Commission des Finances et du Budget

Commissie voor de Financiën en de Begroting

 

du

 

mardi 16 janvier 2007

 

Matin

 

______

 

 

van

 

dinsdag 16 januari 2007

 

Voormiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 10.14 heures et présidée par M. François-Xavier de Donnea.

De vergadering wordt geopend om 10.14 uur en voorgezeten door de heer François-Xavier de Donnea.

 

01 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de evolutie in ontvangsten en doorstortingen naar Gemeenschappen en Gewesten" (nr. 13633)

01 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "l'évolution des recettes et des versements aux Communautés et aux Régions" (n° 13633)

 

01.01  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, ik dank u om te hebben gewacht. Mevrouw de vice-eerste minister, ik wens u te feliciteren met uw huwelijk.

 

Ik had graag vernomen wat de evolutie van de ontvangsten sinds 1999 in absolute bedragen is.

 

Hoeveel werd er doorgestort aan de Gemeenschappen en Gewesten en aan de sociale zekerheid in absolute bedragen en in miljoen euro?

 

Ik vraag dat naar aanleiding van de discussie over het gegeven dat er extra geld naar Vlaanderen of naar de deelstaten is gegaan, dat dit veel is en dat dit begint te wegen op de federale begroting. Daarom had ik graag geweten wat die evolutie is sinds 1999.

 

Men verwees op de persconferentie die u samen met vice-eerste minister Reynders gehouden hebt, enerzijds naar de Gemeenschappen en Gewesten en anderzijds naar de sociale zekerheid als nieuwe "transfers". Natuurlijk is er ook veel geld naar het federale niveau zelf gegaan. Ik had graag de officiële cijfers daarvan van u ontvangen.

 

Als u een tabel zou hebben, kan ik reeds volgen en mijn repliek voorbereiden.

 

01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik heb een tabel bij met een overzicht van de evolutie van de totaalontvangsten van de federale overheid en de overdrachten.

 

Naast de middelen die getransfereerd worden naar de Gemeenschappen en Gewesten en de sociale zekerheid zijn er ook andere transfers in opgenomen. Die tabel geeft duidelijk een volledig overzicht van de overgang van totaalontvangsten naar rijksmiddelenontvangsten.

 

Ik wil hier wel even benadrukken dat de cijfers voor 2006 vanzelfsprekend een voorlopig karakter hebben. Het betreft immers ramingen die begin januari zijn afgesloten. Het is dus een raming, maar nog geen definitief cijfer.

 

01.03  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor even te wachten tot ik de tabel heb kunnen bekijken.

 

01.04 Minister Freya Van den Bossche: Ik kan u nu een tabel tonen.

 

01.05  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik dank u, mevrouw de minister. Het gaat over de financiering van de Gewesten en Gemeenschappen. Dat is de laatste kolom, neem ik aan?

 

01.06 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb hier zelf geen exemplaar meer, dus u zult zelf moeten lezen wat er staat. Ik herinner mij dat de tabel bijzonder helder is, met titeltjes, daaronder cijfertjes, jaartallen, enzovoort.

 

01.07  Hendrik Bogaert (CD&V): Wachten we dan even tot u ook de tabel hebt?

 

01.08 Minister Freya Van den Bossche: Nee, dat is niet nodig. Ik denk dat ze voor zichzelf spreekt. Als u ze niet begrijpt, mag u even naar hier komen. Dan zal ik het u uitleggen. Het is echt een eenvoudige tabel. Het zijn cijfers, jaartallen en titels van waar het geld naartoe gaat. Ik denk dat men geen eenvoudiger tabel kan krijgen. Het is een volledig hoofdstuk.

 

01.09  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal even tot bij u komen.

 

01.10 Minister Freya Van den Bossche: (…)

 

01.11  Hendrik Bogaert (CD&V): (…)

Wat is dat hier?

 

01.12 Minister Freya Van den Bossche: U kunt het toch zien: toegewezen aan de sociale zekerheid, ontvangsten. Lezen gaat toch nog, mijnheer Bogaert. U bent er echt mee aan het lachen nu.

 

01.13  Hendrik Bogaert (CD&V): Gaat het over die twee kolommen?

 

01.14 Minister Freya Van den Bossche: Ik zeg niet waarover het gaat, want ik weet niet wat het voorwerp van uw vraag is.

 

Belastingen, bijvoorbeeld, die worden doorgestort. Aan u om te zeggen wat u met die cijfers wilt doen. Ik kan niet weten welke cijfers u nodig hebt. Weet ik veel welke conclusies u wilt trekken.

 

01.15  Hendrik Bogaert (CD&V): (…)

Al de rest zijn dan ontvangsten voor de overheid?

 

01.16 Minister Freya Van den Bossche: Alles staat er duidelijk bij.

 

01.17  Hendrik Bogaert (CD&V): Dat is federaal.

 

01.18 Minister Freya Van den Bossche: De rijksmiddelen zijn federaal.

 

01.19  Hendrik Bogaert (CD&V): Exclusief sociale zekerheid.

 

De voorzitter: Mijnheer Bogaert, u hebt nu het woord voor uw repliek.

 

01.20  Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, bedankt voor de toelichting van deze tabel. Ik ga het percentage bekijken van de ontvangsten die afgestaan zijn aan de Europese Unie, alsook van de ontvangsten die zijn toegewezen aan de sociale zekerheid. Die zijn inderdaad serieus omhooggegaan. Natuurlijk blijft het de politieke verantwoordelijkheid van de federale regering, want zij is de volledige entiteit 1. Ik was een beetje verrast dat men op de persconferentie zegt dat men een transfer naar de sociale zekerheid heeft. Het is wel degelijk de federale overheid zelf die de politieke bevoegdheid heeft over de sociale zekerheid, niet alleen in hoofde van de heer Demotte, maar ook in hoofde van andere ministers. Eigenlijk begrijp ik de redenering niet goed dat men het op federaal vlak zeer moeilijk heeft door de sociale zekerheid. Die sociale zekerheid is voor honderd procent de bevoegdheid van de nationale regering. Op dat vlak zie ik niet goed in waarom er daar een pijnpunt zou zijn.

 

Wat de financiering van Gemeenschappen en Gewesten betreft, ik hoor dat daar heel veel kritiek op is omdat dat bedrag voortdurend stijgt.

