Commission des Finances et du Budget

Commissie voor de Financiën en de Begroting

 

du

 

mardi 12 décembre 2006

 

Matin

 

______

 

 

van

 

dinsdag 12 december 2006

 

Voormiddag

 

______

 

 


De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 11.18 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Bart Tommelein.

Le développement des questions et interpellations commence à 11.18 heures. La réunion est présidée par M. Bart Tommelein.

 

01 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën over "de fiscale bemiddelaar" (nr. 13241)

01 Question de Mme Marleen Govaerts au secrétaire d'État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances sur "le médiateur fiscal" (n° 13241)

 

01.01  Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, om fiscale geschillen voor de rechtbank te vermijden, wil de regering vanaf volgend jaar een fiscale bemiddelaar aanstellen. De fiscale bemiddelaar zal zich onafhankelijk kunnen uitspreken over alle fiscale domeinen, gaande van de personenbelasting over de douane tot de successierechten.

 

Kunt u meer duidelijkheid verschaffen over die fiscale bemiddelaar? Hoeveel diensten of locaties zullen er daarvoor gebruikt worden? In welke steden?

 

Hoeveel nieuwe mensen zullen er daarvoor in dienst worden genomen? Over welk diploma moeten de kandidaten beschikken? Hoeveel van de huidige ambtenaren zullen omgeschoold worden? Wanneer zullen die diensten operationeel zijn?

 

De fiscale bemiddelaar moet de fiscus een menselijk gelaat geven. Hoe zal dat in de praktijk gebeuren?

 

Hoe zullen de belastingplichtigen vertrouwd gemaakt worden met de nieuwe dienst?

 

Is de bemiddelaar verantwoording verschuldigd aan een andere of hoger geplaatste ambtenaar?

 

Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik lees in de pers dat de fiscale bemiddelaars ook vaststellingen ter plaatse kunnen doen. Staat dat gelijk met een huiszoeking in samenwerking met de politie, waarvan sprake was? Of is dat een andere bevoegdheid?

 

01.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mevrouw Govaerts, in het raam van de begrotingsopmaak heeft de regering beslist om in de FOD Financiën een dienst op te richten die de eventuele geschillen tussen de instelling en de burger kan beslechten. De interventie van een autonome actor maakt het immers mogelijk om een consensus tussen partijen te bereiken, om zo tot een evenwichtigere beslissing te komen.

 

Artikel 1 van het project verschaft de volgende bijkomende gegevens aangaande de dienst Fiscale Bemiddelaar.

 

De dienst Fiscale Bemiddelaar heeft als doel de aanvragen tot bemiddeling als gevolg van de moeilijkheden van de toepassing van de fiscale wetten, waarvoor de administraties van de Federale Overheidsdienst Financiën de bevoegdheid of de dienst uitoefenen, te onderzoeken. De dienst Fiscale Bemiddelaar onderzoekt de aanvragen tot bemiddeling die aan hem worden voorgelegd in alle objectiviteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en met inachtneming van de wet. Hij tracht de standpunten van de partijen met elkaar te verzoenen.

 

Wanneer zijn opdracht is volbracht, maakt de bemiddelaar een bemiddelingsverslag dat enerzijds aan de administratie en anderzijds aan de burger wordt bezorgd.

 

Dat verslag is absoluut niet dwingend. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid, en nadat is vastgesteld dat de bestuurshandelingen in strijd met de principes van behoorlijk bestuur of met de wet en de regelingen zijn, kan hij aanbevelingen richten tot de voorzitter van de FOD Financiën, van wie hij afhangt.

 

De dienst zal bestaan uit een dertigtal personen van niveau A of B, afkomstig van de FOD Financiën. De leiding zal in handen zijn van tegelijkertijd personen afkomstig van de FOD Financiën en van externe personen.

 

Een koninklijk besluit dat het profiel van de in de diensten tewerkgestelde personeel bepaalt, is in voorbereiding.

 

Je voudrais préciser qu'entre la question et la réponse aujourd'hui, il y a eu une évolution puisque le Conseil d'État n'a pas accepté le caractère urgent de cet amendement à la loi-programme. Ce projet passera donc dans les dispositions diverses non urgentes au mois de janvier. Il y aura donc un retard d'un mois mais ce n'est pas vraiment très grave. En outre, l'arrêté royal est en préparation. Ce système devrait être centralisé à Bruxelles avec des possibilités de fonctionnement souple pour le conciliateur fiscal ou son personnel.

 

01.03  Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb niet op al mijn vragen een antwoord gekregen. U zegt nu dat het niet dringend is. Zullen die fiscale bemiddelaars dan niet operationeel zijn vóór de verkiezingen? In de pers stond dat die ambtenaren al vóór de verkiezingen van 2007 aan het werk zouden zijn. Dat moet dan blijken uit het koninklijk besluit? Dat is nog niet beslist?

 

01.04  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Je n'ai pas décidé du caractère urgent ou non urgent, c'est le Conseil d'État. Le Conseil d'État n'a pas donné son avis au sujet de l'amendement à la loi-programme.

 

La décision a été reportée. Vendredi dernier, le gouvernement a de nouveau adopté le projet afin d'obtenir l'avis du Conseil d'État par rapport aux dispositions diverses non urgentes. C'était la manière d'agir la plus rapide.

 

Par ailleurs, les négociations ont lieu à l'heure actuelle en intercabinet en ce qui concerne l'arrêté royal de fonctionnement. Y aura-t-il 20 personnes ou 50? Personnellement, je défends au moins une trentaine de personnes. S'agira-t-il uniquement de fonctionnaires ou d'externes? Je défends un principe 50/50, qui devrait apporter au niveau de l'administration un souffle extérieur nouveau et peut-être davantage encore impartial.

 

À cet égard, l'arrêté royal est en cours de rédaction. Il ne pourra être pris qu'une fois la loi votée. Cela va de soi. Je reste tout à fait optimiste. Vous demandez s'il sera pris avant ou après les élections. J'ignore quand les élections auront lieu. Aussi, ne suis-je pas en mesure de vous dire s'il le sera avant ou après les élections. Mais logiquement, tout cela prendra forme au courant du printemps. Je pense que c'est un service qui est vraiment attendu par les citoyens. Au vu de ce qui se passe en France, croyez-moi, cela fonctionne relativement bien! Le fonctionnement de ce service donne entière satisfaction.

 

01.05  Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, het gaat dus om dertig, veertig of vijftig mensen. Zijn die dan verspreid over heel het land of geconcentreerd in een stad? Verspreid waarschijnlijk? Alles in Brussel?

 

01.06  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Ils sont concentrés, mais avec une possibilité de travail à l'extérieur: ils peuvent organiser des rencontres avec les gens de manière décentralisée, effectuer des confrontations au bureau de Tienen. Ils disposent d'une souplesse de travail.

 

Cependant, pour ce rapport de médiation, de manière à parvenir à une jurisprudence cohérente, nous avons estimé préférable de les faire travailler ensemble, au moins dans un premier temps, afin de lancer le projet simultanément et de façon homogène.

 

01.07  Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mogen zij huiszoekingen doen? Dat heb ik immers ook gelezen in de pers.

 

01.08  Hervé Jamar, secrétaire d'État: En Belgique, seul le juge d'instruction peut ordonner des perquisitions. Nous sommes dans un État de droit.

 

Dans ce cas, un conciliateur sera chargé de rapprocher les parties, de les entendre. Il pourra leur demander de produire des documents. Si ces dernières ne le font pas, il pourra en tirer des conclusions et estimer qu'elles ne sont pas de bonne composition ou qu'elles veulent cacher certaines informations et mentionner dans son rapport qu'elles ne collaborent pas à ce qu'on appelle l'instruction au sens large du dossier. Il s'agira d'une personne qui facilitera les choses. Son rôle et ses missions ne seront pas ceux d'un juge d'instruction.

 

De voorzitter: Mevrouw Govaerts? De laatste keer, want anders blijven wij bezig.

 

01.09  Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Er is nog één onduidelijkheid. Het is de bedoeling de belastingen een menselijk gelaat te geven. Hoe gaan gewone mensen dat te weten komen? Als er ergens problemen zijn, zal men dan in hun plaatselijk kantoor zeggen: kijk, u kunt ook naar een bemiddelaar gaan? Of: wij kunnen een bemiddelaar aanduiden? Hoe gaat dat voor de gewone belastingplichtige? Dat is mijn vraag.

 

01.10  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Je serai bref car il s'agit d'un système sur lequel on pourrait parler pendant des heures. Il doit maintenant être finalisé par arrêté royal.

 

Le contribuable pourra saisir le conciliateur dès qu'une réclamation sera faite. Si cette possibilité était offerte à tous les stades de la procédure, il aurait fallu 2.000 conciliateurs. Il faut rester réaliste!

 

Je répète que, dès qu'une réclamation sera faite dans le cadre de l'impôt des personnes physiques, par exemple, auprès du directeur régional, le conciliateur pourra être saisi. C'est à ce moment-là que celui-ci pourra jouer son rôle de rapprochement, de facilitateur, de conciliateur, raison pour laquelle il devra remettre son rapport au directeur régional. Ce rapport ne sera pas contraignant. Il s'agira d'une pièce qui sera remise aux deux parties et qui figurera dans le dossier de la procédure, si nécessaire jusqu'au stade judiciaire. Il pourra donc avoir une certaine importance.

