Commission de la Défense nationale

Commissie voor de Landsverdediging

 

du

 

mardi 6 fÉvrier 2007

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

dinsdag 6 februari 2007

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.17 heures et présidée par M. Philippe Monfils.

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Philippe Monfils.

 

01 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de werking van de 15de Wing te Melsbroek" (nr. 13714)

01 Question de M. David Geerts au ministre de la Défense sur "le fonctionnement du 15e Wing basé à Melsbroek" (n° 13714)

 

01.01  David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag was aanvankelijk voorzien voor vorige week of de week daarvoor. Ik denk toch dat ik ze nu nog kan stellen. Het is een zeer korte vraag.

 

Enige tijd geleden waren er blijkbaar problemen in verband met de arbeidssituatie bij de 15de Wing. Die waren zo erg dat er begin januari geen vliegtuigen opstegen.

 

Daarom heb ik volgende vragen.

 

Ten eerste, waren er effectief problemen bij de 15de Wing?

 

Ten tweede, indien er problemen waren, wat was de aard van deze problemen?

 

Ten derde, deze vraag is weerom in de voorwaardelijke wijs. Welke maatregelen zouden er dan genomen kunnen worden om de normale werking te garanderen?

 

01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, de chef Defensie heeft in maart 2005 een audit over de werking van de 15de Wing laten uitvoeren. Deze audit heeft geleid tot het actieplan 15de Wing dat met een brede waaier aan maatregelen in verschillende domeinen tot doel heeft de werking van de 15e Wing te optimaliseren.

 

Inzake het personeel werden maatregelen genomen om, enerzijds, het aantal beschikbare piloten en boordcommandanten te verhogen en, anderzijds, het statuut van het betrokken varend personeel niet-piloot te herwaarderen. Dit nieuwe statuut wordt momenteel afgewerkt en zal weldra met de vakbondsorganisaties worden onderhandeld.

 

Wat de operaties betreft, worden de actiepunten in dit domein binnenkort afgewerkt. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het verbeteren van de interne coördinatieprocedure. De actiepunten in het domein van de ondersteuning worden, zowel voor de technische als de administratieve ondersteuning, eveneens binnenkort afgewerkt. De maatregelen inzake onderhoud beogen een verhoging van de beschikbaarheid van de vliegtuigen. Het gaat hier hoofdzakelijk over structurele maatregelen, die al werden uitgewerkt en/of in plaats werden gesteld, maar waarvan het effect pas op termijn zichtbaar zal worden.

 

De recente gebeurtenissen in de 15de Wing hebben het belang van een goede en correcte communicatie onderstreept. De commandant van de 15de Wing werd belast met het opstellen van een omstandig verslag dat de bezorgdheden van het personeel weergeeft. Op basis van het resultaat van dit verslag zal worden geëvalueerd of de hierboven vermelde maatregelen aangepast dienen te worden.

 

Il y a quelques jours, nous avons remis sur le métier le statut du personnel non navigant qui devait être modifié. Je veux parler des stewards des Airbus, mais aussi des "loadmasters" des C-130 et des ingénieurs de vol. Pendant très longtemps, leur travail n'a pas été considéré à sa juste valeur. Or, à l'instar des mécaniciens de bord, ces personnes effectuent un travail en permanence. Nous avons donc remédié à cette injustice en accord avec les représentants des différentes catégories de personnel et le personnel proprement dit. Un des syndicats s'est montré un peu mécontent qu'une solution ait été trouvée. Mais pour ma part, ce qui m'importe, c'est justement qu'une solution ait pu être trouvée.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "het overlevingspensioen van sommige weduwen van piloten" (nr. 13800)

02 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "la pension de survie de certaines veuves de pilotes" (n° 13800)

 

02.01  Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het gaat ook hier om een onrechtvaardigheid. Ik heb er u al enkele keren over gesproken. Ik koppelde mijn vraag telkens aan een vraag aan de minister van Pensioenen. Ik zei hem dat wij niet veel tijd meer hadden, indien wij het erover eens waren dat het een onrechtvaardigheid was. Het gaat over het verlaagd pensioen voor sommige weduwen van piloten, die aan bepaalde voorwaarden voldoen en geen officier zijn.

 

De minister van Pensioenen antwoordde mij dat hij inderdaad dezelfde mening is toegedaan. De vijftien gewezen eenheidscommandanten, en dus ook de gewezen chef van de Generale Staf, hebben op erewoord bevestigd dat leden van het gebrevetteerd, varend personeel beneden de rang van officier en geboren vóór 1934 de facto werden verplicht om hun vervroegde opruststelling vanaf de leeftijd van 45 jaar aan te vragen. Daar gaat het dus over.

 

Hij beweert dat met u werd afgesproken dat u een gemengde werkgroep zou installeren. Hij zegt ook heel uitdrukkelijk – ik citeer letterlijk –: “Als de minister van Landsverdediging na het onderzoek van de werkgroep formeel kan bevestigen dat de verklaringen van de brief overeenstemmen met de werkelijkheid, ben ik bereid, zoals ik eerder heb aangekondigd, om een wetgevend initiatief te nemen om de berekening van de overlevingspensioenen van de betrokken militairen in ieder geval voor de toekomst te herbekijken” Dat is al een belangrijk onderdeel, hoewel ik ook een maatregel met terugwerkende kracht had gevraagd.

 

Mijn vraag is dus heel concreet. Ik neem aan dat de werkgroep er is. Is zij al op gang gekomen? Heeft zij al conclusies getrokken?

 

Ik neem aan dat de conclusies positief zijn, vermits alle betrokken militairen op hun erewoord een verklaring hebben afgelegd en ook militairen van de hoogste rang hebben deelgenomen. Betekent dit dat er nu ook een wetgevend initiatief komt?

 

02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de eerste vergadering tussen beide administraties zal volgende week plaatsvinden. De nodige wettelijke wijzigingen om de situatie van de betrokken personen recht te zetten, behoort tot de bevoegdheden van de minister van Pensioenen.

 

02.03  Theo Kelchtermans (CD&V): Ik vind dit een positief antwoord.

 

02.04  André Flahaut, ministre: Je vous invite à m’interroger à nouveau.

 

02.05  Theo Kelchtermans (CD&V): C’est ce que je ferai.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: La question n° 13894 de M. Denis est transformée en question écrite.

