Commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques

Commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven

 

du

 

mercredi 8 novembre 2006

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

woensdag 8 november 2006

 

Namiddag

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.12 uur en voorgezeten door de heer Francis Van den Eynde.

La séance est ouverte à 14.12 heures et présidée par M. Francis Van den Eynde.

 

 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij kunnen misschien straks bij het begin van de commissie het nog even hebben over de regeling van de werkzaamheden. Er zijn enkele vragen en punten vanwege de leden.

 

De voorzitter: Ik ben zinnens om dat alleszins te doen. Wij moeten ook bepalen wie we voor die hoorzitting gaan uitnodigen. Daarvoor heb ik een quorum nodig. Ik wacht tot straks, maar als u vragen hebt waar wij geen quorum voor nodig hebben, dan zegt u dat op het einde van de vragen.

 

 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou op een aantal punten willen terugkomen rond enkele thema’s die wij in de komende weken moeten kunnen behandelen in deze commissie.

 

01 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de stand van zaken inzake het creëren van transparantie inzake elektronische communicatie" (nr. 12572)

01 Question de M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la situation en ce qui concerne l'amélioration de la transparence en matière de communications électroniques" (n° 12572)

 

01.01  Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister, ik had u graag een vraag gesteld betreffende de stand van zaken in het creëren van transparantie, zoals het aangekondigd is in de telecomwet. Enerzijds zegt men dat wij een aantal zaken moeten oplijsten betreffende de elektronische communicatienetwerken en diensten. Anderzijds is er natuurlijk ook de totstandbrenging van de tariefsimulator naar uw tijdspad van begin 2007. U hebt vroeger gesproken van het eerste kwartaal van 2007 om die volledig operationeel te krijgen op het internet.

 

Ik had een aantal vragen in dat verband. Wat zijn de verwachtingen van het BIPT ten aanzien van de operatoren in verband met de te publiceren rubrieken in uitvoering van artikel 111? Wanneer gaat die publicatieplicht effectief van kracht of, met andere woorden, wat zullen de consumenten kunnen weten over de status van het netwerk, over die kwaliteitsindicatoren en wanneer wordt dit geïmplementeerd? Hoe zult u garanderen dat ook de virtuele operatoren zich conformeren aan die vragen die reeds door BIPT aan de operatoren zijn gesteld?

 

Ik kom tot het tweede luik, met name de tariefsimulator. Kunt u de timing aanhouden? Zullen ook de tariefformules van de virtuele operatoren in rekening worden gebracht? Gezien hun steeds uitbreidende klantenbestand zal dat een belangrijk element zijn dat de mensen zullen zoeken om echte transparantie te krijgen en volledig geïnformeerd te zijn als consument. Er zal natuurlijk controle moeten zijn op de juistheid en de volledigheid. Is dat ook een taak voor het BIPT of zit dit mee in het luik van de aanbesteding die u zult uitschrijven of al hebt uitgeschreven?

 

Om volgend jaar geen problemen in die zin te hebben, zou ik van u ook graag weten of er andere elementen dan de prijs zullen meespelen in de tariefsimulator. U zou kunnen zeggen dat het gaat om een vergelijking voor transparantie voor de consument. Ook de dekking van het netwerk zou een element kunnen zijn. Wellicht zijn er nog andere elementen te vernoemen. Zullen er andere criteria in de weging worden opgenomen? Hoe staat u tegenover het laten meetellen in de wetgeving van de mate waarin de operatoren uitvoering geven aan de consument? Er zijn de maatregelen in de telecomwet. Zal dit ook een element van weging zijn bij het voorstellen? Ik neem aan dat de tariefsimulator toch wel een ranking zal doen op basis van de input van de consument. Zal er naast het prijselement in de beperkte zin van het woord nog iets anders spelen? Hoe zult u ten slotte zorgen voor de promotie wanneer de tariefsimulator van kracht zal zijn?

 

01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, artikel 111 bepaalt dat het het BIPT als onafhankelijke regulator toekomt de precieze inhoud vast te stellen van de inlichtingen die moeten worden gepubliceerd ter uitvoering van die bepaling, alsook de nadere regels voor die publicatie. Ik heb het BIPT gevraagd mij de intenties ter zake mee te delen.

 

In verband met de garantie dat de virtuele operatoren zich schikken naar het besluit van het BIPT weet u dat via de telecomwet het statuut van operator gekoppeld is aan het indienen van een kennisgeving bij het BIPT. Minister Verwilghen is bevoegd om ervoor te zorgen dat men effectief die kennisgeving indient. Als u daaromtrent dus meer informatie wilt, kunt u zich best tot hem wenden. In elk geval is het zo dat het BIPT slechts verplichtingen kan opleggen aan spelers die zichzelf kenbaar hebben gemaakt overeenkomstig artikel 9 van de telecomwet. Het is dus belangrijk dat men dat doet. Het is een taak van het BIPT zich ervan te vergewissen dat elk van de virtuele operatoren daadwerkelijk de genoemde kennisgeving heeft gedaan zodat bijgevolg die besluiten tegenover hen ook rechtsgevolgen kunnen hebben.

 

Het tweede deel van uw vraag betreft het ministerieel besluit over de tariefsimulator. Dit werd op 26 oktober gepubliceerd. Een opdracht via algemene offerteaanvraag verscheen op 3 november in het Bulletin der Aanbestedingen en verscheen gisteren eveneens op de website van het BIPT. In het lastenboek staat duidelijk te lezen dat de tariefsimulator inderdaad operationeel dient te zijn tegen 1 april 2007. We blijven dus nog altijd bij onze timing.