 

Puisque nous sommes un organe politique au sens noble du terme, je me permets aussi de dire que quand le ministre, le secrétaire d'État, le Roi ou la Reine reçoit une plainte des contribuables, nous pourrions intervenir directement auprès du contrôleur en chef responsable, par exemple, celui de Tienen. Toutefois, cette pratique n'est ni normale, ni légale. C'est la raison pour laquelle nous nous refusons de procéder de cette manière. Si c'était le cas, cela ferait d'ailleurs rapidement l'objet d'un scandale dans les journaux. Nous préférons donc suivre la voie hiérarchique. Il faut bien souvent des mois avant que le dossier en question parvienne au contrôleur en chef. Ce délai est trop important pour solutionner une situation contentieuse. Ce système permettra également de remédier à ce genre de problème.

 

De voorzitter: Mevrouw Govaerts, wil u nog het laatste woord?

 

01.11  Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik dank de staatssecretaris voor zijn uitvoerig en duidelijk antwoord.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "une éventuelle adaptation des bases forfaitaires de taxation des producteurs agricoles" (n° 13237)

02 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "een eventuele aanpassing van de forfaitaire grondslagen van aanslag voor de landbouwproducenten" (nr. 13237)

 

02.01  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, depuis quelques années, la pression fiscale appliquée aux producteurs agricoles, et spécialement les producteurs de la région herbagère liégeoise et de la Haute Ardenne, semble peser de plus en plus lourd dans le chef de ces producteurs alors que le marché des produits laitiers se dégrade de jour en jour.

 

Si, par le passé, les bases forfaitaires des producteurs agricoles auxquelles sont soumis les producteurs de lait ont contribué à la modernisation de l'agriculture, il n'en reste pas moins que ces seuils sont aujourd'hui atteints, ce qui entraîne deux effets cumulatifs: d'une part, surtaxer les producteurs les moins productifs et, par ce biais, accélérer l'exode rural et, d'autre part, réduire la capacité d'autofinancement des entreprises plus performantes alors que, plus que jamais, ces producteurs sont confrontés à des marchés difficiles.

 

Il en résulte que s'installe dans le milieu agricole un défaitisme concrétisé par la présence de moins en moins importante d'agriculteurs, avec pour conséquences un agrandissement des entreprises, une perte de biodiversité et, probablement à moyen terme, un effet sur les paysages caractéristiques de cette région.

 

Monsieur le secrétaire d'État, je sais que vous êtes bien au courant de l'ensemble de cet état de fait.

 

Afin de soutenir l'agriculture, il semble urgent de veiller à ce que la pression fiscale sur le milieu agricole n'augmente plus, notamment via l'établissement de barèmes fiscaux raisonnables pour les producteurs de lait.

 

À cet égard, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais savoir si vous envisagez de prendre des initiatives afin d'adapter les bases forfaitaires de taxation en fonction notamment des conditions climatiques ou de la fièvre catarrhale qui ont eu des conséquences non négligeables en termes de rendement.

 

N'estimez-vous pas que l'établissement d'un barème raisonnable constitue un moyen de compenser l'impact de ces difficultés?

 

N'estimez-vous pas que les bases forfaitaires des producteurs agricoles doivent prendre en compte les aléas de la nature? Dans la négative, pourquoi?

 

02.02  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Monsieur le président, je remercie M. Wathelet pour sa question absolument d'actualité. Comme il l'a fait remarquer, nous sommes très attentifs à l'évolution de ce dossier.

 

En ce qui concerne la fixation des barèmes forfaitaires destinés à la taxation des revenus agricoles, je me dois de rappeler qu'ils ont fait l'objet d'une négociation entre les associations agricoles et les autorités compétentes de l'administration fiscale.

 

Par ailleurs, une réunion a été organisée le mardi 28 novembre 2006. Elle s'est déroulée dans un climat serein où toutes les parties ont pu faire part de leur vision des choses. Les différents points en litige mis sur la table par les organisations agricoles ont été discutés. Pour ceux où il n'était pas possible de trouver une solution faute de compétence, ils ont été reportés vers les directions des SPF compétentes.

 

J'apprends par ailleurs qu'une réunion s'est encore tenue hier. Nous sommes donc vraiment au cœur du problème pour tenter de trouver un maximum de points de convergence.

 

Il paraît évident que, lors de l'élaboration des forfaits, il convient de tenir compte d'éléments tels que ceux que vous citez, à savoir les conséquences des conditions climatiques sur les rendements, de même que les conséquences liées à la fièvre catarrhale ovine. C'est d'ailleurs prévu dans le "Manuel des forfaits", édition 2006, dans la rubrique 3 "Éléments déductibles du bénéfice semi-brut – Pertes dues aux maladies et pertes professionnelles relatives aux cultures dues à des événements calamiteux à caractère général".

 

Je veux donc bien m'engager avec le ministre à veiller à ce que ces éléments entrent dans les paramètres présidant à la discussion, qui a toujours lieu, je le répète, sur les futures bases forfaitaires. J'ai moi-même aussi participé à plusieurs réunions, de nature plus informelle, avec l'une ou l'autre organisation syndicale et je pense que nous allons trouver des solutions qui pourront convenir au secteur. Nous connaissons également les grandes difficultés du monde agricole qui varient en fonction de la région d'activité, en fonction du type d'élevage, en fonction du mode de fonctionnement. C'est là que réside la difficulté: nous devons non seulement trouver un système objectif et global mais qui soit également ciblé sur des problèmes ponctuels en fonction des régions ou des types d'élevages.

 

02.03  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je remercie le ministre pour sa réponse encourageante. Il n'est pas aisé de comprendre l'agriculture d'un point de vue global tout en gardant à l'esprit les spécificités de chaque région ou de chaque type d'activité. Manifestement, les négociations sont en cours et j'espère qu'elles se dérouleront le mieux possible.

 

Si je reste sans nouvelles, je me permettrai de revenir vers vous par le biais d'une autre question.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Mijnheer Devlies, u bent reeds een keer zo collegiaal geweest om uw vraag te laten uitstellen. Doet u dit opnieuw? De heer Bex heeft niets laten weten.

 

02.04  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, men verwacht mij in een andere commissie.

 

De voorzitter: Mevrouw Storms, kunt u inmiddels aan de heer Bex vragen of hij zijn vraag handhaaft?

 

Ik stel voor dat we overgaan tot de vraag nr. 13329 van de heer Goyvaerts.

 

03 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het laattijdig indienen van de rekeningen van de Regie der Gebouwen" (nr. 13329)

03 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le dépôt tardif des comptes de la Régie des Bâtiments" (n° 13329)

 

03.01  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Wij kunnen soms toch soepel zijn, nietwaar, mijnheer de voorzitter?

 

De voorzitter: Wij zijn zeer flexibel!

 

03.02  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Snel en efficiënt, maar dat is ook al een aantal jaren geleden.

 

Mijnheer de staatssecretaris, inzake de verkoop en wederinhuur van gebouwen en de hele discussie over de budgettaire impact is het natuurlijk belangrijk dat wij kunnen beschikken over actueel en juist cijfermateriaal.

 

Nu, in de commentaren van het Rekenhof op de voorliggende begroting is toch nog eens duidelijk naar voren gekomen dat het helemaal niet zo voor de hand liggend is over die actuele gegevens te kunnen beschikken. Bovendien blijkt dat de boekhouding van het Rekenhof ook een groot doolhof is – om niet het woord complex te moeten gebruiken – zodat men niet op een eenvoudige manier aan die gegevens kan geraken, bijvoorbeeld wat de huurlasten van de overheid betreft, of de renovatiekosten die de Regie der Gebouwen moet hanteren, onderhoudskosten, en ga zo maar door.

 

De klap op de vuurpijl is natuurlijk het feit dat er toch iets schort en dat de Regie der Gebouwen een enorme achterstand zou hebben bij het neerleggen van haar rekeningen, zodat ook daar, indien men voor de recente voorgaande jaren over gegevens wenst te beschikken, het niet allemaal voor de hand liggend is.

 

Ik had u daar graag een aantal vragen over willen stellen. Ik heb ze u schriftelijk bezorgd. Ik overloop ze voor de volledigheid van het verslag.

 

Ten eerste, welke achterstand heeft de Regie der Gebouwen inzake het neerleggen van haar rekeningen?

 

Ten tweede, wanneer is die achterstand ontstaan? Wat is de oorzaak die aan de basis ligt van die achterstand?

 

Ten derde, welke maatregelen hebt u genomen of denkt u te zullen nemen om die achterstand weg te werken?

 

Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord, mijnheer de staatssecretaris.

 

03.03 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Goyvaerts, wat uw eerste vraag betreft, de rekeningen voor 2000 werden ingediend op 2 juni 2003. De rekeningen voor 2001 werden aan de voogdijminister ter ondertekening voorgelegd. De rekeningen voor 2002 zijn klaar om gedrukt te worden en aan de voogdijminister ter ondertekening voorgelegd te worden. De rekeningen voor 2003, 2004 en 2005 zijn nog niet klaar.

