Commission de
l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques |
Commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven |
du mercredi 8 novembre
2006 Après-midi ______ |
van woensdag 8 november 2006 Namiddag ______ |
De
vergadering wordt geopend om 14.12 uur en voorgezeten door de heer Francis
Van den Eynde.
La séance
est ouverte à 14.12 heures et présidée par M. Francis Van den Eynde.
Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij
kunnen misschien straks bij het begin van de commissie het nog even hebben over
de regeling van de werkzaamheden. Er zijn enkele vragen en punten vanwege de
leden.
De voorzitter:
Ik ben zinnens om dat alleszins te doen. Wij moeten ook bepalen wie we voor die
hoorzitting gaan uitnodigen. Daarvoor heb ik een quorum nodig. Ik wacht tot
straks, maar als u vragen hebt waar wij geen quorum voor nodig hebben, dan zegt
u dat op het einde van de vragen.
Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou
op een aantal punten willen terugkomen rond enkele thema’s die wij in de
komende weken moeten kunnen behandelen in deze commissie.
01 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de stand van zaken inzake het
creëren van transparantie inzake elektronische communicatie"
(nr. 12572)
01 Question de M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la
situation en ce qui concerne l'amélioration de la transparence en matière de communications
électroniques" (n° 12572)
01.01 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de
vice-eerste minister, ik had u graag een vraag gesteld betreffende de stand van
zaken in het creëren van transparantie, zoals het aangekondigd is in de
telecomwet. Enerzijds zegt men dat wij een aantal zaken moeten oplijsten
betreffende de elektronische communicatienetwerken en diensten. Anderzijds is
er natuurlijk ook de totstandbrenging van de tariefsimulator naar uw tijdspad
van begin 2007. U hebt vroeger gesproken van het eerste kwartaal van 2007 om
die volledig operationeel te krijgen op het internet.
Ik had
een aantal vragen in dat verband. Wat zijn de verwachtingen van het BIPT ten
aanzien van de operatoren in verband met de te publiceren rubrieken in
uitvoering van artikel 111? Wanneer gaat die publicatieplicht effectief van
kracht of, met andere woorden, wat zullen de consumenten kunnen weten over de
status van het netwerk, over die kwaliteitsindicatoren en wanneer wordt dit
geïmplementeerd? Hoe zult u garanderen dat ook de virtuele operatoren zich
conformeren aan die vragen die reeds door BIPT aan de operatoren zijn gesteld?
Ik kom tot het tweede luik, met name de tariefsimulator. Kunt u de
timing aanhouden? Zullen ook de tariefformules van de virtuele operatoren in
rekening worden gebracht? Gezien hun steeds uitbreidende klantenbestand zal dat
een belangrijk element zijn dat de mensen zullen zoeken om echte transparantie
te krijgen en volledig geïnformeerd te zijn als consument. Er zal natuurlijk
controle moeten zijn op de juistheid en de volledigheid. Is dat ook een taak
voor het BIPT of zit dit mee in het luik van de aanbesteding die u zult
uitschrijven of al hebt uitgeschreven?
Om
volgend jaar geen problemen in die zin te hebben, zou ik van u ook graag weten
of er andere elementen dan de prijs zullen meespelen in de tariefsimulator. U
zou kunnen zeggen dat het gaat om een vergelijking voor transparantie voor de
consument. Ook de dekking van het netwerk zou een element kunnen zijn. Wellicht
zijn er nog andere elementen te vernoemen. Zullen er andere criteria in de
weging worden opgenomen? Hoe staat u tegenover het laten meetellen in de
wetgeving van de mate waarin de operatoren uitvoering geven aan de consument?
Er zijn de maatregelen in de telecomwet. Zal dit ook een element van weging
zijn bij het voorstellen? Ik neem aan dat de tariefsimulator toch wel een
ranking zal doen op basis van de input van de consument. Zal er naast het
prijselement in de beperkte zin van het woord nog iets anders spelen? Hoe zult
u ten slotte zorgen voor de promotie wanneer de tariefsimulator van kracht zal
zijn?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, artikel
111 bepaalt dat het het BIPT als onafhankelijke regulator toekomt de precieze
inhoud vast te stellen van de inlichtingen die moeten worden gepubliceerd ter
uitvoering van die bepaling, alsook de nadere regels voor die publicatie. Ik
heb het BIPT gevraagd mij de intenties ter zake mee te delen.
In
verband met de garantie dat de virtuele operatoren zich schikken naar het
besluit van het BIPT weet u dat via de telecomwet het statuut van operator
gekoppeld is aan het indienen van een kennisgeving bij het BIPT. Minister
Verwilghen is bevoegd om ervoor te zorgen dat men effectief die kennisgeving
indient. Als u daaromtrent dus meer informatie wilt, kunt u zich best tot hem
wenden. In elk geval is het zo dat het BIPT slechts verplichtingen kan opleggen
aan spelers die zichzelf kenbaar hebben gemaakt overeenkomstig artikel 9 van de
telecomwet. Het is dus belangrijk dat men dat doet. Het is een taak van het
BIPT zich ervan te vergewissen dat elk van de virtuele operatoren daadwerkelijk
de genoemde kennisgeving heeft gedaan zodat bijgevolg die besluiten tegenover
hen ook rechtsgevolgen kunnen hebben.
Het
tweede deel van uw vraag betreft het ministerieel besluit over de
tariefsimulator. Dit werd op 26 oktober gepubliceerd. Een opdracht via
algemene offerteaanvraag verscheen op 3 november in het Bulletin der
Aanbestedingen en verscheen gisteren eveneens op de website van het BIPT. In
het lastenboek staat duidelijk te lezen dat de tariefsimulator inderdaad
operationeel dient te zijn tegen 1 april 2007. We blijven dus nog
altijd bij onze timing.
