CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 129
CRIV 51 COM 129
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
20-01-2004
20-01-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture
verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groen kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture saumon)
COM
Commissievergadering (zalmkleurige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "les contrôleurs sociaux"
(n° 1196)
1
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelije
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de sociale controleurs" (nr. 1196)
1
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marie
Arena, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marie
Arena, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Koen Bultinck à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
problèmes persistants dans le cadre des Etats
généraux de la famille" (n° 1075)
5
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
blijvende problemen bij de staten-generaal van
het Gezin" (nr. 1075)
5
Orateurs: Koen Bultinck, Isabelle Simonis
Sprekers: Koen Bultinck, Isabelle Simonis
Interpellations et question jointes de
7
Samengevoegde interpellaties en vraag van
7
- M. Geert Bourgeois au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique et à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'arriéré au
service des handicapés" (n° 162)
7
- de heer Geert Bourgeois tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid en tot de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
achterstand in de dienst gehandicapten" (nr. 162)
7
- M. Luc Goutry à la secrétaire d'Etat aux Familles
et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'important arriéré au niveau des
dossiers des personnes handicapées" (n° 164)
7
- de heer Luc Goutry tot de staatssecretaris voor
het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de grote achterstand
inzake dossiers van personen met een handicap"
(nr. 164)
7
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique et à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'élimination
de l'arriéré en ce qui concerne le traitement des
dossiers relatifs aux allocations pour handicapés"
(n° 168)
7
- mevrouw Greta D'hondt tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid en tot de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
wegwerken van de achterstand in de behandeling
van de dossiers betreffende de uitkeringen voor
gehandicapten" (nr. 168)
7
- M. Guy D'haeseleer à la secrétaire d'Etat aux
Familles et aux Personnes handicapées, adjointe
au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'important arriéré au niveau des
dossiers des personnes handicapées" (n° 179)
7
- de heer Guy D'haeseleer tot de staatssecretaris
voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de grote achterstand
inzake dossiers van personen met een handicap"
(nr. 179)
7
- Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs à la
secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les moyens
nécessaires à l'administration pour traiter les
demandes d'allocations introduites par les
personnes handicapées" (n° 1236)
7
- mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de voor
de administratie noodzakelijke middelen voor de
behandeling van door gehandicapten ingediende
uitkeringsaanvragen" (nr. 1236)
7
- Mme Muriel Gerkens à la secrétaire d'Etat aux
Familles et aux Personnes handicapées, adjointe
au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le retard dans le traitement des
dossiers relatifs aux allocations pour personnes
handicapées" (n° 199)
7
- mevrouw Muriel Gerkens tot de staatssecretaris
voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de vertraging in de
afhandeling van de dossiers betreffende de
uitkeringen voor personen met een handicap"
(nr. 199)
7
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Geert Bourgeois, Luc Goutry,
Danielle Van Lombeek-Jacobs, Muriel
Gerkens, Greta D'hondt, Isabelle Simonis,
Guy D'haeseleer
Sprekers: Geert Bourgeois, Luc Goutry,
Danielle Van Lombeek-Jacobs, Muriel
Gerkens, Greta D'hondt, Isabelle Simonis,
Guy D'haeseleer
Motions
29
Moties
29
Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'exportabilité
de l'allocation de naissance et de la prime
d'adoption" (n° 1149)
31
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
exporteerbaarheid van kraamgeld en
adoptiepremie" (nr. 1149)
31
Orateurs: Greet van Gool, Isabelle Simonis
Sprekers: Greet van Gool, Isabelle Simonis
Questions jointes de
33
Samengevoegde vragen van
33
- Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux
Familles et aux Personnes handicapées, adjointe
au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'inégalité de traitement entre
conjoints et cohabitants en ce qui concerne
l'allocation d'orphelin" (n° 1150)
33
- mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
ongelijke behandeling van gehuwden en
samenwonenden inzake wezenbijslag" (nr. 1150)
33
- Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux
Familles et aux Personnes handicapées, adjointe
au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'arrêt du 30 avril 2003 de la Cour
d'Arbitrage sur les différences de traitement entre
les orphelins et la violation de la Constitution"
(n° 1190)
33
- mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
arrest van 30 april 2003 van het Arbitragehof over
de verschillende behandeling van wezen en de
schending van de Grondwet" (nr. 1190)
33
- M. Bart Tommelein au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
conditions d'octroi des allocations familiales
majorées d'orphelin" (n° 1224)
33
- de heer Bart Tommelein aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
grondslag van de verhoogde wezenbijslag"
(nr. 1224)
33
Orateurs: Greet van Gool, Bart Tommelein,
Isabelle Simonis
Sprekers: Greet van Gool, Bart Tommelein,
Isabelle Simonis
Question de M. Luc Goutry à la secrétaire d'Etat
aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'important arriéré en ce qui
concerne les dossiers 'aide aux personnes
âgées'" (n° 1194)
37
Vraag van de heer Luc Goutry aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grote
achterstand inzake dossiers 'hulp aan bejaarden'"
(nr. 1194)
37
Orateurs: Luc Goutry, Isabelle Simonis
Sprekers: Luc Goutry, Isabelle Simonis
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
20
JANVIER
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
20
JANUARI
2004
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 15.01 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.01 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelije
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de sociale controleurs" (nr. 1196)
01 Question de M. Servais Verherstraeten à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les contrôleurs sociaux"
(n° 1196)
01.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, wij
kunnen vaststellen dat de sociale controleurs van de RVA op voorstel
van de minister van Werk met terugwerkende kracht vanaf 1
september 2002 een loopbaanverkorting met tweederde hebben
gekregen, opdat ze in aanmerking zouden kunnen komen voor een
bevordering tot eerstaanwezend sociaal controleur.
Het was destijds wellicht de bedoeling van de minister om de vrees
weg te nemen dat men de bevorderingen in de vlakke loopbaan zou
verliezen en te laat zou komen om bepaalde voordelen van de
Copernicus-hervorming te kunnen genieten. Hij wilde wellicht
vermijden dat de ambtenaren tussen wal en schip zouden
terechtkomen.
De controleurs van de RVA werken samen met de sociale controleurs
van de FOD Sociale Zaken, waarop Copernicus ten volle toepasselijk
zou zijn. De sociale controleurs zouden het voordeel van de
tweederde loopbaanverkorting voor de bevordering tot
eerstaanwezend sociaal controleur niet hebben gekregen. Op het
terrein zijn er dus ambtenaren die nagenoeg hetzelfde werk doen,
waarbij aan de ene wel bepaalde voordelen werden toegekend zelfs
retroactief en aan de andere niet.
De anderen hebben competentietests afgelegd. Mevrouw de minister,
u weet dat ik enige kritische bedenkingen bij de competentietests heb
geformuleerd. Ik zal ze dus niet herhalen. Ook bij die tests zouden de
slaagpercentages opnieuw heel laag zijn.
Daarom heb ik een paar heel concrete vragen.
Kan het, met respect voor het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, dat
sociale controleurs van een parastatale met terugwerkende kracht
een tweederde loopbaanverkorting krijgen voor een bevordering in
01.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les contrôleurs sociaux
de l'ONEm entrent désormais plus
rapidement en ligne de compte
pour une promotion au grade de
contrôleur social principal, avec
effet rétroactif au 1
er
décembre
2002. La ministre craignait
probablement qu'ils ne perdent le
bénéfice de la carrière plane et ne
puissent plus jouir des avantages
de la réforme Copernic. Cette
réforme s'applique intégralement
aux contrôleurs sociaux du SPF
Affaires sociales, qui ne
bénéficient pas de l'avantage
d'une carrière réduite en vue d'une
promotion éventuelle. Ils ont par
contre satisfait à des tests de
compétence. Ces deux catégories
de fonctionnaires effectuent
pourtant quasiment le même
travail.
Le principe d'égalité n'est-il pas
enfreint? La ministre pourrait-elle
marquer son accord sur une
mesure identique en faveur des
contrôleurs du SPF Affaires
sociales? Quels étaient les taux de
réussite aux tests de compétences
effectués parmi les inspecteurs
sociaux de l'ensemble des
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
vlakke loopbaan, terwijl dat voor de sociale controleurs van de FOD
Sociale Zaken niet het geval is? Zou u ermee akkoord kunnen gaan
dat de minister van Sociale Zaken de loopbaanverkorting ook met
terugwerkende kracht zou voorstellen voor zijn sociale controleurs?
Ten tweede, wat waren globaal bekeken de slaagpercentages voor de
competentietests van de sociale inspecteurs van alle diensten? Hoe
verklaart u het lage slaagpercentage? Welke conclusies trekt u
daaruit? Bevestigt u het engagement dat elke ambtenaar tijdig aan
een herkansing kan beginnen en opnieuw kan deelnemen aan een
competentietest?
Ten slotte, met welk gemiddeld slaagcijfer voor de competentietest
werd rekening gehouden bij de opstelling van de begroting 2004,
teneinde de budgettaire weerslag van de competentietoelage te
bepalen?
services? Comment la ministre
explique-t-elle le faible
pourcentage de réussite? Chaque
fonctionnaire peut-il bénéficier d'un
repêchage en temps voulu? Sur
quel pourcentage de réussite
s'est-on fondé pour l'établissement
du budget 2004?
01.02 Minister Marie Arena: Mijnheer Verherstraeten, de
loopbaanverkorting wordt toegestaan voor de sociale controleurs van
de RVA. Ze is eigenlijk het gevolg van een inwilliging door de
toezichtsminister van een onderdeel van de eisenbundel die deze
personeelsleden hebben voorgelegd in de loop van het jaar 2002.
Ik verwijs hier naar het antwoord dat mijn collega, de minister van
Werk en Pensioenen, op 22 september 2003 heeft gegeven aan
mevrouw Maggie De Block. Mijn collega had in die mogelijkheid
voorzien met toepassing van artikel 60 van het koninklijk besluit van 7
augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het
rijkspersoneel. Het koninklijk besluit bepaalt immers dat, als er geen
kandidaten zijn die voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarden, de
minister of de voorzitter van het directiecomité van de voorwaarden
kan afwijken om de bevordering te verlenen. De vermindering kan
gaan tot tweederde of de helft.
De minister of de voorzitter van het directiecomité die het toezicht
uitoefent over de betrokken graad, is bevoegd in deze zaak. In dit
geval is dat dus mijn collega, de minister van Werk en Pensioenen.
De toepassing van de maatregel op de sociale controleurs van de
FOD Sociale Zaken is dan ook volledig afhankelijk van de situatie
daar en hangt af van een beslissing van mijn collega, de minister van
Sociale Zaken.
Uw tweede vraag betreft de slaagpercentages voor de
competentiemetingen, meer bepaald van de sociale inspecteurs van
RVA, RSZ en FOD Werkgelegenheid.
Mag ik er uw aandacht op vestigen dat de sociale inspecteur behoort
tot het niveau 1, waarvoor nog geen nieuwe loopbaan werd
uitgetekend? De competentiemetingen daarentegen werden wel
reeds bepaald voor de sociale controleurs die zich situeren in niveau
B.
Ik neem dus aan dat u de situatie wil kennen van deze laatste.
De functiefamilie Controle betreft 631 personen. De slaagpercentages
voor die functiefamilie zijn de volgende. Tot op heden is 48% van de
kandidaten geslaagd in deel 1, de pc-test. Wie niet voor de test
01.02 Marie Arena, ministre: La
réduction de la carrière a été
admise pour les contrôleurs
sociaux de l'ONEm. Elle faisait
partie de leur cahier de
revendications en 2002. Le
ministre de l'Emploi et des
Pensions s'est fondé sur l'article
60 de l'arrêté royal du 7 août 1939
prévoyant la possibilité de déroger
aux conditions d'ancienneté si un
nombre insuffisant de candidats
satisfait à ces conditions.
L'application de cette mesure aux
contrôleurs sociaux du SPF
Affaires sociales dépend dès lors
totalement de la situation
spécifique de ce SPF et du
ministre des Affaires sociales.
Les inspecteurs sociaux
appartiennent au niveau 1, pour
lequel une nouvelle carrière n'a
pas encore été définie. Les
mesures de compétences ont déjà
été introduites pour les contrôleurs
sociaux de niveau B. La famille de
fonctions Contrôle compte 631
personnes. A ce jour, le taux de
réussite est de 48% pour le test
informatique. Les personnes qui
ont échoué peuvent suivre une
formation et se verront offrir une
seconde chance.
On prévoit une augmentation du
taux de réussite de près de 100%,
comme pour le niveau C.
Dans l'intervalle, 112 des lauréats
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
slaagde, kan nog een opleiding volgen en krijgt een tweede kans.
Er wordt verwacht dat hierdoor het slaagpercentage voor dat eerste
deel nagenoeg kan verdubbelen na de opleiding, zoals dat ook bij
niveau C het geval was.
112 kandidaten die deel 1 succesvol aflegden, namen intussen deel
aan deel 2, de in-baskettest. Van hen slaagde 38%. Zij die niet
slaagden, zullen de kans krijgen zich te vervolmaken door middel van
een trainingsprogramma, dat momenteel onder leiding van OFO
wordt ontwikkeld. Het bestaat uit een interactief leermedium via het
web, via cd-rom en op papier aangevuld met coaching. Via dat
programma kunnen de ambtenaren zich voorbereiden op een nieuwe
kans.
Ondertussen analyseren de FOD P&O en Selor de resultaten van de
tests en bestuderen ze de mogelijkheden om het lage slaagcijfer voor
de in-baskettest te verbeteren.
Voor de uitbetaling van de competentietoelagen in 2004 is in de
begroting uitgegaan van een slaagpercentage van 75% voor zowel
niveau C als niveau B.
ont participé au module du bac à
courrier. Le taux de réussite
s'élève à 38%. Les autres
candidats ont eu l'occasion de
suivre un programme d'entraîne-
ment. Le SPF Personnel et
Organisation et le Selor étudient la
possibilité de revoir à la hausse le
taux de réussite propre à ce test.
En ce qui concerne le paiement
des allocations de compétence
pour les niveaux B et C, le budget
prévoit un taux de réussite de
75%.
01.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister,
ingaande op uw antwoord over de competentietests en de resultaten
ervan zou ik zeggen dat de cijfers nogmaals leren hoe weinig
functioneel en weinig praktisch de competentietests werden
georganiseerd.
Ik heb net de oefening even gemaakt. Ik ben slecht in tellen en slecht
in wiskunde. Als op de eerste test echter minder dan de helft slaagt
en op de tweede test nauwelijks een derde van deze helft slaagt,
bedraagt het slaagpercentage in de eerste ronde met twee tests 15%.
U zegt nochtans zelf dat u budgettair 75% hebt voorzien. 15% lijkt mij
fenomenaal laag te zijn. Onze ambtenaren kunnen meer.
Het is duidelijk een problematiek van vooropleiding, begeleiding en
functionaliteit van zulke tests. Er moet worden bijgestuurd. Ik verwijs
terzake naar uw gecertificeerde opleidingen. We moeten snel komaf
maken met de competentietests en sneller naar de gecertificeerde
opleiding overgaan.
Mevrouw de minister, in het eerste deel van uw antwoord verwijst u
eigenlijk ook ...
01.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les chiffres indiquent que
les tests de compétence n'ont pas
été organisés correctement. Au
terme de la seconde épreuve,
15% seulement des candidats
restaient en lice, au lieu de 75%. Il
convient d'accélérer la mise en
place d'une formation certifiée.
01.04 Minister Marie Arena: Wij werken aan een verbetering van het
eerste deel van de test door een tweede kans te geven aan de
ambtenaren, maar ook door een opleiding aan te bieden via IFA,
Selor en de FOD P&O.
We moeten een beter resultaat krijgen.
01.04 Marie Arena, ministre:
Nous nous employons à améliorer
ce résultat.
01.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw repliek.
Ik vrees evenwel dat het enorm veel tijd zal vergen. Ondertussen
verliezen de betrokkenen kansen en een financiële verhoging. Dat is
te wijten aan het feit dat de tests ab initio, van bij het begin, weinig
01.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je crains qu'il ne s'agisse
là d'une entreprise de très longue
haleine. Une formation certifiée
s'impose. L'augmentation de
salaire constituera une source de
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
functioneel waren.
Ik steun u echter in uw voornemen. U kent mijn pleidooi. Stop met de
competentietests. Zorg voor de gecertificeerde opleidingen en voor de
ambtenaren die ze volgen. Geef hun de opslag die ze verdienen. Zo
motiveren we ze. Daarbij is de overheid en de burger ook gebaat.
Mevrouw de minister, in het eerste deel van uw antwoord met
betrekking tot de tweederde loopbaanverkorting die we zouden
kunnen toekennen aan de sociale controleurs van de FOD Sociale
Zaken, verwijst u naar de minister van Sociale Zaken. Ik pleit daar
ook voor. Uw voorganger was daar meer voorstander van, wat ik ook
als kritiek kreeg van bijvoorbeeld de ambtenaren van FOD Financiën.
Zij vonden dat hij eigenlijk Financiën bestuurde en niet de minister
van Financiën. We mogen niet in het omgekeerde vervallen, waarbij
iedere minister op zijn departement beslist wat er met de ambtenaren
gebeurt. U bent er om de uniformiteit en de continuïteit te verzekeren.
Mevrouw de minister, ik laat u dadelijk het woord. Mijnheer de
voorzitter, u mag dadelijk het woord geven aan mevrouw de minister.
Verontschuldig mij dat ik u uw bevoegdheden afneem.
Mevrouw de minister, ik wil er in elk geval voor pleiten dat u bij de
minister van Sociale Zaken aandringt om de controleurs een gelijke
behandeling te geven op de werkvloer.
motivation pour les fonctionnaires.
Mais il ne faut pas inverser la
tendance. Le ministre de la
Fonction publique doit veiller à
l'uniformité et à la continuité de la
mesure. Il n'est pas acceptable
que chaque ministre décide du
sort de ses fonctionnaires. Je
plaide pour l'égalité de traitement
des contrôleurs du SPF Affaires
sociales.
Le ministre de la Fonction publique
doit, en effet, définir les règles
communes et les ministres de
tutelle pouvoir appliquer les
mesures dérogatoires là où elles
sont autorisées. Les personnes
effectuant le même travail, dans la
même fonction, devraient
bénéficier des mêmes mesures
dérogatoires. Mais je ne puis me
substituer au ministre de tutelle
dans ces cas-là.
De voorzitter: Aangezien we een beetje tijd hebben, laat ik toe dat mevrouw de minister u nogmaals
antwoordt.
01.06 Minister Marie Arena: Mijnheer Verherstraeten, ik ga volledig
akkoord met u. Ik moet zorgen voor coherentie in de
ambtenarenzaken.
01.06 Marie Arena, ministre:
Ici nous parlons d'une mesure dérogatoire et cette mesure est laissée
à l'appréciation du ministre de tutelle en termes d'application. Ce n'est
pas une mesure généralisée mais une mesure dérogatoire. Elle
s'applique dans le cas particulier où il s'avère que, dans une fonction
particulière, personne ne remplit les conditions d'ancienneté. C'est
donc bien le ministre de tutelle ou le directeur du comité qui peut
appliquer cette disposition dérogatoire à un moment donné.
On est dans le même système que celui du recrutement de
contractuels. Ce doit être un recrutement dérogatoire pour lequel le
ministre de la Fonction publique définit globalement les règles et le
cadre dans lequel on peut appliquer la mesure dérogatoire mais la
spécificité de la Fonction publique particulière dans un SPF doit être
prise en considération par le ministre de tutelle.
Je suis d'accord avec vous, le ministre de la Fonction publique doit
définir les règles communes et les ministres de tutelle doivent pouvoir
appliquer les mesures dérogatoires là où elles sont autorisées et dans
le respect des règles et des lois.
Pour garder une certaine cohérence, les personnes effectuant le
même travail, dans la même fonction, devraient bénéficier des
mêmes mesures dérogatoires mais je ne peux me substituer au
ministre de tutelle dans ces cas-là.
De minister van Ambtenarenzaken
moet inderdaad de
gemeenschappelijke regels
bepalen en de toeziende ministers
moeten de afwijkende
maatregelen kunnen toepassen
daar waar ze toegestaan zijn. De
personen die hetzelfde werk
verrichten in dezelfde functie
zouden dezelfde afwijkende
maatregelen moeten genieten.
Maar in dergelijke gevallen kan ik
mij niet in de plaats van de
toeziende minister stellen.
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
01.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord en heb er, in het licht van de uniformiteit en
de ambitie die u terzake hebt, begrip voor dat u de minister van
Sociale Zaken zal aansporen om op de werkvloer gelijke rechten voor
gelijk werk te creëren, zoals dat eigenlijk wettelijk bepaald is.
01.07 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je puis comprendre que
la ministre souhaite se concerter
avec son collègue des Affaires
sociales pour veiller à ce qu'un
travail égal ouvre des droits égaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de blijvende
problemen bij de staten-generaal van het Gezin" (nr. 1075)
02 Question de M. Koen Bultinck à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les problèmes persistants dans
le cadre des Etats généraux de la famille" (n° 1075)
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de staatssecretaris, het is niet de eerste keer dat wij u in het
Parlement confronteren met de problematiek van de staten-generaal
van het Gezin. Ik wil mevrouw de staatssecretaris even tijd geven
om de vertaling te begrijpen, want ik weet dat haar kennis van het
Nederlands nog niet optimaal is.