 

Vervolgens vroeg u wanneer die achterstand is ontstaan. De Regie der Gebouwen informeert mij dat de achterstand bestaat sinds de oprichting van de Regie. De juiste toedracht hiervan in de periode voor 1992 is echter niet meer te achterhalen. Geen enkele van de toenmalige betrokkenen is nog bij de Regie der Gebouwen werkzaam. Vermoedelijk was er vroeger gewoon geen boekhoudplan. Daarna is er, onder meer door een stijging van het aantal nieuwe taken, steeds een personeelstekort geweest voor de uitvoering van de specifieke taken verbonden aan het opstellen van de jaarrekeningen.

 

Ten derde vroeg u welke oorzaken aan de basis liggen van de achterstand. De oorzaken zijn, ten eerste, personeelstekort en gebrek aan personeel met aangepaste kwalificaties en, ten tweede, een verouderd boekhoudplan dat niet toelaat om van de rekeningen een nuttig beheers- en economisch instrument te maken. De combinatie van dit personeelstekort met de geringe waarde van de jaarrekening als beheersinstrument maakt dat de dagelijkse taken en de nieuwe taken een hogere prioriteit hebben gekregen dan het opstellen van de jaarrekeningen.

 

Ten vierde vroeg u welke maatregelen ik heb genomen of denk te nemen om die achterstand weg te werken. Er werden enkele personeelsleden met een boekhoudkundige economische achtergrond aangeworven. Door de evolutie die de Regie der Gebouwen doormaakt, werd het takenpakket echter ook veel uitgebreider, onder meer in het kader van de verkopen en wederinhuringen, de opkomst van het facilitair management, de uitgebreide rapportering aan verschillende instanties waaronder het Rekenhof, Begroting, enzovoort. Hierdoor kan er opnieuw niet voltijds door deze personen gewerkt worden aan het opstellen van de jaarrekeningen.

 

De bewering dat het Rekenhof niet over actuele informatie kan beschikken, enerzijds door de te complexe boekhouding en anderzijds door de vertraging in het indienen van de rekeningen, is onjuist. De Regie der Gebouwen beschikt over haar begrotingsboekhouding en extracomptabele gegevens om vragen van de vertegenwoordigers van het Rekenhof ter plaatse te beantwoorden. Op hun eenvoudige vraag werd daaraan voldaan, zelfs verscheidene malen over dezelfde aangelegenheid aan verschillende personen. De boekhouding van de Regie der Gebouwen is niet complex.

 

Président: François-Xavier de Donnea.

Voorzitter: François-Xavier de Donnea.

 

De geboekte verrichtingen gebeuren volgens de regels van het dubbel boekhouden. Het boekhoudplan, dus de boekhoudregels, van de Regie der Gebouwen is echter wel hoognodig aan modernisering toe wegens de evolutie van de taken van de Regie der Gebouwen en van het boekhoudkundig denken van de controlerende instanties en de overheid. Een dergelijke aanpassing vraagt immers zowel een theoretische analyse als een ingrijpende aanpassing van de huidige informaticatoepassingen voor de praktische toepassing ervan. Daarenboven hangt de implementatie ervan ook af van de beschikbaarheid van een heleboel extracomptabele gegevens. Een voorbeeld is de waardering van de onroerende en roerende activa, wat niet meteen vanzelfsprekend is.

 

De werkzaamheden van de commissie voor de Normalisatie van de Openbare Comptabiliteit en FedCom met betrekking tot het opstellen van een boekhoudplan dat voor alle federale departementen geldig zou zijn, heeft de Regie der Gebouwen een afwachtende houding doen aannemen, omdat immers ook een gezamenlijke informaticatoepassing zou worden ontwikkeld. Toen duidelijk werd dat FedCom niet langer voor instellingen van openbaar nut van toepassing zou zijn, stond de Regie der Gebouwen opnieuw alleen.

 

De problematiek van het boekhoudplan, de noodzaak om van de jaarrekening een nuttig beheersinstrument te maken en de nieuwe wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale Staat, werden door de financiële dienst van de Regie der Gebouwen ook onder de aandacht gebracht bij de besprekingen van eind 2004 tijdens een audit en een werkgroep over het begrotingsproces, de boekhouding en de jaarrekening als de bevestiging van de uitvoering van de begroting.

 

Sinds 2005 werd een reorganisatieproces van de Regie der Gebouwen tot stand gebracht. Het invoeren van het aangepast boekhoudplan, dat als nuttig beheersinstrument kan worden gebruikt, is een van de elementen die in het kader van de reorganisatie van de Regie der Gebouwen moet worden gerealiseerd. In datzelfde perspectief zullen via een doeltreffend personeelsbeleid de nodige personen met de juiste kwalificaties moeten worden aangetrokken.

 

03.04  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, gelet op de uitgebreidheid van uw antwoord heb ik de indruk dat blijkbaar toch de moeite wordt genomen om zich te verantwoorden.

 

Ik stel vast dat de rekeningen van 2001 nu bij de voogdijminister liggen. Er is dus een achterstand van zowat vijf jaar.

 

Blijft natuurlijk het feit – u geeft op het einde van uw antwoord een opening daartoe – dat de boekhouding van de Regie der Gebouwen als beleidsinstrument zou moeten kunnen dienen. De overheid is zich daarvan blijkbaar bewust en gaat er wat aan doen. Wij moeten nog afwachten wat dat in de praktijk zal geven.

 

Ik stel ook vast dat er bij wijze van spreken een onderbezetting is, niettegenstaande de bijkomende taken die de Regie der Gebouwen kreeg toegewezen.

 

Wat betreft het argument van het Rekenhof, verwijs ik naar de discussie die wij hebben gevoerd over de dotatie voor de Regie der Gebouwen, die tussen 2004 en 2007 bijna verdrievoudigde. Daaruit concludeerde de Regie der Gebouwen dat de verhoging te maken moest hebben met huuruitgaven, namelijk door de verkoop van gebouwen en huuruitgaven door het opnieuw huren van de gebouwen die een pijnpunt blijven.

 

Ik pleit ervoor dat er bijkomend geïnvesteerd wordt in personeel om de achterstand in die rekeningen weg te werken, anders blijft de discussie bestaan over het effect van de sale-en-leasebackoperaties op de staatsboekhouding.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "concentratieplannen van federale overheidsdiensten in Gent" (nr. 13280)

04 Question de Mme Annelies Storms au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les plans tendant au regroupement des services publics fédéraux à Gand" (n° 13280)

 

04.01  Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de staatssecretaris, in Gent zijn enkele federale overheidsdiensten samengebracht op twee locaties. Enerzijds zijn er de gebouwen aan de Zuiderpoort, die de FOD Financiën huisvesten, met uitzondering van de douanediensten en verder het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, alsook de Regie der Gebouwen. Anderzijds, is er het nieuwe gerechtsgebouw dat aan de Opgeëistenlaan wordt gebouwd en dat een groot deel van de FOD Justitie zal huisvesten.

 

De overige federale diensten zitten verspreid over verschillende gebouwen in Gent. Een derde golf van concentratie van diverse diensten in Gent is reeds verschillende keren in de beleidsbrieven van minister Reynders aangekondigd. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag aan minister Reynders vernam ik dat van de veertig gebouwen van de federale overheidsdiensten die in Gent gevestigd zijn, er twintig in eigendom zijn, er achttien gehuurd worden en er twee in leasing zijn. Voor vijf gebouwen in eigendom bestaat de intentie tot verkoop.

 

Ik had graag vernomen of de studie inzake de hergroepering van die overblijvende federale diensten waarnaar door minister Reynders in zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag is verwezen, reeds is afgerond. Indien dat het geval is, tot welke bevindingen is die studie gekomen?

 

Aansluitend daarop had ik graag vernomen welke locaties dan in aanmerking zouden komen om die derde concentratiebeweging in Gent uit te voeren. Waar zullen die overblijvende federale diensten gehergroepeerd worden?

 

Indien u mij antwoordt dat die studie er nog niet is, wanneer wordt die dan verwacht? Zij werd inmiddels toch al twee keer aangekondigd in beleidsbrieven.

 

Kadert de verkoop van vijf gebouwen waarvoor de intentie tot verkoop bestaat, in een nieuwe golf van concentratie van federale diensten? Op basis van welke criteria werd beslist die vijf gebouwen te verkopen en de vijftien andere die in eigendom zijn, niet? Wanneer zullen de vijf betrokken gebouwen daadwerkelijk verkocht worden? Wat zal er gebeuren met het personeel dat nu tewerkgesteld wordt in die gebouwen?

 

De Vlaamse regering heeft recent beslist een deconcentratiebeweging uit te voeren voor haar ambtenaren. In het raam daarvan heeft zij ook beslist een Vlaams Administratief Centrum op te richten in Gent, meer bepaald aan het vernieuwde Sint-Pietersstation. Daar zijn, zoals u misschien wel weet, grote vernieuwingswerken gepland, waarbij ook in de bouw van kantoren is voorzien. De Vlaamse regering vindt dat een ideale plek om een aantal van haar ambtenaren samen te brengen.

 

Vindt minister Reynders het vernieuwde Sint-Pietersstation eveneens een geschikte locatie om de overblijvende federale diensten te hergroeperen?

