IC114_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders en Spirit

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000

Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

PLEN

Plenum (witte kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. André Frédéric à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"la publicité de Thalys pour le tarif jeunes pour
tous" (n° 964)

Vraag van de heer André Frédéric aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de reclame van
Thalys voor het jongerentarief voor iedereen"
(nr. 964)

Orateurs: André Frédéric, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du
Développement durable

Sprekers: André Frédéric, Freya Van den
Bossche, minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"le service bancaire de base" (n° 1050)

Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "de basis-
bankdienst" (nr. 1050)

Orateurs: Karine Lalieux, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du
Développement durable

Sprekers: Karine Lalieux, Freya Van den
Bossche, minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Question de Mme Dominique Tilmans à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de
la consommation et du Développement durable
sur "l'information des consommateurs en
matière de moyens de transport aérien"
(n° 1072)

Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over
"consumentenvoorlichting inzake het
vliegtuigtype en de luchtvaartmaatschappij
waarmee zal worden gevlogen" (nr. 1072)

Orateurs: Dominique Tilmans, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du
Développement durable

Sprekers: Dominique Tilmans, Freya Van den
Bossche, minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. André Frédéric à la ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les droits d'auteur"
(n° 963)

- de heer André Frédéric aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de auteursrechten"
(nr. 963)

- M. Melchior Wathelet à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la non-
application par la Belgique des dispositions
relatives au droit de prêt public prévues par la
directive 92/100/CEE" (n° 1045)

- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de niet-naleving door
België van de bepalingen inzake het publiek
uitleenrecht zoals vastgelegd in richtlijn
92/100/EEG" (nr. 1045)

Orateurs: André Frédéric, Melchior Wathelet,
Fientje Moerman, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers:

André Frédéric, Melchior

Wathelet, Fientje Moerman, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid

Question de M. Bart Tommelein à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la gestion des
droits d'auteur" (n° 1023)

Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het beheer
van auteursrechten" (nr. 1023)

Orateurs: Bart Tommelein, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Bart Tommelein, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de M. Bart Tommelein à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la
rémunération équitable" (n° 1022)

Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de billijke
vergoeding" (nr. 1022)

Orateurs: Bart Tommelein, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du

Sprekers: Bart Tommelein, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE L'ECONOMIE,

DE LA POLITIQUE

SCIENTIFIQUE, DE

L'EDUCATION, DES

INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES

ET CULTURELLES NATIONALES,

DES CLASSES MOYENNES ET

DE L'AGRICULTURE

COMMISSIE VOOR HET

BEDRIJFSLEVEN, HET

WETENSCHAPSBELEID, HET

ONDERWIJS, DE NATIONALE

WETENSCHAPPELIJKE EN

CULTURELE INSTELLINGEN, DE

MIDDENSTAND EN DE

LANDBOUW

MARDI

JANVIER

2004

Après-midi

______

van

DINSDAG

JANUARI

2004

Namiddag

______

De vragen en interpellaties vangen aan om 16.55 uur.
Voorzitter: de heer Paul Tant.
Les questions et les interpellations commencent à 16.55 heures.
Président: M. Paul Tant.

01 Question de M. André Frédéric à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la

consommation et du Développement durable sur "la publicité de Thalys pour le tarif jeunes pour
tous" (n° 964)

01 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en

Duurzame Ontwikkeling over "de reclame van Thalys voor het jongerentarief voor iedereen"
(nr. 964)

01.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, madame la

ministre, je tenterai d'être le plus bref possible pour ne pas abuser de
votre temps.

C'est à la veille des vacances que j'ai déposé cette question parce que
j'avais été extrêmement choqué par la nature d'une publicité en faveur
de Thalys, distribuée à l'ensemble des navetteurs qui empruntaient la
gare des Guillemins à Liège.

Pourquoi trouvais-je cette publicité choquante? Peut-être avez-vous eu
l'occasion de prendre connaissance du document: elle présentait un
quadragénaire pas de problème jusque là! mais qui était "piercé" de
partout. De plus, était joint à cette publicité un "piercing", en
établissant la liaison entre la qualité d'être jeune, qui permettait de
bénéficier de tarifs préférentiels, et celle d'être "piercé".

Voilà qui était extrêmement malheureux, d'autant plus que c'est un
problème de santé publique - ce qui n'est pas directement de votre
compétence - et que j'ai déposé à cet égard un projet de loi destiné à
délimiter un cadre légal beaucoup plus strict à ces pratiques illégales
de la médecine: elles mettent la santé publique en danger - l'ordre des
médecins a d'ailleurs récemment réagi -, particulièrement celle des
jeunes, car ces opérations sont pratiquées dans des conditions
lamentables.

01.01 André Frédéric (PS): Een

reclameboodschap voor Thalys
heeft me gechoqueerd: ze toonde
een veertiger met overal een reeks
piercings. Er werd een duidelijke
band gelegd tussen jeugd en het
fenomeen van piercings. Het gaat
om een ongelukkige keuze, want
piercing is een medische ingreep,
die vaak clandestien wordt
uitgevoerd en dus niet zonder
gevaar is. De regels van de
ethische reclame worden aldus met
voeten getreden. Ik zou dus graag
vernemen, enerzijds waarin de rol
van de jury voor ethische praktijken
inzake reclame bestaat en
anderzijds of het niet te betreuren
valt dat enkel de sector in die jury
is vertegenwoordigd, en niet de
consument?

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Mais ce n'est pas le sujet qui me préoccupe ici. C'est plutôt qu'à un
moment donné, en matière de publicité, on ne respecte plus une
éthique qui me paraît extrêmement nécessaire en la matière.

Madame la ministre, l'exemple donné peut être facilement multiplié. Il
montre les limites du système d'autodiscipline prôné par le secteur, via
le conseil de la publicité du Jury d'éthique publicitaire (JEP).

Ma question est simple: quel est le rôle joué par le JEP dans de telles
situations? N'est-il pas fâcheux, d'après vous, que n'appartiennent à ce
jury que des professionnels du secteur?

Je cite l'Union belge des annonceurs, l'"Association of communication
companies"', l'Association belge des éditeurs de journaux, la
Fédération belge des magazines, l'Association belge des médias
audiovisuels et l'Association des entreprises d'affichage. A aucun
moment l'on ne retrouve une représentation des consommateurs alors
qu'ils se trouvent au premier plan, en étant la cible de ces pratiques.

Madame la ministre, j'ai deux questions à vous poser:
1. Quel est le rôle du jury d'éthique publicitaire? Peut-il faire plus que
donner un simple avis d'opportunité ou très subjectif sur la qualité ou
non d'une publicité?
2. Ne pensez-vous pas qu'il serait utile de donner une place importante
aux consommateurs dans ce jury d'éthique publicitaire?

01.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,

monsieur Frédéric, je vais répondre essentiellement à votre question à
propos du jury d'éthique publicitaire, le JEP, car il ne m'appartient pas
de me prononcer sur la publicité que vous avez évoquée.

Effectivement, le JEP n'est composé que d'organisations
professionnelles du secteur, les annonceurs, les médias et les
agences. Comme nous le savons tous, son action est très utile à tel
point qu'il est rarissime que les consommateurs portent plainte en
justice pour une publicité qui serait trompeuse ou déloyale.

Je comprends que l'on puisse s'interroger sur l'indépendance de ce jury
mais le jury d'éthique publicitaire est une organisation privée, gérée par
le secteur. Sauf à prendre une loi, je n'ai pas le pouvoir d'imposer une
autre composition de ce jury mais, tout comme vous, je souhaiterais
qu'il soit composé de manière paritaire, en incluant des organisations
de consommateurs. C'est une évolution logique que l'on constate dans
d'autres secteurs comme, par exemple, le secteur bancaire.

En matière de publicité, on peut prendre comme exemple le Collège
"Publicité" du Conseil supérieur de l'audiovisuel qui fonctionne très bien
pour le traitement des plaintes et qui est composé de professionnels et
de consommateurs.

Nous avons pris contact avec le JEP au début de l'actuelle législature -
sous la précédente, il y avait apparemment aussi des contacts - pour
que la réflexion puisse avancer au sujet de l'ouverture du JEP au
consommateur. Si ces discussions ne se concrétisaient pas dans les
prochains mois, nous pourrions réfléchir à la création d'une commission
relative à la publicité, qui comprendrait les professionnels et les
consommateurs.

