CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1284
CRIV 51 COM 1284
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
23-04-2007
23-04-2007
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Guido De Padt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "la nouvelle cabine de
signalisation prévue à Denderleeuw" (n° 14293)
1
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "het nieuwe seinhuis
dat in Denderleeuw is gepland" (nr. 14293)
1
Orateurs: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le manque de capacité de
stationnement au parking de la gare de Nivelles"
(n° 14439)
3
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de te geringe capaciteit
van de stationsparking van Nijvel" (nr. 14439)
3
Orateurs: Valérie De Bue, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Valérie De Bue, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de Mme Greta D'hondt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "l'accessibilité des bâtiments
de La Poste" (n° 14589)
4
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de toegankelijkheid
van de postgebouwen" (nr. 14589)
4
Orateurs: Greta D'hondt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Greta D'hondt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "la lenteur dans le traitement
des plaintes par le Médiateur auprès de la SNCB"
(n° 14652)
7
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de trage behandeling
van de klachten door de Ombudsman bij de
NMBS" (nr. 14652)
7
Orateurs: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "les compensations en cas de retards
fréquents des trains" (n° 14685)
9
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken
over "de compensaties bij frequente
treinvertragingen" (nr. 14685)
9
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation,
sur "l'avis du Comité consultatif des usagers
auprès du groupe SNCB sur les compensations
en cas de retard" (n° 14807)
9
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken,
over "het advies van het raadgevend comité van
de gebruikers bij de NMBS-groep over de
compensaties bij vertragingen" (nr. 14807)
9
Orateurs: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "la progression du
phénomène des facteurs indépendants"
(n° 14698)
12
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de opmars van de
zelfstandige postbode" (nr. 14698)
12
Orateurs: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de Mme Hilde Dierickx au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
15
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
15
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
consommation, sur "la baisse des coûts
d'entretien de l'infrastructure ferroviaire"
(n° 14699)
Consumentenzaken, over "de daling van de
kosten voor het onderhoud van de
spoorweginfrastructuur" (nr. 14699)
Orateurs: Hilde Dierickx, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Hilde Dierickx, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de M. Olivier Chastel au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "le manque de réaction de la
SNCB suite à un incident survenu le
18 janvier 2007" (n° 14705)
17
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "het uitblijven van een
reactie van de NMBS na een incident op
18 januari 2007" (nr. 14705)
17
Orateurs: Olivier Chastel, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Olivier Chastel, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de M. Olivier Chastel au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "l'état général de la gare de
Thuin" (n° 14783)
19
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de algemene staat van
het station van Thuin" (nr. 14783)
19
Orateurs: Olivier Chastel, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Olivier Chastel, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Questions jointes de
21
Samengevoegde vragen van
21
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation,
sur "la suppression prévue du train IC Bruxelles-
Amsterdam" (n° 14810)
21
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken,
over "de geplande afschaffing van de intercitytrein
Brussel-Amsterdam" (nr. 14810)
21
- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "l'avenir du train international Benelux"
(n° 14873)
21
- de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de toekomst van de
internationale Beneluxtrein" (nr. 14873)
21
Orateurs: Guido De Padt, Jef Van den
Bergh, Bruno Tuybens
, secrétaire d'État aux
Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Jef Van den
Bergh, Bruno Tuybens
, Staatssecretaris voor
Overheidsbedrijven
Questions jointes de
25
Samengevoegde vragen van
25
- M. Mark Verhaegen au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "les modalités de répartition des aides de la
Loterie Nationale" (n° 14827)
25
- de heer Mark Verhaegen aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken
over "de toewijzingsmodaliteiten voor
steunprojecten van de Nationale Loterij"
(nr. 14827)
25
- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "la répartition des subsides de la Loterie
Nationale" (n° 15144)
25
- de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de verdeling van het
lottogeld" (nr. 15144)
25
- M. Jean-Marc Delizée au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation,
sur "la mise en oeuvre par les provinces de
l'assurance dommages corporels en faveur des
volontaires" (n° 14939)
25
- de heer Jean-Marc Delizée aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de concrete invulling
door de provincies van de verzekering
lichamelijke schade voor vrijwilligers" (nr. 14939)
25
Orateurs: Jef Van den Bergh, Bruno
Tuybens
, secrétaire d'État aux Entreprises
publiques, Jean-Marc Delizée
Sprekers: Jef Van den Bergh, Bruno
Tuybens
, Staatssecretaris voor
Overheidsbedrijven, Jean-Marc Delizée
Question de M. Pieter De Crem au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
32
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
32
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
consommation sur "les innombrables plaintes
relatives au service de la SNCB en Flandre
orientale" (n° 14569)
Consumentenzaken over "de regen van klachten
over de NMBS-dienstverlening in Oost-
Vlaanderen" (nr. 14569)
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Bruno Tuybens, secrétaire
d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "l'offre ferroviaire insuffisante
à Renaix" (n° 14910)
36
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "het gebrekkige
treinaanbod in Ronse" (nr. 14910)
36
Orateurs: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "le préchauffage de rames
ferroviaires" (n° 14942)
38
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "het warmdraaien van
treinstellen" (nr. 14942)
38
Orateurs: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Question de Mme Annelies Storms au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "l'octroi du label de diversité à
la SNCB" (n° 14957)
40
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de toekenning van het
diversiteitslabel aan de NMBS" (nr. 14957)
40
Orateurs: Annelies Storms, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Annelies Storms, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Questions jointes de
43
Samengevoegde vragen van
43
- M. François-Xavier de Donnea au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "la modification du contrat de
gestion de la SNCB" (n° 14778)
43
- de heer François-Xavier de Donnea aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de wijziging van het
beheerscontract van de NMBS" (nr. 14778)
43
- M. Éric Libert au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "l'installation du futur Musée des Chemins de
Fer belges" (n° 14963)
43
- de heer Éric Libert aan de staatssecretaris voor
Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de
inplanting van het toekomstig Spoorwegmuseum"
(nr. 14963)
43
- M. Jean-Marc Delizée au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "la valorisation du patrimoine ferroviaire et le
Musée du Chemin de fer" (n° 15039)
43
- de heer Jean-Marc Delizée aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het opwaarderen van
het spoorwegpatrimonium en het
Spoorwegmuseum" (nr. 15039)
43
Orateurs: François-Xavier de Donnea, Éric
Libert, Jean-Marc Delizée, Bruno Tuybens
,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: François-Xavier de Donnea, Éric
Libert, Jean-Marc Delizée, Bruno Tuybens
,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Questions jointes de
47
Samengevoegde vragen van
47
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation,
sur "le Réseau express régional" (n° 14767)
47
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken,
over "het Gewestelijk Expresnet" (nr. 14767)
47
- M. François-Xavier de Donnea au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "les retards quant à la
réalisation du réseau RER" (n° 14844)
47
- de heer François-Xavier de Donnea aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de vertraging bij de
verwezenlijking van het GEN" (nr. 14844)
47
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Bruno Tuybens, secrétaire d'État aux
Entreprises publiques
Bruno Tuybens, Staatssecretaris voor
Overheidsbedrijven
Questions jointes de
49
Samengevoegde vragen van
49
- M. Dylan Casaer au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "la gare à Denderleeuw" (n° 15083)
49
- de heer Dylan Casaer aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken
over "het station te Denderleeuw" (nr. 15083)
49
- M. Dylan Casaer au secrétaire d'État aux
Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "l'état déplorable de la gare à Haaltert"
(n° 15084)
49
- de heer Dylan Casaer aan de staatssecretaris
voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken
over "de belabberde staat van het station te
Haaltert" (nr. 15084)
49
Orateurs: Dylan Casaer, Bruno Tuybens,
secrétaire d'État aux Entreprises publiques
Sprekers: Dylan Casaer, Bruno Tuybens,
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven
Questions jointes de
52
Samengevoegde vragen van
52
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'État
aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "le recours aux services du bureau d'avocats
de M. Marc Uyttendaele, professeur à l'ULB"
(n° 15033)
52
- de heer Francis Van den Eynde aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het beroep dat werd
gedaan op het advocatenkantoor van ULB-
professor Marc Uyttendaele" (nr. 15033)
52
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'État
aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation
sur "le recours par la SNCB au bureau d'avocats
de Maître Marc Uyttendaele, professeur à l'ULB"
(n° 15061)
52
- de heer Francis Van den Eynde aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het inschakelen door
de NMBS van het advocatenkantoor van ULB-
professor Marc Uyttendaele" (nr. 15061)
52
Orateurs: Francis Van den Eynde, Bruno
Tuybens
, secrétaire d'État aux Entreprises
publiques
Sprekers: Francis Van den Eynde, Bruno
Tuybens
, Staatssecretaris voor
Overheidsbedrijven
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
23
AVRIL
2007
Après-midi
______
van
MAANDAG
23
APRIL
2007
Namiddag
______

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 14.30 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door de heer Francis Van den Eynde.
Le développement des questions et interpellations commence à 14.30 heures. La réunion est présidée par
M. Francis Van den Eynde.
01 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "het nieuwe seinhuis dat in Denderleeuw
is gepland" (nr. 14293)
01 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "la nouvelle cabine de signalisation prévue à
Denderleeuw" (n° 14293)
01.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, enige tijd geleden, mijn vraag dateert van 21
februari, maakte de NMBS bekend dat de seinhuizen van Zottegem,
Geraardsbergen en Aalst binnen afzienbare tijd zullen verdwijnen. Ze
zullen worden vervangen door een groot en modern seinhuis in
Denderleeuw. Hoewel de aanbesteding en de bouw van het seinhuis
nog moeten beginnen, is men ervan overtuigd dat dit tot een
verbetering van het treinverkeer zal leiden. Het grote voordeel van
deze maatregel is natuurlijk dat het samenbrengen van de seinhuizen
zorgt voor een overzichtelijker geheel voor de mensen in de
seinhuizen. Volgens de woordvoerder van de NMBS zal dit positieve
gevolgen hebben voor de veiligheid op het spoor, maar ook voor de
stiptheid van de treinen zelf.

Hoewel wij de stiptheid van treinen toejuichen, hebben wij ook enkele
bedenkingen bij de nieuwe maatregel. Eind vorig jaar zorgde een
brand in een seinhuis in de buurt van het station Brussel-Zuid voor
ongeziene vertragingen. Tot op de dag van vandaag is het
treinverkeer hierdoor overigens nog in de war. Wanneer men weet dat
bijna alle treinen richting Oost- en West-Vlaanderen het station van
Denderleeuw moeten passeren, ontstaat de angst dat een
gelijkaardige brand in het nieuwe seinhuis zou plaatsvinden. Dat zou
betekenen dat alle treinen uit Oost- en West-Vlaanderen verstoord
zouden raken. Door het samenbrengen van de lokale seinhuizen
zouden in dat geval ook de treinen van Aalst, Zottegem en
Geraardsbergen worden verstoord.

Mijnheer de staatssecretaris, wordt door de NMBS in een back-upplan
voorzien om te voorkomen dat in het geval van panne of brand, het
hele netwerk van en naar Oost- en West-Vlaanderen zou platliggen?
01.01 Guido De Padt (VLD): Les
cabines de signalisation de
Zottegem, Grammont et Alost
seront remplacées par une seule
cabine située à Denderleeuw. La
SNCB est convaincue que cette
mesure sera bénéfique pour la
ponctualité et la sécurité.

Nous émettons néanmoins des
réserves. Une installation de
signalisation centralisée est très
vulnérable. Il suffit de songer à
l'incendie de l'an dernier dans la
cabine près de Bruxelles-Midi.
Aujourd'hui encore, les effets de
ce sinistre perturbent le trafic
ferroviaire. Un incendie à
Denderleeuw aurait pour effet de
bouleverser toute l'organisation
des convois vers la Flandre
orientale et la Flandre occidentale.

La SNCB prévoit-elle un plan de
secours en cas d'incendie ou de
panne dans la cabine de
signalisation?
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Kunt u daarover wat meer informatie geven?
01.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: De heer De Padt heeft gelijk,
in die zin dat de huidige seinhuizen in Aalst, Zottegem en
Geraardsbergen zullen worden geconcentreerd in het nieuwe seinhuis
te Denderleeuw. De planning is dat dit tussen 2010 en januari 2012
volledig afgerond zal zijn.

U maakt terecht de opmerking dat door de concentratie van de
installaties op één plaats deze kwetsbaarder zouden kunnen zijn voor
problemen zoals een grote brand. Infrabel voorziet in het concept van
de seinhuizen echter in de nodige maatregelen om de gevolgen van
een dergelijke brand te beperken. Voor de seinhuizen is het de
bedoeling dat er continu back-ups worden genomen van de
seininrichtingsgegevens in elk geconcentreerd seinhuis zodat de voor
de werking van het seinhuis noodzakelijke data in geval van brand of
ander onheil niet verloren gaan. Ter vervanging van een eventueel
beschadigd geconcentreerd seinhuis zijn er in mobiele noodposten
voorzien zodat in geval van een ramp vanuit een mobiele eenheid,
een crisispost, het treinverkeer verder kan beheerd worden waardoor
de continuïteit verzekerd blijft. Voor problemen met het wegvallen van
de elektronische voeding wordt in een noodvoeding voorzien zodat
het treinverkeer niet hoeft te lijden onder eventuele stroompannes in
de voeding van de seinhuizen.

Mijnheer De Padt, in tegenstelling tot wat in uw vraagstelling vermeld
werd, betrof het in Brussel-Zuid geen brand in een seinhuis maar in
een tractieonderstation. Dat maakt uiteraard een groot verschil.
Dergelijke installaties zijn vermogensinstallaties, hardware, die samen
een omvangrijke infrastructuur vergen en waarvoor verplaatsbare
alternatieven niet voorhanden zijn. Daartegenover heeft de
vooruitgang van de techniek gemaakt dat een seinhuis niet meer is
dan een verzameling van computers waar de data die de lokale
infrastructuur beschrijven, de software dus, veel belangrijker zijn dan
de eigenlijke computers, de hardware. Vandaar het belang van de
backups waarnaar ik verwees.
01.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Les cabines de
signalisation de Zottegem, de
Grammont et d'Alost seront
remplacées par une seule cabine,
située à Denderleeuw. Cette
opération devra être achevée en
janvier 2012.

Étant donné qu'une installation
centralisée est effectivement
vulnérable, Infrabel prévoit des
mesures pour limiter les
conséquences d'un incendie.
Ainsi, les données de signalisation
sont continuellement
sauvegardées dans chaque
cabine de signalisation concentrée
pour éviter que les données
indispensables soient perdues.
Afin d'assurer la continuité du
service, des postes de secours
mobiles sont prévus pour régler le
trafic ferroviaire. Le système
d'alimentation de secours sert à
pallier les pannes d'alimentation
électronique.

Par ailleurs, l'incendie évoqué n'a
pas ravagé une cabine de
signalisation mais une sous-
station de traction, ce qui est tout à
fait différent. Une station de
traction renferme une installation
génératrice d'énergie ­ du matériel
(hardware) ­ et elle ne peut être
remplacée par un poste de
secours mobile. En revanche, une
cabine de signalisation ne
renferme en fait qu'une série
d'ordinateurs dont les données ­
c'est-à-dire les logiciels (software)
­ sont particulièrement
importantes.
01.03 Guido De Padt (VLD): Ik dank de staatssecretaris voor zijn
antwoord. Het is inderdaad zo dat ik ten onrechte gewag heb gemaakt
van een seinhuis in de buurt van het station Brussel-Zuid. Missen is
natuurlijk menselijk. Ik denk echter dat de problematiek ongeveer
dezelfde zou zijn als een dergelijk incident zich in een seinhuis zou
voordoen.
01.03 Guido De Padt (VLD):
L'erreur est humaine. J'estime
malgré tout que ce type de
problème pourrait également se
produire en cas d'incendie dans
une cabine de signalisation.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "le manque de capacité de
stationnement au parking de la gare de Nivelles" (n° 14439)
02 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken over "de te geringe capaciteit van de
stationsparking van Nijvel" (nr. 14439)
02.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je me fais l'écho du mécontentement des navetteurs
qui fréquentent la gare de Nivelles en raison de l'overbooking du
parking. En effet, le nombre de places vendues dépasse celui des
places disponibles avec pour conséquence des difficultés de
stationnement dans tout le quartier aux alentours de la gare.

Pouvez-vous confirmer le fait que le nombre de places vendues
atteint le double des places disponibles?

Je sais qu'il existe des projets en vue d'étendre la capacité du
parking.

Ce matin, vous étiez dans le Brabant wallon pour vous rendre compte
de tous les travaux de la ligne 124. En attendant le nouveau parking
provisoire à Nivelles qui est prévu dans quelques mois, envisagez-
vous des formules différentes pour améliorer la vente des
abonnements de parking? Une formule de type "pass" par exemple
serait-elle envisageable? On pourrait ainsi créer un "pass" de 10 ou
20 jours de parking. Actuellement, les personnes payent pour un
abonnement sans avoir la garantie de pouvoir bénéficier d'une place.
Cette formule de "pass" aurait l'avantage de ne remplir la carte que
lorsque ces personnes accèdent au parking. Cette formule existe
d'ailleurs déjà pour d'autres produits de la SNCB.
02.01 Valérie De Bue (MR):
Bevestigt u dat het aantal door de
NMBS verkochte abonnementen
voor de parking van het station
van Nijvel twee keer zo hoog ligt
als het aantal beschikbare
plaatsen? Overweegt u andere
formules, zoals van het "passtype"
bijvoorbeeld?
02.02 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président,
madame De Bue, les places de stationnement dans le parking n'étant
pas réservées, le nombre d'abonnements vendus est toujours
supérieur au nombre de places disponibles. Malheureusement, la
SNCB ne peut pas fournir les chiffres exacts.

Toutefois, des extensions de parking sont prévues.

Celles-ci sont étroitement liées à la mise à quatre voies de la ligne
124 entre Uccle et Nivelles dans le cadre des travaux RER. Dès
2009, et après la construction de la première phase du parking à
étages, la clientèle disposera d'environ 200 places supplémentaires.
L'ensemble du parking, alors de près de 400 places, sera
complètement opérationnel vers 2012. La SNCB Holding n'envisage
pas de créer une formule de type "pass" pour les parkings des 37
gares dont elle assure la gestion.
02.02 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Het aantal verkochte
abonnementen is altijd hoger dan
het aantal beschikbare plaatsen.
Jammer genoeg kan de NMBS
geen precieze cijfers verstrekken.
In het kader van de uitbouw van
het GEN zal de parking worden
uitgebreid. Binnen afzienbare tijd
zou die vierhonderd plaatsen
moeten tellen.

De NMBS-holding heeft geen
plannen voor een "passformule"
voor de parkings van de 37
stations onder haar beheer.
02.03 Valérie De Bue (MR): Pourquoi cette formule n'est-elle pas
envisagée?

Qu'en est-il aussi de la gratuité des parkings devant encore être
construits? Je rappelle en effet que certains parkings réservés aux
navetteurs sont gratuits.
02.03 Valérie De Bue (MR):
Waarom werd er niet gedacht aan
een "passformule"? Zullen de
parkings die nog aangelegd
moeten worden, gratis zijn?
02.04 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Le problème sera
intégralement réglé quand ce type de parking aura été reconstruit.
Cependant, je ne puis vous dire pourquoi une solution spécifique n'a
02.04 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Of parkeren al dan niet
gratis zal kunnen, zal uitgemaakt
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
pas été envisagée pour la gare de Nivelles. En tout cas, c'est une
règle du holding en application sur tout le territoire belge pour la
totalité des 37 gares sous sa gestion.
worden na de heraanleg van de
parking. Wat uw vraag over een
eventuele "passformule" betreft,
kan ik u niet zeggen waarom er
geen specifieke oplossing
uitgewerkt werd voor het station
van Nijvel.
02.05 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie. Il convient néanmoins de rester attentif à ce dossier, car
beaucoup de navetteurs sont mécontents. Si nous voulons continuer
à favoriser des transferts de la voiture vers le train, ce qui est notre
objectif, nous devons être conscients que cette formule crée de
nombreux désagréments. Si d'autres solutions pouvaient être
conçues à l'avenir, ce serait plus profitable pour la mobilité en
général.
02.05 Valérie De Bue (MR): Dit
dossier moet aandachtig gevolgd
worden, want vele pendelaars zijn
ontevreden. Wij willen de mensen
uit hun auto en op de trein krijgen,
maar die formule zorgt voor heel
wat ongemakken.
02.06 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président,
madame, peut-être savez-vous qu'une initiative a été prise en vue de
définir la politique idéale à mettre en oeuvre pour les gares. Dans ce
cadre, une évaluation a déjà été faite. Par ailleurs, il a été convenu
que tous les contrats feraient l'objet de discussions avec les villes et
communes. En effet, ces dernières ont des préoccupations et des
besoins qui leur sont propres. Il a donc été décidé de travailler de
concert avec le conseil communal, en l'occurrence, dans ce cas, celui
de Nivelles.

En conclusion, le règlement du problème ne dépend pas seulement
de la SNCB, mais aussi et plus particulièrement de la commune
proprement dite.
02.06 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Wij hebben demarches
ondernomen om het ideale beleid
uit te stippelen met betrekking tot
de stations.

Er werd voorts overeengekomen
dat alle overeenkomsten met de
steden en de gemeenten zouden
worden besproken. In dit
specifieke geval werd beslist met
de gemeenteraad van Nijvel
samen te werken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de toegankelijkheid van de
postgebouwen" (nr. 14589)
03 Question de Mme Greta D'hondt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la consommation, sur "l'accessibilité des bâtiments de
La Poste" (n° 14589)
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het is voor iedereen duidelijk dat de toegankelijkheid
van openbare gebouwen en ook van gebouwen met een publieke
functie een enorm belangrijke zaak is in het raam van de integratie
van mensen met een handicap en ook van oudere personen.

Mijnheer de staatssecretaris, daarom heb ik deze vraag over de
postgebouwen. Ik heb hierover in het verleden reeds vragen gesteld,
zowel over stations als over postgebouwen. Over de postgebouwen
zei u mij toen dat er een meerjarenplanning was om daaromtrent iets
te doen.

Mijnheer de staatssecretaris, ik stel die vraag hier opnieuw naar
aanleiding van de situatie die ik het meest concreet ken, namelijk die
in mijn gemeente. Men zegt mij daar dat het goed en wel is dat ik hun
dat kom vertellen, maar dat er niets gebeurt. Ik stel vast dat door het
aandringen, meer specifiek van de gemeente, aan de toegang de
03.01 Greta D'hondt (CD&V):
L'accessibilité des bâtiments
remplissant une fonction publique
tels que ceux de La Poste est très
importante. Le secrétaire d'État a
déjà répondu précédemment que
La Poste a arrêté une
programmation pluriannuelle en
vue de rendre ses bureaux
accessibles. Mais sur le terrain, je
constate que les choses bougent
peu.

À Zele, après que l'administration
communale l'a demandé
instamment, le seuil du bureau de
poste vient d'être incliné mais
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
drempel verlaagd werd, afgeschuind werd zodat men met een rolstoel
of met een stok of krukken binnen kan.

De tweede hindernis is dan een prachtige, maar loodzware deur, die
iemand in een rolstoel gewoon niet open krijgt. Dat geldt ook voor
oudere personen. Die deur is echt prachtig, maar loodzwaar. Mijnheer
de staatssecretaris, daarom heb ik deze vraag. Dat kan toch niet in
2007, in een tijd waar men met automatische bediening, met pompen
ook een zware deur kan laten opengaan. Dat moet toch doenbaar
zijn.

Mijn vraag is dus hoe het staat met die meerjarenplanning en waar wij
op dit ogenblik staan.
après ce seuil, un obstacle
subsiste: une porte certes très
belle mais aussi très lourde que ni
les handicapés ni les personnes
âgées ne peuvent ouvrir. Ne
trouvez-vous pas consternant
qu'en 2007, cette porte ne s'ouvre
pas automatiquement?

Le secrétaire d'État pourrait-il me
dire où en est la programmation
pluriannuelle de La Poste?
03.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw D'hondt, ten eerste, over Zele specifiek, ik heb begrepen dat
ondertussen de bestaande deurpomp geregeld is. Dat is hetgeen
De Post mij zegt. De aanpassing aan die bestaande deurpomp werd
ondertussen geregeld. Om het probleem definitief op te lossen zal De
Post zo vlug mogelijk, zegt men mij, een automatische deurpomp of
schuifdeur plaatsen. Daartoe engageert men zich. Blijkbaar zou de
bestaande deurpomp echter geregeld zijn. Ik heb dat natuurlijk niet ter
plaatse kunnen verifiëren.

Ik kom dan aan uw algemene vraag. Het is inderdaad zo dat er een
screening is gebeurd. Op basis hiervan kan men stellen dat De Post
momenteel net iets meer dan 300 kantoren heeft die als niet-
toegankelijk worden omschreven. Dat betekent dat het postkantoren
zijn waarvan de ingang meer dan één trede bevat. Daarnaast zijn er
nog ongeveer 300 andere kantoren die als moeilijk toegankelijk
worden beschouwd. Dat betekent dat er één trede van zekere hoogte
is.

De verbetering van de toegankelijkheid van de postkantoren is in elk
geval opgenomen in het strategisch plan 2006-2011 van De Post.
Enerzijds wordt hieraan aandacht besteed in het normale
investeringsprogramma met betrekking tot nieuwbouw of structurele
verbouwing. In de periode 2005-2006 zijn er op die manier 35 nieuwe
of verbouwde kantoren bijgekomen die volledig toegankelijk zijn.

Het strategisch plan van De Post voorziet om tegen 2011 in ongeveer
20 kantoren infrastructuurwerken uit te voeren die onder meer ook de
toegankelijkheid moeten garanderen.

Naast het normale investeringsbudget heeft De Post een programma
gelanceerd van verbouwings- en aanpassingswerken, specifiek
gericht op een betere toegankelijkheid. In dat programma werden 56
projecten als prioritair bestempeld. Voor 22 daarvan werd
ondertussen al een haalbaarheidstudie uitgevoerd. In 2007 wordt
daarvoor ruim 250.000 euro uitgetrokken.

De maatregelen waarin voorzien is in het vijfjarenplan van De Post
voor de evolutie van haar netwerk moet het huidige percentage van
45% niet of moeilijk toegankelijke plaatsen, hetzij ongeveer 600 op de
1.300 kantoren, sterk doen dalen tot 10% in 2011. Men wil van 45%
naar 10% evolueren in 2011, dus meer dan drie vierde van de huidige
kantoren zal worden aangepast. Eenzelfde aandacht wordt besteed
aan de toegankelijkheid van de PostPunten. De algemene
03.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: La Poste m'a fait savoir que
le ferme-portes existant dans le
bureau de poste de Zele a été
modifié. Afin de résoudre ce
problème définitivement, il sera
procédé le plus rapidement
possible à la pose d'un ferme-
portes automatique ou d'une porte
coulissante.

Après une vérification approfondie,
trois cents bureaux de poste
environ se sont avérés
inaccessibles et trois cents autres,
difficilement accessibles.
L'amélioration de l'accessibilité
des bureaux fait partie intégrante
du plan stratégique 2006-2011 de
La Poste. En outre, l'accessibilité a
été incluse dans le programme
normal d'investissements pour les
nouvelles constructions ou les
transformations structurelles, ce
qui a eu pour effet de rendre
d'ores et déjà totalement
accessibles 35 bureaux de poste.
Et d'ici à 2011, des travaux
d'infrastructure seront réalisés
dans vingt autres bureaux.

