Commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société

Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de maatschappelijke Hernieuwing

 

du

 

mardi 21 novembre 2006

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

dinsdag 21 november 2006

 

Namiddag

 

______

 

 


Le développement des questions et interpellations commence à 15.44 heures. La réunion est présidée par Mme Dominique Tilmans.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.44 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Dominique Tilmans.

 

01 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken over "het federaal plan voor duurzame ontwikkeling" (nr. 12351)

01 Question de M. Mark Verhaegen à la secrétaire d'État au Développement durable et à l'Économie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "le plan fédéral de développement durable" (n° 12351)

 

01.01  Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik had mijn vraag een beetje verwerkt in mijn toelichting maar ik zal ze vooraf stellen zodat ik mijn opmerkingen niet meer moet maken.

 

Mijn vraag dateert al van 10 juli. Ik was ze al bijna vergeten. Dat is de reden waarom ik aan het twijfelen was. Mijn vraag is er gekomen naar aanleiding van een amendement dat wij hadden ingediend op artikel 352 in de plenaire vergadering van 28 juni. Snel en efficiënt bestuur is hier blijkbaar geen handelsmerk. Ik verwacht dan ook een goed antwoord van mevrouw de staatssecretaris.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u verklaarde dat op die manier zou worden tegemoetgekomen aan een opmerking van het Rekenhof dat de opmaak van het voorontwerp van het plan en het plan zelf moet worden gescheiden van de evaluatie na overleg met alle betrokkenen. Dat is de reden waarom volgens u werd geopteerd voor het uitwerken van een protocol waarbij de voorbereiding van het voorontwerp door de POD wordt ondersteund en de evaluatie bij het Planbureau blijft. Tot zover uw verklaring in de plenaire vergadering.

 

U verwees toen ook specifiek naar de persoon die op dit ogenblik secretaris is van de interdepartementale commissie voor Duurzame Ontwikkeling. U verwees naar vragen die ik ter zake stelde in de commissie en u voegde eraan toe dat u mij kon melden dat u destijds nog niet wist dat betrokkene ondertussen een ontslagbrief had verzonden.

 

Ik kom dan tot mijn vragen. Ik hoop dat mijn vragen niet allemaal achterhaald zijn. Ten eerste, is het protocol waarvan u toen sprak reeds uitgewerkt? Zo ja, onder welke vorm werd het gesloten? Wat is het statuut? Hoe verhoudt het zich tot de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling? Wat is de inhoud ervan? Zo nee, wanneer wordt het uitgewerkt? Wat zal het statuut en de inhoud ervan zijn?

 

Voorzitter: Yvan Mayeur.

Président: Yvan Mayeur.

 

Ten tweede, wat zal de precieze rol van de POD Duurzame Ontwikkeling zijn bij de totstandkoming van het volgende federaal plan voor duurzame ontwikkeling?

 

Ten derde, welke reglementaire bepalingen regelen de verhoudingen tussen de secretaris van de ICDO en de personeelsleden die hem sedert 1 september 2006 bijstaan vanuit de POD Duurzame Ontwikkeling? Hoe verloopt de integratie van het personeel van het ICDO-secretariaat in de POD Duurzame Ontwikkeling en hoe verloopt de samenwerking met de ICDO-secretaris?

 

01.02 Staatssecretaris Els Van Weert: Mijnheer de voorzitter, geachte collega, uw vraag dateert inderdaad al van 10 juli. Mijn antwoord is ook al klaar sinds 11 juli. Als ik uitgenodigd word in het Parlement, dan ga ik daar uiteraard onmiddellijk op in. De regeling van de werkzaamheden ligt niet in mijn handen, maar in de handen van het Parlement. Zo hoort het trouwens.

 

Ten gronde, op uw eerste vraag kan ik antwoorden dat het protocol reeds werd uitgewerkt. De Ministerraad keurde het zelfs al goed op 28 april 2006, zoals ik destijds ook toegelicht heb. Het ontwerp van het protocol kwam in het voorjaar tot stand, na overleg met de voorzitter van de POD Duurzame Ontwikkeling, de secretaris van de ICDO en de coördinatrice van de task force Duurzame Ontwikkeling van het Federaal Planbureau.