Wij hebben in de media in het weekend akte kunnen nemen dat
was zelfs na de indiening van de schriftelijke voorbereiding van mijn
vraag van de aankondiging van een heus referendum. Dat wordt
vandaag gecorrigeerd en men verwijst naar het openstellen van een
webstek waar wij onze mening zouden kunnen ventileren over die
beruchte staten-generaal van het Gezin.
Er is enige heisa ontstaan rond een van de beruchte vijf werkgroepen,
meer bepaald over de werkgroep Ondersteuning van de gezinnen. Als
u de constructie van het land kent, zult u weten dat er zeer grote
problemen zijn omdat u bijna uitsluitend op gemeenschapsniveau zit.
In een goede poging om galant te zijn, hebt u de Gezinsbond
aangeboden om het voorzitterschap van de werkgroep op te nemen.
Volgens mijn inlichtingen heeft de Gezinsbond daarvoor feestelijk
bedankt. Dat is een duidelijk politiek signaal. Daarmee zegt de
Gezinsbond dat dit volgens hem gemeenschapsbevoegdheid is en
dat hij niet meespeelt in het spel van de staten-generaal van het
Gezin die het specifiek in deze werkgroep uitsluitend over
gemeenschapsmateries heeft.
Voorts zijn er kritische vragen gekomen van de Vlaamse regering
omdat gemeenschapsaangelegenheden volgens haar ook niet
thuishoren op een federale staten-generaal van het Gezin.
Vandaar zeer concreet, twee korte vragen. Is er nu ondertussen wij
zijn een tijdje bezig met die staten-generaal overleg geweest met de
respectieve Gemeenschappen en/of met de Vlaamse regering en wie
zal dan in derde orde het voorzitterschap van uw beruchte vijfde
werkgroep, Ondersteuning van gezinnen, opnemen?
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Ce n'est pas la première
que sont posées, dans le cadre de
cette commission, des questions
sur les états généraux de la
famille. Un référendum a été
annoncé ce week-end et, à
présent, la ministre s'en tient à un
site Web où tout un chacun pourra
exprimer son opinion. Dans
l'intervalle, la question a provoqué
des remous au sein du groupe de
travail `services aux familles et
soutien à la parentalité'. Les
matières qui y sont traitées
relèvent en effet presque
exclusivement de la compétence
des Communautés.
La ministre a proposé la
présidence du groupe de travail au
Gezinsbond, qui a catégorique-
ment décliné l'offre parce qu'une
compétence communautaire n'a
pas sa place dans le cadre d'états
généraux fédéraux. Le
Gezinsbond s'aligne ainsi sur la
position de la Communauté
flamande.
Le ministre s'est-il entre-temps
concerté avec la Communauté
flamande? Qui assurera
finalement la présidence du
fameux cinquième groupe de
travail?
02.02 Staatssecretaris Isabelle Simonis: Mijnheer de voorzitter,
collega, ik heb de Vlaamse regering nogmaals uitgenodigd om deel te
nemen aan de werkgroep `diensten aan de gezinnen en
ouderschapssteun'. Daarnaast heb ik de Vlaamse regering eveneens
02.02
Isabelle Simonis,
secrétaire d'Etat: J'ai invité le
gouvernement flamand à participer
aux activités du groupe de travail
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de andere
werkgroepen om ze te betrekken bij de besprekingen.
"services aux familles et soutien à
la parentalité". Cette invitation vaut
également pour les réunions des
autres groupes de travail.
Mme Byttebier explique dans un courrier qu'elle m'a adressé qu'elle
ne participera pas au groupe de travail "Services aux familles et
soutien à la parentalité", considérant que, je cite, "pour le
gouvernement flamand, les états généraux des familles ne peuvent
traiter des aspects qui relèvent exclusivement des compétences des
Communautés". Invitée à participer plus ponctuellement aux travaux
des trois autres groupes de travail, elle n'a pas souhaité être présente
et m'a demandé d'excuser son absence. Je viens d'apprendre, hier
pour être tout à fait précise, que Mme Byttebier accepte de me
rencontrer pour discuter de nos compétences respectives. Cette
rencontre doit avoir lieu le 1
er
mars.
Dans le cadre des états généraux des familles, dans lesquels le
gouvernement s'engage à évaluer la politique vis-à-vis des familles de
manière transversale, mon point de vue était - et je n'ai cessé de le
répéter qu'il ne fallait pas aborder des thèmes tels que l'accueil des
enfants et les services aux familles.
Je regrette d'autant plus la position du gouvernement flamand que les
autres Communautés et Régions participent aux travaux. J'ajoute qu'il
y a un certain nombre de personnes issues, soit du monde
académique flamand, soit du monde associatif, qui sont présentes
dans ces groupes.
Mevrouw Byttebier heeft verklaard
dat zij niet aan de werkzaamheden
van de werkgroep "diensten aan
gezinnen en ouderschapssteun"
zal deelnemen omdat de Vlaamse
regering van oordeel is dat de
desbetreffende bevoegdheden
uitsluitend onder de gemeen-
schappen ressorteren. Zij heeft
tevens de uitnodiging om aan de
werkzaamheden van de overige
werkgroepen deel te nemen,
afgewezen. Mevrouw Byttebier is
bereid met mij op 1 maart over
onze respectieve bevoegdheden
van gedachten te wisselen. In het
kader van de staten-generaal van
het gezin was afgesproken dat
thema's zoals kinderopvang en
diensten aan gezinnen niet zouden
worden behandeld. Ik betreur die
houding, temeer daar de overige
gemeenschappen en gewesten
wel aan de werkzaamheden
deelnemen. Het verenigingsleven
en de Vlaamse academische
wereld zijn voorts wel in die
werkgroepen vertegenwoordigd.
Zowel de Gezinsbond als de Ligue des Familles werden uitgenodigd
om samen met mij het voorzitterschap van de werkgroep diensten
aan de gezinnen en ouderschapssteun waar te nemen. De Ligue des
Familles heeft hierop positief geantwoord. De Gezinsbond heeft dit
geweigerd en neemt ook niet meer deel aan de werkgroep. Ze deed
dit omdat de Vlaamse regering niet deelneemt. De Gezinsbond is
daarentegen wel een actieve medewerker in de andere werkgroepen
en zetelt eveneens in het stuurcomité van de staten-generaal.
Le "Gezinsbond" comme la Ligue
des Familles ont été invités à
assurer avec moi la présidence du
cinquième groupe de travail. La
Ligue a réagi favorablement. Le
"Gezinsbond", par contre, a
décliné cette invitation, en raison
du refus du gouvernement
flamand de participer au groupe
de travail. Le "Gezinsbond" s'est
également retiré du groupe de
travail. Il continue toutefois à
participer activement aux autres
groupes de travail et siège au sein
du de comité de direction des
états-généraux.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de staatssecretaris, ik bedank u uiteraard beleefdheidshalve
voor uw antwoord. Ik moet eigenlijk concreet vaststellen dat we nog
geen stap verder staan. De Vlaamse regering blijft omwille van
principiële redenen, namelijk het overschrijden van bevoegdheden,
principieel en terecht neen zeggen, ze weigeren concrete
medewerking. Ook de Gezinsbond toch een zeer belangrijke actor
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Nous n'avons pas encore
avancé d'un pas. Comme il s'agit
d'une transgression de compé-
tence, le gouvernement flamand
refuse à juste titre de participer à
ce groupe de travail. En refusant
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
in het middenveld op het vlak van gezinsproblematiek blijft terecht
op dezelfde lijn zitten.
Ik vrees een beetje dat de staten-generaal niet alleen buiten haar
bevoegdheden gaat voor gemeenschapsmateries, ze dreigt echter
ook de zoveelste paarse praatbarak te worden, zonder dat er daaruit
concrete voorstellen zullen komen. Wij zullen u geregeld confronteren
met een concrete vraag naar de stand van zaken om te zien of er
daar al dan niet iets nuttigs kan gebeuren.
de participer au groupe de travail,
le "Gezinsbond", un acteur majeur,
se retrouve hors-jeu, ce qui est
intolérable. Je continuerai à
m'informer régulièrement de l'état
d'avancement de ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde interpellaties en vraag van
- de heer Geert Bourgeois tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en tot de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de achterstand in de dienst gehandicapten" (nr. 162)
- de heer Luc Goutry tot de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grote achterstand inzake
dossiers van personen met een handicap" (nr. 164)
- mevrouw Greta D'hondt tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en tot de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het wegwerken van de achterstand in de behandeling van de
dossiers betreffende de uitkeringen voor gehandicapten" (nr. 168)
- de heer Guy D'haeseleer tot de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grote achterstand inzake
dossiers van personen met een handicap" (nr. 179)
- mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de voor de
administratie noodzakelijke middelen voor de behandeling van door gehandicapten ingediende
uitkeringsaanvragen" (nr. 1236)
- mevrouw Muriel Gerkens tot de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de vertraging in de
afhandeling van de dossiers betreffende de uitkeringen voor personen met een handicap" (nr. 199)
03 Interpellations et question jointes de
- M. Geert Bourgeois au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et à la secrétaire d'Etat
aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'arriéré au service des handicapés" (n° 162)
- M. Luc Goutry à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'important arriéré au niveau des dossiers des
personnes handicapées" (n° 164)
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et à la secrétaire d'Etat
aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'élimination de l'arriéré en ce qui concerne le traitement des dossiers relatifs aux
allocations pour handicapés" (n° 168)
- M. Guy D'haeseleer à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'important arriéré au niveau des dossiers
des personnes handicapées" (n° 179)
- Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les moyens
nécessaires à l'administration pour traiter les demandes d'allocations introduites par les personnes
handicapées" (n° 1236)
- Mme Muriel Gerkens à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le retard dans le traitement des dossiers
relatifs aux allocations pour personnes handicapées" (n° 199)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique)
De voorzitter: Collega's, ik herinner eraan dat volgens het Reglement de eerste interpellant 10 minuten
spreektijd krijgt. De volgende sprekers hebben recht op 5 minuten.
03.01 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, collega's, uitgerekend op het einde van het Jaar van
de mensen met een handicap kwam aan het licht dat er een
gigantische achterstand bestaat bij de dienst voor de aanvragen in de
Zwarte Lievevrouwestraat. Precies nadat de regering de Koning had
uitgestuurd om in zijn kerstboodschap nog eens te beklemtonen
hoeveel zorg en aandacht deze regering heeft voor mensen met een
handicap kon dit als afsluiter van het fameuze jaar wel tellen!
Het gaat over mensen die een financiële tegemoetkoming vragen,
een verminderingskaart vragen voor het openbaar vervoer, fiscale
attesten, parkeerkaarten. Vele collega's in deze commissie kennen
nog beter dan ik de schrijnende problematiek van mensen die een
aanvraag doen, daarna maanden moeten wachten op een
ontvangstmelding en ten slotte een bericht krijgen met de vraag om
de dienst de drie eerstvolgende maanden niet lastig te vallen. Op het
Vlaamse niveau is de toestand niet veel beter. Ook op dat niveau heb
ik negatieve ervaringen met mensen die aanvragen indienen. Dit zijn
toestanden die niet duldbaar zijn, mevrouw de staatssecretaris.
Naar verluidt toont de uitgevoerde doorlichting aan dat men 18
maanden nodig zou hebben om de achterstand weg te werken.
Volgens de pers heeft een nota op de tafel van de
regeringsonderhandelaars gelegen. Men heeft er kennis van
genomen maar geen initiatieven terzake ontwikkeld.
Mijnheer de voorzitter, om de mij toegemeten spreektijd niet te
overschrijden wens ik een aantal heel concrete vragen te stellen.
Mevrouw de staatssecretaris, is het correct dat de voorzitter van het
directiecomité van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
een audit liet uitvoeren? Zo ja, bent u bereid de resultaten aan de
commissie mee te delen?
Ten tweede, welke zijn de voornaamste knelpunten die de audit aan
het licht bracht?
Ten derde, genereert de dienst Gehandicapten door zijn manier van
werken en met het bestaande personeel steeds meer bijkomende
achterstand? Dat is namelijk wat wij lezen, dat de dienst op zich
achterstand bij genereert. Er is nogal wat discussie ontstaan, ook
publiek, over het aantal dossiers dat achterstand vertoont. Men
spreekt van 58.000, 35.000, 40.000 en 16.000 dossiers. Diverse
cijfers konden we lezen in de pers. Hoeveel zijn het er nu uiteindelijk?
Het hangt er natuurlijk van af hoe men de achterstand definieert. Ik
zou graag weten welk criterium u daarbij hanteert. Ik lees dat het uw
bedoeling zou zijn om tot zes maanden te komen. De Kamer heeft
ooit acht maanden aanbevolen. Als men een jaar of zes maanden
neemt, kan het totale aantal achterstallige dossiers heel verschillend
zijn.
Hoe oud is die achterstand? Gebeurde daar vroeger al onderzoek
03.01 Geert Bourgeois (N-VA):
Lorsque l'Année européenne des
personnes handicapées est
arrivée à son terme, il est apparu
que le service chargé de traiter les
demandes de ces personnes
accusait un arriéré gigantesque.
Dans l'intervalle, le gouvernement,
par la voix du Roi, a indiqué à quel
point le sort de ce groupe de la
population lui tenait à coeur. Il
s'agit de demandes d'interventions
financières, d'attestations
diverses, de cartes de
stationnement et autres. Pendant
des mois, le demandeur reste
sans nouvelles. Ces situations
sont inacceptables. Selon une
radioscopie, dix-huit mois seraient
nécessaires pour résorber
l'arriéré. Les négociateurs du
gouvernement auraient simple-
ment pris acte de cette note.
Est-il exact que le président du
comité de direction du SPF
Sécurité sociale aurait ordonné un
audit? Pouvons-nous en prendre
connaissance? Quels problèmes
dévoile-t-il?
Par sa méthode de travail et son
effectif, le service génère-t-il un
nouvel arriéré qui vient s'ajouter à
l'arriéré existant?
Quelle est, précisément,
l'importance de l'arriéré? Des
chiffres très divergents circulent.
Comment cet arriéré est-il défini?
A quand remonte-t-il? Quelles
propositions l'ancien président du
comité de direction a-t-il soumises,
en son temps, au gouvernement?
Peut-on consulter cette note?
Comment cet arriéré a-t-il pu
persister pendant une période
aussi longue? Le report des
paiements qu'il entraîne dégage
une marge budgétaire. S'agit-il là
d'une stratégie délibérée? Quels
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
over? Klopt het dat voorzitter Van Massenhove voor de toenmalige
minister van Sociale Zaken een nota maakte met het oog op de
regeringsonderhandelingen? Welke maatregelen stelde de heer Van
Massenhove precies voor? Graag ook mededeling van die nota. In
het kader van de openbaarheid van bestuur, voorzitter, zou het goed
zijn dat de commissieleden die nota krijgen.
Ten vierde, wat is volgens u de reden, mevrouw de staatssecretaris,
dat er nooit echt werk gemaakt is van het wegwerken van die
achterstand? Ik lees dat men in het verleden terughoudend geweest
zou zijn om die achterstand in te lopen omdat men de uitkeringen dan
zogezegd vervroegd eigenlijk tijdig zou moeten uitkeren. Dat zou
natuurlijk betekenen dat dit een budgettaire weerslag heeft. Het
CCOD stelt daar nogal wat vragen bij. Mevrouw de staatssecretaris,
wat is de budgettaire weerslag van dat zogezegd vervroegd en
eigenlijk tijdig uitbetalen van deze uitkeringen? Met andere woorden,
welke middelen hebt u nodig als u de achterstand inloopt om ervoor te
zorgen dat de uitbetalingen kunnen gebeuren?
De vijfde en laatste vraag vind ik heel belangrijk. Welke maatregelen
inzake wetgeving zijn er volgens u nodig om de achterstand weg te
werken? Ik hoor bijvoorbeeld van mensen op het terrein dat er door
een aantal recente wijzigingen verwarring ontstaat en de mensen zelf
niet goed hun weg weten. Vaak gebeuren de aanvragen eerst via de
gemeente, waarna wordt meegedeeld dat men zich verder
rechtstreeks tot de bevoegde dienst moet wenden. Bij de dienst
komen er dan dossierstukken toe die men niet kan klasseren in het
juiste dossier en dergelijke meer. Met andere woorden, bepaalde
wijzigingen blijken de zaken, in plaats van te vereenvoudigen, te
compliceren. Zou het niet goed zijn als u alles altijd centraliseert op
een bepaalde manier en daarbij bijstand verleent om de dossiers in te
leiden en verder af te handelen?
Hoeveel financiële middelen zijn er nodig om de achterstand weg te
werken? Welke materiële middelen zijn er nodig? Ik lees dat de
informatisering niet optimaal is door een gebrek aan computers.
Welke menselijke middelen zijn er nodig om de achterstand weg te
werken? Uit de audit zou blijken dat er eigenlijk niet meer mensen
nodig zijn, dat het zelfs met minder kan, maar dat er andere, meer
geschoolde mensen nodig zijn en dat een aantal laaggeschoolden in
het moderne verwerkingsproces eigenlijk niet meer aan het werk kan.
Ik lees dat u volgens uw zeggen, mensen zou bijkrijgen, maar vice-
eerste minister Vande Lanotte ontkent dat en spreekt alleen over een
toename van het personeel via mutatie en onderlinge verschuiving,
zonder dat er nieuwe personeelsleden worden aangeworven. Wat is
daar nu van aan? Hoeveel mensen hebt u nodig en klopt het dat het
eigenlijk kan met minder personeel als die maar beter geschoold zijn
en met de moderne informatica kunnen omgaan?
Hebt u een callcenter nodig zoals gesuggereerd wordt, zodat uw
diensten niet meer permanent met telefoontjes geconfronteerd
worden en het callcenter alle telefonische vragen opvangt en
beantwoordt?
En vooral, welke gemiddelde termijn van afhandeling wilt u
realiseren? Ik denk dat het belangrijk is dat we uw doelstellingen
kennen, dat die realistisch zijn en dat we u daarop later kunnen
moyens la résorption de l'arriéré
et, par conséquent, le versement
des allocations à due échéance,
requerront-ils?
Quelles mesures sont nécessaires
pour résorber l'arriéré? La
législation en la matière est plutôt
complexe et suscite la confusion
chez les demandeurs et dans les
services. La simplification
s'impose: ne serait-il pas
souhaitable de centraliser
l'introduction des dossiers?
Quels moyens matériels et
humains sont-ils nécessaires pour
résorber l'arriéré? Moins de
personnes pourraient suffire, mais
il faudrait alors davantage
d'ordinateurs et de personnel
formé. Un centre d'appel pourrait-il
constituer une solution?
A quel délai de traitement
souhaite-t-on ainsi parvenir? La
ministre envisage-t-elle un délai de
six mois? Comment a-t-elle défini
cet objectif? Est-il bien réaliste? Je
pense qu'on peut être encore plus
ambitieux. Il doit s'agir d'une
priorité sociale.
Quelles mesures la ministre a-t-
elle déjà prises et quand entreront-
elles en vigueur? Quand l'arriéré
doit-il être résorbé? Les
handicapés ne peuvent pas
attendre jusqu'en 2007.
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
aftoetsen. Ik zou ook willen weten op grond van welke criteria en
overwegingen u tot die termijn komt.
Ik lees dat u streeft naar een termijn van zes maand. Dit zou al beter
zijn, want de Kamer heeft vroeger slechts acht maand gevraagd. Ik
vind een termijn van zes maand nog steeds ontzettend lang. Ik zie
hoeveel opmerkingen er zijn als een bouwvergunning in Vlaanderen
de termijn van 75 dagen overschrijdt. Het land is dan te klein en het
komt in de media. Iemand met een handicap moet een medisch
onderzoek ondergaan en er moeten inlichtingen komen van de fiscus.
In het tijdperk van de informatica en van allerlei kruispuntbanken kan
ik mij niet indenken dat zo'n termijn echt de maximale wens of
doelstelling is. U zou daarin heel ambitieus moeten zijn. Dit zijn
dossiers die werkelijk maatschappelijke prioriteit verdienen, meer dan
een bouwvergunning.
Mevrouw de staatssecretaris, tot slot, welke maatregelen hebt u reeds
getroffen? Wanneer treden die in werking? Tegen wanneer ambieert
u die achterstand weg te werken? Ik lees in de pers over simulaties.
Men zegt dat het met de verschuiving van personeel en met de
middelen die er zijn toch pas zou lukken tegen begin 2007. Dit kan
absoluut niet. Dit is geen boodschap voor de mensen met een
handicap en voor de mensen uit de sociale sector. U zou toch de
ambitie moeten hebben om dat vroeger rond te krijgen.
Mijnheer de voorzitter, ik ben zeker binnen de voorgeschreven 10
minuten gebleven.
03.02 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat een
aantal collega's eindelijk samen met mij vanuit het Parlement de strijd
opnemen voor deze zaak. Ik vecht hiervoor reeds jaren. Ik denk dat ik
hiervoor vecht sinds de eerste dag dat ik hier zit en ik ben hier 12 jaar.
10 jaar geleden heb ik trouwens een wet hierover ingediend. De
Kamer heeft die unaniem goedgekeurd.
Bij elke begroting van elke voorganger ook van de uwe, mevrouw
de staatssecretaris heb ik telkens het woord daarover genomen. Ik
wil dit als eerste restrictie zeggen. Help uiteraard ook de mensen die
er vóór u waren. Ze hebben uiteraard meer tijd gehad dan u om er
iets aan te doen. We moeten echter ooit een breekpunt maken
anders komen we nooit vooruit.