Outre le budget normal
d'investissements, nous avons
lancé un programme
spécifiquement axé sur des
travaux d'adaptation visant à
améliorer l'accessibilité. Une étude
de faisabilité a déjà été menée
pour 22 des 56 projets jugés
prioritaires. En 2007, plus de
250.000 euros seront dégagés à
cette fin.

Les mesures prévues dans le
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
voorwaarden van het lastenboek dat verstuurd is naar de kandidaat-
partners hernemen letterlijk het betrokken artikel van het
beheerscontract tussen de Staat en De Post, zodat op die manier ook
structureel wordt gewerkt aan de toegankelijkheid voor
rolstoelgebruikers tot de aankoop van postproducten en -diensten.
cadre du plan quinquennal doivent
ramener à 10 %, d'ici à 2011, les
45 % de bureaux de poste qui sont
aujourd'hui difficilement
accessibles ou inaccessibles aux
utilisateurs de chaise roulante, ce
qui implique l'adaptation de trois
quarts des bureaux de poste.

L'accessibilité des Points Poste
sera également améliorée.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer
de staatssecretaris. Het zou mij verheugen mocht u kunnen zeggen
waar wij een overzicht kunnen krijgen van zowel de resultaten van die
doorlichting als van de haalbaarheidsstudie van die 22 projecten
waarvoor al maatregelen genomen kunnen worden. Ik had gekeken in
het verslag van De Post maar ik had dat daar niet gevonden. Het zou
goed zijn mocht u de referenties geven vanwaar dat bekeken kan
worden.

Het is natuurlijk nog lang tot 2012, maar ik zou zeggen: hoop doet
leven. Het zou goed zijn de planning te kennen tot 2012, en eventueel
de lijst van de kantoren waarover het gaat, zodat wij misschien al die
mensen kunnen zeggen dat zij niet vergeten zijn, maar dat het een
kwestie is van nog wat geduld te hebben.

Kortom, ik zou graag hebben, mijnheer de voorzitter, dat de
staatssecretaris mij zegt waar wij die gegevens kunnen bekomen, of
dat hij ze eventueel aan het commissiesecretariaat bezorgt. Dan zijn
zij ter beschikking van iedereen.

Wat de specifieke situatie van Zele betreft, mijnheer de
staatssecretaris, zal ik het zo vlug ik weer in Zele ben, en als het
postkantoor open is, eens proberen, maar ik moet eerlijk zeggen: op
het ogenblik dat ik u de vraag stelde ­ want anders had ik ze uiteraard
niet gesteld ­ was het niet het geval, en ook sindsdien nog niet. Nog
in de Paasweek hebben de senioren van de gemeente mij immers
nog gezegd: Greta, komt daar nog iets van, of hoe zit dat?

Ik zal niet betwisten dat men aan die pompen iets gedaan heeft. Ik zal
niet zeggen dat men daar niet aan gewerkt heeft en dat die niet wat
soepeler lopen, maar daarmee is het probleem ten gronde niet
opgelost. Ik betwist zeker niet de gegrondheid van uw antwoord, maar
aan het feit van de ontoegankelijkheid voor iemand in een rolstoel
heeft dat niets veranderd. Het zou mij dan ook heel erg verheugen dat
u zou zeggen ­ al geeft u er geen timing voor ­ dat er een
automatische deur komt. Ik hoop dat het zeker voor 2012 zal kunnen
zijn?
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
souhaiterais pouvoir disposer des
résultats du screening, que je n'ai
pas retrouvés dans le rapport de
La Poste.

L'échéance 2012 est
naturellement encore éloignée. Je
souhaiterais connaître les bureaux
de poste dont on envisage
d'améliorer l'accessibilité. Où puis-
je trouver ces informations?

Des travaux ont peut-être été
effectués à la pompe du bureau de
Zele mais les problèmes ne sont
pas résolus pour autant. Quand
peut-on escompter une solution
définitive?
03.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, het
zal in ieder geval vroeger dan 2012 zijn. De Post heeft zich immers
geëngageerd om de automatische deur zo vlug mogelijk te plaatsen.
Ik kan mij inbeelden dat De Post niet "zo vlug mogelijk" zal zeggen,
wanneer zij 2012 bedoelt. Op dat vlak moet mijn antwoord dus
enigszins geruststellend zijn.
03.04 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: En tout état de cause avant
2012. La Poste s'est en effet
engagée à résoudre le problème
dans les meilleurs délais.

Je vais demander que me soient
communiquées les données que
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
vous sollicitez.
03.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb
ooit tegen mijn moeder gezegd dat ik zou trouwen. Dat is ook niet
gebeurd. Met "spoedig" moet dus heel erg worden opgelet.

Waar kan ik de gegevens vinden? Bestaat er een overzicht van de
gegevens?
03.06 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Ik zal ze opvragen.
03.07 Greta D'hondt (CD&V): Laat u ze bij het secretariaat
toekomen of bezorgt u mij ze zelf?
03.08 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Tenzij De Post echt redenen
zou hebben om het niet te doen, ga ik ervan uit dat de gegevens ook
aan het secretariaat kunnen worden medegedeeld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de trage behandeling van de klachten
door de Ombudsman bij de NMBS" (nr. 14652)
04 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "la lenteur dans le traitement des plaintes par
le Médiateur auprès de la SNCB" (n° 14652)
04.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik ben nog een
beetje aan het denken over dat trouwen. Je hebt mensen die dat nooit
zeggen, maar toch doen. Ik ben gelukkig thuis, mijnheer de
staatssecretaris.

Sinds de nieuwe dienstregeling en de brand in het seinhuis van
Brussel Zuid hebben heel wat treinen te kampen, of alleszins te
kampen gehad, met vertragingen. Volgens officiële cijfers zou sinds
de nieuwe dienstregeling slechts 90,6% van de treinen stipt rijden. De
vele vertragingen zorgen voor een massa misnoegde treinreizigers
die regelmatig een klachtenbrief naar de ombudsman van de NMBS
sturen in de hoop iets te veranderen aan hun situatie. Het minste dat
deze reizigers verwachten is een antwoord en mogelijk enkele
aanpassingen.

Sinds kort heeft de NMBS dan toch beslist om een aantal lijnen aan te
passen, iets waar de meeste mensen overigens zeer tevreden over
zijn. Desalniettemin blijft een aantal lijnen met problemen kampen en
blijven mensen geregeld brieven vol klachten naar de ombudsdienst
sturen.

Uit enkele reacties op een eigen enquête, die ik samen met senator
Luc Willems heb gevoerd, blijkt dat heel wat mensen misnoegd zijn
omdat zij nog steeds geen antwoord hebben gekregen vanwege de
ombudsman. Mensen die in december een brief stuurden, wachten
nog steeds op enige vorm van respons. Ik kan verstaan dat de
ombudsman tijdelijk overspoeld werd met werk, maar het minste is
toch de mensen te antwoorden dat de brief goed ontvangen werd.

Vandaar een aantal vragen.
04.01 Guido De Padt (VLD):
Depuis l'entrée en vigueur du
nouvel horaire et de l'incendie
dans la cabine de signalisation de
Bruxelles-Midi, de nombreux trains
accusent des retards. Des
voyageurs mécontents se
plaignent auprès du médiateur. Il
ressort d'une enquête que j'ai
menée avec le sénateur Willems
que le médiateur observe le
mutisme depuis des mois.

Le ministre a-t-il connaissance de
la lenteur avec laquelle le
médiateur réagit aux plaintes dont
il est saisi? Dans quel délai le
médiateur répond-il normalement
aux lettres? Quelle mesures le
ministre compte-t-il prendre pour
résorber les retards?
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8

Heeft u weet van enige vertraging bij het beantwoorden van klachten
door de ombudsman van de NMBS?

Welke is de normale termijn waarbinnen de ombudsman op de
brieven reageert?

In welke maatregelen voorziet u om deze achterstand te laten
wegwerken?
04.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, in
eerste instantie is het zo dat elke klacht die bij de ombudsman
toekomt, binnen de 3 werkdagen een antwoord krijgt, waarbij niet
alleen de ontvangst ervan bevestigd wordt maar ook wordt gemeld of
de klacht ontvankelijk en gegrond is. Er wordt een dossiernummer
toegekend en dergelijke. Elke klant is altijd perfect op de hoogte van
elke stap die in het dossier gezet wordt, vermits met dat nummer in
feite voor elke herinnering en elke bijkomende vraag die in het raam
van het dossier gesteld wordt, er een brief van de ombudsman komt
met de stand van zaken. Dit gebeurt reeds sinds 1993 zonder enige
onderbreking, ook in bijzonder drukke periodes.

Wij hebben de cijfers opgevraagd. Het is duidelijk dat de mensen die
uw initiatief hebben ingevuld, niet altijd de correcte weergave van de
feiten aanvinken. De cijfers zijn wat ze zijn. Misschien moet u toch
eens nagaan of nakijken wat de wetenschappelijke waarde is van het
initiatief dat u en de heer Willems hebben genomen.

Het is niet de eerste keer dat klanten een klachtenformulier in een
station invullen of een mail sturen naar de centrale klachtendienst van
de NMBS en denken met de ombudsman van de NMBS in contact te
zijn.

Dat gebeurt ook vaak.

Wat de klachtenbehandeling bij de NMBS betreft, de NMBS behandelt
de reacties van klanten die rechtstreeks aan haar worden gericht op
gelijke voet en streeft er dan ook naar dezelfde maximale
antwoordtermijn van 6 weken te respecteren. Helaas is dat op het
niveau van de NMBS niet altijd mogelijk. Dat is iets anders dan de
ombudsdienst waarnaar u verwijst. Sommige klachten dienen immers
uitgebreid onderzocht te worden. Bovendien kent de
klachtenbehandeling piekperiodes, zoals bijvoorbeeld het geval was
na de invoering van de nieuwe dienstregeling. Deze lokte een reactie
uit waardoor de centrale klachtendienst zich genoodzaakt zag
voorrang te verlenen aan het geven van feedback aan de betrokken
diensten om, waar mogelijk, de treindienst bij te sturen en ze een
gepersonaliseerd antwoord aan een klant in vele gevallen schuldig
moest blijven. Ook de behandeling van de ombudsdossiers die de
dienst ontving liep in die periode vertraging op. Een dergelijke
achterstand is evenwel uitzonderlijk.

Ter inlichting: in 2005 werd bijna 75% van de reacties die rechtstreeks
aan de centrale klachtendienst werden gericht binnen de 6 weken
behandeld, 55% binnen de maand en bijna 25% zelfs binnen een
week. In tegenstelling tot wat u suggereert, worden de brieven die
toekomen bij de ombudsman wel degelijk binnen de drie dagen
beantwoord.
04.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Le médiateur répond à
toute plainte dans les trois jours. Il
informe de la réception de la
plainte et indique si elle est
recevable. Si c'est le cas, il précise
le numéro de dossier. Le client est
ensuite tenu au courant de toutes
les évolutions de celui-ci. Tel est
l'état de la situation, sans
interruption depuis 1993.
Les personnes interrogées dans le
cadre de l'enquête ne rendent
donc pas toujours correctement
compte des faits et peut-être MM.
De Padt et Willems devraient-ils
s'interroger sur la valeur
scientifique de leur enquête.
Toutefois, il est arrivé
fréquemment qu'on confonde le
service des réclamations de la
SNCB et le médiateur. Le service
des réclamations s'efforce de
respecter un délai de six
semaines, bien que ce ne soit pas
toujours possible en périodes de
pointes. C'est parfois à ce niveau
que les plaintes qui arrivent en
définitive chez le médiateur ont
subi du retard.
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik suggereer
natuurlijk niks. Ik geef gewoon weer, mijnheer de staatssecretaris, wat
de mensen ons signaleren of suggereren. Wij zijn vertegenwoordigers
van het volk, zoals onze naam zegt, om dat naar hier door te schuiven
en dan kennis te nemen van het feit dat er blijkbaar niet zoveel aan de
hand is.

Aan de wetenschappelijke waarde van welke enquête ook die men op
het net zet, kan u twijfelen, mijnheer de staatssecretaris. Het is
evenwel een feit dat meer dan 25% van de mensen gereageerd heeft
op de formulieren die wij hebben uitgedeeld, wat volgens mij wel een
goede parameter is. Maar dat is een ander paar mouwen en een heel
andere discussie.
04.03 Guido De Padt (VLD): Je
ne suggère rien, je me fais l'écho
de ce que les citoyens me
signalent. Selon toute apparence,
il n'y a aucun problème. L'enquête
doit seulement me permettre de
connaître le vécu des gens. Elle
n'a aucune visée scientifique,
mais plus d'une personne sur
quatre a répondu à notre
questionnaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de compensaties bij frequente treinvertragingen"
(nr. 14685)
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken, over "het advies van het raadgevend comité van de gebruikers
bij de NMBS-groep over de compensaties bij vertragingen" (nr. 14807)
05 Questions jointes de
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et
de la Protection de la consommation sur "les compensations en cas de retards fréquents des trains"
(n° 14685)
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et
de la Protection de la consommation, sur "l'avis du Comité consultatif des usagers auprès du groupe
SNCB sur les compensations en cas de retard" (n° 14807)
05.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, mijn samengevoegde vragen betreffen de
treinvertragingen.

Het is een vervolg op de vraag die ik u op 12 februari stelde. U gaf
toen cijfers over de compensatieaanvragen voor langdurige
vertragingen van meer dan twee uur. U hebt toen gezegd dat de
compensatieaanvragen voor frequente vertragingen van een kwartier
nog niet waren behandeld omdat de eerste referentieperiode van
zes maanden pas eind februari afliep.

U zei toen ook dat hierop later kon worden teruggekomen. Ik heb
daarom de volgende vragen. Zijn de cijfers over de
compensatieaanvragen voor frequente vertragingen intussen bekend?
Hoeveel compensatieaanvragen voor frequente vertragingen van
meer dan vijftien minuten heeft de NMBS sinds 1 september
ontvangen? Aan hoeveel gedupeerden werd een vergoeding betaald,
hetzij via waardebonnen of via de elektronische portefeuille voor
treinkaarthouders? Wat was het totale bedrag van de compensaties?
Zijn er nog meer gedetailleerde cijfers beschikbaar over de aanvragen
per lijn of per tijdstip? Indien ja, voor welke lijnen en/of tijdstippen
werden de meeste aanvragen ingediend?

Mijn volgende vraag over de manier waarop de aanvragen moeten
worden ingediend, kwam al aan bod in de plenaire vergadering. Ik heb
05.01 Guido De Padt (VLD): En
février, le ministre n'était pas
encore en mesure de me
communiquer des données
concernant les demandes de
compensation pour des retards
fréquents. Ces chiffres sont-ils
entre-temps disponibles? Combien
de demandes relatives à des
retards fréquents de plus de 15
minutes la SNCB a-t-elle déjà
reçues depuis le 1
er
septembre
2006? À combien de personnes
ayant subi ce type de retards a-t-
on versé une indemnité et sous
quelle forme? À quel montant total
s'élèvent ces compensations?
Dispose-t-on de chiffres plus
détaillés concernant les demandes
de compensation par ligne et/ou
par moment? Quelle est la ligne
connaissant le plus grand nombre
de retards?

Dans ses notes de politique
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
in uw beleidsnota gelezen dat u belang hecht aan maatschappelijk
verantwoord ondernemen, wat erop neerkomt dat leveranciers van
openbare diensten zoals de NMBS meer rekening moeten houden
met de opmerkingen van hun klanten als belangrijkste stakeholders
van die ondernemingen.

Ik heb een aantal concrete vragen in aanloop naar de eerste evaluatie
van de compensatieregeling op basis van de aanbevelingen die het
Raadgevend Comité van de Gebruikers van de NMBS daarover heeft
geformuleerd in een document 07/05. Gaat u ermee akkoord dat de
huidige procedure veel eenvoudiger en klantvriendelijker moet
worden? Moet de NMBS streven naar een automatische compensatie
bij vertragingen via de elektronische portefeuille van treinkaarthouders
zodat de klant niet langer zelf het bewijs moet leveren van die
vertragingen? Zal de drempel voor eenmalige vertragingen worden
teruggebracht van 120 naar 30 minuten, zoals dat overigens ook in
Nederland het geval is?

Zullen alle treingebruikers in aanmerking komen voor een
compensatie ongeacht de aard van het vervoersbewijs, dus
bijvoorbeeld ook de houders van een Railpass? Zal de hoogte van de
compensatie variëren in functie van de frequentie van de vertragingen
aangezien de opgelopen schade hoger ligt op dat vlak? Zullen
reizigers die hun laatste trein missen door toedoen van de NMBS
omwille van bijvoorbeeld een geschrapte trein voor rekening van de
NMBS naar hun eindbestemming worden gebracht met een ander
vervoermiddel? Ik denk daarbij aan bijvoorbeeld een taxi.

Zal de eerste evaluatie van de huidige compensatieregeling nog
tijdens deze legislatuur gebeuren? Indien ja, zult u de aanbevelingen
van het Raadgevend Comité van de Gebruikers meenemen naar
deze evaluatie?
générale, le secrétaire d'État a
toujours souligné l'importance
d'une entreprise socialement
responsable. Les fournisseurs de
services publics doivent davantage
tenir compte des observations des
clients. Le Comité Consultatif des
Usagers auprès de la SNCB
(CCU) a formulé un grand nombre
d'observations quant au régime de
compensation des retards de
trains, tout en proposant une série
de recommandations visant à lui
faire mieux épouser les attentes
des clients.

Le secrétaire d'État convient-il que
ce régime doit être simplifié et
mieux répondre aux besoins des
clients? La SNCB doit-elle tenter
d'élaborer un système
automatique de compensations à
l'égard des détenteurs de cartes-
train? Les 120 minutes de retard
actuellement nécessaires pour
obtenir une compensation seront-
elles réduites à 30 minutes? Tous
les voyageurs pourront-ils
prétendre à une compensation,
indépendamment de la nature de
leur titre de transport? Le montant
de la compensation va-t-il varier
en fonction de la fréquence du
retard? Les voyageurs qui ratent le
dernier train par la faute de la
SNCB seront-ils acheminés
jusqu'à leur destination finale par
un autre moyen de transport?
L'évaluation des régimes de
compensation actuels sera-t-elle
encore réalisée durant cette
législature? Les recommandations
du CCU seront-elles prises en
considération?
05.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Padt, de huidige compensatieregeling ­ het gaat over uw
tweede vraag, meer bepaald het eerste en tweede gedachtestreepje ­
speelt effectief in op de werkelijke reiservaring van de individuele
klant. Zijn vertraging wordt berekend op basis van de volledige
treinreis van zijn vertrek- tot bestemmingsstation. Dat impliceert dat
de NMBS moeilijk kan nagaan wie precies welke vertraging
ondervond. Om die reden wordt de klant gevraagd een
compensatieaanvraag in te dienen voor zijn specifieke reis of reizen.
Enkel op die manier kan een gepersonaliseerde compensatie
toegekend worden. De compensatie voor treinkaarthouders wordt
momenteel reeds toegekend via hun zogenaamde elektronische
portefeuille.
05.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: L'actuel régime de
compensation est en effet axé sur
l'expérience du voyageur. Le
retard est calculé de la gare de
départ à la gare d'arrivée. Il est
très difficile à la SNCB de le faire
pour tous les usagers et c'est
pourquoi le client doit introduire
une demande de compensation.
La question sera réglée par le
biais du portefeuille électronique
pour les clients qui possèdent une
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11

Het beheerscontract bepaalt dat de huidige compensatieregeling
geëvalueerd wordt. Onder meer de verlaging van de drempel van 120
minuten naar bijvoorbeeld 90 minuten dient bestudeerd te worden. U
vermeldt een vergelijking met de Nederlandse spoorwegen. Zij
hebben een andere norm gehanteerd voor de compensatieregeling,
maar het is geven en nemen. Voor sommige zaken gaan zij verder,
voor andere dan weer niet. Indien de verschillende systemen met
elkaar vergeleken worden, dan moeten wij ze volledig vergelijken. De
Nederlandse spoorwegen betalen bijvoorbeeld geen bedragen terug
onder 2,20 euro, terwijl de NMBS bij langdurige vertraging steeds de
helft van de ritprijs terugbetaalt, bovendien met een minimum
compensatiebedrag van 2,5 euro. Op dat vlak is de situatie in België
dus ruim beter dan in Nederland.

Bovendien was België het eerste land waar regelmatige vertragingen
van een kwartier of meer ook in aanmerking voor compensatie
genomen worden. Het Belgische systeem is in elk geval uniek. Het
werd ons voorgesteld door de NMBS. Na bespreking hebben wij het
ook aanvaard.

Ik kom tot uw vierde vraag: zullen alle treingebruikers in aanmerking
komen voor een compensatie, ongeacht de aard van hun
vervoerbewijs? Dat is nu reeds het geval. Iedere klant kan ongeacht
zijn type vervoerbewijs aanspraak maken op een compensatie.

Ik kom tot uw vijfde vraag: zal de hoogte van de compensatie variëren
naargelang de frequentie van de vertraging? Dat is reeds het geval.
Bij frequente vertragingen ­ minstens 25 vertragingen van 15 minuten
of meer in een semester op een zelfde lijn ­ krijgt de klant effectief 10
procent van alle reizen met vertraging terugbetaald. Als hij meer dan
25 vertragingen ondervond, dan krijgt hij logischerwijze een hoger
compensatiebedrag toegekend.

U vroeg ­ dat was uw voorlaatste vraag ­ of de reizigers die hun
laatste trein missen, bijvoorbeeld door een geschrapte trein, voor
rekening van de NMBS naar hun eindbestemming zullen worden
gebracht. Ook dat is al het geval.

Wanneer een reiziger, wegens een vertraging van een binnenlandse
trein, de aansluiting mist met de laatste trein van de dag, zorgt de
NMBS voor alternatief vervoer - taxi - tot het bestemmingsstation of
betaalt zij dit vervoer achteraf aan de klant terug. De NMBS verbindt
zich daartoe trouwens in haar algemene voorwaarden voor het
vervoer van reizigers, begeleide bagage en voor andere prestaties in
het binnenlands verkeer, artikel 12 §2. Dat is allemaal niet nieuw. Dat
gebeurt al vandaag.

Wat de eerste evaluatie betreft, om beide luiken van de huidige
compensatieregeling degelijk te kunnen evalueren, dienden beide
eerst uiteraard concreet te worden toegepast. De evaluatie kan dus
ten vroegste plaatsvinden na de toekenning van de compensatie voor
de frequente verplaatsingen. Wij begrijpen dat de NMBS momenteel
de compensatieaanvragen voor de frequente vertragingen, opgelopen
in de eerste referentieperiode, aan het verwerken is. Ik ga ervan uit
dat zij eerstdaags hierover zal communiceren.
carte de train.

Le contrat de gestion dispose que
l'actuel régime de compensation
doit faire l'objet d'une évaluation.
L'auteur de la question établit une
comparaison avec les chemins de
fer néerlandais qui recourent à
une autre norme pour le régime de
compensation. Le système
néerlandais n'est toutefois pas
plus avantageux à tous égards
que le belge. Quand on compare
des systèmes, il faut veiller à
prendre tous les éléments en
considération.

La Belgique est en outre le
premier pays où des retards
réguliers d'un quart d'heure ou
plus sont pris en considération. Le
système belge nous a été proposé
par la SNCB et nous l'avons
accepté.

Actuellement déjà, tous les
usagers du chemin de fer peuvent
prétendre à une compensation,
quelle que soit la nature de leur
titre de transport. De même, la
hauteur de la compensation varie
en fonction de la fréquence du
retard. Enfin, les voyageurs qui
manquent leur dernier train, par
exemple parce qu'il a été
supprimé, sont transportés vers
leur lieu de destination au frais de
la SNCB qui leur fournit alors un
autre mode de transport, par
exemple un taxi jusqu'à la gare de
destination, ou rembourse
ultérieurement le transport au
client.

L'évaluation pourra avoir lieu au
plus tôt après le traitement des
demandes de compensation pour
la première période de référence.
Cette évaluation sera terminée
dans les prochains jours. Une
communication sera faite à ce
sujet.
05.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de staatssecretaris, tenzij ik 05.03 Guido De Padt (VLD): Le
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
mij vergis heb ik u niets horen zeggen over het aantal
compensatieaanvragen dat sedert 1 september werd ontvangen. De
referentieperiode eindigde eind februari. Het is nu april.
secrétaire d'État n'a rien dit à
propos du nombre de demandes
correspondant à la première
période de référence. Celle-ci s'est
achevée fin février et nous
sommes déjà fin avril.
05.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Ik vermoed dat u niet
aandachtig was op het moment dat ik het antwoord gaf. Momenteel is
de NMBS de gegevens aan het verwerken. Het spreekt voor zich dat
men eerst de compensaties uitbetaalt alvorens de evaluatie af te
ronden. Ik heb begrepen van de NMBS dat dit in de loop van de
eerstvolgende dagen zal gebeuren. Er zal dan een volledig overzicht
ter beschikking zijn.
05.04 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Comme je l'ai dit, le
traitement des demandes par la
SNCB est toujours en cours. Des
informations ne seront
communiquées que lorsqu'un
aperçu complet sera disponible.
05.05 Guido De Padt (VLD): Wat ik niet goed begrijp, is dat men
anderhalve maand nodig heeft om te weten hoeveel aanvragen er zijn
binnengekomen. Als er 51.293 zijn dan begrijp ik dat wel...
05.06 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Dat is juist maar dat maakt
deel uit van de evaluatie. Deze en andere elementen van de evaluatie
zullen eerstdaags worden gecommuniceerd en niet alleen naar u,
maar ook naar het brede publiek.
05.07 Guido De Padt (VLD): Ik vraag mij af waarom wij hier nog
zitten als zij die minimale gegevens niet kunnen meedelen. Moesten
er ontelbaar veel zijn, zou ik het begrijpen maar men krijgt die
aanvragen binnen en kan zo toch een lijst opstellen. Zijn het er 200,
300 of 500? Ik vraag geen evaluatie, maar gewoon het aantal. U zegt
mij dat de NMBS dat nog niet weet.
05.07 Guido De Padt (VLD): Je
ne comprends pas qu'il faille un
mois et demi pour connaître le
nombre de demandes introduites.
Quel est encore le sens de notre
présence ici si l'on n'est mêmes
pas
en mesure de nous
communiquer des informations
élémentaires? Comment se peut-il
que la SNCB ignore le nombre de
demandes qui lui ont été
adressées?
05.08 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Dat heb ik niet gezegd. Ik
heb gezegd dat wij daarover contact hebben gehad met de diensten
van de heer Descheemaeker. Wij hebben begrepen dat eerstdaags
de evaluatie volledig zal worden opgesteld en gecommuniceerd.
05.08 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Je n'ai pas dit qu'elle
ignorait ces chiffres. J'ai
uniquement dit que l'évaluation
sera terminée dans quelques jours
et qu'elle fera ensuite l'objet d'une
communication.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de opmars van de zelfstandige
postbode" (nr. 14698)
06 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "la progression du phénomène des facteurs
indépendants" (n° 14698)
06.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, zowel de vakbonden als de topman bij De Post,
Johnny Thijs, zien de opkomst van meer zelfstandige werknemers
06.01 Guido De Padt (VLD): À
l'étranger, le secteur postal fait
appel de plus en plus à des
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
niet zitten. In het buitenland zou er steeds meer een beroep gedaan
worden op zelfstandigen. Ook buitenlandse postbedrijven die op de
Belgische markt actief zijn, zouden een beroep doen op zelfstandige
medewerkers.

