Commission de l'Economie, de la Politique scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture

Commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw

 

du

 

mardi 12 décembre 2006

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

dinsdag 12 december 2006

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.06 uur en voorgezeten door de heer Paul Tant.

La séance est ouverte à 14.06 heures et présidée par M. Paul Tant.

 

01 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten en de Europese richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken" (nr. 13027)

01 Question de M. Willy Cortois à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la loi du 25 juin 1993 sur l'exercice d'activités ambulantes et l'organisation de marchés publics et la directive européenne 2005/29/CE relative aux pratiques commerciales déloyales" (n° 13027)

 

01.01  Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik zal mijn vraag kort houden zodat u ruim de tijd krijgt om de andere belangrijke punten te behandelen.

 

De wet van 5 juni 2005 betreffende de uitoefening van de ambulante activiteiten en de organisatie van de openbare markten verbiedt de verkoop van producten en diensten ten huize, met een waarde van meer dan 250 euro. U weet dat ik bitter weinig enthousiast was over de invoering van het plafond van 250 euro. Uiteindelijk heeft de VLD zich min of meer met de wet kunnen verzoenen omdat artikel 5 – als ik me niet vergis – in de mogelijkheid voorziet om bij KB uitzonderingen toe te staan. Het heeft een hele tijd geduurd maar uiteindelijk is het KB er gekomen. De huidige regeling biedt geen vereenvoudiging op administratief vlak maar is wel een uitholling van een principe in de wet, dat ik nog steeds verkeerd blijf vinden.

 

Ondertussen stel ik vast dat Europa ons verplicht om de richtlijn op de oneerlijke concurrentie en oneerlijke handelspraktijken toe te passen en in eigen wetgeving om te zetten.

 

Daaruit blijkt duidelijk dat de definitie die men geeft aan oneerlijke handelspraktijken helemaal niet strookt met de bepalingen in de wet, met name dat men eigenlijk geen verkopen van meer dan 250 euro aan de deur of ten huize van mag organiseren.

 

Mevrouw de minister, het is mijn mening dat dit artikel van de wet eigenlijk compleet in tegenspraak is met de Europese richtlijn. Ik stel mij dus de vraag of u ter zake een initiatief zult nemen. Ik voeg eraan toe dat als u dat niet doet, wij het zullen doen – als u dat beter schikt – om de wet aan te passen. Ze is immers duidelijk in overtreding, ook omdat wij een wet hebben goedgekeurd nadat een Europese richtlijn was uitgevaardigd. Ik denk dat dit ook niet volgens de algemene regels is.

 

Mevrouw de minister, wat zijn uw plannen om ons land in overeenstemming te brengen met de Europese richtlijn? Zijn er nog andere problemen die zich op dit moment stellen?

 

01.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, ik ken de juridische bezwaren die verbonden zijn aan de invoering van de beperking van 250 euro bij het verkopen van producten en diensten ten huize van de consument.

 

De bezwaren werden onder meer aangehaald tijdens de Raad voor het Verbruik van 7 september 2006, betreffende het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Het voorontwerp van wet beoogde de omzetting van de Richtlijn 2005/39/EG over de handelspraktijken.

 

Ik moet u in de eerste plaats eraan herinneren dat de regel uit een parlementair amendement en niet uit een ontwerp van de regering voortkomt. De regel werd in de wetgeving inzake de ambulante handel opgenomen.

 

Als het waar is dat de bevoegdheid voor de omzetting van de richtlijn over de handelspraktijken over verschillende ministers wordt verdeeld, dan is het aan mijn collega bevoegd voor Consumentenzaken en Consumentenbescherming om daaromtrent initiatieven te nemen.

 

Voorts werd tijdens de vergaderingen van de interkabinettenwerkgroep over de omzetting van de richtlijn over de handelspraktijken meegedeeld dat mijn collega van Consumentenbescherming wil overgaan tot een studie ter omzetting van de wet van 1991 omtrent de handelspraktijken. Wij werken thans in de interkabinettenwerkgroep aan de problematiek.

 

01.03  Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, ik zou graag uw mening ter zake kennen.

 

Is de grens van 250 euro die wij – daarmee bedoel ik ons Parlement, of beter gezegd een meerderheid in dit Parlement – in de wet hebben ingeschreven, in tegenstrijd is met de Europese richtlijn? Wat is uw mening daarover? Of hebt u daarover nog geen mening en wenst u het nog te bestuderen? Dat interesseert mij. U zult dit aspect toch wel eens bekeken hebben vanuit uw functie als minister.

 

01.04  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur Cortois, je ne pense pas que cette disposition contrevienne à la directive mais c'est l'analyse juridique qui devra le démontrer. Il s'agit d'un amendement parlementaire que j'ai accepté. Je vous dirai franchement, au vu du nombre de difficultés que celui-ci a soulevé pour remanier un certain nombre de choses, notamment mettre en œuvre le dispositif accepté au Parlement – j'avais accepté la limite pour autant que certaines dérogations soient mises en œuvre – que si c'était à refaire – mais nous n'arriverons pas à refaire ce qui a été fait – je n'accepterais plus cette disposition, car elle entraîne vraiment beaucoup trop de problèmes.

 

Le principe était louable de vouloir protéger le consommateur faible qui est chez lui, qui ne demande rien et qui voit un colporteur frapper à sa porte, avec parfois, il faut le reconnaître, des pratiques commerciales agressives. J'ai vécu le cas personnellement et je dois avouer qu'il faut pas mal de réactivité pour parfois fermer sa porte. Le souci était donc légitime. Vu ce souci, je ne crois pas que la disposition contrevienne à la mise en œuvre de la directive, mais nous y travaillons. Les analyses et l'étude devraient montrer, à mon humble avis, qu'elle n'y contrevient pas, car le principe vise également à protéger le consommateur contre des dispositifs agressifs.

 

01.05  Willy Cortois (VLD): Il ne faut pas mélanger le principe et l’instrument.

 

01.06 Minister Sabine Laruelle: Ik ben het met u eens, maar hier is er een kleine bescherming, niet voor alle producten. We zullen zien. De juridische analyse zal misschien aantonen dat dit niet strookt met de Europese richtlijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega's, vraag nr. 13441 van mevrouw Barzin stond verkeerdelijk geagendeerd voor vandaag. Het betreft echter een bevoegdheid van minister Verwilghen.

 

Vraag nr. 13165 van mevrouw Lahaye-Battheu, die alweer niet aanwezig is, staat al voor de derde keer op de agenda. Die vraag wordt dan ook als ingetrokken beschouwd.

 

01.07  Sabine Laruelle, ministre: Si Mme Lahaye-Battheu le désire, elle peut transformer sa question orale en question écrite.

 

Le président: Elle fera ce qu'elle voudra mais, en tout cas, elle devra la redéposer.

 

De behandeling van de vragen eindigt om 14.16 uur.

Le développement des questions se termine à 14.16 heures.