Ten tweede, ik heb eveneens hoop omdat er koninklijke auspiciën
zijn. Niemand minder dan Koning Albert II heeft hierover gesproken in
zijn Kerstboodschap. De helft van zijn kerstboodschap was hieraan
gewijd. We moeten dat goed verstaan. Het is misschien een
gezagsargument om hiervan een prioriteit te maken dat ook kan
ingeroepen worden door de regering.
Ten derde, in een tijdperk waar men een staatssecretaris aanstelt om
zich met niets anders bezig te houden dan met de administratieve
vereenvoudiging, is het toch godgeklaagd dat men er niet in slaagt om
dossiers van mensen binnen het jaar af te werken.
Ten vierde, we hebben ombudsmannen, we hebben verschillende
zaken, we spreken van zorgvuldig bestuur, we spreken van billijkheid,
we spreken van rechtszekerheid enzovoort, maar we laten deze
dienst in de modder zitten. Ik wil hiervan werkelijk een breekpunt
03.02 Luc Goutry (CD&V): Je
me bats depuis douze ans déjà
pour cette cause. J'espère que
l'actuelle secrétaire d'Etat
trouvera enfin une solution. J'ai eu
un regain d'espoir lorsque le Roi a
consacré la moitié de son
message de Noël à cette question.
A une époque où un secrétaire
d'Etat à la simplification
administrative siège au gouver-
nement, il est invraisemblable que
des dossiers de citoyens ne
puissent être traités dans un délai
d'un an. Il est scandaleux que ces
dossiers soient en souffrance
depuis des années. Le
dépassement d'un délai raison-
nable est inadmissible et le plus
absurde est que des amendes
seraient payées à des handicapés
laissés pour compte alors que cet
argent pourrait servir à recruter du
personnel destiné à renforcer le
service.
C'est le monde à l'envers. A notre
époque, un délai de huit mois est
en effet trop long. Il me semble
qu'un délai de quatre mois est très
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
maken. Mevrouw de staatssecretaris, ik wil u hiermee niet aanvallen.
Integendeel, ik wil u daarmee helpen. Ik weet dat u wat deze
bevoegdheid betreft altijd een beetje stiefmoederlijk bekeken wordt.
Men zegt dat de zorg voor de gehandicapten zonder bevoegdheid is.
Vroeger nam men dat erbij als de zoveelste bevoegdheid. Nu is het
gelukkig een van uw hoofdbevoegdheden. Uw voorgangster had er
als regeringscommissaris eigenlijk de volle bevoegdheid over. We
moeten het ijzer nu smeden terwijl het heet is en er iets aan doen.
De problematiek is bekend. Er zijn ontoelaatbare overschrijdingen.
Voor de mensen is het een pleister op een houten been omdat ik
vroeger de wet dat er verwijlinterest wordt betaald erdoor heb
gekregen. Stel u voor wat voor dwaas werk wij doen.
We stellen te weinig mensen in de dienst tewerk, maar ondertussen
zouden we dezelfde miljoenen, die voor het personeel zouden kunnen
worden gebruikt, aan de mensen geven terwijl die daar niet om
vragen, gewoon als een soort boete omdat wij te lang gewacht
hebben om de mensen hun beslissing te geven. Dat is dus eigenlijk
echt je reinste onzin, de wereld op zijn kop. Ik blijf dat moreel totaal in
strijd vinden met mijn geweten. Vandaar dat we daarvoor moeten
blijven vechten. De heer Bourgeois zegt terecht dat acht maanden
zelfs nog lang is. Mijn wetsvoorstel sprak van acht maanden maar ik
wil u eraan herinneren dat dit ook tien jaar terug was. De heer Jan
Peeters heeft mij destijds geholpen om die wet erdoor te krijgen. Acht
maanden tien jaar terug zou nu met de inflatie, met de
vooruitgang van de informatica, met de inflatie van de algemene
vooruitgang in de administratie bij wijze van spreken maar vier
maanden meer mogen zijn. We moeten zeggen dat toen acht
maanden nog redelijk was. We hebben daar toen adviezen over
ingewonnen. Nu echter, met kruispuntbanken, het doorgeven van
informatie en de netwerken die bestaan, zou het inderdaad niet
kunnen dat het langer dan een dag duurt vooraleer wij met de
belastingen rond zijn om het inkomen te kennen. Meestal is dat voor
dit soort mensen niet gecompliceerd.
Ten tweede, er zijn de medische onderzoeken. Ik weet het ook, als
het ergens strop loopt, is dat niet zozeer bij de belastingen maar
vooral bij de medische onderzoeken. We hebben een aantal vaste
geneesheren in dienst die hiervoor betaald worden en niets anders
moeten doen. Ik hoop dat ze hun werk goed doen. Ze zijn niet altijd
vriendelijk maar ik hoop dat ze hun werk dan tenminste toch
behoorlijk doen en een nuttig tempo kunnen ontwikkelen. Ik hoop ook
dat ze voldoende gevormd zijn om de mensen goed te kunnen
ontvangen, ook bij negatieve boodschappen, waarom niet. Wie kan
moet het recht krijgen, wie dat niet kan krijgt geen recht. Daar heb ik
geen problemen mee. Wegens gebrek aan personeel bij de medische
dienst geven we ze dan contractueel uit aan dokters. Wel, ik ken van
die gevallen en ik kan ze allemaal bij naam noemen, wat ik hier
uiteraard niet zal doen. Het duurt soms maanden voor de dokter zich
verwaardigt om dat dossier tot zich te nemen, hoewel hij daar flink
voor wordt betaald. Anders moet hij het maar niet doen. Dan roept hij
de mensen op en zijn er nogal wat tegenslagen. Mensen kunnen niet
komen of men heeft elkaar niet goed verstaan. Het dossier is dan
voor maanden onderweg. Ontoelaatbaar en ongelooflijk dat zoiets kan
in de huidige tijd.
Personeel is zeker een belangrijk punt, zowel medisch als
réaliste. Une journée suffit pour
obtenir des informations sur les
revenus d'une personne.
Le dossier médical doit être bouclé
bien plus rapidement qu'aujour-
d'hui. Les médecins attitrés
doivent correctement faire le
travail et à un rythme convenable.
Ils doivent également être en
mesure de communiquer
correctement de mauvaises
nouvelles. Voilà où le bât blesse.
A l'heure actuelle, les dossiers
s'amoncellent pendant des mois
faute de personnel médical et
administratif. Les fonctions doivent
être pourvues par des personnes
capables de gérer des dossiers et
non pas par des fonctionnaires
transférés à partir de services non
apparentés.
76.000 dossiers sont en
souffrance. Cet arriéré doit être
résorbé
le plus rapidement
possible.
Si le personnel actuel travaille, dès
demain, aux dossiers entrants, 70
personnes supplémentaires seront
nécessaires pendant 18 mois pour
résorber le retard. Le Parlement
doit soutenir la secrétaire d'Etat
afin que celle-ci obtienne du
gouvernement des fonds
permettant une solution
structurelle.
J'aurais aimé avoir un aperçu des
délais d'examen des dossiers pour
les dix dernières années. J'aurais
également souhaité avoir une idée
du montant des intérêts de retard.
Combien de
dossiers de
personnes handicapées de moins
de 65 ans, d'une part, et de plus
de 65 ans, d'autre part, attendent-
ils d'être réglés dans chaque
Région? Qu'en est-il des cartes de
stationnement? Il n'existe aucun
délai légal, mais des temps
d'attente de plusieurs années ne
sont tout de même plus
raisonnables. La secrétaire d'Etat
partage-t-elle mon analyse des
causes du dérapage de ce
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
administratief. Mevrouw de staatssecretaris, ik geef u nog wat raad
omdat het u misschien kan helpen. Laat u niet paaien dit komt uit de
oppositie maar het is zeer goed bedoeld met twintig mensen die
men u bij zou geven, twintig mensen van het BIPT of van de dienst
Kijk- en Luistergeld. U zult dan geen deskundige mensen krijgen. Ik
heb alle eerbied voor die mensen maar u zult mensen krijgen die zich
zullen moeten beperken tot logistieke taken, geen dossierbeheerders.
U hebt dossierbeheerders nodig, mensen die zelf onafhankelijk in een
heel dossier kunnen beslissen, dat aan de mensen laten weten en de
verantwoordelijkheid nemen om dat uit te leggen aan de mensen. Dat
zijn dossierbeheerders. Als u voldoende van die mensen hebt, zult u
pas vooruit komen. U hebt bijvoorbeeld bij uw dienst veel te weinig
mensen van niveau 1. U hebt veel mensen die papiertjes in de
dossiers stoppen, de dossiers klasseren en ze verleggen. Dat helpt
de zaak echter geen moer vooruit. We moeten dossierbeheerders
hebben, mensen die in een dossier kunnen beslissen en goed weten
waarmee ze bezig zijn. Ze moeten onmiddellijk kunnen inschatten wat
er moet gebeuren. Laat u dus niet doen als men er plots mensen bij
wil zetten want zo zult u er nooit komen. Het grote probleem waar we
nu door moeten is de opgebouwde achterstand. Ik baseer mij op de
cijfers van de staatssecretaris zelf. In het verspreide communiqué
zegt men dat er 76.000 dossiers moeten worden behandeld, waarvan
36.000 uit de laatste zes maanden.
Dat is binnen de termijn, dus zegt zij dat het netto saldo 40.000 is. Dit
is omgerekend door de audit van Copernicus, dat zegt u zelf. Dat
betekent, collega's, dat, als men vanaf morgen de mensen laat
werken aan de binnenkomende dossiers en hen versterkt, meer
bepaald daarnaast 70 personeelsleden zet gedurende 18 maanden,
men de achterstand kan inhalen. Dat is de conclusie waarvoor wij
vandaag staan. Als mevrouw Simonis van de regering geen
bijkomende hulp krijgt om die grote eenmalige stapel dossiers te
verwerken, dan "doen wij haar dood". Dan is wat wij haar vragen niet
ernstig en laten wij haar eigenlijk in de steek. Het zal een opdracht zijn
voor het hele Parlement om daarover te waken. We moeten niet
alleen interpelleren, we moeten hier desnoods maandelijks vragen
over stellen om te zien hoe we dat zullen doen. Het gaat om een
structureel probleem en dat vraagt structurele oplossingen, anders
kan dat nooit afgewerkt worden. Ik kom tot mijn vragen.
Ten eerste, zou ik graag een overzicht krijgen van de gemiddelde
behandelingstermijnen van de jongste 10 jaren. In de jaren '90
hebben wij het immers veel beter gedaan. Men zegt wel dat er een
toenemende vergrijzing is, maar dat is toch iets wat men kan weten.
Wie deze dienst bestuurt, weet toch dat hij in zijn visieplan voor de
toekomst moet inschatten dat hij meer mensen nodig zal hebben. Dat
is nogal evident.
Ten tweede, ik kreeg ook graag een overzicht van de verwijlintresten.
De miljoenen die daarheen gaan, zou men eigenlijk aan personeel
kunnen besteden.
Ten derde, zou ik graag weet krijgen van het aantal dossiers van
vijfenzestigplussers en mensen die jonger zijn dan 65 inzake
tegemoetkoming, die nog wachten op afhandeling. Liefst wordt dit
uitgesplitst over Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Ik ben hier een
beetje stout, maar ik denk dat we daar ook nog een knoop zullen
vinden.
dossier?
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Een vierde vraag gaat over de parkeerkaarten. Ik heb die destijds niet
met mijn wet geregeld en dat is natuurlijk een probleem. Mijn wet
slaat alleen op de inkomens, de tegemoetkoming inzake hulp aan
bejaarden en de integratietegemoetkoming, maar niet op de berg
andere bijkomende attesten en parkeerkaarten. Daarvoor bestaat
geen wettelijke termijn. Men kan drie jaar wachten om een
parkeerkaart te sturen, de mensen hebben daartegen geen verhaal. U
kent van de televisie het verhaal van de vrouw die al twee jaar op een
parkeerkaart wacht. Stel u voor!
Ten vijfde, wat zijn de voornaamste oorzaken? Ik heb ze eigenlijk zelf
al opgesomd en vraag dus of de staatssecretaris mij dat kan
bevestigen. Ik vraag vooral wat u als plan aan de regering ik weet
dat u het niet alleen kunt, mevrouw dringend zult voorleggen.
Misschien zou het goed zijn een weekend daarover te organiseren,
want het gaat over zeer kwetsbare mensen die mij zeer na aan het
hart liggen. Ik denk dat we dit moreel niet verder kunnen dulden en
laten gebeuren. Collega's, ik roep u op om daar iets aan te doen.
03.03 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président,
madame la Secrétaire d'Etat, dans son dernier rapport d'activité
concernant l'année 2002, le Conseil supérieur national des personnes
handicapées a rappelé qu'il a mis en exergue la nécessité de fournir à
l'administration les moyens nécessaires à la mise en oeuvre de l'une
ou l'autre réforme de la législation relative aux prestations pour
personnes handicapées, notamment par l'extension du cadre du
personnel au sein du Service fédéral de Sécurité sociale. Le Conseil
supérieur estime à juste titre que la modernisation et l'amélioration de
la législation n'ont aucun sens si le personnel est insuffisant pour la
mise en application des réformes légales et pour le traitement des
demandes dans des délais raisonnables.
Déjà pour l'année 2002, le Conseil supérieur indique que le délai
d'instruction des demandes d'allocations aux personnes handicapées
a fortement augmenté. Ce délai s'élève à presque 11 mois. Par
ailleurs, de nombreuses modifications décidées en 2002 en matière
d'allocations familiales, de cartes de stationnement n'ont été mises en
oeuvre qu'en 2003.
Quelles mesures avez-vous prises ou comptez-vous prendre pour
pallier l'afflux de travail et résorber le retard constaté? Disposez-vous
aussi déjà d'un bilan provisoire de la situation de l'exercice 2003
quant au délai de traitement des demandes du public?
03.03 Danielle Van Lombeek-
Jacobs (PS): Het verslag 2002
van de Nationale Hoge Raad voor
personen met een handicap wijst
nogmaals op de noodzaak de
administratie de nodige middelen
toe te kennen om de wets-
wijzigingen te kunnen toepassen,
onder meer via een kader-
uitbreiding bij de Federale
Overheidsdienst Sociale Zeker-
heid. De termijn nodig voor het
onderzoek van de aanvragen met
het oog op de toekenning van
uitkeringen voor gehandicapten
werd in 2002 veel langer en
beloopt net geen 11 maanden.
Welke maatregelen werden
genomen of zijn gepland om de
toevloed van dossiers in te dijken
en de bestaande achterstand weg
te werken? Kan voor 2003 al een
voorlopige stand van zaken
worden opgemaakt wat de termijn
voor de afhandeling van de
dossiers betreft?
03.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je vais
rejoindre les interventions de mes collègues. Le retard considérable
que nous connaissons aujourd'hui est peut-être plus important que
dans le passé. Ce n'est pas un problème nouveau, il y a une
accumulation de retards antérieurs et donc les nouveaux dossiers
s'ajoutent aux anciens dossiers non traités. C'est étonnant dans la
mesure où c'est la troisième législature consécutive que l'on confie à
un membre du gouvernement cette tâche spécifique de suivre les
matières relatives aux personnes handicapées. Cela fait aussi
plusieurs années qu'on engage des contractuels de manière
03.04 Muriel Gerkens (ECOLO):
Misschien hebben we vandaag
met een grotere achterstand te
maken, omdat die bovenop de al
bestaande achterstand komt.
Nochtans werden de bevoegd-
heden met betrekking tot de
gehandicapten voor de derde keer
aan één lid van de regering
toevertrouwd en werd extra
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
déterminée ou du personnel supplémentaire pour essayer de résorber
un retard et, malgré tout, celui-ci n'arrive pas à l'être.
Mes réflexions et mes questions portent sur cette thématique d'une
manière plus globale. Je ne pense pas qu'il suffit d'ajouter du
personnel. Les faits sont là, cela ne suffit pas pour rattraper ce retard.
La remarque de M. Goutry disant que ce n'est pas du personnel
qualifié pour le traitement de ce genre de dossiers est un argument de
poids puisque ce sont des matières complexes qui doivent évaluer à
la fois l'aspect santé mais aussi les capacités relationnelles et les
capacités d'autonomie des personnes.
Madame la secrétaire d'Etat, j'aimerais vous interroger sur la manière
actuelle d'évaluer les besoins de la personne et donc l'allocation à
laquelle elle aurait droit.
Cette manière de faire n'est-elle pas trop compliqué et dépassée,
n'utilisant pas suffisamment des données récoltées ailleurs que
devant les médecins INAMI? Je sais que Mme Van Gool avait
commencé un travail sous la précédente législature avec les Régions
et les associations de personnes handicapées pour essayer de
modifier cette manière d'aborder les besoins et d'évaluer ce à quoi
ces personnes auraient droit. Je suis convaincue qu'il faut apporter
des modifications à cette manière de travailler. Qu'en pensez-vous?
N'est-ce pas un des facteurs qui expliquent ce retard?
Ce qui m'inquiète également dans la situation actuelle c'est vrai qu'il
y a les allocations mais il y a aussi les cartes de parking, par exemple
c'est que le principe d'équité n'est plus respecté. Il y a le retard, qui
pose des questions quant à la reconnaissance des personnes, mais il
y a aussi le fait qu'en l'absence d'une réponse, on doit attendre très
longtemps et on va donc trouver une personne relais, on va trouver
l'assistant social de la commune ou les travailleurs sociaux du
secteur, quelqu'un dont on pense qu'il a un certain pouvoir et qui va
téléphoner pour que le dossier se retrouve au-dessus de la pile.
Donc, certaines personnes voient ainsi leur dossier traité. Tant mieux
pour elles. Seulement, cela signifie que les procédures légales, les
procédures normales sont disqualifiées au profit de pratiques qui
transforment en privilégiées les personnes qui ont la chance de
pouvoir contacter quelqu'un.
Mes questions sont plus ou moins les mêmes que celles de mes
collègues. Où en sont les retards et comment les résorber? Au-delà
du manque de personnel et d'une informatisation qui apparemment
n'est pas encore vraiment au point, n'existe-t-il pas d'autres
procédures plus simples, une autre manière d'évaluer et d'octroyer
ces allocations? Les réunions de travail sur cette matière se
poursuivent-elles? Avez-vous pu imaginer, envisager ou examiner
d'éventuels dysfonctionnements dans cette administration,
indépendamment de la bonne volonté des gens? Parfois, on
s'ankylose dans des fonctionnements qui se sclérosent.
Je pense que le gouvernement devrait accorder à cette matière une
priorité budgétaire pour trouver des solutions à court terme mais
surtout à moyen et long termes. Est-ce à l'ordre du jour du
gouvernement?
personeel in dienst genomen. Dat
personeel is helaas niet voldoende
opgeleid en kan deze ingewik-
kelde materie niet aan.
Op welke manier worden de
behoeften van de gehandicapte
nagegaan en wordt het bedrag van
de uitkering bepaald?
Is die manier van werken niet
ingewikkeld en oubollig? Werkt ze
niet mede de achterstand in de
hand?
Ik maak me voorts ook zorgen
over het niet langer in acht nemen
van het billijkheidsbeginsel. Omdat
het zo lang duurt eer men een
antwoord krijgt, gaat men op zoek
naar een tussenpersoon, die
ervoor zorgt dat het dossier
bovenaan komt te liggen. De
wettelijke procedure wordt dus niet
langer gevolgd en wie de juiste
relaties heeft, krijgt een
voorkeursbehandeling.
Hoeveel vertraging liep de
behandeling van de dossiers
intussen op? Hoe zal die worden
ingelopen? Kunnen het onderzoek
van het dossier en de toekenning
van de uitkeringen niet efficiënter?
Worden hierover nog steeds
werkvergaderingen gehouden?
Kwamen bepaalde disfuncties
binnen de administratie aan het
licht? De regering zou moeten
zorgen voor oplossingen op korte,
maar vooral op middellange en op
lange termijn. Staat dat eraan te
komen?
03.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, alhoewel mijn 03.05 Greta D'hondt (CD&V):
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
interpellatie zeer nauw aansluit bij die van de vorige sprekers, wens ik
een aantal eigen accenten te verduidelijken.
Mevrouw de staatssecretaris, naar aanleiding van de bespreking van
de programmawet in december 2003 heeft de meerderheid een
beroep gedaan op de oppositie om een regeringsamendement goed
te keuren inzake de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen
betreffende de uitkeringen van gehandicapten. U argumenteerde dat
het beter was hierop in te gaan dan mordicus te blijven vasthouden
aan data die toch niet konden gerespecteerd worden. Dit is niet langer
een probleem. U hebt echter ten stelligste beloofd dat alle middelen
zouden worden aangewend en ingezet om de opgelopen achterstand
in de betaling voor uitkeringen van gehandicapten weg te werken.
Tijdens deze bespreking twijfelde CD&V er niet aan dat u terzake de
nodige inspanningen zou doen. Op dat ogenblik verklaarde u dat
binnen de regering beslist was ik heb het Integraal Verslag terzake
opnieuw geconsulteerd dat hiertoe 40 extra personeelsleden 20
bijkomende aanwervingen en 20 mutaties - zouden worden
aangetrokken.
Tot mijn grote verwondering las ik eind december dat minister Vande
Lanotte oordeelt dat er voor het geheel van de overheidsdiensten
geen nieuw personeel mag worden aangeworven. Er werd niet
expliciet naar de betrokken dienst verwezen. Tegelijkertijd raakte
bekend dat ongeveer 76.000 dossiers in behandeling zijn bij de dienst
uitkeringen voor gehandicapten en dat 40.000 dossiers te laat worden
afgehandeld, Deze cijfers hebt u zelf meegedeeld, mevrouw de
staatssecretaris. U bent daar eerlijk in geweest. Dit betekent echter
niet dat de toestand daarom minder dramatisch is.