01.02 Minister Freya Van den

Bossche: Over die welbepaalde
reclameboodschap zal ik mij niet
verder uitspreken. In de JEP zitten
immers enkel mensen uit het vak.
De JEP verricht evenwel nuttig werk
en er zijn uiterst zelden klachten
van consumenten. De JEP is een
privé-orgaan, waarop wij geen vat
hebben, behalve dan via de wet.
Het open stellen van die jury voor
vertegenwoordigers van de
consumenten zou een logische
evolutie zijn. De "Conseil supérieur
de l'Audiovisuel" (Hoge Raad voor
de Audiovisuele Sector),
bijvoorbeeld, is een efficiënt
werkend orgaan dat zowel uit
vakmensen als uit vertegen-
woordigers van consumenten
bestaat. Er werd contact
opgenomen met de JEP. Als die
gesprekken niets opleveren, zullen
wij de oprichting overwegen van een
reclamecommissie met daarin
vertegenwoordigers van zowel de
mensen uit het vak als de
consumenten.

01.03 André Frédéric (PS): Je serai attentif dans les semaines et les

mois qui viennent à l'évolution de cette question.

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la

consommation et du Développement durable sur "le service bancaire de base" (n° 1050)

02 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en

Duurzame Ontwikkeling over "de basis-bankdienst" (nr. 1050)

02.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la

ministre, j'ai déjà fait ce petit laïus lors de la discussion sur la note de
politique générale, mais je suis impatiente de voir les choses avancer.

Sous la précédente législature, lors de la création de ce service
bancaire de base on en mesure toute l'importance aujourd'hui dans
nos discussions , il avait été question de l'importance de la
communication envers le public fragilisé auquel il s'adresse, puisqu'il
s'agit plutôt d'un public ciblé et je suis entièrement d'accord avec
l'association belge des banques, l'ABB, à ce sujet. Tout à l'heure, Mme
De Meyer visait l'ABB par rapport aux informations. Je ne suis
nullement contre l'ABB qui a diffusé une information correcte à
l'intention des banques et des institutions de crédit. Donc vers son
propre public, l'ABB a fait son travail. D'ailleurs, il n'incombe pas à
l'ABB d'informer les consommateurs. Elle n'est pas compétente en la
matière.

On sait également que le public a qui s'adresse ce service a peu accès
à la presse. Ces gens ne lisent pas les journaux, peut-être même ne
regardent-ils pas les journaux télévisés ou n'écoutent-ils pas la radio.

Dès lors, madame la ministre, vous êtes-vous concertée avec le
secteur bancaire ou les associations en vue d'envisager ce type
d'informations ciblées? Avez-vous consulté les institutions publiques et
les associations qui travaillent avec ce public? Je pense aux CPAS, à
l'ORBEM, au FOREM, aux associations néerlandophones. Un budget
a-t-il été prévu à ce sujet dans vos compétences? Les diverses
institutions de crédit ont-elles déjà donné une information, tant en
interne que vers les clients potentiels?

Hier, je suis allée chercher ma nouvelle carte de banque et j'ai retiré de
l'argent au guichet. Cela m'arrive rarement mais il pleuvait et il y avait
trop de file devant le distributeur automatique. Cela m'a coûté deux
euros, ce qui est tout de même très cher pour un retrait d'argent. Non
seulement cela m'a coûté deux euros, mais devant mon étonnement,
l'employée a mentionné l'existence d'un "truc" qui avait été prévu, qui
avait été voté. Je n'ai pas fait de commentaire mais l'information semble
néanmoins difficile à faire passer. Madame la ministre, si vous avez eu
écho d'une information réalisée auprès des consommateurs, est-elle
selon vous complète et respecte-t-elle l'esprit de la loi?

02.01 Karine Lalieux (PS): Ik

kom terug op de basisbankdienst.
De communicatie met het publiek
waarvoor die dienst bestemd is, is
belangrijk. En in dit geval is het nog
niet zo zeker dat dat publiek die
informatie krijgt via de pers of het
televisiejournaal. Ik heb het niet
gemunt op de BVB, want die heeft
haar eigen doelgroep correct
geïnformeerd.

Het is de taak van de BVB om de
consumenten te informeren. Heeft u
hierover overleg gepleegd met het
bankwezen of de verenigingen,
teneinde een doel-gerichte
informatiecampagne op touw te
zetten? Heeft u openbare instanties
zoals de OCMW's, de BGDA, de
Forem en Nederlands-talige
verenigingen hierin gekend? Werd
hiervoor geld uitgetrokken? Hebben
de kredietinstellingen zowel intern
als naar de potentiële klanten toe
de nodige informatie verstrekt? Ik
heb zelf geld afgehaald en gemerkt
wat zo'n verrichting kost en hoe
moeilijk het is om informatie te
krijgen.

02.02 Freya Van den Bossche, ministre: L'information a commencé

lors de l'entrée en vigueur de la loi avec une communication dans la
presse. Je n'ignore pas que tout le monde ne lit pas la presse. Il y a
également eu une information précise sur le site web du SPF
Économie mais, là aussi, le public dont nous parlons n'a pas forcément
accès à des ordinateurs. Nous avons également réalisé un dépliant:
tout dépend des points où il est distribué. On a également dirigé les
informations vers les intermédiaires sociaux comme les CPAS qui sont
à même de répercuter l'information vers les personnes concernées. Ces
actions d'information ne sont sans doute pas suffisantes et j'en suis
consciente. Je me souviens d'ailleurs de notre discussion à ce propos il
y a quelques semaines. J'ai promis à cette occasion de faire quelque

02.02 Minister Freya Van den

Bossche: Bij de inwerkingtreding
van de wet is men begonnen met
een bericht in de pers en precieze
informatie op de site van de FOD
Financiën. Er werd eveneens een
informatiefolder opgesteld en men
heeft de socialiseringsorganen
zoals de OCMW's geïnformeerd. Ik
ben er mij van bewust dat die
acties echter ontoereikend zijn. Er
werd dus contact opgenomen met

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

chose de plus. Nous avons pris contact avec les médias régionaux,
surtout les télévisions, pour organiser une campagne d'information.

En effet, ce sont ces médias qui sont susceptibles de toucher le public
concerné. Cette semaine, ils vont nous envoyer une offre avec une
simulation de ce qui peut être fait. Nous connaissons le montant du
budget publicitaire qu'il faudra consacrer à cette opération. Nous
devons seulement l'organiser et voir quels sont les mois pendant
lesquels ces médias pourront accueillir cette campagne.

de media (televisie) met het oog op
het organiseren van een
informatiecampagne. We
beschikken over de financiële
middelen, nu moeten we de
campagne op touw zetten.

02.03 Karine Lalieux (PS): Madame la ministre, merci pour votre

réponse. Au sein de la commission de la Justice, nous avons retenu la
proposition sur l'insaisissabilité. D'ici la fin du mois de janvier, j'espère
que nous allons compléter ce service bancaire de base par
l'insaisissabilité. Ce sera donc une réelle lutte contre l'exclusion
bancaire.

Je ne voudrais pas que la BNB dise - comme elle l'a déjà fait - que c'est
une marotte de politiciens gauchistes ou que l'exclusion bancaire
n'existe pas et qu'elle relève du fantasme. Je pense que cette loi ne
peut exister que via une information correcte aux citoyens. C'est un bon
test pour ce type de service que nous avons envie de rendre au citoyen.

02.03 Karine Lalieux (PS): Ik

dank de minister. Dit is belangrijk.
De kwestie van de staat van
onvermogen werd in de commissie
voor de Binnenlandse Zaken
geagendeerd. Ik hoop dat wij tegen
het einde van de maand deze
basis-bankdienst met de
onvatbaarheid voor beslag zullen
kunnen aanvullen. Dat zal een
middel zijn om de uitsluiting op het
gebied van de toegang tot de
banken te bestrijden.

De wet kan slechts bestaan indien
de burgers zijn ingelicht.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Dominique Tilmans à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la

consommation et du Développement durable sur "l'information des consommateurs en matière de
moyens de transport aérien" (n° 1072)

03 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en

Duurzame Ontwikkeling over "consumentenvoorlichting inzake het vliegtuigtype en de
luchtvaartmaatschappij waarmee zal worden gevlogen" (nr. 1072)

03.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, madame la

ministre, je voulais vous interroger suite à cet accident d'avion survenu
à Charm-el-Cheikh qui a évidemment consterné pas mal d'entre nous
car il soulève de nombreuses questions auprès de différents ministres,
mais bien entendu aussi auprès de la ministre chargée de la Protection
du consommateur. Je vous rappellerai qu'en 1990, il y a eu un accident
semblable au Cap Skirring et en 1992 au Club Méditerranée, au
Sénégal. Ces compagnies de charters soulèvent des problèmes
importants de sécurité puisque ce sont des compagnies qui
fonctionnent à bas prix et cela amène donc un certain questionnement.

Quand le consommateur choisit sa destination, il s'agit bien souvent
d'un package comprenant le vol mais aussi le séjour sur place. Très
souvent, et je dirais même pratiquement chaque fois, le consommateur
ignore quelle compagnie va le transporter jusqu'à son lieu de
destination et éventuellement aussi quel appareil va être utilisé.

