestuur van Delcredere, maar die had die
middag andere verplichtingen. Toevallig louter toevallig, want men
moet van slechte wil zijn om daar iets anders achter te durven te
zoeken waren de afgevaardigden van de andere ministers ook die
middag ergens verhinderd. Het project is dus goedgekeurd.
Eens Delcredere het goedgekeurd heeft, zo zegt men ons, is er niets
meer aan te doen, want de wapenhandel is geregionaliseerd. De
Waalse regering zal erover beslissen en Delcredere zal betalen en
klaar is Kees. Ethisch is de regering. Moreel verantwoord is zij ook. Zij
wast haar handen in onschuld, terwijl er toch door een niet
onbesproken figuur, de heer Forrest, een munitiefabriek wordt
gebouwd in een land als Tanzania. Daar is de situatie voorlopig wel
nog rustig, maar het land zit vol vluchtelingen uit gebieden waar een
burgeroorlog woedt: Oost-Congo, Burundi, Rwanda, en dan heb ik het
nog niet over kleinere conflicten zoals in Kenia. Ik heb zelf in het
kader van een ontwikkelingsproject Tanzania bezocht en ik kan u
verzekeren dat eens voorbij het Victoria-meer de regio een massa
vluchtelingenkampen herbergt met mensen waarvan toch een deel
ervan droomt om gewapenderhand terug te keren naar eigen land.
Met andere woorden en dat is het laatste wat ik wil aanklagen
inzake onze buitenlandse politiek enerzijds zullen wij troepen sturen
naar Oost-Congo om er, zo beweert men, een vredesleger op te
richten, voor zover zoiets kan, terwijl wij anderzijds daar niet zover
vandaan een munitiefabriek gaan bouwen. Het zou toch niet zo
verwonderlijk zijn dat ooit die munitiefabriek, die door het Delcredere
van de Belgische regering verzekerd is wat de verkoop en de opbouw
betreft, munitie maakt die gebruikt wordt tegen de in het oosten van
Congo aanwezige Belgische troepen?
Ik kom vandaag interpelleren, mevrouw de voorzitter, om de minister
te vragen er alsnog voor te zorgen dat die zeer omstreden verkoop
zeker in Vlaanderen is die zeer omstreden niet zou doorgaan.
Ten tweede, wil ik de minister vragen hoe het komt dat haar
vertegenwoordiger niet aanwezig was op die vergadering van de raad
van bestuur. Ik heb daar wel mijn eigen idee over.
Kortom, ten eerste, ik wil vragen dat men ons wil verzekeren dat is
het juiste woord bij Decredere dat in de toekomst de mensen die
aangesteld zijn om die raad van bestuur bij te wonen, dat zullen doen,
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
zeker wanneer het gaat over de verkoop van wapens of munitie of
daaraan gerelateerde technologie.
Ten tweede en ten laatste, wil ik vragen of het niet hoog tijd wordt dat
deze regering, die zo ethisch is, die zo bekommerd is om recht en
moraal, een ethische code opstelt voor Delcredere. Immers, enerzijds
de vrede prediken en anderzijds de verkoop van een munitiefabriek
aan een land als Tanzania verzekeren, dat is compleet tegenstrijdig.
01.02 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn interpellatie handelt over dezelfde aangelegenheid. Ik
zal niet alle feiten in extenso weergeven.. Wij weten voldoende
waarover het gaat: de investering van New Lachaussée, het Luikse
bedrijf, voor de bouw van een wapenfabriek in Tanzania, waarvoor
Delcredere bereid is om voor een waarde van ongeveer 8.860.000
euro verzekeringen te doen. Het Waalse Gewest heeft de
exportlicentie afgeleverd of moet die nog afleveren, of heeft er wel of
niet een mening over dat is zeer onduidelijk en dus hadden wij
graag van u wat klaarheid gekregen omtrent de timing, de te volgen
procedure en omtrent wie op wie moet wachten.
Het zou goed zijn in dat verband een en ander duidelijk te maken
want deze aangelegenheid raakt uiteraard van zeer nabij de
werkzaamheden van Delcredere en wij weten niet wat er gewestelijk
gebeurt noch via welke beslissingsbevoegdheid de procedure moet
verlopen.
Het gaat erom dat de levering van wapens aan Tanzania, en bijgevolg
de bouw van die fabriek, in strijd is met heel wat juridische teksten,
met heel wat wetten en internationale afspraken. Daarover had ik
graag iets gezegd in het licht van deze interpellatie.
Ik denk in de eerste plaats aan onze Belgische wetgeving. In de
Belgische wapenwet die wij in maart 2003 hebben herzien, staat er
een artikel dat nogal duidelijk stelt dat men de aanvraag moet
verwerpen indien er sprake is van strijdigheid met de externe
belangen van België of met de internationale doelstellingen die België
nastreeft. Ik denk dat de internationale doelstellingen die België
nastreeft uitdrukkelijk door minister Michel van Buitenlandse Zaken
gesteld zijn bij de bespreking van de beleidsnota's en van de
budgetten. Zowel de minister van Ontwikkelingssamenwerking als de
minister van Buitenlandse Zaken hebben de Belgische doelstellingen
en de internationale doelstellingen toen gedefinieerd. Ik denk dat de
bouw van een dergelijke fabriek allerminst kan worden opgevoerd als
in overeenstemming met het hoge ethische gehalte van de teksten die
toen zijn voorgelegd en het beleid waarvoor het Belgische Parlement
de budgetten heeft goedgekeurd enkele weken geleden.