In een van uw interviews hebt u verklaard dat er gedurende 18
maanden ongeveer 70 extra personeelsleden nodig zijn om die
achterstand weg te werken. Met een eenvoudige berekening kan ik uit
uw woorden opmaken dat het 31 maanden zal duren vooraleer de
achterstand is weggewerkt indien men slechts over 40 in plaats van
70 personeelsleden beschikt.
Vandaar mijn vragen, aansluitend bij het debat dat wij gehad hebben
naar aanleiding van de programmawet en de begroting. Kunt u,
mevrouw de staatssecretaris, ons bevestigen dat de regering formeel
akkoord ging en gaat met de aanwerving van die extra
personeelsleden voor de dienst Uitkeringen voor Gehandicapten?
Over hoeveel mensen gaat het nu? U zegt zelf: wij hebben er 70
nodig. U had gezegd: 40. Minister Vande Lanotte zegt: wij hebben
geen geld voor aanwervingen. Of is Uitkeringen voor Gehandicapten
de uitzondering op die woorden van minister Vande Lanotte? Vanaf
wanneer mogen wij rekenen op die extra personeelsleden en met
welke spreiding?
Natuurlijk is uw antwoord niet neutraal. Of die 40 of 70 mensen of
hoeveel het er ook mogen zijn, rond Pasen kunnen starten dan wel
pas in het najaar, en of zij per 5 of per 10 worden aangeworven, heeft
belang.
Tot slot en dat is wat ons allemaal interesseert, denk ik, en de
gehandicapten nog het meest binnen welke termijn zal de
achterstand die wij opgelopen hebben ingehaald zijn? Wanneer zullen
alle middelen aanwezig zijn om nieuwe achterstand te vermijden?
Lors de l'examen de la loi-
programme à la fin de l'an dernier,
la secrétaire d'Etat avait affirmé à
l'opposition que tout serait mis en
oeuvre pour résorber l'arriéré de
paiement des allocations aux
personnes handicapées. Quarante
membres du personnel supplé-
mentaires viendraient renforcer le
service compétent. J'ai lu avec
étonnement que M. Vande Lanotte
avait estimé fin décembre que le
cadre des services publics ne
pouvait être étendu. Dans
l'intervalle, 40.000 dossiers
attendent un examen déjà tardif.
Aux dires de la secrétaire d'Etat
elle-même, il faudra 31 et non 18
mois pour résorber l'arriéré si 70
personnes supplémentaires ne
sont pas engagées. Les 40
personnes supplémentaires
permettraient de résorber l'arriéré
en 18 mois.
De nouveaux membres du
personnel entreront-ils à présent
en service et dans l'affirmative, à
quelle date? Quand l'arriéré sera-t-
il alors résorbé?
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
De voorzitter: Ik kijk even naar de Vlaams Blok-fractie of zij nieuws heeft van de heer D'haeseleer? Nee?
Dan stel ik voor dat wij onze werkzaamheden voortzetten met de repliek van de staatssecretaris op de
diverse interpellaties.
03.06 Staatssecretaris Isabelle Simonis: Mijnheer de voorzitter, ik
heb geprobeerd alle gestelde vragen te bundelen in een aantal
punten, maar eerst zou ik een overzicht willen geven van een aantal
cijfers, om een aantal uitspraken over termijnen en aantallen dossiers
in een juist daglicht te plaatsen.
03.06
Isabelle Simonis,
secrétaire d'Etat: Je commencerai
par vous communiquer une série
de chiffres pour replacer les
données sur les divers dossiers et
délais dans une juste perspective.
Je voudrais tout d'abord vous donner, en toute transparence,
quelques chiffres concernant les délais moyens d'examen des
dossiers sur une dizaine d'années - de 1994 à 2003 - pour les trois
types d'allocations, les deux premières étant regroupées (l'allocation
de remplacement de revenus et l'allocation d'intégration) et l'allocation
d'aide aux personnes âgées.
Je pourrais, si vous le désirez, vous communiquer l'ensemble de ces
chiffres par écrit.
En 1994, les délais pour l'allocation de remplacement de revenus
(ARR) et l'allocation d'intégration (AI) étaient de 6,3 mois, pour
l'allocation d'aide aux personnes âgées (APA) de 8,5 mois. En 1999,
ils étaient respectivement de 5,8 mois et de 7,2 mois; en 2002, de 8,3
mois, et de 11,3 mois en APA; pour l'année 2003, en ce compris la
situation du mois de novembre, le délai en matière d'ARR était de 7,5
mois et de 11,9 pour l'APA.
J'en viens au nombre total de dossiers allocations en attente pour
l'instant, la situation étant arrêtée fin novembre. J'établis une
distinction entre les sections francophones et néerlandophones. Pour
ce qui est des ARR et des AI, nous comptons 16.886 francophones et
13.844 néerlandophones, pour un total de 30.730 dossiers. Pour ce
qui est de l'APA, 14.215 francophones, 32.481 néerlandophones,
pour un total de 46.696 dossiers. Nous obtenons un chiffre global de
77.426 dossiers en attente actuellement.
Comment définir ce qu'est un retard? Ce n'est pas parce que
quelqu'un a déposé un dossier, hier, que ce dernier est déjà en retard,
aujourd'hui.
L'administration est légalement dans l'obligation d'examiner, pour
chacun des dossiers, si les critères médicaux et de revenus sont
remplis. La loi donne 8 mois à l'administration pour le faire. D'un point
de vue légal, un dossier n'est donc pas en retard s'il est traité
endéans les 8 mois. Cela signifie que les dossiers déposés au cours
des 8 derniers mois ne sont pas encore en retard d'un point de vue
légal.
Compte tenu du fait qu'environ 8.000 dossiers sont introduits tous les
mois, 64.000 dossiers ne sont donc pas en retard d'un point de vue
strictement arithmétique. Si l'on décompte ce chiffre des 76.000
dossiers pendants, on arrive à un retard d'environ 10.000 dossiers, ce
qui ne représente même pas l'équivalent de deux mois de nouvelles
demandes.
Enkele cijfers: in 1994 bedroegen
de termijnen voor de uitbetaling
van de inkomensvervangende
tegemoetkoming en de
integratietegemoetkoming 6,3
maand en voor de
tegemoetkoming voor bejaarden-
hulp 8,5 maand. In 2003, met
inbegrip van de situatie in de
maand november, bedroeg de
termijn voor de uitbetaling van de
inkomensvervangende tegemoet-
koming 7,5 maand en voor de
tegemoetkoming voor bejaarden-
hulp 11,9 maand.
Eind november zijn er 77.426
hangende dossiers. Volgens de
wet heeft de administratie acht
maand tijd om elk van de dossiers
te toetsen aan de medische
criteria en het vereiste inkomen.
De dossiers die de voorbije acht
maanden werden ingediend
hebben wettelijk gezien dus nog
geen vertraging opgelopen.
Rekening houdend met het feit dat
maandelijks ongeveer 8.000
dossiers worden ingediend,
worden 64.000 dossiers vanuit
strikt rekenkundig oogpunt dus
niet te laat verwerkt. Daaruit volgt
dus dat er ongeveer 10.000
dossiers vertraging hebben, wat
niet eens gelijk is aan twee
maanden nieuwe aanvragen.
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Maintenant, soyons clairs, ce sont 10.000 dossiers de trop. En outre,
ceci est une approche purement statistique qui ne tient pas compte du
fait que bon nombre de ces 64.000 dossiers ont déjà été traités et ne
sont donc plus dans le solde des 76.000 dossiers. J'utilise donc moi-
même une plus grande marge de sécurité.
Ikzelf breng liefst niet alle acht maanden in mindering omdat de
dossiers die reeds in de achtste maand zijn als niet achterstallig
mogen worden beschouwd als daarover in die achtste maand wordt
beslist. Dat is niet realistisch. Daarom speel ik liever op veilig en wens
ik alleen de dossiers die niet ouder zijn dan vijf maanden als niet-
achterstallig te beschouwen. Op die wijze kom ik, in cijfers, aan
36.000 achterstallige dossiers en wel op de volgende manier.
J'exclus uniquement de l'arriéré
les dossiers ne dépassant pas
cinq mois. J'arrive ainsi à un
arriéré de 36.000 dossiers.
Par conséquent, il reste encore environ 76.000 dossiers à traiter.
Chaque mois, s'ajoutent quelques 8.000 nouveaux dossiers et quasi
autant de dossiers statués. Sur l'ensemble des dossiers déposés
depuis moins de six mois, qui ne souffrent donc pas de retard,
environ 8.000 rentrent mensuellement, ce qui équivaut à plus ou
moins 40.000 dossiers. La différence entre 76.000 et 40.000 dossiers
donne bien 36.000 dossiers en retard effectif.
Dans la communication, j'utilisais, avant le chiffre de 40.000, celui
utilisé dans le BPR et qui se basait sur une productivité approximative
de 6.000 dossiers par mois et sur une marge de six mois au lieu de
cinq. Entre-temps, grâce aux initiatives de mon prédécesseur et de
moi-même mais, surtout, grâce aux efforts des agents du personnel
de notre administration, la productivité a déjà augmenté à 8.000
dossiers par mois, ce qui porte le chiffre à un stade inférieur à celui
du retard effectif.
Er wachten bijgevolg nog 76.000
dossiers op een behandeling.
Maandelijks komen er ongeveer
40.000 dossiers bij. Als men
40.000 van 76.000 dossiers aftrekt
komt men wel degelijk uit op een
totaal van 36.000 effectief
achterstallige dossiers.
In het interview gebruikte ik niet
het cijfer 40.000, maar het cijfer
dat in het BPR werd gehanteerd
en dat gebaseerd is op de
verwerking van ongeveer 6.000
dossiers per maand en op een
marge van 6 maand in plaats van
5. Ondertussen worden er reeds
8.000 dossiers per maand
behandeld, met andere woorden
minder dan het aantal effectief
achterstallige dossiers.
Ik zal met de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap
een uniforme definitie van achterstand opstellen, zodat wij in de
toekomst een uniek referentiepunt hebben en deze cijfers kunnen
vermijden.
En concertation avec le Conseil
national supérieur des personnes
handicapées, je définirai exacte-
ment ce qu'il convient d'entendre
par arriéré, pour éviter toute
discussion à ce sujet à l'avenir.
Ce retard est-il de nature structurelle? D'emblée, je dirais que ce
retard n'est pas structurel en ce sens que le nombre de décisions
mensuelles est égal au nombre de demandes mensuelles. Cela
signifie donc que l'effectif du personnel actuel pourrait suffire pour
traiter l'afflux normal des demandes.
Dit is geen structurele achterstand
vermits er per maand evenveel
beslissingen worden genomen als
er aanvragen worden ingediend.
Het huidige personeelsbestand
zou dus kunnen volstaan om het
normale aantal aanvragen te
verwerken.
De dienst genereert dus evenmin achterstand door zijn manier van
werken, maar dat het aantal beslissingen quasi gelijk is aan het aantal
nieuwe aanvragen betekent natuurlijk nog niet dat over elk dossier
meteen kan worden beslist. Tegemoetkomingen kunnen immers pas
toegekend worden na een medisch onderzoek en een onderzoek naar
het inkomen en de bestaansmiddelen. Het handvest van de sociaal
Une décision ne peut être prise
immédiatement dans tous les
dossiers: l'octroi d'allocations est
subordonné à un examen médical
et à un examen des revenus et
des moyens d'existence. La loi
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
verzekerde bepaalt bovendien dat de administratie acht maanden de
tijd heeft om deze onderzoeken uit te voeren en een beslissing te
nemen. Gebeurt dit niet, dan moet interest worden betaald over de
periode die deze acht maanden overschrijdt. Dit betekent dat een
dossier wettelijk gezien pas achterstallig is wanneer geen beslissing is
genomen binnen de acht maanden.
prévoit que la procédure doit être
clôturée après un délai de huit
mois. Des intérêts de retard ne
sont dus qu'à partir du neuvième
mois, parce que ce n'est qu'à
partir de ce mois que le dossier
est considéré comme faisant
partie de l'arriéré.
Le problème se situe donc, comme certains l'ont dit, au niveau du
retard accumulé et non dans un soi-disant manque de personnel
structurel. Cela signifie également qu'une augmentation structurelle
du personnel n'est pas vraiment nécessaire, comme l'audit l'a
d'ailleurs également conclu. Ce qui est toutefois nécessaire, c'est de
pouvoir consolider l'effectif de personnel. A côté de cela, il doit y avoir
une augmentation temporaire, qui n'est donc pas structurelle, afin de
pouvoir s'attaquer au problème spécifique du retard.
Je vois un certain nombre d'explications possibles à ce retard. L'afflux
de nouvelles demandes a enregistré une hausse de plus de 10% au
cours de la dernière décennie, tandis que l'effectif est resté le même.
Ce nombre croissant de demandes est dû, d'une part, au
vieillissement de la population - d'où le fait que de plus en plus de
personnes soient confrontées à une perte d'autonomie et, d'autre
part, à toute une série de mesures qui ont rendu le système des
allocations plus accessible et plus performant mais qui ont également
engendré davantage de demandes. Pour n'en citer que quelques-
unes, je prendrai le prix de l'AMO, le prix du travail, l'introduction d'une
cinquième catégorie dans l'allocation d'intégration, la majoration du
plafond de revenus pour l'allocation d'aide aux personnes âgées,
l'augmentation de 10% du montant de l'allocation de remplacement
de revenus.
Une partie de cet accroissement est compensée par une
augmentation considérable de la productivité du personnel en place.
La production actuelle est d'ailleurs au niveau de l'afflux actuel, ce qui
prouve que le service est en principe en mesure de traiter cet afflux.
Mais un certain nombre de facteurs extérieurs, comme effectivement
les initiatives politiques, ont amené antérieurement des hausses
subites de demandes qui, au même moment, n'ont pas pu être
traitées, ce qui a donc entraîné un retard.
Enfin, nous ne pouvons pas non plus nier le fait et l'audit dont je
parlerai plus tard l'a également constaté que nous sommes en
grande partie tributaires d'informations externes, et donc également
de la rapidité avec laquelle les institutions et les personnes externes
nous les transmettent.
Je reviendrai sur ce point dans mes propositions d'amélioration.
Het probleem ligt niet bij het
vermeende structurele personeels-
tekort maar bij de achterstand die
is ontstaan doordat het aantal
aanvragen tijdens de voorbije tien
jaar met meer dan 10% is
toegenomen. Dit is dan weer toe te
schrijven aan de vergrijzing van de
bevolking en aan maatregelen die
het stelsel van de uitkeringen
toegankelijker en doeltreffender
hebben gemaakt. Het personeels-
bestand is niet gewijzigd maar de
productiviteit is aanzienlijk toege-
nomen. In principe is er voldoende
personeel om de toevloed van
aanvragen te verwerken. Een
aantal politieke initiatieven hebben
echter een onverwachte toename
van het aantal aanvragen veroor-
zaakt. Doordat deze niet konden
worden behandeld, is er een
achterstand ontstaan.
Ten slotte hangen wij ook af van
de snelheid waarmee de
instellingen en de personen ons de
nodige externe informatie
bezorgen.
De problematiek van de achterstand is bekend bij alle politieke en
administratieve verantwoordelijken. In het verleden werden wel
degelijk ernstige stappen gezet om de achterstand weg te werken.
Het is echter duidelijk dat deze maatregelen niet afdoend zijn geweest
of dat het effect ervan gedeeltelijk geneutraliseerd werd door een
aantal nieuwe factoren zoals ik zopas reeds aangetoond heb.
Le problème de l'arriéré se pose
depuis longtemps déjà mais les
tentatives de résorption entre-
prises par le passé ont été
neutralisées par les nouveaux
facteurs que je viens d'indiquer.
Il est donc inexact de dire que l'on aurait été peu empressé à combler Het is dus onjuist te stellen dat
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
le retard d'un point de vue budgétaire. C'est d'ailleurs totalement
inutile, puisqu'une décision ultérieure ne réduit d'aucune manière les
obligations financières. Une allocation, lorsqu'elle est octroyée l'est,
généralement, à partir du premier jour suivant la demande, même si
la décision n'a été prise qu'un an plus tard. On n'économise donc rien
en prenant une décision tardive. Au contraire, on risque non
seulement de devoir payer les montants arriérés mais aussi les
intérêts sur ceux-ci. Cela n'empêche qu'il y aurait une incidence
budgétaire unique si les décisions étaient toutes prises plus
rapidement. On anticipe alors les dépenses planifiées avec le nombre
de mois au cours desquels une accélération est de mise.
Tout simplement, si les décisions sont prises en septembre au lieu
d'être prises seulement en décembre, les paiements auraient lieu en
octobre au lieu de janvier. De toute façon, il faut payer, mais
seulement un peu plus tôt que ce qui est budgétisé. Dès lors, vous
pouvez directement déduire l'impact du budget approuvé d'ailleurs par
ce parlement.
men weinig enthousiast is geweest
om de achterstand vanuit
budgettair oogpunt weg te werken.
Bovendien worden de uitkeringen
over het algemeen vanaf de eerste
dag na de aanvraag toegekend.
Men bespaart niets door met een
beslissing te talmen.
Volledigheidshalve wil ik nog ingaan op een vraag van de heer
Bourgeois. De voorzitter van de FOD heeft, naar verluidt, de ruimere
problematiek van de personeels- en werkingsbehoeften van de
sociale instellingen inderdaad samengevat ten behoeve van een
aantal onderhandelaars. Ik beschik niet over dat document, maar
zelfs als ik daarover zou beschikken, lijkt het mij niet gepast dat ik zou
beslissen wat er dient te gebeuren met een document dat iemand ten
persoonlijke titel heeft geadresseerd aan iemand anders. De audit die
in de bestuursdirectie werd uitgevoerd was een zogenaamde
business process re-engineering (BPR) die plaatsvond in het kader
van het Copernicusplan en dit op bestelling van de minister van
Ambtenarenzaken, Luc Van den Bossche. De tekst van het
eindrapport is vanzelfsprekend ter beschikking. Het is een nogal lijvig
document en zal daarom digitaal ter beschikking worden gesteld op
de website van de FOD.
Je ne suis pas en possession de
la synthèse de la question établie
par le président du SPF. Et si je
l'étais, je ne serais pas en mesure
de déterminer le sort qui sera
réservé à ce document. L'audit
réalisé par le directeur
d'administration à la demande du
ministre Van den Bossche
s'inscrivait dans le cadre de la
réforme Copernic. Le rapport final
sera diffusé en version digitale sur
le site internet du SPF.
Le BPR détecte un certain nombre de goulets d'étranglement et,
inévitablement également, plusieurs possibilités d'amélioration.
Une première série de goulets d'étranglement ont été groupés dans le
BPR sous le dénominateur "apport externe d'informations, qualité et
retards". Il s'agit d'informations que le service doit obtenir de
communes, d'autres organismes sociaux, du médecin traitant du
demandeur et des services des Finances. Ces informations sont
indispensables pour le traitement des dossiers. Par conséquent,
avant l'obtention de cette information, aucune décision ne peut être
prise.
Un exemple: plus spécifiquement en ce qui concerne l'information des
services fiscaux, nous constatons que dans les dossiers d'allocations
pour l'aide aux personnes âgées, dans lesquels des informations sont
demandées à ces services, 47% des demandes attendent toujours
une réponse après deux mois; après trois mois, 25% restent encore
sans réponse; après quatre mois, 13% et dans 7,5% des dossiers,
nous attendons ces informations pendant plus de cinq mois. Il y a des
dossiers, heureusement très rarement, pour lesquels nous devons
attendre ces informations pendant plus de deux ans.
La cause, et donc aussi la solution à cela, est partiellement due à
De BPR stelt vast dat er
hinderpalen zijn maar ook dat er
verbeteringsmogelijkheden zijn.
Een eerste reeks knelpunten
hebben betrekking op de "externe
inbreng van informatie, kwaliteit en
vertragingen". Vooraleer die
informatie wordt verkregen, kan
geen enkele beslissing worden
genomen. Er zijn echter dossiers
waarvoor wij meer dan twee jaar
op die informatie moeten wachten.
De oorzaak maar ook de oplossing
ligt enerzijds in een geoptima-
liseerde informatisering van de
belastingdiensten en anderzijds in
het feit dat in de reglementering
over de uitkeringen de inkomens
op een vrij ingewikkelde wijze
worden bepaald.
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
l'informatisation optimale des services fiscaux et, surtout, les
cadastres et l'enregistrement des domaines, mais aussi à la définition
des revenus assez complexe dans la réglementation sur les
allocations. J'y reviendrai également dans un instant.
Een van de knelpunten is het personeelstekort. Volgens het BPR
worden zeker niet alle diensten met een tekort geconfronteerd. Er
wordt aan toegevoegd dat het personeelstekort tijdelijk is, meer
bepaald tot het ogenblik dat de achterstand is verdwenen. Op
voorwaarde dat een aantal ingrijpende wijzigingen wordt doorgevoerd
in het proces en de personeelssamenstelling kan men op termijn zelfs
met minder personeel werken. Die laatste stelling moeten we, mijns
inziens, met de nodige voorzichtigheid lezen. De demografische
evolutie gecombineerd met tal van beleidsinitiatieven en
verbeteringen van het stelsel hebben immers een impact op het
aantal te behandelen dossiers. Daarom zal de personeelsbehoefte
ook geregeld herbekeken moeten worden.
