CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1167
CRIV 51 COM 1167
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
22-01-2007
22-01-2007
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Marie Nagy au ministre de la
Mobilité sur "le relevé et la classification des
incidents aériens" (n° 13202)
1
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Mobiliteit over "het optekenen en klasseren
van de luchtvaartincidenten" (nr. 13202)
1
Orateurs: Marie Nagy, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Marie Nagy, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "l'exigence d'un examen médical
pour le transport scolaire" (n° 13323)
3
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de vereiste van een
geneeskundig onderzoek voor het vervoer van
leerlingen" (nr. 13323)
3
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "les accessoires de sécurité dans
les voitures" (n° 13325)
4
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "het
veiligheidsmateriaal in de auto" (nr. 13325)
4
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "le tachygraphe digital" (n° 13364)
6
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de digitale
tachograaf" (nr. 13364)
6
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. François Bellot au ministre de la
Mobilité sur "le classement effectué par Touring
des voiries les plus dangereuses du royaume"
(n° 13479)
7
Vraag van de heer François Bellot aan de minister
van Mobiliteit over "de door Touring opgestelde
lijst van de gevaarlijkste wegen in ons land"
(nr. 13479)
7
Orateurs: François Bellot, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: François Bellot, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Corinne De Permentier au
ministre de la Mobilité sur "la circulation des
cyclistes dans les bandes réservées aux bus"
(n° 13512)
9
Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan
de minister van Mobiliteit over "het fietsverkeer op
de busstroken" (nr. 13512)
9
Orateurs: Corinne De Permentier, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Corinne De Permentier, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Interpellations et questions jointes de
11
Samengevoegde interpellaties en vragen van
11
- M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur
"le permis de conduire" (n° 13592)
11
- de heer François Bellot aan de minister van
Mobiliteit over "het rijbewijs" (nr. 13592)
11
- M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité
sur "la politique du gouvernement en matière
d'apprentissage à la conduite" (n° 13629)
11
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Mobiliteit over "het regeringsbeleid met betrekking
tot de rijopleiding" (nr. 13629)
11
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "l'échec de la nouvelle formation à la
conduite" (n° 996)
11
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van
Mobiliteit over "de mislukking van de nieuwe
rijopleiding" (nr. 996)
11
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité sur
"les problèmes qui se posent en ce qui concerne
la réforme de la formation à la conduite" (n° 1000)
11
- de heer Jan Mortelmans tot de minister van
Mobiliteit over "de problemen met de hervorming
van de rijopleiding" (nr. 1000)
11
Orateurs:
François Bellot, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Jef Van
den Bergh, Jan Mortelmans, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
François Bellot, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie, Jef
Van den Bergh, Jan Mortelmans, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Motions
24
Moties
24
Question de Mme Katrien Schryvers au ministre
de la Mobilité sur "le parallélisme entre l'utilisation
d'un dictaphone et celle d'un gsm au volant"
25
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
minister van Mobiliteit over "het parallellisme
tussen dictafoon en gsm in de auto" (nr. 13570)
25
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(n° 13570)
Orateurs:
Katrien Schryvers, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Katrien Schryvers, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Questions jointes de
26
Samengevoegde vragen van
26
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur
"l'arrêt de la Cour de cassation du
21 décembre 2006 relatif aux nuisances sonores
aux abords de l'aéroport de Bruxelles-National"
(n° 13701)
26
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit over "het arrest van het Hof van
Cassatie van 21 december 2006 inzake de
geluidsoverlast rond de luchthaven Brussel-
Nationaal" (nr. 13701)
27
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur
"les récentes adaptations du plan de vol pour
l'aéroport de Zaventem" (n° 13783)
26
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Mobiliteit over "de jongste aanpassingen aan het
vliegplan voor de luchthaven van Zaventem"
(nr. 13783)
27
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"les discussions avec les Régions concernant la
répartition des nuisances sonores à proximité de
l'aéroport de Zaventem" (n° 13802)
26
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "de besprekingen met de Gewesten
inzake de verdeling van de geluidshinder rond de
luchthaven van Zaventem" (nr. 13802)
27
Orateurs: Marie Nagy, Luk Van Biesen, Bart
Laeremans, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité
Sprekers: Marie Nagy, Luk Van Biesen, Bart
Laeremans, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "le problème des chauffards
multirécidivistes" (n° 13690)
33
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "de problematiek van
de multirecidiverende wegpiraten" (nr. 13690)
33
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, sur "l'accès au marché du fret
ferroviaire en Belgique" (n° 13663)
35
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken, over "de markttoegang voor
het goederenvervoer per spoor in België"
(nr. 13663)
35
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "le permis de conduire européen"
(n° 13664)
37
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "het Europees rijbewijs"
(nr. 13664)
37
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la hauteur maximale autorisée pour
les transports exceptionnels" (n° 13761)
38
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de maximum toegelaten
hoogte voor uitzonderlijk vervoer" (nr. 13761)
38
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "les pertes économiques causées par
les embouteillages" (n° 13796)
41
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de economische schade door
files" (nr. 13796)
41
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
22
JANVIER
2007
Après-midi
______
van
MAANDAG
22
JANUARI
2007
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer Guido De Padt.
La séance est ouverte à 14.22 heures et présidée par M. Guido De Padt.
01 Question de Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "le relevé et la classification des
01 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "het optekenen en klasseren
van de luchtvaartincidenten" (nr. 13202)
01.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, de nombreux "near accidents", pouvant être décrits comme
des incidents graves ou moins graves entre aéronefs de tout type, se
sont produits récemment, au sol comme en l'air, à l'aéroport de
Zaventem.
La santé des passagers et celle des riverains de l'aéroport est donc
en danger. Il importe, par conséquent, de savoir dans quelle mesure
le risque encouru par ceux-ci est plus ou moins élevé au regard du
nombre de vols qui ont eu lieu au cours des années passées et afin
de prendre les mesures nécessaires pour éventuellement diminuer ce
risque.
La méthode de relevé et de classification de ces incidents peut avoir
naturellement une influence sur l'évaluation de ceux-ci.
Monsieur le ministre pouvez-vous me répondre de manière factuelle
aux questions suivantes?
1. Quels sont les critères d'évaluation pris en compte de 2000 à 2006
pour classifier les incidents?
2. Quelles sont les différentes classifications d'incidents de 2000 à
2006?
3. Quel est le nombre d'incidents relevés par année et par
classification de 2000 à 2006?
4. Qui relève ces incidents?
5. Comment faire pour avoir accès à ces informations de manière
publique?
6. Le cas échéant, quelles mesures précises ont-elles été prises afin
de diminuer les risques d'incidents?
Je vous remercie d'ores et déjà de votre réponse.
01.01 Marie Nagy (ECOLO): De
jongste tijd hebben er zich tal van
ernstige en minder ernstige
incidenten op de luchthaven van
Zaventem voorgedaan. Om de
risico's voor de passagiers en de
omwonenden te verlagen moeten
we weten hoeveel gevaar ze lopen
ten opzichte van het aantal
vluchten van de jongste jaren. De
methode die gevolgd wordt bij het
optekenen en klasseren van de
incidenten kan de evaluatie ervan
beïnvloeden. Daarom zou ik graag
van u vernemen welke
classificaties en evaluatiecriteria
van 2000 tot 2006 gebruikt
werden. Kan u ook het aantal
incidenten per jaar en per
classificatie opgeven? Wie stelt
die incidenten vast? Hoe kan die
informatie voor het publiek
opengesteld worden? Tot slot,
welke maatregelen werden er
getroffen om incidenten zoveel
mogelijk uit te sluiten?
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, madame
Nagy, auparavant, seuls les incidents graves dans l'aviation civile
faisaient l'objet d'une enquête et de comptes rendus obligatoires.
Depuis 2005, la directive européenne 2003/42/CE concernant les
comptes rendus d'événements dans l'aviation civile impose à tous les
acteurs du transport aérien de communiquer à l'autorité compétente
tout événement susceptible d'avoir eu une influence sur la sécurité
aérienne.
Ces comptes rendus obligatoires servent à constituer une base de
données, dont l'objectif est d'identifier les risques les plus importants
afin de prendre les mesures adéquates pour les atténuer.
En réponse à vos questions, je peux vous communiquer les
informations suivantes.
1. L'évaluation et la classification des risques sont basées sur la
fréquence ou la probabilité d'occurrence d'un événement et son
impact sur la sécurité des opérations.
2. Les risques en aviation sont généralement classés en trois
catégories: les risques si élevés qu'ils sont inacceptables; les risques
si faibles qu'ils sont acceptables; les risques situés entre ces deux
catégories nécessitant d'évaluer la balance risques/avantages. Tout
risque non acceptable nécessite des mesures d'atténuation afin de le
rendre acceptable.
Pour ce qui est de la gestion du trafic aérien, la classification des
incidents de l'Organisation de l'aviation civile internationale (OACI) se
traduit par les catégories suivantes: risque de collision, sécurité non
assurée, aucun risque de collision et risque non déterminé.
3. Le nombre total d'incidents spécifiques à Belgocontrol est publié
dans le rapport annuel d'activités disponible sur le site internet. Je ne
peux malheureusement pas vous communiquer le lien car je ne l'ai
pas avec moi.
4. Les événements sont soit rapportés par l'Unité de gestion de la
sécurité aérienne, de Belgocontrol, soit par l'industrie et sont tous
encodés dans la base de données européenne par la Direction
Inspection de la Direction générale Transport aérien (DGTA).
5. La base de données est en principe seulement accessible aux
autorités de l'aviation civile des États membres de l'Union
européenne. Ceci n'empêche pas certains contributeurs, parmi
lesquels Belgocontrol, de publier des chiffres plus ou moins
synthétiques via leurs canaux publics.
6. Des mesures d'atténuation des risques sont appliquées sur la base
d'une analyse des risques réalisée soit par l'exploitant, soit par la
DGTA ou notre Force.
01.02 Minister Renaat Landuyt:
Vóór 2005 werd in de
burgerluchtvaart enkel een
onderzoek gestart en een verslag
opgemaakt naar aanleiding van
ernstige incidenten. De Europese
Richtlijn 2003/42/EG schrijft
vandaag voor dat elke gebeurtenis
die de luchtvaart-veiligheid in het
gedrang kan brengen, aan de
bevoegde overheid moet worden
meegedeeld. Die informatie wordt
opgenomen in een databank, met
de bedoeling de belangrijkste
risico's te identificeren en
passende maatregelen te nemen.
De evaluatie en de classificatie
van de risico's zijn gebaseerd op
de frequentie en op de waarschijn-
lijkheid van een gebeurtenis en op
de gevolgen ervan voor de
veiligheid. De risico's in de
luchtvaart worden in het algemeen
in drie categorieën opgedeeld en
wanneer zich een onaanvaardbaar
risico voordoet, moeten risico-
beperkende maatregelen worden
genomen. De Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie van
haar kant hanteert de volgende
categorieën: "risico van een
botsing", "veiligheid niet
verzekerd", "geen enkel risico van
een botsing" en "niet vastgesteld
risico".
Het totale aantal specifieke
incidenten bij Belgocontrol wordt
vermeld in het jaarverslag van het
bedrijf, dat ingekeken kan worden
op de website van Belgocontrol.
De gebeurtenissen worden
gemeld door Belgocontrol zelf of
door de industrie. Het Directoraat-
generaal Luchtvaart voert die
gegevens gecodeerd in in de
Europese databank, waartoe enkel
de burgerluchtvaartautoriteiten van
de EU-lidstaten toegang hebben.
Sommige cijfers worden wel
gepubliceerd door toeleveraars,
zoals Belgocontrol.
Op grond van een risicoanalyse
worden risicobeperkende maat-
regelen getroffen.
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour ces réponses. J'irai bien entendu voir les chiffres sur le site
internet de Belgocontrol. S'ils ne devaient pas s'y trouver, je ne
manquerai pas de vous poser à nouveau la question.
Monsieur le ministre, dans le cinquième volet de ma question, je vous
demandais comment faire pour rendre ces informations publiques.
Ma question ne se limitait pas à savoir si ces informations étaient
publiques, ce qui n'est pas le cas. Je souhaitais également connaître
vos propositions. Ou bien, ne partagez-vous pas le point de vue que
ces informations doivent être portées à la connaissance de tous?
01.03 Marie Nagy (ECOLO): Zal
de minister maatregelen nemen
om de gegevens betreffende
incidenten openbaar te maken, of
acht hij dergelijke maatregelen niet
nodig?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de vereiste van een
geneeskundig onderzoek voor het vervoer van leerlingen" (nr. 13323)
02 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "l'exigence d'un examen médical
02.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, de vereiste van een geneeskundig onderzoek
voor het vervoer van leerlingen is een vrij technische aangelegenheid,
maar is essentieel voor de onderwijsinstellingen.
Bijlage 6 van het KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs stelt
dat het geneeskundig onderzoek verplicht is voor de bestuurder van
een voertuig, bestemd voor het bezoldigd leerlingenvervoer.
Verschillende onderwijsinstellingen hebben vragen bij deze regeling,
meer bepaald: valt het vervoer van leerlingen door een directeur of
leerkracht ook onder de definitie van bezoldigd leerlingenvervoer?
Men wordt duidelijk niet betaald voor deze verplaatsing, maar toch
rijst deze vraag.
Het begrip "bezoldigd leerlingenvervoer" zou nochtans zeer breed
geïnterpreteerd kunnen worden, zodat zelfs occasioneel
leerlingenvervoer daaronder dreigt te vallen. Enkele concrete
voorbeelden. Een leerling wordt ziek of heeft een ongelukje en moet
dringend naar de dokter: moet de chauffeur in kwestie beschikken
over een medisch attest? Een tweede concreet voorbeeld. Leerlingen
worden met minibusjes van de school tot maximum 9 personen naar
de naschoolse opvang gebracht in een tweede vestiging van de
school: moet de chauffeur beschikken over een medisch attest? Het
is wel te verstaan dat voor deze verplaatsing niet wordt betaald.
In principe kan men enkel spreken over bezoldigd vervoer indien de
organisator van het vervoer beroep doet op derden, maar dat is in
bovenstaande voorbeelden duidelijk niet het geval. Wanneer de
organisator, in casu de schooldirectie, het vervoer zelf organiseert
met eigen middelen, wordt dit normaal gelijkgesteld met gratis
vervoer, ook al wordt hier een kleine vergoeding voor gevraagd. Toch
bestaat er blijkbaar geen eenduidigheid over de correcte interpretatie,
vandaar mijn vraag.
De vraag werd door een aantal instellingen ook eerder gericht aan de
FOD. Die heeft geadviseerd om voor alle veiligheid maar te voldoen
aan het geneeskundig onderzoek, maar ik denk dat het voor zich
02.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): L'annexe 6 de l'arrêté
royal du 23 mars 1998 comporte
une disposition relative à
l'exigence d'un examen médical
pour les conducteurs de véhicules
destinés au transport scolaire
rémunéré.
Bien qu'en principe, l'on ne puisse
parler de "transport rémunéré" que
si l'organisateur du transport fait
appel à des tiers, il n'est pas
toujours évident de déterminer qui
est soumis à cette réglementation.
Le SPF conseille de procéder à un
examen médical dans tous les cas
par prudence, même lorsque la
direction scolaire organise le
transport par ses propres moyens.
Il s'agit en l'occurrence, surtout
pour les petites écoles, d'une
charge supplémentaire qui ne se
justifie peut-être pas.
Le ministre juge-t-il nécessaire
que les enseignants et/ou les
directions d'écoles disposent pour
le transport d'élèves d'un certificat
médical en plus du permis de
conduire B? Le ministre modifiera-
t-il le cadre législatif si nécessaire?
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
spreekt dat dit voor vele en vooral kleinere scholen een serieuze extra
belasting betekent, waarvan men zich kan afvragen of dit wel zinvol
en nuttig is.
Mijnheer de minister, acht u het noodzakelijk dat leerkrachten en/of
directies voor het vervoer van leerlingen beschikken over een
medisch attest bij een rijbewijs B? Wilt u het wetgevend kader indien
nodig wijzigen om dit te verduidelijken?
02.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, collega, uw voorzitter de heer Vandeurzen heeft mij reeds
dezelfde vraag gesteld. Ik verwijs naar mijn antwoord in het Bulletin
van Vragen en Antwoorden van 13 november 2006, vraag nr. 448,
kolom 27840. Mijn mening is sedertdien nog niet veranderd.
02.02 Renaat Landuyt, ministre:
M. Vandeurzen a posé la même
question par écrit. Je renvoie au
"Bulletin des questions et
réponses" du 13 novembre 2006,
question 448, colonne 27840.
02.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Kunt u het antwoord ter zake
even vermelden? Ik was hiervan niet op de hoogte, waarvoor
excuses.
02.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je l'ignorais. Le ministre
peut-il mentionner brièvement la
réponse?
02.04 Minister Renaat Landuyt: Het komt erop neer dat u vooral het
criterium bezoldigd vervoer in het oog moet houden, omdat de leraar
of een afwisseling van leraars die sporadisch gratis vervoer
verzorgen, daar niet onder vallen.
Ik verwijs evenwel naar de afgewogen bewoordingen van mijn
schriftelijk antwoord op de vraag van uw partijvoorzitter.
02.04 Renaat Landuyt, ministre:
Le critère du transport rémunéré,
surtout, est important. Les
personnes qui effectuent des
transports gratuits occasionnels ne
sont pas concernées.
02.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik dank u, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het veiligheidsmateriaal
in de auto" (nr. 13325)
03 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les accessoires de sécurité dans
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, zoals u weet, heeft de VAB een aantal weken geleden de
resultaten bekendgemaakt van een onderzoek betreffende het
veiligheidsmateriaal in de auto. Eerder hebt u, gevolg gevend aan een
resolutie, het dragen van het fluorescerend veiligheidsvestje op de
pechstrook verplicht gemaakt, vanaf 1 februari. Ik vind dat nog steeds
een goede zaak, maar ik had dit veiligheidsattribuut liever verplicht
deel zien uitmaken van de vaste veiligheidsuitrusting in de wagen. De
verplichting die u nu oplegt, is een minimalistische invulling van de
resolutie.
Terzijde, ik lees dat het BIVV een campagne zal voeren vanaf het
ogenblik dat de verplichting wordt ingevoerd. Ik zie een parallel met
het verhaal van de kinderstoeltjes, waarbij ook eerst de wettelijke
verplichting werd ingevoerd en de campagne pas achteraf werd
gelanceerd. Dat lijkt mij een beetje vervelend en tegenstrijdig. Het lijkt
mij logischer logica is een van uw stokpaardjes dat een campagne
wordt gevoerd vóór de verplichting wordt ingevoerd.
03.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le VAB (la fédération des
automobilistes flamands) a publié
récemment une étude consacrée
au matériel de sécurité dans la
voiture.
Le ministre a l'intention de rendre
obligatoire le port d'une veste de
sécurité réfléchissante sur la
bande d'arrêt d'urgence. Nous
aurions préféré que cette veste
fasse partie de l'équipement de la
voiture. La résolution de la
Chambre est donc exécutée de
façon minimaliste. J'ai appris que
l'IBSR mènera une campagne sitôt
que cette obligation aura été
instaurée. Cela me fait penser aux
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
De politiek wordt opnieuw gepasseerd, qua visie, door het
middenveld, dat dagelijks met de werkelijkheid van het verkeer bezig
is. Dat kan zeker gezegd worden van de VAB en Touring. De VAB
pleit ervoor de hele veiligheidsuitrusting onder de loep te nemen en
aan te passen. De gevarendriehoek blijkt, zoals hij er momenteel
uitziet, overdag onvoldoende op te vallen. Over de samenstelling van
de verbanddoos zegt dokter Beaucourt dat ze volledig achterhaald is
en volledig nutteloos geworden is. Ik lees dat u vrij huiverachtig
daartegenover staat, omdat het wel eens geld zou kunnen kosten aan
de consument.
Anderzijds hebt u ook gezegd dat u een onderzoek hebt opgedragen,
uit te voeren door de FOD, het BIVV, of in samenwerking. Wanneer
zouden de resultaten van dit onderzoek worden bekendgemaakt?
Wat zijn de mogelijke gevolgen?
Daarenboven de VAB heeft daar de aandacht nog niet op gevestigd
is er ook de vraag naar het verplicht maken van het gordelmes. Een
aantal weken geleden kwam dit in de actualiteit, toen een vader van
verongelukte kinderen een emotionele oproep heeft gedaan. Heel wat
mensen zijn toen blijkbaar naar de winkel gerend om zo'n
gordelsnijder te kopen, met als gevolg dat bijvoorbeeld de Auto 5-
winkels geen dergelijke gordelmessen meer in stock hadden. Dat
wijst er toch op dat automobilisten die dergelijke programma's hebben
gezien heel gevoelig zijn daarvoor en ook de gevaren inzien van het
vastgeketend raken achter de gordel. Mogelijk zou dat dus ook een
nuttig element kunnen zijn van de veiligheidskit in de wagen.
Mijnheer de minister, ik zou graag uw mening horen over de
veiligheidskit in de wagen. Primeert de veiligheid niet op een
eventuele kostprijs? Als men de prijzenslag onder autoconstructeurs
bekijkt in deze dagen na het autosalon kunnen wij dat nogmaals
vaststellen kan men zich trouwens de vraag stellen of een extra
verplichting wel tot een prijsverhoging zou leiden.
sièges d'enfant qu'on avait, eux
aussi, rendus obligatoires avant
d'organiser une campagne pour
promouvoir leur installation dans
l'habitacle. L'inverse aurait été
plus logique.