Wat uw
derde vraag betreft is het zo dat ook de virtuele operatoren daaraan onderworpen
zullen zijn in die mate dat de kennisgeving ook daadwerkelijk is gebeurd. Hoe
dat controleren? De juistheid en volledigheid van de gegevens worden
gegarandeerd door drie etappes tijdens de opdracht van installatie van de
tariefsimulator. De eerste etappe is bij de keuze van de aannemer van de
opdracht. Een van de criteria voor de gunning zal dus de kwaliteit en het
prestatievermogen van de simulator zijn. Ten tweede zal bij de uitvoering een
verslag worden opgemaakt met een vergelijkende studie tussen de ontwikkelde
oplossingen en de verschillende simulatoren die momenteel op de markt bestaan.
Ten derde zullen er door het BIPT in samenwerking met de operatoren tests
worden verricht in verband met de werking.
Wat de andere elementen dan de prijs betreft die meespelen in de
simulator, kan ik het volgende zeggen. Naast de prijs zal ook rekening moeten
worden gehouden met een aantal kwalitatieve elementen zoals omschreven in het
ministerieel besluit. Deze zijn bijvoorbeeld de algemene voorwaarden die door de
operator worden aangeboden, de mogelijkheid tot herroeping of wijziging van het
tariefplan, de wijze waarop dat al dan niet gepaard gaat met kosten,
beschikbaarheid van de helpdesk, de gratis beschikbaarstelling van
antivirusproducten, het geografisch bereik van de dienst. Er zullen dus ook
kwalitatieve elementen voorhanden zijn. Het is vanzelfsprekend opnieuw aan het
BIPT om de precieze inhoud van de kwalitatieve elementen vast te stellen. Ik
heb alleen die vermeld die volgens het ministerieel besluit moeten deel uit
maken van deze kwalitatieve elementen.
Inzake uw
suggestie om in de weging te laten meetellen de mate waarin operatoren
uitvoering geven aan beschermende maatregelen, zeg ik u het volgende. Misschien
begrijp ik de suggestie verkeerd. Als ik ze lees als uitvoering geven aan de
verplichtingen aan de telecomwet, kan ik alleen maar antwoorden dat elke
operator te allen tijde ten volle de verplichtingen moet naleven. Het kan niet
dat we een rangschikking zouden opstellen van zij die goed en minder goed de
wet respecteren. Ze moeten allemaal te allen tijde de wet respecteren. Het kan
dat ik uw vraag op een foute manier las.
Ten
slotte, vanzelfsprekend zullen we ervoor zorgen dat dit ruim aan het publiek
kenbaar wordt gemaakt zoals dit het geval was voor de simulator in de
banksector voor de zichtrekeningen. Dit lijkt me een absolute voorwaarde voor
het welslagen van de simulator.
01.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de vice-eerste minister voor het antwoord. We zullen uw
collega Verwilghen over de kennisgeving moeten ondervragen. We moeten op dit
punt niet naïef zijn. Het is duidelijk dat een aantal operatoren op de markt
zich niet aan de regels houdt. U spreekt over andere simulatoren op de markt.
Ik kan me niet meteen andere voorbeelden voor ogen halen en weet niet op wie u
alludeert.
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Die van Ierland is een erg mooi
voorbeeld.
01.05 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister,
de kwaliteit zal een element van vergelijking zijn. Mijn vraag is of die
kwaliteit mee zal spelen in de weging om aan de consument een ranking voor te
stellen. Zal hij alleen per operator een prijs krijgen of zal er een hiërarchie
zijn inzake de beste koop. Op die manier kan de consument zelf op basis van de
kwalitatieve elementen de keuze maken.
01.06
Minister Freya Van den Bossche: Ik geef een compleet ander
voorbeeld, maar voor de banksector is het zo dat men, vooraleer men het
resultaat krijgt, moet ingeven welk profiel men heeft als gebruiker. Ik kan mij
indenken dat een simulator mogelijk ook vraagt in welke mate men belang hecht
aan een aantal zaken. Een consument voor wie enkel de prijs van belang is en
niet de kwalitatieve elementen, zal louter dat aangeven. Als het voor iemand
bijzonder belangrijk is om bijvoorbeeld een helpdesk of antivirusproducten ter
beschikking te hebben, en die persoon geeft dat aan bij het begin, dan zal dat
ook een rol spelen in de ranking. Op welke manier zulks wordt uitgevoerd, zal
natuurlijk afhangen van degenen die de simulator maken. Zij zullen een aantal
voorstellen doen. Het moet evenwel de bedoeling zijn dat, afhankelijk van het
belang dat de gebruiker ergens aan geeft, men tot een ander resultaat komt.
Het is
natuurlijk gemakkelijk op basis van prijs te ranken. Het is heel moeilijk op
basis van kwaliteit te ranken omdat niet iedereen dezelfde eisen stelt aan de
dienstverlening. In die zin zou dat wel een beetje gepersonaliseerd moeten
worden. Het is echter een beetje vroeg om echt in detail te gaan op dit moment.
01.07 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister,
een laatste element van mijn repliek gaat over de lectuur die u geeft aan
bepaalde vragen.
Wij
voelen zonder twijfel hetzelfde aan, te weten dat zij uitvoering moeten geven
aan de elementen van de telecomwet en dat absoluut gezegd mag worden of ze wel
of niet in overtreding zijn. Men kan dat als volgt illustreren. Als op een
lerarenvergadering iemand aan de directeur vraagt of er geen nota moet worden
gemaakt ten aanzien van de leerlingen die hun sportgerief niet meebrengen, en
de directeur antwoordt dat zulks niet kan, dan komt men tot een absurde
discussie. Immers, de leerkracht heeft gezegd dat zij het moeten meebrengen,
dus is er geen probleem. Ik meen dat wij een beetje een vergelijkbare situatie
kennen.
01.08 Minister Freya Van den Bossche: (…) Is dat goed?
01.09 Roel Deseyn (CD&V): Dat is een beetje uw
houding in deze.
01.10
Minister Freya Van den Bossche: (…) volgen de wet. (…)
01.11 Roel Deseyn (CD&V): Inderdaad. Dan heeft
men een probleem. Dat is mijn punt, dat men precies dan een probleem heeft,
zoals Test-Aankoop dat ook onlangs heeft gezegd.
