CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 119
CRIV 51 COM 119
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mardi
dinsdag
13-01-2004
13-01-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'appui fourni
par la police fédérale aux zones de police"
(n° 1093)
1
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de door de federale politie aan de
politiezones verleende steun" (nr. 1093)
1
Orateurs: Jacques Chabot, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jacques Chabot, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'engagement social des demandeurs d'asile"
(n° 1026)
3
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het sociaal engagement van
asielzoekers" (nr. 1026)
3
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
problématique des tags à la SNCB" (n° 1047)
4
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problematiek van de tags bij de
NMBS" (nr. 1047)
4
Orateurs: Karine Lalieux, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Karine Lalieux, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes rencontrés par les comptables
spéciaux des zones de police" (n° 1087)
6
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de problemen waarmee de bijzondere
rekenplichtigen van de politiezones worden
geconfronteerd" (nr. 1087)
6
Orateurs: Eric Massin, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Eric Massin, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Interpellation de M. Filip De Man au premier
ministre sur "l'exécutif de la communauté
musulmane" (n° 171)
8
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
eerste minister over "de Moslimexecutieve"
(nr. 171)
8
Orateurs: Filip De Man, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Filip De Man, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Motions
11
Moties
11
Interpellation de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'annonce de
modifications qui seront apportées au statut des
membres de la police intégrée" (n° 172)
11
Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aangekondigde wijzigingen aan
het statuut van de leden van de geïntegreerde
politie" (nr. 172)
11
Motions
16
Moties
16
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur, Filip
De Man
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken, Filip De Man
Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes d'ordre public et de sécurité
concernant le FC Anadol" (n° 1113)
17
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "problemen van openbare orde en
veiligheid inzake FC Anadol" (nr. 1113)
17
Orateurs: Bert Schoofs, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bert Schoofs, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier 19
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
19
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les jeunes
immigrés qui, après avoir quitté la Belgique,
souhaitent y revenir lorsqu'ils sont devenus
majeurs" (n° 1136)
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de migrantenjongeren die België
verlaten hebben en op meerderjarige leeftijd terug
naar België willen komen" (nr. 1136)
Orateurs: Jo Vandeurzen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jo Vandeurzen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Olivier Maingain au ministre des
Finances sur "le versement de la mainmorte"
(n° 1158)
21
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Financiën over "de betaling van de
dode hand" (nr. 1158)
21
Orateurs: Olivier Maingain, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Olivier Maingain, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Martine Payfa au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'emploi des
langues en matière administrative dans le cadre
des campagnes de dépistage du cancer du sein
en périphérie bruxelloise" (n° 1160)
22
Vraag van mevrouw Martine Payfa aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het gebruik van de talen in
bestuurszaken in het kader van
preventiecampagnes tegen borstkanker in de
Brusselse randgemeenten" (nr. 1160)
22
Orateurs: Martine Payfa, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
Olivier Maingain
Sprekers: Martine Payfa, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Olivier Maingain
Question de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "l'affectation d'un crédit
budgétaire provisionnel" (n° 1095)
24
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de aanwending van een
provisioneel begrotingskrediet" (nr. 1095)
24
Orateurs: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
Sprekers: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MARDI
13
JANVIER
2004
Après-midi
______
van
DINSDAG
13
JANUARI
2004
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Thierry Giet, président.
De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door de heer Thierry Giet, voorzitter.
01 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'appui
fourni par la police fédérale aux zones de police" (n° 1093)
01 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de door de federale politie aan de politiezones verleende steun" (nr. 1093)
01.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, au sein de
l'arrondissement judiciaire de Liège fonctionne un système journalier
de navette courrier entre les zones de police, la police fédérale, le
gouverneur de province, le procureur du Roi et l'inspection générale.
Initialement, cette fonction postale avait été développée entre le
district de gendarmerie et ses brigades, pour s'étendre
progressivement à certaines polices communales.
Avec la réforme, il est rapidement apparu nécessaire d'assurer la
pérennité du service postal en appliquant le principe de continuité
inscrit dans le plan national de sécurité, sous peine de nuire à la
circulation de l'information en général, des dossiers et des enquêtes
judiciaires en particulier, comme le demandait instamment Mme le
procureur du Roi de Liège dans le cadre du traitement autonome
policier dirigé.
En outre, le service a été adapté en y incluant la circulation du
courrier à destination et en provenance des autorités administratives.
Afin d'éviter que seule la police fédérale ne supporte les coûts de ce
système, la police locale de Liège a accepté de détacher un membre
de son personnel qui participe à la récolte, au tri et à la distribution du
courrier.
Au sein de l'arrondissement de Liège, la fonction postale est ainsi
actuellement assurée en combinaison avec la chaîne de distribution
logistique par trois membres de la police fédérale et un membre de la
police locale. Le charroi utilisé, une camionnette ou une voiture,
appartient à la police fédérale.
Ce système fonctionne à la plus grande satisfaction de tous et permet
de réaliser des économies d'échelle.
01.01 Jacques Chabot (PS): In
het gerechtelijk arrondissement
Luik is er een systeem van
dagelijkse interne postbezorging
tussen de politiezones, de federale
politie, de provinciegouverneur, de
procureur des Konings en de
Algemene Inspectie. Dat systeem,
dat aanvankelijk tussen het
rijkswachtdistrict en de brigades
ervan werd toegepast, werd
aangepast en de lokale politie van
Luik heeft ermee ingestemd om
een van haar personeelsleden
naar die dienst te detacheren. Dat
systeem functioneert tot algemene
tevredenheid en maakt het
mogelijk schaalvoordelen te
realiseren.
De directeurs-generaal van de
federale politie hebben op hun
niveau beslist dat de dienst voor
postbezorging niet onder de aan
de autoriteiten en aan de lokale
politiezones te verlenen steun valt;
dat werd niet formeel aan de
betrokkenen meegedeeld.
Is het normaal dat directeurs-
generaal van de federale politie op
hun niveau bepalen hoe er
concreet steun verleend wordt aan
de autoriteiten en aan de lokale
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Les directeurs généraux de la police fédérale ont décidé, à leur
niveau, que le service postal n'était pas une mission d'appui à rendre
aux autorités et aux zones de police locale. Cette décision n'a pas été
communiquée de manière formelle. Elle se traduit par des mesures
progressives d'exécution, comme le rapatriement prochain vers
Bruxelles du charroi nécessaire, entraînant l'arrêt pur et simple de ce
système de distribution.
Dès lors, monsieur le ministre, estimez-vous normal que des
directeurs généraux de la police fédérale définissent, à leur seul
niveau, l'appui à rendre aux autorités et aux zones locales sans les
tenir informées officiellement?
Je me permets de vous demander si vous estimez, pour votre part,
que ce service rentre dans l'appui légal que doit rendre la police
fédérale vers l'échelon local? Comptez-vous prendre rapidement des
dispositions pour assurer la continuité de ce service?
zones, zonder deze daarvan
officieel in kennis te stellen?
Bent u van oordeel dat die
dienstverlening kadert in de
wettelijke steun die de federale
politie moet verlenen aan de lokale
politiediensten? Zal u eerlang
maatregelen nemen om de
continuïteit van die dienstverlening
te vrijwaren?
01.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, il existait en effet dans l'ancienne gendarmerie un système
de distribution vers les brigades. Il s'agissait d'un système officieux
mis en place par les districts de gendarmerie. Ce système de
distribution a pris fin le 1
er
janvier 2002, avec le transfert définitif des
brigades de la police fédérale vers la police locale.
La décision de ne pas mettre en oeuvre le système de distribution du
courrier a été prise par le commissaire général et les directeurs
généraux, en date du 18 février 2002. Cette information a été
communiquée lors d'une réunion des directeurs-coordinateurs, le 19
février 2002, et il leur appartenait d'en informer les zones de police.
Comme il s'agissait d'une initiative officieuse de l'ancienne
gendarmerie, je comprends parfaitement que la police fédérale ait pris
la décision d'arrêter ce service. En effet, la mise en oeuvre d'un tel
service vers 196 zones de police nécessite des moyens importants en
matériel et en personnel que la police fédérale n'est pas en mesure
de supporter budgétairement.
Quant à votre deuxième question, la loi sur la police intégrée prévoit
que la police fédérale assure, sur l'ensemble du territoire, des
missions d'appui aux services de police locale et aux autorités de
police. La police fédérale doit également, dans les domaines non
opérationnels, rechercher la spécialisation afin de pouvoir fournir un
appui aussi professionnel que possible à la police locale. La
distribution de la correspondance ne fait pas partie de l'appui
spécialisé ni subsidiaire de la police fédérale vers la police locale. La
distribution du courrier peut difficilement être considérée comme une
activité-clé de la police fédérale. De plus, l'accord de gouvernement
prévoit une diminution des tâches administratives.
Je ne suis donc pas opposé à un retour de cette mission vers les
services de La Poste qui, par définition, sont destinés à distribuer ce
courrier.
Je chargerai toutefois la police fédérale de faire une étude
comparative des coûts entre cette dernière solution et un service de
distribution interne, assuré par du personnel administratif et logistique.
01.02 Minister Patrick Dewael:
Bij de vroegere rijkswacht bestond
er een officieus distributiesysteem
tussen de brigades, dat door de
rijkswachtdistricten was ingevoerd.
Dat systeem werd op 1 januari
2002 buiten dienst gesteld, en op
18 februari 2002 beslisten de
commissaris-generaal en de
directeurs-generaal om geen
nieuw, vergelijkbaar systeem in te
voeren. Dat werd de dag daarna al
bekendgemaakt. Omdat het om
een officieuze regeling bij de
vroegere rijkswacht ging, begrijp ik
heel goed dat de federale politie
beslist heeft die dienst, waarvoor
bovendien heel wat middelen en
mensen moesten worden ingezet,
stop te zetten. De postbestelling
maakt trouwens geen deel uit van
de gespecialiseerde steun, noch
van de aanvullende steun die de
federale politie aan de lokale
politie verleent.
Het regeerakkoord voorzag al in
het terugdringen van de
administratieve taken en ik kant
me dus niet tegen een scenario
waarbij De Post opnieuw voor die
opdracht zou instaan.
Ik zal de federale politie belasten
met een vergelijkende studie van
de kosten die voortvloeien uit die
laatste oplossing en de prijs van
een interne postdienst.
01.03 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le 01.03 Jacques Chabot (PS): U
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ministre, merci pour votre réponse.
J'entends bien, vous parlez de 2002, mais ma question était inspirée
par un courrier que nous avons reçu le 5 décembre 2003 de Mme le
procureur du Roi de Liège, qui nous demande notre avis sur cette
possible disparition.
Dans le quatrième paragraphe de sa lettre, elle donne son propre avis
et nous dit: "Pour ma part, je vous signale que j'estime que la navette
mise en place, à la demande de mon office, par M. le directeur-
coordinateur correspondait bien aux besoins de toutes les zones. Ce
qui, dans mon esprit, correspondait bien à l'appui de la police fédérale
à la police locale. Si nous acceptons les diktats de la Direction
générale des moyens matériels de la police fédérale, tout le système
mis en place mettrait le traitement autonome policier dirigé en péril."
Et nous devons donner un avis, nous, c'est-à-dire les chefs de zone et
présidents des collèges de police. C'est à ce titre que j'ai reçu ce
courrier.
heeft het over 2002. Mijn vraag
berust echter op een brief van de
procureur des Konings te Luik van
5 december 2003, met betrekking
tot de afschaffing van die dienst,
die inspeelde op de noden van alle
zones.
01.04 Patrick Dewael, ministre: A ce titre et non en tant que
parlementaire? Bien.
Je peux uniquement ajouter que la décision date bien de 2002 et que
l'appréciation de la police fédérale est différente.
01.04 Minister Patrick Dewael:
De beslissing dateert van 2002 en
de federale politie houdt er een
andere mening op na.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het sociaal engagement van asielzoekers" (nr. 1026)
02 Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'engagement
social des demandeurs d'asile" (n° 1026)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen)
(La réponse sera fournie par la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Egalité des chances)
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, onlangs werd ik gecontacteerd in verband met het volgende
probleem.
Vroeger hadden asielzoekers de toelating om als vrijwilliger mee te
werken in sociale projecten, zoals papierophaling voor verenigingen.
Het is een soort vrijwillig sociaal engagement waarvoor een aantal
verenigingen die mensen zeer dankbaar zijn.
Naar verluidt zou dit echter niet meer mogelijk zijn omdat er een
aantal misbruiken zouden zijn vastgesteld in welk verband ik evenwel
geen details heb.
Mijnheer de minister, is het juist dat de asielzoeker vroeger de
mogelijkheid kregen om op vrijwillige basis mee te werken en dat
zulks nu niet meer het geval zou zijn? Mocht dit met een lineaire
maatregel zijn teruggeschroefd, kunnen er dan nog mogelijkheden
worden gecreëerd voor die gevallen waarbij duidelijk geen sprake is
van misbruik?
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): A
certains endroits, des demandeurs
d'asile qui séjournent dans un
centre peuvent s'engager
volontairement auprès d'une
association des environs. Après
que des abus ont été constatés,
cette disposition aurait été
annulée. Ces informations sont-
elles exactes? J'aurais souhaité
savoir si ce type de bénévolat
pouvait à nouveau être autorisé?