Le VAB préconise de soumettre à
une évaluation scrupuleuse
l'ensemble de l'équipement de
sécurité. Ce que l'on constate
surtout, c'est que le triangle de
danger n'est pas suffisamment
visible le jour. Le ministre semble
hésiter beaucoup à prendre des
mesures coûteuses pour les
consommateurs, ce qui ne l'a pas
empêché de commander une
étude. Quand les résultats de
cette étude seront-ils connus?
Quelles répercussions aura-t-elle?
Il convient par ailleurs d'envisager
d'obliger les automobilistes à
disposer d'un couteau permettant
de trancher la ceinture de sécurité.
Que pense le ministre du kit de
sécurité?
Estime-t-il que son coût prime la
sécurité? Quand on voit la guerre
des prix que se livrent les
constructeurs, il se peut même
qu'ils proposent ce kit
gratuitement.
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, ik kan u meedelen dat de Vlaamse Automobilistenbond na
zijn onderzoek ter plaatse om contact heeft verzocht. Het algemene
probleem is het volgende. Ingevolge de technische voorwaarden over
wat een auto moet bevatten, bevat de auto de verkeerde dingen. Wij
moeten zoeken naar een nieuwe vorm van reglementering die toelaat
dat de mensen de evolutie van de techniek kunnen volgen, ook als
het over veiligheidsmaatregelen gaat.
Het is waar dat ik altijd bezwaren heb tegen regels die eerder voor
lobbyisten zijn dan voor de mensen. Ik merk dat u er bezwaar tegen
hebt dat ik let op de kosten voor de mensen, maar ik ga daar blijven
op letten. Dank u.
03.02 Renaat Landuyt, ministre:
Après l'enquête, des contacts ont
été pris avec le VAB. Le problème
général est que les conditions
techniques prévoient ce que le
véhicule doit comprendre. Nous
devons tendre vers une nouvelle
réglementation qui permette à
l'automobiliste de mieux suivre
l'évolution des mesures de
sécurité.
Je suis opposé aux règles qui sont
instaurées pour les lobbyistes plus
que pour les gens. Et je m'en tiens
à cela.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik ben blij
dat u op zijn minst aankondigt dat er onderzocht wordt of een nieuwe
reglementering op zijn plaats is. Verder vind ik uw reactie beneden
alle peil.
03.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je me félicite d'apprendre
qu'il y aura malgré tout une
enquête. Pour le surplus, la
réponse laisse totalement à
désirer.
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03.04 Minister Renaat Landuyt: Onze nieuwe stijl is nog meer dan
vroeger samen te werken met de middenveldorganisaties. Vandaar
dat wij zeer goed luisteren naar wat mensen van de VAB zeggen, en
niet enkel luisteren naar wat parlementariërs van de oppositie zeggen.
03.04 Renaat Landuyt, ministre:
Ceci s'inscrit dans notre intention
d'être davantage à l'écoute de la
société civile et pas seulement de
l'opposition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de digitale tachograaf"
(nr. 13364)
04 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le tachygraphe digital" (n° 13364)
04.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn derde
vraag gaat over de digitale tachograaf. Beste collega',s u herinnert
zich allen nog dat de minister eraan hield de digitale tachograaf vrij
snel in te voeren, toch zeker in vergelijking met de ons omringende
Europese landen.
Op zich zijn daarvoor misschien een aantal goede redenen geweest.
We moeten evenwel vaststellen dat voor de controle van de digitale
tachograaf de nodige apparatuur nog steeds niet beschikbaar is.
Nochtans antwoordde u al op 15 mei ik meen op een
samengevoegde vraag met onze voorzitter van vandaag dat voor
2006 in de nodige financiële middelen was voorzien en dat het een
van de eerste aankopen was die men zou uitvoeren. U zei er nog bij:
"Meer info dan die geruststellende algemene verklaring kan ik u
heden niet geven."
We stellen vandaag vast in hoeverre dergelijke algemene
verklaringen van u al dan niet geruststellend zijn. Volgens onze
informatie is het immers nog steeds wachten op initiatieven om het
noodzakelijke materiaal gemeenschappelijk te kunnen aankopen,
zowel de hard- als software. Blijkbaar wordt er al wel wat getest met
mogelijke toestellen, maar ondertussen zijn onze buurlanden al volop
aan het controleren met die digitale toestellen.
Uiteraard zult u zeggen dat de controles momenteel niet stilliggen, dat
er nog altijd kan gecontroleerd worden op de afdrukken die op papier
uit de digitale tachograaf kunnen rollen. Het is wel duidelijk dat het
grote voordeel van de digitale tachograaf en van de digitale
controleapparatuur net is dat er veel sneller en efficiënter
gecontroleerd kan worden.
Vandaar ook mijn vragen.
Waarom is men in ons land, in tegenstelling tot onze buren, nog niet
klaar om de digitale tachografen efficiënt te controleren?
Hebben uw diensten geen accurate planning opgesteld voor het tijdig
verwerven van de vereiste hard- en software?
Ten slotte, tegen wanneer zullen de Belgische controlediensten over
de noodzakelijke apparatuur kunnen beschikken om efficiënte
controles te kunnen uitvoeren op de digitale tachografen?
04.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre souhaitait
instaurer le tachygraphe digital
dans les meilleurs délais mais les
appareils de contrôle ne sont
toujours pas disponibles. Il m'a
répondu le 15 mai que les moyens
financiers nécessaires avaient été
prévus et qu'il s'agissait d'un des
premiers achats prévus.
Il s'avère aujourd'hui que ce
matériel n'a toujours pas été
acquis. Il est certes procédé à des
tests mais nos voisins utilisent
déjà pleinement les appareils
digitaux pour les contrôles. Le
contrôle sur support papier est
évidemment possible mais les
avantages des appareils digitaux
sont alors perdus.
Comment se fait-il que la Belgique
ne soit toujours pas en mesure de
vérifier efficacement les
tachygraphes? N'a-t-on pas arrêté
de programme précis pour
l'acquisition du hardware et des
logiciels nécessaires? Quand les
services de contrôle belges
disposeront-ils de l'appareillage
requis?
04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, wat de eerste 04.02 Renaat Landuyt, ministre:
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
vraag betreft, wil ik toch benadrukken dat het mij niet duidelijk is in
welke buurlanden men bijzonder materiaal gebruikt om de digitale
tachografen te lezen.
Dit gezegd zijnde, is de digitale tachograaf in eerste instantie een stap
vooruit in het registreren van de rij- en rusttijden. Men kan moeilijker
dan bij de analoge tachograaf twijfelen aan de registratie of de indruk
krijgen dat een en ander niet correct geregistreerd zou zijn.
Dus men mag het ene niet met het andere verwarren. Eerst moest er
beter geregistreerd worden. Nu zitten we in de fase dat we nog meer
informatie kunnen opdoen doordat de digitale tachograaf nog meer
informatie bevat dan op het niet te corrigeren uittreksel staat. Wat dat
laatste betreft België zal daarin niet uniek zijn , wordt er zeer
wantrouwig getest met het controlemateriaal, omdat men iets minder
papieren bewijzen heeft en omdat men er zeker moet van zijn dat de
registratie van de registratie, bij wijze van spreken, correct gebeurt.
Budgettair gezien is er uiteraard geen probleem. Alleen deelt mijn
administratie mij het volgende mee. Ik doe, tussen haakjes gezegd,
niet mee aan de cultuur van bashing op ambtenaren, want ik denk dat
de ambtenaren hun best doen. Ik merk, uit uw vragen, dat u behoort
tot degenen die veeleer kritiek geven op de ambtenaren. Mijn
administratie deelt mij dus mee en wie ben ik om te twijfelen aan de
mensen die hun werk proberen te doen dat zij wellicht zekerheid
over de degelijkheid zal hebben tegen de maand april 2007.
Je ne vois pas clairement de quels
pays voisins parle M. Van den
Bergh.
Le tachygraphe digital constitue
avant tout un progrès dans le
contrôle des heures de conduite et
de repos. Il est procédé à des
tests précis parce que l'on veut
être certain que l'enregistrement
se fasse correctement. Il ne se
pose aucun problème budgétaire;
l'administration estime que l'on
pourra se prononcer sur la qualité
des appareils en avril 2007.
04.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel vast
dat ik vandaag fantastische antwoorden krijg.
Ik kan alleen maar vaststellen dat u huiverachtig staat tegenover
verplichtingen voor de consument en dat u voor verplichtingen ten
opzichte van de transportsector koploper wilt zijn. Voor de eigen
verantwoordelijkheden van de overheid wilt u meer dan tijd genoeg
vrijmaken.
04.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre est réticent à
l'idée d'obligations pour le
consommateur, il est le champion
des obligations pour le
transporteur mais il souhaite
prendre plus que le temps
nécessaire en ce qui concerne ses
propres obligations.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur "le classement effectué par Touring
des voiries les plus dangereuses du royaume" (n° 13479)
05 Vraag van de heer François Bellot aan de minister van Mobiliteit over "de door Touring opgestelde
lijst van de gevaarlijkste wegen in ons land" (nr. 13479)
05.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, Touring a participé tout récemment à une vaste étude de
classification des voiries en fonction du danger qu'elles représentent
pour les usagers.
Ce classement fait ressortir plusieurs voiries de la province de Namur
comme étant les plus dangereuses, à savoir la RN 5, Charleroi-
Couvin, la section Philippeville-Onhaye, Heer-Agimont, Bouillon,
Beauraing et, dans une moindre mesure, la RN 63 entre Marche et
Liège.
Je puis témoigner que ces routes font régulièrement la une de
l'actualité régionale par la gravité et le nombre d'accidents qui s'y
05.01 François Bellot (MR):
Onlangs heeft Touring zijn
medewerking verleend aan een
studie waarin de openbare wegen
werden onderverdeeld naargelang
van de risico's die ze voor de
weggebruikers inhouden. Een
aantal wegen in de provincie
Namen bleken het gevaarlijkst te
zijn. Die wegen zijn inderdaad
berucht voor de veelvuldige en
ernstige ongevallen die er zich
voordoen.
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
produisent.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'indiquer si vous envisagez des
dispositions particulières par rapport à ces voiries?
Envisagez-vous de vous concerter avec votre collègue M. Dewael,
ministre de l'Intérieur, afin de coordonner l'action des différentes
zones de police responsables du contrôle du respect du Code de la
route sur ces voiries?
Comptez-vous organiser une concertation avec les gouverneurs des
provinces afin qu'ils coordonnent l'action des zones de police et qu'ils
envisagent éventuellement d'affecter une partie des moyens
découlant du fonds des amendes à des équipements automatiques
de contrôle de la vitesse ou à la pose de signalisations à messages
variables pour informer les usagers des risques sur ces voiries
particulièrement dangereuses du fait de leur configuration et de leur
topographie, éléments auxquels il est impossible pour les
gestionnaires de la voirie de remédier puisque relief, lignes droites et
courbes existent bel et bien?
Zal u overleg plegen met minister
Dewael teneinde de acties van de
bevoegde politiezones op elkaar af
te stemmen? Zal u de
provinciegouverneurs daarbij
betrekken, teneinde de initiatieven
van de bevoegde politiezones te
coördineren en middelen uit het
boetefonds te investeren in
automatische controleapparaten of
bewegwijzering op gevaarlijke
wegen?
05.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, vous évoquez les constatations de Touring sur la qualité
des voiries dans le pays. Je dois souligner que la sécurisation des
routes est de la compétence et de la responsabilité des Régions et
des communes.
Il n'est donc pas de la compétence du ministre de l'Intérieur belge de
cacher la responsabilité de ceux qui sont responsables pour les
voiries, à savoir, je le répète, les communes et les Régions.
05.02 Minister Renaat Landuyt:
De gemeenten en de Gewesten
zijn verantwoordelijk voor het
onderhoud van de wegen.
05.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, je veux bien vous
entendre. Néanmoins, les plans zonaux de sécurité pourraient exiger
- on l'exige bien pour d'autres éléments -, un axe particulier pour ces
voiries dont la topographie s'impose aux automobilistes.
Selon moi, l'autorité fédérale, par exemple le ministre de l'Intérieur en
concertation avec vous, devrait imposer pour ces voiries une
affectation d'une partie du fonds des amendes, quitte à le prélever sur
les zones de police compétentes. Je tiens à vous signaler que, sur
place, toutes les mesures de signalisation ont déjà été prises. Il faut
passer à un stade supérieur avec des moyens complémentaires en
agissant tant sur la signalisation que sur la répression.
Il faut savoir que pour plus de la moitié des accidents se produisant
sur ces axes, les victimes sont des personnes étrangères à la région.
Il ne s'agit pas des habitués qui connaissent très bien les axes.
05.03 François Bellot (MR): Men
heeft al het nodige gedaan voor
een goede bebakening. De
federale overheid zou kunnen
bepalen dat de middelen van het
verkeersboetefonds voor een stuk
gebruikt moeten worden om
aanvullende maatregelen te
financieren, waaronder ook
repressieve maatregelen.
05.04 Renaat Landuyt, ministre: Ce n'est pas parce que les victimes
sont étrangères à la région que cela exempt les Régions et les
communes de leur responsabilité de l'état des routes. Ce sont elles
qui doivent soit résoudre le problème, soit en avertir tous ceux qui
passent.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Corinne De Permentier au ministre de la Mobilité sur "la circulation des cyclistes
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
06 Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan de minister van Mobiliteit over "het fietsverkeer op
de busstroken" (nr. 13512)
06.01 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le ministre, j'ai appris
par un communiqué de presse du 8 décembre dernier du ministre
bruxellois de la Mobilité, M. Pascal Smet, qu'une modification récente
du Code de la route permet la circulation des cyclistes sur de
nombreuses bandes bus de la Région bruxelloise. Il semblerait que le
ministre bruxellois vous ait demandé cette modification et que le
gouvernement fédéral l'ait approuvée avant l'été.
Selon M. Pascal Smet, les bandes bus constituent une manière
efficace non seulement de fluidifier la circulation des bus, mais aussi
d'accroître désormais la sécurité des cyclistes. La STIB a informé ses
chauffeurs de cette nouvelle réglementation. Si nécessaire, les bus
pourront changer de bande afin de dépasser le cycliste.
Monsieur le ministre, je suis surprise de l'adoption d'une telle mesure
pour les cyclistes et non pour les motocyclistes. En effet, vous savez
que les associations de motards demandent de pouvoir circuler sur
les bandes réservées aux bus et que mon groupe a déposé une
proposition de loi allant dans ce sens. Elle a même été cosignée par
le PS et le sp.a.
Par ailleurs, le ministre bruxellois a répondu aux associations dans un
courrier que votre demande visant à permettre la circulation des
motards sur les bandes de bus ne lui paraissait pas une mesure
adéquate. En effet, selon lui, il convient d'éviter que les bandes
réservées aux transports publics soient envahies à terme, et il estime
que cette mesure ne sécurise pas vraiment les motards.
Une contradiction et une certaine confusion apparaissent dans les
propos du ministre bruxellois: d'une part, la mesure accroît la sécurité
des cyclistes mais, de l'autre, elle ne sécurise pas les motards. Je ne
comprends pas pourquoi elle peut être dangereuse pour les uns, mais
pas pour les autres.
Dès lors, je vous demande, monsieur le ministre, pour quelle raison
vous avez permis l'adoption de cette décision pour les cyclistes et non
pour les motocyclistes. Envisagez-vous d'étendre cette possibilité aux
motards?
06.01 Corinne De Permentier
(MR): De federale regering zou
onlangs een wijziging van het
Verkeersreglement hebben goed-
gekeurd, waardoor fietsers
voortaan gebruik mogen maken
van talrijke busstroken in het
Brussels Gewest, wat hun
veiligheid ten goede zou komen.
De motorverenigingen zijn
eveneens vragende partij en mijn
fractie heeft een wetsvoorstel in
die zin ingediend, dat door de PS
en de sp.a werd
medeondertekend. De Brusselse
minister belast met Mobiliteit en
Openbare Werken, Pascal Smet,
antwoordde de verenigingen
echter dat het toelaten van
motorrijders op de busstroken
hem geen goede maatregel leek,
omdat die rijstroken
- die
voorbehouden zijn aan het
openbaar vervoer - op termijn te
druk zouden worden gebruikt, wat
de veiligheid niet echt ten goede
zou komen.
De uitlatingen van de Brusselse
minister zijn tegenstrijdig en
enigszins verward. Waarom
keurde u die maatregel goed ten
gunste van de fietsers en niet van
de motorrijders? Bent u van plan
die mogelijkheid tot de
motorrijders uit te breiden?
06.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, madame
De Permentier, l'arrêté ministériel modifiant celui du 11 octobre 1976
fixant les dimensions minimales et les conditions particulières de
placement de la signalisation routière publié au Moniteur du
18 mai 2006 supprime tout simplement l'exigence d'une largeur
minimale pour admettre les cyclistes sur les bandes bus. C'est de
cette possibilité que le ministre bruxellois, M. Pascal Smet le
meilleur ministre bruxellois, selon moi ...
06.02 Minister Renaat Landuyt:
De maatregel bestond erin de
minimumbreedte die vereist is
opdat fietsers de busstrook
zouden mogen gebruiken, af te
schaffen.
06.03 Corinne De Permentier (MR): ... À chacun ses appréciations!
06.04 Renaat Landuyt, ministre: Cette appréciation est le résultat
des informations que j'ai réunies.
Le ministre bruxellois Pascal Smet a donc appliqué ledit arrêté.
06.04 Minister Renaat Landuyt:
Ik ben er niet afkerig van om
motorrijders op de busstrook toe
te laten. Sommigen, met name de
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
J'en arrive à la possibilité de permettre aux motards d'utiliser aussi les
bandes bus.
Pour ma part, je ne suis pas totalement contre cette possibilité.
Toutefois, de l'avis général et en particulier de celui des communes, si
une telle possibilité était offerte, il n'y aurait plus d'accès pour les bus.
(...): (...)
gemeenten, zijn echter van
oordeel dat dergelijke regeling
geen plaats voor de bussen zou
laten.
06.05 Renaat Landuyt, ministre: Je me contente de vous faire part
de l'avis général.
J'essaie de tirer les bonnes conclusions. Mais, pour le moment, ces
conclusions ne sont pas encore tirées.
Je vois que le collaborateur n'est pas d'accord avec mes propos.
06.06 Corinne De Permentier (MR): Il fait de la moto. Il connaît
donc bien cette problématique. J'en fais aussi. Vous pouvez constater
que nous avons des points communs.
06.07 Renaat Landuyt, ministre: Vous possédez aussi une moto?
06.08 Corinne De Permentier (MR): Oui. Il s'agit d'une Harley-
Davidson. Si vous le souhaitez, je vous inviterai, un jour, à faire une
ballade.
Cela dit, j'estime, pour ma part, que cette initiative doit être prise au
niveau fédéral. J'ai pris acte du fait que vous n'êtes pas totalement
opposé à cette solution. Je serai donc heureuse, monsieur le ministre,
si vous pouviez vous prononcer en faveur de cette mesure.
Selon moi, en cette matière, il n'appartient pas aux communes ou aux
Régions de décider. Vous savez comme moi qu'au niveau des
communes les avis sur ce genre de problématique sont souvent très
partagés.
En ce qui concerne la politique de la mobilité de M. Pascal Smet,
chacun peut avoir ses appréciations. Personnellement, en tant que
bourgmestre, j'ai pu constater certaines inepties et un manque de
dialogue.
Dans le cadre de la problématique qui nous occupe aujourd'hui,
j'espère que vous pourrez à votre niveau il s'agit en effet d'une
initiative fédérale prendre des mesures en faveur d'une nécessaire
sécurisation, à l'instar de celles qui ont été prises dans d'autres
capitales européennes et qui ont déjà donné leurs preuves.
06.08 Corinne De Permentier
(MR): Volgens mij moet het
federale niveau ter zake een
initiatief nemen. Ik onthoud dat u
die oplossing genegen bent. Het
zou me dan ook verheugen mocht
u zich uitdrukkelijk voor die
maatregel uitspreken.
06.09 Renaat Landuyt, ministre: Madame De Permentier, si vous
reconnaissiez que M. Smet est un très bon ministre bruxellois, je
pourrais faire un effort!
06.10 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le ministre, je
réfléchirai au fait que, d'après moi, M. Cerexhe est un meilleur
Bruxellois, question toute personnelle; nous en avons connu d'autres.
Dans la politique de M. Smet, certaines éléments me laissent
perplexe. Cependant, comme le sp.a et le PS ont signé cette
06.10 Corinne De Permentier
(MR): Vermits de sp.a en de PS
dat voorstel samen met de MR op
federaal niveau hebben
ondertekend, kan u daar geen
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
proposition avec le MR au niveau fédéral, je pense que vous n'y
verrez aucun inconvénient.
enkel bezwaar tegen hebben.
De voorzitter: Mijnheer de minister, u hebt niet geantwoord op de vraag of u met mevrouw De Permentier
mee op haar Harley-Davidson zou gaan zitten.
06.11 Minister Renaat Landuyt: Ik zal erover nadenken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De heer Michel heeft zijn vraag nummer 13527 omgezet in een schriftelijke vraag.
07 Interpellations et questions jointes de
- M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur "le permis de conduire" (n° 13592)
- M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité sur "la politique du gouvernement en matière
d'apprentissage à la conduite" (n° 13629)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "l'échec de la nouvelle formation à la conduite"
(n° 996)
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité sur "les problèmes qui se posent en ce qui concerne la
réforme de la formation à la conduite" (n° 1000)
07 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer François Bellot aan de minister van Mobiliteit over "het rijbewijs" (nr. 13592)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Mobiliteit over "het regeringsbeleid met betrekking tot
de rijopleiding" (nr. 13629)
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van Mobiliteit over "de mislukking van de nieuwe
rijopleiding" (nr. 996)
- de heer Jan Mortelmans tot de minister van Mobiliteit over "de problemen met de hervorming van de
rijopleiding" (nr. 1000)
07.01 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, dans le contexte
de la réforme du permis de conduire, des questions sont actuellement
soulevées au sujet de l'avenir du secteur des auto-écoles. Des
dispositions auraient été prises, en ce qui concerne notamment le
brevet 1 de directeur d'auto-école. Est-il exact que vous ayez
l'intention de supprimer ce brevet de type 1 pour l'agrément des
directeurs?