U gaat
ervan uit dat het geen element kan zijn in verband met de tariefsimulator,
omdat zij allemaal de wet moeten volgen. Het punt is precies dat zij dat niet
doen en dat de tariefsimulator de ruimte biedt om aan te duiden dat bepaalde
operatoren in overtreding zijn en dat men moet opletten omdat zij niet conform
de wet handelen.
01.12
Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer Deseyn, de oplossing
bestaat er alsdan in het BIPT te laten optreden tegen de overtreder en toch
niet om ze uit de tariefsimulator te halen en te zeggen dat men moet opletten,
dat hij misschien de goedkoopste is, maar dat hij de wet overtreedt.
01.13 Roel Deseyn (CD&V): Ik hoor het u graag
zeggen dat u het BIPT wil laten optreden.
Als
verantwoordelijke houdt u uiteraard een ander discours, maar wij mogen toch
niet blind zijn voor wat er op het terrein gebeurt. Wij moeten er samen naar
streven dat zij zich zo vlug mogelijk conformeren aan alle artikelen van de
telecomwet.
Het incident
is gesloten.
02 Question de M. Benoît Drèze à la vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise en
place de la Commission d'éthique et l'encadrement légal des moyens de paiement
électronique par SMS surtaxés" (n° 12478)
02 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Consumentenzaken over "de instelling van de
ethische commissie en de wettelijke regelgeving inzake de elektronische
betaling via sms'jes met toeslag" (nr. 12478)
02.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je
vous prie d'excuser mon retard.
Madame la
ministre, c'est un sujet sur lequel différents parlementaires vous ont, d'une
manière ou d'une autre, déjà interrogée. Je reviens vers vous car un certain
nombre de problèmes ne sont pas encore résolus.
Comme le
dénonce le rapport du service de médiation pour les télécommunications 2005, il
existe de nombreux abus dans le secteur des sms surtaxés: fonds d'écrans,
logos, sonneries, concours, résultats sportifs, etc. Les utilisateurs de gsm
sont sollicités pour envoyer toutes sortes de sms et mms facturés au prix fort,
pouvant aller jusqu'à 3 ou 4 euros par message, et sans être parfaitement
informés du coût et du contenu du service. Régulièrement, des consommateurs,
souvent des jeunes, se retrouvent abonnés sans s'en rendre compte à des
services qui leur envoient des sms au prix fort avec, évidemment, des surprises
désagréables au moment de la réception de la facture. Bien que les trois
opérateurs mobiles en Belgique soient dotés d'un code de conduite - code
d'ailleurs non contraignant! - de nombreux abus font régulièrement l'objet de
plaintes auprès du médiateur pour les télécommunications. Ces plaintes
concernent en grande majorité des problèmes d'insuffisance d'information du
consommateur sur le prix facturé pour le service, la facturation à répétition
de services non désirés et des problèmes liés à la difficulté de se
"désinscrire" du service.
Les
tentatives d'autorégulation du secteur se sont révélées insuffisantes pour
empêcher totalement de tels abus. Il est donc urgent pour nous d'adopter des
règles contraignantes en la matière, seules à même d'offrir un niveau de
protection suffisant au consommateur.
L'article 134
de la loi sur les communications électroniques du 13 juin 2005
prévoit la mise en place, vous l'avez rappelé à l'occasion d'une question posée
par mon collègue M. Wathelet, d'une commission d'éthique pour les
télécommunications, commission chargée de surveiller la fourniture de services
payants via des réseaux de communication électronique. Une des premières
missions confiées par la loi à cette commission est de proposer un code
d'éthique au Roi pour les télécommunications. En janvier dernier, vous vous
étiez engagée à mettre en place cette commission d'éthique sans délai afin de
permettre l'adoption de ce code d'éthique réglementaire pour le début de l'été,
disiez-vous. Il semble toutefois qu'à ce jour - ma question a été déposée le
11 septembre - cette commission n'ait pas encore été mise en place. Aucun
appel à candidatures ni, a fortiori, de nominations ne seraient intervenus pour
mettre en place cette commission. De plus, l'arrêté royal fixant les règles
pratiques relatives au fonctionnement de la commission d'éthique des
télécommunications ne serait toujours pas publié.
Madame la
ministre, mes questions sont réparties en quatre groupes.
Premièrement,
pourriez-vous m'indiquer si la Direction générale Contrôle et Médiation a
réalisé des enquêtes sur les abus dénoncés entre autres dans des questions
parlementaires du début de l'année, en particulier en ce qui concerne les sms
surtaxés. Si tel est le cas, pourriez-vous nous expliquer les résultats obtenus
par cette voie?
Deuxièmement,
ne pensez-vous pas qu'il serait souhaitable d'établir un système de
responsabilité en cascade afin de mettre fin à l'impunité dont jouissent les
prestataires de services établis à l'étranger, par exemple en prévoyant que
l'opérateur de téléphonie mobile belge doit répondre des abus des partenaires
de ce service en aval?
Troisièmement,
êtes-vous favorable à la mesure réglementaire qui obligerait les opérateurs à
permettre aux consommateurs à renoncer gratuitement au service surtaxé à partir
de leur portable, à l'image de ce qui se fait pour les numéros Consultel?
Enfin, quel
est l'avancement de la mise en place de cette fameuse commission
d'éthique des télécommunications? Quand interviendront les appels à
candidatures de ses membres ainsi que l'adoption de l'arrêté royal fixant les
règles pratiques relatives au fonctionnement de cette commission? Pourriez-vous
nous donner, si possible, un échéancier précis pour l'adoption du code
d'éthique réglementaire?
02.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
depuis l'entrée en vigueur du code de conduite, les consommateurs sont invités
à porter plainte dans un premier temps auprès de leur opérateur. La
DG Contrôle et Médiation du SPF Économie intervient dans un second temps,
lorsque les consommateurs ne sont pas satisfaits de l'issue de la procédure
d'autorégulation. Une enquête est alors ouverte auprès des opérateurs et
intermédiaires concernés afin d'analyser:
- la
conformité de la pratique avec le code de bonne conduite et avec la réglementation
belge si le prestataire est établi en Belgique;
- les
mesures contractuelles prises par les opérateurs et intermédiaires en cas
d'infraction au code de conduite par le prestataire des services.