Er staat ook in dat een dergelijk project geweigerd moet worden
indien de uitvoer of doorvoor bijdraagt tot een klaarblijkelijke
schending van de mensenrechten. Ik denk dat de haven van Dar es
Salaam en de landen rond Tanzania echt het conflictgebied bij
uitstek waar onze aandacht naartoe gaat niet méér in tegenstrijd
kan zijn met dat artikel van de wet. Dat zijn feitelijke gegevens. Ook in
het verleden is allerminst aangetoond dat de garantie kon worden
verkregen dat er geen sprake zou zijn van uitvoer vanuit of doorvoer
via het land waar de wapens geproduceerd worden. Tot zover de
Belgische wapenwet.
01.02 Roel Deseyn (CD&V):
L'Office du Ducroire est disposé à
assurer la construction d'une
fabrique d'armes en Tanzanie par
la société liégeoise New
Lachaussée pour un montant de
8.860.000 euros. On ignore
encore si la Région wallonne a
accordé la licence d'exportation.
Comment la procédure se déroule-
t-elle et quel est le calendrier?
Un article de la loi sur les armes
du mois de mars 2003 dispose
que la demande doit être rejetée si
elle est contraire aux intérêts ou
aux objectifs internationaux de la
Belgique. La construction de cette
fabrique se démarque du
caractère profondément éthique
des textes que les ministres des
Affaires étrangères et de la
Coopération au développement
nous ont présentés. Il convient
également de rejeter un projet si
l'importation ou le transit contribue
à la violation manifeste des droits
de l'homme. Les pays voisins de la
Tanzanie se situent dans une zone
de conflits ; la contradiction avec
cette disposition ne saurait être
plus évidente.
Le code de conduite européen
précise qu'il ne peut être question
d'investissements en armements
dans des pays et des régions où
ces armes peuvent entraîner ou
perpétuer un conflit armé. La
situation dans la région est
suffisamment connue. Trois
millions de personnes ont été
tuées, rien qu'au Congo.
Aux termes des directives de
l'OCDE pour les entreprises
multinationales, les
investissements à l'étranger
doivent contribuer au progrès
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Er is ook de Europese gedragscode die wij zo goed als volledig
hebben geïntegreerd in onze wapenwet. Daarin wordt nog meer
gespecificeerd dat er geen sprake kan zijn van wapeninvesteringen in
landen en gebieden waar die wapens een gewapend conflict kunnen
veroorzaken of kunnen in stand houden. Ik hoef geen tekeningetje te
maken van de situatie en van de recente gebeurtenissen die zich de
jongste jaren in die regio hebben afgespeeld. Onder andere waren er
meer dan 3 miljoen doden in Congo door gewapende conflicten. Heel
duidelijk is er volgens die gedragscode het is geen kwestie van een
hoogverheven juridische interpretatie sprake van een duidelijke
strijdigheid.
Wij zouden eigenlijk nog een stap verder kunnen gaan als wij de
OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen mee in het debat
zouden betrekken. Gezien de investeringen van dat Belgische bedrijf
in het buitenland is daar duidelijk sprake van. Wij zien dan dat die
investeringen zouden moeten bijdragen tot de economische en
sociale vooruitgang van het land of de lokale gemeenschap. Ik kan
geen landen of gebieden opnoemen waar wapens of wapenfabrieken
gezorgd hebben voor enige sociale vooruitgang, of het zou moeten
gaan over een stukje tewerkstelling, wat zeker niet opweegt tegen
ethische bezwaren en het vele menselijke leed van de slachtoffers.
Dat zijn ook concrete uitwassen van dergelijke praktijken. Ik heb het
cijfer voor Congo al genoemd.
Laten wij ook eens denken aan de internationale verdragen die België
heeft ondertekend. Het is eigenlijk schrijnend maar wij moeten
vaststellen dat in het recente verleden Tanzania in 1991 als ik mij
niet vergis het internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind
ondertekend heeft. België is pas gevolgd in 1992. Wat staat er onder
meer in dat internationale verdrag? Dat wij ons verplichten ons
maximaal in te zetten voor de rechten van het kind. Maar tevens
hebben wij de plicht kinderen te beschermen wanneer hun rechten
geschonden worden. Men kan dat argument zeker bijtreden wanneer
men ziet wat Human Rights Watch vertelt over de huidige situatie in
Tanzania waar nog steeds kindsoldaten gerekruteerd worden voor de
strijdende partijen in onder meer de Democratische Republiek Congo.
Die kindsoldaten worden voor allerlei taken ingezet waarvoor kinderen
zeker niet horen te worden ingezet. Het is zeker niet in het belang van
het kind soldaat te zijn. Het is ook allerminst in het belang van het
kind dat onze regering ertoe bijdraagt het soldaat kan zijn.
Wij hebben nog vele andere argumenten, gezagsargumenten. Ik denk
aan het regeerakkoord van juli jongstleden waarin zo werd
beklemtoond dat aan die conflicten in die regio van Afrika een einde
moet worden gesteld en waarin gezegd werd dat wij ons maximaal
zouden inzetten voor politieke oplossingen en alle kanalen zouden
openhouden voor een dialoog. Daarvoor moesten wij een bijzondere
inspanning doen. Als wij een kredietverzekering toekennen voor een
wapenfabriek is dat allerminst "inspanningen doen." Integendeel, men
maakt zo van de eigen woorden een lachertje, men neemt zichzelf
niet ernstig, men lacht zichzelf uit, men neemt zijn eigen beleid niet
ernstig. België wordt zo voor schut gezet in de internationale context.
U, mevrouw de minister, hebt wij hebben gisteren nog opnieuw de
beelden kunnen zien met veel plezier de eed afgelegd bij zijne
majesteit de Koning. Misschien kan hij met de woorden van zijn
économique et social du pays ou
de la communauté locale. Si les
armes ou les usines d'armement
peuvent créer un peu d'emploi,
ceci est toutefois sans commune
mesure avec le mal qu'elles
occasionnent.
Selon la convention internationale
des droits de l'enfant, nous devons
protéger les enfants lorsque leurs
droits sont bafoués. En Tanzanie,
on recrute toujours des enfants
soldats.