 

Wat uw derde vraag betreft is het zo dat ook de virtuele operatoren daaraan onderworpen zullen zijn in die mate dat de kennisgeving ook daadwerkelijk is gebeurd. Hoe dat controleren? De juistheid en volledigheid van de gegevens worden gegarandeerd door drie etappes tijdens de opdracht van installatie van de tariefsimulator. De eerste etappe is bij de keuze van de aannemer van de opdracht. Een van de criteria voor de gunning zal dus de kwaliteit en het prestatievermogen van de simulator zijn. Ten tweede zal bij de uitvoering een verslag worden opgemaakt met een vergelijkende studie tussen de ontwikkelde oplossingen en de verschillende simulatoren die momenteel op de markt bestaan. Ten derde zullen er door het BIPT in samenwerking met de operatoren tests worden verricht in verband met de werking.

 

Wat de andere elementen dan de prijs betreft die meespelen in de simulator, kan ik het volgende zeggen. Naast de prijs zal ook rekening moeten worden gehouden met een aantal kwalitatieve elementen zoals omschreven in het ministerieel besluit. Deze zijn bijvoorbeeld de algemene voorwaarden die door de operator worden aangeboden, de mogelijkheid tot herroeping of wijziging van het tariefplan, de wijze waarop dat al dan niet gepaard gaat met kosten, beschikbaarheid van de helpdesk, de gratis beschikbaarstelling van antivirusproducten, het geografisch bereik van de dienst. Er zullen dus ook kwalitatieve elementen voorhanden zijn. Het is vanzelfsprekend opnieuw aan het BIPT om de precieze inhoud van de kwalitatieve elementen vast te stellen. Ik heb alleen die vermeld die volgens het ministerieel besluit moeten deel uit maken van deze kwalitatieve elementen.

 

Inzake uw suggestie om in de weging te laten meetellen de mate waarin operatoren uitvoering geven aan beschermende maatregelen, zeg ik u het volgende. Misschien begrijp ik de suggestie verkeerd. Als ik ze lees als uitvoering geven aan de verplichtingen aan de telecomwet, kan ik alleen maar antwoorden dat elke operator te allen tijde ten volle de verplichtingen moet naleven. Het kan niet dat we een rangschikking zouden opstellen van zij die goed en minder goed de wet respecteren. Ze moeten allemaal te allen tijde de wet respecteren. Het kan dat ik uw vraag op een foute manier las.

 

Ten slotte, vanzelfsprekend zullen we ervoor zorgen dat dit ruim aan het publiek kenbaar wordt gemaakt zoals dit het geval was voor de simulator in de banksector voor de zichtrekeningen. Dit lijkt me een absolute voorwaarde voor het welslagen van de simulator.

 

01.03  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de vice-eerste minister voor het antwoord. We zullen uw collega Verwilghen over de kennisgeving moeten ondervragen. We moeten op dit punt niet naïef zijn. Het is duidelijk dat een aantal operatoren op de markt zich niet aan de regels houdt. U spreekt over andere simulatoren op de markt. Ik kan me niet meteen andere voorbeelden voor ogen halen en weet niet op wie u alludeert.

 

01.04 Minister Freya Van den Bossche: Die van Ierland is een erg mooi voorbeeld.

 

01.05  Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister, de kwaliteit zal een element van vergelijking zijn. Mijn vraag is of die kwaliteit mee zal spelen in de weging om aan de consument een ranking voor te stellen. Zal hij alleen per operator een prijs krijgen of zal er een hiërarchie zijn inzake de beste koop. Op die manier kan de consument zelf op basis van de kwalitatieve elementen de keuze maken.

 

01.06 Minister Freya Van den Bossche: Ik geef een compleet ander voorbeeld, maar voor de banksector is het zo dat men, vooraleer men het resultaat krijgt, moet ingeven welk profiel men heeft als gebruiker. Ik kan mij indenken dat een simulator mogelijk ook vraagt in welke mate men belang hecht aan een aantal zaken. Een consument voor wie enkel de prijs van belang is en niet de kwalitatieve elementen, zal louter dat aangeven. Als het voor iemand bijzonder belangrijk is om bijvoorbeeld een helpdesk of antivirusproducten ter beschikking te hebben, en die persoon geeft dat aan bij het begin, dan zal dat ook een rol spelen in de ranking. Op welke manier zulks wordt uitgevoerd, zal natuurlijk afhangen van degenen die de simulator maken. Zij zullen een aantal voorstellen doen. Het moet evenwel de bedoeling zijn dat, afhankelijk van het belang dat de gebruiker ergens aan geeft, men tot een ander resultaat komt.

 

Het is natuurlijk gemakkelijk op basis van prijs te ranken. Het is heel moeilijk op basis van kwaliteit te ranken omdat niet iedereen dezelfde eisen stelt aan de dienstverlening. In die zin zou dat wel een beetje gepersonaliseerd moeten worden. Het is echter een beetje vroeg om echt in detail te gaan op dit moment.

 

01.07  Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister, een laatste element van mijn repliek gaat over de lectuur die u geeft aan bepaalde vragen.

 

Wij voelen zonder twijfel hetzelfde aan, te weten dat zij uitvoering moeten geven aan de elementen van de telecomwet en dat absoluut gezegd mag worden of ze wel of niet in overtreding zijn. Men kan dat als volgt illustreren. Als op een lerarenvergadering iemand aan de directeur vraagt of er geen nota moet worden gemaakt ten aanzien van de leerlingen die hun sportgerief niet meebrengen, en de directeur antwoordt dat zulks niet kan, dan komt men tot een absurde discussie. Immers, de leerkracht heeft gezegd dat zij het moeten meebrengen, dus is er geen probleem. Ik meen dat wij een beetje een vergelijkbare situatie kennen.

 

01.08 Minister Freya Van den Bossche: (…) Is dat goed?

 

01.09  Roel Deseyn (CD&V): Dat is een beetje uw houding in deze.

 

01.10 Minister Freya Van den Bossche: (…) volgen de wet. (…)

 

01.11  Roel Deseyn (CD&V): Inderdaad. Dan heeft men een probleem. Dat is mijn punt, dat men precies dan een probleem heeft, zoals Test-Aankoop dat ook onlangs heeft gezegd.