 

Ten eerste, er zijn sowieso wetten. Er zijn financieringswetten, en ik neem aan dat iedereen ermee akkoord gaat die wetten te volgen en ook de gevolgen daarvan, politiek, op zich te nemen. Bovendien is er het Lambermont-akkoord, waarvan wij, vanuit de oppositie, altijd gezegd hebben dat het maxigeld is voor minibevoegdheden. Ik moest even aan een Vlaamse uitdrukking denken, maar ik zal misschien een andere uitdrukking nemen. Ik meen dat u zelf de gevolgen draagt van de wetten die paars zelf goedgekeurd heeft op dat vlak.

 

In elk geval vind ik het niet eerlijk het voor te stellen alsof er veel geld naar de deelstaten gegaan is, en niet eens naar voren te brengen dat het logisch is dat er ook een indexering is van een aantal middelen. Ik moet de eerste politicus nog tegenkomen die zegt dat de wedde van onderwijzers en onderwijzeressen, kleuterleiders en kleuterleidsters in Vlaanderen geplafonneerd moet zijn in absolute termen en dat er geen inflatieaanpassing moet zijn, geen aanpassing aan de levensduurte. Per definitie zit men al met een hoger bedrag. Ik vind het dus niet correct te zeggen dat wij nu van 32 miljard naar 33,5 miljard zijn gegaan, dus dat 1,5 miljard extra naar de deelstaten is gevloeid. Alleen al door de inflatie zit men aan een hoger bedrag. Als men de inflatie toepast op die 32 miljard zit men al met een stijging van een paar honderden miljoenen. Het is dus niet correct te gaan zeggen dat er anderhalf miljard extra uit onze pot is verdwenen. Ik vind dat geen correcte manier van voorstellen.

 

Ik zie ook dat de rijksmiddelenontvangsten zwaar gestegen zijn. Zij zijn natuurlijk afgetopt in 2006. Het is een inschatting, zoals u aangeeft, maar goed, die ontvangsten zijn ook sinds 1999 van 39 miljard naar 43 miljard gegaan. Ik meen dat het nogal demagogisch zou overkomen te zeggen: “Er is 4 miljard extra naar het federale niveau gegaan, maar wat hebt u met dat geld gedaan?”

 

Kortom, ik meen dat het goed is die cijfers te analyseren, maar ik meen dat het evenzeer correct is die cijfers in hun context te zetten: hoe hoog is de inflatie en wat is de inflatiecorrectie op dat vlak? In elk geval, paars is zelf verantwoordelijk voor het doorstorten van financieringen aan Gewesten en Gemeenschappen, in de zin dat het Lambermont-akkoord daar nog een ferme schep bovenop heeft gedaan. Het is nochtans een interessante analyse dat u het probleem samen met de vice-eerste minister vaststelt, met name dat er te veel geld naar de deelstaten gaat, maar voor een stuk hebt u dat zelf bewerkstelligd door het Lambermont-akkoord.

 

Rest nog de politieke vraag: is het zo erg dat er extra geld naar de deelstaten gaat? Van wie is dat geld? Men doet alsof dat nationaal geld is dat doorgestort wordt. Ik vind dat het geld dat naar de deelstaten gaat – ik zal niet zeggen per definitie – eigenlijk goed besteed geld is. Zij doen daar nuttige dingen mee inzake onderwijs en mobiliteit. Er is trouwens een aantal ministers van uw eigen politieke partij dat daar ook politieke verantwoordelijkheid draagt.

 

Ik ben dus stomverbaasd het verhaal te horen dat het extra geld dat naar Vlaanderen gaat, niet goed besteed is en dat dit dus moet worden herbekeken in de financieringswet en dat het allemaal moet worden heronderhandeld.

 

Wat is een heronderhandeling van de financieringswet? Wat kan het anders zijn dan dat er minder geld naar de deelstaten, naar Vlaanderen, zou gaan? De belastingopbrengsten worden hoofdzakelijk in Vlaanderen geheven. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de vennootschapsbelasting, stel ik vast dat er maar 15% in Wallonië wordt geheven. Dan te stellen dat er te veel geld naar Vlaanderen gaat, vind ik een politiek zeer riskante stellingneming.

 

Ik weet dat hierover veel mist wordt gespoten. Het hoeft niet per definitie minder te zijn, maar aan heronderhandelen kan ik slechts een conclusie verbinden. Als men het heeft over heronderhandelen, betekent dat toch dat men ervan uitgaat dat er meer geld terug moet gaan naar het federale niveau en minder naar de deelstaten. Daarmee kan ik politiek absoluut niet akkoord gaan.

 

Ik zal in elk geval een verdere cijferanalyse maken en ik dank het kabinet voor de uitleg omtrent de cijfers.

 

01.21 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de wijze waarop de heer Bogaert er altijd in slaagt een exposé van een kwartier te houden over zaken die ik niet heb gezegd is wraakroepend.

 

Als de heer Bogaert het krantenartikel zou lezen en niet enkel de kop of de tekst onder de foto, zou hij weten dat ik heb gezegd dat de logica vandaag zoek is in de manier waarop onze Staat wordt georganiseerd inzake bevoegdheden en goede financieringszin. Dat is al wat ik heb gezegd. Ik heb gezegd dat ik op zoek ben naar meer logica. Ik heb niet meer gezegd dan dat.

 

Mijn collega heeft een aantal uitspraken gedaan, maar ook niet elk van de uitspraken waarvan u hier beweert dat hij ze heeft gedaan. Ik zet mij dus met klem af tegen wat de heer Bogaert denkt dat mijn woorden of gedachten zijn, waren en zullen zijn. De feiten zijn enkel de feiten.

 

01.22  Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, u zegt dat het wraakroepend is. Ik sta open voor uw wraak. Ik weet niet welke vorm die wraak precies zal aannemen.

 

01.23 Minister Freya Van den Bossche: Dat zult u dan wel zien. (…)

 

01.24  Hendrik Bogaert (CD&V): U zegt dat ik uw woorden en gedachten te veel parafraseer. Over uw gedachten zal ik zeker niets zeggen, maar wel wat betreft uw woorden. Op een bepaald ogenblik moet u afstappen van het communicatief verstoppertje spelen.

 

De logica is zoek. De journalisten zitten daar en zij interpreteren dat op dezelfde manier als ik dat doe. De VLD heeft bij monde van Luk Van Biesen daarover ook al statements gemaakt. Ik ga in de Kamer in debat in de plenaire. Borginon ziet dat ook in.

