Commission
de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique |
Commissie
voor de Binnenlandse Zaken, de algemene Zaken en het Openbaar Ambt |
du mercredi 17 janvier 2007 Matin ______ |
van woensdag 17 januari 2007 Voormiddag ______ |
La séance est ouverte à 10.17 heures et présidée par M. André Frédéric.
De vergadering wordt geopend om 10.17 uur en voorgezeten door de heer André Frédéric.
01 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, over "het terugdringen van de regeldrift met een regelgevingsagenda en een commissie wetgevingsbeleid" (nr. 13632)
01 Question de M. Koen T'Sijen au secrétaire d'État à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre, sur "la limitation de la surréglementation par le biais d'un agenda de la réglementation et d'une commission de la politique législative" (n° 13632)
01.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de staatssecretaris, in de media werd, zoals dat regelmatig gebeurt, bericht dat er in het Staatsblad 76.468 pagina’s zijn bijgekomen. Dat zijn er 20.000 meer dan vorig jaar en het is bijna een verviervoudiging ten opzichte van 1989. We hebben ons met de regering tot doel gesteld om de regels met een kwart te verminderen. Ik wou u graag een aantal vragen stellen over drie concrete initiatieven die ik zelf naar voren wil brengen.
Het gaat ten eerste om een regelgevingsagenda. Dat is een publiek raadpleegbare lijst van voorgenomen regelgeving die continu wordt geactualiseerd en die kan worden gekoppeld aan een meerjarenprogrammering die samenvalt met de termijn van de legislatuur.
Een tweede belangrijk instrument om de regelgeving terug te dringen is mijns inziens een witboek, een conceptnota bedoeld om voorafgaand aan de redactie van de regelgeving zelf reeds een eerste politiek en maatschappelijk overleg te organiseren over de wenselijkheid en de inhoud van de nieuwe regelgeving.
Een derde voorstel dat ik u wil voorleggen is een parlementaire commissie Wetgevingsbeleid die zorgt voor de nodige politieke prioriteit en agendering. Zij coördineert initiatieven die nodig zijn om de opmaak van voorstellen van decreet of wetsvoorstellen te begeleiden.
Concreet heb ik een vijftal vragen. Hoe verklaart u de enorme stijging aan wetgeving in de voorbije jaren, dus niet enkel vorig jaar? Welke initiatieven liggen er nog op de planken om de overvloed aan wetgeving te stoppen? Ik heb nog drie concrete vragen over mijn voorstellen. Bent u daar voorstander van? Denkt u na over zo’n regelgevingsagenda, over een witboek en eventueel over een parlementaire commissie om de regelgeving terug te dringen? Dat zijn nieuwe initiatieven en ik had daar graag even reflectie over gehad met u.
01.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de voorzitter, collega, bedankt voor de vragen.
Ik heb een interessant citaat gevonden dat aangeeft dat er in de loop van de geschiedenis altijd wel beschouwingen zijn gemaakt over regeldruk en over regulering. Een bekende Florentijnse architect, Leon Baptista Alberti, heeft in de 15de eeuw het volgende gezegd: “Niet meer dan tien geboden, door Mozes afgekondigd, hielden het hele joodse volk honderden jaren in godsvrees, in oefening der deugdzaamheid, rechtvaardigheid en vaderlandsliefde. De Romeinen hadden, om een republiek uit te bouwen en het gehele rijk te beschermen, genoeg aan twaalf uiterst korte tafels. Wij hebben” – dat is in de tijd van de Renaissance – “zestig planken vol met wetten en elke dag publiceren wij nieuwe verordeningen.”
Nu even ernstig, mijn inschatting is dat het aantal pagina’s van het Belgisch Staatsblad niet altijd representatief is voor het al dan niet slagen van de operatie administratieve vereenvoudiging. De cijfers van het Federaal Planbureau – die u waarschijnlijk wel kent –, die zijn gebaseerd op een objectieve bevraging binnen een representatief staal ondernemers in ons land, geven aan dat de administratieve last en druk met 25% gedaald zou zijn. Dat is dus een totaal aantal plaatje dan hetgeen af te leiden is uit het aantal pagina’s van het Belgisch Staatsblad.