 

U gaat ervan uit dat het geen element kan zijn in verband met de tariefsimulator, omdat zij allemaal de wet moeten volgen. Het punt is precies dat zij dat niet doen en dat de tariefsimulator de ruimte biedt om aan te duiden dat bepaalde operatoren in overtreding zijn en dat men moet opletten omdat zij niet conform de wet handelen.

 

01.12 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer Deseyn, de oplossing bestaat er alsdan in het BIPT te laten optreden tegen de overtreder en toch niet om ze uit de tariefsimulator te halen en te zeggen dat men moet opletten, dat hij misschien de goedkoopste is, maar dat hij de wet overtreedt.

 

01.13  Roel Deseyn (CD&V): Ik hoor het u graag zeggen dat u het BIPT wil laten optreden.

 

Als verantwoordelijke houdt u uiteraard een ander discours, maar wij mogen toch niet blind zijn voor wat er op het terrein gebeurt. Wij moeten er samen naar streven dat zij zich zo vlug mogelijk conformeren aan alle artikelen van de telecomwet.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de M. Benoît Drèze à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise en place de la Commission d'éthique et l'encadrement légal des moyens de paiement électronique par SMS surtaxés" (n° 12478)

02 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de instelling van de ethische commissie en de wettelijke regelgeving inzake de elektronische betaling via sms'jes met toeslag" (nr. 12478)

 

02.01  Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je vous prie d'excuser mon retard.

 

Madame la ministre, c'est un sujet sur lequel différents parlementaires vous ont, d'une manière ou d'une autre, déjà interrogée. Je reviens vers vous car un certain nombre de problèmes ne sont pas encore résolus.

 

Comme le dénonce le rapport du service de médiation pour les télécommunications 2005, il existe de nombreux abus dans le secteur des sms surtaxés: fonds d'écrans, logos, sonneries, concours, résultats sportifs, etc. Les utilisateurs de gsm sont sollicités pour envoyer toutes sortes de sms et mms facturés au prix fort, pouvant aller jusqu'à 3 ou 4 euros par message, et sans être parfaitement informés du coût et du contenu du service. Régulièrement, des consommateurs, souvent des jeunes, se retrouvent abonnés sans s'en rendre compte à des services qui leur envoient des sms au prix fort avec, évidemment, des surprises désagréables au moment de la réception de la facture. Bien que les trois opérateurs mobiles en Belgique soient dotés d'un code de conduite - code d'ailleurs non contraignant! - de nombreux abus font régulièrement l'objet de plaintes auprès du médiateur pour les télécommunications. Ces plaintes concernent en grande majorité des problèmes d'insuffisance d'information du consommateur sur le prix facturé pour le service, la facturation à répétition de services non désirés et des problèmes liés à la difficulté de se "désinscrire" du service.

 

Les tentatives d'autorégulation du secteur se sont révélées insuffisantes pour empêcher totalement de tels abus. Il est donc urgent pour nous d'adopter des règles contraignantes en la matière, seules à même d'offrir un niveau de protection suffisant au consommateur.

 

L'article 134 de la loi sur les communications électroniques du 13 juin 2005 prévoit la mise en place, vous l'avez rappelé à l'occasion d'une question posée par mon collègue M. Wathelet, d'une commission d'éthique pour les télécommunications, commission chargée de surveiller la fourniture de services payants via des réseaux de communication électronique. Une des premières missions confiées par la loi à cette commission est de proposer un code d'éthique au Roi pour les télécommunications. En janvier dernier, vous vous étiez engagée à mettre en place cette commission d'éthique sans délai afin de permettre l'adoption de ce code d'éthique réglementaire pour le début de l'été, disiez-vous. Il semble toutefois qu'à ce jour - ma question a été déposée le 11 septembre - cette commission n'ait pas encore été mise en place. Aucun appel à candidatures ni, a fortiori, de nominations ne seraient intervenus pour mettre en place cette commission. De plus, l'arrêté royal fixant les règles pratiques relatives au fonctionnement de la commission d'éthique des télécommunications ne serait toujours pas publié.

 

Madame la ministre, mes questions sont réparties en quatre groupes.

 

Premièrement, pourriez-vous m'indiquer si la Direction générale Contrôle et Médiation a réalisé des enquêtes sur les abus dénoncés entre autres dans des questions parlementaires du début de l'année, en particulier en ce qui concerne les sms surtaxés. Si tel est le cas, pourriez-vous nous expliquer les résultats obtenus par cette voie?

 

Deuxièmement, ne pensez-vous pas qu'il serait souhaitable d'établir un système de responsabilité en cascade afin de mettre fin à l'impunité dont jouissent les prestataires de services établis à l'étranger, par exemple en prévoyant que l'opérateur de téléphonie mobile belge doit répondre des abus des partenaires de ce service en aval?

 

Troisièmement, êtes-vous favorable à la mesure réglementaire qui obligerait les opérateurs à permettre aux consommateurs à renoncer gratuitement au service surtaxé à partir de leur portable, à l'image de ce qui se fait pour les numéros Consultel?

 

Enfin, quel est l'avancement de la mise en place de cette fameuse commission d'éthique des télécommunications? Quand interviendront les appels à candidatures de ses membres ainsi que l'adoption de l'arrêté royal fixant les règles pratiques relatives au fonctionnement de cette commission? Pourriez-vous nous donner, si possible, un échéancier précis pour l'adoption du code d'éthique réglementaire?

 

02.02  Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, depuis l'entrée en vigueur du code de conduite, les consommateurs sont invités à porter plainte dans un premier temps auprès de leur opérateur. La DG Contrôle et Médiation du SPF Économie intervient dans un second temps, lorsque les consommateurs ne sont pas satisfaits de l'issue de la procédure d'autorégulation. Une enquête est alors ouverte auprès des opérateurs et intermédiaires concernés afin d'analyser:

- la conformité de la pratique avec le code de bonne conduite et avec la réglementation belge si le prestataire est établi en Belgique;

- les mesures contractuelles prises par les opérateurs et intermédiaires en cas d'infraction au code de conduite par le prestataire des services.