 

U zit hier als vice-premier. U moet er toch tegen kunnen dat ik dan statements maak over de hele regering. Ik ben er niet zeker van dat ik er veel naast zit. Het is heel duidelijk dat de boodschap van de regering is de financieringswet te willen heronderhandelen aangezien er een probleem is.

 

Wat is het probleem volgens minister Reynders? U zit daar samen, dus ik neem aan dat u elkaar daar globaal politiek afdekt: u hoeft elkaar niet telkens in de haren te zitten.

 

01.25 Minister Freya Van den Bossche: (…) interpellatie houdt dat u aan het afdekken bent (…)

 

01.26  Hendrik Bogaert (CD&V): Nee, dat is een andere partij. De heer Reynders en u zitten in dezelfde regering en u bent vice-premier. Ik was er niet bij, maar volgens de journalisten was het goed doorgenomen en voorbereid. Ik neem dus aan dat de violen gestemd zijn.

 

Wat is de politieke boodschap van de paarse regering? De deelstaten zwemmen in het geld en wij hebben te weinig geld. Op het ogenblik dat de federale regering armlastig wordt of de begroting niet rond krijgt en die met allerlei trucjes in evenwicht moet proberen te krijgen, is de ondertoon van het verhaal dat er heel veel geld naar de deelstaten is gevloeid. U kunt nu zeggen dat de logica zoek is, maar dan moet u maar eens zeggen wat u precies bedoelt.

 

Het is mijn recht als volksvertegenwoordiger om het zo te begrijpen, mevrouw de minister, dat er wordt aangestuurd op een boodschap. Ik ben blij dat collega Van Biesen hier nu is. De boodschap is eigenlijk dat het federale vlak het budgettair steeds moeilijker krijgt, dus don't blame us als de begroting weer eens met haken en ogen aan elkaar is gebreid zoals nu het geval is, want de echte oorzaak daarvan is dat er veel geld naar de deelstaten is gegaan en we zullen dat moeten herbekijken, want de logica is zoek. Dat is de boodschap. Reynders zegt dat het een transfer is en dat dit bij de staatshervorming zal moeten worden bekeken. Ik ben absoluut voorstander van een staatshervorming: wat mij betreft kunnen er niet genoeg staatshervormingen zijn. De boodschap is echter duidelijk gericht aan de deelstaten: een deel van het geld zal moeten worden herbekeken.

 

Ik stel daar tegenover: wie brengt nationaal dat belastinggeld binnen? Dat is Vlaanderen voor een groot stuk. Als er dan van dat nationaal geld, vooral vanuit Vlaanderen binnengebracht, een groot deel terugvloeit naar Vlaanderen, dan vind ik dat logisch. Doet de Vlaamse regering daar foute dingen mee? Nee, zij doet daar geen foute dingen mee. Zij betaalt daar onderwijzers en onderwijzeressen mee, zij denkt aan mobiliteit en nog een aantal zaken. Ik vind het daarom niet wraakroepend, maar wel nogal kras dat nu sinds een aantal weken het verhaal wordt opgehangen dat er te veel geld naar de deelstaten gaat. Ik weet heel goed vanwaar dit geld komt en vind het heel terecht dat het geld daar op zijn plaats zit.

 

Trouwens, de Vlaamse regering heeft het geld niet allemaal opgedaan zoals de federale regering. De Vlaamse regering heeft een groot deel van dat geld gebruikt voor schuldafbouw, wat ik in de globale context zeer goed besteed vind. Zij heeft een aantal overschotten geboekt. In het verleden is het maar al te dikwijls gebeurd, zeg maar elk jaar, dat de globale begroting werd gered door het overschot van Vlaanderen. Er zijn in het verleden zeer nuttige dingen gebeurd met dat geld, wat ik spijtig genoeg niet altijd kan zeggen van wat er federaal met dat geld gebeurt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "Eurostat en de gevolgen voor de begroting van 2005" (nr. 13634)

02 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "Eurostat et ses effets sur le budget 2005" (n° 13634)

 

02.01  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik zou graag weten of er al nieuws is van Eurostat inzake de NMBS-constructie en de gevolgen daarvan voor de begroting van 2005. Blijft er een gat van 7,4 miljard euro in de begroting? Wat is de laatste stand van zaken? Wat is de politieke houding van de regering?

 

02.02 Minister Freya Van den Bossche: De Belgische regering heeft in de loop van de maand december een annulatieverzoek tegen de Eurostat-beslissing ingediend bij het Europees Hof van Justitie.

 

02.03  Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, ik geef u de gelegenheid om helemaal uit te spreken.

 

De voorzitter: Ik denk dat dit al gebeurd is.

 

02.04 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer Bogaert, ik kan niet duidelijker en eenvoudiger zijn. Ik heb geen 120 woorden per seconde nodig om uit te leggen wat ik bedoel.

 

02.05  Hendrik Bogaert (CD&V): Het ritme heeft mij niet gestoord. Het gaat over het totale aantal lettergrepen in uw antwoord.

 

02.06 Minister Freya Van den Bossche: Hoe langer u praat, hoe korter ik word. Hebt u dat al gemerkt, mijnheer Bogaert?

 

02.07  Luk Van Biesen (VLD): De minister is net getrouwd. Stop die liefdesverklaringen dus maar.

 

02.08  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik denk dat u nog maar net binnengekomen bent, mijnheer Van Biesen.

 

De voorzitter: Ik kan het incident dus sluiten.

 

02.09  Hendrik Bogaert (CD&V): Nee, ik ga hier nog verder op in.

 

02.10 Minister Freya Van den Bossche: (…)

 

De voorzitter: Professor Bogaert heeft het woord.

 

02.11  Hendrik Bogaert (CD&V): Die ambitie heb ik nooit gehad. Ik heb daarvoor absoluut het talent niet.

 

Wat maken wij hier mee? Wij hebben een regering die al jaren Eurostat gebruikt als ultieme scheidsrechter. U knikt instemmend, mijnheer de voorzitter. Wij hebben dat hier een paar keer meegemaakt met de heer Vande Lanotte. Ook mijn collega Carl Devlies is een paar keer verbaal in de clinch gegaan met de heer Vande Lanotte. Het kwam altijd op hetzelfde neer: op het eind van de discussie zei men dat wij slechte verliezers waren en dat Eurostat de scheidsrechter is.