L'accord de gouvernement
souligne l'importance de mettre un
terme aux conflits en Afrique
centrale, et il demande un effort
particulier à cette fin. Cette
assurance crédit peut difficilement
être considérée comme allant
dans ce sens. Dans son message
de nouvel an, le Roi a déclaré que
contribuer à la paix en Afrique
centrale et au Congo était une
priorité.
Selon le ministre de l'Intérieur de
la Tanzanie, il est impossible
d'exclure le trafic d'armes.
Cette pratique va à l'encontre des
déclarations du gouvernement.
Les livraisons d'armes dans cette
région sont contraires à la loi sur
les armes et au code de conduite
européen. Ces livraisons ne
ressortissent donc pas
exclusivement aux compétences
des Régions.
A l'occasion de la campagne des
Iles de paix, on pourra vérifier à
quel point la situation en Tanzanie
préoccupe M. Verwilghen. Il peut à
présent prendre ses
responsabilités.
Selon l'OCDE, les assurances
crédits sont interdites dans le
cadre d'accords internationaux.
Outre le fait que cette pratique est
répréhensible d'un point de vue
juridique, elle est également
condamnable sur le plan moral. Je
pense qu'avec un peu de bonne
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
nieuwjaarsboodschap of zijn kerstboodschap enig licht brengen in dat
dossier, want hij zei: het is absoluut een prioriteit dat wij blijvend alle
inspanningen doen en dat wij onze politieke krachten gaan bundelen
om precies in Centraal Afrika en in de Republiek Congo alles te doen
wat kan bijdragen tot de vrede.
Ook het beleid van Tanzania zegt dat indien dergelijke investeringen
zouden doorgaan, de illegale handel in wapens, onder meer tussen
Congo en Tanzania, in de huidige context allerminst kan vermeden
worden. Dat zegt de minister van Binnenlandse Zaken van Tanzania.
Ik vind het bijzonder jammer dat de praktijk zo haaks staat op de
grote woorden van de regering. Men verstopt zich wel achter het
argument dat het voor een stuk een gewestelijke bevoegdheid zou
zijn, en dat is het ook voor een stuk, maar niet volledig. Wapens voor
Centraal-Afrikaanse landen als Rwanda, Congo, Burundi het is zo
goed als zeker dat zij zullen uitzwerven naar daar zijn volledig
strijdig met onze wapenwet, met de Europese gedragscode. De wet
wordt niet alleen naar de letter geschonden maar zeker naar de
geest. Ik denk dat daar weinig discussie over kan bestaan.
Wij hebben trouwens in het verleden al gezien hoe gemakkelijk het
was dat met logistieke instrumenten als kleine transportvliegtuigen
wapens van Belgische oorsprong van het bedrijf New Lachaussée
ingang konden vinden in de buurlanden. Dan zie ik minister
Verwilghen met alle respect in communiqués en kranteninterviews
waarnaar al is verwezen verklaren: "Het evenwicht is o zo broos in de
regio. Wij moeten er alles aan doen opdat het broze evenwicht niet
zou verbroken worden, opdat er vrede kan heersen en er minder
gewapende conflicten zijn." Dan zie ik minister Verwilghen weer als de
reddende engel in het land Tanzania opgevoerd worden in de media
zo ook in De Laatste Show en dan krijg ik een brief in mijn bus en
velen met mij waarin staat: "Marc Verwilghen, de redder van
Tanzania ondersteunt maximaal Vredeseilanden." Ik zou graag het
overschrijfformuliertje aan de regering ter compensatie overhandigen.
Wat staat er nog in die brief? "Marc is er absoluut van overtuigd dat
wij het niet kunnen verantwoorden langs de kant van de weg te blijven
staan." En, zo zegt Vredeseilanden, hij heeft een heel goede band
opgebouwd en "Marc is heel overtuigd van de goede zaak in
Tanzania." Er staat ook letterlijk: "Marc kan zijn verantwoordelijkheid
nemen als minister." Het is zijn bevoegdheid. Marc, uw goede collega
van dezelfde ideologie als u, mevrouw de minister, en als van
zusterpartij MR van minister Michel, kan het: hij wordt ook gesteund
door Vredeseilanden. Er zijn geen argumenten meer om zich verder
achter te gaan verbergen.
OESO zegt trouwens dat kredietverzekeringen allerminst zijn
toegelaten binnen het kader van de internationale afspraken. Ik zou
dus kunnen zeggen: er is niet alleen een juridische verwerpelijkheid
op basis van vele zaken: VN-resoluties, internationale verdragen,
Europese richtlijnen, Belgische wetten en diverse akkoorden maar
er is ook een morele verwerpelijkheid. Eigenlijk kan men, met wat
goede wil, zich daartegen verzetten. Bepaalde ministers hebben een
vetorecht via hun vertegenwoordiger. Het zal geen toeval zijn dat
bepaalde ministers geen vertegenwoordiger hebben willen aanduiden,
zodat de status ervan beperkt was tot die van waarnemer, en ook niet
dat anderen hun kat hebben gestuurd. Dat is zeker te betreuren. Dat
volonté politique, il n'est pas
impossible de faire machine
arrière. En effet, de telles
interventions remettent en cause
toute la politique étrangère de la
Belgique. Comme l'a indiqué M.
Michel, les délégués ministériels
peuvent bloquer des dossiers
contraires à la législation, au
règlement d'ordre intérieur ou aux
intérêts de l'Etat. C'est le moment
idéal pour imposer le respect de la
résolution relative à la prévention
des conflits adoptée sous la
législature précédente.