De vakbonden van De Post willen dat tegengaan. Zij vrezen namelijk
dat ook De Post niet anders kan dan met zelfstandig personeel te
gaan werken, een evolutie waarvan zij tegenstander zijn. In het
bijzonder wordt aandacht gevraagd voor het probleem van de
schijnzelfstandigen waarvan de sociale regelgeving bijvoorbeeld op
het vlak van minimumlonen en vakantie niet wordt nageleefd.

Concreet wordt gepleit voor gelijke spelregels, en meer bepaald voor
de afsluiting van een nationale sector-cao met vaste lonen. Bedeling
van klanten en pakjes zou volgens de vakbonden niet meer mogen
gebeuren door zelfstandigen maar door de reguliere postbode.

Mijnheer de staatssecretaris, in dat raam heb ik de volgende vragen.

Kunt u gegevens verschaffen omtrent de omvang van die evolutie in
de postsector? Met hoeveel zelfstandige medewerkers werkt De Post
momenteel en voor welke postdiensten? Hoe is de situatie bij
buitenlandse operatoren? Welke is de evolutie over de voorbije tien
jaar?

Hebt u enig idee van de omvang van de schijnzelfstandigheid?
Hoeveel overtredingen van de sociale wetgeving werden reeds
vastgesteld? Wordt er tegen dergelijke overtredingen opgetreden, en
op welke manier?

Bent u van mening dat er een nationale sector-cao moet komen? Hoe
ziet u de concrete invulling van het principe van gelijke spelregels?
Betekent dat een gelijkschakeling van de lonen? Mag er in dat raam
nog wel gewerkt worden met zelfstandigen?
indépendants et, de même, les
entreprises de courrier étrangères
qui sont présentes sur le marché
belge sollicitent souvent les
services de collaborateurs
indépendants.

Les syndicats représentés à La
Poste craignent que leur
entreprise ne suive cette tendance
et ils s'y opposent. Ils demandent
au gouvernement de prêter
attention au problème des faux
indépendants qui échappent à la
législation sociale applicable aux
travailleurs salariés et ils plaident
en faveur d'une CCT sectorielle
nationale imposant des salaires
fixes.

Le secrétaire d'État pourrait-il
communiquer des données
chiffrées qui donnent une idée de
l'ampleur de ce phénomème dans
le secteur postal? Combien de
collaborateurs indépendants
compte La Poste? Quelle est la
situation chez les opérateurs
étrangers? Comment cette
situation a-t-elle évolué au cours
de ces dix dernières années?

Le gouvernement s'attaque-t-il aux
faux indépendants? Combien
d'infractions a-t-il déjà constatées?

Le secrétaire d'État soutient-il
l'idée d'une CCT sectorielle
nationale?
06.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Padt, momenteel doet De Post geen beroep op
zelfstandigen.

De dochtermaatschappijen Taxipost en Deltamedia daarentegen
doen dat wel, naargelang de soort van dienstverlening.

In België werkt de dochtermaatschappij van TNT, met name Belgique
Diffusion, hoofdzakelijk met zelfstandigen, die per stuk worden
betaald.

Het lijkt erop dat ook kleinere operatoren op de markt zelfstandigen
inzetten.

In de Europese Unie blijkt uit de studie die PwC in 2006 heeft
uitgevoerd in opdracht van de Commissie dat in twee derde van de
landen de nieuwkomers een gunstige arbeidskostprijs hebben,
namelijk minstens 80% van de kostprijs van de operator. Dat
06.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Actuellement, La Poste ne
fait pas appel à des indépendants
mais ses filiales Taxipost et
Deltamedia, oui. En Belgique, la
filiale de TNT, Belgique Diffusion,
travaille principalement avec des
indépendants. Et il semble que les
petits opérateurs présents sur
notre marché recourent à des
indépendants.

Selon une étude de PWC
commandée par la Commission
européenne, les nouveaux venus
sur le marché ont un coût du
travail inférieur au nôtre dans la
plupart des pays européens. Ces
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
loonverschil is het gunstigst in Noorwegen, 75%, en dan Zweden,
Frankrijk, Italië, Griekenland en vooral in België, waar het 68%
bedraagt.

De nieuwkomers hebben dus meestal een low cost business model
en doen een beroep op zelfstandigen, wier arbeidsomstandigheden
dus niet te vergelijken zijn met die van de historische operator. Als we
het geval in Duitsland analyseren ­ daarover zijn er nauwkeurige
cijfers beschikbaar ­, stellen we vast dat de concurrenten
verhoudingsgewijs minder voltijdse werknemers inzetten dan de
historische operator. Uit het jaarverslag 2004 van de Duitse regulator
blijkt inderdaad dat 99,3% van de werknemers bij Deutsche Post
voltijds of deeltijds werken. Bij de concurrenten daarentegen daalt dat
percentage tot ongeveer 42%, terwijl de Minijobs 58% van het totaal
vertegenwoordigen. In Duitsland is het aandeel Minijobs dus groter in
de postsector dan in bijvoorbeeld de schoonmaaksector of de
cateringsector die traditioneel reeds heel flexibel zijn.

Bij gelijkblijvende omstandigheden lijkt de evolutie van de
postmarkten in de toekomst te wijzen op een toenemende inzet van
zelfstandigen en minijobs of hamburgerjobs, zoals ze soms worden
genoemd. Het Duitse voorbeeld is daarvan een goede illustratie zoals
ik u ook heb willen aantonen. In het jaarverslag 2006 legt de Duitse
regulator uit dat de concurrenten van Deutsche Post in de periode
1999 tot 2005 12.000 voltijdse of deeltijdse jobs hebben gecreëerd.
De bijkomende tewerkstelling of werkgelegenheid heeft het jobverlies
van 34.000 jobs over dezelfde periode bij de historische operator dus
niet kunnen compenseren.

Hetzelfde fenomeen doet zich voor in andere, Europese landen. In
Nederland bijvoorbeeld heeft de vakbond CNV onlangs Sandd en
Selekt Mail, de twee voornaamste concurrenten van de historische
operator TNT, verweten zijn distributiepersoneel te betalen tegen
loonvoorwaarden die onder het minimumloon liggen. De uitreikers van
de bedrijven zouden bovendien geen enkele pensioenregeling
genieten, geen recht op verlof- of ziektedagen hebben en slechts per
uitgereikte zending of zelfs per adres worden betaald.

Uw tweede vraag peilde naar de omvang van de
schijnzelfstandigheid. Dat is in eerste instantie een vraag voor de
minister van Economie veeleer dan voor mij. De Post doet geen
beroep op zelfstandigen voor haar distributieactiviteiten. Ik heb dus
geen informatie over mogelijke inbreuken op de sociale wetgeving
door de privéoperatoren.

Tenslotte, in antwoord op uw derde vraag wijs ik erop dat, teneinde
een billijke concurrentie te garanderen en elke vorm van sociale
dumping uit te sluiten, aan een collectieve arbeidsovereenkomst zou
kunnen worden gedacht. Voornoemde overeenkomst zou elke
discriminatie tussen de concurrenten op de markt wegwerken met
inbegrip van de historische operator. De maatregel zou wellicht voor
een nettoverbetering van de sociale voorwaarden voor de
loontrekkenden zorgen. Een dergelijke collectieve regeling zou voor
de zelfstandigen echter logischerwijze helemaal niets uithalen.
nouveaux venus appliquent
généralement un modèle de bas
coûts et font appel à des
indépendants.

En ce qui concerne la situation en
Allemagne, nous disposons de
chiffres précis qui montrent qu'à la
Deutsche Post presque tout le
personnel est occupé sous un
statut de salarié à temps plein ou
à temps partiel. Chez ses
concurrents, le pourcentage de
salariés n'est que de 42 %, les
«mini-emplois» représentant 58 %
du total, ce qui est davantage que
dans les secteurs
traditionnellement très flexibles
comme le catering ou le
nettoyage.

L'évolution sur les marchés
postaux semble indiquer un
accroissement du recours à des
indépendants dans le cadre
d'emplois de type « hamburger ».
Selon le rapport annuel pour 2006
du régulateur postal allemand, les
concurrents de la Deutsche Post
ont créé 12.000 emplois à temps
plein ou à temps partiel au cours
de la période de 1999 à 2005,
beaucoup moins dès lors que les
34.000 qui auraient été supprimés
chez l'opérateur historique.

Aux Pays-Bas, le syndicat CNV a
reproché aux deux principaux
concurrents de TNT de payer à
son personnel un salaire inférieur
au salaire minimum.
Ces
travailleurs ne bénéficieraient en
outre d'aucun régime de pension
et n'auraient pas droit à des jours
de congé ni à des jours de
maladie. Ils ne seraient payés que
par envoi distribué.

La question relative aux faux
indépendants s'adresse au
ministre de l'Economie. Ainsi qu'il
a été dit, La Poste ne recourt pas
à des indépendants et je ne
possède pas de données sur
d'éventuelles infractions à la
législation sociale commises par
des opérateurs privés.
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Une CCT sectorielle nationale
permettrait de lutter contre la
concurrence déloyale sur le
marché et d'induire sans doute
une amélioration des conditions
sociales applicables aux
travailleurs. Une telle convention
collective serait toutefois sans
effets pour les indépendants.
06.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de daling van de kosten voor het
onderhoud van de spoorweginfrastructuur" (nr. 14699)
07 Question de Mme Hilde Dierickx au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la consommation, sur "la baisse des coûts d'entretien de
l'infrastructure ferroviaire" (n° 14699)
07.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik had graag een beetje nadere uitleg gekregen bij
een schriftelijke vraag die ik u gesteld heb over de daling van de
onderhoudskosten van de spoorweginfrastructuur. Het gaat meer
bepaald over schriftelijke vraag nr. 1078, die ik ingediend heb op
7 september 2006 en waarop ik in maart 2007 een antwoord heb
gekregen. Het blijkt namelijk uit uw antwoord dat er een sterke daling
is, zowel van het onderhoud van de treinen als voor het spoornet zelf.
Op twee jaar tijd, van 2003 tot 2005, daalden de kosten voor het
onderhoud van het spoorwegnet met 50 miljoen euro, van 325 miljoen
euro naar 275 miljoen euro. De kosten voor het onderhoud van de
treinen daalden met 20 miljoen euro, van 162 miljoen euro naar
142 miljoen euro. Ook het aantal personeelsleden dat instaat voor het
onderhoud daalde van 4.920 in 2003 naar 4.070 in 2005. Dat is een
daling van meer dan 18 procent.

Het is ook opvallend dat in 2005, 2006 en 2007 heel wat technische
defecten aan de locomotieven, de overwegen en de infrastructuur in
het algemeen zijn voorgekomen. Ik ondervind het ook regelmatig en
dat is wel zeer jammer voor de treinreizigers. Ook op de
treinverbinding Sint-Niklaas-Lokeren-Dendermonde-Brussel doen er
zich zeer regelmatig problemen voor ten gevolge van moeilijkheden
met de treinstellen. Begin maart bijvoorbeeld, kon de trein
Dendermonde-Kortrijk van 07.06 uur, in het volle spitsuur, niet
vertrekken vanwege technische problemen met de locomotief.

Mijnheer de staatssecretaris, wat is de reden voor de sterke daling in
de onderhoudskosten van de spoorweginfrastructuur? Kan die
vermindering in onderhoud niet leiden tot een verminderde veiligheid
voor de treinreizigers? Het is toch duidelijk dat er regelmatig defecten
zijn aan de treinstellen.
07.01 Hilde Dierickx (VLD): Il
ressort de chiffres qui m'ont été
communiqués par le secrétaire
d'État en réponse à une question
écrite que les coûts d'entretien
annuels du réseau ferroviaire et
des trains ont sensiblement
baissé. Le nombre des membres
du personnel chargés de
l'entretien a également fortement
diminué. Dans le même temps, les
voyageurs se voient de plus en
plus souvent confrontés à des
retards provoqués par des
problèmes techniques.

Quelles sont les raisons de la
diminution importante des frais
d'entretien? La sécurité des
voyageurs ne s'en trouve-t-elle
pas menacée?
07.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Dierickx, de daling van deze kosten mag in ieder geval
absoluut niet geïnterpreteerd worden alsof de NMBS minder met
07.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Une diminution des coûts
n'implique nullement que la SNCB
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
veiligheid zou bezig zijn. Dat zou bijzonder kort door de bocht zijn,
indien u die conclusie zou trekken. Getallen kan men op bijzonder
veel manieren interpreteren.

De onderhoudskosten van de spoorweginfrastructuur zijn gedaald. In
2003 was sprake van 325 miljoen euro, in 2004 van 309 miljoen euro
en in 2005 van 275 miljoen. Mijn antwoord op uw schriftelijke vraag,
waarnaar u verwees, bevatte ook cijfers uit 2001 en 2002, toen het
telkens ging om meer dan 300 miljoen euro. In 2006 gaat het over
285 miljoen euro. Dat is een nieuw cijfer ten opzichte van het
antwoord op uw schriftelijke vraag.

De onderhoudskosten schommelen jaarlijks in functie van het
uitvoeren van onderhoudswerken die niet jaarlijks moeten gebeuren,
zoals het schilderen van bruggen en de revisie van bepaalde
elektrische onderdelen. Als men bijvoorbeeld beslist om in een
bepaald jaar alle bruggen te schilderen, krijgt men in dat jaar natuurlijk
een piek van de kosten, die er in andere jaren niet is. De variatie in
kosten moet men dus over een langere periode bekijken, anders
maakt men inschattingsfouten.

De uitgaven voor onderhoud bedragen 285 miljoen euro. De daling
tussen 2001 en 2006 bedraagt ongeveer 18 miljoen euro. Dat is
gemiddeld 1,2% per jaar, gezien over een langere termijn. Hoe komt
dat? Dat kan te maken hebben met het gebruik van
onderhoudsvriendelijkere materialen, onderdelen voor
vernieuwingswerken en modernisering van het netwerk, die aanleiding
geeft tot de vermindering van onderhoudsbehoeften. Ik neem aan dat
hier en daar ook productiviteitsverhogingen worden nagestreefd.
Nogmaals, maak die analysefout dus niet.

Wat het materiaal betreft, de onderhoudskosten van de treinen voor
2006, kuisen niet inbegrepen, bedragen 152 miljoen euro:
52,6 miljoen euro voor de locomotieven, 70,6 miljoen euro voor de
motorstellen en 29 miljoen euro voor de rijtuigen. De daling van de
onderhoudskosten van de treinen is het resultaat van de dalende
onderhoudsbehoeften, doordat de voorbije jaren iets meer nieuwe
treinstellen en locomotieven, die minder onderhoud vragen, zijn
besteld.
se préoccupe moins de la sécurité
des voyageurs. En 2001 et en
2002, les coûts d'entretien de
l'infrastructure ferroviaire se sont
élevés, pour chacune de ces
années, à 300 millions d'euros. En
2003, 2004, 2005 et 2006, ils se
sont élevés respectivement à 325,
309, 275 et 285 millions d'euros.

Les frais d'entretien varient d'une
année à l'autre parce que certains
travaux, comme la peinture des
ponts et la vérification de certains
éléments électriques, ne doivent
pas être réalisés chaque année.
Pour éviter toute erreur
d'estimation, il convient de
considérer la variation des coûts
sur une plus longue période. Entre
2001 et 2006, la diminution des
dépenses d'entretien s'est élevée
à un peu moins de 18 millions
d'euros. Sur une plus longue
période, ce montant représente
une moyenne annuelle de 1,2 %.
Cela peut s'expliquer par
l'utilisation de matériaux et de
composants dont l'entretien est
plus aisé, ainsi que par la
modernisation du réseau, qui a
comme effet de diminuer les
besoins en matière d'entretien.
Une augmentation de la
productivité est aussi recherchée
dans certains domaines. Le coût
de l'entretien des trains ­ à
l'exclusion du nettoyage ­ s'est
chiffré à 152 millions d'euros en
2006 : 52,6 millions d'euros pour
les locomotives, 70,6 millions
d'euros pour les automotrices et
29 millions d'euros pour les
voitures. La réduction des frais
d'entretien des trains résulte de la
diminution des besoins en matière
d'entretien, car on a commandé
ces dernières années un peu plus
de rames et de locomotives
neuves, qui nécessitent moins
d'entretien.
07.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de staatssecretaris, de daling
van het aantal personeelsleden dat instaat voor het onderhoud met
meer dan 18% is toch ook opvallend. Dit kan dezelfde reden van
onderhoudsvriendelijkheid hebben, maar ik stel er toch vragen bij. Ik
vind het een opvallende daling. Cijfers kunnen altijd worden
geïnterpreteerd zoals men wil, maar met de verwijzing naar de
07.03 Hilde Dierickx (VLD): La
diminution de 18 % des effectifs
du personnel d'entretien est tout
aussi frappante et m'interpelle,
même si elle est peut-être liée à la
facilité d'entretien. J'espère que
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
defecten aan treinstellen en overwegen hoop ik toch dat een evaluatie
wordt gemaakt van dit onderhoud en dat daarmee zeker rekening
wordt gehouden.
lors de l'évaluation de l'entretien,
on tiendra compte des
défectuosités des rames et des
passages à niveau.
07.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, de
veiligheid en de betrouwbaarheid van het rollend materieel zijn altijd
een topprioriteit geweest en dit zal zo blijven. Geen enkele maatregel
werd genomen die de veiligheid of betrouwbaarheid van het rollend
materieel enigszins zou verminderen, integendeel. Het blijft de
permanente hoofdbekommernis om, waar mogelijk, de veiligheid en
betrouwbaarheid nog te verhogen.
07.04 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: La sécurité et la fiabilité du
matériel roulant demeureront la
priorité absolue à l'avenir et seront
encore améliorées dans la mesure
du possible. Aucune des mesures
prises à ce jour n'a réduit d'une
quelconque manière la sécurité ou
la fiabilité du matériel roulant.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Olivier Chastel au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "le manque de réaction de la SNCB suite à un
incident survenu le 18 janvier 2007" (n° 14705)
08 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "het uitblijven van een reactie van de
NMBS na een incident op 18 januari 2007" (nr. 14705)
08.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, il est assez fréquent que les trains aient du retard
sur le réseau belge. Le trafic ferroviaire est également parfois
perturbé à la suite d'incidents indépendants de la volonté de la SNCB,
tels que la chute d'arbres sur le réseau ou des caténaires touchés.
Tout cela engendre évidemment des désagréments pour les
passagers.

Un voyageur m'a relaté un incident auquel la SNCB n'a pas vraiment
pu faire face. Cela s'est passé le jeudi 18 janvier 2007 en fin d'après-
midi. Un train venant de Bruxelles en direction de Charleroi s'est
arrêté subitement peu avant la gare de Waterloo. Une tempête
soufflait sur le pays et à la suite de fortes rafales de vent, des arbres
s'étaient couchés sur la voie et sur certains caténaires. Cette
personne, tout comme les nombreux voyageurs présents à cette
heure de pointe, a attendu plus de cinq heures avant que la SNCB
trouve une solution partielle au problème, d'abord en coupant les
arbres tombés sur la voie et, ensuite, en reconduisant les passagers
en gare de Bruxelles.

Il est vrai que certaines pistes, comme le transbordement de
passagers, avaient été évoquées durant de longues heures mais
aucune n'avait été concrétisée, laissant les voyageurs dans le doute
et l'attente. Il aura donc fallu cinq heures pour que la SNCB se décide
à renvoyer les passagers à leur point de départ!

Comme moi, vous pouvez convenir que c'est assez inadmissible et
qu'en toute circonstance, la SNCB doit donner la priorité à ses
voyageurs en les informant régulièrement de l'évolution de la situation
via les accompagnateurs, en les prenant en charge dès l'apparition de
la panne ou de l'incident jusqu'à sa résolution ainsi qu'en les
aiguillant. Ce jour-là, il est apparu que la réaction de la SNCB était
tout à fait inadaptée.
08.01 Olivier Chastel (MR): Op
18 januari 2007 raakte een trein
die van Brussel naar Charleroi
reed geblokkeerd voor Waterloo:
door stormweer waren bomen op
de sporen en sommige
bovenleidingen terechtgekomen.
De reizigers hebben meer dan vijf
uur moeten wachten alvorens de
NMBS besliste om hen terug naar
het vertrekpunt te brengen! Zoiets
is onaanvaardbaar. Bovendien
heeft de NMBS niet geantwoord
op de klachten die ze nadien van
de reizigers heeft ontvangen. Eind
januari heeft een van hen zowel de
NMBS als de bevoegde overheid
meermaals aangeschreven. Op
een ontvangstbewijs van de
minister na heeft die persoon geen
enkele reactie van de NMBS
gekregen.

Welke maatregelen, met name
wat de schadeloosstelling betreft,
zal u ten aanzien van die reizigers
nemen? Welke lering heeft de
NMBS uit dat incident getrokken?
Welke besluitvormingsstructuren
zal de NMBS opzetten teneinde
dergelijke incidenten te
voorkomen? Vindt u de houding
van het overheidsbedrijf in dit
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Au-delà du manque de réaction de la SNCB au moment de l'incident
et dans les heures qui ont suivi, il faut également constater l'absence
de réponse de la part de l'entreprise aux nombreux courriers des
voyageurs, dont celui de mon interlocuteur. Il a en effet envoyé
plusieurs courriers fin janvier à la SNCB et aux autorités de tutelle et,
à l'exception d'un accusé de réception du ministre, aucune
manifestation de la SNCB ne lui est parvenue. Là aussi, ce manque
de communication est une aberration.

À cet égard, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais que vous
m'éclairiez sur les mesures concrètes à prendre envers ces
voyageurs, notamment en matière de dédommagement. Quelles
leçons la SNCB a-t-elle tirées de cet incident du 18 janvier? Quelles
structures de décision compte-t-elle mettre en oeuvre lorsqu'un
incident se reproduira à l'avenir? Jugez-vous normale l'attitude de
l'entreprise publique en la matière?

Je pense qu'il faut tirer des conclusions constructives des erreurs du
passé quant aux réactions futures.
geval normaal?
08.02 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Chastel, les violentes rafales du 18 janvier 2007 ont
gravement perturbé le trafic. Ceci vaut pour l'ensemble des moyens
de transport tant en Belgique que dans les pays limitrophes. Un
certain nombre d'opérateurs ferroviaires des réseaux voisins ont été
amenés à interrompre complètement leurs services de trains. Or,
malgré les circonstances difficiles, la SNCB a mis tout en oeuvre pour
amener ses clients à destination, alors que de nombreux opérateurs
ferroviaires des réseaux voisins ont même décidé d'interrompre
complètement leurs services de trains.
08.02 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: De hevige rukwinden
van 18 januari 2007 hebben het
treinverkeer grondig in de war
gestuurd, zowel in België als in de
buurlanden, waar de dienst zelfs
werd onderbroken. Als gevolg van
de schade moesten treinen
worden omgeleid, bussen worden
ingelegd, enz.
C'est ainsi qu'en maints endroits, des arbres, des clôtures, des
barrières se sont retrouvés sur les voies ferrées entraînant de la sorte
des bris de caténaires. Ces dégâts ont entraîné des retards et
l'obligation de mettre en place des déviations, d'organiser des
services de bus et de tracter des convois avec les locomotives diesel,
etc. La SNCB a oeuvré sans relâche pour rétablir la situation et
garantir le retour à domicile des usagers des chemins de fer.

Fournir une information correcte et au bon moment était, dans une
telle situation, extrêmement difficile. Ainsi, l'information n'a-t-elle
malheureusement pas circulé partout de manière optimale. C'est
exact. La SNCB a présenté ses excuses aux clients qui se sont
adressés à elle pour les désagréments encourus.

Bien conscients de l'importance de l'information lors de perturbations
du trafic, la SNCB a mis en route le projet "Information Real Time".
Un certain nombre de mesures sont déjà mises en application. C'est
ainsi qu'une attention toute particulière est réservée à la formation et
au coaching du personnel dans ce domaine et que des agents ont été
désignés en cas de perturbations du trafic de trains pour se consacrer
en priorité à l'information aux voyageurs.

La réalisation d'autres objectifs tels que l'amélioration de l'équipement
des gares, l'installation de sonorisation, d'écrans de crises, de
systèmes d'annonces de trains, etc., était déjà en cours mais
demande naturellement davantage de temps.
De NMBS heeft alles in het werk
gesteld om de toestand recht te
trekken en ervoor te zorgen dat de
reizigers terug naar huis konden.
Het was bijzonder moeilijk tijdig
voor correcte informatie te zorgen.
De NMBS heeft haar
verontschuldigingen aangeboden
aan de klanten die zich tot haar
hebben gewend.

De NMBS beseft hoe belangrijk
het is de reizigers correct te
informeren en heeft daarom het
project "Information Real Time" op
poten gezet. Daarbij gaat
bijzondere aandacht naar de
opleiding van het personeel.
Daarnaast werden ook
personeelsleden belast met het
prioritair informeren van de
reizigers in geval het treinverkeer
ontregeld wordt. Met de realisatie
van andere doelstellingen, zoals
de verbetering van de uitrusting
van de stations, het aanbrengen
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
van een geluidsinstallatie, enz.,
was al een aanvang genomen,
maar die maatregelen vergen
meer tijd.
08.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse. Néanmoins, quand vous dites que la
SNCB s'est excusée auprès des passagers, je n'en suis pas tout à fait
sûr. J'ai en tout cas devant moi une lettre adressée à cette personne,
que vous signez en tant que secrétaire d'État aux Entreprises
publiques. Dans cette lettre, vous accusez réception, le 28 janvier, du
courrier qu'elle vous adresse et vous lui répondez que vous avez
demandé aux services concernés de la SNCB de soumettre ce
dossier à un examen attentif et que vous ne manquerez pas de la
tenir au courant du suivi de ce dossier. Je peux vous dire que cette
personne attend toujours.
08.03 Olivier Chastel (MR): Als u
zegt dat de NMBS zich bij de
reizigers heeft verontschuldigd,
dan heb ik daar toch mijn
bedenkingen bij. Ik heb hier
immers een ontvangstbewijs dat u
naar die persoon hebt gestuurd: u
zegt dat u de NMBS heeft verzocht
het dossier nader te onderzoeken
en dat u hem op de hoogte zal
houden. Die persoon wacht echter
nog steeds op een antwoord!
08.04 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur Chastel, la SNCB
va présenter ses excuses à ce client. Ce n'est pas à moi de répondre
au nom du groupe SNCB. C'est à la SNCB de le faire.
08.04 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: De NMBS zal inderdaad
haar verontschuldigingen aan de
betrokkene aanbieden. Het is
echter niet mijn taak om namens
de NMBS-groep te antwoorden.
08.05 Olivier Chastel (MR): Trois mois après, il est effectivement
grand temps de présenter ses excuses!
08.05 Olivier Chastel (MR): Drie
maanden na de feiten wordt het
wel hoog tijd dat men zich
verontschuldigt!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Olivier Chastel au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "l'état général de la gare de Thuin" (n° 14783)
09 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de algemene staat van het station van
Thuin" (nr. 14783)
09.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, ma question
concerne la gare de Thuin. Monsieur le secrétaire d'État, nous en
avons parlé ensemble le 12 mars. Suite à un avis rendu par le Comité
consultatif des usagers auprès de la SCNB, je vous avais interpellé
sur l'état général de la gare de Thuin.