La pénurie de personnel constitue
un problème, même s'il ressort de
l'audit qu'il ne concerne certaine-
ment pas tous les services. Cette
pénurie est en outre temporaire et
devrait disparaître en même
temps que l'arriéré. Moyennant
quelques changements au niveau
de la composition du personnel, il
devrait même être possible à
terme de fonctionner avec moins
de personnel. Il faudra cependant
tenir compte du fait que le
vieillissement entraînera une
augmentation du nombre de
dossiers à traiter, de telle sorte
que la composition du personnel
devra être régulièrement
réévaluée.
En outre, en mettant à disposition du personnel de l'IBPT et du SPF
P&O, on a déjà donné suite en grande partie aux suggestions du
BPR. Ce dernier indique néanmoins qu'il est important que le
personnel temporaire contractuel soit consolidé dans le service même
pour effectivement assurer la continuité des efforts d'amélioration.
Pour le personnel du P&O et de l'IBPT, cela signifierait que ces
personnes et le budget correspondant sont définitivement transférés
au SPF Sécurité sociale. Cela n'a pas encore été réalisé, mais ce le
devrait dans les tout prochains mois, en tout cas, avant le mois de
mars.
Enfin, des problèmes sont repérés dans la communication générale et
le flux physique de documents, comme par exemple le classement.
Pour les possibilités d'amélioration, il s'agit, d'une part, de ce que l'on
appelle les "quick wins". Ce sont de petites interventions ayant un
impact limité sur le fonctionnement du service mais qui demandent
peu d'investissements. Ils peuvent donc facilement être effectués. Un
exemple de "quick win" est la sous-traitance du transport des recueils
médicaux, ce qui est entre-temps réalisé. D'autres "quick wins"
touchent, par exemple, le service du contentieux, celui du paiement,
l'appui administratif du service médical, etc. Observons que toutes
ces interventions n'amélioreront certainement pas toutes directement
le temps de cheminement d'un dossier!
D'autre part, des changements plus profonds interviennent. Ainsi, le
BPR suggère de diviser le service en stations de travail, par exemple,
par province. Le suivi complet du dossier se fait alors dans une telle
station de travail. Dans la méthode de travail actuelle, le processus
administratif est scindé verticalement en fonction de la phase
administrative dans laquelle il se trouve. C'est peut-être
compréhensible dans une logique administrative, mais cela
correspond peu au vécu de la personne concernée. En effet, celle-ci
n'est pas au courant des phases administratives et est donc plus
Door personeel van het BIPT en
de FOD P&O ter beschikking te
stellen, hebben wij grotendeels de
suggestie van BPR gevolgd.
Volgens BPR moet de
aanwezigheid van het contractueel
tijdelijk personeel in de dienst
echter worden bestendigd. Voor
het personeel van de FOD P&O en
het IBPT zou dat betekenen dat
zij, samen met de daarmee
overeenstemmende begrotings-
kredieten, definitief naar de FOD
Sociale Zekerheid worden
overgeheveld. Dat zou voor maart
moeten gebeuren.
Ten slotte werden problemen
blootgelegd in de algemene
communicatie en de fysieke
documentenstroom. Er zouden
kleine verbeteringen kunnen
worden aangebracht zonder dat
daarvoor forse investeringen
hoeven te worden gedaan, maar
niet al die verbeteringen zullen een
rechtstreeks effect op de
verwerking van de dossiers
hebben!
Diepgaander wijzigingen zouden
tevens een volledige follow-up van
een dossier op één plaats mogelijk
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
intéressée par un point de contact unique, la station de travail, où
l'ensemble de son dossier est connu. Cet exemple illustre, par
ailleurs, que toutes les modifications de procédure ne ciblent pas
instantanément des changements de productivité mais rendent
également un meilleur service au public.
Le BPR observe toutefois que de tels changements plus profonds
supposent que le retard soit comblé. En effet, le fonctionnement d'un
service peut seulement changer de manière radicale dans une
situation normalisée. Si pas, on risque d'aggraver encore la situation.
moeten maken.
BPR wijst erop dat om dergelijke
wijzigingen te kunnen doorvoeren,
de achterstand eerst moet zijn
weggewerkt en de situatie moet
genormaliseerd zijn.
Ik merk op dat de quick wins niet altijd verzoenbaar zijn met meer
fundamentele ingrepen op langere termijn. De ingrepen op lange
termijn wijzigen de werking immers ingrijpend en wijzigen dus ook de
processen waarop de quick wins vaak geënt zijn. Het aantal quick
wins kan dus...
Un résultat rapide n'est pas
toujours conciliable avec des
modifications fondamentales à
long terme.
Je viens de l'expliquer, il s'agit d'interventions spécifiques ou
d'interventions rapides. Ce terme a été imaginé par le BPR, ce n'est
pas mon invention. Je vous fais part des informations qui m'ont été
communiquées, en réponse à votre demande.
Die term stamt uit de BPR.
Een aantal quick wins kan dus door de ingrepen op lange termijn
ongedaan worden gemaakt. De opportuniteit van de implementatie
van een quick win moet dan ook worden bekeken in het licht van het
tijdsbestek waarbinnen men meer fundamentele ingrepen kan
realiseren.
Il faut considérer le fait que les
quick wins peuvent être annulés
par des interventions à long terme.
En outre, et vous l'aurez remarqué, plusieurs solutions sont souvent
possibles pour un certain nombre de problèmes et le BPR ne se
prononce pas dans son rapport en faveur de l'une ou l'autre piste. La
décision finale appartient évidemment aux responsables des services
et aux responsables politiques.
De nombreuses propositions de modifications, qui affluent tant de
l'administration que du BPR, sont aujourd'hui un fait. Nous avons
donc une somme de propositions actuellement, j'ai d'ailleurs moi-
même des idées. Sans vouloir me focaliser sur le sujet, je peux
donner ici une idée de la direction dans laquelle je souhaite travailler.
Je me centre donc sur les objectifs et moins sur la façon de les
réaliser, tout d'abord parce que l'exécution administrative est une
responsabilité de l'administration et non du responsable politique et,
ensuite, parce que j'estime qu'une bonne gestion suppose que l'on
parle en premier lieu avec le service concerné, comme ce fut
d'ailleurs le cas pour les actions que j'ai déjà réalisées.
Je tiens à arriver très rapidement à une situation dans laquelle 80 à
90% des décisions sont prises endéans les huit mois et, à terme,
endéans les six mois. Cela signifie en effet que 10 à 20% des
dossiers prendront encore plus de huit mois ou plus de six mois, mais
c'est un objectif réaliste et cela engendrera en tout cas une nette
amélioration de la situation. Les pourcentages exacts doivent encore
être définis, mais je tiens à rester dans cet ordre de grandeur.
Un certain nombre de mesures doivent être prises à cette fin, dont
l'exécution d'un certain nombre je m'excuse - de "quick wins" du
BPR. Cela signifie donc que nous devrons nous immiscer dans le
Er stromen tal van voorstellen tot
wijziging binnen, zowel uit de
administratie als vanwege de BPR.
Ik wil mij vooral toespitsen op de
doelstellingen en niet zozeer op de
manier om ze te realiseren.
Het is mijn bedoeling zo snel
mogelijk tot een situatie te komen
waarbij 80 tot 90% van de
beslissingen binnen acht maanden
en op termijn, zes maanden
worden genomen. Daartoe zullen
wij in de concrete werking van de
dienst moeten ingrijpen. Zo zal
voortaan elk binnenkomend
document binnen 24 uur moeten
worden geregistreerd, wat van
cruciaal belang is om de reële
werkbelasting nauwkeurig te
kunnen meten en de hele keten
optimaal te laten werken.
Ik hoop tegen begin 2005 in het
kader van de betrekkingen met de
gemeenten over een volledig
elektronische voorbereiding en
registratie van de dossiers te
kunnen beschikken, waardoor een
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
fonctionnement concret du service, et ce dans toutes les phases du
traitement administratif en commençant par le courrier entrant,
l'enregistrement, la répartition des documents, etc.
Ainsi, l'enregistrement doit désormais avoir enregistré tout document
entrant dans les 24 heures. Cela a l'air d'un simple maillon dans
l'ensemble, mais il est crucial pour une mesure exacte de la charge
réelle de travail et pour un bon fonctionnement de tous les services
qui suivent dans la chaîne.
D'ailleurs, si mon projet d'informatisation de la communication avec
les communes est approuvé, j'espère alors pouvoir disposer, d'ici le
début 2005, d'une préparation et d'un enregistrement des dossiers
totalement électroniques, ce qui ne pourra engendrer qu'un gain
d'efficacité assez considérable.
en ander veel efficiënter zal
kunnen worden aangepakt.
Ik zal ondertussen ook nagaan of in de reglementering nog
verbeteringen kunnen worden toegevoegd aan de hervorming die mijn
voorgangster reeds in gang zette. Ik denk daarbij aan een
vereenvoudiging van de bestaande middelendefinitie voor de
tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Dat kan de verificatietijden
bij Financiën verkorten. Ondertussen heeft mijn kabinet reeds
vergaderd met de diensten van Financiën over een semi-
automatische gegevensuitwisseling, hetgeen enkele weken tijdwinst
kan opleveren.
Entre-temps, je vérifierai aussi si
la réglementation peut encore être
améliorée. Une simplification de la
définition actuelle des moyens
destinés aux allocations pour les
personnes âgées constitue une
piste qui permettrait d'abréger le
délai de vérification au sein du
département des Finances. Un
échange de données semi-
automatique avec ce même
département permettrait égale-
ment un gain de temps.
Lors des négociations budgétaires 2004, j'ai effectivement obtenu un
renfort du personnel: 20 membres de personnel contractuel
supplémentaires et 21 membres de personnel issus de l'ancien IBPT.
Je suis tout à fait d'accord avec vous, ces efforts ne forment pas de
base durable pour un bon fonctionnement du service. C'est la raison
pour laquelle j'ai entamé, il y a quelques semaines, un certain nombre
de concertations avec les ministres concernés afin de pouvoir
consolider les efforts après 2004.
Au même moment, je grouperais également les fonctions de
communications qui sont encore dispersées dans divers services dont
une première forme de "call center" qui doit être capable de répondre
instantanément à 70 à 80% de toutes les demandes téléphoniques.
Le pourcentage exact sera fixé dans le cadre du volet
d'implémentation du BPR qui commence déjà ce mois-ci. Il ne faudra
donc plus contacter les services de traitement que pour les 20 à 30%
restants. Cela doit permettre aux services de pouvoir améliorer, d'une
part, leur productivité et, d'autre part, l'accueil téléphonique des
demandeurs d'un point de vue qualitatif. Ceci signifie une accessibilité
bien plus grande, une continuité importante dans l'occupation des
téléphones, l'uniformisation de la distribution de l'information, etc. Ce
dernier point est, du reste également, une proposition du BPR.
Bij de onderhandelingen over de
begroting 2004 heb ik 20
bijkomende contractuele
medewerkers en 21 extra
personeelsleden van het vroegere
BIPT in de wacht gesleept. Ik heb
met de betrokken ministers
besprekingen aangeknoopt om die
inspanningen na 2004 te
consolideren.
Tegelijk zou ik ook de nu nog over
verschillende diensten
versnipperde communicatie-
functies groeperen om 70 à 80%
van alle telefonische aanvragen
onmiddellijk te kunnen
beantwoorden, waardoor de
diensten hun productiviteit zullen
kunnen verhogen en de mensen
ook beter zullen kunnen helpen
aan de telefoon.
Vanzelfsprekend zijn dit maar enkele voorbeelden van mogelijke
ingrepen. Het lijkt mij trouwens niet zinvol om de wagen van bij het
begin te overladen. Van een overwerkte dienst met meer dan 300
personeelsleden mag men immers niet verwachten dat hij van de ene
Il n'est pas souhaitable d'intervenir
de manière excessive au sein d'un
service surchargé de travail qui
compte plus de 300 personnes. Il
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
dag op de andere bestaande processen zomaar overboord gooit. Ik
geloof dan ook meer in een aantal gerichte en concrete bijsturingen
met reële impact en merkbare verbeteringen voor de betrokken
mensen met een handicap.
est à mon avis préférable de
procéder à de legers réaménage-
ments qui ont un impact réel.
De voorzitter: Zoals het Reglement voorschrijft, heeft elke interpellant recht op een repliek van vijf
minuten. Ik wil het Reglement ruim interpreteren door ook de heer D'haeseleer, die weerhouden was in de
commissie voor de Volksgezondheid, de toelating te geven om te repliceren.
03.07 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, ik dank u voor uw heel uitgebreid antwoord, waarbij
u ons een beetje hebt overvallen met cijfers allerhande en uittreksels
uit diverse documenten. Ik kijk dus met belangstelling uit naar het
moment dat u ik dank u dat u op mijn vraag ingaat de interne audit
ook op de website publiceert. Dat zal ons in staat stellen om nog veel
meer zicht te krijgen op de problematiek en op de werkelijke noden en
prioriteiten.
Ik heb mij in de mate van het mogelijke, aan de hand van uw
antwoorden, een beeld proberen te vormen van de situatie en van de
uitzichten op verbetering. U hebt het herhaaldelijk over de quick wins
gehad. Ik weet niet of mensen met een handicap zo vlug quick
winners zullen zijn. Ik hoop het voor hen. Ik weet trouwens niet of
mensen met een handicap sowieso winners kunnen zijn, maar ik
hoop dat zij binnen een hele korte termijn soelaas kunnen
verwachten. Het is blijkbaar toch een zeer breed gedragen
verwachting en wens van het Parlement, waarop u ook wenst in te
spelen. Ik weet dat u nieuw bent in dit ambt, maar het is toch een
aanslepend zeer.
Ik ben zo vrij om het niet helemaal eens te zijn met uw diagnose
inzake de achterstand. U zegt dat er eigenlijk maar een achterstand
van 37.000 dossiers is. U vertrekt van 77.000 dossiers, maar u trekt
daarvan af wat normaal binnen de wettelijke behandelingstermijn valt
dat gaat om 40.000 dossiers , dus blijven er 37.000 over. Ik denk
dat u louter in de cijfers gelijk hebt. Ik stel alleen de vraag of niet alle
77.000 dossiers met achterstand worden behandeld. Ik denk niet dat
er een omkering is van behandeling. Ik denk dat uiteindelijk iedereen
te laat wordt behandeld, met dien verstande dat er nog bij zijn die vele
maanden buiten de termijn vallen. Of het nu om het 77.000ste of om
het 37.000ste dossier gaat, ik denk dat ze op dit ogenblik allemaal als
lot hebben dat ze buiten de wettelijke termijn worden behandeld. Dit is
niet zo rooskleurig.
U bent afhankelijk van externen. Collega Goutry heeft er ook nog
eens op gewezen dat het vooral in contractuele medische relaties
blijkbaar heel lang duurt. Wat mij bijzonder ergert, is dat de Staat er
ook niet in slaagt om intern snel en efficiënt te werken. Voor 15
procent van de gevallen moet u meer dan zes maanden wachten op
de informatie van de eigen Federale Openbare Dienst Financiën. Dit
is toch godgeklaagd in het tijdperk van informatica, kruispuntbanken
en allerhande uitwisseling van informatie. Ik heb het deze week nog
eens beleefd inzake penale boeten, waar men het meemaakt dat het
in een aantal rechtbanken meer dan zes maanden duurt voor het
dossier van de griffie naar de dienst Penale Boeten gaat. Ik hoor hier
van u eigenlijk, mutatis mutandis, hetzelfde. Voor 15 procent van de
gevallen wacht u meer dan zes maanden voor een aantal gevallen
vele maanden op informatie van de Federale Openbare Dienst
03.07 Geert Bourgeois (N-VA):
Je prendrai connaissance de
l'audit sur le site web. J'espère
qu'une aide sera apportée sous
peu aux personnes affectées d'un
handicap.
Je ne partage pas tout à fait
l'analyse concernant le retard.
Qu'il s'agisse de 37.000 dossiers
ou de 77.000, chaque dossier qui
n'est pas traité dans le délai légal
en est un de trop.
La ministre a raison de dire que
tout traîne et que l'on dépend de
personnes extérieures. Ce qui est
plus grave, c'est que des erreurs
internes ont également été
commises. Ainsi, dans 15% des
cas, il faut attendre six mois les
informations du SPF Finances.
Les pouvoirs publics manquent
manifestement à leur devoir.
Le ministre attend beaucoup du
personnel temporaire supplémen-
taire pour ce qui est de la
résorption du retard. Pour le
surplus, elle estime qu'un effectif
normal doit suffire pour éviter de
générer un nouveau retard. La
perspective du vieillissement de la
population commanderait peut-
être de ne pas réduire l'effectif du
service. Je me demande pourtant
si du personnel dûment formé et
équipé ne serait en mesure de
s'acquitter plus rapidement de la
tâche.
Je n'ai pas eu de réponse à ma
question sur l'impact budgétaire.
Les efforts pour combler le retard
et le paiement des arriérés et des
intérêts ne feront en effet
qu''accroître les dépenses pour
2004.
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Financiën. Ik meen dat dit vanwege de overheid niet kan. Dit is een
echte abdicatie van de overheid. Daaraan moet worden gewerkt.
U verwacht veel van dat tijdelijk bijkomend personeel. U zegt dat u het
werk met de huidige bezetting en staf eigenlijk aankunt en dat er geen
bijkomende achterstand zou moeten worden gegenereerd. U
relativeert de stelling dat het met minder mensen zou kunnen. Ik
meen dat u met minder mensen meer zou kunnen, maar u hebt, de
vergrijzing in acht genomen, gelijk dat het waarschijnlijk wenselijk is
om die staf te behouden. Ik wil u wel de vraag stellen of het met een
doorgedreven informatisering toch niet sneller zou kunnen.
Wat de budgettaire weerslag betreft, heb ik niet echt een afdoend
antwoord gekregen. U hebt gelijk dat elk dossier betaald moet
worden. Een snelle behandeling heeft wel een repercussie op het
jaar. Meer dossiers zullen vroeger in het jaar uitbetaald moeten
worden. Op dit ogenblik moet u de achterstand inlopen en
achterstallen betalen, soms met intrest, jammer genoeg. Mochten de
dossiers op zeer korte termijn worden afgewerkt, groeit de uitgave
voor 2004 omdat de betalingen sneller van start gaan.
U wenst de nota die werd opgesteld voor de
regeringsonderhandelaars niet mee te delen. U zegt dat dit niet
gepast zou zijn. Dit is geen sterk antwoord. In deze tijd van
openbaarheid van bestuur moet, mijns inziens, alles kunnen worden
meegedeeld. Ik til er niet zwaar aan omdat u de audit online zult
plaatsen en we er kennis van zullen kunnen nemen. Voor de
geïnteresseerden onder ons is dat het belangrijkste. Op die manier
zullen we kennis krijgen van de voornaamste knelpunten.
Mevrouw de staatssecretaris, u bent niet ambitieus genoeg. Ik kan
begrijpen dat u op korte termijn niet alles kunt rechtzetten. Het zou
zeer incorrect zijn van u te eisen dat u in het eerste kwartaal van 2004
de immense achterstand volledig wegwerkt. U hebt verklaard dat uw
eerste doel is 80% van de dossiers af te handelen binnen acht
maanden en daarna zes maanden. Dit betekent dat nog steeds 20%
langer dan zes maanden moet wachten. In Vlaanderen heerst er heel
veel commotie omdat men in vele gemeenten langer dan 75 dagen
moet wachten op het afleveren van een bouwvergunning. Hier gaat
het over mensen met een handicap! Uw ambitie is de dossiers rond te
krijgen binnen zes maanden! Dat is niet ambitieus genoeg. U moet
een kortere termijn nastreven. Financiën moet meewerken zodat het
sneller kan. Ook de medische dossiers moeten sneller kunnen
afgehandeld worden. Op die manier zou een normaal dossier binnen
drie tot vier maanden kunnen zijn afgehandeld met een snelle en
klantvriendelijke bediening van de mensen en een snelle
communicatie over de stand van het dossier.
Ik dring erop aan niet alleen te denken aan een aantal quick wins,
maar echt een doelstelling te formuleren die getuigt van ambitie.
Indien u tot de conclusie komt dat u meer mensen, meer middelen en
meer informatica nodig hebt, moet u een tijdspad uitstippelen. De
wetgeving moet, mijns inziens, zeker aangepast worden. De termijn
van acht maanden is écht voorbijgestreefd, zeker in het tijdperk van
de informatica. In dit tijdperk is zes maanden te veel, zeker omdat we
voor vele zaken in de samenleving een veel snellere administratieve
afhandeling verwachten en eisen.
La secrétaire d'Etat refuse de
communiquer le contenu de la
note rédigée à l'attention des
négociateurs gouvernementaux.
Heureusement, l'audit pourra être
consulté en ligne.
La secrétaire d'Etat manque
d'ambition. Elle déclare vouloir
traiter 80% des dossiers dans un
délai de huit mois, ce qui signifie
aussi que 20% des dossiers
devront attendre plus longtemps.
Pourquoi ne vise-t-elle pas plus
haut, et n'écourte-t-elle pas les
délais? Il doit aujourd'hui être
possible de traiter un dossier en
trois à quatre mois. Si la
réalisation de cet objectif requiert
plus de personnel, plus de moyens
et plus de ressources
informatiques, que la secrétaire
d'Etat les demande au
gouvernement!
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
De voorzitter: Mevrouw Gerkens heeft met de andere sprekers een akkoord om als volgende spreker te
repliceren omdat zij nog verplichtingen heeft in andere commissies.