 

Wat stel ik nu vast? Er is een absolute vorm van newspeak bezig. Ik hoor dat ook van diverse journalisten. Op dit ogenblik is er formeel een groot gat, van verschillende miljarden euro, in de begroting van 2005. De regering trekt zich daarvan helemaal niets aan. De regering zegt dat Eurostat geen gelijk heeft en blijft haar cijfers publiceren. De regering liegt eigenlijk over het aantal jaren begroting in evenwicht.

 

Iedereen weet dat die begroting structureel nooit in evenwicht geweest is. De Nationale Bank heeft dat verschillende keren bevestigd. Er is opnieuw een procent structureel tekort. Dat is ook het geval voor 2006. Ik zie gefronste wenkbrauwen, maar u geeft zelf toe dat u voor 0,7% eenmalige maatregelen treft en dat er een groei is van het bruto binnenlands product met 3%. Als men beide optelt, dan komt men al snel aan 1 tot 1,2% structureel deficit op de begroting. Men doet alsof de begroting in evenwicht is, maar de begroting is helemaal niet evenwicht. Ondertussen heeft ook Europa zijn buik vol van al die trucs die gebruikt worden in de begroting.

 

De regering maakt er echt een soepje van. Dat is eindelijk ook op de radar van Europa, Eurostat, gekomen, die gezegd heeft: “Tot hier en niet verder.” De NMBS-constructie wordt dus tegengehouden. Europa heeft na lange discussies in alle intellectuele eerlijkheid moeten vaststellen dat de constructie niet kan. Europa stelt dus vast dat er in de begroting van 2005 een groot gat is.

 

Wat doet de huidige regering, die een heel slechte verliezer is? Zij blijft de procedure aanhouden en blijft tegenover Europa de trucs op de trucs verdedigen. Ik vind dat erg storend.

 

Wanneer wij kijken naar wat ondertussen in Nederland is gebeurd, dan stellen wij vast dat Nederland ons bijna heeft bijgebeend. Het beende ons niet alleen bij op het vlak van de overheidsschuld, die al lang veel beter dan de Belgische was. Ook op het vlak van het vorderingensaldo komt Nederland heel dicht in de buurt van België.

 

Ik vraag mij af welke trucs die landen wel hebben toegepast. De voortdurende triomfverklaringen dat de Belgische begroting in evenwicht is, steken de ogen uit. De man in de straat heeft trouwens al lang begrepen dat de begroting niet in evenwicht is. Hij merkt ook dat de regering heel wat gebouwen heeft verkocht.

 

De vorige keer hebt u gezegd dat wij u niet meer over de verkoop van overheidsgebouwen mochten aanspreken, omdat u dat zich niet aantrok. Ik zal er u blijven over aanspreken. Immers, wanneer u voor meer dan een miljard euro aan gebouwen verkoopt en met de verkoop blijft doorgaan, moeten wij terecht vaststellen dat de begroting gewoon niet in evenwicht is. Zij werd in elkaar gesjoemeld. Dat is de werkelijke status van de begroting. De regering betaalde tenslotte de fout van 883 miljoen euro met de verkoop van een miljard euro aan overheidsgebouwen. Op die manier ging de regering in de feiten te werk.

 

Ik vind het heel storend dat de regering maar blijft discussiëren met Eurostat. Ik neem aan dat de discussies en de procedurestrijd nog zeker tot de verkiezingen zullen blijven duren. Daarvoor is ook een goede, politieke reden. Intellectueel zou het echter correcter zijn om toe te geven dat de NMBS-constructie niet klopte.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "het verkopen van overheidsgebouwen" (nr. 13635)

03 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la vente de bâtiments publics" (n° 13635)

 

03.01  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, graag vernam ik van u het totale bedrag van de verkoop van overheidsgebouwen in 2006. Hoeveel procent maakt dit uit van het bbp? Hoeveel bedraagt het bbp in 2006? Voor hoeveel miljoen euro gebouwen werden er verkocht sinds uw aantreden als minister van Begroting?

 

03.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, tijdens het begrotingsjaar 2006 werd in het raam van de specifieke vastgoedoperatie een opbrengst geboekt van 575,6 miljoen euro. Daarnaast werd tevens de verkoop gerealiseerd van ex-rijkswachtgebouwen voor 9 miljoen euro, het ging om legerlogementen. Voor 2005, het jaar waarin een andere minister voor en na 15 oktober het departement beheerde - uw vraag is gelinkt aan mijn aantreden - kan ik u geen detail geven over welke data en welke gebouwen eventueel zouden verkocht zijn. Daarvoor moet u collega Reynders ondervragen. Over het volledige jaar 2005 gespreid, werd voor 91 miljoen euro aan gebouwen verkocht.

 

03.03  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het valt me op dat men het gebouw in Tokio vergeet.

 

03.04 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de heer Bogaert heeft specifiek naar de gebouwen gevraagd. U weet dat de grote som geld die Tokio heeft opgebracht afkomstig is van het terrein dat volledig is verkocht met daarop een gebouw. Dat is zeker niet de prijs van het gebouw. Indien u de vraag anders geformuleerd had en gevraagd had naar het onroerend patrimonium dat werd verkocht, zou ik het terrein vermeld hebben. Ik antwoord letterlijk op uw vraag.

 

03.05  Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, u moet in staat zijn om "online" te antwoorden op de eenvoudige vraag hoeveel Tokio heeft opgebracht.

 

03.06 Minister Freya Van den Bossche: Voor het terrein in Tokio werd 360 miljoen euro in de begroting ingeschreven.

 

03.07  Hendrik Bogaert (CD&V): Die 360 miljoen omvat gebouwen en terrein?

 

03.08 Minister Freya Van den Bossche: Het is een immens terrein.

 

03.09  Hendrik Bogaert (CD&V): Hoeveel bedraagt het totaal voor het gebouw en het terrein, kortom het totaal van het onroerend goed, om het met uw termen te herhalen?

 

03.10 Minister Freya Van den Bossche: 360 miljoen euro. Ik zal het drie keer maar geen vier keer herhalen.

 

03.11  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik heb de indruk dat u vandaag nerveus bent, mevrouw de minister.

 

Op hoeveel komen we uit als we 360 miljoen euro optellen bij de 575 miljoen euro?

 

03.12 Minister Freya Van den Bossche: Reken dat zelf maar eens uit. Zitten we in de kleuterklas?

 

03.13  Hendrik Bogaert (CD&V): Er zit een politieke relevantie aan de vraag, mevrouw de minister.

 

03.14 Minister Freya Van den Bossche: Er zit geen politieke relevantie in de vraag om twee getallen op te tellen.

 

03.15  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal u uitleggen waarom, mevrouw de minister.