Par ailleurs, la réforme a supprimé de facto le modèle 2 de la
formation tel que prévu antérieurement. Il apparaît aujourd'hui que
certains candidats au permis de conduire connaissent des difficultés
pour trouver des guides à l'apprentissage de la conduite. Que va-t-il
advenir de ces personnes? Quelles sont les voies possibles pour
qu'elles obtiennent plus rapidement leur permis de conduire?
L'existence du modèle 2 permettait de résoudre ce genre de situation.
07.01 François Bellot (MR): Zal
u het brevet type 1 voor de
erkenning van de directeurs van
rijscholen afschaffen? Bij de
hervorming werd het vroeger
bestaande opleidingsmodel 2
bovendien de facto afgeschaft, wat
het in sommige gevallen moeilijk
maakt om een begeleider te
vinden. Hoe kunnen de
betrokkenen sneller hun rijbewijs
halen? Het model 2 bood in dat
geval een oplossing.
07.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, ma question
porte sur le même thème, à savoir l'ensemble des politiques du
gouvernement relatives à l'apprentissage de la conduite.
M. Bellot s'est concentré sur le volet des personnes et des
accréditations. Pour ma part, je m'intéresserai à l'examen en tant que
tel et aux nouvelles dispositions portant sur l'apprentissage de la
sécurité routière.
J'ai déjà eu l'occasion de vous poser énormément de questions sur
les conséquences éventuellement dangereuses de la réforme de
l'apprentissage de la conduite, notamment la possibilité de conserver
07.02 Melchior Wathelet (cdH):
In België kan men blijkbaar een
rijbewijs C of CE halen zonder
vooraf een rijbewijs B te bezitten.
Ware het niet gepast dat rijbewijs
B als voorafgaande voorwaarde
vast te leggen? Bovendien werden
de proeven
op privéterrein
afgeschaft. Steeds vaker moeten
examinatoren het rijexamen echter
voortijdig stilleggen doordat de
kandidaten onvoldoende vaardig
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
son permis provisoire pendant autant de temps que l'on veut et de
s'entraîner avec plusieurs guides. Je tenais à revenir aujourd'hui sur
deux problèmes précis qu'il me semble intéressant de soulever.
D'abord, il serait possible d'obtenir en Belgique un permis de
conduire C ou CE sans être préalablement titulaire d'un permis de la
catégorie B. Cela amène les candidats à conduire des véhicules de
plus de 40 tonnes sans jamais avoir conduit une simple voiture. Ne
serait-il pas souhaitable d'imposer aux candidats aux permis C et CE
d'être titulaires d'un permis de conduire B au préalable?
Ensuite, je voudrais vous parler de la réforme de la formation à la
conduite des véhicules de catégorie B en tant que telle. Cette
modification a supprimé les épreuves sur terrain privé, les
manoeuvres se déroulant dorénavant sur la voie publique. Dans
d'autres pays où elles ont également lieu sur la voie publique,
l'examen est toutefois présenté avec des véhicules munis d'une
double commande. Dans un souci de sécurité, ne conviendrait-il pas
d'imposer l'utilisation de tels véhicules pour l'épreuve pratique de
catégorie B?
Monsieur le ministre, je me permets d'ajouter un élément dont j'ai pris
connaissance dernièrement. De plus en plus d'examinateurs ne
terminent pas l'examen parce qu'ils constatent rapidement que la
personne n'est pas apte à la conduite. La question de la sécurité
routière comme telle est donc posée. C'est pourquoi il me semble
indispensable d'équiper les véhicules, soit d'une double commande,
soit de mieux préparer les candidats avant qu'ils ne soient confrontés
réellement à des problèmes de sécurité routière.
zijn. Waarom maakt men het
gebruik van voertuigen met een
dubbele bediening niet verplicht
voor de praktische proef van
categorie B?
07.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de rijhervorming is hier al een aantal malen aan bod
gekomen. Ik zou mij eerst willen aansluiten bij de laatste bemerking
van collega Wathelet. Vroeger hadden we bij het examen eerst de
filter van de praktijkproeven op het terrein. Ik ben er absoluut een
voorstander van om deze proeven op de openbare weg af te leggen.
Het probleem dat daarbij is gerezen is dat de filter inzake het
technisch kunnen omgaan met een voertuig is weggevallen, wat
uiteraard een aantal veiligheidsrisico's met zich zou kunnen brengen.
Het onderwerp kwam al meermaals aan bod en we hebben er al
meermaals zware kritiek op geuit. Ik wil er echter nog eens op
terugkomen. Van bij het begin hebben wij gesteld dat u met de
nieuwe rijopleiding te weinig op de verkeersveiligheid hebt gefocust
en te veel op gemakkelijker en goedkoper werken. U hebt daar zelfs
als minister, samen met uw partijgenoten, heel wat publiciteit voor
gemaakt. Ik denk bijvoorbeeld aan de halve rijbewijsjes die aan de
ingang van spoorwegstations werden uitgedeeld en waarop
"gemakkelijker" en "goedkoper" de voornaamste trefwoorden waren.
Wat zien we vandaag? Het is wellicht nog te vroeg om uit de cijfers af
te leiden dat er nu minder ongevallen zijn met jonge bestuurders. We
kunnen ook nog niet zien of er meer ongevallen gebeuren. We
hebben echter al wel eerste indicaties met betrekking tot de
slaagpercentages. Wat betreft de ongevallen met jonge bestuurders
is het zelfs maar de vraag of we ooit tot een goede evaluatie op basis
van correcte cijfers zullen kunnen komen. Dat mankeert hier immers
ook nog steeds, goede statistieken, zeker over eerste bestuurders.
07.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Comme l'a déjà dit M.
Wathelet, un filtre existait par le
passé, étant donné qu'une partie
de l'examen pratique se déroulait
sur le terrain destiné à l'examen. À
présent que ces épreuves se
déroulent sur la voie publique, il
existe un risque accru pour la
sécurité.
Ce sujet a déjà été examiné à
plusieurs reprises. Nous estimons
que trop peu d'attention est
accordée à la sécurité routière et
trop d'attention à la simplicité de la
formation et au coût moins élevé.
Il est encore trop tôt pour tirer des
conclusions des chiffres quant à
savoir si le nombre d'accidents
impliquant des jeunes conducteurs
a changé depuis l'instauration de
la nouvelle formation à la conduite
mais, en revanche, il existe des
chiffres concernant les
pourcentages de réussite de
l'examen. Le VAB et diverses
autres organisations se montrent
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Een becijferde evaluatie is dus helaas nog niet mogelijk. We moeten
het doen met een aantal indicaties waaruit we toch wel kunnen
afleiden dat een aantal zaken fout zit. Ik verwijs dan in eerste instantie
naar de cijfers die de Vlaamse Automobilistenbond naar buiten heeft
gebracht. Ze wijzen erop dat er een daling van het slaagpercentage
zou zijn van 60% tot 40%. Hun cijfers zijn uiteraard ook alleen wat ze
zijn. Ze zijn er gekomen op basis van steekproeven. Ze hebben niet
de pretentie een volledig correct beeld te geven maar ze tonen toch
iets aan. Het was trouwens niet enkel de VAB die een aantal kritieken
heeft geuit. Toen u het daarnet had over de betrokkenheid van het
middenveld en het feit dat u daar goed naar luistert, dan had u dat in
deze ook beter gedaan. Zowel professor Pauwels als het BIVV, de
Responsible Young Drivers, de automobilistenclubs, de
verzekeringswereld, de sector van de autorijscholen, de vereniging
van de erkende rijinstructeurs, de Gezinsbond als de ouders van
verongelukte kinderen, allen hebben argwanende standpunten geuit
met betrekking tot de nieuwe rijopleiding of op zijn minst bepaalde
aspecten ervan.
Daartegenover hebben wij steeds een aantal ideeën over rijopleiding
en rijexamen georiënteerd op de verkeersveiligheid en pas in tweede
instantie op de kosten en op de slaagkansen. Dat wil niet zeggen dat
wij geen aandacht hebben voor de kostprijs maar wij moeten er oog
voor hebben dat een rijopleiding tenminste een professionele
rijopleiding zowat de enige onderwijsrichting is in ons land die niet
gesubsidieerd wordt. Daarom hebben wij ook een wetsvoorstel
ingediend om een rijopleidingsfonds te creëren waarmee kandidaat-
chauffeurs over bijvoorbeeld rijopleidingscheques zouden kunnen
beschikken. Eventueel zouden ouders die hun kinderen zelf wensen
te leren rijden daarmee ook een opfrissingscursus kunnen volgen.
Daar hebt u echter geen oren naar gehad. Het moest gewoon
goedkoper en we zouden achteraf wel zien of de kwaliteit eronder zou
lijden.
Wat moeten wij vandaag vaststellen? De meeste interessante
systemen van de rijopleiding van vroeger, namelijk de leervergunning,
zijn weggevallen en de verplichte minimumopbouw van rijervaring
onder begeleiding werd verminderd van 6 naar 3 maanden en voor de
vrije rijopleiding zelfs naar 9 naar 3 maanden.
Als we ons oor dan eens te luisteren leggen bij een aantal
examencentra dan kan ik een citaat aanhalen dat toch wel
veelzeggend is. Een bepaalde examinator zei: "Goede chauffeurs
lijken nu beter te scoren. Ze maken meer kans omdat ze de
manoeuvres niet meer tussen paaltjes maar op de openbare weg
moeten uitvoeren." So far, so good. "Wie echter niet 100% voorbereid
zijn kans waagt, valt sneller door de mand." Ook dat is natuurlijk
prima. Hij gaat verder: "Dat is onze ervaring tot nu toe. Kandidaten
kunnen nu ook al praktijkexamens afleggen na 3 maanden oefenen,
wat erg snel lees: te snel - is."
Ik denk dat daar een belangrijk aspect zit van het probleem, met
name dat u focust op meer rijervaring terwijl u aan de andere kant de
ervaringsperiode drastisch heeft ingekrompen. Zelfs examinatoren
stellen vandaag vast dat een opleiding binnen een termijn van 3
maanden toch wel erg kort is.
Er is van uw kant ook geen enkel initiatief genomen om de kwaliteit
méfiants à l'égard de la nouvelle
formation à la conduite.
Étant donné que la formation à la
conduite n'est pas subsidiée, nous
avons déposé une proposition de
loi visant à créer un fonds pour la
formation à la conduite. Celui-ci
peut octroyer des chèques pour
suivre une formation ou rafraîchir
les connaissances des accompa-
gnateurs libres au moyen d'un
cours. Le ministre n'a pas suivi
cette initiative et souhaite
uniquement abaisser le coût de la
formation.
La licence d'apprentissage, qui
constituait la composante la plus
intéressante de l'ancien système,
a été supprimée. De plus, la durée
de la période d'essai a été
considérablement réduite. D'après
les examinateurs, les bons
conducteurs obtiennent à présent
de meilleurs résultats, cependant
que les conducteurs moins bien
préparés sont plus rapidement
repérés. Une période d'essai de
trois mois est insuffisante, selon
eux. Ce constat est paradoxal,
puisque la volonté du ministre est
que les conducteurs acquièrent
plus d'expérience de conduite.
Le ministre n'a pas pris d'initiative
pour améliorer la qualité de la
formation en filière libre. Autrefois,
il convenait de mentionner un ou
deux accompagnateurs, ce qui les
associait étroitement à la
formation. Aujourd'hui, le nombre
d'accompagnateurs est libre.
Le ministre n'a pas voulu prendre
d'initiatives en matière de
perfectionnement à l'intention des
accompagnateurs. Il n'est plus non
plus prévu d'évaluation
intermédiaire.
La formation à la conduite a été
réformée et l'examen a été
adapté. Sans doute la formation
est-elle moins onéreuse et plus
accessible mais l'examen est
devenu beaucoup plus difficile, de
sorte que de nombreux candidats-
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
van de vrije begeleiding te verhogen, wel integendeel. U heeft het
aantal begeleiders volledig losgelaten terwijl dit vroeger nog beperkt
was. Er moest zeker een vaste begeleider worden vermeld op het
voorlopige rijbewijs. Volgens ons gaf dat toch bepaalde
kwaliteitsgaranties omdat zo iemand erg betrokken werd bij die
opleiding. Meestal was dat dan de vader of de moeder. Uiteraard zijn
zij bekommerd om de veiligheid van hun kinderen. Als we dat nu
volledig gaan loslaten, als jan en alleman bij wijze van spreken om de
andere dag bij iemand in de auto kan stappen, kunnen we ons toch
wel vragen stellen bij de kwaliteit van die opleiding.
Ook aan bijscholingsinitiatieven met betrekking tot de vrije
begeleiders heeft u niet willen werken. De afwezigheid van een
tussentijdse evaluatie in het examencentrum blijkt zich nu eveneens
te wreken. In uw eerste voorstellen had u zelf voorzien in een
tussentijdse evaluatie en wij vonden dat erg positief. Vandaag moeten
wij echter vaststellen dat u de rijopleiding heeft hervormd, dat u aan
de examencentra heeft gevraagd om het examen aan te passen maar
u heeft daarvoor geen eenduidig kader gecreëerd. U hebt enkel
gecommuniceerd rond de rijopleiding. Zoals ik daarnet al zei, zou het
volgens u gemakkelijker en goedkoper worden.
De kandidaat-chauffeurs hebben de indruk gekregen dat zij
gemakkelijker en goedkoper een rijbewijs zullen kunnen behalen. U
deelde zelfs de halve rijbewijzen al uit. Het examen is aan de andere
kant wel moeilijker geworden maar daarover heeft u nooit
gecommuniceerd. Het gevolg daarvan is dat heel wat kandidaat-
chauffeurs, die nu een examen afleggen, zich nu eigenlijk een beetje
bedrogen voelen. Zij moeten immers vaststellen dat het helemaal niet
gemakkelijker en goedkoper is geworden? Integendeel, het is zelfs
moeilijker geworden! Op zijn minst had er toch ook over dat
aangepaste examen meer moeten worden gecommuniceerd. Dat is
althans onze mening.
Een tussentijdse proef had daartoe kunnen bijdragen. De kandidaat-
chauffeurs hadden dan reeds kennis kunnen nemen met de nieuwe
manier van examens afnemen.
Een tweetal weken geleden viel ik bijna helemaal van mijn stoel toen
ik hoorde dat u samen met uw Vlaamse collega promotie had
gemaakt voor het ecorijden. Bij ecorijden, ecodriving, zou de uitstoot
van broeikasgassen en andere schadelijke gassen door een
aangepaste rijstijl met 7% tot 10% verminderd kunnen worden.
Uiteraard is dat prima, maar u hebt net de kans gemist om dat
ecorijden, dat milieuvriendelijk rijden, in te bakken in de opleiding van
de kandidaat-chauffeurs. U had bij de hervorming van het rijexamen
daarvoor aandacht kunnen hebben. U had het mee kunnen
integreren. U hebt dat niet gedaan. En nu komt u dat op een wat
vrijblijvende leuke manier met uw charmante Vlaamse collega
promoten. Ik meen dat er structureel werk van gemaakt had kunnen
worden in het raam van de rijopleiding en niet enkel via telegenieke
mediaoptredens.
Ik heb al een aantal elementen opgesomd, mijnheer de minister,
waarmee ik tot mijn vragen kom.
Ten eerste, hoe verklaart u als minister het grotere aantal
conducteurs se sentent dupés.
On peut s'étonner que le ministre
contribue à promouvoir l'éco-
conduite. Il a laissé échapper la
possibilité de l'incorporer à la
formation à la conduite.
Comment le ministre explique-t-il
le faible taux de réussite? N'est-il
pas contradictoire de présenter la
formation à la conduite comme
facile et bon marché tout en
rendant l'examen beaucoup plus
difficile? Pourquoi le ministre ne
réserve-t-il pas une place de choix
à l'écoconduite dans la formation à
la conduite? Ne faut-il pas une
initiative en vue de la formation
des accompagnateurs libres? Ne
faut-il pas permettre une
évaluation intermédiaire? Que
compte faire le ministre pour
adapter l'apprentissage à la
conduite?
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
mislukkingen, volgens de eerste indicatieve cijfers die de VAB naar
buiten heeft gebracht van 40% naar 60%?
Ten tweede, is het niet tegenstrijdig om enerzijds, het rijexamen
moeilijker te maken waar wij het principieel mee eens zijn maar
anderzijds, de hervorming van de rijopleiding te promoten als
gemakkelijker en goedkoper?
Ten derde, mijnheer de minister, u bent terecht een voorstander
van ecodriving. Moet dat evenwel dan geen prominente plaats krijgen
in de rijopleiding zelf? Hoe kan dat als de uren rijles in de rijschool zelf
afgebouwd worden in plaats van omgekeerd? Kan dat niet mee in de
"eindtermen" van het rijbewijs worden opgenomen?
Ten vierde, dringt zich niet meer dan ooit tevoren de noodzaak op aan
vormingsinitiatieven te werken voor vrije begeleiders, evenals de
mogelijkheid tot een tussentijdse evaluatie in het examencentrum
tijdens de stage zelf?
Ten vijfde en tot slot, welke maatregelen gaat u eventueel nemen,
wanneer meer concrete cijfers beschikbaar zijn, om de rijopleiding
opnieuw bij te sturen?
07.04 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal zeer bondig zijn vermits een heel deel van
de problematiek hier reeds gesitueerd is.
De slaagpercentages zijn dus inderdaad sterk gedaald. Dat heeft
wellicht minder te maken met het moeilijker maken van het
praktijkexamen dan met de hervorming van de rijopleiding, die in het
teken van zoals hier reeds werd gezegd snel, goedkoop en
gemakkelijk stond.
Op het eerste gezicht klinkt het misschien wel goed. De
slaagpercentages zijn gedaald. Dat wil dus zeggen dat de examens
moeilijker zijn geworden. Dat zou dus een goede zaak kunnen zijn.
Dat zou zo kunnen zijn, ware het niet dat er, bij mijn weten, het een en
ander schort aan de rijopleiding zelf.
Onze fractie heeft u proberen te overtuigen om die rijopleiding op een
andere manier te hervormen dan de hervorming die u hebt
doorgevoerd in dit Parlement. De aanpassingen waren minimaal en
de noodzakelijke aanpassingen, die wij elke keer hebben gevraagd,
hebt u niet doorgevoerd. Wellicht is dat een van de oorzaken waarom
nu de slaagpercentages zo laag liggen.
Ik ben er dus van overtuigd dat de punten van kritiek die wij in het
verleden hier hebben geuit nog steeds geldig zijn. Ik blijf het jammer
vinden dat voor de basisopleiding de minimale oefenperiode slechts
drie maanden is. Het was volgens mij ook geen goede beslissing om
de vervroegde rijopleiding, de zogenaamde VERO-opleiding, te
schrappen. Het is jammer dat de vrijwillige begeleiders geen
specifieke vorming krijgen. Er is ook het feit dat leerlingen
verschillende begeleiders kunnen hebben.
Het zou jammer zijn moest u vroeg of laat, gedwongen worden om via
een Europees initiatief uw rijopleiding aan te passen. Het was beter
geweest om dat nu reeds te voorzien.
07.04 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Les taux de réussite à
l'examen de conduite ont
fortement baissé. Cette évolution
est principalement due à la
réforme de la formation, qui devait
pourtant être bon marché, rapide
et aisée. Les taux de réussite sont
tellement faibles que notre critique
initiale conserve toute sa
pertinence. En effet, la période
minimale d'apprentissage de trois
mois est trop courte, il n'était pas
judicieux de supprimer la
formation anticipée, le candidat
conducteur peut avoir plus d'un
guide et les guides ne doivent
toujours pas suivre de formation
spécifique.
Peut-être l'Europe contraindra-t-
elle un jour le ministre à modifier la
formation à la conduite. Il serait
plus indiqué de procéder à ces
aménagements dès à présent, car
cette formation n'est pas
satisfaisante.
Le ministre a-t-il tiré des
enseignements des statistiques de
réussite? Quelle solution compte-t-
il apporter au problème?
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Dit hoeft volgens mij geen ideologische kwestie te zijn. Dit mag en
kan alleen maar bekeken worden vanuit het oogpunt van de
verkeersveiligheid, mijnheer de minister.
Daarom zou ik van u willen vernemen of u lessen getrokken hebt uit
de ervaringen van de afgelopen maanden.
Welke maatregelen werden getroffen opdat de rijopleiding opnieuw
zodanig wordt hervormd dat aan deze problematiek wordt verholpen?
07.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, de Franstalige vragen zijn specifieke vragen, wat zeer
verstandig is. De Nederlandstalige vragen zijn de herhaling van
commentaar. Ik zal daarmee eindigen.
En ce qui concerne votre première question, monsieur Bellot, il n'entre
nullement dans mes intentions de supprimer le brevet d'aptitude
professionnelle qui donne accès aux fonctions de directeur d'école de
conduite et de directeur adjoint d'école de conduite.
J'estime en effet que le directeur d'une école de conduite doit faire
preuve de la connaissance de la réglementation en matière d'école de
conduite et de permis de conduire ainsi que des règles de gestion
d'une entreprise pour pouvoir diriger une école de conduite agréée.