 

03 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de rechtsgrond van het partnerschap tussen het Militair Hospitaal en het UVC Brugmann" (nr. 13996)

03 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le fondement juridique du partenariat entre l'Hôpital militaire et le CHU Brugmann" (n° 13996)

 

03.01  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, na het zomerreces van 2005 hebt u een partnerschap tussen het militair hospitaal en het UVC Brugmann aangekondigd. Dat partnerschap zou in de grootste transparantie worden ontwikkeld, maar sindsdien hebben wij daar eigenlijk niet veel meer over gehoord. Radiostilte.

 

Na veel aandringen vernamen we dan toch plots dat u aan een welbekend advocatenkantoor – uw lijfadvocaat, zou ik durven te zeggen – de opdracht hebt gegeven om het juridisch kader van de operatie te bestuderen. Ik heb de conclusies nog niet gezien, maar u wellicht wel. Ik zou graag van u de resultaten horen.

 

Juist voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 werd dat partnerschap met veel persaandacht gesloten. Het juiste juridische kader werd toen echter niet toegelicht. Toch horen we in talrijke interviews dat u niet van plan was om het militair hospitaal aan de wet over de ziekenhuizen te onderwerpen.

 

Naar verluidt is het UVC Brugmann nu honderdtwintig revalidatiebedden op een verdieping – hetzij een slordige 4.500 vierkante meter – van de hospitalisatietoren van het militair hospitaal aan het installeren. Daarvoor werden renovatiewerken voor een bedrag van 4 miljoen euro uitgevoerd ten laste van de FOD Volksgezondheid.

 

De webstek van het UVC Brugmann vermeldt eveneens dat het Centrum voor traumatologie en revalidatie eveneens gepolst wordt voor een eventuele transfer. Het zou op de site Koningin Astrid een nieuwe functionele en zeer competitieve hotelomgeving kunnen krijgen. Dat centrum is een van de satelliet-vzw’s van het UVC Brugmann, goed voor een honderdtal ziekenhuisbedden, en wordt op dit ogenblik in zijn eigen infrastructuur gehuisvest, met name op de site van het UVC Brugmann.

 

Nu is het mij ter ore gekomen dat de bijkomende transfer de afstand van de tweede verdieping van het militair hospitaal tot gevolg zou hebben. Ik stel alleen vast dat de bijkomende bezetting niet vermeld was in uw “mededeling aan de parlementaire commissies van Landsverdediging en van Volksgezondheid” in de gezamenlijke vergadering van 26 september 2006, noch vermeld werd in de gedachtewisseling die de mededeling op 11 oktober volgde.

 

Mijnheer de minister, op basis van die gegevens wens ik de volgende vragen te stellen.

 

Wat is nu het juiste juridische kader van het partnerschap?

 

Welke huurprijs wordt aan het UVC Brugmann voor die oppervlakte van 4.500 vierkante meter van het militair hospitaal gevraagd?

 

Voorziet het partnerschapakkoord erin dat dat bedrag geïndexeerd zal worden?

 

Welke prestaties zullen door het militair hospitaal ten voordele van het UVC Brugmann worden uitgevoerd?

 

Welke prestaties zullen door het UVC Brugmann ten voordele van het militair hospitaal worden uitgevoerd?

 

Hoe diep zal het UVC Brugmann in de werking van het Brandwondencentrum worden betrokken?

 

Ook belangrijk, hoe zullen de financiële transfers tussen de twee entiteiten verlopen?

 

Ik heb u reeds eerder gevraagd wat de juiste rechtsgrond is voor de financiële tegemoetkoming van vier miljoen euro door de FOD Volksgezondheid in de uitgevoerde renovatiewerken.

 

Hoeveel revalidatiebedden van het UVC Brugmann worden nu in het Militair Hospitaal werkelijk geïnstalleerd: negentig zoals aangekondigd tijdens de gedachtewisseling van 11 oktober of honderd twintig zoals mij onlangs werd verteld?

 

Ten slotte, hoe heeft uw departement gereageerd op de bijkomende vraag van het UVC Brugmann inzake de transfer van het Centrum voor Traumatologie en Revalidatie?

 

03.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, het juridisch kader van het partnerschap tussen het Militair Hospitaal en het Universitair Verplegingcentrum Brugmann bestaat uit een kaderovereenkomst en vier bijzondere overeenkomsten die de samenwerking bepalen in de volgende domeinen: de behandeling van patiënten met brandwonden, de dringende medische hulpverlening, stageprogramma’s voor het medisch en paramedisch personeel en gespecialiseerde revalidatie.

 

De bezetting van een verdieping van de hospitalisatietoren van het Militair Hospitaal door het UVC Brugmann wordt vergoed op basis van een jaarlijks forfait van 23 euro per vierkante meter. Het partnerschapakkoord voorziet erin dat dit bedrag wordt geïndexeerd en jaarlijks herzienbaar is om rekening te houden met abnormale evoluties van de energieprijzen.

 

In het domein van de revalidatie staat het Militair Hospitaal in voor sommige medisch-technische onderzoeken zoals radiografie, dringende medische hulpverlening en voor een deel van de algemene ondersteuning. In het ruimere kader van het partnerschap verzekert het Militair Hospitaal ook het secundair transport van patiënten tussen de betrokken hospitaalsites. Voorts zal het medisch en paramedisch personeel van het Militair Hospitaal kunnen deelnemen aan stageprogramma's in het UVC Brugmann, met het oog op het onderhouden van de competentie.

 

Het UVC Brugmann stelt zijn medische en medico-technische middelen ter beschikking van het Brandwondencentrum op subsidiaire basis, wanneer de eigen middelen ontoereikend zouden blijven.

 

De kaderovereenkomst verzekert de autonomie van beide partijen. Het Brandwondencentrum blijft integraal deel uitmaken van het Militair Hospitaal en van Defensie.

 

Elke partij houdt een boekhouding van de geleverde prestaties en middelen, gebruikt in het kader van de verschillende bijzondere overeenkomsten. De facturatie geschiedt op basis van een jaarbalans voor het geheel van de activiteiten.

 

Vraag acht is een vraag voor de FOD Volksgezondheid.

 

Defensie stelt een verdieping van de hospitalisatietoren van het Militair Hospitaal ter beschikking met een totale capaciteit van 64 kamers. Elke kamer biedt ruimte voor maximum twee bedden. De verdeling tussen eenpersoons- en tweepersoonskamers is een keuze van het UVC Brugmann.