Aujourd'hui, il y a une grande opacité en matière de trafic aérien. Il faut
savoir que ce trafic a quadruplé au cours des vingt dernières années, ce
qui est énorme. J'ai donc trois questions à vous poser.

Quels sont les moyens dont dispose actuellement le consommateur
pour connaître avec précision le type d'appareil qui sera utilisé lors de
son voyage?

03.01 Dominique Tilmans (MR):

Er rijzen tal van vragen naar
aanleiding van het ongeval in
Charm-el-Cheikh. De charter-
maatschappijen veroor-zaken
veiligheidsproblemen. Als een
consument een reis kiest, gaat het
echter vaak om een pakket.Hij weet
niet welke maatschappij en welk
vliegtuig hem zal vervoeren. Het
verkeer is bovendien de laatste
jaren verviervoudigd, en er heerst in
dit verband een grote
ondoorzichtigheid.

Ik zou dus graag weten over welke
middelen de klant beschikt om te
informeren naar het vliegtuig dat
hem zal vervoeren. Kan hij worden
terugbetaald of kan zijn reis worden
geannuleerd als het een ander
toestel is? Heeft de Europese
Commissie voorzien in een
versterking van de informatie-

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Est-il possible pour un consommateur d'obtenir l'annulation ou le
remboursement de son billet d'avion à partir du moment où il ne s'agit
pas de l'appareil retenu?

La Commission européenne a-t-elle prévu d'examiner la possibilité de
renforcer la protection du consommateur pour une meilleure information
préalablement auprès du transporteur aérien?

verstrekking door de
luchtvervoerder?

03.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, en

matière de sécurité aérienne, il existe des normes strictes qui doivent
être respectées par le transporteur, tant en ce qui concerne l'appareil
que son utilisation et son entretien.

L'information du consommateur sur le type d'appareil utilisé ne me
paraît pas, en ce qui concerne la sécurité, pertinente. D'une part, parce
que le consommateur n'est généralement pas à même de juger de la
sécurité d'un avion, car tout le monde n'est pas ingénieur, et, d'autre
part, parce que la date de mise en service de l'appareil, le nombre de
vols effectués, la date du dernier entretien sont autant de données
importantes en matière de sécurité qui échappent totalement au
consommateur.

Ainsi, pour l'usager, l'essentiel réside dans les normes de sécurité et
les contrôles effectués, qui sont deux domaines de la compétence de
mon collègue Bert Anciaux, ministre de la Mobilité.

03.02 Minister Freya Van den

Bossche: Inzake de veiligheid van
het luchtverkeer, zijn er op de
toestellen en het gebruik ervan
strenge normen van toepassing.

Mijns inziens is het informeren van
de consumenten terzake niet
relevant omdat zij niet in staat zijn
om de veiligheid te beoordelen en
de technische gegevens te
begrijpen. Deze materie behoort
trouwens tot de bevoegdheid van de
minister van Mobiliteit, de heer Bert
Anciaux.

03.03 Dominique Tilmans (MR): Madame la ministre, effectivement,

beaucoup de questions concernent la sécurité et seront posées dès
jeudi au ministre Anciaux par mon collègue Bacquelaine. Je ne
comptais pas du tout vous interroger à ce sujet.

Vous dites que l'information du consommateur ne vous semble pas
pertinente. Je ne partage pas cet avis: il ne s'agit pas de donner à
foison des données techniques au consommateur, mais des
informations pourraient néanmoins être fournies sur des compagnies
charters qui doivent être bannies et qui ne disposent pas d'appareils
soumis à une maintenance fiable.

L'engouement pour les voyages de loisir ne cesse d'augmenter. On
assiste à une libéralisation des airs assez impressionnante. J'insiste
donc pour que la plus grande transparence soit assurée pour les
consommateurs, transparence que devraient s'imposer les voyagistes.
La Belgique devrait d'ailleurs pouvoir interdire les compagnies de
charters qui ne disposent pas d'un bon matériel ou, en tout cas, qui
n'ont pas une maintenance fiable.

Je vous rappelle que le taux d'accidents de charters est deux fois plus
élevé que celui des compagnies aériennes traditionnelles.

En 2003, il y a eu 1.204 victimes et 162 accidents d'avions, ce qui est
quand même important.

Même si le transport aérien reste aujourd'hui le transport
incontestablement le plus fiable, nous devons craindre, avec la
libéralisation des airs et l'augmentation du tourisme de loisir, une
augmentation des accidents d'avion.

Il donc faut envisager une protection du consommateur par rapport à ce
marché fort opaque.

03.03 Dominique Tilmans (MR):

De vragen daaromtrent zullen aan
hem worden gericht. Maar ik ben
het niet met u eens wat de
"irrelevantie" van het informeren van
de consument inzake veiligheid
betreft. Men kan tenminste over de
onbetrouwbare maatschappijen
informeren.

Daarenboven zijn de mensen
steeds meer gewonnen voor
vrijetijdsreizen en stelt men nu een
grote liberalisering van het
luchtruim vast. Ik vraag dan ook
met aandrang dat men een grotere
doorzichtigheid ten aanzien van de
consumenten erop na zou houden.
Men moet de
luchtvaartmaatschappijen die
onvoldoende betrouwbaar zijn,
kunnen verbieden.

Ik herinner eraan dat er dubbel
zoveel ongelukken gebeuren met
chartermaatschappijen dan met
klassieke maatschappijen. Het
vliegtuig is zeker een betrouwbaar
vervoermiddel, maar men mag zich
aan een stijging van het aantal
ongelukken verwachten.

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.04 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,

madame Tilmans, ce n'est pas parce que l'on voyage en charter, que
l'on court un plus grand danger. Je vous rappelle que le Concorde s'est
également écrasé. Un accident aérien n'a rien à voir avec le fait qu'il
s'agit d'un charter ou d'un autre avion. Je rappelle que le charter est un
des moyens de transport les moins chers pour ceux qui veulent
voyager en avion.

Cependant, j'estime comme vous que les avions qui ne peuvent pas
garantir la sécurité des voyageurs ne doivent pas pouvoir voler.

Soit on n'accorde pas de permis de vol à l'avion qui n'offre pas toute la
sécurité voulue, soit l'avion peut décoller, ce qui signifie qu'il est sûr et
fiable. Il n'y a rien entre les deux! Un avion qui offre "un peu" de
sécurité, cela n'existe pas!

Les solutions sont peut-être à trouver dans des meilleurs contrôles des
normes et des entretiens, mais cela ne relève pas de ma compétence.

Personnellement, je pense qu'informer les consommateurs à propos du
type d'avion, cela ne va pas les aider car si des avions sont jugés
dangereux, il ne faut pas leur donner un permis de vol. C'est clair! Ce
n'est pas aux consommateurs à savoir si l'avion est dangereux ou non;
c'est aux autorités à ne pas permettre à cet avion de voler.

03.04 Minister Freya Van den

Bossche: Chartervliegtuigen zijn
niet gevaarlijker dan andere;
vergeet niet dat de Concorde zelf is
neergestort! Toestellen die niet alle
veiligheidswaarborgen bieden,
mogen nooit vliegen! Als ze de
toelating krijgen om op te stijgen,
voldoen ze aan de normen.

Een "niet erg" veilig vliegtuig
bestaat niet: ofwel is het veilig,
ofwel niet. De oplossing bestaat
misschien in betere controles,
maar indien de vliegtuigen een
gevaar vormen, zullen zij geen
toestemming krijgen om te vliegen.
Het is niet aan de consumenten om
de veiligheid van de vliegtuigen te
beoordelen, het is aan de overheid
om in te grijpen.

03.05 Dominique Tilmans (MR): Madame la ministre, je suis tout à

fait d'accord avec vous en ce qui concerne le matériel et la sécurité,
deux points qui feront l'objet des questions adressées à M. Anciaux.

Effectivement, si l'on interdit en Belgique le survol de notre territoire par
des appareils qui ne sont pas fiables, la solution sera apportée, mais
partiellement seulement. Il ne faut pas oublier qu'il n'y a pas que les
avions qui atterrissent en Belgique; quand une personne se rend aux
Etats-Unis ou en Afrique, par exemple, on va lui proposer dans son
package en Belgique un transport qui ne s'effectuera pas uniquement
sur le territoire belge et à ce moment-là, elle peut se trouver dans un
avion qui ne sera pas conforme et pas fiable. C'est la raison pour
laquelle je crois qu'il doit pouvoir y avoir une forme d'information aux
consommateurs.