 

04.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Storms, ten eerste, pas sinds november 2006 zijn alle behoefteprogramma's van de diensten die voor de hergroepering in aanmerking komen in het bezit van de Regie der Gebouwen.

 

Aan de hand van deze programma's werd zeer recent gestart met de vervolmaking van de algemene studie tot functionele inplanting van deze diensten, en dit in overleg met de betrokken diensten. Voor de nog niet- gecentraliseerde diensten van de FOD Financiën in het gebouw Ter Plaeten is de macroverdeling tussen douane, accijnzen en AKRED vastgesteld. De opmaak van de interne micro-invulling is binnen deze diensten in opmaak.

 

Uw tweede vraag was welke locaties eventueel in aanmerking komen om deze derde concentratiebeweging uit te voeren. In het gebouw Ter Plaeten worden alle douane-, accijnzen- en AKRED-diensten van de FOD Financiën samengebracht.

 

In het gebouw Kouterpoort, Savaanstraat 11, worden volgende diensten gegroepeerd: FOD Justitie, parket-generaal en arbeidshof; FOD Economie, dienst Kwaliteit en Veiligheid, dienst Controle en Bemiddeling, dienst Statistische Informatie; FOD Binnenlandse Zaken, regionale afvaardiging Oost-Vlaanderen; FOD Werkgelegenheid, dienst Toezicht Sociale Wetten en dienst Toezicht Welzijn op het Werk; FOD Volksgezondheid, dienst MEDEX, diensten DG2, DG3 en DG4; FOD Sociale Zekerheid, dienst Sociale Inspectie en federale politie, algemene inspectiediensten geïntegreerde politie.

 

Ten derde, de studie tot inplanting van de diensten in Ter Platen en Kouterpoort zal vermoedelijk afgerond zijn in het eerste kwartaal van 2007. Vooraleer de diensten kunnen verhuizen moeten in beide gebouwen instaatstellingswerken uitgevoerd worden.

 

Aangezien het gehuurde gebouwen betreft moet dit in overleg met de respectievelijke eigenaars gebeuren. Voor het uitvoeren van deze werken moet ook budgettaire ruimte gecreëerd worden. De goedkeuringsprocedure hiervoor wordt thans voorbereid.

 

Uw vierde vraag was of de verkoop van deze vijf gebouwen kadert in de nieuwe golf van concentratie van de diensten in Gent. Door de concentratie van alle diensten van de FOD Financiën in Zuiderpoort en Ter Platen zullen volgende federale eigendommen door de FOD Financiën verlaten worden: Bagattenstraat 130, waar het kadaster was gehuisvest, Heernislaan 19 en Kasteellaan, waar het kadaster en de belastingendienst waren gehuisvest.

 

Wanneer de verhuis van de dienst Toezicht Sociale Wetten naar de Kouterpoort gerealiseerd wordt, zal het dienstgebouw in de Delvauxstraat 2 leeg komen te staan.

 

Door de verhuis van de jeugdrechtbank en de arbeidsrechtbank naar het nieuwe gerechtsgebouw worden eveneens twee federale gebouwen verlaten: Henegouwenstraat 95 en Oude Schaapmarkt 22. Het gebouw in de Bagattenstraat 43 staat reeds leeg. Al deze eigendommen komen voor verkoop in aanmerking.

 

Ten vijfde, er is het feit van hun toekomstige leegstand en het feit dat ze op dat ogenblik overbodig zullen zijn als huisvesting voor elke andere federale dienst in Gent.

 

De federale eigendommen die niet verkocht worden, betreffen gebouwen die nog in gebruik zijn en ook in de toekomst noodzakelijk blijven voor het functioneren van de federale diensten. Een aantal is zeer specifiek: gevangenis, gerechtshoven of de plaatsgebonden douanedienst in de haven. Voor de provincie: Gouvernementstraat 1 en Kalandenberg. Voor de FOD Financiën en de douane: Rooigemlaan 313, Port Arthurlaan 313 en de kaaiburelen. Voor het Rijksarchief: Gerard de Duivelsteen. De ex-rijkswacht-logementen in de Ridderstraat 1 en de Louis De Smetstraat. Voor de FOD Justitie: het groot en klein gerechtshof op het Koophandelsplein 21 en 23. Voor de federale politie: Groendreef 181. Voor de gevangenis: Nieuwe Wandeling 89.

 

Ten zesde, op het ogenblik dat de diensten die er momenteel nog gebruik van maken het gebouw verlaten zullen hebben, zal de verkoopprocedure gestart worden. Gelet op de fase waarin de studie voor hergroepering zich thans bevindt, is het niet mogelijk daarvoor nu een concrete timing te geven. Zowel in Ter Platen als in de Kouterpoort moeten voorafgaand aan de huisvestingsoperatie opfrissings- en instaatstellingswerken uitgevoerd worden.

 

Ten zevende, de herhuisvesting heeft geen invloed op de tewerkstelling van het personeel en de organisatie van de dienst, in die zin dat het personeel gewoon mee verhuist met de diensten waar zij werken.

 

Ten achtste, over het project Sint-Pietersstation is op dit ogenblik zeer weinig informatie beschikbaar. De langlopende huurovereenkomst bindt de federale overheid aan de Zuiderpoort, Ter Platen en Kouterpoort. Een concentratie van de federale diensten aan het Sint-Pietersstation wordt dus op dit ogenblik niet overwogen.

 

04.03  Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor dit zeer gedetailleerde antwoord.

 

Ik vind het spijtig dat er op dit ogenblik niet aan wordt gedacht om ook rond het Sint-Pietersstation federale ambtenaren te concentreren. Dit had gekund bij de verdere uitbouw van Gent en de omvorming van het station. De werken zijn echter maar beëindigd tegen 2015, dus kan de federale overheid misschien nog van idee veranderen. Het zou wel handig zijn als ambtenaren en diensten samen zitten, ook federaal en Vlaams. Dat verhoogt de dienstbaarheid aan de bevolking. Het is ook een interessante plaats qua mobiliteit: de ambtenaren kunnen daar makkelijk raken met het openbaar vervoer als de trein, de tram en de bus. Ik begrijp wel dat als er nog huurovereenkomsten lopen aan Ter Platen en aan de Savaanstraat, die moeten nageleefd worden. Ik hoop wel dat kan worden nagekeken door de Regie der Gebouwen of het niet interessanter is in de toekomst de diensten te concentreren rond het vernieuwde Sint-Pietersstation, in functie van het groeperen van alle ambtenaren, in functie van dienstbaarheid aan de bevolking en ook in functie van gemakkelijke bereikbaarheid en verhoogde mobiliteit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de herstellingswerken aan de gevangenis van Brugge" (nr. 13335)

05 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les travaux de rénovation à réaliser à la prison de Bruges" (n° 13335)

 

05.01  Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, momenteel onderbreekt het bewakingspersoneel van het penitentiair complex te Brugge elke vrijdagavond van 20 tot 22 uur het werk. De aanleiding hiertoe zijn de aanslepende technische problemen in de gevangenis en eigenlijk ook een beetje de woordbreuk van de overheid in deze zaak.

 

Ik hoef u er waarschijnlijk niet aan te herinneren dat in november 2005 de veiligheid van de instelling, het personeel en de gedetineerden in het gedrang kwam door het uitvallen van het veiligheidssysteem, de subcentra, de camerabewaking en de elektronische deuropening. In december 2005 heeft de overheid beloofd onmiddellijk van start te gaan met de voorlopige herstelling van het bewakings- en veiligheidssysteem. Eind 2006 trappelt men echter nog steeds ter plaatse.

 

Op 22 maart en 10 april 2006 vonden er vergaderingen plaats tussen de FOD Justitie, de Regie der Gebouwen en een aannemer die instaat voor het onderhoud van de gevangenis van Brugge om na te gaan wat de mogelijkheden waren om een snelle oplossing te zoeken voor deze technische mankementen. Er werd een offerte van de firma ontvangen om de installatie op korte termijn terug operationeel te maken. De bedragen waren evenwel van die aard dat een aanbesteding met een lastenboek en het uitschrijven van een overheidsopdracht noodzakelijk waren. Tegen het einde van 2006 zou gestart worden met de werken die ongeveer een zestal maanden zouden duren en ongeveer 1 miljoen euro zouden kosten. Mijnheer de staatssecretaris, dit penitentiair complex – dit is heel bedroevend – bestaat nog maar vijftien jaar en nu reeds is er een hele reeks dure en dringende herstellingswerken nodig.

 

Ik kom dan bij mijn vragen aan u. Welke werken aan de gevangenis van Brugge werden er in april 2006 voorzien wat betreft muren, dak, sloten en bewakingscamera’s? Werden er ook middelen uitgetrokken voor de bouw van een nieuwe keuken in de gevangenis van Brugge? Dat blijkt immers ook noodzakelijk te zijn. Wat is de reden voor het uitstel en/of de spreiding in de tijd van al deze geplande werken? Werden er hiervoor eigenlijk wel budgetten vrijgemaakt of zijn die budgetten ondertussen elders geïnvesteerd? Kunt u mij met andere woorden een overzicht geven van de geraamde kosten en een soort stand van zaken? Zijn in de nodige middelen voor deze werken voorzien en zijn ze begroot?

 

Ik heb samen met de heren Van Parys en Goutry al vragen gesteld aan mevrouw Onkelinx. Zij verwijst ons steeds door naar u.