 

Over het ontwerp werd er vervolgens politiek overleg gepleegd, dat is uitgemond in het door de regering goedgekeurde akkoord, alsook in de invoeging van een hoofdstuk “duurzame ontwikkeling” in de wet van 20 juli 2006, houdende diverse bepalingen waarbij, overeenkomstig het protocol, wettelijke aanpassingen, onder andere aan de wet duurzame ontwikkeling, noodzakelijk waren en dus ook werden ingevoerd.

 

Het protocol zelf bestaat uit, ten eerste, een inventaris van de taken die voortkomen uit de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling en de verantwoordelijke actor hiervoor. Ten tweede, richtlijnen over de informatie-uitwisseling tussen de actoren, namelijk de POD Duurzame Ontwikkeling, het ICDO-secretariaat en de task force, zoals ik daarnet al zei. Ten derde, de bepaling dat de POD Duurzame Ontwikkeling en het ICDO-secretariaat werkafspraken zullen maken die tot een versterkte en geïntensifieerde samenwerking zullen leiden.

 

Ten vierde, de bepaling dat de personeels- en de werkingsmiddelen van het ICDO-secretariaat aan deze van de POD Duurzame Ontwikkeling zullen worden toegevoegd. Ten vijfde, de bepaling dat de task force Duurzame Ontwikkeling van het Federaal Planbureau bij de wetenschappelijke voorbereiding van het federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling zal worden aangestuurd door een stuurgroep die uit deskundigen bestaat.

 

Het protocol en de artikelen 352 en 353 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, formuleren met andere woorden een antwoord op de audit van het Rekenhof door klaarheid te scheppen en verfijningen aan te brengen in de relaties tussen de drie federale hoofdrolspelers inzake duurzame ontwikkeling.

 

Wat betreft uw tweede vraag, over de rol van de POD bij de totstandkoming van het volgende federaal plan, kan ik u antwoorden dat de POD Duurzame Ontwikkeling een belangrijke rol zal spelen bij de totstandkoming van het volgende federaal plan inzake duurzame ontwikkeling als gevolg van de toevoeging van het ICDO-secretariaat aan deze overheidsdienst. Zijn personeelsleden zullen immers de ICDO-secretaris bijstaan.

 

In de reflectie over de totstandkoming en de inhoud van het volgende plan heeft de voorzitter van de POD Duurzame Ontwikkeling een oriëntatienota uitgewerkt. De ICDO heeft hierover ondertussen beraadslaagd en het document goedgekeurd en publiek bekendgemaakt. Bij de inhoudelijke werkzaamheden zullen de medewerkers van de POD Duurzame Ontwikkeling de nodige expertise bieden en het nodige secretariaats- en redactiewerk verrichten. Het gaat hierbij zowel om de personeelsleden die er al waren als om diegene die sinds 1 september vanuit het Federaal Planbureau worden overgedragen.

 

Concreet zal de ICDO wellicht een redactiecomité oprichten. Daarin zal dan een aantal van de klassieke personeelsleden van de POD zetelen. Zij zullen ook het secretariaat van de schrijfgroepen waarnemen die onder dit comité zullen opereren. Voor het overige is de POD Duurzame Ontwikkeling op dezelfde wijze als alle andere FOD’s en POD’s in de ICDO afgevaardigd door een vaste vertegenwoordiger. De POD neemt dus ook zo deel aan de werkzaamheden rond het volgende federaal plan.

 

Wat betreft uw derde vraag, met betrekking tot de reglementaire bepalingen inzake de relatie tussen de ICDO-secretaris en de personeelsleden van de POD, en uw vierde vraag over het ontslag van de secretaris, regelt het koninklijk besluit van 1 december 1998 tot vaststelling van de algemene regels betreffende de organisatie en de werking van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling, de werking van de ICDO en haar secretariaat.

 

Bepaalde delen van het koninklijk besluit komen echter onder druk te staan door de inwerkingtreding van artikel 352 van de wet van 20 juli houdende diverse bepalingen. Meer bepaald gaat het hierbij over de eerste paragraaf van artikel 20 van het KB, dat stelt: "Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van het Federaal Planbureau, die zich hiervoor kan laten bijstaan door personeelsleden van het Federaal Planbureau."

 

Deze paragraaf zal in de zin van voormeld artikel 352 moeten worden aangepast en zou als volgt kunnen luiden: "Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van het Federaal Planbureau, die hiervoor wordt bijgestaan door personeelsleden van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling."