 

De mogelijkheid om het Centrum voor Traumatologie en Revalidatie onder te brengen op de site van het Militair Hospitaal maakt het voorwerp uit van een opportuniteitsanalyse in overleg met alle betrokken partijen. In dit stadium is het voorbarig om hierover uitspraken te doen.

 

03.03  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik neem akte van uw uitgebreide antwoord. Ik zal het verder bestuderen en indien nodig terugkomen op deze aangelegenheid.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de verhuis van de MUG van het Militair Hospitaal naar de site Paul Brien van het UVC Brugmann" (nr. 13997)

04 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le déménagement du SMUR de l'Hôpital militaire vers le site Paul Brien du CHU Brugmann" (n° 13997)

 

04.01  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, naar verluidt brachten de algemeen directeur van het UVC Brugmann, professor Daniel Desir, en de directeur van het Militair Hospitaal, geneesheer-kolonel Geert Laire onlangs een bezoek aan minister Benoît Cerexhe, bevoegd voor de dringende medische hulp in het Brusselse Gewest. Volgens mijn informatie beoogde dat bezoek de toestemming van minister Cerexhe te krijgen voor de verhuis van de MUG van het Militair Hospitaal naar de site Paul Brien van het UVC Brugmann te Schaarbeek. Op die manier zou UVC Brugmann zijn eigen MUG op de site Paul Brien kunnen opdoeken en een niet-verwaarloosbare besparing op kosten van het departement Defensie kunnen realiseren.

 

Ik noteer vooreerst dat deze verhuis noch in uw mededeling van 26 september 2006, reeds aangehaald in deze commissie, noch in de gedachtewisseling die daarop volgde, werd meegedeeld. Deze besparing bij het UVC Brugmann, op kosten van uw departement, lijkt mij op zijn minst tegenstrijdig aan uw eerdere verklaringen op 26 september toen u de commissie het volgende verzekerde, en ik citeer: "De kaderovereenkomst leidt niet tot het creëren van een nieuwe rechtspersoonlijkheid en sluit de overdracht tussen de betrokken partijen van een eventueel financieel deficit volledig uit". Volgens mijn informatie is minister Cerexhe op het verzoek van deze twee bezoekers gelukkig niet ingegaan.

 

Mijnheer de minister, was u op voorhand ingelicht over dit initiatief? Welke zouden de voordelen van deze verhuis voor uw departement zijn geweest? Hoe is dit initiatief te verzoenen met uw eerdere verklaring inzake de afwezigheid van enige financiële transfer tussen de twee ziekenhuizen?

 

04.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Sevenhans, het vermeende bezoek waarnaar u verwijst is uit de lucht gegrepen. Er heeft geen dergelijk bezoek plaatsgevonden en er is geenszins sprake van een verhuis van de MUG van het militaire hospitaal naar de site Paul Brien. Het militaire hospitaal heeft zo’n verhuis ook nooit nagestreefd vermits de MUG van het militair hospitaal bijkomende opdrachten heeft die specifieker zijn voor Landsverdediging. Vanwege het militaire hospitaal werd dan ook steeds gepleit voor het behoud van een MUG op de site van Neder-over-Heembeek.

 

04.03  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik ben sprakeloos, mijnheer de minister. Wie ben ik om aan uw woorden te twijfelen? Ik moet slecht geïnformeerd zijn, mijnheer de minister. Ik zal mijn informatiebron nog eens aanspreken om te horen wat er nu juist aan de hand was. Waar rook is, is er echter gewoonlijk ook vuur.

 

04.04  André Flahaut, ministre: Achetez-lui des lunettes!

 

04.05  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik kan al eens fout geïnformeerd zijn. U bent soms ook fout geïnformeerd.

 

04.06  André Flahaut, ministre: (…) Ainsi, il saura à qui il s'adresse!

 

04.07  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Waar rook is, is vuur!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: L'interpellation n° 1016 tombe, M. De Crem ayant signalé qu'il serait absent.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de uitlatingen van generaal Van Daele, chef van Defensie" (nr. 14030)

- de heer Stef Goris aan de minister van Landsverdediging over "de uitspraken van de Chief of Defence aangaande de afslanking van onze krijgsmacht" (nr. 14041)

- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de uitlatingen van de chef Defensie" (nr. 14061)

05 Questions jointes de

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "les propos tenus récemment par le général Van Daele, chef de la Défense" (n° 14030)

- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "les propos tenus par le chef de la Défense concernant la réduction des effectifs de nos forces armées" (n° 14041)

- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "les déclarations du chef de la Défense" (n° 14061)

 

05.01  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,…

 

05.02  André Flahaut, ministre: (…)

 

05.03  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Tot de laatste dag, mijnheer de minister.

 

05.04  André Flahaut, ministre: (…)

 

05.05  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Dat die goed voor mij verlopen. Ik hoop voor u ook. U zult zich waarschijnlijk ook voor de kiezer moeten presenteren.

 

Mijnheer de minister, er is een constante in uw beleid van het departement Defensie. Telkens denken we dat we de bodem bereikt hebben, maar telkens vallen we nog dieper en zijn we weeral een illusie armer. Deze keer is het de beurt aan de chef van Defensie. Ik moet toegeven dat de leerling niets meer van zijn meester te leren heeft.

 

Collega's, in een interview aan het weekblad Trends verklaarde de CHOD dat hij met duizenden militairen te veel zat. Ondertussen weten we dat die "duizenden" er 4.000 zijn. Er zijn dus 4.000 militairen te veel, die hij graag via outplacement van de loonlijst zou willen schrappen. Dat zijn zijn eigen woorden. Alleen op die manier zullen volgens hem de doelstellingen van het strategisch plan kunnen worden verwezenlijkt. Dat is dan toch wel in contrast met uw geruststellende antwoorden op verschillende van mijn vragen in deze commissie. De jaarlijkse cijfers van uw departement gaven mij de indruk dat Defensie niet evolueerde zoals voorzien in het strategisch plan, maar volgens u was alles in orde en was er geen enkel gevaar voor de doelstellingen. Blijkbaar is er toch wel een verschil tussen u en de CHOD.