 

05.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, hierna volgt het gevraagde overzicht van de geopende en geplande dossiers.

 

1) Vernieuwing keuken: de keukenuitrusting: aanbesteed voor een bedrag van 1.115.473,19 euro.

2) Herstel gesloten wandelkoer: aanbesteed voor een bedrag van 368.024,91 euro.

3) Vernieuwing platte daken, eerste fase: aanbesteed voor een bedrag van 1.569.597,59 euro.

4) Herstel daken fase 2: dossier in opmaak: raming: 607.484 euro; herstel daken fase 3: dossier in opmaak, raming 760.556 euro

5) Herstellingswerken buitenmuren: raming 60.000 euro, dossier in opmaak.

7) Herstellen en reinigen muren fase 2: raming 270.000 euro, dossier in opmaak.

8) Vernieuwing zwakstroominstallaties: studies in opmaak:- fase 1: signalisatie en afstandsbesturing, installatie van de elektrische sloten, alarmdrukknoppen voor personeel een oproepsysteem vanuit de cel; fase 2: installatie van een camerabewakingssysteem, perimetrische opsporing van indringing en ontsnapping;fase 3: interfonie in gangen, telefonie netwerk. Totale raming: 3.100.000 euro

9) Herstelling buitenbeglazing van de cel: studie in opmaak, raming 70.000 euro.

10) Vernieuwen ophanging van de poorten: studie in opmaak, raming 250.000 euro.

11) Vernieuwen elektriciteit van de keuken: studie in opmaak, raming 250.000 euro.

12) Vernieuwen centrale verwarming en ventilatie in keuken: studie in opmaak, raming 500.000 euro.

13) Adresseerbaar maken branddetectie: studie in opmaak, raming nog niet gekend.

14) Vervanging brandwerende beglazing: studie nog op te maken; raming 125.000 euro.

15) Vernieuwen omheining sportvelden: studie nog op te maken, raming 50.000 euro.

16) Vernieuwen van de douches: studie nog op te maken, raming 1.000.000 euro.

 

Uw tweede vraag was of er in middelen werd voorzien voor de bouw van een nieuwe keuken. Op het meerjarenplan Justitie 2005-2009 was in de budgettaire middelen voorzien om de keuken van de gevangenis aan te passen conform de nieuwe normen die gelden voor keukens. De kredieten voor de bouwwerken worden intussen gereserveerd en het leveren en plaatsen van de keukenapparatuur werd aanbesteed. De studie voor de aanpassing van de HVHC en de hele elektriciteit is in opmaak.

 

Wat is de reden voor het uitstel en/of de spreiding van de werken in de tijd? De redenen zijn de volgende. De aan de Regie der Gebouwen toegekende budgetten en de prioriteit van de werken in overige gevangenissen. Men is nu eenmaal verplicht om vanuit budgettair oogpunt keuzes te maken. Justitie bepaalt de prioriteiten.

 

Uw laatste vraag was of hiervoor budgetten werden vrijgemaakt en of deze budgetten elders werden geïnvesteerd. Ik heb ervoor gekozen om de laatste investeringsschijf voor 2006 van de Regie der Gebouwen – 11 miljoen euro – exclusief voor te behouden voor werken in gevangenissen. Het is de FOD Justitie die heeft bepaald welke werken met deze kredieten dienden te worden uitgevoerd. Er werd prioritair gekozen voor werken in verband met veiligheid en beveiliging. Blijkbaar werd geoordeeld dat sommige werken in andere gevangenissen urgenter waren dan de werken in de gevangenis van Brugge.

 

Op het meerjarenplan 2005-2008 heeft Justitie, naast de vernieuwing van de keuken, alleen in het vervangen van de zwakstroominstallatie voorzien. Een eerste ingreep is nog gepland voor 2006 voor een bedrag van 500.000 euro. De rest van de werken zal in het eerste kwartaal van 2007 worden aanbesteed. Dit betekent dat de overige uitgaven ten laste dienen te worden genomen van de reguliere investeringsenveloppe van de Regie der Gebouwen. Voor 2007 heeft de Regie voorlopig enkel de budgettaire middelen om haar lopende werven te voltooien en om enkele dringende veiligheidswerken uit te voeren. In de gegeven omstandigheden wordt het moeilijk om deze werken in 2007 te kunnen uitvoeren.

 

Door het feit dat de vierde schijf van 2006 exclusief bestemd was voor de gevangenissen, zijn werken voor de andere FOD's en federale diensten noodgedwongen uitgesteld. Ook daar zijn prioritaire werken bij.

 

05.03  Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord.

 

Een toch wel belangrijke zinsnede uit de vele informatie die regelmatig terugkeert, is "dossier in opmaak". Ik heb dat misschien wel 20 keer gehoord. U zegt dat men prioriteiten moet leggen. Mevrouw Onkelinx heeft duidelijk gezegd dat de werken in Brugge prioritair zouden worden behandeld.

 

Toen ik samen met de collega's Van Parys en Goutry de vragen stelde, maakte ze zich boos en zei ze dat ze de volgende keer niet meer zou antwoorden op dergelijke vragen, omdat het tot de bevoegdheid van minister Reynders behoort. Zij had de werken doorgegeven als prioritair en het zat dus geblokkeerd bij Financiën. Ik citeer haar: "Je travaille en suffisance et je ne dois pas m'occuper du travail des autres. De plus, je n'ai pas de secrétaire d'État." Dat heeft ze gezegd.

 

Ik dank u voor de informatie, mijnheer de staatssecretaris, maar ik wil er toch nog even op wijzen dat de veiligheid van de personeelsleden en de gedetineerden door de vertraging van die werken erg in het gedrang komt. Daarom gaan die mensen elke vrijdagavond over tot prikacties. Ik kan hen eigenlijk begrijpen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Je vais demander aux orateurs suivants, y compris au ministre, d'être très synthétiques pour qu'un maximum d'orateurs puisse encore s'exprimer avant 12.30 heures.

 

05.04  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Lorsque l'on pose autant de questions …

 

Monsieur le président, pour les questions très techniques, je peux transmettre la réponse écrite. Par exemple, pour ce qui est de la question de M. Devlies, j'ai à disposition la note avec tous les chiffres.

 

Le président: Nous devrions procéder ainsi car nous sommes en infraction par rapport au Règlement quant au temps de parole des uns et des autres. Je veux simplement essayer de donner la parole à tout le monde.

 

06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de verkoop van gebouwen voor het jaareinde" (nr. 13351)

06 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la vente de bâtiments avant la fin de l'année" (n° 13351)

 

06.01  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil nog even ingaan op de repliek van de heer De Groote. U zult het misschien niet geloven maar na het schandelijk verwijt van de minister van Justitie aan jullie adres, heb ik onmiddellijk de verdediging van u en de minister opgenomen omdat ook Justitie behoefteplannen moet opstellen die tijdig op de Regie moeten toekomen.

 

Wat de verkoop van de gebouwen betreft, neem ik uw verdediging en die van de minister niet op, mijnheer de staatssecretaris We hebben kunnen vaststellen dat de regering nog 62 overheidsgebouwen wenst te verkopen nu wordt afgestapt van de bevak. Men wil deze gebouwen onderbrengen in de vennootschap Fedimmo waarvan FPIM het startkapitaal zal leveren en in een latere fase 90% van de aandelen zal worden verkocht.

 

Deze week zou reeds worden gestart met de verkoop van de aandelen. De operatie zou begeleid worden door de zakenbank La Compagnie Benjamin de Rotschild. Het advocatenkantoor Tossens & Prioux zou instaan voor de oprichting van de nieuwe vennootschap. De verkoop van de aandelen is in handen van het advocatenkantoor CMS De Backer.

 

Mijnheer de staatssecretaris, de vraag die volgt was niet schriftelijk opgesteld. Men verwacht een opbrengst van 565 miljoen euro voor verkoop van 62 gebouwen. In de bevak zouden 80 gebouwen worden ondergebracht met dezelfde opbrengst. Hoe kan het dat minder gebouwen evenveel zullen opbrengen? Ik vermoed immers dat het gros van de thans te koop aangeboden gebouwen ook in de bevak zaten. Hoe kunt u dit verklaren? Heeft dit te maken met het optrekken van de huurprijzen om tot dezelfde opbrengst te komen?

 

Ten tweede, welke gebouwen zullen in deze operatie betrokken zijn? U mag me de lijst bezorgen en moet ze niet mondeling overlopen.

 

Ten derde, wat is de kostprijs van de verschillende adviseurs? Wat is de participatie die de overheid zal aanhouden in de nieuwe vennootschap? Welke garanties heeft de overheid inzake de zeggenschap in de vennootschap? Welk begrotingsopbrengst hoopt de regering uit deze operatie te puren? Is die operatie afgetoetst met het INR en Eurostat?

 

De voorzitter: Mijnheer de staatssecretaris, ik stel voor dat het cijfermateriaal schriftelijk wordt overhandigd en u zich beperkt tot een mondelinge toelichting.

 

06.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verherstraeten, er wordt overwogen dat FPIM, de federale Staat en de nv Sopima een anonieme vennootschap oprichten waarin de federale Staat en de nv Sopima een vastgoedportefeuille onderbrengen die bestaat uit 62 gebouwen die voornamelijk als kantoorruimte worden gebruikt.