Par contre, afin de faciliter l'accès à la profession de directeur d'école
de conduite, j'envisage de proposer la suppression de l'obligation
d'être titulaire depuis trois ans au moins d'un brevet 2 ou d'un brevet 3
pour pouvoir participer à l'examen en vue de l'obtention du brevet.
La réforme de l'apprentissage introduite par l'arrêté royal du
10 juillet 2006, relatif au permis de conduire pour les véhicules de la
catégorie B a effectivement supprimé le permis de conduire
provisoire, modèle 2, mais n'a pas modifié le principe selon lequel un
candidat peut apprendre à conduire sous l'assistance d'un guide à
l'apprentissage.
En effet, le permis de conduire provisoire sans guide obtenu après
avoir suivi 20 heures de cours pratiques dans une école de conduite
agréée, permet à son titulaire de conduire seul sur la voie publique. Il
peut, toutefois, être accompagné d'une personne titulaire d'un permis
de conduire valable pour la catégorie B. Les conditions d'obtention de
ce document sont les mêmes que celles prévues par l'ancienne
réglementation.
La nouvelle réglementation a également maintenu la possibilité de
subir l'examen pratique trois mois après la délivrance d'un permis de
conduire provisoire. Cette règle a également été étendue au permis
de conduire provisoire avec guide.
Par conséquent, tout candidat qui ne peut disposer d'un guide en
apprentissage a toujours la possibilité de conduire seul sur la voie
publique.
Pour ce qui concerne la question très intelligente de M. Wathelet, je
lis ce qu'on m'a préparé.
Le candidat au permis de conduire C doit en principe être titulaire d'un
07.05 Minister Renaat Landuyt:
Wat de eerste vraag van de heer
Bellot betreft, ben ik helemaal niet
van plan om het brevet van
beroepsbekwaamheid dat toegang
verleent tot de functies van
directeur en adjunct-directeur van
een rijschool, af te schaffen. De
betrokkenen moeten immers de
regelgeving inzake rijscholen, het
rijbewijs en bedrijfsbeheer kennen.
Wat ik wel wil afschaffen, is de
verplichting om gedurende
tenminste drie jaar houder te zijn
van een brevet 2 of een brevet 3
om te kunnen deelnemen aan het
examen voor het brevet 1.
In het kader van de hervorming
van de rijopleiding voor de
voertuigen van categorie B werd
het voorlopig rijbewijs model 2
inderdaad afgeschaft, maar werd
er niet geraakt aan het principe
volgens hetwelk een kandidaat
kan leren rijden met een
begeleider.
De nieuwe regelgeving heeft
tevens de mogelijkheid behouden
om drie maanden na de aflevering
van een voorlopig rijbewijs het
praktisch examen af te leggen. Die
bepaling werd ook van toepassing
gemaakt op het voorlopig rijbewijs
met begeleider.
Bijgevolg heeft elke kandidaat die
voor zijn opleiding niet over een
begeleider kan beschikken, steeds
de mogelijkheid om zich alleen op
de openbare weg te begeven.
Om op de vraag van de heer
Wathelet te antwoorden, kan ik
zeggen dat wie het rijbewijs C wil
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
permis de conduire valable pour la catégorie B. Toutefois, dans le
cadre de la formation "Conducteur poids lourd", organisée au
troisième degré de l'enseignement secondaire professionnel, cette
exigence n'est effectivement pas imposée. En effet, ces jeunes
débutent la formation dès l'âge de 16 ans et ne peuvent dès lors
obtenir un permis de conduire valable pour la catégorie B puisque ce
permis de conduire n'est délivré qu'à partir de l'âge de 18 ans. Ils
devraient par conséquent attendre pour commencer la formation et ne
pourraient dès lors obtenir le permis de conduire C à l'âge de 18 ans.
Cette situation retarderait leur entrée dans la vie professionnelle.
Pour éviter que ces candidats n'accèdent directement à la conduite de
poids lourd sans avoir acquis au préalable une certaine expérience de
la conduite, il leur est dispensé, dans le cadre de l'enseignement
professionnel, une formation pratique de la conduite des véhicules de
la catégorie B.
En ce qui concerne le problème de l'obligation de présenter l'examen
pratique de la catégorie B avec un véhicule à double commande, il
n'entre pas dans mes intentions actuellement de modifier la
réglementation. En effet, l'imposition d'une telle exigence nécessite
une étude approfondie, étant donné ses conséquences sur le coût de
la formation pratique et sur les modalités de cette dernière. Par
ailleurs, l'utilisation de la double commande doit être confiée à une
personne expérimentée qui devrait elle-même avoir suivi une certaine
formation. C'est d'ailleurs pour cette raison que certains pays qui
imposent la double commande exigent que le véhicule soit un
véhicule d'apprentissage d'une école de conduite.
Il n'y a pas d'évolution significative en ce qui concerne les arrêts
d'examen pour conduite dangereuse depuis la réforme. Aucun chiffre
ne confirme ce que vous avez entendu dire par les autres.
halen, in principe houder moet zijn
van een rijbewijs B. Dit is evenwel
niet verplicht in het kader van de
opleiding voor vrachtwagen-
chauffeur in het secundair
beroepsonderwijs, aangezien
zestienjarigen geen rijbewijs B
kunnen halen, en anders pas veel
later in het beroepsleven zouden
kunnen stappen. Ze krijgen echter
wel een praktische rijopleiding
voor voertuigen van categorie B.
Ik ben niet van plan de
reglementering te wijzigen in
verband met de verplichting om
het praktische rijexamen voor de
categorie B af te leggen met een
voertuig met dubbele besturing.
Zulks moet immers grondig
bestudeerd worden, gezien de
gevolgen ervan voor de kosten
van de opleiding. Bovendien is
voor het gebruik van de dubbele
besturing de nodige ervaring
vereist, en moet er een opleiding
worden gevolgd.
Er is sinds de hervorming geen
noemenswaardige evolutie
geweest van het aantal examens
dat moest worden afgebroken
wegens gevaarlijk rijgedrag.
Mijnheer Van den Bergh, mijnheer Mortelmans, in antwoord op uw
opmerkingen kan ik het volgende zeggen. Volgens mij zou de slogan
voor de rijhervorming beter "goedkoper en beter" luiden, want dat is
het ook.
De rijopleiding is goedkoper, waar u hopelijk geen punt van maakt. De
rijopleiding kostte de mensen vroeger ongeveer een gemiddelde van
1.000 euro. Dat is nu teruggevallen naar zowat 300 euro. Dat zijn de
feiten.
Ik herhaal dat het principe is gebaseerd op de verwerving van meer
ervaring voor het examen, en wellicht minder schoolse kennis. De
oefeningen op het gesloten terrein, zoals tussen paaltjes parkeren,
zijn een typevoorbeeld van schoolse kennis waarmee men in de
praktijk nog geen stap verder is. Dat principe is fundamenteel
geweest in de hervorming.
Even fundamenteel zijn natuurlijk de eerste twee jaren waarin men
een rijbewijs heeft. Men wordt dan dubbel streng bekeken in het
verkeer. Spijtig genoeg werd dat door degenen die zo bezorgd zijn
over de verkeersveiligheid nog even afgeremd in het Parlement.
Dat gezegd zijnde, de steekproef van de Vlaamse
Automobilistenbond klopt wel en klopt niet, zoals u reeds wist uit
Grâce à la réforme, la formation à
la conduite est aujourd'hui moins
chère et de meilleure qualité. Si
autrefois elle coûtait en moyenne
1.000 euros, aujourd'hui elle n'en
coûte plus que 300. Le but visé est
que les élèves acquièrent plus
d'expérience, ce qui impliquera
sans doute qu'ils assimileront
moins de connaissances scolaires.
À quoi leur sert-il, par exemple, de
faire des manoeuvres sur un
terrain isolé. Il aurait été tout aussi
fondamental d'évaluer avec une
sévérité double dans le trafic les
conducteurs qui n'ont pas leur
permis depuis longtemps.
Malheureusement, d'aucuns, au
Parlement, se sont opposés à
l'adoption d'une mesure allant
dans ce sens.
Le GOCA, le groupement des
organismes agréés de contrôle
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
vorige vragen. Ik verklaar mij nader. De GOCA, de vereniging van de
rijexamencentra en de vereniging van de keuringcentra, heeft mij
uitgelegd dat de steekproef die VAB heeft gemaakt, relatief correct
zou kunnen zijn. Midden januari heeft de VAB de becijfering gemaakt
van het aantal geslaagden. In december 2006, dus in de eerste
maand onder het nieuwe regime, waren er 43% geslaagden. Dat is,
let wel, hetzelfde percentage als vroeger. Waar zit de al dan niet
bewuste denkfout van de VAB? Vroeger waren er slaagpercentages
van de manoeuvres op het terrein, die 71% bedroegen. Wie daarin
geslaagd was, kon naar het tweede deel van het examen, waar 61%
erdoor geraakte. Welnu, 61% van die 71% is 43%, zo heeft men mij
uitgelegd. In se is er dus niets veranderd. Maar, zegt de VAB er ook
bij, we moeten opletten met te snel conclusies te trekken, want van de
kandidaten die de examens hebben afgelegd in december 2006,
kwam nog 73% uit het oude regime.
Het is dus nog te vroeg om een commentaar op basis van cijfers te
geven. Wat wij nu zien, is dat iedereen die zich bij de hervormingen
enigszins ongelukkig voelde, zichzelf herhaalt. Ik kan het u als
parlementsleden niet kwalijk nemen. De organisaties doen dat ook:
voortijdig hetzelfde standpunt herhalen.
Onze indruk is dat het systeem daadwerkelijk goedkoper is geworden.
Alles wijst erop dat het ook beter is geworden. Om een goede
evaluatie te maken, zullen wij na een periode van ongeveer drie
maanden nogmaals moeten samenkomen, om de eerste tendensen
te kunnen bekijken.
Wat ecodriving betreft, is het zo dat wij samen met de Vlaamse
minister van Mobiliteit en met de Bond Beter Leefmilieu projecten
opzetten om firma's te overtuigen van het nut om hun chauffeurs die
kunnen rijden, in die mate te begeleiden dat zij ook op een meer
ecologische manier rijden. Uit de eerste projecten blijkt dat grote
vervoersmaatschappijen tot 7% van hun kosten kunnen besparen
door daaraan mee te werken. Nogmaals, het gaat over mensen die
professioneel kunnen rijden en die technieken kunnen aanwenden
waardoor ze goedkoper en veiliger rijden. Dat is een voortgezette
vorming van degenen die kunnen rijden.
Met de resultaten van deze projecten in de hand proberen wij dit
systeem inderdaad te promoten. Voor hen die het willen proberen, is
het niet moeilijk. U moet minder uw voeten gebruiken en meer uw
verstand. Minder de rem en minder het gaspedaal indrukken. Het is
niet moeilijker dan dat. Om dat te kunnen en tevens vlot te rijden,
moet men zeer goed opletten en zien hoe het verkeer evolueert. Door
zuinig te rijden, rijdt men dus ook veiliger. Dit kan men natuurlijk
propageren, maar niet door de mensen te verplichten naar de
rijschool te gaan.
Wij zien trouwens dat er bij de rijscholen een herschikking gebeurt en
dat iedere rijschool zich iedere dag tegenover de klanten moet
bewijzen. Wij zien dat er daadwerkelijk nieuwe rijscholen bijkomen,
andere, en wellicht betere.
automobile, dit que le sondage du
VAB pourrait être relativement
correct. En décembre 2006, 43%
des candidats avaient réussi.
Auparavant, le pourcentage de
réussite sur terrain privé s'élevait à
71% et il était de 61% sur la voie
publique. 61% de 71% étant égaux
à 43%, il y a aujourd'hui autant de
lauréats qu'autrefois. Toutefois,
selon le VAB, 73% des candidats
de décembre 2006 ont passé
l'examen selon les règles de
l'ancien régime.
Il serait prématuré de tirer des
conclusions. Ceux qui avaient déjà
dit combien cette réforme leur
paraissait mal ficelée ont répété
leurs critiques. Mais nous avons
quant à nous le sentiment que le
système est moins onéreux et de
meilleure qualité que jadis, même
s'il ne pourra être vraiment évalué
qu'après trois mois.
Dans le domaine de la conduite
automobile respectueuse de
l'environnement, j'ai mis en place,
avec mon homologue flamande et
le "Bond Beter Leefmilieu", des
projets visant à convaincre les
entreprises de mieux accompa-
gner leurs conducteurs profession-
nels. Il semblerait que les grandes
entreprises de transport puissent
économiser 7% sur les frais de
transport en adoptant une conduite
respectueuse de l'environnement.
Il faut moins actionner les freins et
l'accélérateur et s'insérer dans le
flux de la circulation. L'éco-
conduite est par ailleurs un style
de conduite plus sûr. Nous
voulons encourager le système,
mais sans contrainte.
Le secteur des écoles de conduite
fait l'objet d'une restructuration.
Chaque école devra faire ses
preuves. De nouvelles écoles
meilleures peut-être verront le
jour.
07.06 François Bellot (MR): En particulier pour la conduite des
personnes ne disposant pas de guide, il est paradoxal de leur
proposer un guide et un permis provisoire après quatre ou six heures
de conduite alors qu'en auto-école, où selon vous le modèle 2 existe
07.06 François Bellot (MR): Aan
de ene kant biedt men de
mogelijkheid om met een
begeleider een voorlopig rijbewijs
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
toujours, vingt heures d'apprentissage donnent droit à un permis
provisoire sans guide.
te halen na vier of zes uur, aan de
andere kant kan men een
voorlopig rijbewijs krijgen, zonder
begeleider, na een rijopleiding van
twintig uur bij een autorijschool.
Dat is toch een paradoxale
situatie!
07.07 Renaat Landuyt, ministre: Nous n'avons pas modifié cette
possibilité mais il y a une grande différence: chaque jeune peut
commencer à 17 ans. Cela signifie qu'il dispose de 12 mois avant de
pouvoir passer l'examen à 18 ans. Pour le reste, on a gardé le
système des 20 heures et on l'a même alourdi en disant qu'il faut
absolument suivre 20 heures et avoir 18 ans avant de pouvoir rouler
seul. C'est une preuve de confiance envers les auto-écoles. Pour
rouler seul, il faut avoir au moins 18 ans et 20 heures
d'apprentissage!
07.07 Minister Renaat Landuyt:
Jongeren kunnen al met hun
rijopleiding beginnen als ze 17 jaar
zijn, en ze hebben 12 maanden de
tijd voor ze het rijexamen kunnen
afleggen in de leeftijd van 18 jaar.
Om alleen te mogen rijden moet je
echter een rijopleiding van 20 uur
gevolgd hebben en 18 jaar oud
zijn. Dat is een blijk van
vertrouwen ten aanzien van de
autorijscholen.
07.08 François Bellot (MR): J'ai attiré votre attention à plusieurs
reprises sur le problème du permis provisoire qui ne permet pas au
regard de la directive européenne à une personne seule disposant
d'un permis provisoire de circuler sur la route.
07.08 François Bellot (MR): Bent
u in overeenstemming met de
Europese richtlijnen?
07.09 Renaat Landuyt, ministre: Je n'ai pas pris mes notes mais il
s'agit d'un malentendu: il n'y pas de problème, en vérité.
07.10 François Bellot (MR): Vous l'avez vérifié?
07.11 Renaat Landuyt, ministre: Absolument: pour ma part, il n'y a
pas de problème, même si l'Europe dit que ce système ne doit plus
exister. Je suis favorable au système général donnant le temps au
jeune d'avoir l'expérience de la conduite de la voiture avec de
nombreux guides différents. C'est basé sur des analyses et des
expériences en Belgique et à l'étranger selon lesquelles l'expérience
est préférable à la connaissance acquise au cours.
07.11 Minister Renaat Landuyt:
Jazeker, en ik ben voorstander
van de algemene regeling, waarbij
jongeren de tijd krijgen om
rijervaring op te doen met een
groot aantal verschillende
begeleiders.
07.12 François Bellot (MR): J'aimerais que vous puissiez valider ce
permis provisoire de rouler seul après 20 heures en auto-école. C'est
un élément important.
07.13 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je partage
les préoccupations de mon collègue Bellot sur le premier volet.
Monsieur le ministre, reconnaissez que le contenu du volet "chauffeur
poids lourds formation" est surprenant. Il est vrai qu'il est bon que
des personnes reçoivent cette formation car il s'agit d'un secteur
particulièrement critique dans lequel il y a de l'emploi. Il faut donc le
valoriser. Toutefois, on permet à des jeunes de commencer une
formation de chauffeurs poids lourds à 16 ans, alors qu'ils n'ont pas
encore accès au permis B avant leurs 18 ans!
07.13 Melchior Wathelet (cdH):
Ik deel de bekommernissen van
collega Bellot. Wat het hoofdstuk
`vrachtwagenbestuurdersopleiding'
betreft, vind ik het vreemd dat men
zestienjarigen een opleiding laat
beginnen terwijl ze pas op
achttienjarige leeftijd toegang
hebben tot het rijbewijs B!
07.14 Renaat Landuyt, ministre: Ils ont accès au permis provisoire.
Dès l'âge de 17 ans, s'ils ont passé l'examen théorique, ils peuvent
avoir un permis provisoire.
07.14 Minister Renaat Landuyt:
Ze kunnen vanaf zeventien jaar
een voorlopig rijbewijs halen.
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
07.15 Melchior Wathelet (cdH): C'est vrai, mais il est tout de même
surprenant de commencer une formation de chauffeur poids lourds à
16 ans!
07.16 Renaat Landuyt, ministre: Je fais confiance aux organisateurs
de formations qui affirment que c'est possible. Ils forment les
meilleurs chauffeurs routiers.
07.17 Melchior Wathelet (cdH): Je suis d'accord mais pourquoi ne
pas l'autoriser alors pour le permis B classique?
Si les jeunes sont suffisamment bons pour obtenir leur permis
camion, ils doivent l'être aussi pour décrocher leur permis B. Votre
choix est incohérent. Vous autorisez les formations pour le permis le
plus difficile à un plus jeune âge!
07.17 Melchior Wathelet (cdH):
Feit blijft dat uw keuze geen steek
houdt. U geeft mensen op een
jongere leeftijd toegang tot
opleidingen voor het moeilijkste
rijbewijs!
07.18 Renaat Landuyt, ministre: Oui, dans ce cas spécifique.
07.18 Minister Renaat Landuyt:
In dit specifieke geval is dat
inderdaad zo.
07.19 Melchior Wathelet (cdH): Avouez que c'est surprenant!
Par ailleurs, je voudrais revenir sur les doubles commandes. Vous
indiquez qu'une étude approfondie doit être réalisée mais que cela a
un coût. C'est vrai. Néanmoins, j'estime que l'objectif de sécurité
routière est primordial. C'est encore renforcé depuis ...
07.20 Renaat Landuyt, ministre: Sur ce point, il y a un grand
malentendu. Dès qu'on paie beaucoup...
07.21 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, si vous le
voulez bien, je vais terminer mon raisonnement.
07.22 Renaat Landuyt, ministre: Votre raisonnement est faux!
07.23 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, si chaque fois
qu'un de vos raisonnements était faux on ne vous laissait pas parler,
vous ne diriez plus rien au parlement!
La double commande est très importante en termes de sécurité
routière car les personnes sont aujourd'hui amenées à faire les
manoeuvres sur la route, ce qui peut représenter un certain danger.
Lorsque l'examinateur se rend compte que la personne n'est pas apte
à effectuer ces manoeuvres, les doubles commandes sont très utiles.
Plus on est "light" quant au volet préparatoire à l'examen de sécurité
routière, plus nous devons être certains qu'aucun problème ne se
posera lors de l'examen en tant que tel. C'est la raison pour laquelle
j'estime que la double commande est primordiale.
Enfin, monsieur le ministre, vous avez indiqué que les chiffres que j'ai
entendus étaient incorrects. Pourrait-on disposer des chiffres réels?
Je n'avais pas inséré ce point dans ma question. Je comprendrais
donc fort bien que vous n'en disposiez pas ici. Toutefois, si vous
pouviez nous les faire parvenir...
07.23 Melchior Wathelet (cdH):
Ik wil ook nog 's terugkomen op
die dubbele bediening. U zegt dat
een grondige studie vereist is die
kost echter geld. Als de
verkeersveiligheid echter het
hoogste doel is, is de dubbele
bediening des te belangrijker
omdat de manoeuvres voortaan
op de openbare weg moeten
worden uitgevoerd! Hoe lichter
men over het voorbereidende
gedeelte van het praktische
rijexamen gaat, hoe zekerder men
moet zijn dat er tijdens het
examen zelf geen enkel probleem
zal opduiken.
Kan u ons de cijfers betreffende
die diverse punten bezorgen?
07.24 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, u stelt dat 07.24 Jef Van den Bergh
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
de dubbele bediening een diepgaand onderzoek vereist, maar u zegt
niet of u bereid bent het te onderzoeken. U stelt dat de slogan beter
had geluid "goedkoper en beter". Als een aantal uren wordt geschrapt,
dan is het nogal logisch dat het ook goedkoper wordt, maar dit heeft
ook kwaliteitsverlies tot gevolg. U zegt dat alles erop wijst dat de
nieuwe rijopleiding beter is. Op welke cijfers baseert u zich daarvoor?
Uw cijfers zijn cijfers over het examen en die zijn nog zeer voorlopig
(CD&V): Le ministre ne précise
pas s'il compte faire réellement
procéder à l'étude sur les doubles
commandes. Il me paraît logique
que la nouvelle formation soit
moins onéreuse. Le nombre
d'heures est en effet réduit, ce qui
influe aussi sur le qualité. Sur
quels chiffres le ministre se fonde-
t-il pour affirmer que la qualité a
augmenté?