Récemment,
la DG Contrôle et Médiation a initié une enquête auprès des opérateurs et
d'un prestataire intermédiaire au sujet d'une pratique abusive. Trois
opérateurs ont réagi de la même manière et rendu inaccessible le service pour
leur client.
Les
prestataires de services ne bénéficient pas du tout d'une impunité. Ils
encourent les mêmes sanctions contractuelles que les prestataires belges comme
la suspension, la résiliation du contrat et l'indemnisation du préjudice subi.
L'une des plus-values du code par rapport à la réglementation consiste justement
dans le fait que les prestataires de services établis dans un autre État de
l'Union européenne peuvent se voir infliger des sanctions contractuelles
dissuasives et immédiates.
Sur le plan
réglementaire, le prestataire de services est soumis à la loi de l'État dans
lequel il est établi et contrôlé par l'autorité de cet État.
Quant au
but, il est de régler l'interdiction gratuite de façon uniforme pour tous les
opérateurs mobiles tel que prévu dans l'arrêté ministériel du
12 novembre 2005 déterminant les catégories des messages sortants et
les catégories des numéros appelés dont le blocage doit être offert
gratuitement à l'utilisateur final. Ceci nécessite la fixation d'un plan de
numérotation sms public et officiel. J'ai demandé à l'IBPT de définir un tel
plan de numérotation sms, mms et lvs public. Ce plan verra le jour aux environs
du début 2007. Pour de plus amples informations je vous renvoie auprès de mon
collègue, M. Verwilghen, qui est mieux à même de vous fournir des
réponses.
En ce qui
concerne la Commission d'éthique pour les télécommunications à créer, un
premier arrêté royal relatif à la composition de cette Commission a été publié
le 23 janvier dernier. L'arrêté ministériel relatif à la désignation des
membres de la Commission d'éthique sera publié sous peu au Moniteur belge. Le
texte a déjà été transmis au Moniteur et nous attendons sa publication avec
impatience.
Dès la
publication, la Commission sera mise sur pied; selon moi, elle sera
opérationnelle début 2007. Il conviendra toutefois de prendre l'arrêté royal
fixant la procédure et les règles pratiques relatives au fonctionnement de la
Commission d'éthique pour les télécommunications avant que celle-ci ne soit
opérationnelle. Enfin, le code d'éthique pour les télécommunications pourra être
révisé par la Commission d'éthique pour les télécommunications et sanctionné
par un arrêté royal.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Je constate que les choses avancent lentement mais elles
avancent et je suppose que nous trouverons une issue.
Cependant,
je regrette que, pendant tout ce temps de procédure et de mise en place, les
opérateurs en profitent. Je n'ai pas posé ma question sur la base d'un vécu
personnel. Néanmoins, chaque mois, les factures de mon opérateur présentent des
difficultés. Si je ne suis pas attentif, 20% du montant facturé ne devrait pas
être payé. Ce qui arrive auprès du médiateur et, ensuite, chez vous n'est que
la partie émergée de l'iceberg.
Un
contentieux connu et parfois méconnu par le client est extrêmement important.
Nous attendons donc avec impatience que vos dispositifs réglementaires soient
complets. Il faut réfléchir à des sanctions plus importantes afin de dissuader
les opérateurs de "tenter leur chance". Ils se disent que, de toute
façon, ils y gagnent. En effet, s'ils sont uniquement sanctionnés sur les
plaintes qui aboutissent, cela leur coûte moins cher que la suppression de tous
les bénéfices faits sur ce qui n'aboutit pas. Dans un État de droit comme le
nôtre, il me semble important de réfléchir à la question.
02.04 Freya Van den Bossche, ministre: Le problème est que peu
de consommateurs font l'effort de vérifier, comme vous, leur facture. Il s'agit
de petits montants qui ne peuvent être décelés que lors de la vérification de
la facture. De ce fait, ils ne constatent pas souvent qu'il y a un problème.
Or, cela vaut la peine de le faire; vous l'avez prouvé! J'espère que nous
pourrons aussi convaincre le consommateur.
02.05 Benoît Drèze (cdH): Avec, à la clé, des sanctions à la
mesure des enjeux financiers qui se cachent derrière.
L'incident
est clos.
- de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken over "de verplichte vermelding van het meest
voordelige tariefplan op de factuur" (nr. 12590)
- de heer David Lavaux aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken over "de toepassing van de maatregelen uit
de telecomwet ter bescherming van de consument" (nr. 12807)
- de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken over "het rapport van Test-Aankoop over
1 jaar telecomwet" (nr. 12860)
- de heer Philippe De Coene aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de toepassing van de
telecomwet" (nr. 12897)
- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "l'obligation d'indiquer
sur la facture le plan tarifaire le plus avantageux" (n° 12590)
- M. David Lavaux à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise en oeuvre des
dispositions protectrices des consommateurs de la loi sur les télécommunications"
(n° 12807)
- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre du
Budget et de la Protection de la consommation sur "le rapport établi par
Test-Achats à l'occasion du premier anniversaire de la loi sur les
télécommunications" (n° 12860)
- M. Philippe De Coene à la vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise en oeuvre de
la loi sur les télécommunications" (n° 12897)
03.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, een element dat mensen ertoe zou kunnen
aanzetten hun factuur beter te bestuderen, is een correcte vermelding conform
de wet van het meest voordelige tariefplan.
Mijn
vragen zijn de volgende.
Welke
operatoren hebben ondertussen uitvoering gegeven aan deze bepaling? Ik heb niet
de indruk dat dit het grootste deel van de operatoren op de markt is. Hoeveel
procent van de klanten heeft intussen een dergelijke factuur ontvangen? Welke
sancties werden tegen operatoren uitgesproken die deze bepaling niet uitvoeren?
Ten slotte, hebt u kunnen nagaan hoeveel mensen nadien naar het voordelig
tariefplan zijn overgestapt? Zo ja, hoe groot is het overstappercentage op
basis van het voordelig tariefplan? Is de suggestie inzake monitoring vatbaar
voor navolging? Kunnen we de resultaten ervan inzien?