 

Ik zou in feite bijna de CHOD moeten feliciteren. Na zovele jaren is hij het eindelijk met u eens dat uw strategisch plan op drijfzand is gebouwd. De manier waarop hij zijn eigen personeel schoffeert en zijn misprijzen durft vertonen, tart toch wel alle verbeelding en kan zeker niet worden goedgepraat. Dit vanwege iemand die toch zo graag de sociale figuur of de vaderfiguur binnen Defensie uithangt. Hij mag blij zijn dat hij een bedrijf zoals Defensie leidt, want als men ergens anders via de pers aankondigt dat men 4.000 mensen op straat wilt, zou er wel iets anders gebeuren dan nu. Nu blijft alles nog redelijk rustig, behalve bij de vakbonden, die het blijkbaar toch duidelijk gehoord hebben en het ook heel duidelijk hebben verwoord: "Het betekent eigenlijk vooral dat de man die zichzelf graag manager noemt van een groot bedrijf, grandioos heeft gefaald in zijn taak." Ik geef nog een ander citaat: "Het getuigt van weinig respect voor zijn personeel."

 

Door die uitlatingen wordt de link gelegd met de intentieverklaring van de voorzitter van de Vlaamse socialisten die, op een mijns inziens nogal populistische wijze, het leger wil halveren omdat volgens hem "de internationale veiligheid veel beter gediend wordt door het inzetten van middelen voor sociaaleconomische ontwikkelingen dan door de aankoop van militair materieel en het onderhouden van een staand leger." Zou deze stellingname de uitleg kunnen zijn voor uw totaal gebrek aan reactie op de uitlatingen van de Chef van Defensie? U blijft vrij stil, maar wij geven u hier vandaag de kans om te reageren. Wie het reilen en zeilen van uw departement kent, weet dat u zich met alles en nog wat bemoeit. Blijkbaar lokt zo'n straffe uitspraak van de CHOD bij u geen spontane reactie uit.

 

Wij komen uiteraard uit de post-GLC-discussie en dat werpt toch wel een aparte kijk op het GLC-statuut. Blijkbaar is een aantal mensen de ogen nu eindelijk opengegaan. Ook de kleppen van verschillende vakbondsleiders zijn opengegaan. Ik citeer er enkele: "Blijkbaar ziet men het gemengde loopbaanconcept niet als personeelsstatuut maar als een soort van afvloeiingsstatuut." Ik heb dit hier een paar keer gezegd en dat werd toen door heel wat collega's weggelachen. Een citaat van de bevriende ACOD: "Er werd uitdrukkelijk gezegd dat niemand verplicht zou worden het leger te verlaten. Nu zegt hij – de CHOD – dat het allemaal sneller moet en dat er meer outplacement moet zijn. Dat is fundamenteel oneerlijk." Zij voelen zich een beetje bekocht. Dit is begrijpelijk. Ik heb tussen de regels kunnen lezen dat de vakbonden een vrij groot voorbehoud hadden gemaakt en blijkbaar – ik lees hun reacties – gaan nu eindelijk – althans bij sommigen - de ogen open.

 

Ik heb uit de kranten ook begrepen dat zij gisteren een dringend onderhoud hebben gevraagd met de chef van Defensie. Voorlopig zijn de onderhandelingen opgeschort. U zult daarop waarschijnlijk onmiddellijk terugkomen want dat onderhoud vond gisteren plaats en ik heb er al een verslag van gelezen in de kranten. U zult ons daarover zeker willen onderhouden.

 

Mijnheer de minister, ik zou u een paar vragen willen stellen.

 

Ten eerste, wat vindt u van de uitlatingen van de CHOD? Staat u daar volledig achter? Het is ongetwijfeld een toeval dat dit gebeurt in dezelfde week als de verklaringen van de sp.a-voorzitter. Het is allemaal te veel toeval en ik geloof niet in toeval.

 

Ten tweede, de chef van Defensie zegt dat om de doelstellingen van het strategisch plan te halen het nodig is dat 4.000 militairen afvloeien. In hoeverre klopt uw strategisch plan dan nog wel? U zegt steeds dat we op koers zitten. Ik denk dat er toch enig overleg nodig is tussen u en de CHOD.

 

Ik kom tot het menselijk aspect. Ik heb begrepen dat u sociaal bewogen bent. Bent u zelf niet van oordeel dat de vorm en de uitlatingen van de CHOD kwetsend en misprijzend overkomen? Vindt u echt dat dit de juiste manier is om zoiets te zeggen? Er zijn toch andere manieren mogelijk? Wij kennen allemaal de Flash Direct. Ik heb ook begrepen dat de vakbondsmensen hebben gevraagd om een Flash Direct te laten verschijnen - dit kan vrij vlug gaan – om een en ander in de juiste context te plaatsen, mocht de pers de CHOD verkeerd hebben begrepen. U kunt wellicht enige informatie geven over het gesprek van gisteren tussen de CHOD en de vakbonden?

 

Hebt u eventueel een of ander duidelijk statement klaar waaruit kan blijken dat het GLC-statuut niet kan worden misbruikt om het leger sneller af te bouwen? Met andere woorden, dat het niet kan worden gebruikt als een afvloeiingsstatuut waarvoor ik reeds meermaals heb verwittigd.

 

05.06  Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik heb deze vraag gisterochtend ingediend voor de deadline van 11.00 uur, zoals het Reglement van deze Kamer dat vraagt, wetende dat er natuurlijk een uur later een overleg plaatsvond tussen de chief of defence en de syndicale organisaties en met u, mijnheer de minister.

 

Het resultaat daarvan is een Flash Direct, die de heer Sevenhans blijkbaar onbekend is, maar die gisteren in de namiddag verschenen is, nadat mijn vraag was ingediend dus. Ik moet u eerlijkheidshalve zeggen dat de inhoud van die Flash Direct voor mij heel veel opheldering bracht. Mijnheer de minister, ik vermoed dat u straks ook in die zin zult antwoorden.

 

Het komt neer op het volgende. Wij waren natuurlijk allemaal een beetje opgeschrikt door de berichtgeving. Niet zozeer door de berichtgeving in Trends, want Trends is een vakblad dat vooral bericht over al wat in de economische sfeer in dit land gebeurt, over managementtechnieken, enzovoort.