Qu'en est-il précisément du
dossier tanzanien? L'assurance
crédit a-t-elle été accordée et
combien de temps restera-t-elle
valable? Quelle procédure l'Office
du Ducroire doit-il suivre? Quand
l'Office du Ducroire se mettra-t-il à
examiner les dossiers de ventes
d'armes sur une base éthique? Au
sein du gouvernement, quel
ministre est-il responsable de
l'attitude générale dans ce
dossier? Les ministres de
l'Economie et des Affaires
étrangères se sont-ils concertés
dans ce dossier? Le ministre est-il
soumis à des pressions de la part
des entreprises dans d'autres
dossiers de ventes d'armes?
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
had kunnen vermeden worden. Ik durf zelfs zeggen: met wat goede
politieke wil is het nog niet te laat.
Omdat dat alles precies zo haaks staat op het Belgisch buitenlands
beleid dat wij van CD&V eerder genegen waren, wat wij ook
voldoende hebben laten merken in andere vergaderingen want wij
kunnen een eind meegaan met dat beleid van dialoog en politieke
oplossingen wordt het beleid door dergelijke interventies op de
helling gezet. Ik denk dat wij de resolutie over conflictpreventie die wij
hebben aangenomen in de vorige legislatuur nu maar eens moeten
hardmaken. Wij moeten er gevolg aan geven. Wij moeten consequent
zijn met de beleidsnota van minister Michel. Minister Michel heeft in
een vorige verklaring gezegd: "De ministeriële afgevaardigden kunnen
een opschorting vragen van dossiers die zij in strijd achten met de
wetgeving, het huishoudelijk reglement of de belangen van de Staat."
Wel, ik denk dat elk van die drie argumenten op zich kan worden
ingeroepen om het dossier verder te blokkeren.
Ter afronding, mevrouw de minister, heb ik wat punctuele vragen voor
u die hier spreekt namens de regering van wie wij verdere demarches
in dat dossier verwachten. Ik denk niet dat wij voldoening kunnen
nemen met een vaag antwoord of met een afschuiven van de zaak
naar de Gewesten omdat het dossier niet echt een ethische implicatie
zou hebben op het federale niveau en u zich daarom niet over het
argument zou moeten uitspreken. Ik denk dat ik voldoende heb
kunnen aantonen, met juridische en andere argumenten, dat er wel
iets voor te zeggen valt dat de federale regering verdere stappen
onderneemt en minstens een koerswijziging maakt om zichzelf
geloofwaardig te houden en bij te dragen tot een beter buitenlands
beleid. Ik heb dan ook enkele punctuele vragen voor u opgesteld,
mevrouw de minister.
Wat is de precieze stand van zaken in het Tanzania-dossier? Is die
kredietverzekering toegekend? Wellicht is dat zo. Hoelang geldt zij?
Wat is de timing? Wat is de verhouding tot de licentie en het tekenen
van de overeenkomst in de raad van bestuur van Delcredere? Welke
stappen zijn daar gezet? Wat is daar de te volgen procedure? Want
er is nogal een kloof tussen het ethische aspect van de licentie die
moet worden toegekend, gewestelijk, en het toekennen van de
kredietverzekering door de federale autoriteiten. Wat is de politieke
verantwoordelijkheid van de minister van Economie? Er kon een veto
gesteld worden. Ook de minister van Ontwikkelingssamenwerking kon
dat doen. Ik zou eigenlijk graag weten wie nu de politieke
verantwoordelijkheid op zich neemt in dat dossier? Wie is uiteindelijk
verantwoordelijk in de Belgische regering, niet alleen voor die
kredietverzekering maar geef ons daarop al een duidelijk antwoord
maar ook voor de algemene houding in dat dossier? Waar blijft de
ethische toetsing van de wapenhandeldossiers binnen Delcredere? Is
dat ook de mening van de eerste minister als aanvoerder van de
regeringsploeg? Wat is het algemene standpunt? En welke criteria
worden terzake nu door de minister gehanteerd?
In het verleden hebben wij de Nepal-kwestie gehad. Toen was er nog
overleg tussen de minister van Economie en die van Buitenlandse
Zaken en anderen. Is er over dat dossier overleg geweest tussen de
verschillende bevoegde ministers, tussen die van Economie en
Buitenlandse Zaken? Geldt dat ook voor andere gevoelige dossiers
die nog op de agenda staan van Delcredere? Ik heb in het verleden al
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
opgeroepen tot een betere screening, precies om de afwezigheid van
de vertegenwoordigers van de minister in de raad van bestuur van
Delcredere in het vervolg te vermijden. Werd de minister benaderd
door New Lachaussée ten gunste van het dossier? Wij krijgen daar
zeer tegenstrijdige signalen over in de pers. Minister Michel zegt dat
hij daar helemaal niets mee te maken heeft. In de pers zegt men dat
er contacten zijn geweest met het kabinet. Er blijken enkele
ontmoetingen te zijn geweest. Dat wordt dan weer ontkend of herleid
tot een telefoontje. Kortom, er wordt zeer verwarrend over
gecommuniceerd. Het zou goed zijn daarover enige duidelijkheid te
verkrijgen.
Ervaart de minister druk vanuit de bedrijfswereld in andere
wapenhandeldossiers? Zal de hervorming van Delcredere in dat
opzicht worden bijgestuurd? Ik herinner mij de interventie van
december, in het holst van de nacht, toen noch minister Michel noch
minister Verwilghen aanwezig waren, waarop de heer Simonet
antwoordde: "Die hervorming zal eerder geënt zijn op ethische en
sociale toetsen en de minister van Ontwikkelingssamenwerking zou
daar een grotere rol in te spelen hebben". Ik denk dat het meer dan
ooit nodig is gezien in het licht van dit dossier daar wat uitleg over
te krijgen.
Is er misschien bewust niemand naar die raad van bestuur gestuurd?
Er zijn nochtans indicaties dat men goed op de hoogte was van de
implicaties. De NGO's hebben vooraf contacten gehad met uw
kabinet. Een deel van de pers was er ook op gesprongen.