03.02 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de
voorzitter, ik stel voor deze vraag samen te behandelen met de samengevoegde
vragen nrs. 12807, 12860 en 12897 van mezelf. Zo niet, verliezen we tijd en zal
de minister wellicht een aantal keren hetzelfde moeten antwoorden.
De voorzitter: Ik heb daar geen enkel
probleem mee. Indien u geen bezwaar hebt, mijnheer De Coene, volg ik de
chronologie. Dat lijkt me rechtvaardig.
03.03 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, madame
la ministre, il y a plus d'un an que la loi du 13 juin 2005 relative
aux communications électroniques est entrée en vigueur. Cette loi instaurait
plusieurs avancées en matière de protection des consommateurs. Ainsi, le droit
en cas de modification des conditions contractuelles de résilier le contrat
sans frais et donc sans pénalité. La loi dispose également que le consommateur
doit donner son accord préalable au traitement à des fins de marketing des
données relatives au trafic le concernant.
Il semble
que la plupart de ces nouvelles dispositions soient bafouées par les opérateurs
comme en atteste une enquête récente réalisée par Test-Achats. Les résultats de
cette étude sont accablants pour les opérateurs. Il n'y a pas d'information
régulière sur la meilleure formule tarifaire (une fois par an dans l'immense
majorité des cas). Il y a absence de tarif social chez de nombreux opérateurs,
les droits de résiliation en cas de modification tarifaire sont limités ou
inexistants. Bref, la loi est bafouée.
Il faut
attendre la publication d'arrêtés ministériels ou royaux pour que certaines
dispositions de la loi sur les télécoms entrent en vigueur. C'est le cas
notamment des dispositions relatives à la portabilité des numéros et à la
facturation détaillée gratuite que les opérateurs doivent garantir à leurs
clients. Fin juin, le gouvernement n'avait pris que six arrêtés sur la centaine
nécessaire.
Mes
questions sont donc les suivantes, madame la ministre. Pourriez-vous nous
expliquer pourquoi les services du SPF Économie n'ont pas veillé à la bonne
application par les opérateurs des dispositions de la loi du
13 juin 2005 en matière de protection des consommateurs? Quelles
mesures comptez-vous prendre pour faire respecter ces dispositions protectrices
du consommateur? Quel est le calendrier précis que le gouvernement compte
suivre pour l'adoption des arrêtés royaux nécessaires à l'application de toutes
ces dispositions pour mieux protéger les consommateurs?
03.04 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, de studie van Test-Aankoop bundelde een aantal
problemen. Mijn vragen waren opgesplitst, volgens een aantal zaken die ik
vaststelde op het terrein. Een maand later kwam de studie. Die heeft aanleiding
gegeven tot een algemene vraag. Het is goed dat wij deze zaken samen kunnen
behandelen.
Men
schrijft: “De meerderheid van de telecomoperatoren steekt de draak met deze
wet.” Wij hadden natuurlijk die studie nodig om ons discours te bevestigen. U
zegt dat ze het moeten doen, mevrouw de minister, omdat ze anders niet in
aanmerking kunnen komen voor de tariefsimulator en andere zaken, dat ze actief
blijven op de markt, dat iedereen de wet moet volgen en dat er eigenlijk geen
probleem is.
De vraag
van de heer Lavaux is de enige juiste vraag: waarom zijn er geen controles? Er
wordt verwezen naar de FOD Economie. U zult straks weer kunnen verwijzen
naar de bevoegdheid van minister Verwilghen. Ik meen dat deze regering een
essentiële verantwoordelijkheid heeft. Jullie beheren samen het departement inzake
telecom. In deze consumentenzaken is er geen duidelijke verdeling. Wie moet er
uiteindelijk de verantwoordelijk opnemen voor de controles? Jullie zullen het
samen moeten doen, want in de overgrote meerderheid van de gevallen is er geen
jaarlijkse informatie over de beste tariefformule. Er is geen sociaal tarief
bij veel operatoren. Het opzeggingsrecht bij tariefaanpassingen is onbestaand
of beperkt. Met andere woorden, de wet wordt met voeten getreden. Daarom heb ik
de volgende vragen.
Ten
eerste, welke acties zult u ondernemen tegen de operatoren en volgens welke
timing? Ten tweede, hoeveel inbreukprocedures werden er reeds gelanceerd tegen
operatoren die de wet niet naleven? Het zou goed zijn indien u ons een lijst
van die procedures bezorgt, om eventueel het vertrouwen in dit dossier wat te
herstellen. Ten slotte, hoe staat u tegenover het laten uitvoeren van een
onafhankelijke analyse die de status van de naleving van de wet moet opmeten
tegen 1 januari 2007?
03.05 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, mijn vragen hebben dezelfde inhoud, maar mijn
commentaar en beschouwingen zijn van een andere aard.
Ik meen
dat wij problemen kunnen vaststellen op twee niveaus.
De
actoren, de spelers op de markt, passen maar met lange tanden toe wat hen is
opgelegd, zowel door de regering als door de leden van het Parlement. Ik wil
even in herinnering brengen dat, op basis van het ontwerp, dat een collegiaal
ontwerp was tussen de twee bevoegde ministers, ons Parlement en onze commissie
zich, gelukkig maar, hebben gepermitteerd om nog tal van verfijningen en tal
van toevoegingen aan te brengen. Laten wij dus een collectieve
verantwoordelijkheid dragen. Misschien moet het Parlement zelf een initiatief
nemen om in debat te gaan met de betrokkenen, zowel de betrokkenen van de kant
van de overheid, de uitvoerende macht, als de economisch betrokkenen. Bij de
redactie van tal van die maatregelen zijn wij niet over een nacht ijs gegaan.
Ik meen mij ook te herinneren dat wij, bij het schrijven en het indienen van
een aantal amendementen, zeer uitgebreid met de sector hebben gepraat.