 

Récemment, la DG Contrôle et Médiation a initié une enquête auprès des opérateurs et d'un prestataire intermédiaire au sujet d'une pratique abusive. Trois opérateurs ont réagi de la même manière et rendu inaccessible le service pour leur client.

 

Les prestataires de services ne bénéficient pas du tout d'une impunité. Ils encourent les mêmes sanctions contractuelles que les prestataires belges comme la suspension, la résiliation du contrat et l'indemnisation du préjudice subi. L'une des plus-values du code par rapport à la réglementation consiste justement dans le fait que les prestataires de services établis dans un autre État de l'Union européenne peuvent se voir infliger des sanctions contractuelles dissuasives et immédiates.

 

Sur le plan réglementaire, le prestataire de services est soumis à la loi de l'État dans lequel il est établi et contrôlé par l'autorité de cet État.

 

Quant au but, il est de régler l'interdiction gratuite de façon uniforme pour tous les opérateurs mobiles tel que prévu dans l'arrêté ministériel du 12 novembre 2005 déterminant les catégories des messages sortants et les catégories des numéros appelés dont le blocage doit être offert gratuitement à l'utilisateur final. Ceci nécessite la fixation d'un plan de numérotation sms public et officiel. J'ai demandé à l'IBPT de définir un tel plan de numérotation sms, mms et lvs public. Ce plan verra le jour aux environs du début 2007. Pour de plus amples informations je vous renvoie auprès de mon collègue, M. Verwilghen, qui est mieux à même de vous fournir des réponses.

 

En ce qui concerne la Commission d'éthique pour les télécommunications à créer, un premier arrêté royal relatif à la composition de cette Commission a été publié le 23 janvier dernier. L'arrêté ministériel relatif à la désignation des membres de la Commission d'éthique sera publié sous peu au Moniteur belge. Le texte a déjà été transmis au Moniteur et nous attendons sa publication avec impatience.

 

Dès la publication, la Commission sera mise sur pied; selon moi, elle sera opérationnelle début 2007. Il conviendra toutefois de prendre l'arrêté royal fixant la procédure et les règles pratiques relatives au fonctionnement de la Commission d'éthique pour les télécommunications avant que celle-ci ne soit opérationnelle. Enfin, le code d'éthique pour les télécommunications pourra être révisé par la Commission d'éthique pour les télécommunications et sanctionné par un arrêté royal.

 

02.03  Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je constate que les choses avancent lentement mais elles avancent et je suppose que nous trouverons une issue.

 

Cependant, je regrette que, pendant tout ce temps de procédure et de mise en place, les opérateurs en profitent. Je n'ai pas posé ma question sur la base d'un vécu personnel. Néanmoins, chaque mois, les factures de mon opérateur présentent des difficultés. Si je ne suis pas attentif, 20% du montant facturé ne devrait pas être payé. Ce qui arrive auprès du médiateur et, ensuite, chez vous n'est que la partie émergée de l'iceberg.

 

Un contentieux connu et parfois méconnu par le client est extrêmement important. Nous attendons donc avec impatience que vos dispositifs réglementaires soient complets. Il faut réfléchir à des sanctions plus importantes afin de dissuader les opérateurs de "tenter leur chance". Ils se disent que, de toute façon, ils y gagnent. En effet, s'ils sont uniquement sanctionnés sur les plaintes qui aboutissent, cela leur coûte moins cher que la suppression de tous les bénéfices faits sur ce qui n'aboutit pas. Dans un État de droit comme le nôtre, il me semble important de réfléchir à la question.

 

02.04  Freya Van den Bossche, ministre: Le problème est que peu de consommateurs font l'effort de vérifier, comme vous, leur facture. Il s'agit de petits montants qui ne peuvent être décelés que lors de la vérification de la facture. De ce fait, ils ne constatent pas souvent qu'il y a un problème. Or, cela vaut la peine de le faire; vous l'avez prouvé! J'espère que nous pourrons aussi convaincre le consommateur.

 

02.05  Benoît Drèze (cdH): Avec, à la clé, des sanctions à la mesure des enjeux financiers qui se cachent derrière.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de verplichte vermelding van het meest voordelige tariefplan op de factuur" (nr. 12590)

- de heer David Lavaux aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de toepassing van de maatregelen uit de telecomwet ter bescherming van de consument" (nr. 12807)

- de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "het rapport van Test-Aankoop over 1 jaar telecomwet" (nr. 12860)

- de heer Philippe De Coene aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de toepassing van de telecomwet" (nr. 12897)

03 Questions jointes de

- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "l'obligation d'indiquer sur la facture le plan tarifaire le plus avantageux" (n° 12590)

- M. David Lavaux à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise en oeuvre des dispositions protectrices des consommateurs de la loi sur les télécommunications" (n° 12807)

- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "le rapport établi par Test-Achats à l'occasion du premier anniversaire de la loi sur les télécommunications" (n° 12860)

- M. Philippe De Coene à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "la mise en oeuvre de la loi sur les télécommunications" (n° 12897)

 

03.01  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, een element dat mensen ertoe zou kunnen aanzetten hun factuur beter te bestuderen, is een correcte vermelding conform de wet van het meest voordelige tariefplan.

 

Mijn vragen zijn de volgende.

 

Welke operatoren hebben ondertussen uitvoering gegeven aan deze bepaling? Ik heb niet de indruk dat dit het grootste deel van de operatoren op de markt is. Hoeveel procent van de klanten heeft intussen een dergelijke factuur ontvangen? Welke sancties werden tegen operatoren uitgesproken die deze bepaling niet uitvoeren? Ten slotte, hebt u kunnen nagaan hoeveel mensen nadien naar het voordelig tariefplan zijn overgestapt? Zo ja, hoe groot is het overstappercentage op basis van het voordelig tariefplan? Is de suggestie inzake monitoring vatbaar voor navolging? Kunnen we de resultaten ervan inzien?