03.05 Dominique Tilmans (MR):

Indien de onbetrouwbare vliegtuigen
worden verboden, zal dit op zijn
minst een gedeeltelijke oplossing
zijn. In België koopt men soms
echter een package met
luchttransport naar het buitenland,
dat misschien vluchten met
onbetrouwbare toestellen omvat. De
consumenten dienen dus beter te
worden geïnformeerd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Questions jointes de

- M. André Frédéric à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les droits d'auteur" (n° 963)
- M. Melchior Wathelet à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la non-application par la Belgique des dispositions relatives au droit de
prêt public prévues par la directive 92/100/CEE" (n° 1045)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer André Frédéric aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de auteursrechten" (nr. 963)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de niet-naleving door België van de bepalingen inzake het publiek
uitleenrecht zoals vastgelegd in richtlijn 92/100/EEG" (nr. 1045)

Voorzitter: Annemie Roppe.
Président: Annemie Roppe.

04.01 André Frédéric (PS): Madame la présidente, madame la

ministre, le gouvernement belge a été condamné par la Cour

04.01 André Frédéric (PS):

België werd door het Hof van

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

européenne pour ne pas avoir transposé dans son droit interne la
directive du 22 mai 2001 sur l'harmonisation de certains aspects du
droit d'auteur et des droits voisins dans la société de l'information. Le
législateur aurait dû la transposer en droit belge, au plus tard le 22
décembre 2002. Le gouvernement belge n'a pas davantage pris les
dispositions d'application de l'article 63 de la loi du 30 juin 1994, relative
au droit d'auteur et aux droits voisins. L'arrêté royal en question doit
déterminer le montant des rémunérations qui sont versées aux auteurs
lors de prêts d'oeuvres littéraires, de bases de données, d'oeuvres
photographiques ou de partitions d'oeuvres musicales. Cet arrêté doit
également fixer pour certaines catégories d'établissements reconnus
ou organisés par les pouvoirs publics une exemption ou un prix
forfaitaire par prêt pour établir la rémunération.

Cette défaillance risque d'entraîner pour l'Etat fédéral des
condamnations à payer des montants importants, tant pour la non-
transposition de la directive européenne que pour l'absence d'arrêté
d'application de la loi du 30 juin 1994. A cet égard, une action introduite
devant le tribunal civil de Bruxelles par des sociétés d'auteurs vise à
récupérer des droits évalués par les demandeurs à 75 millions d'euros.

Ce vide juridique préoccupe aussi les représentants du réseau des
bibliothèques publiques, qui souhaitent maintenir les conditions
financières de prêt prévalant aujourd'hui.

Dans votre note de politique générale, madame la ministre, vous
présentez ce dossier comme une priorité de votre action en 2004.
Sachant que le projet de loi du gouvernement précédent, visant à
transposer la directive, n'a pu être relevé de caducité et que, dès lors,
le Conseil des ministres devra approuver un nouveau projet de loi, ma
question est simple. Madame la ministre, pourriez-vous nous préciser
votre échéancier eu égard à l'urgence du problème?

Justitie van de Europese
Gemeenschappen veroordeeld
wegens de niet-omzetting in
nationaal recht van de richtlijn van
22 mei 2001 betreffende de
auteursrechten.

Bovendien heeft de regering de
uitvoeringsbesluiten voor de wet van
30 juni 1994 betreffende de
auteursrechten niet uitgevaardigd.
Bij die bepalingen moeten de
vergoedingen voor de auteurs in het
kader van het uitleenrecht worden
vastgesteld. Die tekortkoming
dreigt tot gevolg te hebben dat de
Staat veroordeeld wordt tot de
betaling van aanzienlijke bedragen;
auteurs-vennootschappen hebben
voor de burgerlijke rechtbank van
Brussel een vordering ingesteld tot
terugvordering van rechten ten
belope van naar schatting 75
miljoen euro.

Dat juridische vacuüm baart ook de
openbare bibliotheken zorgen.

Welk tijdpad stelt u voorop gelet op
de urgentie?

04.02 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, je sens que

le temps de tout le monde est compté. Aussi ne vais-je pas répéter
tout ce que M. Frédéric a déjà dit.

Cependant, en réponse à une question posée par Mme Storms en date
du 23 octobre dernier, vous aviez expliqué que c'était en raison d'une
non-transmission de chiffres concernant les prêts publics par les
Communautés que l'arrêté d'exécution n'avait pas pu être adopté. Telle
était votre justification.

Je ne vais pas répéter les points relatifs au droit européen, mais
essayer d'être plus précis dans mes questions. Tout d'abord, avez-vous
pu vous concerter avec les Communautés - notamment la Communauté
française , afin d'obtenir les chiffres essentiels pour savoir quels sont
les types de prêts publics qui pourraient être concernés par l'arrêté
d'exécution? De quelle manière allez-vous permettre la sécurisation de
ces prêts organisés, financés ou reconnus par les trois Communautés?
Etes-vous au courant, madame la ministre, de cette action introduite
devant le tribunal civil de Bruxelles, dont M. Frédéric a parlé tout à
l'heure? Bien sûr, nous ne pouvons pas nous servir de l'argument selon
lequel neuf pays n'ont pas non plus transposé la directive, pour justifier
notre carence au niveau national. Cependant, si neuf des quinze Etats
ne l'ont pas fait, nous devrions peut-être nous demander si ce n'est pas
le système qui pose problème.

Enfin, madame la ministre, il semblerait qu'en France, en Grèce et au
Luxembourg, aucune rémunération concernant les droits d'auteur ne
serait payée aux ayants droit. Pourriez-vous me préciser le contenu de

04.02 Melchior Wathelet (cdH):

In uw antwoord op een vraag van
mevrouw Storms van 23 oktober
jongstleden stelde u dat de
uitvoeringsbesluiten nog niet zijn
uitgevaardigd omdat de
Gemeenschappen de cijfers met
betrekking tot de openbare
uitleningen niet hebben
meegedeeld.

Heeft u overleg kunnen plegen met
de Gemeenschappen om die cijfers
over de openbare uitleningen te
verkrijgen?

Hoe denkt u die uitleningen te
beveiligen?

Is u op de hoogte van de vordering
die bij de burgerlijke rechtbank van
Brussel werd ingesteld?

Het argument dat negen lidstaten
de richtlijn niet hebben omgezet in
nationaal recht kunnen wij evenwel
niet aanvoeren ter verantwoording
van ons in gebreke blijven op

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ces transpositions française, grecque et luxembourgeoise? J'ai essayé
d'être le plus succinct possible et de ne pas répéter ce qui a été dit
précédemment.

nationaal niveau. Aangezien negen
van de vijftien lidstaten de richtlijn
niet hebben omgezet, kunnen we
ons echter afvragen of er niet wat
schort met het systeem zelf.

Naar verluidt zou in Frankrijk,
Griekenland en Luxemburg aan de
rechthebbenden geen enkele
vergoeding in verband met de
auteursrechten worden uitbetaald.
Hoe werd de richtlijn in die drie
landen precies omgezet?

04.03 Fientje Moerman, ministre: En premier lieu, je répondrai à un

aspect de la question de M. Frédéric auquel nous n'avons
malheureusement pas eu droit. Cela ne fait rien, je répondrai quand
même. Si cette question est similaire pour les deux tiers à celle de M.
Wathelet, elle couvre aussi une autre directive. Je vais donc répondre
indépendamment à cet aspect. Monsieur Frédéric, vous parlez de deux
choses distinctes: d'une part, il y a la directive relative au droit de prêt
public objet de la question principale de M. Wathelet , d'autre part
vous mentionnez la directive du 22 mai 2001 qui a trait aux droits
d'auteur dans la société de l'information.

Cette directive-là devait être transposée avant le 22 décembre 2002, ce
qui n'a pas été le cas et elle doit être transposée par voie législative.
Des réunions inter-cabinets se tiennent pour l'instant afin de se mettre
d'accord sur le texte d'un avant-projet. On espère en avoir terminé pour
la fin du mois. Pour cette directive-là, l'échéance est donc relativement
proche.

Il en va tout à fait autrement pour l'autre partie de votre question et celle
de M. Wathelet. Cela concerne la non-transposition des dispositions
relatives au droit de prêt public et ce sont les dispositions de la
directive 92/100CEE. Il est vrai que la Belgique a été condamnée le 16
octobre 2003 par la Cour de justice des Communautés européennes
pour ne pas avoir appliqué les dispositions relatives au droit de prêt
public, prévues par cette directive. Cependant, il y a eu insertion des
dispositions particulières dans la loi du 30 juin 1994 relative aux droits
d'auteur mais jamais un arrêté d'exécution n'a été adopté. Cela traîne
maintenant depuis dix ans. Dans la directive relative aux droits d'auteur
dans la société de l'information, il faut une loi. Les dispositions
législatives ont bien été modifiées en 1994 mais il faut un arrêté royal
d'exécution.