07.25 Minister Renaat Landuyt: Wat zijn goede cijfers? Als men
verkeerde conclusies trekt uit cijfers, zijn ze goed; als men de juiste
conclusies trekt, zijn de cijfers niet meer goed. Zo kunnen we niet
redeneren.
07.25 Renaat Landuyt, ministre:
Sur ceux qu'invoque M. Van den
Bergh pour affirmer le contraire.
07.26 Jef Van den Bergh (CD&V): Volgens u is een daling van het
slaagcijfer een indicatie dat de opleiding beter is.
07.26 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre interprète la
baisse du taux de réussite comme
l'indice d'une amélioration de la
qualité.
07.27 Minister Renaat Landuyt: Ze is niet gedaald, ik leg uit waarom.
Vroeger was er een splitsing bij het examen. Er was een examen op
het terrein, waar zeven op tien slaagde. Van die zeven slaagden
nadien zestig procent in het definitieve examen op de weg. Als
eindresultaat geeft dit 4,3 op tien. Dit is exact hetzelfde cijfer. De
steekproef van de VAB zal wel goed zijn uitgevoerd, want ze komt
overeen met de bestaande situatie. Begrijpt u?
07.27 Renaat Landuyt, ministre:
Ainsi que je l'ai dit tout à l'heure, le
taux de réussite n'a nullement
baissé.
07.28 Jef Van den Bergh (CD&V): Het spreekt vanzelf dat u de
cijfers altijd kunt weergeven zoals het u het best uitkomt.
07.29 Minister Renaat Landuyt: Ik vind niets uit, dit is pure logica.
Zestig procent van zeven geeft 4,3 op tien. Dat is hetzelfde als
onmiddellijk zeggen dat er vier op tien slagen.
07.30 Jef Van den Bergh (CD&V): U baseert zich dus alleen daarop
om te stellen dat de nieuwe rijopleiding beter is.
07.30 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre affirme-t-il
que la nouvelle formation est
meilleure sur la base des seuls
chiffres?
07.31 Minister Renaat Landuyt: Neen, want daarover heb ik meer
informatie dan u. Het zijn de examencentra die zeggen dat ze beter is,
omdat ze meer ervaring hebben opgedaan. De term "beter" is een
kwalitatief en geen kwantitatief gegeven.
07.31 Renaat Landuyt, ministre:
Non. Les centres d'examen disent
que les chiffres sont meilleurs
parce que les candidats-
conducteurs ont acquis davantage
d'expérience.
07.32 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Hoe hebben ze meer
ervaring opgedaan?
07.32 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Comment ont-ils acquis
plus d'expérience?
07.33 Minister Renaat Landuyt: Door de nieuwe rijopleiding zelf, die
u wel bekend is.
07.33 Renaat Landuyt, ministre:
Grâce à la nouvelle formation à la
conduite.
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
07.34 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Leg mij eens uit op welk
punt de nieuwe rijopleiding zorgt voor meer ervaring.
07.35 Minister Renaat Landuyt: De hele rijopleiding is erop gericht. Ik
leg het toch graag nog eens uit want het is essentieel.
07.36 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
minister mag het van mij uitleggen en dat nog eens opnieuw proberen
te doen. Hij zal echter waarschijnlijk hetzelfde herhalen als wat wij
daarnet al hebben gehoord. Het heeft dus niet veel zin om hem zijn
uitleg te laten herhalen.
Mijnheer de minister, u wijst erop dat er minder nadruk ligt op de
schoolse kennis en meer op de ervaring. Ik kan u volgen in dat
principe. Alleen wordt er niet meer ervaring opgebouwd, aangezien de
periodes worden ingekort. Ik kan u ook volgen in uw theorie van
minder schoolse kennis, op voorwaarde echter dat eerst de
basistechnieken kunnen worden aangeleerd. De vraag is of in de
nieuwe rijopleiding niet te weinig aandacht aan de basistechnieken
wordt geschonken.
07.36 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il ne sert à rien que le
ministre nous réexplique la même
chose. Mettre l'accent sur
l'expérience plutôt que sur les
connaissances scolaires constitue
un principe positif. Cependant,
cette expérience n'est pas
développée puisque la période est
écourtée. Il s'agit aussi de savoir si
la nouvelle formation à la conduite
accorde suffisamment d'attention
aux techniques de base.
07.37 Minister Renaat Landuyt: Dat is een heel belangrijk punt. U
kunt dat pas na even afwachten weten en nadat wij hebben bekeken
welk soort opleiding in de scholen wordt gevolgd. De mensen stappen
nu vlugger naar de scholen, omdat zij weten dat zij in de scholen een
6-uurpakket kunnen krijgen. Het 6-uurpakket omvat, indien het goed
functioneert, het aanleren van de techniek.
Daarin schuilt dus het goede van het systeem.
07.37 Renaat Landuyt, ministre:
Nous le saurons seulement en
laissant un peu de temps au
temps et en voyant quelles
formations sont suivies dans les
écoles. Les candidats s'adressent
un peu plus facilement aux écoles
parce qu'ils connaissent
l'existence des programmes de six
heures.
07.38 Jef Van den Bergh (CD&V): Bestaan er al cijfers over het
aandeel dat in de rijscholen les volgt?
07.39 Minister Renaat Landuyt: Neen, de periode is nog te kort. Het
zijn echter wel interessante cijfers.
07.40 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik volg u in uw mening dat er drie
maanden over moet gaan, vooraleer er een grondige evaluatie kan
komen. Ik noteer dan ook dat wij in maart 2007 in de commissie een
evaluatie kunnen houden.
Ik betreur dat ecodriving niet mee wordt opgenomen in wat ik graag
de eindtermen van de rijopleiding of het rijexamen noem. Ecodriving
en defensief rijden sluiten immers heel nauw bij elkaar aan. Ik ben
ervan overtuigd dat ecodriving een duidelijke meerwaarde zou kunnen
geven aan een rijopleiding die oog heeft voor de verkeersveiligheid en
dus ook voor het duurzaam rijden.
Ik heb ook niet de woorden uitgesproken die u in mijn mond probeert
te leggen, namelijk dat ecodriving verplicht via rijscholen moet worden
aangeleerd. Ik heb gezegd dat ecodriving in de eindtermen zou
moeten worden opgenomen.
07.40 Jef Van den Bergh
(CD&V): La commission pourra
procéder à une évaluation en
mars. Je regrette que l'ecodriving
ne figure pas dans les objectifs de
la formation automobile ou de
l'examen. L'ecodriving et la
conduite défensive sont des
concepts très proches. Je ne
prétends pas que ces points
doivent obligatoirement passer par
l'auto-école. Il faut les citer parmi
les objectifs de l'enseignement.
07.41 Minister Renaat Landuyt: Ecodriving staat bij manier van
spreken in de eindtermen. In het koninklijk besluit van 1998 werd
07.41 Renaat Landuyt, ministre:
Ils y figurent d'une certaine
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
immers het criterium "ecologisch rijden" opgenomen. Alleen is de
vraag, die wij ook laten toetsen, of het criterium in het examen
voldoende wordt vertaald. Ik denk van wel.
Ik herhaal echter dat ecodriving een zaak is voor ervaren chauffeurs,
die op die manier hun rijstijl kunnen verfijnen en veiliger maken.
manière puisque la conduite
écologique est mentionnée dans
l'arrêté royal depuis 1998. Nous
vérifierons si l'examen le reflète
suffisamment, comme je le pense.
L'ecodriving s'adresse aux
conducteurs expérimentés, dont
elle tend à rendre la conduite
encore plus sûre.
07.42 Jef Van den Bergh (CD&V): U verwijst in uw antwoord ook
naar de nieuwe rijscholen die er recent zijn bijgekomen. U liet het
cijfer "40" vallen. U vermeldt er echter niet bij hoeveel van de nieuwe
rijscholen ondertussen failliet gingen. Evenmin vermeldt u hoeveel
instructeurs ondertussen werden ontslagen en een nieuwe
eenmansfirma oprichtten, waardoor u aan uw getal van "40" komt. Het
hele plaatje moet duidelijk worden gemaakt. Daarvoor is de evaluatie
in maart 2007 misschien een geschikt moment.
In 2006 deed u het bericht als zouden er vele ontslagen vallen af als
stemmingmakerij van de sector. Vandaag moeten wij echter
vaststellen dat zij ook effectief vallen.
07.42 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre indique
qu'une quarantaine de nouvelles
auto-écoles ont ouvert leurs portes
mais il ne parle pas des faillites, ni
du nombre
d'instruc-teurs
automobiles licenciés qui ont créé
des sociétés unipersonnelles. L'an
dernier, le ministre s'est
débarrassé du problème en
parlant de manipulation de la part
du secteur. L'évaluation fera la
clarté en mars.
07.43 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het is mijn
gevoel voor de waarheid dat zich verzet tegen wat de heer Van den
Bergh hier opsomt. U moet weten dat het eigen is aan het systeem.
Er wordt immers een soort oligopolie omgezet naar een mooi
genoemde zuivere, vrije markt, waarop de ondernemer, zijnde de
school, zich moet bewijzen en kwaliteit moet leveren.
Gelukkig staan de examencentra los van de scholen. De scholen
moeten de mensen zo goed mogelijk opleiden, opdat zij in het
rijexamen zouden slagen.
Wat speelt nu?
(...): (...).
07.43 Renaat Landuyt, ministre:
La vérité a ses droits. Nous
passons d'une situation d'oligopole
à un marché libre. Les écoles
doivent faire leurs preuves et
donner la meilleure formation
possible aux candidats pour qu'ils
réussissent l'examen.
(Interruptions)
07.44 Minister Renaat Landuyt: Opnieuw probeer ik een
mechanisme uit te leggen. Daarna zal u er opnieuw naar vragen. Ik
probeer u op essentiële punten te helpen, zodat u zou begrijpen
waarover het gaat. Ik kan echter nooit iets uitleggen. Ik zal het
nogmaals herhalen.
De voorzitter: Collega's, ik stel toch voor...
07.45 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij kunnen
ons verhaal niet afmaken. Ik denk dat het meer ordentelijk kan
verlopen als wij eerst ons verhaal brengen en dat de minister dan nog
eventueel kan repliceren.
07.46 Minister Renaat Landuyt: Vertel eens iets nieuws, iets dat u
nog niet gezegd hebt.
De voorzitter: We moeten er ons toch voor hoeden dat we in de
replieken niet ongeveer hetzelfde zeggen als wat we in de hoofdvraag
of de hoofdinterpellatie hebben uiteengezet. Telkens alles herkauwen
Le président: Ne répétons pas
dans le cadre des répliques ce qui
a été dit dans la question.
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
is ook geen goede manier van werken. Ik ben maar een
plaatsvervangende voorzitter, maar ik denk dat we er op die manier
nooit zullen geraken. We zijn hier alweer een half uur bezig over de
rijbewijswetgeving. Dat is wel belangrijk natuurlijk, maar we moeten
toch eens kunnen afsluiten.
07.47 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik denk dat ik in totaal nog geen
vijf minuten heb gerepliceerd. Ik denk dat dat niet te veel is voor een
interpellatie, maar ik word constant onderbroken.
07.47 Jef Van den Bergh
(CD&V): J'ai été continuellement
interrompu.
De voorzitter: De minister doet zijn best om niet meer te onderbreken. We laten nu de heer Van den Bergh
aan het woord, daarna de heer Mortelmans.
07.48 Minister Renaat Landuyt: Ik ga niet akkoord met wat hij gaat
zeggen, maar ik zal niet onderbreken.
De voorzitter: Laten we gewoon naar mekaar luisteren, met wederzijds respect.
(De heer Van den Bergh verlaat de zaal)
07.49 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, als u spreekt over de vrijemarkteconomie en als
u zegt dat rijscholen een gedegen rijopleiding moeten kunnen geven,
dan klopt dat wel, maar moet u dan niet het kader creëren om dat op
een zo goed mogelijke manier te doen? Ja, zou ik dan zeggen. U toch
ook, denk ik? Dan hebt u de kans gemist om bijvoorbeeld de Vero-
opleiding te laten bestaan, waarvan iedereen zegt rijscholen,
rijinstructeurs en professoren die hier zijn komen spreken dat het
eigenlijk de allerbeste rijopleiding is. Die wordt nu afgeschaft, tegen
alle wetenschappelijke evidentie en tegen het gezond verstand zelf in.
Dat kwam professor Pauwels hier nog enkele maanden geleden
zeggen, maar toch schaft u die opleiding af. Bent u dan goed bezig?
Neen, volgens mij bent u niet goed bezig.
Het enige waarmee ik akkoord ga, mijnheer de minister, is dat het nog
te vroeg is om een definitieve evaluatie te maken. Daarmee ben ik het
eens. Ik zal daar over enkele maanden, misschien in de volgende
legislatuur, misschien met een ander kamerlid, misschien met een
andere minister laat ons hopen op terugkomen.
07.49 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Il faut créer un cadre où
peut s'exprimer le marché. Le
ministre a laissé échapper
l'occasion de maintenir la
formation à la conduite précoce
dont tous les experts affirment
qu'elle constitue la meilleure
formule. Le ministre n'emprunte
pas la bonne voie. Il est
prématuré, en effet, de procéder à
une évaluation. Je reviendrai
ultérieurement sur le sujet.
07.50 Minister Renaat Landuyt: Dat laatste was een persoonlijk feit,
waarop ik niet zal ingaan.
07.51 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, is er
al een eenvoudige motie? Er is immers een motie van aanbeveling.
De voorzitter: Inderdaad, die is er.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jef Van den Bergh en door mevrouw Katrien
Schryvers en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jef Van den Bergh en Jan Mortelmans
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
verzoekt de minister
1. werk te maken van de integratie van "eco-driving" in het rijexamen;
2. de rijopleiding aan te passen in functie van de toegenomen moeilijkheidsgraad van het rijexamen;
3. in het kader van de rijopleiding
a) het vrijwillig volgen van supplementaire lessen in de rijschool te vergemakkelijken door te voorzien in
financiële stimulansen;
b) de kwaliteit van de rijopleiding op het terrein te verbeteren
- door de verplichte minimumperiode inzake begeleide stage te verlengen tot minstens zes maanden;
- door waardevolle vormingsinitiatieven ten behoeve van niet-professionele begeleiders financieel te
ondersteunen;
- door de niet-professionele begeleiding te beperken tot één persoon per kandidaat-bestuurder;
- door te voorzien in een facultatief tussentijds evaluatiemoment in het examencentrum."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Jef Van den Bergh et par Mme Katrien Schryvers et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jef Van den Bergh et Jan Mortelmans
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au ministre
1. d'incorporer le "eco-driving" dans l'examen de conduite;
2. d'adapter la formation à la conduite en fonction du degré accru de difficulté de l'examen de conduite;
3. dans le cadre de la formation à la conduite
a) de faciliter la fréquentation volontaire de cours supplémentaires à l'auto-école en prévoyant des incitants
financiers;
b) d'améliorer la qualité de la formation à la conduite sur le terrain
- en portant à au moins six mois la durée minimum obligatoire du stage accompagné;
- en soutenant financièrement toute initiative valable de formation en faveur des accompagnateurs non
professionnels;
- en limitant l'accompagnement non professionnel à une personne par candidat-conducteur;
- en prévoyant une évaluation intermédiaire facultative au centre d'examen."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Annick Saudoyer en door de heren François Bellot en
Luk Van Biesen.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Annick Saudoyer et par MM. François Bellot et Luk Van
Biesen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
08 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de minister van Mobiliteit over "het parallellisme tussen
dictafoon en gsm in de auto" (nr. 13570)
08 Question de Mme Katrien Schryvers au ministre de la Mobilité sur "le parallélisme entre l'utilisation
d'un dictaphone et celle d'un gsm au volant" (n° 13570)
08.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, u zult wel hebben gehoord dat enkele weken geleden in
Sint-Niklaas iemand werd vrijgesproken die door de politiediensten
was betrapt op het gebruik van een dictafoon tijdens het rijden. Naar
onze mening kon de overtreder zonder probleem gestraft worden op
basis van artikel 8.3 van het verkeersreglement, dat handelt over de
noodzaak om steeds alle rijbewegingen te kunnen uitvoeren en het
voertuig onder controle te kunnen houden.
De onduidelijkheid is natuurlijk ontstaan doordat er, naast het
algemene artikel 8.3 dat al lang bestaat en alle toestellen omvat die
men al rijdend best niet gebruikt, enkele jaren geleden een meer
08.01 Katrien Schryvers
(CD&V): À Saint-Nicolas-Waas, un
contrevenant, qui s'était fait
prendre en flagrant délit pour avoir
utilisé un dictaphone en
conduisant, a été acquitté. À notre
estime, l'intéressé aurait pourtant
pu être sanctionné sur la base de
l'article 8.3 du Code de la route. La
confusion résulte de l'instauration,
il y a quelques années, d'un article
8.4 spécifique à l'utilisation du
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
specifiek artikel 8.4 werd ingevoerd dat specifiek handelt over het
gebruik van de gsm al rijdend. Het probleem inzake interpretatie was
natuurlijk dat een gsm niet hetzelfde is als een dictafoon. Op deze
manier gaat men natuurlijk twijfelen of artikel 8.3 wel geïnterpreteerd
moet worden in functie van toestellen als een dictafoon en/of artikel
8.4 niet het meer specifieke is dat dan over andere gevallen handelt
dan die beschreven in artikel 8.3.
Mijnheer de minister, ik zou graag van u vernemen of een herwerking
van artikel 8.3 en artikel 8.4 zich niet opdringt. Is het bijvoorbeeld niet
beter om artikel 8.4 te schrappen en in artikel 8.3 als specificatie met
gebruik van de term "onder meer" te verwijzen naar allerlei toestellen
die tot doel hebben om schriftelijke, mondelinge of visuele
boodschappen uit te wisselen, zodat we een verzamelnoemer krijgen
die, wat er in de toekomst ook komt, de lading blijft dekken?
gsm.
Une adaptation des articles 8.3 et
8.4 ne s'impose-t-elle pas? Ne
serait-il pas préférable de
supprimer l'article 8.4? Il vaudrait
mieux ajouter une spécification à
l'article 8.3.
08.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, artikel 8.3 en artikel 8.4 van het verkeersreglement zijn
inderdaad zeer mooie voorbeelden van wat wij zouden moeten
begrijpen onder verkeersvereenvoudiging. Omdat men, met goede
wil, in artikel 8.4 iets gespecificeerd heeft dat eigenlijk al verboden is
volgens artikel 8.3, heeft men ongewild een stuk verwarring gecreëerd
bij juristen die dan de interpretatie a contrario kunnen maken. Wat in
artikel 8.4 niet is gespecificeerd, is dus niet meer verboden, wat niet
zo blijkt te zijn, als men artikel 8.3 leest.
Ik herhaal dat dit een typevoorbeeld is van wat wij begrijpen onder
verkeersvereenvoudiging. Het is een van de artikelen die wellicht een
andere formulering zullen krijgen, wellicht ook in de door u
gesuggereerde richting. Wij proberen een en ander te groeperen,
want er zijn nog dergelijke voorbeelden van vergroeide wetgeving die
wij graag zouden corrigeren. Het is de bedoeling om de wettelijke
basis voor een nieuw reglement nog deze maand in het Parlement te
brengen. Ik vermoed dat die opgestuurd werd naar de Kamer.
Anderzijds ligt een volledig nieuw reglement ter discussie in de
federale werkgroep verkeer, maar ik heb er geen enkel bezwaar
tegen om dit eerder aan het Parlement voor te leggen.
08.02 Renaat Landuyt, ministre:
Les articles 8.3 et 8.4 du
règlement de la circulation routière
devraient en effet relever de la
simplification. On précise à l`article
8.4 quelque chose qu'interdit déjà
l'article 8.3, suscitant ainsi sans le
vouloir la confusion dans l'esprit
des juristes qui peuvent alors
donner une interprétation a
contrario. Ces articles seront sans
doute reformulés dans le sens
suggéré par MMe Schryvers. Nous
efforçons de grouper les éléments
car il est d'autres exemples de
législations demandant à être
corrigées. Nous voulons déposer,
dans la courant du moins encore,
la base légale d'un nouveau
règlement. De même, un tout
nouveau règlement est à l'examen
au sein du groupe de travail
fédéral 'communications'. Je ne
vois pas d'objection à le soumettre
plus tôt au Parlement.
08.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt de la Cour de cassation du 21 décembre 2006
relatif aux nuisances sonores aux abords de l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 13701)
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur "les récentes adaptations du plan de vol pour
l'aéroport de Zaventem" (n° 13783)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "les discussions avec les Régions concernant la
répartition des nuisances sonores à proximité de l'aéroport de Zaventem" (n° 13802)
09 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "het arrest van het Hof van Cassatie van
21 december 2006 inzake de geluidsoverlast rond de luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 13701)
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Mobiliteit over "de jongste aanpassingen aan het
vliegplan voor de luchthaven van Zaventem" (nr. 13783)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "de besprekingen met de Gewesten
inzake de verdeling van de geluidshinder rond de luchthaven van Zaventem" (nr. 13802)
09.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en date du 21 décembre dernier, la Cour de cassation a
rejeté le pourvoi en cassation introduit par l'État belge, le ministre
Landuyt, BIAC et Belgocontrol contre l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles du 9 juin 2005. Pour rappel, cette dernière constatait que
"les avions décollant depuis l'aéroport de Bruxelles-National et y
atterrissant - conformément aux décisions des 28 février, 23 avril et
17 mai 2004 de l'État belge et aux directives de BIAC et de
Belgocontrol - provoquent en Région de Bruxelles-Capitale des
nuisances sonores constitutives d'infractions ou de menaces graves
d'infraction à l'article 2 de l'arrêté du gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale relatif à la lutte contre le bruit généré par le trafic
aérien et à l'article 20 de l'ordonnance du 17 juillet 1997 relatif à la
lutte contre le bruit en milieu urbain ou de menaces graves de
violation manifeste de l'article 23 de la Constitution".