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.02 Minister Marie Arena: Mijnheer de voorzitter, zoals u weet
hebben asielzoekers, zolang hun asielaanvraag niet ontvankelijk is
verklaard, geen recht op een arbeidsvergunning en mogen dus niet
werken. Teneinde bestaande praktijken in de asielcentra van een
wettelijke basis te voorzien, heb ik door middel van de programmawet
het initiatief genomen om de gemeenschapsdiensten te
reglementeren. Het gaat om diensten die door de asielzoeker worden
geleverd ten bate van het gemeenschappelijk leven binnen het
asielcentrum, zoals het onderhouden van de gemeenschappelijke
ruimte. Deze bijdragen worden gekoppeld aan een eventuele
verhoging van het zakgeld dat wordt toegekend aan de asielzoekers.
Deze prestaties beperken zich uitsluitend tot de taken die inherent zijn
aan het leven in de gemeenschap binnen de opvangstructuren. Ze
zouden niet gelijkgesteld mogen worden met werk. Indien u op de
hoogte bent van praktijken die buiten dit kader vallen, wil ik hierover
graag geïnformeerd worden. Uiteraard blijven mijn administratie en
mijn kabinet te uwer beschikking in dit verband.
02.02 Marie Arena, ministre: Les
demandeurs d'asile ne peuvent
pas obtenir de permis de travail et
sont donc exclus de toute forme
de travail. J'ai toutefois inséré
dans la loi-programme une
disposition visant à régulariser le
service communautaire pour les
demandeurs d'asile. Dans
l'enceinte du centre d'asile, ils
peuvent effectuer certaines
prestations de travail
leur
permettant d'obtenir une
augmentation de leur argent
poche. Que les choses soient
claires, cette prestation ne peut
être assimilée à un travail et doit
se dérouler au sein des structures
d'accueil.
Si M. Vandeurzen a connaissance
d'autres situations, je souhaiterais
qu'il me communique ses
informations.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de minister ik dank u voor
uw antwoord. Ik begrijp dat de regeling zeer strikt is en wellicht niet in
overeenstemming is met bepaalde situaties. Overigens kan ik u
verzekeren dat wat ik daarvan weet, volstrekt te goeder trouw en zeer
zinvol is. Ik begrijp de restrictie niet goed, maar ik zal het antwoord
aan betrokkenen overmaken.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je ne comprends pas très bien
pour quelle raison de telles
restrictions sont imposées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
03 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problematiek van de tags bij de NMBS" (nr. 1047)
03.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, comme la plupart des grandes entreprises de transport en
Europe, la SNCB est confrontée à la problématique des tags. Je parle
évidemment des tags sur le matériel roulant et dans les gares, et non
des graffitis qui peuvent orner les murs de béton entourant nos gares
ou certains tunnels.
Le coût de ces tags sur le matériel roulant de la SNCB est loin d'être
négligeable - plus de deux millions d'euros pour 2002 et est en forte
augmentation pour 2003. De plus, durant les nettoyages, le matériel
roulant est immobilisé 2.836 jours d'immobilisation en 2002 -; ce qui
revient à près d'un million d'euros par an en supplément pour la
SNCB.
Outre le coût pour la SNCB, les tags contribuent également à créer un
sentiment d'insécurité chez les usagers, confrontés à ce manque de
propreté dans nos gares et nos trains.
03.01 Karine Lalieux (PS): De
verwijdering van de TAGS op het
rollend materieel kost de NMBS
handenvol geld. Bovendien
wakkeren de TAGS het
onzekerheidsgevoel aan. Welke
middelen worden door de federale
en de spoorwegpolitie in de strijd
tegen de graffitispuiters ingezet? Is
dit een prioriteit? Hoeveel agenten
worden ervoor ingeschakeld?
Hoeveel processen-verbaal
werden er in 2002 en 2003
opgesteld en welk gevolg werd
eraan gegeven? Werken de
verschillende politiediensten
samen met
B-security, de
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Monsieur le ministre, quels sont les moyens mis en oeuvre par la
police fédérale-SPC pour lutter contre le phénomène? Est-ce une
priorité pour elle? Combien d'agents y sont-ils affectés? Combien de
procès-verbaux ont-ils été établis en 2002 et 2003 et quelle en a été
la suite? Je sais que vous n'êtes pas le ministre de la Justice mais
vous en avez peut-être une idée. Existe-t-il une coordination entre les
différents services de la police fédérale, les polices locales et B-
Security, l'équipe des chemins de fer qui s'occupe de la sécurité?
bewakingsdienst van de NMBS?
03.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, les patrouilles de la police des chemins de fer sont dirigées
en fonction du lieu et du temps, en assurant une présence régulière
près des endroits où le matériel roulant est stationné.
Vu que le phénomène des graffitis n'est pas repris comme priorité
dans le plan national de sécurité, la police des chemins de fer utilise
pour l'instant peu de personnel supplémentaire à cet effet.
Toutefois, dans le cadre du partenariat entre la police des chemins de
fer et la SNCB, le phénomène des graffitis n'est pas négligé. Un
certain nombre d'enquêtes concernant les auteurs ainsi que diverses
observations sont réalisées dans la marge de manoeuvre actuelle de
la police des chemins de fer.
Quant à la deuxième question, les prestations de la police des
chemins de fer, dans ce cadre, sont effectuées à l'occasion de
patrouilles et d'équipes d'intervention régulières. Il n'est donc pas
possible d'enregistrer spécifiquement les prestations.
Troisièmement, en 2001, la SNCB a déposé 504 plaintes tandis qu'en
2002, 897 plaintes ont été enregistrées par les services de police.
Pour 2003, nous ne disposons pas encore de chiffres complets mais
l'on s'attend à dépasser les 1000 plaintes. Toutes ces plaintes font
l'objet de procès-verbaux transmis aux parquets compétents.
Quatrièmement, au niveau national, la police des chemins de fer et le
service B-Security ont déterminé un certain nombre de procédures et
de modes d'action. Au niveau local, il existe des plates-formes de
concertation entre les unités de la police des chemins de fer, les
polices locales et B-Security.
Spécifiquement à Bruxelles, il existe une collaboration étroite entre la
police des chemins de fer, la police locale de Bruxelles-
Capitale/Ixelles et B-Security, consistant en un échange de données
et d'informations aux fins d'analyse de ce phénomène. Dimanche
passé, par exemple, la police des chemins de fer a encore arrêté en
flagrant délit deux mineurs qui se rendaient coupables de tels faits de
vandalisme dans une station du métro bruxellois. Les perquisitions
menées à cette occasion ont permis de saisir du matériel
compromettant. Les deux mineurs ont été mis à la disposition des
autorités judiciaires.
03.02 Minister Patrick Dewael:
De spoorwegpolitie patrouilleert
regelmatig langs de stelplaatsen
voor het rollend materieel.
De bestrijding van graffiti is geen
prioriteit van het nationaal
veiligheidsplan en er gaan dan ook
niet veel extra middelen naar toe,
wat niet betekent dat het probleem
blauwblauw gelaten wordt.
Er wordt regelmatig
gepatrouilleerd en het is dus niet
mogelijk de prestaties te
specificeren.
In 2001 werden 504 klachten
ingediend, in 2002 897 en
verwacht wordt dat het totaal voor
2003 boven de 1.000 klachten zal
uitkomen. Al die klachten worden
aan het parket bezorgd.
Op het nationale niveau werkten
de spoorwegpolitie en B-security
een aantal procedures uit. Op het
lokale niveau wordt tussen de
politie-eenheden en B-security
overleg georganiseerd.
Afgelopen zondag heeft de
spoorwegpolitie twee
minderjarigen aangehouden in een
Brussels metrostation. Ze werden
ter beschikking van het gerecht
gesteld.
03.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Je parle des tags et non des graffitis ou des
oeuvres artistiques que l'on peut trouver sur des murs en béton.
Même si je comprends que ce n'est pas une priorité et si je ne crois
pas que le personnel de la police des chemins de fer soit nombreux,
03.03 Karine Lalieux (PS): Als
straf zou dienstverlening kunnen
worden overwogen, zoals
bijvoorbeeld het schoonmaken van
het rollend materieel. Ten aanzien
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
je reviendrai sans doute avec d'autres questions sur les agressions
des accompagnateurs dans les gares ou dans les trains, et plus
généralement sur l'agressivité existant aujourd'hui.
Je crois effectivement que le coût est énorme pour une entreprise
publique et donc pour l'Etat. J'ai vu des cassettes vidéo et des
enregistrements - les jeunes s'enregistrent, il s'agit d'un petit noyau,
ils ne sont pas plus de 100 pour toute la Belgique - où on les voit en
train de tagger ou de commettre un autre délit. Je ne suis pas pour la
répression ni pour les mettre en prison mais le travail d'intérêt général
existe comme, par exemple, le nettoyage des trains ou encore des
amendes très fortes. J'estime qu'à un moment donné, il faut être
vigilant face à ce type d'incivilités ou de délinquance, je ne sais pas
très bien quel terme utiliser.
van dergelijke overlast dient men
bovendien de nodige
waakzaamheid aan de dag te
leggen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les problèmes
rencontrés par les comptables spéciaux des zones de police" (n° 1087)
04 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de problemen waarmee de bijzondere rekenplichtigen van de politiezones worden
geconfronteerd" (nr. 1087)
04.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
la plupart des comptables spéciaux des zones de police n'ont, à ce
jour, pas encore pu clôturer leurs comptes pour l'exercice 2002. Il
semble que cette situation trouve son origine dans l'addition d'une
série de difficultés tant techniques, administratives que de
communication.
La commission de l'accompagnement de la réforme des services de
police au niveau local a mis en exergue, dans son rapport
d'évaluation d'octobre 2003, une série de dysfonctionnements dans la
transmission d'informations, tant au niveau du secrétariat social de la
police intégrée (le SSGPI) qu'au niveau du service central des
dépenses fixes (le SCDF).
Le SCDF connaît en fait des problèmes, le rapport le cite, d'ordre tant
structurel, organisationnel, informationnel que d'ordre personnel.
Celui-ci ne parvient pas à remettre à temps les pièces comptables,
les pièces justificatives et informations concernant les agents
permettant la rédaction des ordres de paiement aux zones de police,
ce qui, bien évidemment en cascade, empêche les autorités locales
et les comptables spéciaux de respecter les obligations légales
imposées par le pouvoir fédéral.
A ce titre, les pécules des vacances 2002 n'ont toujours pas été
régularisés.
Dans la mesure où les comptes de police 2002 ne peuvent être
dressés, ni la police locale, ni la police fédérale ne peuvent, dès lors,
correctement évaluer la situation financière des zones de police. Le
rapport fait état d'un problème dans le logiciel fédéral appliqué pour le
calcul des salaires. A cela s'ajoute également un retard dans la
remise des déclarations sociales et fiscales par le service central des
dépenses fixes à l'ONSSAPL. A ce titre, il y a lieu d'observer une
série d'incohérences entre les données fournies par le secrétariat
04.01 Eric Massin (PS): De
meeste bijzondere rekenplichtigen
van de politiezones hebben hun
rekeningen van 2002 nog niet
kunnen afsluiten. De commissie
ter begeleiding van de
politiehervorming op lokaal niveau
heeft een aantal disfuncties op het
stuk van de overdracht van
gegevens aan het licht gebracht,
zowel op het niveau van het
sociaal secretariaat van de
geïntegreerde politie (SSGPI) als
op dat van de Centrale Dienst der
Vaste Uitgaven (CDVU).
Bovendien zou de federale
software die voor de berekening
van de lonen wordt gebruikt
problemen doen rijzen. Daarbij
komt dat de CDVU de sociale en
fiscale aangiftes met vertraging
aan de RSZPPO bezorgt. De
gegevens die door de SSGPI
worden doorgespeeld en de
gegevens die in het bezit zijn van
de RSZPPO lijken op een aantal
punten niet met elkaar overeen te
stemmen.
Hoe zit het het wegwerken van de
problemen op het stuk van het
bezorgen van de
boekhoudkundige bewijsstukken
door de CDVU, die de datum van
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
social de la police intégrée et les données en possession de
l'ONSSAPL, incohérences qui pourraient être préjudiciables à une
partie du personnel.
Dès lors, M. le ministre peut-il nous renseigner sur l'état
d'avancement de la correction des problèmes en matière de
transmission de pièces justificatives comptables par le service central
de dépenses fixes aux comptables spéciaux? La date du 1er janvier
2004 avait été annoncée dans le rapport comme l'échéance à laquelle
le SCDF s'engageait à rendre un produit permettant d'accorder à
chaque traitement, allocation ou prime un code économique séparé.
Nous voilà au-delà du 1er janvier 2004. Qu'en est-il du travail réalisé à
ce jour?
Enfin, qu'en est-il des dispositions pratiques mises en place pour
optimiser la communication et plus particulièrement la transmission
d'informations sur le personnel entre les différents acteurs, à savoir
les comptables spéciaux, le SSGPI, le SCDF et l'ONSSAPL.
1 januari 2004 als streefdatum had
vooropgesteld? Welke praktische
maatregelen werden getroffen om
de communicatie tussen de
verschillende betrokkenen te
verbeteren?
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, le groupe de
travail "collaboration au secrétariat social de la police intégrée
service central des dépenses fixes comptables spéciaux", d'ailleurs
mis en place par la commission d'accompagnement, a identifié les
différents besoins.