03.08 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, il est vrai
que je dois me rendre dans une autre commission.
En fait, ma réplique sera courte. J'estime que l'idéal serait de pouvoir
assurer le suivi des mesures que vous mettrez en place et le suivi de
ce qui se passera au sein de cette administration au fil des mois. En
effet, il sera important d'observer l'impact des mesures qui seront
décidées dans le traitement de ces dossiers.
Même si vous dites que ces problèmes ne sont pas vraiment
structurels, puisque le nombre de dossiers traités est le même que le
nombre de dossiers entrants, je reste néanmoins convaincue, en
entendant les divers points relevés, que l'audit soulève des problèmes
qui datent, liés aux modes de fonctionnement ou de procédures, aux
types de renseignements demandés ou aux modes de transmission
de ces demandes.
Dès lors, un suivi régulier est important. Il serait donc intéressant de
pouvoir suivre cela de mois en mois pour juger de l'efficacité d'une
mesure et pour analyser les manières de simplifier le traitement et la
transmission des informations.
J'insiste vraiment pour que ce retard soit résorbé parce qu'il pose
vraiment problème aux personnes, non seulement sur le plan
financier mais aussi sur la considération qu'on leur porte et qu'elles
peuvent donc se porter à elles-mêmes.
03.08 Muriel Gerkens (ECOLO):
U beweert dat het niet om
structurele problemen in de ware
betekenis van het woord gaat,
maar de audit heeft aangetoond
dat sommige problemen niet
nieuw zijn. Om het effect van de
maatregelen vast te stellen zou
men idealiter de evolutie binnen
deze administratie over een
periode van verscheidene
maanden moeten kunnen volgen.
Deze achterstand moet worden
weggewerkt omdat de mensen er
werkelijk onder lijden, niet alleen
financieel, maar ook op het vlak
van maatschappelijk aanzien en
van zelfrespect.
03.09 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, collega's, ten eerste formuleer ik de volgende
conclusie. Dat is eigenlijk een vaststelling die u zelf hebt gemaakt.
Mijzelf was het nog niet zo opgevallen. Vooral sedert 1999 zijn de
behandelingstermijnen flink verlengd. U hebt de cijfers genoemd. Het
is dus wel erg dat u moet toegeven dat sinds paars aan de macht is
voor de gehandicapten duidelijk minder wordt gedaan. Maar paars
blijft wel spreken over wat goed is voor de mensen.
Ten tweede, u hebt inderdaad een zeer lage ambitie. U coacht de
achterstand en niet de voorsprong. U zou niet de achterstand moeten
coachen, u zou zich moeten afvragen hoe u kunt winnen en
voorsprong verkrijgen. U moet ervoor zorgen fier te kunnen zijn dat er
geen acht maanden meer nodig zijn om te beslissen. Dat is een norm
van tien jaar geleden die totaal achterhaald is. Er bestaat informatica.
Gegevens kunnen zeer snel doorgespeeld worden. Dat kon tien jaar
geleden niet. Toen zaten we nog in het begin van het tijdperk van de
netwerken. U hebt heden dus een ambitie van tien jaar geleden, die u
trouwens niet haalt. Ik vind dat een zeer lage ambitie, vooral van
iemand die de helft van zijn tijd misschien zelfs nog meer niets
anders moet doen dan zich met die zaak bezig te houden. Als ik
daarop gezet zou worden, dan werkte ik dag en nacht opdat ik
voorsprong zou verkrijgen in plaats van achterstand.
Ten derde, uw achterstand zou nog begrijpelijk zijn als u geen beroep
kon doen op een staatssecretaris. Er is nu een staatssecretaris die
zich met niets anders moet bezighouden dan met de administratieve
vereenvoudiging. Paars spreekt over "snel en efficiënt". Gedaan met
03.09 Luc Goutry (CD&V): Les
délais de traitement se sont
considérablement allongés depuis
1999. Les ambitions de la
secrétaire d'Etat sont en outre
particulièrement modestes. Elle
s'occupe de l'arriéré et non pas de
l'avance que l'on pourrait prendre.
Les technologies modernes
permettent un échange rapide des
données, ce qui était impossible il
y a dix ans. Un délai de huit mois
n'est donc plus nécessaire pour
prendre des décisions. Pourquoi le
secrétaire d'Etat à la simplification
administrative ne s'occupe-t-il pas
de ce dossier?
Les vingt ou trente personnes
supplémentaires ne suffiront pas.
Nous avons besoin de personnes
expertes et nous devons investir
dans la formation. Il ne faut pas
créer un service que l'on fuirait
comme la peste parce que toute
perspective d'avenir y est absente
et parce que le service est mal
dirigé.
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
de mensen voor de gek te houden. Het moet nu allemaal veel beter
zijn dan vroeger. Het zieke België moet nu een snel en efficiënt land
worden. Er wordt een staatssecretaris aangesteld voor de
Administratieve Vereenvoudiging. Hij houdt zich bezig met de vaders
het plezier af te nemen naar het stadhuis te gaan om de geboorte van
hun kind aan te geven. Hij zou zich verdorie beter bezighouden met
dat dossier, met dergelijke dingen, en beter de echte problemen van
de mensen aanpakken in plaats van spelletjes te spelen en zichzelf
interessant te maken.
Ten vierde, u spreekt over bijkomende mensen. U mag nog twintig of
dertig mensen aanstellen van het type dat u vernoemt. Ik voorspel u
dat u daarmee geen oplossing bereikt. Ik zeg u dat met de beste wil
van de wereld, niet om u te pesten. Dat is geen enkele oplossing. U
moet deskundige mensen hebben en investeren in vorming. U moet
geen mensen aanstellen die hun tijd komen uitzitten omdat zij op een
andere administratie geen werk meer hebben. Daar moeten ook
jonge en ambitieuze mensen zitten met een goed contract die zin
hebben om van die dienst iets te maken, en niet, zoals al vele jaren
gebeurt, een dienst creëren die gemeden wordt als de pest omdat er,
ten eerste, bijna geen toekomstverwachting is en, ten tweede, omdat
de mensen teveel moeten werken als ze erheen gaan door de slechte
coaching van die dienst.
Ten vijfde, het is echt een kwestie van moreel en ethiek. U spreekt
hele dagen over zorgvuldig bestuur. U zou hetzelfde eens moeten
doen met werknemers. Binnen de kortste keren is het kot afgebroken.
Er zullen stakingen en werkweigeringen zijn. Met de gehandicapte
mensen, die zo kwetsbaar zijn en zo afhankelijk van anderen, kan
men het presteren dat men hen voor de gek houdt en dat men die
mensen wekelijks de sociale dienst laat opbellen, tussenbeide laat
komen, brieven laat schrijven, laat telefoneren om te vragen of hun
recht eindelijk gerespecteerd zal worden.
Ten zesde, tegen het einde van deze week probeert men op de dienst
met man en macht recht te zetten wat er verkeerd is gegaan als
gevolg van de programmawet en de foute koninklijke besluiten die zijn
genomen.
Men is de achterstand dus nog aan het vergroten. Men heeft de
koninklijk besluiten immers niet kunnen uitvoeren. Men gaat ze
uitstellen tot 1 juli daar hebben wij zelf om gevraagd en nu is men
de boel aan het opkuisen die het gevolg is van de vroegere foute
beslissingen. In juli gaat men beginnen met het rechtzetten van de
komende beslissingen. U moet zich eens voorstellen wat voor een
poespas dat is, en dat terwijl wij ik herhaal het vier jaar lang een
regeringscommissaris hadden voor het gehandicaptenbeleid. Die had
niets anders te doen dan daarmee bezig zijn onder de voogdij van de
minister van Sociale Zaken. Het is een levende schande en dat zou
men eigenlijk aan de mensen bekend moeten maken. Het is een
levende schande dat men iemand in de regering de
verantwoordelijkheid geeft voor niets anders dan het
gehandicaptenbeleid, dat die het presteert de dossiers nog later af te
werken en achteruit te laten gaan en dat men de mensen meer dan
een jaar laat wachten voor zij weten of zij wel of niet recht hebben op
een tegemoetkoming voor gehandicapten. Het gaat bovendien slechts
om een minimex, een minimale tegemoetkoming.
Il s'agit véritablement d'une
question d'éthique. Nous faisons
preuve d'une incroyable négli-
gence vis-à-vis de personnes
présentant un handicap. Le
service tente à présent de rectifier
pour la fin de la semaine ce qui a
été mal fait dans la loi-programme
et dans les arrêtés royaux.
La publication des arrêtés royaux
est reportée au 1
er
juillet, ce qui ne
fait qu'augmenter encore le retard.
Pendant quatre années, un
commissaire du gouvernement à
la politique des handicapés a
laissé pourrir le problème. C'est
une véritable honte. Ma motion
concerne la résorption de l'arriéré
et l'avenir. Le service doit
contracter une obligation de
résultat. Cette motion est le
résultat d'une véritable
préoccupation et non pas d'un
réflexe de membre de l'opposition.
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Dit is geen oppositietaal, collega's. U kunt mij na tien jaar zagen en
pramen niet verwijten dat ik dit doe om oppositie te voeren. Ik doe het
vanuit het diepste van mijn hart en mijn geweten. Ik dien nu een motie
in die, ten eerste, de regering vraagt zich te verbinden op korte
termijn. Een extra inspanning is nodig om de achterstand weg te
werken. Dat zal niet met twintig mensen kunnen gebeuren. Ten
tweede, vraagt mijn motie dat men een toekomstvisie zou ontwikkelen
waarbij men resultaatsverbintenissen naar voren schuift, waarbij men
zegt: het moet gedaan zijn, tegen die tijd gaan we over die dossiers
beslissen en daarmee basta. Wie er niet in thuishoort moet dan maar
niet meedoen. Er zijn mensen genoeg die willen werken in dit land.
Wel, betaal ze behoorlijk, geef ze een goed statuut en zet ze op die
dienst die zeer belangrijk is.
03.10 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris,
aansluitend bij wat de collega's gezegd hebben, moet ik mijn
ontgoocheling uitdrukken over het feit dat wij na vier interpellaties
naar huis gaan zonder concreet vooruitzicht. Als vanavond een van de
gehandicapten met een hangend dossier mij vraagt wanneer het nu
zal opgelost zijn, en of voor hem of voor haar nog het risico bestaat
dat dit na de wettelijk toegestane termijn gebeurt, zal ik moeten
antwoorden dat ik het niet weet en dat ik het hier niet aan de weet
gekomen ben.
Nu, mevrouw de staatssecretaris, ik denk met een zeker heimwee
terug ik heb dat ook naar aanleiding van de beleidsnota en de
begroting gezegd aan de jaren toen de dienst Uitkeringen aan
Gehandicapten op informaticagebied eigenlijk de meest performante
dienst was die wij kenden. Ik heb u verteld dat ik toen meer betrokken
was bij de werkloosheid en dat ik toen met jaloerse ogen keek naar
hoe zij met de eerste kennissystemen omgingen en hoe zij in staat
waren om op spectaculaire wijze de termijnen waarbinnen de dossiers
behandeld werden te verminderen. Het personeel kon ook tot zijn
enorme tevredenheid de dossiers afhandelen zonder zich te hoeven
bezighouden met alle mogelijke punten en komma's van de
reglementering.
Vandaag zitten we in de situatie die de collega's en ik zelf hier
beschreven hebben. Mevrouw de minister, u hebt zelf berekend dat
als u zeventig extra personeelsleden tijdelijk, daar discussiëren we
niet over krijgt de achterstand binnen achttien maanden weggewerkt
is. Mijn vraag was heel concreet en ik heb daar geen concreet
antwoord op gekregen. Krijgt u van de regering die zeventig mensen
die nodig zijn om binnen anderhalf jaar, achttien maanden, de
achterstand weg te werken? Krijgt u die of krijgt u die niet? Als u er
maar veertig krijgt, heb ik uitgerekend dat het eenendertig maanden
duurt. Bereken met de regel van drie allen die hier in de zaal zitten
hebben die regel nog geleerd - hoe lang het duurt als u er maar
twintig of dertig krijgt. Als ik naar het terrein ga, wil ik de mensen
kunnen zeggen dat de achterstand er erg genoeg is, maar dat de
regering beslist heeft dat er zeventig mensen bij zullen komen en dat
de achterstand dus binnen achttien maanden weggewerkt zal zijn, of
dat de regering zegt dat er geen geld is en dat het er dus maar veertig
zullen zijn waardoor het eenendertig maanden zal duren, of iets
daartussen. Ik zou dat heel graag concreet weten. Is die beslissing
formeel een regeringsbeslissing?
03.10 Greta D'hondt (CD&V): Je
suis également déçue par le fait
que la secrétaire d'Etat n'a pas pu
nous présenter de véritables
perspectives concrètes. Où est
passé le temps où le service des
allocations aux handicapés
fonctionnait à la satisfaction de
tous.
Ma question relative au
recrutement éventuel de septante
agents supplémentaires pour
résorber l'arriéré en l'espace d'une
année et demie n'a pas reçu de
réponse. Avec quarante
personnes, la résorption de
l'arriéré prendra trente et un mois.
Que décide le gouvernement?
03.11 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik 03.11 Guy D'haeseleer
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
dank u dat u mij alsnog het woord geeft. Ik was weerhouden in een
andere commissie.
Ik zal uiteraard niet alles herhalen wat de collega's al hebben gezegd,
maar ik mag gerust stellen dat de problematiek die vandaag is
besproken jammer genoeg aantoont dat we nog zeer ver verwijderd
zijn van de zogenaamde modelstaat, een woord dat de leden van
deze paars-groene regering zo graag en zo dikwijls in de mond
nemen. Sta mij toe, mijnheer de voorzitter, nog kort even lezing te
geven van een stuk uit de beleidsbrief van de staatssecretaris die zegt
dat: "...we in tussentijd kunnen vaststellen dat de
personeelsversterking wel degelijk resultaten begint af te werpen.
Indien deze trend zich doorzet" zegt mevrouw de staatssecretaris in
haar beleidsbrief "zal tegen het einde van 2004 al een aanzienlijke
verbetering inzake de behandelingstermijnen merkbaar zijn".
Mevrouw de staatssecretaris, tussen de beleidsbrief en de
werkelijkheid ligt, zeker wat deze materie betreft, wel een wereld van
verschil. Wat mij vandaag vooral interesseerde was op welke wijze en
op welke manier u deze gigantische achterstand in dossiers voor
personen met een handicap, deze eigenlijke schandvlek, zou
uitwissen. Het is vooral ook een personeelsprobleem, u zult dat
beamen. U hebt in uw antwoord gezegd dat u veertig extra
personeelsleden gaat aanwerven. Daarvan waren er eigenlijk twintig
voorzien in de begroting voor 2004, maar ik meen dat u tegen beter
weten in gelooft dat deze extra personeelsleden de toestand
fundamenteel zullen oplossen. De heer Goutry heeft er ook al allusie
op gemaakt dat er bij die veertig dan nog twintig personeelsleden
zitten die overkomen van een andere dienst om daar hun tijd te
komen passeren omdat ze bij een andere FOD weinig of geen werk
hebben. Ik denk dan ook dat u uzelf blaasjes wijsmaakt, dat uw
antwoord onvoldoende is en dat u, zoals de collega's al hebben
gezegd, de lat heel laag hebt gelegd.
Wat de personeelsleden betreft, wil ik nogmaals verwijzen naar de
interne audit die stelt dat er nood is aan 80 bijkomende
personeelsleden. Zoals collega D'hondt reeds zei, zou het zelfs met
die 80 bijkomende personeelsleden nog 18 maanden duren vooraleer
de achterstand weggewerkt is. U weet dat, maar u neemt geen extra
maatregelen en legt zich neer bij de situatie. Ik vind dat hallucinant.
Voor mijn partij telt er maar één zaak en dat is dat er een oplossing
komt voor de dossiers van de personen met een handicap. Laten wij
vooral niet vergeten dat zij, zoals collega Goutry terecht stelt, behoren
tot de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. In dergelijke
dossiers moeten wij als parlementsleden durven zeggen dat wij lak
hebben aan begrotingsenveloppes, aan budgettaire beperkingen en
dies meer, maar dat er koste wat het kost een oplossing moet komen
voor dergelijke problemen.
Met het op dit ogenblik bekend gegeven, namelijk de inspanning die u
zult leveren 40 extra personeelsleden zal het inderdaad, zoals
collega D'hondt zegt, tot 2007 duren vooraleer de achterstand is
weggewerkt. Dat noemt men dan prioriteit geven aan het wegwerken
van de achterstand. U hebt die prioriteit duidelijk naar voren gebracht
in uw beleidsbrief. Dit is volgens mij lachwekkend en een kaakslag
voor alle gehandicapten die het slachtoffer zijn van dit onbehoorlijk
bestuur. Het is triestig om dat vast te stellen.
(VLAAMS BLOK): A l'évidence,
nous sommes encore à cent
lieues de l'Etat modèle que le
gouvernement aspire à créer. On
peut lire dans la note de politique
générale de la secrétaire d'Etat
que les renforts de personnel
commencent à porter leurs fruits.
Mais la réalité contredit
complètement cette note. La
secrétaire d'Etat pense-t-elle
vraiment que ces quarante agents
supplémentaires changeront
fondamentalement la situation?
On place la barre beaucoup trop
bas dans ce dossier.
La réponse de la ministre ne suffit
pas. D'après l'audit interne, quatre-
vingt membres du personnel
supplémentaires sont nécessaires
et, même en pareil cas, il faudrait
encore des mois pour résorber le
retard. Il y n'y aura que quarante
personnes supplémentaires, de
sorte que le retard ne sera résorbé
qu'en 2007. C'est tout bonnement
risible.
La secrétaire d'Etat déploiera-t-elle
des efforts supplémentaires pour
pouvoir traiter les nouveaux
dossiers dans les délais légaux?
Car je crains que si tel n'est pas le
cas, je déposerai une motion de
recommandation.
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Mevrouw de staatssecretaris, ik hoop dat u binnen de kortst mogelijke
termijn nog extra inspanningen doet zowel wat informatica als
personeel betreft, in overeenstemming met de audit, aangezien de nu
geleverde inspanningen immers onvoldoende zijn. Zodoende zouden
alle nieuwe dossiers binnen de wettelijke termijn kunnen worden
afgehandeld. Ik hoop dat u op termijn de wettelijke termijn drastisch
inkort en dat op zijn minst in de loop van dit jaar de schandvlek die de
achterstand met betrekking tot dit gigantisch aantal dossiers is, wordt
weggewerkt. Ik vrees echter dat dit niet het geval zal zijn en het is in
die zin dat ik een motie van aanbeveling indien.
03.12 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président,
madame la secrétaire d'Etat, je tenais à vous remercier pour la
réponse que vous avez apportée aux questions et aux multiples
informations bien intéressantes que vous nous avez données.
Personnellement, je trouve que nous pouvons être tous unanimement
d'accord pour admettre que ce serait formidable s'il était besoin de
moins de huit mois comme délai de traitement des dossiers, mais il
faut garder la tête froide en considérant tout ce qui doit être fait
justement pour les traiter.
Contrairement à ce qui a été dit jusqu'à présent, votre ambition n'est
certainement pas modeste: vous souhaitez respecter la législation en
gardant le même effectif de personnel, sans augmentation de
dépenses budgétaires et, en plus, tout en faisant face au
vieillissement de la population. Cela fait preuve d'idées intelligentes et
rationnelles.
03.12 Danielle Van Lombeek-
Jacobs (PS): Ik dank u voor uw
antwoord. Persoonlijk vind ik dat
het geweldig zou zijn mocht de
verwerkingstermijn tot minder dan
acht maanden kunnen worden
teruggebracht. In tegenstelling tot
wat werd gezegd, zijn uw ambities
niet bescheiden. U wil de
wetgeving naleven zonder de
uitgaven de hoogte in te jagen en
tegelijkertijd het probleem van de
vergrijzing aanpakken. Dat zijn
verstandige ideeën die getuigen
van redelijkheid.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Geert Bourgeois et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Geert Bourgeois et Luc Goutry, de Mme Greta D'hondt, de M. Guy
D'haeseleer et de Mme Muriel Gerkens
et la réponse de la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
- de s'engager à traiter les dossiers des personnes handicapées dans un délai moyen de 3 à 4 mois
maximum;
- d'établir un calendrier pour la réalisation de cet objectif et de prévoir à cet effet les moyens budgétaires,
matériels et personnels nécessaires."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Geert Bourgeois en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Geert Bourgeois en Luc Goutry, van mevrouw Greta D'hondt, van de
heer Guy D'haeseleer en van mevrouw Muriel Gerkens
en het antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan
de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
beveelt de regering aan
- zich te engageren tot het afhandelen van de dossiers van mensen met een handicap binnen een
gemiddelde termijn van 3, maximum 4 maanden;
- een tijdpad uit te tekenen om deze doelstelling te bereiken en daarvoor in de nodige budgettaire, materiële
en personele middelen te voorzien."