Bovendien staan meer pagina’s in het Belgisch Staatsblad niet noodzakelijk voor meer relevante regels. U vraagt hoe het komt dat er een stijging is van het aantal pagina’s, niet alleen vorig jaar maar ook de voorgaande jaren. Daarvoor zijn er verschillende objectieve verklaringen.
Ten eerste is er de impact van de federalisering op onze regelgeving. Meer bevoegdheden naar de deelstaten – u bent er zelf ook grote voorstander van – betekent uiteraard dat er drie keer meer regels zijn, omdat er minstens drie deelstaten zijn. De milieuwetgeving was vroeger federaal, één wet; nu hebben we twee decreten en een ordonnantie.
Bijkomend, alle decreten en ordonnanties worden vertaald naar het Nederlands of het Frans. In totaal brengt dat een stijging met zich mee met factor zes.
Ten tweede, in 2006 was het een bijzonder jaar, zoals zo dikwijls in de politiek. 2006 was een verkiezingsjaar met gemeente- en provincieraadsverkiezingen, welke verkiezingen voor het eerst werden georganiseerd door en onder de voogdij van de Gewesten. Dat betekende zowat zevenduizend pagina’s extra in vergelijking met het jaar 2000, aangezien er nu drie in plaats van één voogdijoverheid is.
Bovendien is het zo dat wij na een beslissing van het Arbitragehof bezig zijn met een serieuze inhaalbeweging van het vertalen van allerlei wetten en besluiten naar het Duits. U weet dat dit ook moet gebeuren. Dit geeft op zich ook geen toename van relevante regelgeving.
Dan is er ook nog de inhaalbeweging die onder leiding van de collega's van de regering is ingezet, om versneld Europese richtlijnen om te zetten. Straks wordt hiervan opnieuw een staaltje gepleegd, alhoewel ik niet weet of er hier sprake is van een versnelde omzetting.
Een ander terrein is dat van collega Vanvelthoven op het vlak van de algemene verbindverklaring van cao's. U weet dat cao's algemeen verbindend worden verklaard en dan worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ons land was kampioen om algemeen verbindend verklaarde cao's die intussen reeds waren verstreken nog te publiceren. Collega Vanvelthoven zit nu op schema. Wij hebben daar zeker een achterstand ingelopen. Wij hebben twee keer gepubliceerd, als u begrijpt wat ik bedoel.
Het is ook zo dat wij een aantal dingen publiceren in het Staatsblad die wij vroeger niet publiceerden, maar die volgens mij wel interessant zijn. Denk aan de beheersovereenkomsten van de parastatalen in de sociale zekerheid en ook aan de mandatenlijsten van de politici, waarvan u geen tegenstander bent, denk ik.
Tevens veronderstelt de afschaffing van regels ook wetten. U weet dat wij het zegelwetboek hebben afgeschaft. Dat hield opnieuw ongeveer 100 pagina's in.
Zo kom ik aan uw tweede vraag over de initiatieven. De voorbije jaren hebben wij reeds een aantal zaken gedaan. Op de website vindt u bijna 300 zaken die afgeschaft of vereenvoudigd zijn. Ik verwijs niet alleen naar het opstarten van bedrijven, maar ook naar wat wij hebben gedaan in verband met de parkeerkaart voor de zwaarst gehandicapten. U kent ook de kafkatest, om te voorkomen dat er nieuwe wetgeving bijkomt die te veel administratieve lasten creëert.
De hotelfiches die een paar weken geleden in deze commissie werden goedgekeurd zullen de komende maanden worden ingevoerd. Ook de vestigingswetgeving voor onder meer de bouw en de horeca zal worden gemoderniseerd.