 

Ten tweede, de juridische adviseurs worden door de FPIM per gepresteerd uur bezoldigd, en de financiële adviseur naargelang van het resultaat van de operatie. Het uiteindelijke bedrag zal dus van de prestatie afhangen.

 

Ten derde, er is tevens voorzien dat de privéaandeelhouders participeren in het kapitaal van de maatschappij, dat wordt gevormd door een overdracht van 90% van de aandelen van de Staat, van de NV Sopima en van de FPIM. De rest zal dus in handen blijven van de overheidssector in ruime zin door middel van de aandelen die recht geven op een minimumvertegenwoordiging in de raad van bestuur.

 

Ten vierde, het onroerend goed in kwestie werd geschat, waarbij de waarde gelijk zal zijn aan het minimumbedrag waarvan wordt verwacht dat het een impact op het netto te financieren saldo van de Staat zal hebben. Het advies van het Instituut voor Nationale Rekeningen werd gevraagd en bezorgd.

 

Je terminerai en indiquant que, lors de la réunion de notre commission de ce samedi 9 décembre, nous avons pu assister, dans le cadre du vote de la loi-programme, à un grand moment d'échanges et d'explications – M. le président le confirmera. Je me réfère donc aussi aux éléments qui ont été apportés à cette occasion par le ministre.

 

06.03  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, hebt u die lijst?

 

06.04 Staatssecretaris Hervé Jamar: (…)

 

06.05  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, hetgeen mij frappeert is dat men in dezelfde opbrengst voorziet met minder gebouwen en dat dit alleen maar kan verklaard worden doordat men met de huurprijzen gaat marchanderen en dat men weer een verkoop gaat organiseren in functie van contractueel bepaalde huurprijzen. Dat vind ik toch wel zeer frapperend en alarmerend.

 

Ik dank u voor de lijst. Ik kom daarop volgend jaar terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het nieuwe gerechtshof in Gent" (nr. 13352)

07 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le nouveau palais de justice à Gand" (n° 13352)

 

07.01  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, uit een antwoord op een vorige mondelinge vraag leerde ik dat de investeringskosten waren opgelopen tot 140 miljoen euro, na budgetverhogingen.

 

Naast die budgetverhoging tot 140 miljoen euro bleek er ook nog een supplementair bedrag van ruim 12 miljoen euro nodig voor termijnverlengingen ten gevolge van grondvervuiling. De consultant zou normaal voor zijn opdracht 227.903 euro inclusief btw krijgen. Mijnheer de staatssecretaris, u stelde toen dat veertien kandidaten een dossier hadden opgevraagd en dat hun bieding diende ingediend worden op 6 november. Daarom heb ik volgende vragen.

 

Is er een nieuwe raming van de totale kostprijs van het project? Wat is hierin het aandeel van de erelonen, de notariskosten, de studiekosten en bouwkosten? Werd er in een supplementair bedrag voorzien van 12 miljoen euro inzake grondvervuiling? Is dit voldoende gebleken? Zijn er reeds meer prestaties door de consultant gevraagd? Indien ja, hoeveel bedragen die? Waarop hebben zij betrekking? Hoeveel kandidaten dienden uiteindelijk een bieding in voor de deadline van 6 november 2006? Met andere woorden, hoeveel kandidaten spelen er op dit ogenblik nog mee?

 

07.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, de totale kostprijs van het project, dat als basis wordt genomen voor berekeningen van de uren aan de promotoren, wordt vandaag geraamd op 140,1 miljoen euro. Daarboven komt nog een supplementair bedrag van 12,2 miljoen euro als raming van de kosten voor termijnverlengingen, werken voor derden en ook werken ten gevolge van de grondwatervervuiling. Van deze 12,2 miljoen euro wordt 5,8 miljoen euro als recupereerbaar geacht.

 

Het bedrag van 140,1 miljoen euro is samengesteld uit – alle bedragen zijn btw inbegrepen – 104,5 miljoen euro voor werken; 6 miljoen euro voor erelonen, extra netproeven en controles; 22,8 miljoen euro voor projectbeheer, verzekeringen, montage en waarborg en 6,8 miljoen euro voor financiering van “intercalaire” kosten.

 

Ten tweede, het supplementair bedrag van 12,2 miljoen euro bevat: 3,5 miljoen euro recupereerbaar voor werken en aanverwante kosten ingevolge grondwatervervuiling; 0,4 miljoen euro recupereerbaar voor werken en aanverwante kosten voor derden – gebruikerssignalisatie en bankverrichtingen ING -; 0,4 miljoen euro recupereerbaar voor erelonen en 7,9 miljoen euro schade-eisen voor termijnverlengingen deels te recupereren.

 

Ten derde, de consultant heeft tot op vandaag nog geen factuur ingediend. Op 8 november heeft de consultant een eerste overzicht gegeven van de geleverde prestaties – toestand tot en met 31 oktober – met in bijlage de timesheets van de voor de opdracht ingezette medewerkers. Op dat ogenblik waren er geen meerprestaties geleverd en er zijn momenteel geen aanwijzingen dat er sedertdien meerprestaties zouden zijn geleverd.

 

Ten vierde, voor de deadline van 6 november 2006 dienden twee kandidaten een bieding in.

 

07.03  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, bij dergelijke operaties merken wij dat het aantal kandidaten zeer gering is. Eigenlijk vervallen we terug in de Antwerpse situatie. Op het laatste ogenblik waren daar twee kandidaten: Cofinimmo en Fortis. Uiteindelijk schoot er nog een over.

 

De andere is actief in de financiering en de ene had financiering nodig.

 

Ik vrees dat we straks in hetzelfde verhaal zullen vervallen in Gent, met rendementen voor de privéondernemer, zoals we in het Rekenhof hebben kunnen opmerken voor het Justitiepaleis. Ik vrees dat we weer een zeer slechte operatie gaan doen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het gerechtsgebouw van Leuven" (nr. 13276)

08 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le palais de justice de Louvain" (n° 13276)

 

08.01  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, kunt u mij meedelen welke de planning is voor de restauratie en de aanpassingswerkzaamheden aan het gerechtsgebouw te Leuven? Kunt u mij ook meedelen in welke budgetten werden voorzien voor deze werken?

 

08.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer Devlies, bij het opmaken van de begroting 2007 werden aan de Regie der Gebouwen enkel de middelen toegekend om de lopende werven te voltooien en enkele dringende veiligheidswerken uit te voeren.

 

Voor het opstarten van nieuwe projecten werden voorlopig geen middelen voorzien. Voor de gerechtsgebouwen en de gevangenissen werd een meerjarenplan 2005-2009 opgemaakt. In dit meerjarenplan heeft Justitie de door haar prioritair geachte projecten opgenomen. De renovatie van het Leuvense gerechtsgebouw werd niet opgenomen, zodat dit project ten laste van de reguliere investeringsenveloppe van de Regie der Gebouwen dient te worden genomen. Bij gebrek aan toegekende middelen of zonder opname in een meerjarenplanning is het momenteel onmogelijk om een planning te geven.

 

De volgende werken werden aanbesteed:

- renovatie eerste en tweede verdieping: 557.309 euro

- electro: 331.421 euro

- bouwen liftschacht: 94.606 euro.

Verder zijn volgende werken nog gepland:

- liften: 80.000 euro

- schaarlift: 14.036 euro.

 

08.03  Carl Devlies (CD&V): Ik kan alleen maar betreuren dat er niet in een globale planning voor de restauratie van het gerechtsgebouw in Leuven is voorzien. Ik denk wel dat dit aan een dringende behoefte beantwoordt.

 

Verder zou het aangewezen zijn dat u, mijnheer de staatssecretaris, wellicht in overleg met uw collega van Justitie, ervoor zou kunnen zorgen dat een jaarlijks beperkt budget zou worden overgemaakt aan bijvoorbeeld de voorzitter van de rechtbank, om dringende kleine werken te laten uitvoeren. Daarvoor moet nu telkens een procedure worden gevolgd langs de Regie der Gebouwen over Justitie heen. Moest men binnen de verschillende gerechtsgebouwen beschikken over een budget dat door de verantwoordelijke zou worden beheerd, dan zou een en ander efficiënter kunnen gebeuren en wellicht ook goedkoper.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Carl Devlies aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën over "de toepassing van de minimum forfaitaire belastingen (artikel 342, §3 WIB 1992)" (nr. 13360)

09 Question de M. Carl Devlies au secrétaire d'État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances sur "l'application des minima imposables (article 342, §3 CIR 92)" (n° 13360)

 

09.01  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u hebt gevraagd om beknopt te zijn.

 

Ik heb inmiddels van de staatssecretaris een hele lijst cijfers gekregen. Mag ik veronderstellen dat de cijfers over de niet-ingediende en de laattijdige aangiften, die mij worden meegedeeld, tegelijk ook de cijfers zijn van de ambtshalve aanslagen en dat dus voor al die belastingplichtigen effectief ambtshalve aanslagen gebeurden?

 

Ik merk ook nog op dat ik niet in het bezit werd gesteld van de cijfers van de ingekohierde bedragen. Op punt 2, a en b, van mijn vraag over de ingekohierde bedragen werd dus niet geantwoord. Ik kan daarover eventueel een nieuwe vraag indienen, als u vandaag niet over die gegevens beschikt.