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Luc Goutry et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Geert Bourgeois et Luc Goutry, de Mme Greta D'hondt, de M. Guy
D'haeseleer et de Mme Muriel Gerkens
et la réponse de la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
1. de consentir à court terme un effort spécifique pour résorber définitivement l'arriéré chronique;
2. de prévoir d'urgence tous les moyens nécessaires, tant en termes de personnel qualifié et suffisant que
d'informatique, pour permettre à l'avenir au Service allocations aux personnes handicapées de traiter
l'ensemble des dossiers de demande dans le délai légal prévu."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door Luc Goutry en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Geert Bourgeois en Luc Goutry, van mevrouw Greta D'hondt, van de
heer Guy D'haeseleer en van mevrouw Muriel Gerkens
en het antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan
de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
1. een bijzondere inspanning te leveren op korte termijn om de chronische achterstand voor eens en altijd
weg te werken;
2. dringend alle nodige middelen te voorzien, zowel op het vlak van deskundig en voldoende personeel als
wat betreft de noodzakelijke informatica, zodat de Dienst tegemoetkomingen voor personen met een
handicap in de verdere toekomst alle aanvraagdossiers binnen de wettelijk vastgelegde termijn kan
afwerken."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par MM. Guy D'haeseleer et Koen Bultinck et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Geert Bourgeois et Luc Goutry, de Mme Greta D'hondt, de M. Guy
D'haeseleer et de Mme Muriel Gerkens
et la réponse de la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
- de mettre immédiatement tout en oeuvre, en matière de personnel comme de moyens informatiques, afin
que
a) tous les dossiers traités par le Service Handicapés soient traités dans le délai légalement prescrit;
b) l'arriéré actuel soit résorbé au plus tard fin 2004;
- de définir à brève échéance une procédure permettant de réduire très sensiblement le délai de
traitement."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Guy D'haeseleer en Koen Bultinck en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Geert Bourgeois en Luc Goutry, van mevrouw Greta D'hondt, van de
heer Guy D'haeseleer en van mevrouw Muriel Gerkens
en het antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan
de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
verzoekt de regering
- onmiddellijk alle nodige inspanningen te leveren, zowel op vlak van personeel en informatica, opdat
a) alle dossiers behandeld door de Dienst Gehandicapten binnen de wettelijke termijn worden afgewerkt;
b) de achterstand die momenteel bestaat tegen uiterlijk eind 2004 ongedaan wordt gemaakt;
- op korte termijn een procedure uit te werken die de behandelingstermijn drastisch inkort."
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block, Annelies Storms, Annemie
Turtelboom, Greet van Gool et Danielle Van Lombeek-Jacobs.
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block, Annelies Storms, Annemie
Turtelboom, Greet van Gool en Danielle Van Lombeek-Jacobs.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
exporteerbaarheid van kraamgeld en adoptiepremie" (nr. 1149)
04 Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'exportabilité de l'allocation de
naissance et de la prime d'adoption" (n° 1149)
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de staatssecretaris, in een omzendbrief van oktober 2003 heeft de
FOD Sociale Zekerheid aan de regering en aan de voorzitters van de
instellingen voor kinderbijslag laten weten dat de
kinderbijslaginstellingen voortaan worden verzocht om het kraamgeld
en de adoptiepremie uit te voeren wanneer iemand werkt in België en
als dusdanig ook aan de Belgische wetgeving is onderworpen, terwijl
het rechtgevende kind op het grondgebied van een andere lidstaat
dan België woont.
Die omzendbrief vloeit voort uit de rechtspraak van het Hof van
Justitie, die bepaalt dat een weigering tot het uitvoeren van het
kraamgeld en de adoptiepremie, moet worden beschouwd als
tegenstrijdig met verordening 1612/68 van 1968, meer bepaald met
artikel 7, §2 van die verordening.
Die omzendbrief heeft uitwerking op 1 juni 2001 en is maar van
toepassing op voorwaarde dat de geboorte plaatsvond na 31 mei
2001 of dat de adoptieakte na 31 mei 2001 is ondertekend. De
dossiers die tussen 1 juni 2001 en de datum van bekendmaking van
de omzendbrief zijn afgesloten, moeten alleen op vraag van de
sociaal verzekerden worden herzien of ambtshalve wanneer de
kinderbijslaginstellingen opnieuw moeten interveniëren in deze
dossiers.
Naar aanleiding van uw omzendbrief heb ik voor u twee vragen.
Waarom wordt er maar teruggegaan tot 1 juni 2001? Bestaat er een
mogelijkheid om verder in de tijd terug te keren?
Hoe moeten de betrokkenen hun rechten laten gelden? De dossiers
worden blijkbaar alleen op hun vraag herzien? Wat moeten zij juist
doen? Bestaat er geen mogelijkheid om hun rechten automatisch te
herzien? Volgens de huidige werkwijze bestaat er een ongelijkheid
tussen mensen die op de hoogte zijn van de omzendbrief en van wat
zij moeten doen en de mensen die het niet weten.
04.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Une circulaire d'octobre
2003 prévoit que les caisses
d'allocations familiales octroient
désormais l'allocation de
naissance et la prime d'adoption
aux travailleurs belges dont
l'enfant bénéficiaire réside dans un
autre Etat membre. Cette décision
découle d'un arrêt de la Cour de
justice, qui a jugé contraire au
règlement 1612/68 le refus de
payer une des deux sommes.
La circulaire est applicable avec
effet rétroactif au 1
er
juin 2001 aux
naissances ou aux adoptions
postérieures au 31 mai 2001.
N'est-il pas possible de remonter
plus loin dans le temps?
Manifestement, les dossiers ne
sont revus qu'à la demande
expresse des intéressés.
Comment doivent-ils faire valoir
leurs droits? Une inégalité apparaît
entre les personnes qui ont
connaissance de la circulaire et
celles qui l'ignorent.
04.02 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
l'allocation de naissance et la prime d'adoption sont deux prestations
sociales exclues du champ d'application matériel du règlement CEE
n° 1408/71 du Conseil du 14 juin 1971 qui est relatif à l'application des
régimes de sécurité sociale aux travailleurs salariés, aux travailleurs
non salariés et aux membres de leurs familles qui se déplacent à
l'intérieur de la Communauté. Ce règlement est la principale norme
juridique communautaire en matière de sécurité sociale.
04.02 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: Het kraamgeld en de
adoptiepremie vallen niet onder
het toepassingsgebied van de
Verordening (EEG) 1408/71 van
14 juni 1971, die de voornaamste
communautaire rechtsnorm inzake
sociale zekerheid vormt.
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Rekening houdend met deze uitsluiting heeft geen enkele lidstaat
wiens interne wetgeving voorziet in de toekenning van kraamgeld of
een adoptiepremie deze uitkeringen geëxporteerd op grond van deze
verordening.
Gelet op deze uitsluiting heeft
geen enkele lidstaat het
kraamgeld of de adoptiepremie op
grond van deze verordening
geëxporteerd.
La Cour de justice des Communautés européennes s'est penchée
récemment sur le problème de l'exportation de l'allocation de
naissance, en l'occurrence luxembourgeoise, en vertu du règlement
CEE n° 1612/68 du Conseil du 15 octobre 1968 relatif à la libre
circulation des travailleurs à l'intérieur de la Communauté. L'article 7
de ce dernier règlement consacre le principe d'interdiction de toute
discrimination fondée sur la nationalité et le principe d'égalité de
traitement des travailleurs.
La Cour a précisé à cette occasion que l'exclusion de l'allocation de
naissance et d'adoption du règlement CEE n° 1408/71 ne dispensait
pas les États membres de s'assurer que le règlement n° 1612/68 ne
faisait pas obstacle à l'imposition d'une condition de résidence. Dès
lors, étant donné cette jurisprudence récente développée par la Cour
de justice dans un arrêt rendu le 31 mai 2001 et à la demande
expresse de la Commission européenne, la Belgique a décidé
d'exporter dorénavant l'allocation de naissance et la prime d'adoption
sur base du règlement n° 1612/68. L'exportation de ces prestations
sociales a été prévue à partir du 1
er
juin 2001. Cette date a été
déterminée en tenant compte de la date de l'arrêt précité.
Het Europese Hof van Justitie
heeft zich onlangs gebogen over
de uitvoer van het kraamgeld, in
het licht van verordening EEG
1612/68 betreffende het vrij
verkeer van werknemers, waarin
elke discriminatie op grond van de
nationaliteit wordt verboden en het
beginsel van de gelijke
behandeling van werknemers
wordt bevestigd. Het Hof
bevestigde dat de uitsluiting van
het kraamgeld en de goedkeuring
van verordening EEG 1408/71 de
lidstaten niet vrijstelt van de
verplichting na te gaan of
verordening 1612/68 het opleggen
van een verblijfsvoorwaarde niet in
de weg staat. België besliste vanaf
1 juni 2001 het kraamgeld en de
adoptiepremie te exporteren op
basis van verordening 1612/68.
Ik vestig er in het bijzonder uw aandacht op dat België de enige
lidstaat is die zich aanpast aan de rechtspraak van het Hof van
Justitie. Op dit ogenblik exporteren de andere lidstaten waarop die
rechtspraak van toepassing is, de sociale uitkeringen niet.
Wat de herziening van de afgesloten dossiers op vraag van de sociale
verzekerden betreft, kan ik meedelen dat de maatregel rekening
probeert te houden met de praktische moeilijkheden waarmee de
kinderbijslaginstellingen worden geconfronteerd.
La Belgique est le seul Etat
membre à se conformer à la
jurisprudence de la Cour de
justice.
D'un point de vue pratique, la
révision des dossiers clôturés
pose problème aux organismes
d'allocations familiales.
En effet, les demandes d'allocations de naissance ou de primes
d'adoption ne constituent pas des données reprises par ces
organismes dans un répertoire particulier, ce qui empêche donc une
révision automatique de l'ensemble des dossiers.
De aanvragen om kraamgeld of
een adoptiepremie worden
inderdaad niet in een specifiek
register opgenomen, wat een
automatische herziening in de weg
staat.
04.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): ik dank de staatssecretaris voor
haar antwoord. Ik begrijp dat de datum vooral vastgelegd is in functie
van het arrest van het Hof van Justitie.
Wat de herziening betreft blijf ik het jammer vinden dat, ondanks mijn
begrip voor de reden, er geen automatische herziening kan gebeuren
omdat het er inderdaad op deze manier van afhangt of men het weet
of niet of men een herziening kan aanvragen of niet. Vandaar mijn
bijkomende vraag. Wordt aan deze maatregelen, buiten de
omzendbrief, op een andere manier bekendheid gegeven, zodat een
ruimere groep personen weet dat men een beroep kan doen op die
04.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Je comprends que la date a
été fixée principalement sur la
base de l'arrêt de la Cour de
Justice. Je continue à déplorer
que la révision ne se fasse pas
automatiquement. Une plus
grande publicité sera-t-elle donnée
à cette mesure pour qu'un nombre
plus important de personnes
puissent en bénéficier ?
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
exporteerbaarheid.
04.04 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Apparemment, il n'y aurait
pas d'autre moyen de le faire connaître puisque cela doit s'effectuer
par une circulaire.
04.04 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: Er zou kennelijk geen
andere manier zijn om hieraan
bekendheid te geven, want dat
moet bij omzendbrief gebeuren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greet van Gool aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de ongelijke behandeling
van gehuwden en samenwonenden inzake wezenbijslag" (nr. 1150)
- mevrouw Greet van Gool aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het arrest van 30 april 2003
van het Arbitragehof over de verschillende behandeling van wezen en de schending van de
Grondwet" (nr. 1190)
- de heer Bart Tommelein aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grondslag
van de verhoogde wezenbijslag" (nr. 1224)
05 Questions jointes de
- Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'inégalité de traitement entre conjoints et
cohabitants en ce qui concerne l'allocation d'orphelin" (n° 1150)
- Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'arrêt du 30 avril 2003 de la Cour
d'Arbitrage sur les différences de traitement entre les orphelins et la violation de la Constitution"
(n° 1190)
- M. Bart Tommelein au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les conditions
d'octroi des allocations familiales majorées d'orphelin" (n° 1224)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap,
toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au
ministre des Affaires sociales et de la Santé publique)
05.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de staatssecretaris, een weeskind heeft recht op bijzondere
kinderbijslag. Deze wezenbijslag valt weg wanneer de overlevende
vader of moeder een huwelijk aangaat of een nieuw gezin vormt.
Wijzigt de nieuwe gezinstoestand, dan kan er opnieuw wezenbijslag
worden toegekend.
Dat is het geval wanneer de overlevende ouder een huishouden had
gevormd en er later een einde wordt gemaakt aan het samenwonen.
Op dat ogenblik ontstaat er onmiddellijk opnieuw recht op de
wezenbijslag. Wanneer de overlevende ouder evenwel hertrouwd was
en aan dat nieuwe huwelijk een einde wordt gemaakt door feitelijke
scheiding, ontstaat er slechts opnieuw recht op de wezenbijslag
wanneer de feitelijke scheiding is bekrachtigd door een gerechtelijke
beschikking die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanwijst.
Het recht ontstaat dus niet vanaf de datum vanaf de feitelijke
scheiding, ook al kan ze duidelijk worden vastgesteld.
Deze toestand vormt een verschil in behandeling tussen gehuwden en
samenwonenden. In het ene geval is er recht op wezenbijslag vanaf
de datum van de gerechtelijke beschikking. In het andere geval
05.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les allocations familiales
majorées auxquelles un orphelin
peut prétendre sont supprimées
lorsque le parent survivant fonde
un nouveau un ménage. Si la
situation se modifie encore, les
allocations familiales peuvent être
reversées.
Lorsqu'un cohabitant se retrouve
seul, il a d'emblée droit aux
allocations. Mais celui qui met un
terme à son mariage par la
séparation de fait, ne perçoit ces
allocations que lorsque la
séparation de fait est consacrée
par une ordonnance judiciaire. Le
10 décembre 2003, la Cour
d'arbitrage a jugé que cette
inégalité était contraire à la
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
ontstaat er onmiddellijk recht op wezenbijslag. Die ongelijkheid werd
door het Arbitragehof in een arrest van 10 december 2003 als strijdig
met de Grondwet bestempeld.
Graag zou ik nu willen vragen of u op de hoogte bent van het verschil
in behandeling en of u een aanpassing van het bewuste artikel 56bis,
§1 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor
loonarbeiders overweegt.
Mijn tweede vraag is gelijkaardig, maar niet helemaal dezelfde. Ze
handelt ook over een arrest van het Arbitragehof, maar dan van 30
april 2003.
In dat arrest heeft het Arbitragehof bepaald dat artikel 56bis, §1 de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Het artikel maakt
immers een onderscheid tussen de wezen die recht hadden op
kinderbijslag naargelang bij het overlijden van een van de ouders de
rechthebbende een van de ouders was, dan wel een andere persoon
die deel uitmaakte van het gezin of huishouden. Nochtans zijn de
gevolgen van het overlijden voor de kinderen in beide gevallen
dezelfde. In het eerste geval echter krijgt het kind kinderbijslag tegen
het verhoogde tarief voor wezen. In het tweede geval blijft het kind
kinderbijslag genieten tegen het gewone tarief.
In het geval dat werd voorgelegd aan het Arbitragehof, ging het om
een kind dat samenwoonde met zijn moeder en zijn oudere zus.
Geruime tijd had de moeder het recht op kinderbijslag geopend in het
stelsel van de gewaarborgde kinderbijslag. Op een gegeven ogenblik
echter krijgt de zus op basis van haar hoedanigheid van
werkzoekende een voorrangsrecht in het stelsel van de kinderbijslag
voor werknemers. Op het ogenblik van het overlijden van de moeder
was de oudere zus dus rechthebbende en had de jongere zus, hoewel
zij ook wees was geworden, op grond van artikel 56bis, §1, geen recht
op de verhoogde wezenbijslag.
Het oordeel van het Arbitragehof was heel duidelijk. Het bewuste
artikel schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Bovendien zou
het niet om een eenmalig geval gaan. Ook vroeger zou er al een
schending zijn vastgesteld.
De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers heeft in haar
bulletin al gezegd dat in het kader van deze arresten een aanpassing
van het artikel wordt onderzocht. Graag vernam ik daarom van u of u
ook hier op de hoogte bent van het verschil in behandeling.
Wat is de stand van zaken in de aanpassing van artikel 56bis van de
samengeordende wetten op de kinderbijslag.
Constitution.
Le 30 avril 2003, la Cour
d'arbitrage a estimé que le
paragraphe premier de l'article
56bis des lois coordonnées
relatives aux allocations familiales
pour travailleurs salariés
enfreignait les articles 10 et 11 de
la Constitution. L'article 56bis
établit une distinction selon que,
lors du décès d'un parent, l'ayant
droit est l'autre parent ou une
autre personne de la famille ou du
ménage. Si l'un des parents est
l'ayant droit, l'enfant bénéficie
alors des allocations familiales
majorées. En revanche, si l'ayant
droit est une autre personne,
l'enfant perçoit les allocations
familiales ordinaires.
La secrétaire d'Etat a-t-elle
connaissances de ces différences
de traitement? Envisage-t-elle
d'adapter l'article 56bis,
paragraphe premier des lois
coordonnées relatives aux
allocations familiales pour
travailleurs salariés? Où en est la
situation?
05.02 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, wanneer een ouder overlijdt, wordt de kinderbijslag
voor de langstlevende ouder verhoogd. Dit is de zogenaamde
verhoogde wezenbijslag. De aanspraak op verhoogde wezenbijslag
vervalt wanneer de langstlevende ouder opnieuw huwt of gaat
samenwonen.
Het Arbitragehof heeft bij arrest van 9 oktober 1997 geoordeeld dat
deze regel geen discriminatie uitmaakt. Ik stel echter vast dat dit in de
praktijk tot een aantal onbillijke situaties kan leiden. Ik ben zo vrij om
05.02 Bart Tommelein (VLD):
Lors du décès d'un parent, les
allocations familiales accordées au
parent survivant augmentent.
Cette augmentation est supprimée
lorsque le parent se remarie ou
cohabite.
Le 9 octobre 1997, la Cour
d'arbitrage a statué qu'il ne
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
aan de minister twee hypotheses te signaleren. Een alleenstaande
weduwnaar met enkele kinderen die een nieuwe partner leert kennen,
heeft er vanuit financieel oogpunt alle belang bij om zeker geen nieuw
gezin te stichten, althans niet officieel, door te gaan samenwonen.
Een zeer rijke weduwe of weduwnaar die alleen blijft wonen, blijft
verhoogde wezenbijslag genieten voor zijn of haar kinderen. Dit is
helemaal niet zo voor arme weduwen of weduwnaars die officieel
gaan samenwonen en die in sommige gevallen niet eens weten dat
zij daardoor hun wezensbijslag verliezen met een partner die het
ook niet breed heeft. Bijgevolg verliezen deze mensen de verhoogde
wezenbijslag. Dat brengt voor die kinderen de overleden ouder ook
helemaal niet terug.
Mevrouw de minister, bestaat er een mogelijkheid om de grondslag
van de verhoogde wezenbijslag te herbekijken? Het lijkt mij immers
zeer onbillijk dat het enkele feit dat een weduwe of een weduwnaar
alleenstaand is, los van alle andere factoren, aanleiding geeft tot het
al of niet uitkeren van een geldsom.
s'agissait ici en aucun cas d'une
discrimination. Dans la pratique,
des situations injustes sont
toutefois possibles. Les veufs
isolés avec enfants ont, d'un point
de vue financier, tout intérêt à ne
pas fonder de nouvelle famille. Les
riches qui vivent seuls bénéficient
encore toujours d'allocations
majorées d'orphelins. Les veufs
qui sont pauvres et qui,
officiellement, cohabitent avec un
conjoint ayant tout autant de mal à
joindre les deux bouts, perdent
l'allocation majorée. Cela ne
ramène pas non plus le parent
décédé.
Le ministre peut-il revoir le
fondement de l'allocation majorée
d'orphelin?
05.03 Staatssecretaris Isabelle Simonis: Mijnheer de voorzitter, ik
zal beginnen met de vragen van mevrouw van Gool. Bij overlijden van
een van de ouders hebben de wezen onder bepaalde voorwaarden
recht op een verhoogde wezenbijslag.
05.03
Isabelle Simonis,
secrétaire d'Etat: En cas de décès
d'un des parents, un orphelin peut
bénéficier, sous certaines
conditions, d'allocations majorées.
Les allocations familiales de base sont toutefois octroyées lorsque le
survivant des père et mère contracte mariage ou forme un ménage de
fait avec une personne autre qu'un parent ou allié et cela jusqu'au
troisième degré inclusivement. La cohabitation de l'auteur survivant
avec une personne autre qu'un parent ou allié jusqu'au troisième
degré inclusivement fait présumer, jusqu'à preuve du contraire, de
l'existence d'un ménage de fait.
Les allocations familiales majorées d'orphelins sont à nouveau
octroyées lorsque les causes d'exclusion prévues à l'alinéa premier
ont cessé d'exister ou lorsque le mariage de l'auteur survivant non
établi en ménage est suivi d'une séparation de corps ou d'une
séparation de fait consacrée par une ordonnance judiciaire assignant
une résidence séparée aux époux.
De basiskinderbijslag wordt echter
toegekend als de overlevende
ouder huwt of een feitelijk gezin
vormt met een andere persoon
dan een bloed- of aanverwant tot
en met de derde graad.
De verhoogde wezenbijslag wordt
opnieuw toegekend als de
uitsluitingsgronden niet meer
bestaan of als het huwelijk van de
overlevende ouder die geen
feitelijk gezin vormt, wordt gevolgd
door een scheiding van tafel en
bed of feitelijke scheiding
gesanctioneerd door een
gerechtelijk bevel dat een
afzonderlijke verblijfsplaats aan de
echtgenoten toewijst.
Het Arbitragehof heeft in een arrest van 10 december 2003 inderdaad
vastgesteld dat het niet redelijk verantwoord is dat het recht op
wezenbijslag onmiddellijk opnieuw wordt toegekend bij ontbinding van
het feitelijke gezin terwijl het, wanneer de ouders gehuwd waren, pas
opnieuw wordt toegekend indien het huwelijk gevolgd wordt door een
scheiding van tafel en bed of door een feitelijke scheiding bekrachtigd
door een vonnis.