La cour avait ordonné à l'État belge de faire cesser les infractions
constatées dans les trois mois suivant la signature de cet arrêt, sous
peine d'astreintes.
La Cour de cassation vient donc de confirmer le dispositif de cet arrêt.
Cette décision de la plus haute juridiction du pays assure désormais
la sécurité juridique et donne toute latitude au gouvernement
bruxellois pour enfin exiger le paiement des astreintes. Il avait été
convenu entre les gouvernements fédéral, flamand et bruxellois, de
ne pas imposer d'astreintes tant que les négociations se
poursuivraient. Or, elles me semblent se trouver aujourd'hui dans une
relative impasse. De plus, l'arrêt de la Cour de cassation remet - une
fois encore - en cause votre plan, monsieur Landuyt.
Il est plus que temps pour vous d'admettre que le plan dit "Anciaux",
puis "Landuyt", ne tient pas la route sur la durée. Vous allez devoir,
une fois pour toutes, vous conformer aux décisions de justice. De
même, il est urgent de faire reposer votre plan sur des données
techniques et des normes de sécurité plutôt que de le faire à partir de
considérations politiques.
Monsieur le ministre, je souhaiterais savoir comment vous allez
réformer le plan "Anciaux" de dispersion des vols pour le rendre plus
conforme aux décisions de justice. Depuis des années, il doit reposer
sur des normes techniques et de sécurité, comme nous avons eu
l'occasion de le signaler à de multiples occasions.
Ensuite, qu'allez-vous entreprendre pour faire aboutir les négociations
entre les Régions - négociations qui portent sur une compétence
incombant à l'État fédéral, faut-il le rappeler?
Enfin, quel est, pour l'État belge, le coût total en frais et en honoraires
résultant de ce litige depuis la première action et l'arrêt de décembre
2004 jusqu'à celui de la Cour de cassation?
Je remercie le ministre pour les réponses qu'il apportera à mes
questions.
09.01 Marie Nagy (ECOLO): In
zijn arrest van 21 december 2006
heeft het Hof van Cassatie het
cassatieberoep tegen het arrest
van het hof van beroep te Brussel
verworpen. In dat arrest had het
hof van beroep vastgesteld dat de
vliegbewegingen op de lucht-
haven van Zaventem geluids-
overlast in het Brussels Gewest
veroorzaakten die een inbreuk of
een ernstige dreiging van inbreuk
op of schending van de Grondwet
vormt. Het hof van beroep had de
Belgische Staat bevolen binnen de
drie maanden een einde aan die
inbreuken te stellen.
Die uitspraak van het hoogste
Belgische rechtscollege maakt het
de Brusselse regering mogelijk om
de betaling van dwangsommen te
eisen. De Brusselse regering had
aanvaard om geen dwang-
sommen op te leggen zolang de
onderhandelingen lopen, maar die
lijken nu muurvast te zitten. Het
spreidingsplan Anciaux-Landuyt is
dringend aan herziening toe om
het met de technische gegevens,
de veiligheidsnormen en de
rechterlijke beslissingen in
overeenstemming te brengen.
Hoe zal u met dit in het
achterhoofd dat plan hervormen?
Welke stappen zal u zetten om de
onderhandelingen tussen de
Gewesten tot een goed einde te
brengen? Hoeveel heeft dit geschil
de Belgische Staat tot heden
gekost?
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
09.02 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 11 mei 2006 schortte de Raad van State de beslissing op
van 21 april 2006 om op zaterdagnamiddag van 15.00 uur tot 23.00
uur enkel baan 20 te gebruiken om op te stijgen in Zaventem. Tegen
dit arrest in besliste u niettemin om elke vrijdagnamiddag bij NOTAM-
besluit, en dit sinds de zomermaanden, toch het opstijgen op
zaterdagnamiddag via baan 20 mogelijk te maken.
Inwoners van de Oostrand gingen hiertegen in beroep bij de
rechtbank van eerste aanleg. Daar botste men op de beslissing dat
een NOTAM-besluit eigenlijk een wekelijkse beslissing is en dus niet
kan vallen onder de vroegere bepalingen waaruit blijkt dat het geen
definitief plan of besluit betreft.
Ook de Vlaamse regering heeft zich in juni 2006 in het
Vlaams Parlement gekant tegen de weekendconcentratie van
dagvluchten. In zijn arrest van 21 december 2006 heeft het Hof van
Cassatie beslist het beroep van de Belgische Staat, BIAC en
Belgocontrol tegen de Brusselse geluidsnormen te verwerpen.
Franstalige politici willen nu een aanpassing van het plan-Anciaux
vragen.
Mijn vragen zijn zeer eenvoudig. Wat is de stand van zaken in
verband met de onderhandelingen tussen de federale regering en de
Gewesten over het vliegplan Zaventem? Ik heb vorige week
vernomen dat in het Vlaams Parlement minister Peeters heeft gezegd
dat de federale regering, en in het bijzonder de eerste minister, het
dossier naar zich toe zou trekken. U hebt dat uiteraard ontkend want
er blijkt inderdaad een probleem te zijn tussen de Brusselse regering
en de Vlaamse regering, en die impasse raakt blijkbaar niet opgelost.
Waarom maakt u via uw wekelijks NOTAM-besluit het opstijgen op
zaterdag langs baan 20 mogelijk, terwijl een dergelijk baangebruik
duidelijk werd afgekeurd door de Raad van State op 11 mei 2006?
Quid met de uitspraken van het hooggerechtshof gerechtshof? U hebt
zich de afgelopen maanden zelfs kandidaat gesteld voor het ambt van
minister van Justitie in de volgende regering. Ik heb dat zo in elk geval
begrepen. Als eminent jurist kunt u de uitspraken van een
hooggerechtshof niet zomaar naast u neerleggen. Zal het plan-
Anciaux worden aangepast na het arrest van het Hof van Cassatie?
09.02 Luk Van Biesen (VLD): Le
11 mai 2006, le Conseil d'État
suspend la décision de n'utiliser, le
samedi après-midi de 15 h à 23 h,
que la piste 20 pour les avions au
décollage. Pourtant, les décollages
de la piste 20 le samedi après-midi
sont rendus possibles chaque
semaine par des NOTAM (Notice
to Air Men). Un recours a été
introduit contre ces vols, mais le
tribunal ne considère pas les
NOTAM comme des décisions
définitives.
En juin 2006, le gouvernement
flamand s'est également opposé à
la concentration des vols diurnes
le week-end. Le 21 décembre
2006, la Cour de cassation a
rejeté le recours de l'État belge, de
BIAC et de Belgocontrol contre les
normes de bruit bruxelloises. Des
politiciens francophones
demandent une modification du
plan Anciaux.
Où en sont les négociations entre
le gouvernement fédéral et les
Régions concernant le plan de
vol? La semaine passée, le
ministre flamand Peeters a déclaré
que le gouvernement fédéral
tentait de s'approprier le dossier.
Les gouvernements flamand et
bruxellois ne seraient semble-t-il
pas sur la même longueur
d'ondes.
Pourquoi le ministre rend-il
possibles les décollages de la
piste 20 le samedi par des
NOTAM? Le plan Anciaux sera-t-il
modifié à la suite de l'arrêt rendu
par la Cour de cassation?
09.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, volgens krantenberichten en uitspraken in het
Vlaams Parlement lag er vorige week woensdag een ontwerp van
samenwerkingsakkoord op de tafel van het Overlegcomité, in verband
met de geluidshinder rond Zaventem. Daarin werd onder meer in de
oprichting voorzien van een onafhankelijk instituut voor de
geluidshinder, iets waartegen niemand iets kan hebben.
Blijkbaar ging dit voorstel ook nog over andere aspecten. Het Vlaams
Gewest zou immers onder andere - en terecht - zijn gestruikeld over
het behoud van het recht van het Brussels Gewest om boetes te
09.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Selon des articles de
presse et des déclarations
entendues au Parlement flamand,
le Comité de concertation s'est
penché sur un projet d'accord de
coopération qui propose
notamment la création d'un institut
indépendant pour l'étude des
nuisances sonores. Parmi les
autres thèmes abordés, citons le
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
innen.
Daarnaast wordt door Brussel nu plots geëist dat de nacht zou
worden verlengd tot 07.00 uur 's ochtends. Veel is blijkbaar niet
genoeg voor de Brusselse regering. Dit zou in de praktijk betekenen
dat Brussel nog meer gespaard zou worden en dat de overlast nog
meer op de rand zou worden afgewenteld.
Merkwaardig genoeg gaat u een heel eind mee in die redenering. Niet
langer geleden dan vanochtend las ik het volgende in
Het Laatste Nieuws: "Daarom ga ik bij het volgende overleg
voorstellen om de nachtregeling te verlengen zonder dat er meer
vliegtuigen opstijgen". Het zou er nog aan mankeren dat er nog meer
vliegtuigen zouden opstijgen. Degene die nu al opstijgen tussen
06.00 uur en 07.00 uur zouden ...
maintien du droit de la Région de
Bruxelles-Capitale de percevoir
des amendes. La Région
bruxelloise exige par ailleurs que
la nuit soit prolongée jusqu'à 7 h
du matin, une décision qui
signifierait que la périphérie
recevrait encore un surcroît de
nuisances. On pouvait lire ce
matin dans le "Laatste Nieuws"
que le ministre a déclaré qu'il allait
proposer de prolonger le régime
nocturne sans accroître le nombre
de décollages.
09.04 Minister Renaat Landuyt: (...)
09.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U ontkent het, maar het
staat vandaag in elk geval wel in de krant.
09.06 Minister Renaat Landuyt: Ik stel niets voor.
09.06 Renaat Landuyt, ministre:
Je n'ai pas formulé de proposition
en ce sens.
09.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Zo stond het wel in de
krant.
09.08 Minister Renaat Landuyt: (...)
09.09 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik zal mijn vragen
formuleren. In elk geval zou de verlenging van de nacht erop
neerkomen dat er nog minder over Brussel zou worden gevlogen en
nog meer over de rand.
Mijnheer de minister, kunt u een overzicht geven van de
onderhandelingen die in de loop van 2006 werden gevoerd met de
Gemeenschappen? Ten tweede, kunt u duidelijkheid verstrekken over
het ontwerp van samenwerkingsakkoord dat aan de Gewesten werd
voorgelegd? Kunt u een kopie van deze tekst ter beschikking stellen
van de commissie?
Ten derde, welke onderdelen bevat dit ontwerp en over welke zaken
bestond er een consensus? Ten vierde, wat werd voorgesteld in
verband met de gelijkschakeling van de geluidsnormen en de
eventuele boetes? Klopt het dat Brussel wil voortgaan met
dwangsommen? Wat ik vanochtend heb gelezen en wat ik van
mevrouw Nagy heb gehoord, is in elk geval zeer verontrustend.
Ten vijfde, wat werd voorgesteld inzake infrastructurele maatregelen:
verlegging van startbanen, plaatsing ILS-landingssystemen,
enzovoort? Ten zesde, wat werd voorgesteld in verband met de
verlenging van de nacht tot 07.00 uur 's ochtends? Wat zouden de
gevolgen hiervan zijn voor het aantal vluchten en de spreidingswijze?
Ten zevende, wat werd voorgesteld in verband met de spreiding voor
de nacht, de dag en het weekend? Uit de nieuwe gegevens van Actie
Noordrand, die werden bevestigd door de ombudsdienst, is gebleken
09.09 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Quelles négociations a-t-
on menées en 2006 avec les
Régions quant aux infra-
structures? Quel accord de
coopération a-t-on présenté aux
Régions? Quelles parties de cet
accord ont-elles fait l'objet d'un
examen et sur quels éléments un
consensus a-t-il pu être dégagé?
Quelles propositions a-t-on
formulées quant aux normes de
bruit et aux amendes? Bruxelles
entend-elle continuer à imposer
des astreintes? Quelles
modifications a-t-on proposées
pour l'infrastructure? En quoi ont
consisté les discussions relatives
à l'allongement de la nuit jusqu'à
7 h du matin et quelles en seraient
les conséquences au niveau du
nombre de vols nocturnes et de la
dispersion?
Quelles propositions a-t-on
formulées concernant la
dispersion diurne, nocturne et le
week-end? Des mesures
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
dat er vorig jaar opnieuw een herconcentratie is geweest boven de
Noordrand door toedoen van uw occasioneel beleid. Er werden vele
honderden extra vluchten verschoven.
Wat het weekend betreft, begrijp ik de vorige spreker niet zo goed. Hij
houdt blijkbaar geen rekening met andere arresten van de
Raad van State die tot tweemaal toe het exclusieve gebruik op
zaterdag van 25R hebben geschorst. Ook daar zijn de cijfers treffend.
65% van de zaterdagvertrekken zouden via 25R gaan en 17,3% via
baan 20. Er is dus helemaal geen nieuwe concentratie, tenzij die
cijfers foutief zijn. Ik zou daarover graag wat meer uitleg krijgen. Ik
dacht tot nu toe dat het op zaterdag overdag beter gespreid was,
maar ik kan mij vergissen.
Wie is momenteel belast met het aanpassen van het
ontwerpakkoord? Wanneer wordt er opnieuw vergaderd?
politiques occasionnelles ont à
nouveau provoqué une
concentration de vols au-dessus
de la périphérie Nord en 2006.
M. Van Biesen parle d'une
concentration des vols sur la piste
20 le samedi, mais selon les
données dont je dispose, 65% des
vols passent par la 25R - en dépit
des arrêts du Conseil d'État - et
seulement 17,3% empruntent la
piste 20.
Qui est chargé de modifier le
projet et quand la prochaine
réunion à ce sujet est-elle prévue?
09.10 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, il est exact
que la Cour de cassation n'a pas cassé l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles qui donne autorisation à la Région bruxelloise de demander
des astreintes au niveau fédéral. Cela dit, la position du
gouvernement bruxellois n'a pas changé: tant que les concertations
se poursuivent, aucune astreinte ne sera exigée. Cette position a été
confirmée publiquement après que la Cour de cassation eut fait part
de sa décision.
09.10 Minister Renaat Landuyt:
Het Hof van Cassatie heeft het
arrest van het hof van beroep te
Brussel, dat het Brussels Gewest
de mogelijkheid biedt om
dwangsommen van de federale
staat te eisen, niet vernietigd. De
Brusselse regering zal echter geen
dwangsommen eisen zolang de
onderhandelingen aan de gang
zijn.
Wat is de stand van de onderhandelingen? Maandelijks wordt er in
het Overlegcomité een verslag opgemaakt, een stand van zaken. Het
is de bedoeling een objectieve basis te creëren om te kunnen
discussiëren en met name alles wat metingen betreft binnen te
brengen in een gemeenschappelijk geluidsinstituut, om niet steeds
opnieuw te moeten discussiëren over de metingen, wat nu vele keren
het geval is geweest.
De stand van de onderhandelingen is dat wij alle inhoudelijke
discussiepunten tussen haakjes hebben geplaatst en dat op de
jongste vergadering de Brusselse regering toch een inhoudelijk punt
wou handhaven, met name het verlengen van de nacht van 06.00 uur
tot 07.00 uur. Dat is de stand van de discussie.
Dan heeft minister Peeters in het Vlaams Parlement blijkbaar de
indruk gewekt dat er een discussie was binnen de federale regering,
wat niet zo is. De federale regering heeft nog altijd het standpunt dat
als de Vlaamse regering en de Brusselse regering een overeenkomst
hebben, dat ook onze overeenkomst is.
Meer dan dat is er niet te zeggen over de stand van de
onderhandelingen. Wel is er een daling van het aantal klachten.
Nous organisons chaque mois une
concertation pour faire le point. Il
convient de créer une base de
discussion objective, ce qui
signifie que tous les mesurages
devraient être effectués par un
institut commun.
Tous les points fondamentaux de
la concertation ont été mis entre
parenthèses, même si le
gouvernement bruxellois souhaitait
maintenir un point, à savoir la
prolongation de la nuit, qui durerait
jusqu'à 7 heures au lieu de 6
heures du matin. Le ministre
flamand Peeters a laissé entendre
qu'il y avait certaines dissensions
au sein du gouvernement fédéral,
mais ce n'est pas exact. Le
gouvernement fédéral veut que les
gouvernements flamand et
bruxellois se mettent d'accord.
Le nombre de plaintes est en
régression.
09.11 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je constate que 09.11 Marie Nagy (ECOLO): U
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
vous n'avez pas apporté de réponse à ma question concernant le coût
des honoraires.
heeft niet geantwoord op mijn
vraag in verband met de kost van
de erelonen.
09.12 Renaat Landuyt, ministre: Madame Nagy, cette question a
déjà été posée par M. Wathelet, voici quelques mois, et une réponse
écrite y a été apportée.
Votre demande date du 12 janvier 2007 et je n'ai plus reçu de chiffres
exacts depuis lors. L'administration me dit que de nombreuses
procédures sont en cours et qu'elle ne dispose pas de compte rendu
du coût exact. Certains coûts proviennent en effet de procédures en
cours qui sont moins connues ou qui ne sont pas connues
publiquement.
Pour ma part, je suis toujours prêt à vous communiquer les
informations le plus largement possible, dès qu'elles sont à ma
disposition.
09.12 Minister Renaat Landuyt:
De heer Wathelet heeft daarover
enkele maanden geleden een
schriftelijke vraag ingediend. Ik
heb geen nieuwe cijfers
ontvangen. Volgens mijn
administratie lopen er tal van
rechtszaken waarvan ze de kosten
echter niet precies kent. Maar ik
ben bereid u de informatie waar ik
over beschik, mee te delen.
09.13 Marie Nagy (ECOLO): Pouvez-vous me donner un ordre de
grandeur?
09.13 Marie Nagy (ECOLO): Kan
u me enig idee geven?
09.14 Renaat Landuyt, ministre: Pour la période qui vous intéresse,
je ne peux pas vous donner plus de détails pour le moment. Comme
je viens de le dire, je ne peux que me référer à la réponse qui a été
apportée à la question de M. Wathelet.
09.14 Minister Renaat Landuyt:
Ik verwijs naar mijn antwoord aan
de heer Wathelet.
09.15 Marie Nagy (ECOLO): Pourriez-vous me communiquer la
réponse à la question de M. Wathelet ainsi que les nouvelles
informations qui vous seront fournies?
Je reviendrai sur cette question. Pour le reste, je prends acte de la
réponse du ministre en rappelant tout de même que cette
compétence relève du fédéral.
09.15 Marie Nagy (ECOLO): Kan
u me dat antwoord en de nieuwe
gegevens waarover u zal
beschikken, bezorgen?
Voor het overige neem ik nota van
uw antwoord en wijs ik er
nogmaals op dat het om een
federale bevoegdheid gaat.
09.16 Renaat Landuyt, ministre: Pour ma part, je suis très
compétent. C'est pour cette raison qu'aucun collègue ne m'a jamais
retiré le dossier.
09.16 Minister Renaat Landuyt:
Maar ik ben heel erg bevoegd.
Daarom heeft niemand me ooit dat
dossier ontnomen.
09.17 Marie Nagy (ECOLO): Ah cela! L'appréciation de votre niveau
de compétence fait l'unanimité!
09.17 Marie Nagy (ECOLO): Uw
bevoegdheid staat buiten kijf!
09.18 Luk Van Biesen (VLD): Ik noteer dat u zegt dat de federale
regering een standpunt heeft als er een akkoord is tussen de
Vlaamse en de Brusselse regering en dat dit akkoord tussen deze
twee regeringen nog zeker niet direct in zicht is. Met andere woorden,
er zal nog wat tijd overheen gaan. Ik veronderstel dat de vliegwet die
hier ter sprake kwam tot dan eigenlijk niet meer terugkomt naar het
Parlement. We zullen moeten wachten tot er een akkoord is.
09.18 Luk Van Biesen (VLD): Un
accord entre les gouvernements
flamand et bruxellois pourrait
encore se faire attendre. Je
suppose que le Parlement
n'examinera pas la loi sur la
dispersion des vols avant qu'un
accord n'ait été conclu.
09.19 Minister Renaat Landuyt: Er was een zekere spanning in het
Overlegcomité omdat we heel dicht bij een akkoord waren. Vandaar
dat het enigszins publiek is geworden. Er zijn zo van die momenten
die een enorme versnelling zouden kunnen veroorzaken.
09.19 Renaat Landuyt, ministre:
Nous sommes proches d'un
accord au sein du Comité de
concertation.
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
09.20 Luk Van Biesen (VLD): Het zou mooi zijn als er een akkoord
zou komen. Het zou een mooi voorbeeld zijn van federale loyaliteit
indien de regeringen eindelijk tot een gezamenlijk standpunt zouden
kunnen komen.
09.20 Luk Van Biesen (VLD):
Une position commune
constituerait un signe de loyauté
fédérale.
09.21 Minister Renaat Landuyt: Vandaar het nut van het geduld.
09.22 Luk Van Biesen (VLD): Dat is inderdaad zo. Anderzijds hebt u
niet geantwoord op de tweede vraag, waarom u als minister in uw
nood aan besluiten, telkenmale wekelijks de mogelijkheid van het
opstijgen langs baan 20 blijft stellen.
09.22 Luk Van Biesen (VLD):
Pourquoi le ministre continue-t-il à
autoriser des vols le samedi sur la
piste 20 par le biais d'arrêtés
NOTAM?