Bijvoorbeeld
bij het meest gunstige tarief was er een niet-onbelangrijke operator, gevolgd
door andere operatoren, die ons suggereerde om het niet te houden bij één
tariefplan, maar bij meerdere tariefplannen. Nu zien wij dat zij geen enkel
tariefplan meegeven aan hun klanten. Wij zouden dus eens kunnen vragen, hoewel
wij maatregelen hebben genomen in overleg met de sector, waarom de sector niet
happig is.
Daarom durf ik opnieuw het voorstel van destijds te lanceren. Het zou
goed zijn zelf het heft in handen te nemen en via hoorzittingen met de sector
te praten.
Het
tweede niveau waar we problemen mee hebben is het bijspannen van de vijs door
het instituut. We stellen vast dat dit te weinig gebeurt. Hiervoor zijn, mijns
inziens, meerdere redenen. We hebben met een nieuwe en zeer ambitieuze wet te
maken. We hebben eveneens – we moeten dit durven toe te geven – te maken met de
nieuwe rol die het instituut krijgt toegeschreven. We kunnen dus niet zonder
meer zeggen dat het instituut niet optreedt of dat de regering onvoldoende
toeziet. Iedereen moet zijn rol vervullen, wij ook de onze. Misschien zou het
niet slecht zijn dat deze commissie ter zake een initiatief neemt.
Als ik de
workload van deze commissie analyseer, stel ik het volgende vast. Bijna elke
maand wordt in deze commissie een hele reeks vragen gesteld over het niet
naleven ven de telecomwet. Toen ik destijds voorstelde daar werk van te maken
op een georganiseerde wijze, antwoordde men mij dat het Parlement toch niet
moest toezien op de uitvoering van een pas goedgekeurde wet. Ik dacht dat dit
wel noodzakelijk was omdat het over een nieuwe, zeer ambitieuze en uitgebreide
wetgeving gaat. Dan spreek ik nog niet over het deel waar een
samenwerkingsakkoord voor nodig is.
Mijnheer
de voorzitter, collega's, ik herhaal mijn pleidooi.
In feite
hadden we de berichten van Test-Aankoop zelfs niet nodig. Als er problemen met
de factuur zijn ondervindt elke individuele consument hoe moeilijk het is de
bepalingen die in de wet zijn ingeschreven te doen naleven.
Een derde
element is een loutere vaststelling, zonder kwade bedoelingen. Destijds heb ik
de minister van Economische zaken een schriftelijke vraag gesteld over de
loutere activiteiten van het BIPT inzake internetbescherming, dus niet inzake
consumentenbescherming, maar over de activiteiten die het BIPT organiek moet
ontplooien om tegemoet te komen aan die bepalingen. Twaalf maanden na datum heb
ik antwoord gekregen dat het niet zijn bevoegdheid is. Daaruit moeten we lessen
trekken. Het heeft geen zin dat de ene minister de hete aardappel doorschuift
naar de andere. We moeten als volwassenen discussiëren zodat we weten aan welke
minister we de vragen moeten stellen. Ook de consument moet duidelijk weten wie
politiek verantwoordelijk is voor bepaalde zaken.
De voorzitter: Mijnheer De Coene, wat uw
vraag aan de regering betreft, zal de vice-eerste minister antwoorden. Wat uw
voorstel inzake een hoorzitting betreft, zullen we ons straks uitspreken over
de personen die zullen uitgenodigd worden. Ik stel voor dat u op dat ogenblik
uw voorstel herhaalt en ook daarover stemmen.
03.06 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de
commissie is inderdaad een belangrijke bondgenoot en partner gebleken bij het
uitwerken van toch een ambitieuze telecomwetgeving. Het komt de commissie
natuurlijk toe haar werk zelf te regelen, maar mij lijkt het zinvol dat het
Parlement en de regering zouden deelnemen aan een hoorzitting waarop ook mensen
uit de sector worden uitgenodigd, om, nu de wet er toch al enige tijd is, toch
eens te kijken naar wat er fout loopt, wat beter kan en wat goed is. Ik denk
dat we daar allen baat bij hebben en het lijkt mij ook een mooie manier om wetgevende
en uitvoerende macht te laten samenwerken bij de creatie van een wet. Dan hoeft
het niet ad hoc met vragen, maar kunnen de dingen fundamenteel samen worden
aangepakt.
Ik kom
tot de inhoudelijke vragen. Ten eerste, wat het tariefplan betreft, artikel 110
paragraaf 4 is in werking getreden op 30 juni 2005. Dat artikel
bepaalt dat de klanten minstens eenmaal per jaar moeten worden ingelicht over
wat voor hen het meest voordelige tariefplan is. Dat betekent dus ook dat tegen
30 juni 2006 elke klant minstens een keer had moeten ingelicht
worden, als die tenminste op dat moment ook al een jaar klant is.
Het BIPT
controleert en de diensten zijn momenteel een verificatieperiode aan het
bestuderen. Wat is er concreet aan de gang? De operatoren hebben een brief
ontvangen waarin hun wordt gevraagd hun werkwijze te preciseren: op welke wijze
hebben zij aan die verplichting voldaan? Bij onvoldoende antwoord of gebrek aan
antwoord zal en kan het BIPT zelf ter plaatse kennisnemen van de situatie en
zal het ook niet nalaten in te grijpen.
Le respect des dispositions de la loi est contrôlé, comme déjà dit, par
l'IBPT. En vertu de l'article 2, §21 de la loi du 17 janvier 2003, le
Conseil de l'IBPT peut mettre en demeure un contrevenant en cas de constat
d'infraction à la législation. S'il n'est pas mis fin à l'infraction, une
amende administrative sera imposée.
L'IBPT m'a
informée qu'une procédure de vérification est actuellement à l'examen au sein
de ses services.
Bovendien
heb ik naar aanleiding van de studie van Test-Aankoop aan het BIPT gevraagd om
mij voor het einde van het jaar een rapport te bezorgen met hun analyse
betreffende de opvolging van de consumentenbeschermende maatregelen uit de
telecomwet. Mijnheer de voorzitter, dat is een element dat kan worden opgenomen
in de hele discussie en bij die hoorzitting.