Wat de parlementaire controle betreft zo komen wij bij ons terecht
kan men, om dergelijke problemen te vermijden, het inzagerecht
misschien enigszins uitbreiden. Tot zover mijn interpellatie, mevrouw
de minister.
01.03 Minister Fientje Moerman: Mevrouw de voorzitter, ik zal een
gezamenlijk antwoord verschaffen op de beide interpellaties. Als ik
het goed begrepen heb, was de interpellatie weliswaar gericht aan
mijzelf, aan de heer Verwilghen en aan de heer Michel, terwijl de
interpellatie van de heer Deseyn gericht was aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking.
Ten eerste, inzake het gebruik van het vetorecht in de raad van
bestuur van de nationale Delcrederedienst van 16 december 2003
geef ik een eerste precisering. Dat is meteen een antwoord aan de
heer Van den Eynde. Wat het vetorecht betreft waarover het geachte
lid spreekt, bepaalt artikel 16 van de wet op de nationale
Delcrederedienst dat de ministeriële afgevaardigden bij de
beraadslagingen de beslissing kunnen schorsen "indien zij die in strijd
achten met de wetten, het inrichtingsreglement of met 's Rijks
belangen." De ministeriële afgevaardigden op de raad van 16
december 2003 waren de heer F. Godts, vertegenwoordiger van de
minister van Financiën en de heer P. Reynders niet te verwarren
met de minister als vertegenwoordiger van de eerste minister. Geen
van beide ministeriële afgevaardigden heeft een schorsing gevraagd
maar zoals bekend voorziet de programmawet van 2002 erin dat de
eerste minister in de toekomstige raad van bestuur van Delcredere
geen vertegenwoordiger meer zal hebben. In de plaats daarvan zal de
minister van Overheidsbedrijven vertegenwoordigd zijn.
01.03 Fientje Moerman, ministre:
L'article 16 de la loi relative à
l'Office national du Ducroire
prévoit que les représentants
ministériels peuvent suspendre
une décision si elle est contraire à
une loi, au règlement ou à l'intérêt
du pays. Lors du conseil
d'administration du 16 décembre,
le ministre des Finances et le
premier ministre étaient
représentés. Aucun des deux
représentants n'a demandé de
suspension.
A l'avenir, le représentant du
premier ministre sera remplacé
par un représentant du ministre
des Entreprises publiques.
Compte tenu de certaines
circonstances, je n'étais pas
représentée moi-même à la date
indiquée. Par conséquent, mon
représentant n'a pas été en
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ikzelf, als minister van Economie, was op de raad van 16 december
niet vertegenwoordigd. Mijn vertegenwoordiger was er niet. Die was
verhinderd en heeft mij daar achteraf van ingelicht. Dat heb ik u ook
gezegd in mijn antwoord in plenaire vergadering. De
vertegenwoordiger van de minister van Economie heeft dus geen
standpunt kunnen innemen bij de bespreking van dat dossier.
Inzake het haaks staan van de levering van een fabriek op de officiële
Belgische vredespolitiek uw derde vraag, mijnheer Van den Eynde
geef ik u een precisering van de inhoud van het contract. Het gaat om
de levering en de supervisie van de montage van een fabricagelijn
voor munitie, waarbij inbegrepen de technische training en de
technische bijstand. De raad van bestuur van de Delcrederedienst
maakt de herverzekering afhankelijk van de afgifte van een
wapenexportvergunning, wat in deze specifieke zaak toekomt aan de
regering van het Waalse Gewest. Voor zover men mij tot dusver heeft
meegedeeld is daarover nog geen beslissing genomen.
Wat de toetsing door Delcredere betreft, gaat het om een louter
technische toetsing, met name inzake het verzekeringsrisico, en geen
politieke. De raad van bestuur van de nationale Delcrederedienst
heeft op 9 december het volgende beslist. Ik lees het u in het Frans
omdat ik het citaat uit de notulen in het Frans heb.
mesure de prendre position.
On me demande si cette livraison
n'est pas en contradiction avec la
politique de paix officielle de la
Belgique. Le contrat comprend la
livraison et la supervision d'une
ligne de fabrication de munitions
ainsi que la formation et
l'assistance techniques. Le conseil
d'administration du Ducroire
conditionne la réassurance à
l'octroi d'une licence d'exportation
délivrée par la Région wallonne.
Celle-ci n'a pas encore pris de
décision. Le Ducroire analyse
uniquement le risque d'assurance
et n'évalue pas la situation
politique. Voici la décision du
conseil d'administration consignée
au procès-verbal.
"L'examen du Ducroire doit donc se situer au niveau purement
technique et non au niveau de l'opportunité politique. Par ailleurs,
rappelons que le Ducroire respecte dans tous les cas la législation en
matière de licence d'exportation et de ce fait l'opportunité politique
d'une exportation, puisque aucune police d'assurance n'est jamais
émise sans production au Ducroire d'une copie de la licence par
l'exportateur".
"Het onderzoek van de Delcredere
moet dus louter technisch zijn en
niet peilen naar de politieke
opportuniteit. Delcredere leeft
steeds de wetgeving inzake de
uitvoervergunningen en bijgevolg
de politieke opportuniteit van een
uitvoer na aangezien geen enkele
verzekeringspolis wordt toegekend
zonder dat op Delcredere een
afschrift van de vergunning door
de exporteur wordt bezorgd."
De beslissing van de raad van bestuur van de Delcrederedienst
vermeldt bovendien de uitspraak die vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken Louis Michel deed tijdens de parlementaire
werkzaamheden bij de totstandkoming van de bijzondere wet van 12
augustus 2003. Hij verklaarde toen het volgende. Excuseer mij maar
het gaat nogmaals om een citaat in het Frans.