09.23 Minister Renaat Landuyt: Het is goed dat u...
09.24 Luk Van Biesen (VLD): Er is een duidelijke uitspraak over. Ik
vind het jammer dat u daarop niet geantwoord hebt.
09.25 Minister Renaat Landuyt: Ik ga daarop antwoorden. Er is
ondertussen een uitspraak van de Raad van State geweest die
duidelijk stelt dat tot het gebruik van baan 20 nog altijd beslist kan
worden.
09.26 Luk Van Biesen (VLD): De laatste uitspraak van de
Raad van State is dat uw nood aan besluiten niet kan bepaald worden
als zijnde een alomvattend plan. Bijgevolg kan de uitspraak die toen
duidelijk gezegd heeft dat baan 20 niet kon gebruikt worden niet van
toepassing zijn op uw nood aan besluiten en dat nood aan besluiten
eigenlijk dringend genomen moeten worden om het vliegverkeer
mogelijk te maken. Dat is eigenlijk de essentie van dat laatste.
09.26 Luk Van Biesen (VLD):
Ces arrêtés ne constituent pas un
plan global et doivent être pris en
urgence pour permettre la
circulation aérienne.
09.27 Minister Renaat Landuyt: Het gaat om een andere uitspraak.
Er zijn zodanig veel uitspraken dat ik op iedere opmerking een
antwoord kan geven. Dit gezegd zijnde, wij maken een evaluatie post
factum. De wind verstoort de spreiding altijd. Om een eerlijke
spreiding te verkrijgen kijken we wat er in de afgelopen periode is
gebeurd. Dan corrigeren we in de mate van het mogelijke. Dat leidt
effectief tot een beter gevoel van spreiding bij de bevolking. Ik herhaal
dat de agressiviteit van sommige klagers niet gedaald is maar dat het
aantal echte klagers wel gedaald is.
09.27 Renaat Landuyt, ministre:
Une évaluation sera réalisée post
factum, étant donné que le vent
perturbe souvent la dispersion.
Des corrections seront apportées
dans la mesure du possible pour
rétablir la dispersion.
Le nombre de plaignants a bel et
bien diminué mais ils sont toujours
aussi agressifs.
09.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
wil op dat laatste punt inpikken. Er zijn in het verleden
honderduizenden klachten per computer ingediend. Daarbij is het
aantal niet altijd de juiste maatstaf. Wij stellen vast dat er, zeker wat
de nachtvluchten betreft, een herconcentratie is. Zowel percentueel
als in absolute cijfers is het 's nachts veel luidruchtiger boven de
Noordrand. U doet alsof het u niets zegt, maar die cijfers zijn
nochtans reeds gepubliceerd. Ik had mijn vraag daarover al
ingediend, maar blijkbaar is ze niet tijdig geagendeerd kunnen worden
en kon ze niet worden gekoppeld aan deze vragen. Omdat we niet om
die vaststelling heen kunnen, zal ik u daar apart nog eens over
ondervragen.
Ik stel tevens vast dat die onderhandelingen gekenmerkt worden door
09.28 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le nombre de plaintes ne
constitue pas toujours le
paramètre le plus pertinent. Ce qui
compte, c'est qu'il y a une
recrudescence des nuisances
sonores pendant la nuit au-dessus
de la périphérie nord de Bruxelles.
De plus, les négociations se
caractérisent par une lenteur
extrême. Le ministre ne veut tout
simplement pas trancher. Il se
contente d'un accord entre la
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
een extreme traagheid. We zijn geen stap verder dan negen
maanden geleden. Alles wijst erop dat u in dit dossier geen knopen wil
doorhakken, dat u niet actief bemiddelt maar eerder notaris speelt. U
zegt zelf dat u tevreden bent als er een akkoord is tussen de Vlaamse
en de Brusselse regering. Wat dat akkoord moge wezen, kan u niet
veel schelen. Ik vind dit bijzonder spijtig. Uw enige taak bestaat er
blijkbaar in om alles te verdagen tot na de federale verkiezingen, om
dan het gehele verhaal onder te dompelen in grote communautaire
onderhandelingen, zodat niemand er kop noch staart aan krijgt. Dat is
mijn vrees. Dit is spijtig omdat dit dossier op zich al zo complex is.
Wanneer men dit nog eens gaat koppelen aan de staatshervorming
en allerlei andere dossiers, dan is er voor niemand nog enig zicht op
de zaak mogelijk.
Flandre et Bruxelles, et ne se voit
jouer aucun rôle dans cette affaire.
Par ailleurs, son but est de
reporter toute la problématique
jusqu'après les élections, pour que
le dossier se fonde ensuite dans la
grosse nébuleuse des questions
épineuses communautaires.
Comme cela, plus personne ne
risque encore de s'y retrouver.
09.29 Minister Renaat Landuyt: Ik ben heel verwonderd dat iemand
uit uw groep pleit voor beslissingen op het Belgische niveau in plaats
van het regionale niveau maximaal zijn inspraak en zelfs zijn
bevoegdheid te geven.
09.29 Renaat Landuyt, ministre:
Je suis étonné d'entendre cet
appel à une solution belge de
votre part.
09.30 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u
gaat toch niet ontkennen dat er ook nog een stuk federale
bevoegdheid speelt? U bent er trouwens minister voor; dat is uw taak.
09.31 Minister Renaat Landuyt: Ik ben een regionalist, maar u
duidelijk niet: u bent een belgicist.
09.31 Renaat Landuyt, ministre:
Je suis un régionaliste, et M.
Laeremans est belgiciste.
09.32 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dat is nu nog het toppunt!
Wat een sofisme, mijnheer de minister! U schuift uw
verantwoordelijkheid af, dat is uw probleem. Omwille van uw eigen
immense traagheid (...)
09.32 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): C'est le comble! Le
ministre fuit devant ses
responsabilités et les rejette sur
les autres.
09.33 Minister Renaat Landuyt: Straks gaat u nog zeggen dat de
Koning zijn eigen verantwoordelijkheid van zich afschuift.
09.34 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Gaat u er nog de Koning
bijhalen ook? Nu Prins Laurent nog, vanuit zijn villa Clémentine, in
Tervuren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "le problème des chauffards
10 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de problematiek van de
multirecidiverende wegpiraten" (nr. 13690)
10.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, quand une mère
et un enfant perdent la vie sur la route, nous éprouvons tous un
sentiment de tristesse, mais celui-ci se transforme très vite en
sentiment de révolte quand ils sont fauchés par un chauffard
récidiviste ou multirécidiviste. La loi ne prévoit pas la confiscation du
véhicule dans ce cas-là. Je me demande s'il ne s'agit pas là d'une
mesure opportune.
Je pense au drame qui s'est produit voici quelques semaines: une
maman avait été renversée par un jeune de 26 ans qui s'était déjà vu
10.01 Annick Saudoyer (PS):
Een recent ongeval vestigt
nogmaals onze aandacht op de
problematiek van de
multirecidiverende wegpiraten.
Kan men in dergelijke gevallen niet
overwegen om het voertuig
verbeurd te verklaren?
Moeten de financiële sancties ten
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
retirer quatre fois son permis de conduire. Son comportement peut
donc être qualifié d'irresponsable. De plus, nous pouvons imaginer
que, si la justice laisse la voiture à la disposition de ce chauffard qui
avait déjà été privé de permis, son comportement risque d'être tout
aussi irresponsable, puisqu'il risque de reprendre son véhicule -
comme il l'a d'ailleurs fait dans les circonstances présentes.
Monsieur le ministre, j'aimerais connaître votre avis quant à la
confiscation du véhicule de toute personne coupable d'un
comportement dangereux sur la route.
Il est vrai qu'en 2006, les sanctions ont été revues à la hausse.
Toutefois, ne faudrait-il pas alourdir davantage les sanctions liées à
de tels comportements? Ainsi, par exemple, une personne coupable
d'une course-poursuite, infraction classée dans la catégorie la plus
élevée des sanctions, est susceptible de se voir condamnée à une
amende allant de 250 à 2.750 euros. Cela ne vous semble-t-il pas
peu au regard des conséquences dramatiques que de tels
comportements peuvent avoir?
L'enquête n'est pas encore terminée mais l'on parlerait aussi d'une
course-poursuite. Ce matin, j'entendais encore à la radio que, via
internet, deux jeunes s'étaient donné rendez-vous à la frontière
française, à Hensies, et s'étaient lancés dans une course-poursuite.
Heureusement, ils n'ont pas provoqué d'accident, mais cela aurait pu
être le cas.
aanzien van dergelijk gedrag
bovendien niet worden verzwaard,
met name in geval
van
straatraces?
10.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, pour ma part, je suis prêt à faire en sorte que le juge puisse
prendre sa responsabilité. Le juge ne doit pas être systématiquement
trop sévère; il doit pouvoir conserver son pouvoir d'appréciation.
J'ai bien compris que dans le cas que vous citez, la loi ne pose pas de
problème. Il est trop facile de toujours augmenter les amendes.
Si le juge en avait la possibilité, on peut se poser la question de savoir
pourquoi il n'a pas été plus sévère.
Si la loi fait en sorte que le juge ne peut pas être sévère, je suis prêt à
faire quelque chose. Mais le fait d'obliger le juge à toujours être
sévère, ce n'est pas la bonne voie. La bonne voie est de faire en sorte
que le juge puisse, dans de tels cas, avoir le choix d'être sévère ou
pas. Si on lit bien la loi, il aurait pu être plus sévère qu'il ne l'a été
dans ce cas.
10.02 Minister Renaat Landuyt:
Ik ben bereid ervoor te zorgen dat
de rechters hun
verantwoordelijkheid
op zich
kunnen nemen, maar ik wil hen
niet verplichten systematisch
strenger te oordelen. Elk geval
moet apart bekeken worden. De
wet staat hier niet ter discussie. De
vraag is waarom de rechter geen
strengere uitspraak heeft gedaan
over een recidivist.
10.03 Annick Saudoyer (PS): Vous voulez dire que la confiscation
du véhicule est possible dans la loi?
10.03 Annick Saudoyer (PS): Is
de verbeurdverklaring van het
voertuig wettelijk al mogelijk?
10.04 Renaat Landuyt, ministre: Avant ce drame, le juge n'a pas été
très sévère concernant les délits précédents; sans doute avait-il de
bonnes raisons. C'est un constat. Mais il ne faut pas incriminer la loi!
10.05 Annick Saudoyer (PS): Certes, au niveau des sanctions, mais
peut-on confisquer une voiture? La loi permet-elle de confisquer une
voiture après plusieurs retraits du permis de conduire?
10.06 Renaat Landuyt, ministre: Oui, si c'est pour une longue 10.06 Minister Renaat Landuyt:
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
période. Dans le cas qui nous occupe, les retraits étaient de courte
durée. Il conviendrait de faire coïncider le retrait du permis de
conduire avec la confiscation de la voiture. Je suis tout à fait d'accord
avec vous. Je pense qu'il vaut parfois mieux confisquer la voiture que
le permis.
In bepaalde gevallen is de
verbeurdverklaring mogelijk. Ik
ben bereid na te gaan of de
rechter altijd de mogelijkheid kan
worden geboden desgevallend het
voertuig in beslag te nemen,
wanneer het rijbewijs wordt
ingetrokken.
10.07 Annick Saudoyer (PS): Néanmoins, l'individu pénalisé peut
toujours emprunter la voiture d'un copain, mais parfois c'est difficile à
demander. Tandis que sa propre voiture, elle se trouve dans le
garage. Le conducteur sera plus vite tenté de reprendre sa propre
voiture que d'aller demander la voiture du copain.
10.08 Renaat Landuyt, ministre: Il faudrait étudier l'opportunité de
modifier la loi pour amener le juge à être peut être plus sévère, mais
évitons qu'il le soit moins!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd
aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de markttoegang voor het
goederenvervoer per spoor in België" (nr. 13663)
11 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation, sur "l'accès au marché du fret ferroviaire en
Belgique" (n° 13663)
11.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, begin dit jaar start
het Duitse TrainsporT met goederentransport per spoor tussen
Antwerpen en Aken. TrainsporT is na het Belgische Dillen en Lejeune
Cargo, afgekort DLC, de Franse nationale spoorwegmaatschappij
SNCF en het Duitse RAIL4CHEM de vierde privéconcurrent voor de
NMBS. Nog andere concurrenten zijn op komst. Het Britse EWS en
het Nederlandse ATC Raillon, een dochter van de Deutsche Bahn,
hebben al een aanvraag ingediend bij Infrabel, maar wachten nog op
de spoorlicentie en/of het veiligheidscertificaat om op het Belgische
spoornet te mogen rijden.
De aflevering van de benodigde documenten door Infrabel verloopt
evenwel problematisch. Verschillende operatoren klagen over de te
lange aflevertermijn, zware procedures en gebrekkige dienstverlening.
Zo heeft het maar liefst twee jaar geduurd vooraleer TrainsporT de
nodige documenten had om te mogen rijden. De procedure voor
homologatie van het personeel sleepte meer dan een jaar aan en de
homologatie van het materiaal nam tien maanden in beslag. We
dringen aan om de procedure voor aflevering van treinlicenties en
veiligheidscertificaten te herzien met als doel de markttoegang te
verbeteren in het licht van een volledig geliberaliseerd
spoorcargovervoer vanaf 2007.
De toegenomen concurrentie is zeker niet nadelig voor het
cargovervoer van de NMBS. Uit de jaarresultaten van 2006 bleek dat
de omzet van de cargodivisie van de NMBS ondanks de vrijmaking
van de markt met meer dan 15% is gestegen. Ook het aantal
tonkilometer steeg van 8,11 naar 8,56 miljard. Ondanks alle
nieuwkomers heeft de NMBS vandaag echter nog steeds een
11.01 Guido De Padt (VLD): Le
SNCB compte déjà quatre
concurrents privés, qui seront
bientôt rejoints par d'autres. La
délivrance par Infrabel des
documents autorisant la circulation
sur notre réseau ferroviaire pose
parfois problème. Les délais de
délivrance sont très longs, les
procédures sont lourdes et la
qualité du service laisse à désirer.
Nous insistons pour que ces
entraves soient levées afin que
l'accès au marché soit facilité,
dans la perspective d'une
libéralisation complète du
transport de marchandises à partir
de cette année.
La SNCB n'est en effet pas lésée
par la concurrence et la Belgique
est actuellement, à quatre pays
près, lanterne rouge de l'UE en ce
qui concerne la libéralisation du
marché du rail.
Le ministre est-il d'accord avec
moi pour dire que les délais
actuels de délivrance des licences
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
marktaandeel van 95% in het goederenvervoer per spoor in ons land.
Daarmee is België, ondanks zijn centrale ligging en het dichte net, het
op 4 na minst vrijgemaakte spoor binnen de Europese Unie.
Ik kom tot mijn vragen.
Erkent de minister dat de huidige afleveringstermijnen voor
spoorlicenties en veiligheidscertificaten en bijgevolg de
rechtsonzekerheid voor private operatoren onredelijk lang zijn?
Zult u maatregelen nemen om de huidige procedure te
vereenvoudigen en te versnellen om zo de markttoegang te
verbeteren zonder de veiligheid op het net in het gedrang te brengen?
Zal een nieuwe, onafhankelijke veiligheidsinstantie in uitvoering van
het tweede spoorpakket onder de FOD Mobiliteit en Vervoer belast
worden met de uitreiking van de veiligheidscertificaten in de plaats
van Infrabel? Zal de minister bij de oprichting van deze nieuwe
instantie garanties inbouwen om de procedure voor de aflevering van
certificaten te vereenvoudigen?
ferroviaires et des certificats de
sécurité sont déraisonnables? Le
ministre accélérera-t-il la
procédure? La nouvelle instance
de sécurité, qui sera chargée à
l'avenir de la délivrance des
certificats de sécurité devra-t-elle
fournir des garanties quant à la
célérité de la procédure?
11.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, het dossier TrainsporT mag niet als richtinggevend voor de
bestaande situatie genomen worden. Er is wel een nieuwe
reglementering klaar die een sneller verloop zou moeten kennen.
Ik zal even een vergelijking maken van de drie procedures die men
tegenwoordig moet vervullen voor het verkrijgen van een
geschiktheidsattest voor het personeel, een geschiktheidsattest voor
het materieel en een veiligheidsattest. Dat zijn drie soorten
procedures die men moet doorlopen. Voor TrainsporT spreekt men
van 853 dagen, vanwege heel specifieke redenen, want er is overal
iets tegengevallen, in de procedure, maar ook bij het voorleggen van
de nodige attesten. Daartegenover staat bijvoorbeeld Rail4Chem die
alles in 189 dagen heeft gekregen. Het Franse SNCF heeft alles
gekregen in 183 dagen, DLC heeft alles in 183 dagen gekregen en de
NMBS zelf in 317 dagen. TrainsporT springt er dus echt wel uit qua
proceduretermijn.
De doelstelling is om een geschiktheidsattest voor personeel te
kunnen leveren binnen de zestig dagen. Een geschiktheidsattest voor
het materieel zou ook in zestig dagen moeten kunnen. Een
veiligheidattest moet in dertig dagen kunnen geleverd worden. Zestig
plus zestig plus dertig is 150 dagen. U merkt dat wij nog een beetje
moeten sleutelen aan de snelheid van de procedure om dit doel te
bereiken. Er zijn nieuwe regels, die hopelijk morgen in het
Belgisch Staatsblad zullen verschijnen. Het KB van 16 januari 2007
zou enige verstrenging, maar ook een versnelling van de procedure
moeten betekenen.
11.02 Renaat Landuyt, ministre:
Une nouvelle réglementation, qui
devrait permettre d'accélérer la
procédure, est prête. Il existe trois
procédures qui, jusqu'il y a peu,
duraient généralement plus de 180
jours: la demande d'un certificat
d'aptitude pour le personnel, d'un
certificat de conformité pour le
matériel et d'un certificat de
sécurité.
L'objectif consiste à pouvoir
délivrer les certificats pour le
personnel et le matériel dans les
60 jours et le certificat de sécurité
dans les 30 jours. Les nouvelles
règles sont plus strictes mais elles
contribuent également à accélérer
la procédure et j'espère qu'elles
seront publiées demain au
Moniteur belge.
11.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
deze toelichting. Het zou natuurlijk iets vlugger gaan, mochten de
begintermijnen voor de drie procedures tegelijkertijd starten. Dan zou
alles binnen de zestig dagen kunnen afgewerkt zijn. Ik weet niet
waarom men dat optelt...
11.03 Guido De Padt (VLD): La
procédure pourrait encore être
accélérée si tous les documents
pouvaient être demandés en
même temps. Dans ce cas, elle ne
durerait que 60 jours.
11.04 Minister Renaat Landuyt: Het hoeft niet. Het mag naast elkaar. 11.04 Renaat Landuyt, ministre:
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Het feit is dat firma's eerder hun materieel hebben en dat ze daarna
hun personeel en de veiligheid laten controleren. Daar zit wel een
logica in.
Voor de duidelijkheid, het kan parallel. Men kan, als men dat wil,
zowel het personeel als het materieel parallel hanteren. De optelling is
dus 60+30. Het is dus 90 dagen, de helft van wat nu als normaal
geldt.
Les demandes peuvent être
introduites en même temps mais il
est logique que les firmes
acquièrent d'abord leur matériel et
procèdent ensuite aux contrôles
nécessaires en matière de
personnel et de sécurité.
11.05 Guido De Padt (VLD): Dat is een gevoelige verbetering.
11.05 Guido De Padt (VLD): Il
s'agit là d'une amélioration
sensible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "het Europees rijbewijs"
(nr. 13664)
12 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "le permis de conduire européen"
12.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, eind december
2006 heeft het Europees Parlement met een grote meerderheid een
richtlijn goedgekeurd die de weg vrijmaakt voor de goedkeuring van
eenvormig rijbewijs in de Europese Unie. Dit rijbewijs moet vanaf
2012 de momenteel meer dan 110 nationale rijbewijzen in de EU
vervangen. Het Europees rijbewijs biedt talrijke voordelen.
Vergelijkbare rijbewijscategorieën maken wegcontroles eenvoudiger.
Dit komt de verkeersveiligheid rechtstreeks ten goede. Ook de kans
op fraude wordt kleiner door de oprichting van een Europees
rijbewijsnetwerk.
Wij zijn van mening dat de invoering van een geharmoniseerd en
uniform rijbewijs een evidente zaak is binnen een Europese Unie
zonder binnengrenzen, waar de automobilist vrij kan circuleren. Het is
dan ook niet meer dan normaal dat rijbewijzen in de Europese Unie er
hetzelfde uitzien en zoveel mogelijk dezelfde lading dekken.
Mijnheer de minister, ik heb volgende vragen. Wat zijn de concrete
gevolgen van deze richtlijn voor het huidige rijbewijs in België? Zal de
procedure voor het verkrijgen en het behouden van het rijbewijs in
ons land gewijzigd worden? Zo ja, in welke mate? Blijft de onbeperkte
geldigheidsduur van het rijbewijs overeind? Biedt de nieuwe richtlijn
de lidstaten de nodige ruimte om rekening te houden met eigen
verkeerssituaties? Zo ja, welke situaties? Bent u bereid om deze
richtlijn vroeger dan gepland om te zetten?
12.01 Guido De Padt (VLD): Le
permis de conduire européen
remplacera à partir de 2012 les
plus de cent permis qui existent
actuellement au sein de l'Union.
Un tel permis uniforme présente
de nombreux avantages.
Quelles sont les conséquences
concrètes de la nouvelle directive
pour le permis de conduire belge?