 

03.02  Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor deze vraag samen te behandelen met de samengevoegde vragen nrs. 12807, 12860 en 12897 van mezelf. Zo niet, verliezen we tijd en zal de minister wellicht een aantal keren hetzelfde moeten antwoorden.

 

De voorzitter: Ik heb daar geen enkel probleem mee. Indien u geen bezwaar hebt, mijnheer De Coene, volg ik de chronologie. Dat lijkt me rechtvaardig.

 

03.03  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, il y a plus d'un an que la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques est entrée en vigueur. Cette loi instaurait plusieurs avancées en matière de protection des consommateurs. Ainsi, le droit en cas de modification des conditions contractuelles de résilier le contrat sans frais et donc sans pénalité. La loi dispose également que le consommateur doit donner son accord préalable au traitement à des fins de marketing des données relatives au trafic le concernant.

 

Il semble que la plupart de ces nouvelles dispositions soient bafouées par les opérateurs comme en atteste une enquête récente réalisée par Test-Achats. Les résultats de cette étude sont accablants pour les opérateurs. Il n'y a pas d'information régulière sur la meilleure formule tarifaire (une fois par an dans l'immense majorité des cas). Il y a absence de tarif social chez de nombreux opérateurs, les droits de résiliation en cas de modification tarifaire sont limités ou inexistants. Bref, la loi est bafouée.

 

Il faut attendre la publication d'arrêtés ministériels ou royaux pour que certaines dispositions de la loi sur les télécoms entrent en vigueur. C'est le cas notamment des dispositions relatives à la portabilité des numéros et à la facturation détaillée gratuite que les opérateurs doivent garantir à leurs clients. Fin juin, le gouvernement n'avait pris que six arrêtés sur la centaine nécessaire.

 

Mes questions sont donc les suivantes, madame la ministre. Pourriez-vous nous expliquer pourquoi les services du SPF Économie n'ont pas veillé à la bonne application par les opérateurs des dispositions de la loi du 13 juin 2005 en matière de protection des consommateurs? Quelles mesures comptez-vous prendre pour faire respecter ces dispositions protectrices du consommateur? Quel est le calendrier précis que le gouvernement compte suivre pour l'adoption des arrêtés royaux nécessaires à l'application de toutes ces dispositions pour mieux protéger les consommateurs?

 

03.04  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de studie van Test-Aankoop bundelde een aantal problemen. Mijn vragen waren opgesplitst, volgens een aantal zaken die ik vaststelde op het terrein. Een maand later kwam de studie. Die heeft aanleiding gegeven tot een algemene vraag. Het is goed dat wij deze zaken samen kunnen behandelen.

 

Men schrijft: “De meerderheid van de telecomoperatoren steekt de draak met deze wet.” Wij hadden natuurlijk die studie nodig om ons discours te bevestigen. U zegt dat ze het moeten doen, mevrouw de minister, omdat ze anders niet in aanmerking kunnen komen voor de tariefsimulator en andere zaken, dat ze actief blijven op de markt, dat iedereen de wet moet volgen en dat er eigenlijk geen probleem is.

 

De vraag van de heer Lavaux is de enige juiste vraag: waarom zijn er geen controles? Er wordt verwezen naar de FOD Economie. U zult straks weer kunnen verwijzen naar de bevoegdheid van minister Verwilghen. Ik meen dat deze regering een essentiële verantwoordelijkheid heeft. Jullie beheren samen het departement inzake telecom. In deze consumentenzaken is er geen duidelijke verdeling. Wie moet er uiteindelijk de verantwoordelijk opnemen voor de controles? Jullie zullen het samen moeten doen, want in de overgrote meerderheid van de gevallen is er geen jaarlijkse informatie over de beste tariefformule. Er is geen sociaal tarief bij veel operatoren. Het opzeggingsrecht bij tariefaanpassingen is onbestaand of beperkt. Met andere woorden, de wet wordt met voeten getreden. Daarom heb ik de volgende vragen.

 

Ten eerste, welke acties zult u ondernemen tegen de operatoren en volgens welke timing? Ten tweede, hoeveel inbreukprocedures werden er reeds gelanceerd tegen operatoren die de wet niet naleven? Het zou goed zijn indien u ons een lijst van die procedures bezorgt, om eventueel het vertrouwen in dit dossier wat te herstellen. Ten slotte, hoe staat u tegenover het laten uitvoeren van een onafhankelijke analyse die de status van de naleving van de wet moet opmeten tegen 1 januari 2007?

 

03.05  Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vragen hebben dezelfde inhoud, maar mijn commentaar en beschouwingen zijn van een andere aard.

 

Ik meen dat wij problemen kunnen vaststellen op twee niveaus.

 

De actoren, de spelers op de markt, passen maar met lange tanden toe wat hen is opgelegd, zowel door de regering als door de leden van het Parlement. Ik wil even in herinnering brengen dat, op basis van het ontwerp, dat een collegiaal ontwerp was tussen de twee bevoegde ministers, ons Parlement en onze commissie zich, gelukkig maar, hebben gepermitteerd om nog tal van verfijningen en tal van toevoegingen aan te brengen. Laten wij dus een collectieve verantwoordelijkheid dragen. Misschien moet het Parlement zelf een initiatief nemen om in debat te gaan met de betrokkenen, zowel de betrokkenen van de kant van de overheid, de uitvoerende macht, als de economisch betrokkenen. Bij de redactie van tal van die maatregelen zijn wij niet over een nacht ijs gegaan. Ik meen mij ook te herinneren dat wij, bij het schrijven en het indienen van een aantal amendementen, zeer uitgebreid met de sector hebben gepraat.