Le SCDF, qui initialement s'était engagé à délivrer les fichiers et
documents dans ce nouveau lay-out à partir du 1
er
janvier, a fait
savoir qu'à la suite d'un manque récurrent de capacité, il lui était
impossible de garder cet engagement. Comme le SCDF est un
service qui dépend du SPF Finances, j'ai signalé le problème à mon
collègue des Finances qui a promis de donner priorité aux solutions
requises.
A ce jour, je ne peux que constater que le SCDF n'est pas encore à
même de délivrer l'ensemble des documents ou fichiers requis.
Le groupe de travail continue ses travaux et tente de trouver des
solutions, mais il est confronté aux limites de capacité du SCDF.
Concernant votre deuxième question, le problème de la
communication a également fait l'objet de travaux de la part du
groupe de travail précité. En ce moment, le directeur de la direction
des finances au sein de la direction générale des moyens matériels
de la police fédérale réorganise ses services afin de garantir une
meilleure communication avec les responsables des zones de police.
Le but est de mettre en place une structure garantissant des contacts
rapides avec les différents responsables ou spécialistes. Cette
structure se chargera également de la communication concernant les
problèmes avec le SCDF, soit en donnant la solution, soit en
organisant un contact direct.
L'ONSSAPL, qui est également représenté dans le groupe de travail,
a ses propres canaux de communication. En plus de l'envoi des
directives et de la publication de celles-ci sur leur site, l'ONSSAPL a
également demandé et reçu l'autorisation d'utiliser le canal
d'information du website "InfoZone" de la direction des relations avec
04.02 Minister Patrick Dewael:
De
door de
begeleidingscommissie ingestelde
werkgroep heeft de onderscheiden
behoeften in kaart gebracht. De
CDVU heeft laten weten dat hij
zich onmogelijk aan de
vastgestelde termijn zal kunnen
houden wegens een recurrent
personeelsgebrek. Aangezien de
CDVU onder het ministerie van
Financiën ressorteert, heb ik
minister Reynders op het
probleem geattendeerd, en hij
heeft beloofd naar een oplossing
te zoeken.
Het hoofd van de directie financiën
van de algemene directie
materiële middelen van de
federale politie is momenteel bezig
met een reorganisatie van zijn
diensten, met het oog op een
betere communicatie met de
politiezones, de specialisten en de
CDVU. De RSZ-PPO beschikt
over eigen communicatiekanalen,
en heeft tevens gevraagd om de
website "InfoZone" van de directie
van de relaties met de lokale
politie te mogen gebruiken.
Daarnaast heeft de werkgroep
vastgesteld dat de communicatie
tussen politiezonechefs niet altijd
optimaal verloopt.
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
la police locale.
Le groupe de travail a également constaté que la transmission des
circulaires, lettres, notes, directives entre les différents responsables
au niveau des zones de police elles-mêmes n'est toujours pas
optimale.
04.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour
votre réponse.
Quant au fonctionnement du SCDF, je m'adresserai également à
votre collègue, M. Reynders. Faisant partie de la commission des
Finances et du Budget, j'aurai l'occasion de lui poser cette question et
de lui demander où nous en sommes, afin que les policiers et les
agents ne soient pas préjudiciés.
Par ailleurs, puisque ce groupe de travail est mis sur pied, des
moyens sont envisagés afin d'optimaliser la communication. Je
suppose donc que le problème se réglera dans l'avenir. A défaut, je
reviendrai poser une nouvelle question.
04.03 Eric Massin (PS): Ik zal
mijn vragen over de CDVU aan
minister Reynders richten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de eerste minister over "de Moslimexecutieve" (nr. 171)
05 Interpellation de M. Filip De Man au premier ministre sur "l'exécutif de la communauté musulmane"
(n° 171)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre en ministre de l'Intérieur)
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik had mijn vraag gericht tot de eerste minister
maar blijkbaar draaft u op voor het antwoord.
De minister van Justitie, uw collega, heeft vorig jaar acht betwiste
figuren tot lid van de Moslimexecutieve benoemd. U weet zeer goed
dat hierop heel wat kritiek kwam, niet in het minst omdat de
betrokkenen reeds door de heer Verwilghen de vorige
justitieminister waren afgewezen en omdat zij nog altijd niet
aanvaardbaar zijn voor de Veiligheid van de Staat. Dit laatste kwamen
we dan weer te weten van het Comité I.
Ik kan bijvoorbeeld ook verwijzen naar wat de heer Hasquin, minister-
president, vorige week heeft gezegd in de pers, ik citeer:
05.01 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): En réalité, mon
interpellation s'adressait au
premier ministre.
"Le monde politique s'honorerait en surveillant d'un peu plus près
certaines mosquées, relais internationaux du terrorisme contre
lesquels il faut porter le glaive".
Geef toe, als het Vlaams Blok zoiets zou zeggen, men schreeuwt
moord en brand. Het gaat dus om een ernstige zaak.
Er is heel wat te doen om de moskeeën en er is heel wat te doen om
de fundamentalisten in de Executieve. Ik heb wat dat betreft het
aanbevelenswaardige boek "Ongeleid projectiel" van de heer Leman
gelezen. Hij legt eigenlijk uit waarom het allemaal zo is gelopen. Hij is,
zoals iedereen weet, de voormalige directeur van het Centrum voor
L'ouvrage intitulé "Ongeleid
Projectiel" de M. Leman, ancien
directeur du Centre pour l'égalité
des chances, comporte une
explication honteuse pour les huit
désignations contestées
auxquelles le ministre de la Justice
Verwilghen a procédé l'an dernier
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Gelijke Kansen en Racismebestrijding en hij geeft een ontluisterende
verklaring voor de omstreden benoemingen. Wat zegt deze
eerstelijnsgetuige?
Ik citeer: "In het begin van mijn carrière bij het Centrum" hij was
eerst kabinetschef van Paula D'Hondt en later directeur van het
Centrum "stelde ik vast dat de PS fors gekant was tegen een
erkenning en een verkiezing van een moslimraad." Dat staat op
bladzijde 83 van het boek dat ik u zonet toonde. Ik citeer verder op
bladzijde 87 en 88: "Ongeveer tien jaar later is de PS blijkbaar volledig
van mening veranderd want in die periode begonnen gepolitiseerde
advocaten, zoals de heer Uyttendaele, zich te mengen in het debat."
Hij vervolgt: "In 2002 zetten de premier en de minister van Justitie het
Centrum buitenspel en wordt Philippe Moureaux bemiddelaar."
Philippe Moureaux is, zoals bekend, ook een lid van de PS. Dat
laatste element vindt u op bladzijde 89.
Op bladzijde 145 zegt de heer Leman vrij cru het volgende:
"Opvallend is dat enkele Franstalige politieke partijen activistische
kandidaten" iedereen weet dat het over islamistische of
integristische kandidaten gaat, het zijn moslims in elk geval "op hun
lijsten hebben of onder hun leden." Die Franstalige partijen hadden
hen op hun lijsten staan of ze waren op zijn minst lid van die
Franstalige politieke partijen. De heer Leman vervolgt: "Het is zo met
die vertegenwoordigers dat onze overheden tijdens de eerste regering
Verhofstadt bij voorkeur onderhandelingen aanknopen over de
samenstelling van een nieuw Executief. Welke partijpolitieke
belangen spelen hiermee? In de verkiezingsperiode heb ik meermaals
islamitische gelovigen met verkiezingsfolders uit de moskeeën zien
komen, van meerdere politieke partijen trouwens." Dat is het einde
van mijn citaat op bladzijde 145.
Op diezelfde bladzijde zegt hij nog dat de kabinetten van Michel en
Onkelinx de weg helemaal hebben uitgestippeld in verband met de
benoemingen van de Executieve. In een recent interview in Gazet van
Antwerpen van 20 december verklaart de voormalige directeur zelfs
letterlijk het volgende. Ook hier citeer ik: "Het dossier van de
Moslimexecutieve is door de Franstaligen echt partijpolitiek gespeeld:
Laurette Onkelinx en Louis Michel bemoeiden er zich rechtstreeks
mee, en dat zal wel duizenden stemmen opgeleverd hebben."
Mijnheer de minister, de meest bevoorrechte waarnemer in dit land
stelt dat er duidelijk electorale belangen gespeeld hebben bij de
benoeming van de Moslimexecutieve. Ik had graag dat de premier
hierop een reactie gaf, maar aangezien u afgevaardigd bent, stel ik u
de vraag: kan de regering een antwoord geven op deze
beschuldigingen? Dat zijn namelijk niet minder dan beschuldigingen.
Men benoemt mensen in de Moslimexecutieve in ruil voor stemmen
van de moslims. Kan de volksvertegenwoordiging vernemen of de
heer Leman in het vermelde interview terecht beweert, ik citeer
opnieuw, "dat het betrokken achttal aanhangers zijn van de
fundamentalist Tariq Ramadan", een man die zich, nogmaals volgens
de heer Leman, "weigerde duidelijk uit te spreken tegen steniging van
vrouwen"?
au sein de l'exécutif musulman.
L'auteur explique qu'au début des
années 90, le PS s'était
obstinément opposé à l'élection
d'un conseil musulman, pour
changer complètement d'avis dix
ans plus tard.
Au cours de cette période, des
avocats politisés sont intervenus
dans le débat et le premier
ministre et le ministre de la Justice
ont mis le Centre sur la touche,
alors que M. Moureaux était
nommé médiateur. M. Leman
précise que sous le premier
gouvernement Verhofstadt, on a
entamé des négociations sur la
composition d'un nouvel exécutif
de préférence avec des candidats
activistes sur des listes
francophones. Lors d'une
interview, il a textuellement
déclaré que les ministres Onkelinx
et Michel se sont immiscés dans le
débat, ce qui leur a sans doute
rapporté des milliers de voix.
Le gouvernement peut-il réagir à
ces accusations? Est-il exact
comme l'affirme M. Leman que les
huit personnes concernées sont
des partisans du fondamentaliste
Tariq Ramadan, qui a refusé de
s'opposer résolument à la
lapidation des femmes?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
breng u het antwoord dat door de premier is voorbereid.
05.02 Patrick Dewael, ministre:
Je vous donne lecture de la
réponse du premier ministre.
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Naar aanleiding van de werkingsproblemen van de Executieve van
Belgische moslims heeft de regering in mei 2002 twee bemiddelaars
aangesteld, namelijk de senatoren Moureaux en Kaçar. De
aanbevelingen van beide bemiddelaars waren, ten eerste, een
gedeeltelijke hernieuwing van de Executieve en, ten tweede, een
betere vertegenwoordiging van de grote taalgebonden en culturele
gevoeligheden. De constituerende vergadering heeft op 17 april een
lijst van 17 leden voorgesteld. Er is ook een verslag van de Veiligheid
van de Staat opgesteld op 22 april. Op basis van deze elementen
heeft de voormalige regering besloten dat de voorgestelde namen op
één na konden worden aangewezen. Van één kandidaat-lid wordt het
dossier trouwens ook eerstdaags ingeleid voor de strafrechter. De
regering heeft dan besloten een nieuwe Executieve ten voorlopige titel
te erkennen tot 31 mei van dit jaar.
De Ministerraad van 25 april van vorig jaar heeft zijn goedkeuring
gehecht aan het ontwerp van KB, houdende de erkenning van de
leden van de Executieve van Belgische moslims. Het KB kon ter
ondertekening worden voorgelegd aan het Staatshoofd. Gewezen
minister van Justitie, collega Verwilghen, heeft het ontwerp van KB ter
ondertekening voorgelegd aan de Koning tijdens de periode van
voorzichtige en lopende zaken. Het ontwerp van KB werd niet
ondertekend door de Koning en hetzelfde ontwerp van KB werd door
de huidige minister van Justitie, mevrouw Onkelinx, opnieuw ter
ondertekening voorgelegd aan het Staatshoofd.
De heer Leman had de regering zijn expertise inzake de problemen
bij de Executieve moeten laten benutten. Het Centrum is niet
geroepen om zich in te laten met de bemiddeling inzake de
problemen van de Executieve, want de vereiste neutraliteit met
betrekking tot de interne problemen van de islamitische godsdienst is
het beste middel om zijn geloofwaardigheid ten opzichte van de
islamgemeenschap niet te verliezen.
En mai 2002, le gouvernement a
désigné deux médiateurs, les
sénateurs Moureaux et Kacar, en
vue de renouveler partiellement
l'exécutif et d'assurer une
meilleure représentation des
sensibilités linguistiques et
culturelles. L'assemblée
constituante a proposé dix-sept
membres. Après avoir pris
connaissance du rapport de la
Sûreté de l'Etat, le gouvernement
a décidé de les accepter tous, à
une exception près, et de
reconnaître un nouvel exécutif
jusqu'au 31 mai 2004.
Le 25 avril 2003, le Conseil des
ministres a adopté le projet
d'arrêté royal portant
reconnaissance des membres de
l'exécutif. L'ancien ministre de la
Justice l'a soumis à l'approbation
du Roi durant la période des
affaires courantes. Le Roi n'a pas
sanctionné l'arrêté royal. La
ministre actuelle a soumis à son
tour le même arrêté au Roi.
S'il ne veut pas perdre sa
crédibilité vis-à-vis de la
communauté musulmane, le
Centre pour l'égalité des chances
a tout intérêt à rester neutre par
rapport aux problèmes internes de
la religion islamique.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, uit uw
antwoord blijkt dat het ontwerp dat minister Verwilghen heeft
voorgelegd niet werd ondertekend door de Koning, terwijl het ontwerp
van minister Onkelinx wel werd ondertekend door de Koning en in het
Staatsblad is verschenen. Dat roept vragen op.