 

Tijdens uw persconferentie en andere communicaties herhaalt u voortdurend hetzelfde en vraagt u zich af waarover we ons druk maken vermits de verkoop van die gebouwen slechts 0,15% van het bbp vertegenwoordigt. Ik ben geen rekenwonder maar 0,15% van 300 miljard euro is ongeveer 450 miljoen euro.

 

Wat doet u en de regering tijdens haar communicatie?

 

U zegt: “Beste burgers van ons land, u hoeft zich geen zorgen te maken. De hele heisa over de verkoop van gebouwen beslaat immers maar 0,15% van het bruto binnenlands product.” In mijn hoofd vermenigvuldig ik voornoemd percentage dan met ongeveer 300 miljard euro. Dat is ongeveer 450 miljoen euro aan verkochte gebouwen.

 

Van mij hoeft u de optelsom niet te maken. Als u ze echter maakt, komt u dicht bij een miljard euro uit. Een miljard euro op 300 miljard euro, dat is geen 0,15%. Dat zal in de buurt van het dubbele liggen.

 

Dat is storend aan de communicatie van de regering. Aan de journalisten wordt verteld dat het maar om 0,15% gaat. Ik merk dan op dat het om het dubbele gaat. Dat zijn volgens mij geen vergissingen. Volgens mij wordt dat opzettelijk gedaan tijdens de voorbereiding van de persconferentie. De regering misleidt dus de bevolking. Zij minimaliseert het probleem, terwijl het probleem het dubbele is. Als wij de verkoop van de ambassade in Tokio immers optellen bij de voornoemde 575 + 9 miljoen euro, komen wij op bijna een miljard euro uit. Dat is een vorm van heel spijtige newspeak van de huidige regering, namelijk het probleem voorstellen als de helft, terwijl het veel meer dan dat is.

 

Het is dus een terechte vraag om de twee getallen op te tellen en na te gaan hoeveel procent van het bruto binnenlands product de som is. Dat is dus niet 0,15% maar het dubbele.

 

Mijnheer de voorzitter, dat ligt in de lijn van het beleid van de huidige regering. Als er een probleem is en de regering moet het inschatten, schat zij het op ongeveer de helft van de werkelijkheid.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de bijdrage van de petroleumsector" (nr. 13636)

04 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la contribution du secteur pétrolier" (n° 13636)

 

04.01  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik had graag geweten of het bedrag van 12 miljoen euro vrijwillige bijdrage van de petroleumsector reeds is gestort? Zo ja, wanneer? Welk bedrag werd er gestort?

 

04.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de 12 miljoen euro is gestort vóór 1 januari 2007 in een fonds beheerd door de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Dat is dus gebeurd zoals dat is bepaald in de artikelen 41 tot 48 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen.

 

Voor een detail van betaling kan ik niet anders dan verwijzen naar de minister onder wiens bevoegdheid voorvermelde FOD ressorteert. Wij hebben zelf deze informatie per telefoon en per mail bekomen. Wij hebben echter ook niet meer informatie dan hetgeen ik u nu meedeel.

 

De exacte datum ken ik niet. Men heeft ons echter bevestigd dat de storting vóór 1 januari ontvangen is.

 

04.03  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zal de commissie dat antwoord opvragen bij de minister of moet ik dat zelf doen? Wat zijn de geplogenheden?

 

De voorzitter: U bent meester van uw vraag.

 

04.04  Luk Van Biesen (VLD): Het is goed voor de statistieken als u die vraag zelf stelt.

 

04.05  Hendrik Bogaert (CD&V): Dat is mijn zorg niet. Ik wil wel weten op welke datum exact het gestort is. Niets is immers zoals het lijkt. Ik verwijs ook naar de terechte opmerking van collega Devlies. Plots blijkt dat er op 4 januari toch nog heel veel ingekohierd wordt voor de bedrijven. Ik wil dus wel eens weten wat er precies gebeurd is.

 

Als het zo gebeurd is, dan moet ik zeggen eindelijk. Het was Caroline Gennez, toen voorzitter van de sp.a, die destijds heeft gezegd dat zij 250 miljoen ging losweken bij de petroleumsector. De politieke glijbaan is dan naar beneden gegaan, naar 100 miljoen. Dan werd het 75 miljoen, als ik het mij goed herinner. Dan werd het 23 miljoen. Het is dan 12 miljoen geworden. Nu blijkt dat het 12 miljoen is gespreid over 5 jaar, in die zin dat men in de petroleumsector voor 5 jaar gerust is. Er werd een deal gemaakt, in die zin dat er gedurende 5 jaar geen eenmalige maatregelen meer komen vanuit de regering ten opzichte van de petroleumsector.

 

Ik vraag mij af of de farmaceutische sector, of andere sectoren, ook zulke deals kunnen afsluiten met de regering. Misschien zou het met een andere minister moeilijker zijn om zo'n deal af te sluiten.

 

04.06 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, het spijt mij, maar ik moet weer iets corrigeren en weer het advies geven om de teksten goed te lezen. Het is niet het woord eenmalig, maar eenzijdig. Dus, eenzijdig zal in de komende jaren niets opgelegd wordt. Dat heeft een volledig andere betekenis.

 

04.07  Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, ik kan hieruit alleen maar besluiten dat u niet uitsluit dat er wel maatregelen zijn die de petroleumsector dan spontaan naar voren brengt.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb heel die saga gevolgd. De kans dat de petroleumsector spontaan miljoenen euro naar de staatskas draagt, is redelijk klein. Er wordt eerst 250 miljoen euro gevraagd. Uiteindelijk komt men uit op 12 miljoen. Dan bedingt men nog dat men voor vijf jaar gerust is, als ik mij zo mag uitdrukken, dan is de kans dat de petroleumsector zelf miljoenen euro naar de staatskas draagt, niet heel groot.

 

De voorzitter: Mijnheer Bogaert, daarstraks had u het over 0,015. Het moet 0,0015 zijn. Dat is voor het verslag. Het gaat om het aandeel van de verkopen van gebouwen in het bruto nationaal product. Als het over ongeveer 450 miljoen gaat, dan is het 0,0015 en als het over bijna een miljard gaat, dan is het…

 

04.08  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb in procenten gesproken.