À l'époque, mon constat était le suivant: la gare de Thuin est dans un
état déplorable, tout comme son auvent d'ailleurs. Outre cet état
général désastreux, j'avais également pointé le problème relatif à la
hauteur des quais, qui sont très bas et rendent l'accès aux trains
difficile pour les personnes fragilisées. Le 12 mars, lors du débat,
vous m'aviez précisé que depuis la fermeture des guichets et du
bâtiment en 2005, la SNCB Holding et la ville de Thuin avaient signé
une convention dans le cadre de la mise en place d'un EMS (un
espace multiservices). La ville de Thuin avait obtenu à cette époque
un subside de 150.000 euros de la Région wallonne pour couvrir en
partie les travaux de rénovation du bâtiment. Dans votre réponse,
vous évoquiez également que la direction Patrimoine avait cédé le
bâtiment à la ville.
09.01 Olivier Chastel (MR): In uw
antwoord van 12 maart
jongstleden deelde u me mee dat
de NMBS-Holding en de stad
Thuin een overeenkomst voor de
bouw van een polyvalente
dienstenruimte hadden
ondertekend, dat de stad een
subsidie van 150.000 euro van het
Gewest had bekomen voor de
renovatie van het station en dat de
Directie Patrimonium het gebouw
aan de stad had afgestaan. Ik heb
evenwel vernomen dat op 20
oktober 2005 werd beslist dat de
NMBS een erfpachtvoorstel aan
de stad zou voorleggen. Hoewel
een en ander binnen een termijn
van zes maanden moest
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20

C'est avec une certaine surprise que j'ai appris depuis, par le
bourgmestre de Thuin, qu'il a été convenu le 20 octobre 2005, lors de
la signature de la convention, que la SNCB devait faire une
proposition de bail emphytéotique à la ville, proposition qui devait se
faire dans les six mois. La proposition de la SNCB devait donc arriver
sur le bureau du bourgmestre de Thuin fin avril 2006. C'est seulement
le 28 février 2007, il y a moins de deux mois, que la ville de Thuin a
reçu cette proposition, soit avec un an de retard. Aujourd'hui, les
travaux n'ont toujours pas débuté et la gare de Thuin est toujours
dans cet état de délabrement.

Quand vous me répondiez le 12 mars que la SNCB Holding allait
prendre en charge financièrement le renouvellement des marquises
dès que la ville aurait procédé à la rénovation de la gare, cela me
semble un peu déplacé dans le contexte d'aujourd'hui, vu les lenteurs
administratives dans le chef de la SNCB. En plus, dans la réponse du
12 mars dernier, cette dernière fait preuve d'une certaine mauvaise
foi. À cet égard, monsieur le secrétaire d'État, j'aurais voulu que vous
me confirmiez quand la SNCB a vraiment remis une proposition de
bail emphytéotique à la ville de Thuin. Quelles sont les conditions de
ce bail? Lors des premières négociations, la SNCB voulait faire payer
à la commune de Thuin un droit d'emphytéose de 500 euros par mois.
Cela me semble fort cher pour un bien tombant en ruine. Enfin, je me
demande si la SNCB, pour une fois, ne devrait pas montrer l'exemple
et réaliser sa part de travaux, avant que la ville de Thuin n'effectue les
siens.
gebeuren, heeft de stad dat
voorstel pas op 28 februari 2007
ontvangen. Vandaag zijn de
werken nog steeds niet begonnen
en bevindt het station zich nog
steeds in dezelfde belabberde
toestand.

U hebt me tevens geantwoord dat
de NMBS-Holding de luifels zou
vernieuwen van zodra de renovatie
van het station door de stad rond
was. Gelet op de administratieve
logheid van de NMBS lijkt dat
antwoord me evenmin gepast.
Wanneer heeft de NMBS een
erfpachtvoorstel aan de stad Thuin
voorgelegd? Welke voorwaarden
bevat die overeenkomst? Moet
men vijfhonderd euro per maand
neertellen voor een ruïne? Kan de
NMBS niet het voorbeeld geven en
haar deel van de werken vóór die
van de stad uitvoeren?
09.02 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Chastel, mis à part votre opinion à ce sujet, vous avez posé
deux questions: une question de confirmation et une question sur les
conditions.

Premièrement, le bail emphytéotique a été transmis à l'administration
communale de Thuin fin février 2007 et ce document a été soumis au
conseil communal en date du 26 mars 2007. Je puis vous le
confirmer.

Deuxièmement, en ce qui concerne les conditions, nous avons
entendu du groupe SNCB que les principales conditions de ce bail ont
été définies, après accord verbal de l'administration communale de
Thuin, par le conseil d'administration de la SNCB Holding.
09.02 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: De erfpachtregeling
werd eind februari 2007 aan het
gemeentebestuur van Thuin
overgemaakt. Dat document werd
op 26 maart 2007 aan de
gemeenteraad voorgelegd. De
NMBS-Groep laat weten dat de
raad van bestuur van de NMBS-
Holding de belangrijkste
voorwaarden na mondeling
akkoord van het gemeentebestuur
van Thuin heeft vastgelegd.
09.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je profite de ma
dernière réplique sous cette législature pour dire au secrétaire d'État ­
je l'avais d'ailleurs déjà dit à son prédécesseur ­ que, plus que
régulièrement, les entreprises publiques se moquent des
parlementaires dans leur réponse.

Monsieur le secrétaire d'État, vous n'êtes évidemment que le relais
verbal de ce qu'elles veulent bien nous donner comme réponse. Ce
n'est donc pas à vous que j'adresse mes accusations, mais bien à
l'entreprise publique. Cela vaut pour La Poste mais surtout pour la
SNCB, tant elle fait preuve de mauvaise foi. En effet, quand, dans
l'accord, la SNCB devait proposer un document liant la ville de Thuin
et le holding SNCB dans les six mois et qu'elle ne le fait qu'après un
an et demi ­ soit avec plus d'un an de retard ­, il est déplacé de
critiquer, dans une réponse à un parlementaire, la ville en question
09.03 Olivier Chastel (MR): In
hun antwoorden nemen de
overheidsbedrijven wel vaker een
loopje met de parlementsleden.
Volgens het akkoord diende de
NMBS binnen de zes maanden
een overeenkomst tussen de stad
Thuin en de NMBS-Holding op te
stellen, maar dat heeft in
werkelijkheid anderhalf jaar
geduurd. In die omstandigheden is
het misplaatst om de stad te
verwijten dat ze er geen werken
heeft laten uitvoeren, zoals u in uw
antwoord van 12 maart
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
parce qu'elle n'a rien fait sur ce chantier.

Or, le 12 mars dernier dans votre réponse, la SNCB était
particulièrement critique par rapport aux autorités communales de la
ville de Thuin, expliquant que la ville de Thuin n'avait pas fait sa part
du travail. Quand on sait que la SNCB a envoyé, avec plus d'un an de
retard, un document de convention, je trouve que ce n'est pas très
correct!

Monsieur le secrétaire d'État, vous ne pouvez évidemment pas me
donner une autre réponse que celle que vous prépare la SNCB.
Cependant, comme c'était ma dernière réplique sous cette législature,
je tenais à vous le dire.
jongstleden heeft gesteld.
09.04 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur Chastel, si mon
rôle se limitait à lire les réponses du groupe SNCB, ma vie politique
se serait achevée en deux semaines!

Cela signifie que mon cabinet a effectué un grand travail ces derniers
dix-huit mois pour calmer le jeu, pour vérifier le contenu des réponses
et pour qu'il soit répondu plus rapidement aux parlementaires. Cela
représente beaucoup de travail. Si, un jour, vous avez l'occasion de le
faire vous-même, vous vivrez la même expérience que moi.
09.04 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Als ik hier enkel de
antwoorden van de NMBS-Groep
zou moeten komen aflezen, zou
mijn politieke carrière er binnen de
twee weken opzitten. De jongste
achttien maanden heeft mijn
kabinet bergen werk verzet om zo
vlug mogelijk een antwoord te
kunnen verstrekken en de inhoud
ervan te checken.
09.0409.05 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je tiens à
remercier le secrétaire d'État tant pour sa franchise quant aux
réponses que lui fournit la SNCB que pour ce que lui et son cabinet
ont pu faire pour arrondir les angles dans les relations entre les
parlementaires et nos entreprises publiques.
09.040 Olivier Chastel (MR): Ik
dank de staatssecretaris voor de
openheid waarmee hij de
antwoorden van de NMBS
behandelt en voor alles wat hijzelf
en zijn kabinet gedaan hebben om
de verhouding tussen de
parlementsleden en de
overheidsbedrijven bij te schaven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken, over "de geplande afschaffing van de intercitytrein Brussel-
Amsterdam" (nr. 14810)
- de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken over "de toekomst van de internationale Beneluxtrein"
(nr. 14873)
10 Questions jointes de
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et
de la Protection de la consommation, sur "la suppression prévue du train IC Bruxelles-Amsterdam"
(n° 14810)
- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget
et de la Protection de la consommation sur "l'avenir du train international Benelux" (n° 14873)
10.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de staatssecretaris, volgens
het ontwerp van de nieuwe dienstregeling 2007-2009 van de
Nederlandse Spoorwegen zou de treinreiziger tegen 2009 nog enkel
kunnen kiezen voor een hst-verbinding tussen Brussel en
Amsterdam. Door de klassieke Beneluxverbinding af te schaffen zou
10.01 Guido De Padt (VLD):
Selon un projet d'horaires de
service des Nederlandse
Spoorwegen, seule une liaison à
grande vitesse serait à la
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
sporen tussen Nederland en België een pak duurder worden. De
Nederlandse reizigersorganisatie Rover heeft reeds een klacht
ingediend bij de Nederlandse mededingingsautoriteit die toeziet op de
eerlijke concurrentie. Volgens hen misbruiken de Nederlandse
Spoorwegen hun machtspositie door op termijn alleen nog het dure
alternatief aan te bieden. De Belgische Bond van Trein-, Tram- en
Busgebruikers schaart zich achter deze klacht. Bij de NMBS zou men
nog geen commentaar willen geven op de plannen van de
Nederlandse zusterorganisatie.

Vandaar mijn vragen. Hebt u al kennis genomen van het plan van de
NS om de klassieke Beneluxtrein tegen 2009 af te schaffen? Zult u
hierover overleg plegen met de Nederlandse voogdijminister van de
Nederlandse Spoorwegen? Zo ja, welk standpunt zult u dan innemen?
Welke gevolgen zou het plan van de NS hebben voor de
dienstverlening van de NMBS op Belgisch grondgebied? Steunt u het
voorstel van het Europees Parlement om het internationaal
reizigersvervoer te liberaliseren om op die manier nationale
machtsposities te doorbreken en goedkopere alternatieven een kans
te geven?
disposition du voyageur ferroviaire
en 2009 pour relier Bruxelles à
Amsterdam. Le train Benelux
classique serait supprimé et
voyager en train deviendrait dès
lors beaucoup plus onéreux.
L'organisation néerlandaise de
défense des droits des voyageurs
Rover a déjà déposé une plainte
auprès des autorités
néerlandaises de la concurrence
et estime que les Nederlandse
Spoorwegen abusent de leur
position dominante. En Belgique,
le Bond van Trein-,Tram- en
Busgebruikers
se rallie à la plainte.
Il semblerait que la SNCB ne
souhaite formuler aucun
commentaire sur ce projet pour
l'instant.

Le secrétaire d'État a-t-il déjà pris
connaissance du projet des NS?
Se concertera-t-il avec le ministre
de tutelle néerlandais? Quelle
position le secrétaire d'État
adoptera-t-il? Quelle serait
l'incidence du projet pour le
service de la SNCB en Belgique?
Le secrétaire d'État soutient-il la
proposition du Parlement
européen visant à libéraliser le
transport de voyageurs
international et ainsi à lutter contre
les positions dominantes à
l'échelle nationale?
10.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik
sluit mij uiteraard aan bij de vraag van collega De Padt. Het is een
problematiek die ik hier al een aantal keren heb aangehaald. Het past
natuurlijk allemaal in het treinaanbod dat zal worden gecreëerd nadat
de nieuwe spoorlijn, de HSL Noord, in gebruik zal worden genomen.
De gevolgen daarvan voor de internationale Beneluxtrein zullen ook
heel wat gevolgen hebben voor lijn 12 waarvan de Beneluxtrein
momenteel nog gebruikt maakt. Ze vormt een interessante verbinding
van Roosendaal, Dordrecht en dergelijke tot Antwerpen. Het ziet er
inderdaad naar uit ­ de Nederlandse Spoorwegen bevestigen dat keer
op keer ­ dat deze Beneluxtrein zal verdwijnen en plaats zal moeten
maken voor de hogesnelheidstrein. Het gevolg daarvan is dat er toch
een zeker verlies is aan flexibiliteit voor de mogelijke spoorreizigers
enerzijds en voor de spoorreizigers uit de steden zoals Roosendaal of
Dordrecht om een goede verbinding te hebben met België, vooral
Antwerpen en Brussel.

Vandaar ook mijn vragen. Mijnheer de staatssecretaris, ten eerste,
wat is het standpunt van de NMBS over het blijven rijden van de
Beneluxtrein op het moment waarop de hst-verbinding met
Amsterdam operationeel zal zijn?
10.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il semble bien que le train
Benelux sera supprimé au profit
du train à grande vitesse. Le
voyageur disposerait alors de
moins de possibilités et il sera
ainsi par exemple plus difficile de
prendre le train à Roosendaal et à
Dordrecht pour se rendre à Anvers
et à Bruxelles. La mise en service
de la nouvelle ligne ferroviaire à
grande vitesse Nord aura en effet
des répercussions pour la ligne
12, actuellement utilisée par le
train Benelux.

Quelle est la position de la SNCB?
Le secrétaire d'État est-il d'accord
avec le ministre néerlandais
M. Eurlings qui estime que le train
Benelux doit être maintenu? Le
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

Ten tweede, kunt u zich terugvinden in het standpunt van uw
Nederlandse collega? De Nederlandse minister van Verkeer en
Waterstaat Camiel Eurlings heeft namelijk het standpunt ingenomen
dat de Beneluxtrein zou moeten blijven bestaan.

Ten derde, bent u bereid om dit standpunt zo mogelijk samen met uw
Nederlandse collega te verdedigen bij de betrokken
spoorwegmaatschappij?

Ik wil hier graag nog een bijkomende vraag aan toevoegen. Indien de
Nederlandse Spoorwegen het spel hard blijven spelen en dus geen
Beneluxtrein meer willen inleggen, bestaat er dan een mogelijkheid
om het station Roosendaal te bedienen met een intercitytrein boven
op het bestaande aanbod aan stoptreinen?

De Nederlandse Spoorwegen verwijzen ter zake trouwens naar de
Belgische spoorwegen. Ik citeer hun woordvoerder: "Als zij nog een
intercity tussen Roosendaal en Antwerpen willen hebben, is dat hun
zaak". Zij kaatsen de bal dus in het kamp van de Belgische
spoorwegen.

Tot daar mijn vragen.
secrétaire d'État est-il prêt à
défendre ce point de vue avec son
collègue néerlandais auprès des
autorités ferroviaires? Si la société
néerlandaise des chemins de fer
devait tout de même décider de
supprimer le train Benelux, la ville
de Roosendaal pourra-t-elle être
desservie par un train IC en plus
de l'offre existante de trains
locaux?
10.03 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, bij het
inleggen van internationale treinen tussen Brussel en Amsterdam
wordt het aanbod uiteraard met de buitenlandse partner bepaald.
Zowel de Nederlandse Spoorwegen als de NMBS zijn hierbij
betrokken. Het internationale reizigersverkeer moet op een
commerciële basis worden geëxploiteerd met voldoende rentabiliteit.

Om het reizigersvervoer per spoor op de verbinding Brussel-
Antwerpen-Rotterdam-Amsterdam aantrekkelijk te maken en alzo
meer reizigers uit de auto naar de trein te lokken, hebben de
Belgische en Nederlandse regeringen een akkoord gesloten voor de
aanleg van een hogesnelheidslijn tussen beide landen, die het
mogelijk moet maken de reistijd gevoelig in te korten. Om deze
nieuwe infrastructuur te kunnen berijden, hebben de Nederlandse
Spoorwegen en de NMBS ander materiaal nodig, dat hiervoor
geschikt is en gehomologeerd. Eind 2007 zal dit al gedeeltelijk
mogelijk zijn, weliswaar tegen een beperkte snelheid, terwijl er vanaf
oktober 2008 tegen 250 kilometer per uur en meer moet kunnen
worden gereden op deze hogesnelheidslijn.

Ik heb reeds met de heer Eurlings gesproken over de dossiers die
voor beide landen van belang zijn. Tijdens dit gesprek werd de
verbinding Brussel-Amsterdam kort besproken. De heer Eurlings
heeft mij toen bevestigd dat het mogelijke voortbestaan van de
klassieke verbinding zou worden onderzocht. Ik heb daarop tot nu toe
nog geen volledig antwoord gekregen. In uw vraag over Roosendaal
zegt u dat de Nederlanders de bal terugspelen naar de Belgen. Ik zou
de bal terug naar u willen slaan, mijnheer Van den Bergh. Dit is een
zeer voorwaardelijke vraag. Het hangt in eerste instantie af van de
afspraken die op dit vlak tussen de heer Eurlings en de Nederlandse
Spoorwegen worden gemaakt.

(...): (...).
10.03 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: L'offre ferroviaire entre
Bruxelles et Amsterdam est
déterminée en concertation avec
le partenaire étranger. Tant les NS
que la SNCB sont impliqués dans
cette question. Le trafic voyageurs
international doit être exploité
d'une façon commerciale, c'est-à-
dire avec une rentabilité suffisante.

Les gouvernements belge et
néerlandais ont décidé de
construire une ligne à grande
vitesse dans le but de rendre
attrayant le transport sur cette
ligne, de réduire les temps de
trajet et d'attirer un plus grand
nombre d'automobilistes vers le
rail. Les NS et la SNCB ont
cependant besoin d'un matériel
spécifique pour circuler sur la
nouvelle ligne. Des circulations à
vitesse limitée seront possibles
dès la fin 2007. Dès octobre 2008,
une vitesse minimale de 250 km/h
devra être réalisable sur la ligne à
grande vitesse.

Le ministre Eurlings m'a confirmé
que le maintien de la liaison par
trains classiques ferait l'objet d'une
étude de faisabilité, mais je n'ai
encore reçu aucune réponse
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
complète à ce sujet.
10.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Akkoord, maar afhankelijk
van de uitkomst van die besprekingen in dat verband binnen de
Nederlandse instanties, kan dit probleem zich voordoen. Op dat
ogenblik zal de NMBS naar alle waarschijnlijkheid onderzoeken of een
IC-verbinding naar Roosendaal kan worden ingelegd. Vermits het een
hypothetische vraag is, is er op dit ogenblik nog geen antwoord te
geven.
10.04 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: La mise en place d'une
nouvelle liaison IC vers
Roosendaal dépendant des
accords passés par mon
homologue néerlandais avec les
NS, cette question revêt un
caractère plutôt hypothétique.
Selon toute vraisemblance, la
SNCB étudiera cette option en
fonction des résultats de la
concertation menée aux Pays-
Bas.
10.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris voor zijn enigszins vage antwoord. Ik begrijp ook wel
dat het vaag is, omdat er blijkbaar nog een aantal onderzoeken bezig
is.

Het is al positief te vernemen dat wordt onderzocht of de Beneluxtrein
nog kan blijven bestaan. Het voortbestaan zou in elk geval voor de
reiziger een goede zaak zijn.

Er wordt verwezen naar de concurrentie met de auto. De HSL werd
aangelegd om mensen uit hun auto te lokken. Wij moeten oppassen
dat wij een aantal mensen niet opnieuw de trein uitjagen, omdat er
een reserveringsplicht komt, omdat er duurdere tarieven komen en
omdat een ander traject wordt gevolgd dat bepaalde steden die nu
wel worden bediend, niet langer aandoet. Op dat vlak is er dus ook
een andere kant van de medaille.

De potentiële IC-verbinding met Roosendaal wordt momenteel reeds
door de NMBS onderzocht. Er werd vanuit Nederlandse hoek, in
samenwerking met het Belgisch-Nederlands Grensoverleg, een
vervoerwaardestudie opgemaakt. Blijkbaar was de studie vrij positief.
Nu onderzoekt de NMBS verder of het haalbaar is om een dergelijke
trein in te leggen. Ik had enkel gevraagd of u in dat verband al meer
nieuws had. Het onderzoek is echter wellicht lopende.
10.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le secrétaire d'État nous
donne une réponse vague.
Toutefois, il est positif que la
question du maintien des trains
Benelux soit examinée. La ligne à
grande vitesse a été construite
pour inciter les automobilistes à
laisser leur véhicule au garage,
mais on risque à présent de les
dissuader également de prendre le
train. Le TGV est en effet plus
onéreux, il faut réserver sa place
et le train dessert d'autres villes.
La SNCB étudie par ailleurs déjà
la possibilité d'une nouvelle liaison
IC vers Roosendaal. Les résultats
d'une étude menée aux Pays-Bas
en collaboration avec l'organe de
concertation frontalier
Grensoverleg sur la valeur liée à
ces transports sont assez positifs.
La SNCB mène actuellement une
étude de faisabilité en la matière.
10.06 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Het is belangrijk om de
leefbaarheid qua rentabiliteit van het bestaan van zowel een
hogesnelheidslijn als de Beneluxtrein goed te onderzoeken. Dat zal
niet vanzelfsprekend zijn. Het is aan de Nederlandse autoriteiten om
op dat vlak de knoop door te hakken.
10.06 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Il faudra consacrer une
analyse approfondie à la viabilité
et à la rentabilité de la ligne TGV
et de la ligne Benelux. Rien n'est
encore décidé. Il appartient aux
autorités néerlandaises de
trancher en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De heer Verhaegen is niet aanwezig om zijn vraag nr. 14827 te stellen. De heer
Vandenbergh is er wel om zijn vraag nr. 15144 te stellen. Hun vragen gingen over de verdeling van de
lottogelden.
11 Samengevoegde vragen van
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
- de heer Mark Verhaegen aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken over "de toewijzingsmodaliteiten voor steunprojecten
van de Nationale Loterij" (nr. 14827)
- de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken over "de verdeling van het lottogeld" (nr. 15144)
- de heer Jean-Marc Delizée aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de concrete invulling door de provincies van de
verzekering lichamelijke schade voor vrijwilligers" (nr. 14939)
11 Questions jointes de
- M. Mark Verhaegen au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et
de la Protection de la consommation sur "les modalités de répartition des aides de la Loterie
Nationale" (n° 14827)
- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget
et de la Protection de la consommation sur "la répartition des subsides de la Loterie Nationale"
(n° 15144)
- M. Jean-Marc Delizée au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget
et de la Protection de la consommation, sur "la mise en oeuvre par les provinces de l'assurance
dommages corporels en faveur des volontaires" (n° 14939)
11.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, de aanleiding voor mijn vraag over de verdeling
van de lottogelden is enerzijds de verschijning in het Staatsblad op 28
maart van de jaarlijkse verdeling van de lottogelden en, anderzijds de
problematiek van de uitvoering van de wet op het vrijwilligerswerk, wat
niet voldoende aan bod komt in mijn schriftelijke voorbereiding zoals
ik ze indiende.

Vooral het aspect van de vrijwilligersverzekering loopt zeer
moeizaam. Het gaat over het deel aangaande de aansprakelijkheid en
de verzekering. De artikelen ter zake zijn in werking getreden op
1 januari 2007. Noch aangaande de collectieve polis waarvoor uw
collega Verwilghen verantwoordelijk is, noch inzake de collectieve
verzekering waarin u voorziet via de subsidies van de Nationale Loterij
en die door de provinciebesturen verder uitgewerkt zou moeten
worden, is er vooruitgang te merken. Dat is toch nogal problematisch
voor een maatregel die al sinds 1 januari van kracht is. Vooral bij de
gemeentebesturen groeit het ongeduld. Voor de lokale vrijwilliger
wordt het moeilijk om door de bomen nog het bos te zien.

Daarom lijkt het me gepast om een aantal vragen te stellen over die
problematiek.

De eerste vraag heeft minder te maken met de vrijwilligersregeling,
maar alles met de verdeling van de lottogelden. Er zijn namelijk nogal
wat vrijwilligersorganisaties die zich vragen stellen bij de verdeling van
de lottogelden, meer bepaald bij de dotaties aan instellingen en
organisaties van een bijzonder maatschappelijk belang. Dat zijn de
dotaties onder rubriek 2.1, waaronder bijvoorbeeld het Rode Kruis,
maar ook organisaties als de Bond voor Trein-, Tram- en
Busgebruikers ­ om bij het onderwerp te blijven ­ en Natuurpunt zijn
vervat. We zouden ons kunnen afvragen waarom die organisaties wel
en andere organisaties niet zijn vervat. Zijn die laatste van minder
maatschappelijk belang, misschien?

De concrete vraag is de volgende. Wat zijn de specifieke criteria om
als organisatie van bijzonder maatschappelijk belang in aanmerking te
komen?
11.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les mesures relatives à
la responsabilité et à l'assurance
des volontaires sont entrées en
vigueur le 1
er
janvier 2007. Aucun
progrès n'a toutefois été
enregistré, ni en ce qui concerne
la police collective pour laquelle M.
Verwilghen est compétent, ni en
ce qui concerne l'assurance
collective que les administrations
provinciales doivent mettre en
place à l'aide des subventions de
la Loterie nationale. Les
administrations communales
s'impatientent et les volontaires ne
s'y retrouvent plus.

Les organisations de volontaires
sont nombreuses à se poser des
questions sur la répartition des
fonds de la Loterie nationale parue
au Moniteur belge le 28 mars
2007. La Croix Rouge, le Bond
voor Trein-, Tram- en
Busgebruikers
et Natuurpunt entre
autres reçoivent une dotation en
tant qu'organisations d'intérêt
social particulier. Pourquoi telle
organisation bénéficie-t-elle de
fonds et telle autre pas?

Je me demande quels critères
spécifiques sont pris en
considération pour octroyer une
subvention à l'une ou l'autre
organisation. Je donne un
exemple concret : pourquoi "La
nuit des transports en commun"
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Ik haal er eentje uit onder rubriek 2.1.14.6. Daar is er sprake van de
organisatie "Nacht van de vervoering". Ik weet dat er zo'n "Nacht van
de vervoering" is georganiseerd, maar ik vraag me af welke
organisatie erachter zit. Misschien kunt u ter zake enige duiding
geven. Graag verneem ik ook wat de criteria zijn die in aanmerking
worden genomen.