A la suite de cette condamnation, la Commission européenne a invité
la Belgique à prendre les mesures nécessaires sans avoir précisé un
délai particulier. Mes services ont rédigé un nouveau projet d'arrêté
royal qui tient compte des remarques de la Commission européenne et
qui évite donc les exemptions trop larges. A l'heure actuelle, ce projet
d'arrêté royal est discuté au sein d'un groupe de travail auquel assistent
les représentants des trois communautés concernées. Les chiffres sur
le nombre d'emprunts et le nombre d'emprunteurs ont été
communiqués. Mais il est prématuré de vous donner des informations
plus précises quant aux résultats de ces réunions de groupes de
travail. Trois réunions ont déjà eu lieu. Une autre réunion est encore
prévue cette semaine.

En ce qui concerne la situation dans les autres pays, je vous signale
qu'il existe un rapport de la Commission européenne à cet égard,

04.03

Minister

Fientje

Moerman: U heeft het over twee
verschillende zaken: de richtlijn
betreffende het openbare
uitleenrecht en de richtlijn van
22 mei 2001 betreffende de
auteursrechten in de informatie-
maatschappij. Die laatste diende
voor 22 december 2002 in nationale
wetgeving te worden omgezet, wat
niet gebeurde.

Op dit ogenblik probeert men in
interkabinettenvergaderingen een
akkoord te bereiken over de tekst
van een voorontwerp. We hopen
daarmee klaar te zijn tegen het
eind van deze maand.

België werd op 16 oktober 2003
door het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen
veroordeeld omdat het de
bepalingen van richtlijn 92/100EEG
betreffende het openbare
uitleenrecht niet toepaste.

In de wet van 30 juni 1994
betreffende de auteursrechten
werden wel bijzondere bepalingen
opgenomen, maar de uitvoerings-
besluiten laten op zich wachten.

Na die veroordeling heeft de
Europese Commissie België
verzocht de nodige maatregelen te
treffen, evenwel zonder een termijn
te vermelden.

Mijn diensten hebben een nieuw
ontwerp van koninklijk besluit
opgesteld dat momenteel
besproken wordt door een
werkgroep met vertegen-woordigers
van de drie gemeenschappen.

Over de situatie in de overige

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rapport publié le 12 septembre 2002 et dont la référence est COM
(2002) 502 définitif. Je vous cite l'intitulé en néerlandais, car j'en détiens
les documents: "Verslag van de Commissie aan de Raad, het
Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité over het
openbare uitleenrecht in de Europese Unie." Si vous tenez à faire
l'analyse dans tous les autres pays, il importe de consulter ce
document. Il compte douze pages. Il serait top long de les parcourir
ensemble, mais j'en transmettrai une copie au secrétaire de la
commission afin que ce document vous soit distribué.

Par ailleurs, je vous signale que la Commission européenne a décidé,
le 16 décembre dernier, d'envoyer aussi des mises en demeure aux
Etats membres suivants: la France, l'Irlande, le Portugal, l'Espagne,
l'Italie et le Luxembourg. Tous ces pays sont actuellement en
possession de mises en demeure.

En ce qui concerne finalement l'action en justice en Belgique, le
tribunal de première instance de Bruxelles a rendu une décision dans
l'affaire qui opposait des sociétés de gestion des droits d'auteur contre
l'Etat fédéral pour la non-transposition de la directive prêt public. Elle a
débouté des sociétés en critiquant leur manque de représentativité et le
manque de transparence dans le calcul des dommages et intérêts
revendiqués.

Maintenant, si vous me demandez pourquoi nous avons été condamnés
alors que d'autres viennent seulement de recevoir leur mise en
demeure, je peux vous dire qu'une plainte a été déposée auprès de la
Commission européenne de la part d'un citoyen belge assez bien formé
juridiquement parlant. C'est la raison pour laquelle la Commission a fait
de la Belgique un cas exemplaire.

landen bestaat er een rapport van
de Europese Commissie, dat op 12
september 2002 werd gepubliceerd
(ref. COM(2002) 502). Jammer
genoeg bestaat dat 12 pagina's
tellend document enkel in het
Nederlands. Ik ga dat nu niet
voorlezen; dat zou te lang duren.
Het document zal aan de leden van
de commissie worden bezorgd.

Aan de hand van dat document zal
u kunnen nagaan hoe het er in de
andere landen aan toe gaat.

De Europese Commissie heeft op
16 december jongstleden beslist
zes landen in gebreke te stellen, te
weten: Frankrijk, Italië, Portugal,
Spanje, Ierland en Luxemburg.

In België heeft de rechtbank van
eerste aanleg de eis van de
vennootschappen voor het beheer
van de auteursrechten die de
federale Staat voor de rechtbank
hadden gedaagd wegens het niet-
omzetten van de richtlijn in
Belgisch recht, afgewezen. De
rechtbank motiveert de uitspraak
door te verwijzen naar het gebrek
aan representativiteit van deze
vennootschappen en naar de
onduidelijke formulering van hun eis
tot schadevergoeding.

Voorts heeft een juridisch zeer
sterk staand Belgisch staatsburger
een klacht ingediend bij het Hof van
Justitie. Dat is de reden waarom de
Commissie met België een
voorbeeld wil stellen.

04.04 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, parlant de mise

en demeure, il s'agit bien de mise en demeure pour ne pas avoir
transposé les directives?

04.04 Melchior Wathelet (cdH):

Waarom werd er in gebreke
gesteld? Wegens de niet-omzetting
of wegens een gebrekkige
omzetting?

04.05 Fientje Moerman, ministre: Exactement. Il s'agit de la France,

de l'Irlande, du Portugal, de l'Espagne et du Luxembourg.

04.06 Melchior Wathelet (cdH): Donc, ce n'était pas une mise en

demeure pour une mauvaise transposition? C'était cela ma question.

04.07 Fientje Moerman, ministre: En fait, c'est pour les deux

raisons. En effet, certains ont transposé, mais le problème touche
aussi à l'exemption.

04.07

Minister

Fientje

Moerman: Beide.

04.08 Melchior Wathelet (cdH): Oui, à l'étendue de l'exemption en

fonction de ce que prévoit la directive?

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

04.09 Fientje Moerman, ministre: Voilà. L'Espagne et l'Italie avaient

notamment transposé mais en prévoyant des exemptions qui vidaient la
directive de toute substance, selon la Commission.

04.09 Minister

Fientje

Moerman: Door de vooropgestelde
vrijstellingen werd de richtlijn
uitgehold.

04.10 Melchior Wathelet (cdH): Le principe de la directive reste

quand même un choix limité d'exemptions, me semble-t-il.

Le fait que la Commission a également pointé du doigt la Belgique
suite à la décision de la Cour de justice, même si la Commission n'a
pas donné de délai, c'est que le délai est déjà dépassé. Si nous avons
été condamnés par la Cour de justice, c'est que nous n'avons pas
transposé dans le délai valable.

04.10 Melchior Wathelet (cdH):

De Europese Commissie heeft
België gegispt zonder een termijn
te vermelden, omdat de termijn al
verstreken was.

04.11 Fientje Moerman, ministre: Je crois que vous vous trompez de

délai. Il est vrai que le délai de transposition prévu dans la directive a
expiré en 1994, si je ne me trompe. Nous avons modifié la loi, mais rien
d'autre. Depuis lors, la loi reste inapplicable, faute d'arrêté d'exécution.

Nous avons donc dépassé de près de dix ans le délai de transposition.
Mais si je parle de délai, c'est que la Commission, suite à notre
condamnation devant la Cour de justice nous a demandé ce que l'Etat
belge comptait faire. Elle ne nous a pas imposé un délai d'autant de
mois pour nous conformer sous peine d'astreinte. Ce sont donc
d'autres délais.

04.11

Minister

Fientje

Moerman: De termijn voor de
omzetting is verstreken in 1994.

Voorts zijn de lidstaten krachtens
het verdrag gehouden de door het
Hof van Justitie opgelegde
maatregelen te treffen. De
Commissie heeft België erop
gewezen dat zij, als ons land dat
niet doet, een dwangsom zou
opleggen zonder echter een termijn
voorop te stellen.

Het gaat hier om twee verschillende
termijnen.

04.12 Melchior Wathelet (cdH): Nous ne pouvons pas nous

contenter du fait que la Commission ne nous a pas donné un nouveau
délai, alors que le délai a déjà expiré.

Mais cela pose beaucoup de problèmes: ne pourrait-on pas effectuer
une démarche au niveau européen? Je lance ici une possibilité. Je lirai
attentivement les douze pages et je vous remercie de nous les
communiquer. Mais quand je vois que neuf Etats, en dix ans, n'ont pas
transposé, n'y a-t-il pas un problème évident à la base?