Voorts antwoordt de regering niet op mijn vragen in verband met de
partijpolitieke bemoeienissen of de partijpolitieke berekening, die
hebben gespeeld bij de benoeming van de acht, volgens de
Staatsveiligheid fundamentalistische moslims in de Moslimexecutieve.
Mijnheer de minister, aangezien de regering niet ingaat op dat aspect,
overdrijf ik niet wanneer ik zeg dat de minister van Justitie, die zoals
we allen weten sinds 1999 kandidate is in Brussel, eigenbelang voor
ogen had en wellicht nog altijd heeft. In dat verband wil ik ook nog
wijzen op het feit dat de minister van Justitie geen antwoord wenste te
geven op de interpellatie van collega Van Parys, die toch ook een
voormalig minister van Justitie is.
Bovendien heeft zij gisteren, tijdens de vergadering van de
05.03 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Le fait que le Roi n'a pas
signé la proposition du ministre
Verwilghen, mais bien celle de la
ministre Onkelinx suscite des
interrogations.
Je n'ai obtenu aucune réponse à
ma question de savoir si des
considérations politiciennes ont
joué un rôle lors de la nomination
des huit musulmans
fondamentalistes. Je n'exagérerai
sans doute pas en affirmant que la
ministre Onkelinx n'a pensé et ne
pense qu'à son propre intérêt. Elle
a, en effet, refusé de répondre à
l'interpellation de M. Van Parys et,
lors de la réunion de la
commission du suivi d'hier, elle a
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Begeleidingscommissie, rond de pot gedraaid door te verklaren dat er
eventueel nog een onderzoek of een gesprek met de Veiligheid van
de Staat zou plaatsvinden.
Alles blijft dus erg in het duister. Ik begrijp dat de eerste minister zijn
minister van Justitie niet in de wind wil zetten, maar het antwoord
voldoet mij geenszins. De chronologie en de citaten van de heer
Leman wijzen volgens mij ten zeerste op partijpolitieke berekening en
op een beleid dat de electorale belangen van de minister laat
voorgaan op de bedenkingen van nota bene de Staatsveiligheid, die
toch wordt geacht te weten waarover ze het heeft. Ik aanvaard het
antwoord niet en we zullen terzake dan ook een motie van
wantrouwen indienen ten aanzien van minister van Onkelinx omdat wij
haar beleid terzake als staatsgevaarlijk beschouwen.
longuement tourné autour du pot.
Nous déposons une motion de
méfiance à l'égard de la ministre
de la Justice car la politique qu'elle
mène en la matière représente un
danger pour l'Etat.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de méfiance a été déposée par M. Filip De Man et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Filip De Man
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
exprime sa méfiance à l'égard de la politique mise en oeuvre par la ministre de la Justice, Mme Laurette
Onkelinx, dont les positions à l'égard de la représentation de la communauté musulmane dans notre pays
constituent une menace pour l'Etat."
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heer Filip De Man en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Filip De Man
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
spreekt zijn wantrouwen uit over het beleid van de minister van Justitie Onkelinx, gezien haar
staatsgevaarlijk beleid inzake de moslimvertegenwoordiging in dit land."
Une motion pure et simple a été déposée par M. Filip Anthuenis.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Filip Anthuenis.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
06 Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de aangekondigde wijzigingen aan het statuut van de leden van de geïntegreerde politie"
(nr. 172)
06 Interpellation de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'annonce de
modifications qui seront apportées au statut des membres de la police intégrée" (n° 172)
06.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, de politiehervorming
zorgt voor een ernstig probleem van inzetbaarheid van het personeel.
U zult het probleem goed genoeg kennen.
De oorzaak hiervan ligt ongetwijfeld bij de vorige legislatuur. We
werden toen opgezadeld met een heel onhandelbaar nieuw statuut
voor de leden van de geïntegreerde politie. Dat was een cadeautje
van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken waaraan u nu
wel het hoofd moet bieden. Het mammoetstatuut dreigt dezelfde weg
06.01 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre n'ignore pas que la
réforme des polices pose
d'importants problèmes sur le plan
de la capacité d'engagement du
personnel. A l'instar de l'animal
dont il tire son appellation, le statut
mammouth est menacé
d'extinction.
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
op te gaan als het dier dat zijn naam eraan heeft gegeven: dat is
namelijk ook uitgestorven.
Wij delen uw bekommernis om de mensen een betere dienstverlening
aan te bieden inzake veiligheid, en dus de beschikbaarheid van het
personeel te verhogen. Sedert het aantreden van de regering werden
al verscheidene voorstellen gelanceerd, punten die wij ook bij de
begrotingsbespreking hebben aangekaart, maar waarvan we jammer
genoeg niet altijd de budgettaire vertaling hebben teruggevonden.
Daarover gaan mijn vragen ook gedeeltelijk.
Het blijft immers onduidelijk of 2.500 extra politieagenten enkel een
verschuiving van personeel betekent dan wel of er nieuwe
manschappen zullen bijkomen. Ik overloop de reacties van de
minister bij vorige vragen. Er zouden vanaf deze legislatuur 2.500
politiemensen bijkomend op straat komen. Men wil dat alvast doen
door per jaar 150 mensen van de administratieve en logistieke
diensten over te hevelen naar het operationeel kader. De rest zal dan
allicht op lokaal niveau gebeuren. Voor deze legislatuur betekent dit
dus dat er lokaal 1.900 mensen moeten worden overgeheveld van het
Kalog naar het operationeel kader. Mijnheer de minister, u zegt dat u
er al 150 per jaar zult overhevelen. Viermaal 150 is 600. Er resten dan
nog 1.900 mensen over om tot 2.500 te komen. Wordt hiervan zowel
op federaal als op lokaal vlak voorzien in vervanging in het Kalog? Die
mensen zullen immers hun taken niet meer uitvoeren. Wie zal die
taken dan in de toekomst uitvoeren?
We weten allemaal dat in de politiezones een aantal bijkomende
takenpakketten bestaan zoals personeelsdienst, financiële dienst,
secretariaat enzovoort. Ik neem aan dat een aantal politiemensen
daarmee nu belast is, maar wie zal al die taken dan in de toekomst
uitvoeren?
In De Tijd lezen we dat er voorzien wordt in 1.000 mutaties tegen
2009. Ook dan nog blijven er 1.500 over om tot 2.500 te komen. Als
het louter en alleen gaat om een verschuiving binnen het korps, rijst
de vraag of er werkelijk 2.500 mensen uit het Kalog-korps kunnen
worden weggenomen.
Wij wijzen er nogmaals op dat in de begroting niet werd voorzien in
bijkomende aanwervingen, ook niet voor administratief en logistiek
personeel. Meer personeel inschakelen betekent in de eerste plaats
een uitbreiding van de diensten Algemene Reserve. Tot nu toe lijkt
dat niet uw intentie te zijn, mijnheer de minister, zodat alle andere
aangekondigde maatregelen in dit kader meer op budgettaire
maatregelen lijken. Op die manier bespaart men immers enkel op
Kalog-personeel. CD&V was er zeker en vast voorstander van om de
administratieve taken van de politiediensten te verminderen en
zodoende meer personeel vrij te maken voor operationele taken. Het
is onze bedoeling minder administratieve rompslomp te hebben en
overbodig paperassen te vermijden. We vinden hierover echter tot nu
toe niet veel terug. Misschien moeten we Vincent Van Quickenborne
vragen de administratieve vereenvoudiging bij de politie door te
voeren. Het is immers mijn overtuiging dat daar heel wat overbodig
administratief werk wordt verricht, terwijl er nog veel ander werk is. De
politie zou veel efficiënter kunnen worden georganiseerd.
Het andere punt in de voorstellen die de minister vorige week deed
C'est une bonne idée de vouloir
améliorer la sécurité en
augmentant la disponibilité du
personnel mais quant à savoir si
l'on y parviendra en déplaçant du
personnel ou en recrutant de
nouveaux policiers, la situation
reste confuse. Le ministre a déjà
lancé quelques ballons d'essai à
cet égard.
A compter de cette législature,
2.500 policiers supplémentaires
patrouilleraient dans les rues. Pour
y arriver, on compte transférer 150
personnes - 600 au total donc -
des services administratifs et
logistiques vers le cadre
opérationnel. Cela signifie qu'au
cours de cette législature, 1.900
personnes au niveau local seront
transférées du cadre Calog vers le
cadre opérationnel. Qui exécutera
les tâches des membres du
personnel qui auront disparu du
Calog ? Selon "De Tijd", il est
prévu de muter 1.000 agents
fédéraux d'ici à 2009. En tout état
de cause, 1.500 mutations locales
seront encore nécessaires. La
question se pose de savoir s'il est
véritablement envisageable de
priver le Calog de 2.500
personnes.
Dans le budget, il n'a été
nullement fait mention de
recrutements supplémentaires, et
ce, non plus en ce qui concerne le
personnel administratif et
logistique.
Le CD&V préconise de réduire les
taches administratives des
services de police et d'éviter la
paperasserie inutile. Mais peu
d'informations filtrent à ce sujet.
Peut-être M. Van Quickenborne
pourrait-il s'atteler à ce problème.
Les services de police pourraient
être organisés bien plus
efficacement.
Restent alors encore les
modifications du statut en ce qui
concerne les temps de travail. Il
s'agira d'une tâche
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
betreft de wijzigingen aan het statuut. Het gaat in dit geval over de
arbeidstijdregeling en de wijziging ten gevolge van het arrest van het
Arbitragehof. Reeds bij de aankondiging ervan en de bekendmaking
van het regeerakkoord was duidelijk dat dit een harde noot om te
kraken ging worden. Het is altijd moeilijk om verworvenheden terug te
schroeven. Dit is precies wat u hier doet of zult moeten doen. U hebt
het trouwens vorige week nog herhaald, met name dat u in weerwil
van een akkoord met de vakbonden uw beslissingen op het terrein wil
implementeren of doordrukken. Toch blijf ik erbij dat dit beter in
consensus met de bonden zou gebeuren. Dit zal moeten gebeuren,
maar wij pleiten toch voor een consensus. Ik kom dan bij de vragen.
Om welke redenen drukt de minister deze wijzigingen alsnog door
niettegenstaande de grote risico's op sociale onrust bij de
politiediensten? Welke wijzigingen wil de minister aanbrengen aan het
statuut? Wat zijn hiervan de concrete gevolgen voor de inzetbaarheid
van de politieagenten? Zal de minister alsnog onderhandelingen met
de bonden voeren, of voert hij de beslissingen hoe dan ook uit, zelfs
na voortzetting van de gesprekken? Ik neem aan dat dit bezig is.
particulièrement délicate : il est
toujours très difficile de revenir sur
les acquis. Je plaide en faveur
d'un consensus avec les
syndicats.
Pour quelle raison le ministre met-
il en oeuvre ces modifications
alors que le risque est grand de
voir éclater des troubles sociaux
au sein des services de police?
Quelles modifications le ministre
souhaite-t-il apporter au statut?
Quelles en seront les
conséquences en ce qui concerne
la capacité d'engagement des
agents de police? Le ministre
organisera-t-il encore des
négociations avec les syndicats ou
exécutera-t-il les décisions quoi
qu'il advienne?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
zoals uit het regeerakkoord blijkt, heeft de regering zich voorgenomen
om de organisatie van de arbeidstijd te versoepelen, ook om de
beschikbaarheid te verhogen en zo de politiecapaciteit op te drijven
en dat zonder kosten voor de federale overheid of de gemeenten. Dat
is eigenlijk de inzet. Ik heb daarom in het onderhandelingscomité voor
de politiediensten de vakbonden concrete voorstellen gedaan om de
statutaire bepalingen betreffende de arbeidstijd aan te passen.
Gedurende vijf vergaderingen van het onderhandelingscomité werd
daarover onderhandeld. Ten gevolge van die onderhandelingen heb ik
het voorstel ook diverse malen geamendeerd, dat om tegemoet te
komen aan suggesties en opmerkingen van de politiebonden,
uiteraard zonder het na te streven doel uit het oog te verliezen.
Uiteindelijk heb ik op 12 december van vorig jaar een eindvoorstel
ingediend. De vakbonden hebben daarop geen akkoord gegeven, wat
betekent dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet opnemen.
Indachtig het na te streven doel, namelijk een einde maken aan de
statutaire belemmeringen op de inzetbaarheid van politiemensen, en
gezien er in een constructieve geest rekening werd gehouden met de
opmerkingen van de vakbonden meen ik op mijn standpunt te moeten
blijven.
Ik merk bovendien op dat de huidige normen rond weekend- en
nachtprestaties behouden blijven. Nieuw is wel dat er een reeks
bijkomende maximumgrenzen worden bepaald die het de lokale
zones moet toelaten na overleg met de lokale vertegenwoordigers van
het personeel extra nachten en weekends te presteren. Het is dus
een stukje responsabilisering van het lokale niveau. Aan de minimale
normen verandert er niets, maar men doorbreekt een aantal plafonds
en geeft de zones de mogelijkheid om rekening te houden met de
specificiteit in elke zone en via lokaal overleg de prestaties op te
drijven. Ik heb ook toegezegd om de impact van de nieuwe
maatregelen na een jaar toepassing te laten evalueren door de
onafhankelijke dienst Preventie en Bescherming op het Werk. Ik heb
duidelijk gezegd dat we dit een jaar gaan toepassen om na dat jaar en
een evaluatie de zaak opnieuw te bekijken. Waar het noodzakelijk is
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Le gouvernement a l'intention
d'assouplir les périodes de travail
en vue d'améliorer disponibilité et
capacité sans que cela entraîne
un gonflement des coûts
supportés par les communes.