 

Wij weten allemaal dat de CHOD ervoor bekend is. Hij heeft bijvoorbeeld destijds in de luchtmacht de hele logistiek gereorganiseerd op een zeer deskundige en succesvolle manier. Dat is ook een van de redenen waarom hij vandaag ook dezelfde managementtechnieken tracht toe te passen in de andere componenten en in het geheel van de krijgsmacht, om zo te komen tot een sterkere, weliswaar kleinere, maar beter uitgeruste en beter inzetbare krijgsmacht.

 

Ik was ook wat verwonderd en verrast door de berichtgeving nadien in de geschreven pers en vooral door de opmerkingen van de syndicaten die zeer verrast en verbolgen waren. Ik kon het eigenlijk allemaal niet goed vatten.

 

Collega's, het ging over dat ene zinnetje dat ook de heer Sevenhans aanhaalde over outplacement, namelijk "een paar duizend mensen via outplacement van de loonlijst schrappen, is de enige oplossing". Men moet dat correct lezen en weten wat outplacement betekent. Outplacement betekent, dat staat ook in die Flash Direct, ik ben zeer blij dat hij gepubliceerd is, dat men mogelijkheden creëert voor medewerkers die op vrijwillige basis – dit laatste vet gedrukt - een andere wending willen geven aan hun loopbaan. Daarbij krijgen zij de nodige begeleiding – in het vet gedrukt. Er wordt hun bovendien, heel belangrijk, een vangnet aangeboden voor het geval het niet loopt zoals verwacht. Met andere woorden, die militairen kunnen terugkeren naar de krijgsmacht indien het in de burgerij, zoals zij dat noemen, niet zou lukken. Ik wil dat toch benadrukken.

 

Outplacement is een principe dat de VLD reeds in 1996 naar voren schoof als mogelijke oplossing om een deel van het personeelsprobleem in de krijgsmacht op te lossen.

 

De CHOD grijpt ook naar het instrument outplacement. Ik benadruk daarbij nogmaals: de vrijwillige basis, de begeleiding en het vangnet, indien het niet lukt. Wat zegt hij in Trends? Hij zegt dat men een paar duizend mensen via outplacement aan een andere job kan helpen, hen daarmee van de loonlijst kan schrappen en dus, met andere woorden, de budgettaire last op het niveau human resources kan verlichten.

 

Het lijkt mij geen slecht uitgangspunt dat men de militairen in de privé een, misschien zelfs betere of beter betaalde, job aanbiedt. Dat kan gebeuren op vrijwillige basis. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Wie het niet wenst, doet er gewoon niet aan mee. Indien het niet lukt, mag men terugkeren naar het leger. Er zijn niet veel bedrijven waar met dit soort instrumenten wordt gewerkt. Ik meen dus dat er nogal wat zaken uit de context gerukt zijn.

 

Ik heb mijn vraag gesteld omdat ik voortging op de berichtgeving, ook in de kranten, die nogal verwarrend was. Ik kon mij niet akkoord verklaren met hetgeen de CHOD gezegd zou hebben. Na wat ik nu gelezen heb – na een grondige analyse van het artikel in Trends en de Flash Direct, die gisteren verschenen is – ben ik van mening dat het over een storm in een glas water gaat. Het gaat over het feit dat de CHOD zegt dat men zich houdt aan het verminderen van de 41.000 voltijdse medewerkers tot 37.725 tegen 2015, zoals in het strategisch plan werd bepaald. Hij houdt zich daaraan. Hij zegt dat men er dan natuurlijk rekening mee moet houden dat men maar zeer langzaam het budgettaire evenwicht kan verkrijgen. Indien men sneller een aantal mensen kan overtuigen om op vrijwillige basis het leger te verlaten en hen een goed alternatief kan bieden in de burgerij, dan kan men misschien het budgettaire evenwicht sneller halen en nog sneller de krijgsmacht efficiënter maken.

 

Dat heb ik vandaag gelezen en vastgesteld. Ik kan mij alleen maar daarachter scharen. Met andere woorden, mijnheer de minister, ik heb gebruik gemaakt van deze vraag, die ik wou stellen in een andere context. Met de tekst die ik vandaag gekregen heb, valt de vraag eigenlijk weg, maar natuurlijk zou ik uiteraard graag vernemen wat uw standpunt daarover is, mijnheer de minister. Hoe schat u dit in? Ik ga er uiteraard vanuit dat er geen enkel verband bestaat tussen het GLC, dat trouwens pas effect zal sorteren over 12 jaar, na de invoering ervan, en het versnellen van de mogelijkheden tot outplacement, waarbij men op vrijwillige basis de krijgsmacht kan verlaten.

 

Verder vraag ik u of u nog wat details kunt geven omtrent het sociale overleg dat werd gepland. Ik vind het een goede zaak dat dit ook meteen is gebeurd, maar kunt u wat meer uitleg geven over de resultaten van dat sociale overleg? Ik meen dat het ook nuttig is dat niet alleen de informatie wordt gegeven die in de Flash Direct, die hier voor mij ligt, verschenen is, maar dat misschien ook nog de bijkomende informatie wordt gegeven aan de militairen op het terrein dat er geen enkele reden tot paniek is, maar dat men, integendeel, tracht om hen bijkomende mogelijkheden aan te bieden om hun beroepsloopbaan te verbeteren.

 

05.07  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je pourrais être brève puisque beaucoup de choses viennent d'être déjà dites, notamment par M. Goris.

 

Il est vrai qu'on pouvait être surpris de lire dans la presse les déclarations du chef de la Défense concernant la diminution du nombre de militaires et la volonté de faire quitter l'armée à plusieurs milliers de personnes via l'outplacement.

 

Monsieur le ministre, comment devons-nous interpréter ce message, d'autant que nous venons de voter le concept de carrière mixte?

 

05.08  André Flahaut, ministre: Monsieur le président, tout d'abord, certains me reprochent régulièrement de vouloir museler tout le monde à l'intérieur de la Défense: nous avons ici la démonstration que mon comportement est très libéral en la matière. J'ignore s'il existe un concours de circonstances entre le congrès du sp.a et les propos tenus par le chef de la Défense dans "Trends".

 

Toujours est-il qu'il convient de ramener l'événement à une tempête dans un verre d'eau. Comme je n'ai pas la carrure pour entrer dans un verre d'eau, vous comprendrez que je ne me suis pas mêlé de ce genre de manifestation!