 

Bijvoorbeeld bij het meest gunstige tarief was er een niet-onbelangrijke operator, gevolgd door andere operatoren, die ons suggereerde om het niet te houden bij één tariefplan, maar bij meerdere tariefplannen. Nu zien wij dat zij geen enkel tariefplan meegeven aan hun klanten. Wij zouden dus eens kunnen vragen, hoewel wij maatregelen hebben genomen in overleg met de sector, waarom de sector niet happig is.

 

Daarom durf ik opnieuw het voorstel van destijds te lanceren. Het zou goed zijn zelf het heft in handen te nemen en via hoorzittingen met de sector te praten.

 

Het tweede niveau waar we problemen mee hebben is het bijspannen van de vijs door het instituut. We stellen vast dat dit te weinig gebeurt. Hiervoor zijn, mijns inziens, meerdere redenen. We hebben met een nieuwe en zeer ambitieuze wet te maken. We hebben eveneens – we moeten dit durven toe te geven – te maken met de nieuwe rol die het instituut krijgt toegeschreven. We kunnen dus niet zonder meer zeggen dat het instituut niet optreedt of dat de regering onvoldoende toeziet. Iedereen moet zijn rol vervullen, wij ook de onze. Misschien zou het niet slecht zijn dat deze commissie ter zake een initiatief neemt.

 

Als ik de workload van deze commissie analyseer, stel ik het volgende vast. Bijna elke maand wordt in deze commissie een hele reeks vragen gesteld over het niet naleven ven de telecomwet. Toen ik destijds voorstelde daar werk van te maken op een georganiseerde wijze, antwoordde men mij dat het Parlement toch niet moest toezien op de uitvoering van een pas goedgekeurde wet. Ik dacht dat dit wel noodzakelijk was omdat het over een nieuwe, zeer ambitieuze en uitgebreide wetgeving gaat. Dan spreek ik nog niet over het deel waar een samenwerkingsakkoord voor nodig is.

 

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik herhaal mijn pleidooi.

 

In feite hadden we de berichten van Test-Aankoop zelfs niet nodig. Als er problemen met de factuur zijn ondervindt elke individuele consument hoe moeilijk het is de bepalingen die in de wet zijn ingeschreven te doen naleven.

 

Een derde element is een loutere vaststelling, zonder kwade bedoelingen. Destijds heb ik de minister van Economische zaken een schriftelijke vraag gesteld over de loutere activiteiten van het BIPT inzake internetbescherming, dus niet inzake consumentenbescherming, maar over de activiteiten die het BIPT organiek moet ontplooien om tegemoet te komen aan die bepalingen. Twaalf maanden na datum heb ik antwoord gekregen dat het niet zijn bevoegdheid is. Daaruit moeten we lessen trekken. Het heeft geen zin dat de ene minister de hete aardappel doorschuift naar de andere. We moeten als volwassenen discussiëren zodat we weten aan welke minister we de vragen moeten stellen. Ook de consument moet duidelijk weten wie politiek verantwoordelijk is voor bepaalde zaken.

 

De voorzitter: Mijnheer De Coene, wat uw vraag aan de regering betreft, zal de vice-eerste minister antwoorden. Wat uw voorstel inzake een hoorzitting betreft, zullen we ons straks uitspreken over de personen die zullen uitgenodigd worden. Ik stel voor dat u op dat ogenblik uw voorstel herhaalt en ook daarover stemmen.

 

03.06 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de commissie is inderdaad een belangrijke bondgenoot en partner gebleken bij het uitwerken van toch een ambitieuze telecomwetgeving. Het komt de commissie natuurlijk toe haar werk zelf te regelen, maar mij lijkt het zinvol dat het Parlement en de regering zouden deelnemen aan een hoorzitting waarop ook mensen uit de sector worden uitgenodigd, om, nu de wet er toch al enige tijd is, toch eens te kijken naar wat er fout loopt, wat beter kan en wat goed is. Ik denk dat we daar allen baat bij hebben en het lijkt mij ook een mooie manier om wetgevende en uitvoerende macht te laten samenwerken bij de creatie van een wet. Dan hoeft het niet ad hoc met vragen, maar kunnen de dingen fundamenteel samen worden aangepakt.

 

Ik kom tot de inhoudelijke vragen. Ten eerste, wat het tariefplan betreft, artikel 110 paragraaf 4 is in werking getreden op 30 juni 2005. Dat artikel bepaalt dat de klanten minstens eenmaal per jaar moeten worden ingelicht over wat voor hen het meest voordelige tariefplan is. Dat betekent dus ook dat tegen 30 juni 2006 elke klant minstens een keer had moeten ingelicht worden, als die tenminste op dat moment ook al een jaar klant is.

 

Het BIPT controleert en de diensten zijn momenteel een verificatieperiode aan het bestuderen. Wat is er concreet aan de gang? De operatoren hebben een brief ontvangen waarin hun wordt gevraagd hun werkwijze te preciseren: op welke wijze hebben zij aan die verplichting voldaan? Bij onvoldoende antwoord of gebrek aan antwoord zal en kan het BIPT zelf ter plaatse kennisnemen van de situatie en zal het ook niet nalaten in te grijpen.

 

Le respect des dispositions de la loi est contrôlé, comme déjà dit, par l'IBPT. En vertu de l'article 2, §21 de la loi du 17 janvier 2003, le Conseil de l'IBPT peut mettre en demeure un contrevenant en cas de constat d'infraction à la législation. S'il n'est pas mis fin à l'infraction, une amende administrative sera imposée.

 

L'IBPT m'a informée qu'une procédure de vérification est actuellement à l'examen au sein de ses services.

 

Bovendien heb ik naar aanleiding van de studie van Test-Aankoop aan het BIPT gevraagd om mij voor het einde van het jaar een rapport te bezorgen met hun analyse betreffende de opvolging van de consumentenbeschermende maatregelen uit de telecomwet. Mijnheer de voorzitter, dat is een element dat kan worden opgenomen in de hele discussie en bij die hoorzitting.