La procédure d'obtention du
permis sera-t-elle modifiée dans
notre pays? La durée illimitée du
permis de conduire restera-t-elle
acquise? Les États membres
disposeront-ils d'une certaine
marge de manoeuvre de manière
à pouvoir tenir compte de
situations qui leur sont propres en
matière de circulation routière? Le
ministre est-il disposé à anticiper
la transposition de la directive?
12.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, de
concrete gevolgen voor het huidige rijbewijs zouden neutraal moeten
zijn. Het gaat over de drager van het rijbewijs, de kaart, die uniform is
geworden. De vereisten voor een rijbewijs in België zijn dermate dat
door de uniformisering er zeker geen verstrenging of verandering zal
komen.
Ten tweede, de procedure voor het verkrijgen van een rijbewijs zal
worden gewijzigd. België heeft erover gewaakt dat er eventueel een
band kan zijn tussen de identiteitskaart en het rijbewijs, maar dit hoeft
niet. Het is misschien ook niet aangewezen om dit in een kaart te
12.02 Renaat Landuyt, ministre:
L'introduction du permis de
conduire européen n'aura aucune
conséquence concrète pour les
permis de conduire existants. Le
support sera simplement identique
dans l'ensemble de l'Union.
La procédure d'obtention du
permis de conduire sera modifiée.
Il sera possible - sans que cela ne
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
verenigen. Wij hebben in ieder geval ervaring met de uitreiking van de
elektronische identiteitskaarten en die ervaring kunnen wij gebruiken
voor de uitreiking van het elektronisch rijbewijs.
Een en ander moet nog worden uitgewerkt. Wij staan slechts aan het
begin van de administratieve planning over hoe wij dat tegen 2013
zullen realiseren.
Wat de duur betreft, zoals bij de identiteitskaarten gaat men uit van
een beperkte geldigheidsduur. Wij kunnen noteren voor 10 of,
misschien beter, voor 15 jaar. Als het van mij afhangt, wordt het 15
jaar.
Wat uw derde vraag betreft, de richtlijn zorgt ervoor dat de 110
rijbewijzen geüniformiseerd worden. Niet alleen de drager is dezelfde,
het betekent ook dat er een minimumgarantie is voor ieder land ten
opzichte van een ander, namelijk dat de vereisten die men aan
iemand stelt om te rijden ongeveer dezelfde zijn. Het is de grote zorg
van een groot Europa dat een rijbewijs in het oosten van Europa
dezelfde waarde heeft als in het westen of het centrum.
Wat betreft mijn bereidheid om de richtlijn vroeger dan gepland om te
zetten, ik wil dat doen, in de mate dat ik opnieuw minister van
Mobiliteit zou zijn. Ik bedoel dus: niet meer vóór de verkiezingen. Het
omzetten van de richtlijn is een kwestie van tempo. Ik meen dat wij
dat zouden kunnen doen, in de mate dat wij de grote lijnen van de
richtlijn reeds in onze wet kunnen zetten, maar bij de administratie is
er altijd een lichte neiging om de volledige uitvoering in kaart te
brengen, vóór zij de wettekst opstelt. Dat zouden wij eigenlijk moeten
veranderen. Qua principe zouden wij dat inderdaad kunnen doen,
maar de tijd, drie maanden, is nu wel heel kort geworden. De
betrokkenheidsprocedure zal dat niet toelaten.
soit obligatoire - de lier le permis
de conduire à la carte d'identité.
Notre expérience en ce qui
concerne la carte d'identité
électronique nous sera utile pour
la délivrance du permis de
conduire électronique.
Tous les aspects pratiques doivent
encore être définis. Nous
établissons pour l'heure un
calendrier.
Le permis européen aura une
durée de validité limitée.
Personnellement, je suis partisan
d'une durée de 15 ans.
La directive uniformise les 110
permis de conduire actuellement
délivrés en Europe. Le support
sera le même, et de plus, les
exigences auxquelles les
conducteurs devront satisfaire
seront également plus ou moins
identiques dans toute l'Europe.
Vu la procédure d'association, il
sera impossible de transposer la
directive avant les élections. Si je
redeviens ministre de la Mobilité,
je suis disposé à transposer la
directive de façon anticipée.
12.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de maximum toegelaten
hoogte voor uitzonderlijk vervoer" (nr. 13761)
13 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la hauteur maximale autorisée pour
13.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, naar aanleiding
van het 85ste salon voor lichte bedrijf- en vrijetijdsvoertuigen en
motors uit de transport- en logistieke sector opnieuw haar
bezorgdheid en ongerustheid over het uitblijven van een rechtszekere
wettelijke regeling over de toegelaten hoogte voor vrachtwagens voor
uitzonderlijk vervoer. Zowel tijdens de Ministerraad over veilig
vrachtvervoer van juni 2006 als in de beleidsnota Mobiliteit van
september 2006 hebt u zich geëngageerd om de maximaal toegelaten
hoogte op te trekken van 4,00 meter naar 4,30 meter.
Wij willen nogmaals beklemtonen dat een aangepaste reglementering
zich opdringt. Transportondernemingen worden momenteel
geconfronteerd met grote uitdagingen op economisch en ecologisch
13.01 Guido De Padt (VLD): Le
secteur du transport s'inquiète de
l'absence de dispositions légales
garantissant la sécurité juridique
en ce qui concerne la hauteur
maximale autorisée des camions
de transport exceptionnel. Lors du
Conseil des ministres du mois de
juin 2006 et dans la note de
politique relative à la Mobilité de
septembre 2006, le ministre s'est
engagé à relever la hauteur
maximale autorisée de 4 à 4,30
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
vlak, en moeten ook in ons land kunnen inspelen op technologische
evoluties in de logistieke sector.
Op mijn vorige vraag daarover, op 20 november, antwoordde u
letterlijk "dat de beslissing momenteel middenin een
betrokkenheidsprocedure zit, waarbij het Vlaamse Gewest een
positief advies, en het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
een negatief advies heeft uitgebracht". U concludeerde toen letterlijk
"dat men aan het marchanderen is", en dat u de knoop zult moeten
doorhakken.
Mijnheer de minister, vandaar heb ik de volgende vragen.
Hebt u intussen reeds een beslissing genomen over het optrekken
van de hoogte van 4,00 naar 4,30 meter? Zo ja, wanneer zal de
aangepaste reglementering van kracht worden? Zo nee, wat zijn de
knelpunten, en hoe verantwoordt u het uitblijven van een aangepaste
regelgeving, rekening houdend met de bijkomende druk op het
leefmilieu en de verkeersveiligheid, vermits dezelfde transportvolumes
met tot twee keer zo veel voertuigen vervoerd moeten worden? Zal er
nog een doorbraak komen op dat vlak in deze legislatuur?
mètres.
Une réglementation adaptée doit
être adoptée d'urgence étant
donné que les entreprises de
transport doivent pouvoir réagir
aux évolutions technologiques au
sein du secteur logistique. Par
ailleurs, le relèvement de la
hauteur autorisée permettrait de
transporter plus de marchandises
par camion, au bénéfice de
l'environnement et de la sécurité.
Le 20 novembre 2006, le ministre
m'a répondu qu'une procédure
d'association est en cours pour ce
dossier. Il en a conclu que les
Régions se livraient à un
marchandage au détriment de la
sécurité routière et qu'il serait
appelé à trancher. Le ministre a-t-il
pris une décision dans l'intervalle?
La hauteur est-elle portée de 4
mètres à 4,30 mètres?
13.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer De Padt, eerst wens ik
nogmaals te herhalen dat ik het inderdaad betreur dat men
marchandeert over verkeersveiligheid.
Op uw eerste vraag is het antwoord eigenlijk ja. Ik heb een beslissing
genomen.
Zoals u weet, werd een algemene maatregel, waarbij de hoogte van
4,00 naar 4,30 meter zou worden opgetrokken, negatief onthaald door
het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Enkel het Vlaams
Gewest verleende een positief advies.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zowel om technische als
om budgettaire redenen een negatief advies gegeven. Vanuit
technisch oogpunt is het optrekken van de maximaal toegelaten
hoogte voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet wenselijk omdat
de meeste bruggen momenteel niet zijn aangepast.
Het gebruik van een veiligheidsmarge van 50 centimeter is voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest belangrijk omdat een deel van die
marge momenteel wordt gebruikt voor bijkomende uitrusting aan
bruggen, zoals borden met dynamische signalisatie, camera's,
enzovoort. Vanuit budgettair oogpunt impliceert de vereiste
bijkomende signalisatie voor bruggen, die niet aan de nieuwe
maximumhoogte kunnen beantwoorden, voor het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest - volgens hen - een aanzienlijke kost.
Het Waals Gewest heeft, louter om redenen van verkeersveiligheid,
een negatief advies gegeven. Volgens het Waals Gewest komt het
beperken van de veiligheidsmarge van 50 centimeter tot 20
centimeter neer op het wegnemen van 60% van de veiligheid.
Bovendien is het Waals Gewest van oordeel dat het knabbelen aan
13.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je répète que je déplore ce
marchandage concernant la
sécurité routière. Une mesure
générale en vertu de laquelle la
hauteur maximale autorisée des
camions serait portée de 4 mètres
à 4,30 mètres, a été accueillie
négativement par la Région
wallonne et la Région de
Bruxelles-capitale, alors que la
Région flamande y était favorable.
La Région de Bruxelles-capitale
estime que le relèvement de la
hauteur maximale autorisée n'est
pas souhaitable étant donné que
les ponts ne sont actuellement pas
adaptés. La marge de sécurité de
50 centimètres des ponts est
actuellement utilisée pour la
signalisation, les caméras, etc. et
une adaptation de ces
infrastructures aurait une
incidence budgétaire importante.
Selon la Région wallonne, la
diminution de la marge de sécurité
de 50 à 20 centimètres reviendrait
à une réduction de la sécurité de
60% et elle estime qu'une telle
mesure constituerait un mauvais
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
de veiligheidsmarge een slecht signaal zou zijn.
Ingevolge de negatieve adviezen van twee van de drie Gewesten heb
ik beslist dat het optrekken van de hoogte van 4 naar 4,3 meter geen
optie is. Het optrekken van de maximaal toegelaten hoogte is
nochtans de meest praktische oplossing om te verhinderen dat men
voor iedere highcube container een vergunning voor uitzonderlijk
vervoer moet aanvragen. Niettegenstaande het feit dat dit principieel
in strijd is met de Europese regelgeving ter zake is de enige piste die
momenteel nog open blijft, om een passende oplossing voor de
highcube containers te vinden, die van het uitzonderlijk vervoer.
Zo zou in de toekomst, mits abstractie wordt gemaakt van de
Europese vereiste van ondeelbaarheid, een highcube container
kunnen worden vervoerd onder gelding van een langlopende
vergunning voor uitzonderlijk vervoer, zoals dit nu reeds in Nederland
het geval is. De facto zal dit er wellicht op neerkomen dat dergelijke
vergunningen enkel voor het Vlaams Gewest zullen worden
afgeleverd.
Uw tweede en derde vraag vervallen voor een stuk door dit antwoord.
Ik kom dan tot uw vierde vraag. Hoe verantwoordt de minister het
uitblijven van een aangepaste regelgeving? Ik verwijs hiervoor naar
het antwoord op de eerste vraag. De procedure van betrokkenheid
impliceert dat zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met het
standpunt van de Gewesten, te meer daar deze materie hen
rechtstreeks aanbelangt. In dit verband wens ik tevens uw aandacht
te vestigen op het nieuwe ontwerp van KB omtrent het uitzonderlijk
vervoer, dat momenteel midden in de betrokkenheidsprocedure zit.
Zoals u weet, heeft de Raad van State in zijn advies van 3 oktober
2006 te kennen gegeven dat de materie van uitzonderlijk vervoer een
gedeelde bevoegdheid is van de federale overheid en de Gewesten.
Zo is de federale overheid bevoegd voor de maatregelen die
betrekking hebben op het garanderen van de verkeersveiligheid, en
zijn de regionale overheden bevoegd voor de maatregelen die
betrekking hebben op de bescherming van de weginfrastructuur. Naar
aanleiding van dit advies heeft het Vlaams Gewest te kennen
gegeven zijn bevoegdheid maximaal te willen uitputten. Inmiddels
werden hieromtrent door het Vlaams Gewest ontwerpteksten
opgesteld. Vorige week vonden hierover de eerste inhoudelijke
gesprekken plaats. Naast een aantal technische opmerkingen en
correcties aan teksten, werd overeengekomen dat de teksten eerst
zouden worden overlegd met de sector, alvorens verder te gaan met
het overleg en bruggen te slaan tussen de federale en regionale
regelgeving. Inmiddels zitten de federale teksten geblokkeerd,
aangezien door het Vlaams Gewest een nieuwe classificatie van de
vergunningen voor uitzonderlijk vervoer wordt voorgesteld. Zal er dus
nog een doorbraak komen tijdens deze legislatuur, zoals uw laatste
vraag luidt? Gelet op het voorgaande ligt de bal nu volledig in het
kamp van de Vlaamse minister van Openbare Werken. Deze week
verwacht ik een concrete timing. Ik zal niet nalaten u hiervan op de
hoogte te brengen.
signal.
À la suite des ces avis négatifs, j'ai
décidé de ne pas autoriser une
augmentation de la hauteur
maximale autorisée, bien que ce
soit la solution la plus pratique. Il
ne reste dès lors qu'une solution,
qui enfreint par ailleurs la
réglementation européenne: pour
chaque conteneur hors-normes, il
y aura lieu de demander une
autorisation de transport
exceptionnel de longue durée,
comme c'est déjà le cas aux Pays-
Bas. Dans la pratique, des
autorisations de ce type ne seront
probablement délivrées que pour
la Région flamande.
La procédure d'association
implique que nous devons tenir
compte autant que possible de la
position des Régions. En ce
moment, le nouveau projet
d'arrêté royal relatif au transport
exceptionnel en est au stade de la
procédure d'association. Dans son
avis du 3 octobre 2006, le Conseil
d'État indique que le transport
exceptionnel constitue une
compétence partagée entre
l'autorité fédérale et les Régions.
L'autorité fédérale est compétente
pour la sécurité routière et les
autorités régionales sont
compétentes pour la protection de
l'infrastructure routière. Dans
l'intervalle, la Région flamande a
rédigé des projets de textes
relatifs à une nouvelle
classification des autorisations de
transport exceptionnel. La Région
a décidé de négocier avec le
secteur avant d'entamer les
négociations avec l'autorité
fédérale, bloquant ainsi les textes
fédéraux. J'attends un calendrier
concret de la Région flamande au
cours de cette semaine.
13.03 Guido De Padt (VLD): Was dat aan mij gericht?
13.04 Minister Renaat Landuyt: Het was niet aan mezelf gericht, ik
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
lees voor wat u aanbelangt.
13.05 Guido De Padt (VLD): Dit is opnieuw een kafkaiaans verhaal,
waarbij vrachtwagens met een hoogte van 4,30 meter in Vlaanderen
wel en in Wallonië en Brussel niet zullen kunnen rijden. Hoe dat met
elkaar valt te rijmen is toch niet zo eenvoudig en eenduidig.
13.05 Guido De Padt (VLD): Ce
dossier prend des allures
kafkaïennes: des camions d'une
hauteur de 4,30 mètres seront
autorisés à circuler en Flandre,
mais pas en Wallonie ni à
Bruxelles.
14 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de economische schade door
files" (nr. 13796)
14 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "les pertes économiques causées par
14.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, wellicht had u
recent contact met professor Marc Goovaerts van de KUL, die
voorstelt om een verzekering in te voeren die de economische schade
uit de files zou moeten dekken. Volgens hem is die schade perfect te
berekenen omdat de politie onmiddellijk de lengte van de files kent,
alsook de tijd gedurende dewelke men erin zit. Volgens de professor
kan men er een bedrag opplakken die de economische schade
bepaalt.
De professor stelt voor om dat geld in een fonds te storten waarmee
de knelpunten die ontstaan naar aanleiding van files, kunnen worden
weggewerkt.
Mijnheer de minister, hoe evalueert u dit voorstel?
Werd inmiddels al contact met professor Goovaerts genomen? Uit het
telefonisch onderhoud dat ik met hem had, blijkt dat dat inderdaad het
geval was. Hij bezorgde de documenten die hij aan mij overhandigde,
ook aan uw kabinet.
Ten tweede, welke concrete initiatieven nam u tot op heden om vanuit
een federale invalshoek te trachten mee een oplossing voor de
fileproblematiek te bieden?
14.01 Guido De Padt (VLD): M.
Marc Goovaerts, professeur à
l'université de Louvain, propose
d'instaurer une assurance
couvrant les pertes économiques
causées par les embouteillages.
Selon le professeur, les pertes
pourraient être calculées sur la
base de la longueur de
l'embouteillage. L'argent pourrait
être investi dans la lutte contre les
embouteillages.
Que pense le ministre de cette
proposition? A-t-il déjà pris contact
avec le professeur Goovaerts?
Quelles initiatives le ministre a-t-il
prises pour lutter contre le
problème des embouteillages?
14.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik merk dat ik
in mijn dossier een mail van marcgoovaerts@economkulleuven.be
heb, verstuurd op zondag 21 januari 2007 om 23.43 uur.
14.03 Guido De Padt (VLD): Hij is een wakker mens.
14.04 Minister Renaat Landuyt: Hij werkt op zondagavond met de
mailbox van de universiteit.
Ik geef toe dat ik persoonlijk nog geen tijd heb gehad om zijn voorstel
door te nemen. Er is echter vannacht wel contact per mail geweest.
Wij zullen de mail even bekijken.
Wat betreft de concrete initiatieven, de federale politie heeft al
theoretisch een interventiechronometer uitgewerkt. Het is immers de
bedoeling om met de metingen te beginnen. Zij heeft ook een
budgettaire raming voor het draaiboek van een interventie na een
ongeval opgemaakt. Het is de bedoeling dat wij nog in maart 2007 de
resultaten aan de Ministerraad voorleggen.
14.04 Renaat Landuyt, ministre:
Je n'ai pas encore eu le temps
d'examiner la proposition du
professeur Goovaerts, mais il m'a
cependant envoyé un courriel.
La police fédérale a mis au point
un chronomètre d'intervention, ce
qui nous permet d'entamer des
mesurages. Elle a également
réalisé une estimation budgétaire
relative au scénario d'une
intervention à la suite d'un
22/01/2007
CRIV 51
COM 1167
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Ik ben van plan om met de federale wegpolitie af te spreken om
minstens voor de grote assen te beginnen met de bekendmaking van
het beginpunt en het eindpunt. Meestal is zij immers toch de eerste en
de laatste.
Dat is natuurlijk niet hun probleem. Ze zijn bang dat dit
onverantwoordelijkheid zou zijn. De verschillende diensten kunnen
daardoor ook in kaart worden gebracht. Het is gemakkelijk om te
zeggen wanneer de politie er is en wanneer ze er is vertrokken. Het is
iets moeilijker om te zeggen hoe lang men op de ziekenwagen heeft
gewacht en daarna op de takelwagen.
In theorie is het klaar. Het is mijn bedoeling om dat op een publieke
wijze te doen, om de druk op het snel vrijmaken van de weg groter te
maken. Technisch kan ik echter voorlopig niet meer zeggen.
accident. En mars 2007, nous
soumettrons les résultats au
Conseil des ministres.
J'entends me mettre d'accord
avec la police fédérale de la route
pour l'enregistrement du début et
de la fin d'une intervention.
D'autres services sont bien
entendu également concernés par
une intervention et il faut aussi en
tenir compte.
En théorie, le projet est donc prêt.
Je souhaite annoncer les temps
d'intervention pour ainsi
augmenter la pression et obtenir
que la chaussée soit dégagée plus
rapidement.
14.05 Guido De Padt (VLD): Weet u hoeveel die budgettaire raming
voor het opmaken van het draaiboek bedraagt?
14.05 Guido De Padt (VLD): À
combien s'élève l'estimation
budgétaire relative à l'élaboration
du scénario?
14.06 Minister Renaat Landuyt: Dat mag eigenlijk niet veel zijn. Het
gaat erom dat wij nu van alle diensten ongeveer weten wie wat
wanneer moet doen. Dan moeten we ervoor zorgen dat alle diensten
dat draaiboek in de hand hebben.
14.06 Renaat Landuyt, ministre:
Le montant ne sera pas élevé. Le
scénario doit nous permettre et
doit permettre au services
concernés d'être informés des
missions.
14.07 Guido De Padt (VLD): De FOD Mobiliteit gaat dat opmaken?
14.07 Guido De Padt (VLD): Le
SPF Mobilité s'en chargera-t-il?
14.08 Minister Renaat Landuyt: Ja. De federale wegpolitie ook nogal
sterk. Na vele bijeenkomsten, al een jaar lang, hebben wij nu knopen
doorgehakt. Dit document moet naar alle diensten kunnen gaan en
omgezet worden in vorming. Er zit wel tijdwinst in door de techniek
van het sneller opbellen van iedereen enzovoort. Men kan daar echter
verder in gaan. Diensten klaar houden of niet is weer een verdere
stap. Ik discussieer altijd uitgaand van het bestaande. Alleen al door
de druk en de haalbaarheid waarmee men werkt, kan men zien waar
er gaten zitten in deze productie, zijnde het zo snel mogelijk vrijmaken
van de weg.
14.08 Renaat Landuyt, ministre:
La police fédérale de la route a
participé à son élaboration. Nous
nous sommes réunis toute une
année durant à ce sujet. Le
scénario nous permettra d'ores et
déjà de gagner du temps lors
d'une intervention, mais a
essentiellement pour but d'évaluer
comment la chaussée peut être
libérée plus rapidement encore à
la suite d'un accident.
14.09 Guido De Padt (VLD): Dank u, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.30 heures.
CRIV 51
COM 1167
22/01/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43