C'est la raison pour laquelle j'ai
proposé un aménagement des
dispositions statutaires relatives
aux périodes de travail. J'ai
amendé la proposition à plusieurs
reprises de façon à répondre aux
revendications des syndicats
policiers. Toutefois, comme ils
n'ont pas approuvé la proposition
que j'ai formulée le 12 décembre,
j'ai estimé que l'autorité publique
devait prendre ses responsabilités.
J'ai cru bon devoir rester sur mes
positions puisqu'il avait été tenu
compte des remarques émises par
les syndicats.
Les normes minimales en vigueur
actuellement dans le domaine des
prestations du week-end et de nuit
sont maintenues mais,
dorénavant, une série de plafonds
supplémentaires sont prévus.
Après concertation avec les
représentants du personnel, les
zones locales peuvent accomplir
des prestations supplémentaires la
nuit et le week-end. J'ai l'intention
de faire procéder après un an à
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
aan te passen ben ik uiteraard bereid om dat te doen,
vanzelfsprekend opnieuw na onderhandelingen met de vakbond.
Wat de wijzigingen betreft, worden 13 concrete maatregelen
genomen. Binnen het tijdsbestek van een mondelinge vraag kan ik
hierover moeilijk in detail treden. Vorige week ben ik reeds dieper op
deze problematiek ingegaan tijdens de plenaire vergadering. Ik ben
bereid een overzicht van deze 13 maatregelen aan u te bezorgen.
Ik ga wat nader in op de meest in het oog springende maatregelen.
Ten eerste, na overleg met de lokale vertegenwoordigers van het
personeel kan het aantal nachten van 70 per jaar worden opgetrokken
tot 85. Het aantal mogelijk te presteren weekends blijft 28, maar kan
opnieuw na overleg worden opgetrokken tot maximaal 36 weekends
per jaar. Opnieuw na overleg kan het aantal opeenvolgende te werken
weekends worden opgetrokken van 3 naar 4. Een geplande
dienstprestatie moet minstens vier uur bedragen. In het verleden was
dit niet het geval.
Wat is de impact van deze maatregel op de concrete inzetbaarheid?
U merkt dat deze maatregelen een grotere flexibiliteit mogelijk maken.
Het voordeel ligt vooral op het vlak van de inzetbaarheid van de
politieagenten waar zulks nodig is, iets waar elke burger in dit land
recht op heeft.
Wat uw vraag inzake de bereidheid tot verdere onderhandelingen
betreft, beklemtoon ik dat op een bepaald ogenblik de zaken moeten
worden afgerond. De onderhandelingen zijn, mijns inziens, afgerond.
Na een jaar toepassing volgt een evaluatie. Op dat ogenblik ben ik na
overleg en onderhandelingen met de bonden graag bereid
aanpassingen door te voeren.
U hebt het specifieke punt van de 1.000 extra agenten op straat
aangekaart. Ik veronderstel dat u doelt op de te verwachten resultaten
van de regeringsdoelstelling om operationele personeelsleden die
momenteel een administratieve of een logistieke functie uitoefenen
opnieuw op het terrein in te zetten. Met drie van de vijf bonden werd
hierover wel een akkoord bereikt. Er was geen akkoord inzake de
bovenvermelde maatregelen inzake de flexibiliteit. Volgens dit
akkoord, dat met drie van de vijf bonden werd bereikt, zal de federale
politie ongeveer 1.000 mensen extra krijgen. De vaste commissie
voor de lokale politie heeft zich eveneens geëngageerd om een zelfde
operatie op te starten op het lokale niveau. Immers, 2.500 extra
politiemensen is een globale doelstelling. Via die onderhandelingen
zullen 1.000 mensen worden vrijgemaakt voor het federale niveau.
Het leidt geen twijfel dat een inspanning terzake door het lokale
niveau ervoor kan zorgen dat het streefcijfer van 2.500 op het einde
van de legislatuur een haalbare kaart is.
Ik rond af met te beklemtonen dat ook andere maatregelen, zoals het
veiligheidskorps, zullen worden uitgevoerd. Dit zal niet eenvoudig zijn,
maar eens al die elementen op kruissnelheid zijn, zullen ze ervoor
zullen zorgen dat het streefcijfer van 2.500 op het einde van de
legislatuur zeker gehaald zal zijn, zeker als de oppositie ons daarin
steunt.
une évaluation des nouvelles
mesures par le Service
indépendant pour la prévention et
la protection au travail. Après
concertation avec les syndicats, je
suis disposé à procéder par la
suite à certains aménagements.
Je ne vais pas m'étendre sur
chacune des treize nouvelles
mesures mais en commenter
quelques-unes qui méritent notre
attention. Après concertation avec
les représentants locaux du
personnel, le nombre de nuits à
effectuer est passé de 70 à 85 par
an. Le nombre de services de
week-end reste de 28 mais peut
aller jusqu'à 36. Le nombre
maximal de week-ends successifs
sera désormais de 4 plutôt que de
3. Une prestation de travail prévue
devra désormais compter au
moins 4 heures. Toutes ces
mesures permettent une plus
grande flexibilité dans l'affectation
des agents.
J'estime que les négociations ne
doivent pas se prolonger
indéfiniment. Elles sont
maintenant clôturées mais, dans
un an, nous procéderons à une
évaluation des mesures.
Nous escomptons une présence
de 1.000 agents supplémentaires
dans la rue en faisant intervenir
sur le terrain des membres du
personnel qui occupent une
fonction administrative ou
logistique. Dans ce domaine, nous
avons conclu un accord avec trois
des cinq organisations syndicales.
Il est question de 1.000 agents
fédéraux mais le niveau local s'est
déclaré prêt à fournir des efforts
comparables. Notre objectif global
est de 2.500 agents
supplémentaires. Nous devons
pouvoir concrétiser ce chiffre d'ici
à la fin de la législature, d'autant
que les autres mesures, comme
celle qui concerne le corps de
sécurité, ont atteint leur vitesse de
croisière.
06.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, wat de tweeduizend 06.03 Dirk Claes (CD&V): Les
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
vijfhonderd bijkomende agenten betreft, blijft het onduidelijk of die
functies vervangen zullen worden door nieuwe kaders, of dat er
gewoon bedienden bij aangenomen zullen worden. Die zaak is ons
niet duidelijk. Men kan wel duizend functies vrijmaken op bepaalde
niveaus, en misschien duizend vijfhonderd op het lokale niveau, maar
we weten nog niet met zekerheid of dat zal lukken. Op dat vlak rijzen
er dus vragen omtrent vervangingen en omrent de budgettaire impact
van dat aantal personen. Als daarvoor nieuwe kaders aangenomen
moeten worden zal dat ook kosten met zich meebrengen en dan
betaalt men in feite in totaal tweeduizend vijfhonderd personeelsleden
extra.
Op het vlak van de onderhandelingen zou misschien kunnen worden
geopteerd voor ploegen die uitsluitend nachtwerk of uitsluitend
weekendwerk verrichten. Ik weet niet of dit voorstel tijdens de
onderhandelingen werd geformuleerd en verder besproken. Wij
stellen voor om in de mate van het mogelijke met de vakbonden voort
te onderhandelen.
2.500 agents CALOG seront-ils
remplacés par de nouveaux
cadres? Va-t-on recruter de
simples employés? Une
concertation a-t-elle été organisée
au sujet des équipes fonctionnant
exclusivement la nuit ou le week-
end? Je propose, dans la mesure
du possible, de poursuivre les
négociations.
06.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
sommige elementen van uw antwoord begrijp ik niet.
U zei dat er tegen het einde van de legislatuur tweeduizend
vijfhonderd politiemensen moeten bijkomen. Dat wordt al
maandenlang van de daken geschreeuwd. Er zouden er duizend
worden bijgehaald bij de federale politie, maar u herinnert zich toch
dat u het aantal van duizend bijkomende manschappen tegen 2009
zou realiseren.
Voort zal u trachten duizend manschappen te vinden bij de lokale
politie. Welnu, ik kan dat uiteraard niet bewijzen, maar ik heb het
gevoel dat u daar veel moeilijker duizend personen zal kunnen
lospeuteren uit de administratie, omdat elf van de
honderdzesennegentig zones over heel wat administratieve krachten
moeten beschikken. Daarover heb ik dus grote twijfels.
Vervolgens is het cijfermateriaal dat u verstrekt verwarrend. U bent
terzake niet consequent. Eens kondigt u aan jaarlijks honderdvijftig
manschappen uit de administratie te zullen weghalen en een ander
keer zegt u er jaarlijks tweehonderd te zullen weghalen. Wat is het
precieze aantal uiteindelijk?
Mijnheer de minister, graag kreeg ik nog een kort antwoord op deze
drie opmerkingen, nu of een andere keer als het u belieft.
06.04 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Je ne comprends pas bien
le ministre. Il criait sur tous les
toits que pour la fin de cette
législature, il voulait voir 2.500
agents de plus dans les rues, dont
1 000 à la police fédérale. Mais il a
également déclaré que ce chiffre
de mille agents ne serait atteint
qu'en 2009. Il souhaite en outre
trouver 1.000 personnes au sein
de la police locale. J'imagine qu'il
lui sera bien plus difficile d'y libérer
du personnel car chaque zone a
toujours besoin d'agents
administratifs. A cela s'ajoute que
le ministre dit tantôt qu'il trouvera
150 personnes dans
l'administration, tantôt 200. Quel
est le chiffre exact?
06.05 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, het ene
spreekt het andere niet tegen. Met drie van de vijf politiebonden werd
een akkoord bereikt omtrent een minimum van honderdvijftig
overhevelingen per jaar, vanaf heden tot 2009. Dit antwoordde ik
destijds trouwens ook op een parlementaire vraag.
De doelstelling van tweeduizend vijfhonderd eenheden, mijnheer De
Man, daar word ik op afgerekend in 2007. De doelstelling van
tweeduizend vijfhonderd zal ik halen, niet alleen via het vrijmaken van
administratieve of logistieke krachten opnieuw op het terrein, daarvoor
zullen ook andere maatregelen ingezet worden. Ik heb u bijvoorbeeld
verwezen naar het oprichten van het veiligheidskorps. In mijn stad
moeten voor het transport van gedetineerden van de gevangenis naar
06.05 Patrick Dewael, ministre:
Ces deux chiffres ne se
contredisent pas. D'ici à 2009,
nous devrons transférer chaque
année au moins 150 agents
fédéraux. Le chiffre de 2.500
agents devra être atteint d'ici à
2007. De plus, je ne trouverai pas
ces 2.500 agents uniquement au
sein des services administratifs et
logistiques. Il existe encore
d'autres mesures, concernant
notamment le corps de sécurité.
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de rechtbanken op bepaalde momenten twintig tot vijfentwintig
eenheden ingezet worden.
Men moet daarvoor het geheel van de maatregelen in ogenschouw
nemen. We zullen mekaar natuurlijk spreken. U gaat mij daarover
regelmatig interpelleren. Ik zal u daarover ook regelmatig een
antwoord geven. Die doelstelling is echter haalbaar. Ik denk dat er op
het lokale vlak, op het zonale vlak eveneens inspanningen kunnen
geleverd worden.
Ten tweede, het gaat over de bijkomende vraag van collega Claes.
Als men één administratieve kracht vrijmaakt en operationeel maakt,
dan moet men voor die administratieve vacature iemand nieuw
aanwerven. Zo lijkt het te zijn. Dat is niet altijd noodzakelijk. Collega
Claes, u hebt het reeds gezegd. Men moet ook werken aan een
vermindering van administratieve lasten, paperassen en dergelijke
zodat de vervanging niet altijd noodzakelijk zal blijken te zijn.
In het regeerakkoord werd ook in het principe van de zogeheten
mobiliteitspool voorzien. Ik ben ervan overtuigd dat het, ingevolge de
herstructurering van een aantal overheidsdiensten - en misschien ook
van een aantal overheidsbedrijven - die zal doorgevoerd worden,
perfect mogelijk moet zijn om administratief personeel uit andere
diensten in te zetten in een aantal vacatures die aldus ontstaan zijn.
Mij gaat het erom dat wanneer de gemeenschap - niet weinig - geld
geïnvesteerd heeft om iemand een opleiding en vorming te geven tot
politieman, men die investering dan ook moet laten "renderen". Dat is
ook de reden waarom de kostprijs van het ene zwaarder weegt dan
de kostprijs van het andere. Men zegt altijd dat de kostprijs van drie
Kalog-personeelsleden overeenstemt met de kostprijs van twee
operationele personeelsleden. Men moet daar dus geen appels met
citroenen vergelijken.
Dans ma ville, je constate que le
transfert des détenus implique
souvent 15 à 20 agents. Il est
également possible de déployer
des efforts au niveau local.
Si l'on insère un employé
administratif dans le corps
opérationnel, il ne faut pas
nécessairement le remplacer.
Nous devons endiguer la
paperasserie.
De surcroît, l'accord de
gouvernement évoque le principe
du pool de mobilité. La
restructuration des services
publics permet d'affecter le
personnel issu de ces services
dans l'administration de police.
