Commission de l'Infrastructure, des Communications
et des Entreprises publiques |
Commissie
voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven |
du lundi 26 mars 2007 Après-midi ______ |
van maandag 26 maart 2007 Namiddag ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.25 uur en voorgezeten door de heer Francis Van den Eynde.
La séance est ouverte à 14.25 heures et présidée par M. Francis Van den Eynde.
De voorzitter: Vraag nr. 14324 van de heer Deseyn en vraag nr. 14355 van de heer Wathelet vervallen. Van agendapunt 3 blijven enkel de vragen nrs. 14529 van mevrouw Lalieux en 14702 van de heer Van den Bergh over.
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "het zeer hoge aantal nachtvluchten boven de noordrand in januari en februari" (nr. 14507)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "de uitwerking van een objectief geluidskadaster als noodzakelijke voorwaarde voor het opstellen van een billijk spreidingsplan voor de vluchten rond Brussel-Nationaal" (nr. 14704)
- de heer David Lavaux aan de minister van Mobiliteit over "het opmaken van een echt geluidskadaster" (nr. 14840)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "le nombre très élevé de vols de nuit au-dessus de la périphérie nord en janvier et février" (n° 14507)
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "la réalisation d'un cadastre objectif de bruit comme préalable à l'élaboration d'un plan de répartition équitable des vols à l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 14704)
- M. David Lavaux au ministre de la Mobilité sur "la réalisation d'un cadastre de bruit réel" (n° 14840)
De heer Laeremans blijft als enige vraagsteller van de samengevoegde
vragen onder agendapunt 5 over. "Faute de combattants, le combat cessa", wordt in het Frans
gezegd.
01.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, werden alle, andere vragen ingetrokken of verplaatst?
De voorzitter: Neen, ze werden uitgesteld.
01.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer Laeremans, de vragen zijn ook niet echt dezelfde. U komt van de andere kant en de anderen zeggen dat er meer vluchten aan hun kant zijn.
De voorzitter: Mjnheer Laeremans, u krijgt het woord voor uw vraag over de vluchten over de Noordrand in januari en februari 2007.
01.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, volgens de jongste cijfers – het gaat om objectieve cijfers van de ombudsmannen – vlogen in januari 2007 485 nachtvluchten over zone 1. Dat is 66,5% van het totaal. In februari 2007 was dat 418 nachtvluchten of 62%. In januari en februari 2006 ging het nog om respectievelijk 30,6% of 212 vluchten en 42,4% of 287 vluchten.
Voor januari 2007 stellen wij bijgevolg vast dat er op amper een jaar tijd een verdubbeling is. Voor februari 2007 is er een verhoging met bijna 50%.
Ik wil in dat verband benadrukken dat het om een concrete en correcte vergelijking tussen de betrokken maanden van 2007 en 2006 gaat. De vergelijking werd gebaseerd op cijfers van de ombudsdienst. De voorbije dagen circuleerden heel andere cijfers, onder meer vanwege Ewacs. Zij waren echter gebaseerd op vergelijkingen met het jaar 2002, wat een puur concentratiejaar was. De vergelijking is dus helemaal vals. Natuurlijk waren er sindsdien wijzigingen. De cijfers van de ombudsdienst zijn echter correct.
Wanneer wij de cijfers in een globaler perspectief plaatsen en ze gedurende een periode van 10 maand, vanaf mei 2006 tot december 2006, vergelijken, dan merken wij dat uw maatregel, die ervoor zorgde dat het omkeringsprincipe werd afgeschaft, sinds mei 2006 tot een enorme toename van het gebruik van de baan 25R boven zone 01 heeft geleid.
Mijnheer de minister, in het spreidingsplan was voor de opstijgende nachtvluchten van baan 25R boven zone 01 nog in 28,6% voorzien. Nu zitten wij voor de tien voorbije maanden aan 49,3%. Dat is bijna het dubbele. Er is dus een enorme toename en een herconcentratie bezig.
Ook als we kijken naar het aantal stille nachten stellen we vast dat die zeer beperkt zijn voor die zone. Gemiddeld vijf nachten per maand is bijzonder weinig.
Dat betekent, mijnheer de minister, dat we opnieuw in een concentratiesituatie zijn beland net als onder minister Durant. We zitten terug in die periode en men vraagt zich dan ook steeds meer af of u zelf nog wel achter het principe van de spreiding staat en wat u wenst te doen om die spreiding opnieuw door te voeren want op dit moment is er geen eerlijke spreiding meer.