In die
brief heb ik overigens ook gevraagd om in uitvoering van artikel 21 de gepaste
maatregelen te nemen bij het vaststellen van overtredingen van de
consumentenbeschermende bepalingen uit de telecomwet.
Collega
Deseyn, ik kom dan aan uw vraag over het laten uitvoeren van een onafhankelijke
analyse. Daaraan zal ik ook wel tegemoetgekomen zijn door het BIPT de analyse
te laten maken. Het BIPT is, zoals u weet, een onafhankelijk instituut.
Ten derde,
de stand van zaken betreffende de uitvoeringsbesluiten is de volgende. Het
ministerieel besluit over de tariefsimulator is gepubliceerd op 26 oktober
in het Belgisch Staatsblad. Het KB betreffende de nooddiensten en noodoproepen
wordt in november gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een ontwerp van
ministerieel besluit inzake de maatregelen om nooddiensten in staat te stellen
kwaadwillige oproepen te bestrijden is reeds voor advies naar de Raad van State
en zal dus, rekeninghoudend met de termijn waarbinnen men advies moet
afleveren, half december kunnen worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Ten
vierde, een ontwerp van ministerieel besluit betreffende de maatregelen die de
operatoren kunnen nemen ingeval van een onbetaalde rekening wordt ook nu
gefinaliseerd om het te kunnen doorsturen naar de Raad van State.
Het
ministerieel besluit inzake de gratis selectieve nummerblokkering wordt op
12 december gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Ten
slotte, inzake de ethische commissie heb ik u daarnet de stand van zaken
gegeven naar aanleiding van de vraag van collega Drèze.
Ik wil
nog even duidelijk maken dat Test-Aankoop ons op een aantal problemen heeft
gewezen. Dat is ons overigens niet onbekend, u wijst er mij ook geregeld op en
de brieven van consumenten laten dat ook veronderstellen. Uit de studie van het
BIPT zal ook blijken dat er onnauwkeurigheden in de berichtgeving zijn.
(De commissievergadering wordt even onderbroken door de heer
De Croo, Kamervoorzitter, die een rondleiding geeft aan de president van
Azerbeidzjan en een korte uitleg verschaft over de werkzaamheden van de
commissie)
(La réunion
de commission est brièvement interrompue par M. De Croo, président de
la Chambre, accompagné du président de la République d'Azerbaïdjan auquel il
fournit une courte explication au sujet des travaux de la commission)
De voorzitter: Mevrouw de
vice-eerste minister, ik geef u opnieuw het woord.
03.07
Minister Freya Van den Bossche: Misschien kan ik tenslotte nog
zeggen dat, wat de uitspraak van Test-Aankoop betreft, er nog maar zes van de
honderd uitvoeringsbesluiten van de telecomwet zouden zijn genomen. Welnu, in
dat verband is Test-Aankoop dus foutief geïnformeerd. Men gaat voorbij aan het
feit dat heel wat uitvoeringsbesluiten natuurlijk al genomen werden in de
voorgaande, of de daaraan voorafgaande, wetgeving en dat die blijven gelden.
Het gaat dus enkel om de nieuwe, nog te nemen uitvoeringsbesluiten, waarvan ik
daarnet even de stand van zaken heb gegeven. Enkel daarop wachten wij nog, maar
die zijn in volle voorbereiding en u zou binnen afzienbare tijd de resultaten
daarvan moeten zien.
De voorzitter: Mijnheer Deseyn, ik zal u
slechts een keer het woord geven voor een repliek. Dat lijkt mij rechtvaardig.
03.08 Roel Deseyn (CD&V): Dank u, mijnheer de
voorzitter. Ik zal er geen misbruik van maken.
Mevrouw
de minister, de wet is inderdaad oké. Op dat vlak zitten wij op dezelfde
golflengte. Het Parlement zal zijn verantwoordelijkheid nemen en verfijnen waar
het nodig is. In dat verband denk ik aan de recente wetsvoorstellen over
reversed billing, de vragen over een ethische code, enzovoort.
U spreekt
over een inbreukprocedure. Dat is niet meteen wat wij noemen sanctioneel
corrigeren. Het probleem bevindt zich absoluut op het niveau van de handhaving
en dienaangaande sluit ik mij graag aan bij mijn collega, wat betreft de
hoorzitting. Wij hebben daar ook vorig jaar naar gevraagd. Wij hebben toen een
discussie gehad over het wel of niet oprichten van een werkgroep. Het gaat ook
over veiligheid en over elektronische informatiediensten en wie
verantwoordelijk is als minister. De ministers zitten constant naar elkaar te
verwijzen voor het antwoord op schriftelijke parlementaire vragen. Het begint
eigenlijk een kwalijke ziekte te worden, precies omdat wij nu voldoende cases
hebben. Men zegt dan dat men bij de volgende vraag zal proberen de juiste
persoon te laten antwoorden, op basis van de voorgaande vragen, maar aan wie de
vraag moet worden gesteld is bijna gokwerk. Dat is absoluut niet transparant en
ik roep de regering op misschien een schema op papier te zetten met de
verschillende rubrieken met de subverantwoordelijkheden inzake telecom.
03.09 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, je
prends bonne note que Mme la ministre souligne que la commission est un
précieux allié de travail – cela mérite d'être souligné. Je rejoins aussi le
collègue De Coene sur le fait que des auditions dans le secteur sont
importantes. Je prends également bonne note des décisions prises et du
calendrier prévu pour prendre les arrêtés d'exécution qui doivent encore
l'être. Je remercie enfin Mme la ministre pour ses explications.
L'incident
est clos.
Le président: La question n° 12835 de
M. Chastel est reportée à sa demande.
04 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken over "de indicatoren in verband met de
kwaliteit en veiligheid van de elektronische communicatiediensten"
(nr. 12859)
04 Question de M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "les
indicateurs relatifs à la qualité et la sécurité des services de communication
électronique" (n° 12859)
04.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de
voorzitter, mijn vraag handelt ook over de uitvoering van de telecomwet, meer
bepaald van artikel 113, derde lid. Ik zal mij gewoon beperken tot enkele
vragen.