La directive européenne, adoptée il y a maintenant 10 ans, et qui n'est
pas transposée par neuf Etats, ne pose-t-elle pas un véritable
problème? Ne s'agit pas plutôt d'un problème de fond que d'un
problème de non-transposition par certains Etats, en raison d'une
simple carence de leur part? Il me semble que cela pose de nombreux
problèmes dans chaque pays. S'il a fallu autant de temps pour obtenir
les chiffres de la Communauté en Belgique, s'il nous faut autant de
temps pour obtenir la transposition chez nous et si nous ne sommes
pas le seul pays à rencontrer des difficultés dans ce dossier, le
problème ne se situe-t-il pas plus en profondeur? Je sais que cela ne
dépend pas uniquement de vous. Je sais que des décisions doivent
être prises au niveau européen, mais la Belgique ne pourrait-elle pas
remettre ce dossier sur la table? Madame la ministre, il ne s'agit
évidemment que d'une piste.

04.12 Melchior Wathelet (cdH):

Is er geen fundamenteel probleem,
aangezien zoveel landen vertraging
hebben opgelopen bij de
omzetting?

04.13 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, monsieur

Wathelet, je vous lis un extrait du courrier qui m'a été envoyé par le
directeur général adjoint de la Commission.

04.13

Minister

Fientje

Moerman: Nederland heeft de
richtlijn naar behoren omgezet.

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

"(...) Je me dois d'attirer votre attention sur le fait que l'article 228 du
Traité CE prévoit que si la Cour de justice reconnaît qu'un Etat membre
a manqué à l'une des obligations qui lui incombent en vertu du présent
traité, cet Etat est tenu de prendre les mesures que comporte
l'exécution de l'arrêt de la Cour de justice. Au cas où le Royaume de
Belgique ne prendrait pas, dans les plus brefs délais, lesdites mesures,
je me réserve de proposer à la Commission d'engager les procédures
nécessaires pour assurer que le Royaume de Belgique se conforme
aux obligations qui lui incombent en vertu de l'article 228 du Traité".

En fait, il s'agit ici d'une menace d'astreinte. La lettre parle des "plus
brefs délais", mais aucun délai n'est mentionné. D'ailleurs, nous avons
déjà répondu à cette lettre.

En ce qui concerne le deuxième aspect de votre question concernant
d'éventuels problèmes de fond, je suis obligée, par souci d'honnêteté,
de vous dire que nos voisins néerlandais ont correctement transposé la
directive. C'est donc possible.

De plus, si toutes les directives qui ne sont pas transposées à temps
par un assez grand nombre d'Etats membres présentaient des
problèmes de fond, on rencontrerait beaucoup de problèmes de fond!
Un Etat membre a prouvé que la transposition était possible, même si
elle n'est pas parfaite. Mais cette question n'est pas à l'ordre du jour.

Nous faisons l'objet d'une condamnation de la Cour de justice, ce qui
est compréhensible après dix ans, et nous avons également reçu une
lettre de la Commission, nous invitant à ne pas traîner si nous ne
voulons pas que des sanctions soient prises à notre égard. Nous nous
dépêchons donc, mais ce n'est pas facile.

Als we ervan zouden moeten
uitgaan dat alle richtlijnen die niet
tijdig worden omgezet een
aanwijzing zijn dat er een
fundamenteel probleem is, zouden
er nogal wat fundamentele
problemen zijn!

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "het beheer van auteursrechten" (nr. 1023)

05 Question de M. Bart Tommelein à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "la gestion des droits d'auteur" (n° 1023)

05.01 Bart Tommelein (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, op grond van de auteurswet kunnen auteursrechten worden
beheerd door een vennootschap. Sabam, de Belgische vereniging van
auteurs, componisten en uitgevers, is zo'n beheersvennootschap. Wie
dus een muziekstuk van een artiest die bij Sabam is aangesloten
wenst te laten spelen voor een publiek, betaalt daarvoor een bijdrage
aan Sabam.

In theorie moet men uiteraard niets betalen aan Sabam als de artiest
waarvan men de muziek gebruikt zijn rechten zelf beheert en niet bij
Sabam is aangesloten. Hierbij rijst het probleem dat het soms zeer
moeilijk is te achterhalen welke muziek al dan niet auteursrechtelijke
bescherming geniet. Naar ik heb vernomen heeft Sabam zelf
onvoldoende gegevens om alle bij hun aangesloten artiesten te
identificeren. Gelet op de monopoliepositie van Sabam is elke
organisator van evenementen en elke lokale radio de facto verplicht om
bij Sabam aan te kloppen. Dit lijkt mij een zeer ongezonde situatie.

Het is technisch nochtans heel goed mogelijk een databank op te
richten die alle auteursrechtelijk beschermde werken in ons land
bundelt. Via een soort audiovergelijkingsprogramma zou men dan
onmiddellijk kunnen nagaan of een bepaald nummer al dan niet

05.01 Bart Tommelein (VLD): En

vertu de la loi sur le droit d'auteur,
les artistes peuvent s'affilier auprès
d'une société de gestion telle que
la Sabam qui défend leurs droits.
Toute personne qui joue un
morceau de musique d'un artiste
affilié doit s'acquitter de droits
d'auteur à la Sabam. A cet égard, il
est particulièrement difficile de
déterminer quelle musique est
protégée ou non par le droit
d'auteur. Même la Sabam ne
dispose pas de suffisamment de
données pour identifier les artistes
affiliés.

Je plaide dès lors en faveur de la
création d'une base de données. La
Sabam étant une organisation
commerciale, cette tâche semble
plutôt relever des pouvoirs publics.

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

auteursrechtelijke bescherming geniet. Gezien Sabam een
commerciële organisatie is, vraag ik mij af of hier geen taak voor de
overheid is weggelegd.

Acht de minister het opportuun om hiervan werk te maken?

La ministre prendra-t-elle des
initiatives en ce sens?

05.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Tommelein, in antwoord op

uw vraag kan ik u het volgende meedelen.

Ten eerste, op grond van het algemeen bewijsrecht komt het aan
SABAM toe de feiten die ze aanvoert te bewijzen. Zo dient zij de
bewering dat een rechthebbende haar het beheer van zijn rechten heeft
toevertrouwd, te bewijzen. Dat is op basis van artikel 870 van het
Gerechtelijk Wetboek en artikel 1315 van het Burgerlijk Wetboek.

Ten tweede, de Confédération Internationale des Sociétés d'Auteurs et
Compositeurs (CISAC) en het Bureau International de l'Edition Musicale
(BIEM) richten aanbevelingen tot hun leden inzake de documentatie en
de verdeling van hun rechten. Deze aanbevelingen voorzien onder
andere in het opstellen, door de beheersvennootschappen, van
databanken die hun respectievelijke leden opnemen en in de
uitwisseling van informatie tussen de beheersvennootschappen. Als lid
van zowel CISAC als van de BIEM dient Sabam zich naar deze
aanbevelingen te schikken.

Ten derde, artikel 66, laatste lid van de wet van 30 juni 1994 betreffende
het auteursrecht en de naburige rechten bepaalt dat de
beheersvennootschappen verplicht zijn ter plaatse inzage te verlenen in
de repertoires waarvoor zij het beheer waarnemen. In toepassing van
deze bepaling is Sabam gehouden belanghebbende derden bij middel
van een raadpleging ter plaatse van de repertoires waarvan zij het
beheer waarneemt, toe te laten om de volgende zaken na te gaan: de
werken waarvoor zij de auteursrechten beheert, de werken die zij
beheert en de rechthebbenden die haar rechtstreeks of onrechtstreeks
het beheer van hun rechten hebben toevertrouwd.

Met andere woorden, zowel degenen die rechtstreeks zijn aangesloten
bij de Belgische Beheersvennootschap als degenen die zij beheert
krachtens haar samenwerkingsakkoorden.

Vierde punt. In toepassing van artikel 76 van de wet van 30 juni 1994
betreffende het auteursrecht en de naburige rechten kan elke
belanghebbende persoon, die van oordeel is dat Sabam haar
verplichtingen, die voortvloeien uit artikel 66, laatste lid van de wet van
30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, niet
respecteert, de dienst die belast is met de controle van de
beheersvennootschappen verzoeken om na te gaan of Sabam haar
wettelijke plichten al dan niet heeft miskend. De minister kan de
vergunning van Sabam intrekken indien Sabam in strijd met de wet of
met zijn eigen reglementen optreedt.

De intrekking van de vergunning is de enig mogelijke sanctie. Binnen de
FOD wordt een wetsontwerp voorbereid met een iets uitgebreider
sanctieapparaat met meer gradaties.

05.02

Fientje Moerman,

ministre: En vertu du droit commun
de la preuve, la Sabam doit pouvoir
démontrer qu'un ayant droit
l'autorise à gérer ses droits. La
Sabam doit également suivre les
recommandations des institutions
internationales CISAC et BIEM
dont elle est membre. L'une de ces
recommandations préconise la
création de bases de données
répertoriant les membres.

En vertu de la loi sur le droit
d'auteur, la société de gestion doit
pouvoir accorder sur place un droit
de regard dans l'ensemble du
répertoire qu'elle gère.