Mijn vragen zijn de volgende. Staat u nog achter het principe? Kloppen deze cijfers? Kan de minister een gedetailleerd overzicht geven voor beide maanden van het baangebruik in vergelijking met 2006? Hoe verklaart de minister deze nieuwe concentratie? Welke initiatieven heeft hij genomen om een rechtvaardige spreiding te garanderen voor de nabije en de verdere toekomst om opnieuw tot een meer gespreide verdeling van de vluchten te komen?
01.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, eerst twee voorafgaandelijke opmerkingen. De cijfers van Awacs zijn verkeerd omdat ze een vergelijking maken met 2002. Ik durf daarover geen oordeel vellen. Ik stel alleen vast dat er in vergelijking met 2002 een verschil is met het toenmalige concentratiemodel. Laat dit een geruststelling zijn voor ons beiden.
De maatregel in verband met het omkeringsprincipe is niet mijn maatregel. Het is een veiligheidsmaatregel die ter discussie is gekomen in de procedure voor de beslagrechter in verband met de 02/20. De schadevergoeding, die de federale overheid moet betalen, is eigenlijk gebaseerd op dat omkeringsprincipe dat men verwerpt. Op dat vlak zitten wij tussen verschillende juridische stellingen. Mijn stelling is altijd geweest en blijft om niet tussenbeide te komen in dat omkeringsprincipe omdat het een veiligheidsmaatregel is.
Er wordt mij wel verweten daar niet in tussen te komen en daarop wordt ook de schadevergoeding gebaseerd. Ik wil daarmee aantonen hoe moeilijk het is, vooral ook omdat de meerderheid van de uitspraken van het Brussels hof van beroep en van eerste aanleg alsmaar meer in de richting van de concentratie gaat.
Dat gezegd zijnde, wat is en blijft mijn houding? We zitten nu eenmaal met het spreidingsakkoord, dat enkel wordt gecorrigeerd naar aanleiding van rechtelijke beslissingen, omdat we proberen – ook als we er niet mee akkoord gaan – ons zoveel mogelijk te richten naar de uitspraken van de verschillende rechtbanken, die nog altijd met elkaar in tegenspraak zijn. Dat maakt het dus niet gemakkelijk.
Wat de specifieke periode betreft, moet er in januari en februari 2007 vaak een sterke westenwind geweest zijn, hetgeen het gebruik van de 25R noodzakelijk maakte, terwijl er in januari en februari 2006 vaak een sterke noordoostenwind stond, hetgeen het gebruik van de banen 07 en 02 verklaart. Dus, januari-februari 2007 sterke westenwind en januari-februari 2006 sterke noordoostenwind, wat de verklaring zou zijn.
(…): (…)
01.05 Minister Renaat Landuyt: Dat is de enige vergelijking die men voorlopig kan maken tussen die twee periodes. Het verschil in de windrichting verklaart het verschil in gebruik van de banen. In de afgelopen periode is dat het enige verschil.
01.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik neem akte van uw antwoord. U schuift uw verantwoordelijkheid eigenlijk toch nogal gemakkelijk van u af, enerzijds op de rechters, die allemaal in de richting van concentratie zouden gaan, en anderzijds op de wind.
U hebt nochtans, via de nota’s en via andere instrumenten, de mogelijkheid om die cijfers in ogenschouw te nemen en op basis daarvan te compenseren en ervoor te zorgen dat het binnen een periode van laat ons zeggen twee à drie maanden of een half jaar uiteindelijk toch weer wat evenwichtiger wordt.
Ik ben al blij dat u erkent dat er een probleem is. Ik hoop echter dat u daar dan ook conclusies uit trekt en dat u zegt dat u het maximale zult doen, dat u zich zult engageren om ervoor te zorgen dat dit de komende maanden en op termijn maximaal wordt gecompenseerd zodanig dat het opnieuw draaglijk wordt voor alle omwonenden. Op dit moment lijkt alles te wijzen op steeds meer nieuwe concentratie. Ik betreur dan ook dat ik in uw antwoord niets heb gehoord van engagement om dit te veranderen.
Meer algemeen wil ik u nog vragen, mijnheer de minister, of u de commissie kunt vertellen wat de stand van zaken is van de onderhandelingen. Zijn er nog op til? Is er nog iets mogelijk in de komende maanden, voor de verkiezingen, of schuift u alles door tot na 10 juni?