Dès lors que la collectivité investit
beaucoup dans la formation des
agents de police, cet
investissement doit être rentable.
Ceux qui affirment que le coût de
trois membres du personnel du
Calog équivaut à celui de deux
membres opérationnels
comparent des pommes et des
poires.
06.06 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dat kan ook bij Mobiliteit. De vraag zal dan zijn wie het
financiert. Gaat men het geld krijgen van dat ministerie, of zullen de
zones het zelf moeten betalen?
06.06 Dirk Claes (CD&V): La
mobilité est en effet une piste
intéressante mais qui financera
l'opération? Le ministère ou les
zones?
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par M. Dirk Claes et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Dirk Claes
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement
de reprendre la concertation avec les syndicats policiers dans un esprit constructif afin d'améliorer la
disponibilité sur le terrain du personnel de police et, à cet égard, de prendre en considération d'autres
aspects comme la nécessité de réduire la bureaucratie au sein de la structure policière dans le cadre de la
simplification administrative."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Dirk Claes en luidt als volgt:
"De Kamer,
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
gehoord de interpellatie van de heer Dirk Claes
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
beveelt de regering aan
op een constructieve manier het overleg met de politievakbonden te hernemen teneinde een betere
inzetbaarheid van het politiepersoneel op het terrein te bekomen. Hierbij ook andere aspecten naast de
werktijdenregeling te betrekken zoals het terugschroeven van de bureaucratie binnen de politiestructuur in
het kader van de administratieve vereenvoudiging."
Une motion pure et simple a été déposée par M. Filip Anthuenis.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Filip Anthuenis.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
07 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "problemen van openbare orde en veiligheid inzake FC Anadol" (nr. 1113)
07 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les problèmes
d'ordre public et de sécurité concernant le FC Anadol" (n° 1113)
07.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in Limburg zijn de zaken uit de hand gelopen
met een bepaalde voetbalclub van allochtone origine, FC Anadol. De
club is van Turkse origine en speelt in Heusden.
Het begon reeds bij het begin van het voetbalseizoen, toen de
burgemeester van Beringen werd belaagd en de voorzitter van een
club uit Beringen, Flandria Paal, tegen de vlakte werd gewerkt.
Blijkbaar heeft burgemeester Mondelaers toen gereageerd en gezegd
dat, als FC Anadol nog in Beringen kwam spelen, hij de nodige
maatregelen zou treffen. Hij dreigde zelfs met een speelverbod, wat
uiteindelijk niet is doorgegaan. Hij heeft ons inziens meer rationele
maatregelen afgekondigd, namelijk politiebescherming. De politie
heeft wel alle supporters van FC Anadol van het veld geweerd.
Uiteindelijk zijn er nog verscheidene incidenten geweest op andere
terreinen buiten Beringen, in zoverre dat de situatie nu zodanig is
geëvolueerd dat de clubs uit diverse hoeken van de provincie petities
ondertekenen om FC Anadol het spelen te doen verbieden.
Op het Limburgs Provinciaal Comité van de Voetbalbond moet men
blijkbaar niet rekenen. Men trekt er zijn staart in. PC staat er duidelijk
niet meer voor Provinciaal Comité, maar voor politiek correct. Men
bestraft er de tegenstanders van FC Anadol. Clubs die na rellen
schrik hebben om het veld te betreden, verliezen de wedstrijd met 0-
5. Bij de Voetbalbond is blijkbaar alle logica zoek.
We staan nu voor de situatie dat om de zoveel wedstrijden de club
verder gaat in het plegen van bedreigingen, intimidatie en geweld. Het
gaat zelfs zo ver dat een kandidaat-overnemer van de club ik zal
zijn naam niet noemen, maar hij is vroeger nog voorzitter geweest
op een gegeven moment zei dat het schrappen van FC Anadol zou
leiden tot terreur. De man is ook van geen kleintje vervaard. Een
naast familielid van hem is enkele jaren geleden nog veroordeeld
omdat hij in koelen bloede in Hasselt een meisje op straat heeft
neergeschoten. We weten dus waar we met die familie aan toe zijn.
Stilaan begint de toestand buiten alle proporties te groeien. Er is
07.01 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Des problèmes se sont
posés à plusieurs reprises depuis
septembre 2003 lors de
rencontres du club de football turc
FC Anadol de Heusden-Zolder. La
situation est tellement grave que
des clubs ont signé des pétitions
pour interdire au FC Anadol de
jouer. Le bourgmestre a brandi la
menace d'une interdiction mais a
finalement décidé de prévoir une
protection policière.
Le Comité provincial de la Ligue
de football sanctionne toutefois les
opposants du FC Anadol. Les
clubs qui n'osent plus montrer sur
le terrain après des troubles
perdent la rencontre par 0-5. Un
candidat repreneur du club a
déclaré entre-temps
que la
radiation du FC Anadol
provoquerait la terreur. Un
membre de la famille de cet
homme a abattu un jour une jeune
fille.
Il faut une concertation avec les
bourgmestres concernés. La
présence policière sur le terrain
est également indispensable. Au
besoin, une interdiction de jouer
doit être prononcée.
D'autres clubs limbourgeois
d'origine allochtone le FC Turkse
de Beringen, par exemple
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
volgens mij minstens overleg nodig met de burgemeesters van de
betrokken gemeenten in Limburg. Er is ook politieaanwezigheid nodig
op het terrein. Desnoods moet men gewoon korte metten maken met
de club en hem het spelen verbieden.
Er zijn andere clubs in Limburg van allochtone origine ik geef het
graag toe , zoals bijvoorbeeld FC Turkse uit Beringen, waarmee er
geen problemen zijn. Deze clubs kunnen ten andere rekenen op de
steun van het Vlaams Blok wanneer het gemeentebestuur hen op
onrechtvaardige wijze een hak probeert te zetten. Met FC Anadol is
de maat nu echter vol.
Mijnheer de minister, het wordt tijd dat men zich ook van hogerhand
met de situatie moeit. Dat verwacht ik van u.
n'occasionnent aucun problème.
Ces clubs peuvent compter sur le
soutien du Vlaams Blok lorsque le
conseil communal cherche à les
traiter injustement. Dans le cas du
FC Anadol, la mesure est toutefois
comble. Le ministre doit intervenir
dans cette situation.
07.02 Minister Patrick Dewael: Collega's, mijn diensten werden eind
2003 door de Koninklijke Belgische Voetbalbond op de hoogte
gebracht van een aantal kleinere problemen met de supporters van
FC Anadol. Het gaat, zoals de heer Schoofs heeft omschreven, om
een voetbalclub uit Heusden-Zolder, die uitkomt in derde provinciale.
Ik wil van bij het begin opmerken dat de voetbalwet inzake het gedrag
van toeschouwers niet van toepassing is op wedstrijden in derde
provinciale. Met andere woorden, de voetbalcel van mijn departement
kan in het kader van de voetbalwet niet optreden. Dat is nu eenmaal
de wet en ik moet die ook respecteren.
De cel Integrale voetbalveiligheid van de federale politie werd ook op
de hoogte gebracht van de problematiek. Zowel de Koninklijke
Belgische Voetbalbond als de cel Integrale voetbalveiligheid geven
aan dat de hen gekende problemen met de supporters van Anadol
eerder miniem zijn. Ik zeg wat men mij meedeelt. Er werd geen
melding gemaakt van schadegevallen of ernstige verwondingen, maar
desalniettemin heeft de Voetbalbond reeds een aantal boetes
gegeven aan de club. Door mijn departement werd wel een schrijven
gericht aan de voetbalclub om haar op haar verantwoordelijkheden te
wijzen.
Waar ik u ook op zou willen wijzen, collega, is dat de handhaving van
de openbare orde in eerste instantie onder de verantwoordelijkheid
valt van de burgemeester. Dat geldt dus ook voor de vraag tot het
vorderen van de politiediensten. Bovendien kan een algemeen
speelverbod enkel worden opgelegd door de betrokken
burgemeester. Tot daar mijn antwoord.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
Mes services ont été informés par
Ligue belge de football l'an dernier.
La loi sur le football ne s'applique
toutefois pas aux rencontres de 3e
division provinciale.
La cellule football ne peut donc
pas intervenir. La ligue de football
et la Cellule Sécurité intégrale
football m'informent que la
situation n'est pas réellement
grave mais que le club a tout de
même déjà reçu des amendes. Le
club s'est vu rappeler ses
responsabilités par courrier. Le
maintien de l'ordre public relève
cependant de la responsabilité du
bourgmestre et une interdiction
générale de jouer ne peut être
imposée que par lui.
07.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, dit blijkt toch wel een probleem van
bevoegdheid of van een hiaat in de wet misschien. Wanneer een club
uit eerste nationale twintig hooligans heeft die het stadion op stelten
zetten, kan er worden opgetreden. Wanneer een club uit derde
provinciale een aantal hooligans telt die ook het stadion op stelten
zetten zij het met minder toeschouwers dan kan er niet worden
opgetreden. Ik wil er met deze uiteenzetting enkel op wijzen dat de
openbare orde in gevaar is. Men moet achteraf niet komen zeuren dat
er geen signaal gegeven is, wanneer er daar vrezen wij wel degelijk
voor in Limburg, zeker in de betrokken gemeente ergere zaken
zouden gebeuren. Er wordt ten slotte ook door iemand gedreigd met
terreur, iemand die momenteel niet meer bij de club is betrokken,
07.03 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Il est absurde qu'aucune
mesure ne puisse être prise à
l'encontre des hooligans en
troisième division provinciale. Une
telle situation met en péril l'ordre
public. Je tenais simplement à
lancer une mise en garde.
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
maar dat wel wenst te worden. Ik houd er mijn hart voor vast als
dergelijke personen het roer in handen zouden krijgen bij Anadol,
want dan is het hek helemaal van de dam, vrees ik. Men is
gewaarschuwd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de migrantenjongeren die België verlaten hebben en op meerderjarige leeftijd terug naar België
willen komen" (nr. 1136)
08 Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les jeunes
immigrés qui, après avoir quitté la Belgique, souhaitent y revenir lorsqu'ils sont devenus majeurs"
(n° 1136)
08.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik ben mij er, ik neem aan samen met u, van
bewust dat het migratiebeleid een van de moeilijkste beleidsmateries
is die er zijn.
Ik denk dat het contrast en het dilemma voor de politiek tussen de
grote theorieën en de menselijke situaties en de face-to-face-
contacten met mensen die in probleemsituaties zitten een zeer
moeilijk zaak is. Ik behoor niet tot de degenen die terzake zwart-wit
denken of u daarop aanspreken. Nogmaals, daarvoor plaatst het de
politici te veel voor dilemma's. Het migratiebeleid is alleszins een
belangrijk deel van het beleid en dat zal het de volgende jaren zeker
nog meer zijn. Wij moeten daarover nadenken. Het is duidelijk dat wij
de zaken moeten kunnen beheersen en dat vereist de nodige
procedures.
Het thema dat ik u wil voorleggen kom ik regelmatig tegen in mijn
regio. Dat heeft te maken met mensen in de provincie Limburg die
door de mijnactiviteiten naar ons land zijn gekomen, die zich hier
hebben gevestigd en hier een gezin hebben gesticht en kinderen
hebben grootgebracht. Het gaat hier niet om één geval, maar om een
typische situatie. Op een bepaald moment keren zij terug naar hun
moederland. De kinderen zijn hier geboren; zij spreken de
Nederlandse taal, zij gingen hier naar school. Nadat zij dan in het
moederland als ik het zo mag noemen de meerderjarige leeftijd
hebben bereikt, willen zij soms terugkeren naar België en hier de
draad opnieuw oppakken. Zij zijn perfect Nederlandstalig, zij zijn hier
naar school geweest en hebben hier sociale contacten. Zij hebben
hier vaak ook oudere broers of zussen die hun ouders niet zijn
gevolgd en die hier de Belgische nationaliteit hebben aangenomen.
Mochten zij in het buitenland zijn geboren, dan zouden zij het recht
hebben om naar België te komen als een van de ouders Belg was,
maar zij zijn hier geboren en hier naar school geweest en dat ligt in
het kader van de nationaliteitswetgeving blijkbaar iets moeilijker.
Mijnheer de minister, dit is echt een typische situatie. Kunnen zij op
een legitieme manier naar ons land terugkeren? Welke positie neemt
de minister terzake aan? Dit is volgens mij toch een fenomeen dat het
onderzoeken waard is.
08.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
La politique en matière
d'immigration constitue une
matière difficile posant de
nombreux dilemmes pénibles. Au
Limbourg, nous sommes
régulièrement confrontés à de
jeunes immigrés qui sont nés dans
notre pays et y ont grandi, mais
qui, après être retournés dans leur
pays d'origine avec leurs parents,
souhaitent revenir en Belgique
lorsqu'ils atteignent la majorité. Ils
y ont souvent de la famille qui a
acquis la nationalité belge. Ces
enfants peuvent-ils légitimement
revenir en Belgique?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, een
vreemdeling die houder is van een geldige Belgische verblijfs- of
vestigingsvergunning op basis van artikel 19 van de
08.02 Patrick Dewael, ministre:
Un étranger titulaire d'un permis
de séjour ou d'établissement sur la
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
vreemdelingenwet kan gedurende één jaar een recht op terugkeer
doen gelden. Voor vreemdelingen die langer dan één jaar afwezig zijn
uit het Rijk, werd een specifieke regeling uitgewerkt in het koninklijk
besluit van 7 augustus 1995. Het koninklijk besluit bepaalt dat de
vreemdeling die langer dan één jaar afwezig was uit het Rijk opnieuw
tot een verblijf kan worden gemachtigd indien hij aan een aantal
voorwaarden voldoet. Hij moet in het bezit zijn van een paspoort en op
het ogenblik van zijn vertrek uit het Rijk moet hij toegelaten zijn tot
een verblijf van onbeperkte duur of vestiging. Hij moet ten slotte
aantonen niet langer dan vijf jaar afwezig te zijn geweest uit het Rijk.