 

De voorzitter: U moet in duizendsten spreken.

 

04.09  Hendrik Bogaert (CD&V): Voorzitter, sorry, men drukt het altijd uit als een percentage van het bruto binnenlands product. Ik zal een willekeurig voorbeeld geven.

 

De voorzitter: …procentpunten.

 

04.10  Hendrik Bogaert (CD&V): Als we spreken van het structureel onevenwicht in de begroting, dan spreekt de Nationale Bank over 1 procent van het bruto binnenlands product. In het geval van de gebouwen sprak de minister over 0,15% maar in werkelijkheid is het het dubbele. Dat was teneur van mijn uiteenzetting.

 

De voorzitter: Ik zou niet willen dat u slecht geïnterpreteerd wordt in het verslag.

 

04.11  Hendrik Bogaert (CD&V): Het geeft een aangenaam gevoel coaching te krijgen op het vlak van taalgebruik. Ik wil de betrokkene daarvoor danken, natuurlijk.

 

De voorzitter: En ook inzake elementaire wiskunde.

 

04.12  Hendrik Bogaert (CD&V): En u, op het vlak van wiskunde. Het zal mijn toekomstige loopbaan alleen bevorderen, meen ik.

 

(…): Bent u kandidaat-eerste-minister?

 

De voorzitter: De heer Bogaert?

 

(…): Neen, u, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: Neen, neen.

 

(…): U bent perfect tweetalig. Een belangrijke voorwaarde tegenwoordig.

 

04.13  Hendrik Bogaert (CD&V): Perfect tweetalig. Wij zullen u lanceren vanuit onze commissie! (Hilariteit)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de afsluiting van de begroting 2006" (nr. 13684)

05 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la clôture du budget 2006" (n° 13684)

 

05.01  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, vorige week heeft in deze commissie een discussie plaatsgegrepen met de minister van Financiën. Dit was bijzonder leerrijk met betrekking tot een aantal operaties die de FOD Financiën in de laatste maanden van het jaar heeft uitgevoerd. Als we spreken over die operaties, komen we snel tot begrotingseffecten. Het zijn financiële operaties van de FOD Financiën, vooral met betrekking tot inkohiering. De conclusies doen ons vaststellen dat een en ander een grote impact heeft op de begroting van het jaar 2006 en op termijn ook op de begroting van het jaar 2007.

 

Er was op de eerste plaats de inkohiering van de personenbelasting. Op basis van de cijfers die de minister heeft meegedeeld hebben wij vastgesteld dat er een positief saldo was in het voordeel van de Belgische Staat op het einde van het jaar ten belope van honderd miljoen euro. Dat is een bijzonder verrassend cijfer omdat in de begroting – niemand die dat beter weet dan u – een bedrag van 3,4 miljard euro is voorzien als netto terugbetalingen in de personenbelasting. Concreet had men ongeveer twintig procent of meer ingekohierd in de personenbelasting. Als men dan de berekening maakt op basis van 20% inkohieringen en een terug te betalen bedrag van 3,4 miljard euro, dan komt men snel op een bedrag van 680 miljoen euro dat normalerwijze aan de belastingplichtigen terug had moeten worden betaald. We stellen nu het tegenovergestelde vast: in plaats van een terugbetaling is er een bijbetaling ten voordele van de Belgische Staat voor een bedrag van honderd miljoen euro. Dat is natuurlijk bijzonder goed nieuws voor uw begroting van het jaar 2006. Duidelijk is dat er een aantal technieken werd gebruikt bij de FOD Financiën inzake selectie van belastingplichtigen om tot dit resultaat te komen, maar voor u als minister van Begroting is dit natuurlijk een bijzonder positieve evolutie.

 

Dan is er een tweede techniek die uw collega heeft gebruikt. U herinnert zich nog de kleine rekenfout van 883 miljoen die uw collega had gemaakt in de zomervakantie. Dan is de beslissing gekomen dat het verloren bedrag diende gecompenseerd te worden met vennootschapsbelastingen waarvan de inkohiering versneld zou worden. Die beslissing werd genomen op het moment dat de rekenfout werd ontdekt. Tijdens de laatste weken van het jaar hebben we vastgesteld dat aan de administratie van de FOD Financiën en aan de taxateurs de opdracht werd gegeven om enerzijds het inkohieringsritme te versnellen, maar anderzijds ook om zich toe te leggen op de positieve kohiers met een positief saldo voor de Belgische Staat, terwijl de negatieve kohiers uitgesteld dienden te worden.

 

We beschikken over bewijzen. Het is heel duidelijk dat die instructies werden gegeven.

 

Ik heb de minister daarover ondervraagd.

 

05.02  Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer Devlies, u hebt een identieke vraag gesteld aan minister Reynders en u hebt ons toen beloofd de bewijsstukken aan de commissie te bezorgen. Als commissaris heb ik die stukken nog niet ontvangen.

 

05.03  Carl Devlies (CD&V): Dat is niet waar. Mijnheer Van Biesen, u hebt zich vorige week beziggehouden met het houden van uiteenzettingen die absoluut geen verband hielden met het onderwerp. U had het onder meer over de gemeenteraad van Leuven. Ik heb u uitgenodigd om naar Leuven te komen om lid te worden van de gemeenteraad. U kunt zich kandidaat stellen, maar beperk u tot de onderwerpen.

 

U hebt het recht gekregen van de voorzitter om te onderbreken. Dat is niet gebruikelijk. Vorige week hebt u verschillende keren mogen onderbreken op het moment dat ik gewone vragen stelde. Als u dat doet, beperk u dan tot het onderwerp.

 

Ik heb er geen problemen dat de voorzitter u toestaat het woord te voeren. Ik hou van een debat, maar als u dan op die lullige wijze …

 

05.04  Luk Van Biesen (VLD): Collega, u zou het bewijs ter beschikking stellen van de commissie.

 

05.05  Carl Devlies (CD&V): Ik heb gezegd dat ik over bewijzen beschik, maar ik heb nooit gezegd dat ik die ter beschikking zou stellen van de commissie.

 

Ik heb de bewijzen bij mij, maar er is geen enkele reden om ze aan de commissie te geven. Vraag de bewijsstukken aan de minister. Het zijn stukken van de FOD Financiën.