 

Je voudrais dire qu'il n'y aura pas de "VW social" à la Défense. Nous ne travaillons pas ainsi. C'est la raison pour laquelle j'ai tenu à cette réunion d'hier, d'ailleurs prévue bien avant l'article du "Trends", entre le chef de la Défense et les organisations syndicales. Cette concertation sociale est permanente, de façon formelle ou informelle, au niveau du chef de la Défense et de moi-même, ainsi que de tous les organes instaurés par la loi.

 

Vous comprendrez que nous n'aurions pas pu faire avancer les choses comme nous les avons fait avancer avec le chef de la Défense depuis ces dernières années sans une volonté de transparence et un dialogue permanent avec le personnel.

 

Le flash direct diffusé ce matin, qui sera sans doute commenté et expliqué dans les unités, remettra les choses au point. Il fera clairement apparaître que l'outplacement, déjà utilisé une fois auparavant pour quelques personnes lors du retour de nos troupes d'Allemagne, est une formule parmi une multitude d'autres qui pourraient être mises en œuvre, mais toujours sur une base volontaire et après concertation.

 

Après cette mise au point, je crois avoir répondu à tout. En effet, le chef de la Défense ne dit pas autre chose dans le flash direct. Sans doute y a-t-il eu un raccourci par rapport à ce qu'il a vraiment déclaré. Je ne sais pas, mais on dit souvent que ce ne sont pas les rédacteurs des articles qui en conçoivent les titres. Manifestement, l'inventeur de ce titre a bien fait vendre le journal.

 

Je ne sais pas s'il est utile de revenir sur ce que nous avons fait pour le corps de sécurité, le transport de prisonniers ou encore à ce que nous avons fait en collaboration avec le département de l'Intérieur pour les "calltakers". Je ne reviendrai pas non plus sur les mises à disposition de militaires pour les cartes d'identité électroniques, ni dans les zones de police ainsi que sur tous les accords qui ont été passés ou qui sont en voie d'être passés avec certains secteurs privés (gardiennage, transport).

 

Nous avons également le souci de donner une formation permanente et continuée à notre personnel afin qu'une fois à l'extérieur du département, il puisse utiliser pleinement ses compétences. Ce n'est pas sans raison que nous avons signé des accords de coopération et des conventions avec chacun des pouvoirs fédérés. Nous voulons, en effet, pouvoir échanger nos capacités de formation et faire reconnaître les formations dispensées au sein du département de la Défense par le secteur privé. Toute une panoplie de moyens est donc progressivement mise en œuvre.

 

Cela dit, je souhaite également rassurer les organisations syndicales en leur disant que ce n'est pas parce que je ne réagis pas que je suis insensible au problème. Mais pour avoir travaillé pendant de très nombreuses années avec le général Van Daele, je peux dire que celui-ci partage ma philosophie. Tout comme moi, il est favorable à la concertation et au dialogue social en vue de réussir les transformations encore à mener au sein du département de la Défense.

 

05.09  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het lijkt een storm in een glas water. Ik wou dat het waar was.

 

Mijnheer Goris, de grootste roeper was nochtans de liberale vakbond, die het dus blijkbaar ook niet goed had begrepen.

 

Ik hoor de minister hier een aantal voorbeelden uit het verleden opsommen: de calltakers en de overgang naar veiligheidsdiensten, zoals de politie. Dat gaat over tientallen personen. Wij spreken nu over 4.000 personen. Het is ook belangrijk wat erachter steekt. Outplacement is goed, want niemand kan worden verplicht en alles blijft zoals het was. Zo heb ik het begrepen. Dat outplacement zal lukken, mag u rustig vergeten.

 

Mijnheer Goris, u kent denkelijk ook de krapte op de arbeidsmarkt. Er zijn geen 4.000 betere of beter betaalde jobs. U gelooft te veel in Sinterklaas. De CHOD is van Sint-Niklaas, maar ik geloof niet in Sinterklaas. Met andere woorden, outplacement zal niet lukken.

 

Hij heeft eigenlijk iets anders willen aantonen en op dat vlak heeft hij misschien wel een punt. Hij zegt dat hij 4.000 personeelsleden te veel heeft. Als hij ze niet snel kwijtgeraakt, kan hij het strategisch plan niet uitvoeren. Dat heeft hij ook verklaard. Het wordt met zoveel woorden door de CHOD duidelijk gesteld dat de uitwerking van het Strategisch Plan niet perfect kan verlopen, indien wij er geen budget tegenover stellen.

 

Ik heb ook begrepen dat zijn opmerking voor de politieke wereld was bedoeld. Indien die hem niet meer middelen geeft, moet hij effectief 4.000 mensen versneld laten afvloeien. Dat heb ik ook ergens gelezen. Met andere woorden, als u het allemaal niet nodig vindt en alle personeelsleden aan boord wil houden, weten wij onmiddellijk dat het strategisch plan tot mislukken is gedoemd en dat wij in 2008 bij de bekendmaking van de NAVO-cijfers opnieuw de rode lantaarn zullen krijgen. Indien wij tegenover het plan niet de nodige middelen stellen, zullen wij op termijn dus naar een sociaal bloedbad gaan.

 

Ik heb in de commissie verscheidene malen gewaarschuwd voor het GOC-statuut. Het is niet allemaal toeval.

 

Mijnheer de minister, ik weet dat u goed samenwerkt met uw CHOD. U kunt hem zelfs niet missen. U wil hem zelfs niet laten gaan. De samenwerking tussen de blauwe Van Daele en de rode André verloopt dus blijkbaar erg goed. Daarom sprak de heer Goris waarschijnlijk ook dergelijke, vriendelijke woorden. Het is leuk dat het samenloopt.

 

05.10  André Flahaut, ministre: Si le chef bleu commence à dire la même chose que le grand chef rouge, cela va poser des problèmes!

 

05.11  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Dat is paars.

 

05.12  André Flahaut, ministre: J’ai lu qu’il était libéral, à présent vous me dites qu’il est sp.a. Il est bien, ce garçon!

 

05.13  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Dat is blijkbaar iemand anders.