 

09.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Devlies, we hebben erom verzocht, maar we hebben ze nog niet ontvangen.

 

De voorzitter: Mijnheer Devlies, u dient dan best in januari een nieuwe vraag in op basis van de tabel die u nu hebt gekregen.

 

09.03  Carl Devlies (CD&V): Dat zal ik doen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, kan ik ervan uitgaan dat wat de cijfers betreft die u mij nu ter beschikking stelt, alle belastingplichtigen daarvoor een ambtshalve aanslag hebben gekregen of is dat niet duidelijk?

 

09.04  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Pas nécessairement. Dans certains cas, peut-être que oui; dans d'autres, peut-être que non. Il s'agit des déclarations non rentrées et des déclarations tardives. À la suite de ces constats, l'administration enrôle plus ou moins rapidement. Aujourd'hui, je ne suis pas en mesure de vous dire les enrôlements qui ont ou n'ont pas déjà été faits pour chaque catégorie. La procédure est en cours.

 

09.05  Carl Devlies (CD&V): Ik zal er in januari op terugkomen.

 

09.06 Staatssecretaris Hervé Jamar: Dat is beter.

 

09.07  Carl Devlies (CD&V): Het gaat over het aanslagjaar 2005 en ik meen dat u toch over die cijfers zou moeten gaan beschikken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het verlenen van politietaken aan de belastinginspecteurs" (nr. 13372)

10 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'attribution de tâches policières aux inspecteurs des impôts" (n° 13372)

 

10.01  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt blijkbaar een persconferentie georganiseerd over een protocolakkoord over de aanpak van de grote fiscale fraude tussen Financiën, de federale politie en Justitie, dat vanaf 1 januari 2007 in werking zou treden.

 

Wordt hiermee het charter van de belastingplichtige van 1986 niet uitgehold? Er komen blijkbaar twee cellen. In de operationele cel zullen de belastingambtenaren de titel van officier van gerechtelijke politie krijgen. In de analysecel behouden de belastinginspecteurs wel hun titel, maar zij zullen niet op pad gaan met de politie. Zij zullen alleen samen fraude detecteren en uitpluizen.

 

Kunt u iets meer toelichting geven over de berichtgeving? Wordt het charter van de belastingplichtige al dan niet uitgehold door het protocol?

 

Hoeveel manschappen zullen worden ingezet in de respectieve cellen?

 

Wat is het precieze doel van het protocol?

 

10.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, samen met mijn collega’s van Justitie en Binnenlandse Zaken heb ik inderdaad een samenwerkingsprotocol uitgewerkt, waardoor vanaf 1 januari 2007 multidisciplinaire cellen nog meer gestroomlijnd het fenomeen van de grootschalige fiscale fraude zullen aanpakken. Enerzijds gaat het om een puur administratieve ondersteuningscel en anderzijds om een operationele cel.

 

Ten tweede, de tekst van het bedoelde protocol is uiteraard met respect van de onderscheiden regelgevingen opgesteld, zodat het charter van de belastingplichtige niet wordt uitgehold.

 

Ten derde, de administratieve ondersteuningcel zal door vier politiemensen en door vier fiscale ambtenaren worden bemand. De operationele cel daarentegen zal bestaan uit vier tot vijf teams met elk een fiscalist.

 

Ten vierde, naar analogie van de aangetoonde succesvolle aanpak van de carrouselfraude, strekt ook het protocol ertoe de andere mechanismen van grote en georganiseerde fiscale fraude met een internationale dimensie en de systemen van complexe fiscale fraude preventief, repressief en definitief aan te pakken. In dat kader regelt het protocol de samenwerking tussen de fiscale administraties, het openbaar ministerie en de politiediensten.

 

10.03  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, het gaat blijkbaar over veeleer beperkte aantallen personen. In welke domeinen hebben deze mensen expertise? Zijn het specialisten in een bepaalde materie?

 

10.04  Hervé Jamar, secrétaire d'État: C'est une organisation qui a lieu pour l'instant et nous sommes évidemment en train de réfléchir sur les missions principales que nous allons assigner aux uns comme aux autres en coordination avec l'OCDEFO notamment, avec M. Denolf. Il y a, me dit-on, une réunion vendredi à cet égard.

 

10.05  Carl Devlies (CD&V): Het is dus werkelijk de bedoeling om de grote internationale fraude hiermee aan te pakken?

 

10.06 Staatssecretaris Hervé Jamar: Dat is de eerste bedoeling.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la double taxation de dividendes étrangers" (n° 13374)

11 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de dubbelbelasting op buitenlandse dividenden" (nr. 13374)

 

11.01  Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, dans un article paru dans "Le Soir" du samedi 2 décembre dernier, M. Thomas commente le dernier arrêt de la Cour de Justice de Luxembourg sur la double taxation de dividendes de sociétés étrangères.

 

"Il s'agissait de savoir si deux résidents belges, qui avaient perçu des dividendes français, pouvaient exiger que le paiement du précompte en Belgique soit amputé de la retenue déjà pratiquée en France. À la suite d'une question posée par le tribunal de Gand, la Cour européenne de Justice a répondu que le refus belge n'était pas contraire au droit européen."

 

Selon M. Dassesse, professeur à l'ULB, cet arrêt ne consacre pas pour autant que la double imposition des dividendes étrangers recueillis par un résident belge soit conforme au droit européen. Quelle est votre position par rapport à cette thèse?

 

L'actionnaire belge semble systématiquement pénalisé s'il investit dans des actions françaises. Dans son arrêt, la Cour de Justice dit qu' "il appartient aux États membres de prendre les mesures nécessaires pour prévenir la double taxation" des dividendes français perçus par un résident belge. Quelles sont les mesures prises par la Belgique à cet égard?

 

Sur la base des propos du même professeur Dassesse, recueillis dans cet article, la convention franco-belge pourrait être condamnée par le droit communautaire.

 

"La convention prévoit que c'est à la Belgique que revient le droit d'imposer des dividendes des actionnaires belges des sociétés françaises". Toutefois, la France peut procéder à une retenue à la source d'un maximum de 15% sur ces dividendes "sortants". La convention prévoit que, dans ce cas, la Belgique permet l'imputation de la retenue française sur l'impôt belge, selon les conditions prévues par la loi belge.

 

La loi belge a supprimé cette imputation depuis des années. Je voudrais dès lors vous poser la question émise par l'auteur de cette analyse intéressante du "Soir": "La retenue française autorisée par la convention peut-elle, dès lors, encore être pratiquée sans violer le droit européen depuis que la loi belge ne permet plus l'imputation sur la loi belge?" Quelles sont les mesures qui seront prises par votre département pour que la position administrative belge soit conforme à la jurisprudence récente de la Cour de Justice?

 

11.02  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Monsieur Chabot, je tiens tout d'abord à vous faire remarquer que la perception de la retenue à la source française sur les dividendes n'est pas subordonnée au fait que cette retenue soit imputée sur l'impôt belge. Le fait que la Belgique ait supprimé la QFIE sur les dividendes ne porte donc pas atteinte au droit de la France de percevoir cette retenue à la source.

 

Dans l'arrêt Kerckhaert-Morres, auquel l'honorable membre fait référence, la Cour de Justice des Communautés européennes a d'ailleurs souligné que la double imposition des dividendes résultait de l'exercice parallèle par la Belgique et la France de leur compétence fiscale. Les conséquences défavorables de cette double imposition ne peuvent évidemment pas être imputées à un seul des deux États.

 

Dans ce même arrêt, la Cour a rappelé qu'en l'absence d'instruments communautaires, il appartient aux États membres de prendre les mesures nécessaires pour prévenir la double imposition. Toutefois, le traité des Communautés européennes n'oblige pas les États membres à éliminer la double imposition. Par ailleurs, il est de jurisprudence constante que l'article 293 de ce même traité, qui invite les États membres à engager des négociations en vue d'éliminer la double imposition, est dépourvu d'effet direct. Il ne comporte donc pas non plus d'obligation absolue pour les États membres d'éliminer la double imposition. On ne voit dès lors pas sur quelle base la Cour pourrait déclarer la convention franco-belge incompatible avec le droit communautaire.

 

En conclusion, la jurisprudence actuelle de la Cour n'impose pas à la Belgique de prendre des mesures particulières. Le ministre a néanmoins demandé à son administration d'examiner si une solution à ce problème pouvait être trouvée dans le cadre de la renégociation de la convention franco-belge du 10 mars 1964, dont on sait qu'elle revient souvent sous les feux de l'actualité.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van de heer Carl Devlies aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën over "de versnelling van het inkohieringsritme" (nr. 13457)

12 Question de M. Carl Devlies au secrétaire d'État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances sur "l'accélération du rythme d'enrôlement" (n° 13457)

 

12.01  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, deze vraag sluit aan op het antwoord dat minister Reynders mij heeft gegeven, afgelopen zaterdag, aangaande de inkohieringen in de personenbelasting voor de maanden oktober en november van dit jaar over het aanslagjaar 2006. Het ging in totaal over 542.583 inkohieringen.

 

Het saldo van die inkohieringen was positief voor de Belgische Staat voor een bedrag van 80.710.368 euro.