Toute personne intéressée
estimant que la Sabam n'honore
pas ses obligations peut demander
au service chargé du contrôle des
sociétés de gestion de mener une
enquête. Si la Sabam enfreint la loi
ou ses propres règlements, le
ministre peut lui retirer sa licence.
D'ailleurs, le SPF Economie
élabore actuellement un arsenal
sanctionnel plus étendu et plus
nuancé.

05.03 Bart Tommelein (VLD): Mevrouw de minister, als ik het goed

begrijp dan moet SABAM een databank oprichten die deze werken
bundelt en die door iedereen op een correcte manier moet kunnen
worden geraadpleegd.

05.03 Bart Tommelein (VLD): La

Sabam doit donc constituer une
banque de données concernant ses
membres.

05.04 Minister Fientje Moerman: Ja.

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "de billijke vergoeding" (nr. 1022)

06 Question de M. Bart Tommelein à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "la rémunération équitable" (n° 1022)

06.01 Bart Tommelein (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de

minister, naast de auteursrechten voor auteurs en componisten,
beheerd door SABAM, erkent de auteurswet ook de zogenaamde
naburige rechten. Dat zijn de rechten van de uitvoerders, zangers en
producers van beschermde werken.

In het radiolandschap bestaat er echter heel wat discussie over die
billijke vergoeding. Destijds weigerde minister Verwilghen om het
koninklijk besluit, dat de inning van die vergoeding bij de radio's moest
toelaten, te ondertekenen, omdat hij meende dat het discriminerend
was voor de lokale radio's. Het dossier werd dan, wellicht om politieke
redenen, overgeheveld naar de toenmalige minister voor Economische
Zaken Picqué, die het koninklijk besluit wel heeft ondertekend.

Volgens de Vlaamse Radiofederatie is die billijke vergoeding helemaal
niet zo billijk. Op de website van de Radiofederatie wordt gesuggereerd
dat kleine, lokale, onafhankelijke radio's maar liefst vier- tot vijfmaal
meer betalen per CIM-luisteraar dan een mastodont als de VRT.

Mevrouw de minister, gelet op de moeilijke financiële situatie waarin
veel lokale radio's zich bevinden, had ik graag van u vernomen of de
discriminatie die door de Radiofederatie wordt aangegeven, zich
effectief voordoet en wat daartegen gedaan kan worden.

Daarbij aansluitend had ik ook graag vernomen of het voor een artiest
mogelijk is om af te zien van zijn billijke vergoeding. Het is immers
mogelijk dat sommige artiesten in eerste instantie net als politici
trouwens willen optreden om naambekendheid te verwerven en die
billijke vergoeding niet nodig hebben. In het radiolandschap bestaat
daarover zeer veel onduidelijkheid.

Waar gaat het geld naartoe wanneer een billijke vergoeding geïnd wordt,
maar de artiest in kwestie niet wordt uitbetaald?

Als de billijke vergoeding dan toch geïnd wordt, ook al wil de artiest ze
niet, waar kan hij zijn geld dan ophalen als hij geen lid is van de partij
die ze int?

06.01 Bart Tommelein (VLD):

Les droits des exécutants et des
producteurs d'oeuvres protégées
sont des droits dits voisins. Les
radios locales ne sont pas
satisfaites de la rémunération
équitable qu'elles doivent verser en
vertu de ces droits. La Vlaamse
Radiofederatie estime que les
petits émetteurs doivent payer
quatre à cinq fois plus par auditeur
que la VRT, par exemple. A
l'époque, le ministre Verwilghen
avait refusé de signer l'arrêté royal
organisant la perception des droits
auprès des radios, jugeant le
système discriminatoire. Est-il
effectivement question de
discrimination?

Certains artistes veulent surtout
gagner en notoriété et préfèrent
donc renoncer à leur rémunération
équitable. Cette option est-elle
possible dans la pratique? Si dans
un tel cas la rémunération équitable
est malgré tout perçue, qui en
récolte le bénéfice? Comment
l'artiste en question peut-il la
récupérer?

06.02 Minister Fientje Moerman: Mevrouw de voorzitter, mijnheer

Tommelein, sinds 8 juni 1996 is in ons land de billijke vergoeding
verschuldigd.

Veel radio-omroepen hadden reeds op vrijwillige basis akkoorden
gesloten met beheersvennootschappen en een bedrag betaald. Op het
ogenblik dat het koninklijk besluit over de billijke vergoeding in werking
trad, hadden de vrije radio's dat echter nog niet gedaan.

De beslissing van 6 november 2000 van de commissie Billijke
Vergoeding, een commissie die gelijkelijk is samengesteld uit
vertegenwoordigers van de radio's en van de beheersvennootschappen,
behelsde een allesomvattende regeling van billijke vergoeding voor de

06.02

Fientje Moerman,

ministre: L'ancien ministre
Verwilghen refusait de couler dans
un arrêté royal le règlement
proposé par la Commission pour la
rémunération équitable dans la
mesure où ce texte impliquait une
différence de traitement entre les
radios publiques et les radios
libres. Lorsque la compétence en
matière de rémunération équitable
a été transférée au SPF Economie
en 2002, la Commission a rédigé

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

radio's. Minister Verwilghen heeft eertijds geweigerd om die beslissing
in een koninklijk besluit te verankeren omdat er in een verschillende
behandeling voorzien was voor publieke en private radio's enerzijds en
voor vrije radio's en radionetwerken anderzijds.

In uw vraag zegt u dat er om politieke redenen een overheveling is
gebeurd. Dat is echter niet het geval. De Copernicus-hervorming, die wij
ons allemaal toch nog goed herinneren, voorzag in een groepering van
alle intellectuele eigendomsrechten.

Alle intellectuele eigendomsrechten behalve alles wat auteursrecht
betrof zaten reeds bij Economie. Het item auteursrechten zat nog bij
Justitie. In het kader van die hervorming is dan het laatste item de
auteursrechten bij de rest gevoegd en naar Economie gegaan.

Na de overgang van deze materie naar de federale overheidsdienst
Economische Zaken in de zomer van 2002 heeft de commissie billijke
vergoeding zich opnieuw gebogen over deze problematiek. Op 10
februari 2003 werd dan een aanvaardbare oplossing gevonden.

Voor de lokale radio's zijn er twee regimes in aanmerking genomen.
Ten eerste, er is een forfaitair bedrag van 400 euro voor alle lokale
radio's die niet zijn opgenomen in de CIM-studie. Dit is de studie die
het bereik van de radio's in termen van luisteraars opmeet. Ten tweede,
er werd een bedrag evenredig met de financiële middelen van de lokale
radio's berekend op basis van het aantal luisteraars. Dit geldt voor de
lokale radio's die in de CIM-studie zijn opgenomen. Dit bedrag wordt
bepaald door het aantal luisteraars AIP te vermenigvuldigen met een
coëfficiënt van 4 euro per luisteraar. Het bedrag kan echter niet minder
bedragen dan 400 euro.

Thans worden twee criteria gehanteerd voor het bepalen van de billijke
vergoeding die verschuldigd is door de gemeenschapsradio's. Dit wordt
weliswaar gewogen door het cijfer van de financiële middelen. Deze
criteria zijn het aantal uren muziek en het aantal luisteraars.

Ik kom aan het tweede punt. Artikel 42 van de auteurswet stelt het
enige karakter van de vergoeding in. Dit betekent dat de debiteur in een
keer de integrale som van de billijke vergoeding voor het geheel van de
rechthebbenden producenten en uitvoerende kunstenaars betaalt.
De uitvoerende kunstenaars mogen noch individueel, noch door toedoen
van een beheersvennootschap een deel van de billijke vergoeding bij de
schuldenaar opeisen. Dat zou immers een vermeerdering betekenen
van de betalingen in hoofde van de schuldenaars.

Artikel 42 van de auteurswet stelt tevens het verplicht collectief beheer
in. Alleen SIMIM - de beheersvennootschap van de producenten van
fonogrammen - en Uradex de beheersvennootschap van de
uitvoerende kunstenaars kunnen de rechten die geïnd werden op
basis van de billijke vergoeding beheren. De beheersvennootschap van
de uitvoerende kunstenaars Uradex verdeelt de geïnde rechten op basis
van playlists bij de verschillende radio-omroepen. Ze verdeelt deze
rechten onder de uitvoerende kunstenaars die zijn opgenomen in die
playlists. Daarna betaalt ze de toegewezen rechten aan haar leden of
ze stort ze door aan zustervennootschappen waarmee ze
samenwerkingsakkoord heeft afgesloten in het buitenland.

Voor de uitvoerende kunstenaars die geen lid zijn van de
beheersvennootschap Uradex blijven de rechten bij Uradex in
afwachting van verdeling. Deze uitvoerende kunstenaars kunnen zich op
grond van artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek nog gedurende
een termijn van tien jaar richten tot deze beheersvennootschap om hun

un nouveau règlement le 10 février
2003.