 

Het is een voorbeeld van de goede paarse samenwerking die er ook op het kabinet van Landsverdediging is. Voor mij allemaal niet gelaten, maar we moeten elkaar ook geen liesbeth noemen. We kennen de CHOD allemaal als een minzaam man, maar ik denk niet dat hij iets doet zonder overleg. U zegt dat u heel liberaal bent. Dat zal dan de invloed van de blauwe Van Daele zijn, dat u wat meer vrijheid wil geven aan uw generaals. Dat vind ik leuk, misschien zullen we dan eindelijk eens te weten komen wat er nu werkelijk allemaal waar is. Ik hoor u steeds zeggen “tout va très bien, madame la marquise”. Alles is perfect in orde en we zijn op snelheid.

 

Nee, als er niets gebeurt, zal ons leger volgend jaar opnieuw de rode lantaarn krijgen, mijnheer de minister. Ik heb de boodschap van de generaal begrepen. Op deze manier zal het Belgisch leger niet werken. Punt uit. Hoe gaan we dat oplossen? Ik moet niet aan beleid doen, dat zal de meerderheid wel doen. Wellicht zijn daar echter oplossingen voor. Outplacement is een heel mooi en duur woord, maar ik geloof daar allemaal niet in. Mijnheer de minister, uw strategisch plan is volgens mij op drijfzand gebouwd.

 

05.14  Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, aangezien de heer Sevenhans mij hier noemt, zou ik eerst als reactie op een persoonlijk feit willen stellen dat dit niet mijn soort politiek is maar wel de zijne. Hij bewijst dat hier vandaag opnieuw door van al die zaken een amalgaam te maken en op die manier de mensen ongerust te maken. Hij speelt stokebrand en haalt verklaringen uit hun context. Hij denkt daar wel bij te varen en er garen bij te spinnen. Welnu, ik hou mij aan de dingen die verschenen zijn, de teksten die hier voor mij liggen en de verklaringen die op papier staan. Ik plaats die in de juiste context, ik haal ze uit de context en gooi ze niet op een hoopje.

 

Ik heb ook de persteksten van de vakbonden hierover gelezen, waarnaar u refereert. Ik heb ook de teksten van de liberale vakbond gelezen. Ik begrijp de ontgoocheling en de woede van de vakbondsmensen. Ik was in het begin ook ontgoocheld en woedend toen ik de geschreven pers las. Na de interpretatie en het hineininterpretieren in de geschreven pers vroeg ik mij ook af waarmee wij bezig waren. Uiteraard kan men echter geen amalgaam maken van outplacement vandaag en de effecten van het GLC binnen twaalf jaar. Dat zijn twee totaal verschillende dingen, om maar een voorbeeld aan te halen.

 

Collega’s, wij kunnen er niet omheen dat de naakte cijfers blijven aantonen dat er te veel oudere militairen onder ons zijn en dat wij voor die mensen de juiste, sociaal verantwoorde oplossingen moeten zoeken teneinde het doel te halen, te weten een verjongde, inzetbare, meer efficiënte krijgsmacht.

 

Dat wil zeggen dat er geen sociaal bloedbad komt. Laat dat duidelijk zijn. Dat blijkt ook uit het antwoord van de minister en uit de verklaringen van de CHOD in Direct. Wie de tekst van Trends met de nodige correctheid wil lezen, ziet ook dat de CHOD daar zeker niet op aan stuurt, integendeel. Er komen dus ook geen naakte ontslagen, integendeel. Hij benadrukt dat men continu blijft aanwerven, dat men continu blijft zoeken naar jonge rekruten. Zij zullen natuurlijk wel volgens het GLC in dienst komen, het GLC dat over twaalf jaar effect zal sorteren. Er is nog altijd heel veel belangstelling voor onze Krijgsmacht, zowel boven als beneden de taalgrens. Daardoor zijn we aan de verjonging van de Krijgsmacht bezig.

 

Outplacement heeft reeds 200 militairen aan een nieuwe job geholpen buiten de Krijgsmacht. De minister heeft er al naar verwezen en een paar voorbeelden aangehaald. Het is niet het enige instrument. Er is ook de interne mobiliteit naar het burgerdepartement binnen Defensie. Er is ook de externe mobiliteit binnen de Federale Overheidsdiensten. Er zijn uiteraard verschillende instrumenten, maar allemaal op vrijwillige basis. Dat was vroeger zo, dat is vandaag zo en dat blijft zo. Dat is ook hetgeen de Chief of Defense duidelijk stelt in Trends, als men het tenminste correct wil lezen, en nadien in alle duidelijkheid in de Flash Direct die vanmorgen is verschenen.

 

Collega's, ik herhaal het. Ik begrijp de ontgoocheling en woede na de interpretatie die we in de geschreven pers nadien hebben gelezen, maar ik denk dat de bedoelingen goed zijn. De methode die men voorstelt, is ook de juiste, namelijk vrijwilligheid, vrijwilligheid en nogmaals vrijwilligheid.

 

05.15  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, je souhaite simplement remercier M. le ministre pour ses précisions!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "de CSS/TSS-werkgroep" (nr. 14033)

06 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "le groupe de travail CSS/TSS" (n° 14033)

 

06.01  Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, hier ben ik weer met mijn vraag over de CSS/TSS-werkgroep. Na deze vraag reeds in februari en mei te hebben gesteld, hoop ik dat de derde keer de goede keer zal zijn. Ik hoop dat ik deze keer een antwoord zal krijgen op mijn vragen.

 

Medio 2004 heeft Defensie een CSS-werkgroep opgericht voor het bestuderen van een rationalisatie van de Combat Service Support van de Belgische strijdkrachten. U had het over een werkgroep die de structuren van de "logistic, communication and information systems" moest onderzoeken opdat zij zouden kunnen worden herleid tot wat minimaal nodig is voor de ondersteuning van operaties en territoriale activiteiten.

 

Door zijn aard zal deze studie ook een directe impact hebben op de organisatie, lokalisatie en personeelsbezetting van duizenden personeelsleden. Ik heb ondertussen vernomen dat die studie klaar zou zijn, dat de krachtlijnennota van die CSS-werkgroep klaar is en momenteel wordt voorgelegd aan diverse militaire instanties.

 

Om die reden heb ik dan ook een aantal vragen. Wat zijn de belangrijkste resultaten van deze studie? Wat zijn de effecten op de SYS-groepen, de logistieke groepen, de competentiecentra en eventueel de staven in Defensie? Naast die CSS-werkgroep is er ook een TSS-werkgroep aan de slag voor de rationalisering van de strijdkrachten van de territoriale steun. Mijn vraag is hoever het staat met deze TSS-studie. Hoe zien de personeelsverschuivingen bij de uitvoering van deze twee studies eruit, en dan vooral inzake timing?