Dans la décision du conseil il est
également fait référence à la
déclaration faite par le ministre
Michel lors du débat parlementaire
sur la loi spéciale du 12 août 2003.
"Il n'appartient pas à l'Office national du Ducroire, institution fédérale
à vocation économique, de vérifier la politique d'une Région par
rapport à la législation sur l'importation, l'exportation et le transit
d'armes. Il n'appartient pas à une institution fédérale d'apprécier la
politique des Régions".
"Het is niet de taak van de
Nationale Delcrederedienst, een
federale instelling met een
economische opdracht, om het
beleid van de Gewesten te toetsen
aan de wetgeving inzake de in-,
uit- en doorvoer van wapens. Een
federale instelling mag het beleid
van de Gewesten niet
beoordelen."
Dat was dus de beslissing van de raad van bestuur van de nationale
Delcrederedienst op 9 september. De politieke toetsing ligt dus met
andere woorden bij het desbetreffende Gewest dat de exportlicentie
Voilà ce que l'Office national du
Ducroire a décidé le 9 septembre.
La Région qui délivre la licence
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
aflevert.
Wat uw interpellatie betreft, mijnheer Deseyn, u richt zich tot de
minister van Ontwikkelingssamenwerking. Ik antwoord dus in plaats
van mijn collega, de heer Verwilghen. Heb ik goed begrepen dat u
vraagt aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking of hij werd
benaderd in die zaak? Daar kan ik niet op antwoorden want ik ben
niet de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Ik kan u wel in
eigen naam zeggen dat ik niet door bedrijven benaderd werd in die
zaak.
d'exportation est chargée du
contrôle politique.
Je ne puis répondre à la question
de savoir si le ministre de la
Coopération au développement a
été approché par le secteur des
entreprises. En tout état de cause,
je n'ai, pour ma part, pas été
approchée.
01.04 Roel Deseyn (CD&V): Mijn vraag geldt in het algemeen. De
minister van Buitenlandse Zaken heeft toch zeer verward
gecommuniceerd over het wel of niet benaderd zijn en het lobbyen
door het Luikse bedrijf. Ik trek die vraag door.
01.04 Roel Deseyn (CD&V): Ma
question avait une portée plus
générale.
01.05 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Deseyn, ik geef het
antwoord zoals ik het ken: bij mijn weten niet. Ik ben zeker niet
benaderd.
Hebt u nog vragen gesteld die ik niet heb beantwoord? Ik denk dat ik
ze allemaal heb beantwoord. Er was ook de historie van de
samenstelling van de raad van bestuur van de nationale
Delcrederedienst. U weet waarschijnlijk dat dit een saga is die al
aansleept sinds 4 april 2000 toen de mandaten na 5 jaar afliepen.
Sindsdien is er een discussie over de vernieuwing van de raad. De
voogdijminister, vice-eerste minister Vande Lanotte, beoogt opnieuw
de raad samen te stellen. Hij heeft aan minister Verwilghen gevraagd
een bestuurder plus een plaatsvervanger voor te dragen voor de
nieuwe raad van bestuur.
Collega Verwilghen antwoordt daarop: "Ik duid onmiddellijk" 4
oktober 2003 "mijn afgevaardigden aan." Ook aan mij, minister van
Economie, Fientje Moerman, werd op 19 september 2003 gevraagd
om twee maal twee leden aan te duiden. Ook ik heb daarop
geantwoord. Nu is het wachten op de beslissing van de
voogdijminister terzake om de raad van bestuur van de nationale
Delcrederedienst opnieuw samen te stellen. Tot nu toe is dat niet
gebeurd.
01.05 Fientje Moerman, ministre:
Je n'en ai en tout cas pas
connaissance.
La composition du conseil
d'administration de l'Office national
du Ducroire sera modifiée. Le
ministre de tutelle, M. Vande
Lanotte, a demandé au ministre
Verwilghen ainsi qu'à moi-même
de présenter chacun un
administrateur et un suppléant.
C'est désormais chose faite.
01.06 Roel Deseyn (CD&V): Wie is de voogdijminister?
01.07 Minister Fientje Moerman: Johan Vande Lanotte, dat heb ik
daarnet gezegd.
01.08 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
voorzitter, ik dank eerst en vooral de minister voor haar antwoord.
Ten eerste, ik wil toch laten opmerken dat wanneer een
afgevaardigde van de regering of a fortiori een afgevaardigde van de
eerste minister een volmacht heeft om een schorsing van een
bepaalde zaak in de raad van bestuur van Delcredere op te leggen
wanneer bijvoorbeeld en ik citeer "s Rijks belang in het gedrang
komt", dat in dit geval had kunnen gebeuren. Het is niet in het belang
van het Rijk om dat woord nog eens over te nemen dat wij de
export verzekeren van een wapenfabriek, daar waar dit toch haaks
staat op de algemene politiek van de regering van dit land.
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Ten tweede, ik was ervan overtuigd dat verzekeringstechnisch ik
meen dat ik dat trouwens gezegd heb dat dossier wel in orde was.
Het zou maar erg zijn als ook hier alles mank zou lopen. Daar was ik
dus van overtuigd. Men heeft dat risico waarschijnlijk goed berekend.
Ik ga ervan uit dat men bij Delcredere nog altijd handelt mevrouw de
minister, u kent de uitdrukking als een goed huisvader. Zolang het
tegenovergestelde niet bewezen is, blijf ik daarvan overtuigd. Maar,
politiek blijft het natuurlijk totaal fout zitten. Het is naar mijn
bescheiden mening vrij gemakkelijk in deze situatie om het even wat
te doen. Immers, de regionale regeringen kunnen beslissingen nemen
terwijl de federale regering haar handen in onschuld wast.