Over de vrijwilligersverzekering heb ik de volgende vragen.

Het bedrag in rubriek 8 is bestemd voor de vrijwilligersverzekering. Er
werd altijd gezegd dat de Nationale Loterij daarvoor 850.000 euro zou
vrijmaken. Ik meen ook dat vorig jaar in hetzelfde bedrag werd
voorzien voor de vrijwilligersverzekering. Nu is er blijkbaar een
verhoging tot 1 miljoen euro. Nochtans zijn de provinciebesturen
blijkbaar nog altijd niet klaar met een bepaalde regeling. Zou het niet
nuttig zijn dat de federale overheid die tenslotte verantwoordelijk is
voor de wetgeving ter zake, ervoor zorgt dat die regeling snel klaar is
en dat er snel duidelijkheid is aangaande de vrijwilligersverzekering
en de middelen die daarvoor worden vrijgemaakt zodat er een
duidelijk beeld komt over de verdeling van die middelen aan de
organisaties?

Daarbij aansluitend heb ik, logisch, de volgende vraag. Op welke
basis zal de som van 1 miljoen euro worden verdeeld, aangezien het
over een gesloten enveloppe gaat? Komen enkel die organisaties in
aanmerking die het eerst een dossier indienen? Krijgen zij geld tot
zolang de voorraad strekt, of zijn er andere criteria bepaald, of wordt
dat gewoon helemaal aan de provinciebesturen overgelaten?
bénéficie-t-elle d'une subvention
de la Loterie nationale?

La Loterie nationale s'est engagée
à verser une contribution de
850.000 euros dans le cadre de
l'assurance collective pour les
volontaires. Je constate que le
montant final est légèrement plus
élevé, à savoir 1 million d'euros.
Dans l'intervalle, les
administrations provinciales n'ont
pas terminé l'élaboration des
modalités relatives à la répartition
de l'aide entre les différentes
associations. Les autorités
fédérales ne devraient-elles pas
inciter les provinces à faire preuve
d'un peu plus de diligence? Je me
demande une fois encore quelle
sera la répartition des subventions.
Sera-t-elle entièrement déterminée
par la députation provinciale?
Voorzitter: Guido De Padt.
Président: Guido De Padt
.
11.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Wat uw eerste vraag betreft,
mijnheer Van den Bergh, worden de specifieke dotaties bedoeld in
rubriek 2.1 vastgesteld op voordracht van de voogdijminister bij een in
de Ministerraad overlegd koninklijk besluit. U vroeg specifiek naar
bijvoorbeeld "De nacht van de vervoering." Dat is de naam voor een
bijkomend initiatief in het raam van de Trein-Tram-Busdag. Het heeft
dezelfde organisatiestructuur en wordt ook door de NMBS-groep
georganiseerd.

De collectieve verzekering voor vrijwilligers staat los van ­ en is ook
bedoeld als losstaand van ­ de wetgevende initiatieven die de heer
Verwilghen ter zake neemt. In dit verband onderstreep ik dat de
verdeelsleutel toegepast wordt op basis van het bevolkingsaantal per
provincie en op basis van ingediende dossiers. Over de precieze
modaliteiten en procedures wordt autonoom door de provincies
beslist. Ondertussen hebben, een aantal weken geleden, tal van
gedeputeerden voor Welzijn in de diverse provincies samengezeten.
Zij zijn nu bezig het hele plan van aanbesteding te finaliseren om zo
tot een uiteindelijke aanbesteding te komen.

Kortom, de slagkracht van het dossier, of de mate waarin in dat
dossier vooruitgang wordt geboekt, ligt in eerste instantie bij de
gedeputeerden voor Welzijn van de vijf Vlaamse provincies, en wat
Wallonië betreft van de Duitstalige Gemeenschap en van de
provincies in het Franstalige landsgedeelte. Zij werken daar in ieder
geval gestaag aan verder. Ik verwacht dat zij eerstdaags letterlijk tot
11.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Les dotations spécifiques
telles que visées à la rubrique 2,
point 1, sont fixées sur la
proposition du ministre de tutelle
par un arrêté royal délibéré en
Conseil des ministres.

La "Nuit des Transports en
commun" est le nom d'une
initiative qui s'inscrit dans le cadre
général de la Journée Train-Tram-
Bus. Elle est totalement intégrée
dans la même organisation et
dans la même structure et est
organisée en collaboration avec le
groupe SNCB.

Les subventions octroyées par la
Loterie nationale à l'assurance
collective pour les organisations
de volontaires n'ont aucun lien
avec les projets de loi élaborés en
la matière par le ministre
Verwilghen. La clé de répartition
des subventions tient compte du
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
een volledige afsluiting van het dossier zullen overgaan zodat men
zeker voor de vakantieperiode ­ wat voor heel wat verenigingen van
vrijwilligers toch belangrijk is, denk maar aan de verschillende
groepsreizen van scouts en anderen ­ daarvan zal kunnen genieten.

Maar nogmaals, de slagkracht hangt vooral af van de verschillende
gedeputeerden voor Welzijn in de provincies.

Ik meen dat dit de belangrijkste antwoorden zijn.

Voor dit totaal nieuwe initiatief is er inderdaad 850.000 euro
vrijgemaakt. Dit jaar heb ik de mogelijkheid gehad dat bedrag te
verhogen tot 1 miljoen euro. Het kan uiteraard de vrijwilligers alleen
maar ten goede komen dat dit bedrag verhoogd is geworden. Zo
zullen meer initiatieven die gedragen worden door vrijwilligers een
verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand en
fysieke ongevallen kunnen afsluiten.
nombre d'habitants par province
ainsi que du nombre de dossiers
introduits. Les modalités sont en
principe établies par les
administrations provinciales, en
toute autonomie. Dans l'intervalle,
plusieurs députés permanents
chargés du Bien-être dans
différentes provinces ont mis en
place une structure de coopération
en vue d'élaborer le plan
d'attribution. Ce plan devrait être
finalisé prochainement. La rapidité
avec laquelle les subventions
peuvent être réparties dépendra
bien sûr de l'approche des
administrations provinciales. L'on
s'attend à ce que les choses
soient réglées avant le début de la
période de vacances, qui est
extrêmement importante pour bon
nombre d'organisations travaillant
avec des volontaires.

Il est exact que le montant de la
subvention octroyée par la Loterie
nationale a entre-temps été porté
à 1 million d'euros. Cette
augmentation ne peut être que
profitable aux nombreuses
organisations qui font appel à des
volontaires.
De voorzitter: Voor u repliceert, mijnheer Van den Bergh, ik heb gezien dat de heer Delizée een
gelijkaardige vraag heeft. Misschien kan ik die even laten aansluiten, om u nadien te laten repliceren.
11.03 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, en parcourant
l'ordre du jour, je ne me suis pas aperçu que le point 22 et donc les
questions jointes n° 14827 et n° 15144, portant sur la répartition des
gains du Lotto, avaient trait, notamment à l'assurance en faveur des
volontaires.

C'est en entendant la réponse du ministre que j'ai pris conscience qu'il
répondait, en tout cas partiellement, à ma question. Monsieur Van
den Bergh, vous me pardonnerez donc de poser ma question telle
qu'elle a été déposée.

Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le 21 décembre
dernier, vous teniez une conférence de presse annonçant une
intervention de la Loterie Nationale pour la couverture en assurance
de certaines activités de volontaires. Il s'agissait ­ si l'on peut dire ­
d'une sorte de cadeau de Noël.

En tant que coauteur de la proposition de loi, c'est avec acharnement
que j'ai défendu cette dernière dans notre assemblée. Sur le principe,
je me suis donc réjoui de son adoption. Cependant, quelques mois
après, je me suis interrogé quant à l'application sur le terrain de ce
cadeau de Noël.
11.03 Jean-Marc Delizée (PS): Ik
heb vragen over de manier waarop
de Nationale Loterij de verzekering
voor vrijwilligerswerk in de praktijk
mee financiert.

Klopt het dat er achteraf een
bedrag van 850.000 euro
bijkomend zou verdeeld zijn? Ik
heb vernomen dat het
ondertussen al over een miljoen
euro zou gaan. Kan u die stijging
bevestigen?
U heeft ervoor gekozen om die
subsidies via de provincies toe te
kennen. De regeling voorziet in de
indiening van een
subsidiëringsdossier en de
implementering via een eventuele
vzw-structuur. Wij hebben
vastgesteld dat bepaalde
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

Je ne mets aucunement en doute vos intentions à l'égard des
volontaires. Il s'agit ici d'un secteur que vous connaissez bien et pour
lequel vous avez vraisemblablement travaillé ­ si je puis m'exprimer
ainsi ­ dans une vie antérieure. Je répète que je n'ai aucun doute
quant à votre bienveillance envers ce secteur. Toutefois, dans la
pratique, on peut se poser une série de questions et, peut-être, serait-
il opportun de revoir certains points.

Est-il exact que le chiffre de 850.000 euros aurait, par la suite, fait
l'objet d'une décision complémentaire? J'ai entendu dire qu'il
s'agissait désormais d'un million d'euros. Pouvez-vous confirmer
l'augmentation de ce montant?

Vous avez décidé d'octroyer ces subventions par l'intermédiaire des
provinces. C'est un choix; peut-être existait-il d'autres options. Les
provinces ont donc été choisies à titre de partenaires devant mettre
en oeuvre ce dispositif. Dans le document qui leur a été distribué, il
est précisé qu'elles peuvent confier cette somme soit directement aux
services provinciaux soit à une ASBL qu'elles auraient désignée.
Encore faut-il que les provinces introduisent un dossier de subvention.

Vous avez écrit en début d'année une lettre adressée aux
gouverneurs. Celui de ma province étant à la préretraite, il n'a pas
donné suite à cette possibilité. Étant interpellés par des associations
qui en ont été informées par la presse, nous nous sommes rendu
compte que le dispositif n'était même pas connu par certaines
instances provinciales. En février dernier, j'ai pris l'initiative d'écrire
aux cinq gouverneurs francophones ainsi qu'aux présidents des
Collèges provinciaux, qui ont également un rôle à jouer. Le mois
suivant, j'ai reçu une série d'accusés de réception. La plupart de mes
correspondants - en tout cas, les députés provinciaux - n'avaient pas
l'air très au courant. Ils se penchaient sur le dossier, selon la formule
de rigueur. La situation actuelle est toujours la même: ils ne se sont
pas encore redressés de leur dossier pour apporter un début de
solution.

Selon les notes, la répartition se présentait comme suit:
508.000 euros pour la "Vereniging van de vlaamse provincies",
341.000 pour l'Association des provinces wallonnes. Je suppose
qu'un éventuel supplément budgétaire sera réparti selon la même clef
proportionnelle. Sans doute, monsieur le secrétaire d'État, pourrez-
vous me le confirmer.

Mes questions sont les suivantes.

Les provinces vous ont-elles informé du suivi éventuel dans ce
dossier, par exemple par le truchement de la Loterie Nationale? Ont-
elles confié la tâche à leurs services propres ou bien l'ont-elles
accordée à des ASBL ou des fondations?

Quelles sont les provinces francophones et néerlandophones qui ont
introduit un dossier de subvention, condition sine qua non pour
qu'elles obtiennent les sommes proportionnellement calculées?

Qu'en est-il, accessoirement, du territoire de Bruxelles, administré par
un gouverneur, mais dépourvu d'instance provinciale?
provinciale instanties niet op de
hoogte waren van het bestaan van
de regeling.

De verdeling zag eruit als volgt:
508.000 euro voor de Vereniging
van de Vlaamse Provincies,
341.000 euro voor de Association
des Provinces Wallonnes
. Kan u
bevestigen dat een eventuele
begrotingstoeslag volgens
dezelfde verdeelsleutel zal worden
verdeeld?
Hebben de provincies u in kennis
gesteld van hun follow-up van dat
dossier?
Welke provincies, in het Vlaamse
en Waalse landsgedeelte, hebben
een dossier ingediend?
Hoe zit het met het Brussels
grondgebied?
Hebben bepaalde provincies al
een overheidsopdracht
uitgeschreven? Zo ja, welke?
Zijn er burgers en verenigingen die
een aanvraag bij de provincies
hebben ingediend? Hoe zit het met
de toepassing van een en ander?
Het toegekende bedrag zal
jaarlijks worden uitbetaald, maar
kan men op het einde van de
zittingsperiode garanderen dat die
subsidie een blijvend karakter zal
hebben?
Wat gebeurt er met het in 2007
niet uitgegeven saldo?
Hoe zullen de provincies het
onderscheid maken tussen
occasionele activiteiten van kleine
verenigingen en meer regelmatige
activiteiten van sterker
gestructureerde vzw's?
De gemeenten en de
vrijwilligerssector hebben
bijkomende informatie nodig. Wat
zal u in dat opzicht ondernemen?
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Des provinces ont-elles organisé leur marché public? Si oui,
lesquelles?

Enfin, savez-vous si des citoyens et des associations ont introduit des
demandes auprès des provinces? Où en est le processus
d'application?

Je souhaitais également vous interroger sur le caractère annuel de la
subvention. Il s'agit d'une somme octroyée pour l'année 2007, et
j'imagine que la Loterie travaille par décision annuelle.

Voorzitter: Francis Van den Eynde.
Président: Francis Van den Eynde.

En fin de législature, il est difficile de garantir une pérennité.
Néanmoins, si le système était opérationnel, cela permettrait de faire
en sorte que les futurs décideurs de la Loterie Nationale et du
gouvernement poursuivent le mécanisme. Dans le cas contraire, je
crains que l'opération n'en reste là.

Je voulais également savoir ce qu'il adviendra du solde non dépensé
en 2007. Je crains d'ailleurs que tout ne soit pas dépensé puisqu'il
s'agit d'une année de transition et que les provinces ont des
procédures relativement lourdes pour mettre cela en ordre. Ce solde
non dépensé sera-t-il perdu pour les provinces, fondations, services
provinciaux ou ASBL désignées ou pourra-t-il être reporté? Je crois
savoir que la Loterie a un système de justificatifs des dépenses.

Comment les provinces vont-elles faire la différence entre les activités
occasionnelles des très petites associations et les activités plus
régulières qui sont le fait d'ASBL plus structurées alors qu'elles n'ont
aucune expérience? Vont-elles refuser des dossiers d'ASBL pour
conserver l'argent pour les petites associations?

En conclusion, j'estime que des informations complémentaires
doivent être fournies aux communes et au secteur du volontariat.
N'estimez-vous qu'il y aurait lieu de prendre des initiatives en la
matière pour faire en sorte que cette mesure soit mieux connue,
suivie et appliquée par les provinces?
11.04 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher
collègue, il est exact que, dans le cadre du plan provisoire de
répartition des subsides pour l'exercice 2006, le Conseil des ministres
a provisionné un montant de 850.000 euros en guise de soutien à une
assurance collective volontaire. Pour 2007, il est question d'un
montant de 1.000.000 d'euros.
11.04 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: De Ministerraad heeft,
ter ondersteuning
van een
gemeenschappelijke verzekering
voor de vrijwilligers, een bedrag
van 850.000 euro uitgetrokken
voor 2006 en van één miljoen voor
2007, bedragen die worden
toegekend aan de Association des
Provinces wallonnes
en aan de
Vereniging van de Vlaamse
provincies.
11.05 Jean-Marc Delizée (PS): En plus?
11.06 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Non. 850.000 euros ont été
prévus pour 2006 et 1.000.0000 d'euros pour l'année suivante.
11.06 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Voor dit jaar begint het
boekjaar, bij wijze van spreken,
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Pour cette année, l'exercice ­ si je puis dire - commencera aux
environs du mois de mai, ce sur la base des subsides de 2006.
omstreeks mei, op basis van de
subsidies van 2006.
11.07 Jean-Marc Delizée (PS): Et en 2008, ce sera sur la base des
subsides de 2007?
11.07 Jean-Marc Delizée (PS):
In 2008 gebeurt zulks dan op basis
van de subsidies van 2007?
11.08 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Exactement.
11.08 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Inderdaad.
11.09 Jean-Marc Delizée (PS): Sans possibilité de cumul sur la
même année. Toutefois, cela implique une garantie pour deux ans ou
en tout cas, pour deux exercices.
11.09 Jean-Marc Delizée (PS):
Zonder de mogelijkheid binnen
eenzelfde jaar te cumuleren, maar
hoe dan ook met een waarborg
voor twee jaar?
11.10 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Tout à fait.

Ce montant est accordé respectivement à l'Association des provinces
wallonnes et à l'Association des provinces flamandes (Vereniging van
Vlaamse provincies) et vise à soutenir une assurance collective pour
les volontaires émanant des services provinciaux compétents, d'une
fondation ou ASBL désignée à cet effet et organisée par ceux-ci.

Les provinces doivent d'abord prendre elles-mêmes l'initiative en la
matière.

La procédure précise et les modalités d'exécution sont déterminées
de manière autonome par chaque province. Chacune d'elles reçoit un
droit de tirage sur une partie du montant global sur la base du chiffre
de population et des dossiers introduits.

La seule exigence est que l'assurance couvre également et en tout
cas les activités temporaires et occasionnelles des associations.

En outre, la police doit au moins répondre aux conditions minimums
du règlement prévu.

Pour la conclusion du contrat, les provinces font appel à une
procédure de marché public parmi au moins cinq compagnies
d'assurance.

Ce règlement a été annoncé lors d'une conférence de presse dans
les deux langues, le 20 décembre 2006 et a été porté à la
connaissance des gouverneurs par lettre, le 15 décembre 2006.

Quel est l'état de la question? Les provinces flamandes ont d'emblée
créé un groupe de travail et opté en faveur d'une assurance collective
volontaire et d'une procédure uniforme. Ce groupe de travail a entre-
temps établi un cahier des charges qui a été remis, ce jour, à la
"Beleidscommissie Welzijn".

Après approbation au cours de cette semaine, la procédure de mise
en concurrence sera publiée sous peu et clôturée fin mai. Ce n'est
que lorsque l'assureur aura été sélectionné et que toutes les
modalités auront été fixées définitivement qu'une vaste campagne
d'information conjointe pourra être lancée à l'intention des
organisations de volontaires. Cette campagne d'information est
11.10 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Zo is dat. Het zijn de
provincies die het initiatief moeten
nemen. Elke provincie krijgt een
trekkingsrecht op een deel van het
totale bedrag. De verzekering
moet de tijdelijke of toevallige
activiteiten van de verenigingen
verzekeren en de polis moet
minstens aan de voorwaarden van
het reglement voldoen. De
provincies moeten met een
openbare aanbesteding werken
waaraan ten minste vijf
verzekeringsmaatschappijen
deelnemen.

Het reglement werd op 15
december ter kennis van de
gouverneurs gebracht en werd op
20 december aangekondigd op
een persconferentie.

De Vlaamse provincies hebben al
gekozen voor een eenvormige
verzekering en procedure. Hun
mededingingsprocedure zal eind
mei worden afgesloten. Eens de
verzekeraar gekozen is, zal een
informatiecampagne ten behoeve
van de vrijwilligersorganisaties van
start kunnen gaan. De
gemeenschappelijke verzekering
voor vrijwilligers zou nog voor de
zomervakantie beschikbaar
moeten zijn.

Het eerste overleg met de Waalse
provincies vond pas op 17 april
plaats. Ik spoor ze aan om die
verzekering zo snel mogelijk in te
voeren.
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
prévue pour fin mai. On s'attend à ce que l'assurance collective
volontaire puisse être proposée encore avant le début des vacances
d'été.

En ce qui concerne les provinces wallonnes, une première
concertation a eu lieu le 17 avril à ma cellule stratégique. Y étaient
présents, outre l'Association des provinces wallonnes, les provinces
de Brabant wallon, de Namur, de Luxembourg et de Liège ainsi
qu'une délégation de la Communauté germanophone. D'après ce que
j'ai compris, la proposition sera présentée aux députés le 7 mai. Je ne
puis qu'exhorter les provinces wallonnes à mettre en oeuvre le plus
rapidement possible cette assurance collective volontaire. Tel était,
bien entendu, le but de mon initiative.

Le plan de répartition de la Loterie Nationale est arrêté chaque année,
sur la proposition du ministre compétent et par arrêté royal délibéré
en Conseil des ministres. La question de savoir si des moyens seront
également prévus à partir de 2008 dépend du succès que rencontrera
cette initiative.

En ce qui me concerne, je suis d'ores et déjà convaincu du succès de
cet engagement important à l'égard des organisations de volontaires.
L'expérience acquise en Flandre occidentale, où une telle assurance
collective existe déjà, nous apprend que les moyens octroyés l'ont été
suffisamment largement pour les groupes cibles visés. Il appartient
toutefois aux provinces d'étendre l'assurance comme bon leur
semble. Il s'agit d'un plan de répartition provisoire, les subsides non
utilisés étant réaffectés par un arrêté royal délibéré en Conseil des
ministres.

Het verdelingsplan van de
Nationale Loterij wordt jaarlijks
vastgesteld op voorstel van de
bevoegde minister en bij een in
Ministerraad overlegd koninklijk
besluit. De middelen voor 2008
hangen van het succes van het
initiatief af, waar ik trouwens niet
aan twijfel.

West-Vlaanderen beschikt reeds
over een dergelijke verzekering.
De toegekende middelen volstaan
ruimschoots voor de beoogde
doelgroep.

Dat verdelingsplan is maar
voorlopig en de ongebruikte
subsidies krijgen bij een in
Ministerraad overlegd koninklijk
besluit een nieuwe bestemming.
11.11 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord, dat in tweede
instantie zelfs nog vollediger was.
11.12 Staatssecretaris Bruno Tuybens: (...) niet gelinkt aan de
voorgaande spreker. U hebt gelijk.
11.13 Jef Van den Bergh (CD&V): Het is in elk geval goed nieuws
dat er eindelijk schot in de zaak blijkt te komen. Heel die
vrijwilligerswet ­ en vooral het luik van de verzekeringen ­ leek op
een paarse maatregel, een maatregel die wordt aangekondigd en
waarover ook wordt gestemd, maar waarvan de uitwerking wat op
zich laat wachten of waarbij we zeker vraagtekens kunnen zetten. Nu
nog het luik Verwilghen en dan zijn we er helemaal. Het is nog maar
af te wachten of dat nog in orde komt voor 10 juni.

Wat het eerste luik van mijn vraag betreft, over criteria voor
instellingen of organisaties van bijzonder maatschappelijk belang, is
duidelijk wat we al lang wisten. Hiervoor bestaan helemaal geen
criteria. Dat is gewoon een speelpot van de regering, waarmee men
een aantal mensen een plezier kan doen.

Ik dank u voor uw antwoord.
11.13 Jef Van den Bergh
(CD&V): C'est une bonne
nouvelle. Les choses progressent
enfin dans le dossier de
l'assurance pour les volontaires.
Espérons que le volet relevant de
la compétence du ministre
Verwilghen sera bouclé avant le
10 juin.

En ce qui concerne ma question
sur les critères, il s'avère qu'il
n'existe aucun critère pour les
institutions et les organisations
d'intérêt social particulier. Il s'agit
donc ici d'une « cagnotte » du
gouvernement dont celui-ci se sert
pour faire plaisir à certaines
personnes.
11.14 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je remercie le 11.14 Jean-Marc Delizée (PS): Ik
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
secrétaire d'État pour sa réponse qui me donne une vue d'ensemble
de la situation sur le territoire car je ne connaissais pas la situation
dans les différentes provinces.
kende de toestand in de diverse
provincies niet.
Effectivement, il faut en tout cas être vigilant au suivi des provinces
wallonnes. J'ai noté qu'elles n'étaient pas toutes présentes. Il y a une
question à laquelle vous n'avez peut-être pas répondu et qui concerne
le caractère annuel du subside et le droit de tirage. Actuellement, les
provinces wallonnes doivent introduire les dossiers de subvention,
organiser les mises en concurrence, les cahiers des charges et
autres. Mais le droit de tirage en fin d'année est-il perdu ou reporté?
We moeten aandachtig toezien op
de opvolging van de Waalse
provincies die niet allemaal op de
vergadering aanwezig waren.
11.15 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Cela dépend d'une décision
du Conseil des ministres. J'ai déjà répondu à cette partie de votre
question. Je confirme que cela sera réglé à ce moment-là par un
arrêté royal du Conseil des ministres.
11.16 Jef Van den Bergh (CD&V): Er kunnen goede redenen voor
zijn, maar wat was de reden om dit naar de provincies te sturen? Wij
stellen nu vast dat men dit daarheen verstuurt om misschien regionale
verschillen te kunnen realiseren, maar de provincies gaan nu
samenzitten om een globale regeling uit te werken. Had men dit dan
niet beter vanuit Brussel gedaan?
11.16 Jef Van den Bergh
(CD&V): Pourquoi ce dossier a-t-il
été confié aux provinces? On
voulait sans doute rendre
possibles des différences
régionales alors que maintenant,
les provinces vont se concerter de
façon à produire un effet global.
11.17 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Om twee redenen. Ten
eerste was er al een zeer succesvol precedent in West-Vlaanderen.
Bovendien staan de provincies zeer dicht bij het maatschappelijk
weefsel en de vrijwilligersorganisaties zijn daar toch een belangrijk
deel van. Ten derde hebben wij bijzonder veel vertrouwen in de
gedeputeerden voor Welzijn van de provincies die dat moeten
uitwerken. Alleen merk ik op dat het toch veel meer tijd vergt dan ik
zelf had verhoopt.
11.17 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Il y avait déjà un exemple
de réussite en Flandre. De plus, la
province est le niveau de pouvoir
qui est le plus proche du tissu
social et des organisations de
volontaires. Nous faisons
confiance aux députés
permanents compétents pour le
Bien-être qui vont être appelés à
élaborer un règlement. Le seul
problème, c'est que ça va prendre
plus de temps que prévu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken over "de regen van klachten over de NMBS-
dienstverlening in Oost-Vlaanderen" (nr. 14569)
12 Question de M. Pieter De Crem au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "les innombrables plaintes relatives au service
de la SNCB en Flandre orientale" (n° 14569)
12.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, er is een regen van klachten met betrekking tot de
dienstverlening van de NMBS in de provincie Oost-Vlaanderen.

De nieuwe dienstregeling is nu meer dan vijf maand in werking. Ik
ontvang veel correspondentie maar ook mondelinge klachten. Ik ben
zelf ook al een paar keer het slachtoffer geweest van een gebrekkige
dienstverlening op de lijnen Dendermonde-Brussel en Gent- Brussel.
12.01 Pieter De Crem (CD&V):
Depuis l'entrée en vigueur des
nouveaux horaires en décembre
2006, les plaintes ne cessent
d'affluer concernant les services
de la SNCB, principalement aux
heures de pointe, sur les lignes
Termonde-Bruxelles et Gand-
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Dat gebeurt vooral tijdens de piekuren. Het gaat over vertragingen,
overvolle treinen en gemiste aansluitingen. De problemen zijn niet
conjunctureel. Bij de invoering van een nieuw dienstrooster krijgt men
altijd te maken met een soort inschikkelijkheid, die men van de
gebruikers ook mag verwachten, maar het probleem is belangrijk en
er is weinig beterschap.

Het gaat over een van de drukst bezette lijnen van het land. De lijnen
50 en 50bis zijn bijzonder belangrijk, zoals u weet, omdat ze Oost- en
West-Vlaanderen, het Scheldeland, maar ook het Denderland en een
stuk van het Waasland bedienen.