 

In die brief heb ik overigens ook gevraagd om in uitvoering van artikel 21 de gepaste maatregelen te nemen bij het vaststellen van overtredingen van de consumentenbeschermende bepalingen uit de telecomwet.

 

Collega Deseyn, ik kom dan aan uw vraag over het laten uitvoeren van een onafhankelijke analyse. Daaraan zal ik ook wel tegemoetgekomen zijn door het BIPT de analyse te laten maken. Het BIPT is, zoals u weet, een onafhankelijk instituut.

 

Ten derde, de stand van zaken betreffende de uitvoeringsbesluiten is de volgende. Het ministerieel besluit over de tariefsimulator is gepubliceerd op 26 oktober in het Belgisch Staatsblad. Het KB betreffende de nooddiensten en noodoproepen wordt in november gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een ontwerp van ministerieel besluit inzake de maatregelen om nooddiensten in staat te stellen kwaadwillige oproepen te bestrijden is reeds voor advies naar de Raad van State en zal dus, rekeninghoudend met de termijn waarbinnen men advies moet afleveren, half december kunnen worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

 

Ten vierde, een ontwerp van ministerieel besluit betreffende de maatregelen die de operatoren kunnen nemen ingeval van een onbetaalde rekening wordt ook nu gefinaliseerd om het te kunnen doorsturen naar de Raad van State.

 

Het ministerieel besluit inzake de gratis selectieve nummerblokkering wordt op 12 december gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

 

Ten slotte, inzake de ethische commissie heb ik u daarnet de stand van zaken gegeven naar aanleiding van de vraag van collega Drèze.

 

Ik wil nog even duidelijk maken dat Test-Aankoop ons op een aantal problemen heeft gewezen. Dat is ons overigens niet onbekend, u wijst er mij ook geregeld op en de brieven van consumenten laten dat ook veronderstellen. Uit de studie van het BIPT zal ook blijken dat er onnauwkeurigheden in de berichtgeving zijn.

 

(De commissievergadering wordt even onderbroken door de heer De Croo, Kamervoorzitter, die een rondleiding geeft aan de president van Azerbeidzjan en een korte uitleg verschaft over de werkzaamheden van de commissie)

(La réunion de commission est brièvement interrompue par M. De Croo, président de la Chambre, accompagné du président de la République d'Azerbaïdjan auquel il fournit une courte explication au sujet des travaux de la commission)

 

De voorzitter: Mevrouw de vice-eerste minister, ik geef u opnieuw het woord.

 

03.07 Minister Freya Van den Bossche: Misschien kan ik tenslotte nog zeggen dat, wat de uitspraak van Test-Aankoop betreft, er nog maar zes van de honderd uitvoeringsbesluiten van de telecomwet zouden zijn genomen. Welnu, in dat verband is Test-Aankoop dus foutief geïnformeerd. Men gaat voorbij aan het feit dat heel wat uitvoeringsbesluiten natuurlijk al genomen werden in de voorgaande, of de daaraan voorafgaande, wetgeving en dat die blijven gelden. Het gaat dus enkel om de nieuwe, nog te nemen uitvoeringsbesluiten, waarvan ik daarnet even de stand van zaken heb gegeven. Enkel daarop wachten wij nog, maar die zijn in volle voorbereiding en u zou binnen afzienbare tijd de resultaten daarvan moeten zien.

 

De voorzitter: Mijnheer Deseyn, ik zal u slechts een keer het woord geven voor een repliek. Dat lijkt mij rechtvaardig.

 

03.08  Roel Deseyn (CD&V): Dank u, mijnheer de voorzitter. Ik zal er geen misbruik van maken.

 

Mevrouw de minister, de wet is inderdaad oké. Op dat vlak zitten wij op dezelfde golflengte. Het Parlement zal zijn verantwoordelijkheid nemen en verfijnen waar het nodig is. In dat verband denk ik aan de recente wetsvoorstellen over reversed billing, de vragen over een ethische code, enzovoort.

 

U spreekt over een inbreukprocedure. Dat is niet meteen wat wij noemen sanctioneel corrigeren. Het probleem bevindt zich absoluut op het niveau van de handhaving en dienaangaande sluit ik mij graag aan bij mijn collega, wat betreft de hoorzitting. Wij hebben daar ook vorig jaar naar gevraagd. Wij hebben toen een discussie gehad over het wel of niet oprichten van een werkgroep. Het gaat ook over veiligheid en over elektronische informatiediensten en wie verantwoordelijk is als minister. De ministers zitten constant naar elkaar te verwijzen voor het antwoord op schriftelijke parlementaire vragen. Het begint eigenlijk een kwalijke ziekte te worden, precies omdat wij nu voldoende cases hebben. Men zegt dan dat men bij de volgende vraag zal proberen de juiste persoon te laten antwoorden, op basis van de voorgaande vragen, maar aan wie de vraag moet worden gesteld is bijna gokwerk. Dat is absoluut niet transparant en ik roep de regering op misschien een schema op papier te zetten met de verschillende rubrieken met de subverantwoordelijkheden inzake telecom.

 

03.09  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, je prends bonne note que Mme la ministre souligne que la commission est un précieux allié de travail – cela mérite d'être souligné. Je rejoins aussi le collègue De Coene sur le fait que des auditions dans le secteur sont importantes. Je prends également bonne note des décisions prises et du calendrier prévu pour prendre les arrêtés d'exécution qui doivent encore l'être. Je remercie enfin Mme la ministre pour ses explications.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: La question n° 12835 de M. Chastel est reportée à sa demande.

 

04 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over "de indicatoren in verband met de kwaliteit en veiligheid van de elektronische communicatiediensten" (nr. 12859)

04 Question de M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation sur "les indicateurs relatifs à la qualité et la sécurité des services de communication électronique" (n° 12859)

 

04.01  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag handelt ook over de uitvoering van de telecomwet, meer bepaald van artikel 113, derde lid. Ik zal mij gewoon beperken tot enkele vragen.