 

Het komt er inderdaad op aan in de praktijk de taakverdeling tussen de secretaris en de personeelsleden van de POD Duurzame Ontwikkeling af te bakenen en vast te leggen. Er zal in dat kader moeten worden beslist wat de respectievelijke rol van de secretaris en de personeelsleden van deze POD is bij de praktische organisatie van de vergaderingen van de ICDO, bij de coördinatie van de jaarrapporten van de ICDO-leden, bij de redactie van het ontwerp van het jaarverslag over de ICDO-activiteiten, bij de redactie van de ontwerpverslagen van de plenaire vergaderingen van de bureauvergaderingen van de ICDO en bij de opvolging van de materies die in de commissie worden besproken.

 

Op uw vierde vraag kan ik u antwoorden dat de commissaris van het Planbureau mij enkele dagen voor de plenaire vergadering van 28 juni 2006 op de hoogte heeft gebracht van het ontslag van de huidige vertegenwoordiger van het Federaal Planbureau in de ICDO. Het ontslag van de betrokkene is echter nog niet officieel ingegaan omdat de Koning het verleent op advies van de Ministerraad. Aangezien ik het wenselijk acht dat het ontslag en de benoeming op dezelfde dag ingaan, zal ik het ontwerp van koninklijk besluit ter zake pas op de Ministerraad laten agenderen als er duidelijkheid is over deze opvolger en over het tijdstip waarop deze zijn of haar nieuwe taak opneemt.

 

Beide kwesties, namelijk de aanpassing van de regelgeving en de vervanging van de ICDO-secretaris, zouden een sluitende en stevigere oplossing kunnen krijgen door het aannemen van de door mij voorgestelde aanpassing in de programmawet. Aangezien enerzijds de begroting 2007 een personeelsenveloppe voor de POD Duurzame Ontwikkeling creëert en anderzijds het daaraan gekoppelde personeelsplan voorziet in een personeelslid aan het hoofd van het overgehevelde ICDO-secretariaat, kan op de nieuwe situatie worden ingespeeld door de kers op de taart van de verduidelijking van de relatie tussen de federale hoofdrolspelers (…) te plaatsen, met name door in de wet een ambtenaar van de POD Duurzame Ontwikkeling aan het hoofd van het ICDO-secretariaat te plaatsen.

 

Dit zal leiden tot een verdere rationalisatie middels een hogere efficiëntie en effectiviteit van het federale overheidsinstrumentarium voor duurzame ontwikkeling. De voorgestelde tekst zou ik u kunnen meegeven maar hij zal hoe dan ook nog worden besproken.

 

Mijnheer Verhaegen, u heeft de vorige keer zelf gesuggereerd om de zaken op deze manier op te nemen. Ik denk dat wij met deze actie tegemoetkomen aan de opmerkingen die u ter zake zelf al heeft gemaakt tijdens vorige besprekingen.

 

01.03  Mark Verhaegen (CD&V): Ik dank mevrouw de staatssecretaris uiteraard voor het uitvoerige antwoord. Wij hopen dat hierdoor alles meer gestroomlijnd zal kunnen verlopen. Blijkbaar is men toch ingegaan op de aanbevelingen van het Rekenhof en op een aantal vragen die ik heb gesteld. Wij hopen dat een aantal intenties ook in de realiteit zullen worden gebracht.

 

Alleszins bedankt voor uw antwoord.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Je vous propose que nous passions au projet de budget. Nous reviendrons ensuite sur la question de Mme Burgeon.

 

Le développement des questions et interpellations est suspendu de 15.55 heures à 17.22 heures.

De behandeling van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 15.55 uur tot 17.22 uur.

 

02 Question de Mme Colette Burgeon à la secrétaire d'État au Développement durable et à l'Économie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "les travaux et perspectives du Plan fédéral de Développement durable (2000-2004 et 2004-2008)" (n° 12287)

02 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken over "de werkzaamheden en de vooruitzichten van het Federaal Plan Duurzame ontwikkeling (2000-2004 en 2004-2008)" (nr. 12287)

 

02.01  Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, ma question date du 29 juin. Excusez mon retard, mais j'avais une réunion.

 

Madame la secrétaire d'État, dans le communiqué de presse du Conseil des ministres du 23 juin dernier, on peut lire que "sur une proposition de Mme Els Van Weert, secrétaire d'État au Développement durable et à l'Économie sociale, de Mme Freya Van den Bossche, ministre du Budget et de la Protection de la consommation, et de M. Karel De Gucht, ministre des Affaires étrangères, le Conseil des ministres a pris connaissance des travaux et perspectives du Plan fédéral de développement durable 2000-2004 et 2004-2008.