Voor elke
door de operator aangeboden dienst zou het BIPT momenteel de publicatie van een
heel uitgebreid aantal indicatoren willen opleggen. Graag kreeg ik enig inzicht
over welke indicatoren het precies gaat.
Bestaat
dan niet het gevaar – wij en u doen alles met erg goede bedoelingen – dat het
tot een overaanbod aan informatie komt dat het geheel onoverzichtelijk maakt?
Ik kan mij voorstellen dat, wanneer een aantal parameters worden getoetst aan
en een quality control wordt gedaan op 20 à 25 indicatoren, die voor de
consument en voor het publiek niet zo relevant zijn en dus het succes van het
consulteren van de informatie kunnen ondermijnen.
Ik sta
onbevangen tegenover de situatie, omdat ik tot nu toe geen zicht heb op het
aantal en op de invulling van de indicatoren.
Heeft het
BIPT de operatoren geconsulteerd? Hoe groot was de respons en de medewerking?
Welke
indicatoren moeten de operatoren publiceren om de veiligheid te karakteriseren?
Hoever
staat het met de publicatie van de vergelijkende informatie inzake de
veiligheid van de diensten door het BIPT?
Het gaat
natuurlijk niet alleen over de diensten, maar ook over de status en veiligheid
van netwerken en software. Daarom is het belangrijk dat het Parlement een
inzicht krijgt in de manier waarop de vergelijking er concreet zal uitzien.
In dat
verband, zullen bijvoorbeeld alle softwareproducenten en browsers worden
opgelijst en geanalyseerd?
Mevrouw
de minister, ik herinner u aan de discussie die wij hadden bij het bewuste
artikel tijdens de bespreking van de telecomwet over hoever wij daarin kunnen
gaan. Er zijn natuurlijk vele aanbieders van producten en diensten. Wat zal de
taak zijn van de Belgische wetgever en van de Belgische regering in de bedoelde
materie?
Ten
slotte, hebt u ook een onderzoek gedaan naar het nut van de verplichting tot
uitbreiding naar softwareproducenten en browsers? Hebt u daarover al enige
opinie of visie? Het zou wenselijk zijn uw visie te kennen, ook in het kader
van onze toekomstige werkzaamheden.
04.02
Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, voor de
uitwerking van artikel 113 van de telecomwet werkt het BIPT in drie stappen.
Eerst worden kwaliteitsindicatoren opgesteld. Daarna volgen
veiligheidsindicatoren. Ten slotte wordt werk gemaakt van de vergelijkbare
informatie over de veiligheid van diensten, netwerken en software.
Voor de
eerste stap werkt het BIPT aan een project om een uitgebreid aantal indicatoren
in verband met de kwaliteit van de elektronische communicatiediensten te laten
publiceren. De 17 indicatoren waren het onderwerp van een publieke consultatie.
De volledige lijst is te vinden op de BIPT-website.
Mijnheer
de voorzitter, ik heb de lijst ook meegebracht. Zou u zo vriendelijk willen
zijn om de leden van de commissie een kopie te bezorgen?
Op de
openbare consultatie hebben vier operatoren gereageerd. De bewuste operatoren
hebben vooral gewezen op een mogelijk overaanbod aan indicatoren en op de wel
erg korte tijdspanne om aan alle publicatieopdrachten te voldoen.
Het
gevaar bestaat inderdaad dat een overaanbod het geheel onoverzichtelijk zou
maken. Het BIPT zal er dan ook over moeten waken dat dat bij de voorstelling
van de feiten niet het geval is. Het BIPT kan dat doen, omdat het ook de manier
van publicatie voor de operatoren zal uitstippelen. Het document met de
indicatoren krijgt u dus erg gauw.
Voor de
tweede stap met de uitvoering van artikel 113 dient het BIPT ook het aantal
indicatoren te bepalen die de operatoren dienen te publiceren in verband met de
veiligheid van de elektronische communicatiediensten. Het BIPT zal daarmee
starten na de afronding van het project inzake de kwaliteitsindicatoren. Na
afronding van voornoemd project zal het BIPT starten met een derde stap,
namelijk het project dat moet leiden tot publicatie op zijn website van
vergelijkbare informatie over de veiligheid van diensten, netwerken en
software.
04.03 Roel Deseyn (CD&V): Zonder al te zeer te
focussen op technische parameters, 4 operatoren hebben gereageerd. Ik denk dat
dit een klein deeltje is van de aangeschreven operatoren en dan nog uitgaande
en aansluitend bij de vorige vragen dat men altijd vertrekt van diegenen die
zich hebben aangemeld.
Mevrouw
de minister, ik heb soms de indruk dat men in de jaarverslagen van de
ombudsdienst telecom over meer operatoren leest dan er eigenlijk aangemeld zijn
bij het BIPT. Men moet niet vervallen in een houding alsof men het niet zou
weten. Die aanmelding is vaak in het consumentgericht discours het zwakke punt.
Misschien moet dit ook eens bijgestuurd worden in de wetteksten. Daar zouden
wij toch eens ernstig moeten over nadenken.
Ik dank u
voor de elementen van antwoord, maar ik heb nog een vraag over de timing. Daar
het hier gaat over de uitvoering van een goedgekeurde wet die van kracht is,
rijst de vraag wanneer die informatie publiekelijk toegankelijk zal zijn. Gaat
dat ook mee met het eerste kwartaal van 2007 of is dat helemaal nog niet aan de
orde?
04.04
Minister Freya Van den Bossche: Hebt u het over de lijst zelf
die publiekelijk toegankelijk is?
04.05 Roel Deseyn (CD&V): De vergelijkende
informatie.
04.06
Minister Freya Van den Bossche: Dat hangt ervan af hoe snel het
BIPT werk kan maken van alles. Het is pas de derde stap. Het is voor mij
moeilijk om het u te zeggen, maar ik wil wel informeren naar een timing bij het
BIPT en ik kan u via mail daarover inlichten, tenminste over de timing die het
BIPT zichzelf vooropstelt.
L'incident
est clos.
De behandeling
van de vragen en interpellaties eindigt om 15.01 uur.
Le
développement des questions et interpellations se termine à 15.01 heures.