 

Wat heeft de minister gezegd? De minister heeft onderstreept dat hij niet heeft gezegd dat die rondzendbrief niet bestaat, maar dat iemand anders dat heeft gezegd. Een ambtenaar heeft dat gezegd. Hij heeft de naam van de ambtenaar genoemd, die heeft gezegd dat die rondzendbrief niet bestond.

 

De minister heeft ook niet gezegd dat hij de rondzendbrief heeft ingetrokken. Dat is weer iemand anders die dat heeft gezegd. Het is een beetje de stijl van minister Reynders om altijd rond de pot te draaien. Mijnheer Van Biesen, u hebt daar goed aan meegewerkt door het aanbrengen van onderwerpen die totaal niets te maken hadden met de discussie die werd gevoerd.

 

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, we zien hoe gevoelig het onderwerp ligt bij uw coalitiepartner.

 

Het is duidelijk dat die rondzendbrief er is geweest. Ik heb vorige week aan minister Reynders gevraagd hoe de inkohiering van de vennootschapsbelasting precies is verlopen. Hij heeft toegegeven dat er op 4 januari 2007 voor een bedrag van 225 miljoen euro negatieve kohieren waren gevestigd in de vennootschapsbelasting. Er werd dus duidelijk gevolg gegeven aan de oproep in die rondzendbrief. Die 225 miljoen euro negatieve kohieren die men heeft gevestigd op 4 januari, hebben een effect op uw begroting. Dat is een voordeel van 225 miljoen euro voor de begroting 2006.

 

Als ik daar de 100 miljoen bijvoeg van de personenbelasting, dan spreken wij over 325 miljoen euro.

 

Ik kom tot mijn vragen, mevrouw de minister.

 

Werden deze technieken, die gehanteerd werden door de FOD Financiën, met u besproken? Hebt u daarvoor uw akkoord gegeven? Was het een strategie van de regering om op deze manier te werken of was het een persoonlijke keuze van uw collega Reynders en zijn administratie?

 

Mijn tweede vraag heeft betrekking op het juiste bedrag van de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2006, gevestigd in 2006. Ik heb daarover verschillende cijfers. Het oorspronkelijke cijfer van de begroting, dat ik gevonden heb in de begrotingsdocumenten, bedroeg 490 miljoen euro. U hebt, samen met de heer Reynders, een persconferentie georganiseerd in het begin van de maand januari. Ik meen dat het na 4 januari was. Daar hebt u gesproken over 700 miljoen euro. De cijfers die mij vorige week door minister Reynders werden bezorgd, leveren een bedrag op van 873 miljoen euro. Dit zijn cijfers die de toestand weergeven op 8 januari 2007. Vermits uit het document dat de heer Reynders mij overhandigd heeft, blijkt dat de negatieve inkohieringen een bedrag vertegenwoordigen van 693 miljoen euro, veronderstel ik dat het bedrag van 225 miljoen euro van 4 januari nog in mindering dient te worden gebracht van het bedrag van 693 miljoen euro. Als men die berekening maakt, dan krijgt men een resultaat van 1,098 miljard. Dat is het resultaat van de versnelde inkohiering van de vennootschapsbelasting.

 

Mijn vraag is: wat is het juiste bedrag? Minstens een gedeelte van dit bedrag dient als eenmalig beschouwd te worden. Ik verwijs naar de algemene toelichting van de begroting. Op pagina’s 39 en 40 is er sprake van een eenmalig positief effect, opgetekend door de ingevoerde versnelling van de inkohiering van de vennootschapsbelasting. Ik zou graag weten wat het eenmalige effect is. Wat is het totale bedrag voor het aanslagjaar 2006? Welk gedeelte daarvan is eenmalig positief? Het kan zijn dat dit het volledige bedrag is. Ik denk dat het in principe het volledige bedrag zou moeten zijn, maar ik zou graag uw standpunt daarover horen.

 

05.06 Minister Freya Van den Bossche: Op basis van de jongste prognose van de Schatkist, van december, wordt de totale ontvangst inzake in te kohieren vennootschapsbelasting geraamd op 1.147,6 miljoen euro voor 2006. Die ontvangst betreft het inkohieringsjaar 2005 en voorgaande jaren voor bijna 1.070 miljoen euro en de eerste effecten van de inkohiering van het aanslagjaar 2006 voor een kleine 80 miljoen euro. Bij de raming voor januari werd dus rekening gehouden met een eenmalig effect van ongeveer 700 miljoen euro ten gevolge van de structurele vervroeging van de inkohiering in het jaar zelf van het aanslagjaar.

 

Wat uw vraag over de FOD Financiën betreft, kan ik alleen meedelen dat het beheer van het inkohieren en van het innen of terugbetalen in het kader van de personen- of vennootschapsbelasting integraal tot de bevoegdheid van de minister van Financiën behoort. Het spreekt voor zich dat de uitvoering ressorteert onder de bevoegdheid van de minister, zoals dat voor elk departement geldt. De minister van Begroting ontvangt van de administratie Financiën via het kabinet de resultaten.

 

Ik kan toch twee elementen meedelen. Ten eerste, de regering heeft beslist vanaf 2006 alle kohieren inzake vennootschappen begin oktober te versturen. De bedoeling is dat de inkohiering de volgende jaren aan hetzelfde vervroegde ritme gebeurt. Ten tweede, het INR verbetert elk jaar het moment van kohieren en betalingen en beslist op basis daarvan van welk bedrag een overgangscorrectie moet worden gemaakt. De overgangscorrectie voor het effect van de versnelde inkohiering zal dus alle in te kohieren vennootschapsbelastingen dekken die slaan op het jaar 2006, met inbegrip van de negatieve inkohiering, ten belope van 225 miljoen euro.

 

05.07  Carl Devlies (CD&V): Ik ben verheugd te vernemen dat de minister van Begroting niet medeplichtig is aan de operaties die gebeurd zijn op de FOD Financiën.

 

05.08 Minister Freya Van den Bossche: Waarmee ik zeker niet gezegd heb, voorzitter, in de redenering te stappen van het Kamerlid omtrent wat er gebeurd zou zijn. Ik heb mij in deze natuurlijk helemaal afzijdig gehouden, zoals dat hoort.

 

05.09  Carl Devlies (CD&V): U hebt zich beperkt tot het aantonen en het beklemtonen van uw onschuld. Ik neem daarvan graag akte.

 

05.10 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb mijn bevoegdheid afgebakend en die van anderen ook.