Tegelijkertijd verzekert de federale regering Delcredere hangt af van
de federale regering die operatie. Weer wast de federale regering
haar handen in onschuld want zij zegt: er is niets opgelegd aan
Delcredere dan dat de zaak technisch in orde zou zijn. Met andere
woorden, ik vrees dat die situatie nog lang kan duren.
Daarom heb ik ook een motie ingediend, waarin ik onder meer
aandring op een ethische code voor Delcredere.
01.09 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil in eerste
instantie peilen naar wat uw standpunt was als lid van de regering. Wij
hebben het standpunt van andere ministers gehoord maar uw
vertegenwoordiger was daar niet aanwezig. U zegt: ik heb geen
standpunt kunnen innemen, toen. Maar wat is dan nu uw standpunt,
als minister van Economie? Dat antwoord is ook interessant. Er is
blijkbaar geen communicatie geweest. Is er dan geen screening van
de agenda's geweest? Is er dan geen contact geweest met de NGO's,
zoals zij beweren? Zij beweren toch dat zij u vooraf hebben gebrieft
over de pijnlijke consequenties van de goedkeuring van zo'n dossier.
Als de vertegenwoordiger door zijn drukke agenda niet aanwezig kon
zijn, moest er toch een oplossing gezocht worden zodat men
minstens een schorsing kon bekomen. Dat zou getuigd hebben van
politieke moed en van correct handelen.
Ik denk dat de rol van de federale regering in deze ook niet kan
worden onderschat. In de wapenwet staat een aantal zaken,
waaronder minimumeisen voor de Gewesten en algemene richtlijnen
die zij verder in hun instellingen en ethische begeleidingsgroepen
moeten uitwerken. De Gewesten kunnen zich niet boven die wet
stellen, dus ik denk dat wij daarop nog verder moeten doorgaan. U
zegt dat het sinds 2000 wat mank loopt bij de Delcrederedienst. Die is
zeker niet snel en efficiënt en dat is toch te betreuren in een
modelstaat. Het is jammer dat dit een argument moet zijn, dat er geen
standpunt kon worden ingenomen in zo'n humaan dossier en dat dit
niet geleid heeft tot een schorsing.
Inzake de parlementaire controle en het inzagerecht in dergelijke
dossiers die toch zeer nauw gelieerd zijn aan het Belgische imago in
het buitenland en aan het beleid dat wij kunnen voeren hebt u zich
nog niet uitgesproken. Ik denk dat wij in de toekomst absoluut moeten
komen en wij willen daarbij constructief zijn want wij moeten
natuurlijk de bevoegdheden van de Gewesten respecteren en wij
kunnen de klok niet terugdraaien tot het dringend oprichten van een
federale cel die precies de infobundels van de respectievelijke
vredesinstituten al dan niet in de vorm van een ethische commissie
of een begeleidingscommissie moet coördineren. Er moet toch nog
enigszins een federale coördinatie zijn. Wij moeten absoluut vooruit in
01.09 Roel Deseyn (CD&V): Je
me demande quelle position
adopte la ministre dans cette
affaire. Si elle avait au moins
suspendu la décision, elle aurait
fait preuve de courage politique.
La loi sur les armes pose aux
Régions des conditions minimales
qu'elles sont tenues de respecter.
Une forme de coordination
fédérale est aujourd'hui une
nécessité. Je songe à une cellule
qui centralise les informations des
instituts pour la paix. Je ne veux
pas, de la sorte, refédéraliser
l'exportation des armes. Par
ailleurs, j'estime qu'il faut accroître
le contrôle parlementaire sur
lesexportations d'armements.
L'Office du Ducroire fonctionne
mal. Malgré ses grands principes
moraux, le ministre des Affaires
étrangères a fait, depuis le début,
comme si ce dossier n'existait pas
alors qu'il est en contradiction
avec notre politique extérieure.
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
dat dossier. Wij zouden het kunnen samenvatten als een zeer pijnlijk
Belgisch dossier maar ik denk dat wij hier duidelijk geconfronteerd
worden met een nieuwe missie voor deze regering. Er is allerminst
een punt gezet achter het dossier. Als dergelijke praktijken voortduren
staat dat zo duidelijk haaks op het Belgische buitenlands beleid dat wij
verdedigen en dat wij willen voeren, dat wij in een pijnlijke impasse
zitten. Er moet absoluut een stuk federale coördinatie komen voor wij
naar een verdere scheiding gaan. Wij leven nu eenmaal in deze
staatsstructuur. Dus zal de federale overheid haar
verantwoordelijkheid moeten opnemen.
Het zou een beetje te gemakkelijk zijn om te zeggen: wij geven de
minister van Ontwikkelingssamenwerking weer een grotere rol en wij
draaien de klok wat terug. Ik denk dat dit politiek onrealistisch is en
misschien ook niet wenselijk, maar wij moeten het probleem dan ook
niet afschuiven op die minister zoals dat in het verleden en de jongste
maanden misschien door sommigen van uw collega's is gedaan. De
minister van Buitenlandse Zaken heeft met al zijn grote ethische
principes vanaf de eerste week er zijn handen van afgetrokken. Dat
is een beetje te goedkoop. Ik denk dat wij moeten doorgaan met de
federale coördinatie van dergelijke dossiers. Als wij een ding leren is
het dat er een betere screening moet komen van wat op de agenda
komt van de raad van bestuur van Delcredere, en een groter
inzagerecht voor de parlementaire democratische controle.
01.10 Minister Fientje Moerman: De heer Deseyn heeft een verder
specificering gevraagd van mijn standpunt. Ik heb mijn standpunt
nochtans duidelijk weergegeven: dat is het standpunt van de regering.