Zonder te veel in details te treden, zou ik, ten eerste, graag van u
willen vernemen of de incidentie van klachten die er nu is gelijklopend
is met de klachtenincidentie die men altijd heeft bij de NMBS. Het is
namelijk altijd mogelijk om klachten in te dienen.

Ten tweede, wat het is procentuele aandeel van de treinen richting
Oostende-Brussel en Dendermonde-Brussel, enerzijds, en de richting
Brussel ­ Oostende en Brussel ­ Dendermonde, anderzijds, tijdens
de piekuren, in de treinen die vertraging hebben in het station van
aankomst, sedert de inwerkingtreding van de nieuwe dienstregeling?
Zijn er grote verschillen? Het gaat natuurlijk over een subjectief
aanvoelen, dat echter heel vaak ook materieel, in de feiten, vertaald
wordt.

Ten derde, dit is mijn belangrijkste vraag, is er een redelijke verklaring
voor de klachten die worden ingediend? Volgens mijn berekeningen
hebben ze in meer dan 80% van de gevallen te maken met
vertragingen. Het gaat zelden of nooit over de toestand van de
rijtuigen, de perrons en het station, het gaat gewoon over het aanbod
van de treinen.

Ten vijfde, welke perspectieven zijn er om de zaken te verbeteren? In
het raam van een voortdurende rendementsverbetering speelt dat
ongetwijfeld een belangrijke rol. Heeft men zicht op het tekort aan
zitplaatsen, vooral tijdens de piekuren, op de voornoemde lijnen? Het
gaat dus niet over de treinen tijdens de daluren, maar vooral tijdens
de piekuren. Bestaat er enige inventarisatie daarover? Zou de
aankoop van dubbeldekrijtuigen een perspectief kunnen bieden? Zo
ja, vanaf wanneer?
Bruxelles.

Combien de plaintes écrites la
SNCB a-t-elle reçues à ce propos?
Quelle était la situation, au niveau
des plaintes, avant l'entrée en
vigueur des nouveaux horaires?
Quel est le pourcentage de trains
accusant un retard à leur arrivée
en gare de destination, sur ces
lignes, aux heures de pointe?
Note-t-on une différence
importante avec la situation qui
prévalait à l'époque des anciens
horaires? Peut-on apporter une
explication raisonnable à ces
retards touchant, selon mes
calculs, 80 % des trains? Peut-on
s'attendre à une amélioration? Les
horaires feront-ils prochainement
l'objet de modifications? Dans
l'affirmative, quand va-t-on
procéder à ces adaptations? La
SNCB a-t-elle connaissance du
nombre exact de places assises
manquantes sur ces lignes aux
heures de pointe? L'acquisition de
nouvelles voitures à double étage
permettra-t-elle d'améliorer la
situation et dans l'affirmative, à
partir de quand?
12.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Crem, ik weet dat u een druk bezet man bent. Ik heb in
deze commissie, op basis van verschillende vragen, al omstandig
geantwoord op vragen over de redenen van vertragingen sinds
midden december.

Het zou voor de commissie niet goed zijn om dat in detail te herhalen.
U kan er in dat verband de parlementaire stukken op naslaan.

Wij antwoordden heel uitgebreid ­ de heer Van den Bergh zal dat
waarschijnlijk kunnen getuigen ­ op bedoelde vraag.

Wat betreft uw specifieke vragen, de centrale klachtendienst
registreerde inzake incidenten van 12 oktober 2006 tot
28 februari 2007 voor de lijn 50A 179 klachten en voor de lijn 60 236
klachten over de dienstregeling. Wanneer het ging over het
12.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Des réponses ont déjà été
fournies à plusieurs reprises au
sein de cette commission
concernant les retards. Je me
réfère dès lors aux documents
parlementaires y afférents.

En ce qui concerne les lignes 50A
et 60, le service central de
traitement des plaintes de la
SNCB a recensé entre le 12
octobre 2006 et le 28 février 2007
respectivement 179 et 236
plaintes relatives aux horaires et
62 et 33 plaintes concernant des
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
verstoorde treinverkeer, respectievelijk 62 en 33 klachten.

Is er een basis voor vergelijking van een gelijkaardige periode die aan
de huidige dienstregeling voorafging? Een dergelijke vergelijking is
volgens de NMBS niet beschikbaar omdat bij vorige registraties de
gegevens per lijn vaak ontbraken. De wijze van classificatie van
klachten bij de centrale klantendienst werd sindsdien aangepast,
teneinde gesignaleerde problemen zo snel mogelijk te kunnen
opsporen.

In antwoord op uw tweede vraag over de stiptheidspercentages
zonder de neutralisatie tijdens de ochtendpiek van de treinen op beide
lijnen, zij het dat het gaat over de treinen die met ten hoogste vijf
minuten vertraging in Brussel aankwamen, duid ik aan dat het
stiptheidspercentage voor de lijn Oostende-Brussel in oktober 2006
86,4%, in november 2006 86,8%, in januari 2007 89,6% en in februari
2007 88,6% bedroeg. Dat was voor lijn 60 Dendermonde-Brussel
respectievelijk 95,5%, 91,5%, 88,4% en 87,5%. U merkt dat het voor
de lijn Dendermonde-Brussel effectief over een verminderde stiptheid
gaat, terwijl het voor de lijn Oostende-Brussel over een verhoogde
stiptheid gaat.

Wat zijn de voornaamste oorzaken voor de vertragingen?

Ook over voornoemde vraag bespraken wij in de commissie reeds
heel uitgebreid de gevolgen van de stroombeperking door de brand
op 18 december 2006 in het tractieonderstation van Brussel-Zuid.
Door de brand moest er qua stroomvoorziening in ieder geval
bijzonder veel fout lopen. Gelukkig werd tijdens die periode geen
grote vrieskou genoteerd. Anders zouden de problemen nog veel
groter zijn geweest.

Ten tweede, er was de korte herbenutting in Dendermonde met
bijbehorende koppelingen of ontkoppelingen, zodat elke vertraging
aan de volgende trein van de relatie in de andere richting werd
doorgegeven.

De derde voornaamste oorzaak zijn de verschillende defecten aan het
materiaal.

Voor de lijn 50A gaat het dus ook over de brand in het
tractieonderstation. Bovendien was er de diefstal van kabels voor de
seininrichting, waren er wisselstoringen en was er de staking van de
treinbestuurders.

U sprak over een tekort aan zitplaatsen. Voornoemd probleem werd
ten andere ook al in de commissie naar voren gebracht. Bij het begin
van de periode voor de investeringen 2000-2006 werd uitgegaan van
een stijging van het treingebruik door passagiers met ongeveer 25%.
Voornoemd ambitieus cijfer van 25% meer reizigers gedurende zes
jaar werd met 30,5% sterk overtroffen.

Dat betekent dat er globaal genomen minder treinstellen werden
aangeschaft dan noodzakelijk was gezien het succes van de trein.
Door het succes dat de NMBS nu heeft, holt zij een beetje achter de
feiten aan en probeert zij versneld bijkomende treinstellen aan te
schaffen zodat alle mensen een zitplaats op de trein zouden hebben.
perturbations de la circulation
ferroviaire. Aucune comparaison
n'est cependant possible avec la
période ayant précédé
l'introduction des nouveaux
horaires, étant donné qu'aucune
statistique n'était alors établie par
ligne. Le mode de classification
des plaintes a été entre-temps
modifié dans le but de pouvoir
déceler aussi rapidement que
possible la cause des problèmes
signalés.

En ce qui concerne les
pourcentages de régularité
pendant les heures de pointe du
matin, les chiffres pour la ligne
50A Ostende-Bruxelles sont
passés de 86,4 % à 88,6 % pour
la période d'octobre 2006 à février
2007 pour les trains qui accusaient
un retard de maximum 5 minutes
à leur arrivée en gare de
Bruxelles. La régularité s'est donc
améliorée sur cette ligne. En
revanche, ce pourcentage est
passé de 95,5 à 87,5 % sur la
ligne 60 Termonde-Bruxelles.

J'ai déjà largement expliqué les
raisons de ces retards lors de
réponses antérieures. Il y a
d'abord eu l'incendie à Bruxelles-
Midi, le 18 décembre 2006, qui a
entraîné des problèmes
d'alimentation électrique. La faible
marge de temps disponible pour
les opérations de couplage ou de
découplage du matériel à
Termonde entraînent par ailleurs
un report des retards d'un train à
l'autre. Du matériel défectueux a
aussi été à l'origine d'un certain
nombre de problèmes.

Les retards sur la ligne 50A étaient
dus à l'incendie survenu dans la
station de traction, au vol de
câbles, à des pannes d'aiguillages
et à la grève des conducteurs.

Le manque de places assises a
déjà fait l'objet de nombreuses
discussions au sein de cette
commission. Alors que les
investissements 2000-2006 étaient
basés sur une croissance du
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Wat uw vraag betreft over de verbale en fysieke agressie op deze
lijnen tijdens de piekuren, ging het in 2006 op de lijn Brussel-
Oostende om 12 incidenten en op de lijn Brussel-Dendermonde om
21 incidenten. De treinbegeleiders gaan in geval van problemen hun
verantwoordelijkheid zeker niet uit de weg en lichten de reizigers in
over de reden van de vertraging. Het is evident dat zij niet door alle
treingebruikers kunnen worden gezien tijdens de spitsperiode. Op
maximaal gevulde treinen is het eveneens moeilijk om een volledige
controle te doen. De veiligheidstaken primeren immers altijd.

Welke maatregelen werden genomen of zijn gepland op de lijn 60?
Eind maart werden de stroombeperkingen, een maatregel genomen
ingevolge de brand, opgeheven. De afgeschafte en omgeleide treinen
rijden nu weer volgens hun voorziene dienstregeling, wat een goede
zaak is.

Sinds 19 februari 2007 krijgen twee treinen vanuit Geraardsbergen
naar Dendermonde een ruimere rittijd. Sinds 5 februari 2007 worden
treinen vanuit Brussel-Zuid en vanuit Dendermonde versterkt. Sinds
26 februari 2007 worden de ontkoppelingen en koppelingen in
Dendermonde tijdens de piekuren vermeden door het uitwijken van
een rijtuigenstel in Denderleeuw om plaats te maken voor de inzet van
vier motorstellen in Geraardsbergen. Bovendien wordt nog een aantal
treinen verder versterkt.

Ten slotte werden er aankondigingen gedaan via de
omroepinstallaties van de stations waar problemen werden
vastgesteld. Voor de lijn 50A werden geen specifieke maatregelen
genomen om de regelmaat te verbeteren omdat de oorzaken
punctuele incidenten zijn. Sinds eind maart zou de opheffing van de
stroombeperkingen ingesteld na de brand ook de stiptheid van het
treinverkeer op de lijn 50A gunstig moeten beïnvloeden.

Wat uw zesde vraag betreft, de NMBS volgt wekelijks de
probleemtreinen op wat overbezetting betreft. Indien er materieel
beschikbaar is, worden deze treinen versterkt. Indien deze treinen
reeds met een maximale samenstelling rijden, wordt onderzocht of
het mogelijk is de omliggende treinen te versterken en de reizigers
aan te moedigen deze alternatieve treinen te gebruiken.
nombre de passagers de 25 %,
l'augmentation réelle s'est élevée
à 30,5 %. Ce succès signifie qu'un
nombre insuffisant de rames ont
été acquises par rapport aux
besoins. La SNCB tente à présent
de procéder à un achat accéléré
de nouvelles rames.

En 2006, 12 incidents liés à des
agressions verbales ou physiques
ont été à déplorer sur la ligne
Bruxelles-Ostende, 21 survenant
sur la ligne Bruxelles-Termonde.
Les accompagnateurs de train ne
se dérobent nullement à leurs
responsabilités et donnent des
indications sur les raisons des
retards. Aux heures de pointe, il
est logique que tous les voyageurs
ne puissent rencontrer un
accompagnateur étant donné que
les tâches liées à la sécurité ont
toujours la priorité.

Les limitations imposées au
niveau de l'alimentation électrique
à la suite de l'incendie sur la ligne
60 ont été levées fin mars. Les
trains supprimés ou détournés
roulent à nouveau selon l'horaire
normal. Deux trains partant de
Grammont à destination de
Termonde ont vu leurs temps de
parcours allongés depuis le 19
février 2007. Par ailleurs, les
opérations de dételage et
d'accouplement normalement
réalisées à Termonde ont pu être
évitées aux heures de pointe dès
le 26 février 2007. Plusieurs trains
sont encore renforcés.

Les problèmes décelés ont fait
l'objet d'annonces orales. Aucune
mesure n'a été prise sur la ligne
50A, les retards ayant été causés
par des incidents ponctuels. La
ponctualité de cette ligne devrait
être meilleure depuis la fin mars
étant donné la levée des
limitations au niveau de
l'alimentation électrique.

La SNCB surveille chaque
semaine les problèmes de
surpopulation des trains. Le cas
échéant, la composition des trains
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
est renforcée ou les voyageurs
sont encouragés à utiliser d'autres
trains.
12.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris voor zijn uitvoerig antwoord. Het probleem ligt
natuurlijk bij de cijfers. Ik weet dat de operationele diensten van de
NMBS altijd proberen oplossingen te vinden bij een tekort aan rollend
materieel. Het probleem van de klachten over vertragingen is er
echter een van ieder zijn waarheid. Als men eerst een bepaalde tijd
vertraging moet hebben alvorens men in de statistieken wordt
opgenomen als een vertraging hebbende trein bij aankomst...
12.03 Pieter De Crem (CD&V):
Les chiffres relatifs aux retards
doivent bien évidemment être
maniés avec précaution. Seuls les
trains affichant un retard
dépassant cinq minutes à leur
arrivée en gare terminus figurent
dans les statistiques.
12.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Dat is een Europese
standaard. Daarover is geen discussie.
12.04 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Dat is een Europese
standaard.
12.05 Pieter De Crem (CD&V): Dat kan wel zijn, mijnheer de
staatssecretaris, maar de treinen komen in elk geval later toe dan
aangegeven. Ik heb vlug het gemiddelde berekend van de maanden
die u sinds het late najaar tot het vroege voorjaar, bijvoorbeeld op lijn
50A, hebt vermeld. Dat wil zeggen dat ongeveer 12,5% van de treinen
op tijd aankomt. Als men geen rekening houdt met die vijf minuten,
zal dat cijfer natuurlijk anders zijn. Dat is natuurlijk een subjectief
gevoel. Ik wil daar niet demagogisch over zijn. Het op tijd aankomen
van de treinen blijft echter, zeker op deze lijnen, zeker in Oost-
Vlaanderen, problematisch. Er blijft een gigantisch probleem met het
reizigerscomfort en de aansluittijden.
12.05 Pieter De Crem (CD&V): Il
n'en reste pas moins que les trains
arrivent à destination en retard.
Les retards sur les lignes en
Flandre orientale constituent
toujours un problème gigantesque,
tout comme le confort des
voyageurs et les temps de
correspondance.
12.06 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Kunt u mij zeggen hoe u uit
de cijfers concludeert dat 12,5% van de treinen op tijd zijn? Het gaat
om 12,5% van de treinen die meer dan vijf minuten vertraging
hebben.
12.07 Pieter De Crem (CD&V): Neen, wij goochelen niet met cijfers
zoals de regering. Ik heb mij verkeerd uitgedrukt, ofwel was er een
auditief probleem bij u. Het kan natuurlijk ook een probleem van
selectief gehoor geweest zijn.

Er is en blijft een gigantisch probleem van vertraging en aansluittijden
bestaan, zeker op de Oost-Vlaamse lijnen, zeker in een hinterland dat
al niet optimaal van lijnen is bediend. Dat weet u. Ik zal de
problematiek van het Meetjesland en van de lijnen die verder gaan
dan Dendermonde en het Waasland niet aanhalen. Ik denk dat daar
hoe dan ook veel werk te doen is.

Bedankt, mijnheer de staatssecretaris.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "het gebrekkige treinaanbod in Ronse"
(nr. 14910)
13 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "l'offre ferroviaire insuffisante à Renaix"
(n° 14910)
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
13.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, de gebruikers van het openbaar vervoer van Ronse,
met wie ik wat contacten had, klagen over de gebrekkige
dienstverlening van de NMBS. Zo is er maar om het uur een trein van
en naar Oudenaarde, vanwaar dan verder naar Brussel of Gent kan
worden gespoord, en de verbinding met Gent vanuit Oudenaarde is
traag. Er is ook geen verbinding meer met Wallonië, enzovoort.

Ronse zou vroeger 6 spoorlijnen hebben gehad. Dat is nu
gereduceerd tot één lijn. Vele Ronsenaars zouden trouwens met de
wagen ­ wat wij toch zouden moeten verhinderen, meen ik ­ naar
Oudenaarde rijden om daar de trein te nemen.

Ik heb slechts enkele vragen, mijnheer de staatssecretaris. Hoeveel
reizigers maken dagelijks gebruik van het station van Ronse, en met
welke bestemmingen? Wat was de evolutie over de jaren 2001 tot
2006? Zo zou men een zicht kunnen krijgen op de overschakeling van
het openbaar vervoer op de wagen om naar Oudenaarde te rijden.

Erkent u dat het aanbod van het openbaar vervoer per trein van en
naar Ronse te wensen overlaat? Welke maatregelen zullen er
genomen worden om de dienstverlening aldaar op te waarderen en
onder andere de frequentie van de treinen op te trekken? Zijn er
plannen om de parkeervoorzieningen te verbeteren?
13.01 Guido De Padt (VLD): Les
voyageurs qui prennent le train à
Renaix se plaignent qu'il n'y a
qu'un train par heure en direction
d'Audenarde, où la
correspondance pour Gand laisse
en outre à désirer.

Combien de voyageurs prennent
quotidiennement le train à Renaix
et vers quelles destinations?
Quelle a été l'évolution entre 2001
et 2006? Le secrétaire d'État
reconnaît-il que l'offre est
insuffisante? Des mesures seront-
elles prises pour améliorer l'offre,
y compris en matière
d'emplacements de
stationnement?
13.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, in
ieder geval wil ik de heer De Padt toch de evolutie van het aantal
instappende reizigers per weekdag in Ronse aanduiden. In 2001
waren dat er 761, in 2003 830, in 2005 ook 830, daar stagneert het
weliswaar, maar het globale zit in ieder geval in stijgende lijn. Top 3
van de bestemmingen zijn zone Brussel, zone Gent en Oudenaarde.

Ronse heeft één trein per uur van en naar Oudenaarde-Gent. De
pendelaars naar Oudenaarde of verder naar Gent of Brussel,
beschikken 's morgens over 2 P-treinen en 's avonds over 3 P-
treinen, waardoor er in feite tijdens de piekuren, tussen Ronse en
Oudenaarde een half-uur-bediening bestaat. In Oudenaarde is er een
goede overstapmogelijkheid voor de reizigers naar Brussel.

Het treinaanbod in Ronse is aangepast aan het aantal instappende
reizigers. Vergelijkbare stations qua reizigersaantal beschikken over
hetzelfde aanbod, bijvoorbeeld Harelbeke of Sy. De Holding
Patrimonium heeft plannen om in Ronse de autoparking te
verbeteren. Dat is ook reeds aangekondigd. De start van de studie is
gepland voor de tweede helft van dit jaar. Er is momenteel overleg
tussen de diensten en de Lijn om na te gaan of het mogelijk is het
autobusstation en de pendelparking gelijktijdig te vernieuwen. Indien
De Lijn op korte termijn niet de nodige budgetten ter beschikking kan
hebben, zal de patrimoniumafdeling van de Holding de heraanleg van
de parking onafhankelijk van de vernieuwing van het autobusstation
uitvoeren.
13.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: En 2001, on dénombrait en
moyenne 761 voyageurs par jour
de semaine embarquant à Renaix,
contre 830 en 2003 et en 2005.
Globalement, le nombre de
voyageurs qui prennent le train à
Renaix est en hausse. Les
destinations les plus populaires
sont Bruxelles, Gand et
Audenarde.

Sur la ligne Audenarde-Gand, un
train par heure s'arrête en gare de
Renaix dans les deux sens. Deux
trains P sont prévus pour les
navetteurs le matin et trois trains P
le soir en direction d'Audenarde,
de Gand ou de Bruxelles. Aux
heures de pointe, les voyageurs
disposent donc en fait toutes les
demi-heures d'un train entre
Renaix et Audenarde, avec lequel
une bonne correspondance à
destination de Bruxelles est
assurée. Une offre semblable est
organisée dans des gares
comparables.

La SNCB-Holding (Patrimoine)
souhaite réaménager le parking à
la gare de Renaix. Ce projet sera
mis à l'étude dès le second
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
semestre de 2007. Une
concertation avec De Lijn est en
cours en vue d'une rénovation
parallèle de la gare routière.
13.03 Guido De Padt (VLD): Heb ik goed begrepen, mijnheer de
staatssecretaris, dat u enkel cijfers hebt tot 2003?
13.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Neen, 2005 heb ik
aangeduid, is ook 830, dus daar stagneert het. Ik heb geen cijfer voor
2006, maar ik neem aan dat dit in dezelfde lijn zal liggen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "het warmdraaien van treinstellen"
(nr. 14942)
14 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "le préchauffage de rames ferroviaires"
(n° 14942)
14.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de staatssecretaris, elke
ochtend worden de bewoners van sommige stationsbuurten
geconfronteerd met warmdraaiende treinstellen. Dat warmdraaien is
noodzakelijk omdat de elektrische locomotieven gedurende
15 minuten moeten ventileren om condensatievocht te verdrijven.

Naar aanleiding van eerdere klachten in de Kempen werd door de
NMBS en Infrabel beslist de treinstellen 200 meter verderop te laten
warmdraaien. Ondanks die maatregel blijven op sommige plaatsen
buurtbewoners klagen over lawaaihinder die al vanaf 4 uur 's morgens
van start gaat.

Vandaar een aantal vragen. Hoeveel klachten ontving de NMBS in
2005, 2006 en 2007 over geluidshinder door treinstellen? Op welke
plaatsen in België kan men die klachten terugvinden? Hoe lang voor
het echte vertrek van een trein wordt gestart met het warmdraaien?
Welke maatregelen neemt de NMBS in het algemeen na het krijgen
van meerdere klachten over eenzelfde locatie? Is het verplaatsen van
de treinstellen niet een beetje nutteloos, daar enkele meter verder
waarschijnlijk andere mensen hinder zullen krijgen van het geluid?
Hebt u al onderzocht of er alternatieven zijn voor het warmdraaien
nabij woonwijken?
14.01 Guido De Padt (VLD): Tous
les matins, les riverains des gares
subissent des nuisances sonores
engendrées par le préchauffage
des convois ferroviaires. À la suite
de plaintes introduites en région
campinoise, la SNCB et Infrabel
ont décidé de faire procéder aux
opérations de préchauffage à une
distance de 200 mètres des gares.

Combien de plaintes relatives à
des nuisances sonores la SNCB
a-t-elle reçues de 2005 à 2007
inclus? Quelle est la localisation
de ces plaintes? Quelle est la
durée du préchauffage requis
avant le départ? La SNCB prend-
elle des mesures après réception
de plusieurs plaintes? Est-il bien
opportun de déplacer l'endroit du
préchauffage, dès lors que
d'autres riverains seront alors
victimes de nuisances sonores?
D'autres solutions sont-elles
envisageables en ce qui concerne
le préchauffage des convois à
proximité de quartiers
résidentiels?
14.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Padt, ik weet dat u bijzonder graag parlementaire vragen
stelt. Telkens in een artikel in de krant het woord "NMBS" staat, staat
u met de pen in de aanslag om een vraag te stellen.

In de periode 2005, 2006 en 2007 heeft de NMBS 9 klachten in
14.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: M. De Padt se plaît
particulièrement à poser des
questions parlementaires. On peut
évidemment poser des questions
sur tout.
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
verband met het stationair draaien van locomotieven en treinstellen
gehad, met name te Lier, Turnhout, Hasselt, Tongeren, Merelbeke,
Geraardsbergen ­ dus 1 in Geraardsbergen ­ Gent-zeehaven,
Quicambois en Monceau. Enkel de klachten uit Turnhout en
Geraardsbergen houden verband met het klaarmaken van treinstellen
voor het vertrek. Zo kunnen we natuurlijk over alles parlementaire
vragen beginnen te stellen. Sorry dat ik het zo formuleer.

De ventilatoren voor afkoeling van de elektrische tractiemotoren
moeten enkel draaien indien dat echt nodig is. Bij vochtig weer en
dooi moeten de ventilatoren minstens een kwartier draaien alvorens
de motoren onder spanning mogen worden gezet. Een trein die is
samengesteld uit dieselmotorwagens moet ongeveer een uur voor het
vertrek van de trein opgestart worden. Na ongeveer 45 minuten ­ die
tijd is afhankelijk van de lengte van de trein ­ wordt die trein aan het
perron gebracht. Elke klacht wordt onderzocht. Meestal betreft het
een zeer lokaal probleem en in de mate van het mogelijke wordt er
naar een oplossing gestreefd in overleg met de lokale
stationsdiensten en de betrokken buren. In het beperkte aantal
gevallen waarin wordt geklaagd over het stationair draaien van een
alleenstaande locomotief, kan het verplaatsen van de geluidsbron een
oplossing bieden, tot op het ogenblik dat dit andere mensen zou
storen logischerwijze. Het verplaatsen van een enkele honderden
meters lang treinstel is bovendien niet zo evident. In het geval van de
klacht in Turnhout oordeelden de stationsdiensten dat deze maatregel
op dit ogenblik mogelijk en zinvol zou zijn.

Entre 2005 et 2007, la SNCB a
reçu neuf plaintes à propos de
moteurs de trains qui tournent au
ralenti. Seules les plaintes
déposées à Turnhout et à
Grammont concernent la
préparation de trains avant le
départ.

Les ventilateurs pour le
refroidissement des motrices
électriques ne doivent tourner que
si c'est vraiment nécessaire. Il faut
démarrer les moteurs diesel d'un
train environ une heure avant le
départ.

Chaque plainte est examinée. Il
s'agit généralement d'un problème
très local. Dans le nombre
restreint de cas où des plaintes
sont émises à propos d'une
locomotive isolée dont les moteurs
tournent au ralenti, le déplacement
de la source de bruit, comme à
Turnhout, peut constituer une
solution, mais celle-ci n'est
toutefois pas toujours applicable.
14.03 Guido De Padt (VLD): Ik neem er akte van dat de
staatssecretaris het aantal klachten eerder belangrijk vindt dan het feit
dat een pak mensen eventueel door een of twee feiten 's nachts
worden gestoord of 's morgens wakker worden. Als het negentig keer
of negenhonderd keer moet gebeuren vooraleer het zinvol is op een
vraag te antwoorden, dan weze het zo. Ik weet niet op voorhand
hoeveel klachten er zijn in ons land en dat is de reden waarom ik dit
vraag: om het te vernemen.