 

06.02  André Flahaut, ministre: Madame Meeus, je vais vous décevoir une fois de plus! Je sais que vous avez sans doute en votre possession les éléments d'une étude menée en interne et vous tentez de me faire confirmer les éléments de cette étude. Hélas! On m'en a fait un briefing hier et je l'ai renvoyée avec pertes et fracas en stipulant qu'elle n'était pas suffisamment peaufinée et qu'elle comportait, à mes yeux, toute une série d'éléments inacceptables.

 

Vous pourrez dire aux personnes qui sont au sein de la structure, qui s'inquiètent et qui prennent pour argent comptant le document qu'ils ont sous les yeux que, pour moi, il ne compte pas, car il n'a fait l'objet d'aucune décision.

 

06.03  Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal binnen een paar maanden nog eens terug de vraag stellen in de hoop dat de studie dan wel afgewerkt zal zijn en u volledig en compleet kunt antwoorden.

 

06.04  André Flahaut, ministre: Madame, je dois dire que vous êtes bien informée. Le hasard du calendrier fait que vous me posez la question le lendemain du jour où j'ai eu un briefing!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de naamgeving voor de toekomstige M-fregatten" (nr. 14046)

07 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la dénomination des nouvelles frégates de type M" (n° 14046)

 

07.01  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer minister, ik wil dit zo sereen mogelijk doen, maar vorige week kreeg ik in mijn postvakje….

 

07.02  André Flahaut, ministre: (…)

 

07.03  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Wacht, ik heb een paar nieuwe feiten.

 

07.04  André Flahaut, ministre: Je ne répondrai pas. J’ai déjà répondu à cette question.

 

07.05  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Laat mij eerst mijn vraag stellen. Dan moet u maar doen wat u moet doen, mijnheer de minister.

 

Vorige week kreeg ik een voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent in de periode voor het verkrijgen van een dotatie inkomsten verwierf. Dat verzoek is ingediend door de ondervoorzitster van deze commissie, mevrouw Vautmans. Met andere woorden, ook zij heeft blijkbaar grote problemen. Ik heb zoiets nog nooit gedaan. Ik heb hier ook nog nooit, meen ik, vragen gesteld over Prins Laurent.

 

Mijnheer de minister, er zijn evenwel toch een paar nieuwe feiten.

 

Le président: Posez votre question sur les frégates, s’il vous plaît!

 

07.06  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Goed, de naam van de fregatten dus.

 

U weet dat er de jongste tijd toch een en ander is gebeurd. Ik durf, heel voorzichtig uitgedrukt, te stellen dat er bij de publieke opinie in Vlaanderen wat bedenkingen zijn bij de rol van het koninklijk huis en het leger in het algemeen, en van Prins Laurent en de marine in het bijzonder. Er verschijnen reeds enige mooie cartoons, mijnheer de minister, over de nieuwe fregatten, vooral omdat daar de naam van een koning aan wordt gegeven. Ik meen dat het imago van de marine al erg genoeg geschaad is en dat u dat op deze manier zou kunnen stoppen. Ik heb met nogal wat militairen van de marine gesproken. Die hebben mij duidelijk bevestigd – en dat is nooit duidelijk naar voren gekomen in uw antwoord vorig jaar – dat uw kabinet, of u, over die namen zelf heeft beslist en dat het maar gewoon een beslissing is….

 

07.07  André Flahaut, ministre: Quels noms?

 

07.08  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Les noms des deux frégates: Léopold I et Marie-Louise.

 

Gelet op de recente evolutie zou dat wel eens een pijnlijke zaak kunnen worden. Ik kan mij zo ongeveer al de grappen voorstellen, mijnheer de minister. Die fregatten komen eind maart, meen ik. Ik kan mij de grappen al voor ogen brengen: MS Clementine, bijvoorbeeld, in plaats van Leopold I. Zou u niet beter gewoon neutrale namen nemen? Ik meen dat het toch voor iedereen het beste zou zijn dat u maar eens een klein beetje een soepeler houding zou aannemen. U bent de uitvinder, dus u kunt…

 

07.09  André Flahaut, ministre: Vous aurez encore des ennuis avec le compte rendu analytique, si vous continuez!

 

Il aura des ennuis! Il devient encore "borderline" avec la famille royale!

 

07.10  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Borderline? Nee, helemaal niet.

 

Nee, ik heb er niets tegen. Ik vind de Koning zelfs een heel vriendelijk man, een zeer aimabel man zelfs. Daar gaat het niet om. Het gaat niet om de persoon, dat weet u.

 

Kunnen wij niet gewoon opnieuw “De Wandelaar” nemen, mijnheer de minister?

 

07.11  André Flahaut, ministre: J’ai déjà répondu à cette question. Je ne réponds plus!

 

07.12  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Volharden in de boosheid!

 

07.13  André Flahaut, ministre: J’ai déjà répondu à cette question. Il y a quand même des règlements dans cette Maison?

 

Le président: Tout à fait.

 

07.14  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Wat als er nieuwe feiten zijn? U leest blijkbaar geen kranten!

 

07.15  André Flahaut, ministre: Je ne vois pas en quoi les affaires du prince Laurent ont à voir avec la frégate! Excusez-moi, mais quelque chose doit m'échapper!

 

07.16  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Wat baten kaars en bril, als de minister niet zien en wil!

 

Le président: La question a été posée. Si je ne m'abuse, le ministre reste sur la réponse qu'il a donnée précédemment. C'est son problème de considérer que, quels que soient les événements…

 

07.17  André Flahaut, ministre: Elle a été donnée le 14 juillet, veille de la fête nationale française!

 

Le président: La réponse a été donnée, monsieur Sevenhans. Vous pouvez interpeller mais, en principe, si le ministre estime que pour lui, rien ne change, c'est la réponse que vous devez accepter!

 

07.18  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Uiteraard, mijnheer de voorzitter. Ik had alleen gehoopt dat de minister, gelet op de omstandigheden, van idee zou veranderen. Hij wil echter niet van idee veranderen.

 

Le président: Il doit changer d'idée! Bien!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le développement des questions et interpellations se termine à 15.08 heures.

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 15.08 uur.