 

Voor elke door de operator aangeboden dienst zou het BIPT momenteel de publicatie van een heel uitgebreid aantal indicatoren willen opleggen. Graag kreeg ik enig inzicht over welke indicatoren het precies gaat.

 

Bestaat dan niet het gevaar – wij en u doen alles met erg goede bedoelingen – dat het tot een overaanbod aan informatie komt dat het geheel onoverzichtelijk maakt? Ik kan mij voorstellen dat, wanneer een aantal parameters worden getoetst aan en een quality control wordt gedaan op 20 à 25 indicatoren, die voor de consument en voor het publiek niet zo relevant zijn en dus het succes van het consulteren van de informatie kunnen ondermijnen.

 

Ik sta onbevangen tegenover de situatie, omdat ik tot nu toe geen zicht heb op het aantal en op de invulling van de indicatoren.

 

Heeft het BIPT de operatoren geconsulteerd? Hoe groot was de respons en de medewerking?

 

Welke indicatoren moeten de operatoren publiceren om de veiligheid te karakteriseren?

 

Hoever staat het met de publicatie van de vergelijkende informatie inzake de veiligheid van de diensten door het BIPT?

 

Het gaat natuurlijk niet alleen over de diensten, maar ook over de status en veiligheid van netwerken en software. Daarom is het belangrijk dat het Parlement een inzicht krijgt in de manier waarop de vergelijking er concreet zal uitzien.

 

In dat verband, zullen bijvoorbeeld alle softwareproducenten en browsers worden opgelijst en geanalyseerd?

 

Mevrouw de minister, ik herinner u aan de discussie die wij hadden bij het bewuste artikel tijdens de bespreking van de telecomwet over hoever wij daarin kunnen gaan. Er zijn natuurlijk vele aanbieders van producten en diensten. Wat zal de taak zijn van de Belgische wetgever en van de Belgische regering in de bedoelde materie?

 

Ten slotte, hebt u ook een onderzoek gedaan naar het nut van de verplichting tot uitbreiding naar softwareproducenten en browsers? Hebt u daarover al enige opinie of visie? Het zou wenselijk zijn uw visie te kennen, ook in het kader van onze toekomstige werkzaamheden.

 

04.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, voor de uitwerking van artikel 113 van de telecomwet werkt het BIPT in drie stappen. Eerst worden kwaliteitsindicatoren opgesteld. Daarna volgen veiligheidsindicatoren. Ten slotte wordt werk gemaakt van de vergelijkbare informatie over de veiligheid van diensten, netwerken en software.

 

Voor de eerste stap werkt het BIPT aan een project om een uitgebreid aantal indicatoren in verband met de kwaliteit van de elektronische communicatiediensten te laten publiceren. De 17 indicatoren waren het onderwerp van een publieke consultatie. De volledige lijst is te vinden op de BIPT-website.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb de lijst ook meegebracht. Zou u zo vriendelijk willen zijn om de leden van de commissie een kopie te bezorgen?

 

Op de openbare consultatie hebben vier operatoren gereageerd. De bewuste operatoren hebben vooral gewezen op een mogelijk overaanbod aan indicatoren en op de wel erg korte tijdspanne om aan alle publicatieopdrachten te voldoen.

 

Het gevaar bestaat inderdaad dat een overaanbod het geheel onoverzichtelijk zou maken. Het BIPT zal er dan ook over moeten waken dat dat bij de voorstelling van de feiten niet het geval is. Het BIPT kan dat doen, omdat het ook de manier van publicatie voor de operatoren zal uitstippelen. Het document met de indicatoren krijgt u dus erg gauw.

 

Voor de tweede stap met de uitvoering van artikel 113 dient het BIPT ook het aantal indicatoren te bepalen die de operatoren dienen te publiceren in verband met de veiligheid van de elektronische communicatiediensten. Het BIPT zal daarmee starten na de afronding van het project inzake de kwaliteitsindicatoren. Na afronding van voornoemd project zal het BIPT starten met een derde stap, namelijk het project dat moet leiden tot publicatie op zijn website van vergelijkbare informatie over de veiligheid van diensten, netwerken en software.

 

04.03  Roel Deseyn (CD&V): Zonder al te zeer te focussen op technische parameters, 4 operatoren hebben gereageerd. Ik denk dat dit een klein deeltje is van de aangeschreven operatoren en dan nog uitgaande en aansluitend bij de vorige vragen dat men altijd vertrekt van diegenen die zich hebben aangemeld.

 

Mevrouw de minister, ik heb soms de indruk dat men in de jaarverslagen van de ombudsdienst telecom over meer operatoren leest dan er eigenlijk aangemeld zijn bij het BIPT. Men moet niet vervallen in een houding alsof men het niet zou weten. Die aanmelding is vaak in het consumentgericht discours het zwakke punt. Misschien moet dit ook eens bijgestuurd worden in de wetteksten. Daar zouden wij toch eens ernstig moeten over nadenken.

 

Ik dank u voor de elementen van antwoord, maar ik heb nog een vraag over de timing. Daar het hier gaat over de uitvoering van een goedgekeurde wet die van kracht is, rijst de vraag wanneer die informatie publiekelijk toegankelijk zal zijn. Gaat dat ook mee met het eerste kwartaal van 2007 of is dat helemaal nog niet aan de orde?

 

04.04 Minister Freya Van den Bossche: Hebt u het over de lijst zelf die publiekelijk toegankelijk is?

 

04.05  Roel Deseyn (CD&V): De vergelijkende informatie.

 

04.06 Minister Freya Van den Bossche: Dat hangt ervan af hoe snel het BIPT werk kan maken van alles. Het is pas de derde stap. Het is voor mij moeilijk om het u te zeggen, maar ik wil wel informeren naar een timing bij het BIPT en ik kan u via mail daarover inlichten, tenminste over de timing die het BIPT zichzelf vooropstelt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 15.01 uur.

Le développement des questions et interpellations se termine à 15.01 heures.