Ik zal misschien in het vervolg ­ er zal mogelijk geen vervolg komen ­
vooraf informeren in welke mate een vraag al dan niet zinvol genoeg
is om gesteld te worden in functie van het antwoord dat ik zou krijgen.
Het weze zo. Als u zo stekelig reageert op een vraag die wij vanuit
een zekere bezorgdheid willen stellen niet in functie van ons belang,
maar van het belang van wie daarmee wordt geconfronteerd, dan is
dat zo. Mijnheer de staatssecretaris, u begint een beetje op uw
collega Landuyt te lijken. U moet niet lachen met ons!
14.03 Guido De Padt (VLD): Le
nombre de plaintes est
manifestement plus important aux
yeux du secrétaire d'État que le
fait que des gens ne parviennent
pas à dormir. J'ignore le nombre
de plaintes et c'est la raison pour
laquelle je pose cette question.

Le secrétaire d'État réagit de
manière très susceptible. Il doit
cesser de se moquer de nous.
14.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: De ene heeft een tsunami
aan vragen, de andere heeft er een paar specifieke. Ik kan dat enkel
samen met u vaststellen.
14.05 Guido De Padt (VLD): Dat is juist, maar wat wint u ermee door
op die manier te antwoorden?
14.06 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Ik wilde daar gewoon mijn
mening over geven, zoals u mijn mening af en toe vraagt.
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
14.07 Guido De Padt (VLD): Ik ga nu naar huis met de NMBS!
14.08 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Dat is goed. Goede reis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken over "de toekenning van het diversiteitslabel
aan de NMBS" (nr. 14957)
15 Question de Mme Annelies Storms au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "l'octroi du label de diversité à la
SNCB" (n° 14957)
15.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, op 22 maart 2007 werd aan tien bedrijven uit de
publieke sector en de privésector het label voor gelijkheid en
diversiteit toegekend.

Die tien bedrijven krijgen dat label omdat zij het afgelopen half jaar
grote inspanningen hebben gedaan om de diversiteit in het bedrijf te
bevorderen en om discriminatie te bestrijden. Een van die tien
bedrijven was de NMBS. Uit cijfers die ik nog van u gekregen heb,
blijkt volgens mij echter dat de NMBS nog een lange weg te gaan
heeft op het vlak van diversiteit. Uit de cijfers blijkt dat de NMBS op
1 november 2006 37.699 bezoldigde personeelsleden telde, van wie
110 niet de Belgische nationaliteit hadden, waaronder twee niet-
Europeanen. Dat is dusheel weinig.

Om de geloofwaardigheid van het label niet te ondermijnen, lijkt het
mij van bijzonder groot belang dat de beslissing om een bedrijf te
lauweren voor zijn diversiteits- en gelijkheidspolitiek, weloverwogen is
en bovendien gebaseerd is op tastbare resultaten en concrete
vooruitgang. Ik heb morgen ook nog een vraag voor minister Dupont.
Ik zal daarin een aantal bedenkingen formuleren omtrent het opzet
van het label op zich.

Ook bij de toekenning van het label aan de NMBS heb ik toch een
aantal vragen en bedenkingen.

Ten eerste, op basis van welke criteria werd het label aan de NMBS
toegekend?

Ten tweede, gaat het hierbij om vooropgestelde initiatieven en goede
intenties of hebben bepaalde acties reeds tastbare resultaten gehad
op het terrein? Hoe worden die resultaten gemeten? Heeft de NMBS,
in het kader van het label, beslist om met streefcijfers te werken? De
NMBS is momenteel bezig met een grote aanwervingscampagne,
waarbij zij tot 2.500 nieuwe personeelsleden aanwerft. Op welke
manier worden de doelstellingen van diversiteit en gelijkheid
gewaarborgd bij deze aanwervingen?
15.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Le 22 mars 2007, dix
entreprises ont obtenu le label
Égalité et Diversité, en raison des
grands efforts qu'elles ont
déployés au cours de l'année
écoulée pour encourager la
diversité au sein de l'entreprise.
Ce label a également été octroyé à
la SNCB. Or, pas plus de 110 des
37.699 agents de la SNCB ont une
nationalité étrangère et pas plus
de deux sont non européens.

J'interrogerai M. Dupont concer-
nant le label proprement dit, mais
je voudrais demander au
secrétaire d'État sur la base de
quels critères ce label a été
octroyé à la SNCB. Est­il question
d'initiatives prévues et de bonnes
intentions ou de résultats
tangibles? De quelle manière ces
résultats sont-ils mesurés? La
SNCB a-t-elle élaboré des
objectifs chiffrés en la matière?
Dans quelle mesure l'importante
campagne de recrutement en vue
de l'engagement de 2.500
agents tient-elle compte du critère
de la diversité?
15.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Storms, het label "Gelijkheid en Diversiteit" is een
gemeenschappelijk initiatief van de federale ministers van Werk,
Peter Vanvelthoven, en van Gelijke Kansen, Christian Dupont, die
bijgevolg ook de criteria van toekenning van de te volgen procedure
bepaalden.
15.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Les critères d'attribution du
label «Égalité et Diversité» sont
fixés par les initiateurs, à savoir
les ministres de l'Emploi et de
l'Égalité des chances. L'attention
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41

Een belangrijke voorwaarde voor de toekenning van het label is de
aandacht voor de verschillende doelgroepen op het gebied van
diversiteit. Er werden ook 11 verschillende duidelijke criteria bepaald
waaraan het kandiderende bedrijf moet voldoen. Aangezien zowel het
opzet van het label, namelijk het aanmoedigen van bedrijven om
daadwerkelijk en efficiënt aan diversiteit te werken, als de daartoe
gewenste structurele instrumenten duidelijk overeenstemmen met
initiatieven die de drie directiecomités op dit gebied reeds hadden
genomen, heeft de NMBS-groep een kandidaatsdossier ingediend;
ook wetend dat hierdoor een aantal reeds opgezette projecten konden
worden versneld.

Door het comité Gelijkheid en Diversiteit en de Diversiteitscel werd
een reeks initiatieven genomen, vooral in verband met het onthaal, de
samenwerking op de werkvloer en de bewustmaking in verband met
de voordelen die een divers personeelsbeleid biedt. Daarnaast wordt
zowel in de externe als in de interne communicatie het beeld van
diversiteit sterk benadrukt en wordt ook rond selectie en aanwerving
de nadruk gelegd op meer diversiteit. Onder meer in samenwerking
met de universiteit van Hasselt werd een aantal gerichte projecten
opgezet om op korte termijn de evolutie te versnellen en de juiste
instrumenten te ontwikkelen die een open bedrijfscultuur kunnen
genereren zodat diversiteit niet alleen een statement blijft van het
management.

Hoewel het merendeel van de vacante jobs niet van aard is om op
korte termijn op het gebied van diversiteit een grote vooruitgang te
waarborgen in absolute cijfers, kunnen we toch reeds vaststellen dat
het aandeel van vrouwelijke personeelsleden in het globale
personeelsaantal van ongeveer 38.000 mensen, als gevolg van die
initiatieven gedurende het laatste jaar is gestegen van 7,9 naar 8,4%,
terwijl het aantal niet-Belgische personeelsleden in die periode steeg
van 100 naar 122.

De evolutie van het personeelsbestand wordt nauw opgevolgd door
de diversiteitsverantwoordelijke en de Diversiteitscel. Naast
kwantitatieve worden ook kwalitatieve analyses gemaakt aan de hand
van directe gespreksgroepen op de werkvloer. De NMBS heeft zich
volledig ingeschreven in de doelstellingen van het label op elk van de
11 vooropgestelde prioriteiten. Het label stelt geen streefcijfers voorop
en gaat ook niet uit van een kwantitatieve beoordeling. Dit betekent
echter niet dat de merkbare evolutie in het personeelsbestand
onbelangrijk zou zijn. Het is dan ook onder meer aan de hand van de
vooruitgang op dat vlak dat diversiteitsprojecten worden opgevolgd en
bijgestuurd.

Wij zien de aanwervingen die nu en in de komende jaren nodig zijn,
inderdaad als een belangrijke opportuniteit in verband met onze
doelstellingen van Gelijkheid en Diversiteit. De werking van de
Diversiteitscel richt zich op dit ogenblik dan ook prioritair op een
verankering van diversiteit als invalshoek voor selectie, onthaal en
samenwerking op de werkvloer. Zo zal er onder meer bij de opleiding
van selectiejury's en lokale verantwoordelijken speciaal aandacht
gaan naar het objectief beoordelen van cultuurverschillen en het
vermijden van onbewuste discriminatie.
portée aux différents groupes-
cibles est une condition
importante. En outre, l'on a
déterminé 11 critères précis
auxquels une société doit
satisfaire. La SNCB s'est portée
candidate, non seulement parce
que l'objectif du label correspond
aux initiatives de ses trois comités
de direction, mais aussi parce qu'il
permet ainsi d'accélérer une série
de projets mis sur pied.

Le comité Égalité et Diversité et la
cellule Diversité de la SNCB ont
déjà pris des initiatives en ce qui
concerne l'accueil, la collaboration
sur le lieu de travail et la
conscientisation quant aux
avantages qu'offre une politique
diversifiée en matière
de
personnel. L'image de la diversité
est mise en évidence dans la
communication externe et interne,
et l'accent est également mis sur
la diversité dans le cadre des
sélections et du recrutement. En
collaboration avec l'Université
d'Hasselt, plusieurs projets ont été
mis sur pied en vue d'accélérer
l'évolution à court terme. La
diversité ne doit pas rester un
simple discours émanant de la
direction.

Grâce aux efforts consentis l'an
dernier, la part des femmes au
sein du personnel est passée de
7,9 % à 8,4 %. Le nombre de non-
Belges est quant à lui passé de
100 à 122. Le responsable de la
diversité et la cellule Diversité
suivent cette évolution de près.

La SNCB s'inscrit tout à fait dans
le cadre des objectifs du label. Le
label n'impose ni objectifs ni
évaluations quantitatives - ce qui
ne veut pas dire que l'évolution
marquante ne serait pas
importante. Les projets en matière
de diversité sont en effet adaptés
en fonction des progrès réalisés.

Les recrutements nécessaires
dans l'immédiat et dans les
prochaines années offrent une
opportunité importante. La cellule
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Diversité se concentre surtout sur
l'ancrage de la diversité dans le
cadre des sélections, de l'accueil
et du recrutement. C'est pourquoi,
lors de la formation des membres
du jury de sélection et des
responsables locaux, l'on est
particulièrement attentif à évaluer
les différences culturelles et à
éviter toute discrimination
involontaire.
15.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de staatssecretaris, ik
dank u voor het antwoord. Diversiteit in het bedrijfsleven is erg
belangrijk voor spirit. We vinden dat de overheidsbedrijven daarin een
belangrijke rol te spelen hebben. Ik hoop dat dit label effectief een
verdere dynamiek zal brengen en een diversiteitsbeleid bij de NMBS.
Als u zegt dat het aantal vrouwen is gestegen van 7,9 tot 8,4%, dan
denk ik dat dit een goede evolutie is. Het aantal niet-Belgen is
gestegen van 100 tot 122. Ik denk dat daar nog heel wat achterstand
kan ingehaald worden.

De nieuwe aanwervingsgolf van 2.500 mensen moet echt wel
aangegrepen worden. Wat daarbij misschien nog aan bod kan komen
is de manier waarop de NMBS zich richt tot de arbeidsmarkt om
precies uit die doelgroepen te rekruteren. Dat is immers niet zo
eenvoudig. Er leeft nog steeds een soort raar idee bij mensen van
vreemde origine rond tewerkstelling in overheidsbedrijven of bij de
overheid "tout court". Ik denk dat daar toch een belangrijke opdracht
ligt voor de diversiteitsambtenaar en de cel die daarrond werkt om na
te gaan of die vacatures wel terechtkomen bij de mensen die ze willen
aanwerven. Dat kan nog een belangrijk punt zijn in het
diversiteitsbeleid van de NMBS.

Ik hoop dus dat het label meer zal zijn dan een mooie sticker of een
mooi uithangbord voor de NMBS en dat er effectief vooruitgang zal
geboekt worden in de diverse samenstelling van het personeel. We
komen elke dag op de trein controleurs en conducteurs tegen. Het is
een heel zichtbare functie. Ook achter de loketten zou het mooi zijn
mochten daar meer vrouwen en meer kleur aanwezig zijn. Zo kan de
overheid haar voorbeeldfunctie waarmaken.
15.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): La diversité de la vie
économique constitue un aspect
important pour Spirit. À cet égard,
les entreprises publiques doivent
certainement donner le bon
exemple. Nous espérons que ce
label se traduira par une évolution
positive mais un retard
considérable doit encore être
résorbé.

Il importe également de veiller à
ce que les vacances atteignent le
groupe cible et suscitent son
intérêt. Pour les personnes
d'origine étrangère, un emploi
dans les services publics ne
constitue souvent pas une
évidence.

J'espère que le label sera
davantage qu'un bel autocollant et
que de réels progrès seront
réalisés dans le cadre de la
composition de l'effectif de
personnel. Certaines fonctions
revêtent une grande visibilité à la
SNCB, qui est donc bien placée
pour donner le bon exemple.
15.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, ik ben
het uiteraard eens met mevrouw Storms. Het is zo dat in de
advertentiecampagne specifiek voor de aanwerving van die 2.500
mensen in 2006-2007 effectief rekening is gehouden met diversiteit,
in de beeldvorming op de advertenties. Bovendien is het zo dat
leidinggevende managers bij de NMBS-groep effectief een aantal
informatieavonden hebben georganiseerd, specifiek voor mensen van
vreemde origine om hen te laten solliciteren bij de NMBS. Dat heeft
wisselend succes, zoals ook blijkt uit de cijfers. Ik denk dat de NMBS
op dat gebied in elk geval de goede weg is ingeslagen.
15.04 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Je suis tout à fait d'accord
avec Mme Storms.

Le graphisme de la campagne de
publicité menée en vue du
recrutement des 2.500 personnes
annoncées tient clairement
compte de la diversité. Par
ailleurs, des managers de la
SNCB ont organisé des soirées
d'information à l'intention des
personnes d'origine étrangère
pour les encourager à postuler,
avec un succès variable. La SNCB
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
est en tout état de cause déjà sur
la bonne voie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Questions jointes de
- M. François-Xavier de Donnea au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation, sur "la modification du contrat de gestion de la
SNCB" (n° 14778)
- M. Éric Libert au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'installation du futur Musée des Chemins de Fer belges"
(n° 14963)
- M. Jean-Marc Delizée au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget
et de la Protection de la consommation sur "la valorisation du patrimoine ferroviaire et le Musée du
Chemin de fer" (n° 15039)
16 Samengevoegde vragen van
- de heer François-Xavier de Donnea aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de wijziging van het beheerscontract van
de NMBS" (nr. 14778)
- de heer Éric Libert aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van
Begroting en Consumentenzaken over "de inplanting van het toekomstig Spoorwegmuseum"
(nr. 14963)
- de heer Jean-Marc Delizée aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken over "het opwaarderen van het spoorwegpatrimonium
en het Spoorwegmuseum" (nr. 15039)
16.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, il semble qu'il serait dans vos intentions
de modifier le contrat de gestion de la SNCB Holding. Pour ce faire,
l'arrêté royal du 5 juillet 2005 doit être revu et un nouvel arrêté royal
devrait voir le jour.

J'ai entendu dire que le projet d'arrêté en gestation supprime la
garantie contenue dans l'article 33, garantie très importante en ce
qu'elle impose que le futur Musée national des Chemins de Fer soit
obligatoirement édifié en Région de Bruxelles-Capitale. À supposer
que le futur musée s'établisse dans une autre Région, toutes les
pièces du musée ne seraient dès lors plus nationales mais pourraient
être en quelque sorte accaparées par l'une ou l'autre Région. Le
risque est particulièrement important en Flandre. En effet, un décret
flamand sur le patrimoine immobilier stipule que toute pièce arrivée en
Flandre y restera, quoi qu'il advienne.

Dès lors, mes questions sont les suivantes.

Ce constat correspond-il à la réalité? Que vous inspire-t-il?

En modifiant l'article 33, n'avez-vous pas peur de créer une nouvelle
source de conflit communautaire?

Étant donné le caractère bicommunautaire ou national du Musée des
Chemins de Fer, ne serait-il pas plus judicieux de maintenir l'article 33
qui impose que celui-ci soit édifié dans la Région de Bruxelles-
Capitale?
16.01 François-Xavier de
Donnea (MR): Blijkbaar wil u het
beheerscontract van de NMBS-
Holding wijzigen en de garantie dat
het toekomstige Nationaal
Spoorwegmuseum op het
grondgebied van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest zal worden
opgericht, afschaffen. Een Vlaams
decreet over het onroerend
erfgoed bepaalt evenwel dat elk
stuk dat in Vlaanderen wordt
ondergebracht daar ook dient te
blijven, wat er ook gebeurt. Stemt
die vaststelling overeen met de
werkelijkheid? Vreest u niet dat u
een nieuw communautair geschil
in het leven zal roepen?
16.02 Éric Libert (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je vous questionne également à propos de ce
16.02 Éric Libert (MR): Het idee
om in het Brussels Hoofdstedelijk
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
dossier, vieux déjà d'une dizaine d'années et qui concerne tant le
patrimoine de ce futur musée dédié à l'histoire des chemins de fer
dans notre pays que le lieu de son installation. C'est précisément sur
le point du lieu que je souhaiterais aujourd'hui vous interroger.

En effet, en vertu de la décision prise par le conseil d'administration
de la SNCB le 5 octobre 2000 ainsi qu'en vertu de l'article 33 qui vient
d'être évoqué par M. de Donnea, de l'arrêté royal du 5 juillet 2005
portant approbation du contrat de gestion conclu entre l'État et la
société anonyme de droit public SNCB Holding, il est prévu qu'un
Musée national des Chemins de Fer verra le jour en Région
bruxelloise, permettant de sauvegarder ainsi le riche patrimoine
historique de la SNCB, matériel roulant, archives, etc.

Or, il ressort également des informations qui me sont parvenues qu'il
serait envisagé d'installer finalement ce musée à Ostende, ce qui est
manifestement contraire à la volonté de la SNCB elle-même, d'une
part, et au contrat de gestion conclu entre l'État fédéral et la SNCB,
d'autre part.

Par conséquent, monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous me faire
connaître l'état actuel de ce dossier et me faire savoir si une décision
prochaine doit être prise à ce propos et dans quel sens?
Gewest een Nationaal
Spoorwegmuseum op te richten, is
al een tiental jaren oud. Ik
verneem echter dat men dat
museum nu in Oostende wil
onderbrengen, wat indruist tegen
de wens van de NMBS en tegen
het beheerscontract dat tussen de
NMBS en de federale overheid
werd afgesloten. Hoever staat het
ondertussen met dit dossier?
16.03 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, l'objet de ma
question est quelque peu différent de celui des questions qui viennent
d'être posées.

Monsieur le secrétaire d'État, j'habite dans une région où la
valorisation du patrimoine ferroviaire est bien connue. Certains
connaissent peut-être le "Chemin de fer à vapeur des trois vallées",
ainsi qu'un autre musée qui porte à peu près le même nom et qui
existe depuis longtemps.

Le point à l'ordre du jour me donne l'occasion, même si nous sommes
en fin de législature, d'aborder ce sujet et je souhaiterais, monsieur le
secrétaire d'État, vous interroger quant à la politique de valorisation
du patrimoine ferroviaire dans notre pays.

Depuis plusieurs années, voire plusieurs décennies, cette politique est
malheureusement assez inexistante.

Il doit rester dans notre pays cinq associations qui font rouler des
trains sur d'anciennes lignes SNCB désaffectées, voire sur des lignes
privées. Il reste ­ je le répète ­ le "Chemin de fer à vapeur des trois
vallées" qui est de loin le plus important. Il doit rester du côté de
Rebecq, le "Petit train du Bonheur" qui circule sur quatre kilomètres. Il
y a aussi "Het Stoomspoorlijn Dendermonde-Puurs"; la "Veenbahn"
ne circule malheureusement plus malgré les gros efforts fournis par la
Communauté germanophone. Il s'agissait dans ce cas d'une centaine
de kilomètres de voies. Je pense aussi à "Het stoomcentrum
Maldegem", "de lijn Eeklo-Maldegem" et la petite ligne As-Eisden
dans le Limbourg.

Malheureusement, force est de constater qu'au fil des années, la
SNCB n'a jamais vraiment porté attention à ces associations ou aux
exploitations occasionnelles qu'il ne faut pas oublier de mentionner.
Sa vision a toujours été d'ordre financier. Elle n'a jamais réellement
16.03 Jean-Marc Delizée (PS): Er
doen zich enkele nieuwe
wendingen voor met betrekking tot
de inplanting van het toekomstige
Museum van de Belgische
Spoorwegen. In ons land zijn er
nog vijf verenigingen die treinen op
oude lijnen laten rijden. De NMBS
heeft nooit aandacht gehad voor
die verenigingen en ook nooit echt
oog gehad voor de bescherming
van dat erfgoed.

Volgens de beheersovereenkomst
zal het museum in Brussel
gevestigd worden. Kan u dat
bevestigen?

Zullen de Gemeenschappen en de
Gewesten bij het project betrokken
worden en zo ja, hoe?

Net als de heer de Donnea wil ik
uw aandacht vestigen op de
eigendomskwestie van het
uitzonderlijk historisch
patrimonium van de NMBS dat
voor het brede publiek
ontoegankelijk blijft. Wat is uw
mening hierover?

Zou men in onze drie Gewesten
kunnen investeren?
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
eu le souci de la mise en valeur du patrimoine. Pourtant, ce dernier
est une vitrine pour le rail de manière générale. On construit l'avenir à
partir de notre histoire. Valoriser cette dernière, c'est aussi valoriser
l'intérêt pour le train en tant que moyen de transport actuel.

Étant en fin de législature, il ne sera plus possible de prendre des
mesures en faveur de la valorisation de ce patrimoine. Toutefois, j'ose
espérer que ce sera le cas lors de la prochaine législature. Ainsi,
peut-être un musée national pourra-t-il voir le jour. J'espère en tout
cas que cela pourra se faire dans le cadre d'un partenariat entre les
Régions et les Communautés, les associations et les différents
musées, quelle que soit leur taille.

Dans certains pays voisins ­ Grande-Bretagne, France, Allemagne ­,
il existe des musées nationaux depuis bien longtemps. L'État français,
l'État anglais, l'État allemand ont consacré des moyens
considérables, ce peut-être au prorata de leur taille, mais aussi de
leur intérêt pour l'histoire des chemins de fer à vapeur. Je citerai
notamment le "National Railway Museum" de York qui est vraiment
exceptionnel. Il est vrai que le patrimoine ferroviaire est le deuxième
hobby des Anglais, avant le football et après la pêche; il existe de
nombreuses associations anglaises comprenant des milliers de
bénévoles.

C'est très spécifique, c'est lié à leur histoire. En France aussi, il y a le
Musée national à Mulhouse. Malheureusement, nous n'avons pas
d'équivalent dans notre pays.

Tant mieux, si le contrat de gestion prévoit la construction d'un
musée. Reste la question de savoir où et comment s'organiser en
fonction des Régions et des Communautés. C'est le choix du
gouvernement. Le contrat de gestion prévoit qu'il sera installé à
Bruxelles. Si c'est le cas, c'est très bien. Par contre, si c'est ailleurs, il
faudra examiner comment collaborer et instaurer un partenariat.

Selon moi, il faut associer les Communautés et les Régions, voir ce
qu'elles ont déjà investi dans ce domaine pour construire des musées
et mettre en valeur le patrimoine ferroviaire, voir s'il y a moyen d'aider
quiconque valorise le patrimoine ferroviaire. M. de Donnea a
également soulevé la question de la propriété du patrimoine historique
de la SNCB qui est effectivement exceptionnel, qui n'est pas valorisé
auprès du grand public mais remisé dans des hangars peu ouverts au
public. Des trésors de patrimoine ferroviaire existent mais ne sont pas
du tout mis en valeur, ce qui est vraiment regrettable.

Monsieur le secrétaire d'État, comment envisagez-vous à l'avenir, non
plus sous cette législature malheureusement, une coopération avec
les Régions et les Communautés? Peut-on imaginer d'investir dans
les trois Régions du pays? Il y a en effet suffisamment de matériel
pour en exposer à plusieurs endroits. S'il y a un musée national,
j'espère qu'il collaborera et travaillera en partenariat avec d'autres
musées existants. On pourrait par exemple imaginer des échanges
de matériel qui serait présenté dans une Région ou l'autre, des
promotions communes et une série d'éléments qui valorisent notre
patrimoine.

Monsieur le secrétaire d'État, ma question est un peu différente de
celles de mes collègues. Néanmoins, je ne manquerai pas d'écouter
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
l'intégralité de votre réponse.
16.04 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président, nous
commencerons donc par le patrimoine pour terminer avec le musée
du chemin de fer. En application de l'article 33 du contrat de gestion,
la SNCB s'efforce de chercher et de préserver les engins et objets les
plus représentatifs de l'évolution ferroviaire de notre pays. Les
archives et documents photographiques sont compris dans cette
tâche de conservation.

En outre, elle organise la présentation de matériels, d'archives et
d'affiches, mais aussi la circulation spéciale de locomotives à vapeur
ou au diesel, en particulier pour fêter l'anniversaire de certaines lignes
ferroviaires.

Les affiches ferroviaires ont récemment fait l'objet d'une étude
universitaire, dont la synthèse a débouché sur la publication d'un livre
vendu en librairie. J'ajoute que le service des archives et la
photothèque sont ouverts sur rendez-vous.

Des coopérations avec les Régions sont examinées avec intérêt. Des
partenariats peuvent être conclus à l'occasion de l'une ou l'autre
manifestation en tenant compte, entre autres, des possibilités
techniques et budgétaires.

La SNCB Holding a déjà effectué des prêts de matériels à des
musées et associations ferroviaires. Des objets sont également
prêtés régulièrement pour des expositions ou des manifestations en
rapport avec la thématique ferroviaire. Ces prêts sont décidés en
fonction d'un thème particulier mis en valeur, des possibilités et
contraintes techniques, des garanties présentées par l'emprunteur et
­ le cas échéant ­ des valorisations mutuelles envisageables.

Pour répondre à votre quatrième question, monsieur Delizée, l'étude
de l'édification d'un musée national du chemin de fer n'empêchera
pas le développement d'une collaboration avec d'autres institutions et
associations, compte tenu des possibilités. Des présentations du
matériel historique ont déjà eu lieu à différents endroits à l'occasion
de certaines commémorations. Un système d'expositions itinérantes
appelle toutefois certaines réserves, en raison des importantes
contraintes techniques, sécuritaires, financières et organisationnelles
liées au transfert, à la protection et à la mise en valeur d'engins
parfois très anciens et ne pouvant être déplacés que moyennant de
très sévères restrictions.

En ce qui concerne les trois questions sur la localisation du musée
national, aucune décision définitive n'a encore été prise, et plusieurs
options sont actuellement examinées.

Comme je l'ai déjà dit à plusieurs reprises, il n'est actuellement pas
question de modifier l'article 33 du contrat de gestion.
Personnellement, j'estime que le Musée des Chemins de Fer devra
être érigé. Cependant, l'aspect économique de ce dossier ne peut
nous échapper. Le musée doit se construire à un prix raisonnable et à
un endroit facilement accessible au plus grand nombre.
16.04 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Krachtens artikel 33 van
het beheerscontract neemt de
NMBS-Holding de nodige
maatregelen voor het onderzoek,
de bescherming, het behoud, de
restauratie en de herwaardering
van de meest representatieve
voertuigen en voorwerpen van de
spoorwegevolutie in ons land,
inclusief archieven en
fotografische documenten.