 

05.11  Carl Devlies (CD&V): Ik neem daar graag akte van. Ik meen dat het positief is dat u aan dergelijke operaties uw medewerking niet verleent, want het is natuurlijk een scheeftrekking van de resultaten. Het is een scheeftrekking van de begroting. U zou participeren aan een techniek waarbij lasten naar de toekomst worden doorgeschoven.

 

De cijfers die u hebt gegeven, blijven erg onduidelijk. Ik zal u voor de verandering zelf eens een tabel geven. In het begin van uw antwoord sprak u over cijfers voor het jaar 2005 en vorige jaren. U sprak over een bedrag van 1,070 miljard. Dit heeft betrekking op de inkohiering van het aanslagjaar 2006, inkohiering 2006. Daarmee is men begonnen in de maand oktober. De tweede tabel onderaan de pagina is de toestand op 8 januari. Ik zal u de tabel eerst even laten bekijken.

 

Dat zijn de cijfers op 8 januari 2007 over het aanslagjaar 2006, inkohieringen 2006 van de vennootschapsbelasting. U ziet dat het inkohieringsresultaat 873 miljoen euro bedraagt. Daarin worden de negatieve inkohieringen voor 693 miljoen euro inbegrepen. Dat zijn cijfers van 8 januari. Op 4 januari werden echter nog negatieve inkohieringen voor 225 miljoen euro gevestigd. Ik heb dat er met de hand bijgeschreven. Dat bedrag van 693 miljoen euro moet dan eigenlijk met 225 miljoen euro worden verminderd. De minister heeft dat ook gezegd in haar antwoord op een andere vraag.

 

Ik vraag mij af of het totale resultaat met betrekking tot het jaar 2006 873 miljoen is, plus 225 miljoen. Is dat het resultaat voor uw begroting 2006?

 

05.12 Minister Freya Van den Bossche: Hebt u het over de kohiering of het kassabedrag?

 

05.13  Carl Devlies (CD&V): Over de kohiering en het bedrag dat u aanrekent voor uw begroting. Ik meen te weten dat u met kohiercijfers werkt voor uw begroting 2006. Ik heb het over de cijfers die u hanteert voor uw begroting 2006.

 

Ten eerste, wat is het totale resultaat? Ten tweede, wat is eenmalig? Ik denk dat u in uw antwoord gezegd hebt dat het volledige bedrag eenmalig is. Ik denk dat dit ook correct is. Zo hebt u het geformuleerd. Ik meen dat dit correct is. Alleen het juiste cijfer is mij niet duidelijk.

 

05.14 Minister Freya Van den Bossche: Die 700 miljoen is in ieder geval in kas in ESER. De kohieren zijn natuurlijk altijd hoger dan dat. De betwiste zitten daar ook in. Dat verschil is zeker niet problematisch. Voor de rest komen de cijfers overeen. Ik heb niet tot op tientallen gerekend, maar als men de negatieve inkohieringen ziet en daarvan 225 aftrekt, dan komt men ongeveer op –74. Als men de tabel van de positieve neemt en daarvan 74 aftrekt, dan komt men ongeveer op 1.150 miljoen euro, wat ik in het begin van mijn antwoord heb vermeld.

 

Die cijfers lijken dus overeen te komen met wat ik heb gegeven. Alleen zijn die 700 in kas in ESER. Daardoor is het misschien niet gemakkelijk vergelijkbaar.

 

05.15  Carl Devlies (CD&V): Op uw persconferentie in januari hebt u dus uitsluitend over kascijfers gesproken?

 

05.16 Minister Freya Van den Bossche: Alles in ESER.

 

05.17  Carl Devlies (CD&V): In ESER spreekt men toch over kohieren, dacht ik.

 

05.18  Medewerker van de minister: (…) de schatting in ESER is die 700 eenmalig. Dat wordt ieder jaar nadien nog aangepast door het INR.

 

05.19 Minister Freya Van den Bossche: Er gaat altijd een stuk af ten opzichte van de kohieringen.

 

05.20  Carl Devlies (CD&V): Die 700 komt overeen met de aangepaste raming die u gedaan hebt in uw laatste begrotingsdocument. U hebt dat bedrag opgetrokken en dan kwam u al ongeveer aan 700, maar uiteindelijk is het resultaat van de inkohiering veel hoger geweest.

 

05.21 Minister Freya Van den Bossche: We moeten wachten op de correcties van het INR, omdat men moet weten welke van de betwiste eruit gehaald worden. Het zou kunnen, maar het ligt altijd hoger dan wat wij in ESER noteren.

 

05.22  Carl Devlies (CD&V): Die 225 miljoen, negatief, is dan gevestigd in januari 2007. Dat heeft natuurlijk ook zijn effect op de resultaten.

 

05.23 Minister Freya Van den Bossche: In ieder geval, die 700 in ESER impliceert min of meer – dat verschilt natuurlijk van jaar tot jaar – die 900 aan inkohieringen. Daar verwacht ik echt om rond die 700 uit te komen. Maar goed, wachten op de correcties, is in dezen het enige wat wij kunnen doen.

 

05.24  Carl Devlies (CD&V): Wat mij interesseert in deze vraag, is in feite het ESER-effect in 2006 met betrekking tot het aanslagjaar 2006, dus niet tot de andere aanslagjaren, maar specifiek tot 2006.

 

05.25 Minister Freya Van den Bossche: Ik begrijp waar u naartoe wilt. Maar zonder de correcties kan ik u geen definitief antwoord geven. Ik kan u enkel de raming geven en zeggen hoe ik het zie, maar of het uiteindelijk lager of hoger dan die raming wordt, en hoeveel lager of hoger, is afwachten.

 

05.26  Carl Devlies (CD&V): Ik heb het gevoel, op basis van de cijfers die ik hier zie, dat het uiteindelijk resultaat wel zowat 300 miljoen hoger zou kunnen zijn.

 

05.27 Minister Freya Van den Bossche: Dat lijkt mij zeer sterk. Ook rekening houdend met de manier waarop in de geschiedenis de kohieren zich verhouden ten opzichte van een dergelijk cijfer, lijkt zoiets mij haast onmogelijk. We zullen wachten op de correcties.

 

05.28  Carl Devlies (CD&V): Tegen wanneer denkt u die correcties te kunnen doen?

 

05.29 Minister Freya Van den Bossche: Midden februari moeten wij ze normaal gezien hebben.

 

05.30  Carl Devlies (CD&V): Goed, dan komen we midden februari terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.08 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11.08 heures.