01.07 Minister Renaat Landuyt: Wat de onderhandelingen betreft, is het zo dat de gesprekken aan de gang zijn in het vooruitzicht van 8 mei. Op 8 mei kunnen er namelijk nieuwe dwangsommen van kracht worden.
01.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ze kunnen van kracht worden, door particulieren…
01.09 Minister Renaat Landuyt: Door particuliere organisaties die de geluidsnormen, geldig over Brussel, inroepen.
01.10 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Wat is dan de stand van zaken van de onderhandelingen? Tegen wanneer wil u een akkoord bereiken?
01.11 Minister Renaat Landuyt: Voor 8 mei moet ik een ingreep kunnen doen.
01.12 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De indruk bestaat dat u dit over de verkiezingen heen wil tillen. Eind april, begin mei wordt het Parlement ontbonden en wij zullen u daar dan niet meer over kunnen ondervragen. Ik zou toch graag hebben dat wij u daarover opnieuw kunnen ondervragen en dat u sneller tot een akkoord komt zodanig dat er een parlementair debat mogelijk is.
01.13 Minister Renaat Landuyt: Hoe sneller hoe liever. De timing heb ik echter niet uitgevonden, het is een timing van de rechtbank. Op een moment waarop alle politieke data bekend waren, is er een uitspraak gekomen met die timing.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mijnheer Van den Bergh, u was tevergeefs galant want mevrouw Lalieux komt niet.
- M. David Lavaux au ministre de la Mobilité sur "le projet de simplification du code de la route" (n° 14389)
- Mme Valérie De Bue au ministre de la Mobilité sur "l'interpellation de la Ligue des familles sur le projet de simplification du code de la route" (n° 14440)
- Mme Karine Lalieux au ministre de la Mobilité sur "l'inquiétude des associations qui défendent les usagers faibles quant au projet de simplification du code de la route" (n° 14529)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la simplification du code de la route" (n° 14702)
- de heer David Lavaux aan de minister van Mobiliteit over "het ontwerp tot vereenvoudiging van het verkeersreglement" (nr. 14389)
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Mobiliteit over "het verzoek van de Ligue des familles aangaande het ontwerp tot vereenvoudiging van het verkeersreglement" (nr. 14440)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Mobiliteit over "de bezorgdheid van de verenigingen die de zwakke weggebruikers verdedigen over het ontwerp tot vereenvoudiging van het verkeersreglement" (nr. 14529)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de vereenvoudiging van het verkeersreglement" (nr. 14702)
02.01 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, kan er geen brief gericht worden aan de voorzitter om te zeggen dat de minister telkens komt met antwoorden, maar dat meer dan de helft van de vragenstellers niet opduikt? Of kan de heer Van den Bergh die altijd snel klaagt over de minister, dat niet eens doorgeven?
De voorzitter: Dat staat in het dienstblad en heeft alles te maken met het feit dat deze commissie het vragenuurtje op maandagmiddag heeft gezet. Als wij dat niet doen, geraken we niet uit de materie.
02.02 Minister Renaat Landuyt: Dat is collectief beslist. Ik bedoel maar dat er ook eens een goed woordje mag gezegd worden over de minister.
De voorzitter: Dat mag af en toe. Dat is af en toe ook eens nodig.
02.03 Minister Renaat Landuyt: Welja, ik vind dat inderdaad nodig.
02.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de Staten-generaal voor verkeersveiligheid van twee weken geleden heeft met betrekking tot de vereenvoudiging van het verkeersreglement een toch wel opvallende aanbeveling gedaan.
Ik citeer ze nog even om ze in herinnering te brengen: “De federale commissie verkeersveiligheid heeft een standpunt ingenomen in een aantal voorstellen met betrekking tot vereenvoudiging van de wegcode. Tijdens de besprekingen werden veel bijkomende opmerkingen geformuleerd, die echter niet behandeld konden worden. De federale commissie voor de verkeersveiligheid beveelt dan ook aan dat haar mandaat wordt gegeven om de teksten te analyseren en voorstellen tot wijzigingen te formuleren, waarbij zij over voldoende tijd kan beschikken in verhouding tot de omvang van deze taak”.
Het is niet de eerste keer dat we hier de vereenvoudiging van het verkeersreglement aan de orde brengen. Eerder heeft u ook al verklaard akkoord te gaan om ook hier in de commissie een hoorzitting te organiseren met de mensen die aan de teksten werken. Mijnheer de minister, in hoeverre wordt de eerder vooropgestelde timing om nog in deze legislatuur rond te geraken, gehandhaafd? Wilt u er langer de tijd voor nemen en dit overdragen naar een volgende legislatuur?