 

Ik ben wel wat verwonderd over dat resultaat. De prognose, ook de begroting, en het cijfer aangaande terugbetalingen over het volledig aanslagjaar dat minister Reynders vooropstelde, beloopt 3,2 miljard euro. Vermits wij hier spreken over ongeveer 10% van de belastingplichtigen, zouden wij in feite verwachten dat er ongeveer 300 miljoen euro aan de belastingplichtigen terugbetaald zou moeten worden. Maar juist het tegenovergestelde gebeurt: de belastingplichtigen dienen 80 miljoen euro bij te betalen.

 

Dat betekent dat er een selectie gebeurd is van belastingplichtigen naar gelang van het al dan niet moeten bijbetalen. Ik kan mij inbeelden dat het voor de rekening van de begroting van het jaar 2006 meegenomen is om een ontvangst te hebben van 80 miljoen euro, veeleer dan een uitgave van 300 miljoen euro, maar ten aanzien van de belastingplichtigen is het toch niet correct om op die manier te werken.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik zou graag vernemen hoe de selectie van de belastingplichtigen gebeurd is.

 

Het volgende onderdeel van mijn vraag heeft betrekking op de inkohieringen van de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2006. Het positief resultaat bedraagt 759.883.452 euro, gespreid over 117.438 vennootschappen in de periode oktober-november 2006. Dat is een zeer positief resultaat voor de Belgische Staat.

 

Heeft er misschien ook een selectie plaatsgevonden van belastingplichtige vennootschappen, waarbij vennootschappen die geld dienen te recupereren van de Belgische Staat, pas in 2007 aangeslagen zullen worden?

 

Mijnheer de staatssecretaris, graag had ik uw definitief persoonlijk standpunt gekend over die ontvangsten. Zijn dat al dan niet eenmalige inkomsten voor de Belgische Staat in het jaar 2006? U hebt altijd gezegd dat dat geen eenmalige inkomsten zijn. Maar uit de begrotingsdocumenten blijkt dat Eurotat ze wel beschouwt als eenmalige inkomsten. Ook uw collega van Begroting geeft in feite toe dat het gaat over eenmalige inkomsten.

 

12.02  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Monsieur le président, je dispose du même texte que tout à l'heure. J'ai déjà répondu longuement à cette question lors du débat budgétaire.

 

Je voudrais simplement ajouter que je suis en possession de statistiques depuis ce matin. Je veux jouer la transparence et M. Devlies le sait. Nous collaborons parfaitement en la matière.

 

S'il retient le chiffre de 80 millions d'euros en solde positif pour l'État pour les enrôlements positifs et négatifs, avec remboursements et paiements, je peux déjà l'informer que cette somme de 80 millions est ramenée à 32 millions d'euros à la mi-décembre. Dans le courant de ces dernières semaines, nettement plus de remboursements ont été effectués. Je voulais donc le rassurer sur les intentions que l'on semble prêter à l'État. Nous ne voulons pas tout récupérer avant de rembourser.

 

Pour le reste, je veux bien répéter tout ce que j'ai dit. Je confirme que le but de l'opération était que le système fonctionne dans l'année. Nous y sommes maintenant parvenus. Le but était, je le répète, que tout le monde reçoive son avertissement-extrait de rôle dans l'année de la déclaration.

 

L'année dernière, on nous a beaucoup critiqués pour les difficultés rencontrées. Cette année, nous avons pris le taureau par les cornes. Nous avons tenu des dizaines de réunions avec mes collaborateurs, le ministre et ses représentants pour que la chaîne fiscale, totalement informatisée, fonctionne correctement. Tel est le cas aujourd'hui. Que nous reproche-t-on alors? C'est qu'elle fonctionne trop bien car on enrôle. Il faut tout de même savoir ce que l'on veut! Si elle avait si bien fonctionné que cela l'année dernière, on l'aurait fait aussi. Ne nous prêtez pas de mauvaises intentions!

 

La question m'était posée personnellement. En tant que secrétaire d'État à la Modernisation des finances, mon objectif, indépendamment des recettes TVA, était que le système fonctionne tant en IPP qu'en ISoc.

 

Je ferai tout pour qu'il en soit encore ainsi jusqu'à la fin du mandat qui est le mien. Je pense que cela se présente sous de meilleurs auspices.

 

Le président: Monsieur le ministre, je vous remercie; vous avez donné un exposé beaucoup plus détaillé à ce sujet qui figurera dans le rapport. Il est bien entendu plus développé que la réponse à une question orale et sera retranscrit dans les deux langues.

 

12.03  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb daarstraks wel goed geluisterd naar de staatssecretaris. Hij heeft in dat verband enkel het antwoord hernomen dat de minister zaterdag gegeven heeft in de commissie. Met betrekking tot het inkohieringsritme heeft hij geen nieuwe elementen gegeven in zijn uiteenzetting daarnet.

 

De staatssecretaris zegt nu dat we zijn verminderd tot 32 miljoen euro positief saldo medio december, maar ondertussen heeft hij waarschijnlijk nog ettelijke tienduizenden extra inkohieringen gedaan. Vermits hij 3,2 miljard moet terugbetalen,…

 

12.04  Hervé Jamar, secrétaire d'État: J'espère pour l'État qu'il y a d'autres enrôlements!

 

12.05  Carl Devlies (CD&V): Dat betekent dat het systeem wordt voortgezet en dat er wel degelijk een selectie wordt gemaakt. Zo niet, dan zou u boven een bedrag van –300 miljoen aan terugbetalingen zitten. Het is duidelijk dat men selecteert. De laattijdige inkohiering is altijd voor een groot gedeelte een begrotingsmaatregel geweest, omdat men door het vertragen van de inkohiering de terugbetalingen aan de belastingplichtigen vertraagde, waardoor men een positief effect had op de begroting. Nu wilt u aantonen dat u in feite wel tijdig kan inkohieren, maar u doet dat dan door het selecteren van belastingplichtigen die moeten terugbetalen aan de Belgische Staat. Dat betekent dat u echt een selectie maakt. Ten aanzien van de belastingplichtigen is dat geen correcte houding van de overheid.

 

Minister Reynders heeft mij vroeger, twee jaar geleden, verzekerd dat men nooit belastingplichtigen op basis van het wel of niet moeten terugbetalen aan de Belgische Staat zou selecteren. Ik kan alleen maar vaststellen dat dat nu effectief gebeurt en ik moet dat betreuren.

 

Op de tweede vraag die ik u gesteld heb, namelijk over het eenmalig karakter van de versnelling van de inkohiering van de vennootschapsbelastingen of niet, hebt u niet geantwoord.

 

12.06  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Il y a évidemment un caractère récurrent. Je vous renvoie à la question de M. Melchior Wathelet qui l'admettait lui-même en posant une question. Le but, c'est que ce soit totalement récurrent.

 

Par ailleurs, le procédé consistant à retarder certains enrôlement existait beaucoup au début des années 90.

 

Pour ma part, je constate que, rien que pour le début décembre, par exemple, on arrive à 41 millions de paiements et à 89 millions de remboursements. Ces chiffres vont donc à l'encontre de ce que vous dites. Toutefois, il est vrai que, pour l'instant, le solde reste favorable à l'État à hauteur de 32 millions. Mais dans quinze jours, ce ne sera peut-être plus le cas. La machine tourne!

 

12.07  Carl Devlies (CD&V): Maar u zult hooguit – ik durf dit te voorspellen – bij het nulsaldo uitkomen op het einde van de maand december, zodat er globaal gezien en ook begrotingstechnisch gezien geen terugbetaling aan belastingplichtigen hoeft te gebeuren. Voor het vorderingensaldo is dat natuurlijk belangrijk. Iedere euro die netto, als saldo, terugbetaald moet worden aan de belastingplichtige, is negatief voor het vorderingensaldo. U hebt er dus alle belang bij dat niet te doen. Ik kan alleen maar vaststellen dat u belastingplichtigen op basis van het wel of niet moeten terugbetalen hebt geselecteerd.

 

Wat het eenmalige karakter betreft, hebt u nog altijd…

 

12.08  Hervé Jamar, secrétaire d'État: Cela présente un caractère récurrent.

 

12.09  Carl Devlies (CD&V): U moet uw redenering eens gaan uitleggen op Europees niveau. Enerzijds hebt u de recurrente ontvangsten van de vennootschapsbelasting, zoals andere jaren, en anderzijds versnelt u de inkohiering van het aanslagjaar 2005. Dat gedeelte, dat bedrag van 759 miljoen, is dus een eenmalige ontvangst. U kunt dat slechts een keer doen. Vanaf volgend jaar zult u ook sneller de ontvangsten realiseren, in hetzelfde tempo als dit jaar, maar dit jaar ontvangt u tweemaal. Daardoor realiseert u een eenmalige ontvangst. Dat is ook wat Europa zegt. U kunt het ook terugvinden in de begrotingsdocumenten.

 

Mijnheer de voorzitter, ik merk dat de staatssecretaris niet overtuigd is.

 

De voorzitter: Wij kunnen in januari hierop terugkomen om na te gaan wat de stand van zaken was op 31 december om middernacht, maar vandaag stoppen wij ermee.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 12.43 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.43 uur.