 

La secrétaire d'État au Développement durable et le ministre des Affaires étrangères ont transmis au Conseil des ministres, le 20 juillet 2005, une communication l'informant de l'approche à suivre pour mener à bien l'inventaire des engagements internationaux de développement durable, prescrit par les Plans fédéraux de développement durable 2000-2004 et 2004-2008. Le Conseil des ministres a pris connaissance de la poursuite de ce travail d'inventaire.

 

En avril 2005, plus de 130 engagements internationaux avaient été recensés et répartis dans les 14 domaines fixés dans le cadre de référence. L'inventaire de ces engagements se poursuit maintenant selon les orientations fixées. Il est inscrit dans la préparation du 3e Plan fédéral de développement durable."

 

Dès lors, mes questions sont les suivantes.

 

- Pourriez-vous nous indiquer quelle est l'approche suivie pour mener à bien l'inventaire des engagements internationaux de développement durable?

- Quelle est la situation actuelle de ce travail d'inventaire des engagements pris?

 

02.02  Els Van Weert, secrétaire d'État: En ce qui concerne l'approche adoptée, il convient de situer le contexte. Cet inventaire des engagements internationaux est prescrit par les deux plans fédéraux de développement durable.

 

Le premier plan ne fournissait pas de précisions sur le mode opérationnel à adopter pour le réaliser. Cependant, le deuxième plan, quant à lui, est plus explicite puisqu'il précise que chaque SPF et SPP dressera cet inventaire dans la sphère de ses compétences, que cet inventaire figurera dans le rapport annuel des membres de la CIDD et que le secrétariat de la CIDD réalisera un tableau d'ensemble de ces engagements.

 

Pour mener à bien cet inventaire, le secrétariat de la CIDD a proposé l'organisation d'un groupe de travail présidé par le SPF Affaires étrangères. Ensemble, ils ont élaboré un cadre de référence destiné à structurer l'inventaire sur une base commune et à harmoniser les données récoltées. Ainsi, des domaines ont été définis. Ils représentent l'essentiel des aspects du développement durable traités dans les deux plans fédéraux de développement durable. Ils permettent de classer les engagements internationaux qui sont présentés selon un schéma commun destiné à représenter les données relatives à chaque engagement recensé d'une manière harmonisée.

 

Les membres du groupe de travail "engagements internationaux" ainsi que les membres du comité de pilotage se sont réunis à plusieurs reprises en 2005 et 2006, de sorte que, dans le rapport annuel des membres de la CIDD, plus de 130 engagements ont été recensés et décrits par les membres et experts de la CIDD.

 

Cette liste d'engagements peut être consultée sur internet sur le site web de CIDD (voir annexe du rapport, dont je vous ai également apporté un exemplaire). À partir de cette liste, le secrétariat de la CIDD a réalisé un tableau d'ensemble des engagements internationaux de développement durable, qui constitue en quelque sorte une synthèse du rapport des membres et qui peut être consulté sur l'internet.

 

En ce qui concerne la situation de cet inventaire, il est important de savoir que les membres du groupe de travail avait décidé de scinder l'inventaire en trois phases:

- en 2005, les engagements de source internationale devaient être recensés et de façon facultative, les obligations communautaires de l'Union européenne lorsqu'elles étaient liées à un engagement international;

- en 2006, les obligations communautaires de l'Union européenne doivent être recensées;

- en 2007, l'inventaire doit être complété en vue de préparer le troisième plan fédéral de développement durable.

 

À partir de 2008, il doit être mis à jour annuellement.

 

La deuxième phase des travaux d'inventorisation devrait être conclue le 31 mars 2007, date à laquelle les rapports annuels 2006 de la CIDD et de ses membres doivent être soumis au gouvernement fédéral, aux Chambres et à la CFDD.

 

En réalité, le recensement des engagements internationaux se poursuit encore actuellement, parallèlement au travail d'inventaire des obligations communautaires de l'Union européenne.

 

Il est clair que l'état des lieux de l'implémentation doit être mentionné pour chacun des engagements.

 

Entre-temps, nous avons déjà quelque 181 engagements traités dans la banque de données.

 

02.03  Colette Burgeon (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie. Je prendrai le rapport et l'étudierai attentivement.

 

Vous m'avez parlé du 31 mars 2007. Si l'avenir nous le permet, je vous interrogerai juste après cette date.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 17.28 heures.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.28 uur.