Voorts stelt de NMBS-Holding
materieel, archiefmateriaal en
affiches ter bezichtiging, en
organiseert zij het speciale
spoorwegverkeer van stoom- of
diesellocomotieven.

Eventuele mogelijkheden voor
samenwerking met de Gewesten
worden met belangstelling
onderzocht.

De NMBS-Holding heeft reeds
materieel uitgeleend voor
manifestaties in het teken van de
spoorwegen.

De oprichting van een Nationaal
Spoorwegmuseum zal
samenwerking met andere
instellingen en verenigingen niet in
de weg staan. Ten aanzien van
een systeem van reizende
tentoonstellingen moet evenwel
enig voorbehoud gemaakt worden,
gezien de aanzienlijke technische
beperkingen van zo'n opzet.

Over de plaats waar het nationale
museum zal worden geopend
werd nog niet definitief beslist.

Er is momenteel geen sprake van
een wijziging van artikel 33 van het
beheerscontract. Volgens mij moet
het Spoorwegmuseum er komen.
Men mag evenwel het economisch
aspect van dat dossier niet uit het
oog verliezen.
16.05 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
me réjouis de ce que le ministre n'ait pas l'intention de changer
16.05 François-Xavier de
Donnea (MR): Logischerwijze zou
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
l'article 33 du contrat de gestion. C'est une mise au point importante
de sa part.

Par ailleurs, je rappelle que la logique veut qu'un musée national soit
installé dans la Région de Bruxelles-Capitale. Les possibilités existent
en marge des terrains de la gare de Schaerbeek-Formation et sans
devoir empiéter sur la réserve foncière de cette gare, car une
objection pourrait fuser en ce sens. Or, nous ne voulons pas priver la
ville de Bruxelles d'une partie de sa réserve foncière, qui sera bien
utile pour d'autres affectations.

Il y a des bâtiments ferroviaires qui existent en marge de la réserve
foncière et qui pourraient être facilement utilisés pour y développer un
musée national, ce qui ne préjuge évidemment en rien de la nécessité
et de la possibilité de faire cela en bonne entente avec les deux
autres régions qui disposent vraisemblablement aussi d'un certain
patrimoine. M. Delizée en a fait la description pour la Wallonie. Il en
va assurément de même pour la Flandre et on peut très bien imaginer
un musée central situé à Bruxelles en coopération avec les deux
autres Régions.
het Spoorwegmuseum in Brussel
moeten worden gevestigd. De site
van het vormingsstation Brussel
biedt mogelijkheden in dat
verband.
16.06 Éric Libert (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je fais mienne
la réplique de M. de Donnea et pour le surplus, je vous remercie de
votre réponse qui s'est voulue rassurante.
16.06 Éric Libert (MR): U wilde
een geruststellend antwoord
geven en ik sluit mij aan bij de
repliek van de heer de Donnea.
16.07 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je serai bref.
Le sujet me passionne mais le temps imparti pour la question étant
limité, je prends acte des réponses de M. le ministre et l'en remercie.
Nous aurons probablement l'occasion de suivre les débuts de la
future législature en la matière. Je ne doute pas qu'on reviendra sur
ce dossier, mais tant mieux si la valorisation du patrimoine ferroviaire
de notre pays évolue de manière positive et concrète!
16.07 Jean-Marc Delizée (PS):
Des te beter als men het
spoorwegpatrimonium van ons
land beter tot zijn recht wil laten
komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken, over "het Gewestelijk Expresnet" (nr. 14767)
- de heer François-Xavier de Donnea aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de vertraging bij de verwezenlijking van
het GEN" (nr. 14844)
17 Questions jointes de
- M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et
de la Protection de la consommation, sur "le Réseau express régional" (n° 14767)
- M. François-Xavier de Donnea au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation, sur "les retards quant à la réalisation du réseau RER"
(n° 14844)
17.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, fin
mars, l'administrateur délégué d'Infrabel ­ M. Lallemand ­ qui gère
l'infrastructure de la SNCB, a annoncé pour le RER quatre années de
retard par rapport au planning initial. Ce constat est évidemment
catastrophique dans la mesure où, comme vous le savez, le RER est
le seul outil susceptible de désengorger les accès de Bruxelles qui
sont de plus en plus embouteillés.
17.01 François-Xavier de
Donnea
(MR): Eind maart
kondigde de heer Luc Lallemand,
gedelegeerd bestuurder van
Infrabel, aan dat het GEN-project
vier jaar achterligt op de
oorspronkelijke planning.
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
On a l'impression d'assister à un jeu de ping-pong en ce qui concerne
l'établissement des responsabilités. M. Lallemand dit que les lenteurs
administratives de la Région bruxelloise en matière de délivrance des
certificats d'urbanisme nécessaires à la mise à quatre voies des
lignes Bruxelles-Ottignies, Bruxelles-Nivelles et Bruxelles-
Denderleeuw sont responsables de ce retard. Quant à la Région, elle
répond qu'Infrabel a mis un an et demi à introduire les demandes de
permis d'urbanisme suite à la délivrance des certificats d'urbanisme.

Monsieur le ministre, je voudrais savoir ce qu'il en est. J'ai été bien
placé pour connaître la lourdeur des procédures administratives en
matière urbanistique en Région bruxelloise. J'espère d'ailleurs que
ces procédures seront un jour simplifiées. Ceci dit, je pense aussi
qu'Infrabel doit faire le nécessaire pour accélérer au maximum ce
dossier d'importance stratégique non seulement pour Bruxelles mais
aussi pour tous les navetteurs et tous les visiteurs de Bruxelles qui
perdent un temps fou dans leur trajet vers la capitale chaque matin et
au retour chaque soir.

J'ai deux questions à vous poser. À quel niveau se situent les
responsabilités pour ce retard très important de quatre ans? À quelle
date peut-on espérer que le RER entrera effectivement en fonction,
notamment le volet wallon, puisque c'est celui qui a pris le plus de
retard?
Infrabel wijt een en ander aan de
administratieve traagheid van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
dat op zijn beurt antwoordt dat
Infrabel er na de aflevering van de
stedenbouwkundige attesten
anderhalf jaar over heeft gedaan
om de aanvragen tot
stedenbouwkundige vergunning in
te dienen.

Wie is nu precies verantwoordelijk
voor die aanzienlijke achterstand
van vier jaar?

Wanneer zal het GEN effectief in
werking treden, met name het
Waalse gedeelte ervan?
17.02 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur de Donnea, je peux vous confirmer qu'Infrabel a introduit les
dossiers de demandes d'autorisation pour chaque chantier dans
chaque Région concernée entre novembre 2002 et décembre 2003.
Lors de la conclusion de l'accord de coopération en octobre 2001, les
Régions s'étaient engagées à délivrer les permis nécessaires dans un
délai de 18 mois. Force est de constater que ces procédures
prennent plus de temps.

Quatre permis ont été délivrés et sept procédures sont encore en
cours. En Wallonie, tous les permis importants ont été délivrés.
Infrabel a par ailleurs ouvert le chantier sur la ligne 124 ce matin-
même. En Flandre, les dossiers sont en phase finale. Nous
constatons néanmoins que les autorités bruxelloises prennent
beaucoup de temps pour décider, après l'avis rendu par les
commissions de concertation. Le gouvernement fédéral,
M. Verhofstadt et moi-même, avons insisté régulièrement auprès de
la Région de Bruxelles-Capitale pour mieux avancer dans ces
dossiers qui sont par ailleurs de première importance dans l'intérêt de
la mobilité et du développement économique de Bruxelles.

Quelles sont les causes de ces retards? Je constate que le groupe
SNCB n'a pas fait son travail. Il faut bien se rendre compte que la
réalisation des nouvelles lignes ferroviaires dans une agglomération
urbaine n'est pas chose simple: il y a des expropriations, les riverains
s'inquiètent du niveau de bruit, les études d'impact environnemental
sont complexes, il faut de multiples avis sur beaucoup d'aspects,
l'administration peut demander des études supplémentaires, les
citoyens et les communes peuvent s'adresser aux tribunaux pour
contester des décisions prises. Cette dernière faculté est de plus en
plus utilisée.

Si nous ne respections pas ces règles, je crains que les mêmes
17.02 Staatssecretaris Bruno
Tuybens: Ik bevestig dat Infrabel
de dossiers voor de
vergunningsaanvraag tussen
november 2002 en december
2003 heeft ingediend. In
tegenstelling tot de verbintenis die
de Gewesten, in 2001, zijn
aangegaan om de noodzakelijke
vergunningen binnen een termijn
van achttien maanden af te
leveren, zijn er nog altijd zeven
procedures lopende.

In Wallonië zijn alle belangrijke
vergunningen afgeleverd en zijn
de werken deze morgen van start
gegaan. In Vlaanderen zitten de
dossiers in het eindstadium. De
Brusselse overheden doen er lang
over om te beslissen ondanks het
aandringen van de federale
overheid om deze belangrijke
dossiers te laten vooruitgaan. Het
lijkt erop dat de NMBS haar werk
niet heeft gedaan.

Het aanleggen van een GEN in
een stadszone is geen eenvoudige
zaak: onteigeningen, ongerustheid
wegens het lawaai, milieustudies,
burgers die steeds vaker wettelijke
middelen gebruiken om
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
personnes qui nous critiquent aujourd'hui à cause des retards
n'hésiteraient pas à nous accuser d'avoir mal préparé les dossiers.

Infrabel doit donc respecter les procédures.
beslissingen aan te vechten, enz.
Wij moeten de procedures
naleven.
17.03 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
prends évidemment acte de la réponse du secrétaire d'État.

Je crois que tout ceci illustre une chose que nous savons tous: les
procédures en matière urbanistique sont beaucoup trop complexes à
Bruxelles et doivent absolument être simplifiées. Des simplifications
sont déjà intervenues ces dernières années, mais il faut aller plus loin.
Le principe de subsidiarité entre communes et Régions doit être
mieux appliqué à Bruxelles. Cela implique probablement un
renforcement des compétences de la Région en matière d'urbanisme
et une diminution des pouvoirs retardataires des communes dans la
même matière. Ceci est un avis purement personnel qui me vaudra
sans doute beaucoup d'inimitié de la part de certains de mes
collègues municipalistes bruxellois.
17.03 François-Xavier de
Donnea
(MR): De steden-
bouwkundige procedures in
Brussel moeten vereenvoudigd
worden. De subsidiariteit tussen
gemeenten en Gewesten moet
beter worden toegepast door de
stedenbouwkundige
bevoegdheden van het Gewest te
versterken en de
vertragingsmiddelen van de
gemeenten af te bouwen. Ik ben
mij ervan bewust dat deze
persoonlijke mening mij zeer
ongeliefd zal maken bij mijn
collega's gemeentemandatarissen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Samengevoegde vragen van
- de heer Dylan Casaer aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken over "het station te Denderleeuw" (nr. 15083)
- de heer Dylan Casaer aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de belabberde staat van het station te Haaltert" (nr. 15084)
18 Questions jointes de
- M. Dylan Casaer au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de
la Protection de la consommation sur "la gare à Denderleeuw" (n° 15083)
- M. Dylan Casaer au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de
la Protection de la consommation sur "l'état déplorable de la gare à Haaltert" (n° 15084)
18.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik heb twee informatieve vragen. Het gaat over twee
gemeenten die, niet toevallig, in de buurt van Aalst liggen. Ze liggen
iets verder van Zwalm, maar dat ligt toch ook nog min of meer in de
buurt. Oost-Vlaanderen is hier vanmiddag reeds goed aan bod
gekomen. Het schijnt dat er verhoogde belangstelling is voor Oost-
Vlaanderen de volgende weken.

Mijn eerste vraag gaat over het station van Denderleeuw. Collega De
Padt heeft daarnet reeds benadrukt dat dit in het hele treingebeuren
een knooppunt is richting Brussel. Ook in het raam van het
Gewestelijk Expressnet is er een belangrijke rol voor Denderleeuw
weggelegd. Die belangrijke rol heeft tot gevolg dat er daar een aantal
werkzaamheden plaatsvindt. Er komt een nieuw seinhuis, een
logistiek centrum en op langere termijn komen er bijkomende sporen
richting Brussel.

Recente berichten leren ons dat er in de buurt van het station van
Denderleeuw een probleem zou zijn inzake parkeerplaatsen. Er zou
een tekort aan parkeerplaatsen zijn. Anderzijds zijn er een aantal
problemen, die niet moeten overschat en overdreven worden, inzake
veiligheid.
18.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La gare de Denderleeuw est une
jonction importante pour
différentes lignes en direction de
Bruxelles. Dans le cadre du projet
RER, la gare bénéficiera d'une
nouvelle cabine de signalisation,
d'un centre logistique et à plus
long terme, de voies
supplémentaires. Des problèmes
se sont posés récemment en
matière de sécurité. À la suite de
l'augmentation du nombre de
voyageurs, la gare est également
confrontée à un manque
d'emplacements de
stationnement.

Combien de voyageurs la gare
accueille-t-elle chaque jour? Quels
sont les travaux prévus à moyen et
à long terme à Denderleeuw?
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50

Specifiek over die parking, aan de achterzijde is er een redelijk groot
terrein dat eigendom is van de NMBS, maar dat verhuurd wordt aan
de gemeente, die daar de uitbating verzorgt via een private
maatschappij.

Doordat Denderleeuw een knooppunt is, heeft het een grote
aantrekkingskracht op een ruimere regio. Het gaat dan over mensen
die de wagen nemen tot Denderleeuw en dan de snelle
treinverbinding met Brussel gebruiken. Daardoor is het aantal
parkeerplaatsen blijkbaar onvoldoende gelet op de vraag, ondanks
het feit dat het wel degelijk een betalende parking is.

Daarom heb ik de volgende vragen over Denderleeuw.

Hoeveel reizigers telt het station van Denderleeuw dagelijks? Welke
werken zijn er voorzien op middellange en langere termijn in
Denderleeuw?

Er is blijkbaar een meningsverschil met het gemeentebestuur van
Denderleeuw, dat het seinhuis liever op een andere plaats zou zien
omdat dat blijkbaar een aantal parkeerplaatsen zal kosten. De vraag
is of er daar overleg is geweest en wat de impact is van de inplanting
van het seinhuis op het aantal parkeerplaatsen.

Inzake veiligheid, zijn er specifieke investeringen voorzien?

Ten slotte, de gemeente Denderleeuw is, naar het voorbeeld van een
aantal andere gemeenten, waaronder Aalst, blijkbaar vragende partij
om de gehele stationsomgeving in een nieuw, moderner kleedje te
steken, waarbij ook andere elementen zoals kantoorruimte en
appartementsgebouwen zouden kunnen betrokken worden. De vraag
is of er hier reeds overleg is geweest en of er daarvoor plannen
bestaan.

Ik ga dan direct over naar mijn vraag over Haaltert.

Mijnheer de voorzitter, Haaltert is in tegenstelling tot Denderleeuw niet
zo groot en druk bereisd. Het is ook geen knooppunt in het hele net.
Het heeft echter toch een aantal reizigers. Ik ben mij, na het
ontvangen van een aantal klachten, zelf van de toestand van de
infrastructuur gaan vergewissen. Ik besef uiteraard dat men niet elk
station van vandaag op morgen kan moderniseren en uitrusten met
alle nieuwigheden, maar in Haaltert is de tijd toch een beetje blijven
stilstaan. Het loket is slechts enkele uren bemand. Het meubilair in de
wachtzaal is verouderd. Ook de aanduidingen op de perrons kunnen
beter. De toegang tot een van de twee perrons is moeilijk. Ook, en dat
vind ik een echt pijnpunt, het sanitair is echt ondermaats.

Mijnheer de staatssecretaris, hoeveel reizigers komen er dagelijks in
het station van Haaltert? Zijn ook hier in investeringen voorzien om
aan de noden tegemoet te komen en een zekere modernisering door
te voeren?

Il semblerait que la commune
souhaite que la nouvelle cabine de
signalisation soit installée à un
autre endroit étant donné que
l'emplacement actuel entraînerait
la perte d'emplacements de
stationnement. Un accord est-il
intervenu dans l'intervalle à ce
sujet? Combien d'emplacements
seraient éventuellement perdus?

Des investissements de sécurité
sont-ils prévus?

La commune de Denderleeuw
souhaite un réaménagement de
l'ensemble de l'environnement de
la gare. Existe-t-il des plans en la
matière? Une concertation a-t-elle
déjà eu lieu avec la commune?

Je suis également préoccupé par
le mauvais état de la gare
d'Haaltert. Combien de voyageurs
cette gare accueille-t-elle chaque
jour? Des investissements sont-ils
prévus?
18.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Casaer, de directie Patrimonium binnen de holding heeft de
intentie om voor het station van Denderleeuw een masterplan op te
maken. Men is momenteel bezig om de behoeften van alle diensten
18.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: La direction Patrimoine du
Holding a l'intention d'élaborer un
masterplan pour la gare de
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
binnen de NMBS-groep te verzamelen en te bekijken welke
gebouwen in de toekomst leegkomen, wanneer het logistiek centrum
Infrastructuur en het seinhuis in dienst zullen zijn. Zodra dit duidelijk
is, zal ook met andere besturen, onder andere het gemeentebestuur
en De Lijn, worden bekeken wat hun toekomstvisie voor de
stationsomgeving is.

Infrabel voorziet op middellange en/of langere termijn de verhoging
van de perrons en het toegankelijk maken van de perrons voor
minder mobiele reizigers, inclusief rolstoelgebruikers. De
perronverhoging wordt uitgevoerd om een beter instapcomfort te
verzekeren voor het GEN-materiaal en dat ten behoeve van dagelijks
ongeveer 10.000 reizigers.

De stedenbouwkundige aanvraag die destijds bij de gemeente werd
ingediend, voorziet in de inplanting van het seinhuis ter hoogte van de
ingang van de onderdoorgang Kantkouterbaan. De directie
Patrimonium heeft hiervoor een stedenbouwkundige vergunning van
de gemeente gekregen. Zij zijn niet op de hoogte van de wens van het
gemeentebestuur om het seinhuis elders in te planten. Het dossier is
bij hen ook te ver gevorderd om de inplanting opnieuw in vraag te
stellen. Door de inplanting van het seinhuis zal een 70-tal
parkingplaatsen voor treinreizigers verloren gaan. Het
gemeentebestuur is hiervan al geruime tijd op de hoogte gebracht.
Men heeft toen zelf voorgesteld om na te gaan of een aantal
parkeerplaatsen kon worden gerecupereerd door de inrichting van de
parking te optimaliseren.

Inzake de veiligheid van personeel, reizigers en gebruikers beschikt
Denderleeuw over een eigen securitybrigade.

Bovendien zal in het kader van het plan-Malaga het station van
Denderleeuw in de loop van 2008 met camerabewaking worden
uitgerust.

Het station van Haaltert maakt deel uit van het GEN. Het zal worden
gemoderniseerd, onder meer door perronverhoging en verharding,
door verwarmde schuilhuisjes en door een betere verlichting. Het
huidige aantal stationsnaamborden is inderdaad beperkt. Op korte
termijn zullen inwendig verlichte stationsnaamborden worden
bijgevoegd. Er werd aan de lokale diensten ook gevraagd om de
situatie van de toegang tot perron 2 te onderzoeken.

Voor het stationsgebouw zal de directie Patrimonium bekijken welke
werken mogelijk zijn om de toestand van de gemiddeld ongeveer 600
instappende reizigers op werkdagen te verbeteren. Het cijfer 600 is
wel het resultaat van een telling van oktober 2005. Ik wil het cijfer dus
licht nuanceren. Wellicht zal het cijfer ondertussen iets hoger zijn.
Denderleeuw. Elle souhaite
inventorier les besoins au sein du
groupe SNCB et examiner quels
bâtiments seront libérés au
moment de la mise en service de
la nouvelle cabine de signalisation
et du centre logistique. Il sera
ensuite possible d'examiner avec
d'autres administrations, dont
l'administration communale et De
Lijn, les possibilités de
réaménagement des environs de
la gare.

Infrabel surélèvera les quais et les
rendra accessibles aux voyageurs
à mobilité réduite. La surélévation
des quais est nécessaire pour
garantir un meilleur confort
d'embarquement à bord des
rames RER.

La gare accueille 10.000
voyageurs par jour environ.

Selon le permis d'urbanisme
introduit à l'époque auprès de la
commune et approuvé par celle-ci,
la cabine de signalisation sera
placée à la hauteur du passage
souterrain Kantkouterbaan. Une
septantaine d'emplacements de
stationnement seront ainsi perdus.
La commune en est informée
depuis quelque temps déjà et a
même proposé d'examiner si
quelques places de stationnement
ne pourraient pas être récupérées
en améliorant l'aménagement du
parking.

En matière de sécurité,
Denderleeuw dispose de sa propre
brigade de sécurité. Dans le cadre
du plan Malaga, la gare sera par
ailleurs équipée de caméras de
surveillance dans le courant de
l'année 2008.

La gare de Haaltert sera
modernisée dans le cadre de la
construction du RER ; ainsi, le
quai sera surélevé et recouvert
d'un revêtement en dur, des abris
chauffés seront installés et
l'éclairage sera amélioré. Des
panneaux indicateurs de gare à
éclairage intérieur seront
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
également mis en place à brève
échéance. Par ailleurs, les
services locaux ont été invités à
examiner les problèmes
concernant l'accès au quai à la
voie 2.

Quant au bâtiment de la gare, la
direction Patrimoine étudiera quels
travaux peuvent être mis en
oeuvre en vue de l'amélioration de
la situation des quelque 600
voyageurs qui prennent le train
dans cette gare les jours
ouvrables. À noter cependant que
ce chiffre de 600 voyageurs est le
résultat d'un recensement qui
remonte à 2005, et qu'il faudra
donc sans doute le revoir à la
hausse.
18.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de staatssecretaris, hebt
u enig idee van de uitvoeringsperiode voor Haaltert? U spreekt
immers over het GEN, waarvan de realisatie voor 2010 of 2012 is
gepland.
18.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Le RER sera achevé à l'horizon
2010-2012. Les voyageurs à
Haaltert devront-ils donc encore
attendre si longtemps?
18.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Het GEN zal rond de door u
genoemde periode volledig zijn afgewerkt. Het zal in 2012 niet
allemaal uit de lucht vallen. Het project voor Haaltert zal dus in ieder
geval tussen vandaag en 2012 in uitvoering komen. Ik ga ervan uit dat
het zeker niet tot de door u genoemde einddatum zal duren.
18.04 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Les améliorations seront
concrétisées d'ici à 2012. Elles ne
tomberont donc pas du ciel en
2012.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18.05 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, ik
moet blijkbaar een telefoontje plegen.
De voorzitter: ik wacht nog even. Ook mijn vraag zal heel kort zijn. Het antwoord kan niet lang zijn. (De
staatssecretaris telefoneert.)

19 Samengevoegde vragen van
- de heer Francis Van den Eynde aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken over "het beroep dat werd gedaan op het
advocatenkantoor van ULB-professor Marc Uyttendaele" (nr. 15033)
- de heer Francis Van den Eynde aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de
minister van Begroting en Consumentenzaken over "het inschakelen door de NMBS van het
advocatenkantoor van ULB-professor Marc Uyttendaele" (nr. 15061)
19 Questions jointes de
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "le recours aux services du bureau d'avocats de M.
Marc Uyttendaele, professeur à l'ULB" (n° 15033)
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "le recours par la SNCB au bureau d'avocats de
Maître Marc Uyttendaele, professeur à l'ULB" (n° 15061)
19.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de 19.01 Francis Van den Eynde
CRIV 51
COM 1284
23/04/2007
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
staatssecretaris, dit zijn twee schriftelijke vragen waarop ik van u nog
geen antwoord heb gekregen. U bent trouwens niet alleen; een paar
andere ministers had mij evenmin een antwoord bezorgd.

Ik hoor al enkele jaren allerlei verhaaltjes over een meer dan goede
relatie tussen de regering en het advocatenkantoor van
Marc Uyttendaele, de echtgenoot van de minister van Justitie.

Ik vraag aan alle regeringsleden - staatssecretarissen en ministers -
hoe vaak zij in 2003, 2004, 2005 en 2006 tegen betaling een beroep
hebben gedaan op de juridische diensten van dat advocatenkantoor
en welk bedrag aan onkosten en erelonen zij daarvoor hebben
betaald. Ik stel u die vraag wat uw kabinet betreft en wat de
spoorwegen betreft.
(Vlaams Belang): A combien de
reprises le cabinet du secrétaire
d'État a-t-il fait appel au bureau
d'avocats de Maître Marc
Uyttendaele au cours de la période
2003-2006? Quels étaient les frais
et honoraires versés? Je voudrais
vous poser les mêmes questions
pour ce qui concerne la SNCB.
19.02 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer Van den Eynde, ik
heb als antwoord van de NMBS gekregen dat zij op twee jaar tijd
zeven keer een beroep hebben gedaan op dit advocatenkantoor.

Gezien de kwaliteit van de interventies is het heel waarschijnlijk dat de
NMBS-groep later nog een beroep zal doen op dit kantoor.

Wat mijn beleidscel betreft, er werd geen beroep gedaan op het door
u genoemde advocatenkantoor.
19.02 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: En deux ans, le groupe
SNCB a fait appel à sept reprises
audit bureau d'avocats. Étant
donné la qualité des interventions
de ce dernier, il y aura sans doute
encore recours à l'avenir. Ma
cellule stratégique n'a pas fait
appel à ce bureau d'avocats.
19.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Heeft de NMBS u
meegedeeld hoeveel in totaal werd betaald?
19.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Quels montants
ont été payés par la SNCB?
19.04 Staatssecretaris Bruno Tuybens: De NMBS heeft mij dat niet
meegedeeld.
19.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Zou dat nog
kunnen worden meegedeeld? Dat was immers een deel van mijn
vraag.
19.06 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Alles is gerelateerd aan de
zwaarte van een dossier dat op een bepaald ogenblik aan een
advocatenkantoor wordt toevertrouwd.

Ik heb daar geen cijfers over, in ieder geval.
19.06 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Les montants dépendent de
l'importance des dossiers. Je n'ai
pas obtenu de chiffres.
19.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Uw collega's
hebben ze mij allemaal al gegeven.

Mocht u dat nog schriftelijk meedelen....
19.07 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): J'avais demandé
ces chiffres. Vos collègues me les
ont déjà fournis. Le secrétaire
d'État pourrait-il me fournir ces
chiffres par écrit?
19.08 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Dat stond niet in de vraag.
Daarom hebben wij er niet op geantwoord. Of staat dat wel in de
vraag? Toch wel. Sorry.
19.09 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ja, het is daarom
dat ik durf aan te dringen.
19.10 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Men heeft mij dat niet
gegeven. Ik zal het navragen.
19.10 Bruno Tuybens, secrétaire
d'État: Je m'en informerai.
23/04/2007
CRIV 51
COM 1284
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
19.11 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat is heel
vriendelijk. Ik dank u bij voorbaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.17 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.17 heures.