Naast deze algemene voorwaarden moet hij ook aan een aantal
specifieke voorwaarden voldoen. Die zijn verschillend naargelang de
leeftijd van de vreemdeling die wenst terug te keren. Ik som ze even
op. Personen jonger dan 21 jaar moeten aantonen dat zij op het
ogenblik van hun vertrek vijf jaar legaal en ononderbroken in het Rijk
hebben verbleven en dat zij om redenen onafhankelijk van hun wil uit
het Rijk werden verwijderd.
Vreemdelingen ouder dan 21 moeten aantonen dat zij op het ogenblik
van hun vertrek 15 jaar legaal en ononderbroken in het Rijk verbleven
hebben en dat zij ook over voldoende bestaansmiddelen beschikken.
Vreemdelingen die in België geboren zijn en jonger zijn dan 30 jaar
moeten bewijzen dat zij initieel tot het verblijf werden toegelaten
ingevolge artikel 10 van de wet en dat zij op het ogenblik van hun
vertrek 10 jaar legaal en ook ononderbroken in het Rijk hebben
verbleven.
In de problematiek die u aanbrengt is dat reeds ondervangen door
duidelijke bepalingen in reglementaire teksten, maar het spreekt voor
zich dat mijn administratie de bepalingen van deze teksten ook
onverkort toepast.
base de l'article 19 de la loi sur les
étrangers peut faire valoir un droit
au retour pendant une période
d'un an.
Pour les étrangers qui ont quitté la
Belgique depuis plus d'un an, il
existe une réglementation
spécifique dans le cadre de
l'arrêté royal du 7 août 1995. Ils
peuvent obtenir un nouveau
permis de séjour s'ils répondent à
certaines conditions: être en
possession d'un passeport, avoir
droit au séjour ou à l'établissement
pour une durée indéterminée au
moment de quitter la Belgique et
ne pas avoir été absent pendant
plus de cinq ans.
En dessous de 21 ans, il faut
prouver avoir effectué un séjour
légal et ininterrompu de cinq ans
en Belgique et avoir été absent
pour des raisons indépendantes
de sa volonté. Au-delà de 21 ans,
il faut prouver avoir effectué un
séjour légal et ininterrompu de 15
ans en Belgique et disposer de
ressources suffisantes. Les
étrangers nés en Belgique et âgés
de moins de 30 ans doivent
prouver qu'ils avaient initialement
l'autorisation de séjourner dans le
cadre du regroupement familial et
qu'au moment de leur départ, ils
avaient effectué un séjour légal et
ininterrompu de dix ans en
Belgique. Mon administration
observe strictement ces
dispositions.
08.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Het KB was mij welbekend. Ik denk dat wij
in dit land stilaan evolueren naar een debat over ons migratiebeleid.
Dat is u waarschijnlijk ook, meer dan mij, bekend. U bent daarmee, bij
wijze van spreken, dag en nacht bezig. Als men echter in allerlei
kranteninterviews het grote debat over de vergrijzing aankondigt, dan
zou het misschien goed zijn om deze problematiek ook in haar
algemeenheid een keer in het Parlement ter sprake te brengen. Ik
denk dat het een thema is met vele gezichten, waarvan ik maar een
heel klein deeltje heb aangeraakt.
08.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
J'ai connaissance de cet arrêté
royal. La politique en matière
d'immigration doit toutefois faire
l'objet d'un débat. Il s'agit d'un
thème qui présente de très
nombreuses facettes.
08.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik wil het debat
niet uit de weg gaan. Buiten de vele concrete gevallen die mij
inderdaad dag en nacht bezighouden, heb ik een voorzet willen geven
via een aantal teksten, die ook gepubliceerd zijn, in verband met
asielbeleid, maar ook in verband met migratiebeleid. Ik ben altijd
08.04 Patrick Dewael, ministre:
Je n'ai pas l'intention d'éluder ce
débat. C'est la raison pour laquelle
j'ai moi-même publié une série de
textes sur la politique en matière
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
graag bereid met het Parlement daarover verder te debatteren.
d'asile et d'immigration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Question de M. Olivier Maingain au ministre des Finances sur "le versement de la mainmorte"
09 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Financiën over "de betaling van de dode
hand" (nr. 1158)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken)
09.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la problématique technique que je vais aborder concerne
l'estimation budgétaire liée au mécanisme dit de "la mainmorte", c'est-
à-dire la non-perception des centimes additionnels communaux sur le
précompte immobilier des bâtiments appartenant à des institutions
publiques. Ce problème est réglé par l'article 63 de la loi spéciale
relative au financement des Communautés et des Régions.
L'examen des recettes budgétaires bruxelloises pour l'ajusté
budgétaire 2003 révèle une importante diminution, due principalement
aux montants non versés d'une partie de la mainmorte. D'après les
chiffres, il semble que seule la mainmorte de l'année 2002 ait été
versée en 2003, et non celle de 2003.
Premièrement, monsieur le ministre, comment expliquez-vous de tels
retards dans les versements des montants dus à la Région de
Bruxelles? Est-ce coutumier d'avoir systématiquement une année de
décalage? Précisons que la Région de Bruxelles perçoit du fédéral la
compensation financière due à la non-perception alors que ce sont les
communes qui sont privées de ces recettes.
Deuxièmement, monsieur le ministre, si on compare le budget de
l'Etat fédéral et celui de la Région, on constate que le montant estimé
de la mainmorte au budget régional initial 2004 est fixé à
55.936.000, soit une augmentation de 29.337.000 par rapport au
premier ajustement du budget de l'année 2003, alors que le budget
fédéral ne prévoit, lui, pour l'année 2004, qu'une allocation globale de
36.859.000, ce qui représente un écart sensible.
La Cour des comptes, dans ses observations sur le budget régional
de la Région de Bruxelles, n'a pas manqué de relever cette distorsion:
elle indique que la Région escompte que la mainmorte relative aux
années 2003 et 2004 lui sera versée en 2004, alors que le projet de
budget fédéral pour l'année budgétaire n'a toutefois prévu qu'un crédit
global de 36.000.008.
Monsieur le ministre, faut-il, dès lors, comprendre que l'Etat fédéral
n'a pour intention que de payer en 2004 l'arriéré 2003 ou qu'il veut
régulariser, c'est-à-dire payer en une fois, comme l'espère la Région,
l'arriéré des années 2003 et 2004? Quelle explication donnez-vous à
cette distorsion entre les deux montants des allocations budgétaires,
provoquant à chaque niveau de pouvoir, une différence dans les
prévisions?
09.01 Olivier Maingain (MR): De
dodehandregeling voorziet in een
compensatie ten laste van de
Staat en ten voordele van het
Brussels Gewest voor het niet-
innen van de gemeentelijke
opcentiemen op de onroerende
voorheffing van gebouwen die
eigendom zijn van openbare
instellingen. Een onderzoek van
de Brusselse begrotings-
ontvangsten in het kader van de
begrotingsaanpassing 2003 wijst
uit dat die ontvangsten fors zijn
gedaald, wat voornamelijk te wijten
zou zijn aan het feit dat een
gedeelte van die "dode hand" niet
is doorgestort. Blijkbaar is enkel
de "dode hand" van 2002 in 2003
gestort en werd die van 2003 niet
gestort. Wat is de reden voor die
vertraging?
Het in de oorspronkelijke
gewestbegroting van 2004
opgenomen bedrag van de "dode
hand" van 55,936 miljoen euro
stemt niet overeen met de in de
federale begroting 2004
opgenomen totale allocatie van
36,859 miljoen euro. Het Rekenhof
heeft op dat verschil gewezen.
Hoe valt dat te verklaren?
Is de federale overheid van plan
die situatie te regulariseren of is er
een andere verklaring voor dat
verschil?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers 09.02 Minister Patrick Dewael:
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
collègues, concernant le versement de la mainmorte, je puis vous dire
que le montant cité de 55 millions d'euros est la somme des
indemnisations pour les années 2003 et 2004. Pour l'année 2003, la
quote-part de la Région bruxelloise s'élevait à 27,968 millions d'euros.
Le calcul exact de la quote-part 2004 ne pourra être effectué que
lorsque l'indexation 2004 sera connue. Le paiement de l'année 2003
sera exécuté dans les premiers mois de 2004.
Pendant la conférence du 18 novembre de l'année dernière avec les
représentants des trois Régions, le délégué de la Région bruxelloise a
demandé que l'on verse aussi cette année l'entièreté de
l'indemnisation de la mainmorte 2004. La date de ce paiement
dépendra des restrictions budgétaires qui seront imposées à
l'Intérieur.
Het bedrag van 55,936 miljoen
euro is de som van de
vergoedingen voor 2003 en 2004.
Het aandeel van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest voor 2003
bedraagt 27,968 miljoen euro.
Het aandeel voor 2004 kan pas
worden berekend wanneer de
indexering gekend is.
De betaling voor 2003 zal tijdens
de eerste maanden van 2004
worden uitgevoerd.
De datum waarop de "dode hand"
voor 2004 zal worden betaald,
hangt af van de budgettaire
beperkingen die aan het
departement Binnenlandse Zaken
zullen worden opgelegd.
09.03 Olivier Maingain (MR): On fera passer le message à la
Région bruxelloise.
09.03 Olivier Maingain (MR):
We zullen het Brussels Gewest
hiervan op de hoogte stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Martine Payfa au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'emploi des
langues en matière administrative dans le cadre des campagnes de dépistage du cancer du sein en
périphérie bruxelloise" (n° 1160)
10 Vraag van mevrouw Martine Payfa aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het gebruik van de talen in bestuurszaken in het kader van preventiecampagnes tegen
borstkanker in de Brusselse randgemeenten" (nr. 1160)
10.01 Martine Payfa (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 16 décembre dernier, j'interrogeais M. Rudy Demotte
concernant la problématique du dépistage du cancer du sein en
périphérie bruxelloise. En effet, la commission permanente de
contrôle linguistique (CPCL) a déjà émis plusieurs avis par lesquels
elle considère que la province du Brabant flamand doit s'adresser en
français aux habitants francophones des communes périphériques
lorsqu'elle les informe, dans ses publications, de l'organisation d'une
action de dépistage du cancer du sein ou du col de l'utérus.
J'avais interrogé M. Demotte estimant qu'il s'agissait là d'une question
touchant au domaine de la santé publique et dépassant le cadre de
l'application des lois sur l'emploi des langues en matière
administrative. Dans sa réponse, le ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique reconnaissait que les lois sur l'emploi des
langues en matière administrative devaient être appliquées à la lettre
dans les communes à facilités linguistiques de la périphérie
bruxelloise et que, dès lors, tout habitant de ces communes devait
recevoir directement ou à sa demande son courrier en français.
In fine, il affirmait laisser l'appréciation de ce point au ministre de
l'Intérieur. C'est la raison pour laquelle je vous pose la question. Je
10.01 Martine Payfa (MR): Op 16
december ondervroeg ik minister
Demotte over de problematiek van
de borstkankerscreening in de
Brusselse Rand.
De Vaste Commissie voor
Taaltoezicht (VCTT) is van oordeel
dat de provincie Vlaams-Brabant
de Franstalige inwoners van de
Rand in het Frans op de hoogte
moet brengen van de campagnes
voor de screening op borst- of
baarmoederhalskanker.
Minister Demotte erkende dat de
wetten op het gebruik van de talen
in bestuurszaken in de
faciliteitengemeenten van de
Brusselse Rand naar de letter
moeten worden toegepast, en dat
elke inwoner van die gemeenten
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
me permets de vous interroger en tant que gardien du respect de la
législation linguistique dans les communes de la périphérie
bruxelloise.
En conséquence, monsieur le ministre, pouvez-vous me faire
connaître les mesures que vous comptez prendre pour faire respecter
la jurisprudence de la CPCL en cette matière à laquelle je suis bien
entendu grandement sensibilisée?
zijn briefwisseling dus rechtstreeks
of op aanvraag in het Frans zou
moeten krijgen. De beoordeling
van dat punt werd aan de minister
van Binnenlandse Zaken
overgelaten.
U moet toezien op de naleving van
de taalwetgeving in de gemeenten
van de Rand. Welke maatregelen
zal u nemen om de rechtspraak
van de VCTT in deze te doen
naleven?
10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, j'ai peur de
devoir décevoir Mme Payfa. En effet, il est faux de considérer le
ministre de l'Intérieur comme l'autorité exerçant, dans tous les cas, la
tutelle sur l'emploi des langues en matière administrative. Il appartient
en effet à chaque ministre de veiller à l'application de cette législation
dans son domaine de compétence.
Dans le cas présent, il en est ainsi pour le ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique. Ce point de vue a été confirmé par
mes prédécesseurs et les réponses en ce sens à de nombreuses
questions parlementaires en attestent.