Op 9 september 2003 heeft de raad van bestuur van de nationale
Delcrederedienst beslist voor militaire aankopen waarvoor de
herverzekering wordt gevraagd louter de technische aspecten te
onderzoeken en niet meer zoals voorheen een prealabel politiek
advies te vragen aan de federale minister van Buitenlandse Zaken of
van Buitenlandse Handel. Die beslissing drong zich op ingevolge de
regionalisering van de afgifte van wapenexportlicenties, of met andere
woorden ingevolge de bijzondere wet van 12 augustus 2003. Wel is
het zo dat de nationale Delcrederedienst alleen de polis afgeeft als er
een kopie van de wapenexportlicentie aan de nationale
Delcrederedienst werd voorgelegd door het bevoegde Gewest.
Met andere woorden ik herhaal wat ik daarnet al heb gezegd de
politieke toetsing ligt bij het bevoegde Gewest na de regionalisering
door de bijzondere wet van 12 augustus 2003.
01.10 Fientje Moerman, ministre:
Mon point de vue est celui du
gouvernement. Le 9 septembre, le
conseil d'administration du
Ducroire a décidé de n'examiner
que les aspects purement
techniques et de ne pas demander
un avis politique préalable au
ministre. La Région compétente
doit toutefois pouvoir produire une
licence d'exportation, mais c'est
donc elle qui assurera désormais
le contrôle politique.
01.11 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor dat
antwoord maar u begrijpt dat wij dat niet kunnen (...)
Mag ik nog één ding zeggen, tot slot? Als de federale overheid zich
blijft binden door allerlei internationale verdragen, door
overeenkomsten met de OESO en door allerlei protocollen en VN-
verdragen en als dan de Gewesten allemaal doodleuk negeren wat op
federaal niveau onderhandeld is, blijven wij ons voort belachelijk
maken. Het ethische moet dus ook verdisconteerd worden in de
federale beslissing, anders zitten wij in een Belgische impasse met
zeer pijnlijke humane gevolgen.
01.11 Roel Deseyn (CD&V): Les
autorités fédérales prennent des
engagements dans le cadre de
toute une série de protocoles et de
traités internationaux louables,
dont les Régions peuvent ignorer
purement et simplement. Nous
nous couvrons ainsi de ridicule.
Nous ne pourrons sortir de cette
impasse qu'en tenant compte de
l'aspect éthique à chaque niveau.
De voorzitter: Mijnheer Deseyn, dat is al uw tweede repliek. Normaal hebt u slechts recht op één repliek
net als alle andere collega's. U hebt een gemotiveerde motie ingediend. Het is natuurlijk uw
CRIV 51
COM 130
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
verantwoordelijkheid verdere initiatieven te ontplooien op basis van wat u hebt gehoord.
Ik had ook een gewone motie gekregen.
01.12 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
voorzitter, ik heb ook een motie ingediend.
De voorzitter: Dat klopt. U hebt dat zelf al gezegd, maar de heer Deseyn heeft ook een gemotiveerde
motie ingediend en dus vermeld ik dat nu.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Francis Van den Eynde et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis Van den Eynde et Roel Deseyn
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique,
demande au gouvernement
- de faire en sorte, avant qu'il ne soit trop tard, que la vente controversée d'une usine de munitions à la
Tanzanie ne soit pas assurée par l'Office du Ducroire;
- de veiller à ce que les représentants des ministres assistent toujours aux réunions du conseil
d'administration de l'Office du Ducroire, en particulier lorsque l'assurance de ventes d'armes ou de
munitions ou encore de technologie liée à l'armement et aux munitions est à l'ordre du jour;
- d'instaurer d'urgence un code éthique pour l'Office du Ducroire."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Francis Van den Eynde en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van den Eynde en Roel Deseyn
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
vraagt aan de regering
- vooralsnog er voor te zorgen dat de omstreden verkoop van een munitiefabriek aan Tanzania niet door de
Delcrederedienst verzekerd zou worden;
- er op te letten dat de vertegenwoordigers van ministers steeds de vergaderingen van de raad van bestuur
van de Delcrederedienst zouden bijwonen en dit zeker wanneer de verzekering van wapen- of
munitieverkoop of aan wapen en munitie gerelateerde technologie aan de agenda staat;
- dringend een ethische code voor de Delcrederedienst in te voeren."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Roel Deseyn et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis Van den Eynde et Roel Deseyn
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique,
demande au gouvernement
- d'intégrer la dimension éthique de la politique étrangère dans l'évaluation par le Ducroire des dossiers
sensibles d'exportation d'armes de façon à mettre la politique d'exportation en concordance avec une
politique étrangère éthique;
- de suspendre l'assurance crédit de New Lachaussée."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Roel Deseyn en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van den Eynde et Roel Deseyn
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
vraagt de regering
20/01/2004
CRIV 51
COM 130
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
- bij de afweging van gevoelige wapenexportdossiers in Delcredere de ethische dimensie van het
buitenlands beleid op te nemen zodanig dat het exportbeleid in overeenstemming is met het ethisch
buitenlands beleid;
- de kredietverzekering voor New Lachaussée alsnog op te schorten."
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Sabien Lahaye-Battheu et Josée Lejeune et par MM.
Cemal Cavdarli et Mohammed Boukourna.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Sabien Lahaye-Battheu en Josée Lejeune en door
de heren Cemal Cavdarli en Mohammed Boukourna.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Collega's, mag ik u erop wijzen dat wij morgenmiddag om 14.30uur een gedachtewisseling hebben met de
heer Pfirter, de directeur-generaal van de Organisatie voor het Verbod op chemische Wapens. Ik hoop dat
dan alle pacifisten onder u, en liefst nog enkele anderen, in grote getale aanwezig zullen zijn.
01.13 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
voorzitter, ik wil mij daarvoor nu al graag verontschuldigen. Ik ben
voorzitter van de commissie voor de Infrastructuur die morgen de
eerste minister ontvangt. Zelfs ik kan mij niet in tweeën snijden.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.54 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.54 heures.