En ce qui concerne les radios
locales, deux réglementations sont
d'application. Un émetteur radio qui
ne figure pas dans l'étude CIM paie
un montant forfaitaire de 400 euros.
Les émetteurs qui figurent dans
l'étude CIM paient un montant
proportionnel à leurs moyens
financiers, multiplié par un
coefficient de 4 euros par auditeur,
avec un minimum de 400 euros.

La rémunération équitable des
radios communautaires est fixée
sur la base du nombre d'heures de
musique et le nombre d'auditeurs.

L'article 42 de la loi sur les droits
d'auteur stipule que la rémuné-
ration a un caractère unique. Le
débiteur paie en une seule fois la
somme due pour l'ensemble des
ayants droit. Ces derniers ne
peuvent plus exiger de rétributions
individuelles.

Conformément à l'article 43, la
rémunération doit être gérée
collectivement. Seuls Simim et
Uradex peuvent gérer les droits.
Uradex partage la rémunération
entre les artistes sur la base des
"playlists".

Pour les artistes qui ne sont pas
membres, les droits demeurent la
propriété d'Uradex. Les artistes
disposent d'un délai de dix ans
pour encore faire valoir leurs droits.

CRIV 51

COM 114

06/01/2004

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rechten op te eisen.

06.03 Bart Tommelein (VLD): Mevrouw de minister, in de praktijk

komt dat er dus op neer dat iemand niet kan afzien van zijn billijke
vergoeding?

06.03 Bart Tommelein (VLD):

Les artistes ne peuvent donc pas
renoncer à la rémunération
équitable?

06.04 Minister Fientje Moerman: Dat is correct.

06.04

Fientje Moerman,

ministre: Non.

06.05 Bart Tommelein (VLD): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de

minister.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "de problemen in verband met de wet op de collectieve
schuldenregeling" (nr. 1069)

07 Question de Mme Magda De Meyer à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "les problèmes concernant la loi relative au règlement
collectif de dettes" (n° 1069)

07.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw

de minister, vorige maand heeft de zelfhulpgroep "Schuldoverlast" een
open brief aan de eerste minister gericht inzake het failliet van de wet
op de collectieve schuldenregeling. Deze wet is een aantal jaren van
kracht en is dringend aan bijsturing toe. Centraal in de wet staat de
figuur van de schuldbemiddelaar, een taak die zowel door advocaten als
door OCMW's kon worden opgenomen. In beide gevallen rijzen echter
problemen.

Wat de OCMW's betreft, blijkt in de praktijk slechts één op vijf
OCMW's te beschikken over een erkenning als schuldbemiddelaar.
Hierdoor ontstaan wachtlijsten waardoor overgecrediteerden nog meer
in de problemen geraken. Bovendien vereist de begeleiding van deze
mensen een hele hoop vaardigheden zowel op psychologisch als op
sociaal en juridisch vlak. Voor dit soort begeleiding is teamwork nodig
van een ervaren maatschappelijk assistent, een jurist en een
ervaringsdeskundige.

De zelfhulpgroep klaagt aan dat vele OCMW's onhoudbare
afbetalingsplannen blijven voorstellen, zelfs indien deze plannen
nauwelijks de lopende rente dekken waardoor schulden zelf niet
aangezuiverd worden. Voorstellen tot kwijtschelding van intresten of het
betwisten van bepaalde vorderingen gebeurt volgens de zelfhulpgroep
zelden of nooit.

Indien advocaten de rol van schuldbemiddelaar op zich nemen, doen
zich andere problemen voor, zoals geen of weinig communicatie met de
cliënt, beginnende advocaten zonder ervaring, onvoldoende kandidaten
bij sommige rechtbanken, onverantwoorde combinaties met de functie
van curator.

Mevrouw de minister, in uw beleidsbrief kondigde u een herziening van
de wet op de collectieve schuldregeling aan. Zult u met bovenvermelde
bedenkingen van het werkveld rekening houden? Beschikt u over
cijfermateriaal met betrekking tot het aantal schuldbemiddelaars en
eventuele blinde vlekken op ons grondgebied? Hebt u gegevens over
wachtlijsten? Hebt u gegevens over het aantal ingestelde procedures
sinds de inwerkingtreding van de wet? Wat is de succesratio? Hoe zit

07.01 Magda De Meyer (sp.a-

spirit): Dans une lettre ouverte à la
ministre, le "Zelfhulpgroep
Schuldoverlast" demande à cette
dernière une adaptation urgente de
la loi relative au règlement collectif
de dettes. En effet, il se pose un
problème concernant la médiation
de dettes.

Un CPAS sur cinq seulement
dispose d'un agrément comme
médiateur de dettes et, par
conséquent, les listes d'attente
sont très longues. Dans la plupart
des cas, on observe une
expérience insuffisante sur les
plans psychologique, social et
juridique. De même, il n'y a pas
suffisamment d'avocats expéri-
mentés parmi ceux qui agissent
comme intermédiaires. En outre,
on constate des problèmes de
communication et d'incompatibilité.

En cas de révision de la loi, sera-t-il
tenu compte de toutes ces
réflexions? La ministre peut-elle
nous fournir des données chiffrées
sur le nombre de médiateurs et sur
les procédures engagées? Il s'agit
sans doute d'une compétence
communautaire, mais je souhaitais
tout de même poser cette question
car je suis navré que la Flandre soit
beaucoup moins avancée que la
Wallonie dans ce domaine.

06/01/2004

CRIV 51

COM 114

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

het met de opleiding van de schuldbemiddelaars?

Ik ben me ervan bewust dat veel van deze dingen
gemeenschapsbevoegdheden zijn, of bevoegdheden van andere
ministers. Het is echter schrijnend te moeten vaststellen dat Wallonië
een uitgebouwde en gefinancierde opleiding tot schuldbemiddelaar
aanbiedt en Vlaanderen niet.

07.02 Minister Fientje Moerman: Mevrouw de voorzitter, mevrouw De

Meyer, ik vrees dat mijn antwoord om twee redenen korter zal zijn dan
uw vraag. Een eerste reden is dat het antwoord op deze vraag reeds
gedeeltelijk vervat zit in de vraag zelf. De erkenning van OCMW's als
schuldbemiddelaars en de opleiding van het personeel van de OCMW's
zijn gemeenschapsbevoegdheden. Ik kan u geen cijfergegevens terzake
verstrekken. Deze zouden moeten beschikbaar zijn in de administratie
Gezin en Maatschappelijk Welzijn van de Vlaamse Gemeenschap.

Ik wil tussen haakjes zeggen dat concrete cijfergegevens, ook al zal ik
op de vraag antwoorden, eigenlijk schriftelijk moeten worden
opgevraagd. Uit de cijfers die beschikbaar zijn op federaal niveau, moet
ik vaststellen dat heel weinig OCMW's een beroep doen op een
tussenkomst van het Fonds ter bestrijding van de overmatige
schuldenlast. Langs Nederlandstalige zijde zou het enkel gaan om de
OCMW's van Lokeren, Brugge en Schoten. Dat is ongeveer 6,5% op
een totaal van 627 aanvragen in 2003.

Voor verdere gegevens met betrekking tot de ingestelde procedures zal
u zich desgevallend moeten wenden tot mijn collega, mevrouw de
minister van Justitie Onkelinx.

Wat het optreden van advocaten als schuldbemiddelaar betreft, zijn er
inderdaad soms een aantal problemen inzake communicatie en
beschikbaarheid van advocaten met ervaring. Ik wil het laatste ook niet
overdreven dramatiseren. Er wordt nagegaan of via een aanpassing van
de bepalingen inzake honoraria en een verhoogde tussenkomst van het
Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast het probleem van
de "aantrekkelijkheid" van het werk van de schuldbemiddelaar kan
worden verholpen.

07.02

Fientje Moerman,

ministre: L'agrément du CPAS en
tant que médiateur de dettes et la
formation du personnel du CPAS
relèvent en effet des compétences
des Communautés. Les renseigne-
ments et les données chiffrées
demandés devraient être
disponibles auprès du service
"Gezin en Maatschappelijk
Welzijn" de la Région flamande.

Il ressort de chiffres collectés au
niveau fédéral que seuls trois
CPAS flamands ont fait appel au
Fonds de traitement du
surendettement en 2003. Si Mme
De Meyer souhaite obtenir
davantage de données à propos
des procédures qui ont été
instaurées, je l'invite à s'adresser à
la ministre de la Justice.

Des problèmes de communication
se posent parfois lors de
l'intervention d'avocats en qualité de
médiateur de dettes. En outre, des
avocats suffisamment
expérimentés ne sont pas toujours
disponibles. On examine actuelle-
ment les possibilités de rendre la
fonction de médiateur de dettes
plus attrayante en adaptant les
honoraires et en augmentant
l'intervention du Fonds.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.53 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.53 heures.