Dan is er de vraag van de federale commissie over het document dat u mee heeft ondertekend. Houdt u rekening met deze toch wel duidelijke vraag van de federale commissie voor de verkeersveiligheid? Hoeveel tijd krijgt zij eventueel nog?
02.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, zoals u weet is het proces begonnen in november 2005 met een werkgroep verkeersvereenvoudiging. De opdracht was om in de zomer van 2006 aanbevelingen te formuleren. Nadien werden deze aanbevelingen omgezet in een tekst in januari 2007, dus een half jaar later, na besprekingen in de federale verkeersveiligheidscommissie.
Momenteel ligt de tekst van het ontwerp van koninklijk besluit bij de Gewesten en ook bij de federale verkeersveiligheidscommissie, die er, als ik mij niet vergis, vorige week maandag nog over heeft vergaderd. Iedereen doet verder zijn best om de deadline nog te kunnen halen, wetende dat dit proces anders stil dreigt te vallen.
02.06 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, aan u stel ik dan toch de vraag of wij die tekst nog in de commissie zullen kunnen bespreken.
De voorzitter: Die vraag is moeilijk te beantwoorden.
02.07 Minister Renaat Landuyt: Als de commissie nog in aantal geraakt; dat is het probleem.
02.08 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat is inderdaad een probleem.
De voorzitter: Als u het mij vraagt, dan moet ik het volgende opmerken. Ten eerste, we moeten het quorum halen. Ten tweede, de agenda zit boordevol.
02.09 Jef Van den Bergh (CD&V): Ja, ik ben me daarvan bewust.
De voorzitter: Eind april is het gedaan. Wanneer wordt het Parlement ontbonden? Eind april, neem ik aan. Dat geeft ons dus nog een dikke maand, en zelfs die tijdsinschatting is al overdreven. Louter technisch gezien...
02.10 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, komt er nog een commissievergadering tijdens dewelke wij de minister kunnen ondervragen?
De voorzitter: Zeker, na Pasen is die mogelijkheid er nog.
02.11 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik zal de teksten zelf al eens doornemen.
02.12 Minister Renaat Landuyt: De teksten liggen al bij de Gewesten. Ik vermoed dat u alles hebt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de weigering van het BIVV om op zijn website een link te leggen naar de website www.gratisrijbewijsonline.be" (nr. 14826)
03 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le refus de l'IBSR de créer un lien sur son site web vers un site web consacré au permis de conduire" (n° 14826)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de heer De Padt heeft op 26 februari over deze en een andere website ook een vraag in deze commissie gesteld. Er was toen sprake van foutieve elementen op de website www.autorijden.be. Op de website van het BIVV wordt nochtans een link naar deze website gemaakt, terwijl naar de website die wel correct zou zijn, www.gratisrijbewijsonline.be, geen link wordt gelegd.
Mijn vraag is eenvoudig. Waarom is er een link naar de ene site en niet naar de andere? Op basis van welke criteria worden dergelijke linken op de website van het BIVV geplaatst?
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het is inderdaad zo dat op de website www.autorijden.be fouten werden opgemerkt door de concurrentie. Dat moest terecht worden rechtgezet. Ik denk dat tussen www.autorijden.be en het BIVV een lange relatie bestaat, onder meer door de boeken die zij uitgaven en de lessen die zij organiseerden. Vandaar ook de vertrouwensbasis inzake kwaliteit die tussen hen bestaat.
Volgens mijn informatie hebben de beheerders van de website www.gratisrijbewijsonline.be nooit een aanvraag aan het BIVV gericht om een dergelijke medewerking tot stand te brengen. Het BIVV is echter van plan om met de beheerders van die site contact op te nemen zodat beide sites een verwijzing naar de andere maken. De minister is voor gratis.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor het positief antwoord. Ik heb toch bedenkingen bij de site www.autorijden.be waar er toch een dubieuze situatie is inzake de betrokkenheid van de publicaties van een onafhankelijk Senator of Vlaams parlementslid.
Daarbij kunnen wel wat vragen worden gesteld. Voor het overige dank ik u voor uw antwoord.
03.04 Minister Renaat Landuyt: (…)
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik heb geen zin om u aan uw stoel te kluisteren voor parlementsleden die niet komen opdagen, net zoals ik evenmin zin heb om parlementsleden aan hun stoel te kluisteren voor regeringsleden die niet komen opdagen. Ik sluit de vergadering dan ook.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14.43 heures.