10.02 Minister Patrick Dewael:
De minister houdt niet in alle
gevallen toezicht over het gebruik
van de talen in bestuurszaken.
Elke minister moet in zijn
bevoegdheidsdomein waken over
de toepassing van die wetgeving.
Dat standpunt wordt sinds
tientallen jaren door mijn
voorgangers ingenomen.
10.03 Martine Payfa (MR): Monsieur le ministre, en votre qualité de
ministre de l'Intérieur, vous êtes quand même le gardien du respect
de la législation linguistique. Quand j'ai posé la question au ministre
de la Santé, il m'a dirigée vers vous. Je compte donc sur vous pour lui
dire qu'à l'avenir, il puisse aussi répondre. J'estime cependant que
rien ne vous empêche, monsieur le ministre, de rappeler au ministre
ayant dans ses compétences la santé et les affaires sociales, de tout
faire de son côté également. Mieux vaut deux démarches qu'une
seule. Je veux bien questionner à nouveau le ministre de la Santé
mais on risque de tourner en rond pendant longtemps.
10.03 Martine Payfa (MR): U
dient toch te waken over de
naleving van de taalwetgeving. De
minister van Volksgezondheid
verwees me door naar u. Ik wil
hem wel opnieuw een vraag
stellen, maar ik vrees dat we op
die manier in een straatje zonder
einde terechtkomen.
10.04 Patrick Dewael, ministre: Je lui en parlerai.
10.04 Minister Patrick Dewael: Ik
zal hem daarover aanspreken.
Le président: Monsieur Maingain avez-vous quelque chose à ajouter sur le sujet?
10.05 Olivier Maingain (MR): Je respecte le Règlement monsieur le
président.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Nous avons ainsi épuisé les questions directement adressées au ministre de l'Intérieur que
je remercie.
Nous allons attendre le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative pour la question de Mme Pieters.
11 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister over "de aanwending van een provisioneel begrotingskrediet"
(nr. 1095)
11 Question de Mme Trees Pieters au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "l'affectation d'un crédit budgétaire provisionnel" (n° 1095)
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
11.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, in de begroting van de kanselarij staat een krediet
van 4 miljoen euro ingeschreven voor allerhande uitgaven voor
projecten in het kader van de administratieve vereenvoudiging.
Bij de aanvang van het jaar 2004 veronderstel ik dat u als
staatssecretaris reeds een aantal ideeën heeft over het soort
projecten waaraan u dat krediet wenst te besteden. Wij stellen vast
dat dit krediet als provisioneel is aangemerkt en dat een wetsbepaling
zelfs toelaat dit krediet voor personeelskosten te gebruiken.
Ik wil daarover een drietal vragen stellen. Kan dit krediet inderdaad
pas worden aangewend na een effectieve herverdeling over de
andere basisallocaties van de Dienst voor de Administratieve
Vereenvoudiging? Kunt u een overzicht geven van de projecten
waaraan u dit geld meent te moeten besteden in 2004? Zullen met dit
geld onderzoeksopdrachten worden uitgevoerd die door derden
worden gefinancierd? Zal in voorkomend geval op een transparante
wijze een publieke oproep worden gelanceerd naar geïnteresseerden
voor deze onderzoeksopdrachten?
11.01 Trees Pieters (CD&V):
Dans le budget du premier
ministre, un crédit provisionnel de
4 millions d'euros a été réservé
pour des projets s'inscrivant dans
le cadre de la simplification
administrative.
Est-il exact que ce crédit ne pourra
être utilisé qu'après avoir été
effectivement réparti entre les
allocations de base de l'agence
pour la simplification
administrative? Le Secrétaire
d'Etat peut-il donner une vue
d'ensemble des projets auxquels
ce crédit sera affecté? Ce crédit
servira-t-il également à financer
des projets de recherche menés à
bien par des tiers? Un appel public
transparent sera-t-il dès lors lancé
pour l'accomplissement de ces
projets?
11.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Pieters, ik kan u het volgende zeggen in antwoord
op uw vragen. Ten eerste, het klopt inderdaad dat het krediet pas kan
worden aangewend na een verdeling over de basisallocaties van de
Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging. Het is zo dat die
4 miljoen euro pas kan worden gebruikt indien het wordt toegewezen
aan een van de posten van de begroting van de Dienst voor de
Administratieve Vereenvoudiging.
Ten tweede, wat betreft het overzicht van de projecten waaraan ik dit
geld wil besteden in 2004, kan ik u zeggen dat de aanwending van het
krediet uiteraard in het verlengde ligt van de beleidsnota die we hier in
het Parlement hebben besproken. Tijdens die bespreking werden
onder meer ook door u een aantal pertinente vragen gesteld. Het is zo
dat ik voor 2004 inderdaad reeds een aantal prioriteiten heb
vastgelegd. De Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging en
ikzelf zijn er nog niet helemaal uit hoeveel geld we in welk project
zullen stoppen.
Voor ons is het echter het belangrijkste om in 2004 de volgende
projecten te kunnen uitvoeren. Wij willen eerst en vooral zoals werd
beslist in de programmawet van december 2003 overgaan tot het
effectief afschaffen van de eensluidend verklaring. Dit kan door een
goede communicatie met gemeentebesturen, burgers en bedrijven en
dit liefst in samenspraak met de Gewesten en de Gemeenschappen.
Ten derde, wij willen wat betreft het werk in verband met de
vereenvoudiging van de attesten voor overheidsopdrachten een
aantal stappen zetten. Ik denk in het bijzonder aan de attesten in
verband met RSZ, BTW en jaarrekeningen. U weet dat men verplicht
is bij inschrijving voor mededinging voor een overheidsopdracht een
aantal attesten als bijlage toe te voegen. Het zou interessant zijn
indien we de attesten die ik net heb vermeld op een of andere manier
11.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Ce crédit ne pourra effectivement
être employé qu'après avoir été
attribué à l'un des postes de
l'agence pour la simplification
administrative.
L'affectation des moyens s'inscrit
dans le prolongement de la note
de politique générale. Les objectifs
prioritaires sont la suppression de
la déclaration de conformité, la
simplification des attestations à
délivrer lors d'un marché public et
la collecte unique des données
pour les entreprises, qui doivent
ainsi pouvoir obtenir
immédiatement un numéro de
TVA auprès du guichet
d'entreprises.
La répartition des moyens doit
encore faire l'objet d'une décision
lors du prochain Conseil des
ministres.
Comme on peut le lire à la page
16 de la note de la Chancellerie, il
est possible de faire appel à une
expertise externe. Une partie des
fonds peut donc y être également
affectée. Il convient en outre de
CRIV 51
COM 119
13/01/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
niet meer moeten vragen aan degene die wenst in te schrijven voor
een overheidsopdracht.
Ten vierde, ik wil de centen ook besteden aan het project van de
unieke gegevensinzameling voor ondernemingen. Het lijkt mij immers
belangrijk dat wij het project rond de kruispuntbankondernemingen en
de ondernemingsloketten stapje voor stapje voortzetten en dat we dus
een aantal nieuwe bouwstenen kunnen toevoegen aan de
bevoegdheden van de loketten. Ik denk dan in het bijzonder aan de
mogelijkheid die moet worden gecreëerd voor starters om in een
ondernemingsloket ook een BTW-nummer te kunnen aanvragen. Ik
denk aan de rechtstreekse aankoppeling van notarissen aan de
kruispuntbank Ondernemingen. Dat bestaat vandaag nog niet. Ik
denk ook aan het eventueel verkrijgen van een RSZ-nummer op de
locatie van een ondernemingsloket.
Dat lijken mij belangrijke projecten te zijn om te realiseren in 2004. De
precieze bestedingen aan de projecten hangen ook af van de
beslissingen die zullen worden genomen op de volgende Ministerraad
van vrijdag en zaterdag. U weet dat het een belangrijke Ministerraad
wordt voor het aanzwengelen van onze economie.
Uw derde vraag valt uiteen in twee aspecten. De vraag was of er met
het geld onderzoeksopdrachten zullen worden gefinancierd die
uitgevoerd worden door derden. Dat is mogelijk. In de algemene
beleidsnota van de Federale Overheidsdienst Kanselarij, die hier in de
Kamer is goedgekeurd, staat op pagina 16 dat hierbij, indien nodig,
een beroep zal worden gedaan op externe expertise. Dat betekent
niet dat ik uitsluitend een beroep zal doen op externe expertise. Met 4
miljoen euro kunnen we uiteraard vooral werken aan de 12 projecten
zoals ze gestipuleerd zijn in het regeerakkoord. Het is ook belangrijk
dat we onze dienst Administratieve Vereenvoudiging kunnen
versterken. U weet dat de dienst is opgericht in 1998. Het beschikbare
budget voor personen en middelen is destijds echter aan de schaarse
kant geweest. Wij willen dat budget op de juiste manier verdelen
tussen middelen en informatica aan de ene zijde en personen en
mensen aan de andere zijde. U kunt zich waarschijnlijk ook wel
voorstellen dat het op de dienst Administratieve Vereenvoudiging niet
eenvoudig zal zijn om een heel overheidsapparaat op een, twee, drie
te vereenvoudigen met 5 of 6 mensen.
Ten slotte, u stelde de vraag of dat op een transparante wijze zal
gebeuren, met een publieke oproep en - uiteraard - conform de wet
op de overheidsopdrachten. U kent mij. Het spreekt voor zich dat we
dat zullen respecteren.
renforcer le service de la
simplification administrative lui-
même.
Il va de soi que je ferai toujours un
appel public aux intéressés
lorsqu'un marché public sera
lancé.
11.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, u zegt in
antwoord op de eerste vraag dat het uiteraard zal gaan naar projecten
voor administratieve vereenvoudiging. Ik leid daaruit af dat u
administratieve vereenvoudiging bedoelt zoals het omschreven is in
uw beleidsnota, niets meer en niets minder. In dat geval begrijpen we
mekaar goed.
U zegt dat u vandaag nog niets kan zeggen over de precieze
besteding van de 4 miljoen euro, maar dat het bekend zal worden na
de Ministerraad van 16 en 17 januari. Dat is kortbij. Dat is binnen drie
dagen. Het verbaast mij dat u nu nog geen precieze bestedingen kan
meegeven. Misschien houdt u die primeur voor uw premier en niet
11.03 Trees Pieters (CD&V): Le
Secrétaire d'Etat a affirmé que les
moyens seraient bien évidemment
affectés à des projets relatifs à la
simplification administrative. Puis-
je en déduire que leur affectation
se fera conformément à la note de
politique générale, ni plus, ni
moins? Pour ce qui est des projets
concrets, le Secrétaire d'Etat
renvoie au Conseil des ministres
du 16 et 17 janvier, soit dans trois
13/01/2004
CRIV 51
COM 119
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
voor het Parlement.
Ten derde, de onderzoeksopdrachten staan in uw beleidsnota op blz.
16. Dat zullen wij nog even checken.
Ik blijf er nog altijd bij dat de overheidsopdrachten in functie staan van
wat omschreven is in uw beleidsnota. Daarover zijn wij het toch eens?
Mijnheer de voorzitter, als de staatssecretaris geen uitleg meer kan
geven over de precieze besteding, dan ben ik uitgepraat.
jours déjà. Je m'étonne dès lors
qu'il ne veuille encore rien révéler.
Peut-être réserve-t-il la primeur de
ces initiatives à son premier
ministre. Les missions de
recherche seraient mentionnées
en page 16 de la note de politique
générale. Nous ne manquerons
pas de le vérifier.
11.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, ik wil nog even kort reageren ter correctie. Ik heb het over
blz. 16 van de algemene beleidsnota van de Federale
Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister. Ik spreek hier dus
over de nota die werd opgemaakt door de eerste minister. Dat geldt
ook voor die fameuze bepaling waarbij indien nodig een beroep kan
worden gedaan op externe expertise.
Het spreekt uiteraard voor zich dat wij de centen enkel aanwenden
voor de projecten zoals vastgelegd in de beleidsnota, die hier ook aan
u werd voorgesteld.
Wat de precieze besteding betreft, denk ik inderdaad dat er overleg
moet gebeuren met de collega-ministers. Dat hangt ook af van de
beslissingen die worden genomen. Het heeft niet veel zin dat ik hier
grote uitspraken doe als daarna blijkt dat er plotseling bij de een of
andere collega moeilijkheden zijn om dat project in 2004 uit te voeren.
Wees gerust, de primeur zal voor het Parlement zijn, niet voor de
pers.
11.04 Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État:
Cela concerne la page 16 de la
note de politique du SPF
Chancellerie du premier ministre.
Les fonds seront naturellement
consacrés aux projets figurant
dans la note de politique. En ce
qui concerne les projets concrets,
une concertation doit encore être
organisée avec les ministres
concernés. Etant donné qu'aucune
décision n'a encore été prise, je ne
souhaite pas encore faire de
grandes déclarations.
11.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, u bent
toch nog altijd meester over uw eigen budget, niet?
11.05 Trees Pieters (CD&V): Le
secrétaire d'Etat n'est-il pas maître
de son budget?
11.06 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Dat wel, maar
niet altijd over de projecten.
11.06
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État:
Oui, mais pas toujours des projets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 930 de M. Jos Ansoms est retirée. Les questions n° 1061 de M Jo
Vandeurzen, n° 1085 de M. Claude Marinower et n° 1105 de M. Richard Fournaux sont reportées.
La réunion publique de commission est levée à 15.45 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.45 uur.