La Cour d'arbitrage estime qu'il
n'est pas raisonnable d'octroyer
l'allocation d'orphelin en cas de
dissolution du ménage de fait alors
que les parents mariés ne peuvent
y prétendre que s'ils sont séparés
de fait ou si un jugement a
entériné leur séparation de fait.
L'article 56, §2 des lois coordonnées relatives aux allocations Artikel 56,
§ 2 van de
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
familiales constitue en effet une violation du principe d'égalité visé aux
articles 10 et 11 de la Constitution.
Cet arrêt n'a pas échappé à mon attention et cette question est
inscrite à l'ordre du jour de la prochaine réunion du comité de gestion
de l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés
qui se réunira le 3 février prochain, en vue de la formulation d'une
proposition d'adaptation de l'article 56, §2, alinéa 3 des lois
coordonnées, afin de supprimer la discrimination évoquée par la Cour
d'arbitrage. Cette modification interviendra en même temps que celle
dont je parlerai pour répondre à votre autre question.
La Cour d'arbitrage a effectivement constaté une discrimination en
matière de droit aux allocations familiales majorées d'orphelin dans
deux arrêts: celui du 26 juin 2002 et celui du 30 avril 2003.
gecoördineerde wetten betref-
fende de kinderbijslag is inderdaad
in strijd met het gelijkheids-
beginsel. Dit onderwerp zal
worden besproken tijdens de
vergadering van het
beheerscomité van de RKW van 3
februari, waar men een voorstel tot
wijziging van het artikel zal
formuleren.
In zijn arresten van 26 juni 2002
en 30 april 2003 stelde het
Arbitragehof een discriminatie vast
inzake het recht op verhoogde
wezenbijslag.
Deze laatste wordt, overeenkomstig artikel 56, § 1 van de
kinderbijslagwet aan werknemers, toegekend wanneer een van de
ouders overleden is en op het ogenblik van het overlijden de
overledene of overlevende ouder de voorwaarde inzake loopbaan
heeft vervuld en geeft recht op ten minste zes maandelijkse forfaitaire
kinderbijslagen in de loop van de twaalf maanden die het overlijden
onmiddellijk voorafgaan.
Les allocations majorées sont
octroyées lorsqu'un des parents
est décédé et si le parent décédé
ou survivant remplit les conditions
de carrière. En outre, ce parent
doit avoir eu droit à six mois
d'allocations familiales forfaitaires
au cours des douze mois
précédant le décès.
En outre, le parent survivant ne peut se remarier ou former un
ménage de fait. Le fait que la condition de carrière doive être remplie
par un parent de l'enfant et qu'on ne tienne pas compte de la carrière
d'un autre attributaire comme par exemples la grand-mère, le
grand-père, le beau-père ou la belle-mère est considéré par la Cour
d'arbitrage comme un traitement inégal. Par conséquent, l'article
56bis §1
er
devrait être modifié et un texte a déjà été rédigé par
l'administration.
Néanmoins, cette modification aura certaines conséquences dont il
faut tenir compte avant d'adopter cette disposition. Cette modification
aura un impact sur d'autres dispositions dans le régime des
travailleurs salariés: je pense, par exemple, au droit aux allocations
familiales d'orphelin ou de handicapé dans celui des prestations
familiales garanties mais également dans celui du régime des
travailleurs indépendants. Pour ce qui concerne ce dernier régime, il
importe qu'un arrêté royal modifie également dans le même sens la
réglementation relative aux travailleurs indépendants qui devrait
entrer en vigueur à la même date.
Bovendien kan de langstlevende
ouder niet hertrouwen of een
feitelijk gezin vormen. Het feit dat
de loopbaanvoorwaarde moet
vervuld worden door een ouder
van het kind zonder dat er met een
andere rechthebbende rekening
wordt gehouden wordt door het
Arbitragehof als een ongelijke
behandeling beschouwd. Deze
wijziging zal gevolgen hebben voor
andere bepalingen uit het stelsel
van de werknemers.
Bovendien zijn er met betrekking tot het verlies van de verhoogde
wezenbijslag ingeval van een nieuw huwelijk of vorming van een
feitelijk gezin nog twee prejudiciële vragen aanhangig bij het
Arbitragehof.
L'une vient donc d'être tranchée, mais l'autre est toujours en suspens.
Par conséquent, je compte le plus rapidement possible modifier
l'article 56bis pour tenir compte de la jurisprudence de la Cour
d'arbitrage dans ces trois affaires, mais en veillant, dans un souci de
cohérence, à ce que les autres régimes d'allocations familiales soient
Inzake de ene vraag werd dus
onlangs een beslissing genomen,
maar de andere is nog steeds in
behandeling.
Ik hoop het artikel 56bis zo snel
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
modifiés dans ce même sens.
mogelijk te kunnen wijzigen
teneinde met de rechtspraak van
het Arbitragehof in deze drie zaken
rekening te houden. Tegelijkertijd
zal ik er echter op letten dat de
overige stelsels in dezelfde zin
worden aangepast.
05.04 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de staatssecretaris, ik wil nog even kort reageren en een informatieve
vraag stellen.
Ik ben blij dat u gevolg wilt geven aan die arresten en de bestaande
ongelijkheden wilt wegwerken. Er zullen misschien niet heel veel
gevallen zijn, maar het is beter dat voor elk geval waarin discriminatie
en ongelijkheid bestaat, een oplossing wordt gevonden.
Als ik het goed begrijp, dient niet alleen voor deze regeling een
oplossing te worden gevonden, maar ook voor andere regelingen en
verkiest u al die wijzigingen tegelijkertijd door te voeren. Zal dat dan
met terugwerkende kracht gebeuren, of enkel voor de toekomstige
gevallen? Zal dat allemaal op dezelfde datum gebeuren?
Wat de regeling voor de zelfstandigen betreft, zult u daartoe zelf het
initiatief nemen of moet minister Laruelle daarvoor nog eventueel
worden aangeschreven?
05.04 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Je me réjouis de la volonté
de la secrétaire d'Etat de résorber
les inégalités. Pour chaque cas de
discrimination, il faut de trouver
une solution.
Si je comprends bien, une solution
devra également être trouvée pour
d'autres régimes. Toutes les
modifications seront-elles instau-
rées simultanément avec effet
rétroactif? La secrétaire d'Etat
compte-t-elle prendre une initiative
en ce qui concerne le régime des
indépendants? Dois-je adresser
cette question par écrit à la
ministre Laruelle?
05.05 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Pour ce qui est des
indépendants, je vais effectivement prendre contact avec la ministre
compétente car cela représente un coût conséquent. Je prendrai
donc contact avec Mme Laruelle.
05.05 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: Wat de zelfstandigen
betreft, zal ik met de bevoegde
minister contact opnemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De interpellatie nr. 193 van mevrouw D'hondt in verband met de terugbetaling van rolstoelen
wordt uitgesteld tot woensdagochtend 21 januari 2004, wanneer minister Demotte aanwezig zal zijn.
06 Vraag van de heer Luc Goutry aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grote
achterstand inzake dossiers 'hulp aan bejaarden'" (nr. 1194)
06 Question de M. Luc Goutry à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'important arriéré en ce qui
concerne les dossiers 'aide aux personnes âgées'" (n° 1194)
06.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, wij hebben
het grote debat daarstraks al gevoerd. Ik kan dus kort zijn.
Iets intrigeert mij reeds lang. Bij de 65-plussers is de malaise in de
dossiers hulp aan bejaarden het grootst. Het is zelfs zo dat er een
zeer vervelend neveneffect kan optreden. Hulp aan bejaarden wordt
in de meeste gevallen uiteraard aangevraagd voor hoogbejaarden,
omdat het samengaat met een verhoogd risico op
zorgbehoevendheid. De meeste mensen die in rust- of
verzorgingstehuizen belanden, vragen de tegemoetkoming hulp aan
bejaarden. Daarvoor is een afhandelingtermijn van maximaal acht
maanden. Die wordt echter helemaal niet gehaald. U hebt daarnet de
cijfers gegeven, ruim 11. In de cijfers van de begroting heb ik zelfs het
06.01 Luc Goutry (CD&V): Les
délais de traitement des dossiers
relatifs aux allocations d'aide aux
personnes âgées sont trop longs,
ce qui peut avoir pour consé-
quence que l'intéressé décède
avant qu'une allocation ne soit
accordée. Dans le cas d'une
personne de 85 ans qui demande
une allocation d'aide aux
personnes âgées, cette possibilité
est réelle.
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
cijfer 12 gezien. Wij halen dus absoluut niet de verwachte termijn. Een
jaar wachttijd voor iemand van 85 is uiteraard een heel andere zaak
dan een jaar wachttijd voor iemand van 30. Bij iemand van 85 is de
kans groot dat men overleden is.
Daarom had ik graag een overzicht gekregen, liefst van de voorbije
vijf jaar, van hoeveel mensen er eigenlijk al overleden zijn nadat de
beslissing wordt bezorgd. Dat moet gemakkelijk op te sporen zijn,
omdat de beslissing moet worden teruggezonden. Dan moet een
nieuwe beslissing worden genomen waarbij het geld aan de
erfgenamen wordt toegekend.
Om hoeveel mensen die niet op tijd kunnen worden betaald, gaat het
dus? Over welke bedragen ging het? Wat gebeurt er met de
tegemoetkomingen die niet op tijd worden uitbetaald, omdat de
mensen al overleden zijn?
De combien de cas s'agit-il? Quels
montants sont-ils en jeu?
06.02 Staatssecretaris Isabelle Simonis: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Goutry, in antwoord op uw eerste vraag moet ik u meedelen
dat mijn administratie niet beschikt over statistische gegevens met
betrekking tot het aantal dossiers voor hulp aan bejaarden waarvoor
pas een beslissing werd genomen na het overlijden van de aanvrager.
Wel kan een overzicht worden gegeven van de achterstallen die na
het overlijden in het stelsel voor hulp aan bejaarden zijn betaald.
06.02
Isabelle Simonis,
secrétaire d'Etat: L'administration
ne tient pas à jour des statistiques
sur les dossiers dans lesquels
cette situation s'est présentée.
En tout cas, il est à remarquer que la répartition par région n'est pas
disponible mais qu'une répartition selon le rôle linguistique existe.
Ainsi, sur la période 1999-2003, le nombre de paiements du type
arrérages décès s'élève en moyenne à 1.316 par an du côté
francophone et à 3.953 du côté néerlandophone puisqu'il s'agit
d'informations statistiques, je pourrai vous transmettre le détail pour
les années 1999 à 2003 dans un document papier séparé.
La forte différence des nombres entre les deux rôles linguistiques
s'explique par la différence dans le nombre de demandes introduites
dans le régime de l'aide aux personnes âgées. En effet, il y a
beaucoup plus de demandes et de bénéficiaires néerlandophones
que de francophones. Pour l'année 2003, par exemple, 33.910
demandes d'allocations ont été introduites en Flandre contre 17.850
du côté francophone. Le nombre de bénéficiaires d'une telle allocation
s'élève au 31 décembre 2003 à 29.888 du côté francophone et à
61.051 du côté néerlandophone. 67% des bénéficiaires appartiennent
donc au rôle linguistique néerlandophone.
Je signale également que le taux de décès des bénéficiaires d'une
allocation pour l'aide aux personnes âgées s'élève à 17% sur base
annuelle, ce qui accentue encore la différence entre les deux rôles
linguistiques en ce qui concerne les paiements d'arrérages décès.
En ce qui concerne votre seconde question, la dépense moyenne en
matière d'arrérages décès s'élève à 1.367.213 euros par an pour le
rôle linguistique francophone et à 3.755.508 euros pour le rôle
linguistique néerlandophone. Les différences s'expliquent par la
même augmentation que celle évoquée ci-avant.
Per gewest is er geen verdeling
beschikbaar, wel per taalrol. In
1999-2003 werden er gemiddeld
1.316 betalingen van het type
achterstallen-overlijden per jaar
uitgevoerd voor Franstaligen, en
1.953 voor Nederlandstaligen. Dit
verschil valt te verklaren door het
verschillende aantal aanvragen.
Bovendien bedraagt het jaarlijkse
sterftecijfer bij diegenen die recht
hebben op een tegemoetkoming
voor hulp aan bejaarden 17%, wat
het verschil nog meer in de verf
zet.
De gemiddelde uitgave bedraagt
1.367.213 euro per jaar voor de
Franse taalrol en 3.755.508 euro
voor de Nederlandse taalrol.
De betaling van deze achterstallen
vormt een recht sui generis. Deze
bedragen worden niet in de erfenis
opgenomen maar worden aan
welbepaalde categorieën van
personen uitbetaald. Dienaan-
gaande verwijs ik naar hoofdstuk 4
van het koninklijk besluit van 22
mei 2003.
Le président: Pouvez-vous répéter les chiffres?
CRIV 51
COM 129
20/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
06.03 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Bien sûr. Dépense
moyenne d'arrérages décès par an, côté francophone: 1.367.213
euros; côté néerlandophone: 3.755.508 euros.
Enfin, en ce qui concerne votre troisième question, le paiement de
ces arrérages décès constitue un droit sui generis un droit en tant
que tel. Cela implique que ces montants ne tombent pas dans
l'héritage mais sont payés à des catégories de personnes bien
définies. A ce titre, je renvoie au chapitre 4 de l'arrêté royal du 22 mai
2003, relatif à la procédure concernant le traitement des dossiers en
matière d'allocations aux personnes handicapées.
L'article 34 de cet arrêté prévoit que les arrérages-décès sont d'office
payés au conjoint ou à la personne avec laquelle il était établi en
ménage dans le cadre d'un contrat légal de cohabitation pour autant
qu'il existait une cohabitation de fait au moment du décès. À défaut
d'un conjoint ou d'une telle personne cohabitant, les termes échus et
non payés sont versés d'office dans l'ordre suivant: d'abord aux
enfants avec lesquels le bénéficiaire vivait au moment de son décès,
ensuite aux père et mère avec lesquels le bénéficiaire vivait,
également au moment de son décès. En dernier lieu et à défaut
d'enfants ou de parents cohabitant, les arrérages-décès sont payés
sur demande introduite dans les six mois, et non d'office, aux autres
ayant-droit dans l'ordre suivant: à toute personne avec qui le
bénéficiaire vivait au moment de son décès, à la personne qui est
intervenue dans les frais d'hospitalisation et, enfin, à la personne qui a
acquitté les frais funéraires.
Finalement, je voudrais encore ajouter quelques réflexions
concernant votre question. Vous mentionnez que, pour pouvoir
attribuer une allocation pour l'aide aux personnes âgées, les
personnes handicapées peuvent bénéficier d'une pension qui s'élève
à maximum 1.000 euros par mois. Il est bien clair que les revenus
maximaux des demandeurs, au-dessus desquels l'octroi de
l'allocation est impossible, peuvent varier en fonction de la
reconnaissance médicale sur l'échelle de dépendance et en fonction
de la composition du ménage. Donc, la pension maximale varie ainsi
entre 11.591 et 19.372 euros sur base annuelle.
La question prétend également que ces demandeurs ne peuvent pas
avoir de revenus de vente, de donation ou de location. En ce qui
concerne ce dernier point, la réglementation ne prévoit pas du tout la
prise en compte de revenus venant de location mais bien uniquement
de revenus cadastraux dont un montant de 1.500 euros est immunisé.
Si le total des revenus, vente et location y compris, ne dépasse pas
les abattements de catégories prévus dans la réglementation, alors le
montant complet de l'allocation est payable. En cas de dépassement,
l'allocation maximale est diminuée du montant de ce dépassement.
Vous pourrez constater que le délai d'instruction de telles demandes
dépasse une année. Le délai général en matière d'allocations aux
personnes âgées était, fin novembre inclus, de 10,9 mois. Ceci
constitue une amélioration de 1,6 mois, si l'on compare à la situation
de l'année dernière. Ce délai s'élevait alors à 12,5 mois. A nouveau,
au risque de paraître encore trop peu ambitieuse ou trop modeste, je
suis d'accord que ce délai soit beaucoup trop élevé. Je voudrais
confirmer mes intentions d'intervenir activement pour réduire ce délai.
C'est, en tout cas, ma priorité pour les mois qui viennent.
06.03 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: Artikel 34 van dit besluit
bepaalt dat de achterstallen bij
overlijden van ambtswege worden
uitbetaald aan de echtgenoot of de
persoon met wie de overledene
wettelijk samenwoonde op het
moment van het overlijden. Als er
geen echtgenoot is, worden de
vervallen en niet uitbetaalde
termijnen van ambtswege in de
eerste plaats betaald aan de
inwonende kinderen, vervolgens
aan de inwonende vader en
moeder en ten slotte aan de
andere rechthebbenden.
Het maximuminkomen van de
aanvrager kan variëren afhankelijk
van de medische erkenning op de
schaal van zorgbehoevendheid en
volgens de samenstelling van het
gezin. De jaarlijkse maximale
uitkering bedraagt aldus tussen
11.591 en 19.372 euro.
De regelgeving houdt alleen
rekening met het kadastraal
inkomen, waarvan een bedrag van
1.500 euro is vrijgesteld. Als het
totale inkomen, inclusief verkoop
en verhuur, de verminderingen van
de in de wet beschreven
categorieën niet overschrijdt, is het
volledige bedrag van de
tegemoetkoming betaalbaar. Als
het quotum wordt overschreden,
wordt de maximale
tegemoetkoming overeenkomstig
verminderd.
De behandelingstermijn van
dergelijke aanvragen duurt langer
dan een jaar.
De algemene termijn voor de
uitkeringen aan bejaarde personen
bedroeg eind november
(inbegrepen) 10,9 maanden, of
een verbetering van 1,6 maanden
in vergelijking met vorig jaar. Deze
termijn is inderdaad veel te lang.
Die termijn terugdringen is de
komende maanden voor mij een
prioriteit.
Morgen aankondigen dat er geen
vertraging meer zal zijn is de
20/01/2004
CRIV 51
COM 129
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Je ne pense pas qu'il soit utile non plus, lorsqu'on parle de retard, de
s'adresser à la presse en disant que demain, il n'y aura plus de retard.
Ce serait une tromperie. Ce n'est pas une position réaliste. Je
voudrais aborder un certain nombre de propositions réalistes,
concrètes, qui sont possibles à mettre en oeuvre en collaboration avec
l'administration. Je vous renvoie donc, dans le détail, à ce que j'ai pu
exprimer tout à l'heure dans ma réponse aux différentes
interpellations.
Par ailleurs, j'ai un document à vous remettre concernant des
précisions statistiques intéressantes, année par année.
mensen zand in de ogen strooien.
Ik wil werken met realistische,
concrete voorstellen die samen
met het bestuur ten uitvoer worden
gelegd. Ik verwijs u, voor meer
gedetailleerde gegevens, naar wat
ik op diverse interpellaties heb
geantwoord.
Ik overhandig u een document met
interessante statistische
preciseringen.
06.04 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het gaat natuurlijk
over een pak cijfers, die ik nog even moet nakijken om goed te
kunnen volgen.
Eén cijfer is mij evenwel bijgebleven. Omgezet in Belgische frank
om alles goed te begrijpen wordt voor Vlaanderen en Wallonië
samen een bedrag van 160 miljoen Belgische frank per jaar betaald
aan mensen die overleden zijn. Dat geld gaat naar nabestaanden. Als
de nabestaande in het beste geval de partner is, dan is het geld
nog nuttig besteed aangezien hij of zij nog kosten heeft gedragen. Hij
of zij heeft onder meer de begrafenis betaald. Als het geld naar
kinderen gaat, vind ik het al minder nuttig besteed. Eigenlijk was dat
geld immers bedoeld voor de persoon zelf. Het is immers een
persoonlijke tegemoetkoming en geen zorgverzekering voor iemand
anders.
Dat is toch een formidabel bedrag. Dat bedrag van 160 miljoen frank
staat gelijk met 130 ambtenaren die fulltime kunnen worden betaald.
Collega's, deze vergelijkingen moeten we maken.
Mevrouw de staatssecretaris, het zijn allemaal argumenten om erop
aan te dringen dat met het dossier iets zou gebeuren. Ik zal het niet
loslaten en u elke maand interpelleren naar de stand van zaken over
het een en over het ander, tot er uiteindelijk een resultaat uit de bus
komt. Wij leggen er ons niet bij neer. Dat is ook onze plicht als
parlementslid.
06.04 Luc Goutry (CD&V): Je
vais devoir consulter une nouvelle
fois ces chiffres pour pouvoir
suivre correctement.
Au total, 160 millions de francs
sont alloués aux proches de
personnes qui ont demandé une
intervention. S'il s'agit de leur
partenaire, cela reste compréhen-
sible, car le partenaire a
également supporté les coûts.
Dans d'autres cas, ces moyens ne
sont pas utilisés efficacement. Il
s'agit d'une intervention
personnelle et non d'une
assurance-soins. Ce montant
permettrait de rémunérer 130
fonctionnaires.
Je reviendrai sur ce dossier.
De voorzitter: Mijnheer Goutry, het is in elk geval uw recht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Men heeft mij net geïnformeerd dat mevrouw Marie-Christine Marghem ziek is, waardoor haar vraag nr.
1274 wordt uitgesteld. Van hieruit wens ik haar beterschap. Het betekent ook dat ik jullie een goede avond
kan toewensen, aangezien het ook het einde van de commissievergadering betekent.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.05 heures.