Uw drie vragen zijn interessant maar ik huiver er een beetje voor. Waarom? Drie en een half jaar geleden had ik twee opties om te vereenvoudigen: de theoretische en de praktische optie. Ik ben een West-Vlaming en geloof bijgevolg nogal sterk in de praktijk. Ik probeer voor zoveel mogelijk kansengroepen in de samenleving zoals ondernemers effectief zaken te vereenvoudigen. U moet eens langs lopen bij uw beenhouwer. Sinds 1 januari 2007 is het controleboek afgeschaft dat sinds 1936 bestaat. Dit is een heel concrete realisatie.
Op zich is de theoretische aanpak interessant. Mochten we ons daarmee de voorbije jaren hebben beziggehouden, hadden we geen concreet resultaat kunnen voorleggen.
Ik geloof wel in de instrumenten. Ten eerste, de regelgevingagenda. Een goed regeerakkoord moet, mijns inziens, een regelgevingagenda bevatten waarbij wordt aangestipt welke regels dienen te worden aangepast, vereenvoudigd of afgeschaft bij de uitvoering van bepaalde plannen. Het regeerakkoord van juni 2003 stipt 12 concrete punten aan inzake administratieve vereenvoudiging. Tegen het eind van de legislatuur zullen deze punten allemaal zijn gerealiseerd. We hebben zelfs meer gedaan. De website www.kafka.be geeft heel nauwkeurig de stand van zaken aan. Op die manier geven we geïnteresseerden de kans om mede inspraak te hebben en bieden we transparantie en voorspelbaarheid.
Wat de conceptnota's betreft, meen ik te weten dat de federale regering met dergelijke nota's werkt. De modernisering van de vestigingswetgeving verloopt volgens deze werkwijze. We zijn gestart met een conceptnota op de Ministerraad van 10 december 2004. Daarmee zijn we naar de belangenorganisaties gestapt en hebben lange discussies gevoerd. Uiteindelijk mondt dit uit in wetgeving en koninklijke besluiten die volgen op de conceptnota's. Het is correct mijnheer T'Sijen dat de conceptnota's as such niet publiek toegankelijk zijn.
U weet dat voorbereidende stukken voor de Ministerraad dat ook niet zijn. Ik hoor dat collega’s in het Vlaams Parlement dat ook proberen te bereiken bij de Vlaamse regering, maar daarin ook niet slagen. Misschien is het een strijd die u ooit eens moet voeren om meer transparantie te bekomen voor die stukken. Op die manier is een parlementslid immers sneller op de hoogte van wat er precies gebeurt.
Ten slotte, wat de parlementaire commissie betreft, u weet dat ik daarvan een grote voorstander ben. Als ik mij niet vergis, werd het wetsvoorstel tot oprichting van een Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie in deze Kamer trouwens met unanimiteit goedgekeurd. Dit werd aan de Senaat overgezonden die er twee jaar later nog steeds niet uit is. De voorzitter van de Senaat heeft mij verteld dat zij donderdag een laatste poging zal wagen om het alsnog te doen goedkeuren.
01.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord en motivering. Ik volg het thema volledig en ik vond de berichtgeving in die zin dan ook een beetje appelen met citroenen vergelijken.
Wat de drie concrete voorstellen betreft, is mijn bezorgdheid vooral dat wij er structureel aan moeten werken. Het is, mijns inziens, noodzakelijk aan het regeerakkoord de regelgevingagenda te koppelen. De conceptnota’s behoeven inderdaad transparantie en het zou veel oplossen indien het Parlement daar ook inzage van zou kunnen krijgen.
Wat de voorstellen – praktisch of theoretisch – betreft, meen ik niet dat dat de discussie op zich is. Ik meen dat de discussie vooral erop neerkomt dat wij in de toekomst structurele afspraken moeten kunnen maken om de regeldrift nog beter te kunnen terugdringen en onder controle te houden.
L'incident est clos.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 10.29 uur.
Le développement des questions et interpellations se termine à 10.29 heures.